Editie 31, februari 2015
uitgave over suiker, voeding en gezondheid
suiker in perspectief
2015 EEN JAAR VAN VERANDERINGEN DE NIEUWE RICHTLIJNEN GOEDE VOEDING 2015
Inhoudsopgave
Volg ons: twitter.com/suikerenvoeding
Blijf op de hoogte: RSS feeds abonneer
Bekijk ook de eerder verschenen nummers
9 Nieuw: De Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Begin februari is de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 gepresenteerd. Belangrijkste conclusie: de kwaliteit van de geconsumeerde koolhydraten en vetten is belangrijker dan de hoeveelheid of onderlinge verhouding.
10 6
De nieuwe Richtlijnen goede voeding 2015 Dit najaar worden ze verwacht: de nieuwe Richtlijnen goede voeding 2015 van de Gezondheidsraad. Deze nieuwe richtlijnen zullen de oude uit 2006 vervangen. Op 15 januari 2015 gaf professor Daan Kromhout, voorzitter van de Beraadsgroep Voeding van de Gezondheidsraad, bij de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen de publiekslezing ‘Voedingsonderzoek op een tweesprong: Voedingsstoffen of voedingsmiddelen?’.
2| Inhoudsopgave
Suiker in perspectief, februari 2015
Veranderen van uitlegmodel naar dialoogmodel Het onderlinge voedingsdebat tussen wetenschappers en niet-wetenschappers raakt regelmatig in een impasse, constateert prof.dr. Hedwig te Molder. ‘Er is behoefte aan verandering, veranderen van uitlegmodel naar dialoogmodel. Ik noem het ‘verder kijken dan het feit lang is’. Vraag de consument wat ze al doen, en waarom dat belangrijk voor hen is.’
12
20 Voedingsrichtlijnen uit de VS, India en Brazilië De Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad worden door het Voedingscentrum ‘vertaald’ naar adviezen voor de consument. De Schijf van Vijf wordt daarbij gebruikt als voorlichtingsmodel. Gebruiken andere landen ook een voorlichtingsmodel? Kenniscentrum suiker & voeding inventariseerde een aantal voedingsrichtlijnen en -modellen uit andere landen.
NIEUWSFLITSEN - Twee nieuwe hoogleraren afdeling Humane Voeding. - Nederlandse voedselconsumptie niet optimaal. - Verplichte informatie allergenen - Meer aandacht huisarts voor patiënt.
22 IN DE MEDIA Een gezond gewicht voor alle Amsterdamse kinderen ‘Ons uiteindelijke doel is: in 2033 alle kinderen in Amsterdam op een gezond gewicht’, aldus de Amsterdamse wethouder Eric van der Burg (VVD). Hij wil het overgewichtprobleem van de jeugd bij de wortel aanpakken. ‘Wij willen als hoofdstad van Nederland graag het goede voorbeeld geven.’
16 Vermelding ‘toegevoegde suikers’ op etiket schept verwarring De Food & Drug Administration (FDA) heeft een voorstel gepresenteerd om op de voedingswaardewijzer in de Verenigde Staten ook de hoeveelheid toegevoegde suikers te vermelden. Consumentenonderzoek leverde verrassende conclusies en interessante informatie op voor gezondheidsprofessionals.
COLOFON Suiker in perspectief is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding. Onze publicaties zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en staan onder toezicht van een onafhankelijke redactieraad van deskundigen. Ontwerp en realisatie: Lexenzo, geeft vorm aan communicatie
Inhoudsopgave |3
Suiker in perspectief, febuari 2015
2015: EEN JAAR VAN VERANDERINGEN
2015:
Een jaar van veranderingen 2015 lijkt voor ‘VoedingsNederland’ het jaar van veranderingen te worden. Nieuwe Richtlijnen goede voeding in het najaar, in februari werd de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 gepresenteerd, er komen nieuwe WHO-richtlijnen over ‘vrije suikers’ en aan Wageningen University nemen de senior hoogleraren Voeding dit jaar afscheid. Inmiddels zijn twee nieuwe hoogleraren benoemd (zie pagina 20).
4| 2015: Een jaar van veranderingen Suiker in perspectief, februari 2015
Ook een gesprek met de Amsterdamse wethouder Eric van der Burg (VVD). ‘Ons uiteindelijke doel is: in 2033 alle kinderen in Amsterdam op een gezond gewicht.’ Hij wil het overgewichtprobleem van de jeugd bij de wortel aanpakken. ‘Wij willen als hoofdstad van Nederland graag het goede voorbeeld geven.’
De vraag is hoe de nieuwe richtlijnen straks in de praktijk worden toegepast. Beschouwen professionals ze als ’heilig’ of vindt men het vooral belangrijk dat een voedingsadvies past bij de mensen? Sommige consumenten omarmen nieuwe adviezen, andere halen hun schouders op en gaan over tot de orde van de dag. ‘In Nederland hebben we nog steeds de neiging om – als iemand zich niet aan de Richtlijnen goede voeding houdt – een soort impliciete beschuldiging uit te spreken,’ zegt prof.dr. Hedwig te Molder (Wageningen University en Universiteit Twente). 'Het is voor professionals van belang om te leren hoe je de meningen van mensen opvat en omgekeerd hoe zij jouw ideeën beoordelen. Vraag mensen ‘wat zijn jouw feiten, waarom zijn ze belangrijk?’ Lees het interview met Te Molder in dit nummer van ‘Suiker in Perspectief’.
2015: Een jaar van veranderingen |5
Suiker in perspectief, februari 2015
2015: EEN JAAR VAN VERANDERINGEN
De nieuwe Richtlijnen goede voeding 2015 Dit najaar worden ze verwacht: de nieuwe Richtlijnen goede voeding 2015 van de Gezondheidsraad. Deze nieuwe richtlijnen zullen de oude uit 2006 vervangen. Op 15 januari 2015 gaf professor Daan Kromhout, voorzitter van de Beraadsgroep Voeding van de Gezondheidsraad, bij de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen de publiekslezing ‘Voedingsonderzoek op een tweesprong: Voedingsstoffen of voedingsmiddelen?’.
6| De nieuwe Richtlijnen goede voeding 2015 Suiker in perspectief, februari 2015
Van voedingsstoffen naar voedingsmiddelen en -patronen In het klassieke voedingsonderzoek wordt met name gekeken naar (afzonderlijke) voedingsstoffen, zoals vetten, koolhydraten, eiwitten en bijvoorbeeld vitamines. Met dit soort onderzoek is in de vorige eeuw veel kennis vergaard. Echter, voor de bestrijding van chronische ziekten (zoals hart- en vaatproblemen) ─ die vele oorzaken hebben ─ is dit onvoldoende. Kromhout: ‘Het is naïef om te denken dat één enkele voedingsstof verantwoordelijk kan zijn voor het ontstaan van een hartaanval’. Bij het ontstaan van een hartinfarct is niet één voedingsstof maar een groot scala aan voedingsstoffen betrokken zoals onder andere vetten, voedingsvezels, mineralen en bioactieve stoffen. Als in onderzoek alleen naar een enkele voedingsstof wordt gekeken, is de kans groot dat verschillende onderzoeken tegenstrijdige uitkomsten geven, omdat er meerdere oorzaken bij betrokken zijn. ‘Dit schept verwarring. Daarom is het nu tijd om onze kennis over voedingsstoffen en chronische ziekten te integreren op het niveau van voedingsmiddelen en voedingspatronen’, aldus Kromhout.
DAAN KROMHOUT NEEMT AFSCHEID Prof.dr.ir. Daan Kromhout – hoogleraar Volksgezondheidsonderzoek aan Wageningen University en Researchcentrum – toonde als eerste aan dat één of twee keer per week vette vis eten al voldoende is om de kans op een hartinfarct te halveren. Kromhout is sinds april 2009 Academiehoogleraar en sinds 2005 vicevoorzitter van de Gezondheidsraad. Dit jaar gaat hij met pensioen. Op 16 april 2015 wordt in Wageningen een afscheidssymposium
Vetten of koolhydraten
gehouden, getiteld ‘From blood pressure and cholesterol to healthy eating. A look back and a look forward’.
Vorig jaar was er veel aandacht in de media voor vet in de voeding in relatie tot hartziekten. Het weekblad Time kopte in juni 2014: ‘Eet boter.’ Wetenschappers zouden verzadigd vet ten onrechte als de vijand hebben bestempeld. De strekking van het artikel was dat verzadigd vet juist goed is voor het hart en dat koolhydraten het risico op een hartaanval vergroten. Volgens Kromhout is de verwarring begrijpelijk, maar de conclusie verkeerd. Aan de hand van onderzoeksgegevens liet hij zien dat het risico op een hartinfarct het beste kan worden verlaagd door De nieuwe Richtlijnen goede voeding 2015 |7
Suiker in perspectief, februari 2015
2015: EEN JAAR VAN VERANDERINGEN
verzadigde vetten te vervangen door onverzadigde vetten. Gecontroleerde voedingsexperimenten hebben laten zien dat hiermee de kans op een hartaanval met ongeveer 20% wordt verlaagd. Het heeft echter geen invloed op hoe oud we worden. Vergelijkbare of zelfs grotere beschermende effecten kunnen bereikt worden door gezonde voedingsmiddelen te eten zoals vette vis, noten en olijfolie. Hierbij spelen niet alleen onverzadigde vetten maar ook andere stoffen in deze producten een belangrijke rol.
Nieuwe uitdaging voor de voedingswetenschap
COMMENTAAR OP OPENBARE CONCEPTEN De commissie Richtlijnen goede voeding 2015 heeft ongeveer vijfentwintig achtergronddocumenten in concept opgesteld
De afgelopen jaren zijn veel resultaten gepubliceerd van bevolkingsonderzoek (observationeel prospectief onderzoek) naar de relatie van voedingsmiddelen en -patronen met chronische ziekten en totale sterfte. Dit is een goede basis, maar hieruit kunnen geen harde conclusies worden getrokken. Daarnaast zijn er gecontroleerde voedingsproeven uitgevoerd naar de effecten van voedingsmiddelen en -patronen op risicofactoren zoals bloeddruk en cholesterol. Dit levert weliswaar aanwijzingen, maar nog geen bewijs voor een kleinere kans op bepaalde ziekten. Kromhout: ‘Wat vooral ontbreekt zijn goed gecontroleerde experimenten van voedingsmiddelen en -patronen met chronische ziekten als eindpunt. Op dit soort onderzoek zou de komende jaren de nadruk moeten liggen. Alleen dan kunnen we de relatie tussen voeding en chronische ziekten beter onderbouwen.’ Meer informatie: • Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen: www.voedingsacademie.nl • Gezondheidsraad: www.gezondheidsraad.nl
8| De nieuwe Richtlijnen goede voeding 2015 Suiker in perspectief, februari 2015
over het verband tussen nutriënten, voedingsmiddelen en voedingspatronen en de kans op veelvoorkomende chronische ziekten. Vanaf januari 2015 worden elke maand ongeveer vijf achtergronddocumenten beschikbaar gesteld voor commentaar. De achtergronddocumenten zijn te vinden op de website van de Gezondheidsraad. U kunt een email-alert ontvangen als de achtergronddocumenten beschikbaar komen voor commentaar. Stuur een email naar
[email protected] en vermeld als onderwerp ‘aanmelding emaillijst consultaties Richtlijnen goede voeding 2015’.
© NDF – Jacques Jullens
Nieuw: De Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Begin februari is de NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 gepresenteerd. Belangrijkste conclusie: de kwaliteit van de geconsumeerde koolhydraten en vetten is belangrijker dan de hoeveelheid of onderlinge verhouding.
In vergelijking met de vorige richtlijn (2010) ligt de nadruk niet meer op nutriënten maar op voedingsmiddelen en voedingspatronen. De NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 is hierdoor meer in overeenstemming met internationale voedingsrichtlijnen voor diabetes. Ook de Gezondheidsraad zal deze aanpak hanteren in de nieuwe Richtlijnen goede voeding die najaar 2015 worden verwacht (zie ook pagina 6-8). De richtlijn gaat er vanuit dat bij alle adviezen de voeding persoonlijk wordt aangepast en rekening wordt gehouden met wensen, culturele voedselvoorkeuren en de juiste hoeveelheid energie.
De Richtlijnen goede voeding vormen het uitgangspunt van de adviezen die worden gegeven. Lees in de maarteditie van ‘Suiker in perspectief’ het uitgebreide verhaal over de nieuwe Voedingsrichtlijn, waarin interviews met de diëtisten die deel uit maakten van de werkgroep. Voor meer informatie raadpleeg: • Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 (pdf). • Samenvattingskaart • NDF collegetour in maart en april 2015 www.ndfcollegetour.nl
Nieuw: De Voedingsrichtlijn Diabetes |9
Suiker in perspectief, februari 2015
2015: EEN JAAR VAN VERANDERINGEN
PROF.DR. HEDWIG TE MOLDER
Veranderen van uitlegmodel naar dialoogmodel Het onderlinge voedingsdebat tussen wetenschappers en nietwetenschappers raakt regelmatig in een impasse, constateert prof.dr. Hedwig te Molder. ‘Er is behoefte aan verandering, veranderen van uitlegmodel naar dialoogmodel. Ik noem het ‘verder kijken dan het feit lang is’. Vraag de consument wat ze al doen, en waarom dat belangrijk voor hen is.’
‘Het vertrouwen in de wetenschap als zodanig is nog nooit zo groot geweest als nu.'
10| Veranderen van uitlegmodel naar dialoogmodel Suiker in perspectief, februari 2015
Er is heel veel discussie in voedingsland, zegt prof.dr. Hedwig te Molder, persoonlijk hoogleraar Strategische Communicatie aan Wageningen University en halftijds hoogleraar Wetenschapscommunicatie aan de Universiteit Twente. Het karakter van het debat zou moeten veranderen, vindt ze. ‘Die discussie tussen wetenschappers en niet-wetenschappers kan fel zijn. Consumenten voelen zich wat in de hoek gedrukt. Wetenschappers stralen vaak uit ‘dit zijn de feiten en daarmee moet je het doen’. De vraag is waarom mensen de harde feiten niet aannemen. Je hoort hen dan zeggen ‘wetenschap is ook maar een mening’. Maar zegt ze: ‘Het vertrouwen in de wetenschap als
zodanig is nog nooit zo groot geweest als nu. Onze samenleving is verwetenschappelijkt. Er zijn groepen die bij de discussie over bepaalde diëten, of bijvoorbeeld over vaccinatie, veelal verwijzen naar wetenschappelijk materiaal. Het zijn burgers met een kritische en onderzoekende houding, wetenschap wordt gezien als belangrijk. Maar het onderlinge debat raakt regelmatig in een impasse. Kennelijk overtuigen de feiten van de wetenschappers onvoldoende, ze laten andere discussieonderwerpen onderbelicht. Ik pleit ervoor dat er meer aandacht komt voor het morele debat.’
hebben we nog steeds de neiging om – als iemand zich niet aan de Richtlijnen goede voeding houdt – een soort impliciete beschuldiging uit te spreken. Het is voor professionals van belang om te leren hoe je de meningen van mensen opvat en omgekeerd hoe zij jouw ideeën beoordelen. Vraag mensen ‘wat zijn jouw feiten, waarom zijn ze belangrijk?’
Aandacht voor sociaal-culturele en morele context
brengen. ‘Vraag de consument wat ze al doen om hun eetgewoonten te verbeteren, en waarom dat belangrijk voor hen is. De professional die kiest voor die benadering, moet worden beloond. Dat betekent dat ze anders moeten worden getraind.’ Ze vertelt dat ze onder andere contacten heeft met het Voedingscentrum. ‘Ik geef veel lezingen op dit gebied, over voeding maar ook over andere onderwerpen waarbij zich maatschappelijke problemen voordoen. Overal – op ministeries, het RIVM, kenniscentra, bedrijven – moet men wennen aan het idee dat er veel meer moet worden aangesloten bij de uitkomst van een gesprek. Daarmee laat je als professional een deel van de controle los, haar of zijn rol wordt anders. Je moet bereid zijn het gesprek aan te gaan. Het betekent ook dat bij die manier van communiceren consumenten medeverantwoordelijk zijn voor de uitkomst.’ Te Molder registreert in haar contacten met de praktijk, dat het besef inmiddels wel aanwezig is dat de huidige benadering niet effectief is. ‘Er is behoefte aan verandering, veranderen van uitlegmodel naar dialoogmodel. Ik noem het ‘verder kijken dan het feit lang is’. Probeer om verborgen waarden en overtuigingen zichtbaar te maken. Leer om vragen te stellen en de antwoorden mee te nemen in de plannen die worden gemaakt. In de opleiding van professionals vraagt die benadering om het ontwikkelen van communicatiemethodieken waarmee je dat vorm kunt geven.’
Te Molder doet veel onderzoek naar gesprekken in debatten, ook op het gebied van voeding. ‘Even los van het feit wie er in een debat gelijk heeft, de feiten zijn een deel van het verhaal. Er zijn meer overwegingen die je bij de discussie moet betrekken.’ Ze noemt als voorbeeld de persoonlijke voorkeuren van mensen, het genieten van de smaak en het sociale contact tijdens maaltijden. ‘Het is belangrijk om te weten hoe mensen elkaar begrijpen. Welke regels gebruiken ze om elkaar te beoordelen? De wetenschapper moet de feiten niet over de schutting gooien maar ook proberen te achterhalen welke waarden en overtuigingen ermee verbonden zijn. De sociaal-culturele context, en de morele betekenis van eten en drinken (wat is goed eten, wat is een gezond mens), is zeer belangrijk. Stel daarover vragen als je met elkaar in discussie gaat.’ Te Molder refereert aan de nieuwe Braziliaanse richtlijnen goede voeding (2014), die laten zien dat aanzienlijke gezondheidswinst is te behalen door het eten en bereiden van vers (en gemakkelijk verkrijgbaar) voedsel in allerlei vormen (zie ook pagina 15). ‘De Braziliaanse voedingswetenschappers besteden veel aandacht aan de sociale context en niet alleen aan welke voedingsstoffen belangrijk zijn. Eten moet lekker zijn en je welzijn bevorderen. In Nederland
Controle loslaten Te Molder merkt op dat een aantal belangrijke zaken zoveel mogelijk moet aansluiten bij het alledaagse leven. Dat heeft vooral als doel het gesprek op gang te
Veranderen van uitlegmodel naar dialoogmodel |11 Suiker in perspectief, februari 2015
2015: EEN JAAR VAN VERANDERINGEN
12| Voedingsrichtlijnen uit de VS, India en Brazilië Suiker in perspectief, februari 2015
Voedingsrichtlijnen uit de VS, India en Brazilië De Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad worden door het Voedingscentrum ‘vertaald’ naar adviezen voor de consument. De Schijf van Vijf wordt daarbij gebruikt als voorlichtingsmodel. Gebruiken andere landen ook een voorlichtingsmodel? Kenniscentrum suiker & voeding inventariseerde een aantal voedingsrichtlijnen en -modellen uit andere landen.
MyPlate uit de Verenigde Staten Zie voor het officiële rapport: Dietary Guidelines for Americans (2010).
Sinds juni 2011 wordt MyPlate gebruikt om de vijf voedingsgroepen die de bouwstenen vormen voor een gezond voedingspatroon te symboliseren. MyPlate is ontworpen om Amerikanen aan het denken te zetten over gezonde voeding en is dus niet alleen bedoeld om consumentengedrag te veranderen.
Voedingsrichtlijnen uit de VS, India en Brazilië |13 Suiker in perspectief, februari 2015
2015: EEN JAAR VAN VERANDERINGEN
Een van de aanbevelingen •
‘Kies voedingsmiddelen die naar verhouding veel kalium, vezels, calcium en vitamine D bevatten. Groente, fruit, volkoren granen en zuivelproducten leveren veel van deze voedingsstoffen.’
De voedselpiramide uit India • • • • •
Richt je aandacht op fruit. Varieer je groente. Zorg dat minstens de helft van je graanproducten volkoren is. Kies eiwitbronnen met weinig of geen vet. Gebruik calciumrijke voedingsmiddelen.
Zie voor het officiële rapport: Dietary guidelines for Indians - a manual (2011).
De Indiase voedingsrichtlijnen richten zich op verschillende groepen uit de bevolking (jong/oud, actief/inactief, zwangeren en zieken). Er zijn vijftien globale richtlijnen die een bijdrage moeten leveren om welvaartsziekten, maar ook ondervoeding (nog steeds een aanzienlijk probleem in India) te voorkomen. De Indiase voedselpiramide bestaat uit vier lagen van groepen van voedingsmiddelen. Graanproducten, bonen en peulvruchten vormen de basis (eet er voldoende van), gevolgd door groente en fruit (eet royale porties). Voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong en oliën staan in de derde laag (wees matig in gebruik). In de top van de piramide is niveau vier afgebeeld: bewerkte producten met naar verhouding veel suikers en vetten (kies beperkt). De 14| Voedingsrichtlijnen uit de VS, India en Brazilië Suiker in perspectief, februari 2015
voedselpiramide besteedt ook aandacht aan het belang van voldoende bewegen, niet roken en geen alcoholische dranken.
Enkele aanbevelingen NIEUWE WHO-RICHTLIJN VRIJE SUIKERS
• Bij overgewicht is het advies om langzaam en
De wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
gecontroleerd af te vallen. Lang vasten kan leiden tot gezondheidsrisico’s. • Vermijd het vervangen van een maaltijd door een snack. • Controleer na je dertigste regelmatig (minstens iedere zes maanden) bloedglucosegehalte, bloedlipidengehalte en bloeddruk.
publiceerde in maart 2014 een conceptrichtlijn voor de inname van vrije suikers door volwassenen en kinderen. De nieuwe richtlijnen, die binnenkort worden verwacht, moeten de voorgaande uit 2003 vervangen. Toen was het voedingsadvies om niet meer dan 10 en% uit vrije suikers te halen. In de conceptrichtlijn is voorgesteld om naast de huidige aanbeveling
Brazilië
van 10 en% een extra advies te geven om de inname terug te brengen naar niet meer dan 5 en%. Kenniscentrum suiker & voeding zal in
Zie voor het officiële rapport: Dietary Guidelines for the Brazilian Population (2014).
een extra nieuwsflits uitgebreid ingaan op de nieuwe richtlijnen.
Enkele aanbevelingen
Brazilië gebruikt geen voorlichtingsmodel. En in de richtlijnen worden geen kwantitatieve aanbevelingen gedaan voor de inname van macronutriënten. Er is wel veel aandacht voor het sociaal-culturele aspect van voeding. De keuze van voedingsmiddelen en gerechten en de combinatie in maaltijden zijn belangrijk, maar ook andere aspecten rondom eten zoals tijd, plaats en gezelschap.
• Eet in een omgeving waar het schoon, comfortabel en rustig is, bij voorkeur in gezelschap van anderen. • Doe je inkopen daar waar volop keuze is in basisvoedingsmiddelen en weinig bewerkte producten. • Ontwikkel, gebruik en deel je vaardigheden op het gebied van koken. Meer informatie over voedingsrichtlijnen wereldwijd
Voedingsrichtlijnen uit de VS, India en Brazilië |15
Suiker in perspectief, februari 2015
Vermelding ‘toegevoegde suikers’ op etiket schept verwarring De Food & Drug Administration (FDA) heeft een voorstel gepresenteerd om op de voedingswaardewijzer in de Verenigde Staten ook de hoeveelheid toegevoegde suikers te vermelden. Zij menen dat de consument daardoor beter producten kan herkennen die ‘lege calorieën’ leveren. Maar begrijpt de consument ook wat bedoeld wordt met de term toegevoegde suikers? Consumentenonderzoek leverde verrassende conclusies en interessante informatie op voor gezondheidsprofessionals.
16| Vermelding ‘toegevoegde suikers’ op etiket schept verwarring Suiker in perspectief, februari 2015
Ruim 1000 deelnemers
Verschillende interpretaties
Het consumentenonderzoek werd in de zomer van 2014 uitgevoerd in opdracht van the International Food Information Council (IFIC) Foundation. 1008 volwassen deelnemers, een afspiegeling van de bevolking van de VS, deden mee aan het online-onderzoek en kregen verschillende versies van voedingswaardewijzers te zien zoals die op
In het voorstel van de FDA (B) is de regel ‘added sugars’ toegevoegd om de consument meer duidelijkheid te geven. Uit het onderzoek bleek echter juist het tegenovergestelde: van de deelnemers die versie A bekeken, kon 92% de correcte hoeveelheid totaal suikers aangeven, bij versie B was dit 55% en bij versie C 66%. Bijna 80% van de deelnemers geeft de
diverse producten (cereals, yoghurt met een smaakje en een diepvriesmaaltijd) vermeld kunnen worden.
voorkeur aan versie A, de huidige en meest simpele versie.
Vermelding ‘toegevoegde suikers’ op etiket schept verwarring |17
Suiker in perspectief, februari 2015
A
B
oorspronkelijke versie
[PRELIMINARY DATA]
nieuw voorstel van FDA, met de vermelding ‘added sugars’
[PRELIMINARY DATA]
Nutrition Facts Panels – Cereal Cereal #3) (FDA Cereal #3) Nutrition Facts(FDA Panels – Cereal
Version S (Cereal)
S+A Version Version S (Cereal) (Cereal)
De regel over toegevoegde suikers in versie B en C wordt op verschillende manieren geïnterpreteerd. Mensen die zeggen regelmatig voedingswaardedeclaraties te bekijken, geven even vaak een goed antwoord als mensen die aangeven dat niet te doen. Meer dan de helft van de deelnemers denkt dat het product met voedingswaardewijzer versie A,
de minste hoeveelheid suiker bevat. Veel mensen denken namelijk dat de hoeveelheid toegevoegde suikers in voorbeeld B en C opgeteld moet worden bij de hoeveelheid (totale) suikers. Ongeveer een op de drie ondervraagden denkt dat met ‘added sugars’ bedoeld wordt dat meer suiker is toegevoegd, een op de vijf deelnemers geeft aan helemaal niet te
18| Vermelding ‘toegevoegde suikers’ op etiket schept verwarring Suiker in perspectief, februari 2015
VersionVersion S+A TS+A (Cereal)(Cereal)
Version TS (Cereal
C
'Ongeveer 33% van de deelnemers koos het product dat meer calorieën en vet bevatte, maar 0 gram toegevoegde suikers.'
versie waarbij in plaats van ‘sugars’ is vermeld: ‘total sugars’
De Kellogg Company deed in mei 2014 ook een online-onderzoek onder 1000 volwassen panelleden die verantwoordelijk zijn voor de boodschappen van hun huishouden. Deelnemers kregen ondermeer twee verschillende voedingswaardewijzers te zien en moesten het product kiezen dat volgens hen het meest gezond was. Ongeveer 33% van de deelnemers koos het product dat meer calorieën en vet bevatte, maar 0 gram toegevoegde suikers.
In de winkel
begrijpen wat met deze term bedoeld wordt. Uit het onderzoek blijkt ook dat consumenten in het algemeen niet weten wat het verband is tussen suikers en koolhydraten. Slechts een op de drie weet dat suikers koolhydraten zijn.
Ongeveer 80% van de ondervraagde consumenten zegt de voedingswaarde te bekijken. De meesten kijken naar ingrediënten, calorieën en andere voedingswaarden of portiegrootte. Weinig deelnemers zeggen dat ze op gezondheidsclaims letten. Men gebruikt de voedingswaardewijzer vooral om te bepalen of een product ‘gezond’ is, om verschillende producten met elkaar te vergelijken en de keuze te maken om het product al dan niet te eten. Het overgrote deel van de consumenten bekijkt het etiket in de winkel. De deelnemers die zeggen dat ze gewend zijn de voedingswaardewijzer te bekijken, geven vaker aan dat ze het etiket kort voor consumptie of tijdens het bereiden van het eten bekijken.
Onderzoek in opdracht van IFIC: http://www. foodinsight.org/sugars-labeling-nutrition-panels
Vermelding ‘toegevoegde suikers’ op etiket schept verwarring |19 Suiker in perspectief, februari 2015
NIEUWSFLITSEN
Nederlandse voedselconsumptie niet optimaal Driekwart van de voeding van Nederlanders bestaat uit
Twee nieuwe hoogleraren afdeling Humane Voeding
basisvoedingsmiddelen van de Schijf van Vijf, een kwart uit andere producten zoals snacks en frisdranken. Dit is meer dan wordt aanbevolen. Ook wordt er binnen
Prof.dr.ir. Edith Feskens (linkerfoto) en prof.dr.ir. Ellen
productgroepen zoals vlees, zuivelproducten en snacks
Kampman (rechterfoto) zijn per 1 juni 2015 aangesteld
vaak gekozen voor de minder gezonde producten,
als gewoon hoogleraar binnen de afdeling Humane
zoals harde margarine in plaats van olie of witte rijst in
Voeding van Wageningen University. Zij volgen daarmee
plaats van zilvervliesrijst. De mate waarin mensen voor
prof.dr.ir. Frans Kok en prof.dr. Pieter van ’t Veer op.
(on)gezondere producten kiezen, verschilt per productgroep. Van de groep ‘aardappelen, pasta en
Feskens zal de nieuwe leerstoel Voeding in de levenscy-
rijst’ kiest bijvoorbeeld 49 procent voor de gezondere
clus bekleden en Kampman zal zich richten op voeding
variant, van ‘hartige snacks’ is dat slechts 3 procent.
en chronische ziekten. Feskens en Kampman, nu beiden
Kinderen consumeren meer zoete en hartige snacks,
persoonlijk hoogleraren aan Wageningen University,
niet-alcoholische dranken (zoals vruchten- en frisdrank)
volgen prof.dr.ir. Frans Kok (hoogleraar Voeding en
en broodbeleg (zoals jam, hagelslag en pindakaas).
Gezondheid) en prof.dr. Pieter ’t Veer (Voeding en
Mensen met een hoge sociaaleconomische status
Epidemiologie) op. Kok gaat in de loop van 2015 met
kiezen vaker voor de gezondere producten. Zij eten
pensioen en Van ’t Veer zal zich richten op brede
meer groente, fruit en vis en drinken meer water,
vraagstukken op het grensvlak van voeding, duurzaam-
koffie en thee. Maar zij drinken ook meer alcoholische
heid en volksgezondheid en daarmee terugtreden als
dranken.
leerstoelhouder.
Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu,
De herschikking van vakgebieden geeft vernieuwing
januari 2015
van het vakgebied Humane Voeding in het algemeen en een sterkere aandacht voor voeding in het licht van de levenscyclus en rond chronische ziekten in het bijzonder, aldus de raad van bestuur van Wageningen University. Bron: Wageningen University, februari 2015
20| Nieuwsflitsen
Suiker in perspectief, februari 2015
NIEUWSFLITSEN
Meer aandacht huisarts voor patiënt Huisartsen geven met name medische informatie en advies, terwijl patiënten vooral een arts willen die luistert, ondersteunt en respect toont. Dit blijkt uit een studie bij het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) waarop Ligaya Butalid januari 2015 promoveerde (Universiteit Utrecht).
Verplichte informatie allergenen
Butalid onderzocht in huisartsenconsulten (n=824: hoge bloeddruk, psychosociale problemen of lage rugpijn) hoe de communicatie tussen huisartsen en patiënten door de jaren is veranderd. Er is daarbij gebruik gemaakt van videomateriaal, verzameld tussen 1977 en 2008 voor eerdere studies naar arts-patiënt
Sinds 13 december 2014 (verordening Europees
communicatie. Uit het onderzoek blijkt dat huisartsen
Parlement) is het in de horeca, op de markt en bij
nog zoeken naar de juiste balans tussen evidence-
ambachtelijke bedrijven verplicht om consumenten
based werken en persoonlijke zorg. Patiënten bleken
te kunnen informeren over aanwezige allergenen in
minder mondig te zijn dan vaak gedacht wordt.
zowel verpakte als onverpakte producten.
Butalid: ‘Patiënten blijven per definitie afhankelijk van
De informatie mag schriftelijk (menukaart, schap- of
de arts. Ze moeten daarom tijdens consulten voldoende
counterbordjes) of mondeling worden gegeven.
ruimte krijgen om hun onzekerheid of angst te uiten.
Als de informatie mondeling beschikbaar is moet dat
De huisarts moet niet alleen aandacht hebben voor de
bijvoorbeeld op de menukaart worden gemeld of op
ziekte, maar vooral ook voor de zieke.’
een bord met de tekst ‘Heeft u een allergie? Meld het ons!’. Andere informatie zoals voedingswaarde of een
Bron: Stichting NIVEL, 2015
volledige ingrediëntenlijst is niet verplicht. Ook is het niet verplicht om allergeenvrije producten aan te bieden of rekening te houden met kruisbesmetting in de keuken. Lees de details in: VERORDENING (EU) Nr. 1169/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
Nieuwsflitsen |21
Suiker in perspectief, februari 2015
IN DE MEDIA
WETHOUDER ERIC VAN DER BURG
Een gezond gewicht voor alle Amsterdamse kinderen ‘Ons uiteindelijke doel is: in 2033 alle kinderen in Amsterdam op een gezond gewicht’, aldus de Amsterdamse wethouder Eric van der Burg (VVD). Hij wil het overgewichtprobleem van de jeugd bij de wortel aanpakken. ‘Wij willen als hoofdstad van Nederland graag het goede voorbeeld geven.’
Een gezond gewicht voor alle kinderen in Amsterdam is een prachtig streven, maar 2033 is ver weg! Wethouder Eric van der Burg beheert de portefeuilles Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Ouderen, Ruimtelijke Ordening en Grondzaken. Hij legt uit waarom Amsterdam niet (alleen) voor het snelle resultaat gaat, maar ook veel geld en energie investeert in een duurzame oplossing van het overgewichtprobleem. Hij vergelijkt het met afvallen op individueel niveau. ‘Als je een crashdieet volgt, val je misschien snel af. Prachtig, maar als de oorzaak niet is weggenomen, komen de kilo’s er waarschijnlijk weer snel bij. Daarom willen we het overgewichtprobleem van de Amsterdamse jeugd bij de wortel aanpakken.’ Drie belangrijke pijlers Van der Burg is ervan overtuigd dat gedegen onderzocht moet worden waarom er in bepaalde bevolkingsgroepen meer overgewicht voorkomt, en waarom bijvoorbeeld het ene kind wel dik wordt en het andere kind niet. Betekent dit dat Amsterdam nu met de armen over elkaar gaat zitten en wacht op de uitkomsten van onderzoek? Absoluut niet! Hij licht
22| In de media
Suiker in perspectief, februari 2015
toe dat er drie belangrijke pijlers zijn in de aanpak van de gemeente. ‘Van oudsher richt een gemeente de omgeving in, ook die van kinderen. De gemeente Amsterdam stelt zich nu steeds nadrukkelijker de vraag hoe we de stad zo kunnen inrichten, dat de inwoners ook gezonder gaan leven om overgewicht te voorkomen, bijvoorbeeld bij de aanleg en het onderhoud van parken en bij de bouw van scholen. Daarnaast zijn we een JOGG-gemeente. En last but not least: we zijn medefinancier van twee splinternieuwe wetenschappelijke instituten.’
AANPAK IN FASEN Ruim 30.000 kinderen en jongeren (0-19 jaar) in Amsterdam hebben overgewicht of obesitas. Van de 5-19 jarigen is 23% te zwaar, terwijl dat landelijk 15% is (GGD Amsterdam, 2013). Met het project ‘Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht’ streeft de gemeente ernaar dat alle jeugd in 2033 een gezond gewicht heeft. De aanpak bestaat uit diverse fasen. In 2013-2014 richtte men zich met name op de 0-12 jarigen en kinderen met morbide obesitas. In 2018 moeten alle kinderen van 0-5 jaar een gezond gewicht hebben, in 2023 geldt dat voor iedereen tussen 0-10 jaar. Het college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Amsterdam heeft daarom in 2013 de ‘Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht’ opgericht, de Amsterdamse vertaling van de landelijke JOGG-aanpak (Jongeren op Gezond Gewicht). De gemeente Amsterdam wil zich op de hele stad richten, terwijl JOGG zich vaak op een wijk van de stad richt.
2033
Wetenschappelijke instituten Van der Burg is er trots op dat het college van Burgemeester & Wethouders brede steun heeft van de gemeenteraad om veel geld te investeren in het bevorderen van de gezondheid in de stad. Zo wordt zeven miljoen euro besteed aan het Sarphati Institute, dat in januari 2015 gestart is en waarin de krachten van verschillende wetenschappelijke disciplines van Amsterdam (zoals UvA, AMC, VU, VUmc en hogescholen) gebundeld worden. ‘Het overgewichtprobleem van de Amsterdamse jeugd is een belangrijk project. Ook zorgverzekeraars spelen hierin een rol, ze stellen hun kennis ter beschikking en leveren een financiële bijdrage. Daarnaast investeert de gemeente Amsterdam acht miljoen euro in het Amsterdam Health & Technology Institute. Dit Instituut richt zich op de wetenschappelijke toepassing van de uitkomsten van onderzoek.
Over de gemeentegrenzen Van der Burg is wethouder van Amsterdam, maar kijkt ook over de gemeentegrenzen. ‘De instituten zijn weliswaar van en voor Amsterdam, maar de resultaten zijn natuurlijk door iedereen te gebruiken. Iedere gemeente en iedere regio kan en mag hier zijn voordeel mee doen. Amsterdam is groot, en beschikt daardoor over meer geld dan andere gemeentes. We nemen daarin onze verantwoordelijkheid en willen als hoofdstad van Nederland graag het goede voorbeeld geven’.
In de media |23
Suiker in perspectief, februari 2015
suiker in perspectief is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding meer informatie: www.kenniscentrumsuiker.nl
2015