Editie 26, juni 2013
uitgave over suiker, voeding en gezondheid
suiker in perspectief EXTRA EDITIE
NIEUWE NAAM Kenniscentrum suiker & voeding KENNISCENTRUM STIMULEERT DE MAATSCHAPPELIJKE DISCUSSIE
Suiker en voeding in balans
8 Wim Saris, Lisette de Groot, en Nienke Blok over: 'De rol van een kenniscentrum'
Inhoudsopgave
Communicatie en steunen van onderzoek zijn de pijlers van een kenniscentrum. Transparant onderzoek is belangrijk, zegt één
In deze extra editie van 'Suiker in perspectief’ een kennismaking met de veelzijdigheid van het Kenniscentrum suiker & voeding. Over onder andere de betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek, de gesponsorde universitaire leerstoel en expertmeetings.
Volg ons: www.twitter.nl/Suikerinfo
Blijf op de hoogte: RSS feeds abonneer >>
van de hoogleraren. ‘Als je dat goed doet, is het een win-win situatie.’
10 Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek
4
- Rob Markus over: Suiker en de invloed op overeten bij stress
Albert Markusse en Paul Mesters over: 'Een eerlijke discussie over suiker' De algemeen directeur en directeur productie van Suiker Unie over het hoe en waarom van Kenniscentrum suiker & voeding. ‘De nieuwe naam weerspiegelt beter wat wij doen.’
2| Inhoudsopgave Suiker in perspectief, juni 2013
- Luc van Loon over: Beschikbaarheid van suikers in lever en spieren - Lex Verdijk en Joris Hermans over: Onderzoek naar de suppletie van nitraat - Nikita van der Zwaluw over: Onderzoek effect glucose- en sacharosedrank bij ouderen
17
Traditie van 'expertmeetings' Kenniscentrum suiker & voeding organiseerde de afgelopen jaren expertmeetings voor deskundigen uit de voedingswereld. Over het belang van de onderlinge wetenschappelijke discussie.
21 Goos Eilander over: Onderzoek naar kennis en imago suiker 600 Nederlanders deden mee aan een kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek. Een gesprek met de directeur van Trendbox B.V., onder andere over de veranderingen in ons eet- en
18
drinkpatroon.
Pieter van 't Veer over: Het belang van de Voedselconsumptiepeiling Onlangs is een VCP-rapport gepubliceerd met informatie over de herkomst van nutriënten. Gegevens over de herkomst bieden meer houvast, zegt Pieter van ’t Veer (Wageningen Universiteit).
22
20 Kees de Graaf over: De gesponsorde leerstoel Een gesprek over de leerstoel ‘Sensoriek en Eetgedrag’ van Wageningen Universiteit. Kenniscentrum suiker & voeding is één van de partners die een financiële bijdrage leveren.
NIEUWSFLITSEN - Multitasken tijdens eten leidt tot ongezond eten - In Nederland hebben ruim 800.000 mensen gediagnosticeerde diabetes - Suiker effectieve vorm van koolhydraten voor duuratleten - RIVM publiceert gedetailleerde gegevens over voedingsstoffen - Publieksactie zet consument op het verkeerde been - Onderzoek naar feiten en fabels - Voedingsadvies op maat ook na ontslag uit ziekenhuis
COLOFON Suiker in perspectief is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding. Onze publicaties zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en staan onder toezicht van een onafhankelijke redactieraad van deskundigen. Ontwerp en realisatie: Lexenzo, geeft vorm aan communicatie
Inhoudsopgave |3 Suiker in perspectief, juni 2013
ALBERT MARKUSSE EN PAUL MESTERS OVER
Een eerlijke discussie over suiker Albert Markusse, algemeen directeur van Suiker Unie
4| Een eerlijke discussie over suiker Suiker in perspectief, juni 2013
’Onze doelstelling is om alle onderzoek op gebied van suiker en voeding te volgen. Wat betekent het voor Nederland? Het is belangrijk dat er de juiste inhoudelijke zaken over suiker worden gezegd. Dat klinkt gemakkelijk, maar het is moeilijk, ‘zegt Albert Markusse, algemeen directeur van Suiker Unie. ‘Het aantal mensen met overgewicht neemt toe, daar moet wat aan worden gedaan. In de media wordt daarover gediscussieerd, maar men zoekt het in eenvoudige oplossingen. Suiker wordt daarbij vaak genoemd en in een negatief daglicht gesteld. Wij vinden het belangrijk dat suiker in die discussie een eerlijke behandeling krijgt. ‘Uit de consumptiegegevens blijkt dat het suikerverbruik in Nederland de afgelopen dertig jaar niet is toegenomen, terwijl er wel een forse toename van overgewicht is. Het is waarschijnlijk dat de gewichtstoename het gevolg is van minder bewegen. ‘Natuurlijk is het zo dat suiker calorieën levert, maar je moet suiker zien in relatie tot alle andere energieleveranciers die in winkels te koop zijn. Overcon-
‘Het is belangrijk dat er de juiste inhoudelijke zaken over suiker worden gezegd. Dat klinkt gemakkelijk, maar het is moeilijk.'
sumptie is niet goed, ook niet van suiker', aldus Markusse. Over de rol van Kenniscentrum suiker & voeding zegt hij: ‘Het is niet de bedoeling dat het kenniscentrum het gebruik van suiker promoot, maar het is wel belangrijk dat het product in relatie tot voeding en gezondheid – gebaseerd op feiten uit onderzoek – objectief wordt neergezet’.
Inhoudelijke onderwerpen Paul Mesters is directeur productie van Suiker Unie en bestuursvoorzitter van Kenniscentrum suiker & voeding. Op de vraag waarom begin dit jaar een naamswijziging is doorgevoerd zegt hij: ‘In de oude naam ‘Suikerstichting’ is niet terug te vinden welke boodschap wij willen overbrengen. Sommige mensen dachten bijvoorbeeld dat wij een diabetesvereniging waren. De nieuwe naam – Kenniscentrum suiker & voeding – weerspiegelt beter wat wij doen.’ Hij vertelt dat de oorspronkelijke Suikerstichting (sinds 1969) één van de eerste organisaties
SUIKER UNIE 'Suiker Unie produceert in drie fabrieken (twee in Nederland, één in Duitsland) suikerproducten en in twee specialiteitenfabrieken de droge (zoals klontjes) en vloeibare (zoals stroop) producten, afkomstig van de suikerbiet. Suiker Unie is onderdeel van Royal Cosun, de coöperatie van circa 9500 bietentelers', vertelt algemeen directeur Markusse. Kenniscentrum suiker & voeding is het expertisecentrum dat wordt gefinancierd door deze keten.’
Een eerlijke discussie over suiker |5 Suiker in perspectief, juni 2013
'De professionals weten heel goed dat gezond eten een kwestie is van ‘balans zoeken’, dat er ruimte is voor gebruik van suiker.'
was die meer productgerichte voorlichting gaf. ‘Natuurlijk ook gebaseerd op wetenschappelijke pijlers, maar wat we nu doen is nog veel meer op de wetenschap gericht. Het gaat nu echt om de inhoudelijke onderwerpen rondom het product. Die wetenschappelijke inhoud willen we communiceren en – dat is belangrijk – daarover in gesprek zijn met stakeholders.’
Mainstream wetenschappers Onlangs verscheen het boek ‘Wetenschappers aan het woord’ over koolhydraten. En deze maand lanceerde het kenniscentrum ook de nieuwe website kenniscentrumsuiker.nl (zie elders op deze pagina). Mesters daarover: ‘Het boek besteedt aandacht aan de rol van koolhydraten in onze voeding en het effect op onze gezondheid met specifieke aandacht voor suiker. Het is gemaakt om misverstanden weg te nemen, want over suiker doen verhalen de ronde waarvan onderzoekers zeggen ‘er is geen wetenschappelijk bewijs’. Daarom hebben we met diverse ‘mainstream’ wetenschappers gesproken,
6| Een eerlijke discussie over suiker Suiker in perspectief, juni 2013
Paul Mesters, directeur productie van Suiker Unie en bestuursvoorzitter van Kenniscentrum suiker & voeding
ze brengen de algemene consensus over het onderwerp en de laatste stand van de wetenschap naar voren. We laten ze in het boek aan het woord en dat heeft geleid tot een genuanceerd en feitelijk beeld over suiker. Daar zijn wij als sector naar op zoek.’ Markusse en Mesters benadrukken dat ze er van overtuigd zijn dat de professionals voor wie boek en website zijn bedoeld, genuanceerde standpunten hebben. Mesters: ‘Zij hebben zo veel inhoudelijke bagage en dagelijks contact met cliënten. De professionals weten heel goed dat gezond eten een kwestie is van ‘balans zoeken’, dat er ruimte is voor gebruik van suiker. Wij bieden informatie ten behoeve van de discussie.’ Markusse daarover: ‘Wij hebben de verantwoordelijkheid – samen met anderen – om te zorgen dat je suiker goed gebruikt. Het is een kwestie van ‘genieten met mate’. Dat geldt ook voor suiker.’
NIEUW BOEK EN NIEUWE WEBSITE
andere onderwerpen. Er wordt bijvoorbeeld
Onlangs verscheen het boek ‘Wetenschappers
ook uitgebreid aandacht besteed aan wet- en
aan het woord’ over koolhydraten waarin
regelgeving (zoals voedings- en gezondheids-
wetenschappers en gezondheidsprofessionals
claims) en aan de praktische indeling van
vertellen over recente uitkomsten van onder-
koolhydraten die is gebaseerd op gezond-
zoek en hun adviezen voor de dagelijkse
heidseffecten. Bij elk thema of onderwerp
praktijk. Thema’s van het boek onder andere:
kunt u doorklikken naar actuele gegevens.
gezond leven, wetenschappelijke studies over
Onder ‘De Feiten’, vindt u antwoord op
de rol van koolhydraten, overgewicht, dia-
verschillende vragen, met daaraan gekoppeld
betes, metabool syndroom, mondgezondheid,
achtergrondinformatie, literatuurverwijzingen
sport en gedrag. Op de nieuwe website
en links. Bent u geïnteresseerd in ‘Wetenschap-
kenniscentrumsuiker.nl vindt u nog veel meer,
pers aan het woord, over koolhydraten’?
recent verschenen, informatie over deze en
Bestel het (gratis) boek.
Een eerlijke discussie over suiker |7 Suiker in perspectief, juni 2013
WIM SARIS, LISETTE DE GROOT EN NIENKE BLOK OVER:
De rol van een kenniscentrum ‘Het is belangrijk dat er aandacht is voor één voedingsmiddel, maar tegelijkertijd moet ook de rol van voeding in de volle breedte worden meegenomen.'
Prof.dr.ir. Lisette de Groot
‘Er zijn twee aspecten waar een kenniscentrum zich sterk voor maakt. Dat zijn communicatie en het steunen van onderzoek.’ Aan het woord is prof.dr.ir. Wim Saris (Universiteit Maastricht), hoogleraar Humane Voeding. ‘In dit geval is het kenniscentrum gerelateerd aan suiker, maar het kan natuurlijk ook een ander product zijn. Voorop staat dat de wetenschappelijke waarde van het onderzoek goed is, maar productgerelateerde kenniscentra gaan doorgaans niet op zoek naar de negatieve aspecten. Dat is een beperking. Als er wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan, moet dat waardevrij zijn, de context waarin dat is bepaald door het kenniscentrum. Een kenniscentrum is van belang daar waar de academie geen
8| De rol van een kenniscentrum Suiker in perspectief, juni 2013
interesse en/of geen budget heeft om onderzoek te beginnen of vervolgonderzoek te doen.’
Gewogen conclusie Prof.dr.ir. Lisette de Groot (Wageningen Universiteit), persoonlijk Hoogleraar Voeding van de Oudere Mens, noemt de aandacht voor een specifiek gebied. ‘Het is belangrijk dat er aandacht is voor één voedingsmiddel, maar tegelijkertijd moet ook de rol van voeding in de volle breedte worden meegenomen. Kenniscentra richten zich op informatie uit verschillende hoeken. Overheid, bedrijfsleven en
‘Door het inzetten van een kenniscentrum laat je de goede kanten van het product ziet, bied je weerwoord tegen critici en benoem je de nuances.’
prof.dr.ir. Wim Saris
onderzoekers brengen kennis uit diverse gebieden bij elkaar, om uiteindelijk tot een gewogen conclusie te komen. Het is belangrijk dat daar onafhankelijke experts bij betrokken zijn'.
Maatschappelijke discussie De Groot noemt het Voedingscentrum als voorlichtende organisatie die een breed terrein bestrijkt. ‘Zij laten ruimte voor focus op onderdelen. Professionals willen graag dat de kennis die via kenniscentra komt bovendrijven ook voor hen toegankelijk is. Zo ontstaat interactie. Het leidt tot een maatschappelijke discussie waarin ruimte is voor verschillende standpunten'. Niet alleen de gezondheidsprofessionals, ook de overheid maakt gebruik van deze informatiestroom. Drs. Nienke Blok (ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, beleidsmedewerker Voeding), vertelt dat voor de overheid het ook een manier is om via kennisinstituten informatie te verzamelen. ‘Wij houden niet alle ontwikkelingen op het gebied van voeding bij. Het Voedingscentrum, het RIVM en Gezondheidsraad zijn onze belangrijkste informatiebronnen, maar soms is er behoefte aan meer specifieke informatie'.
Weerwoord en nuances Wim Saris: ‘Er zijn kenniscentra die actie ondernemen om de aangroeiende kritiek op hun product weg te nemen. Sommige organisaties slagen daarin door de communicatie om te buigen naar de goede aspecten. Het is in de wetenschap nooit zo zwart-wit als door sommige critici wordt beweerd.’ Saris vindt het belangrijk dat kennis over een product wordt uitgedragen. ‘Als je dat niet doet, ben je aan de goden overgeleverd. Je krijgt dan allerlei misvattingen over je heen. Belangrijk om daar op te reageren door goede informatie te geven. Bijvoorbeeld door te komen met resultaten van goed onderzoek'. Dan doe je je werk transparant, stelt Saris vast. ‘Als je dat goed doet, is het een win-win situatie. Voor de academie en voor de industrie die het kenniscentrum ondersteunt. Maar je moet je als wetenschapper niet laten ringeloren door het bedrijf dat het onderzoek financiert. Dat betekent ook dat eventuele negatieve resultaten gepubliceerd moeten worden. Met het aanmelden van het onderzoek in een van de onderzoek registers is dat meestal goed gewaarborgd'. 'En', zegt hij: ‘Door het inzetten van een kenniscentrum laat je de goede kanten van het product zien, bied je weerwoord tegen critici en benoem je de nuances.’ De rol van een kenniscentrum |9 Suiker in perspectief, juni 2013
Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek Kenniscentrum suiker & voeding werkt samen met gespecialiseerde deskundigen en wetenschappers en verdiept zich samen met hen in onderzoeksonderwerpen die aan suiker en voeding zijn gerelateerd. In deze extra editie van Suiker in perspectief komen die onderzoekers aan het woord.
10| Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek Suiker in perspectief, juni 2013
Genetisch bepaald ‘Waarom gaan sommige mensen onder stress meer eten en anderen niet? Want mensen verschillen daarin. Serotonine is een neurotransmitter die de stemming beïnvloedt. We weten dat bij stress de serotoninebehoefte verhoogd is en de aanmaak in beperkte mate wordt bevorderd als koolhydraten (of andere producten met tryptofaan) worden gegeten. Kan het dan zo zijn dat mensen die gevoelig zijn voor stress en meer eten, minder gaan overeten als
Rob Markus over: Suiker en de invloed op overeten bij stress Stress en gevoelens van depressie kunnen de oorzaak zijn dat onze voorkeur en inname voor voedingsmiddelen verandert. Uit onderzoek blijkt dat een negatieve stemming kan leiden tot het eten van snacks met veel vet en veel suiker. Dergelijk gedrag – wel omschreven als ‘emotioneel eten’ – verhoogt het risico op overgewicht en obesitas. Dr. Rob Markus (Universiteit Maastricht) is neuropsycholoog en universitair hoofddocent. Hij heeft het afgelopen jaar onder andere onderzoek gedaan naar de gevoeligheid van mensen om in zo’n negatieve stemming meer te eten.
ze van te voren een zoete drank hebben gedronken?’ Markus selecteerde voor zijn onderzoek uit een groep van studenten twee subgroepen: mensen die wel en niet een genetische gevoeligheid hebben voor serotonineverstoringen en dus verschillen in de gevoelig voor de invloed van stress op hun stemming en eetgedrag. ‘Bij stress is de behoefte aan serotonine verhoogd. Met name de hoeveelheid serotoninetransporters in de hersenen is belangrijk en dat is genetisch bepaald. Voor onze studie hebben we mensen met weinig serotoninetransporters (gevoelige groep) en mensen met veel transporters (controle groep) geïncludeerd om te kijken of met name mensen met weinig transporters gevoeliger zijn om meer te gaan eten bij stress.’
Voorzichtige conclusie Rob Markus over de uitkomst van de studie: ‘Het lijkt er op dat bij de ‘genetisch- of stressgevoelige groep’ het innemen van een zoete drank met suiker voor je aan een stresstaak begint, er voor zorgt dat je daarna minder gaat snacken. Bij hen bleek vooral het snacken van zoete calorierijke producten naderhand geringer te zijn. Een zoete drank lijkt zo de trek in die situatie te beïnvloeden.’ Maar hij is nog voorzichtig met conclusies. ‘Na dat kwartiertje na de
Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek |11 Suiker in perspectief, juni 2013
stresstest op het lab eten ze snacks, maar dan gaan de mensen weer naar huis. We weten niet wat ze naderhand hebben gegeten en gedronken.’ En zegt Markus: ‘Dit is een studie naar genotype en stressgevoeligheid. Wij – of anderen – zouden nu ook onderzoek moeten doen waarbij rekening wordt gehouden met mentale cognitieve gevoeligheid voor stress, dus onderzoek naar een eventuele grotere psychologische gevoeligheid in combinatie met deze genetische gevoeligheid. In vervolgonderzoek moet ook met die factoren rekening worden gehouden.’
OPZET VAN HET ONDERZOEK De Maastrichtse onderzoekers deden bij 771 studenten een wangcelmeting en bepaalden zo hun genotype: wel of niet
Luc van Loon over: Beschikbaarheid van suikers in lever en spieren
gevoelig voor stress. Er was een ‘stress gevoelige groep’ (n=31) die of een drankje met suiker of een placebodrank (zonder suiker, maar wel zoet van smaak) kreeg aangeboden. En er was een ‘ongevoelige groep’ (n=26) die ook gebruik maakte van of het suikerdrankje of het placebo. De studenten kwamen zonder ontbijt naar het laboratorium en deden daar een half uur een opdracht die stress veroorzaakte (een niet op te lossen rekensom via de computer). Zowel proefpersonen als onderzoeksassistenten waren niet op de hoogte wie welk type drank kreeg aangeboden. Na de stresstest kreeg iedereen een mandje met snacks die gedurende een kwartier in een privéruimte kon worden opgegeten. De consumptiehoeveelheid van de snacks per voedingscategorie werd naderhand gemeten.
Koolhydraten zijn de belangrijkste energiebron voor intensieve inspanningen. Afhankelijk van de duur en intensiteit van de inspanning kunnen sporters hun voordeel doen met het innemen van koolhydraten. Prof. dr. Luc van Loon (Universiteit Maastricht) is hoogleraar Fysiologie van Inspanning met bijzondere aandacht voor de rol van voeding. Hij onderzoekt in een aantal studies (lopend en gepland) gedurende de periode 2012-2015 de rol van verschillende koolhydraten bij inspanning. Van Loon vertelt dat de beschikbaarheid van suikers in de lever en de spieren van groot belang is voor de prestatie van de (duur)atleet.
12| Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek Suiker in perspectief, juni 2013
Combinatie van verschillende koolhydraten ‘Omdat de voorraad suikers opgeslagen in onze lever en spieren relatief klein is, en slechts voldoende is om pakweg een uur intensieve inspanning te leveren, is het zaak om zowel voor, tijdens en na intensieve inspanning de beschikbaarheid van suikers te optimaliseren. Daarom bevatten sportdranken voor gebruik tijdens of na intensieve inspanning veel koolhydraten.’
OPZET VAN HET ONDERZOEK In een aantal studies onderzocht Luc van Loon bij goed getrainde sporters (n=15) onder andere de impact van de inname van sacharose tijdens inspanning, en bij atleten
Voor sportdranken worden voornamelijk glucose en glucose polymeren (maltodextrines) gebruikt. Maar recent onderzoek laat zien dat de combinatie van verschillende soorten koolhydraten de beschikbaarheid van suikers in het lichaam verder kan verhogen. Van Loon: ‘Wanneer naast glucose ook fructose wordt ingenomen, kunnen hogere oxidatiesnelheden worden bereikt. Daar is wel een verklaring voor: de opname van suikers tijdens inspanning wordt beperkt door de transportcapaciteit over de darm. Glucose en fructose gebruiken verschillende transportsystemen, zodat meer suikers kunnen worden opgenomen wanneer zowel glucose als fructose worden aangeboden. Om deze reden zou sacharose dus een uitstekende koolhydraatbron kunnen zijn voor sportdranken.’
in nuchtere en gevoede toestand (n=20) de mogelijke prestatiebevorderende effecten van sacharose in de mond (‘mouth rinse’). In 2014 start hij met z’n onderzoeksteam met een nieuwe serie studies. ‘Daarin gaan we onderzoeken wat de verschillen zijn in het herstel van zowel de lever en spiervoorraden na de inname van glucose, fructose en sacharose. Omdat de lever natuurlijk moeilijker bereikbaar is dan de spier, zullen we hiervoor samenwerken met Newcastle University. Daar kunnen ze non-invasieve MRI-technieken toepassen om de opslag van leverglycogeen te meten. ‘
Sacharose prima kandidaat Van Loon vertelt dat ze op dit moment bezig zijn om de oxidatiesnelheden van glucose, fructose en sacharose tijdens inspanning te meten. ‘Behalve het optimaliseren van de koolhydraatbeschikbaarheid tijdens inspanning, is het ook van belang om de voorraden in de lever en de spieren weer snel aan te vullen na een zware wedstrijd. Vooral als op korte termijn weer nieuwe prestaties moeten worden geleverd. Er zijn recente aanwijzingen dat de inname van fructose de opslag van suikers in de lever meer kan versnellen dan wanneer glucose wordt ingenomen. Ook hier zou sacharose dan ook een prima kandidaat kunnen zijn om de opslag van suikers in de lever te stimuleren.’
Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek |13 Suiker in perspectief, juni 2013
Lex Verdijk en Joris Hermans over: Onderzoek naar de suppletie van nitraat
zo de prestatie bevorderen. Verdijk refereert aan het ‘Onderzoeksprogramma Sport 2013-2016’ (in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en NOC*NSF) waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar de onderzoeksthema’s ‘presteren’, ’meedoen’ en ‘vitaal’. ‘Wij hebben subsidie verworven vanuit het onderdeel presteren.’ Presteren is gericht op het optimaliseren van (top) sportprestaties en bevorderen van innovaties. ‘Hoe kun je de prestaties van Nederlandse sporters verbeteren met hulp van de voeding, dat is onze expertise. Er is inmiddels een hype ontstaan rondom nitraat. Dat lijkt iets te doen, maar er is nog weinig bekend over mechanismen.’ Het onderzoek richt zich op: bij wie zou nitraat kunnen werken, hoe werkt het en op welke wijze moet de suppletie worden toegediend?
Unieke samenwerking De basis van het onderzoek wordt uitgevoerd in Maastricht, het praktijkgerichte deel in Nijmegen. Verdijk: ‘We willen op een solide manier onderzoek doen, met een korte link naar de praktijk. Het moet dicht bij die praktijk staan, want uiteindelijk moeten er adviezen voor hen uit rollen. Maar die vertaling van wetenschap naar de praktijk is soms lastig.
OPZET VAN HET ONDERZOEK
Onderzoekers Lex Verdijk (l) (Universiteit Maastricht) en Joris Hermans (r) (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), directeur Instituut Sport en Bewegingsstudies) starten dit najaar met onderzoek naar de suppletie van nitraat bij goed getrainde sporters. Nitraatsuppletie kan zorgen voor een lagere zuurstofbehoefte bij inspanning en kan
Het onderzoek naar het effect van nitraatsuppletie is opgebouwd uit een aantal ‘substudies’ (gerandomiseerd, placebo gecontroleerd en dubbelblind). Deelnemers zijn goed getrainde sporters afkomstig uit verschillende takken van sport. Elke studie heeft een eigen thema zoals de optimale wijze van suppletie; suppletie bij verschillende soorten inspanning en het bevorderen van herstel na inspanning.
14| Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek Suiker in perspectief, juni 2013
Het voordeel van deze studie is dat we met een aantal partners in zee gaan, zoals NOC*NSF. Zij hebben meer ervaring en meer feeling met de praktijk.’ Hermans: ‘De HAN leidt professionals op die het vakgebied mee willen ontwikkelen met hulp van praktijkgericht onderzoek. Er wordt op het gebied van sport heel veel onderzoek gedaan, maar als de resultaten bekend zijn, is een veelgestelde vraag ‘wat kunnen wij daar mee in de praktijk’. Het is vaak leuk onderzoek maar – ik noem een willekeurig voorbeeld – de schaatser die een topprestatie moet leveren bij min drie graden celsius, wil weten of die temperatuur om aanpassingen vraagt. Daar geeft een onderzoek meestal geen duidelijkheid over.’ Over de samenwerking Maastricht en HAN zegt Hermans: ‘Die is heel natuurlijk, we vullen elkaar aan bij de ontwikkeling van de studie en hebben wetenschap en praktijk nu in elkaar gevlochten. Die samenwerking is uniek.’
Van fundamenteel naar toegepast Gevraagd naar zijn verwachtingen antwoordt Joris Hermans: ‘Mijn belangrijkste verwachting zit in de uitkomst dat het echt gaat van fundamenteel naar toegepast. Dit onderzoek is straks voor mij geslaagd als we de resultaten kunnen vertalen naar suppletierichtlijnen voor de sportdiëtist, coach en sporter.’ En zegt hij: ‘Ook als we in de studie vinden dat suppletie van nitraat geen effect heeft, dan ontwikkel je met die kennis richtlijnen om duidelijk te maken waarom zoiets niet – of maar een klein beetje – werkt. Daar hebben de sportprofessionals ook wat aan. Als we na het onderzoek kunnen vaststellen dat dit model werkt, dan kunnen er veel meer strategieën en richtlijnen op die manier worden ontwikkeld.’ Lex Verdijk en Joris Hermans hopen dat de uitkomsten ook buiten de sportwereld bruikbaar zijn. ‘Misschien voor ouderen, diabeten of patiënten met hart- en vaatproblemen? Nitraatsuppletie kan wellicht ook in een klinische situatie een belangrijke rol spelen.’
Nikita van der Zwaluw over: Onderzoek effect glucose- en sacharosedrank bij ouderen ‘Glucose is de belangrijkste brandstof voor de hersenen. Een continue toevoer is van essentieel belang om goed te functioneren, vooral bij moeilijke, uitdagende mentale taken. Er wordt dan meer glucose gebruikt, vooral bij ouderen omdat bij hen de glucosehuishouding in de hersenen sneller in de problemen raakt. Wij hebben onderzoek gedaan om te kijken wat het directe effect is als iemand een drank met glucose of sacharose gebruikt, in vergelijking met een placebodrank.’
Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek |15 Suiker in perspectief, juni 2013
Aan het woord is ir. Nikita van der Zwaluw, onderzoeker van de afdeling Humane Voeding (Wageningen Universiteit). ‘Er is al wel wat onderzoek naar dit onderwerp gedaan, maar dat onderzoek heeft zich tot nu toe vooral gericht op een bepaalde mentale taak, namelijk het episodisch geheugen. Naar andere mentale taken is bij ouderen nog niet veel onderzoek gedaan. Wij hebben dat nu onderzocht bij oudere mannen en vrouwen met lichte geheugenklachten.’ (zie elders op deze pagina)
Geen effect op episodisch geheugen Over de uitkomst zegt Van der Zwaluw: ‘Deelnemers scoorden na de drank significant beter op het onderdeel aandacht. Er werd echter geen effect gevonden van glucose of sacharose op het episodisch geheugen, terwijl andere onderzoeken wel vaak een effect vonden.’ Op de vraag of daar een verklaring voor is, antwoordt ze: ‘Nee, die hebben we niet direct. Het kan zijn dat de dosis van invloed is. Wij hebben in het onderzoek gebruik gemaakt van een drank met 50 g glucose, er zijn ook studies waarbij men 25 g glucose gebruikte. Het kan zijn dat een wat lagere dosis goed is voor het geheugen en een wat hogere dosis juist beter voor andere taken. Maar het blijft natuurlijk onderzoek, het kan ook een toevalsbevinding zijn dat we niets vonden.’
Voor de andere onderdelen (werkgeheugen en uitvoerende functies) leverden in dit onderzoek noch de glucosedrank, noch de sacharosedrank significante voordelen op. ‘Met functionele MRI-metingen zouden we meer te weten kunnen komen over de verandering in hersenactiviteit na een glucosedrank. Dat zou een volgende stap kunnen zijn in dit onderzoek.’
DE OPZET VAN HET ONDERZOEK Het onderzoek werd uitgevoerd onder ouderen (n=43) met zelf-gerapporteerde, milde geheugenklachten. Ze kwamen drie keer naar de universiteit en consumeerden de ene keer een drank (250 ml) met glucose (50 g), de volgende keer een drank met sacharose (100 g) en de derde keer een placebodrank (kunstmatige zoetstoffen). Na vijftien minuten werden met hulp van cognitieve taken (onder andere via de computer) elke keer vier mentale functies onderzocht: aandacht, episodisch geheugen, werkgeheugen en uitvoerende functies.
16| Kenniscentrum betrokken bij wetenschappelijk onderzoek Suiker in perspectief, juni 2013
Traditie van ‘expertmeetings’
‘Expertmeetings’ zijn bijeenkomsten voor een groep van deskundigen waarbij een specifiek onderwerp wordt uitgediept en zo mogelijk vertaald naar een toepassing in de praktijk. Kenniscentrum suiker & voeding heeft een traditie opgebouwd in het organiseren van dergelijke bijeenkomsten voor deskundigen uit de voedingswereld. De onderlinge discussie leidt tot nieuwe inzichten die door het kenniscentrum kunnen worden gebruikt bij het opstellen van prioriteiten voor onderzoek. De nieuwe kennis wordt ook gebruikt ten behoeve van het voedingsbeleid en de voorlichting aan voedingsprofessionals.
‘De onderlinge discussie blijkt even waardevol te zijn als de eventuele uitkomsten.’
Uiteenlopende thema’s Kenniscentrum suiker & voeding organiseerde bijeenkomsten in 2006, 2008 en 2011 over uiteenlopende thema’s zoals ‘suikers en overgewicht’, de optimale verhouding tussen macronutriënten in het kader van preventie van chronische ziekten die aan voeding zijn gerelateerd en de wetenschappelijke onderbouwing van een uniform voedselinformatiesysteem (keuze nutriënten, bijbehorende referentiewaarden). Een van de enthousiaste deelnemers noemt het belang van de kennisvergaring maar zegt ook: ‘Het is een mooie gelegenheid om bekenden te ontmoeten en met tal van nieuwe vakgenoten en wetenschappers kennis te maken.’ Dr.ir. Janine Verheesen, directeur Kenniscentrum suiker & voeding tenslotte: ‘De onderlinge discussie en de zoektocht naar de stand van zaken blijkt bij deze bijeenkomsten even waardevol te zijn als de eventuele uitkomsten.’
Traditie van ‘expertmeetings’ |17 Suiker in perspectief, juni 2013
PIETER VAN ‘T VEER OVER:
Het belang van de Voedselconsumptiepeiling
Ruim vijfentwintig jaar geleden werd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de eerste Voedselconsumptiepeiling (VCP) in Nederland uitgevoerd (1987-1988). De meest recente gegevens zijn afkomstig uit de periode 2007-2010. Onlangs is een VCPrapport gepubliceerd met informatie over de herkomst van nutriënten. ‘Als je iets wil zeggen over de aanbevolen voeding, dan bieden gegevens over herkomst meer houvast,’ zegt prof.dr.ir. Pieter van ‘t Veer (Wageningen Universiteit), hoogleraar voeding en Epidemiologie. ‘Uit welke bronnen zijn fructose, lactose en sacharose afkomstig en in welke hoeveelheden worden ze
18| Het belang van de Voedselconsumptiepeiling Suiker in perspectief, juni 2013
gegeten? Daar kom je meer over te weten als we ons minder richten op voedingsstoffen maar meer op voedingsmiddelen en voedingpatronen. Je weet dat een deel van de suiker in koffie, thee en frisdranken wordt gebruikt. Maar als je meer weet over de verdeling van mono- en disachariden in de Nederlandse voeding, dan helpen die gegevens bij het vaststellen van de aanbevelingen. Is er een noodzaak om de consumptie te willen beperken? Dan moet je weten hoe de huidige inname is. Stel dat je het gebruik van disachariden zou willen beperken, of verschuiven, waar liggen dan de mogelijkheden?’ Gegevens over de bron van voedingsstoffen biedt duidelijkheid constateert Van ‘t Veer. ‘Omdat er zo kwantitatief een beter inzicht ontstaat en de discussie over disachariden ook meer realistisch wordt.’
Betrouwbare gegevens over suikerconsumptie Zowel door deskundigen als in de media worden onjuiste gegevens gebruikt over de inname van de hoeveelheid suiker. Er wordt veel gebruik gemaakt – en dan nog vaak op een onjuiste manier – van de beschikbaarheidsdata van de FAO. De beschikbaarheid van producten zegt niets over de inname. Voor het Kenniscentrum suiker & voeding is het van belang om de beschikking te hebben over juiste, betrouwbare gegevens waarop het voedingbeleid kan worden gebaseerd. Daarom heeft het kenniscentrum de opdracht gegeven om de VCP-data nader te onderzoeken. In het najaar zijn die gegevens beschikbaar. Niet alleen vragen de consumptiegegevens van suiker extra aandacht, dat geldt ook voor toegevoegd suiker. Dit is moeilijk te bepalen omdat het Nederlands voedingsstoffenbestand (NEVO) geen gegevens bevat over toegevoegd suiker.
VOEDSELCONSUMPTIEPEILING De gegevens van de VCP worden gebruikt voor verschillende doeleinden. Ze zijn de leidraad voor beleidsmakers die zich richten op gezonde voeding van de bevolking en het bewaken van de voedselveiligheid. De uitkomsten van de VCP’s zijn ook een hulpmiddel om de Nederlandse voedingsvoorlichting aan te scherpen. Een voorlichtingsorganisatie als het Voedingscentrum gebruikt de gegevens om de accenten van de voorlichting aan te passen. Ook binnen het voedingsonderzoek en -onderwijs, de voedingsmiddelenindustrie (innovatie van producten) worden de resulta-
Gegevens verzamelen De Richtlijnen goede voeding (Gezondheidsraad 2006) vormen de uitgangspunten van het voedingsbeleid en de voedingsvoorlichting in Nederland. ‘Onze wens is dat de voeding van meer Nederlanders is samengesteld volgens die richtlijnen. Als je alleen kijkt naar voedingsmiddelen, dan blijkt het vaak complex te zijn. Als je van het ene product minder gebruikt, verschuift de balans naar andere producten. Dat brengt wel degelijk het een en ander teweeg.’ Er is nog een hoop te doen in de voedingswetenschap, merkt Van ‘t Veer op. ‘Gegevens verzamelen over voedingspatronen, over menu’s en eetgewoonten, dat is fundamenteel om werkzame en realistische voedingsadviezen te geven. In de hoofden van diëtisten en voorlichters zit wel veel van die kennis, maar die is niet echt toegankelijk voor anderen. Uit de nieuwe VCP-gegevens moeten we de patronen halen die duidelijk gericht zijn op de gewenste veranderingen.’
ten gebruikt. Uit de VCP (2007-2010) blijkt dat mannen gemiddeld meer mono- en disachariden gebruiken dan vrouwen. Dat zijn zowel de van nature aanwezige als de toegevoegde suiker. In de Richtlijnen goede voeding is geen bovengrens voor het gebruik van suiker vastgesteld. Als argument om zo’n bovengrens vast te stellen wordt wel aangevoerd dat een voeding met een royale hoeveelheid suikers onvoldoende vitamines en mineralen zou bevatten. Maar uit berekeningen met de VCP-data blijkt dat er bij een voeding die tot 20 energie% toegevoegde suikers bevat, geen problemen zijn met de voorziening van micronutriënten. Uit onderzoek van TNO (2006) – in opdracht van het Kenniscentrum suiker & voeding – bleek dat het merendeel van de Nederlanders een voeding gebruikt met een aanzienlijk lagere hoeveelheid suikers dan 20 energie%.
Het belang van de Voedselconsumptiepeiling |19 Suiker in perspectief, juni 2013
KEES DE GRAAF OVER:
De gesponsorde leerstoel Prof. dr.ir. Kees de Graaf (Wageningen Universiteit) is hoogleraar Sensoriek en Eetgedrag. Ruim vijf jaar geleden besloot de universiteit een leerstoel Sensoriek in te stellen. 'Maar', zegt De Graaf: ‘Er was ruimte voor een halve leerstoel, dat is geen volwaardig uitgangspunt om goede mensen aan te trekken. Daarvoor moet je echt ruimere mogelijkheden hebben. Daarom heeft de benoemingsadviescommissie voor deze leerstoel contact gezocht met een aantal industrieën in het vakgebied Sensoriek.' Zes partners sloten een contract af met de Wageningse universiteit en leveren een financiële bijdrage om de volledige leerstoel te realiseren. ‘We doen geen onderzoek voor dat geld maar gebruiken het om een goede bezetting van de wetenschappelijke staf (met onder andere een levensmiddelentechnoloog, psycholoog, bioloog en voedingskundige) mogelijk te maken. Zij richten zich voor een belangrijk deel op het onderwijs, maar doen ook veel onderzoek.’ Hij vertelt dat de strategie met betrekking tot onderzoek en onderwijs van de leerstoel niet is gebonden aan de partners. ‘Onze onafhankelijkheid is in het contract met hen vastgelegd.’
situaties om zo inzicht te krijgen in de factoren die van invloed zijn op voedselkeuze en eetgedrag. Wageningen werkt samen met de Universiteit van Kopenhagen. ‘Zo’n samenwerking leidt tot een opleiding waarbij studenten zich verder specialiseren. De afgestudeerden van deze opleiding vinden vaak werk bij bedrijven die zelf sensorisch onderzoek uitvoeren voor de ontwikkeling van nieuwe producten.’ En zegt hij: ‘Ik heb nu een uitstekende staf zodat we onderwijs en onderzoek de komende jaren verder kunnen uitbouwen. Ik hoop dat over een paar jaar de groep verder is uitgegroeid en internationaal toonaangevend is. De leerstoel is door de universiteit inmiddels uitgebreid tot een volledige leerstoel, in die zin zijn we dus succesvol geweest.’
DE GESPONSORDE LEERSTOEL Een gesponsorde leerstoel aan de universiteit wordt (gedeeltelijk) betaald door (een) externe financiers. Dat kan een bestaande of een nieuwe leerstoel zijn. Kenniscentrum suiker & voeding is één van de partners die de leerstoel ‘Sensoriek en Eetgedrag’ mogelijk maken. Praktijk (sensorische aspecten, met name verzadiging en eetgedrag) en wetenschap worden zo aan elkaar gekoppeld.
Sponsoring biedt goede basis
Sponsoring levert op die manier een bijdrage om het wetenschappelijke niveau van een bepaald vakgebied op een hoger niveau te
De Graaf vertelt over de Europese MSc specialisatie in ‘Sensory Science’ waarbij zijn afdeling nauw is betrokken. ‘Sensory Science’ wordt omschreven als het belangrijkste gebied van de tweejarige studie naar interactie tussen producten, mensen en
20| De gesponorde leerstoel Suiker in perspectief, juni 2013
brengen. Er wordt meer onderwijs over het onderwerp gegeven zodat afgestudeerden (zoals levensmiddelentechnologen en voedingskundigen) een grotere kennis hebben.
Op zoek naar karakter
GOOS EILANDER OVER:
Onderzoek naar kennis en imago suiker Mei 2013 werden de uitkomsten van het onderzoek naar 'Kennis en Imago van Suiker' bekend. ‘Opvallend vind ik dat de resultaten toch sterk lijken op het onderzoek dat we elf jaar geleden uitvoerden,’ zegt Goos Eilander, directeur van Trendbox B.V., het bureau dat veel marktonderzoek doet naar Nederlandse eetgewoonten en voedingsmiddelen. ‘In wezen is de mening van de Nederlander niet veranderd, wel op details maar niet in grote lijnen.’ De consument geeft pas zijn of haar mening over de rol van suiker als het product wordt genoemd. ‘Vet is de boosdoener, dat heeft het moeilijker dan andere categorieën. Dat heeft me wel verbaasd.‘ In 2002 deed Trendbox eerder een groot kwalitatief en kwantitatief consumentenonderzoek onder het Nederlandse publiek. Het nieuwe onderzoek naar kennis, houding en gedrag rondom suiker vormt een leidraad voor de voorlichting door Kenniscentrum suiker & voeding.
Op de vraag wat er tussen het begin van deze eeuw en 2013 globaal in ons eet- en drinkpatroon is veranderd, antwoordt Eilander: ‘Het gaat om tactische veranderingen die zijn aangepast zoals de verpakkingsgrootte van producten, de veel grotere gerichtheid op snelheid en efficiency, convenience dus. Maar het zijn ook kleine veranderingen zoals de verschuiving van A- naar B-merk en de opkomst van eco- en biologische voedingsmiddelen, producten van natuurlijke herkomst.’ En zegt hij: ‘Nederlanders zoeken naar karakter, een mooie ham moet uit Spanje of Italië komen. De behoefte aan een goed product is groot. Heel veel veranderingen gaan daar aan voorbij. Ik denk dat veel consumenten vaak vergeten dat voedingsmiddelen in eerste instantie goed moeten smaken. Dat wil het lichaam.
HET ONDERZOEK In het Trendbox-onderzoek is vastgesteld wat respondenten weten over suiker, welk beeld ze hebben en tot welk gedrag dat leidt. Er waren bijvoorbeeld vragen als: is suiker wel of niet een belangrijke bouwsteen voor je lichaam; waardoor smaakt vruchtensap zoet of past suiker in een gevarieerde en actieve leefstijl. Er deden 600 mensen (18-65 jaar) mee. De zelfgerapporteerde BMI van de panelleden is in 2013 hoger dan in 2002. Uit de resultaten blijkt onder andere dat de mate waarin toegevoegd suiker als zoetmaker van producten wordt genoemd, vergelijkbaar is met de situatie in 2002; er minder mensen zijn die menen dat stoffen zoet worden door kunstmatige zoetstoffen; het imago van de verschillende soorten suiker een trend laat zien dat suikers over de hele linie wel lekkerder zijn, maar tegelijkertijd meer dikmakend en er geen verandering is in de mate van natuurlijkheid van suiker, wel dat het minder gezond is dan in 2002.
Onderzoek naar kennis en imago suiker |21 Suiker in perspectief, juni 2013
NIEUWSFLITSEN
Multitasken tijdens eten leidt tot ongezond eten De kans is groot dat iemand die televisie kijkt, de krant leest of een gesprek voert tijdens het eten meer én zoeter of zouter eet dan iemand die zonder enige afleiding eet. Psycholoog Lotte van Dillen deed er
In Nederland hebben ruim 800.000 mensen gediagnosticeerde diabetes
onderzoek naar en publiceerde uitkomsten in het tijdschrift Psychological Science. Van Dillen liet proefpersonen een reeks getallen of letters onthouden,
In ons land zijn bij de huisarts ruim 800.000 mensen
terwijl zij ondertussen zoute crackers, zoete limona-
bekend waarbij de diagnose diabetes is gesteld. Dat
de of zure citroensap aten of dronken. Zowel de te
blijkt uit een peiling van het RIVM op 1 januari 2011.
onthouden lengte van de letter- en getallenreeks, als
In 2011 zijn er 87.000 nieuwe mensen met diabetes
het gehalte zoet, zuur of zout in het eten en drinken
bij gekomen. Sinds 2000 is bij mannen het aantal
varieerde telkens. Direct na het proeven moesten de
verdubbeld, bij vrouwen is er een toename van 65%.
proefpersonen de onthouden getallen- of letterreeks
Ongeveer 90% van hen heeft diabetes type 2, alle
opschrijven, en aangeven hoe sterk ze het eten of
overige patiënten hebben diabetes type 1. De cijfers
drinken vonden smaken. Als er meer getallen moesten
zijn afkomstig van het Landelijk Informatie Netwerk
worden onthouden, vonden de proefpersonen dat het
Huisartsenzorg (LINH). Uit het RIVM-onderzoek
geproefde voedsel en drank minder smaak hadden.
blijkt ook dat het aantal mensen met diabetes in
Terwijl ze bij de lastige taak bijvoorbeeld meer zoute
werkelijkheid een kwart hoger ligt dan de gediag-
crackers aten dan bij de gemakkelijke taak. Van Dillen
nosticeerde 800.000. Niet iedereen met diabetes is
geeft als verklaring dat er minder cognitieve capaciteit
bekend bij de huisarts. Daarnaast hebben nog
over is om aandacht te schenken aan wat je proeft.
ongeveer 750.000 mensen (30-70 jaar) een verstoorde
‘Doordat je minder goed proeft, ga je vervolgens
glucosetolerantie, de zogenoemde prediabetes.
compenseren door meer zout of zoet aan je eten toe
Een deel van de stijging is te verklaren door demo-
te voegen, of door simpelweg meer te eten.’ Beperkte
grafische ontwikkelingen (groei en vergrijzing van de
aandacht voor eten resulteert op die manier dus in een
bevolking). Ook de toename van het aantal mensen
ongezond eet- en drinkpatroon en vergroot de kans
met overgewicht, te weinig bewegen en de actievere
op overeten. Een gezonde leefstijl vraagt om volledige
opsporing van diabetespatiënten door de huisartsen
aandacht voor het eten, stelt Van Dillen vast.
zijn van invloed. Het RIVM verwacht een verdere
Bron NWO juni 2013
toename. Alleen al op basis van demografische ontwikkelingen zal het aantal diabeten in de komende twintig jaar met circa 30% stijgen. Bron RIVM april 2013
22| Nieuwsflitsen Suiker in perspectief, juni 2013
Suiker effectieve vorm van koolhydraten voor duuratleten Zowel topsporters als enthousiaste amateurs vragen zich af welke energiedrank en snacks ze moeten kiezen om goede prestaties te leveren. In het eerstvolgende nummer van ‘the International Journal of Sports Nutrition and Exercise Metabolism’ wordt een review (72 artikelen) van de Universiteit van Birmingham gepubliceerd waaruit blijkt dat gebruik van het simpele suikerklontje bij die overwegingen moet worden betrokken. Dr. Gareth Wallis leidde de review. Hij vertelt dat ze waren geïnteresseerd of consumptie van (tafel)suiker in de sportpraktijk specifieke voor-
RIVM publiceert gedetailleerde gegevens over voedingsstoffen
of nadelen heeft in vergelijking met andere soorten koolhydraten. ‘Uit onze review naar de wetenschappelijk bewijzen blijkt dat voor duuratleten suiker een
Op basis van de Voedselconsumptiepeiling uit
effectieve vorm van koolhydraten is om vermogen
2007-2010 heeft het RIVM onlangs opnieuw
en herstel te optimaliseren, zowel tijdens en na de
gedetailleerde gegevens toegankelijk gemaakt.
inspanning.’ In het artikel wordt een aantal redenen
Dit keer zijn het bronnen van voedingsstoffen.
genoemd waarom atleten zouden kunnen overwegen
De informatie geeft antwoord op een vraag als
om suiker te gebruiken als brandstof voor hun training
‘hoeveel draagt brood, of een bepaalde broodsoort,
en wedstrijden. De combinatie van glucose en fructose
bij aan de vezelinname’. De gegevens worden in
in suiker heeft bijvoorbeeld als voordeel dat de
tabellen gepresenteerd voor de totale onderzoeks-
capaciteit voor koolhydraatopname in de darmen
populatie en opgesplitst naar geslacht binnen
verhoogt, waardoor meer oraal ingenomen
leeftijdsgroepen, opleidingsniveau of gewichtsklasse.
koolhydraten tijdens de prestatie kunnen worden
De gegevens zijn gewogen voor sociaaldemografische
verbrand. Suiker blijkt in vergelijking met alleen
factoren, seizoen en dag van de week. Ze zijn te vinden
glucose, ook te zorgen voor dezelfde toename (op
op de site van het RIVM (www.rivm.nl/Onderwerpen/
korte termijn: 4-6 uur) in lever- en spierglycogeen
Onderwerpen/V/Voedselconsumptiepeiling/Resultaten_
na grote inspanning.
in_detail)
Bron Sugar Nutrition UK juni 2013
Bron RIVM april 2013
Nieuwsflitsen |23 Suiker in perspectief, juni 2013
NIEUWSFLITSEN
Publieksactie zet consument op het verkeerde been De Stichting ‘Ik kies bewust’ startte in juni een
Geen bovengrens voor suiker
landelijke publieksactie getiteld ‘Bewust van suiker’. ‘Energie uit suiker is een belangrijke veroorzaker van
De Gezondheidsraad adviseert in haar Richtlijnen
overgewicht,’ aldus de Stichting. ‘Juist daarom vraagt
goede voeding (2006) ook geen bovengrens voor het
het Vinkje (het groen en blauwe vignetje) de komende
gebruik van suiker. Wel schrijven ze dat er bij een te
weken extra bewustwording van de hoeveelheid suiker
hoog lichaamsgewicht aanvullende richtlijnen zijn
die je eet.’
zoals: meer bewegen, de inname van energie beperken door minder producten met een hoge energiedichtheid
Wetenschappelijk niet te onderbouwen
te eten, minder dranken met suikers te kiezen en kleinere porties te eten. Ook de deskundigen van de EFSA (European Food Safety Authority) zijn die mening toegedaan. Ze schrijven (Scientific opinion on dietary
‘Ik kies bewust’ zet met deze actie de Nederlandse
reference values for carbohydrates and dietary fibre,
consument op het verkeerde been. Dat specifiek
2010) dat het bewijs van een hoge inname van suikers
suikergebruik een belangrijke oorzaak van een te hoog
(voornamelijk toegevoegde suikers) vergeleken met
lichaamsgewicht zou zijn, is wetenschappelijk niet te
een hoge inname van zetmeel zou leiden tot gewichts-
onderbouwen. Het gewicht van iemand neemt toe als
toename, inconsistent is voor vast voedsel.
er meer wordt gegeten dan er wordt gebruikt door te bewegen. Voor het lichaamsgewicht maakt het niet uit
Er is wel enig bewijs dat een hoge inname van suikers
of die overtollige energie wordt geleverd door eiwit-
in de vorm van met suiker gezoete dranken, kan
ten (4 kcal/g), vetten (9 kcal/g), alcohol (7 kcal/g) of
bijdragen aan stijging van het gewicht. Maar, schrijft
koolhydraten – waaronder suiker – (4 kcal/g). Een
de EFSA, de beschikbare gegevens zijn onvoldoende
calorie is een calorie.
om een bovengrens voor de inname van (toegevoegde) suikers vast te stellen, gebaseerd op hun effect op het lichaamsgewicht.
24| Nieuwsflits: Publieksactie zet consument op het verkeerde been Suiker in perspectief, juni 2013
Onderzoek naar feiten en fabels Onderzoeksbureau GfK heeft in opdracht van het Voedingscentrum onder ruim 1000 Nederlanders (>18 jaar) onderzoek gedaan om meer inzicht te krijgen in de kennis van Nederlanders over feiten en fabels. Er leven veel hardnekkige fabels over voeding en gezondheid, die soms lastig te ontkrachten zijn. Zo denkt 73% van de Nederlanders dat groene thee gezonder is dan zwarte thee, terwijl ze nauwelijks van
Voedingsadvies op maat ook na ontslag uit ziekenhuis
elkaar verschillen. Geloven in deze misverstanden kan gezond leven in de weg staan, aldus het Voedings-
De Alliantie Voeding Gelderse Vallei (het samen-
centrum. De leden van het GfK Online Panel
werkingsverband van Ziekenhuis Gelderse Vallei en
beantwoordden vragen over feiten die te maken
Wageningen Universiteit) en het Voedingscentrum gaan
hebben met voeding en gezondheid en gewicht.
samenwerken om patiënten van Ziekenhuis Gelderse
Meer dan de helft van de panelleden kijkt bij het bood-
Vallei te begeleiden bij de keuze van hun eten en
schappen doen of een product gezond is, en een derde
drinken. Het plan is om effectieve materialen te
let op bijvoorbeeld de hoeveelheid calorieën en het
ontwikkelen, te testen en in de zorg te introduceren
vetgehalte. De gemiddelde Nederlander geeft zichzelf
om zo een gezond manier van eten te bevorderen.
een ruime voldoende als rapportcijfer voor gezond
Er worden nieuwe methodes ontwikkeld om patiënten
eetgedrag. Hoe ouder, des te hoger het rapportcijfer
voedingsadvies op maat te geven tijdens herstel en na
dat men zichzelf geeft: tot 29 jaar een 7,0, op de
ontslag uit het ziekenhuis. In de centrale hal van het
leeftijd van 65 jaar en ouder is het een 7,6.
ziekenhuis is een Infotheek ‘Voeding en Gezondheid’
Een paar voorbeelden van fabels. Eén op de vijf
met voorlichting over goede voeding en bewegen.
Nederlanders denkt dat groente en fruit kunnen
Wageningen Universiteit onderzoekt het effect van
worden vervangen door een multivitamine. Vooral
verschillende communicatiemiddelen op het eetgedrag
mannen geloven deze fabel: 25% van hen is het eens
van de patiënt na ontslag uit het ziekenhuis. ‘De nieuw
met deze uitspraak. Ook mensen die aangeven niet te
ontwikkelde kennis binnen de Alliantie Voeding kan nu
letten op gezonde voeding zijn het relatief vaker eens
via het Voedingscentrum gemakkelijker toegankelijk
met deze uitspraak (28%). Volgens de helft van de
worden gemaakt voor patiënten en andere zorginstel-
Nederlanders zitten in donkerder brood meer vezels
lingen,’ zegt Diederic Klapwijk, voorzitter van de
dan in witte broodsoorten. Dat is een fabel.
Alliantie Voeding, gynaecoloog en medisch lid raad van
De donkerbruine kleur van brood kan afkomstig zijn
bestuur van Ziekenhuis Gelderse Vallei. ‘De verbinding
van gebrande mout die als kleurstof (aan witbrood) is
tussen preventie en zorg door meer aandacht voor
toegevoegd.
voeding wordt zo verder verstevigd.’
Bron Voedingscentrum juni 2013
Bron Wageningen Universiteit Afdeling Humane Voeding mei 2013
Nieuwsflitsen |25 Suiker in perspectief, juni 2013
suiker in perspectief - Extra editie is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding meer informatie: www.kenniscentrumsuiker.nl