Editie 28 deel 2, februari 2014
uitgave over suiker, voeding en gezondheid
suiker in perspectief NIEUW De ‘E-learning Module Voeding’ voor talentsporters
22STE
OLYMPISCHE WINTERSPELEN SOCHI NADERHAND Nieuwe Leerlijn Voeding de basis voor iedere talentsporter in opleiding FLORIS WARDENAAR OVER DE VOEDING VAN TOPSPORTERS
6 Basisvoeding cruciaal voor sporters Basisvoeding is cruciaal voor sporters, zeker voor topsporters, zegt dr.ir. Jeroen Wouters (programmamanager Sport & Voeding bij InnoSportNL).
Inhoudsopgave In deze winteruigave van 'Suiker in perspectief' 2014 aandacht voor het thema (top)sport en voeding.
Volg ons: www.twitter.nl/Suikerinfo
Blijf op de hoogte: RSS feeds abonneer
Bekijk ook de eerder verschenen nummers
12 Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen ‘Ik vertaal als chefkok in onze keuken wat uit de voedingswereld voortkomt,’ zegt Erik te Velthuis.‘Het is een kwestie van simpel en puur koken, van alle grondstoffen in de diverse gerechten gebruiken.’
4 De 22ste Olympische Winterspelen
Sochi naderhand
Nederland beheerste het Olympisch schaatspodium in Sochi. Deskundigen zeggen dat het voor een groot deel te danken is aan de toegenomen professionalisering. De inhoud van deze nieuwsbrief illustreert dat ook het ambitieuze topsportprogramma van NOC*NSF ruime aandacht besteedt aan de professionalisering van de voeding.
2| Inhoudsopgave Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
16 In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Voedingsexpert Armand Bettonviel maakt deel uit van het NOC*NSF Team Voeding en begeleidt diverse topsporters.
20
28 Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen Goede voeding levert een bijdrage aan topprestaties. Topssporters worden tegenwoordig veel intensiever begeleid, aldus ir. Floris Wardenaar.
NIEUWSFLITSEN - Afvallen en een dun model als voorbeeld. - Nieuwe cijfers hart- en vaatzieken in Nederland. - Eetgedrag en serviesgrootte. - Micronutriënten en gezond ouder worden. - Nationaal congres Kinderobesitas 2014. - Onderzoek relatie voeding en depressie.
Sportsgrain Bar: brood als een ‘sportreep’.
32
24
IN DE MEDIA Nieuwe Leerlijn Voeding is de basis voor iedereen Sportdiëtist Anja van Geel begeleidt al jaren groepen van sporters bij het optimaliseren van hun voeding.
26
- Slim eten met de Consumentenbond. De Consumentenbond publiceerde vorige maand de ‘Minigids DIEET’ met informatie over diverse fabels en feiten over lijnen.
COLOFON Suiker in perspectief is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding. Onze publicaties zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en staan onder toezicht van een
COLUMN: IT GIET OAN Coosje Dijkstra, promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Voeding en Gezondheid.
onafhankelijke redactieraad van deskundigen. Ontwerp en realisatie: Lexenzo, geeft vorm aan communicatie
Inhoudsopgave |3 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
22ste Olympische Winterspelen
Sochi naderhand Vijfde in het medailleklassement, vierentwintig medailles (acht keer goud, zeven keer zilver en negen keer brons): Nederland beheerste het Olympisch schaatspodium in Sochi. Deskundigen zeggen dat het voor een groot deel te danken is aan de toegenomen professionalisering.
23 Nederland
Een voorbeeld is het gebruik van de ‘prestatiematrix’. De KNSB (Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond) ontwikkelde samen met de Rijksuniversiteit Groningen een rekenmodel, waarin werd berekend hoe groot de winstkansen van de Nederlandse schaatsers zouden zijn op alle afstanden bij de Olympische Spelen. De onderzoekers gingen uit van de resultaten van het vorige en huidige seizoen. Het ingewikkelde rekenmodel had maar één doel: met zo veel mogelijk medailles, en dan vooral goud, terugkomen uit Sochi.
4| Sochi naderhand Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
De inhoud van deze ‘Suiker in perspectief’ illustreert dat ook het ambitieuze topsportprogramma van NOC*NSF ruime aandacht besteedt aan de professionalisering van voeding. Lees bijvoorbeeld het (nieuwe) interview met sportdiëtist Anja van Geel over de recent ontwikkelde ‘leerlijn voeding’, de basis voor iedere topsporter in opleiding. In deze actuele ‘Suiker in Perspectief’ nieuwsflitsen uit februari en de column. Deze keer een ‘schaatscolumn’ van Coosje Dijkstra, promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Voeding en Gezondheid.
FEITEN EN CIJFERS SOCHI
won bij het schaatsen 23 van de 36 medailles, was op ieder podium vertegenwoordigd en 4 maal zelfs bezet met uitsluitend Nederlanders.
40 2667
De 40 jaar oude Noorse biatleet
25K en langlaufer Ole Einar
In totaal zijn er 2667 testen uitgevoerd ter
Bjørndalen
560K
is sinds
13K
7
Sochi de meest
Naar schatting
controle op
succesvolle
heeft het
dopinggebruik,
winterolympiër.
Olympisch
waarvan
Hij deed 6 maal
project in
477 bloeden
mee aan de
diverse
Er waren
lympische
2190 urine-
Olympische
sectoren voor
25.000 vrijwilli-
Winterspelen
monsters.
Winterspelen
560.000 banen
gers en 13.000
beginnen in
Deze monsters
en won in to-
gezorgd.
mensen van de
Sochi op 7
worden 10 jaar
taal 8 gouden,
pers
maart 2014 en
bewaard voor
4 zilveren en
betrokken bij
eindigen op
eventueel
1 bronzen
de Spelen.
16 maart.
retrospectief
medaille.
onderzoek.
De Para-
Bron: NOC*NSF / Olympic.org
Sochi naderhand |5 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Jeroen Wouters over samenwerking
Basisvoeding cruciaal voor sporters Neem binnen 2 uur voor de training voldoende eiwitten
De met zorg samengestelde sportvoeding is één van de belangrijke factoren voor goede prestaties. ‘Basisvoeding is cruciaal voor sporters, zeker voor topsporters’, zegt dr.ir. Jeroen Wouters (InnoSportNL). ‘Mijn rol als programmamanager Sport & Voeding richt zich met name op innovatie. Welke producten en materialen kun je gebruiken om de sporters met hulp van de voeding beter te laten presteren?'
6| Basisvoeding cruciaal voor sporters Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
Duursporters verbruiken meer koolhydraten
Krachtsporters hebben meer koolhydraten en eiwitten nodig
Neem tijdens de training een isotone dorstlesser
Timing en training zijn essentieel
Basisvoeding is cruciaal voor sporters, zeker voor topsporters, zegt dr.ir. Jeroen Wouters. Hij is programmamanager Sport & Voeding bij InnoSportNL, gevestigd op Papendal. ‘Door goede voeding word je geen topsporter, maar goede voeding kan wel het verschil maken.’ Gezonde voeding, gericht op de specifieke eisen die type sport, training en wedstrijd vragen,
verbetert doorgaans het prestatievermogen aantoonbaar. Het vraagt onder meer om specifieke keuzes ten aanzien van de kwaliteit, kwantiteit en timing van voedingsmiddelen en gerechten. Wouters benadrukt dat voeding heel persoonlijk is. ‘De sportdiëtisten bieden de sporters gedetailleerde begeleiding. Ik verwacht dat die coaching in de toekomst steeds sterker ‘op maat’ zal zijn. De verdieping van de voedingsstatus van de sporter,
Basisvoeding cruciaal voor sporters |7 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
'Topsporters leven in een wankel evenwicht dat als nadeel heeft dat ze relatief kwetsbaar zijn voor infecties' de analyse, dat is een mooi ontwikkelingsgebied richting nutrigenomics. We zullen over een paar jaar bij de voedingsbegeleiding meer handvatten hebben dan er nu zijn.’ Wouters verwacht dat die omslag behoorlijk wat teweeg zal brengen. ‘Je stelt in de
uitvoeren. Het advies aan de sporters: neem binnen twee uur voor de training een maaltijd met voldoende eiwit (20 gram), tijdens de training isotone dorstlesser (met eventueel wat eiwit) en zo snel mogelijk na de training een ‘herstelshake’ met
huidige aanpak van onderzoek grote groepen personen bloot aan bepaalde voedingen, maar je blijft houden dat er individuele verschillen zijn.’ Er is nog een hele slag te maken, aldus Wouters.
eiwit (20 gram) en koolhydraten. ‘Herstel is een heel mooi onderwerp. Ook daar zijn aanzienlijke verschillen. Als je kijkt naar de wedstrijden, dan moet je zo snel mogelijk de tekorten aanvullen voor de volgende prestatie. Terwijl je tijdens de training misschien probeert je lichaam te leren omgaan met een geringere beschikbaarheid van voedingsstoffen, denk aan vocht of eiwitten.‘
Juiste voedingsstoffen in juiste verhouding De met zorg samengestelde sportvoeding is één van de belangrijke factoren voor goede prestaties. Sporten vormt een extra belasting voor het lichaam, daarom is het belangrijk om de juiste voedingsstoffen in de juiste verhouding binnen te krijgen. Duursporters verbruiken bijvoorbeeld veel koolhydraten, krachtsporters hebben zowel veel koolhydraten als meer eiwitten nodig. Wouters vertelt dat de rol van eiwitten bij de opbouw van spieren steeds beter wordt onderkend. ‘Ook daar zijn – net zoals bij koolhydraten – onderlinge verschillen ten aanzien van de inname. Vanuit de sportdiëtetiek wordt heel goed gekeken naar timing en training.’ Tijdens lichamelijke inspanning ontstaat spierschade. Door de inname van voldoende eiwitten (uiteindelijk omgezet in aminozuren), kan het lichaam spieren herstellen en opbouwen. De mate waarin het lichaam spieren opbouwt, hangt af van de soort training maar ook van de timing en de dosis van de eiwitinname. Koolhydraten helpen om spierafbraak tegen te gaan en krachttrainingen beter te kunnen 8| Basisvoeding cruciaal voor sporters Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
Praktijkgerichte wetenschappelijke aanpak Wouters noemt als voorbeeld het beheersen van het lichaamsgewicht. ‘Gewichtsbeheersing is in de topsport vaak een belangrijk aspect. Op dat niveau is het niet een kwestie dat sporters te dik zijn, maar sporters dienen bijvoorbeeld te zorgen dat ze in de gewenste gewichts-klasse kunnen uitkomen of minder massa hebben om snel te kunnen zijn. Daar zijn ze voortdurend mee bezig. De sporter volgt daarom soms een streng dieet. Het is een wankel evenwicht dat als nadeel heeft dat je relatief kwetsbaar bent voor infecties.’ Een leuk onderzoeksgebied om nog beter in de vingers te krijgen, vindt hij. ‘Mijn rol als programmamanager Sport & Voeding richt zich met name op innovatie. Welke producten en materialen kun je gebruiken om de sporters met hulp van de voeding beter te laten
spieren
spieren 350-700 g
300 g lever 100 g
vetten (in bloed)
4,4 g
5g
koolhydraten (in bloed)
darmen 12.000 g vetcellen
Figuur 1: Endogene energievoorraden
SPORTERS EN ENERGIE Voor de meeste sporters geldt dat ze veel energie
ruime endogene brandstofvoorraad noodzakelijk.
gebruiken: voor het rustmetabolisme (gebruik in
Koolhydraten worden als glycogeen opgeslagen
volledige rust), de thermogenese (energie nodig voor
in lever en spieren. De totale hoeveelheid energie
de vertering) en fysieke activiteit. Rustmetabolisme
opgeslagen in de vorm van endogene koolhydraten
en thermogenese zijn weinig te beïnvloeden, maar
is vele malen kleiner dan onze vetvoorraad en levert
de fysieke activiteit wel. Tijdens sporten hebben
in theorie slechts voldoende energie voor 60 tot
spieren een grote behoefte aan energie. Daarvoor is
90 minuten intensieve inspanning. Vetten worden
de universele energiedonor Adenosinetrifosfaat (ATP)
voornamelijk onderhuids en tussen de organen in
essentieel. ATP wordt gevormd door de oxidatie van
de buikholte opgeslagen. Door middel van lipolyse
koolhydraten en vetten uit onze voeding. Alleen als
worden vanuit de vetcellen vetzuren vrijgemaakt.
de energievoorziening uit koolhydraten en vetten
De totale energievoorraad opgeslagen in de vorm
ontoereikend is, kan de oxidatie van eiwitten een
van vet is enorm groot en zou hypothetisch gezien
substantiële bijdrage leveren. Om aan de constante
voldoende energie kunnen leveren om dagenlang
energiebehoefte van het lichaam te voldoen, is een
onafgebroken te hard te lopen.
Basisvoeding cruciaal voor sporters |9 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
'Op systematische wijze voedingsgegevens verzamelen, interpreteren en adviezen opstellen voor coach en sporter' presteren?’ Topsporters en hun begeleiders hebben op het gebied van voeding behoefte aan wetenschappelijke ondersteuning met een praktische inslag. Sportbonden, teams, individuele sporters, sportdiëtisten, voedingskundigen en andere
praktijkgerichte wetenschappelijke aanpak. InnoSportNL Papendal speelt hierbij een cruciale rol met een meet- en testinfra-structuur en de expertise op het gebied van inspanningsfysiologie en voeding. ‘Op systematische wijze voedingsgegevens
sportprofessionals werken op Papendal samen op dit thema. Wouters noemt het belang van de
verzamelen, interpreteren en adviezen opstellen voor coach en sporter. Daarmee kunnen we een bijdrage leveren aan het optimaliseren van bestaande sporttrajecten en de voedingskundige ondersteuning van sportprogramma’s op Papendal.’ Hij geeft als voorbeeld het succes van de ontwikkeling van het sportbrood (zie ook pagina 12 van deze Nieuwsbrief). ‘Je gaat uit van het type koolhydraat dat geschikt is voor de topsporter, maar zorgt ook dat het lekker is en een goede houdbaarheid heeft. De samenwerking met een aantal bedrijven heeft er voor gezorgd dat de Nederlandse sporters in Sochi nu gebruik maken van dat sportbrood.’ Samenwerking is een belangrijke pijler van de aanpak van de Programmalijn Voeding van InnoSportNL. ‘We werken onder meer samen met NOC*NSF, met kennisinstellingen zoals de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Wageningen University, NIZO food research Maastricht University en andere partijen op Papendal.’ Samen richten ze zich de komende jaren bijvoorbeeld op onderwerpen als koolhydraatdepletie het effect van voedingsnitraat (in bietensap) of de invloed van gewone voedingsmiddelen op herstel in vergelijking met commerciële sportproducten. ‘Zo ontstaat er een infrastructuur om grenzen te verleggen. Onze visie is dat we zo een bijdrage leveren aan een verbeterde sportparticipatie en gezondere leefstijl voor alle Nederlanders.’
VETOXIDATIE EN GLYCOGEENVOORRADEN De inspanningsintensiteit bepaalt de energiebehoefte tijdens fysieke inspanning. Tijdens licht tot matig intensieve inspanning wordt om aan de energiebehoefte te voldoen een evenredige hoeveelheid van de opgeslagen koolhydraten en vetten geoxideerd. De hoogste (absolute) vetoxidatie snelheden worden bereikt bij middelmatig zware inspanning (50-60% van het maximaal vermogen). Hierbij leveren niet alleen de vetzuren afkomstig uit het bloed, maar ook de triglyceriden opgeslagen in de spieren een belangrijke bijdrage aan de totale vetoxidatie. Wanneer de inspanningsintensiteit verder wordt verhoogd (boven 70% van het maximale vermogen) neemt de vetoxidatie, zowel relatief als absoluut gezien, significant af en schakelen de spieren over op het gebruik van de endogene glycogeenvoorraden. Bij matig tot hoge intensiteit (duur)inspanning vormen de glycogeenvoorraden, en met name het spierglycogeen, dus kwalitatief veruit de belangrijkste energiebron. Dit ondanks het feit dat onze glycogeenvoorraden zeer beperkt zijn.
10| Basisvoeding cruciaal voor sporters Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
80
Energiegebruik (kJ/min)
60
40 spierglycogeen bloedglucose
20
vrije vetzuren uit het bloed rust
40
55
75 andere vetbronnen
Inspanningsintensiteit (%Wmax)
Figuur 2: Energiegebruik als functie van de inspanningsintensiteit
SPIEREN PASSEN HUN BRANDSTOFKEUZE AAN
gebruik hoeft te worden gemaakt van de beperkte
Onze spieren zijn in staat hun brandstofkeuze aan te
glycogeenvoorraden. Regelmatige training zorgt er dus
passen aan de omstandigheden. De plaats van opslag,
voor dat de sporters gedurende langere tijd een bepaal-
beschikbaarheid en eigenschappen van de brandstof
de inspanningsintensiteit kunnen handhaven alvorens de
spelen een rol. Sporters maken daar gebruik van,
glycogeenvoorraad opraakt. Regelmatige training leidt
want training leidt tot verregaande adaptatie van het
ook tot een verhoogde capaciteit om koolhydraten op te
spierweefsel. Duurtraining stimuleert de grootte en
slaan. Goed getrainde sporters kunnen wel tot circa 50%
het aantal van de mitochondrieën in onze spieren.
meer glycogeen in hun spieren opslaan. Onderzoekers
Hierdoor zijn de spieren beter in staat om aan de
hebben ook aangetoond dat de opslag van vetten in de
energiebehoefte te voldoen en kan de goed getrainde
spier sterk verhoogd is in duuratleten. Regelmatige trai-
sporter vet verbranden tijdens inspanning. Bij een-
ning is daarmee één van de meest belangrijke factoren
zelfde absolute als ook relatieve inspanningsbelasting
waarmee de vetoxidatiecapaciteit kan worden verhoogd,
draagt de bijdrage van de vetoxidatie meer bij aan het
de glycogeenvoorraden kunnen worden gespaard en het
energiegebruik in getrainde personen, zodat minder
prestatievermogen kan worden verbeterd.
Basisvoeding cruciaal voor sporters |11 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Topsportrestaurant Papendal
Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen
12| Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
‘Jonge topsporters vinden het
SPORTCENTRUM PAPENDAL Sportcentrum Papendal heeft de status van
advies ‘eet circa 200 g groente
CTO: Centrum voor Topsport en Onderwijs.
per dag’ vaak een probleem. Dan
Een CTO biedt topsporters de mogelijkheid op één locatie fulltime te trainen, studeren en
ga je zoeken naar aantrekkelijke
wonen, waardoor reistijden worden beperkt.
oplossingen,‘ zegt chefkok Erik te
De topsporters kunnen gebruik maken van
Velthuis. Op de menukaart van
diverse voorzieningen en diensten, om zo
zijn Topsportrestaurant staat een
Het Topsportrestaurant is één van die
bolognesesaus die alleen uit
voorzieningen.
in hun sport én studie te kunnen presteren.
groenten bestaat. ‘Veel tomaten, ui, knolselderij, prei en wortel. Dat is pure groente op het bord.’
‘Ik vertaal als chefkok in onze keuken wat uit de voedingswereld voortkomt.’ Aan het woord is Erik te Velthuis van het Topsportrestaurant van Sportcentrum Papendal. ‘Het is een kwestie van simpel en puur koken, van alle grondstoffen in de diverse gerechten gebruiken. Daar kun je heel leuke dingetjes mee doen.’ Het Topsportrestaurant is januari 2013 geopend en wordt met name gebruikt door de bewoners van Papendal (zie elders op deze pagina) en trainende topsporters. Te Velthuis vertelt dat hij twintig jaar keukenmanager van het hotel- en congrescentrum Papendal is geweest. ‘Inmiddels is steeds duidelijker geworden dat keihard trainen moet worden beloond met een met zorg samengestelde voeding. Het lichaam moet zich herstellen. Vroeger gebeurde dat door even wat
pasta te eten, nu weten we dat er een goed, uitgebalanceerd voedingspatroon voor nodig is.’ Het ontwerpen en innoveren van nieuwe en functionele gerechten loopt als een rode draad door zijn organisatie.
Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen |13 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Sportbrood mee naar Sochi Chefkok Te Velthuis werkt onder andere nauw samen met wetenschappers uit het InnoSportNL voeding en sportdiëtisten uit het NOC*NSF Team Voeding. ‘Deze maand is het bij ons in het restaurant bijvoorbeeld de ‘maand van het herstel’. Koolhydraten en eiwitten zijn belangrijk voor het herstel na inspanning. Wat en wanneer eet je om dat te bewerkstelligen? Wij laten hen in de praktijk zien wat daarvoor nodig is. En diëtist Anja van Geel verbonden aan het CTO Papendal en het Team Voeding brengt in een workshop de theoretische kant onder de aandacht van de jonge sporters.’ Te Velthuis vertelt enthousiast over ontwikkeling van nieuwe producten en gerechten. ‘Want heel belangrijk is dat eten vooral lekker moet zijn. Dat staat bij ons centraal bij de ontwikkeling. Als ik een smoothie heb gemaakt, dan vraag ik de sporters ‘wat vinden jullie er van?’. Je moet zorgen dat het
een mooi product wordt. De ontwikkeling van het sportbrood is een uniek project door vanuit wetenschappelijk oogpunt te kijken wat de samenstelling moet zijn van een brood voor de topsporter.’ Een bakkerijorganisatie, HAN Sport en Bewegen, InnoSportNL op Papendal en Topsportrestaurant Papendal werkten nauw samen en testten het sportbrood. ‘Het is een brood geworden dat een behoorlijk hoog koolhydraatgehalte heeft en ook lekker is.’ Er zijn onder meer teff, cranberries, banaan, lijnzaadmeel en rozijnen aan toegevoegd. ‘Het is inmiddels een product waar veel vraag naar is. Er gaan in februari flinke hoeveelheden sportbrood mee naar Sochi.’
Sportbrood: 46,4 g koolhydraten/100 g; grof volkorenbrood: 38,6 g koolhydraten/100 g. Er zijn onder meer teff, cranberries, banaan, lijnzaadmeel en rozijnen aan toegevoegd.
INNOSPORTNL PAPENDAL
te passen in de sportpraktijk.
University). Er is bijvoorbeeld de
Het InnoSportNL Papendal
Voedselconsumptie en
mogelijkheid om de inname van
(sinds juni 2012) richt zich op de
bijvoorbeeld de kwaliteit van slaap
de voeding van een sporter te
thema’s voeding, fysiologie en
zijn onderzoeksonderwerpen.
registreren en te koppelen aan de
prestatiemonitoring. De daarbij
Health Valley en Food Valley zijn
behoefte. De uitkomsten maken
horende nieuwe topsporthal
de twee regionale clusters van
het mogelijk de sporter individueel
(Arnhemhal waarin ook het
bedrijven en kennisinstellingen
feedback en advies te geven over zijn
Topsportrestaurant) werd eind
rond voeding en gezondheid
of haar voeding.
2012 geopend. Een InnoSportNL
(met onder meer Hogeschool
biedt de randvoorwaarden om
van Arnhem en Nijmegen, UMC
wetenschappelijke kennis toe
St Radboud en Wageningen
14| Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
Koolhydraten en eiwitten (Top)sporters worden gecoacht om een goede basisvoeding te gebruiken met veel aandacht voor de inname van koolhydraten en eiwitten. Voldoende koolhydraten voor, tijdens en na het sporten. ‘Een topsporter zonder koolhydraten, dat gaat niet goed komen,’ benadrukt Te Velthuis. ‘Maar hoeveel koolhydraten heeft iemand nodig om te herstellen? Er zijn grote individuele verschillen. Wat heb je daarvoor nodig? Sommige sporters denken ‘ik eet als ik trek heb’, maar misschien doe je er beter aan ook te eten wanneer je geen trek hebt. En belangrijk…, om welk moment van de dag gaat het? Het sportbrood blijkt zowel geschikt te zijn voor het ontbijt als voor tussendoor.’ Hij noemt ook het belang van voldoende eiwitten. Direct na intensieve training is het gewenst om in het eerste uur 20 g eiwit in te nemen. ‘Daarom moet er één keer in de drie uur – vaker heeft geen zin – een
maaltijdmoment zijn voor het spierherstel. Die momenten moet je dus over de dag verdelen. Als je reguliere zuiveltoetjes wilt gebruiken, heb je er soms wel zeven nodig. Dat betekent in veel gevallen bijvoorbeeld meer vet en meer suikers dan de sporter zou willen.’ Daarom heeft Te Velthuis een ‘sportkwark’ ontwikkeld. ‘Wij produceren elke dag in ieder geval een charge van 5 kg magere kwark, 1½ kg vers fruit en 500 g honing, portioneren die en kunnen de sporters zo een verstrekking met 20 g eiwit aanbieden. Er zijn dagen dat we wel 30-40 kg kwark verwerken.’
Sushi’s voor de bobsleeërs Te Velthuis houdt van creatieve oplossingen. ‘Jonge topsporters vinden het advies ‘eet circa 200 g groente per dag’ vaak een probleem. Dan ga je zoeken naar aantrekkelijke oplossingen.‘ Het Topsportrestaurant heeft op de menukaart een bolognesesaus staan die alleen uit groenten bestaat: veel tomaten, ui, knolselderij, prei en wortel. ‘Dat is pure groente op het bord.’ Om te zorgen dat de bobsleeërs meer koolhydraten binnen krijgen, maakt hij sushi’s met bulghur, vijgen en verse kruiden. ‘Gerold door zaadjes is het een leuke snack’. Te Velthuis concludeert dat het team van het Topsportrestaurant veel zelf verzorgt. ‘Wij gebruiken weinig industriële producten. We merken dat het bedrijfsleven steeds meer interesse heeft voor wat wij doen in de keuken.’ Hij denkt dat sommige producten zouden kunnen worden gekoppeld aan de gezondheidszorg. ‘Misschien dat de porties – bijvoorbeeld in de ouderenzorg – dan te groot zijn, maar er liggen ongetwijfeld mogelijkheden.’ Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen |15 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Armand Bettonviel begeleidt topschaatsers Als de basisvoeding goed is, werkt voedingsexpert Armand Bettonviel aan het verbeteren van de schaatsprestaties met hulp van ‘performance support’. Hij maakt voor elke sporter die hij begeleidt een supplementmatrix. ‘Soms vallen er supplementen af omdat ze niet werken voor de individuele sporter. In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details.’
Voedingsexpert Armand Bettonviel maakt deel uit van het NOC*NSF Team Voeding. Hij begeleidt diverse topsporters, onder andere het shorttrackteam en de sporters van de TVM-schaatsploeg. ‘Onze rol is – als je die bijvoorbeeld vergelijkt met de Zomerspelen van Atlanta (1996) – groter geworden. Ik ben nu onderdeel van de medisch staf, dat was destijds niet zo. Samen met de artsen, coach, fysiotherapeut en psycholoog begeleiden we deze teams.’ Bettonviel werkt aan de hand van twee programma’s. Drie jaar voor de Spelen is de begeleiding gericht op de basis. ‘Wat eten ze? Wanneer en hoe doen ze het rond de trainingen? Welke aanpassingen zijn nodig? De langebaanschaatsers en shorttrackers zijn gedreven teams, die weten waarvoor ze het doen. Er is ten aanzien van de voeding veel commitment.’
16| In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
‘Performance support’ Als de basisvoeding goed is, wordt gewerkt aan het inpassen van de ‘performance support’. Op basis van de individuele mogelijkheden van de sporter maakt Bettonviel gebruik van supplementen als bijvoorbeeld cafeïne en natriumbicarbonaat. De gerichte adviezen zijn bedoeld om de prestaties verder te verbeteren. ‘De ene stof is gemakkelijker toepasbaar dan de andere. Wij nemen twee seizoenen voor het op maat maken van het supplementgebruik van de individuele sporter. Je werkt naar een ideale dosering en timing. Het basisgedeelte en de seizoenen van het werken aan de ‘performance support’ zijn dus gescheiden trajecten.’ Bettonviel maakt voor elke sporter die hij begeleidt een supplementmatrix en een ‘to do-lijst’. ‘Soms vallen er supplementen af omdat ze niet werken voor de individuele sporter. In het Olympisch jaar verander ik nog nauwelijks, eventuele aanpassingen zijn dan minimaal. Het
'Bettonviel maakt voor elke sporter die hij begeleidt een supplementmatrix en een ‘to do-lijst’.'
te hoog gewicht krijgt.’ Over de samenstelling van de voeding zegt hij: ‘Er zijn allerlei richtlijnen op het gebied van sportvoeding. Dat kader is nog te vaak
komt er dus op neer dat elke schaatser z’n eigen pakket heeft.’ Hij benadrukt dat een en ander gebeurt in samenwerking met de artsen. Bloedonderzoek en seizoensveranderingen bepalen de inname. ‘Vitamine D als supplement kan er in sommige gevallen in de zomer af. Maar dan komt er weer iets anders bij, bijvoorbeeld een andere aanvulling op een geconstateerd tekort.’
‘heilig’. Dan wordt er geadviseerd zoveel trainingsuren, dat vraagt om zoveel koolhydraten. Maar als je dat blind toepast, kun je als sporter problemen krijgen. Want welke sport bedien je met zo’n richtlijn? Is gewicht een belangrijk onderdeel van het programma en dus van de hoeveelheden vocht?’ Bettonviel kiest er voor om bij de schaatsers binnen een marge vochtverlies te creëren. ‘Omdat je daarmee zorgt dat je op het ijs sneller bent. Je moet als die algemene richtlijnen er zijn niet stoppen met denken. Je moet echt kritisch blijven en kijken wat er gebeurt tijdens en rondom de prestatie.’ Hij benadrukt dat een en ander dus sterk afhankelijk is van de persoon. ‘En of er de volgende dag meteen weer een wedstrijd is. Maar rond de wedstrijd proberen we meestal een koolhydraat/eiwit ratio van één op één te realiseren door sportproducten als repen, gels en dranken te gebruiken.’
Minder kilo’s, sneller finishen Bij de schaatsers speelt het lichaamsgewicht een belangrijke rol. ‘Hoe minder kilo’s, des te sneller ben je bij de finish. Daar moet je zorgvuldig mee om gaan, want het mag niet leiden tot krachtverlies. Daarom is het belangrijk om vast te stellen hoeveel energie en vocht iemand nodig heeft. Als je blindelings de richtlijnen voor de inname van bijvoorbeeld koolhydraten zou volgen, bestaat de kans dat de sporter een In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details |17 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Shorttrackers Jorien ter Mors en Niels Kerstholt zijn beiden geselecteerd voor de Olympische Spelen in Sochi.
Via WhatsApp Het gebruik van supplementen wordt voortdurend aangepast aan de situatie vertelt Bettonviel. ‘Als ik weet dat een sporter morgen om twaalf uur rijdt, dan maak ik vandaag een schema voor de supplementinname. Bij langebaanschaatsen kan het vrij eenvoudig zijn omdat het in sommige gevallen maar om één wedstrijd per dag gaat. Maar als iemand twee afstanden op één dag rijdt, dan verandert de timing en dosering. Dan wordt het lastiger, maar dat is het spelletje.’ Timing is belangrijk zegt hij, daarom is er veel contact via whatsapp. ‘Als bijvoorbeeld een shorttracker onder invloed van grote druk het signaal geeft ‘ik ben zenuwachtig’, dan pas ik de cafeïnetiming aan. Anders wordt het nog veel meer stress. Ik moet naast de sporter staan, ik maak het kader waarin we spelen.’ Op de vraag wat een lastig onderdeel is van de begeleiding, noemt hij de sporter die sterk onder druk staat. ‘Als de pers zich met man en macht op iemand stort en er bijvoorbeeld wordt gezegd dat iemand een te hoog gewicht heeft, dan is het niet gemakkelijk. Ik heb geleerd me daarvoor af te sluiten. Wij hebben met elkaar een koers uitgezet en nu geen paniek. We hebben onze eigen plannen gemaakt en die werken op hoofdlijnen. Daarom houd ik de sporters voor: zorg dat je je aan je eigen plannen houdt. Je moet realiseren dat het herstel groter is dan de schade. Daarbij spelen voeding en ‘performance support’ een cruciale rol, je reikt de stoffen aan die nodig zijn voor performance en herstel.’
Ze worden begeleid door Armand Bettonviel. Maar wat zeggen ze zelf over hun voeding? Kenniscentrum suiker & voeding legde hen vijf vragen voor.
MEER INFORMATIE
OVER VOEDING EN SPORT
Raadpleeg: www.kenniscentrumsuiker.nl om meer te lezen over de achtergronden in het ‘Thema Sport’. Of maak gebruik van bijvoorbeeld het artikel over ‘Gebruik van koolhydraten tijdens sport als ergogeen middel’ (2013), de position paper over ‘Koolhydraten en Sportvoeding’ (2013) en de brochure 'De menselijke motor' van prof.dr. Luc van Loon.
18| In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
NIELS KERSTHOLT JORIEN TER MORS 1. Wat is voor jou het belangrijkste onderdeel van het 1. Wat is voor jou het belangrijkste onderdeel van
dagelijkse eten? Ontbijt en lunch, voor de eiwitten
het dagelijkse eten? Belangrijkste voor mij is dat de
en koolhydraten in verband met de training en
samenstelling van de voeding goed is. Dan bedoel
het herstel. Diner voor de eiwitten, aangevuld met
ik de samenstelling van koolhydraten, eiwitten
groente. Daar neem ik bewust minder koolhydraten
en vetten. En de regelmaat van je eetmomenten
omdat ik rekening houd met het gewichtsbelang.
is belangrijk om optimaal voeding te geven aan je lichaam.
2. En hoe ziet dat er uit op een wedstrijddag? Buiten de gebruikelijke eetmomenten zoals ontbijt en lunch is
2. En hoe ziet dat er uit op een wedstrijddag?
het de hele dag door kleine beetjes eten zodat ik niet
Tijdens wedstrijden zijn voor mij de belangrijkste
te slap word. Elke keer net genoeg.
voedingsbronnen, naast de vaste eetmomenten, proteïnerepen (met daarin 50% koolhydraten en
3. Wat vind je het lastigste probleem? Het gericht
50% eiwitten) en oplospoeder, met daarnaast
afvallen. Het lijkt alsof mijn lichaam er steeds meer
bananen.
op ingesteld is. Ik kan ook steeds grotere bergen eten ‘vasthouden’ als ik een paar dagen rust heb en dus
3. Wat vind je het lastigste probleem? Goede voeding
weer ga aanvullen.
tijdens wedstrijden. Je bent toch afhankelijk van het buffet. Daar is niet altijd dat wat je graag wat je zou
4. Hoe lossen jullie dat op? Dit is moeilijk op te lossen.
willen nemen.
Het liefst zou ik doortrainen (in die fases train je vaak minder). Als je door kunt trainen is het minder een
4. Hoe lossen jullie dat op? Het zo optimaal mogelijk
issue.
maken met eigen producten die je meeneemt van huis en/of zelf koopt in de supermarkt.
5. Als Sochi voorbij is en je mag je even te buiten gaan, wat kies je dan? IJs, chocolade, taaitaai, Luikse wafels
5. Als Sochi voorbij is en je mag je even te buiten gaan,
tot ik er bij neer val. Het probleem is dat ik me dan
wat kies je dan? Chocolade of een lekker taartje.
snel slechter ga voelen en wel lekkerder in mijn vel zit als ik me niet te buiten ga. Het lijkt voor mij alsof ik juist eerder ziek word als ik flink eet dan wanneer ik bijna te weinig eet.
In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details |19 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
1
Floris Wardenaar over de voeding van topsporters
Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen
Fe
Fe D C
Mg
Goede voeding is belangrijk voor topsporters. Het draagt bij aan het leveren van topprestaties. Topsporters worden sinds de Olympische Spelen in Sydney veel intensiever begeleid, vertelt voedingskundige ir. Floris Wardenaar. ‘Als we die aandacht kunnen vasthouden, is dat positief voor de sport en ons vakgebied.’ Wardenaar hoopt dat er bij de Zomerspelen van 2020 in Tokio twee tot drie sportdiëtisten mee gaan. ‘Het zou in ieder geval mooi zijn als er één sportdiëtist mee gaat naar Rio (2016).’
20| Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
‘Op het gebied van timing en planning van de voeding valt nog winst te behalen.'
Voeding en sport is de rode draad in het werkleven van ir. Floris Wardenaar. Hij is hoofddocent Sport en Bewegen aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), maakt deel uit van het NOC*NSF Team Voeding en doet (promotie)onderzoek naar de voedingsinname van wedstrijdsporters. Wardenaar: ’Hoe verhouden de uitkomsten zich tot de aanbevolen hoeveelheden van voedingsstoffen? De resultaten uit het onderzoek kunnen worden gebruikt om het advies aan topsporters, maar wellicht in de toekomst ook aan recreatieve sporters, te optimaliseren.’ Hij legt uit dat in zijn onderzoek de voedingsinname door middel van twee tot drie 24-uursvoedingsnavragen wordt vastgesteld. Alhoewel het geen probleem hoeft te vormen, komt 20-70% van de deelnemers die we tot nu toe hebben bekeken niet toe aan het advies om meer dan vijf gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht in te nemen. ‘Misschien is hun behoefte op basis van de fase waarin ze verkeren niet hoger, maar alle sporters trainden tussen de 15 en 20 uur per week dus het blijft wel laag.’ NOC*NSF TEAM VOEDING Het NOC*NSF Team Voeding heeft als missie om (potentiële) medaillekandidaten van
Sporters worstelen met timing
een voedingsadvies op ‘Olympisch niveau’ te voorzien. Dat voedingsadvies moet bijdragen aan optimale prestaties en de kwaliteit van topsportprogramma’s verbeteren. De HAN is nauw betrokken bij het aansturen en bijscholen van de groep sportdiëtisten en voedingskundigen verbonden aan NOC*NSF.
Er zijn veel sporters die goed op hun voeding letten. Toch vindt hij vaak verbeterpunten. ‘Op het gebied van timing en planning van de voeding valt nog winst te behalen. Timing is eigenlijk een issue waarmee heel veel sporters worstelen. Ze hebben soms ook moeite met het beheersen van hun gewicht en gaan dan bijvoorbeeld van vijf á zes maaltijden
Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen |21 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
CREATINE ALS SUPPLEMENT Phosphocreatine (PCr) is een belangrijke energiebron voor hoog intensieve inspanningen. De voorraad PCr in de spieren is gering en slechts voldoende voor 6-8 seconden
naar drie per dag. Dit zien wij liever niet, omdat het belangrijk is ook tussendoor voldoende energie en eiwit binnen te krijgen en daarmee spierafbraak te voorkomen. Wij adviseren altijd om tussendoortjes te kiezen die voldoende energie en eiwitten leveren.’
maximale inspanning. PCr wordt na inspanning
Op de vraag of er onder de sporters interesse is naar een koolhydraatbeperkt dieet zegt Wardenaar: ‘Soms is die interesse er wel, maar een koolhydraatbeperkt dieet zoals het paleolitisch dieet waarbij het lichaam in een ketogene toestand raakt, zorgt bij
krachtsporten kunnen sporters baat hebben bij
NATRIUMBICARBONAAT Tijdens hoog intensieve inspanning ontstaat melkzuur in de spier. Het lichaam is in staat
heel snel opnieuw aangemaakt uit creatine en fosfaat. Door de inname van creatine kan de totale hoeveelheid creatine, en daarmee PCr, in het lichaam toenemen. Bij veel teams- en het gebruik van creatine. Creatine werkt niet voor duursporters. Bron: NOC*NSF http://www.nocnsf.nl/wot/ voeding/factsheets
intensieve inspanning voor problemen. Tijdens frequente intensieve duurtrainingen zijn zowel voor kracht- als duursporters koolhydraten van belang.’
om de effecten van verzuring enigszins tegen te gaan door de verzuring te neutraliseren met buffers. Bicarbonaat is een essentiële
Sportvoedingssupplementen
zuurbuffer in het lichaam, maar de endogene voorraden hiervan zijn niet oneindig. Om de voorraad bicarbonaat te vergroten, maken sporters al decennia gebruik van bicarbonaat. Het is onduidelijk of de inname van natriumbicarbonaat uiteindelijk leidt tot prestatieverbetering, de onderzoeksresultaten zijn inconsistent. Als er een positief effect is gevonden, is dit vooral bij zeer kortdurende hoog intensieve inspanning. Bron: NOC*NSF http://www.nocnsf.nl/wot/ voeding/factsheets
Wardenaar onderzoekt niet alleen de voedselconsumptie van topsporters, maar ook de inname van (sport)voedingssupplementen, waaronder ook sportdranken, gels en energierepen. Hij vertelt dat de sporters als ondersteuning van de basisvoeding vaak een lage dosering van een multivitamine- en mineralenpreparaat met eventueel vitamine C en D en essentiële vetzuren gebruiken. ‘Qua dosis sturen we dan aan op de aanbevolen hoeveelheid. Voor de aanbevolen hoeveelheid is berekend dat 97,5% van de bevolking daarmee voldoende binnenkrijgt. Maar er zijn grote individuele verschillen.’ Ook vertelt hij dat naast een optimale voeding, ergogene supple-
22| Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
'Tijdens frequente intensieve duurtrainingen zijn zowel voor kracht- als duursporters koolhydraten van belang.'
menten een extra duwtje in de rug kunnen geven. ‘Van creatine is bewezen dat het effectief is bij kortdurende inspanning. Natriumbicarbonaat, beta-alanine en cafeïne zouden, afhankelijk van het type inspanning, eventueel kunnen worden uitgeprobeerd. Eén van de trends die ik zie, is dat naarmate het niveau van de atleet hoger is, er meer en gerichter voedingssupplementen worden gebruikt.’
In ieder geval één sportdiëtist mee naar Rio Goede voeding is belangrijk voor topsporters. Het draagt bij aan het leveren van topprestaties. ‘De voedingsbegeleiding van topsporters is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Vóór 2000 was er vanuit NOC*NSF eigenlijk niet veel aandacht voor het onderwerp. Maar sinds de Olympische Spelen in Sydney zijn er grote sprongen gemaakt.’ Er werd onder meer de Vereniging Sportdiëtetiek Nederland opgericht en de interesse in de studierichting ‘Sport en Bewegen’ aan de HAN nam toe. Wardenaar: ‘Jongeren vinden het thema interessant. Als we die aandacht kunnen vasthouden, is dat positief voor ons vakgebied. Ik hoop dat we bij de Spelen die over zes jaar worden gehouden de toezegging hebben dat er dan twee tot drie sportdiëtisten mee gaan. Eén sportdietist in Rio (2016) zou in ieder geval al mooi zijn. ‘
SPORTSGRAIN BAR De Sportsgrain Bar is brood dat in vorm en gewicht is te vergelijken met een ‘sportreep’. Het brood is ontwikkeld in samenwerking met HAN Sport en Bewegen (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) en uitgebreid getest door InnoSportNL op Papendal. De Sportsgrain Bar (70 gram) bevat 32,5 gram koolhydraten, waarvan 24,6 gram suikers. ‘De combinatie van zetmeel en vruchten zorgt voor een optimale mix van snelle en langzame koolhydraten die aansluit bij de meest recente wetenschappelijke inzichten voor het optimaliseren van de koolhydraatinname’, legt Floris Wardenaar uit. Tijdens de Olympische Winterspelen werd het brood voor het Nederlandse team ingevlogen. Voor meer informatie kijk op: www.sportsgrain.com
Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen |23 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
Sportdiëtist Anja van Geel
Nieuwe Leerlijn Voeding is de basis voor iedereen
LEERLIJN VOEDING OP EEN RIJTJE
Presentatie over:
• Sportvoeding algemeen
Workshops met als thema:
• Wat schep je op? (warme maaltijd) • Wat schep je op?
(ontbijt en lunch)
• Wedstrijdvoorbereiding in
binnen- en buitenland
• Sportdranken • Herstel
NOC*NSF vindt dat er geen redenen zijn te bedenken waarom je niet zou kiezen voor een gezonde sportvoeding. Het afgelopen jaar is in opdracht van NOC*NSF een Leerlijn Voeding samengesteld,
• Sportvoedingssupplementen • Tussendoortjes en
alcoholische dranken
Aanvullende onderwerpen: • Gewichtsklassen (voor gewichtsklassensporters) • Eetstoornissen
met onder andere een ‘E-learn-
(voor begeleiders en
ing Module Voeding’. Sport-
ouders van sporters)
diëtist Anja van Geel is één van de samenstellers. ‘De leerlijn is de basis voor iedereen.’ 24| Nieuwe Leerlijn Voeding is de basis voor iedereen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
Eetgewoonten bijschaven om je lichaam in betere conditie te brengen, lijkt eenvoudig maar is dat niet altijd. Eten en drinken is nu eenmaal niet een optelsom van energie en nutriënten, ook smaak, omgeving en persoonlijkheidskenmerken zijn van invloed. De sporter die hard traint om zijn of haar prestaties te verbeteren, moet ook bereid zijn om de voeding bij te schaven. Sportdiëtist Anja van Geel begeleidt al jaren groepen van sporters bij het optimaliseren van hun voeding. Ze heeft een eigen praktijk en maakt deel uit van NOC*NSF Team Voeding. Ze begeleidt vooral talentsporters die verblijven op het CTO (Centrum voor Topsport en Onderwijs, zie ook pagina 13) Papendal. ‘NOC*NSF heeft mij gevraagd om de begeleiding voeding op alle CTO’s en Nationale Trainingscentra (NTC) te coördineren.’ Het afgelopen jaar heeft Van Geel – samen met collega’s – in opdracht van NOC*NSF een Leerlijn Voeding samengesteld, met onder anderen een ‘E-learning Module Voeding’. Over de leerlijn merkt ze op: ‘Het is de basis voor iedereen.’
Naslagwerk voor de sporter Van Geel vertelt dat het scouten van de talenten start in de regio’s. ‘Die sporter woont nog thuis. De voedingsvoorlichting richt zich in die fase ook op de thuissituatie. Dat is een andersoortige benadering dan de sporter die inmiddels woont op een CTO (Papendal, Heerenveen, Amsterdam, Eindhoven/ Den Bosch), daar traint en naar school gaat.’ NOC*NSF vindt dat er geen redenen zijn te bedenken waarom je niet zou kiezen voor een gezonde sportvoeding. De bewoners van de CTO’s merken dat voortdurend. ‘We brengen in kaart welke bagage ze aan voeding hebben en leren hen wat de belangrijke
'Wanneer eet je wat, in welke vorm en op zo’n manier dat je ook nog geniet van eten en drinken?' voedingspijlers van een wedstrijdprogramma zijn. Daarvoor maken we bijvoorbeeld gebruik van de E-learning Module Voeding.’ De module – samengesteld door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en NOC*NSF – is geschreven voor alle sporters die op een CTO wonen of gebruik maken van een NTC. De module is een naslagwerk voor de CTO/NTC-sporter over algememe sportvoeding. Er worden ook specifieke onderwerpen toegelicht zoals wedstrijdvoorbereiding, reizen, gewichtsproblemen en sportvoedingssupplementen. ‘Maar omdat ze zo’n druk programma hebben, komt het er vaak niet van om zich verder te verdiepen in de diverse onderwerpen. Daarom organiseren we binnen de Leerlijn Voeding nu ook workshops, om zo de theorie te vertalen naar de praktijk. ‘Heel leuk om te doen, vertelt Van Geel. ‘Zeker omdat we multidisciplinair werken en je dicht bij de werkvloer bent. Je kunt producten laten zien, proeven, zoeken naar oplossingen en maatwerk bieden.’
Multidisciplinaire samenwerking Het multidisciplinaire team (met onder anderen diëtist, coach, lifestyle-coach, sportarts en chefkok Erik te Velthuis) organiseerde in januari bijvoorbeeld een workshop over ‘herstellen’. ‘Voor de nieuwkomers is de workshop over algemene voeding belangrijk. Wat zijn eiwitten, koolhydraten? Als je tegen een CTO’er zegt ‘na de training heb je 20 gram eiwit nodig’, wat is dat dan? En dan komen er ook nog de koolhydraten bij, dat wordt ingewikkeld.’ Nieuwe Leerlijn Voeding is de basis voor iedereen |25 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
COLUMN De bedoeling is dat de sporter op het CTO alle workshops doorloopt (zie ook pagina 13). De volgorde van het programma stellen we samen in overleg met de coach. Die weet waar de problemen liggen, in de workshops maken ze kennis met het oplossen van die problemen.’ Op de vraag in welke mate de sporter de kennis in praktijk brengt, antwoordt Van Geel: ‘Aan het eind van de workshop vraagt de sportdiëtist aan elke sporter twee onderdelen te noemen die ze morgen in praktijk brengen. Daar kan hij of zij aan worden gehouden, de coach is immers aanwezig.’
Coosje Dijkstra, promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam,
Praktische problemen Wanneer eet je wat, in welke vorm en op zo’n manier dat je ook nog geniet van eten en drinken? Hoe past de sporter z’n voeding aan, aan trainingsprogramma en wedstrijden? De begeleiding van de sporter richt zich onder meer op het oplossen van praktische problemen. Van Geel: ‘Die verschillen per tak van sport. Bobsleeërs lopen er tegenaan dat ze op hun trainingslocatie een beperkte menukeuze hebben, het is te vaak patat en hamburger! Erik te Velthuis, chefkok van het Topsportrestaurant Papendal heeft zakjes met gezonde maaltijdcomponenten ontwikkeld die worden diepgevroren. En de vorm is zo gekozen dat ze precies passen in de waterkoker. ‘Opwarmen is geen probleem.’ En over de bobsleeërs zegt ze nog: ‘Ze trainen op grote hoogte, daar worden de energierepen keihard. Wij hebben nu andere repen ontwikkeld die ook bij lage temperaturen soepel blijven.’ Die aanpak past bij de NOC*NSFvisie dat er geen redenen zijn te bedenken waarom je niet zou kiezen voor een gezonde sportvoeding.
26| Nieuwe Leerlijn Voeding is de basis voor iedereen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
afdeling Voeding en Gezondheid
E
en column over schaatsen, de Elfstedentocht en het liefst nog een beetje voeding werd mij gevraagd. Nou, ik ben een voedingswetenschapper, kom uit Friesland en kan toevallig best een beetje schaatsen. Maar belangrijker, ik heb al drie keer een Elfstedentocht mogen meemaken, al was ik tijdens mijn eerste tocht vier jaar. Ik geloof niet dat wij indertijd erg onder de indruk waren van de Tocht der Tochten. ’s Ochtends heel vroeg, terwijl wij allemaal nog in bed lagen, hoorden we de wedstrijdschaatser langsrijden over de Luts, het
It giet oan riviertje vlak naast mijn ouderlijk huis. Ja, en voor de oplettende lezer, ook het riviertje dat traditioneel een van de zwakste plekken op de route is en waar vorig jaar een ijsmachine door het ijs ging (met mijn vader erop). Mijn
schaatsers”1. Het blijkt dat mannen tijdens de tocht 8.000 kilocalorieën verbruiken en vrouwen 6.500 kilocalorieën. Hierbij is uitgegaan van een gemiddeld gewicht van 75 kg voor mannen en 65 kg voor vrou-
te zorgen dat de suikervoorraden in zijn spieren niet worden uitgeput en na inspanning weer snel worden aangevuld. Dat betekent veel pannenkoeken of pasta eten, want daar kun je het meeste van eten zonder dat je al
fascinatie voor de Elfstedentocht is aanzienlijk gegroeid toen ik Friesland verliet, want het lijkt namelijk alsof niet-Friezen en dan vooral Amsterdammers, de Elfstedentocht veel leuker vinden dan wij. Mijn mening over of ie wel of niet zou doorgaan, ging er ineens toe doen. Mijn vroegere buurman die rayonhoofd is – maar overigens zelf niet schaatst – wordt door mijn vrienden nog steeds als BN-er beschouwd. Maar wat te eten tijdens 200 km schaatsen? Ik red het meestal prima op koek en zopie, maar mijn rondjes mogen geen naam hebben.
wen. Dit lijkt mij wat optimistisch aangezien het gemiddelde gewicht van mannen in Nederland in 2011 op 84 kg lag en voor vrouwen op 70 kg². Laten we er maar van uit gaan dat Elfstedentochtrijders slanke mensen zijn. Volgens de website draait het vooral om (heel veel) koolhydraten voor, tijdens en na de tocht en om veel drinken. Dat blijft toch nogal algemeen.
te misselijk wordt (!!!). Ook gedurende de wedstrijd blijft hij eten en drinken, vooral sportdranken met suikers, maar ook een beetje vast voedsel. Hij vertelde me dat het heerlijk is om tijdens een tocht, na liters sportdrank en bananen, ineens een marsje of een puddingbroodje te krijgen van iemand. En dan 200 km in zes uur… petje af.
Op het internet vond ik de leidraad “Voedingsadviezen voor een optimale prestatie tijdens de Elfstedentocht, Recreatieve
Nu heb ik een vrij succesvolle marathonschaatser in mijn kennissenkring, namelijk Jouke Hoogeveen. Ik heb hem gemaild en gevraagd hoe hij zich zou voorbereiden op de Tocht der Tochten? Hij mailde mij terug vanaf de Weissensee, waar hij nu druk bezig is met koolhydraten stapelen. Hij doet dat om ervoor
Maar enfin, sinds ik niet meer in Friesland woon, is die hele Tocht nooit meer gereden en verheug ik me er elk jaar meer op. Dus laten we dit jaar met zijn allen maar weer zo hard mogelijk hopen. Dat is toch de helft van de pret. En mocht ie komen, ga dan vooral langs de route staan met een marsje voor Jouke. 1
http://vodiservice.infoteur.nl/
specials/elfstedentocht.html ² Centraal Bureau voor de Statis-
“Voedingsadviezen voor een optimale prestatie tijdens de Elfstedentocht”
tiek. Nederlanders steeds langer maar vooral zwaarder 2011
Column |27 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
NIEUWSFLITSEN
Micronutriënten en gezond ouder worden De weg naar betere voeding begint bij onderzoek naar de voedselinname en voedingsstatus, en leidt zo naar nieuwe voedingsoplossingen, aldus prof.dr. Manfred Eggersdorfer in zijn oratie ‘Micronutrients and healthy ageing – perspectives’ (Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Medische Wetenschappen). Hij heeft als leeropdracht ‘gezond ouder worden, in het bijzonder de rol van (micro)nutriënten in gezondheid en succesvol verouderen’. Wetenschappelijk onderzoek en nieuwe benaderingen op het gebied van gepersonaliseerde voeding bieden uitzicht op gezonder ouder
Nieuwe cijfers hart- en vaatzieken in Nederland
worden en een beter welzijn. Bijna overal ter wereld is de levensverwachting gestegen en stijgt nog steeds. Helaas gaat langer leven voor veel mensen gepaard
Alhoewel hart- en vaatziekten (HVZ) niet meer
met niet-overdraagbare ziekten zoals osteoporose,
doodsoorzaak nummer één zijn in Nederland, sterft
diabetes mellitus, hart- en vaatziekten en kanker.
nog altijd één op de drie Nederlanders aan een hart- of
Gelukkig zijn er steeds meer bewijzen dat voeding en
vaatprobleem. De Hartstichting bracht in december
andere leefstijlfactoren de gezondheid en het welzijn
2013 het boek ‘Hart- en vaatziekten in Nederland 2013’
sterk kunnen beïnvloeden. Dat biedt kansen. Zo zijn
uit, met daarin de meest actuele cijfers over leefstijl,
micronutriënten essentieel voor het leven en een
risicofactoren, ziekte en sterfte. Vanaf 1972 daalt de
optimale gezondheid. Maar uit voedselconsumptiepei-
sterfte aan hart- en vaatziekten gestaag, maar deze
lingen blijkt dat in veel landen mensen de aanbevolen
daling lijkt de laatste jaren af te vlakken. In 2012
hoeveelheden micronutriënten niet halen door
overleden gemiddeld 57 vrouwen en 50 mannen per
veranderingen in hun leefstijl en voedingspatroon.
dag aan een hart- of vaatziekte. Onder vrouwen is het
Omdat onvoldoende inname van micronutriënten geen
daarmee de meest voorkomende oorzaak van sterfte.
directe gevolgen heeft, is er vaak geen aandacht voor
De belangrijkste verklaring hiervoor is dat vrouwen
de langetermijneffecten op de gezondheid en het
gemiddeld ouder worden dan mannen.
welzijn. Zo blijkt dat de vitamine D-status in veel landen, waaronder Nederland, ontoereikend is en niet
Gezonde leefstijl belangrijk
aan de richtlijnen voldoet. Dat heeft gevolgen voor het
De belangrijkste factoren die van invloed zijn op het
risico op osteomalacie (botverweking), maar beïnvloedt
ontstaan van HVZ zijn: roken, voeding en bewegen.
ook minder bekende gezondheidsvoordelen van
Het effect hiervan loopt soms rechtstreeks, maar vaak
vitamine D, zoals een grotere spierkracht en sterkere
via endogene risicofactoren, zoals een ongunstig
afweer.
serumcholesterolgehalte, verhoogde bloeddruk en
Bron: Rijksuniversiteit Groningen, februari 2014
overgewicht. De consumptie van groente, fruit,
28| Nieuwsflitsen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
vezelrijke producten en vis vermindert het risico op HVZ. Verzadigde vetzuren, zout en transvetzuren verhogen het risico juist.
Nog veel winst te behalen Een ongunstige leefstijl komt veel voor onder de Nederlandse bevolking. Het aantal rokers daalde de afgelopen decennia, maar is nog steeds te hoog (circa 40% in 1980, 26% in 2012). In 2011 voldeed 59% van de mannen en 58% van de vrouwen van 12 jaar en
Eetgedrag en serviesgrootte
ouder aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Volwassenen (19-69 jaar) eten te weinig fruit en groente, slechts 6-10% van hen eet voldoende fruit
Kleine borden en hoge, smalle glazen houden de
en maar 5-6% voldoende groente. Voor jongeren
porties klein. Dat klinkt logisch, want op een klein bord
(7-18 jaar) zijn de cijfers nog ongunstiger:
past ook minder. Maar zo simpel ligt dat niet, zo blijkt
respectievelijk 5% en 1% van hen haalt de
uit onderzoek van Koert van Ittersum, hoogleraar
aanbeveling. Vrijwel iedereen voldoet wel aan de
Marketing en Consumentenwelzijn aan de Rijksuniver-
richtlijn om minder dan 1 energie% uit transvetzuren
siteit Groningen. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen
te halen, maar de inname van verzadigd vet ligt met
met een twee keer zo grote kom een derde meer ijs
12,5 - 13 energie% nog altijd boven de norm van
opscheppen. Krijgen ze daarbij ook nog een grotere
<10 energie%.
opscheplepel, dan neemt het zelfs met zestig procent toe. ‘Het opvallende is dat de ‘veelscheppers’ zich niet
Hartstichting investeert 4,6 miljoen in hart- en vaatonderzoek
eens van bewust zijn van hun grotere ijsberg’, aldus
In januari van dit jaar reikte de Hartstichting aan
Dat komt doordat de grootte van een voorwerp wordt
zeventien talentvolle wetenschappers (onder andere
afgemeten aan de omvang van omringende objecten,
cardiologen en radiologen) een beurs uit om de
bekend als de Delboeuf-illusie. Het verband tussen
behandeling van onder meer hartstilstand, hartfalen
serviesgrootte en eetgedrag laat volgens Van Ittersum
en hartinfarct verder te verbeteren. Zo zal er
zien dat onderbewustzijn een belangrijke rol speelt in
onderzoek worden gedaan naar het effect van
consumptiegedrag.
visvetten in babymelk op de bloeddruk, het gebruik
Maar ook kleur en contrast bepalen hoeveel mensen
van oplosbare stents en naar het zogenaamde ‘afval
zichzelf opscheppen. Zo wordt er meer pasta met een
DNA’ dat tussen de genen ligt en iemands persoonlijke
witte saus op een wit bord geschept, dan pasta met
risico op een hartstilstand. In totaal wordt ruim 4,6
een rode saus. Dit komt doordat er weinig contrast is
miljoen euro geïnvesteerd.
tussen het witte bord en de witte pastasaus.
Bron: Hart- en vaatzieken in Nederland 2013.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen, december 2013
Van Ittersum.
De Hartstichting, december 2013.
Nieuwsflitsen |29 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
NIEUWSFLITSEN
Afvallen en een dun model als voorbeeld Mensen die op dieet zijn, vallen moeilijker af wanneer zij herhaaldelijk blootgesteld worden aan een foto van een dun model, zo blijkt uit onderzoek van Anne-Kathrin Klesse. Zij promoveerde februari jongstleden aan de School of Business and Economics van Maastricht University. Klesse voerde twee studies uit, bestaande uit twee dieetprogramma’s die elk een week duurden. De deelnemers aan de dieetprogramma’s waren eerstejaars studentes die wilden afvallen. In beide studies hielden alle deelnemers een voedingsdagboek bij. In studie één kreeg de helft van de deelnemers een dagboek met op de kaft een foto van een dun model en de andere helft een omslag met een neutrale, dieet-gerelateerde foto (meetlint). In studie
Nationaal congres kinderobesitas 2014
twee kreeg de ene helft tevens een foto van een dun model. De andere helft van de studentes ontving een foto van hetzelfde model, maar gewijzigd (in Photo-
Sinds 2007 werken Ziekenhuis Gelderse Vallei (het
shop) in iemand met een doorsnee, gemiddeld
‘voedingsziekenhuis’), en de afdeling Humane Voeding
gewicht. In beide studies hadden de deelnemers die
van Wageningen University samen in de Alliantie
geconfronteerd werden met het dunne model er
Voeding Gelderse Vallei. In deze Alliantie is voeding de
significant minder vertrouwen in dat ze hun doel
actieve verbinding tussen preventie, zorg en weten-
zouden bereiken. Dit had tot gevolg dat ze ook
schap. Het thema van de derde editie van het Natio-
daadwerkelijk minder resultaat boekten. De groep
naal Congres Kinderobesitas (januari 2014) was ‘van
die steeds de neutrale foto te zien kreeg, slaagde erin
wetenschap naar praktijk’. Het congres biedt zorg-
gewicht te verliezen, terwijl de deelnemers die werden
verleners en onderzoekers een platform om kennis
blootgesteld aan het dunne model minder succesvol
en ervaring uit te wisselen.
waren en zelfs licht waren aangekomen. ‘Een extreem dun model laat een einddoel zien dat erg ver weg ligt van je ‘huidige zelf’. De grote discrepantie hiertussen lokt inconsistent gedrag uit (bijvoorbeeld ongezonde snacks eten)’, aldus Klesse. Bron: Maastricht University februari 2014
30| Nieuwsflitsen Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
Sterke toename Ondanks alle preventiemaatregelen is het aantal kinderen met overgewicht en obesitas sterk toegenomen. Marokkaanse, Surinaamse en vooral Turkse kinderen kampen vaker met overgewicht dan Nederlandse kinderen. Sprekers benadrukten dat kinderen nog steeds te weinig bewegen en ongezonde eetgewoontes hebben. Ze eten bijvoorbeeld nog altijd
Onderzoek relatie voeding en depressie
veel te weinig groente en fruit. In één van de workshops was het thema de relatie tussen voeding en epigenetica. Zo blijkt dat zwangere vrouwen die
Met een budget van bijna negen miljoen euro is op
tijdens de Hongerwinter ondervoed waren, kinderen
1 januari 2014 het MooDFOOD project van start
kregen die later vaker overgewicht ontwikkelden.
gegaan. MooDFOOD staat voor Multi-country
Dit betekent dat een slechte kwaliteit van de voeding
cOllaborative project on the rOle of Diet, Food-related
– bijvoorbeeld een tekort aan foliumzuur – een direct
behaviour, and obesity in the prevention of Depression.
effect kan hebben op de expressie van genen.
Prof.dr. Marjolein Visser en dr.ir. Ingeborg Brouwer – afdeling Gezondheidswetenschappen van de Vrije
Multifactorieel
Universiteit (VU) – leiden het project en werken samen
Het debat tussen wethouder Eric van der Burg
met de afdeling Psychiatrie en Klinische Psychologie
(Gemeente Amsterdam) en prof.dr. Gertjan Schaafsma
van het VU medisch centrum. Het MooDFOOD
(Schaafsma Advisory Services) leidde tot de conclusie
consortium – met daarin dertien andere partners
dat het overgewichtsprobleem multifactorieel is en
verdeeld over Europa – bundelt expertise op het
zowel overheid, industrie als individu verantwoordelijk
gebied van voeding, consumentengedrag, psychiatrie
zijn. Prof.dr. Jaap Seidell (VU medisch centrum
en preventieve psychologie en gebruikt een unieke
Amsterdam) benadrukte in zijn presentatie het belang
integrale aanpak. De komende vijf jaar zal onderzoek
van langdurige begeleiding van jongeren met over-
gedaan worden naar de relatie tussen voeding en
gewicht omdat er grote kans is op terugval.
depressie en de onderliggende mechanismen. Deze
Raadpleeg www.congreskinderobesitas.nl voor meer
kennis zal worden gebruikt om nieuwe
informatie
voedingsstrategieën te ontwikkelen die helpen om depressie te voorkomen. Bron: Vrije Universiteit Amsterdam, februari 2014
Nieuwsflitsen |31 SSuiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
IN DE MEDIA
Slim eten met de Consumentenbond
De Consumentenbond publiceerde vorige maand de ‘Minigids DIEET’ met informatie over diverse fabels en feiten. ‘In deze minigids informeren we u over de enige methode die wél werkt en die altijd blijft werken: slim eten. Want wie begrijpt wat de gevaarlijkste verleidingen zijn en hoe de kilo’s ontstaan, kan er gemakkelijker iets tegen doen en toch lekker blijven eten.’
32| In de media Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
Met de campagne 'Slim eten' wil de Consumentenbond consumenten informeren over zin en onzin van afvallen. In de Minigids staan tips om gezond af te vallen, informatie over lightproducten en vragen en antwoorden over suiker. Via de webwinkel van de Consumentenbond zijn twee boeken te bestellen (Keuzedieet 1 en Keuzedieet 2) over gezond eten, tips voor verstandige keuzes en recepten. De bond heeft ook een kritische inventarisatie gemaakt van diverse afslankdiëten. Van meer dan zestig diëten zijn voedingskundige samenstelling, uitvoerbaarheid in de dagelijkse praktijk, looptijd en theorie(en) achter de aanpak beoordeeld. Sommige afvalmethoden zijn aanraders vindt de Consumentenbond, andere diëten verkopen veel onzin. Over ‘Bereik je ideale
TIEN TIPS GEZOND AFVALLEN IN DE MINIGIDS 1. Kies bewust 2. Beweeg 3. Eet drie keer per dag 4. Eet voor het winkelen 5. Zoek de balans 6. Kies een dieet volgens de Richtlijnen goede voeding 7. Wees matig met alcohol 8. Drink voldoende 9. Eet in rustig tempo 10. Kies een dieet dat bij u past
gewicht’ (Sonja Bakker) schrijft de Consumentenbond onder meer dat de dagmenu's door geringe hoeveelheid calorieën niet alle voedingsstoffen leveren die iemand nodig heeft. De kans bestaat dat de inname van calcium, ijzer, foliumzuur en vitamine D onvoldoende is, het vezelgehalte is laag. Het boek ‘Broodbuik’ (William Davis) is vooral een betoog tegen tarwe in ons voedingspatroon. Davis strijdt ook tegen andere voedingsmiddelen met veel koolhydraten zoals rijst, aardappelen en pasta. De Consumentenbond stelt vast dat de auteur inspeelt in op angst en argumenten gebruikt die wetenschappelijk klinken, maar hij laat de onderbouwing rammelen.
gemeden tijdens het afvallen? Consumentenbond daarover: ‘Er zijn theorieën dat tijdens afvallen helemaal geen koolhydraten moeten worden gegeten, maar die theorieën delen we niet. Koolhydraten (zoals suiker) maken niet dikker dan andere voedingsstoffen. Als u er te veel van eet, dan zorgt dit wel voor gewichtstoename. Zeker tussendoortjes bevatten soms veel suikers en deze kunnen vaak makkelijk weggelaten of worden vervangen.’
MEER INFORMATIE
(On)zin over eten en diëten In de Minigids is ook een hoofdstukje opgenomen
Raadpleeg www.consumentenbond.nl/slimeten
over ‘(On)zin over eten en diëten’. ‘Avocado maakt dik’ en koffie houdt vocht vast’. Wat is waar en wat niet? Is het waar dat koolhydraten moeten worden
consumentenbond.nl/test/voeding-gezondheid/
De inventarisatie over zestig diëten http://www. dieet-afvallen/dieten/welk-dieet-past-bij-mij/.
In de media |33 Suiker in perspectief 28 deel 2, februari 2014
suiker in perspectief is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding meer informatie: www.kenniscentrumsuiker.nl