Katholieke Hogeschool Limburg Industriële Wetenschappen en Technologie Faculteit Industrieel Ingenieur
Studiegids Industriële Wetenschappen Deel2 Vakfiches met o.m. inhouden en doelstellingen
SCH-CE
Schakelprogramma Industriële Wetenschappen Chemie
Academiejaar 2012-2013
FI²
4-12-2012, 12:56
OD Stpt/dOO
Punt/dOO
Punten/OO
Stpt
KO
BKV
WiEl
S
3
18
15
e
3
30
30
DmuMa
S
4
18
18
e
4
40
40
FFLTH
DaMi
M
4
24
18
e
4
40
40
3
FMAT12
VaBe
c
3
30
30
Wiskunde 6
6
FWIS6
ThLe
S
3
12
24
e
6
60
60
Elektriciteit1 schakel
6
Elektriciteit1_1 schakel
FELI1_1S
DaMi
S
3
18
12
J
3
30
Elektriciteit1_2 schakel
FELI1_2S
DaMi
J
3
30
Algemene organische chemie
FORG2A_1
VaEt
J
1
10
Reactiemechanismen deel 1
FORG2_2
VaEt
J
1
10
Reactiemechanismen deel 2
FORG2_3
VaEt
J
3
30
Elektrochemie1_1
FELCHEM1_1
DeRi
M
4
24
J
4
40
Analoge Elektronica 8
FANEL8+L
SmDi
S
1
6
J
1
10
Industriële proceschemie
FPCHES
LyMy
M/P
2
18
J
2
20
Meet- en regeltechniek
FMREG4
XxXx
M/S/P
4
16
10
J
4
40
S/M
3
15
15
e
3
30
30
e
3
30
30
J
4
40
Stpt OO
OO
Naam OO/dOO
FFYSS
Fysica schakel
3
FFYSS
FMECHS
Mechanica schakel
4
FMECHS
FFLTH
Fluïdomechanica + Thermo schakel
4
FMAT12
Materiaalkunde 12
FWIS6
FELI1S
FORG2A
FELCHEM1
FINCE1B
Organische Chemie2A
Elektrochemie 1
Industriële chemie 1B
Coörd. Verantw. Ex
SCH-CE
Code dOO
Contract
Schakelprogramma Chemie, optie Chemie
Semester 1
Semester 2 L
Ex
Stpt
KO
S
3
12
S/L
3
12
BKV
L
3
24
c
S/P
3
12
6
8
5
60
e S
1
15
1
12 S
3
24
5
50
c 6 6
6
50
e
10
60
FCING1
Chemische ingenieurstechnieken 1: Massa en warmte: balansen en transport
3
FCING1
DkJo
FCING2
Chemische thermodynamica
3
FCING2
DkJo
M/S
3
15
18
FCING3
Chemische ingenieurstechnieken 3
6
Scheidingsprocessen
FCING3_1
BrLe
M/S
4
24
15
Toegepaste Informatica (Aspen)
FCING3_S
BrLe
P
1
12
J
1
10
Labo CING
FCING3_L
ThLe
P
1
12
J
1
10
c
60
FCING4
Reactorkunde
3
FCING4
ThLe
M/S
3
24
e
3
30
30
FPOET
Poedertechnologie
3
FPOET
DeRa
M
3
21
e
3
30
30
Totaal Aantal Opleid.Ond. -- Aantal examens Totaal aantal contacturen Gemidd. aantal contacturen / week ECTS-punten / semester Aantal creditattesten
60 14
60
600
600
KO: Kennisoverdracht ; BKV: Begeleide kennisverwerking; L : Lab(o) Contract: e: examencontract is mogelijk; c: geen examencontract mogelijk Ex: P: permanente evaluatie ; L: lab(o)-examen ; S: schriftelijk examen ; M: mondeling examen OO: Opleidingsonderdeel --- OD: indien J: overdracht punten deelvak mogelijk
186
126
6
10
154
318
45
254 24
20
31 5
55
9
29 9
14
FANEL8+L_1213_SmDi
dOO Code
Analoge Elektronica 8 FANEL8+L
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Dirk Smets (SmDi) Rita Dewaele (DeRi), Dirk Smets (SmDi) 3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO 1 Tot.: 28u KO: 6u BKV: 0u Inleidend
Competenties
De student beschikt over: (AC1, AC2, AWC1, AWC2, WC1, BC2, BC4) 1. een ruime, veelzijdige wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.6; 2. praktische vaardigheden 2.1, 2.2, 2.3; 4. algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.11; 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.3, 6.4, 6.5, 6.7.
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties, codes verwijzen naar decretale competenties (zie deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Labo: 6u
ZS: 16u
De student kan: - de werking van (lineaire en niet-lineaire) OpAmp schakelingen verklaren WC1,AC1,AC2,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6 - de schematische voorstelling van verschillende OpAmp schakelingen tekenen WC1,AC1,AC2,1.1,1.2, 1.3,1.5,1.6 - een OpAmp schakeling voor een specifieke toepassing ontwerpen, opbouwen, uitmeten en verifiëren. AWC1,AWC4,2.2,2.3,6.1,6.4,6.6 - de toepassingen van de OpAmp in de galvanostaat en potentiostaat verklaren WC1,AC1,AC2,1.1,1.2,1.3,1.5,1.6
Inhoud
Theorie: - Algemene versterkertechniek - Basisschakelingen met operationele versterkers (OpAmp) - Toepassingen met operationele versterkers o De instrumentatieversterker o Opamp als comparator o Opampschakelingen bij een potentiostaat en een galvanostaat Lab: Basisschakelingen met OpAmps ontwerpen en opbouwen en hierop enkele metingen/testen uitvoeren
Werkvorm
Hoorcollege (met geïntegreerde oefeningen) en labzittingen
Studiemateriaal
Eigen cursustekst en slides Eigen labopgaven
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen (met theorievragen en oefeningen). Schriftelijk examen (met theorievragen en oefeningen).
FANEL8+L_1213_SmDi
dOO Code
Analoge Elektronica 8 FANEL8+L
Algemene visie
Door de toenemende digitalisering van de elektronische schakelingen lijkt het aandeel van de analoge elektronica steeds kleiner te worden. Aangezien echter de meeste sensoren van fysische grootheden analoge waarden meten (temperatuur, druk, licht, … enz.), zal de analoge elektronica niet weg te denken zijn. Het doel van dit vak is de studenten de principes en vaardigheden aan te reiken om, uitgaande van een te meten grootheid, de nodige signaalconditionering en -verwerking te kunnen uitvoeren. Ook is het de bedoeling dat de student in dit vak specifieke competenties, vaardigheden en het nodige inzicht verwerft om zelfstandig nieuwe informatie te verwerken en analoge elektronische basisopdrachten op te lossen.
Begincompetenties
Basiskennis en -vaardigheden rond elektriciteit en analoge elektronica.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
FANEL8+L vormt de theoretische en praktische achtergrond om de werking van bepaalde toestellen die gebruikt worden in de elektrochemie (potentiostaat, galvanostaat) te begrijpen.
Relatie met onderzoek
Gezien de student(e) de laboproeven zelfstandig moet uitvoeren en verwerken, zal hij/zij hierbij de basisprincipes aanleren om onderzoeksgegevens te verzamelen, te analyseren, te verwerken en te presenteren, ook al bevatten de laboproeven op zich meestal geen vernieuwende materie.
Relatie met werkveld
FANEL8+L voorziet de toekomstige ingenieur mee van een brede basiskennis en achtergrondinformatie over toestellen die in de elektrochemie gebruikt worden.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Lab: verplichte aanwezigheid
FCING1_1213_DkJo
OO Code
Chemische ingenieurstechnieken 1 FCING1
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Jozefien De Keyzer (DkJo) Jozefien De Keyzer (DkJo) 2ABA-CE, SCH-CE, SCH-BIO 3 Tot.: 84 u KO: 15 u Uitdiepend
Competenties
De student: 1. Beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen. 1.1, 1.2, 1.3 3. Beschikt over communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.5
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
BKV: 15 u
ZS: 54 u
De student - kan materiaal- en warmtebalansen opstellen. AC1/WC, 1 .1, 1.2, 1.3 - heeft inzicht in en kan onderscheid maken tussen de verschillende vormen van massa- en warmteoverdracht. Hij kan de verschillende basiswetten verklaren en toepassen. AC1/WC11, 1.1, 1.2 - kan de verschillende stappen in een afleiding verklaren AC1/WC, 1 .1, 1.2 - kan analogieën trekken en de behandelde begrippen toepassen om gelijkaardige, niet geziene problemen op te lossen en geeft de oplossing van een probleem/oefening op een gestructureerde manier weer AC10, AWC4, 1.3, 3.1, 3.2, 3.5 - kan een warmtewisselaar ontwerpen en/of een bestaande warmtewisselaar evalueren. BC4
Inhoud
Theorie & oefeningen: - Massabalansen - Energiebalansen - Stationaire warmte-overdracht: geleiding en convectie in verschillende geometriën, globale warmte-overdrachtscoëfficiënt, berekenen convectieve warmte-overdrachtscoëfficiënt, - Warmtewisselaars: keuze warmtewisselaar, ontwerp en evaluatie van een warmtewisselaar (incl. warmtewisselaars met faseveranderingen) - Niet-stationaire warmte-overdracht: koelen en bevriezen van voedingswaren en andere toepassingen - Stationaire massa-overdracht - Niet-stationaire massa-overdracht met toepassing verdampen - Toepassingen: Roeren en mengen, Drogen, Ovens
Werkvorm
Interactieve werkcolleges met oefeningen en korte hoorcolleges
Studiemateriaal
Cursus ‘Materie en energie in chemische processen’
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Theorie (25%): Mondeling met schriftelijke voorbereiding. Rekenmachine en formularium niet toegelaten. Oefeningen (75 %): Mondeling met schriftelijke voorbereiding + schriftelijk. Rekenmachine en formularium toegelaten. Idem.
FCING1_1213_DkJo
OO Code
Chemische ingenieurstechnieken 1 FCING1
Algemene visie
De opleiding industrieel ingenieur wil de student voorbereiden op het werk in een technische bedrijfsomgeving. In dit vak wordt beoogd enkele specifieke onderdelen of toepassingen in de chemische processen toe te lichten. Hierbij wordt vertrokken vanuit de fysische achtergrond die aan bod komt bij de verschillende transportverschijnselen en vanuit de reële toepassingen in de industrie. De studenten leren zo een aantal veel voorkomende ontwerp- en gebruiksproblemen uit de chemische industrie op te lossen, zoals bvb. het ontwerp van een warmtewisselaar.
Begincompetenties
Er wordt van de student verwacht enige voorkennis te hebben vanuit Chemie (CHEM1, CHEM2, CHEM3), Fluidomechanica en Fysica. Voor het oplossen van differentiaalvergelijkingen wordt gesteund op het vak wiskunde.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op: Chemie (CHEM1, CHEM2, CHEM3), Fluidomechanica en Fysica. Voor het oplossen van differentiaalvergelijkingen wordt gesteund op het vak wiskunde. Is basis voor: CING2, CING3, CING4, ONT-CE
Relatie met onderzoek
Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Wel komen onderzoekscompetenties zoals het analyseren van een probleem uitgebreid aan bod bij d oefeningen. Waar mogelijk worden voor oefeningen, toepassingen of voorbeelden genomen uit recent onderzoek.
Relatie met werkveld
Dit vak is een typisch onderdeel van de chemische ingenieurstechnieken. De behandelde onderwerpen zijn dan ook rechtstreeks toepasbaar bij het ontwerpen en de controle van chemische processen, een belangrijk werkveld voor de industrieel ingenieur chemie.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Chemical process: design and integration, R.M. Smith Transport Processes and Separation Process Principles, C.J.Geankoplis - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: zie examenvorm
FCING2_1213_DkJo
OO Code
Chemische thermodynamica FCING2
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Jozefien De Keyzer (DkJo) Jozefien De Keyzer (DkJo) 3ABA-CE, SCH-CE 3 Tot.: 84u Inleidend
Competenties
De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen. 1.1, 1.2, 1.3 3. communicatievaardigheden 3.1, 3.2, 3.5
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
KO: 15u
BKV: 18u
Labo: 0u
ZS: 51u
De student kan: - de fysisch-chemische grondslagen van de verschillende aspecten van het fase-evenwicht en het chemische evenwicht weergeven AC1, WC1;1.1, 1.2 - de in dit vak gehanteerde terminologie en begrippen gebruiken AC6; 3.1, 3.2, 3.5 - uitgaande van de analogie met de oefeningen uit de les nieuwe problemen met dezelfde moeilijkheidsgraad zelfstandig oplossen AWC4; 1.3
Inhoud
Theorie & oefeningen: - Evenwicht bepaald door de wetten van de thermodynamica - Fase-evenwicht in één-component systemen: toestandsvergelijkingen van ideale en reële gassen, Clausius-Clapeyron, begrip fugaciteit - Systemen met meerdere componenten: partiële molaire grootheden, chemische potentiaal, activiteiten, vloeisof-damp evenwicht, oplosbaarheid, vloeistof-vloeistof evenwicht, eenvoudige fasediagrammen en toepassing van de hefboomregel - Chemisch evenwicht - Berekening van niet-ideale evenwichten aan de hand van toestandsvergelijkingen en modellen (Margules, Van Laar, ..) - Ellinghamdiagrammen - Lezen en interpreteren van fasediagrammen in systemen met metallische en oxideverbindingen
Werkvorm
Interactief hoorcollege en oefeningen
Studiemateriaal
Cursus ‘Chemische thermodynamica’
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Theorie (25 %): theorievraag met schriftelijk voorbereiding, met mondelinge bijvragen wordt naar inzicht gepeild. Grafisch rekenmachine is hierbij niet toegelaten. Schriftelijk oefeningenexamen (75%) met formularium en rekenmachine Idem
FCING2_1213_DkJo
OO Code
Chemische thermodynamica FCING2
Algemene visie
Dit vak beoogt de basiskennis van de student rond chemische thermodynamica, fase-evenwicht en chemisch evenwicht. Het doel is enerzijds de kennis rond deze fysische en chemische begrippen uit de diepen en verbreden, anderzijds de basis te leggen voor rechtstreeks gebruik in de chemische ingenieurstechnieken. Eveneens wordt een kritische ingesteldheid en het actief gebruiken van de verworven kennis beoogd.
Begincompetenties
Er wordt uitgegaan van een kennis van basisbegrippen uit Chemie, Fysica en Wiskunde zoals deze aan bod komen in de opleiding. Logische redeneervaardigheid en analytisch vermogen worden verwacht.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op: Chemie, Fysica en Wiskunde Is basis voor: Chemische ingenieurstechnieken (Scheidingsprocessen FCING3 en Reactorkunde FCING4) en Ontwerpen(ONT-CE). Begrippen als Chemische potentiaal komen eveneens terug in het vak Elektrochemie.
Relatie met onderzoek
Aangezien deze cursus in eerste instantie tot doel heeft om de basisbeginselen van de chemische thermodynamica aan te brengen, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Er wordt wel kort verwezen naar bestaand onderzoek en literatuur, voornamelijk betreffende de opbouw van de verschillende chemische modellen.
Relatie met werkveld
Dit vak brengt voornamelijk basisbegrippen aan. De relatie met het werkveld komt dan ook vooral aan bod in de vervolgonderdelen van chemische ingenieurstechnieken zoals Scheidingstechnieken, Reactorkunde en Ontwerpen. Het lezen en interpreteren van Fasediagrammen komt eveneens aan bod in het projectwerk (in samenwerking met een bedrijf) van de bachelorproef.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:
FCING3_1_1213_BrLe
dOO Code
Scheidingsprocessen CING3_1
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Leen Braeken (BrLe) Leen Braeken (BrLe) 3ABA-CE, SCH-CE 4 Tot.: 110u Uitdiepend
Competenties
De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4,1.6, 1.7 3. communicatievaardigheden 3.5 4. algemene beroepsattitudes 4.2, 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.5, 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Inhoud
KO: 24u
BKV: 15u
Labo: 0u
ZS: 71u
De student moet inzicht verwerven in de fundamentele principes van diverse scheidingsprocessen en dit kunnen gebruiken om nieuwe gelijkaardige systemen te analyseren WC1/AC1, 1.1,1.2,1.3, 6.5. De student kan de in de oefeningen aangeleerde procedures voor de dimensionering en selectie van apparatuur zelfstandig toepassen AWC4, 1.3,1.4, en het bekomen resultaat kritisch beoordelen AWC1, 6.7. De student is in staat om Engelstalige eenheden / grafieken te verwerken AC6, 3.5. De student toont inzicht in bestaande technische realisaties en kan de geziene theorie toepassen in een bestaand productieproces o.b.v. processchema en een korte procesbeschrijving AC10/AC11/BC3, 1.6, 4.2. De student is op de hoogte van recent onderzoek (voornamelijk membraanprocessen en kristallisatie) AWC13,1.7. - Overzicht van verschillende scheidingsprocessen - Destillatie: Binaire continue destillatie (basis + complexe systemen) Batch destillatie Flash destillatie - Extractie - Uitloging - Absorptie - Adsorptie - Kristallisatie - Deeltjesscheiding (filtratie – bezinking – cyclonen) - Membraanprocessen Seminarie: Scheidingsprocessen in raffinage
Werkvorm
Interactieve werkcolleges met oefeningen en korte hoorcolleges, Seminarie Gastspreker
Studiemateriaal
Cursustekst BrLe “ Scheidingsprocessen” (Cursusdienst) Kopies van transparanten uit de les Artikels
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Theorie (1/3):Mondeling met schriftelijk voorbereiding, Gesloten boek Oefeningenexamen (2/3): Schriftelijk, open boek Idem.
FCING3_1_1213_BrLe
dOO Code
Scheidingsprocessen CING3_1
Algemene visie
Scheidingsprocessen zijn eenheidsoperaties die in chemische en biochemische industrie veelvuldig voorkomen. In de opleiding is het dan ook noodzakelijk dat voldoende aandacht wordt besteed aan de basisprincipes van deze eenheidsbewerkingen. Dit omvat enerzijds een goede kennis en begrip van essentiële principes en anderzijds toepassen van deze kennis in bestaande productieprocessen. De nagestreefde competenties zijn een systematische probleemanalyse, logische redeneervaardigheden, zelfstandig toepassen van de verworven methodologie bij het sturen en ontwerpen van chemische processen, kritisch beoordelen van bekomen resultaten en aandacht voor veiligheidsaspecten.
Begincompetenties
De student is vertrouwd met een aantal eenheidsbewerkingen in een industrieel proces en is in staat om massa- en warmtebalansen op te stellen over een gegeven unit/proces.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op: FPCHE, FCING1, FCING2 Is basis voor: Ontwerpen
Relatie met onderzoek
Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Toch komen enkele verwijzingen en onderzoekscompetenties aan bod:In de cursus wordt gesteund op een Engelstalig handboek. Op die manier raakt de student vertrouwd met Engelstalige vakterminologie, het gebruik van diverse eenheden en het zelfstandig verwerken en opzoeken in anderstalige literatuur. Verder worden resultaten van eigen onderzoek (membraanprocessen, kristallisatie,…) ter sprake gebracht.
Relatie met werkveld
Scheidingsprocessen komen veelvuldig voor in de chemische en biochemische industrie. Inzicht in de basisprincipes is dan ook noodzakelijk voor het regelen en ontwerpen van deze installaties. In het kader van de cursus wordt geprobeerd om minstens 1 gastspreker uit de industrie uit te nodigen om een bestaand industrieel scheidingsproces voor te stellen. Op basis van gerichte vragen beredeneren de studenten hoe ze dit proces kunnen bijsturen.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Ondersteunende handboeken (beschikbaar in mediatheek): - Separation Process Principles (J.D. Seader and E.J. Henley) - Transport Processes and Separation Process Principles (C.J. Geankopolis) Chemical process: Design and integration, R.M. Smith - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: - Het is belangrijk dat de student de verworven kennis ook kan toepassen in reële situaties. Dit wordt specifiek getoetst op het examen voor een niet gezien proces. De geëvalueerde competenties zijn voornamelijk logisch redeneervermogen, kritische reflectie van resultaten en aandacht voor externe factoren zoals veiligheid.
FCING3_L_1213_ThLe
dOO Code
Labo Chemische ingenieurstechnieken FCING3_L
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Thomassen Leen (ThLe) Thomassen Leen (ThLe) 3ABA-CE, SCH-CE 1 Tot.: 28u Uitdiepend
Competenties
De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.3 2. praktische vaardigheden 2.1,2.2, 2.3 3. communicatievaardigheden 3.1 4. algemene beroepsattitudes 4.6, 4.12
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
KO: 0u
BKV: 0u
Labo: 12u
ZS: 16u
De student: - kan het procesverloop in de aanwezige opstellingen (destillatiekolom, filtratie-unit,…) toelichten. AC2, 1.3 - is vertrouwd met de verschillende onderdelen, processturing en veiligheidsaspecten van de opstelling BC3 - moet de opstelling kunnen bijregelen op basis van verworven inzichten uit de theorie en deze kunnen toelichten BC4/AC10, 3.1, 2.1, 2.2, 2.3 - kan, aan de hand van opgaven, een planning en taakverdeling opmaken en de experimenten uitvoeren AC5/AC4/BC1, 4.6 - kan de experimenten theoretisch onderbouwen, resultaten interpreteren, grafisch voorstellen en gebruiken voor opschaling AC6/AC12, 3.1 - kan een chemisch proces regelen en opstarten BC3
Inhoud
Proeven en opstellingen in verband met destillatie, filtratie, menging en warmtewisseling
Werkvorm
Labo
Studiemateriaal
Labotekst en opgaven
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Permanente evaluatie & verslagen (inzicht en uitvoering van de proeven en verslag) Praktische proef en theoretische ondervraging van andere proeven
FCING3_L_1213_ThLe
dOO Code
Labo Chemische ingenieurstechnieken FCING3_L
Algemene visie
Met de opleiding willen we ingenieurs vormen met een brede algemene, wetenschappelijke en technische kennis, gecombineerd met voldoende voeling voor de praktijk. Het labo procestechnieken biedt de student de kans om op piloot- of laboschaal voeling op te bouwen met het regelen van de verschillende installaties en processen. De bekomen resultaten dienen kritisch te worden geëvalueerd en gelinkt met de theorie. Tenslotte wordt bijzonder de nadruk gelegd op het naleven en in acht nemen van veiligheidsaspecten.
Begincompetenties
Praktische labovaardigheden, lezen van gevaarsymbolen Maken van berekeningen/ontwerpen uit het vakgebied chemische ingenieurstechnieken.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Het labo CING maakt gebruik van verworven kennis in verband met diverse eenheidstechnieken die in de loop van het curriculum in de diverse CING-vakken aan bod komen. Steunt op: massa en warmte: balansen en transport (FCING1), chemische thermodynamica (FCING2), scheidingsprocessen (FCING3) en Reactorkunde (FCING4).
Relatie met onderzoek
Het labo CING biedt veeleer de kans om op proefondervindelijke wijze ervaring op te doen met het opstarten, regelen en afsluiten van diverse eenheidsoperaties en processen in de industrie. Studenten worden geconfronteerd met de verschillen tussen de laboschaal waarop onderzoek meestal gebeurd en de industriële schaal van de productie.
Relatie met werkveld
De bestudeerde processen komen veelvuldig voor in de chemische en biochemische industrie. Het opstarten, opereren onder veranderende condities, en tenslotte afsluiten van deze installaties zijn dan ook een essentiële vaardigheden nodig in het werkveld.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:
FCING3_S_1213_BrLe
dOO Code
Toegepaste Informatica (Aspen) CING3_S
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Leen Braeken (BrLe) Leen Braeken (BrLe) 3ABA-CE, SCH-CE 1 Tot.: 25u Inleidend
Competenties
De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.3 2. praktische vaardigheden 2.2 3. communicatievaardigheden 3.5 4. algemene beroepsattitudes 4.2, 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.4, 6.5, 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Inhoud
KO: 0u
BKV: 0u
Labo: 12u
ZS: 13u
De student kan zelfstandig een (deel van een) chemisch proces simuleren en optimaliseren met ASPEN AWC2/ AWC11/AC11/AC12/BC3/BC4, 1.3, 4.2, 6.5. De student kan op basis van tutorials zelfstandig werken met het commercieel simulatiepakket Aspen 2.2, 3.5 De student kan de bekomen resultaten kritisch evalueren en eventuele benaderingen inschatten AC12, 6.4,6.5,6.7 Simuleren van eenvoudige chemische (deel)processen met name destillatie en extractie met Aspen. Leren definiëren van designspecificaties / sensitiviteitsanalyse binnen het software pakket voor optimalisatie van het voorgelegde probleem.
Werkvorm
Labo (computersimulaties)
Studiemateriaal
Opgavenbundel met eenvoudige opdrachten Tutorial Aspen
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Permanente evaluatie van simulatie opdrachten Geen tweede examenkans mogelijk
FCING3_S_1213_BrLe
dOO Code
Toegepaste Informatica (Aspen) CING3_S
Algemene visie
De studenten worden vertrouwd gemaakt met een veelgebruikt simulatiepakket (ASPEN) uit het werkveld. De opleiding beoogt een oordeelkundig gebruik van dit pakket bij de simulatie van werkelijke processen met een kritische reflectie. Hiertoe wordt in eerste instantie via eenvoudige opdrachten gewerkt die nauw aansluiten bij de theorie. Op die manier vormt het vak een basis voor verdere ontwerp-berekeningen.
Begincompetenties
De student is vertrouwd met een aantal eenheidsbewerkingen in een industrieel proces en is in staat om massa- en warmtebalansen op te stellen over een gegeven unit/proces.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op: FCHE, FCING1, FCING2, FCING3_1 Is basis voor: Ontwerpen
Relatie met onderzoek
Aangezien het hier om een typisch basis ingenieursvak gaat, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. De student leert informatie schematisch voorstellen, controles inbouwen in de berekeningen en kritisch omgaan met resultaten afkomstig van een simulatie.
Relatie met werkveld
De student is vertrouwd met een veelgebruikt simulatiepakket (ASPEN).
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands – Tutorial en simulatiepakket: Engelstalig - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: Een zeer belangrijke competentie is de kritische reflectie van de gesimuleerde resultaten.
FCING4_1213_ThLe
OO Code
Reactorkunde FCING4
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Leen Thomassen (ThLe) Leen Thomassen (ThLe) 3ABA-CE, SCH-CE 3 Tot.: 84u Uitdiepend
Competenties
De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7 4. algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.5, 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Inhoud
KO: 24u
BKV: 0u
1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding Grondslagen van de chemische reactorentechnologie Ontwerp en analyse van isotherme homogene reactorsystemen Reactordesign in functie van onderliggende kinetica Niet-ideale stroming en verblijftijdspreiding
Hoorcollege + oefenzittingen
Studiemateriaal
Cursustekst met oefeningen en formularium Bijkomende documenten en powerpointslides via Toledo.
2de examenkans
ZS: 60u
De student: - heeft inzicht in de werking van de verschillende reactortypes en kan de onderlinge verschillen aanduiden WC1,AC1, AWC1, 1.1, 1.2, 1.3, 6.5 - kan ideaal werkende homogene, isotherme reactorsystemen ontwerpen en analyseren AWC1,AWC4, 1.3, 1.5, 1.6, 4.2; 6.5, 6.6, 6.7 - kan een gemotiveerde keuze maken voor een bepaald reactorsysteem in functie van de gewenste reactie(s) AWC1; 1.5, 6.7 - kan een verblijftijdspreidingsexperiment interpreteren en de mogelijke oorzaken van niet-ideale stroming in een reactor identificeren (dood volume, kortsluitstromen, inwendige recirculatie, …) AWC1; 1.5, 6.7
Werkvorm
Examenvorm 1ste examenkans
Labo: 0u
Mondeling examen. 25% van de punten wordt gequoteerd op een theorievraag die mondeling wordt toegelicht en 75% op oefeningen die schriftelijk worden opgelost. Het formularium wordt op het examen ter beschikking gesteld van de student. Het grafisch rekentoestel mag gebruikt worden op voorwaarde dat het werkgeheugen en het permanent geheugen volledig gewist werden. Mondeling examen. 25% van de punten wordt gequoteerd op een theorievraag die mondeling wordt toegelicht en 75% op oefeningen die schriftelijk worden opgelost. Het formularium wordt op het examen ter beschikking gesteld van de student. Het grafisch rekentoestel mag gebruikt worden op voorwaarde dat het werkgeheugen en het permanent geheugen volledig gewist werden.
FCING4_1213_ThLe
OO Code
Reactorkunde FCING4
Algemene visie
De omzetting van grondstoffen naar gewenste eindproducten vormt de essentie van de chemische (proces-)industrie. Het zijn precies deze omzettingsprocessen en hun apparaten die het onderwerp vormen van de reactorentechnologie. Hierbij worden de concepten aangebracht om de reactorsystemen te ontwerpen en te analyseren. In deze inleidende cursus wordt de werking van homogene, isotherme reactorsystemen behandeld. In een daaropvolgende verdiepende cursus wordt dan de uitbreiding gemaakt naar niet-isotherme en heterogene reactorsystemen.
Begincompetenties
De vereiste voorkennis omvat ‘kinetica van chemische reacties’ (FCHE1) ‘Massa- en warmteoverdracht’ (CING1) en ‘Chemische thermodynamica’ (CING2).
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Deze cursus maakt gebruik van de algemene concepten en beschrijvingen van de chemische ingenieurstechnieken, in het bijzonder uit de opleidingsonderdelen massa- en warmte-overdracht en chemische thermodynamica. Een verdiepende cursus reactorentechnologie wordt aangeboden in een latere fase van het curriculum.
Relatie met onderzoek
Aangezien deze cursus in eerste instantie tot doel heeft om de basisbeginselen van de reactorentechnologie aan te brengen, is de relatie met onderzoek eerder beperkt. Wel kan vermeld worden dat een kritische houding en een methodologische aanpak verwacht wordt. Voornamelijk tijdens het oplossen van oefeningen zal hier dan ook ruim aandacht aan worden besteed.
Relatie met werkveld
Zoals reeds gesteld vormt reactorentechnologie één van de basisdisciplines van de chemische ingenieurstechnieken. Inzicht in de werking van reactoren is inderdaad onontbeerlijk om later aan de slag te gaan als (chemisch) procesingenieur. In deze cursus wordt de student vertrouwd gemaakt met de meest courant gebruikte reactortypes. De inleidende cursus beperkt zich tot homogene, isotherme reactorsystemen.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Chemical Reaction Engineering, 3rd edition, Octave Levenspiel, Wiley, 1999 (aanwezig in de mediatheek), engelstalig
FELCHEM1_1_1213_DeRi
dOO Code
Elektrochemie 1_1 FELCHEM1_1
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Rita De Waele (DeRi) Rita De Waele (DeRi) 3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO 4 Tot.: 112u KO: 24u Inleidend
Competenties
De student beschikt over: 1. een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1/1.2/1.3 3. communicatievaardigheden 3.1/3.2 4. algemene beroepsattitudes 4.1/4.2/4.3/4.5 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken 6.4/6.6/6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
BKV: 6u
Labo: 0u
ZS: 82 u
De student kan: - de constructie, de werking en de theoretische achtergrond van de elektrodesoorten weergeven WC1; - de meettechnieken voor de bepaling van transportgetallen bespreken alsook het verband met de fysische parameters van het bijhorende deeltje AWC1; - het E-pH diagramma van water construeren en andere Pourbaix diagramma interpreteren AWC1/AWC2; - de redenering die gevolgd wordt bij de EMK afleiding van metaal/metaalion systemen veralgemenen tot redoxsystemen AC10; - een verband leggen tussen potentiaalmetingen en thermodynamische grootheden WC1; - complexe oefeningen met de geziene methodieken oplossen AWC4/BC2/AC10/BC8; - alle afgeleide formules in eigen woorden uitleggen WC1/AC6; - de praktische toepassingen van de conductometrie bespreken AC2/AWC1.
Inhoud
de migratie van ionen en het geleidingsvermogen met toepassingen van de conductometrie elektrochemische thermodynamica referentie-elektroden en redoxpotentialen het stabiliteitsgebied van water potentiaalsprongen tussen elektrolytoplossingen membraanelektroden activiteiten en activiteitscoëfficiënten potentiometrische concentratie- en activiteitsmetingen in de praktijk oefeningen bij elke leereenheid
Werkvorm
Interactief college, oefenzitting
Studiemateriaal
Eigen cursustekst en ppt met per hoofdstuk gedetailleerde doelstellingen, materiaal uit labo
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Mondeling met schriftelijke voorbereiding Mondeling met schriftelijke voorbereiding
FELCHEM1_1_1213_DeRi
dOO Code
Elektrochemie 1_1 FELCHEM1_1
Algemene visie
Inhoudelijk is Elektrochemie1_1 een cursus die aanvangt met processen onder nul stroom (potentiometrie) om uiteindelijk te komen tot stroomspanningsrelaties die worden toegepast in corrosie en corrosiebescherming en die verder worden uitgewerkt in Elektrochemie2. De cursus is opgebouwd uit verschillende basiselementen waarbij er aandacht wordt geschonken aan de onderliggende theorie om nadien het praktisch gebruik beter te verklaren. De basiselementen worden nadien ingeschakeld in een groter geheel. Die elektrochemische opstellingen liggen aan de basis van heel wat medische, analytische, biochemische, industriële en milieu analyses. De student wordt dan ook steeds geconfronteerd met de vakoverschrijdende toepassing. Er wordt de nodige chemisch wetenschappelijke en technische kennis aangebracht die de student nadien de mogelijkheid geeft om in dit en andere vakdomeinen de aangeleerde analyses uit te voeren en de resultaten ervan correct te interpreteren
Begincompetenties
Een grondige voorkennis van de algemene chemie, analytische chemie en thermodynamica is noodzakelijk.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Elektrochemie1_1 staat in het basisprogramma voor 3ABA-CE en 3ABA-BIO. Het behandelt de basiselementen die nodig zijn om in andere vakken (biochemie, analytische, industriële chemie) ondersteunend te werken. Het biedt tevens de nodige wetenschappelijke en technische voorbereiding op Elektrochemie2. De aangeboden kennis wordt praktisch getoetst in FANAL3 Pourbaix diagramma worden tevens gebruikt in INCE2
Relatie met onderzoek
De geleidbaarheid en de Debije Hückel Onsager vergelijking wordt gedeeltelijk historische afgeleid om de studenten inzicht te geven in hoe een onderzoek in de praktijk verloopt. De vooropgestelde hypothesen, de onderzoeksresultaten, de kritische reflectie, de bijsturing van de hypothesen, ....
Relatie met werkveld
Relaties met het werkveld in alle aspecten van industriële chemie, voedingschemie, analyselabo’s zijn niet weg te denken.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Bij elke leereenheid wordt in de cursus de aanvullende literatuur vermeld ter stimulatie van de studenten in het kader van levenslang leren AC7
FELI1_1S_1213_DaMi
dOO Code
Elektriciteit 1_1 FELI1_1S
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Michaël Daenen (DaMi) Geert Vandensande (VdsGe), Eric Geuens (GeEr) SCH3 Tot.: 84u KO: 18u BKV: 12u Inleidend
Competenties
De student beschikt: 1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Deel 1: Elektrostatica 1. Inleidende begrippen. 2. Het elektrisch veld. 3. Geleiders en elektrische velden. 4. Diëlektrica. 5. Energie in het elektrisch veld. 6. Condensatoren Deel 3a: Inleiding tot elektrodynamica 1. De elektrische stroomkring. 2. Elektrische grootheden. Deel 2: Elektromagnetisme 1. Het magnetisme. 2. Het elektromagnetisme. 3. Magnetische materialen. 4. Magnetische ketens. 5. De Lorentzkrachten. 6. De bewegings- en de geïnduceerde ems. 7. Inductieve kringen. 8. Magnetisch gekoppelde kringen. 9. Wervelstromen.
Werkvorm
Mix van hoorcolleges en oefenzittingen.
Studiemateriaal
Eigen cursusteksten. Online informatie via Toledo.
2de examenkans
ZS: 54u
De student: - Kan definities, formules en eenheden van elektrische grootheden exact formuleren en toepassen. WC1, AC1, 1.1,1.3 - Kan basiswetten van de elektrostatica, elektrodynamica + magnetisme exact formuleren en gebruiken a) in oefeningen, b) bij de verklaring van de werking van elektrische toestellen, c) bij de afleiding van bepaalde formules. WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3 - Kan de handregels voor magnetisme vlot toepassen. AC1, WC1, 1.2, 1.3
Inhoud
Examenvorm 1ste examenkans
Labo: 0u
Schriftelijk examen over theorie (50%) en oefeningen (50%). Formularium mag gebruikt worden. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt worden voor het oplossen van de oefeningen. Schriftelijk examen over theorie (50%) en oefeningen (50%). Formularium mag gebruikt worden. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt worden voor het oplossen van de oefeningen.
FELI1_1S_1213_DaMi
dOO Code
Elektriciteit 1_1 FELI1_1S
Algemene visie
Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied “elektrotechniek” als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als voorbereiding op de master “industriële ingenieurswetenschappen”. In het eerste jaar is er heel wat herhaling van leerstof uit het secundair onderwijs. Deze herhaling gebeurt wel met een grotere diepgang. De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en het oplossen van concrete problemen (toepassen).
Begincompetenties
Er is in feite nauwelijks basiskennis “elektrotechniek” vereist. De cursus begint vanaf nul maar het tempo ligt behoorlijk hoog. Voor het volgen van dit opleidingsonderdeel is elementaire kennis van fysica (opbouw van de stof) en wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op: Kennis uit het secundair onderwijs Is basis voor: De opleidingsonderdelen in de leerlijn elektrotechniek.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel “Elektriciteit1” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf. De studenten voeren onderzoeksgerelateerde opdrachten uit.
Relatie met werkveld
Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Douglas C. Giancoli; “Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme. - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: De evaluatie peilt voornamelijk naar inzicht het vermogen om nieuwe problemen op te lossen en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden.
FELI1_2S_1213_DaMi
dOO Code
Elektriciteit 1_2 FELI1_2
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Michaël Daenen (DaMi) Geert Vandensande (VdsGe), Eric Geuens (GeEr) 1ABA 3 Tot.: 84u KO: 12u BKV: 6u Inleidend
Competenties
De student beschikt: 1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3. 2. over praktische vaardigheden.2.1, 2.3
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Labo: 8u
ZS: 58u
De student: - Kan definities, formules en eenheden van magnetische grootheden exact formuleren en toepassen. AC1, WC1, 1.1, 1.2, 1.3 - Kan basiswetten van elektrodynamica en wisselstroomtheorie exact formuleren en gebruiken a) in oefeningen, b) bij de verklaring van de werking van elektrische toestellen, c) bij de afleiding van bepaalde formules. AC1, WC1, 1.1, 1.2, 1.3 - Kan rekentechnieken voor het oplossen van elektrische kringen, aangesloten op gelijkspanning en wisselspanning toepassen. WC1, AC1, 1.1, 1.2, 1.3 - Kan schakelingen opbouwen, doormeten en de meetresultaten interpreteren. AC1, AWC1, AWC4, 1.3, 1.4, 2.1, 2.3
Inhoud
Deel 3b: Elektrodynamica 3. Elektrische schakelingen en hun oplossingsmethoden. Deel 4: Wisselstroomtheorie / toepassingen op magnetisme 1. Fasordiagram - complexe voorstelling van spanningen, stromen en impedanties. 2. RLC-resonanties 3. Vermogensoverdracht 4. Ideale transformator Labo Inleiding: 1. Hoe gebruik je een meetinstrument? / Weerstanden. 2. De serie- en parallelschakeling. 3. Gemengde en complexe schakelingen. 4. De potentiometer + V-A-metermeetmethode
Werkvorm
Mix van hoorcolleges, oefenzittingen en labo’s.
Studiemateriaal
Eigen cursusteksten. Online informatie via Toledo: Demo video’s bij het inleidend labo.
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt worden voor het oplossen van de oefeningen. Permanente evaluatie van het labo aan de hand van een labo-examen (20%). Verplichte aanwezigheid tijdens alle labo’s. Bij ongewettigde afwezigheid tijdens een labo worden de behaalde punten van het labo-examen per gemist labo door ongewettigde afwezigheid met 25% verminderd. Schriftelijk examen over theorie (40%) en oefeningen (40%). Het formularium mag gebruikt worden. Een grafisch rekentoestel mag gebruikt worden voor het oplossen van de oefeningen. Voor de labo’s is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven behouden. Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk indien minimum 10/20 behaald werd.
FELI1_2S_1213_DaMi
dOO Code
Elektriciteit 1_2 FELI1_2
Algemene visie
Deze cursus beoogt het aanbrengen van een wetenschappelijke basiskennis van het vakgebied “elektrotechniek” als onderdeel van de polyvalente voorbereiding op het ingenieursberoep en als voorbereiding op de master “industriële ingenieurswetenschappen”. In het eerste jaar is er heel wat herhaling van leerstof uit het secundair onderwijs. Deze herhaling gebeurt wel met een grotere diepgang. De wetenschappelijke basis bestaat voor een beperkt gedeelte uit feitenmateriaal (kennen). De nadruk ligt veeleer op redeneervaardigheden (begrijpen), en het oplossen van concrete problemen (toepassen).
Begincompetenties
Er is in feite nauwelijks basiskennis “elektrotechniek” vereist. De cursus begint vanaf nul maar het tempo ligt behoorlijk hoog. Voor het volgen van dit opleidingsonderdeel is elementaire kennis van fysica (opbouw van de stof) en wiskunde (algebra, vectorrekenen, integraal- en differentiaalrekenen) een must.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op: Kennis uit het secundair onderwijs Is basis voor: De opleidingsonderdelen in de leerlijn elektrotechniek.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel “Elektriciteit1” stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf.
Relatie met werkveld
Het juist hanteren van de disciplinegebonden wetmatigheden, grootheden en eenheden is een minimum eis om in het werkveld op eenduidige wijze te kunnen communiceren.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Douglas C. Giancoli; “Natuurkunde voor Wetenschap en Techniek: Elektrostatica en Magnetisme. - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: De evaluatie peilt voornamelijk naar inzicht het vermogen om nieuwe problemen op te lossen en het correct toepassen van de respectievelijke elektrische grootheden en hun eenheden -
FFLTH_1213_DeWi
OO Code
Fluïdomechanica en Thermodynamica FFLTH
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Wim Deferme (DeWi) Michaël Daenen (DaMi); Wim Deferme (DeWi); Brecht Baeten (BaBr); Frederik Rogiers (RoFr) SCH-EM, SCH-AUT, SCH-EL, SCH-CE, SCH-BIO 4 Tot.: 112u KO: 24u BKV: 18u Labo: 0u ZS: 70u Inleidend
Competenties
De student beschikt 1. over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
De student kan: - begrippen en grootheden als: stroomlijn en stroombaan, laminaire en turbulente stroming, grenslaag, definiëren en verklaren. AC2 - de vergelijkingen van Bernoulli en van Euler formuleren, de betekenis ervan uitleggen en toepassen in een concrete situatie. De energiehoogten grafisch weergeven. AC2 - het verband tussen de rotatie van een stroming en de viscositeit aangeven en uitleggen. AC2 - de betekenis van het getal van Reynolds uitleggen en toelichten met enkele voorbeelden. AWC1 - de interne stroming in leidingen beschrijven en de ladingsverliezen berekenen. AWC1 - uitleggen hoe een netwerk van leidingen kan berekend worden. AWC1 - toestandsgrootheden als inwendige energie, enthalpie, entropie definiëren, gebruiken. AC2 - de eerste en de tweede hoofdwet van de thermodynamica formuleren en toelichten aan de hand van een voorbeeld. AC2 - evenwichtige toestandsveranderingen en kringprocessen aan de hand van een diagram uitleggen en berekenen. AC2 - het verschil tussen volume- en technische arbeid formuleren, berekenen + voorstellen. AC2 - een Rankine cyclus berekenen en stoomtabellen en h-s diagram gebruiken om oefeningen in verband met enthalpie en entropie op te lossen. AWC1 - arbeid en warmtewisseling bij evenwichtige toestandsveranderingen grafisch voorstellen in een p-V diagram en een T-s diagram berekenen. AC2 - de energiebalans van een kringproces opstellen. AC2 - het proces in een ideale stoomturbine en gasturbine beschrijven en berekenen. AC2 - Met behulp van een formuleblad een gelijkaardig probleem, dat in de les of oefenzitting is besproken, oplossen. AWC4
Inhoud
Fluidomechanica: Basisbegrippen, Ideale stroming, Reële stroming, Stroming in leidingen en kanalen, Netwerken Thermodynamica: Basisbegrippen, Eerste hoofdwet, Omkeerbare en niet-omkeerbare toestandsveranderingen, Tweede hoofdwet, Combinatie van de 2 hoofdwetten, Diagrammen: T-s, h-s, log p-h, Stoom centrale, Gas centrale, Koel systemen en warmte pompen, Warmte overdracht, Verbranding
Werkvorm
Mix van hoorcolleges en oefenzittingen.
Studiemateriaal
Eigen cursusteksten.
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Theorie : Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding Oefeningen : Schriftelijk examen Theorie : Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding Oefeningen : Schriftelijk examen
FFLTH_1213_DeWi
OO Code
Fluïdomechanica en Thermodynamica FFLTH
Algemene visie
De ingenieur wordt dagelijks geconfronteerd met materie in beweging. De studie van stroming van fluïda behoort tot de basiskennis. De student leert hoe de waarnemingen omgezet worden in wetten. De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige en fysische begrippen zelfstandig aan te wenden in de stromingsleer. De studenten leren in de oefenzittingen hoe de theorie zelfstandig toe te passen om stromingsproblemen op te lossen. De thermodynamica bestudeert de toestandsveranderingen die systemen kunnen ondergaan door energieoverdracht. We leven in een periode waarin energie stilaan een kostbaar goed wordt. Van de vele energievormen waarover we beschikken, gebruiken we hoofdzakelijk de fossiele brandstoffen. Meer en meer zijn we ons bewust van de eindigheid van deze energievoorraden. Om deze in industriële processen op een verantwoorde manier te kunnen gebruiken is het noodzakelijk een degelijke basiskennis te bezitten van de wetten die de energietransformaties beheersen. De student verwerft voldoende inzicht en vaardigheid om de belangrijkste wiskundige en fysische begrippen zelfstandig aan te wenden in de thermodynamica waarvan de toepassing tot de taak van een industrieel ingenieur behoort. De studenten leren in de oefenzittingen hoe de theorie zelfstandig toe te passen om energietransformatie problemen op te lossen. In het laboratorium gebeurt het aanleren van praktische vaardigheden en van sociale vaardigheden door werken en overleggen in kleine groepjes. De studie van de Fluïdomechanica en Thermodynamica staat in nauw verband met de: kennis van toegepaste mechanica, fysica, fluïdomechanica en werktuigkunde. kennis en toepassing van systemen voor energiebeheersing, omvorming, distributie en aanwending van energie.
Begincompetenties
Er is in feite nauwelijks basiskennis vereist. De cursus begint vanaf nul maar het tempo ligt behoorlijk hoog.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
De fluïdomechanica en de thermodynamica situeren zich binnen het gebied van de basisopleiding van de ingenieur. Geen enkele ingenieur kan een volwaardige opleiding gevolgd hebben zonder een minimum aan kennis van stromende fluïda en energietransformatie problemen.
Relatie met onderzoek
Het vak stelt resultaten van onderzoek voor zonder expliciet te verwijzen naar de onderzoeker of het onderzoek zelf.
Relatie met werkveld
De student zal in het werkveld regelmatig gebruik maken van de basiskennis die tijdens de ingenieursopleiding wordt aangeboden.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands
FFYSS_1213_WiEl
OO Code
Fysica schakel FFYSS
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Els Wieërs (WiEl) Lisette Vandael (VaLi), Dirk Willem (WiDi), Stan Wouters (WouSt) en Els Wieërs (WiEl) Alle schakelprogramma’s 3 Tot.: 84u KO: 18u BKV: 15u Labo: 0u ZS: 51u Uitdiepend
Competenties
De student beschikt 1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijk en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.7. 3. over communicatievaardigheden 3.1 4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5. 6. over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 2 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 2 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
De student kan tijdens het theoretisch examen: - de fysische begrippen definiëren en eenheden van deze begrippen benoemen en/of afleiden. Hij kan (verschillen tussen) begrippen in woorden en met een schets of grafiek uitleggen.WC1, AC1, AC2, 1.1, 1.3 - fysische vergelijkingen afleiden. Hij kan de veronderstellingen en een situatieschets geven. Hij kan in de situatieschets de grootheden uit de af te leiden formule vermelden. Hij kan de formules of wetten die tijdens de afleiding gebruikt worden beargumenteren. WC1,AC1, AC2, 1.1, 1.3 - fysische begrippen en vergelijkingen gebruiken om fysische verschijnselen (in praktische toepassingen) te verklaren WC1,AC1,AC2, AWC1, 1.1,1.3,1.5 - deze informatie zelfstandig, gestructureerd en schriftelijk rapporteren. AC6, BC8, 3.1,4.5 De student kan tijdens het oefeningenexamen - oefeningen zelfstandig oplossen met de methode van probleemoplossend denken: Hij kan de opgave vertalen naar een ‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij kan op een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van fysische wetten en wiskundige technieken. Hij kan het gevraagde in formulevorm afzonderen. Hij kan alle redeneringstappen opschrijven; AC1, AC2, AC6, AWC1 ,AWC4, BC8, 1.3, 2.3, 3.1, 4.2, 4.3, 4.5, 6.1, 6.7
Inhoud
-
Werkvorm
- Kennisoverdracht: Hoorcolleges met multimedia ondersteuning (powerpointpresentaties, applets, films), demoproeven en voorbeeldoefeningen - Begeleide kennisverwerking: begeleide oefenzittingen Handboek: Fysica voor industrieel ingenieurs Schakelprogramma, 2012, Pearson Education Ltd. Elektronisch leerplatform met aanvullende informatie;
Studiemateriaal Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Trillingen Golfbeweging Geluid Elektromagnetisme Interferentie Buiging Polarisatie
Schriftelijk examen van de theorie (60%) en de oefeningen (40%). Een (grafisch) rekenmachine mag op het examen enkel gebruikt worden tijdens de oefeningen. Het op het examen uitgedeelde formularium mag vrij gebruikt worden. Idem
FFYSS_1213_WiEl
OO Code
Fysica schakel FFYSS
Algemene visie
Dit opleidingsonderdeel beoogt de studenten een diepgaand inzicht bij te brengen in een aantal domeinen van de fysica. Naast het inhoudelijke aspect stelt het opleidingsonderdeel zich evenzeer tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen. Bovendien biedt dit opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken, een vaardigheid die bij industrieel ingenieurs zeker niet mag ontbreken en dit zowel op theoretisch als op praktisch gebied. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel.
Begincompetenties
De studenten moet een aantal fysische begrippen kennen en begrijpen uit de mechanica en fysica: eenheden en grootheden vectorrekenen, begrip fasor kinematische en dynamische grootheden en wetmatigheden energie De studenten moeten een aantal wiskundige begrippen en technieken onder de knie hebben goniometrische begrippen en regels
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Dit opleidingsonderdeel steunt op mechanica (schakelprogramma) Dit opleidingsonderdeel vormt een basis voor meer toepassingsgerichte opleidingsonderdelen zoals toegepaste chemie, trillingsleer,…
Relatie met onderzoek
Binnen dit opleidingsonderdeel worden belangrijke onderzoekscompetenties bijgebracht: probleemstelling formuleren, probleemoplossend werken en kritische reflectie.
Relatie met werkveld
Fysica is een van de basiswetenschappen. Er is dus geen directe link met het werkveld. Maar voldoende kennis en inzicht in de wetmatigheden van de fysica vormt de basis voor de meer toepassingsgerichte opleidingsonderdelen zoals uit de hogere jaren.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Cursus op elektronische leeromgeving met extra informatie (applets – presentaties internetlinks) die de leerstof illustreert en verduidelijkt Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics; Belmont: Brooks/Cole-Thomson
FMAT12_1213_VaBe
OO Code
Materiaalkunde 12 FMAT12
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Bert Van Bael (VaBe) Bert Van Bael (VaBe) SCH-CE, SCH-BIO 3 Tot.: 69u Inleidend
Competenties
De student: 1. beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4 3. beschikt over communicatievaardigheden 3.1,3.2
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Inhoud
KO: 12u.
BKV: 3u
ZS: 54u
De student moet: - de voornaamste mechanische materiaaleigenschappen kunnen toelichten AC1,AC2, 1.1,1.2 - van de verschillende materiaalgroepen concrete voorbeelden kunnen geven AC1,AC2, 1.1 - de voornaamste mechanische eigenschappen kunnen toelichten (betekenis, testmethodes, praktisch belang, relatie met inwendige structuur) AC1,AC2, 1.1 - kunnen aangeven of en hoe mechanische eigenschappen gewijzigd kunnen worden AC1, 1.1,1.2 - voor een concrete toepassing/product kunnen aangeven welke materiaaleigenschappen belangrijk zijn AC1, 1.1,1.2 - proeven kunnen beschrijven en de resultaten kunnen interpreteren AC2,AC3, 1.1,1.2,1.4 - kunnen rapporteren over mechanische testen AC2, 1.4,3.1,3.2 - Ashby diagramma’s kunnen gebruiken om geschikte materialen te kiezen voor bepaalde - toepassingen en het nut en de beperkingen van Ashby diagramma’s kennen AC2,AC7, 1.1,1.2,1.3 - normen kunnen gebruiken en kunnen verklaren waarom bepaalde eisen gesteld worden AC2, - 1.1,1.2 Lessen: Deel 1: overzicht van materiaalgroepen en materiaalkeuze met Ashby-diagramma’s Deel 2: mechanische materiaaleigenschappen (elasticiteit, plasticiteit, breukgedrag) Deel 3: mechanische en niet-destructieve testen Labo: 1 mechanische testen
Werkvorm
Lessen en labo
Studiemateriaal
Lespresentaties en ondersteunende teksten (verspreid in hoorcollege, labo en via Toledo)
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen met mondelinge toelichting (27/30); Laboverslag (3/30). Schriftelijk examen met mondelinge toelichting (27/30); De punten van het laboverslag worden overgenomen van de 1ste examenkans (3/30).
FMAT12_1213_VaBe
OO Code
Materiaalkunde 12 FMAT12
Algemene visie
Het selecteren van het meest geschikte materiaal voor concrete toepassingen is één van de praktische problemen waarmee ingenieurs geconfronteerd worden. Om dergelijke problemen gestructureerd aan te pakken wordt in dit vak gebruik gemaakt van de methode van Ashby. Deze methode wordt bestudeerd voor toepassingen waarbij mechanische materiaaleigenschappen centraal staan. Om te kunnen redeneren over de geschiktheid van materialen wordt basiskennis bijgebracht over de inwendige structuur van materialen en het leggen van verbanden met de eigenschappen, in het bijzonder mechanische eigenschappen. Om een totaalbeeld van de mogelijkheden en beperkingen van materialen te verkrijgen wordt ook toegelicht hoe relevante informatie op te zoeken in diverse bronnen zoals databanken, normen, bedrijfsinformatie en vaktijdschriften.
Begincompetenties
Verwachte voorkennis: basiskennis chemie (in het bijzonder over chemische bindingen) en fysica.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Het vak is speciaal bedoeld voor schakelstudenten chemie of biochemie zonder voorkennis van mechanische eigenschappen van materialen of van technieken voor materiaalselectie. Het vak reikt kennis aan die nodig is voor de vakken mechanica en kunststoffen.
Relatie met onderzoek
Technieken om geschikte materialen te selecteren en kennis van mechanische testen en normen zijn dikwijls onmisbaar in later eigen onderzoek.
Relatie met werkveld
Contacten met bedrijven in het kader van bezoeken, dienstverlening en masterproeven zorgen voor een constante input van relevante evoluties in industrie, concrete problemen en oplossingen.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: CES EduPack software.
FMECHS_1213_DmuMa
OO Code
Mechanica schakel FMECHS
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Maarten De Munck (DmuMa) Maarten De Munck (DmuMa), Els Wieërs (WiEl) SCH-EM, SCH-AUT, SCH-EL, SCH-EA-ICT, SCH-CE 4 Tot.: 112u KO: 18u BKV: 18u Inleidend
Competenties
De student beschikt 1. over een ruime veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5 3. over communicatievaardigheden 3.1 4. over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3, 4.5 6. over elementaire onderzoekscompetenties, kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.1, 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Labo:
0u
ZS: 76u
De student moet tijdens het schriftelijk examen zelfstandig de opgave van een theoretische oefening vertalen naar een ‘gegeven-gevraagde-formules’-structuur. Hij of zij moet op een creatieve manier tot een oplossing komen door het opbouwen van wetenschappelijke redeneringen, het toepassen van mechanische wetten en wiskundige technieken. Hij of zij moet de regels van het afronden van resultaten kunnen toepassen en de resultaten bekritiseren. WC1, AC1, AC6, AWC1, AWC4, BC8, 1.2, 1.5, 3.1, 4.2, 4.3, 4.5, 6.1, 6.7
Inhoud
- Algemene inleiding - Kinematica van puntmassa’s - Wetten van Newton voor puntmassa’s - Arbeid en energie voor puntmassa’s - Stoot en impuls voor puntmassa’s - Kinematica van starre lichamen - Dynamica van starre lichamen - Wetten van Newton voor starre lichamen - Arbeid en energie voor starre lichamen - Stoot en impuls voor starre lichamen
Werkvorm
Tijdens de hoorcolleges (in grote groep) wordt de theorie aangebracht met behulp van bordschema's en eventueel applets. Ook worden er modeloefeningen gemaakt. Tijdens oefenzittingen (in kleine groep) wordt de theorie toegepast.
Studiemateriaal
Handboek voor de theorie en de oefeningen: Hibbeler ‘Mechanica voor technici: Dynamica’ Elektronisch leerplatvorm met aanvullende informatie
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen met oefeningen Schriftelijk examen met oefeningen
FMECHS_1213_DmuMa
OO Code
Mechanica schakel FMECHS
Algemene visie
Naast het inhoudelijke aspect stelt dit opleidingsonderdeel zich tot doel het exact en kritisch wetenschappelijk denken aan te scherpen bij de studenten. Bovendien biedt dit opleidingsonderdeel de gelegenheid bij uitstek om probleemoplossend te leren denken. De combinatie van inzicht in de theorie en beheersing van wiskundige en wetenschappelijke oplossingsmethoden is hierbij essentieel.
Begincompetenties
Dit opleidingsonderdeel veronderstelt een elementaire kennis van functies, afgeleiden en integralen.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op: zie begincompetenties Is basis voor: Sterkteleer schakel, Machine Onderdelen, Bachelorproef EM
Relatie met onderzoek
In dit opleidingsonderdeel wordt er gewerkt aan twee belangrijke onderzoekscompetenties: het formuleren van een probleemstelling en het vermogen tot kritische reflectie
Relatie met werkveld
De meeste machines, voertuigen en gereedschappen die we gebruiken zijn ontworpen door ingenieurs. De bewegingen van deze machines of de onderdelen ervan worden beschreven door de basiswetten van de mechanica. Inzicht in de mechanica is daardoor belangrijk voor elke ingenieur.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Giancoli, D.C. (2008). Natuurkunde deel I: mechanica en thermodynamica. Pearson Education Serway, R. Jewett, J.W. (2004) Physics for scientists and engineers with modern physics; Belmont: Brooks/Cole-Thomson. - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: Enkel tijdens het examen van de oefeningen mogen de studenten een grafisch rekenmachine gebruiken.
FMREG4_1213_XxXx
dOO Code
Meet- en regeltechniek FMREG4
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
XX (XxXx) XX (XxXx) 3ABA-CE, SCH-CE 4 Tot.: 112u Uitdiepend
Competenties
1.Beschikt over een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen. 1.1, 1.2, 1.3 6.Beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Inhoud
KO: 16u
BKV: 10u
Labo: 10u
ZS: 64u
De student: - kent de verschillende stappen in procescontrole WC1, 1.1 - kent de parameters van basissystemen, kan de onderdelen van een regelkring, doel, nut voor- en nadelen van een regellus en van regelaars aangeven. WC1, 1.1 - kan de werking van een regellus motiveren. AC1/BC3; 1.2 - kan een eenvoudig proces identificeren (AC2) en een gepaste regelaar kiezen (AC1) en instellen (simulatie) AWC2/BC2; 1.3 - kan de diverse types schema's lezen en eenvoudige schema's (blokschema's) opstellen WC1; 1.2,1.3 - kan op een gefundeerde manier hulpapparaten kiezen in een chemisch proces AWC1, AC2; 1.2,1.3; 6.7 - kan voor bestaande P&I-diagramma's de regelkringen verklaren en de symbolen (coderingen) invullen AC10; 1.2,1.3 - kan logische schakelingen interpreteren AC10; 1.2,1.3 - kan een start-stopprocedure schrijven voor het gecontroleerd starten en stoppen van een proces AC10/BC3; 1.2,1.3 - kan de oorzaak van ongevallen kunnen achterhalen en oplossingen formuleren en verklaren AC10/AC11; 1.2,1.3 -
studie van diverse schema’s: kenmerken, lezen, opstellen, coderingen overzicht van de verschillende elementen bij procescontrole meettechnieken: niveau, druk, debiet, temperatuur intro regelkringen tijdrespons van eerste en tweede orde systemen, dode tijd de regelkring: terugkoppeling, stabiliteit, nauwkeurigheid. de klassieke regelaars (P, PI, PD) overzicht verschillende regelkringen (achterwaartse koppeling, voorwaartse koppeling, cascaderegeling, …) logische schakelingen procescontrole & veiligheid: korte gevallenstudies nog aan te vullen
PC-labo-zittingen - Procesvoorbeelden: drukvat, douche, reservoir Transmitter, Regelaar, Corrigerend orgaan, Niveauregelkring Case study van een proces met simulatieprogramma (Process trainee) Werkvorm
Inleidend hoorcollege, interactieve werkcolleges en pc-zittingen
Studiemateriaal
Cursus Meet- en regeltechniek
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Permanente evaluatie aan de hand van opdrachten & verslagen, laboexamen Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
FMREG4_1213_XxXx
dOO Code
Meet- en regeltechniek FMREG4
Algemene visie
Met de opleiding willen we ingenieurs vormen met een brede algemene, wetenschappelijke en technische kennis, gecombineerd met voldoende voeling voor de praktijk. Meet- en regeltechniek is een ingenieursvak met als voornaamste inhoud de keuze en de instelling van meetsystemen en regelkringen. Elk (continu) proces dat automatisch dient te verlopen dwingt het invoeren van een vorm van controle met behulp van meetsystemen en een regelaar af. Het doel van FMREG4 is de scheikundige ingenieur in wording in staat te stellen de werking van meetsystemen en regelaars te begrijpen en op een zinvolle wijze te kunnen communiceren met procesoperators en regeltechnici.
Begincompetenties
Er wordt uitgegaan van een kennis van basisbegrippen uit Chemie, Fysica en Wiskunde zoals deze aan bod komen in de opleiding. Logische redeneervaardigheid en analytisch vermogen worden verwacht
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
De vereiste voorkennis: - basiskennis van differentiaalrekenen (FWIS), - het verloop van een industrieel proces (FPCHE) - het doel en effect van eenheidsbewerkingen en apparaten (FPCHE)
Relatie met onderzoek
De student komt in contact met enkele typische onderzoeksvaardigheden: hij wordt aangezet tot kritisch beredeneren van de verschillende stappen uit een proces en net als in het onderzoek komt de vraag naar het waarom (waarom wordt een stap uit het proces zo of zo gedaan) hier sterk aan bod.
Relatie met werkveld
Meet- en regeltechniek vormt in zijn finaliteit een onmisbare basiskennis bij elk mogelijk automatiseringsproces of ingenieursontwerp in een breed gamma aan technische domeinen, bijvoorbeeld in de procesindustrie (regelen van druk, temperatuur, niveau, debiet). Bij de controle en het onderhoud van processystemen is een zekere meet- en regeltechnische basiskennis onontbeerlijk.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Schema’s, brochures, handboeken/boeken (beschikbaar in les) Boeken (mediatheek) - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling:
FORG2_2_1213_VaEtVaEt
dOO Code
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 1 FORG2_2
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Etienne Van Hoof (VaEt) Etienne Van Hoof (VaEt)
Competenties
De student: 1. beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5 4. beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1,4.2,4.3,4.5,4.8 6. kan relevante informatie verwerken en is zich bewust van de onzekerheden en de grenzen van de kennis (6.4)
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO
1 Tot.: 28u Uitdiepend
KO: 12u
ZS: 16u
De student kan: - van een concrete reactie bepalen en verklaren volgens welk soort reactiemechanisme deze verloopt AC1,WC1 - analoge reacties vergelijken naar snelheid en/of opbrengst, en verklaren door middel van theoretische argumenten AC10 - de invloed van een verandering van de belangrijkste reactieparameters op de snelheid, de opbrengst, en/of de aard van het eindproduct voorspellen en verklaren AC10,AC11 - bij competitieve reactiemogelijkheden de juiste keuze maken en verklaren, op basis van de gebruikte reactieparameters AC2,AC10,AC11 - op basis van de reactievergelijking zelf de ideale reactieparameters voor een reactie selecteren AC10,AC11 - voor de besproken reacties een volledig en gedetailleerd reactiemechanisme noteren, en de verschillende stappen beschrijven en verklaren, en de correcte eindproducten afleiden en verklaren AC1,WC1 - zelf een reactiemechanisme voorstellen voor analoge reacties die niet in de cursus werden besproken AC10,AC11
Inhoud
Hoofdstuk 1: Radicaalreacties Hoofdstuk 2: Nucleofiele substituties en eliminaties
Werkvorm
Interactief college met oefeningen.
Studiemateriaal
Eigen cursus: “Reactiemechanismen”
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen (maximum 3 uur) Schriftelijk examen (maximum 3 uur)
FORG2_2_1213_VaEtVaEt
dOO Code
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 1 FORG2_2
Algemene visie
In het kader van een brede algemene, wetenschappelijke en technische vorming hoort organische chemie als wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de biochemie. De student moet voldoende basiscompetenties in organisch chemische begrippen en technieken verwerven, waarbij een beperkt gedeelte feitenkennis onontbeerlijk is. De nadruk ligt echter veeleer op abstractievermogen, een systematische probleemaanpak en op logische redeneervaardigheden, en op het zelfstandig toepassen van de verworven kennis voor het aanpakken en oplossen van technische en wetenschappelijke problemen.
Begincompetenties
Organische Chemie 2_2 steunt vooral op de kennis die werd verworven binnen Algemene Chemie 1 en 2 en binnen Organische Chemie 1.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Organische Chemie 2_2 levert enerzijds essentiële basiskennis voor de vakken organische chemie (theorie en praktijk) in de rest van het derde jaar van de opleiding en in het masterjaar.. Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op en een ondersteuning van andere opleidingsonderdelen, zoals analytische chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en kunststoffen en dergelijke.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel Organische Chemie 2 stelt resultaten van onderzoek voor, met vaak een directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.
Relatie met werkveld
Kennis van het precieze verloop van organische reacties is een essentieel onderdeel in organische onderzoeksgroepen, maar ook in bedrijven waar organische verbindingen worden gesynthetiseerd. Kennis van het reactieverloop laat vaak toe om geschikte reactieparameters te selecteren, en op die manier de snelheid van de productie te verbeteren, of de opbrengst te vergroten. Bovendien laat deze kennis vaak toe om innovatieve productiemethoden te ontwikkelen, of nieuwe producten te synthetiseren.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullend leermateriaal: - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: Behalve de vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod, zoals: persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen; cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, probleemoplossend vermogen, logisch redeneervermogen, en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.
FORG2_3_1213_VaEt
dOO Code
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 2 FORG2_3
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Etienne Van Hoof (VaEt) Etienne Van Hoof (VaEt)
Competenties
De student: 1. beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5 4. beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1,4.2,4.3,4.5,4.8 6. kan relevante informatie verwerken en is zich bewust van de onzekerheden en de grenzen van de kennis (6.4)
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
3ABA-CE, 3ABA-BIO, SCH-CE, SCH-BIO
3 Tot.: 84u Uitdiepend
KO: 21u
ZS: 60u
De student kan: - van een concrete reactie bepalen en verklaren volgens welk soort reactiemechanisme deze verloopt AC1,AC2,WC1 - analoge reacties vergelijken naar snelheid en/of opbrengst, en verklaren door middel van theoretische argumenten AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - de invloed van een verandering van de belangrijkste reactieparameters op de snelheid, de opbrengst, en/of de aard van het eindproduct voorspellen en verklaren AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - bij competitieve reactiemogelijkheden de juiste keuze maken en verklaren, op basis van de gebruikte reactieparameters AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - op basis van de reactievergelijking zelf de ideale reactieparameters voor een reactie selecteren AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - voor de besproken reacties een volledig en gedetailleerd reactiemechanisme noteren, en de verschillende stappen beschrijven en verklaren AC1,AC2,WC1 - op basis van de uitgangsproducten en de reagentia de correcte eindproducten afleiden en verklaren AC1,AC2,WC1 - zelf een reactiemechanisme voorstellen voor analoge reacties die niet in de cursus werden besproken AC1,AC2,WC1,AC10,AC11 - een mechanisme noteren voor de vorming van een aantal terpenen uit isopreen, en op deze terpenen de isopreenregel toepassen AC1,AC2,WC1
Inhoud
Hoofdstuk 3: Elektrofiele substituties op aromaten Hoofdstuk 4: Oxidaties en reducties Hoofdstuk 5: Elektrofiele Addities Hoofdstuk 6: Nucleofiele Addities aan ketonen en aldehyden Hoofdstuk 7: Nucleofiele acyclsubstituties Hoofdstuk 8: Reacties van enolaten Toepassingen: Terpenen
Werkvorm
Interactief college met oefeningen.
Studiemateriaal
Eigen cursus: “Reactiemechanismen”
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen (maximum 4 uur) Schriftelijk examen (maximum 4 uur)
FORG2_3_1213_VaEt
dOO Code
Organische chemie 2: Reactiemechanismen deel 2 FORG2_3
Algemene visie
In het kader van een brede algemene, wetenschappelijke en technische vorming hoort organische chemie als wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de biochemie. De student moet voldoende basiscompetenties in organisch chemische begrippen en technieken verwerven, waarbij een beperkt gedeelte feitenkennis onontbeerlijk is. De nadruk ligt echter veeleer op abstractievermogen, een systematische probleemaanpak en op logische redeneervaardigheden, en op het zelfstandig toepassen van de verworven kennis voor het aanpakken en oplossen van technische en wetenschappelijke problemen.
Begincompetenties
Organische Chemie 2_3 steunt vooral op de kennis die werd verworven binnen Algemene Chemie 1 en 2 en binnen Organische Chemie 1 en 2_2.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Organische Chemie 2_3 levert enerzijds essentiële basiskennis voor de vakken organische chemie (theorie en praktijk) in het masterjaar. Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op en een ondersteuning van andere opleidingsonderdelen, zoals analytische chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en kunststoffen en dergelijke chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en kunststoffen en dergelijke.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel Organische Chemie 2 stelt resultaten van onderzoek voor, met vaak een directe verwijzing naar de onderzoeker zelf.
Relatie met werkveld
Kennis van het precieze verloop van organische reacties is een essentieel onderdeel in organische onderzoeksgroepen, maar ook in bedrijven waar organische verbindingen worden gesynthetiseerd. Kennis van het reactieverloop laat vaak toe om geschikte reactieparameters te selecteren, en op die manier de snelheid van de productie te verbeteren, of de opbrengst te vergroten. Bovendien laat deze kennis vaak toe om innovatieve productiemethoden te ontwikkelen, of nieuwe producten te synthetiseren.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullend leermateriaal: - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: Behalve de vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod, zoals: persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen; cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, probleemoplossend vermogen, logisch redeneervermogen, en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.
FORG2A_1_1213_VaEt
dOO Code
Organische chemie 2A: Algemene organische chemie FORG2A_1
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Etienne Van Hoof (VaEt) Etienne Van Hoof (VaEt) SCH-CE, SCH-BIO 1 Tot.: 28 u Inleidend
Competenties
De student: 1. beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.4,1.5 4. beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1,4.2,4.3,4.5,4.8 6. kan relevante informatie verwerken en is zich bewust van de onzekerheden en de grenzen van de kennis (6.4)
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
KO: 15 u
De student kan: - voor de belangrijkste soorten organische verbindingen de algemene formule, de verdere indeling en de belangrijkste kenmerken noteren; met praktische voorbeelden illustreren, en uitgaande van de structuurformule een product bij een bepaalde groep classificeren AWC1/WC1 - op basis van de gebruiksnaam van de belangrijkste eenvoudige organische verbindingen de structuurformule noteren AC2, AWC1/WC1 - de verschillende tautomeren, isomere, conformere en mesomere vormen van een product noteren, deze vormen met elkaar vergelijken naar stabiliteit, en gevolgen voor de eigenschappen afleiden AC2, AWC1/WC1 - de begrippen inductief en mesomeer effect gebruiken om het zuur-base gedrag van organische verbindingen met elkaar te vergelijken AWC1 - verschillen in zuur-base gedrag van organische verbindingen voorspellen of verklaren AC2, AWC1 - theoretische aspecten van het verloop van een organische reactie toelichten, verklaren en gebruiken AC2, AWC1/WC1 - van een aantal geselecteerde reacties het eindproduct voorspellen, het mechanisme noteren, en problemen in verband met competitie toelichten AC2, AWC1/WC1
Inhoud
Hoofdstuk 1: Enkele basisconcepten uit de organische chemie Hoofdstuk 2: Overzicht van de belangrijkste klassen organische verbindingen Hoofdstuk 3: Conformeren van alkanen en cyclo-alkanen Hoofdstuk 4: Optische isomerie Hoofdstuk 5: Zuur-base eigenschappen van organische verbindingen Hoofdstuk 6: Reacties van organische verbindingen
Werkvorm
Interactief college met oefeningen.
Studiemateriaal
Eigen cursus: “Algemene Organische Chemie”
Examenvorm 1ste examenkans 2de examenkans
Schriftelijk examen (maximum 3 uur) Schriftelijk examen (maximum 3 uur)
ZS: 13 u
FORG2A_1_1213_VaEt
dOO Code
Organische chemie 2A: Algemene organische chemie FORG2A_1
Algemene visie
In het kader van een brede algemene, wetenschappelijke en technische vorming hoort organische chemie als wetenschappelijke discipline tot de opleiding van elke ingenieur in de chemie en de biochemie. De student moet voldoende competenties in organisch chemische begrippen en technieken verwerven, om deze zelfstandig te kunnen toepassen bij het oplossen van technische en wetenschappelijke problemen.
Begincompetenties
Organische Chemie 2A1 biedt vooral een herhaling, een heropfrissing en een lichte verdieping van de organische kennis die werd verworven tijdens de PBA-opleiding.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Organische Chemie 2A1 levert enerzijds essentiële basiskennis voor de vakken organische chemie (theorie en praktijk) in het masterjaar. Anderzijds biedt het ook een voorbereiding op en een ondersteuning van andere opleidingsonderdelen, zoals analytische chemie; biochemie, industriële chemie, ecologie en kunststoffen en dergelijke.
Relatie met onderzoek
Het opleidingsonderdeel Organische Chemie 2 stelt resultaten van onderzoek voor, met vaak een directe verwijzing naar de onderzoeker zelf..
Relatie met werkveld
Vermits het hier om een basiscursus gaat, met aanbrengen van basiskennis en basisvaardigheden uit het vakgebied van de organische scheikunde, is er geen directe relatie met het werkveld.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullend leermateriaal: - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: - Behalve de vakspecifieke competenties komen ook andere competenties aan bod, zoals: persoonsgebonden competenties zoals inzet en doorzettingsvermogen; cognitieve competenties zoals analytisch vermogen, abstractievermogen, probleemoplossend vermogen, logisch redeneervermogen, en het vermogen tot systematisch en methodisch handelen.
FPCHES_1213_LyMy
OO Code
Industriële proceschemie FPCHES
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Lynen Myriam ( LyMy) Braeken Leen (BrLe), Lynen Myriam ( LyMy) SCH-CE, SCH-BIO 2 Tot.: 56u KO: 18u BKV: 0u Inleidend
Competenties
De student: 1. beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.5 2. beschikt over praktische vaardigheden 2.1, 4. beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.3, 4.5,4.6,4.8 6. beschikt over elementaire onderzoekscompetenties en kan begeleid projectmatig denken 6.4
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Labo : 0u
ZS: 38u
De student kan: - het verband aantonen tussen een aantal fysische en chemische eigenschappen en eenheidsbewerkingen (ahv grafieken en tabellen) AC1, WC1;1.1,1.2,1.3 - een aantal eenheidsbewerkingen beschrijven en kan aangeven waar problemen te verwachten zijn in de praktijk AC2,AC3,AC6/ BC1, BC3 , BC7, 4.3,4.5,4.6,4.8,6.4 - verschillen tussen theorie en praktijk (rendement, zuiverheid) opsommen en de consequenties voor de praktijk aangeven (recyclage,spui..) AC1,WC1,1.3,1.5 - apparaten en methodes vergelijken (voor- en nadelen aangeven en keuze van apparatuur argumenteren) AC3,WC1;1.1, 1.3,1.5 - blokschema’s maken, eenvoudig regelschema lezen AC2;1.3,3.1 - een aantal problemen ivm milieu, veiligheid, corrosie aanduiden en oplossingen suggereren AC3, ,AC7; 4.1, 4.8, - eenvoudige berekeningen uitvoeren (massa- energiebalansen, rendementsberekeningen ..) AC2,WC1;1.3 - grafieken construeren, invultabellen en planning opstellen AC2;1.3,3.1
Inhoud
Theorie: - Industriële waterbehandeling - Chemie in de motor: motorbrandstoffen, uitlaatgassen, petroleumraffinaderij - Aardgas - Anorganische industrie: ammoniakbereiding - Voedingsindustrie: suikerraffinage
Werkvorm
Hoorcollege met inbreng van studenten, lab met verslaggeving ( oa groepswerk)
Studiemateriaal
FPCHE: Industriële proceschemie inleiding met studiewijzer ( opdrachtenboek)
Aanvullend studiemateriaal
Toledo/ mediatheek: J. De Francq, Praktische waterbehandeling;, Max Appl Max, Ammonia: principles and industrial practice; Ullmann encyclopedie ( verschillende delen)
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding; enkel een eenvoudig rekenapparaat toegelaten. Formularium en tabel van Mendeljev beschikbaar. Lab: permanente evaluatie voor 15% (verplichte aanwezigheid) op basis van voorbereiding, inzicht, praktische resultaten en verslag en een vraag gelinkt aan practicum tijdens het theorieexamen. Theorie : idem Voor de practica is er geen tweede examenkans. De punten van de eerste examenkans blijven behouden. Overdracht van labcijfer naar volgend academiejaar is mogelijk als 10/20 behaald werd.
FPCHES_1213_LyMy
OO Code
Industriële proceschemie FPCHES
Algemene visie
In het vak industriële chemie wordt geen nieuwe kennis van chemie aangebracht. Het is een typisch ingenieursvak waarin de student leert om verworven kennis toe te passen en te herkennen in diverse toepassingen / processen. Er is hierbij continu aandacht voor zorgsystemen, economische elementen, schematische voorstellingswijzen, het kiezen tussen alternatieven …
Begincompetenties
Verwachte voorkennis : basischemie (1+2 ABA), fysica en materiaalkunde (1ABA) thermodynamica (2ABA)
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
In dit vak leren ingenieurs studenten (reeds in 2 ABA) kennis uit verschillende vakgebieden (zie begincompetenties) toepassen in concrete processen van de chemisch industrie. Dit vak heeft raakpunten met diverse vakken uit de bachelor- en masteropleidingen: lab organische chemie / chemische ingenieurstechnieken en industriële chemie/ procescontrole/ chemisch ontwerpen/ regeltechniek/ bachelorproef
Relatie met onderzoek
Het vak stelt resultaten van fundamenteel en toegepast onderzoek voor met af en toe een directe verwijzing naar de onderzoeker, een bedrijf of product. De student : - leert alternatieven afwegen en keuzes motiveren - haalt voor een aantal opdrachten (oa lab) info uit werkveld/internet/ veiligheidsbladen - leert werkplanning maken rekening houdend met veiligheid, efficiëntie - leert resultaten interpreteren en oorzaken van fouten/afwijkingen opsporen - leert observeren/ noteren/ rapporteren/ samenwerken
Relatie met werkveld
-de student bestudeert industriële processen: met probleemsituaties; compromis tussen rendement, zuiverheid, snelheid; groeiende aandacht voor duurzaamheid ( afval, energierecuperatie) - student maakt kennis met zorgsystemen en kostprijselementen. Veiligheid: de student - formuleert uit infobladen de benodigde veiligheidsvoorschriften en moet er zich aan houden; is mee-verantwoordelijk voor de veiligheid van andere groepsleden. - de student leert wat de verantwoordelijkheid is van een ingenieur (in bv een onderhoudsdienst) bij het plannen van werkzaamheden ; en waar hij de benodigde veiligheidsinfo kan vinden. Milieu: de student -ervaart bewust het afvalbeheer van chemische afvalproducten (lab) -leert waardoor de milieubelasting veroorzaakt wordt.(summier: voorkomen is beter dan genezen (geen end- of- the- pipe oplossingen) . Kwaliteit: van eindproducten (bv zuiverheid) in functie van de toegepaste productie- en zuiveringsmethodes. (lab) Bedrijfseconomisch: bij alle processen / eenheidsbewerkingen wordt de aandacht gevestigd op kosten die verbonden zijn met chemicaliën, de installatie (oa materiaalkeuze), meet- en regelsystemen en beveiligingen, personeelskosten …
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Toledo : film,figuren, oplossing oefeningen, aanvullingen, links/ mediatheek : handboeken - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling: in de evaluatie wordt getest of de student op een beredeneerde manier basiskennis kan toepassen. De vertaling van theoretische begrippen naar praktijksituaties is essentieel. In de oefeningen is probleemoplossend vermogen belangrijk (AC1,WC1, 1.1, 1.3).
FPOET_1213_DeRa
OO Code
Poedertechnologie FPOET
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Dewil Raf (DeRa) Dewil Raf (DeRa) 3ABA-CE, SCH-CE 3 Tot.: 84u Inleidend
Competenties
De student beschikt over: 1. een ruime, veelzijdige, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij gericht kan toepassen 1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.7 4. algemene beroepsattitudes 4.2, 4.3, 4.8 6. elementaire onderzoekscompetenties en kan onder begeleiding probleemgericht en projectmatig handelen 6.5, 6.6, 6.7
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
KO: 21u
BKV: 0u
Deel 1: Algemene probleemstelling en poederkarakterisering Deel 2: Transport • Mechanisch transport • Pneumatisch transport Deel 3: Opslag: stromingseigenschappen en silo-ontwerp Deel 4: Gas / poeder interacties • • Fluïdisatie en ontwerp van wervelbedreactoren • • Ontwerp van poederdrogers Deel 5: Verkleinen en malen Deel 6: Mengen van poeders Deel 7: Ontstoffen Deel 8: Case studies
Werkvorm
Interactief hoorcollege en oefenzittingen
Studiemateriaal
Cursus Poedertechnologie (R. Dewil)
2de examenkans
ZS: 63u
De student moet: - voor de bestudeerde eigenschappen een fysische of chemische verklaring kunnen geven. WC1/AC1/AWC1 - grafieken, figuren en tabellen kunnen interpreteren en moet kunnen aangeven wat de invloed van de bestudeerde eigenschap is op het verloop van het productieproces. AC1/AWC1/WC1 - kunnen aangeven waar milieu- of veiligheidsproblemen ontstaan. AWC1/AC2/BC7 - aan de hand van blokschema's productieprocessen kunnen beschrijven en verklaren .De logische samenhang en het nut van de verschillende stappen moeten verklaard kunnen worden. AWC1/AC11 - zelf tabellen met de juiste criteria opstellen om een geschikte methode / apparaat te kiezen. AC2/AWC1/AC6/AC7/AC10/AC12/BC2/BC5/AWC4 - oefeningen (verwant met deze in de les/lab) kunnen oplossen. AC1/AC7
Inhoud
Examenvorm 1ste examenkans
Labo: 0u
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, gesloten boek, formularium wordt ter beschikking gesteld Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, gesloten boek, formularium wordt ter beschikking gesteld
FPOET_1213_DeRa
OO Code
Poedertechnologie FPOET
Algemene visie
In deze cursus leert de student de verworven basiskennis uit de opleidingsonderdelen gebruiken in de context van behandeling van vaste stoffen en bulk in de procestechnologie. Uit de beschrijving van processen worden voor- en nadelen en toepassingsdomeinen afgeleid.
Begincompetenties
Steunt op kennis van materiaaleigenschappen; scheidingstechnieken, fysica, mechanica, sterkteleer.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Steunt op kennis van materiaaleigenschappen; scheidingstechnieken, fysica, mechanica, sterkteleer.
Relatie met onderzoek
De student wordt aangezet tot kritisch beredeneren en kiezen van de verschillende stappen in een vaste stof probleem. Net als in het onderzoek komt de vraag naar het waarom aan bod. Student leert werken met experimenteel bepaalde modellen en leert de beperkingen kennen. Student schrijven plan van aanpak voor oefeningen, maken een kritische vergelijking van diverse modellen. Studenten maken keuzetabellen waarin ze relevante parameters voor een vergelijking van technieken/methodes moeten opsporen.
Relatie met werkveld
Studenten leren bestaande technologieën, apparaten en technieken kiezen voor een concreet probleem rekening houdend met diverse randvoorwaarden en beperkingen. Problematiek van niet-ideaal gedrag van vaste stoffen komt aan bod met consequenties. Student leert werken met informatie van fabrikanten.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: materiaal aanwezig op de digitale leeromgeving - Aanvullende informatie over de evaluatie en puntenverdeling
FWIS6_1213_ThLe
OO Code
Wiskunde 6 FWIS6
Coördinator Lesgever(s) Opleidingsfase ECTS-punten Niveau
Leen Thomassen (ThLe) Leen Thomassen (ThLe) SCH-CE, SCH-BIO 6 Tot.: 170u Inleidend
Competenties
De student: - beschikt over een ruime polyvalente, wetenschappelijke en technologische basiskennis die hij/zij gericht kan toepassen 1.1,1.2,1.3,1.5,1.6 - beschikt over praktische vaardigheden 2.2 - beschikt over communicatievaardigheden 3.1 - beschikt over algemene beroepsattitudes 4.1, 4.2, 4.3,4.5
Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
Beoordelingscriteria Codes verwijzen naar de decretale competenties (zie verklarende lijst in deel 1 van de studiegids) Nummers verwijzen naar de deelcompetenties (zie competentiematrix in deel 1 van de studiegids)
KO: 24u
BKV: 48
Labo: 0u
ZS: 110u
Kennen en kunnen aanwenden van wiskundige methodes die gebruikt worden in de ingenieurswetenschappen en dit op wiskundig verantwoorde wijze. Dit houdt in dat de student(e) in staat moet zijn om - gebruikte termen te definiëren AC2 - een probleem te ontwarren, zodat de gegevens en het gevraagde wiskundig kunnen genoteerd worden AC1 - elementen uit de cursus wiskunde te structureren AC2 - verbanden te leggen met andere elementen uit de wiskunde en technische vakken AWC1 - Zelfstandig integratietechnieken (onbepaalde integraal) instuderen en toepassen op een individuele reeks van oefeningen, met de mogelijkheid vragen te stellen AWC4/AC6 - Bepaalde integralen op te stellen om inhouden, oppervlaktes en volumes te berekenen in 2 dimensies AC1 - Grafieken in 3 dimensies te interpreteren om inhouden, oppervlakten, enz te berekenen AC1 - Meervoudige integralen en differentiaalvergelijkingen op te stellen aan de hand van reële problemen en op te lossen AWC4. - Oordeelkundig gebruik van een rekenmachine AC1
Inhoud
Deel 1 - Vectoren - Krommen in het vlak met o.a. exponentiële en logaritmische functies - Begrippen continuïteit en limiet - Afgeleiden - Onbepaalde integralen - Bepaalde integralen - Functies met meerdere veranderlijken - Differentiaalvergelijkingen van de 1ste en 2de orde met constante coëfficiënten Deel 2 - Toepassingen van afgeleiden, integralen en differentiaalvergelijkingen - Numerieke methodes voor oplossen van vergelijkingen, berekenen van afgeleiden en integralen - Complexe oefeningen oplossen met matlab en het grafisch rekentoestel CAS TI-Nspire
Werkvorm
Theorie en oefeningen: interactief hoorcollege + zelfstandig oplossen van oefeningen.
Studiemateriaal
- Cursustekst met oefeningen en formularium beschikbaar via de cursusdienst - Oplossingen van oefeningen via Toledo - CAS-toestel TI-Nspire en computersoftware Excel en Matlab
Examenvorm 1ste examenkans
2de examenkans
Schriftelijk examen (50%) in november met gebruik van het formularium en het grafisch rekentoestel CAS TI-Nspire (geheugens rekentoestel dienen leeg te zijn!) Permanente evaluatie via opdrachten (35%) en Laboexamen (Excell en Matlab, 15%) in het tweede semester Schriftelijk examen over het geheel. Voor het laboexamen is er geen tweede examenkans. De punten van het laboexamen blijven behouden en tellen mee voor 15%
FWIS6_1213_ThLe
OO Code
Wiskunde 6 FWIS6
Algemene visie
In wiskunde 6 wordt getracht de schakelstudenten bij te benen in de begrippen en oplossingsmethoden uit de wiskunde die nodig zijn voor de chemische ingenieurstechnieken. De nadruk ligt dan ook op het leren wiskundig formuleren en oplossen van problemen en de methodologie om relevante formules af te leiden.
Begincompetenties
Er wordt een basiskennis wiskunde verwacht van de student. Voor de start van het academiejaar kan de student een opfrissingscusus wiskunde volgen waarbij het beoogde basisniveau bereikt wordt.
Situering in het curriculum / Volgtijdelijkheid
Wiskunde is een vereiste voorkennis voor vele wetenschappelijke vakken en ingenieursvakken zoals bijvoorbeeld Fysica en Reactorkunde Een degelijk niveau van wiskunde vanuit het middelbaar of de professionele bachelor wordt verwacht. Het wordt dan ook sterk aangeraden de introductiecursus te volgen die de school in september organiseert.
Relatie met onderzoek
Aangezien Wiskunde6 een basisvak is, is de relatie met onderzoek beperkt.
Relatie met werkveld
De relatie met het werkveld komt voornamelijk door de toepassing van wiskundige oplossingsstrategieën in de verschillende domeinen waar een industrieel ingenieur terecht kan komen.
Aanvullende info
- Onderwijstaal: Nederlands - Aanvullende leermateriaal: Aangeraden boek analyse: Analyse voor het hoger onderwijs van G.Deen en P.Levrie, De Sikkel.