faculteit ruimtelijke wetenschappen
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Adres: / Visiting Adress: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen / Faculty of Spatial Sciences Landleven 1 9747 AD Groningen Postadres: / Postal Adress: Postbus 800 9700 AV Groningen Telefoon: / Phone: (050) 363 3895/3897 Fax: (050) 363 3901 Internet: www.rug.nl/frw General information for students (timetable, degree certificates, modifications and supplements timetable): www.rug.nl/frw/informatievoor/studenten Redactie: / Editors: M. Kuipers I.L. Veen
Although this study guide has been prepared with the greatest possible care, no legal rights can be derived from the text.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 2
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Algemeen: studierichtingen en organisatie Inleiding Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Vooropleidingseisen De FRW onderwijsorganisatie Studieprogramma Internationaal onderwijs Onderzoek Studentenorganisaties Informatie en Informatievoorziening
7 7 7 11 12 13 15 16 17
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie Inleiding Bacheloropleiding algemeen Bachelorprogramma Sociale Geografie & Planologie 2012-2013 Overgangsmaatregelen Propedeuse Sociale Geografie & Planologie Tweede en derde jaar van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie
19 19 19 20 21 21 25
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Bacheloropleiding Technische Planologie Inleiding Bacheloropleiding algemeen Bachelorprogramma Technische Planologie 2012-2013 Planologielezingen Overgangsmaatregelen Propedeuse Technische Planologie 2012-2013 Jaar 2 Bachelor Technische Planologie 2012-2013 Jaar 3 Bachelor Technische Planologie 2012-2013
30 30 32 33 34 34 34 39 40
4 4.1 4.2
Vakken Vakkenbeschrijvingen Overzicht van keuzevakken Bachelor Sociale Geografie & Planologie en Technische Planologie aangeboden door FRW Veranderingen in vakken/vakcodes studiejaar 2012-2013 ten opzichte van studiejaar 2011-2012
43 43
Praktische Onderwijszaken van A tot Z Administratie Adressen Adreswijzigingen Afstuderen en buluitreikingen Bibliotheek Rijksuniversiteit Groningen Bibliotheek Ruimtelijke Wetenschappen Bijzondere omstandigheden Bureau Onderwijs Cartografie Collegerooster Collegezalen Computergebruik Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie Financiële regelingen Fotokopiëren
46 46 46 46 47 48 48 49 49 49 49 49 51 51 52 53
4.3
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15
43 44
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 3
5.16 5.17 5.18 5.19 5.20 5.21 5.22 5.23 5.24 5.25 5.26 5.27 5.28 5.29 5.30 5.31 5.32 5.33 5.34 5.35 5.36 5.37 5.38
Frauderegeling Girugten Hospitality services Huisarts Inschrijven voor studieonderdelen en tentamens International Office KANS/RSI Klachtenregeling Nestor Onderwijsevaluaties en –analyses Openingstijden Postvakken Prijsbeleid studiekosten Studentassistentschap Student Support Desk online Studentenzaken Studieadviseur Studieboeken Tentamenrooster Tentamenuitslagen Universiteitskrant (UK) Vakinformatie Vertrouwenspersoon
Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 2012/2013 6.1 Algemene bepalingen 6.2 Opbouw van de opleiding 6.3 De propedeutische fase van de opleiding 6.4 Studievoortgang inclusief Bindend Studie Advies 6.5 Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase 6.6 De postpropedeutische fase van de opleiding 6.7 Tentamens en examens van de opleiding 6.8 Vooropleiding 6.9 Studiebeleiding 6.10 Overgangs- en slotbepalingen
53 53 53 53 54 54 54 55 55 55 55 56 56 56 57 57 58 58 58 58 58 58 58
6
Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 2012/2013 7.1 Algemene bepalingen 7.2 Opbouw van de opleiding 7.3 De propedeutische fase van de opleiding 7.4 Studievoortgang inclusief Bindend Studie Advies 7.5 Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase 7.6 De postpropedeutische fase van de opleiding 7.7 Tentamens en examens van de opleiding 7.8 Vooropleiding 7.9 Studiebegeleiding 7.10 Overgangs- en slotbepalingen
60 60 62 63 64 65 66 67 70 71 71
7
8 8.1 8.2 8.3
Regels & richtlijnen voor de examinering in de opleidingen van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Artikel 1 Toepassingsgebied Artikel 2 Begripsomschrijving Artikel 3 Dagelijkse gang van zaken examencommissie
72 72 76 77 77 79 79 81 84 84 84
86 86 86 86
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 4
8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 8.12 8.13 8.14 8.15 8.16 8.17
Artikel 4 Aantal personen bij mondeling tentamen Artikel 5 Vaststelling uitslag examen Artikel 6 Cum laude Artikel 7 Tijdstippen Artikel 8 Aanmelding Artikel 9 Vrijstellingsverzoek Artikel 10 De orde tijdens een tentamen Artikel 11 Fraude Artikel 12 Vragen en opgaven Artikel 13 Beoordeling Artikel 14 Nabespreking Artikel 15 Maatstaven Artikel 16 Wijziging regels en richtlijnen Artikel 17 Inwerkingtreding
86 86 86 87 87 87 87 88 89 89 89 90 90 90
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
Studentenstatuut Het studentenstatuut Geldigheid Bekendmaking Het belang van het Studentenstatuut Onderwerpen in het Studentenstatuut Adressen Centrale instanties Rijksuniversiteit Groningen
91 91 91 91 91 91 92
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8
Minoren Minoren Minor Population Studies Minor Ruimtelijk economische ontwikkeling Minor Cultuur en Ruimte De educatieve minor Nationale GI minor Minoren in schakelprogramma’s FRW/minorcoördinator
94 94 94 96 97 98 99 99 99
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 5
Relevante data studiejaar 2012/2013 Semester 1-a: Collegeperiode: start maandag 3 september 2012, eindigt vrijdag 26 oktober 2012. Tentamenperiode: start maandag 29 oktober 2012, eindigt vrijdag 9 november 2012. Semester 1-b: Collegeperiode: start maandag 12 november 2012, eindigt vrijdag 11 januari 2013. Tentamenperiode: start maandag 14 januari 2013, eindigt vrijdag 1 februari 2013. Semester 2-a: Collegeperiode: start maandag 4 februari 2013, eindigt vrijdag 22 maart 2013. Tentamenperiode: start maandag 25 maart 2013, eindigt vrijdag 12 april 2013. Semester 2-b: Collegeperiode: start maandag 15 april 2013, eindigt vrijdag 7 juni 2013. Tentamenperiode: start maandag 10 juni 2013, eindigt vrijdag 12 juli 2013. De aanmeldingstermijnen voor de studieonderdelen zijn als volgt: › semester 1a: Bachelor: 6 augustus 2012 t/m 7 september 2012, Master: 15 augustus 2012 t/m 7 september 2012; › semester 1b: 15 oktober 2012 t/m 4 november 2012; › semester 2a: 7 januari 2013 t/m 27 januari 2013; › semester 2b: 18 maart 2013 t/m 7 april 2013. De aanmeldingstermijnen voor de tentamens die in de reguliere tentamenperiodes vallen, zijn als volgt: › tentamenperiode semester 1a: 1 oktober 2012 t/m 21 oktober 2012; › tentamenperiode semester 1b: 10 december 2012 t/m 6 januari 2013; › tentamenperiode semester 2a: 25 februari 2013 t/m 17 maart 2013; › tentamenperiode semester 2b: 13 mei 2013 t/m 2 juni 2013. Onderwijs wordt in beginsel uitsluitend in de twee semesters aangeboden. De periode 24 december 2012 tot en met 4 januari 2013 is een collegevrije periode. De universitaire voorzieningen en de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen zijn in het studiejaar 2012/2013 op de volgende dagen gesloten: Tussen kerst en nieuwjaar: 24 december 2012 t/m 1 januari 2013 Goede Vrijdag: 29 maart 2013 Tweede Paasdag: 1 april 2013 Koninginnedag: 30 april 2013 Hemelvaartsdag: 9 mei 2013 Tweede Pinksterdag: 20 mei 2013 Gronings Ontzet: 28 augustus 2013
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 6
Lecture timetable
Academic Year 2012-2013 Week Semester Module registration/ number weeks adjustment 3-Sep 36 1 ** (sem 1a) Semester 1a 10-Sep 37 2 Start: 3-Sep 17-Sep 38 Lectures 3 24-Sep 39 4 1-Oct 40 5 8-Oct 41 6 15-Oct 42 7 x (sem 1b) 22-Oct 43 8 x (sem 1b) 29-Oct 44 Exam weeks 9 x (sem 1b) 5-Nov 45 10 12-Nov 46 1 Semester 1b 19-Nov 47 2 Start: 12-Nov 26-Nov 48 Lectures 3 3-Dec 49 4 10-Dec 50 5 17-Dec 51 6 24-Dec 52 Christmas break Christmas period: 31-Dec 1 24-Dec - 1-Jan 7-Jan 2 Lectures 7 x (sem 2a) 14-Jan 3 8 x (sem 2a) 21-Jan 4 Exam weeks 9 x (sem 2a) 28-Jan 5 10 4-Feb 6 1 Semester 2a 11-Feb 7 2 Start: 4-Feb 18-Feb 8 3 25-Feb 9 Lectures 4 4-Mar 10 5 11-Mar 11 6 18-Mar 12 7 x (sem 2b) 25-Mar 13 8 x (sem 2b) Good Friday: 29-Mar 1-Apr 14 Exam weeks 9 x (sem 2b) Easter Monday: 1-Apr 8-Apr 15 10 15-Apr 16 1 Semester 2b 22-Apr 17 2 Start: 15-Apr 29-Apr 18 3 Queen's birthday: 30-Apr 6-May 19 4 Ascension Thursday: 9-May 13-May 20 Lectures 5 20-May 21 6 Whit Monday: 20-May 27-May 22 7 3-Jun 23 8 10-Jun 24 9 17-Jun 25 10 24-Jun 26 Exam weeks 11 1-Jul 27 12 8-Jul 28 13 15-Jul 29 22-Jul 30 29-Jul 31 5-Aug 32 Summer vacation 12-Aug 33 19-Aug 34 26-Aug 35 Liberation Groningen: 28-Aug ** Bachelor: 6-Aug - 7-Sept 2012, Master: 15-Aug - 7-Sept 2012
Exam registration
x (sem 1a) x (sem 1a) x (sem 1a)
x x x x
(sem (sem (sem (sem
1b) 1b) 1b) 1b)
x (sem 2a) x (sem 2a) x (sem 2a)
x (sem 2b) x (sem 2b) x (sem 2b)
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 7
1
Algemeen: studierichtingen en organisatie
De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW) streeft ernaar om hoogwaardige wetenschappelijke opleidingen van internationale allure aan te bieden. Het FRWonderwijsconcept is gebaseerd op de vervlechting van onderwijs en onderzoek in een voor de student stimulerende leeromgeving, gericht op het aankweken van een wetenschappelijke attitude. Dit is verder uitgewerkt in de missie van de FRW (zie 1.2.1). 1.1
Inleiding
1.1.1 Opleidingen Het reguliere onderwijsprogramma van de FRW bestaat uit twee Bacheloropleidingen en negen Masteropleidingen waaronder de door de Graduate School aangeboden Research Master, en PhD opleiding. De opleidingen volgen het semestersysteem. De studielast wordt berekend in European Credits (EC). 1 EC komt overeen met een studielast van 28 uur. Een heel studiejaar omvat 60 EC = 1680 studie-uren. De FRW biedt de volgende opleidingen aan: › Bacheloropleidingen (driejarig, leidende tot een Bachelor of Science diploma): › Sociale Geografie & Planologie; › Technische Planologie. › Masteropleidingen (meestal éénjarig, leidende tot een Master of Science diploma): › Population Studies (Engelstalig); › Sociale Planologie; › Economische Geografie; › Culturele Geografie; › Vastgoedkunde; › Environmental and Infrastructure Planning (Engelstalig) › Lerarenopleiding (2 -jarig) › Lerarenopleiding (1-jarig) › Research Master Regional Studies (2-jarig, Engelstalig) Studenten kunnen een deel van hun studie ook verrichten aan een van de vele buitenlandse universiteiten waarmee de FRW uitwisselingsafspraken heeft. Voor buitenlandse uitwisselingstudenten biedt de International School of Spatial Policy Studies van de FRW twee maal per jaar een drie maanden durende Engelstalige cursus aan op Bachelor- en Masterniveau. Drie van de aangeboden Masters (Population Studies, Environment & Infrastructure Planning en de Research Master) en de PhD opleiding zijn Engelstalig en staan ook open voor buitenlandse studenten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om na het Bachelorexamen in te stromen in één van de tweejarige Double Degree Master Programmes van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen in samenwerking met respectievelijk het Institut Teknologik Bandung in Indonesië en de Universiteit van Oldenburg, Duitsland (Water and Coastal Management). De beschrijvingen van de twee Double Degree Master opleidingen zijn op aanvraag beschikbaar. De FRW neemt tevens deel aan een European Doctoral School of Demography, georganiseerd door verschillende Europese demografische instituten. Alle informatie die in de verschillende delen van de studiegids is opgenomen, wordt in electronische vorm (www.rug.nl/frw) aangeboden, waarbij ten behoeve van niet-Nederlandse bezoekers bovendien een beknopte Engelstalige beschrijving van ons gehele Nederlandstalige onderwijsaanbod is toegevoegd. 1.2 Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen vinden werkzaamheden met betrekking tot het onderwijs en onderzoek in de Sociale Geografie (Culturele Geografie, Economische Geografie, Vastgoedkunde), de Planologie (inclusief de Technische Planologie) en de Demografie plaats. Bij
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 8
de vormgeving van het onderwijs laat de FRW zich leiden door haar onderwijsmissie en onderwijsconcept. 1.2.1 De FRW onderwijsmissie en het FRW onderwijsconcept De FRW beschouwt als haar drie primaire verantwoordelijkheden: (1) het geven van wetenschappelijk onderwijs in de sociale geografie, (technische) planologie en demografie, en (2) het verrichten van onderzoek in deze drie wetenschapsgebieden. (3) De bewuste verweving van onderwijs en onderzoek. Het onderwijs van de FRW weerspiegelt de complexiteit van de samenleving, in het bijzonder gelet op de samenstelling en ontwikkeling van de bevolking, de ruimtelijke inrichting van het woon- en werkgebied en de ruimtelijke planning, ook in technische zin, die daarvoor nodig is. De FRW streeft in haar onderzoek en onderwijs naar een hoge, internationaal vergelijkbare kwaliteit. De nadruk ligt op multidisciplinaire kennisverwerving: juist op de grenzen der disciplines vindt vooruitgang plaats. Wetenschap gedijt slechts in een sfeer van academische vrijheid en verantwoordelijksheidsgevoel, en mondiale uitwisseling van ideeën. De FRW onderhoudt daarom nauwe contacten met zuster-instellingen in binnen- en buitenland en bevordert de uitwisseling van stafleden en studenten met deze instellingen. De FRW kiest voor samenwerking met overheden, bedrijfsleven en organisaties zowel in Nederland als in het buitenland. Tegelijkertijd voelt het als enige wetenschappelijke opleidingsinstituut voor de ruimtelijke wetenschappen in het noorden des lands een speciale betrokkenheid met de culturele, sociale, economische en in het bijzonder de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Dit uit zich in dat deel van haar onderwijs en onderzoek dat op de regio gericht is. De onderwijsprogramma’s zijn geplaatst in een activerende leeromgeving met ruimte voor selectie en persoonlijke ontplooiing. Dit wordt gestimuleerd door onderwijs dat in een sfeer van openheid, constructief denken en belangstelling voor elkaars werk plaats vindt. De opleidingen stimuleren algemene wetenschappelijke vorming als toegang tot verantwoordelijke posities in de samenleving. Afgestudeerden worden aangezet tot levenslang leren. De facultaire organisatie is gericht op het scheppen van voorwaarden die excellente prestaties van zowel staf als studenten mogelijk maakt. Beide groepen hebben een belangrijke inbreng in de facultaire besluitvorming. Mondigheid van betrokkenen garandeert open verhoudingen. Open verhoudingen zijn onmisbaar voor een levende en bloeiende Faculteit. Door regelmatig overleg met de alumni van de verschillende opleidingen en met buitenuniversitaire niet-alumni leden wordt het FRW onderwijs- en onderzoeksbeleid getoetst en indien nodig bijgesteld. 1.2.2 Algemene doelstellingen van het facultaire onderwijsprogramma Bij het wetenschappelijk onderwijs wordt gestreefd naar: › de vorming tot zelfstandige beoefening van de wetenschap; › de voorbereiding tot het bekleden van maatschappelijke posities waarvoor een wetenschappelijke opleiding vereist is of dienstig kan zijn. Wetenschappelijke vorming staat voorop. Dit betekent dat: › iedere afgestudeerde Bachelor in staat is een verantwoorde keuze te maken voor een vervolgopleiding op Master-niveau of een beroepscarrière. › iedere afgestudeerde Master in staat moet zijn om de ontwikkelingen op het vakgebied van de gekozen wetenschapsrichting, zelfstandig te kunnen blijven volgen; › de attitudes zijn aangekweekt om als afgestudeerde deel te blijven nemen aan een levenslang proces van verdere ontwikkeling, al dan niet met behulp van postdoctorale opleidingen en/of postacademisch onderwijs; › de bij een academische opleiding behorende (beroeps)ethiek geïnternaliseerd is. Een gedetailleerde opsomming van de doelstellingen en eindtermen van de afzonderlijke opleidingen wordt gegeven in de Onderwijs- en Examenregelingen (OERen) van de opleidingen die te vinden zijn in de betreffende hoofdstukken van de studiegids.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 9
1.2.3 Opbouw studieprogramma’s Het examenprogramma van de Faculteit omvat eerst een Propedeutisch en een Bachelorexamen. Daarna volgen de Masterexamens. Deze examens worden automatisch toegekend zodra aan alle studieonderdelen van de opleiding voldaan is. Tenslotte is de verdediging van een proefschrift als afsluiting van de PhD opleiding mogelijk. Het propedeutisch examen heeft een studiebelasting van 60 EC en valt geheel binnen het eerste cursusjaar. Aan het einde van het eerste en tweede inschrijvingsjaar verstrekt de Faculteit de student een bindend studie advies (BSA) met betrekking tot de voortzetting van de studie. Dit BSA is gebaseerd op de studieresultaten voor de onderdelen van de Propedeuse. Wanneer een student niet voldoende studiepunten behaald heeft in het eerste jaar of de propedeuse niet in 2 jaar behaald heeft, is het BSA negatief en kan de studie niet voortgezet worden. Na de propedeutische fase heeft de rest van de Bacheloropleiding een duur van 2 jaar (120 EC). De totale Bacheloropleiding omvat dus 3 jaar (180 EC). Het staat de individuele student vrij om zelf een onderwijsprogramma samen te stellen dat uitgaat boven de voorgeschreven en gedeeltelijk voorgeprogrammeerde Bacheloropleiding van 180 European Credits (EC). Na het met succes doorlopen van één van de twee Bacheloropleidingen aan de FRW kan vervolgens een keuze gemaakt worden uit één van de Masteropleidingen. Voor beide bacheloropleidingen geldt dat ze rechtstreeks toegang bieden tot tenminste één van de facultaire Masteropleidingen. (Afhankelijk van het vakkenpakket in de Bachelor in relatie tot de specifieke eisen van de verschillende Masteropleidingen kunnen door de toelatingscommissie aanvullende eisen worden gesteld.) Ook bestaat de mogelijkheid om elders een Masteropleiding te volgen, of deel te nemen aan de tweejarige Double Degree opleidingen, waarin de FRW partner is. Dit laatste leidt zowel tot een FRW Master diploma als een Master diploma van de samenwerkende universiteit (beschrijving van de Double Degree opleidingen is op aanvraag verkrijgbaar). De FRW master opleidingen kunnen ook in samenhang met de universitaire lerarenopleiding voor het vak Aardrijkskunde gevolgd worden. Wie een Bachelorexamen Sociale Geografie & Planologie bezit kan daar onder bepaalde voorwaarden toegang toe verkrijgen. Er is ook een eenjarige versie van de universitaire lerarenopleiding voor degenen die reeds een masteropleiding hebben afgerond. Na het afronden van de Masteropleiding bestaat de mogelijkheid (voor een geselecteerd aantal afgestudeerden) om bij de FRW of een andere universiteit in te stromen in onderzoeksopleiding als AIO (Assistent In Opleiding), als OIO (Onderzoeker In Opleiding) of als PhD bursaal. Deze is binnen de FRW georganiseerd binnen de Graduate School. 1.2.4 Ambities in de verschillende studiefasen De ambities voor de Propedeutische fase, de Bachelorfase, de Masterfase en de PhD fase zijn verschillend. Voor de Bachelor, Master en PhD opleidingen volgt de FRW de Europees gemaakte afspraken over eindkwalificaties zoals omschreven in de zogenaamde Dublin-descriptoren. Het eerste jaar van de Bachelor wordt apart aangeduid als Propedeuse en heeft een expliciet oriënterende en selectieve functie. Dat betekent dat de student na afronding (dus na 1 jaar) weet wat het vakgebied omhelst en een verantwoorde keuze kan maken om door te gaan met de opleiding of een andere keuze te maken. Met behulp van de BSA kan tegelijk ook de Opleiding selecteren welke studenten zinvol aan het vervolg van de Bachelor kunnen beginnen. De Dublin descriptoren voor het Bachelor-eindniveau luiden als volgt: › Kennis en inzicht: Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. › Toepassen kennis en inzicht: Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 10
› Oordeelsvorming: Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. › Communicatie: Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. › Leervaardigheden: Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Er wordt in de Bachelor een zodanig niveau bereikt dat › de afgestudeerde met een wetenschappelijke attitude in maatschappelijke functies werkzaam kan zijn; › de afgestudeerde in kan stromen in een masteropleiding. In de Masterfase vindt een verdere verdieping van de kennis op het wetenschapsgebied van de opleiding plaats tot een niveau waarop reflectie op gevorderd wetenschappelijk niveau mogelijk is. De Dublin descriptoren voor het Master-eindniveau luiden als volgt: › Kennis en inzicht: Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. › Toepassen kennis en inzicht: Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. › Oordeelsvorming: Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. › Communicatie: Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. › Leervaardigheden: Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. De Research Master leidt specifiek op tot wetenschappelijke onderzoeker. Daarom wordt nog meer accent gelegd op onderzoeksambities en liggen de eisen die aan de student gesteld worden nog hoger. Met de afronding van de PhD-fase door de verdediging van het proefschrift heeft de kandidaat aangetoond in staat te zijn zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te kunnen verrichten door ofwel een monografie dan wel een aantal artikelen in internationale vaktijdschriften te publiceren en in het openbaar te verdedigen. De FRW wil excellente studenten met een sterke motivatie voor onderzoek vroegtijdig identificeren en een uitdagend programma aanbieden. Binnen de opbouw van het onderwijsprogramma is extra aandacht voor de excellente student in het zogenaamde University of Groningen Honours College. Zo ontstaat al gedurende de Bachelor-opleiding een op de Researchmaster gericht onderwijstraject. 1.2.5 University of Groningen Honours College De universiteit biedt met het RUG-brede model van het Honours College de mogelijkheid voor talentvolle en ambitieuze studenten om deel te nemen aan een programma met extra uitdagingen. Het College biedt deze studenten, binnen de muren van de RUG, een omgeving waar ze kennis kritisch tegen het licht houden en worden uitgedaagd tot nieuwe inzichten en innovatieve manieren van denken.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 11
Het bachelor-honoursprogramma omvat 45 extra-curriculaire (dus buiten de bacheloropleiding) studiepunten, waarvan 25 EC worden ingevuld met verdieping en 20 EC met verbreding en persoonlijke ontwikkeling. De verdiepende studieonderdelen volgt een student aan de eigen faculteit. Het verbredende deel bestaat uit twee studieonderdelen van elk 5 EC, te volgen bij een andere dan de eigen faculteit, en De Petrus Camper leergang (10 EC). Hierin werken studenten een actueel thema uit, gerelateerd aan één van de honours modules die gevolgd is. Doordat het thema in interdisciplinair verband wordt uitgewerkt, komt zowel een kennis-, vaardigheden- als persoonlijke ontwikkelingscomponent aan bod. Het Honours programma start in de tweede helft van het eerste studiejaar. De duur van het programma is vijf semesters. De extra studiebelasting is 25% en komt neer op ongeveer 10-12 uur extra studielast per week. Studenten die tot de beste 10% van hun lichting horen, ontvangen een uitnodiging om te solliciteren naar een plaats in het Honours College. Studenten die zeer gemotiveerd zijn, maar geen uitnodiging ontvangen, kunnen ook solliciteren. Selectie vindt plaats op basis van studieresultaten, CV, schriftelijke motivatie en referenties alsmede op basis van een gesprek van de kandidaat met een lid van de toelatingscommissie van het Honours College. Zie voor meer informatie en de precieze selectievoorwaarden www.rug.nl/honours. Het emailadres is
[email protected]. Op Master-niveau is het honoursprogramma gericht op het thema Leiderschap in de breedste zin. Voor meer informatie over het Master-honours programma kan het beste de website van het Honourscollege of de coördinator van het honoursprogramma voor de FRW geraadpleegd worden. Dat is dr.ir. Gerd Weitkamp (
[email protected]). 1.3
Vooropleidingseisen
1.3.1 Toelating propedeuse Bachelorprogramma’s Om toegelaten te worden tot de propedeuse van het Bachelorprogramma Sociale Geografie & Planologie dient de aankomende student te beschikken over een VWO-diploma (ongeacht welk profiel). Bij een oud VWO-diploma zonder profiel dient Wiskunde A of B deel uit te maken van het vakkenpakket. Voor de opleiding Technische Planologie dient het VWO-diploma het vak Wiskunde A of B te bevatten. Een VWO-diploma met alleen Wiskunde A1 of C biedt dus geen toelating tot de bachelor Technische Planologie. Diegenen die menen een kwalificatie te hebben verworven die het waarschijnlijk maakt dat zij de studie met succes kunnen volgen, moeten zich bij de studieadviseur melden en kunnen om toelating verzoeken. De Toelatingscommissie zal daarover advies uitbrengen aan het Faculteitsbestuur, die over toelating beslist. In sommige gevallen moet een colloquium doctum worden afgelegd. Voor gegevens hierover kan men zich wenden tot de studieadviseur, drs. N.I.C. (Niels) Rambags. Wie beschikt over een buitenlands equivalent van een VWO-diploma kan zich ook tot de studieadviseur wenden voor nadere informatie over de procedure van toelating. 1.3.2 Toelating Masterprogramma’s Een Bachelorexamen Sociale Geografie & Planologie of Technische Planologie behaald aan de RUG geeft in principe toegang tot elk van de aangeboden FRW Masteropleidingen, met uitzondering van de Master Lerarenopleiding. Voor deze master geldt dat alleen het Bachelorexamen SG&P toegang geeft. Een Bachelorexamen TP geeft alleen dan toegang tot de Master Lerarenopleiding als een speciaal schakelprogramma met een omvang van 30 EC met goed gevolg is afgesloten (zie par. 3.8.7). Voor de master Population Studies wordt de minor Population Studies aanbevolen. Toelating tot de Research Master moet individueel aangevraagd worden en wordt beoordeeld door de toelatingscommissie van de Research Master. De toelatingscommissie van een Masteropleiding kan in geval van twijfel aan de kans op succesvolle studieafronding aanvullende eisen stellen alvorens een toelatingsbewijs wordt verstrekt. Aanvullende eisen kunnen ook gesteld worden aan studenten van andere faculteiten aan de RUG of elders, waarbij een intakegesprek kan plaats vinden. Ook hier behoudt de toelatingscommissie het recht om aanvullende eisen te stellen. Soms wordt een minor
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 12
programma voorgeschreven om toelating te verkrijgen (zie ook hoofdstuk 10, Minoren, van deze studiegids). 1.3.3 Instroming en doorstroming vanuit het HBO Het is mogelijk om met een HBO-propedeuse-diploma of een overgangsbewijs van jaar 1 naar jaar 2 van het HBO in te stromen in het Bachelorprogramma van het WO. Daarbij geldt de eis dat men voor SG&P minimaal Wiskunde C (of A1) op VWO-niveau moet beheersen. Voor TP geldt dat men Wiskunde A of B op VWO-niveau moet beheersen. Raadpleeg hierover de studieadviseur. Na een voltooide HBO-opleiding kan het, afhankelijk van de gevolgde HBO-opleiding, mogelijk zijn in te stromen in de Masteropleidingen van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. De student moet dan eerst een individueel schakelprogramma afronden, vast te stellen door de toelatingscommissie voor de betreffende Masteropleiding. De omvang van het schakelprogramma is vaak 60 EC. 1.4
De FRW onderwijsorganisatie
1.4.1 De onderwijs- en examenregelingen Eenmaal per jaar worden de onderwijs- en examenregeling voor iedere opleiding vastgesteld. Dit gebeurt door het Faculteitsbestuur, na overleg met de opleidingscommissies en met instemming van de Faculteitsraad. 1.4.2 Faculteitsbestuur, Faculteitsraad en opleidingscommissies Het Faculteitsbestuur wordt benoemd door het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen en bestaat uit: › 1 hoogleraar, die voorzitter is (decaan) en portefeuillehouder ‘onderwijs’ dan wel ‘onderzoek’; › 1 lid van het wetenschappelijke personeel als plaatsvervangend voorzitter (vice-decaan) met de ‘onderwijs’ dan wel ‘onderzoek’ portefeuille; › 1 lid met de portefeuille ‘middelen’; › 1 studentlid als adviseur (aangewezen door de studentleden van de Faculteitsraad). De huidige samenstelling van het Faculteitsbestuur is te vinden op de website van de FRW. De Faculteitsraad is samengesteld uit 10 leden, waarvan: › 5 leden éénmaal per twee jaar worden gekozen door en uit het personeel, en; › 5 leden éénmaal per jaar worden gekozen door en uit de studenten. De huidige samenstelling van de Faculteitsraad is te vinden op de website van de FRW. De Faculteitsraad en het Faculteitsbestuur laten zich bijstaan door een aantal commissies, waaronder: › de Bachelor opleidingscommissie Sociale Geografie & Planologie; › de Bachelor opleidingscommissie Technische Planologie; › de Masteropleidingscommissie Economische Geografie & Vastgoedkunde › de Masteropleidingscommissie Culturele Geografie & Lerarenopleiding › de Masteropleidingscommissie Sociale Planologie & Environmental and Infrastructure Planning › de Masteropleidingscommissie Population Studies & Research Master Regional Studies. In de opleidingscommissies hebben zowel studenten als stafleden die actief zijn in de opleiding zitting. Een belangrijke taak van de Opleidingscommissies is de bewaking van de kwaliteit van de Opleiding en het signaleren van problemen en het suggereren van mogelijke verbeteringen. 1.4.3 Basiseenheden De stafleden van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen zijn ondergebracht in vier basiseenheden (BE), namelijk: › Culturele Geografie; › Demografie; › Economische Geografie; › Planologie.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 13
Een basiseenheid is een eenheid ten behoeve van de organisatie, coördinatie en integratie van de werkzaamheden van hen, wier taken met betrekking tot onderwijs en onderzoek op hetzelfde vakgebied liggen. Daarom kunnen basiseenheden corresponderen met opleidingen, maar dat is lang niet altijd het geval. De basiseenheden spelen geen directe rol in de organisatie van het onderwijs. Het Faculteitsbestuur wijst de leden van de basiseenheden van onderwijs en onderzoek aan. Het Faculteitsbestuur wijst tevens de hoogleraren aan die belast worden met de leiding van de basiseenheden. Wie dat op dit moment zijn, is te vinden op de website van de FRW. 1.4.4 Coördinatie van onderwijs en examens 1.4.4.1 Opleidingsdirecteur De FRW heeft één opleidingsdirecteur die namens het Faculteitsbestuur verantwoordelijk is voor de uitvoering van het onderwijs in de bachelor- en masteropleidingen. De opleidingsdirecteur is op 1 september 2012 prof.dr.ir. P. Ike. De opleidingsdirecteur pleegt tenminste tweemaal per jaar overleg met opleidingscommissies over de uitvoering van de onderwijs- en examenregeling. De Graduate School heeft een eigen directeur. Wie dat op dit moment is, is te vinden op de website van de FRW. 1.4.4.2 Opleidingscoördinatoren Voor de goede afwikkeling van de dagelijkse gang van zaken bij het onderwijs van de verschillende Bachelor- en Masteropleidingen, wordt zorg gedragen door opleidingscoördinatoren. Dit zijn voor de › Bachelor Sociale Geografie & Planologie: dr. S. Koster; › Bachelor Technische Planologie: dr. M.A. van den Brink; › Master Sociale Planologie: dr.ir. T. van Dijk; › Master Economische Geografie: dr. W.J. Meester; › Master Culturele Geografie: dr. T. Haartsen; › Master Vastgoedkunde: prof.dr.ir. A.J. van der Vlist; › Master Population Studies: dr. F. Janssen; › Master Environmental and Infrastructure Planning: prof.dr. J. Woltjer; › Master Lerarenopleiding (1- en 2 jarige variant): drs. H.C. Diederiks; › Research Master Regional Studies: prof. P. McCann; dr. L. Meijering, dr. B. van Hoven en dr. C.H. Zuidema. › PhD opleiding: prof.dr. I. Hutter. 1.4.4.3 Examencommissie De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen heeft één Examencommissie voor alle opleidingen. Conform de wettelijke voorschriften is de Examencommissie belast met de organisatie en coördinatie van de tentamens en examens van de opleidingen en het toezicht op de kwaliteit hiervan. De huidige samenstelling van de Examencommissie is te vinden op de website van de FRW. 1.5 Studieprogramma Internationaal onderwijs De FRW stimuleert buitenlandse studieverblijven van studenten uit alle opleidingen. Ook werft de FRW actief buitenlandse studenten voor de facultaire Engelstalige opleidingen c.q. deelname aan het speciaal op uitwisselingsstudenten gerichte Engelstalige programma. De Facultaire organisatie voor internationaal onderwijs richt zich op vier doelgroepen: › FRW studenten die een deel van hun studie in het buitenland willen verrichten. Voor deze categorie is drs. P.J.M. van Steen het directe aanspreekpunt; › Buitenlandse uitwisselingsstudenten die voor een korte periode aan onze faculteit verblijven. Voor deze categorie is drs. P.J.M. van Steen het directe aanspreekpunt; › Buitenlandse studenten die aan een van de reguliere FRW Engelstalige master opleidingen (Population Studies, Environmental & Infrastructure Planning, Research Master Programme) deelnemen. Voor deze categorie is S.E. Tiggelaar het aanspreekpunt;
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 14
› FRW studenten die aan een Double Degree (Environmental & Infrastructure Planning met het ITB Bandung of Water and Coastal Management met de universiteit van Oldenburg) programma willen deelnemen. Voor deze programma’s is prof.dr. J. Woltjer het aanspreekpunt. Ten behoeve van het FRW internationale studentenuitwisselingsprogramma heeft de Faculteit onder meer een International Office ingericht, een groot aantal samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse universiteiten afgesloten en - ten behoeve van het Engelstalig onderwijs aan bezoekende buitenlandse studenten - de International School of Spatial Policy Studies opgericht. 1.5.1 Internationale uitwisseling (studeren in het buitenland) De Faculteit biedt studenten diverse mogelijkheden om een deel van de studietijd in het buitenland door te brengen. De buitenlandse studiemogelijkheden zijn bedoeld voor studenten uit het laatste jaar van het Bachelorprogramma en studenten uit het Masterprogramma. De meeste buitenlandse studiemogelijkheden hebben betrekking op het volgen van onderwijs in de vorm van hoor- en/of werkcolleges. Soms is het ook mogelijk om de Bachelor- of Masterthesis geheel of gedeeltelijk bij een buitenlandse partner te verrichten. In dit geval verzorgt een docent van de Faculteit de (mede-)begeleiding alsmede de eindbeoordeling. 1.5.2 De International Office De International Office van de FRW is het primaire aanspreekpunt voor studenten van de Faculteit die een deel van hun studie in het buitenland (willen) doen als onderdeel van hun opleiding aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen en voor buitenlandse studenten die voor een beperkte periode als uitwisselingsstudent aan de Faculteit (willen) komen studeren. Het International Office: › verschaft informatie aan studenten die zich willen oriënteren op een buitenlands studieverblijf, onder andere door centrale voorlichtingsbijeenkomsten, de uitgave van een brochure “Studeren in het buitenland: een wegwijzer voor studenten Ruimtelijke Wetenschappen” (verkrijgbaar bij Bureau Onderwijs), door het aanbieden en archiveren van informatie over de studiemogelijkheden bij de buitenlandse partneruniversiteiten en door individuele adviesgesprekken; › coördineert de administratieve procedures rondom een buitenlands studieverblijf (zoals aanmelding bij de buitenlandse universiteit en het beschikbaar stellen van Socrates/Erasmusbeurzen of Marco Polo studiebeurzen), en; › coördineert de registratie van in het buitenland behaalde studieresultaten, in afstemming met de examencommissies c.q. de opleidings-/mastercoördinatoren van de Faculteit. Bij het Bureau Onderwijs/International Office zijn inschrijfformulieren voor een buitenlands studieverblijf te verkrijgen, evenals nadere informatie over de buitenlandse partneruniversiteiten. Aanvullende informatie wordt verstrekt door de facultaire coördinator internationale studentenuitwisselingsprogramma's (drs. P.J.M. van Steen). Zie ook: www.rug.nl/frw/is 1.5.3 International School of Spatial Policy Studies De International School, waar stafleden uit alle basiseenheden van de Faculteit in participeren, verzorgt het Engelstalige onderwijs aan buitenlandse uitwisselingsstudenten die niet deelnemen aan de reguliere facultaire opleidingen. Dit onderwijs wordt gecoördineerd door drs. P.J.M. van Steen. 1.5.4 Oriëntatie op studeren in het buitenland Studenten die het voornemen hebben om in het buitenland te studeren, wordt aangeraden zich vroeg (in de eerste maanden van het studiejaar voorafgaand aan het studiejaar waarin in het buitenland zal worden gestudeerd), te oriënteren op bestemmingsmogelijkheden, condities, inpassing in het eigen studieprogramma e.d. Zie daarvoor de brochure ‘Studeren in het buitenland, een wegwijzer voor studenten Ruimtelijke Wetenschappen’ (te verkrijgen bij Bureau Onderwijs). Het bijwonen van de facultaire voorlichting over studeren in het buitenland
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 15
wordt ten sterkste aangeraden. Tevens verdient het aanbeveling om na te gaan op welke wijze het buitenlandse studieverblijf, mede gelet op de semester- of trimesterindeling van de buitenlandse universiteit, optimaal kan worden ingepast in het programma van de eigen opleiding of studierichting. Zo nodig vindt in deze fase een adviesgesprek met de coördinator van de betreffende studiefase of de facultaire coördinator internationale studentenuitwisseling, drs. P.J.M. van Steen, plaats. Als regel sluit de inschrijving voor een buitenlandse studieperiode op 31 januari voorafgaand aan het studiejaar waarin het voorgenomen buitenlandse studieverblijf is gepland. 1.5.5 Samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse partneruniversiteiten De Faculteit heeft verschillende samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse universiteiten afgesloten. Allereerst gaat het om overeenkomsten met universiteiten in Europa in het kader van het ‘Leven Lang Leren’ programma van de Europese Gemeenschap, waaronder het Erasmusprogramma. Hiervoor zijn meestal aanvullende studiebeurzen beschikbaar, die via de Faculteit beschikbaar worden gesteld. Het gaat hier om universiteiten in het Verenigd Koninkrijk (Reading, Coleraine, Leeds, Newcastle), Finland (Joensuu), Zweden (Göteborg, Stockholm, Lund), Duitsland (Frankfurt, Berlijn, Munster), Spanje (Zaragoza), Portugal (Lissabon), Hongarije (Budapest, Pecs), Oostenrijk (Wenen), Letland (Riga, Jelgava), Frankrijk (Versailles), Italië (Milaan) en Turkije (Istanbul). Daarnaast heeft de Faculteit uitwisselingsafspraken gemaakt met een reeks universiteiten buiten Europa. In Nieuw-Zeeland is een overeenkomst tot stand gebracht met de University of Auckland. In de Verenigde Staten gaat het om universiteiten in Seattle in de staat Washington, Geneseo in New York State, Gainesville in Florida en Omaha in Nebraska. Vermeldenswaard is de deelname van de Faculteit aan het NEURUS-programma (Network for European and United States Regional and Urban Studies), waar universiteiten uit Europa (Berlijn, Wenen), de Verenigde Staten (Urbana-Champaign in Illinois; Irvine in Californië, Gainesville in Florida; Phoenix in Arizona) en Zuid-Korea (Seoul) in participeren. In de studiejaren 2010/2011 t/m 2012/2013 verzorgt het NEURUS programma onder de naam ICURD (International Certificate on Urban and Regional Development een uitwisseling met vier universiteiten met de Verenigde Staten, waarvoor een beperkt aantal riante studiebeurzen beschikbaar is. Centraal in het NEURUS/ICURD programma staat de Masterthesis. In het tweede deel van het studiejaar verblijven studenten in de Verenigde Staten. Het NEURUS/ICURD programma kent verder nog seminars en een zogenaamde ‘distance learning course’, die via internet kan worden afgenomen. Verdere buitenlandse bestemmingsmogelijkheden zijn te vinden in Canada, China, India en Indonesië. De RUG biedt daarnaast een beperkt aantal verdere mogelijkheden, voor studenten van alle opleidingen en studierichtingen, in onder andere Nieuw Zeeland en Australië. Voor buitenlandse bestemmingen die niet onder het Socrates/ Erasmusprogramma vallen is in veel gevallen een beurs uit het Marco Polo Fonds van de RUG beschikbaar. Voorwaarde voor zowel een Socrates/ Erasmusbeurs als een Marco Polo Fonds beurs is dat het buitenlandse studieverblijf tenminste drie maanden duurt. Voor de Marco Polo Fonds beurs is een aanvullende eis, dat de RUG of de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen aantoonbare, structurele samenwerkingsrelaties met de bestemmingsuniversiteit onderhoudt. 1.6 Onderzoek Het FRW onderwijsconcept legt grote nadruk op de vervlechting tussen onderzoek en onderwijs. Onderwijsonderdelen, die gezichtsbepalend zijn voor één van de door de FRW aangeboden opleidingen worden daarom altijd gegeven door één of meerdere actieve onderzoekers verbonden aan de FRW. Waar mogelijk wordt eigen onderzoek gebruikt om de aangeboden stof te illustreren. Zo treedt er kruisbestuiving op tussen onderwijs en onderzoek. De FRW onderwijsorganisatie is in het voorgaande beschreven. Het onderzoek van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen is georganiseerd in het Urban and Regional Studies Institute (URSI). Via URSI participeert de Faculteit in de landelijke onderzoeksschool NETHUR. Het centrale onderzoekthema van de Faculteit is tWIST: “towards Wellbeing, Innovation and Spatial
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 16
Transformation”. Er zijn onderzoeksprojecten waarin onderzoekers van dezelfde basiseenheid participeren, maar ook onderzoeksprojecten waarin door leden van verschillende basiseenheden wordt samengewerkt. De FRW verricht niet alleen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, maar is ook actief in kennisvalorisatie, waarbij de aanwezige wetenschappelijke kennis vertaald wordt naar concrete maatschappelijke toepassingen. Kennisvalorisatie gebeurt niet alleen ten behoeve van regionale maatschappelijke ruimtelijke activiteiten maar ook voor (inter)nationale projecten. De ervaring opgedaan met deze vertaling van wetenschappelijke kennis in concrete toepassingen wordt verwerkt in het onderwijsaanbod. Meer informatie is te vinden op www.rug.nl/frw/onderzoek 1.7 Studentenorganisaties De FRW kent een zeer actieve studentengeleding, waarin het merendeel van de studenten aan de faculteit georganiseerd is rond een drietal thema’s. Ibn Battuta is vooral gericht op de onderlinge communicatie tussen de student-leden en tussen studenten en faculteit. Daarbij staan studie en ontspanning centraal; Pro Geo behartigt de belangen van alle studenten binnen de bestuurlijke organen van de FRW. De stichting Geo Promotion richt zich op het organiseren van wetenschappelijke congressen en symposia. 1.7.1 Ibn Battuta Ibn Battuta is de faculteitsvereniging van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, genoemd naar de bekende Arabische ontdekkingsreiziger. Zij organiseert jaarlijks een breed scala aan activiteiten. Zo worden er buitenlandse reizen, excursies, lezingen en workshops georganiseerd. Ook organiseert Ibn Battuta studieboekenverkoop, borrels, feesten, sport- en carrièregerichte activiteiten. Iedere werkdag kun je in de koffiekamer in het Duisenberg gebouw (kamer 13), terecht voor een vers kopje koffie of thee. Daar staat het bestuur ook klaar om je vragen te beantwoorden. Iedere student kan actief worden bij Ibn Battuta in een van de commissies en werkgroepen, of in het bestuur. Het lidmaatschap van de vereniging kost €14 per jaar. Als lid van Ibn Battuta krijgt de student voorrang bij verenigingsactiviteiten, ieder jaar de verenigingsalmanak en een aanzienlijke korting op boeken. Ibn Battuta is een goede manier om medestudenten te leren kennen en de studie te verrijken. Meer informatie is te verkrijgen via de website (www.ibnbattuta.nl , per e-mail (
[email protected]) of via telefoon (050-363 8819). 1.7.2 Pro Geo Pro Geo is de stichting die de belangen van alle studenten van de FRW behartigt. Zij doet dit op allerlei verschillende manieren, maar het belangrijkste is dat dit gebeurt door studenten, voor studenten. Het bestuur van Pro Geo bestaat uit de vijf studentleden in de Faculteitsraad (Fraad). Elk jaar vinden hiervoor verkiezingen plaats in mei. Elke student kan zich kandidaat stellen voor de F-raad en bovendien een stem uitbrengen via Progress. De Faculteitsraad bestaat verder uit vijf personeelsleden en heeft instemmingsrecht over bepaalde beslissingen die genomen moeten worden. Daarnaast kan de F-raad adviezen uitbrengen aan het Faculteitsbestuur (FB). Op deze manier kunnen studenten invloed uitoefenen op het beleid van de faculteit. Naast de werkzaamheden voor de Faculteitsraad is Pro Geo er ook voor klachten of suggesties van studenten over het onderwijs. Deze worden behandeld via de F-raad maar ook via de Opleidingscommissies (OC’s) die elke opleiding heeft. Deze bestaan uit twee of drie studenten en een aantal docenten. De belangrijkste taak van de OC’s is het evalueren van de vakken die in een blok zijn aangeboden en jaarlijks het beoordelen van de nieuwe Onderwijs- en Examenregelingen (OERen). Ook onderhoudt Pro Geo nauwe contacten met het student-lid van het Faculteitsbestuur. Als laatste organiseert Pro Geo samen met Ibn Battuta jaarlijks de boekenverkoop en de Carrièredag. Voor een goed functioneren van Pro Geo is het essentieel om feedback te krijgen van de overige studenten. Daarnaast zijn enthousiaste studenten die zich willen inzetten onmisbaar. Dus: zijn er klachten of opmerkingen, mail dan naar
[email protected], bezoek de website waar een klachtenbox te vinden is of spreek iemand van het Pro Geo bestuur of een OC aan. Op de website
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 17
is te vinden wie dit allemaal zijn, bovendien staat er nog een aantal andere nuttige zaken. Actief worden kan natuurlijk ook: in september/oktober worden weer nieuwe OC’s ingesteld en in februari/maart zijn er sollicitaties voor de nieuwe F-raad. Dus heb je interesse, stuur dan een email of spreek iemand aan. Meer informatie is te vinden op de website: www.progeo.nl 1.7.3 Stichting Geo Promotion Stichting Geo Promotion is in 1986 door studenten van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW) aan de Rijksuniversiteit Groningen opgericht. Gedurende haar bestaan heeft deze stichting jaarlijks congressen en symposia georganiseerd over planologisch, geografisch en vastgoedkundig relevante thema’s. Dit met als doel het bevorderen van de integratie tussen het bedrijfsleven, overheid en studenten. Het is voor elke student mogelijk actief te worden in het bestuur van Geo Promotion, ongeacht het studiejaar of het hebben van bestuurservaring. Zo wordt het mogelijk om op een actieve manier bezig te zijn met de kennis die je tijdens de studieperiode opdoet en ook te ervaren wat besturen is. Voor meer informatie: telefoon (050) 363 3884, e-mail:
[email protected] of www.geopromotion.nl 1.8 Informatie en Informatievoorziening Voor eerstejaars studenten, en nieuwe studenten die als zij-instromers aan een van de opleidingen van de Faculteit beginnen, is het in het begin soms moeilijk om in de veelheid van informatie over de studie- en examenprogramma’s goed de weg te vinden. Een paar belangrijke vingerwijzigingen worden daarom hier gegeven. Naast deze studiegids en de hierboven genoemde bronnen biedt de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen verschillende andere informatiebronnen. Deze zijn: › Ocasys, het elektronische systeem met vakinformatie bereikbaar via http://www.rug.nl/ocasys; › Nestor, de elektronische leeromgeving van de Rijksuniversiteit Groningen bereikbaar via http://nestor.rug.nl; › Op Nestor Portal, de openingspagina als je inlogt in Nestor, staan belangrijke facultaire mededelingen; › Student Support Desk online, www.rug.nl/frw/studentsupport. Hier vind je antwoorden op veel gestelde vragen m.b.t. nagenoeg alle zaken die met het onderwijs samenhangen. Ook kun je hier zelf een vraag stellen › De facultaire website, www.rug.nl/frw; › Elke student krijgt een eigen e-mail account. E-mail vanuit de Faculteit wordt naar dit account gestuurd. Controleer dit account regelmatig of zorg dat de mail automatisch wordt doorgestuurd naar je standaard emailadres! › Het Bureau Onderwijs, kamer 0024, geeft informatie over collegerooster, tentamendata, studieresultaten, overgangsregelingen, etc.; › Coördinatoren: in paragraaf 1.4.4 van dit hoofdstuk staan voor de verschillende jaren en studierichtingen de coördinatoren vermeld. Met specifieke vragen betreffende het studieprogramma kun je bij de coördinator terecht; › Mededelingenborden. Het verdient aanbeveling deze borden regelmatig te raadplegen; › Universiteitskrant (UK), met name de rubriek mededelingen. Het is belangrijk voor studenten om goed geïnformeerd te zijn over bijvoorbeeld eventuele wijzigingen in het collegerooster, gebeurtenissen op de Faculteit en activiteiten van de facultaire studentenverenigingen. De Faculteit doet er alles aan om deze informatie via bovenstaande kanalen tijdig te verspreiden. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de student om zich goed op de hoogte te houden van de voor hem of haar belangrijke informatie. Ook is het de verantwoordelijkheid van de student te letten op een correcte inschrijving en om regelmatig de student.rug-mail en de post te checken. Wijzigingen in college- dan wel tentamenrooster worden als regel via de inschrijving voor het betreffende onderdeel in Progress en Nestor, naar de studenten gemaild. Zie tevens de facultaire website, www.rug.nl/frw/informatievoor/studenten onder roosters. Eventuele problemen ten gevolge van het niet correct ingeschreven staan of het niet lezen van mail en post zijn de verantwoordelijkheid van de student.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 18
Erg belangrijk voor een vlotte studievoortgang is dat studenten goed weten om te gaan met het elektronische systeem dat hun inschrijving voor vakken en tentamens regelt. Dat is het zogenaamde Progress-systeem. Raadpleeg bij alle vakken die je wilt volgen, voordat je je ervoor gaat inschrijven, altijd de vakinformatie in Ocasys. Bestel, indien je een vak gaat volgen, tijdig de in de vakinformatie vermelde kernliteratuur. Voor alle vragen over de inrichting van de studie waarop deze gids niet direct een antwoord geeft en/of moeilijkheden die een student bij het volgen van de studie ondervindt, kan hij of zij zich wenden tot de studieadviseur van de faculteit, drs. N.I.C. (Niels) Rambags, telefoon (050) 363 3906,
[email protected]. De University Student Desk (USD) en de Studentenpsychologen van de Universiteit staan ter beschikking van studenten als zij problemen met de studie ondervinden van meer algemene aard (Studenten Service Centrum, www.rug.nl/ssc)
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 19
2
Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie
2.1 Inleiding De bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie (SG&P) is een driejarige opleiding. Nadat het eerste jaar met goed gevolg doorlopen is, ontvangt de student een propedeusediploma. Ter afronding van de opleiding wordt een bachelorbul uitgereikt. Die verschaft toegang tot één van de volgende door de FRW zelf aangeboden masters: Culturele Geografie, Economische Geografie, Sociale Planologie, Vastgoedkunde, Population Studies, en Environmental & Infrastructure Planning. Daarnaast kunnen studenten instromen in de Research Master. Genoemde masters worden afzonderlijk beschreven in de studiegids Masteropleidingen van de faculteit. Aspirant studenten die met de propedeuse Sociale Geografie & Planologie willen beginnen, moeten zich voor Sociale Geografie & Planologie inschrijven via ‘Studielink’. De precieze inschrijfprocedure staat vermeld op www.rug.nl/usd. De bacheloropleiding is breed van opzet, zodat de student kennis kan maken met het hele vakgebied van de sociale geografie, planologie en demografie. De onderwijsvisie van de bachelor is gebaseerd op research induced education. Dat betekent dat studenten continu getraind worden om zich de kritische geest van de academische onderzoeker eigen te maken. Dat kan doordat de docent in een college voorbeelden geeft van eigen onderzoek, maar ook door de student vanaf het begin van de studie bezig te laten zijn met eigen onderzoek, dataverzameling en analyse, en de kritische interpretatie en betekenis daarvan. De breedte van de bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie (SG&P) maakt dat afgestudeerden serieuze kandidaten zijn voor allerlei soorten banen: bij de overheid (ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen), het bedrijfsleven (particuliere onderzoek- en adviesbureaus, maar ook vele soorten van andere bedrijven), de journalistiek, de politiek en het onderwijs (in het middelbaar en hoger onderwijs als leraar aardrijkskunde, docent sociale geografie, planologie of bijvoorbeeld toerisme). Ongeveer de helft van de afgestudeerde geografen en planologen vindt werk bij de overheid, de andere helft komt terecht in het bedrijfsleven. Binnen de bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie kan een educatieve minor gevolgd worden. De afgestudeerde bachelor is dan bevoegd les te geven in de theoretische leergang van het vmbo en in de eerste drie leerjaren van de havo en het vwo (zie hiervoor paragraaf 2.6.3.3; in hoofdstuk 10 worden de minoren nader toegelicht). In aansluiting op een masterstudie aan de FRW kunnen studenten een eerstegraads lesbevoegdheid Aardrijkskunde halen (zie hiervoor de mastergids van de faculteit). 2.2 Bacheloropleiding algemeen De bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie start met een propedeuse van één jaar van 60 European Credits (EC). Jaar 2 en jaar 3 omvatten elk eveneens 60 EC, waardoor de totale opleiding 180 EC omvat. In hoofdstuk 6 vind je de onderwijs- en examenregeling (OER) van de studie waarin ook de toelating tot het bachelorprogramma is vastgelegd. Een gedetailleerd overzicht van de doelen van de opleiding staat opgesomd in artikel 1.3 van de onderwijs- en examenregeling. De eindtermen staan in artikel 1.4 vermeld. De bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie en de bacheloropleiding Technische Planologie binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen kennen elk een eigen propedeuse (jaar 1). In het studieprogramma van beide opleidingen zit een gedeeltelijke overlap. In jaar 1 wordt een aantal vakken voor beide opleidingen gezamenlijk aangeboden. Dit biedt studenten de mogelijkheid om eventueel over te stappen van de ene naar de andere bacheloropleiding. Voor een mogelijke overstap dienen de studenten contact op te nemen met de studieadviseur.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 20
In paragraaf 2.3 tabel 2.1 zijn de studieonderdelen van het propedeuse jaar, jaar 2 en jaar 3 van de Bachelor Sociale Geografie & Planologie per semesteronderdeel weergegeven voor het studiejaar 2012-2013. Zoals tabel 2.1 toont, is het onderwijsprogramma voor elk studiejaar opgedeeld in twee semesters en elk semester is weer in twee perioden verdeeld (1a en 1b, 2a en 2b). In elke periode is in beginsel een drietal studieonderdelen van 5 EC geplaatst. De vakbeschrijvingen in Ocasys geven aan wat de inhoud van de studieonderdelen is. Op het collegerooster (zie de facultaire website www.rug.nl/frw/rooster) wordt nadere informatie gegeven over de precieze data en tijdstippen waarop de hoor- en werkcolleges worden gegeven. De periodes bestaan uit zeven of acht collegeweken, gevolgd door 2 tentamenweken. Voor de propedeuse geldt een bindend studieadvies. Dit betekent dat een student in het eerste jaar minimaal 45 EC aan studiepunten moet halen om verder te mogen in jaar 2. Ook moet de propedeuse binnen twee jaar behaald zijn. Wanneer de student niet aan die eisen voldoet, wordt hij/zij van de opleiding verwijderd. In paragraaf 2.5.5. wordt nadere uitleg gegeven over het bindend studieadvies. 2.2.1 Beoordelingsregeling De beoordeling van studieonderdelen geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de onderwijsen examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie (zie hoofdstuk 6) en de regels en richtlijnen voor de examinering van de opleidingen binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (zie hoofdstuk 8). Voor nadere informatie over de beoordelingscriteria van werkstukken en het bachelorproject wordt verwezen naar de betreffende protocollen. 2.2.2 Studiekosten De kosten voor de verschillende onderdelen van het Bachelorprogramma Sociale Geografie & Planologie zijn niet precies aan te geven. Er wordt op toegezien dat de totale studiekosten niet de betreffende studiefinancieringsnormen te boven gaan. Zie verder onder par. 5.28, prijsbeleid studiekosten. Voor de kosten van het Veldwerk Buitenland wordt verwezen naar par. 2.6.3.4. 2.2.3 Nadere informatie Verdere informatie omtrent de verschillende onderdelen zal beschikbaar komen via de facultaire website, het Bureau Onderwijs en de mededelingenborden. Zie ook het schema aan het begin van deze studiegids. 2.3 Bachelorprogramma Sociale Geografie & Planologie 2012-2013 De hoofdstructuur van het programma voor 2012-2013 met de afzonderlijke vakken is weergegeven in tabel 2.1. Het betreft de studieonderdelen uit het propedeuse jaar, het programma voor jaar 2 en het programma voor jaar 3 van de bachelor Sociale Geografie & Planologie. Elk studieonderdeel heeft een omvang van 5 EC (1 EC komt overeen met 28 uren), met uitzondering van het afsluitende bachelorproject van 15 EC. Tabel 2.1 Bachelorprogramma Sociale Geografie & Planologie 2012-2013 Jaar 1 Denken over geografie & planologie Economische geografie 1: grote theorieën & actuele thema’s Culturele geografie
Code GEDGP GEECOGEO1M GECG1
Sem 1-a 1-a 1-a
EC 5 5 5
Population dynamics Inleiding wetenschappelijk onderzoek Ruimtelijke planning 2: the urban challenge
GEPOPDYNN GEIWO GERP2
1-b 1-b 1-b
5 5 5
Fysische geografie van de wereld Statistiek 1 Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie
GEFGW GESTAT1 GERI1
2-a 2-a 2-a
5 5 5
Regio in kwestie: China Geografie & planologie van Nederland Economie
GECHINAN GEGPLNL GEECON
2-b 2-b 2-b
5 5 5
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 21
Jaar 2 Economische geografie 2: globalisering van de regio Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatie systemen Migration
GEECOGEO2 GERI2 GEMIGR
1-a 1-a 1-a
5 5 5
GERP3N
1-b
5
Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek Gebonden keuze: Economische geografie 3: ruimtelijke innovatie en evolutie of Vastgoedkunde People and place
GEECOGEO3
1-b
5
GEVGK GEPEOPLPL
1-b 1-b
5 5
Methoden van wetenschappelijk onderzoek Ruimtelijke planning 4: culturen van planning Toerisme
GEMWO GERP4 GETOER
2-a 2-a 2-a
5 5 5
Statistiek 2 Bodem en landschap van Nederland Plattelandsgeografie
GESTAT2 GEBOLANL GEPLGEO
2-b 2-b 2-b
5 5 5
1-a/ 1-b
30
Jaar 3 Minor of 6 keuzevakken van 5 EC Philosophies of social science, human geography and planning Geografie & planologie van Europa Bachelorproject SG&P (start - totaal 15 EC)
GEPSSHGP GEGPLEUR GEBPROJSG
2-a 2-a 2-a
5 5 5
Veldwerk buitenland Bachelorproject SG&P Bachelorproject SG&P
GEVLDWBUI GEBPROJSG GEBPROJSG
2-b 2-b 2-b
5 5 5
De bacheloropleidingen aan de RUG kennen een major-minorstructuur. De major (of hoofdopleiding) is in dit geval Sociale Geografie & Planologie. Voor een goede academische vorming is het van belang om ook kennis te maken met andere vakgebieden. Daarom wordt in jaar 3 (eerste semester) de gelegenheid geboden om een minor te volgen. Een minor is een pakket vakken met een omvang van 30 EC (meestal 6 x 5 EC). De student mag ook keuzevakken volgen, eventueel ook bij een partner-universiteit/faculteit in het buitenland. De beschrijving van de vakken is te vinden op www.rug.nl/ocasys. 2.4 Overgangsmaatregelen Voor studenten die in voorgaande jaren met de propedeuse zijn begonnen wordt voor de betreffende jaren soms een overgangsregeling vastgesteld indien het programma een majeure verandering heeft ondergaan. Hierover kan advies worden gevraagd bij de studieadviseur. 2.5
Propedeuse Sociale Geografie & Planologie
2.5.1 Doelstellingen Bij het propedeutisch examen wordt beoordeeld of de student qua kennis, vaardigheden en attitudes aan de gestelde eisen voldoet om met succes aan het postpropedeutische deel van de Bacheloropleiding te kunnen deelnemen. Naast deze selecterende functie heeft de propedeuse ook een oriënterende functie. Het onderwijs- en examenprogramma is zo opgezet dat de studenten voldoende inzicht krijgen in het postpropedeutische deel van de studie. Deze oriëntatie heeft betrekking op zowel de inhoud als de moeilijkheidsgraad. Bij de opstelling van het onderwijsprogramma is er van uitgegaan dat kan worden aangesloten en teruggegrepen op het kennisniveau van het VWO.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 22
De student krijgt in het eerste jaar een kijk op wat de Sociale Geografie & Planologie, maar ook Demografie, als wetenschap inhouden. Ook maakt de student kennis met de voornaamste basisbegrippen van deze disciplines, en worden onderzoeksvaardigheden aangeleerd en beoefend. Zo kan een goede indruk verkregen worden van de wijze van beoefening van de genoemde vakgebieden. Een gedetailleerd overzicht van de doelen en eindtermen van deze opleiding staat in artikel 1.3 en 1.4 van de onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie en Planologie (hoofdstuk 6). 2.5.2 De organisatie van het propedeutisch onderwijsprogramma Het propedeutisch onderwijs Sociale Geografie & Planologie is ingedeeld in twee onderwijslijnen, die voortgezet worden in het 2e en 3e jaar van de studie: een vakinhoudelijke lijn (de VAK-lijn) en een onderzoekslijn (OZ-lijn) gericht op methoden en vaardigheden nodig in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. 2.5.2.1 De vakinhoudelijke lijn De vakinhoudelijke onderwijslijn - de VAK-lijn – beoogt de student zicht te bieden op het ‘panorama’ van vakgebieden die onderdeel zijn van het wetenschapsgebied Sociale Geografie & Planologie: de Economische, Sociale, Culturele en Fysische Geografie, Planologie en Demografie. De introductie in al deze vakgebieden gebeurt aan de hand van actuele thema’s en, waar mogelijk, met referentie naar het onderzoeksprogramma van de faculteit: “tWIST: towards Well-being, Innovation and Spatial Transformation.” Het onderzoeksprogramma is te vinden op de facultaire website http://www.rug.nl/frw/onderzoek/index. De vakken die tot de VAK-lijn behoren zijn (zie ook tabel 2.1): › › › › › › › ›
Economische geografie 1: grote theorieën & actuele thema’s Culturele geografie Population dynamics Ruimtelijke planning 2: the urban challenge Fysische geografie van de wereld Regio in kwestie: China Geografie en planologie van Nederland Economie
Alle 8 vakinhoudelijke onderdelen bij elkaar vergen een totale studie-inspanning van 40 EC, van de in totaal 60 EC van de propedeuse. 2.5.2.2 Onderzoekslijn In de leerlijn Onderzoek leren de studenten onderzoeksvaardigheden en technieken. Na het afronden van de hele bacheloropleiding kunnen de studenten met behulp van de aangeleerde vaardigheden en technieken onder begeleiding een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren. Dit wordt in de praktijk gebracht in het bachelorproject in jaar 3. De volledige onderzoekslijn staat afgebeeld in figuur 2.1. In het eerste jaar omvat de leerlijn Onderzoek de volgende vakken: › › › ›
Denken over geografie & planologie Inleiding wetenschappelijk onderzoek (IWO), inclusief bibliotheekinstructie Statistiek 1 Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie
Het belangrijkste onderdeel van het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek (IWO) is het schrijven van een paper volgens academische richtlijnen (literatuurstudie). In het eerste jaar wordt ook aandacht geschonken aan het aanleren van studievaardigheden (in Denken over geografie & planologie), presenteren van onderzoeksbevindingen (IWO), en peer review (IWO). Ook spelen excursies en het veldwerk een belangrijke rol in het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden. Hoewel methoden en technieken van onderzoek centraal staan in de onderzoekslijn, worden ze waar mogelijk ook toegepast en geoefend. Gedeeltelijk gebeurt dat in het veld (Bodem en
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 23
landschap, Veldwerk buitenland) om studenten te trainen in het doen van onderzoek in een andere dan de vertrouwde omgeving.
Fig. 2.1 Onderzoekslijn Bachelor SG&P 2.5.3 Toetsing De studieonderdelen van de propedeuse worden in beginsel afgesloten met een schriftelijke toetsing van maximaal drie uur. Daarnaast gebruiken veel docenten opdrachten (assignments) die getoetst kunnen worden. Deze toetsing kan ook tijdens het blok plaats vinden. De toetsing van IWO is een gewogen gemiddelde voor de verschillende onderdelen (inclusief het paper en de presentatie ervan). De stof voor de propedeusetentamens bestaat uit de collegestof en de opgegeven literatuur van de verschillende onderdelen. De tentamens worden meestal afgenomen in de tentamenperiode aansluitend op de colleges (laatste drie of vier weken van het semesterblok). In de weken waarin propedeusetentamens plaatsvinden worden in de regel geen onderwijsactiviteiten geprogrammeerd, zodat deze weken vrijwel geheel beschikbaar zijn voor zelfstudie. Er bestaan in het eerstejaarsprogramma ook herkansingen die in de eerste week van de tentamenperiode (1b, 2a) of aan het begin van de zomervakantie zijn geroosterd. N.B. Voor alle tentamens is aanmelding vooraf vereist. Zie hiervoor de website: http://www.rug.nl/frw/informatieVoor/studenten > roosters > jaarplanning of het begin van deze studiegids (relevante data studiejaar 2012-2013); het mededelingenbord voor eerstejaars en de onderwijs- en examenregeling (hoofdstuk 6) en de regels & richtlijnen voor de examinering (hoofdstuk 8). 2.5.4 Studiepunten Het propedeutische examenprogramma omvat 60 European Credits. Wie 60 EC heeft behaald, is geslaagd voor het betreffende examen, op dat moment zijn immers alle studie- c.q.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 24
examenonderdelen met voldoende resultaat afgelegd. Verwacht wordt dat na het eerste jaar alle studenten die onder normale omstandigheden hebben kunnen studeren, die geschikt zijn voor de studie Sociale Geografie & Planologie en die voldoende inzet hebben getoond bij het studeren, geslaagd zullen zijn. 2.5.5 Studieadvies In het eerste jaar ontvangt elke student na iedere tentamenperiode een overzicht met de behaalde studieresultaten. Indien een student aan het einde van het eerste jaar minder dan 45 EC heeft behaald krijgt de student een negatief bindend studieadvies (BSA). Een negatief bindend studieadvies betekent dat de student zich gedurende een termijn van twee volgende jaren niet opnieuw kan inschrijven voor de opleiding. Studenten die in het eerste jaar 45 EC of meer hebben behaald worden toegelaten tot het tweede studiejaar. Echter wanneer de student aan het einde van zijn tweede jaar van inschrijving het propedeutische examen nog steeds niet heeft behaald, krijgt hij alsnog een negatief bindend studieadvies. Het wegwerken van deficiënties uit jaar 1 heeft in jaar 2 daarom de hoogste prioriteit. Er wordt geen bindend studieadvies gegeven aan studenten die vóór 1 februari van het eerste studiejaar de inschrijving beëindigen. De studenten worden gedurende het eerste jaar regelmatig geattendeerd op het bindend studieadvies en worden verschillende malen op de hoogte gesteld van de studieresultaten. Hiervoor is een studiebegeleidingsysteem opgezet, zie paragraaf 2.5.6. Na semester 1 krijgt elke student een brief met een voorlopig studieadvies. Indien te verwachten is dat de student niet aan de voorwaarden van het bindende studieadvies zal gaan voldoen volgt een gesprek met de studieadviseur. Aan het einde van semester 2a wordt de situatie opnieuw bezien. Aan het einde van semester 2 wordt berekend hoeveel studiepunten zijn behaald en of voldaan wordt aan de eerdergenoemde norm van 45 EC. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden: 1) de student ontvangt een brief met de mededeling dat hij wordt toegelaten tot het tweede jaar of 2) de student ontvangt een brief met een negatief bindend studieadvies. Bij de totstandkoming van het bindend studieadvies kunnen persoonlijke omstandigheden een rol spelen, uitsluitend indien deze tijdig zijn gemeld bij de studieadviseur. Het is dan ook van groot belang om persoonlijke omstandigheden die de studieresultaten negatief beïnvloeden onmiddellijk te bespreken met de studieadviseur. Een student heeft het recht om binnen zes weken na de dagtekening van het definitieve bindende studieadvies schriftelijk beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Met het oog op de start van het nieuwe studiejaar is het verstandig om binnen een tijdsbestek van een paar dagen beroep aan te tekenen. Studenten wordt aangeraden de artikelen 4.1 t/m 4.7 van de onderwijs- en examenregeling van de Bachelor Sociale Geografie en Planologie goed door te nemen. Mochten er nog vragen zijn dan kunnen ze altijd contact opnemen met de secretaris van de examencommissie. 2.5.6 Studiebegeleiding Het studiebegeleidingsysteem voor eerstejaars bevat drie hoofdelementen. Ten eerste krijgt iedere student een tutor (= docent) toegewezen. Bij de start van de studie krijgt iedere student die voor het eerst aan de propedeuse deelneemt een intakegesprek met zijn/haar tutor. In dit gesprek wordt concrete informatie over de studie gegeven. Bovendien komt aan de orde waarom de student voor de desbetreffende studie heeft gekozen en welke verwachtingen de student heeft van de studie. Ook wordt duidelijk gemaakt wat de opleiding van de student verwacht en wat de student van de opleiding mag verwachten. De student kan vragen stellen en het gesprek benutten om bepaalde persoonlijke omstandigheden naar voren te brengen. Vanzelfsprekend wordt de persoonlijke informatie vertrouwelijk behandeld. Van het
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 25
intakegesprek wordt een beknopt schriftelijk verslag gemaakt dat bij de opleiding in het dossier van de student wordt bewaard. Ten tweede vindt er in semester 1 intensieve begeleiding plaats in de vorm van mentorgroepen onder leiding van mentoren (= student-assistenten) en deels tutoren. De mentorgroep bestaat uit studenten die dezelfde tutor hebben. Een belangrijk doel van het mentoraat is om studenten een beter inzicht te geven in de eigen studiesituatie en te helpen met de praktische aanpak en organisatie van de studie. Het (snel) oplossen van problemen past daarbij. Ten derde gaan in semester 1b de mentorgroepen in principe over in studiegroepen. In deze studiegroepen schrijven de studenten onder begeleiding van (meestal) de tutor een academisch paper (binnen het vak Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek). Hiervoor zijn in totaal zes bijeenkomsten ingepland. Tijdens deze studiegroepbijeenkomsten kan ook aandacht besteed worden aan de algehele studievoortgang van de betreffende studenten. In het 2e semester vindt nogmaals een individueel gesprek plaats tussen de student en zijn tutor. Ook hiervan wordt een kort verslag gemaakt dat wordt toegevoegd aan het dossier van de student. De studieadviezen zoals besproken in paragraaf 2.5.5 vormen eveneens een belangrijk onderdeel van het studiebegeleidingsysteem voor de eerstejaarsstudenten. 2.5.7 Diploma en judicium Na afronding van alle onderdelen uit de propedeutische fase met voldoende resultaat, wordt het propedeusediploma uitgereikt. Het judicium, dat wil zeggen de waardering in woorden van het behaalde gemiddelde examenresultaat, wordt vastgesteld als het gewogen gemiddelde (op basis van het aantal EC’s) van de tentamens die met een cijfer gewaardeerd zijn. Het judicium is als volgt: › Summa cum laude: gemiddeld 8,5 of hoger, geen deelcijfer lager dan 7; › Cum laude: gemiddeld 8 of hoger, geen deelcijfer lager dan 7; › Ruim voldoende: gemiddeld 7 of hoger; › Voldoende: lager dan gemiddeld 7. Voor nadere informatie over de examinering raadplege men artikel 7.10, 7.11 en 7.12 van de onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie en de regels & richtlijnen voor de examinering. Voor studenten die de studie zijn aangevangen in een eerder studiejaar kunnen de judiciumregels uit de studiegids van het betreffende jaar raadplegen. 2.6
Tweede en derde jaar van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie
Algemene bepalingen omtrent examens, onderwijperiodes, judicia etc. zoals besproken voor de propedeutische fase gelden ook voor het 2e en 3e jaar van de Bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie. Aanvullende of afwijkende informatie is hieronder beschreven. 2.6.1 Doelstellingen In de propedeutische fase van de opleiding ligt het accent op ‘kennis’ en ‘begrip’ en deels op ‘toepassen’. Daarbij wordt een oriëntatie op het vakgebied gegeven. In de laatste twee jaren van de opleiding wordt meer de nadruk gelegd op de leervaardigheden ‘toepassen’, ‘analyseren’ en ‘reflecteren’. Het leren selecteren en analyseren van informatie die bij onderzoek op het gebied van de Sociale Geografie & Planologie kan worden gebruikt is eveneens een belangrijk aandachtspunt. Daarbij wordt verdieping van de stof aangeboden, onder andere door steeds nadrukkelijker aan te sluiten bij het onderzoeksprogramma van de faculteit. De VAK-leerlijnen en de Onderzoeks-leerlijn worden doorgetrokken in deze fase van de opleiding.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 26
Aan het eind van de bachelorstudie is een zodanig niveau bereikt dat de afgestudeerde met een wetenschappelijke attitude in tal van maatschappelijke functies werkzaam kan zijn. Ook kan de student een wetenschappelijke studie aanvangen waarbij een hoog niveau van zelfstandigheid wordt verondersteld. In de praktijk komt dit erop neer, dat de studenten zonder problemen kunnen instromen in relevante masteropleidingen aan de FRW of elders. 2.6.2 Jaar 2 Bachelor Sociale Geografie & Planologie Studenten die aan jaar 2 willen beginnen, moeten in beginsel aan alle verplichtingen van de propedeuse hebben voldaan. Studenten die in het eerste jaar 45 EC of meer hebben behaald worden onder voorwaarden ook toegelaten tot het tweede studiejaar (zie studieadvies, par. 2.5.5). In paragraaf 2.5.5 is er al op gewezen dat wanneer een student aan het einde van zijn tweede jaar van inschrijving het propedeutische examen nog steeds niet heeft behaald hij/zij alsnog een negatief bindend studieadvies krijgt. Het wegwerken van deficiënties uit jaar 1 heeft daarom de hoogste prioriteit! In het tweede jaar wordt het onderwijsprogramma van de bacheloropleiding voortgezet met studie-onderdelen waarin een verdieping van de kennis op het wetenschapsgebied van de sociale geografie en planologie wordt aangeboden in de vakinhoudelijke lijn. Het betreft de volgende vakken voor 2012-2013 (zie ook tabel 2.1): › Economische geografie 2: globalisering van de regio › Migration › Ruimtelijke planning 3 › Governance dynamiek › People and place › Ruimtelijke planning 4: culturen van planning › Toerisme › Bodem en landschap van Nederland › Plattelandsgeografie › gebonden keuze uit: Vastgoedkunde of Economische geografie 3: ruimtelijke innovatie en evolutie In de onderzoekslijn worden in jaar 2 de volgende vakken aangeboden (zie ook figuur 2.1): › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen › Methoden van wetenschappelijk onderzoek › Statistiek 2 Ook in jaar 2 wordt er veldwerk georganiseerd ter versterking van de onderzoeksvaardigheden van de studenten (bijvoorbeeld binnen Bodem en landschap van Nederland) 2.6.3 Jaar 3 Bachelor Sociale Geografie & Planologie In het eerste semester van jaar 3 worden de studenten in de gelegenheid gesteld om een minor van 30 EC te volgen, zie tabel 2.1. Hiervoor kunnen ze kiezen uit het RUG-brede minorenaanbod (www.rug.nl/minor). De student kan de 30 EC-ruimte in semester 1 ook benutten om keuzevakken te volgen of voor een langdurig verblijf aan een buitenlandse partneruniversiteit. In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op de mogelijkheden voor het volgen van keuzevakken. In de VAK-lijn wordt nog één cursus aangeboden: › Geografie en planologie van Europa De Onderzoeksleerlijn wordt afgesloten met de volgende vakken: › Philosophies of social science, human geography and planning › Veldwerk buitenland › Bachelorproject Het Veldwerk buitenland is een belangrijk studieonderdeel voor de bachelor Sociale Geografie & Planologie. Tijdens dit veldwerk voeren studenten onderzoek uit in een andere ruimtelijke en culturele context. Dit versterkt het gevoel voor de grenzen en de contextualiteit van inhoudelijke
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 27
kennis. Het biedt ook de mogelijkheid om eerder opgedane onderzoeksvaardigheden in een andere context toe te passen en te gebruiken (zie ook paragraaf 2.6.3.4) Zowel de VAK-lijn als de Onderzoekslijn wordt afgesloten door het Bachelorproject (15 EC) waarin de tot op dat moment geleerde en geoefende vaardigheden toegepast worden op een inhoudelijke onderzoeksvraag. Het bachelorproject heeft deels een groeps maar vooral een individueel karakter. Inhoudelijk sluit het Bachelorproject zo goed mogelijk aan bij een van de thema’s uit het onderzoeksprogramma (tWIST) van de faculteit. Zoals uit het vakkenoverzicht uit tabel 2.1 voor jaar 3 blijkt, vergt het afsluitende bachelorproject een strakke tijdsplanning van de kant van de individuele student. In semester 2a wordt een aantal hoorcolleges gegeven. Deze helpen de student bij het schrijven van de onderzoeksopzet. Het onderzoek wordt opgebouwd aan de hand van deelopdrachten die tijdens acht groepsbijeenkomsten worden besproken. De studenten schrijven individueel een verslag in de vorm van een artikel dat mondeling gepresenteerd moet worden. 2.6.3.1 Keuzevakken In jaar 3 is voor 30 European Credits (EC) aan minor- of keuzevakruimte in het programma opgenomen. De keuzevakken kunnen worden gevolgd bij de eigen faculteit of andere faculteiten binnen de Rijksuniversiteit Groningen of faculteiten bij andere universiteiten. Het keuzevakkenpakket moet in beginsel een duidelijke herkenbare inhoudelijke samenhang vertonen. Indien de student ervoor kiest om de keuzevakruimte in te vullen met een minor (zie volgende paragraaf), wordt automatisch voldaan aan deze eis. Als eis wordt gesteld dat keuzevakken minimaal een omvang moeten hebben van 5 EC. Vakken die in FRW-minoren zijn opgenomen mogen ook als keuzevak gekozen worden (zie hoofdstuk 10). Wanneer men studiepunten voor behaalde keuzevakken van buiten de RUG wil laten meetellen in het studieprogramma is vooraf toestemming van de coördinator van de bachelor SG&P voor het volgen van het betreffende vak noodzakelijk. Er wordt van harte aanbevolen om bij de keuze van keuzevakken ook vooruit te kijken naar de masteropleiding die men wil gaan volgen. Voor aanstaande Master Vastgoedstudenten is het zeer aan te bevelen om het vak Inleiding recht te volgen (bij de Faculteit Rechten). 2.6.3.2 Minorprogramma’s Een Minorprogramma is een samenhangend studieprogramma van 30 EC, waarbij je je verdiept in een onderdeel van je eigen studie (facultaire minor) of je blikveld verbreedt bij een andere faculteit (universitaire minor). Op de website van de RUG staat een overzicht van het aanbod van minoren van de verschillende faculteiten (www.rug.nl/minor . Dit aanbod kan ieder studiejaar anders zijn omdat de faculteiten vrij zijn om minoren in te dienen en om minoren te veranderen. Daarom is het raadzaam om een minor binnen een (half) jaar af te ronden. Als je met goed resultaat een minor hebt afgerond dan wordt dat op het diploma-supplement van je examenbul vermeld (zie ook OER: art. 2.3). In hoofdstuk 10 zijn de programma’s weergegeven van de minoren die in 2012-2013 door de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen worden aangeboden. Studenten van de bacheloropleidingen van de FRW mogen de afzonderlijke FRW-minorvakken als keuzevak opvoeren. Indien de student samen met zijn verplichte vakken voldoet aan de eis dat hij alle vakken binnen een minor heeft gehaald, dan wordt deze minor op het diplomasupplement bij zijn examenbul vermeld. Dit dient de student zelf aan te vragen bij het Bureau Onderwijs op het moment dat hij zijn bul aanvraagt. 2.6.3.3 Educatieve minor Er bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een educatieve minor. In de Educatieve Minor ga je drie dagen per week aan de slag op een middelbare school, waar je toewerkt van het observeren van ervaren leraren naar zelfstandig lesgeven. Daarnaast verdiep je je op de universiteit in vakdidactiek, onderwijskunde en ontwikkelingspsychologie. Je leert hoe je leiding
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 28
kunt geven aan de klas, hoe je kennis overdraagt, lessen ontwerpt en onderwijsmateriaal maakt. Bij alle onderdelen van de Educatieve Minor word je begeleid door ervaren lerarenopleiders. De afgestudeerde bachelorstudent Sociale Geografie & Planologie die een educatieve minor heeft gevolgd, is bevoegd aardrijkskundeles te geven in de theoretische leergang van het VMBO en in de eerste drie leerjaren van de havo en het vwo. De educatieve minor voor studenten in de bachelor Sociale Geografie & Planologie kent een studielast van 30 EC en bestaat uit vier examenonderdelen: › Basiscursus Minor Lerarenopleiding, 5 EC › Minorstage 1 Leraar (aardrijkskunde), 10 EC › Minorstage 2 Leraar (aardrijkskunde), 10 EC › Vakdidactiek (aardrijkskunde): onderbouw, 5 EC. Toelating tot Educatieve Minor Toelaatbaar tot de Educatieve Minor zijn die studenten die een Bacheloropleiding volgen die rechtstreeks toegang geeft tot de Educatieve Master voor het bewuste schoolvak. Zij dienen tijdens hun Bacheloropleiding vakinhoudelijke onderdelen met een totale studielast van minimaal 90 EC met goed gevolg te hebben afgelegd en hun propedeutische fase te hebben afgesloten. Meer informatie is beschikbaar via de lerarenopleiding, ondergebracht bij de faculteit GMW. 2.6.3.4 Veldwerk Buitenland Het veldwerk buitenland wordt in principe in semester 2b aangeboden. Afhankelijk van het aantal deelnemers wordt een aantal bestemmingen georganiseerd. Het veldwerk duurt ongeveer twee weken. Afhankelijk van de excursiebestemming moet de student rekenen op een eigen bijdrage in de excursiekosten tussen € 650,- en € 800,-. Wanneer voor een bepaalde excursiebestemming meer inschrijvingen dan deelnemersplaatsen zijn, kunnen zij die de eerste twee jaar van hun studie hebben afgerond, rekenen op deelname. Studievoortgang geldt als criterium bij een eventuele selectie. Het behaald hebben van de propedeuse is een minimumvoorwaarde. 2.6.3.5 Buitenlandverblijf Het derde studiejaar kan eventueel, in het kader van een internationaal studentenuitwisselingsprogramma zoals het Erasmusprogramma, gedeeltelijk aan een buitenlandse universiteit worden gevolgd. Semester 1 leent zich bij uitstek voor het volgen van keuzevakken aan een buitenlandse universiteit; semester 2 voor een combinatie van keuzevakken en het bachelorproject. Wanneer het internationaal studentenuitwisselingsprogramma samenvalt met de buitenlandse excursie, kan bij de Examencommissie vrijstelling worden aangevraagd voor de buitenlandse excursie. Voorwaarde is dan dat het buitenlandse studieverblijf minimaal één volle onderwijsperiode van de buitenlandse universiteit beslaat (bijvoorbeeld een ‘term’, of een semester) en dat één van de in het buitenland te volgen keuzevakken (van minimaal 5 EC) als vervangend vak voor de buitenlandse excursie kan worden ingevuld. Voor nadere informatie over een buitenlandverblijf dient de student contact op te nemen met het International Office van de Faculteit (zie verder par. 1.5). 2.6.3.6 Toelatingseisen verschillende vakken Naast de algemene toelatingsregels zijn er ook nog toelatingseisen voor een aantal vakken. Deze zijn als volgt (zie OER, art. 7.2): › Statistiek 2: toelating ná behalen van Statistiek 1. › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen: toelating ná behalen van Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie . › Methoden van wetenschappelijk onderzoek: toelating ná behalen van Inleiding wetenschappelijk onderzoek. › Bachelorproject: toelating ná behalen van: › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 29
› Statistiek 2 › Methoden van wetenschappelijk onderzoek. 2.6.3.7 Het Bachelordiploma Het Bachelordiploma wordt uitgereikt aan degenen die alle onderdelen van de bachelorstudie met goed gevolg hebben afgerond. 2.6.3.8 Toelating tot de Masterfase De toelating tot de diverse masterstudies die de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen aanbiedt is geregeld in de Onderwijs- en Examenregelingen van de betreffende masterstudies en de toelatingsprotocollen van de betreffende masters. Zie hiervoor de betreffende hoofdstukken in de studiegids van de Masteropleidingen. Praktisch gezien komt het erop neer dat de student met een bachelor-diploma Sociale Geografie & Planologie in beginsel toegang heeft tot alle masters van de faculteit. Wanneer de bacheloropleiding nog niet is afgerond kan men NIET toegelaten worden tot een Master, ook niet op een voorlopige basis! Voor het volgen van een andere master binnen de Rijksuniversiteit Groningen of bij een andere universiteit heeft de student in beginsel een toelatingsbewijs van de betreffende toelatingscommissie nodig. De instroomeisen van de verschillende masters zijn vastgelegd in de betreffende onderwijs- en examenregelingen.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 30
3
Bacheloropleiding Technische Planologie
3.1 Inleiding De Bacheloropleiding Technische Planologie (TP) is een driejarige opleiding. Nadat het eerste jaar met goed gevolg doorlopen is, ontvangt de student een propedeusediploma. Ter afronding van de opleiding wordt een Bachelorbul uitgereikt. De TP-Bachelor heeft het recht doorstroomrecht - om zonder selectie direct door te stromen in de aansluitende Engelstalige Masteropleiding Environmental and Infrastructure Planning (croho1-nummer 66194) en de Masteropleiding Sociale Planologie (croho-nummer 66653). Het studieprogramma van de Bacheloropleiding Technische Planologie is zo ingericht dat de studenten worden voorbereid op de Masteropleiding Environmental and Infrastructure Planning en op de Master Sociale Planologie. Daarnaast kunnen de studenten instromen in de andere masteropleidingen van de faculteit (zie verder par. 3.8.6). Deze masters worden afzonderlijk beschreven in de studiegids Masteropleidingen van de faculteit. De Bacheloropleiding heeft tot doel studenten op te leiden tot technisch-planologische deskundigen, die inzetbaar zijn bij planningsprocessen waarbij een integratie van ontwerpende (technische) kennis en kennis van planning en planningprocessen centraal staat. De Master Environmental and Infrastructure Planning en de Master Sociale Planologie gaan dieper en meer toegespitst in op planologische theorievorming, in bijzonder het ontwerp van beslissingen, keuzes en besluitvormingsprocessen voor ruimtelijke interventies. De Master Environmental and Infrastructure Planning legt vervolgens de nadruk op de thema’s water, infrastructuur en milieu, op internationale accenten, en op vaardigheden met ontwerp- en evaluatietechnieken. De Master Sociale Planologie legt een grote nadruk op de rollen, wensen, beperkingen, verantwoordelijkheden en acceptatie van maatschappelijke actoren in het proces van ruimtelijke ontwikkeling. Met het Bachelorprogramma Technische Planologie wordt beoogd studenten inzicht te geven in de condities, organisatie en uitvoering van ruimtelijke planning- en ontwerpprocessen en ruimtelijke interventies. Hiervoor worden verschillende vaardigheden aangeleerd, zoals het werken in ontwerpteams, alsmede toepassen van methoden en technieken van planologisch onderzoek. In de vakken binnen de zogenaamde ontwerplijn leren studenten wat het ontwerpen van ruimtelijke oplossingen inhoudt. Met de opleiding wordt in het bijzonder beoogd kennis te verschaffen over de wijze waarop ruimtelijke ontwikkelingen zich voltrekken binnen een complexe urbane context, waaronder ondergrondse en bovengrondse infrastructuur, vraagstukken van waterbeheersing en kwaliteit van het fysieke milieu (lucht, water, bodem). Een gedetailleerd overzicht van de doelen van deze opleiding staat opgesomd in artikel 1.3 van de onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie (hoofdstuk 7). De eindtermen staan in artikel 1.4 vermeld. 3.1.1 Inhoudelijke accenten binnen de opleiding In de Bacheloropleiding ligt het accent op het verkrijgen van vaardigheden in het operationaliseren van kennis ten behoeve de aanpak, operationalisering en strategie van technisch-planologische vraagstukken. De aandacht wordt hierbij zoveel mogelijk gericht op het ontwerpen en evalueren van oplossingsrichtingen, naar inhoud (‘wat’), aanpak (‘hoe’) en betrokkenen (‘wie’). Vooral in het begin van de bacheloropleidingen ligt een accent op het inhoudelijke ontwerp van ruimtelijke vraagstukken (spatial design). Gaandeweg de opleiding verschuift dit accent naar meer de beleidsmatige kant van ontwerpvraagstukken (institutional design). Aan het eind van de opleiding kan de student functioneren als ontwerper en begeleider van ruimtelijke interventies voor de leefomgeving, in het bijzonder op gebied van water, milieu en infrastructuur. Daarvoor moet hij of zij in staat zijn (1) ruimtelijk vraagstukken te doorgronden en (2) oplossingen naar hun mogelijkheden en consequenties uitleggen, om (3) planologisch handelen voor de toekomst te onderbouwen. Deze drie competenties impliceren dat ruimtelijke vraagstukken niet enkel analytisch maar ook holistisch en associatief worden benaderd: de — 1
Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 31
kwaliteit van de planoloog is het kunnen integreren en verbinden. De componenten theorie, methode en praktijk spelen hierbij de hoofdrol. Dit leidt tot een conceptuele manier van denken waarbij het gaat over het proces, de inhoud en de besluitvorming. Om tot dat niveau op te leiden vinden gedurende de opleiding inhoudelijk de volgende verschuivingen plaats: › In het vervolg op vakken over ruimtelijk ontwerpen van de fysieke werkelijkheid, komt er steeds meer aandacht voor besliskundig ontwerpen van beleids- en keuzeprocessen. › Na vakken die analytisch en creatief denken stimuleren, komt er steeds meer aandacht voor synthetisch en associatief denken. Gedurende de opleiding krijgt de student uitdagende en actuele thema’s binnen de Technische Planologie aangeboden. De inhoud van de opleiding is gestructureerd langs verschillende leerlijnen: een leerlijn ruimtelijke planning, een leerlijn ruimtelijk ontwerpen, een leerlijn voor onderzoek en een leerlijn voor water, infrastructuur en milieu. Daarnaast wordt een aantal algemene en geografische basisvakken aangeboden. 3.1.2 Waarvoor Technische Planologie? In onze complexe maatschappij is het ondoenlijk en onwenselijk om alles aan het vrije spel der maatschappelijke krachten (laisser-faire) over te laten. Er is altijd een inbreng van een bovengeschikte macht (overheid of anderszins) nodig om de voorwaarden te scheppen en om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken dan wel in bepaalde banen te leiden. Dit geldt voor het ontwikkelen van ruimtelijke functies, maar ook het beperken van bijvoorbeeld milieubelasting. De regelgeving voor de ruimtelijke ordening, verkeer en infrastructuur, water, natuur en milieu is in de afgelopen jaren steeds complexer geworden. Maar ook worden veranderingen doorgevoerd om verantwoordelijkheden voor ruimtelijke interventies bij decentrale overheden neer te leggen. Ook worden in toenemende mate de burger en private partijen uitgenodigd hun verantwoordelijkheid te nemen bij ruimtelijke ontwikkeling. In de komende decennia zal er naar verwachting een toenemende interesse zijn voor de zogenaamde complexe vraagstukken. Dit zijn vraagstukken waarbij maatwerk en draagvlak gezocht worden, omdat vele actoren en factoren bij deze vraagstukken een rol spelen. Ook zal er een blijvende aandacht zijn voor vraagstukken die op het raakvlak van ruimtelijke ordening en milieu liggen, mede als gevolg van klimaatsveranderingen. Daarnaast zien we een groeiende complexiteit van milieu-/ruimteconflicten in stedelijke gebieden. Dit probleem speelt overigens ook in de landelijke gebieden. Inmiddels is ongeveer 20% van het Nederlandse grondgebied aangewezen als speciale beschermingszone op grond van de Europese richtlijnen (Natura 2000). Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de planning van nieuwe projecten in het landelijk gebied. Niet alleen voor milieu en natuur, maar in toenemende mate ook voor water, verkeer en infrastructuur, neemt de behoefte aan gebiedsspecifieke strategieën en aanpakken toe. Dit mogelijk te maken is in belangrijke mate de uitdaging voor de technisch planoloog. In Nederland wordt gewerkt aan de aanleg van spoorlijnen tussen steden en de aanleg van metrolijnen in steden. Op het terrein van de infrastructuurplanning worden ook in de toekomst grote inspanningen verwacht, niet in de laatste plaats omdat de bestaande infrastructuur onvoldoende is toegesneden op de eisen van deze tijd. De verwachting is dat het verkeer in de komende decennia aanzienlijk zal toenemen en dat er in de toekomst meer ondergronds zal worden gebouwd. De Tracéwet, de Planwet Verkeer & Vervoer en mogelijk straks de Omgevingswet, met bijbehorende planningsinstrumenten, moeten deze ontwikkelingen in goede banen leiden. Duurzame energie is eveneens een belangrijk thema dat steeds meer de inrichting van onze leefomgeving gaat bepalen. Daarnaast is in ons land veel beweging op het terrein van het waterbeheer, waarbij verwachte klimaatveranderingen een grote rol spelen. De waterkwaliteits- en kwantiteitsplanning ontwikkelt zich steeds meer als een ‘eigen’ aandachtsveld, dat randvoorwaarden gaat opleggen aan de omgeving. De technische planologie speelt hierop in door planningsdeskundigen op te leiden, die behalve adequate procedurele kennis ook zicht hebben op de inhoudelijke vraagstukken van de hiervoor genoemde aandachtsvelden.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 32
3.1.3 Beroepsmogelijkheden Het bachelorprogramma Technische Planologie bereidt voor op het beroep van planoloog. De Groningse opleiding is door de Association of European Schools Of Planning (AESOP) erkend als volwaardige planologieopleiding. Afgestudeerde Bachelors komen in aanmerking voor een lidmaatschap van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP). Bovendien kunnen ze lid worden van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI). Technisch planologen zullen vooral worden ingezet op terreinen waar technisch, ontwerpende kennis (beta) en beleids- en managementkennis (gamma) elkaar ontmoeten. De technisch planologen stappen in waar de ingenieur het specifieke beleidsspel een stap te ver vindt, en daar waar beleidsmakers het aan technisch-ontwerpende kennis ontbeert. Voor een belangrijk deel betreft dit brugfuncties, die zijn ingesteld doordat bij veel organisaties het bewustzijn doorbreekt dat veel technologisch-ontwerpende problemen niet (alleen) langs technische weg opgelost kunnen worden, maar vooral ook om een beleidsinhoudelijke en organisatorische oplossing vragen. Deze brugfuncties verlangen van de technisch planologen dat zij in staat zijn twee werelden (en talen) te verbinden. Deze brugfuncties bepalen in toenemende mate het succes van organisaties en instituties in hun interactie met de fysieke leefomgeving. Belangrijke potentiële werkgevers zijn de verschillende diensten van diverse Ministeries, waaronder het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, van ingenieurs- en adviesbureaus, NGO’s en decentrale overheden (provincies, waterschappen en gemeenten). 3.1.4 Toelatingseisen De toelatingseisen voor de Bacheloropleiding Technische Planologie staan vermeld in de onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie (hoofdstuk 7). 3.2 Bacheloropleiding algemeen De bacheloropleiding Technische Planologie start met een propedeuse van één jaar van 60 European Credits (EC). Jaar 2 en jaar 3 omvatten elk eveneens 60 EC, waardoor de totale opleiding 180 EC in beslag neemt. De bacheloropleiding Technische Planologie en de bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen kennen elk een eigen propedeuse. In het studieprogramma van beide opleidingen zit een gedeeltelijke overlap. In jaar 1 wordt een aantal vakken voor beide opleidingen gezamenlijk aangeboden. Dit biedt studenten de mogelijkheid om eventueel over te stappen van de ene naar de andere bacheloropleiding. Voor een mogelijke overstap dienen de studenten contact op te nemen met studieadviseur. Studenten die aan alle propedeuseverplichtingen hebben voldaan ontvangen een propedeusebul Technische Planologie. Het afsluitende bachelorexamen levert een bachelorbul op in de Technische Planologie. Aspirant studenten die met de propedeuse Technische Planologie willen beginnen, moeten zich voor de studie inschrijven via ‘Studielink’. De precieze inschrijfprocedure is te vinden op www.rug.nl/usd In paragraaf 3.3, tabel 3.1, zijn de studieonderdelen uit het propedeuse jaar, jaar 2 en jaar 3 van de Bachelor Technische Planologie per semesteronderdeel weergegeven voor het studiejaar 2012-2013. Zoals tabel 3.1 toont, is het onderwijsprogramma voor elk studiejaar opgedeeld in twee semesters en elk semester is weer in twee perioden verdeeld (1a en 1b, 2a en 2b). In elke periode is in beginsel een drietal studieonderdelen van 5 EC geplaatst. De vakbeschrijvingen op de website www.rug.nl/ocasys geven aan wat de inhoud van de studieonderdelen is. Op het collegerooster (zie de facultaire website www.rug.nl/frw/rooster) wordt nadere informatie gegeven over de precieze data en tijdstippen waarop de hoor- en werkcolleges worden gegeven. Per periode zijn er in beginsel acht collegeweken. Met ingang van het studiejaar 2010-2011 is het bindend studieadvies ingevoerd. Dit betekent dat een student minimaal 45 EC moet halen om verder te mogen in jaar 2 en dat de propedeuse binnen twee jaar behaald moet zijn. In paragraaf 3.6.5. wordt nadere uitleg gegeven over het bindend studieadvies.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 33
3.2.1 Beoordelingsregeling De beoordeling zal geschieden overeenkomstig het bepaalde in de onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie (zie hoofdstuk 7) en de regels en richtlijnen voor de examinering van de opleidingen binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (zie hoofdstuk 8). Voor nadere informatie over de beoordelingscriteria van werkstukken en het bachelorproject wordt verwezen naar de betreffende protocollen. 3.2.2 Studiekosten De kosten voor de verschillende onderdelen van het Bachelorprogramma Technische Planologie zijn niet precies aan te geven. Er wordt op toegezien dat de totale studiekosten niet de betreffende studiefinancieringsnormen te boven gaan. Zie verder onder par. 5.28, prijsbeleid studiekosten. 3.2.3 Nadere informatie Verdere informatie omtrent aanvang etc. van de verschillende onderdelen zal t.z.t. beschikbaar komen via de facultaire website, het Bureau Onderwijs en de mededelingenborden. Zie ook het schema aan het begin van deze studiegids. 3.3 Bachelorprogramma Technische Planologie 2012-2013 In tabel 3.1 zijn de studieonderdelen uit het propedeuse jaar, en voor jaar 2 en jaar 3 van de bachelor Technische Planologie per semesteronderdeel weergegeven voor het studiejaar 20122013. Elke studieonderdeel heeft in beginsel een omvang van 5 EC (1 EC komt overeen met 28 uren), met uitzondering van het afsluitende bachelorproject van 15 EC. Kijk voor de beschrijving van de vakken op de website: www.rug.nl/ocasys Tabel 3.1 Bachelorprogramma Technische Planologie 2012-2013 Jaar 1 Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën Economische geografie 1: grote theorieën & actuele thema’s Ruimtelijke planning 1: structuren en functies
Code GERO1 GEECOGEO1M
Sem 1-a 1-a
EC 5 5
GERP1N
1-a
5
Inleiding wetenschappelijk onderzoek Population dynamics Ruimtelijke planning 2: the urban challenge
GEIWO GEPOPDYNN GERP2
1-b 1-b 1-b
5 5 5
Fysische geografie van de wereld Statistiek 1
GEFGW GESTAT1
2-a 2-a
5 5
Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie
GERI1
2-a
5
Ruimtelijk ontwerpen 2: bouwen Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier Ruimtelijk ontwerpen 4: innovatief denken
GERO2 GERO3AT GERO4
2-b 2-b 2-b
5 5 5
Jaar 2 Mobiliteit & verkeer Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatie systemen Economische Geografie 2: globalisering van de regio
GEMOBVK GERI2
1-a 1-a
5 5
GEECOGEO2
1-a
5
Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek Ruimtelijk ontwerpen 5: stedenbouw Watertechniek
GERP3N GERO5 GEWATECH
1-b 1-b 1-b
5 5 5
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 34
Methoden van wetenschappelijk onderzoek Ruimtelijke planning 4: culturen van planning Planning & infrastructuur
GEMWO GERP4 GEPLINFR
2-a 2-a 2-a
5 5 5
Statistiek 2 Bodem en landschap van Nederland Planning & water
GESTAT2 GEBOLANL GEPLWA
2-b 2-b 2-b
5 5 5
1-a/ 1-b
30
Jaar 3 Minor of 6 keuzevakken van 5 EC
Philosophies of social science, human geography and planning Milieu & techniek Bachelorproject TP (start – totaal 15 EC)
GEPSSHGP
2-a
5
GEMILTECHN GEBPROJTP
2-a 2-a
5 5
Planning & milieu Bachelorproject TP Bachelorproject TP
GEPLMI GEBPRJTP GEBPRJTP
2-b 2-b 2-b
5 5 5
In jaar 3 wordt de student in het eerste semester de gelegenheid geboden om een RUG-brede minor te volgen. Een minor is een pakket vakken met een omvang van 30 EC (meestal 6 x 5 EC). Dit is niet verplicht. De student mag ook keuzevakken volgen, eventueel ook bij een partneruniversiteit/faculteit in het buitenland. 3.4 Planologielezingen De planologielezingen vormen een belangrijke toevoeging aan het studieprogramma. Jaarlijks worden er voor studenten van alle planologieopleidingen bij de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen drie ‘blikverruimende’ planologielezingen aangeboden. Voor deze lezingen worden bekende sprekers/spreeksters uitgenodigd die werkzaam zijn binnen verschillende sectoren van onze samenleving. De bijeenkomsten vinden plaats op een fraaie locatie in de binnenstad van Groningen. Doel van de lezingen is dat er een vakinhoudelijke, informatieve, actuele en uitdagende presentatie wordt gehouden over allerlei planologisch gerelateerde onderwerpen waarbij bijvoorbeeld dogma’s of paradigma’s ter discussie worden gesteld. Voor de lezingen wordt ook altijd een co-referent uitgenodigd om de discussie verder te voeden. De studenten worden uitgenodigd om ‘de zaak’ ook eens vanuit een ander perspectief te beschouwen. Dit geschiedt in de vorm van een discussie met de zaal. De lezingen worden aangeboden in semester 1b, 2a en 2b en hebben een verplichtend karakter voor de planologiestudenten. 3.5 Overgangsmaatregelen Voor studenten die in voorgaande jaren met de propedeuse zijn begonnen wordt voor de betreffende jaren steeds een overgangsregeling vastgesteld indien het programma een verandering heeft ondergaan. Hierover kan advies worden gevraagd bij de studieadviseur. 3.6
Propedeuse Technische Planologie 2012-2013
3.6.1 Doelstellingen Bij het propedeutisch examen wordt beoordeeld of de student aan de gestelde eisen qua kennis, vaardigheden en attituden voldoet, om met succes aan het post-propedeutische deel van het
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 35
bachelorprogramma te kunnen deelnemen. Naast deze selecterende functie heeft de propedeuse ook een oriënterende functie. Het onderwijs- en examenprogramma is zo opgezet dat de studenten inzicht krijgen in de belangrijkste aspecten van de werkelijkheid voor de technische planologie waarmee de betekenis en rol van dit vakgebied verduidelijkt zullen worden. Zodoende kan de student het verdiepende post-propedeutische deel van het bachelorprogramma op waarde schatten. Deze oriëntatie betreft zowel de inhoud als de moeilijkheidsgraad. Bij de opstelling van het onderwijsprogramma is ervan uitgegaan dat kan worden aangesloten en teruggegrepen op het kennisniveau van het VWO. De student krijgt in het eerste jaar een kijk op wat technische planologie als wetenschap inhoudt. Daar worden ook vakken sociale geografie en demografie bij betrokken, onder meer om maatschappelijke trends die van invloed zijn op ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen lezen, plaatsen en doorgronden. Ook de kennismaking met de voornaamste basisbegrippen in hun onderlinge samenhang uit de post-propedeutische studie, alsmede het aanleren en oefenen van benodigde vaardigheden draagt bij tot het verkrijgen van een goede indruk van de wijze van beoefening van de genoemde vakgebieden. Een gedetailleerd overzicht van de doelen van deze opleiding is, zoals reeds eerder vermeld, terug te vinden artikel 1.3 van de onderwijs- en examenregeling bachelor Technische Planologie (hoofdstuk 7). De eindtermen staan in artikel 1.4 vermeld. 3.6.2 De organisatie van het propedeutisch onderwijsprogramma Het propedeutisch onderwijsprogramma omvat het gehele eerste cursusjaar hetgeen overeenkomt met 60 European Credits (EC). Via het European Credit Transfer System (ECTS) zijn aan andere Europese universiteiten behaalde vakken eenvoudig op te nemen in het Nederlandse studieprogramma. Het onderwijsprogramma van Technische Planologie is geprogrammeerd langs meerdere doorlopende lijnen: de ontwerplijn, de onderzoekslijn, een ruimtelijke planningslijn, de water-, infrastructuur- en milieulijn (doorstart in jaar 2) en een vaardigheden- en toepassingenlijn. Deze zullen hieronder nader besproken worden. 3.6.2.1 De ontwerplijn In de ontwerplijn leren studenten inzien wat ontwerpen inhoudt. Vanuit het bedenken en uitvoeren van oplossingen voor concrete ruimtelijke problemen wordt ‘het ontwerp’ centraal gesteld (spatial design). In de propedeuse staan drie (=15 EC) van de vijf ontwerpvakken geprogrammeerd (= 25 EC), te weten 1) Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën, 2) Ruimtelijk ontwerpen 2: bouwen en 3) Ruimtelijk ontwerpen 3: atelier. Later, in jaar 2, volgen respectievelijk de vakken 4) Ruimtelijk ontwerpen 4: innovatief denken en 5) Ruimtelijk ontwerpen 5: stedenbouw, zie tabel 3.1. In het eerstgenoemde vak leert de student de weerbarstigheid van de politieke besluitvorming en maakbaarheid kennen voor vraagstukken van het regionale schaalniveau. Bij het tweede vak ‘Ruimtelijk ontwerpen 2: bouwen’ krijgt de student op bestekniveau de beginselen van het bouwen van constructies en het bouwrijpmaken aangereikt, zie tabel 3.1. In het vak ‘Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier’ werken de studenten in groepen om voor een bestaande regio ruimtelijke oplossingen te genereren. Zij gaan zelf ontwerpen, visies, bestekken, kaarten, enz. ontwikkelen en aan elkaar presenteren. De onderwijswerkvormen, als ook de toetsing van de verschillende onderdelen van de ontwerplijn zijn gevarieerd. Er wordt dikwijls in kleine groepen gewerkt, waarvan de samenstelling centraal wordt geregeld. Aanwezigheid is hierbij verplicht. 3.6.2.2 De onderzoekslijn In de leerlijn Onderzoek leren de studenten onderzoeksvaardigheden en technieken. Na het afronden van de hele bacheloropleiding kunnen de studenten met behulp van de aangeleerde vaardigheden en technieken onder begeleiding een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren. Dit wordt in de praktijk gebracht in het bachelorproject in jaar 3. De volledige onderzoekslijn staat afgebeeld in figuur 3.1. In het eerste jaar omvat de leerlijn Onderzoek de volgende vakken:
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 36
› Inleiding wetenschappelijk onderzoek (IWO), inclusief bibliotheekinstructie › Statistiek 1 › Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie Het belangrijkste onderdeel van het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek (IWO) is het schrijven van een paper volgens academische richtlijnen (literatuurstudie). In het eerste jaar wordt ook aandacht geschonken aan het aanleren van studievaardigheden, presenteren van onderzoeksbevindingen (IWO), en peer review (IWO). Ook spelen excursies een belangrijke rol in het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden.
Fig. 3.1 Onderzoekslijn Bachelor TP 3.6.2.3 Ruimtelijke planningslijn De ruimtelijke planningslijn is opgebouwd uit vier vakken. Twee daarvan staan in jaar 1 geprogrammeerd (zie tabel 3.1): 1) Ruimtelijke planning 1: structuren en functies en 2) Ruimtelijke planning 2: the urban challenge. Ruimtelijke planning 1 is een kennismaking met het vakgebied van de Technische Planologie. In Ruimtelijke planning 2 wordt ingezoomd op conceptualiseringen van steden. De ruimtelijke planningslijn loopt – evenals de onderzoekslijn en ontwerplijn – door in jaar 2 waarbij de volgende vakken worden aangeboden: 3) Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek en 4) Ruimtelijke planning 4: culturen van planning. 3.6.2.4 Water-, infrastructuur- en milieu-lijn Binnen de verschillende vakken van de propedeuse wordt tevens aandacht geschonken aan de thema’s water, infrastructuur en milieu. Dit heeft een oriënterend karakter. Genoemde thema’s worden in jaar 2 en jaar 3 verder uitgewerkt binnen de specifieke vakken in de water-, infrastructuur en milieulijn, zie verder paragraaf 3.6. 3.6.2.5
Algemene en geografische vakken
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 37
Naast bovengenoemde vakken in de ontwerplijn, de onderzoekslijn en ruimtelijke planningslijn worden in de propedeuse nog de volgende algemene en geografische basisvakken aangeboden (zie tabel 3.1): › Economische geografie 1: grote theorieën & actuele thema’s › Population dynamics › Fysische geografie van de wereld › Economische geografie 2 Bovenstaande vakken weerspiegelen samen met de vakken uit eerder genoemde leerlijnen het oriënterende karakter van de propedeuse. 3.6.2.6 Vaardigheden en toepassingenlijn (V&T-lijn) Binnen de verschillende studieonderdelen in de onderzoekslijn, de ontwerplijn en de ruimtelijke planningslijn wordt tevens aandacht geschonken aan allerlei vaardigheden en toepassingen. Naast het aanleren van studie- en communicatievaardigheden en werken in groepsverband wordt eveneens aandacht geschonken aan het aanleren en toepassen van methoden en technieken. Deze V&T-lijn kan worden gezien als een dwarsverband tussen de eerdere genoemde lijnen. Bijvoorbeeld bij het vak Ruimtelijke planning 1: structuren en functies wordt in groepsverband een planologisch besluitvormingsproces nagespeeld (Gaming-Simulation). Naast het studieonderdeel ‘schrijven academische paper’ binnen het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek moeten ook bij de andere vakken werkstukken worden gemaakt. 3.6.3 Toetsing De studieonderdelen binnen de propedeuse worden in beginsel afgesloten met een schriftelijke toetsing van maximaal drie uur. Dit geldt ook voor een aantal studieonderdelen binnen de ontwerp- en onderzoekslijn (zie informatie bij betreffende vakken), waarbij daarnaast ook opdrachten en werkstukken als basis voor becijfering dienen. De stof voor de propedeusetentamens bestaat uit de collegestof en de opgegeven literatuur van de verschillende onderdelen. Tentamens vinden vaak in de tentamenperiode aansluitend op de colleges plaats (laatste twee of drie weken van het semesterblok). In de weken waarin tentamens plaatsvinden worden in de regel geen contactsituaties geprogrammeerd, zodat deze weken vrijwel geheel beschikbaar zijn voor zelfstudie. Er bestaan in het programma ook herkansingen die in de eerste week van de tentamenperiode (1b, 2a) of aan het begin van de zomervakantie zijn ingeroosterd. N.B. Voor alle tentamens is aanmelding vooraf vereist. Zie hiervoor de website: http://www.rug.nl/frw/informatieVoor/studenten > roosters > jaarplanning of het begin van deze studiegids (relevante data studiejaar 2012-2013); het mededelingenbord voor eerstejaars en de onderwijs- en examenregeling (hoofdstuk 6) en de regels & richtlijnen voor de examinering (hoofdstuk 8). 3.6.4 Studiepunten Het propedeutische examenprogramma omvat 60 European Credits. Wie 60 EC heeft verzameld, is geslaagd voor het betreffende examen, op dat moment zijn immers alle studie- c.q. examenonderdelen met voldoende resultaat afgelegd. Bij het opstellen van het onderwijsprogramma is als uitgangspunt gehanteerd dat de gemiddelde student in staat is om jaarlijks 60 European Credits te verzamelen. Verwacht wordt dat na het eerste jaar (inclusief herkansingen) alle studenten die onder normale omstandigheden hebben kunnen studeren, die geschikt zijn voor de studie Technische Planologie en die voldoende inzet hebben getoond bij het studeren, geslaagd zullen zijn. 3.6.5 Studieadvies In het eerste jaar ontvangt elke student na iedere tentamenperiode een overzicht met de behaalde studieresultaten. Indien een student aan het einde van het eerste jaar minder dan 45 EC heeft behaald krijgt de student een negatief bindend studieadvies (BSA). Een negatief
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 38
bindend studieadvies betekent dat de student zich gedurende een termijn van twee volgende jaren niet opnieuw kan inschrijven voor de opleiding. Studenten die in het eerste jaar 45 EC of meer hebben behaald worden toegelaten tot het tweede studiejaar. Echter wanneer de student aan het einde van zijn tweede jaar van inschrijving het propedeutische examen nog steeds niet heeft behaald, krijgt hij alsnog een negatief bindend studieadvies. Het wegwerken van deficiënties uit jaar 1 heeft in jaar 2 daarom de hoogste prioriteit. Er wordt geen bindend studieadvies gegeven aan studenten die vóór 1 februari van het eerste studiejaar de inschrijving beëindigen. De studenten worden gedurende het eerste jaar regelmatig geattendeerd op het bindend studieadvies en worden verschillende malen op de hoogte gesteld van de studieresultaten. Hiervoor is een studiebegeleidingsysteem opgezet, zie paragraaf 3.6.6. Na semester 1 krijgt elke student een brief met een voorlopig studieadvies. Indien te verwachten is dat de student niet aan de voorwaarden van het bindende studieadvies zal gaan voldoen volgt een gesprek met de studieadviseur. Aan het einde van semester 2a wordt de situatie opnieuw bezien. Aan het einde van semester 2 wordt berekend hoeveel studiepunten zijn behaald en of voldaan wordt aan de eerdergenoemde norm van 45 EC. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden: 1) de student ontvangt een brief met de mededeling dat hij wordt toegelaten tot het tweede jaar of 2) de student ontvangt een brief met een negatief bindend studieadvies. Bij de totstandkoming van het bindend studieadvies kunnen persoonlijke omstandigheden een rol spelen, uitsluitend indien deze tijdig zijn gemeld bij de studieadviseur. Het is dan ook van groot belang om persoonlijke omstandigheden die de studieresultaten negatief beïnvloeden onmiddellijk te bespreken met de studieadviseur. Een student heeft het recht om binnen zes weken na de dagtekening van het definitieve bindende studieadvies schriftelijk beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Met het oog op de start van het nieuwe studiejaar is het verstandig om binnen een tijdsbestek van een paar dagen beroep aan te tekenen. Studenten wordt aangeraden de artikelen 4.1 t/m 4.7 van de onderwijs- en examenregeling van de Bachelor Technische Planologie goed door te nemen. Mochten er nog vragen zijn dan kunnen ze altijd contact opnemen met de secretaris van de examencommissie. 3.6.6 Studiebegeleiding Het studiebegeleidingsysteem voor eerstejaars bevat drie hoofdelementen. Ten eerste krijgt iedere student een tutor (= docent) toegewezen. Bij de start van de studie krijgt iedere student die voor het eerst aan de propedeuse deelneemt een intakegesprek met zijn/haar tutor. In dit gesprek wordt concrete informatie over de studie gegeven. Bovendien komt aan de orde waarom de student voor de desbetreffende studie heeft gekozen en welke verwachtingen de student heeft van de studie. Ook wordt duidelijk gemaakt wat de opleiding van de student verwacht en wat de student van de opleiding mag verwachten. De student kan vragen stellen en het gesprek benutten om bepaalde persoonlijke omstandigheden naar voren te brengen. Vanzelfsprekend wordt de persoonlijke informatie vertrouwelijk behandeld. Van het intakegesprek wordt een beknopt schriftelijk verslag gemaakt dat bij de opleiding in het dossier van de student wordt bewaard. Ten tweede vindt er in semester 1 intensieve begeleiding plaats in de vorm van mentorgroepen onder leiding van mentoren (= student-assistenten) en deels tutoren. De mentorgroep bestaat uit studenten die dezelfde tutor hebben. Een belangrijk doel van het mentoraat is om studenten een beter inzicht te geven in de eigen studiesituatie en te helpen met de praktische aanpak en organisatie van de studie. Het (snel) oplossen van problemen past daarbij.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 39
Ten derde gaan in semester 1b de mentorgroepen in principe over in studiegroepen. In deze studiegroepen schrijven de studenten onder begeleiding van (meestal) de tutor een academisch paper (binnen het vak Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek). Hiervoor zijn in totaal zes bijeenkomsten ingepland. Tijdens deze studiegroepbijeenkomsten kan ook aandacht besteed worden aan de algehele studievoortgang van de betreffende studenten. In het 2e semester vindt nogmaals een individueel gesprek plaats tussen de student en zijn tutor. Ook hiervan wordt een kort verslag gemaakt dat wordt toegevoegd aan het dossier van de student. De studieadviezen zoals besproken in paragraaf 3.6.5 vormen eveneens een belangrijk onderdeel van het studiebegeleidingsysteem voor de eerstejaarsstudenten. 3.6.7 Diploma en judicium Na afronding van alle onderdelen uit de propedeutische fase met voldoende resultaat, wordt het propedeusediploma uitgereikt. Het judicium, dat wil zeggen de waardering in woorden van het behaalde gemiddelde examenresultaat, wordt vastgesteld als het gewogen gemiddelde (op basis van het aantal EC’s) van de tentamens die met een cijfer gewaardeerd zijn. Het judicium is als volgt: › Summa cum laude: gemiddeld 8,5 of hoger, geen deelcijfer lager dan 7; › Cum laude: gemiddeld 8 of hoger, geen deelcijfer lager dan 7; › Ruim voldoende: gemiddeld 7 of hoger; › Voldoende: lager dan gemiddeld 7. Voor nadere informatie over de examinering raadplege men artikel 7.10, 7.11 en 7.12 van de onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie en de regels & richtlijnen voor de examinering. Voor studenten die de studie zijn aangevangen in een eerder studiejaar kunnen de judiciumregels uit de studiegids van het betreffende jaar raadplegen. 3.7 Jaar 2 Bachelor Technische Planologie 2012-2013 Studenten die aan jaar 2 willen beginnen, moeten in beginsel aan alle verplichtingen van de propedeuse hebben voldaan. Studenten die in het eerste jaar 45 EC of meer hebben behaald worden onder voorwaarden ook toegelaten tot het tweede studiejaar (zie studieadvies, par. 3.6.5). In paragraaf 3.6.5 is er reeds op gewezen dat wanneer een student aan het einde van zijn tweede jaar van inschrijving het propedeutische examen nog steeds niet heeft behaald hij alsnog een bindend studieadvies krijgt. Het wegwerken van deficiënties uit jaar 1 heeft derhalve de hoogste prioriteit! Het programma van jaar 2 en 3 is eveneens opgebouwd uit onderwijsblokken van een half semester, waarvan de laatste twee c.q. drie weken veelal gereserveerd zijn voor zelfstudie en het afleggen van tentamens. In jaar 2 worden de studieonderdelen in de ruimtelijke planningslijn, de onderzoekslijn, en de ontwerplijn verder verdiept. In het eerste jaar ligt het accent vooral op ‘kennis’ en ‘begrip’ en deels ‘toepassen’. In jaar 2 wordt meer de nadruk gelegd op ‘toepassen’, ‘analyseren’ en deels ‘reflecteren’. Het leren selecteren en analyseren van de vele informatie op het gebied van de Technische Planologie is eveneens een belangrijk aandachtspunt. Het programma is zo opgebouwd dat binnen de water-, infrastructuur- en milieulijn voor de drie hoofdthema’s steeds eerst het technische ‘steunvak’ aan bod komt en vervolgens het bijbehorende planologische vak: dus eerst het technische ‘steunvak’ Watertechniek en vervolgens het vak Planning & water, het ‘steunvak” Mobiliteit & verkeer en vervolgens het vak Planning & infrastructuur (zie tabel 3.1) en tenslotte het vak Milieu & techniek vóór het vak Planning & milieu (zie tabel 3.1). Bij de verschillende planologische vakken wordt aandacht besteed aan ruimtelijke planningsprocessen en de daarbij behorende plansoorten en planprocedures. De eerdergenoemde tweetallen zijn het fundament onder de ‘kernoriëntaties’ van de Technische Planologie: Milieuplanning, Waterbeheer en Infrastructuurplanning. Tevens
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 40
worden, zoals eerder gemeld, in jaar 2 twee belangrijke planologische vakken in de ruimtelijke planningslijn aangeboden: Ruimtelijke planning 4: culturen van planning en het vak Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek. In de onderzoekslijn staan in jaar 2 de volgende vakken geprogrammeerd: Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen, Methoden van wetenschappelijk onderzoek, Bodem & landschap van Nederland en Statistiek 2 (zie tabel 3.1). In de ontwerplijn staan in jaar 2 de volgende vakken geprogrammeerd: Ruimtelijk ontwerpen 4: innovatief denken en Ruimtelijk ontwerpen 5: stedenbouw. Deze vakken zijn gericht op het ontwikkelen van het creatieve denkvermogen. Creatief zijn is een noodzakelijke vaardigheid bij het maken van plannen. Creatief denken kan worden aangeleerd. Bij de verschillende vakken in de ruimtelijke planningslijn, de onderzoekslijn en de ontwerplijn moeten werkstukken worden geschreven. Deze moeten vervolgens tijdens de werkcolleges worden gepresenteerd. 3.8 Jaar 3 Bachelor Technische Planologie 2012-2013 Deelname aan studieonderdelen van het derde jaar is alleen toegestaan aan studenten die hun propedeuse hebben gehaald. Dit betreft zowel de verplichte vakken als alle keuzeonderdelen. In het eerste semester van jaar 3 worden de studenten in de gelegenheid gesteld om een minor van 30 EC te volgen, zie tabel 3.1. Hiervoor kunnen ze kiezen uit het RUG-brede minorenaanbod (www.rug.nl/minor). In volgende paragraaf wordt nader ingegaan op de minoren. De student kan de 30 EC-ruimte in semester 1 ook benutten om keuzevakken te volgen. In de volgende paragraaf wordt eveneens nader ingegaan op de mogelijkheden voor het volgen van keuzevakken. In semester 2 van jaar 3 wordt de bacheloropleiding afgesloten met een bachelorproject van 15 EC, zie tabel 3.1. Toepassing van de tot op dat moment geleerde en geoefende vaardigheden vindt plaats in het afsluitende bachelorproject, dat deels een groeps maar vooral een individueel karakter heeft. Zoals uit het vakkenoverzicht uit tabel 3.1 voor jaar 3 blijkt, vergt het afsluitende bachelorproject een strakke tijdsplanning van de kant van de individuele student. In semester 2a worden een aantal hoorcolleges gegeven die de student helpen bij het schrijven van de onderzoeksopzet. Het onderzoeksvoorstel wordt opgebouwd aan de hand van deelopdrachten die tijdens acht groepsbijeenkomsten worden besproken. De studenten schrijven individueel een verslag in de vorm van een artikel dat mondeling gepresenteerd moet worden. Voor het bachelorproject gelden de volgende vakken als instap-eis: 1) Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen, 2) Statistiek 2, en 3) Methoden van wetenschappelijk onderzoek. Meer informatie over het Bachelorproject is te vinden in Ocasys. Aan het einde van de bachelorstudie is een zodanig niveau bereikt dat de afgestudeerde met een wetenschappelijke attitude in tal van maatschappelijke functies werkzaam kan zijn. 3.8.1 Keuzevakruimte In jaar 3 is voor 30 European Credits (EC) aan keuzevakruimte in het programma opgenomen. Het keuzevakkenpakket moet in beginsel een duidelijke herkenbare inhoudelijke samenhang vertonen. Indien de student ervoor kiest om de keuzevakruimte in te vullen met een minor, dan wordt automatisch voldaan aan deze eis. De keuzevakken kunnen worden gevolgd bij de eigen faculteit of andere faculteiten binnen de Rijksuniversiteit Groningen of faculteiten bij andere universiteiten. Om tot een inhoudelijk verdieping te komen, wordt als eis gesteld dat de keuzevakken buiten de eigen faculteit minimaal een omvang moeten hebben van 5 EC. In beginsel mogen eerstejaars vakken niet als keuzevak in het pakket worden opgenomen, behalve als deze vakken onderdeel vormen van een minorprogramma of als deze vakken als keuzevak zijn aangewezen in tabel 4.2 (hoofdstuk 4) wat betreft de FRW-vakken. Voor de vakken binnen de eigen faculteit geldt eveneens een minimale omvang van 5 EC.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 41
In tabel 4.2 (hoofdstuk 4) is een overzicht opgenomen met keuzevakken die binnen de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen gekozen kunnen worden. De rechterkolom geeft de vakken die de studenten Technische Planologie kunnen volgen. Vakken die in FRW-minoren zijn opgenomen mogen ook als keuzevak gekozen worden (zie hoofdstuk 10). Wanneer men studiepunten voor behaalde keuzevakken van buiten de RUG wil laten meetellen in het studieprogramma is vooraf toestemming van de coördinator van de bachelor voor het volgen van het betreffende vak noodzakelijk. Er wordt van harte aanbevolen om bij de keuze van keuzevakken ook vooruit te kijken naar de masteropleiding die men wil gaan volgen. 3.8.2 Minorprogramma’s Op de website van de RUG staat een overzicht van het aanbod van minoren van de verschillende faculteiten (www.rug.nl/minor). Dit aanbod kan ieder studiejaar anders zijn omdat de faculteiten vrij zijn om minoren in te dienen en om minoren te veranderen. Daarom is het raadzaam om een minor binnen een half jaar af te ronden indien de student overweegt om een minor te gaan volgen. Studenten met een bachelor Technische Planologie dienen een extra vakkenpakket te volgen om toegang te krijgen tot de educatieve minor (zie tabel 3.2 en zie par. 2.6.3.3). In de onderwijs- en examenregelingen (OER-en) van de bacheloropleidingen van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen is verder het volgende geregeld: Indien een student een samenhangend geheel van onderdelen kiest dat door een onderwijsinstituut van deze universiteit of andere universiteit wordt verzorgd onder de aanduiding ‘minor’, wordt deze aanduiding op het diploma-supplement van zijn examenbul vermeld, mits de vakken met een voldoende resultaat zijn afgerond, zie art. 2.3. OER. In hoofdstuk 10 zijn de programma’s weergegeven van de minoren zoals die in 2012-2013 door de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen RUG-breed worden aangeboden. Studenten van FRW mogen de afzonderlijke FRW-minorvakken dus ook als keuzevak opvoeren. Indien de student samen met zijn verplichte vakken voldoet aan de eis dat hij alle vakken binnen een minor heeft gehaald, dan wordt deze minor op het diplomasupplement bij zijn examenbul vermeld. Dit dient de student zelf aan te vragen bij het Bureau Onderwijs op het moment dat hij zijn bul aanvraagt. 3.8.3 Toetsing Voor de toetsing van de studieonderdelen van jaar 2 en 3 van de Bacheloropleiding gelden overeenkomstige regels als voor de propedeuse (na het reguliere tentamen steeds maar één herkansingsmogelijkheid). 3.8.4 Toelatingseisen verschillende vakken. Naast de algemene toelatingsregels zijn er ook nog toelatingseisen voor verschillende vakken. Deze zijn als volgt (zie OER, art. 7.2): › Statistiek 2 ná behalen van Statistiek 1. › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen ná behalen van Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie. › Methoden van wetenschappelijk onderzoek ná behalen van Inleiding wetenschappelijk onderzoek. › Bachelorproject ná behalen van: a) Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen, b) Statistiek 2, en c) Methoden van wetenschappelijk onderzoek. Meer informatie over het Bachelorproject is te vinden in Ocasys. 3.8.5 Het bachelordiploma Het Bachelordiploma wordt uitgereikt aan degenen die alle onderdelen van de bachelorstudie met goed gevolg hebben afgerond. Op het diploma wordt aantekening gemaakt van eventueel gevolgde minorprogramma’s.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 42
3.8.6 Toelating tot de Masterfase Na het behalen van het Bachelorprogramma Technische Planologie kunnen de studenten zonder aanvullende voorwaarden instromen in het Masterprogramma Environmental and Infrastructure Planning. Daarnaast kunnen studenten met een bachelordiploma Technische Planologie instromen in een van de andere masters van onze faculteit, met uitzondering van de Master Lerarenopleiding. Een Bachelorexamen Technische Planologie geeft alleen dan toegang tot de Master Lerarenopleiding indien een speciaal schakelprogramma met een omvang van 30 EC met goed gevolg is afgesloten, zie par. 3.8.7. Voor het volgen van een andere master binnen de Rijksuniversiteit Groningen of bij een andere universiteit heeft de student in beginsel een toelatingsbewijs van de betreffende toelatingscommissie nodig. De instroomeisen van de verschillende masters zijn vastgelegd in de betreffende onderwijs- en examenregelingen. 3.8.7 Schakelprogramma Master Lerarenopleiding Voorafgaande aan de toelating tot zowel de eenjarige als de tweejarige variant van de Master Lerarenopleiding dient een schakelprogramma afgerond te zijn. Het schakelprogramma wordt opgesteld voor zij-instromers en voor studenten met een Bachelordiploma Technische Planologie. Studenten met een HBO-diploma, waarvan een tweedegraadslesbevoegdheid Aardrijkskunde deel uitmaakt, hoeven dit schakelprogramma voor de Master Lerarenopleiding in beginsel niet te volgen. Tabel 3.2 Schakelprogramma Master Lerarenopleiding Vak Migration Culturele geografie Plattelandsgeografie Economische geografie 2: globalisering van de regio People and place Kies één vak uit onderstaande twee vakken: Regio in kwestie: China Transamericana: een geografische verkenning Totaal:
Code GEMIGR GECG1 GEPLGEO GEECOGEO2 GEPEOPLPL
EC 5 5 5 5 5
GECHINAN GETRANSAM
5 5 30
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 43
4
Vakken
4.1 Vakkenbeschrijvingen Informatie over de verschillende vakken van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen kun je vinden op internet in de elektronische onderwijscatalogus Ocasys, www.rug.nl/ocasys. In Ocasys vind je ook vakken van andere faculteiten. 4.2
Sem. 1a
Overzicht van keuzevakken Bachelor Sociale Geografie & Planologie en Technische Planologie aangeboden door FRW Voor SG&P
1b
Voor TP
Mobiliteit en verkeer Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën Population, health and place Healthy ageing Inleiding recht* (noodzakelijk voor master Vastgoedkunde) Ruimtelijke planning 1: structuren en functies
Economische geografie 2 Migration Culturele geografie Population, health and place Healthy ageing Inleiding recht* (noodzakelijk voor master Vastgoedkunde)
Economische geografie 3 OF Vastgoedkunde Ruimtelijke interactie en innovatie Transamerica: een geografische verkenning Population and development Watertechniek
People and place Economische geografie 3 Vastgoedkunde Ruimtelijke interactie en innovatie Transamerica: een geografische verkenning Population and development
2a
Planning en infrastructuur Milieu en techniek
Toerisme Geografie en planologie van Europa
2b
Planning en water Planning en milieu Ruimtelijk ontwerpen 2: bouwen Ruimtelijk ontwerpen 4: innovatief denken Internationaal onderhandelen
Plattelandsgeografie Regio in kwestie: China Internationaal onderhandelen
* Vak wordt aangeboden door de faculteit Rechten N.B. Voor sommige vakken gelden ingangseisen! Zie de vakbeschrijvingen www.rug.nl/ocasys
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 44
4.3
Veranderingen in vakken/vakcodes studiejaar 2012-2013 ten opzichte van studiejaar 2011-2012
Gewijzigde vakken/vakcodes: Titel oud Bachelor
Code oud
Titel nieuw
Code nieuw
Algemene sociale geografie
GEASG
GEDGP
Excursie buitenland Mexico: land van dualiteit en contrast Ruimtelijk ontwerpen 3: practicum
GEEXCBUI GEMEXICON
Denken over geografie en planologie Veldwerk buitenland Transamericana: een geografische verkenning Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier
GERO3
GEVLDWBUI GETRANSAM GERO3AT
Master Advanced research methods and techniques
GEMREG6
Demografie van bedrijven
GEMDEMBED R GEMPST15-6 GEMREG4
Demographic survey analysis Individual research training IPD2: comparative planning practice and design Master thesis in Regional Studies (research) Research frontiers Research management, scientific & personal competences Thematic theoretical specialisations Transitions in environmental planning
GEMIPD2 GEMTHRES GEMREG2N GEMREG7N GEREG3 GEMTRENVPL
Study abroad
GEMREG9
Vastgoed en grond
GEMVGGR
Water management and integrated coastal zone management
GEMWATMAN
Advanced and specialized research methods and techniques in the social, economic and spatial sciences Demography of firms and entrepreneurship Advanced survey analysis Individual research training Comparative research and planning practice Individual Master’s thesis Research frontiers Research management, scientific & personal competences Theoretical and thematic specialization Reinventing Environmental Planning; towards more proactive approaches for coping with environmental challenges Research in a foreign context Vastgoed en grond: het verbinden van publieke en private waardering Transitions in water management
GERMMETH
GEMDEMFIRM GEMPST19 GERMIRT GEMCOMPRPP GERMTHESIS GERMRESFR GERMRESMAN GERMTHEOR GEMREENVPL
GERMRESFOR GEMVGGRN GEMTRWATM
Vervallen vakken/vakcodes: Titel Bachelor
Code
-
Master Analysing place indentities Demographic measures and methods Dilemma’s en thema’s in de Vastgoedsector
GEMANPLID GEMPST1108 GEMDILVG
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 45
Groepsproject Heritage identities Heritage planning Introduction to qualitative research Landschap Life table and its applications at the macro level Micro life table methods: introduction to survival analysis Obtaining quantitative demographic data: sources, collection and quality Plaats en identiteit Population dynamics Population projections Research Master: place and identity Research process Population Studies Research proposal and study design Scientific reading & presenting in English Spatial market research Writing a preliminary (PhD) research proposal
GEMGRPROJ5 GEMHERID GEMHERPL GEMPST8-2 GEMLNDSCH GEMPST908 GEMPST10 GEMPSTOQDD GEMPLID GEMPOPDYN GEMPST12 GEPLIDRM GEMRESPRPS GEMREG11 GEMREG8N GEMSPMRES GEMREG12
Nieuwe vakken/vakcodes: Titel Master
Code
Demographic data, measures and methods Directed reading Directed research and fieldwork Landscape & heritage identities Life tables and population projections Place and identities Planning for quality: a socio-ecological systems perspective Qualitative data analysis Qualitative data collection methods Research design and methodology Research process and qualitative research Scientific reading, debating and reflection Scientific writing and presenting Spatial analysis with GIS
GEMPST20 GERMDIREAD GERMDIRESF GEMLAHERID GEMPST22 GEMPLIDN GEMPLQUAL GEMQUALDA GEMQUALDCM GERMRESDES GEMPST21 GERMSCREA GERMSCWRPR GEMSPANGIS
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 46
5
Praktische Onderwijszaken van A tot Z
In dit hoofdstuk wordt een aantal praktische, met onderwijs samenhangende, zaken nader toegelicht. 5.1 Administratie De administratie van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen berust bij het secretariaat en het Bureau Onderwijs. Het secretariaat is elke werkdag geopend van 08.15 tot 16.45 uur. › Het secretariaat bestaat uit de secretaresses van de vier basiseenheden: › Basiseenheid Demografie: S. Tiggelaar, kamer 0017, tel. (050) 363 3898. › Basiseenheden Economische Geografie en Culturele Geografie: J.T. Brondsema, kamer 0222, tel. (050) 363 3896 en C. Elzinga, kamer 0222 tel. (050) 363 3897. › Basiseenheid Planologie: S. Oude Brunink, kamer 0318, tel. (050) 363 3895. Bij de secretariaten is informatie te verkrijgen over de aan-/afwezigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid van docenten en andere medewerkers. › Studenten kunnen voor nagenoeg alle zaken die met het onderwijs te maken hebben terecht bij de Student Support Desk van het Bureau Onderwijs, kamer 0024, tel. (050) 363 3891. De Student Support Desk is van maandag t/m donderdag geopend van 11.00 tot 15.00 uur. De Student Support Desk verzorgt ook de reserveringen voor college-, tentamen- en vergaderruimten. 5.2
Adressen
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Bezoekadres: Landleven 1, 9747 AD Groningen Postadres: Postbus 800, 9700 AV Groningen Telefoon: (050) 363 3895/3897 (ma. t/m vr. 8.15-16.45 uur), fax (050) 363 3901 Internet: www.rug.nl/frw Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Student Support Desk Bezoekadres: Landleven 1, 9747 AD Groningen, kamer 0024 Telefoon: (050) 363 3891 (ma. t/m do. 11.00-15.00 uur) Internet: www.rug.nl/frw/studentsupport/index Rijksuniversiteit Groningen Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) 363 9111 (24 uur per dag, 7 dagen per week) Internet: www.rug.nl University Student Desk (USD) Bezoekadres: Broerstraat 5, Groningen (ma. t/m vr. 12.00-16.00 uur) Academiegebouw, 1e verdieping, gebouw 1112 Postadres: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) 363 8004 (10.00-16.00 uur), Internet: www.rug.nl/hoezithet 5.3 Adreswijzigingen Deze dienen onmiddellijk te worden doorgegeven. Dit kan via Studielink, www.studielink.nl. Ook bij wijziging van (mobiel) telefoonnummer dient dit te worden doorgegeven via Studielink.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 47
5.4
Afstuderen en buluitreikingen
Uitreiking propedeusebul: Als alle resultaten bij het Bureau Onderwijs binnen zijn, wordt de propedeusebul klaargemaakt. Eén keer in het jaar, in oktober, vindt een propedeusebuluitreiking plaats (zie de website voor de datum). Je ontvangt hier ongeveer 3 weken voor deze datum een uitnodiging voor. Als je geen bericht ontvangt maar wel aan alle eisen voor het behalen van de propedeuse hebt voldaan, kun je je melden bij Didy Nauta (kamer 0028,
[email protected]. Goedkeuring bachelorprogramma: Je mag pas aan je bachelorproject beginnen als je bachelorprogramma is goedgekeurd. Het is dus belangrijk dat je die goedkeuring tijdig aanvraagt. De verwerking van je aanvraag duurt ongeveer 4 weken. Daarom ben je verplicht uiterlijk 4 weken vóór je met je bachelorproject denkt te beginnen een aanvraag voor goedkeuring van je vakkenpakket in te dienen bij de Examencommissie. Je kunt dit doen via ProgRESS.www. Op de website vind je nadere instructies. Afstuderen en uitreiking bachelorbul: Je hebt voldaan aan de eisen voor het verkrijgen van een bachelorbul als › je bachelorprogramma is goedgekeurd door de Examencommissie; › je alle onderdelen van je programma met een voldoende hebt afgerond; › alle studieresultaten in ProgRESS.www staan geregistreerd; › je bachelorproject is geüpload in Nestor (ga naar Nestor: onder “Organizations”: FRW thesis Evaluation and Archiving); › je staat ingeschreven voor de juiste bacheloropleiding (controleer dit in Studielink) De bul wordt normaal gesproken gedateerd op de laatste werkdag van de maand waarin het laatste studieresultaat is behaald. Als aan alle bovenstaande eisen is voldaan kan de bachelorbul aangevraagd worden door middel van het formulier “aanvraagformulier bachelorbul”. Dit formulier kun je downloaden uit de email die je ontvangt na het afronden van je goedgekeurde programma of kun je downloaden via de website. Bachelorbuluitreikingen vinden drie keer per jaar plaats. Voor data en uiterste inleverdata van het aanvraagformulier zie de website. Goedkeuring masterprogramma: Je mag pas aan je masterscriptie beginnen als je masterprogramma is goedgekeurd (sommige masters beginnen al in 1a met de voorbereidingen voor de masterscriptie, voor hen geldt uiterlijk begin 2e semester). Het is dus belangrijk dat je die goedkeuring tijdig aanvraagt. De verwerking van je aanvraag duurt ongeveer 4 weken. Daarom ben je verplicht uiterlijk 4 weken vóór je met je scriptie denkt te beginnen een aanvraag voor goedkeuring van je vakkenpakket in te dienen bij de Examencommissie. Je kunt dit doen via ProgRESS.www. Op de website vind je nadere instructies. Afstuderen en uitreiking masterbul: Je hebt voldaan aan de eisen voor het verkrijgen van een masterbul als › je masterprogramma is goedgekeurd door de Examencommissie; › je alle onderdelen van je programma met een voldoende hebt afgerond; › alle studieresultaten in ProgRESS.www staan geregistreerd; › je scriptie is geüpload (ga naar Nestor: onder “Organizations”: FRW thesis Evaluation and Archiving); › je staat ingeschreven voor de juiste masteropleiding (controleer dit in Studielink) De bul wordt normaal gesproken gedateerd op de laatste werkdag van de maand waarin het laatste studieresultaat is behaald. Als aan alle bovenstaande eisen is voldaan kan de masterbul aangevraagd worden door middel van het formulier “aanvraagformulier masterbul”. Dit formulier kun je downloaden uit de email die je ontvangt na het afronden van je goedgekeurde programma of kun je downloaden via de website.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 48
Masterbullen worden drie keer per jaar uitgereikt. Voor data en uiterste inleverdata van het aanvraagformulier zie de website. NB Na afronding van je studie word je niet automatisch uitgeschreven als student. Dit dien je ZELF te regelen via Studielink! 5.5 Bibliotheek Rijksuniversiteit Groningen De wetenschappelijke informatievoorziening van de RUG wordt verzorgd door de Bibliotheek Rijksuniversiteit Groningen, bestaande uit de Universiteitsbibliotheek (UB) en een aantal vakbibliotheken op locatie. De Universiteitsbibliotheek is te vinden tegenover het Academiegebouw: Broerstraat 4. Ze is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 22.00 uur en op zaterdag en zondag van 10.00 tot 17.00 uur. In de tentamenperiodes is de UB alle dagen tot middernacht geopend. Op de eerste en tweede verdieping zijn de Digitale Werkplekken geconcentreerd (ca. 300 personal computers) voor het opsporen van informatie en het werken met eigen documenten, elektronische bestanden en systemen. De twee bovenste verdiepingen van het gebouw huisvesten de vakstudiezalen, een collegezaal en de kantine. Om gebruik te maken van de bibliotheekvoorzieningen van de RUG heeft men een lenerspas nodig. RUG-medewerkers kunnen deze gratis afhalen bij het Uitleenbureau van de UB (legitimatie verplicht). Voor studenten is hun studentenkaart de lenerspas. Meer informatie over de Bibliotheek van de RUG is te vinden op de Bibliotheekportal: www.rug.nl/bibliotheek. Op deze site zijn onder meer catalogi, elektronische databases, tijdschriften, dissertaties en naslagwerken te vinden. Om kennis te maken met de bibliotheekvoorzieningen zijn er interactieve instructies beschikbaar op de bibliotheekwebsite. Ook is er tweemaal per maand een inloopinstructie in de Universiteitsbibliotheek. Voor alle vragen tenslotte is er de (virtuele) balie, (050) 363 5020, per e-mail via
[email protected] of via Twitter: @Bibliothecaris. Meer bibliotheekdiensten, weblogs, foto’s en filmpjes zijn bijeengebracht op www.netvibes.com/ruglibraries. Hier vind je ook links naar de verschillende sociale media waarop de Bibliotheek zich manifesteert. 5.6 Bibliotheek Ruimtelijke Wetenschappen De bibliotheek van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen bevindt zich op de tweede etage van het Duisenberg gebouw (5411). Het adres is: Nettelbosje 2, 9747 AE Groningen. Inlichtingen en uitlening aan de balie: tel. (050) 363 3708. De bibliotheek van Ruimtelijke Wetenschappen maakt deel uit van een groter geheel dat ook de bibliotheken van Economie & Bedrijfskunde en Wiskunde & Natuurwetenschappen omvat. De bibliotheek is geopend van maandag tot en met donderdag van 09.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur. Na 17.00 uur is er beperkte dienstverlening. In de bibliotheek vind je computerwerkplekken en rustige studieplaatsen. Er zijn kopieer-, scanen printfaciliteiten. In de Universiteitsbibliotheek, Broerstraat 4, zijn ook studieplaatsen en studiekabinetten beschikbaar. Om een publicatie te lenen, dien je in het bezit te zijn van een geldige collegekaart of bibliotheekpas. Met deze kaart kun je terecht in alle bibliotheken van de RUG. Via de online catalogus van de RUG kun je zelf de geleende publicaties verlengen en uitgeleende werken reserveren. De collectie bestaat uit monografieën en rapporten op het gebied van de sociale geografie, planologie, demografie en vastgoedkunde. Bovendien is er een uitgebreide collectie over methoden en technieken van onderzoek. Verder bestaat de collectie uit tijdschriften en atlassen. Met je account heb je toegang tot een rijke digitale collectie van tijdschriften, afstudeerscripties en statistische gegevens. De bibliotheek biedt een online bibliotheekinstructie aan via Nestor, genaamd “Library module”. In deze module staan de specifieke bibliotheekbestanden voor Ruimtelijke Wetenschappen bij elkaar gegroepeerd en is ook bedoeld als hulpmiddel bij het zoeken naar literatuur.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 49
5.7 Bijzondere omstandigheden Loop je door ziekte, overmacht of andere bijzondere omstandigheden studievertraging op of loop je tegen praktische problemen aan, meld dat dan onmiddellijk bij je studieadviseur. Alleen als je je binnen uiterlijk een maand na het ontstaan van de studievertraging hebt gemeld, kun je in aanmerking komen voor financiële compensatie van het Profileringsfonds van de universiteit. Meer informatie vind je op www.rug.nl/hoehetanderskan. Studenten met een functiebeperking (waaronder dyslexie) kunnen alleen in aanmerking komen voor extra voorzieningen als ze eerst een afspraak maken met één van de studentendecanen (050-3638066). Een officiële verklaring omtrent de functiebeperking is daarbij noodzakelijk. De brief die je na afloop van dat gesprek met de studentendecaan krijgt, dien je te overhandigen aan de studieadviseur of aan de FRW Student Support Desk. Meer informatie over het Studenten Service Centrum (studentendecanen, studentenpsychologen, cursussen en workshops) vind je op www.rug.nl/ssc. 5.8 Bureau Onderwijs Het Bureau Onderwijs is gehuisvest in: › kamer 0024, Student Support Desk, M.J.G. Derix, tel. (050) 363 3891; › kamer 0028, D.A.F. Nauta-Offereins, tel. (050) 363 8590; › kamer 0028, M. Kuipers, tel. (050) 363 6983; › kamer 0032, H. Redeker-Smid, tel. (050) 363 3892. Openingstijden: maandag t/m donderdag 11.00 tot 15.00 uur, vrijdag gesloten. Studenten kunnen hier terecht voor nagenoeg alle met het onderwijs samenhangende (administratieve) zaken, zoals collegeroosters, inkijken van tentamens, aanmelding buluitreikingen, etc. Ook kun je specifieke vragen die met je studie samenhangen, stellen via de digitale ‘Kennisbank’, http://www.rug.nl/frw/studentsupport. Voor meer informatie zie in dit hoofdstuk onder ‘Student Support Desk online’. Specifieke informatie over de vakken is te vinden op www.rug.nl/ocasys en het Nestor Portal. 5.9 Cartografie Voor adviezen op cartografisch, reprografisch en tekenkundig gebied kan men terecht bij T. Kaspers (kamer 0013). 5.10 Collegerooster Het collegerooster wordt uitgegeven door het Bureau Onderwijs en staat vanaf half augustus 2012 op de facultaire website www.rug.nl/frw/rooster. Wijzigingen in het collegerooster worden bekendgemaakt via de facultaire website, onder het betreffende vak op Nestor dan wel via de student.rug-mail. 5.11 Collegezalen Gebouw C = (5256): Facilitair Bedrijf, Blauwborgje 10; Gebouw F = Mercator (5416, 5417): Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Educational Support and Innovation (ESI), Centrum voor Informatie Technologie (CIT), Landleven 1; Gebouw H = Duisenberg gebouw (5411, 5412, 5414, 5415 5433): Bedrijfskunde, Economie, Nettelbosje 2; Gebouw J = Kapteynborg (5419): Landleven 12. Een plattegrond van de verschillende gebouwen op het Zernikecomplex is te vinden op de volgende pagina.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 50
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 51
5.12 Computergebruik De Faculteit beschikt over twee eigen computerzalen. De computers in kamer 0006 zijn voor algemeen gebruik. Kamer 0006 is van maandag tot en met vrijdag geopend van 09.00 tot 17.30 uur. De GIS-zaal (kamer 0007) is in eerste instantie bedoeld voor specifieke computercursussen. Bij problemen bij het gebruik van de computers en/of printer in kamer 0006 en 0007 kunnen studenten zich in verbinding stellen met de CIT Servicedesk (www.rug.nl/cit/servicedesk). Daarnaast bestaat het onderwijscluster van de Faculteit uit een aantal PC-zalen die voor onderwijs- en cursusdoeleinden gebruikt kunnen worden. Het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) (http://www.rug.nl/cit) is verantwoordelijk voor het beheer en de Servicedesk-ondersteuning. Het onderwijscluster is van maandag tot en met vrijdag geopend van 08.30 tot 19.00 uur. Het adres: Landleven 1. Voor het gebruik van de computer- en/of netwerkfaciliteiten van de Rijksuniversiteit Groningen gelden de navolgende voorwaarden: Ten aanzien van de faciliteiten: › De faciliteiten mogen alleen gebruikt worden t.b.v. onderwijs en onderzoek (inclusief het persoonlijk gebruik van e-mail en internetfaciliteiten). › De Huisregels en Ordemaatregelen van de RUG moeten worden nageleefd. › Voor practica met bijzondere opstellingen kunnen door of namens het Faculteitsbestuur aanvullende regels worden gesteld. Ten aanzien van het account: › Het account en password zijn strikt persoonlijk en mogen niet aan derden beschikbaar worden gesteld. › Het account geldt voor bepaalde tijd c.q. gedurende uiterlijk de periode van inschrijving als student. › Het gebruik van het account voor ongeoorloofde doeleinden is niet toegestaan. De student is verplicht het computergebruik in overeenstemming te laten zijn met de ‘acceptable use policy’ zoals deze is beschreven in de ‘gebruiksregels universitaire computersystemen’: http://www.rug.nl/cit/security/aup. Tot ongeoorloofde doeleinden worden onder meer gerekend: (a) het verspreiden en/of gebruik van illegale software en virussen, van informatie waarbij intellectuele eigendomsrechten van derden in het geding zijn, en van beeltenissen of uitingen die strijdig zijn met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het verkeer betamelijk wordt beacht; (b) het zich onrechtmatig toegang verschaffen tot (delen van) computersystemen of het verrichten van activiteiten die de werking van computersystemen belemmeren; (c) het ontplooien van commerciële activiteiten; (d) het verzenden van bulkmail (spam), d.w.z. het verzenden van boodschappen naar een grote hoeveelheid personen of instellingen waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen dat velen daarvan de ontvangst niet op prijs zullen stellen (dit laatste ter beoordeling van het clusterbeheer). › Gebruiker is gehouden toe te staan dat het onderhavige ICT beheer, namens het Faculteitsbestuur, in geval van vermoeden van misbruik onderzoek doet naar de geoorloofdheid van het gebruik van het account. Ten aanzien van het gedrag in de zalen: › Het is de gebruiker niet toegestaan in de practicumzalen eet-, drink- en rookwaren te nuttigen of anderszins overlast te veroorzaken. Gebruiker is gehouden de hem ter beschikking staande apparatuur met gepaste zorg te behandelen. › Gebruiker is gehouden zich overeenkomstig de hiertoe gestelde voorwaarden te gedragen, en eventuele aanwijzingen van het ICT-beheer terstond op te volgen. De gebruiker die op enigerlei wijze misbruik van de ICT-faciliteiten maakt, of in strijd handelt met bovenstaande regels, kan door het ICT-beheer voor een periode van maximaal 30 dagen het gebruik van de ICT-faciliteiten worden ontnomen, onverminderd de mogelijkheid dat op grond van de Huisregels en Ordemaatregelen RuG, maatregelen worden genomen. Tegen de uitsluiting door het ICT-beheer kan beroep worden aangetekend bij het bestuur van de Faculteit waar de student is ingeschreven. Van de gebruiker zal het e-mailadres, de naam en de opleiding worden vermeld in een mondiaal toegankelijke universitaire e-mailgids. 5.13 Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie Het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) is de centrale ICT-organisatie die de ontwikkeling en het beheer van de ICT-voorzieningen van de universiteit verzorgt.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 52
Internet Studenten hebben via het computernetwerk van de RUG toegang tot één van de meest geavanceerde netwerken ter wereld met filevrije verbindingen naar de belangrijkste Nederlandse, Europese en transatlantische netwerken. Studenten kunnen daar op meerdere manieren gebruik van maken, bijvoorbeeld via een pc in een computerzaal op de faculteit of in de Universiteitsbibliotheek. Daarnaast kunnen studenten in een groot deel van de universiteitsgebouwen gebruik maken van het draadloos netwerk. Meer informatie hierover is te vinden op www.rug.nl/studenten/ictvoorzieningen/internet Computercursussen Het CIT verzorgt computercursussen voor studenten en medewerkers van de RUG. Het cursusaanbod omvat zowel cursussen voor beginners als gevorderden, zoals SPSS/Excel. Inschrijven kan via internet: www.rug.nl/cit/cursus. Hier vind je ook meer informatie over het cursusaanbod. Actuele cursusinformatie wordt verder wekelijks vermeld in de UKmededelingenrubriek ‘Centrum voor Informatie Technologie’. Software Studenten kunnen tegen gereduceerd tarief software kopen via de internetsite van SURFSPOT. Hier kan de software besteld worden die vervolgens wordt thuisbezorgd. Kijk op www.surfspot.nl ICT- vragen? De Servicedesk van het CIT is het aanspreekpunt bij het gebruik van de universitaire ICTvoorzieningen. Kijk voor informatie over de dichtstbijzijnde balie en het bijbehorende telefoonnummer op www.rug.nl/cit/servicedesk Informatiebulletin Pictogram Het CIT geeft samen met de Universiteitsbibliotheek vijf keer per jaar het magazine Pictogram uit. Hierin staan allerlei artikelen, mededelingen en tips op ICT-gebied. Meer informatie en aanmelden voor een gratis abonnement: www.rug.nl/pictogram 5.14 Financiële regelingen Profileringsfonds Loop je door bijzondere omstandigheden (ziekte, functiebeperking, familieomstandigheden, zwangerschap, dyslexie) studievertraging op, meld dat dan onmiddellijk bij de studieadviseur. Deze maakt een eerste melding van studievertraging. Hoe eerder je aan je studieadviseur (uiterlijk binnen vier weken) laat weten dat er omstandigheden optreden die je studie kunnen vertragen, hoe groter de kans is dat de vertraging later financieel gecompenseerd wordt uit het Profileringsfonds. Dreig je meer dan 15 EC studievertraging op te lopen, dan moet je dit ook nog melden bij één van de studentendecanen van het Studenten Service Centrum. Je bent er als student zelf verantwoordelijk voor dat je je vertraging op tijd en bij de juiste instantie meldt. Het melden van studievertraging is een van de (basis)voorwaarden voor financiële ondersteuning uit het Profileringsfonds. Zorg er dus zelf voor dat je goed op de hoogte bent van de Profileringsfondsregeling. Meer informatie vind je op de website van de RUG (www.rug.nl/studievertraging) en in het studentenstatuut. Voor een afspraak met één van de studentendecanen van het Studenten Service Centrum of het stellen van vragen neem je contact op met de University Student Desk (USD). Tel. 050 - 363 8004 of bezoek de website www.rug.nl/hoezithet Bestuursbeurzen en topsportbeurzen Het Profileringsfonds keert ook bestuursbeurzen en topsportbeurzen uit. Bestuurders en topsporters hoeven hun studievertraging niet bij de studieadviseur of studentendecaan te melden, omdat het geen vertraging is die door overmacht wordt veroorzaakt. Maar let op: loop je tijdens je bestuurs- of topsportjaar ook studievertraging op als gevolg van bijzondere omstandigheden, ga dan wel direct naar je studieadviseur!
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 53
Noodfonds Kom je onverwacht voor grote uitgaven te staan? Dreig je hierdoor in een acute financiële noodsituatie terecht te komen? Het Noodfonds biedt hulp bij onvoorziene uitgaven die je draagkracht te boven gaan en waartegen je je redelijkerwijs niet had kunnen verzekeren. Het kan bijvoorbeeld gaan om uitgaven voor bepaalde vormen van psychotherapie, dyslexieonderzoek in de bachelorfase en gespecialiseerde hulp bij leerproblemen, dieetkosten, tandheelkundige hulp, bijzondere familieomstandigheden of brandschade. Je kunt schriftelijk een aanvraag indienen. Meer informatie en het aanvraagformulier vind je op de website van de RUG of via www.rug.nl/hoezithet 5.15 Fotokopiëren Via Equitrac betaal je je prints, scans en kopiën door middel van een tegoed dat via internet kan worden opgewaardeerd met iDeal, of VISA/Mastercard creditcard. Zie voor meer informatie www.rug.nl/equitrac. Fotokopieerapparaten staan in de bibliotheek en bij reproshop Zernike. 5.16 Frauderegeling De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen kent een frauderegeling, die is opgenomen in de Regels en Richtlijnen voor Examinering. Het gaat om fraude gepleegd tijdens tentamens of het uitvoeren van onderwijsopdrachten (bij tentamens moet de collegekaart getoond worden). Wie fraudeert wordt gestraft met uitsluiting van verdere deelname aan het betreffende onderwijsonderdeel (inclusief herkansingen van dat betreffende onderwijsonderdeel). In het geval het de eerste keer betreft dat een student fraude pleegt, volgt een gesprek met de opleidingsdirecteur. In het onderwijsdossier van de betreffende student wordt opgenomen dat fraude is gepleegd. Dit wordt verder niet bekend gemaakt. Indien een student een tweede en/of volgende keer fraude pleegt, wordt dit eveneens in zijn/haar onderwijsdossier opgenomen. De opleidingsdirecteur draagt er vervolgens zorg voor dat iedere docent waarmee de betreffende student te maken krijgt wordt ingelicht over het feit dat de betreffende student tenminste twee keer gefraudeerd heeft. 5.17 Girugten Girugten is het onafhankelijke faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Vier keer per jaar verschijnt een regulier nummer van Girugten en één keer – in september - een eerstejaarsnummer, waarin de eerstejaars kennismaken met het blad en de voor hen belangrijke personen binnen de faculteit. De reguliere nummers zijn gevuld met verschillende ruimtelijk getinte artikelen en rubrieken. Iedere keer wordt een thema bedacht waaraan een aantal artikelen gerelateerd is. Deze nummers zijn bestemd voor alle studenten en medewerkers van de faculteit en worden hier ook verspreid. De redactie van Girugten is toegankelijk voor alle studenten van de faculteit die enige aspiratie met schrijven hebben. Ze heeft een omvang van ongeveer tien personen. Door de bank genomen vergadert de redactie eens per twee weken; tijdens deze vergaderingen wordt de inhoud van de nummers bepaald en worden de artikelen verdeeld. Iedereen met losse kopij kan bij de redactie terecht om te bekijken of het zal worden gepubliceerd. Kijk voor meer informatie op www.girugten.nl of stuur een e-mail naar
[email protected] 5.18 Hospitality services Er zijn in de verschillende gebouwen op Zernike kantines te vinden. Een overzicht is te vinden op http://www.rug.nl/ufb/het_fb/bereikbaarheid/index. Daarnaast zijn er verschillende automaten in de gebouwen voor frisdrank en snoep. 5.19 Huisarts Heb je nog geen huisarts in Groningen, dan kun je je inschrijven bij Huisartsen Zorgpunt Zernike via www.hzzernike.nl.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 54
5.20 Inschrijven voor studieonderdelen en tentamens Voor alle studieonderdelen en alle tentamens in alle studiefases, inclusief de keuzevakken, is inschrijving via de computer verplicht. (via internet: http://www.rug.nl/student, vervolgens aanklikken ProgRESS WWW). Je krijgt hiertoe toegang via je studentnummer en een persoonlijk wachtwoord. Inschrijving voor de tentamens staat open vanaf 4 weken voor de betreffende tentamenperiode tot 5 werkdagen voor deze tentamenperiode. Voor tentamens die vallen buiten een tentamen-periode geldt dat de inschrijving geopend is vanaf 4 weken voor het tentamen tot 5 werkdagen voor het betreffende tentamen. Er vindt geen na-inschrijving plaats! De precieze college- en tentamenperiodes staan aan het begin van deze studiegids onder ‘Relevante data studiejaar 2012/2013’. Zie ook het schema aan het begin van deze studiegids. De aanmeldingstermijnen voor de studieonderdelen zijn als volgt2: › semester 1a: Bachelor: 6 augustus 2012 t/m 7 september 2012, Master: 15 augustus 2012 t/m 7 september 2012; › semester 1b: 15 oktober 2012 t/m 4 november 2012; › semester 2a: 7 januari 2013 t/m 27 januari 2013; › semester 2b: 18 maart 2013 t/m 7 april 2013. De aanmeldingstermijnen voor de tentamens die in de reguliere tentamenperiodes vallen, zijn als volgt: › tentamenperiode semester 1a: 1 oktober 2012 t/m 21 oktober 2012; › tentamenperiode semester 1b: 10 december 2012 t/m 6 januari 2013; › tentamenperiode semester 2a: 25 februari 2013 t/m 17 maart 2013; › tentamenperiode semester 2b: 13 mei 2013 t/m 2 juni 2013. Inschrijving is ook mogelijk via de computers in de computerruimte (kamer 0006) of via Onderwijscluster Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie. Let op wanneer je een vak volgt bij een andere faculteit. Andere faculteiten hanteren namelijk andere aanmeldingstermijnen en procedures! 5.21 International Office Het International Office van de Faculteit is het primaire aanspreekpunt voor studenten van de Faculteit die in het buitenland (willen) gaan studeren en voor buitenlandse studenten die aan de Faculteit (willen) komen studeren. De facultaire coördinator internationalisering is drs. P.J.M. van Steen. Zie verder paragraaf 1.5 van deze studiegids. 5.22 KANS/RSI KANS betekent Klachten Arm Nek Schouders en vervangt de vroegere term RSI. De RUG wil voorkomen dat medewerkers en studenten klachten ontwikkelen door beeldschermwerk. Daarom worden werkplekken ergonomisch ingericht en is voorlichtingsmateriaal beschikbaar. Op de universitaire werkplek voor medewerkers en studenten is (in de map Tools & Utilities, onder RSI) de Beeldscherm Veiligheids Trainer beschikbaar, een voorlichtingsprogramma over het voorkomen van KANS/RSI. In dezelfde map vind je het pauzeprogramma Workrave dat eenmalig geïnstalleerd kan worden. Workrave is een simpel, intelligent programma dat geheel naar eigen voorkeur ingesteld kan worden. Voor de arbocatalogus van de universiteiten in Nederland is een test ontwikkeld waar een ieder kan checken of de eigen werkplek goed is ingericht: http://www.kanstest.nl. Voor meer informatie of problemen kan contact opgenomen worden met de Arbo- en Milieucoördinator van de Faculteit (M. Brugmans, kamer 0142, tel. (050) 363 7743,
[email protected]). — 2
Niet op tijd inschrijven voor de vakken betekent dat je geen toegang hebt tot de betreffende vakken op Nestor.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 55
5.23 Klachtenregeling Wanneer je een klacht hebt of het niet eens bent met een bepaalde beslissing, zijn er een aantal mogelijkheden om daar wat aan te doen. Informeel Het verdient de voorkeur de informele weg te bewandelen: praten met degene die het probleem veroorzaakt en samen tot een bevredigende oplossing komen. Je wilt natuurlijk zo snel mogelijk een oplossing voor je probleem en de officiële weg van formele procedures en bezwaarschriften duurt vaak lang. Als de verhoudingen of de sfeer er niet naar zijn om dat zelf te doen, laat je dan adviseren door je studieadviseur of een studentendecaan van het SSC. Formeel Je kunt ook formele procedures in werking stellen: officieel een klacht, bezwaar- of beroepschrift indienen. Het indienen hiervan doe je bij het Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS): http://www.rug.nl/studenten/clrs. Lees de informatie over dit loket. Je vindt er verdere uitleg en kunt doorklikken naar de formulieren voor het indienen van een klacht, bezwaar- of beroepschrift. 5.24 Nestor Let goed op de informatie op de Nestor Portal (http://nestor.rug.nl). Hier wordt het laatste nieuws op het gebied van onderwijs en onderwijszaken bekend gemaakt. Verder vind je op Nestor informatie over de vakken waarvoor je je hebt ingeschreven. 5.25 Onderwijsevaluaties en –analyses Alle vakken van de bachelor en de masteropleidingen worden geëvalueerd door middel van optisch leesbare formulieren. De evaluatierapporten komen vervolgens terecht bij de betreffende docent(en), opleidingsdirecteur, coördinatoren, decaan, studieadviseur, (student)leden opleidingscommissies en Pro Geo. In de opleidingscommissie worden de evaluatierapporten vervolgens besproken. Na afloop van het studiejaar worden er jaarrapportages gemaakt van de propedeuse- en de bachelor-fase. Tevens worden er elk semester ‘semesteranalyses’ gemaakt, met daarin de resultaten van de in dat semester gegeven vakken (1e kans). Aan het eind van een opleiding (propedeuse, bachelor, master) wordt de hele opleiding geëvalueerd. 5.26 Openingstijden De verschillende openingstijden zijn op werkdagen als volgt: De gebouwen: › Gebouw F = Mercator (5416, 5417): maandag t/m vrijdag 07.30 tot 18.30 uur. › Gebouw H = Duisenberg gebouw: › 5411, 5412, 5414: maandag t/m vrijdag 07.30 tot 22.00 uur. › 5415: maandag t/m vrijdag 9.00 tot 20.00 uur. › 5433: maandag t/m vrijdag 07.30 tot 18.30 uur. › Gebouw J = Kapteynborg (5419): maandag t/m vrijdag 09.00 tot 20.15 uur. Het secretariaat en Bureau Onderwijs van FRW: › Secretariaat: 08.15 tot 16.45 uur. › Student Support Desk van Bureau Onderwijs: maandag t/m donderdag 11.00 tot 15.00 uur. Vrijdag gesloten. Computerruimte, kamer 0006, van FRW: › maandag t/m vrijdag 09.00 tot 17.30 uur. Bibliotheek Rijksuniversiteit Groningen › maandag t/m vrijdag 8.30 tot 22.00 uur, zaterdag en zondag 10.00 tot 17.00 uur
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 56
Bibliotheek Ruimtelijke Wetenschappen: › maandag t/m donderdag 09.00 tot 20.00 uur, vrijdag 9.00 tot 17.00 uur. Reproshop Zernike › Landleven 12, maandag t/m vrijdag 8.30 tot 17.00 uur. De universitaire gebouwen en diensten zijn in het studiejaar 2012/2013 gesloten op: › tussen kerst en nieuwjaar: 24 december 2012 t/m 1 januari 2013 (enkele universitaire voorzieningen zijn wel geopend, zie de UK of www.rug.nl), › Goede Vrijdag: 29 maart 2013, › Tweede Paasdag: 1 april 2013, › Koninginnedag: 30 april 2013, › Hemelvaartsdag: 9 mei 2013, › Tweede Pinksterdag: 20 mei 2013. 5.27 Postvakken Op verschillende verdiepingen bevinden zich postvakken van de medewerkers van de faculteit, studentassistenten en studentenorganisaties. Globaal geldt de volgende indeling: › Op de begane grond bevinden zich de postvakken van de studieadviseur, van de facultaire coördinator internationalisering, van de studentenorganisaties en Bureau Onderwijs, › Op de 1e verdieping bevinden zich de postvakken van de medewerkers van de basiseenheid Demografie en van Bestuur en Financiën (incl. financiën, communicatie en secretariaat onderwijs en onderzoek). › Op de 2e verdieping bevinden zich de postvakken van de medewerkers van de basiseenheden Culturele Geografie en Economische Geografie. › Op de 3e verdieping bevinden zich de postvakken van de medewerkers van de basiseenheid Planologie. 5.28 Prijsbeleid studiekosten De RUG kent een prijsbeleid studiekosten. Deze regeling beoogt beheersing van studiekosten, zodat de component “studiekosten” in het budget van de studiefinanciering niet te boven wordt gegaan. Men is dus niet meer geld aan studiemateriaal kwijt dan de Minister ter beschikking stelt. Voor 2012/2013 is het normbedrag € 684,-. Per opleidingsfase geldt een plafondbedrag van het normbedrag x de cursusduur. Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. In dat geval kan de helft van het bedrag dat men meer kwijt is bij het faculteitsbestuur worden teruggevraagd door middel van het overleggen van aankoopbewijzen, of is een andere regeling getroffen. Studenten kunnen informatie over het prijsbeleid studiekosten krijgen via www.rug.nl/hoezithet. Zij kunnen zich tevens wenden tot de University Student Desk of de studieadviseur. 5.29 Studentassistentschap Jaarlijks is voor een beperkt aantal studenten van de faculteit een student-assistentschap beschikbaar. Meestal betreft dat een aanstelling van een dag per week, voor een periode van enkele weken of maanden of zelfs een heel jaar. De meeste student-assistenten worden ingezet in ondersteunende onderwijstaken, maar soms betreft het ook assistentie ten behoeve van onderzoek of andere speciale projecten. Medewerkers selecteren vaak zelf studenten. Soms wordt er aan zo’n groep als geheel een gerichte oproep tot sollicitatie gedaan. In enkele gevallen wordt een vacature algemeen bekend gemaakt via Nestor. Er geldt een aantal belangrijke basiseisen waaraan iedere student moet voldoen die een student-assistentschap wil vervullen. Men moet (1) als student ingeschreven staan aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, (2) de propedeuse behaald hebben, en (3) de Nederlandse nationaliteit bezitten. De salariëring is afhankelijk van de studiefase waarin de student verkeert. Meer informatie via: http://www.rug.nl/frw/informatieVoor/studenten/studentassistentFRW
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 57
5.30 Student Support Desk online Heb je vragen over je studieprogramma, vakken & tentamens, studeren in het buitenland, persoonlijke omstandigheden, afstuderen, of andere onderwerpen? De antwoorden op veelgestelde vragen vind je via de Student Support Desk online! http://www.rug.nl/frw/studentsupport/index. Ook kun je zelf een vraag stellen, die het team van de Student Support Desk dan zo spoedig mogelijk zal beantwoorden. 5.31 Studentenzaken 5.31.1 University Student Desk Voor alle vragen over toelating, aanmelding, in- en uitschrijving, loting en selectie, studiemogelijkheden, studievertraging en (studie)financiering kun je de kennisbank www.rug.nl/hoezithet raadplegen. Vind je geen antwoord op je vraag, dan kun je via de contactbutton een mail sturen. Je kunt met deze vragen ook terecht bij de Universitaire Studenten Desk (USD) in het Academiegebouw. Mochten wij je niet kunnen helpen, dan kunnen we je doorverwijzen, bijvoorbeeld naar het Studenten Service Centrum. Je kunt bij de USD afspraken maken voor het spreekuur van de studentendecanen van het SSC. Kijk voor de contactgegevens en openingstijden van de USD op: www.rug.nl/usd 5.31.2 Studenten Service Centrum Studenten kunnen bij het Studenten Service Centrum (SSC) terecht met alle begeleidingsvragen waarop het antwoord van de opleiding niet toereikend is of kan zijn. De studentendecanen, psychologen en trainers van het SSC hebben een gemeenschappelijk doel: belemmeringen in de studievoortgang voorkomen of wegnemen, zodat je jezelf optimaal kunt ontwikkelen tijdens je studietijd. › Informatie, advies en begeleiding De studentendecanen zijn gespecialiseerd in financiële kwesties en vragen die te maken hebben met je rechtspositie. Zij kunnen je informeren en adviseren over in- en uitschrijven, studiefinanciering, studiekeuze, studeren met een functiebeperking en bezwaar- en beroepsprocedures. En let op: als je studievertraging oploopt door omstandigheden waar je geen invloed op hebt, bijvoorbeeld door ziekte of familieomstandigheden, dan moet je dat niet alleen direct bij je studieadviseur melden, maar ook -als de vertraging groter is of dreigt te worden dan 15 ECTS - bij een studentendecaan! Vergeet dat niet, want het is een van de voorwaarden om voor financiële compensatie uit het profileringsfonds van de universiteit in aanmerking te komen. Meer hierover vind je op: www.rug.nl/studievertraging. › Coaching en kortdurende therapie De psychologen van het SSC bieden hulp als studiestress of concentratieproblemen je studievoortgang belemmeren of als je last hebt van angst – of stemmingsklachten, van eetproblemen of van verslavingsproblemen. Je kunt ook bij de psychologen terecht als je worstelt met vragen die samenhangen met je levensfase: met je identiteit, het omgaan met anderen, de losmaking van thuis. De hulp bestaat doorgaans uit een intake, gevolgd door een (korte) serie individuele gesprekken. Er zijn ook vormen van hulp in groepsverband, zoals de assertiviteitstraining en de mindfulnessgroep. › Trainingen en workshops De trainers verzorgen cursussen, trainingen en workshops op het gebied van succesvol studeren en persoonlijke ontwikkeling. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan cursussen effectief studeren of het aanpakken van uitstelgedrag, trainingen in academische schrijfvaardigheid en in het beter omgaan met faalangst en studiestress of aan een workshop multiple choice. Je kunt kiezen uit een breed aanbod dat de we steeds actueel houden.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 58
Kijk voor meer informatie en voor de contactgegevens en openingstijden van het SSC op: www.rug.nl/ssc 5.32 Studieadviseur Voor vragen over studieplanning, studiekeuze en bij bijzondere omstandigheden kunnen studenten terecht bij de studieadviseur, drs. N.I.C. (Niels) Rambags. Hij is te bereiken in kamer 0018 tijdens het inloopspreekuur op maandag en donderdag van 13.00 tot 14.00 uur. Voor een wat langduriger gesprek kunnen studenten een afspraak maken (
[email protected]; 0503633906). 5.33 Studieboeken Het is van groot belang de voor de studie benodigde boeken zelf te bezitten. Het maakt een gedegen studie mogelijk, geeft gelegenheid tot sneller werken, regelmatig naslaan, verifiëren, etc. Bij de studie gebruik je vaak een uitgebreide atlas. De verplicht voorgeschreven literatuur wordt (mits voorgeschreven in Ocasys of tijdig doorgegeven) standaard besteld en als “niet uitleenbaar” opgenomen in de collectie van de bibliotheek. Die literatuur is dan in de bibliotheek zelf te raadplegen. 5.34 Tentamenrooster Het tentamenrooster 2012/2013 staat uiterlijk 1 september 2012 op de facultaire website www.rug.nl/frw/rooster en hangt op de mededelingenborden. Ook kun je de tentamendata voor de vakken terugvinden op http://progresswww.nl/rug. Wijzigingen worden bekendgemaakt via student.rug-mail, op de website en via de mededelingenborden. 5.35 Tentamenuitslagen Deze worden niet telefonisch verstrekt. Tentamenuitslagen worden bekend gemaakt via internet (www.rug.nl/student-Progresswww). Hier kunnen alle persoonlijke studieresultaten worden opgevraagd. 5.36 Universiteitskrant (UK) In de bijna wekelijks verschijnende UK is in de rubriek mededelingen óók informatie opgenomen over onze Faculteit. Gegevens over inschrijving, excursies, lezingen, etc. zijn hier te vinden. 5.37 Vakinformatie Informatie over de verschillende vakken en studieonderdelen van Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen kun je vinden op internet in de elektronische onderwijscatalogus Ocasys, www.rug.nl/ocasys. In Ocasys vind je ook vakken van andere faculteiten. 5.38 Vertrouwenspersoon (Seksuele) intimidatie, pesten, agressie, geweld en discriminatie zijn vormen van gedrag die niet thuis horen in een goed en stimulerend studieklimaat. Het College van Bestuur van de RUG probeert dit soort ‘ongewenst gedrag’ dan ook zoveel mogelijk te voorkomen en heeft in dit kader o.a. een vertrouwenspersoon aangesteld. Medewerkers en studenten respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe expliciet gemaakt moeten worden omdat gedrag dat door de een als ‘een leuke manier van omgaan’ wordt beschouwd voor een ander te ver gaat. Soms ècht te ver. Wanneer een ander jou lastig valt met zijn of haar gedrag en je zelf niet meer weet hoe je de situatie op moet lossen kun je verschillende dingen doen. Je kunt de hulp van een
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 59
medestudent, een docent of een andere contactpersoon binnen de faculteit inroepen. Je kunt echter ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de universiteit. Zij fungeert in eerste instantie als klankbord en kan je helpen om te zoeken naar een oplossing. Soms kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenspersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan ze je ook doorverwijzen naar een andere instantie. Bij extreme vormen van ongewenst gedrag kan een formele oplossing meer voor de hand liggen. Binnen de RUG bestaat een Klachtenregeling Seksuele Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD) en een Klachtencommissie SIAGD voor studenten en personeel. Je kunt bij die commissie een formele klacht over ongewenst gedrag indienen. De vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van die klacht en bij de formele afhandeling daarvan. De RUG heeft een "klokkenluidersregeling" opgesteld. Een melding van een (vermoede) misstand, door een medewerker, een student of iemand die (tijdelijk) binnen de muren van de universiteit werkzaamheden verricht, kan plaats vinden in de directe lijn bijvoorbeeld aan de leidinggevende, maar er kan ook voor gekozen worden om eerst vertrouwelijk te overleggen met de vertrouwenspersoon. De rechtspositie van een melder wordt beschermd. De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie binnen de universiteit. Ze onderneemt geen actie zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die haar consulteert. Alle informatie wordt, zoals de naam ‘vertrouwenspersoon’ al suggereert, vertrouwelijk behandeld. Het Bureau Vertrouwenspersoon is de hele week geopend van 09.00-17.00 uur en werkt bij voorkeur op afspraak. Bezoekadres: Visserstraat 47, telefoon (050) 363 5435. E-mail:
[email protected] (vertrouwenspersoon) of
[email protected] (secretariaat). Internet: http://www.rug.nl/vertrouwenspersoon
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 60
6
Onderwijs- en examenregeling Bachelor Sociale Geografie & Planologie 2012/2013
6.1
Algemene bepalingen
1.
2.
3.
6.1.1 Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en de examens van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie (hierna te noemen: de opleiding) en op alle studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de Faculteit. Het succesvol afgesloten examen van de Bacheloropleiding Sociale Geografie & Planologie geeft toegang tot de Master Economische Geografie, de Master Culturele Geografie, de Master Vastgoedkunde, de Master Sociale Planologie, de Master Environmental and Infrastructure Planning en de Master Population Studies. Tevens verwerft men het recht te solliciteren naar een plaats in het tweejarig Research Master programma Regional Studies, en zich aan te melden voor de Masteropleiding voor leraar Aardrijkskunde. Deze OER is ook van toepassing op studenten van andere faculteiten of onderwijsinstellingen, voor zover ze onderdelen van een van de opleidingen of de door de faculteit aangeboden minoren volgen.
6.1.2 Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. De wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). 2. Student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. 3. Opleiding: de bacheloropleiding genoemd in art. 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden. 4. CROHO: Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs. 5. Studiepunt: eenheid uitgedrukt in EC, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren. 6. Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet. 7. Propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, bedoeld in art. 7.8 van de wet. 8. Post-propedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding, dat volgt op de propedeutische fase. 9. Definitief studieadvies: advies als bedoeld in art. 7.8 b, lid 1 van de wet. 10. Bindend studie advies (BSA): dwingend afwijzend definitief studieadvies als bedoeld in art. 7.8 b, lid 3 van de wet, namens het College van Bestuur uitgebracht door het faculteitsbestuur, betreffende de inschrijving van de student voor de opleiding. 11. Studievoortgangsoverzicht: een overzicht van de gerealiseerde studielast. 12. Voorlopig studieadvies: een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de opleiding. 13. Major: het geheel van verplichte onderwijseenheden in de propedeutische- en post propedeutische fase. 14. Vrije minor: een samenhangend geheel van algemene, faculteitsbrede of disciplinaire (keuze-) onderwijseenheden in de post propedeutische fase. 15. Toets: tentamen als bedoeld in art. 7.10 van de wet. Tentamen is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student en een beoordeling van de uitkomsten van dit onderzoek. 16. Examen: het propedeutisch of het bachelorexamen van de opleiding. 17. Propedeutisch examen: het afsluitend propedeutisch examen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van het eerste jaar is voldaan. 18. Bachelorexamen: het afsluitend bachelorexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele bacheloropleiding is voldaan.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 61
19. Studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar. 20. Semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum, dan wel beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. Het eerste semester is opgedeeld in twee gelijke delen: semester 1a en semester 1b; het tweede semester is eveneens opgedeeld in twee gelijke delen: semester 2a en semester 2b. 21. Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een of meer van de volgende vormen: › het maken van een scriptie; › het maken van een werkstuk of een proefontwerp; › het uitvoeren van een onderzoekopdracht; › het deelnemen aan veldwerk of een excursie; › het doorlopen van een stage; › of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. 22. Cursus: het geheel van onderwijs en toetsing van een onderdeel. 23. Profileringsfonds: fonds t.b.v. financiële ondersteuning van een student in het geval van bijzondere omstandigheden, het bekleden van een bestuursfunctie en/of het uitoefenen van topsport zoals geregeld in art. 7.5.1.A-WHW. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. 6.1.3 Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt het volgende beoogd: Kennis en inzicht: › dat studenten kennis hebben van de historische en actuele inzichten in de sociale geografie, planologie c.q. demografie, en op de hoogte zijn van de voornaamste nationale en internationale ontwikkelingen in die wetenschapsgebieden › dat studenten kennis hebben van de voornaamste theoretische, methodologische en ethische grondslagen der sociale geografie, planologie c.q. demografie › dat studenten begrip hebben van het belang van kennis in aan de ruimtelijke wetenschappen grenzende andere wetenschapsgebieden Toepassen kennis en inzicht: › dat studenten problemen kunnen definiëren, analyseren en oplossen die zich voordoen op het werkterrein van de sociale geografie, planologie c.q. demografie › dat studenten kennis bezitten omtrent de beschikbare onderzoektechnieken die bij de probleemanalyse en –oplossing voorhanden zijn. › dat studenten deze technieken kunnen toepassen in onderzoeksituaties Oordeelsvorming: › dat studenten kennis hebben gemaakt met de praktijk van het werk op het vakgebied van de sociale geografie, planologie cq demografie (gastdocenten, excursies, etc.). Communicatie: › dat studenten kennis en inzicht in woord en geschrift kunnen overdragen op het niveau van de doelgroep waar die overdracht zich op richt: scholieren, andere studenten, maatschappelijke organisaties binnen en buiten Nederland, wetenschappelijke fora › dat de student kan samenwerken in teamverband Leervaardigheden: › dat de student leervaardigheden bezit die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 62
6.1.4 Artikel 1.4 Eindtermen van de opleiding Kennis en inzicht: › Besef hebben van de ethische, normatieve en expressieve denkwijzen in de sociale geografie en planologie en demografie. › Paradigma’s (redeneerwijzen) in het vakgebied van de sociale geografie en planologie kunnen herkennen › Inzicht in de diversiteit en complexiteit van maatschappelijke structuren › en processen en van hun interacties met omgevingsstructuren en –processen Toepassen kennis en inzicht: › Vermogen hebben om onder begeleiding geografisch, planologisch, demografisch onderzoek op te zetten en uit te voeren › Logisch kunnen redeneren; analyserend en probleemoplossend vermogen Oordeelsvorming: › Vermogen tot het evalueren van de (ruimtelijke) effecten van ingrepen › Gevoel hebben voor de grenzen van de kennis; informatie uit een brede verzameling van bronnen op juiste waarde weten te schatten › Bezit van een attitude die het mogelijk maakt om kritisch te reflecteren op het eigen wetenschappelijk handelen › Aantoonbare wetenschappelijke attitude om in geëigende maatschappelijke functies werkzaam te zijn Communicatie: › Kunnen debatteren over het vakgebied en de plaats ervan in de maatschappij › Vermogen tot samenwerking in teamverband en het daarbij inbrengen van de bijdrage van het eigen vakgebied Leervaardigheden: › Vaardigheden (zoals computergebruik, verslaglegging, presenteren) die nodig zijn om adequaat in maatschappelijke functies te kunnen optreden › Vermogen om na het afstuderen zelfstandig de ontwikkelingen in het eigen vakgebied te blijven volgen 6.1.5 Artikel 1.5 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. 1. 2.
6.2 1.
6.1.6 Artikel 1.6 Iudicium Abeundi In geval van ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen van een student kan het College van Bestuur in bijzondere gevallen na advies van de Examencommissie of van het faculteitsbestuur de inschrijving van een student beëindigen. Het College van Bestuur neemt een beslissing als bedoeld in het eerste lid eerst nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en van de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat de student door zijn/haar gedragingen en /of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem/haar gevolgde studie opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op die beroepsopleiding. Het faculteitsbestuur, de Examencommissie en het College van Bestuur nemen daarbij het Protocol Iudicium Abeundi in acht zoals dit door de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra op 1 november 2010 is vastgesteld. Opbouw van de opleiding 6.2.1 Artikel 2.1 Indeling en examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: › het propedeutisch examen; › het afsluitend of bachelorexamen.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 63
2.
1. 2. 3. 1.
2.
3. 4.
5. 6. 7.
1.
2.
6.3
De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een post-propedeutische fase. Het geheel van de opleiding bestaat uit een major en een vrije minor of keuzevakken. 6.2.2 Artikel 2.2 Studielast De opleiding heeft een studielast van 180 European Credits (EC), waarbij één EC gelijk is aan 28 uren studie. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC. 6.2.3 Artikel 2.3 Minoren Studenten die op 1 september 2008 of later zijn gestart met hun studie kunnen in semester 1 van het derde jaar van hun studie een minor van 30 EC volgen. Zij kunnen kiezen voor een van de volgende minoren: a. Universitaire minor b. Facultaire minor c. Buitenlandminor Het is niet toegestaan delen van minoren met elkaar te combineren Universitaire minoren bestaan uit een samenhangend pakket aan vakken buiten het eigen vakgebied. Voor het volgen van een universitaire minor kan een keuze gemaakt worden uit het jaarlijks door het College van Decanen vast te stellen aanbod aan universitaire minoren, zoals dat gepubliceerd wordt in de internetdatabase Ocasys. Facultaire minoren bestaan uit een door de faculteit vast te stellen samenhangend pakket dat gericht is op verdieping van de kennis van (een deel van) de vakgebieden zoals die bij de faculteit worden aangeboden. Een buitenlandminor kan worden ingevuld door het volgen van in totaal 30 EC aan vakken aan een buitenlandse universiteit. Het dient daarbij te gaan om postpropedeutische vakken die geen overlap vertonen met het eigen studieprogramma. Een buitenlandminor mag voor niet meer dan 5 EC bestaan uit een of meer taalvakken, met dien verstande dat alleen taalvakken gekozen kunnen worden die annex zijn aan de taal van het gastland. Een buitenland minor dient vooraf te worden goedgekeurd door de Examencommissie. In weerwil van het bepaalde in lid 1-4 van dit artikel kan de Examencommissie besluiten andere dan de voorgeschreven vakken te accepteren als onderdeel van een minor. Op de vakken van een minor is de onderwijs- en examenregeling van de aanbiedende faculteit van toepassing. Indien de student een samenhangend geheel van onderdelen kiest en volledig afrondt dat door een onderwijsinstituut van deze of een andere universiteit wordt verzorgd onder de aanduiding ‘Minor’, wordt deze aanduiding op het diplomasupplement van zijn examen vermeld. 6.2.4 Artikel 2.4 Taal van de bacheloropleiding en de minoren Het onderwijs in de bacheloropleiding (voor zover het de verplichte onderdelen betreft) wordt in het Nederlands gegeven, met uitzondering van de vakken: › Ruimtelijke planning 2: the urban challenge; › Philosophies of social science, human geography and planning; › Population dynamics; › People and place; › Migration. Schriftelijke en/of mondelinge tentamens worden in het Nederlands en/of in het Engels afgenomen. Ook practica moeten in het Engels of het Nederlands worden gemaakt (zie ook artikel 8.2). De propedeutische fase van de opleiding
6.3.1 Artikel 3.1 Samenstelling propedeutische fase De propedeutische fase omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: › Denken over Geografie en planologie (5 EC). › Economische geografie 1: grote theorieën & actuele thema’s (5 EC). › Culturele geografie (5 EC).
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 64
› › › › › › › › ›
Population dynamics (5 EC). Inleiding wetenschappelijk onderzoek (5 EC). Ruimtelijke planning 2: the urban challenge (5 EC). Fysische geografie van de wereld (5 EC). Statistiek 1 (5 EC). Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie (5 EC). Regio in kwestie: China (5 EC). Geografie & planologie van Nederland (inclusief excursie/veldwerk) (5 EC). Economie (5 EC).
6.3.2 Artikel 3.2 Propedeutische vaardigheden en toepassingen De propedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: › Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie. › Statistiek 1. › Het schrijven van een academisch paper (als onderdeel van het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek). › Bibliotheekvaardigheidsoefening (als onderdeel van het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek). › Veldwerk Nederland (als onderdeel van het vak Geografie & planologie van Nederland). 6.4
Studievoortgang inclusief Bindend Studie Advies
6.4.1 Artikel 4.1 Studievoortgangsoverzicht In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student die staat ingeschreven voor de opleiding gedurende het eerste semester van de opleiding een studievoortgangsoverzicht, met daarin een overzicht van de gerealiseerde studielast. 1. 2. 3.
4. 5.
6.
1. 2.
6.4.2 Artikel 4.2 Voorlopig studieadvies Na het eerste semester ontvangt de student een schriftelijk voorlopig studieadvies, dat betrekking heeft op de door de student als zodanig aangewezen hoofdstudie aan de RUG. Dit voorlopig studieadvies geeft een waarschuwing indien er sprake is van onvoldoende studievoortgang, zodat de student nog de gelegenheid heeft om zijn prestaties te verbeteren. Wanneer de studievoortgang zodanig is dat in redelijkheid niet te verwachten is dat de student aan de voorwaarden als genoemd in art. 4.3 lid 2 zal gaan voldoen, wordt de student uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur. Dit gesprek heeft tot doel het bespreken van de wijze van studeren, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing naar een andere opleiding. Indien de resultaten hiertoe aanleiding geven wordt een advies als bedoeld in art. 4.3 uitgebracht, conform de procedure als beschreven in art. 4.5. Indien de student de norm als bedoeld in artikel 4.3 lid 2 niet heeft behaald doch deze norm in hetzelfde studiejaar wel heeft behaald bij een opleiding van de RUG waarvoor deze onderwijs- en examenregeling niet geldt, wordt voor de opleiding van deze onderwijs- en examenregeling geen bindend studieadvies afgegeven. Indien een student voor een WO-opleiding waarvoor deze onderwijs- en examenregeling niet geldt al het propedeutisch examen heeft behaald dan wel de propedeutische fase heeft afgerond wordt voor de opleiding van deze onderwijs- en examenregeling geen bindend studieadvies afgegeven. 6.4.3 Artikel 4.3 Definitief studieadvies Uiterlijk aan het einde van het tweede semester in het eerste jaar van inschrijving, ontvangt de student nogmaals een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding, het definitief studieadvies. Onverminderd het bepaalde in art. 4.6 wordt aan dit studieadvies een afwijzing met een bindend karakter verbonden (het bindend studieadvies), indien de student minder dan 45 EC heeft behaald in het eerste jaar van zijn inschrijving, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 65
3. 4.
1.
2.
1. 2. 3. 1.
2. 3.
De afwijzing geldt gedurende een termijn van twee volgende studiejaren en heeft betrekking op de CROHO-opleiding van inschrijving. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten tellen alleen de studiepunten van de vakken als bedoeld in art. 3.1. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in dit artikel tellen de studiepunten van verworven vrijstellingen. 6.4.4 Artikel 4.4 Afwijkingen definitief studieadvies Aan de student die een verzoek tot uitschrijving met ingang van 1 februari van het eerste jaar van inschrijving doet, wordt geen definitief studieadvies uitgebracht. Indien deze student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft, zal in dat volgende studiejaar het definitieve studieadvies worden uitgebracht. De student die zich met ingang van 1 februari inschrijft bij de opleiding, krijgt een negatief bindend studieadvies indien hij minder dan 20 EC van deze bacheloropleiding heeft behaald. Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in art. 4.3 van overeenkomstige toepassing. 6.4.5 Artikel 4.5 Procedure uitreiken Bindend studieadvies Het bindend studieadvies wordt namens het College van Bestuur uitgebracht door het faculteitsbestuur. Alvorens een negatief bindend studieadvies wordt uitgebracht, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door of namens het faculteitsbestuur. Het bindend studieadvies wordt voor 5 augustus 2013 uitgebracht. 6.4.6 Artikel 4.6 Persoonlijke omstandigheden In zijn afweging om een negatief bindend studieadvies uit te brengen betrekt het faculteitsbestuur op verzoek van de student diens persoonlijke omstandigheden of overmachtsituaties. Hierop is een aparte regeling “Bijzondere omstandigheden onder BSAregime” van toepassing. Uitsluitend persoonlijke omstandigheden of overmachtsituaties die door de student na intreden - zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs kan worden verlangd bij de studieadviseur zijn gemeld, worden door het faculteitsbestuur betrokken in zijn afweging. Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 van een bindend studieadvies wordt afgezien, wordt aan de student aan het einde van diens volgend studiejaar opnieuw het studieadvies als bedoeld in art. 4.3 uitgebracht. Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds.
6.4.7 Artikel 4.7 Beroepsbepaling In het besluit met betrekking tot het bindend studieadvies wordt melding gemaakt van de geldende rechtsbeschermingsvoorziening. 6.5
1.
1. 2. 3. 4.
Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase 6.5.1 Artikel 5.1 Criteria toelating postpropedeutische fase Toelaatbaar tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, is de bezitter van het propedeutisch getuigschrift. 6.5.2 Artikel 5.2 Voorwaardelijke toelating postpropedeutische fase De examencommissie kan een student voorwaardelijk toelaten tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, indien deze student tenminste 45 EC in de propedeutische fase heeft behaald. De voorwaardelijke toelating geldt niet voor een minor c.q. het derde jaar van de opleiding. Hiervoor is het propedeutisch getuigschrift vereist. De voorwaardelijke toelating vervalt indien niet is voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 4.3 lid 2. De examencommissie kan nadere voorwaarden en/of regels stellen hieromtrent.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 66
6.6
De postpropedeutische fase van de opleiding
6.6.1 Artikel 6.1 Samenstelling post-propedeutische fase De postpropedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Jaar 2 › Economische geografie 2: globalisering van de regio (5 EC). › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatie systemen (5 EC). › Migration (5 EC). › Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek (5 EC). › Gebonden keuze uit: › Economische geografie 3: ruimtelijke innovatie en evolutie (5 EC), of › Vastgoedkunde (5 EC). › People and place (5 EC). › Methoden van wetenschappelijk onderzoek (5 EC) › Ruimtelijke planning 4: culturen van planning (5 EC). › Toerisme (5 EC) › Plattelandsgeografie (5 EC). › Statistiek 2 (5 EC). › Bodem en landschap van Nederland (5 EC) Jaar 3 › Keuzevakken of Minor (30 EC) › Philosophies of social science, human geography and planning (5 EC) › Geografie & planologie van Europa (5 EC) › Veldwerk buitenland (5 EC). › Bachelorproject SG&P (15 EC). 6.6.2 Artikel 6.2 Postpropedeutische vaardigheden en toepassingen De postpropedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: Jaar 2 › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen. › Statistiek 2. › Bodem en landschap van Nederland (practica en veldwerk). › Opdrachten bij het vak Methoden van wetenschappelijk onderzoek. Jaar 3 › Veldwerk buitenland. › Bachelorproject. 6.6.3 Artikel 6.3 Minor Population Studies De minor Population Studies is opgebouwd uit de volgende onderdelen: › Population, health and place (5 EC) › Migration (5 EC) › Healthy ageing (5 EC) › Population and development (5 EC) › Population dynamics (5 EC) › Social and institutional change (5 EC). 6.6.4 Artikel 6.4 Minor Cultuur en Ruimte De minor Cultuur en Ruimte is opgebouwd uit de volgende vier verplichte onderdelen: › Culturele geografie (5 EC) › Atelier culturele geografie (5 EC) › People and place (5 EC) › Ruimtelijke planning 2: urban challenge (5 EC) Daarnaast moet de student twee vakken kiezen uit de volgende vijf keuzevakken:
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 67
› › › › ›
Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën (5 EC) Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek (5 EC) Fysische geografie van de wereld (5 EC) Toerisme (5 EC) Plattelandsgeografie (5 EC)
6.6.5 Artikel 6.5 Minor Ruimtelijke Economische Ontwikkeling De minor Ruimtelijk Economische Ontwikkeling is opgebouwd uit de volgende vier verplichte onderdelen: › Economische geografie 1: grote theorieën en actuele thema’s (5 EC) › Economische geografie 2: globalisering van de regio (5 EC) › Ruimtelijke interactie en innovatie (5 EC) › Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek Daarnaast moet de student een vak kiezen uit de volgende twee keuzevakken: › Mobiliteit en verkeer* (5 EC) › Inleiding recht** (5 EC) (Faculteit Rechtsgeleerdheid) Tenslotte moet de student een vak kiezen uit de volgende twee keuzevakken: › Economische geografie 3: ruimtelijke innovatie en evolutie* (5 EC) › Vastgoedkunde** (5 EC) * Aanbevolen ter voorbereiding op de masteropleiding Economische Geografie ** Aanbevolen ter voorbereiding op de masteropleiding Vastgoedkunde 1. 2.
3. 4.
6.7 1. 2.
1.
2.
6.6.6 Artikel 6.6 Honoursprogramma De faculteit Ruimtelijke Wetenschappen neemt deel aan het honoursprogramma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. Studenten die zijn toegelaten tot de opleiding kunnen aan dit honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College Op het honoursprogramma, inclusief het facultaire verdiepende deel, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van de honoursbul een aantekening gemaakt. Tentamens en examens van de opleiding 6.7.1 Artikel 7.1 Algemeen Het tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij de gestelde leerdoelen zal bereiken respectievelijk heeft bereikt. Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager. 6.7.2 Artikel 7.2 Verplichte volgorde Aan de tentamens van de hierna te noemen onderdelen van het tweede studiejaar kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald: › Statistiek 2 ná behalen van Statistiek 1. › Methoden van wetenschappelijk onderzoek ná behalen van Inleiding wetenschappelijk onderzoek. › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen ná het behalen van Ruimtelijke informatiekunde 1: data en cartografie. Aan het Bachelorproject kan niet eerder worden deelgenomen dan na het behalen van: › Statistiek 2. › Methoden van wetenschappelijk onderzoek.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 68
3. 4.
1. 2.
3.
1.
2. 3.
1. 2.
1. 2.
3. 4. 5. 6.
› Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen. Deelname aan studieonderdelen van het derde jaar is alleen toegestaan aan studenten die hun propedeuse hebben behaald. De Examencommissie kan afwijken van de regels genoemd in onderhavig art. 7.2 als door de toepassing ervan de voortgang van de studie in voorkomende gevallen in ernstige mate wordt geschaad. 6.7.3 Artikel 7.3 Tijdvakken en frequentie tentamens De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt. Per studiejaar wordt tweemaal de gelegenheid geboden een tentamen af te leggen c.q. een studieonderdeel af te sluiten: eenmaal direct na afloop van het betreffende studieonderdeel, en een tweede maal (herkansing) op een later tijdstip, binnen 12 maanden na de eerste gelegenheid. In afwijking van het gestelde in het tweede lid wordt tot het afleggen van de volgende studie-onderdelen slechts één maal per jaar de gelegenheid gegeven: Bibliotheekvaardigheidsoefening (als onderdeel van het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek). 6.7.4 Artikel 7.4 Vorm van de tentamens/beoordeling De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 3.1 en art. 6.1, worden schriftelijk afgelegd, met uitzondering van de volgende tentamens, die op de daarbij aangegeven wijze worden afgelegd: › Philosophies of social science: opdrachten met voldoende resultaat. › Bodem en landschap van Nederland: rapportage. › Veldwerk buitenland: deelname met voldoende resultaat. › Methoden van wetenschappelijk onderzoek: opdrachten met voldoende resultaat. › Bachelorproject: scriptie met voldoende resultaat. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel als redelijkerwijs mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 6.7.5 Artikel 7.5 Mondelinge tentamens Tijdens een mondeling tentamen worden hooguit twee personen tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 6.7.6 Artikel 7.6 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. De examinator stelt behoudens het bepaalde in art. 7.3 lid 3, de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de Faculteit de nodige gegevens op grond waarvan de uitslag aan de student bekend kan worden gemaakt. De beoordeling van een studieonderdeel wordt via ProgressWWW bekend gemaakt. Eventuele beoordelingen van deeltoetsen worden door de desbetreffende examinator via de Nestoromgeving bekend gemaakt. Na afronding van een vak wordt een eindcijfer toegekend wanneer aan één van de deeltoetsen van een studieonderdeel is deelgenomen (zie ook artikel 7.12.4). De examinator en de administratie van de Faculteit dragen er zorg voor dat de uitslag van de eerste tentamenmogelijkheid tenminste zes werkdagen voor de datum van de herkansing bekend is. In afwijking van het gestelde in het tweede lid stelt de examinator de uitslag van de propedeusetentamens in semester 2b vast voor 20 juli 2013.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 69
7.
8. 9.
1. 2. 3.
1. 2. 3.
1.
2.
1. 2.
3. 4.
Voor alle tentamens geldt dat op basis van een gemotiveerd verzoek van een student, die door de beoordelingstermijn ernstig wordt benadeeld, de uitslag van een tentamen eerder kan worden verstrekt dan in het voorafgaande bepaald, ter beoordeling van de examencommissie. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 7.8, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 6.7.7 Artikel 7.7 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. Beoordelingen van deeltoetsen zijn alleen geldig in het lopende cursusjaar. Voor de deeltoets verantwoordelijke examinatoren zijn gemachtigd de geldigheid van de beoordeling te verlengen. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 6.7.8 Artikel 7.8 Inzagerecht Gedurende tenminste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage (incl. het recht om het tentamen te mogen fotograferen) in zijn beoordeeld werk. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden. 6.7.9 Artikel 7.9 Vrijstelling De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: › hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; › hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. De coördinator van de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie is gemachtigd het onder artikel 1 genoemde besluit namens de examencommissie te nemen. 6.7.10 Artikel 7.10 Examen De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student de voor het examen benodigde tentamens heeft behaald, waarmee hij/zij tevens de benodigde academische vorming heeft verworven en reikt daartoe een getuigschrift uit. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens daartoe aanleiding geven. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum van de laatste werkdag van de maand waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. Met de vaststelling van de uitslag van het examen draagt de examencommissie tevens zorg voor een spoedige afhandeling van de buluitreiking.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 70
5.
1. 2. 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7.
6.8
Indien de student de datum van zijn/haar afstuderen wil uitstellen in verband met nog extra af te leggen tentamens, dient hij/zij de examencommissie tijdig schriftelijk hiertoe te verzoeken. 6.7.11 Artikel 7.11 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Bachelor of Science” verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. 6.7.12 Artikel 7.12 Cum Laude regeling3 De examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding (judicium) wordt toegekend. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a. Het cijfer voor het bachelorproject moet voldoen aan de volgende minima: ‘Cum laude’: het cijfer voor het bachelorproject is tenminste 8,0. ‘Summa cum laude’: het cijfer voor het bachelorproject is tenminste 8,5. b. Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderwijseenheden, exclusief het bachelorproject, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; groter dan of gelijk aan 8,5 voor ‘Summa cum laude’. Geen Cum laude of Summa cum laude wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC meer dan de helft van het totaal aantal EC van de opleiding bedraagt. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderwijseenheid slechts eenmaal afgelegd mag zijn.Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in leden twee tot en met vijf van dit artikel. De bepalingen in de leden 1-5 zijn in werking getreden op 1 september 2010 en gelden voor studenten die met ingang van die datum de bachelorstudie aanvingen. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de studie hebben aangevangen blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010. Vooropleiding
6.8.1 Artikel 8.1 Toelating tot de bacheloropleiding Toelating tot de bachleoropleiding hebben diegenen die een VWO-diploma, een HBO-diploma, of een HBO-propedeuse behaald hebben. Alle vier de profielen in het VWO geven, zonder aanvullende eisen, direct toegang tot de opleiding. Voor bovengenoemde diploma’s die geen profielvermelding dragen geldt, dat men als verplicht vak Wiskunde A, B of C op VWO-niveau moet hebben afgesloten. 1. 2.
6.8.2 Artikel 8.2 Nederlandse taal Indien de vakken in het Nederlands worden aangeboden dient de student het Nederlands in voldoende mate te beheersen. Aan de eis inzake voldoende beheersing van het Nederlands als tweede taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands of vergelijkbare toetsen en /of examens.
6.8.3 Artikel 8.3 Gelijkwaardige vooropleiding De examencommissie onderzoekt, naar aanleiding van een schriftelijk verzoek van de bezitter van een buitenlands diploma van secundair c.q. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, in hoeverre sprake is van een equivalente vooropleiding
— 3
Voor studenten die het tweede jaar van de bacheloropleiding zijn aangevangen in een eerder studiejaar dan 2010/2011 raadplege men
de judicium-regels uit de studiegids van het betreffende jaar.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 71
6.8.4 Artikel 8.4 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: › Wiskunde: op VWO-niveau. › Nederlands en Engels: op VWO-niveau. › Aardrijkskunde: op HAVO-niveau. › Algemene ontwikkeling: op VWO-niveau. 6.8.5 Artikel 8,5 Toelating tot de minoren Toelaatbaar tot de minoren zijn studenten die zijn ingeschreven voor een bacheloropleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, mits zij de propedeuse van de betreffende opleiding hebben gehaald. 6.9 1. 2.
Studiebeleiding 6.9.1 Artikel 9.1Studievoortgangadministratie De Faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. Zij verschaft elke student tenminste eenmaal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten.
6.9.2 Artikel 9.2 Studiebegeleiding De Faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun voortgang tijdens de studie en oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 6.10 Overgangs- en slotbepalingen 6.10.1 Artikel 10.1 Tentamens en examens ‘oude stijl’ Voor studieonderdelen die wat betreft inhoud en/of aantal EC substantieel veranderd zijn in een bepaald jaar, wordt in het daarop volgende jaar nog eenmaal de gelegenheid geboden om tentamen te doen en eventueel een herkansing af te leggen in de oude stijl. 1. 2. 3.
1. 2.
6.10.2 Artikel 10.2 Wijzigingen Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, na advies van de opleidingscommissie en advies of, waar de WHW dit vereist, na instemming van de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. 6.10.3 Artikel 10.3 Bekendmaking Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.
6.10.4 Artikel 10.4 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2012. Aldus vastgesteld door het Faculteitsbestuur d.d. 15 mei 2012. Met instemming van de Faculteitsraad d.d. 24 mei 2012.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 72
7
Onderwijs- en examenregeling Bachelor Technische Planologie 2012/2013
7.1
Algemene bepalingen
1.
2.
3.
7.1.1 Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en de examens van de Bacheloropleiding Technische Planologie (hierna te noemen: de opleiding) en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Het succesvol afgesloten examen van de Bacheloropleiding Technische Planologie geeft toegang tot de Master Environmental and Infrastructure Planning, de Master Economische Geografie, de Master Culturele Geografie, de Master Vastgoedkunde, de Master Sociale Planologie en de Master Population Studies. Tevens verwerft men het recht te solliciteren naar een plaats in het tweejarige Research Master programma Regional Studies, het double degree master programma Water and Coastal Management (Oldenburg – Groningen) en het double degree master programma Development Planning and Infra Management (Bandung – Groningen). Deze OER is ook van toepassing op studenten van andere faculteiten of onderwijsinstellingen, voor zover ze onderdelen van een van de opleidingen of de door de faculteit aangeboden minoren volgen.
7.1.2 Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. De wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). 2. Student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. 3. Opleiding: de bacheloropleiding genoemd in art. 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden. 4. CROHO: Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs. 5. Studiepunt: eenheid uitgedrukt in EC, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren. 6. Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet. 7. Propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, bedoeld in art. 7.8 van de wet. 8. Post-propedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding, dat volgt op de propedeutische fase. 9. Definitief studieadvies: advies als bedoeld in art. 7.8 b, lid 1 van de wet. 10. Bindend studie advies (BSA): dwingend afwijzend definitief studieadvies als bedoeld in art. 7.8 b, lid 3 van de wet, namens het College van Bestuur uitgebracht door het faculteitsbestuur, betreffende de inschrijving van de student voor de opleiding. 11. Studievoortgangsoverzicht: een overzicht van de gerealiseerde studielast. 12. Voorlopig studieadvies: een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de opleiding. 13. Major: het geheel van verplichte onderwijseenheden in de propedeutische- en post propedeutische fase. 14. Vrije minor: een samenhangend geheel van algemene, faculteitsbrede of disciplinaire (keuze-) onderwijseenheden in de post propedeutische fase. 15. Toets: tentamen als bedoeld in art. 7.10 van de wet. Tentamen is een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student en een beoordeling van de uitkomsten van dit onderzoek. 16. Examen: het propedeutisch of het bachelorexamen van de opleiding. 17. Propedeutisch examen: het afsluitend propedeutisch examen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van het eerste jaar is voldaan.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 73
18. Bachelorexamen: het afsluitend bachelorexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele bacheloropleiding is voldaan. 19. Studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar. 20. Semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum, dan wel beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. Het eerste semester is opgedeeld in twee gelijke delen: semester 1a en semester 1b; het tweede semester is eveneens opgedeeld in twee gelijke delen: semester 2a en semester 2b. 21. Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een of meer van de volgende vormen: › het maken van een scriptie; › het maken van een werkstuk of een proefontwerp; › het uitvoeren van een onderzoekopdracht; › het deelnemen aan veldwerk of een excursie; › het doorlopen van een stage; › of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. 22. Cursus: het geheel van onderwijs en toetsing van een onderdeel. 23. Profileringsfonds: fonds t.b.v. financiële ondersteuning van een student in het geval van bijzondere omstandigheden, het bekleden van een bestuursfunctie en/of het uitoefenen van topsport zoals geregeld in art. 7.5.1.A-WHW. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. 7.1.3 Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: › dat studenten zich alle in (artikel 1.4) verwoorde eindtermen hebben eigen kunnen maken; › dat studenten op de hoogte zijn van de voornaamste nationale en internationale ontwikkelingen in het wetenschapsgebied van de technische planologie (interne oriëntatie); › dat studenten begrip hebben van het belang van kennis in aan de ruimtelijke wetenschappen grenzende wetenschapsgebieden (externe oriëntatie); › dat studenten kunnen samenwerken in teamverband; › dat studenten kennis hebben gemaakt met de praktijk van het werk op het vakgebied van de technische planologie (gastdocenten, excursies, enz.) en daarop kunnen reflecteren; › dat studenten leervaardigheden bezitten die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt. 7.1.4 Artikel 1.4 Eindtermen Bachelor Technische Planologie Wetenschappelijke houding: › Verrichten van analyse en synthese, vanuit een object-oriëntatie en een te kennen werkelijkheid (realisme) › Vormgeven van interactie en consensus, vanuit een intersubjectieve oriëntatie en een werkelijkheid gebaseerd op afspraken (relativisme) › Aanwenden van associatief vermogen en creativiteit, vanuit een situationele oriëntatie en een contingent werkelijkheidsperspectief (relationalisme) › Projectief en prospectief denken, vanuit een situatie ‘to become’ en een oriëntatie op alternatieven, op een toekomstige en/of wenselijke werkelijkheid (idealisme), in combinatie met 1, 2 en 3 › Ontvouwen van argumentatieve motivatie en ‘framing’ door conceptuele en theoretische ontwikkeling, mede gebaseerd op ‘evidence based’ onderzoek Kennis, begrip en inzicht: › Doorgronden van ruimtelijke vraagstukken en de maatschappelijke betekenis van deze vraagstukken op basis van generieke en specifieke kwaliteiten, hun diversiteit, complexiteit en dynamiek en de verschillende schaalniveaus waarop deze kunnen spelen (materieel object van studie)
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 74
› Plaatsen van ruimtelijke vraagstukken in hun wederkerige relatie met de maatschappelijke context en inschatten van hun bijdrage aan dan wel hun betekenis voor het maatschappelijk welbevinden (maatschappelijk object van studie) › Instituties, hun processen van besluitvorming over en de organisatie van de aanpak van ruimtelijke vraagstukken kunnen begrijpen en beschrijven, en deze in wederkerige relatie kunnen zien met grotere bestuurlijke en sociale trends en processen (institutioneel object van studie) › Onderkennen van democratische, politieke en beleidsmatige processen van besluitvorming gericht op ruimtelijke vraagstukken en het daarmee in interactie zijnde maatschappelijk veld (beleidsobject van studie) › Bekend zijn met fysieke grootheden en wetmatigheden die gelden voor ruimtelijke vraagstukken (denk aan constructiesterkte, gedrag van de ondergrond, waterstroming, verkeersproductie en -doorstroming, geluidsvoortplanting) en het kunnen hanteren van de daar aan gerelateerde basale formules en modellen (fysiek object van studie) › Oplossingsrichtingen vertalen naar en weergeven in een ruimtelijk ontwerp en een institutioneel, bestuurlijk, besliskundig of besluitvormend voorstel (technisch of ontwerpend object van studie) › Bekend zijn met en het kunnen toepassen van gangbare planologische methoden en technieken. › Gangbare theorieën over planologische processen kunnen uitleggen en herkennen in planningspraktijken (theoretisch object van studie) › Verklaren van historische en actuele ontwikkelingen van ruimtelijke vraagstukken, en daarmee gepaard gaande institutionele kaders en ruimtelijk beleid Toepassen kennis en inzicht: › Kunnen vangen, verwoorden en motiveren van situaties op basis van ruimtelijke verbanden en omgevingskenmerken in relatie tot een maatschappelijke relevantie (situationeel) › Kunnen afleiden van ruimtelijke vraagstukken uit praktijksituaties, door onder meer de materiële werkelijkheid met de institutionele en maatschappelijke werkelijkheid te verbinden (vraagstukgericht) › Op creatieve en intelligente wijze kunnen doordenken, ontwerpen, onderbouwen en uitdragen van mogelijke oplossingen, aanpakken en strategieën voor ruimtelijke vraagstukken (oplossingsgericht) › Kunnen doordenken, ontwerpen, onderbouwen en uitdragen van een realistisch besluitvormings- en uitvoeringstraject voor mogelijke oplossingen voor ruimtelijke vraagstukken, geplaatst in een politiek-bestuurlijke context (actiegericht) › Het kunnen voorzien en uitleggen van de mogelijke consequenties van een besluitvorming- en uitvoeringstraject voor planologische vraagstukken (gevolgdenken) › Het kunnen communiceren over planologische situaties, de daaruit afgeleide vraagstukken, de daarop gerichte besluitvorming, de daarvoor voorgestelde acties en de mogelijk daaruit voortvloeiende consequenties, het kunnen delen van informatie en het kunnen optreden als mediator tussen verschillende partijen (communicatiegericht). › Zowel praktisch en pragmatisch kunnen denken en doen, als ook conceptueel kunnen denken, formuleren en communiceren (empirische en conceptuele oriëntatie) › Onder begeleiding doen van onderzoek naar ruimtelijke en/of omgevingsvraagstukken, de daarvoor ontworpen oplossingen, strategieën en plannen van aanpak, processen van besluitvorming, de daaruit voortvloeiende acties en handelingen, en mogelijke consequenties van deze acties en handelingen (onderzoeksoriëntatie). › Het kunnen toepassen van methoden van sociaal en ruimtelijk onderzoek (methodologische oriëntatie). › Met analyse, ontwerp en communicatie bijdragen aan leefbaarheid, duurzame ontwikkeling, ‘capacity building’ en ‘resilience’ (maatschappelijke relevantie) Oordeelsvorming: › Kritisch reflecteren op ruimtelijke vraagstukken als abstracties van de pluriforme en multipliciete werkelijkheid (deductief en inductief)
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 75
› De pluriforme en multipliciete werkelijkheid vanuit verschillende perspectieven te zien en te begrijpen, inclusief het veranderlijke en unieke perspectief dat elke actor op de werkelijkheid construeert, en daarover kritisch te reflecteren (inlevingsvermogen) › Constructief-kritische feedback kunnen geven op analyses, syntheses, ontwerpen en oplossingen van ruimtelijke vraagstukken (respons) › Toepassen van evaluatietechnieken voor vraagstukken en de daarop gerichte aanpakken, om de mogelijke (ex ante) dan wel de uiteindelijke (ex post) consequenties van alternatieve keuzes te kunnen beoordelen, in zowel kwantitatieve als kwalitatieve termen (evaluatie). › Reflectie op rationele, ethische, esthetische, normatieve en emotionele aspecten van ruimtelijke vraagstukken, oplossingen, acties en handelingen en de daaruit mogelijk voortvloeiende consequenties. › Oordelen over de relevantie en toepasbaarheid van wetenschappelijke kennis bij het begrijpen en aanpakken van planologische vraagstukken Communicatie: › In interdisciplinair teamverband kunnen samenwerken voor het analyseren van, en het ontwerpen van strategieën voor de aanpak van complexe ruimtelijke vraagstukken (samenwerking) › Een duidelijk eigen visie te ontwikkelen en deze op overtuigende wijze te verwoorden (visie) › Conceptueel denken en voorstellen doen voor strategisch handelen (abstractie) › In interactie met uiteenlopende actoren (bijvoorbeeld stakeholders, bestuurders, burgers, opdrachtgevers en informanten) luisterend, assertief, tactvol, gefundeerd, gemotiveerd en met respect kunnen delen, uitnodigen, informeren, adviseren, coördineren, confronteren en verbinden (interactie) › Door argumentatief communiceren deelnemen aan wetenschappelijke en inhoudelijke discussies en debatten (argumentatie) › Door middel van o.a. beeld, geschreven teksten en mondelinge presentaties voorstellen, analyses, ontwerpen, strategieën e.d. op een overtuigende en onderbouwde wijze kunnen uitdragen (presentatie). Leervaardigheid: › Is kritisch, en is in staat tot zelfreflectie. › Is in staat gericht relevante informatie af te leiden uit een grote hoeveelheid aan bronnen met een grote diversiteit aan bedoelingen. › Openstaan voor, het kunnen volgen van en het kunnen plaatsen van actuele ontwikkelingen en nieuwe informatie, en kan deze informatie vervolgens toepassen. › Innovaties hanteren en erkennen, en over disciplinegrenzen heen te kijken. › Analytisch en associatief sterk zijn, creatief / vindingrijk en resultaatgericht. 7.1.5 Artikel 1.5 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. 1. 2.
7.1.6 Artikel 1.6 Iudicium Abeundi In geval van ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen van een student kan het College van Bestuur in bijzondere gevallen na advies van de Examencommissie of van het faculteitsbestuur de inschrijving van een student beëindigen. Het College van Bestuur neemt een beslissing als bedoeld in het eerste lid eerst nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en van de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat de student door zijn/haar gedragingen en /of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem/haar gevolgde studie opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op die beroepsopleiding. Het faculteitsbestuur, de Examencommissie en het College van Bestuur nemen daarbij het Protocol Iudicium Abeundi in acht zoals dit door de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra op 1 november 2010 is vastgesteld.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 76
7.2 1. 2.
1. 2. 3. 1.
2.
3. 4.
5. 6. 7.
1.
2. 3.
4.
Opbouw van de opleiding 7.2.1 Artikel 2.1 Indeling en examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: › het propedeutisch examen; › het afsluitend- of bachelorexamen. De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een post-propedeutische fase. Het geheel van de opleiding bestaat uit een major en een vrije minor of keuzevakken. 7.2.2 Artikel 2.2 Studielast De opleiding heeft een studielast van 180 European Credits (EC), waarbij één EC gelijk is aan 28 uren studie. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC. 7.2.3 Artikel 2.3 Minoren Studenten die op 1 september 2008 of later zijn gestart met hun studie kunnen in semester 1 van het derde jaar van hun studie een minor van 30 EC volgen. Zij kunnen kiezen voor een van de volgende minoren: a. Universitaire minor b. Facultaire minor c. Buitenlandminor Het is niet toegestaan delen van minoren met elkaar te combineren Universitaire minoren bestaan uit een samenhangend pakket aan vakken buiten het eigen vakgebied. Voor het volgen van een universitaire minor kan een keuze gemaakt worden uit het jaarlijks door het College van Decanen vast te stellen aanbod aan universitaire minoren, zoals dat gepubliceerd wordt in de internetdatabase Ocasys. Facultaire minoren bestaan uit een door de faculteit vast te stellen samenhangend pakket dat gericht is op verdieping van de kennis van (een deel van) de vakgebieden zoals die bij de faculteit worden aangeboden. Een buitenlandminor kan worden ingevuld door het volgen van in totaal 30 EC aan vakken aan een buitenlandse universiteit. Het dient daarbij te gaan om postpropedeutische vakken die geen overlap vertonen met het eigen studieprogramma. Een buitenlandminor mag voor niet meer dan 5 EC bestaan uit een of meer taalvakken, met dien verstande dat alleen taalvakken gekozen kunnen worden die annex zijn aan de taal van het gastland. Een buitenland minor dient vooraf te worden goedgekeurd door de Examencommissie. In weerwil van het bepaalde in lid 1-4 van dit artikel kan de Examencommissie besluiten andere dan de voorgeschreven vakken te accepteren als onderdeel van een minor. Op de vakken van een minor is de onderwijs- en examenregeling van de aanbiedende faculteit van toepassing. Indien de student een samenhangend geheel van onderdelen kiest en volledig afrondt dat door een onderwijsinstituut van deze of een andere universiteit wordt verzorgd onder de aanduiding ‘Minor’, wordt deze aanduiding op het diplomasupplement van zijn examen vermeld. 7.2.4 Artikel 2.4 Taal van de bacheloropleiding en de minoren Het onderwijs in de bacheloropleiding (voor zover het de verplichte onderdelen betreft) wordt in het Nederlands gegeven, met uitzondering van de vakken: › Ruimtelijke planning 2: the urban challenge › Philophies of social science, human geography and planning › Population dynamics. Het onderwijs in de minor Population Studies wordt in het Engels gegeven. Het onderwijs in de minor Cultuur en Ruimte wordt in het Nederlands gegeven, met uitzondering van de vakken: › People and place › Ruimtelijke planning 2: the urban challenge. Het onderwijs in de minor Ruimtelijk Economische Ontwikkeling wordt in het Nederlands gegeven.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 77
5. 6.
7.3
De schriftelijke en/of mondelinge tentamens worden in het Nederlands en/of in het Engels afgenomen. Practica, waaronder werkstukken en het bachelorproject, moeten in het Engels of in het Nederlands worden geschreven, mits de student het Engels of het Nederlands in voldoende mate beheerst (zie artikel 8.2). De propedeutische fase van de opleiding
7.3.1 Artikel 3.1 Samenstelling propedeutische fase De propedeutische fase omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: › Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën (5 EC) › Population dynamics (5 EC) › Economische geografie 1: grote theorieën & actuele thema’s (5 EC) › Inleiding wetenschappelijk onderzoek (5 EC) › Ruimtelijke planning 1: structuren en functies (5 EC) › Ruimtelijke planning 2: the urban challenge (5 EC) › Fysische geografie van de wereld (5 EC) › Statistiek 1 (5 EC) › Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie (5 EC) › Ruimtelijk ontwerpen 2: bouwen (5 EC) › Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier (5 EC) › Ruimtelijk ontwerpen 4: innovatief denken(5 EC) 7.3.2 Artikel 3.2 Propedeutische vaardigheden en toepassingen De propedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: › Bibliotheekvaardigheidsoefening (als onderdeel van het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek) › PIN-GAME (als onderdeel van het vak Ruimtelijke planning 1: structuren en functies) › Ruimtelijke informatiekunde 1: data & cartografie › Statistiek 1 › Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier › Het schrijven van een academisch paper (als onderdeel van het vak Inleiding wetenschappelijk onderzoek) 7.4 1.
1. 2. 3.
4. 5.
Studievoortgang inclusief Bindend Studie Advies 7.4.1 Artikel 4.1 Studievoortgangsoverzicht In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student die staat ingeschreven voor de opleiding gedurende het eerste semester van de opleiding een studievoortgangsoverzicht, met daarin een overzicht van de gerealiseerde studielast. 7.4.2 Artikel 4.2 Voorlopig studieadvies Na het eerste semester ontvangt de student een schriftelijk voorlopig studieadvies, dat betrekking heeft op de door de student als zodanig aangewezen hoofdstudie aan de RUG. Dit voorlopig studieadvies geeft een waarschuwing indien er sprake is van onvoldoende studievoortgang, zodat de student nog de gelegenheid heeft om zijn prestaties te verbeteren. Wanneer de studievoortgang zodanig is dat in redelijkheid niet te verwachten is dat de student aan de voorwaarden als genoemd in art. 4.3 lid 2 zal gaan voldoen, wordt de student uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur. Dit gesprek heeft tot doel het bespreken van de wijze van studeren, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing naar een andere opleiding. Indien de resultaten hiertoe aanleiding geven wordt een advies als bedoeld in art. 4.3 uitgebracht, conform de procedure als beschreven in art. 4.5. Indien de student de norm als bedoeld in artikel 4.3 lid 2, niet heeft behaald doch deze norm in hetzelfde studiejaar wel heeft behaald bij een opleiding van de RUG waarvoor deze
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 78
6.
1. 2.
3. 4.
1.
2.
1. 2. 3. 1.
2. 3.
onderwijs- en examenregeling niet geldt, wordt voor de opleiding van deze onderwijs- en examenregeling geen bindend studieadvies afgegeven. Indien de student voor een WO-opleiding waarvoor deze onderwijs- en examenregeling niet geldt al het propedeutisch examen heeft behaald dan wel de propedeutische fase heeft afgerond, wordt voor de opleiding van deze onderwijs- en examenregeling geen bindend studieadvies afgegeven. 7.4.3 Artikel 4.3 Definitief studieadvies Uiterlijk aan het einde van het tweede semester in het eerste jaar van inschrijving, ontvangt de student nogmaals een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding, het definitief studieadvies. Onverminderd het bepaalde in art. 4.6 wordt aan dit studieadvies een afwijzing met een bindend karakter verbonden (het bindend studieadvies), indien de student minder dan 45 EC heeft behaald in het eerste jaar van zijn inschrijving, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving. De afwijzing geldt gedurende een termijn van twee volgende studiejaren en heeft betrekking op de CROHO-opleiding van inschrijving. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten tellen alleen de studiepunten van de vakken als bedoeld in art. 3.1. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in dit artikel tellen de studiepunten van verworven vrijstellingen. 7.4.4 Artikel 4.4 Afwijkingen definitief studieadvies Aan de student die een verzoek tot uitschrijving met ingang van 1 februari van het eerste jaar van inschrijving doet, wordt geen definitief studieadvies uitgebracht. Indien deze student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft, zal in dat volgende studiejaar het definitieve studieadvies worden uitgebracht. De student die zich met ingang van 1 februari inschrijft bij de opleiding, krijgt een negatief bindend studieadvies indien hij minder dan 20 EC van deze bacheloropleiding heeft behaald. Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in art. 4.3 van overeenkomstige toepassing. 7.4.5 Artikel 4.5 Procedure uitreiken Bindend studieadvies Het bindend studieadvies wordt namens het College van Bestuur uitgebracht door het faculteitsbestuur. Alvorens een negatief bindend studieadvies wordt uitgebracht, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door of namens het faculteitsbestuur. Het bindend studieadvies wordt voor 5 augustus 2013 uitgereikt. 7.4.6 Artikel 4.6 Persoonlijke omstandigheden In zijn afweging om een negatief bindend studieadvies uit te brengen betrekt het faculteitsbestuur op verzoek van de student diens persoonlijke omstandigheden of overmachtsituaties. Hierop is een aparte regeling “Bijzondere omstandigheden onder BSAregime” van toepassing. Uitsluitend persoonlijke omstandig¬heden of overmachtsituaties die door de student na intreden - zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs kan worden verlangd - bij de studieadviseur zijn gemeld, worden door het faculteitsbestuur betrokken in zijn afweging. Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 van een bindend studieadvies wordt afgezien, wordt aan de student aan het einde van diens volgend studiejaar opnieuw het studieadvies als bedoeld in art. 4.3 uitgebracht. Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds.
7.4.7 Artikel 4.7 Beroepsbepaling In het besluit met betrekking tot het bindend studieadvies wordt melding gemaakt van de geldende rechtsbeschermingsvoorziening.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 79
7.5
Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase
7.5.1 Artikel 5.1 Criteria toelating postpropedeutische fase Toelaatbaar tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, is de bezitter van het propedeutisch getuigschrift. 1. 2. 3. 4. 7.6
7.5.2 Artikel 5.2 Voorwaardelijke toelating postpropedeutische fase De examencommissie kan een student voorwaardelijk toelaten tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, indien deze student tenminste 45 EC in de propedeutische fase heeft behaald. De voorwaardelijke toelating geldt niet voor een minor c.q. het derde jaar van de opleiding. Hiervoor is het propedeutisch getuigschrift vereist. De voorwaardelijke toelating vervalt indien niet is voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 4.3 lid 2. De examencommissie kan nadere voorwaarden en/of regels stellen hieromtrent. De postpropedeutische fase van de opleiding
7.6.1 Artikel 6.1 Samenstelling post-propedeutische fase De postpropedeuse omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Jaar 2 › Mobiliteit & verkeer (5 EC) › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatie systemen (5 EC) › Economische geografie 2: globalisering van de regio (5 EC) › Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek (5 EC) › Ruimtelijk ontwerpen 5: stedenbouw (5 EC) › Watertechniek (5 EC) › Methoden van wetenschappelijk onderzoek (5 EC) › Ruimtelijke planning 4: culturen van planning (5 EC) › Planning & infrastructuur (5 EC) › Statistiek 2 (5 EC) › Bodem en landschap van Nederland (5 EC) › Planning & water (5 EC) Jaar 3 › Keuzevakken of Minor (30 EC) › Philosophies of social science, human geography and planning (5 EC) › Milieu & techniek (5 EC) › Planning & milieu (5 EC) › Bachelorproject TP (15 EC) 7.6.2 Artikel 6.2 Postpropedeutische vaardigheden en toepassingen De postpropedeutische vaardigheden en toepassingen omvatten de volgende onderdelen: Jaar 2 › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatie systemen › Statistiek 2 › Laboratoriumpracticum en computerpracticum opgenomen in het vak Watertechniek › Opdrachten bij het vak Methoden van wetenschappelijk onderzoek › Opdrachten bij het vak Ruimtelijk ontwerpen 5: stedenbouw › Opdracht bij het vak Planning & water Jaar 3 › Opdracht bij het vak Milieu & techniek › Bachelorproject
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 80
› Opdrachten bij het vak Philosophies of social science, human geography and planning 7.6.3 Artikel 6.3 Minor Population Studies De minor Population Studies is opgebouwd uit de volgende onderdelen: › Population, health and place (5 EC) › Migration (5 EC) › Healthy ageing (5 EC) › Population and development (5 EC) › Population dynamics (5 EC) › Social and institutional change (5 EC). 7.6.4 Artikel 6.4 Minor Cultuur en Ruimte De minor Cultuur en Ruimte is opgebouwd uit de volgende vier verplichte onderdelen: › Culturele geografie (5 EC) › Atelier culturele geografie (5 EC) › People and place (5 EC) › Ruimtelijke Planning 2: urban challenge (5 EC) Daarnaast moet de student twee vakken kiezen uit de volgende vijf keuzevakken: › Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën (5 EC) › Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek (5 EC) › Fysische geografie van de wereld (5 EC) › Toerisme (5 EC) › Plattelandsgeografie (5 EC) 7.6.5 Artikel 6.5 Minor Ruimtelijke Economische Ontwikkeling De minor Ruimtelijk Economische Ontwikkeling is opgebouwd uit de volgende vier verplichte onderdelen: › Economische geografie 1: grote theorieën en actuele thema’s (5 EC) › Economische geografie 2: globalisering van de regio (5 EC) › Ruimtelijke interactie en innovatie (5 EC) › Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek Daarnaast moet de student een vak kiezen uit de volgende twee keuzevakken: › Mobiliteit en verkeer* (5 EC) › Inleiding recht** (5 EC) (Faculteit Rechtsgeleerdheid) Tenslotte moet de student een vak kiezen uit de volgende twee keuzevakken: › Economische geografie 3: ruimtelijke innovatie en evolutie* (5 EC) › Vastgoedkunde** (5 EC) * Aanbevolen ter voorbereiding op de masteropleiding Economische Geografie ** Aanbevolen ter voorbereiding op de masteropleiding Vastgoedkunde 1. 2.
3. 4.
7.6.6 Artikel 6.6 Honoursprogramma De faculteit Ruimtelijke Wetenschappen neemt deel aan het honoursprogramma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. Studenten die zijn toegelaten tot de opleiding kunnen aan dit honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College Op het honoursprogramma, inclusief het facultaire verdiepende deel, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van de honoursbul een aantekening gemaakt.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 81
7.7 1. 2.
1.
2.
3. 4.
1. 2.
3.
1.
2. 3.
Tentamens en examens van de opleiding 7.7.1 Artikel 7.1 Algemeen Het tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij de gestelde leerdoelen zal bereiken respectievelijk heeft bereikt. Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager. 7.7.2 Artikel 7.2 Verplichte volgorde Aan de tentamens van de hierna te noemen onderdelen van het tweede studiejaar kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderdelen zijn behaald: › Statistiek 2 ná behalen van Statistiek 1; › Methoden van wetenschappelijk onderzoek, ná het behalen van Inleiding wetenschappelijk onderzoek; › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen ná het behalen van Ruimtelijke informatiekunde 1: data en cartografie. Aan het Bachelorproject kan niet eerder worden deelgenomen dan na het behalen van: › Statistiek 2; › Methoden van wetenschappelijk onderzoek; › Ruimtelijke informatiekunde 2: geografische informatiesystemen Deelname aan studieonderdelen van het derde jaar is alleen toegestaan aan studenten die hun propedeuse hebben behaald. De Examencommissie kan afwijken van de regels genoemd in onderhavig art. 7.2 als door de toepassing ervan de voortgang van de studie in voorkomende gevallen in ernstige mate wordt geschaad. 7.7.3 Artikel 7.3 Tijdvakken en frequentie tentamens De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt. Per studiejaar wordt tweemaal de gelegenheid geboden een tentamen af te leggen c.q. een studieonderdeel af te sluiten: eenmaal direct na afloop van het betreffende studieonderdeel, en een tweede maal (herkansing) op een later tijdstip, binnen 12 maanden na de eerste gelegenheid. In afwijking van het gestelde in het tweede lid wordt tot het afleggen van de volgende studieonderdelen slechts eenmaal per jaar de gelegenheid gegeven: › Bibliotheekvaardigheidsoefening (als onderdeel van het Inleiding wetenschappelijk onderzoek) › PIN-GAME (als onderdeel van het vak Ruimtelijke planning 1: structuren en functies) › Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier › Ruimtelijk ontwerpen 5: stedenbouw. 7.7.4 Artikel 7.4 Vorm van de tentamens/beoordeling De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 3.1 en art. 6.1, worden schriftelijk afgelegd, met uitzondering van de volgende tentamens, die op de daarbij aangegeven wijze worden afgelegd: › Bodem en landschap van Nederland: rapportage. › Philosophies of social science: opdrachten met voldoende resultaat. › Ruimtelijk ontwerpen 3: ontwerpatelier: opdrachten met voldoende resultaat. › Ruimtelijk ontwerpen 5: stedenbouw: opdrachten met voldoende resultaat. › Methoden van wetenschappelijk onderzoek: opdrachten met voldoende resultaat. › Bachelorproject: scriptie met voldoende resultaat. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel als redelijkerwijs mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 82
1. 2.
1. 2.
3. 4. 5. 6. 7.
8. 9.
1. 2. 3.
1. 2. 3.
7.7.5 Artikel 7.5 Mondelinge tentamens Tijdens een mondeling tentamen worden hooguit twee personen tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. 7.7.6 Artikel 7.6 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. De examinator stelt, behoudens het bepaalde art. 7.3, lid 3, de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de Faculteit de nodige gegevens op grond waarvan de uitslag aan de student bekend kan worden gemaakt. De beoordeling van een studieonderdeel wordt via ProgressWWW bekend gemaakt. Eventuele beoordelingen van deeltoetsen worden door de desbetreffende examinator via de Nestor omgeving gemaakt. Na afronding van een vak wordt een eindcijfer toegekend wanneer aan één van de deeltoetsen van een studieonderdeel is deelgenomen (zie ook artikel 7.12.4). De examinator en de administratie van de Faculteit dragen er zorg voor dat de uitslag van de eerste tentamenmogelijkheid tenminste zes werkdagen voor de herkansing bekend is. In afwijking van het gestelde in het tweede lid stelt de examinator de uitslag van de propedeusetentamens in semester 2b vast voor 20 juli 2013. Voor alle tentamens geldt dat op basis van een gemotiveerd verzoek van een student die door de beoordelingstermijn ernstig wordt benadeeld, de uitslag van een tentamen eerder kan worden verstrekt dan in het voorgaande bepaald, op basis van een gemotiveerd verzoek van een student, ter beoordeling van de examencommissie. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 7.8, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 7.7.7 Artikel 7.7 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. Beoordelingen van deeltoetsen zijn alleen geldig in het lopende cursusjaar. Voor de deeltoets verantwoordelijke examinator is gemachtigd de geldigheid van de beoordeling te verlengen. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 7.7.8 Artikel 7.8 Inzagerecht Gedurende tenminste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage (incl. het recht om het tentamen te mogen fotograferen) in zijn beoordeeld werk. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, in overleg met de docent.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 83
1.
2.
1. 2.
3. 4. 5.
1. 2. 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8.
7.7.9 Artikel 7.9 Vrijstelling De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: › hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; › hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. De coördinator van de bacheloropleiding Technische Planologie is gemachtigd het onder artikel 1 genoemde besluit namens de examencommissie te nemen. 7.7.10 Artikel 7.10 Examen De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student de voor het examen benodigde tentamens heeft behaald, waarmee hij/zij tevens de benodigde academische vorming heeft verworven en reikt daartoe een getuigschrift uit. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens daartoe aanleiding geven. De examendatum die door de examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum van de laatste werkdag van de maand waarop naar het oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd. Met de vaststelling van de uitslag van het examen draagt de examencommissie tevens zorg voor een spoedige afhandeling van de buluitreiking. Indien de student de datum van zijn/haar afstuderen wil uitstellen in verband met nog extra af te leggen tentamens, dient hij/zij de examencommissie tijdig schriftelijk hiertoe te verzoeken. 7.7.11 Artikel 7.11 Graad Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Bachelor of Science” verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. 7.7.12 Artikel 7.12 Cum Laude regeling4 De examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding (judicium) wordt toegekend. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a. Het cijfer voor het bachelorproject moet voldoen aan de volgende minima: ‘Cum laude’: het cijfer voor het bachelorproject is tenminste 8,0. ‘Summa cum laude’: het cijfer voor het bachelorproject is tenminste 8,5. b. Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderwijseenheden, exclusief het bachelorproject, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; groter dan of gelijk aan 8,5 voor ‘Summa cum laude’. Geen Cum laude of Summa cum laude wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC meer dan de helft van het totaal aantal EC van de opleiding bedraagt. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderwijseenheid slechts eenmaal afgelegd mag zijn. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in leden twee tot en met vijf van dit artikel. De bepalingen in de leden 1-5 zijn in werking getreden op 1 september 2010 en gelden voor studenten die met ingang van die datum de bachelorstudie aanvingen. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de studie hebben aangevangen blijft de judicium regeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
— 4
Voor studenten die het tweede jaar van de bachelorstudie zijn aangevangen in een eerder studiejaar dan 2010/2011 raadplege men de
judicium-regels uit de studiegids van het betreffende jaar.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 84
7.8
Vooropleiding
7.8.1 Artikel 8.1 Toelating tot de bacheloropleiding Toelating tot de bacheloropleiding hebben diegenen die › een VWO-diploma; › een HBO-diploma of; › een HBO-propedeuse behaald hebben. Alle vier de profielen in het VWO geven toegang tot de opleiding onder de voorwaarde dat Wiskunde-A of Wiskunde B met een voldoende resultaat deel uitmaakt van het eindexamenprogramma. Voor bovengenoemde diploma’s die geen profielvermelding dragen geldt, dat men als verplicht vak Wiskunde A of B op VWO-niveau moet hebben afgesloten. 1. 2.
7.8.2 Artikel 8.2 Nederlandse taal Indien vakken in het Nederlands worden aangeboden dient de student het Nederlands in voldoende mate te beheersen. Aan de eis inzake voldoende beheersing van het Nederlands als tweede taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands of vergelijkbare toetsen en/of examens.
7.8.3 Artikel 8.3 Gelijkwaardige vooropleiding De examencommissie onderzoekt, naar aanleiding van een schriftelijk verzoek van de bezitter van een buitenlands diploma van secundair c.q. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, in hoeverre sprake is van een equivalente vooropleiding 7.8.4 Artikel 8.4 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: › Wiskunde: op VWO-niveau. › Nederlands en Engels: op VWO-niveau. › Algemene ontwikkeling: op VWO-niveau. 7.8.5 Artikel 8.5 Toelating tot de minoren Toelaatbaar tot de minoren zijn studenten die zijn ingeschreven voor een bacheloropleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, mits zij de propedeuse van de betreffende opleiding hebben gehaald. 7.9 1. 2.
Studiebegeleiding 7.9.1 Artikel 9.1 Studievoortgangadministratie De Faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. Zij verschaft elke student tenminste eenmaal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten.
7.9.2 Artikel 9.2 Studiebegeleiding De Faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun voortgang tijdens de studie en oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 7.10 Overgangs- en slotbepalingen 7.10.1 Artikel 10.1 Tentamens en examens ‘oude stijl’ Voor studieonderdelen die wat betreft inhoud en/of aantal EC substantieel veranderd zijn in een bepaald jaar, wordt in het daarop volgende jaar nog eenmaal de gelegenheid geboden om tentamens en eventueel een herkansing af te leggen in de oude stijl.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 85
1. 2. 3.
1. 2.
7.10.2 Artikel 10.2 Wijzigingen Wijzigingen van deze regeling worden door het Faculteitsbestuur, na advies van de opleidingscommissie en na advies of, waar de WHW dit vereist, na instemming van de Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. 7.10.3 Artikel 10.3 Bekendmaking Het Faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. Elke belangstellende kan op het Faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.
7.10.4 Artikel 10.4 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2012. Aldus vastgesteld door het Faculteitsbestuur d.d. 15 mei 2012. Met instemming van de Faculteitsraad, d.d. 24 mei 2012.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 86
8 Regels & richtlijnen voor de examinering in de opleidingen van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen 8.1 Artikel 1 Toepassingsgebied Deze regels en richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens in de Bacheloropleidingen Sociale Geografie & Planologie, en Technische Planologie, en voor de Masteropleidingen Culturele Geografie, Economische Geografie, Vastgoedkunde, Sociale Planologie, Lerarenopleiding (1 en 2 jarig), Master of Science in Population Studies, Master Environmental and Infrastructure Planning en Research Master Regional Studies. 8.2 Artikel 2 Begripsomschrijving In deze regels en richtlijnen wordt verstaan onder: 1. Examenregeling: de onderwijs- en examenregelingen voor de in art. 1 genoemde opleidingen. 2. Examencommissie: de facultaire examencommissie. 3. Examen: de beoordeling van de kennis en/of vaardigheid van de examinandus m.b.t. (een bepaald onderdeel van) de opleiding, t.w. het propedeuseprogramma, het na de propedeuse resterende Bachelorprogramma of het Masterprogramma. 4. Tentamen: beoordeling van de kennis en/of vaardigheid van de examinandus m.b.t. een afzonderlijk onderdeel van het opleidingsprogramma. 5. Student: degene die is ingeschreven voor de opleiding. 8.3 Artikel 3 Dagelijkse gang van zaken examencommissie De examencommissie wijst uit haar midden een voorzitter en een secretaris aan, die belast zijn met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. 8.4 Artikel 4 Aantal personen bij mondeling tentamen Met de instemming van de te examineren personen kan een examinator besluiten, dat een bepaald tentamen door hen tezamen mondeling zal worden afgelegd. 8.5 Artikel 5 Vaststelling uitslag examen De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast bij gewone meerderheid van stemmen. 1. Staken de stemmen, dan is de examinandus afgewezen. 2. Aan het vaststellen van de uitslag dienen tenminste drie leden van de examencommissie deel te nemen, waaronder in ieder geval de voorzitter en de secretaris van de commissie. 8.6 Artikel 6 Cum laude 1. Propedeuse: Aan de uitslag van een propedeutisch examen kan het predikaat ‘cum laude’ resp. ‘summa cum laude’ worden verbonden, indien voor alle onderdelen tenminste het cijfer 7 is behaald en gemiddeld het cijfer 8 resp. 8,5 is behaald. 2. Bachelor: Aan de uitslag van een Bachelorexamen kan het predikaat ‘cum laude’ resp. ‘summa cum laude’ worden verbonden, indien voor alle onderdelen van de laatste 2 programmajaren tenminste gemiddeld het cijfer 8 resp. 8,5 en geen cijfer lager dan 7 is behaald. Aan het afsluitende Bachelorwerkstuk moet tenminste het cijfer 8 resp. 8,5 zijn toegekend. 3. Master: Aan de uitslag van een Masterexamen kan het predikaat ‘cum laude’ resp. ‘summa cum laude’ worden verbonden, indien voor alle onderdelen van het Masterprogramma tenminste gemiddeld het cijfer 8 resp. 8,5 en geen cijfer lager dan 7 is behaald. Aan het afsluitende Masterwerkstuk moet tenminste het cijfer 8 resp. 8,5 zijn toegekend. Voor alle gevallen waarin het predikaat cum laude of summa cum laude wordt toegekend, geldt dat het tentamen over onderwijsonderdelen slechts eenmaal mag zijn afgelegd. Zie ook de regels met betrekking tot de cum laude regeling in de onderwijs- en examenreglementen van de bacheloropleidingen.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 87
8.7 Artikel 7 Tijdstippen 1. Schriftelijke tentamens worden afgenomen op de tijdstippen, die tenminste twee maanden voor de aanvang van het betreffende cursusjaar door de examencommissie zijn vastgesteld, gehoord de desbetreffende examinatoren. 2. Bij de vaststelling van de tijdstippen, bedoeld in het eerste lid, wordt zoveel mogelijk voorkomen dat tentamens gelijktijdig worden afgenomen. 3. Wijziging van een in het eerste lid bedoeld tijdstip vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht, bijvoorbeeld wegens het niet beschikbaar zijn van de benodigde tentamenruimte. 4. Mondelinge tentamens worden op een door de desbetreffende examinator dan wel examinatoren, zo mogelijk na overleg met de examinandus, te bepalen tijdstip afgenomen. 5. Het bepaalde in het vierde lid is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op tentamens die anders dan schriftelijk of mondeling worden afgenomen. 8.8 Artikel 8 Aanmelding 1. Deelneming aan een schriftelijk tentamen vindt niet plaats dan na deugdelijke en tijdige aanmelding bij de facultaire onderwijsadministratie (via ProgressWWW). 2. Als tijdige aanmelding geldt een opgave via de computer tenminste vijf werkdagen voor de tentamenperiode waarin het desbetreffende tentamen zal worden afgenomen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een latere aanmelding niettemin als tijdig wordt aangemerkt. 3. Deelneming aan een examen vindt niet plaats dan na deugdelijke schriftelijke aanmelding bij de facultaire onderwijsadministratie tenminste twintig werkdagen voor de desbetreffende zitting van de examencommissie. Het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid is van overeenkomstige toepassing. 4. Aanvraag getuigschrift na afronden van een Bachelor/Masteropleiding: U dient zelf een verzoek in te dienen bij de onderwijsadministratie van uw faculteit, om het getuigschrift te ontvangen. Na het behalen van het laatste examenresultaat moet u binnen vier weken een aanvraag indienen. Indien u uw studie in augustus afrondt, dient u de aanvraag uiterlijk vóór 15 september volgend op het studiejaar dat u bent afgestudeerd, in te dienen. De beoordeling van het laatste examenonderdeel dient daarom ook vóór die datum bekend te zijn. Als het getuigschrift niet binnen vier weken na het behalen van het laatste examenonderdeel wordt aangevraagd, verklaart de examencommissie ambtshalve of- en wanneer u geslaagd bent; dat is dan ook de datum die op het getuigschrift komt te staan. Als hierdoor de afstudeerdatum in het volgende studiejaar valt, kan dit tot gevolg hebben dat u zich opnieuw moet inschrijven en collegegeld moet betalen. 5. Aanvraag getuigschrift propedeutische fase: Ook dit getuigschrift dient direct na het afronden van het propedeutisch examen te worden aangevraagd. Als dit niet gebeurt, kan dit consequenties hebben voor het vervolgen van de bacheloropleiding (blokkaderegeling). 8.9 Artikel 9 Vrijstellingsverzoek 1. Een verzoek om vrijstelling van een studie-onderdeel wordt schriftelijk met redenen omkleed ingediend bij de examencommissie. 2. De examencommissie hoort de desbetreffende examinatoren, alvorens te beslissen op het verzoek. 3. Een besluit tot het geheel of gedeeltelijk niet verlenen van de vrijstelling wordt door de examencommissie niet genomen dan nadat de verzoeker in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. 4. De examencommissie beslist binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek. De verzoeker wordt onverwijld in kennis gesteld van de beslissing. 8.10 Artikel 10 De orde tijdens een tentamen 1. De examencommissie zorgt, dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. De examencommissie kan deze zorg opdragen aan de desbetreffende examinator. 2. De examinandus is verplicht zich op verzoek van of vanwege de examencommissie te legitimeren door middel van zijn collegekaart.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 88
3.
4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
De examinandus is verplicht de aanwijzingen van de examencommissie c.q. de examinator, die voor de aanvang van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het examen of tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, op te volgen. Volgt de examinandus een of meer aanwijzingen als bedoeld in het derde lid niet op, dan kan hij door de examencommissie c.q. de examinator worden uitgesloten van de verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld van dat tentamen. Voordat de examencommissie c.q. de examinator een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. De duur van elk tentamen is zodanig dat de examinandus redelijkerwijs voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden. De opgaven mogen door de examinandus na afloop van het tentamen niet worden meegenomen, tenzij door of namens de examencommissie anders is bepaald. Mobiele telefoons moeten uitgeschakeld zijn en mogen niet op tafel liggen. Het gebruik van grafische rekenmachines is tijdens de tentamens niet toegestaan. Tijdens de tentamens mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van de volgende typen rekenmachines: Casio fx-82 MS, Casio fx-82 ES of Casio fx-85 ES (met zonnecel). Alle ingeleverde tentamens worden nagekeken en beoordeeld. Verzoeken tot ‘niet-nakijken’ worden niet gehonoreerd. Alle studenten die de tentamenzaal betreden worden geregistreerd. Een student die tijdens de tentamenzitting niets inlevert, wordt geregistreerd als zijnde een student die het tentamen heeft afgelegd. Het tentamen wordt vervolgens beoordeeld met het cijfer 1 (één). Een half uur na de aanvang van het tentamen is het niet meer toegestaan om de zaal te betreden. Tijdens het eerste half uur van het tentamen is het niet toegestaan de zaal te verlaten.
8.11 Artikel 11 Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan het tijdens het afleggen van een tentamen of het uitvoeren van een opdracht handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. In geval van fraude kan de examinator de student uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen c.q. van verdere uitvoering van de opdracht, alsmede van verdere deelname aan het betreffende onderwijsonderdeel (inclusief herkansingen behorende bij het betreffende onderwijsonderdeel). 3. De behaalde (eind)resultaten van het betreffende onderwijsonderdeel c.q. de betreffende cursus worden in geval van fraude ongeldig verklaard. 4. De beslissing inzake uitsluiting wordt genomen naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de surveillant c.q. docent van de door hem geconstateerde of vermoede fraude. In spoedeisende gevallen kan de examinator een voorlopige beslissing tot uitsluiting nemen op grond van een mondeling verslag van de surveillant c.q. docent. Hij draagt zorg dat dit verslag terstond na afloop van het tentamen c.q. de opdracht op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de student wordt verstrekt. 5. De student kan aan de examencommissie verzoeken de uitsluiting ongedaan te maken. Bij dit verzoek voegt hij een afschrift van het verslag, bedoeld in het vierde lid, en desgewenst zijn schriftelijk commentaar daarop. 6. Voordat de examencommissie een beslissing neemt op een verzoek, als bedoeld in het vijfde lid, stelt zij de student en de examinator in de gelegenheid te worden gehoord. 7. In het geval het de eerste keer betreft dat een student fraude pleegt, volgt een gesprek met de opleidingsdirecteur. In het onderwijsdossier van de betreffende student wordt opgenomen dat fraude is gepleegd. Dit wordt verder niet bekend gemaakt. 8. Indien een student een tweede en/of volgende keer fraude pleegt, wordt dit in zijn/haar onderwijsdossier opgenomen. De opleidingsdirecteur draagt er vervolgens zorg voor dat iedere docent waarmee de betreffende student te maken krijgt wordt ingelicht over het feit dat de betreffende student tenminste twee keer gefraudeerd heeft. 9. Plagiaat is het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding. Voorbeelden van plagiaat en aanverwant ongeoorloofd gebruik van
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 89
teksten zijn: het gebruik maken van andermans teksten, het overnemen van andermans structuur van een tekst en het overnemen van andermans ideeën zonder vermelding van de bron, het uitsluitend of overvloedig gebruik maken van andermans teksten, het niet duidelijk aangeven in de tekst dat letterlijke of bijna letterlijke citaten zijn overgenomen, het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor verschillende opdrachten. 10. De maximale strafmaat voor het plegen van plagiaat zoals bedoeld in artikel 11.9 en aanverwant ongeoorloofd gebruik van teksten is ontneming van het recht gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste één jaar om één of meer door de examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. 11. Indien een werkstuk in groepsverband is geschreven, zijn alle leden van de groep in geval van plagiaat aansprakelijk, totdat het tegendeel is bewezen. 12. Indien plagiaat wordt ontdekt nadat het (eind)cijfer is vastgesteld, is de examencommissie bevoegd dit (eind)cijfer te vernietigen. Deze bevoegdheid verjaart één jaar na ontdekking, maar uiterlijk bij de uitreiking van het diploma. 8.12 Artikel 12 Vragen en opgaven 1. De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de examenstof is ontleend niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk twintig werkdagen voor het afnemen van het tentamen wordt de precieze omvang van de stof definitief bekend gemaakt. 2. Het tentamen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. 3. De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. 4. Geruime tijd voor het afnemen van een tentamen maakt de examinator bekend op welke manier uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de onderwijs- en examenregeling m.b.t. de wijze waarop het tentamen wordt afgenomen. 5. Geruime tijd voor het afnemen van een tentamen stelt de examinator de examinandi zo mogelijk in de gelegenheid kennis te nemen van een schriftelijke proeve van een dergelijk tentamen alsmede van de model-beantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 8.13 Artikel 13 Beoordeling 1. Men is geslaagd voor het propedeutisch examen indien alle onderdelen uit het examenprogramma met voldoende resultaat (6 dan wel voldoende) zijn afgelegd. 2. Men is geslaagd voor het Bachelorexamen indien alle onderdelen uit het examenprogramma met voldoende resultaat (6 dan wel voldoende) zijn afgelegd. 3. Men is geslaagd voor het Masterexamen indien alle onderdelen uit het examen- programma met voldoende resultaat (6 dan wel voldoende) zijn afgelegd. 4. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt aan de hand van tevoren schriftelijk vastgelegde normen. 5. De wijze van beoordeling is zodanig dat de geëxamineerde kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen tot stand is gekomen. 6. Indien meerdere malen aan het (deel-)tentamen van een vak wordt deelgenomen geldt het resultaat van het laatst gemaakte (deel-)tentamen. 8.14 Artikel 14 Nabespreking 1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt desgevraagd dan wel op initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examinator en de geëxamineerde. Dan wordt de gegeven uitslag toegelicht. 2. Gedurende een termijn van tien werkdagen, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de uitslag van een anders dan mondeling tentamen kan de geëxamineerde aan de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip. 3. Indien door of vanwege de examencommissie een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, die tenminste een week van tevoren is aangekondigd, kan de geëxamineerde een verzoek als bedoeld in het vorige lid pas indienen wanneer hij bij de collectieve
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 90
4. 5.
nabespreking aanwezig is geweest en zijn verzoek motiveert, of indien hij door overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve nabespreking aanwezig te zijn. Het bepaalde in het derde lid is van overeenkomstige toepassing, indien de examencommissie dan wel de examinator aan de geëxamineerde de gelegenheid biedt om zijn uitwerking te vergelijken met model antwoorden. De examencommissie c.q. examinator kan afwijkingen toestaan van het bepaalde in het tweede en het derde lid.
8.15 Artikel 15 Maatstaven 1. De examinatoren nemen bij hun beslissingen de volgende maatstaven als richtsnoer: 2. Het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van elk tentamen. 3. Doelmatigheidseisen, onder meer gericht op: › het beperken van tijdverlies voor studenten, die snelle voortgang maken met de studie; › het tijdig staken van de studie door studenten, waarvan het onwaarschijnlijk is dat zij zullen slagen voor een examen of tentamen. 4. Bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen. 5. Mildheid jegens studenten, die door omstandigheden buiten hun schuld, studievertraging hebben ondervonden. 8.16 Artikel 16 Wijziging regels en richtlijnen Geen wijzigingen vinden plaats, die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 8.17 Artikel 17 Inwerkingtreding Deze regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2012. Aldus vastgesteld op 1 juni 2012 door de examencommissie.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 91
9
Studentenstatuut
9.1 Het studentenstatuut Het studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als de universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Deze laatste regelingen zijn opgenomen in de bijlagen bij het instellingsdeel van het Studentenstatuut. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het instellingsspecifiekdeel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie zoals inschrijving en rechtsbescherming. Het instellingsdeel is te vinden op de website van de RUG (www.rug.nl/studenten/ >rechtspositie > studentenstatuut). In het instellingsdeel van het Studentenstatuut worden de artikelen van wetten en regelingen niet letterlijk geciteerd, maar zo leesbaar mogelijk weergegeven. Bij de verschillende onderwerpen zijn links opgenomen naar de betreffende artikelen van de wet of regeling. Het opleidingsspecifiekdeel beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding, zoals examens en studiepunten. Deze verschillen per opleiding en faculteit. Het opleidingsdeel is onderdeel van de studiegids en bestaat uit de Onderwijs- en examenregelingen en uit de Regels en richtlijnen voor de examinering. 9.2 Geldigheid Het studentenstatuut geldt voor het studiejaar 2012/2013. Het instellingsdeel van het Studentenstatuut wordt jaarlijks, met instemming van de Universiteitsraad, door het College van Bestuur vastgesteld. Als het Statuut in strijd of tegenspraak is met wettelijke regels, dan gaan de wettelijke regels voor. 9.3 Bekendmaking Alle studenten ontvangen aan het begin van het studiejaar een mail van het College van Bestuur met de vermelding waar zij het Studentenstatuut op de website van de RUG kunnen vinden en waar zij binnen de universiteit het statuut kunnen inzien. 9.4 Het belang van het Studentenstatuut Alle studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het Studentenstatuut. Als je je niet houdt aan de plichten die uit het statuut voortvloeien, heeft dat mogelijk consequenties voor je rechten, bijvoorbeeld op financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Een wet of regeling heeft per definitie een algemeen karakter. Dat geldt ook voor het Studentenstatuut. Dit betekent dat het effect in een concrete situatie en in een individueel geval niet altijd eenduidig en voorspelbaar is. Ten slotte is ‘recht’ nooit statisch, maar voortdurend in ontwikkeling. Studenten die dit studiejaar begonnen zijn, krijgen te maken met andere regelingen dan ouderejaars. Zorg er dus altijd voor dat je je goed laat informeren door jouw faculteit en/of het Studenten Service Centrum (SSC) en lees het Studentenstatuut goed door. 9.5 Onderwerpen in het Studentenstatuut Het centrale deel van het Studentenstatuut bevat nadere informatie over de rechten en plichten van de student met betrekking tot de volgende onderwerpen: › toegang en toelating tot universitaire opleidingen; › inschrijving en beëindiging inschrijving, betaling collegegeld; › het onderwijs, inclusief het bindend studieadvies; › de tentamens en examens; › financiële ondersteuning in geval van overmacht of bijzondere omstandigheden; › medezeggenschap; › gedragsregels; › rechtsbescherming.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 92
9.6
Adressen Centrale instanties Rijksuniversiteit Groningen 9.6.1 Algemene adressen
› College van Bestuur (CvB) Postbus 72, 9700 AB Groningen tel: (050) 363 5285 › Universiteitsraad (U-raad) Postbus 72, 9700 AB Groningen tel: (050) 363 8535, mail:
[email protected], internet: www.rug.nl/uraad › Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken (ABJZ) Postbus 72, 9700 AB Groningen tel: (050) 363 5440, mail:
[email protected], internet: www.rug.nl/bureau/expertisecentra/abjz › Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) Zernikeborg, Nettelbosje 1 Postbus 11044, 9700 CA Groningen tel: (050) 363 9200, mail:
[email protected], internet: www.rug.nl/cit Helpdesk CIT: tel: (050) 363 3232, mail:
[email protected] › Arbo- en Milieudienst (AMD) Visserstraat 49, 9712 CT Groningen tel: (050) 363 5551, mail:
[email protected], internet: www.rug.nl/amd › Bureau Vertrouwenspersoon Marijke Dam, Vertrouwenspersoon Visserstraat 47, 9712 CT Groningen tel: (050) 363 5435, mail:
[email protected], internet: www.rug.nl/vertrouwenspersoon › Klachtencommissie (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie Antwoordnummer 172, 9700 AB Groningen 9.6.2 Adressen voor studenten › University Student Desk (USD) Broerstraat 5, Postbus 72, 9700 AB Groningen tel: (050) 363 8004, internet: www.rug.nl/hoezithet › International Service Desk (ISD) Broerstraat 5, Postbus 72, 9700 AB Groningen tel: (050) 363 8181, mail:
[email protected], internet: www.rug.nl/isd › Studenten Service Centrum (SSC) Uurwerkersgang 10, Postbus 72, 9700 AB Groningen Tel: (050) 363 8066, mail:
[email protected], internet: www.rug.nl/ssc › Talent and Career Center (T&CC) Munnekeholm 2, 9711 JA Groningen Postbus 7117, 9701 JC Groningen tel: (050) 311 1589, mail:
[email protected], internet: www.talentcareercenter.nl › Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS) Postbus 72, 9700 AB Groningen Internet: www.rug.nl/studenten of www.rug.nl/hoezithet
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 93
› Universitaire Fondsen Commissie (UFC) Postbus 72, 9700 AB Groningen mail:
[email protected]
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 94
10 Minoren 10.1 Minoren Studenten kunnen in het eerste semester van het derde jaar een minor volgen. De minor is een samenhangend, verbredend of verdiepend onderwijspakket van 30 EC (een half jaar). Minoren zijn zo vormgegeven dat ze in principe in één semester kunnen worden gevolgd. Studenten kunnen kiezen uit een Universitaire minor en een Facultaire minor. Universitaire minor Bij een universitaire minor kun je kennis maken met een heel andere discipline van een andere faculteit. Op de website van de RUG staat een overzicht van het aanbod van minoren van de verschillende faculteiten (http://www.rug.nl/minor). De student is helemaal vrij om uit deze minoren een keuze te maken (mits hij/zij voldoet aan de ingangseisen). Een student Technische Planologie kan voor een verbreding kiezen door bv. een minor Bestuurskunde of Recht te volgen. Een student Sociale Geografie en Planologie kan voor een interdisciplinaire minor kiezen door bv. een minor Arctische en Antarctische Studies te volgen. Facultaire minor De Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen biedt zelf vijf facultaire minoren aan binnen het RUG minorenprogramma (voor beschrijvingen zie verderop in dit hoofdstuk): 1. 2. 3. 4. 5.
Minor Population Studies Minor Ruimtelijke Economische Ontwikkeling Minor Cultuur en Ruimte (niet voor studenten SG&P) Educatieve Minor (alleen voor studenten SG&P) Nationale GI Minor
Enkele vakken van deze minoren maken al deel uit van het verplichte bachelor programma SG&P of TP. De al behaalde vakken kunnen dan vervangen worden door keuzevakken binnen of buiten FRW (maximaal 10 EC buiten FRW). Let op dat in totaal altijd minimaal 30 EC aan keuzevakken gevolgd en gehaald dienen te worden in de minorruimte. In de onderwijs- en examenregelingen van de bacheloropleidingen van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen is met betrekking tot minorprogramma’s verder het volgende geregeld: Indien een student een samenhangend geheel van onderdelen kiest dat door een onderwijsinstituut van deze universiteit of andere universiteit wordt verzorgd onder de aanduiding ‘minor’, wordt deze aanduiding op het diplomasupplement van zijn examenbul vermeld, mits de vakken zijn gehaald, zie artikel 2.3. OER TP en artikel 2.3. OER SG&P (Minoren). Indien de FRW student voldoet aan alle vakken van een minor, dan wordt deze minor op het diplomasupplement bij zijn/haar examenbul vermeld (m.u.v. de minor Cultuur en Ruimte voor SG&P studenten). De student dient een dergelijke vermelding zelf aan te vragen bij het Bureau Onderwijs op het moment dat hij/zij de bul aanvraagt. Het aanbod van minoren kan ieder studiejaar anders zijn omdat de faculteiten vrij zijn om minoren in te dienen en om minoren te veranderen. Daarom is het raadzaam om een minor binnen een half jaar af te ronden. 10.2 Minor Population Studies Offered by: Department of Demography Coordinator: dr Mirjam Klaassens (
[email protected]; 050-3635956) Introduction Population issues are crucial to societies all over the world. Almost every day media in Western countries report on population-related issues such as population ageing, population decline, migration, and their consequences for society in terms of the labour and housing market,
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 95
pensions, health care provision, the integration of immigrants, and the well-being of individuals. Changes in household formation and dissolution (leaving the parental home, marriage, divorce) are important to individual well-being and the demand for housing. Worldwide, population growth and its sustainability are big issues; migration flows have a profound impact on societies and the multi-cultural identities of individuals; the HIV/AIDS epidemic has severe consequences for the population structure in Africa and survival strategies of families; increasing obesity has a severe impact on population health. Aim of the programme The Minor in Population Studies aims to provide students with academic insight into this wide spectrum of population issues. The focus of the Minor is on recent demographic trends, the causes and consequences of these trends, and the context in which they take place. The main disciplinary background of the Minor is social demography, but insights are also obtained from human geography & planning, sociology, economics, anthropology, public health, gerontology and epidemiology. Upon completion, students know about recent demographic trends and processes (fertility, mortality/health, migration, ageing), their socio-cultural background, the role of social and institutional change, and the consequences of the trends for society, in the Netherlands, Europe, and countries in the Global South. They also know about important theoretical underpinnings (e.g. the first and second demographic transition, the epidemiological and nutrition transition, migration & culture, the life course perspective), and methodological issues. Content & coherence The minor consists of six courses. Each course consists of 5 ECTS. The courses ‘Population Dynamics’, and ‘Population and Development’, address recent demographic trends, their socio-cultural background and the consequences for societies worldwide. ‘Migration’, ‘Population, Health and Place’ and ‘Healthy Ageing’ go more in-depth into three particular demographic processes, i.e. migration, mortality/health, and ageing, using an interdisciplinary and societal perspective. The course ‘Social and Institutional Change’ focuses on the context in which demographic change takes place. For whom? This Minor is open to every third year student and to foreign students interested in population issues, demography, and population geography. The Minor is closely linked to a number of other disciplines, and is therefore of interest to students from Sociology; Epidemiology; Psychology; Planning; Human Geography; Public Health; Medical Sciences; Cultural Anthropology; International Relationships; and Gerontology. Students who would like to enter the Master program in Population Studies at the Faculty of Spatial Sciences are advised to follow this Minor. Course programme Tabel 10.1 Minor Population Studies Academic year 2012-2013 1a 5 EC Population, health and place 1a 5 EC Migration 1a 5 EC Healthy ageing: a socio-demographic perspective 1b 5 EC Population dynamics 1b 5 EC Population and development 1b 5 EC Social and institutional change The courses ‘Population dynamics’, ‘Population and development’, ‘Migration’ and ‘Population, health and place’ consist of two 2-hour lectures each week. The lectures are provided by staff members of the Department of Demography at the Faculty of Spatial Sciences. In addition, guest lecturers from institutes such as the Netherlands Interdisciplinary Demographic Institute (NIDI), Statistics Netherlands (CBS), the National Institute for Public Health and the
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 96
Environment (RIVM), The Netherlands Environmental Assessment Agency (PBL), and the Netherlands Institute for health services research (NIVEL) may be invited. The course ‘Healthy ageing: A socio-demographic perspective.’ is organized by the Faculty of Spatial Sciences and coordinated by the Department of Demography. Students will be introduced to population ageing and how it relates to general health and wellbeing within diverse social settings. The course ‘Social and institutional change’ is organized by Globalisation Studies Groningen and coordinated by the Faculty of Behavioral and Social Sciences. The course brings together a multidisciplinary team of lecturers from sociology, psychology, history, organization theory, health sciences, cultural anthropology, and demography. All courses are assessed by a written exam and/or the completion of either individual assignments or a group paper. The Minor is taught in English. The teaching methods not only include lectures, but also video, film, posters and other visual media (particularly in the Migration course). Students following the Minor are welcome to attend the PRC seminars (meetings in which staff and PhD students of the Population Research Centre, guest experts, and students of the Master in Population Studies present their research). The courses of the Minor are usually very well evaluated and students find it very interesting to gain insight into global and local population issues. 10.3 Minor Ruimtelijk economische ontwikkeling Coördinator: dr. A.E. Brouwer (
[email protected] , (050) 363 8658) Inleiding De studenten die deze minor volgen zullen na dit semester inzicht hebben gekregen in het belang van ruimtelijke condities voor sociale en economische ontwikkeling, op verschillende ruimtelijke schaalniveaus (plaatselijk, regionaal, nationaal, internationaal). Daarnaast biedt de minor inzicht in de mogelijkheden om via interventies (regels, procedures, best practices) ruimtelijke condities te veranderen en te verbeteren via vormen van planning, ontwikkeling en beheer. De minor plaatst een reeks van sociale, economische en bestuurlijk-juridische thema’s die studenten uit de eigen studierichting op zich wel bekend zijn, in een ruimtelijk perspectief. Doel De deelnemers aan de minor kunnen de basisvoorwaarden voor de economische ontwikkeling van plaatsen en gebieden benoemen, verbijzonderd voor de verschillende ruimtelijke schaalniveaus. Zij kunnen het verband beschrijven tussen die voorwaarden en de mogelijkheden voor publieke en private partijen om (via het beïnvloeden van die voorwaarden) economische ontwikkeling van plaatsen en gebieden planmatig te bevorderen en begeleiden. Inhoud Sociaal-economische ontwikkelingen worden sterk bepaald door lokale en regionale condities enerzijds, en door de zeer sterk toegenomen mogelijkheden van internationale relatievorming anderzijds. In de loop van de tijd is er steeds meer aandacht ontstaan voor de mogelijkheden van overheden om te interveniëren in de betreffende ontwikkelingsprocessen, en waar mogelijk ontwikkelingen te plannen, leidend tot een andere/betere inrichting c.q. gebruik van de ruimte. Men kan hier denken aan lokale wegen en regionale bedrijfsterreinen, maar ook aan nationale ruimtelijke ordeningsvisies, de ontwikkeling van internationale ‘mainports’, of de positie van Nederland op internationale ontwikkelingsassen in Europa. Op het snijvlak van de vakgebieden Geografie, Economie en Planologie zijn in de afgelopen eeuw veel theorieën ontstaan die betrekking hebben op dit soort vraagstukken, en wordt veel onderzoek gedaan, zowel wetenschappelijk onderzoek gericht op fundamentele vraagstellingen, als toegepast onderzoek ten behoeve van de overheden die sociaal-economische ontwikkelingen via ruimtelijk gerichte maatregelen proberen te plannen en te sturen.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 97
Studieschema Tabel 10.2 Minor Ruimtelijke Economische Ontwikkeling Studiejaar 2012-2013 1a 5 EC Economische geografie 1: grote theorieën en actuele thema’s 1a 5 EC Economische geografie 2: globalisering van de regio 1a 5 EC Gebonden keuze uit: 1) Mobiliteit en verkeer* 2) Inleiding recht** 1b
5 EC
Gebonden keuze uit: 1) Economische geografie 3: ruimtelijke innovatie & evolutie* 2) Vastgoedkunde** 1b 5 EC Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek 1b 5 EC Ruimtelijke interactie en innovatie *aanbevolen ter voorbereiding op de masteropleiding Economische Geografie ** aanbevolen ter voorbereiding op de masteropleiding Vastgoedkunde Doelgroep Alle studenten van binnen en buiten de RUG die in het bezit zijn van een propedeuse. 10.4 Minor Cultuur en Ruimte Coördinator: dr. Peter Groote (
[email protected], (050) 363 3897) Inleiding De ruimte waarin we leven - de wijken, steden, dorpen en het landschap rondom - bestaan niet alleen fysiek en functioneel, maar hebben ook culturele betekenissen. De leefomgeving wordt beleefd, gewaardeerd en bediscussieerd door mensen met hun eigen verwachtingen en associaties. Mensen kennen zo betekenis toe aan hun leefomgeving en kunnen omgekeerd hun eigen culturele identiteit baseren op hun leefomgeving. Bovendien kunnen ze de inrichting en vormgeving van de ruimte aanpassen aan hun culturele waarden. De Minor laat zien hoe culturele waarden een rol spelen bij keuzes voor inrichting van de ruimte en wat de culturele betekenis kan zijn van die inrichting. Welke actoren spelen vanuit welk belang daarbij een rol en op welke manier gaan ze te werk om hun wensbeeld te realiseren? Ontstaan er conflicten tussen groepen actoren? Zijn er groepen die hun waarden dominant of hegemonieus kunnen maken? Doel De inrichting en vormgeving van de ruimte is een belangrijk gevolg van betekenisgeving door groepen mensen. Met planologische instrumenten als wetgeving, planvorming en gerichte beeldvorming (city-marketing) wordt door diverse organisaties en groepen gewerkt aan hoe de fysieke ruimte eruit ziet én aan de manier waarop wij die fysieke ruimte waarderen. De minor besteedt aandacht aan ontwikkelingen in het denken over ruimtelijke inrichting in heden, verleden en toekomst. Inhoud De minor introduceert de centrale thema's uit de culturele geografie, stadsgeografie en planologie. Welke betekenissen kennen mensen toe aan delen van de ruimte ('places'; 'plekken') en op welke manier proberen actoren dergelijke betekenissen te beïnvloeden? Zulke plekken kunnen in hun ruimtelijke schaal variëren van de wereld in zijn geheel, bij discussies over globalisering en de global village, tot een uiterst individuele plek, zoals 'thuis.' Omdat groepen mensen kunnen verschillen in hun betekenisgeving speelt het begrip macht een belangrijke rol. Machtige actoren kunnen proberen 'hun' betekenisgeving dominant te laten zijn in de samenleving.
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 98
Studieschema Tabel 10.3 Minor Cultuur en Ruimte Studiejaar 2012-2013 1a 5 EC Atelier culturele geografie 1a 5 EC Culturele geografie 1b 5 EC People and place 1b 5 EC Ruimtelijke planning 2: the urban challenge Gebonden keuze (2 van onderstaande vakken): 1a 5 EC Ruimtelijk ontwerpen 1: regionale strategieën 1b 5 EC Ruimtelijke planning 3: governance dynamiek 2a 5 EC Fysische geografie van de wereld 2a 5 EC Toerisme 2b 5 EC Plattelandsgeografie Doelgroep Alle studenten van binnen en buiten de RUG (m.u.v studenten Sociale Geografie en Planologie) die in het bezit zijn van een propedeuse. 10.5 De educatieve minor Coördinator: drs. Chris Diederiks (
[email protected] - (050) 363 3882) Deze minor kan niet door studenten Technische Planologie gevolgd worden. Inleiding Had je op de middelbare school ook zo’n bevlogen leraar of lerares, iemand die zo goed lesgaf dat het vak ging leven en je het met plezier volgde? Misschien heeft die docent je zelfs geïnspireerd bij je studiekeuze. Hoe denk je inmiddels zelf over het onderwijs? In de Educatieve minor kun je ontdekken hoe educatieve vaardigheden jouw studie en loopbaan kunnen verrijken. Deze minor wordt verzorgd door de Lerarenopleiding die deel uitmaakt van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. Doel Ook buiten het onderwijs komen educatieve vaardigheden van pas. Voor de hand liggen onderwijsjournalistiek, de educatieve uitgeverij of cultuureducatie. Maar ook op andere werkterreinen geven educatieve vaardigheden je een grote voorsprong. Denk aan beleids- en adviesfuncties en het presenteren van onderzoek bij de overheid en in het bedrijfsleven. Het ministerie van OCW geeft een speciale bevoegdheid af voor afgestudeerde bachelors die de Educatieve Minor met goed gevolg hebben doorlopen. Je wordt dan in je vak bevoegd voor het onderwijs in de theoretische leerhang van het vmbo en in de eerste drie leerjaren havo en vwo. De Educatieve Minor vormt de ideale voorbereiding op de Educatieve Master. In de Educatieve Master bouw je je didactische kennis en (onderzoeks)-vaardigheden uit. Omdat je al hebt kennisgemaakt met het onderzoeksgebied, kun je nog meer uit je master halen. Je behaalt de eerstegraads bevoegdheid, waarmee je aan alle niveaus van het voortgezet onderwijs mag lesgeven. Inhoud Met de Educatieve Minor verwerf je didactisch inzicht en educatieve vaardigheden. Je leert kennis overdragen, presenteren en coachen. Je gaat lessen en lesmateriaal ontwerpen en onderwijs- en ontwikkelingstheorieën bestuderen. Bovendien ervaar je hoe het is om voor de klas te staan. Wat je leert, kun je zowel binnen als buiten het onderwijs uitstekend toepassen. De minor bestaat uit de onderstaande vier examenonderdelen:
Studiegids 2012-2013 Bacheloropleidingen Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen › 99
Tabel 10.4. Educatieve Minor Studiejaar 2012 – 2013 1a 5 EC Basiscursus Minor Lerarenopleiding 1a 10 EC Minorstage 1 Leraar aardrijkskunde 1b 1b
10 EC 5 EC
Minorstage 2 Leraar aardrijkskunde Vakdidactiek aardrijkskunde: onderbouw
Doelgroep en toelating De Educatieve Minor is slechts toegankelijk voor studenten die de SG&P bachelor volgen. Zij dienen tijdens hun Bacheloropleiding vakinhoudelijke onderdelen met een totale studielast van minimaal 90 EC (waaronder de gehele propedeuse) met goed gevolg te hebben afgelegd. Studenten die de TP Bachelor volgen dienen een extra vakkenpakket van 30 EC te volgen om toegang tot de Educatieve Minor te krijgen. Dit pakket is identiek aan het schakelprogramma voor TP bachelors naar de Master Lerarenopleiding (zie hoofdstuk 3, par. 3.8.7). 10.6 Nationale GI minor In september 2012 start een nieuwe minor op het gebied van geo-informatie. De meest actuele kennis en ervaring rond geo-informatie is thans gebundeld in één gezamenlijk nationale minor die door zes Nederlandse universiteiten wordt aangeboden: Universiteit Utrecht, Rijksuniversiteit Groningen, Vrije Universiteit Amsterdam, Wageningen University, Universiteit Twente en TU Delft. Wil je je verdiepen in het gebruik van geo-informatie in je eigen vakgebied of zoek je juist de verbreding door toepassingen in andere vakgebieden, dan is deze gezamenlijke minor een unieke mogelijkheid. De eerste twee studieonderdelen volg je in Amsterdam aan de VU. De overige vakken volg je aan een universiteit waar je specialisaties wilt volgen of waar je een extern onderzoeksproject wilt doen. Voor actuele en meer informatie zie de website http://www.nationalegiminor.nl/. Je kunt ook contact opnemen met de RUG coördinator Marien de Bakker (
[email protected]). 10.7 Minoren in schakelprogramma’s Voor de toelating tot de verschillende masteropleidingen binnen FRW worden voor studenten van andere opleidingen dikwijls individuele schakelprogramma’s opgesteld (variërend van 30 tot 60 EC). Binnen een dergelijk schakelprogramma kunnen ook minoren worden opgenomen. In enkele gevallen kan een schakelprogramma bestaan uit een specifieke minor. Voor studenten met een bachelordiploma economie en bedrijfskunde, gedrags- en maatschappijwetenschappen, bestuurskunde en politicologie geeft de minor Ruimtelijke Economische Ontwikkeling bijvoorbeeld direct toegang tot de masteropleiding Economische Geografie en de masteropleiding Vastgoedkunde. Voor nadere informatie over de toelating wordt verwezen naar de studiegids voor de masterprogramma’s (onderwijs- en examenregelingen). 10.8 FRW/minorcoördinator Studenten van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen en studenten van alle andere faculteiten die willen overleggen of een bepaalde minor geschikt is kunnen zich wenden tot de algemene minorcoördinator van de faculteit, prof.dr.ir. P. Ike (
[email protected] - (050) 363 3878).