girugten faculteit ruimtelijke wetenschappen
contactadres postbus 800 9700 AV Groningen
e-mail
[email protected]
faculteitsbl ad ruimtelijke wetenschappen
01
w w w . g i r u g t e n . n l
jaargang 45
girugten Dicht bij huis
girugten
girugten
01 / oktober 2013 dicht bij huis redactie
01 / oktober 2013 dicht bij huis inhoud
colofon Eindredactie Steven Wester (hoofdredacteur) Sanne Feenstra (vormgeving) Redactie Eva Bouw Thijs Fikken Thom van der Gragt Robin Groenewold Nienke Harmelink Wieke IJbema Wymer Praamstra Jorn van der Scheer Paul Steeneken Wessel van Vliet Druk Drukkerij Veenstra, Groningen Oplage
redactioneel Beste lezer, Voor je ligt het eerste themanummer van het nieuwe collegejaar. In deze tijden van tentamens kan je nu dus even rustig achterover gaan zitten om de Girugten te lezen. Dit nummer gaat over alles wat dicht bij huis plaatsvindt, en dat kan natuurlijk op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Dicht bij huis heeft ten eerste voor iedereen een andere betekenis. Naast het feit dat iedereen ergens anders woont, vinden mensen verschillende dingen belangrijk in hun nabije omgeving. Dat blijkt wel uit de verschillende thema-artikelen in dit nummer. Zo staan er artikelen in over buurtprocessen, de stad Groningen en de provincie, maar ook hoe er door buitenlanders naar Nederland wordt gekeken. Naast de thema-artikelen is er plaats voor updates van Ibn Battuta, Pro Geo en Geo Promotion.
Postbus 800 9700 AV Groningen
Girugten is het onafhankelijk faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen. Girugten functioneert als een zelfstandige redactie onder faculteitsvereniging Ibn Battuta. De eindredactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen artikelen in te korten, dan wel te weigeren.
‘Typisch Nederlands’
14.
Nienke Harmelink
6.
HEMA-ontbijt: van voedsel naar vriendschap
7.
Paul Steeneken
15.
Opkomst en teloorgang van de kleine buurtwinkel
Vergaderen met Girugten: altijd dicht bij huis
16.
Ibn Battuta
17.
Geo Promotion
18.
Pro Geo
19.
Raad de plaat
Jorn van der Scheer
8. 10.
Veel leesplezier,
12.
“Als je eet, doe je mee” - over eetbare landschappen Eva Bouw
Groningen aan zee Wessel van Vliet
De Drentse Windkoloniën? Robin Groenewold
Steven Wester Hoofdredacteur
Poorten naar Groningen
Thom van der Gragt
Namens de redactie wil ik Thijs bedanken voor het feit dat hij bijna 2 jaar lang hoofdredacteur is geweest van Girugten. Hij studeert nu voor een half jaar in het Finse Joensuu, maar blijft wel onderdeel van onze redactie. Verder hebben we met Thom van der Gragt een nieuw redactielid. Hij heeft direct bijgedragen aan dit nummer door een artikel te schrijven. Lijkt het jou nu ook leuk om mooie artikelen te schrijven en dit af te wisselen met gezellige vergaderingen, stuur dan een mailtje naar
[email protected]
E-mail
Contactadres
4.
Steven Wester
900 stuks
[email protected]
Inhoud
girugten
5.
4.
nienke harmelink
01 / oktober 2013 dicht bij huis thema-artikel
‘Typisch Nederlands’
Nederland door de ogen van het buitenland “De Nederlandse identiteit bestaat niet”, zo sprak toenmalig prinses Maxima in 2007. Deze zin werd herhaaldelijk in de media geciteerd en leidde tot verontwaardiging. Maxima, nog geen tien jaar in Nederland woonachtig, kwam even vertellen dat er niet zoiets bestaat als ‘typisch’ Nederlandse gebruiken en gewoontes. Hoe zit het dan met drop, Sinterklaas en de Elfstedentocht? Of met de tolerante houding van de Nederlanders? En als je op vakantie in het buitenland bent, dan pik je toch vrijwel meteen de Nederlander uit de massa? Echter, dit zijn begrippen en argumenten die Nederlanders aandragen in de discussie over ‘typisch Nederlands’, want hoe denkt het buitenland over Nederland en de Nederlanders? De zoektocht naar dé Nederlandse identiteit start met wat zoektermen in Google. Met de term ‘typisch Nederlands’ stuit je al snel op een aantal lijstjes. Bovenaan één van deze lijsten staan molens, sinterklaas, klompen, het oranjegevoel, tulpen, de Elfstedentocht, haring, drop, fietsen en kaas. Andere opvallende zaken zijn boerenkool met rookworst (van de Hema), een bakkie doen, beschuit (met muisjes), stroopwafels, zuinigheid/ alles is te duur, pindakaas, doe maar gewoon (dan doe je al gek genoeg), de bal gehakt, kroket en bitterbal, grachten, speculaas en pepernoten, oliebollen, ramen zonder gordijnen, het drugsbeleid en het
homohuwelijk. Hier mogen natuurlijk vanuit het planologische perspectief de begrippen inpolderen, de Deltawerken, waterbeheersing, dijken en de polders niet ontbreken. Een vragenrondje in het buitenland leidt vooral tot het stereotype en/ of door media gevormde beeld van de molens, klompen, tulpen en fietsen, maar er ook de in de ‘typisch Nederlands’ lijsten
minder prominent aanwezige termen wiet, coffeeshops, raamprostitutie (Rosse buurt/ Red Light District), het correcte gebruik van de termen Dutch, Holland en The Netherlands, vla uit een pak en hagelslag werden genoemd.
Deutsch en het verschil tussen Holland als verzamelnaam voor de twee provincies en The Nederlands als aanduiding voor het gehele land is lang niet iedereen bekent. En vla uit een pak en onze hagelslag, het schijnt dat sommige Duitsers hiervoor bereid zijn een bezoekje te brengen aan de Nederlandse supermarkt. En is onze goedheiligman wel echt zo typisch Nederlands? Het antwoord op deze vraag is nee. Sinterklaas wordt ook buiten onze landsgrenzen gevierd (ondermeer onze buurlanden en in Oost- Europa), maar vaak wel op geheel eigen wijze. Verder worden de geliefde pepernoten in het buitenland niet door een ieder gewaardeerd, zo zou het te gekruid zijn. En voor wie dacht dat tulpen oer-Nederlands zijn komt bedrogen uit, want ze komen oorspronkelijk uit Turkije. En neem de woningen waarbij de gordijnen ’s avonds niet dicht gaan of zelfs volledig ontbreken. Het werd in de jaren ’60 al bezongen in ‘Het dorp’ door Wim Sonneveld (“wonen in betonnen dozen met flink veel glas, dan kun je zien hoe of het bankstel staat bij Mien en
Duits spreken, allemaal lang en blond zijn en dat Stockholm onze hoofdstad is. Mocht men wel een bezoek hebben gebracht aan Nederland dan start en eindigt dit vaak in Amsterdam. Verder worden Den Haag, Scheveningen (voor de meesten onmogelijk uit te spreken), plaatsen zoals Volendam en Edam, Kinderdijk, Madurodam en Keukenhof vaak toegevoegd aan het lijstje ‘bezocht in Nederland’. Dit is in één à twee dagen gemakkelijk te bezoeken en men denkt een goede afspiegeling van Nederland gezien te hebben.
d’r dressoir met plastic rozen’’). Naast het tentoonstellen van bezittingen in huis is een andere verklaring voor dit fenomeen dat men voor de buren geen geheimen te verbergen heeft.
gold ‘dutch widow’ tijdens de EngelsNederlandse oorlogen als aanduiding voor een prostitué en betekent ‘going dutch’ dat ieder voor zich betaalt. Maar zoals laatstgenoemde doet vermoeden dat alle Nederlanders gierig zijn, evenzogoed kun je niet iedereen in één hokje stoppen. Want, en dat was wat koningin Maxima in 2007 met haar toespraak daadwerkelijk bedoelde, ieder mens heeft een unieke geschiedenis, levensloop en opvatting. Dit maakt dat we
Google afbeeldingen ontkracht ook niet bepaald het stereotyperende beeld dat men in het buitenland heeft. Wederom, de Amsterdamse grachten, tulpenvelden en veel molens. Of de oranje kleding (ondermeer de Bavariajurkjes uit 2010) en de Hollandse klederdracht. Een aantal zaken die in het buitenland niet onopgemerkt zijn gebleven zijn zelfs geïntegreerd in de Engelse taal. Zo
een smeltkroes zónder gemiddelde zijn en dat is juist typisch Nederlands. Eens of oneens met Maxima, het beeld dat het buitenland over Nederland heeft is niet altijd volledig of juist. Belangrijker is dat wij, de ruim 16.800.000 inwoners van het koude kikkerlandje, zelf weten waar we voor staan en wat ons Nederlanders maakt. g
/// Meer weten? Sinterklaas in andere landen: ht tp://kunst-en-cultuur.infonu.nl/feestdagen/62267-sinterklaas-in-andere-landen .html Het verhaal achter de open gordijnen in Nederland. Wijsenbeek-Olthuis, T. (1997), De sociale geschiedenis van het gordijn. In Jonge, H. de (red), Ons soort mensen: levensstijlen in Nederland. Nijmegen: SUN, p. 76-91.
deze fietsflat in Amsterdam trekt aandacht van toeristen
Want wiet, dat gebruikt toch elke Nederlander? En de coffeeshop, verwacht niet dat je hier een kopje koffie kunt bestellen. Dan Dutch, Holland en The
madurodam: ‘heel’ Nederland in één dag
Netherlands, drie termen die nogal eens verward worden. Want Dutch lijkt op g
Ook de geografische kennis van het buitenland over Nederland is niet altijd even goed. Neem bijvoorbeeld de Amerikanen, voor wie Nederland redelijk onbekend is. Ze denken kort door de bocht gezegd dat we
‘Bewijs’ van de verwarring over The Netherlands, Holland en Dutch. Zoek op Youtube naar het fragment over The Netherlands in Seinfeld’s aflevering “The Butter Shave”. ‘Bewijs’ van de gebrekkige buitenlandse (Amerikaanse) kennis van Nederland. Zoek op Youtube naar: Friends en ‘Where do Dutch people come from?’.
girugten
steven wester
6.
01 / oktober 2013 dicht bij huis thema-artikel
7.
Vergaderen met Girugten: altijd dicht bij huis
van voedsel naar vriendschap
De HEMA, niet te verwarren met het volk uit Congo, is in 1926 opgericht en heeft tegenwoordig 492 vestigingen, verspreid door heel Nederland. Daarmee is het één van de toonaangevende warenhuisbedrijven in Nederland. Het grootste doel van het lanceren van het HEMA-ontbijt was de klanten de winkel in te krijgen, zodat ze sneller geneigd zijn de producten van de HEMA te kopen. Dit is in de meeste gevallen slechts gedeeltelijk gelukt. In veel HEMA’s is te zien dat er een vaste groep mensen is die puur voor het ontbijt naar de HEMA komt. De kwaliteit van het ontbijt is natuurlijk puur subjectief. Toch is er dit jaar onderzoek gedaan naar de kwaliteit van verschillende ontbijtaanbieders door Pierre Wind, in samenwerking met het consumentenprogramma Kassa. Hier eindigde de Bakker Bart bovenaan, vlak
jorn van der scheer
01 / oktober 2013 dicht bij huis thema-artikel
HEMA-ontbijt: Sinds jaar en dag is het HEMA-ontbijt een begrip binnen het assortiment van de HEMA. In navolging van de IKEA en McDonald’s heeft de HEMA een aantal jaar geleden het ontbijt ingevoerd. Voor de schappelijke prijs van 1 euro krijg je een stokbroodje met ei, een croissantje met jam en een kop koffie of thee. Tot een aantal maanden geleden zat er verder ook nog een plak bacon op stokbroodje, maar dit is uit het standaardpakket verdwenen. Het HEMA ontbijt blijkt op veel plekken in het land goed aangeslagen. Niet alleen is het ontbijtje een lekker en goedkoop begin van de dag, maar het is ook een ontmoetingsplek waar veel verschillende bevolkingsgroepen samenkomen om te ontbijten. Dit artikel zal de ‘social bonding’-factoren die de HEMA genereert, analyseren.
girugten
voor de veel goedkopere IKEA en HEMA. De erkend fijnproever verafschuwde de ontbijtjes van McDonald’s en de Burger King, en weigerde deze volledig op te eten. Wat de ontbijtjes van de IKEA en met name de HEMA bijzonder maakt is de vaste groep mensen die puur voor het ontbijt naar de HEMA komt. In sommige gevallen ontbijten mensen elke dag bij de HEMA. De samenstelling van de groep frequente bezoekers is een interessant sociaal fenomeen. Wat als eerste opvalt wanneer je een willekeurige HEMA binnenstapt, is dat de werkzame beroepsbevolking bijna geheel ontbreekt in de HEMA. Een redelijk percentage ontbijters bij de HEMA bestaat uit studenten, zoals verwacht kan worden als het om producten gaat met een goede prijs-kwaliteitverhouding. De grootste groep mensen is in de meeste HEMA’s echter de gepensioneerden, wat geen verassing mag zijn. Deze mensen hebben het meeste tijd om rustig te ontbijten bij de HEMA . Ook heeft het een gunstig effect op ouderen doordat ze op deze manier hun dagelijkse ritme in stand houden. Zo blijven mensen met verder weinig dagelijkse sociale activiteiten dichter betrokken bij de samenleving. Als frequent bezoeker van de HEMA bij Winkelcentrum Paddepoel valt
het mij verder op hoeveel ouderen elkaar kennen bij de HEMA. Waar enkele jaren geleden de bejaarden vaak in kleine groepjes of individueel naar de HEMA gingen, zie je dezelfde mensen de laatste tijd een stuk vaker in grotere groepen binnenstromen. De ouderen hebben nieuwe mensen leren kennen door het ontbijt, die ze daardoor dagelijks blijven zien. Het HEMA ontbijt kan zo zorgen voor een impuls in het algehele welzijn van deze groep mensen. Dit zorgt er weer voor dat de algehele sfeer in de HEMA beter wordt. Een voorbeeld om aan te geven wat voor invloed een ontbijt kan hebben blijkt uit het project van stichting Radius. Dit is een stichting die zich inzet voor zelfstandigheid van ouderen in de gemeente. Deze stichting brengt ouderen die moeilijk ter been zijn vaak weg met de bus naar het ontbijt van IKEA. Deze mensen kunnen zo toch nog betrokken blijven in de maatschappij, in plaats van in een sociaal isolement te komen. Door sociale interactie in de bus en bij het ontbijt zelf, hebben ze de kans om nieuwe vriendschappen op te doen met andere ouderen. Een nieuwe trigger van de HEMA die ervoor zorgt dat ouderen blijven rondhangen in de winkelcentra is het 4-uurtje. Hier kan men voor 1 euro een stuk taart met een kop koffie krijgen. De ervaring leert dat het percentage deelnemende ouderen bij deze actie nog hoger ligt dan het ontbijt, wat nog maar eens aangeeft dat zij behoefte hebben aan lekker gebak, in combinatie met een goed gesprek, maatschappelijke betrokkenheid en koffie. g /// Meer Weten: Uitzending Kassa: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1324970 http://www.leidenlokaal.nl/ll2012wordpress /hema - ont bij t- goed -voor-s t udenten por temonnee- en-dagbesteding-vanouderen/ http://lekkerrrrr.plazilla.com/goedkoopontbijt-bij-de-hema
De redactie van Girugten bestaat al jaren uit een diverse groep mensen en kent binnen die groep veel wisselingen. Ons nieuwste lid is Thom, terwijl Wietske ons recentelijk verlaten heeft. Praktisch elke vergadering vindt bij iemand thuis plaats. Zo gaan we, op het moment van schrijven, aanstaande maandag eten en vergaderen bij Eva. Eva woont op een mooie plek in de binnenstad en heeft een leuke kamer, waarbij ze de badkamer en keuken deelt. Dit in tegenstelling tot ons burgerlijke lid Wymer, hij woont inmiddels samen met zijn vriendin boven de Spar. Weliswaar zonder hond en station wagon, maar toch. Robin woont in Helpman, wat voor velen een eind fietsen is, terwijl Steven in Paddepoel vertoeft. Zoals boven al kort beschreven woont de redactie keurig verspreid door Groningen, op allemaal verschillende plekken en met verschillende kamergroottes. Voor de een is het wat verder fietsen, voor de ander is alles keurig binnen 10 minuten te doen. Iedereen heeft zijn eigen plekje en beleeft elke plek op zijn of haar eigen manier. Omdat we in een relatief kleine stad als Groningen wonen is alles vrij goed te doen op de fiets. Zo is de wijk Helpman het zuidelijkste punt van Groningen en is Zernike het meest noordelijke punt van Groningen, toch is het binnen 25 minuten te fietsen. In onze hoofdstad Amsterdam zou je bijna twee keer zo lang onderweg zijn. Gelukkig is voor een grote redactie als die van Girugten alles goed te befietsen en vinden onze vergaderingen wisselend bij alle redactieleden plaats. Ook hebben we meerdere goede koks in huis, wat betekent dat we allemaal ons buikje rond eten voordat we gaan vergaderen. Meestal is er ook nog een toetje, zeker bij speciale gelegenheden. Naast de altijd gunstige locatie waar onze vergaderingen plaatsvinden en het lekkere eten wat er gekookt wordt, is ook de inhoud van onze vergadering geen ‘ver-van-je-bedshow’. Een vergadering verloopt over het algemeen vrij soepel en gaat meestal over het vorige, huidige en volgende nummer. De discussies die daarover gevoerd worden zijn pittig, maar wel inhoudelijk. Alleen al de keuze voor dit thema, dicht bij huis, heeft veel discussie opgeleverd. Maar Nienke en
Thijs, die allebei in het buitenland vertoeven en daarmee ver van huis zijn, konden het thema waarderen en hebben zelfs een artikel geschreven. Zoals je waarschijnlijk wel merkt is Girugten altijd dicht bij jouw huis en kan het ook een toevoeging zijn aan jouw thuis. Bij Culturele Geografie leren we dat een thuis ook een plek moet zijn waar je graag wil zijn, en dat is Girugten. We zoeken op dit moment nieuwe redactieleden met een eigen en originele kijk op de omgeving dichtbij jouw
huis, maar ook met interesse voor wat er op de rest van de wereld gebeurt en voorkomt. Op de afbeelding vind je de plekken waar onze redactie allemaal woont, waaraan je ziet dat het allemaal dichtbij elkaar ligt, ondanks dat we verspreid zitten door de hele stad. Dus lijkt het je leuk om, naast het lekkere eten, de leuke vergaderingen, jouw mening en interesses op te schrijven? Mail dan naar
[email protected] om eens te komen genieten van onze kookkunsten en mooie kamers! g
girugten
8.
eva bouw
9.
01 / oktober 2013 dicht bij huis thema-artikel
Voor kinderen is zelf verbouwen van voedsel erg leuk en leerzaam. Ze genieten er echt van als ze zien dat door hun werk het eten groeit. Ze leren het proces ook beter begrijpen en een fijne bijkomstigheid voor ouders is dat ‘’Wanneer kinderen boerenkool verbouwen, ze ook boerenkool eten’’. Daarnaast werkt tuinieren ook nog eens therapeutisch, waardoor het goed is voor iedereen, aldus Ron Finley.
“Als je eet, doe je mee”
Al met al komen er steeds meer voedselinitiatieven. Moestuinieren is een hype aan het worden. Ron Finley sluit zijn TED-presentatie toepasselijk af: ‘’wordt een gangster met je schoffel en laat dat je favoriete wapen zijn.’’ g
Gelderse roosstraat
de realisatie van eetbare landschappen in steden Tegenwoordig zijn er steeds meer initiatieven voor het verkrijgen van lokaal voedsel. Er is steeds meer interesse voor goed en eerlijk eten. Buurtmoestuintjes worden een hype en wildplukken een nieuwe hobby. Met veel enthousiasme vertelt Pam Warhurst over de realisatie van ‘Incredible Edible’, het eetbarelandschapproject in Todmorden, Engeland. Hun motto is: “Als je eet, doe je mee”. Tijdens haar presentatie in Järna (Zweden) maakt zij duidelijk dat het belangrijk is dat mensen beter en bewuster met voedsel omgaan. Ook benadrukt ze hoe leuk, gemakkelijk en toegankelijk moestuinieren eigenlijk is. Tijdens haar presentatie weet ze veel mensen te overtuigen en krijgt ze daarvoor ook een daverend applaus. Door haar enthousiasme ben ik op onderzoek uitgegaan. Voor dit artikel zijn verschillende mensen geïnterviewd die enig belang hebben bij eetbarelandschapprojecten en is er gebruik gemaakt van TED-talks. Het begrip eetbaar landschap klinkt nogal vaag. Misschien is dat het ook. De projecten variëren van buurtmoestuinen tot plukbossen en van bijenvriendelijke plekken tot gezamenlijk kippen houden. Heel divers dus. Het gaat in elk geval om lokaal en gemeenschappelijk voedsel verbouwen. Niet alleen in Engeland heeft dit fenomeen zich verspreid, maar over de
hele wereld zijn er eetbare landschappen gerealiseerd. Zelfs dichter bij huis zijn er steeds meer initiatieven voor bijvoorbeeld buurtmoestuinen en plukbossen. Steden als Nijmegen, Groningen en Rotterdam organiseren nieuwe projecten waarbij burgers en gemeente betrokken zijn. Volgens Laurens Stiekema (coördinator groenparticipatie van de gemeente Groningen), wil de gemeente de stad ‘’groener’’ en ‘’gezelliger’’ maken. Terwijl we de verschillende projecten bezoeken vertelt hij enthousiast over zijn werk. De gemeente is het initiatief ‘Eetbare Stad’ gestart en Groningen is kortgeleden tot Groenste Stad van Nederland benoemd door de Entente Florale 2013. Er zijn in Groningen ondertussen al meer dan 50 projecten gerealiseerd. De initiatiefnemers zijn eigenlijk altijd de buurtbewoners, terwijl de gemeente helpt met het opzetten. Volgens Stiekema is er ook een relatie met de economische crisis en de wil van mensen om zelf buurtmoestuintjes te beginnen. Niet alleen beginnen mensen een buurtmoestuin om geld te besparen, maar vooral doordat de gemeente door geldgebrek delen van de stad laat ‘’verruigen’’. Deze plekken zijn dan ook zeer geschikt voor nieuwe buurtmoestuintjes en buurtbewoners zien hun kans schoon. De gemeente doet nu namelijk niets met de grond en hoeft er op deze manier ook nauwelijks naar om te kijken. Ook zijn er veel plekken in de stad waar bouwprojecten worden uitgesteld
- vanwege geldgebrek en een ingestorte huizenmarkt - waar bewoners in de tussentijd gebruik van mogen maken. Het idee van eetbare landschappen is niet alleen gebaseerd op een duurzaamheidsideologie. Ook het verbinden van mensen staat centraal. Ron Finley (TEDspreker) weet dit goed te verpakken: ‘’Om de gemeenschap te veranderen, moet je de samenstelling van de aarde veranderen’’. Finley is begonnen met moestuinieren in het gemeenteperkje voor zijn huis, omdat hij zelf gezond wilde eten. Hij woont in South Central Los Angeles, waar volgens hem vooral drankwinkels en fastfoodketens te vinden zijn. Daarnaast wil hij mensen in armoede helpen en kinderen van de straat halen om ze te laten zien dat tuinieren leuk is. Ze noemen zichzelf de ‘’gangstagardeners’’ en iedereen is welkom om te helpen en van de oogst te genieten. De sociale cohesie in de buurt staat ook in de hedendaagse Nederlandse politiek centraal. In multiculturele wijken kan een buurtmoestuin ervoor zorgen dat mensen elkaar leren kennen. De buurtmoestuin in de Gelderse Roosstraat in Groningen is hiervan het bewijs. Veel buurtbewoners kenden elkaar voorheen niet eens, maar na de feestelijke opening van de tuin hebben de buurtbewoners zelfs de onbekende oude man op de hoek leren kennen.
Niet alles is rooskleurig volgens Stiekema. Sommige buurtbewoners zijn het niet met de plannen eens. Verandering wordt namelijk al snel als een bedreiging gezien, waardoor er af en toe wat onenigheid ontstaat. Zelf begrijpt hij deze onrust niet, maar voor de realisatie van een nieuw project is de eis dat minstens 80 procent van de buurt het eens is met de nieuwe plannen. Daarnaast zijn er, volgens Stiekema, ‘’veel kansen, maar continuïteit is de grootste bedreiging’’. De buurtbewoners moeten hun moestuin namelijk zelf onderhouden en het kan natuurlijk gebeuren dat de interesse wegzakt, mensen verhuizen, de bewoners het te druk hebben of dat onderlinge relaties veranderen. Ook weet niet iedereen even veel van tuinieren af, waardoor mensen te laat zijn met oogsten. Stiekema heeft diverse ‘’prachtige bloemkolen’’ verloren zien gaan. Toch denkt hij dat het ook een leerproces is en dat dit vanzelf goed komt. Op de markt in Groningen is men niet zo enthousiast. Van marktkoopman van der Waal ‘’moet het niet zo nodig’’, maar echt problemen heeft hij er ook niet mee. Hij denkt niet dat het een negatief effect zal hebben op zijn verkoop. Vooral omdat hij veel buitenlands fruit verkoopt. Hij denkt dat het misschien wél een negatief effect kan hebben op de verkoop van groenten die mensen ook gemakkelijk zelf kunnen verbouwen. Verder ligt het volgens hem erg aan de klantenkring of het effect heeft. In Todmorden (Engeland) waren de boeren ook niet erg enthousiast. Ze waren sceptisch over het idee om lokaal voedsel te promoten. Om te laten zien dat ze wel serieus waren heeft de actiegroep ‘incredible edible’ een campagne gelanceerd: ‘’Elk ei telt’’.
Alle lokale eierenverkopers zijn in kaart gebracht, en al snel vroegen steeds meer mensen ook in de supermarkt naar lokale Todmorden-eieren. Voor veel boeren stegen daardoor juist hun inkomsten. Dit komt doordat mensen bewuster bezig zijn met voedsel en liever lokaal voedsel kopen. Zelfs wanneer het wat duurder is. Ook kan het voor boeren gunstig uitpakken doordat(aangezien) er minder tussenkomst is van productiebedrijven en supermarkten die de prijs laag willen houden, waarbij de boeren de prijs betalen. Roel Wit, een melkveehouder net buiten de stad Groningen, is juist erg positief over het concept ‘Eetbare Stad’. Hij vindt het vooral goed dat mensen zich weer meer bewust worden van waar hun voedsel vandaan komt en ervaren hoe intensief voedselproductie is. De Boerderijdagen van Campina vindt hij daarom ook een goed initiatief. Het lijkt erop dat hij mijn bezoekje aan zijn boerderij wel kan waarderen.
resedastraat
/// Meer weten? www.ted.com/talks/pam_warhurst _how_ we_can_eat_our_landscapes.html www.ted.com/talks/ron_finley_a_guerilla_ gardener_in_south_central_la.html www.eetbaarnederland.nl/ www.eetbarestadgroningen.nl/
Ook interesse gekregen in moestuinieren? Neem eens een kijkje bij ‘Tuin in de stad’ aan de Friesestraatweg. Naast het terrein zijn er moestuinbakken te vinden, maar je kunt er ook plantjes kopen of ruilen. Verder worden er regelmatig activiteiten georganiseerd. De initiatiefnemers Frans en Vivian van ‘Tuin in de stad’ zijn op de dag van de duurzaamheid verrast met het Groene Lintje van GroenLinks.
girugten
wessel van vliet
10.
11.
01 / oktober 2013 dicht bij huis thema-artikel
Groningen aan Zee Een kwelderlandschap zoals dat lange tijd ten noorden van de stad Groningen heeft gelegen.
De titel van dit artikel lijkt onzin. Groningen ligt niet aan zee. Wie op een zomerse dag rondloopt op de Grote Markt en vastbesloten is naar zee af te reizen heeft - hemelsbreed en bij laagwater - ruim 25 kilometer voor de boeg. Tóch hebben voorouders van de huidige Stadjers jarenlang een kamer met zeezicht gehad. In de vroege middeleeuwen lagen er zelfs twee eilanden op fietsafstand van de stad. Het is wel degelijk zoute zee geweest die de provincie eeuwenlang heeft geteisterd, gevoed en uiteindelijk gevormd tot hoe ze er nu bij ligt. Hoogstraatje Waarom de Herestraat zo’n glooiend verloop heeft is door Meijles aan vrijwel iedere bachelorstudent haarfijn uitgelegd. De Groninger binnenstad ligt op het noordelijkste deel van de Hondsrug. Het hoogteverschil tussen de kruising van de Herestraat met het Hoogstraatje (de naamgeving is niet toevallig) en het Zernikecompex bedraagt zo’n 9 meter. De Hondsrug strekt zich 70 kilometer zuidwaarts uit tot aan Emmen en kreeg vorm in de voorlaatste ijstijd: het Saalien. IJsstromen of megaflutes onder de kilometers dikke ijskap zijn waarschijnlijk verantwoordelijk. De stad Groningen is wat betreft geologie en hoogteligging typisch Drents. Dat de plaats nu de hoofdstad is van een naburige provincie heeft ze te danken aan A-locatie waarop ze ligt. Na de laatste ijstijd smolt het ijs en rukte de zee op in Één van de vele kaarten van NoordNederland zonder dijken. In het afgebeelde scenario gaat men uit van de kustlijn bij een zeespiegelstijging van één meter en het overstromen van de rivieren.
de richting van de Drentse zandbak en de Hondsrug. De Noordzee transformeerde van een poolwoestijn naar een waterbassin. De kolkende zee kwam tot aan ongeveer de huidige kustlijn en soms zelfs verder landinwaarts, zoals in het noorden van Nederland. Het noordelijke uiteinde van de hoge Hondsrug was een ideale droge plek voor de stichters van het esdorpje Groningen. Noordelijke toegangspoort Het huidige Zerniketerrein en de Reitdiephaven zijn voorbeelden van plekken die enkele duizenden jaren geleden onder de zeespiegel kwamen te liggen. En nog tot aan de afsluiting van het Reitdiep in 1877 was er een open verbinding tussen de Groninger grachten en de zee, inclusief getijdenwerking. Het verklaart de straatnamen Hoge der A en Lage der A in de Groninger binnenstad: respectievelijk in gebruik bij hoog- en laagwater. Het Reitdiep bestaat nog steeds, zij het in gekanaliseerde vorm, en mondt uit in het Lauwersmeer. Door fanatiek beleid van de gemeente nemen honderden studenten dagelijks één van de ‘slimme routes’ van het centrum naar het Zernike. Fietsend langs de voormalige noordelijke toegangspoort tot de stad – het Reitdiep – langs het Jaagpad. Een pad dat overigens niets met het afschieten van zwerfkatten te maken heeft: jagen of trekken duidt in dit verband op het vooruit
trekken van een schip bij ongunstige wind. Een zee als de Noordzee heeft zich direct ten noorden van Groningen nooit bewogen. Net als dat Groningen nooit een temperamentvolle kuststad als Den Helder of Hoek van Holland is geweest. De ‘Groninger Zee’ had in haar gloriedagen het karakter van de Waddenzee en slibde in de eeuwen vóór Christus op tot een regelmatig overstromende kwelder met talloze watergeulen of kreken. Van die geulen reikte het Reitdiep dus tot aan Groningen en sloot daar aan op haar Drentse bovenloop, de Hunze. Groningen werd een kuststad als het huidige Antwerpen of Emden: liggend in een estuarium; een trechtervormige riviermonding. Eilanden In die kwelderachtige zee ontstond na een overstroming in de 8e eeuw de Lauwerszee, compleet met twee eilanden. Midoog (later verbasterd naar Middag) en Humsterland lagen ongeveer 10 kilometer ten noorden van wat nu het Zernike is en werden door de overstroming afgesloten van de omliggende kwelders. De bewoners van hielden hun sokken al ver voor Christus droog door het opwerpen van woonheuvels of wierden. Vanaf de 11e eeuw pakte men het efficiënter aan en werden er dijken aangelegd. Een ontwikkeling die leidde tot de huidige contouren van de provincie en tegelijk het einde inluidde van de ‘Groninger Zee’. In de 16e eeuw is het idyllische beeld van ‘Groningen aan Zee’ met twee eilanden voor de kust dan definitief verleden tijd. Haar waterige avonturen heeft MiddagHumsterland de status van Nationaal Landschap opgeleverd. Bovenstaande aardrijkskundeles verduidelijkt de bijzondere positie van de stad Groningen. Op de vierkante kilometer waar het Drentse esdorpje Groningen ooit ontstond komen de noordelijke
toegangsweg vanaf zee en de zuidelijke toegangsweg – de Hondsrug – bijeen. Ten oosten en westen niets anders dan veen. Kortgezegd heeft dit de stad Groningen haar centrale rol in Noord-Nederland opgeleverd en geleid tot haar langdurige dominante positie ten opzichte van het omliggende platteland. Bij vlagen zelfs zó dominant dat de Ommelanden zich opstandig ‘Klein Friesland’ noemden.
zonder het meerekenen van bodemdaling. De kans dat een van de noordelijke dijken het begeeft is volgens Rijkswaterstaat 1/4000 per jaar. Vooral een stormvloed samenvallend met vloed, waarbij de waterspiegel één tot twee meter kan stijgen, is gevaarlijk. Verwoestende tornado’s als Katrina blijven ons vooralsnog bespaard. Groningen aan Zee, een onomstotelijke dreiging?
Back to the future Het is dus bedijking die de zee op 25 kilometer afstand van Groningen houdt. En dat geldt eigenlijk langs de hele Nederlandse kust. De kaart van Nederland zonder dijken is even fascinerend als huiveringwekkend. Simpelweg omdat de helft van ons land op die kaart niet bestaat. Een stad als Amersfoort zou in zo’n doemscenario aan zee liggen, net als Breda, Zwolle en ook Groningen. Nog ernstiger en natter wordt het beeld wanneer de zeespiegelstijging wordt meegewogen. Onderling ruziënde onderzoeksinstanties voorspellen een stijging van tussen 18 centimeter en 2 meter gedurende de 21ste eeuw. Dat is nog
Niet per se. Vanuit een heel ander perspectief is kuststad Groningen juist een kans. De bevolking op het Noord-Nederlandse platteland krimpt. Natuur en recreatie komen in de plaats van het agrarische landgebruik dat de motor was achter de bedijking van de Lauwerszee. Living In Leasure-rich Areas (LILA) zou het nieuwe credo moeten zijn, aldus onze hoogleraar Planologie Gert De Roo. Rivieren en beken geven we al op grote schaal meer ruimte en mogen naar hartenlust meanderen. Weg met die dijken, we willen de zee terug! Leef je eens in. Een dynamisch zeelandschap met vakantievilla’s op wierden, zeilende studenten, zandbanken vol met zeehonden,
drijvende woningen of zelfs een drijvende universiteit, en dat op een paar kilometer van waar jij nu woont! Woonboten en scheepjes in de stadsgrachten die zoals lang, lang gelden weer meedeinen op het getij. Wie weet, ooit. Groningen aan Zee. g /// Meer weten? In de Atlas van Nederland in het Holoceen (2011) wordt toegankelijk en aan de hand van kaarten uitgelegd hoe Nederland sinds de laatste ijstijd (11.700 jaar geleden) is veranderd. Op www.groningerlandschap.nl vind je meer informatie over het landschap en de cultuurhistorie van Groningen. Het boek van onder andere De Roo over de economie van de rust en de ruimte in het Noorden heet ‘LILA en de planologie van de contramal’ (2012). Er is pas sinds enkele eeuwen een duidelijke scheiding tussen zee en land in de Groningse provincie. De stad Groningen ligt op de kaartjes rechts onderin, op de noordelijkste uitloper van de Hondsrug.
girugten 01 / oktober 2013 dicht bij huis thema-artikel
robin groenewold
13.
12.
De Drentse Windkoloniën?
doordat er het gevoel heerst dat dit plan van bovenaf al is bepaald en aangezien het wantrouwen tegen dezelfde overheid in dit gebied al langer terecht of onterecht groot is, wordt het moeilijk om een windmolenpark zo groot als is voorgesteld te ‘verkopen’ aan de bewoners van dit gebied.
De samenleving oefent de laatste jaren meer druk uit op de overheid om meer te doen aan duurzame energievoorziening. De Rijksoverheid heeft uiteindelijk besloten om hier naar te handelen. Dit doet zij door zich sterk te focussen op de ontwikkeling van windmolenparken op zowel land als zee. Één van deze parken moet worden gevestigd in de Drentse Veenkoloniën. Dit gebied is relatief dun bevolkt en is geschikt om grote hoeveelheden windmolens te kunnen huisvesten. Echter is de lokale bevolking niet zo gediend van het plan. Dit artikel geeft een weergave van het plan, de mogelijke toekomst van het gebied en de conflicten die zijn ontstaan sinds het plan in leven isgeroepen. De omgeving en het plan Zoals vermeldt is het windmolenpark een gevolg van de doelstelling van de
Rijksoverheid om meer duurzame energie te produceren. Deze doelstelling betreft de eis dat er voor 2020 ruim 6000 megawatt aan windenergie wordt geproduceerd in Nederland. Dit maakt de Drentse Monden tot één van elf gebieden waar het Rijk van plan is om deze energie op te wekken. De plannen zijn niet kleinschalig van aard. Het idee is om maar liefst 70 tot 110 windturbines te plaatsen, met een ashoogte variërend van 90 tot 135 meter, waar een maximale piekhoogte van circa 200 meter wordt bereikt. De Rijksoverheid heeft, in samenwerking met de provincie Drenthe en gemeenten in de buurt, plannen voor een grootschalig windmolenpark in de Veenkoloniën. Dit gebied bevindt zich naast de provinciegrens van Groningen en Drenthe, aan de Drenthse zijde.
Het plangebied ligt in twee gemeenten van de provincie Drenthe, namelijk de Aa en Hunze en de gemeente BorgerOdoorn. Het gebied is zeer open en was voorheen een veenontginningsgebied. Dit is voornamelijk te zien aan de vorm van de dorpen. Het gebied bestaat vrijwel helemaal uit lintdorpen uitgestrekt over enkele kilometers. Tegenwoordig is het gebied verdeeld in de vorm van strookverkaveling en wordt het voornamelijk gebruikt voor akkerbouw. Er lopen een aantal provinciale wegen door het gebied, namelijk de N374 en de N379 (ook wel de ‘Mondenweg’ genoemd). De protesten Een groot deel van de lokale bevolking is niet gediend van de plannen zoals die opgesteld zijn door de Rijksoverheid. Velen voelen zich benadeeld door de overheid,
Het protest tegen de plannen is duidelijk zichtbaar aan de hand van de vele ‘’Nee!’’ posters op de ramen, de spandoeken bij belangrijke kruispunten en bochten van (auto)wegen en de constante discussie tussen de bewoners zelf over de acceptabelheid van een windmolenpark in de nabije omgeving. Veel mensen zijn bezorgd dat de grote hoeveelheid windmolens het karakter en indentiteit van de omgeving teniet zullen doen door grootschalige horizonsvervuiling en geluidsoverlast. Dit zou kunnen resulteren in een versnelde bevolkingskrimp. Bezorgde bewoners hebben hetniet alleen bij kritische noten op bijeenkomsten gelaten. Inmiddels hebben vele bewoners uit de omgeving zich samengevoegd via de stichting ‘Platform Storm’. De doelstelling van deze stichting is helder; het voorkomen van de bouw van windmolenpark de Drentse Monden. Echter wordt aangegeven dat de stichting niet tegen wind-energie an sich is. Vanuit de
optiek van de bewoners is de overheid nalatig in het informeren en betrekken van de lokale bevolking en worden de potentiële nadelen niet serieus genomen, waardoor planherziening uitgesloten is. Daarnaast blijven de bewoners skeptisch over de gevolgen van het bouwen van de windmolens, ook al verzekert de overheid dat dit hoogstwaarschijnlijk niet het geval zal zijn. De iniatiefnemers van het windpark - de Stichting Duuzame Energieproducie Exloërmond en Raedthuys Windenergie - stellen dat het park juist positief zal bijdragen aan de omgeving en dat wetenschappelijk bewezen is dat problemen als geluidsoverlast niet bestaan. Hierbij wordt verwezen naar de informatie aangeleverd door de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA). Wel zou kunnen blijken dat het ervaren van geluid tot irritatie kan leiden. Aan de hand van deze onderzoeken is - wat de iniatiefnemers betreft - de zaak over geluid afgehandeld aangezien de NWEA zelf geen verder onderzoek nodig acht. De tegenstanders zijn - zoals verwacht - het hier niet mee eens en wijzen dan ook via de stichting Platform Storm naar items waaruit zou blijken dat wel degelijk overlast en problemen veroorzaakt worden door de windmolens. Kortom er is op dit moment geen overeenstemming tussen de verschillende belanghebbenden in het
gebied over hoe het straks verder moet. Hoe nu verder? Zoals vermeldt lopen de voor- en tegenstanders alle procedures nog door, vóórdat er ook maar één schep de grond in gaat voor het bouwen van een windmolenpark in de Drentse Veenkolonien. De belanghebbende partijen staan momenteel nog recht tegenover elkaar en een ontmoeting in het midden lijkt voorloping onmogelijk. . Ook de lokale omgeving is zeer verdeeld over de kwestie. Mensen zijn niet tegen de opwekking van duurzame energie door windmolens an sich maar de grootschaligheid zorgt voor weerstand.. Men is bang het landelijke karakter van de omgeving te verliezen en vreest voor eventuele gezondheidsproblemen. Daar tegenover staat de noodzaak dat de Nederlandse overheid aan de duurzaamheidsverplichtingen wil voldoen. Gezien de druk op Nederland vanuit de rest van de wereld om meer duurzame energie op te wekken, lijkt het aannemelijk dat er windmolens geplaatst worden. Maar de discussie over de grootschaligheid van het windmolenpark is tot op heden nog steeds gaande. g /// Meer weten? Platform Storm: www.platformstorm.nl De Drentse Monden: www.dedrentsemonden.com
paul steeneken
14.
girugten
Thom van der gragt
15.
01 / oktober 2013 dicht bij huis thema-artikel
Opkomst en teloorgang van de kleine buurtwinkel
Poorten naar Groningen De G, The Tower of Cards/The Tower of Letters/The Joker’s Perch, is het achtste kunstwerk, bestaande uit drie onderdelen. Het eerste is een toren van kaarten, met aan elke kant een eigen kleur. De 52 kaarten staan voor de 52 weken in een jaar. Daarnaast staat het tweede kunstwerk, een paal met het rad van fortuin met daar bovenop een nar.. Dit verwijst naar de kansspelen die in het verleden van Groningen zo belangrijk waren. Als laatste staat er een zwarte toren met de naam Groningen erop. Deze maakt de connectie met het heden, de hedendaagse spelling van Groningen. Het achterliggende idee van dit kunstwerk is de symbolisering van het wisselende levenslot in verleden en toekomst. Het is Zondagavond laat, je bent vermoeid, ondanks dat de week moet nog beginnen. Je rijdt over de A28 richting Groningen. Ineens is daar een elektriciteitsmast met daarop zeven gasvlammen, een herkenbaar punt voor veel inwoners van de stad. Maar wat is dit eigenlijk voor kunstwerk, en wat doet het op deze plek? In 1990 bestond de stad Groningen 950 jaar. Frank Mohr kwam met het idee om nieuwe eigentijdse stadspoorten te creëren. Vroeger waren stadspoorten de duidelijke afbakening van stad en platteland. Door de Vestingwet van 1874 werden stadsmuren, en dus ook de poorten, afgebroken. Daarnaast hielpen de stadsuitbreidingen ook niet mee met de afbakening. Hierdoor ontstond er een minder duidelijke overgang van stad naar platteland en andersom. Door het plaatsen van deze nieuwe ‘stadspoorten’, ook wel de stadsmarkeringen genoemd, zou de overgang van platteland naar stad weer op een eigentijdse manier zichtbaar gemaakt worden. Het plan werd zeer enthousiast ontvangen door de gemeenteraad en archtitect Daniel Libeskind kreeg de opdracht voor het maken van een masterplan. Uiteindelijk kwamen er negen stadsmarkeringen aan de rand van de stad, die elk stonden voor een letter in het woord CRUONINGA, de oude spelling voor de naam Groningen. Naast een letter kreeg elk kunstwerk een zestal bepaalde karakteristiek, zoals een kleur, tijdstip of een Griekse muze. Het tiende kunstwerk, te vinden op het Martinikerkhof, verbindt alle kunstwerken aan elkaar.
De C, de Gate Tower Clio, is het eerste kunstwerk van de serie, de elektriciteitsmast waar het eerder over ging. Het is een verwijzing naar twee belangrijke energievormen èn de gasbel onder de provincie. De plaatsing van deze stadsmarkering, op een eilandje, verwijst naar de euwige strijd tussen land en water. Een leuk detail: elke ochtend en avond om twintig voor elf lichten de digitale cijfers 10:40 één minuut op, een verwijzing naar het jaartal waarin de stad Groningen stadsrechten kreeg. De U, a Walk Along the Border, is het derde monument dat de stad kreeg. Een serie ijzeren palen draagt een wigvormig paneel. Op dit paneel staan fragmenten uit de (kunst)geschiedenis. Dit kunstwerk is gemaakt door Groningse kunstenaars en laat zien dat de geschiedenis van een stad door haar bewoners geschreven wordt. De open zijde van dit kunstwerk wijst naar boven, als een blik naar de toekomst. De N, zonder titel, is het zevende kunstwerk in de reeks. Het is ontworpen door de choreograaf William Forsythe. De bomen, die met touwen krom worden getrokken, moeten gezien worden als dansende lichamen. Deze worden gevormd en vervormd. Dit kunstwerk laat duidelijk de opdracht zien, namelijk verbind het verleden, heden en de toekomst met elkaar. Vroeger paste de Groningse scheepbouwindustrie deze techniek toe om de juiste buiging van het hout te krijgen. Nu is het kijken of het kunstwerk in de toekomst zal werken, en de bomen daadwerkelijk krom zullen groeien.
Het tiende kunstwerk is te vinden op het Martinikerkhof, in het centrum van de stad. Het is ontworpen door de Franse filosoof Paul Virilio. De zwarte put heeft negen hoeken, die wijzen naar de overige negen kunstwerken die zijn geplaatst. Op het Martinikerkhof stond tot 1672 de SintWalburgskerk, waarin een waterput stond. Exact op deze plek is dit kunstwerk ook komen te staan. De moderne mens heeft een centraal punt in zijn leven nodig, en een dergelijke put zou dit centrale punt kunnen zijn. Belangrijk aan dit ontwerp is dat het centrum en periferie, ondanks de stadspoorten, met elkaar verbindt. g
Kleine buurtwinkels zijn al sinds de opkomst van steden een begrip. Vroeger haalde men brood bij de bakker, groente bij de groenteboer en vlees bij de slager. Echter, sinds de jaren zestig zijn de ‘supermarkten’ geïntroduceerd en door de combinatie van vele producten op één enkele plek konden deze supermarkten een lagere prijs afdwingen. Ook had de consument in één keer alles binnen handbereik. Supermarkten groeiden echter steeds groter waardoor kleine lieftallige buurtwinkeltjes weggeconcurreerd werden. De massa gaat liever naar de AH voor een casino wit dan naar een echte bakker voor een ambachtelijk, met liefde gebakken brood. Dit leeft blijkbaar zo erg onder de mensen dat er op 3 oktober j.l. nog een zelfverbranding bij een Albert Heijn plaatsvond. Hoog tijd om hier een kritisch artikel over te schrijven dus. Gaat u rustig achterover zitten en lees hoe het zo ver heeft kunnen komen. Is de grote supermarkt de uitvinding van de eeuw of uiteindelijk een weemoedig kind van doorgeschoten liberalisering van de markt? Moeten we terug naar klein, of door naar groter? In 1948 startte Chris van Woerkom als eerste een winkel met ‘zelfbediening’ in Nijmegen. Daarna startte Dirk van den Broek zijn eerste supermarkt in Amsterdam in ’53. Door de steeds grotere automobiliteit van Nederland werd het concept al snel populair en werden supermarkten een bekend gezicht in de steden van de jaren zestig. Doordat deze winkels niet alleen kruideniers waren maar ook vlees, vis en zuivel bundelden op één locatie werden ze al snel ‘supermarkten’
genoemd. De supermarkt betekende zo een regelrechte revolutie aangezien vrouwen die boodschappen deden (zoals het heurt) dat nu veel sneller konden doen dan voorheen. Hierdoor hadden ze weer tijd voor andere belangrijke dingen zoals het huishouden en kinderen opvoeden. Maar hoe is het concept van ‘boodschappen doen’ eigenlijk opgekomen? Waarom jagen we nu niet nog steeds net zo heftig op vlees als op vrouwen en mannen? Daarvoor moeten we bij de ‘oude’ Grieken zijn. Die bedachten dat het wel tof was om biologisch vlees te kopen op een markt (oftewel agora). Dit begon zo hip te worden dat de Romeinen het over namen. Zelfs boodschappenlijstjes waren toen al nodig om zo niet teveel meuk te kopen, zo bleek uit het stoffelijk overschot van een Romeinse soldaat. Langzaamaan ontstond er in deze periode ook de behoefte gespecialiseerde waren te verkopen op de plek waar men het gemaakt had. Zo kreeg de bakker een winkel aan de voorkant en kon het brood vers en warm gekocht worden. In de Middeleeuwen kwamen er door gespecialiseerde ambachtslieden ook winkels waar luxe goederen werden verkocht. Zo hadden de welvarendere steden juweliers, kruideniers en kledingwinkels. Deze winkels kom je vandaag de dag nog steeds tegen in de drukkere winkelstraten. Maar waar zijn de bakkers, groenteboeren en kruideniers in de andere wijken gebleven? Veelal zijn de kleinere ‘buurtwinkels’ weggeconcurreerd door de grotere supermarkten. Door de
bundeling van goederen hebben ze een grotere aantrekkingskracht dan kleinere winkels. Ook kunnen de supermarkten hun goederen tegen lagere prijzen aanbieden. Is het dan eigenlijk überhaupt wel een probleem dat buurtwinkels verdwijnen als de goederen elders goedkoper zijn? Er zijn veel planologen die stellen van wel, met als belangrijkste voorbeeld Jane Jacobs. Zij bepleitte in de jaren zestig al dat buurten kleine winkeltjes nodig hebben om levendig te zijn. Doordat winkeltjes overdag open zijn zullen er altijd wel mensen op straat rondlopen wat de veiligheid verhoogt. Ook komen mensen hun buren dan veel sneller tegen en kunnen de winkeleigenaren de straat in de gaten houden. Doordat de hele dag wel wat mensen naar de winkels lopen creëert het ook een gevoel van levendigheid in de straat. Helaas bleek het grote publiek vaak voor het gemak en de prijzen van de supermarkt te gaan in plaats van de gezelligheid van een buurtwinkeltje. Zijn de bakkers en kruideniers nu helemaal verdwenen? Toch niet helemaal, je vindt ze nog terug in een overkoepelend winkelcentrum. Helaas gaat het hierbij dan wel om winkels die onderdeel van een keten (b.v. Bakkerij Bart) zijn geworden. Het unieke gezellige aspect wordt zo ingeruild voor uniforme zekerheid dat je bij elke slager of bakker van dezelfde keten ook dezelfde waren voorgeschoteld krijgt. Echter, met het begin van dit millennium is er een nieuwe ‘derde partij’ op het toneel verschenen. De supermarkten en winkelcentra die ooit de kleine winkels verdrongen zullen zelf ook getest worden tegen deze nieuwe rivaal. Daarmee bedoel ik natuurlijk het internet. Steeds meer mensen kopen artikelen via dit mooie hippe medium. Als je naar het gemiddelde publiek van een winkelcentrumbakker kijkt zal de gemiddelde leeftijd steeds dichter bij die van je opa dan die van je vader liggen. Wie weet, als die generatie eindelijk afgedankt is, gaat niemand meer de deur uit voor zijn producten en denken we met weemoed terug aan dat gezellige stadswinkelcentrum. g /// meer weten? Ben je door dit artikel toch een beetje geïnteresseerd geworden in de levendigheid van buurtjes? Lees dan het boek ‘Rise and fall of great American cities’ van Jane Jacobs.
16.
girugten
17.
girugten
01 / oktober 2013 dicht bij huis studentenorganisaties
01 / oktober 2013 dicht bij huis studentenorganisaties
Ibn Battuta
Geo Promotion
Geachte lezer,
Beste lezers van Girugten,
Het is nog even wennen om die warme zomerse periode af te sluiten. Het introductiekamp voor de eerstejaars, dat in september plaatsvond, was weer zeer geslaagd. Veel eerstejaars hebben we enthousiast kunnen maken om deel te nemen aan activiteiten en zelfs om actief te worden in de commissies. Nu begint de winter alweer te naderen, het wordt steeds kouder en de dagen worden steeds korter, maar toch weerhoudt dat ons er niet van om door te gaan met het organiseren van activiteiten. Zo hebben we vorige maand nog een EGEA barbecue gehad, die plaatsvond in het Noorderplantsoen. Het was wat frisjes, maar het weer zat gelukkig mee. De opkomst was zeer hoog, vooral onder de buitenlandse studenten bleek de EGEA-activiteit populair, een groot succes dus. Ook zien we steeds vaker internationale studenten in de koffiekamer, wat natuurlijk ook erg leuk is.
Graag willen wij u kennis laten maken met het nieuwe bestuur van Stichting Geo Promotion 2013-2014
Ook de Excursiecommissie heeft sinds het begin van het studiejaar alweer twee mooie activiteiten neergezet. Ze begonnen met een leuke stadswandeling, die de deelnemers langs de meest interessante plekjes van de stad leidde, waarna een pubquiz volgde met onder andere vragen die op de stadswandeling gebaseerd waren. Daarnaast heeft het Zwemfest plaatsgevonden, waar Ibn Battuta dit jaar voor het eerst aan mee heeft gewerkt. Zwemfest is een kleinschalig festival, georganiseerd door meerdere studieverenigingen, waar allerlei verschillende bandjes komen optreden. De opkomst vanuit Ibn Battuta was nog wat matig, waarschijnlijk omdat het evenement nog vrij onbekend is onder de leden. Al met al trok dit feest toch zo’n 300 bezoekers. We hopen volgend jaar de leden nog enthousiaster te maken, zodat Ibn Battuta in grote mate vertegenwoordigd zal zijn op dit festival. Van 4 tot 6 oktober vond de jaarlijkse liftwedstrijd plaats, die dit jaar naar Berlijn ging. Het was een zeer geslaagd weekend met onder andere een mooie rondleiding door de stad van Ibn-veteraan Jeroen Veerman en een bezoek aan de Matrix, een bekende club in Oost-Berlijn. Een paar dagen na de liftwedstrijd stond de cantus op het programma, zoals altijd georganiseerd
Dit jaar zullen wij ons inzetten om een succesvol en enerverend congres te realiseren. Wij hopen jullie daar allemaal in maart te mogen ontvangen! Namens het gehele bestuur, Thomas Otterman Secretaris
door het pedelgenootschap. Het bleek nog maar eens dat zingen en bier drinken een uitstekende combinatie is. Met meer dan 50 deelnemers werd er meer dan genoeg volume geproduceerd en bier geconsumeerd. Als je zin hebt om binnenkort mee te doen met een ibn-activiteit heb je daar genoeg mogelijkheden voor: zo is op 12 november het eerste EJC-feest. Een mooie manier om alle tentamenstress eruit te feesten. Het weekend erop is het tijd voor de Korte Buitenlandse Excursie (KBE) naar Keulen. Verder vindt op 21 november een excursie plaats naar het stationsgebied van Zwolle. Hier zullen een presentatie en een rondleiding worden gehouden. Op 25 november vindt de eerste editie van Kreunen en Beunen plaats, georganiseerd door Colectiva. Dit is een feest met goedkoop bier, lekkere hapjes en heerlijke muziek.
Daarnaast is de bestemming voor de wintersport ook eindelijk bekend gemaakt. Dit jaar zullen we met een groep Ibn’ers gaan skiën in Flaine, een van de grootste skigebieden in Frankrijk. De kosten voor deze reis zijn 300 euro. Dit is inclusief reis, overnachting én skipas. Er is maar een beperkt aantal plaatsen, dus schrijf je snel in! Verder zullen er nog genoeg borrels, feesten en overige activiteiten plaatsvinden. Deze kun je allemaal terugvinden op de site (www. ibnbattuta.nl). Heb je behoefte aan nog meer gezelligheid, kom dan gerust eens een kopje koffie of thee drinken in de koffiekamer! Met vriendelijke groet, namens het 53e bestuur van Ibn Battuta, Hester Bijen Secretaris
Gusta Wachter Commissaris Intern
Thomas Otterman Sceretaris
Maurits Jongebreur Voorzitter
Luuk Schoenmaekers Commissaris Extern Stephan Wittendorp Penningmeester
Lieke Hulshof Vicevoorzitter
19.
18.
girugten 01 / oktober 2013 dicht bij huis studentenorganisaties
Pro Geo
Naast het organiseren van onze eerste activiteit, zijn we de afgelopen weken ook druk bezig geweest met het samenstellen van de opleidingscommissies (OC’s). Op
OC Sociale Geografie en Planologie
deze en de volgende pagina kan je de leden van elke OC terug vinden. Zo weet jij direct wie de vertegenwoordiger(s) is/zijn van jouw opleiding. Bij opmerkingen, klachten en ideeën over vakken, kan je natuurlijk altijd bij ons terecht, maar kan je ook naar de OC’er van jouw opleiding stappen. Wil je op de hoogte blijven van de bezigheden van Pro Geo? Houd dan onze website in de gaten en like ons op facebook via www.facebook.com/stichtingprogeo!
OC Technische Planologie
Hilko Oosterhuis, Dion Glastra en Berber Oosterhagen
Rhett Balster, Anne van der Veen en Robin Neef
Begeleiding vanuit Pro Geo: Wouter Gaastra
Begeleiding vanuit Pro Geo: Jorn van der Scheer
g
OC Culturele Geografie
OC Lerarenopleiding
OC Economische Geografie
Stenfinn Deguelle en Tom Holland Begeleiding vanuit Pro Geo: Wouter Gaastra
Nynke Pranger en Marco Schram Begeleiding vanuit Pro Geo: Wouter Gaastra
Coen Bolle en David de Vries Begeleiding vanuit Pro Geo: Wieke IJbema
OC Research Master Regional Studies
OC Environmental and Infrastructure Planning
Erik Deenen en Patrick Patiwael Begeleiding vanuit Pro Geo: Roos van Schie
Nuria Spijker en Kevin Gooley Begeleiding vanuit Pro Geo: Jesper Betsman
OC Vastgoedkunde
Ylze Lindeboom en Ruben Kroon Begeleiding vanuit Pro Geo: Wieke IJbema
OC Sociale Planologie
Arjen Terpstra en Lianne Hummel Begeleiding vanuit Pro Geo: Jesper Betsman
OC Population Studies
Ibraheem Saka Adebayo en Rilana Weits Begeleiding vanuit Pro Geo: Wouter Gaastra
Raad de Plaat
Een van de beleidspunten is het organiseren van meer carrièregerichte activiteiten. In
samenwerking met het vorige bestuur van Pro Geo zijn we bezig de eerste activiteit te organiseren, ‘Met alumni rond de tafel’. Op deze dag zullen studenten om de tafel gaan met alumni, om er zo achter te komen wat een toekomst in ons vakgebied kan zijn. We hopen dat deze activiteit de eerste in een reeks carrièregerichte activiteiten zal zijn.
Waar is deze foto genomen? Mail je antwoord naar
[email protected] en maak kans op een prachtige prijs!
Sinds 1 september heeft de Faculteitsraad een nieuwe studentgeleding en daarmee heeft Stichting Pro Geo een nieuw bestuur! Ons bestuur, bestaande uit: Jorn van der Scheer, Roos van Schie, Wieke IJbema, Jesper Betsman en Wouter Gaastra, is de afgelopen weken al druk bezig geweest met opstarten. We zijn aan de slag gegaan met het opstellen van ons beleidsplan. Dit beleidsplan is te vinden op www.progeo.nl.
g