g
g
gg g g
gg g g
g
g
gg g
gg gg g
g
g
gg g
g gg g g
g
g
gg g
gg gg g g
g
gg g
g gg g g
g
g
gg g
gg gg g
g
g
gg g
g gg g g
g
g
gg g
gg
g
girugten
faculteitsblad ruimtelijke wetenschappen
WWW.GIRUGTEN.NL
girugten Thema: film
03 jaargang 42
girugten 03 / maart 2011 thema film redactie
girugten 03 / maart 2011 thema film inhoud
Colofon
Redactioneel
Eindredactie Mark Veenstra (hoofdredacteur) Marjolein Pot (vormgeving)
Beste lezers,
Redactie Robin Groenewold Pieter Jan Karsijns Debbie Lager Wymer Praamstra Guido Roegholt Peter Stopel Inge de Vries Wietske Wilts Druk Drukkerij Sikkema, Warffum Oplage
1100 stuks E-mail
[email protected]
Het onderwerp van deze uitgave van Girugten is films. Sinds de film eind negentiende eeuw geïntroduceerd werd, waarbij de eerste officiële filmvertoning in Parijs door de gebroeders Lumière in 1895 als ijkpunt gezien kan worden, is er een niet te bevatten hoeveelheid teksten, boeken, beschouwingen en recensies over films geschreven.
Inhoud 4.
18.
De clustering van de media- en entertainmentsector
Remco van der Stoep
Peter Stopel
6.
19.
Filmhuizen in Groningen Pieter Jan Karsijns & Jelmer Jan Bootsma
Om op een eigen manier een aanvulling te zijn op alles wat er al over films geschreven is, hebben we films vanuit een eigen perspectief belicht, want Girugten zou Girugten niet zijn als de geografische dimensie in films uitgebreid niet aan bod kwam. Ditmaal is er een drietal eigen thema-artikelen geschreven, waarbij achtereenvolgens de economisch geografische dimensie van de film- en media-industrie, een fotoreportage van Groninger filmhuizen en de film Der Himmel über Berlin de revue passeren. Verder heeft cultureelgeograaf Judith Reimer voor Girugten een artikel geschreven waarin de rol van ruimte in films wordt beschreven. Daarnaast is er deze keer in de rubrieken een uitgebreid masterthesis-artikel van Laurien Beijer over de gentrification in Bangkok. Verder staan in deze Girugten in de spotlights: student-lid FB Luuk Stelder, alumnus Remco van der Stoep en het nieuwe album van Radiohead. Uit het Buitenland is deze keer geschreven door Debbie, onze redactrice die momenteel in Londen studeert. Ten slotte hebben we deze keer ook een artikel opgenomen over de beperkte ruimte voor verstedelijking, ingezonden door oud-redacteur drs. Robbert Coops: zeker interessant leesvoer voor planologen.
Planoloog aan het werk
9.
Mark Veenstra
20.
Een thuis in Berlijn? Wietske Wilts
12.
Masterthesis: Survival of the fittest Laurien Beijer
24.
Meer dan decor: ruimte in film Judith Reimer
14.
Bouwput: Arnhem Centraal
Uit het buitenland: Londen Debbie Lager
25.
Raad de Plaat
Beperkte ruimte voor verstedelijking Robbert Coops
16.
26.
Op de bank van... Luuk Stelder Pieter Jan Karsijns
Facultaire organisaties FRW, Geo Promotion, IBN Battuta, VBB
Contactadres
Postbus 800 9700 AV Groningen
Girugten is het onafhankelijk faculteitsblad van de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen.
Het zal ook opvallen dat we een nieuwe lay-out hebben. Dit is de geheel nieuwe vormgeving van Marjolein en wij als redactie zijn er erg blij mee. Hopelijk wordt deze lay-out door jullie net zo gewaardeerd als door ons.
17.
Recensie: Radiohead - The King of Limbs Wymer Praamstra
Ook hartelijk bedankt voor de inzendingen voor Raad de Plaat van het vorige nummer. Er zaten heel veel goede antwoorden bij (voor ons een teken om het wat moeilijker te maken). Het is deze keer misschien lastiger, maar aarzel niet te reageren als je weet waar het is! Veel leesplezier,
Girugten functioneert als een zelfstandige redactie onder faculteitsvereniging Ibn Battuta De eindredactie behoudt zich het recht voor zonder opgaaf van redenen artikelen in te korten, dan wel te weigeren.
Mark Veenstra Hoofdredacteur
4.
20.
6.
24.
girugten 03 / maart 2011 thema film thema-artikel
5.
4.
Peter Stopel
De clustering van de media- en entertainmentsector Hilversum is de bakermat van de Nederlandse omroep. Amsterdam is het walhalla voor Nederlandse filmproducenten en reclamemakers. Hollywood, met de grote studio’s van onder andere Universal, MGM en Columbia, is the place to be voor de Amerikaanse filmindustrie. Zo op het eerste oog zou je zeggen dat bedrijven binnen het domein media en entertainment graag clusteren. Is dit werkelijk zo? En zo ja, welke redenen zullen hier aan ten grondslag liggen? Klassieke agglomeratievoordelen of industriespecifieke eigenschappen? Een blik op de situatie in Nederland.
Ligging mediapark te Hilversum
Media en entertainment in Nederland Figuur 1 geeft ons een antwoord op de eerste vraag in de inleiding: de mediaen entertainmentsector is in Nederland inderdaad geclusterd. De clustering rond Hilversum en Amsterdam is het meest in het oog springend. In absolute zin heeft Amsterdam het meeste aantal bedrijven in de sector, maar in relatieve zin springt de Gooi en Vechtstreek (Hilversum) er echt bovenuit met 2,5%. De kaart lijkt daarnaast aan te geven dat er enkele andere kleinere clusters bestaan. Echter, als we naar absolute aantallen kijken, in het geval van Leeuwarden bijvoorbeeld slechts 45, is dit niet noemenswaardig (ter vergelijking: Amsterdam heeft er 1105). De sector heeft overigens een relatief klein aandeel in het aantal bedrijfsvestigingen (gemiddeld slechts 0,7%). In een rapport van TNO genaamd ‘De creatieve industrie in Amsterdam’ blijkt verder dat de totale regio Amsterdam (waar Hilversum in dit rapport ook onder valt) 38% van de totale media- en entertainmentsector
van Nederland herbergt. Zij stellen dat met name Hilversum daar verantwoordelijk voor is. Agglomeratievoordelen Zoekend naar een verklaring voor clustering kom je al snel uit bij de agglomeratievoordelen van Alfred Marshall. Deze wetenschapper wees in 1920 op drie redenen voor agglomeratie: niet verhandelde inputs, een gespecialiseerde arbeidsmarkt en een informatiesurplus. Niet verhandelde inputs zijn gespecialiseerde inputs die efficiënter te leveren zijn voor een groep geclusterde bedrijven dan voor een groep verspreide bedrijven. Een gespecialiseerde arbeidsmarkt spreekt eigenlijk wel voor zichzelf. Een gespecialiseerd cluster zorgt voor de aanwezigheid van een gespecialiseerde beroepsbevolking. Het zoeken en trainen van arbeidskrachten wordt dus voordeliger. Als veel bedrijven zich dicht bij elkaar vestigen zal, als laatste reden voor agglomeratie, een informatiesurplus ontstaan. De bedrijven zullen meer en makkelijker contact krijgen waardoor er binnen het cluster veel uitwisseling van informatie zal plaatsvinden. Alle drie de redenen zouden in relatie tot de media- en entertainmentsector van toepassing kunnen zijn. De sector is bijvoorbeeld zeker gebaat bij de aanwezigheid van een gespecialiseerde arbeidsmarkt. Het reeds vermelde TNOrapport noemt als oorzaak voor de clustering van deze sector ‘een combinatie van schaalbehoefte en de wens om van het creatieve milieu te profiteren’. Zij baseren dit op de variatie in bedrijfsgrootte. De gemiddelde bedrijfsgrootte van deze sector komt voor Amsterdam en de rest van Nederland overeen, maar voor de rest van de regio Amsterdam (waar Hilversum dus onder valt) is deze twee keer zo groot. TNO: ‘Dat betekent dat de grote bedrijven in deze sector blijkbaar kiezen voor de regio Amsterdam maar, gezien het ruimtebeslag, daarbinnen weer kiezen voor vestigingen buiten de stad Amsterdam in bijvoorbeeld Hilversum en Aalsmeer.’ Dit leidt tot een soort verdeling tussen Amsterdam en Hilversum, waarbij de omroepbedrijvigheid zich in Hilversum vestigt en in Amsterdam vooral filmproducenten en uitgevers van
boeken en dagbladen vertegenwoordigd zijn binnen het domein media en entertainment. Richard Florida: The Rise of the creative class Hierboven werd al even verwezen naar het ‘creatieve milieu’ waarvan werd geprofiteerd. In de laatste jaren is er erg veel onderzoek gedaan naar de zogenaamde creatieve industrie. Er is daarbij altijd veel discussie geweest over wat en wie nu precies tot deze industrie behoort, maar de meeste definities richten zich op drie sectoren: kunsten, media en entertainment en de creatieve zakelijke dienstverlening. Binnen deze sectoren kan vervolgens onderscheid gemaakt worden op basis van de waardeketen: creatie, productie, uitgave & exploitatie, distributie, consumptie. Bedrijven in creatie, productie en uitgave & exploitatie worden over het algemeen wel tot de creatieve industrie gerekend en bedrijven in de distributie en consumptie niet. De man die het beroemdst werd met zijn bevindingen over de creatieve industrie, of in dit geval beter gezegd de creatieve klasse, is Richard Florida. Florida stelde in zijn bestseller ‘The rise of the creative class’ dat het aantrekken van creatieve mensen leidt tot een toename in werkgelegenheid en uiteindelijk tot economische groei. Een aantal factoren zijn volgens hem bepalend in het aantrekken van deze sector. Hij wees daarbij op het belang van de drie T’s:
Technology, Talent en Tolerance. Er is ook veel kritiek gekomen op zijn theorie. Zo zou het in een land als Nederland heel goed mogelijk zijn om te werken in Amsterdam en te wonen in Utrecht. De theorie dat de aanwezigheid van creatieve mensen leidt tot toenemende werkgelegenheid zou in dat geval natuurlijk niet gegrond zijn. ‘Gay Index’? Florida stelde een aantal indicatoren op die een creatief milieu zouden bevorderen. Vervolgens bedacht hij voor deze indicatoren een aantal indexen zodat hij kon ‘meten’ hoe creatief een stad of regio is. Voor de indicator diversiteit had hij bijvoorbeeld ‘the melting pot index’, waarmee aangegeven kon worden hoe divers een stad of regio is wat betreft nationaliteiten. Daarnaast bedacht hij onder andere ‘the gay index’ om aan te geven hoe het er met de tolerantie voor staat. Het moge duidelijk zijn dat een aantal van deze indexen niet onomstreden zijn wat betreft hun relatie tot economische groei, maar zijn punt is duidelijk. Als we Florida’s beweringen bekijken in relatie tot de clustering van media en entertainment in Amsterdam en Hilversum, kun je niet zeggen dat hij volledig ongelijk heeft. Indicatoren als de hierboven genoemde tolerantie en diversiteit zouden waarschijnlijk voor Amsterdam toch een redelijke score opleveren, over de ‘gay index’ nog niet gesproken. Alleen al het creatieve, tolerante en open imago van de stad Amsterdam zou kunnen werken als een aantrekkingskracht voor de regio voor creatieve mensen en dus voor de creatieve industrie. Bronnen Florida, Richard (2002). The rise of the creative class, and how it is transforming work, leisure, community and everyday life. New York: Basic Books W. Manshanden, J. Muskens & O. Koops (2004) De creatieve industrie in Amsterdam en de regio. TNO Rapport, TNO Delft Hilversum, Mediastad. Omroep in beeld. Folder van de Gemeente Hilversum met een historisch overzicht van de ontwikkeling van Hilversum tot mediastad, via www. hilversum.nl
Figuur 1: Clustering van de media- en entertainmentsector
NEDERLANDS INSTITUUT VOOR BEELD EN GELUID. Padafhankelijkheid We kunnen de agglomeratie van media en entertainment wel willen verklaren door te wijzen op de creativiteit in de regio en allerlei wetenschappelijke theorieën, maar zou het ook niet gewoon zo kunnen zijn dat het per toeval zo gegroeid is? In 1918 werd de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) opgericht in Hilversum. Met hulp van Anton Philips kon NSF zich de eerste moeizame jaren staande houden. De eerste ontwikkelingen rond het maken van radio-uitzendingen pakten de aandacht van Philips en hij zag er commerciële mogelijkheden in. Op 21 juli 1923 was de eerste radio-uitzending vanuit de NSF een feit. Voor de geïnteresseerden, het was een optreden van de Larense Jazzband, ingeleid door Willem Vogt. Dit was in feite de start van de Nederlandse omroep. Het opzetten van een overkoepelende omroeporganisatie mislukte, dus dienden zich verschillende omroeporganisaties aan die op basis van levensbeschouwing of maatschappijvisie hun boodschap de ether in wilden sturen. Deze omroepen bouwden allemaal hun eigen vestiging in Hilversum. Zo ontstond de eerste clustering. De eerste
bedrijven gerelateerd aan de televisie, waarvan de ontwikkeling in de jaren dertig begon, vestigden zich begin jaren vijftig in eerste instantie in Bussum. In 1952 pleitte de Televisieraad echter voor vestiging in Hilversum, als onderdeel van het Radio-City-Plan. Zo ontstond in Hilversum langzamerhand het zogenaamde Omroepkwartier. Dit ontwikkelde zich in de loop der jaren sterk door en trok ook gerelateerde bedrijvigheid naar Hilversum. Dat begon in 1958 met de komst van filmproductiebedrijf Cinecentrum. Productieactiviteit werd steeds meer uitbesteed aan relatief kleine particuliere bedrijven. De komst van commerciële zenders stimuleerde deze ontwikkeling alleen maar. In 1985 waren er al zo’n 170 bedrijven uit de audiovisuele sector gevestigd in Hilversum. Grammofoonplatenfirma’s, opnamestudio’s en drukkerijen zagen allen in Hilversum de ideale vestigingsplaats. Inmiddels kent iedereen in Nederland het voormalig Omroepkwartier als het Mediapark en is tevens met het gebouw van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, dat in december 2006 werd geopend (zie foto), het belang van deze plek onderstreept. g
girugten 03 / maart 2011 thema film fotoreportage
Pieter Jan Karsijns & Jelmer Jan Bootsma
6.
Filmhuizen in Groningen
7.
Pathé Groningen Deze bioscoop aan het Gedempte Zuiderdiep is onderdeel van de internationale keten met vestigingen tot in de VS . Uiteraard zijn hier alle gangbare films elke dag van de week te zien en waarschijnlijk is dit dan ook één van de meeste bekende bioscopen van Groningen.
PATHE.
MustSee Megabioscoop Euroborg Deze bioscoop in het Euroborgcomplex kampt al vanaf het begin van zijn bestaan met (voor zijn grootte) relatief lage bezoekersaantallen. Wellicht is dit te wijten aan de locatie, het Euroborgcomplex is nou niet de meest sfeervolle locatie om ’s avonds naar toe te gaan. In deze bioscoop zijn de meeste ‘grote’ films te zien op elke dag van de week.
Oude Rooms Katholiek Ziekenhuis (ORKZ) Dit voormalig ziekenhuis aan de Verlengde Hereweg in Helpman is in 1979 gekraakt en is tegenwoordig een autonoom woonwerkpand. Tevens kent het gebouw sinds dertig jaar een bioscoop. Er wordt op zaterdag- en maandagavond een film vertoond.
ORKZ.
MUSTSEE.
8.
girugten 03 / maart 2011 thema film thema-artikel
9.
Wietske Wilts
Een thuis in Berlijn? een cultureel-geografische interpretatie van Der Himmel über Berlin Het interpreteren van de film ‘Der Himmel über Berlin’ levert een doolhof aan interpretaties op, waarin geen enkele weg doodloopt. Telkens doemen er weer nieuwe cultureel-geografische associaties op. Deze film is een ware ‘cultgeo-bom’ die ik helaas niet in één artikel onschadelijk kan maken. Wel probeer ik in dit artikel enkele filmpuzzelstukjes op zijn plaats te leggen. Synopsis Der Himmel über Berlin (Wings of Desire). Wim Wenders. Berlijn, 1987
Damiel kijkt uit over de stad vanaf het ‘engelachtige’ beeld Siegesäule
Vera Zienema Vera staat vooral bekend als poppodium, maar elke dinsdagavond wordt de grote zaal omgebouwd tot bioscoopzaal. In Vera worden meestal de wat meer alternatieve films vertoond.
VERA ZIENEMA.
ForumImages Images was tot vorig jaar gevestigd in de Poelestraat. Het is echter de bedoeling dat dit filmtheater in het nog te bouwen Groninger Forum gevestigd zal worden. De oude bioscoop stond deels op de bouwlocatie van dit Forum, dus noodgedwongen is Images verhuist naar de voormalige Camera-bioscoop. Aangezien de bouw van het Groninger Forum op losse schroeven staat, is het de vraag wat er met dit filmhuis zal gebeuren. In Images worden elke dag van de week arthousefilms vertoond, dus de wat meer onbekende, maar kwalitatief zeker niet mindere films. g
De oude dichter Homer wordt bijgestaan door engel Cassiel terwijl hij uitrust op de verloren Potsdamer Platz
Damiel en Cassiel struinen als engelen door West-Berlijn. Zoals alle engelen in de stad kunnen zij in de gedachten van de gewone Berlijners kijken. Zo nu en dan leggen de engelen een bemoedigende hand op de schouders van eenzame of verdrietige Berlijners. Hoewel de engelen voor de Berlijners niet zichtbaar zijn, kunnen ze hun aanwezigheid soms wel voelen. De engelen zijn onsterfelijk en ze weten alles. Ze houden zich dan ook regelmatig op in de bibliotheek. Ze kunnen enkel observeren, niet ingrijpen in de werkelijkheid. Aan het eind van een dag spreken Damiel en Cassiel door wat er op welke plek in Berlijn is gebeurd. Cassiel volgt de stokoude dichter Homer op zijn weg door de bibliotheek en door de open plekken van Berlijn. Zo komen ze aan bij wat voorheen de drukke Potsdamer Platz was, nu (in de film, 1987) een kale zandvlakte gescheiden door de Berlijnse Muur. Hier mijmert Homer hardop over de (Berlijnse) geschiedenis. In een ondergrondse bunker slaan Damiel en Cassiel gade hoe een Amerikaanse film over de oorlog in Berlijn wordt opgenomen. In deze film speelt de acteur Peter Falk (bekend als Colombo, uit de gelijknamige Amerikaanse detectiveserie) en de engelen zijn erg geboeid in zijn mijmeringen. Later blijkt dan ook dat Peter Falk vroeger zelf een engel is geweest.
IMAGES. De willekeurige kiosk in een leeg stukje Berlijn- Damiel ontmoet Peter Falk
In een circus-oefenruimte treft Damiel de trapezeartieste Marion. Het circus gaat bijna failliet en Marion bereidt zich voor op haar laatste voorstelling. Damiel is (steeds onzichtbaar) bij haar als zij in haar
slaapwagen op bed ligt en denkt aan haar onzekere toekomst. Damiel wil eigenlijk wel eens als een normale sterveling leven. Als hij verliefd wordt op Marion weet hij het zeker: hij wil geen alwetende engel meer zijn, maar een levend mens. In het Sperrgebiet van de (toen nog staande) Berlijnse Muur verliest hij zijn engelenstatus en hij komt tot leven als mens. Hij spaziert door de straten van Berlijn op zoek naar Marion. Als hij bij het circusterrein aankomt, is het circus al vertrokken. Hij zoekt vastberaden verder en ziet een poster van Nick Cave and the Bad Seeds, een band waar Marion van houdt. Damiel gaat naar dit concert en treft daar Marion en zij raken verweven in een welhaast mythische dialoog. Betekenisvolle plekken Op het eerste gezicht lijken alle gebeurtenissen die de engelen volgen toevallig. Maar naarmate de film vordert merk je dat alles met elkaar in verbinding staat. En zo is het ook met de plekken waar het verhaal zich afspeelt. Alle plekken in Der Himmel über Berlin belichamen een zekere vorm van thuis-zijn of thuisloosheid. De staatsbibliotheek aan de Potsdamer
Platz is een soort thuis voor de engelen. Met kasten vol boeken is het een plek waar alles te weten valt. In de film is deze plek voorzien van een voortdurend engelengezang. Het lijkt een soort grot van het weten. De Potsdamer Platz als kale zandvlakte op de grens tussen Oost- en West-Berlijn laat zien hoe het met de Berlijnse identiteit gesteld is. De oude dichter Homer voelt zich het geheugen van de Berlijnse samenleving en contempleert hier over het verleden van de stad. Hij concludeert ‘Ich kann den Potsdamer Platz nicht mehr finden’. De dichter is zijn thuis kwijt, en de stad zelf is haar thuis ook verloren. De Berlijnse identiteit is hier vervuld van leegte. Net als de Potsdamer Platz bestaat de identiteit uit herinneringen, een leeg nu en een onzekere toekomst. De Potsdamer Platz symboliseert de thuisloosheid waarin de stad Berlijn verkeert. De patatkiosk is op het eerste gezicht een alledaagse plaats waar je langsloopt voor een zak friet of een kop koffie. Maar gaandeweg neemt de kiosk welhaast mythische proporties aan. Damiel bezoekt deze plek als engel en hoort Peter Falk als ex-engel tegen hem praten ‘I can’t see you, but I know you are here’. Ook vertelt Falk aan
10.
11.
Damiel hoe mooi het is om als sterveling te leven. Op deze manier wordt de patatkiosk een soort schakel tussen hemel en aarde, tussen engelen en stervelingen. Damiel drinkt hier ook zijn eerste kopje koffie als mens. En Marion raakt hier later aan de praat met Peter Falk over dat ze een man zoekt en een toekomst. Het circus is een heel gelaagde plaats. Het is opgezet op één van de vele open plekken in Berlijn. Marion als circusartieste met een nomadisch bestaan symboliseert een bepaalde ontworteldheid. Een circusartiest is nergens en tegelijk overal thuis. Als het circus failliet gaat en Marion haar baan verliest, voelt ze zich nog meer ontworteld. Het circus is afgebroken en Marion staat op een grote open vlakte in de stad en vraagt zich af wie ze is en wat ze nu met haar leven gaat doen. Dat zijn existentiële vragen. Als je dit gaat hineininterpretieren kan Marion symbool staan voor de ontworteldheid van de stad Berlijn na de Tweede Wereldoorlog. Berlijns open plekken functioneren voor zowel Marion als voor Berlijn zelf als een scharnierpunt in de tijd om de eigen identiteit (her)uit te vinden. De Berlijnse Muur heeft ook een curieuze rol in de film. Hoewel er geen enkele nadruk ligt op de Muur, komt deze toch veelvuldig
in beeld. Bovendien komt Damiel tot leven in het niemandsland dat tussen de Berlijnse Muren ligt (ja, het waren twee parallelle muren) en daarmee krijgt het deze grensplek een zekere grensdoorbrekende functie.
Als het circus failliet is, blijft Marion achter op een open plek in Berlijn
Open plekken? Natuurlijk is ook West-Berlijn geen toevallig decor voor deze film. Er doen vele ideeën over de centrale gedachte van Der Himmel über Berlin de ronde. Het is natuurlijk een liefdesgeschiedenis van Damiel en Marion, maar daarnaast kan de film ook gezien worden als een zoektocht naar de identiteit van Berlijn. In deze zin is Der Himmel über Berlin een echte Vergangenheitsbewaltigung-film. De open plekken in de stad roepen herinneringen op en stellen de kijkers de vraag hoe om te gaan met het verleden en hoe aan die letterlijke en figuurlijke open plekken een nieuwe identiteit toe te kennen. In deze zin kan Der Himmel über Berlin worden opgevat als een tijdsportret van Berlijn in 1987. Der Himmel über Berlin is ook een ontsnapping aan de hedendaagse snelheid van het leven in een metropool. De film laat zien dat de meest alledaagse plekken in een stad toch een welhaast mythisch verhaal kunnen vertellen. De open plekken geven de kijker ruimte en stimuleren diens gemijmer. Ook geeft de film een stukje hoop voor wie zich verloren voelt in de chaos van de sneller bewegende stad die steeds meer gedomineerd wordt door technologie. Want in elke metropool is nog wel een moment of een plek te vinden waarin de schoonheid van alledaagse kleine dingen zich openbaart. Zeker in Berlijn. g
De filmset in de ondergrondse bunker
Bronnen p.o.v., A Danish Journal of Film Studies, themanummer Wim Wenders, http://pov. imv.au.dk/pdf/pov8.pdf www.wim-wenders.com
De trapezeartieste Marion, een engelachtige verschijning die Damiel uit zijn engelenbestaan trekt
Aan het eind van de film ontmoeten Damiel en Marion elkaar in een bar en verenigen zij zich via een mythische dialoog
girugten 03 / maart 2011 thema film thema-artikel
12.
Judith Reimer
13.
Meer dan decor: ruimte in film “Come what may the house helps us to say: I will be an inhabitant of the world, in spite of the world.” GASTON BACHELARD, The poetics of space (1967) Geografie is overal. Dit werd nog eens erg mooi verwoord door professor Ashworth in een interview met Girugten (de jubileumeditie van april 2010). Volgens professor Ashworth zullen geografen niet gauw zeggen dat iets buiten hun vakgebied valt, ze vinden juist alles interessant. Dit themanummer over film bewijst deze stelling nog eens. Zelf ben ik begonnen als student Romaanse Talen en Culturen met als hoofdtaal Frans. Onderweg werd ik gegrepen door de geografie en ondertussen ben ik afgestudeerd als cultureel geograaf. Hoewel ik soms op enige verbazing stuit over deze combinatie, bewijst mijn afstudeerscriptie voor Romaanse Talen hoe interdisciplinair de geografie is en hoe goed de geografie en de literatuur- en filmwetenschap bij elkaar kunnen aansluiten. De cultureel geograaf onderzoekt de relatie tussen mensen en plekken, niet alleen in de wereld om ons heen maar ook in de imaginaire werelden die worden geschapen door bijvoorbeeld theatermakers, schrijvers, regisseurs en andere kunstenaars. Cultureel
geografen kruipen hier dicht tegen de letteren cultuurkunde aan. Andersom zijn in de letterkunde duidelijk geografische thema’s terug te vinden. Zo verscheen onlangs van hoogleraar Slavische Talen en Culturen Joost van Baak een omvangrijke studie naar het huis in Russische literatuur getiteld ‘The House in Russian Literature; A Mythopoetic Exploration’ (2009). Het gaat hier om het huis als een abstract concept, de ‘House Myth’ en minder als materiële verschijning. In mijn eigen scriptie doe ik onderzoek naar de ruimte waarin de personages in de film geplaatst zijn. Daarvoor heb ik een corpus samengesteld van drie films die ik kort in zal leiden. De meest recente film is ‘Le Temps du Loup’ (Time of the Wolf) uit 2003. De regisseur, Michael Haneke, is bekend door de film ‘Caché’ en zijn meest recente productie ‘Das Weisse Band’. In ‘Le Temps du Loup’ is een niet nader verklaarde ramp gebeurd en gaat een gezin vanuit de stad op weg naar hun buitenhuis. Daar aangekomen blijkt een andere familie hun huis te hebben geconfisqueerd. In een
woordenwisseling wordt de vader van het gezin neergeschoten door de indringers. Zijn vrouw Anne en haar twee kinderen vluchten en komen terecht in helse wereld waaruit ze niet kunnen ontsnappen want er zijn geen vervoermiddelen beschikbaar. In het eerste deel van de film zwerven Anne en haar kinderen rond over een onbekend platteland, in het tweede deel zijn ze gestrand in een met mensen volgestroomd stationnetje, wachtend op een trein die misschien nooit komen gaat. ‘Chaos’ is een film van Coline Serreau uit 2001. Serreau werd bekend met de film ‘Trois Hommes et un Couffin’ waarvan in Hollywood de bekende remake ‘Three Men and a Baby’ is gemaakt. In ‘Chaos’ raakt het leven van een Algerijnse prostituee op de vlucht voor haar pooiers verstrengeld met het leven van een welgestelde blanke dame uit Parijs. In tegenstelling tot de twee andere films is ‘Chaos’ behalve een geëngageerd drama ook een komedie. De derde film uit 1998, ‘La Vie Rêvée des Anges’ (The Dreamlife of Angels) van regisseur Erick Zonca speelt zich af in Lille, geportretteerd als een
CHAOS.
LE TEMPS DU LOUP. grauwe industriestad. De film gaat over de vriendschap tussen twee jonge vrouwen die tijdelijk een huis delen en die beide proberen wat van hun (uitzichtloze) leven te maken. De kernvraag in mijn onderzoek is op welke manier de ruimte in de films bijdraagt aan de ontwikkelingen in het plot van de films. In de letteren is het bestuderen van de manier waarop een verhaal verteld wordt een aparte onderzoeksdiscipline: de narratologie. Binnen de narratologie is het onderzoek naar de representatie van ruimte een (belangrijk) onderdeel. De analyse van de drie films in mijn corpus maakt duidelijk dat de manier waarop gebruik wordt gemaakt van een decor in een film erg kan verschillen. De ruimte heeft zogezegd uiteenlopende narratieve functies. In ‘Le Temps du Loup’, de film van Michael Haneke die zich afspeelt in een niet nader gedefinieerde omgeving op het platteland, lopen Anne en haar kinderen in verschillende shots door open en weidse landschappen waarbij de camera hen van een afstand registreert. Hun omgeving is daarbij niet alleen achtergrond maar een essentieel onderdeel van het verhaal. Je zou het landschap bijna een actief personage in het verhaal kunnen noemen. Het is de vijand, niet als persoon maar als een natuurlijke gevangenis. ‘La Vie Rêvée des Anges’ is een film die gaat over de vriendschap tussen twee jonge vrouwen. De omgeving, bijvoorbeeld het huis waar ze tijdelijk samen wonen, verraadt veel over de hoofdpersonen die verder weinig over zichzelf loslaten. Als de optimistische Isa voor het eerst in het appartement komt van de wat zwartgallige Marie, gooit ze gelijk de
ramen open zodat het licht naar binnen kan stromen. De setting in de industriestad Lille is een ander voorbeeld waarbij de ruimte informatie over de hoofdpersonen loslaat. De ruimte is in ‘La Vie Rêvée des Anges’ een verteller van het verhaal. In ‘Chaos’, de film over de Algerijnse prostituee
twee vrouwen voor in de zon. Het huis is de gevonden veiligheid, de zee de nieuwe vrijheid. In mijn afstudeeronderzoek kunnen de geografie en de literatuurwetenschap niet zonder elkaar. Het citaat van de Franse
LA VIE REVEE DES ANGES. Malika, functioneren de plekken waar de personages in worden geplaatst vooral als decor. Als decorstukken in een theater worden scènes in Parijs afgewisseld met scènes in Marseille en de jeugd van Malika in Noord-Afrika. De film eindigt desondanks met een mooie metafoor. Malika heeft een huis gekocht aan zee en daar zitten de
filosoof Bachelard vat niet alleen het motto van het onderzoek samen, maar verbindt ook de geografie en de letteren. De genoemde films zijn trouwens te huren in de videotheek (Rush in de Korrewegwijk heeft ze bijvoorbeeld allemaal). Ik zou beginnen met ‘La Vie Rêvée des Anges’… g
girugten 03 / maart 2011 thema film raad de plaat
Raad de Plaat
14.
In deze Raad de Plaat kijken we naar een ambacht waar een bepaalde stad zeer bekend om is. In deze ‘fabriek’ werken ongeveer 125 families om met elkaar tot een eindproduct te komen. Kenmerkend voor fabricage van het eindproduct is dat het in de directe omgeving
15.
van de fabriek enorm stinkt. Arbeiders genieten verbazingwekkend genoeg een zeer hoog aanzien in de stad. Welke ambacht wordt hier beoefend en in welke stad? Het goede antwoord kan gemaild worden naar
[email protected]. g
Oplossing vorige keer: Kabelbaan bij Masada, Israël Winnaar: José Antonio Roodhof
girugten 03 / maart 2011 thema film op de bank van...
16.
Pieter Jan Karsijns
girugten 03 / maart 2011 thema film recensie
Radiohead - The King of Limbs
Op de bank van... Luuk Stelder
Op Valentijnsdag kregen veel muziekliefhebbers het mooiste cadeautje dat ze zich konden wensen: Radiohead kondigde een nieuwe cd aan, die slechts vijf dagen later zou verschijnen. Een verrassend trucje dat het onafhankelijk operende Radiohead ook bij het vorige album In Rainbows uitvoerde. Ook deze keer blijkt de ontstane hype terecht. Met The King of Limbs opent Radiohead een interessant nieuw hoofdstuk in hun acht albums tellende geschiedenis.
LUUK STELDER. Kun je iets over jezelf vertellen? Ik ben Luuk Stelder, zesdejaarsstudent aan de faculteit. Ik doe nu de Master Economische Geografie en ben student-lid van het Faculteitsbestuur. Heb je nog andere dingen naast je studie gedaan? Ja, ik heb een jaar in het bestuur van Ibn Battuta gezeten en dus een jaartje niet gestudeerd. In zo’n jaar ontwikkel je je persoonlijkheid, je doet eens wat andere dingen dan je studie. Ook leer je samenwerken en doe je organisatorische vaardigheden op. Hiernaast ben ik ook nog leiding bij de scouting in Slochteren. Tevens heb ik veel vrijwilligerswerk bij festivals gedaan, zoals bijvoorbeeld bij het Noorderzonfestival. Je bent tegenwoordig student-lid van het faculteitsbestuur, kun je vertellen wat dit inhoudt? Als student-lid zit je bij de wekelijkse vergadering van het Faculteitsbestuur. Je hebt daar een adviserende stem, alhoewel dat bij onze faculteit ruim opgevat wordt. De hoofdtaak is om de belangen van de studenten te behartigen. Dat klinkt heel breed, en dat is het ook. De bedoeling is dat de belangen van de studenten gehoord worden. Bij onze faculteit gaat dit heel goed, dit komt mede doordat we een relatief kleine faculteit zijn.
Hoe houdt je precies contact met de studenten? Ik houd contact met de studenten via de studentenorganisaties zoals Ibn Battuta en Pro Geo, dat zijn toch wel de eerste aanspreekpunten. Hiertoe heb ik regelmatig een voorzittersoverleg met de voorzitters van alle studentenorganisaties: Ibn Battuta, Pro Geo, Girugten en Geo Promotion. Tevens kom ik veel op het Zernike, ik heb daar een kantoor wat ik deel met Pro Geo en Geo Promotion, zodoende spreek je de mensen veel en weet je wat er speelt en wat de belangen zijn. Je bent ook naar Den Haag geweest om te protesteren, wat is jouw mening over de kabinetsplannen? Ja, zoals velen ben ik op 21 januari jl. naar Den Haag geweest. De langstudeerdersboete blijft jammer, te meer omdat het beeld wordt geschetst dat een langstudeerder op dit moment veel extra kost. Echter, langstudeerders die besturen doen of om andere redenen niet naar college gaan, kosten niet zo veel. Dit omdat ze geen gebruik maken van onderwijs, hoewel ze wel collegegeld betalen. Deze maatregel wordt gewoon gebuikt als verkapte bezuiniging. Ook de afschaffing van de studiefinanciering voor de master vind ik niet goed, hiermee haal je de toegankelijkheid van het hoger onderwijs onderuit. Studeren is inderdaad een investering in jezelf, het is terecht
17.
Wymer Praamstra
dat je niet alles vergoed krijgt. Aan de andere kant is het ook een investering in de maatschappij. Met een betere opleiding ga je de maatschappij ook meer geld opleveren. De overheid heeft er ook zeker belang bij dat wij goed opgeleid worden, dat wordt nogal eens vergeten. Hoe denk jij over activiteiten naast de studie? Ik denk dat ik tijdens mijn studie het meest geleerd heb aan praktische vaardigheden, met dingen die ik naast mijn studie heb kunnen doen. Ik heb kunnen ontdekken wat ik leuk vind. Zelfontplooiing, het is een mooi woord, maar van die dingen leer je meer dan wanneer je alleen met je neus in de boeken zit. Ik zou mensen zeker willen aanraden om iets naast hun studie te doen. Als je nominaal loopt, heb je zelfs met de kabinetsplannen twee jaar extra de tijd, en in die tijd kun je een hoop doen. Goed, tenslotte natuurlijk nog de hamvraag: waar komt je bank vandaan? Mijn bank is een echte Mamaminibank, van de Mamamini aan het Damsterdiep. Het was de enige mooie bank die er stond en wonder boven wonder was het ook nog eens de goedkoopste. Deze bank heb ik al sinds ik op kamers ging, dus dat is viereneenhalf jaar. Afgezien van een klein scheurtje ziet hij er nog prima uit. Een hele fijne bank. g
Dat de conventionele manier van een album uitbrengen al lang niet meer relevant is, heeft Radiohead als geen ander door. Samen met bands als Deerhunter en Animal Collective voelen ze perfect aan dat de opkomst van het internet de verhouding tussen band en luisteraars definitief veranderd heeft. Het onverwachts releasen van nieuw werk zorgt er niet alleen voor dat het vooraf lekken van een album op internet niet meer iets is om bang voor te zijn, het zorgt ook voor een directere link tussen de band en fans. Door niet langer afhankelijk te zijn van traag opererende platenmaatschappijen en ver van tevoren opgezette reclamecampagnes zijn de bands in staat om hun werk meteen te delen met de wereld. Met een simpel ‘Thank you for waiting’ op 14 februari op hun eigen website was de hype rond The King of Limbs, het achtste studioalbum van Radiohead, gestart. Trending topic op twitter, discussies op wereldwijde internetfora en Facebook waren het logische gevolg. Zonder ook maar een noot van het album te laten horen was het al wereldberoemd, net zoals het bij het vorige album ging. Maar waar Radiohead bij In Rainbows in 2007 het toen baanbrekende Pay What You Want-principe hanteerde, zijn ze nu overgestapt op de vaste lage prijs van zeven euro voor een download van The King of Limbs. Nieuw is ook de release van een ‘newspaper edition’, waarbij je voor 36 euro een vinyleditie, cd, download en meer dan 625 ‘tiny pieces of artwork’ thuis krijgt in een biologisch-afbreekbare plastic hoes. Dit laatste is natuurlijk geen toeval. Een sterke band tussen Radiohead, in het specifiek zanger Thom Yorke, en het milieu was al langer bekend. Door de slechte invloed van hun megaconcerten op het milieu heeft de band zelfs overwogen te stoppen met touren. De wereld over vliegen voor een paar optredens, waar vervolgens tienduizenden mensen met de auto naartoe
komen ging ze te ver. Een optreden op het enorme Glastonbury-festival werd zelfs afgezegd omdat het openbaar vervoer er naartoe te slecht zou zijn geregeld. Dit ‘mens en natuur’-thema is de drijfveer achter een van de minst toegankelijke, maar gelijk meest interessante albums van de band tot nu toe. The King of Limbs is de naam van een, naar het schijnt, duizend jaar oude eikenboom die vlakbij de studio staat waar vorige album In Rainbows werd opgenomen. De cryptische tekstuele referenties op het maar acht nummers tellende album zijn verder talrijk, met single Lotus Flower als meest duidelijke link tussen mens en natuur: “there’s an empty space inside my heart, where the weeds take root […] slowly we unfurl, as lotus flowers”. Dat het eerste nummer Bloom heet is natuurlijk ook geen toeval. De moderne opvattingen van de band en hun manier van omgaan met de huidige markt staan in schril contrast met deze greep op de natuur als thema. Misschien een poging om authenticiteit terug te brengen in hun muziek?
stuk voor stuk kleine kunstwerkjes, maar niet langer toegankelijke pop-art, eerder ongrijpbare abstractie. Duidelijke invloeden voor The King of Limbs komen uit de hoek waar hippe dj’s/ producers als Flying Lotus, Four Tet en Burial opereren. Op de nachtmuziek die zij maken, met grillige bassen, onduidelijke structuren en hypnotiserende melodieën sluit dit album perfect aan. Dat die muzikanten weer sterk door Radiohead’s Kid A zijn beïnvloed maakt het cirkeltje rond. Radiohead levert een album af waarin de oude stijl van de band, zoals bij elk voorgaand album, weer een duidelijk nieuwe invloed verwerkt om zo tot een nieuwe, geëvolueerde sound te komen. Fans van de pre-Kid A-albums, die meer rockgeorieënteerd waren, zullen zich hier niet in kunnen vinden, terwijl liefhebbers van het nieuwe werk en de solocd van Thom Yorke hun hart kunnen ophalen. Een snel vervolg zit er in ieder geval wel in. Een cd met maar 8 nummers en in totaal 37 minuten speeltijd is verdacht kort. En het laatste nummer ‘Seperator’ noemen en daarin de regels “if you think this is over, then you’re wrong” zingen…? g
Hoe ongrijpbaar The King of Limbs op tekstueel gebied ook is, muzikaal gaat het misschien nog wel een stapje verder. Door veel fans al bestempeld als Kid A 2.0 (of Kid B), vormt het net als dat in 2000 verschenen album een breuk met de vorige plaat. In Rainbows was begrijpelijk, leunde voornamelijk op rock en kende in de meeste nummers een duidelijke structuur, waar The King of Limbs meer ambient en electronisch is. Standaardinstrumenten als bas, gitaar en drums zijn nog wel aanwezig, maar vaak niet als dusdanig te herkennen en een simpele couplet-refrein-constructie zul je zeker niet tegenkomen. De doorgaans retestrakke drumpartijen van Phil Sellway zijn slechts fragmentarisch herkenbaar en zo repetitief dat het samples lijken terwijl de gitaarpartijen van Jonny Greenwood vaak verzanden in ‘dreamscapes’ die de ambient-feel van de nummers verhogen. Het enige menselijke is de altijd herkenbare stem van Thom Yorke, maar ook hij klinkt op een paar uitschieters na, voor zijn doen, emotieloos. De natuur mag dan een belangrijk thema zijn, The King of Limbs voelt koud en ijzig aan, zeker als je het vergelijkt met de emotierijke oudere albums. Toch hoor je ook hier de genialiteit van Radiohead terug, de nummers zijn
g
THOM YORKE.
girugten 03 / maart 2011 thema film geografen aan het werk
18.
Remco van der Stoep
Planoloog aan het werk Remco van der Stoep Ik heb besloten dat ik mensen voortaan vertel dat ik geheim agent ben, als ze me vragen wat voor werk ik doe, op feestjes en andere gelegenheden. Daar kom ik makkelijk mee weg, ze begrijpen heus wel dat ik er verder niets over zeggen kan. Ik ben natuurlijk geen geheim agent, maar wanneer ik probeer uit te leggen wat ik wel doe, dwaalt de gemiddelde luisteraar terstond af. Collega’s hebben mij inmiddels gerustgesteld dat het niet aan mijn vertelcapaciteiten alleen kan liggen – ook zij hebben chronisch een moeilijk publiek. Voorheen, in mijn vorige baan, sprak ik graag over mijn werk in kroegen en huiskamers. Vooral mijn ervaringen met de prostitutiebranche vonden gretig aftrek. Nooit gedacht, tijdens mijn jaren aan de FRW, dat mijn eerste baan me in bordelen en daklozencentra zou brengen. Dat was ook vast niet gebeurd als ten tijde van mijn afstuderen, in 2004, de traditionele planologenbaantjes voor het oprapen hadden gelegen. In plaats daarvan kwam ik terecht bij onderzoeksbureau Intraval in de Sint Jansstraat en achteraf ben ik daar reuzeblij mee.
niet altijd een wassen neus zijn, bewijst het besluit deze maand van de regering om de voorgenomen verkoop van staatsbossen terug te draaien om de publieke opinie tegemoet te komen. Wij helpen onze opdrachtgevers dergelijke inspraakprocessen, consultations, te organiseren. Soms betekent dat dat we tal van workshops houden over de voorgenomen beleidswijziging; vrijwel altijd is er ook een schriftelijke consultatie. Belanghebbenden – vaak vallen burgers daar ook onder – geven dan via een website die wij verzorgen hun visie op de kwestie en wij ordenen en analyseren die informatie voor onze opdrachtgever. Er bestaat bijna geen betere manier om in korte tijd heel veel te leren over hoe een land in elkaar steekt.
Alumnus: Remco van der Stoep Afstudeerjaar: 2004 Afstudeerrichting: Technische Planologie, Stedelijke Planning
Mark Veenstra
Bouwput: Arnhem Centraal Ook leuk: de ene dag in een vergaderzaal van de Treasury zitten en de volgende dag in een buurthuis in ruraal Norfolk. De laatste maanden komt de planologie toch weer nadrukkelijk om de hoek kijken. We hebben plots een hele verzameling opdrachten in de ruimtelijke-ordeningsector. Zo zit ik, na zes jaar plezierige afleiding, weer midden in de onteigeningen, planschade en multicriteria-analyses. Ons voornaamste project is de consultation over nieuw hogesnelheidsspoor ten noorden van Londen. We zijn nu met de FRW aan het praten over samenwerking op dit project – zo kan ik straks op de Alumnidag misschien toch gehoor vinden als mijn werk aan de orde komt. g
Veldwerk en vraaggespreken waren belangrijke onderdelen van mijn werk bij Intraval en in die context ben ik inderdaad te gast geweest bij prostituees en daklozen, om beter inzicht te krijgen in hun situatie. Op andere dagen ging ik met een vragenlijst op zak bij bankdirecteuren en kunstkenners op visite. Na drie jaar en ontelbare treinreizen heb ik mijn loopbaan een bruuske wending gegeven, ontslag genomen en mij in Londen gevestigd. Enkele maanden later was ik werknemer van Dialogue by Design, net als Intraval een relatief klein bureau dat vooral in opdracht van overheden projecten uitvoert. We zijn een commercieel bedrijf met een missie: het bevorderen van participatie in besluitvorming. Dat was ook een belangrijk thema in mijn afstudeerscriptie, zodoende brengt mijn huidige baan me weer dichter bij de planologiepraktijk. Niettemin heb ik me de eerste twee jaar met compleet andere onderwerpen beziggehouden; de Britse wetgeving schrijft voor dat alle sectoren actief inspraak zoeken wanneer ze nieuw beleid maken. Dat zulke processen
girugten 03 / maart 2011 thema film bouwput
Huidige positie: Senior Project Manager bij Dialogue by Design
De metamorfose van een knooppunt van internationaal treinverkeer Perron in aanbouw
Arnhem ligt binnen een belangrijke doorvoercorridor tussen de haven van Rotterdam het Duitse achterland. De Betuwelijn loopt langs en de Rijn stroomt door deze sta die tevens een van de belangrijkste knooppunten in het Nederlandse spoorwegennet is. Ruim tien jaar inmiddels stopt de InterCityExpress(ICE), waarmee je snel van Amsterdam naar Duitsland kunt reizen, in Arnhem. Hierdoor wordt de positie van belangrijk knooppunt nog meer benadrukt. Bij aankomst op station Arnhem Centraal rijd je de bouwput van deze keer binnen: het stationsgebied van Arnhem. Het centrale station van Arnhem heeft door haar positie als belangrijk knooppunt een gestage groei in passerend verkeer op moeten vangen. Prognoses zijn dat over tien jaar dagelijks 110.000 reizigers langs Arnhem CS zullen komen, een aantal dat in 1997 nog 40.000 was. Het gevolg is dat treinen nu maar beperkt kunnen binnenkomen, doordat de capaciteit van het station onvoldoende is. Veel treinen moeten dan ook op elkaar wachten. Resulterende vertragingen in Arnhem hebben gevolgen voor de punctualiteit door heel Nederland. Reden om het station eens goed aan te pakken. In navolging van andere steden waar internationale hogesnelheidstreinen stoppen, vatte Arnhem het plan op om het Stationsgebied onder handen te nemen. Het definitieve Masterplan was rond 2000 gereed. Station Arnhem is een van de Sleutelprojecten van het Rijk geworden, waarbij het hier dus gaat om de ontwikkeling van HSL-stations in Nederland. Bij de rigoureuze vernieuwing van het stationsgebied wordt een groot deel van het gebied geheel opnieuw opgebouwd. Het Rijk en de gemeente Arnhem zijn samen gaan werken met ProRail, de Stadsregio Arnhem Nijmegen en nog een aantal andere actoren om het station te vernieuwen. In 2007 werd het oude stationsgebouw afgebroken. Het enige deel van het oude stationsgebouw wat bewaard gebleven is, de Sonsbeekentree, heeft elders een tweede leven als
theehuis gekregen. Vervolgens is de bouw van het nieuwe stationsgebied begonnen met de huidige staat als bouwput als resultaat. Allereerst wordt het spoor zelf aangepast op het grotere aanbod van treinverkeer. Afgelopen juli was het station zelfs een maand afgesloten voor treinverkeer vanuit Utrecht, Nijmegen en Tiel. Dit gaf de nodige overlast voor de reiziger en hoewel de trein al lang weer rijdt, zijn de bouwwerkzaamheden aan het spoor en in een groot deel van het gebied eromheen nog in volle gang. Het perron is via tijdelijke traversen bereikbaar voor voetgangers. Wat voor nieuw station zal de hinder de moeite waard moeten maken? Het toekomstige station zal er op ingericht zijn een veel groter aantal treinen per dag te verwerken dan het oude en bovendien een functie als internationaal, regionaal en lokaal knooppunt naar behoren te kunnen vervullen. Veel transportmodaliteiten komen langs Arnhem CS, van de elektrisch aangedreven stadsbus tot de ICE trein naar Duitsland, en zelfs automobilisten kunnen onder het station parkeren. Allereerst wordt er een extra perroneiland gebouwd waar regionaal treinverkeer en intercity’s kunnen stoppen, waardoor sneller treinverkeer efficiënter gebruik kan maken van de andere perrons. Het aantal wissels in aanloop naar het station wordt teruggebracht, doordat het efficiënter wordt ingericht. De gedachte hierachter is vermindering van het lawaai. Om de geluidsbelasting door het treinverkeer voor de omgeving van het station verder te verminderen, wordt er een zogenoemde keerwal gebouwd op twee punten op de steile helling die het spoor scheidt van de woonbuurt erboven. Bij het realiseren van deze wallen maakt het stationsgebied gebruik van de al aanwezige hoogteverschillen. Het geluid zal, behalve van het treinverkeer, ook van de algehele levendigheid van het stationgebied eromheen komen. Die levendigheid zou
19.
moeten ontstaan omdat voor de stations, zoals Arnhem centraal, die langs belangrijke internationale spoorwegroutes liggen het idee van ‘Wereldstations’ bedacht is. De doelstelling is dat deze stations de allure krijgen van internationale luchthavens. Om deze allure te bereiken doelt Arnhem in het Masterplan op de ontwikkeling van een stationlocatie waar 24 uur per dag activiteit is. Detailhandel overdag, culturele activiteiten in de avond, congresvoorzieningen en overig amusement zullen de reizigers van alle gemakken voorzien. De bedrijvigheid zal groter worden in het gebied. Dit alles wordt gehuisvest in een knap staaltje nieuwbouw. Zo zijn er twee hoge kantoortorens gebouwd en is men druk aan het bouwen aan een grote OV‘terminal’, alwaar de vele vervoersstromen soepel afgehandeld moeten worden. Dit is het centrale punt van het station en moet het karakter van een terminal op het vliegveld krijgen, zoals in de artist impressions te zien is. De terminal wordt 16 meter hoog en krijgt een organische ‘glooiende’ vorm, wat zal passen bij de van de hoogteverschillen in de directe omgeving. Dat is nog niet alles, want om de stromen reizigers vlot door het gebied te laten bewegen komt er bovendien een nieuwe perrontunnel die met een breedte van 21 meter drie keer breder dan de oude is. De verwachte drukte kan in ieder geval snel verwerkt worden. Naast deze vernieuwingen komt er nog een mooi stationsplein, grote fietsenstalling, ondergronds vuilnisafvoersysteem en nog een hele hoop zaken waarvoor de omvang van deze rubriek te krap is. De bouwput in Arnhem is in ieder geval groot genoeg om reizigers verwonderd om zich heen te laten kijken wat er allemaal gaande is, want het hele gebied ligt op de schop. Met de ontwikkeling van het project zijn ook de nodige problemen ontstaan, zoals de onvermijdelijke kostenoverschrijding en delen van het masterplan die niet meer haalbaar blijken door de economische stagnatie. Maar intussen wordt gestaag doorgebouwd en krijgt Arnhem vast en zeker een echt wereldstation. g Bronnen www.arnhemcentraal.nu ‘Arnhem ligt een maand lang een half uur verder weg’ , Volkskrant, 27 juli 2010 www.nshispeed.nl/nl/ice/aan-boordvan-ice-international Verschillende nieuwsbrieven over Arnhem centraal, Werkgroep communicatie Arnhem Centraal
girugten 03 / maart 2011 thema film masterthesis
20.
Laurien Beijer
21.
‘rent-gap’. Zonder rent-gap kan gentrification niet optreden. De rent-gap is het verschil tussen wat de huidige opbrengst is van land inclusief gebouw (capitalized ground rent) en wat diezelfde grond zou kunnen opbrengen bij herontwikkeling (potential ground rent). Naarmate dit gat groter is, wordt herontwikkeling interessanter.
Depression cycle and the rent gap
Survival of the fittest,
een onderzoek naar de negatieve effecten van gentrification in Bangkok “From the Bronx to Bangkok and from Nairobi to Manila, poor people in their tens of thousands are disproportionately targeted for resettlement, relocation and eviction from their homes and shops to make way for urban transport infrastructure - infrastructure which, ironically, they themselves cannot afford to use once it is built” (Brian Williams). Bangkok, aan de golf van Thailand, heeft officieel zes miljoen inwoners, maar naar schatting leven er elf miljoen mensen in de stad. De stad is dichtbevolkt.. Er zijn te veel auto’s, terwijl het merendeel van de bevolking nog steeds geen auto heeft. De constante files veroorzaken onwenselijke situaties. De overheid heeft, na een beleid van meer wegen aanleggen, haar focus verlegd naar de ontwikkeling van een goed openbaarvervoersysteem. In 1999 opende de Skytrain een verhoogd railsysteem, zijn deuren. Het is een snel, milieuvriendelijk systeem en heeft het centrum van Bangkok weer toegankelijk gemaakt. Een prachtig systeem, dat binnenkort wordt uitgebreid naar de buitenwijken waardoor het nog
efficiënter wordt. De meeste Bangkoknaren zijn er blij mee, maar de bouw van deze Skytrain heeft ook onwenselijke, bijna onzichtbare effecten gestart Deze effecten, zijn het onderwerp van deze thesis. Transport en armoede zijn aan elkaar gerelateerd. Er zijn drie problemen op gebied van transportsystemen die armoede versterken. Eén van de problemen tussen transport en armoede is dat voor de bouw van zo’n systeem er in de regel gedwongen uitzettingen (eviction) plaatsvinden. Deze uitzettingen zijn met goedkeuring van de wet en de slachtoffers krijgen vaak een nieuwe woning toegewezen. Echter, deze nieuwe woning is vaak ver weg van hun huidige leefomgeving en werk, en transport gaat in Bangkok erg moeizaam. Uren in de bus zitten over een traject van vijf kilometer is eerder regel dan uitzondering. Gevolg hiervan is dat deze mensen vaak terugkeren naar hun vorige leefomgeving en in het illegalehuizencircuit terecht komen (squatten. Ten tweede kan infrastructuur armoede versterken omdat de nieuwe systemen simpelweg te duur zijn, de meeste ov-bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor
hun inkomen en daarom niet snel bereid hun service uit te breiden naar de ‘poor and underprivileged’. Het derde probleem is de focus van deze thesis. Het is minder zichtbaar en voor de hand liggend maar misschien wel de meest ernstige: gentrification. Gentrification wordt hieronder uitgelegd, maar betekent kort gezegd herontwikkeling. De probleemstelling van deze thesis is: How has the arrival of mass transit stations affected the original inhabitants and users of the station areas in Bangkok and to what extend can this be classified as gentrification? Wat is gentrification en hoe komt het tot stand? Er is veel over gentrification geschreven en de meningen zijn verdeeld. Allereerst wat het is. Bovenstaand stripje legt in grote lijnen uit waar gentrification om draait: Nieuwe woonmogelijkheden voor de ene versus displacement voor de ander. De term komt van het Engelse woord ‘gentry’ en verwijst naar de mensen direct onder de adel, kortom de rijke middenklasse. Gentrification wordt in gang gezet door de
De waarde van land is subjectief, in een stedelijk gebied wordt bereikbaarheid en centrale ligging als waardevol gezien. Om waarde toe te voegen wordt een gebied ontwikkeld, echter in de loop der jaren verouderen gebouwen en de investering brengt steeds minder op. De capitalized ground rent gaat gelijk met de waarde van het gebouw omlaag, terwijl de potentiële waarde van de grond steeds waardevoller wordt. Het gat tussen exploitatie en potentie wordt zo groter. De waarde van de grond kan ook in korte tijd verhoogd worden door een andere ontwikkeling. De aanleg van de Skytrain maakte in Bangkok een heel gebied dat volledig vast stond weer bereikbaar, waardoor het binnen onafzienbare tijd veel meer waard werd en interessant om luxe hoogbouw neer te zetten. De Skytrain kan gezien worden als externe aanzet die de gentrificationcirkel in Bangkok in gang heeft gezet. (zie conceptueel model).
Conceptueel model
Displacement en silent eviction Gentrification wordt vaak in één zin genoemd met displacement. Displacement wordt omschreven door Lees et. al. als: ‘the forced disenfranchisement of the poor and working class people from the spaces and places to which they have legitimate social and historical claims’. Na samenvoeging met de definitie van de World Bank en het Oxford-woordenboek komt de definitie van displacement uit op: ‘Een persoon die gedwongen zijn huis moet verlaten en wordt vervangen door iemand anders’. Maar wat houdt ‘gedwongen’ in? Chester Hartman vult aan dat het concept ‘dwingen’ niet alleen betekent dat iemand zijn huis moet verlaten omdat hij/zij wettelijk en direct wordt uitgezet door overheid/ huurbaas, maar dat ook de beslissing die een huurder zelf neemt om zijn huis te verlaten gedwongen is, als externe factoren het onmogelijk hebben gemaakt er te blijven wonen.. De term displacement maakt geen onderscheid tussen deze twee vormen van uitzetting. Er is echter wel degelijk een onderscheid te maken. ‘Eviction’ of gedwongen uithuisplaatsing is een proces dat aan allerlei regels moet voldoen, het is daarom ook zichtbaar. Een gedwongen verhuizing die door de plaatselijke economie heeft geleid tot veel hogere huren of contractbeëindiging vanuit de huurbaas is veel minder zichtbaar en daarom bestaan hier in Bangkok ook geen regels voor. Deze vorm van uitzetting wordt in deze thesis benoemd als ‘silent eviction’ en is het grootste gevaar van een gentrificationproces. De term displacement verwijst naar een gevolg van deze gedwongen verhuizing, maar verwijst niet naar de verhuizing zelf. Displacement is een gevoel van niet thuis voelen, ontheemd zijn en is vaak, maar niet altijd, aan de orde bij ‘silent eviction’.
Conceptueel model Gentrification is onderdeel van urbanisatieprocessen. Het werkt als een cirkel. De waarde van land stijgt en daarmee wordt de rent-gap wijder. Hierdoor stijgen de huurprijzen en de potentiële huurprijzen. Huurders vertrekken zelf of de huurbaas verlengd de contracten niet meer, zodat op die grond een nieuw complex ontwikkeld kan worden. Dit verhoogt weer de waarde van de grond en na verloop van tijd is het gebouw aan vernieuwing toe en wordt de doelgroep weer een stukje hoger. Zo blijft de cirkel van gentrification rondgaan totdat er geen rent-gap meer is. Echter, om de waarde van land met zoveel te laten stijgen in korte tijd is er een ontwikkeling van buiten de cirkel nodig. In 1999 was dit de Skytrain, die het mogelijk maakte over de files heen te reizen en het financiële centrum weer bereikbaar maakte. Omdat de gentrificationcirkel veel betekent voor een stad, is het niet wenselijk de cirkel te doorbreken. Het zorgt er in Bangkok voor dat mensen minder met de auto reizen, dat de stad opknapt en schoner wordt. Vaak wordt echter silent eviction gezien als een noodzakelijk ongemak in plaats van een serieus probleem. Bangkok Bangkok is de primaire stad van Thailand. Dit betekent dat het land één grote stad heeft en dat alle andere steden significant kleiner zijn. Bangkok trekt nog steeds veel migranten aan vanaf het platteland. Bradshaw schrijft: ‘While the average income of primate city residents might be higher than rural counterparts, the inequality of income and of quality of life is so severe in primate cities that the standard of living is less than in rural areas.’. De cijfers over armoede in Bangkok verschillen net zo als de inwonergetallen. De betrouwbaarste bron is de World Bank die ervan uitgaat dat ongeveer 20% van de bevolking van
22.
Bangkok onder de armoedegrens leeft. Verkeerssituatie Waar Bangkok vroeger het Venetië van het oosten werd genoemd, is het tegenwoordig meer Los Angeles. De bootjes en kanalen
hebben plaatsgemaakt voor auto’s en asfalt. Tussen 1947 en 1957 is het aantal auto’s gestegen met 650%. Het aanleggen van tolwegen en nog meer asfalt werkte averechts en een nieuwe strategie, gericht op openbaar vervoer werd leidend in beleid. In 1993 werd het congestieprobleem aangemerkt als nationale crisis en kreeg het oplossen hiervan hoge prioriteit. Gevolg was dat in 1999 de Skytrain (BTS) zijn eerste ritje maakte. De Skytrain vergroot de bereikbaarheid en toegang tot de stad enorm, maar is niet voor iedereen een succes. Mike Jenks schrijft dat de trein ongelijkheid veroorzaakt. ‘At this level there
are direct pedestrian links from the stations into some of Bangkok’s prestigious shopping malls and hotels, and links to commercial areas. On the streets beneath this massive structure, the vibrant chaos of Thailand exists, seemingly untouched by the
world above’. Hij kaart aan dat het systeem nog meer de verschillen benadrukt tussen de rijke klasse boven, en de arme mensen beneden. De BTS richt zich inderdaad voornamelijk tot de rijke en middenklasse van de bevolking. Een ritje met de Skytrain kost tussen de 15 en 45 Thaise Bath (100 THB is 1 euro), vergeleken met een busritje van 7 THB is dit prijzig. Naast de kosten voor de BTS, heeft het systeem ook de vastgoedmarkt langs de lijnen een enorme boost gegeven. Cases De effecten
van
de
Skytrain
en
de
ontwikkelingen in de vastgoedmarkt heb ik onderzocht in de wijk Phayatai, ten noorden van Siam, het winkelhart van Bangkok door middel van diepte-interviews, observatie, gesprekken en documentatie in de 8 weken dat ik er was. In Phayatai liggen drie
stations van de Skytrain, station Ari, station Saphan Kwai en Mo Chit, het eindpunt van de lijn. De wijk Ari is van oorsprong een familiebuurt met grote vrijstaande huizen. Het was er rustig met goede verbindingen naar de stad. Tegenwoordig voelt de wijk aan als yuppenmagneet en hoewel nog niet ontdekt door de echte massa spelen vastgoedontwikkelaars wel al in op de mogelijkheden van de wijk. Waar vroeger de luxe westerse manier van leven voorbehouden was aan de expats, voelen de jonge, goed opgeleide Thai zich ook aangetrokken tot deze manier van leven. Het ander station, Saphan Kwai, betekend
De achterliggende theorieën, observaties, interviews en documentatie zijn te vinden in de thesis: Survival of the fittest: A study on the downsides of gentrification processes in Bangkok, Laurien Beijer, 2010.
letterlijk ‘buffelbrug’. Tot 1960 bestond dit gebied uit rijstvelden en grazende buffels. De buurt stond daarna bekend om zijn winkels, kraampjes en eetstalletjes. Sinds de Skytrain langsraast, zijn de meeste winkels leeg, want de grote weekendmarkt bij
Mo Chit is nu veel beter bereikbaar geworden. Naast winkels staat Saphan Kwai bekend als gogo-gebied voor de Thai. Volgens de bewoners van de buurt die ik heb gesproken kent de buurt veel criminaliteit en neemt dit toe. Dit wordt bevestigd door een agent. Saphan Kwai wonen veel minderbedeelden van Bangkok. De mensen die effecten hebben ervaren van de Skytrain kunnen worden opgedeeld in twee groepen: zij die voordeel hebben van het systeem en de mensen die benadeeld zijn. Algemeen kan gesteld worden dat de volgende groepen hebben geprofiteerd
van de Skytrain: projectontwikkelaars, overheden, duurdere restaurants/winkels, yuppen, expats en ook een kleine groep arme mensen. Benadeelden zijn de oude families in Ari die hun landhuizen hebben zien omringen met stad en bijbehorende herrie en de minderbedeelden door silent eviction en displacement. De arme mensen in Bangkok gebruiken de bus om te reizen. De bus staat eigenlijk altijd vast in de file, waardoor elke dag reizen onaantrekkelijk wordt. De meeste minderbedeelden hebben dan ook een klein bedrijfje aan huis, bijvoorbeeld een voedselkraampje of kapperszaak. Dit genereert net genoeg inkomen om rond te komen, spaartegoeden zijn er niet. Juist omdat deze mensen vaak een bedrijf aan huis hebben, is verhuizen zo ingewikkeld. Met een verhuizing verliest een ondernemer zijn vaste klantenkring. Silent eviction kan dus economische achteruitgang betekenen. In Saphan Kwai staat een appartementencomplex dat momenteel onderhevig is aan het gentrificationproces. De eigenaar wil van de huurders af, huren zijn in het afgelopen jaar verdriedubbeld en contracten worden niet verlengd. Ondanks deze voorbode wachten de huurders rustig af wat er komen gaat. Momenteel staat de buurt nog vol met woningen met lage huren, maar hoe langer het proces duurt, hoe verder weg de mensen zullen moeten verhuizen. Daar komt bij dat veel van de mensen die er wonen weinig of niet geschoold zijn. In de gesprekken kwam naar voren dat het voor veel van hen moeilijk is om verschillende processen te relateren aan elkaar, bijvoorbeeld dat de huurverhoging wel degelijk gelinkt is aan de Skytrain en niet een op zichzelfstaande beslissing van de huurbaas is. Deze moeilijkheid zorgt ervoor dat mensen niet in staat zijn op tijd te anticiperen op silent eviction. Maar er zijn ook arme mensen die profiteren van de Skytrain, zoals Authai de bloemenverkoopster. Zij heeft een condominium voor haar bloemenstal staan, waar eerst een markt was. Bloemen verkopen goed in Thailand, aan iedere klasse. Dankzij het condominium kan Authai meer geld vragen en zijn er meer mensen om haar bloemen te kopen. Met een beetje geluk verdient ze genoeg om de stijgende huur in haar eigen flat te kunnen blijven opbrengen. Conclusies Ari en Saphan Kwai blijven moderniseren en ontwikkelen. Naarmate Ari duurder en voller wordt, komen projectontwikkelaars richting Saphan Kwai. De komst van yuppen
23.
en expats drijft de oude families en de arme bewoners weg. In een aantal sloppenwijken in Bangkok blijkt het gewerkt te hebben om in buurtverband tegen de huisbaas in actie te komen.. De sociale band is in de sloppenwijken echter groter dan in de anonieme appartementencomplexen. De moeite die mensen hebben om processen te doorzien zorgt ervoor dat de slachtoffers altijd een stapje achter lopen. Scholing is hier een belangrijk aspect, wat weer afhankelijk is van bereikbaarheid. Tot dusver heeft de overheid nog geen stappen gezet om de negatieve effecten van gentrification, silent eviction te verzachten. Hoewel gedwongen uitzettingen volledig bij de wet geregeld zijn, lijken de verschillende instanties de ogen te sluiten voor silent eviction en dit af te doen als onbelangrijke schade van de vooruitgang. Het is aan te bevelen dat nu de Skytrain uit gaat breiden, de Office of Transport Planning de effecten van silent eviction gaat onderzoeken, daar het op de lange termijn sociale maar ook economische schade kan veroorzaken. De assertiviteit en kennis van rechten van huurders dient gestimuleerd te worden. Daarnaast zou het stadsbestuur regels kunnen instellen zodat silent eviction beter zichtbaar wordt. g Bronnen Askew, M. (2002) Bangkok, place, practice and representation. London: Routledge. Bangkok Mass Transit System (2003) BTS Skytrain [Online]. Government Housing Bank (2008) Low and middle income condominium development in Bangkok: Interview with Opas Sripayak. GH Bank Housing Journal. [Online] Vol.2 (2) pp. 49-55. Hamnett, C (1991) The blind men and the elephant: the explanation of gentrification. Transactions of the Institute of British Geographers. [Online] Vol. 16(2) pp. 173189. Jenks, M. (2003) Above and below the line: Globalization and urban form in Bangkok. The Annals of Regional Science, Vol. 37(3), pp.547–557 Kranton, R. E. (1991) Transport and the Mobility Needs of the Urban Poor. [Online] (Report INU 86) Washington DC: Worldbank. Informal publication. Laquian, A . A . (2005) Metropolitan governance reform in Asia. Public Administration and development. [Online]. Vol.25(4) pp. 307-315. Lees, L., T. Slater en E.. Wyly (2008) The gentrification reader. London: Routledge. Williams, B. (199?) Double Jeopardy: The link between transport and evictions. HABITAT. United Nations [Online]. Vol 7(3)
girugten 03 / maart 2011 thema film uit het buitenland
Debbie Lager
Een kennismaking met de wereld in Londen Pas drie weken geleden reisde ik af naar Londen om hier het veldwerk voor mijn masterthesis te verrichten aan de Queen Mary University of London. Reizen is ook eigenlijk een groot woord voor een paar uurtjes in de trein en een half uurtje in het vliegtuig. En in Londen ben ik ook wel eens vaker geweest, geen wereldreis dus, maar wel een wereld aan indrukken. Maar waarom zit ik als student nu eigenlijk in één van de duurste steden ter wereld? Ten eerste, een verblijf en onderzoek doen in het buitenland is verplicht voor de Research Master (niks mis mee natuurlijk). Ten tweede leek het mij een stad waar ik me in ieder geval nóóit zou kunnen vervelen. Ten derde, de belangrijkste reden om hier te zijn; mijn onderzoek naar het welzijn en de plaatsverbintenissen van oudere migranten. En waar zou ik nou beter kunnen zijn dan in een stad waarvan een derde van de bevolking buiten het Verenigd Koninkrijk is geboren? Hoewel ik op moment van
SCHOOL OF GEOGRAPHY.
schrijven nog niet veel kan vertellen over het verloop van mijn veldwerk, valt er genoeg te zeggen over mijn ervaringen met het leven in een metropool. Ook al heeft onze faculteit geen officiële banden met de School of Geography van Queen Mary, toch was een verblijf hier vrij makkelijk te regelen. Na de opluchting dat mijn inschrijving afgelopen december rond was, volgde de zoektocht naar een kamer. In mijn naïviteit had ik gedacht dat de universiteit vast wel wat voor mij kon regelen. Helaas, studenten die hier maar een paar maanden zijn kunnen het zelf uitzoeken. Tot een week voor mijn vertrek heb ik talloze Engelse kamernetten afgespeurd, met weinig succes. De combinatie van een redelijk veilige wijk, betaalbare kamer, op niet langer dan een uur reizen van centraal Londen, voor een student die hier maar twee maanden is, bleek niet te vinden. Mijn wanhoop begon toe te nemen en om mij te helpen stuurde mijn moeder een mail naar al haar collega’s. En warempel, binnen een week kwam ik in contact met een vrouw die jaren in Londen gewoond heeft en waarvan ik de keus uit drie kamers op een presenteerblaadje kreeg aangeboden! Nu heb ik een kamer bij een gezin in een mooi Victoriaans huis in een buitenwijk niet te ver van het centrum. Het is hier heel normaal dat gezinnen een kamer in hun huis onderverhuren om een beetje rond te komen. Het bevalt mij in ieder geval goed, en het is een leuke manier om wat mee te krijgen van de ‘English way of life’; op een zondagmiddag heb ik al mogen aanschuiven bij de wekelijkse Sunday Roast.
24.
Wanneer ik echter de deur sluit van ‘mijn’ huis om naar de universiteit te gaan, kom ik al snel in contact met de verschillende culturen die de stad rijk is. De cornershops worden gerund door Indiase mensen en doordat veel Zuid-Afrikanen zich geconcentreerd hebben in deze wijk is er ook een winkel met hun specialiteiten te vinden. In de trein richting Waterloo domineert het volk van de zakenlieden, die zich kenmerken door hun sobere pakken en hun ‘powerwalk’. Het schijnt typisch Londens te zijn om heel snel te lopen en in mijn eerste dagen hier moest ik uitkijken dat ik niet onder de voet werd gelopen, maar inmiddels moet ik bekennen dat ik zelf ook al aardig de pas erin heb zitten. Het scheelt behoorlijk wat tijd als je in het uitgebreide metrostelsel niet op elke roltrap stil gaat staan en de lange gangen door slentert. Eenmaal op de universiteit aangekomen is er helemaal een grote variëteit aan culturen te zien. Je hoeft hier niet vreemd op te kijken van studenten met tulbanden, lange baarden en boerka’s. Zoals professor Ashworth al zei: de wereld is in Londen. Voor mij zelf is het aan de ene kant wel fijn om op te gaan in deze multiculturele massa maar aan de andere kant mist daardoor bij mensen wel de nieuwsgierigheid en belangstelling voor wat je hier als buitenlandse student komt doen. Voor zover ik het kan beoordelen lijkt het studentenleven er hier ook heel anders uit te zien. Op Queen Mary speelt het dagelijkse leven zich af op de campus, waar faculteitsgebouwen, studentenflats, winkeltjes en cafés gezamenlijk op een terrein staan, waar geen auto’s mogen komen. Dit geeft de campus een levendig gevoel, heel wat anders dan het Zernike, ook al wordt daar de laatste jaren ook hard aan gewerkt. Toch spreekt het leven op de campus mij niet echt aan. Wil je hier wonen dan moet je een jaarcontract afsluiten, krijg je een kamer toegewezen en aan het eind van het collegejaar moet je je kamer uit om maar weer af te wachten met welke mensen je na de zomer in huis komt te wonen. En wil je niet op de campus wonen dan moet je maar iets zien te vinden dat een beetje in de buurt is. Even naar de universiteit fietsen is er dan niet meer bij. Zelf kost het mij een uur heen en een uur terug met de trein en metro. En dat ondergrondse reizen wordt op een gegeven moment ook wel saai. Ik ben blij als ik in april weer op mijn fiets kan stappen en mij bovengronds kan verplaatsen. g
girugten 03 / maart 2011 thema film ingezonden artikel
25.
Drs. Robbert Coops Sociaal geograaf en senior strateeg bij Schuttelaar & Partners (
[email protected])
Beperkte ruimte voor verstedelijking Toen dertig jaar geleden alle kaarten van de vastgestelde planologische kernbeslissingen (pkb’s) op elkaar werden gestapeld, ontstond de nodige commotie. De ruimtelijke claims van allerlei sectorale structuurschema’s, zoals die voor buisleidingen, verkeer en vervoer, militaire oefenterreinen, recreatie, natuur en milieu, drinkwatervoorziening en meer integrale nota’s, zoals die voor de stedelijke en landelijke gebieden, bleken nogal eens te botsen of elkaar uit te sluiten. Ze pasten niet op en bij elkaar. En dat alleen nog maar op nationaal niveau. Gelukkig (?) was het maar papieren beleid en een gebrekkige vingeroefening, maar dat de ruimtelijke en beleidsmatige druk fors was werd in ieder geval duidelijk. Net zo duidelijk was het dat de nationale coördinatie van het ruimtelijk beleid onder druk van sectorale en bestuurlijke belangen steken liet vallen. Twintig jaar later liet de ‘digitale’ Nieuwe Kaart van Nederland op een veel dynamischer en completere wijze zien hoe beperkt de ruimtelijke mogelijkheden in ons land – en vooral in de Randstad – eigenlijk zijn. Niet alleen de ruimtelijke plannen van de rijksoverheid, maar ook die van provincies, gemeenten, waterschappen en stadsgewesten bleken bij elkaar gevoegd een met elkaar conflicterend beeld op te roepen. Waar waren eigenlijk de regie en het overzicht? En
nu,
vijftien
jaar
later,
heeft
het
Planbureau voor de Leefomgeving de beleidsruimte voor nieuwe woon- en werklocaties buiten het bestaande bebouwde gebied in beeld gebracht. En ook dat beeld valt niet mee. Er blijkt, zoals te verwachten viel, nog buitengewoon weinig ontwikkelruimte zonder randvoorwaarden te zijn. Dat geldt vooral voor de Randstad, waar eigenlijk alleen de Bollenstreek en Almere nog ruimte bieden. Maar ook elders zijn beperkingen voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen of woningbouwlocaties. Dat wil niet zeggen dat deze gebieden op slot zitten, maar wel dat er vaak aan extra eisen en randvoorwaarden moet worden voldaan. Natuurlijk, kaartbeelden vormen zeker geen juridisch kader. En er zijn zeker niet overal beperkingen, vooral nog buiten de Randstad. Maar de conclusie van deze nuttige exercitie is toch dat de ruimtelijke ontwikkeling van grote delen van ons land alleen al door het rijksbeleid nauwelijks meer mogelijk is. Ook al omdat het beleidsterrein ‘ruimtelijke ordening’ in het huidige kabinetsbeleid een weinig prominente plaats inneemt – en dat is behoorlijk eufemistisch gesteld – ontbreekt het aan daadkracht. Zeker wanneer maatregelen, vergunningen en beleidscontouren van provincies, gemeenten of waterschappen daarbij worden betrokken. Nu al blokkeren geluidcontouren de groei van bedrijventerreinen, verkeerswegen of woonlocaties. En dat geldt ook voor milieuen gezondheidscontouren op het gebied
van fijnstof, externe veiligheid of CO2. Kortom, wil ons land gelet op alle bestuurlijke en planologische ambities, zoals aangegeven in de Structuurvisie Randstad of de Nota Ruimte, zichzelf niet hopeloos in de weg zitten dan zal er op korte termijn ingegrepen moeten worden in het huidige, ingewikkelde en taaie instrumentarium (dat ook nog voor een deel wordt bepaald door Europese richtlijnen en de ontstane blokkades in de vorm van jurisprudentie). Dat het actieprogramma ‘vernieuwing instrumentarium milieu en ruimtelijke ontwikkeling’ korte metten met de huidige stapeling van vergunningen en beleidskaders zal maken, lijkt een illusie. En dat terwijl meer lucht voor verstedelijking, zeker in het kader van de implementatie van de Crisis- en Herstelwet, echt nodig is. Ook zal daardoor de bestuurlijke verantwoordelijkheid beter geduid kunnen worden. Het nieuwe lemma in het juridische jargon heet ‘omgevingsrecht’. Dat moet een stelsel worden dat over een jaar of drie in werking kan treden. Maar eigenlijk is nu het moment aangebroken om versnelling af te dwingen door te experimenteren met dereguleringsprogramma’s of integrale gebiedsontwikkeling. Langer dralen leidt immers tot stagnatie in investeringen en uitvoering. En dat is – zeker nu – niet gewenst. g
ONTWIKKELING AAN DE KUST VAN NOORDWIJK.
26.
girugten 03 / maart 2011 thema film facultaire organisaties
Berichten van de FRW Intranet Sinds begin januari wordt het intranet van de faculteit automatisch opgestart bij het aanzetten van een computer in het FRW-gebouw. De secretariaten verzorgen samen met Imre het nieuws op de voorpagina van de site, in plaats van het versturen van algemene e-mails. Hou het intranet goed in de gaten om geen belangrijken berichten te missen. Mercator Het zal niemand ontgaan zijn: het gebouw heeft een nieuwe naam! Wie de naam heeft bedacht en waarom hij is gekozen is te lezen in de tekst van de toespraak die Piet Pellenbarg heeft gehouden bij de onthulling, te lezen op www.rug.nl/ frwintranet/informatievoor/obp
Herta Machtscriptieprijs 2011 Het congres komt dichterbij en het programma is bijna rond. Er zullen sprekers komen van Strukton, AM, de regio Groningen-Assen en prof. Dr. Philip McCann zal een bijdrage leveren. Tevens zal er een goed gevuld panel zijn met uitdagende onderwerpen waar studenten de kans krijgen om vragen te stellen aan de panelleden. In de workshops wordt gewerkt aan casestudies en kom je meer te weten over werkvelden. Uiteraard zal de hele dag
goed verzorgd zijn met een luxe lunch, een borrel en een diner. Word deelnemer door een passe-partout voor het lustrum van Ibn Battuta te kopen of meld je vanaf medio maart aan via de website! Het komende nummer van Girugten zal in teken staan van het congres, hierin zullen de sprekers het onderwerp “de grensoverschrijdende regio” inleiden. Tot 13 mei!
Bestuurssollicitaties Ibn Battuta is op zoek naar een nieuw bestuur voor het jaar 2011-2012! Tijdens je bestuursjaar zal je de vereniging besturen en veel ervaring op doen, die je niet in de collegebanken vindt. Als dit jou een uitdaging lijkt en je deze uitdaging graag aan wil gaan, solliciteer dan voor een bestuursfunctie bij Ibn Battuta. Dit kan je doen door een motivatiebrief + cv te sturen naar
[email protected]. Kijk op de website voor meer informatie over de functieomschrijvingen en meer details over de sollicitatieprocedure. De inschrijving is geopend tot 5 april 2011. Wil je meer informatie, mail dan het bestuur of kom langs in de koffiekamer (5414.0013).
Nieuwe vice-decaan Inge Hutter is per 1 januari vice-decaan en ph-onderzoek bij de faculteit. Ze vervangt Leo van Wissen, die sinds 1 november directeur is van het NIDI in Den Haag. Per 1 mei zal Inge Piet Pellenbarg opvolgen als decaan. Er wordt gezocht naar een nieuwe vicedecaan/ph-onderwijs. Inge is sinds 1 januari ook directeur van de Graduate School, in plaats van Johan Woltjer. Tegenlicht Op 1 december is een groep studenten van de Master Culturele Geografie te gast geweest bij de VPRO Redactie Tegenlicht in het kader van de uitzending over Groningen in de serie ‘Nederland op de Tekentafel’. De studenten hebben als eerste de uitzending mogen bekijken en met de regisseur Eugene Paashuis, de researcher William de Bruijn en stagiaire Tessa Colen mogen bediscussiëren. Vervolgens hebben de studenten een presentatie gehouden over de eerste uitkomsten van hun analyses van beelden over Oost-Groningen en interviews met mensen uit dit gebied. De presentatie werd ingeleid door een korte toelichting over de Master Culturele Geografie en het vak representeren van Plaatsen waarbinnen de twee onderzoekjes plaatsvonden.
27.
Vereniging ter bevordering der bouwkunst Aan: studenten en docenten betrokken bij het ‘ontwerpvak’. Betreft: (hernieuwde) Kennismaking met de Vereniging tot Bevordering der Bouwkunst (VBB) Wij stellen Noord-Nederlandse betrokkenen bij het ‘ontwerpvak’ op de hoogte van de bezigheden van de VBB. De Groningse vereniging is in 1893 opgericht met als doel ‘de kennis en het inzicht over het bouwen in relatie tot de samenleving te bevorderen’ door middel van onder meer lezingen, discussies, excursies en tentoonstellingen. Nog steeds wordt ons doel verwezenlijkt met lezingen, discussies en excursies om zo haar leden kennis te laten uitwisselen en te inspireren. Dit vindt plaats in de Academie van Bouwkunst / School van de Architectuur, Zuiderkuipen 19 te Groningen.
Om de VBB ook in de toekomst verder te laten bloeien zijn wij een ledenwerfactie gestart. Voor een jaarlijks bedrag van €40,(Studentenlidmaatschap slechts €15,-!) kan volgende week al een lezing worden bijgewoond! Aanmelden kan eenvoudig op www.ver-bouwkunst.nl. Mag ik jullie namens het bestuur van de VBB vragen om deze mail te verspreiden onder studenten en docenten? Wij worden graag op de hoogte gehouden van verspreiding van deze informatie. Voor vragen en/of opmerkingen kun je mailen naar
[email protected] of
[email protected]. Alvast hartelijk dank! Wybren Jorritsma
Bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen wordt in 2011 voor de zesde maal de Herta Machtscriptieprijs uitgereikt. De prijs, een geldbedrag van €1000.- en een aandenken, wordt naar verwachting op dinsdag 24 mei 2011 uitgereikt in Groningen. De deadline voor het inleveren van scripties is 22 maart 2011. In 2010 is de prijs gewonnen door Michiel van den Bergh (UvA) met zijn masterthesis over zijn onderzoek naar het dreigende verdwijnen van een van de meest bijzondere paradijsvogels in Papua New Guinea. Enkele opmerkingen uit de juryrapporten: Destructive attraction. Blue Bids-ofparadise and local inhabitants: an equilibrium? “Een prachtig, zelfstandig veldwerk in een moeilijke omgeving. Het verbindt de oude en de nieuwe geografie.” …geheel in de traditie van de Royal Geographical Society en, inderdaad, de National Geographic “ “…aangezien het toch een enorme belevenis moet zijn geweest dit onderzoek te doen“ “Dankzij zijn veldwerk heeft hij belangrijke, nieuwe informatie boven water gekregen over de kennis en de visie van de lokale bosbewoners uit verschillende etnische groepen in verschillende locaties. Ik vind de scriptie ook erg prijswaardig voor de zorgvuldige ethische reflectie over het eigen
Volgende keer staat Girugten in het teken van het congres georganiseerd door Geo Promotion.
handelen en invloed van het veldwerk, erg anders dan de ontdekkingsreizigers waar zijn begeleider in de aanbevelingsbrief refereert!” In 2009 is de prijs gewonnen door Anu Kõu met haar Engelstalige masterthesis over naar Nederland gemigreerde Esten, “ Perceived consequences of migration on the social networks and adaptation of longterm migrants, Estonians in Netherlands”. Kõu is inmiddels PhD-student bij het Population Research Centre waar ze werkt aan haar onderzoek: “Brain gain: Migrant biographies of highly skilled South Asians in the Netherlands and United Kingdom”. In 2008 won Denise Kroes (Universiteit Utrecht, Internationale Ontwikkelingsstudies) de prijs met haar scriptie: Community Based Tourism: A way out of Poverty? De scriptie werd beoordeeld als “...een geslaagde weerslag van een zeer gedegen stuk (veld)werk. Het onderzoek is een mooi voorbeeld van maatschappelijk relevant onderzoek”. Bermmonumenten : Plekken om bij stil te staan van Vincent Breen (RUG) was de winnende scriptie in 2007. De jury meende o.m. dat “...Vincent Breen koos voor een origineel onderwerp, en de vasthoudendheid waarmee hij heeft geprobeerd zoveel mogelijk moeilijk vindbare betrokkenen op te sporen en
vervolgens mee te spreken, verdient zeer grote waardering”. Marieke van der Sloot (UvA) won in 2006 voor de eerste keer de scriptieprijs met haar scriptie over jonge Tibetanen in India (I-Eye Tibet. Autovideographies depicting ethnonational identity in daily lives of young Tibetans in Dharamsala, India). Zij liet de jonge mensen zelf hun leven filmen en leverde een omvangrijk boekwerk incl. CD-rom af. De jury merkte o.m. op: “...Haar manier van dataverzameling (het geven van een videorecorder aan Tibetanen met het verzoek om een compleet verhaal te maken over zichzelf en hun persoonlijk leven) is origineel - een methodologisch experiment waarvoor zij lof verdient”. De UK plaatste een interview met Van der Sloot. De Scriptieprijs is bedoeld voor jong talent in de ruimtelijke wetenschappen en heeft als doel het bevorderen van culturele aspecten in en maatschappelijke relevantie van de ruimtelijke wetenschappen. In aanmerking komen scripties die niet ouder zijn dan 2 jaar en zijn beoordeeld met het cijfer 8 of hoger. Aanmelden? Surf naar http://www.rug. nl/frw/onderwijs/scriptieprijs voor het aanmeldingsformulier en het reglement. De deadline voor het inleveren van scripties is 22 maart 2011.
‘De grensoverschrijdende regio. Krachten in het noorden.’
g
g g g g gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g faculteit ruimtelijke wetenschappen
g
g
g g
g g
g
g
contactadres
g postbusg800
g
g
g g
g
g
g
g g
g g
g
g
g
g
g
g
g g g g g g g g gg g ggg g ggg g ggg g ggg g g g g g
e-mail g g
[email protected]
g g
g
g gg g gg g gg g gg g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg g
g
g
g
9700 AV Groningen
g
g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g
g
g
g
g g
g
g
g g
g
g
g g
g
g
g g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g g g g ggggg
g
g g
g gg gg gg gg g g g g g g g gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg g g g g gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg g
g
g
g
g
g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g
g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g
g
g
g
g
g g g g g g g g gg g ggg g ggg g ggg g ggg g g g g g g
g g
g
g gg g gg g gg g gg g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g g gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg g
g
g
g
g
g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g
g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g g
g g
g
g
g
g
g
g g g g g ggggg
g
g
g g
g gg gg gg gg g g g g g g g gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg g g g g gg gg gg gg gg g g g g g g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g gg gg gg g g g g g g g g g g g g g g g g g gg g g g g g g g g g g g gg gg gg gg gg
gg gg gg gggg gg gg gg g g g g g g g g g g g g gg gg gg gg gg g g g g g g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g
g
g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g g
g
g
g
g
g
g gg g gg g gg g gg g gg g gg g g g g g g
gg gg gg gg g g g g g g g g g gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg gg g g g g gg gg gg gg gg g g g g g g
g
g
g
g
g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g
g gg gg gg g g g g g g g g g g g g g g g g g gg g g g g g g g g g g g gg gg gg gg gg
gg gg gg gggg gg gg gg g g g g g g g g g g g g gg gg gg gg gg g g g g g
g
g
g
g
gg gg gg gg g g g g
g
g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
g
g
g g
g
gg gg gg gg g g g g g
g
Grafisch ontwerp Marjolein Pot
g
g
g
g
g
g
g g g
g
g
g
g
g
g gg g gg g gg g gg g gg g gg g g g g g g
g
g g g g g g g
g
g
g
g