STUDIEGIDS
Tandheelkunde
2014 / 2015
Faculteit Medische Wetenschappen Universitair Medisch Centrum Groningen
Faculteit Medische Wetenschappen Universitair Medisch Centrum Groningen Rijksuniversiteit Groningen Openingstijden MWF-complex, Ant. Deusinglaan 1: maandag t/m donderdag:
07.30 – 21.00 uur
vrijdag
07.30 – 17.30 uur
Tel. receptie: 363 8000, bij calamiteiten: 363 8050 Speciale sluitingsdagen: Op de volgende dagen sluit het MFW-complex om 16.30 uur: 5 december en de dag voor Kerstmis.
Op Goede Vrijdag en 28 augustus is het MWF-complex volledig gesloten. Van alle studenten wordt verwacht dat zij elke dag Nestor, hun postbakje
nestor
en hun e-mail (via de facultaire e-mail: …@student.rug.nl) raadplegen voor het onderdeel dat op dat moment gevolgd wordt en bij de algemene mededelingen.
Belangrijke mededelingen, zoals wijzigingen in colleges, practica, tentamens, etc., worden op deze wijze aan de studenten meegedeeld. Een student is nooit gevrijwaard tegen de gevolgen van het niet tijdig lezen van dergelijke mededelingen. Ook aanvullend onderwijsmateriaal kan via bovengenoemde kanalen verspreid worden.
Kopieerfaciliteiten bevinden zich in de hal bij de garderobekastjes. Kopieerkaarten zijn verkrijgbaar bij de Uitgiftebalie bij de onderwijsingang.
Woord vooraf Deze studiegids 2014/2015 biedt u het programma van de opleiding Tandheelkunde. De opleiding, die in 2004 vernieuwd is, wordt aangeduid met T21. In deze studiegids is een korte beschrijving te vinden van de opleiding. Deze bestaat uit de Bachelor- en de Masteropleiding. De Bacheloropleiding duurt 3 jaar en de Masteropleiding 3 jaar: in totaal 6 jaar. Voor een goede opleiding is het belangrijk om steeds de kwaliteit ervan te verbeteren. Hiervoor is het nodig dat studenten hun oordeel over het onderwijsprogramma geven en dat daar ook rekening mee wordt gehouden. Studenten kunnen dat doen door deel te nemen aan de evaluatie van ieder programma onderdeel. Het invullen van de evaluatieformulieren is dus zeer belangrijk. De resultaten van de evaluaties vormen mede de basis voor discussies in de opleidingscommissies over kwaliteitsverbetering. Vanaf 1 januari 2005 vormen de Faculteit Medische Wetenschappen en het Academisch Ziekenhuis Groningen samen het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). De opleiding Tandheelkunde, die ondergebracht was bij de Rijksuniversiteit, Faculteit Medische Wetenschappen, maakt nu ook deel uit van het UMCG. Voor u als student betekent dit dat u wordt opgeleid in een inspirerende leeromgeving waar onderwijs, patiëntenzorg en onderzoek bij elkaar komen. De studiegids is een leidraad met regels, tips, boekenlijst etc. In die zin is het een echte gids in studieland, onmisbaar om met een goede studievoortgang het einddoel te bereiken. De onderdelen Onderwijs- en Examenregeling en de Regels en Richtlijnen zijn hoofdstukken die extra belangstelling verdienen. Studenten en docenten verwachten van elkaar dat zij deze regels kennen en zich aan deze regels houden. De onderwijs- en examenregelingen zijn, bij de wet geregeld, vastgesteld door het bestuur van het UMCG. Ten slotte. In deze gids staat veel over de opleiding Tandheelkunde zoals deze wordt aangeboden binnen de Rijksuniversiteit Groningen. Maar de Universiteit heeft veel meer te bieden dan deze studierichting alleen. Studium Generale, colleges bij andere faculteiten zoals talen, filosofie, bedrijfskunde, kunstgeschiedenis: mogelijkheden te over. Wanneer u zich in deze jaren aan de Universiteit uitsluitend verdiept in de Tandheelkunde dan heeft u uw kansen onvoldoende benut. Laat deze kansen niet liggen, kijk ook eens buiten uw vak! Ik wens u een leerzaam, prettig en succesvol studiejaar toe. Mede namens dr. N. Blanksma (curriculumcoördinator Bachelor) en dr. J. Tams, (curriculumcoördinator Master), Prof. dr. J.C.C. Borleffs Prodecaan Onderwijs UMCG/Faculteit Medische Wetenschappen
1
INHOUDSOPGAVE 1 KENMERKEN VAN DE OPLEIDINGEN TANDHEELKUNDE INLEIDING ........................................................................................................................................................................................ 5 DE KENMERKEN VAN HET ONDERWIJS ............................................................................................................................. 5 INHOUD EN VORMGEVING VAN HET ONDERWIJS VOOR DE OPLEIDING TANDHEELKUNDE........................................................................................................................................................................ 7 BESCHRIJVING ONDERWIJSEENHEDEN BACHELOR OPLEIDING .......................................................................... 11 BESCHRIJVING ONDERWIJSEENHEDEN MASTER OPLEIDING ................................................................................ 22 2 UMCG, ONDERWIJSORGANISATIE EN COMMISSIES UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN ..................................................................................................... 26 ONDERWIJSINSTITUUT ........................................................................................................................................................... 27 COMMISSIES ................................................................................................................................................................................ 29 EXAMINATOREN TANDHEELKUNDE ................................................................................................................................ 31 UMCG, CENTRUM VOOR TANDHEELKUNDE EN MONDZORGKUNDE ............................................................ 32 TANDHEELKUNDE FACULTEITSVERENIGING ARCHIGENES.................................................................................... 33 KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER TANDHEELKUNDE (NMT) ... 34 ASSOCIATIE NEDERLANDSE TANDARTSEN (ANT) ..................................................................................................... 34 3 ALGEMEEN .................................................................................................................................................................................. PLANNING VAN HET STUDIEJAAR ...................................................................................................................................... 35 AANVRAAG BULLEN TANDHEELKUNDE .......................................................................................................................... 35 FACILITEITEN STUDENTEN TANDHEELKUNDE ................................................................................................ 36 CENTRALE MEDISCHE BIBLIOTHEEK (CMB)................................................................................................................... 38 INFORMATIE EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE (ICT) IN HET ONDERWIJS ................................................ 39 ALGEMEEN VORMENDE VAKKEN (AVV) ........................................................................................................................... 41 INTERNATIONALISERING / STAGES IN HET BUITENLAND ....................................................................................... 42 JUNIOR SCIENTIFIC MASTERCLASS.................................................................................................................................... 43 HONOURS COLLEGE ................................................................................................................................................................ 43 DONALD SMITS CENTRUM VOOR INFORMATIE TECHNOLOGIE ............................................................ 44 ARBO-EN MILIEUZAKEN ................................................................................................................................................................... 44 STUDENTENZAKEN RUG................................................................................................................................................................... 46 STUDIEVERTRAGING ........................................................................................................................................................................... 46 STUDEREN MET EEN LICHAMELIJKE FUNCTIEBEPERKING, LANGDURIGE PSYCHISCHE KLACHTEN OF DYSLEXIE ................................................................................................................................................................................. 46 VERTROUWENSPERSOON RUG .......................................................................................................................................... 46 INFECTIEBESMETTING EN DE OPLEIDING TANDHEELKUNDE ............................................................................... 48 VERZEKERINGEN TANDHEELKUNDE ................................................................................................................................. 50 REISKOSTENVERGOEDING VOOR STUDENTEN TANDHEELKUNDE ................................................................... 51 BOEKENLIJST STUDIERICHTING TANDHEELKUNDE BACHELOR 2014/2015.................................................... 54 BOEKENLIJST STUDIERICHTING TANDHEELKUNDE MASTER 2014/2015 ......................................................... 58 STUDIEKOSTEN OPLEIDING TANDHEELKUNDE ........................................................................................................... 58 REGELING STUDIEGEBONDEN KOSTEN TANDHEELKUNDE ................................................................................... 60 LEENREGELINGSFORMULIER ................................................................................................................................................ 61 STUDENT IN DE TANDARTSPRAKTIJK ............................................................................................................................... 62
2
4 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE OPLEIDING IN DE TANDHEELKUNDE INLEIDING ...................................................................................................................................................................................... 65 PARAGRAAF 1, ALGEMENE BEPALINGEN ........................................................................................................................ 67 PARAGRAAF 2, VOOROPLEIDING ....................................................................................................................................... 70 PARAGRAAF 3, INHOUD EN RICHTING VAN DE OPLEIDING ................................................................................... 73 PARAGRAAF 4, DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE VAN DE OPLEIDING ............................................................... 75 PARAGRAAF 5, STUDIEVOORTGANG, INCLUSIEF STUDIEADVIES ........................................................................ 79 PARAGRAAF 6, TOELATING TOT HET TWEEDE JAAR VAN DE OPLEDING, DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE ............................................................................................................................................................................................ 83 PARAGRAAF 7, DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE VAN DE OPLEIDING............................................................... 84 PARAGRAAF 8, OVERIGE PROGRAMMA’S ...................................................................................................................... 91 PARAGRAAF 9, TENTAMENS VAN DE OPLEIDING .................................................................................................... 101 PARAGRAAF 10, EXAMEN VAN DE OPLEIDING.......................................................................................................... 108 PARAGRAAF 11, STUDIEBEGELEIDING ........................................................................................................................... 110 PARAGRAAF 12, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN ........................................................................................... 110 Bijlage: Eindtermen Bachelorfase en Masterfase ................................................................................................................ 112 Gedragsregels voor studenten tandheelkunde .................................................................................................... 120 5 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE OPLEIDING IN DE TANDHEELKUNDE INLEIDING ................................................................................................................................................................................... 123 PARAGRAAF 1, ALGEMENE BEPALINGEN ..................................................................................................................... 124 PARAGRAAF 2, OPBOUW VAN DE OPLEIDING .......................................................................................................... 126 PARAGRAAF 3, TENTAMENS EN EXAMEN VAN DE OPLEIDING ......................................................................... 130 PARAGRAAF 4, TOELATING ................................................................................................................................................ 135 PARAGRAAF 5, STUDIEBEGELEIDING ............................................................................................................................. 136 PARAGRAAF 6, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN` ........................................................................................... 136 Bijlagen: Eindtermen Bachelorfase en Masterfase ................................................................................................................ 138 Gedragsregels voor studenten tandheelkunde .................................................................................................... 145
6 REGELS EN RICHTLIJNEN EN PROTOCOLLEN EXAMENCOMMISSIE TANDHEELKUNDE EN GENEESKUNDE 2014-2015 ........................................................................................................................................... 146
STUDENTENSTATUUT 2014-2015 RUG ................................................................................................................. 203
3
4
1 KENMERKEN VAN DE OPLEIDING TANDHEELKUNDE. INLEIDING In 1995 gingen in Groningen de opleidingen tot tandarts en mondhygiënist van start. Een belangrijk uitgangspunt bij deze start was het inter-professioneel samenwerken tussen beroepsbeoefenaren in de mondzorg. Beide opleidingen werden oorspronkelijk ingebed in de Faculteit Medische Wetenschappen. In aansluiting op de uitgangspunten van Curriculum C2000 van deze Faculteit, is de opleiding Tandheelkunde gebaseerd op de principes van probleemgeoriënteerd onderwijs. Het curriculum van de opleiding Tandheelkunde is ingrijpend veranderd: in september 2004 is de 3-jarige Bachelorfase van het nieuwe curriculum Tandheelkunde (T21) gestart. In september 2007 is de 2-jarige Masterfase van start gegaan. Ondanks dat de Masteropleiding pas is gestart in 2007 is er alweer een niet onbelangrijke verandering met betrekking tot de duur van de Masteropleiding. Met ingang van het studiejaar 2007 zal voor de studenten die met de Bacheloropleiding beginnen, het programma van de daarop volgende Masteropleiding 3 jaren duren. DE KENMERKEN VAN HET ONDERWIJS Integrale mondzorg Adequate mondzorg vereist een integrale en brede benadering van de patiënt en zijn mondgezondheid, waarbij alle aspecten van gezondheid en persoonlijke omstandigheden een rol kunnen spelen. Mede gezien de grote verschillen in mondgezondheid leidt dit tot een breed beroepsprofiel voor de tandarts met aandacht voor tandheelkundige, medische maar ook sociaaleconomische aspecten. De tandarts dient diagnostiek en behandeling van een breed scala problemen te beheersen. Vanuit dit overzicht moet hij in staat zijn een zorgplan op te stellen en de uitvoering van taken te coördineren en behandelingen uit te voeren. De mondzorgkundige richt zich op de volledige professionele preventie, waarvan screening en monitoring van de toestand van de mond en check-up een belangrijk deel uitmaken, eveneens gericht op een breed scala van mogelijke probleemvelden. Tot het takenpakket van de mondzorgkundige behoort tevens de behandeling van eenvoudige problemen, zoals de curatieve behandeling van primaire cariës. Vanuit deze brede benadering van mondzorg is gekozen voor integratie van inhouden en thema’s in een vijftal lijnen, die dwars door de traditionele tandheelkundige vakken heenlopen en samen het gehele kennisdomein van de mondzorg dekken. Minstens zo belangrijk als de (theoretische) ordening van leerinhouden is de werkwijze in de praktijk. Integrale mondzorg vereist van beroepsbeoefenaren een bedrijfsmatige aanpak, die tevens recht doet aan de maatschappelijke wens van toegankelijkheid en doelmatigheid. Daarbij zullen studenten zowel bij zorg- als beheerstaken protocollair moeten leren werken. Diagnostiek – screening – monitoring Door de snelle progressie van kennis en kunde, maar ook de verandering van de mondgezondheid bij individuele patiënten is het belangrijk dat studenten procesmatig leren denken en werken. Daarbij ligt in het Groninger onderwijs een sterk accent op diagnostiek. In het verlengde daarvan krijgt ook screening (beoordeling) en monitoring (het volgen) van aspecten van de mondgezondheid een belangrijke plaats. Om dit naar behoren te kunnen doen is een gedegen wetenschappelijke vorming van belang, waarbij studenten klinisch leren redeneren op grond van een kritisch wetenschappelijke houding. In het nieuwe curriculum T21 ligt sterke nadruk op het leren verantwoorden van de aangeboden mondzorg. Deze verantwoording dient inzichtelijk, redelijk en transparant te zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de patiënt, de maatschappij, de beroepsgroep en wetenschappelijke standaarden. Hiervoor is het nodig dat studenten meer systematisch en diepgaand problemen leren analyseren en oplossen. 5
In het kader van diagnose, screening en monitoring past tevens het verwerven van een brede medische basis. Zo leren studenten de algemene gezondheid van patiënten te beoordelen, wat belangrijker wordt omdat mensen ouder worden en daarbij langer hun eigen gebit behouden. Individuele zorg op maat Centraal staat de patiënt. Het terugdringen van ziekten als cariës en parodontitis, en de variabele mondgezondheid leidt tot een verschuiving van het accent van behandeling naar zorg op maat. De nadruk ligt op gezondheidsbegeleiding (= zorg) van het individu. Dit is een beleid voor de langere termijn op grond waarvan een gerichte en verantwoorde keuze voor eventuele behandelingen mogelijk is. Studenten leren dit beleid expliciet vast te leggen in een individueel zorg- en behandelplan. In het zorgplan staat beknopte informatie over de patiënt en worden de doelen voor de zorg op termijn genoteerd. Voor de directe behandeling van problemen en afwijkingen dient het vertrouwde behandelplan, dat uiteraard op het zorgplan wordt afgestemd. Een adequaat zorg- en behandelplan bevordert de communicatie tussen patiënt en zorgteam. Een goede communicatie wordt als absolute voorwaarde beschouwd voor patiëntgerichte en dus variabele zorg. Diagnostische en communicatieve vaardigheden krijgen in het tandheelkunde curriculum dan ook hoge prioriteit. Waarbij behalve het contact tussen patiënt en zorgverlener ook de interactie tussen de zorgverleners onderling intensief wordt getraind. Samenwerkende opleidingen Teneinde tandartsen en mondzorgkundigen samen op te kunnen leiden is ook gekozen voor een onderwijsorganisatie, waarin universiteit en hogeschool samenwerken. Deze samenwerking krijgt voornamelijk gestalte binnen de kliniek. Op grond van hun brede beroepsprofiel dienen zowel tandarts als mondzorgkundige aan veel van hun individuele patiënten de volledige professionele zorg te kunnen verlenen. Het leren samenwerken concentreert zich binnen de Onderwijs Team Praktijk (OTP), een praktijksimulatie van een groepspraktijk. Binnen deze OTP’s worden teams gevormd van docenten, studenten Tandheelkunde en studenten Mondzorgkunde die, elk op hun eigen niveau, bijdragen aan de zorg voor patiënten en het beheer van hun praktijk.. Probleem- / patiëntoriëntatie Een breed beroepsprofiel voor Tandheelkunde en snel evoluerende kennis maken traditionele op reproductie gerichte onderwijsvormen minder bruikbaar. Het Groninger onderwijs richt zich op studeren vanuit patiëntcasuïstiek. Door studenten te confronteren met casussen en problemen, waarop zij actief en zelfstandig antwoorden dienen te vinden, leren ze denken en werken volgens een zelfde patroon als in de latere beroepspraktijk. Vanuit dit principe is gekozen voor verdere vormgeving in de zogenaamde leercyclus, een samenhangende periode van twee weken. De leercyclus is de eenheid van organisatie in de opleidingen, met een vast ritme van colleges, tutorgroepen, zelfstudie en preklinische en klinische practica. In elke cyclus staat een thema gerelateerd aan een patiëntencasus centraal. De cyclus begint met het patiëntencollege. Hierna gaan de studenten uiteen in tutorgroepen, waar onder begeleiding van een tutor volgens een vast stramien wordt gewerkt en samengewerkt. Discussie en rapportage van bevindingen op basis van de casussen en problemen staan centraal. De cyclus wordt plenair afgesloten met een responsie- en magistraalcollege. Een werkelijk uitnodigende leeromgeving wordt pas gerealiseerd als de toetsing integraal onderdeel is van het totale onderwijsprogramma. De wijze van toetsing mag niet haaks staan op het voorgestane probleem- en patiëntgeoriënteerde onderwijs, maar dient de essentie te raken. Er wordt dan ook grote waarde gehecht aan een goede afstemming tussen selecterende toetsen (met een beoordeling) en educatieve (diagnostische) toetsen welke de student volgen en ondersteunen bij het leerproces.
6
INHOUD EN VORMGEVING VAN HET ONDERWIJS VOOR DE OPLEIDING TANDHEELKUNDE De huidige doelstellingen van de opleiding Tandheelkunde T21 zijn gebaseerd op het Raamplan 2008 Tandartsopleiding. De eindtermen in het Raamplan voldoen aan de eisen van de wet BIG en de richtlijnen van de Europese Unie en daarmee aan (inter)nationaal geldende vakinhoudelijke en wetenschappelijke eisen van het actuele en toekomstige beroepenveld. De eindtermen hebben betrekking op een ongedeelde opleiding waarin de Bachelor of Science kan doorstromen naar de Masterfase van de opleiding tandheelkunde. In Groningen is dan ook nadrukkelijk ingezet op een geïntegreerd en aaneengesloten traject voor de bachelor- en Masterfase. Einddoelstelling opleiding T21 Kenmerkend voor de einddoelstelling van de opleiding T21 is dat de tandarts niet alleen moet kunnen ‘handelen’, maar zich hiervoor ook moet kunnen verantwoorden. Dit is in lijn met de nieuwe tandartseneed (2003) waarin is opgenomen dat de tandarts ‘zich open en toetsbaar dient op te stellen’ en ‘verantwoordelijkheid heeft richting de samenleving’. De opleiding hoopt een professional te vormen, die in staat is adequate zorg aan en behandeling van de individuele patiënt te leveren en de vaardigheden heeft hierop te reflecteren. De opgeleide tandarts moet kunnen beoordelen of zijn functioneren ‘professioneel’ is op basis van interne feedback (zelfreflectie) en externe feedback van patiënt, beroepsgroep, maatschappij en wetenschap. Het afleggen van verantwoording door deze academisch gevormde professional kent dus meerdere aspecten. Op grond van deze overweging is de einddoelstelling van de opleiding T21 als volgt geformuleerd:
‘De afstuderende tandarts dient minimaal over de kennis, vaardigheden en gedragingen te beschikken die hem in staat stellen zelfstandig en zonder supervisie aan de hulp- en zorgvraag onder normale omstandigheden te kunnen voldoen en hiervoor verantwoording af te leggen. ’ Ordening van leerinhouden Om de eindtermen van het Raamplan te vertalen in een onderwijsprogramma is gekozen voor een ordening die direct aansluit bij de latere beroepspraktijk van de tandarts. Binnen de mondzorg vervult de tandarts 5 ‘rollen’ die samenhangen met de verschillende aspecten van dit werk: 1. tandarts, die alle aspecten van zorg en behandeling afstemt op de gewenste en mogelijke individuele doelstellingen voor de mondgezondheid van de patiënt en in staat is deze zorg te verlenen en de hiertoe benodigde behandelingen uit te voeren en te verantwoorden; 2. medicus, die over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om de mondgezondheid te plaatsen binnen het kader van de algehele gezondheidstoestand van de patiënt en zijn welbevinden; 3. zorgverlener, die door zijn gedrag en verworven communicatieve vaardigheden de zorg voor zijn patiënten optimaliseert en waar nodig inter-professioneel samenwerkt; 4. manager, die de organisatie van beleid en werkomgeving zodanig vorm geeft, dat de zorg voor de patiënt optimaal kan plaatsvinden, zowel ten aanzien van het individu als ten aanzien van de populatie in het zorggebied; 5. academicus, die in staat is zijn klinisch handelen te verantwoorden op basis van wetenschappelijk gefundeerde argumentatie alsook nieuwe ontwikkelingen te volgen en deze wetenschappelijk verantwoord te beoordelen. Rollen en lijnen Deze rollen vormen de basis voor de inhoudelijke ordening van het curriculum T21: de 5 lijnen waaruit het kerncurriculum is opgebouwd (tabel 1). 7
Rol
Lijn
Tandarts
Tandheelkundige Kennis en Vaardigheden (=Integrale Mondzorg in de 3-jarige Master) Medicus Medische Kennis en Vaardigheden Zorgverlener Gedragswetenschappelijke Kennis en Vaardigheden Manager Organisatie Mondgezondheidszorg en praktijk Academicus Wetenschappelijk Denken en Handelen
Tabel 1. Overzicht van rollen en lijnen in T21. Naast deze vijf lijnen zijn in T21 twee longitudinale lijnen geprogrammeerd: 6. Lijn Individuele profilering 7. Lijn Professionalisering Ad 6 Lijn Individuele profilering In deze lijn wordt het onderwijs behorend bij het keuzeonderwijs ondergebracht. Ongeveer 10% van het volume van het curriculum zal worden ingevuld vanuit deze lijn. Ad 7 Lijn Professionalisering De toevoeging van het element ‘verantwoording afleggen’ aan de einddoelstelling van T21 heeft consequenties voor de opbouw van het programma. Voor het vervullen van iedere afzonderlijke rol behoort de tandarts te beschikken over specifieke kennis, vaardigheden en gedragingen, zoals beschreven in de eindtermen. De afstuderende tandarts is echter niet enkel de som van vijf losse rollen, maar een professional die bij het verlenen van zorg de vijf rollen geïntegreerd kan uitvoeren én over zijn handelen verantwoording kan afleggen. Expliciete training van deze beide laatste aspecten is onderbracht in de lijn Professionalisering die als dwarsverbinding van de vijf hoofdlijnen in alle vijf jaren van het onderwijs wordt opgenomen. Het grootste deel van het curriculum wordt ingevuld vanuit de lijn Tandheelkundige Kennis en Vaardigheden. Deze lijn is verdeeld in drie compartimenten, namelijk het compartiment Tandheelkundige Kennis, het compartiment Tandheelkundige Vaardigheden en het compartiment Kennis van Vaardigheden. In Tandheelkundige Kennis is de ‘theorie’ ondergebracht die nodig is voor de toekomstige rol van tandarts. In de Tandheelkundige Vaardigheden is de ‘praktijk’ ondergebracht. Dit betreft het verwerven van vaardigheden, betrekking hebbende op ‘het doen’, op de prekliniek en kliniek. Met betrekking tot deze vaardigheden dient de student ook kennis te verwerven over de toepassing en uitvoering van deze vaardigheden (‘waarmee en hoe u het doet’). Deze theoretische kennis is ondergebracht in Kennis van Vaardigheden. Integratie lijnen De inhoud van iedere lijn is duidelijk herkenbaar en afgebakend. Bij de lijn Tandheelkundige Kennis en Vaardigheden horen specifieke tandheelkundige onderwerpen zoals cariës, parodontopathieën en de gemutileerde dentitie; bij de lijn Gedragswetenschappelijke Kennis en Vaardigheden bijvoorbeeld onderwerpen als communicatie. De 5 lijnen staan echter niet los van elkaar, maar hebben een onderlinge verwevenheid. In de lijn Medische Kennis en Vaardigheden worden medisch biologische basisconcepten 8
behandeld die nodig zijn voor het begrijpen van tandheelkunde (klinische) problemen zoals cariës en parodontale ontstekingen. De toepassing van tandheelkundige of medische kennis en vaardigheden kan niet los gezien worden van aspecten als ‘gedrag’ en ‘ethisch normatief handelen’ afkomstig uit de lijn Gedragswetenschappelijke Kennis en Vaardigheden of van aspecten als ‘organisatie’ of ‘financiering’ vanuit de lijn Organisatie Mondgezondheidszorg en praktijk. De lijn Wetenschappelijk Denken en Handelen biedt de wetenschappelijke context voor de andere vier lijnen. Semesters en leercyclus Binnen de Bachelor- en Masterstructuur wordt gewerkt met semesters. Ieder semester omvat 10 cycli (20 weken). Binnen de semesters (Bachelorfase) zijn twee thematische onderwijseenheden van 4 cycli (8 weken) geprogrammeerd rond een bepaald thema en met een inhoudelijke samenhang. Naar aanleiding van dit thema worden patiëntencasussen geselecteerd. De rest van het semester wordt ingevuld door onderwijseenheden die zowel in het eerste als in het tweede semester aangeboden worden. In het eerste semester van de Masterfase is sprake van één thematische onderwijseenheid. Binnen de thematische onderwijseenheden bevatten de leercycli een aantal vaste onderdelen, zoals:
-
Patiëntcollege Een plenaire bijeenkomst met alle studenten van een jaar, waarin een patiënt door een docent bevraagd wordt, meestal naar aanleiding van een specifieke klacht of probleem. Deze patiëntencasus dient als uitgangspunt voor de binnen die cyclus te bestuderen leerstof.
-
Tutorgroepbijeenkomst 1 ( in Bachelor jaar 1 en 2) Een tutorgroep bestaat uit ongeveer 9 studenten en wordt gecoacht door een docent; de tutor genaamd. Tijdens de eerste bijeenkomst presenteert een van de studenten zijn bevindingen van de patiëntendemonstratie. Vervolgens geven de studenten een aanzet voor de oplossing van het probleem van de cyclus door te brainstormen, te discussiëren, ideeën aan te dragen en vragen te stellen aan de hand van breed geformuleerde casussen / problemen.
-
Tutorgroepbijeenkomst 2 (in Bachelor jaar 1 en 2) Tijdens de tweede bijeenkomst presenteren studenten de antwoorden die zij op de gerezen vragen hebben gevonden. Zij relateren deze aan de problemen en casussen.
-
Responsiecollege Wanneer studenten bepaalde vragen niet hebben kunnen oplossen, of wanneer tijdens het leerproces nieuwe vragen gerezen zijn, dan kunnen deze worden voorgelegd aan een docent, die de vragen in een responsiecollege zal beantwoorden.
-
Magistraalcollege Na het responsiecollege volgt ter afsluiting van de cyclus nog een magistraalcollege. Hierin wordt in brede zin teruggeblikt naar het probleem van de cyclus. Nieuwe inzichten met betrekking tot het probleem of recente wetenschappelijke publicaties kunnen hierbij aan de orde komen. Vanzelfsprekend zijn naast de vaste onderdelen van de cyclus ook uren gereserveerd voor preklinische practica, patiëntenzorg en zelfstudie. Ook de toetsing vormt een integraal onderdeel.
Preklinisch en klinisch onderwijs
Het skillslab Een belangrijke plaats binnen de opleidingen wordt ingenomen door het preklinisch en klinisch werken. Tandartsen zijn in hun beroep sterk afhankelijk van goede vaardigheden op het gebied van communicatie, diagnose, gezondheidsbegeleiding en therapie. Gedurende de gehele studie is daarom veel tijd ingeruimd voor praktische training, zowel met als zonder patiënten. Deze praktische training vindt plaats binnen de 9
onderwijseenheden ‘Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden’ in de bachelor en in de onderwijseenheden ‘Integrale Mondzorg’in de Master .
Kliniek en Onderwijs Team Praktijk In de loop van de studie komt in toenemende mate het accent te liggen op de patiëntenzorg. Afgezien van de externe praktijkstages zal de patiëntenzorg in de bachelorfase jaarklas gewijze plaatsvinden. In de Masterfase zal de patiëntenzorg grotendeels plaats vinden binnen de Onderwijs Team Praktijk (OTP): een praktijksimulatie op basis van een groepspraktijk. Ieder team van staf en studenten zal zoveel mogelijk functioneren als een echte praktijk, die een 'eigen' patiëntenbestand heeft en zelf zorg draagt voor de opvang van acute gevallen, administratie, hygiëne enzovoort. Uitgangspunt is het streven naar een optimale zorgverlening. Voor elke patiënt wordt een individueel zorg- en behandelplan opgesteld. Op grond daarvan kunnen bij behandeling behorende taken onder studenten worden verdeeld. Hun inzet wordt bepaald afhankelijk van al verworven vaardigheid en expertise, rekening houdend met de benodigde klinische oefening en de roostering van andere activiteiten. Daarbij geldt steeds dat de staf eindverantwoordelijk is voor de patiëntenzorg. Een team bestaat uit stafleden en studenten Tandheelkunde (Masterfase) en studenten Mondzorgkunde. Ieder team krijgt begeleiding van een teamleiders (tandarts). De teamleiders dragen er zorg voor, dat studenten op hun eigen niveau werken. Voorts stimuleren zij het groepsproces door rolverdeling binnen de groep. Een essentieel onderdeel van het werken in de OTP is de frequent voorkomende patiëntenbespreking, waar problemen besproken worden en waar behandel- en zorgplannen worden gemaakt in onderling overleg. Hierbij wordt in grote lijnen de werkwijze van de tutorgroepen toegepast. Ook het functioneren in het team kan in deze besprekingen aan de orde worden gesteld. In het eerste jaar van hun studie zullen studenten in een OTP team stage lopen en vooral kennis nemen van de organisatie. Naarmate hun eigen vaardigheid toeneemt, zullen ze meer ingeschakeld worden bij assisterende taken, tot uiteindelijk de taken van hun toekomstig beroep volledig worden uitgevoerd. Doelen per studiejaar Teneinde studenten verder inzicht in het onderwijsprogramma te verschaffen, zijn per studiejaar thematische tussendoelen geformuleerd. BACHELOR
Studiejaar 1 (propedeuse): Introductie/ oriëntatie/ selectie/ verwijzing De studenten krijgen in het eerste jaar inzicht in studie en beroep; de opleidingen krijgen enig inzicht in de potenties van de student. Dat betekent dat studenten met alle aspecten van hun beroepsprofiel kennis maken: de inhoudelijke aspecten, de beroepsuitoefening, de medische oriëntatie, de zorgverlening en de kritisch-wetenschappelijke benadering. Voorts wordt basale kennis verworven.
Studiejaar 2: Kennen/herkennen In dit jaar ligt de nadruk op het kennen en verklaren van de meest in de mondgezondheid voorkomende afwijkingen: cariës, parodontale afwijkingen, slijmvliesafwijkingen, kaakgewrichtafwijkingen en algemene gezondheidsproblemen. Verder verwerven studenten door intensieve training elementaire professionele vaardigheden. Binnen de onderwijseenheid Tandheelkundige Vaardigheden en Kennis van Vaardigheden wordt gestart met de patiëntenbehandeling waarbij de nadruk ligt op het leren onderzoeken, het diagnosticeren en het opstellen van een zorg- en behandelplan. 10
Studiejaar 3: Herkennen/diagnostiek Aan het einde van de Bachelorfase zijn studenten tandheelkunde in staat de meest voorkomende afwijkingen op het gebied van de mondgezondheid te diagnosticeren inclusief het gebruik van de daarvoor noodzakelijke hulpmiddelen. Bovendien zijn ze in staat de verschillende ‘eenvoudige’ behandelingen bij patiënten uit te voeren, zoals een gebitsreiniging, het restaureren van gebitselementen en het vervaardigen van een volledige prothese. MASTER
Integratie 5 rollen, voorbereiding praktijkuitoefening In de Masterfase ligt, naast de theoretische componenten, de nadruk op het maken van zorg- en behandelplannen en zelfstandig complexere behandelingen uitvoeren. Naast de patiëntenzorg besteden de studenten een belangrijk deel van de Masterfase aan coschappen kaakchirurgie en orthodontie, wetenschappelijke vorming en aan hun Individuele Profilering. Maar ook de lijn Professionalisering is een belangrijke component van de Masterfase Beschrijving onderwijseenheden Bachelor opleiding Jaar 1 Zicht op beroep en vakgebied (8 EC) In deze eerste onderwijseenheid van de opleiding richt de student zich al direct op het eindresultaat: de tandarts die bekwaam is als tandheelkundig en medisch professional, zorgverlener, academicus en manager. Het vakgebied wordt belicht aan de hand van een drietal thema’s. Onder het thema ‘beleving van mond en aangezicht’ komen de vele aspecten van de mondgezondheid tot leven, zowel in tandheelkundig als sociaalpsychologisch en ethisch-wetenschappelijk opzicht. Vanaf het tweede thema, gewijd aan acute problemen, komen medische aspecten en de disciplines die daarvoor de basis vormen voor het voetlicht, veelal in afstemming met de activiteiten op en rond het skillslab. Bij het derde thema wordt het concept mondzorg nader uitgewerkt, evenals diverse aspecten van het werken in de mondzorg, waaronder samenwerkingsverbanden, communicatie en risico’s. Bewustwording van de diverse keuzemogelijkheden in het beroep van tandarts, waaronder differentiaties, specialisaties en typen praktijkvoering, sluit de onderwijseenheid af. In deze onderwijseenheid wordt gestart met het oefenen van vaardigheden, ook ten dienste van alle andere onderwijseenheden in dit jaar en komende jaren. Aan de hand van casus en problemen die themagebonden zijn en daarmee relevant voor het beroep van tandarts, wordt in tutorgroepen een constructieve benadering van studeren aangeleerd. Daarbij staat een algemeen toepasbare methodiek voor probleembenadering en -oplossing centraal. Hulp bij het zoeken en selecteren van literatuur wordt geboden vanuit de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1. Door te studeren in een tutorgroep, dat model staat voor intercollegiale samenwerking, ontwikkelt de student het vermogen te werken in groepsverband en bepaalde rollen (voorzitter en notulist) daarbij te vervullen. Door daarbij tevens feedback te geven en ontvangen wordt, mede via activiteiten in het kader van de onderwijseenheid Professionalisering 1, individuele groei gestimuleerd.
11
Levensloop (8 EC) Aan de hand van problemen uit verschillende levensfasen van de patiënt bestudeert de student de ontwikkeling van het gebit en aangezicht, en in samenhang daarmee de lichaams- en psychosociale ontwikkeling. Het eerste thema betreft het volwassen gebit: een nadere studie van de functies, en een introductie van de concepten occlusie en articulatie. In relatie tot hun functie in het aangezicht worden spieren vanuit de (macroscopische en microscopische) anatomie en celbiologie belicht. De oudere mens dient zich aan als tweede thema. Problemen rond gebitsmutilatie en verandering van vorm en functie van het tandkaakstelsel staan daarbij centraal. Het concept veroudering krijgt ook gestalte op psychosociaal en celbiologisch niveau. Het derde thema gaat terug naar het prille begin. Een verstoorde embryonale en foetale ontwikkeling leidend tot afwijkingen in het hoofd/halsgebied (met schisis als voorbeeld) vormt het kader waarin de aanleg en ontwikkeling van het lichaam, aangezicht en gebit worden bestudeerd, van macroscopisch-anatomisch tot moleculair-biologisch niveau. Uit verdieping in casus en presentaties door het Schisisteam van het UMCG komt de noodzaak tot multidisciplinaire aanpak van de zorg voor een schisis-patiënt krachtig naar voren. De ontwikkeling van baby tot volwassene is het vierde thema, net als bij de voorgaande thema’s vanuit diverse disciplines bezien, waarbij het wisselgebit centraal staat. Het orale milieu (8 EC) In deze onderwijseenheid staat het onderwijs in de lijnen Tandheelkundige en Medische Kennis en Vaardigheden in het licht van de gezonde mond en de medisch gecompromitteerde patiënt. Het eerste thema betreft de gezonde mond, voeding en de voedselopname. Hierbij komen naast de anatomie, de functionele histologie en de functie van de tractus digestivus ook de cellulaire transport mechanismen met betrekking tot voedselopname aan de orde. In het tweede thema maakt de student kennis met de vorm en functie van harde en zachte orale weefsels in de gezonde mond. Daarnaast wordt ingegaan op de bouw van het kaakgewricht en de vascularisatie en innervatie van het hoofd-halsgebied. Ook worden de functies van het orofaciale systeem behandeld waarbij de kauwfunctie, smaak en reuk en de functie van de tong speciale aandacht krijgen. Het derde thema van deze onderwijseenheid staat in het licht van de medisch gecompromitteerde patiënt waarbij homeostase op de voorgrond staat. Hier zal ingegaan worden op algemene principes van regelmechanismen van het menselijk lichaam waarbij de endocriene organen, het autonome zenuwstelsel, en regeling van lichaamstemperatuur, ademhaling en lichaamsvloeistoffen speciale aandacht krijgen. Het vierde thema heeft betrekking op hart en circulatie. Hier worden de eigenschappen van bloed behandeld evenals de anatomie, het functioneren en de functionele histologie van het hart- en vaatstelsel. Tijdens de onderwijseenheid het orale milieu komt in het kader van het klinisch ethisch redeneren de betekenis en relevantie van de morele principes "niet schaden" en "goed doen" voor de mondzorg aan de orde. Bedreiging en bescherming (8 EC) In deze onderwijseenheid wordt ingegaan op het evenwicht tussen bedreiging en bescherming en hoe het lichaam reageert op verstoringen van dit evenwicht door exogene en endogene factoren. Ingegaan zal worden op mechanismen die het lichaam ten dienste staan om het oorspronkelijke evenwicht te herstellen dan wel om een nieuw evenwicht te bereiken. Het eerste thema omvat het onderwerp plaque en de hieraan gerelateerde functie van speeksel en microbiële aspecten waarbij algemene bacteriologische en microbiologische onderwerpen en de tandplaquevorming op de voorgrond staan. Verder wordt hier de gezondheidszorg nader belicht waarbij ingegaan wordt op de relatie tussen enerzijds gedrag en anderzijds de sociale omgeving en mondgezondheid/mondzorg. Het tweede thema betreft het bloedend tandvlees. De basis van dit thema wordt gevormd door de anatomie en fysiologie van het parodontium. Daarnaast komt de etiologie en pathogenese van aandoeningen van het parodontium aan bod evenals de klinische diagnose en specifieke microbiologie ervan. Als medische basis worden in het kader de afweer, de acute- en chronische ontstekingen en de beginselen van immunologie 12
behandeld. Dit thema wordt afgerond met onderwerpen uit de radiologie waarbij beeldvorming en beeldinterpretatie centraal staan. De ziekte cariës is het onderwerp van het derde thema . Behandeld zullen worden de etiologie, pathogenese en specifieke microbiologie van het cariësproces. Bij de specifieke microbiologie zal ook het metabolisme van bacteriën aan de orde komen. Daarnaast wordt verder inzicht gegeven in de opbouw en normale werking van de speekselklieren alsook de samenstelling en functie van het speeksel. Het thema wordt afgesloten met enkele aspecten van het klinisch ethisch redeneren die toegespitst zijn op het rechtvaardigheidsprincipe. Bij het laatste thema staat preventie centraal. Hierbij zal aandacht besteedt worden aan de primaire preventie en de rol van fluor bij het cariësproces en de toxiciteit van fluor. Ook wordt inzicht geboden in de wijze waarop voeding en gedrag de mondgezondheid en met name het cariësproces kunnen beïnvloeden. Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A (6 EC) Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B (9 EC) Het grootste deel van het curriculum wordt ingevuld vanuit de lijn Tandheelkundige Kennis en Vaardigheden. Deze lijn is daarom onderverdeeld in drie compartimenten, namelijk het compartiment Tandheelkundige Kennis, het compartiment Tandheelkundige Vaardigheden en het compartiment Kennis van Vaardigheden. In Tandheelkundige Kennis is de “theorie” ondergebracht die nodig is voor de toekomstige rol van tandarts. In de Tandheelkundige Vaardigheden is de “praktijk” ondergebracht. Dit betreft het verwerven van vaardigheden, betrekking hebbende op ‘het doen’, op het skillslab en kliniek. Met betrekking tot deze vaardigheden dient de student ook kennis te verwerven over de toepassing en uitvoering van deze vaardigheden (‘waarmee en hoe je het doet’). Deze theoretische kennis is ondergebracht in Kennis van Vaardigheden. In het eerste jaar wordt de student geïntroduceerd op het skillslab en kliniek en maakt hij kennis met diverse aspecten van de “mondzorg”. Het skillslab speelt een belangrijke rol voor het aanleren van manuele vaardigheden. Er wordt een begin gemaakt met de verwerving van de psychomotorische vaardigheden, zoals het leren hanteren van tandheelkundig instrumentarium voor onderzoek en behandeling. Er wordt geoefend in het prepareren en restaureren, waarbij het herstel van de vorm en functie van de tanden en kiezen een belangrijke rol speelt. Daarnaast wordt gewerkt aan het verwerven van vaardigheden op het gebied van steriliteit/hygiëne en ergonomie. Wetenschappelijke scholing 1 (6 EC) De onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1 vormt een deel van de lijn Wetenschappelijk Denken en Handelen binnen de opleiding Tandheelkunde. Het doel van deze lijn is dat studenten wetenschappelijke aspecten integreren als een vanzelfsprekend onderdeel van methodisch klinisch werken. Tevens dienen studenten vaardigheden te ontwikkelen die van belang zijn voor het begrijpen van onderzoeksverslagen en voor het feitelijk verrichten van onderzoek. De student is aan het einde van het eerste jaar in staat - problemen op systematische wijze te benaderen en op te lossen - kennisbronnen te traceren, daarbij doelgericht gebruik te maken van de faciliteiten van de Centrale Medische Bibliotheek en kritisch om te gaan met de keuze van kennisbronnen bij het verwerven van kennis - zoekstrategieën in wetenschappelijke databank(en) te ontwikkelen en uit te voeren ter beantwoording van klinische vragen vraag en deze uit te voeren - wetenschappelijke publicaties te screenen en globaal op algemene wetenschappelijke merites te beoordelen - de begrippen risico en etiologie te hanteren in relatie tot tandheelkundige aandoeningen en relevante literatuur hierover in relatie tot een actueel klinisch probleem te traceren en kritisch te beoordelen 13
- ziektebeloop en factoren die daarop van invloed zijn vanuit klinisch-epidemiologisch perspectief te beschrijven en de betekenis aan geven van kennis verkregen uit wetenschappelijk onderzoek als grondslag voor (klinische) beslissingen en acties - relevante beginselen van beschrijvende en analytische statistiek toe te passen bij de analyse van waarnemingsresultaten Professionalisering 1 (7 EC) Het doel van de opleiding Tandheelkunde is het opleiden van professioneel werkende tandartsen. Dat wil zeggen tandartsen, die bij de zorg voor de patiënt in staat zijn om de 5 rollen die een tandarts vervult, in samenhang te kunnen uitvoeren. Daarvoor is kennis en kunde nodig. In de toepassing daarvan zullen echter onder verschillende omstandigheden keuzes zijn: vaak kunnen behandeling ‘volgens het boekje’ worden uitgevoerd, maar soms ook niet. Echt sprake van professionaliteit is er in onze ogen pas als de tandarts in staat is het eigen handelen, inclusief de beslissingen en keuzes die daarin gemaakt worden, te beoordelen en verantwoorden. Professionaliteit wordt tevens getoond als de verantwoording leidt tot conclusies over en zo nodig aanpassing van het handelen. Verantwoording legt een tandarts af aan zichzelf, de patiënt, de samenleving en de beroepsgroep. Verantwoording dient inzichtelijk, redelijk en transparant te zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de normen en waarden van degene aan wie verantwoording wordt afgelegd. Deze wijze van verantwoorden wordt geoefend met methodieken als reflectie, intervisie en dialoog. Daarmee wordt geleerd om op een systematische, open en onderzoekende wijze tot verduidelijking, analyse en conclusies te komen van bijvoorbeeld keuzes in het handelen als tandarts. De oefening van deze methodieken bestaat vooral door het aanleren van een aantal vaardigheden. Er zijn nog weinig contacten met patiënten. Daarom wordt functioneren van de student in en ervaringen met het (klinisch) onderwijs gebruikt als ‘materiaal’ om te oefenen in verantwoording afleggen. Van iemand die in staat is over dat functioneren en keuzes daarin verantwoording af te leggen (transparant, redelijk en begrijpelijk) en ook in staat zijn/haar gedrag aan te passen aan de eisen en omstandigheden verwachten we dat hij/zij in staat is voldoende professionaliteit als tandarts te ontwikkelen. In Professionalisering 1 maakt de student kennis met het concept ‘professionaliteit’, en de hiervoor genoemde methodieken en vaardigheden. In het eerste jaar ligt de nadruk op de vaardigheden ‘expliciteren’ en ‘concretiseren’. Zoals gezegd, activiteiten binnen het onderwijs bieden ‘oefenmateriaal’ voor de oefening van vaardigheden maar kunnen ook voor beoordeling gebruikt worden. Beoordelingen van uw functioneren in bijvoorbeeld de tutorgroep en de prekliniek en uw ervaringen met stages binnen en buiten de opleiding kunnen gebruikt worden om te oefenen met reflecteren en vaardigheden als expliciteren. U krijgt daartoe opdrachten om bijvoorbeeld de ervaringen in een stage te evalueren. Een zelf te kiezen onderwerp uit de evaluaties zal dan onderwerp van gesprek zijn in zogenaamde coachgroepen. Dit zijn groepen van 10 studenten (andere samenstelling dan tutor- en mentorgroepen), die onder leiding van een coach onderwerpen als hiervoor genoemd bespreken. Daarbij wordt ook geoefend in vaardigheden als expliciteren en concretiseren. Na afloop schrijft u individueel een reflectie over een voor u opvallend punt. En daarmee wordt dan ook geoefend in verantwoorden: waarom kiest u dat onderwerp en wat gaat u ermee doen. U krijgt op de reflectie feedback van de coach. Alle evaluaties en reflecties met feedback worden verzameld in een portfolio. Hieruit moet aan het einde van het jaar zichtbaar zijn of de student groei heeft doorgemaakt in het aanleren van de gewenste vaardigheden en methoden. Ook moet uit de portfolio blijken dat functioneren in het onderwijs voldoende is of tenminste verbetering toont. Onder het functioneren valt ook het functioneren in de coachgroep: de kwaliteit van de portofolio, afspraken nakomen, voldoende en actief aanwezig zijn. U wordt ook beoordeeld op het vermogen om in een mondelinge toets over een onderwerp uit het 2e 14
semester uit de tutorgroepen. De beoordeling betreft de presentatie maar ook de integratie van de rollen van de tandarts. Kortom: we beoordelen uw vermogen om professional te worden op uw functioneren in het onderwijs en uw vermogen om daarover verantwoording af te leggen. Jaar 2 Weefselverlies (6 EC) In deze onderwijseenheid wordt aandacht besteed aan de oorzaken en gevolgen van weefselverlies in de mondholte. Hierbij komen factoren en processen aan de orde die een rol spelen bij de aantasting van het de zachte weefsels. Ingegaan zal worden op het ontstaan van gingivitis en parodontitis. Hierbij speelt het verworven afweersysteem een belangrijke rol. Daarnaast komen factoren en processen aan bod die een rol spelen bij aantasting van de harde weefsels wat kan leiden tot cariës, erosie, abrasie of attritie. Bij aantasting van zowel zachte als harde weefsels speelt het evenwicht tussen aanval en afweer een cruciale rol. Welke factoren zorgen voor verstoring van het evenwicht en welke mechanismen staan het lichaam ten dienste om het oorspronkelijk evenwicht te herstellen dan wel een nieuw evenwicht te bereiken? De kennis die verkregen is bij “Bedreiging en bescherming “ (semester 1.2) zal worden uitgebreid, waarbij zowel de verworven afweer alsmede de speciële pathologie van parodontium en gebitselementen aan de orde zullen komen. Hierbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan diagnostische technieken, risicofactoren en preventie; behandeling komt in beperkte mate aan de orde. Nadrukkelijk komt ook de totale mondzorg voor de patiënt aan bod, waarbij het concept diseasemanagement wordt geïntroduceerd. In deze context wordt ook de organisatie van de gezondheidszorg bestudeerd. Orale geneeskunde (6 EC) In deze onderwijseenheid wordt aandacht besteed aan de basale kennis van het menselijk lichaam die nodig is om medisch gecompromitteerde patiënten adequaat te kunnen behandelen. Immers, bepaalde ziektebeelden en/of de medische behandeling hiervan kunnen gevolgen hebben voor de mondgezondheid en ook kunnen deze van invloed zijn op het tandheelkundig zorg- en behandelplan. Er wordt ingegaan op de fysiologie van hart, longen, lever en nieren, waarbij de relatie met tandheelkundig handelen centraal staat. Daarnaast wordt aandacht besteed aan allergie: allergische reacties die kunnen optreden bij de patiënt, maar ook beroepsallergie van de tandarts door het werken met bepaalde materialen. Een ander belangrijk onderdeel van deze onderwijseenheid wordt gevormd door de benigne, premaligne en maligne afwijkingen van het orale slijmvlies, de lippen en de huid. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan etiologie en diagnostiek. Bepaalde afwijkingen in het hoofd-hals gebied zijn een gevolg van autoimmuunziekten; de immuunpathologische processen die hieraan ten grondslag ligt komen daarom ook aan de orde. Tot slot komen de organisatie van de mondzorg en gezondheidsrecht, in het bijzonder de Wet BIG en aansprakelijkheid aan bod.
Odontogene ontsteking en acute pijn (6 EC) In deze onderwijseenheid staat de endodontologie centraal. In het algemeen kan de endodontologie worden beschreven als dat onderdeel van de tandheelkunde dat zich bezighoudt met de bouw en functie van het endodontium. Ook bestudeert de endodontologie de epidemiologie, pathologie, preventie en behandeling van de aandoeningen van het endodontium en de daarmee verband houdende aandoeningen van de weefsels die het gebitselement omgeven. In de eerste cyclus worden pulpitis en pulpanecrose besproken en de etiologische factoren. Uiteraard wordt hier ook de anatomie/histologie van de pulpa behandeld. Aangezien pulpitis gepaard kan gaan met intense pijn zal de neurofysiologie van pijn aan de orde komen. Ook is er aandacht voor de geneesmiddelen in de tandheelkunde en met name 15
de analgetica inclusief de farmacologie. In de tweede cyclus wordt de uitbreiding van de pulpitis naar de weke delen besproken, de zogenaamde odontogene ontstekingen. Ontstekingen in het orofaciale gebied betreffen meestal menginfecties van de lichaamseigen orale flora. In het kader van deze ontstekingen wordt vanuit de lijn Medische kennis en vaardigheden de pathogenese van infecties en de temperatuurregulatie toegelicht en wordt de bestrijding van infecties m.b.v. anti-infectieuze middelen besproken. De derde cyclus staat in het licht van de differentiële diagnostiek van aandoeningen van de pulpa en periapex. De diagnostiek van deze aandoeningen is moeilijk omdat de gegevens vaak vaag zijn en de ziektebeelden niet scherp van elkaar afgegrensd zijn. Voor pijnuitschakeling bij een endodontische behandeling wordt anesthesie gegeven. Daarom wordt in de vierde cyclus, naast de vraag herbehandeling wortelkanaal of chirurgie, dan ook de oppervlakte-, infiltratie- en geleidingsanesthesie behandeld. Om de hiervoor noodzakelijke gedegen kennis van de weefsels en structuren in het operatiegebied te verkrijgen zal er veel aandacht zijn voor de anatomie van het operatiegebied. Vanuit de lijn Gedragswetenschappelijke Denken en Handelen is aandacht voor omgaan met emoties met name angst voor tandheelkundige behandeling, de wijze waarop mensen gedrag aanleren en hoe gedrag met betrekking tot mondgezondheid veranderd kan worden. Tevens komt klinisch-ethisch redeneren m.b.t. de ethische grenzen van wetenschappelijk onderzoek aan de orde. Stoornissen in groei en ontwikkeling (6 EC) In deze onderwijseenheid worden de afwijkingen van het tand-kaakstelsel behandeld die ontstaan tijdens de ontwikkelingsfase en de groei. In cyclus 1 komen o.a. de stoornissen in de tandweefselstructuren, afwijkingen in het aantal gebitselementen en afwijkende tandvormen aan de orde. In samenhang met deze stoornissen zal de medische genetica belicht worden. Tandstand- en kaakstandafwijkingen of een combinatie van beide (orthodontische afwijkingen) is het centrale onderwerp in cyclus 2. In relatie met de orthodontische afwijkingen is er in de Medische lijn aandacht voor ontwikkelingsstoornissen en botziekten. In cyclus 3 zullen de statische (occlusie) en de dynamische contactrelaties (articulatie) tussen de gebitselementen van onder- en bovenkaak uitgediept worden. Hiernaast wordt een voorzichtig begin gemaakt met de stoornissen van het kauwstelsel met name slijtage. Uiteraard is er dan ook aandacht voor het herstel tot een kauwstelsel met voldoende kauwcomfort en mandibulaire stabiliteit en vrij van pathologie. In cyclus 4 wordt het mandibulaire bewegingsapparaat belicht in het bijzonder de anatomie, het bewegingsmechanisme ,de stoornissen en de hieraan ten grondslag liggende etiologie.en behandelstrategie. Eén van de etiologische factoren van de stoornissen van het mandibulaire bewegingsapparaat is de psychosociale factor (o.a. stress) Vanuit de lijn Gedragswetenschappelijk Denken en Handelen worden stress en stress vermindering (aanleren van “coping skills”) nader belicht. Het klinisch-ethisch redeneren m.b.t. ethische grenzen van wetenschappelijk onderzoek, waarmee gestart is in de Onderwijseenheid Odontogene ontsteking en acute pijn, wordt in de onderhavige onderwijseenheid vervolgd. In cyclus 3 en 4 zullen in de Medische lijn o.a. auto-immuunziekten, gewrichtsaandoeningen en KNO-afwijkingen behandeld worden. Tevens is tijd beschikbaar voor een practicum ter oefening van communicatieve vaardigheden. -Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A (12 EC) -Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B (8 EC) De practica van de Tandheelkundige vaardigheden kunnen worden onderverdeeld in practica die op zichzelf staan en practica die zijn geclusterd in een module. Samen met de betreffende theorie van de Kennis van vaardigheden vormt het een eenheid waaraan deeltoetsen (vaardigheden en theorie) gekoppeld zijn. Een module wordt aan de hand van deeltoetsen en practicum verplichtingen beoordeeld
16
In totaal omvat het tweede jaar 4 modules: 1. module prepareren en restaureren II 2. module frontelementen 3. module endodontologie I 4. module kliniek De practica behorende bij de eerste 3 modules worden gegeven op het skillslab, röntgencabines, combizaal en de techniekruimte. In het tweede jaar wordt verder gegaan met het aanleren van de psychomotorische vaardigheden welke in het eerste jaar gestart zijn. Hierbij wordt o.a. doorgegaan met de oefeningen prepareren en restaureren. Er wordt kennis gemaakt met de theorie en praktijk van endodontologie (basis) en anesthesie. Ook vindt er occlusie en articulatie analyse plaats van de door de student op de kliniek gemaakte gebitsafdrukken. Tevens leren de studenten o.a. röntgenfoto’s maken en interpreteren daarvan, en het doen van een cephalometrisch onderzoek. In de module kliniek wordt de student geïntroduceerd op de kliniek waarbij kennis en vaardigheden getraind worden die nodig zijn voor de zorg en behandeling van patiënten. Een deel van het onderwijs zal bestaan uit het leren van de benodigde (klinische) basisvaardigheden en bij medestudenten geoefend worden, zoals het uitvoeren van onderzoek. Wetenschappelijke scholing 2 (5 EC) De student is aan het einde van het tweede jaar in staat - zoekstrategieën in wetenschappelijke databank(en) te ontwikkelen en uit te voeren ter beantwoording van klinische vragen van diagnostische aard en deze uit te voeren - zoekstrategieën in wetenschappelijke databank(en) te ontwikkelen en uit te voeren ter beantwoording van klinische vragen gericht op de effecten van interventies en deze uit te voeren - wetenschappelijke publicaties te screenen en globaal op algemene wetenschappelijke merites ten aanzien van de diagnostiek te beoordelen - wetenschappelijke publicaties te screenen en globaal op algemene wetenschappelijke merites ten aanzien van therapie-effect te beoordelen - de begrippen diagnostiek en therapie te hanteren in relatie tot tandheelkundige aandoeningen en relevante literatuur hierover in relatie tot een actueel klinisch probleem te traceren en kritisch te beoordelen - relevante beginselen van beschrijvende en analytische statistiek toe te passen bij de analyse van waarnemingsresultaten Deze doelen worden bereikt door middel van colleges, practica (waarin de beginselen van wetenschappelijke onderzoeksmethoden en van ‘evidence-based dentistry’ worden geoefend en toegepast in de context van diagnostiek respectievelijk therapie-effect) en thematische werkcolleges en in mentorgroepsbijeenkomsten. Professionalisering 2 (6 EC) In Professionalisering 2 zal de groei en ontwikkeling als professional verder vorm krijgen. Dat gebeurt vooral door de training in vaardigheden van de methodieken reflectie, intervisie en dialoog te verbreden en verdiepen. . De nadruk ligt dit jaar op de vaardigheden ‘analyseren’ en ‘diagnosticeren’. Natuurlijk wordt aan de andere vaardigheden ook aandacht besteed. De werkwijze komt grotendeels overeen met die van het eerste jaar: opdrachten uitwerken, bespreking in coachgroepen, reflecteren en verslaglegging verzamelen in de portfolio. Als oefenmateriaal komt waar mogelijk het klinisch onderwijs aan de orde. In dit jaar wordt een begin gemaakt met het aanleren van de methodiek van intervisie. Dat betreft het in de 17
coachgroep gestructureerd bespreken van een ervaring, situatie of probleem die door een van de leden wordt ingebracht. Aan het einde van het jaar zal uit de portfolio moeten blijken in hoeverre de student de vaardigheden en methodieken als basis voor verantwoording afleggen beheerst en sturing geeft aan de inhoud van de studie (individuele profilering). De kwaliteit van de portfolio betreft de volledigheid, organisatie en toegankelijkheid van de inhoud van de portfolio. De analyse van de eigen ontwikkeling betreft de inhoud van de portfolio en met de wijze waarop en de mate waarin reflecties een groei laten zien (bereiken van leerpunten). Ook nu zal het functioneren weer een van de onderdelen van beoordeling zijn. Daarbij wordt ook het functioneren in de coachgroep betrokken: aanwezigheid, maar ook het zich houden aan afspraken en actief participeren. Individuele profilering 2 (5 EC) De lijn Individuele Profilering (IP) geeft de student de kans om zijn/haar studie deels naar eigen voorkeur in te richten en daarmee de student in staat te stellen zijn/haar positie te bepalen in het wetenschaps- en beroepsveld. De functie van de lijn Individuele Profilering in de Bachelorfase zal vooral kennismaking en oriëntatie zijn op brede academische vorming, op beroepsmogelijkheden van de tandarts en op eigen voorkeuren en drijfveren binnen de studie. Dit zal gebeuren door het volgen van verschillende Beroepsen Inhoudelijke oriënterende stages, een JSM-project of een minor (voorheen Algemeen Vormend Vak). In de masterfase zal met name verdieping en verbreding zijn van bestaande kennis binnen een vakgebied naar eigen voorkeur. Jaar 3 Herstel van occlusie (5 EC) Er zijn verschillende oorzaken aan te geven waardoor gebitselementen verloren kunnen gaan. Een oorzaak waar deze onderwijseenheid mee begint is het dentale trauma. Mits de juiste diagnose wordt gesteld en vervolgens de juiste behandelingen worden uitgevoerd kan het element veelal behouden blijven. Wat eerst een dentaal trauma leek, zou bij nadere beschouwing ernstiger kunnen zijn. Ook voor het dentale trauma geldt dat het beter is om te voorkomen dan te genezen. Daarom zal er ook aandacht worden besteed aan de preventie ervan met bijvoorbeeld een gebitsbeschermer. Er wordt in deze onderwijseenheid naast de dentale trauma ook ingegaan op aangezichtsletsel. Hiervan is vooral de diagnostiek van belang voor de tandarts. In het tweede onderwerp van deze onderwijseenheid zal worden ingegaan op de technieken van extractie. Speciale aandacht hierin krijgt de verwijdering van de derde molaar. Er zal moeten worden geleerd om een juiste inschatting te kunnen maken wanneer deze zelf kan worden verwijderd en wanneer het beter is om de patiënt door te sturen voor een chirurgische verwijdering. Aansluitend hierop zal er worden ingaan op de farmacotherapie: een passende pijnstilling en een juist antibioticabeleid. Bij de laatste cyclus zit het onderwijs in “Basic Life Support”. In combinatie hiermee worden er nogmaals enkele ziektebeelden behandeld die een invloed hebben op de behandeling en een rol kunnen spelen bij acute situaties in de tandartspraktijk. Echter, de theorie redt geen levens en daarom zal er ook praktisch onderwijs zijn in “Basic Life Support”. Dit onderwijs loopt door in de tweede onderwijseenheid. Na de elementgebonden problematiek zal deze onderwijseenheid verder ingaan op de meer mondgebonden problematiek. Na het verlies van gebitselementen zal op de edentate kaak de volledige gebitsprothese volgen voor het herstel van de functie. Bij de ouderwordende edentate patiënt treden er een aantal veranderingen op in de kaak. Door deze veranderingen kan het moeilijker worden om een door de patiënt geaccepteerde prothese te vervaardigen. Dit maakt de prothetiek tot een zeer uitdagend onderdeel van het vak. 18
Complexe diagnostiek en behandeling (5 EC) Het slagen van een behandeling wordt mede sterk beïnvloed door de motivatie en het gedrag van de patiënt. In het eerste onderdeel van deze onderwijseenheid zal de aandacht uitgaan naar de invloed van het gedrag van de patiënt op de mondgezondheid. Hoe kan dit gedrag worden beïnvloed? Ook hier is het nodig om een goede diagnose te stellen. In deze onderwijseenheid zal verder gekeken worden naar de behandeling van patiënten waarbij een deel van de occlusie verloren is gegaan. Hierbij worden de mogelijkheden van herstel van occlusie door kronen en bruggen bekeken. Aandacht zal moeten worden besteed aan het opzetten van een uitgebreid behandelplan alvorens er begonnen wordt met behandelen. Na de voorbereidende behandelingen kan er een begin worden gemaakt met de behandeling met indirecte restauraties. Worden het volledig metalen kronen, metaalporselein of volledig keramische kronen? Of zou de patiënt beter af zijn met een partiële restauratie? Kortom: wat zijn de verschillende indicaties van de behandelmogelijkheden? Het 2e deel van deze onderwijseenheid staat in het teken van het fundament. Na een endodontische behandeling kan een element zodanig verzwakt zijn dat een kroon alleen niet voldoende retentie heeft. Het kan dan nodig zijn om het element op te bouwen met bijvoorbeeld een wortelstift. Wordt dit een confectiestift met een opbouw van plastisch materiaal of zal er een gegoten stiftopbouw nodig zijn? Naast deze factoren is er natuurlijk nog een ander belangrijk aspect van het fundament dat gezond moet zijn, namelijk het parodontium. Met betrekking tot de parodontologie gaat het erom de afwijkingen juist te diagnosticeren. Hierbij wordt ook rekening gehouden met oorzakelijke en beïnvloedende factoren. Onder andere de invloeden van restauratieve en prothetische voorzieningen en de invloeden van systeemziekten op de algemene gezondheid. In de zorg en behandeling is zelfzorg cruciaal. Er staan de tandarts en de mondhygiënist diverse mogelijkheden ter beschikking om de patiënt bij die gedragsaanpassing terzijde te staan. Samenwerken is hierbij een mogelijkheid om de effectiviteit te vergroten. Uiteindelijk komt het moment dat de initiële behandeling moet worden geëvalueerd. Als het resultaat onvoldoende is, dan zullen andere behandelingen moeten worden overwogen. Dat kan beginnen met het (her) overwegen van de diagnose en verder onderzoek, zoals bijvoorbeeld bacterieel onderzoek. Specialistische mondzorg 1 (5 EC) In deze onderwijseenheid zijn een tweetal disciplines leidend, te weten parodontologie en orthodontie. De bindende factor in deze onderwijseenheid is ‘klinisch redeneren’. Met betrekking tot de parodontologie gaat het erom de afwijkingen juist te diagnosticeren. Hierbij wordt ook rekening gehouden met oorzakelijke en beïnvloedende factoren. Hiertoe zijn te rekenen de invloeden van restauratieve en prothetische voorzieningen, die in voorgaande onderwijseenheden aan de orde zijn geweest. In de afwegingen van diagnoses en zorg/behandeling moeten ook de invloeden van systeemziekten worden meegenomen, terwijl ook zicht moet worden gehouden op de invloed van parodontale afwijkingen op de algemene gezondheid. In de zorg en behandeling is zelfzorg cruciaal.. Er staan de tandarts en de mondhygiënist diverse mogelijkheden ter beschikking om de patiënt bij die gedragsaanpassing terzijde te staan. Teamwork is hierbij een mogelijkheid om de effectiviteit te vergroten. Als de initiële behandeling voltooid is wordt deze na een tijd geëvalueerd. Als het resultaat onvoldoende is, dan zullen andere behandelingen worden overwogen. Dat kan beginnen met het (her) overwegen van de gestelde diagnose, door aanvullend onderzoek (bijvoorbeeld bacterieel onderzoek).
19
Kortom, met parodontologie als thema zullen onderwerpen uit verschillende lijnen (medische kennis en vaardigheden, gedragswetenschappelijke kennis en vaardigheden, organisatie van de gezondheidszorg) geïntegreerd aan de orde komen. Het tweede thema in deze onderwijseenheid is orthodontie. Ook hier staat het klinisch redeneren centraal. Wat doet een tandarts-algemeen practicus met afwijkingen van de tandstand en met vragen en wensen van de patiënt en ouders over gebitsafwijkingen? Nodig zijn inzicht in groei en ontwikkeling van de gebitselementen, het aangezicht en de criteria om in te grijpen of om door te verwijzen. In deze eenheid wordt daarom aandacht besteed aan model- en gelaatsanalyse. De doelen van een orthodontische behandeling zijn divers, hoewel verbetering van de esthetiek een (letterlijk) in het oog springend doel is. In aansluiting op stof in voorgaande jaren wordt ingegaan op gedragswetenschappelijke verklaringen van verwachtingen aangaande de esthetiek. Van de tandarts-algemeen practicus wordt verwacht dat deze een patiënt verwijst, of bij voldoende deskundigheid zelf ingrijpt. Daarvoor is voorbereiding, voorlichting en kennis nodig over hoe in te grijpen. Wat is het beste tijdstip en wat zijn eventuele gevolgen. Daarbij komen verschillende aspecten van de kindertandheelkunde aan de orde. Wat te doen bij een hoog cariësrisico? Hoe te handelen bij een (onvermijdelijke) extractie van een melkelement? Is de behandelbaarheid te vergroten? De ouders moeten worden voorgelicht over de aard van de behandeling, soms over de nazorg, zoals bij aangeboren afwijkingen, maar ook over de organisatie en de financiering van de zorg. Ook hier is er dus een integrale benadering vanuit verschillende lijnen en disciplines. Daarnaast zijn er practica ingeroosterd voor het oefenen van analyses en de aansluitende behandelplanning. Specialistische mondzorg 2 (5 EC) Het thema van deze onderwijseenheid wordt vrijwel grotendeels gewijd aan mondziekten en kaakchirurgie. Het overkoepelende thema daarbij is weer ‘klinisch redeneren’ maar dan vooral gericht op de vraag “monitoren, zelf ingrijpen of verwijzen’.Voortbouwend op het onderwijs in het eerste en twee jaar wordt aandacht besteed aan zwellingen en afwijkingen met een opbouw van benigne afwijkingen via ontstekingen naar maligne afwijkingen. Er is aandacht voor de meest frequent voorkomende cysten en cysteuze zwellingen, maar ook botafwijkingen en afwijkingen gerelateerd aan de speekselklieren. Aan bod komen ook orofaciale ontstekingen in de meer brede zin. In het kader van diagnose of monitoren worden ook de begrippen ‘dentogene foci’ en ‘focal infection’ behandeld. Zij spelen een belangrijke rol bij de tandheelkundige behandeling van voornamelijk patiënten met een endocarditisrisico, patiënten met endoprothesen en patiënten die behandeld worden voor een kwaadaardige aandoening met chemotherapie en/of radiotherapie. Daarom dient men op de hoogte te zijn van deze risico’s en van adequate voorzorgsmaatregelen. Het vroegtijdig herkennen van tumoren in het hoofdhals gebied is van groot belang en komt in deze onderwijseenheid aan bod, met name ook in relatie tot de andere zwellingen en afwijkingen. De vraag van al of niet verwijzen doet zich ook voor op het gebied van de dento-alveolaire chirurgie. Hierin maakt de student kennis met chirurgische ingrepen in en rond de mond, zoals de chirurgische endodontie, frenulumextirpatie, preprothetische correcties, etc. Ook het indiceren en plaatsen van implantaten behoort hiertoe. Tenslotte wordt aandacht besteed aan chronische pijn als gezondheidsprobleem, waarvoor al dan niet verwijzen een verantwoorde keuze moet zijn. Integratie met andere onderwerpen komt in deze onderwijseenheid tot stand door aandacht voor algemene ziekteleer, zoals oncologie en ziekten die worden beïnvloed door foci. Aandacht is er voor de 20
regels en procedures van verwijzen, maar ook voor communicatie, bijvoorbeeld met betrekking tot chronische pijn. Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 - Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL (Skillslab) (10EC) - Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL (Kliniek) (15EC) De practica van de Tandheelkundige vaardigheden kunnen worden onderverdeeld in practica die op zichzelf staan en practica die zijn geclusterd in een module. Samen met de betreffende theorie van de Kennis van vaardigheden vormt het een eenheid waaraan deeltoetsen (vaardigheden en theorie) gekoppeld zijn. Een module wordt aan de hand van deeltoetsen en practicum verplichtingen beoordeeld In totaal omvat het derde jaar 4 modules: a. module endodontologie II b. module de volledige prothese c. module kronen d. module kliniek De practica behorende bij de eerste 3 modules worden gegeven op het skillslab en de techniekruimte. In het derde jaar vormt de module endodontologie II een vervolg op de basiscursus van het tweede jaar. Een belangrijk deel van de onderwijseenheid zal ingevuld worden met het preklinisch vervaardigen van een volledige gebitsprothese en de oefeningen van de vaardigheden ten behoeve van het vervaardigen van gegoten restauraties, zoals prepareren, het maken van afdrukken en het vervaardigen van tijdelijke voorzieningen. In de module kliniek wordt een begin gemaakt met de patiëntenzorg in jaargroepen. Van de student wordt verwacht dat hij of zij aan het einde van het derde jaar aan de eisen voldoet om een volwaardig teamlid te zijn voor de onderwijspraktijk. Wetenschappelijke scholing 3 (3 EC)
Het onderwijs uit de lijn Wetenschappelijk denken en handelen in jaar 3 wordt voor een deel (2 EC) afgerekend bij de onderwijseenheid ‘Professionalisering’ en een deel (3 EC) in de onderwijseenheid ‘Wetenschappelijke scholing 3. De student is aan het einde van de bachelorfase (jaar 2 en 3) in staat - wetenschappelijke overwegingen te maken en te verantwoorden en deze aspecten als een vanzelfsprekend onderdeel van methodisch klinisch werken te integreren - vaardigheden toe te passen die van belang zijn voor het begrijpen van onderzoeksverslagen en voor het feitelijk verrichten van onderzoek Deze doelen worden bereikt door middel van groepsbesprekingen klinisch-wetenschappelijk-ethisch redeneren, colleges, practica (waarin de beginselen van wetenschappelijke onderzoeksmethoden en van ‘evidence-based dentistry’) en in mentorgroepsbijeenkomsten, waarin een leeronderzoek wordt opgezet en uitgevoerd om nader kennis te maken met de fasen van het wetenschappelijk onderzoeksproces. Professionalisering 3 (7 EC) Aan het einde van het derde jaar beheerst de student de methodieken (reflectie, intervisie en dialoog) die de basis vormen voor verantwoorden en bijbehorende vaardigheden op basisniveau. In dit laatste jaar van de bachelorfase kan de student oefenen op basis van zorg voor en behandeling van patiënten. Een aantal bekende onderdelen komen ook dit jaar aan de orde: ‘omgaan met beoordelingen van functioneren (in klinisch onderwijs)’, adoptiestage, coachgroepen en portfolio. 21
In de afgelopen jaren werd verantwoorden vooral ‘geoefend’ op eigen functioneren in onderwijs. Nu komt daar een belangrijk onderwerp bij: de KWER (Klinisch-wetenschappelijk-ethisch redeneren). In groepen wordt geoefend in de redenering om van de klacht/wens van een patiënt tot een diagnose, zorg en behandeling te komen. De methoden hiertoe zijn de wetenschappelijke dialoog en het afleggen van verantwoording in de verschillende rollen van de tandarts. Vaardigheden als expliciteren, concretiseren, analyseren (probleem oplossen) en generaliseren worden toegepast op wetenschappelijke, tandheelkundig inhoudelijke, ethische eb gedragsmatige onderwerpen. Schriftelijke weerslag van de KWER zal onderdeel van de portfolio uitmaken. De beoordelingen komen overeen met die van vorige jaren. Beoordelen van functioneren in klinisch onderwijs zal grotendeels daar plaats vinden. In de coachgroep zal echter de beheersing van vaardigheden en methodieken die ten grondslag liggen van transparant, begrijpelijk en redelijk te verantwoorden worden beoordeeld. In de beoordeling zal ook het functioneren in KWER en coachgroepen worden betrokken: aanwezigheid, afspraken nakomen en actief participeren. Individuele profilering 3 (5 EC) De lijn Individuele Profilering (IP) geeft de student de kans om zijn/haar studie deels naar eigen voorkeur in te richten en daarmee de student in staat te stellen zijn/haar positie te bepalen in het wetenschaps- en beroepsveld. De functie van de lijn Individuele Profilering in de Bachelorfase zal vooral kennismaking en oriëntatie zijn op brede academische vorming, op beroepsmogelijkheden van de tandarts en op eigen voorkeuren en drijfveren binnen de studie. Dit zal gebeuren door het volgen van verschillende Beroepsen Inhoudelijke oriënterende stages, een JSM-project of een minor (voorheen Algemeen Vormend Vak). In de masterfase zal met name verdieping en verbreding zijn van bestaande kennis binnen een vakgebied naar eigen voorkeur.
Beschrijving onderwijseenheden Master (3-jarig) opleiding Theoretisch onderwijs In Master 1 zijn twee thematische onderwijseenheden ingeroosterd: de OWE Complexe mondproblemen (14 EC)en de OWE Specifieke zorggroepen (14 EC). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de onderwerpen die aan bod komen. Overzicht onderwerpen van de thematische onderwijseenheden Master 1. OWE Complexe mondproblemen OWE Specifieke zorggroepen 1. Introductie klinisch onderwijs Master – 1. Kinderen Zorgverlening & Samenwerken. 2. Angststoornissen en behandeling extreem 2. Diagnostiek & behandeling van parodontale angstige volwassenen aandoeningen – Biofilm – Preventie 3. Psychoproblematiek 3. Diagnostiek - Risicoanalyse van de 4. Mandibulaire bewegingsstoornissen en gemutileerde dentitie orofaciale pijn 4. Functieherstel van de gemutileerde dentitie – 5. Complicerende situaties samenhangend met Brugwerk en esthetiek verstoringen van orofaciale functies 5. Functieherstel van de gemutileerde dentitie – 6. De oudere patiënt Uitneembare voorzieningen 7. Patiënten met een lichamelijke en/of 6. Functieherstel van de gemutileerde dentitie – verstandelijke beperking De immediaat prothese - Weefselregeneratie 8. Culturele diversiteit 22
7. Functieherstel van de gemutileerde dentitie – Implantologie 8. Diagnostiek & behandeling van acute klachten 9. Diagnostiek & behandeling van orthodontische afwijkingen - Kinderen & volwassenen 10. Behandeling van tumoren in het hoofdhalsgebied – implicaties voor de mondzorg
9. Patiënten met comorbiditeit 10. Samenwerken & kwaliteitsbeleid
In Master 3 wordt theoretisch ondewijs aangeboden in de OWE Mondzorg in de volle breedte (6 EC). Om de tandarts in zijn rol als ‘regisseur van de zorg’ te bekwamen, wordt in deze thematische onderwijseenheid in Master 3 ingegaan op diverse thema’s gekoppeld aan de regisseursrol van de tandarts, zoals de opbouw van de beroepskolom, het overzicht van de volledige breedte van het vakgebied (inclusief differentiaties en specialisaties) en het multi- en interdisciplinair samenwerken. Integrale Mondzorg De onderwijseenheid Integrale Mondzorg is de grootste eenheid in de Master en is als volgt verdeeld over de Master: Integrale mondzorg I (25 EC), Integrale mondzorg II (35 EC) en Integrale mondzorg III (23 EC). Het onderwijs staat in de Master vooral in het teken van de participatie in de zorg voor patiënten met complexe gebitsproblemen en afkomstig uit de bijzondere zorgroepen. De student maakt daarbij deel uit van één van de teams op de kliniek en leert in deze omgeving hoe samengewerkt kan worden in de mondzorg. In het derde jaar staat de rol van regisseur centraal en maakt de student nader kennis met de differentiaties en specialisaties in de mondzorg. Binnen het klinisch onderwijs worden verschillende leerdoelen bereikt waarbij het uiteindelijk ‘behandelen’ door de student een complexe en geïntegreerde vaardigheid is. De OWE Integrale Mondzorg I, II en III omvatten de volgende onderdelen: A. Klinisch onderwijs B. De coschappen C. Cursus stralingsbescherming D. Skillslab A. Klinisch onderwijs Het klinisch onderwijs bouwt voort op de start van de patiëntenzorg in de Bacheloropleiding. Hier ligt de focus op de beginselen van de zorgplanning en uitvoering van ‘enkelvoudige’ problematiek. In Master 1 ligt de focus op de zorgplanning bij patiënten met complexe / specifieke problematiek terwijl in Master 2 participatie in de zorgverlening door uitvoering van complexe behandelingen en/of bij specifieke groepen patiënten (o.a. behandeling van kinderen) en tegelijk het leren van bewaken van het zorgtraject van de individuele patiënt. In Master 3 ligt de nadruk op de regierol van de tandarts, het verder opbouwen van routine en oriëntatie op verschillende praktijk- en samenwerkingsvormen. In dit kader zal een externe stage ingeroosterd worden, die gelopen zal worden in een externe groeps- of gedifferentieerde praktijk.
23
B. De coschappen De coschappen bestaan uit drie onderdelen: 1. Mondziekten en Kaakchirurgie, 2. Dento-Maxillaire Orthopedie en 3. De Centrale polidienst De coschap Mondziekten en kaakchirurgie heeft als globaal doel kennismaking met de tweedelijns (mond)zorg door de kaakchirurg. Het coschap Kaakchirurgie duurt 6 weken. Het coschap bestaat uit meerdere onderdelen: een polikliniekstage, een poli-OK-stage en een stage operatiecentrum. Daarnaast is een stage op het Centrum Bijzondere Tandheelkunde ingeroosterd. De coschappen Kaakchirurgie vinden plaats in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), het Medisch Centrum Leeuwarden of de Isala Klinieken te Zwolle. Tevens is er een mogelijkheid om -in combinatie met keuzeonderwijs- het coschap te volgen in het Sint Elizabeth Hospitaal in Willemstad (Curaçao). Ter voorbereiding op het coschap wordt een entreetoets afgenomen zodat de student feedback krijgt over zijn (parate) kennis. Tijdens de stage wordt een onderwerp geselecteerd waarin de student zich verdiept en aan het einde van het coschap hierover een presentatie voor de vakgroep geeft. De coschap Dento-Maxillaire Orthopedie heeft als globaal doel kennismaking met de tweedelijns (mond)zorg door de orthodontist. Dit coschap wordt gelopen op de afdeling Orthodontie van het UMCG en omvat 1 week fulltime stage binnen de kliniek voor orthodontie (inclusief verslag schrijven). De student moet voor 1 patiënt een volledige analyse en behandelplan schrijven. Dit behandelplan wordt vervolgens gepresenteerd aan en besproken met één van de docenten. De Centrale polidienst heeft als doel het toepassen van de principes van klinisch denken en redeneren in geval van acute en spoedeisende (tandheelkundige) klachten. Het coschap duurt 3 weken en vindt plaats op de polikliniek van het CTM (UMCG). Tijdens de Centrale Poli Dienst kan de student verschillende taken uitvoeren. Het belangrijkste onderdeel vormt de klachtenopvang van patiënten (zowel ingeschreven als niet-ingeschreven patiënten).De student dient zorg te dragen voor een goede administratie afwikkeling (declaraties, verwijsbrieven, etc.) C. Cursus stralingsbescherming De cursus is wordt aangeboden zodat de student heeft voldaan aan de wettelijke eisen gesteld op het deskundigheidsniveau 5A. D. Skillslab In Master 1 en 2 is onderwijs op het skillslab ingeroosterd (o.a. preklinische vaardigheden gericht op behandeltechnieken van het gemutileerde gebit).
Wetenschappelijke Scholing Wetenschappelijk Scholing (in de lijn Wetenschappelijk denken en handelen) is als volgt verdeeld in de Master: Wetenschappelijke scholing I (5 EC) Wetenschappelijke scholing II (20 EC) en Wetenschappelijke scholing III (3 EC). De lijn Wetenschappelijk denken en handelen kent de volgende globale doelen: Het kunnen integreren van wetenschappelijke aspecten als een vanzelfsprekend onderdeel van methodisch klinisch werken Het zich eigen maken van vaardigheden die van belang zijn voor het begrijpen van onderzoeksrapportages en voor het feitelijk verrichten van onderzoek. In deze lijn ligt de nadruk sterk op het toepassen van wetenschappelijke kennis en methoden. De student leert de theoretische grondbeginselen, door zelfstudie, ondersteund door colleges (in deze volgorde) en wordt van meet af aan uitgedaagd zelf na te denken, structuur aan te brengen en de beginselen toe te passen in werkcolleges en practica. De stof wordt ook direct in de praktijk gebracht. Dit gebeurt onder 24
begeleiding van een mentor (die zelf actief is in wetenschappelijk onderzoek), waarbij een project uitgevoerd wordt gebaseerd op klinische vraagstellingen. De lijn heeft in de Bachelor drie aandachtsvelden, namelijk, het wetenschappelijk denken en redeneren, Evidence-based dentistry en klinische epidemiologie en biostatistiek. Wetenschappelijk denken en handelen wordt tevens zoveel mogelijk geoefend in de context van het onderwijs vanuit de andere lijnen. In jaar 3 van de Masterfase is een verbinding gemaakt tussen de onderwijseenheid Wetenschappelijke Scholing en de patiëntenbehandeling. Het doel van Wetenschappelijke Scholing van jaar 3 van de Masterfase is een aan een specifiek expertisegebied gekoppeld tandheelkundig probleem en de behandeling daarvan te analyseren tegen de achtergrond van de beschikbare kennis in de bestaande literatuur. Men leert de diagnostiek en behandelkeuze onderbouwen, de behandeling gedetailleerd te beschrijven en het resultaat kritisch te beoordelen. Hiertoe wordt een beschrijving gemaakt van een tandheelkundige behandeling van een eigen patient in de vorm van een Case Report en op basis daarvan een Critical Appraisal van de literatuur. Professionalisering Professionalisering is als volgt verdeeld in de Master: Professionalisering I (2 EC), Professionalisering II (5 EC) en Professionalisering III (5 EC). Professionaliteit is het vermogen om “de goede dingen goed te doen” met andere woorden: de juiste keuzes te maken op het juiste moment en de genomen beslissingen ook op de juiste wijze uit te voeren en daarover verantwoording te kunnen afleggen. De professional beweegt zich daarbij voortdurend tussen verantwoording nemen voor, verantwoording afleggen over en reflectie op het eigen handelen. In de Master is binnen de lijn Professionalisering vooral aandacht voor het functioneren in de patiëntenzorg en het verantwoorden van gemaakte keuzes in de zorg, het afleggen van verantwoording ten aanzien van de persoonlijke ontwikkeling en gemaakte keuzes in de opleiding. In Master 2 volgt de student tevens een praktijkgericht scholingsprogramma rondom de onderwerpen: ‘Leiderschap en regievoering’, ‘De ondernemende professional’ ‘Kwaliteitsbeleid en nascholing’ ‘De (on)gezonde tandarts’ De onderdelen staan nadrukkelijk in het teken van de tandarts als regievoerder. Verder komen er bedrijfsen organisatiekundige aspecten van de tandartspraktijk aan bod. De theorie wordt toegelicht door gastdocenten op een of meerdere lesdagen en workshops. Dit programma wordt afgesloten doormiddel van een opdracht waarin de externe stagepraktijk wordt geanalyseerd. Deze stageopdracht vindt plaats in het derde masterjaar en is gekoppeld aan de stageopdracht van Integrale Mondzorg. In Master 3 worden nieuwe aspecten toegevoegd, zoals het analyseren van de eigen rol in de zorg (bijv. als regisseur) en de eigen inhoudelijke ontwikkeling (bijv. motivatie keuzeonderwijs). INDIVIDUELE PROFILERING (23 EC) Het keuzeonderwijs is ingeroosterd in het derde Masterjaar. Individuele Profilering wordt modulair opgezet, waarbij de student als coassistent participeert in een differentiatie, specialisatie of ander specifiek onderdeel van het vakgebied. Bij de toelating wordt de motivatie van de student meegewogen. De volgende profielen worden onderscheiden: 1. Differentiaties en specialisaties 2. Zorg- en praktijkmanagement 3. Wetenschappelijk profiel 4. Individueel profiel (bijv. buitenlandstage) 25
2 UMCG, ONDERWIJSORGANISATIE EN COMMISSIES UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Ontstaan Sinds de oprichting van de ‘Groningsche Hoogeschool’ in 1614 maakt de opleiding Geneeskunde deel uit van de Groningse universiteit. De studie Geneeskunde bestond in 1614 voornamelijk uit het bestuderen van geschriften uit de Griekse oudheid en stond ver van het bed van de patiënt af. Hoogleraar Petrus Camper (1722-1789) moderniseerde het onderwijs door juist wel aandacht te besteden aan de medische praktijk. Pas aan het einde van de 18e eeuw werd onderwijs aan het bed van de patiënt mogelijk. Daarvoor werd een ‘ziekenhuis’ met acht bedden ter beschikking gesteld, het ‘Nosocomium Academium’. Langzamerhand breidde deze accommodatie zich uit en ontstond het ‘Algemeen Provinciaal Stads- en Academisch Ziekenhuis’ (APSAZ), dat gevestigd was aan de Munnekeholm in Groningen. In de loop van de 19e eeuw gaven allerlei natuurwetenschappelijke ontdekkingen steeds meer inzicht in de werking van het menselijk lichaam. Ook de mogelijkheden op het gebied van diagnose en behandeling verbeterden sterk. Deze ontwikkelingen maakten de bouw van een nieuw Academisch Ziekenhuis noodzakelijk. In 1903 werd een nieuw complex aan de Oostersingel betrokken. De Faculteit Geneeskunde verhuisde naar het nabij gelegen pand aan de Bloemsingel. In de jaren negentig is er een groot nieuwbouwcomplex verrezen op het terrein aan de Oostersingel. In dit complex werden patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs onder één dak gehuisvest. Dit vergrootte de mogelijkheden voor een intensievere samenwerking tussen de faculteit en het ziekenhuis. De faculteit werd in 1995 uitgebreid met de opleiding Tandheelkunde en veranderde de naam in Faculteit Medische Wetenschappen (FMW). In 2004 werd ook de opleiding Bewegingswetenschappen onderdeel van de FMW. Met ingang van 1 januari 2005 is na een langdurig voorbereidingsproces het samengaan van faculteit en ziekenhuis geformaliseerd in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Organisatie Het UMCG wordt bestuurd door de Raad van Bestuur, die bestaat uit vier leden, waaronder de decaan van faculteit Medische Wetenschappen. Binnen het UMCG bestaat een medezeggenschapsorgaan, de Ondernemingsraad (OR). Onderdeel van de OR is een Onderwijs- en Onderzoeksraad (O&O-Raad). De belangrijkste bevoegdheid van de O&O-Raad is het instemmingsrecht met (delen van) de OER (Onderwijs- en Examen Regeling). Voor de actuele samenstelling van de diverse gremia en commissies wordt verwezen naar: http://www.rug.nl/umcg/faculteit/bestuur/index
26
ONDERWIJSINSTITUUT (OWI) Algemeen Het Onderwijsinstituut coördineert het onderwijs aan het UMCG. De activiteiten van het instituut zijn gericht op de uitvoering van de onderwijsprogramma's, de kwaliteitsbewaking ervan en de voortdurende verbetering van de curricula. De Wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB) ondersteunt deze centrale opzet. Om de kwaliteit van het onderwijs te optimaliseren en te waarborgen, is het Onderwijsinstituut nauw betrokken bij de disciplinegroepen van het UMCG
Tel. Curriculummanager Producenten
Producent-assistent Onderwijsbureau Roostering
Curriculumbureau Tandheelkunde 363 2009 dr. G.J. Deenen 363 3067 mw. R. Blikslager 363 3078 mw. M. Gort 363 8276 mw. E. Langendijk 363 8554 mw. L. Timmer-Edens 363 2009 mw. K. Hummel 363 2009 mw. K. Hummel 363 8371 363 8152
Voor studenten Tandheelkunde is het Curriculumbureau veelal het eerste aanspreekpunt van het Onderwijsinstituut. Het Curriculumbureau Tandheelkunde is voor studenten van maandag tot en met donderdag 11.30 tot 14.00 uur geopend. Studieadviseurs Nieuwe studie, verhuizing, heimwee, relaties, uitgaan, geld, studiefinanciering, studentenhuis, vrienden, familie, ouders, sport, vereniging, vakantie, buitenland, stage, studielast, studiedruk, herhalingstoetsen, studiestress, ziekte, uitstelgedrag, keuzes maken, bindend studieadvies. Bijna alle studenten maken vroeger of later een periode mee waarin het met de studie niet wil vlotten. Soms overleggen ze met vrienden, medestudenten of familieleden; soms komen ze er zelf uit, soms stappen ze naar een studieadviseur. 1001 vragen Studieadviseurs zijn er voor die 1001 vragen, bijvoorbeeld over studieplanning, studiemethode en studievertraging, maar ook over studeren met een handicap, problemen in de persoonlijke sfeer en psychische problemen. Studieadviseurs zijn vertrouwenspersonen, ze luisteren, geven informatie, advies en ondersteuning. Eventueel verwijzen ze door, bijvoorbeeld naar het Studenten Service Centrum (studentendecanen of de studentenpsychologen). Belangrijk: Ziekte of bijzondere omstandigheden (overmacht). In je studietijd kun je studievertraging oplopen door ziekte of bijzondere (familie-) omstandigheden (overmacht). Als je door overmacht studievertraging oploopt, dan ga je waarschijnlijk over je studiefinancieringtijd heen. Daarom bestaat de mogelijkheid financiële compensatie uit het Profileringsfonds aan te vragen, waarmee je je studie iets langer kunt financieren. Voorwaarde om in aanmerking te komen voor financiële ondersteuning uit het Profileringsfonds is, dat je de bijzondere omstandigheden tijdig (=direct) hebt gemeld bij je studieadviseur. Overmachtsituaties zijn bijvoorbeeld 27
ziekte, zwangerschap, een functiebeperking, bijzondere familieomstandigheden of onderwijskundige overmacht. Heb je te maken met een bijzondere omstandigheid die langer dan een maand gaat duren (studievertraging >5 ECTS), neem dan onmiddellijk contact op met je studieadviseur. Je studieadviseur verwijst je eventueel door naar de studentendecaan indien het ernaar uitziet dat de studievertraging groter wordt dan 15 ECTS. Indien de studieadviseur je doorverwijst naar de studentendecaan, moet je uiterlijk binnen 4 weken na melding bij de studieadviseur, een afspraak gemaakt hebben met de studentendecaan. BindendStudieAdvies (BSA) Een BSA is een bindend advies van het College van Bestuur van de Universiteit dat bepaalt of je je opleiding, of opleidingen, kunt voorzetten of niet . Om tot een advies te komen wordt er een norm gehanteerd, de BSA-norm: De minimale norm waaraan je als student Tandheelkunde moet voldoen is: 1. het behalen van 45 studiepunten (EC) in het eerste inschrijvingsjaar voor de studie tandheelkunde en 2. de propedeuse in het tweede inschrijvingsjaar. Belangrijk: bijzondere omstandigheden Wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden (ziekte, familieomstandigheden, functiebeperking) die je studie vertraagd hebben is het zaak deze direct, te melden bij de studieadviseur! Daarnaast zijn er speciale regelingen voor topsporters en studenten die een bestuursfunctie bekleden. Maak, indien je denkt, dat je voor een aangepaste (=verlaagde) BSA norm in aanmerking zou kunnen komen, een afspraak met één van de studieadviseurs. Wie? Bij het onderwijsinstituut zijn drie studieadviseurs: mw. drs. G. Weesjes, drs. H. Gierveld, drs. G.R Terwisscha van Scheltinga. Voor wie? De studieadviseurs zijn er voor studenten Geneeskunde en Tandheelkunde. Hoe, wanneer, waar? Open spreekuur: maandag t/m vrijdag van 12.30-13.30 uur. Ook kun je een afspraak maken via het Curriculumbureau (050-3632009). Extra mogelijkheden: 1.
[email protected] Een korte vraag kun je ook per e-mail stellen. Daarvoor is
[email protected] bedoeld. Mail je vraag en je krijgt zo spoedig mogelijk antwoord van een van de studieadviseurs. Maak er gebruik van! 2. Voorzieningen voor studenten van de RUG; http://www.rug.nl/studenten/voorzieningen/index S(tudenten) S(ervice) C(entrum): http://www.rug.nl/studenten/voorzieningen/studentenservicecentrum/index Vragen over studiebegeleiding en studievertraging: http://www.rug.nl/studenten/studiebegeleiding/vertragingStudeerproblemen
Nestorsteunpunt: http://www.rug.nl/umcg/onderwijs/nestor/index Nestorsteunpunt ing. J. van der Leest 363 2781
28
COMMISSIES De Examencommissie Geneeskunde en Tandheelkunde De Examencommissie Geneeskunde -Tandheelkunde (EC) stelt op basis van de Onderwijs en Examen Regeling Tandheelkunde (OER), de 'Regels en Richtlijnen van de Examencommissie' vast. Beide (OER en R&R) zijn volledig in deze studiegids opgenomen. De Examencommissie TandheelkundeGeneeskunde is voorts belast met het vaststellen van de examens van de studierichting Tandheelkunde. Voorzitter Ambtelijk secretaris
Dr R.A. Tio drs G.M. Vos,
[email protected]
Opleidingscommissie Tandheelkunde De Opleidingscommissie Tandheelkunde (OCT) heeft tot taak het bestuur van de Faculteit Medische Wetenschappen /UMCG en de O&O-raad, gevraagd of ongevraagd te adviseren m.b.t. het onderwijs en het onderwijsbeleid. Voorzitter Secretaris
vacature drs. M. H. Ehrich,
[email protected]
Facultaire commissie Bindend Studieadvies Verantwoordelijkheden en bevoegdheden De decaan van de Faculteit Medische Wetenschappen (UMCG) delegeert het uitbrengen van het Bindend Studieadvies (BSA) aan de Facultaire commissie Bindend Studieadvies. De Facultaire commissie heeft daarmee ook als taak het al dan niet uitbrengen van een BSA aan een student met bijzondere omstandigheden. Adviezen worden door de commissie uitgebracht namens de decaan. De Facultaire commissie ziet er op toe dat de Bindende Studieadviezen op een verantwoorde wijze worden afgegeven. Taken - Bindend Studieadvies De Facultaire commissie BSA brengt, namens de decaan en rekening houdend met de bepalingen in de OER van de respectievelijke opleidingen, aan het einde van het studiejaar het BSA uit. - Student met bijzondere omstandigheden Voor studenten met bijzonder omstandigheden is het mogelijk de BSA-norm aan te passen. Studieadviseur en student maken samen een studieplan dat recht doet aan de omstandigheden. In dit studieplan wordt, als het studieplan dat vereist, een aangepaste BSA-norm vermeld. De Facultaire commissie BSA beoordeelt, desgewenst gedurende het studiejaar of aan het einde van het studiejaar, conform de voorgestelde studieplanning en de daarbij behorende aangepaste BSA-norm besloten zal worden. - Horen van studenten Alvorens een Bindend Studieadvies uit te brengen stelt de Facultaire commissie BSA (namens de decaan) de student hiervan op de hoogte gesteld door middel van een ‘voornemen tot Bindend Studieadvies’. Nadat dit voornemen is bekend gemaakt heeft de student de mogelijkheid gehoord te worden. De Facultaire commissie BSA verzorgt het ‘horen’. Bij het horen dienen minimaal twee leden van de commissie aanwezig te zijn. 29
- Rapportage De Facultaire commissie BSA brengt jaarlijks, direct na het uitbrengen van de adviezen, verslag uit van haar werkzaamheden aan de decaan.
30
OVERZICHT BACHELOR T21 & MASTER EXAMINATOREN TANDHEELKUNDE 2014-2015 BACHELOR Jaar Onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied 1 Levensloop Het orale milieu Bedreiging en bescherming Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A en 1B Wetenschappelijke scholing 1
2
3
Professionalisering 1 Weefselverlies Orale geneeskunde Odontogene pijn en acute pijn Stoornissen in groei en ontwikkeling Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A en 2B Wetenschappelijke scholing 2 Professionalisering 2 Individuele Profilering 2 Herstel van occlusie Complexe diagnostiek en behandeling Specialistische mondzorg 1 Specialistische mondzorg 1 Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 Skills Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 Kliniek Wetenschappelijke scholing 3 Professionalisering 3 Individuele Profilering 3
3 jarige MASTER Jaar Onderwijseenheid Complexe mondproblemen 1 Specifieke zorggroepen Integrale Mondzorg I Professionalisering I
Examinator Drs W. Kerdijk Dr P.J.W. Jüch Drs P.J.L de Beukelaar Mw. Prof. dr W.M. Molenaar Drs E.E. Feenstra Mw. dr D. Opstelten Dr C.G. van Hoogmoed Drs P.J.L de Beukelaar Mw. Prof. dr W.M. Molenaar Drs E.E. Feenstra Dr P.J.W. Jüch Drs A.A.B. Krol Mw. Dr A. Kunnen Drs P.J.L de Beukelaar Mw. drs I.M.A. Scholten Mw. Prof. dr W.M. Molenaar Drs E.E. Feenstra Dr P.J.W. Jüch
Examinator N. Droulias, DDS Drs E.E. Feenstra Mw. drs I.M.A. Scholten Drs E.E. Feenstra 31
Wetenschappelijke stage I
Mw. Prof. dr W.M. Molenaar
2
Integrale Mondzorg II Professionalisering II Wetenschappelijke stage II
Mw. drs I.M.A. Scholten Drs E.E. Feenstra Mw. Prof. dr W.M. Molenaar
3
Mondzorg in de volle breedte Integrale Mondzorg II Professionalisering II Wetenschappelijke stage II
Prof. dr H.J.A. Meijer Mw. drs I.M.A. Scholten Drs E.E. Feenstra Mw. Prof. dr W.M. Molenaar Prof. dr H.J.A. Meijer
Individuele Profilering
UMCG, CENTRUM VOOR TANDHEELKUNDE EN MONDZORGKUNDE (CTM) Antonius Deusinglaan 1 (FB21) 9713 AV Groningen tel: 050 - 363 3092 website: www.ctm.umcg.nl
Organisatie CTM Afdelingshoofd Chef de Clinique Chef de Clinique Manager Bedrijfsvoering & Zorg
prof. dr. F. Abbas mw. drs. C. Aukema-Vermeer drs. E.E. Aukema mw. drs. A.J. Wildeboer
363 7593 363 8618 363 8618 363 2671
Onderwijs Bachelor coördinator Master coördinator Hoofd Mondzorgkunde
mw. dr. N.G. Blanksma dr. J. Tams mw. M. Brandenburg
363 2647 363 3088 363 2713
Logistiek skillslab en kliniek Magazijn Zorgadministratie H. Klein, manager kliniek Mw. drs. C. Aukema-Vermeer en drs. E.E. Aukema, chef’s de clinique Patiëntenbalie
363 8473 363 7505 363 8012 363 8618 363 7505
OTP 1 (Terschelling) OTP 2 (Hoogeland) OTP 3 (Ameland)
363 2576 / 6478 363 2561 363 8599/ 8597 32
Skillslab
363 6851
Logistiek uitgiftebalie D. Boekholt mw. M. Kuiper- Peetoom E. Buikema mw. A.J.J. Eleveld mw. G. Hoving-Peelen P. Mollenhorst L. de Rijber mw. I. Roffel
363 8473 363 7504 363 8468 363 7395 363 8468 / 7591 363 7591 363 8468 363 8468/7591
Witte kleding van het UMCG Op de onderwijskliniek dient witte kleding van het UMCG gedragen te worden. De studenten die in het daaropvolgende studiejaar op de onderwijskliniek gaan werken worden in mei/juni opgeroepen om de maat op te laten nemen bij het Servicepunt Bedrijfskleding van het UMCG. De kleding wordt vervolgens besteld en komt per eind augustus/begin september beschikbaar. De kleding kan opgehaald worden bij de Kledinguitgifteautomaat KIA/KUA van Adl-1 (Sousterrain). Om kleding uit de automaat te kunnen halen is een UMCG-pas nodig. Deze UMCG-pas is eind augustus bij de personeelswinkel vanhet UMCG beschikbaar. Tijdens het op laten nemen van de maat wordt een informatieboekje meegegeven waarin o.a. staat hoe het brengen en halen van de witte kleding in zijn werk gaat. Infectiepreventie in het UMCG Medewerkers en studenten die actief worden in de patiëntenzorg worden door het UMCG van tevoren gescreend op de infectueuze aandoeningen Hepatitis-B, TBC, en MRSA. Voor studenten die op de onderwijskliniek van het UMCG-CTM gaan werken vindt deze screening volgend op de vaccinatieronde bij de dienst Arbeid en Gezondheid vanhet UMCG. Dat wil zeggen dat de betreffende studenten in mei/juni een oproep krijgen om zich te laten screenen bij het UMCG. Voor de screening van de dienst Arbeid en Gezondheid van het UMCG dient men een kopie van het vaccinatiebewijs Hepatitis-B/titerbepaling te overleggen. Daarnaast wordt gescreend op TBC, via een mantouxtest, en op MRSA. Studenten krijgen pas toegang tot de onderwijskliniek van het UMCG-CTM indien zij de screening goed hebben doorlopen. Studenten die de screening niet of niet volledig hebben doorlopen krijgen geen toegang tot de onderwijskliniek. Indien de screening niet voor aanvang op de onderwijskliniek wordt doorlopen dient de student zelf alsnog zorg te dragen voor de infectiepreventie via de GGD Groningen. De kosten komen in dat geval voor rekening van de student. (Zie verderop meer informatie over infectiepreventie)
TANDHEELKUNDE MONDHYGIËNE FACULTEITSVERENIGING ARCHIGENES De T.M.F.V. Archigenes is de Tandheelkunde Mondhygiëne Faculteitsvereniging. Het is een studievereniging voor studenten tandheelkunde en mondzorgkunde, waardoor het een gecombineerde vereniging is voor WO- en HBO-studenten. De vereniging zorgt er voor dat je naast je studie ontspanning krijgt in de vorm van middagborrels en sportactiviteiten maar ook verdieping in de vorm van lezingen, workshops en een symposium. In het begin van het studiejaar wordt er een introductiekamp 33
georganiseerd, waarin je je medestudiegenoten leert kennen. Een voordeel voor leden is dat je je studieboeken met korting kunt bestellen. Voor meer informatie kun je kijken op de website: www.archigenes.nl KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER TANDHEELKUNDE (KNMT) Studentleden gebruik maken van de NMT-dienstverlening, waaronder diverse verzekeringen, de TandartsVacatureBank, praktijkbemiddeling, het Starterspakket, Startersseminars en voordelige individuele startersbegeleiding. Het student-lidmaatschap geeft bovendien recht op het bijwonen van de afdelingsvergaderingen. Meld je nu aan voor het gratis NMT-Studentlidmaatschap. Kijk op www.nmt.nl voor meer informatie of neem contact op met NMT-Ledenservice, 030 -6076380 of
[email protected] ASSOCIATIE NEDERLANDSE TANDARTSEN (ANT) Al meer dan 15 jaar zetten we ons bij de Associatie Nederlandse Tandartsen in voor de tandarts en tandarts in spé, dus ook voor jou! We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat jij je (straks) als tandarts zo veel mogelijk kunt focussen op de relatie met je patiënten en de kwaliteit van je behandelingen. Daarom heb je een gratis lidmaatschap tijdens je studie en in het jaar van afstuderen. Meer informatie: www.ant-online.nl
[email protected]
34
3 ALGEMEEN PLANNING De opleiding tot tandarts omvat 6 cursusjaren: een Bachelor opleiding van 3 jaar en een Masteropleiding van 3 jaar. In De onderwijsactiviteiten van de Bachelor fase en de Masterfase worden per semester ingeroosterd. In de Bachelor heeft elk semester een eigen coördinator. De Wetenschapsbeoefening, Individuele Profilering en Professionalisering zijn niet semestergebonden; hiervoor zijn lijncoördinatoren aanwezig. Ook voor de professionele vorming (skillslab, kliniek, klinische stages, keuzeprojecten) zijn aparte coördinatoren aanwezig. In de 3 jarige Master wordt professionele vorming benoemt als Integrale Mondzorg. De roostering van de onderwijsactiviteiten en andere informatie over het onderwijs staan vermeld in de digitale semester leidraad. Deze leidraad is aan het begin van de het desbetreffende semester beschikbaar via Nestor. Herhalingsperiode De herhalingen voor zowel skillslab alsook voor de andere (theoretische) onderwijsonderdelen zullen plaatsvinden in de maand juli 2015. De datum voor verlengd tentamen (in de maand juli 2015) zal in de maand juni 2015 bekend worden gemaakt.
AANVRAAG BULLEN TANDHEELKUNDE Propedeuse en Bachelorexamen Indien u, volgens de opleiding, alle examenonderdelen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd, dan wel alle onderdelen van het door de examencommissie goedgekeurde programma met goed gevolg heeft afgelegd, vraagt de opleiding uw getuigschrift aan. De opleiding controleert na afloop van elk blok of studenten hebben voldaan aan de voorwaarden van een getuigschrift en vermeldt dit op Nestor. Indien u van mening bent dat voor u ten onrechte wel of geen getuigschrift is aangevraagd kunt u dat melden bij mevr. K. Hummel. Email:
[email protected] Als u wilt dat nog geen getuigschrift voor u wordt aangevraagd, kunt u dit aanvragen bij de examencommissie. Na vaststelling van de cijfers door de Examencommissie krijgt u bericht over het ophalen van uw bul. Alvorens de bul te ondertekenen en in ontvangst te nemen dient u zich te legitimeren met een geldige studentenkaart of geldig legitimatiebewijs. Voor de propedeuse en bachelor geslaagden wordt een uitreiking in het najaar georganiseerd. Indien u mee wilt doen met de uitreiking kunt u dit aangeven door het sturen van een e-mail naar
[email protected] Masterexamen Voor het Masterexamen gelden onderstaande regels: 1. Tijdens de periode waarin de tentamens voor het Masterexamen zijn behaald en op het moment van afstuderen, dient u ingeschreven te staan als student. 2. Om af te kunnen studeren, moet de student zijn tandartsbul aanvragen door middel van het invullen van een aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier is te verkrijgen bij het Curriculumbureau. Uiterlijk 4 35
weken voor de datum van de tandartsbuluitreiking moet het aanvraagformulier zijn ingeleverd bij mw. K. Hummel, Curriculumbureau Tandheelkunde 3. Uiterlijk 2 weken voor de datum van de tandartsbuluitreiking moeten alle resultaten van de verplichte onderdelen binnen zijn bij mw. K. Hummel.
Diplomering Master Gedurende het studiejaar 2014/2015 zijn er 3 data gepland waarop de studenten hun Master diploma tandheelkunde ontvangen uit de handen van een van de leden van de Master-examencommissie. Dit gebeurt in een van de zalen van het Academiegebouw aan de Broerstraat. De data zijn (onder voorbehoud): - vrijdag 28 november 2014 - vrijdag 10 april 2015 - vrijdag 10 juli 2015 - ( vrijdag 27 november 2015) Daarnaast bestaat elke maand de mogelijkheid af te studeren door middel van het afhalen van een zogenaamde 'balie-bul', deze wordt door een medewerker van de het Curriculumbureau Tandheelkunde overhandigd. Studenten die op een andere datum dan de drie bovenstaande vaste data willen afstuderen én de bul uitgereikt willen krijgen door één van de leden van de examencommissie kunnen zich voor meer informatie wenden tot mw. K. Hummel, Curriculumbureau Tandheelkunde. Naam, adres en woonplaats van afgestudeerde tandartsen worden doorgegeven aan het ANT en het NMT-bureau ter publicatie in het Nederlands tandartsenblad. Studenten die hier bezwaar tegen hebben kunnen dat aangeven op hun aanvraagformulier voor het tandartsdiploma. FACILITEITEN STUDENTEN TANDHEELKUNDE Skillslab In het gebouw A. Deusinglaan 1 is op de begane grond het skillslab gehuisvest. Dit is een zaal waar momenteel 82 preklinische units opgesteld staan. Een preklinische unit bestaat uit een soort werkblad waaraan een kunststof kop bevestigd is. Studenten die op deze zaal gaan werken, moeten daar een kort wit jasje, witte broek en dichte schoenen dragen. Om te kunnen oefenen op deze zaal is instrumentarium nodig. Tegen betaling van een borgsom en een huurbedrag kunnen studenten de beschikking krijgen over een instrumentenkoffertje. Als studenten zorgvuldig met de instrumenten omgaan, krijgen ze deze borgsom terug. Eventuele onkosten ten gevolge van onzorgvuldig omgaan met het instrumentarium zijn voor eigen rekening. Kliniek Een zeer belangrijk onderdeel van de opleiding Tandheelkunde is de kliniek. De kliniek, die in het gebouw A. Deusinglaan 1 gehuisvest is, is verspreid over 3 aparte zalen. De kliniek omvat momenteel 78 behandelstoelen. De kliniek is onderverdeeld in een aantal OnderwijsTeamPraktijken, ook wel OTP's genoemd. Studenten leren in de OTP onder begeleiding van stafleden, samen met andere studenten Tandheelkunde uit verschillende jaren, alles wat te maken heeft met de latere beroepsuitoefening. Studenten die op de kliniek werken, moeten een kort wit jasje, een witte broek en dichte schoenen dragen. Om te kunnen oefenen op de kliniek hebben studenten instrumentarium nodig. Tegen betaling 36
van een borgsom en een huurbedrag kunnen studenten de beschikking krijgen over een kastje met al het benodigde instrumentarium. Zelfstudieruimtes Op diverse verdiepingen van de gebouwen A. Deusinglaan 1 (ADL1) zijn tutorkamers. Deze tutorkamers zijn buiten de onderwijsuren vaak beschikbaar voor zelfstudie. Studeren kan ook in de studiezaal die eveneens op de vierde verdieping ingericht is en in de Centrale Medische Bibliotheek (zie elders in deze gids). Computerruimtes In de Centrale Medische Bibliotheek is een dertigtal pc's (met centrale laserprinter) opgesteld, die gebruikt kunnen worden voor scripties en verslagen. Ook in de combizaal op de derde verdieping en in de nieuwbouw van het onderwijsinstituut (ADL1) staan pc's voor dit doeleinde. Kopiëren Bij de uitgiftebalie / repro Medische Wetenschappen kunnen kopieerpasjes gekocht worden. De kopieerapparaten staan op de begane grond van gebouwdeel 3215, A. Deusinglaan 1. Kantines De kantine in het gebouwdeel 3211 (souterrain) is dagelijks van 10.00 – 13.30 uur geopend. De kantine in het gebouwdeel 3214 (b.g.) is dagelijks van 9.00 – 16.30 uur geopend. Bereichtgeving aan studenten Als er wijzigingen aangaande het onderwijs te verwachten zijn, worden studenten hiervan per e-mail of via Nestor op de hoogte gebracht. Het is dus voor studenten van belang om dagelijks de mail en Nestor te controleren op nieuwe mededelingen en/of informatie.
Het UMCG, sector F voorziet in een aantal diensten en voorzieningen. Deze kunt u vinden op: http://www.rug.nl/umcg/faculteit/index ICT-support De Helpdesk is op werkdagen van 8.15 tot 17.00 uur bereikbaar Telefoonnummer: (363) 7500 E-mail:
[email protected] Onderwijs Ondersteunende Dienst (OOD) Hoofd Onderwijsondersteunende dienst Dhr. W.J. Deijs e-mailadres:
[email protected] telefoon: 050-3632825 (intern mobiel 95109) http://www.rug.nl/umcg/diensten/onderwijsOndersteuning Voor reservering van ruimtes kunt u terecht bij zaal reserveringen, tel 363 7884 http://www.rug.nl/umcg/diensten/zalenLokalen
37
CENTRALE MEDISCHE BIBLIOTHEEK en UNIVERSITEITS BIBLIOTHEEK CMB online Het grootste deel van het aanbod van de CMB is toegankelijk via http://www.rug.nl/bibliotheek/services/bibcmb/ en via de mobiele site MobileCMB.nl Als student van de RUG heb je ook thuis toegang tot de elektronische tijdschriften en boeken. Je kunt inloggen met je studentnummer en –wachtwoord op de proxy-server (http://proxy.ub.rug.nl/). (Computer)faciliteiten en studieruimtesin de CMB Op de vierde verdieping vind je ongeveer 70 studentwerkplekken met pc’s. Er is een speciale studeerruimte voor studenten: een ‘learning grid’. Deze ruimte heeft flexibel opstelbaar meubilair, geschikt om te werken in kleine of grotere groepen. Voor tutorgroepen zijn er ook aparte ruimtes met pc beschikbaar, de sleutels zijn te verkrijgen bij de balie. Er zijn twee rijen pc’s beschikbaar voor artsen, co-assistenten en andere medewerkers van het ziekenhuis, deze pc’s zijn aangesloten op het netwerk van het ziekenhuis. De derde verdieping is de studieruimte, hier hoort het stil te zijn. Je vindt hier 12 individuele studiecabines met pc. Fotokopieermachines, scanners, een centrale printer, bagagekluisjes en een koffiecorner zijn aanwezig. Ook zijn er stopcontacten voor laptops. Waar vind je wat? De meeste tijdschriften zijn elektronisch beschikbaar, te vinden via de website. De tijdschriften die we nog in gedrukte vorm in abonnement hebben staan op de vierde verdieping, alfabetisch op titel. Beneden vind je de boeken, klinische lessen en proefschriften. De boeken zijn gerangschikt op onderwerp. Je vindt de onderwerpsindeling op de website, bij de boekenkasten en de balie. Online scripties vind je via de website. Lenen en kopiëren Boeken kun je lenen met je collegekaart. Verlengen en reserveren kan online (via de Catalogus), via de balie of telefonisch. De leentermijn is 4 weken. Studenten Mondzorgkunde kunnen bij de balie van de CMB een lenerspas laten maken. De lenerspas/collegekaart is geldig in alle bibliotheken van de RUG. Niet uitgeleend worden: tijdschriften, boeken met rode stip, woordenboeken, klinische lessen en verplichte studieboeken. Verplichte studieboeken staan achter de balie, je kunt er èèn tegelijk gebruiken tegen inlevering van je collegekaart (alleen voor gebruik in de bibliotheek). Van de meeste verplichte studieboeken is een derde exemplaar aanwezig, dat uitgeleend wordt voor 10 dagen. Deze boeken staan op de derde verdieping. Kopieerkaarten kun je kopen bij de balie. Boeken en artikelen aanvragen Heb je (Geneeskundestudent) een boek of artikel nodig dat niet bij de CMB of een andere RUGbibliotheek aanwezig is, dan kun je dat zelf aanvragen in Picarta (een landelijke catalogus). Je opent bij de balie van de CMB een zogenaamd IBL-account, waar je contant geld opstort (min. € 1,50 per artikel en € 1,50 per boek). Ben je student Tandheelkunde dan kun je via een aanvraagformulier (verkrijgbaar bij de balie van de CMB) artikelen en boeken aanvragen. De betaling verloopt via het Curriculumbureau. 38
Hulp bij het zoeken: vraag de baliemedewerker Bij de balie is dagelijks van 8.30-17.00 uur een medewerker beschikbaar om je te helpen bij het zoeken naar literatuur. Ook voor computerproblemen, wachtwoordproblemen e.d. Huisregels Mobiele telefoon uit. In de koffiecorner is het toegestaan om te bellen. Niet luid praten Eten en drinken alleen in de koffiecorner achter de computerzaal Tijdschriften en boeken na gebruik in de bibliotheek zelf op de juiste plaats terug zetten Kopieermachines alleen gebruiken voor bibliotheekmateriaal
Bezoekadres Universitair Medisch Centrum Groningen Hanzeplein 1, Groningen Winkelstraat 1 of Poortweg 12 4e verdieping, Y4.202 Contact: tel. (050) 363 3048 / 361 2596 Email:
[email protected] Website: http://www.rug.nl/umcg/bibliotheek Facebook & Twitter: cmbUMCG Openingstijden Maandag t/m donderdag Vrijdag Zaterdag en zondag
08.30 – 21.30 uur 08.30 – 18.00 uur 10.00 – 18.00 uur
NB. In de weekenden voorafgaand aan de tentamens is de CMB open. Zie de website voor de precieze data en tijden. INFORMATIE EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE (ICT) IN HET ONDERWIJS Inleiding Bij het realiseren van de doelstellingen van het medisch onderwijs aan de faculteit medische wetenschappen speelt ICT een belangrijke ondersteunende rol. Zo kunnen studenten met behulp van de elektronische leeromgeving Nestor onafhankelijk van tijd en plaats informatie en cursusmateriaal uitwisselen of (zelf)toetsen maken. Daarnaast kunnen diverse computerondersteunde leerprogramma's worden geraadpleegd in één van de onderwijsruimtes, waarvan sommige tevens zijn voorzien van audio- en videoapparatuur. Computerzalen De faculteit beschikt over 3 computerzalen. De grootste zaal (Combizaal) wordt gebruikt voor klassikale practica en zelfstudie door studenten geneeskunde, tandheelkunde en bewegingswetenschappen. De Combizaal bevindt zich op de derde verdieping van het faculteitsgebouw aan de Ant. Deusinglaan 1. Hier bevindt zich ook de Helpdesk waar de studenten terecht kunnen met ICT-problemen. In het nieuwe onderwijsgebouw bevinden 2 kleinere computerzalen en de overige tutorkamers. Alle tutorkamers zijn voorzien van een PC met beamer. 39
De computers zijn in principe beschikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.30 tot 20.00 uur en vrijdag van 8.30 tot 17.15 uur. De Combizaal kan tijdens practica (gedeeltelijk) gesloten worden. Centrale Medische Bibliotheek (CMB) Naast de computers in de zalen aan de Ant. Deusinglaan zijn in de Mediatheek van de CMB in het UMCG identiek geconfigureerde computers beschikbaar voor studenten. Voor toegang en openingstijden zie hoofdstuk: CMB.
Studentenwerkplek Met de studentenwerkplek heeft elke aan de RuG studerende student de beschikking over dezelfde standaard ICT-applicaties en een eigen netwerkgebied. Het maakt niet uit van welke plaats en welke faculteit wordt ingelogd: de studentenwerkplek verhuist als het ware mee. Vanuit het menu worden naast studentenmail, Progress WWW en Nestor, o.m. de volgende applicaties aangeboden: onderwijs- en COO-programma's bibliotheekdiensten en -databases gidsen en woordenboeken tekstverwerkingsprogramma's teken- en presentatieprogramma's wiskundige en statistische programma's database- en spreadsheetprogramma's.
Nestor/ICT Instructie In het begin van het studiejaar zal in de Combizaal een inloopinstructie over Nestor en ICT worden gegeven. Hierin worden de belangrijkste aspecten van het gebruik van Nestor, de studenten-werkplek en de computerprogramma's uiteengezet. Huisregels Het is niet geoorloofd computerprogramma's te downloaden of te installeren. Evenmin is het toegestaan in de zalen te eten of te drinken en luidruchtig te converseren. De zalen zijn beveiligd d.m.v. videocamera's. Servicedesk Servicedesk Computerzalen
tel. 363 7500 (tevens tel. Combizaal). e-mail:
[email protected] Nestor coördinatie tel. 363 2781 of 363 8101 e-mail:
[email protected] Servicedesk ICT- Support tel. 363 7500 e-mail:
[email protected] Bezoekadressen Computerzalen Combizaal 3214-311 (3e verdieping). In het niewe onderwijsgebouw bevinden zich 2 studielandschappen. - Studielandschap 1e etage: 3219-0167 - Studielandschap 2e etage: 3219-0263 Faculteitsgebouw 40
Ant. Deusinglaan 1 9713 AV Groningen
ALGEMEEN VORMENDE VAKKEN (AVV) Studenten Tandheelkunde kunnen gebruik maken van een aantrekkelijk aanbod van Algemeen Vormende Vakken (AVV). Dat aanbod bestaat uit ca. 100 vakken - elk met een studielast van 5 EC’s - en is bedoeld om studenten kennis te laten maken met een tweede discipline. De achterliggende gedachte van dat aanbod is het volgende. Ieder vakgebied heeft zijn eigen manier van denken, zijn eigen manier van redeneren, zijn eigen manier van omgaan met feiten en theorie. Wie zijn eigen vakgebied voor even verlaat en op een ander terrein een kijkje neemt, verbreedt niet alleen zijn kennis, maar ontdekt ook die andere manieren van wetenschap bedrijven. Daardoor ontstaat het vermogen de eigen, vertrouwde manier van wetenschap bedrijven te relativeren. De informatie voor AVV is digitaal te vinden op internet: http://www.rug.nl/ocasys/avv . Alle studenten in de Bachelor opleiding in de Tandheelkunde zijn verplicht minimaal 5 ECTS in te vullen met AVV; in jaar 2 of 3 van de opleiding.
41
INTERNATIONALISERING/STAGES IN HET BUITENLAND Internationalisering wordt door de Rijksuniversiteit Groningen, door de Faculteit Medische Wetenschappen en door de opleiding Tandheelkunde gezien als een belangrijk onderdeel van het onderwijs. In de woorden van de opleidingscommissie: 1. Het ontplooit de creativiteit van de student. 2. Het bevordert de internationalisering binnen de verschillende vakgebieden. 3. De student maakt kennis met een andere opzet van gezondheidszorg, een andere cultuur en kijk op ziekte, andere ziektebeelden en hierdoor wordt de opleiding breder. 4. Het versterkt de kritische blik van de student. Studenten Tandheelkunde worden daarom gestimuleerd om enige tijd in het buitenland te studeren, waarbij als uitgangspunt dient dat dit geen studievertraging hoeft op te leveren. Gezien het bijzondere karakter van de opleiding Tandheelkunde in Groningen, met integraal onderwijs en patiëntenzorg, het teamconcept etc., is een internationale uitwisseling voor de meeste onderdelen van het kerncurriculum niet eenvoudig. Tandheelkunde T21 heeft daarom gekozen voor het faciliteren van buitenlandse stages tbv 2 studieonderdelen in de 3-jarige Master: Wetenschappelijke stage in het tweede Master jaar of IP Master in het derde Master jaar Specifiek voor Tandheelkunde zijn er momenteel enkele Socrates-uitwisselingscontracten: met Reykjavik (IJsland), Bratislava (Slowakije) en Graz (Oostenrijk). Daarnaast bestaan verschillende contacten binnen en buiten Europa, en kunnen studenten op eigen initiatief stageplaatsen zoeken. Voor Socrates-stages zijn vanuit de Europese Unie beurzen beschikbaar. Voor overige stages is er het Marco Polo fonds van het College van Bestuur en de Faculteiten. Ook voor congresbezoek zijn beurzen beschikbaar. Indien het Ministerie van Buitenlandse Zaken een negatief reisadvies heeft afgekondigd voor een land zal de student, indien hij/zij toch in dat land zijn stage volgt, daarvoor noch subsidie ontvangen noch studiepunten krijgen. Bovendien vervallen in een land waarvoor een negatief reisadvies geldt alle verzekeringen. Het is raadzaam ten minste anderhalf jaar tevoren met de voorbereidingen van een buitenlandse stage te beginnen. U dient daarvoor afspraken te maken met de coördinator internationalisering van de opleiding Tandheelkunde: Dr. G.J. Deenen
42
Junior Scientific Masterclass De vraag naar artsen en tandartsen, die patiëntenzorg met wetenschappelijk onderzoek kunnen combineren, is bijzonder groot. Daarom wil de Junior Scientific Masterclass (JSM) gemotiveerde studenten geneeskunde en tandheelkunde vanaf hun eerste studiejaar betrekken bij toponderzoek binnen het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Wat heeft de JSM te bieden? In Groningen bestaat de mogelijkheid om binnen de geneeskunde- en tandheelkundestudie een extra opleiding te volgen, het JSM programma, gericht op het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het JSM programma is op gebouwd uit twee fasen, het Bachelor 'Honours'-traject en het (D)MD/PhD-traject. Ook voor tandheelkundestudenten, die geïnteresseerd zijn in het doen van wetenschappelijk onderzoek, is het mogelijk onderdelen van het JSM programma te volgen. Voor wie is de JSM? Om onderdelen van het JSM programma te volgen hoef je geen bolleboos te zijn. Wel wordt enthousiasme en betrokkenheid verwacht, zoals ook geldt voor roeien of in een orkest spelen. De JSM wil geen elite-clubje zijn (ook al zou de naam 'Masterclass' dat misschien suggereren), maar een goede infrastructuur bieden voor studenten die willen weten of wetenschappelijk onderzoek iets voor hen is. Vragen? Studenten kunnen mw. Dr. J.M. van der Mark benaderen voor allerhande vragen met betrekking tot het onderwijstraject van de JSM. Korte vragen kunnen altijd per e-mail (j.m.van
[email protected]) worden gesteld. 'Open spreekuur' Elke woensdag van 12.00 - 13.00 (Kamer 142, 1ste verdieping, gebouw 3219). Daarnaast kan de student op een gewenst tijdstip ook een persoonlijke afspraak maken. Meer informatie op: www.jsmgroningen.nl www.jsmgroningen.nl/html/algemeen/jsm-inhetkort.php www.rug.nl/umcg/onderwijs/opleidingen/tandheelkunde/jsm
University of Groningen Honours College Het University of Groningen Honours College biedt talentvolle en gemotiveerde studenten de kans een uitdagend, additioneel opleidingstraject te volgen om meer uit jezelf te halen. Het Honours College kenmerkt zich door een omgeving waarin studenten kennis kritisch tegen het licht kunnen houden en uitgedaagd worden tot het vormen nieuwe inzichten en innovatieve manieren van denken. Het extra-curriculaire 'Honours-programma' bestaat uit een programma van 45 studiepunten, die studenten kunnen doorlopen, naast de reguliere bacheloropleiding (180 EC). Het programma kent globaal twee delen: een 'verbredend' en een 'verdiepend' deel. Het verbredende gedeelte wordt centraal 43
georganiseerd door het Honours College en omvat 20 EC. Het verdiepende gedeelte wordt binnen de faculteiten georganiseerd en heeft een omvang van 25 EC. Het verbredende gedeelte bestaat uit twee studieonderdelen van elk 5 ECTS, te volgen bij een andere dan de eigen faculteit, en de 'Petrus Camper leergang'. Binnen deze leergang werken studenten een actueel thema uit, gerelateerd aan één van de Honours modules, die gevolgd is. Doordat het thema vanuit meerdere perspectieven wordt benaderd en in een interdisciplinair verband wordt uitgewerkt, komt zowel een kennis-, vaardigheden- als persoonlijke ontwikkelingscomponent aan bod. Het verdiepende gedeelte dient geheel binnen de faculteit ingevuld te worden. Studenten, die tot de beste 10% behoren, ontvangen een uitnodiging om te solliciteren naar een plaats binnen het University of Groningen Honours College. Studenten die zeer gemotiveerd zijn, maar geen uitnodiging ontvangen, kunnen, mits zij goede studieresultaten hebben, ook solliciteren. Selectie vindt plaats op basis van studieresultaten, CV, schriftelijke motivatie en referenties alsmede op basis van een sollicitatiegesprek met een lid van de toelatingscommissie van het Honours College. Door het volgen van het 'Honours'-programma van 45 studiepunten naast de reguliere bacheloropleiding van 180 studiepunten kunnen studenten de vermelding 'Honours' op het getuigschrift ('diplomasupplement') van het Bachelorexamen verwerven. Vragen? Studenten kunnen dhr. G.J. ter Horst en mw. J.M. van der Mark benaderen voor allerhande vragen met betrekking tot het onderwijstraject van het Honours College. Korte vragen kunnen altijd per e-mail (
[email protected] of
[email protected]) worden gesteld. Voor meer informatie en de precieze selectievoorwaarden kijk op: http://www.rug.nl/umcg/informatieVoor/studenten/JSM/UoG-HonoursCollege www.rug.nl/honours DONALD SMITS CENTRUM VOOR INFORMATIE TECHNOLOGIE Het Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) is een vooraanstaand landelijk en Europees expertisecentrum op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) en streeft naar een geavanceerd gebruik van ICT binnen het hoger onderwijs en onderzoek en de daarvoor noodzakelijke ondersteunende processen. Informatie voor (bezoek)adressen en openingstijden: http://www.rug.nl/cit/index
ARBO- EN MILIEUZAKEN
De student, de veiligheidszorg en de zorg voor het milieu binnen de sector F van het UMCG De Sector F (onderwijs en onderzoek) voert een actief veiligheids- en milieubeleid. Zij wil zich hiervoor systematisch inspannen en vraagt u hierbij, als student, om uw medewerking. De uitvoering van de arbowetgeving maar ook de uitvoering van de milieuwetgeving maakt het voor de Sector F noodzakelijk aan studenten voorlichting te geven op het gebied van de zorg voor zowel de veiligheid als voor het milieu.
44
De arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) beoogt de bevordering van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn op de arbeidsplaats. Hiertoe is in de wet een aantal bepalingen opgenomen die verplichtingen met zich meebrengen voor zowel de werkgever als de werknemer.
Studenten worden door de Arbo-wet gezien als werknemers van de universiteit. In praktische zin betekent dit dat u als student mede belast bent met de zorg voor de doelstellingen die zijn geformuleerd in de Arbo-wet. Als student zult u gebruik maken van de faciliteiten van de Rijksuniversiteit. Als student mag u zich rechtens bevinden in de gebouwen en op de terreinen van de universiteit. Op deze terreinen en in de gebouwen van de universiteit geldt dat er regels bestaan ten aanzien van de zorg voor uw veiligheid en die van anderen. Deze regels kunnen o.a. betrekking hebben op brandveiligheid, ontruimingsprocedures en preventie van ongevallen. Van u wordt daarom verwacht dat u zich op de hoogte stelt van o.a. de plaats van nooduitgangen, de ontruimingsprocedures, de plaats van de brandblusmiddelen e.d. Het belangrijkste telefoonnummer in geval van brand of ongeval is 3045 of 8050 (buiten diensttijd). Dit is vanuit de universiteit de snelste manier om de hulpverlening op te roepen. De komende jaren zullen er op (en in de nabijheid van) het terrein van het gebouwencomplex Antonius Deusinglaan 1 belangrijke bouwwerkzaamheden plaats vinden. Dat kan gevolgen hebben voor de verkeerssituatie en voor de toegangswegen van het gebouwencomplex. Daarom wordt u geadviseerd u voortdurend op de hoogte te stellen van de actuele situatie. Practica U kunt te maken krijgen met het gebruik van instrumenten en apparatuur, het werken met chemicaliën, radioactieve bronnen etc. Ook op de diverse practica kunnen zich situaties voordoen waarbij extra aandacht voor de veiligheid vereist is. De practicumbegeleider geeft u, voor de aanvang van de practica, instructie en informatie over de veiligheidsaspecten. Stelt u zichzelf bovendien van tevoren zo goed mogelijk op de hoogte van de risico's van de stoffen, materialen en apparatuur waarmee u te maken heeft en aarzel niet hiervoor de practicumbegeleider om advies te vragen. Bereid u ook voor om adequaat op onverwachte gebeurtenissen en situaties te kunnen reageren. Met de gedragsregels op practica en de veiligheidsaspecten van experimenten dient u onder alle omstandigheden rekening te houden.
Milieuzorg Ook ten aanzien van de zorg voor het milieu bent u mede belast met de uitvoering voor zover deze wordt voorgeschreven in de regels en instructies en zoals deze bestaan binnen de afzonderlijke eenheden van de Sector F en UMCG. Daarom dient u zich als student bewust bezig te houden met de aspecten van milieuzorg. Op deze wijze werkt u mee het veiligheids- en milieubeleid van de Faculteit Medische Wetenschappen en het UMCG gestalte te geven.
45
Studentenzaken Rijks Universiteit Groningen http://www.rug.nl/bureau/expertisecentra/sz/index De afdeling Studentenzaken is belast met de voorbereiding en uitvoering van het universitaire studentenbeleid. Verder is de afdeling belast met het beheer van de universitaire studentenvoorzieningen. Studentenzaken wordt gevormd door:
Management en secretariaat, Studenten Informatie & Administratie (SIA); Studenten Service Centrum (SSC); Universitair Studenten Cultuur Centrum (USCC).
STUDIEVERTRAGING
PUNTEN KWIJT? MELD OP TIJD! Loop je door bijzondere omstandigheden studievertraging op, meld dat dan onmiddellijk bij je studieadviseur. Je studieadviseur doet voor jou een electronische melding van de vertraging bij het Studenten Service Centrum. Alleen als je je binnen uiterlijk een maand na het ontstaan van de studievertraging hebt gemeld kun je in aanmerking komen voor financiële compensatie van het afstudeerfonds van de universiteit. Je bent er als student zelf verantwoordelijk voor dat je je vertraging op tijd en bij de juiste instantie meldt. Zorg er dus zelf voor dat je goed op de hoogte bent van de regeling Profileringsfonds (Afstudeerfonds). Meer informatie vind je bij het Studenten Service Centrum en in het studentenstatuut.
STUDEREN MET EEN LICHAMELIJKE FUNCTIEBEPERKING, LANGDURIGE PSYCHISCHE KLACHTEN OF DYSLEXIE Neem contact op met de studieadviseur om te bespreken waar u bij het volgen van het onderwijs en/of het maken van tentamens tegenaan loopt en wat mogelijke oplossingen zouden kunnen zijn. Bij vertraging, financiële kwesties of andere specialistische zaken die u niet bij uw opleiding kunt regelen, neem contact op met de studentendecanen. Raadpleeg voor meer informatie http://www.rug.nl/studenten/studiebegeleiding/hoehetanderskan/index
VERTROUWENSPERSOON RUG (Seksuele) intimidatie, pesten, agressie, geweld en discriminatie zijn vormen van gedrag die niet thuis horen in een goed en stimulerend studieklimaat. Het College van Bestuur van de Rijks Universiteit Groningen probeert dit soort 'ongewenst gedrag' dan ook zoveel mogelijk te voorkomen en heeft in dit kader o.a. een vertrouwenspersoon aangesteld. 46
Medewerkers en studenten respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe expliciet gemaakt moeten worden omdat gedrag dat door de een als 'een leuke manier van omgaan' wordt beschouwd voor een ander te ver gaat. Soms echt te ver. Wanneer een ander u lastig valt met zijn of haar gedrag en u zelf niet meer weet hoe u de situatie op moet lossen kunt u verschillende dingen doen. U kunt de hulp van een medestudent, een docent of een andere contactpersoon binnen de faculteit inroepen. U kunt echter ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de universiteit. Zij fungeert in eerste instantie als klankbord en kan u helpen om te zoeken naar een oplossing. Soms kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenspersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan ze u ook doorverwijzen naar een andere instantie. Bij meer extreme vormen van ongewenst gedrag kan een formele oplossing meer voor de hand liggen. Binnen de R.U. Groningen bestaat een Klachtenregeling Seksuele Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD) en een Klachtencommissie SIAGD voor studenten en personeel. U kunt bij die commissie een formele klacht over ongewenst gedrag indienen. De vertrouwenspersoon kan u bijstaan bij het indienen van die klacht en bij de formele afhandeling daarvan. De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie binnen de universiteit. Ze onderneemt geen actie zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die haar consulteert. Alle informatie wordt, zoals de naam 'vertrouwenspersoon' al suggereert, vertrouwelijk behandeld. Het Bureau Vertrouwenspersoon is de hele week geopend van 09.00 - 17.00 uur en werkt bij voorkeur op afspraak. Bezoekadres: Visserstraat 47/49 in Groningen, tel. (050) 363 5435. E-mail:
[email protected]. U kunt ons ook vinden op de website van de universiteit: www.rug.nl/vertrouwenspersoon
47
INFECTIEBESMETTING EN DE OPLEIDINGEN TANDHEELKUNDE Veilig studeren en werken in de Gezondheidszorg, maatregelen voor 1e-jaars studenten Medische Wetenschappen; hepatitis B vaccinatie en TBC/MRSA screening 2014-2015. Eerstejaars studenten en Verkorte Bachelor studenten: In september 2014 start u met de studie tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. De opleiding bereidt u zowel theoretisch als praktisch voor op een beroep in de gezondheidszorg. Tijdens het praktisch onderwijs komt u in aanraking met patiënten en is de leerplek vaak het ziekenhuis. Voor dit praktisch onderwijs worden eisen gesteld aan veiligheid en verantwoord werken ter bescherming van de patiënt en uzelf. Voor studenten die leren in de praktijk gelden dezelfde regels als die voor medewerkers in de zorg zoals door het betreffende ziekenhuis zijn opgesteld. Een student die daar niet aan voldoet is niet welkom in het ziekenhuis en kan dit onderwijs dus niet volgen. Het Onderwijsinstituut Medische Wetenschappen UMCG is op de hoogte van de beroepsrisico’s die thans een rol spelen bij de veiligheid van patiënten en werkers in de gezondheidszorg en weet welke eisen ziekenhuizen stellen aan studenten die praktisch onderwijs volgen. De faculteit zal u hier op wijze en daar waar mogelijk preventieve maatregelen in gang zetten. Veel maatregelen zullen voor u onzichtbaar blijven. Echter er zijn een drietal maatregelen waar u in het eerste studiejaar direct al mee geconfronteerd wordt en dat zijn: - Bescherming tegen hepatitis B door preventieve vaccinatie - Onderzoek naar TBC (tuberculose) - Onderzoek naar MRSA. Zonder adequate maatregel vormen hepatitis B, tuberculose en MRSA een bedreiging voor zowel patiënten als werkers in de gezondheidszorg. Zorginstellingen stellen dan ook de verplichting aan medewerkers en aan studenten, die bij hen praktisch onderwijs volgen, dat zij adequaat gevaccineerd zijn tegen hepatitis B en regelmatig deelnemen aan TBC/MRSA screenings. Omdat u in de loop van het eerste studiejaar al werkzaamheden verricht in de patiëntenzorg is het noodzakelijk dat u uiterlijk begin september begint met de hepatitis B vaccinatie. Later in het studiejaar volgt de screening op de aanwezigheid van TBC en MRSA. Omdat de consequentie van het hepatitis B beleid de meest vergaande consequentie heeft voor uw studie volgt hieronder een korte toelichting. Hepatitis B is een zeer ernstige infectie ziekte (leveraandoening) die wordt overgedragen via bloed of met bloed verontreinigd materialen, en ook via overige lichaamsvloeistoffen zoals speeksel, urine en ontlasting. In werksituaties waarin prikincidenten een beroepsrisico zijn, zoals op de intensieve care, de spoedeisende hulp, de operatiekamer en bij mondheelkunde lopen patiënten en medewerkers een verhoogd risico om besmet te worden met het hepatitis B virus. Het besmettingsrisico op deze afdelingen is zo hoog dat een adequate vaccinatie geldt als een voorwaarde voor de beroepsuitoefening. Met een hepatitis B vaccinatie beschermt u zowel uzelf als de patiënt tegen een mogelijke hepatitis B infectie. Zorgorganisaties verlangen van hun medewerkers (+stagiaires) dat zij aantoonbaar adequaat beschermd zijn tegen hepatitis B. Dit wordt aangetoond door een titerbepaling in het bloed. Om te kunnen voldoen aan de eis van zorginstellingen waar studenten praktisch onderwijs volgen dient u tijdig te beginnen aan een hepatitis B vaccinatieprogramma (aan het eind van deze brief doet het Onderwijsinstituut u een voorstel om voor een gereduceerd tarief gevaccineerd te worden). Het vaccinatieprogramma bestaat uit een 1e vaccinatie op tijdstip 0, gevolgd door een 2e vaccinatie na 1 maand en een 3e vaccinatie na 6 maanden. Ca. 5 weken na de 3e vaccinatie wordt door bloedonderzoek bepaald of de vaccinatie heeft geleid tot een adequate bescherming tegen hepatitis B. Er is sprake van een adequate vaccinatie tegen hepatitis B bij een anti-HBs >100 mlU/ml, bij een lagere waarden volgt nader 48
onderzoek en eventueel aanvullende vaccinaties. Een titerwaarde: anti-HBs >10 en <100 mlU/ml is een low-responder. Een titerwaarde: anti-HBs <10 mlU/ml is een non-responder. Blijvende Low-en nonresponders moeten periodiek gecontroleerd worden. Voor de meeste van u geldt dat de vaccinatie probleemloos verloopt. Echter, het is bekend dat een zeer klein deel van de bevolking (< 1%) niet reageert op deze vaccinatie, d.w.z. zij maken geen antistoffen aan tegen de ziekte en zijn blijvend non-responder (titerwaarde: anti-HBs <10 mlU/ml). Bij bepaalde beroepen in de gezondheidszorg, o.a. chirurg, gynaecoloog, spoedarts en tandarts is men terughoudend bij het aanstellen van deze groep of worden afspraken gemaakt voor regelmatige controle van het bloed. Een zeer klein deel kan (chronische) drager zijn van het hepatitis B virus. Nader onderzoek moet uitwijzen of door het dragerschap een carrière in de gezondheidszorg wel mogelijk is. Hoewel de kans klein is om non-responder of drager te zijn willen wij u deze informatie nu niet onthouden. Immers de uitslag van de titerbepaling heeft in dat geval consequenties voor het beroepsperspectief. Na de vaccinatie ontvangt u een vaccinatiebewijs waaruit uw beschermingsfactor blijkt. Dit bewijs dient u zorgvuldig te bewaren. Als u gaat werken in een zorginstelling dan moet u kunnen aantonen dat u beschermd bent. Als u dat niet kunt dan wordt u niet toegelaten tot de patiëntenzorg. Wij adviseren u om de informatie en richtlijnen voor de vaccinatie goed te volgen. Het niet opvolgen daarvan leidt onherroepelijk tot vertraging in het vaccinatieprogramma waardoor u bepaalde studieelementen niet kunt volgen. Meer informatie over hepatitis B en werken in de gezondheidszorg is te lezen op de website van de hepatitis stichting: www.hepatitis.nl Hepatitis B vaccinatieprogramma van het Onderwijsinstituut
In de loop van het studiejaar moeten studenten geneeskunde en tandheelkunde er voor zorgen dat zij door vaccinatie adequaat beschermd zijn tegen een mogelijke hepatitis B besmetting. De student is zelf verantwoordelijk voor het goede verloop van de vaccinatie en draagt ook zelf de kosten voor de vaccinatie. De kosten voor vaccinatie bedragen bij de GGD of de huisarts ca. € 175,-. De kosten van vaccinatie worden niet door de basis zorgverzekering vergoed. Door samenwerking met Arbeid & Gezondheid van het UMCG biedt de faculteit u de vaccinatie aan voor minder dan de eigen bijdrage bij de zorgverzekeraar. Voor € 50,- bieden wij u de mogelijkheid om het gehele vaccinatietraject te doorlopen, inclusief medische begeleiding en eventuele aanvullende vaccinatie en/of onderzoek . U dient zich dan wel aan de afgesproken vaccinatie tijden te houden. Komt u niet op de afgesproken tijd dan kunt u de gemiste vaccinatie voor eigen (extra) kosten inhalen bij de GGD en daarvan een bewijs overleggen bij Arbeid & Gezondheid als zij het programma vervolgen. Bent u al gedeeltelijk gevaccineerd of is alleen de titer nog niet bepaald dan kunt u de vaccinatie het beste afronden bij de instantie waar u bent begonnen met de vaccinatie. Als de titer bekend is maar de uitslag daarvan is <10 mlU/ml dan kunt u een kopie van de uitslag sturen naar de coördinator van het vaccinatieprogramma.
Meedoen aan vaccinatieprogramma van de opleiding werkt als volgt:
U koopt voor € 50,- bij het onderwijsinstituut een bewijs voor deelname aan het hele vaccinatieprogramma. De verkoop van deze bewijzen vindt plaat in de centrale hal van het onderwijsgebouw 3219: data voor verkoop worden bekend gemaakt via NESTOR. 49
N.b! de gekochte kaart dient u goed te bewaren, als u deze verliest heeft u geen recht meer op aanvullende vaccinaties. Bij verlies moet u een nieuwe kaart kopen van €50,Mocht u tussentijds met vragen zitten dan kunt u contact opnemen met de coördinator voor het hepatitisbeleid van de FMW: Drs. G.A.H. Buist, Onderwijsinstituut E-mail:
[email protected] Telefoon: 050-3633217 VERZEKERINGEN TIJDENS DE OPLEIDING TANDHEELKUNDE De RijksuniversiteitGroningen (RuG) heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor al haar ingeschreven studenten. De aansprakelijkheidsverzekering geeft dekking voor schaden (materiële en/of letselschade) als gevolg van een verwijtbare handeling van de student toegebracht aan derden. Voor RuG studenten geldt een dekking voor de gehele wereld, m.u.v. voor de VS en Canada (informeer hiervoor bij ondergetekende). De polis maakt onderscheid tussen niet-stage- en stagegebonden leeractiviteiten. Gedurende het reguliere niet-stagegebonden onderwijs geldt de volle omvang van de dekking. Tijdens stages (inclusief co-schappen) geldt ook de hierboven genoemde bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, waarbij echter aangetekend dient te worden dat voor de dekking het een zogenaamde ‘secundaire dekking’ betreft; dat wil zeggen in eerste instantie een beroep gedaan moet worden op de aansprakelijkheidsverzekering van de stageverlener. Aansprakelijkheid De verzekering is ook van toepassing voor studenten die zich voor meerdere studies hebben ingeschreven. Studenten die in het kader van een brede maatschappelijke of een persoonlijke ontwikkeling buiten-curriculair en/of buiten-facultair onderwijs gaan volgen en daarvoor studiepunten kunnen verdienen, zijn op basis van dezelfde universitaire verzekering verzekerd. De RuG heeft enkel een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA) afgesloten voor haar studenten. Dit betekent dat de student alleen verzekerd is voor schade die hij/zij aan derden (bv. patiënten, docenten, medestudenten) toebrengt. Indien de student zelf schade door eigen handelen heeft opgelopen, is deze schade vanzelfsprekend niet door de WA verzekering gedekt. In die gevallen moet de student terugvallen op een eigen verzekering (bv. ziektenkostenverzekering of ongevallenverzekering). Uitgesloten van wettelijke aansprakelijkheid is elke vorm van zelfstudie. Tandheelkunde studenten die voor hun opleiding (klinische) stage(s) gaan volgen in het buitenland (m.n. in de VS en Canada) worden aangeraden te informeren bij de coördinator internationalisering of een extra verzekering noodzakelijk is. Een organisatie die zich specifiek richt op studenten die stages in het buitenland volgen is IPS (Insurance Passport for Students). Klinische stages van de opleiding Studenten die (klinische) stages volgen in het ziekenhuizen of instellingen vallen mbt de beroepsaansprakelijkheid binnen de verzekering van het betreffende ziekenhuis of instelling. Aansprakelijkheid stageverlener en stageloper Een eventuele aansprakelijkheid van bijv. een specialist of tandarts uit de werkzaamheden van de student is niet door de universiteit afgesloten aansprakelijkheidsverzekering gedekt. Te denken valt aan b.v. gevallen waarin de stageverlener de student verkeerde instructies geeft waarvan de patiënt schade zou kunnen ondervinden. Schade die de patiënt ondervindt als gevolg van behandeling door de student, die niet verwijtbaar aan de student kan worden toegerekend, noch voor diens risico komt, valt buiten de verzekering van de RUG, evenals schade die de student zelf lijdt. 50
Patiënten(be)handelingen De polis van de RuG maakt het mogelijk dat een patiënt die schade ondervindt als gevolg van een behandeling door een stagelopende student, een honoreerbare claim in dient bij de student. De aansprakelijkheidsverzekeraar zal dan vervolgens de claim in behandeling nemen en tot uitkering overgaan aan de patiënt als er sprake is van aansprakelijkheid van de student en als aan de overige polisvoorwaarden is voldaan. Deze aansprakelijkheid geldt voor de stagelopende student zowel in binnenland alsook in het buitenland (m.u.v. VS en Canada voor Tandheelkunde studenten). Voor het bovenstaande geldt ook weer dat er alleen dekking betreft indien en voor zover op een andere polis geen dekking is. Voor leeractiviteiten van studenten Tandheelkunde uitgevoerd in de “onderwijs team praktijk” geldt de normale dekking. REISKOSTENVERGOEDING VOOR STUDENTEN TANDHEELKUNDE Het UMCG kent een beperkte vergoedingsregeling voor reiskosten van de studenten Tandheelkunde die vanuit Groningen naar stageplaatsen moeten reizen. Deze regeling is alleen van toepassing op stage- onderdelen waarvoor de student ook reguliere studiepunten krijgt. Voor vergoeding komen slechts kosten in aanmerking die noodzakelijkerwijs gemaakt moeten worden (bijvoorbeeld geen OV-jaarkaart, geen overnachtingsfaciliteiten in het ziekenhuis) tegen het laagste tarief openbaar vervoer. Slechts wanneer aantoonbaar geen gebruik van openbaar vervoer gemaakt kan worden, kunnen reiskosten tegen laag kilometertarief (€ 0,09/km) gedeclareerd worden. Voor het volgen van het co-schap Mondziekten en Kaakchirurgie In Zwolle of in Leeuwarden geldt dat studenten in aanmerking komen voor dan wel reiskosten-, dan wel verblijfkostenvergoeding. Het goedkoopste alternatief telt. Voor het volgen van keuzeonderdelen (Individuele Profilering) in de Bachelor fase kan een student in aanmerking komen voor reiskosten vergoeding indien de student het keuzeonderdeel niet kan volgen in Groningen. Voor de wetenschappelijke scholing wordt geen reiskostenvergoeding toegekend. Voor Individuele Profilering in de Master wordt geen reiskostenvergoeding toegekend. Declaratieformulieren zijn verkrijgbaar op het curriculumbureau Tandheelkunde.
Regeling reiskostenvergoeding studenten tandheelkunde Faculteit Medische Wetenschappen (UMCG) Het bestuur van het UMCG heeft besloten tot de onderstaande reiskosten regeling voor haar studenten: Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: lid 1 Noodzakelijk gemaakte reiskosten: de kosten die studenten maken voor vervoer van en naar het adres van de instelling waar de stage gevolgd wordt. lid 2 De stage: de adoptiestage, de orthodontiestage, stage tbv onderdelen van het keuzeonderwijs (IP) in de Bachelor fase, en de co-schap Mondziekten en Kaakchirurgie (in Zwolle en Leeuwarden). lid 3 De OV-studentenkaart: een kaart zoals bedoeld in art. 32a in de Wet op de studiefinanciering. lid 4 De studenten chipkaart: een kaart zoals bedoeld in art.1 in Regeling OV-studentenkaart 1994.
51
Als in deze regeling het begrip OV-studentenkaart wordt gebruikt dan wordt daar tevens de studenten chipkaart onder begrepen. Voor reiskosten dan wel verblijfskosten worden geen voorschotten verstrekt. Artikel 2 Bezit OV-studentenkaart lid 1 In deze reiskostenregeling wordt ervan uitgegaan dat studenten die recht hebben op studiefinanciering, op grond van de wet studiefinanciering, over een OV-studentenkaart beschikken. lid 2 Het risico van verlies, diefstal, beschadiging of andere situaties waardoor de student niet beschikt over een OV-studentenkaart is voor rekening van de student zelf. Artikel 3 Soort vergoedingen De student krijgt in principe een stageplaats in de eigen woonplaats of in die van de ouders c.q. verzorgers en komt niet in aanmerking voor reiskostenvergoeding. Als een dergelijke plaats niet mogelijk is, komt de student in aanmerking voor vergoeding van noodzakelijk gemaakte reiskosten. lid 1 De reiskosten die gemaakt worden per openbaar vervoer tweede klasse, en niet door de Ov- studentenkaart gedekt zijn komen voor vergoeding in aanmerking. lid 2 Indien een stageplaats moeilijk bereisbaar is, in casu plaatsen zonder uurdienst openbaar vervoer, geldt voor de auto een kilometer vergoeding van € 0,09 met een maximum van 100 km per enkele reis. Indien er kilometers worden gedeclareerd, dient duidelijk aangegeven te worden waarom de auto is gebruikt en welke trajecten men heeft gereden. lid 3 Alle in deze regeling niet genoemde situaties komen in principe niet voor vergoeding in aanmerking. lid 4 Boetes worden niet vergoed.
Artikel 4 Procedure reiskostenvergoeding lid 1 De student dient na afloop van de stage een verzoek in tot reiskostenvergoeding door middel van het declaratie formulier ‘Reiskosten binnenland’ met een kopie van het indelingsformulier en bijgevoegde bewijzen van gemaakte reiskosten. Dit kan d.m.v. de originele treinkaarten en/ of een print van het reis,- en transactie overzicht van de OV-chipkaart-account. Ook een overzicht van het persoonlijke account ( bijv. ‘mijn-ib’ of een overzicht van de Dienst Uitvoering Onderwijs) waarop de naam van de student mét de kaartsoort (week,- of weekend OV) staat dient verplicht ingeleverd te worden. Indien een student geen Ov-studentenkaart heeft moet een kopie van de identiteitskaart worden meegeleverd. lid 2 Het verzoek dient uiterlijk 3 maanden na beëindiging van de stage ingediend te worden bij het curriculumbureau Tandheelkunde. Na het verstrijken van deze periode wordt de declaratie niet meer in behandeling genomen. lid 3 De vergoeding van de reiskosten die daarvoor in aanmerking komen vindt plaats uiterlijk drie maanden na inlevering van de volledige declaratie en verlangde nota's.
Artikel 5 Hardheidsclausule lid 1 Indien een student van mening is dat de reiskosten regeling ten onrechte niet op hem of haar van toepassing is, dan kan hij/zij een beroep doen op de hardheidsclausule en schriftelijk met redenen omkleed verzoeken om alsnog voor een vergoeding in aanmerking te komen. 52
lid 2 Dit verzoek moet uiterlijk 3 maanden na beëindiging van de stage ingediend worden bij de secretaris van de commissie Reiskosten. Binnen 6 weken na de indiening van het verzoek neemt de commissie hierover een beslissing. lid 3 Indien de commissie negatief beslist kan de student binnen 4 weken een voor beroep vatbare beslissing bij de Raad van Bestuur van het UMCG aanvragen. Artikel 6 Inwerkingtreding lid 1 Deze regeling treedt in werking vanaf de eerste werkdag waarop de student wettelijk recht heeft op de OV-studentenkaart studiejaar 2014/2015 en geldt in principe voor onbepaalde tijd.
53
Boekenlijst Bachelor Tandheelkunde jaar 1 2014 / 2015 Titel Maatwerkpakket: Human Anatomy an Physiology betaande uit: 1) het boek Marieb/ Human Anatomy & Physiology: Pearson New International Edition 9e ISBN: 9781292026497 2) een toegangscode voor 48 maanden toegang tot Mastering A&P Prometheus Anatomische atlas, hoofd, hals en neuroanatomie
Auteur(s)
Uitgever
Editie/Jaar/ ISBN
Marieb E. e.a.
Pearson Education
9e/2013/ISBN Maatwerkpakket: 9781783991303
Schünke, M. e.a.
Bohn, Stafleu v. Loghum BV
2e/2010/9789031384617
Oral Anatomy, Histology and Embryology
Berkovitz,B., Holland, G. and Moxham, B.
Mosby
Essential Microbiology for Dentistry
Samaranayake, L
Churchill Livingstone
4th revised ed/2011/ 9780702034848
Materials in Dentistry
Ferracane
Lippincott Williams & Wilkins
2e/2001/9780781727334
Preventieve Tandheelkunde
Loveren van, C. en Weijden van der, GA.
Bohn Stafleu v. Loghum BV
2e/2000/9789031329427
Dental Caries: the disease and its clinical management
Fejerskov, O. and Kidd, E.
Blackwell
2e/2008/9781405138895
Psychology
Bernstein e.a.
Houghton Mifflin Co.
9e/2011/9781111344061
Gebitsontwikkeling bij de mens
Linden van der, F.
Bohn Stafleu v. Loghum BV
1e/2010/9789031375318
Immunologie
Rijkers, GT., Kroese, FGM. e.a.
Bohn Stafleu v. Loghum BV
1e/2009/9789031342631
Noordhoff Uitgevers
2e/9789001834500
Beertsen, W
Bohn Stafleu v. Loghum BV
1e/2009/9789031368860
Dekker den, J
Bohn Stafleu v. Loghum BV
2e/2012/9789031392049
Onderzoek in de gezondheidszorg Parodontologie
Mondzorg in sociaal perspectief
Bakker, E. en Buuren van, H.
4e/2009/9780723435938
54
Leerboek Medische Ethiek
Have ten, H en Meulen ter, R
Bohn Stafleu v. Loghum BV
4e/2013/ 9789031399192
Gezondheidsrecht
Engberts, DP en Kalkman-Bogerd, LE.
Bohn Stafleu v. Loghum BV
3e/2013/978903399628
Algemene Ziekteleer voor Tandartsen
Brand, HS. e.a.
Evidence-based tandheelkunde
Hackshaw E. e.a.
Effectief zoeken en beoordelen van medische literatuur Incl. PubMed handleiding
Kleefstra N., Mijnhout GS.
Bohn Stafleu v. Loghum BV Bohn Stafleu Van Loghum Langerhans School of Diabetes BV
3e/2012/9789031387281 1e/2009/9789031352272
3e/2012/9789078380122
55
Boekenlijst Bachelor Tandheelkunde jaar 2 2014 / 2015 Titel
Auteurs(s)
Uitgever
Contemporary Orthodontics
Proffit, Fields
Mosby
Essentials of dental radiography and radiology Mondziekten en Kaakchirurgie
Whaites Stegenga, B. e.a.
Churchill Livingstone v.Gorcum & Comp BV
Oral Pathology
Regezi e.a.
Elsevier
Endodontologie
Thoden van Velzen, SK. en Wesselink, PR.
Springer Media BV
Editie/Jaar/ISBN 5e druk/2012/978032308317 1 5e/2013/978070245998 1e/2013/9789023249269 6th/2012/9781455702626 3e/2010/9789031373765
Pijn en Pijnbehandeling
Kleef van, M. e.a.
Datawyse
3e/1999//9789052782508 Alleen als uitreksel beschikbaar: 9085802229
Kindertandheelk. deel 1
Amerongen van, WE.
Bohn Stafleu v. Loghum BV
2e/2009/9789031369218
Okeson, JP.
Mosby
Vries de, J. e.a.
v.Gorcum & Comp BV
1e/2006/9789023242505
Elsevier
4e/2009/9780323053730
Bohn Stafleu v. Loghum BV
1e/2009/9789031352272
Management of Tempomandibular Disorders and Occlusion Oncologie voor de tandheelkundige praktijk Medical Genetics Evidence-based tandheelkunde
Jorde, LB. e.a. Hackshaw, Paul en Davenport
Quintessence Publishing Co.
3e/2006/9780867154528
Field A
Sage Publications Ltd.
4th Revised edition/9781446249185
Jongh de AJCM. e.a.
v.Gorcum & Comp BV
1e/2013/9789023247852
Fundamentals of Operative Dentistry
Schwartz, RS. en Summit, JB.
Discovering Statistics Using Spss Angst voor de tandarts
7e/2012/9780323082204
56
Boekenlijst Bachelor Tandheelkunde jaar 3 2014 / 2015 Titel De Volledige Gebitsprothese In Woord En Beeld
Auteurs(s)
Uitgever
Editie/Jaar/ISBN
Kalk, W.
Bohn Stafleu Van Loghum
2e/2001/9789031321759
Samen werken in de mondzorg
Schaub, RHM.
Bohn Stafleu Van Loghum
1e/2008/9789031351640
Prothetiek en orale implantologie
Meijer, HJA. en Lange, G.
Bohn Stafleu Van Loghum
1e /2007/9789031341436
Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid
Nieuw Amerongen, van A. e.a.
Bohn Stafleu Van Loghum
2e/2008/9789031351732
Contemporary fixed prosthodontics
Rosenstiel, SF.
Mosby
4e/2006/9780323028745
Vries, W. de en Drenth, A. van
Nederlandse Reanimatieraad
2013/978908108430
Lesboek Basale reanimatie inclusief de AED
57
Boekenlijst Master (3 jarig) Tandheelkunde jaar 1 2014/2015 Titel
Auteurs(s)
Uitgever
Editie/Jaar/ISBN
Creugers, NHJ. e.a.
Bohn Stafleu Van Loghum
3e/2011/9789031375752
Geriatrische Tandheelkunde. De Baat,C. en Kalk, W. problematiek van ouder worden en mondgezondheid
Bohn Stafleu Van Loghum
1e/1999/9789031322015
Lastige patiënten in de tandartspraktijk
Bohn Stafleu Van Loghum
1e/2004/9789031342532
Bohn Stafleu Van Loghum
2e/2013/9789031391929
Sdu Uitgevers
2e /2010/9789052617978
v.Gorcum & Comp BV
1e/2013/9789023247852
e.a.
Bohn Stafleu Van Loghum
1/2011/9789031382354
Broers, D.
Prelum Uitgevers
1/2011/9789085620983
Field, A.
Sage Publications Ltd.
3rd Revised edition/2009/ 9781847879073 (bol.com alleen 2e hands beschikbaar)
De partiële gebitsprothese
Jongh, de AJCM.
Kindertandheelkunde deel 2
Amerongen, van WE.
Teamrollen op het werk
Meredith Belbin, R.
Angst voor de tandarts
Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg Mondzorg bij mensen met een beperking Discovering Statistics Using Spss
Jongh, de AJCM. e.a. Wollersheim, H.
STUDIEKOSTEN OPLEIDING TANDHEELKUNDE De studiekosten voor de opleiding Tandheelkunde worden hieronder per cursusjaar weergegeven. Eerste cursusjaar Bachelor In het eerste cursusjaar dient een student instrumentarium voor het skillslab te huren. Daarnaast verbruikt de student materialen tijdens het werk in het skillslab. De kosten voor aanschaf van instrumentarium en materialen zijn hoog.
58
Studenten betalen om die reden huur voor het instrumentarium en een bijdrage in het materiaalverbruik. Deze bijdrage voor huur- en verbruik tezamen is € 200,00. Indien een student meer materiaal verbruikt dan € 160,00 dient hij of zij daarnaast het meerverbruik te vergoeden. Het bedrag van € 160,00 is gebaseerd op normaal tot ruim verbruik in het eerste cursusjaar. Als borg voor de bruikleen van het instrumentarium t.b.v. het onderwijs in het skillslab dienen studenten € 125,00 te betalen. Deze borgsom wordt bij inlevering van de instrumenten terugbetaald (zie ook: Terugbetaling van de borgsommen). In het eerste studeijaar wordt de student gevaccineerd voor HBV. De kosten hiervoor bedragen € 50,00. Tweede cursusjaar Bachelor Voor het tweede cursusjaar dient een student instrumentarium voor het skillslab en kliniek te huren. Daarnaast verbruikt hij of zij materialen tijdens het werk in skillslab en kliniek. De bijdrage voor huur en verbruik tezamen is € 200,00. Indien een student meer materiaal verbruikt dan € 160,00 dient hij of zij daarnaast het meerverbruik te vergoeden. Het bedrag van € 160,00 is gebaseerd op normaal tot ruim verbruik in het tweede cursusjaar. Als borg voor de bruikleen van het instrumentarium t.b.v. het onderwijs in de kliniek dienen studenten € 125,00 te betalen. Deze borgsom wordt bij inlevering van de instrumenten aan het eind van de studie terugbetaald (zie ook: Terugbetaling van de borgsommen). Derde cursusjaar Bachelor Voor het derde cursusjaar dient een student instrumentarium voor het skillslab en kliniek te huren. Daarnaast verbruikt hij of zij materialen tijdens het werk in skillslab en kliniek. De bijdrage voor huur en verbruik tezamen is € 200,00. Indien een student meer materiaal verbruikt dan € 140,00 dient hij of zij daarnaast het meerverbruik te vergoeden. Het bedrag van € 140,00 is gebaseerd op normaal tot ruim verbruik in het derde cursusjaar. Als borg voor de bruikleen van het instrumentarium t.b.v. het onderwijs in de kliniek dienen studenten € 125,00 te betalen. Deze borgsom wordt bij inlevering van de instrumenten aan het eind van de studie terugbetaald (zie ook: Terugbetaling van de borgsommen). In het tweede semester van het derde studiejaar krijgen studenten een articulator in bruikleen. Hiervoor moet € 50,00 borg worden betaald. Deze borgsom wordt bij inlevering van de articulator en de sleutel van de technieklocker, aan het eind van de studie, terugbetaald (zie ook: Terugbetaling van de borgsommen). Eerste cursusjaar Master Voor het eerste cursusjaar vande Master gebruikt een student instrumentarium voor op het skillslab en op de kliniek. Hiervoor wordt geen huur- en verbruiksvergoeding in rekening gebracht. Tweede cursusjaar Master Voor het tweede cursusjaar gebruikt een student instrumentarium voor op de kliniek en desgewenst instrumentarium voor op het skillslab (t.b.v. docent onafhankelijke training). Hiervoor wordt geen huuren verbruiksvergoeding in rekening gebracht. Derde cursusjaar Master Voor het derde cursusjaar gebruikt een student instrumentarium voor op de kliniek en desgewenst instrumentarium voor op het skillslab (t.b.v. docent onafhankelijke training). Hiervoor wordt geen huuren verbruiksvergoeding in rekening gebracht. Terugbetaling van de borgsommen De borgsommen worden teruggestort na inlevering van het betreffende instrumentarium en in het geval van de borgsom voor het klinisch instrumentarium, ook de sleutel van de technieklocker, mits voldaan is aan de voorwaarden zoals vermeld in de huurovereenkomst. 59
Voor het preklinisch instrumentarium is dit mogelijk vanaf het 1e cursusjaar van de Master, voor klinisch instrumentarium, articulator en sleutel van de technieklocker is dit aan het eind van de studie. Terugbetaling van bijdragen voor huur en verbruik bij afstuderen of bij stoppen van de studie Indien een student voor 1 januari 2015 stopt of afstudeert wordt de helft van de bijdrage voor huur en verbruik teruggestort. Bij afstuderen of stoppen na 1 januari 2015 vindt geen terugbetaling plaats. Kleding Studenten dienen zich te houden aan de kledingvoorschriften voor zowel het skillslab en de kliniek. Tevens dient men te zorgen voor een veiligheidsbril. REGELING STUDIEGEBONDEN KOSTEN TANDHEELKUNDE De RuG kent een ‘Prijsbeleid Studiekosten’. De regeling beoogt beheersing van de studiekosten, zodat die de component ‘studiekosten’ in het budget van de studiefinanciering niet te boven gaan. Men is dus niet meer geld aan studiemateriaal kwijt, dan de Minister ter beschikking stelt. Voor het studiejaar 2014-2015 is dit ‘plafondbedrag’ gesteld op € 720,--. Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. Bij de studieadviseur en het Studenten Service Centrum is een brochure over de studiekosten en het universitaire prijsbeleid verkrijgbaar. Daar kan men ook terecht voor verdere informatie. Leenregeling In de eerste drie jaren van de opleiding Tandheelkunde wordt een overschrijding van het normbedrag voorzien. Hiervoor is een facultaire leenregeling ontworpen. Indien in een bepaald cursusjaar het plafondbedrag wordt overschreden kunnen studenten, in dat cursusjaar, gebruik maken van de ze facultaire leenregeling. Het betreft een renteloze lening. Het maximum bedrag dat een student in een cursusjaar kan lenen van de faculteit is gelijk aan de overschrijding van het plafondbedrag. Tot de kosten voor de opleiding worden o.a. gerekend de aanschaf van verplichte literatuur en de bijdrage die de student betaald voor gebruik van instrumentarium en materialen (zowel in het skillslab alsook in de kliniek). Terugbetaling is afhankelijk van het cursusjaar waarin men gebruik maakt van de leenregeling. De termijnen waarin het geleende bedrag dient te worden terugbetaald worden vermeld op het formulier ‘leenregeling studiekosten’. Wie van de regeling gebruik wenst te maken moet, vóór 28 februari 2015, een verzoek indienen, vergezeld van de op naam gestelde, originele nota’s. Daartoe kan gebruik gemaakt worden van het formulier dat is opgenomen in de studiegids of bij de studieadviseurs kan een exemplaar worden verkregen.
Definitieve bijdrage in studiegebonden kosten Indien een student na 6 jaar studie Tandheelkunde kan aantonen, met op naam gestelde, originele nota’s of bewijzen, dat de studiekosten over die 6 jaar hoger waren dan de som van plafondbedragen gedurende die 6 jaar, kan die student de helft van het verschil (studiekosten minus 6x plafondbedrag) terug vragen aan de Faculteit Medische Wetenschappen (UMCG).
60
Formulier leenregeling tandheelkunde Leenregeling studiekosten UMC Groningen (faculteit Medische Wetenschappen) voor studenten van de opleiding tandheelkunde (2014/2015) Ondergetekende, Naam en voorletters: Adres: Woonplaats: Studentnummer: Bank-/Girorekening: verklaart aan verplichte leermiddelen t.b.v. het onderwijsprogramma van de bachelor opleiding tandheelkunde te hebben uitgeven voor cursusjaar 1, 2, 3 (omcirkel betreffende cursusjaar) een bedrag: € …...,- (op naam gestelde, originele nota’s bijvoegen) en verzoekt het UMC Groningen om een lening van: bedrag: € …... ,en verklaart vervolgens deze lening voor: 1 oktober 2020 (indien het een lening betreft voor het eerste cursusjaar) 1 oktober 2019 (indien het een lening betreft voor het tweede cursusjaar) 1 oktober 2018 (indien het een lening betreft voor het derde cursusjaar) terug te betalen. Bij tussentijds beëindigen van de studie (Bachelor of Master) is deze lening evenwel direct invorderbaar. Datum: Handtekening: _________________________________________________________________________ Curriculumbureau FEZ (UMCG):
61
Student in de tandartspraktijk
Notitie vastgesteld door de gezamenlijke opleidingen Tandheelkunde in Nederland 14 juli 2008 In Nederland vindt de klinische opleiding van tandartsen plaats binnen de muren van de onderwijskliniek. Een bewuste keuze, aangezien het aanleren van klinische vaardigheden, veelal met een onomkeerbaar resultaat, het beste gedijt in een omgeving waar eenheid en kwaliteit van klinisch onderwijs kan worden gewaarborgd, de onderwijskliniek. Daarnaast komt de student tandheelkunde buiten de muren van de onderwijskliniek in contact met patiënten op de volgende momenten: -- In Groningen wordt de student, in het kader van het adoptieproject, in alle studiejaren gevraagd twee dagen stage te lopen in een tandheelkundige praktijk om daarin observaties te doen en opdrachten uit te voeren. Er wordt geen opdracht verstrekt tot het uitvoeren van enige voorbehouden handeling, maar in de praktijk worden die incidenteel wel gedaan. - in Nijmegen loopt de student in het kader van het kaakchirurgisch onderwijs een stage in een perifere Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie kliniek. De studenten zijn hier werkzaam onder toezicht van de lokale kaakchirurg. Met het desbetreffende ziekenhuis is een zg. affiliatiecontract afgesloten. Het blijkt echter dat studenten tijdens de studie in vakanties maar ook wel daarbuiten werkzaam zijn in een tandartspraktijk. Een recente scriptie van een Groningse student over dit onderwerp leert ons dat 22% van de Groningse studenten werkzaam is in een tandartspraktijk waarvan 75% uit het vijfde jaar. Zij verrichten daar(onder toezicht) klinische werkzaamheden en veelal ook de voorbehouden handelingen. Ook van studenten van de opleidingen in Amsterdam en Nijmegen is bekend dat zij voor het afstuderen in de tandartspraktijk werken. Aanleiding voor deze informatieve hand-out is de groeiende zorg die er zowel bij de opleidingen als bij de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) leeft ten aanzien van zaken als taakdelegatie en met name het uitvoeren van voorbehouden handelingen door niet-tandartsen in de tandartspraktijk. De door IGZ uitgegeven circulaire over dit onderwerp is als bijlage toegevoegd. U wordt verzocht ook daar goede nota van te nemen. Werkzaamheden De studenten die voorbehouden handelingen in de tandartspraktijk verrichten, zullen zich moeten realiseren dat zij hiermee een groot risico lopen. De IGZ heeft aangegeven dat wanneer zowel student als tandarts niet aan bepaalde voorwaarden voldoen strafrechtelijke, civielrechtelijke en voor de tandarts ook tuchtrechtelijke maatregelen getroffen worden. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de wet BIG en omvatten o.a. dat: - Er sprake dient te zijn van een opdrachtverstrekking door een (ongeclausuleerd) BIG geregistreerd tandarts. - Deze tandarts in staat en bereid moet zijn om in noodzakelijke gevallen in te grijpen, hetgeen praktisch betekent dat de tandarts tenminste in de praktijk aanwezig is. - De opdracht verstrekkend tandarts de bekwaamheid* van de student t.a.v. de gedelegeerde taak dient te kunnen aantonen. - De student zich bekwaam moet achten en voelen voor de handelingen die hij (zij) verricht. Hij/zij zal dat moeten kunnen aantonen. *
De wet BIG stelt samengevat: bekwaam is bevoegd. Het begrip bekwaamheid is niet verder uitgewerkt. Wel dient de bekwaamheid te stoelen op een relevante en aantoonbare opleiding. De student tandheelkunde is tot zijn afstuderen niet bekwaam tot het zelfstandig verrichten van voorbehouden handelingen. Bij de opdrachtgevend tandarts rust de primaire verantwoordelijkheid zich van de bekwaamheid van de student in geval van taakdelegatie te vergewissen, aangezien de gedelegeerde taak zich onder verantwoordelijkheid en toezicht van de tandarts afspeelt en de opleiding formeel geen enkele bekwaamheid zal erkennen tot het moment van uitreiking van de bul.
62
Het de patiënt voorafgaand aan de behandeling duidelijk moet zijn dat de verrichting wordt uitgevoerd door een student tandheelkunde en de patiënt moet dit ook toestaan. Het voeren van een andere (beschermde) titel is strafbaar. (bijvoorbeeld assistent- tandarts of mondhygiënist) Aansprakelijkheid Tijdens de stages is de aansprakelijkheidsverzekering van kracht die de opleiding voor zijn studenten heeft afgesloten. De stageverlenend tandarts is hierover bij het aangaan van de stage schriftelijk geïnformeerd. De meeste tandartsen hebben overigens in hun beroepsaansprakelijksheidsverzekering ook dekking opgenomen voor zowel stagiairs als overige medewerkers in de praktijk. Buiten de door de opleiding gesuperviseerde stage periodes geldt de bovengenoemde aansprakelijkheidsverzekering niet en zal de student bij het werkzaam zijn in de tandartspraktijk zelf verzekerd moeten zijn voor de eventuele aansprakelijkheid die direct of indirect uit zijn handelen kan voortkomen. Gedragsregels voor studenten Tandheelkunde De opleiding tot tandarts kenmerkt zich door een aantal onderdelen, die van studenten vereist dat hierbij op een bepaalde manier wordt omgegaan met elkaar en (simulatie)patiënten. Dit betreft zaken die op het gebied van presentatie liggen (taalgebruik, kleding e.d.) tot elementen als vaardigheden van het relevant lichamelijk onderzoek die studenten, bij gebrek aan echte (simulatie)patiënten, onderling op elkaar moeten oefenen. Dit zijn in de opleiding tot tandarts, kenmerkende en onlosmakelijke eigenschappen. Het is van groot belang dat een ieder die de opleiding gaat volgen dan wel bezig is te volgen, zich hiervan terdege bewust is - studenten tandheelkunde dienen ruim tevoren, zo mogelijk reeds voor aanvang van de studie, op de hoogte te worden gebracht van plaats en aard van alle onderwijsonderdelen waarbij studenten geacht worden op elkaar te oefenen en van de daarvoor bestaande gedragsregels - het actief onderling oefenen van relevant lichamelijk onderzoek, zoals daar is mondonderzoek, acute geneeskunde, anatomie in vivo, het maken van röntgenfoto’s en het geven van lokaal anesthesie en wel bij beide geslachten, is verplicht voor alle studenten tandheelkunde - de faculteit dient zorg te dragen voor optimale leermogelijkheden en leeromstandigheden, controle op het beheersingsniveau van de vaardigheden, en adequate feedback - de faculteit verplicht zich zorg te dragen voor dusdanige voorzieningen dat bij het onderling oefenen de privacy van de studenten optimaal wordt gewaarborgd. , - persoonlijke belemmeringen bij een student voor het ondergaan van relevant lichamelijk onderzoek moeten ruim tevoren door de student zelf worden aangekaart bij de studieadviseur; het principe hierbij is: alle onderwijsonderdelen zijn in beginsel verplicht voor iedereen, tenzij de student reële argumenten aandraagt die worden ondersteund door de studieadviseur. - studenten mogen slechts dan echte patiëntcontacten aangaan (van welke aard dan ook, van anamnese tot actieve behandelinganamnese en relevant lichamelijk onderzoek) wanneer zij na zorgvuldige oefening een zekere bekwaamheid hierin hebben opgedaan bij beide geslachten - studenten mogen pas contacten met patiënten aangaan indien zij zijn gevaccineerd tegen hepatitis B en een minimum bescherming hebben opgebouwd. - wanneer bij onderdelen (stages) tijdens de opleiding kledingvoorschriften en voorschriften persoonlijke hygiëne worden gehanteerd zullen deze ruim tevoren worden bekend gemaakt; - bij onderdelen van de opleiding waarbij sprake is van directe of indirecte patiëntcontacten dienen studenten zich professioneel en functioneel te gedragen, zodanig dat zij niet in negatieve zin opvallen: optimale lichamelijke en geestelijke conditie, optimale hygiëne, geen onnodige last of ongemak voor de patiënt, geen vermijdbare belemmering of verstoring van het patiëntcontact, geen aanstoot geven aan anderen. 63
- studenten kunnen in beginsel geen beroep doen op persoonlijke bezwaren of belemmeringen bij patiëntcontacten en functioneren in dat opzicht als ‘verlengde arm’ van de tandartsopleider. - in een vroeg stadium van de opleiding dient studenten duidelijk te worden gemaakt dat zij zich, ten aanzien van patiënten in de breedste zin des woords, hebben te houden aan de geheimhoudingsplicht zoals die ook voor tandartsen geldt; dit geldt, mutatis mutandis, evenzeer ten aanzien van medestudenten; hiertoe zal iedere student een verklaring moeten ondertekenen of een eed moeten afleggen. Naast de hierboven vermelde gedragsregels zijn de de OER’en als bijlage aanvullende gedargsregels opgenomen
64
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Faculteit Medische Wetenschappen Bacheloropleiding Tandheelkunde Onderwijs- en ExamenRegeling 2014-2015
65
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Inhoud: Paragraaf 1
Algemene bepalingen
Paragraaf 2
Vooropleiding
Paragraaf 3
Inhoud en inrichting van de opleiding
Paragraaf 4
De propedeutische fase van de opleiding
Paragraaf 5
Studievoortgang, inclusief studieadvies
Paragraaf 6
Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase
Paragraaf 7
De postpropedeutische fase van de opleiding
Paragraaf 8
Overige programma’s
Paragraaf 9
Tentamens van de opleiding
Paragraaf 10
Examen van de opleiding
Paragraaf 11
Studiebegeleiding
Paragraaf 12
Overgangs- en slotbepalingen
Bijlage I Bijlage II
Raamplan Tandheelkunde 2008 Gedragsregels voor studenten tandheelkunde
In de Onderwijs- en Examenregeling zijn de specifieke rechten en plichten opgenomen die per opleiding van de Rijksuniversiteit gelden voor zowel student als de opleiding. In het (algemeen universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden. Deze regeling is vastgesteld door het bestuur van de Faculteit Medische Wetenschappen op 20 juni 2014 met instemming van de O&O raad op de daartoe wettelijke bepaalde onderdelen d.d. 20 juni 2014
66
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) Bachelor of Science opleiding in de Tandheelkunde Inleiding De voorliggende regeling beschrijft het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding Bachelor of Science in de Tandheelkunde te Groningen Voor studenten die in september 2007 zijn gestart met de opleiding Tandheelkunde bestaat het curriculum T21 uit een 3 jarige Bacheloropleiding en een 3 jarige Masteropleiding. De indeling in Bachelor en Master staat in het wettelijke kader van de Europese uitwisseling. Daarin kan na het behalen van het bachelor diploma gekeken worden welke Masteropleiding in Nederland of binnen Europa aansluiting biedt. De opleiding kent een opbouw van twee semesters per studiejaar. In de Bacheloropleiding omvatten de semesters meerdere onderwijseenheden. Het onderwijsprogramma voor de opleiding Tandheelkunde is dusdanig opgebouwd dat de zelfstudie en zelfwerkzaamheid van de studenten zoveel mogelijk gestimuleerd worden. De inhoud van het onderwijs is gericht op de door de gezamenlijke opleidingen tandheelkunde vastgestelde algemene eindtermen (voor de masterfase) zoals genoemd in het Raamplan Tandheelkunde 2008. Het onderwijs in de Faculteit Medische Wetenschappen te Groningen is geregeld in overeenstemming met de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW).
PARAGRAAF 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de OER 1. Deze regeling geldt voor het studiejaar 2014-2015 en is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en de examens van de Bacheloropleiding Tandheelkunde, hierna te noemen: de opleiding, en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven. 2. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Medische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. 3. Deze OER is ook van toepassing op studenten van andere opleidingen, faculteiten of onderwijsinstellingen, voor zover ze onderdelen van de opleiding volgen, al dan niet in de vorm van een door de faculteit aangeboden minor. 4. Voor de onderdelen of de minor die studenten van de opleiding, als bedoeld in lid 1, volgen bij andere opleidingen, faculteiten of onderwijsinstellingen, geldt de OER van die andere opleiding, faculteit of instelling. 5. Deze OER is tevens van toepassing op studenten die staan ingeschreven voor de opleiding teneinde een schakelprogramma als bedoeld in artikel 8.3.
67
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 1.2 - Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. opleiding: de Bacheloropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden; d. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van artikel 7.3 van de wet, opgenomen in OCASYS; e. OCASYS: het onderwijscatalogussysteem van de Rijksuniversiteit Groningen; f. EC(TS): studiepunt als bedoeld in de wet, waarmee de omvang van het onderdeel van de opleiding wordt uitgedrukt. 1 EC(TS) staat gelijk aan 28 uur studeren; g. propedeuse: de propedeutische fase van de Bacheloropleiding, bedoeld in artikel 7.8 van de wet; h. postpropedeuse: het gedeelte van de Bacheloropleiding dat volgt op de propedeutische fase; i. studievoortgangsoverzicht: een schriftelijk resultatenoverzicht met de daarbij behorende EC(TS), dat per e-mail aan de student wordt verstuurd; j. voorlopig studieadvies: een voorlopig studieadvies verbonden aan een studievoortgangsoverzicht, dat gegeven wordt halverwege het studiejaar; k. definitief studieadvies: een studieadvies, dat gegeven wordt aan het einde van het eerste studiejaar, dat kan luiden: negatief, voorlopig positief en positief. Zulks conform artikel 7.8b lid 1 van de wet; l. bindend studieadvies: een negatief studieadvies dat bindend is voor de student, inhoudende een afwijzing voor de opleiding. Zulks conform artikel 7.8b, lid 3 van de wet; m. major: het geheel van verplichte onderwijseenheden in de propedeutische- en post- propedeutische fase; n. facultaire minor: het samenhangend deel van onderwijseenheden dat een verbreding of verdieping biedt gerelateerd aan de opleiding, te volgen bij de eigen faculteit; o. universitaire minor: het samenhangend deel van onderwijseenheden niet per se gerelateerd aan de opleiding, te volgen bij een andere faculteit; p. vrije minor: het deel van onderwijseenheden door de student zelf samen te stellen of door de student in het buitenland te volgen, met toestemming van de examencommissie van de eigen opleiding; q. toets of tentamen: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten daarvan; r. examen: het propedeuse- of afsluitend bachelorexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd, als aan alle verplichtingen van respectievelijk de gehele propedeuse- of Bacheloropleiding is voldaan; s. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; t. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum, dan wel beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus; u. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een scriptie; 68
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
v.
w. x.
- het maken van een werkstuk of een proef-ontwerp; - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; - het deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het doorlopen van een stage; - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; - het actief deelnemen aan een tutorgroep, mentorgroep, coachgroep, (klinisch) werkcollege veldwerk, excursie of practicum; - het houden van een voordracht; - het onder supervisie uitvoeren van patiëntbehandelingen; examencommissie: het onafhankelijk orgaan belast met de taken en bevoegdheden als vermeld in de artikelen 7.11, 7.12 en 7.12b en 7.12 c van de wet, waaronder de beoordeling of aan de eisen van het afsluitend examen is voldaan; toelatingscommissie: de commissie die namens de decaan over de toelating tot de opleiding beslist; vwo-diploma: het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, conform art. 13, lid 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, dan wel art. 7 van de Wet voortgezet onderwijs BES.
De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.
69
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 2
VOOROPLEIDING
Artikel 2.1 - Toelating tot de opleiding met profieleis 1. Toelating tot de opleiding geeft een VWO-diploma met profiel Natuur en Gezondheid, behaald na 2007. Tevens geeft toelating tot de opleiding een VWO-diploma met het profiel Natuur en Techniek (wiskunde B, natuurkunde, scheikunde), behaald na 2007, met als aanvulling het profielkeuzevak biologie. 2. Naast de in de wet genoemde diploma’s die toegang geven tot de opleiding, heeft de bezitter van het diploma van een hieronder vermelde gelijkwaardige vooropleiding toegang tot de opleiding. 1. een afsluitend - of master diploma van het HBO 2. een propedeutisch examen of bachelor diploma van het WO 3. een afsluitend - of master diploma van het WO 4. een diploma vallend onder het Europees Verdrag 1953 (incl. protocol 1974) 5. een vrijstelling verleend door de Rijksuniversiteit Groningen op grond van een equivalente vooropleiding 3. Op de bezitter van de in lid 2 bedoelde diploma’s, is artikel 2.2 van toepassing. Tevens is artikel 2.4 lid3 van toepassing (indien Engels de taal van de opleiding is).
Artikel 2.2 - Vervangende eisen deficiënties voor toelating tot opleiding met profieleis 1. Degene die niet een diploma met het VWO-profiel Natuur en Gezondheid heeft (dat direct toelating geeft tot de opleiding), maar wel een gelijkwaardig diploma dat op grond van de wet of op grond van artikel 2.1, eerste of tweede lid, toegang geeft, kan pas worden ingeschreven voor de opleiding nadat is aangetoond dat hij of zij voldoende kennis op het niveau van het VWO-eindexamen bezit van de volgende vakken van het verplichte VWO-profiel: - wiskunde A (of B); - scheikunde; - biologie; - natuurkunde. Aanvullende taaleisen: - Engelse taal Toelating van gegadigden indien men heeft voldaan aan de ingangseisen t.a.v. profielinhoudelijke vakken alsmede beheersing van de Engelse taal op VWO-niveau. 2.
Deficiënties in de vooropleiding in de in het tweede lid genoemde vakken kunnen worden vervuld door het afleggen van de desbetreffende toetsen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen een universitair docent in het desbetreffende vak belasten met het afnemen van een of meer toetsen.
70
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 2.3 - Toelating tot de opleiding met een hbo-propedeuse zonder VWOdiploma 1.
De opleiding is niet toegankelijk voor studenten zonder VWO-diploma of zonder een ander gelijkwaardig diploma als bedoeld in artikel 2.1, lid 2, die in het bezit zijn van een hbo-propedeuse.
Artikel 2.4 - Taaleis bij buitenlandse diploma’s 1.
Indien de student wordt toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma dat buiten Nederland is behaald, dan kan de examencommissie hem – voorafgaand aan de inschrijving - verplichten tot het met goed gevolg afleggen van een toets Nederlands of Engels, afhankelijk van de taal van de gekozen opleiding, af te nemen door een door de examencommissie aan te wijzen instantie.
2.
Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2).
3.
Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Engelse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van een tentamen Engels op het niveau van het VWO-eindexamen of het behalen van de TOEFL: 580 ‘paper based’, 237 ‘computer based’, 92 ‘internet based’; IELTS: 6.5; CPE; CAE.
Artikel 2.5 - Colloquium doctum 1.
De uitvoering van het toelatingsonderzoek bedoeld in artikel 7.29 WHW (colloquium doctum) is opgedragen aan de Toelatingscommissie.
2.
Degene die het colloquium doctum wil afleggen, dient de leeftijd van eenentwintig jaar te hebben bereikt op de datum, waarop het onderzoek zal plaatsvinden. Van deze eis kan worden afgezien, als betrokkene een diploma bezit dat buiten Nederland is afgegeven. Van de leeftijdseis kan eveneens worden afgezien als betrokkene een vluchtelingenstatus bezit en zijn diploma om die reden niet kan tonen.
3.
Het toelatingsonderzoek, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: 1. Algemene aanvullende eisen voor ‘deficiënte aspirant-studenten’ a.Profiel inhoudelijke eisen; Deficiënties in de vooropleiding worden vervuld indien voldaan is aan de inhoudelijke eisen in de hierna genoemde vakken op VWO- eindexamenniveau: Vanaf 1 september 2010 een samengesteld pakket; - wiskunde A (of B); - scheikunde; - biologie; - natuurkunde. 2. Aanvullende taaleisen; 71
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
a.
Engelse taal
Toelating van gegadigden indien men heeft voldaan aan de ingangseisen t.a.v. profielinhoudelijke vakken alsmede beheersing van de Engelse taal op VWO-niveau. b. Nederlandse taal Toelating van gegadigden indien men heeft voldaan aan de ingangseisen t.a.v. profielinhoudelijke vakken alsmede beheersing van de Engelse taal op VWO-niveau en beheersing van de Nederlandse taal middels het Staatsexamen NT2-II. Het bepaalde in artikel 2.4 is van toepassing. 4.
Het bewijs dat het colloquium doctum met goed resultaat is afgelegd, geeft gedurende één studiejaar na het afleggen van het colloquium doctum toelating tot de opleiding van de Rijksuniversiteit Groningen waarvoor het colloquium doctum is afgelegd.
Artikel 2.6 - Toelatingscommissie 1. De Toelatingscommissie beslist namens de decaan over de toelating tot de opleiding. 2. De Toelatingscommissie wordt gevormd door: - een lid, tevens voorzitter, aangewezen uit de hoogleraren die met onderwijs in de opleiding zijn belast; - een lid / twee leden aangewezen uit het overige wetenschappelijk personeel dat met onderwijs in de opleiding is belast. 3. Als adviserend lid, tevens secretaris, wordt aangewezen de studieadviseur voor de opleiding (of een overeenkomstige facultaire medewerker). 4. De aanwijzing geschiedt door de decaan, die tevens het Toelatingsreglement vaststelt.
Artikel 2.7 - Studiekeuzeactiviteiten en -advies 1.
Voorafgaand aan de eerste inschrijving voor de opleiding, dient een aspirant-student deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten, met daaraan verbonden een studiekeuzeadvies, zoals deze gelden voor de opleiding.
2.
Het hieromtrent bepaalde in de Regeling Inschrijving en Collegegeld (RIC) van de RUG en de facultaire matchingsprocedure is van toepassing.
72
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 3
INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING
Artikel 3.1. - Doel en eindkwalificaties van de opleiding De BacheloropleidingTandheelkunde is de start van het opleidingscontinuüm van de tandarts. Met het behalen van het bachelordiploma is de student toelaatbaar tot de Masteropleiding Tandheelkunde. De Masteropleiding wordt afgesloten met het behalen van het masterdiploma (tandartsdiploma). Voor de algemene eindtermen van de opleiding tot tandarts wordt verwezen naar de bijlage van het Raamplan 2008 Tandheelkunde welke als bijlage is toegevoegd. Van de in Groningen opgeleide tandarts wordt verwacht dat hij/zij: kennis heeft van een zich verbredend vakgebied; in staat is om oplossingen voor een breed scala van mondgezondheidsproblemen te genereren; de regie voert over de zorg en behandeling en de zorg verleent in nauwe samenwerking met zorgverleners en met respect voor de wensen en voorkeuren van de patiënt; in staat is zijn/haar overwegingen en beslissingen te onderbouwen en zich hiervoor te verantwoorden.
Artikel 3.2 - Vorm van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd.
Artikel 3.3 - Taal van de opleiding 1. De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd, conform de Gedragscode Voertalen van de RUG.
Artikel 3.4 - Studielast 1. De opleiding heeft een studielast van 180 EC(TS). 2. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC(TS). 3. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC(TS). Artikel 3.5 - Elders behaalde onderdelen 1.
Voorwaarde voor het behalen van het getuigschrift van het bachelorexamen van de opleiding is dat tenminste drie vierde van het onderwijsprogramma is behaald via onderdelen verzorgd door de RUG.
73
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 3.6 - Contacturen 1.
De opleiding heeft in de propedeutische fase minimaal 480 contacturen per jaar.
2.
De opleiding heeft in de postpropedeutische fase minimaal 480 contacturen per jaar.
3.
De vormgeving van de contacturen in de propedeutische fase is opgenomen in deze OER en tevens geregistreerd in de studiegids en/of OCASYS.
Propedeuse Contacttijd Hoorcolleges Werkcolleges Tentamens Studieloopbaanbegeleiding Overige: Tutorgroep Skillslab Coach Practica Totaal
Aantal contacturen per jaar 168 32 3 64 320 16 100 703
Artikel 3.7 - Indeling en examens van de opleiding 1.
In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: a. het propedeutisch examen; b. het bachelor examen.
2.
De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase.
Artikel 3.8 - Deelname aan onderwijseenheden 1.
De student kan deelnemen aan een onderdeel nadat de student door de opleiding op basis van volgtijdelijkheid is ingedeeld voor dat onderdeel.
2.
Er is geen beperking aan het aantal studenten dat kan deelnemen aan een onderdeel; wel geldt voor studenten een facultaire indeling.
74
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 4
DE PROPEDEUTISCHE FASE VAN DE OPLEIDING
Artikel 4.1 - Samenstelling propedeutische fase De propedeuse omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studiepunten (in EC): Onderwijseenheden Jaar 1 Zicht op beroep en vakgebied Levensloop Het orale milieu Bedreiging en bescherming Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B Wetenschappelijke scholing 1 Professionalisering 1 Totaal
EC 8 8 8 8 6 9 6 7 60
Alle onderdelen zijn opgenomen in de digitale universitaire onderwijscatalogus, OCASYS
Artikel 4.2 - Propedeutische practica De volgende onderwijseenheden van de propedeuse omvatten naast het onderwijs in de vorm van colleges ook practische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm: 1.
Zicht op beroep en vakgebied: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Zicht op beroep en vakgebied
2.
Levensloop: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Levensloop
3.
Het orale milieu: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Het orale milieu
4.
Bedreiging en bescherming: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Bedreiging en bescherming
5.
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van Vaardigheden 1A: a. practica skillslab b. practica kliniek 75
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
6.
Tandheelkundige Vaardigheden en Kennis van Vaardigheden 1B: a. practica skillslab b. practica kliniek
7.
Wetenschappelijke scholing 1: a. practica Wetenschappelijke scholing 1 b. uitvoeren van opdrachten
8.
Professionalisering 1: a. coachgroepbijeenkomsten b. practica Professionalisering 1
Artikel 4.3 - Vorm en samenstelling van de tentamens De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 4.1 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1.
Het tentamen Zicht op beroep en vakgebied bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke toets Zicht op beroep en vakgebied 1 - schriftelijke toets Zicht op beroep en vakgebied 2 - schriftelijke toets Zicht op beroep en vakgebied 3 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Zicht op beroep en vakgebied waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
2.
Het tentamen Levensloop bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke toets Levensloop 1 - schriftelijke toets Levensloop 2 - schriftelijke toets Levensloop 3 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Levensloop waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
3.
Het tentamen Het orale milieu bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke toets Het orale milieu 1 - schriftelijke toets Het orale milieu 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Het orale milieu waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
4.
Het tentamen Bedreiging en bescherming bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke toets Bedreiging en bescherming 1 - schriftelijke toets Bedreiging en bescherming 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Bedreiging en bescherming waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
5.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A bestaat uit de volgende onderdelen: 76
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
-
praktijktoetsen stationstoetsen practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica skillslab en kliniek behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A
6.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - stationstoetsen - practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica skillslab en kliniek behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B
7.
Het tentamen Wetenschappelijke scholing 1 bestaat uit de volgende onderdelen: - toets (schriftelijk en/of via elektronische leeromgeving) Wetenschappelijke scholing 1-1 - toets (schriftelijk en/of via elektronische leeromgeving) Wetenschappelijke scholing 1-2 - voldoen aan practicumverplichtingen - uitvoeren opdrachten
8.
Het tentamen Professionalisering 1 bestaat uit - een assessment op basis van de volgende onderdelen: - kwaliteit van het portfolio - volledigheid van het portfolio - beoordelingen professioneel gedrag in alle werkvormen - verslagen - beoordeling van de mondelinge toets - aanwezigheidsverplichtingen
Artikel 4.4 - Verlengd tentamen 1.
Studenten die in hun eerste jaar van inschrijving, na afronding van de herhalingsperiode, zeven van de acht onderwijseenheden, waaronder in ieder geval de onderwijseenheid Professionalisering 1, met voldoende resultaat hebben afgelegd en voor de onderwijseenheid waarvoor geen voldoende resultaat is behaald hebben voldaan aan de practicumverplichtingen, krijgen voor die onderwijseenheid een verlengd tentamen aangeboden om zodoende alsnog te kunnen voldoen aan het propedeutisch examen.
2.
Het in art. 4.4.1 genoemde verlengd tentamen wordt afgenomen indien het resultaat van de onderwijseenheid, waarvoor geen voldoende resultaat is behaald, voldoet aan de hieronder genoemde voorwaarden: - voor de onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied, of Levensloop, of Het orale milieu, of Bedreiging en bescherming of Wetenschappelijke scholing moet minimaal een 5 behaald zijn op het schriftelijk deel van het tentamen (waarbij het laatst behaalde resultaat van toepassing is); 77
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
-
voor de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A of voor Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B mag op maximaal één toets een onvoldoende zijn behaald.
3. Studenten die in hun eerste jaar van inschrijving, na afronding van de herhalingsperiode, - minimaal vijf van de acht onderwijseenheden hebben behaald maar minder dan 45 ECTS doch meer dan 36 ECTS, én - de onderwijseenheid Professionalisering I met voldoende resultaat hebben afgerond, én - onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1 met voldoende resultaat hebben afgerond, én - voldaan hebben aan de practicumverplichtingen van alle propedeutische onderwijseenheden krijgen in hun eerste jaar van inschrijving, voor een door de faculteit te bepalen onderwijseenheid waarvoor geen voldoende resultaat is behaald, de mogelijkheid aangeboden voor een verlengd tentamen. 4.
Het in art. 3.4.3 genoemde verlengd tentamen wordt uitsluitend afgenomen indien het resultaat van de onderwijseenheid, waarvoor een verlengd tentamen wordt aangeboden, voldoet aan de hieronder genoemde specifieke voorwaarden: - voor de onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied, of Levensloop, of Het orale milieu, of Bedreiging en bescherming moet minimaal een 5 behaald zijn op het schriftelijk deel van het tentamen (waarbij het laatst behaalde resultaat vantoepassing is); - voor de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A of voor Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B mag op maximaal één toets een onvoldoende zijn behaald.
5.
Na het met voldoende resultaat afleggen van een verlengd tentamen, kan de uitslag nooit hoger zijn dan een 6 of een V.
78
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 5
STUDIEVOORTGANG, INCLUSIEF STUDIEADVIES
Artikel 5.1 - Studievoortgangsoverzicht In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student halverwege het eerste semester van het studiejaar, doch in ieder geval gedurende het eerste semester van de opleiding een studievoortgangsoverzicht, met daarin een overzicht van de gerealiseerde studielast.
Artikel 5.2 - Voorlopig studieadvies 1. Na het eerste semester en zo mogelijk vóór het begin van het tweede semester ontvangt de student een schriftelijk voorlopig studieadvies. 2. Dit voorlopig studieadvies geeft een waarschuwing indien er sprake is van onvoldoende studievoortgang, zodat de student nog de gelegenheid heeft om zijn prestaties te verbeteren.
3. Wanneer de studievoortgang zodanig is dat in redelijkheid niet te verwachten is dat de student aan de voorwaarden van een (voorlopig) positief studieadvies, als genoemd in artikel 5.3., lid 1, onder a en b, zal gaan voldoen, wordt de student uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur. Dit gesprek heeft tot doel het bespreken van de wijze van studeren, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing naar een andere opleiding.
Artikel 5.3 - Definitief studieadvies 1. Het definitieve studieadvies aan het einde van het eerste studiejaar houdt het volgende in: a. positief, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; b. voorlopig positief, indien de student ten minste 45 EC(TS) aan studiepunten heeft behaald; c. negatief, indien de student minder dan 45 EC(TS) aan studiepunten van het propedeutisch programma heeft behaald. Dit studieadvies is bindend voor de student (BSA). 2.
Indien de resultaten tussentijds al dermate onvoldoende zijn dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om aan het einde van het eerste studiejaar te voldoen aan de norm van 45 EC(TS), kan, desgewenst ook op verzoek van de student, na het voorlopig studieadvies conform artikel 5.2, een bindend studieadvies uitgebracht. Dit wordt uitgebracht volgens de procedure als beschreven in artikel 5.5.
3. a. Studenten met een voorlopig positief studieadvies ontvangen ook in hun tweede jaar van inschrijving voor de opleiding een schriftelijk studieadvies, en wel na de hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. In dit advies wordt het voorlopig positief studieadvies omgezet in: 1. een positief studieadvies, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; 2. een negatief studieadvies (BSA), indien de student niet heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse. b. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in lid 1, tellen de 79
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
studiepunten van onderdelen van tentamens (toetsen, deeltentamens en opdrachten) niet afzonderlijk mee. 4. a. Indien de student de norm als bedoeld in artikel 5.3, lid 2 niet heeft behaald doch deze norm in hetzelfde studiejaar wèl heeft behaald bij een opleiding van de RUG waarvoor deze OER niet geldt, wordt voor de opleiding van deze OER geen bindend studieadvies afgegeven. b. Indien een student voor een wo-opleiding waarvoor deze OER niet geldt, van de RUG of een andere universiteit in Nederland, het propedeutisch examen reeds heeft behaald dan wel -indien hier geen examen aan verbonden is- de propedeutische fase heeft afgerond, wordt voor de opleiding van de onderhavige OER geen bindend studieadvies afgegeven. 5.
Onverminderd het bepaalde in artikel 5.6, tweede en derde lid, betreffende de aanwezigheid van persoonlijke omstandigheden en behoudens het bekleden van een erkende bestuursfunctie in het tweede jaar van inschrijving op grond van een voorlopig positief studieadvies, wordt aan dit studieadvies een afwijzing met een bindend karakter verbonden, het zogenaamde bindend studieadvies, indien de student: a. minder dan 45 EC(TS) heeft behaald in het eerste jaar van zijn inschrijving; dan wel b. aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving zijn propedeutisch examen niet heeft behaald.
6.
De afwijzing voor de opleiding door middel van een bindend studieadvies geldt gedurende een termijn van 2 volgende studiejaren en heeft betrekking op de CROHO-opleiding van inschrijving, alsmede op de door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHO-opleidingen als genoemd in bijlage 3 bij deze regeling, alsmede de daarin te onderscheiden tracks.
7.
Het is met een bindend studieadvies niet toegestaan onderdelen voor deze opleiding via een andere opleiding of onderwijsinstelling te volgen teneinde de gevolgen van het BSA te ontlopen. Voor de alsdan behaalde onderdelen zal geen vrijstelling worden verleend en ook anderszins zullen deze onderdelen niet worden erkend in het kader van de opleiding.
8.
Bij het vaststellen van het aantal behaalde EC(TS) tellen alleen de EC(TS) van de onderdelen van de opleiding als bedoeld in paragraaf 4.
Artikel 5.4 - Afwijkingen definitief studieadvies 1.
Aan de student die een verzoek tot uitschrijving met ingang van 1 februari van het eerste jaar van inschrijving doet, wordt geen definitief studieadvies uitgebracht.
2.
Indien deze student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft in de dezelfde opleiding of in een door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHO-opleiding als genoemd in bijlage 3 bij deze regeling, zal in dat volgende studiejaar een definitief studieadvies worden gegeven. In het jaar dat hij zich opnieuw inschrijft, dient hij de propedeuse te behalen (P in 2- eis), artikel 5.3 lid5 sub b, is van overeenkomstige toepassing. De student valt onder de BSA regeling van het studiejaar waarin hij zich opnieuw inschrijft.
3.
Voor de student die zich voorafgaand aan of met ingang van 1 februari uitschrijft voor een opleiding en zich daarna meteen , in hetzelfde jaar, met ingang van1 februari inschrijft voor een door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHO-opleiding als genoemd in bijlage 3 bij deze 80
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
regeling, geldt geen aanpassing van de norm als bedoeld in artikel 5.3, lid 2. De student krijgt een bindend studieadvies indien hij aan het eind van tweede semester van het eerste jaar van inschrijving minder dan 45 EC(TS) heeft behaald, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving. Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in artikel 5.3 van overeenkomstige toepassing. 4.
Voor de student die zich voorafgaand aan of met ingang van 1 februari uitschrijft voor voltijd opleiding en zich daarna in hetzelfde jaar met ingang van1 februari inschrijft voor dezelfde CROHO-opleiding in deeltijd of voor een door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHO-opleiding als genoemd in de bijlage bij deze regeling in deeltijd, geldt geen aanpassing van de norm als bedoeld in artikel 5.3, lid2. De student krijgt een bindend studieadvies indien hij aan het eind van het tweede semester van het eerste jaar van inschrijving minder dan 45 EC(TS) heeft behaald, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving. Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in artikel 5.3 van overeenkomstige toepassing.
5.
De student die zich vanaf 1 februari inschrijft voor een Bacheloropleiding van de RUG en niet eerder in hetzelfde jaar als student stond ingeschreven, krijgt een bindend studieadvies indien hij aan het eind van het tweede semester van het eerste jaar van inschrijving minder dan 20 EC(TS) van deze opleiding heeft behaald, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in artikel 5.3 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5.5 - Procedure uitreiken definitief studieadvies / bindend studieadvies (BSA) 1.
Het definitief studieadvies / bindend studieadvies wordt namens het College van Bestuur uitgebracht door de decaan.
2.
Alvorens een bindend studieadvies wordt uitgebracht, wordt een voornemen tot BSA aan de student verzonden, waarna de student in de gelegenheid wordt gesteld gehoord te worden door of namens de decaan.
Artikel 5.6 - Persoonlijke omstandigheden 1.
a. In zijn afweging om een bindend studieadvies uit te brengen betrekt de decaan op verzoek van de student diens persoonlijke, individueel bepaalbare, omstandigheden. b. Uitsluitend persoonlijke omstandigheden die door de student na intreden zo spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd bij de studieadviseur zijn gemeld, worden door de decaan betrokken in zijn afweging. Bij deze afweging worden tevens betrokken het studiegedrag van de student en de tussen de student en studieadviseur gemaakte afspraken, c.q. planning.
2.
Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 van een bindend
81
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
studieadvies wordt afgezien, wordt aan de student aan het einde van diens volgende studiejaar opnieuw het studieadvies als bedoeld in art 5.3 uitgebracht.
3.
Indien op grond van het tweede lid is afgezien van een bindend studieadvies en in het volgende jaar wederom, dan wel nog steeds, sprake is van persoonlijke omstandigheden als bedoeld in lid 1, kan de decaan besluiten om ook in dat studiejaar af te zien van een bindend studieadvies. In dat geval wordt definitief afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies.
4.
Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds.
Artikel 5.7 - Beroepsbepaling In het besluit wordt melding gemaakt van de geldende rechtsbeschermingsvoorziening.
82
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 6
TOELATING TOT HET TWEEDE STUDIEJAAR VAN DE OPLEIDING, DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE
Artikel 6.1 - Criteria toelating postpropedeutische fase 1.
Toelaatbaar tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, is de bezitter van het propedeutisch getuigschrift.
2.
In afwijking van het eerste lid is voorwaardelijk toelaatbaar de student die ten minste 45 EC in het eerste jaar van de propedeutische fase heeft behaald en/of in het bezit is van een voorlopig positief studieadvies als bedoeld in art. 5.
3.
De voorwaardelijke toelating geldt niet voor de minor van de opleiding. Hiervoor is het propedeutisch getuigschrift vereist.
4.
Een voorwaardelijke toelating tot de postpropedeutische fase vervalt, indien de student aan het eind van het tweede jaar van zijn inschrijving het propedeutisch examen niet heeft behaald.
5
De voorwaardelijke toelating als beschreven in lid 2 van dit artikel geldt alleen voor onderdelen van het eerste jaar van de postpropedeuse (het tweede bachelorjaar). Om te kunnen deelnemen aan onderdelen van het tweede jaar van de postpropedeuse (het derde bachelorjaar) dient het propedeutisch examen met goed gevolg te zijn afgelegd.
Artikel 6.2 - Hardheidsclausule toelating postpropedeutische fase In situaties waarbij een onderwijsinhoudelijke wijziging/onderwijskundige overmacht aantoonbaar leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan de examencommissie afwijken van het in artikel 6.1 bepaalde. In dat geval moet er sprake zijn van een unieke persoonlijke omstandigheid die zodanig onderscheidend is dat de toelating redelijkerwijs niet achterwege kan blijven.
Artikel 6.3 - Studieplanning 1.
Elke student die een voorlopig positief studieadvies heeft gekregen als genoemd in artikel 5.3, lid 1, moet een studieplanning maken. De student moet in deze gevallen samen met de studieadviseur/mentor/aangewezen begeleider van de opleiding een studieplanning opstellen die tenminste behelst: a. de propedeusevakken die nog niet zijn behaald met het daarbij behorende tijdpad; b. de postpropedeutische vakken die in aanvulling op de onder a. genoemde vakken zouden kunnen worden gevolgd met in achtneming van de volgtijdelijkheid.
83
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 7
DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE VAN DE OPLEIDING
De postpropedeutische fase bestaat uit het tweede en het derde opleidingsjaar en wordt afgesloten met het bachelorexamen. De onderwijseenheden van de postpropedeutische fase met de daarbij vermelde studiepunten worden hierna per afzonderlijk opleidingsjaar weergegeven. Artikel 7.1.1 - Samenstelling tweede opleidingsjaar Het tweede opleidingsjaar omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studiepunten (in EC): Onderwijseenheden Jaar 2
EC
Weefselverlies Orale geneeskunde Odontogene ontsteking en acute pijn Stoornissen in groei en ontwikkeling Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 A Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 B Wetenschappelijke scholing 2 Professionalisering 2 Individuele profilering 2 Totaal
6 6 6 6 12 8 5 6 5 60
Artikel 7.1.2 – Aantal contacturen Tweede opleidingsjaar Contacttijd Hoorcolleges Werkcolleges Tentamens Studieloopbaanbegeleiding Overige: Tutorgroep Skillslab Kliniek Coach Practica Radiografie Practica Individuele Profilering Totaal
Aantal contacturen per jaar 155 2 25 70 288 72 12 20 18 90 752
84
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 7.2 - Practica tweede opleidingsjaar De volgende onderwijseenheden van de bachelor omvatten naast het onderwijs in de vorm van colleges ook practische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm: 1.
Weefselverlies: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Weefselverlies
2.
Orale geneeskunde: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Orale geneeskunde
3.
Odontogene ontsteking en acute pijn: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Odontogene ontsteking en acute pijn
4.
Stoornissen in groei en ontwikkeling: a. tutorgroepbijeenkomsten b. practica Stoornissen in groei en ontwikkeling
5.
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A: a. practica skillslab b. practica kliniek
6.
Tandheelkundige Vaardigheden en Kennis van Vaardigheden 2B: a. practica skillslab b. practica kliniek
7.
Wetenschappelijke scholing 2: a. practica Wetenschappelijke scholing 2 b. uitvoeren opdrachten
8.
Professionalisering 2: a. coachgroepbijeenkomsten b. practica Professionalisering 2
9.
Individuele Profilering 2: a. practica en/of praktische oefeningen behorende bij het door de student gekozen onderwijs
85
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 7.3 - Vorm en samenstelling van de tentamens tweede opleidingsjaar De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 6.1 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1.
Het tentamen Weefselverlies en vakgebied bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Weefselverlies 1 - schriftelijke deeltoets Weefselverlies 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Weefselverlies waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
2.
Het tentamen Orale geneeskunde bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Orale geneeskunde 1 - schriftelijke deeltoets Orale geneeskunde 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Orale geneeskunde waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
3.
Het tentamen Odontogene ontsteking en acute pijn bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Odontogene ontsteking en acute pijn 1 - schriftelijke deeltoets Odontogene ontsteking en acute pijn 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Odontogene ontsteking en acute pijn waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
4.
Het tentamen Stoornissen in groei en ontwikkeling bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Stoornissen in groei en ontwikkeling 1 - schriftelijke deeltoets Stoornissen in groei en ontwikkeling 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij tutorgroepbijeenkomsten en bij practica Stoornissen in groei en ontwikkeling waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
5.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - stationstoetsen - practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica skillslab en kliniek behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A
6.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - stationstoetsen - practicumverplichtingen bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica skillslab en kliniek behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B
7.
Het tentamen Wetenschappelijke scholing 2 bestaat uit de volgende onderdelen: 86
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
-
deeltoets (schriftelijk en/of via elektronische leeromgeving) Wetenschappelijke scholing 2-1 deeltoets (schriftelijk en/of via elektronische leeromgeving) Wetenschappelijke scholing 2-2 schriftelijke verslagen opdrachten voldoen aan practicumverplichtingen
8.
Het tentamen Professionalisering 2 bestaat uit - een assessment op basis van de volgende onderdelen: - kwaliteit van het portfolio - volledigheid van het portfolio - beoordelingen professioneel gedrag in alle werkvormen - verslag intakegesprek - beoordeling van de mondelinge toets - aanwezigheidsverplichtingen
9.
Het tentamen Individuele Profilering 2 bestaat uit de volgende onderdelen: - toetsvorm behorende bij het keuzeonderwijs - voldoen aan practicumverplichtingen bij het keuzeonderwijs - voldoen aan de aanwezigheidsverplichtingen bij het keuzeonderwijs
Artikel 7.4.1 - Samenstelling derde opleidingsjaar Het derde opleidingsjaar omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studiepunten (in EC): Onderwijseenheden Jaar 3 Herstel van occlusie Complexe diagnostiek en behandeling Specialistische mondzorg 1 Specialistische mondzorg 2 Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 Skillslab (SL) Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 Kliniek (KL) Wetenschappelijke scholing 3 Professionalisering 3 Individuele profilering 3 Totaal
EC 5 5 5 5 10 15 3 7 5 60
87
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 7.4.2 - Aantal contacturen Derde opleidingsjaar Contacttijd Hoorcolleges Werkcolleges Tentamens Studieloopbaanbegeleiding Overige: Tutorgroep Skillslab Kliniek Coach Practica Practica Individuele Profilering Totaal
Aantal contacturen per jaar 72 22 156 256 12 46 29 90 683
Artikel 7.5 - Practica derde opleidingsjaar De volgende onderwijseenheden van de bachelor omvatten naast het onderwijs in de vorm van colleges ook practische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm: 1.
Herstel van occlusie: a. practica Herstel van occlusie
2.
Complexe diagnostiek en behandeling: a. practica Complexe diagnostiek en behandeling
3.
Specialistische mondzorg 1: a. practica Specialistische mondzorg 1
4.
Specialistische mondzorg 2: a. practica Specialistische mondzorg 2
5.
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL: a. practica skillslab
6.
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL: a. patiëntgebonden dagdelen kliniek b. niet-patiëntgebonden dagdelen kliniek
7.
Wetenschappelijke scholing 3: a. practica Wetenschappelijke scholing 3 b. uitvoering onderzoekopdracht 88
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
8.
Professionalisering 3: a. KWER-bijeenkomsten b. coachgroepbijeenkomsten c. practica Professionalisering 3
9.
Individuele profilering 3: a. practica en/of praktische oefeningen behorende bij het door de student gekozen onderwijs
Artikel 7.6 - Vorm en samenstelling van de tentamens derde opleidingsjaar
De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 6.4 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1.
Het tentamen Herstel van occlusie bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Herstel van occlusie 1 - schriftelijke deeltoets Herstel van occlusie 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Herstel van occlusie waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
2.
Het tentamen Complexe diagnostiek en behandeling bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Complexe diagnostiek en behandeling 1 - schriftelijke deeltoets Complexe diagnostiek en behandeling 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Complexe diagnostiek en behandeling waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
3.
Het tentamen Specialistische mondzorg 1 bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 1.1 - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 1.2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Specialistische mondzorg 1 waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
4.
Het tentamen Specialistische mondzorg 2 bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 2.1 - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 2.2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Specialistische mondzorg 2 waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
5.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL (Skillslab) bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - theorie- en/of stationstoetsen - practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL. - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica skillslab behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL. 89
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
6.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL (Kliniek) bestaat uit de volgende onderdelen: - beoordeling voortgang kliniek - practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL. - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica kliniek behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL.
7.
Het tentamen Wetenschappelijke scholing 3 bestaat uit de volgende onderdelen: - voortgangsrapportage - schriftelijk eindverslag onderzoekopdracht - voldoen aan practicumverplichtingen
8.
Het tentamen Professionalisering 3 bestaat uit: - een presentatie klinisch-wetenschappelijk-ethisch-redeneren. - een assessment op basis van de volgende onderdelen: - kwaliteit van het portfolio - volledigheid van het portfolio - schriftelijke en mondelinge analyse van de eigen ontwikkeling - beoordelingen professioneel gedrag in alle werkvormen - aanwezigheidsverplichtingen
9.
Het tentamen Individuele Profilering 3 bestaat uit de volgende onderdelen: - toetsvorm behorende bij het keuzeonderwijs - voldoen aan practicumverplichtingen bij het keuzeonderwijs - voldoen aan de aanwezigheidsverplichtingen bij het keuzeonderwijs
90
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 8 A.
OVERIGE PROGRAMMA’S
Minoren
Artikel 8 .1 - Minoren De opleiding kent geen minor programma.
B.
Honoursprogramma’s
Artikel 8.2 - Honorsprogramma’s Artikel 8.2.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de BacheloropleidingTandheelkunde en is een aanvulling op genoemde opleiding. 1.
De faculteit Medische Wetenschappen heeft een facultair, op wetenschappelijke vorming gericht Junior Scientific Masterclass (JSM) Bachelor 'Honours'-programma en neemt daarnaast deel aan het Honours-programma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. 2.
Alle studenten die zijn toegelaten tot de BacheloropleidingTandheelkunde kunnen deelnemen aan het facultaire JSM Bachelor 'Honours'-programma. Studenten kunnen deelnemen aan het Honoursprogramma van het University of Groningen Honours College, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College. 3.
Op het JSM Bachelor 'Honours'-programma is de Onderwijs- en Examenregeling van de BacheloropleidingTandheelkunde van toepassing. Op het verdiepende deel van het Honours-programma van het University of Groningen Honours College, wat studenten facultair dienen in te vullen met cursussen/activiteiten uit het JSM Bachelor 'Honours'-programma, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. 4.
In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van een Honoursbul een aantekening gemaakt. Een student kan slecht één ‘Honours’-aantekening verwerven. 5.
Artikel 8.2.2 - Begripsbepalingen In deze regeling zijn alle begripsbepalingen van toepassing zoals vermeld onder artikel 1.2 van de Onderwijs- en Examen Regeling.
Artikel 8.2.3 - Omschrijvingen JSM Bachelor 'Honours'-programma en Honours-programma van het University of Groningen Honours College 91
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
JSM Bachelor 'Honours'-programma Het brede, facultaire JSM Bachelor 'Honours'-programma stelt zich ten doel binnen én buiten de opleiding tot basisarts een additionele, wetenschappelijke scholing aan te bieden. Het programma richt zich op gemotiveerde en getalenteerde studenten in de tandheelkunde, die zich in het wetenschappelijk onderzoek willen bekwamen. Het programma biedt studenten binnen de opleiding Tandheelkunde een infrastructuur aan, waaruit zij een individueel vakkenpakket samen kunnen stellen. 1.
Honours-programma van het University of Groningen Honours College Het ‘Honours’-programma van het University of Groningen Honours College biedt studenten binnen èn buiten de studie de kans het beste uit zichzelf te halen. Het programma bestaat uit een verdiepend, facultair deel (25 EC) en een verbredend deel (20 EC). Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een meer verdiepend traject te volgen, het facultaire deel bestaat dan uit 35 EC en het verbredende deel uit 10 EC. Binnen het University of Groningen Honours College kijken studenten over de disciplinegrenzen heen en staat de persoonlijke ontwikkeling centraal. Binnen het University of Groningen Honours College zijn studenten tandheelkunde verplicht het verdiepende, facultaire deel van het Honours-programma in te vullen met cursussen/activiteiten uit JSM Bachelor 'Honours'-programma. De student is vrij zelf een individueel programma samen te stellen. M.b.t. het verbredende deel dient de student cursussen/activiteiten te volgen welke in dit kader aangeboden worden door het University of Groningen Honours College. (http://www.rug.nl/ocasys/rug). 2.
3. JSM MD/PhD-traject Deelnemers aan het JSM Bachelor 'Honours'-programma of het Honours-programma van het University of Groningen Honours College hebben in aansluiting hierop de mogelijkheid om binnen het masterprogramma, gecombineerd met de klinische training, een promotietraject te doorlopen en af te ronden, het JSM DMD/PhD-traject. Dit (twee-fasen) traject is bedoeld voor tandartsen, die later patiëntenzorg willen combineren met wetenschappelijk onderzoek. Artikel 8.2.4 - Toelating en indeling 1a. Deelname aan het JSM Bachelor ‘Honours’-programma staat open voor alle studenten. Wie aan het eind van het tweede studiejaar minimaal 15 EC binnen de onderdelen van het ‘Honours’-programma behaald heeft, wordt als definitief toegelaten beschouwd. Definitief toegelaten studenten hebben de garantie van voldoende onderwijsaanbod om het programma binnen de in artikel 8.2.8 gestelde termijn af te kunnen ronden.
1b. Studenten kunnen deelnemen aan het Honours-programma van het University of Groningen Honours College, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College. 2.
Wanneer uit aanmeldingen blijkt dat voor een onderdeel uit het JSM Bachelor ‘Honours’-programma de beschikbare capaciteit ontoereikend is, zal in eerste instantie bezien worden of de capaciteit uitgebreid kan worden. Vervolgens worden definitief tot het JSM Bachelor 'Honours'-programma of het Honours-programma van het University of Groningen Honours College toegelaten studenten met voorrang geplaatst. Pas in tweede instantie volgt een selectieprocedure. In dat geval beoordeelt een 92
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
commissie van vier docenten onafhankelijk van elkaar de sollicitatiebrieven van studenten die toegelaten wensen te worden tot dat betreffende onderdeel. De commissie kan besluiten de selectieprocedure uit te breiden met sollicitatiegesprekken.
3.
In afwijking van artikel 8.2.4 lid 2 geldt dat voor het onderdeel ‘COMPASS week’ altijd een selectiemethode toegepast wordt bestaande uit een sollicitatiebrief met curriculum vitae en eventueel sollicitatiegesprekken (zie http://www.jsmgroningen.nl).
Artikel 8.2.5 - Overige eisen en bepalingen Het JSM Bachelor ‘Honours’-programma valt onder de Bacheloropleiding Tandheelkunde en is behoudens de bepalingen in artikel 11.8 onderhevig aan de eisen en bepalingen van de Bacheloropleiding Tandheelkunde. Het ‘Honours’-programma van het University of Groningen Honours College valt onder de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. Artikel 8.2.6 - Studielast ‘Honours’-aantekening voor wetenschap Om in aanmerking te komen voor de ‘Honours’-aantekening voor wetenschap in het kader van het facultaire JSM Bachelor ‘Honours’-programma dient een student minimaal 30 EC te behalen binnen het JSM Bachelor‘Honours’- programma. De BacheloropleidingTandheelkunde, inclusief het facultaire JSM Bachelor ‘Honours’-programma beslaat daarmee in totaal een studielast van minimaal 210 EC. Om in aanmerking te kunnen komen voor de ‘Honours’-aantekening voor wetenschap dient de student: - uit de onderdelen van jaar 2 èn van jaar 3 van het JSM Bachelor ‘Honours’-programma ieder minimaal 10 studiepunten te hebben behaald én - minimaal 1 JSM Proefproject (6 EC) te hebben afgelegd én de cursus ‘wetenschappelijke integriteit’ met een voldoende te hebben afgesloten. ‘Honours’-aantekening i.h.k.v. het ‘Honours’-programma van het University of Groningen Honours College - Om in aanmerking te komen voor de ‘Honours’-aantekening i.h.k.v. het Honours-programma van het University of Groningen Honours College dient de studenten minimaal 25 EC (òf 35 EC) te behalen binnen het JSM Bachelor ‘Honours’-programma en minimaal 20 EC (òf 10 EC) binnen het programma van het verbredende deel van University of Groningen Honours College. De BacheloropleidingTandheelkunde inclusief het Honours-programma van het University of Groningen Honours College beslaat daarmee in totaal een studielast van minimaal 225 EC. Ten einde in aanmerking te kunnen komen voor de Honours-aantekening i.h.k.v. het Honours-programma van het University of Groningen Honours College dient de student: - uit de onderdelen van studiejaar 2 èn van jaar 3 van het JSM bachelor Honours-programma ieder minimaal 8 studiepunten te hebben behaald. - en minimaal 1 JSM Proefproject (6 EC) te hebben afgelegd én de cursus ‘wetenschappelijke integriteit’ met een voldoende te hebben afgesloten.
93
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 8.2.7 - Samenstelling JSM Bachelor 'Honours'-programma Het onderwijsaanbod ten behoeve van het JSM Bachelor 'Honours'-programma bestaat uit een jaarsgewijze opbouw van cursussen en activiteiten die in extenso beschreven staan op de internetsite van de Junior Scientific Masterclass. Het onderwijsaanbod beslaat in totaal ongeveer 55-60 EC, waarbij studenten de mogelijkheid krijgen tot differentiatie en specialisatie. Het aanbod en de kwaliteitsbewaking van de cursussen en activiteiten vallen onder de verantwoordelijkheid van de Programmagroep JSM.
Jaar 1
2
3
Cursus
EC
JSM mentorgroepen/extra opdracht Triple- B lectures (6 lectures per jaar) TTT-projecten CMB-cursus ‘Literatuuronderzoek, welke strategie?’ Filosofie van de geneeskunde
1 1 3 1 3
Introductiecollege GKBH2.1 GKBH2.2 GKBH2.3 GKBH2.4A GKBH2.4B GKBH2.5
Triple- B lectures (6 lectures per jaar) Critical Reading Classes Science Electives (meerdere cursussen) Wetenschapsmethodologie I; Laboratoriumtechnieken Wetenschapsmethodologie II; Patiënt-gebonden onderzoek JSM mentorgroepen, extra opdracht (blok 2.4)
1 1 3-6 4 4 2
GKBH3.1 GKBH3.2 GKBH3.3(A-H) GKBH3.4 GKBH3.6 GKBH2.3 GKHB3.9 GKBH2.6
JSM-mentorgroepen, extra opdracht (blok 3.1) Critical Reading Classes Individuele ‘cursus op maat’ Proefproject Introductiecursus ‘Project Management’ Science Electives (meerdere cursussen) Wetenschappelijke Integriteit COMPASS week
1 1 1-4 6+1 1 3-6 2 3
Introductiecollege GKBH1.1 GKBH1.2 GKBH1.3 GKBH1.4 GKBH1.5
Artikel 8.2.8 - Geldigheidsduur In afwijking van het bepaalde in artikel 9.13 dient de student binnen drie jaar na aanvang van de Bacheloropleiding het JSM Bachelor 'Honours'-programma of het Honours-programma van het University of Groningen Honours College met goed gevolg af te ronden om aanspraak te kunnen maken op de Honours-aantekening. In uitzonderlijke gevallen kan er besloten worden om deze termijn te verlengen.
94
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
C.
Verkorte Bacheloropleiding
Artikel 8.3 - Verkorte Bacheloropleiding De opleiding biedt een verkorte Bacheloropleiding aan met het oog op toelating tot de master opleiding Tandheelkunde. De verkorte Bacheloropleiding bestaat uit onderdelen van het tweede en het derde opleidingsjaar van de (reguliere) bachelor opleiding Tandheelkunde en wordt afgesloten met het bachelorexamen en omvat een duur van 18 maanden. De onderwijseenheden van de verkorte Bacheloropleiding met de daarbij vermelde studiepunten worden hierna weergegeven. Theoretische onderwijseenheden uit het tweede en derde jaar worden tegelijk gevolgd. Artikel 8.4 - Vooropleidingseisen, toelating en indeling Artikel 8.4.1 - Kandidaten die willen deelnemen aan de verkorte Bacheloropleiding dienen te beschikken over: 1. Een geldig WO of HBO bachelor examen behaald in Nederland én 2. de vakken natuurkunde 1 en scheikunde 1 op VWO niveau of een hieraan gelijkwaardig getuigschrift. Artikel 8.4.2 - Aanvullende eisen bij deficiënte vooropleiding Deficiënties in de vooropleiding (VWO) kunnen worden opgeheven door het halen van deelcertificaten of door het met goed gevolg afleggen van voortentamens en het halen van testimonia in het kader van een toelatingsonderzoek door de facultaire Commissie Bijzondere Toelatingen van het UMCG. Artikel 8.4.3 - Toelatingsexamen Kandidaten die aan bovengenoemde eisen (gaan) voldoen moeten deelnemen aan een sollicitatieprocedure die bestaat uit schriftelijke toetsen. Jaarlijks worden de 12 best presterende kandidaten die de toetsen hebben behaald toegelaten. Artikel 8.4.4 - Toelating Kandidaten voor de verkorte bachelor dienen voor 10 augustus 2015 hebben voldaan aan alle vooropleidingseisen. Artikel 8.4.5 - Indeling Studenten zijn gehouden aan een facultaire indeling. Artikel 8.5 – Verkorte Bachelor omvat de volgende onderdelen uit het tweede (reguliere) opleidingsjaar bachelor Tandheelkunde. Onderwijseenheden van het tweede opleidingsjaar met de daarbij vermelde studiepunten (in EC):
95
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Onderwijseenheden Jaar 2
EC
Weefselverlies Orale geneeskunde Odontogene ontsteking en acute pijn Stoornissen in groei en ontwikkeling Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 A Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 B Totaal
6 6 6 6 12 8 44
Artikel 8.6 – Practica tweede opleidingsjaar De volgende onderwijseenheden van de bachelor omvatten naast het onderwijs in de vorm van colleges ook practische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm: 1. Weefselverlies: a. practica Weefselverlies 2. Orale geneeskunde: a. practica Orale geneeskunde 3. Odontogene ontsteking en acute pijn: a. practica Odontogene ontsteking en acute pijn 4. Stoornissen in groei en ontwikkeling: a. practica Stoornissen in groei en ontwikkeling 5. Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A: a. practica skillslab b. practica kliniek 6. Tandheelkundige Vaardigheden en Kennis van Vaardigheden 2B: a. practica skillslab b. practica kliniek Artikel 8.7 - Vorm en samenstelling van de tentamens tweede opleidingsjaar De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 8.1 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1. Het tentamen Weefselverlies en vakgebied bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Weefselverlies 1 - schriftelijke deeltoets Weefselverlies 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Weefselverlies waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt 2. Het tentamen Orale geneeskunde bestaat uit de volgende onderdelen: 96
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
- schriftelijke deeltoets Orale geneeskunde 1 - schriftelijke deeltoets Orale geneeskunde 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Orale geneeskunde waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt 3. Het tentamen Odontogene ontsteking en acute pijn bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Odontogene ontsteking en acute pijn 1 - schriftelijke deeltoets Odontogene ontsteking en acute pijn 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Odontogene ontsteking en acute pijn waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt 4. Het tentamen Stoornissen in groei en ontwikkeling bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Stoornissen in groei en ontwikkeling 1 - schriftelijke deeltoets Stoornissen in groei en ontwikkeling 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Stoornissen in groei en ontwikkeling waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt 5. Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - stationstoetsen - practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica skillslab en kliniek behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2
Artikel 8.8 - Verkorte Bachelor omvat de volgende onderdelen uit het derde (reguliere) opleidingsjaar bachelor Tandheelkunde. Onderwijseenheden van het derde opleidingsjaar met de daarbij vermelde studiepunten (in EC):
Onderwijseenheden Jaar 3
EC
Herstel van occlusie
5
Complexe diagnostiek en behandeling Specialistische mondzorg 1
5 5
Specialistische mondzorg 2
5
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 Skillslab (SL)
10
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 Kliniek (KL) Professionalisering 3
15 7
Totaal
52
97
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 8.9 - Practica derde opleidingsjaar De volgende onderwijseenheden van de bachelor omvatten naast het onderwijs in de vorm van colleges ook practische oefeningen in de daarbij aangegeven vorm: 1.
Herstel van occlusie: a. practica Herstel van occlusie
2.
Complexe diagnostiek en behandeling: a. practica Complexe diagnostiek en behandeling
3.
Specialistische mondzorg 1: a. practica Specialistische mondzorg 1
4.
Specialistische mondzorg 2: a. practica Specialistische mondzorg 2
5.
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL: a. practica skillslab
6.
Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL: a. patiëntgebonden dagdelen kliniek b. niet-patiëntgebonden dagdelen kliniek
7.
Professionalisering 3: a. KWER-bijeenkomsten b. coachgroepbijeenkomsten c. practica Professionalisering 3
Artikel 8.10 - Vorm en samenstelling van de tentamens derde opleidingsjaar De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 6.4 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1.
Het tentamen Herstel van occlusie bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Herstel van occlusie 1 - schriftelijke deeltoets Herstel van occlusie 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Herstel van occlusie waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
2.
Het tentamen Complexe diagnostiek en behandeling bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Complexe diagnostiek en behandeling 1 - schriftelijke deeltoets Complexe diagnostiek en behandeling 2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Complexe diagnostiek en behandeling waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
98
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
3.
Het tentamen Specialistische mondzorg 1 bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 1.1 - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 1.2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Specialistische mondzorg 1 waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
4.
Het tentamen Specialistische mondzorg 2 bestaat uit de volgende onderdelen: - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 2.1 - schriftelijke deeltoets Specialistische mondzorg 2.2 - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica Specialistische mondzorg 2 waarvoor een aanwezigheidsverplichting geldt
5.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL (Skillslab) bestaat uit de volgende onderdelen: - praktijktoetsen - theorie- en/of stationstoetsen - practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL. - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica skillslab behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 SL.
6.
Het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL (Kliniek) bestaat uit de volgende onderdelen: - beoordeling voortgang kliniek - practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL. - voldoen aan aanwezigheidsverplichtingen bij practica kliniek behorende bij de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3 KL.
7.
Het tentamen Professionalisering 3 bestaat uit: - een presentatie klinisch-wetenschappelijk-ethisch-redeneren. - een assessment op basis van de volgende onderdelen: - kwaliteit van het portfolio - volledigheid van het portfolio - schriftelijke en mondelinge analyse van de eigen ontwikkeling - beoordelingen professioneel gedrag in alle werkvormen - aanwezigheidsverplichtingen
Artikel 8.11 - Vorm van de verkorte opleiding De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. Artikel 8.12 - Vrijstelling Voor onderdelen van tentamens in de verkorte bachelor worden geen vrijstellingen verleend.
99
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 8.13 - (verkorte) Bachelor examen Tot het afleggen van het bachelor examen wordt de gelegenheid geboden indien de student : a. een voldoende eindresultaat (cijfer of woordbeoordeling) heeft behaald op alle onderwijseenheden. b. aan alle aanwezigheidsverplichtingen heeft voldaan. Artikel 8.14 - Geldigheidsduur Een student mag niet langer dan twee jaar over de verkorte bachelor doen. Wordt deze termijn overschreden dan vervallen de eerder behaalde resultaten.
100
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 9
TENTAMENS VAN DE OPLEIDING
Artikel 9.1- Algemeen 1.
Aan elk onderdeel van de opleiding is een tentamen verbonden.
2.
Het tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij de gestelde leerdoelen zal bereiken resp. heeft bereikt.
3.
Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager. Indien uitgedrukt in een woordbeoordeling: goed (G) of voldoende (V), respectievelijk onvoldoende (O).
Artikel 9.2 - Verplichte volgorde 1.
Aan het onderwijs en de tentamens van de hierna te noemen onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderwijseenheden zijn behaald: - Weefselverlies, ná te hebben voldaan aan Zicht op beroep en vakgebied - Orale geneeskunde, ná te hebben voldaan aan Levensloop - Odontogene ontsteking en acute pijn, na te hebben voldaan aan Het orale milieu - Stoornissen in groei en ontwikkeling, ná te hebben voldaan aan Bedreiging en bescherming - Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A en 2B, ná te hebben voldaan aan Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A en 1B en ná te hebben voldaan aan Professionalisering 1 - Wetenschappelijke scholing 2, ná te hebben voldaan aan Wetenschappelijke scholing 1 - Professionalisering 2, ná te hebben voldaan aan Professionalisering 1 - Professionalisering 3, ná te hebben voldaan aan Professionalisering 2 - Herstel van occlusie, ná te hebben voldaan Weefselverlies - Complexe diagnostiek en behandeling, na te hebben voldaan aan Orale geneeskunde - Specialistische mondzorg 1, ná te hebben voldaan aan Odontogene ontsteking en acute pijn - Specialistische mondzorg 2, ná te hebben voldaan aan Stoornissen in groei en ontwikkeling - Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3SL en 3KL, ná te hebben voldaan aan Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A en ná te hebben voldaan aan Professionalisering 2. - Wetenschappelijke scholing 3, ná te hebben voldaan aan Wetenschappelijke scholing 2 - Individuele profilering 3, ná te hebben voldaan aan Individuele profilering 2.
2.
Het propedeutisch examen moet zijn behaald voordat aan de onderwijseenheden van het derde opleidingsjaar kan worden deelgenomen.
Artikel 9.3 - Tijdvakken en frequentie tentamens 1.
Tot het afleggen van (onderdelen) van tentamens van de in de artikel 4.1, artikel 7.1.1 en artikel 7.4.1 genoemde onderwijseenheden wordt per jaar ten minste twee maal de gelegenheid gegeven, de eerste keer in aansluiting op het onderwijs. 101
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
2.
Wanneer het schriftelijk deel van een tentamen wordt afgenomen middels meerdere deeltoetsen geldt voor de afzonderlijke deeltoetsen een minimaal te behalen score van 4,50.
3.
Tot het afleggen van de praktijktoetsen behorend tot de tentamens van de in artikel 4.1, artikel 7.1.1 en artikel 7.4.1 genoemde onderwijseenheden wordt maximaal drie maal per jaar de gelegenheid gegeven. De eerste reguliere afname van de praktijktoets vindt plaats direct in aansluiting op onderwijs, daarna volgen twee herhalingsmogelijkheden.
4.
De data waarop tentamens of tentamenonderdelen worden afgenomen worden bekend gemaakt in de bij de onderwijseenheden behorende(digitale) leidraden. Het onderwijsinstituut van de faculteit draagt zorg voor tijdige bekendmaking van tijdstip en plaats. Aan het begin van het cursusjaar worden in ieder geval de daarbij betrokken weeknummers bekend gemaakt.
Artikel 9.4 - De scriptie 1. De scriptie kan uitsluitend gelden voor één opleiding. Een vrijstelling voor de scriptie, op grond van de scriptie voor een opleiding, bij een andere opleiding is niet toegestaan. 2. Artikel 10.1, lid 7 inzake de bezwaartermijn van de scriptie is van toepassing. 3. Nadere regels over de vorm, de inhoud, het tijdpad en de beoordeling van de scriptie zijn opgenomen in het protocol Wetenschappelijke Scholing jaar 2 en jaar3. 4. Uitsluitend de examencommissie kan, op schriftelijk verzoek van de student, afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde.
Artikel 9.5 - Vorm van de tentamens 1.
De tentamens worden afgelegd op de in artikel 4.3, artikel 7.3 en artikel 7.6 genoemde wijze.
2.
Op gemotiveerd verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat (onderdelen van) een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd.
3.
De tentamens worden afgenomen in het Nederlands.
Artikel 9.6 - Tentamenvoorziening bijzondere gevallen 1.
Indien het niet verlenen van een individuele tentamenvoorziening zou leiden tot een ‘bijzonder geval van onbillijkheid van overwegende aard’, kan de examencommissie besluiten een dergelijke voorziening toe te kennen, in afwijking van het bepaalde in artikel 9.3.
102
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
2.
Verzoeken om een individuele tentamenvoorziening dienen binnen twee weken na aanvang van het studiejaar, inclusief bewijsstukken, worden ingediend bij de examencommissie.
Artikel 9.7 - Bevoegdheid Examencommissie bij keuze-onderdelen 1.
Voor beoordelingen en klachten over (onderdelen van) tentamens of een verzoek voor een afwijkende tentamenregeling is de examencommissie bevoegd van de opleiding die het tentamen afneemt. Indien het een onderdeel bij een andere opleiding of faculteit betreft, is de examencommissie van de opleiding waarvan het onderdeel deel uitmaakt bevoegd.
Artikel 9.8 - Tentamens en functiestoornis 1.
Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden (onderdelen van) de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in bij de studentendecaan van het Studenten Service Centrum (SSC) alvorens te beslissen.
2.
Bij het afleggen van een tentamen van een keuze-onderdeel door een student met een functiestoornis houdt de examencommissie van de opleiding die het tentamen afneemt zich aan de voorzieningen zoals deze worden toegestaan door de examencommissie van de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven.
Artikel 9.9 - Mondelinge (deel van) tentamens 1.
Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald.
2.
Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Een tentamen of een onderdeel van een tentamen waarbij een persoon (patiënt) of identificeerbare persoonsgegevens besproken worden, is nooit openbaar.
Artikel 9.10 - Vrijstelling 1.
De examencommissie kan op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. c. voor verleende vrijstellingen voor examenonderdelen (of gedeelten daarvan) geldt een zelfde geldigheidsduur als voor tentamenresultaten.
2.
Artikel 5.3, lid 7 is van toepassing. 103
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
3.
Voor onderdelen van tentamens worden geen vrijstellingen verleend.
Artikel 9.11 - Vervanging en keuzeonderdeel elders 1. De examencommissie kan, na een gemotiveerd verzoek van de student, voorafgaande toestemming verlenen: a. een onderdeel van het examenprogramma te vervangen door een ander door de RUG of een andere universiteit in binnen- of buitenland aangeboden vak dat past in het examenprogramma, dan wel b.
een keuzeonderdeel van het examenprogramma in te vullen met één of meer vakken die gevolgd worden of aan een andere universiteit in binnen- of buitenland.
2. Bij de beoordeling van het verzoek let de examencommissie in ieder geval op samenhang van (delen van) het vakkenpakket en het niveau van de vakken.
Artikel 9.12 - Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt binnen 1 werkdag na het afnemen van een mondeling (deel van) tentamen de uitslag vast en verschaft de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk(deel) tentamen vast binnen tien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. 3. De examinator stelt de uitslag van een praktijktoets van een tentamen binnen tien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd en verschaft de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. 4. De uitslag van het tentamen van een onderwijseenheid wordt vastgesteld door de examinator en geschiedt binnen tien werkdagen na de dag waarop het laatste onderdeel van een tentamen is afgelegd. Tevens verschaft de examinator de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. 5. Voor een op andere wijze dan mondeling, schriftelijk of via praktijktoets(en) af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke of digitale verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 6. Op de schriftelijke of digitale verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 7.9, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid. 104
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
7. Ingevulde tentamenformulieren worden gedurende één jaar gearchiveerd bij de onderwijs administratie van de opleiding. Artikel 9.13 - Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van tentamens is beperkt tot de duur van de opleiding plus 2 jaar. 2. Bij een onderbreking van de studie van één jaar of meer vervalt de geldigheid van behaalde tentamens. Bij een voortzetting van de studie na onderbreking, kan de examencommissie behaalde resultaten opnieuw geldig verklaren, eventueel onder het opleggen van aanvullende eisen. 3. Studenten die in een studiejaar hebben voldaan aan de tutorgroepverplichtingen behorende bij een onderwijseenheid maar die onderwijseenheid nog niet met voldoende resultaat hebben afgerond, worden uitsluitend in het jaar volgend op het jaar waarin zij hebben voldaan aan die verplichtingen, vrijgesteld van de tutorgroepverplichtingen van die onderwijseenheid. 4. Studenten die hebben voldaan aan de practicumverplichtingen behorende bij een onderwijseenheid van de propedeutische fase, maar het schriftelijk deel van die onderwijseenheid nog niet met voldoende resultaat hebben afgerond, dienen het schriftelijk deel van die onderwijseenheid in het volgende studiejaar in zijn geheel af te leggen. 5. Voor studenten die in een studiejaar zijn ingedeeld voor de tutorgroepbijeenkomsten (of practicumverplichtingen) behorende bij een onderwijseenheid maar niet hebben voldaan aan de tutorgroepverplichtingen (of practicumverplichtingen), bepaalt de examinator in het jaar volgend op het jaar waarin zij niet hebben voldaan aan die verplichtingen een traject voor de student om alsnog te voldoen aan de tutorgroepverplichtingen (of practicumverplichtingen). 6. Een student die in een studiejaar is ingedeeld voor de onderwijseenheden Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3SL en 3KL, maar in het voorafgaande jaar geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B, daarvoor bepaalt de examinator een traject voor de student om alsnog te voldoen aan het tentamen van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B. 7. Deeltoetsen die zijn behaald binnen een onderwijseenheid, behorende bij de post-propedeutische fase, dat niet met goed gevolg is afgelegd, behouden hun geldigheid in het daarovolgende studiejaar onder de volgende condities: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 8. Artikel 9.13 lid 7. is ook van toepassing op deeltoetsen afgelegd in het studiejaar 2013-2014 voor onderwijseenheden behorende bij de postpropedeutische fase.
105
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 9.14 - Inzagerecht 1. Gedurende ten hoogste 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk afgelegd deel van het tentamen krijgt de student op verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke deelgenomen student kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, evenals van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examinator kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een van tevoren vastgestelde plaats en op ten minste twee van tevoren vastgestelde tijdstippen. Indien de student aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op de vastgestelde plaats en tijdstippen te verschijnen, wordt hem / haar een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
Artikel 9.15 - Examencommissie en examinatoren 1. De examencommissie is het onafhankelijk orgaan dat vaststelt of een student de kennis, het inzicht en de vaardigheden bezit die nodig zijn voor het verkrijgen van de graad. 2. De decaan benoemt de leden op basis van hun deskundigheid op het terrein van de opleiding (of groep van opleidingen). 3. De examencommissie bestaat uit ten minste één lid die: a. als docent is verbonden aan de opleiding (of aan een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort); b. afkomstig is van buiten de opleiding (of een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort). 4. Het is niet toegestaan leden van het bestuur of personen die anderszins financiële verantwoordelijkheid binnen de instelling dragen tot lid van de examencommissie te benoemen. 5. Voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan, wijst de examencommissie examinatoren aan. 6. De examencommissie stelt Regels en Richtlijnen van de examencommissie vast.
Artikel 9.16 - Fraude en plagiaat 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn of andermans kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt.
106
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
2. Onder fraude wordt tevens het plegen van plagiaat verstaan, hetgeen het overnemen van andermans werk zonder correcte bronvermelding is. 3. Indien een student fraudeert, kan de examencommissie hem het recht ontnemen een of meer tentamens of examens af te leggen gedurende ten hoogste een jaar. 4. Bij zeer ernstige fraude kan de examencommissie het College van Bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van de student definitief te beëindigen. 5. De examencommissie legt haar handelwijze bij fraude vast in de haar Regels en Richtlijnen.
Artikel 9.17 - Iudicium Abeundi 1.
In geval van ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen van een student kan het College van Bestuur in bijzondere gevallen na advies van de examencommissie of van de decaan de inschrijving van een student beëindigen.
2. Het College van Bestuur neemt een beslissing als bedoeld in het eerste lid eerst nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en van de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat de student door zijn/haar gedragingen en /of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem/haar gevolgde studie opleidt, danwel voor de praktische voorbereiding op die beroepsopleiding. De decaan, de examencommissie en het College van Bestuur nemen daarbij het Protocol Iudicium Abeundi in acht zoals dit door de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra op 1 november 2010 is vastgesteld. 3. Het hieromtrent bepaalde in de Regeling Inschrijving en Collegegeld van de RUG is van toepassing.
Artikel 9.18 - Commissie Signalering- en Remediering De opleiding heeft een Commissie Signalering- en Remediëring (SRC) ingesteld, die, onder mandaat van de examencommissie, studenten een begeleidings- en/of verbetertraject met een verplichtend karakter kan opleggen. Het betreft studenten die onvoldoende voortgang tonen in de ontwikkeling tot professional.
107
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 10
EXAMEN VAN DE OPLEIDING
Artikel 10.1 - Examen vaststelling 1. Aan de opleiding is een examen verbonden ter afsluiting hiervan. 2. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast zodra de student de voor het examen benodigde tentamens heeft behaald, waarmee hij tevens de benodigde academische vorming heeft verworven. 3. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie een onderzoek instellen naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens daartoe aanleiding geven. 4. Met de vaststelling van de uitslag van het examen draagt de examencommissie tevens zorg voor een spoedige afhandeling van de buluitreiking. 5. Indien de student de datum van zijn afstuderen wil uitstellen in verband met nog extra af te leggen tentamens, dient hij de examencommissie tijdig schriftelijk hiertoe te verzoeken. 6.
De datum van afstuderen is de datum waarop het afsluitend examen is behaald, zoals vastgesteld door de examencommissie conform het bepaalde in lid 2, en niet de datum waarop de bul wordt uitgereikt.
7. Het examen bedoeld in lid 1 dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door de decaan gedurende een periode van ten minste 7 jaar bewaard.
Artikel 10.2 - Getuigschrift 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt, ook al rondt de student meerdere programma’s af. 2. De examencommissie voegt aan het getuigschrift het Internationaal Diploma Supplement toe. 3. Indien van toepassing, worden de resultaten van het Bachelor Hounoursprogramma in het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement vermeld.
Artikel 10.3 - Graad 1. Aan degene die het Bachelor examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Bachelor of Science” verleend. 108
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.
Artikel 10.4 - Iudicium 1. De examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend. 2. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a. Het tentamenresultaat van onderdelen waarbij de uitslag wordt uitgedrukt in een woordbeoordeling, dient de hoogst haalbare woordbeoordeling zijn behaald. b. Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderwijseenheden waarvoor het tentamenresultaat wordt uitgedrukt in een cijfer is: i. groter dan of gelijk aan 8,0 voor 'Cum laude'; ii. groter dan of gelijk aan 9,0 voor 'Summa cum laude'. 3. Geen iudicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in ECTS meer dan de helft van het totaal aantal ECTS van de opleiding bedraagt. 4. Voor het behalen van enig iudicium geldt dat het tentamen van een onderwijseenheid slechts eenmaal afgelegd mag zijn. 5. Voor het behalen van een iudicium geldt dat voor geen enkele onderwijseenheid een cijfer lager dan 7,0 is behaald. 6. De examinandus voor de Bacheloropleidingeen feitelijke inschrijvingsduur heeft verbruikt welke ten hoogste één en een kwart maal zo lang is als de cursusduur van de bacheloropleiding. 7. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel. 8. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen blijft de iudiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
Artikel 10.5 - Toetsplan Er is een door de decaan vastgesteld toetsplan. Dit toetsplan bevat de volgende onderwerpen: 1. de eindtermen van de opleiding; 2. de curriculumonderdelen en leerdoelen van ieder curriculumonderdeel; 3. de relatie tussen curriculumonderdelen en eindtermen; 4. de toegepaste toetsvorm en de toetsmomenten per onderdeel; 5. de gehanteerde opstellingsprocedures, beoordelingsprocedures en beoordelingscriteria; 6. de verantwoordelijken voor de uitvoering van de verschillende onderdelen van het toetsbeleid; 7. de wijze van periodieke evaluatie.
109
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 11
STUDIEBEGELEIDING
Artikel 11.1 - Studievoortgangsadministratie De decaan van de opleiding draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat de studenten zich met behulp van het digitale netwerk van de faculteit op de hoogte kan stellen van de door de student behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. Artikel 11.2 - Studiebegeleiding De decaan van de opleiding draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. Artikel 11.3 - Studievoortgang De decaan van de opleiding draagt maximaal zorg voor een onbelemmerde studievoortgang. Daartoe zijn studenten gehouden aan de facultaire indelingen betreffende practica zoals bedoeld in art. 4.2, art 7.2 en art. 7.5. Studenten die de toegewezen plaats niet benutten, worden pas weer ingedeeld als daarmee de studievoortgang van andere studenten niet belemmerd wordt. De faculteit kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele nadelige effecten hiervan op de studievoortgang van de betrokken student.
PARAGRAAF 12
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12.1 - Wijzigingen 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan van de opleiding, gehoord de opleidingscommissie, bij afzonderlijk besluit vastgesteld na verkregen instemming van de O & O raad van de faculteit Medische Wetenschappen (UMCG), met inachtneming van het gestelde in art 9.38 van de WHW. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende cursusjaar, behalve wanneer de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. 4. Belangrijke mededelingen inzake het onderwijs zoals bijv. wijzigingen in colleges, practica, leerstof, deeltoetsen etc. worden bekend gemaakt via de elektronische leeromgeving Nestor en/of via de email (……
[email protected]). Studenten worden geacht deze regelmatig te raadplegen. Men kan niet gevrijwaard worden tegen de gevolgen van het niet tijdig gelezen hebben van dergelijke mededelingen.
110
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 12.2 - Bekendmaking 1. De decaan van de opleiding draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de Regels en Richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. De bedoelde stukken zijn tevens digitaal toegankelijk op de facultaire website via ‘My University’.
Artikel 12.3 - Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014 en geldt voor alle studenten die zijn ingeschreven voor de opleiding.
111
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Bijlage I. Competenties van de tandarts (zesjarige opleiding) In deze Onderwijs en Examenregeling zijn de competenties van de tandarts, zoals opgenomen in het Raamplan Tandheelkunde 2008, als bijlage toegevoegd Competenties van de tandarts Er zijn verschillende definities van competenties in omloop. Aansluiting is gezocht bij de actuele medische (onderwijs)praktijk, waarin competenties worden omschreven als ‘clusters van vaardigheden, kennis, attituden, eigenschappen en inzichten. Ze zijn context gebonden en ondeelbaar, verbonden met
activiteiten of taken veranderlijk in de tijd en dus leerbaar.’ De competenties zijn onderscheiden in zes interdisciplinaire domeinen, die gezamenlijk het gehele veld van de tandarts algemeen practicus bestrijken: I. Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen II. Wetenschappelijk denken en handelen III. Communiceren en samenwerken IV. Maatschappelijk handelen V. Organiseren van mondzorg VI. Tandheelkundig handelen Daarnaast is het domein Professionaliteit als een overkoepelende competentie onderscheiden: Professionaliteit verbindt de zes hierboven onderscheiden competenties en stelt de tandarts in staat een verantwoorde en te verantwoorden mondgezondheidszorg te bereiken en te leveren. Eindniveau Bachelor- en Masteropleiding Om het niveau vast te stellen waarop de student de domeinen aan het einde van de Bachelor-, respectievelijk Masteropleiding verworven dient te hebben is onderscheid gemaakt in zes niveaus (waarvan de eerste vier betrekking hebben op de lerende student en de laatste twee alleen bereikt kunnen worden na enige jaren praktijkervaring): 1. 2. 3. 4. 5. 6.
“starter”: er heeft een eerste kennismaking met het vakgebied en zijn onderscheiden delen plaatsgevonden. “novice”: het vakgebied en zijn onderscheiden delen zijn theoretisch aan de orde geweest. Een eerste praktische (preklinische) toepassing kan aan de orde zijn geweest. “learner”: op afzonderlijke gebieden is er sprake van enige bekwaamheid maar zonder inzicht in het totaal en zonder zelfstandig te kunnen werken. “competent”: er is inzicht in het totaal, dagelijkse problemen kunnen zelfstandig worden opgelost. “experienced”: er is sprake van een aantal jaren praktijkervaring die is ondersteund met verdere ontwikkeling van bekwaamheden o.a. door postacademische scholing. “expert”: er is sprake van een grote ervaring in het vakgebied, een verstrekkend inzicht in de dynamiek van het vakgebied en erkenning onder vakgenoten als bij uitstek deskundig.
Hieronder wordt per te onderscheiden domein allereerst een omschrijving van het domein gegeven. Vervolgens wordt aangegeven welke competenties de student aan het einde van zijn Bachelor-, respectievelijk Masteropleiding minimaal verworven dient te hebben en op welk niveau. Het betreft hier competenties die elke student in de loop van de opleiding moet hebben verworven, onafhankelijk van een eventueel gekozen profiel. Op deze wijze wordt tevens een kort, overzichtelijk en samenhangend overzicht gepresenteerd van de minimumeisen die worden gesteld aan inhoud en niveau van de zesjarige opleiding tandheelkunde. 112
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Domein I Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen Omschrijving van het domein: De tandarts bezit de tandheelkundige kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het inventariseren en analyseren van klinische problemen, zodat beslissingen worden genomen die leiden tot het bereiken en handhaven van een optimale mondgezondheid. Hij is zich tevens bewust van zijn beperkingen daarin en bezit voldoende kennis en vaardigheden om klinische beslissingen af te wegen tegen de achtergrond van de individuele medische en psychosociale status van de patiënt.
Competenties Domein I Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen a) neemt een anamnese af, omvattende de klachten en wensen van de patiënt, alsmede het fysiek en mentaal functioneren en de relevante tandheelkundige, medische, psychosociale en culturele achtergronden van de patiënt b) integreert aspecten van algemene lichamelijke en mentale gezondheid die van invloed zijn op de mondgezondheid en de mondzorg, en neemt maatregelen om schadelijke invloeden te voorkomen, dan wel te beperken c) voert lege artis intra- en extra-oraal onderzoek uit en legt de bevindingen adequaat vast d) herkent afwijkingen van het normale beeld van de weefsels en functies van het oro-faciale gebied en beoordeelt de mate van afwijking e) kiest effectief en efficiënt aanvullend diagnostisch onderzoek, voert deze uit, interpreteert de bevindingen en legt deze adequaat vast f) beoordeelt de algemene gezondheid van de patiënt, waaronder het gebruik van geneesmiddelen, in relatie tot de mondgezondheid en de te verlenen mondzorg en neemt in voorkomende gevallen maatregelen om een ongewenste interactie tussen algemene gezondheid en tandheelkundige pathologie dan wel tandheelkundig ingrijpen te voorkomen g) herkent orale manifestaties van systeemziekten h) herkent manifestaties van afwijkingen van botpathologie met behulp van relevante diagnostische hulpmiddelen i) herkent factoren die wijzen op een risico op ontstaan en/of progressie van oro-postiale ziekte of afwijking j) past de methoden van diagnostisch redeneren toe om te komen tot een (differentiaal) diagnose van (mogelijke) afwijkingen in het oro-faciale gebied op grond van klinische bevindingen, aanvullend diagnostisch onderzoek, kennis van ziekteverloop, predisponerende factoren en epidemiologische gegevens k) stelt samen met de patiënt een zorgplan op langere termijn op, gebaseerd op de prognose van ontstaan en verloop van ziekten en afwijkingen, waarin opgenomen de frequentie van periodiek onderzoek, te monitoren fenomenen, professionele preventie en eventueel te verdelen taken binnen samenwerkingsverbanden
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
2
4
2
4
1
3
2
4
2
4
2
4
113
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
l)
integreert de kennis van de verschillende relevante disciplines om te komen tot een individueel, adequaat, eventueel gefaseerd behandelingsplan en waar mogelijk alternatieve behandelingsplannen, gebaseerd op de gestelde diagnose en wensen en mogelijkheden en beperkingen van de patiënt
Domein II
3
4
Wetenschappelijk denken en handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts is bekend met de grondbeginselen van wetenschappelijk onderzoek en heeft actief kennisgemaakt met de uitvoering daarvan. Hij beschikt over een gedegen wetenschappelijke achtergrond en kan gezondheidsproblemen systematisch benaderen en oplossen. Hij beoordeelt kritisch medische en tandheelkundige informatie. Hij toetst zijn kennis en vaardigheden aan de stand van de wetenschap en bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. Hij ontwikkelt en onderhoudt zijn kennis en vaardigheden door middel van persoonlijke bij- en nascholingsactiviteiten. Hij bevordert de deskundigheid van zijn medewerkers.
Competenties Domein II Wetenschappelijk denken en handelen a) kent de grenzen van eigen kennen en kunnen en kan hierop reflecteren b) houdt de wetenschappelijk gefundeerde recente inzichten met betrekking tot alle aspecten van de mondzorg bij c) past synthetische activiteiten toe op recente wetenschappelijke inzichten en kan deze in een kader plaatsen d) past de principes van wetenschappelijke redeneren, reflecteren en oordeelsvorming toe bij besluitvorming in de te verlenen mondzorg en bij de beoordeling van literatuur en andere informatiebronnen e) evalueert systematisch ieder aspect van de eigen beroepsuitoefening en neemt op grond daarvan maatregelen om de eigen kennis en vaardigheden op wetenschappelijk niveau te houden f) registreert, ordent en analyseert de effecten en resultaten van de verleende mondzorg ten behoeve van kwaliteitsbewaking en -bevordering g) evalueert wetenschappelijke literatuur en andere informatiebronnen om beslissingen te kunnen nemen inzake tandheelkundige problemen volgens principes van evidence based dentistry en best practices h) ontwikkelt door middel van onderzoek zijn kennis en inzichten i) integreert wetenschappelijk denken en handelen in de klinische besluitvorming
Eindniveau Eindniveau Bachelor Master 3
4
3
4
2
4
3
4
2
4
3
4
3
4
2
3
2
4
114
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Domein III
Communiceren en samenwerken
Omschrijving van het domein: De tandarts bouwt een effectieve en respectvolle behandelrelatie met patiënten op en verkrijgt door goed te luisteren de relevante informatie. Deze informatie deelt en bespreekt hij met de patiënt en met collegae en andere zorgverleners die bij het bereiken en handhaven van de mondgezondheid van de patiënt zijn betrokken. Binnen het tandheelkundig team is de tandarts in staat om in voorkomende gevallen als primus inter pares bij de behandeling van de individuele patiënt op te treden. Hij legt de bevindingen zodanig vast dat samenwerking en overdracht ongestoord kunnen plaatsvinden. De tandarts overlegt doelmatig en met respect voor ieders competenties met collegae en andere zorgverleners. Hij verwijst adequaat, vraagt doeltreffend en tijdig intercollegiaal consult en draagt zo bij aan een doeltreffende interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg. Competenties Domein III Communiceren en samenwerken a) communiceert met de patiënt en/of zijn naaste familie over zijn mondgezondheid met het oog op wederzijdse verwerving van kennis en begrip inzake wensen, mogelijkheden en verwachtingen b) verstrekt alle informatie aan de patiënt en/of zijn familie over de toestand van de mondgezondheid en de mogelijkheden van professionele preventie en curatieve behandeling c) ondersteunt de patiënt bij de besluitvorming met betrekking tot de keuzes van preventieve en curatieve zorg en bij de keuze en toepassing van maatregelen in de zelfzorg d) verkrijgt informed consent voor uit te voeren behandelingen, gegeven de wettelijke kaders e) geeft leiding aan/regisseert het zorgproces rondom de individuele patiënt f) ontwikkelt samen met de patiënt een preventieve en/of curatieve strategie voor één of meerdere orale ziekten of afwijkingen g) onderhandelt met betrokkenen, overbrugt eventuele meningsverschillen en handelt zonodig klachten af h) evalueert en rapporteert over de resultaten van verleende mondzorg in praktijk en regio i) communiceert mondeling en schriftelijk met collegae en andere zorgverleners over zaken die de mondgezondheid en mondzorg van patiënten aangaan j) past de beginselen van effectieve en efficiënte samenwerking met collegae en andere zorgverleners in de (mond)zorg toe, waaronder taakdelegatie en horizontale verwijzing, en is verantwoordelijk voor het inhoudelijk coördineren van werkzaamheden k) beoordeelt de bekwaamheden van medewerkers in verband met het opdragen van voorbehouden handelingen l) consulteert collegae en andere zorgverleners in de mond- en gezondheidszorg
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
3
4
3
4
3
4
1
4
3
4
2
4
1
4
2
4
2
4
1
4
2
4 115
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
m) verwijst naar collegae en andere zorgverleners voor behandeling
Domein IV
2
4
Maatschappelijk handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts kent en herkent de determinanten van mond(on)gezondheid. Hij bevordert de mondgezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel en handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen en gedragsregels. Bij vermoeden van huiselijk geweld of verwaarlozing verwittigt hij op adequate wijze de daartoe aangewezen instanties. Bij fouten, complicaties en klachten in de mondzorg treedt hij adequaat op. Competenties domein IV Maatschappelijk handelen a) onderkent externe factoren die invloed uitoefenen op de mondgezondheid en/of op het tandheelkundig handelen en neemt maatregelen ter bestrijding van die invloed b) past relevante wet- en regelgeving toe op de beroepsuitoefening en mondzorg c) onderkent de sociale en economische ontwikkelingen en analyseert de effecten daarvan op de mondzorg d) past wetenschappelijk gefundeerde maatregelen gericht op doelmatigheid aangaande alle aspecten van de mondzorg toe, zowel aan individuen als aan groepen, rekening houdend met beschikbare menskracht en economische middelen e) past wetenschappelijk gefundeerde methoden toe ten behoeve van voorlichting en informatie aan groepen uit de samenleving f) bevordert in de samenleving de functie van de mondzorg en de rol van de beroepsbeoefenaren daarin
Domein V
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
2
4
2
4
2
4
2
4
1
3
Organiseren van zorg
Omschrijving van het domein: De tandarts organiseert het werk op zodanige wijze dat er een balans is tussen patiëntenzorg en zijn persoonlijke ontwikkeling. De organisatie is zodanig dat de mondgezondheidszorg voor de patiënten optimaal kan plaatsvinden en de risico’s voor de eigen gezondheid en die van de medewerkers worden geminimaliseerd. Hij werkt doeltreffend en doelmatig en besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg op verantwoorde wijze.
Competenties domein V Organiseren van zorg a) past de uitgangspunten toe voor een effectieve en efficiënte opzet en organisatie van de tandartspraktijk, met de daarbij behorende bedrijfsvoering en ondernemersvaardigheden b) voert een effectieve en controleerbare financiële administratie c) voert een personeelsbeleid dat gericht is op arbeidsvreugde en ontplooiing van de medewerkers, gegeven wettelijke en andere
Eindniveau Eindniveau Bachelor Master 2
4
1
3
1
3 116
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
d) e)
f)
g)
h) i)
j)
arbeidsvoorwaardelijke kaders past de gebruikelijke vormen van informatietechnologie en informatiemanagement toe treft alle maatregelen inzake infectiebeheersing, milieu- en stralingsbescherming binnen wettelijke kaders en algemeen gehanteerde normen en leeft deze na stelt binnen de eigen praktijkvoering richtlijnen en protocollen op inzake behandeling en praktijkvoering, evalueert deze tijdig en past ze waar nodig aan handelt binnen en overeenkomstig de structuur, organisatie en financiering van de Nederlandse gezondheidszorg in het algemeen en de mondzorg in het bijzonder legt de gegevens van patiënten doelmatig vast in een dossier en beheert deze binnen de gegeven wettelijke kaders creëert voor zichzelf en zijn medewerkers een veilige werkomgeving, daarbij rekening houdend met de werkhouding, verlichting, de unit en het instrumentarium neemt maatregelen voor zichzelf en zijn medewerkers ter preventie van mentale belasting, stress en specifieke beroepsziekten
Domein VI
4
4
3
4
2
4
2
4
4
4
4
4
4
4
Tandheelkundig handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts besluit op basis van een verantwoorde diagnostische afweging tot een tandheelkunde interventie en bezit daartoe de tandheelkundige en technische kennis en vaardigheden. Hij is zich bewust van zijn beperkingen daarin en is in staat, als hij zelf niet over de benodigde kennis en/of vaardigheden beschikt, deze elders te (laten) verkrijgen.
Competenties Domein VI Tandheelkundig handelen a) voorkomt, dan wel handelt zodanig in medische noodsituaties die zich al dan niet als gevolg van tandheelkundig handelen in de praktijk voordoen, dat de patiënt in een stabiele toestand komt en kan blijven totdat adequate hulp beschikbaar is b) verleent mondzorg aan specifieke groepen, zoals extreem angstigen, gehandicapten, ouderen, medisch gecompromitteerde patiënten en patiënten met psychiatrische aandoeningen c) verleent mondzorg, inclusief curatieve zorg buiten de praktijk, thuis of in een instelling voor gezondheidszorg d) voert effectieve en efficiënte professionele preventie uit en ondersteunt zelf- en/of mantelzorg e) selecteert en schrijft geneesmiddelen voor in het kader van te verlenen mondzorg f) beoordeelt eerder gerestaureerde gebitselementen op gezondheid, esthetiek en functie
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
1
3
1
3
4
4
2
4
3
4 117
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
g)
behandelt aangetaste, beschadigde of in hun ontwikkeling geremde gebitselementen h) dient in voorkomende gevallen en waar nodig lokaal anesthesie toe, rekening houdend met beoogd effect en mogelijke ongewenste bijwerkingen i) behandelt ontstoken, geïnfecteerd dan wel necrotisch pulpaweefsel j) extraheert gebitselementen en wortelresten k) behandelt parodontale ontsteking en/of botafbraak l) herstelt esthetische problemen van gebitselementen m) herstelt esthetiek en functie bij het ontbreken van alle of een deel van de gebitselementen n) voert dento-alveolaire en pre-prothetische/preimplantologische ingrepen uit in niet-gecompliceerde situaties o) behandelt storingen van het mandibulaire bewegingsapparaat p) behandelt aandoeningen van de mucosale weefsels q) behandelt trauma van het gebit en de alveole en eenvoudige weke delenverwondingen van het mondslijmvlies en de lippen r) behandelt ontwikkelingsstoornissen van de oro-faciale weefsels s) behandelt ontstekingen en infecties van mucosa en kaakbot van dentogene oorsprong t) behandelt, met eenvoudige ortodontistische apparatuur, dan wel verwijst, stoornissen in groei en ontwikkeling van het kaakstelsel u) verleent tandheelkundige noodhulp
3
4
4
4
2 1 3 2
4 4 4 4
2
4
1
3
2
4
2 1
3 4
2
3
2
4
2
3
2
4
Domein Professionaliteit Omschrijving van het domein: Het domein Professionaliteit verbindt de zes genoemde onderscheiden domeinen met elkaar en overkoepelt deze. De tandarts is in staat om in zijn dagelijks handelen deze competenties te integreren, er verantwoordelijkheid voor te nemen en te verantwoorden. Deze drie kernbegrippen van professionaliteit (integreren, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen) worden hieronder kort toegelicht. Integreren competenties De tandarts toont bekwaamheid en deskundigheid op het gebied van de verschillende competenties en kan deze integreren. Hij kent de grenzen van de eigen competenties en handelt daarbinnen, voor het overige verwijst of delegeert hij. Hij heeft kennis van protocollen, richtlijnen en standaarden, ontwikkelt deze en past ze toe ten behoeve van de zorg voor de individuele patiënt. Verantwoordelijkheid nemen De tandarts handelt ethisch en toont respect voor de (integriteit) van de patiënt. Hij houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de individuele patiënt bij onderzoek, advies, behandeling en begeleiding. Hij gaat zorgvuldig om met ‘kwetsbare’ groepen in de mondzorg en onderneemt actie om goede mondzorg te leveren en de continuïteit hierin te garanderen. 118
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
De tandarts toont een houding van levenslang leren en kent de grenzen van de eigen belastbaarheid en die van zijn team. Hij deelt verantwoordelijkheid met patiënten, beroepsgenoten en andere professionals in de mondzorg en werkt met duidelijke afspraken over taken, verantwoordelijkheden en regie in de mondzorg. Het nemen en afleggen van verantwoordelijkheid wordt gevangen in het begrip professioneel gedrag. Verantwoording afleggen De tandarts toont reflectieve vaardigheden en is zelfkritisch. Hij zorgt voor systematische organisatie van de kwaliteit van de praktijk en legt verantwoording af aan de patiënt (informatieplicht, financiële consequenties), binnen de beroepsgroep (deelname aan intercollegiale toetsing, kennis van professionele standaard, aanspreken van collega’s die niet aan de professionele standaard voldoen), binnen wetenschappelijke kaders (kritische wetenschappelijke probleemoplossende houding) en aan de samenleving (zorgverzekeraars, overheid). De tandarts kent de grenzen van zijn professionele autonomie.
119
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOR OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Bijlage II: Gedragsregels voor studenten tandheelkunde In de gezondheidszorg worden medewerkers geacht hun kennis en vaardigheden in dienst te stellen van alle mensen die hulp nodig hebben en daarom vragen. Daarbij wordt van hen verwacht dat zij zich betamelijk gedragen, geen aanstoot geven in hun gedrag, collega’s en de opleiding niet in diskrediet brengen, de privacy van patiënten respecteren en zich onderwerpen aan de medische geheimhoudingsplicht. Dit alles volgens de normen en waarden die gelden in de medische beroepscultuur. De beoordeling van het professioneel gedrag van studenten tijdens de opleiding speelt zich af tegen deze achtergrond. Tijdens de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde is het gebruikelijk dat studenten bij sommige practica op elkaar oefenen, bijvoorbeeld het oefenen van lichamelijk onderzoek. Bij het op elkaar oefenen worden studenten willekeurig aan elkaar gekoppeld. Men kan zich bij zo’n koppeling aan een andere student niet beroepen op ras, geloof, geslacht, etc om deelname te weigeren. Ook bij dit onderwijs is de geldende beroepscultuur leidend. Aspirant-studenten die op basis van geloof of anderszins een probleem hebben met fysieke aanraking van personen van de andere sekse, onbedekte onderarmen en/of een onbedekt gezicht (het dragen van een witte hoofddoek is overigens wel toegestaan) dienen zich te realiseren dat tijdens de opleiding van de behandelplicht, communicatieprincipes en hygiënevoorschriften niet kan worden afgeweken. Slechts in uitzonderlijke gevallen, wanneer sprake is van persoonsgebonden bijzondere omstandigheden (te denken valt bijv. aan een lichamelijke handicap), kan een student op verzoek vrijgesteld worden van de plicht zich tijdens oefensessies te laten onderzoeken door collega-studenten. Met een dergelijk verzoek dient de student zich te wenden tot de studieadviseur van de opleiding. Studenten van de faculteit Medische Wetenschappen hebben toegang tot de ICT-voorzieningen van de Rijks Universiteit Groningen. Deze voorzieningen dienen als communicatiemiddel tussen studenten onderling en tussen de student en de faculteit. Verwacht wordt van de student dat deze voorzieningen voor studiegerelateerde doeleinden worden gebruikt en hierbij de in Nederland gebruikelijke fatsoennormen in acht neemt. Hieruit volgt dat de ICT-voorzieningen niet gebruikt mogen worden voor informatie over of promotie van personen, organisaties of politieke partijen die niet gerelateerd zijn aan de faculteit. Overige communicatie van en naar de student verloopt uitsluitend op diens expliciete wens. Algemene berichten van een student aan alle medestudenten dienen op het daarvoor bestemde discussiebord op Nestor geplaatst te worden. Bij twijfel over deze gedragsregels dient men zich tot het hoofd van het Onderwijsinstituut te richten.
120
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Faculteit Medische Wetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling Masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
121
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Inhoud: 1
Algemene bepalingen
2
Opbouw van de opleiding
3
Tentamens en examens van de opleiding
4
Toelating
5
Studiebegeleiding
6
Overgangs- en slotbepalingen
Bijlage I Bijlage II
Raamplan Tandheelkunde 2008 Gedragsregels voor studenten Tandheelkunde
122
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Onderwijs- en Examenregeling Master of Science opleiding in de Tandheelkunde Inleiding De voorliggende regeling beschrijft het onderwijs- en examenprogramma van de driejarige opleiding Master of Science in de Tandheelkunde te Groningen . De indeling in Bachelor en Master staat in het wettelijke kader van de Europese uitwisseling. Daarin kan na het behalen van het Bachelordiploma gekeken worden welke masteropleiding in Nederland of binnen Europa aansluiting biedt. De opleiding kent een opbouw van twee semesters per studiejaar. In de masteropleiding omvatten de semesters meerdere onderwijseenheden. Het onderwijsprogramma voor de opleiding Tandheelkunde is dusdanig opgebouwd dat de zelfstudie en zelfwerkzaamheid van de studenten zoveel mogelijk gestimuleerd worden. De inhoud van het onderwijs is gericht op de door de gezamenlijke opleidingen Tandheelkunde vastgestelde algemene eindtermen (voor de masteropleiding) zoals genoemd in het Raamplan Tandheelkunde 2008. Het Masterdiploma geeft toelating tot inschrijving in het BIG-register. Het onderwijs in de Faculteit Medische Wetenschappen te Groningen is geregeld in overeenstemming met de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW).
123
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 1 - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 – Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de master of science in de Tandheelkunde, verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Medische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen verder te noemen: de faculteit. Artikel 1.2 – Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. opleiding: de masteropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden d. examinator: de door de examencommissie als zodanig aangewezen leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast alsmede daartoe aangewezen deskundigen van buiten de instelling; e. examencommissie: de door de decaan van de opleiding ingestelde commissie ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en coördinatie van de tentamens; f. studiepunt: eenheid uitgedrukt in ECTS, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren g. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet. h. studievoortgangsoverzicht: een overzicht van de gerealiseerde studielast. i. toets: tentamen als bedoeld in artikel 7.10 van de wet; j. examen: het afsluitend masterexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele masteropleiding is voldaan; k. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; l. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum, en eindigend op 31 augustus. m. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7. 13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een scriptie; - het maken van een werkstuk of een proef-ontwerp; - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; - het deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het doorlopen van een stage; - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; - het actief deelnemen aan een tutorgroep, mentorgroep, coachgroep, (klinisch) werkcollege veldwerk, excursie of practicum; - het houden van een voordracht - het onder supervisie uitvoeren van patiëntbehandelingen; n. masterexamen: het examen dat recht geeft op het voeren van de titel MSc in de tandheelkunde De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.
124
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 1.3 - Doel van de opleiding De masteropleiding wordt afgesloten met het behalen van het Masterdiploma. Het opleidingcontinuüm van de tandarts wordt gestart met Bacheloropleiding Tandheelkunde. Met het behalen van het bachelordiploma is de student toelaatbaar tot de masteropleiding Tandheelkunde. Voor de algemene eindtermen van de opleiding tot tandarts wordt verwezen naar het Raamplan 2008 Tandheelkunde welke als bijlage is toegevoegd. Van de in Groningen opgeleide tandarts wordt verwacht dat hij/zij kennis heeft van een zich verbredend vakgebied in staat is om oplossingen voor een breed scala van mondgezondheidsproblemen te genereren de regie voert over de zorg en behandeling en de zorg verleent in nauwe samenwerking met zorgverleners en met respect voor de wensen en voorkeuren van de patiënt. in staat is zijn/haar overwegingen en beslissingen te onderbouwen en zich hiervoor te verantwoorden Artikel 1.4 - Vorm van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. Artikel 1.5 – Commissie Signalering- en Remediering De opleiding heeft een Commissie Signalering- en Remediëring (SRC) ingesteld, die, onder mandaat van de examencommissie, studenten een begeleidings- en/of verbetertraject met een verplichtend karakter kan opleggen. Het betreft studenten die onvoldoende voortgang tonen in de ontwikkeling tot professional. Artikel 1.6 - Iudicium Abeundi 1.
In geval van ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen van een student kan het College van Bestuur in bijzondere gevallen na advies van de Examencommissie of van de decaan de inschrijving van een student beëindigen.
2.
Het College van Bestuur neemt een beslissing als bedoeld in het eerste lid eerst nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en van de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat de student door zijn/haar gedragingen en/of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem/haar gevolgde studie opleidt, danwel voor de praktische voorbereiding op die beroepsopleiding. De decaan, de Examencommissie en het College van Bestuur nemen daarbij het Protocol Iudicium Abeundi in acht zoals dit door de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra op 1 november 2010 is vastgesteld.
125
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 2
OPBOUW VAN DEOPLEIDING
Artikel 2.1 - Studielast 1.
De opleiding heeft een studielast van 180 ECTS.
2.
De studielast wordt uitgedrukt in hele ECTS.
Artikel 2.2 - Programma opleiding In de opleiding kan het masterexamen worden afgelegd: de masteropleiding wordt afgesloten met het masterexamen dat toegekend wordt indien de tentamens behorende bij de onderwijseenheden van deze opleiding voldoende zijn gemaakt. Het examen geeft recht op het voeren van de titel Master of Science (MSc) in de opleiding tandheelkunde. Artikel 2.3 - Samenstelling programma De opleiding is opgebouwd uit 3 jaren (elk bestaande uit 2 semesters). Naast een aantal semester gebonden onderwijseenheden zijn er ook onderwijseenheden (zoals Integrale mondzorg, Professionalisering en Wetenschappelijke scholing) die door studenten gedurende het gehele studiejaar worden gevolgd. 1.
Samenstelling eerste opleidingsjaar
Het eerste opleidingsjaar omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studiepunten:
2.
Onderwijseenheden Masteropleiding jaar 1
EC
Complexe mondproblemen Specifieke zorggroepen Integrale mondzorg I Professionalisering I Wetenschappelijke scholing I Totaal
14 14 25 2 5 60
Practica
De onderwijseenheden zoals genoemd in art. 2.3.1 omvatten, naast het onderwijs in de vorm van colleges, verplichtingen in de daarbij aangegeven vorm, waaraan de student moet deelnemen: 1.
Complexe mondproblemen a. practica Complexe mondproblemen b. werkcolleges
2.
Specifieke zorggroepen a. practica Specifieke zorggroepen b. werkcolleges c. practicumtoets Culturele Diversiteit d. practicumtoets Mandibulaire bewegingsstoornissen & orofaciale pijn
126
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
3.
Integrale mondzorg I a. kliniek b. practica skillslab
4.
Professionalisering I a. coachgroepbijeenkomsten b. communicatie c. klinisch wetenschappelijk ethisch redeneren
5.
Wetenschappelijke scholing I a. practicum Wetenschappelijke scholing I
3.
Vorm en samenstelling van de tentamens
De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 2.3.1 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1.
Het tentamen Complexe mondproblemen bestaat uit de volgende onderdelen: a. schriftelijke toets bestaande uit 4 delen b. voldoen aan practicumverplichtingen
2.
Het tentamen Specifieke zorggroepen bestaat uit de volgende onderdelen: a. schriftelijke toets bestaande uit 4 delen b. voldoen aan practicumverplichtingen
3.
Het tentamen Integrale Mondzorg I bestaat uit de volgende onderdelen: a. beoordeling kliniek b. praktijktoetsen c. voldoen aan practicumverplichtingen
4.
Het tentamen Professionalisering I bestaat uit de volgende onderdelen: a. beoordeling portfolio en assessment b. voldoen aan practicumverplichtingen
5.
Het tentamen Wetenschappelijke scholing I bestaat uit de volgende onderdelen: a. voldoen aan practicumverplichtingen (aanvraag wetenschappelijke stage)
127
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
4.
Samenstelling tweede opleidingsjaar
Het tweede opleidingsjaar omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studiepunten:
5.
Onderwijseenheden Masteropleiding jaar 2
EC
Integrale Mondzorg II Professionalisering II Wetenschappelijke scholing II Totaal
35 5 20 60
Practica
De onderwijseenheden zoals genoemd in art. 2.3.4 omvatten, naast het onderwijs in de vorm van colleges, verplichtingen in de daarbij aangegeven vorm, waaraan de student moet deelnemen: 1.
Integrale mondzorg II a. kliniek b. practica skillslab c. coschappen
2.
Professionalisering II a. coachgroepbijeenkomsten b. communicatie c. klinisch wetenschappelijk ethisch redeneren d. professie in praktijk
3.
Wetenschappelijke scholing II a. practicum Wetenschappelijke scholing II
6.
Vorm en samenstelling van de tentamens
De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 2.3.4 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1.
Het tentamen Integrale mondzorg II bestaat uit de volgende onderdelen: a. beoordeling kliniek b. beoordeling coschappen c. voldoen aan practicumverplichtingen
2.
Het tentamen Professionalisering II bestaat uit de volgende onderdelen: a. beoordeling portfolio en Professioneel toetsingsgesprek II b. assessment c. voldoen aan practicumverplichtingen
3.
Het tentamen Wetenschappelijke scholing II bestaat uit de volgende onderdelen: a. verslag wetenschappelijk stage / scriptie b. voldoen aan practicumverplichtingen
128
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
7.
Samenstelling derde opleidingsjaar
Het derde opleidingsjaar omvat de volgende onderwijseenheden met de daarbij vermelde studiepunten:
8.
Onderwijseenheden Masteropleiding jaar 3
EC
Mondzorg in de volle breedte Integrale mondzorg III Individuele profilering Professionalisering III Wetenschappelijke scholing III Totaal
6 23 23 5 3 60
Practica
De onderwijseenheden zoals genoemd in art. 2.3.7 omvatten, naast het onderwijs in de vorm van colleges, verplichtingen in de daarbij aangegeven vorm, waaraan de student moet deelnemen: 1.
Mondzorg in de volle breedte a. werkcolleges Mondzorg in de volle breedte
2.
Integrale mondzorg III a. kliniek b. cursus stralingsbescherming
3.
Individuele profilering a. practica en/of praktische oefeningen behorende bij het door de student gekozen onderwijs
4.
Professionalisering III a. professie in praktijk b. communicatie c. klinisch wetenschappelijk ethisch redeneren
5.
Wetenschappelijke scholing III a. practicum Wetenschappelijke scholing III
9. Vorm en samenstelling van de tentamens De tentamens van de onderwijseenheden genoemd in art. 2.3.7 worden op de aangegeven wijze afgelegd: 1.
Het tentamen Mondzorg in de volle breedte bestaat uit de volgende onderdelen: a. schriftelijke toets b. voldoen aan practicumverplichtingen
2.
Het tentamen Integrale mondzorg III bestaat uit de volgende onderdelen: a. beoordeling kliniek b. toets stralingsbescherming c. voldoen aan practicumverplichtingen
3. Het tentamen Individuele profilering bestaat uit de volgende delen: a. beoordeling verslagen en/of referaat b. voldoen aan practicumverplichtingen 129
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
4. Het tentamen Professionalisering III bestaat uit de volgende onderdelen: a. beoordeling portfolio en Professioneel toetsingsgesprek III b. voldoen aan practicumverplichtingen 5.
Het tentamen Wetenschappelijke scholing III bestaat uit de volgende onderdelen: a. verslagen b. voldoen aan practicumverplichtingen
PARAGRAAF 3
TENTAMENS EN EXAMEN VAN DE OPLEIDING
Artikel 3.1 - Algemeen 1.
Het tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij de gestelde leerdoelen zal bereiken resp. heeft bereikt.
2.
Het oordeel over een tentamen is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager. Indien uitgedrukt in een woordbeoordeling: goed (G) of voldoende (V), respectievelijk onvoldoende (O).
Artikel 3.2 - Verplichte volgorde 1 Studenten die worden toegelaten tot de Masteropleiding zijn gehouden aan hun facultaire indeling. 2 Aan het onderwijs en de tentamens van de hierna te noemen onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij vermelde onderwijseenheden zijn behaald: - Professionalisering II, na te hebben voldaan aan Professionalisering I - Professionalisering III, na te hebben voldaan aan Professionalisering II - Wetenschappelijke scholing II, na te hebben voldaan aan Wetenschappelijke scholing I - Wetenschappelijke scholing III, na te hebben voldaan aan Wetenschappelijke scholing II - Mondzorg in de volle breedte na te hebben voldaan aan Wetenschappelijk scholing II - Integrale Mondzorg III, na te hebben voldaan aan Integrale Mondzorg II én na te hebben aan Professionalisering II - Individuele profilering, na te hebben voldaan aan alle onderwijseenheden behorende bij het tweede studiejaar. 3 Alle onderwijseenheden behorende bij het eerste opleidingsjaar én de onderwijseenheden Integrale Mondzorg II én Wetenschappelijke scholing II moeten met voldoende resultaat zijn afgerond voordat aan de onderwijseenheden van het derde opleidingsjaar kan worden deelgenomen.
Artikel 3.3 - Tijdvakken en frequentie tentamens; bepalingen met betrekking tot onderdelen van tentamens 1.
Tot het afleggen van (onderdelen) van tentamens van de in art. 2.3.1, 2.3.4 en 2.3.7 genoemde onderwijseenheden wordt per jaar tenminste twee maal de gelegenheid gegeven, de eerste keer in aansluiting op het onderwijs.
2.
Tot het afleggen van de praktijktoetsen behorend tot de tentamens van de in art. 2.3.1, 2.3.4 en 2.3.7 genoemde onderwijseenheden wordt maximaal drie maal per jaar de gelegenheid gegeven. De eerste reguliere afname van de praktijktoets vindt plaats direct in aansluiting op onderwijs, daarna volgen twee herhalingsmogelijkheden. 130
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
3.
De data waarop tentamens of tentamenonderdelen worden afgenomen worden bekend gemaakt in de bij de onderwijseenheden behorende digitale leidraden. Het onderwijsinstituut van de faculteit draagt zorg voor tijdige bekendmaking van tijdstip en plaats. Aan het begin van het cursusjaar worden in ieder geval de daarbij betrokken weeknummers bekend gemaakt.
Artikel 3.4 - Vorm van de tentamens 1.
Op gemotiveerd verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd.
2.
Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
3.
De tentamens worden afgenomen in het Nederlands.
Artikel 3.5 - Mondelinge (onderdelen van) tentamens 1.
Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald.
2.
Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Een tentamen of een onderdeel van een tentamen waarbij een persoon (patiënt) of identificeerbare persoonsgegevens besproken worden, is nooit openbaar.
Artikel 3.6 - Bevoegdheid examencommissie bij keuze-onderdelen 1.
Voor beoordelingen en klachten over tentamens is de examencommissie bevoegd van de opleiding die het tentamen afneemt. Zulks geldt niet voor het indienen van een verzoek om een afwijkende tentamenregeling.
2.
Voor het afleggen van tentamen door studenten met een functiestoornis houdt de examencommissie van de opleiding als bedoeld in lid 1 zich aan de voorzieningen zoals deze worden toegestaan door de examencommissie van de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven.
Artikel 3.7 - Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1.
De examinator stelt binnen 1 werkdag na het afnemen van een mondeling (deel van een) tentamen de uitslag vast en verschaft de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student.
2.
De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk (deel) tentamen vast binnen tien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student. 131
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
3.
De examinator stelt de uitslag van een praktijktoets van een tentamen binnen tien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd vast en verschaft de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student.
4.
De uitslag van het tentamen van een onderwijseenheid wordt vastgesteld door de examinator en geschiedt binnen tien werkdagen na de dag waarop het laatste onderdeel van een tentamen is afgelegd. Tevens verschaft de examinator de onderwijs administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of digitaal bewijsstuk omtrent de uitslag aan de student.
5.
Voor een op andere wijze dan mondeling, schriftelijk of via praktijktoets(en) af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke of digitale verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen.
6.
Op de schriftelijke of digitale verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.9 , eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid.
7.
Ingevulde tentamenformulieren worden gedurende één jaar gearchiveerd bij de onderwijs administratie van de opleiding.
Artikel 3.8 - Geldigheidsduur 1.
De geldigheidsduur van behaalde tentamens is 4 jaar.
2.
Indien de geldigheidsduur van het eerst behaalde tentamen is vervallen, vervalt de geldigheid van alle behaalde tentamens. De examencommissie bepaalt daarna, in overleg met de opleiding, het te volgen onderwijsprogramma.
3.
Bij een onderbreking van de studie van één jaar of meer vervalt de geldigheid van behaalde tentamens. Bij een voortzetting van de studie na onderbreking, kan de examencommissie behaalde resultaten opnieuw geldig verklaren, eventueel onder het opleggen van aanvullende eisen.
Artikel 3.9 – Inzagerecht 1.
Gedurende ten hoogste 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk afgelegd deel van het tentamen krijgt de student op verzoek inzage in zijn/haar beoordeeld werk. Tevens wordt op zijn/haar verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk.
2.
Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke student die heeft deelgenomen kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, evenals van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
3.
De examinator kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een van tevoren vastgestelde plaats en op ten minste twee van tevoren vastgestelde tijdstippen. Indien de student aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op de vastgestelde plaats en tijdstippen te verschijnen, wordt hem/haar een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
132
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 3.10 - Vrijstelling 1.
De examencommissie kan op voorstel van de desbetreffende examinator vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel.
2.
Voor onderdelen van tentamens worden geen vrijstellingen verleend.
Artikel 3.11 - Examen 1.
De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student de voor het examen benodigde tentamens heeft behaald, waarmee hij tevens de benodigde academische vorming heeft verworven en reikt daartoe een getuigschrift uit.
2.
Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens daartoe aanleiding geven.
3.
De examendatum die door examencommissie op het getuigschrift wordt vermeld is de datum waarop naar oordeel van de examencommissie het laatste examenonderdeel met goed gevolg is afgelegd, ook al ligt de datum waartoe de examencommissie heeft besloten in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven.
4.
Met de vaststelling van de uitslag van het examen draagt de examencommissie tevens zorg voor een spoedige afhandeling van de buluitreiking.
5.
Indien de student de datum van zijn afstuderen wil uitstellen in verband met nog extra af te leggen tentamens, dient hij de examencommissie tijdig schriftelijk hiertoe te verzoeken.
Artikel 3.12 - Graad 1.
Aan degene die het Master examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Master of Science” verleend.
2.
De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.
Artikel 3.13 – Iudicium 1.
De examencommissie beoordeelt of aan het mastergetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend.
2.
Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a. Het tentamenresultaat van onderwijseenheden waarbij de uitslag wordt uitgedrukt in een woordbeoordeling, dient de hoogst haalbare woordbeoordeling zijn behaald. b. Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderwijseenheden waarvoor het tentamenresultaat wordt uitgedrukt in een cijfer is: 133
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
i. groter dan of gelijk aan 8,0 voor 'Cum laude'; ii. groter dan of gelijk aan 9,0 voor 'Summa cum laude'.
3.
Geen iudicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in ECTS meer dan de helft van het totaal aantal ECTS van de opleiding bedraagt.
4.
Voor het behalen van enig iudicium geldt dat het tentamen van een onderwijseenheid slechts eenmaal afgelegd mag zijn.
5.
Voor het behalen van een iudicium geldt dat voor geen enkele onderwijseenheid een cijfer lager dan 7,0 is behaald.
6.
De examinandus voor de master fase een feitelijke inschrijvingsduur heeft verbruikt welke ten hoogste één en een kwart maal zo lang is als de cursusduur van de master fase.
7.
In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel.
Artikel 3.14 – Toetsplan Er is een door het faculteitsbestuur vastgesteld toetsplan. Dit toetsplan bevat de volgende onderwerpen: 1. de eindtermen van de opleiding; 2. de curriculumonderdelen en leerdoelen van ieder curriculumonderdeel; 3. de relatie tussen curriculumonderdelen en eindtermen; 4. de toegepaste toetsvorm en de toetsmomenten per onderdeel; 5. de gehanteerde opstellingsprocedures, beoordelingsprocedures en beoordelingscriteria; 6. de verantwoordelijken voor de uitvoering van de verschillende onderdelen van het toetsbeleid; 7. de wijze van periodieke evaluatie.
Artikel 3.15 – Honours College 1.
De faculteit Medische Wetenschappen neemt deel aan het honoursprogramma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling.
2.
Studenten die zijn toegelaten tot de masteropleiding Tandheelkunde kunnen aan dit honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College.
3.
Op het honoursprogramma, waar het facultaire verdiepende deel een onderdeel van is, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing.
4.
In het bij het masterdiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van de honoursbul een aantekening gemaakt.
134
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
PARAGRAAF 4
TOELATING
Artikel 4.1 – Vooropleiding 1.
De bezitter van het diploma van de bachelor opleiding Tandheelkunde van de Rijksuniversiteit Groningen wordt geacht te beschikken over de vereiste kennis en vaardigheden en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding.
2.
Zij-instroomstudenten die met goed gevolg de verkorte Bachelor opleiding Tandheelkunde te Groningen hebben afgesloten, krijgen eveneens toelating tot de masteropleiding Tandheelkunde.
3.
Zowel voor art. 4.1.1 alsook voor art. 4.1.2 is bepaald dat studenten/cursisten binnen een jaar na het behaald hebben van het bachelor diploma Tandheelkunde danwel met goed gevolg het zij-instroom traject Tandheelkunde te hebben afgelegd, ingeschreven dienen te staan als student van de masteropleiding Tandheelkunde in Groningen. Indien dit niet het geval is kan de Examencommissie aanvullende dan wel vervangende tentamens opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot de Masteropleiding Tandheelkunde.
4.
Voor toelating heeft de opleiding Tandheelkunde twee inschrijf momenten per studiejaar: de student kan zich per 1e dag van de maand september en zich per 1e dag van de maand februari inschrijven.
Artikel 4.2 – Toelatingscommissie 1.
De toelatingscommissie beslist namens de decaan over de toelating tot de opleiding en bestaat uit 3 minimaal personen.
2.
De toelatingscommissie wordt gevormd door: - een lid, tevens voorzitter, aangewezen uit de hoogleraren die met onderwijs in de opleiding zijn belast; - een lid / twee leden aangewezen uit het overige wetenschappelijk personeel dat met onderwijs in de opleiding is belast.
3.
Als adviserend lid, tevens secretaris, wordt aangewezen een studieadviseur voor de opleiding (of een overeenkomstige medewerker).
Artikel 4.3 – Toelatingsonderzoek master honour’s-opleiding: criteria Met het oog op de toelating tot de opleiding als bedoeld in artikel 4.1 onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet aan de voor de opleiding gestelde voorwaarden van kennis, kunde en vaardigheden. De commissie betrekt bij haar onderzoek tevens de motivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. de desbetreffende opleiding, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. Artikel 4.4 – Toelatingsonderzoek: hardheidsclausule In situaties dat het achterwege laten van de toelating jegens de student aantoonbaar leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan de toelatingscommissie afwijken van het in artikel 4.1.1 bepaalde. In dat geval moet er sprake zijn van een unieke persoonlijke omstandigheid die zodanig onderscheidend is dat de toelating redelijkerwijs niet achterwege kan blijven.
135
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 4.5– Toelatingsonderzoek: tijdstippen Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats m.b.t. het begin van de opleiding in het eerste en het tweede semester.
PARAGRAAF 5
STUDIEBEGELEIDING
Artikel 5.1 - Studievoortgangsadministratie De decaan van de opleiding draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat de student zich met behulp van het digitale netwerk van de faculteit op de hoogte kan stellen van de door hem/haar behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. Artikel 5.2 – Studiebegeleiding De decaan van de opleiding draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. Artikel 5.3 - Studievoortgang De decaan van de opleiding draagt maximaal zorg voor een onbelemmerde studievoortgang. Daartoe zijn studenten gehouden aan de facultaire indelingen betreffende practica zoals bedoeld in art. 2.3.2, 2.3.5 en 2.3.8, keuzeprojecten, stages en patiënten behandelingen. Studenten die de toegewezen plaats niet benutten, worden pas weer ingedeeld als daarmee de studievoortgang van andere studenten niet belemmerd wordt. De opleiding kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele nadelige effecten hiervan op de studievoortgang van de betrokken student.
PARAGRAAF 6
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6.1 - Wijzigingen 5.
Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan van de opleiding, bij afzonderlijk besluit vastgesteld na overleg met de O & O raad van de faculteit Medische Wetenschappen (UMCG), met inachtneming van het gestelde in art 9.38 van de WHW.
6.
Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende cursusjaar, behalve wanneer de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad.
7.
Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student.
8.
Belangrijke mededelingen inzake het onderwijs zoals bijv. wijzigingen in colleges, practica, leerstof, deeltoetsen etc. worden bekend gemaakt via de elektronische leeromgeving Nestor (webrooster) en/of via de e-mail (……
[email protected]). Studenten worden geacht deze regelmatig te raadplegen. Men kan niet gevrijwaard worden tegen de gevolgen van het niet tijdig gelezen hebben van dergelijke mededelingen.
136
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Artikel 6.2 - Bijzondere omstandigheden
1.
De Raad van Bestuur (UMCG) kan voor een individuele student in verband met zwangerschap, zorgtaken, persoonlijke overmacht situaties, bijzondere onvoorziene omstandigheden of specifieke facultaire belangen op zijn/haar verzoek een aangepast examenprogramma vaststellen of anderszins afwijken van de Onderwijs en Examen Regeling (OER). De Raad van Bestuur delegeert deze bevoegdheid aan de Examencommissie.
2.
De Raad van Bestuur kan een aspirant student op zijn/haar verzoek toelating verlenen tot een hoger studiejaar van de opleiding. De Raad van Bestuur delegeert dit aan de facultaire toelatingscommissie.
Artikel 6.3 - Bekendmaking 1.
De decaan van de opleiding draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken.
2.
Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.
Artikel 6.4 - Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014. Aldus vastgesteld door de decaan op 20 juni 2014.
137
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Bijlage I. Competenties van de tandarts (zesjarige opleiding) In deze Onderwijs en Examenregeling zijn de competenties van de tandarts, zoals opgenomen in het Raamplan Tandheelkunde 2008, als bijlage toegevoegd Competenties van de tandarts Er zijn verschillende definities van competenties in omloop. Aansluiting is gezocht bij de actuele medische (onderwijs)praktijk, waarin competenties worden omschreven als ‘clusters van vaardigheden, kennis, attituden, eigenschappen en inzichten. Ze zijn context gebonden en ondeelbaar, verbonden met
activiteiten of taken veranderlijk in de tijd en dus leerbaar.’ De competenties zijn onderscheiden in zes interdisciplinaire domeinen, die gezamenlijk het gehele veld van de tandarts algemeen practicus bestrijken: VII. Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen VIII. Wetenschappelijk denken en handelen IX. Communiceren en samenwerken X. Maatschappelijk handelen XI. Organiseren van mondzorg XII. Tandheelkundig handelen Daarnaast is het domein Professionaliteit als een overkoepelende competentie onderscheiden: Professionaliteit verbindt de zes hierboven onderscheiden competenties en stelt de tandarts in staat een verantwoorde en te verantwoorden mondgezondheidszorg te bereiken en te leveren. Eindniveau Bachelor- en Masteropleiding Om het niveau vast te stellen waarop de student de domeinen aan het einde van de Bachelor-, respectievelijk Masteropleiding verworven dient te hebben is onderscheid gemaakt in zes niveaus (waarvan de eerste vier betrekking hebben op de lerende student en de laatste twee alleen bereikt kunnen worden na enige jaren praktijkervaring): 7.
“starter”: er heeft een eerste kennismaking met het vakgebied en zijn onderscheiden delen plaatsgevonden. 8. “novice”: Het vakgebied en zijn onderscheiden delen zijn theoretisch aan de orde geweest. Een eerste praktische (preklinische) toepassing kan aan de orde zijn geweest. 9. “learner”: op afzonderlijke gebieden is er sprake van enige bekwaamheid maar zonder inzicht in het totaal en zonder zelfstandig te kunnen werken. 10. “competent”: er is inzicht in het totaal, dagelijkse problemen kunnen zelfstandig worden opgelost. 11. “experienced”: er is sprake van een aantal jaren praktijkervaring die is ondersteund met verdere ontwikkeling van bekwaamheden o.a. door postacademische scholing. 12. “expert”: er is sprake van een grote ervaring in het vakgebied, een verstrekkend inzicht in de dynamiek van het vakgebied en erkenning onder vakgenoten als bij uitstek deskundig.
Hieronder wordt per te onderscheiden domein allereerst een omschrijving van het domein gegeven. Vervolgens wordt aangegeven welke competenties de student aan het einde van zijn Bachelor-, respectievelijk Masteropleiding minimaal verworven dient te hebben en op welk niveau. Het betreft hier competenties die elke student in de loop van de opleiding moet hebben verworven, onafhankelijk van een eventueel gekozen profiel. Op deze wijze wordt tevens een kort, overzichtelijk en samenhangend overzicht gepresenteerd van de minimumeisen die worden gesteld aan inhoud en niveau van de zesjarige opleiding tandheelkunde.
138
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Domein I Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen Omschrijving van het domein: De tandarts bezit de tandheelkundige kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het inventariseren en analyseren van klinische problemen, zodat beslissingen worden genomen die leiden tot het bereiken en handhaven van een optimale mondgezondheid. Hij is zich tevens bewust van zijn beperkingen daarin en bezit voldoende kennis en vaardigheden om klinische beslissingen af te wegen tegen de achtergrond van de individuele medische en psychosociale status van de patiënt.
Competenties Domein I Hanteren van klinisch-tandheelkundige problemen m) neemt een anamnese af, omvattende de klachten en wensen van de patiënt, alsmede het fysiek en mentaal functioneren en de relevante tandheelkundige, medische, psychosociale en culturele achtergronden van de patiënt n) integreert aspecten van algemene lichamelijke en mentale gezondheid die van invloed zijn op de mondgezondheid en de mondzorg, en neemt maatregelen om schadelijke invloeden te voorkomen, dan wel te beperken o) voert lege artis intra- en extra-oraal onderzoek uit en legt de bevindingen adequaat vast p) herkent afwijkingen van het normale beeld van de weefsels en functies van het oro-faciale gebied en beoordeelt de mate van afwijking q) kiest effectief en efficiënt aanvullend diagnostisch onderzoek, voert deze uit, interpreteert de bevindingen en legt deze adequaat vast r) beoordeelt de algemene gezondheid van de patiënt, waaronder het gebruik van geneesmiddelen, in relatie tot de mondgezondheid en de te verlenen mondzorg en neemt in voorkomende gevallen maatregelen om een ongewenste interactie tussen algemene gezondheid en tandheelkundige pathologie dan wel tandheelkundig ingrijpen te voorkomen s) herkent orale manifestaties van systeemziekten t) herkent manifestaties van afwijkingen van botpathologie met behulp van relevante diagnostische hulpmiddelen u) herkent factoren die wijzen op een risico op ontstaan en/of progressie van oro-faciale ziekte of afwijking v) past de methoden van diagnostisch redeneren toe om te komen tot een (differentiaal) diagnose van (mogelijke) afwijkingen in het oro-faciale gebied op grond van klinische bevindingen, aanvullend diagnostisch onderzoek, kennis van ziekteverloop, predisponerende factoren en epidemiologische gegevens w) stelt samen met de patiënt een zorgplan op langere termijn op, gebaseerd op de prognose van ontstaan en verloop van ziekten en afwijkingen, waarin opgenomen de frequentie van periodiek onderzoek, te monitoren fenomenen, professionele preventie en eventueel te verdelen taken binnen samenwerkingsverbanden x) integreert de kennis van de verschillende relevante disciplines om te komen tot een individueel, adequaat, eventueel
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
3
4
3
4
3
4
3
4
2
4
2
4
1
3
2
4
2
4
2
4
3
4 139
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
gefaseerd behandelingsplan en waar mogelijk alternatieve behandelingsplannen, gebaseerd op de gestelde diagnose en wensen en mogelijkheden en beperkingen van de patiënt
Domein II
Wetenschappelijk denken en handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts is bekend met de grondbeginselen van wetenschappelijk onderzoek en heeft actief kennisgemaakt met de uitvoering daarvan. Hij beschikt over een gedegen wetenschappelijke achtergrond en kan gezondheidsproblemen systematisch benaderen en oplossen. Hij beoordeelt kritisch medische en tandheelkundige informatie. Hij toetst zijn kennis en vaardigheden aan de stand van de wetenschap en bevordert de verbreding en ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. Hij ontwikkelt en onderhoudt zijn kennis en vaardigheden door middel van persoonlijke bij- en nascholingsactiviteiten. Hij bevordert de deskundigheid van zijn medewerkers.
Competenties Domein II Wetenschappelijk denken en handelen j) kent de grenzen van eigen kennen en kunnen en kan hierop reflecteren k) houdt de wetenschappelijk gefundeerde recente inzichten met betrekking tot alle aspecten van de mondzorg bij l) past synthetische activiteiten toe op recente wetenschappelijke inzichten en kan deze in een kader plaatsen m) past de principes van wetenschappelijke redeneren, reflecteren en oordeelsvorming toe bij besluitvorming in de te verlenen mondzorg en bij de beoordeling van literatuur en andere informatiebronnen n) evalueert systematisch ieder aspect van de eigen beroepsuitoefening en neemt op grond daarvan maatregelen om de eigen kennis en vaardigheden op wetenschappelijk niveau te houden o) registreert, ordent en analyseert de effecten en resultaten van de verleende mondzorg ten behoeve van kwaliteitsbewaking en -bevordering p) evalueert wetenschappelijke literatuur en andere informatiebronnen om beslissingen te kunnen nemen inzake tandheelkundige problemen volgens principes van evidence based dentistry en best practices q) ontwikkelt door middel van onderzoek zijn kennis en inzichten r) integreert wetenschappelijk denken en handelen in de klinische besluitvorming
Domein III
Eindniveau Eindniveau Bachelor Master 3
4
3
4
2
4
3
4
2
4
3
4
3
4
2
3
2
4
Communiceren en samenwerken
Omschrijving van het domein: De tandarts bouwt een effectieve en respectvolle behandelrelatie met patiënten op en verkrijgt door goed te luisteren de relevante informatie. Deze informatie deelt en bespreekt hij met de patiënt en met collegae en andere zorgverleners die bij het bereiken en handhaven van de mondgezondheid van de patiënt zijn betrokken. 140
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Binnen het tandheelkundig team is de tandarts in staat om in voorkomende gevallen als primus inter pares bij de behandeling van de individuele patiënt op te treden. Hij legt de bevindingen zodanig vast dat samenwerking en overdracht ongestoord kunnen plaatsvinden. De tandarts overlegt doelmatig en met respect voor ieders competenties met collegae en andere zorgverleners. Hij verwijst adequaat, vraagt doeltreffend en tijdig intercollegiaal consult en draagt zo bij aan een doeltreffende interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg. Competenties Domein III Communiceren en samenwerken n) communiceert met de patiënt en/of zijn naaste familie over zijn mondgezondheid met het oog op wederzijdse verwerving van kennis en begrip inzake wensen, mogelijkheden en verwachtingen o) verstrekt alle informatie aan de patiënt en/of zijn familie over de toestand van de mondgezondheid en de mogelijkheden van professionele preventie en curatieve behandeling p) ondersteunt de patiënt bij de besluitvorming met betrekking tot de keuzes van preventieve en curatieve zorg en bij de keuze en toepassing van maatregelen in de zelfzorg q) verkrijgt informed consent voor uit te voeren behandelingen, gegeven de wettelijke kaders r) geeft leiding aan\regisseert het zorgproces rondom de individuele patiënt s) ontwikkelt samen met de patiënt een preventieve en\of curatieve strategie voor één of meerdere orale ziekten of afwijkingen t) onderhandelt met betrokkenen, overbrugt eventuele meningsverschillen en handelt zonodig klachten af u) evalueert en rapporteert over de resultaten van verleende mondzorg in praktijk en regio v) communiceert mondeling en schriftelijk met collegae en andere zorgverleners over zaken die de mondgezondheid en mondzorg van patiënten aangaan w) past de beginselen van effectieve en efficiënte samenwerking met collegae en andere zorgverleners in de (mond)zorg toe, waaronder taakdelegatie en horizontale verwijzing, en is verantwoordelijk voor het inhoudelijk coördineren van werkzaamheden x) beoordeelt de bekwaamheden van medewerkers in verband met het opdragen van voorbehouden handelingen y) consulteert collegae en andere zorgverleners in de mond- en gezondheidszorg z) verwijst naar collegae en andere zorgverleners voor behandeling
Domein IV
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
3
4
3
4
3
4
1
4
3
4
2
4
1
4
2
4
2
4
1
4
2
4
2
4
Maatschappelijk handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts kent en herkent de determinanten van mond(on)gezondheid. Hij bevordert de mondgezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel en handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen en gedragsregels. Bij vermoeden van huiselijk geweld of verwaarlozing verwittigt hij op 141
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
adequate wijze de daartoe aangewezen instanties. Bij fouten, complicaties en klachten in de mondzorg treedt hij adequaat op. Competenties domein IV Maatschappelijk handelen g) onderkent externe factoren die invloed uitoefenen op de mondgezondheid en/of op het tandheelkundig handelen en neemt maatregelen ter bestrijding van die invloed h) past relevante wet- en regelgeving toe op de beroepsuitoefening en mondzorg i) onderkent de sociale en economische ontwikkelingen en analyseert de effecten daarvan op de mondzorg j) past wetenschappelijk gefundeerde maatregelen gericht op doelmatigheid aangaande alle aspecten van de mondzorg toe, zowel aan individuen als aan groepen, rekening houdend met beschikbare menskracht en economische middelen k) past wetenschappelijk gefundeerde methoden toe ten behoeve van voorlichting en informatie aan groepen uit de samenleving l) bevordert in de samenleving de functie van de mondzorg en de rol van de beroepsbeoefenaren daarin
Domein V
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
2
4
2
4
2
4
2
4
1
3
Organiseren van zorg
Omschrijving van het domein: De tandarts organiseert het werk op zodanige wijze dat er een balans is tussen patiëntenzorg en zijn persoonlijke ontwikkeling. De organisatie is zodanig dat de mondgezondheidszorg voor de patiënten optimaal kan plaatsvinden en de risico’s voor de eigen gezondheid en die van de medewerkers worden geminimaliseerd. Hij werkt doeltreffend en doelmatig en besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg op verantwoorde wijze.
Competenties domein V Organiseren van zorg k) past de uitgangspunten toe voor een effectieve en efficiënte opzet en organisatie van de tandartspraktijk, met de daarbij behorende bedrijfsvoering en ondernemersvaardigheden l) voert een effectieve en controleerbare financiële administratie m) voert een personeelsbeleid dat gericht is op arbeidsvreugde en ontplooiing van de medewerkers, gegeven wettelijke en andere arbeidsvoorwaardelijke kaders n) past de gebruikelijke vormen van informatietechnologie en informatiemanagement toe o) treft alle maatregelen inzake infectiebeheersing, milieu- en stralingsbescherming binnen wettelijke kaders en algemeen gehanteerde normen en leeft deze na p) stelt binnen de eigen praktijkvoering richtlijnen en protocollen op inzake behandeling en praktijkvoering, evalueert deze tijdig en past ze waar nodig aan q) handelt binnen en overeenkomstig de structuur, organisatie en financiering van de Nederlandse gezondheidszorg in het algemeen en de mondzorg in het bijzonder
Eindniveau Eindniveau Bachelor Master 2
4
1
3
1
3
4
4
3
4
2
4
2
4 142
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
r) s)
t)
legt de gegevens van patiënten doelmatig vast in een dossier en beheert deze binnen de gegeven wettelijke kaders creëert voor zichzelf en zijn medewerkers een veilige werkomgeving, daarbij rekening houdend met de werkhouding, verlichting, de unit en het instrumentarium neemt maatregelen voor zichzelf en zijn medewerkers ter preventie van mentale belasting, stress en specifieke beroepsziekten
Domein VI
4
4
4
4
4
4
Tandheelkundig handelen
Omschrijving van het domein: De tandarts besluit op basis van een verantwoorde diagnostische afweging tot een tandheelkunde interventie en bezit daartoe de tandheelkundigentechnische kennis en vaardigheden. Hij is zich bewust van zijn beperkingen daarin en is in staat, als hij zelf niet over de benodigde kennis en/of vaardigheden beschikt, deze elders te (laten) verkrijgen.
Competenties Domein VI Tandheelkundig handelen v) voorkomt, dan wel handelt zodanig in medische noodsituaties die zich al dan niet als gevolg van tandheelkundig handelen in de praktijk voordoen, dat de patiënt in een stabiele toestand komt en kan blijven totdat adequate hulp beschikbaar is w) verleent mondzorg aan specifieke groepen, zoals extreem angstigen, gehandicapten, oudere, medisch gecompromitteerde patiënten en patiënten met psychiatrische aandoeningen x) verleent mondzorg, inclusief curatieve zorg buiten de praktijk, thuis of in een instelling voor gezondheidszorg y) voert effectieve en efficiënte professionele preventie uit en ondersteunt zelf- en/of mantelzorg z) selecteert en schrijft geneesmiddelen voor in het kader van te verlenen mondzorg aa) beoordeelt eerder gerestaureerde gebitselementen op gezondheid, esthetiek en functie bb) behandelt aangetaste, beschadigde of in hun ontwikkeling geremde gebitselementen cc) dient in voorkomende gevallen en waar nodig lokaal anesthesie toe, rekening houdend met beoogd effect en mogelijke ongewenste bijwerkingen dd) behandelt ontstoken, geïnfecteerd dan wel necrotisch pulpaweefsel ee) extraheert gebitselementen en wortelresten ff) behandelt parodontale ontsteking en/of botafbraak gg) herstelt esthetische problemen van gebitselementen hh) herstelt esthetiek en functie bij het ontbreken van alle of een deel van de gebitselementen ii) voert dento-alveolaire en pre-prothetische/preimplantologische ingrepen uit in niet-gecompliceerde situaties
Eindniveau Bachelor
Eindniveau Master
3
4
1
3
1
3
4
4
2
4
3
4
3
4
4
4
2 1 3 2
4 4 4 4
2
4
1
3 143
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
jj)
behandelt storingen van het mandibulaire bewegingsapparaat kk) behandelt aandoeningen van de mucosale weefsels ll) behandelt trauma van het gebit en de alveole en eenvoudige weke delenverwondingen van het mondslijmvlies en de lippen mm)behandelt ontwikkelingsstoornissen van de oro-faciale weefsels nn) behandelt ontstekingen en infecties van mucosa en kaakbot van dentogene oorsprong oo) behandelt, met eenvoudige ortodontistische apparatuur, dan wel verwijst, stoornissen in groei en ontwikkeling van het kaakstelsel pp) verleent tandheelkundige noodhulp
2
4
2 1
3 4
2
3
2
4
2
3
2
4
Domein Professionaliteit Omschrijving van het domein: Het domein Professionaliteit verbindt de zes genoemde onderscheiden domeinen met elkaar en overkoepelt deze. De tandarts is in staat om in zijn dagelijks handelen deze competenties te integreren, er verantwoordelijkheid voor te nemen en te verantwoorden. Deze drie kernbegrippen van professionaliteit (integreren, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen) worden hieronder kort toegelicht. Integreren competenties De tandarts toont bekwaamheid en deskundigheid op het gebied van de verschillende competenties en kan deze integreren. Hij kent de grenzen van de eigen competenties en handelt daarbinnen, voor het overige verwijst of delegeert hij. Hij heeft kennis van protocollen, richtlijnen en standaarden, ontwikkelt deze en past ze toe ten behoeve van de zorg voor de individuele patiënt. Verantwoordelijkheid nemen De tandarts handelt ethisch en toont respect voor de (integriteit) van de patiënt. Hij houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de individuele patiënt bij onderzoek, advies, behandeling en begeleiding. Hij gaat zorgvuldig om met ‘kwetsbare’ groepen in de mondzorg en onderneemt actie om goede mondzorg te leveren en de continuïteit hierin te garanderen. De tandarts toont een houding van levenslang leren en kent de grenzen van de eigen belastbaarheid en die van zijn team. Hij deelt verantwoordelijkheid met patiënten, beroepsgenoten en andere professionals in de mondzorg en werkt met duidelijke afspraken over taken, verantwoordelijkheden en regie in de mondzorg. Het nemen en afleggen van verantwoordelijkheid wordt gevangen in het begrip professioneel gedrag. Verantwoording afleggen De tandarts toont reflectieve vaardigheden en is zelfkritisch. Hij zorgt voor systematische organisatie van de kwaliteit van de praktijk en legt verantwoording af aan de patiënt (informatieplicht, financiële consequenties), binnen de beroepsgroep (deelname aan intercollegiale toetsing, kennis van professionele standaard, aanspreken van collega’s die niet aan de professionele standaard voldoen), binnen wetenschappelijke kaders (kritische wetenschappelijke probleemoplossende houding) en aan de samenleving (zorgverzekeraars, overheid). De tandarts kent de grenzen van zijn professionele autonomie.
144
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER OF SCIENCE TANDHEELKUNDE 2014-2015
Bijlage II: Gedragsregels voor studenten tandheelkunde In de gezondheidszorg worden medewerkers geacht hun kennis en vaardigheden in dienst te stellen van alle mensen de hulp nodig hebben en daarom vragen. Daarbij wordt van hen verwacht dat zij zich betamelijk gedragen, geen aanstoot geven in hun gedrag, collega’s en de opleiding niet in diskrediet brengen, de privacy van patiënten respecteren en zich onderwerpen aan de medische geheimhoudingsplicht. Dit alles volgens de normen en waarden die gelden in de medische beroepscultuur. De beoordeling van het professioneel gedrag van studenten tijdens de opleiding speelt zich af tegen deze achtergrond. Tijdens de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde is het gebruikelijk dat studenten bij sommige practica op elkaar oefenen, bijvoorbeeld het oefenen van lichamelijk onderzoek. Bij het op elkaar oefenen worden studenten willekeurig aan elkaar gekoppeld. Men kan zich bij zo’n koppeling aan een andere student niet beroepen op ras, geloof, geslacht, etc om deelname te weigeren. Ook bij dit onderwijs is de geldende beroepscultuur leidend. Aspirant-studenten die op basis van geloof of anderszins een probleem hebben met fysieke aanraking van personen van de andere sekse, onbedekte onderarmen en/of een onbedekt gezicht (het dragen van een witte hoofddoek is overigens wel toegestaan) dienen zich te realiseren dat tijdens de opleiding van de behandelplicht, communicatieprincipes en hygiënevoorschriften niet kan worden afgeweken. Slechts in uitzonderlijke gevallen, wanneer sprake is van persoonsgebonden bijzondere omstandigheden (te denken valt bijv. aan een lichamelijke handicap), kan een student op verzoek vrijgesteld worden van de plicht zich tijdens oefensessies te laten onderzoeken door collega-studenten. Met een dergelijk verzoek dient de student zich te wenden tot de studieadviseur van de opleiding. Studenten van de faculteit medische wetenschappen hebben toegang tot de ICT-voorzieningen van de Rijks Universiteit Groningen. Deze voorzieningen dienen als communicatiemiddel tussen studenten onderling en tussen de student en de faculteit. Verwacht wordt van de student dat deze voorzieningen voor studiegerelateerde doeleinden worden gebruikt en hierbij de in Nederland gebruikelijke fatsoennormen in acht neemt. Hieruit volgt dat de ICT-voorzieningen niet gebruikt mogen worden voor informatie over of promotie van personen, organisaties of politieke partijen die niet gerelateerd zijn aan de faculteit. Overige communicatie van en naar de student verloopt uitsluitend op diens expliciete wens. Algemene berichten van een student aan alle medestudenten dienen op het daarvoor bestemde discussiebord op Nestor geplaatst te worden. Bij twijfel over deze gedragsregels dient men zich tot het hoofd van het Onderwijsinstituut te richten.
145
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
Rijksuniversiteit Groningen
Faculteit Medische Wetenschappen Regels en Richtlijnen van de Examencommissie voor examinatoren van de bachelor- en masteropleidingen Tandheelkunde & Geneeskunde
bacheloropleiding Tandheelkunde, curriculum T21 masteropleiding Tandheelkunde, curriculum T21 bacheloropleiding Geneeskunde, curriculum G2010 variant BSc Geneeskunde (Nederlandstalig) variant BSc in Medicine (Engelstalig) bacheloropleiding Geneeskunde, curriculum G2020 masteropleiding Geneeskunde, curriculum G2010
academisch jaar 2014-2015
146
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde & Geneeskunde (RR) Regels en Richtlijnen zoals bedoeld in artikel 7.12b, eerste en derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek voor: de bacheloropleiding tandheelkunde, curriculum T21 de masteropleiding tandheelkunde, curriculum T21 de bacheloropleiding geneeskunde, curriculum G2010 o BSc Geneeskunde (Nederlandstalig) o BSc in Medicine (Engelstalig) de bacheloropleiding geneeskunde, curriculum G2020 de masteropleiding geneeskunde, curriculum G2010
De Examencommissie voor de bachelor en master opleidingen Tandheelkunde en Geneeskunde gelet op: artikel 7.12b, eerste en derde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
BESLUIT: de volgende regels en richtlijnen van de Examencommissie voor de bachelor en master opleidingen tandheelkunde en geneeskunde vast te stellen:
147
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen In deze regels en richtlijnen wordt verstaan onder: - OER: de onderwijs- en examenregelingen voor de: - bacheloropleiding tandheelkunde, curriculum T21 - masteropleiding tandheelkunde, curriculum T21 - bacheloropleiding geneeskunde, curriculum G2010 o BSc Geneeskunde (Nederlandstalig) o BSc in Medicine (Engelstalig) - bacheloropleiding geneeskunde, curriculum G2020 - masteropleiding geneeskunde, curriculum G2010 - elk van bovenstaande opleidingen kent een, door het faculteitsbestuur vastgestelde, specifieke OER welke op 1 september 2014 in werking treedt. - Examinandus: degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen; - Tentamen: de beoordeling van de kennis, vaardigheden en of gedrag van de examinandus m.b.t. een bepaald onderdeel van de opleiding; - Student: degene die is ingeschreven voor de opleiding. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet of de desbetreffende OER eraan toekent.
Artikel 2 – Dagelijkse gang van zaken Examencommissie 1. De Examencommissie wijst uit haar midden een commissie van drie leden aan (dagelijks bestuur) die belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de Examencommissie. 2. Tot de dagelijkse gang van zaken worden onder meer gerekend: a. Beslissingen omtrent de goedkeuring van onderwijseenheden, zoals bedoeld in artikel 7.3d. WHW (vrij onderwijsprogramma in het wetenschappelijk onderwijs); b. Beslissingen omtrent regelingen die in afwijking van de geldende bepalingen op verzoek van de student kunnen worden getroffen; c. Beslissingen omtrent vrijstellingen; d. Voorbereiding van de vaststelling van de uitslag van examens; e. Het treffen van maatregelen bij inbreuk op de orde tijdens een tentamen, bedoeld in artikel 11 en bij fraude, bedoeld in artikel 12. 3. De commissie (dagelijks bestuur) is verantwoording verschuldigd aan de Examencommissie.
Artikel 3 – Het afnemen van tentamens 1. De Examencommissie wijst voor het afnemen van elk tentamen één of meer examinatoren aan. 2. Elk tentamen omvat het door de examinator te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. In geval één en hetzelfde tentamen door meer dan één examinator wordt afgenomen dan ziet de Examencommissie erop toe dat die examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen. Daartoe worden de betreffende normen door de betrokken examinatoren tevoren schriftelijk vastgelegd. Zo nodig wijst de Examencommissie een voor het tentamineren eerstverantwoordelijke examinator aan. 4. De examinator stelt vast of is voldaan aan de voorwaarden voor toelating tot het tentamen.
148
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
Artikel 4 – Aantal personen bij mondelinge deel van een tentamen Met de instemming van de examinandus kan een examinator besluiten, dat een bepaald tentamen door hen tezamen mondeling zal worden afgelegd.
Artikel 5 – Tentamenvereisten per onderwijseenheid 1. De Examencommissie stelt per onderwijseenheid vast aan welke eisen de examinandus moet voldoen om minimaal een voldoende resultaat te behalen op de betreffende onderwijseenheid. 2. Indien de examinandus aan alle eisen van de onderwijseenheid voldoet dan is de examinandus geslaagd voor de onderwijseenheid. 3. De Examencommissie stelt per onderwijseenheid vast welke mogelijkheid er tot herkansing is binnen het lopende studiejaar. 4. Indien de examinandus aan alle vereisten van de onderwijseenheid voldoet met uitzondering van het schriftelijk deel van het tentamen dan behouden de behaalde verplichtingen hun geldigheid in het aankomende studiejaar. 5. Indien de examinandus niet aan alle eisen van de onderwijseenheid heeft voldaan, doordat aan één of meerdere van de verplichtingen niet is voldaan (niet zijnde het schriftelijk deel van het tentamen) dan verliezen alle behaalde resultaten van de onderwijseenheid hun geldigheid en moet de gehele onderwijseenheid overgedaan worden 6. Indien de examinandus de inschrijving als student voor langer dan een jaar onderbreekt dan verliezen behaalde studieresultaten of onderdelen daarvan hun geldigheid voor het afleggen van het examen. De Examencommissie kan beslissen om behaalde studieonderdelen alsnog geldig te verklaren of aanvullende eisen te stellen.
Artikel 6 – Tijdstippen 1. Schriftelijke onderdelen van tentamens worden afgenomen op de tijdstippen, die tenminste twee maanden voor de aanvang van het betreffende semester door de opleiding zijn vastgesteld, gehoord de betreffende examinatoren en met inachtneming van het bepaalde in de OER. 2. Bij de vaststelling van de tijdstippen, bedoeld in het eerste lid, wordt zoveel als mogelijk voorkomen dat tentamens gelijktijdig worden afgenomen. 3. Wijziging van een in het eerste lid bedoeld tijdstip vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht, bijvoorbeeld wegens het niet beschikbaar zijn van de benodigde tentamenruimte. 4. Mondelinge onderdelen van tentamens worden op een door de betreffende examinator dan wel examinatoren, zo mogelijk na overleg met de examinandus, te bepalen tijdstip afgenomen. 5. Het bepaalde in het vierde lid is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op tentamens die anders dan schriftelijk of mondeling worden afgenomen.
Artikel 7 – Procedure voor vaststellen uitslag tentamen 1. Het resultaat van een tentamen wordt niet eerder vastgesteld dan nadat de examinandus aan alle verplichtingen behorende bij de onderwijseenheid heeft voldaan. Indien niet aan alle verplichtingen is voldaan is het resultaat van het tentamen onvoldoende (O). 2. Het resultaat op een tentamen wordt alleen vastgesteld indien de examinandus voldoet aan de volgtijdigheid zoals bedoeld in de desbetreffende Onderwijs- en Examenregeling. 3. De uitslag van een afgelegde herkansingstoets wordt in de plaats gesteld van het eerder behaalde resultaat op het herkanste toets(deel). 4. In aanvulling op lid 2 stelt de Examencommissie voor het tweede en derde studiejaar van de bachelor opleiding een flexibiliteitsregeling vast. Geselecteerde studenten kunnen daarmee een versnelling van het studieprogramma bewerkstelligen. 5. Aanmelden voor deelname aan een schriftelijk (deel van een) tentamen is niet van toepassing. 149
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
6. Voor examinandi die als bachelor- of masterstudent geneeskunde staan ingeschreven geldt een verplichte deelname aan de interuniversitaire voortgangstoets. 7. De uitslag van een schriftelijk deel van een tentamen wordt binnen 10 werkdagen bekend gemaakt. 8. De uitslag van een mondeling deel van een tentamen wordt binnen 24 uur bekend gemaakt. 9. De uitslag van een schriftelijk werkstuk wordt binnen 20 werkdagen bekend gemaakt. 10. De uitslag van de interuniversitaire voortgangstoets wordt binnen 30 dagen bekend gemaakt.
Artikel 8 – Vaststelling uitslag examens 1. Het dagelijks bestuur van de Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast. 2. De Examencommissie stelt voor het masterexamen Geneeskunde een protocol op waarin de procedure rondom het afstuderen is beschreven. 3. De bul wordt gedateerd op de dag waarop het laatste tentamen van de opleiding is afgelegd. 4. Op het moment dat de examinandus voldaan heeft aan het laatste verplichte studieonderdeel van de opleiding dan is het examen afgelegd. 5. De examinandus kan indien hij/zij daartoe een bijzondere reden heeft de Examencommissie schriftelijk verzoeken tot uitstel van het afleggen van het examen. 6. Indien de Examencommissie uitstel verleent dan wordt de buldatering vastgesteld op de dag waarop de examinandus bij de Examencommissie een verzoek indient om het examen te mogen afleggen. 7. De Examencommissie verleent maximaal één inschrijfjaar uitstel voor van het afleggen van het bachelorexamen.
Artikel 9 – Vrijstellingsverzoek 1. Vrijstelling wordt alleen verleend indien een examinandus voldoet aan het geheel van eisen dat aan de kennis, het inzicht, de vaardigheden en gedrag wordt gesteld met betrekking tot de beoogde onderwijseenheid. Voor onderdelen van een onderwijseenheid wordt geen vrijstelling verleend. 2. De examinandus dient acht weken voor aanvang van de beoogde onderwijseenheid een met redenen omkleed schriftelijk verzoek (met bijbehorende bewijsstukken) voor vrijstelling in bij de Examencommissie. 3. De Examencommissie hoort de betreffende examinator alvorens te beslissen op het verzoek. 4. De Examencommissie beslist binnen een maand na ontvangst van het verzoek. De verzoeker wordt onverwijld in kennis gesteld van de beslissing.
.
Artikel 10 - De goede orde tijdens onderdelen van een tentamen 1. Voor het bewaken van de goede orde tijdens het afnemen van tentamens of onderdelen daarvan stelt het curriculumbureau een protocol op voor de verschillende tentamenvormen en legt dit ter goedkeuring voor aan de Examencommissie. 2. De protocollen voor de goede orde tijdens het afleggen van tentamens of onderdelen daarvan worden toegevoegd aan de studiegids. De belangrijkste punten voor de goede orde worden voorafgaand aan het betreffende tentamen aan de examinandi kenbaar gemaakt. 3. De examinator en/of surveillant ziet er op toe dat de ‘goede orde’ tijdens het tentamen of onderdeel daarvan wordt bewaakt. 4. Indien de student zich onttrekt aan de ‘goede orde’ tijdens het afleggen van een tentamen dan kan de examinator of surveillant dit, conform artikel 11 uit deze regels en richtlijnen, melden bij 150
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
de Examencommissie. De Examencommissie beslist, na alle partijen gehoord te hebben, of er sprake is van fraude en kan de examinandus een sanctie opleggen. 5. De opgaven van een schriftelijk deel van een tentamen mogen na afloop niet door de examinandi worden meegenomen. Uitzondering hierop zijn de reguliere schriftelijke onderdelen van tentamens bij de Bacheloropleiding geneeskunde.
Artikel 11 – Fraude en verstoring van de goede orde 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn of andermans kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. 2. Onder verstoren van de goede orde wordt in ieder geval verstaan het handelen of nalaten in strijd met het protocol uit artikel 10.1 van deze Regels en Richtlijnen. 3. De Examencommissie treft maatregelen om frauduleuze handelingen te voorkomen. Zoals: • duidelijke communicatie over de strafmaat bij fraude • het organiseren van tentamens, zowel toetsen als practica en overige verplichtingen, op een zodanige wijze dat frauduleuze handelingen zoveel mogelijk worden bemoeilijkt. 4. In geval van fraude tijdens het afleggen van (onderdelen van een) tentamen of het verstoren van de goede orde tijdens verplichte onderdelen van het tentamen kan de Examencommissie de betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen tentamens of examen af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding definitief beëindigen. 5. De beslissing inzake uitsluiting wordt genomen naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de surveillant/examinator van de door hem/haar geconstateerde of vermoede fraude. 6. Voordat de Examencommissie een beslissing neemt, als bedoeld in het vierde lid, stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. 7. In spoedeisende gevallen kan de Examencommissie een voorlopige beslissing tot uitsluiting nemen op grond van een mondeling verslag van de surveillant en/of examinator. Hij/zij draagt zorg dat dit verslag terstond na afloop van het onderdeel van het tentamen op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de examinandus wordt verstrekt. 8. Een uitsluiting heeft tot gevolg, dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het in het vierde lid bedoelde tentamen. Toelichting: In de definitie is de term "bedrieglijk" weggelaten. Deze term veronderstelt opzet bij de 'fraudeur'. Voldoende is evenwel wederrechtelijkheid, in die zin dat een bepaalde handeling misleiding tot gevolg heeft, ongeacht de bedoeling van de examinandus. Zo wordt in de praktijk als fraude beschouwd het meenemen van literatuur op het tentamen (op zichzelf wellicht toegestaan) waarin aantekeningen zijn gemaakt. De examinandus stelt zich, door niet tevoren na te gaan of zijn literatuur 'schoon' is, bloot aan het risico van fraude.
Artikel 12 - Vragen en opgaven 1. De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de tentamenstof is ontleend niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk een maand voor het afnemen van het tentamen wordt de precieze omvang van de stof definitief bekendgemaakt. 2. De vragen en opgaven van het tentamen zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de tentamenstof. 3. Het tentamen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. 151
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
4. De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk en ondubbelzinnig, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. 5. De duur voor onderdelen van een tentamen is zodanig dat de examinandus redelijkerwijs voldoende tijd heeft om te voldoen aan het gevraagde. 6. De Examencommissie stelt ten behoeve van de examinator per onderwijseenheid een protocol op over de eisen die gesteld worden aan het tentamen van de onderwijseenheid en de wijze waarop de uitslag wordt vastgesteld, inclusief de mogelijkheid van herkansing. 7. Geruime tijd voor het afnemen van een tentamen stelt de Examencommissie of de examinator de examinandi zo mogelijk in de gelegenheid kennis te nemen van een schriftelijke proeve van een dergelijk tentamen alsmede van de model-beantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
Artikel 13 – Vaststelling propedeutisch, bachelor en master examen 1. Men is geslaagd voor het propedeutisch examen indien alle tentamens met voldoende resultaat zijn afgelegd. Tentamens worden beoordeeld met een cijfer (voldoende = cijfer > 6) of worden uitgedrukt in een woordbeoordeling: Onvoldoende (= O); Voldoende (= V); Goed (= G). 2. Men is geslaagd voor het bachelor of master examen indien alle tentamens behorende bij de bachelor opleiding of behorende bij de masteropleiding met voldoende of goed resultaat zijn afgelegd. Tentamens worden beoordeeld met een cijfer (voldoende = cijfer > 6) of worden uitgedrukt in een woordbeoordeling: Onvoldoende (= O); Voldoende (= V); Goed (= G). 3. Vrijstelling van het afleggen van een tentamen wordt gelijkgesteld met de beoordeling: Voldoende (V) en aangeduid met: VR 4. Voor het schriftelijk deel van het tentamen stelt de Examencommissie voor de examinator richtlijnen op over: a. het opstellen van de toets, b. de analyse van de toetsresultaten, zowel psychometrische analyse als inhoudelijke overleg met jaarvertegenwoordiging en toetspanel. c. de bepaling van de cesuur. 5. Voor tentamen onderdelen die niet met een schriftelijke toets worden getentamineerd stelt de examinator ten behoeve van de Examencommissie een protocol op waarin de procedure en beoordelingscriteria worden beschreven. 6. De wijze van beoordeling is zodanig dat de examinandus kan nagaan hoe de uitslag van zijn (onderdelen van) tentamen tot stand is gekomen.
Artikel - 14 Commissie Signalering en remediëring 1. Ten behoeve van studenten die onvoldoende voortgang tonen in de ontwikkeling tot professional stelt de Examencommissie een commissie signalering en remediëring (SRC) in. 2. De SRC onderzoekt de mate en de aard van de onvoldoende ontwikkeling tot professional en kan de student een begeleidings- en/of een verbetertraject opleggen met een verplichtend karakter. 3. De SRC rapporteert aan de Examencommissie. 4. De Examencommissie stelt een protocol op voor de procedure en bevoegdheid van de SRC.
Artikel 15 - Maatstaven De Examencommissie c.q. de examinatoren nemen bij hun beslissingen de volgende maatstaven als richtsnoer: 1. het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van elk tentamen; 152
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
2. doelmatigheidseisen, onder meer gericht op: a. het beperken van tijdverlies voor studenten bij een eventueel opgelopen studieachterstand of -vertraging; b. tijdig staken van de studie door studenten, waarvan het onwaarschijnlijk is dat zij zullen slagen voor een examen; 3. bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen; 4. mildheid jegens studenten, die door omstandigheden buiten hun schuld, studievertraging hebben ondervonden.
Artikel 16 – Beroepsrecht Tegen beslissingen van de Examencommissie of van examinatoren staat beroep open bij het College van Beroep voor de Examens als bedoeld in artikel 7.60 WHW.
Artikel 17 - Wijziging regels en richtlijnen Geen wijzigingen vinden plaats, die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad.
Artikel 18 - Inwerkingtreding Deze Regels en Richtlijnen treden in werking op 1 september 2014
Groningen, 1 september 2014
Dr. R.A. Tio, Voorzitter Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde
153
Regels en Richtlijnen Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde 2014-2015
Voortvloeiend uit deze Regels en Richtlijnen van de Examencommissie worden per opleiding bijlagen toegevoegd met aanwijzingen en protocollen ten behoeve van examinatoren en studenten. Deze worden per opleiding specifiek toegevoegd: - tentamenvereisten per opleiding (RR artikelen 5 en 12 lid 6) - protocol masterexamen en diplomering geneeskunde (RR artikel 8 lid 2) - protocol flexibiliteitsregeling (RR artikel 7 lid 3) - protocol faciliteitenregeling - protocol dyslexieregeling - protocol commissie signalering en remediëring (RR artikel 14 lid 4) Voor de verschillende toetsvormen stelt de Examencommissie onderstaande protocollen vast: - handleiding voor examinatoren bij samenstelling schriftelijke toets - protocol voor beoordelen van schriftelijke toets, inclusief toetsanalyse, cesuur- en cijferbepaling - protocol practicumtoets - protocol portfolio - protocol professionele ontwikkeling - protocol professionalisering - protocol stage wetenschap geneeskunde - protocol wetenschappelijke scholing tandheelkunde - protocol toetsing klinische stages - protocol mondelinge toetsing als onderdeel van een tentamen - protocol keuze onderwijs en individuele profilering.
154
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol fraude bachelor- en master opleiding Tandheelkunde 2014-2015
Protocol ‘fraude’ op basis van artikel 12 Regels en Richtlijnen lid 1.
In geval van geconstateerde of sterk vermoede fraude dient deze door de examinator en/of de surveillant onverwijld schriftelijk te worden gerapporteerd aan de Examencommissie. De examinandus ontvangt een afschrift van het rapport. lid 2. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen of tentamenonderdeel kan de examinator of de surveillant de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen of tentamenonderdeel. lid 3. Wanneer een examinator en/of de surveillant een verslag bedoeld in lid 1 ter hand stelt of toezendt, stelt de examinator daarbij aan de examinandus voor dat deze een verweerschrift naar de Examencommissie stuurt, dan wel aan de Examencommissie te kennen geeft daaraan geen behoefte te hebben. lid 4. Na ontvangst van een rapportage als bedoeld in lid 1 en/of een verweerschrift als bedoeld in lid 3, hoort de Examencommissie de examinator en/of surveillant en de examinandus en stelt de laatste zo nodig alsnog in de gelegenheid tot het inzenden van een verweerschrift als bedoeld in lid 3. lid 5. Indien de Examencommissie fraude bewezen acht kan zij de examinandus uitsluiten van deelname aan tentamens en tentamenonderdelen gedurende een tijdvak van ten hoogste één jaar, in overeenstemming met WHW, art. 7.12, lid 4. lid 6. Een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt genomen naar aanleiding van de in de voorgaande leden bedoelde stukken en de in lid 4 bedoelde gesprekken. lid 7. Indien de Examencommissie constateert dat er geen sprake is geweest van fraude, neemt zij een beslissing over een volgens lid 2 gedeeltelijk afgelegd tentamen of tentamenonderdeel en treft zij maatregelen zodat de examinandus zo min mogelijk nadelen van de op grond van de vermoede fraude genomen besluiten ondervindt. lid 8. Een uitsluiting heeft tot gevolg dat het in lid 2 bedoelde tentamen, dan wel de tentamens van het in lid 5 bedoelde tijdvak, als onvoldoende wordt/worden beoordeeld. lid 9. Plagiaat in opdrachten of werkstukken wordt als fraude beschouwd. Bij geconstateerde of vermoede fraude worden de betreffende opdrachten of werkstukken als onvoldoende beoordeeld. lid 10. Het gebruiken c.q. het operationeel hebben van apparaten die gebruikt kunnen worden voor het naslaan of ophalen van informatie of voor het communiceren met anderen tijdens het afleggen van een tentamen of tentamenonderdeel, wordt als fraude beschouwd. lid 11. Indien een student tijdens een onderwijseenheid zich misdraagt, kan de examencommissie besluiten de betreffende onderwijseenheid als onvoldoende te beoordelen en de student van deelname aan de betreffende onderwijseenheid uit te sluiten gedurende een tijdvak van ten hoogste één jaar. Tevens kan de Examencommissie besluiten de betreffende student uit te sluiten van deelname aan tentamens en tentamenonderdelen gedurende een tijdvak van ten hoogste één jaar, in overeenstemming met WHW, art. 7.12, lid 4.
155
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Protocol Tentamenvereisten Bacheloropleiding Tandheelkunde In dit protocol wordt beschreven op welke wijze de student aan de tentamenverplichtingen behorende bij de onderwijseenheden van de bacheloropleiding Tandheelkunde kan voldoen. Onder punt A worden de gebruikte toetsvormen per onderwijseenheid benoemd. Onder punt B wordt per onderwijseenheid beschreven aan welke voorwaarde de student moet voldoen om een voldoende beoordeling voor de onderwijseenheid te krijgen en hoe het eindresultaat wordt bepaald. Bij punt C is de mogelijkheid voor herkansing van de onderwijseenheid beschreven. Indien na de herkansing alsnog is voldaan aan de voorwaarden onder punt B dan is het tentamen van de onderwijseenheid behaald. Tot slot wordt bij punt D de consequentie van een onvoldoende resultaat op het tentamen van de onderwijseenheid beschreven. ----------------------------------------------------Tandheelkunde bachelor jaar 1 (propedeutisch jaar) Tentamen Onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied A. Het tentamen van de onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied bestaat uit: 1. Eén schriftelijke toets die in drie delen cumulatief wordt afgenomen 2. Tutor- en practicum verplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Schriftelijke toets: het cijfer op de schriftelijke toets is 5,50 of hoger. 2. Tutor- en practicumverplichtingen: alle Tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied zijn vervuld. 3. Als aan 1 en 2 is voldaan wordt het tentamencijfer vastgesteld. Het tentamencijfer wordt bepaald door het cijfer op de schriftelijke toets en wordt afgerond op een geheel getal (6, 7, 8, 9 of 10), waarbij een cijfer groter of gelijk x,50… wordt een x +1 en een cijfer kleiner dan x,50.. wordt x. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamenonderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor Tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat Onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke toets: de schriftelijke toets van het tentamen op de onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan de herkansing van de schriftelijke toets. 2. Herkansing Tutor- en practicumverplichtingen: bij een Onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle delen van de toets en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend.
156
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Zicht op beroep en vakgebied dan wordt opnieuw het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op onderdeel B1 een cijfer heeft behaald < 5,50 en aan de verplichtingen bij B2 wel heeft voldaan dan moet de student in het nieuwe studiejaar alleen de schriftelijke toets opnieuw afleggen om een voldoende resultaat te kunnen behalen. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel Tutor- en practicumverplichtingen (B2) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen Onderwijseenheid Levensloop A. Het tentamen van de onderwijseenheid Levensloop bestaat uit: 1. Eén schriftelijke toets die in drie delen cumulatief wordt afgenomen. 2. Tutor- en practicum verplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Levensloop met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Schriftelijke toets: het cijfer op de schriftelijke toets is 5,50 of hoger. 2. Tutor- en practicumverplichtingen: alle tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Levensloop zijn vervuld. 3. Als aan 1 en 2 is voldaan wordt het tentamencijfer vastgesteld. Het tentamencijfer wordt bepaald door het cijfer op de schriftelijke toets en wordt afgerond op een geheel getal (6, 7, 8, 9 of 10), waarbij een cijfer groter of gelijk x,50… wordt een x +1 en een cijfer kleiner dan x,50.. wordt x. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing. Voor tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat Onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke toets: de schriftelijke toets van het tentamen op de onderwijseenheid Levensloop kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan de herkansing van de schriftelijke toets. 2. Herkansing Tutor- en practicumverplichtingen: bij een beoordeling Onvoldoende voor het voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle delen van de toets en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Levensloop dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student.
157
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
1. Indien de student na de herkansing op onderdeel B1 een cijfer heeft behaald < 5,50 en aan de verplichtingen bij B2 wel heeft voldaan dan moet de student in het nieuwe studiejaar alleen de schriftelijke toets opnieuw afleggen om een voldoende resultaat te kunnen behalen. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel tutor- en practicumverplichtingen (B2) een oordeel Onvoldoende heeft staan dan moeten alle tentamenonderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid. Tentamen Onderwijseenheid Het orale milieu A. Het tentamen van de onderwijseenheid Het orale milieu bestaat uit: 1. Eén schriftelijke toets die in twee delen cumulatief wordt afgenomen 2. Tutor- en practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Het orale milieu met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Schriftelijke toets: het cijfer op de schriftelijke toets is 5,50 of hoger. 2. Tutor- en practicumverplichtingen: alle tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Het orale milieu zijn vervuld. 3. Als aan 1 en 2 is voldaan wordt het tentamencijfer vastgesteld. Het tentamencijfer wordt bepaald door het cijfer op de schriftelijke toets en wordt afgerond op een geheel getal (6, 7, 8, 9 of 10), waarbij een cijfer groter of gelijk x,50… wordt een x +1 en een cijfer kleiner dan x,50.. wordt x. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing. Voor tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat Onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke toets: de schriftelijke toets van het tentamen op de onderwijseenheid Het orale milieu kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan de herkansing van de schriftelijke toets. 2. Herkansing tutor- en practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle delen van de toets en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Het orale milieu dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op onderdeel B1 een cijfer heeft behaald < 5,50 en aan de verplichtingen bij B2 wel heeft voldaan dan moet de student in het nieuwe studiejaar alleen de schriftelijke toets opnieuw afleggen om een voldoende resultaat te kunnen behalen. 158
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel Tutor- en practicumverplichtingen (B2) een oordeel Onvoldoende heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid Tentamen Onderwijseenheid Bedreiging en bescherming A. Het tentamen van de onderwijseenheid bedreiging en bescherming bestaat uit: 1. Eén schriftelijke toets die in twee delen cumulatief wordt afgenomen 2. Tutor- en practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Bedreiging en Bescherming met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Schriftelijke toets: het cijfer op de schriftelijke toets is 5,50 of hoger. 2. Tutor- en practicumverplichtingen: alle tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid bedreiging en bescherming zijn vervuld. 3. Als aan 1 en 2 is voldaan wordt het tentamencijfer vastgesteld. Het tentamencijfer wordt bepaald door het cijfer op de schriftelijke toets en wordt afgerond op een geheel getal (6, 7, 8, 9 of 10), waarbij een cijfer groter of gelijk x,50… wordt een x +1 en een cijfer kleiner dan x,50.. wordt x. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing. Voor tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke toets: de schriftelijke toets van het tentamen op de onderwijseenheid bedreiging en bescherming kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan de herkansing van de schriftelijke toets. 2. Herkansing tutor- en practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid bedreiging en bescherming dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op onderdeel B1 een cijfer heeft behaald < 5,50 en aan de verplichtingen bij B2 wel heeft voldaan dan moet de student in het nieuwe studiejaar alleen de schriftelijke toets opnieuw afleggen om een voldoende resultaat te kunnen behalen. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel Tutor- en practicumverplichtingen (B2) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid. 159
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Tentamen Onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A A. Het tentamen van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A bestaat uit: 1. Praktijktoetsen 2. Stationstoetsen 3. Tutor- en practicumverplichtingen 4. Aanwezigheidsverplichtingen bij practica behorend bij de onderwijseenheid B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Voor alle praktijktoetsen is een uitslag voldoende behaald. 2. Voor alle stationstoetsen is een uitslag voldoende behaald. 3. Heeft aan alle tutor- en practicumverplichtingen voldaan. 4. Heeft voldaan aan de aanwezigheidsverplichtingen bij practica behorend bij de onderwijseenheid. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder A, de mogelijkheid tot herkansing. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. De herhaling van één of meerdere praktijk- of stationstoetsen is mogelijk op de datum die in het rooster is vastgelegd. 2. De laatste herhalingsmogelijkheid van één of meerdere praktijk- of stationstoetsen is mogelijk in de herhalingsperiode. 3. Herkansing practicum- of aanwezigheidsverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicum- of aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de verplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de verplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 4 Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1A dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden. Tentamen Onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B A. Het tentamen van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B bestaat uit: 1. Praktijk toetsen, 2. Stationstoetsen, 3. Tutor- en practicumverplichtingen 4. Aanwezigheidsverplichtingen bij practica behoren bij de onderwijseenheid
160
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Voor alle praktijktoetsen is een uitslag voldoende behaald. 2. Voor alle stationstoetsen is een uitslag voldoende behaald. 3. Heeft aan alle tutor- en practicumverplichtingen voldaan. 4. Heeft voldaan aan de aanwezigheidsverplichtingen van practica behorend bij de onderwijseenheid. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. De herhaling van één of meerdere praktijk- of stationstoetsen is mogelijk op de datum die in het rooster is vastgelegd. 2. De laatste herhalingsmogelijkheid van één of meerdere praktijk- of stationstoetsen is mogelijk in de herhalingsperiode. 3. Herkansing practicum- of aanwezigheidsverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicum- of aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de verplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de verplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen 4. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 1B dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden . Tentamen Onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing 1 bestaat uit: 1. Eén schriftelijke toets die in twee delen cumulatief wordt afgenomen 2. Uitwerking van opdrachten 3. Tutor- en practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Schriftelijke toets: het cijfer op de schriftelijke toets is 5,50 of hoger. 2. Uitwerking van opdrachten: het cijfer voor de uitwerking van de opdrachten is 5,50 of hoger 3. Tutor- en practicumverplichtingen: alle tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1 zijn vervuld. 4. Als aan 1 t/m 3 is voldaan wordt het resultaat voor de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 1 berekend. Het resultaat wordt bepaald door het gemiddelde te berekenen van het cijfer op de schriftelijke toets en het cijfer op de uitwerking van de opdrachten. Het berekende
161
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
cijfer wordt afgerond op een geheel getal (6, 7, 8, 9 of 10), waarbij een cijfer groter of gelijk x,50… wordt een x +1 en een cijfer kleiner dan x,50.. wordt x. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing. Voor tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat Onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke toets: de schriftelijke toets van het tentamen op de onderwijseenheid Levensloop kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan de herkansing van de schriftelijke toets. 2. Herkansing tutor- en practicumverplichtingen: bij een beoordeling Onvoldoende voor het voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle delen van de toets en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Levensloop dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op onderdeel B1 of B2 een cijfer heeft behaald < 5,50 en aan de verplichtingen bij B3 wel heeft voldaan dan moet de student in het nieuwe studiejaar alleen de schriftelijke toets opnieuw afleggen om een voldoende resultaat te kunnen behalen. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel tutor- en practicumverplichtingen (B3) een oordeel Onvoldoende heeft staan dan moeten alle tentamenonderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid. Tentamen Onderwijseenheid Professionalisering 1 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Professionalisering 1 bestaat uit een Assessment van de volgende onderdelen: 1. Portfolio 2. Professioneel gedrag bij alle werkvormen 3. Mondelinge toets 4. Aanwezigheidsverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Professionalisering 1 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een Onvoldoende. 1. Portfolio: de kwaliteit en volledigheid van het tijdig ingeleverde portfolio voldoet aan de standaard voor voldoende of goed. 2. Professioneel gedrag: het eindresultaat op de beoordelingen professioneel gedrag in alle werkvormen voldoet aan de standaard voldoende of goed. 3. Mondelinge toets: de beoordeling van de mondelinge toets voldoet aan de standaard voor voldoende of goed. 162
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
4. Aanwezigheidsverplichtingen: de student heeft voldaan aan de practicum- en aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Professionalisering 1. C. Binnen het studiejaar wordt er voor ieder tentamenonderdeel zoals genoemd onder B beoordeeld of en op welke wijze een herkansing mogelijk is. De examinator bepaalt in samenspraak met de commissie Professionalisering of en hoe een herkansing mogelijk is. De examinator legt het dossier voor aan de commissie Professionalisering 3. De commissie adviseert de examinator over de wijze waarop herkansing mogelijk is en stelt eventueel een individueel traject met beoordelingscriteria voor (inclusief tijdspad).. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Professionalisering 1 dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student.
163
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Tandheelkunde bachelor jaar 2 Tentamen Onderwijseenheid Weefselverlies A. Het tentamen van de onderwijseenheid Weefselverlies bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend 2. Tutor- en practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Weefselverlies met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Tutor- en practicumverplichtingen: alle tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Weefselverlies zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor Tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Weefselverlies kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 2. Herkansing Tutor- en practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Weefselverlies dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student.
164
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 heeft behaald dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel tutor- en practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamenonderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen Onderwijseenheid Orale geneeskunde A. Het tentamen van de onderwijseenheid Orale geneeskunde bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend. 2. Tutor- en practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Orale geneeskunde met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Tutor- en practicumverplichtingen: alle tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Orale geneeskunde zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Orale geneeskunde kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 2. Herkansing tutor- en practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen.
165
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Orale geneeskunde dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel tutor- en practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen Onderwijseenheid Odontogene ontstekingen en acute pijn A. Het tentamen van de onderwijseenheid Odontogene ontstekingen en acute pijn bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend 2. Tutor- en practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Odontogene ontstekingen en acute pijn met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Tutor- en practicumverplichtingen: alle Tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Odontogene ontstekingen en acute pijn zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Odontogene ontstekingen en acute pijn kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 2. Herkansing Tutor- en practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de Tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is:
166
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
a.
Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Odontogene ontstekingen en acute pijn dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel Tutor- en practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen Onderwijseenheid Stoornissen in groei en ontwikkeling A. Het tentamen van de onderwijseenheid Stoornissen in groei en ontwikkeling bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend 2. Tutor- en practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Stoornissen in groei en ontwikkeling met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Tutor- en practicumverplichtingen: alle tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Stoornissen in groei en ontwikkeling zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor Tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 2. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Stoornissen in groei en ontwikkeling kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: 167
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 3. Herkansing tutor- en practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de tutor- en practicumverplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 4. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Stoornissen in groei en ontwikkeling dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel tutor- en practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen Onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A A. Het tentamen van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A bestaat uit: 1. Praktijk-, theorie- en/of stationstoetsen van twee van de drie modules 2. Alle tutor- en practicumverplichtingen van het gehele studiejaar 3. De aanwezigheidsverplichtingen van alle practica van het gehele studiejaar B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Voor iedere afzonderlijke praktijk-, theorie- en/of stationstoets van twee van de drie modules een uitslag voldoende heeft behaald. 2. Heeft aan alle tutor- en practicumverplichtingen van het gehele studiejaar voldaan. 3. Heeft voldaan aan de aanwezigheidsverplichtingen bij alle practica van het gehele studiejaar. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor tutor- en practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. De herhaling van één of meerdere praktijk-, theorie- en/of stationstoetsen is mogelijk op de datum die in het rooster is vastgelegd.
168
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
2. De laatste herhalingsmogelijkheid van één of meerdere praktijk- of stationstoetsen is mogelijk in de week volgend op het einde van het tweede semester. 3. Herkansing tutor-, practicum- of aanwezigheidsverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de tutor-, practicum- of aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de verplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de verplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 4. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden. Tentamen Onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B A. Het tentamen van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B bestaat uit: 1. Praktijk-, theorie- en/of stationstoetsen van de module die niet valt onder het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B, B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2B met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Voor iedere afzonderlijke praktijk-, theorie- en/of stationstoets een uitslag voldoende heeft behaald van de module die niet valt onder het tentamen Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A, 2. Op het tentamen Onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A voldoende resultaat heeft behaald . C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder A, de mogelijkheid tot herkansing . Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. De herhaling van één of meerdere praktijk-, theorie- en/of stationstoetsen is mogelijk op de datum die in het rooster is vastgelegd. 2. De laatste herhalingsmogelijkheid van één of meerdere praktijk- of stationstoetsen is mogelijk in de week volgend op het einde van het tweede semester. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden 2B dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student en dienen de onvoldoende praktijktoetsen en theorie- of stationstoetsen incl. bijbehorende tutor- en practicumverplichtingen in het derde opleidingsjaar, waar mogelijk op reguliere practicumtijden van het tweede opleidingsjaar, herkanst c.q. herhaald te worden. Indien na de laatste herkansingsperiode niet voor de module kliniek een voldoende resultaat is behaalt, vindt herbeoordeling van de gehele module plaats en bepaalt de examinator het individuele vervolgtraject.
169
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Voor het uitvoeren van verrichtingen bij patiënten als onderdeel van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 en 3, geldt als ingangseis dat voor de modules of practica van betreffende verrichtingen op het skillslab een voldoende resultaat is behaald. Dit betekent dat indien voor een module of practicum van de tentamens Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A en 2B niet voor alle praktijktoetsen en theorie- of stationstoetsen een voldoende resultaat is behaald, voor de praktijktoetsen en theorie- of stationstoetsen van de onvoldoende module of practicum alsnog een voldoende resultaat moet worden behaald voordat met het uitvoeren van betreffende verrichtingen bij patiënten als onderdeel van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 en 3 mag worden begonnen. Tentamen Onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 2 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing 2 bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen 2. Jaaropdracht bestaande uit twee schriftelijke verslagen (respectievelijk systematisch literatuuronderzoek en onderzoeksprotocol) 3. Practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 2 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijk deel van het tentamen (WS2) wordt berekend door het gewogen gemiddelde van de deeltoetsen WS2-1 en WS2-2 te bepalen. De weegfactor voor deeltoets WS2-1 is ‘1’ en de weegfactor voor deeltoets WS2-2 is ‘2’ (dus WS2-1 : WS2-2 als 1:2). In de berekening van het gewogen gemiddelde worden de cijfers van de deeltoetsen in twee decimalen gebruikt. Het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen. 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Jaaropdracht: het cijfer op elk afzonderlijk verslag van de jaaropdracht is 5,50 of hoger. Het cijfer voor de jaaropdracht wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde van beide cijfers te bepalen. Het cijfer op de jaaropdracht wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 4. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing 2 zijn vervuld. 5. Indien aan 1 t/m 4 is voldaan dan wordt het eindcijfer voor de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing 2 berekend. Het resultaat op de onderwijseenheid is voldoende indien het eindcijfer 5,50 of hoger is. Het eindcijfer wordt bepaald door het gemiddelde te berekenen van het cijfer op het schriftelijk deel van het tentamen en het cijfer op de Jaaropdracht. Het berekende eindcijfer wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing 2 kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst
170
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
c.
een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 2. bij een onvoldoende beoordeling op een of beide verslagen van de jaaropdracht bepaalt de examinator op welke wijze de student binnen het studiejaar als nog kan voldoen aan het vereiste en stelt daarbij een tijdslimiet vast. 3. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 4. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Bedreiging en bescherming dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student
Tentamen Onderwijseenheid Professionalisering 2 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Professionalisering 2 bestaat uit een Assessment van de volgende onderdelen: 1. Portfolio. 2. Professioneel gedrag bij alle werkvormen. 3. Mondelinge toets. 4. Aanwezigheidsverplichtingen. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Professionalisering 2 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Portfolio: de kwaliteit en volledigheid van het tijdig ingeleverde portfolio voldoet aan de standaard voor voldoende of goed. 2. Professioneel gedrag: het eindresultaat op de beoordelingen professioneel gedrag in alle werkvormen voldoet aan de standaard voldoende of goed. 3. Mondelinge toets: de beoordeling van de mondelinge toets voldoet aan de standaard voor voldoende of goed. 4. Heeft voldaan aan alle aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Professionalisering 2. C. Binnen het studiejaar wordt er voor ieder tentamenonderdeel zoals genoemd onder B beoordeeld of en op welke wijze een herkansing mogelijk is. De examinator bepaalt in samenspraak met de commissie Professionalisering of en hoe een herkansing mogelijk is. 1. De examinator legt het dossier voor aan de commissie Professionalisering 3. De commissie adviseert de examinator over de wijze waarop herkansing mogelijk is en stelt eventueel een individueel traject met beoordelingscriteria voor (inclusief tijdspad). Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. 171
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Professionalisering 1 dan wordt het resultaat Onvoldoende opgenomen in de studievoortgang van de student. Tentamen Onderwijseenheid Individuele profilering 2 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Individuele profilering 2 bestaat uit: 1. Een toetsvorm die behoort bij het keuzeonderwijs dat gekozen is. 2. Practicum verplichtingen behorende bij het keuzeonderwijs dat gekozen is. 3. Aanwezigheidsverplichtingen behorende bij het keuzeonderwijs dat gekozen is. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Individuele profilering 2 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Een beoordeling voldoende of goed (of een cijfer > 5,50) op de gebruikte toetsvorm bij het gekozen keuzeonderwijs. Indien het keuzeonderwijs met een cijfer wordt beoordeeld dan wordt het cijfer afgerond tot een geheel getal (cijfer > x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Heeft aan alle practicumverplichtingen voldaan. 3. Heeft aan de aanwezigheidsverplichting voldaan C. Indien niet aan alle tentamenvereisten voor Individuele profilering 2, zoals genoemd onder B, is voldaan dan geldt voor een herkansing het volgende: 1. De examinandus kan binnen het lopende studiejaar gebruik maken van de herkansingsmogelijkheid zoals dat bij het gekozen keuzeonderwijs wordt aangeboden, 2. De examinandus overlegt met de examinator van de onderwijseenheid Individuele profilering 2 over de mogelijkheid tot herkansing. Globaal kunnen zich de volgende twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a.
Het niet voldoen aan de tentameneisen voor Individuele profilering 2 is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of
b. Het niet voldoen aan de tentameneisen voor Individuele profilering 2 is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De examinator maakt afspraken met de student over de wijze waarop en binnen welke tijdbestek de onderwijseenheid of onderdelen daarvan herkanst kunnen worden. 3. Bij deelname aan de herhaling van de onderwijseenheid wordt na afloop opnieuw het tentamenresultaat vastgesteld. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat ‘V’ vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de geboden herkansing opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Individuele profilering 2 dan wordt het resultaat O (onvoldoende) opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden.
172
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Tandheelkunde bachelor jaar 3 Tentamen Onderwijseenheid Herstel van occlusie A. Het tentamen van de onderwijseenheid Herstel van occlusie bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend 2. Practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Herstel van occlusie met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Herstel van occlusie zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Herstel van occlusie kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 2. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Herstel van occlusie dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 173
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid. Tentamen Onderwijseenheid Complexe diagnostiek en behandeling A. Het tentamen van de onderwijseenheid Complexe diagnostiek en behandeling bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend 2. Practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Complexe diagnostiek en behandeling met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Complexe diagnostiek en behandeling zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Complexe diagnostiek en behandeling kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 2. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend.
174
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Complexe diagnostiek en behandeling dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid. Tentamen Onderwijseenheid Specialistische mondzorg 1 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 1 bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend 2. Practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 1 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 1 zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 1 kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 2. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of
175
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
b. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 1 dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen Onderwijseenheid Specialistische mondzorg 2 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 2 bestaat uit: 1. Eén schriftelijk toets die in twee afzonderlijke deeltoetsen wordt afgenomen. Uit het resultaat op het schriftelijke deeltoetsen wordt het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen berekend 2. Practicumverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 2 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door het rekenkundig gemiddelde te bepalen uit de twee schriftelijke deeltoetsen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimale en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer >x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Schriftelijke deeltoetsen: het cijfer op iedere afzonderlijke schriftelijke deeltoets is 4,50 of hoger. Het cijfer op het schriftelijke deeltoets wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen. 3. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 2 zijn vervuld. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Voor practicumverplichtingen geldt een afwijkende regeling. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijk deel van het tentamen: het schriftelijke deel van het tentamen op de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 2 kan herkanst worden door in de herhalingsperiode deel te nemen aan één of beide schriftelijke deeltoetsen. De keuze wordt bepaald door onderstaand: a. een deeltoets met cijfer < 4,50 moet worden herkanst tot een cijfer >4,50, b. een deeltoets met een cijfer ≥5.50 mag niet worden herkanst c. een deeltoets met een cijfer ≥4.50 doch < 5.50 mag worden herkanst om te komen tot een uitslag van ≥5.50 op het schriftelijk deel van het tentamen 176
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
2. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Specialistische mondzorg 2 dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 maar op een van beide deeltoetsen een cijfer ≥ 5,50 dan behoudt het cijfer ≥ 5,50 op de deeltoets zijn geldigheid in het daaropvolgende studiejaar. 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel practicumverplichtingen (B3) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid. Tentamen Onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3
SL A. Het tentamen van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden 3SL (skillslab) bestaat uit: 1. Praktijk-, theorie- en/of stationstoetsen, 2. Practicum- en aanwezigheidsverplichtingen. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3SL met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Voor iedere afzonderlijke praktijk-, theorie- en/of stationstoets een uitslag voldoende heeft behaald. 2. Heeft aan alle practicumverplichtingen voldaan. 3. Heeft voldaan aan de aanwezigheidsverplichtingen bij practica behorend bij de onderwijseenheid. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder A, de mogelijkheid tot herkansing . Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. De herhaling van één of meerdere praktijk-, theorie- en/of stationstoetsen is mogelijk op de datum die in het rooster is vastgelegd. 2. De laatste herhalingsmogelijkheid van één of meerdere praktijk- of stationstoetsen is mogelijk in de herhalingsperiode. 3. Herkansing practicum- of aanwezigheidsverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicum- of aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de verplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of 177
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
b. Het niet voldoen aan de verplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 4. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3SL dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student en vindt herbeoordeling van de gehele module plaats en bepaalt de examinator het individuele vervolgtraject waarbij de onvoldoende praktijk-, theorie- of stationstoetsen incl. bijbehorende practicumverplichtingen en aanwezigheidsverplichtingen op reguliere practicumtijden van het derde opleidingsjaar herkanst c.q. herhaald dienen te worden.. Voor het uitvoeren van verrichtingen bij patiënten als onderdeel van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 en 3, geldt als ingangseis dat voor de modules of practica van betreffende verrichtingen op het skillslab een voldoende resultaat is behaald. Dit betekent dat indien voor een module of practicum van de tentamens Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2A en 2B niet voor alle praktijktoetsen en theorie- of stationstoetsen een voldoende resultaat is behaald, voor de praktijktoetsen en theorie- of stationstoetsen van de onvoldoende module of practicum alsnog een voldoende resultaat moet worden behaald voordat met het uitvoeren van betreffende verrichtingen bij patiënten als onderdeel van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 2 en 3 mag worden begonnen. Tentamen Onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden
3KL A. Het tentamen van de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3KL (kliniek) bestaat uit: 1. Praktijktoetsen 2. Beoordeling voortgang kliniek 3. Practicum- en aanwezigheidsverplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3KL met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Voor iedere praktijktoets een uitslag voldoende heeft behaald. 2. Voor de beoordeling kliniek een uitslag voldoende is behaald 3. Heeft aan alle practicum- en aanwezigheidsverplichtingen bij practica behorend bij de onderwijseenheid voldaan. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. De herhaling van één of meerdere praktijktoetsen is mogelijk op de datum die in het rooster is vastgelegd. 2. Herkansing practicum- en aanwezigheidsverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicum- en aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de verplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de verplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 178
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden 3KL dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student en vindt herbeoordeling van de gehele onderwijseenheid plaats en bepaalt de examinator het individuele vervolgtraject. Tentamen Onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 3 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 3 bestaat uit: 1. Een schriftelijk deelverslag van de jaaropdracht aan het eind van het eerste semester (voortgangsrapportage) 2. Bachelorscriptie 3. Voldoen aan practicumverplichtingen 4. Beoordeling proces door begeleider 5. Verzorgen van presentatie van het eigen onderzoek en deelname aan discussie met anderen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing 3 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Het schriftelijk deelverslag (voortgangsrapportage) is beoordeeld met ‘voldoende’. 2. Bachelorscriptie: het cijfer op de Bachelorscriptie is 5,50 of hoger. Het cijfer op de scriptie wordt uitgedrukt in een getal met twee decimalen. 3. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing 3 zijn vervuld. 4. De beoordeling van de begeleider is 5,50 of hoger 5. Indien aan 1 t/m 4 is voldaan dan wordt het eindcijfer op de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing 3 bepaald door het gemiddelde te berekenen van de cijfers op de Bachelorscriptie en de beoordeling van de begeleider. Het berekende eindcijfer wordt afgerond op een geheel getal.
C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamen onderdeel zoals genoemd onder B, de mogelijkheid tot herkansing . Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Bij een onvoldoende beoordeling op de voortgangsrapportage krijgt de student de mogelijkheid om binnen 1 maand na het vast stellen van de onvoldoende een verbeterde versie in te leveren. 2. Bij een onvoldoende voor de Bachelorscriptie kan de student een aangepaste versie ter beoordeling inleveren voor 14 juli 2015. 3. Bij een onvoldoende beoordeling door de begeleider dient de student te voldoen aan een door de examinator vastgestelde reparatieopdracht. 4. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het nieuwe studiejaar jaar overdoen. 179
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
5. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Bedreiging en bescherming dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. Tentamen Onderwijseenheid Professionalisering 3 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Professionalisering 3 bestaat uit een Assessment van de volgende onderdelen: 1. Portfolio. 2. Professioneel gedrag bij alle werkvormen. 3. Mondelinge toets. 4. practicum- en aanwezigheidsverplichtingen. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Professionalisering 3 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Portfolio: de kwaliteit en volledigheid van het tijdig ingeleverde portfolio voldoet aan de standaard voor voldoende of goed. 2. Professioneel gedrag: het eindresultaat op de beoordelingen professioneel gedrag in alle werkvormen voldoet aan de standaard voldoende of goed. 3. Mondelinge toets: de beoordeling van de mondelinge toets voldoet aan de standaard voor voldoende of goed. 4. Heeft voldaan aan alle practicum- en aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Professionalisering 3. C. Binnen het studiejaar wordt er voor ieder tentamenonderdeel zoals genoemd onder B beoordeeld of en op welke wijze een herkansing mogelijk is. De examinator bepaalt met de commissie Professionalisering hoe en wanneer een herkansing mogelijk is. In globale zin kunnen zich twee situaties voordoen: 2. De examinator legt het dossier voor aan de commissie Professionalisering 3. De commissie adviseert de examinator over de wijze waarop herkansing mogelijk is en stelt eventueel een individueel traject met beoordelingscriteria voor (inclusief tijdspad). Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansing opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Professionalisering 3 dan wordt het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden Tentamen Onderwijseenheid Individuele profilering 3 A. Het tentamen van de onderwijseenheid Individuele profilering 3 bestaat uit: 1. Een toetsvorm die behoort bij het keuzeonderwijs dat gekozen is. 2. Practicumverplichtingen behorende bij het keuzeonderwijs dat gekozen is. 3. Aanwezigheidsverplichtingen behorende bij het keuzeonderwijs dat gekozen is. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Individuele profilering 3 met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 180
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
1. Een beoordeling voldoende of goed (of een cijfer > 5,50) op de gebruikte toetsvorm bij het gekozen keuzeonderwijs. Indien het keuzeonderwijs met een cijfer wordt beoordeeld dan wordt het cijfer afgerond tot een geheel getal (cijfer > x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Heeft aan alle practicumverplichtingen voldaan. 3. Heeft aan de aanwezigheidsverplichting voldaan C. Indien niet aan alle tentamenvereisten voor Individuele profilering 3, zoals genoemd onder B, is voldaan dan geldt voor een herkansing het volgende: 1. De examinandus kan binnen het lopende studiejaar gebruik maken van de herkansingsmogelijkheid zoals dat bij het gekozen keuzeonderwijs wordt aangeboden, 2. De examinandus overlegt met de examinator van de onderwijseenheid Individuele profilering 2 over de mogelijkheid tot herkansing. Globaal kunnen zich de volgende twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a.
Het niet voldoen aan de tentameneisen voor Individuele profilering 3 is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of
b. Het niet voldoen aan de tentameneisen voor Individuele profilering 3 is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De examinator maakt afspraken met de student over de wijze waarop en binnen welke tijdbestek de onderwijseenheid of onderdelen daarvan herkanst kunnen worden. 3. Bij deelname aan de herhaling van de onderwijseenheid wordt na afloop opnieuw het tentamenresultaat vastgesteld. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat ‘V’ vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de geboden herkansing opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Individuele profilering 3 dan wordt het resultaat O (onvoldoende) opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden Afsluitend bachelorexamen 1. Op het moment dat de examinandus alle tentamens behorende bij de bacheloropleiding Tandheelkunde met het cijfer 6 of hoger, of een waardering V of G heeft afgerond stelt de Examencommissie het judicium op het bachelorexamen vast. 2. Bij het vaststellen van het judicium beoordeelt de Examencommissie (conform de OER) of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend
181
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Protocol Tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde In dit protocol wordt beschreven op welke wijze de student aan de tentamenverplichtingen, behorende bij de onderwijseenheden van de masteropleiding Tandheelkunde, kan voldoen. Onder punt A worden de gebruikte toetsvormen binnen de masteropleiding Tandheelkunde benoemd. Onder B wordt per onderwijseenheid beschreven aan welke voorwaarde de student moet voldoen om een voldoende beoordeling voor de onderwijseenheid te krijgende. Onder punt C is de mogelijkheid voor herkansing beschreven. Indien na de herkansing alsnog is voldaan aan de vereisten onder punt B dan is het tentamen van de onderwijseenheid behaald. Tot slot wordt onder punt D de consequentie van een onvoldoende resultaat op het tentamen van de onderwijseenheid beschreven. Beoordelen van examinandi Om examinandi te kunnen beoordelen op tentamenonderdelen zoals: - beoordeling kliniek, - beoordeling coschappen, - beoordeling praktijktoetsen, - beoordeling professionalisering, - beoordeling wetenschappelijke scholing, is het noodzakelijk dat de beoordelingscriteria geformuleerd zijn. Daartoe stelt de examinator een gestandaardiseerd beoordelingsformulier met bijbehorende beoordelingscriteria op en legt dit ter instemming voor aan de Examencommissie. De examinator informeert de examinandus voorafgaande aan de onderwijseenheid over het beoordelingsformulier en de beoordelingscriteria. Voor schriftelijke toetsen maakt de examinator gebruik van het protocol Toetsservice en het protocol Beoordelen schriftelijk deel van het tentamen. Voor beoordelingen van het ‘voldoen aan practicumverplichtingen’ wordt door de examinator vastgesteld wat de geldende norm is en dit wordt vastgelegd in de onderwijseenheid.
182
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Tandheelkunde masteropleiding jaar 1 Tentamen onderwijseenheid Complexe mondproblemen A. Het tentamen van de onderwijseenheid Complexe mondproblemen bestaat uit: 1. Eén schriftelijke toets die in vier afzonderlijke delen wordt afgenomen. 2. Practicum verplichtingen. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Complexe mondproblemen met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door de vier schriftelijke delen samen te voegen tot één toets en daaruit het cijfer op het schriftelijk deel van het tentamen te bepalen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimalen en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer > x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Complexe mondproblemen zijn vervuld. 3. Indien de examinandus niet heeft voldaan aan datgene wat vermeld staat onder B1 en B2 dan wordt het tentamen als onvoldoende beoordeeld en als zodanig opgenomen in de studievoortgangrapportage. C. Binnen het lopende studiejaar is er voor ieder tentamenonderdeel, zoals genoemd onder A, éénmalig de mogelijkheid tot herkansing. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke deel van het tentamen: de schriftelijke toets van de onderwijseenheid Complexe mondproblemen kan herkanst worden door in de herkansingsperiode deel te nemen aan de herkansingstoets. De herkansingstoets omvat de volledige studiestof van de onderwijseenheid Complexe mondproblemen. Er is geen mogelijkheid om alleen delen van de schriftelijke toets te herkansen. 2. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling van de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het volgende studiejaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Complexe mondproblemen dan wordt (opnieuw) het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 dan heeft de student de mogelijkheid om in het volgende studiejaar opnieuw deel te nemen aan het schriftelijk deel van het tentamen
183
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel practicumverplichtingen (B2) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen onderwijseenheid Specifieke zorggroepen A. Het tentamen van de onderwijseenheid Specifieke zorggroepen bestaat uit: 1. Eén schriftelijke toets die in vier afzonderlijke delen wordt afgenomen. 2. Practicum verplichtingen. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Specifieke zorggroepen met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Het cijfer van het schriftelijk deel van het tentamen wordt berekend door de vier schriftelijke delen samen te voegen tot één toets en daaruit het cijfer op het schriftelijk deel van het tentamen te bepalen. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimalen en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer > x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Specifieke zorggroepen zijn vervuld. 3. Indien de examinandus niet heeft voldaan aan datgene wat vermeldt staat onder B1 en B2 dan wordt het tentamen als onvoldoende beoordeeld en als zodanig opgenomen in de studievoortgangrapportage. C. Binnen het studiejaar is er voor ieder tentamenonderdeel, zoals genoemd onder A, eenmaal de mogelijkheid tot herkansing. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke deel van het tentamen: de schriftelijke toets van de onderwijseenheid Specifieke zorggroepen kan herkanst worden door in de herkansingsperiode deel te nemen aan de herkansingstoets. De herkansingstoets omvat de volledige studiestof van de onderwijseenheid Specifieke zorggroepen. Er is geen mogelijkheid om alleen delen van de schriftelijke toets te herkansen. 2. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling van de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het volgende studiejaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Specifieke zorggroepen dan wordt (opnieuw) het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student.
184
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 dan heeft de student de mogelijkheid om in het volgende studiejaar opnieuw deel te nemen aan het schriftelijk deel van het tentamen 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel practicumverplichtingen (B2) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
Tentamen Onderwijseenheden Integrale mondzorg I, II en III
(Master jaar 1, 2 en 3) Het onderwijs Integrale mondzorg I, II en III is een longitudinaal onderwijsprogramma in de drie jarige masteropleiding Tandheelkunde. Per studiejaar wordt door de examinator een oordeel gevormd over de voortgang in dit proces. Het klinische onderwijs is opgebouwd uit verschillende klinische programma’s per studiejaar. Binnen deze klinische programma’s zijn formatieve en summatieve beoordelingen ingepland. De begeleider (beoordelaar) stelt aan het einde van ieder programma een voorlopige uitslag vast (‘advies’) voor de examinator. Op basis hiervan stelt de examinator de uitslag van de desbetreffende onderwijseenheid vast. De onderwijseenheden Integrale mondzorg I, II en III spelen zich in belangrijke mate af in de kliniek en worden daar beoordeeld. Dit geldt voor alle drie studiejaren. Daarnaast zijn er per studiejaar practicumverplichtingen geformuleerd. In het tweede jaar van de onderwijseenheid Integrale mondzorg worden er de coschappen gelopen en in het derde jaar van Integrale mondzorg is de cursus stralingsbescherming een onderdeel van het tentamen. In het document ‘toetsing en beoordeling klinisch onderwijs’ behorende bij de verschillende jaren van deze onderwijseenheid wordt beschreven aan welke eisen de student dient te voldoen om te voldoen aan de tentamenvereisten per studiejaar. De Examencommissie heeft de toetsings- en beoordelingsmethode geaccordeerd. A. Het tentamen van de onderwijseenheden Integrale mondzorg I, II en III in de masteropleiding bestaat per studiejaar uit de volgende tentamenonderdelen: 1) Onderwijseenheid Integrale mondzorg I master jaar 1: a. beoordeling kliniek b. praktijktoetsen, c. practicumverplichtingen 2) Onderwijseenheid Integrale mondzorg II master jaar 2: a. beoordeling kliniek b. beoordeling coschappen c. practicum verplichtingen. 3) Onderwijseenheid Integrale mondzorg III master jaar 3: a. beoordeling kliniek b. toets stralingsbescherming c. practicum verplichtingen. B. Het resultaat van het tentamen op de onderwijseenheden Integrale mondzorg I, II en III wordt per studiejaar toegekend met bijbehorende EC’s indien de student aan alle onderstaande voorwaarden heeft voldaan: In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1) Onderwijseenheid Integrale mondzorg I master jaar 1: a. de beoordeling kliniek is voldoende of goed, b. de beoordeling op de praktijktoetsen is voldoende of goed 185
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
c. heeft aan alle practicumverplichtingen voldaan 2) Onderwijseenheid Integrale mondzorg II master jaar 2: a. de beoordeling kliniek is voldoende of goed b. de beoordeling van de coschappen is voldoende of goed c. heeft voldaan aan alle practicum verplichtingen. 3) Onderwijseenheid Integrale mondzorg III master jaar 3: a. de beoordeling kliniek is voldoende of goed b. de beoordeling op de toets stralingsbescherming is voldoende indien het cijfer > 5,50 c. heeft voldaan aan de practicum verplichtingen.
-
Beoordelingscriteria Het tentamenresultaat is goed indien a en b beiden als goed zijn beoordeeld en aan c is voldaan. Het tentamenresultaat is voldoende indien a en b voldoende of goed zijn beoordeeld en aan c is voldaan. Het tentamenresultaat is onvoldoende indien één van de onderdelen a of b met een onvoldoende is beoordeeld of aan c niet is voldaan.
C. Herkansingen van tentamenonderdelen Integrale mondzorg I,II en III zoals genoemd onder A, is maatwerk. De examinator stelt na overleg met de examinandus vast op welke wijze en binnen welk tijdspad herkansing mogelijk is. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 2. Voor de herkansing van de ‘kliniek’ en/of ‘coschappen’ bepaalt de examinator op welke wijze en binnen welk tijdvak de examinandus dit onderdeel van het tentamen kan herkansen. Dit wordt vastgelegd in een verslag dat wordt toegevoegd aan het dossier van de examinandus. 3. Indien de examinandus een herkansing op de kliniek of een coschap nodig heeft dan volgt altijd een gesprek om de aard van de onvoldoende te bespreken en aanwijzingen te geven om bij herhaling tot een voldoende te komen. Indien de examinator van mening is dat een herkansing niet zonder meer succesvol is dan volgt de examinator het protocol ‘niet functionerende student’, en stelt de Examencommissie hiervan op te hoogte. 4. Voor de herkansing van de praktijktoetsen bepaalt de examinator op welke wijze en binnen welk tijdvak de examinandus dit onderdeel van het tentamen kan herkansen. Dit wordt vastgelegd in een verslag dat wordt toegevoegd aan het dossier van de examinandus. 5. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de verplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de verplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het volgende studiejaar overdoen.. 6. Voor de herkansing van de toets stralingsbescherming is de examinandus aangewezen op de eerst volgende mogelijkheid dat deze toets regulier wordt aangeboden. 7. Bij deelname aan de herhaling van de onderwijseenheid wordt na afloop opnieuw het tentamenresultaat vastgesteld. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Integrale mondzorg I, II of III dan wordt het resultaat O (onvoldoende) opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar 186
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
overgedaan worden. De examinator volgt het protocol ‘niet functionerende student’, en stelt de Examencommissie op de hoogte van de hernieuwde onvoldoende beoordeling.
Tentamen onderwijseenheden Professionalisering I, II en III
(Master jaar 1, 2 en 3) Het onderwijs Professionalisering I, II en III is een longitudinaal onderwijsprogramma in de driejarige masteropleiding Tandheelkunde. Per studiejaar wordt door de examinator een oordeel gevormd over de voortgang in dit proces. Indien de examinandus aan de verwachte voortgang voldoet dan gaat hij/zij door naar de volgende stap in dit proces. Daarnaast zijn er per studiejaar practicumverplichtingen geformuleerd. In de handleiding behorende bij de verschillende jaren van deze onderwijseenheid wordt beschreven aan welke eisen de student dient te voldoen om te voldoen aan de tentamenvereisten per studiejaar. De Examencommissie heeft de beoordelingsmethode geaccordeerd.
A. De tentamens van de onderwijseenheden Professionalisering I, II en III bestaan per studiejaar uit de volgende onderdelen: Onderwijseenheid Professionalisering I - Master jaar 1: 1) Portfolio-opdrachten 2) Bijdrage coachgroep bijeenkomsten 3) KWER-bijeenkomsten 4) Communicatiepractica 5) Evaluatie studievoortgang 6) Aanwezigheidsverplichtingen a. Coachgroep bijeenkomsten b. KWER-bijeenkomsten Beoordelingscriteria - Het tentamenresultaat is goed indien de onderdelen 1, 2, en 5 allen als goed zijn beoordeeld en alle overige onderdelen als voldoende zijn beoordeeld en aan alle verplichtingen is voldaan. - Het tentamenresultaat is onvoldoende indien één van de onderdelen 1 t/5 met een onvoldoende is beoordeeld of niet aan de verplichtingen is voldaan. - In de overige gevallen is het resultaat een voldoende. Onderwijseenheid Professionalisering II - Master jaar 2: 1) Portfolio-opdrachten 2) Bijdrage coachgroep bijeenkomsten 3) KWER-bijeenkomsten 4) Communicatiepractica 5) Evaluatie studievoortgang 6) Opdracht Professie in Praktijk 1 7) Professioneel Toetsingsgesprek 8) Aanwezigheidsverplichtingen a. Coachgroep bijeenkomsten b. KWER-bijeenkomsten c. Professie in Praktijk 1 Beoordelingscriteria
187
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
-
-
Het tentamenresultaat is goed indien de onderdelen 1, 2, 5, 6 en 7 allen als “goed” zijn beoordeeld en alle overige onderdelen als “voldoende” zijn beoordeeld en aan alle verplichtingen is voldaan. Het tentamenresultaat is onvoldoende indien één van de onderdelen 1 t/m 7 als “onvoldoende” is beoordeeld of niet aan de verplichtingen is voldaan. In de overige gevallen is het resultaat een voldoende.
Onderwijseenheid Professionalisering III - Master jaar 3: 1) Portfolio-opdrachten 2) Evaluatie zorg PTG-patiënt 3) Opdracht Professie in Praktijk 2 4) Professioneel Toetsingsgesprek 2 5) Aanwezigheidsverplichtingen a. Professie in Praktijk 2 Beoordelingscriteria - Het tentamenresultaat is goed indien de onderdelen 1 t/m 4 allen als “goed” zijn beoordeeld en aan alle verplichtingen is voldaan. - Het tentamenresultaat is onvoldoende indien één van de onderdelen 1 t/m 4 met een “onvoldoende” is beoordeeld of niet aan de verplichtingen is voldaan. - In de overige gevallen is het resultaat een voldoende. B. Het resultaat van het tentamen op de onderwijseenheden Professionalisering I, II en III wordt toegekend met bijbehorende EC’s indien de student aan alle tentamen onderdelen zoals vermeld onder A heeft voldaan. Indien een of meerdere onderdelen met een onvoldoende worden beoordeeld dan volgt een gesprek met de commissie Professionalisering. De commissie bepaalt op welke wijze en binnen welk tijdvak de examinandus het tentamen of onderdelen daarvan kan herkansen. C. Indien de student na afloop van de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Professionalisering dan wordt het resultaat O (onvoldoende) opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden. De examinator stelt de commissie Professionalisering op de hoogte van de hernieuwde onvoldoende beoordeling. De examinandus moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overdoen.
Tentamen onderwijseenheden Wetenschappelijke scholing I, II en III
(Master jaar 1, 2 en 3) Het onderwijs wetenschappelijke scholing in de masteropleiding Tandheelkunde is beschreven in een protocollenboek behorende bij deze onderwijseenheid. In het protocollenboek staat beschreven welke eisen aan de examinandus worden gesteld om te voldoen aan de tentamenvereisten van jaar 1, jaar 2 en jaar 3 van de master. De Examencommissie heeft de beoordelingsmethode geaccordeerd. A. Het tentamen van de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing in de master opleiding Tandheelkunde bestaat uit: 1. Master jaar 1: opstellen van een aanvraag voor de wetenschappelijke stage. 188
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
2. Master jaar 2: uitvoeren wetenschappelijk onderzoek op basis van goedgekeurde aanvraag en verslaglegging daarvan. 3. Master jaar 3: schrijven van een case-report met bijbehorende kritische analyse (CAT). B. Het resultaat van het tentamen op de onderwijseenheid Wetenschappelijk scholing I, II en III wordt toegekend met bijbehorende EC’s indien de student aan alle onderstaande voorwaarden heeft voldaan. In alle andere gevallen is het resultaat O: 1. Jaar 1: De aanvraag voor een wetenschappelijke stage is met een voldoende beoordeeld. 2. Jaar 2: Zowel de beoordeling van de uitvoering van de stage als stageverslag is beoordeeld met een cijfer 5,50 of hoger. Het stageverslag wordt pas beoordeeld als de uitvoering van een stage is beoordeeld met een cijfer 5,50 of hoger. Het cijfer op de uitvoering van de stage en het stageverslag wordt uitgedrukt in 2 decimalen. Het tentamencijfer op wetenschappelijke scholing jaar 2 is het rekenkundig gemiddelde uit beide deelcijfers en wordt afgerond op een geheel getal (cijfer > x.50 wordt afgerond tot x + 1). 3. Jaar 3: het case-report met bijbehorende CAT is beoordeeld met een ‘goed’ of met een ‘voldoende’. C. Voor ieder tentamenonderdeel zoals genoemd onder B wordt de mogelijkheid tot herkansing van het tentamen geboden: In het protocol van de wetenschappelijke scholing masteropleiding Tandheelkunde is beschreven op welke wijze student een onvoldoende resultaat kan herkansen. De herkansing gebeurt op geleide van de opmerkingen die bij de beoordeling zijn gegeven. Indien de examinandus er niet in slaagt om met de opmerkingen een nieuw werkstuk in te leveren, welke tot een voldoende beoordeling leidt, dan beslist de examinator of een nieuwe opdracht tot verbeteren kan worden gegeven of dat examinandus opnieuw de onderwijseenheid moet volgen en in welk tijdsbestek dit mogelijk is. Het tentamen van wetenschappelijke scholing jaar 1 moet met voldoende beoordeeld zijn alvorens de student wordt toegelaten tot de wetenschappelijke scholing jaar 2. Het tentamen van wetenschappelijke scholing jaar 2 moet met een cijfer 5,50 of hoger beoordeeld zijn alvorens de student wordt toegelaten tot jaar 3 van de masteropleiding.
Tandheelkunde masteropleiding jaar 2 Tentamen onderwijseenheid Integrale mondzorg II De beschrijving voor de onderwijseenheid Integrale mondzorg I van dit protocol is eveneens van toepassing op de onderwijseenheid Integrale Mondzorg II. Tentamen onderwijseenheid Professionalisering II De beschrijving voor de onderwijseenheid Professionalisering I van dit protocol is eveneens van toepassing op de onderwijseenheid Professionalisering II. Tentamen onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing II De beschrijving voor de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing I van dit protocol is eveneens van toepassing op de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing II.
189
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Tandheelkunde masteropleiding jaar 3 Tentamen onderwijseenheid Mondzorg in de volle breedte A. Het tentamen van de onderwijseenheid Mondzorg in de volle breedte bestaat uit: 1. Een schriftelijke toets. 2. Practicum verplichtingen. B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Mondzorg in de volle breedte met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 1. Schriftelijke deel van het tentamen: het cijfer op het schriftelijke deel van het tentamen is 5,50 of hoger. Daarbij geldt dat het cijfer wordt uitgedrukt in twee decimalen en vervolgens wordt afgerond tot een geheel getal (een gemiddeld cijfer > x.50 wordt afgerond tot x + 1). 2. Practicumverplichtingen: alle practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid Mondzorg in de volle breedte zijn vervuld. 3. Indien de examinandus niet heeft voldaan aan datgene wat vermeldt staat onder B1 en B2 dan wordt het tentamen als onvoldoende beoordeeld en als zodanig opgenomen in de studievoortgangrapportage. C. In het volgende semester is er voor ieder tentamenonderdeel, zoals genoemd onder A, eenmaal de mogelijkheid tot herkansing. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 1. Herkansing schriftelijke deel van het tentamen: de schriftelijke toets van de onderwijseenheid Mondzorg in de volle breedte kan herkanst worden door in de herkansingsperiode deel te nemen aan de herkansingstoets. 2. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling van de practicumverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. het niet voldoen aan de practicumverplichtingen is dermate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het volgende studiejaar overdoen. 3. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan datgene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Mondzorg in de volle breedte dan wordt (opnieuw) het resultaat O opgenomen in de studievoortgang van de student. 1. Indien de student na de herkansing op het schriftelijk deel van het tentamen een cijfer heeft behaald < 5,50 dan heeft de student de mogelijkheid om in het volgende studiejaar opnieuw deel te nemen aan het schriftelijk deel van het tentamen 2. Indien de student na de herkansing op het onderdeel practicumverplichtingen (B2) een oordeel O heeft staan dan moeten alle tentamen onderdelen behorende bij de onderwijseenheid over gedaan worden, geen van de onderdelen onder B behoudt dan zijn geldigheid.
190
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Tentamen onderwijseenheid integrale mondzorg III De beschrijving voor de onderwijseenheid Integrale mondzorg I van dit protocol is eveneens van toepassing op de onderwijseenheid Integrale Mondzorg III.
Tentamen onderwijseenheid Individuele profilering A. Het tentamen van de onderwijseenheid Individuele profilering bestaat uit: 1. Beoordeling verslagen en/of referaten 2. Practicum verplichtingen B. Voor het behalen van een voldoende resultaat op de onderwijseenheid Individuele profilering met bijbehorende EC’s dient de student aan alle onderstaande voorwaarden te voldoen. In alle andere gevallen is het resultaat een O. 4. een beoordeling voldoende of goed op de verslagen en/of referaten. 5. heeft aan alle practicumverplichtingen voldaan. C. In het volgende semester is er voor ieder tentamenonderdeel, zoals genoemd onder A, eenmaal de mogelijkheid tot herkansing. Afhankelijk van datgene wat onvoldoende is geldt het volgende: 4. Voor de herkansing van de beoordeling op de verslagen en/of referaten bepaalt de examinator op welke wijze en binnen welk tijdvak de examinandus dit onderdeel van het tentamen kan herkansen. 5. Herkansing practicumverplichtingen: bij een onvoldoende beoordeling voor het voldoen aan de practicum- of aanwezigheidsverplichtingen behorende bij de onderwijseenheid kunnen zich twee situaties voordoen, waarbij de examinator bepaalt wat van toepassing is: a. Het niet voldoen aan de verplichtingen is gering en kan door een aanvullende opdracht binnen het studiejaar gerepareerd worden, of b. Het niet voldoen aan de verplichtingen is der mate dat het niet binnen het studiejaar gerepareerd kan worden. De student moet de gehele onderwijseenheid (inclusief alle toetsen en verplichtingen) in het volgende studiejaar overdoen. 6. Bij deelname aan de herhaling van de onderwijseenheid wordt na afloop opnieuw het tentamenresultaat vastgesteld. Indien de student door de herkansing heeft voldaan aan dat gene wat onder B vermeld staat dan wordt het tentamenresultaat ‘V’ vastgesteld en worden de bijbehorende EC’s toegekend. D. Indien de student na de herkansingsperiode opnieuw geen voldoende resultaat heeft behaald op de onderwijseenheid Individuele profilering dan wordt het resultaat O (onvoldoende) opgenomen in de studievoortgang van de student en moet de gehele onderwijseenheid in het nieuwe studiejaar overgedaan worden.
Tentamen onderwijseenheid Professionalisering III De beschrijving voor de onderwijseenheid Professionalisering I van dit protocol is eveneens van toepassing op de onderwijseenheid Professionalisering III.
191
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol tentamenvereisten masteropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Tentamen onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing III De beschrijving voor de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing I van dit protocol is eveneens van toepassing op de onderwijseenheid Wetenschappelijke scholing III. Afleggen afsluitend masterexamen Tandheelkunde Op de dag dat de examinandus het laatste tentamenonderdeel van de masteropleiding jaar 3 inlevert ter beoordeling legt de examinandus formeel het masterexamen af. Indien uit de beoordeling blijkt dat student heeft voldaan aan dit laatste tentamenvereiste dan wordt de bul gedateerd op de dag dat het laatste tentamenonderdeel is ingeleverd ter beoordeling. Indien uit de beoordeling blijkt dat het tentamen nog niet voldoende is dan geldt de datum waarop de herkansing wordt ingeleverd voor datering van de bul, mits deze herkansing een voldoende resultaat oplevert.
192
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol gang van zaken tijdens het afleggen van schriftelijke toetsen Tandheeldkunde opleidingen 2014-2015
BACHELOR Tandheelkunde jaar 2 en jaar 3 in studiejaar 2014-2015 (reguliere afname) Samenstellen deeltoets Voor het samenstellen van een schriftelijke deeltoets dient de volgende richtlijn te worden gehanteerd: het totaal aantal vragen dient in verhouding te staan met de onderwerpen per cyclus (representativiteit) beperk zoveel mogelijk het gebruik van juist/onjuist stellingen Toetsservice (consulent) en toetspanel De deeltoets wordt door de toetsservice (consulenten) en een toetspanel (examinator, tandarts en (pre)klinisch docent) aan resp. een vormtechnische- en inhoudelijke beoordeling onderworpen. Hiervoor wordt de volgende richtlijn gehanteerd: o op een door de examinator vastgesteld tijdstip, tenminste 2 werkweken voor afname van de deeltoets, dient de door de examinator geautoriseerde deeltoets inhoudelijk door een toetspanel en vormtechnisch door de toetsservice te worden beoordeeld Evalueer de deeltoets met de jaarvertegenwoordiging (JV) Psychometrische analyse Aan de hand van de psychometrische analyse van het UOCG vindt door de examinator controle plaats van de antwoordsleutel en worden items die niet voldoen verwijderd aan de hand van de volgende stappen:
controleer voor elk item de juistheid van de antwoordsleutel: Als …. antwoordsleutel fout* bij 2-keuze beide antwoorden juist bij 3-/4-keuze meer dan 1 antwoord juist *
dan … antwoordsleutel corrigeren item verwijderen resp. 2-/3-keuze vraag van maken
aanwijzigingen voor een fout: - p-waarde antwoordsleutel < p-waarden van andere alternatieven - p-waarde < de som van de andere alternatieven
controleer elk item Als … item vormtechnisch of inhoudelijk niet voldoet p-waarde ≤ de raadkans*
dan … item verwijderen item verwijderen, tenzij de
toetsservice, het toetspanel én de examinator eensluidend van oordeel zijn dat verwijdering niet nodig is. De motivatie voor handhaving van een item moet aan de ECTG worden voorgelegd, zodat de ECTG de zorgvuldigheid van de procedure kan controleren. 193
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol gang van zaken tijdens het afleggen van schriftelijke toetsen Tandheeldkunde opleidingen 2014-2015
twijfel over item o.g.v. combinatie p- en rit-waarde** oftewel item meet mogelijk niet wat beoogd wordt te meten * **
item herbeschouwen door examinator of verwijdering nodig is
2/3/4-keuze-vraag resp. p-waarde ≤ 0,50/0,33/0,25 ± = twijfel over item
2-keuze-vragen p-waarde > 0,77 - 0,92 > 0,63 - 0,77 > 0,50 - 0,63
rit-waarde negatief significant niet significant ± ± ± ± ±
3-keuze-vragen p-waarde > 0,70 - 0,90 > 0,50 - 0,70 > 0,33 - 0,50
rit-waarde negatief significant niet significant ± ± ± ± ±
4-keuze-vragen p-waarde > 0,66 - 0,89 > 0,44 - 0,66 > 0,25 - 0,44
rit-waarde negatief significant niet significant ± ± ± ± ±
indien er sleutelaanpassingen en/of itemverwijderingen hebben plaatsgevonden, moet de toets opnieuw psychometrisch geanalyseerd worden (heranalyse UOCG)
Cijferbepaling deeltoets
beoordeel de deeltoets aan de hand van tevoren schriftelijk vastgestelde en bekendgemaakte normen, zoals in het volgende rekenvoorbeeld:
Vraag
Aantal
Score o.b.v. raden (sr) / max. aantal punten (max)
2k
50
sr = 25
3k
30
sr = 10
4k
20
sr = 5
essay
10
max = 65
deeltoetscijfer =
Formule
Voorbeeld
[score – 25 × wf1 ] × 10 = cijfer 2k [ 50 – 25 ] [score – 10 × wf2 ] × 10 = cijfer 3k [ 30 – 10 ] [score – 5 × wf3] × 10 = cijfer 4k [ 20 - 5 ]
[ 38 – 25 × 0,20 ] × 10 = [ 50 –25 ] [25 – 10 × 0,20 ] × 10 = [30 – 10 ] [15 – 5 × 0,20 ] × 10 = [20 – 5 ]
1,04
[score × wf4 ] × 10 = cijfer essay [ 65 ]
[38 × 0,4 ] × 10 = [65 ]
2,34
(deel)eindcijfer
1,50 1,33
6,21
194
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol gang van zaken tijdens het afleggen van schriftelijke toetsen Tandheeldkunde opleidingen 2014-2015
in het kader van de kwaliteitscontrole legt de examinator de voorlopige uitslag van de deeltoets binnen 7 werkdagen voor aan het DB-ECTG; de examinator dient het DB-ECTG hierbij het volgende te doen toekomen: de psychometrische analyse(s), de deeltoetsuitslag, het protocol deeltoetsverslag, inclusief uitleg indien meer dan 30% van de deelnemende studenten geen voldoende dreigt te halen, over wat naar zijn/haar mening de oorzaak hiervan is en wat de mening van de JV is. Zo mogelijk kan op advies van het DB-ECTG de uitslag worden bijgesteld. maak de uitslag van het tentamen binnen tien werkdagen na de dag waarop het laatste onderdeel daarvan is afgelegd via het onderwijsinstituut bekend door middel van publicatie op het daarvoor bestemde publicatiebord en Nestor
de voorlopige uitslag van de deeltoets wordt in de eerst volgende vergadering van de examencommissie besproken; indien de examencommissie de voorlopige uitslag met instemming heeft getekend, moet de uitslag door de examinator definitief worden vastgesteld
Cijferbepaling tentamen
zodra de uitslagen van alle deeltoetsen bekend zijn, moet een voorlopige uitslag van het tentamen worden vastgesteld, aan de hand van het volgende rekenvoorbeeld: Onderwijseenheid X, heeft twee deeltoetsen, weegfactoren: 1 : 1 Berekening cijfers deeltoetsen : zie hierboven 1e deeltoets 6,48
2e deeltoets 5,35
Berekening eindcijfer onderwijseenheid X Weegfactoren Dt1 : Dt2 = 1 : 1, derhalve:
6,48 + 5,35 Eindcijfer onderwijseenheid = 2 wordt x + 1" = 6
= 5,915, volgens regel "x.50…
NB indien één der deeltoetsen kleiner dan 4,50 en/of het resultaat van het schriftelijk deel van het tentamen kleiner dan 5,50, dan kan geen eindcijfer worden vastgesteld (zie artikel RR.12)
maak de uitslag van het tentamen binnen tien werkdagen na de dag waarop het laatste onderdeel daarvan is afgelegd via het onderwijsinstituut bekend door middel van publicatie op Nestor
195
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol gang van zaken tijdens het afleggen van schriftelijke toetsen Tandheeldkunde opleidingen 2014-2015
BACHELOR Tandheelkunde jaar 2 en jaar 3 in studiejaar 2014-2015 (herhalingsafname) Samenstellen deeltoets Voor het samenstellen van een schriftelijke deeltoets dient de volgende richtlijn te worden gehanteerd: het totaal aantal juist/onjuist stellingen c.q. meerkeuze vragen dient in verhouding te staan met het onderwerp of de onderwerpen per cyclus (representativiteit) beperk het gebruik van juist/onjuist stellingen zo veel mogelijk Toetsservice (consulent) en toetspanel De deeltoets wordt door de toetsservice (consulenten) en een toetspanel (examinator, tandarts en (pre)klinisch docent) aan resp. een vormtechnische- en inhoudelijke beoordeling onderworpen. Hiervoor wordt de volgende richtlijn gehanteerd: op een door de examinator vastgesteld tijdstip, tenminste 2 werkweken voor afname van de deeltoets, dient de door de examinator geautoriseerde deeltoets inhoudelijk door een toetspanel en vormtechnisch door de toetsservice te worden beoordeeld Controle items op juistheid van antwoordsleutel Als …. antwoordsleutel fout bij 2-keuze beide antwoorden juist bij 3-/4-keuze meer dan 1 antwoord juist *
dan … antwoordsleutel corrigeren item verwijderen resp. 2-/3-keuze vraag van maken
aanwijzigingen voor een fout: - p-waarde antwoordsleutel < p-waarden van andere alternatieven - p-waarde < de som van de andere alternatieven
Cijferbepaling deeltoets & tentamen
beoordeel de deeltoets aan de hand van tevoren schriftelijk vastgestelde en bekendgemaakte normen, zoals in het volgende rekenvoorbeeld:
Vraag
Aantal
Score o.b.v. raden (sr) / max. aantal punten (max)
2k
50
sr = 25
3k
30
sr = 10
4k
20
sr = 5
essay
10
max = 65
Formule
Voorbeeld
[score – 25 × wf1 ] × 10 = cijfer 2k [ 50 – 25 ] [score – 10 × wf2 ] × 10 = cijfer 3k [ 30 – 10 ] [score – 5 × wf3] × 10 = cijfer 4k [ 20 - 5 ]
[ 38 – 25 × 0,20 ] × 10 = [ 50 –25 ] [25 – 10 × 0,20 ] × 10 = [30 – 10 ] [15 – 5 × 0,20 ] × 10 = [20 – 5 ]
1,04
[score × wf4 ] × 10 = cijfer essay [ 65 ]
[38 × 0,4 ] × 10 = [65 ]
2.34
deeltoetscijfer =
(deel)eindcijfer
1,50 1,33
6,21
zodra de uitslagen van alle deeltoetsen behorende tot één onderwijseenheid bekend zijn, moet een voorlopige uitslag van het tentamen worden vastgesteld, aan de hand van het volgende rekenvoorbeeld: Onderwijseenheid X, heeft twee deeltoetsen, weegfactoren: 1 : 1 196
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol gang van zaken tijdens het afleggen van schriftelijke toetsen Tandheeldkunde opleidingen 2014-2015
Berekening cijfers deeltoetsen : zie hierboven 1e deeltoets 6,48
2e deeltoets 5,35
Berekening eindcijfer onderwijseenheid X W e 6,48 + 5,35 e Eindcijfer onderwijseenheid = 2 g wordt x + 1" = 6 factoren Dt1 : Dt2 = 1 : 1, derhalve:
6,48 + 5,35 Eindcijfer onderwijseenheid = 2 wordt x + 1" = 6 NB
= 5,915, volgens regel "x.50…
= 5,915, volgens regel "x.50…
indien één der deeltoetsen kleiner dan 4,50 en/of het resultaat van het schriftelijk deel van het tentamen kleiner dan 5,50, dan kan geen eindcijfer worden vastgesteld (zie artikel RR.12)
in het kader van de kwaliteitscontrole legt de examinator de voorlopige uitslag van de deeltoets binnen 7 werkdagen voor aan het DB-ECTG; de examinator dient het DB-ECTG hierbij het volgende te doen toekomen: de psychometrische analyse(s), de deeltoetsuitslag, het protocol deeltoetsverslag, inclusief uitleg indien meer dan 30% van de deelnemende studenten geen voldoende dreigt te halen, over wat naar zijn/haar mening de oorzaak hiervan is en wat de mening van de JV is. Zo mogelijk kan op advies van het DB-ECTG de uitslag worden bijgesteld. maak de uitslag van het tentamen binnen tien werkdagen na de dag waarop het laatste onderdeel daarvan is afgelegd via het onderwijsinstituut bekend door middel van publicatie op Nestor
197
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol gang van zaken tijdens het afleggen van schriftelijke toetsen Tandheeldkunde opleidingen 2014-2015
Protocol: gang van zaken tijdens het afleggen van schriftelijke toetsen. lid 1.
Het onderwijsinstituut zorgt ervoor dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het afnemen van de toets goed verloopt. lid 2. De student is verplicht zich op verzoek te legitimeren met zijn/haar studentenkaart. lid 3. Aanwijzingen van de Examencommissie Tandheelkunde en Geneeskunde c.q. examinator of surveillant die voor de aanvang van de schriftelijke toets zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens de toets en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. lid 4. Een surveillant is bevoegd om na overleg met de examinator onmiddellijk voorafgaand aan of gedurende de toets : i. de inschrijving bescheiden van studenten te controleren; ii. benodigde bescheiden van de student te onderzoeken; iii. andere meegebrachte bezittingen of eigendommen van de student te onderzoeken bij sterk vermoeden van fraude en tevens met het oog op het aantonen van fraude. lid 5. Een surveillant is bevoegd om namens de examinator een student deelname of verdere deelname aan de toets te ontzeggen indien deze: i. zonder geldige reden na aanvang van de toets verschijnt; ii. niet over geldige inschrijvingsbescheiden beschikt; iii. frauduleuze handelingen pleegt; iv. tijdens het afleggen van een tentamen of tentamenonderdeel hulpmiddelen in de mobiele telecommunicatie of soortgelijke middelen gebruikt c.q. operationeel heeft. v. het ordelijk verloop van de toets verstoort. lid 6. In de in lid 5 genoemde gevallen worden de toetsformulieren door de surveillant ingenomen en wordt de toets als onvoldoende beoordeeld. lid 7. In uitzondering op lid 5 kan een student die binnen kwartier na aanvang van de toets verschijnt door de examinator of de surveillant, indien in hun ogen de reden van te laat komen of het ontbreken van inschrijvingsbescheiden een geldige zou kunnen zijn, voorwaardelijk tot de toets worden toegelaten. De examinator informeert binnen twee werkdagen de Examencommissie over de reden van de voorwaardelijke toelating en adviseert de Examencommissie. Binnen zeven werkdagen na het afleggen van de toets besluit de Examencommissie of de voorwaardelijk afgelegde toets geaccepteerd wordt als zijnde afgelegd. Indien de Examencommissie besluit dat de reden van te laat komen of ontbreken van inschrijvingsbescheiden een niet geldige is dan wordt de toets als niet afgelegd beschouwd. lid 8. De student die met een toets is begonnen mag pas minimaal een kwartier na aanvang de zaal verlaten. lid 9. Bij een schriftelijke toets moet de tijdsduur van de toets worden aangegeven. De examinator heeft het recht om de aangegeven tijdsduur te verlengen. Studenten die eerder weggaan, kunnen geen rechten ontlenen aan het feit dat na hun weggaan tot verlenging wordt besloten. lid 10. Tegen een beslissing van de examinator en/of surveillant staat beroep open bij de Examencommissie.
198
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol faciliteitenregeling bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
Faciliteitenregeling bacheloropleiding Tandheelkunde Overeenkomstig de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Tandheelkunde & Geneeskunde kan de Examencommissie voor studenten een aangepast studie- en/of examenprogramma vaststellen. De mogelijke aanpassingen worden in deze faciliteitenregeling uiteengezet. 1. Studenten die voor de faciliteitenregeling in aanmerking komen: 1. Facultair bestuurlijk actieve studenten: d.w.z. 1. bestuursleden van de T.M.F.V. Archigenes, 2. student-leden Universiteitsraad, 3. student-lid praesidium Universiteitsraad, 4. student-leden van de O&O raad, 5. student-lid van het Faculteitsbestuur 2. Erkende RuG- topsporters. 3. Overige studenten, te bepalen op verzoek door de Examencommissie Tandheelkunde & Geneeskunde. 2. Algemene voorwaarden voor gebruik van de faciliteitenregeling a) Voor elke afwezigheid geldt dat, om van de faciliteitenregeling gebruik te kunnen maken, u voorafgaand aan een onderwijseenheid bij de examinator én bij de producent van het jaar waarvan de onderwijseenheid deel uitmaakt een verzoek daartoe in moet dienen. Bij niet van tevoren gemelde en toegestane afwezigheid, geldt de normale regeling. b) Meld vooraf schriftelijk aan de coördinator (semestercoördinator, (pre)klinisch onderwijscoördinator, etc.) en aan de Examencommissie wanneer je afwezig zult zijn of dat je graag in een bepaalde groep wilt worden geplaatst.
3. Mogelijke aanpassingen aan onderwijs op basis van de faciliteitenregeling a) Practica (activiteiten die niet of nauwelijks interfereren met die van medestudenten) Hierbij dient een maximale bereidheid tot individuele roosterwijziging getoond te worden. Indien een gewenste roosterwijziging niet mogelijk is, kan door een vervangende opdracht aan de verplichtingen worden voldaan. Onder dit onderdeel dient ook de Professionele Vorming of Tandheelkundige vaardigheden en kennis van vaardigheden te worden verstaan. b) Tutor-, coach-, c.q. mentorgroepbijenkomsten Bij van tevoren gemelde afwezigheid kan alsnog aan de verplichting worden voldaan door een opdracht met een omvang van 50% van een normale opdracht, dus ongeveer 5 uur per gemiste tutor-, coach-, of mentorgroepbijeenkomst. Bij niet van tevoren gemelde afwezigheid geldt de normale regeling. Het maximaal aantal te missen bijeenkomsten blijft voor deze studenten hetzelfde als voor andere studenten (zie Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Tandheelkunde). c) Deeltoetsen Tijdens de herhalingsmogelijkheid in augustus (nog) af te leggen deeltoetsen kunnen worden 199
Regels en Richtlijnen Examencommissie: protocol faciliteitenregeling bacheloropleiding Tandheelkunde 2014-2015
beschouwd als voor de eerste keer afgelegd, ongeacht de vraag of de student al dan niet aan de reguliere deeltoets heeft deelgenomen. Is het tentamenresultaat niettemin nog steeds onvoldoende dan wordt er nog één herhalingsmogelijkheid geboden. Dit kan alleen als de student om toepassing van deze regel verzoekt vóórdat de deeltoets voor de eerste keer wordt afgenomen. Het verzoek dient gericht te worden aan de desbetreffende examinator (met afschrift aan het Curriculumbureau Tandheelkunde). d) Tutorgroep-, mentorgroep-,coachgroep- en practica-indelingen: Wanneer het nodig is dat je ingedeeld wordt in een bepaalde groep, overleg dit dan bij iedere onderwijseenheid van tevoren met het Curriculumbureau Tandheelkunde. 4. Route: a) Algemeen: Meld van tevoren aan de coördinator (semester-/trimestercoördinator, (pré)klinisch onderwijscoördinator etc.) én aan de Examencommissie schriftelijk wanneer je afwezig zult zijn (het correspondentieadres van de Examencommissie vind je op de website en in de studiegids). Wanneer je door je afwezigheid verplicht onderwijs mist, betekent dat niet dat je daar vrijstelling van krijgt; wel zullen docenten hun best doen je te helpen het in te halen. b) Verplicht onderwijs: Zoek van tevoren uit welk verplicht onderwijs je mist. Overleg met de coördinator (semestercoördinator, (pré)klinisch onderwijscoördinator etc.) hoe je de onderdelen kunt inhalen. Overleg eventueel met de studieadviseur. Lukt het niet om samen tot een oplossing te komen, verzin dan zelf een oplossing en vraag aan de examencommissie of zij daarmee akkoord gaat. c) Tentamens: Wanneer in de periode dat je weg bent een tentamen valt, overleg dan met de coördinator (semestercoördinator, (pré)klinisch onderwijscoördinator etc.) of je het op een ander moment in kunt halen. Overleg eventueel met de studieadviseur. Lukt het niet om samen tot een oplossing te komen, verzin dan zelf een oplossing en vraag aan de examencommissie of zij daarmee akkoord gaat.
200
Regels en richtlijnen Examencommissie: protocol flex-regeling bachelor tandheelkunde 2013-2014
Flexregeling bacheloropleiding Tandheelkunde De flexregeling heeft als doel geselecteerde studenten die onderdelen van het tentamen van onderwijseenheden opnieuw moeten afleggen, de gelegenheid te geven om de achterstand (deels) in te lopen door het gelijktijdig volgen van 2 onderwijseenheden. De flexregeling is uitsluitend toegankelijk voor studenten die de propedeuse volledig hebben afgerond. Onder de flexregeling vallen de volgende onderwijseenheden: Opleidingsjaar
Onderwijseenheid
2
Weefselverlies Orale geneeskunde Odontogene ontsteking en acute pijn Stoornissen in groei en ontwikkeling
3
Herstel van occlusie Complexe diagnostiek en behandeling Specialistische mondzorg 1 Specialistische mondzorg 2
Primaire selectiecriteria de student zit in het derde opleidingsjaar Tandheelkunde de student heeft bij aanvang van het studiejaar maximaal één van de onderwijseenheden Weefselverlies, Orale geneeskunde, Odontogene ontsteking en acute pijn, Stoornissen in groei en ontwikkeling niet behaald Secundaire selectiecriteria de studieadviseur beoordeelt of de student een realistische studieplanning heeft gemaakt de studieadviseur stelt in geval van bijzondere omstandigheden vast in hoeverre deze veranderd zijn, waardoor de student in staat is meer/beter te studeren Uitvoering 1. een student die van de flexregeling voor de onderwijseenheden Weefselverlies en Herstel van Occlusie gebruik wil maken neemt uiterlijk 2 weken vòòr aanvang van de te flexen onderwijseenheid contact op met de studieadviseur. 2. een student die van de flexregeling gebruik wil maken neemt uiterlijk 10 weken vòòr aanvang de te flexen onderwijseenheid contact op met de studieadviseur. 3. de student die gebruik wil maken van de flexregeling maakt een voorstel tot studieplanning. 4. de studieadviseur toetst de primaire - en secundaire selectiecriteria voor deelname. 5. de studieadviseur stelt op grond van de selectiecriteria en het studieplan een advies op voor de betrokken examinatoren en de Examencommissie Tandheelkunde & Geneeskunde. 201
Regels en richtlijnen Examencommissie: protocol flex-regeling bachelor tandheelkunde 2013-2014
6. de betrokken examinatoren beoordelen het advies en besluiten gemeenschappelijk of de student in aanmerking komt voor het tegelijkertijd volgen van 2 onderwijseenheden 7. De Examencommissie vraagt de betrokken examinatoren om het advies over te nemen
202
Vereenvoudige versie Studentenstatuut 2014-2015
STUDENTENSTATUUT Rijksuniversiteit Groningen Studiejaar 2014-2015 Het studentenstatuut is te vinden op de website van de RuG: http://www.rug.nl/education/laws-regulations-complaints/2014-2015/
Het Studentenstatuut Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als de universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Deze laatste regelingen zijn opgenomen in de bijlagen bij het instellingsdeel van het Studentenstatuut. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het instellingsspecifiekdeel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie, zoals inschrijving en rechtsbescherming. Het instellingsdeel is te vinden op myuniversity (www.rug.nl/studenten/ > regelingen, klachten & medezeggenschap > regelingen > studentenstatuut). In het instellingsdeel van het Studentenstatuut worden de artikelen van wetten en regelingen niet letterlijk geciteerd, maar zo leesbaar mogelijk weergegeven. Bij de verschillende onderwerpen zijn links opgenomen naar de betreffende artikelen van de wet of regeling. Het opleidingsspecifiekdeel beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding, zoals examens en studiepunten. Deze verschillen per opleiding en faculteit. Je kunt het opleidingsdeel raadplegen bij de facultaire onderwijs- en examenadministratie en in de facultaire studiegidsen. Geldigheid Het Studentenstatuut geldt voor het studiejaar 2015-2015. Het instellingsdeel van het Studentenstatuut wordt jaarlijks, met instemming van de Universiteitsraad, door het College van Bestuur vastgesteld. Als het Statuut in strijd of tegenspraak is met wettelijke regels, dan gaan de wettelijke regels voor. Bekendmaking Alle studenten ontvangen aan het begin van het studiejaar een mail van het College van Bestuur met de vermelding waar zij het Studentenstatuut op de website van de RUG kunnen vinden en waar zij binnen de universiteit het statuut kunnen inzien. Het belang van het Studentenstatuut Alle studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het Studentenstatuut. Als je je niet houdt aan de plichten die uit het statuut voortvloeien, heeft dat mogelijk consequenties voor je rechten, bijvoorbeeld op financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Een wet of regeling heeft per definitie een algemeen karakter. Dat geldt ook voor het Studentenstatuut. Dit betekent dat het effect in een concrete situatie en in een individueel geval niet altijd eenduidig en voorspelbaar is. Ten slotte is ‘recht’ nooit statisch, maar voortdurend in ontwikkeling. Studenten die dit studiejaar begonnen zijn, krijgen te maken met andere regelingen dan ouderejaars. Zorg er dus altijd voor dat je je goed laat informeren door jouw faculteit en/of het Studenten Service Centrum (SSC) en lees het Studentenstatuut goed door. Onderwerpen in het Studentenstatuut Het centrale deel van het Studentenstatuut bevat nadere informatie over de rechten en plichten van de student met betrekking tot de volgende onderwerpen:
203
Vereenvoudige versie Studentenstatuut 2014-2015
-
toegang en toelating tot universitaire opleidingen, inschrijving en beëindiging inschrijving, betaling collegegeld, het onderwijs, inclusief het bindend studieadvies, de tentamens en examens, financiële ondersteuning in geval van overmacht of bijzondere omstandigheden, medezeggenschap, gedragsregels, rechtsbescherming.
204
Vereenvoudige versie Studentenstatuut 2014-2015
Adressen Centrale instanties Rijksuniversiteit Groningen ALGEMENE ADRESSEN College van Bestuur (CvB) P: Postbus 72, 9700 AB Groningen T: (050) 363 5285 Universiteitsraad (U-raad) P: Postbus 72, 9700 AB Groningen T: (050) 363 8535 E:
[email protected] I: www.rug.nl/uraad Algemeen Bestuurlijke en Juridische Zaken (ABJZ) P: Postbus 72, 9700 AB Groningen T: (050) 363 5440 E:
[email protected] I: myuniversity.rug.nl/infonet/medewerkers/organisatie/bvdu/abjz/ Donald Smits Centrum voor Informatie Technologie (CIT) B: Zernikeborg, Nettelbosje 1 P: Postbus 11044, 9700 CA Groningen T: (050) 363 9200 E:
[email protected] I: www.rug.nl/cit
Helpdesk CIT T: E:
(050) 363 3232
[email protected]
Arbo- en Milieudienst (AMD) B+P: Visserstraat 49, 9712 CT Groningen T: (050) 363 5551 E:
[email protected] I: www.rug.nl/amd Bureau Vertrouwenspersoon Marijke Dam, Vertrouwenspersoon B+P: Visserstraat 47, 9712 CT Groningen T: (050) 363 5435 E:
[email protected] I: www.rug.nl/vertrouwenspersoon Klachtencommissie (Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie P: Antwoordnummer 172, 9700 AB Groningen
205
Vereenvoudige versie Studentenstatuut 2014-2015
ADRESSEN VOOR STUDENTEN University Student Desk (USD) B: Broerstraat 5 P: Postbus 72, 9700 AB Groningen T: (050) 363 8004 E:
[email protected] I: myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/hoezithet/ of Veel gestelde vragen International Service Desk (ISD) B: Broerstraat 5 P: Postbus 72, 9700 AB Groningen T: (050) 363 8181 E:
[email protected] I: www.rug.nl/isd Studenten Service Centrum (SSC) B: Uurwerkersgang 10 P: Postbus 72, 9700 AB Groningen T: (050) 363 8066 E:
[email protected] I: www.rug.nl/ssc NEXT Careers Advice B: Uurwerkersgang 10 P: Postbus 72, 9700 AB Groningen E:
[email protected] I: www.rug.nl/next Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS) P: postbus 72, 9700 AB Groningen I/E: myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klacht-inspraak/klachten-bezwaar-beroep/ of Veel gestelde vragen Universitaire Fondsen Commissie (UFC) P: Postbus 72, 9700 AB Groningen E:
[email protected]
206
Vereenvoudige versie Studentenstatuut 2014-2015
Prijsbeleid studiekosten
De kosten voor studieboeken en leermiddelen zijn relatief laag. In de studiefase (1) is € bedrag (2) meestal voldoende voor verplichte boeken, dictaten, handleidingen enz. De RUG kent een prijsbeleid studiekosten. Deze regeling beoogt beheersing van de studiekosten, zodat de component ‘studiekosten’ in het budget van de studiefinanciering niet te boven wordt gegaan. Men is dus niet meer geld aan studiemateriaal kwijt dan de Minister ter beschikking stelt. Voor 2014-2015 is het normbedrag € 720, -. Per opleidingsfase geldt een plafondbedrag van het normbedrag x de cursusduur. Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. In dat geval kan de helft van het bedrag dat men meer kwijt is bij het faculteitsbestuur worden teruggevraagd d.m.v. het overleggen van aankoopbewijzen, of is een andere regeling getroffen. Studenten kunnen informatie over het prijsbeleid studiekosten krijgen via /myuniversity > Veel gestelde vragen. Zij kunnen zich tevens wenden tot de University Student Desk of de studieadviseur.
207