Studiegids AAFM 2012-2013
2 Studiegids AAFM 2012-2013
Voorwoord Beste student, Van harte welkom bij de Academie voor Algemeen en Financieel Management (AAFM). We stellen het bijzonder op prijs dat je voor één van onze opleidingen hebt gekozen. We hopen en verwachten dat je het komende jaar in staat bent om het nuttige (leren) te combineren met het aangename (ontmoeten van medestudenten en medewerkers). Wij zullen daarvoor in ieder geval ons uiterste best doen. Om jouw studietijd bij de AAFM zo harmonieus mogelijk te laten verlopen, tref je op de volgende pagina enkele spelregels die we met z’n allen willen hanteren: de zogenaamde Code of Conduct voor studenten, docenten en overige medewerkers van de AAFM. Deze tijd van duurzame ontwikkeling vraagt om nieuwe vormen van bedrijfsvoering. De AAFM wil zich met alle studenten en medewerkers inzetten voor meer duurzaamheid in het onderwijs. Daarom laten we studenten gedurende hun studie op verschillende momenten kennis maken met de onderwerpen duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Hiermee zorgt de AAFM voor de verbinding van People + Planet + Profit! In deze studiegids staat informatie over de propedeuse van de AAFM en over de postpropedeutische fasen (hoofdfasen) de voltijdse-, duale en Associate degree opleidingen Accountancy, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde MER en Human Resource Management van de AAFM van Avans Hogeschool in Breda. Tevens bevat deze gids een uittreksel uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2012-2013 van de bovengenoemde opleidingen. De onverkorte versie van de OER is verkrijgbaar bij het secretariaat van de AAFM en is digitaal terug te vinden op de Blackboard community ‘AAFM Algemeen’. Alleen aan de integrale tekst van de OER kan rechtskracht ontleend worden. Deze studiegids is in een digitale versie te raadplegen via: studiegids.avans.nl/aafm Wanneer je bij het gebruik van deze studiegids vragen hebt of wanneer er onduidelijkheden naar voren komen, wend je dan tot de frontoffice van de AAFM (HE304), of stuur een email naar Marieke Goedegebure:
[email protected]. Een fijne studietijd gewenst! Breda, augustus 2012 Drs. E.A.P. van Sprundel, Directeur AAFM
3 Studiegids AAFM 2012-2013
4 Studiegids AAFM 2012-2013
Code of Conduct studenten, docenten en overige medewerkers AAFM 1.
Studenten, docenten en overige medewerkers van de AAFM gaan eerlijk en respectvol met elkaar om.
2.
Studenten, docenten en overige medewerkers van de AAFM houden zich aan gemaakte afspraken.
3.
Studenten, docenten en overige medewerkers van de AAFM laten een professionele studie- en beroepshouding zien.
4.
Studenten, docenten en overige medewerkers van de AAFM komen steeds goed voorbereid en op tijd naar colleges, vergaderingen en andere bijeenkomsten.
5.
Een student is in beginsel aanwezig bij alle colleges en andere onderwijsactiviteiten van zijn blok.
6.
Mobiele telefoons worden tijdens colleges en vergaderingen op stil gezet en opgeborgen.
7.
Studenten, docenten en overige medewerkers van de AAFM maken voor de e-mail communicatie met Avans alleen gebruik van hun Avans e-mailadres. Communicatie via het privé e-mailadres is niet toegestaan.
8.
Het gebruik van laptops tijdens de colleges is alleen toegestaan voor onderwijsdoeleinden, zoals het maken van aantekeningen, en alleen nadat de betreffende docent daarvoor toestemming heeft gegeven.
9.
Tijdens het onderwijs doet een student actief mee en veroorzaakt hij geen overlast voor andere studenten en de docent(en).
10.
De student zorgt er voor dat hij in de reguliere onderwijsweken, volgens het AAFM-jaarrooster, volledig beschikbaar is voor het onderwijs.
11.
Studenten, docenten en overige medewerkers van de AAFM nemen de Avansregels met betrekking tot het gebruik van lokalen (niet eten, opruimen etc.), gebruik van ict-middelen en andere Avans-regels in acht en handelen overeenkomstig deze regels 1.
1
De Avans-regels zijn te vinden via de Avans-portal in de rubriek Diensten, onder het kopje ‘Studentenstatuut
en andere regelingen’. 5 Studiegids AAFM 2012-2013
Inhoudsopgave
Pagina
Voorwoord ........................................................................................................................1 Code of conduct studenten, docenten en overige medewerkers AAFM .............................3 Inhoudsopgave ................................................................................................................4
1 Academie voor Algemeen en Financieel Management ........................ 7 1.1 Organisatie AAFM 1.1.1 Doelen van de Academie 1.1.2 Structuur en organisatie AAFM (personen en geledingen) 1.1.2.1 Managementteam 1.1.2.2 Coordinatoren onderwijseenheden 1.1.2.3 Studieadviseurs 1.1.2.4 Decaan 1.1.2.5 Het onderwijsbureau 1.1.2.6 Examencommissie 1.1.2.7 Klachtencommissie 1.1.2.8 Onderwijscommissies 1.1.2.9 Opleidingscommissies 1.1.2.10 Academieraad 1.1.2.11 Studieverenigingen 1.1.3 Communicatie door en met de Academie/opleiding 1.1.4 Onderwijstijden 1.1.5 Groepsindelingen en presentieplicht
8 8 8 8 8 8 9 9 9 10
1.2 Onderwijsvisie AAFM 1.2.1 De integrale leerlijn (= het beroepsproduct) 1.2.2 De vaardighedenlijn 1.2.3 De conceptuele leerlijn (= de theorie) 1.2.4 Studieloopbaanbegeleiding (SLB)
12 12 13 13 13
1.3 Toetsen en herkansingen 1.3.1 Tentamenregeling AAFM 1.3.2 Inschrijving voor tentamens en herkansingen 1.3.3 Toetsregeling Avans Hogeschool 1.3.4 Onregelmatigheden en fraude 1.3.5 Vrijstellingen 1.3.6 Toetsvormgarantie
13 14 14 14 16 16 16
10 10 11 11 12 12
2 Propedeuse AAFM ............................................................................ 17 2.1 Organisatie en medewerkers propedeuse AAFM 2.2 Doelen propedeuse AAFM 2.3 Inrichting propedeutische fase 2.3.1 Onderwijsvisie 2.3.2 Leerroutes en instrommomenten 2.3.3 Inhoud aangeboden onderwijseenheden propedeuse (per categorie) 2.3.3.1 Categorie A: Reguliere student gestart in september 2012 2.3.3.2 Categorie B: Turbo student gestart in september 2012 2.3.3.3 Categorie C: Turbo student gestart in februari 2013
18 19 20 20 20 22 22 35 44
2.4 Toetsen, beoordeling en studievoortgang 2.4.1 Toetsaanbod en herkansing 2.4.1.1 Toetsaanbod propedeuse A,B,C 2.4.1.2 Toetsaanbod propedeuse A,B,C 2.4.1.3 Toetsaanbod propedeuse D,E,F 2.4.1.4 Toetsaanbod propedeuse D,E,F
53 53
2012-2013 kwartaal 1+2, categorie 2012-2013 kwartaal 3+4, categorie 2012-2013 kwartaal 1+2, categorie 2012-2013 kwartaal 3+4, categorie
54 55 56 57 6
Studiegids AAFM 2012-2013
2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 Doorstudeer2.5.1 2.5.2 2.5.3
2.5.4 2.5.5 2.5.6
Procedure afwikkeling tentamens Berekening schriftelijke toetsen Studievoortgang
58 58 59
en doorstroombeleid propedeuse AAFM Het bindend (BSA) en voorlopig doorstudeeradvies Toelating tot de hoofdfase Doorstudeeradviezen per categorie 2.5.3.1 Categorie A: Reguliere student gestart in september 2012 2.5.3.2 Categorie B: Turbo student gestart in september 2012 2.5.3.3 Categorie C: Turbo student gestart in februari 2013 2.5.3.4 Categorie D: Reguliere student gestart in september 2011 2.5.3.5 Categorie E: Turbo student gestart in september 2011 2.5.3.6 Categorie F: Turbo student gestart in februari 2011 Wisselen van opleidingskeuze Overgangsregelingen, tentamenstof voor doubleurs (studenten in de hoofdfase) Vrijstellingen
59 59 60 60 60 61 61 62 62 62 63 63 63
3 Accountancy & Bedrijfseconomie ..................................................... 65 3.1 Organisatie en medewerkers AC/BE 3.2 Werkveld Advies Raad (WAR) AC/BE
66 67
4 Accountancy .................................................................................... 69 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Beroepsprofiel Vervolgstudie na de bachelor opleiding Getuigschrift en graad Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum Inrichting van de postpropedeutische fase van de voltijd opleiding 4.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod 4.5.2 Doorstudeerdrempels AC voltijd 4.5.2.1 Stagenorm 4.5.2.2 Minor Accountancy norm 4.5.2.3 Afstudeernorm 4.5.3 Inhoud onderwijseenheden AC Voltijd 4.6 Inrichting van de postpropedeutische fase van de duale opleiding 4.6.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod 4.6.2 Doorstudeerdrempels AC Duaal 4.6.2.1 Norm voor werkperiodes 4.6.2.2 Minor Accountancy norm 4.6.3 Inhoud onderwijseenheden AC Duaal 4.7 Inrichting van de postpropedeutische fase van de opleiding Accountancy Associate Degree 4.7.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod 4.7.2 Leerroute AC Associate degree 4.7.3 Aansluiting op de bachelor 4.7.4 Overstappen van de bachelor naar AD 4.7.5 Inhoud onderwijseenheden Accountancy Associate degree
70 71 71 72 72 72 73 73 74 74 75 90 90 91 91 91 92 106 106 106 106 106 107
5 Bedrijfseconomie (BE) ................................................................... 111 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Beroepsprofiel Vervolgstudie na de bachelor opleiding Getuigschrift en graad Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum Inrichting van de postpropedeutische fase van de voltijd opleiding 5.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod 5.5.2 Doorstudeerdrempels BE voltijd 5.5.2.1 Stagenorm 5.5.2.2 Afstudeernorm 5.5.3 Inhoud onderwijseenheden BE Voltijd 5.5.4 Minor BE
112 112 112 112 112 112 114 114 114 115 126 7
Studiegids AAFM 2012-2013
5.6 BE Duaal
127
6 Bedrijfskunde MER & Human Resource Management ..................... 129 6.1 Organisatie en medewerkers Bedrijfskunde MER/HRM 6.2 Werkveld Advies Raad (WAR) Bedrijfskunde MER/HRM 6.3 Domeincompetenties Bachelor of Business Administration
130 130 131
7 Opleiding Bedrijfskunde MER .......................................................... 133 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Beroepsprofiel 134 Vervolgstudie na bachelor opleiding 134 Getuigschrift en graad 134 Overgangsregeling van oude naar nieuwe curiculum 134 Inrichting van de postpropedeutische fase van de voltijd opleiding 134 7.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod 134 7.5.2 Doorstudeerdrempels Bedrijfskunde MER Voltijd 135 7.5.2.1 Stagenorm 135 7.5.2.2 Afstudeernorm 136 7.5.3 Internationalisering: Stage, minor en/of afstuderen in het buitenland 136 7.5.4 Inhoud onderwijseenheden Bedrijfskunde MER Voltijd 137 7.5.5 Minoren Bedrijfskunde MER 149 7.5.6 Minoren in het kader van convenanten met de Universiteit van Tilburg 150 7.6 Inrichting van de postpropedeutische fase van de duale opleiding Bedrijfskunde MER Bank en Verzekeringen 151 7.6.1 Inleiding 151 7.6.2 De door de duale Bedrijfskunde MER-student te verwerven competenties 151 7.6.3 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod 152 7.6.4 Doorstudeerdrempels Bedrijfskunde MER Duaal 152 7.6.5 Korte inhoud onderwijseenheden Bedrijfskunde MER Duaal 153
8 Opleiding Human Resource Management ....................................... 157 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Beroepsprofiel Vervolgstudie na bachelor opleiding Getuigschrift en graad Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum Inrichting van de postpropedeutische fase 8.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod 8.5.2 Doorstudeerdrempels HRM 8.5.2.1 Stagenorm 8.5.2.2 Afstudeernorm 8.5.3 Inhoud onderwijseenheden HRM 8.5.4 Minor HRM 8.5.5 Doorstroomminors Personeel- en Organisatiewetenschappen
158 158 158 158 158 158 156 159 160 161 172 172
9 Minoren AAFM ................................................................................ 174 9.1 De minor 9.2 AAFM minoren 9.3 Procedure inschrijving minor 9.3.1 Voor Avansminoren 9.3.2 Voor externe minoren 9.3.3 Voor overige minoren (bijv. buitenland) 9.4 Cursus- en toetsaanbod AAFM minoren 2012/2013 9.5 Inhoud AAFM minoren
174 174 174 174 175 175 175 176
Bijlage 1: lijst van alle medewerkers AAFM .................................................................. 183 Bijlage 2: jaarrooster Avans Hogeschool ...................................................................... 185
8 Studiegids AAFM 2012-2013
1 Academie voor Algemeen en Financieel Management
9 Studiegids AAFM 2012-2013
1.1
Organisatie AAFM
1.1.1 Doelen van de Academie De Academie voor Algemeen en Financieel Management (AAFM) is één van de 19 academies van Avans Hogeschool en verzorgt onderwijs in 4 bacheloropleidingen: Accountancy, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde MER en Human Resource Management en 1 Associate degree opleiding: Accountancy AD (laatste cohort gestart in 2011/2012). Bovengenoemde opleidingen bereiden studenten voor op functies in het midden- en hogere kader van zowel profit- als non-profitorganisaties. Deze functies liggen voornamelijk op administratief, bedrijfseconomisch, juridisch en (personeels)management gebied. De student moet de verworven kennis kunnen toepassen in concrete, steeds wisselende praktijksituaties en tevens vaardigheden en attitudes ontwikkelen die gericht zijn op de beroepsprofielen van de verschillende opleidingen. Aan het praktijkgerichte karakter van de opleiding wordt onder andere invulling gegeven door middel van beroepsproducten, stages en afstudeeropdrachten van externe opdrachtgevers. Hierbij worden hoge eisen gesteld aan de zelfstandigheid, creativiteit en sociaal-communicatieve vaardigheden van de student. De Academie streeft hierbij naar een hoog kwaliteitsniveau van het onderwijsproduct en het onderwijsproces. Daarnaast heeft de Academie zich als doel gesteld om ervoor te zorgen dat studenten zich thuis voelen binnen de AAFM en bijzonder tevreden zijn over de inhoud, flexibiliteit en organisatorische kwaliteit van de geboden opleidingsarrangementen.
1.1.2 Structuur en organisatie AAFM (personen en geledingen) Als student van de AAFM is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de organisatiestructuur van de Academie en alles dat hier deel van uitmaakt. Een overzicht van alle namen, kamernummers, telefoonnummers, adresgegevens etc. van de medewerkers van de AAFM tref je als bijlage aan achter in deze studiegids. 1.1.2.1 Managementteam De AAFM wordt geleid door een managementteam bestaande uit 4 personen, die de Academie naar buiten toe vertegenwoordigen, intern de eindverantwoording dragen voor het te verzorgen onderwijs en binnen Avans Hogeschool zorgen voor afstemming met de andere academies en ondersteunende diensten. Het managementteam bestaat uit: Dhr. drs. E.A.P. van Sprundel Mevr. drs. J. van Marle Mw. mr. C.M. Huijssoon Dhr. R.T.G. Hövelings
Algemeen directeur Adjunct directeur en tevens teamvoorzitter van de opleidingen Accountancy en Bedrijfseconomie Teamvoorzitter van de opleidingen Bedrijfskunde MER en Human Resource Management Projectleider bedrijfsvoering
1.1.2.2 Coördinatoren onderwijseenheden (blokcoördinatoren) Onderwijseenheden (blokken, stages, afstudeerperiodes etc.) hebben allemaal een eigen coördinator die zorg draagt voor de planning, organisatie en onderwijskundige invulling hiervan. Hiertoe behoort natuurlijk ook de uiteindelijke toetsing. Bij vragen en/of problemen betreffende deze onderwijseenheid, is de coördinator altijd de aangewezen persoon om contact mee op te nemen. Op Blackboard heeft iedere onderwijseenheid een eigen course met behulp waarvan de communicatie met en tussen studenten plaatsvindt. De naam van de coördinator kun je ook in deze studiegids vinden bij de omschrijving van iedere onderwijseenheid. 1.1.2.3 Studieadviseurs Zowel de 4 opleidingen binnen de AAFM als de propedeuse kennen een eigen studieadviseur. De studieadviseur nodigt o.a. studenten die vertraging oplopen uit voor een individueel studievoortganggesprek. Doel van die gesprekken is om de studieaanpak te bespreken, te achterhalen wat de oorzaken van de opgelopen vertraging zijn en waar nodig afspraken ter verbetering te maken.
10 Studiegids AAFM 2012-2013
Als een student gedurende een kwartaal vertraging dreigt op te lopen door bijvoorbeeld ziekte of persoonlijke omstandigheden, dan neemt hij zelf contact op met de studieadviseur. Indien noodzakelijk kan dan meteen de studieroute aangepast worden. Als een student zijn studie wil beëindigen, of wil overstappen naar een andere opleiding, dan moet hij dit melden bij zijn studieadviseur. Daarnaast kan de student bij de studieadviseur terecht met allerlei vragen over de opleiding, leerroute, studievaardigheden, mogelijke vervolgstudies, overstapmogelijkheden, studiefinanciering en wet- en regelgeving. De studieadviseur plant tevens de leerroute van de studenten en publiceert de indeling op Blackboard. De studieadviseurs van de AAFM zijn: Propedeuse Vera Adriaanse Accountancy Elvira Verschuren Bedrijfseconomie Jamy van Elzakker Bedrijfskunde MER Derya Karagöz Human Resource Management Charlotte Reijndorp
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
1.1.2.4 Decaan Aan de AAFM is door de hogeschool een decaan toegewezen. Deze is verbonden aan de Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentenzaken en is daardoor geheel objectief bij het geven van hulp en adviezen aan studenten. Bij de decaan kun je terecht voor uiteenlopende vragen op het gebied van schoolorganisatie, studieproblemen, welzijn en huisvesting. De decaan geeft informatie, hulp, advies en begeleiding, ook bij vragen op persoonlijk gebied. Decaan voor de AAFM is mw. Marian Quaak,
[email protected]. 1.1.2.5 Het onderwijsbureau Het onderwijsbureau (secretariaat) van de AAFM is gevestigd in kamer HE 304. Hier kun je terecht voor o.a.: • Allerlei vragen over de opleidingen, of over hulp bij inschrijving tentamens. Wil je een docent spreken, meld je dan altijd eerst bij de frontoffice van het onderwijsbureau in HE 304. • Herbeoordelingsformulieren na her correctie docent • Inleveren van werkstukken (altijd in overleg met de betreffende docent) • Allerlei formulieren betreffende stages en afstudeeropdrachten. Gegevens van het onderwijsbureau: Telefoonnummer : 076-5238506 Faxnummer : 076-5250398 E-Mail adres :
[email protected] Openingstijden : 8.30 tot 17.00 uur De medewerkers van het onderwijsbureau zijn: Yvonne Alewijnse propedeuse (Coördinator onderwijsbureau) Ans Squires-v.d. Goot Accountancy (tot 1 november 2012) Saskia Wolf Bedrijfseconomie Mandy de Bruin Bedrijfskunde MER en HRM Ariaene de Regt Medewerker onderwijsbureau 1.1.2.6 Examencommissie De AAFM kent 2 examencommissies, 1 voor AC/BE en 1 voor Bedrijfskunde MER/HRM, die regels vaststellen met betrekking tot een goede gang van zaken tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen. Meer in het bijzonder houden de examencommissies toezicht op het toekennen van studiepunten en stelt regels vast met betrekking tot het tegengaan van oneigenlijke verwerving van studiepunten door studenten, het tegengaan van oneigenlijke onthouding van studiepunten en het tegengaan van oneigenlijke toekenning van studiepunten door docenten. In dit verband zijn de examencommissies bevoegd om vooraf inhoudelijke en procedurele richtlijnen aan de examinatoren te geven met betrekking tot de beoordeling en met betrekking tot de vaststelling van de uitslag van een tentamen. Indien dit naar het oordeel van de examencommissie noodzakelijk is, kunnen ook achteraf richtlijnen en aanwijzingen worden gegeven. De examencommissie verleent vrijstellingen tot het afleggen van tentamens en kan de student onder voorwaarden reeds toegang geven tot het afleggen van tentamens van de postpropedeutische fase voordat hij het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd.
11 Studiegids AAFM 2012-2013
De examencommissie is bevoegd om in bijzondere gevallen een extra toetsmogelijkheid aan de student aan te bieden. Besluiten van de examencommissie worden genomen met meerderheid van stemmen. De voorzitter van de examencommissie rapporteert jaarlijks schriftelijk aan het College van Bestuur over de besluiten van de examencommissie. De samenstelling van de commissie van de kamer Voltijd Breda is: Dhr. drs J.P.F. Schilderinck (voorzitter) Dhr. mr. W. Hoezen (secretaris) Dhr. mr. M.P.L. Adriaansen Mevr. Y.J.T. Alewijnse De examencommissie is bereikbaar via
[email protected] Verzoeken dienen ingediend te worden via een standaard format en volgens een vaste procedure. Deze zijn te vinden op de community ‘AAFM Klachten-Examen Commissie’ op Blackboard. Deze procedure dient in acht genomen te worden voor de juiste afhandeling van het verzoek. 1.1.2.7 Klachtencommissie Binnen de AAFM is een klachtencommissie ingesteld. In beginsel wordt door alle medewerkers van de AAFM kwaliteit nagestreefd, wat betekent dat de direct betrokkene altijd het 1e aanspreekpunt is voor een persoonlijke ontevredenheid/klacht. De klachtencommissie is een orgaan dat uit een drietal medewerkers van de AAFM bestaat met als doel klachten van diverse aard te behandelen en trachten op te lossen. Bij deze commissie kun je niet terecht voor zaken die bij de examencommissie thuis horen. In de OER staat precies aangeduid voor welke zaken studenten bij de examencommissie terecht kunnen en voor welke zaken zij bij de klachtencommissie terecht kunnen. De klachtenprocedure en het klachtenformulier staan op de Blackboard community ‘AAFM Klachten-Examen Commissie’. Het emailadres is:
[email protected] De samenstelling van de commissie is: Mw mr. L. Huijssoon (voorzitter) Mw drs. M. Vermeulen Mw Y. Alewijnse 1.1.2.8 Onderwijscommissies Binnen de AAFM zijn 2 verschillende onerwijscommissies aangesteld die eindverantwoordelijk zijn voor de onderwijsprogramma’s van de verschillende opleidingen. Onderwijscommissie AC/BE: Mevr. J. van Marle Dhr. L.M. Terpsma Mevr. J.M.R. Verbon-Huisman Mevr. L.M.C. van Leeuwen-Hendrikse Onderwijscommissie Bedrijfskunde MER/HRM: Mw. Mr. C.H. Huijssoon Dhr. H.H. van der Werk Dhr. Drs. D. Rodrigo Dhr. J.J.M. Swagemakers Mevr. M.A.C. Smulders 1.1.2.9 Opleidingscommissies Iedere opleiding kent een eigen opleidingscommissie. Deze commissie bestaat uit docenten en studenten, die de directie van de Academie en de academieraad o.a. adviseren omtrent de Onderwijs- en Examenregeling van de AAFM. Het is een belangrijk inspraakorgaan ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs binnen de opleiding. De leden van de opleidingscommissies staan genoemd bij de desbetreffende opleidingen. 1.1.2.10 Academieraad De medezeggenschap binnen de AAFM krijgt gestalte in de vorm van een academieraad, waarin zowel personeelsleden als studenten vertegenwoordigd zijn. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de academieraad zijn beschreven in het medezeggenschapsreglement dat op Blackboard in te zien is bij de community ‘Academieraad AAFM’. 12 Studiegids AAFM 2012-2013
De samenstelling van de Academieraad is: Dhr. W. Hoezen (voorzitter) Dhr. A.M.L.M. Hermans Mevr. Y.J.T. Alewijnse Wouter Proost (student) Lambert Mombers (student) 1.1.2.11 Studieverenigingen Binnen de AAFM hebben de opleidingen een eigen studievereniging. Deze verenigingen hebben zich als doel gesteld om waarde toe te voegen aan het onderwijs dat de studenten volgen binnen de desbetreffende opleiding door middel van bijvoorbeeld het organiseren van studieactiviteiten als bedrijfsbezoeken en gastsprekers, het beschikbaar stellen van extra studiemateriaal en organiseren van informele activiteiten, zoals studentenfeesten. Opleiding: Accountancy Bedrijfseconomie Bedrijfskunde MER/HRM
studievereniging: Midas Oase Merlijn
Emailadres:
[email protected] [email protected] [email protected]
De postvakken voor betreffende verenigingen tref je aan bij de postvakken van de AAFM, in de buurt van HE303.
1.1.3 Communicatie door en met de Academie/opleiding • Blackboard en Avans Portal Alle opleidingen maken gebruik van Blackboard en de Avans Portal. Blackboard is een intranettoepassing die specifiek is bedoeld voor het onderwijs. Informatie met betrekking tot de onderwijsorganisatie wordt zoveel mogelijk via de Portal aan studenten gecommuniceerd. Een student zal in ieder geval de volgende onderdelen van Blackboard steeds goed in de gaten moeten houden: De course van de onderwijseenheid die hij op dat moment volgt De community van de opleiding waartoe hij behoort voor informatie die de gehele opleiding aangaat, ook de propedeuse heeft een eigen community De community ‘AAFM Algemeen’ voor berichten die belangrijk zijn voor alle studenten van de AAFM. • E-mail Iedere Avans-student heeft een Avans e-mailaccount met een e-mailadres en mailbox. De AAFM maakt gebruik van dit e-mailadres om studenten te informeren. Zorg dus dat je deze account regelmatig checkt op nieuwe berichten! Het gebruik van e-mail door studenten richting docenten en medewerkers is uiteraard toegestaan, mits het mailbericht voldoet aan de gangbare eisen (correcte aanhef, goed geformuleerd, juiste afzender met studentnummer etc.) en verstuurd is vanaf de eigen Avans-account. In de bijlage achterin deze studiegids tref je een overzicht van alle medewerkers van de AAFM met naam, roostercode, telefoonnummer en e-mailadres. Het onderwijsbureau van de AAFM is ook altijd per e-mail te bereiken via het algemene e-mailadres:
[email protected] • Post Post van de Academie naar de student wordt verstuurd naar het door de student gewenste correspondentieadres. Het is daarom wenselijk om bij verandering van het correspondentieadres het juiste adres via www.studielink.nl door te geven. Post aan de AAFM kan gericht worden aan: Avans Hogeschool, Academie voor Algemeen en Financieel Management (AAFM) t.a.v. xxx, Postbus 90116, 4800 RA Breda. Alle medewerkers van de Academie hebben ook een eigen postvak nabij de frontoffice van de AAFM (HE 304) op de derde verdieping.
13 Studiegids AAFM 2012-2013
• Telefoon Indien noodzakelijk kan er vanuit de Academie telefonisch contact op worden genomen met de student. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het telefoonnummer dat via Studielink door de student is ingevoerd. Het is daarom wenselijk om ook bij wijziging van telefoonnummer de gegevens aan te passen via www.studielink.nl. Docenten en overige medewerkers van de AAFM kunnen ook telefonisch benaderd worden. In de bijlage achterin deze studiegids tref je een overzicht van alle medewerkers van de AAFM met naam, roostercode, telefoonnummer en e-mailadres. De frontoffice van de AAFM is telefonisch bereikbaar op 076-5238506.
1.1.4 Onderwijstijden De student wordt geacht tijdens onderwijsweken van maandag t/m vrijdag beschikbaar te zijn voor onderwijsactiviteiten. Binnen deze onderwijsweek wordt door het roosterbureau voor de contacturen een rooster opgesteld. In geval van projecten, gastcolleges of bedrijfsbezoeken kan echter van dit rooster worden afgeweken. De colleges worden voor het grootste gedeelte geroosterd tussen 8.45 uur en 17.15 uur, maar incidenteel kan hier van afgeweken worden. De collegetijden zijn als volgt: lesuur 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
roostertijden 08.00 - 08.45 uur 08.45 - 09.30 uur 09.35 - 10.20 uur 10.35 - 11.20 uur 11.25 - 12.10 uur 12.15 - 13.00 uur 13.00 - 13.45 uur 13.50 - 14.35 uur 14.40 - 15.25 uur 15.40 - 16.25 uur 16.30 - 17.15 uur 17.15 - 18.00 uur 18.00 – 18.45 uur 18.45 – 19.30 uur 19.30 – 20.15 uur 20.30 – 21.15 uur 21.15 – 22.00 uur
1.1.5 Groepsindelingen en presentieplicht Voor aanvang van elke periode (kwartaal) wordt de student ingedeeld in een onderwijsgroep (klas) en/of projectgroep. De indeling wordt door de studieadviseur op Blackboard (community van de opleiding) gepubliceerd. Alleen in uitzonderlijke gevallen is daarna gedurende het blok wisseling van onderwijs- of projectgroep mogelijk. Dit wordt bepaald door de studieadviseur. Voor sommige onderwijsactiviteiten geldt een presentieplicht. Dit kan het geval zijn bij bepaalde colleges, trainingen, begeleidingsmomenten, gastcolleges, bedrijfsbezoeken etc. Het niet naleven van deze presentieplicht kan tot gevolg hebben dat de bijbehorende studiepunten niet zullen worden toegekend. De student zal aan het begin van een onderwijsblok via de blokboeken geïnformeerd worden over deze presentieplicht.
1.2
Onderwijsvisie AAFM
De AAFM verzorgt onderwijs aan de hand van 4 leerlijnen die in ieder onderwijsblok vertegenwoordigd zijn:
1.2.1 De integrale leerlijn (= het beroepsproduct)
Beroepsproducten zijn ontleend aan realistische situaties uit de beroepspraktijk en vormen de kern van het leerproces. Indien mogelijk worden beroepsproducten ontwikkeld in samenwerking met de 14 Studiegids AAFM 2012-2013
praktijk. Bij het opstellen van een dergelijk beroepsproduct vindt er een koppeling (integratie) plaats van praktijk, theorie en vaardigheden. Voorbeelden van beroepsproducten zijn: een quick scan, een ondernemingsplan, een masterbudget, een adviesrapport, een assessment etc. Het beroepsproduct wordt apart getoetst en heeft zelfstandige studiepunten.
1.2.2 De vaardighedenleerlijn
De vaardigheidscomponent is een middel/instrument voor de integrale leerlijn. Bepaalde vaardigheden zijn nodig om de beroepsproducten adequaat en volgens de geldende beroepsstandaarden te kunnen opleveren. Voorbeelden hiervan zijn: werken met Excel, schriftelijk rapporteren, presenteren, adviseren, interviewen, vergaderen etc. De vaardigheden worden apart getoetst of via het beroepsproduct.
1.2.3 De conceptuele leerlijn (= de theorie)
Uiteraard is ook kennis nodig om een professioneel beroepsproduct samen te stellen. Zonder een goede theoretische basis is het onmogelijk om een beroepsproduct op HBO-niveau te produceren. Daarnaast zal in de conceptuele leerlijn plaats zijn voor het aanbrengen van een gedegen theoretische ondergrond als voorbereiding op de postpropedeutische fase. De conceptuele leerlijn wordt apart getoetst d.m.v. een tentamen aan het einde van het blok en heeft zelfstandige studiepunten.
1.2.4 Studieloopbaanbegeleiding (SLB)
De AAFM hanteert een systeem van studieloopbaanbegeleiding waarin de competentieverwerving van de student centraal staat. Het systeem vormt een integraal en voornaam onderdeel van het onderwijsprogramma en ondersteunt de student bij het maken van studie- en leerroutekeuzes. Binnen studieloopbaanbegeleiding is dan ook voldoende aandacht voor oriëntatie op en ontwikkeling en vernieuwing van het beroep en de beroepspraktijk. Voor de propedeusestudent ligt de nadruk daarbij vooral op de te kiezen opleiding na het eerste halfjaar. Door middel van persoonlijke ontwikkelingsplannen geeft de student periodiek aan waar hij staat t.a.v. zijn competentieontwikkeling en hoe hij in de komende periode daarmee aan de slag gaat. Elke student stelt een eigen (digitale) portfolio op, waarin zijn competentieontwikkeling (inclusief bewijzen) zichtbaar wordt. Elke student heeft een eigen studieloopbaanbegeleider, die periodiek met de student zijn competentieontwikkeling bespreekt en met hem afspraken maakt over nog te ontwikkelen competenties. Studenten worden binnen studieloopbaanbegeleiding aangesproken op: een gemotiveerde werkhouding; bereidheid om actief en kritisch te kijken naar de eigen interesses, prestaties en kwaliteiten; doelgerichtheid ten behoeve van zijn studieloopbaan; zelfverantwoordelijkheid voor de eigen leerroute. Studieloopbaanbegeleiding in de propedeuse wordt apart getoetst en heeft per blok een eigen studiepunt. Voorwaarden voor het behalen van dit studiepunt: De student volgt alle trainingen van SLB De student houdt zijn portfolio gedurende het blok actief bij naar aanleiding van de opdrachten vanuit de trainingen SLB De student laat aan het einde van ieder blok met behulp van bewijsmateriaal zien, dat hij actief gewerkt heeft aan een verbetering van de door hem gekozen competenties (via het portfolio) Bij problemen van persoonlijke aard is in eerste lijn de studieloopbaanbegeleider en in tweede lijn de studieadviseur, aanspreekpunt.
1.3
Toetsen en herkansingen
In deze paragraaf staat de examinering binnen de AAFM centraal. Het betreft hier een uittreksel van de Onderwijs en Examenregeling (OER), die per opleiding digitaal te vinden is op Blackboard op de community ‘AAFM Algemeen’.
15 Studiegids AAFM 2012-2013
1.3.1 Tentamenregeling AAFM Voor de AAFM geldt in het jaar 2012-2013 de volgende tentamenregeling, waarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen de propedeuse en postpropedeutische fase (jaar 2, 3 en 4). In de eerste tentamenweek van het kwartaal waarin de student het blok gevolgd heeft, doet de student tentamen. Dit is de eerste verplichte (voorgeschreven) kans. Herkansen is alleen toegestaan bij een cijfer lager dan 5,5. In de propedeuse vindt de herkansing altijd plaats in de tentamenweken van het daarop volgende kwartaal (m.u.v. de toetsen van blok 4) en is derhalve voorgeschreven. Een tentamen mag door de student per studiejaar slechts één maal herkanst worden.Ondanks het feit dat tentamens meerdere keren per jaar worden aangeboden (vanwege de verschillende leeroutes van studenten) is de student in de propedeuse niet vrij om het herkansingsmoment zelf te kiezen. In de hoofdfase (jaar 2, 3 en 4) geldt een andere regeling. Per toets mag een student in het collegejaar waarin de onderwijseenheid is gevolgd aan één herkansingstoets deelnemen, waarbij hij zelf bepaalt in welke periode hij herkanst. Per studiejaar heeft de student voor een toets maximaal twee deelnamekansen. Dit betekent dat wanneer een student in een jaar waarin hij de onderwijseenheid niet volgt, twee kansen heeft gedurende het gehele collegejaar. Het inschrijven voor een toets geldt als deelname. Het niet tijdig uitschrijven voor een toets betekent daarom dat in het resterende schooljaar nog maar één gelegenheid voor deelname bestaat. De student dient zichzelf op de hoogte te stellen van eventuele (kleine) wijzigingen van de leerstof. Bij sommige tentamens is het gebruik van een rekenmachine toegestaan. In dat geval zul je via de surveillant voorzien worden van een Avans-rekenmachine, type fx-82solar. De AAFM staat het gebruik van eigen rekenmachines bij tentamens niet toe, tenzij de blokcoördinator vooraf anders aangeeft. Afwijkingen van bovengenoemde regelingen zijn slechts mogelijk na toestemming van de examencommissie.
1.3.2 Inschrijving voor tentamens en herkansingen De student dient zichzelf in te schrijven voor alle toetsen van een onderwijsblok. Naast de tentamens en hertentamens betreft dit dus ook beroepsproducten, studieloopbaanbegeleiding, BCV etc. De regel is dan ook: voor iedere toets waar een een cijfer/beoordeling aan gekoppeld is, dient de student zichzelf eerst in te schrijven. Dus: NIET INSCHRIJVEN = GEEN CIJFER!. De student dient zich vooraf, gedurende de vastgestelde periode in week 4 van elk kwartaal, in te schrijven via Osiris (http://osiris.avans.nl). Dit geldt ook voor herkansingen. Een student dient zich alleen via het eigen examenprogramma/studievoortgang in Osiris in te schrijven. Voor de herkansingen van kwartaal 2 en kwartaal 4 waarvan pas na de eerste kans duidelijk is of deze herkanst moeten worden, is er een inschrijfmogelijkheid in week 9 van deze kwartalen. Voor de tussentoetsen in de propedeuse worden de studenten door de Academie ingeschreven, hier hoeven zij zelf niets voor te doen. Het niet tijdig inschrijven kan betekenen dat de student bij na-inschrijving een boete moet betalen of zelfs uitgesloten wordt van deelname aan de toets. Het inschrijven voor tentamens is geen academiegelegenheid, maar wordt georganiseerd door RET (Roostering, Evenementen en Tentaminering), dat onderdeel is van de Diensteenheid ICT en Facilitaire Dienst (DIF). De servicedesk van RET is te vinden in kamer HA001. Per mail is RET te bereiken via het volgende adres:
[email protected]. Indien er zich problemen voordoen met reguliere inschrijvingen van de tentamens tijdens de inschrijvingsweek, dan moet de student zich melden tijdens de inschrijvingsweek bij de frontoffice van de Academie (HE 304). Dat is mogelijk van maandag tot vrijdag uiterlijk 17.00 uur.
1.3.3 Toetsregeling Avans Hogeschool 1. Tijdens de inschrijfperiode schrijf je in voor toetsen. 2. Als je inschrijft voor toetsen is de conceptdatum en de tijd van de toets bekend. Het kan zijn dat twee toetsen een overlap hebben in tijd. Je kunt dit tot vijf werkdagen voor de 16 Studiegids AAFM 2012-2013
toets melden bij de afdeling RET. Je krijgt de mogelijkheid de toetsen achter elkaar te maken in een ander lokaal. 3. Is het tijdens de inschrijfperiode voor jou niet mogelijk in te schrijven neem dan telefonisch contact op met je academie of stuur een mail. Na de inschrijfperiode kun je alleen nog inschrijven tegen betaling van 25 euro, ongeacht het aantal toetsen. Daarvoor moet je zijn bij de balie van de afdeling RET van je locatie. De RET balie is op werkdagen open van 9:00 tot 13:00 en van 13:30 tot 16:00 uur. Voor uitsluitend deeltijdstudenten is het mogelijk vanaf 17:30 uur tot 20:00 zich hiervoor te melden bij de receptie op de locatie ‘sHertogenbosch en Breda. Daar kun je een machtiging invullen en alsnog inschrijven voor je toetsen. Dat kan alleen nog tot 5 werkdagen voordat de toets plaats vindt. Tijdens de schoolvakanties is de RET balie gesloten (dus geen werkdagen) en is het nergens mogelijk in te schrijven tegen betaling. 4. Als er tussen de inschrijfdatum voor hertoetsen en de datum van de hertoets minder dan een week is dan kan er alleen nog een dag na de inschrijfdatum tegen betaling worden ingeschreven. 5. Minimaal vijf werkdagen voor de toets staat de definitieve datum en tijd in je persoonlijk toetsrooster. 6. Zorg ervoor dat de dag voor de toets bij je bekend is in welk lokaal je moet zijn. Kijk hiervoor in je persoonlijk toetsrooster. 7. Zorg dat je 10 minuten voor de aanvangstijd in het toetslokaal aanwezig bent. 8. Ga op tijd van huis als je een toets hebt want na de officiële aanvangstijd wordt niemand meer toegelaten, ongeacht de reden. 9. Kom je door onvoorziene extreme omstandigheden toch niet op tijd en ben je van mening dat jezelf echt niets te verwijten valt schrijf dan een brief naar de examencommissie van je opleiding en die beslist of je in aanmerking komt voor een extra kans. Je wordt op dezelfde dag niet meer toegelaten. 10. Let erop dat je in het juiste lokaal gaat zitten. Ga je toch in het verkeerde lokaal zitten dan zal de surveillant je verzoeken het lokaal te verlaten en doorgaans ben je dan te laat om nog in het lokaal waar je wel had moeten zijn te worden toegelaten. 11. Volg tijdens de toetsen altijd de instructies van de surveillant op. 12. Je jas en tas moet je voor in het lokaal leggen. 13. Telefoongebruik is niet toegestaan in het toetslokaal. Word je betrapt op het gebruik van de telefoon of je telefoon gaat af dan zal de surveillant dat noteren en wordt je toets na afloop naar de examencommissie van jouw academie gestuurd. De examencommissie zal je informeren over de consequentie. Je telefoon moet je afgeven aan de surveillant en die kun je na afloop van de toets weer ophalen bij de surveillant. 14. Alleen het benodigde schrijfmateriaal mag op tafel liggen. Etuis moeten in de tas voor in het lokaal. 15. Zorg ervoor dat je een geldig identiteitsbewijs bij je hebt. Een geldige identificatie is: • Nederlands paspoort of Nederlandse identiteitskaart; • Vreemdelingen- of vluchtelingenpaspoort; • OV-jaarkaart (alle OV-jaarkaarten met foto); • Diplomatiek paspoort of dienstpaspoort; • Paspoort van een EU of EER-land; • Niet-Nederlands paspoort waarin de gemeente een verblijfssticker heeft aangebracht; • Geldig verblijfsdocument voor vreemdelingen; • Rijbewijs (internationaal) alle buitenlandse rijbewijzen; • Brommerrijbewijs uitgegeven na 1 oktober 2006 (geen brommer certificaat!). Als je geen identiteitsbewijs hebt in verband met diefstal of verlies kun je met het procesverbaal van aangifte bij de politie deelnemen aan de toets. Dit proces-verbaal is maximaal één toetsperiode geldig. Bij twijfel over de geldigheid van je identiteitsbewijs kun je contact opnemen met de afdeling RET. Heb je geen geldig identiteitsbewijs bij je, dan wordt je verzocht het lokaal te verlaten. 16. De toets moet je alleen maken. Spiekbriefjes, praten met je buurman of doorgeven van spullen wordt beschouwd als fraude. De surveillant zal je gemaakte toets naar de examencommissie doorsturen en die zal beoordelen welke sanctie wordt toegepast. 17. Het is wel toegestaan wat drinken mee te nemen in fles of blik maar eten is niet toegestaan. Alléén bij toetsen die langer dan 100 minuten duren is het toegestaan te eten in het toetslokaal. Deze regel wijkt af van de huisregels van Avans. Je wordt wel geacht na afloop van de toets zelf je afval mee te nemen en in de daarvoor bestemde containers te gooien. 17 Studiegids AAFM 2012-2013
18. Tijdens een toets van 100 minuten en korter is het niet toegestaan gebruik te maken van het toilet. Bij toetsen die langer dan 100 minuten duren is het wel toegestaan gebruik te maken van het toilet tot 15 minuten voor het einde van het toets. 19. Als de toets klaar is mag het je deze inleveren bij de surveillant. Hiervoor zet je een handtekening op de presentielijst. Dat is voor jou het bewijs dat je de toets hebt ingeleverd. 20. Je mag pas het toetslokaal verlaten als de presentie van alle studenten in dat lokaal is opgenomen Het is in sommige gevallen mogelijk extra tijd aan te vragen voor toetsen. De procedure hiervoor vind je op de Portal onder Diensten “extra tijd voor toetsen”.
1.3.4 Onregelmatigheden en fraude Indien een student zich ten aanzien van een tentamen(onderdeel), beroepsproduct of naleving van de gedragsregels schuldig maakt aan onregelmatigheden of bedrog, dan kan dat leiden tot het niet vrijgeven van het cijfer door de examinator. Ook wanneer cijfers al wel zijn gepubliceerd, kan na constatering van onregelmatigheden en fraude de examinator beslissen dat studiepunten pas worden toegekend na een hernieuwd tentamen of beroepsproduct. Van het voorval maakt de toezichthouder tijdens het tentamen proces verbaal op. De examinator zal zijn besluit ter vaststelling aan de examencommissie voorleggen. In de Onderwijs- en Examenregeling is meer over dit onderwerp opgenomen. Teksten van werkstukken en beroepsproducten worden gescand en toegevoegd aan een Avansbrede database. Op deze manier worden de documenten gecontroleerd op ‘dubbelingen’, danwel plagiaat. De student geeft met het inleveren van werkstukken impliciet toestemming voor opname van het werkstuk in het databestand van antiplagiaatsoftware. In het geval dat het werkstuk vertrouwelijke bedrijfsgegevens bevat die opname in zo’n bestand ongewenst maken dient dat aan de examinator ter kennis gebracht te worden. Werkstukken in digitale vorm mogen niet zijn voorzien van een softwarematige blokkering tegen antiplagiaatsoftware.
1.3.5 Vrijstellingen De examencommissie kan de student op schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen van het afleggen van een tentamen of onderdeel daarvan. De vrijstelling wordt verleend op grond van eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs dan wel op grond van een akte, diploma, getuigschrift of verklaring van een opleiding waaruit blijkt dat de student reeds aan de eisen van het betreffende tentamen heeft voldaan. De procedure voor het verlenen van vrijstellingen voor tentamens is beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling.
1.3.6 Toetsvormgarantie Voor de toetsvorm van een tweede of volgende toets geldt dat deze gedurende een jaar na de eerste afname identiek is aan die van deze eerste toets, tenzij de student instemt met een andere vorm. De student heeft in het collegejaar waarin de onderwijseenheid is gevolgd twee kansen gebaseerd op de leerstof van de gevolgde onderwijseenheid. Indien een onderwijseenheid dermate inhoudelijk is gewijzigd leidend tot een nieuwe osiris-code zal in het collegejaar volgend op het collegejaar waarin de onderwijseenheid is gevolgd nog een tweetal kansen behorende bij de leerstof van het oude blok onderwijseenheid worden aangeboden. De student is zelf verantwoordelijk voor het inventariseren van kleine inhoudelijke wijzigingen van de onderwijseenheid in het nieuwe collegejaar.
18 Studiegids AAFM 2012-2013
2 Propedeuse
De inhoud van het propedeusegedeelte van deze studiegids is gebaseerd op de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) voor 2012-2013. De onverkorte versie van de OER is verkrijgbaar bij het secretariaat van de AAFM en is te digitaal terug te vinden op de Blackboard community ‘AAFM Algemeen’. Alleen aan de integrale tekst van de OER kan rechtskracht ontleend worden.
19 Studiegids AAFM 2012-2013
2.1
Organisatie en medewerkers propedeuse AAFM
Propedeusecoördinatoren: Mevr. P.W.G. van Elzakker (pwgelzak) Dhr. drs. I.D. Ronner (idronner) Taakverdeling: Mevr. van Elzakker - studiegids / OER - jaarrooster - roostering - intake Dhr. Ronner - toetsing - tentamenplanning - kwaliteitszorg Blokvoorziters: Dhr. M.J.A. Theunis (mjatheun) blok 1 Algemeen Dhr. A.P.R.M. Valk (aprmvalk) blok 2 Algemeen Dhr. drs. I.D. Ronner (idronner) blok 3 Accountancy/Bedrijfseconomie (Financieel Management) Dhr. Mr. M.P.L. Adriaansen (mpladria) blok 3 Bedrijfskunde MER/Human Resource Management (Algemeen Management) Dhr. J.J.E. van Hilst (jjehilst) blok 4 Accountancy/Bedrijfseconomie (Financieel Management) Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij) blok 4 Bedrijfskunde MER/Human Resource Management (Algemeen Management) Contactpersonen overige vakgebieden: Mevr. drs. M.W.B. Vermeulen (mwbverme) rekenvaardigheid Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij) Bedrijfs Communicatieve vaardigheden (BCV) en propedeuse-assessment Dhr. Drs. H.A. Voigt (havoigt) Nederlands Dhr. drs. H.G. de Vries (hgvries) Engels Studieadviseur: Mevr. drs. V.S. Adriaanse (vsadriaa) werkdagen ma, di, do, vr
20 Studiegids AAFM 2012-2013
2.2
Doelen propedeuse AAFM
De propedeuse vormt het eerste jaar van de opleidingen Accountancy (AC), Bedrijfseconomie (BE), Bedrijfskunde MER en Human Resource Management (HRM). De -
functies van de propedeuse zijn: selectie; oriëntatie; verwijzing; kwalificatie; homogenisering.
Hieraan wordt integraal invulling gegeven vanuit de opleidingsprofielen in de genoemde opleidingen. Aan de propedeuse is een propedeutisch examen verbonden; de student is hiervoor geslaagd als alle onderwijseenheden binnen de propedeutische fase met goed gevolg zijn afgesloten; de student ontvangt in dat geval het getuigschrift propedeuse van de opleiding. • Selectie Het is zowel voor de student als voor de opleiding van het grootste belang om na uiterlijk één jaar vast te kunnen stellen of de student al dan niet geschikt is voor de opleiding. Teneinde deze vaststelling te kunnen realiseren, wordt aan de student een aantal eisen op het gebied van kennis en vaardigheden gesteld die afgestemd zijn op de opleidingsprofielen. Deze zijn zodanig opgesteld dat, als de student aan deze eisen voldoet, een succesvolle voortzetting van de studie in de postpropedeutische fase van de opleiding, behoudens bijzondere omstandigheden, gegarandeerd is. Vanuit de opleiding wordt deze vaststelling uitgedrukt in het bindend studieadvies. De nieuwe student die op 1 september 2012 is gestart, ontvangt voor 31 augustus 2013 een bindend studieadvies en indien van toepassing een tweede studieadvies voor 31 augustus 2014. Een student die op 1 februari 2013 is gestart, ontvangt voor 1 februari 2014 een bindend advies en indien van toepassing een tweede studieadvies voor 1 februari 2015. Het College van Bestuur van Avans Hogeschool heeft besloten voor het collegejaar 2012/2013 aan een negatief studieadvies een bindend karakter te geven. Gezien de aard van de propedeuse heeft deze afwijzing betrekking op alle verder in deze studiegids genoemde opleidingen. • Oriëntatie Teneinde de student een verantwoorde keuze uit het aanbod van opleidingen in de postpropedeutische fase te kunnen laten maken, is het onderwijsprogramma van de propedeuse zodanig ingevuld dat de kern van de diverse opleidingsprofielen duidelijk herkenbaar is in de onderwijseenheden. Voorts begeleidt de studieloopbaanbegeleider de student bij het maken van zijn opleidingskeuze en wordt de student voorgelicht door informatierondes. • Verwijzing Middels het beoordelen van de studieresultaten van de student en het voeren van gesprekken met de student door de studieloopbaanbegeleider, wordt zeer regelmatig vastgesteld of de student in staat geacht wordt te zullen voldoen aan de eisen van het propedeutische examen. Als dit op enig moment niet het geval is, wordt de student in staat gesteld adequaat en begeleid vanuit het decanaat, verwezen te worden naar een andere opleiding. • Kwalificatie Het onderwijsprogramma van de propedeuse is zodanig ingericht, dat de student zich, door te slagen voor het propedeutische examen, voldoende kwalificeert voor het met goed gevolg afronden van de studie in de postpropedeutische fase van de gekozen opleiding. • Homogenisering Het onderwijsprogramma van de propedeuse is zodanig ingericht dat verschillen in de vooropleiding van de studenten na één semester en met een gelijkmatige studielast zijn geëgaliseerd, zodat het onderwijsprogramma in de postpropedeutische fase van de opleiding ongedifferentieerd kan zijn. Norm voor het vaststellen van het standaardprogramma van de propedeuse is de vooropleiding HAVO met het profiel Economie en Maatschappij. De studielast van de propedeuse is voor de reguliere student (zonder vrijstellingen) 60 EC-punten. Uitgangspunt is om deze studielast zo gelijkmatig mogelijk over het collegejaar te spreiden, waardoor voor ieder onderwijsblok 15 EC-punten te behalen zijn.
21 Studiegids AAFM 2012-2013
2.3
Inrichting propedeutische fase
2.3.1 Onderwijsvisie De propedeuse van de AAFM is een zeer degelijke voorbereiding op de postpropedeutische fase van iedere opleiding. De opbouw van het onderwijsprogramma is dan ook gekoppeld aan de onderwijsvisie van de gehele academie. Deze visie is met behulp van de onderstaande kenmerken helder te typeren: Ieder onderwijsblok (= 10 weken) kent 4 leerlijnen: een integrale leerlijn, een conceptuele leerlijn, een vaardighedenleerlijn en de leerlijn van studieloopbaanbegeleiding. De student is in grote mate zelfstandig, kent zijn eigen sterke en zwakke punten en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de voor hem relevante competenties. In de visie op leren gaat het vooral om het toepassen van kennis en niet op het reproduceren van deze kennis. De studielast bedraagt (inclusief collegebezoek) gemiddeld 35 á 40 uur per week. Naast lesgebonden activiteiten zal de student ook regelmatig andere studieactiviteiten verrichten op de hogeschool. Goed kunnen samenwerken met andere studenten staat hoog in het vaandel. Projecten worden dikwijls in groepsverband uitgevoerd. Ieder onderwijsblok heeft naast een theoriecomponent ook een substantieel praktijkgedeelte. Dit resulteert vaak in het tot stand komen van een beroepsproduct, al dan niet in samenwerking met het bedrijfsleven en/of overheid. Vandaar: “Geen blok zonder praktijk”. Een nadere toelichting op deze visie en de bijbehorende leerlijnen is terug te vinden bij het onderdeel “onderwijsvisie AAFM” in hoofdstuk 2 van deze studiegids.
2.3.2 Leerroutes en instroommomenten In de propedeuse wordt het onderwijs aangeboden in periodes van tien weken. Een dergelijke periode wordt een blok genoemd. Afhankelijk van de vooropleiding kan de student een voor hem aangewezen leerroute volgen. Zie hieronder welke route op jou van toepassing is. • Volledig traject (= 4 jaar) Reguliere studenten volgen gezamenlijk blok 1 en 2. Na deze eerste twee blokken zal gekozen moeten worden tussen de studierichtingen: Financieel Management (met de opleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy) Algemeen Management (met de opleidingen Bedrijfskunde MER en HRM) In de gekozen studierichting worden vervolgens de blokken 3 en 4 gevolgd. De propedeutische blokken 1, 2, 3 en 4 leveren ieder 15 studiepunten op. Het totaal is dan 60 EC. Daarmee is het propedeusegetuigschrift behaald. Voor het reguliere traject is geen instroom mogelijk in februari. • Verkort traject (= 3,5 jaar) Turbostudenten moeten bij binnenkomst kiezen tussen de studierichtingen: Financieel Management (met de opleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy) Algemeen Management (met de opleidingen Bedrijfskunde MER en HRM) Zij beginnen dus met blok 3 en doen vervolgens blok 4. Blok 3 en 4 leveren ieder 15 studiepunten op, waarbij met een totaal van 30 EC het propedeusegetuigschrift is behaald. Voor het turbotraject is ook instroom in februari mogelijk. Op basis van deze leerroutes en instroommomenten, kunnen we de volgende categorieën studenten onderscheiden in de propedeuse: Categorie A: Reguliere student gestart in september 2012 De student volgt in zijn eerste collegejaar achtereenvolgens de blokken 1, 2, 3 en 4 en krijgt hierbij per studieonderdeel uit alle blokken 2 voorgeschreven kansen. Categorie B: Turbo student gestart in september 2012 De student volgt in kwartaal 1 en 2 achtereenvolgens de blokken 3 en 4 en krijgt in dit eerste halfjaar per studieonderdeel uit beide blokken 2 voorgeschreven kansen. Categorie C: Turbo student gestart in februari 2013 De student volgt in kwartaal 3 en 4 achtereenvolgens de blokken 3 en 4 en krijgt in dit eerste halfjaar per studieonderdeel uit beide blokken 2 voorgeschreven kansen. 22 Studiegids AAFM 2012-2013
Categorie D: Reguliere student gestart in september 2011 Deze student heeft in de zomer van 2012 een voorlopig positief doorstudeeradvies (=VP) ontvangen en toegang verkregen tot jaar 2, maar heeft nog onderdelen uit de propedeuse openstaan om te herkansen/repareren. Categorie E: Turbo student gestart in september 2011 Deze student heeft in de zomer van 2012 een voorlopig positief doorstudeeradvies (= VP) ontvangen en toegang verkregen tot jaar 2, maar heeft nog onderdelen uit de propedeuse openstaan om te herkansen/repareren. Categorie F: Turbo student gestart in februari 2012 Deze student heeft in de zomer van 2012 een voorlopig doorstudeeradvies (nog niet bindend) ontvangen en toegang verkregen tot jaar 2, maar heeft nog onderdelen uit de propedeuse openstaan om te herkansen/repareren.
23 Studiegids AAFM 2012-2013
2.3.3 Inhoud aangeboden onderwijseenheden propedeuse AAFM (per categorie) 2.3.3.1 Categorie A: Reguliere student gestart in september 2012 Het onderwijsprogramma van de propedeuse voor studenten in categorie A omvat de in de onderstaande overzichten opgenomen onderwijseenheden.
Blok 1: De omgeving van een organisatie Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie A
Blok 1 Propedeuse: De omgeving van een organisatie 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Alg. management AFXX-P10-AM 2,5 cijfer 4 25% Alg. economie AFXX-P10-AEC 2,5 cijfer 4 25% Bedrijfseconomie AFXX-P10-BEC 2,5 cijfer 4 25% Recht AFXX-P10-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFXX-P10-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFXX-P10-BCV 1 vld/nvd vld Rekenvaardigheid AFXX-P10-REK 1 cijfer 5,5 SLB AFXX-P10-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Trainingen (= werkcolleges) Projectweek (= beroepsproduct) Enkele plenaire colleges Bijeenkomsten studieloopbaanbegeleiding (soms individueel) Cursus zelfstudie Nederlands Algemeen management, algemene economie, bedrijfseconomie, recht, BCV, rekenvaardigheid, Nederlands en studieloopbaanbegeleiding 10 weken(inclusief 1 week herfstvakantie) Dhr. M.J.A. Theunis (mjatheun)
Binnen dit blok kom je in aanraking met de omgeving waarin een organisatie zich begeeft. Hierbij staat het maken van een externe quick scan (het beroepsproduct) centraal. Het is voor een onderneming van groot belang om deze omgeving goed in kaart te brengen. Je moet bijvoorbeeld weten wie jouw klanten en leveranciers zijn, een goede relatie onderhouden met vermogensverschaffers (bijvoorbeeld banken) en op de hoogte zijn van allerlei maatschappelijke, juridische, economische en politieke ontwikkelingen. Het maken van de quick scan wordt in dit blok verder ondersteund door een flinke dosis theorie en relevante vaardigheden. Doelen/onderwerpen Hoofddoel van blok 1 is de samenstelling van een externe quick scan in rapportvorm en het verdedigen van deze scan bij de eigen studieloopbaanbegeleider. Diverse theorievakken leveren een bijdrage aan de inhoud van dit beroepsproduct. Het gaat dan om: bedrijfseconomie, recht, algemeen management en algemene economie. Naast de bijdrage aan de quick scan wordt er in blok 1 bij deze vakken een basis gelegd voor toekomstige blokken. Denk daarbij ook aan vakken als rekenvaardigheid en Nederlands. Het beroepsproduct wordt tevens ondersteund door het vakgebied beroepscommunicatieve vaardigheden (=BCV), waar je leert interviewen en rapporteren. Daarnaast maken we een begin met Nederlandse taal, die je d.m.v. het zelfstudiepakket Hogeschooltaal op het gewenste HBO-niveau zult moeten brengen. Door het behalen van de instaptoets in blokweek 5 kun je hier je eerste echte studiepunt verdienen (dit punt telt uiteindelijk mee in blok 2). In blok 1 streven we er ook naar om de nieuwe student aan te leren hoe hij/zij de studie aan de AAFM moet organiseren. Dit doel bereiken we via studieloopbaanbegeleiding (=SLB). Verder is er in dit blok voor studenten ook ruimte om zich te oriënteren op hun definitieve opleidingskeuze in januari van het eerste collegejaar. Literatuur • • • •
Hoofdlijnen Nederlands recht - Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Management: oriëntatie en inleiding – Keuning
24 Studiegids AAFM 2012-2013
• • • •
Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Algemene economie en bedrijfsomgeving - Marijs en Hulleman Een goede zin - Mante e.a. Toegepast rekenen - Reus
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het beroepsproduct wordt getoetst d.m.v. een rapport en een verdediging van het project en wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. De beoordeling van BCV wordt verzorgd door de BCV-docent, en is gebaseerd op de aanwezigheid in de lessen en de gemaakte toetsen (tijdens de werkcolleges) . Rekenvaardigheid wordt getoetst met een schriftelijk tentamen in de tentamenperiode. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Presentieplicht 100% aanwezig bij BCV, projectbijeenkomsten en ALLE activiteiten die te maken hebben met studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1ste inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken en rekenvaardigheid een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. Voor Nederlands komt er een nog een kans aan het einde van blok 2 en een herkansing aan het einde van blok 3. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
25 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 2: De processen binnen een organisatie Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie A
Blok 2 Propedeuse: De processen binnen een organisatie 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Alg. management AFXX-P20-AM 2,5 cijfer 4 25% Financiële administr. AFXX-P20-FIAD 2,5 cijfer 4 25% Bedrijfseconomie AFXX-P20-BEC 2,5 cijfer 4 25% Recht AFXX-P20-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFXX-P20-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFXX-P20-BCV 1 vld/nvd vld Nederlands AFXX-P20-NED 1 vld/nvd vld SLB AFXX-P20-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Trainingen (= werkcolleges) Projectweek KNEX (= beroepsproduct) Enkele plenaire colleges Bijeenkomsten studieloopbaanbegeleiding (soms individueel) Cursus zelfstudie Nederlands (vervolg) Spreekuren Algemeen management, financiële administraitie, bedrijfseconomie, recht, BCV, Nederlands en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. A.P.R.M. Valk (aprmvalk)
Binnen dit blok staat het maken van een interne quick scan centraal. Hierbij gaan we aan de hand van een bedrijf waar een derdejaars student op dat moment stage loopt kijken naar de verschillende processen die zich afspelen binnen een dergelijke organisatie, zoals inkoop, verkoop en opslag. Verder komen interne aspecten, zoals de organisatiestructuur, cultuur en personeel aan de orde. De grootste inspanning van het uiteindelijk op te leveren beroepsproduct moet geleverd worden in blokweek 10 waar we onze traditionele “KNEX-week” spelen. Hierin wordt middels een spel een bedrijfskolom (eindproducten zijn motoren) nagebootst, waardoor studenten kennismaken met de processen die binnen een bedrijf voorkomen. Uiteindelijk resulteert dit in een eindrapport dat gepresenteerd dient te worden. Net als in blok 1 wordt het beroepsproduct weer ondersteund door een theoretische component (zie vakgebieden hierboven) en relevante vaardigheden. Doelen/onderwerpen Hoofddoel van blok 2 is inzicht krijgen in de interne processen die zich afspelen binnen een organisatie. Dit ga je in blokweek 5 eerst bekijken bij een derdejaars stagiair van de AAFM; dus echt op locatie. In blokweek 10 kruip je zelf in de huid van een ondernemer en ervaar je de processen spelenderwijs in het “KNEX-spel”. Diverse theorievakken leveren een bijdrage aan de inhoud van dit beroepsproduct. Het gaat dan om: bedrijfseconomie, recht, algemeen management en financiële administratie. Evenals in blok 1, wordt ook in blok 2 bij de hierboven genoemde vakken een basis gelegd voor toekomstige blokken. Het beroepsproduct wordt tevens ondersteund door het vakgebied beroepscommunicatieve vaardigheden (=BCV), waar je leert presenteren. Het werken met Excel komt terug als voorbereiding op de projectweek en studenten die in blok 1 Nederlands nog niet hebben afgerond, kunnen via spreekuren en het zelfstudiepakket zich voorbereiden op een nieuwe kans. Tot slot is er aandacht voor studieloopbaanbegeleiding (=SLB). Literatuur • • • • • • •
Hoofdlijnen Nederlands recht - Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Management: oriëntatie en inleiding - Keuning Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. De beginselen van de financiële administratie - Krijgsheld e.a. Een goede zin - Mante e.a.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl
26 Studiegids AAFM 2012-2013
** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het beroepsproduct wordt getoetst d.m.v. een rapport en een presentatie van het project en wordt beoordeeld door een team van docenten dat de KNEX-week begeleidt. De beoordeling van BCV wordt verzorgd door de BCV-docent, en is gebaseerd op de aanwezigheid in de lessen en de gemaakte toetsen (tijdens de werkcolleges). Nederlands wordt getoetst via een digitale toets in de tentamenperiode. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Presentieplicht 100% aanwezig bij BCV, projectbijeenkomsten en ALLE activiteiten die te maken hebben met SLB Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken en Nederlands een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
27 Studiegids AAFM 2012-2013
Categorie A
Blok 3 AC/BE: Planning en verantwoording in een handelsonderneming Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Blok 3: Accountancy en Bedrijfseconomie (Financieel Management) Planning en verantwoording in een handelsonderneming 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBEC-P30-BEC 3 cijfer 4 30% Belastingrecht AFBEC-P30-BR 3 cijfer 4 30% Financiële administr. AFBEC-P30-FIAD 4 cijfer 4 40% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 1 toets onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBEC-P30-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFBEC-P30-BCV 1 vld/nvd vld Kwan.methoden AFBEC-P30-KM 1 cijfer 5,5 SLB AFBEC-P30-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Trainingen (= werkcolleges) Projectweek (= beroepsproduct) Enkele plenaire colleges Bijeenkomsten studieloopbaanbegeleiding (soms individueel) Cursus zelfstudie Engels Bedrijfseconomie, belastingrecht, financiële administratie, BCV, kwantitatieve methoden, Engels en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. I.D. Ronner (idronner)
Binnen dit blok kom je in aanraking met een handelsonderneming zonder rechtspersoonlijkheid. Centraal bij deze onderneming staat het voeren van een (eenvoudige) boekhouding en de rol die de boekhouding speelt bij de informatievoorziening voor interne en externe doeleinden. In de rol van administratief medewerker stelt de student een (digitale) kwartaalrapportage voor een eenvoudige onderneming op. Verder zal het samenstellen van een masterbudget aan bod komen. Doelen/onderwerpen Het doel is om feeling te krijgen met de planning- en controlcyclus van een handelsonderneming. Hierbij horen uiteraard een voor- en een nacalculatie. In blokweek 10 (na de eindtoetsen) moeten de financiële feiten van een fictief bedrijf (de Arena Gamestore) voor het laatste kwartaal van het boekjaar in Exact worden ingevoerd en geanalyseerd (=nacalculatie). De voorcalculatie geschiedt binnen de lessen bedrijfseconomie (blokweken 5, 6 en 7) in de vorm van een te maken masterbudget (=voorcalculatie). Deze 2 producten vormen samen het beroepsproduct. Dit alles wordt ondersteund door de vakgebieden bedrijfseconomie, financiële administratie en belastingrecht. Daarnaast kent het blok een cursus wiskunde ofwel kwantitatieve methoden en een cursus BCV. Verder is er aandacht voor Engels, dat aan het einde van de propedeuse (eind kwartaal 4) op het juiste niveau moet zijn. We doen dat via het zelfstudiepakket Hogeschooltaal (bekend van Nederlands uit blok 1 en 2). Het eerste toetsmoment staat gepland aan het einde van dit blok 3. Natuurlijk zal er ook weer aandacht zijn voor studieloopbaanbegeleiding Literatuur • • • • • • •
Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Basisstudie in het boekhouden (inclusief werkboek) - Van Summeren e.a. De beginselen van de financiële administratie - Krijgsheld e.a. Pocket belastingwetten 2012 - Geppaart Belastingrecht met de wet in de hand 2012 (inclusief werkboek) - Nijhuis Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Een goede zin - Mante e.a.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen
28 Studiegids AAFM 2012-2013
prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 3 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 1 cijfer lager dan 5,5 mag zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Let op de onderlinge weging! Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een digitale uitwerking van het masterbudget en een rapport m.b.t. de schoenendoos (EXACT). De beoordeling geschiedt door de betrokken vakdocenten. Kwantitatieve methoden door middel van een toets in de tentamenperiode. Bij BCV moet de lessencyclus voldoende zijn doorlopen (voldoende inspanning en niveau). De beoordeling geschiedt door de BCV-docent. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Engels wordt beoordeeld door de docent Engels aan de hand van je vorderingen in het zelfstudiepakket Hogeschooltaal. Het studiepunt komt uiteindelijk terecht in het blokoverzicht van blok 4. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding, BCV en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 3 kernvakken en kwantitatieve methoden een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. Engels in de loop van kwartaal 4 d.m.v. aanvullende handelingen binnen Hogeschooltaal. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
29 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 3 Bedrijfskunde MER/HRM: Het ondernemingsplan Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie A
Blok 3 Bedrijfskunde MER en HRM (Algemeen Management) Het ondernemingsplan 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBBA-P30-BEC 2,5 cijfer 4 25% Marketing AFBBA-P30-MKT 2,5 cijfer 4 25% Alg. management AFBBA-P30-AM 2,5 cijfer 4 25% Recht AFBBA-P30-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBBA-P30-BP 3 cijfer 5,5 Engels AFBBA-P30-ENG 1 vld/nvd vld SLB AFBBA-P30-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Hoorcolleges Werkcolleges Projectvergaderingen Studieloopbaanbegeleiding Cursus zelfstudie Engels Bedrijfseconomie, marketing, algemeen management, recht, Engels, belastingrecht en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. Mr. M.P.L. Adriaansen (mpladria)
Gedurende het derde blok van het propedeutische jaar ga je aan de slag met het maken van een ondernemingsplan. Het ondernemingsplan is een belangrijk document voor een onderneming. Daarin is opgenomen waar de onderneming voor staat, wat de plannen zijn en hoe de continuïteit wordt gewaarborgd. De voor het bedrijf relevante onderwerpen komen daarin aan bod. Met het maken van een dergelijk plan wordt op een systematisch wijze nagedacht over de onderneming. Gezien het tijdpad van een kwartaal, komen niet alle aspecten aan de orde. De opdracht voor het beroepsproduct luidt: “Geef vanuit de rol van adviseur de ondernemer advies als het gaat om financiële, organisatiekundige, marketing en juridische aspecten van een op te stellen ondernemingsplan.” Tijdens dit kwartaal worden naast hoorcolleges, werkcolleges aangeboden. De hoor- en werkcolleges zijn van belang om tot een effectief beroepsproduct te kunnen komen. Doelen/onderwerpen Het kunnen opzetten van een ondernemingsplan is het hoofddoel van dit blok. Daarbij is ondersteuning vanuit de theorie onontbeerlijk. Daarom worden er voor de volgende vakken colleges aangeboden: bedrijfseconomie, marketing, algemeen management, belastingrecht en privaatrecht. Deze vakken zijn tevens nodig om een goede basis te leggen voor blok 4. Verder is er aandacht voor Engels, dat aan het einde van de propedeuse (eind kwartaal 4) op het juiste niveau moet zijn. We doen dat via het zelfstudiepakket Hogeschooltaal (bekend van Nederlands uit blok 1 en 2). Het eerste toetsmoment staat gepland aan het einde van dit blok 3. De overige vaardigheden worden niet afzonderlijk getraind, maar komen aan bod in de werkcolleges van de verschillende vakken. Tot slot is er aandacht voor studieloopbaanbegeleiding (=SLB) in dit blok. Literatuur • • • • • • •
Hoofdlijnen Nederlands recht - Loonstra Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Marketing, De Essentie – Kotler HRM voor managers – Manders Praktisch fiscaal recht – M. Damen Pocket belastingwetten 2012 – Geppaart
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm
30 Studiegids AAFM 2012-2013
Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een rapport en beoordeeld door de betrokken vakdocenten. Op het projectcijfer kan een bonus worden toegevoegd (zie ook het blokboek en de handleiding van het beroepsproduct). Engels wordt beoordeeld door de docent Engels aan de hand van je vorderingen in het zelfstudiepakket Hogeschooltaal. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. Engels in de loop van kwartaal 4 d.m.v. aanvullende handelingen binnen Hogeschooltaal. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
31 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 4 AC/BE: Het businessplan Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie A
Blok 4 Accountancy en Bedrijfseconomie (Financieel Management) Het Businessplan 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBEC-P40-BEC-12 2 cijfer 4 20% Belastingrecht AFBEC-P40-BR-12 2 cijfer 4 20% Financiële administr. AFBEC-P40-FIAD 2 cijfer 4 20% Financiële rek.kunde AFBEC-P40-FIN 2 cijfer 4 20% Sociaal Recht AFBEC-P40-SR-12 2 cijfer 4 20% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBEC-P40-BP 2 cijfer 5,5 Engels AFBEC-P40-ENG 1 vld/nvd vld Assessment AFBEC-P40-ASS 1 vld/nvd vld SLB AFBEC-P40-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Trainingen Instructiecolleges gevolgd door opdrachten door studenten zelf te maken in Xplora en die worden afgesloten met feedbackcolleges Plenaire colleges Studieloopbaanbegeleiding Bedrijfseconomie (financiering), financiële rekenkunde, sociaal recht, marketing, belastingrecht, financiële administratie en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. J. van Hilst (jjehilst)
In blok 4 staat het businessplan centraal. Het is voor zowel een startende ondernemer als een groeiende onderneming van groot belang om zich goed voor te bereiden op de toekomst en dus op de gevolgen van genomen (of nog te nemen) beslissingen. Het businessplan kan vanuit verschillende invalshoeken benaderd worden. Afhankelijk van de invalshoek zal het plan gedetailleerd of globaal zijn. Wanneer het plan bijvoorbeeld wordt gebruikt om het bedrijf verder te ontwikkelen zal gedetailleerd worden ingegaan op het personeelsplan of het investeringsplan. Wanneer het businessplan een onderdeel uitmaakt van een financieringsaanvraag zal het plan operationeel minder gedetailleerd worden ingevuld. Wel zal in het plan veel meer worden ingegaan op de financiële gevolgen van het plan en de risico’s die worden gelopen. Te denken valt aan strategische risico’s (markt, concurrentie), fiscale en financiële risico’s. Het is logisch, gezien de aard van de opleiding, dat de laatste invalshoek in dit blok centraal staat. Je zult vanuit de rollen van financieel en fiscaal adviseur de ondernemer daarbij ondersteunen. Allerlei strategische, fiscale en economische onderwerpen zullen worden gebruikt om het businessplan te kunnen opstellen. Doelen/onderwerpen Je gaat bij het beroepsproduct aan de slag met een ondernemingsplan. Dit ondernemingsplan dient in rapportvorm uitgewerkt te worden en per projectgroep verdedigd te worden bij een bank en/of een accountantskantoor. De ondersteunende vakken zijn: bedrijfseconomie (financiering), belastingrecht, financiële rekenkunde en financiële administratie en sociaal recht. Verder is er in dit blok gelegenheid om een eventueel onvoldoende resultaat voor Engels uit het vorige kwartaal te repareren via Hogeschooltaal en zal de student weer inhoud moeten geven aan zijn/haar traject van studieloopbaanbegeleiding. Tot slot zal in de 10de blokweek het propedeuse-assessment worden afgenomen als proeve van bekwaamheid over de gehele propedeuse. Literatuur • • • • • •
Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Basisstudie in het boekhouden (inclusief werkboek) - Van Summeren e.a. De beginselen van de financiële administratie - Krijgsheld e.a. Pocket belastingwetten 2012 - Geppaart Belastingrecht met de wet in de hand 2012 (inclusief werkboek) - Nijhuis Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland
32 Studiegids AAFM 2012-2013
• • •
Een goede zin - Mante e.a. Hoofdstukken sociaal recht – C.J. Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 5 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Let op de onderlinge weging! Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het projectcijfer wordt voor 50% bepaald door de inhoud en de verdediging. De andere 50% wordt ingevuld door een cijfer voor de weekopdrachten. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Het assessment d.m.v. een assessmentdag in blokweek 10 onder leiding van tweedejaars studenten. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 5 kernvakken een hertentamen in de hertentamenweek van DIT blok. Het assessment in het volgende collegejaar (dit onderdeel wordt in dat geval buiten de BSA-norm gehouden). Het beroepsproduct binnen 1 week na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht. Engels kan niet meer herkanst worden dit collegejaar, aangezien blok 4 als tweede kans gold.
33 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 4 Bedrijfskunde MER/HRM: De arbeidsovereenkomst Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie A
Blok 4 Bedrijfskunde MER en Human Resource Management (Algemeen Management) De arbeidsovereenkomst 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBBA-P40-BEC 2,5 cijfer 4 25% Belastingrecht AFBBA-P40-BR 2,5 cijfer 4 25% Personeelsmanag. AFBBA-P40-PM 2,5 cijfer 4 25% Recht AFBBA-P40-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBBA-P40-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFBBA-P40-BCV 1 vld/nvd vld Assessment AFBBA-P40-ASS 1 vld/nvd vld SLB AFBBA-P40-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Hoorcolleges Werkcolleges Projectvergaderingen Studieloopbaanbegeleiding Personeelsmanagement, bedrijfseconomie, recht, belastingrecht, BCV en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
In blok 4 demonstreer je dat je in de eigen praktijk (referentiebedrijf op basis van eigen bijbaan) en in een deels geënsceneerde situatie de arbeidsvoorwaarden op een verantwoorde wijze kunt toepassen. Dit dient te geschieden door bestaande wet- en regelgeving te vertalen naar een op te maken arbeidsovereenkomst; de effectiviteit ervan te toetsen door individuele arbeidsovereenkomsten te muteren en te beëindigen. Daarbij worden verschillende van belang zijnde onderwerpen vanuit de theorie en vaardigheden meegenomen. Dit blok is de basis voor het arbeidsrecht en de relevante aspecten van personeelsmanagement ten aanzien van dit de arbeidsovereenkomst. Zowel binnen de Bedrijfskunde MER- als binnen HRM-opleiding zal hier in een later stadium op worden voortgebouwd. Doelen/onderwerpen De arbeidsovereenkomst is een onderwerp dat raakvlakken heeft met vele vakgebieden. Vandaar ook dat je een breed scala aan theorievakken krijgt aangeboden, namelijk personeelsmanagement, bedrijfseconomie, belastingrecht en sociaal recht. De vaardigheden worden ondersteund door beroepscommunicatieve vaardigheden en er zal ook in dit blok weer aandacht besteed worden aan studieloopbaanbegeleiding. Tot slot zal in de 10e blokweek het propedeuse-assessment worden afgenomen als proeve van bekwaamheid over de gehele propedeuse. Literatuur • • • • • • • •
Hoofdstukken sociaal recht – C.J. Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Praktisch fiscaal recht – M. Damen. Pocket belastingwetten 2012 – Geppaart Strategisch selecteren – Van Dijk e.a. Een goede zin - Mante e.a.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt,
34 Studiegids AAFM 2012-2013
indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een rapport en een verdediging van het rapport. Bij BCV moet de lessencyclus voldoende zijn doorlopen (voldoende inspanning en niveau). De beoordeling geschiedt door de BCV-docent Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Het assessment d.m.v. een assessmentdag in blokweek 10 onder leiding van tweedejaars studenten. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding, projectvergaderingen, projectbegeleiding en BCV. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1ste inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken een hertentamen in de hertentamenweek van DIT blok. Het assessment in het volgende collegejaar (dit onderdeel wordt in dat geval buiten de BSA-norm gehouden). Het beroepsproduct en BCV binnen 1 week na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht. Engels kan niet meer herkanst worden dit collegejaar, aangezien blok 4 als tweede kans gold.
Toelichting bijzondere studieonderdelen: Een aantal vakgebieden/studieonderdelen binnen de propedeuse wijken af van de “standaard”vakken. Vandaar dat zij hieronder apart worden toegelicht. Per onderdeel is in de propedeuse een contactpersoon aangesteld, waarvan de personalia zijn terug te vinden achterin deze studiegids. Rekenvaardigheid Bij iedere economische opleiding moet de student beschikken over voldoende rekenvaardigheden. De basisvaardigheden worden aangeleerd in blok 1 (kwartaal 1) via het vak Rekenvaardigheid. Hiervoor is 1 EC te behalen. Na het volgen van de trainingen in de weken 1 t/m 7 wordt er in de tentamenweek een eindtoets afgenomen. Bij het behalen van een onvoldoende cijfer (lager dan 5,5), worden er in blok 2 opnieuw lessen aangeboden om zodoende het hertentamen in de tentamenweek van dat blok met een voldoende af te kunnen sluiten. Nederlands Communiceren in foutloos Nederlands is erg belangrijk bij het volgen van een HBO-studie. De student zal d.m.v. zelfwerkzaamheid aan het einde van de propedeuse over het gewenste basisniveau moeten beschikken. Hiervoor is 1 EC te behalen. Hij/zij zal zich met behulp van het digitale lespakket “Hogeschooltaal” moeten bekwamen in het Nederlands, ondersteund door een aantal geroosterde spreekuren in blok 1, 2 en 3. In week 5 van blok 1 wordt digitaal een toets afgenomen, waarbij een voldoende meteen leidt tot het vereiste studiepunt. Bij een onvoldoende zal de student in blok 2 verder moeten oefenen en in de tentamenweek een herkansing moeten maken. In de toetsweek van blok 3 krijgt de student vervolgens nog een derde en laatste kans. Engels De kennis van Engels zal aan het einde van de propedeuse moeten voldoen aan een bepaald basisniveau. Ook dit zal de student zich eigen moeten maken met behulp van het lespakket “Hogeschooltaal”. Dit start echter pas in blok 3, waarbij de prestaties (inclusief online-toetsen) aan het einde van dit blok worden gemeten. Bij een onvoldoende zal de student extra opdrachten en toetsen moeten maken gedurende blok 4, waarbij nogmaals zijn/haar prestaties worden gemeten en beoordeeld.
35 Studiegids AAFM 2012-2013
Assessment Binnen de AAFM wordt, naast de reguliere vakken, ook veel aandacht besteed aan je ontwikkeling van middelbare scholier naar HBO-student en van HBO-student naar beginnend beroepsbeoefenaar. In deze periode kun je laten zien, in hoeverre jij je ontwikkelt op het gebied van competenties die van belang zijn tijdens je studie en ook voor je toekomstige beroep. Een competentie is gedrag, kennis of houding die laat zien HOE jij de dingen doet. Vanuit Avans is een aantal competenties benoemd die als belangrijk gelden voor je ontwikkeling als HBO-student en als latere beroepsbeoefenaar. Deze competenties zijn: Communicatie: mondelinge communicatie, luistervaardigheid, schriftelijke vaardigheden. Samenwerken: samenwerken, initiatief tonen, plannen & organiseren, flexibiliteit. Persoonlijke ontwikkeling: zelfontwikkeling, zelfsturing, reflecteren. Werk- en leerhouding: resultaatgerichtheid, probleemanalyse, oordeelsvorming. Wat is het assessment? In het assessment participeer je in “real live” rollenspelen en (bedrijfs)opdrachten waarmee je kunt laten zien op wat voor manier jij de opdrachten aanpakt. Tijdens het assessment wordt je gedrag zorgvuldig geobserveerd. Zo kan worden vastgesteld op welk niveau jij de gevraagde competenties laat zien. Je krijgt feedback en reflecteert zelf ook op je ontwikkeling. De competenties die worden getoetst zijn: • Mondelinge communicatie • Probleemanalyse • Luistervaardigheid • Oordeelsvorming • Samenwerken • Reflecteren Het assessment met al zijn onderdelen neemt een hele dag in beslag. Hoe kun je oefenen? De competenties zullen aan de orde komen tijdens SLB, maar ook projectgroepen, BCV, het leren van tentamens etc. geven je volop de mogelijkheid om ermee bezig te zijn. Het assessment wordt afgenomen aan het einde van blok 4 (1 EC).
36 Studiegids AAFM 2012-2013
2.3.3.2 Categorie B: Turbo student gestart in september 2012 Het onderwijsprogramma van de propedeuse voor studenten in categorie B omvat de in de onderstaande overzichten opgenomen onderwijseenheden. Categorie B
Blok 3 AC/BE: Planning en verantwoording in een handelsonderneming Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Blok 3: Accountancy en Bedrijfseconomie (Financieel Management) Planning en verantwoording in een handelsonderneming 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBEC-P30-BEC 3 cijfer 4 30% Belastingrecht AFBEC-P30-BR 3 cijfer 4 30% Financiële administr. AFBEC-P30-FIAD 4 cijfer 4 40% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 1 toets onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBEC-P30-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFBEC-P30-BCV 1 vld/nvd vld Kwan.methoden AFBEC-P30-KM 1 cijfer 5,5 SLB AFBEC-P30-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Trainingen (= werkcolleges) Projectweek (= beroepsproduct) Enkele plenaire colleges Bijeenkomsten studieloopbaanbegeleiding (soms individueel) Cursus zelfstudie Engels Bedrijfseconomie, belastingrecht, financiële administratie, BCV, kwantitatieve methoden, Engels en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. I.D. Ronner (idronner)
Binnen dit blok kom je in aanraking met een handelsonderneming zonder rechtspersoonlijkheid. Centraal bij deze onderneming staat het voeren van een (eenvoudige) boekhouding en de rol die de boekhouding speelt bij de informatievoorziening voor interne en externe doeleinden. In de rol van administratief medewerker stelt de student een (digitale) kwartaalrapportage voor een eenvoudige onderneming op. Verder zal het samenstellen van een masterbudget aan bod komen. Doelen/onderwerpen Het doel is om feeling te krijgen met de planning- en controlcyclus van een handelsonderneming. Hierbij horen uiteraard een voor- en een nacalculatie. In blokweek 10 (na de eindtoetsen) moeten de financiële feiten van een fictief bedrijf (de Arena Gamestore) voor het laatste kwartaal van het boekjaar in Exact worden ingevoerd en geanalyseerd (=nacalculatie). De voorcalculatie geschiedt binnen de lessen bedrijfseconomie (blokweken 5, 6 en 7) in de vorm van een te maken masterbudget (=voorcalculatie). Deze 2 producten vormen samen het beroepsproduct. Dit alles wordt ondersteund door de vakgebieden bedrijfseconomie, financiële administratie en belastingrecht. Daarnaast kent het blok een cursus wiskunde ofwel kwantitatieve methoden en een cursus BCV. Verder is er aandacht voor Engels, dat aan het einde van de propedeuse (eind kwartaal 4) op het juiste niveau moet zijn. We doen dat via het zelfstudiepakket Hogeschooltaal (bekend van Nederlands uit blok 1 en 2). Het eerste toetsmoment staat gepland aan het einde van dit blok 3. Natuurlijk zal er ook weer aandacht zijn voor studieloopbaanbegeleiding Literatuur • • • • • • •
Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Basisstudie in het boekhouden (inclusief werkboek) - Van Summeren e.a. De beginselen van de financiële administratie - Krijgsheld e.a. Pocket belastingwetten 2012 - Geppaart Belastingrecht met de wet in de hand 2012 (inclusief werkboek) - Nijhuis Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Een goede zin - Mante e.a.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
37 Studiegids AAFM 2012-2013
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 3 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 1 cijfer lager dan 5,5 mag zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Let op de onderlinge weging! Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een digitale uitwerking van het masterbudget en een rapport m.b.t. de schoenendoos (EXACT). De beoordeling geschiedt door de betrokken vakdocenten. Kwantitatieve methoden door middel van een toets in de tentamenperiode. Bij BCV moet de lessencyclus voldoende zijn doorlopen (voldoende inspanning en niveau). De beoordeling geschiedt door de BCV-docent. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Engels wordt beoordeeld door de docent Engels aan de hand van je vorderingen in het zelfstudiepakket Hogeschooltaal. Het studiepunt komt uiteindelijk terecht in het blokoverzicht van blok 4. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding, BCV en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 3 kernvakken en kwantitatieve methoden een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. Engels in de loop van kwartaal 4 d.m.v. aanvullende handelingen binnen Hogeschooltaal. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
38 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 3 Bedrijfskunde MER/HRM: Het ondernemingsplan Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie B
Blok 3 Bedrijfskunde MER en HRM (Algemeen Management) Het ondernemingsplan 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBBA-P30-BEC 2,5 cijfer 4 25% Marketing AFBBA-P30-MKT 2,5 cijfer 4 25% Alg. management AFBBA-P30-AM 2,5 cijfer 4 25% Recht AFBBA-P30-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBBA-P30-BP 3 cijfer 5,5 Engels AFBBA-P30-ENG 1 vld/nvd vld SLB AFBBA-P30-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Hoorcolleges Werkcolleges Projectvergaderingen Studieloopbaanbegeleiding Cursus zelfstudie Engels Bedrijfseconomie, marketing, algemeen management, recht, Engels, belastingrecht en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. Mr. M.P.L. Adriaansen (mpladria)
Gedurende het derde blok van het propedeutische jaar ga je aan de slag met het maken van een ondernemingsplan. Het ondernemingsplan is een belangrijk document voor een onderneming. Daarin is opgenomen waar de onderneming voor staat, wat de plannen zijn en hoe de continuïteit wordt gewaarborgd. De voor het bedrijf relevante onderwerpen komen daarin aan bod. Met het maken van een dergelijk plan wordt op een systematisch wijze nagedacht over de onderneming. Gezien het tijdpad van een kwartaal, komen niet alle aspecten aan de orde. De opdracht voor het beroepsproduct luidt: “Geef vanuit de rol van adviseur de ondernemer advies als het gaat om financiële, organisatiekundige, marketing en juridische aspecten van een op te stellen ondernemingsplan.” Tijdens dit kwartaal worden naast hoorcolleges, werkcolleges aangeboden. De hoor- en werkcolleges zijn van belang om tot een effectief beroepsproduct te kunnen komen. Doelen/onderwerpen Het kunnen opzetten van een ondernemingsplan is het hoofddoel van dit blok. Daarbij is ondersteuning vanuit de theorie onontbeerlijk. Daarom worden er voor de volgende vakken colleges aangeboden: bedrijfseconomie, marketing, algemeen management, belastingrecht en privaatrecht. Deze vakken zijn tevens nodig om een goede basis te leggen voor blok 4. Verder is er aandacht voor Engels, dat aan het einde van de propedeuse (eind kwartaal 4) op het juiste niveau moet zijn. We doen dat via het zelfstudiepakket Hogeschooltaal (bekend van Nederlands uit blok 1 en 2). Het eerste toetsmoment staat gepland aan het einde van dit blok 3. De overige vaardigheden worden niet afzonderlijk getraind, maar komen aan bod in de werkcolleges van de verschillende vakken. Tot slot is er aandacht voor studieloopbaanbegeleiding (=SLB) in dit blok. Literatuur • • • • • • •
Hoofdlijnen Nederlands recht - Loonstra Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Marketing, De Essentie – Kotler HRM voor managers – Manders Praktisch fiscaal recht – M. Damen Pocket belastingwetten 2012 – Geppaart
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm
39 Studiegids AAFM 2012-2013
Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een rapport en beoordeeld door de betrokken vakdocenten. Op het projectcijfer kan een bonus worden toegevoegd (zie ook het blokboek en de handleiding van het beroepsproduct). Engels wordt beoordeeld door de docent Engels aan de hand van je vorderingen in het zelfstudiepakket Hogeschooltaal. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. Engels in de loop van kwartaal 4 d.m.v. aanvullende handelingen binnen Hogeschooltaal. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
40 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 4 AC/BE: Het businessplan Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie B
Blok 4 Accountancy en Bedrijfseconomie (Financieel Management) Het Businessplan 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBEC-P40-BEC-12 2 cijfer 4 20% Belastingrecht AFBEC-P40-BR-12 2 cijfer 4 20% Financiële administr. AFBEC-P40-FIAD 2 cijfer 4 20% Financiële rek.kunde AFBEC-P40-FIN 2 cijfer 4 20% Sociaal Recht AFBEC-P40-SR-12 2 cijfer 4 20% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBEC-P40-BP 2 cijfer 5,5 Engels AFBEC-P40-ENG 1 vld/nvd vld Assessment AFBEC-P40-ASS 1 vld/nvd vld SLB AFBEC-P40-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Trainingen Instructiecolleges gevolgd door opdrachten door studenten zelf te maken in Xplora en die worden afgesloten met feedbackcolleges Plenaire colleges Studieloopbaanbegeleiding Bedrijfseconomie (financiering), financiële rekenkunde, sociaal recht, marketing, belastingrecht, financiële administratie en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. J. van Hilst (jjehilst)
In blok 4 staat het businessplan centraal. Het is voor zowel een startende ondernemer als een groeiende onderneming van groot belang om zich goed voor te bereiden op de toekomst en dus op de gevolgen van genomen (of nog te nemen) beslissingen. Het businessplan kan vanuit verschillende invalshoeken benaderd worden. Afhankelijk van de invalshoek zal het plan gedetailleerd of globaal zijn. Wanneer het plan bijvoorbeeld wordt gebruikt om het bedrijf verder te ontwikkelen zal gedetailleerd worden ingegaan op het personeelsplan of het investeringsplan. Wanneer het businessplan een onderdeel uitmaakt van een financieringsaanvraag zal het plan operationeel minder gedetailleerd worden ingevuld. Wel zal in het plan veel meer worden ingegaan op de financiële gevolgen van het plan en de risico’s die worden gelopen. Te denken valt aan strategische risico’s (markt, concurrentie), fiscale en financiële risico’s. Het is logisch, gezien de aard van de opleiding, dat de laatste invalshoek in dit blok centraal staat. Je zult vanuit de rollen van financieel en fiscaal adviseur de ondernemer daarbij ondersteunen. Allerlei strategische, fiscale en economische onderwerpen zullen worden gebruikt om het businessplan te kunnen opstellen. Doelen/onderwerpen Je gaat bij het beroepsproduct aan de slag met een ondernemingsplan. Dit ondernemingsplan dient in rapportvorm uitgewerkt te worden en per projectgroep verdedigd te worden bij een bank en/of een accountantskantoor. De ondersteunende vakken zijn: bedrijfseconomie (financiering), belastingrecht, financiële rekenkunde en financiële administratie en sociaal recht. Verder is er in dit blok gelegenheid om een eventueel onvoldoende resultaat voor Engels uit het vorige kwartaal te repareren via Hogeschooltaal en zal de student weer inhoud moeten geven aan zijn/haar traject van studieloopbaanbegeleiding. Tot slot zal in de 10de blokweek het propedeuse-assessment worden afgenomen als proeve van bekwaamheid over de gehele propedeuse. Literatuur • • • • • •
Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Basisstudie in het boekhouden (inclusief werkboek) - Van Summeren e.a. De beginselen van de financiële administratie - Krijgsheld e.a. Pocket belastingwetten 2012 - Geppaart Belastingrecht met de wet in de hand 2012 (inclusief werkboek) - Nijhuis Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland
41 Studiegids AAFM 2012-2013
• • •
Een goede zin - Mante e.a. Hoofdstukken sociaal recht – C.J. Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 5 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Let op de onderlinge weging! Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het projectcijfer wordt voor 50% bepaald door de inhoud en de verdediging. De andere 50% wordt ingevuld door een cijfer voor de weekopdrachten. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Het assessment d.m.v. een assessmentdag in blokweek 10 onder leiding van tweedejaars studenten. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 5 kernvakken een hertentamen in de hertentamenweek van DIT blok. Het assessment in het volgende collegejaar (dit onderdeel wordt in dat geval buiten de BSA-norm gehouden). Het beroepsproduct binnen 1 week na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht. Engels kan niet meer herkanst worden dit collegejaar, aangezien blok 4 als tweede kans gold.
42 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 4 Bedrijfskunde MER/HRM: De arbeidsovereenkomst Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie B
Blok 4 Bedrijfskunde MER en Human Resource Management (Algemeen Management) De arbeidsovereenkomst 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBBA-P40-BEC 2,5 cijfer 4 25% Belastingrecht AFBBA-P40-BR 2,5 cijfer 4 25% Personeelsmanag. AFBBA-P40-PM 2,5 cijfer 4 25% Recht AFBBA-P40-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBBA-P40-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFBBA-P40-BCV 1 vld/nvd vld Assessment AFBBA-P40-ASS 1 vld/nvd vld SLB AFBBA-P40-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Hoorcolleges Werkcolleges Projectvergaderingen Studieloopbaanbegeleiding Personeelsmanagement, bedrijfseconomie, recht, belastingrecht, BCV en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
In blok 4 demonstreer je dat je in de eigen praktijk (referentiebedrijf op basis van eigen bijbaan) en in een deels geënsceneerde situatie de arbeidsvoorwaarden op een verantwoorde wijze kunt toepassen. Dit dient te geschieden door bestaande wet- en regelgeving te vertalen naar een op te maken arbeidsovereenkomst; de effectiviteit ervan te toetsen door individuele arbeidsovereenkomsten te muteren en te beëindigen. Daarbij worden verschillende van belang zijnde onderwerpen vanuit de theorie en vaardigheden meegenomen. Dit blok is de basis voor het arbeidsrecht en de relevante aspecten van personeelsmanagement ten aanzien van dit de arbeidsovereenkomst. Zowel binnen de Bedrijfskunde MER- als binnen HRM-opleiding zal hier in een later stadium op worden voortgebouwd. Doelen/onderwerpen De arbeidsovereenkomst is een onderwerp dat raakvlakken heeft met vele vakgebieden. Vandaar ook dat je een breed scala aan theorievakken krijgt aangeboden, namelijk personeelsmanagement, bedrijfseconomie, belastingrecht en sociaal recht. De vaardigheden worden ondersteund door beroepscommunicatieve vaardigheden en er zal ook in dit blok weer aandacht besteed worden aan studieloopbaanbegeleiding. Tot slot zal in de 10e blokweek het propedeuse-assessment worden afgenomen als proeve van bekwaamheid over de gehele propedeuse. Literatuur • • • • • • • •
Hoofdstukken sociaal recht – C.J. Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Praktisch fiscaal recht – M. Damen. Pocket belastingwetten 2012 – Geppaart Strategisch selecteren – Van Dijk e.a. Een goede zin - Mante e.a.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt,
43 Studiegids AAFM 2012-2013
indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een rapport en een verdediging van het rapport. Bij BCV moet de lessencyclus voldoende zijn doorlopen (voldoende inspanning en niveau). De beoordeling geschiedt door de BCV-docent Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Het assessment d.m.v. een assessmentdag in blokweek 10 onder leiding van tweedejaars studenten. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding, projectvergaderingen, projectbegeleiding en BCV. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken een hertentamen in de hertentamenweek van DIT blok. Het assessment in het volgende collegejaar (dit onderdeel wordt in dat geval buiten de BSA-norm gehouden). Het beroepsproduct en BCV binnen 1 week na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht. Engels kan niet meer herkanst worden dit collegejaar, aangezien blok 4 als tweede kans gold.
Toelichting bijzondere studieonderdelen: Een aantal vakgebieden/studieonderdelen binnen de propedeuse wijken af van de “standaard”vakken. Vandaar dat zij hieronder apart worden toegelicht. Per onderdeel is in de propedeuse een contactpersoon aangesteld, waarvan de personalia zijn terug te vinden achterin deze studiegids. Nederlands Communiceren in foutloos Nederlands is erg belangrijk bij het volgen van een HBO-studie. De student zal d.m.v. zelfwerkzaamheid aan het einde van de propedeuse over het gewenste basisniveau te beschikken. Nederlands telt mee bij het onderdeel BCV, waarvoor 1 EC te behalen is. Bij Accountancy/Bedrijfseconomie volgen de studenten BCV in blok 3, de studenten Bedrijfskunde MER/Human Resource Management doen dit in blok 4. Nederlands is dus voorwaardelijk voor het behalen van het studiepunt voor BCV. De student zal zich met behulp van het digitale lespakket “Hogeschooltaal” moeten bekwamen in het Nederlands, ondersteund door een aantal geroosterde spreekuren in blok 3 en 4. In week 5 van blok 3 wordt digitaal een toets afgenomen. Wordt deze met een onvoldoende afgesloten, dan zal de student in blok 4 verder moeten oefenen en in de tentamenweek een herkansing moeten maken. In de tweede tentamenweek van blok 4 krijgt de student vervolgens nog een derde en laatste kans. Engels De kennis van Engels zal aan het einde van de propedeuse moeten voldoen aan een bepaald basisniveau. Ook dit zal de student zich eigen moeten maken met behulp van het lespakket “Hogeschooltaal”. De cursus start in blok 3, waarbij de prestaties (inclusie online-toetsen) aan het einde van dit blok worden gemeten. Bij een onvoldoende zal de student extra opdrachten en toetsen moeten maken gedurende blok 4, waar bij nogmaals zijn/haar prestaties worden gemeten en beoordeeld. Assessment Binnen de AAFM wordt, naast de reguliere vakken, ook veel aandacht besteed aan je ontwikkeling van middelbare scholier naar HBO-student en van HBO-student naar beginnend beroepsbeoefenaar. In deze periode kun je laten zien, in hoeverre jij je ontwikkelt op het gebied van competenties die van belang zijn tijdens je studie en ook voor je toekomstige beroep. Een competentie is gedrag, kennis of houding die laat zien HOE jij de dingen doet. Vanuit Avans is een aantal competenties benoemd die als belangrijk gelden voor je ontwikkeling als Hbo-student en als latere beroepsbeoefenaar. Deze competenties zijn:
44 Studiegids AAFM 2012-2013
Communicatie: mondelinge communicatie, luistervaardigheid, schriftelijke vaardigheden. Samenwerken: samenwerken, initiatief tonen, plannen & organiseren, flexibiliteit. Persoonlijke ontwikkeling: zelfontwikkeling, zelfsturing, reflecteren. Werk- en leerhouding: resultaatgerichtheid, probleemanalyse, oordeelsvorming. Wat is het assessment? In het assessment participeer je in “real live” rollenspelen en (bedrijfs)opdrachten waarmee je kunt laten zien op wat voor manier jij de opdrachten aanpakt. Tijdens het assessment wordt je gedrag zorgvuldig geobserveerd. Zo kan worden vastgesteld op welk niveau jij de gevraagde competenties laat zien. Je krijgt feedback en reflecteert zelf ook op je ontwikkeling. De competenties die worden getoetst zijn: • Mondelinge communicatie. • Probleemanalyse • Luistervaardigheid. • Oordeelsvorming. • Samenwerken. • Reflecteren. Het assessment met al zijn onderdelen neemt een hele dag in beslag. Hoe kun je oefenen? De competenties zullen aan de orde komen tijdens SLB, maar ook projectgroepen, BCV, het leren van tentamens etc. geven je volop de mogelijkheid om ermee bezig te zijn. Het assessment wordt afgenomen aan het einde van blok 4 (1 EC).
45 Studiegids AAFM 2012-2013
2.3.3.3
Categorie C: Turbo student gestart in februari 2013
Het onderwijsprogramma van de propedeuse voor studenten in categorie C omvat de in de onderstaande overzichten opgenomen onderwijseenheden. Categorie C
Blok 3 AC/BE: Planning en verantwoording in een handelsonderneming Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Blok 3: Accountancy en Bedrijfseconomie (Financieel Management) Planning en verantwoording in een handelsonderneming 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBEC-P30-BEC 3 cijfer 4 30% Belastingrecht AFBEC-P30-BR 3 cijfer 4 30% Financiële administr. AFBEC-P30-FIAD 4 cijfer 4 40% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 1 toets onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBEC-P30-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFBEC-P30-BCV 1 vld/nvd vld Kwan.methoden AFBEC-P30-KM 1 cijfer 5,5 SLB AFBEC-P30-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Trainingen (= werkcolleges) Projectweek (= beroepsproduct) Enkele plenaire colleges Bijeenkomsten studieloopbaanbegeleiding (soms individueel) Cursus zelfstudie Engels Bedrijfseconomie, belastingrecht, financiële administratie, BCV, kwantitatieve methoden, Engels en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. I.D. Ronner (idronner)
Binnen dit blok kom je in aanraking met een handelsonderneming zonder rechtspersoonlijkheid. Centraal bij deze onderneming staat het voeren van een (eenvoudige) boekhouding en de rol die de boekhouding speelt bij de informatievoorziening voor interne en externe doeleinden. In de rol van administratief medewerker stelt de student een (digitale) kwartaalrapportage voor een eenvoudige onderneming op. Verder zal het samenstellen van een masterbudget aan bod komen. Doelen/onderwerpen Het doel is om feeling te krijgen met de planning- en controlcyclus van een handelsonderneming. Hierbij horen uiteraard een voor- en een nacalculatie. In blokweek 10 (na de eindtoetsen) moeten de financiële feiten van een fictief bedrijf (de Arena Gamestore) voor het laatste kwartaal van het boekjaar in Exact worden ingevoerd en geanalyseerd (=nacalculatie). De voorcalculatie geschiedt binnen de lessen bedrijfseconomie (blokweken 5, 6 en 7) in de vorm van een te maken masterbudget (=voorcalculatie). Deze 2 producten vormen samen het beroepsproduct. Dit alles wordt ondersteund door de vakgebieden bedrijfseconomie, financiële administratie en belastingrecht. Daarnaast kent het blok een cursus wiskunde ofwel kwantitatieve methoden en een cursus BCV. Verder is er aandacht voor Engels, dat aan het einde van de propedeuse (eind kwartaal 4) op het juiste niveau moet zijn. We doen dat via het zelfstudiepakket Hogeschooltaal (bekend van Nederlands uit blok 1 en 2). Het eerste toetsmoment staat gepland aan het einde van dit blok 3. Natuurlijk zal er ook weer aandacht zijn voor studieloopbaanbegeleiding Literatuur • • • • • • •
Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Basisstudie in het boekhouden (inclusief werkboek) - Van Summeren e.a. De beginselen van de financiële administratie - Krijgsheld e.a. Pocket belastingwetten 2012 - Geppaart Belastingrecht met de wet in de hand 2012 (inclusief werkboek) - Nijhuis Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Een goede zin - Mante e.a.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
46 Studiegids AAFM 2012-2013
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 3 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 1 cijfer lager dan 5,5 mag zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Let op de onderlinge weging! Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een digitale uitwerking van het masterbudget en een rapport m.b.t. de schoenendoos (EXACT). De beoordeling geschiedt door de betrokken vakdocenten. Kwantitatieve methoden door middel van een toets in de tentamenperiode. Bij BCV moet de lessencyclus voldoende zijn doorlopen (voldoende inspanning en niveau). De beoordeling geschiedt door de BCV-docent. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Engels wordt beoordeeld door de docent Engels aan de hand van je vorderingen in het zelfstudiepakket Hogeschooltaal. Het studiepunt komt uiteindelijk terecht in het blokoverzicht van blok 4. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding, BCV en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 3 kernvakken en kwantitatieve methoden een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. Engels in de loop van kwartaal 4 d.m.v. aanvullende handelingen binnen Hogeschooltaal. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
47 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 3 Bedrijfskunde MER/HRM: Het ondernemingsplan Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie C
Blok 3 Bedrijfskunde MER en HRM (Algemeen Management) Het ondernemingsplan 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBBA-P30-BEC 2,5 cijfer 4 25% Marketing AFBBA-P30-MKT 2,5 cijfer 4 25% Alg. management AFBBA-P30-AM 2,5 cijfer 4 25% Recht AFBBA-P30-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBBA-P30-BP 3 cijfer 5,5 Engels AFBBA-P30-ENG 1 vld/nvd vld SLB AFBBA-P30-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Hoorcolleges Werkcolleges Projectvergaderingen Studieloopbaanbegeleiding Cursus zelfstudie Engels Bedrijfseconomie, marketing, algemeen management, recht, Engels, belastingrecht en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. Mr. M.P.L. Adriaansen (mpladria)
Gedurende het derde blok van het propedeutische jaar ga je aan de slag met het maken van een ondernemingsplan. Het ondernemingsplan is een belangrijk document voor een onderneming. Daarin is opgenomen waar de onderneming voor staat, wat de plannen zijn en hoe de continuïteit wordt gewaarborgd. De voor het bedrijf relevante onderwerpen komen daarin aan bod. Met het maken van een dergelijk plan wordt op een systematisch wijze nagedacht over de onderneming. Gezien het tijdpad van een kwartaal, komen niet alle aspecten aan de orde. De opdracht voor het beroepsproduct luidt: “Geef vanuit de rol van adviseur de ondernemer advies als het gaat om financiële, organisatiekundige, marketing en juridische aspecten van een op te stellen ondernemingsplan.” Tijdens dit kwartaal worden naast hoorcolleges, werkcolleges aangeboden. De hoor- en werkcolleges zijn van belang om tot een effectief beroepsproduct te kunnen komen. Doelen/onderwerpen Het kunnen opzetten van een ondernemingsplan is het hoofddoel van dit blok. Daarbij is ondersteuning vanuit de theorie onontbeerlijk. Daarom worden er voor de volgende vakken colleges aangeboden: bedrijfseconomie, marketing, algemeen management, belastingrecht en privaatrecht. Deze vakken zijn tevens nodig om een goede basis te leggen voor blok 4. Verder is er aandacht voor Engels, dat aan het einde van de propedeuse (eind kwartaal 4) op het juiste niveau moet zijn. We doen dat via het zelfstudiepakket Hogeschooltaal (bekend van Nederlands uit blok 1 en 2). Het eerste toetsmoment staat gepland aan het einde van dit blok 3. De overige vaardigheden worden niet afzonderlijk getraind, maar komen aan bod in de werkcolleges van de verschillende vakken. Tot slot is er aandacht voor studieloopbaanbegeleiding (=SLB) in dit blok. Literatuur • • • • • • •
Hoofdlijnen Nederlands recht - Loonstra Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Marketing, De Essentie – Kotler HRM voor managers – Manders Praktisch fiscaal recht – M. Damen Pocket belastingwetten 2012 – Geppaart
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm
48 Studiegids AAFM 2012-2013
Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een rapport en beoordeeld door de betrokken vakdocenten. Op het projectcijfer kan een bonus worden toegevoegd (zie ook het blokboek en de handleiding van het beroepsproduct). Engels wordt beoordeeld door de docent Engels aan de hand van je vorderingen in het zelfstudiepakket Hogeschooltaal. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken een hertentamen in de tentamenperiode van het volgende kwartaal. Engels in de loop van kwartaal 4 d.m.v. aanvullende handelingen binnen Hogeschooltaal. De overige onderdelen binnen vier weken na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht.
49 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 4 AC/BE: Het businessplan Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie C
Blok 4 Accountancy en Bedrijfseconomie (Financieel Management) Het Businessplan 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBEC-P40-BEC-12 2 cijfer 4 20% Belastingrecht AFBEC-P40-BR-12 2 cijfer 4 20% Financiële administr. AFBEC-P40-FIAD 2 cijfer 4 20% Financiële rek.kunde AFBEC-P40-FIN 2 cijfer 4 20% Sociaal Recht AFBEC-P40-SR-12 2 cijfer 4 20% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBEC-P40-BP 2 cijfer 5,5 Engels AFBEC-P40-ENG 1 vld/nvd vld Assessment AFBEC-P40-ASS 1 vld/nvd vld SLB AFBEC-P40-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Trainingen Instructiecolleges gevolgd door opdrachten door studenten zelf te maken in Xplora en die worden afgesloten met feedbackcolleges Plenaire colleges Studieloopbaanbegeleiding Bedrijfseconomie (financiering), financiële rekenkunde, sociaal recht, marketing, belastingrecht, financiële administratie en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Dhr. J. van Hilst (jjehilst)
In blok 4 staat het businessplan centraal. Het is voor zowel een startende ondernemer als een groeiende onderneming van groot belang om zich goed voor te bereiden op de toekomst en dus op de gevolgen van genomen (of nog te nemen) beslissingen. Het businessplan kan vanuit verschillende invalshoeken benaderd worden. Afhankelijk van de invalshoek zal het plan gedetailleerd of globaal zijn. Wanneer het plan bijvoorbeeld wordt gebruikt om het bedrijf verder te ontwikkelen zal gedetailleerd worden ingegaan op het personeelsplan of het investeringsplan. Wanneer het businessplan een onderdeel uitmaakt van een financieringsaanvraag zal het plan operationeel minder gedetailleerd worden ingevuld. Wel zal in het plan veel meer worden ingegaan op de financiële gevolgen van het plan en de risico’s die worden gelopen. Te denken valt aan strategische risico’s (markt, concurrentie), fiscale en financiële risico’s. Het is logisch, gezien de aard van de opleiding, dat de laatste invalshoek in dit blok centraal staat. Je zult vanuit de rollen van financieel en fiscaal adviseur de ondernemer daarbij ondersteunen. Allerlei strategische, fiscale en economische onderwerpen zullen worden gebruikt om het businessplan te kunnen opstellen. Doelen/onderwerpen Je gaat bij het beroepsproduct aan de slag met een ondernemingsplan. Dit ondernemingsplan dient in rapportvorm uitgewerkt te worden en per projectgroep verdedigd te worden bij een bank en/of een accountantskantoor. De ondersteunende vakken zijn: bedrijfseconomie (financiering), belastingrecht, financiële rekenkunde en financiële administratie en sociaal recht. Verder is er in dit blok gelegenheid om een eventueel onvoldoende resultaat voor Engels uit het vorige kwartaal te repareren via Hogeschooltaal en zal de student weer inhoud moeten geven aan zijn/haar traject van studieloopbaanbegeleiding. Tot slot zal in de 10de blokweek het propedeuse-assessment worden afgenomen als proeve van bekwaamheid over de gehele propedeuse. Literatuur • • • • • •
Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Basisstudie in het boekhouden (inclusief werkboek) - Van Summeren e.a. De beginselen van de financiële administratie - Krijgsheld e.a. Pocket belastingwetten 2012 - Geppaart Belastingrecht met de wet in de hand 2012 (inclusief werkboek) - Nijhuis Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland
50 Studiegids AAFM 2012-2013
• • •
Een goede zin - Mante e.a. Hoofdstukken sociaal recht – C.J. Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt, indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 5 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Let op de onderlinge weging! Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het projectcijfer wordt voor 50% bepaald door de inhoud en de verdediging. De andere 50% wordt ingevuld door een cijfer voor de weekopdrachten. Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Het assessment d.m.v. een assessmentdag in blokweek 10 onder leiding van tweedejaars studenten. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding en projectbegeleiding. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 5 kernvakken een hertentamen in de hertentamenweek van DIT blok. Het assessment in het volgende collegejaar (dit onderdeel wordt in dat geval buiten de BSA-norm gehouden). Het beroepsproduct binnen 1 week na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht. Engels kan niet meer herkanst worden dit collegejaar, aangezien blok 4 als tweede kans gold.
51 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 4 Bedrijfskunde MER/HRM: De arbeidsovereenkomst Naam onderwijseenheid: EC: Verdeling:
Werkvorm(en):
Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Categorie C
Blok 4 Bedrijfskunde MER en Human Resource Management (Algemeen Management) De arbeidsovereenkomst 15 Theorie = 10 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Bedrijfseconomie AFBBA-P40-BEC 2,5 cijfer 4 25% Belastingrecht AFBBA-P40-BR 2,5 cijfer 4 25% Personeelsmanag. AFBBA-P40-PM 2,5 cijfer 4 25% Recht AFBBA-P40-RE 2,5 cijfer 4 25% 10 EC behaald bij een gemiddeld cijfer van 5,5 en maximaal 2 toetsen onvoldoende met een minimum van het cijfer 4. Beroepsvaardigheden = 5 EC Toets Cursuscode EC Beoordeling Minimaal Weging Beroepsproduct AFBBA-P40-BP 2 cijfer 5,5 BCV AFBBA-P40-BCV 1 vld/nvd vld Assessment AFBBA-P40-ASS 1 vld/nvd vld SLB AFBBA-P40-SLB 1 vld/nvd vld Indien de toets is behaald, wordt het studiepunt vrijgegeven Project (= beroepsproduct) Hoorcolleges Werkcolleges Projectvergaderingen Studieloopbaanbegeleiding Personeelsmanagement, bedrijfseconomie, recht, belastingrecht, BCV en studieloopbaanbegeleiding 10 weken Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
In blok 4 demonstreer je dat je in de eigen praktijk (referentiebedrijf op basis van eigen bijbaan) en in een deels geënsceneerde situatie de arbeidsvoorwaarden op een verantwoorde wijze kunt toepassen. Dit dient te geschieden door bestaande wet- en regelgeving te vertalen naar een op te maken arbeidsovereenkomst; de effectiviteit ervan te toetsen door individuele arbeidsovereenkomsten te muteren en te beëindigen. Daarbij worden verschillende van belang zijnde onderwerpen vanuit de theorie en vaardigheden meegenomen. Dit blok is de basis voor het arbeidsrecht en de relevante aspecten van personeelsmanagement ten aanzien van dit de arbeidsovereenkomst. Zowel binnen de Bedrijfskunde MER- als binnen HRM-opleiding zal hier in een later stadium op worden voortgebouwd. Doelen/onderwerpen De arbeidsovereenkomst is een onderwerp dat raakvlakken heeft met vele vakgebieden. Vandaar ook dat je een breed scala aan theorievakken krijgt aangeboden, namelijk personeelsmanagement, bedrijfseconomie, belastingrecht en sociaal recht. De vaardigheden worden ondersteund door beroepscommunicatieve vaardigheden en er zal ook in dit blok weer aandacht besteed worden aan studieloopbaanbegeleiding. Tot slot zal in de 10e blokweek het propedeuse-assessment worden afgenomen als proeve van bekwaamheid over de gehele propedeuse. Literatuur • • • • • • • •
Hoofdstukken sociaal recht – C.J. Loonstra Wetteksten HEO 2012/2013 - Redactieraad Noordhoff Gesprekken in organisaties - Gramsbergen Hoogland Basisboek bedrijfseconomie (inclusief werkboek) - De Boer e.a. Praktisch fiscaal recht – M. Damen. Pocket belastingwetten 2012 – Geppaart Strategisch selecteren – Van Dijk e.a. Een goede zin - Mante e.a.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Manieren van toetsing: theorie In de 5de blokweek worden per vak korte tussentoetsen afgenomen, zodat de student zijn/haar eigen prestaties tot dan toe kan meten. Per vakgebied is een bonus op de eindtoets te behalen van 0,5 punt,
52 Studiegids AAFM 2012-2013
indien men 70% van de multiple choice vragen goed heeft beantwoord. De bonus is ALLEEN geldig bij het reguliere tentamen (eerste voorgeschreven kans). Tussentoetsen kunnen niet herkanst worden. In de 8e blokweek vinden per vakgebied de eindtoetsen plaats, die voor een gedeelte (50%) bestaan uit multiple choice vragen en voor een gedeelte (50%) uit open vragen. Het cijfer kan opgehoogd worden met 0,5 punt conform de hierboven genoemde regeling. Het gemiddelde van de 4 kernvakken moet 5,5 bedragen, waarbij niet meer dan 2 cijfers lager dan 5,5 mogen zijn, met een ondergrens van het cijfer 4. Manieren van toetsing: beroepsvaardigheden Het project wordt getoetst d.m.v. een rapport en een verdediging van het rapport. Bij BCV moet de lessencyclus voldoende zijn doorlopen (voldoende inspanning en niveau). De beoordeling geschiedt door de BCV-docent Studieloopbaanbegeleiding wordt beoordeeld door de studieloopbaanbegeleider. Het assessment d.m.v. een assessmentdag in blokweek 10 onder leiding van tweedejaars studenten. Presentieplicht 100% aanwezig bij activiteiten van studieloopbaanbegeleiding, projectvergaderingen, projectbegeleiding en BCV. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is. Herkansing Een toets mag ALLEEN worden herkanst, indien er sprake is van een onvoldoende (lager dan 5,5). Tevens mag een toets maximaal maar 1 keer per collegejaar (= 1e inschrijvingsjaar) herkanst worden. Dit houdt per onderdeel in: De toetsen van de 4 kernvakken een hertentamen in de hertentamenweek van DIT blok. Het assessment in het volgende collegejaar (dit onderdeel wordt in dat geval buiten de BSA-norm gehouden). Het beroepsproduct en BCV binnen 1 week na cijferpublicatie door middel van een herstelopdracht. Engels kan niet meer herkanst worden dit collegejaar, aangezien blok 4 als tweede kans gold.
Toelichting bijzondere studieonderdelen: Een aantal vakgebieden/studieonderdelen binnen de propedeuse wijken af van de “standaard”vakken. Vandaar dat zij hieronder apart worden toegelicht. Per onderdeel is in de propedeuse een contactpersoon aangesteld, waarvan de personalia zijn terug te vinden achterin deze studiegids. Nederlands Communiceren in foutloos Nederlands is erg belangrijk bij het volgen van een HBO-studie. De student zal d.m.v. zelfwerkzaamheid aan het einde van de propedeuse over het gewenste basisniveau te beschikken. Nederlands telt mee bij het onderdeel BCV, waarvoor 1 EC te behalen is. Bij Accountancy/Bedrijfseconomie volgen de studenten BCV in blok 3, de studenten Bedrijfskunde MER/Human Resource Management doen dit in blok 4. Nederlands is dus voorwaardelijk voor het behalen van het studiepunt voor BCV. De student zal zich met behulp van het digitale lespakket “Hogeschooltaal” moeten bekwamen in het Nederlands, ondersteund door een aantal geroosterde spreekuren in blok 3 en 4. In week 5 van blok 3 wordt digitaal een toets afgenomen. Wordt deze met een onvoldoende afgesloten, dan zal de student in blok 4 verder moeten oefenen en in de tentamenweek een herkansing moeten maken. In de tweede tentamenweek van blok 4 krijgt de student vervolgens nog een derde en laatste kans. Engels De kennis van Engels zal aan het einde van de propedeuse moeten voldoen aan een bepaald basisniveau. Ook dit zal de student zich eigen moeten maken met behulp van het lespakket “Hogeschooltaal”. De cursus start in blok 3, waarbij de prestaties (inclusie online-toetsen) aan het einde van dit blok worden gemeten. Bij een onvoldoende zal de student extra opdrachten en toetsen moeten maken gedurende blok 4, waar bij nogmaals zijn/haar prestaties worden gemeten en beoordeeld. Assessment Binnen de AAFM wordt, naast de reguliere vakken, ook veel aandacht besteed aan je ontwikkeling van middelbare scholier naar HBO-student en van HBO-student naar beginnend beroepsbeoefenaar. In deze periode kun je laten zien, in hoeverre jij je ontwikkelt op het gebied van competenties die van belang zijn tijdens je studie en ook voor je toekomstige beroep. Een competentie is gedrag, kennis of houding die laat zien HOE jij de dingen doet. Vanuit Avans is een aantal competenties benoemd die als belangrijk gelden voor je ontwikkeling als Hbo-student en als latere beroepsbeoefenaar. Deze competenties zijn:
53 Studiegids AAFM 2012-2013
Communicatie: mondelinge communicatie, luistervaardigheid, schriftelijke vaardigheden. Samenwerken: samenwerken, initiatief tonen, plannen & organiseren, flexibiliteit. Persoonlijke ontwikkeling: zelfontwikkeling, zelfsturing, reflecteren. Werk- en leerhouding: resultaatgerichtheid, probleemanalyse, oordeelsvorming. Wat is het assessment? In het assessment participeer je in “real live” rollenspelen en (bedrijfs)opdrachten waarmee je kunt laten zien op wat voor manier jij de opdrachten aanpakt. Tijdens het assessment wordt je gedrag zorgvuldig geobserveerd. Zo kan worden vastgesteld op welk niveau jij de gevraagde competenties laat zien. Je krijgt feedback en reflecteert zelf ook op je ontwikkeling. De competenties die worden getoetst zijn: • Mondelinge communicatie. • Probleemanalyse • Luistervaardigheid. • Oordeelsvorming. • Samenwerken. • Reflecteren. Het assessment met al zijn onderdelen neemt een hele dag in beslag. Hoe kun je oefenen? De competenties zullen aan de orde komen tijdens SLB, maar ook projectgroepen, BCV, het leren van tentamens etc. geven je volop de mogelijkheid om ermee bezig te zijn. Het assessment wordt afgenomen aan het einde van blok 4 (1 EC).
54 Studiegids AAFM 2012-2013
2.4
Toetsen, beoordeling en studievoortgang
2.4.1 Toetsaanbod en herkansing Naast beroepsproducten, verdedigingen, projecten, presentaties etc., vindt toetsing binnen de propedeuse ook plaats via schriftelijke toetsen. Indien men de eerste kans van een schriftelijke toets niet gehaald heeft, mag men aan de tweede kans in het volgende kwartaal deelnemen. Dit geldt niet voor de schriftelijke toetsen van blok 4, want daarvan vinden de herkansingen plaats in het kwartaal zelf (tweede tentamenweek). Dit vanwege het wel of niet mogen vervolgen van de studie in de hoofdfase. Deelname aan meer dan 2 gelegenheden per collegejaar (= het eerste jaar van inschrijving) is niet rechtsgeldig, tenzij hiervoor toestemming is verkregen van de examencommissie. Bij de onderwijsblokken waar in week 5 per vakgebied een zogenaamde “tussentoets” wordt afgenomen geldt: deze worden slechts 1 maal aangeboden en kunnen derhalve niet herkanst worden. Verder zijn de toetsgelegenheden in de propedeuse voorgeschreven. Je bent dan ook niet vrij in het kiezen van de toetsmomenten. Deze momenten zijn voor de verschillende categorieën van studenten (A t/m F) vastgesteld en afwijken hiervan kan alleen geschieden na toestemming van de examencommissie. In het toetsoverzicht op de volgende pagina’s kun je vinden welke toetsgelegenheden op jou van toepassing zijn. Bij inschrijving voor de diverse toetsen dien je uitsluitend gebruik te maken van de in het overzicht vermelde Osiriscodes. In de blokken 3 en 4 eindigen de namen van de toetsten met de afkorting ‘BEC’ of ‘BBA’. ‘BEC’ betreft de studierichting Financieel Management, bestaande uit de opleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy. ‘BBA’ betreft de studierichting Algemeen Management, bestaande uit de opleidingen Bedrijfskunde MER en HRM.
55 Studiegids AAFM 2012-2013
2.4.1.1
Toetsaanbod propedeuse 2012-2013 – kwartaal 1 + 2, categorie A, B, C:
56 Studiegids AAFM 2012-2013
2.4.1.2
Toetsaanbod propedeuse 2012-2013 – kwartaal 3 + 4, categorie A, B, C:
57 Studiegids AAFM 2012-2013
2.4.1.3
Toetsaanbod propedeuse 2012-2013 – kwartaal 1 + 2, categorie D, E, F:
58 Studiegids AAFM 2012-2013
2.4.1.4
Toetsaanbod propedeuse 2012-2013 – kwartaal 3 + 4, categorie D, E, F:
59 Studiegids AAFM 2012-2013
2.4.2 Procedure inschrijving en afwikkeling tentamens Inschrijven De student dient zichzelf in te schrijven voor alle toetsen van een onderwijsblok. Naast de tentamens en hertentamens betreft dit dus ook beroepsproducten, studieloopbaanbegeleiding, BCV etc. De regel is dan ook: voor iedere toets waar hij/zij een cijfer/beoordeling voor moet krijgen dient de student zichzelf eerst in te schrijven. Dus: NIET INSCHRIJVEN = GEEN CIJFER! Inschrijven voor toetsen dient te gebeuren in de 4e lesweek van een blok. Dit geldt ook voor toetsen waarvan op dat moment al bekend is dat deze herkanst moeten worden. Voor toetsen, waarvan men pas na de eerste kans weet of deze herkanst dient te worden, moet in blokweek 9 worden ingeschreven. Dit geldt alleen voor tentamens van blok 4. Bij de onderwijsblokken waar in week 5 per vakgebied een zogenaamde “tussentoets” wordt afgenomen geldt: studenten worden in lesweek 1 inschreven door de Academie. Het inschrijven geschiedt via OSIRIS, waarbij de student gebruik maakt van de juiste coderingen van de toetsen. In de blokken 3 en 4 eindigen de namen van de toetsten met de afkorting ‘BEC’ of ‘BBA’. ‘BEC’ betreft de studierichting Financieel Management, bestaande uit de opleidingen Bedrijfseconomie en Accountancy. ‘BBA’ betreft de studierichting Algemeen Management, bestaande uit de opleidingen Bedrijfskunde MER en HRM. Wanneer deze faciliteit niet werkt zal de AAFM een alternatieve manier van inschrijven aanbieden. Mocht er een storing optreden in de internetfaciliteit dan ontslaat dit de student dus niet van de plicht om zich in te schrijven. In het algemene gedeelte van deze studiegids staat preciezer beschreven hoe en wanneer je kunt inschrijven. Uitwerkingen Om een eerste indruk te geven van het al dan niet behalen van het tentamen publiceert de blokvoorzitter vrij snel na afloop van het tentamen op Blackboard een standaarduitwerking van het tentamen. Dit zal zijn binnen een werkdag na het tentameneinde. Uitslagen De uitslag van de het tentamen wordt uiterlijk binnen tien werkdagen na afname gepubliceerd. Tevens zal de voorlopige norm hierbij worden bekend gemaakt. Deze norm kan nog worden aangepast op basis van de analyse door docenten en de verzoeken tot herbeoordeling van studenten. Cijfers en uitwerkingen worden altijd via Blackboard gepubliceerd binnen de community “AAFM propedeuse studenten 2012-2013”. Inzage en herbeoordeling De eindtoetsen (tentamens) bestaan in de propedeuse uit gesloten (meerkeuze) vragen en open vragen. Na ongeveer 1 week zullen er voor de diverse vakgebieden inzagemomenten worden georganiseerd waarbij de student schriftelijk een herbeoordeling kan aanvragen bij de blokvoorzitter indien hij/zij het niet eens is met de normantwoorden en/of wijze van corrigeren. Na het beoordelen van deze aanvraag door de examinatoren wordt het definitieve cijfer vastgesteld en gepubliceerd.
2.4.3 Berekening studiepunten schriftelijke toetsen De theoretische component van alle blokken in de propedeuse bedraagt steeds 10 EC en is opgebouwd uit 3, 4 of 5 vakken. Om de 10 studiepunten toegekend te krijgen, moet het gemiddelde van de vakken uitkomen op minimaal 5,5 en mogen er slechts 2 deelcijfers onvoldoende zijn met een minimum van het cijfer 4. Indien niet voldaan wordt aan deze eisen, dan worden alleen voor de vakken waar een voldoende voor is behaald de studiepunten toegekend. Hieronder volgen enkele rekenvoorbeelden, toegepast op blok 1. Voorbeeld 1: Allereerst de berekening van het eindcijfer per vakgebied: Meerkeuzevragen Algemene economie = 5,5 Open vraagstuk Algemene economie = 7,0 Gemiddeld cijfer = 6,25 = 6,3 60 Studiegids AAFM 2012-2013
Stel bonus bij tussentoets behaald, dan plus 0,5
= 6,8
Vervolg berekening: Algemene economie = 6,8 (25%) Algemeen management = 6,0 (25%) Bedrijfseconomie = 4,5 (25%) Recht = 7,0 (25%) Gemiddeld cijfer = 6,075 = 6,1 Conclusie: slechts 1 onvoldoende, niet lager dan 4, dus 10 punten toegekend Voorbeeld 2: Algemene economie = 6,8 (25%) Algemeen management = 6,0 (25%) Bedrijfseconomie = 3,8 (25%) Recht = 7,0 (25%) Gemiddeld cijfer = 5,9 Conclusie: 1 onvoldoende, lager dan 4, dus slechts 7,5 punten toegekend Voorbeeld 3: Algemene economie = 6,8 (25%) Algemeen management = 6,0 (25%) Bedrijfseconomie = 4,5 (25%) Recht = 4,5 (25%) Gemiddeld cijfer = 5,45 = 5,5 Conclusie: 2 onvoldoendes, maar niet lager dan 4, dus 10 punten toegekend Voorbeeld 4: Algemene economie = 6,8 (25%) Algemeen management = 5,0 (25%) Bedrijfseconomie = 5,0 (25%) Recht = 5,0 (25%) Gemiddeld cijfer = 5,45 = 5,5 Conclusie: geen cijfers lager dan 4, maar wel 3 onvoldoendes, dus slechts 2,5 punten toegekend Alleen toetsen waarvoor een cijfer lager dan 5,5 is behaald mogen herkanst worden, ook indien het gemiddelde cijfer van het theorieblok reeds voldoende is!
2.4.4 Studievoortgang De beoordeling van een blok wordt aan het einde van ieder blok definitief vastgesteld. Alle resultaten worden vastgelegd in een cijferadministratie (OSIRIS), waarin per student een dossier van behaalde resultaten wordt opgenomen. De studieloopbaanbegeleiders en de studieadviseur hebben de taak de studievoortgang per student te bespreken en de student indien gewenst te adviseren en te begeleiden bij de studievoortgang. Gedurende het collegejaar vinden hiertoe gesprekken met de studieloopbaanbegeleider plaats waarin onder andere de studievoortgang aan de orde komt. Tevens ontvangt de student van de academiedirectie gedurende het eerste halfjaar een voorlopig studieadvies en na afloop van het eerst jaar een bindend studieadvies (BSA).
2.5
Doorstudeer- en doorstroombeleid propedeuse AAFM
2.5.1 Het bindend (BSA) en voorlopig studieadvies Na afloop van het eerste collegejaar (= eerste jaar van inschrijving) ontvangt een student een bindend studieadvies en indien van toepassing een tweede advies na het tweede inschrijvingsjaar. Dit studieadvies wordt gegeven door de directie van de AAFM. Het studieadvies is gerelateerd aan het aantal door de student behaalde studiepunten en kan positief, voorlopig positief of negatief zijn. Aan een negatief studieadvies verbindt het College van Bestuur van de Avans Hogeschool een bindende afwijzing. Dit betekent dat de student de Academie moet verlaten en dat hij in het eerstvolgende collegejaar zich niet kan inschrijven voor de opleidingen die door de AAFM worden aangeboden. 61 Studiegids AAFM 2012-2013
Gedurende het eerste semester ontvangt de student ook nog een voorlopig studieadvies waarbij een uitspraak wordt gedaan over de verwachtingen van het studieresultaat van de student. Dit advies is niet bindend voor de student. Voor wat betreft de bindende adviezen na 1 en 2 jaar onderscheiden we drie verschillende soorten studieadviezen: Het definitief positieve BSA Indien een student alle studiepunten van de propedeuse heeft behaald, dan is het doorstudeeradvies definitief positief. Het voorlopig positieve BSA Indien een student nog niet alle studiepunten heeft behaald, maar wel een bepaald minimum aantal (52 voor reguliere studenten en 26 bij turbo-studenten*), dan zal de student het collegejaar daarop volgend in de gelegenheid worden gesteld de ontbrekende studiepunten alsnog te behalen. Dit betekent dat de student per studieonderdeel nog 2 kansen wordt geboden. Op het einde van zijn/haar tweede collegejaar moet de student alle studiepunten behaald hebben om de studie aan de AAFM te mogen blijven vervolgen. Hij/zij ontvangt op dat moment een tweede bindend doorstudeeradvies. Dit advies kan dan alleen maar “definitief positief” of “definitief negatief” luiden. Het definitief negatieve BSA Indien de student na het eerste inschrijvingsjaar een bepaald minimum aantal (52 voor reguliere studenten en 26 bij turbo-studenten*) niet heeft behaald of hij/zij na het tweede inschrijvingsjaar niet in staat is geweest om het maximum aantal studiepunten van de propedeuse te bemachtigen, dan ontvangt de student een definitief negatief doorstudeeradvies. Dit betekent dat de student de academie moet verlaten. Uitzonderingen hierop kunnen voortkomen uit de in de WHW gelimiteerd opgesomde mogelijke omstandigheden van overmacht en bijzondere gevallen. De examencommissie van de academie neemt hierover een beslissing indien hier tijdig een correct verzoek voor is ingediend door de student. * Het behaalde aantal studiepunten voor de bepaling van het doorstudeeradvies wordt berekend door de EC’s van alle behaalde losse toetsen op te tellen.
2.5.2 Toelating tot de hoofdfase Het studieadvies stelt vast of een student na 1 of (indien van toepassing) 2 inschrijvingsjaren de studie aan de academie mag voortzetten. Daarnaast heeft de AAFM een norm gesteld voor het doorstromen naar de hoofdfase. Deze norm is: 52 EC voor reguliere studenten en 22 bij turbo-studenten. Is aan deze norm voldaan, dan mag hij/zij starten in leerjaar 2. De bindende adviezen en de doorstroomnorm hebben voor de verschillende categorieën binnen de propedeuse een andere uitwerking. Op de volgende pagina’s staat een en ander per categorie (A t/m F) uitgewerkt.
2.5.3 Doorstudeeradviezen per categorie 2.5.3.1 Categorie A: Reguliere student gestart in september 2012 De student volgt in zijn eerste collegejaar achtereenvolgens de blokken 1, 2, 3 en 4 en krijgt hierbij per studieonderdeel uit alle blokken 2 voorgeschreven kansen. Hij/zij ontvangt na afloop van het eerste blok een voorlopig doorstudeeradvies op basis van de op dat moment behaalde studiepunten. Dit advies is niet bindend, maar hierbij wordt door de academie een uitspraak gedaan over de studieprestaties van de student tot dan toe. Dit advies kan zijn: Voorlopig positief bij 10 t/m 15 studiepunten. De academie geeft aan dat de student op basis van de resultaten uit kwartaal 1 op de goede weg is. Voorlopig negatief bij minder dan 10 studiepunten. Hierbij spreekt de academie haar zorg uit over de door de student gehanteerde studieaanpak tot dan toe.
62 Studiegids AAFM 2012-2013
De student krijgt na afloop van zijn eerste collegejaar vóór de zomervakantie een bindend doorstudeeradvies: Bij 60 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen in jaar 2. Bij 52 t/m 59 studiepunten voorlopig positief (= VP), student mag naar jaar 2 en heeft in zijn tweede collegejaar nog 2 extra voorgeschreven kansen per studieonderdeel dat nog onvoldoende is. Bij minder dan 52 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. De student met een VP krijgt na afloop van zijn tweede collegejaar (vóór de zomervakantie 2014) opnieuw een bindend doorstudeeradvies: Bij 60 studiepunten positief, propedeuse behaald, mag studie vervolgen. Bij minder dan 60 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. Het eerste collegejaar betreft de eerste 12 maanden van inschrijving. Het tweede collegejaar bestaat uit de 12 maanden volgend op het eerste collegejaar. 2.5.3.2 Categorie B: Turbo student gestart in september 2012 De student volgt in kwartaal 1 en 2 achtereenvolgens de blokken 3 en 4 en krijgt in dit eerste halfjaar per studieonderdeel uit beide blokken 2 voorgeschreven kansen. Voor 1 februari 2013 wordt de balans opgemaakt d.m.v. een voorlopig doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten propedeuse behaald Bij 22 t/m 29 studiepunten student mag naar jaar 2 en krijgt in kwartaal 3 nog 1 extra toetsgelegenheid voor de schriftelijke eindtoetsen van blok 3 en in kwartaal 4 nog 1 extra mogelijkheid voor de schriftelijke eindtoetsen van 4 (zie tentamenaanbod). Bij minder dan 22 studiepunten student krijgt geen extra gelegenheden meer voor de schriftelijke toetsen van de blokken 3 en 4 en wordt medegedeeld dat hij eind kwartaal 4 een bindend negatief doorstudeeradvies krijgt. De student krijgt na afloop van zijn eerste collegejaar vóór de zomervakantie een bindend doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen. Bij 26 t/m 29 studiepunten voorlopig positief (= VP), student mag studie vervolgen en heeft in zijn tweede collegejaar (dat start op 1 september 2013) maximaal 2 mogelijkheden om nog openstaande studieonderdelen te repareren. Bij minder dan 26 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. De student met een VP krijgt na afloop van zijn tweede collegejaar (vóór de zomervakantie 2014) opnieuw een bindend doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen. Bij minder dan 30 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. Het eerste collegejaar betreft de eerste 12 maanden van inschrijving. Het tweede collegejaar bestaat uit de 12 maanden volgend op het eerste collegejaar. 2.5.3.3 Categorie C: Turbo student gestart in februari 2013 De student volgt in kwartaal 3 en 4 achtereenvolgens de blokken 3 en 4 en krijgt in dit eerste halfjaar per studieonderdeel uit beide blokken 2 voorgeschreven kansen. Voor 15 juli wordt de balans opgemaakt d.m.v. een voorlopig doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten propedeuse behaald Bij 22 t/m 29 studiepunten student mag naar jaar 2 en krijgt in kwartaal 1 (collegejaar 2013-2014) nog 1 extra toetsgelegenheid voor de schriftelijke eindtoetsen van blok 3 en in kwartaal 2 nog 1 extra mogelijkheid voor de schriftelijke eindtoetsen van 4 (zie tentamenaanbod). Bij minder dan 22 studiepunten student krijgt geen extra gelegenheden meer voor de schriftelijke toetsen van de blokken 3 en 4 en wordt medegedeeld dat hij in februari 2014 een bindend negatief doorstudeeradvies krijgt. De student krijgt na afloop van zijn eerste collegejaar (februari 2014) een bindend doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen.
63 Studiegids AAFM 2012-2013
-
-
Bij 26 t/m 29 studiepunten voorlopig positief (= VP), student mag studie vervolgen en heeft in zijn tweede collegejaar (dat start op 1 februari 2014) per openstaand studieonderdeel maximaal 2 mogelijkheden om deze te repareren. Bij minder dan 26 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten.
De student met een VP krijgt na afloop van zijn tweede collegejaar (februari 2015) opnieuw een bindend doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen. Bij minder dan 30 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. Het eerste collegejaar betreft de eerste 12 maanden van inschrijving. Het tweede collegejaar bestaat uit de 12 maanden volgend op het eerste collegejaar. Studenten in de hoofdfase met openstaande propedeuse-onderdelen: 2.5.3.4 Categorie D: Reguliere student gestart in september 2011 Deze student heeft in de zomer van 2012 een voorlopig positief doorstudeeradvies (=VP) ontvangen. De student met een VP krijgt na afloop van zijn tweede collegejaar (vóór de zomervakantie 2013) opnieuw een bindend doorstudeeradvies: Bij 60 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen. Bij minder dan 60 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. Alle kansen voor nog ontbrekende schriftelijke toetsen zijn gepland in het eerste halfjaar van 20122013. Dit betekent dat de student in februari 2012 alle schriftelijke toetsen behaald moet hebben. Indien dit niet het geval is, zal de academie hem daarover informeren. 2.5.3.5 Categorie E: Turbo student gestart in september 2011 Deze student heeft in de zomer van 2012 een voorlopig positief doorstudeeradvies (= VP) ontvangen. De student met een VP krijgt na afloop van zijn tweede collegejaar (vóór de zomervakantie 2013) opnieuw een bindend doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen. Bij minder dan 30 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. Alle kansen voor nog ontbrekende schriftelijke toetsen zijn gepland in het eerste halfjaar van 20122013. Dit betekent dat de student in februari 2013 alle schriftelijke toetsen behaald moet hebben. Indien dit niet het geval is, zal de academie hem daarover informeren. 2.5.3.6 Categorie F: Turbo student gestart in februari 2012 Deze student heeft in de zomer van 2012 een voorlopig doorstudeeradvies (nog niet bindend) ontvangen en toegang verkregen tot jaar 2. Het ontvangen advies luidde als volgt: -
Bij 22 t/m 29 studiepunten student mag naar jaar 2 en krijgt in kwartaal 1 (collegejaar 2012-2013) nog 1 extra toetsgelegenheid voor de schriftelijke eindtoetsen van blok 3 en in kwartaal 2 nog 1 extra mogelijkheid voor de schriftelijke eindtoetsen van 4.
De student krijgt na afloop van zijn eerste collegejaar (februari 2013) een bindend doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen. Bij 26 t/m 29 studiepunten voorlopig positief (= VP), student mag studie vervolgen en heeft in zijn tweede collegejaar nog 2 extra voorgeschreven kansen per studieonderdeel dat nog onvoldoende is. Bij minder dan 26 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. De student met een VP na 1 jaar, krijgt na afloop van zijn tweede collegejaar (februari 2014) opnieuw een bindend doorstudeeradvies: Bij 30 studiepunten positief, propedeuse behaald, student mag studie vervolgen. Bij minder dan 30 studiepunten negatief, student moet de academie verlaten. 64 Studiegids AAFM 2012-2013
Het eerste collegejaar betreft de eerste 12 maanden van inschrijving. Het tweede collegejaar bestaat uit de 12 maanden volgend op het eerste collegejaar.
2.5.4 Wisselen van opleidingskeuze Alle studenten kunnen in de propedeuse van opleidingskeuze veranderen. Dit kan zonder studievertraging gedurende het eerste halfjaar voor de reguliere studenten. Na het eerste half jaar kan er nog binnen de gekozen studierichting (Financieel Management of Algemeen Management) geswitcht worden. Turbostudenten kunnen na het eerste half jaar nog wisselen van opleidingskeuze binnen de studierichting.
2.5.5 Overgangsregelingen, tentamenstof voor doubleurs (studenten in de hoofdfase) Ieder jaar wordt het propedeuseprogramma verbeterd. Dit leidt er toe dat de inhoud van de vier propedeuseblokken ieder jaar verandert. Informatie over de wijzigingen zijn te verkrijgen bij de verantwoordelijke blokvoorzitter. Bij de nieuwe stof hoort een nieuw blokboek, bij de oude stof volstaat het oude blokboek. In het blokboek staat de verplichte literatuur vermeld, zodat de student ervoor kan zorgen dat hij in het bezit komt van de eventueel gewijzigde boeken. Doubleurs zijn, wat tentamens betreft, gebonden aan de voorgeschreven toetsmomenten (zie toetsoverzicht).
2.5.6 Vrijstellingen De thematische inrichting van het onderwijs in de propedeuse en de daaraan verbonden toetsing brengt met zich mee dat vrijstelling op basis van examenvakken in de vooropleiding niet relevant meer is: deze vakken worden immers niet meer afzonderlijk getoetst in de propedeuse. Wel zijn er verschillende vrijstellingen op blokniveau mogelijk voor VWO’ers, en MBO’ers afhankelijk van hun profiel, vakkenpakket of opleidingsrichting. Deze vrijstellingen zijn voor aanvang van de studie reeds verstrekt. De examencommissie beoordeelt alle overige verzoeken tot vrijstelling en doet een bindende uitspraak.
65 Studiegids AAFM 2012-2013
66 Studiegids AAFM 2012-2013
3 Accountancy & Bedrijfseconomie
Binnen de AAFM vormen de opleidingen Accountancy (AC) en Bedrijfseconomie (BE) samen een organisatorische eenheid.
67 Studiegids AAFM 2012-2013
3.1
Organisatie en medewerkers AC/BE
Docententeam AC/BE Mevr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Mevr. Mevr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Mevr. Mevr.
L.Y. R.P.M. J.C.M. T.T.J. W.J.M. H.A.J. A.L.A. P.P.W.M. J.J.E. W. C.J.M. W.G. A.A.F. W.C.M. B.J.C.H. LMC
van Abbema van den Boom Van Bussel Dierckx Halve van der Heijden Heijstermann Hendriks van Hilst Hoezen van Hout Huisman Kemps van den Kieboom Klarenaar van Leeuwen-Hendrikse
Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Mevr. Dhr. Dhr. Dhr. Mevr. Mevr. Dhr. Dhr. Dhr.
M.A.C. D.J.W. A.J. I.D. O. J.P.F. M.J.M. L.M. M.J.A. A.P.R.M. J.M.R. M.W.B. T.J.A.M. H.G. H.G.A.M.
Luijks Van Neutegem van de Rakt Ronner Rozendal Schilderinck Segers Terpsma Theunis Valk Verbon-Huisman Vermeulen Vos de Vries Zijlmans
Teamvoorzitter: Drs. J. van Marle Studieadviseurs Mw. P.W.G. van Elzakker (BE) Mw. E.G.M. Verschuren (AC) Onderwijscommissie team AC/BE Mevr. J. van Marle Dhr. L.M. Terpsma Mevr. J.M.R. Verbon-Huisman Mevr. L.M.C. van Leeuwen-Hendrikse Dhr. T.T.J. Dierckx Opleidingscommissies De docentleden van de opleidingscommissie AC zijn: Dhr. H.G.A.M. Zijlmans Dhr. A.A.F. Kemps Mw. E.G.M. Verschuren De docentleden van de opleidingscommissie BE zijn: Dhr. A.P.R.M. Valk Dhr. J.C.M. van Bussel Mw. P.W.G. van Elzakker Studieverenigingen: Opleiding AC: Midas Postbus 90116 4800 RA Breda www.midas.nl voorzitter Jeffrey Halters Opleiding BE:
voorzitter Daniël Tom
OASE Postbus 90116 4800 RA Breda www.sv-oase.nl
68 Studiegids AAFM 2012-2013
3.2
Werkveld Advies Raad (WAR) AC/BE
De Werkveld Advies Raad (WAR) bestaat uit vertegenwoordigers uit het beroepenveld. Daaronder bevinden zich ook oud-studenten. De WAR adviseert de opleiding over het beroepsprofiel, de aansluiting op de arbeidsmarkt, het curriculum van de opleiding en andere relevante zaken. De opleidingen AC en BE kennen een gezamenlijke WAR. De WAR van de opleidingen AC/BE bestaat uit de volgende leden: Jan Willem van den Bremen, Accenture Rijn Broere, Deloitte MKB Accountancy & Advies B.V. Marco van de Goor, Impact Retail Jan de Groot, Verstegen Accountants & Belastingadviseurs Antoon Hoeven, PWC Henri Jochems, Bel Leerdammer Hugo Fransen, Witlox Leon Koolen, Conquaestor Rudy van Maaren RA, ABAB Accountants B.V. Rolf Mannaerts, Flink Accountants&Fiscalisten BV Richard van Meulenbroek, Gemeente Breda Eric Oprinsen, Double U & Triple M Beheer BV Ronald Schoffelmeer, Van Oord Mark Sips, Ineos Nova Netherlands Christiaan van Tilburg, Ad van Geloven Dennis Timmermans, Heijmans Wegenbouw Rene Rademakers, Van Oers
69 Studiegids AAFM 2012-2013
70 Studiegids AAFM 2012-2013
4 Accountancy
71 Studiegids AAFM 2012-2013
4.1
Beroepsprofiel 2
De opleiding Accountancy leidt op voor beroepen binnen de financieel-administratieve dienstverlening met een specifieke focus op de audit- en assurancefunctie van de accountant. Belangrijke werkzaamheden van de HBO afgestudeerde AC-er zijn: · Administratieve dienstverlening · Samenstellen van de jaarrekening · Verstrekken van financiële en bedrijfseconomische adviezen · Verstrekken van fiscale adviezen · Adviseren op het terrein van de bestuurlijke informatieverzorging en interne beheersing gericht op de beheersing en controleerbaarheid van middelgrote organisaties in de groeifase naar de wettelijke controleplicht · Op operationeel niveau uitvoeren van wettelijke controletaken in overeenstemming met de vigerende wet- en regelgeving Afgestudeerden van de bacheloropleiding vinden veelal een baan binnen een accountantskantoor, die zij combineren met een vervolgstudie tot registeraccountant dan wel tot accountant-administratieconsulent. Afgestudeerden zijn zowel werkzaam bij de grote accountantsorganisaties (‘big four’), middelgrote kantoren als bij de kleine kantoren. Ook vestigen afgestudeerden zich als zelfstandig extern accountant, nadat zij de vervolgstudie voor registeraccountant of accountantadministratieconsulent hebben afgerond. Daarnaast vervullen ze accountantsfuncties als overheidsaccountant of als intern accountant. Het competentieprofiel van de bachelor Accountancy omvat een zestal competenties en zes houdingsaspecten, die na enkele jaren relevante praktijkervaring in de volle breedte worden beheerst. Competenties: 1. Aanspreekpunt zijn voor cliënten in het kader van de administratieve dienstverlening De bachelor Accountancy is in staat om op administratief gebied als aanspreekpunt voor cliënten te fungeren, om in samenspraak met de cliënt de administratie te voeren en een jaarrekening samen te stellen en te beoordelen. 2. Behartigen fiscale belangen cliënt De bachelor Accountancy is in staat om fiscale belangen van een cliënt te behartigen. 3. Bijdragen aan de uitvoering algemene controle jaarrekening De bachelor Accountancy is in staat om als lid van een controleteam (onder eindverantwoordelijkheid van een accountant) een bijdrage te leveren aan het uitvoeren van de algemene controle van een jaarrekening. 4. Adviesbehoeften onderkennen, signaleren en vervullen De bachelor Accountancy is in staat om in contacten met cliënten eenvoudige adviesbehoeften te onderkennen, te signaleren en te vervullen. 5. Adequaat functioneren binnen accountantskantoor De bachelor Accountancy is in staat om binnen de professionele organisatie van een accountantskantoor adequaat te functioneren. 6. Zichzelf voortdurend ontwikkelen als beroepsbeoefenaar De bachelor Accountancy is in staat om zichzelf als beroepsbeoefenaar voortdurend te ontwikkelen. Houdingsaspecten: 1. Integriteit Cliënten en relaties verwachten dat de bachelor Accountancy integer is in zijn optreden. In het begrip integriteit liggen eigenschappen als eerlijkheid en oprechtheid besloten. 2. Objectiviteit De bachelor Accountancy accepteert niet dat zijn professioneel of zakelijk oordeel wordt aangetast door een vooroordeel, belangentegenstelling of ongepaste beïnvloeding door een derde. 3. Geheimhouding De bachelor Accountancy eerbiedigt het vertrouwelijke karakter van informatie die hij in het kader van zijn beroepsmatig en zakelijke handelen heeft verkregen. 2
Uit, Beroeps- en opleidingsprofiel hbo Accountancy, AC-scholenoverleg, Juni 2009
72 Studiegids AAFM 2012-2013
4. Deskundigheid en zorgvuldigheid De bachelor Accountancy houdt zijn deskundigheid en vaardigheid op niveau en handelt zorgvuldig en in overeenstemming met vaktechnische en overige beroepsvoorschriften. 5. Professioneel gedrag De bachelor Accountancy houdt zich aan de voor hem relevante wet- en regelgeving en onthoudt zich van handelen dat het accountantsberoep in diskrediet brengt. 6. Onafhankelijkheid Een accountant die een assurance-opdracht uitvoert dient onafhankelijk van de desbetreffende cliënt te zijn; van de bachelor Accountancy wordt een zelfde onafhankelijke houding verwacht. Deze competenties zijn verder uitgewerkt in de zg. CEA eindtermen 3
4.2
Vervolgstudie na bachelor opleiding
De opleiding tot accountant kent een drietal fasen: 1. De eerste theoretische fase 2. De tweede theoretische fase 3. De verplichte praktijkstage De eerste theoretische fase omvat bachelor opleiding Accountancy. Om uiteindelijk de volledige opleiding tot accountant te kunnen afronden dient de student dus nog een theoretisch vervolgtraject te doorlopen (2e theoretische fase). Voor AA is dit een traject van een jaar in deeltijd, verzorgd door bijvoorbeeld Avans+ in Breda; het zogenoemde post- Hbo traject. Voor RA zal de student nog een vervolgprogramma moeten doorlopen bij het Nivra-Nyenrode of aan een van de andere zes universiteiten die de tweede theoretische fase van de opleiding tot RA aanbieden. Alvorens aan die tweede fase te mogen beginnen moet de student nog een Pre-Master en een Master programma volgen. Direct nadat de afgestudeerde bachelor accountant in dienst treedt bij een accountantskantoor kan onder voorwaarden gestart worden met de driejarige verplichte praktijkstage. Nadere informatie hierover is te verkrijgen via de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). De praktijkstage kan dus simultaan met de tweede theoretische fase van de opleiding worden vervuld. Na het afronden van de tweede theoretische fase en de praktijkstage verkrijgt de accountant de certificeringbevoegdheid.
4.3
Getuigschrift en graad
Voltijds en duaal diploma Aan een student die alle onderwijseenheden van de voltijd opleiding of de duale opleiding met goed gevolg heeft afgerond, wordt door de examencommissie de bachelorgraad verleend. Deze graad geeft het recht op het voeren van een titel achter de naam. Aan de opleiding Accountancy is tot en met 31 augustus 2015 de graad: “Bachelor of Economics” gekoppeld, afgekort tot BEc. Na deze datum zal aan de opleiding de graad ‘Bachelor of Business Administration’ gekoppeld worden, afgekort tot BBA. Binnen het curriculum van Accountancy Breda (AAFM) is de landelijke OAT geplaatst in de minor Accountancy. Indien landelijke OAT behaald met een 5,5 of hoger én voldaan aan de overige eisen van het curriculum krijgt student het diploma AC. Het behalen van de bachelor graad inclusief de landelijke OAT geeft recht op toegang tot (post) master en post HBO Accountancy trajecten. Associate Degree diploma Aan een student die alle onderwijseenheden van de Associate Degree opleiding met goed gevolg afrondt, wordt door de examencommissie de graad ‘Accountancy Associate Degree’ verleend. Voor de student die na de tweejarige opleiding nog door wil studeren voor de volledige bacheloropleiding is nog een tweejarig traject af te leggen.
3
www.ceaweb.nl
73 Studiegids AAFM 2012-2013
Accountancy A-diploma (ACA) Binnen het curriculum van Accountancy Breda (AAFM) is de landelijke OAT geplaatst in de minor Accountancy. Indien landelijke OAT behaald met een 5,5 of hoger én voldaan aan de overige eisen van het curriculum krijgt student het diploma AC. Indien landelijke OAT behaald met een 4,5 of hoger én voldaan aan de overige eisen van het curriculum én voldaan aan één van de onder ad 2 vermelde regelingen, krijgt student het ACA diploma. Ad 2 eisen ACA diploma Regeling voor studenten regulier traject AC examenprogramma AFAC-B-03V—A03: Het landelijke OAT-cijfer moet gecompenseerd worden met het gemiddelde van de OAT van blok 9oud (AFXX-VP-0AP1—02) en de OAT van blok 10oud (AFXX-VP-0AO1—02), dus (landelijke OAT+ (gemiddelde OAT blok 9oud en 10oud)))/2 >= 5,5 Regeling voor studenten regulier traject AC examenprogramma AFAC-B-07V—A07, AFAC-H-08, AFAC- H-09, AFAC-H-10, AFAC-H-11: Het landelijke OAT-cijfer moet gecompenseerd worden met het gemiddelde van de OAT van blok 12 (AFAC V120) en de OAT van blok 8 (AFAC-V80), dus (landelijke OAT+ (gemiddelde oat blok 12N en 8N)))/2 >= 5,5 Regeling voor studenten duaal traject AC: Het landelijke OAT-cijfer moet gecompenseerd worden met het gemiddelde van de oat van blok A (AFAC-DA0) en de OAT van blok B (AFAC-DB0), dus (landelijke OAT+ (gemiddelde oat blok A en B)))/2 >= 5,5 Voor alle drie de regelingen geldt dat de student heeft voldaan aan alle overige eisen van het ACcurriculum. Het ACA diploma geeft géén recht op het vervolg van verdere (post) master en post HBO ACtrajecten. Dit staat uitdrukkelijk vermeld op het diploma. Mocht na het behalen van het ACA diploma de landelijke OAT-toets alsnog worden behaald dan wordt géén nieuw diploma uitgereikt, maar een apart getuigschrift.
4.4
Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum
De overgangsregelingen zijn voor elke opleiding te vinden op Blackboard bij de community ‘AAFM Algemeen’ en bij de community van de opleiding zelf.
4.5
Inrichting van de postpropedeutische fase van de voltijd opleiding
4.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod De voltijds Bachelor opleiding Accountancy is verdeeld in een major en een minor. De major van het voltijds onderwijs omvat 10 onderwijseenheden, waar de stage (2 onderwijsheden) en het afstuderen (één onderwijseenheid) onderdeel van uit maakt. De voltijds bachelor opleiding Accountancy kent een verplichte minor, de minor Accountancy. Deze minor beslaat twee opeenvolgende kwartalen.
74 Studiegids AAFM 2012-2013
CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING AC 2012-2013 P1 P1 P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 CODE NAAM AFBEC-V50 Bedrijfsprocessen X T T X T T Verslaggeving AFAC-V60-09 X T T X T handelsonderneming Beheersing processen AFAC-V70-09 X T T X T T prod.ondernemingen Externe jaarrekening ind. AFAC-V80 X T T X T onderneming Oprichting en overdracht AFAC-V90-11 X T T onderneming AFAC-V110-09 Stage X X I I AFAC-V120-09 Verslaggeving dienstverl. org. X T T X T MINOR Minor Accountancy X X AFBEC-B12-A15-12 Management en control X T X T X T X T AFAC-V160-10 Afstudeeropdracht I I I I AFAC-BCV2 BCV jaar 2 X I X I X I X I X AFAC-BCV3 BCV jaar 3 X I X I X I X I X AFBEC-SLB-B-11 SLB verbredingsfase I I I I AFAC-SLB-D-11 SLB verdiepingsfase I I I I AFXX-ENG-B Engels X I X I X I X I X Verslaggeving handelsonderneming Beheersing processen AFAC-V70 prod.ondernemingen AFAC-V90 Juridische advisering AFAC-V90-09 Juridische advisering AFAC-V120 Verslaggeving dienstverl. org. AFAC-V150-09 Management en control AFAC-V160 Afstudeeropdracht AFAC-V160-10-01 Afstudeeropdracht AFAC-BCV-10 BCV AFBEC-SLB-B SLB verbredingsfase AFBEC-SLB-B-10 SLB verbredingsfase AFAC-SLB2 SLB jaar 2 AFAC-SLB3 SLB jaar 3 AFAC-SLB-D-10 SLB verdiepingsfase AFXX-VP-1IK0--03 Afstudeeropdracht AFXX-VP-1LF0--04 De accountant in control AFXX-VP-1LO0--04 Rapporteren en adviseren Financieel man. & AFXX-VP-1LP0--04 vermogensm. Beheersing processen AFXX-VP-AC70--07 prod.ondernemingen AFXX-VP-B143--01 Kwantitatieve methoden
H4 T
T
T T I I I I I I
AFAC-V60
Voor cursussen uit oude examenprogramma's die vermeld staan in de OER 2012-2013 en waarvoor studenten nog een herkansing moeten maken verschijnt in de loop van collegejaar 2012-2013 een uitbereiding op het cursus- en toetsaanbod in deze studiegids.
X = cursus aanbod (bij semesterblokken: start cursusaanbod) T = toetsaanbod inclusief mogelijkheid inschrijven I = mogelijkheid inschrijven Let op! Inschrijven in kwartaal waarin beoordeling plaatsvindt of waarin toets deelname gewenst is! 4.5.2 Doorstudeerdrempels AC Voltijd De volgende doorstudeerdrempels zijn in het nieuwe curriculum van de opleiding opgenomen: 4.5.2.1 Stagenorm: Een voltijdstudent die wil deelnemen aan het tentamen van de onderwijseenheid Stage in jaar 3 gelden de volgende voorwaarden: • moet alle onderwijseenheden van jaar 2 (blok 5 tot en met 8) hebben doorlopen, en 75 Studiegids AAFM 2012-2013
• moet minimaal twee blokken van het tweede studiejaar hebben gehaald om een kwartaal voorafgaand aan de stage te mogen solliciteren. • moet minimaal drie blokken van het tweede studiejaar hebben behaald om aan het begin van de stageperiode te mogen starten met onderwijseenheid ‘stage’. 4.5.2.2 Minor Accountancy norm: Om te mogen starten met de minor Accountancy (blok 13/14) moet de student zeven van de acht voorgaande hoofdfase blokken (inclusief stage) met een voldoende hebben afgerond. 4.5.2.3 Afstudeernorm: Een voltijdstudent die wil deelnemen aan de onderwijseenheid Afstudeeropdracht in jaar 4 moet: • • • •
alle onderwijseenheden van jaar 2 en 3 met goed gevolg hebben afgesloten, en de stage van jaar 3 met een voldoende hebben afgesloten, èn moet alle onderwijseenheden van jaar 4 hebben gevolgd, èn de onderwijseenheden AFAC-SLB-D met goed gevolg hebben afgesloten.
76 Studiegids AAFM 2012-2013
4.5.3
Inhoud onderwijseenheden AC Voltijd AC Voltijd
Blok 5: Bedrijfsprocessen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Bedrijfsprocessen (Blok 5 BEC) AFBEC-V50 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
OAT 7 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Bedrijfseconomie/logistiek Bedrijfsadministratie Bestuurlijke informatie verzorging/AO Informatiekunde/erp 10 weken Dhr. L.M. Terpsma (lmterpsm)
cijfer
5,5
50
BP Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator: Beschrijving
Procesbeschrijvingen zijn er in vele soorten en maten. Doel van een procesbeschrijving kan onder meer zijn het overdragen van kennis (informerend), het aandragen van verbeteringen (adviserend), of een norm om het werkelijke procesverloop aan te toetsen (beoordelend). De vorm kan tekstueel zijn, schematisch of een combinatie hiervan. In de kern hebben alle procesbeschrijvingen twee dingen gemeen: het beschrijft het wat, waar, wanneer, waarom, wie en het hoe. Er zijn voorafgaand aan de beschrijving al keuzes gemaakt (al dan niet bewust). Om een bedrijfsproces goed te kunnen begrijpen moet men kennis hebben van processen, systemen, de organisatie en zijn omgeving. Tijdens dit blok staat het beoordelen van verschillende onderdelen van de bedrijfsprocessen centraal. De inrichting van het secundaire (administratie) proces dient aan te sluiten bij de informatiebehoefte om de primaire processen te kunnen sturen. De problematiek wordt behandeld met een handelsonderneming in staalplaten als casusbedrijf. Doelen/onderwerpen Informatiebehoefte, procesbeschrijvingen, bedrijfstakanalyse, inrichten grootboekrekeningenschema, logistieke inrichting, logistieke keuzes, kostenplanning, different costs for different purposes, voorraadregistraties, informatieproces, permanentie in de goederenbeweging en kosten, gemengde en zuivere rekeningen, prijsstelsels, indirecte kosten, tariefbepalingen, optimale voorraden, de basisbegrippen van ICT (informatie, gegevens, proces, communicatie, technologie, automatisering, infosysteem, etc.), automatisering, database- en ERP-software, MS Access, MS Dynamics NAV, informatiekruis. Literatuur -
Voortgezette studie in het boekhouden: Administratie en ondernemingen, 16e druk De Kern van de Administratieve Organisatie Management accounting: Berekenen, beslissen en beheersen ERP met Microsoft Dynamics NAV
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm De OAT bestaat uit de vakgebieden BAD, BEC/LOG, BIV/AO en ICT die ieder voor 25% meetellen Het beroepsproduct wordt getoetst via deelopdrachten, een eindrapport en een mondelinge verdediging.
77 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Blok 6: Verslaggeving in een handelsonderneming Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Verslaggeving in de handelsonderneming (Blok 6 AC) AFAC-V60-09 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
OAT 7 cijfer 5,5 50 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Administratieve organisatie, bedrijfsadministratie, bedrijfseconomie, controlebeginselen, externe verslaggeving. 10 weken Dhr. J.P.F. Schilderinck (jpfschil)
Centraal staat de jaarrekening van een handelsonderneming als beroepsproduct van de accountant. Met het programma caseware wordt een jaarrekening gemaakt voor een wijnhandel. Daarnaast wordt de administratieve organisatie beschreven. Deze opdracht wordt ondersteund door trainingen in een aantal relevante vakgebieden. Doelen/onderwerpen -Met het programma caseware een jaarrekening kunnen maken -De administratieve Organisatie kunnen beschrijven -In caseware controle aantekeningen kunnen maken Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
schriftelijke eindtoets verslag beroepsproduct en mondelinge verdediging
De schriftelijke toets wordt in twee delen afgenomen.
78 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 7: De beheersing van processen in productieondernemingen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
De beheersing van processen in productieondernemingen (Blok 7 AC) AFAC-V70-09 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
OAT 7 cijfer 5,5 Hoor- en werkcolleges, trainingen, bedrijfsbezoeken en project Bedrijfseconomie, Administratieve Organisatie, Bedrijfsadministratie 10 weken Dhr. T.T.J. Dierckx (ttjdierc)
50
BP Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
AC Voltijd
Studenten verwerven kennis en inzicht op de gebieden administratieve organisatie, bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie m.b.t. de typologie productieondernemingen. De projectopdrachten worden multidisciplinair aangepakt; door relevante vakinhouden complementair toe te passen ontstaan er beroepsproducten. Voorbeelden van beroepsproducten: benoeming van informatiebehoeften op strategisch, tactisch en operationeel niveau, procesbeschrijvingen, kostprijsberekening o.b.v. pcm, kostprijsberekening o.b.v. abc, beslissingscalculaties, berekening van budgetten, maken van verschillenanalyses, inrichting van grootboek en subgrootboeken, vastleggingen in grootboek en subgrootboeken Doelen/onderwerpen -Studenten kunnen de AO en de bedrijfsadministratie van productieondernemingen inrichten. -Studenten kunnen de bedrijfsadministratie van productieondernemingen voeren. -Studenten kunnen m.b.t. productieondernemingen calculaties maken t.b.v. het nemen van beslissingen, het vaststellen van kostprijzen, het vaststellen van winsten, het vaststellen van budgettten en het doen van verschillenanalyses Literatuur Bedrijfseconomie: Titel: Management Accounting, berekenen, beslissen en beheersen, ISBN: 978 90 01 71316 4, Druk: 3e druk, Auteur(s): Wim Koetzier en Peter Epe Bedrijfsadministratie: Serie Voortgezette studie in het Boekhouden, Administratie en ondernemingen, M.H.A.F. van Summeren, H.Beckman, P.A.A.M. Kuppen, F. van Luit, 16e Administratieve organisatie De kern van de administratieve organisatie, M. Paur. A.G.J. van Boxel, J.L.J. Korstjens, C.B. Leeftink, L Paape, 1e druk. * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm De OAT bestaat uit de vakgebieden BEC, AO en BAD die voor 33% meetellen (BEC 34%). Binnen deze vakgebieden dient de minimale score 45% te zijn. Het beroepsproduct wordt getoetst via deelopdrachten.
79 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 8: Externe jaarrekening industriële onderneming Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
AC Voltijd
Externe jaarrekening industriële onderneming (Blok 8 AC) AFAC-V80 13 BP
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
Werkvorm(en): Vakken:
OAT 7 cijfer 5,5 50 Hoor- en werkcolleges, project, trainingen, gastcollege Bedrijfsadministratie, Externe verslaggeving, Belastingrecht en Controle-beginselen
Duur:
10 weken
Coördinator: Beschrijving
Dhr. I.Ronner (idronner)
De accountant moet een externe jaarrekening voor een onderneming kunnen opstellen. Als projectgroep zijn jullie werkzaam als assistent-accountant bij accountantskantoor Drimeron te Breda. Jullie werken onder verantwoordelijkheid van een controleleider. Het accountantskantoor voert controlewerkzaamheden uit, verstrekt adviezen en verleent administratieve en fiscale diensten. Werkzaamheden op het gebied van de verslaggeving, fiscaliteit en advisering bepalen de inhoud van dit project. Tot de klanten van het accountantskantoor behoren: De privé personen Anton van Gelder en Jan van Gelder en de rechtspersonen Anton Holding BV, Jan Holding BV, Driam BV, Romera BV en Zevenster BV. De te volgen trainingen zijn ondersteunend aan het goed te n uitvoer kunnen brnegen van het beroepsproduct zoals hierboven beschreven is. Doelen/onderwerpen - een externe jaarrekening op te stellen conform wet- en regelgeving; - een fiscale jaarrekening op te stellen ten behoeve van de aangifte vennootschapsbelasting; - zich maatschappelijk bewust te zijn van de rechten en plichten van een profielorganisatie jegens haar omgeving Literatuur Administratie van deelnemingen en consolidatie, Beckman/Rijswijk, Wolters-Noordhoff, 1e druk 2007 Administratie en winstbnelasting, Beckham/Rijswijk, Wolters-Noordhoff, 1e druk 2007 Jaarverslaggeving, Epe/Koetzier, Wolters-Noordhoff, 6e druk 2011 Jaarverslaggeving opgaven, Epe/Koetzier, Wolters-Noordhoff, 6e druk 2011 Literatuur van belastingrecht en controlebeginselen worden voor aanvang van het blok bekend gemaakt op de Blackboard course * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
schriftelijke eindtoets (OAT: per vakgebied geldt een ondergrens van 3,0) eindpresentatie beroepsproduct en verdediging
80 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Blok 9: Oprichting en overdracht onderneming Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Oprichting en overdracht onderneming (Blok 9 AC) AFAC-V90-11 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
8
cijfer
5,5
60
OAT 5 cijfer 5,5 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Belastingrecht, levensverzekeringswiskunde/pensioenen, privaatrecht, financiering en bedrijfscommunicatieve vaardigheden 10 weken Mevr. L.Y. van Abbema (lyabbema)
40
BP Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Voor de accountant is de dienstverlening bij de oprichting en overdracht van een onderneming een toenemend onderdeel van zijn beroepsuitoefening. In dit blok komt de problematiek die hiermee verband houdt aan de orde vanuit de invalshoek fiscaal, privaatrecht, financieel en levensverzekeringswiskunde/pensioenen. Hierbij neemt de advisering aan de ondernemer een belangrijke plaats in. Bij de bedrijfscommunicatieve vaardigheden zal getraind worden op de schriftelijke en mondelinge adviesvaardigheid. Doelen/onderwerpen In dit blok staat centraal de oprichting en overdracht van een onderneming. Belangrijke onderdelen hierbij zijn de privésituatie van de ondernemer, de keuze van de rechtsvorm, de financiering en de oudedagsvoorziening. De theorie van elk vak levert een bijdrage aan het inzicht van de problematiek. In het project maken de studenten de vertaalslag van de theorie naar de realiteit van de ondernemer die zijn bedrijf overdraagt of opricht. Het eindproduct van de opdracht is het geven van een advies aan de ondernemer. Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
Schriftelijke OAT Mondelinge presentatie beroepsproduct en verdediging Testimonium bedrijfscommunicatieve vaardigheden
81 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Stage Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Stage Accountancy (voltijds) AFAC-V110-09 30 stage
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
30
cijfer
5.5
100
Werkvorm(en): Vakken: Duur:
Praktijk nvt 20 weken met een minimum van 100 werkdagen
Coördinator:
Dhr. I.D. Ronner (idronner) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Beschrijving
De student loopt stage bij een accountantskantoor of de interne accountantsdienst van een bedrijf of overheidsinstelling. De student mag deelnemen aan de stage indien voldaan is aan de stagenorm zoals deze in de OER is opgenomen. Doelen/onderwerpen De student moet na de stage: -kunnen beschrijven wat het werkterrein is van een aankomend RA en/of AA in de eerste twee à drie jaren van zijn carrière na het behalen van het bachelor-diploma; -kunnen beschrijven wat de werkzaamheden zijn die een afgestudeerde bachelor Accountancy in de eerste zes maanden na indiensttreding op het betreffende kantoor moet verrichten; -kunnen aangeven welke vooruitgang hij gedurende de stage heeft doorgemaakt op het gebied van het al dan niet zelfstandig kunnen uitvoeren van bepaalde werkzaamheden; -kunnen beschrijven welke specifieke eisen aan de beroepshouding van een accountant worden gesteld; -in teamverband kunnen functioneren waaronder is begrepen het ontvangen van leiding en het afleggen van verantwoording; -in staat zijn onder toezicht, al dan niet in teamverband werkzaamheden bij de cliënt te verrichten waarbij hij op zijn persoonlijke sociale en communicatieve vaardigheden wordt aangesproken; -kunnen aangeven welke tijdens de opleiding opgedane kennis en vaardigheden hij tijdens zijn stage heeft kunnen gebruiken en op welke gebieden er tijdens het vervolg van de opleiding nog kennis en vaardigheden zullen moeten worden verworven; -in staat zijn eenvoudige werkzaamheden in de tijd te plannen en zich aan de tijdsplanning te houden; -kunnen aangeven in hoeverre het stageplan is gerealiseerd; -kunnen aangeven in hoeverre zijn gedragscompetenties zijn gehaald. Literatuur n.v.t. Toetsvorm
82 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 12: Verslaggeving van een dienstverlenende organisatie Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Verslaggeving van een dienstverlenende organisatie (Blok 12 AC) AFAC-V120-09 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
AC Voltijd
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
8
cijfer
5,5
60
OAT 5 cijfer 5,5 40 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Administratieve organisatie, controle beginselen, externe verslaggeving, Management en Organisatie (M&O) en BCV. 10 weken Dhr. A.A.F. Kemps (aafkemps)
In dit blok 12 staat de dienstverlenende organisatie centraal. De studenten leren de kenmerken van ieder type dienstverlenende organisatie en de gevolgen hiervan voor de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB). De accountant steunt bij de opzet en uitvoering van de controle van de jaarrekening op de aanwezige AO/IB. De studenten lopen in blok 12 het gehele controleproces door, van planningsmemorandum tot controleverklaring van de onafhankelijke accountant. Het vakgebied EV besteedt aandacht aan het opstellen van een jaarrekening en het interpreteren van een al opgestelde jaarrekening. De accountant moet immers op de hoogte zijn van de manier van waarderen en bepalen van het resultaat van een bedrijf en kunnen beoordelen of een en ander voldoet aan de nu gangbare regelgeving voor dit bedrijf. Binnen het vakgebied M&O komt, in de rol van organisatie-adviseur, het INK-managementmodel aan bod. Ook is er in dit blok nadrukkelijk aandacht voor Bedrijfscommunicatieve Vaardigheden zoals het correct
schrijven en presenteren van een advies.
Doelen/onderwerpen • • • • • • • •
Het opstellen van jaarstukken in overeenstemming met de regelgeving en het beoordelen of jaarstukken voldoen aan de regelgeving. Het opstellen van een planningsmemorandum Het opstellen van een controleplan. Het interpreteren van controlebevindingen Het voorbereiden van de aard van de controleverklaring die wordt afgegeven door de onafhankelijke accountant Het schrijven en beoordelen van delen van de AO/IB Het schrijven van een audit- en adviesrapport op basis van het INK-managementmodel. Correct en zakelijk schrijven en het presenteren van een adviesrapport.
Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
schriftelijke eindtoets eindpresentatie beroepsproduct en verdediging portfolio BCV
83 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Minor Accountancy (verplicht voor AC-studenten) Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: Verdeling:
Minor Accountancy AFAC-MI-ACC-12 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
14
cijfer
5,5
geen
2
vld/nvd
vld
geen
4 3
cijfer cijfer
5,5 5,5
50% 50%
4 3
cijfer cijfer
5,5 5,5
50% 50%
Cursus AFAC-V140-LT-12 Toets 01: Landelijke OAT Cursus AFAC-V140-BP-12 Toets 02: BP Het Accountantsverslag Cursus AFAC-V140-FIN-12 Toets 01: OAT FIN Toets 02: BP Financiële Advisering Cursus AFAC-V140-BLR-12 Toets 01: OAT BLR Toets 02: BP Fiscale Advisering Trainingen, weektoetsen, projectopdrachten 20 weken J.M.R.Verbon-Huisman
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving De minor Accountancy is een verplichte minor voor alle AC-studenten. Het is een verdiepende minor waarin de studenten worden voorbereid op de diverse werkzaamheden van de accountant. Deze werkzaamheden omvatten zowel samenstelopdrachten, interim controle, eindejaarscontrole, fiscale advisering als financiële advisering. Binnen de minor worden daartoe vijf vakgebieden aangeboden: Administratieve Organisatie (AO), Belastingrecht (BLR), Controlebeginselen (CB), Externe Verslaggeving (EV) en Financiering (FIN). De minor wordt voor een deel afgesloten met een landelijk examen, de zgn. OAT (OverAll Toets). In deze OAT worden de drie vakgebieden AO, CB en EV geïntegreerd getoetst. Het met goed gevolg afronden van de OAT biedt, na het behalen van het bachelor diploma, directe doorstroommogelijk -heden voor zowel de RA-opleiding (master-opleiding RA) als de AA-opleiding (post-bachelor AA). De vakgebieden BLR en FIN worden afgesloten met een schriftelijk schooltentamen. Voor ieder van de vijf vakgebieden verzorgt een vakdocent gedurende veertien weken trainingen. Tevens voeren de studenten projectopdrachten uit op basis van een casus van een controleplichtige Nederlandse onderneming met internationale vertakkingen. De studenten maken oa. 7 weektoetsen waarin diverse onderwerpen uit de vakgebieden AO, CB en EV aan de hand van de beschreven onderneming geïntegreerd worden getoetst. De vraagstelling in deze weektoetsen is op het niveau van de OAT. In groepen van 4 a 5, een controleteam, schrijven de studenten een Accountantsverslag dat mondeling besproken en verdedigd wordt in een gesprek met de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Aan de hand van praktijksituaties komen fiscale problemen aan de orde. Met behulp van de fiscale wetgeving, aangevuld met een cijfermatige toelichting, moeten studenten aangeven hoe deze problemen kunnen worden opgelost. In het kader van financiële advisering worden aan de hand van de casus verschillende problemen op financieel gebied behandeld waar de onderneming tegen aan loopt of zou kunnen lopen. Zo moet oa. een kredietaanvraag worden gemaakt, de financiering worden geregeld en een waarderingsanalyse worden opgesteld. Doelen/onderwerpen Het vakgebied AO richt zich op het beschrijven en beoordelen van de AO/IB van bedrijven binnen de typologieën handel, productie, agrarisch, dienstverlening en verenigingen en stichtingen. Tevens komen onderwerpen als human resource management, informatiebehoeften, systeemontwerp, risico’s van automatisering, E-commerce en de balanced score card aan de orde. Het vakgebied BLR behandelt de Inkomstenbelasting, de Successiewet, met speciale aandacht voor de faciliteit van de bedrijfsopvolging, de Wet belasting rechtsverkeer, de Invorderingswet en het formele recht van de Algemene Wet bestuursrecht en de Algemene wet Rijksbelastingen. Het vakgebied EV gaat in op de eisen waaraan informatie in de jaarrekening moet voldoen volgens de regelgeving. Aandacht zal worden besteed aan de gevolgen van de in de praktijk gehanteerde vermogens- en winstbepalingsstelsels voor vermogen en resultaat. Tevens wordt aandacht besteed aan de analyse van de jaarstukken. Bij het vakgebied CB staat de risicoanalyse en de controleaanpak van de accountant centraal. De onderwerpen die behandeld worden zijn onder meer inherente risico’s, controleplannen, fraude en de onafhankelijkheidsregels. Daarnaast wordt aan de hand van cases de regelgeving behandeld. Binnen het vakgebied FIN komen de onderwerpen kredietaanvraag, werkkapitaalbeheer, waardering en financieel risicomanagement aan bod. Literatuur BLR Belastingrecht met de wet in de hand, 2012-2013, Gorissen ea, Boom Fiscale Uitgevers
84 Studiegids AAFM 2012-2013
Pocket Belastingwetten 2012, Geppaart, Kluwer EV Jaarverslaggeving, Epe en Koetzier, meest recente druk Actualisering van het boek Jaarverslaggeving van Epe en Koetzier (beschikbaar via website Noordhoff) Naar keuze: het Handboek Externe Verslaggeving van Deloitte door Kimenai, Manschot ea of het Handboek Jaarrekening van Ernst&Young door Böhmer, Hoogendoorn ea (Kluwer) of het Jaarboek externe verslaggeving van KPMG door Bergwerff, in alle gevallen de meest recente versie beschikbaar vanaf 1 augustus 2012. BIV/AO Bestuurlijke informatieverzorging deel 2A, 5e druk, Starreveld ea, Noordhoff Bestuurlijke informatieverzorging deel 2B, 5e druk, Starreveld ea, Noordhoff Grondslagen administratieve organisatie deel A, 20e of 21e druk, Jans, Noordhoff Grondslagen administratieve organisatie deel B, 20e of 21e druk, Jans, Noordhoff of in plaats van Jans B en Starreveld 2A en Starreveld 2B De kern van de administratieve organisatie, 1e druk, Paur ea, Noordhoff CB Grondslagen van Auditing & Assurance, Marjoor ea, Nijenrode/Noordhoff De praktijk van Auditing & Assurance, Van kollenburg, Nijenrode/Noordhoff Compendium voor de accountantscontrole deel 2, Westra, Pentagan Publishing Handleiding regelgeving Accountancy deel 1 en deel 1A, editie 2012, bestellen via www.NBA.nl FIN Geld, IEB en Bedrijfsomgeving, 6e druk, Hulleman, Noordhoff Financiering; van MKB naar grootbedrijf, 5e druk, Huls en Dekker, Noordhoff Toetsvorm deelproject Interim- en eindejaarscontrole: verslag en mondelinge verdediging landelijk examen (de zgn. OAT) schriftelijke toets BLR deelproject fiscale advisering: verslag en mondelinge verdediging schriftelijke toets FIN deelproject financiële advisering: verslag en mondelinge verdediging
85 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Blok 15: Management control Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur:
Management control (Blok 15 AC) AFBEC-B12-A15-12 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Informatiemanagement (INF) 1,5 Cijfer 5,5 Organisatiekunde (ORG) 1,5 Cijfer 5,5 Operational Auditing (OPA) 1,5 Cijfer 5,5 Management Control Systems (MCS) 1,5 Cijfer 5,5 BP 7 Cijfer 5,5 Hoor- en werkcolleges, gastcolleges, gastworkshops, en project Organisatiekunde, Management Control Systems, Informatiemanagement en Projectmanagement 10 weken Let op: 5 weken voor aanvang van het blok dien je al te starten met voorbereidingen voor dit blok! Uiterlijk op maandag van week 1 dien je adviseren organisatie’ geacquireerd te hebben. Dhr. W.C.M. van den Kieboom
Weging 10% 10% 10% 10% 60%
een ‘te
Coördinator: Beschrijving De strategie van een organisatie is in de huidige maatschappij continu onderhevig aan veranderingen in zowel de omgeving als in de interne processen. Geplande doelen zijn dus ook niet meer de te bereiken doelen, laat staan de bereikte doelen. Het gevolg hiervan is dat de keuzevrijheid in organisaties is vergroot. Deze hogere vrijheidsgraad kan alleen bereikt en behouden worden als er tegelijkertijd gedragsbeïnvloeding (sturing) plaatsvindt door een heldere communicatie van de gewenste richting, een heldere afbakening van het speelveld (de grenzen) en als de beheersing zich richt op het verloop van de interne processen (de ‘wedstrijd’ zelf) in relatie tot de omgeving. Deze beheersing (control) is dé taak van de huidige manager. Het uitvoeren van deze taak is onmogelijk zonder de juiste ondersteunende tools: de Management Control Systems. We hebben het hier dus niet over de vele operationele beheerssystemen (Task Control Systems) in een organisatie waarbij AO/IC, EDP-auditing en de traditionele transactiegerichte Bestuurlijke Informatie Voorziening essentieel zijn, maar we hebben het hier over díe beheerssystemen die de organisatie als geheel op de juiste wijze in laten spelen op de dynamische omgeving. Naast deze tools is ook voldoende know-how nodig ten aanzien van organisaties en organisatiekunde. In dit blok zal de aandacht uitgaan naar: het beoordelend vermogen ten aanzien van problemen in organisaties; de benodigde theoretische basis ten aanzien van Management Control Systems; basisvaardigheden ten aanzien van enkele MCS: actuele ontwikkelingen op het gebied van performance measurement; het correct interpreteren van de gebruikte Engelstalige literatuur uit de vakbladen. De student schrijft en presenteert een adviesrapport in de vorm van een paper waarin de effectiviteit van gebruikte beheersmodellen van een organisatie in het MKB beoordeeld wordt. Doelen/onderwerpen Organisatie-inrichting, organisatieverandering, missie en strategie, leiderschap, kosten en kostenbeheersing, kostprijsberekeningen, ABC en ABM, gemeenschappelijke kosten, concepten elementen en componenten van MCS, rol van MCS bij strategie-implementatie, stakeholderbenadering, formele en informele organisatiestructuur, verantwoordelijkheidscentra, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, transferpricing, prestatiemeting, gedragsbeïnvloeding, strategische planning, integrale prestatiemeting, operational auditing, riskmanagement, KAD-model, product- proces- en structuurmodule, 10-stappenplan. de KSF-methode, Business Balanced Scorecard, SOx/COSO beheersmodel. Literatuur - Competent afstuderen en stagelopen van Kempen - Management Control Systems van Anthony en Govindarajan - Management & Organisatie van Keuning - KAD+ Model voor het auditen van management control van Hartog (zie www.kadplus.nl/bestellen) * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm
86 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Afstuderen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
Afstuderen voltijds AFAC-V160-10 15
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Verdediging
15
cijfer
5.5
100
Ethiek en Integriteit workshop 1
0
Vld/nvd
Vld
0
Ethiek en Integriteit workshop 2
0
Vld/nvd
Vld
0
Praktijk 10 weken Dhr. T.J.A.M. Vos (tjamvos) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Het afstuderen is een proeve van bekwaamheid waarbij de HBO-student laat zien dat hij op het niveau van een beginnend HBO beroepsbeoefenaar in staat is om binnen het domein van de AC opleiding een complex vraagstuk op te lossen en/of een complexe opdracht uit te voeren. Het afstudeerproces start met een voorlichting een half jaar voor het daadwerkelijke afstuderen. Vervolgens moet de student zelf een afstudeeronderwerp vinden. Het afstuderen vindt plaats in een duo en heeft een duur van 10 weken. Ieder studentenduo heeft een docentbegeleider. De uiteindelijke verdediging moet gedaan worden voor een afstudeercommissie bestaande uit de docentbegeleider, 2e docent en een gecommitteerde. De student mag deelnemen aan het afstuderen indien voldaan is aan de afstudeernorm, die in de OER nader is omschreven. Doelen/onderwerpen De student laat in de afstudeerfase zien het niveau bereikt te hebben van een beginnend HBOberoepsbeoefenaar. Dit niveau is beschreven in de Dublin Descriptoren. Uiteindelijk moet de student aantonen dat hij met een grote mate van zelfstandigheid een complexe probleemsituatie kan analyseren, een adequate oplossing kan ontwikkelen en adviezen kan geven over de implementatie. Daarbij moet op een methodologisch verantwoorde wijze zijn gewerkt. De weerspiegeling van het afstudeerproces moet de student vastleggen in zijn afstudeer portfolio (bestaande uit: ambitieformulering; aanmelding afstuderen; schriftelijke feedback op de aanmelding; eventuele aangepaste aanmelding afstuderen; afstudeerplan; schriftelijke feedback op afstudeerplan; eventueel aangepast afstudeerplan en verdere feedback; schriftelijke feedback op conceptrapport; eventueel materiaal ter ondersteuning van de presentatie bij het afstudeerbedrijf; afstudeerrapport; reflectieverslag; eventuele tussentijdse rapportages en andere relevante stukken). Ethisch handelen is een belangrijk aandachtspunt tijdens het afstuderen. Zodoende wordt er tijdens het afstuderen twee workshops ‘Ethiek en Integriteit’ georganiseerd. Het is verplicht deze bij te wonen. Tijdens deze sessie wordt het professioneel handelen op de werkvloer, daar waar het gaat om het maken van keuzes in werkgerelateerde dilemma’s, geoefend. Literatuur -
Kempen en Keizer, Competent afstuderen en stagelopen
Toetsvorm - Openbare verdediging; - Bijwonen twee workshops ‘Ethiek en Integriteit’
87 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden AFAC-BCV2 AFAC-BCV3 2 voor AFAC-BCV2 (jaar 2) en 2 voor AFAC-BCV3 (jaar 3)
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
1 1
cijfer cijfer
5,5 5,5
50 50
1 1
cijfer cijfer
5,5 5,5
50 50
AFAC-BCV2
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Toets 1 Toets 2 AFAC-BCV3 Toets 1 Toets 2 Werkcolleges Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden 10 weken per onderdeel Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
In het tweede en derde jaar volgt iedere student een tweetal cursussen bedrijfscommunicatieve vaardigheden. Binnen de AC-opleiding is gekozen voor de onderdelen: 1. Schrijfvaardigheid, onderzoeksvaardigheden en rapportagevaardigheden.. 2. Zakelijk schrijven. Doelen/onderwerpen 1.
2.
Onderwerp: Onderzoek uitvoeren d.m.v. deskresearch: naar aanleiding van de onderwerpskeuze een onderzoek uitvoeren en in een rapport verwerken. Doelen: • Verbeteren van individuele schrijfvaardigheid. • Onderzoek deskresearch uitvoeren en uitwerken via een onderzoeksrapport. Onderwerp: Schriftelijke communicatie: ideeën en meningen duidelijk maken in een rapport of document dat de juiste opzet en structuur heeft, grammaticaal correct is en dat de juiste taal en terminologie voor de lezer bevat. Doelen: Verbeteren van de individuele formele schrijfvaardigheden, met als eisen het (her)kennen van de eisen aan zakelijk schrijven en het kunnen opstellen van een juiste en volledige procesbeschrijving.
Literatuur 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoeksvaardigheden: • Trainingswijzer BCV5 • Materiaal uit: Janssen, D. (red.): Zakelijke Communicatie de deel 2. Meest recente druk. WoltersNoordhoff. Groningen 2007. Zakelijk schrijven: • Een Goede Spelling, Yolande Mante, ThiemeMeulenhoff, 2006. • Een goede zin, Y. Mante & L. Vening, ThiemeMeulenhoff, 2004. • Janssen, D., Zakelijke Communicatie 1. Groningen. (Module 2 hoofdstuk 5 en 6: gekopieerd materiaal) • Woordenlijst Nederlandse taal (Groene Boekje) http://woordenlijst.org/+• Trainingswijzer BCV6.
** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoeksvaardigheden • Individuele schrijfopdrachten. • Onderzoek deskresearch. • BCV-verslag. Zakelijk schrijven: • Schriftelijke spelling- en schrijftoetsen. • BCV-verslag.
88 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Studieloopbaanbegeleiding Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
SLB verbredings- en verdiepingsfase AFBEC-SLB-B-11 (jaar 2) AFBEC-SLB-D-11 (jaar 3 en 4 tot aan de minor) 4 voor AFBEC-SLB-B-11 en 4 voor AFBEC-SLB-D-11 EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Beoordeling AFBEC-SLB-B-11
4
Vld/nvd
Vld
100
Beoordeling AFBEC-SLB-D-11 4 Instructiecolleges en begeleidingsgesprekken SLB-B 1 jaar, SLB-D 1,5 jaar Mevr. A.L.A. Heijstermann (alaheijs)
Vld/nvd
Vld
100
In de onderwijsvisie van de AAFM (2005) is het doel van studieloopbaanbegeleiding omschreven als: • ontwikkeling van de loopbaan vanaf instroom tot aan de uitstroom naar een beginnend beroepsbeoefenaar; • ontwikkelen van leren-leren en leren-reflecteren: op studieverloop en hun persoonlijk professionele ontwikkeling op weg naar beginnende beroepsbeoefenaar De studieloopbaan van de student is de leerroute die de student volgt. Daarbij krijgt de student al lerend een steeds beter beeld van het beroepenveld en van de competenties die nog ontwikkeld moeten worden. In beide fasen kiest de student een activiteiten (of meerdere) uit de kaartenbak waarmee hij/zij de gestelde competentiedoelen probeert te realiseren. De gestelde doelen komen deels uit ervaringen opgedaan in een eerdere periode maar ook uit het beroepsprofiel en eigen inkleuringen. Tijdens SLB-B staat het leren managen (ontwikkelen) van competenties centraal, ter voorbereiding op de stage. Hierbij wordt de student ondersteund door een SLB begeleider die periodiek een coachingsgesprek voeren. Tijdens SLB-D laat de student zien zelfstandig competenties te kunnen verbeteren. De coaching is vraaggestuurd en gericht op persoonlijke vragen van de student. SLB-D dient ter voorbereiding op het afstuderen en wordt afgerond met het invullen van het ambitieformulier. Doelen/onderwerpen Verbredende fase SLB-B (tot de stage), de student is stagebekwaam: De student is aangenomen bij een stagebedrijf en is snel praktisch inzetbaar. Hiervoor is initiatief en zelfsturing belangrijk. De student is tijdens de stage in staat zijn/haar competentieontwikkeling vorm te geven en aan te sturen. In deze fase staat het leren managen van de eigen competenties centraal. De volgende activiteiten zijn verplichte onderdelen van SLB jaar 2: buitenlandse reis, introkamp, inhousedagen en de sollicitatietraining. Daarnaast dienen 70 uren besteed te worden aan de portfolio-activiteiten. Verdiepende fase SLB-D (van stage tot afstuderen), de student is afstudeerbekwaam: De student is aangenomen bij een afstudeerbedrijf. Hij is in staat om zelfstandig een opdracht te verwerven en deze succesvol af te ronden en is in staat zijn competenties en persoonlijke ontwikkeling zelfstandig te verbeteren. De drie lezingen die georganiseerd worden door Witlox zijn verplicht voor dit SLB onderdeel. Literatuur Handleiding SLB-verbredings- en verdiepingsfase Toetsvorm Eindgesprek + portfolio
89 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Voltijd
Engels Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Engels AFXX-ENG-B 2 (1 per cursus)
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
1
assessment
5,5
50
speaking 1 Werkcolleges en ‘continuous assessment’.
assessment
5,5
50
writing Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Engels Cursussen writing en speaking bestaan uit zeven sessies (exclusief huiswerk) Dhr. H.G. de Vries (hgvries)
Alle studenten van de AAFM krijgen twee basiscursussen Engels aangeboden die elke student verplicht moet volgen. Deze richten zich op schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. De vervolgcursussen zijn vrijwillig en bieden de mogelijkheid om de eerdergenoemde vaardigheden verder te ontwikkelen. Een vervolgcursus kan worden ingezet bij het traject voor studieloopbaanbegeleiding tijdens jaar 3/4 (SLB);voor een vrijwillige cursus wordt 30 uur toegekend, mits het eindresultaat overeenkomt met het doel van de cursus (niveau C1) en/of de inzet van de student aannemelijk maakt dat deze daadwerkelijk 30 uur aan de cursus heeft besteed. Een vrijwillige vervolgcursus mag pas gevolgd worden nadat zowel de basiscursussen writing en speaking met minimaal B2 zijn afgerond. De AAFM maakt gebruik van het taalbeoordelingsmodel van de Europese Gemeenschap, ofwel het Common European Framework of Reference for Modern Languages. Dit model kent één van een totaal van zes niveaus toe aan elk van de vier kernvaardigheden die worden onderscheiden voor de mate van beheersing van een vreemde taal: lezen, luisteren, spreken en schrijven. De niveaus voor deze kernvaardigheden worden vermeld op het diploma. Doelen/onderwerpen Schrijfvaardigheid (schrijfstrategie)- niveau B2 Spreekvaardigheid (telefoneren en tweegesprekken)- niveau B2 Schrijfvaardigheid (rapporteren) - niveau C1* Spreekvaardigheid (vergaderen en presenteren)- niveau C1 * *wordt uitsluitend aangeboden in kwartalen 2 en 4. Literatuur Opdrachten en informatie worden op BlackBoard vermeld in de courses: AAFM 1213 basiscursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 basiscursus Engels spreekvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels spreekvaardigheid Toetsvorm Voor elke cursus geldt dat de student wordt beoordeeld op basis van: Deelname, inzet en vorderingen tijdens ALLE sessies; De inhoudelijke kwaliteit van de reflectie op de leerervaring via een taalportfolio.
90 Studiegids AAFM 2012-2013
4.6
Inrichting van de postpropedeutische fase van de duale opleiding
4.6.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod De duale bachelor opleiding Accountancy is verdeeld in een major en een minor. De major van het duale onderwijs omvat zes onderwijseenheden en drie werkperiodes van een half jaar. Het afstuderen wordt tijdens de laatste werkperiode verricht. De duale bachelor opleiding Accountancy kent een verplichte minor, de minor Accountancy. De minor beslaat twee opeenvolgende kwartalen. CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING AC DUAAL 2012-2013 P1 P1 P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 CODE NAAM AFBEC-V50 Bedrijfsprocessen X T T X T T Verslaggeving AFAC-V60-09 X T T X T T handelsonderneming AFAC-BLR Belastingrecht X T T AFAC-D-BCV-10 BCV X I X I X I X I X I AFAC-SLB-DU-B-11 SLB duaal verbredingsfase I I I I I AFXX-ENG-B Engels X I X I X I X I X I AFAC-DA0 Interne en externe jaarrekening X T T Organisatiebeoordeling en AFAC-DB0-09 X T T Controle Oprichting en overdracht AFAC-V90-11 X T T onderneming AFBEC-B12-A15-12 Management en control X T X T X T X T T AFAC-SLB-DU-D SLB duaal verdiepingsfase I I I I I AFAC-WP1-11 Werkperiode 1 X X I I AFAC-WP2-11 Werkperiode 2 X X I I AFAC-WP3-11 Werkperiode 3 X I AFAC-D-160 Afstuderen I I I I I AFAC-MI-ACC-12 Minor OAT Accountancy X X AFXX-VP-AD50--07 Blok 5: bedrijfsprocessen AFXX-VP-AD60--07 Blok 6: verslagg. i/d handelso. Verslaggeving AFAC-V60 handelsonderneming AFAC-V90-09 Juridische advisering AFAC-WP1-09 Werkperiode 1 AFAC-WP2-09 Werkperiode 2 AFAC-WP3 Werkperiode 3 AFAC-WP3-10 Werkperiode 3 AFAC-WP3-10-01 Werkperiode 3 AFAC-SLB-DU SLB duaal AFAC-SLB-DU-09 SLB duaal AFAC-V150-09 Management en control
Voor cursussen uit oude examenprogramma's die vermeld staan in de OER 2012-2013 en waarvoor studenten nog een herkansing moeten maken verschijnt in de loop van collegejaar 20122013 een uitbereiding op het cursus- en toetsaanbod in deze studiegids.
X = cursus aanbod (bij semesterblokken: start cursusaanbod) T = toetsaanbod inclusief mogelijkheid inschrijven I = mogelijkheid inschrijven Let op! Inschrijven in kwartaal waarin beoordeling plaatsvindt of waarin toets deelname gewenst is! Tijdens de werkperiode moet de student werkzaamheden verrichten binnen een accountantskantoor. De werkperiode omvat een half jaar. Tijdens deze periode moet de student werken aan voorgeschreven competenties zoals vermeld in de duale gids. De weerslag hiervan staat in het (digitale) portfolio.
91 Studiegids AAFM 2012-2013
4.6.2 Doorstudeerdrempels AC Duaal De volgende doorstudeerdrempels zijn in het nieuwe curriculum van de opleiding opgenomen: 4.6.2.1 Werkperiodes: -een student die na de tweede werkperiode twee blokken van de drie voor de 2e werkperiode gevolgde blokken met een voldoende heeft afgerond, mag starten met de blokken die volgen op de tweede werkperiode. -een duaal student die wil deelnemen aan werkperiode 3 moet alle onderwijseenheden van jaar 2 met een voldoende hebben afgesloten en moet tevens alle onderwijseenheden van de jaren 3 en 4 hebben gevolgd en mag maximaal één onderwijseenheid van de verdiepingsfase niet hebben behaald. Bovendien moeten de onderwijseenheden werkperiode 2, en SLB-DU-D moet een voldoende zijn afgesloten. 4.6.2.2 Minor Accountancy norm: Om te mogen starten met de minor Accountancy (blok 13/14) moet de student zeven van de acht voorgaande hoofdfase blokken (inclusief stage) met een voldoende hebben afgerond.
92 Studiegids AAFM 2012-2013
4.6.3
Inoud onderwijseenheden AC Duaal AC Duaal
Blok 5: Bedrijfsprocessen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Bedrijfsprocessen (Blok 5 BEC) AFBEC-V50 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
OAT 7 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Bedrijfseconomie/logistiek Bedrijfsadministratie Bestuurlijke informatie verzorging/AO Informatiekunde/erp 10 weken Dhr. L.M. Terpsma (lmterpsm)
cijfer
5,5
50
BP Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator: Beschrijving
Procesbeschrijvingen zijn er in vele soorten en maten. Doel van een procesbeschrijving kan onder meer zijn het overdragen van kennis (informerend), het aandragen van verbeteringen (adviserend), of een norm om het werkelijke procesverloop aan te toetsen (beoordelend). De vorm kan tekstueel zijn, schematisch of een combinatie hiervan. In de kern hebben alle procesbeschrijvingen twee dingen gemeen: het beschrijft het wat, waar, wanneer, waarom, wie en het hoe. Er zijn voorafgaand aan de beschrijving al keuzes gemaakt (al dan niet bewust). Om een bedrijfsproces goed te kunnen begrijpen moet men kennis hebben van processen, systemen, de organisatie en zijn omgeving. Tijdens dit blok staat het beoordelen van verschillende onderdelen van de bedrijfsprocessen centraal. De inrichting van het secundaire (administratie) proces dient aan te sluiten bij de informatiebehoefte om de primaire processen te kunnen sturen. De problematiek wordt behandeld met een handelsonderneming in staalplaten als casusbedrijf. Doelen/onderwerpen Informatiebehoefte, procesbeschrijvingen, bedrijfstakanalyse, inrichten grootboekrekeningenschema, logistieke inrichting, logistieke keuzes, kostenplanning, different costs for different purposes, voorraadregistraties, informatieproces, permanentie in de goederenbeweging en kosten, gemengde en zuivere rekeningen, prijsstelsels, indirecte kosten, tariefbepalingen, optimale voorraden, de basisbegrippen van ICT (informatie, gegevens, proces, communicatie, technologie, automatisering, infosysteem, etc.), automatisering, database- en ERP-software, MS Access, MS Dynamics NAV, informatiekruis. Literatuur -
Voortgezette studie in het boekhouden: Administratie en ondernemingen, 16e druk De Kern van de Administratieve Organisatie Management accounting: Berekenen, beslissen en beheersen ERP met Microsoft Dynamics NAV
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm De OAT bestaat uit de vakgebieden BAD, BEC/LOG, BIV/AO en ICT die ieder voor 25% meetellen Het beroepsproduct wordt getoetst via deelopdrachten, een eindrapport en een mondelinge verdediging.
93 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Blok 6: Verslaggeving in een handelsonderneming Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Verslaggeving in de handelsonderneming (Blok 6 AC) AFAC-V60-09 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
OAT 7 cijfer 5,5 50 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Administratieve organisatie, bedrijfsadministratie, bedrijfseconomie, controlebeginselen, externe verslaggeving. 10 weken Dhr. J.P.F. Schilderinck (jpfschil)
Centraal staat de jaarrekening van een handelsonderneming als beroepsproduct van de accountant. Met het programma caseware wordt een jaarrekening gemaakt voor een wijnhandel. Daarnaast wordt de administratieve organisatie beschreven. Deze opdracht wordt ondersteund door trainingen in een aantal relevante vakgebieden. Doelen/onderwerpen -Met het programma caseware een jaarrekening kunnen maken -De administratieve Organisatie kunnen beschrijven -In caseware controle aantekeningen kunnen maken Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
schriftelijke eindtoets verslag beroepsproduct en mondelinge verdediging
De schriftelijke toets wordt in twee delen afgenomen.
94 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Belastingrecht Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling: Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Belastingrecht AC-duaal AFAC-BLR 1 Testimonium BLR trainingen Belastingrecht 10 weken Dhr. W. Hoezen
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
1
vld/nvd
vld
100
Centraal staat het kunnen omgaan met de wettekst, het interpreteren van wetsartikelen in een bepaalde casuïstiek en het leggen van verbanden tussen verschillende wetsartikelen en wetten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld verschillende artikelen in de loonbelasting en de relatie wet loonbelasting en de inkomstenbelasting. Doelen/onderwerpen Doelen: De student voorbereiden op de fiscale praktijk, zowel het kunnen doen van een aangifte (IB/LB/OB/VPb) als fiscale advisering van de Mkb’er. Het verschil interpreteren tussen een fiscale en bedrijfseconomische balans. Het leren omgaan met het fiscale vakjargon in de adviespraktijk. Het voldoen aan het verzoek van de accountantskantoren om de student voldoende fiscale bagage mee te geven, opdat hij/zij snel inzetbaar is in de fiscale praktijk. Onderwerpen: Inkomstenbelasting( box 1, 2 en 3 ) Loonbelasting ( belastbaar loon , secundaire arbeidsvoorwaarden en pensioen) Omzetbelasting Vennootschapsbelasting Literatuur -
Met de Wet in de hand , theorieboek Opgavenbundel wordt uitgereikt Wettekst Belastingrecht , Kluwer ( meest recente druk en bij twijfel overleg met de docent)
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Schriftelijke eindtoets : Open vragen Wettekst mag worden geraadpleegd, mits niet beschreven
95 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Blok A: Interne- en externe jaarrekening Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Werkvorm(en): Vakken Duur: Coördinator: Beschrijving
Interne- en externe jaarrekening (Blok A) AFAC-DA0 15
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Belastingrecht (BLR) 2 cijfer 5,5 15 Bedrijfseconomie (BEC) 2 cijfer 5,5 15 Bedrijfsadministratie (BAD) 2 cijfer 5,5 15 Externe Verslaggeving (EV) 2 cijfer 5,5 15 Testimonium BLR 1 vld/nvd vld 0 Beroepsproduct (BP) 6 cijfer 5,5 40 Project Bedrijfseconomie, bedrijfsadministratie, belastingrecht en externe verslaggeving 10 weken Dhr. J.P.F. Schilderinck (jpfschil)
De gepubliceerde en geconsolideerde bedrijfseconomische jaarrekening. De student zal leren hoe de bedrijfseconomische (op basis van enkele winstbepalingstelsels) en de fiscale jaarrekening opgesteld dienen te worden volgens de regelgeving. Ook zal aandacht worden besteed aan de verschillende technieken van het consolideren van een aantal jaarrekeningen, zodat een geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met de regelgeving tot stand kan worden gebracht. De bijbehorende fiscale en juridische aspecten worden tevens aan de orde gesteld. Verder zal er vanuit het vakgebied management accounting bepaalde theoretische aspecten behandeld worden. Doelen/onderwerpen - een externe jaarrekening op te stellen conform wet- en regelgeving; - een fiscale jaarrekening op te stellen ten behoeve van de aangifte vennootschapsbelasting; - zich maatschappelijk bewust te zijn van de rechten en plichten van een profielorganisatie jegens haar omgeving Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
Alle vakgebieden worden apart getoetst. verdediging beroepsproduct
96 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Blok B: Organisatie beoordelen en controleren Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Organisatie beoordelen en controleren (Blok B) AFAC-DB0-09 15 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
60
OAT 9 cijfer 5,5 Project, trainingen en (gast)colleges Administratieve Organisatie, Controlebeginselen, Externe Verslaggeving en Management & Organisatie 10 weken Mevr. P.P.W.M. Hendriks (ppwmhend)
40
Blok B wordt aangeboden aan de duale AC studenten in kwartaal vier van het derde studiejaar. Het beoordelen en controleren van een organisatie staat centraal vanuit de verschillende vakgebieden. Daarnaast staan er in dit blok twee typologieën centraal namelijk zowel productie als dienstverlening. De vakgebieden die in dit blok aan de orde komen zijn: Administratieve Organisatie (AO), Controle Beginselen (CB), Externe Verslaggeving (EV) en Management en Organisatie (M&O). Deze vakgebieden lenen bij uitstek voor advisering aan de organisatieleiding. Dat betreft enerzijds de zogeheten natuurlijke adviesfunctie, die deel uitmaakt van de interim-controle en de jaarrekeningcontrole. Anderzijds kan – naast en soms in vervolg op de reguliere controle – in bredere zin geadviseerd worden over de organisatie. Dit komt aan de orde in het vakgebied M&O. Doelen/onderwerpen Het is noodzakelijk dat studenten op de hoogte zijn van de kenmerken van ieder type productie en dienstverlenende organisatie en de gevolgen hiervan voor de AO/IB. De accountant steunt namelijk bij de opzet en uitvoering van de controle van de jaarrekening op de aanwezige AO/IB. De studenten lopen het gehele controleproces door (opstellen planningsmemorandum, risicoanalyse, opstellen van controleplannen, het interpreteren van controlebevindingen, het voorbereiden van de aard van de controleverklaring die wordt afgegeven). Voor de vakgebieden EV en CB gaan we uit van het feit dat een accountant een jaarrekening kan opstellen en een opgestelde jaarrekening kan interpreteren. De accountant moet op de hoogte zijn van de manier van waarderen en bepalen van het resultaat van een bedrijf en kunnen beoordelen of een en ander voldoet aan de nu gangbare regelgeving voor dit bedrijf. Hij moet daarvan verslag kunnen doen in de vorm van een controlememorandum, een controleverklaring en een managementletter. Binnen het vakgebied M&O komt, in de rol van organisatie-adviseur, het INK-managementmodel aan bod. Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op Blackboard en op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
schriftelijk tentamen beroepsproduct (inclusief een verdediging)
97 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 9: Oprichting en overdracht onderneming Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling: Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
AC Duaal
Oprichting en overdracht onderneming (Blok 9 AC) AFAC-V90-11 13
EC Beoordeling Minimaal BP 8 cijfer 5,5 OAT 5 cijfer 5,5 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Belastingrecht, levensverzekeringswiskunde/ pensioenen, privaatrecht, financiering en bedrijfscommunicatieve vaardigheden 10 weken Mevr. L.Y. van Abbema (lyabbema)
Weging 60 40
Voor de accountant is de dienstverlening bij de oprichting en overdracht van een onderneming een toenemend onderdeel van zijn beroepsuitoefening. In dit blok komt de problematiek die hiermee verband houdt aan de orde vanuit de invalshoek fiscaal, privaatrecht, financieel en levensverzekeringswiskunde/pensioenen. Hierbij neemt de advisering aan de ondernemer een belangrijke plaats in. Bij de bedrijfscommunicatieve vaardigheden zal getraind worden op de schriftelijke en mondelinge adviesvaardigheid. Doelen/onderwerpen In dit blok staat centraal de oprichting en overdracht van een onderneming. Belangrijke onderdelen hierbij zijn de privésituatie van de ondernemer, de keuze van de rechtsvorm, de financiering en de oudedagsvoorziening. De theorie van elk vak levert een bijdrage aan het inzicht van de problematiek. In het project maken de studenten de vertaalslag van de theorie naar de realiteit van de ondernemer die zijn bedrijf overdraagt of opricht. Het eindproduct van de opdracht is het geven van een advies aan de ondernemer. Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm - Schriftelijke OAT - Mondelinge presentatie beroepsproduct en verdediging - Testimonium bedrijfscommunicatieve vaardigheden
98 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Blok 15: Management control Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur:
Management control (Blok 15 AC) AFBEC-B12-A15-12 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Informatiemanagement (INF) 1,5 Cijfer 5,5 Organisatiekunde (ORG) 1,5 Cijfer 5,5 Operational Auditing (OPA) 1,5 Cijfer 5,5 Management Control Systems (MCS) 1,5 Cijfer 5,5 BP 7 Cijfer 5,5 Hoor- en werkcolleges, gastcolleges, gastworkshops, en project Organisatiekunde, Management Control Systems, Informatiemanagement en Projectmanagement 10 weken Let op: 5 weken voor aanvang van het blok dien je al te starten met voorbereidingen voor dit blok! Uiterlijk op maandag van week 1 dien je adviseren organisatie’ geacquireerd te hebben. Dhr. W.C.M. van den Kieboom
Weging 10% 10% 10% 10% 60%
een ‘te
Coördinator: Beschrijving De strategie van een organisatie is in de huidige maatschappij continu onderhevig aan veranderingen in zowel de omgeving als in de interne processen. Geplande doelen zijn dus ook niet meer de te bereiken doelen, laat staan de bereikte doelen. Het gevolg hiervan is dat de keuzevrijheid in organisaties is vergroot. Deze hogere vrijheidsgraad kan alleen bereikt en behouden worden als er tegelijkertijd gedragsbeïnvloeding (sturing) plaatsvindt door een heldere communicatie van de gewenste richting, een heldere afbakening van het speelveld (de grenzen) en als de beheersing zich richt op het verloop van de interne processen (de ‘wedstrijd’ zelf) in relatie tot de omgeving. Deze beheersing (control) is dé taak van de huidige manager. Het uitvoeren van deze taak is onmogelijk zonder de juiste ondersteunende tools: de Management Control Systems. We hebben het hier dus niet over de vele operationele beheerssystemen (Task Control Systems) in een organisatie waarbij AO/IC, EDP-auditing en de traditionele transactiegerichte Bestuurlijke Informatie Voorziening essentieel zijn, maar we hebben het hier over díe beheerssystemen die de organisatie als geheel op de juiste wijze in laten spelen op de dynamische omgeving. Naast deze tools is ook voldoende know-how nodig ten aanzien van organisaties en organisatiekunde. In dit blok zal de aandacht uitgaan naar: het beoordelend vermogen ten aanzien van problemen in organisaties; de benodigde theoretische basis ten aanzien van Management Control Systems; basisvaardigheden ten aanzien van enkele MCS: actuele ontwikkelingen op het gebied van performance measurement; het correct interpreteren van de gebruikte Engelstalige literatuur uit de vakbladen. De student schrijft en presenteert een adviesrapport in de vorm van een paper waarin de effectiviteit van gebruikte beheersmodellen van een organisatie in het MKB beoordeeld wordt. Doelen/onderwerpen Organisatie-inrichting, organisatieverandering, missie en strategie, leiderschap, kosten en kostenbeheersing, kostprijsberekeningen, ABC en ABM, gemeenschappelijke kosten, concepten elementen en componenten van MCS, rol van MCS bij strategie-implementatie, stakeholderbenadering, formele en informele organisatiestructuur, verantwoordelijkheidscentra, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, transferpricing, prestatiemeting, gedragsbeïnvloeding, strategische planning, integrale prestatiemeting, operational auditing, riskmanagement, KAD-model, product- proces- en structuurmodule, 10-stappenplan. de KSF-methode, Business Balanced Scorecard, SOx/COSO beheersmodel. Literatuur - Competent afstuderen en stagelopen van Kempen - Management Control Systems van Anthony en Govindarajan - Management & Organisatie van Keuning - KAD+ Model voor het auditen van management control van Hartog (zie www.kadplus.nl/bestellen) * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm
99 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Werkperioden Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Werkperiode 1-2-3 AFAC-WP1-11 AFAC-WP2-11 AFAC-WP3-11 Werkperiode 1: Werkperiode 2: Werkperiode 3:
14 18 17
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
WP1: AFAC-WP1-11
14
cijfer
5,5
100
WP2: AFAC-WP2-11 WP3: AFAC-WP3-11 Werken, terugkomdag nvt Iedere werkperiode: 20 weken Dhr. I.D. Ronner (idronner) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
18 17
cijfer cijfer
5,5 5.5
100 100
Tijdens de werkperiode moet de student werkzaamheden verrichten binnen een accountantskantoor. Tevens werkt hij/zij aan voorgeschreven competenties zoals vermeld in de duale gids (Blackboard). Doelen/onderwerpen -
De student kan controlewerkzaamheden zelfstandig uitvoeren; De student kan een administratie en jaarrekening (laten) samenstellen; De student kan een fiscale winstberekening opstellen (als basis voor het verzorgen of controleren van aangiften voor cliënten); De student kan een oordeel geven over het werk en de inzet van zichzelf en anderen; De student kan de eigen loopbaan uitstippelen en invullen; De student kan de grenzen van het vakgebied verkennen; De student kan de veranderingen in de maatschappij signaleren en bij de werkzaamheden hierop inspelen.
Afgeleide doelen en functies: Vergroten van de kans op een passende baan na de studie; - Tijdens de werkperiode wordt er een duale AC dag georganiseerd. Deze dag wordt ingevuld met diverse workshops door verschillende Accountancy kantoren. De duale AC dag is een verplicht onderdeel van het AC duaal curriculum en maakt onderdeel uit van de werkperiode. Doorstudeernorm
- Een duale student mag pas starten met blok B indien hij van de blokken 5, 6 en A ten minste 2 blokken met een voldoende heeft afgerond; - Een duale student die wil deelnemen aan werkperiode 3 moet alle onderwijseenheden van jaar 2 met een voldoende hebben afgesloten en moet tevens alle onderwijseenheden van de jaren 3 en 4 hebben gevolgd en mag maximaal één onderwijseenheid van de verdiepingsfase niet hebben behaald. Bovendien moeten de onderwijseenheden werkperiode 2, blok 15 AC en SLB-D moet een voldoende zijn afgesloten. Toetsvorm -
Digitaal portfolio; Een evaluatie- en beoordelingsgesprek met de school- en bedrijfsbegeleider.
100 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Afstuderen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
Afstuderen duaal AFAC-D-160 10
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Afstuderen
10
cijfer
5.5
100
Ethiek en Integriteit workshop 1
0
Vld/nvd
Vld
0
Ethiek en Integriteit workshop 2
0
Vld/nvd
Vld
0
Praktijk 280 uur Gedurende 3e werkperiode (WP3) Dhr. T.J.A.M. Vos (tjamvos) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Het afstuderen is een proeve van bekwaamheid waarbij de HBO-student laat zien dat hij op het niveau van een beginnend HBO beroepsbeoefenaar in staat is om binnen het domein van de AC opleiding een complex vraagstuk op te lossen en/of een complexe opdracht uit te voeren. Het afstudeerproces start met een voorlichting een half jaar voor het daadwerkelijke afstuderen. Vervolgens moet de student zelf een afstudeeronderwerp vinden. Het afstuderen vindt plaats in de derde werkperiode en heeft een duur van 280 uur. De afsluitende afstudeerverdediging vindt plaats in de 9e of 10e lesweek. Het accountantskantoor waar de student werkzaam is moet de student in de gelegenheid stellen om 20 dagen gedurende de werkperiode met het afstuderen bezig te zijn. De docent die de student tijdens de werkperiode begeleidt is in principe ook de 1e afstudeerbegeleider. De uiteindelijke verdediging moet gedaan worden voor een afstudeercommissie bestaande uit de docentbegeleider, 2e docent en een gecommitteerde. De student mag deelnemen aan het afstuderen indien voldaan is aan de afstudeernorm, die in de OER nader is omschreven. Doelen/onderwerpen De student laat in de afstudeerfase zien het niveau bereikt te hebben van een beginnend HBOberoepsbeoefenaar. Dit niveau is beschreven in de Dublin Descriptoren. Uiteindelijk moet de student aantonen dat hij met een grote mate van zelfstandigheid een complexe probleemsituatie kan analyseren, een adequate oplossing kan ontwikkelen en adviezen kan geven over de implementatie. Daarbij moet op een methodologisch verantwoorde wijze zijn gewerkt. De weerspiegeling van het afstudeerproces moet de student vastleggen in zijn afstudeer portfolio (bestaande uit: ambitieformulering; aanmelding afstuderen; schriftelijke feedback op de aanmelding; eventuele aangepaste aanmelding afstuderen; afstudeerplan; schriftelijke feedback op afstudeerplan; eventueel aangepast afstudeerplan en verdere feedback; schriftelijke feedback op conceptrapport; eventueel materiaal ter ondersteuning van de presentatie bij het afstudeerbedrijf; afstudeerrapport; reflectieverslag; eventuele tussentijdse rapportages en andere relevante stukken). Ethisch handelen is een belangrijk aandachtspunt tijdens het afstuderen. Zodoende wordt er tijdens het afstuderen twee workshops ‘Ethiek en Integriteit’ georganiseerd. Het is verplicht deze bij te wonen. Tijdens deze sessie wordt het professioneel handelen op de werkvloer, daar waar het gaat om het maken van keuzes in werk gerelateerde dilemma’s, geoefend. Literatuur -
Kempen en Keizer, Competent afstuderen en stagelopen
Toetsvorm - Openbare verdediging; - Bijwonen twee workshops ‘Ethiek en Integriteit’
101 Studiegids AAFM 2012-2013
Minor Accountancy (verplicht voor AC-studenten) Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: Verdeling:
AC Duaal
Minor Accountancy AFAC-MI-ACC-12 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
14
cijfer
5,5
geen
vld/nvd
vld
geen
cijfer cijfer
5,5 5,5
50% 50%
cijfer cijfer
5,5 5,5
50% 50%
Cursus AFAC-V140-LT-12 Toets 01: Landelijke OAT
Werkvorm(en): Duur: Coördinator:
Cursus AFAC-V140-BP-12 Toets 02: BP Het Accountantsverslag 2 Cursus AFAC-V140-FIN-12 Toets 01: OAT FIN 4 Toets 02: BP Financiële Advisering 3 Cursus AFAC-V140-BLR-12 Toets 01: OAT BLR 4 Toets 02: BP Fiscale Advisering 3 Trainingen, weektoetsen, projectopdrachten 20 weken J.M.R.Verbon-Huisman
Beschrijving De minor Accountancy is een verplichte minor voor alle AC-studenten. Het is een verdiepende minor waarin de studenten worden voorbereid op de diverse werkzaamheden van de accountant. Deze werkzaamheden omvatten zowel samenstelopdrachten, interim controle, eindejaarscontrole, fiscale advisering als financiële advisering. Binnen de minor worden daartoe vijf vakgebieden aangeboden: Administratieve Organisatie (AO), Belastingrecht (BLR), Controlebeginselen (CB), Externe Verslaggeving (EV) en Financiering (FIN). De minor wordt voor een deel afgesloten met een landelijk examen, de zgn. OAT (OverAll Toets). In deze OAT worden de drie vakgebieden AO, CB en EV geïntegreerd getoetst. Het met goed gevolg afronden van de OAT biedt, na het behalen van het bachelor diploma, directe doorstroommogelijk -heden voor zowel de RA-opleiding (master-opleiding RA) als de AA-opleiding (post-bachelor AA). De vakgebieden BLR en FIN worden afgesloten met een schriftelijk schooltentamen. Voor ieder van de vijf vakgebieden verzorgt een vakdocent gedurende veertien weken trainingen. Tevens voeren de studenten projectopdrachten uit op basis van een casus van een controleplichtige Nederlandse onderneming met internationale vertakkingen. De studenten maken oa. 7 weektoetsen waarin diverse onderwerpen uit de vakgebieden AO, CB en EV aan de hand van de beschreven onderneming geïntegreerd worden getoetst. De vraagstelling in deze weektoetsen is op het niveau van de OAT. In groepen van 4 a 5, een controleteam, schrijven de studenten een Accountantsverslag dat mondeling besproken en verdedigd wordt in een gesprek met de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Aan de hand van praktijksituaties komen fiscale problemen aan de orde. Met behulp van de fiscale wetgeving, aangevuld met een cijfermatige toelichting, moeten studenten aangeven hoe deze problemen kunnen worden opgelost. In het kader van financiële advisering worden aan de hand van de casus verschillende problemen op financieel gebied behandeld waar de onderneming tegen aan loopt of zou kunnen lopen. Zo moet oa. een kredietaanvraag worden gemaakt, de financiering worden geregeld en een waarderingsanalyse worden opgesteld. Doelen/onderwerpen Het vakgebied AO richt zich op het beschrijven en beoordelen van de AO/IB van bedrijven binnen de typologieën handel, productie, agrarisch, dienstverlening en verenigingen en stichtingen. Tevens komen onderwerpen als human resource management, informatiebehoeften, systeemontwerp, risico’s van automatisering, E-commerce en de balanced score card aan de orde. Het vakgebied BLR behandelt de Inkomstenbelasting, de Successiewet, met speciale aandacht voor de faciliteit van de bedrijfsopvolging, de Wet belasting rechtsverkeer, de Invorderingswet en het formele recht van de Algemene Wet bestuursrecht en de Algemene wet Rijksbelastingen. Het vakgebied EV gaat in op de eisen waaraan informatie in de jaarrekening moet voldoen volgens de regelgeving. Aandacht zal worden besteed aan de gevolgen van de in de praktijk gehanteerde vermogens- en winstbepalingsstelsels voor vermogen en resultaat. Tevens wordt aandacht besteed aan de analyse van de jaarstukken. Bij het vakgebied CB staat de risicoanalyse en de controleaanpak van de accountant centraal. De onderwerpen die behandeld worden zijn onder meer inherente risico’s, controleplannen, fraude en de onafhankelijkheidsregels. Daarnaast wordt aan de hand van cases de regelgeving behandeld. Binnen het vakgebied FIN komen de onderwerpen kredietaanvraag, werkkapitaalbeheer, waardering en financieel risicomanagement aan bod. Literatuur BLR
102 Studiegids AAFM 2012-2013
Belastingrecht met de wet in de hand, 2012-2013, Gorissen ea, Boom Fiscale Uitgevers Pocket Belastingwetten 2012, Geppaart, Kluwer EV Jaarverslaggeving, Epe en Koetzier, meest recente druk Actualisering van het boek Jaarverslaggeving van Epe en Koetzier (beschikbaar via website Noordhoff) Naar keuze: het Handboek Externe Verslaggeving van Deloitte door Kimenai, Manschot ea of het Handboek Jaarrekening van Ernst&Young door Böhmer, Hoogendoorn ea (Kluwer) of het Jaarboek externe verslaggeving van KPMG door Bergwerff, in alle gevallen de meest recente versie beschikbaar vanaf 1 augustus 2012. BIV/AO Bestuurlijke informatieverzorging deel 2A, 5e druk, Starreveld ea, Noordhoff Bestuurlijke informatieverzorging deel 2B, 5e druk, Starreveld ea, Noordhoff Grondslagen administratieve organisatie deel A, 20e of 21e druk, Jans, Noordhoff Grondslagen administratieve organisatie deel B, 20e of 21e druk, Jans, Noordhoff of in plaats van Jans B en Starreveld 2A en Starreveld 2B De kern van de administratieve organisatie, 1e druk, Paur ea, Noordhoff CB Grondslagen van Auditing & Assurance, Marjoor ea, Nijenrode/Noordhoff De praktijk van Auditing & Assurance, Van kollenburg, Nijenrode/Noordhoff Compendium voor de accountantscontrole deel 2, Westra, Pentagan Publishing Handleiding regelgeving Accountancy deel 1 en deel 1A, editie 2012, bestellen via www.NBA.nl FIN Geld, IEB en Bedrijfsomgeving, 6e druk, Hulleman, Noordhoff Financiering; van MKB naar grootbedrijf, 5e druk, Huls en Dekker, Noordhoff Toetsvorm deelproject Interim- en eindejaarscontrole: verslag en mondelinge verdediging landelijk examen (de zgn. OAT) schriftelijke toets BLR deelproject fiscale advisering: verslag en mondelinge verdediging schriftelijke toets FIN deelproject financiële advisering: verslag en mondelinge verdediging
103 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden AFAC-D-BCV-10 2 Toets 1 Toets 2 Toets 3 Werkcolleges Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden 10 weken per onderdeel Mevr. I. Huijben (icjmhuij)
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
1 1 0
cijfer cijfer cijfer
5,5 5,5 5,5
50 50 0
In het tweede en derde jaar volgt iedere student een tweetal cursussen bedrijfscommunicatieve vaardigheden. Binnen de AC-opleiding is gekozen voor de onderdelen: 1. Schrijfvaardigheid, onderzoeksvaardigheden en rapportagevaardigheden. 2. Zakelijk schrijven. Doelen/onderwerpen 1.
2.
Onderwerp: Onderzoek uitvoeren d.m.v. deskresearch: naar aanleiding van de onderwerpskeuze een onderzoek uitvoeren en in een rapport verwerken. Doelen: • Verbeteren van individuele schrijfvaardigheid. • Onderzoek deskresearch uitvoeren en uitwerken via een onderzoeksrapport. Onderwerp: Schriftelijke communicatie: ideeën en meningen duidelijk maken in een rapport of document dat de juiste opzet en structuur heeft, grammaticaal correct is en dat de juiste taal en terminologie voor de lezer bevat. Doelen: Verbeteren van de individuele formele schrijfvaardigheden, met als eisen het (her)kennen van de eisen aan zakelijk schrijven en het kunnen opstellen van een juiste en volledige procesbeschrijving.
Literatuur 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoeksvaardigheden: • Trainingswijzer BCV5 • Materiaal uit: Janssen, D. (red.): Zakelijke Communicatie de deel 2. Meest recente druk. WoltersNoordhoff. Groningen 2007. Zakelijk schrijven: • Een Goede Spelling, Yolande Mante, ThiemeMeulenhoff, 2006. • Een goede zin, Y. Mante & L. Vening, ThiemeMeulenhoff, 2004. • Janssen, D., Zakelijke Communicatie 1. Groningen. (Module 2 hoofdstuk 5 en 6: gekopieerd materiaal) • Woordenlijst Nederlandse taal (Groene Boekje) http://woordenlijst.org/+• Trainingswijzer BCV6.
** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoeksvaardigheden • Individuele schrijfopdrachten. • Onderzoek deskresearch. • BCV-verslag. Zakelijk schrijven: • Schriftelijke spelling- en schrijftoetsen. • BCV-verslag.
104 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Studie Loopbaan Begeleiding (SLB) Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
SLB verbredings- en verdiepingsfase AFAC-SLB-DU-B-11 (SLB verbredingsfase, jaar 2) AFAC-SLB-DU-D (SLB verdiepingsfase, jaar 3 en 4 tot aan de minor) 2 voor SLB-DU-B en 2 voor SLB-DU-D EC Beoordeling Minimaal
Weging
Beoordeling AFAC-SLB-DU-B-11
2
Vld/nvd
Vld
100
Beoordeling AFAC-SLB-DU-D 2 Vld/nvd Instructiecolleges en begeleidingsgesprekken AFAC-SLB-DU-B-11 1 jaar, AFAC-SLB-DU-D 1,5 jaar Mevr. A.L.A. Heijstermann (alaheijs)
vld
100
In de onderwijsvisie van de AAFM (2005) is het doel van studieloopbaanbegeleiding omschreven als: • ontwikkeling van de loopbaan vanaf instroom tot aan de uitstroom naar een beginnend beroepsbeoefenaar; • ontwikkelen van leren-leren en leren-reflecteren: op studieverloop en hun persoonlijk professionele ontwikkeling op weg naar beginnende beroepsbeoefenaar De studieloopbaan van de student is de leerroute die de student volgt. Daarbij krijgt de student al lerend een steeds beter beeld van het beroepenveld en van de competenties die nog ontwikkeld moeten worden. In beide fasen kiest de student activiteiten uit de kaartenbak waarmee hij/zij de gestelde competentiedoelen probeert te realiseren. De gestelde doelen komen deels uit ervaringen opgedaan in een eerdere periode maar ook uit het beroepsprofiel en eigen inkleuringen. Tijdens SLB-DU-B staat het leren managen (ontwikkelen) van competenties centraal, ter voorbereiding op de eerste werkperiode. Hierbij wordt de student ondersteund door een SLB begeleider die periodiek een coachingsgesprek voeren. Tijdens SLB-D laat de student zien zelfstandig competenties te kunnen verbeteren. De coaching is vraaggestuurd en gericht op persoonlijke vragen van de student. Doelen/onderwerpen Verbredende fase SLB-DU-B (tot de stage), de student is stagebekwaam: De student is aangenomen bij een stagebedrijf en is snel praktisch inzetbaar. Hiervoor is initiatief en zelfsturing belangrijk. De student is tijdens de stage in staat zijn/haar competentieontwikkeling vorm te geven en aan te sturen. In deze fase staat het leren managen van de eigen competenties centraal. De volgende activiteiten zijn verplichte onderdelen van SLB jaar 2: introkamp en de sollicitatietraining. Daarnaast dienen 40 uren besteed te worden aan de portfolio-activiteiten. Verdiepende fase SLB-DU-D (van stage tot afstuderen), de student is afstudeerbekwaam: De student is aangenomen bij een afstudeerbedrijf. Hij is in staat om zelfstandig een opdracht te verwerven en deze succesvol af te ronden en is in staat zijn competenties en persoonlijke ontwikkeling zelfstandig te verbeteren. De drie lezingen die georganiseerd worden door Witlox zijn verplicht voor dit SLB onderdeel. Voor SLB jaar 3 worden regelmatig workshops ingepland die je kunt inzetten voor dit onderdeel. Het aanbod wordt op de course van SLB bekend gemaakt. Literatuur Handleiding SLB jaar 2 + 3/4 Toetsvorm - Eindgesprek + portfolio
105 Studiegids AAFM 2012-2013
AC Duaal
Engels Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Engels AFXX-ENG-B 2 (1 per cursus)
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
1
assessment
5,5
50
speaking 1 Werkcolleges en ‘continuous assessment’.
assessment
5,5
50
writing Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Engels Cursussen writing en speaking bestaan uit zeven sessies (exclusief huiswerk) Dhr. H.G. de Vries (hgvries)
Alle studenten van de AAFM krijgen twee basiscursussen Engels aangeboden die elke student verplicht moet volgen. Deze richten zich op schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. De vervolgcursussen zijn vrijwillig en bieden de mogelijkheid om de eerdergenoemde vaardigheden verder te ontwikkelen. Een vervolgcursus kan worden ingezet bij het traject voor studieloopbaanbegeleiding tijdens jaar 3/4 (SLB);voor een vrijwillige cursus wordt 30 uur toegekend, mits het eindresultaat overeenkomt met het doel van de cursus (niveau C1) en/of de inzet van de student aannemelijk maakt dat deze daadwerkelijk 30 uur aan de cursus heeft besteed. Een vrijwillige vervolgcursus mag pas gevolgd worden nadat zowel de basiscursussen writing en speaking met minimaal B2 zijn afgerond. De AAFM maakt gebruik van het taalbeoordelingsmodel van de Europese Gemeenschap, ofwel het Common European Framework of Reference for Modern Languages. Dit model kent één van een totaal van zes niveaus toe aan elk van de vier kernvaardigheden die worden onderscheiden voor de mate van beheersing van een vreemde taal: lezen, luisteren, spreken en schrijven. De niveaus voor deze kernvaardigheden worden vermeld op het diploma. Doelen/onderwerpen Schrijfvaardigheid (schrijfstrategie)- niveau B2 Spreekvaardigheid (telefoneren en tweegesprekken)- niveau B2 Schrijfvaardigheid (rapporteren) - niveau C1* Spreekvaardigheid (vergaderen en presenteren)- niveau C1 * *wordt uitsluitend aangeboden in kwartalen 2 en 4. Literatuur Opdrachten en informatie worden op BlackBoard vermeld in de courses: AAFM 1213 basiscursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 basiscursus Engels spreekvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels spreekvaardigheid Toetsvorm Voor elke cursus geldt dat de student wordt beoordeeld op basis van: Deelname, inzet en vorderingen tijdens ALLE sessies; De inhoudelijke kwaliteit van de reflectie op de leerervaring via een taalportfolio.
106 Studiegids AAFM 2012-2013
4.7
Inrichting van de postpropedeutische fase van de opleiding Accountancy Associate degree
4.7.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod De postpropedeutische Associate Degree Accountancy opleiding is verdeeld in vier onderwijseenheden, waar de stage en het afstuderen (samen twee onderwijseenheden) onderdeel van uit maken. CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING AC AD 2012-2013 P1 P1 CODE NAAM Accountancy en Advies bij een AFAC-AD50 X T v.o.f. AFAC-AD60-11 Accountancy en Advies bij een B.V. AFAC-AD-BCV-11 Taal (Nederlands) X I AFAC-AD-SLB Studie Loopbaan Begeleiding I AFAC-AD-STAGEStage X 11 AFAC-AD-AFST Afstuderen X AFAC-V90-10
Juridische advisering
P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 T
T
T
X X
T I I
T I I
T I I
X
I
X
I
I
X
I
X
I
I
T I I
Voor deze cursus verschijnt in de loop van collegejaar 2012-2013 het cursus- en toetsaanbod in deze studiegids.
4.7.2 Leerroute AC Associate degree Studenten volgen de blokken in de volgorde beschreven in 4.7.1. Afwijkende leerroutes worden door de studieadviseur vastgesteld. 4.7.3 Aansluiting op de bachelor opleiding Studenten die overstappen van de AD-opleiding naar de bachelor AC voltijd moeten vrijstelling vragen voor de reeds behaalde onderwijseenheden bij de Examencommissie. 4.7.4 Overstappen van de bachelor opleiding naar AD In 2012/2013 worden geen studenten meer toegelaten tot de Associate Degree.
107 Studiegids AAFM 2012-2013
4.7.5
Inhoud onderwijseenheden Accountancy Associate degree AC AD
Blok 5: Accountancy en Advies bij een v.o.f. Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Accountancy en Advies bij een v.o.f. (Blok 5 AC-AD) AFAC-AD50 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
TOETS01 EV/CB
2
cijfer
5,5
13
TOETS02 AO/BEC
2
cijfer
5,5
13
TOETS03 BLR
2
cijfer
5,5
14
Theoretische leerlijn
Totaal theoretische leerlijn
6
40
Conceptuele leerlijn
Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator: Beschrijving
TOETS04 Beroepsproduct 1 Boekhouden
0
cijfer
5,5
30
TOETS05 Beroepsproduct 2 Twinfield
0
VLD/NVD
VLD
0
TOETS06 Beroepsproduct 3 Jaarrekening
0
cijfer
5,5
12
TOETS07 Beroepsproduct 4 Fiscale aangifte TOETS08 Beroepsproduct 5 Mondelinge verdediging TOETS09 Beroepsproduct 6 Projectmatig werken Totaal conceptuele leerlijn
0
cijfer
5,5
6
7
cijfer
5,5
6
0
cijfer
5,5
6
7
60
Werkcolleges en project Administratieve organisatie (AO), Bedrijfseconomie (BEC), Bedrijfsadministratie (BAD), Controlebeginselen (CB), Externe Verslaggeving (EV) en Belastingrecht (BLR). De vakken AO, BEC en CB worden evenals de vakgebieden BAD en EV in 1 training aangeboden. 10 weken Mevr. M.J.M. Segers (mjmseger)
Centraal staat de administratie, jaarrekening, fiscale aangiften en advies van een v.o.f. Met het programma Twinfield wordt een administratie gevoerd/analyses gemaakt. Vervolgens wordt op basis van de gevoerde administratie een jaarrekening samengesteld. Met het programma Elsevier wordt een aangifte inkomstenbelasting opgesteld. Het project wordt aangevuld met een aantal aanvullende (advies)opdrachten, waarbij zowel de schriftelijke als mondelinge communicatie wordt getraind. Deze opdracht wordt ondersteund door trainingen van de hiervoor genoemde vakgebieden. Dit blok wordt ondersteund door diverse externe workshops. Doelen/onderwerpen Na de afronding van dit blok ben je in staat om: Zelfstandig een financiële administratie van een v.o.f. in te richten, te verzorgen en te analyseren; Zelfstandig een jaarrekening van een v.o.f. voor te bereiden; Zelfstandig een aangifte inkomstenbelasting van een firmant voor te bereiden; Adviespunten te onderkennen en te communiceren naar je leidinggevende. Literatuur -
Basisstudie in het boekhouden, M.H.A.F. van Summeren e.a., 7e druk, ISBN: 978-90-01-76501-9, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Basisstudie in het boekhouden opgaven, M.H.A.F. van Summeren e.a., 7e druk, ISBN: 978-90-01-76502-6, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Basisboek Bedrijfseconomie, P. de Boer e.a., 9e druk, ISBN: 978-90-01-79788-1, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Basisboek Bedrijfseconomie opgaven, P. de Boer e.a., 9e druk, ISBN: 978-90-01-79776-8, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Jaarverslaggeving, P. Epe, W. Koetzier, 6e druk, ISBN: 978-90-01-79778-2 Jaarverslaggeving opgaven, P. Epe, W. Koetzier - Wachten met bestellen op instructie van de docent. Met de wet in de hand 2012/2013 Theorieboek, J.B.M. Nijhuis, 19e druk, ISBN: 978-90-8974-624-5 Met de wet in de hand 2012/2013 Werkboek, J.B.M. Nijhuis, 19e druk, ISBN: 978-90-8974-625-2
108 Studiegids AAFM 2012-2013
-
Belastingwetten 2012, Kluwer, ISBN: 978-90-13-09859-4 Beginselen van de Administratieve organisatie, M. Paur e.a., 1e druk, ISBN: 978-90-01-76925-3 Licentie Twinfield, deze licentie kost € 25 per student per schooljaar. Avans regelt de licentie
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden Toetsvorm -
Schriftelijke eindtoetsen van de theoretische leerlijn Verslagen beroepsproduct en mondelinge verdediging van de conceptuele leerlijn
AC AD
Blok 6 AC-AD: Accountancy en Advies bij een B.V. Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Accountancy en Advies bij een B.V. (Blok 6 AC-AD) AFAC-AD60-11 13 Theoretische leerlijn TOETS01 EV/CB TOETS02 AO/BEC TOETS03 BLR Totaal theoretische leerlijn
Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
2 2 2
cijfer cijfer cijfer
5,5 5,5 5,5
13 13 14
6
40
Conceptuele leerlijn TOETS04 0 cijfer 5,5 9 Beroepsproduct 1 Boekhouden TOETS06 0 cijfer 5,5 24 Beroepsproduct 2 Jaarrekening TOETS07 0 cijfer 5,5 6 Beroepsproduct 3 Publicatiestukken TOETS08 0 cijfer 5,5 9 Beroepsproduct 4 Fiscale aangifte TOETS09 7 cijfer 5,5 6 Beroepsproduct 5 Adviesrapport en mondelinge verdediging TOETS10 0 cijfer 5,5 6 Beroepsproduct 6 Projectmatig werken Totaal conceptuele leerlijn 7 60 Werkcolleges en project Administratieve organisatie (AO), Bedrijfseconomie (BEC), Bedrijfsadministratie (BAD), Controlebeginselen (CB), Externe Verslaggeving (EV) en Belastingrecht (BLR). De vakken AO, BEC en CB worden evenals de vakgebieden BAD en EV in 1 training aangeboden. 10 weken Mevr. M.J.M. Segers (mjmseger)
Centraal staat de administratie, jaarrekening, fiscale aangiften en advies van een B.V. Met het programma Twinfield wordt een administratie gevoerd/analyses gemaakt. Met het programma caseware/caseview worden de jaarrekening en de publicatiestukken samengesteld. Met het programma Elsevier wordt een aangifte inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting opgesteld. Het project wordt afgerond met een adviesrapport, waarbij zowel de schriftelijke als mondelinge communicatie wordt getraind. Deze opdracht wordt ondersteund door trainingen van de hiervoor genoemde vakgebieden. Dit blok wordt ondersteund door diverse externe workshops. Doelen/onderwerpen Na de afronding van dit blok ben je in staat om: -
Zelfstandig een financiële administratie van een (eenvoudige) B.V. in te richten, te verzorgen en te analyseren; Zelfstandig een jaarrekening van een B.V. voor te bereiden; Zelfstandig een aangifte inkomstenbelasting van een DGA voor te bereiden;
109 Studiegids AAFM 2012-2013
-
Zelfstandig een aangifte vennootschapsbelasting van een B.V. voor te bereiden; Zelfstandig een (eenvoudig) adviesrapport voor te bereiden; Adviespunten te onderkennen en te communiceren naar je leidinggevende.
Literatuur -
Basisstudie in het boekhouden, M.H.A.F. van Summeren e.a., 7e druk, ISBN: 978-90-01-76501-9, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Basisstudie in het boekhouden opgaven, M.H.A.F. van Summeren e.a., 7e druk, ISBN: 978-90-01-76502-6, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Basisboek Bedrijfseconomie, P. de Boer e.a., 9e druk, ISBN: 978-90-01-79788-1, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Basisboek Bedrijfseconomie opgaven, P. de Boer e.a., 9e druk, ISBN: 978-90-01-79776-8, Je kunt hetzelfde boek/dezelfde druk gebruiken als in de propedeuse Jaarverslaggeving, P. Epe, W. Koetzier, 6e druk, ISBN: 978-90-01-79778-2 Jaarverslaggeving opgaven, P. Epe, W. Koetzier - Wachten met bestellen op instructie van de docent. Met de wet in de hand 2012/2013 Theorieboek, J.B.M. Nijhuis, 19e druk, ISBN: 978-90-8974-624-5 Met de wet in de hand 2012/2013 Werkboek, J.B.M. Nijhuis, 19e druk, ISBN: 978-90-8974-625-2 Belastingwetten 2012, Kluwer, ISBN: 978-90-13-09859-4 Beginselen van de Administratieve organisatie, M. Paur e.a., 1e druk, ISBN: 978-90-01-76925-3 licentie Twinfield, deze licedntie kost € 25 per student per schooljaar. Avans regelt de licentie
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden Toetsvorm -
Schriftelijke eindtoetsen van de theoretische leerlijn Verslagen beroepsproduct en mondelinge verdediging van de conceptuele leerlijn
Nederlands (Taal) Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
AC AD
Nederlands (Taal) AFAC-AD-BCV-11 2 Workshops en assessments 14 weken Dhr. H.A. Voigt (havoigt)
Centraal staat de training van schriftelijke communicatie waarbij gebruik wordt gemaakt van het programma Hogeschooltaal. Het programma voorziet in een uitgebreid overzicht van de regels van de Nederlandse grammatica/spelling en biedt een groot aanbod aan oefeningen. Tijdens de workshops worden de theoretische kaders geoefend met behulp van het programma. Tijdens de assessments worden de theoretische kaders toegepast in het geschreven product. De oefentoetsen stellen de student en de trainer in staat inzicht te krijgen in de vorderingen. Het leerlingvolgsysteem registreert nauwkeurig de vorderingen. Doelen/onderwerpen Na de afronding van dit blok ben je in staat om: Zelfstandig een memo te schrijven; Zelfstandig een sollicitatiebrief te schrijven; Zelfstandig een artikel te schrijven; Kritisch te reflecteren op het zelf geschreven product. Literatuur Er wordt gebruik gemaakt van de software Hogeschooltaal. Deze software is te bestellen via www.hogeschooltaal.nl en/of http://ideal.hogeschooltaal.nl Toetsvorm klassikale assessments * De cursus taal vervangt BCV (Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden)
110 Studiegids AAFM 2012-2013
Studie Loopbaan Begeleiding (SLB) Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
AC AD
SLB-AD AFAC-AD-SLB 2 Workshops SLB-AD duurt 1 semester voorafgaand aan stage/afstuderen Mevr. A.L.A. Heijstermann (alaheijs)
In de onderwijsvisie van de AAFM (2005) is het doel van studieloopbaanbegeleiding omschreven als: • Ontwikkeling van de loopbaan vanaf instroom tot aan de uitstroom naar een beginnend beroepsbeoefenaar; • Ontwikkelen van leren-leren en leren-reflecteren: op studieverloop en hun persoonlijk professionele ontwikkeling op weg naar een beginnend beroepsbeoefenaar. De studieloopbaan van de student is de leerroute die de student volgt. Daarbij krijgt de student al lerend een steeds beter beeld van het beroepenveld en van de competenties die nog ontwikkeld moeten worden. De student kiest activiteiten uit de kaartenbak waarmee hij/zij de gestelde competentiedoelen probeert te realiseren. De gestelde doelen komen deels uit ervaringen opgedaan in een eerdere periode maar ook uit het beroepsprofiel en eigen inkleuringen. Tijdens SLB-AD staat het leren managen (ontwikkelen) van competenties centraal. Hierbij wordt de student ondersteund door een SLB-begeleider die periodiek een coachingsgesprek voert. Doelen/onderwerpen SLB-AD (tot de stage/afstuderen), de student is stagebekwaam: De student is aangenomen bij een stagebedrijf en is snel praktisch inzetbaar. Hiervoor is initiatief en zelfsturing belangrijk. De student is tijdens de stage in staat zijn/haar competentieontwikkeling vorm te geven en aan te sturen. In deze fase staat het leren van de eigen competenties centraal. Literatuur Handleiding SLB jaar 2, verbredingsfase Toetsvorm -
Portfolio AD-specifieke workshops Eindgesprek
111 Studiegids AAFM 2012-2013
AC AD
Stage Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Stage AD AFAC-AD-STAGE-11 20
EC Beoordeling Minimaal Stage 20 cijfer 5.5 20 weken Dhr. I.D. Ronner (idronner), Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Weging 100
Duur: Coördinator: Beschrijving De student loopt 20 weken stage, inclusief afstuderen, bij een accountants- of administratiekantoor en verricht, onder begeleiding, werkzaamheden op het gebied van samenstel- en (eenvoudige) fiscale werkzaamheden. Doelen/onderwerpen 1. Het kennismaken met de praktische beroepsuitoefening; het zich oriënteren op de toekomstige beroepskeuze en op de mogelijkheden tot vervolgstudie tot HBO bachelor accountancy; 2. Het toetsen van de opgedane kennis aan de praktijk; 3. Het leren zien van samenhangen tussen verschillende beroepsgerichte disciplines; 4. Het kennismaken met en belangstelling krijgen voor sociaal economische aspecten; 5. Het verder ontwikkelen van sociale en communicatieve vaardigheden onder meer door het samenwerken in teamverband; 6. Het kennismaken met de werkorganisatie; 7. Het oefenen in waarnemen en rapporteren; 8. Het verder ontwikkelen van persoonlijkheidskenmerken. Toetsvorm - Stageverslag bestaande uit een product- en procesverslag; - Eindgesprek op kantoor. AC AD
Afstuderen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Afstuderen AD AFAC-AD-AFST 10 afstuderen
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
10
cijfer
5.5
100
Duur: Gedurende de stageperiode Coördinator: Dhr. T.J.A.M. Vos (tjamvos), Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel) Beschrijving Het afstuderen is een proeve van bekwaamheid waarbij de AD-student laat zien dat hij op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in staat is om binnen het domein van de AD-AC opleiding een vraagstuk op te lossen en/of een opdracht uit te voeren. Het afstuderen vindt plaats tijdens de stageperiode. Doelen/onderwerpen De student schrijft individueel een verslag van 5 tot maximaal 7 pagina’s over een bepaald onderwerp, dat nauwe verwantschap dient tevertonen met één of meer hoofdvakken van de studie accountancy. Het onderwerp hoort een probleemstelling in tehouden, die als basis voor het onderzoek geldt. Dus bijvoorbeeld niet: “Degoodwill in de jaarrekening”, maar “Op welke wijzen kan de goodwill in dejaarrekening worden verwerkt?”. In het onderzoek moet tenminste één recent artikel (dwz.Niet ouder dan twee jaar) uit een vaktijdschrift een prominente rol spelen en dienende meningen van meerdere auteurs aan elkaar te worden getoetst. Het verdientaanbeveling de probleemstelling aan een praktijksituatie te toetsen. Voor de eisen, die aan het eindproduct wordengesteld, wordt verwezen naar de lessen en literatuur van het van BCV. Laat overbodige versiering van omslag en inhoud achterwege!. Een overdaad op dat vlak wordt niet als positief gehonoreerd. Literatuur n.v.t. Toetsvorm - Openbare verdediging.
112 Studiegids AAFM 2012-2013
5 Bedrijfseconomie
113 Studiegids AAFM 2012-2013
5.1
Beroepsprofiel
De taken van de bedrijfseconoom kunnen in twee hoofdgebieden ingedeeld worden: 1. Beslissingsondersteuning: het gevraagd en ongevraagd adviseren van het management over de financiële consequenties van het huidige en voorgestelde beleid; 2. Bestuurlijke informatieverzorging: het zodanig inrichten van financiële informatiesystemen dat deze adequaat voorzien in de behoefte aan financiële informatie voor deze beslissingsondersteuning en als basis voor verantwoordingen. De wijze waarop jij als afgestudeerde bedrijfseconoom je taken uitvoert, is bepalend voor het draagvlak wat je weet te creëren en daarmee dus ook van invloed op de effectiviteit van je beroepsloopbaan. Op dit gebied wordt er door het werkveld meer van je verwacht. Naast een gedegen body of knowledge ten aanzien van de hiervoor beschreven taakgebieden, wordt ook competent gedrag verwacht ten aanzien van je interpersonele en reflectieve vaardigheden.
5.2
Vervolgstudie na bachelor opleiding
Met een bachelor diploma op zak van de bachelor opleiding Bedrijfseconomie kun je goed instappen op meerdere Masterstudies. In de meeste gevallen dien je dan nog wel een schakelprogramma te volgen. Avans+ biedt ook mastertrajecten aan die goed op deze opleiding aansluiten.
5.3
Getuigschrift en graad
Aan een student die alle onderwijseenheden van de voltijd opleiding of de duale opleiding met goed gevolg heeft afgerond, wordt door de examencommissie de bachelorgraad verleend. Deze graad geeft het recht op het voeren van een titel achter de naam. Aan de opleiding Bedrijfseconomie is tot en met 31 augustus 2015 de graad: “Bachelor of Economics” gekoppeld, afgekort tot BEc. Na deze datum zal aan de opleiding de graad ‘Bachelor of Business Administration’ gekoppeld worden, afgekort tot BBA.
5.4
Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum
De overgangsregelingen zijn voor elke opleiding te vinden op Blackboard op de Community ‘AAFM Algemeen’ en op de community van de eigen opleiding. LET OP: In schooljaar 2013-2014 krijgt de BE-opleiding een nieuw onderwijsprogramma. In schooljaar 2012-2013 zijn daarom de laatste toetskansen. Zie hieronder bij cursus- en toetsaanbod. In de loop van schooljaar 2012-2013 wordt de overgangsregeling via Blackboard bekend gemaakt.
5.5
Inrichting van de postpropedeutische fase van de voltijd opleiding
5.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod De voltijd Bachelor opleiding Bedrijfseconomie (BE) is verdeeld in een major en een minor. De major bevat 210 EC en de minor 30 EC. De opleiding BE biedt zelf de minor Financiële Advisering MKB aan.
114 Studiegids AAFM 2012-2013
CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING BE 2012-2013 P1 CODE NAAM AFBEC-V50 Bedrijfsprocessen X Proces control in de AFBE-V60-12 industriële organisatie AFBE-V70-09 Ondernemingsrisico's AFBE-V70-12 Ondernemingsrisico's X AFBE-V80 Externe verslaggeving AFBE-V80-AOS Externe verslaggeving AFBE-V80-T-12 “ Toets AFBE-V80-B-12 “ Beroepsproduct Werkperiode AFBE-WP-AOS Ondernemerssupport AFBE-V90-09 stage X AFBE-V110-12 financial performance X Effectief beheer en bestuur AFBE-V120 van organisaties AFBE-V120-09 Management en control AFBEC-B12-A15-12 Management en control X VRIJE MINOR * X PROFILERINGSRUIMTE* AFBE-V150-10-01 Afstudeeropdracht AFBE-V150-10 Afstuderen X AFXX-ENG-B Engels X AFBE-BCV-09 BCV X AFBE-SLB-B SLB verbredingsfase AFBEC-SLB-B SLB verbredingsfase AFBEC-SLB-B-10 SLB verbredingsfase AFBEC-SLB-B-11 SLB verbredingsfase AFBEC-SLB-B-11-1 SLB verbredingsfase AFBE-SLB-D Studieloopbaanbegeleiding AFBEC-SLB-D-11 SLB verdiepingsfase AFXX-VP-0FT2—01 Mini-onderneming en portfolio AFXX-VP-0LV1A-04 Afstuderen BE AFXX-VP-1IO0A-04 BE Portfolio 3e jaar AFXX-VP-1IP0A-03 BE portfolio 4e jaar
P1 P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 T T X T T T T T T
I T
X
T
X X
T T T T T I
X
T T T
I I T
T X
X
T T
T I X X
I I T
X
T
T
T
T T
X X
T I
T I
I I T
I
T
T
I I I I I I I I I I I I I I I
I I I I I I I I I I I I I I I
T X
T T
X
X I I I I I I I I I I I I I I I
X X X
I I I I I I I I I I I I I I I
X X X
I I I I I I I I I I I I I I I
X X X
X X
X = cursus aanbod (bij semesterblokken: start cursusaanbod) T = toetsaanbod inclusief mogelijkheid inschrijven I = mogelijkheid inschrijven Let op! Inschrijven in kwartaal waarin beoordeling plaatsvindt of waarin toets deelname gewenst is! * Zie voor specifiek toetsaanbod van de minoren de studiegids Wijziging 2e jaars blokken BE; laatste toetskansen Per collegejaar 2012-2013 start blok 8 met een nieuwe opzet (structuur toetsen, eisen ondergrens, organisatiekunde is ook een verplichte toets ) van het blok. In het schooljaar 20132014 krijgen alle 2e jaars blokken 5 tm 8 een volledig vernieuwd programma. Als gevolg hiervan geldt dat alle studenten die voor het schooljaar 2012-2013 de 2e jaars blokken hebben gevolgd, in het schooljaar 2012-2013 nog 2 kansen krijgen volgens oude lesstof om alsnog de studiepunten te behalen. Na deze kansen is het niet meer mogelijk om de studiepunten te behalen en dit betekent dat je nieuwe blokken moet volgen met nieuwe lesstof. Alleen een volledig behaald blok (= cursus inclusief alle onderdelen) geeft vrijstelling voor een blok in het nieuwe lesprogramma. Voor de blokken 5 tm 7 kun je twee kansen kiezen uit het toetsaanbod. De toetsen van deze blokken worden 4x aangeboden. Voor blok 8 zijn de herkansingstoetsen volgens oud lesprogramma gepland in kwartaal 1 en 2. Dit heeft te maken met de wijzigingen van blok 8 in schooljaar 2012-2013. 115 Studiegids AAFM 2012-2013
Zie ook het schema van “cursus- en toetsaanbod” in de studiegids. Na de laatste herkansingen van de “oude blokken” worden studenten eventueel overgeheveld naar het nieuwe examenprogramma. Met de studieadviseur kun je de leerroute bespreken na het verstrijken van de kansen. Studenten die in schooljaar 2012-2013 de blokken 5 tm 8 voor de eerste keer volgen, kunnen in het schooljaar erna nog 2 herkansingen doen volgens hun lesprogramma. Extra trainingen blok 8 V80 BE kwartaal 1 Einde kwartaal 1 (schooljaar 2012-2013) wordt voor blok 8 per vakgebied eenmalig een training à 2 lesuren aangeboden. Tijdens deze trainingen wordt een oefentoets besproken. Wijziging blok 12 V120 Per schooljaar 2012-2013 verandert de structuur van blok 12 BE. Tot en met 2011-2012 werd de toetsing (middels toetsen of papers) van de integrale leerlijn gedurende de lesweken van het blok gedaan. Dit gaat per 2012-2013 veranderen. De toetsing zal gedaan worden in de toetsperiodes aan het einde van het blok. Vier lossen toetsen (vakken: OPA, ORG, INF en MCS) worden afgenomen en de deelcijfers worden in Osiris bij de cursus van blok 12 geregistreerd. Voor alle toetsen geldt een ondergrens van een 5.5. Studenten die voor schooljaar 2012-2013 blok 12 hebben gedaan, krijgen in kwartaal 1 en 2 tijdens de toetsweek de mogelijkheid om het blok alsnog te behalen. Vanaf kwartaal 3 worden studenten die het blok niet afgerond hebben, overgeheveld naar de nieuwe structuur. Alleen volledig afgeronde vakken kunnen ingebracht worden bij een deeltoets van het nieuwe blok. 5.5.2 Doorstudeerdrempels BE voltijd Voor de tentamens van de postpropedeutische fase geldt onderstaande: 5.5.2.1 Stagenorm: Een voltijdstudent die wil deelnemen aan het tentamen van de onderwijseenheid ‘Stage’ in jaar 3 gelden de volgende voorwaarden: • alle tentamens van de propedeutische fase met goed gevolg hebben afgesloten, én • alle onderwijseenheden van jaar 2 hebben doorlopen, en • minimaal twee blokken van de eerste drie blokken van het tweede studiejaar hebben behaald om te mogen solliciteren in kwartaal voorafgaand aan de stage, • minimaal 3 blokken van het tweede studiejaar hebben behaald om aan het begin van de stageperiode te mogen starten met de onderwijseenheid “Stage” 5.5.2.2 Afstudeernorm: Een voltijdstudent die wil deelnemen aan de onderwijseenheid ‘Afstuderen’ moet: • alle onderwijseenheden van jaar 2 met goed gevolg hebben afgesloten, en • de stage van jaar 3 met een voldoende hebben afgesloten, èn • alle onderwijseenheden van jaren 3 en 4 hebben gevolgd, èn • de onderwijseenheden AFBE-V120(-09) en AFBE-SLB-D(-10) met goed gevolg zijn afgesloten.
116 Studiegids AAFM 2012-2013
5.5.3
Inhoud onderwijseenheden BE Voltijd BE Voltijd
Blok 5: Bedrijfsprocessen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Bedrijfsprocessen (Blok 5 BEC) AFBEC-V50 13 BP
Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
cijfer
5,5
50
OAT 7 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Bedrijfseconomie/logistiek Bedrijfsadministratie Bestuurlijke informatie verzorging/AO Informatiekunde/erp 10 weken Dhr. L.M. Terpsma (lmterpsm)
Procesbeschrijvingen zijn er in vele soorten en maten. Doel van een procesbeschrijving kan onder meer zijn het overdragen van kennis (informerend), het aandragen van verbeteringen (adviserend), of een norm om het werkelijke procesverloop aan te toetsen (beoordelend). De vorm kan tekstueel zijn, schematisch of een combinatie hiervan. In de kern hebben alle procesbeschrijvingen twee dingen gemeen: het beschrijft het wat, waar, wanneer, waarom, wie en het hoe. Er zijn voorafgaand aan de beschrijving al keuzes gemaakt (al dan niet bewust). Om een bedrijfsproces goed te kunnen begrijpen moet men kennis hebben van processen, systemen, de organisatie en zijn omgeving. Tijdens dit blok staat het beoordelen van verschillende onderdelen van de bedrijfsprocessen centraal. De inrichting van het secundaire (administratie) proces dient aan te sluiten bij de informatiebehoefte om de primaire processen te kunnen sturen. De problematiek wordt behandeld met een handelsonderneming in staalplaten als casusbedrijf. Doelen/onderwerpen Informatiebehoefte, procesbeschrijvingen, bedrijfstakanalyse, inrichten grootboekrekeningenschema, logistieke inrichting, logistieke keuzes, kostenplanning, different costs for different purposes, voorraadregistraties, informatieproces, permanentie in de goederenbeweging en kosten, gemengde en zuivere rekeningen, prijsstelsels, indirecte kosten, tariefbepalingen, optimale voorraden, de basisbegrippen van ICT (informatie, gegevens, proces, communicatie, technologie, automatisering, infosysteem, etc.), automatisering, database- en ERP-software, MS Access, MS Dynamics NAV, informatiekruis. Literatuur -
Voortgezette studie in het boekhouden: Administratie en ondernemingen, 16e druk De Kern van de Administratieve Organisatie Management accounting: Berekenen, beslissen en beheersen ERP met Microsoft Dynamics NAV
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm De OAT bestaat uit de vakgebieden BAD, BEC/LOG, BIV/AO en ICT die ieder voor 25% meetellen Het beroepsproduct wordt getoetst via deelopdrachten, een eindrapport en een mondelinge verdediging.
117 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Blok 6: Beheersing van financiële processen in industriële omgeving Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Beheersing van financiële processen in industriële omgeving (Blok 6 BE) AFBE-V60-12 13
EC
Beoordeling
Minimaal
BP 6 cijfer 5,5 OAT 7 cijfer 5,5 Testimonium Navision 0 Vld/nvd Vld Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Bedrijfseconomie, bedrijfsadministratie, administratieve organisatie, belastingrecht en ICT 10 weken Dhr. T.T.J. Dierckx (ttjdierc)
Weging 50 50 0
Dit blok staat in het teken van de interne verantwoording van de bereikte resultaten in een industriële onderneming (gemeten in generieke prestaties en euro’s). Dit betekent onder meer dat dit kwartaal in het teken staat van de planning van de te bereiken resultaten: de meerjarenplanning, -begroting, en budgettering. Kenmerkend voor deze budgettering is ook de factor onzekerheid en de daaruit volgende verschillenanalyse. Daarom zal bij deze budgettering ook beslissingsondersteuning plaats moeten vinden door middel van bijvoorbeeld scenarioanalyse. Tevens wordt in dit blok expliciet aandacht besteed aan de 3 belangrijkste kostensoorten bij een fabricagebedrijf, namelijk grond- en hulpstoffen, kosten van arbeid en kosten van duurzame productiemiddelen. Omdat de resultaten van de processen bij industriële ondernemingen pas achteraf zichtbaar zijn en vaak alleen in financiële termen te meten zijn, speelt voor het beheersen van bedrijfsprocessen in een industriële onderneming niet alleen de budgettering een rol, maar vooral ook het managen van informatie. Gezien het kapitaalintensieve karakter van industriële ondernemingen zijn deze bedrijven minder flexibel dan handelsondernemingen en arbeidsintensieve ondernemingen en speelt een tijdige, juiste en volledige en klantgerichte informatievoorziening een cruciale rol. Doelen/onderwerpen Fabrieksboekhouding, indirecte kosten ABC, kostengedrag, voorraadmutaties, verkoopprijsvaststelling, budgettering, verschillenanalyse, beslissingscalculaties, controle volledigheid opbrengstverantwoording, preventieve en repressieve maatregelen, controletechnische functiescheiding, begroting en tarieven, informatiebehoeften, economische voorraad, massa en stukproductie, loonbelasting, btw. Literatuur Bedrijfsadministratie Serie Voortgezette studie in het Boekhouden, Administratie en ondernemingen, M.H.A.F. van Summeren, H.Beckman, P.A.A.M. Kuppen, F. van Luit, 16e Bedrijfseconomie Management accounting (berekenen, beslissen, beheersen), W. Koetzier, derde druk, Noordhoff Belastingrecht Belastingrecht met de wet in de hand, Nijhuis, Jureco (theorie- en opgavenboek). Meest recente versie in overleg met de docent Studiepocket belastingwetten, Noordhoff. Meest recente versie in overleg met de docent Handboek Loonheffing: gratis te verkrijgen bij de Belastingdienst Aministratieve organisatie De kern van de administratieve organisatie, M. Paur. A.G.J. van Boxel, J.L.J. Korstjens, C.B. Leeftink, L Paape, 1e druk. * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm De OAT bestaat uit de vakgebieden BAD, BEC, AO en BLR, welke elk voor 30% (BAD en BEC) en 20% (AO en BLR) . Het beroepsproduct wordt getoetst via deelopdrachten, een eindrapport en een mondelinge presentatie en verdediging.
118 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Blok 7: Ondernemingsrisico’s Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Ondernemingsrisico’s (Blok 7 BE) AFBE-V70-12 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
OAT blok 7 7 cijfer 5,5 50 BP MVO-lesdagen 2 cijfer 5,5 15 BP Verslag MVO scan 2 cijfer 5,5 17 BP Verslag Financiële Risico’s 2 cijfer 5,5 18 Testimonium ORG 0 vld/nvd vld 0 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project financiering, organisatie en management, algemene economie , maatschappelijk verantwoord ondernemen 10 weken Dhr. J.C.M. van Bussel (jcmbusse)
Ondernemen is risico lopen. Beslissingen van vandaag hebben gevolgen voor de (financiële) positie van de onderneming in de toekomst. Beslissingen dienen te worden voorafgegaan door een goede analyse en door de gevolgen van die analyse voor de onderneming. Het in kaart brengen van de risico’s en de financiële gevolgen daarvan op de onderneming staan in dit blok centraal. Risico’s kunnen worden onderverdeeld in risico’s waarvan op korte termijn effecten zichtbaar zijn, en risico’s waarvan pas op de langere termijn effecten zichtbaar worden. Doelen/onderwerpen Organisaties en management, omgevingsinvloeden, strategisch management, besturing, structurering, besluitvorming en organisaties in ontwikkeling. Financiële risico’s benoemen en beschrijven en berekenen, Operational leverage, Financial leverage, renterisico’s en valutarisico’s Bankbalansen, geldhoeveelheid, rol van banken, doelstellingen en instrumenten binnen monetair beleid, geldmarkt en kapitaal markt, renterisico, internationaal economische ontwikkelingen en internationale samenwerking, wisselkoersvorming, koersvorming op valutatermijnmarkten Literatuur -
Algemene economie en bedrijfsomgeving van Marijs en Hulleman Vlottend financieel management van Dorsman Verantwoord ondernemen van Royakkers en Pieters Een praktijkgericht benadering van organisaties & management van Marcus en van Dam
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
Eén schriftelijke eindtoets voor de vakgebieden Financiering en Algemene economie. eindpresentatie beroepsproduct en verdediging
119 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Blok 8: Externe verslaggeving Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Externe verslaggeving (Blok 8 BE) AFBE-V80-T-12 (conceptuele leerlijn) AFBE-V80-B-12 (integrale leerlijn) 13 AFBE-V80-T-12 Externe verslaggeving
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfsadministratie Management accounting Belastingrecht Organisatiekunde AFBE-V80-B-12 Beroepsproduct Werkcollege, projectonderwijs, workshops Externe verslaggeving, Bedrijfsadministratie, Organisatiekunde 10 weken Dhr. M.A.C. Luijks (macluijk)
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
2
cijfer
4
25
2 1 1 1
cijfer cijfer cijfer cijfer
4 4 4 4
25 17 17 16
6
cijfer
5,5
100
Management accounting, Belastingrecht,
Dit blok gaat primair over de externe verantwoordingstaak van de financieel manager en secundair over calculatieve bestuurlijke beslissingsondersteuning. Daarmee raakt dit blok een van de taken van de controller: Het met respect voor stakeholders behouden van toegang tot de vermogensmarkt door intern te adviseren over en extern te verantwoorden over de besteding van verkregen middelen en de risico’s bij deze besteding. Doelen/onderwerpen De algemene doelstelling van dit blok luidt: De student kan voorzien in generieke en specifieke informatiebehoeften inzake besluitvorming door en verantwoording aan externe belanghebbenden bij een profitorganisatie met rechtspersoonlijkheid. De student kan hiertoe een externe jaarrekening opstellen conform wet- en regelgeving, een fiscale jaarrekening opstellen ten behoeve van de aangifte vennootschapsbelasting, het bestuur van de organisatie zowel organisatiekundig als bedrijfseconomisch adviseren over de bedrijfsvoering en dit geheel op een professionele en maatschappelijk verantwoorde wijze presenteren. Literatuur • • • • • • •
Epe/Koetzier, Jaarverslaggeving (theorie en opgavenboek) Nijhuis, Met de wet in de hand Studiepocket belastingwetten Epe/Koetzier, Management accounting Van Dam, Organisatie & Management INK: Gids voor het ovuleren van organisaties Heckman en Rijswijk, Voortgezette studie boekhouden - administratie en winstbelasting Heckman en Rijswijk, Voortgezette studie boekhouden - administratie van deelnemingen/consolidatie
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
vijf schriftelijke eindtoetsen van elk 50 minuten schriftelijke beoordeling van deelproducten van het beroepsproduct
120 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Stage Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling: Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
Stage BE AFBE-V90-09 30
EC
Beoordeling
Stage 30 cijfer Wegzenddag en terugkomdagen 1 semester – 20 weken met een minimum van 100 werkdagen Dhr. A.P.R.M. Valk (aprmvalk) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Minimaal
Weging
5,5
100
De student is als (junior) assistent controller actief op enkele deelgebieden van zijn toekomstige rol als controller. Opdrachten waaraan hij werkt liggen in het verlengde van de beroepsproducten op school. Daardoor zullen de onderwerpen opnieuw de revue passeren, wellicht niet alle maar zeker een aantal. Daarnaast zal de student vanuit school 2 beroepsproducten dienen te maken die zich als volgt laten omschrijven: opdracht 1(1e deel stage tot terugkomdag): maak een quick scan van het stagebedrijf; opdracht 2(2e deel stage na de terugkomdag): beoordeel en schrijf een verbeteradvies inzake de inrichting van een proces bij het stagebedrijf. De student mag deelnemen aan de stage indien voldaan is aan de stagenorm, die in de OER nader is omschreven. Doelen/onderwerpen -
Het kennismaken met de praktische beroepsuitoefening en het zich oriënteren op de toekomstige beroepskeuze; Het toetsen van de opgedane kennis aan de praktijk; Het leren zien van samenhangen tussen verschillende disciplines; Het kennismaken met en het belangstelling krijgen voor sociaal economische aspecten; Het verder ontwikkelen van sociale en communicatieve vaardigheden onder meer door het samenwerken in teamverband; Het kennismaken met de werkorganisatie; Het oefenen in waarnemen, plannen en rapporteren; Het verder ontwikkelen van de gedragscompetenties.
Literatuur Geen verplichte literatuur Toetsvorm -
Eindpresentatie op stagebedrijf; 2 verslagen; één gericht op het persoonlijk competentie-ontwikkelingsproces en één op de inhoudelijke beroepsproducten.
121 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Blok 11: Financial performance Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Financial performance (Blok 11 BE) AFBE-V110-12 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Financiering 3 cijfer 5,5 25 Algemene Economie 3 cijfer 5,5 25 BP Treasury 4 cijfer 5,5 30 BP Waardering 3 cijfer 5,5 20 Hoor- en werkcolleges, trainingen, groepsbijeenkomsten en project Algemene Economie ( Financiële markten); Financiering en Treasury Management. 10 weken Dhr. C. van Hout
Wanneer doet een onderneming het goed. Welke stakeholders spelen hierbij een rol en wat vinden zij belangrijk? Kennis van de werking van financiële markten is hierbij essentieel. Te meer omdat voor een onderneming die in de toekomst het hoofd wil bieden aan de veranderingen op de financiële markten inzicht in die markten van groot belang is. Anticiperen op veranderingen betekent op de hoogte zijn van economische ontwikkelingen, de vertaalslag hiervan kunnen maken voor de onderneming (exposure) en hier adequaat instrumenten op inzetten en deze vervolgens beoordelen. De planning& control-cyclus is hiervoor een uitstekend hulpmiddel. In dit kwartaal gaat het dus niet enkel om de huidige financiële situatie in kaart te brengen maar juist om het vermogen van een onderneming de financiële risico’s te beheersen en waarde te creëren voor de stakeholders. De student maakt voor een onderneming een adviesrapport op het gebied van treasury. Een tweede beroepsproduct is een waardeanalyse van een bestaande onderneming. Doelen/onderwerpen Conjunctuurbeweging, economische structuur, financiële markten, rentestructuur, cashflowanalyse, vermogensbehoefte, vermogensstructuur, CAPM, EMH, marktwaarde en boekwaarde, financieringsfunctie, financieringsbeslissingen, risicobeheersing, treasuryfunctie, financiële berichtgeving, nationaal en internationaal betalingsverkeer, cash en credit management, rente- en valutarisico en waardeanalyse. Tevens is de student in staat een presentatie te geven over het ontstaan van de landencrisis, de functie van economische indicatoren, de rentestructuur, de vermogensstructuur en een verklaring van het verschil tussen marktwaarde en boekwaarde van de onderneming Sligro NV. Literatuur • •
Principles of Managerial Finance (Gitman). Geld, IEB en bedrijfsomgeving ( Marijs en Hulleman).
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm • •
Schriftelijke toetsing per vakgebied. Verdedigingen beroepsproducten waarderingsanalyse en treasury.
122 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Blok 12: Management control Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur:
Management control (Blok 12 BE) AFBEC-B12-A15-12 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Informatiemanagement (INF) 1,5 Cijfer 5,5 Organisatiekunde (ORG) 1,5 Cijfer 5,5 Operational Auditing (OPA) 1,5 Cijfer 5,5 Management Control Systems (MCS) 1,5 Cijfer 5,5 BP 7 Cijfer 5,5 Hoor- en werkcolleges, gastcolleges, gastworkshops, en project Organisatiekunde, Management Control Systems, Informatiemanagement en Projectmanagement 10 weken Let op: 5 weken voor aanvang van het blok dien je al te starten met voorbereidingen voor dit blok! Uiterlijk op maandag van week 1 dien je adviseren organisatie’ geacquireerd te hebben. Dhr. W.C.M. van den Kieboom
Weging 10% 10% 10% 10% 60%
een ‘te
Coördinator: Beschrijving De strategie van een organisatie is in de huidige maatschappij continu onderhevig aan veranderingen in zowel de omgeving als in de interne processen. Geplande doelen zijn dus ook niet meer de te bereiken doelen, laat staan de bereikte doelen. Het gevolg hiervan is dat de keuzevrijheid in organisaties is vergroot. Deze hogere vrijheidsgraad kan alleen bereikt en behouden worden als er tegelijkertijd gedragsbeïnvloeding (sturing) plaatsvindt door een heldere communicatie van de gewenste richting, een heldere afbakening van het speelveld (de grenzen) en als de beheersing zich richt op het verloop van de interne processen (de ‘wedstrijd’ zelf) in relatie tot de omgeving. Deze beheersing (control) is dé taak van de huidige manager. Het uitvoeren van deze taak is onmogelijk zonder de juiste ondersteunende tools: de Management Control Systems. We hebben het hier dus niet over de vele operationele beheerssystemen (Task Control Systems) in een organisatie waarbij AO/IC, EDP-auditing en de traditionele transactiegerichte Bestuurlijke Informatie Voorziening essentieel zijn, maar we hebben het hier over díe beheerssystemen die de organisatie als geheel op de juiste wijze in laten spelen op de dynamische omgeving. Naast deze tools is ook voldoende know-how nodig ten aanzien van organisaties en organisatiekunde. In dit blok zal de aandacht uitgaan naar: het beoordelend vermogen ten aanzien van problemen in organisaties; de benodigde theoretische basis ten aanzien van Management Control Systems; basisvaardigheden ten aanzien van enkele MCS: actuele ontwikkelingen op het gebied van performance measurement; het correct interpreteren van de gebruikte Engelstalige literatuur uit de vakbladen. De student schrijft en presenteert een adviesrapport in de vorm van een paper waarin de effectiviteit van gebruikte beheersmodellen van een organisatie in het MKB beoordeeld wordt. Doelen/onderwerpen Organisatie-inrichting, organisatieverandering, missie en strategie, leiderschap, kosten en kostenbeheersing, kostprijsberekeningen, ABC en ABM, gemeenschappelijke kosten, concepten elementen en componenten van MCS, rol van MCS bij strategie-implementatie, stakeholderbenadering, formele en informele organisatiestructuur, verantwoordelijkheidscentra, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, transferpricing, prestatiemeting, gedragsbeïnvloeding, strategische planning, integrale prestatiemeting, operational auditing, riskmanagement, KAD-model, product- proces- en structuurmodule, 10-stappenplan. de KSF-methode, Business Balanced Scorecard, SOx/COSO beheersmodel. Literatuur - Competent afstuderen en stagelopen van Kempen - Management Control Systems van Anthony en Govindarajan - Management & Organisatie van Keuning - KAD+ Model voor het auditen van management control van Hartog (zie www.kadplus.nl/bestellen) * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm
123 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Afstuderen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
Afstuderen BE voltijd AFBE-V150-10 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Beoordeling Afstuderen
30
cijfer
5.5
100
Ethiek en Integriteit workshop 1
0
Vld/nvd
Vld
0
Ethiek en Integriteit workshop 2
0
Vld/nvd
Vld
0
Praktijk 20 weken Dhr. W.G. Huisman (wghuisma) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Het afstuderen is een proeve van bekwaamheid waarbij de HBO-student laat zien dat hij op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in staat is om binnen het domein van de BE opleiding een vraagstuk op te lossen en/of een opdracht uit te voeren. Het afstudeerproces start met een voorlichting een half jaar voor het daadwerkelijke afstuderen. Het afstuderen vindt in principe plaats in een duo en heeft een duur van 20 weken. De student mag deelnemen aan het afstuderen indien voldaan is aan de afstudeernorm, die in de OER nader is omschreven. Doelen/onderwerpen De student laat in de afstudeerfase zien het niveau bereikt te hebben van een beginnend HBOberoepsbeoefenaar. Dit niveau is beschreven in de Dublin Descriptoren. Uiteindelijk moet de student aantonen dat hij met een grote mate van zelfstandigheid een complexe probleemsituatie kan analyseren, een adequate oplossing kan ontwikkelen en adviezen kan geven over de implementatie. Daarbij moet op een methodologisch verantwoorde wijze zijn gewerkt. De weerspiegeling van het afstudeerproces moet de student vastleggen in zijn afstudeer portfolio (bestaande uit: ambitieformulering; aanmelding afstuderen; schriftelijke feedback op de aanmelding; eventuele aangepaste aanmelding afstuderen; afstudeerplan; schriftelijke feedback op afstudeerplan; eventueel aangepast afstudeerplan en verdere feedback; schriftelijke feedback op conceptrapport; eventueel materiaal ter ondersteuning van de presentatie bij het afstudeerbedrijf; afstudeerrapport; reflectieverslag; eventuele tussentijdse rapportages en andere relevante stukken). Literatuur Kempen en Keizer, Competent afstuderen en stagelopen Toetsvorm - Openbare verdediging; - Tijdens het afstuderen worden er voor de studenten twee workshops ‘Ethiek en Integriteit’ georganiseerd. Het is verplicht deze bij te wonen. Tijdens deze sessie wordt het professioneel handelen op de werkvloer, daar waar het gaat om het maken van keuzes in werkgerelateerde dilemma’s, geoefend.
124 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Studie Loop Baanbegeleiding Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving
SLB verbredings- en verdiepingsfase AFBEC-SLB-B-11 (verbredingsfase, jaar 2) AFBEC-SLB-D-11 (verdiepingsfase, jaar 3 + 4 tot aan de minor) 4 voor SLB-B en 4 voor SLB-D EC Beoordeling Minimaal
Weging
Beoordeling SLB
4
Vld/nvd
Vld
100
Beoordeling SLB 4 Vld/nvd Instructiecolleges en begeleidingsgesprekken AFBEC-SLB-B-11 1 jaar, AFBEC-SLB-D-11 1,5 jaar Mevr. A.L.A. Heijstermann (alaheijs)
vld
100
In de onderwijsvisie van de AAFM (2005) is het doel van studieloopbaanbegeleiding omschreven als: • ontwikkeling van de loopbaan vanaf instroom tot aan de uitstroom naar een beginnend beroepsbeoefenaar; • ontwikkelen van leren-leren en leren-reflecteren: op studieverloop en hun persoonlijk professionele ontwikkeling op weg naar beginnende beroepsbeoefenaar De studieloopbaan van de student is de leerroute die de student volgt. Daarbij krijgt de student al lerend een steeds beter beeld van het beroepenveld en van de competenties die nog ontwikkeld moeten worden. In beide fasen kiest de student activiteiten uit de kaartenbak waarmee hij/zij de gestelde competentiedoelen probeert te realiseren. De gestelde doelen komen deels uit ervaringen opgedaan in een eerdere periode maar ook uit het beroepsprofiel en eigen inkleuringen. Tijdens SLB-B staat het leren managen (ontwikkelen) van competenties centraal, ter voorbereiding op de stage. Hierbij wordt de student ondersteund door een SLB begeleider die periodiek een coachingsgesprek voeren. Tijdens SLB-D laat de student zien zelfstandig competenties te kunnen verbeteren. De coaching is vraaggestuurd en gericht op persoonlijke vragen van de student. Doelen/onderwerpen Verbredende fase SLB-B (tot de stage), de student is stagebekwaam: De student is aangenomen bij een stagebedrijf en is snel praktisch inzetbaar. Hiervoor is initiatief en zelfsturing belangrijk. De student is tijdens de stage in staat zijn/haar competentieontwikkeling vorm te geven en aan te sturen. In deze fase staat het leren managen van de eigen competenties centraal. De volgende activiteiten zijn verplichte onderdelen van SLB jaar 2: buitenlandse reis, introkamp, speeddate en de sollicitatietraining. Daarnaast dienen 80 uren besteed te worden aan portfolioactiviteiten Verdiepende fase SLB-D (van stage tot afstuderen), de student is afstudeerbekwaam: De student is aangenomen bij een afstudeerbedrijf. Hij is in staat om zelfstandig een opdracht te verwerven en deze succesvol af te ronden en is in staat zijn competenties en persoonlijke ontwikkeling zelfstandig te verbeteren. De drie lezingen die georganiseerd worden door Witlox zijn verplicht voor dit SLB onderdeel. Literatuur Handleiding SLB jaar 2 en jaar 3/4 Toetsvorm -
Eindgesprek + portfolio
125 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden AFBE-BCV-09 2
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Toets 1
1
cijfer
5,5
50
Toets 2 Werkcolleges Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden 10 weken per onderdeel Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
1
cijfer
5,5
50
In het tweede jaar volgt iedere student een tweetal cursussen bedrijfscommunicatieve vaardigheden. Binnen de BE-opleiding is gekozen voor de onderdelen: 1. Schrijfvaardigheid, onderzoeksvaardigheden en rapportagevaardigheden(blok 5). 2. Adviesvaardigheden (blok 8). Doelen/onderwerpen 1.
2.
Onderwerp: Onderzoek uitvoeren d.m.v. deskresearch: naar aanleiding van de onderwerpskeuze een onderzoek uitvoeren en in een rapport verwerken. Doelen: • Verbeteren van individuele schrijfvaardigheid. • Onderzoek deskresearch uitvoeren en uitwerken via een onderzoeksrapport. Onderwerp: Schriftelijke en mondelinge adviesvaardigheden. Doelen: • Kunnen schrijven van een adviesrapport. • De verschillende rollen in een adviesgesprek uitvoeren. • Acquireren en presenteren van een advies.
Literatuur 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoekvaardigheden: • Trainingswijzer BCV5 • Materiaal uit: Janssen, D. (red.): Zakelijke Communicatie de deel 2. Meest recente druk. WoltersNoordhoff. Groningen 2007. Adviesvaardigheden: • Een goede argumentatie (EGA), M. Ruyters en J. Teunissen (ThiemeMeulenhoff 2005) • Trainingswijzer BCV-8.
** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoekvaardigheden • Individuele schrijfopdrachten. • Onderzoek deskresearch. • BCV-verslag. Adviesvaardigheden: • Advies schrijven. • Presentatie adviesstuk. • Adviesgesprek. • Acquisitie van advies.
126 Studiegids AAFM 2012-2013
BE Voltijd
Engels Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Engels AFXX-ENG-B 2 (1 per cursus)
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
1
assessment
5,5
50
speaking 1 Werkcolleges en ‘continuous assessment’.
assessment
5,5
50
writing Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Engels Cursussen writing en speaking bestaan uit zeven sessies (exclusief huiswerk) Dhr. H.G. de Vries (hgvries)
Alle studenten van de AAFM krijgen twee basiscursussen Engels aangeboden die elke student verplicht moet volgen. Deze richten zich op schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. De vervolgcursussen zijn vrijwillig en bieden de mogelijkheid om de eerdergenoemde vaardigheden verder te ontwikkelen. Een vervolgcursus kan worden ingezet bij het traject voor studieloopbaanbegeleiding tijdens jaar 3/4 (SLB);voor een vrijwillige cursus wordt 30 uur toegekend, mits het eindresultaat overeenkomt met het doel van de cursus (niveau C1) en/of de inzet van de student aannemelijk maakt dat deze daadwerkelijk 30 uur aan de cursus heeft besteed. Een vrijwillige vervolgcursus mag pas gevolgd worden nadat zowel de basiscursussen writing en speaking met minimaal B2 zijn afgerond. De AAFM maakt gebruik van het taalbeoordelingsmodel van de Europese Gemeenschap, ofwel het Common European Framework of Reference for Modern Languages. Dit model kent één van een totaal van zes niveaus toe aan elk van de vier kernvaardigheden die worden onderscheiden voor de mate van beheersing van een vreemde taal: lezen, luisteren, spreken en schrijven. De niveaus voor deze kernvaardigheden worden vermeld op het diploma. Doelen/onderwerpen Schrijfvaardigheid (schrijfstrategie)- niveau B2 Spreekvaardigheid (telefoneren en tweegesprekken)- niveau B2 Schrijfvaardigheid (rapporteren) - niveau C1* Spreekvaardigheid (vergaderen en presenteren)- niveau C1 * *wordt uitsluitend aangeboden in kwartalen 2 en 4. Literatuur Opdrachten en informatie worden op BlackBoard vermeld in de courses: AAFM 1213 basiscursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 basiscursus Engels spreekvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels spreekvaardigheid Toetsvorm Voor elke cursus geldt dat de student wordt beoordeeld op basis van: Deelname, inzet en vorderingen tijdens ALLE sessies; De inhoudelijke kwaliteit van de reflectie op de leerervaring via een taalportfolio.
127 Studiegids AAFM 2012-2013
5.5.4
Minor BE AAFM Minor voor studenten BE en Bedrijfskunde MER
Minor Financiële Advisering MKB Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC:
Minor Financiële Advisering MKB
Verdeling:
Cursus AFBE-V130-11
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
AFBE-MI-MKB 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Toets OAT belasting en financiering deel 1 11 Cijfer 5,5 Toets OAT belasting en financiering deel 2 11 Cijfer 5,5 Toets Beroepsproduct 8 Cijfer 5,5 Hoorcolleges, trainingen, presentaties. Strategisch management, financiering, belastingrecht 20 weken start in september en februari (bij voldoende inschrijvingen) Dhr. W. Hoezen (whoezen)
Weging 40 40 20
Wekelijks zijn er trainingen op het gebied van belastingrecht, strategisch management MKB en financiering gepland. Tevens wordt er aandacht besteed aan uitwerkingen, presentaties en discussies naar aanleiding van casuïstiek en zal er (mee)gewerkt worden als financieel adviseur/werken aan beroepsproducten Doelen/onderwerpen Je ontwikkelt je tot waardevolle gesprekspartner voor een ondernemer in het MKB. Je kunt minimaal een businessplan juist interpreteren en daarover adviseren op de gebieden strategisch management, corporate finance en belastingrecht. Je ontwikkelt je persoonlijke talenten en ontdekt of de rol van adviseur bij je past. De competenties zullen getoetst worden op niveau 3 vastgesteld door de HBO-raad. De student die deze minor heeft doorlopen is in staat om een intermediair te vormen tussen de MKB-er en de adviseur. Je zou dan aan functies kunnen denken als accountmanager of relatiebeheerder op een bank of accountantskantoor. Onder adviseur kun je verstaan : de bank, de notaris, de accountant, de fiscalist of de financier in ruime zin. De student gaat de rol vervullen van een huisarts, die zijn patiënt zelf gaat behandelen of doorverwijst naar een specialist. Literatuur Belastingrecht: • Met de Wet in de Hand, theorieboek : Uitgever Boom • Met de wet in de Hand, werkboek: Uitgever Boom • Wettekst belastingrecht: Kluwer ( meest recent) Strategisch Management: • Strategisch Management in het MKB : Dekker , Huis , Scherjon isbn 978-90-207-3324-2 Corporate Finance: • Financiering in het MKB: Borsboom, Dekker Huis, isbn 978-90-207-3326-6 * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm OAT 1: Belastingrecht en Financiering (50%/50%) opgaven en open vragen OAT 2: Belastingrecht en financiering (50%/ 50%) opgaven en open vragen Beroepsproduct: - Adviesrapport - Eindgesprek/verdediging van beroepsproducten
128 Studiegids AAFM 2012-2013
5.6
BE Duaal
De duale opleiding Bedrijfseconomie wordt niet meer aangeboden. Studenten die nog vakken of blokken van BE duaal moeten herkansen, kunnen deze vakken herkansen volgens onderstaand overzicht. CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING BE DUAAL 2012-2013 P1 P1 P2 CODE NAAM AFBE-V110-12 financial performance X T AFBE-D80 T Externe verslaggeving AFBE-BCV-09 BCV I AFBE-DWP2 Werkperiode 2 I AFBE-DWP2-09 Werkperiode 2 I AFBE-DWP3 Werkperiode 3 I AFBE-DWP3-10 Werkperiode 3 I AFXX-VP-0OD0APortfolio jaar 3 BE-duaal I 01 AFXX-VP-0UC1-Beheersing van processen I 01 AFXX-VP-0UQ-Projectmanagement I 02 AFXX-VP-1FH0-Portfolio jaar 4 BE-duaal I 02 Ondernemingsrisico's van een AFBE-DC0 I handelsondeming Berichtgeving van organisaties met AFBE-DD0 I een holdingstructuur AFBE-DE0 Financial performance I
P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 T X T T T I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Studenten die nog vakken open hebben staan die niet in dit overzicht staan, of als je vragen hebt, neem dan contact op met studieadviseur Jamy van Elzakker:
[email protected] , 0765250660.
129 Studiegids AAFM 2012-2013
130 Studiegids AAFM 2012-2013
6 Bedrijfskunde MER & Human Resource Management
Binnen de AAFM vormen de opleidingen Bedrijfskunde MER en Human Resource Management (HRM) samen een organisatorische eenheid.
131 Studiegids AAFM 2012-2013
6.1
Organisatie en medewerkers team Bedrijfskunde MER/HRM
Docententeam: Dhr. Dhr. Dhr. Mevr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Mevr. Mevr. Mevr.
M.P.L. A.J. H.T. A. J.C.M. H.J. P.J. A.M.L.M. I.A.M. I.C.J.M. C.A.
Adriaansen Aertse van Blitterswijk Bikkers Bruurs Doodkorte Driedijk Hermans Hoefeijzers Huijben Jongeling-Vermond
Dhr. Mevr. Mevr. Dhr. Dhr. Mevr. Mevr. Dhr. Mevr. Dhr. Dhr.
C.H. I.E.M. M.E. M. M.H.J. M.J. M.A.C. J.J.M. J.M.J. H.A. H.H.
Kazus van de Kerkhof Khemissi Kort Salewicz Schiebroek Smulders Swagemakers Trienen-Busser Voigt van de Werk
Teamvoorzitter: Mw. Mr. C.H. Huijssoon Studieadviseurs BBA Mw. D. Oliaei – Karagöz (Bedrijfskunde MER) Mw. C.M. Reijndorp (HRM) Onderwijscommissie Bedrijfskunde MER/HRM Mw. Mr. C.H. Huijssoon Dhr. H.H. van der Werk Dhr. Drs. D. Rodrigo Dhr. J.J.M. Swagemakers Mevr. M.A.C. Smulders Opleidingscommissies De docentleden van de opleidingscommissie Bedrijfskunde MER zijn: Mw. Mr. I.A.M. Hoefeijzers Dhr. C.H. Kazus Dhr. A.M.L.M. Hermans Mevr. D. Karagöz (studieadviseur) De docentleden van de opleidingscommissie HRM zijn: Mw. Drs. J.M.J. Trienen-Busser Mw. M.A.C. Smulders Mw. C.M. Reijndorp (studieadviseur) Studievereniging Bedrijfskunde MER/HRM: S.V. Merlijn Postbus 90116 4800 RA Breda e-mail:
[email protected]
6.2
Werkveldadviesraad (WAR) Bedrijfskunde MER/HRM
De Werkveld Advies Raad (WAR) bestaat uit vertegenwoordigers uit het beroepenveld. Daaronder bevinden zich ook oud-studenten. De WAR adviseert de opleiding over het beroepsprofiel, de aansluiting op de arbeidsmarkt, het curriculum van de opleiding en andere relevante ontwikkelingen in het werkveld en vakgebied. De opleidingen Bedrijfskunde MER en HRM kennen een gezamenlijke WAR. De WAR opleiding Bedrijfskunde MER/HRM bestaat uit de volgende leden: Mw. D. Audenaert – Bank Nederlandse Gemeenten Mevrouw W. Couwenberg - Rabobank Breda Dhr. A. Kaya – All Office van den Corput Dhr. M.P.W. van Nielen – Rassers advocaten en notarissen Mw. D. Flach – ABN AMRO Mw. J. van Loon – Light Matters 132 Studiegids AAFM 2012-2013
Dhr. J. Gelens - Philips Lighting BV Mw. N. Deelen – Leaf Holland Dhr. I. Melis – Adimon BV Dhr. J. Varossieau – Connect 2 Select Mw. J. Koster – Gemeente Breda Dhr. M. Baldal – Amphia Ziekenhuis
6.3
Domeincompetenties Bachelor of Business Administration
1.
Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens.
2.
Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsvoorstellen, beleidsalternatieven en voorbereiden van besluitvorming.
3.
Toepassen van human resource management.
4.
Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- en organisatieprocessen.
5.
Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken.
6.
Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces.
7.
Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie): • samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit, klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de competentie); • communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van besluiten.
8.
Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional): • sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; • nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; • ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; • leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.
133 Studiegids AAFM 2012-2013
134 Studiegids AAFM 2012-2013
7 Bedrijfskunde MER
135 Studiegids AAFM 2012-2013
7.1
Beroepsprofiel
De opleiding Bedrijfskunde MER is een brede opleiding, met een integrale benadering naar organisaties (profit- en non-profit). De opleiding wordt ondersteund door bedrijfskundige methoden en technieken (waaronder managementvaardigheden) met een uitstroom naar een scala van beroepsterreinen, waarin verschillende beroepsrollen worden vervuld (adviseur, managementondersteuner en/of resultaatverantwoordelijke). De opleiding Bedrijfskunde MER is er op gericht dat de student bekwaamheid verwerft in het werken aan vraagstukken op bedrijfskundig gebied. Een Bedrijfskunde MER-afgestudeerde signaleert op een breed terrein de ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie, zoals overheidsmaatregelen, markten, concurrentie, leveranciers, jurisprudentie, klanten, belangenorganisaties. Op grond van deze ontwikkelingen beoordeelt hij de consequenties hiervan voor de interne organisatie en de bedrijfsvoering. Vanuit een integraal perspectief (managerial, economisch en juridisch) formuleert hij adviezen. Hij is vervolgens in staat om de hieruit voortvloeiende uitvoerings- en veranderingsrocessen in de organisatie te implementeren. Het kunnen combineren van management, economische- én juridische invalshoeken bij het analyseren en oplossen van bedrijfskundige vraagstukken op alle niveaus, maakt de Bedrijfskunde MER afgestudeerde tot een unieke professional. De praktijkgerichtheid, de interdisciplinaire, integrale benadering van organisaties is de belangrijkste kernkwalificatie van de Bedrijfskunde MER afgestudeerde. De bacheloropleiding Bedrijfskunde MER bestaat, conform het Avans beleidskader voor bacheloropleidingen, uit twee delen: • beroepsprofilering; dit deel heeft volledig betrekking op de domeincompetenties (zie 6.3) • individuele profilering (Minor); dit deel is ter vrije keuze van de student en kan al of niet betrekking hebben op de domeincompetenties.
7.2
Vervolgstudie na de bachelor opleiding
Na de opleiding zijn er verschillende mogelijkheden aanwezig tot doorstuderen. Laat je goed informeren bij de desbetreffende universiteit of er al dan niet een schakeljaar c.q. premaster noodzakelijk is. De doorstroomminoren Personeel- en Organisatie Wetenschappen die door Avans samen met de UvT worden aangeboden, kunnen daarbij interessant zijn. Zie hiervoor bij 7.5.6 of 9.5.1.
7.3
Getuigschrift en graad
Bij het afronden van je opleiding zul je een diploma krijgen met de titel ”Bachelor of Business Administration (BBA) – opleiding “Bedrijfskunde MER”. Je hebt hiermee de internationaal erkende 'Bachelor-degree' behaald. De Nederlandse titel is baccalaureus (bc.).
7.4
Overgang van oude naar nieuwe curriculum
De overgangsregelingen zijn, indien van toepassing, te vinden op Blackboard op de community ‘AAFM Algemeen’ en op de community van de eigen opleiding. Deze zijn afkomstig uit de OER.
7.5
Inrichting van de postpropedeutische fase van de voltijd opleiding
7.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod De opleiding Bedrijfskunde MER Breda kent twee afstudeerrichtingen: Bedrijfskunde (BK) Bank- en verzekeringen (ZD). Voor studenten uit de oude structuur geldt met betrekking tot de keuze en de verplichte onderdelen van de twee afstudeerrichtingen de regeling zoals opgenomen in de studiegids 20102011.
136 Studiegids AAFM 2012-2013
Voor studenten in de nieuwe structuur (studenten die op of na 1 september 2011 in de postpropedeutische fase van de opleiding zijn ingestroomd) geldt het volgende: voor studenten die de afstudeerrichting Bedrijfskunde of Bank en Verzekeringen kiezen is het blok 12 “Verbeteren Bedrijfsprocessen” verplicht. voor studenten die de afstudeerrichting Bank en Verzekeringen kiezen zijn aanvullend blok 11ZD (bedrijfsoverdracht MKB) en de minor Zakelijke Dienstverlening/Persoonlijke Financiële Planning verplicht. Deze studenten moeten hun afstudeeropdracht verplicht uitvoeren bij een bank- of verzekeringsbedrijf. CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING Bedrijfskunde MER 2012-2013 P1 P1 P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 CODE NAAM Management control AFMR-V50 X T T X T T systems AFMR-V60 X T T X T T Fin.jur. dienstverlening AFBBA-V70 X T T X T T Reorganisatie AFMR-V80-10 X T T X T T Internationaal ondernemen AFMR-V90 Stage I I I I I AFMR-V91 Stage X I I X I I I AFMR-V110-BOT-11 Bedrijfsoverdracht AFMR-V110-BOB-11 MKB/OAT T X T T Bedrijfsoverdracht MKB/Beroepsproduct AFMR-V110-OM Office Management X T T X T T Verbeteren AFBBA-V120 T X T X T T bedrijfsprocessen VRIJE MINOR * X X PROFILERINGSRUIMTE* AFMR-V150 Afstuderen I I I I I AFMR-V150-10 Afstuderen I I I I I AFBBA-V150 Afstuderen X I I X I I I AFMR-SLB2 SLB I I I I I AFXX-SLB-B I I I I I SLB verbredingsfase AFBBA-SLB-B I I I I I SLB verbredingsfase AFMR-SLB3 SLB I I I I I AFXX-SLB-D I I I I I SLB verdiepingsfase AFBBA-SLB-D I I I I I SLB verdiepingsfase AFMR-BCV BCV X I X I X I X I X I AFXX-ENG-B Engels X I X I X I X I X I AFXX-VP-1FV0A-03 I I I I I Afstuderen MER - Expertise Afstuderen MER AFXX-VP-1FT0A-03 I I I I I Gedragsrepertoire X = cursus aanbod (bij semesterblokken: start cursusaanbod) T = toetsaanbod inclusief mogelijkheid inschrijven I = mogelijkheid inschrijven * Zie voor specifiek aanbod van minoren het hoofdstuk Minoren (hoofdstuk 9) Let op! Inschrijven in kwartaal waarin beoordeling plaatsvindt of waarin toets deelname gewenst is! 7.5.2 Doorstudeerdrempels Bedrijfskunde MER Voltijd In de postpropedeutische fase van Bedrijfskunde MER-voltijd geldt in de volgende gevallen een verplichte volgorde voor tentamens: 7.5.2.1 Stagenorm: Een student die wil deelnemen aan het tentamen van de onderwijseenheid stage (code AFMRV91), moet aan alle volgende eisen voldoen: a. alle tentamens van de propedeutische fase (1e leerjaar) met goed gevolg hebben afgesloten;
137 Studiegids AAFM 2012-2013
b. alle onderwijseenheden van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) hebben doorlopen; c. minimaal 26 studiepunten met volledige onderwijseenheden van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) hebben behaald; d. minimaal 41 studiepunten met de toetsen van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) hebben behaald, waarbij dan de studiepunten op toetsniveau worden bekeken en een formele toekenning in verband met de afronding van een onderwijseenheid niet vereist is. 7.5.2.2 Afstudeernorm: Een student die wil deelnemen aan de onderwijseenheid afstuderen (code AFBBA-V150), moet aan alle volgende eisen voldoen: a. alle onderwijseenheden van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) met goed gevolg (voldoende) hebben afgesloten; b. de stage (code AFMR-V91) met een voldoende hebben afgerond; c. alle onderwijseenheden van het tweede leerjaar van de postpropedeutische fase (3e leerjaar) hebben doorlopen; d. alle onderwijseenheden van het tweede leerjaar van de postpropedeutische fase (3e leerjaar) met een goed gevolg (voldoende) hebben afgesloten; e. deelgenomen hebben aan de individuele profilering (minor). Wanneer een student met de individuele profilering (minor) 30 studiepunten heeft behaald, dan vervalt de eis genoemd onder d; het is dan voldoende dat de student, naast de eisen van punt a, b en c, 13 studiepunten heeft behaald met de volledige onderwijseenheid AFBBA-V120 (blok 12). De eisen genoemd onder a t/m c blijven onverkort van toepassing. 7.5.3
Internationalisering: Stage, minor en/of afstuderen in het buitenland
Het steeds internationaler worden van de arbeidsmarkt en de wens van de studenten om in dit kader met de internationale aspecten van het beroepenveld kennis te maken, heeft ertoe geleid dat Bedrijfskunde MER haar studenten verschillende mogelijkheden biedt aan deze wens gevolg te geven. Naast de mogelijkheid een stage- of afstudeeropdracht in het buitenland te verrichten, is het onder meer mogelijk als minor een semester te gaan studeren bij een school in het buitenland. Het studiesemester kan gevolgd worden aan een van de scholen waarmee de Avans Hogeschool gelieerd is, in Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië, Zweden, Finland, Polen of Hongarije; een aantal van de universiteiten of hogescholen biedt Engelstalige programma's aan. Daarnaast kan een student in beginsel als "free mover" in het kader van het Erasmusprogramma van de Europese Unie een studiesemester aan een andere universiteit of hogeschool binnen de Europese Unie volgen. In beide gevallen wordt door de coördinator Internationalisering van de BBA (mevr. Karagöz) in samenspraak met de student een studieprogramma samengesteld, dat gelijkwaardig is aan een studiesemester in Nederland. Deze gelijkwaardigheid geldt zowel ten aanzien van de kennisdomeinen als ten aanzien van de diepgang van het programma en het aantal te behalen studiepunten. De Examencommissie van de AAFM beslist of een student toestemming krijgt het voorgestelde studieprogramma in het buitenland te gaan volgen. De student dient de interesse voor studie in het buitenland (minor) aan te geven op het moment dat hij/zij de keuze voor de afstudeerrichting en blokken bekend maakt. Dit in verband met de nodige voorbereidingstijd.
138 Studiegids AAFM 2012-2013
7.5.4
Inhoud onderwijseenheden Bedrijfskunde MER voltijd
Blok 5: Management control systems Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Management control systems (Blok 5 Bedrijfskunde MER) AFMR-V50 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
40
OAT 7 Hoor- en werkcolleges, trainingen en project Administratieve Organisatie Management accounting KAM-Zorgsystemen 10 weken Dhr. H.J. Doodkorte (hjdoodko)
cijfer
5,5
60
BP Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfskunde MER Voltijd
In dit blok staat het besturen en beheersen van processen centraal. De planning & control cyclus wordt als theoretisch model gehanteerd voor de beheersing: de mate waarin het vastgestelde beleid is gerealiseerd. Doelen/onderwerpen Noodzakelijk voor het besturen en beheersen van processen zijn: bestuurlijke informatievoorziening /administratieve organisatie gericht op het tot stand komen van informatie; financieel-economische informatie ten behoeve van de continuïteit van een organisatie en een systeem van prestatiemeting. In dit blok worden tevens ondersteunende trainingen schriftelijke communicatie en SPSS verzorgd. Literatuur De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets met open vragen getoetst. Het beroepsproduct wordt getoetst via de beoordeling van het rapport
139 Studiegids AAFM 2012-2013
Bedrijfskunde MER Voltijd
Blok 6: Financieel-juridische dienstverlening Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Financieel-juridisch dienstverlening (Blok 6 Bedrijfskunde MER) AFMR-V60 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
Cijfer
5,5
40
OAT 7 Cijfer Hoorcollege, werkcolleges, trainingen, project (privaat)recht Marketing (van diensten) en kwaliteit van diensten Financiële dienstverlening 10 weken Dhr. D. Rodrigo (drodrigo)
5,5
60
BP Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
In dit blok komen verschillende aspecten van het dienstverleningsproces in het algemeen en met het financieeljuridisch dienstverleningsproces in het bijzonder aan bod. Met financieel-juridische dienstverlening wordt dan de financiële dienstverlening bedoeld plus het stuk van de zakelijke dienstverlening voor zover betrekking hebbende op rechtskundige hulpverlening (advocatuur, notariaat), belastingadviseurs, Accountancy en bemiddeling in onroerende goederen. Doelen/onderwerpen In het beroepsproduct wordt vanuit integrale benadering een concreet financieel-juridisch dienstverleningsproces in kaart gebracht en geanalyseerd. Het gaat daarbij om een specifiek proces dat men tegenkomt in de sector financiële dienstverlening (zie beschrijving) of een dienstverlening op het gebied van rechtkundige hulpverlening (advocatuur, notariaat), belastingadviseurs, Accountancy of bemiddeling in onroerende goederen. Literatuur
-
-
-
Marketing o Recht
Essentie van Dienstenmarketingmanagement (Wouter de Vries, Piet van Helsdingen, Ton Borchert) eerste druk ISBN: 978-90-01-80265-3
o Wetteksten privaatrecht, laatste druk. o Van Buchem-Spapens ea: Inleiding Privaatrecht, meest recente druk, Wolters-Noordhoff Financiële dienstverlening o IFK-reader WFT-Basis (kosten € 30,-. Reader wordt via school verstrekt).
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets met gedeeltelijk open vragen getoetst. Het beroepsproduct wordt getoetst via de beoordeling van het rapport.
140 Studiegids AAFM 2012-2013
Bedrijfskunde MER Voltijd
Blok 7: Reorganisatie Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Reorganisatie (Blok 7 BBA) AFBBA-V70 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
40
OAT 7 cijfer 5,5 60 Project (= beroepsproduct), hoor- en werkcolleges en gastcollege Personeelsmanagement, Financieel Management, Veranderkunde, Arbeidsrecht 10 weken Dhr. H.H. van der Werk (hhwerk)
In vrijwel alle (grote) organisaties vinden regelmatig veranderingen plaats. Deze veranderingen zijn nodig om de marktpositie van de organisatie te handhaven dan wel te versterken. Daarnaast kunnen economische- en/of financiële redenen een aanleiding zijn tot ingrepen in de organisatie. “Stilstand is achteruitgang” is een stelling die vaak wordt gehoord. Zowel het Management als Human Resources spelen een grote rol bij deze trajecten. HRM-ers en managers moeten hierbij verschillende belangen kunnen bewaken (organisatie, afdeling, individu) en binnen een multidisciplinaire context kunnen opereren. Ook moeten zij kunnen anticiperen, door oog te hebben voor externe en interne ontwikkelingen. Doelen/onderwerpen Reorganiseren in de context van een private organisatie: - veranderkundig plan - financieel plan - sociaal plan, waaronder een mobiliteitsplan inclusief outplacement - beleidsplan voor achterblijvers - een juridische paragraaf Literatuur -
De Caluwe, Vermaak, Leren veranderen, een handboek voor de veranderkundige Loonstra, Hoofdstukken Sociaal Recht Asscher-Vonk, Arbeidswetgeving, meest recente versie De Vries, The English reference kit for HBO students
Toetsvorm -
Schriftelijke toets Beroepsproduct inclusief verdediging
141 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 8: Internationaal Ondernemen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfskunde MER Voltijd
Internationaal Ondernemen (Blok 8 Bedrijfskunde MER) AFMR- V80-10 13
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
BP
6
cijfer
40
OAT
7
cijfer
Gemiddeld 5,5, elk onderdeel minimaal 5.0 Gemiddeld 5,5, elk onderdeel minimaal 4.0
60
Project Marketing, Economie, Fiscaal recht, Internationaal recht, Maatschappelijk verantwoord ondernemen. 10 weken in kwartaal 4 Mevr. I.A.M. Hoefeijzers (iamhoefe)
In het kader van de profilering van de MER Breda speelt internationalisering een belangrijke rol. In blok 8 wordt in dit kader aandacht besteed aan het internationaal zakendoen, waarbij vanuit vijf vakgebieden wordt ingezoomd op de mogelijkheden en onmogelijkheden om grensoverschrijdend te ondernemen. Voor een bestaand bedrijf wordt een internationaliseringsplan gemaakt waarin een advies wordt gegeven, op basis waarvan de ondernemer beslissingen kan nemen. Doelen/onderwerpen In het beroepsproduct zal aan bod komen: 1. Analyse onderneming (waarom wil men internationaal ondernemen, is men daar klaar voor, welke aanpassingen in bedrijf nodig, is onderneming bezig met duurzaam ondernemen). 2. Een marktanalyse van het meest aantrekkelijke land. 3. Regels internationale handel (Internationaal en Europees recht, merkenrecht, mededingingsrecht, handelsbelemmeringen, douanerechten, btw, bijzondere eisen m.b.t. bijv. verpakking etc., risico’s en verzekeringen, internationaal contract, betalingsverkeer). 4. Commerciële/financiële haalbaarheid van het internationaal ondernemen. 5. Met welke ethische principes (maatschappelijk verantwoord ondernemen) moet rekening worden gehouden bij internationaal ondernemen. De conceptuele leerlijn is ondersteunend aan dit beroepsproduct. Vanuit de vakken marketing, economie, fiscaal recht, internationaal recht en maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt het internationaal ondernemen onder de loep genomen. Literatuur • • • • • • •
Verantwoord ondernemen, Royakkers en Pieters. Algemene Economie en bedrijfsomgeving, Hulleman &Marijs Bedrijf en Internationaal recht, mr. J. Keizer, Boom Juridische uitgevers Wetteksten Hoger Onderwijs 2012-2013, Noordhoff Uitgevers (onder voorbehoud: Marketing de Essentie, Philip Kotler ) Wetteksten Belastingwetten, Kluwer Belastingrecht voor het HBO: Internationaal belastingrecht
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm - De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets getoetst. - Het beroepsproduct wordt getoetst via de beoordeling van het rapport en een verdediging.
142 Studiegids AAFM 2012-2013
Stage Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Werkvorm(en): Verdeling: Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving 1.
2. 3. 4. 5.
Bedrijfskunde MER Voltijd
Stage (Blok 9 en blok 10 Bedrijfskunde MER) AFMR-V91 30 Wegzenddag, stagelopen, terugkomdag en inleveren verslagen EC Beoordeling Minimaal stage 30 stage 5.5 n.v.t. 20 weken met een minimum van 100 werkdagen Dhr. H.J. Doodkorte (hjdoodko) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
weging 100
In het semester voorafgaand aan de stageperiode vindt de werving en goedkeuring van stageplaatsen plaats. De hierbij gevolgde procedures worden aan het begin van het betreffende semester aan de student bekend gemaakt. De student mag niet zonder voorafgaande toestemming van de stagecoördinator van de vastgestelde procedures afwijken. De student mag deelnemen aan de stage indien voldaan is aan de stagenorm die in de OER nader is omschreven. De stage dient uitgevoerd te worden tijdens kantooruren en dient een volledige weekbelasting te zijn. Het verrichten van een stage onder directe of indirecte verantwoordelijkheid van een familierelatie is niet toegestaan. Op te leveren producten zijn: beginverslag, quickscan, voortgangsrapport, ethiek, eindverslag.
Doelen/onderwerpen Het doel van de stage is dat: • De student zelfstandig een vakinhoudelijke, relevante opdracht kan uitvoeren in het werkveld; • De student werkervaring opdoet die vakinhoudelijk aansluiten bij de opleiding en toekomstige beroepsuitoefening; • Een goede stage opdracht heeft diepgang, sluit aan op het leerproces van de student en doet beroep op het analytisch vermogen, organisatietalent en communicatieve vaardigheden van de stagiair. Literatuur N.v.t. Toetsvorm Beoordeling op basis van rapportage en assessment stagewerkzaamheden.
143 Studiegids AAFM 2012-2013
Bedrijfskunde MER Voltijd
Blok 11: Officemanagement Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator: Beschrijving
Blok 11 Bedrijfskunde MER: Officemanagement AFMR-V110-OM 13
EC
BP 7 OAT 6 Hoorcollege, werkcolleges, trainingen, project • Planning en control van supportprocessen. • Inkoopmanagement. • Management en Organisatie. • Excel. • Managementvaardigheden. 10 weken Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
Beoordeling
Minimaal
Weging
cijfer cijfer
5,5 5,5
60 40
In dit bedrijfskundig georiënteerd blok staan het richten en inrichten van, en het verrichten binnen, een zelfstandige ondersteunende afdeling centraal. De student heeft zowel de rol van managementondersteuner als van resultaatverantwoordelijke. De student oefent de functie van Officemanager uit die in staat is om support processen integraal te besturen en te beheersen. Deze afdelingen moeten inspelen op de werkprocessen van een organisatie en op de besturingsprocessen ervan. Deze afdelingen werken zowel met externe klanten als interne klanten. Doelen/onderwerpen Het beroepsproduct is het ontwerpen (richten en inrichten) van een tool voor het managen van supportprocessen binnen de zakelijke dienstverlening op het gebied van een van de inhoudelijke onderwerpen (management van supportprocessen) of actuele ontwikkelingen binnen het werkterrein van het Officemanagement. Het beroepsproduct zal tot stand komen volgens de methode van projectmatig werken met een projectgroep ter grootte van 3 a 4 personen. Naast de vaardigheden die ondersteunend zijn aan het beroepsproduct zal een groot deel ingeruimd worden voor het onderdeel managementvaardigheden waarover een beginnend beroepsoefenaar dient te beschikken. Literatuur • • •
Managementvaardigheden in de praktijk, Fons Koopmans/Suzan Bosch, Noordhoff, ISBN: 978-90-0170997-6 Grondslagen van Inkoopmanagement, Prof. Dr. A.J. van Weele, Kluwer, ISBN: 978-90-13-04262 Literatuur en handleidingen, te verkrijgen via de Blackboard course.
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Wijze van toetsing: • Het project wordt getoetst d.m.v. een rapport en een verdediging van het rapport. • De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets met open vragen getoetst. • Bij het onderdeel managementvaardigheden moet de lessencyclus voldoende zijn doorlopen en moet een eindtestimonium worden ingeleverd. • Bij het onderdeel Excel sluit de student af d.m.v. een toets. Het onderdeel wordt verwerkt als testimonium. Presentieplicht: 100% aanwezig bij projectvergaderingen, projectbegeleiding, managementvaardigheden en Exceltrainingen. Daarnaast kan afwezigheid bij andere studieonderdelen ertoe leiden dat de student niet beoordeelbaar is.
144 Studiegids AAFM 2012-2013
Blok 11: Bedrijfsoverdracht MKB Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Blok 11 Bedrijfskunde MER: Bedrijfsoverdracht MKB AFMR-V110-BOT-11 / AFMR-V110-BOP-11 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfskunde MER Voltijd
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
5
cijfer
5,5
50
OAT* 8 cijfer 5,5 50 * OAT bestaat uit 2 toetsen (BE+IBWinst en Recht+Vpb) die men kan middelen; voor elke toets moet wel minimaal cijfer 4,0 worden behaald. Hoorcollege, werkcolleges, trainingen, project Recht, Bedrijfseconomie en Belastingen 10 weken Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur)
In de conceptuele leerlijn komen de onderdelen recht (rechtsvormen, overdracht, due diligence) bedrijfseconomie (waardebepaling, financiering) en belastingrecht (winstberekening en doorschuiffaciliteiten, holdingstructuren), aan bod Het beroepsproduct bestaan uit het geven van een advies (financieel-juridisch-fiscaal) bij een bedrijfsoverdacht in het MKB. Doelen/onderwerpen In het midden- en kleinbedrijf (MKB) komen bedrijfsoverdrachten vaak voor. Enerzijds zal het hierbij gaan om overdracht aan “derden”, maar vaak ook gaat het om overdracht binnen de familiesfeer of om overdacht aan werknemers. In deze laatste gevallen zullen veelal fiscale faciliteiten bestaan zodat een ondernemer niet direct hoef af te rekenen over de stakingswinst. In dit kader kan ook gedacht worden aan de inbreng (overdracht) door de eigenaar van een eenmanszaak in een eigen BV. Bij een bedrijfsoverdracht zal de eerste vraag zijn wat de waarde van de onderneming is. Hoe bepaal je die? Verder is ook de vraag hoe de overdracht te financieren is. Juridisch zal het verder ook verschil maken of je een eenmanszaak, een firma-aandeel of aandelen van een BV overdraagt. In het kader van onder meer de aansprakelijkheid en de mogelijkheid van latere overdracht zal ook moeten worden gedacht aan garanties en over de rechtsvorm. Aandachtsgebieden van het blok concentreert zich om de vakgebieden recht, bedrijfseconomie en belastingen: - recht: duurovereenkomsten en overdracht, juridische risico’s en beperking hiervan; rechtsvormen; juridische aspecten bedrijfsoverdracht - bedrijfseconomie: waardebepaling ondernemingen en financiering bedrijfsoverdracht; - belastingen: Inkomsten- en vennootschapsbelasting bij overdracht onderneming (winstberekening, stakingswinst, doorschuiffaciliteiten, deelnemingsvrijstelling, fiscale eenheid). Literatuur * De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm - De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets (mogelijk in twee zittingen) met open vragen getoetst. - Het beroepsproduct wordt getoetst via de beoordeling van het rapport en het proces.
145 Studiegids AAFM 2012-2013
Bedrijfskunde MER Voltijd
Blok 12 BBA: Verbeteren bedrijfsprocessen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Verbeteren van bedrijfsprocessen (Blok 12 BBA) AFBBA-V120 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
7
cijfer
5,5
60
cijfer
5,5
40
OAT 6 Hoorcollege, werkcolleges, trainingen, project Management vakken Bedrijfskundige vakken Onderzoeks-& adviesvaardigheden 10 weken Dhr. JJM Swagemakers
Het beroepsproduct is een onderzoek en advies op het gebied van het verbeteren van bedrijfsprocessen. Deze adviesopdracht wordt uitgevoerd voor een externe opdrachtgever. Studenten dienen zelfstandig een opdrachtgever en een opdracht te verwerven. Dit beroepsproduct is een oefening voor het feitelijke afstudeertraject. Doelen/onderwerpen Aandachtsgebieden: - adviesvaardigheden; - onderzoeksvaardigheden; - analyse en ontwerp van bedrijfsprocessen voor de inrichting en beheersing van de organisatie; - verbeteringen van bedrijfsprocessen op het gebied van tijd, geld en kwaliteit; - leanmanagement - activity based management; - vaststellen van KSF en PI. Literatuur *De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl en op de BB-course ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets met open vragen getoetst. Het beroepsproduct wordt getoetst via de beoordeling en presentatie van het rapport.
146 Studiegids AAFM 2012-2013
Bedrijfskunde MER Voltijd
Afstuderen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator:
Afstuderen AFBBA-V150 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Afstudeerproject
30
Cijfer
5,5
100
Ethiek en Integriteit workshop 1
0
Vld/nvd
Vld
0
Ethiek en Integriteit workshop 2
0
Vld/nvd
Vld
0
Praktijk 20 weken Dhr. C.H. Kazus (chkazus), Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Beschrijving Het afstuderen is een proeve van bekwaamheid waarbij de HBO-student laat zien dat hij op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in staat is om binnen het BBA-profiel een vraagstuk op te lossen en/of een opdracht uit te voeren. Het afstudeerproces start met een voorlichting een half jaar voor het daadwerkelijke afstuderen. Het afstuderen vindt plaats in een duo en heeft een duur van 20 weken. De student mag deelnemen aan het afstuderen indien voldaan is aan de afstudeernorm. Raadpleeg de afstudeerwijzer voor nadere details over het afstuderen. Doelen/onderwerpen De student laat in de afstudeerfase zien het niveau bereikt te hebben van een beginnend HBOberoepsbeoefenaar. Dit niveau is beschreven in de Dublin Descriptoren. Uiteindelijk moet de student aantonen dat hij met een grote mate van zelfstandigheid een complexe probleemsituatie kan analyseren, een adequate oplossing kan ontwikkelen en adviezen kan geven over de implementatie. Daarbij moet op een methodologisch verantwoorde wijze zijn gewerkt. De weerspiegeling van het afstudeerproces moet de student vastleggen in zijn afstudeer portfolio (bestaande uit: ambitieformulering; aanmelding afstuderen; schriftelijke feedback op de aanmelding; eventuele aangepaste aanmelding afstuderen; afstudeerplan; schriftelijke feedback op afstudeerplan; eventueel aangepast afstudeerplan en verdere feedback; schriftelijke feedback op conceptrapport; eventueel materiaal ter ondersteuning van de presentatie bij het afstudeerbedrijf; afstudeerrapport; reflectieverslag; eventuele tussentijdse rapportages en andere relevante stukken). Literatuur Kempen en Keizer, Competent afstuderen en stagelopen Toetsvorm - Openbare verdediging; - Tijdens het afstuderen worden er voor de studenten twee workshops ‘Ethiek en Integriteit’ georganiseerd. Het is verplicht deze bij te wonen. Tijdens deze sessie wordt het professioneel handelen op de werkvloer, daar waar het gaat om het maken van keuzes in werkgerelateerde dilemma’s, geoefend.
147 Studiegids AAFM 2012-2013
Studie Loopbaan Begeleiding (SLB) Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
SLB verbredingsfase (SLB-B) en verdiepingsfase (SLB-D) AFBBA-SLB-B AFBBA-SLB-D 4 voor SLB-B en 4 voor SLB-D
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
4
Vld/nvd
5,5
100
Eindgesprek 4 Vld/nvd Instructiecolleges, coachingsgesprekken en portfolio n.v.t. AFBBA-SLB-B 1 jaar, AFBBA-SLB-D 1,5 jaar Mevr. A.L.A. Heijstermann (alaheijs)
5,5
100
Eindgesprek Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfskunde MER Voltijd
Je “studieloopbaan” is de leerroute je volgt en vormgeeft. Daarbij word je je al lerend steeds meer bewust van je eigen kwaliteiten en van de competenties die je verder moet ontwikkelen. Ook krijg je een beter beeld van je (toekomstige) beroepsveld. Werkvorm - In beide fasen stel je voor jezelf ontwikkeldoelstellingen op (te ontwikkelen competenties) in een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). De gestelde doelen komen deels voort uit eerder opgedane ervaringen maar ook uit het beroepsprofiel en je eigen inkleuringen. - Je kiest één activiteit (of meerdere) uit de kaartenbak waarmee je de gestelde competentiedoelen probeert te realiseren. - Je laat je ontwikkeling zien door het samenstellen van je eigen “e-portfolio”. - Tijdens SLB-B staat het ontwikkelen van competenties centraal, ter voorbereiding op de stage. Hierbij word je ondersteund door een SLB-coach die periodiek een coachingsgesprek voeren. - Tijdens SLB-D laat je zien zelfstandig competenties te kunnen verbeteren. De coaching is vraaggestuurd en gericht op persoonlijke vragen van de student.
Doelen/onderwerpen De algemene doelstelling van studieloopbaanbegeleiding binnen de AAFM is: - Professionele en persoonlijke ontwikkeling. Hierbij staan “leren-leren”en leren reflecteren centraal. - Ontwikkelen en vormgeven van de eigen studieloopbaan (van in- tot uitstroom) naar een beginnend beroepsbeoefenaar. - Voorbereiden op werk(stage)periode Verbredende fase (tot de stage) “stagebekwaam” worden De student is aangenomen bij een stagebedrijf en is snel praktisch inzetbaar. Hiervoor is initiatief en zelfsturing belangrijk. De student is tijdens de stage in staat zijn/haar competentieontwikkeling vorm te geven en aan te sturen. In deze fase staat het leren managen van de eigen competenties centraal. Verdiepende fase (van stage tot diplomering) “afstudeerbekwaam” worden De student is aangenomen bij een afstudeerbedrijf. Hij is in staat om zelfstandig een opdracht te verwerven en deze succesvol af te ronden en is in staat zijn competenties en persoonlijke ontwikkeling zelfstandig te verbeteren.
Literatuur Handleidingen SLB jaar 2 en jaar 3/4 Toetsvorm -
Portfolio en eindgesprek
148 Studiegids AAFM 2012-2013
Bedrijfskunde MER Voltijd
Engels Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Engels AFXX-ENG-B 2 (1 per cursus)
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
writing 1 assessment 5,5 50 speaking 1 assessment 5,5 50 Werkcolleges en ‘continuous assessment’. Engels Cursussen writing en speaking bestaan uit zeven sessies (exclusief huiswerk) Dhr. H. de Vries (hgvries)
Alle studenten van de AAFM krijgen twee basiscursussen Engels aangeboden die elke student verplicht moet volgen. Deze richten zich op schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. De vervolgcursussen zijn vrijwillig en bieden de mogelijkheid om de eerdergenoemde vaardigheden verder te ontwikkelen. Een vervolgcursus kan worden ingezet bij het traject voor studieloopbaanbegeleiding tijdens jaar 3/4 (SLB);voor een vrijwillige cursus wordt 30 uur toegekend, mits het eindresultaat overeenkomt met het doel van de cursus (niveau C1) en/of de inzet van de student aannemelijk maakt dat deze daadwerkelijk 30 uur aan de cursus heeft besteed. Een vrijwillige vervolgcursus mag pas gevolgd worden nadat zowel de basiscursussen writing en speaking met minimaal B2 zijn afgerond. De AAFM maakt gebruik van het taalbeoordelingsmodel van de Europese Gemeenschap, ofwel het Common European Framework of Reference for Modern Languages. Dit model kent één van een totaal van zes niveaus toe aan elk van de vier kernvaardigheden die worden onderscheiden voor de mate van beheersing van een vreemde taal: lezen, luisteren, spreken en schrijven. De niveaus voor deze kernvaardigheden worden vermeld op het diploma. Doelen/onderwerpen Schrijfvaardigheid (schrijfstrategie)- niveau B2 Spreekvaardigheid (telefoneren en tweegesprekken)- niveau B2 Schrijfvaardigheid (rapporteren) - niveau C1* Spreekvaardigheid (vergaderen en presenteren)- niveau C1 * *wordt uitsluitend aangeboden in kwartalen 2 en 4. Literatuur Opdrachten en informatie worden op BlackBoard vermeld in de courses: AAFM 1213 basiscursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 basiscursus Engels spreekvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels spreekvaardigheid Toetsvorm Voor elke cursus geldt dat de student wordt beoordeeld op basis van: Deelname, inzet en vorderingen tijdens ALLE sessies; De inhoudelijke kwaliteit van de reflectie op de leerervaring via een taalportfolio.
149 Studiegids AAFM 2012-2013
Bedrijfskunde MER Voltijd
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling: Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden AFMR-BCV 2 Toets 1 Toets 2 Werkcolleges Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden 10 weken per onderdeel Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
EC 1 1
Beoordeling cijfer cijfer
Minimaal 5,5 5,5
Weging 50 50
In het tweede jaar volgt iedere student een tweetal cursussen bedrijfscommunicatieve vaardigheden. Binnen de opleiding Bedrijfskunde MER is gekozen voor de onderdelen: 1. Schrijfvaardigheid, onderzoeksvaardigheden en rapportagevaardigheden. 2. Opstellen van een veranderplan en een reorganisatieplan, voeren van een slecht nieuws gesprek in de rol van leidinggevende. Doelen/onderwerpen 1.
2.
Onderwerp: Onderzoek uitvoeren d.m.v. deskresearch: naar aanleiding van de onderwerpskeuze een onderzoek uitvoeren en in een rapport verwerken. Doelen: • Verbeteren van individuele schrijfvaardigheid. • Onderzoek deskresearch uitvoeren en uitwerken via een onderzoeksrapport. Onderwerpen: Schrijfvaardigheid, mondelinge vaardigheden m.b.t. een reorganisatie. Doelen: • Opstellen van een verander- en reorganisatieplan naar aanleiding van een reorganisatie binnen een bedrijf (casus). • Presentatie van het veranderplan. • Uitvoeren van een slecht nieuws gesprek.
Literatuur 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoekvaardigheden: • Trainingswijzer BCV-5 • Materiaal uit: Janssen, D. (red.): Zakelijke Communicatie de deel 2. Meest recente druk. WoltersNoordhoff. Groningen 2007. Reorganisatie en slecht nieuws gesprek: • Trainingswijzer BCV-7
Toetsvorm 1.
2.
Schrijfvaardigheid en onderzoekvaardigheden • Individuele schrijfopdrachten. • Onderzoek deskresearch. • BCV-verslag. Reorganisatie en slecht nieuws gesprek: • Schriftelijke vaardigheden. • Mondelinge vaardigheden in de vorm van een assessment slecht nieuws gesprek. • BCV-verslag.
150 Studiegids AAFM 2012-2013
7.5.5
Minoren Bedrijfskunde MER AAFM Minor voor studenten Bedrijfskunde MER/BE
Minor Persoonlijke Financiële Planning Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: Verdeling:
Minor Persoonlijke Financiële Planning AFMR-MI-PFP-12 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Toets 01: Goederenrecht en beleggen
7
Cijfer
5,5
50%
Toets 02: Hypotheken en IB-particulieren
7
Cijfer
5,5
50%
Cursus AFMR-PFP-V130-12
Cursus AFMR-PFP-V140-12
Werkvorm(en):
Vakken:
Toets 01: Leven en Estate planning 7 Cijfer 5,5 50% Toets 02: Beroepsproduct 9 Cijfer 5,5 50% In de eerste periode van 10 weken komt de theorie van de onderdelen Hypotheken, Goederenrecht en Beleggen aan bod; in de tweede periode van 10 weken de onderdelen Pensioen, Levensverzekeringen, Sociale verzekeringen en Estate Planning (Nalatenschapsplanning) aan bod. Naast de wekelijks hoor- en werkcolleges (week 1 t/m 7 in periode 1 en week 1 t/m 4 in periode 2) waarin de conceptuele leerlijn aan bod komt is de student ook bezig met de voorbereiding op het beroepsproduct. Deze voorbereiding houdt in dat er vanaf week 3 van periode 1 er wekelijks een bijeenkomst is in het kader van het project (beroepsproduct). Tijdens deze (verplichte) wekelijkse bijeenkomsten worden opdrachten uitgevoerd en houdt elke student eenmaal een referaat over een bepaald onderwerp of een bepaalde casus. De laatste weken van periode 2 wordt ingeruimd voor het maken van het beroepsproduct: het maken van een integraal persoonlijk financieel plan. Belastingrecht (vooral inkomstenbelasting particulieren en Erf- en schenk-belasting), Privaatrecht (Goederenrecht, huwelijksvermogens- en erfrecht), Beleggen, Pensioenen, Hypotheken, Verzekeringen (incl. sociale verzekeringen) 2 maal 10 weken Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur)
Duur: Coördinator: Beschrijving De minor richt zich met name op de persoonlijk financiële planner. Daarnaast is ook uitgebreidere aandacht voor beleggen en voor vastgoed (goederenrecht).
De dienstverlening van de persoonlijke financiële planner richt zich op het adviseren van de vermogende particulier en/of de directeur/grootaandeelhouder (dga). De financiële planner zal bij de financiële planning rekening houden met diverse onderwerpen zoals belastingen, pensioen, sociale uitkeringen, financiële en juridische aspecten aankoop woning, verzekeringen, beleggingen, huwelijksvermogens- en erfrecht etc. Bij zijn advies zal de financiële planner uiteraard rekening houden met de wensen en mogelijkheden van de klant. Doelen/onderwerpen De minor PFP is toegankelijk voor alle studenten uit het economische domein. De inhoud van de minor deel A wordt zo vormgegeven dat zij aansluit aan de eindtermen van de Wft-module “Hypothecair Krediet” en deel B bij de Wft-module “Leven” (Wft = Wet Financieel Toezicht; deze wet omschrijft nauwkeurig de eindtermen waaraan adviseurs met betrekking tot de verschillende diensten moeten voldoen). Wanneer een student voor het onderdeel Hypothecair Krediet Algemeen en/of Leven Algemeen gecertificeerd wil worden dan kan hij hiervoor bij een extern examenbureau tentamens afleggen. (Kosten voor een tentamen circa € 130). Literatuur Reader IFK Hypotheken (via school verkrijgbaar € 33,00) Readers IFK Leven en IFK Beleggen A (via school verkrijgbaar € 65,00) Van Buchem-Spapens, Inleiding Privaatrecht, laatste druk Nijhuis, Met de wet in de hand 2012 Wetteksten belastingrecht 2012 Wetteksten privaatrecht 2012 Mogelijk nog aanvullende literatuur (wordt nog nader bekend gemaakt). *Dit is een voorlopige boekenlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl en op de BB-course ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Periode 1 wordt afgesloten met twee individuele schriftelijke toetsen over de leerstof van de conceptuele leerlijn; Periode 2 wordt afgesloten met één individuele schriftelijke toets over de leerstof van de conceptuele leerlijn. Daarnaast vindt de toetsing plaats via een beroepsproduct: de referaten gedurende de weken 4 t/m 7 periode 1 en weken 1 t/m 4 van periode 2) en het maken en presenteren van een Integraal Financieel Plan)
151 Studiegids AAFM 2012-2013
AAFM Minor voor studenten Bedrijfskunde MER/BE
Minor Strategie in Beweging Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: verdeling:
Minor Strategie in Beweging AFMR-MI-SIB AFMR-V136 30 punten
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Cursus AFMR-V136
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Toets 1: OAT 1 (blok 13) 6 cijfer 5,5 Toets 2: OAT 2 (blok 14) 6 cijfer 5,5 Toets 3: Beroepsproduct 1 9 cijfer 5,5 Toets 4: Beroepsproduct 2 9 cijfer 5,5 Projectonderwijs; simulatiegame;bedrijfsopdracht; gastcollege`s en hoor/werkcollege`s. Strategie; Marketing; Finance; Organisatiedynamica; supply chain- en innovatiemanagement 20 weken Dhr. J.J.M. Swagemakers (jjmswage)
20 20 30 30
Deze minor is bestemd voor studenten die hebben gekozen voor het ontwikkelen van inzicht in de strategische beleidsvorming van een onderneming. Je leert hier hoe je op strategisch niveau verschillende keuzes kan maken en hoe deze vervolgens in lijn met elkaar gezet kunnen worden. Dit met als doel om te komen tot consistent strategisch bedrijfsbeleid. In het vervolg van deze minor wordt er verder ,vanuit het strategisch beleid, ingezoomd op actuele onderwerpen zoals supply chain- en innovatiemanagement Doelen/onderwerpen Na het afronden van deze minor is de student in staat om als gesprekspartner, van de eigenaar en/of van het management te fungeren op het gebied van strategievorming en haar facetten. Literatuur De literatuur wordt deels via black board ter beschikking gesteld en deels te raadplegen via www.studystore.nl Toetsvormen Team-assessment a.d.h.v. een team portfolie Bedrijfsopdracht (doorlopend 20 weken) Weekopdrachten
Beroepsproduct I & II
Individuele toets (eind kwartaal I en II)
7.5.6
Doorstroomminors Personeel- en Organisatiewetenschappen in het kader van een convenant met de Universiteit van Tilburg (Bedrijfskunde MER en HRM studenten)
Deelname aan minors Personeel- en Organisatiewetenschappen Een student heeft op basis van een met de Universiteit van Tilburg gesloten convenant de mogelijkheid om deel te nemen aan de doorstroomminor Personeelwetenschappen (PEW) of Organisatiewetenschappen (OW). De instapeis van de doorstroomminor is een ongewogen gemiddelde van de gemiddelde blokcijfers van een 7,0 of hoger voor alle onderwijseenheden uit het tweede en derde leerjaar. Verdere voorwaarde is dat de student een sollicitatiebrief schrijft met daarbij twee positieve aanbevelingen van docenten van de opleiding. Met de doorstroomminor kan de student aan de Universiteit van Tilburg de master Personeelwetenschappen (PEW) of Organisatiewetenschappen (OW) volgen. Hierbij wordt aanvullend de eis gesteld dat de student wiskunde op VWO-niveau moet beheersen. Voor meer informatie kun je contact opnemen dhr. P. Schep:
[email protected].
152 Studiegids AAFM 2012-2013
7.6 7.6.1
Inrichting postpropedeutische fase duale opleiding Bedrijfskunde MER (bank- en verzekeringen) Inleiding
In nauwe samenwerking met de Rabobank is naast de voltijdopleiding Bedrijfskunde MER ook een duale opleidingsvariant Bank en Verzekeringen vorm gegeven. In de huidige opzet is het laatste cohort dat is ingestroomd in de hoofdfase (jaar 2) het cohort september 2010 (ingestroomd in jaar 2 in september 2011). Instroom in de hoofdfase (jaar 2) is vanaf 1 september 2012 in de huidige opzet niet meer mogelijk. In de loop van het collegejaar 2012/2013 wordt onderzocht op welke wijze een nieuwe duale variant kan worden vormgegeven. In het voorjaar van 2013 zal duidelijk zijn of en op welke wijze een nieuw duaal traject wordt vormgegeven. De informatie hierna heeft alleen betrekking op de huidige inrichting van het duale traject. Coördinator van de duale opleiding is Jos Bruurs, studieadviseur is Derya Karagöz. Bij deze personen kun je terecht over alle organisatorische zaken en voor informatie over het duale traject. Het theoretische gedeelte wordt op school verzorgd (inclusief de Wft-modules). Op het werk zul je moeten laten zien dat je de theorie kunt toepassen in de praktijk, maar vooral ook dat je de vereiste gedragcompetenties op voldoende niveau beheerst. Gedurende de werkperioden worden de studenten op de diverse competenties gecoacht en beoordeeld door onder meer de bedrijfscoaches. In overleg met Avans Hogeschool wordt door de bank bepaald welke functie de student de student zal gaan vervullen, bij welke bank en in welke periodes.
7.6.2
De door de duale Bedrijfskunde MER-student te verwerven competenties
Op basis van landelijk vastgestelde competenties voor de bachelor of business administration (tot welke bachelor ook de MER behoort) heeft de opleiding MER (Management Economie en Recht) Breda voor haar opleiding een aantal competenties vastgesteld De meeste van deze competenties zullen de studenten uiteindelijk aan het einde van jaar 4 op niveau 3 moeten bereiken. Tijdens zijn werk bij de bank wordt de student expliciet gecoacht en beoordeeld op een aantal vaste aangewezen (gedrags)competenties. Deze competenties zijn gegroepeerd binnen 10 competentieclusters en opgebouwd op basis van de relevante MER competenties en de functiegerelateerde competenties van de banken. Deze competentieclusters en bijbehorende competenties die tijdens het werken bij de bank voor de student zijn aangewezen (en die dus gecoacht en beoordeeld zullen worden) zijn: Relatie Samenwerken: Klantgerichtheid:
Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid: Organisatie Organisatieloyaliteit Flexibiliteit: Werk Resultaatgerichtheid: Plannen en organiseren: Analytisch vermogen: Persoonlijk Zelfstandigheid/onafhankelijkheid:
Impact Klantfocus Commerciële gerichtheid Luisteren Gespreksvaardigheden Mondelinge communicatie Overtuigingskracht Aanpassingsvermogen Omgaan met details Prestatiemotivatie Voortgangsbewaking Probleemanalyse Oordeelsvorming Durf en zelfvertrouwen Initiatief
153 Studiegids AAFM 2012-2013
7.6.3
Blok en toetsaanbod postpropedeutische fase Bedrijfskunde MER Duaal
CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING Bedrijfskunde MER Duaal 2012-2013 P1 P1 P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 CODE NAAM AFMR-V60 Fin.jur. Dienstverlening X T T X T T Basisinkomen, vermogen en AFMR-D70-10 T T hypotheken AFMR-WFT-CK WFT Consumptief krediet I I I I I AFMR-D90 Hypotheken I I I I I AFMR-D100 Leven I I I I I AFMR-D110 Schade I I I I I Zakelijke dienstverlening en AFMR-D110-10 T X T T bedrijfsoverdr AFMR-D120-10 Schadeverzekeringen X T T Management- en AFMR-D130 X I I I I I Adviesvaardigheden Afstuderen bank en verzekeringen AFMR-D-150-12 I I I I I duaal AFMR-WP2 Werkperiode jaar 3 I I I I I AFXX-ENG-B Engels I I I I I X = cursus aanbod (bij semesterblokken: start cursusaanbod) T = toetsaanbod inclusief mogelijkheid inschrijven I = mogelijkheid inschrijven Let op! Inschrijven in kwartaal waarin beoordeling plaatsvindt of waarin toetsdeelname gewenst is! 7.6.4 Doorstudeerdrempels Bedrijfskunde MER Duaal In de postpropedeutische fase Bedrijfskunde MER-duaal geldt in de volgende gevallen een verplichte volgorde voor tentamens: 1.
Een student die wil deelnemen aan een tentamen van de minor (AFMR-D130) moet alle tentamens van het tweede leerjaar met een voldoende resultaat hebben afgesloten.
2.
Een student die wil deelnemen aan het tentamen van de onderwijseenheid afstuderen (2e helft jaar 4) moet minimaal 56 studiepunten van de onderwijseenheden van jaar 3 hebben behaald.
154 Studiegids AAFM 2012-2013
7.7
Korte inhoud aangeboden onderwijseenheden Bedrijfskunde MER Duaal 2012-2013 Blok 9: WFT Hypothecair Krediet
Bedrijfskunde MER Duaal
Naam Hypotheken (Blok 9 Bedrijfskunde MER duaal) onderwijseenheid: Cursuscode: AFMR-D90 EC: 4 Werkvorm(en): Hoorcollege, werkcolleges, zelfstudie cursus NIBE/SVV Duur: 10 weken Coördinator: Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur) Beschrijving De inhoud van de colleges hebben betrekking op juridische, fiscale, formele en rekenkundige aspecten van hypotheken. Aan bod komen: - Inkomstenbelasting particulier - Eigen woning juridisch en fiscaal, inclusief KEW - Erfrecht en Successiewet - Hypotheekvormen en renteconstructies - Wet en Regelgeving / NHG en berekeningen maken - Financiering en hypotheken/ bepaling verantwoorde hypotheeklening - Aanvraag, acceptatie en beheer en wettelijke regels en zelfregulatie Doelen/onderwerpen Het doel is WFT-certificering. Voor de leerdoelen kan de website van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (www.cdfd.nl) worden geraadpleegd. Literatuur Raadpleeg hiervoor de community BKMER duaal op BlackBoard Toetsvorm Extern examen bij NIBE/SVV
Blok 10: WFT Leven (+beleggen)
Bedrijfskunde MER Duaal
Naam Leven (Blok 10 Bedrijfskunde MER duaal) onderwijseenheid: Cursuscode: AFMR-D100 EC: 4 Werkvorm(en): Hoorcollege, werkcolleges, zelfstudie cursus NIBE/SVV Duur: 10 weken Coördinator: Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur) Beschrijving De inhoud van de colleges hebben betrekking op juridische, fiscale, formele en rekenkundige aspecten van pensioenen en overige levensverzekeringen. Na een inleiding in het verzekeringsrecht in het algemeen, en de levensverzekering in het bijzonder komen aan bod: spaarloon, levensloop, banksparen, lijfrenteverzekering en kapitaalverzekering/KEW. Hierbij komen fiscale aspecten van lijfrente- en kapitaalverzekeringen aan bod alsook echtscheiding en levensverzekering (ook bij de ondernemer). Doelen/onderwerpen Het doel is WFT-certificering. Voor de leerdoelen kan de website van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (www.cdfd.nl) worden geraadpleegd. Literatuur Raadpleeg hiervoor de community BKMER duaal op BlackBoard Toetsvorm Extern examen bij NIBE/SVV
Bedrijfskunde MER Duaal
Blok 11: Zakelijke kredietverlening en bedrijfsoverdracht Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Zakelijke kredietverlening en bedrijfsoverdracht (Blok 11 Bedrijfskunde MER duaal) AFMR-D110-10 4
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
155 Studiegids AAFM 2012-2013
OAT 4 cijfer 5,5 100 Werkvorm(en): Hoorcollege, werkcolleges Vakken: Bedrijfseconomie(financiering) en Belastingrecht Duur: 10 weken Coördinator: Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur) Beschrijving In de theorie komen enkele aspecten in kader van een bedrijfsoverdracht aan bod: bedrijfseconomie (waardebepaling, financiering) en belastingrecht (winstberekening en doorschuiffaciliteiten in kader van de inkomstenbelasting). Doelen/onderwerpen In het midden- en kleinbedrijf (MKB) komen bedrijfsoverdrachten vaak voor. Enerzijds zal het hierbij gaan om overdracht aan “derden”, maar vaak ook gaat het om overdracht binnen de familiesfeer of om overdacht aan werknemers. In deze laatste gevallen zullen veelal fiscale faciliteiten bestaan zodat een ondernemer niet direct hoeft af te rekenen over de stakingswinst. In dit kader kan ook gedacht worden aan de inbreng (overdracht) door de eigenaar van een eenmanszaak in een eigen BV. Bij een bedrijfsoverdracht zal de eerste vraag zijn wat de waarde van de onderneming is. Hoe bepaal je die? Verder is ook de vraag hoe de overdracht te financieren is. Aandachtsgebieden van het blok concentreert zich om de vakgebieden recht, bedrijfseconomie en belastingen: - bedrijfseconomie: waardebepaling ondernemingen en financiering bedrijfsoverdracht; - belastingen: Inkomstenbelasting bij overdracht onderneming (winstberekening, stakingswinst, doorschuiffaciliteiten). Literatuur Raadpleeg hiervoor de community BKMER duaal op BlackBoard Toetsvorm - De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets met open vragen getoetst.
Blok 12: Schadeverzekering Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Bedrijfkunde MER Duaal
Schadeverzekering (Blok 12 Bedrijfskunde MER duaal) AFMR-D120-10 4
EC
Beoordeling
OAT 4 cijfer Hoorcollege, werkcolleges Bedrijfseconomie(financiering) en Belastingrecht 10 weken Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur)
Minimaal
Weging
5,5
100 Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving In de theorie komen de juridische aspecten van de schadeverzekering aan bod Doelen/onderwerpen Onderwerpen zijn: inleiding schadeverzekeringen/verzekeringsrecht; motorrijtuigenverzekeringen, brand en recreatieverzekeringen, inboedel/ inbraak/ Glas/ Kostbaarheden en alle mogelijke dekkingsvormen. Verder wordt aandacht besteed aan ondernemersrisico’s, onderneming en goederentransporten, oververzekering, onderverzekering, dubbelverzekering en verhaal. Literatuur Raadpleeg hiervoor de community MER duaal op BlackBoard Toetsvorm Schriftelijke toets met open en/of meerkeuzevragen.
Bedrijfskunde MER Duaal
Blok 13/14: Managementvaardigheden en Adviesvaardigheden Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator:
Management- en Adviesvaardigheden (Blok 13/14 Bedrijfskunde MER duaal) AFMR-D130 30 Managementvaardighedenproject Project Adviesrapport Werkperiode jaar 4 Werkcolleges en trainingen, praktijk- en 20 weken Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur)
EC Beoordeling 5 Cijfer 5 Cijfer 20 Vld/nvd praktijkopdrachten
Minimaal 5,5 5,5 Vld
Weging 25 25 50
156 Studiegids AAFM 2012-2013
Beschrijving Gedurende de eerste 10 weken worden komt het aspect managementvaardigheden aan bod in de colleges, waarbij studenten ook werken aan uitvoering van praktijkopdrachten. De tweede helft is gericht op advisering en onderzoek, waarbij studenten ook een adviesopdracht schrijven voor hun bank. Een onderdeel van deze minor is ook de werkperiode van de duale student gedurende de eerste helft van zijn 4e jaar in het duale traject. Doelen/onderwerpen Managementvaardigheden (theorie en praktijk) en Advisering (van verbeteren bedrijfsprocessen) en onderzoeksvaardigheden Literatuur Raadpleeg hiervoor de community MER duaal op BlackBoard Toetsvorm Opdrachten individueel en een groepsverband. Beoordeling werkperiode 1e helft jaar 4
Afstuderen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Bedrijfskunde MER Duaal
Afstuderen AFMR-D-150-12 30
EC Beoordeling Assessment afstuderen 15 cijfer Afstudeerwerkperiode 15 Cijfer Uitvoeren afstudeeropdracht extern / werkperiode 20 weken Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur)
Minimaal 5,5 5,5
Weging 50 50
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving Student schrijft als “proeve van bekwaamheid” een afstudeeropdracht en doorloopt zijn laatste werkperiode. Doelen/onderwerpen Met het afstudeerrapport laat de student zien dat hij beschikt over de hbo-competenties om zelfstandig een afstudeeropdracht te kunnen volbrengen en dat hij op het niveau van een afgestudeerde hbo-er werkzaam kan zijn. Literatuur Raadpleeg hiervoor de community MER duaal op BlackBoard Toetsvorm Beoordeling adviesrapport en verdediging en beoordeling laatste werkperiode
157 Studiegids AAFM 2012-2013
158 Studiegids AAFM 2012-2013
8 Human Resource Management
159 Studiegids AAFM 2012-2013
8.1
Beroepsprofiel
De opleiding Human Resource Management Breda profileert zich als een managementopleiding. De opleiding heeft een plaats binnen de Academie voor Algemeen en Financieel Management. Van deze omgeving worden de vruchten geplukt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van en de samenwerking gezocht met de andere opleidingen binnen de Academie, met name de opleiding Bedrijfskunde MER. Tevens wordt hierdoor gebruik gemaakt van de economische en financiële kennis van de opleiding Accountancy en Bedrijfseconomie. In het gezamenlijke deel van de propedeuse wordt al gestart met de orientatie op het beroepenveld. In het eerste jaar is deze oriëntatie nog voornamelijk gericht op het kiezen van de opleiding. Daarna is de oriëntatie gericht op de stagekeuze en latere beroepskeuze. In de vier jaar van de opleiding is de oriëntatie op het beroepenveld volop aanwezig. Een goede afstemming met de praktijk wordt gewaarborgd doordat in ieder studiejaar praktijkopdrachten zijn opgenomen. Daarbij worden de banden met de werkveld adviesraad (WAR), de alumni en de beroepspraktijk ingezet. Door deze inspanningen zijn de afgestudeerden breed inzetbaar en hebben een goede aansluiting met het praktijkveld. Voor de uitoefening van het vak wordt aandacht besteed aan werken vanuit vier verschillende rollen (Ulrich): Administration Expert, Employee Champion, Change Agent en Strategic Partner. Deze vier rollen worden door de opleiding samengevat als HR-professional. De werkzaamheden van de HR-professional betreffen in de regel het geheel, maar dat neemt niet weg dat in de praktijk van beroepsbeoefening een bepaalde rol, afhankelijk van de aard, omvang en structuur van de organisatie de overhand kan krijgen. In kleinere bedrijven bijvoorbeeld zal de HR-professional in de regel van meerdere markten thuis zijn, terwijl bij grotere bedrijven de verschillende rollen aan verschillende professionals zijn toegekend. De HR-professional heeft in zijn toekomstig beroep de taak op de hoogte te zijn van de factoren die te maken hebben met ontwikkelingen in en rond organisaties. Hij is goed op de hoogte van de economische, politieke, sociaal-maatschappelijke en technologische aspecten, die op de organisatie van invloed zijn en kan deze vertalen naar HR-beleid. Dit alles speelt in een tijd waarin de maatschappij continu en in een hoog tempo aan veranderingen onderhevig is.
8.2
Vervolgstudie na bacheloropleiding
Na de opleiding zijn er verschillende mogelijkheden aanwezig tot doorstuderen. Hierbij kan worden gedacht aan Personeelwetenschappen en Organisatiewetenschappen. Laat je goed informeren bij de desbetreffende universiteit of er al dan niet een schakeljaar c.q. premaster noodzakelijk is. De doorstroomminor die door Avans samen met de UvT wordt aangeboden, kan daarbij interessant zijn. Zie hiervoor bij 8.5.5 of 9.5.1.
8.3
Getuigschrift en graad
Bij het afronden van je opleiding zul je een diploma krijgen met de titel ”Bachelor of Business Administration” (BBA) – opleiding “Human Resource Management”. Je hebt hiermee de internationaal erkende 'Bachelor-degree' behaald. De Nederlandse titel is baccalaureus (bc.).
8.4
Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum
De overgangsregelingen zijn, indien van toepassing, voor elke opleiding te vinden op Blackboard op de Community ‘AAFM Algemeen’ en op de community van de eigen opleiding.
8.5
Inrichting van de postpropedeutische fase
8.5.1 Opbouw van de studie en blok- en toetsaanbod Nadat het eerste jaar is gevolgd en er is voldaan aan het minimale vereiste van het bindende doorstudeeradvies, kan gestart worden in het tweede jaar. De opbouw van het tweede, derde en vierde jaar is hierna weergegeven. 160 Studiegids AAFM 2012-2013
CURSUS- EN TOETSAANBOD OPLEIDING HRM 2012-2013 P1 P1 CODE NAAM AFPM-V50-10 HR-Toolkit T AFHR-V50-12 HR-Toolkit X T AFPM-V60-10 Performance Management AFHR-V60-12 Performance Management AFBBA-V70 Reorganisatie X T AFPM-V80-11 Strategisch HRD AFPM-V90-09 Stage X I AFPM-V110 Stage X I Beleidsnotitie + blok 11 AFPM-V110-09 X I Stage AFPM-SLBS Intervisie X I Verbeteren AFBBA-V120 T bedrijfsprocessen VRIJE MINOR * X PROFILERINGSRUIMTE * AFBBA-V150 Afstuderen X I AFPM-IP2 IPP jaar 2 I AFPM-IP3 IPP jaar 3 I AFBBA-SLB-B SLB verbredingsfase I AFPM-SLB2 SLB jaar 2 I AFPM-SLB3 SLB blok 12 I AFXX-SLB-D SLB verdiepingsfase I AFPM-BCV BCV X I AFXX-ENG-B Engels X I
P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 T T X T T T T X T T X T T T X T T X T T X T T I X I I I I X I I I
X
I
X
I
I
I
I
X
I
I
I
X
T
T
X X
I I I I I I I I I
I I I I I I I I I
T X
X X
I I I I I I I I I
X
X X
I I I I I I I I I
X X
X = cursus aanbod (bij semesterblokken: start cursusaanbod) T = toetsaanbod inclusief mogelijkheid inschrijven I = mogelijkheid inschrijven * Zie voor specifiek aanbod van minoren 'Cursus- en toetsaanbod minoren' Let op! Inschrijven in kwartaal waarin beoordeling plaatsvindt of waarin toetsdeelname gewenst is! 8.5.2 Doorstudeerdrempels HRM In de postpropedeutische fase van Human Resource Management-voltijd geldt in de volgende gevallen een verplichte volgorde voor tentamens: 8.5.2.1 Stagenorm Een student die wil deelnemen aan het tentamen van de onderwijseenheid stage (AFPM-V90-09), moet aan alle volgende eisen voldoen: a. alle tentamens van de propedeutische fase (1e leerjaar) met goed gevolg hebben afgesloten; b. alle onderwijseenheden van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) hebben doorlopen; c. minimaal 26 studiepunten met volledige onderwijseenheden van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) hebben behaald; d. minimaal 41 studiepunten met de toetsen van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) hebben behaald, waarbij dan de studiepunten op toetsniveau worden bekeken en een formele toekenning in verband met de afronding van een onderwijseenheid niet vereist is. 8.5.2.2 Afstudeernorm Een student die wil deelnemen aan de onderwijseenheid afstuderen (AFBBA-V150), moet aan alle volgende eisen voldoen: e. alle onderwijseenheden van het eerste leerjaar van de postpropedeutische fase (2e leerjaar) met goed gevolg (voldoende) hebben afgesloten;
161 Studiegids AAFM 2012-2013
f.
de stage (AFPM-V90-09) en beleidsnotitie + stage blok 11 (AFPM-V110-09) met een voldoende hebben afgerond; g. alle onderwijseenheden van het tweede leerjaar van de postpropedeutische fase (3e leerjaar) hebben doorlopen; h. alle onderwijseenheden van het tweede leerjaar van de postpropedeutische fase (3e leerjaar) met een goed gevolg (voldoende) hebben afgesloten; i. deelgenomen hebben aan de individuele profilering als is bedoeld in 4.3.1 lid 1 Letter B (minor). Wanneer een student met de individuele profilering als bedoeld in 4.3.1 lid 1 letter B (minor) 30 studiepunten heeft behaald, dan vervalt de eis genoemd onder d; het is dan voldoende dat de student, naast de eisen van punt a, b en c, 7 studiepunten heeft behaald uit de onderwijseenheid AFBBA-V120 (beroepsproduct blok 12). De eisen genoemd onder a t/m c blijven onverkort van toepassing.
162 Studiegids AAFM 2012-2013
8.5.3
Inhoud onderwijseenheden HRM HRM
Blok 5: HR-Toolkit Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
HR-Toolkit (Blok 5 HRM) AFHR-V50-12 13 BP
Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator:
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
5,5
50
OAT 7 cijfer Project (= beroepsproduct), trainingen en plenaire colleges Personeelsmanagement Sociaal zekerheidsrecht Inleiding psychologie Onderzoek Excel 10 weken Marieke Smulders (Macsmuld)
Beschrijving In dit blok wordt er ingezoomd op de p-kant van een organisatie. Er wordt specifiek aandacht besteed aan de verschillende p-aspecten die een rol spelen in een organisatie, zoals verschillende personeelsstromen, arbeidsmotivatie en beloning. Er wordt een HR toolkit samengesteld waarin deze verschillende personeelsaspecten aan bod komen. Deze toolkit laat de student hiermee kennismaken door het oplossen van (individuele) personele vraagstukken. Doelen/onderwerpen De verschillende onderdelen die de revue passeren zijn: - Personeelsstromen - Arbeidsmotivatie - Arbeidsongeschiktheid - Personeelsontwikkeling Literatuur - Kluijtmans, F. Leerboek HRM. 1e druk. ISBN 978-90-01-78887-2 - Hoofdstukken Sociaal Recht, Prof. Mr. C.J. Loonstra, Noordhoff Uitgevers B.V., nieuwste druk. - De kleine gids voor de Nederlandse Sociale Zekerheid, Th.G.M. Klabbers e.a., Kluwer, nieuwste uitgave. De kleine gids is óók verkrijgbaar bij de SVB, de Sociale VerzekeringsBank (naast NAC-stadion). - Wetteksten HEO 2011/2012 - Redactieraad Noordhoff (reeds in bezit uit blok 1) - Robbins, P. & Jugde, T. Gedrag in organisaties. Pearson Education, vijfde druk , - ISBN 978 90 430 9517 4 - Baarda, D.B. en De Goede, Basisboek Methoden en Technieken, Groningen: Wolters-Noodhoff 2006.
- Mante, Y., & L. Vening. Een goede zin. Thieme Meulenhof, ISBN: 90-06-95024-6. * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm OAT: schriftelijk, open/gesloten tentamen Beroepsproduct: rapport, verdediging, proces
163 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Blok 6: Performancemanagement Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Performancemanagement (Blok 6 HRM) AFHR-V60-12 13 BP
Werkvorm(en): Vakken:
Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
OAT 7 cijfer 5,5 Project (= beroepsproduct), trainingen en plenaire hoor- en werkcolleges Human Resource Management Arbeid- en Organisatiepsychologie II Administratieve Organisatie Onderzoek SPSS BCV 10 weken Mevr. M.E. Khemissi (mekhemis)
50
Medewerkers in dienst hebben is één, hen motiveren dat ze dingen doen die gedaan moeten worden, is een ander belangrijk domein van HRM. Hoe stuur je het gedrag van medewerkers in een richting die wenselijk is? Dit kan door middel van performancemanagement. Functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn de meest tastbare uiting van performancemanagement. Willen deze gesprekken hun doel bereiken, dan vergt dat ook dat doelen van afzonderlijke organisatieonderdelen, afdelingen en medewerkers op elkaar afgestemd worden en dat deze op hun beurt weer zijn afgestemd op de strategie van de organisatie als geheel. In blok 5 heeft de student kennis gemaakt met de HR toolkit vanuit medewerker-perspectief (P-kant van P&O). In blok 6 worden deze tools vanuit organisatieperspectief bekeken (O-kant). Hoe kan een organisatie de HR tools dusdanig inzetten dat zij optimaal kan presteren? Als toekomstig HR professional dient de student vraagstukken die zich afspelen in een organisatie te (h)erkennen, te onderzoeken en vervolgens daar een advies over uit te brengen. In het beroepsproduct laat de student zien in staat te zijn organisatiediversiteit te (h)erkennen door het uitbrengen van een organisatie- en branchespecifiek advies over performancemanagement. Doelen/onderwerpen De projectgroep lost -aan de hand van diverse thema’s- een organisatievraagstuk op het gebied van performance management op. Dit gebeurt aan de hand van een toegewezen bedrijf (stagebedrijf van een derdejaars HRM-student). Literatuur -
Kluijtmans, Leerboek HRM Robbins & Judge, Gedrag in organisaties Jans, Inleiding administratieve organisatie Baarda, Basisboek Statistiek met SPSS voor Windows Baarda, Basisboek Methoden en Technieken
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
Schriftelijke toets Verdediging Assessment
164 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Blok 7: Reorganisatie Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Reorganisatie (Blok 7 BBA) AFBBA-V70 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
40
OAT 7 cijfer 5,5 60 Project (= beroepsproduct), hoor- en werkcolleges en gastcollege Personeelsmanagement, Financieel Management, Veranderkunde, Arbeidsrecht 10 weken Dhr. H.H. van der Werk (hhwerk)
In vrijwel alle (grote) organisaties vinden regelmatig veranderingen plaats. Deze veranderingen zijn nodig om de marktpositie van de organisatie te handhaven dan wel te versterken. Daarnaast kunnen economische- en/of financiële redenen een aanleiding zijn tot ingrepen in de organisatie. “Stilstand is achteruitgang” is een stelling die vaak wordt gehoord. Zowel het Management als Human Resources spelen een grote rol bij deze trajecten. HRM-ers en managers moeten hierbij verschillende belangen kunnen bewaken (organisatie, afdeling, individu) en binnen een multidisciplinaire context kunnen opereren. Ook moeten zij kunnen anticiperen, door oog te hebben voor externe en interne ontwikkelingen. Doelen/onderwerpen Reorganiseren in de context van een private organisatie: - veranderkundig plan - financieel plan - sociaal plan, waaronder een mobiliteitsplan inclusief outplacement - beleidsplan voor achterblijvers - een juridische paragraaf Literatuur -
De Caluwe, Vermaak, Leren veranderen, een handboek voor de veranderkundige Loonstra, Hoofdstukken Sociaal Recht Asscher-Vonk, Arbeidswetgeving, meest recente versie De Vries, The English reference kit for HBO students
Toetsvorm -
Schriftelijke toets Beroepsproduct inclusief verdediging
165 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Blok 8: Strategisch Human Resource Development Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Strategisch HRD (Blok 8 HRM) AFPM-V80-11 13 EC BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
6
cijfer
5,5
50
OAT 4 cijfer 5,5 25 Assessment 3 Vld/nvd Vld 25 Project (= beroepsproduct), trainingen en plenaire hoor- en werkcolleges Trainen, Lerend Organiseren en Veranderen, Talentontwikkeling en loopbaancoaching, Competentie Management 10 weken in kwartaal 4 Dhr. H.H. van der Werk (hhwerk)
Verandering is de enige constante. Dit geldt voor organisaties en ook voor de mensen in deze organisaties. Het vermogen om te kunnen veranderen bepaalt het succes in de toekomst. In Strategisch HRD concentreren we ons op de mogelijkheden van organisaties en medewerkers om om te gaan met veranderen. Er staan 2 vragen centraal: 1. Hoe kunnen organisaties zo uitgerust worden dat er effectief op veranderingen kan worden ingespeeld? 2. Hoe faciliteren organisaties medewerkers om mee te gaan in veranderingen? Om deze vragen te beantwoorden wordt er gewerkt met de vakken: Trainen in organisaties, Competentiemanagement, Talentontwikkeling en Loopbaancoaching en Lerend Organiseren en Veranderen Doelen/onderwerpen -
Trainen in organisaties: je gaat een training maken en geven. Competentiemanagement: je leert hoe organisaties hun strategie vertalen in gedrag dat zij bij medewerkers willen zien en daarop sturen. Talentontwikkeling en loopbaancoaching: je leert met praktijkvoorbeelden vorm en inhoud te geven aan coachingsgesprekken met medewerkers die met een loopbaanvraag zitten. Lerend Organiseren en Veranderen: je maakt kennis met alternatieve organisatievormen die ervoor kunnen zorgen dat organisaties flexibel zijn. Deze organisatievormen staan in dit vak centraal.
Literatuur -
Van deskundige naar trainer – Trainen als tweede beroep. Galan, de K. 2e druk, 2009. ISBN: 978-90430-1594-3 Loopbaanmanagement. Paffen, M.J.A. 2007. ISBN: 978-90-130-3414-1. Lerend organiseren en veranderen Wierdsma, nieuwste druk ISBN: 978-90-017-9096-7
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
Tentamen voor de vakken Competentie management en Lerend Organiseren en Veranderen Assessment voor de vakken Trainen in organisaties en Talentontwikkeling en loopbaancoaching Beroepsproduct voor de 4 vakken
166 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Stage Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Stage (Blok 9 en 10 HRM) AFPM-V90-09 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Stage
28
cijfer
5,5
100
Intervisie Stagelopen en intervisiebijeenkomsten
2
VLD/NVD
VLD
0
20 weken met een minimum van 100 werkdagen Mevr. J.M.J. Trienen-Busser (jmjbusse) Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
De student loopt een stage Human Resource Management. De student kan zich in een praktijksituatie bekwamen in het hanteren van het spanningsveld tussen organisatiebelangen en individuele belangen. Dit gebeurt aan de hand van praktijkopdrachten. De stageperiode bedraagt 20 weken en vindt plaats in een organisatie. Deze stageorganisatie kan zich in het buitenland bevinden. De stage kan alleen aanvangen in kwartaal 1 of 3 van het schooljaar. De student mag deelnemen aan de stage indien voldaan is aan de stagenorm, die in de OER nader is omschreven. Doel/criteria stage Tijdens de stage leert de student binnen een werkorganisatie de opgedane kennis en vaardigheden vanuit het beroepsprofiel van de opleiding in de praktijk toe te passen en uit te bouwen. Naast het stagelopen is er ook een lijn ten behoeve van intervisie. De • • • • • • •
criteria voor een HRM stageplek: Organisatie met minimaal 100 FTE aan medewerkers; Een HR afdeling met een grote diversiteit aan HR activiteiten; De praktijkbegeleider van de stagiair heeft minimaal 5 jaar HBO werkervaring op het gebied van HRM; Geen andere stagiaire HRM op dezelfde HR-afdeling van de organisatie werkzaam; De stagiair kan vaardigheden opdoen met minimaal 5 HR-instrumenten; Tijdens de stage heeft de student toegang tot personele- en administratieve gegevens; De stagiair mag wet- en regelgeving toepassen en is betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van HR beleid.
Literatuur Nvt Toetsvorm Beoordeling op basis van rapportage en stagewerkzaamheden.
167 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Beleidsnotitie + blok 11 stage Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: verdeling:
Beleidsnotitie + blok 11 stage (Blok 11 HRM) AFPM-V110-09 13 Beleidsnotitie + blok 11 stage
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
12
Cijfer beleidsnotitie Cijfer blok 11 stage Intervisie 1 VLD/NVD Beleidsnotitie schrijven bij stagebedrijf en stagewerkzaamheden
Minimaal
Weging
5,5 5,5 VLD
50 50 0
10 weken Mevr. J.M.J. Trienen-Busser (jmjbusse)
Naast de reguliere werkzaamheden schrijft de student in het vervolg op de stageperiode van blok 9 en 10 voor het stagebedrijf een beleidsnotitie. Doelen/onderwerpen -
Beleidsnotitie schrijven stagewerkzaamheden
Literatuur nvt Toetsvorm -
Beoordeling beleidsnotitie Beoordeling op basis van rapportage en stagewerkzaamheden.
168 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Blok 12 BBA: Verbeteren bedrijfsprocessen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Verbeteren van bedrijfsprocessen (Blok 12 BBA) AFBBA-V120 13 BP
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
7
cijfer
5,5
60
cijfer
5,5
40
OAT 6 Hoorcollege, werkcolleges, trainingen, project Management vakken Bedrijfskundige vakken Onderzoeks-& adviesvaardigheden 10 weken Dhr. JJM Swagemakers
Het beroepsproduct is een onderzoek en advies op het gebied van het verbeteren van bedrijfsprocessen. Deze adviesopdracht wordt uitgevoerd voor een externe opdrachtgever. Studenten dienen zelfstandig een opdrachtgever en een opdracht te verwerven. Dit beroepsproduct is een oefening voor het feitelijke afstudeertraject. Doelen/onderwerpen Aandachtsgebieden: - adviesvaardigheden; - onderzoeksvaardigheden; - analyse en ontwerp van bedrijfsprocessen voor de inrichting en beheersing van de organisatie; - verbeteringen van bedrijfsprocessen op het gebied van tijd, geld en kwaliteit; - leanmanagement - activity based management; - vaststellen van KSF en PI. Literatuur *De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl en op de BB-course ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm -
De conceptuele leerlijn wordt via een schriftelijke toets met open vragen getoetst. Het beroepsproduct wordt getoetst via de beoordeling en presentatie van het rapport.
169 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Afstuderen Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Duur: Coördinator:
Afstuderen AFBBA-V150 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Afstudeerproject
30
Cijfer
5,5
100
Ethiek en Integriteit workshop 1
0
Vld/nvd
Vld
0
Ethiek en Integriteit workshop 2
0
Vld/nvd
Vld
0
Praktijk 20 weken Dhr. C.H. Kazus (chkazus), Mevr. J.A.M. Schellekens (jamschel)
Beschrijving Het afstuderen is een proeve van bekwaamheid waarbij de HBO-student laat zien dat hij op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in staat is om binnen het BBA-profiel een vraagstuk op te lossen en/of een opdracht uit te voeren. Het afstudeerproces start met een voorlichting een half jaar voor het daadwerkelijke afstuderen. Het afstuderen vindt plaats in een duo en heeft een duur van 20 weken. De student mag deelnemen aan het afstuderen indien voldaan is aan de afstudeernorm. Raadpleeg de afstudeerwijzer voor nadere details over het afstuderen. Doelen/onderwerpen De student laat in de afstudeerfase zien het niveau bereikt te hebben van een beginnend HBOberoepsbeoefenaar. Dit niveau is beschreven in de Dublin Descriptoren. Uiteindelijk moet de student aantonen dat hij met een grote mate van zelfstandigheid een complexe probleemsituatie kan analyseren, een adequate oplossing kan ontwikkelen en adviezen kan geven over de implementatie. Daarbij moet op een methodologisch verantwoorde wijze zijn gewerkt. De weerspiegeling van het afstudeerproces moet de student vastleggen in zijn afstudeer portfolio (bestaande uit: ambitieformulering; aanmelding afstuderen; schriftelijke feedback op de aanmelding; eventuele aangepaste aanmelding afstuderen; afstudeerplan; schriftelijke feedback op afstudeerplan; eventueel aangepast afstudeerplan en verdere feedback; schriftelijke feedback op conceptrapport; eventueel materiaal ter ondersteuning van de presentatie bij het afstudeerbedrijf; afstudeerrapport; reflectieverslag; eventuele tussentijdse rapportages en andere relevante stukken). Literatuur Kempen en Keizer, Competent afstuderen en stagelopen Toetsvorm - Openbare verdediging; - Tijdens het afstuderen worden er voor de studenten twee workshops ‘Ethiek en Integriteit’ georganiseerd. Het is verplicht deze bij te wonen. Tijdens deze sessie wordt het professioneel handelen op de werkvloer, daar waar het gaat om het maken van keuzes in werkgerelateerde dilemma’s, geoefend.
170 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden AFPM-BCV 2
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Toets 1
1
cijfer
5,5
50
Toets 2 Werkcolleges Bedrijfs Communicatieve Vaardigheden 10 weken per onderdeel Mevr. I.C.J.M. Huijben (icjmhuij)
1
cijfer
5,5
50
In het tweede jaar volgt iedere student een tweetal cursussen bedrijfscommunicatieve vaardigheden. Binnen de HRM-opleiding is gekozen voor de onderdelen: 1. Basisgespreksvaardigheden, reflecteren en feedback, gespreksvaardigheden binnen de gesprekkencyclus planningsgesprek-functioneringsgesprek-beoordelingsgesprek. 2. Opstellen van een veranderplan en een reorganisatieplan, voeren van een slecht nieuws gesprek in de rol van leidinggevende. Doelen/onderwerpen 1.
2.
Onderwerpen: Gesprekkencyclus, gespreksvaardigheden. Doelen: • Herkennen en kunnen uitvoeren van (delen van) een gesprekkencyclus. • Reflecteren op eigen gedrag. • Feedback geven aan anderen. Onderwerpen: Schrijfvaardigheid, mondelinge vaardigheden m.b.t. een reorganisatie. Doelen: • Opstellen van een verander- en reorganisatieplan naar aanleiding van een reorganisatie binnen een bedrijf (casus). • Presentatie van het veranderplan. • Uitvoeren van een slecht nieuws gesprek.
Literatuur 1. 2.
Gesprekkencyclus, gespreksvaardigheden: • Trainingswijzer BCV-6 Reorganisatie en slecht nieuws gesprek: • Trainingswijzer BCV-7
Toetsvorm 1.
Gesprekkencyclus, gespreksvaardigheden: Mondelinge vaardigheden. BCV-verslag. 2. Reorganisatie en slecht nieuws gesprek: • Schriftelijke vaardigheden. • Mondelinge vaardigheden in de vorm van een assessment slecht nieuws gesprek. • BCV-verslag. • •
171 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Studie Loopbaan Begeleiding (SLB) Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
SLB verbredingsfase (SLB-B) en verdiepingsfase (SLB-D) AFBBA-SLB-B AFBBA-SLB-D 4 voor SLB-B en 4 voor SLB-D
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
4
Vld/nvd
5,5
100
Eindgesprek 4 Vld/nvd Instructiecolleges, coachingsgesprekken en portfolio n.v.t. AFBBA-SLB-B 1 jaar, AFBBA-SLB-D 1,5 jaar Mevr. A.L.A. Heijstermann (alaheijs)
5,5
100
Eindgesprek Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Je “studieloopbaan” is de leerroute je volgt en vormgeeft. Daarbij word je je al lerend steeds meer bewust van je eigen kwaliteiten en van de competenties die je verder moet ontwikkelen. Ook krijg je een beter beeld van je (toekomstige) beroepsveld. Werkvorm - In beide fasen stel je voor jezelf ontwikkeldoelstellingen op (te ontwikkelen competenties) in een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). De gestelde doelen komen deels voort uit eerder opgedane ervaringen maar ook uit het beroepsprofiel en je eigen inkleuringen. - Je kiest één activiteit (of meerdere) uit de kaartenbak waarmee je de gestelde competentiedoelen probeert te realiseren. - Je laat je ontwikkeling zien door het samenstellen van je eigen “e-portfolio”. - Tijdens SLB-B staat het ontwikkelen van competenties centraal, ter voorbereiding op de stage. Hierbij word je ondersteund door een SLB-coach die periodiek een coachingsgesprek voeren. - Tijdens SLB-D laat je zien zelfstandig competenties te kunnen verbeteren. De coaching is vraaggestuurd en gericht op persoonlijke vragen van de student.
Doelen/onderwerpen De algemene doelstelling van studieloopbaanbegeleiding binnen de AAFM is: - Professionele en persoonlijke ontwikkeling. Hierbij staan “leren-leren”en leren reflecteren centraal. - Ontwikkelen en vormgeven van de eigen studieloopbaan (van in- tot uitstroom) naar een beginnend beroepsbeoefenaar. - Voorbereiden op werk(stage)periode Verbredende fase (tot de stage) “stagebekwaam” worden De student is aangenomen bij een stagebedrijf en is snel praktisch inzetbaar. Hiervoor is initiatief en zelfsturing belangrijk. De student is tijdens de stage in staat zijn/haar competentieontwikkeling vorm te geven en aan te sturen. In deze fase staat het leren managen van de eigen competenties centraal. Verdiepende fase (van stage tot diplomering) “afstudeerbekwaam” worden De student is aangenomen bij een afstudeerbedrijf. Hij is in staat om zelfstandig een opdracht te verwerven en deze succesvol af te ronden en is in staat zijn competenties en persoonlijke ontwikkeling zelfstandig te verbeteren.
Literatuur Handleidingen SLB jaar 2 en jaar 3/4 Toetsvorm -
Portfolio en eindgesprek
172 Studiegids AAFM 2012-2013
HRM
Engels Naam onderwijseenheid: Cursuscode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Engels AFXX-ENG-B 2 (1 per cursus)
EC
writing 1 speaking 1 Werkcolleges en ‘continuous assessment’.
Beoordeling
Minimaal
Weging
assessment assessment
5,5 5,5
50 50
Engels Cursussen writing en speaking bestaan uit zeven sessies (exclusief huiswerk) Dhr. H. de Vries (hgvries)
Alle studenten van de AAFM krijgen twee basiscursussen Engels aangeboden die elke student verplicht moet volgen. Deze richten zich op schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. De vervolgcursussen zijn vrijwillig en bieden de mogelijkheid om de eerdergenoemde vaardigheden verder te ontwikkelen. Een vervolgcursus kan worden ingezet bij het traject voor studieloopbaanbegeleiding tijdens jaar 3/4 (SLB);voor een vrijwillige cursus wordt 30 uur toegekend, mits het eindresultaat overeenkomt met het doel van de cursus (niveau C1) en/of de inzet van de student aannemelijk maakt dat deze daadwerkelijk 30 uur aan de cursus heeft besteed. Een vrijwillige vervolgcursus mag pas gevolgd worden nadat zowel de basiscursussen writing en speaking met minimaal B2 zijn afgerond. De AAFM maakt gebruik van het taalbeoordelingsmodel van de Europese Gemeenschap, ofwel het Common European Framework of Reference for Modern Languages. Dit model kent één van een totaal van zes niveaus toe aan elk van de vier kernvaardigheden die worden onderscheiden voor de mate van beheersing van een vreemde taal: lezen, luisteren, spreken en schrijven. De niveaus voor deze kernvaardigheden worden vermeld op het diploma. Doelen/onderwerpen Schrijfvaardigheid (schrijfstrategie)- niveau B2 Spreekvaardigheid (telefoneren en tweegesprekken)- niveau B2 Schrijfvaardigheid (rapporteren) - niveau C1* Spreekvaardigheid (vergaderen en presenteren)- niveau C1 * *wordt uitsluitend aangeboden in kwartalen 2 en 4. Literatuur Opdrachten en informatie worden op BlackBoard vermeld in de courses: AAFM 1213 basiscursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 basiscursus Engels spreekvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels schrijfvaardigheid AAFM 1213 vervolgcursus Engels spreekvaardigheid Toetsvorm Voor elke cursus geldt dat de student wordt beoordeeld op basis van: Deelname, inzet en vorderingen tijdens ALLE sessies; De inhoudelijke kwaliteit van de reflectie op de leerervaring via een taalportfolio.
173 Studiegids AAFM 2012-2013
8.5.4
Minor HRM AAFM Minor voor studenten HRM/Bedrijfskunde MER
Minor HR Advies Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Minor HR Advies AFPM-MINOR 30
EC Beoordeling Minimaal Weging Cursus AFPM-V130 Toets 1: OAT 15 Cijfer 5,5 100 Cursus AFPM-V140 Toets 1: Project 15 cijfer 5,5 100 Project (= beroepsproduct), trainingen, colleges en workshops Human Resource Management, Internationalisering, Strategisch Management, Advieskunde, Adviesvaardigheden, Verandermanagement, Psychologie, Beroepsethiek 20 weken Dhr. H. van Blitterswijk
Van HR-professionals wordt veel verwacht. In de rol van adviseur en ‘sparring partner’ van management en leidinggevenden worden HR-beleid en -adviezen geleverd. Adviezen en beleid worden naast sociale normen, meer en meer beoordeeld op bedrijfskundige normen. Ontwikkelingen zoals de vorming van shared service centers, nieuwe vormen van organiseren en integraal lijnmanagement versterken dat. Steeds meer worden van de HR-professional beleid en adviezen verwacht bij organisatieveranderingen. De minor laat de rol van business partner zien, waarin actualiteit en adviesvaardigheden een prominente rol spelen. In de minor HR onderzoek je hoe je je kunt ontwikkelen tot invloedrijk HR-adviseur van managers en leidinggevenden. Doelen/onderwerpen Strategisch HR advies met bedrijfskundige onderbouwing. Literatuur* ** -
Ten Cate, HR advisering
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden Toetsvorm -
8.5.5
Doorstroomminors Personeel- en Organisatiewetenschappen in het kader van een convenant met de Universiteit van Tilburg (Bedrijfskunde MER en HRM studenten)
Studenten van de opleidingen HRM en Bedrijfskunde MER krijgen de mogelijkheid om een doorstroomminor te volgen die hen in staat te stelt bij voldoende resultaten op de UvT rechtstreeks in te stromen in het masterprogramma van de opleidingen Personeelwetenschappen of Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Tilburg (UvT). Concreet houdt dat in dat tijdens het afstudeerjaar er een programma aangeboden wordt dat het schakeljaar (de zogenoemde premaster) vervangt en tegelijkertijd als reguliere basis dient voor het afstuderen aan deze hboinstelling. Twee jaar in één dus, na de premaster en het afstuderen hier, kun je dan in één jaar je Mastertitel behalen aan de UvT. Een groot deel van dat programma wordt door de UvT verzorgd. Het afstuderen gebeurt hier, uiteraard middels een programma van en begeleid door Avans Hogeschool. Deelname aan minors Personeel- en Organisatiewetenschappen De instapeis van de doorstroomminor is een ongewogen gemiddelde van de gemiddelde blokcijfers van een 7,0 of hoger voor alle onderwijseenheden uit het tweede en derde leerjaar. Verdere voorwaarde is dat de student een sollicitatiebrief schrijft met daarbij twee positieve aanbevelingen van docenten van de opleiding. Met de doorstroomminor kan de student aan de Universiteit van Tilburg de master Personeelwetenschappen (PEW) of Organisatiewetenschappen (OW) volgen. Hierbij wordt aanvullend de eis gesteld dat de student wiskunde op VWO-niveau moet beheersen. Voor meer informatie kun je contact opnemen dhr. P. Schep:
[email protected]. 174 Studiegids AAFM 2012-2013
9 Minoren AAFM
175 Studiegids AAFM 2012-2013
9.1
De minor
Studenten van de AAFM, met uitzondering van Accountancy (die een verplichte minor kent), kunnen kiezen voor één van de AAFM-minoren, die 1 of 2 keer per jaar aangeboden worden. De mogelijkheid bestaat ook om te kiezen voor een minor bij andere academies binnen Avans of bij een andere Hogeschool. Voor minoren binnen de AAFM, maar ook binnen Avans vind je de informatie op www.avans.nl en via Osiris in de Avans Minor-catalogus. Voor informatie van minors buiten Avans vind je de informatie via www. kiesopmaat.nl Voorwaarde voor het volgen van een minor buiten de catalogus en buiten Kies op Maat is dat de betreffende minor past in de competenties van de opleiding die de student bij de AAFM volgt; dit laatste is ter beoordeling van de examencommissie van de AAFM. Als de student een minor kiest uit de Avans minorcatalogus of uit het aanbod van ‘Kies op Maat’ dan is er geen autorisatie door de examencommissie nodig. De student kiest een minor door middel van inschrijving in Osiris. In dit hoofdstuk tref je alleen een overzicht van de minors die door de AAFM zelf aangeboden worden. Om te kunnen kiezen voor een minor van de AAFM is het bezoek aan een minormarkt een hulpmiddel, zo ook eventuele gesprekken met een studieadviseur en/of de studieloopbaanbegeleider. Er is een aparte course op Blackboard, met informatie over de minoren van de AAFM, over de verdere procedure, het inschrijven, etc. Indien studenten kiezen voor een doorstroomminor Personeelwetenschappen/Organisatiewetenschappen bij de universiteit van Tilburg kunnen zij hierover zich het beste laten informeren door dhr. P. Schep (
[email protected]).
9.2
AAFM minoren
Naam minor
Aanbieder
Minor Accountancy Financiële Advisering voor het MKB
AC BE
Strategie in beweging
Bedrijfskunde MER Bedrijfskunde MER HRM
Bedrijfskunde MER/BE/CE/SB e.a.
UvT
Bedrijfskunde MER/HRM
Persoonlijke Financiële Planning HR advies Doorstroom minor UVT Tilburg - Personeel- of Organisatie Wetenschappen
9.3
Geschikt voor studenten van de opleiding(en) AC BE/ Bedrijfskunde MER
Bedrijfskunde MER/BE/CE/SB e.a. HRM/Bedrijfskunde MER
Procedure inschrijving minor
9.3.1 Voor Avansminoren Semester 1: In de maanden februari en maart staat de minoreninschrijving voor Avansminoren (ook voor de AAFM minoren) in Osiris open. Eind maart beslissen de academies over het wel of niet doorgaan van hun minoren en informeren zij de studenten over wel of geen deelname. In de 2 weken daarna hebben studenten gelegenheid voor een nieuwe inschrijving, als zij elders zijn afgewezen.
176 Studiegids AAFM 2012-2013
Studenten kunnen zich op een wachtlijst aanmelden voor minors die vol zitten en krijgen bericht als er plaats vrij komt. Een student kan zich tot het eind van de inschrijvingsperiode uitschrijven voor een minor. Eenzelfde procedure geldt in de maanden september en oktober voor de minoren die tijdens het tweede semester worden aangeboden. 9.3.2 Voor externe minoren Inschrijven voor een externe minor via Kies Op Maat (KOM) Raadpleeg hiervoor tijdpad en procedure bij KOM – contract in 3-voud, – (tweede) inschrijving in Studielink, – bewijs betaling collegegeld Er vindt geen inhoudelijk toets plaats. 9.3.3 Voor overige minoren (bijv. buitenland) Overige minoren kunnen uitsluitend worden gekozen na toestemming van de minorcoördinator en de examencommissie.
9.4
Aanbod en tentamenplanning AAFM-minors 2011/2012
CURSUS- EN TOETSAANBOD MINOREN AAFM 2012-2013 P1 P1 P2 P2 P3 P3 P4 P4 H4 H4 MINOR CODE CURSUS CODE AFAC-V140-LT-12 AFAC-MI-ACC-12 * Voor deze minor verschijnt in de loop van AFAC-V140-BP-12 (Minor Accountancy vanaf collegejaar 2012-2013 het cursus- en AFAC-V140-FIN-12 2012-2013) toetsaanbod. AFAC-V140-BLR-12 AFAC-V130-11 AFAC-MI-ACC * Voor deze minor verschijnt in de loop van (Minor Accountancy 2011-2012 AFAC-V131-11 collegejaar 2012-2013 het cursus- en en eerder) toetsaanbod. AFAC-V132 AFBE-V130-11 AFBE-MI-MKB * X T T X T T Toets 1 (Minor Financiële advisering X T T X T T Toets 2 voor het MKB) I I I I I Toets 3 AFMR-MI-PFP-12 * AFMR-PFP-V130-12 X T T X T T (Minor Persoonlijke financiële AFMR-PFP-V140-12 planning) X T T X T T AFMR-V130-11 T T AFMR-MI-PFP * AFMR-V140-11 T T AFMR-V136 X T T X T T Toets 1 AFMR-MI-SIB * X T T X T T Toets 2 (Minor Strategie in beweging) Toets 3 I I I I I Toets 4 I I I I I AFMR-MI-MAV * AFMR-D130 I I I I I AFPM-V130 X T T X T T AFPM-MINOR * (Minor Human resource advies) AFPM-V140-10 X I X I X I X I * VOOR ALLE MINOREN GELDT DAT DEZE ALLEEN STARTEN INDIEN VOLDOENDE AANMELDINGEN! X = cursus aanbod T = toetsaanbod inclusief mogelijkheid inschrijven I = mogelijkheid inschrijven Let op! Inschrijven in kwartaal waarin beoordeling plaatsvindt of waarin toets deelname gewenst is!
177 Studiegids AAFM 2012-2013
9.5
Inhoud AAFM minoren AAFM minor voor studenten AC
Minor Accountancy (verplicht voor AC-studenten) Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: Verdeling:
Minor Accountancy AFAC-MI-ACC-12 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
14
cijfer
5,5
geen
2
vld/nvd
vld
geen
4 3
cijfer cijfer
5,5 5,5
50% 50%
4 3
cijfer cijfer
5,5 5,5
50% 50%
Cursus AFAC-V140-LT-12 Toets 01: Landelijke OAT Cursus AFAC-V140-BP-12 Toets 02: BP Het Accountantsverslag Cursus AFAC-V140-FIN-12 Toets 01: OAT FIN Toets 02: BP Financiële Advisering Cursus AFAC-V140-BLR-12 Toets 01: OAT BLR Toets 02: BP Fiscale Advisering Trainingen, weektoetsen, projectopdrachten 20 weken J.M.R.Verbon-Huisman
Werkvorm(en): Duur: Coördinator: Beschrijving De minor Accountancy is een verplichte minor voor alle AC-studenten. Het is een verdiepende minor waarin de studenten worden voorbereid op de diverse werkzaamheden van de accountant. Deze werkzaamheden omvatten zowel samenstelopdrachten, interim controle, eindejaarscontrole, fiscale advisering als financiële advisering. Binnen de minor worden daartoe vijf vakgebieden aangeboden: Administratieve Organisatie (AO), Belastingrecht (BLR), Controlebeginselen (CB), Externe Verslaggeving (EV) en Financiering (FIN). De minor wordt voor een deel afgesloten met een landelijk examen, de zgn. OAT (OverAll Toets). In deze OAT worden de drie vakgebieden AO, CB en EV geïntegreerd getoetst. Het met goed gevolg afronden van de OAT biedt, na het behalen van het bachelor diploma, directe doorstroommogelijk -heden voor zowel de RA-opleiding (master-opleiding RA) als de AA-opleiding (post-bachelor AA). De vakgebieden BLR en FIN worden afgesloten met een schriftelijk schooltentamen. Voor ieder van de vijf vakgebieden verzorgt een vakdocent gedurende veertien weken trainingen. Tevens voeren de studenten projectopdrachten uit op basis van een casus van een controleplichtige Nederlandse onderneming met internationale vertakkingen. De studenten maken oa. 7 weektoetsen waarin diverse onderwerpen uit de vakgebieden AO, CB en EV aan de hand van de beschreven onderneming geïntegreerd worden getoetst. De vraagstelling in deze weektoetsen is op het niveau van de OAT. In groepen van 4 a 5, een controleteam, schrijven de studenten een Accountantsverslag dat mondeling besproken en verdedigd wordt in een gesprek met de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. Aan de hand van praktijksituaties komen fiscale problemen aan de orde. Met behulp van de fiscale wetgeving, aangevuld met een cijfermatige toelichting, moeten studenten aangeven hoe deze problemen kunnen worden opgelost. In het kader van financiële advisering worden aan de hand van de casus verschillende problemen op financieel gebied behandeld waar de onderneming tegen aan loopt of zou kunnen lopen. Zo moet oa. een kredietaanvraag worden gemaakt, de financiering worden geregeld en een waarderingsanalyse worden opgesteld. Doelen/onderwerpen Het vakgebied AO richt zich op het beschrijven en beoordelen van de AO/IB van bedrijven binnen de typologieën handel, productie, agrarisch, dienstverlening en verenigingen en stichtingen. Tevens komen onderwerpen als human resource management, informatiebehoeften, systeemontwerp, risico’s van automatisering, E-commerce en de balanced score card aan de orde. Het vakgebied BLR behandelt de Inkomstenbelasting, de Successiewet, met speciale aandacht voor de faciliteit van de bedrijfsopvolging, de Wet belasting rechtsverkeer, de Invorderingswet en het formele recht van de Algemene Wet bestuursrecht en de Algemene wet Rijksbelastingen. Het vakgebied EV gaat in op de eisen waaraan informatie in de jaarrekening moet voldoen volgens de regelgeving. Aandacht zal worden besteed aan de gevolgen van de in de praktijk gehanteerde vermogens- en winstbepalingsstelsels voor vermogen en resultaat. Tevens wordt aandacht besteed aan de analyse van de jaarstukken. Bij het vakgebied CB staat de risicoanalyse en de controleaanpak van de accountant centraal. De onderwerpen die behandeld worden zijn onder meer inherente risico’s, controleplannen, fraude en de onafhankelijkheidsregels. Daarnaast wordt aan de hand van cases de regelgeving behandeld. Binnen het vakgebied FIN komen de onderwerpen kredietaanvraag, werkkapitaalbeheer, waardering en financieel risicomanagement aan bod. Literatuur
178 Studiegids AAFM 2012-2013
BLR Belastingrecht met de wet in de hand, 2012-2013, Gorissen ea, Boom Fiscale Uitgevers Pocket Belastingwetten 2012, Geppaart, Kluwer EV Jaarverslaggeving, Epe en Koetzier, meest recente druk Actualisering van het boek Jaarverslaggeving van Epe en Koetzier (beschikbaar via website Noordhoff) Naar keuze: het Handboek Externe Verslaggeving van Deloitte door Kimenai, Manschot ea of het Handboek Jaarrekening van Ernst&Young door Böhmer, Hoogendoorn ea (Kluwer) of het Jaarboek externe verslaggeving van KPMG door Bergwerff, in alle gevallen de meest recente versie beschikbaar vanaf 1 augustus 2012. BIV/AO Bestuurlijke informatieverzorging deel 2A, 5e druk, Starreveld ea, Noordhoff Bestuurlijke informatieverzorging deel 2B, 5e druk, Starreveld ea, Noordhoff Grondslagen administratieve organisatie deel A, 20e of 21e druk, Jans, Noordhoff Grondslagen administratieve organisatie deel B, 20e of 21e druk, Jans, Noordhoff of in plaats van Jans B en Starreveld 2A en Starreveld 2B De kern van de administratieve organisatie, 1e druk, Paur ea, Noordhoff CB Grondslagen van Auditing & Assurance, Marjoor ea, Nijenrode/Noordhoff De praktijk van Auditing & Assurance, Van kollenburg, Nijenrode/Noordhoff Compendium voor de accountantscontrole deel 2, Westra, Pentagan Publishing Handleiding regelgeving Accountancy deel 1 en deel 1A, editie 2012, bestellen via www.NBA.nl FIN Geld, IEB en Bedrijfsomgeving, 6e druk, Hulleman, Noordhoff Financiering; van MKB naar grootbedrijf, 5e druk, Huls en Dekker, Noordhoff Toetsvorm deelproject Interim- en eindejaarscontrole: verslag en mondelinge verdediging landelijk examen (de zgn. OAT) schriftelijke toets BLR deelproject fiscale advisering: verslag en mondelinge verdediging schriftelijke toets FIN deelproject financiële advisering: verslag en mondelinge verdediging
179 Studiegids AAFM 2012-2013
AAFM Minor voor studenten BE/Bedrijfskunde MER
Minor Financiële Advisering MKB Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC:
Minor Financiële Advisering MKB
Verdeling:
Cursus AFBE-V130-11
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
AFBE-MI-MKB 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Toets OAT belasting en financiering deel 1 11 Cijfer 5,5 Toets OAT belasting en financiering deel 2 11 Cijfer 5,5 Toets Beroepsproduct 8 Cijfer 5,5 Hoorcolleges, trainingen, presentaties. Strategisch management, financiering, belastingrecht 20 weken start in september en februari (bij voldoende inschrijvingen) Dhr. W. Hoezen (whoezen)
Weging 40 40 20
Wekelijks zijn er trainingen op het gebied van belastingrecht, strategisch management MKB en financiering gepland. Tevens wordt er aandacht besteed aan uitwerkingen, presentaties en discussies naar aanleiding van casuïstiek en zal er (mee)gewerkt worden als financieel adviseur/werken aan beroepsproducten Doelen/onderwerpen Je ontwikkelt je tot waardevolle gesprekspartner voor een ondernemer in het MKB. Je kunt minimaal een businessplan juist interpreteren en daarover adviseren op de gebieden strategisch management, corporate finance en belastingrecht. Je ontwikkelt je persoonlijke talenten en ontdekt of de rol van adviseur bij je past. De competenties zullen getoetst worden op niveau 3 vastgesteld door de HBO-raad. De student die deze minor heeft doorlopen is in staat om een intermediair te vormen tussen de MKB-er en de adviseur. Je zou dan aan functies kunnen denken als accountmanager of relatiebeheerder op een bank of accountantskantoor. Onder adviseur kun je verstaan : de bank, de notaris, de accountant, de fiscalist of de financier in ruime zin. De student gaat de rol vervullen van een huisarts, die zijn patiënt zelf gaat behandelen of doorverwijst naar een specialist. Literatuur Belastingrecht: • Met de Wet in de Hand, theorieboek : Uitgever Boom • Met de wet in de Hand, werkboek: Uitgever Boom • Wettekst belastingrecht: Kluwer ( meest recent) Strategisch Management: • Strategisch Management in het MKB : Dekker , Huis , Scherjon isbn 978-90-207-3324-2 Corporate Finance: • Financiering in het MKB: Borsboom, Dekker Huis, isbn 978-90-207-3326-6 * Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm OAT 1: Belastingrecht en Financiering (50%/50%) opgaven en open vragen OAT 2: Belastingrecht en financiering (50%/ 50%) opgaven en open vragen Beroepsproduct: - Adviesrapport - Eindgesprek/verdediging van beroepsproducten
180 Studiegids AAFM 2012-2013
AAFM Minor voor studenten Bedrijfskunde MER/BE
Minor Persoonlijke Financiële Planning Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: Verdeling:
Minor Persoonlijke Financiële Planning AFMR-MI-PFP-12 30
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Toets 01: Goederenrecht en beleggen
7
Cijfer
5,5
50%
Toets 02: Hypotheken en IB-particulieren
7
Cijfer
5,5
50%
Cursus AFMR-PFP-V130-12
Cursus AFMR-PFP-V140-12
Werkvorm(en):
Vakken:
Toets 01: Leven en Estate planning 7 Cijfer 5,5 50% Toets 02: Beroepsproduct 9 Cijfer 5,5 50% In de eerste periode van 10 weken komt de theorie van de onderdelen Hypotheken, Goederenrecht en Beleggen aan bod; in de tweede periode van 10 weken de onderdelen Pensioen, Levensverzekeringen, Sociale verzekeringen en Estate Planning (Nalatenschapsplanning) aan bod. Naast de wekelijks hoor- en werkcolleges (week 1 t/m 7 in periode 1 en week 1 t/m 4 in periode 2) waarin de conceptuele leerlijn aan bod komt is de student ook bezig met de voorbereiding op het beroepsproduct. Deze voorbereiding houdt in dat er vanaf week 3 van periode 1 er wekelijks een bijeenkomst is in het kader van het project (beroepsproduct). Tijdens deze (verplichte) wekelijkse bijeenkomsten worden opdrachten uitgevoerd en houdt elke student eenmaal een referaat over een bepaald onderwerp of een bepaalde casus. De laatste weken van periode 2 wordt ingeruimd voor het maken van het beroepsproduct: het maken van een integraal persoonlijk financieel plan. Belastingrecht (vooral inkomstenbelasting particulieren en Erf- en schenk-belasting), Privaatrecht (Goederenrecht, huwelijksvermogens- en erfrecht), Beleggen, Pensioenen, Hypotheken, Verzekeringen (incl. sociale verzekeringen) 2 maal 10 weken Dhr. J.C.M. Bruurs (jcmbruur)
Duur: Coördinator: Beschrijving De minor richt zich met name op de persoonlijk financiële planner. Daarnaast is ook uitgebreidere aandacht voor beleggen en voor vastgoed (goederenrecht).
De dienstverlening van de persoonlijke financiële planner richt zich op het adviseren van de vermogende particulier en/of de directeur/grootaandeelhouder (dga). De financiële planner zal bij de financiële planning rekening houden met diverse onderwerpen zoals belastingen, pensioen, sociale uitkeringen, financiële en juridische aspecten aankoop woning, verzekeringen, beleggingen, huwelijksvermogens- en erfrecht etc. Bij zijn advies zal de financiële planner uiteraard rekening houden met de wensen en mogelijkheden van de klant. Doelen/onderwerpen De minor PFP is toegankelijk voor alle studenten uit het economische domein. De inhoud van de minor deel A wordt zo vormgegeven dat zij aansluit aan de eindtermen van de Wft-module “Hypothecair Krediet” en deel B bij de Wft-module “Leven” (Wft = Wet Financieel Toezicht; deze wet omschrijft nauwkeurig de eindtermen waaraan adviseurs met betrekking tot de verschillende diensten moeten voldoen). Wanneer een student voor het onderdeel Hypothecair Krediet Algemeen en/of Leven Algemeen gecertificeerd wil worden dan kan hij hiervoor bij een extern examenbureau tentamens afleggen. (Kosten voor een tentamen circa € 130). Literatuur Reader IFK Hypotheken (via school verkrijgbaar € 33,00) Readers IFK Leven en IFK Beleggen A (via school verkrijgbaar € 65,00) Van Buchem-Spapens, Inleiding Privaatrecht, laatste druk Nijhuis, Met de wet in de hand 2012 Wetteksten belastingrecht 2012 Wetteksten privaatrecht 2012 Mogelijk nog aanvullende literatuur (wordt nog nader bekend gemaakt). *Dit is een voorlopige boekenlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl en op de BB-course ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden
Toetsvorm Periode 1 wordt afgesloten met twee individuele schriftelijke toetsen over de leerstof van de conceptuele leerlijn; Periode 2 wordt afgesloten met één individuele schriftelijke toets over de leerstof van de conceptuele leerlijn. Daarnaast vindt de toetsing plaats via een beroepsproduct: de referaten gedurende de weken 4 t/m 7 periode 1 en weken 1 t/m 4 van periode 2) en het maken en presenteren van een Integraal Financieel Plan)
181 Studiegids AAFM 2012-2013
AAFM Minor voor studenten Bedrijfskunde MER/BE
Minor Strategie in Beweging Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: verdeling:
Minor Strategie in Beweging AFMR-MI-SIB AFMR-V136 30 punten
EC
Beoordeling
Minimaal
Weging
Cursus AFMR-V136
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Toets 1: OAT 1 (blok 13) 6 cijfer 5,5 Toets 2: OAT 2 (blok 14) 6 cijfer 5,5 Toets 3: Beroepsproduct 1 9 cijfer 5,5 Toets 4: Beroepsproduct 2 9 cijfer 5,5 Projectonderwijs; simulatiegame;bedrijfsopdracht; gastcollege`s en hoor/werkcollege`s. Strategie; Marketing; Finance; Organisatiedynamica; supply chain- en innovatiemanagement 20 weken Dhr. J.J.M. Swagemakers (jjmswage)
20 20 30 30
Deze minor is bestemd voor studenten die hebben gekozen voor het ontwikkelen van inzicht in de strategische beleidsvorming van een onderneming. Je leert hier hoe je op strategisch niveau verschillende keuzes kan maken en hoe deze vervolgens in lijn met elkaar gezet kunnen worden. Dit met als doel om te komen tot consistent strategisch bedrijfsbeleid. In het vervolg van deze minor wordt er verder ,vanuit het strategisch beleid, ingezoomd op actuele onderwerpen zoals supply chain- en innovatiemanagement Doelen/onderwerpen Na het afronden van deze minor is de student in staat om als gesprekspartner, van de eigenaar en/of van het management te fungeren op het gebied van strategievorming en haar facetten. Literatuur De literatuur wordt deels via black board ter beschikking gesteld en deels te raadplegen via www.studystore.nl Toetsvormen Team-assessment a.d.h.v. een team portfolie Bedrijfsopdracht (doorlopend 20 weken) Weekopdrachten
Beroepsproduct I & II
Individuele toets (eind kwartaal I en II)
182 Studiegids AAFM 2012-2013
AAFM Minor voor studenten HRM/Bedrijfskunde MER
Minor HR Advies Naam onderwijseenheid: Minorcode: EC: Verdeling:
Werkvorm(en): Vakken: Duur: Coördinator: Beschrijving
Minor HR Advies AFPM-MINOR 30
EC Beoordeling Minimaal Weging Cursus AFPM-V130 Toets 1: OAT 15 Cijfer 5,5 100 Cursus AFPM-V140 Toets 1: Project 15 cijfer 5,5 100 Project (= beroepsproduct), trainingen, colleges en workshops Human Resource Management, Internationalisering, Strategisch Management, Advieskunde, Adviesvaardigheden, Verandermanagement, Psychologie, Beroepsethiek 20 weken Dhr. H. van Blitterswijk
Van HR-professionals wordt veel verwacht. In de rol van adviseur en ‘sparring partner’ van management en leidinggevenden worden HR-beleid en -adviezen geleverd. Adviezen en beleid worden naast sociale normen, meer en meer beoordeeld op bedrijfskundige normen. Ontwikkelingen zoals de vorming van shared service centers, nieuwe vormen van organiseren en integraal lijnmanagement versterken dat. Steeds meer worden van de HR-professional beleid en adviezen verwacht bij organisatieveranderingen. De minor laat de rol van business partner zien, waarin actualiteit en adviesvaardigheden een prominente rol spelen. In de minor HR onderzoek je hoe je je kunt ontwikkelen tot invloedrijk HR-adviseur van managers en leidinggevenden. Doelen/onderwerpen Strategisch HR advies met bedrijfskundige onderbouwing. Literatuur* ** -
Ten Cate, HR advisering
* Dit is een voorlopige literatuurlijst. De definitieve boekenlijst voor dit blok is voor het begin van het kwartaal te vinden op www.studystore.nl ** Indien de literatuur tussentijds gewijzigd wordt, zal dit via de Blackboard course gepubliceerd worden Toetsvorm -
9.5.1
Doorstroomminors Personeel- en Organisatiewetenschappen in het kader van een convenant met de Universiteit van Tilburg (Bedrijfskunde MER en HRM studenten)
Studenten van de opleidingen HRM en Bedrijfskunde MER krijgen de mogelijkheid om een doorstroomminor te volgen die hen in staat te stelt bij voldoende resultaten op de UvT rechtstreeks in te stromen in het masterprogramma van de opleidingen Personeelwetenschappen of Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Tilburg (UvT). Concreet houdt dat in dat tijdens het afstudeerjaar er een programma aangeboden wordt dat het schakeljaar (de zogenoemde premaster) vervangt en tegelijkertijd als reguliere basis dient voor het afstuderen aan Avans Hogeschool. Twee jaar in één dus, na de premaster en het afstuderen hier, kun je dan in één jaar je Mastertitel behalen aan de UvT. Een groot deel van dat programma wordt door de UvT verzorgd. Het afstuderen gebeurt hier, uiteraard middels een programma van en begeleid door Avans Hogeschool. Deelname aan minors Personeel- en Organisatiewetenschappen De instapeis van de doorstroomminor is een ongewogen gemiddelde van de gemiddelde blokcijfers van een 7,0 of hoger voor alle onderwijseenheden uit het tweede en derde leerjaar. Verdere voorwaarde is dat de student een sollicitatiebrief schrijft met daarbij twee positieve aanbevelingen van docenten van de opleiding. Met de doorstroomminor kan de student aan de Universiteit van Tilburg de master Personeelwetenschappen (PEW) of Organisatiewetenschappen (OW) volgen. Hierbij wordt aanvullend de eis gesteld dat de student wiskunde op VWO-niveau moet beheersen. Voor meer informatie kun je contact opnemen dhr. P. Schep:
[email protected]. 183 Studiegids AAFM 2012-2013
184 Studiegids AAFM 2012-2013
Lijst van alle medewerkers Academie voor Algemeen en Financieel Management Telefoon nummer
Voorl.
Rooster code
intern tel
Sprundel, van
E.A.P.
eapsprun
7355
0765250355
Marle, van
J.
jmarle
7876
Huijssoon
C.M.
cmhuijss
Achternaam Directeur:
Adjunct directeur/ TeamvoorzitterAC/ BE: Teamvoorzitter BKM/HRM:
Email
Opl
[email protected]
ALG
0765250876
[email protected]
8504
0765238504
[email protected]
AC/BE BKME R /HRM
Docenten en overige medewerkers: Achternaam
Voorl.
Rooster code
intern tel
Telefoon nummer
Email
Abbema, van Abbink Spaink Adriaanse
L.Y. H V.S.
lyabbema habbinks vsadriaa
7678 8836 7221
076-5250678 076-5238836 076-5250221
[email protected] [email protected] [email protected]
Adriaansen Aertse Alewijnse Bakx-Van den Brink Berg, van den Bikkers Blitterswijk, van Boom, van den
M.P.L. A.J. Y.J.T.
mpladria ajaertse yjtalewi
7843 8272 7402
076-5250843 076-5238272 076-5250402
[email protected] [email protected] [email protected]
D.C.Y I.P.G.L. A. H.T. R.P.M.
dcybrink *** abikkers htblitte rpmboom
8192 **** 7813 7897 7685
076-5238192 ********** 076-5250813 076-5250879 076-5250685
[email protected] ******************
[email protected] [email protected] [email protected]
Bruijn, de Bruurs Bussel, van Dierckx Doodkorte Driedijk Elzakker, van Goedegebure Halve Heijden, van der Heijstermann Hendriks Hermans Hilst, van Hoefeijzers Hoezen Hofman-den Hollander Hout, van Hövelings Huijben Huisman JongelingVermond Karagöz Kazus Kemps Kerkhof, van de Khemissi
W.P. J.C.M. J.C.M. T.T.J. H.J. P.J. P.W.G. M. W.J.M. H.A.J. A.L.A. P.P.W.M A.M.L.M. J.J.E. I.A.M. W.
wpbruijn jcmbruur jcmbusse ttjdierc hjdoodko pjdreidi pwgelzak mgoedege1 wjmhalve hajheijd alaheijs ppwmhend amlmherm jjehilst iamhoefe whoezen
8867 7664 7993 8976 7938 7234 7660 8732 7854 7671 8977 7646 7469 7635 7832 7856
076-5238867 076-5250664 076-5250993 076-5238976 076-5250938 076-5250234 076-5250660 076-5238732 076-5250854 076-5250671 076-5238977 076-5250646 076-5250469 076-5250635 076-5250832 076-5250856
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
I.A. C.J.M. R.T.G. I.C.J.M. W.G.
iahollan cjmhout rtghovel icjmhuij wghuisma
8075 7820 8709 7648 7991
076-5238075 076-5250820 076-5238709
C.A. D. C.H. A.A.F. I.E.M. M.E.
cavermon dkaragoz chkazus aafkemps iemkerkh mekhemis
8243 7951 7810 8507 8168 8677
Kieboom, van den
W.C.M.
wcmkiebo
7362
076-5250648 076-5250991 076-5238243 076-5250951 076-5250810 076-5238507 076-5238168 076-5238677 076-5250362
Opl AC AAFM PROP HRM/ PROP BKMER PROP AAFM HRM HRM HRM BE HRM/ BKMER MER BE BE BKMER BKMER BE AAFM BE AC AC AC BKMER BE BKMER BE
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
AAFM
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] wcm.vandenkieboom@avans. nl
HRM
BE AAFM BKMER BE
BKMER BKMER AC HRM HRM AC
185 Studiegids AAFM 2012-2013
Klarenaar Lange, de LeeuwenHendrikse, van Luijks Mutsaers-van Wees Neutegem, van
B.J.C.H. W.A.M.
bjchklaar wamlange
6824 5280
076-5256824
LMC M.A.C.
lmchendr macluijk
5384 7992
H. D.J.W.
hemwees djwneute
5617 8968
073-6295617 076-5250992 073-6295617
Opstal, van Rakt, van de Regt, de Reijndorp Rodrigo
E.M. A.J. A.E. C.M. D.
emsonke ajrakt aeregt cmreijnd drodrigo
8768 7110 7432 8492 7934
Ronner Rozendal Salewicz Schellekens Schiebroek Schilderinck Segers Smulders Squires-van der Goot Swagemakers Terpsma
I.D. O. M.H.J. J.A.M. M.J. J.P.F. M.J.M. M.A.C.
idronner orozenda mhjsalew jamschel mjschieb jpfschil mjmseger macsmuld
8602 7114 8834 8969 8419 7113 7301 8106
076-5238602 076-5250114 076-5238834 076-5238969 076-5238419 076-5250113 076-5250301 076-5238106
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
A. J.J.M. L.M.
agoot jjmswage lmterpsm
7679 7668 8794
076-5250679 076-5250668 076-5238794
[email protected] [email protected] [email protected]
Theunis Trienen-Busser
M.J.A. J.M.J.
majtheun jmjbusse
7887 7481
076-5250887 076-5250481
[email protected] [email protected]
Valk Verbon-Huisman Vermeulen Verschuren Voigt Vos Vries, de Vugt, van Werk, van der Wijnhoven Wolf Zijlmans
A.P.R.M. J.M.R. M.W.B. E.G.M. H.A. T.J.A.M. H.G. M.M.G. H.H. E. S.C.W.J. H.G.A.M
aprmvalk jmrhuism mwbverme egmversc havoigt tjamvos hgvries mmgvugt hhwerk ewijnhov scwjwolf hgamzijl
7888 8537 7647 7618 7872 7885 7102 8544 7125 7967 8508 7115
076-5250888 076-5238537 076-5250647
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
073-6295280
076-5238968 076-5238768 076-5250110 076-5250432 076-5238492 076-5250934
076-5250618 076-5250872 076-5250885 076-5250102 076-5238544 076-5250125 076-5250976 076-5238508 076-5250115
[email protected] [email protected]
BE AAFM
[email protected] [email protected]
AC
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
BE AAFM AC/BE PROP AC AAFM HRM BKMER AC/ PROP AC MER AAFM BKMER AC BE HRM AC BKMER BE BE/ PROP HRM BE/ PROP AC AC AC BKMER AC BE AAFM HRM AAFM BE AC
186 Studiegids AAFM 2012-2013
Jaarrooster Avans Hogeschool 2012/2013
187 Studiegids AAFM 2012-2013
188 Studiegids AAFM 2012-2013