gehonoreerd.” En Gerard vervolgt: “Het is een definitieve stap geweest. Definitief ook in die zin dat ik het Nederlands staatsburgerschap opnieuw heb aangevraagd én in Rome de terugkeer van de Indonesische Provincie naar de Nederlands-Vlaamse Provincie.” Dat laatste verzoek zal intussen ingewilligd zijn want daar is slechts de handtekening voor nodig van pater Generaal. Het Nederlanderschap zal over een half jaar wel een feit zijn; de formaliteiten hiervoor duren wat langer. Toekomst En dan de plannen voor de toekomst: “Ik heb contact gezocht met de Federatie van Westlandse Parochies, want ik wil als priester toch graag pastoraal bezig zijn en blijven. Ik heb laten weten dat ik bereid ben te helpen in de verschillende parochiële kerken. Feitelijk betekent het dat ik in het weekeinde behoorlijk bezet ben. De voorbereidingen hiervoor behoren samen met wat licht huishoudelijk werk hier in huis tot mijn dagelijkse bezigheden. En ik mag ook graag fietsen en wandelen - ik ben tenslotte gepensioneerd. En laatst ben ik gevraagd door een groep Indonesiërs in Nederland om als pastor een week mee te gaan naar Lourdes. Zo’n kans laat je natuurlijk niet zo maar lopen. Wat ik ten slotte nog zeggen wil
is het ’pasjes-gedoe’ hier in Nederland! Overal heb je een pasje nodig: om te reizen, om te betalen, en ga zo maar door. Niet te geloven eigenlijk!” Het is Gerard van harte gegund om nog heel veel jaren te genieten van zijn emeritaat, met daarin het voorlopige hoogtepunt: zijn gouden priesterfeest op 27 maart 2015. Als het aan hem ligt hoeft er voor hem in het St. Jansklooster geen stoel geplaatst te worden bij een venster met geraniums. Alle goeds voor hem: hij heeft het verdiend!
Studenten aan het grootseminarie te Yogyakarta.
13
Spiritueel in ‘andere pijen’
W
DOOR jan van dijk
Wederom ga ik op bezoek bij de internationale communiteit in Brussel. Als enige van de Nederlands-Vlaamse confederatie verblijft er nog de nestor Albert Vander Elst. Verder zijn er drie leden van de Franstalige Europese provincie en twee priesters uit de Poolse provincie. Ook scj’ers uit Portugal, Kameroen en Indonesië die in die regio studeren. Ten slotte twee novicen uit Viëtnam van wie André Conrath de novicenmeester is. Met père Albert en père André drink ik koffie in de keuken en daarna ga ik in de werkvertrekken van André uitvoerig met hem in gesprek. Over spiritualiteit, dat is de bedoeling.
André, een vraag vooraf: Wat heeft je hier gebracht. Na 37 jaar Kameroen?
Laat ik het zo zeggen, ik ben een Elzasser en ben een jongen van het platteland. Opgegroeid met het dialect, het patois, in dat dialect zit een visie op het leven, de natuur, de mensen. Juist daardoor heb ik respect gekregen voor mensen met andere talen, omdat ze met die eigen taal zo dicht staan bij wat hun dierbaar is. Met die aandacht voor de eigen taal kon ik ook goed aansluiten bij de mensen in mijn werk. Met andere woorden, wat ik van thuis heb meegekregen, was voor mij essentieel voor de rest van mijn leven. In de jaren zeventig werkte ik als jonge leraar, Frans en aardrijkskunde, drie jaar aan een college in Kikery, in Kameroen. Ik werd er zelfs directeur. Ik was frater en pas 22 jaar, het was er allemaal heel primitief, midden in het oerwoud, er was geen elektriciteit; de leerlingen waren vaak ouder dan ikzelf. In de vakanties bezocht ik ook de gezinnen van de leerlingen thuis. Maar het was een prima plek om de mensen en de taal, maar daarmee ook de Afrikaanse belevingswereld, goed te leren kennen.
Je bent dus een mens van het volle leven, van de praktijk. Toch wil ik je vandaag het een en ander vragen over spiritualiteit: wat is het en wat betekent het voor jou vandaag de dag?
Natuurlijk bedoel je de spiritualiteit van de Priesters van het Heilig Hart. Het mooie is dat je in de geschriften van pater Dehon zelf dat begrip nauwelijks tegen komt. Hij spreekt maar zelden van spiritualiteit. Dat woord hebben ze na zijn tijd pas uitgevonden. Maar hij had natuurlijk zijn drijfveren, zijn diepe motieven. De loop van de negentiende eeuw was vooral een periode van restauratie, na de puinhopen van de revolutie en buitenlandse oorlogen. De kerk moest als het ware opnieuw worden opgebouwd. Het liberalisme en kapitalisme gingen gepaard met de industrialisatie, als een nieuwe revolutie, met grote gevolgen voor de gewone man, in de groeiende steden, en het platteland.
14
Manuela in de keuken. Links: André Conrath.
Dat is wat ik van je zou willen horen. Eind 19e eeuw was pater Dehon dus zeer getroffen door de noden van de arbeidersklasse en de positie waarin zij verkeerde door de opstelling van de rijken en de fabrikanten. Om die reden richtte hij een congregatie op. Wat had hij te bieden? En wat kan dat betekenen voor de tijd van vandaag? Je moet het vooral in die tijd zien, er zijn eind 19e eeuw in Frankrijk wel dertig van dit soort orden opgericht, maar je kunt ermee beginnen dat pater Dehon zijn allereerste beweegreden was: de verbondenheid met de Heer. Door zijn studies in Rome kwam hij tot het inzicht dat hij meer wilde zijn. Niet zo maar een wereldheer, maar een geïnspireerde priester. Het kader daarbij is dat je binnen een samenleving werkt, dat je als priester vooral dienstbaar wilt zijn en daarbij ook een religieus wilt zijn. Hij wilde, gebaseerd op het evangelie, zorgen voor goed onderlegde en bevlogen priesters. Daarbij zijn drie dingen van belang, namelijk studie, activiteiten en gebed. En je hebt te maken met twee verschillende werelden, namelijk de religieuze wereld en de samenleving. Met andere woorden, je moet aan jezelf werken, maar je doet dat in en voor de samenleving. Naar mijn idee is dit idee ook heden ten dage nog interessant en actueel. En dan krijgen we het over spiritualiteit. André verwijst naar en citeert uit het artikel van Yves Ledure scj ‘Leon Dehon entre mythe et histoire l’oubli du societal’. Leon Dehon was in Rome beïnvloed door de zogeheten ‘Ecole Française’, priesterschap is een levensstaat van toegewijd zijn en
dienstbaarheid. Maar wat ik al zei, hij wilde meer. Dat alles in een context van een ‘moderne’ samenleving die toen totaal van het christendom was vervreemd. En dat betekent dat je dus meer moet doen dan de sacramenten uitdelen. Het pastoraat moet heel dicht bij de mensen staan, je moet echt hun levensomstandigheden kennen en hun sociale positie. De H. Hartdevotie was in die periode van de 19e eeuw bijna onontkoombaar en bij de meeste congregaties ook terug te vinden. Bij Leon Dehon vormden echter de antropologie en sociologie in zijn visie als het ware basisvoorwaarden voor de priester om zijn ambt te vervullen. Deze basiskennis en deze grondhouding vormen volgens mij ook nu nog de basis voor het pastoraat. Degenen die na Leon Dehon kwamen, noemen het spiritualiteit.
Hoe kun je nu aansluiten bij de lokale cultuur van mensen, de gewoonten en gebruiken, normen en waarden? En wat kan die lokale cultuur betekenen voor de spiritualiteit? U heeft bijvoorbeeld die twee Viëtnamese novicen in huis. Laat ik voorop stellen dat dat geweldige mensen zijn. Ik vertelde je al over mijn eigen herkomst van het platteland in de Elzas. Het dialect daar was maatgevend voor mijn leven, omdat er alles van levensbeschouwing in zat: de familie, de bewoners, de natuur, de seizoenen. Hier in huis is het gemeenschappelijke de Franse taal, met mensen van zoveel verschillende nationaliteiten. In Kameroen was het de lokale taal, het Fé Fé, die de opening naar hun wereld was. Hier in West- Europa hebben we onze gebouwde monumenten. Voor de Afrikanen is de taal het monument.
15
Aan de maaltijd.
Daarin worden van generatie op generatie de verhalen doorverteld. ‘C’est une richesse d’interpretation’. Het oerwoud is de leefwereld van de mensen. Als ik daar op inhaakte in mijn preek, snapten ze mij. Maar ik bleef overigens ondanks mijn 37 jaar in Kameroen toch een buitenstaander. Maar er is nog iets anders. In een dorp in de Elzas kost het naar men zegt vier generaties om er bij te horen. Trek je dat door naar de stedelijke woonomgeving, dan zie je een heel andere mentaliteit. Mensen zijn op zichzelf, niet meer geworteld, of op een andere manier. Wat de Viëtnamezen betreft: Ze komen uit de Mekongdelta, de oorlog is nog niet zo lang geleden, maar zij zijn zoals vele inwoners van Viëtnam, migranten uit Cambodja. Ze leven in grote armoede op de slechtste stukjes grond, of op vlotten op het water. Leven van land- en tuinbouw en visvangst. André toont mij honderden foto’s van de twee novicen en hun familie, in hutjes, op vlotten, in hun groentekwekerijen en rijstveldjes, het met netten en zwemmend met de hand vangen van grote vissen, het fokken van eenden, de kweek en de verkoop van bloemen. Ze zijn al met al bezig met overleven, met de primaire processen. Ik krijg ook fraaie en druk bezochte kerken te zien die ook voor andere doeleinden worden gebruikt. En ik zie vooral veel vriendelijke en vrolijke mensen. “Ik ben er nooit geweest, maar ik maakte deze reizen virtueel en zie veel overeenkomst
16
met Afrika. Ook hier heeft men de kunst om te overleven ontwikkeld. Ze passen zich gemakkelijk aan. Zijn gewend om rijst te eten, maar gaan over op de aardappel. De Afrikanen kennen al de zoete aardappel. Die Viëtnamezen kunnen zich als geen ander heel veel voorstellen bij de problemen van migranten en zogenoemde illegalen. De kerk leeft er als nooit te voren, de jeugd voelt zich er zeer bij betrokken. Maar ook hier krijg je natuurlijk ontwikkelingen zoals in Europa, vertechnologisering, verstedelijking en materialisme. Al met al gaat het erom om als kerk steeds aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen en bij de belevingswereld van de mensen, daar dicht bij te staan. Vergelijk het met de activiteiten van de jonge pater Dehon, toen hij in St. Quentin met jeugdactiviteiten begon voor de werkende jongeren en geïnspireerd werd door bijvoorbeeld paus Leo XIII met zijn encycliek Rerum Novarum over de positie van de armen en de arbeiders. Wat mij vooral duidelijk wordt, is dat we nu niet meer met de theologie uit de oude doos verder kunnen, we hebben te maken met een voortgaande ontwikkeling. Laten we vooral open staan voor de werkelijkheid van vandaag. Dan zou de mogelijkheid van gehuwde priesters een goede zaak zijn. En onze novicen moeten we geen spiritualiteit van het verleden meer gaan aanbieden.” Maar het is nu twaalf uur. We stoppen even. Père Francois is vandaag jarig, 63 jaar is hij geworden, en dit wordt gevierd met
een aperitief en Portugese hapjes uit de keuken. De maaltijd wordt even later nog eens voltooid met een uitbundige lokale slagroomtaart en een zoete Portugese dessertwijn. Dit alles markeert de ontspannen conversatie tussen jong en oud, Oost en West, Noord en Zuid, in deze internationale communiteit met Frans als lingua franca. Voor een siësta is geen tijd, “wir müssen weiter arbeiten” zegt André Conrath desgevraagd aan zijn bejaarde confrater.
André, wat kan de betekenis zijn van andere wereldbeschouwingen, noem maar op, het taoisme, de islam, voor jullie spiritualiteit?
Ik neem afscheid van André Conrath. Hij vult spiritualiteit voor de dag van vandaag in. Het gaat hem om een combinatie van oude inspiratiebronnen en religieuze activiteiten, zoals koorgebed, meditatie en bezinning, samen met vooral aandacht voor het alledaagse, de realiteit van alledag, een diepgaand en toch bescheiden engagement met de mensen om hem heen. En opvallend vind ik de wijze waarop hij de ideeën van pater Leon Dehon naar de huidige Beeldhoutsnijwerk tijd weet te duiden. door een van de novicen 2013.
Dat hangt maar helemaal af van de opstelling, de vooroordelen. Bijvoorbeeld, waar gaat de islam van uit? Als ik de koran lees, valt mij op dat er meerdere benaderingen zijn. Heb je het over de zogenaamde ‘echte islam’ of over meer tolerante benaderingen? Zie je de schrijver als een profeet, een heilige, of als een sterke man, een strenge, die het allemaal weet? Het maakt heel veel uit of je het hebt over een plattelandssituatie of over een stedelijke setting. Ik zie eigenlijk binnen de islam dezelfde ontwikkeling als je binnen de katholieke kerk ziet: het is een kwestie van enkele generaties voor men de oude vormen geheel loslaat. En wat komt er dan? En wat kunnen wij daarmee? In de kerk zie ik veel te veel de filosofie van de twijfel. Men zoekt het zelf wel uit en ontkent het belang van de gemeenschap, dat je het met elkaar moet zien te rooien. Alleen bij grote nood, in de familie, bij grote problemen, ongelukken, rampen, of neem maar de werkloosheid, word je weer op elkaar aangewezen. Als kerk en ‘kerkelijk dienaar’ kun je dan wat betekenen. Kritiek op de kerk vind ik prima, maar dan alleen als je lid bent; en gaat het over structuur of over personen, dat zijn ook nog eens twee dingen. De uitdaging zit nu, en dat is ook spiritualiteit, in het besef dat het anders moet. Waar mensen bij elkaar komen, religieus, politiek, om hun belangen te behartigen, cultureel of anderszins, maar dan wel in ieder geval betrokken; de participatie met en voor anderen, daar gaat het om. Ook hier in Brussel speelt het onderwerp van sluiting van veel kerken. De parochies zoals wij die kenden, zo werkt dat niet meer. Bij verstandige en betrokken mensen, laten we hen ‘leken’ noemen, daar liggen nu de mogelijkheden. De kerk moet er ook zijn, maar niet meer met de arrogantie van vroeger, liever bescheiden en dienstbaar.
17
Centre Simama leeft
T
DOOR martien konings scj
Toen ik in 1985 in Congo terugkeerde, gezeten in een rolstoel, omdat mijn benen verlamd waren door een ziekte, kon ik niet meer werken in een parochie. Sinds 1981, het internationaal jaar voor de gehandicapten, had het diocees Kisangani de optie iets voor de gehandicapten te gaan organiseren, want er bestond niets voor hen in een stad van 600.000 inwoners.
Ik bood me aan bij de bisschop en de provinciaal om een centrum voor gehandicapten op te zetten. Ze waren akkoord en zo ontvingen we in juli 1986 de eerste patiënt: Emiel, die tot dan toe over de grond kroop. Hij kreeg loopbeugels en kwam overeind (het Shwahili-woord ‘simama’ betekent: ‘sta op’). Zijn omgeving was hoogst verbaasd hem met krukken te zien rondlopen. Hij ging naar de basisschool en ontpopte zich later als een goede kapper. Hij is vader van twee gezonde kinderen. Dit is ‘Centre Simama’ voor mij: het zijn niet de gebouwen, de structuren, maar de gehandicapte mensen, die we geholpen hebben hun menselijke waarde te herwinnen. Daar is dan Auwoni, onze gehandicapte boekhouder. Hij had de basisschool gevolgd, liep steunend op een knuppel die hij met beide handen omklemde. Hij kreeg de kans te worden geopereerd aan het verlamde been. Zo kon hij met een lichte stok lopen. Hij volgde een boekhoudersopleiding en is nu onze bekwame boekhouder. Hij heeft zes kinderen, van wie de oudste rechten studeert aan de universiteit. In Auwoni is gerealiseerd wat de opties zijn van ‘Centre Simama’: ten eerste lichamelijke bewegingsmogelijkheid, onafhankelijk of met een hulpmiddel; en vervolgens een beroepsopleiding, waardoor iemand kan leven, autonoom wordt en een gezin kan stichten. Samaki is een heel andere persoonlijkheid. Hij kroop over de grond, kreeg eerst zijn loopbeugel met krukken en een driewieler en volgde zo onze eerste driejarige opleiding voor kleermaker. Met gehandicapte vrienden heeft hij een atelier opgezet, waar hij en de vijf vrienden hun kost verdienen. Hij is de trotse vader van drie kinderen. Espérance, nu rond de 30 jaar, leerde op Simama lezen en schrijven om dan de naaiopleiding te volgen. Ze heeft nu een bescheiden maar goed functionerend
18
Centre Simama. Links: Martien Konings.
atelier, omringd door acht gehandicapte medewerksters. Haar broer studeerde aan de universiteit in Kinshasa informatica. Zij stuurde hem elke maand studiegeld tot hij is afgestudeerd. Hij heeft nu een goede baan. Ze heeft ook twee kinderen, door de vader in de steek gelaten. Die kinderen worden goed opgevoed. Dit is ‘Centre Simama’! Onze doelstellingen Op de muur van ‘Centre Simama’ staan drie woorden: deelname - gelijkheid zelfstandigheid. Deelname. We willen de gehandicapte uit zijn isolement halen, zijn sociale marginaliteit, hem of haar een plaats geven in de gemeenschap en het milieu, voor alles in de familie. Zo hebben we een groep van70 geestelijk gehandicapte kinderen. De eerste optie is deze kinderen te integreren in hun gezin. Als deze kinderen bij ons komen, zijn ze vaak heel agressief, omdat ze zich moeten verweren tegen al die marginaliteit en onderschatting in hun milieu. Maar na enkele maanden, soms een half jaar, vinden deze kinderen in de groep hun vriendjes en vooral: zich zelf. Gelijkheid. Alle gehandicapten moeten gelijke rechten krijgen voor hun scholing, werkgelegenheid, sociale status. Zolang
de gehandicapten geen rechten hebben, gebaseerd op gelijkwaardigheid in vorming, in werkprestatie, blijven ze afhankelijk van de goodwill van anderen. En die is er niet altijd per definitie. Die gelijkwaardigheid is relatief. Ook de gezonden presteren niet allemaal op hetzelfde niveau. Daarom krijgen de gehandicapten naar vermogen een goede scholing en een beroepsopleiding. Maar dan moeten ze ook dezelfde kansen krijgen. Daar vechten wij ook voor: gelijke rechten voor gelijke waarden. Zelfstandigheid. Die autonomie wordt verkregen door een goede scholing en beroepsopleiding. Onze waarden Elke goede organisatie wordt gedragen door bepaalde waarden. Op de muren van ‘Centre Simama’ staan onze specifieke waarden geschreven: barmhartigheid - solidariteit -respect. Dat zijn onze ‘Leidmotieven’ in heel ons beleid, in onze benadering en omgang met de gehandicapte personen.
Barmhartigheid. Hoofdthema van de bisschoppenconferentie van Zuid-Amerika in de jaren negentig. Barmhartigheid is niet het neerbuigend gevoel van medelijden, maar correspondeert met het Griekse woord ‘sympathie’: delen
19
Gehandicapten schoenmakers.
20
in het lijden van anderen, ofwel met het Franse woord ‘consentire’, dat is meevoelen met de ander, in zijn huid kruipen. Solidariteit. Is delen met de ander wat je hebt. In een bepaalde periode was het ideaal om minstens 2 procent van het nationale inkomen aan ontwikkelingshulp te besteden. Maar daar zijn we al lang niet meer aan toe. Respect. Alle superioriteitsgevoel laten vallen om jezelf medemens te weten en te voelen met de ander, die dezelfde gevoelens en behoeften heeft als jij zelf.
organisatie met 80 werknemers, van wie een derde gehandicapt is.
Om dit alles te kunnen realiseren hebben we ook onze gespecialiseerde afdelingen: de fysiotherapie, de orthopedie, een sportzaal voor ergotherapie, een opvang voor geestelijk gehandicapte kinderen, een vierjarige kleermakersopleidng, een schoenmakerij, een timmerwerkplaats, een atelier om driewielers te produceren en te repareren, een studio om informatica te leren, een cybercafé met reparatiebureau voor computers, de sociale dienst, het oor en het hart van het centrum, de verbindingsschakel tussen het centrum en het milieu van de gehandicapten, de onderhoudsdienst en de administratie, een
Dat alles heeft zijn prijskaartje: In 2012 gaven we voor het functioneren en de salarissen en kleine projecten 216.000 euro uit. Daarvan bracht Simama door eigen activiteiten (fysiotherapie, ateliers etcetera) 45 procent op (100.000 euro); de Staat droeg 10 procent bij (21.600 euro); onze weldoeners, vooral in Nederland, 94.000 euro.
De resultaten in 28 jaar Enkele cijfers. 4200 patiënten zijn ter been geholpen, 550 driewielers gefabriceerd, 130 kleermakers gevormd, 65 schoenmakers, 20 timmerlieden. 1875 kinderen hebben schoolgeld gekregen: basisschool, middelbare school, voor enkelen een bijdragen voor de universiteit. De sociale dienst biedt talloze malen hulp in geval van ziekte of dood, behuizing, transport, kleding etcetera.
Simama is een sociaal werk, dat de kenmerken draagt van onze scj-spiritualiteit:toegewijde liefde voor de naaste in navolging van Christus, de barmhartige Samaritaan.
Gehandicapten in de naaischool.
21
onze jubilarissen In de eerste helft van 2014 vieren de volgende medebroeders hun jubileum: * 7 maart zijn 50 jaar priester: p. A. Hams: Lopikhof 105, 1108 GM Amsterdam p. G. Pieterse: Rentmeesterhof 221, 6532 DK Nijmegen p. G. van Schaik: Achterstraat 11, 4681 AG Nieuw Vossemeer p. R. Hogervorst: Carmen Mena 929 Cura de Ars, Casilla 146 San Miguel-Santiago p. J. Wiggerman: Kerkstraat 65, 6543 KG Nijmegen p. J. de Jong: Sacred Heart at Monastery Lake, 7330 S. Hwy. 100, Franklin, Wisconsin 53132 USA * 19 maart zijn 60 jaar geprofest: br. C. de Beyer: Brusselsestraat 38, 6211 PG Maastricht br. Ewald Hurkmans: Treublaan 2, 2555 HH ’s Gravenhage * 5 juni is 50 jaar priester: p. L. Theuws: Congregação dos Sacerdotes do Sagrad Coraçãde Jesus, Rus Francisco Lacerda 455, Bairro: Várzea * 11 juli zijn 60 jaar priester: p. J. Ruttens: Bessemerstraat 476, B-3620 Lanaken p. W. Zoons: Kalkenstraat 186, B-9255 Buggenhout * 18 juli zijn 60 jaar priester: p. J. van den Nieuwenhof: Christoffelplein 1, 5424 TH Elsendorp p. M. Zwakenberg: Krekeler Strasse 11, Krekel/D-53925 Kall p. A. Driedonkx: Kerkstraat 65, 6543KG Nijmegen
22
HARRIE HEESTERS Geboren op 13 oktober 1937 te Utrecht Geprofest op 8 september 1960 te Asten Priester gewijd 19 maart 1966 te Nijmegen Overleden op 21 augustus 2013 te Maastricht Harrie was afkomstig uit een gelovig arbeidersgezin met vijf kinderen. Op twaalfjarige leeftijd ging hij naar ons Missiehuis ‘Christus Koning’ in Helmond, om missionaris te worden. Hij volgde daarna de gebruikelijke opleiding tot religieus en priester. De eerste jaren van zijn pastorale arbeid (1967-1969) werkte hij in het woonwagenwerk van het Amsterdamse SFL. Vervolgens ging hij naar Delft, als parochiepastor, maar werkte ook hier bij het SFL. In die periode openbaarde zich de longziekte waar hij zijn hele verdere leven onder zou lijden. In 1974 vertrok hij naar Breda, waar hij in de nieuwbouwwijk van Noord bouwpastor werd van de kerk en parochie ‘De Menswording’. Typerend voor Harrie was zijn zorg voor de jeugd, vooral kansarmen. Hij wist veel parochianen te betrekken bij het werk in de parochie. In 1993 ging hij naar de Koepelkerk te Maastricht. Als ‘noorderling’ moest hij daar wel wennen, maar dat lukte hem goed. Hij had veel zorg voor de kunst in dat kerkgebouw, om die meer bekend te maken. Bovendien was hij erg muzikaal, met een voorliefde voor de gregoriaanse zang. Ook speelde hij blokfluit, in een ensemble. En hij schilderde, vooral natuurtaferelen. In 2005 verhuisde Harrie als bewoner en pastor naar ‘De Koepelhof’. Hier deelde hij het leven met de bewoners en was voor velen een goede pastor.
Zijn gezondheid ging echter steeds meer achteruit. In 2013 besloot hij naar Asten te gaan, maar die tijd werd hem niet meer gegund. Marieta en Jan, die hem 20 jaar nabij waren geweest, hebben hem, met andere goede vrienden, begeleid tot zijn sterven. Afscheid is van Harrie genomen in de Koepelkerk te Maastricht en in de kapel van het H.Hartklooster in Asten. Daar is hij begraven op 27 augustus 2013 op ons kloosterkerkhof.
23
V
SCJ IN KORTE TREKKEN
VORMING In september is in Rome de cursus van start gegaan voor medebroeders die betrokken zijn bij vorming en opleiding. Achttien scj’ers nemen er aan deel uit vier continenten, maar voor het eerst is Azië het meest vertegenwoordigd. Voor de deelnemers is het vooral een concrete ervaring van de internationaliteit van de congregatie.
Z
B
Beëindiging werkzaamheden Pater Frans Leyssen, die sinds 1 juli 2003 pastoor was in de parochie St. Hadriaan te WijgmaalLeuven, heeft op 1 juli 2013 ontslag genomen. Hij werd dit jaar 70 jaar en was dus 10 jaar actief als pastoor in de parochie.
E
I
24
Eeuwfeest Op verzoek van onze stichter, pater Leo Dehon, begonnen de priesters van zijn congregatie in 1913 een parochie in een arbeiderswijk in Wenen. Op 27 september 2013 werd in het bijzijn van kardinaal Schönborn van Wenen het eeuwfeest gevierd. Internationaal Sinds september van dit jaar is de congregatie verantwoordelijk voor een internationale parochie in Toronto, Canada. De parochie telt 7000 gezinnen uit verschillende werelddelen. De drie medebroeders die de zorg voor deze parochie op zich hebben genomen, zijn respectievelijk afkomstig uit Canada, Indonesië en Brazilië.
Zuid-Amerika De congregatie is aanwezig in zeven landen in Zuid-Amerika en wel in Argentinië, Brazilië, Chili, Ecuador, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Van 30 september tot 4 oktober hebben medebroeders uit deze landen zich beraden over het eigene van de zending van de congregatie in ZuidAmerika. Onder leiding van pater Generaal waren zo’n vijftig medebroeders bij elkaar in Santiago. Zij vertegenwoordigden de ongeveer 500 scj’ers werkzaam in ZuidAmerika en spraken over het eigene van de congregatie en over hun inzet voor de jeugd en de roepingenpastoraal.
B
Benoeming Na consultatie van de communiteit en met een positief advies van het Provinciaal Bestuur en de provinciaal econoom heeft de Provinciaal Overste per 1 oktober 2013 pater Wim Halters benoemd tot rector/ econoom, pater Guus Driedonkx tot conrector, broeder Henny Voorpostel tot 2e raadslid en broeder Frans van Kemenade tot 3e raadslid van de communiteit van het Sint Jozefklooster te Nijmegen.
V
Verhuizing Twee medebroeders die jarenlang in het buitenland hebben geleefd en gewerkt, zijn naar ons land teruggekeerd. Pater Wim de Pater heeft zich vele jaren ingezet als hoogleraar aan de Katholieke Universiteit
van Leuven. Ook na zijn emeritaat bleef hij wonen in Heverlee, aanvankelijk vlak bij onze Belgische medebroeders daar. Na hun vertrek was hij een geziene gast bij de jezuïeten. Nu heeft hij zijn intrek genomen in het H. Hartklooster in Asten. Pater Martien Konings woont sinds kort in het Sint Jozefklooster in Nijmegen. Hoewel hij aanvankelijk leraar klassieke talen in Nederland was, heeft hij 44 jaar als missionaris gewerkt in Kongo. Daar heeft hem een ziekte getroffen die hem gedeeltelijk gehandicapt heeft gemaakt. Hij heeft toen de zorg op zich genomen voor lotgenoten in Kongo: voor gehandicapten heeft hij zich vele jaren ingezet, wat onder andere geleid heeft tot de oprichting daar van de stichting Simama, die vele gehandicapten opleiding en hulp geeft.
P
Provincieraad Op 30 oktober is in Asten de halfjaarlijkse Provincieraad bijeen geweest. Hoofdthema was deze keer de voorbereiding van het kapittel van onze confederatie van volgend jaar: hoe denkt u dat onze confederatie er over vijf jaar uitziet en wat moeten we doen om die situatie goed voor te bereiden? Aan de hand van de huidige beleidsnota van het bestuur werden alle terreinen kort besproken en werden suggesties gedaan voor het kapittel, waar ingrijpende besluiten
Nummer 190 - december 2013
genomen moeten worden. De suggesties zijn doorgegeven aan een aantal commissies, die dat kapittel gaan voorbereiden.
R
Rome Ter voorbereiding van het generaal kapittel dat gehouden wordt in 2015, zijn in Rome begin november de hogere-oversten van de verscheidene SCJprovincies, regio’s en districten bijeen geweest. Namens de Confederatie van de Vlaamse en Nederlandse provincie heeft pater Koos de Rooij hieraan deelgenomen.
E
Eilanddag Op 14 november zijn het bestuur van de confederatie en de stafmedewerkers in de Volksabdij Onze Lieve Vrouwe ter Duinen in Ossendrecht bijeen geweest voor een zogeheten eilanddag. Er is daar gesproken over het gevoerde beleid van de afgelopen drie jaren en er zijn punten aangedragen die van belang zijn voor toekomstig beleid, dat in diverse commissies verder wordt voorbereid. Die zullen besproken en geformuleerd worden op het komende kapittel in 2014.