HET GROTE STUDENTEN ONDERZOEK
A
N
I H O
S T A
UD FE L 1
INLEIDING PAGINA 4
METHODEN PAGINA 6
WIE ZIJN DE STUDENTEN? PAGINA 8 STUDIEGEWOONTES PAGINA 12
1. HOEVEEL STUDEERT DE VLAAMSE STUDENT? P.13 2. GOED BEGONNEN, HALF GEWONNEN? P.15 3. PROCRASTINATIE P.18 4. STUDIEBEGELEIDING P.20
IN SOCIALE QUARANTAINE? PAGINA 22
1. MASSABLOKKEN OF TOCH LIEVER ALLEEN? P.23 2. OFF- EN ONLINE CONTACT MET VRIENDEN P.24
3. “MOEDERS BOVEN!” STEUN TIJDENS DE BLOK P.26 4. FM-GOLVEN TIJDENS DE STUDIE P.27 5. TIME TO RELAX P.28
2
“MENS SANA IN CORPORE SANO”
GEZONDHEID TIJDENS DE BLOK PAGINA 30 1. MENS SANA... P.31
2. ...IN CORPORE SANO P.34
3. VOEDINGSGEWOONTES VAN STUDENTEN P.35 4. MIDDELENGEBRUIK TIJDENS DE BLOK P.38
LIJFELIJKE LUST PAGINA 40
1. MASTURBEREN, PORNO, SEKS EN RELATIES P.41
VIVA BRAZIL? PAGINA 44
1. TWEEDE ZIT MET KOMANY ET COMPAGNIE? P.45
BIJGELOOF EN EXAMENRITUELEN PAGINA 48
1. DRIE BALPENNEN, DE ONDERBROEK VAN JE LIEF, EEN SCHIETGEBEDJE ‘EN DAN KNALLEN!’ P.49
BESLUITEN PAGINA 52 3
I N L E I D I N
G 4
De zondagsmis zou vijftig jaar geleden het onbetwiste antwoord geweest zijn maar hét collectieve ritueel van jongeren vandaag is de examenperiode in juni. Definitie van examenperiode: ‘de gezamenlijk doorstane bloed-, zweet-, en tranen-marathon die de jeugd aan bureaustoelen of drukkend hete studiezalen gekluisterd houdt, met dat ene doel steeds voor ogen: de twee of drie paradijselijke maanden die oplichten aan het einde van de tunnel.’
Dit onderzoeksrapport zal u alles uit de doeken doen wat u ooit wilde weten over hoe studenten dat collectieve ritueel doorkomen. (OK - misschien nét iets minder dan alles, maar toch nog steeds heel veel!)
Tussen 6 en 19 mei 2014 namen meer dan 3300 studenten tussen 13 en 25 jaar deel aan Het Grote Studentenonderzoek van MNM. Verschillende thema’s kwamen
hierin aan bod. We hadden het over hun studiegewoonten, hun gezondheid, voeding, ontspanning, vrienden en familie, het wereldkampioenschap voetbal en ... seks. Leeft de doorsneestudent op een dieet van energy drinks en diepvriespizza? Kreunt de mentale gezondheid van de student onder de onhoudbare druk van de nakende examens en durft die student dan wel wat slikken om alles dragelijker te maken? Wordt er al eens gesport als ontspanning, of wordt er toch liever wat op Facebook rondgeneusd om studievorderingen te delen met vrienden? Lees vooral verder en ontdek het allemaal zelf. Voor de lezers met haast staan per hoofdstuk/paragraaf ‘FASTER, FASTER, FASTER’ balken waarin de hoofdconclusies kort worden opgesomd. Go, go, go!
FASTER, FASTER, FASTER! - Studentenonderzoek MNM door Trendwolves - 3000 studenten / 13 - 25 jaar - Thema’s: studie, gezondheid, voeding, ontspanning, seks, vrienden en familie, WK 5
M E
T
H
O D EN 6
De enquête werd via het online onderzoeksplatform van Trendwolves afgenomen op www.HetGroteStudentenonderzoek.be. De survey werd aantrekkelijk visueel vormgegeven om respondenten te motiveren om deel te nemen. Op 6 mei lanceerden we een eerste versie van de enquête zonder referenties naar MNM. Op 12 mei werden de MNM luisteraars losgelaten op de vragenlijst na de aankondiging van de Marathonradio met het daarmee gepaard gaande ‘Grote Studentenonderzoek’. Data werden verzameld tot en met 19 mei en verwerkt in het statistisch softwarepakket SPSS 22. De meerderheid van de respondenten (79,4%) werd gerekruteerd via de links die door MNM zelf verspreid werden op de website en via sociale media. De rest werd aangeleverd via Trendwolves panels en/of kwam rechtstreeks
terecht op HetGroteStudentenonderzoek.be. De grote meerderheid van de respondenten in dit onderzoek is vrouwelijk. In nagenoeg alle analyses gaan we geslachtsverschillen na in antwoordpatronen. Omwille van deze reden, beslisten we om onze data niet te wegen. Het effect van het overwicht aan vrouwelijke respondenten op gemiddelden kan immers verondersteld worden klein te zijn voor deze variabelen waar er geen significante geslachtsverschillen te vinden zijn. We geven telkens duidelijk aan waar we deze verschillen wél vonden. Als we over verschillen spreken, zijn die telkens significant op minimaal .05-niveau.
FASTER, FASTER, FASTER! - Datacollectie tussen 6 en 19 mei 2014 - Vooral rekrutering via MNM, ook eigen panels - Deelname kon via hetgrotestudentenonderzoek.be 7
W I E ZI J N D E S T UD E NTEN? 8
In totaal begonnen 3330 studenten aan de visueel vormgegeven online vragenlijst die te vinden was op www.hetgrotestudentenonderzoek.be. Van deze respondenten bereikten er 2933 de laatste vraag. Het zijn deze deelnemers die we in dit onderzoek analyseren. We verzamelden data vanaf 6 mei tot en met 19 mei 2014. De data bestrijken een zeer brede groep jonge mensen die relatief evenwichtig vespreid zitten over verschillende subgroepen (zie tabel 1). Gezien de meerderheid van de respondenten via MNM gewerfd werden, kunnen we afleiden dat MNM duidelijk niet één bepaalde jonge leeftijdscategorie of onderwijsgroep aanspreekt. De jongeren zijn tussen de 13 en de 25 jaar oud met een gemiddelde leeftijd van iets minder dan 19 jaar. De vrouwen zijn wel duidelijk in de meerderheid, met 72,8% van de respondenten (zie in dit ver-
band de opmerking in de ‘methoden’-sectie). Leeftijdsgroepen hangen sterk samen met onderwijsgroepen. 41% van de respondenten studeert in het secundair onderwijs. Het ASO is hier het best vertegenwoordigd. Studenten in het hoger onderwijs zitten evenwichtig verdeeld over hogescholen en universiteiten. Van hen zit iets minder dan de helft op kot. Antwerpen is de best vertegenwoordigde provincie met 1014 respondenten. Oost- en West-Vlaanderen vervolledigen de top drie. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het minst aanwezig met slechts 36 respondenten.
FASTER, FASTER, FASTER! - n = 2933 - Verspreid over middelbaar en hoger onderwijs - Verspreid over heel Vlaanderen 9
Tabel 1: Verschillende subgroepen en hun aanwezigheid in de steekproef (n=2933) n
%
Geslacht
man vrouw
798 2135
27,2% 72,8%
Leeftijd
13-15 jaar 16-18 jaar 19-22 jaar 22-25 jaar
415 883 1383 252
14,1% 30,1% 47,2% 8,6%
Onderwijs
Secundair onderwijs ASO TSO BSO KSO Andere
1203 861 242 73 21 6
41,0% 71,6% 20,1% 6,1% 1,7% 0,5%
846 844 40
28,8% 28,8% 1,4%
1014 36 191 770 337 585
34,6% 1,2% 6,5% 26,3% 11,5% 19,9%
802 927
46,4% 53,6%
Hogeschool Universiteit Andere Provincie
Antwerpen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen
Op kot?
Ja Nee
(Univ/HS/Andere)
10
“
Met mijn rechterbeen het klaslokaal in stappen. Vervolgens 5 seconden op 1 been achter mijn bank staan en dan...
mijn examen knallen!
“ 11
S
TU D I E GE WO O N TES 12
1. HOEVEEL STUDEERT DE VLAAMSE STUDENT? Onze Vlaamse studenten zijn ijverig en studeren veel. Gemiddeld zitten ze zo’n 6,5 uren per dag achter de boeken. Toch zijn er heel wat groepsverschillen in studietijd. Jongens studeren globaal genomen zo’n half uur minder lang dan meisjes (6,2 versus 6,7 uren). Universiteitsstudentes zitten van alle groepen het langst met hun neus tussen de boeken. Zij halen een studietijd van bijna 8 uur per dag. Jongens uit het middelbaar hebben in de examenperiode het meeste vrije tijd – zij spenderen dan zo’n 5 uur aan studie. De onderwijsverschillen zijn
402 mins
eveneens groot. De gemiddelde middelbare scholier klopt met zo’n 5,4 uren op de studieklok bijna 2 en een half uur minder dan de universiteitsstudent. Hogeschoolstudenten klokken af op 6,9 uren per dag. Opvallend: de kotstudenten studeren per dag een half uur langer dan de pendelstudenten, hoewel ze hun slaagkansen iets lager inschatten (56,9% kans om in eerste zit te slagen) dan hun niet op kot zittende collega’s (59,6%). Wat nog opvallend is, is dat we provinciale verschillen in studietijd kunnen vaststellen. Hoewel er van West-Vlamingen beweerd wordt
372 mins
13
dat ze harde werkers zijn, worden ze door de Limburgers voorbij gestoken in studietijd. Limburgers studeren het langst van allen (6,85 uur). West-Vlamingen staan op de tweede plaats met 6,79 uur en Vlaams-Brabant krijgen brons met een mooi gemiddelde van 6,69 uur. In Oost-Vlaanderen zijn ze ofwel efficiënter, ofwel luier, ofwel eerlijker: zij bekleden de laatste stek met met 6,36 uur. Leiden die lange uren achter de boeken ook tot vertrouwen in een goede afloop? Studenten blijken over het algemeen wel te vertrouwen in hun slaagkansen. Gemiddeld genomen geven studenten zichzelf 67% kans om te slagen in
juni. De jongens zien het iéts rooskleuriger in dan de meisjes (69% versus 67%). Niet verrassend, is dat middelbare scholieren hun slaagkansen een pak hoger inschatten dan zij die in het hoger onderwijs studeren. Waar scholieren zichzelf ruim 80% kans geven om in ‘eerste zit’ te slagen, geeft de verder studerende student zichzelf maar 58%. Dit lijkt er op te wijzen dat studenten zichzelf toch een beetje overschatten, aangezien de werkelijke slaagcijfers voor de eerste zit waarschijnlijk een stuk lager zullen liggen dan die 58%. In 2013 bleek bijvoorbeeld dat slechts 40% van de eerstejaarsstudenten slaagt (bron: De Morgen)
U I T S M I J TE RS 1. De student die innig van de blok houdt is een zeldzaam beestje. Nog geen procent van de 2930 ondervraagde studenten vindt de blok de leukste periode van het schooljaar. 16% vindt het de absoluut vreselijkste periode en zo’n 12% positioneert zich precies in het midden op een honderdpuntenschaal. 2. De Oost-Vlamingen geven zichzelf, hoewel ze het minst lang studeren, de grootste kans om onmiddellijk in juni te slagen (70%). Limburgers en Brusselaars zijn pessimistischer/realistischer (schrappen wat niet past) en schatten zichzelf het laagst in (63% kans).
14
2. GOED BEGONNEN, HALF GEWONNEN? Een goed examen maken, staat of valt met een goede voorbereiding. Wij vroegen ons af in welke mate studenten van vandaag goed voorbereid naar hun examen trekken. We lijstten 7 mogelijke voorbereidingen op die doorgaans als voorwaarden beschouwd worden voor een goede examenperiode. De percenten tussen haakjes geven weer hoeveel studenten beweren deze voorbereiding in acht te nemen. 1. Regelmatig naar de les gaan (68%) 2. Tijdens het jaar de leerstof herhalen (32%) 3. Notities maken tijdens de lessen (64%) 4. Zorgen dat de cursussen volledig zijn voor de examens (83%) 5. Blokschema of studieplan opstellen voor zichzelf (43%) 6. Samenvattingen maken van de leerstof (61%) 7. Leerstof herhalen met studiegenoten (9%)
Wat blijkt is dat, en dat is niet zo verwonderlijk, meisjes over het algemeen meer voorbereidingen treffen dan jongens. Waar jongens gemiddeld 3 van de 7 mogelijke voorbereidingen aanvinken, is dat bij meisjes eentje meer. Vrouwelijke universiteitsstudentes bereiden zich het best voor op hun examens. Daarna volgen hogeschoolstudentes (die meer voorbereidingen treffen dan de universiteitsjongens) en tenslotte komen de middelbare scholieren, die gemiddeld 3 van de 7 voorbereidingen aanvinkten. Voorbereiden geeft (een beetje) vertrouwen: we vonden een significante (p<0,05) positieve (maar zwakke) correlatie tussen aantal voorbereidingen en zelfingeschatte slaagkansen (r=.04). Laat ons even de zeven voorbereidingen overlopen op zoek naar groepsverschillen. 1. De jongens in het hoger onderwijs geven in vergelijking met de meisjes opvallend minder vaak aan regelmatig naar de les te gaan (71,3% versus 83,4%). De leerlingen uit het secundair laten we hier buiten beschouwing omdat zij verplichte aanwezigheden hebben. Daarom duidden zij waarschijnlijk ook opvallend 15
minder aan ‘regelmatig’ naar de les te gaan. 2. Hier zijn de vrouwen in het middelbaar onderwijs het beste voorbereid (37,6% zegt dat ze tijdens het jaar leerstof herhalen). Slechts een kwart van de jongens uit het hoger onderwijs zet hierop in. Er wordt dus relatief weinig leerstof herhaald tijdens het jaar. Vooral studenten aan hogescholen en universiteiten lijken vooral in te zetten op hun examenperiodes om dan ‘vollebak’ aan het blokken te slaan. Daar hebben we een moeilijk woord voor: “procrastinatie”. De ziekte van de tijd? Stay tuned, want we komen hier later op terug. 3. In het middelbaar wordt er opvallend minder notitie gemaakt tijdens de lessen dan in het hoger onderwijs. De meisjes blijken ook hier weer een stuk vlijtiger dan de jongens. Waar 8 op de 10 meisjes uit het hoger onderwijs notities maakt tijdens de lessen, is dit slechts de helft bij de jongens. Jongens uit het middelbaar besparen zich het meest de moeite – daar maakt 4 op 10 notities. 4. Of je nu in het middelbaar of het hoger studeert, de cursussen aanvullen blijkt de eerste en belangrijkste examenvoorbereiding te zijn. We zien wél dat jongens dit (o zo voorspelbaar) minder vaak doen
dan meisjes (76% versus 85%). 5. Hoewel studiebegeleiders steeds hameren op het opstellen van een eigen studieplan of – schema, blijkt dit gebruik niet erg ingeburgerd te zijn bij de hedendaagse studenten. In het hoger onderwijs wordt vaker een studieplan opgesteld, maar nog steeds doet slechts 4 op 10 jongens in de hogeschool of universiteit dit. Bij de meisjes is dit 55%. Middelbare studenten lijken het studeren het meest van al ‘on the fly’ te doen, zonder echt plan. In het middelbaar stelt gemiddeld slechts 3 op 10 studenten een studieschema op ter voorbereiding van hun examens. 6. De kampioenen van de samenvattingen, zijn meisjes uit het middelbaar onderwijs. Bijna 8 op de 10 zegt dit te doen als voorbereiding op de examens. Jongens uit het hoger onderwijs doen dit het minst vaak (37%). 7. Iedereen kent het fenomeen van de last-minute herhalingen in de schoolgangen. Leerlingen ondervragen elkaar nog eens over de te kennen stof alvorens het uur van de waarheid nadert, enz. Dit fenomeen blijkt beperkt te blijven tot die laatste minuten met klamme handen in de schoolgang, want slechts een handvol leerlingen 16
herhaalt de leerstof samen met studiegenoten ter voorbereiding van examens. Er blijken geen ster-
ke groepsverschillen te bestaan: het percentage schommelt tussen de 7 en de 10%.
“Ben je doorgaans goed of slecht voorbereid op de examens?
Verschillen naar geslacht en onderwijstype (MB=middelbaar / HO = hoger) 68,0% 70%
66,2%
63,2%
60%
54,0% 46,0%
50% 40%
36,8%
32,0%
33,8%
30% 20%
Slecht voorbereid (middelbaar)
Goed voorbereid (middelbaar)
Slecht voorbereid (hoger onderwijs)
Goed voorbereid (hoger onderwijs)
Meisjes
0%
Jongens
10%
FASTER, FASTER, FASTER!
De vraag ‘ben je doorgaans goed of slecht voorbereid op de examens’, vat al het voorgaande eigenlijk samen: meisjes zijn over de hele lijn beter voorbereid dan jongens. Middelbare scholieren geven eveneens vaker aan goed voorbereid te zijn dan studenten uit het hoger onderwijs. 17
3. PROCRASTINATIE
De figuur op de volgende pagina geeft nogmaals alle groepsverschillen weer in uitstelgedrag.
ze
Bij jongens blijkt het uitstelgedrag significant problematischer te zijn, hoewel de cijfers niet zeer ver uiteen liggen. Van hen geeft ongeveer 35% aan regelmatig of heel vaak problematisch uit te stellen. Bij de meisjes is dit ongeveer 30%. Bovendien, en niet verrassend, is het zo dat pro-
Tot slot van dit stukje over uitstelgedrag de volgende statistiek: 1 op 3 studenten heeft ooit een nachtje doorgestudeerd omdat ze niet klaar geraakten met een vak. Jongens en meisjes blijken dit even vaak te doen. In het hoger onderwijs voltrekt dit ‘nachtje door’-ritueel zich vaker dan in het middelbaar: ongeveer 1 op 4 studenten in het middelbaar heeft dit wel eens gedaan, tegenover bijna 2 op 5 studenten in het hoger onderwijs.
oo
Hoewel een kwart van de studenten zegt zelden in de problemen te komen door het studeren uit te stellen, zegt slechts 5% van de studenten nooit in de problemen te komen omwille van hun uitstelgedrag. Bijna 1 op de 3 komt zo geregeld of heel vaak in de problemen.
blematisch uitstelgedrag in het hoger onderwijs vaker voorkomt dan in het middelbaar onderwijs, wat waarschijnlijk veel te maken heeft met de volumes leerstof die verwerkt dienen te worden. Een andere plausibele verklaring is het grotere aantal tussentijdse evaluaties in het middelbaar onderwijs.
Sn
Omdat er nu eenmaal honderden dingen te bedenken zijn die leuker zijn dan studeren, zou het wel eens kunnen dat studenten die honderden dingen blijven doen tot de interne alarmbel code donkerrood aangeeft. De huidige generatie studenten zouden als digital natives echte multitaskers zijn. Al dat Facebooken, sms’en, chatten, smartphonen, WhatsAppen en whatnotten, zou dan een nefaste invloed hebben op de studievooruitgang van de studenten. Maar hoeveel studenten hebben nu eigenlijk last van hun eigen uitstelgedrag?
18
“Ik kom wel eens in de problemen doordat ik te laat begin te studeren” (n=2891)
11,0%
Meisjes (HO)
19,2%
16,0%
Jongens (HO)
25,4%
Meisjes (MB)
8,5%
15,9%
Jongens (MB)
8,6%
16,4%
11,5%
Globaal
40,2%
25,1%
32,9%
21,3%
43,4%
35,2%
20,1%
28,3%
29,9%
38,5%
4,7%
4,4%
4,0%
9,9%
24,8%
5,1%
50%
0%
100%
Heel vaak Regelmatig Soms Zelden Nooit
FASTER, FASTER, FASTER!
-De meeste studenten komen ooit wel eens in de problemen doordat ze te laat beginnen met studeren. Voor 1 op 3 is dit een courant probleem. Jongens stellen vaker problematisch uit dan meisjes. -1 op 3 studenten studenten stak ooit eens een nachtje door om te studeren. 19
4. STUDIEBEGELEIDING Diensten die studiebegeleiding aanbieden hebben, naarmate meer en meer mensen hogere studies aanvatten, steeds meer ‘cliënten’ over de vloer. Dat veel jonge studenten beroep doen op deze diensten, blijkt ook uit onze data. Globaal genomen heeft zo’n 29% van de studenten in onze steekproef ooit studiebegeleiding gekregen. 21% kreeg die hulp van mensen van binnen de eigen school, 8% ging zocht externen op.
We vroegen eveneens of studenten Teleblok kenden. Zij bieden (telefonische of online) hulpverlening aan voor studenten die het even moeilijk hebben in hun blok. 27% van de studenten geeft aan Teleblok te kennen. Van deze groep studenten heeft echter slechts 5% ooit contact gehad met hen. Teleblok blijkt, niet verrassend, het bekendst bij hogeschool en universiteitsstudenten. Meer vrouwelijke dan mannelijke studenten geven bovendien aan Teleblok te kennen.
FASTER, FASTER, FASTER!
-Zo’n 30% van de studenten deed ooit beroep op studiebegeleiding. De meeste hiervan kregen begeleiding van binnen de school, bijna 1 op 10 kreeg ooit studiebegeleiding van andere instanties. -Hoewel 27% van de studenten Teleblok kent, heeft slechts 5% van er ooit contact mee gehad. 20
Studiebegeleiding binnen de school (21%) Studiebegeleiding buiten de school (8%)
Kent Teleblok (27%) Hadden al contact met Teleblok (5% v. 27%)
21
IN SOC Q
U A RA
I A LE
NTA INE? 22
1. MASSABLOKKEN OF TOCH LIEVER ALLEEN? De laatste jaren hebben we een enorme opmars gezien van het aantal studenten dat er voor kiest samen te studeren. De Gentse boekentoren bijvoorbeeld, zit sedert enkele jaren afgeladen vol met studenten die hopen in een ‘collectief studieritme’ te geraken met veel tijd om te studeren maar ook om samen te ontspannen. Maar hoe groot is dit fenomeen van samen studeren nu werkelijk? Wij vroegen aan 2933 studenten of ze van plan zijn alleen te studeren of samen met anderen. Over de gehele groep samen, blijkt eigenlijk slechts 1 op 10 studenten samen te zullen studeren. De rest beslist de ‘heerlijke eenzaamheid’ in te duiken en het gevecht met de boeken alleen aan te gaan. We zien echter wel grote verschillen tussen middelbare en hoger onderwijsstudenten. Van de universiteitsstudenten, is zo’n 15% van plan samen te studeren. In het middelbaar is dit slechts 5%. Ho-
geschoolstudenten liggen precies tussenin, met 1 op 10 die samen wil gaan studeren. Het lijkt er dus sterk op dat de beelden van massa’s samen studerende studenten onze inschatting over de grootte van het fenomeen ietwat vertroebelen. Het is slechts de kleine minderheid van de studenten die ‘massablokken’ of blokken met vrienden verkiest boven het gemak van eenzame slonzigheid.
3 op 20 universiteitsstudenten zijn van plan samen met vrienden te studeren.
FASTER, FASTER, FASTER!
-Hoewel samen studeren duidelijk in opmars is, is slechts 1 op 10 studenten gevonden voor het idee. Op de universiteiten is dat 15%. 23
2. OFF- EN ONLINE CONTACT MET VRIENDEN Dat studenten tijdens de examenperiodes minder contact hebben met hun vrienden, is niet wereldschokkend. Dit gereduceerd sociaal contact geldt voor bijna 6 op 10 studenten. Ruim 3 op 10 zegt evenveel contact te hebben met vrienden tijdens de examens en bijna 1 op 10 heeft meer contact. Dit globale patroon verhult echter grote verschillen in onderwijsvormen. Universiteitsstudenten hebben, hoewel ze meer dan anderen van plan zijn samen te studeren, het minst contact met hun vrienden. Zo’n 73% heeft minder sociaal contact dan gewoonlijk. In de hogeschool is dit 60%, in het middelbaar de helft. Meisjes blijken zichzelf ook vaker dan jongens in ‘sociale quarantaine’ te plaatsen in de blok. Wat dan met online sociale contacten? Hebben online sociale netwerken de blokkende student bevrijd van zijn of haar eenzaamheid? We weten dat jongeren Facebook in belangrijke mate gebruiken om ‘offline’ sociale contacten te onderhouden. We zijn echter benieuwd of online contact tijdens de periodes waarin offline contact minder haalbaar
is, er ook voor kan zorgen dat studenten zich minder eenzaam voelen. En ja hoor, Facebook blijkt inderdaad een baken van troost te zijn in de examenperiodes. Bijna 6 op de 10 jongeren zegt dat Facebook ervoor zorgt dat ze zich minder eenzaam voelen tijdens de examenperiodes. Ruim 4 op 10 is het hier niet mee eens. We zien bovendien geen geslachtsof onderwijsverschillen in deze antwoordverdelingen. Hoe het ook zij, Facebook blijkt een krachtige ‘afleider’ te zijn in juni. 8 op 10 studenten zijn het (helemaal) eens dat Facebook ze te vaak afleidt tijdens de examens. Jongens geven echter minder vaak toe dat dit het geval is: 7 op 10 is het (helemaal) eens, bij de meisjes is dit 8 op 10. Ten slotte blijken ook studenten in de hogeschool (84%) en de universiteit (80%) meer afgeleid te worden door Facebook dan studenten in het middelbaar (74%). Nutteloos weetje: Oost-Vlamingen geven het minst vaak aan te vaak afgeleid te worden door Facebook (75%) terwijl de Limburgers dit het vaakst voorhebben (83%).
24
Tijdens de examens wordt er dus duchtig contact gezocht op het internet om grieven of (de afwezigheid van?) nieuwtjes te delen met elkaar. Dat dit studenten te vaak afleidt, lijkt duidelijk te zijn. Aan de andere kant mogen we ook de positieve kant van het verhaal niet vergeten. Facebook blijkt in de examenperiodes een medicijn tegen eenzaamheid. 65% van de jongeren stelt bovendien dat het internet hen toelaat makkelijk hun hart te
luchten tijdens de examenperiode. Meisjes (66%) doen dit al wat vaker dan jongens (60%) en hogeschoolstudenten zijn met 70% de kampioenen van het online hart luchten. …Maar gaat er iets boven ‘écht’ het hart luchten, met een knuffel, schouderklop op motivatiespeech in real life? In het volgende stuk bekijken we van wie studenten het meeste steun ontvangen.
Eens
“Facebook zorgt er voor dat ik me minder eenzaam voel tijdens de examens” Oneens
Eens
“Facebook leidt me te vaak af tijdens de examens” Oneens
FASTER, FASTER, FASTER!
-(Vooral vrouwelijke) studenten hebben minder contact met vrienden tijdens de blok. Een baken tegen eenzaamheid voor 6 op 10 jongeren, is Facebook. -Echter, 8 op 10 studenten vindt dat Facebook ze teveel afleidt tijdens de blok. Dit geldt het meest bij hogeschool of uniefstudenten. 25
3. “MOEDERS BOVEN!” A.K.A STEUN TIJDENS DE BLOK We stellen in jeugdonderzoek al een tijdlang vast dat, hoewel jongeren meer en makkelijker dan ooit vernetwerkt zijn geraakt met vrienden en (vage) kennissen van over de hele wereld, ze toch meer en meer op zoek gaan naar kwalitatieve sociale relaties in de eigen beperktere (familiale) kring. Kwantiteit lokt dus de zoektocht naar kwaliteit uit. De nieuwe helden zijn niet langer de Hollywoodsterren maar de moeders! We zien een shift van Superman naar Supermama. Ook onze data wijzen in die richting. Bij alle onderwijsgroepen, is de moeder de grootste bron van steun tijdens de examenperiode. Alleen bij de hogeschoolstudenten moet ze heel nipt de bevriende studiegenoten laten voorgaan. De top 3 voor de verschillende groepen ziet er als volgt uit: Studenten middelbaar: 1. Moeder (41%) 2. Bevriende studiegenoten (25,4%) 3. Lief (9,4%)
Hogeschoolstudenten: 1. Bevriende studiegenoten (28%) 2. Moeder (27,8%) 3. Lief (26,2%) Universiteitsstudenten: 1. Moeder (32%) 2. Bevriende studiegenoten (26%) 3. Lief (24,2%) Heel opvallend is dat, terwijl de moeders hun stevige schouders aanbieden ter ondersteuning van hun kinderen, de vaders blijkbaar gewoon rustig in de zetel blijven zitten (het WK gaat voor?): slechts 3% van de studenten krijgt tijdens de examenperiodes het meeste steun van zijn of haar vader. Meisjes blijken over de hele lijn vaker hun moeder en bevriende studiegenoten als voornaamste steunbronnen naar voor te schuiven, terwijl jongens iets meer hun vader en lief nomineren. Een hoopvolle statistiek, is dat slechts 4,5% van de ondervraagde studenten aangeeft van niemand steun te krijgen tijdens de examenperiode.
FASTER, FASTER, FASTER!
-Moeders zijn voor de meeste studenten de grootste bron van steun. -Bevriende studiegenoten staan op de tweede plaats. -Opvallend: de vaders trekken zich niet zoveel aan van examens: slechts 3% krijgt van hen het meeste steun. 26
“Van wie krijg je het meeste steun tijdens de examenperiode?”
Vader
Bevriende studiegenoten
3%
25 tot 28%
Moeder
28 tot 41%
4. FM-GOLVEN TIJDENS DE STUDIE Geen snellere remedie tegen eenzaamheid te bedenken dan vertrouwde stemmen op de radio. Studenten durven tijdens het studeren inderdaad wel eens af te stemmen op hun favoriete zender. Iets meer dan 1 op 10 studeert zelfs altijd met de radio aan. De mannelijke studenten doen het iets vaker dan vrouwelijke studenten. In het middelbaar wordt het vaakst met FM-golven gestudeerd: ruim 40% van de middelbare scholieren studeert altijd of vaak met de radio. In de hogeschool zakt dit cijfer tot iets meer
dan 30% en in universiteiten tot 20%. Aan Tom De Cock en Peter Van de Veire om dit cijfer in juni te laten exploderen! Middelbare scholieren die vaak of altijd met de radio studeren.
40%
27
5. TIME TO RELAX... De meeste studenten hebben wel degelijk nog een paar uurtjes per dag over om zich ten volle over te geven aan ontspannende activiteiten zoals daar zijn: muziek beluisteren, lezen, films of series bekijken, sporten, Facebook, gamen, seks, enz. We lieten onze respondenten een top 3 opstellen van hun favoriete ontspanningsactiviteiten en maakten dan zelf een ‘master’-top3 waarin alle stemmen samengeteld zitten. De mensen bij MNM zullen het graag lezen, want afgetekend op nummer 1 staat ‘muziek beluisteren’ (1390 stemmen). Dit opent natuurlijk prachtige mogelijkheden zoals een kwartier ontspanning op vaste tijdstippen op de Marathonradio, of een dagelijkse blokplaat, een relaxatie-plaat, een ‘volle-bak’-plaat, een frustratieplaat of slaapplaat door de luisteraars in nood gekozen. Waarom ook geen rad van Fortuin installeren die de collectieve examenmood en bijhorende bepaalt? De tweede favoriete ontspanningsbezigheid van studenten is films of series bekijken (1162 stemmen). Een aflevering Game of Thrones, Dexter of Breaking
Bad... Die saaie blok mag wel eens verstoord worden met een portie geweld. Op drie, tenslotte, staat Facebook (1069 stemmen). Dat zagen we eerder al - Facebook blijkt zowel een remedie te zijn tegen eenzaamheid als irritante tijdsvreter waardoor men teveel afgeleid wordt van de studie. Uitgaan is hoe dan ook iets wat studenten niet doen tijdens de examenperiode. Slechts 96 mensen namen dit op in hun top 3 van favoriete ontspanningsmethoden tijdens de blok. Lezen (344 stemmen), daar hebben de meesten ook de buik al van vol. Seks staat in de lage middenmoot van de lijst (533 stemmen). ‘Naar mijn lief gaan’, ‘samenzijn met vriendje/ vriendinnetje’, enz. wordt echter wel zeer vaak spontaan geantwoord op de vraag. Jongens antwoorden vaker spontaan met ‘seks’ terwijl meisjes hetzelfde waarschijnlijk doorgaans ‘anders’ uitdrukken met ‘liefje bezoeken’. De volledige ranglijst, met de grootte van het font evenredig met het aantal stemmen, is terug te vinden op de volgende pagina.
28
Muziek beluisteren Films/Series bekijken Facebook
SMS’en / Bellen / Chatten Televisie kijken Sporten
Samenzijn met ouders/familie Afspreken met vrienden Seks Lezen
Internet (niet Facebook) Gamen Uitgaan
“Afspreken met mn lief en samen toffe dingen doen (zoals blijven slapen en seks hebben)” “Afspreken met lief (is zoveel meer dan seks)”
29
“M E N S SANA IN COR P ORE S AN O” GE Z ON D HEID TIJDE NS DE B LOK 30
1. MENS SANA... Zeggen dat de examens mentaal veel eisen van jonge mensen, is een open deur instampen. Wij wilden echter weten wat de precieze uitingsvormen zijn van die mentale druk. We lijstten dertien mogelijke psychologische klachten op en vroegen de respondenten telkens aan te geven of ze er wel of niet last van hebben tijdens de blok. De grootste verschillen vinden we tussen de geslachten. Meisjes blijken een pak gevoeliger voor de opgelijste psychologische ongemakken. Zij vinken gemiddeld 5,4 klachten aan, terwijl de jongens er 3,8 aanvinken. Opvallend is ook dat kotstudenten gemiddeld genomen meer klachten hebben dan niet-kotstudenten (5,5 vs. 5,1 klachten). Mogelijk heeft dat te maken met de omgeving waarin gestudeerd wordt – kotstudenten geven vaker aan eenzaamheid te ervaren. Tenslotte blijken de examenperiodes in het hoger onderwijs stresserender te zijn dan deze in het secundair onderwijs (5,3 klachten versus 4,5 klachten gemiddeld).
en dan ook erg veel voorkomen. Slechts 2% van de meisjes en 6% van de jongens heeft geen last van de opgesomde stressfactoren. Cognitieve inspanningen vergen uiteraard veel van het lichaam en van alle klachten blijkt vermoeidheid dan ook de frequentst voorkomende te zijn. Liefst 85% van de meisjes geeft aan hier last van te hebben tijdens de examenperiode. Zenuwachtigheid en concentratiemoeilijkheden vervolledigen de top drie. De enige klachten waar minder dan een kwart van de meisjes last van heeft, zijn angstgevoelens, buikpijn/misselijkheid, minder eetlust, depressieve gevoelens en lusteloosheid. Hoewel een zekere mate aan stress goed is voor het functioneren, mogen we toch alert zijn voor overmatig gestresseerde studenten. Hoe meer klachten men immers heeft, hoe lager men de kans inschat dat men in juni onmiddellijk zal slagen (correlatie van -0,22, significant op ***-niveau) en hoe meer men naar middelen grijpt om de examenperiode door te komen (zie later).
Duidelijk is alleszins dat psychologische klachten tijdens de examenperiode volstrekt normaal zijn 31
“Van welke van onderstaande zaken heb je wel eens last tijdens de examenperiode?” 0%
10% 20%
30%
40%
50%
60%
70% 68,9%
80%
90% 85,3%
Vermoeidheid 45,5%
65,9%
Zenuwachtig zijn 51,0%
60,7%
Concentratieprobl. 34,7%
56,7%
Hoofdpijn 32,6%
47,7%
Faalangst 32,6%
50,6%
Prikkelbaarheid 34,7%
48,7%
Moeilijk kn. slapen 19,9%
26,2%
Eenzaamheid 11,0%
24,4%
Angstgevoelens 10,0%
22,2%
Buikpijn/Misselijkh. 13,8% 16,9%
Minder eetlust 10,7% 16,5%
Depressieve gevoel. 10,4% 14,7%
Lusteloosheid 5,8%
Geen v. bovenst.
1,8%
Vrouwen Mannen
32
Tot slot. Ook voldoende slaap is essentieel voor een goede mentale en fysieke gezondheid. We zagen eerder dat ongeveer een kwart van de studenten ooit een nachtje door studeerde. Hier onderzoeken we of dit uitzondering dan wel regel is tijdens de examenperiodes. Met andere woorden: slapen studenten wel voldoende? Bijna de helft van de studenten slaapt minder of veel minder dan gewoonlijk tijdens de examenperiodes.
Slechts één op tien komt aan meer slaap en voor 4 op 10 verandert er op slaapvlak niet veel in de examenperiodes. Kotstudenten slapen minder dan niet-kotstudenten en hogeschoolstudenten schroeven hun slaap het meest drastisch terug (55% van hen slaapt (veel) minder dan gewoonlijk). Ook op de nachtrust van meisjes wordt vaker beknibbeld in vergelijking met jongens. Iets meer dan de helft van de meisjes slaapt minder, bij de jongens is dit 40%.
Slaapt minder tijdens de examenperiode Slaapt evenveel tijdens examenperiode Slaapt meer tijdens de examenperiode
FASTER, FASTER, FASTER!
-Meisjes hebben (veel) meer psychologische examenklachten dan jongens (5,4 vs. 3,8). Vermoeidheid en zenuwachtigheid voeren de lijst aan. -Hoe meer klachten, hoe minder de zelfingeschatte slaagkansen en hoe meer kans op middelengebruik. -Er wordt flink op slaap ingeboet tijdens de examenperiodes. 33
2. ...IN CORPORE SANO Onderzoek heeft onlangs aangetoond dat studenten in het eerste semester aan de universiteit gemiddeld zo’n 1 kilogram verdikken, mede veroorzaakt door een ongezondere levensstijl (Deliens et al., 2013). Wij vroegen ons af studenten tijdens hun blokperiode extra of net minder aandacht schenken aan het adagium ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’. Hoewel de meeste studenten waarschijnlijk wel overtuigd zijn van het belang van een gezonde levensstijl, wordt dit tijdens de examens blijkbaar even ‘on hold’ gezet. 52% van de studenten beweert ongezonder te leven terwijl bijna 1 op 5 het omgekeerde zegt te doen. De rest blijft hetzelfde (on)gezonde leven als in de rest van het jaar aanhouden. Meisjes lijken iets ambitieuzer dan jongens om tijdens de blokperiode gezonder (of minder ongezond) te gaan leven, maar die verschillen zijn relatief klein. Wat eveneens opvalt, is dat kotstudenten meer moeite doen om toch gezonder te leven tijdens de examenperiode (1 op 4 versus minder dan 1 op 5). Universiteitsstudenten lijken het meest het belang in te zien van een gezondere levens-
stijl tijdens de examens. Precies een kwart van hen leeft gezonder tijdens de blok terwijl dat in het middelbaar en de hogeschool slechts 16 à 17% is. Een gezonde geest in een gezond lichaam kan ook bewerkstelligd worden door voldoende lichaamsbeweging. Sporten zou een ideale manier zijn om gezond te ontspannen tijdens de examens. Toch blijkt dat 4 op 10 studenten helemaal niet sport tijdens de examenperiodes (Evy Gruyaert heeft nog werk aan de winkel!). Bij de sporters, zien we wel een relatief grote groep ‘fanatiekelingen’ die elke dag (20%) of enkele keren per week (24%) gaan sporten. De jongens bewegen meer dan de meisjes. 25% gaat dagelijks sporten, bij de meisjes is dit 18%. Studenten die niet op kot zitten, sporten iets meer dan de anderen en scholieren in het middelbaar sporten iets intensiever dan hun collega studenten in het hoger onderwijs.
34
“Hoe vaak sport je tijdens de examenperiode?”
Elke dag
20% 13%
1 of meerdere keren per week Minder dan 1x per week
28% 39%
Nooit
FASTER, FASTER, FASTER!
-1 op 2 leeft ongezonder tijdens de examens, 1 op 5 leeft gezonder. -4 op 10 studenten sport niet tijdens de examens. Jongens sporten meer dan meisjes.
3. VOEDINGSGEWOONTEN VAN STUDENTEN Eén op de drie studenten zegt minder gezond te eten tijdens de examens. Slechts 12% geeft aan gezonder te eten. Kotstudenten (vooral aan de universiteit) doen meer moeite dan anderen om gezonder te eten (18%). Meisjes veranderen hun eetpatronen tijdens de examens meer dan jongens, in goede zin maar ook (en vaker) in slechte zin: 35% van de meisjes eet ongezonder tijdens de examens. Een aannemelijke
verklaring is tijdsgebrek. Studenten zouden dan in de examenperiodes vaker kant-en-klare, dus doorgaans ongezondere, maaltijden nuttigen. Dit blijkt inderdaad zo te zijn. Ruim een kwart van de studenten eet een paar keer per week kanten-klare maaltijden. Slechts 3% schotelt zichzelf dagelijks kant-enklaar voor. 22% zegt vaker dergelijke maaltijden te eten tijdens de 35
examens, 18% zegt net het omgekeerde. (Mannelijke) kotstudenten ‘bereiden’ het vaakst kant-en-klare maaltijden. 35% doet dit een paar keer per week. Was het niet dezelfde groep die ook beweerde gezonder te leven tijdens de examens?
Het grootste deel van de studenten eet samen met zijn of haar familie (64%), mogelijks ligt dit cijfer zo hoog omdat vele kotstudenten thuis studeren. Een kwart eet alleen en 1 op 10 eet samen met kotgenoten of vrienden. Bij studenten die op kot zitten, krijgen
Hoe vaak eet je tijdens de examenperiode kant-en-klare maaltijden? 25,7% paar keer per week
3,0% dagelijks 33,2% zelden/nooit
38,2% <= 1x per week
Gevraagd naar hun favoriete examenvoedsel, worden enkele zaken zeer vaak vernoemd. Absolute favoriet is pizza. Chocolade, frieten, spaghetti, pasta, macaroni en snoep worden ook vaak spontaan vermeld. Het mag dus best wel calorierijk zijn - een actief brein heeft ook fuel nodig. Eén iemand blijft bij haar favoriete examenfood nogal algemeen met ‘dingen die in het frietvet worden gebakken’. Verder éénlingen die mysterieuze of eerder grappige gerechten opsommen. Culinaire hoogstandjes worden sowieso niet verwacht. What about ‘ontplofballetjes’, ‘kokosnoten van lot’, ‘koekjes (Ja, als maaltijd)’, ‘aardappelsalade gamaakt met de koude pattaten van vorige dag en dan met mayonaise’ (sic) en ‘pannekoeken met verkruimelde chips en negerinnentetten ertussen’. Veel mama’s ook die goed zorgen voor hun student(e): ‘Het eten in potjes dat mama meegeeft’ of ‘vis met spinazie, purree en kaassaus van de mama’ (sic). 36
we uiteraard een ander verhaal. Van hen eet 29% met vrienden of kotgenoten en één derde eet alleen. Leuk weetje: er zijn ongeveer evenveel studenten die de weegschaalwijzer naar links zien gaan als zij die hem de andere kant zien opdraaien. 57% van de studenten
blijft op gewicht, 23% verdikt en 20% vermagert. Kot- en universiteitsstudenten vermageren sterker dan pendelstudenten en hogeschool- of middelbare studenten. Meisjes verdikken én vermageren vaker dan jongens. Bijna 7 op 10 jongens blijft op hetzelfde gewicht, bij de meisjes is dit maar iets meer dan de helft.
Welk effect hebben examenperiodes doorgaans op je gewicht? 20% Gewichtsverlies
57% Status-quo
23% Gewichtstoename
FASTER, FASTER, FASTER!
-Ruim 1 op 3 studenten eet ongezonder tijdens de examens, 1 op 10 eet gezonder. -Een kwart eet een paar keer per week kant-en-klare maaltijden, mannelijke kotstudenten (niet verwonderlijk) iets meer (35%). -Men eet voornamelijk met familie (64%) of alleen (25%). -Bij kotstudenten een ander verhaal: 3 op 10 kotstudenten eet samen met de kotgenoten - velen studeren/eten waarschijnlijk thuis. -1 op 5 studenten verdikt, 1 op 5 vermagert en 3 op 5 blijft status-quo tijdens de examenperiode. Meisjes schommelen meer. 37
4. MIDDELENGEBRUIK TIJDENS DE BLOK Een vermoeiende blok blijkt de studenten in grote aantallen naar de cultureel aanvaarde pepmiddelen koffie en caffeïnedrankjes te leiden. Mannelijke studenten zijn meer dan vrouwelijke studenten fervente caffeïnegebruikers. Opvallend is dat er heel wat studenten vitaminepillen blijken te slikken. Zo’n 30% van de meisjes en 20% van de jongens gebruikt ze. Sigaretten blijken redelijk ‘out’ te geraken bij de jongeren, want iets minder dan 1 op 10 van de studenten geeft nog aan te roken. Alcohol wordt tijdens de examens door bijna 1 op 5 jongens nog gebruikt. Dit cijfer ligt 3 keer lager bij de meisjes, die dan weer meer pijnstillers, homeopathische middelen en, verrassender, slaapen kalmeringspillen gebruiken (telkens rond de 10%).
ficant op .01-niveau). Er is echter globaal genomen weinig reden tot paniek. Studenten gebruiken over het algemeen gemiddeld 1,4 middelen. In het secundair onderwijs is dit gemiddeld nog geen 1 maar in de universiteit loopt dit aantal op tot 1,8. Ook kotstudenten blijken significant meer middelen te gebruiken dan pendelstudenten (1,8 versus 1,6). Tot slot, gaven vele studenten in een open antwoordcategorie nog aan welke ‘middelen’ ze nog zoal gebruiken om de examenperiode goed door te komen. Opvallend vaak genoemde zaken zijn chocolade, snoep en suikergoed en gewoon ‘old school’ water.
Ongeveer 30% van de studenten komt de examenperiodes ‘middelenvrij’ door. Dat is goed, want hoe meer middelen men gebruikt, hoe lager de zelfingeschatte slaagkansen zijn (correlatie van -0,16; significant op .01-niveau). Middelengebruik blijkt op de koop toe ook sterk positief samen te hangen met het aantal psychologische klachten dat men aangeeft te hebben (r=0,34; signi38
Welke van onderstaande middelen gebruik je wel eens tijdens de examenperiode? 0%
10%
20%
40%
30%
50%
41,9%
Caffeïnedrankjes
36,7% 35,1% 28,8%
Koffie 29,6%
31,8%
Geen van bovenst. 20,1% 29,8%
Vitaminepillen 18,4% 6,3%
Alcohol 10,4%
Sigaretten
Pijnstillers
Homeopathische m.
6,7% 4,0% 11,0% 3,6% 10,2% 3,3%
Slaap- of kalm.midd.
8,7%
Pepmiddelen (bv. Rilatine)
4,4% 2,6%
Cannabis
3,1% 0,7%
Vrouwen Mannen
FASTER, FASTER, FASTER!
-Caffeïne wordt het vaakst gebruikt. Opvallend veel studenten slikken vitaminepillen (30% van de meisjes, 20% van de jongens) -Meisjes gebruiken meer vitaminepillen, pijnstillers (11%), homeopathie (10%) en slaap- en kalmeringsmiddelen (9%). Jongens meer caffeïne (35-40%), alcohol (18%), pepmiddelen (4%) en cannabis (3%).
39
L I J FEL IJKE L
U
S
T 40
1. MASTURBEREN, PORNO, SEKS, EN RELATIES Hard labeur schreeuwt om beloningen en aangezien klassieke beloningen zoals met de vrienden op stap gaan, lang pauzeren of lekker uitrusten er in de examens doorgaans niet inzitten, worden die beloningen wel eens vaker gezocht in de eigen lichamelijk-
heid. Is de bevrediging van lusten in de examenperiode inderdaad een belangrijke uitlaatklep? Wij lieten de taboes los en vroegen aan de studenten van boven de 16 jaar hoe dat bij hen zit. Voor de dag ermee!
Wat doet de examenperiode met je lustgevoelens? 0%
10%
20%
30%
40%
50% 52,7%
16,7%
Meer zelfbevrediging
36,3%
Bekijk meer seks op internet
3,4% 22,0% 20,1%
Verlang meer naar relatie 21,6% 44,7%
Examens doen niets met mijn lustgevoelens 15,6% 7,2%
Meer seks 10,7%
Geen antw.
Meer online seks
11,5%
5,6% 1,5%
4,0%
Minder lustgevoelens
10,4%
Vrouwen Mannen 41
Het positieve verband tussen examens en lustgevoelens, blijkt uit het feit dat slechts één vijfde van de jongens en 45% van de meisjes zegt dat er geen verband is tussen de twee. Dat examens eerder meer dan minder lustgevoelens uitlokken, blijkt duidelijk uit het feit dat slechts 4% van de jongens en 10% van de meisjes zegt dat ze minder lustgevoelens hebben tijdens de examenperiodes. Weinig verrassend is dat we grote M/V-verschillen zien in lustgevoelens en lustbevrediging. Waar meer dan de helft van de jongens in de examenperiodes vaker masturbeert, is dit bij de meisjes 17%. Seks bekijken op het internet is al helemaal niet besteed aan de vrouwelijke populatie. De jongens vinden vlot (en vaker) de weg naar x-rated websites (36%). Best verrassend is dat jongens vaker dan meisjes aangeven meer seks te hebben tijdens de examenperiodes. Ervan uitgaande dat relaties doorgaans gevormd worden door leeftijdsgenoten en dat homorelaties slechts een minderheid van alle relaties vormen, lijkt dit een vreemde vaststelling (immers, it takes two to tango). De cijfers van mannen en vrouwen schurken het dichts bij elkaar bij de vraag of men meer verlangt naar een relatie – daar wordt afge-
klokt op om en bij de 20%. Jongens uit het hoger onderwijs geven dubbel zo vaak aan seks te bekijken op internet dan jongens uit het middelbaar onderwijs (4 op 10 versus 2 op 10). Meisjes geven hoe dan ook veel minder vaak aan dat ze tijdens de examens meer seks bekijken op internet – we zien tevens geen verschillen in leeftijd/onderwijstype. We zien wel verschillen in vaker masturberen tussen 16+ meisjes in het secundair en meisjes in het hoger onderwijs. Van de universiteitsstudentes geeft 20% aan meer aan zelfbevrediging te doen. Bij de studentes in het middelbaar is dit met 12% slechts iets meer dan de helft hiervan. Hetzelfde patroon zien we, zij het minder uitgesproken, bij de jongens (6 op 10 in het hoger onderwijs versus 4 op 10 in het middelbaar). Hogeschool jongens geven met ruim 1 op 5 het vaakst aan meer seks te hebben tijdens de examenperiodes. Voor de meisjes is er nauwelijks verschil tussen hogeschool en universiteit (9%). 3% van de vrouwelijke en 10% van de mannelijke middelbare scholieren beweert meer seks te hebben in de examenperiodes.
42
FASTER, FASTER, FASTER!
-Examens wakkeren over het algemeen de lustgevoelens inderdaad aan, al is dat bij jongens (veel) sterker het geval dan bij meisjes. -Meer dan de helft van de jongens masturbeert vaker tijdens de examenperiodes. Bij meisjes ligt dit cijfer rond de 1 op 5. -Jongens vinden tijdens de examenperiode veel vaker hun weg naar seks op het internet (36% vs. 3,4%) en beweren vaker meer seks te hebben tijdens de examenperiode. -Lustgevoelens en -bevrediging liggen over de hele lijn een stuk hoger in het hoger onderwijs. -Online seks (bv. erotische foto’s/videos uitwisselen via Snapchat) gebeurt niet veel vaker tijdens de examens (6% bij jongens, 2% bij de meisjes) 43
V I V A B Z
RA IL? 44
1. TWEEDE ZIT MET KOMPANY ET COMPAGNIE? De grafiek met slaagpercentages van studenten vertoont om de 4 jaar een ‘mysterieuze’ knik naar beneden. Die knik heeft alles te maken met het Wereldkampioenschap voetbal. In jaren met een WK zouden de slaagpercentages tot 10% lager liggen (Bron: Het Nieuwsblad). Dat onze zwart-, geel- en roodgestreepte helden na lange tijd terug op dat toneel zullen verschijnen, maakt de bezorgdheid over die slaagcijfers des te groter. De KULAK waarschuwde haar studenten al om daags voor een examen niet naar de Rode Duivels te kijken, en al zeker niet op café. De Thomas More hogescholen waren iets pro-actiever: zij planden geen examens op dagen na een match van de Belgen.
actief. 7% van de studenten is van plan het WK aan zich voorbij te laten gaan omdat het volgen ervan moeilijk gaat vanwege de examens.
Maar is al die bezorgdheid nu wel terecht? Wij vroegen aan 2931 studenten of ze van plan zijn het WK te volgen. Uit onze cijfers blijkt weinig redenen tot ongerustheid, want de studenten zijn niet en masse van plan om de campagne van de Rode Duivels, laat staan het hele WK, te volgen. 49% zegt het WK niet te zullen volgen omdat voetbal hen te weinig interesseert. 12% zal het WK ‘heel actief’ volgen, 1 op 3 wil het wel volgen maar niet heel
Van de 1509 studenten die aangaven het WK heel actief of minder actief te zullen volgen, wilden we weten of ze van plan zijn alle matchen van de Rode Duivels te bekijken. Opvallend: slechts 1 op 2 is dit effectief van plan, al trekken de meisjes dit gemiddelde naar beneden (42% versus 65%). In de Hogescholen zitten de meest fanatieke supporters (62% zal alle matchen volgen, versus 53% in de universiteit en 39% in het middelbaar). Op een totale groep van
Niet verwonderlijk zien we grote verschillen tussen jongens en meisjes… En als we dan toch beslissen bezorgd te zijn over de studenten, zijn we dit het best over de jongens. Van hen zal 28% het WK ‘heel actief’ volgen (versus 6% van de meisjes). Minder verschil zien we bij zij die het WK niet heel actief zullen volgen: één op de drie tekent hiervoor. Opvallend is dat eveneens 1 op de 3 jongens aangeeft het WK niet te zullen volgen wegens een gebrek aan interesse in voetbal. Bij de meisjes is dit 54%.
45
2933 studenten zullen, ondanks de in de media breed uitgesmeerde ‘Rode Duivels-gekte’, amper 758 studenten alle matchen van de nationale ploeg bekijken. Waarschijnlijk heeft dit meer te maken met hun studieplanning dan met hun sympathie voor de Rode Duivels, want als het van de studenten afhangt, winnen de Rode Duivels het WK in Brazilië. Van bescheidenheid geen sprake: 36% ziet onze driekleur wereldkampioen worden. Daarmee laten Kompany en de zijnen toch mooi Spanje (23%), Brazilië (14%) en Duitsland (12%) achter zich.
De grote vrees voor de lagere slaagkansen zal voor sommigen wel terecht zijn, door de band genomen zijn jonge studenten wel realistisch genoeg om zelf hun studie- en ontspanningstijden te plannen. Tot slot. De regeling van de Thomas More hogeschool is fantastische marketing. 53% van onze jonge voetbalfans is akkoord dat scholen rekening zouden moeten houden met speeldata van de Rode Duivels. Universiteitsstudenten zijn het meest inschikkelijk – van hen is 53% niet akkoord.
Het lijkt er, samengevat, sterk op dat studenten wel uitzien naar het WK, maar toch beseffen dat hun examens prioriteit moeten krijgen.
FASTER, FASTER, FASTER!
-Grote M/V-verschillen in interesse in het WK. 6 op de 10 jongens en amper 4 op 10 meisjes zullen het WK volgen. -Van de jongens wil 28% het WK ‘heel actief’ volgen, bij de meisjes is dit slechts 6%. -Slechts de helft van de mensen die zeggen het WK te zullen volgen, zullen ook alle matchen van de Rode Duivels bekijken. -De glazen bol van de studenten zegt duidelijk dat de Belgen wereldkampioen worden (36%). -De helft van de studenten wil dat scholen hun examenroosters aanpassen aan de speeldata van de Rode Duivels.
46
Ben je van plan het WK te volgen? Alle matchen van de Belgen?
Ja, heel actief Ja, maar niet heel actief Nee (door examens) Nee (geen interesse)
Ja Nee
42,
1%
6,3% 27,5% 65,2%
5,7%
33,9%
32,6%
54,3%
57,9%
32,9%
6,8%
34,8% JONGENS
MEISJES
47
B I JGE LOOF EN E XAM ENRIT UELEN 48
1. DRIE BALPENNEN, DE ONDERBROEK VAN JE LIEF, EEN SCHIETGEBEDJE ‘EN DAN KNALLEN!’. Welke student tart het lot door op de dag van dat belangrijke mondelinge examen onder een ladder door te lopen? En is zelfs de grootste scepticus niet eveneens op z’n hoede als hij de ochtend voor het examen een zwarte kat onder ogen krijgt? Dit hoofdstuk gaat over het bijgeloof van studenten. Welke irrationele gedachten hebben ze in die stressvolle periode? En welke rituelen moeten hen helpen het pad te effenen naar de victorie van een eerste zit? De studenten in onze steekproef zijn verre van ‘onttoverd’ in de examenperiode. 30% van de jongens en 32% van de meisjes heeft bepaalde examenrituelen. Eén op vijf jongens en liefst 37% van de meisjes vindt zichzelf bijgelovig in de examenperiodes. Van bijgeloof geraak je moeilijk af. Het zit netjes verspreid in de onderwijstypes en is dus net zo gangbaar in het middelbaar als in het hoger onderwijs. Voor examenrituelen geldt hetzelfde - hier zien we zelfs geen significante geslachtsverschillen (.05-niveau). Allemaal goed en wel... Maar we zijn natuurlijk benieuwd naar wélke rituelen studenten nu heb-
ben en wat de precieze uitdrukkingsvormen dan wel zijn van dit bijgeloof. We vroegen het hen in een open vraag. Kwantitatieve data-analyse is hierop natuurlijk een stuk minder evident, dus schetsen we daarom enkel de grote lijnen en vermelden enkele leuke en opvallende antwoorden. Herhalen van de leerstof op de dag van het examen is één van de vaakst voorkomende zaken die als ‘ritueel’ wordt beschouwd. Hiernaast zien we erg veel geluksbrengers die ‘ritueel ingezet’ worden in de examens, bij meisjes opvallend vaker dan bij jongens. Meisjes gebruiken heel vaak juwelen die ze van vriendinnen of (overleden) familieleden hebben gekregen. Ook betuigen veel studenten dankbaarheid aan hun stylo’s of kledij waarmee succesvolle examens zijn afgelegd. Men blijft dan hetzelfde schrijfgerief gebruiken of dezelfde kledij aantrekken bij volgende examens. Sommige studenten maken ook gebruik van religieuze symboliek zoals kruistekens maken, kruisbeeldjes of kaarsjes branden. Anderen zoeken hun heil in meditatie-oefeningen. Toiletbezoek (of zoals één iemand 49
het omschrijft: ‘Eens goed kakken. (Pardon my French)’ is voor velen de voorwaarde voor een goed examen. Velen staan ook vroeg(er) op om nog eens alles goed te kunnen herhalen. Dan is het zaaks om, zoals iemand het mooi formuleert ‘10.000 keer te checken of ik zeker alles bij heb’. Het schrijfgerei wordt door velen netjes gerangshikt op de bank: de stylo waarmee successen zijn geboekt als belangrijkste attribuut maar steeds met extra stylo’s voor het geval die ene de geest zou geven. Voor het examen begint, spreken de studenten zichzelf moed in: ‘Yes, You Can!’. Dat het een stukje gekker kan, bewijzen de volgende antwoorden. Wat dacht je van iemand die enkel meteen na het examens zijn nagels mag knippen? Satanistische rituelen ten uitvoer brengen, de onderbroek van het vriendje aandoen, een Dynarax of Benzodiazepine nemen,... ze behoren allen tot de opgesomde zaken. Eén meisje noteert: ‘Ik koop altijd een nieuwe stylo om te studeren, een parker, zodat de leerstof die ik neerschrijf er in gaat waardoor deze er ook weer kan uitkomen op het examen’. Iemand anders: ‘Ik draai mijn potlood altijd exact drie keer in mijn slijper en ik neem altijd exact drie slokken
water voor ik mijn examen begin te lezen’. Heel veel studenten zeggen dat ze zichzelf oppeppen met muziek voor de examens. Sommigen vermelden specifiek welke songs of artiesten (’My Name is Lincoln’ van Hans Zimmer en ’Inside’ van Bang Gang). Als we vragen naar het bijgeloof van studenten, komen in grote lijnen dezelfde antwoorden terug: geluksbrengers, kaarsjes, zelfde schrijfgerei gebruiken, enz. Er blijkt niet echt een onderscheid gemaakt te worden tussen bijgeloof en rituelen. Hoewel sommige zaken wel degelijk eerder bijgeloof zijn dan rituelen. Naast de overaanwezige geluksbrengers zijn een aantal opvallendere antwoorden te noteren. Eén jongen denkt dat zijn huisdier hem succes kan wensen, terwijl anderen denken dat het op voorhand al bepaald is of ze zullen slagen of niet. Eén persoon weigert een oneven kluisje te gebruiken op de dag van het examen en vele anderen zijn ervan overtuigd dat hun overleden familieleden hen zullen steunen tijdens het examen.
50
FASTER, FASTER, FASTER!
-Ongeveer 30% van de studenten zegt speciale ‘studierituelen’ te hebben tijdens de examens. -1 op 5 jongens en het dubbele van de meisjes noemt zichzelf bijgelovig in de examenperiodes. -Geluksbrengers, bidden, mediteren, toiletbezoek, opzwepende muziek beluisteren, dezelfde stylo’s/kleding blijven dragen en zelfmotivatie zijn veelvoorkomende rituelen. 51
B S U
E L T
I
EN 52
De ‘FASTER, FASTER, FASTER’ balkjes niet gelezen? No problem, we lijsten hier even de belangrijkste besluiten van dit studentenonderzoek op... In (soms wat gerekt) Twitter-formaat, geschikt voor de huidige generatie ‘druk-drukdruk’-kids. 1. STUDIEGEWOONTES De Vlaamse student studeert lang: jongens zo’n 6,2 uur, meisjes een half uur langer. Hogere studies = langere studietijd. Universiteitsstudenten studeren gemiddeld 7,4 uren. Optimisme over eigen slaagkansen. 80% in middelbaar, 58% in hoger onderwijs. Meisjes beter voorbereid op examens dan jongens. Tijdens het jaar wordt leerstof zelden herhaald (32%) en ook een eigen studieplan wordt niet vaak opgesteld (43%). 46% van de jongens in hoger onderwijs vindt zichzelf doorgaans slecht voorbereid op examens (vs. 1/3 meisjes). 1 op 3 komt geregeld in de problemen door uitstelgedrag. Slechts 5% komt hierdoor nooit in de problemen.
Studiebegeleiding is ingeburgerd. Ongeveer 30% heeft er al gebruik van gemaakt, meestal intern in de school. 2. SOCIAAL CONTACT Grootte van fenomeen ‘samen blokken’ wordt overschat. Slechts 1 op 10 studenten doet het. Studenten hebben minder contact met vrienden tijdens blok (6/10). Facebook geldt als baken tegen eenzaamheid: 6 op 10 zegt dat Facebook ervoor zorgt dat ze zich minder eenzaam voelen tijdens de blok. ...Maar 80% zegt eveneens dat Facebook ze te vaak afleidt tijdens de examenperiode. Middelbare scholieren hebben hier verrassend het minst last van (74%). Moeders zijn de grootste bron van steun voor studenten, gevolgd door bevriende studiegenoten. Vaders zijn slechts de belangrijkste steun voor 3% van de studenten. 40% van de middelbare scholieren studeert altijd of vaak met de radio aan. In hogescholen is dat 30% en aan universiteiten 20%.
53
Favoriete ontspanningsactiviteit: muziek luisteren. Gevolgd door films/series bekijken en Facebook. Uitgaan tijdens blok is no-go. 3. GEZONDHEID Heel veel psychologische klachten tijdens blok, vooral bij meisjes. Vermoeidheid voert lijst aan (85% van de meisjes). Bijna de helft is faalangstig, prikkelbaar en moeilijk in staat in slaap te geraken. De helft van de studenten slaapt (veel) minder dan gewoonlijk tijdens de examenperiode. Slechts 1 op 10 slaapt meer. Studenten leven doorgaans ongezonder tijdens de blok (52%). Slechts 1 op 5 zegt gezonder te leven. 4 op 10 studenten sport nooit tijdens de examenperiode. Bij de sporters is de groep die elke dag gaat sporten wel groot: 20%. 1 op 3 eet ongezonder tijdens de blok. Meisjes veranderen hun voedingspatroon meer dan jongens in goede én in slechte zin. 35% van de meisjes eet ongezonder. Eén op vier eet een paar keer per week kant-en-klare maaltijden. Bij de mannelijke kotstudenten is dit meer dan 1 op 3.
Vele studenten eten samen met de familie (64%), waarschijnlijk omdat vele kotstudenten thuis studeren. Van de kotstudenten eet 29% met vrienden of kotgenoten. Genomineerd tot favoriete examenvoedsel: pizza, chocolade, frieten, spaghetti en snoep. 20% vermagert, 23% verdikt, 57% blijft op gewicht tijdens examenperiodes. 30% van de studenten komt de examenperiode ‘middelenvrij’ door. Er wordt vooral veel caffeïne gebruikt. Opvallend is dat 1 op 5 van de jongens en bijna 1 op 3 van de meisjes vitaminepillen slikt tijdens de blok. Bijna 1 op 10 slikt slaapof kalmeringspillen. Alcohol en sigaretten zijn out, vooral bij de meisjes (6%). 4. SEKS De lustcurve stijgt tijdens de examens vooral fel bij jongens. De helft van de jongens masturbeert vaker tijdens de blok (meisjes: 17%), 36% bekijkt vaker seks op internet (meisjes: 3%). Jongens zeggen dubbel zo vaak 54
meer seks te hebben tijdens de blok (16%). Slechts 4% van de jongens en 10% van de meisjes geeft aan minder lustgevoelens te hebben tijdens de examenperiode. Lust stijgt in hoger onderwijs, middelbare scholieren staan over heel de lijn minder ‘bronstig’. 5. WK Niet bang zijn voor collectieve buizen: slechts de helft is van plan het WK te volgen. Wel grote M/V-verschillen.
aantal meisjes vindt zichzelf bijgelovig tijdens de examenperiode. Vaak voorkomende rituelen: herhalen, stylo’s of kledij blijven gebruiken, bidden, mediteren, muziek beluisteren en toiletbezoek op voorhand. Vaak voorkomend bijgeloof: juwelen, geluksbrengers en gebruik van religieuze symbolen.
Van zij die het WK zullen volgen, is slechts 1 op 2 van plan alle matchen van de Rode Duivels te bekijken, al trekken de meisjes dat gemiddelde naar beneden (42% en 65%). Glazen bol van studenten: België wint het WK door Spanje in de finale te verslaan. De helft vindt dat scholen moeten rekening houden met de speeldata van de Belgen om hun examens te plannen. 5. BIJGELOOF EN RITUELEN 30% van de jongens en 32% van de meisjes heeft bepaalde examenrituelen. 1 op 5 jongens en bijna het dubbel 55
COLOFON Een onderzoek van Trendwolves in opdracht van MNM. Filip Lemaitre
[email protected] Onderzoekscoördinatie Willem Roose
[email protected] Data-analyse Rapportering Grafisch ontwerp Trendwolves Dok-Noord 4C/203 9000 Gent Mei 2014 (c) Trendwolves
56