Bezoek aan het MUDAM te Luxemburg (06-01-2013) De monumentale architectuur van en rond het Mudam penetreert de stilte die als een mist over het Park Drai Eechelen hangt. Ons uitsprekend over de sacrale sfeer, betreden we deze kunstkerk, waar we meteen botsen op een andere soort van monumentaliteit. Een uit de kluiten gewassen 'strandhuis' omringd met turf neemt de ruimte plomp in, de stem van Marcel Duchamp wenkt ons al rappend op een basale hiphop-beat. Het is een monument dat wijst op de oorspronkelijke afwezigheid van een paviljoen voor Luxemburg op de Biënnale te Venetië in 1995. Bert Theis installeerde toen deze constructie, genaamd 'Potemkin Lock', tussen het Duitse en het Belgische paviljoen en gaf daarmee zowel zijn carrière als de Luxemburgse representatie op de Biënnale te Venetië een boost. Deze tentoonstelling beloofd namelijk een retrospectieve te zijn van alle Luxemburgse kunstprojecten voor de Biënnale, van 1988 tot 2011. Na dit eerste aanknopingspunt kun je alle kanten uit, een plannetje is vereist. De opzet is duidelijk, de chronologische volgorde iets minder. Met enig gepuzzel lezen we onszelf door de Biënnalegeschiedenis van Luxemburg, maar niet zonder onderweg even halt te houden bij het kleinste project van de momenteel lopende exposities in het Mudam: OnLAB van Michel Paysant. Een project waarbij kunst, technologie en wetenschap hand in hand zouden gaan, met nanoscopische kunstwerken als kernproduct. Visueel uit dit alles zich als een steriel laboratium dat perfect opgaat in de neutraliteit van de tentoonstellingsruimte. Iets verderop, in het verlengde van deze ruimte, word ik meteen begeesterd door de fontein van Su-Mei Tse. Dit werk 'Many Spoken Words', spreekt pure poëzie. Het wordt samengevat in het ongecompliceerde beeld van een fontein waarin in plaats van water zwarte inkt stroomt. Ander sterk werk van deze kunstenares dat momenteel in het Mudam te zien is, werd in 2003 geprezen met een Golden Lion Award op de Biënnale van Venetië. Net als Theis staat zij symbool voor een hoogtepunt in deze Luxemburgse retrospectieve.
Su-Mei Tse , 'Many Spoken Words', 2009
We botsen vervolgens op het werk van Simone Decker, het soort van kunstwerken dat we als eerder typerend voor Biënnales zouden kunnen omschrijven: Groot(s), in het oog springend en impressionant geconstrueerd. Met 'Chewing and Folding in Venice' tast ze de grenzen af van de materialiteit van sculpturen in de publieke ruimte. Hoeveel ruimte neemt zo'n werk in en hoe wordt dit verantwoord? De vaak onvermijdelijke spanning tussen het kunstwerk en de ruimte waarin het zich bevindt, komt ook hier in het Mudam volledig tot uiting.
1
Simone Decker, 'Chewing and Folding in Venice', 1999
Nemen we vervolgens de dichtstbijzijnde trap neerwaarts naar een verduisterde ruimte, dan bevinden we ons plots in een heel andere wereld waar het Medialab van Konstantin Grcic en Nitzan Cohen opgesteld staat. Dit werk is onderdeel van het educational program van Mudam en oogt als een technologisch complex brein van kabels en beeldschermen. Geïnstalleerd in designzeteltjes kan men zich hier intellectueel laten voeden door met een koptelefoon te luisteren naar tal van interviews en teksten. De passieve rol van de toeschouwer haalt echter de goede intenties van dit werk enigszins naar beneden. Na dit korte pseudo-intellectuele intermezzo richten we ons terug tot de geschiedenis der Luxemburgse Biënnales. Het moet niet gezegd worden dat het tentoonstellen van kunstwerken in een museum, die oorspronkelijk gemaakt zijn voor een Biënnale, geen evidente zaak is. De werken worden gelezen vanuit een heel andere context en ook de plaatsing in de ruimte brengt nieuwe problematieken met zich mee, zeker gezien het feit dat men hier werk van meerdere Biënnales tegelijk toont. Toch is Mudam erin geslaagd om een overzicht te bieden dat de evolutie en kwaliteit van hun bijdrage aan de Biënnale van Venetië weerspiegeld, zonder daarbij teveel in te boeten op de kwaliteit van de beleving van de kunstwerken. Alles staat perfect gepuzzeld binnen de ruimten van het museum, eventueel 'plaatsgebrek' werd onopvallend opgelost met aanvullende teksten en vitrinekasten met informatieve documenten en foto's.
Martine Feipel en Jean Bechameil, 'Le Cercle Fermé', 2011
2
Het op het eerste zicht naadloos geïntegreerde werk van Martine Feipel en Jean Bechameil heeft het meest immersieve karakter van deze retrospectieve. 'Le Cercle Fermé' is specifiek ontworpen naar de architectuur van het Luxemburgse paviljoen Ca' Del Duca voor de 45ste Biënnale en refereert ook naar de stad waarin dit zich bevindt. Het gegeven dat dit 'verdwaalde' werk volledig uit zijn oorspronkelijke context getrokken is, doet weinig afbreuk aan het desoriënterende effect dat de twee kunstenaars met deze structuur trachten te bereiken. De entertainende werking op de toeschouwers valt niet te ontkennen, ook dit is een karakteristiek kunstwerk voor een Biënnale. Teveel menselijke aanwezigheid werkt echter vervuilend in dit magische witte interieur, doch het is ook diezelfde confrontatie met het externe subject dat het kunstwerk opzoekt. Los van een retrospectieve van Luxemburg op de Biënnale van Venetië, wordt ook de vaste collectie van het Mudam tentoongesteld. In 2010 ging het systematisch exposeren van deze collectie van start onder de titel 'Brave New World'. Met 'Dieu est un fumeur de Havanes' wordt deze tentoonstellingscyclus afgesloten. De curatoren Marie-Noëlle Farcy en Clément Minighetti construeerden een samenhangend kader voor deze kunstwerken waarin de positie van de mens ten opzichte van de wetenschap en religie van zijn tijd als centraal uitgangspunt staat. Het is een breed thema dat zich ertoe leent om de uitgebreidheid van de door de jaren heen aangekochte kunstwerken met elkaar te doen communiceren. Het eerste deel van de zaal is ingevuld met werk dat eerder esthetische en visueel sterke kenmerken heeft. De religieuze connotaties die de verschillende kunstwerken met elkaar verbinden zijn onmiskenbaar aanwezig. Dit uit zich niet alleen op visuele wijze, maar laat zich ook lezen in de titels van sommige werken. 'Gott mit uns' van Edward Lipski is het eerste om aandacht schreeuwende werk waarmee je geconfronteerd wordt in deze tentoonstelling. Het lijkt onheil te voorspellen en zet meteen een donkere toon, doch niet zonder een zweem van humor, waar ook de andere werken in gedijen. De centraal geplaatste 'God Stack' van Damien Deroubaix lonkt om nader geïnspecteerd te worden. De zwarte massa blijkt letterlijk een stapeling van allerlei goden te zijn. Ook de spiegelgladde kleurenfoto 'Marilyn Manson Monument' van bijna 5 meter lang van Candice Breitz valt niet te mislopen. Net zoals bij de foto's van Kyoichi Tsuzuki, hangend in dezelfde ruimte, draagt dit werk iets voyeuristisch in zich. Ze zetten aan om uitvoerig bekeken te worden.
Edward Lipski, 'Gott mit uns', 2011
In het achterste gedeelte van de zaal worden de werken meer vanuit een wetenschappelijke sfeer benadert. De vitrinekasten waarin de werken zoals opgegraven vondsten worden gepresenteerd, versterken een, al dan niet reëel, historisch karakter. 'From Lucy With Love', het werk van Christian Andersson, toont zich hierbij als een rariteitenkabinet dat doet reflecteren over de rol van het
3
museum als conserverend archief en drager van waarheden. Formeel wetenschappelijke fenomenen krijgen met werken als 'From Lucy With Love' en 'The Expanding Universe (Big Bang)' van Björn Dahlem een poëtische insteek. Niet alle werken zijn even gemakkelijk te interpreteren, het gaat meer om het aanvoelen dan om het begrijpen.
Christian Andersson, ‘From Lucy With Love’, 2011
We dompelen ons tot slot onder in de wereld van Thomas Hirschhorn met zijn 'World Airport'; een installatie die een ruimte van maar liefst 400 vierkante meter in beslag neemt. Dit werk werd gemaakt voor de Biënnale van Venetië in 1999, waarna het in 2000 door Mudam werd aangekocht. Het is slechts de derde keer dat dit werk is tentoongesteld. Het steeds uit povere materialen bestaande oeuvre , maakt zijn werk consequent en herkenbaar. Ook deze keer bevinden we ons in een weelde van tape, aluminiumfolie, honderden krantenartikels en andere knipsels. Op een visueel letterlijke wijze kaart hij de 'inter-connectiviteit' van de wereld aan. Zijn werk is gemaakt om te confronteren, shockeren en hedendaagse problematieken bloot te leggen. De naiëve materie is onderschikt aan de inhoud die het behelst, maar om deze goed te laten inwerken blijkt deze abondantie toch nodig. Teksten van Manuel Joseph, Alison Gingeras, Stéphanie Moisdon Trembley en Marcus Steinweg maken deel uit van deze installatie, ze liggen verspreid en vastgetaped in de ruimte.
Thomas Hirschhorn, ‘World Airport', 1999
4
Ondersteund door de Luxemburgse vriendelijkheid, met een vleugje nationale fierheid, biedt dit museum haar bezoekers een wel doordachte selectie aan kunstwerken die met een open karakter toegang biedt aan verschillende hedendaagse topics. Het programma van Mudam lijkt op het eerste zicht erg uitgebreid en divers, toch blijft er een consistente communicatie tussen de verschillende tentoonstellingsdelen spelen. Naast de hierboven beschreven zijn er uiteraard nog tal van andere werken die het beoordelen waard zijn. Wijzend op de schaarsheid van hedendaagse musea in België, geeft Mudam de gegronde impuls om een trip naar dit naaste buitenland te wagen. De tentoonstelling 'VENICE BIENNALE PROJECTS' loopt tot 24/02/2013, 'WORLD AIRPORT' nog tot 26 mei 2013 en voor de tentoonstelling van de vaste collectie is er nog geen einddatum gepind.
Karolien DEMAN
__________________
5