Bezoek aan het Kinkole Project Aan alle mensen in Nederland die via ons het werk in Congo voor straatkinderen mogelijk maken. In deze brief doe ik verslag van het bezoek deze zomer aan het Centre Rév. Tshisumpa in Kinkole, waar opvang is voor 120 kinderen, wat zonder jullie bijdragen niet zou bestaan! – Volgende keer krijgen jullie dan weer de gebruikelijke verslagjes van diverse activiteiten voor dit mooie doel. W.g. Mieke Rang Beste vrienden van het werk van Pasteur Tshisumpa, Wat was het leuk nu eens op bezoek te gaan in Kinshasa met twee reisgenoten! Nu konden zij de foto’s en films maken en beperkte mijn taak zich tot uitleggen en vertalen. En wat nog leuker was: doordat Congo voor hen nieuw was, keek ik ook weer met frisse blik naar zoveel waar ik al aan gewend ben. Wat was hun eerste indruk? “Wat een drukte! Al die auto’s al die mensen te
voet, het duizelt je.” Mense Dijkstra schoot heel wat beelden van de af- en aanrijdende busjes die mensen lieten inen uitstappen. Dat was zondagmorgen. We waren de avond ervoor in het donker aangekomen en meteen naar het hotel in de stad gebracht dat aan de doorgaande weg tussen stad en vliegveld ligt. Apocalyps, heet het. “Maar het ziet er hier toch redelijk welvarend uit.” Ik zei maar niets.
Zoals het hoort op zondagmorgen werden we opgehaald om naar een kerkdienst te gaan. Onze dominee Bob Haanstra zou er preken. Op weg erheen lieten we al gauw de hoofdweg achter ons en werden mijn reisgenoten steeds stiller. Dit was
dus het milieu van de vrijwilligers achter het straatkinderproject! Wat een vriendelijkheid en waardigheid. Wat een verschil met het welvarende bestaan waar we in Nederland aan gewend zijn.
Een hele kerkdienst uitzitten, dat is wat veel voor ons, dus daar gaan we weer, nu naar de “briefing” zoals Pasteur Tshisumpa het noemt als het programma wordt ontvouwd. Deze keer gebeurt dat in een keurig restaurant, en alle volgende dagen of in mijn hotelkamer of in het kantoor van de Pasteur. Dominee Bob
had een lijstje vragen mee en Mense dook in de bouwkundige zaken, als deskundige. Aan het eind van ons verblijf kregen we op papier van Pasteur Tshisumpa kort samengevat wat we hadden besproken en wat er komende tijd nog nodig is. – Die dag kregen we de enige lekke band van die week.
De spanning loopt op als we naar het Centre psycho-social Rév. Tshisumpa worden gereden, ver van de stad, maar wel aan de geasfalteerde brede weg. Onderweg laat ik stoppen bij een winkeltje voor een forse voorraad
frisdrank, lollies en biscuits. Nu ik moet inkopen merk ik pas echt hoe duur het is om 120 kinderen “in de kost” te hebben. En de kinderen uit de buurt zullen er ook wel zijn, net als met Kerst altijd.
Als we er zijn, begint een spetterend programma van dans en muziek door….ja voor het merendeel meisjes. Er is één jongen in de voorstelling, letterlijk een vuurvreter! Daarna is het uitdelen van de geschenken, en tot slot krijgen we een rondleiding over het immense terrein. Pasteur wijst één voor één alle gebouwen aan, Nederlandse plaatsnamen en namen van organisaties rondstrooiend.
Tot slot de kers op de taart: “En hier komt het onderwijsgebouw met de verkoopruimten en de grote multifunctionele zaal voor lessen aan grote groepen en met moderne media”. We kijken naar een lege hoek van het terrein. Eind december moet dat klaar zijn. Ik peins: “ Wat een hoogteverschil in het grondstuk! En zouden de giften uit Nederland voldoende en op tijd zijn?”
Mijn reisgenoten zijn zwaar onder de indruk nu ze de concretisering zien van de visie op duurzame hulp aan straatkinderen. Pasteur legt het nog eens uit: eerst onderdak, (herop)voeding, medische zorg, schoon water en sanitair, dan basisonderwijs, dan vakonderwijs, en ondertussen erop aansturen dat het geheel meer en meer zelfvoorzienend wordt door de diensten en producten die worden geleverd. De goedgunstigheid van Nederlandse vrienden en hun relaties is een godsgeschenk, maar geen levensverzekering. Gelukkig is er al productie dankzij de ateliers voor kleding en hout. De stroomlevering is nog een probleem….En er is tekort aan naaimachines en dus stokt de productie ook.
Bij onze volgende bezoeken ligt de nadruk op het onderwijs, tot en met eind VWO. Er is veel toeloop vanuit de omgeving, zodat er steeds tijdelijke oplossingen moeten worden gezocht voor lesruimten. Mense zet het op de foto. Er zijn dit schooljaar in totaal 472 kinderen op school, waarvan er 117 zijn van het Centre. Dominee Bob schudt zijn hoofd. Ja, hij begrijpt dat ze niet kunnen zitten wachten tot het schip met geld komt en dus noodoplossingen moeten scheppen. Veel vragen wellen op en krijgen antwoord. Waarom de school op eigen terrein, bijvoorbeeld. Het antwoord is: anders zou scholing onbetaalbaar zijn. Scholen zijn er niet in de buurt, schoolgeld is hoog, de overheid laat het totaal afweten.
We zijn ook wel benieuwd hoe het oudpupillen vergaat, zeggen mijn reisgenoten. Het Centre is immers bedoeld om de straatkinderen heropvoeding te geven en wel zo dat ze voor zichzelf een goed bestaan kunnen opbouwen na maximaal 2 jaar. In de rapportages hebben we gelezen dat er vanaf het bescheiden begin in 1999 al meer dan 3000 kinderen weer officieel terug zijn naar een geordend bestaan bij familie. Maar zijn ze dan uit het zicht? “Kunnen we oud-pupillen interviewen?” vragen we. Ik denk meteen aan Tonton, die ik al heb gezien daarnet met zijn vrouw en kinderen. Hij kwam in 1999 bij
de eerste groep. Hij heeft leren metselen en timmeren toen er nog niet eens onderwijs was op het Centre. Door de bouwvakkers te helpen. En sinds zijn 18 e is hij, net als Junior, zelfstandig gevestigd met een bedrijfje in de buurt. Hij is nog steeds vaak van de partij, fungeert als oom voor de kinderen van nu, en let op de veiligheid. Kortom een steunpilaar! Maar Pasteur heeft nog een voorbeeld voor ons: Elie,de kleine jongen die zoveel huilde. Lang geleden kon hij gelukkig weer terug naar zijn familie en nu heeft hij zojuist zijn VWO diploma gehaald. Heeft al die jaren sjouwerswerk gedaan na schooltijd om school te kunnen betalen.
examenleerlingen in quarantaine tijdens de examenweek De laatste dag van ons verblijf ontmoeten we Elie in het kantoor van de FNPC/ISHR en nog allerlei mensen, terwijl Pasteur zijn aandacht verdeelt over de mensen die in de wachtkamer zitten en die zijn hulp komen inroepen.
examenleerlingen in quarantaine tijdens de examenweek Door de reis zijn we alledrie geweldig geïnspireerd omdat we vastgesteld hebben dat er bergen worden verzet. De ondersteuning uit Nederland zet echt zoden aan de dijk.
Stichting Vrienden van Congo Informatie Mieke Rang (tel. 0521 – 381925) of Doetie Kruithof (tel. 0521 – 371538) e-mail:
[email protected] Website: www.kinkole.com Bankrek. nr. NL62 ABNA 0535 3736 78 te Wilhelminaoord (wij hebben de ANBI status)