Beleidsonderzoek & Analyse
BOA
Feitenblad
draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
Toeristisch bezoek aan Leiden 2006-2014 1. Inleiding Al vele jaren laat Leiden het onderdeel Toeristisch bezoek aan steden van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) uitvoeren. Dit feitenblad geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de jaren 2006 tot en met 2014. Belangrijk is om te vermelden dat het gaat om dagbezoeken door Nederlanders (niet aan hun eigen stad). Meer informatie over de opzet van het CVO staat in paragraaf 8. Uitleg figuren: In elke figuur staat links een grafiek met daarin drie lijnen. De rode lijn met de bolletjes stelt Leiden voor, de blauwe lijn met de vierkantjes geeft de vier grote steden weer en de groene lijn met de driehoekjes representeert de middelgrote steden (zie paragraaf 8 voor een opsomming). In de grafiek worden driejaarsgemiddelden per groep weergegeven. Dit is gedaan om jaarlijkse fluctuaties in de uitkomsten te filteren. In de grafiek staat bij Leiden het driejaarsgemiddelde van 2012-2014 vermeld. Naast de grafiek staat de top-3 hoog en de top-3 laag. Dit betreft ook het driejaarsgemiddelde van 2012-2014.
2. Bezoeken en bezoekers Het CVO onderscheidt bezoeken en bezoekers. Bezoekers zijn mensen die minimaal één keer in een jaar een stad bezoeken. Bezoeken betreft het totaal aantal keer dat bezoekers de stad bezoeken. Als iemand Leiden in 2014 bijvoorbeeld drie keer heeft bezocht, telt hij/zij in de uitkomsten mee als één bezoeker en als drie bezoeken. Aantal bezoeken aan steden (x miljoen) Leiden
grote steden
middelgrote steden
10,0 8,0 6,0 4,0 2,0
1,7
0,0 2006-08
2009-11
2012-14 1
Top-3 hoog 1. Amsterdam (11,0) 2. Rotterdam (7,1) 3. Den Haag (5,2) Top-3 laag 1. Schiedam (0,6) 2. Gouda (1,1) 3. Hoorn (1,2)
Aantal bezoekers aan steden (x miljoen) Leiden
grote steden
middelgrote steden
4,0 3,0 2,0 1,0
0,9
0,0 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Amsterdam (4,2) 2. Den Haag (2,3) 3. Rotterdam (2,3) Top-3 laag 1. Schiedam (0,2) 2. Gouda (0,4) 3. Hoorn (0,5)
Uit bovenstaande grafieken blijkt (uiteraard niet verrassend) dat het gemiddelde aantal bezoeken en bezoekers per jaar aan grote steden hoger ligt dan dat aan middelgrote steden en Leiden. Amsterdam ontvangt de meeste bezoeken en bezoekers (11,0 miljoen gemiddeld de afgelopen drie jaar). Schiedam heeft van de steden die aan het CVO meedoen het kleinste aantal bezoeken en bezoekers. Interessant is het om te kijken naar de ontwikkeling in de tijd. Het blijkt dat alle groepen steden te maken hebben gehad met een daling. In Leiden daalde het aantal bezoeken tussen 2006-2008 en 2012-2014 met 22%, beperkter dan in de grote (-27%) en middelgrote (-29%) steden. Het aantal bezoekers daalde in Leiden in de genoemde periode met 11%, in de grote steden met 16% en in de middelgrote steden met 18%. Tot slot kan uit bovenstaande grafieken de bezoekfrequentie (gemiddeld aantal keer dat een bezoeker per jaar een stad bezoekt) worden afgeleid. In Leiden was die tussen 2012 en 2014 gemiddeld 2,0, in grote steden 2,5 en in middelgrote steden 2,3. In het vervolg van dit feitenblad gaat het alleen nog maar over bezoeken en niet over bezoekers. Uitkomsten voor Leiden – bezoeken en bezoekers aantal
%
2006-08
2009-11
2012-14
2006-08
2009-11
2012-14
aantal bezoeken
2.170.000
2.142.000
1.702.000
-
-
-
aantal bezoekers
964.000
992.000
855.000
-
-
-
bezoekfrequentie
2,3
2,2
2,0
-
-
-
2
3. Hoofdreden Aan dagbezoekers wordt per bezoek gevraagd wat de hoofdreden was om de stad te bezoeken. Er zijn veertien mogelijke hoofdredenen, zie paragraaf 8. Hieronder bespreken we ‘winkelen’ en twee groepen van hoofdredenen: cultureel bezoek (museumbezoek, stadswandeling, theaterbezoek, evenement en bioscoop) en horecabezoek (lunch/diner, terras, uitgaan). Percentage bezoeken met winkelen als hoofdreden Leiden
grote steden
middelgrote steden
55% 45% 35% 25% 20%
15% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Alkmaar (53%) 2. Eindhoven (51%) 3. Den Bosch (50%) Top-3 laag 1. Den Haag (19%) 2. Leiden (20%) 3. Amsterdam (20%)
Percentage bezoeken met cultuur als hoofdreden Leiden
grote steden
middelgrote steden
55% 45%
41%
35% 25% 15% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Amsterdam (45%) 2. Leiden (41%) 3. Utrecht (33%) Top-3 laag 1. Breda (15%) 2. Eindhoven (16%) 3. Alkmaar (16%)
Percentage bezoeken met horecabezoek als hoofdreden Leiden
grote steden
middelgrote steden
40% 30% 20%
19%
10% 0% 2006-08
2009-11
2012-14
3
Top-3 hoog 1. Breda (21%) 2. Delft (20%) 3. Den Haag (19%) Top-3 laag 1. Schiedam (5%) 2. Hoorn (8%) 3. Deventer (10%)
In Leiden is, in vergelijking met andere steden, cultureel bezoek (en horecabezoek) een belangrijke hoofdreden en winkelen juist relatief weinig een reden om de stad te bezoeken. Amsterdam lijkt in dit opzicht op Leiden. De afgelopen jaren beziend, blijkt dat winkelen steeds minder een reden is om een stad te bezoeken. Dat geldt voor Leiden, maar ook voor de middelgrote steden en voor de grote steden. Cultureel bezoek en horecabezoek lijkt juist toe te nemen. Opgemerkt moet wel worden dat de percentages in 2012-2014 op een kleiner aantal bezoeken betrekking hebben dan die in 2006-2008 en 2009-2011. Een procentuele stijging wil niet altijd zeggen dat er ook een absolute stijging is. Uitkomsten voor Leiden - Hoofdreden aantal
%
2006-08
2009-11
2012-14
2006-08
2009-11
2012-14
183.000
151.000
187.000
8%
7%
11%
52.000
84.000
71.000
2%
4%
4%
evenement
166.000
122.000
63.000
8%
6%
4%
museum
430.000
432.000
415.000
20%
20%
24%
theater
32.000
39.000
59.000
1%
2%
3%
sport
16.000
14.000
28.000
1%
1%
2%
154.000
137.000
104.000
7%
6%
6%
attractie
40.000
10.000
12.000
2%
0%
1%
winkelen
645.000
593.000
340.000
30%
28%
20%
strand
11.000
2.000
1.000
0%
0%
0%
bioscoop
42.000
49.000
54.000
2%
2%
3%
uitgaan
57.000
40.000
59.000
3%
2%
3%
wellness
69.000
35.000
34.000
3%
2%
2%
lunch/diner terras
stadswandeling
geen totaal
273.000
434.000
278.000
13%
20%
16%
2.170.000
2.142.000
1.702.000
100%
100%
100%
4. Ondernomen activiteiten Naast de hoofdreden om een stad te bezoeken onderneemt een dagbezoeker ook andere activiteiten. Als hij/zij bijvoorbeeld gaat winkelen, dan kan hij/zij bijvoorbeeld ook op een terras gaan zitten. Hieronder is steeds aangegeven in hoeveel procent van de bezoeken een bepaalde activiteit is ondernomen. Daarbij is per groep van hoofdredenen de belangrijkste activiteit genomen. Bij cultureel bezoek is dat het bezoeken van een museum en bij horecabezoek is dat lunchen of dineren in een restaurant.
4
Percentage bezoeken waarin werd gewinkeld Leiden
grote steden
middelgrote steden
65%
Top-3 hoog 1. Alkmaar (69%) 2. Den Bosch (68%) 3. Eindhoven (62%)
55% 45% 39%
35% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 laag 1. Den Haag (36%) 2. Amsterdam (38%) 3. Leiden (39%)
Percentage bezoeken waarin een museum werd bezocht Leiden
grote steden
middelgrote steden
30%
29%
Top-3 hoog 1. Leiden (29%) 2. Amsterdam (28%) 3. Haarlem (15%)
20% 10% 0% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 laag 1. Eindhoven (3%) 2. Amersfoort (4%) 3. Gouda (4%)
Percentage bezoeken waarin werd geluncht of gedineerd Leiden
grote steden
middelgrote steden
45% 38%
35% 25% 15% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Den Haag (44%) 2. Den Bosch (42%) 3. Haarlem (39%) Top-3 laag 1. Hoorn (18%) 2. Schiedam (19%) 3. Gouda (27%)
Het beeld van Leiden als museumstad blijkt ook weer uit bovenstaande grafieken. Leiden is de stad waarin relatief de meeste dagbezoekers een museum bezoeken (in 29% van de dagbezoeken brengt men een bezoek aan een museum). Winkelen is een activiteit die dagbezoekers in Leiden relatief weinig ondernemen. Wat verder geconcludeerd kan worden is dat in 20% van de bezoeken winkelen de hoofdreden is, maar dat in 39% van de gevallen daadwerkelijk gewinkeld wordt (in de periode 2012-2014). In 19% van de bezoeken winkelt men dus als nevenactiviteit. Lunchen of dineren komt in Leiden de afgelopen jaren relatief wat vaker voor. We zitten dicht tegen de top-3 aan.
5
Uitkomsten voor Leiden – Ondernomen activiteiten aantal
%
2006-08
2009-11
2012-14
2006-08
2009-11
2012-14
lunch/diner
648.000
604.000
651.000
30%
28%
38%
terras
495.000
376.000
383.000
23%
18%
22%
evenement
226.000
137.000
90.000
10%
6%
5%
museum
570.000
508.000
494.000
26%
24%
29%
theater
51.000
47.000
64.000
2%
2%
4%
sport
16.000
14.000
33.000
1%
1%
2%
414.000
321.000
284.000
19%
15%
17%
47.000
16.000
17.000
2%
1%
1%
stadswandeling attractie winkelen
1.059.000
920.000
663.000
49%
43%
39%
strand
22.000
14.000
11.000
1%
1%
1%
bioscoop
79.000
82.000
75.000
4%
4%
4%
uitgaan
71.000
74.000
85.000
3%
3%
5%
wellness
69.000
35.000
34.000
3%
2%
2%
139.000
268.000
127.000
6%
13%
7%
iets anders
5. Bestedingen In de enquête wordt de dagbezoekers gevraagd hoeveel ze per persoon per bezoek hebben uitgegeven. Vervolgens wordt verzocht om dit bedrag op te splitsen in bestedingen aan winkelen, aan horeca en overig (bijvoorbeeld parkeerkosten of toegangskaartjes). Totale bestedingen per bezoek Leiden
grote steden
middelgrote steden
50 45 40 € 37
35 30 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Maastricht (€ 50) 2. Eindhoven (€ 49) 3. Den Bosch (€ 49) Top-3 laag 1. Schiedam (€ 26) 2. Delft (€ 32) 3. Gouda (€ 36)
In Leiden besteden dagbezoekers relatief weinig euro’s: € 37 gemiddeld in 2012-2014, tegenover € 42 in grote steden en € 41 in middelgrote steden. Het blijkt vooral dat in Leiden de bestedingen in winkels achterblijven, die zijn zelfs het laagst van alle deelnemende steden. Overigens dalen de bestedingen van dagbezoekers in winkels in alle groepen steden en stijgen de bestedingen in de horeca.
6
Bestedingen per bezoek in winkels Leiden
grote steden
middelgrote steden
25 20 15 10
€ 10
5 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Hoorn (€ 25) 2. Eindhoven (€ 25) 3. Alkmaar (€ 25) Top-3 laag 1. Leiden (€ 10) 2. Den Haag (€ 10) 3. Schiedam (€ 11)
Bestedingen per bezoek in horeca Leiden
grote steden
middelgrote steden
25 20
€ 19
15 10 5 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Maastricht (€ 24) 2. Den Haag (€ 23) 3. Amsterdam (€ 23) Top-3 laag 1. Schiedam (€ 11) 2. Hoorn (€ 14) 3. Delft (€ 14)
Uitkomsten voor Leiden – Bestedingen aantal
%
2006-08
2009-11
2012-14
2006-08
2009-11
2012-14
in winkels
€ 14
€ 11
€ 10
36%
31%
26%
in horeca
€ 17
€ 17
€ 19
45%
50%
51%
overig
€7
€6
€9
19%
18%
24%
totaal
€ 38
€ 34
€ 37
100%
100%
100%
6. Vervoermiddel Welk vervoermiddel gebruiken dagbezoekers om hun bestemming te bereiken? Het CVO vraagt op welke manier mensen de grootste afstand hebben afgelegd. Mogelijkheden zijn: auto, trein, touringcar, streekvervoer, fiets, boot of anders. Bezoekers aan Leiden nemen, net als in andere steden behalve Amsterdam en Utrecht, relatief het vaakst de auto om de stad te bereiken (46%). Toch bevindt Leiden zich hiermee in de onderste regionen: ten opzichte van andere steden is het percentage dagbezoekers dat met de auto komt laag. De trein komt in Leiden op de tweede plaats (31%). Om naar Leiden te komen gebruikt men in 12% van de gevallen de fiets. Het gebruik van de auto voor dagbezoek is tussen 2006-2008 en 2012-2014 gedaald.
7
Percentage bezoeken per auto Leiden
grote steden
middelgrote steden
75% 65% 55% 46%
45% 35% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Hoorn (78%) 2. Alkmaar (75%) 3. Deventer (74%) Top-3 laag 1. Amsterdam (34%) 2. Utrecht (38%) 3. Leiden (46%)
Percentage bezoeken per trein Leiden
grote steden
middelgrote steden
50% 40% 31%
30% 20% 10% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Amsterdam (54%) 2. Utrecht (53%) 3. Gouda (34%) Top-3 laag 1. Schiedam (8%) 2. Hoorn (9%) 3. Dordrecht (13%)
Uitkomsten voor Leiden – Vervoermiddel aantal
%
2006-08
2009-11
2012-14
2006-08
2009-11
2012-14
auto
1.172.000
976.000
777.000
54%
46%
46%
trein
609.000
827.000
528.000
28%
39%
31%
21.000
21.000
10.000
1%
1%
1%
streekvervoer
130.000
116.000
93.000
6%
5%
5%
fiets
213.000
156.000
196.000
10%
7%
12%
boot
6.000
11.000
9.000
0%
1%
1%
19.000
35.000
88.000
1%
2%
5%
2.170.000
2.142.000
1.702.000
100%
100%
100%
touringcar
anders totaal
8
7. Profiel Tot slot zijn er gegevens over het profiel van de bezoekers. Er is gekeken of de bezoekers mannen of vrouwen waren en welke leeftijd ze hadden. Overigens gaat het bij onderstaande cijfers nog steeds om de bezoeken. Als bijvoorbeeld een man van 30 jaar Leiden drie keer bezocht telt hij drie keer mee bij de mannen en drie keer bij de 19 t/m 49-jarigen. Percentage bezoeken door mannen Leiden
grote steden
middelgrote steden
60% 55% 50%
49%
45% 40% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Schiedam (61%) 2. Delft (55%) 3. Gouda (55%) Top-3 laag 1. Hoorn (35%) 2. Deventer (39%) 3. Haarlem (42%)
Percentage bezoeken door 0 t/m 18-jarigen Leiden
grote steden
middelgrote steden
30% 25% 21%
20% 15% 10% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 hoog 1. Schiedam (28%) 2. Arnhem (25%) 3. Leeuwarden (24%) Top-3 laag 1. Maastricht (13%) 2. Den Bosch (15%) 3. Alkmaar (16%)
Percentage bezoeken door 19 t/m 49-jarigen Leiden
grote steden
middelgrote steden
50% 45%
Top-3 hoog 1. Utrecht (49%) 2. Eindhoven (48%) 3. Breda (48%)
40%
40% 35% 30% 2006-08
2009-11
2012-14
9
Top-3 laag 1. Deventer (36%) 2. Delft (37%) 3. Dordrecht (37%)
Percentage bezoeken door 50-plussers Leiden
grote steden
middelgrote steden
40%
39%
35%
Top-3 hoog 1. Deventer (45%) 2. Delft (45%) 3. Hoorn (44%)
30% 25% 20% 2006-08
2009-11
2012-14
Top-3 laag 1. Leeuwarden (33%) 2. Utrecht (33%) 3. Schiedam (33%)
In het aandeel mannen (en dus ook het aandeel vrouwen) dat een stad bezoekt is geen duidelijke trend te zien. Net iets minder dan de helft van de dagbezoeken wordt afgelegd door een man. Bij de leeftijdsverdeling valt op dat Leiden door alle leeftijdsgroepen gemiddeld wordt bezocht. In de tijd bekeken is alleen bij de 50-plussers een stijgende trend te zien. Dagbezoeken worden relatief vaker afgelegd door mensen in deze leeftijdsgroep. Dit is verklaarbaar doordat er nu eenmaal steeds meer Nederlanders van 50 jaar of ouder zijn. Uitkomsten voor Leiden – Profiel aantal
%
2006-08
2009-11
2012-14
2006-08
2009-11
2012-14
mannen
1.068.000
1.092.000
838.000
49%
51%
49%
vrouwen
1.102.000
1.050.000
864.000
51%
49%
51%
0-2 jaar
66.000
13.000
29.000
3%
1%
2%
3-5 jaar
56.000
36.000
51.000
3%
2%
3%
6-14 jaar
185.000
246.000
188.000
9%
12%
11%
15-18 jaar
195.000
100.000
90.000
9%
5%
5%
19-24 jaar
154.000
193.000
159.000
7%
9%
9%
25-29 jaar
106.000
197.000
155.000
5%
9%
9%
30-39 jaar
239.000
254.000
150.000
11%
12%
9%
40-49 jaar
376.000
335.000
224.000
17%
16%
13%
50-64 jaar
518.000
480.000
397.000
24%
22%
23%
65-74 jaar
124.000
150.000
157.000
6%
7%
9%
75+ jaar
150.000
137.000
102.000
7%
6%
6%
2.170.000
2.142.000
1.702.000
100%
100%
100%
totaal
10
8. Onderzoeksverantwoording Toeristisch bezoek aan steden, onderdeel van het CVO Het ContinuVakantieOnderzoek (CVO) is een grootschalige enquête naar het vakantiegedrag van Nederlanders. Een module (themarapport) van het CVO betreft ‘Toeristisch bezoek aan steden’. Gemeenten kunnen hieraan deelnemen. De stad wordt dan opgenomen in de lijst van steden waarnaar gevraagd wordt. Het CVO wordt uitgevoerd door NBTS-NIPO research. NBTC-NIPO Research is een joint venture tussen het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC Holland Marketing) en marktonderzoekbureau TNS NIPO. NBTC-NIPO Research is gespecialiseerd in onderzoek op het gebied van vakanties, vrije tijd en zakenreizen van Nederlanders. De volledige resultaten van de enquêtes zijn alleen tegen betaling te verkrijgen en mogen niet openbaar verspreid worden. Daarom staan in dit feitenblad alleen driejaarsgemiddelden en geen volledige lijsten met uitkomsten van andere steden. Nederlandse dagbezoekers zijn de doelgroep Het CVO-onderdeel Toeristisch bezoek aan steden heeft een specifieke doelgroep. De respondenten zijn Nederlanders die een stad een dag bezoeken om toeristisch-recreatieve reden. Er zijn echter nog andere bezoekers aan een stad. Bijvoorbeeld de bewoners van een stad zelf, buitenlandse toeristen en mensen die een meerdaags bezoek aan de stad brengen. Ook mensen die om zakelijke, onderwijs- of privéredenen (bijvoorbeeld bezoek aan familie of vrienden of ziekenhuisbezoek) een stad bezoeken tellen niet mee. Het is dus belangrijk om bij de interpretatie van de uitkomsten te beseffen dat het CVO geen beeld geeft van álle mensen die in een stad winkelen, uitgaan of een museum bezoeken. Presentatie van de enquête-uitkomsten Bij de meeste enquêtes worden de onderzoeksresultaten weergegeven in percentages. Denk bijvoorbeeld aan de Stadsenquête of de Veiligheidsmonitor. Er staat dan bijvoorbeeld “66% van de Leidenaren heeft last van meeuwen” of “18% van de Nederlanders voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt”. In feite gebeurt dat bij het CVO ook, maar vervolgens worden de percentages losgelaten op de Nederlandse bevolking en wordt een groot deel van de uitkomsten weergegeven in absolute aantallen. Er staat bijvoorbeeld niet “5% van de Nederlanders heeft het afgelopen jaar een bezoek gebracht aan Leiden”, maar “1 miljoen mensen bezochten Leiden het afgelopen jaar. Deze manier van presenteren heeft voordelen (het maakt de cijfers begrijpelijk en aansprekend) maar ook nadelen. Om bovenstaand voorbeeld te vervolgen: als het volgende jaar blijkt dat 4% van de Nederlanders Leiden heeft bezocht, zullen niet veel mensen van hun stoel vallen van verbazing. Men denkt: “Het is wel een daling, maar het zijn nou eenmaal afgeronde cijfers en hoe zat dat ook alweer met betrouwbaarheidsmarges?” Als er staat “800.000 mensen bezochten Leiden het afgelopen jaar” is men in rep en roer en is dit blijkbaar wel een reden om te vragen waar die 200.000 mensen gebleven zijn. Terwijl het verschil tussen 5% en 4% enerzijds en 1.000.000 en 800.000 relatief even groot is. De schommelingen in de uitkomsten zijn niet uniek voor het CVO, maar door de manier van presenteren vallen ze meer op. In dit feitenblad is mede daarom gekozen voor driejaarsgemiddelden. Zo zijn meerjarige trends beter zichtbaar. Deelnemende steden Gemeenten kunnen, tegen betaling, meedoen aan het onderdeel Toeristisch bezoek aan steden. Elk jaar doen rond de 30 steden mee. In dit feitenblad is gekeken naar de periode 2006 tot en met 2014. Alle steden die in elk van die jaren meededen zijn meegenomen in dit feitenblad. Ze zijn ingedeeld in drie groepen:
11
Leiden - Leiden
Grote steden - Amsterdam - Den Haag - Rotterdam - Utrecht
Middelgrote steden - Alkmaar - Amersfoort - Arnhem - Breda - Delft - Den Bosch - Deventer - Dordrecht
- Eindhoven - Gouda - Groningen - Haarlem - Hoorn - Leeuwarden - Maastricht - Schiedam
Hoofdredenen en activiteiten In de paragrafen 3 en 4 van dit feitenblad wordt gesproken over ondernomen activiteiten en hoofdredenen. De enquête vraagt eerst naar welke activiteiten de bezoeker heeft ondernomen en vervolgens welke daarvan de hoofdreden was om de stad te bezoeken. Ten behoeve van dit feitenblad zijn de hoofdredenen geclusterd naar winkelen, cultureel bezoek, horecabezoek en overig bezoek. De laatste categorie komt overigens niet expliciet aan bod in dit feitenblad. De activiteiten/hoofdredenen zijn op de volgende manier geclusterd: Winkelen - Winkelen voor plezier
Cultureel bezoek - Bezoek evenement - Bezoek museum - Bezoek theater / concert - Het maken van een stadswandeling - Bezoek bioscoop
Horecabezoek - Lunchen / dineren in restaurant - Op terrasje zitten - Bezoek nachtleven / uitgaan
Overig - Bezoek sportwedstrijd - Bezoek aan attractie - Bezoek strand - Bezoek wellness - Iets anders
COLOFON BOA BeleidsOnderzoek en Analyse Gemeente Leiden
[email protected] of 071 - 516 5123 Direct zelf informatie opzoeken? Veel cijfers en onderzoeksgegevens over Leiden zijn te vinden via www.leiden.nl/statistiek. 12
Serie Statistiek 2015/03d