bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend

bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend Projectnummer T.A.S.: 2012106 Omvang onderzoek Gehele gebouw of object Gedeelte van gebouw of object Representatieve steekproef ( minimaal 10% voor vergunning ) Aanvulling op representatieve steekproef Onvoorzien asbest aanwezig Soort onderzoek Asbestinventarisatie type A volledig onvolledig ( NEN 2991:2005 ) ernstig blootstellingsrisico

Onvolledig (uitsluitingen /niet toegankelijke ruimten) Asbestinventarisatie type B Asbestinventarisatie type G Risicobeoordeling Risicobeoordeling ten behoeve van sloop en verbouw ( SMA-rt ) Risicobeoordeling in gebruiksfase ( NEN 2991:2005 )

bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend

INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE

2

1.

Projectgegevens

2

2.

Opdracht en samenvatting

3

3.

Resultaat onderzoek

7

4.

Conclusie

9

5.

Omschrijving asbestbronnen

10

6.

Verplichtingen voor de opdrachtgever overeenkomstig wet- en regelgeving

15

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

1: 2: 3: 4: 5:

evaluatieformulier analyserapporten RVA Test laboratorium plattegrond(en) werkmethode SMA-rt kopie procescertificaat T.A.S.

Pagina 2 van 29


1.

Projectgegevens

Project Naam project Adres project Datum onderzoek Projectnummer

: : : :

Bushalte Tramplein te Purmerend 21 mei 2012 2012106

Opdrachtgever Naam opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode Plaats Telefoon

: : : : : :

Kwinfra Mevr. K. Koopman Smaragdweg 3 1800 GB Alkmaar 072-5414070

Opdrachtnemer Asbestinventarisatiebureau Contactpersoon Adres Postcode Plaats Telefoon E-mailadres Website SCA certificaatnummer Inspecteur(s) DIA certificaat inspecteur

: : : : : : : : : : :

T.A.S. (Technical Asbest Services) B.V. de heer J. Veenema H. de Keyserlaan 16 3822 WC Amersfoort 06-42734841 [email protected] www.tas-holding.eu 02-D020.042.01 de heer J. Veenema 51E-030112-410103

Autorisatie rapport:

De heer J. Veenema Datum autorisatie: 28 mei 2012

Pagina 2 van 29


2.

Opdracht en samenvatting

2.1 Algemeen In opdracht van Kwinfra is op 21 mei 2012 door T.A.S. B.V. een onderzoek uitgevoerd van de bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend. De opdracht betrof een onderzoek naar direct waarneembaar asbest, asbesthoudende producten, asbest besmet materiaal of asbest besmette constructiedelen in de woning. De asbestinventarisatie is uitgevoerd conform de SC-540. T.A.S. is in het bezit van het procescertificaat SC-540 met nummer AO 076/1 uitgegeven door Certificatie-instelling SGS Intron Certificatie BV. 2.2 Omschrijving van de opdracht De inventarisatie en het rapport hebben als doel een overzicht te krijgen van de aanwezige asbesthoudende materialen in de bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend. Door de opdrachtgever zijn voor aanvang van het onderzoek de volgende gegevens beschikbaar gesteld: -

Foto’s

Door de opdrachtgever is aan T.A.S. opdracht gegeven voor het uitvoeren van een Type A asbestinventarisatie op de bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend. Doel van het onderzoek is om na de asbestinventarisatie de asbesthoudende materialen door de SC-530 gecertificeerd bedrijf te laten saneren. Het onderzoek is uitgevoerd door dhr. J. Veenema met Ascert-code 51E-030112-410103. Verdachte materialen zijn ter plaatse bemonsterd of visueel als asbest beoordeeld. De materiaalmonsters zijn vervolgens door een daartoe geaccrediteerd laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van asbest. 2.3 Samenvatting Onderzocht is de bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend. De volgende asbesthoudende materialen zijn tijdens de inspectie waargenomen: MonstercodeOmschrijving M1 Pijp M2 Plafond M3 Plaatmateriaal V1 Brandwerende Kluis

risicoklasse 2 2 3 1

methodiek Containment Containment Containment Geheel verwijderen

De volgende uitsluitingen waren tijdens het onderzoek van toepassing en zijn dan ook niet onderzocht: -

De kruipruimte bij de receptie en de kantine is niet toegankelijk door het niet te openen van het kruipluik De overige delen van de kruipruimte is enkel te inspecteren met 2 personen (mangatwacht) en nadat de kruipruimte is droog gepompt. De zolder is niet veilig te betreden zonder een ladder van ±5m¹

Bovenstaande uitsluitingen dienen te worden onderzocht middels een aanvullend TYPE A onderzoek conform SC-540.

Pagina 3 van 29


De volgende beperkingen waren tijdens het onderzoek van toepassing en zijn dan ook niet onderzocht: -

Achter de vaste vloer, wand – en plafondafwerkingen is niet onderzocht Achter overige aftimmeringen (draagconstructie o.a.) heeft tevens geen onderzoek plaatgevonden.

Het uitvoeren van een asbestinventarisatie TYPE B is noodzakelijk aangezien het doel van het onderzoek (totaal) sloop betreft.

Pagina 4 van 29


Het onderzoek is door de inspecteur met zeer veel kennis en kunde uitgevoerd. T.A.S. is echter niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die voortkomt uit de in de onderzochte ruimten aanwezige asbestbronnen die tijdens het onderzoek niet zijn waargenomen of niet visueel waarneembaar waren. Een aanvullend onderzoek(Type B) hoeft voor aanvang van de sanering van de aangetroffen asbesthoudende materialen niet plaats te vinden. 2.4 Historisch onderzoek en desk research Voorafgaand aan het onderzoek ter plaatse heeft een historisch onderzoek plaatsgevonden. Aan de opdrachtgever is gevraagd om aanwezige bouwkundige en installatietechnische gegevens zoals bestekken, tekeningen en eventuele onderzoeksrapporten beschikbaar te stellen. Er zijn tekeningen beschikbaar gesteld door de opdrachtgever. Hieruit zijn geen gegevens met betrekking tot asbesthoudende toepassingen in af te lezen. Uit interview met de opdrachtgever dient er een onderzoek te komen in verband met sloop. 2.5 Onderzoek ter plaatse Het onderzoek ter plaatse heeft plaatsgevonden op 21 mei 2012. Gedurende het onderzoek waren de onderzochte ruimten toegankelijk. Zie hoofdstuk 2.3 van deze rapportage voor eventuele beperkingen of uitsluitingen. Van alle asbestverdachte materialen zijn registraties gemaakt. 2.6 Monstername ter plaatse. Door de daartoe bevoegde inspecteur zijn de asbestverdachte materialen bemonsterd. Monstername heeft plaatsgevonden onder beheerste omstandigheden. Tijdens de monstername is gebruik gemaakt van bronmaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. De asbestverdachte monsters zijn vervolgens luchtdicht verpakt en voorzien van de nodige identificatie. 2.7 Analyse asbestverdachte monsters De asbestverdachte monsters zijn opgestuurd naar IC Laboratoriumservices BV. De door T.A.S. aangeleverde monsters zijn door middel van polarisatiemicroscopie onderzocht. IC Laboratoriumservices is RvA Test geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie onder accreditatienummer L367. 2.8 Asbestinventarisatierapport Onderzoeks- en analyseresultaten zijn vervolgens in dit asbestinventarisatierapport samengevat. In de rapportage zijn verdachte-, asbesthoudende materialen, locatie, hoeveelheid en bevestiging samengevat. Vervolgens zijn van iedere asbestbron foto’s in de rapportage opgenomen. In de bijgevoegde tekeningen zijn de locaties van de asbestbronnen weergegeven. Tevens zijn de analyserapporten als bijlage toegevoegd.

Pagina 5 van 29


2.9 Risicogerichte classificatie Ten behoeve van het nemen van maatregelen tijdens het verwijderen van asbest en asbesthoudende materialen is in dit rapport door T.A.S. per asbestbron aangegeven in welke risicoklasse de asbestbron is ingedeeld en welke beheersmaatregelen minimaal moeten worden genomen. De indeling is tot stand gekomen met behulp van een geautomatiseerd databestand waarmee de risicoklasse indeling kan worden bepaald. Dit databestand, genaamd SMA-rt, is ontwikkeld door het ministerie van SZW. Genoemd databestand wordt eveneens gebruikt door de Arbeidsinspectie en Certificerende Instellingen. De resultaten uit dit SMA-rt bestand zijn als bijlage opgenomen in dit rapport. Indien de wens bestaat om een bron daadwerkelijk onder een andere risicoklasse te laten vallen, is een brongerichte risico-inventarisatie en evaluatie met representatieve metingen noodzakelijk.”

Risicoklasse indeling t.b.v. de verwijdering Op 27 juli 2006 heeft de staatssecretaris van Sociale zaken de wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit vastgesteld en met ingang van 28 juli 2006 van kracht verklaard. Reden voor deze nieuwe regeling is Europese regelgeving waarin is bepaald dat lidstaten met een risico-gericht asbestbeleid moeten komen. In deze wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit (348) is het verwijderen van asbest in 3 klassen verdeeld. In de asbestinventarisatie dient het gecertificeerde onderzoeksbureau elke aangetroffen asbestbron in een klasse in te delen. In de wetgeving zijn 3 verschillende klassen benoemd die grofweg onder te verdelen zijn in: Klasse 3: Onder risicoklasse 3 vallen alle asbesthoudende materialen die conform TNO-MEP rapport in deze klasse vallen. Enkele voorbeeld risicoklasse 3: spuiT.A.S.best, leidingisolatie, niet hechtgebonden brandwerende platen, Klasse 1: Verwijdering van asbest waarbij, indien dit zorgvuldig gebeurt, weinig of geen asbestvezels vrijkomen. Verwijdering van deze bron(nen) kan geschieden onder een verlicht regime, mits het asbestverwijderende bedrijf aan kan tonen dat de hoeveelheid vrijkomende vezels onder de grenswaarde van 0,01 vezel/ml blijft. Desalniettemin adviseert Environment Consultancy BV deze bronnen ook te laten verwijderen door een SC-530 gecertificeerd bedrijf. Enkele voorbeelden risicoklasse 1: losstaande asbesthoudende objecten ( bv. Bloembakken ); deuren met asbestbeplating die in goede staat is; Klasse 2: Onder risicoklassen 2 vallen alle overige toepassingen.

Pagina 6 van 29


3.

Resultaat onderzoek

Bemonstering Vooraf is een bemonsteringsplan opgesteld. Indien asbestverdachte materialen aanwezig zijn worden deze bemonsterd conform dit plan. Strategie: Op basis van de visuele inspectie en deskresearch wordt de volgende strategie gehanteerd:  Algehele inspectie / Monsterneming van één materiaal. Het aantal te nemen monsters is afhankelijk van het aantal verdachte materialen. Per type materiaal wordt minimaal één monster genomen. Het aantal te nemen monsters per type materiaal wordt bepaald volgens de standaard maatstaf voor representativiteit: Materiaal Leidingisolatie Visueel gelijk

Aantal monsters 1 monster per 10 meter

Leidingisolatie Visueel verschillend

1 monster per onderdeel

Asbestcement materialen Zachte persing brandwerende platen Spuitlagen Koord Colovinyl tegel Inhomogene asbesthoudende materialen Stof (Afhankelijk van oppervlak:) < 25 m2 > 25 m2 en < 100 m2 > 100 m2 en < 500 m2 > 500 m2 Overige materialen

1 monster per type 1 monster per type 1 monster per 10 m2 1 monster per type 1 per kleur Conform NEN 5897

Bijzonderheden Bemonsteren tot op het hart van de leiding Bemonsteren tot op het hart van de leiding  1 cm3  10 cm2  1 cm3  10 cm1 Minimaal 10 x10 cm Veegmonster / kleefmonster

2 monsters, 3 monsters, 4 monsters, 5 monsters. Op basis van kennis en ervaring van de onderzoeker

-

Alle monsters worden indien mogelijk onverspaand genomen in verband met uiterlijke kenmerken. Indien luchtmonsters genomen moeten worden, moet dit door een RvA testen geaccrediteerd laboratorium worden uitgevoerd. De onderzoeker heeft daarbij een controlerende en adviserende rol. Bemonstering: Bij monsterneming van asbestverdachte materialen maakt de onderzoeker op basis van kennis en ervaring een inschatting van de te verwachten vezelconcentratie. Op basis van die inschatting worden de te gebruiken middelen bepaald ter voorkoming van blootstelling of besmetting van de omgeving. Monsterbehandeling: Als een monster geanalyseerd moet worden, wordt het vervolgens luchtdicht dubbel verpakt in monsterzakjes met asbestetiketten met zo min mogelijk lucht. Op de monsterzakjes worden de volgende gegevens vermeldt:  projectnummer,  monsternummer,  datum,  exacte plaats,  monsternemer, Het afval dat ontstaat bij de monsterneming wordt beschouwd als asbesthoudend en dusdanig behandeld.

Laboratoriumanalyses Er is door de onderzoeker van T.A.S. een 3-tal monsters genomen van asbestverdachte materialen.

Pagina 7 van 29


Overzicht van asbestbronnen

verdieping

Onder kruipluik

Kruipruimte

M2

Plafond

M3

Plaatmateriaal

V1

Brandwerende kluis

Berging en rookruimte Berging en rookruimte Receptie

Analyse

Locatie van materiaal /

Buis

hechtgebonden

omschrijving

M1

bevestiging

monstenummer

De volgende bronnen zijn aangetroffen tijdens het onderzoek:

Ja

Begane grond

Losliggend en geklemd Genageld

Ja

Chrysotiel 10-15% Crocidoliet 2-5% Chrysotiel 2-5%

Begane grond

Genageld

Ja

Chrysotiel 2-5%

Begane grond

Losstaand

Onbeke nd

Asbestverdacht

hechtgebonden

bevestiging

verdieping

Locatie van materiaal /

omschrijving

monstenummer

Overzicht van niet-asbesthoudende bronnen

De hierboven beschreven materialen betreffen materialen die tijdens het onderzoek asbestverdacht waren maar waarvan de analyse heeft uitgewezen dat het materiaal asbestvrij is. Of het betreffen materialen waarvan tijdens het onderzoek duidelijk was dat het asbestvrij materiaal betreft maar waarover in een later stadium, tijdens verbouwing of sloop, vragen gesteld kunnen worden. Door deze materialen in bovenstaande tabel te verwerken wordt duidelijk gemaakt dat deze tijdens het onderzoek zijn waargenomen.

Pagina 8 van 29


4.

Conclusie

M1, Buis, verwijderen voorafgaand aan sloop M2, Plafond, verwijderen voorafgaand aan sloop M3, Plaatmateriaal, verwijderen voorafgaand aan sloop V1, Brandwerende kluis, verwijderen voorafgaand aan sloop De volgende uitsluitingen waren tijdens het onderzoek van toepassing en zijn dan ook niet onderzocht: -

De kruipruimte bij de receptie en de kantine is niet toegankelijk door het niet te openen van het kruipluik (enkel middels zwaar destructieve middelen). De overige delen van de kruipruimte is enkel te inspecteren met 2 personen (mangatwacht) en nadat de kruipruimte is droog gepompt. De zolder is niet veilig te betreden zonder een ladder van ±5m¹

Bovenstaande uitsluitingen dienen te worden onderzocht middels een aanvullend TYPE A onderzoek conform SC-540. De volgende beperkingen waren tijdens het onderzoek van toepassing en zijn dan ook niet onderzocht: -

Achter de vaste vloer, wand – en plafondafwerkingen is niet onderzocht Achter overige aftimmeringen (draagconstructie o.a.) heeft tevens geen onderzoek plaatsgevonden.

Het uitvoeren van een asbestinventarisatie TYPE B is noodzakelijk aangezien het doel van het onderzoek (totaal) sloop betref

Pagina 9 van 29


5.

Omschrijving asbestbronnen

Pagina 10 van 29


Bron

1

Certificaatnummer laboratorium

124859958

Hechtgebonden

Ja

Bronomschrijving

Buis

Hoeveelheden

Onbekend

Plaats

Onder Kruipluik, kruipruimte

Bereikbaarheid

Matig

Bevestiging

Losliggend en geklemd

Risicoklasse indeling t.b.v. verwijdering

2

Opmerkingen: Mogelijk bevinden zich in de gehele kruipruimte asbesthoudende restanten buismateriaal.

Pagina 11 van 29


Bron

2


124859997

Hechtgebonden

Ja

Bronomschrijving

Plafond

Hoeveelheden

12m²

Plaats

Berging en rookruimte

Bereikbaarheid

Slecht

Bevestiging

Genageld


2

Opmerkingen: Mogelijk ook in rookruimte boven het verlaagd plafond aanwezig.

Pagina 12 van 29


Bron

3


124860004

Hechtgebonden Bronomschrijving Hoeveelheden

Ja Plaatmateriaal 2m²

Plaats

Berging en rookruimte

Bereikbaarheid

Matig

Bevestiging

Genageld


2

Opmerkingen: geen

Pagina 13 van 29


Bron

4


Visueel herkend

Hechtgebonden

Onbekend

Bronomschrijving

Brandwerende kluis

Hoeveelheden

1 stuks

Plaats

Receptie

Bereikbaarheid

Goed

Bevestiging

Losstaand


1

Opmerkingen: Indien de brandwerende kluis in zijn geheel wordt verwijderd kan de sanering worden uitgevoerd in verwijderingsrisicoklasse 1, conform SMA-rt bijlage.

Pagina 14 van 29


6.

Verplichtingen voor de opdrachtgever overeenkomstig wet- en regelgeving

Algemeen Asbestverwijdering is onderhevig aan een gemeentelijke vergunning. Aan de vergunning ligt een asbestinventarisatierapport ter grondslag. Wie kan 1. 2. 3.

een vergunning aanvragen en wordt daarmee de houder van de vergunning? de eigenaar van het pand; namens de eigenaar van het bouwwerk: adviesbureau; gebruiker van het bouwwerk. Toelichting: 1. De houder van de vergunning blijft voor de Gemeente verantwoordelijk en aanspreekpunt voor de rapportage als sanering. Is het niet volledig en dus niet geschikt voor afgifte sloopvergunning, dan spreekt de gemeente de aanvrager van de vergunning aan. Deze spreekt vervolgens het onderzoeksbureau aan. Dit geldt eveneens voor de asbestverwijdering. 2. Als gewerkt wordt in strijd met de voorschriften, spreekt de Gemeente de houder van de vergunning in eerste instantie aan, in tweede instantie de asbestverwijderaar.

De onder punt 1 t/m 3 genoemde personen kunnen opdrachtgever zijn voor zowel de asbestinventarisatie, de asbestverwijdering als de eindbeoordeling. Hij hoeft niet per se opdrachtgever te zijn voor de eindbeoordeling. Dit kan hij overlaten aan het verwijderingsbedrijf, hetgeen ook logisch is. De opdrachtgever is degene die:

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

de opdracht tot inventarisatie verleent aan een bedrijf dat in bezit is van een geldig certificaat voor asbestinventarisatie; de sloopvergunning bij Gemeente aanvraagt, implicerende de melding voor het voornemen tot sloop/verwijdering; de opdracht tot eindbeoordeling van de uitgevoerde asbestverwijdering verleent aan een laboratorium c.q. inspectie-instelling dat/die daarvoor geaccrediteerd is; de opdracht tot de asbestverwijdering verleent aan een asbestverwijderingsbedrijf dat in het bezit is van een geldig certificaat voor asbestverwijderen; de Gemeente minimaal één week voor uitvoering op de hoogte stelt van de juiste uitvoeringsdata en – tijdstippen; de stortbon en het vrijgavebewijs van het asbestverwijderingsbedrijf ontvangt; de Gemeente uiterlijk binnen twee weken na uitvoering een afschrift stuurt van de resultaten van de eindbeoordeling; de fakturen voor de verleende diensten ( 1 t/m 4 ) ontvangt en betaalt.

De opdrachtgever kan de zaken genoemd onder 1,2,3,5 en 7 delegeren aan bijvoorbeeld het asbestverwijderingsbedrijf, doch blijft verantwoordelijk voor de aanwezigheid van de juiste papieren op het werk ( inventarisatierapport en sloopvergunning ).

Pagina 15 van 29


Asbestverwijderingsbesluit 2005 De verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de juiste papieren ( inventarisatierapport en sloopvergunning ) op het werk vindt zijn wettelijke basis in Par. 2, Artikel 3 en 5 en Par. 4, Artikel 10 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. De door de opdrachtgever in te schakelen bedrijven voor asbestinventarisatie, asbestverwijdering en eindbeoordeling kunnen het werk alleen verrichten, wanneer zij in het bezit zijn van de wettelijk verplichte certificaten, respectievelijk accreditatie, vermeld in art. 4.454a, 4.54d en 4.55 van het arbobesluit/Asbestverwijderingsbesluit. Asbestinventarisatierapport Ontleend aan Asbestverwijderingsbesluit 2005, Stb 704 d.d. 16-12-05 en Stb 87 d.d. 20-02-2006 Paragraaf 2 – Asbestinventarisatie Art. 3-1-b: Lid b: degene die geheel of gedeeltelijk doet ( laat ) afbreken of uit elkaar nemen ( = dus de opdrachtgever ) ….. beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 3-2-b: Ook hier wordt weer gesproken over degene die het asbest doet verwijderen ( = dus de opdrachtgever ) ….. beschikt over een asbestinventarisatierapport. Art. 5 Degene die de handelingen van par. 3 doet/laat verrichten ( = dus de opdrachtgever ), verstrekt voordat de handelingen worden verricht, een afschrift van het asbestinventarisatierapport aan degene die de handeling verricht ( asbestverwijderingsbedrijf ). Conclusie Art. 3 en 5 zijn heel duidelijk: De opdrachtgever beschikt over een asbestinventarisatierapport en geeft een afschrift van dat rapport aan degene die het asbest verwijdert. Hoe de opdrachtgever aan dat rapport komt, staat niet vermeld. Hij moet gewoon over beschikken, dus het zelf regelen. Zie ook art. 4.54a-1 t/m 6 en 4.54d-9 ( toevoeging aan Arbobesluit )

Pagina 16 van 29


Aanvulling Arbeidsomstandigheden besluit Artikel 4.54a Asbestinventarisatie 1 in het kader van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2, wordt de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten volledig geïnventariseerd voordat wordt aangevangen met de volgende werkzaamheden: a. het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van bouwwerken, met uitzondering van grondwerken, of objecten waarin asbest of asbesthoudende producten respectievelijk zijn verwerkt; b. het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten uit de bouwwerken, of objecten, bedoeld in onderdeel a; c. het opruimen van asbest of asbesthoudende producten die ten gevolge van een incident zijn vrijgekomen. 2. op grond van de inventarisatie, bedoeld in het eerste lid, wordt het kader van de risicobeoordeling, bedoeld in artikel 4.2, door het bedrijf, bedoeld in het vierde lid, bepaald in welke risicoklassen als bedoeld in de artikelen 4.44, 4.48 of 4.53a de werkzaamheden vallen. 3. de resultaten van de asbestinventarisatie, bedoeld in het eerste lid, en de indeling in een risicoklasse, bedoeld in het tweede lid, worden opgenomen in een invetarisatierapport. 4. de inventarisatie, bedoeld in het eerste lid, en het inventarisatierapport, bedoeld in het derde lid, worden uitgevoerd, onderscheidenlijk opgesteld, door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat asbestinventarisatie dat is afgegeven door onze Minister of een certificerende instelling. 5. een afschrift van het inventarisatierapport wordt verstrekt aan het v=bedrijf dat asbest verwijdert. 6. het certificaat asbestinventarisatie of afschrift daarvan is op de arbeidsplaats aanwezig en wordt desgevraagd getoond aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 24 van de wet. Artikel 4.54d Deskundigheid bij het werken van asbest 1.de volgende werkzaamheden, indien de concentratie asbeststof ingedeeld is in risicoklasse 2 of 3, worden verricht door een bedrijf dat in het bezit is van een certificaat asbestverwijdering, dat is afgegeven door onze Minister of een certificerende instelling: a. de werkzaamheden, bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid; b. het reinigen van de arbeidsplaats nadat een handeling als bedoeld in artikel 4,54a, eerste lid, onderdeel a of b, is uitgevoerd 2. Artikel 4.54b, met uitzondering van onderdeel a, is overeenkomstige toepassing; 3. voordat wordt aangevangen met het verwijderen van asbest is het bedrijf, bedoeld in artikel 4.54a, vijfde lid, in het bezit van een afschrift van een asbestinventarisatierapport, als bedoeld in artikel 4.54a derde lid, voor zover van toepassing; 4. bij de uitvoering van de werkzaamheden, bedoeld zoals in het eerste lid, wordt in het kader van de risicobeoordeling, bedoeld in artikel 4.2, de indeling van risicoklasse in het inventarisatierapport als ondergrens gehanteerd; 5. de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, worden verricht door of onder voortdurend toezicht van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het toezicht houden op het werken met asbest, dat is afgegeven door onze Minister of certificerende instelling. 6. Bij een bedrijf als bedoeld in het eerste lid is ten minste één persoon bedoeld als vijfde lid werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst. 7. voor zover de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, mede worden verricht door een andere persoon dan de persoon, bedoeld in het vijfde lid, is deze andere persoon in het bezit van een certificaat vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest, afgegeven door onze Minister of een certificerende instelling; 8. indien de handelingen, bedoeld in artikel 5, onderdelen e en f van het Productenbesluit asbest betrekking hebben op werkzaamheden met asbesthoudende grond, worden deze werkzaamheden begeleid door een persoon die in bezit is van een certificaat vakbekwaamheid arbeidshygiëne of veiligheidskundige als bedoeld in artikel 2.7., tweede lid; 9. de certificaten, bedoeld in het eerste, vijfde en zevende lid, of afschriften daarvan en een afschrift van het inventarisatierapport, bedoeld in artikel 4.54a, derde lid, zijn op de arbeidsplaats aanwezig en worden desgevraagd getoond aan de toezichthouder. Par. 4 – Bouwwerken Art. 10: Het is verboden om een bouwwerk te slopen zonder of in afwijking van de vergunning van B&W. bij een aanvraag om een sloopvergunning moet een asbestinventarisatierapport worden overlegd (Art.10j) De houder van de sloopvergunning moet een afschrift van die vergunning ter hand stellen aan het bedrijf dat de sloop uitvoert.

Pagina 17 van 29


Bijlagen

B4, V1, kluis, F4

B2, M2, Plafond, F2

B1, M1, Buis, F1

B3, M3, plaatmateriaal, F3

LEGENDA: Tramplein, Purmerend Begane grond

M00 F00

Monsterlocatie en nummer Fotolocatie en nummer Bemonsterd maar niet asbesthoudend Vermoedelijke asbestbron Asbesthoudende bron Ruimte niet onderzocht Pagina 18 van 29


Evaluatieformulier

1. Asbestinventarisatie type A Naam inventarisatiebedrijf Ascert-code Rapportnummer Vrijgavedatum

T.A.S. (Technical Asbest Services) B.V. 02-D020.042.01 2012106 28 mei 2012

2. Asbestinventarisatie type B Naam inventarisatiebedrijf Ascert-code Rapportnummer Vrijgavedatum Asbestinventarisatie van onvoorzien asbest Naam inventarisatiebedrijf Ascert-code Rapportnummer Vrijgavedatum Omschrijving onvoorzien asbest omschrijving plaats

Hoeveelheid

Oordeel over het geleverde inventarisatierapport Correctheid risicoklasse-indeling: Naspeurbaarheid bronnen: Vermelde hoeveelheden: Duidelijkheid foto’s/tekeningen etc.: Verbetermogelijkheden (m.b.t. rapport en/of overige dienstverlening):

Asbestverwijderingsbedrijf Naam SCA-code Naam Verzonden 1. naar Door(naam) Datum Paraaf

2.

3.

4.

5.

6.

Verzendlijst 1= AIB type A; 2= AIB type B; 3= AIB onvoorzien; 4 = gemeente; 5 = eigenaar; 6 = opdrachtgever

Pagina 19 van 29


Analyserapporten

Pagina 20 van 29


Pagina 21 van 29


Pagina 22 van 29


SMA-rt werkmethode

Pagina 23 van 29


Pagina 24 van 29


Pagina 25 van 29


Pagina 26 van 29


SC-540 Procescerftificaat

Pagina 27 van 29


Pagina 28 van 29

bushalte aan het tramplein, 1441GP te Purmerend

Recommend Documents