www.ing.com
2005 ING Groep Jaarverslag
JAARVERSLAG 2005
221123
Strategische koers leidt tot winstgevende groei
ING GROEP
www.ing.com
30%
Cert no. SGS-COC-2359
Het logo van de Forest Stewardship Council (FSC) geeft aan dat het voor dit verslag gebruikte hout uit bossen komt die worden beheerd volgens strikte milieu-, sociale en economische normen.
INHOUD 1.1
2.1
ONS PROFIEL
ING in het kort
2
Bericht van de voorzitter
6
Strategie
8
1.2
ONZE RESULTATEN
Verslag van de Raad van Bestuur Financiële hoofdpunten Risicobeheer Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Vermogensbeheer Human Resources Verantwoord Ondernemen
1.3
11 11 14 16 20 24 28 32 36 40 42 44
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
Geconsolideerde balans Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatie-overzicht eigen vermogen Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening Grondslagen voor het geconsolideerde kasstroomoverzicht Toelichting op de geconsolideerde balans Additionele informatie bij de geconsolideerde balans Toelichting op de geconsolideerde winsten verliesrekening Gesegmenteerde informatie Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Risicobeheer
2.2
Bericht van de Raad van Commissarissen
46
Corporate Governance
49
Rapport Stichting ING Aandelen
59
2.3
Rapport Stichting Continuïteit ING
61
Compliance
62
Accountantsverklaring Voorstel voor winstbestemming Bepalingen inzake uitgifte van aandelen
Remuneratierapport
64
Ondernemingsraden en Raad van Advies
75
80 99 100 126 137 148 152 154
170 171 172 174
OVERIGE INFORMATIE 177 178 179
ADDITIONELE FINANCIËLE INFORMATIE
Eigen vermogen en nettowinst op basis van waarderingsgrondslagen in de Verenigde staten (US GAAP) Toelichting op de verschillen tussen IFRS-EU en US GAAP RAROC performance Interne kapitaaleisen Embedded value
2.5
79
VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING
Vennootschappelijke balans Vennootschappelijke winsten verliesrekening Grondslagen voor de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Toelichting op de vennootschappelijke balans
2.4
76 77 78
180 181 186 187 188
ALGEMENE INFORMATIE
Credit ratings Aandeelhoudersinformatie Financiële begrippenlijst
ING Groep Jaarverslag 2005
192 193 197
1
1.1
ONS PROFIEL
MANAGEMENT BESTUURSSAMENSTELLING op 31 december 2005 RAAD VAN BESTUUR M.J. Tilmant (53), voorzitter drs. ing. C. Maas (58), vice-voorzitter en chief financial officer E.F. Boyer de la Giroday (53) F.S. Hubbell(1) (54) mr. E.P. Leenaars (44) dr. A.H.G. Rinnooy Kan(1) (56) drs. H.K. Verkoren(1) (58) RAAD VAN COMMISSARISSEN drs. C.A.J. Herkströter RA(2) (68), voorzitter E. Bourdais de Charbonnière (66), vice-voorzitter mw. L. Gross Goldberg (68) prof. mr. P.F. van der Heijden (56) dr. C.D. Hoffmann (63) drs. J.H.M. Hommen (62) drs. A.G. Jacobs(3) (69) W. Kok (67) G.J.A. van der Lugt (65) prof. dr. ir. P.J.A. baron de Meester(3) (70) ir. K. Vuursteen(2) (64)
KERNCIJFERS BALANSTOTAAL in miljarden euro’s 1.200 1.100 1.000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
IFRS ING GAAP 96 97 98 99 00 01 02 03 04 04 05
BEURSWAARDE in miljarden euro’s 90 80 70 60 50 40 30
Einde dienstbetrekking per 25 april 2006 (2) Voorgedragen voor herbenoeming per 25 april 2006 (3) Treedt af per 25 april 2006 (1)
20 10 0
Audit Committee drs. A.G. Jacobs, voorzitter dr. C.D. Hoffmann drs. J.H.M. Hommen (vanaf november 2005) G.J.A. van der Lugt (vanaf november 2005) prof. dr. ir. P.J.A. baron de Meester (tot november 2005) Remuneratie- en Nominatiecommissie drs. C.A.J. Herkströter RA, voorzitter E. Bourdais de Charbonnière (vanaf april 2005) mw. L. Gross Goldberg prof. mr. P.F. van der Heijden Corporate Governance Committee drs. C.A.J. Herkströter RA, voorzitter E. Bourdais de Charbonnière (vanaf april 2005) mw. L. Gross Goldberg prof. mr. P.F. van der Heijden De heren drs. D.H. Harryvan, T.J. McInerney, drs. H. van der Noordaa en J. de Vaucleroy zijn voorgedragen voor benoeming tot lid van de Raad van Bestuur per 25 april 2006. De heer drs. P.C. Klaver is voorgedragen voor benoeming tot lid van de Raad van Commissarissen per 25 april 2006. De Aandeelhoudersvergadering van 25 april 2006 beslist over deze voordrachten tot benoeming. Meer informatie over de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen vindt u op bladzijde 52-53 en 55-57, evenals over de nieuw te benoemen leden.
96 97 98 99 00 01 02 03 04 05
OPERATIONELE/ONDERLIGGENDE NETTOWINST in miljarden euro’s 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
IFRS ING GAAP 96 97 98 99 00 01 02 03 04 04 05
MEDEWERKERS gemiddeld aantal, in duizenden 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05
2
ING Groep Jaarverslag 2005
KERNCIJFERS VIJF JAAR KERNCIJFERS 2005
IFRS 2004
2004
2003
2002
ING GAAP 2001
1.159 37
964 28
866 26
779 21
716 18
705 22
547
492
492
463
449
513
65
49
49
39
32
57
Baten (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten
57.424 13.848
55.602 12.678
55.398 12.537
53.233 11.680
59.449 11.201
55.274 11.111
Lasten (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten
5.195 8.844
4.746 8.795
4.837 8.658
4.897 8.184
5.203 8.298
5.583 8.186
119
475
497
1.288
2.099
907
3.978 4.916 8.894
4.322 3.418 7.740
4.005 3.414 7.419
3.486 2.371 5.857
3.170 1.468 4.638
2.792 2.170 4.962
Balans (in miljarden euro’s) Balanstotaal* Eigen vermogen* Beheerd vermogen (in miljarden euro’s) Beurswaarde (in miljarden euro’s)
Waardeveranderingen vorderingen bankbedrijf/ beleggingsverliezen (in miljoenen euro’s) Winst (in miljoenen euro’s) Verzekeringsactiviteiten Bankactiviteiten Winst voor belastingen Onderliggende (IFRS)/operationele nettowinst (ING GAAP) Desinvesteringen en bijzondere posten (IFRS)/ niet-operationele nettowinst (ING GAAP) Nettowinst Uitkeerbare nettowinst
6.196
4.959
5.389
4.053
3.433
3.539
1.014 7.210 7.210
796 5.755 5.755
579 5.968 5.968
-10 4.043 4.043
1.067 4.500 4.253
1.038 4.577 4.252
Cijfers per gewoon aandeel van nominaal EUR 0,24 Nettowinst Uitkeerbare nettowinst Dividend Eigen vermogen*
3,32 3,32 1,18 16,96
2,71 2,71 1,07 12,95
2,80 2,80 1,07 11,76
2,00 2,00 0,97 10,08
2,32 2,20 0,97 9,14
2,37 2,20 0,97 11,03
26,6 25
25,4 n.v.t.
22,9 33
21,5 18
17,4 -3
15,3 4
95 255
94 204
94 210
98 180
102 169
103 180
10,86 7,32 63,9
10,46 6,92 69,4
11,47 7,71 69,1
11,34 7,59 70,1
10,98 7,31 74,1
10,57 7,03 73,7
115.300
113.000
113.000
115.200
113.060
112.000
Ratio’s (in %) ING Groep (Operationeel) rendement op het eigen vermogen (ROE) Stijging (operationele) nettowinst Verzekeringsactiviteiten Combined ratio Kapitaaldekkingsratio* Bankactiviteiten BIS-ratio ING Bank* Tier-1-ratio ING Bank* Kosten/batenverhouding Medewerkers (gemiddeld aantal)
* Vergelijkende cijfers opgenomen onder 2004 zijn gebaseerd op IFRS per 1 januari 2005; deze cijfers zijn aangepast aan de openingsbalans onder IFRS.
ING Groep Jaarverslag 2005
3
1.1
ONS PROFIEL
ING IN HET KORT MISSIE
PROFIEL
Bij het aanbieden van onze financiële producten en diensten streven wij ernaar te voldoen aan de verwachtingen van de klant: goede dienstverlening, optimaal gemak en concurrerende tarieven. Dit blijkt ook uit onze missie: onze klanten een toonaangevende dienstverlening bieden bij hun financiële keuzes voor de toekomst.
ING
INSURANCE EUROPE
INSURANCE AMERICAS
INSURANCE ASIA/PACIFIC
ING Groep is een wereldwijd actieve financiële dienstverlener met 150 jaar ervaring. Wij zijn in meer dan 50 landen actief met een uitgebreid productassortiment op het gebied van verzekeren, bankieren en vermogensbeheer. Onze 115.000 medewerkers spannen zich dagelijks in om een ruime klantengroep,
VERZEKERINGEN – BANKIEREN – VERMOGENSBEHEER ING is opgebouwd uit zes divisies. Deze structuur kenmerkt zich door een duidelijke klantgerichtheid en een logische ordening van activiteiten.
Hieronder vallen de verzekeringsactiviteiten in Nederland, België, Spanje, Griekenland en Centraal-Europa. In deze landen biedt ING levensverzekeringen aan, met bijzondere aandacht voor pensioenen. In Nederland en België worden eveneens schadeverzekeringen aangeboden. Insurance Europe omvat tevens de vermogensbeheeractiviteiten in Europa.
Hiertoe behoren de activiteiten op het gebied van verzekeringen en vermogensbeheer in Noord-Amerika en Latijns-Amerika. In de Verenigde Staten zijn wij goed gepositioneerd met pensioenen, lijfrentes, levensverzekeringen en vermogensbeheer. Daarnaast zijn wij leidend in de schadeverzekerings-markt in Canada en zijn we actief in Mexico, Chili, Peru en Brazilië.
Deze divisie omvat de activiteiten op het gebied van levensverzekeringen en vermogensbeheer in de regio Azië/Pacific. Wij hebben gevestigde posities in Australië en Nieuw-Zeeland, Hongkong, Japan, Zuid-Korea, Maleisië en Taiwan. De activiteiten in China, India en Thailand behoren tot ING’s toekomstige groeimarkten.
PREMIE-INKOMEN PER DIVISIE in miljoenen euro’s Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Overig Totaal
4
bestaande uit particulieren, bedrijven, instellingen en overheden goed van dienst te zijn. Gemeten naar beurswaarde behoort ING tot de 15 grootste financiële instellingen in de wereld en tot de top-10 in Europa.
ING Groep Jaarverslag 2005
23% 10.702 50% 22.744 27% 12.286 26 100% 45.758
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN INSURANCE EUROPE 2.021
2005 2004
1.612 in miljoenen euro’s
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN INSURANCE AMERICAS 1.979
2005 2004
1.601 in miljoenen euro’s
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN INSURANCE ASIA/PACIFIC 2005
447
2004
475 in miljoenen euro’s
Meer informatie is te vinden op: www.ing.com ACTIVITEITEN
STAKEHOLDERS
ING is een van de grootste financiële instellingen in haar thuismarkt, de Benelux. Particuliere klanten in deze markt kunnen bij ons terecht voor een ruim assortiment aan bank- en verzekeringsproducten en voor vermogensbeheer. In wholesale banking zijn wij wereldwijd actief, maar richten we ons vooral op de Benelux. In de Verenigde Staten behoort ING in omzet en beheerd vermogen tot de top-10 op het gebied van pensioenen en levensverzekeringen. In Canada zijn
WHOLESALE BANKING
RETAIL BANKING
wij, gemeten naar premie-inkomen, de grootste schadeverzekeraar. ING Direct is een toonaangevende directbank met 15 miljoen klanten in negen landen. In de groeimarkten van Azië, CentraalEuropa en Latijns-Amerika bieden wij levensverzekeringen aan. Daarnaast zijn wij een grote vermogensbeheerder met een beheerd vermogen van bijna EUR 550 miljard. ING Real Estate is, gemeten naar de omvang van de portefeuille, de grootste vastgoedonderneming ter wereld.
Deze divisie verzorgt wereldwijd alle bankdiensten voor de zakelijke markt. In de thuismarkten in de Benelux bestaat het aanbod uit een volledig scala aan producten voor bedrijven en instellingen, terwijl in andere landen een meer selectieve en gerichte aanpak wordt gehanteerd. Een andere activiteit is ING Real Estate, de grootste vastgoedonderneming ter wereld.
Hieronder vallen de bankdiensten voor particulieren in Nederland, België, Polen, Roemenië, India en China. Private-bankingdiensten worden aangeboden in Nederland, België, Luxemburg, Zwitserland en een aantal landen in Azië, Latijns-Amerika en Centraal- en Oost-Europa.
ING doet zaken op basis van duidelijk vastgestelde business principles. Bij alles wat wij doen, proberen wij zo goed mogelijk rekening te houden met de belangen van onze klanten, aandeelhouders, medewerkers, zakenrelaties en de samenleving als geheel. ING streeft ernaar een goede ‘corporate citizen’ te zijn.
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN WHOLESALE BANKING 2.276
2005 2004
2.092 in miljoenen euro’s
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN RETAIL BANKING 1.815
2005 2004
1.168 in miljoenen euro’s
ING DIRECT
Deze divisie houdt zich bezig met directbankieren voor particulieren in Australië, Canada, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Italië, Spanje, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. De belangrijkste producten zijn spaarproducten, hypotheken en beleggingsfondsen. Een andere activiteit is ING Card, dat voor ING de creditcards in de Benelux en Duitsland beheert.
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN ING DIRECT 2005 2004
617 435 in miljoenen euro’s
GEOGRAFISCHE SPREIDING LENINGEN EN VOORSCHOTTEN AAN KLANTEN in miljarden euro’s Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Totaal
55% 9% 21% 9% 1% 2% 3% 100%
238,2 41,6 90,3 40,5 2,8 10,9 14,9 439,2
ING Groep Jaarverslag 2005
5
1.1
ONS PROFIEL
BERICHT VAN DE VOORZITTER Strategische koers leidt tot winstgevende groei
Beste stakeholder, 2005 was een zeer goed jaar voor ING, waarin we onze winst naar een hoger niveau hebben kunnen tillen. Onze nettowinst steeg van EUR 5.755 miljard naar EUR 7.210 miljard, een toename van 25,3%. De onderliggende winst voor belastingen nam toe met 19,4%. Hieruit blijkt dat onze strategie haar vruchten begint af te werpen. De aandelenmarkten hebben onze inspanningen beloond, zoals blijkt uit de koersontwikkeling van het ING-aandeel. Ons doel is voor onze aandeelhouders betere groei- en rendementcijfers te behalen dan het gemiddelde van onze concurrenten. Om dit te bereiken richten we ons op waardecreatie en op het verbeteren van de uitvoering van onze kernactiviteiten. We willen uitblinken in wat we doen en ons richten op een uitstekende dienstverlening aan onze klanten en op het nauwgezet beheersen van onze kosten, risico’s en reputatie. Dit komt allemaal tot uitdrukking in het thema van dit jaarverslag: “Strategische koers leidt tot winstgevende groei”. In augustus 2005 heeft Standard & Poor’s onze strategie kracht bijgezet door ING AA- creditratings toe te kennen. De hogere waardering onderstreept het feit dat ING een solide bedrijf is. We zijn met deze ratings zeer ingenomen. Aan de basis van onze strategie ligt een grondige analyse van onze positie in de internationale financiële wereld. Naar mijn mening zijn er drie fundamentele ontwikkelingen die het speelveld bepalen. In de eerste plaats de vergrijzing van de bevolking, zowel in Europa en Azië als in Noord- en Latijns-Amerika. Steeds meer mensen zoeken naar manieren om hun financiële positie na hun pensionering veilig te stellen. De tweede ontwikkeling is de technologische vooruitgang. Internet werd door velen gezien als een modeverschijnsel, maar nu is het een belangrijk medium, zeker in de financiële dienstverlening. Overal willen mensen kunnen profiteren van de praktische voordelen van moderne technologie. De derde ontwikkeling betreft de geleidelijke verschuiving van de economische macht van West naar Oost. In de komende decennia zullen China en India tot de vier grootste economieën van de wereld behoren, samen met de Verenigde Staten en Japan. De landen van Centraal-Europa zullen profiteren van hun toetreding tot de Europese Unie.
6
ING Groep Jaarverslag 2005
Deze ontwikkelingen bieden kansen voor verdere uitbreiding van onze drie groeipijlers. Dit zijn pensioenen, directbankieren en levensverzekeringen in opkomende landen. In 2005 waren hun resultaten veelbelovend. Onze pensioenactiviteiten zijn substantieel uitgebreid, zowel in de Verenigde Staten als in de groeimarkten van CentraalEuropa, Azië en Latijns-Amerika. De winst voor belastingen van onze pensioenactiviteiten in de Verenigde Staten steeg met 22%. Het succes van ING Direct toont aan dat wij onze klanten dankzij technologische vernieuwingen een uitstekende dienstverlening kunnen bieden en het kostenniveau kunnen verlagen. ING Direct, dat sinds 1997 vanaf de grond is opgebouwd, is uitgegroeid tot ‘s werelds grootste directbank met 15 miljoen klanten in Noord-Amerika, Europa en Australië. In 2005 steeg de winst van ING Direct met 42%. Wat betreft levensverzekeringen in opkomende landen is ING de grootste buitenlandse verzekeraar in CentraalEuropa en de op een na grootste in Azië. We waren al vroeg aanwezig in belangrijke landen als China, India, Japan en Zuid-Korea in Azië, en voorts in Polen, Hongarije, Tsjechië en Roemenië in Centraal-Europa. We hebben deze positie gaandeweg verder uitgebreid. In 2005 hebben we wederom geïnvesteerd in deze markten. Zo hebben we een belang in Bank of Beijing verworven, een platform voor het aanbieden van een scala aan verzekerings- en beleggingsproducten in China. De kennis, ervaring en prestaties van onze bedrijven in Nederland, België en de Verenigde Staten stellen ons in staat de activiteiten in de groeimarkten verder uit te breiden. In 2005 boekten onze traditionele bedrijven wederom een solide stijging van de winst en de baten. In de toekomst zullen we ons in de volwassen markten blijven richten op het verbeteren van de dienstverlening en de efficiency. In 2005 hebben we besloten delen van onze Operations & IT-activiteiten in Nederland en België te stroomlijnen en uit te besteden. Ook gaan we de kostenbasis bij Nationale-Nederlanden omlaag brengen. Dit zal leiden tot een verlies aan arbeidsplaatsen, een onvermijdelijke stap om de toekomstige concurrentiepositie van ons bedrijf te waarborgen. We nemen daarbij onze verantwoordelijkheid tegenover onze medewerkers door de betrokkenen zo goed mogelijk te ondersteunen.
Onze sterke focus op uitvoering heeft in 2005 tevens geleid tot een grotere nadruk op het belang van naleving van wet- en regelgeving. Wij hebben helaas te maken gehad met incidenten, voornamelijk in Nederland. In alle gevallen hebben we de noodzakelijke stappen genomen om deze kwesties op te lossen. Zo zijn de betrokken klanten gecompenseerd en is het toezicht op de naleving van het beleid en de business principles aangescherpt. Voorop staat dat we een betrouwbaar bedrijf willen zijn. Om die reden staat klanttevredenheid centraal in onze strategie, zowel om bestaande klanten te behouden als om nieuwe aan te trekken. Onze klanten willen betrouwbare en professionele adviezen over hun financiële toekomst. Bij de uitvoering van onze strategie hanteren wij de ING Business Principles, een ethisch kompas bij al ons handelen. De Business Principles bevatten het gedrag dat we van onze medewerkers verwachten en de verplichtingen die we ten opzichte van onze stakeholders hebben. Daarnaast willen we een bijdrage leveren aan het verlichten van een aantal wereldwijde problemen. Een daarvan is de beperkte toegang tot onderwijs voor kinderen in ontwikkelingslanden. In 2005 hebben we samen met UNICEF een nieuw wereldwijd maatschappelijk ontwikkelingsprogramma opgezet onder de naam ‘ING Chances for Children’. Eind 2005 hadden we genoeg geld bijeengebracht om ruim 30.000 kinderen naar school te laten gaan.
Ook heb ik met veel plezier samengewerkt met mijn collegabestuurders in een sterk en hecht managementteam. In 2006 zal de samenstelling van de Raad van Bestuur wijzigen. Fred Hubbell, Alexander Rinnooy Kan en Hans Verkoren hebben om uiteenlopende redenen besloten hun functie als lid van de Raad van Bestuur neer te leggen. Ieder van hen speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van ING. Ik ben hen zeer dankbaar voor hun sterke betrokkenheid tijdens hun ING-jaren. Ik heb er alle vertrouwen in dat het nieuwe team – inclusief de nieuw te benoemen leden Dick Harryvan, Tom McInerney, Hans van der Noordaa en Jacques de Vaucleroy – ING op kundige en enthousiaste wijze naar een succesvolle toekomst zal leiden. Dit nieuwe team zal onze strategische koers vol energie en toewijding voortzetten.
Michel Tilmant voorzitter Raad van Bestuur
Ik kijk met tevredenheid terug op het afgelopen jaar. ING voert de strategie voor winstgevende groei met succes uit. Dit verslag biedt u informatie over de financiële en strategische ontwikkelingen van ons bedrijf en de divisies. De Raad van Bestuur wil zijn dank uitspreken aan alle medewerkers van ING voor hun bijdrage aan onze goede resultaten in 2005. Hun toewijding en inzet is onmisbaar voor het succes van de onderneming. Daarnaast wil ik het belang van de Raad van Commissarissen benadrukken, die de Raad van Bestuur ondersteunt bij het besturen van het bedrijf. Tijdens de Aandeelhoudersvergadering 2006 nemen wij afscheid van twee commissarissen: Aad Jacobs en Paul de Meester. Beiden waren van grote waarde gedurende de acht jaren dat zij lid zijn geweest van de Raad van Commissarissen, waarvoor ik hen zeer erkentelijk ben. Als nieuwe commissaris wordt de Nederlander Piet Klaver voorgedragen.
ING Groep Jaarverslag 2005
7
1.1
ONS PROFIEL
STRATEGIE Strategie leidt tot hogere resultaten
ING heeft de strategische koers die zij in 2004 is ingeslagen, verder vervolgd. Wij hebben ons op waardecreatie gericht en die ook gerealiseerd. Onze bedrijven in de volwassen markten hebben goede resultaten behaald door een constante focus op een zo efficiënt mogelijke uitvoering van hun kernactiviteiten. Verder zijn we ons blijven richten op onze groeipijlers. Die hebben hun prestaties in 2005 verder verbeterd. ING heeft een duidelijke financiële doelstelling. We willen ervoor zorgen dat onze aandeelhouders op termijn een beter totaalrendement op hun aandeel behalen dan op de meeste andere aandelen in de financiële sector. ING wil dit realiseren door middel van waardecreatie. Dit betekent dat we de nadruk leggen op een stijging van de economische winst – de winst na kapitaalkosten – en dat we ons richten op rendementsverbetering en winstgevende autonome groei. Bij onze bank- en verzekeringsactiviteiten in de volwassen markten van de Benelux en de Verenigde Staten realiseren we rendementsverbetering en winstgevende groei door een goede uitvoering van onze kern-activiteiten. Dit betekent het beheersen van kosten en risico’s, het bewaken van onze reputatie en het bieden van uitstekende service. Hierin uitblinken is essentieel om winstgevende autonome groei te genereren. We blijven tevens investeren in activiteiten met duidelijke groeimogelijkheden. ING heeft drie groeipijlers: directbankieren, pensioenen en levensverzekeringen in opkomende markten. ING is goed gepositioneerd in deze activiteiten. Wij willen hun winstcapaciteit verder vergroten door te profiteren van de ervaring en het vermogen van onze activiteiten in volwassen markten. In 2005 zijn we doorgegaan met de uitvoering van deze strategie, met goede resultaten. De onderliggende winst voor belastingen steeg met 19,4% tot EUR 8.506 miljoen. Bij onze bancaire activiteiten steeg de RAROC (het naar risico gewogen rendement op kapitaal) na belastingen van 14,5% tot 22,6%. Bij onze verzekeringsactiviteiten verbeterde het interne rendement van 12,1% tot 13,2%. ING kon daarbij profiteren van de strategische beslissingen uit 2004. In dat jaar vereenvoudigde ING de organisatiestructuur en ging over tot een aantal strategische desinvesteringen. Dit laatste resulteerde in het afstoten van bedrijfsonderdelen die niet tot de kernactiviteiten behoorden of die qua performance achterbleven. Gevolg was een verbeterde vermogenspositie. Dit en de verbeterde strategische focus van ING waren aanleiding voor Standard & Poor’s om de creditrating van ING Groep in 2005 te verhogen van A+ naar AA-.
8
ING Groep Jaarverslag 2005
KLANTTEVREDENHEID VERGROTEN ING hecht veel belang aan uitstekende dienstverlening. Vooral in volwassen markten wil ING zich in klanttevredenheid van haar concurrenten onderscheiden om winstgevende batengroei te realiseren. Ons Nederlandse verzekeringsbedrijf Nationale-Nederlanden heeft inzake klanttevredenheid belangrijke vooruitgang geboekt. Haar score evenaarde nagenoeg het branchegemiddelde in 2005. NN bouwt daarmee voort op de stijgende trend uit 2004. Ook bij onze retail-bankingactiviteiten in de Benelux liet de klanttevredenheid in 2005 een duidelijke verbetering zien. Bij ING Direct bleef de klanttevredenheid hoog; bijna 80% van de klanten gaf aan van ING Direct betere service te ontvangen dan van andere financiële instellingen. Bij ons verzekeringsbedrijf in de Verenigde Staten zijn we de bedrijfsprocessen verder aan het verbeteren om zo nog beter tegemoet te komen aan de behoeften van de klant. Om de klanttevredenheid nog verder te verhogen heeft ING haar merkpositionering in lijn gebracht met de missie die in 2004 is geformuleerd. Deze missie luidt: ‘Onze klanten een toonaangevende dienstverlening bieden bij hun financiële keuzes voor de toekomst’. Er zijn drie aspecten van de dienstverlening waarop ING wil uitblinken, namelijk: ‘ING maakt het de klant gemakkelijk’, ‘ING gaat fair met de klant om’ en ‘ING doet wat ze belooft’. Zo willen we ons merk in de markt zetten. In 2005 is een strategie ontwikkeld om deze merkpositionering wereldwijd te promoten en te implementeren. ING’s bedrijfsonderdelen zijn bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van actieplannen die aansluiten bij deze klantgerichte positionering. KOSTENBEHEERSING Klanttevredenheid is echter niet genoeg om waarde te creëren. Door de felle concurrentie is het van belang om voortdurend te kijken naar manieren om de kosten onder controle te houden en de efficiency te verbeteren, zeker in volwassen markten. Om waarde te creëren gaan kostenbeheersing en klanttevredenheid hand in hand. In 2005 zijn verschillende maatregelen genomen op dit terrein. Bij Nationale-Nederlanden is een efficiencyprogramma gestart om de jaarlijkse kostenbasis in lijn te brengen met de geldende norm in de bedrijfstak. Daarnaast hebben we maatregelen genomen om onze IT-organisatie in de Benelux te stroomlijnen. Dat doen we door middel van outsourcing en het terugbrengen van het aantal medewerkers en ingehuurde krachten. In de Verenigde Staten hebben we aanzienlijke vooruitgang geboekt met de outsourcing van onze technische infrastructuur aan IBM. Al deze maatregelen zouden in 2008 tot een kostenbesparing van ongeveer EUR 500 miljoen moeten leiden.
KERNPUNTEN • Consistente implementatie van strategie zorgt voor goede resultaten • Verbetering klanttevredenheid
• Belangrijke kostenbesparende maatregelen • Investeringen in groei
RISICOBEHEERSING
INVESTEREN IN GROEI
Om stabiele, winstgevende groei te realiseren is het van essentieel belang onze risico’s en de kapitaalkosten te beheersen. Risicobeheer draagt bij aan waardecreatie door inzicht te geven in het risiconiveau in relatie tot onze rentabiliteit en solvabiliteit. Geïntegreerd risicobeheer is een cruciaal onderdeel van onze strategie. Hierbij worden krediet-, markt-, verzekeringstechnische en operationele risico’s in elkaars samenhang beschouwd. Geïntegreerd risicobeheer helpt ons meer te profiteren van de voordelen die ING heeft als geïntegreerde financiële dienstverlener en het laat ons toe alle risico’s goed te overzien.
Pensioenen, levensverzekeringen in opkomende markten en directbankieren zijn de groeipijlers van ING. In 2005 is hiermee goede vooruitgang geboekt. In de Verenigde Staten steeg de winst voor belastingen van US Retirement Services met 22%. In Centraal-Europa lag de winst voor belastingen van onze pensioenfondsen 42% hoger dan in 2004. In Slowakije verwierf ING het pensioenfonds VSP Tatry Sympatia, hetgeen onze positie in deze markt aanzienlijk versterkte.
In 2005 heeft ING ‘Integrated Centralised Capital Management’ ingevoerd om tot een efficiënter gebruik van ons vermogen te komen. We hebben belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van kredietrisicobeheer, zowel wat betreft de risicomodellen als de kwaliteit van de gegevens. Dit zijn beide belangrijke elementen voor Bazel II. We hebben de opgedane ervaring ook goed kunnen inzetten bij het bankbedrijf. Dit heeft geleid tot betere modellen voor debiteurenvoorzieningen en een verbetering van onze interne risicomodellen. Bij het verzekeringsbedrijf hebben we nieuwe modellen voor het economische kapitaal geïntroduceerd, gebaseerd op de ervaringen bij het bankbedrijf. In lijn hiermee hebben we een risicolimietstructuur voor ‘Market Value at Risk’ ingevoerd. Het uiteindelijke doel van geïntegreerd risicobeheer is ons risiconiveau beter af te stemmen op onze risicobereidheid. Dit stelt ING in staat optimaal gebruik te maken van haar vermogenspositie, met lagere kapitaalkosten als resultaat.
Bij de levensverzekeringsactiviteiten in opkomende markten realiseerde ING een stijging van de waarde van nieuwe productie met 40%. Onze bedrijfsonderdelen in Azië en Centraal-Europa leverden de belangrijkste bijdrage. In China hebben we een belang van 19,9% in Bank of Beijing verworven. Deze acquisitie biedt ING een nieuw platform om verzekerings- en beleggingsproducten te verkopen en het vergroot zo de groeipotentie van onze levensverzekerings- en retail-bankingactiviteiten in deze belangrijke markt. Ten slotte presteerde ING Direct uitstekend. Onze directbankingactiviteiten in volwassen markten lieten hoge groeien winstcijfers zien, hoewel de rentecurve zich minder gunstig ontwikkelde. Het aantal klanten van ING Direct steeg met 3,2 miljoen tot 14,7 miljoen ultimo 2005. De toevertrouwde middelen stegen met EUR 42,6 miljard tot EUR 188 miljard. ING Direct neemt momenteel 13% van de totale onderliggende winst van het bankbedrijf voor haar rekening, vergeleken met 12% vorig jaar. PRESTATIEGERICHTE CULTUUR
REPUTATIEMANAGEMENT Integriteit en reputatie zijn twee belangrijke waarden voor ING. Door onze focus op goede uitvoering komt er een grotere nadruk te liggen op het belang van het naleven van wet- en regelgeving. Naleving van de regels is essentieel, aangezien de langlopende relatie van ING met haar klanten is gebaseerd op integriteit en betrouwbaarheid. In 2005 heeft ING nieuw beleid op het gebied van compliance geïntroduceerd. Dit biedt een kader om groepsbreed snelle en uniforme uitvoering te realiseren. Het senior management wordt in toenemende mate verantwoordelijk gesteld voor compliance. Compliance maakt vanaf 2006 deel uit van hun prestatiedoelstellingen en beloningsstructuur. Een aantal incidenten in 2005 in Nederland is gerapporteerd aan de toezichthouder. ING gaat er vanuit alle benodigde maatregelen te hebben genomen om deze kwesties op de juiste manier aan te pakken en heeft haar complianceorganisatie versterkt.
Om onze strategie met succes uit te voeren en winstgevende groei te realiseren, is het belangrijk dat onze medewerkers wereldwijd de strategie van ING en de doelstellingen van hun bedrijfsonderdeel goed kennen. Medewerkers moeten weten welke rol zij spelen bij de realisatie van die doelstellingen, regelmatig feedback ontvangen over hun prestatie en navenant worden beloond. Dit verstaat ING onder een prestatiegerichte cultuur. In 2005 heeft ING bij alle bedrijfsonderdelen stappen gezet om een prestatiegerichte cultuur te bevorderen. Deze varieerden van verandermanagementprogramma’s en -workshops tot initiatieven voor teambuiding en het ontwikkelen van talent.
ING Groep Jaarverslag 2005
9
1.1
ONS PROFIEL
STRATEGIE (vervolg)
CONCLUSIES EN AMBITIES In 2005 heeft ING zich gericht op waardecreatie en die ook gerealiseerd. Met succes hebben we initiatieven ontwikkeld om de klanttevredenheid te vergroten, kosten te besparen en het risicobeheer te verbeteren. We zijn blijven investeren in onze groeipijlers, die hun prestaties verder verbeterden. Ook hebben wij stappen genomen om onze complianceorganisatie te verbeteren en een prestatiegerichte cultuur in onze organisatie te bevorderen. Door onze strategie consistent toe te passen, zijn onze financiële resultaten gestegen en konden we onze aandeelhouders een bovengemiddeld rendement bieden ten opzichte van onze concurrentie in de financiële sector. In 2006 zullen wij deze strategie voortzetten. Door een goede uitvoering van onze activiteiten en ons te blijven richten op onze groeipijlers, willen wij het rendement verder verbeteren en winstgevende autonome groei realiseren. Op basis hiervan wil ING haar aandeelhouders een beter rendement kunnen bieden dan op de meeste andere aandelen in de financiële sector.
10
ING Groep Jaarverslag 2005
1.2
ONZE RESULTATEN
FINANCIËLE HOOFDPUNTEN Waardecreatie door hogere rendementen en winstgevende groei
ING heeft in 2005 goede resultaten behaald door een onderliggende batengroei met dubbele cijfers, hogere rendementen en verbetering van de efficiencyratio’s bij zowel het bankals het verzekeringsbedrijf. De drie groeipijlers van ING – directbankieren, pensioenen en levensverzekeringen in opkomen-de markten – bleven goed presteren, terwijl de bancaire activiteiten in de Benelux eveneens een solide bijdrage aan de groei leverden. Op basis van deze uitstekende prestaties en het vertrouwen dat ING heeft in de toekomst, stelt ING voor het totale dividend met 10,3% te verhogen naar EUR 1,18 per aandeel, dat volledig in contanten zal worden uitbetaald. GROEPSRESULTATEN De nettowinst steeg met 25,3% tot EUR 7.210 miljoen, deels door de lagere effectieve belastingdruk. De winst per aandeel steeg van EUR 2,71 tot EUR 3,32. De totale onderliggende winst voor belastingen* nam in 2005 met 19,4% toe tot EUR 8.506 miljoen door een sterke groei bij Retail Banking en ING Direct alsmede door de verzekeringsactiviteiten in Noord- en Latijns-Amerika en Europa als gevolg van groei bij pensioenen en gunstige resultaten bij het schadebedrijf. Desinvesteringen en bijzondere posten Desinvesteringen resulteerden in 2005 in een bate van EUR 366 miljoen voor belastingen, vergeleken met EUR 55 miljoen in 2004. De gedesinvesteerde onderdelen droegen in 2005 EUR 22 miljoen bij aan de winst voor belastingen, een daling ten opzichte van EUR 218 miljoen een jaar eerder. Onder de bijzondere posten vallen een winst van EUR 287 miljoen uit de afdekking van het dollarrisico, een winst van EUR 96 miljoen op oude herverzekeringsactiviteiten en reorganisatievoorzieningen van EUR 41 miljoen bij Wholesale Banking, alle in 2004. Inclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten nam de totale winst voor belastingen met 14,9% toe tot EUR 8.894 miljoen. Belastingen en nettowinst De effectieve belastingdruk daalde van 22,1% in 2004 naar 15,5% in 2005 door een lager nominaal tarief in Nederland, hogere belastingvrije winsten op desinvesteringen en EUR 583 miljoen uit latente belastingvorderingen en een netto vrijval van belastingvoorzieningen vergeleken met een vrijval van EUR 161 miljoen in 2004. De effectieve belastingdruk zal naar verwachting terugkeren naar een genormaliseerd niveau van 20% tot 25%. Gevolgen IFRS De nieuwe waarderingsgrondslagen (IAS 32, 39 en IFRS 4) per 1 januari 2005 hadden een positieve invloed op het * Onderliggende winst voor belastingen is de winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
resultaat van ING in 2005. Wel was er meer volatiliteit op kwartaalbasis, vooral door waardeaanpassingen van derivaten die niet tot de handelsportefeuille behoren. In totaal was er een positieve invloed op de totale winst voor belastingen van ING Groep van ongeveer EUR 455 miljoen, ofwel EUR 392 miljoen na belastingen. Dividend ING zal aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 25 april 2006 voorstellen het totaaldividend over 2005 vast te stellen op EUR 1,18 per (certificaat van een) gewoon aandeel, een stijging van 10,3% ten opzichte van EUR 1,07 over 2004. Rekening houdend met het interimdividend van EUR 0,54 dat in september 2005 betaalbaar werd gesteld, zal het slotdividend EUR 0,64 per (certificaat van een) gewoon aandeel bedragen, dat volledig in contanten zal worden uitbetaald. De notering van het ING-aandeel ex-dividend vindt plaats op 27 april 2006 en het dividend zal op 4 mei 2006 betaalbaar worden gesteld. Kapitaalratio’s De verhouding schuld/eigen vermogen van ING Groep verbeterde van 11,9% op 1 januari 2005 tot 9,3% eind december 2005, met name door de groei van het eigen vermogen. De kapitaaldekkingsratio van ING Verzekeringen N.V. is ultimo december 2005 toegenomen tot 259% van het door de EU wettelijk vereiste niveau, vergeleken met 200% op 1 januari 2005. De Tier-1-ratio van ING Bank N.V. steeg van 6,92% op 1 januari 2005 tot 7,32% ultimo december 2005, waarbij de groei van het kapitaal deels teniet werd gedaan door de sterke groei van de naar risico gewogen activa. De solvabiliteitsratio (BIS-ratio) van het bankbedrijf verbeterde van 10,46% op 1 januari 2005 tot 10,86% ultimo december 2005. De totale naar risico gewogen activa van het bankbedrijf namen met EUR 45,6 miljard ofwel 16,6% toe tot EUR 319,7 miljard ultimo december 2005 door groei bij alle drie bancaire divisies. VERZEKERINGSACTIVITEITEN De verzekeringsactiviteiten van ING bleven profiteren van de sterke groei in pensioenen en levensverzekeringen in opkomende markten, hogere beleggingsresultaten en een gunstig schadeverloop bij het schadebedrijf. De onderliggende winst voor belastingen van het verzekeringsbedrijf steeg met 11,5% tot EUR 3.975 miljoen. De schadebedrijven in Nederland, België en Canada profiteerden opnieuw van uitzonderlijk gunstige schaderatio’s, wat resulteerde in een toename van de onderliggende winst voor belastingen van het schadebedrijf met 21,3%. De levensverzekeringsactiviteiten in Nederland, de Verenigde Staten en CentraalEuropa lieten een sterke winstgroei zien door een stijging van de omzet, hogere rendementen, groei van het beheerd vermogen en van beleggingsopbrengsten. De onderliggen-
ING Groep Jaarverslag 2005
11
1.2
ONZE RESULTATEN
FINANCIËLE HOOFDPUNTEN (vervolg)
de winst voor belastingen uit levensverzekeringen nam met 7,4% toe. De groei werd enigszins getemperd door verdere versterking van de reserves in Taiwan en lagere verkoopwinsten op aandelen. Een goede omzet en kostenbeheersing hebben geleid tot een verbetering van de efficiencyratio’s van de leven- en beleggingsproducten. Het totale premie-inkomen steeg met 4,9% tot EUR 45.758 miljoen, met name door de sterke stijging van de levenpremies in Azië, in het bijzonder in Zuid-Korea en Japan. De groei van het premie-inkomen werd deels tenietgedaan door desinvesteringen. Daarnaast zijn onder IFRS 4 een aantal levensverzekeringsproducten sinds begin januari 2005 geherrubriceerd naar beleggingscontracten, met name in Australië, de Verenigde Staten en België. Deze desinvesteringen en herrubriceringen hadden een gezamenlijk negatief effect van EUR 2.053 miljoen. Exclusief deze invloed stegen de levenpremies met 12,5% en het totale premie-inkomen met 10,4%. De schadepremies daalden met 0,4%, of 0,8% op onderliggende basis, doordat hogere premies in Canada teniet werden gedaan door lagere premies in Nederland en Mexico. De bedrijfslasten van het verzekeringsbedrijf namen met 9,5% toe tot EUR 5.195 miljoen door kosten vanwege de aanhoudende groei van de activiteiten, met name in Azië, alsmede de invloed van de nieuwe CAO in Nederland, investeringen in de IT-infrastructuur en de aanloopkosten voor een nieuwe distributiekanaal in Canada. De terugkerende kosten namen met 4,9% toe tot EUR 4.831 miljoen. De efficiencyratio’s van de leven- en beleggingsproducten verbeterden doordat hogere lasten werden gecompenseerd door een stijging van de premies en het vermogen. Embedded value en waarde nieuwe productie De embedded value van de levensverzekeringsactiviteiten van ING nam met 22,9% toe tot EUR 27.586 miljoen. De winst op embedded value, een belangrijke maatstaf voor waardecreatie, nam met 262% toe tot EUR 2.254 miljoen door een sterke groei van de waarde van de nieuwe productie, goede beleggingsprestaties en betere operationele varianties. De waarde van de nieuwe productie nam met 27,4% toe tot EUR 805 miljoen, vooral door verbeterde marges, een hogere omzet en een meer winstgevende productmix in de Verenigde Staten en Azië/Pacific. CentraalEuropa en Azië/Pacific genereerden beide een uitzonderlijk sterke groei in 2005, wat een indicatie is voor het goede toekomstige winstpotentieel van de activiteiten in beide regio’s. Nieuwe omzet, gemeten naar ‘annual premium equivalent’, steeg met 27,0% tot EUR 6.312 miljoen, terwijl het intern rendement toenam van 12,1% in 2004 tot 13,2%. Het intern rendement in opkomende markten steeg tot 17,4% doordat bedrijfsonderdelen konden profiteren van de toegenomen schaalgrootte. Nieuwe omzet in opkomende markten steeg met 50,8%.
12
ING Groep Jaarverslag 2005
BANCAIRE ACTIVITEITEN De bancaire activiteiten van ING lieten in 2005 een sterke stijging van de winst zien, met name door een solide groei van de baten bij ING Direct en Retail Banking, alsmede historisch lage risicokosten. De onderliggende winst voor belastingen steeg met 27,2% tot EUR 4.531 miljoen. De groei is toe te schrijven aan hogere spaartegoeden en een grote vraag naar hypotheken, zowel bij Retail Banking als ING Direct, inclusief hoge baten uit boetes voor vervroegde aflossing in verband met het oversluiten van hypotheken in Nederland. De winst werd tevens gestimuleerd door de verkoop van aandelenbeleggingen en de, per saldo, positieve invloed van IFRS. De totale baten van het bankbedrijf stegen met 9,2% tot EUR 13.848 miljoen, terwijl de baten op onderliggende basis (dat wil zeggen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten) met 11,4% stegen tot EUR 13.408 miljoen, vooral door een sterke groei van de spaartegoeden en de hypothecaire kredietverlening alsmede door hogere beleggingsop-brengsten. Het renteresultaat nam met 5,3% toe tot EUR 9.162 miljoen. Op onderliggende basis steeg het renteresultaat met 9,0% tot EUR 9.157 miljoen, vooral als gevolg van de sterke groei van de spaartegoeden en de hypothecaire kredietverlening bij Retail Banking en ING Direct alsmede hogere baten uit boetes voor vervroegde aflossing doordat klanten hun hypotheek oversluiten om te profiteren van de lagere rente. Dit werd deels tenietgedaan door lagere rente-resultaten bij Wholesale Banking door druk op de marges alsmede een daling van het volume. Dit laatste wordt veroorzaakt door een omslag naar verkoop van provisieproducten en door beperking van de groei van de naar risico gewogen activa. De beleggingsopbrengsten namen sterk toe als gevolg van een winst uit desinvesteringen van EUR 379 miljoen in 2005 en een verlies op desinvesteringen van EUR 166 miljoen in 2004. Op onderliggende basis namen de beleggingsopbrengsten met 18,7% toe van EUR 470 miljoen tot EUR 558 miljoen. De provisiebaten daalden met 7,0% naar EUR 2.401 miljoen, hetgeen volledig is toe te schrijven aan de invloed van desinvesteringen. Op onderliggende basis stegen de provisiebaten met 6,7% tot EUR 2.348 miljoen. De overige baten stegen met 30,2% tot EUR 1.348 miljoen; op onderliggende basis was de toename 39,8% tot EUR 1.345 miljoen. Dit is inclusief een positief herwaarderingsresultaat van EUR 226 miljoen op derivaten die niet tot de handelsportefeuille behoren. De gedeeltelijke (50%) consolidatie van Postkantoren B.V. in Nederland met ingang van 2005, die geen invloed had op de totale winst, droeg EUR 168 miljoen bij aan de overige baten.
KERNPUNTEN • Stijging nettowinst met 25% • Sterke onderliggende batengroei
De totale bedrijfslasten namen met 0,6% toe tot EUR 8.844 miljoen, doordat de invloed van desinvesteringen grotendeels teniet werd gedaan door consolidaties, hogere arbeidskosten en eenmalige lasten. Op onderliggende basis, exclusief de invloed van desinvesteringen en bijzondere posten, stegen de bedrijfslasten met 9,6% tot EUR 8.789 miljoen, een toename van EUR 768 miljoen. Van deze toename heeft EUR 255 miljoen betrekking op eenmalige kosten, waaronder EUR 47 miljoen voor de herstructurering van de Operations & IT-activiteiten in de Benelux, EUR 27 miljoen in verband met de versnelde afschrijving van software, EUR 78 miljoen voor de afwaardering van ontwikkelingsprojecten bij ING Real Estate en EUR 103 miljoen voor voorzieningen in België. Een additionele EUR 168 miljoen had betrekking op de 50%-consolidatie van Postkantoren B.V. De resterende stijging was toe te schrijven aan verdere investeringen in groeimogelijkheden, zoals ING Direct en de uitbreiding van de retail-bankingactiviteiten in Roemenië, Polen en India.
• Hogere rendementen en verbeterde efficiency • Totaaldividend stijgt met 10,3% naar EUR 1,18 per aandeel
VOORUITBLIK Hoewel ING in 2005 werd geconfronteerd met lage rentestanden en een afvlakkende rentecurve, kon daarnaast worden geprofiteerd van gunstige marktomstandigheden, waaronder sterke aandelen- en vastgoedmarkten, historisch lage debiteurenverliezen bij zowel de bancaire kredietverlening als de vastrentende beleggingen, lage claims bij de meeste schadebedrijven en lage belastingen. Kijkend naar de toekomst blijft het renteklimaat voor uitdagingen zorgen en is de verwachting dat de risicokosten en schadeclaims geleidelijk weer op een normaal niveau komen. ING heeft echter vertrouwen in de groei van de onderliggende activiteiten en het vermogen van de Groep om wederom waarde te creëren voor haar aandeelhouders.
De toevoeging aan de waardeveranderingen vorderingen bankbedrijf bleef uitzonderlijk laag, vooral door een verbetering van de kredietportefeuille, de vrijval van eerder getroffen voorzieningen, het ontbreken van nieuwe, grote debiteurenverliezen en de verbeteringen in het risicobeheer. De totale toevoeging in 2005 bedroeg EUR 88 miljoen vergeleken met EUR 465 miljoen in 2004. RAROC De RAROC (het naar risico gewogen rendement op kapitaal) na belastingen van het bankbedrijf verbeterde van 14,5% in 2004 tot 22,6%. Op onderliggende basis, exclusief desinvesteringen en bijzondere posten, verbeterde de RAROC na belastingen van 16,4% tot 18,8%. Dit was te danken aan hogere economische rendementen doordat binnen het gehele bedrijf meer gestuurd wordt op waardecreatie, en een stringentere kapitaalallocatie. Alle drie bancaire divisies rapporteerden hogere RAROC’s en hebben boven de doelstelling van ING (12% na belastingen) gepresteerd. VERMOGENSBEHEER Het beheerd vermogen nam in 2005 met 23,5% toe tot EUR 547,4 miljard, exclusief de invloed van een aantal desinvesteringen en herrubriceringen, waaronder Baring Asset Management en delen van ING BHF-Bank. De groei van het vermogen was vooral toe te schrijven aan een nettoinstroom van EUR 33,8 miljard, EUR 34,9 miljard uit hogere valutakoersen en EUR 35,5 miljard uit hogere beurskoersen. Inclusief desinvesteringen en herrubriceringen nam het totaal beheerd vermogen met 11,3% toe.
ING Groep Jaarverslag 2005
13
1.2
ONZE RESULTATEN
RISICOBEHEER Op weg naar geïntegreerd risicobeheer
Risico’s nemen is inherent aan financiële dienstverlening. Duurzame waardecreatie vergt dan ook een alert risicobeheer. In 2005 wist ING het risicoprofiel te verbeteren en de capaciteiten op het gebied van risicobeheer te versterken. Er is sprake van een duidelijke verbetering van functionele rapportagelijnen bij alle risicofuncties (krediet-, markt-, verzekeringstechnische en operationele risico’s). Binnen de risicofuncties is sprake van een heldere verantwoordingsplicht voor het vaststellen, meten en beoordelen van risico’s. ING voerde een geïntegreerd risicobeheer in dat samen met verbeterde risicomodellen en risicometing een belangrijk bestanddeel is gaan vormen van onze strategie.
VERBETERD GROEPSRISICOPROFIEL Het risicoprofiel van ING is in 2005 verbeterd door de verdere herziening van de portefeuille. Hiermee werd in 2004 een aanvang gemaakt. Dit heeft geleid tot het afstoten of herstructureren van een aantal bedrijfsonderdelen en activiteiten die niet bijdroegen aan de winstgevendheid van ING of aan een optimaal risicoprofiel. Bij de bancaire activiteiten vielen in 2005 vooral de historisch lage risicokosten op. We verwachten een geleidelijke terugkeer naar een normaal niveau. Bij de verzekeringsactiviteiten werden de reserves in Taiwan verhoogd ter dekking van onverwachte risico’s die ontstonden door de relatief hoge garanties voor levensverzekeringspolissen van vóór 2002. In augustus 2005 is de rating van Standard & Poor’s voor ING Groep verhoogd naar AA-. Dit is een bevestiging van de voortdurende verbetering van het risicobeheer van ING en de aangescherpte strategische focus. GEÏNTEGREERD RISICOBEHEER Om te kunnen profiteren van de voordelen als grote en gediversifieerde financiële dienstverlener en om een duidelijk overzicht van alle risico’s te verkrijgen, streeft ING naar een geïntegreerd financieel risicobeheer. In 2005 is dit geformaliseerd en zijn de krediet-, markt-, verzekeringstechnische en niet-financiële risico’s van zowel het bank- als verzekeringsbedrijf in één gemeenschappelijke visie samengevoegd. Eens per kwartaal vindt nu een beoordeling van en rapportage over het totale risicoprofiel van ING plaats. De geïntegreerde benadering wordt thans aangevuld met de invoering van gecentraliseerd kapitaalbeheer. Dit zal leiden tot een verbeterde strategische planning en een verantwoorde balans tussen het nemen van risico, winst op korte termijn en waardecreatiedoelstellingen op lange termijn.
14
ING Groep Jaarverslag 2005
RISICOMODELLEN EN -METING Kredietrisico Naast initiatieven om risico’s transparanter te maken en de naleving van diverse nieuwe regels, zoals de Sarbanes-Oxley Wet, International Financial Reporting Standards en het Kapitaalakkoord Bazel II, te verbeteren, heeft ING een nieuwe reeks modellen voor het meten van kredietrisico ontwikkeld. Deze modellen zijn in de regel gebaseerd op een statistische analyse van het empirische kredietrisico dat ING in een bepaalde sector loopt, in combinatie met de algemene marktontwikkelingen in die sectoren. Bij de beoordeling betrekt ING nu meer kredietgegevens en heeft zij de wereldwijde datastandaarden aangescherpt en de kredietrisicomodellen en systemen gestroomlijnd. Op die manier proberen wij te bewerkstelligen dat we beschikken over een brede basis van betrouwbare informatie waarop we toekomstige verbeteringen van de kredietrisicomodellen kunnen baseren. Kredietrisicomodellen hebben niet alleen betrekking op de wijze waarop ING enkelvoudige kredietrisicoposities meet, ook maken ze een inschatting mogelijk van de kans dat een debiteur in verzuim geraakt, alsmede van de hoogte van de verliezen die in een dergelijke verzuimsituatie kunnen ontstaan. Modellen worden regelmatig gevalideerd om te garanderen dat ze voldoen aan de meest recente interne en externe vereisten. Consistentie met de actuele mondiale standaarden en het invoeren van geavanceerde methoden voor risicometing helpen ons snel inzicht te verkrijgen in ontwikkelingen van onze kredietportefeuilles. Verzekeringstechnisch risico Bij de verzekeringsonderdelen heeft ING het risicobeheer verbeterd door wereldwijd het economisch-kapitaalmodel in te voeren. In dit model worden alle risico’s meegenomen, met inbegrip van markt-, verzekeringstechnische, krediet-, operationele en bedrijfsrisico’s. Dit hield onder andere in het vaststellen van Market Value at Risk (MVaR)-limieten en het introduceren van marktconforme tarifering. De limietstructuur bevat een MVaR-limiet voor ING Verzekeringen die via sublimieten aan de divisies en de bedrijfsonderdelen wordt toegerekend. Het Asset & Liability Committee (ALCO) ING Verzekeringen beheert deze limietstructuur, alsmede de exposures onder deze limieten. Een soortgelijke structuur is ingevoerd binnen de divisies en de bedrijfsonderdelen. In 2005 heeft ING tevens een kader voor marktconforme tarifering van haar producten geïntroduceerd. In het plannings- en verslagleggingsproces van het verzekeringsbedrijf werden de embedded value voor levensverzekeringen en pensioenen, en de economische winst voor schadeverzekeringen ingevoerd. ING was de eerste onderneming die – in 2004 – haar jaarlijkse winstcijfers publiceerde op basis van de European Embedded Value Principles.
AMBITIES In 2006 zullen wij ons blijven concentreren op het verbeteren van het risicobeheer bij zowel het bank- als het verzekeringsbedrijf en zullen we onze groepsbreed geïntegreerde risicobeheerbenadering verder ontwikkelen. We streven ernaar om met ondersteuning van scenarioanalyses het juiste risiconiveau voor de groep te bepalen teneinde onze diversificatiekansen volledig te kunnen benutten. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het hoofdstuk Risicobeheer vanaf pagina 154.
ING Groep Jaarverslag 2005
15
1.2
ONZE RESULTATEN
INSURANCE EUROPE Goede waardecreatie in heel Europa
WINST- EN VERLIESREKENING 2005
2004
mutatie
onderliggende mutatie
10.702 1.870
11.369 1.768
-5,9% 5,8%
0,9% 6,0%
2.031
1.623
25,1%
2.021
1.612
25,4%
in miljoenen euro’s
Premie-inkomen Bedrijfslasten Totale winst voor belastingen Onderliggende winst voor belastingen*
* Onderliggende winst voor belastingen is de winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
KERNCIJFERS 2005
2004
Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement Embedded value levensverzekeringen
226 14,6%
138 12,4%
(in miljoenen euro’s)
14.929
12.258
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s
De toename van de onderliggende winst van Insurance Europe is toe te schrijven aan de sterke groei in CentraalEuropa in combinatie met de goede prestaties van het schadebedrijf in België en Nederland. De waarde van de nieuwe productie steeg aanzienlijk door verbeterde marges in Nederland en goede omzetten elders. In 2005 verbeterde de klanttevredenheid bij Nationale-Nederlanden dusdanig dat deze weer bijna op het niveau van het branchegemiddelde ligt. De grootschalige investeringen beginnen dus hun vruchten af te werpen. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Europe nam in 2005 met 25,4% toe tot EUR 2.021 miljoen. Deze stijging is toe te schrijven aan de levensverzekeringsactiviteiten in Centraal-Europa en de goede verzekeringstechnische resultaten bij de schadebedrijven in Nederland en België. De onderliggende winst voor belastingen uit levensverzekeringen nam met 22,2% toe tot EUR 1.597 miljoen, terwijl de onderliggende winst voor belastingen uit schadeverzekeringen met 39,0% steeg tot EUR 424 miljoen. Insurance Europe heeft verzekeringsactiviteiten in zowel volwassen als opkomende markten. De omvangrijkste verzekeringsactiviteiten bevinden zich in Nederland (winstbijdrage 80%) met bedrijven als Nationale-Nederlanden, Postbank Verzekeringen en RVS, alsmede in België (winstbijdrage 8%). Daarnaast is ING actief in Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Spanje en Tsjechië (gezamenlijke winstbijdrage 12%).
Insurance Europe Overig ING
24% 76%
2.021 6.485
GEOGRAFISCHE SPREIDING PREMIE-INKOMEN in miljoenen euro’s
Nederland België Overig Europa* Totaal
66% 18% 16% 100%
7.091 1.949 1.662 10.702
* Bulgarije, Griekenland, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Spanje en Tsjechië
16
ING Groep Jaarverslag 2005
Het totale premie-inkomen daalde met 5,9% naar EUR 10.702 miljoen als gevolg van de door IFRS vereiste herrubricering van een aantal levensverzekeringen naar beleggingsproducten. Dit had een negatief effect van in totaal EUR 761 miljoen. Daarnaast daalden de schadepremies in Nederland. De sterke stijging van de levenpremies in België en Centraal-Europa werd in 2005 tenietgedaan door lagere levenpremies in Nederland als gevolg van een aanpassing van de tarieven bij Nationale-Nederlanden om de winstgevendheid te verbeteren. De bedrijfslasten namen met 5,8% toe door een stijging in Nederland in verband met de nieuwe CAO, kosten voor de stroomlijning van de IT-organisatie, alsmede afvloeiingsregelingen en reorganisatiekosten. Door kostenbeheersing daalden de bedrijfslasten in België en Centraal-Europa.
KERNPUNTEN • Onderliggende winst stijgt met 25,4% door goede prestaties in Centraal-Europa • Klanttevredenheid bij Nationale-Nederlanden dicht bij branchegemiddelde
Door een goede omzet in Centraal-Europa en verbeterde marges in Nederland nam de waarde van de nieuwe productie bij Insurance Europe met 63,8% toe tot EUR 226 miljoen. Het intern rendement steeg van 12,4% in 2004 tot 14,6%. De embedded value van Insurance Europe nam met 21,8% toe tot EUR 14.929 miljoen. Naast de bijdrage uit nieuwe productie was deze stijging vooral toe te schrijven aan een goed operationeel en beleggingsresultaat alsmede een hoog rendement op het vrije vermogen. Ontwikkelingen per land In Nederland nam de onderliggende winst voor belastingen met 23,2% toe tot EUR 1.589 miljoen, doordat hogere beleggingsopbrengsten de stijging van de lasten compenseerden. In mei 2005 is bij Nationale-Nederlanden een kostenbesparingsprogramma aangekondigd. Als gevolg hiervan zal naar verwachting binnen drie jaar het personeelsbestand met 1.000 medewerkers dalen. De hiermee gemoeide afvloeiingskosten bedragen in totaal EUR 84 miljoen. Hiervan is een derde in 2005 genomen. In België steeg de onderliggende winst van het verzekeringsbedrijf met 21,7% tot EUR 174 miljoen, vooral door een sterke stijging van de resultaten van het schadebedrijf. Tevens werd bij de beleggingsverzekeringen een hoge omzet gerapporteerd. In de rest van Europa nam de onderliggende winst met 44,1% toe tot EUR 258 miljoen, vooral dankzij sterke groei in Polen, Hongarije, Griekenland, Spanje en Roemenië via een stijging van het premie-inkomen en lagere bedrijfslasten. HOOFDPUNTEN De verzekeringsmaatschappijen van ING in de volwassen markten in Nederland en België staan voor twee belangrijke uitdagingen. Ten eerste is er de voortdurende toename aan wet- en regelgeving. In 2005 zijn er in Nederland veel nieuwe richtlijnen geïntroduceerd, met name op het gebied van pensioenen, gelijke behandeling, invaliditeit en tussenpersonen. Veranderingen in regelgeving hebben een belangrijke invloed op productontwikkeling en productiekosten. De tweede uitdaging is de relatief bescheiden groei in de volwassen verzekeringsmarkten. Dit betekent dat wij ons moeten inspannen de dienstverlening te verbeteren – om bestaande klanten te behouden en nieuwe aan te trekken – en de efficiency te vergroten.
• Versteviging van toonaangevende positie in levensverzekeringen en pensioenen in Centraal-Europa • Sterke stijging waarde nieuwe productie in heel Europa
Nederland: aandacht voor klanttevredenheid en efficiency Nationale-Nederlanden (NN) richtte zich in 2005 op de verbetering van de klanttevredenheid, de verkoop van meer winstgevende producten en het terugdringen van de kosten. Op al deze gebieden is goede vooruitgang geboekt. Wat betreft de klanttevredenheid van tussenpersonen laten de resultaten van een onafhankelijk jaarlijks prestatieonderzoek onder Nederlandse verzekeringsbedrijven een aanzienlijke verbetering zien. Over het geheel genomen steeg de score van NN met 8% vergeleken met 2004. Die ligt daardoor nu weer dicht bij het branchegemiddelde. Deze verbetering kan worden toegeschreven aan een aantal maatregelen: – De verwerkingstijd is aanzienlijk korter geworden door het terugdringen van de administratieve achterstanden, vermindering van het aantal fouten en verbetering van de telefonische toegankelijkheid. – Bij alle bedrijfsonderdelen zijn de achterstanden weggewerkt, behalve – vanwege nieuwe wetgeving – bij de pensioenafdelingen. – De website mijn.NN.nl, waar tussenpersonen onlinetransacties kunnen doorvoeren, is verbeterd. In 2005 werd 35% van alle transacties die online beschikbaar zijn, ook online uitgevoerd. Wat betreft het tweede onderdeel van de strategie, het verkopen van meer winstgevende producten, heeft NN in 2005 haar productportefeuille opgeschoond en geoptimaliseerd. De nadruk ligt nu op producten waarmee aantrekkelijke rendementen en groeimogelijkheden zijn te behalen, zoals collectieve levensverzekeringen en hypotheken. Producten met onvoldoende toegevoegde waarde zijn afgestoten en nieuwe producten zijn ontwikkeld, zoals de Levensloopregeling (een product om te sparen voor verschillende vormen van verlof, zoals vervroegd pensioen). Daarnaast is er een grondige risicoanalyse gemaakt en is voor een aantal producten een herziening van de tarieven doorgevoerd, zodat deze nu beter aansluiten bij het risicoprofiel van de polishouder en het bedrijf. De herziene tariefstelling heeft geresulteerd in een verbetering van het intern rendement en de waarde van de nieuwe productie. Ten derde heeft NN actie ondernomen om de kosten te reduceren en de efficiëntie te verbeteren met het oog op versterking van de concurrentiepositie. In mei 2005 werd bekendgemaakt dat NN haar jaarlijkse kostenbasis ultimo 2007 met EUR 235 miljoen wil hebben teruggebracht om het kostenniveau in lijn te brengen met het branchegemiddelde. Dit zal resulteren in een daling van het personeelsbestand per eind 2007 met 1.000 arbeidsplaatsen en, naarmate de achterstanden worden ingelopen, een afname van het aantal externe medewerkers. Een speciaal programma moet er voor zorgen dat de kwaliteit van de kernprocessen verbetert.
ING Groep Jaarverslag 2005
17
1.2
ONZE RESULTATEN
INSURANCE EUROPE (vervolg)
NN heeft in de loop van het jaar ook de controle op de naleving van wet- en regelgeving en van ethische normen en waarden verbeterd, deels ingegeven door een aantal incidenten op dit gebied. Wat betreft de overige verzekeringsonderdelen in Nederland heeft RVS de omzet aanzienlijk kunnen verbeteren in een overigens bescheiden groeiende markt. Het bedrijf heeft zijn marktaandeel vergroot in particuliere levensverzekeringen, een van de meest winstgevende marktsegmenten. Als gevolg hiervan namen bij RVS de levenpremies met 4,4% toe. Bij Postbank Verzekeringen was sprake van een sterke stijging van de omzet in verzekeringen die zijn gekoppeld aan een hypothecaire lening. Distributie in België verbeterd ING Insurance België heeft in 2005 haar bancassuranceconcept verder verbeterd door de introductie van een aantal nieuwe producten, door innovaties op het gebied van medische acceptatie bij levensverzekeringen (70% automatische afhandeling in de front-office) en door de implementatie van procesverbeteringen. Dit heeft onder meer geresulteerd in een recordomzet van EUR 900 miljoen van het Optima-beleggingsproduct via ING Bank. Daarnaast heeft ING de distributie verbeterd via het onafhankelijk intermediair, dat een sterke positie heeft in de snel groeiende pensioenmarkt voor zelfstandige ondernemers en het midden- en kleinbedrijf. Als gevolg van de nieuwe pensioenwetgeving kon ING een aantal grote sectorcontracten afsluiten. Ook werden de benodigde aanpassingen aan nieuwe wetgeving gerealiseerd. Waardecreatie en groei in Centraal-Europa De verzekeringsactiviteiten in Centraal-Europa hebben in 2005 wederom forse groei en waardecreatie gerealiseerd. ING is momenteel marktleider in deze regio op het gebied van pensioenen en is met meer dan vijf miljoen klanten de op een na grootste levensverzekeringsmaatschappij. De goede prestaties van de verzekeringsbedrijven van ING in Centraal-Europa kunnen worden toegeschreven aan de consistente uitvoering van de strategie die op twee pijlers rust, namelijk het optimaliseren van bestaande activiteiten en het ontwikkelen van lokale projecten om de groei te versnellen. In Polen heeft consistente uitvoering van verbeteringsprogramma’s geresulteerd in betere bedrijfsprestaties en structureel lagere kosten. Het Poolse pensioenfonds van ING werd in onafhankelijke onderzoeken door de media en het bedrijfsleven wederom tot het best presterende pensioenfonds van het land uitgeroepen. In Hongarije kon ING haar positie als marktleider verstevigen met de introductie van een innovatief beleggingsproduct.
18
ING Groep Jaarverslag 2005
Met succes is in Tsjechië een reorganisatieprogramma voor loondienstagenten uitgevoerd. Dit programma wordt nu ook in de rest van de regio toegepast. De prestaties van de verkooporganisaties zijn hierdoor al aanzienlijk verbeterd. Naast het verbeteren van de prestaties van de loondienstagenten werkt ING tevens aan vergroting van haar distributiecapaciteit door middel van samenwerkingsverbanden met tussenpersonen en banken. Ook is het bestaande productassortiment gemoderniseerd en zijn nieuwe risicoverzekeringen en vermogensproducten aan het assortiment toegevoegd. Na pensioenhervormingen in Slowakije is ING begin 2005 gestart met een pensioenfonds voor de verplichte pensioenregeling voor Slowaakse werknemers. In de loop van het jaar heeft dit fonds een marktaandeel van 8% behaald. In december 2005 verwierf ING het pensioenfonds Sympatia Pohoda dat inmiddels is samengevoegd met haar eigen fonds. Hiermee is het marktaandeel gestegen naar 12%. Daarnaast heeft ING in de loop van het jaar met de acquisitie van het pensioenfonds VSP Tatry Sympatia een belangrijke stap gezet op de markt voor vrijwillige bedrijfspensioenen. Dit fonds is marktleider met een aandeel van 44%. Prestaties bij ING Investment Management Europe verbeterd ING Investment Management Europe (ING IM) verbeterde in 2005 de prestaties van de beleggingsdienstverlening. Daarnaast heeft ING IM een belangrijke bijdrage geleverd aan de distributie van beleggingsfondsen aan derden door middel van strategische samenwerkingsverbanden. Voor institutionele klanten bleef ING IM zich richten op winstgevende activiteiten en voor verzekeringsbedrijven op beleggingsoplossingen op basis van asset & liability management. Bij de afdeling Equity werden in 2005 bestaande processen verbeterd. De afdeling Fixed Income handhaafde de uitstekende prestaties bij alle beleggingsstrategieën. Vermeldenswaardig is verder de succesvolle introductie van een aantal beleggingsfondsen, zoals het Premium Dividend Fund voor de Nederlandse en Europese markt, waarmee ongeveer EUR 500 miljoen aan nieuw vermogen is aangetrokken, en het Multi-Manager-fonds voor de institutionele markt in Nederland (EUR 400 miljoen).
CONCLUSIES EN AMBITIES In Nederland richt Nationale-Nederlanden zich op verdere verbetering van de klanttevredenheid door verhoging van de service en de kwaliteit van producten. We gaan door met de implementatie van nieuwe IT-systemen om de levering van producten verder te verbeteren en in lijn te brengen met de concurrentie. Daarnaast wordt de informatie aan klanten verbeterd en worden speciale klantenteams geformeerd. Tevens investeren we meer in opleidingen om het kennisniveau van medewerkers verder te verhogen. Al deze activiteiten zijn erop gericht de klanttevredenheid te verhogen en daarmee onze belangrijkste concurrenten in 2006 en 2007 voorbij te streven. Het kostenbesparingsprogramma verloopt volgens schema. Het doel is dat het kostenniveau van Nationale-Nederlanden eind 2007 is teruggedrongen tot het gemiddelde in de branche. Compliance zal bij Nationale-Nederlanden in 2006 hoog op de agenda staan, waarbij de nadruk zal liggen op training en opleiding, en op het bewaken van de naleving van regels. In België zal ING haar distributiecapaciteit blijven verbeteren. Vanaf 2006 worden de Optima-beleggingsproducten verkocht via Record Bank, een dochteronderneming van ING. Daarnaast zal de nadruk liggen op kostenbesparingen en cross-selling. In Centraal-Europa continueert ING haar strategie om bestaande activiteiten verder te verbeteren en met nieuwe commerciële initiatieven versnelde groei te realiseren. Een intensievere samenwerking tussen bedrijfsonderdelen op operationeel vlak moet leiden tot een versterking van ING’s concurrentiepositie. De focus op de snelgroeiende hogere middenklasse moet de commerciële groei versnellen. Daarnaast zal ING haar expertise op het gebied van greenfields in Centraal-Europa verder blijven benutten. ING IM Europe wil haar beheerd vermogen verder vergroten door een hogere netto-instroom te genereren en de beleggingsperformance te verbeteren. Het assortiment van breed gespreide beleggingsfondsen zal verder worden uitgebouwd en de operationele kwaliteit verbeterd.
ING Groep Jaarverslag 2005
19
1.2
ONZE RESULTATEN
INSURANCE AMERICAS Hogere winsten en betere operationele uitvoering
WINST- EN VERLIESREKENING 2005
2004
mutatie
onderliggende mutatie
22.744 2.397
22.761 2.202
-0,1% 8,9%
0,0% 11,8%
1.941
1.692
14,7%
1.979
1.601
23,6%
in miljoenen euro’s
Premie-inkomen Bedrijfslasten Totale winst voor belastingen Onderliggende winst voor belastingen*
* Onderliggende winst voor belastingen is de winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Americas steeg in 2005 met 23,6% door goede resultaten in Canada en de VS. De ontwikkeling van het premie-inkomen was vrijwel vlak doordat een hoger premie-inkomen bij het schadebedrijf werd tenietgedaan door een lager premieinkomen bij het levenbedrijf. In 2005 lag een sterke nadruk op het verbeteren van de uitvoering en waardecreatie in de hele regio door middel van een strikte prijsstelling en een focus op die activiteiten die het beste groeipotentieel op de lange termijn hebben. De resultaten in Mexico daalden voornamelijk vanwege claims en kosten als gevolg van orkanen. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
KERNCIJFERS 2005
2004
Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement Embedded value levensverzekeringen
207 11,1%
173 10,7%
(in miljoenen euro’s)
10.858
8.118
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s
Insurance Americas Overig ING
23% 77%
1.979 6.527
GEOGRAFISCHE SPREIDING PREMIE-INKOMEN in miljoenen euro’s
Verenigde Staten 80% 18.138 Canada 11% 2.585 Latijns-Amerika 9% 2.021 – waarvan Mexico 1.424 – waarvan Zuid-Amerika* 597 Totaal 100% 22.744 * Betreft Chili en Peru; ING’s joint venture in Brazilië is een minderheidsbelang en daarom niet inbegrepen.
20
ING Groep Jaarverslag 2005
De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Americas steeg in 2005 met 23,6% tot EUR 1.979 miljoen. Deze stijging was vooral toe te schrijven aan een winstgroei van 27,4% in de VS als gevolg van betere resultaten op het gebied van lijfrentes en pensioenen door een toename van het beheerd vermogen, betere beleggingsopbrengsten en hogere marges. Bij het Canadese schadebedrijf steeg de onderliggende winst voor belastingen met 35,8% door aanhoudend sterke verzekeringstechnische resultaten en de overname van Allianz Canada. Het premie-inkomen van Insurance Americas kende een vrijwel vlakke ontwikkeling en kwam uit op EUR 22.744 miljoen doordat een hoger premie-inkomen bij het schadebedrijf teniet werd gedaan door een lager premieinkomen bij het levenbedrijf. Het premie-inkomen van het schadebedrijf steeg met 5,1% tot EUR 4.522 miljoen door een toename van 16,8% in Canada, voornamelijk vanwege de overname van Allianz Canada. Die stijging werd deels tenietgedaan door een lager premie-inkomen in Mexico, het niet prolongeren van een aantal grote contracten voor schade- en ongevallenverzekeringen en een lagere omzet. Het premie-inkomen van het Amerikaanse leven-bedrijf daalde met 1,3% naar EUR 18.192 miljoen als gevolg van de herrubricering van levensverzekeringsproducten naar beleggingsproducten in het kader van IFRS. Dit had een negatief effect van EUR 241 miljoen. Exclusief dit effect bleven de levenpremies gelijk, doordat een lichte daling in de verkoop van koopsommen en lijfrentes met vaste uitkering deels gecompenseerd werd door een hogere omzet bij de pensioenactiviteiten. De bedrijfslasten stegen met 8,9% tot EUR 2.397 miljoen. Deze stijging werd veroorzaakt door de overname van Allianz Canada en hogere kosten in verband met zowel strategische initiatieven als hogere prestatiebeloningen in de VS.
KERNPUNTEN • Sterke stijging onderliggende winst voor belastingen door goede resultaten in de VS en Canada • Waarde nieuwe productie gestegen door hogere marges en omzet
De embedded value van het levenbedrijf in Noord- en Latijns-Amerika steeg in 2005 met 33,8% tot EUR 10.858 miljoen. Die toename is vooral toe te schrijven aan aanzienlijke valuta-effecten (EUR 1.298 miljoen) in verband met een stijging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro. De waarde van de nieuwe levenproductie steeg met 19,7% tot EUR 207 miljoen door enerzijds hogere marges bij alle bedrijfsonderdelen en anderzijds een hogere omzet, voornamelijk bij de pensioenactiviteiten. Het intern rendement verbeterde van 10,7% in 2004 tot 11,1% door een aanhoudend strikte prijsstelling en veranderingen in de productmix, vooral in de VS. ING Investment Management boekte uitstekende resultaten en realiseerde een uitzonderlijk hoog totaal rendement bij relatief stabiele beleggingsrendementen. De resultaten werden bevorderd door uitzonderlijk lage debiteurenverliezen en hoge inkomsten uit private-equitybeleggingen. Daarnaast was sprake van vervroegde aflossing van vastrentende waarden. De beleggingsopbrengsten daalden in 2005 met 2,6% naar EUR 4.387 miljoen. Deze daling heeft te maken met baten in 2004: enerzijds EUR 249 miljoen uit de beursgang van ING Canada in 2004 en anderzijds EUR 157 miljoen aan beleggingsopbrengsten uit desinvesteringen in 2004. Exclusief deze posten stegen de beleggingsopbrengsten met 7,3% door hogere opbrengsten, ontvangen boetes voor vervroegde aflossing van vastrentende waarden, hogere baten uit vastrentende beleggingen en hogere winsten op private-equitybeleggingen. Ontwikkelingen per land In de VS steeg de onderliggende winst voor belastingen met 27,4% tot EUR 1.149 miljoen. Deze stijging is het gevolg van goede resultaten bij lijfrentes en pensioenen door hogere marges en een aanhoudende groei van het beheerd vermogen. Het premie-inkomen daalde met 1,3% tot EUR 18.138 miljoen. Een lagere verkoop van koopsommen en lijfrentes met een vaste uitkering werd grotendeels gecompenseerd door een hogere omzet bij de pensioenactiviteiten. De onderliggende bedrijfslasten stegen met 8,0% tot EUR 1.468 miljoen door uitgaven in verband met strategische initiatieven zoals de verbetering van de internetfaciliteiten, kosten in verband met de implementatie van Sarbanes-Oxley en hogere prestatiebeloningen. De onderliggende winst voor belastingen in Canada steeg met 35,8% tot EUR 671 miljoen door aanhoudend sterke verzekeringstechnische resultaten, hogere beleggingsopbrengsten en het positieve effect van de overname van Allianz Canada in 2004. De schaderatio verbeterde licht van
• Hoog rendement op beheerd vermogen van zowel interne als externe klanten van ING Investment Management • Resultaten in Mexico beïnvloed door orkanen in de tweede helft van 2005
56,6% in 2004 tot 56,3%. De kostenratio steeg in 2005 vanwege kosten in verband met de integratie van de activiteiten van Allianz Canada. De combined ratio verslechterde van 85,1% in 2004 tot 86,8%. Het premieinkomen steeg met 16,8% tot EUR 2.585 miljoen, vooral vanwege de overname van Allianz Canada in 2004. In Mexico daalde de onderliggende winst voor belastingen met 13,9% naar EUR 105 miljoen. Deze daling werd veroorzaakt door claims en kosten als gevolg van drie grote orkanen. Deze orkanen hadden, samen met de kosten voor het verlengen van de herverzekeringsdekking na de stormen, een negatieve invloed van EUR 39 miljoen voor belastingen in 2005. Het premie-inkomen in Mexico daalde met 8,2% naar EUR 1.424 miljoen door een lagere omzet en het niet prolongeren van een aantal grote contracten voor schade- en ongevallenverzekeringen als gevolg van ING’s focus op de meer winstgevende retailmarkt. In Zuid-Amerika daalde de onderliggende winst voor belastingen met 34,9% naar EUR 54 miljoen door een lagere winst in Chili. Dit is inclusief het effect van lagere beleggingsopbrengsten als gevolg van de lage rentetarieven en een versterking van de reserves van de zorgverzekeringsactiviteiten. Het premie-inkomen groeide met 9,3% tot EUR 597 miljoen, vooral vanwege een hogere levenproductie in Chili. De bedrijfslasten stegen met 25,0% door een toename van het aantal medewerkers en hogere huisvestingskosten in Chili als gevolg van verbeteringen op het gebied van de IT en klantenservice. Een verlies in Brazilië als gevolg van een versterking van de reserves van de levens- en motorrijtuigenverzekeringen werd niet in de resultaten meegenomen. Dit is in overeenstemming met de boekhoudregels ten aanzien van het 49%-belang van ING in SulAmérica. HOOFDPUNTEN In de VS is ING actief met US Financial Services en ING Investment Management. Het grootste deel van de winst in de VS wordt gegenereerd door pensioenen, lijfrentes, levensverzekeringen en Investment Management. De kernactiviteiten in Canada bestaan uit motorrijtuigenen woningverzekeringen. ING Mexico is bezig met het opbouwen van vermogensbeheeractiviteiten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de schade- en ongevallenverzekeringsactiviteiten. In Zuid-Amerika is ING actief in Chili (zorgverzekeringen, levensverzekeringen en pensioenen), Peru (pensioenen) en Brazilië (multidisciplinaire joint venture*).
* Met uitzondering van het proportionele deel van de resultaten is het minderheidsbelang van 49% niet geconsolideerd in de jaarrekening van ING.
ING Groep Jaarverslag 2005
21
1.2
ONZE RESULTATEN
INSURANCE AMERICAS (vervolg)
Ook in 2005 lag de nadruk op verbetering van de uitvoering en waardecreatie in de hele regio door een aanhoudend strikte prijsstelling en een focus op activiteiten met het beste groeipotentieel op lange termijn. Verbetering processen en uitbesteding ING startte in 2005 in de VS met het breed opgezette procesverbeteringsprogramma Six Sigma. Het doel is optimalisering van de processen om beter te kunnen inspelen op de behoeften van de klant en tegelijkertijd de kosten te kunnen verlagen. De eerste fase van het programma bestond uit een uitvoerig onderzoek naar de fundamentele wensen van de klant. Vervolgens werd onderzocht in hoeverre de bestaande processen een hindernis vormden bij de verwezenlijking van die wensen. In de VS boekte ING ook aanzienlijke vooruitgang bij de uitbesteding van de technologie-infrastructuur aan IBM, een proces dat eind 2004 in gang werd gezet. IBM beheert nu alle dagelijkse aspecten van die infrastructuur. De uitbesteding heeft ING substantiële kostenvoordelen opgeleverd. Bovendien zal de technologie, na voltooiing van de migratie, naar verwachting stabieler, veiliger en effectiever zijn. Beursgenoteerde onderneming ING Canada sloot op 15 december 2005 het eerste volledige jaar als beursgenoteerde onderneming af. Op 20 december sloot de koers van het aandeel op CAD 52,30. Dit was een stijging van 101% ten opzichte van de openingskoers op 15 december 2004. Dat betekent dat de koers dankzij de aanhoudend sterke prestaties in één jaar en drie werkdagen tijd meer dan verdubbelde. Het in 2004 overgenomen Allianz Canada is nu grotendeels in ING Canada geïntegreerd en samen hebben ze een goede schade- en kostenratio. ING Canada blijft de grootste schade- en ongevallenverzekeraar van Canada. ING heeft een meerderheidsbelang van 70% in ING Canada. Transformeren en herstructureren In Mexico verlegt ING de nadruk van de wisselvallige markt voor schade- en ongevallenverzekeringen voor grote, commerciële ondernemingen naar particuliere verzekeringen en verzekeringen voor kleine en middelgrote ondernemingen. ING Mexico startte in 2005 met een herstructureringsprogramma op basis van een nieuwe strategie, een nieuwe organisatiestructuur en een nieuw managementteam bestaande uit zowel ING’ers als op de Mexicaanse markt geworven managers. Bovendien introduceerde ING in deze door onafhankelijke tussenpersonen gedomineerde markt een nieuwe, op ‘best practices’ gebaseerde distributiestrategie met loondienstagenten.
22
ING Groep Jaarverslag 2005
In 2005 ondervonden de pensioenactiviteiten van ING in Peru felle concurrentie van het grootste financiële conglomeraat in het land. Vooruitlopend hierop werd ING’s joint venture Integra, het toonaangevende pensioenfonds in Peru, geherstructureerd en werd het aantal verkopers verdrievoudigd. Dat heeft geleid tot een uitbreiding van het marktaandeel. In Brazilië is ING in bespreking met de joint venture-partner over een herstructurering van de onderneming met als doel een grotere winstgevendheid en het maximaliseren van de waarde voor de aandeelhouders. Compliance en juridische aangelegenheden Net zoals andere financiële dienstverleners in de VS heeft ook ING te maken met toezichthouders die informatie willen hebben over diverse onderwerpen aangaande verschillende bedrijfsonderdelen. ING wist de afgelopen jaren haar beleid en processen met betrekking tot beleggingsfondsen te verbeteren en bereikte in september 2005 een akkoord met de National Association of Securities Dealers (NASD), de overkoepelende organisatie voor toezicht op de effectenhandel, over de wijze waarop ING Funds vroeger omging met haar beleggingsfondsen. In het onderzoek van NASD ging het vooral om ongepaste aan- en verkoop van effecten ingevolge overeenkomsten die Pilgrim Funds was aangegaan in de periode voor haar overname door ING in 2000. In Mexico is ING Comercial América betrokken bij een schadeclaim van Grupo Fertinal. De rechtzaak draait om de hoogte van de vergoeding aan Fertinal voor schade die in 2001 is veroorzaakt door een orkaan. ING verwacht na afloop van de juridische procedure voldoende voorzieningen en herverzekeringsdekking te hebben om het risico van de polis af te dekken. Uitstekende prestaties ING Investment Management ING Investment Management, dat een aantal nieuwe topmanagers kreeg, leverde bij al haar kernactiviteiten in de VS goede en verbeterde beleggingsresultaten. Het onderzoeksteam en het portefeuillebeheerteam werden geherstructureerd en zij boekten sterke resultaten op het gebied van aandelenbeleggingen en beheerd vermogen. Ook de strategie op het gebied van vastrentende waarden scoorde goed over periodes van een, drie, vijf en tien jaar. In maart haalde ING EUR 1,8 miljard op voor het nieuwe ING Global Equity Dividend and Premium Opportunity Fund. Hiermee werd dit closed-end fund op de beurs van New York de nummer acht in zijn soort.
In de VS werd in 2005 ook de eerste fase van het Fund Optimisation Project afgesloten. Het doel van dit belangrijke project was het stroomlijnen en verbeteren van het assortiment beleggingsfondsen van ING om klanten beter presterende fondsen te kunnen bieden en de efficiency te verhogen.
In Chili worden de IT-platforms verbeterd met als doel standaardisering van de activiteiten, verlaging van de kosten en de operationele risico’s, en verbetering van het acceptatiebeleid en prijsstelling. ING Peru werkt hard aan het opbouwen van de distributiecapaciteit ter vergroting van het marktaandeel.
Activiteiten portefeuillebeheer Insurance Americas zette een aantal stappen om de eigen activiteitenportefeuille beter af te stemmen op die activiteiten waarmee ING een leidende marktpositie heeft. Alle bestaande levensverzekeringspolissen en het beheerd vermogen van het levenbedrijf in Argentinië werden overgeheveld naar Zürich Financial Services. De schade- en ongevallenverzekeringen van ING Chili werden verkocht aan Liberty Mutual Group. Levensverzekeraar Life of Georgia werd verkocht aan Jackson National Life Insurance Company. CONCLUSIES EN AMBITIES Insurance Americas blijft zich richten op de balans tussen groei en waardecreatie door voort te bouwen op haar marktleiderspositie en door de kosten te verlagen. De focus ligt enerzijds op uitvoering en op haalbare verhoging van de marges op de nieuwe productie en anderzijds op adequaat risicobeheer ten behoeve van waardecreatie. In de VS zal ING verder blijven zoeken naar mogelijkheden om nog beter in te spelen op de veranderende behoeften van de ouder wordende ‘babyboomers’ die hun pensioendatum naderen. ING Investment Management gebruikt haar ervaring en deskundigheid op het gebied van beleggingen voor de ontwikkeling van kapitaalmarktgerelateerde producten die klanten maatoplossingen bieden. ING zal ervoor blijven zorgen dat klantgerichte oplossingen hand in hand gaan met efficiency. We werken ook verder aan zowel de verbetering van het risicobeheer als optimalisering van de technologische omgeving voor nog grotere veiligheid en effectiviteit. ING Canada wil groei realiseren door middel van nieuwe distributiestrategieën. Zo willen we ons marktaandeel in het ‘direct writer’-kanaal uitbreiden evenredig met ons marktaandeel via onafhankelijke tussenpersonen. ING Canada zal ook gebruik maken van nieuwe distributienetwerken. ING Mexico zal verder werken aan het opbouwen van een klantgerichte organisatie met de allerbeste verkopers, een beter verkoopkanaal, betere klantenservice en een gedisciplineerd acceptatiebeleid.
ING Groep Jaarverslag 2005
23
1.2
ONZE RESULTATEN
INSURANCE ASIA/PACIFIC Solide groeipijler met stijgende premies en omzet
WINST- EN VERLIESREKENING 2005
2004
mutatie
onderliggende mutatie
12.286 867
9.469 727
29,7% 19,3%
49,5% 23,0%
478
756
-36,8%
447
475
-5,9%
in miljoenen euro’s
Premie-inkomen Bedrijfslasten Totale winst voor belastingen Onderliggende winst voor belastingen*
* Onderliggende winst voor belastingen is de winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
KERNCIJFERS
Waarde nieuwe levenproductie (in miljoenen euro’s) Intern rendement Embedded value levensverzekeringen (in miljoenen euro’s) ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s
2005
2004
373 15,0%
321 13,6%
1.799
2.076
2005 was weer een goed jaar voor ING’s verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten in de regio Azië/Pacific. Vooral in Japan en Zuid-Korea stegen de premies en de omzet aanzienlijk. Ook de waarde van de nieuwe levenproductie groeide sterk. Het beheerd vermogen nam met ruim 40% toe. De financiële resultaten van Insurance Asia/Pacific werden beïnvloed door een versterking van de reserves in Taiwan, die nodig was vanwege het lage renteniveau. ING blijft investeren in groeimogelijkheden in de regio, vooral in de greenfieldactiviteiten en in pensioenen. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De onderliggende winst voor belastingen van Insurance Asia/Pacific daalde met 5,9% naar EUR 447 miljoen. Dit kwam door de versterking van de reserves in Taiwan, die nodig was vanwege het aanhoudend lage renteniveau. Als de resultaten in Taiwan buiten beschouwing worden gelaten, steeg de onderliggende winst voor belastingen met 15,8% van EUR 386 miljoen tot EUR 447 miljoen. Die groei was vooral toe te schrijven aan Zuid-Korea (+52,1%). Het premie-inkomen steeg met 29,7% tot EUR 12.286 miljoen door een sterke groei van de omzet in Japan, Zuid-Korea en Taiwan. Ook in Maleisië, India, Thailand, Hongkong en China was sprake van een sterke stijging van het premie-inkomen in lokale valuta. De bedrijfslasten toonden een stijging van 19,3% tot EUR 867 miljoen, veroorzaakt door een toename van personeelskosten in verband met de aanhoudende groei van de activiteiten in de hele regio.
Insurance Asia/Pacific Overig ING
5% 95%
447 8.059
GEOGRAFISCHE SPREIDING PREMIE-INKOMEN in miljoenen euro’s
Japan Taiwan Zuid-Korea Australië en Nieuw-Zeeland Overig Azië* Totaal
52% 22% 19%
6.343 2.707 2.278
1% 6% 100%
181 777 12.286
* India, China, Hongkong, Thailand en Maleisië
24
ING Groep Jaarverslag 2005
De waarde van de nieuwe levenproductie van Insurance Asia/Pacific bedroeg EUR 373 miljoen, een stijging van 16,2% ten opzichte van 2004. Die stijging werd veroorzaakt door zowel een hogere omzet als hogere marges bij nagenoeg alle bedrijfsonderdelen. Met name Zuid-Korea leverde dankzij een hoge omzet een belangrijke bijdrage aan de toename van de waarde van de levenproductie. Het intern rendement steeg van 13,6% in 2004 naar 15,0% door een aanhoudend scherpe prijsstelling en verdere schaalvergroting bij de bedrijfsonderdelen. De embedded value van de levenproductie van Insurance Asia/Pacific daalde van EUR 2.076 miljoen in 2004 naar EUR 1.799 miljoen eind 2005. Deze daling is het gevolg van veranderingen in de economische veronderstellingen, vooral in Taiwan, waar de renteaannames naar beneden werden bijgesteld.
KERNPUNTEN • Levensverzekeringen en vermogensbeheer in Azië/Pacific solide groeipijlers • Bijna de helft van de waarde van ING’s nieuwe levenproductie in Azië/Pacific
Ontwikkelingen per land In Australië steeg de onderliggende winst voor belastingen met 3,7% tot EUR 169 miljoen. Dit is mede toe te schrijven aan een eenmalige vrijval van een voorziening van EUR 29 miljoen. De groei van de winst bij het verzekeringsbedrijf werd veroorzaakt door hogere beleggingsopbrengsten en een gunstig schadeverloop. In Zuid-Korea steeg de onderliggende winst voor belastingen met 52,1% tot EUR 181 miljoen door een sterke omzet. Het premie-inkomen van ING Life Korea steeg met 42,6% door de verkopen van beleggingsverzekeringen en aanhoudend lage opzeggingen van bestaande contracten. Ook de nog jonge joint venture met Kookmin Bank, KB Life, heeft in 2005 goede resultaten behaald. Het Taiwanese bedrijfsonderdeel heeft een winst van nul gerealiseerd in verband met de versterking van de reserves. In totaal bedroeg de versterking van de reserves EUR 220 miljoen in 2005 tegenover EUR 100 miljoen in 2004. Ultimo 2005 voldeden de reserves nog steeds aan het door IFRS vereiste betrouwbaarheidsniveau van 50%. In Japan steeg de onderliggende winst voor belastingen met 4,2% tot EUR 74 miljoen. De winst uit beleggingskoopsommen en beleggingsfondsen steeg dankzij een sterke toename van de premies en de daaruit voortvloeiende hogere provisiebaten. De winst uit collectieve levensverzekeringen daalde, vooral als gevolg van lagere beleggingsopbrengsten. In de rest van Azië daalde ING’s onderliggende winst voor belastingen van EUR 33 miljoen in 2004 naar EUR 23 miljoen. Daarbij moet in acht worden genomen dat in 2004 de resultaten positief werden beïnvloed door de vrijval van een loonbelastingvoorziening van EUR 30 miljoen.
• Samenwerkingsverbanden met banken en effectenhuizen werpen vruchten af • ING blijft investeren in groeimogelijkheden in China, India en Thailand
ING richt zich in de regio vooral op versterking van de distributie, optimalisering van de productportefeuille, verbetering van de efficiency en actief portefeuillebeheer. Versterking distributie Omdat ING in de regio geen eigen bankkantoren heeft (uitgezonderd in China en India), vindt de distributie plaats via eigen adviseurs en samenwerkingsverbanden met banken. ING is in de loop der jaren diverse joint ventures aangegaan en de nadruk ligt op het versterken van de samenwerking met lokale banken en effectenhuizen. Een goed voorbeeld is de samenwerking met ANZ Group die heeft geleid tot het opzetten van ING New Zealand. De stijging van de omzet in Japan, met name die van beleggingskoopsommen, is toe te schrijven aan het uitgebreide en snelgroeiende netwerk van banken en effectenhuizen. De toename van het aantal onafhankelijke agenten heeft de verkoop van collectieve levensverzekeringen gestimuleerd. Het marktaandeel van ING in Japan steeg tot 3,2% (2004: 2,3%). De groei in de enorme levensverzekeringenmarkt in Japan, de op een na grootste ter wereld, is over het algemeen vlak, maar buitenlandse bedrijven winnen er geleidelijk wel terrein ten opzichte van de binnenlandse partijen. De distributie van levensverzekeringen in Australië verloopt via verschillende kanalen. ING maakt gebruik van alle beschikbare kanalen, zoals van de adviseurs van jointventure-partner ANZ Bank, ING’s eigen adviseurs en onafhankelijke adviseurs. Door de sterke aanwezigheid via alle kanalen kenden ING’s levensverzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten in 2005 een bovengemiddelde groei. ING’s distributiestrategie in de regio werpt haar vruchten af: van de totale nieuwe omzet kwam 22% via banken en effectenhuizen (14% in 2004).
HOOFDPUNTEN Consistente strategie In de zich sterk ontwikkelende Aziatische markten groeien de verzekering- en vermogensbeheersectoren sneller dan in de volwassen markten elders in de wereld. ING heeft hierop al vroeg ingespeeld. De levensverzekeringsactiviteiten in de opkomende markten vormen een van de pijlers onder onze groei. ING heeft de kansen gegrepen die onder andere werden geboden door demografische veranderingen en deregulering. Gemeten naar jaarlijks premie-inkomen is ING de op een na grootste buitenlandse levensverzekeraar in de regio. Nagenoeg alle bedrijfsonderdelen wisten in 2005 hun marktaandeel wederom te vergroten.
Optimalisering productportefeuille Om maximaal te kunnen inspelen op de behoeften van de klant staat optimalisering van het productaanbod hoog in het vaandel. ING Antai Taiwan heeft haar productaanbod verbreed, wat heeft geleid tot een grotere spreiding van de risico’s. Het geheel aan oude polissen is proactief beheerd via het verlagen van de gemiddelde gegarandeerde uitkering door verbetering van producten en via het verbeterde balansbeheer. In Japan zijn de beleggingskoopsommen veranderd om beter in te spelen op de wensen van de klanten. In India leidde een aanzienlijke verbetering van het pensioenproduct van ING Vysya Life tot een hoge omzet. In Maleisië bleef ING de grootste aanbieder van employee-benefitsproducten en werd verder gewerkt aan uitbreiding van de beleggingsfondsactiviteiten.
ING Groep Jaarverslag 2005
25
1.2
ONZE RESULTATEN
INSURANCE ASIA/PACIFIC (vervolg)
Verbetering efficiency Vanwege de grote concurrentie in de regio Azië/Pacific is verbetering van de efficiency van alle bedrijfsonderdelen een belangrijk speerpunt. Een goed voorbeeld hiervan is ING Life Korea, de grootste buitenlandse verzekeraar in Zuid-Korea. ING’s groeistrategie in dit land is gericht op het snel uitbreiden van de salesforce en het handhaven van de hoge kwaliteit van dienstverlening. Deze strategie heeft zich bewezen voor ING Life Korea, dat nu meer dan 5.000 zeer productieve eigen adviseurs heeft. ING werkt bij alle bedrijfsonderdelen aan de verbetering van de operationele efficiency door het ontwikkelen en invoeren van efficiëntere processen met heldere doelstellingen en prestatie-indicatoren, en door het verbeteren van het operationeel risicobeheer. Actief portefeuillebeheer Ook in 2005 heeft ING in Azië/Pacific een aantal niet tot de kerntaken behorende activiteiten afgestoten en nieuwe bedrijven overgenomen. In maart verwierf ING een belang van 19,9% in Bank of Beijing. Zowel de huidige als de nieuwe klanten van Bank of Beijing krijgen via het kantorennetwerk van die bank nu ook verzekerings- en beleggingsproducten van ING aangeboden. In 2005 werd de Australische joint venture tussen ANZ en ING uitgebreid met een nieuw samenwerkingsverband: ING New Zealand. ING New Zealand verzorgt het fondsbeheer en de levensverzekeringsactiviteiten van ANZ National Bank, alsmede de bestaande levensverzekeringsen fondsbeheeractiviteiten van ING en ANZ Group. Na de verkoop van het 50%-belang in QBE Mercantile Mutual in 2004 verkocht ING in 2005 haar 90%-belang in Austbrokers Holdings, een Australisch netwerk van effectenmakelaars. Verder besloten ING en partner Principal Financial tot het beëindigen van de gezamenlijke Japanse activiteiten voor pensioenproducten met vaste premies (ING Principal Pensions).
26
ING Groep Jaarverslag 2005
Groeimarkten ING is ook in 2005 blijven investeren in groeimogelijkheden in greenfieldactiviteiten in China, India en Thailand. Het zijn drie interessante landen voor financiële dienstverleners, hoewel de concurrentie er steeds groter wordt. ING breidde de activiteiten in China flink uit. Zo werd een belang verworven in de Bank of Beijing. ING Capital Life, een van de twee joint ventures voor verzekeringen, opende kantoren in Beijing en Shenyang (inclusief toestemming voor de uitbreiding van de activiteiten in de provincie Liaoning) en kreeg ook toestemming voor het openen van een kantoor in de provincie Shandong. Daarnaast werd de licentie van Pacific-Antai Life Insurance voor Guangzhou uitgebreid naar een provincielicentie en werd toestemming verleend voor het opzetten van bijkantoren in de steden Dongguan, Nanhai en Shunde. Beide joint ventures van ING kunnen nu collectieve levens- en zorgverzekeringen verkopen. Ook in India werd het kantorennetwerk aanzienlijk uitgebreid. In 2005 werden 61 nieuwe kantoren geopend en ruim 11.000 adviseurs aangetrokken. ING Vysya Life is een van de snelstgroeiende ondernemingen in India, daarbij profiterend van de ‘best practices’ van andere bedrijfsonderdelen van ING in landen zoals Zuid-Korea en Maleisië. ING Life Thailand wist ondanks moeilijkere marktomstandigheden haar marktaandeel in 2005 te vergroten. Dit was vooral te danken aan het telefonische verkoopkanaal en de samenwerkingsverbanden met banken. Sterke groei beheerd vermogen Het beheerd vermogen van Insurance Asia/Pacific steeg in 2005 van EUR 51 miljard tot EUR 72 miljard. Deze sterke groei kan worden toegeschreven aan de uitbreiding van de distributie via banken, de overgang van traditionele verzekeringsproducten naar beleggingsgerelateerde producten en deregulering. In India, de Filippijnen, ZuidKorea en Taiwan werden belangrijke nieuwe beleggingsfondsen geïntroduceerd. Van alle Aziatische fondsen van ING had 77% in 2005 een bovengemiddelde performance. In zowel Australië als Nieuw-Zeeland kreeg ING Investment Management Asia/Pacific voor de prestaties van haar beleggingsfondsen belangrijke prijzen toegekend.
CONCLUSIES EN AMBITIES Het perspectief in 2006 blijft gunstig voor Insurance Asia/Pacific. ING heeft een zodanig sterke positie dat ze optimaal kan profiteren van de goede economische vooruitzichten in de regio. ING zoekt verdere uitbreiding van de activiteiten in die landen waar ze nu al actief is. Nieuwe investeringen zullen vooral plaatsvinden in de grootste markten. Een belangrijk doel is het verder versterken van de samenwerkingsverbanden met banken en effectenhuizen. Zo wil ING de activiteiten in China uitbreiden op basis van sterke distributiekanalen en lokale samenwerkingsverbanden. In het productaanbod zal de nadruk steeds verder worden verlegd van traditionele levensverzekeringsproducten naar beleggingsgerelateerde producten, zoals beleggingsfondsen, collectieve verzekeringen en pensioenproducten. ING heeft hoge verwachtingen van de kansen die hervormingen van de pensioenstelsels bieden in met name China, India, ZuidKorea en Taiwan. Ten slotte wil ING blijven werken aan de versterking van de eigen organisatie. Cruciaal hierbij zijn productinnovatie, verbetering van het balansbeheer en verdere efficiëntieverbeteringen.
ING Groep Jaarverslag 2005
27
1.2
ONZE RESULTATEN
WHOLESALE BANKING Waarde creëren in een concurrerende markt
WINST- EN VERLIESREKENING* in miljoenen euro’s
Totale baten Bedrijfslasten Toevoeging aan voorzieningen voor debiteurenverliezen Totale winst voor belastingen Onderliggende winst voor belastingen**
2005
2004
mutatie
onderliggende mutatie
5.957 3.466
5.871 3.734
1,5% -7,2%
4,8% 12,1%
-108 2.599
192 1.945
33,6%
2.276
2.092
8,8%
Een sterke klantfocus en meer aandacht voor cross-selling hebben in 2005 geleid tot nieuwe kansen en belangrijke transacties voor ING Wholesale Banking. Ook de verschuiving van kapitaal naar meer winstgevende activiteiten zijn de resultaten ten goede gekomen. In combinatie met kostenbeheersing en desinvesteringen heeft Wholesale Banking hierdoor met minder economisch kapitaal meer waarde kunnen creëren voor ING. 2005 was ook het jaar dat de herpositionering van Wholesale Banking werd afgerond en met succes internationaal één merknaam werd ingevoerd. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
* Inclusief ING Real Estate, dat financieel onder Wholesale Banking valt. ING Real Estate wordt nader besproken in het hoofdstuk Vermogensbeheer, samen met ING Investment Management. ** Onderliggende winst voor belastingen is de winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
2005 werd gekenmerkt door sterke concurrentie, afkalvende marges op de kredietverlening en een vlakke rentecurve. De wholesale-bankingactiviteiten van ING hebben in deze moeilijke omstandigheden bemoedigende resultaten behaald.
KERNCIJFERS
RAROC na belastingen Economisch kapitaal (in miljarden euro’s)
2005
2004
22,3% 8,5
12,2% 9,6
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s
Wholesale Banking Overig ING
27% 73%
2.276 6.230
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s
Nederland België Rest van de wereld Vermogensbeheer* Overig Totaal * Voornamelijk ING Real Estate
28
ING Groep Jaarverslag 2005
2005
790 519 671 346 -50 2.276
De onderliggende winst voor belastingen van Wholesale Banking steeg met 8,8% tot EUR 2.276 miljoen door hogere baten bij Structured Finance, Leasing en ING Real Estate en was er een vrijval van debiteurenvoorzieningen dankzij een gunstig kredietverleningsklimaat en verbeterd risicobeheer. Verkoopwinsten op desinvesteringen droegen in 2005 EUR 317 miljoen bij aan de winst voor belastingen. In 2004 resulteerden desinvesteringen daarentegen in een verlies van EUR 166 miljoen. De totale baten namen met 1,5% toe tot EUR 5.957 miljoen. Exclusief desinvesteringen stegen de onderliggende baten met 4,8% tot EUR 5.579 miljoen. De bedrijfslasten daalden met 7,2% naar EUR 3.466 miljoen als gevolg van de desinvestering van de Aziatische effectenactiviteiten, CenE Bankiers, ING BHF-Bank en Baring Asset Management. Exclusief deze desinvesteringen stegen de onderliggende lasten met 12,1% tot EUR 3.411 miljoen, deels door eenmalige posten. Dit verklaart tevens de stijging van de onderliggende kosten/batenverhouding van 57,1% naar 61,1%. Exclusief alle eenmalige posten en de aanpassing voor valutakoersverschillen namen de terugkerende bedrijfslasten van Wholesale Banking met 6,3% toe. De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren daalde van EUR 192 miljoen in 2004 tot een netto-vrijval van EUR 108 miljoen in 2005. Deze vrijval was te danken aan het verbeterde kredietverleningsklimaat en een gering aantal nieuwe zwakke leningen die mogelijkerwijs tot het nemen van een voorziening kan leiden. Per saldo was de vrijval gelijk aan -7 basispunten op jaarbasis van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa vergeleken met een toevoeging aan de voorziening van 12 basispunten in 2004.
KERNPUNTEN • Toegenomen klantgerichtheid bevordert cross-selling en deep-selling • Bredere invoering van kostenbeheersingsmethoden
Wholesale Banking’s naar risico gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen van Wholesale Banking verbeterde van 12,2% in 2004 tot 22,3% in 2005, vooral onder invloed van desinvesteringen. De onderliggende RAROC na belastingen verbeterde van 14,9% tot 16,7%. De RAROC voor belastingen van de wholesale-bankingactiviteiten in Nederland bleef sterk, terwijl die van België een lichte daling te zien gaf. De activiteiten in de rest van de wereld verbeterden van 11,8% exclusief desinvesteringen naar 16,4%. Het totale economische kapitaal daalde van EUR 9,6 miljard in 2004 naar EUR 8,5 miljard, voornamelijk dankzij de desinvestering van ING BHF-Bank, de Aziatische effectenactiviteiten, CenE Bankiers en Baring Asset Management. De vermogensbeheeractiviteiten van Wholesale Banking, die hoofdzakelijk uit die van ING Real Estate bestaan, lieten een stijging van de portefeuille zien van 39,5% tot EUR 69,9 miljard. Meer informatie hierover is te vinden in het hoofdstuk over Vermogensbeheer. HOOFDPUNTEN Wholesale Banking is actief in een zeer competitieve markt. Om in deze omgeving onze marktpositie verder te verbeteren, focussen wij op klantgerichtheid, cross-selling en kostenbeheersing. Daarnaast streeft ING naar een onberispelijke uitvoering van alle wholesale-bankingactiviteiten en gedegen sectorkennis. De nieuwe internationale positionering en de nieuwe merknaam zijn gebaseerd op deze koers. Klantgerichtheid door cross-selling en één merknaam In 2005 voltooide Wholesale Banking de ommezwaai van een regionale naar een functionele organisatiestructuur. Hiermee willen we nog beter inspelen op de behoeften van de klant. Via cross-selling wil ING meer oplossingen en producten met een hoge toegevoegde waarde aanbieden. In dit verband is in 2005 voortgang geboekt met de invoering van ‘Client Relationship Planning’. Hierbij overleggen accountmanagers met product- en sectorspecialisten hoe ze de klant het beste van dienst kunnen zijn. Senior bankers en focus sector heads ondersteunen de accountmanagers hierbij. Dankzij hun kennis kan ING proactief op alle klantbehoeften inspelen. Het proces van Client Relationship Planning ging in 2005 zijn tweede jaar in en inmiddels wordt dit gebruikt voor een bredere groep klanten.
• RAROC sterk verbeterd • Internationale invoering van één merknaam voor Wholesale Banking
Het centrale klanteninformatiesysteem werd in 2005 uitgebreid met informatie over de mid-corporates in ons klantenbestand. Dit bood nieuwe kansen om zakelijke klanten in onze thuismarkt in de Benelux nog beter van dienst te zijn. Bij de belangrijke divisie Financial Markets, dat zich vooral op de institutionele markt richt, is de organisatiestructuur verder aangepast om klantgerichter te kunnen opereren, met als resultaat een sterk verbeterd productaanbod, afgestemd op de behoefte van de klant. De benoeming van een Global Head of Sales speelde daarbij een belangrijke rol. Tot slot hebben we ook meer aandacht gegeven aan de diensten en producten van Corporate Finance en Equity Markets in ons producten- en dienstenaanbod in de Benelux. Diverse belangrijke transacties waren het gevolg (zie ook ‘Belangrijke transacties’). Centraal in onze grotere klantgerichtheid staan cross-selling en deep-selling. Door op de behoeften van onze klanten te anticiperen kunnen wij zakelijke kansen signaleren en genereren door onze klanten oplossingen te bieden. Die oplossingen kunnen bestaan uit standaardproducten of producten op maat die een hoge toegevoegde waarde hebben voor onze klanten. Om naar buiten toe één gezicht te tonen en de algehele relatie met de klanten te verbeteren, heeft ING voor Wholesale Banking in 2005 internationaal één merknaam gelanceerd. Wereldwijd hebben we een nieuwe huisstijl ingevoerd en in de thuismarkt zijn we gestart met een advertentiecampagne. Na een onderzoek onder onze klanten hebben we de merkwaarden van ING vertaald naar Wholesale Banking. Op basis van dit onderzoek en de merkwaarden hebben we klantactieplannen ontwikkeld waarin precies staat welke stappen we zullen moeten nemen voor het verder verbeteren van onze klantrelaties. Om een succesvolle invoering te garanderen wordt de voortgang van deze plannen nauwlettend bewaakt en gemeten.
ING Groep Jaarverslag 2005
29
1.2
ONZE RESULTATEN
WHOLESALE BANKING (vervolg)
Kostenbeheersing, efficiëntie en gerichte uitvoering Kostenbeheersing is in elke concurrerende markt essentieel. In lijn met ING’s focus op waardecreatie heeft Wholesale Banking in 2005 gewerkt aan de verdere invoering van het ‘Target Operating Model’. Dit model richt zich op kostenbeheersing, omzetgroei, optimale benutting van kapitaal en verbetering van de operationele efficiëntie. Aan de hand van dit model wordt de klantenportefeuille geëvalueerd zodat er meer aandacht geschonken kan worden aan die klanten die meer waardecreërende producten kopen. In Azië, Noord- en Latijns-Amerika en het Verenigd Koninkrijk is de invoering van dit model in 2005 afgerond. De positieve effecten ervan zijn al zichtbaar in de hogere RAROC’s vergeleken met die van 2004. In Centraalen Oost-Europa was de invoering vlak voor het einde van 2005 een feit en de eerste resultaten hiervan verwachten wij in 2006. In de Benelux, onze thuismarkt, bevindt de nieuwe kostenbeheersingsmethode zich nog in de implementatiefase. Belangrijke IT-investeringen bij de divisie Financial Markets resulteerden in één database voor alle regio’s en producten. Deze ondersteunt een goede dienstverlening tegen lage kosten. Daarnaast hebben diverse projecten voor de transformatie van risicogegevens gezorgd voor een daling van het economische kapitaal. Andere maatregelen zijn onder meer de uitbesteding van de Britse afdeling Equities Clearing & Settlement aan Société Générale en de betere afstemming van Operations/IT op de activiteiten van Wholesale Banking. Zes productcategorieën werken nu met het concept van value chain management: General Lending, Structured Finance, Payments & Cash Management, Securities Services, Corporate Finance & Equity Markets en Financial Markets. Dit concept verschaft nieuwe inzichten in de directe en indirecte kosten per project en zorgt daardoor voor een betere basis voor zakelijke beslissingen en de toewijzing van kapitaal. Om dit alles goed te ondersteunen, heeft ING ook gewerkt aan verbeteringen in de uitvoering van activiteiten. Het fiatteringsproces voor financieringsaanvragen van zakelijke klanten is verbeterd met als gevolg meer transparantie en duidelijke verantwoordelijkheden voor de kredietacceptatie. Daarnaast is ook de ‘balanced scorecard’ bij Wholesale Banking ingevoerd. Individuele prestaties zijn aan de hand hiervan duidelijk te meten en te verbeteren.
30
ING Groep Jaarverslag 2005
Tot slot is de NMB Heller joint venture van ING en GE Finance gesplitst. De reorganisatie en gedeeltelijke desinvestering maakten de weg vrij voor de oprichting van Commercial Finance, een nieuw, efficiënter onderdeel van Wholesale Banking. Belangrijke transacties In 2005 bewezen diverse omvangrijke transacties de succesvolle herpositionering van Wholesale Banking. In Nederland adviseerde ING telecommunicatieaanbieder KPN bij de overname ter waarde van EUR 980 miljoen van mobiele telefoonexploitant Telfort en daarbij faciliteerde ING de uitgifte van euro-obligaties ter waarde van EUR 1 miljard. Met Hunter Douglas werd een zeer innovatieve transactie gesloten ter waarde van EUR 450 miljoen: het eerste tenderbod in Nederland volgens de ‘reverse bookbuilding’ methode. Buiten de thuismarkt werden successen geboekt in de opkomende markten van Centraal- en Oost-Europa. In Polen financierde ING de overname van wodkaproducent Polmos door distributeur CEDC, waarmee EUR 1 miljard gemoeid was. De deal, die uit drie belangrijke transacties bestond, was een groot cross-sellingsucces, waarbij diverse teams van ING waren betrokken. In Hongarije adviseerde Structured Finance bij een snelwegproject dat Boedapest met de Servische grens moet verbinden. Verder is ING aangesteld als cash-managementbank in een pan-Europese transactie van uitgeverij Sanoma WSOY in de Benelux, Tsjechië en Hongarije. Tot slot heeft ING ook in Azië sterke vooruitgang geboekt. Zo is in Laos overeenstemming bereikt over de financiering van het grootste grensoverschrijdende waterkrachtcentraleproject van Azië (ter waarde van USD 1 miljard). Diverse teams van ING waren bij deze transactie betrokken. Door cross-selling heeft ING bij dit project zeer goede zaken kunnen doen.
CONCLUSIES EN AMBITIES Wholesale Banking gaat voort op de koers die in 2004 is ingezet en die in 2005 al verbeterde resultaten heeft opgeleverd. Klantgerichtheid, cross-selling en kostenbeheersing blijven ook in 2006 de basisprincipes. Succesvolle programma’s krijgen een vervolg en de invoering ervan zal verder worden uitgebreid. In 2006 zullen nog meer klanten de vruchten plukken van Client Relationship Planning. De ondersteuning door senior bankers wordt verder uitgebreid. Cross-selling zal nog meer nadruk krijgen. ING zal de resultaten van de in 2005 op de rails gezette klantactieplannen meten om zo de kwaliteit van de dienstverlening verder te verbeteren. Er zijn nieuwe initiatieven op het gebied van kostenbeheersing te verwachten en ook bij andere producten zal ‘value-chain management’ zijn intrede doen. Met onze gedegen sectorkennis willen we blijven werken aan de kwaliteitsverbetering van ons productaanbod. Ook zullen we meer investeren in belangrijke onderdelen, zoals Financial Markets, Payments & Cash Management, Leasing en Structured Finance.
ING Groep Jaarverslag 2005
31
1.2
ONZE RESULTATEN
RETAIL BANKING Versterkte nadruk op kostenconcurrentiepositie en klanttevredenheid
WINST- EN VERLIESREKENING in miljoenen euro’s
Totale baten Bedrijfslasten Toevoeging aan voorzieningen voor debiteurenverliezen Totale winst voor belastingen Onderliggende winst voor belastingen*
2005
2004
mutatie
onderliggende mutatie
5.796 3.829
5.062 3.703
14,5% 3,4%
15,5% 5,7%
90
184
-51,1%
1.877
1.175
59,7%
1.815
1.168
55,4%
* Onderliggende winst voor belastingen is de winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten.
KERNCIJFERS
RAROC na belastingen Economisch kapitaal (in miljarden euro’s)
2005
2004
36,0% 3,4
26,2% 3,1
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s
Retail Banking Overig ING
21% 79%
1.815 6.691
In miljoenen euro’s
2005
Nederland België Polen Overige landen* Totaal
1.387 337 41 50 1.815
* Met name ING Vysya Bank, Private Banking rest van de wereld en belang in Kookmin Bank
ING Groep Jaarverslag 2005
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN De onderliggende winst voor belastingen van Retail Banking steeg met 55,4% tot EUR 1.815 miljoen. Dit was het gevolg van sterke groei in de Benelux en de opkomende markten. De totale winst voor belastingen steeg met 59,7% tot EUR 1.877 miljoen. Alle bedrijfsonderdelen droegen hiertoe bij. De totale baten stegen met 14,5% tot EUR 5.796 miljoen, vooral door hogere baten uit hypotheken en spaarrekeningen in Nederland en een stijging bij sparen, rekeningen-courant en beleggingsproducten in België.
ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN
32
In 2005 is ING Retail Banking voortgegaan op de in 2004 ingeslagen weg, met een strategische focus op winstgevende en selectieve groei, verbetering van de kostenefficiëntie en klanttevredenheid. De baten stegen, de RAROC bleef onverminderd hoog en marktaandelen namen toe. De resultaten werden positief beïnvloed door een gunstige risico-omgeving en een aantal eenmalige baten. Hierdoor is 2005 een zeer goed jaar geworden. Doorlopende kosten bleven onder controle en stegen slechts licht. Bij alle belangrijke onderdelen van Retail Banking steeg het niveau van klanttevredenheid. De aanscherping van de compliance en de verkoopprocedures zal op termijn kunnen leiden tot een nog verdere verhoging hiervan.
De kosten bleven goed onder controle. De bedrijfslasten namen met 3,4% toe tot EUR 3.829 miljoen. De onderliggende bedrijfslasten stegen met 5,7%, vooral vanwege de consolidatie van Postkantoren BV en eenmalige kosten ad EUR 33 miljoen voor de efficiëntieverbetering van Operations/IT in de Benelux, en de versnelde afschrijving van software in Nederland van EUR 27 miljoen. Exclusief deze posten daalden de bedrijfslasten per saldo licht, omdat het effect van de nieuwe CAO in Nederland werd gecompenseerd door een vrijval van EUR 83 miljoen aan voorzieningen voor ziektekosten en pensioenen in Nederland. Exclusief alle eenmalige posten en gecorrigeerd voor valutakoersverschillen, stegen de terugkerende bedrijfslasten met 0,5%, inclusief investeringen in groei in Roemenië, Polen, India en Private Banking. De kosten/batenverhouding verbeterde van 73,2% tot 66,1%. De toevoeging aan de voorziening voor debiteurenverliezen daalde 51,1% van EUR 184 miljoen in 2004 naar EUR 90 miljoen, vooral door een vrijval in België en Polen. Alle regio’s rapporteerden lagere risicokosten, met uitzondering van Nederland, waar de voorzieningen in lijn met de groei van de activiteiten licht stegen. De toevoeging was gelijk aan 11 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa, vergeleken met 25 basispunten in 2004.
KERNPUNTEN • Aanhoudend hoge rendementen en verdere volumegroei in de Benelux • Sterkere marktposities in de opkomende markten
Het naar risico gewogen rendement op kapitaal (RAROC) na belastingen verbeterde van 26,2% in 2004 tot 36,0%. In Nederland bedroeg de RAROC voor belastingen 70,4% en in België 51,1%, beide ruim boven de ING-norm van 18,5% voor belastingen. Ontwikkelingen per land In Nederland steeg de onderliggende winst voor belastingen met 27,1% tot EUR 1.387 miljoen door groei van de hypothecaire leningen en spaartegoeden alsmede door hogere baten uit de boetes voor vervroegde aflossing van hypotheken. De portefeuille woninghypotheken in Nederland groeide met EUR 10,8 miljard, ofwel 13,4%, tot EUR 91,5 miljard. De bedrijfslasten stegen 11,2% door de consolidatie van Postkantoren B.V., EUR 33 miljoen aan reorganisatiekosten in verband met de stroomlijning en uitbesteding bij Operations/IT, en EUR 27 miljoen in verband met de versnelde afschrijving van software. De risicokosten daalden van 21 naar 18 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa. In België steeg de onderliggende winst voor belastingen scherp van EUR 55 miljoen tot EUR 337 miljoen. Dit was dankzij hogere baten die het gevolg waren van een combinatie van een sterke groei van de spaargelden, de rekeningen-courant en een hoge omzet van beleggingsproducten enerzijds en lagere lasten en een vrijval van voorzieningen voor debiteurenverliezen anderzijds. De totale baten lagen 11,9% hoger, terwijl de bedrijfslasten met 7,0% daalden door hoge eenmalige lasten in 2004, waaronder voorzieningen voor een aantal gerechtelijke kwesties en afschrijvingen op vastgoed onder IFRS. Het opwaartse kosteneffect van de overname van Mercator Bank werd grotendeels gecompenseerd door de verkoop van ING Securities Bank France en Banque Baring Brothers Suisse in 2005 (verantwoord onder ING België). De risicokosten daalden van 34 naar -8 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa door een netto vrijval van EUR 11 miljoen. Eural Bank werd in december 2005 door ING overgenomen van Dexia Bank.
• Succesvolle uitrol nieuw bankkantorennet in Roemenië • Snelle groei bij Private Banking
In Polen is de onderliggende winst voor belastingen van de retail-bankingactiviteiten meer dan verdubbeld, van EUR 19 miljoen in 2004 tot EUR 41 miljoen. De forse stijging is toe te schrijven aan een vrijval van voorzieningen voor debiteurenverliezen door een verbetering van de kwaliteit van de kredietportefeuille. ING Bank Slaski profiteerde van een vrijval van voorzieningen voor debiteurenverliezen nadat de kredietportefeuille was geherstructureerd en het risicobeheer verbeterd. De risicokosten daalden van EUR 17 miljoen in 2004 tot een netto vrijval van EUR 16 miljoen. Gecorrigeerd voor valutakoersfluctuaties stegen de baten per saldo: de groei van spaargelden en deposito’s werd grotendeels tenietgedaan door een verkrapping van de marges en lagere kredietverlening. Uit hoofde van ons risicobeleid verstrekt ING Bank Slaski geen hypotheken in vreemde valuta. De bedrijfslasten stegen met 13,1% door investeringen in een beter kantorennetwerk en hogere marketingkosten die de bank moeten positioneren voor verdere marktgroei. De overige retail-bankingactiviteiten rapporteerden een onderliggende winst voor belastingen van EUR 50 miljoen ten opzichte van EUR 3 miljoen 2004. Dit was het gevolg van betere resultaten bij ING Vysya Bank in India, de privatebankingactiviteiten in Azië en het belang in Kookmin Bank in Zuid-Korea. ING Private Banking, waarvan de cijfers zijn verwerkt in de regioresultaten, maakte ook in 2005 weer een sterke groei door. Het beheerd vermogen steeg met 20% (gecorrigeerd voor desinvesteringen). Alle regio’s droegen bij en de winst was fors hoger, met name in Azië en België. Door kosten- en portefeuillebeheer kwam de kosten/batenverhouding uit op 63% vergeleken met 76% in 2004. In de thuismarkten van de Benelux werd verder marktaandeel gewonnen door de toenemende stroom doorverwijzingen van de divisies ING Wholesale Banking en ING Retail Banking.
ING Groep Jaarverslag 2005
33
1.2
ONZE RESULTATEN
RETAIL BANKING (vervolg)
HOOFDPUNTEN Selectieve groei in onze thuismarkten In Nederland lag de nadruk onverminderd op klanttevredenheid. De Postbank scoorde van de grootbanken in 2004 al het hoogste op klanttevredenheid en verbeterde deze sterke positie in 2005 nog verder door doelen te halen die een analyse van klantenonderzoek hadden opgeleverd (bijvoorbeeld over snelheid van betalen). De Postbank rapporteerde een sterke groei van het hypotheekbedrijf. Dat gold met ruim twee miljoen elektronische klanten ook voor internetbankieren (mijnpostbank.nl). De internet-site van de Postbank won de publieksprijs voor ‘Website van het Jaar 2005’ en was een van de meest bezochte sites van het land. Bij ING Bank zorgde aangescherpt klachtenmanagement in 2005 voor een verbetering van de klanttevredenheid. Op verzoek van klanten is de kasfunctie bij kleinere kantoren terug bij ING Bank. Ook zijn nieuwe kantoren geopend. ING Bank ontving diverse onderscheidingen en eervolle vermeldingen, waaronder die van ‘beste zakenpartner’ volgens het blad Management Team. ING Bank heeft de kosten/batenverhouding verbeterd door kostenbeheersing en uitbreiding van het marktaandeel in sparen, hypotheken en onder het MKB. Tegen de markttrend in realiseerden de Postbank en ING Bank samen per saldo een groei van de beleggingsfondsen. 2005 was een erg goed jaar dankzij een buitengewone bate uit de boetes voor vervroegde aflossing van hypotheken en lage risicokosten. In België rapporteerde Retail Banking een goede batenen winstgroei in het kantorennet. Bij vergelijkend onderzoek scoorde ING van de grootbanken de hoogste klanttevredenheid onder de primaire klanten. Ook het tweede distributienetwerk, dat van Record Bank, werd verder versterkt door de integratie van Mercator Bank en de in december afgeronde acquisitie van Eural Bank. Record Bank is inmiddels de op drie na grootste spaarbank van België, in vergelijking met een twaalfde plaats in 2001. Al met al rapporteerde België een sterke groei in sparen, beleggingsproducten, hypotheken en rekeningen-courant. Nieuwe compliance-organisatie In Nederland hebben wij stappen ondernomen ter versterking van de compliance-organisatie. Integriteit en correctheid zijn essentieel bij onze retail-bankingactiviteiten. Naar aanleiding van een aantal incidenten hebben wij na overleg met de AFM versneld gewerkt aan de inrichting van een nieuwe compliance-organisatie, een proces dat in 2004 van start was gegaan.
34
ING Groep Jaarverslag 2005
Uitbreiding marktaandeel in een aantal opkomende markten In Polen groeide ING Bank Slaski in geselecteerde marktsegmenten. Zo won de bank onder andere marktaandeel in deposito’s (van 6% in 2004 naar 8% in 2005). Succesvolle campagnes voor creditcards en internetbankieren hebben de marktpositie van ING Bank Slaski verder versterkt. ING wil niet actief zijn op de riskantere hypotheekmarkt in buitenlandse deviezen. Om die reden is ons totale aandeel in de Poolse hypotheekmarkt langzaam gestegen. In lokale valuta is het marktaandeel daarentegen sneller toegenomen. In Roemenië is in juli 2004 een innovatief retailbankkantorennet opgestart. In december 2005 had ING in de meeste grote steden 77 kantoren geopend, met meer dan 150.000 particuliere klanten. De spaartegoeden in Roemenië groeien snel. In Azië rapporteerde ING Vysya Bank India een groei van het vermogen. Met het oog op de toekomstige groei is het agentennetwerk in de loop van het jaar sterk uitgebreid (van 768 naar 1927 eigen adviseurs). ING heeft daarnaast in 2005 een belang van 19,9% verworven in Bank of Beijing. Dit is de op één na grootste commerciële stadsbank van China en de op twee na grootste bank in Beijing zelf. Met ruim 3.600 medewerkers bedient de bank zowel de zakelijke als de particuliere markt. ING heeft twee zetels in de Raad van Bestuur en wil via Bank of Beijing vooral verzekeringsen beleggingsproducten verkopen. Bank of Beijing biedt ING uitstekende kansen in de door hoge groei gekenmerkte Chinese markten voor bankieren en verzekeren. Aanhoudend sterke groei bij Private Banking ING Private Banking zette ook in 2005 de krachtige ontwikkeling voort. Vermogen en groeitempo lagen fors hoger in zowel de volwassen als de opkomende markten. Nieuwe investeringen zijn gedaan in Azië, Latijns-Amerika, Centraal- en Oost-Europa, regio’s waar ING veel potentieel ziet voor verdere winstgevende groei. Verbetering kostenefficiëntie In de Benelux werkt ING verder aan een sterkere efficiëntie en verbetering van de uitvoering. Zo is de productiviteit van de ‘shared service centres’ verhoogd en heeft ING in 2005 de verkoopfuncties beter op elkaar afgestemd, met als doel het verbeteren en verhogen van de kostenefficiëntie, het niveau van de dienstverlening en de klanttevredenheid. Per saldo waren de met Operations/IT gemoeide kosten in 2005 onveranderd, ondanks een sterke volumegroei en prijsinflatie.
ING wil ook in volwassen markten concurrerend blijven. Om die reden wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om bepaalde Operations/IT-activiteiten uit te besteden die goedkoper door externe leveranciers kunnen worden uitgevoerd. Naar verwachting zullen zo’n 2.200 fte’s overgaan naar toeleveranciers. Gezien het belang van IT in de financiële dienstverlening, investeert ING voortdurend in zowel de modernisering van de IT-applicaties en -infrastructuur, als in de verbetering van de IT-veiligheid om de systemen nog stabieler te maken. Initiatieven zijn gestart voor de stroomlijning van de interne organisatie en processen. Een deel van het verwachte banenverlies van 500 dagtaken binnen de divisie Operations/IT zal plaatsvinden door natuurlijk verloop. De personeelsinkrimping komt bovenop het eerder in 2005 aangekondigde wegvallen van 450 banen. CONCLUSIES EN AMBITIES In 2005 heeft Retail Banking marktaandeel gewonnen in alle markten waarin zij actief is. De kosten/batenverhouding is verbeterd door de gezamenlijke inspanningen van de zakelijke en Operations/IT-divisies. Het niveau van de klanttevredenheid in de Benelux is verhoogd. Het accent blijft in 2006 ongewijzigd. Wij streven naar winstgevende en selectieve marktgroei in zowel de volwassen als in de opkomende markten. Wij werken aan een verdere versterking van de compliance-organisatie en een hogere kostenefficiëntie, met name in het kantorennet en bij Operations/IT. Door onze medewerkers nog bewuster te maken van de noodzaak van een zorgvuldig verkoopproces en een correcte behandeling van klanten, willen wij onze voorsprong op het gebied van klanttevredenheid behouden en versterken.
ING Groep Jaarverslag 2005
35
1.2
ONZE RESULTATEN
ING DIRECT Versnelling winstgevende groei
WINST- EN VERLIESREKENING* in miljoenen euro’s
Totale baten Bedrijfslasten Toevoeging aan voorzieningen voor debiteurenverliezen Totale winst voor belastingen
2005
2004
mutatie
2.119 1.396
1.709 1.185
24,0% 17,8%
106 617
89 435
19,1% 41,8%
In 2005 kende ING Direct een sterke groei van de winst, de toevertrouwde middelen en de hypothecaire leningen. De klanttevredenheid en de naamsbekendheid bleven hoog en het aantal klanten groeide. Dit zijn stuk voor stuk belangrijke factoren voor het succes van ING Direct. Het is een bewijs voor het solide karakter van het bedrijf dat ING Direct deze resultaten realiseerde in een klimaat van een snel stijgende korte rente in de Verenigde Staten en een dalende lange rente in diverse valutazones. FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN
* Inclusief ING Card
KERNCIJFERS
RAROC na belastingen Economisch kapitaal (in miljarden euro’s) ONDERLIGGENDE WINST VOOR BELASTINGEN in miljoenen euro’s
ING Direct Overig ING
7% 93%
617 7.889
2005
2004
14,9% 3,1
11,3% 2,4
ING Direct liet in 2005 een sterke groei van de winst voor belastingen zien tot EUR 617 miljoen, 41,8% hoger dan de EUR 435 miljoen van 2004. De winstgroei werd gerealiseerd tegen een achtergrond van een moeilijke renteomgeving met name in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Door aanpassing van de cliëntrentes slaagde ING Direct erin om een bevredigende rentemarge te behouden, terwijl de commerciële groei sterk bleef. De winstgroei werd ook positief beïnvloed door de grotere schaal van activiteiten van ING Direct. De totale baten stegen in 2005 met 24,0% naar EUR 2.119 miljoen, met name dankzij het 21,1% hogere renteresultaat, dat op zijn beurt weer het gevolg was van de aanhoudend sterke groei van toevertrouwde middelen. Per saldo daalde de rentemarge in 2005 tot 0,86% ten opzichte van 0,98% in 2004. Deze verkrapping viel met name toe te schrijven aan de vervlakking van de rentecurve en het strategische besluit om concurrerende cliëntrentes te handhaven teneinde de groei te stimuleren. Het effect hiervan op de winstontwikkeling werd verzacht door een relatief lagere operationele kostenbasis. In het vierde kwartaal verbeterde de rentemarge licht, ondanks de gestegen cliëntrentes in de Verenigde Staten en Canada. De totale bedrijfslasten van ING Direct stegen met 17,8% tot EUR 1.396 miljoen. Dit was het gevolg van investeringen in de voortgaande groei van de activiteiten, met name bij hypotheken. Desondanks verbeterde de kosten/batenverhouding van ING Direct van 69,3% in 2004 naar 65,9% in 2005. Ook de operationele kosten (exclusief marketingkosten) kwamen uit op een beter dan verwacht niveau van 0,40% van het balanstotaal (2004: 0,44%). De totale marketinguitgaven stegen met 12,5% doordat ING Direct zich, naast de spaarproducten, in toenemende mate is gaan richten op hypotheken. De toevoeging aan de voorziening voor debiteurenverliezen bedroeg EUR 106 miljoen, 19,1% hoger dan in 2004. De toevoeging was gelijk aan 17 basispunten van de gemiddelde naar kredietrisico gewogen activa, vergeleken met 22 basispunten in 2004.
36
ING Groep Jaarverslag 2005
KERNPUNTEN • Winst ING Direct gestegen met 41,8% tot EUR 617 miljoen • Meer dan drie miljoen nieuwe klanten
Het naar risico gewogen rendement op kapitaal na belasting (RAROC) voor ING Direct verbeterde naar 14,9% ten opzichte van 11,3% in 2004. Door de sterke groei van de activiteiten steeg het totale economische kapitaal van EUR 2,4 miljard in 2004 tot EUR 3,1 miljard. Met uitzondering van ING Card en ING Direct UK, behalen alle bedrijfsonderdelen van ING Direct een RAROC boven de doelstelling van ING. Ontwikkelingen per land De winstgroei van ING Direct is vooral toe te schrijven aan de bedrijfsonderdelen in Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië. Met name de verlaging van de cliëntrentes en de aanhoudend sterke commerciële groei in het merendeel van deze landen speelden een belangrijke rol. In de Verenigde Staten daalde de winst voor belastingen van EUR 170 miljoen naar EUR 156 miljoen. Oorzaken waren de ongunstige ontwikkeling van de rentecurve en de hogere cliëntrente die deels meesteeg met de officiële renteverhogingen van de Amerikaanse centrale bank. Van de acht onderdelen van ING Direct draaide alleen het Verenigd Koninkrijk, dat in mei 2003 van start is gegaan, nog met verlies. Dat verlies was echter wel kleiner dan in 2004, en de totale aanloopverliezen zijn lager dan verwacht. HOOFDPUNTEN Sterke groei ING Direct verkoopt een beperkt aantal bankproducten via internet, telefoon en direct mail tegen zeer lage kosten aan particuliere klanten in omvangrijke volgroeide markten. De twee kernproducten zijn sparen en hypotheken. Alle ING Direct-bedrijven zijn marktleider voor direct bankieren in de eigen lokale markt.
• Sterke groei van toevertrouwde middelen tot EUR 188 miljard • Portefeuille hypothecaire leningen 66% hoger
Het aantal klanten van ING Direct is in 2005 fors gegroeid, met 3,2 miljoen tot in totaal 14,7 miljoen klanten wereldwijd. In april 2005 verwelkomde ING Direct Spanje haar 1-miljoenste klant, en ook ING Direct UK bereikte dat aantal in november 2005. ING DiBa (de naam voor ING Direct in Duitsland en Oostenrijk) passeerde de mijlpaal van vijf miljoen klanten. In de Verenigde Staten is ING Direct via de uitrol van een marketingcampagne in de regio Phoenix/Arizona geografisch verder uitgebreid. Er zijn 1,1 miljoen nieuwe klanten bijgekomen, waarmee het totale klantenbestand van ING Direct VS nu 3,4 miljoen bedraagt. Wereldwijd stegen de toevertrouwde middelen met EUR 42,6 miljard naar EUR 188,0 miljard eind 2005. Daarnaast noteerden de off-balance toevertrouwde middelen (met name beleggingsfondsen en beleggingsrekeningen) bijna een verdubbeling, van EUR 5,7 miljard naar EUR 10,8 miljard. ING Direct Frankrijk, Australië en Canada hebben alledrie inmiddels de mijlpaal van EUR 10 miljard aan toevertrouwde middelen overschreden. Accent op hypotheken De sterke groei van particuliere hypotheken, het tweede kernproduct van ING Direct, zette zich in 2005 voort. Met uitzondering van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk verkocht ING Direct in 2005 hypotheken in alle landen waar ze actief is. Bij al deze bedrijfsonderdelen groeide de hypotheekportefeuille sterk. ING DiBa was wat betreft nieuwe productie marktleider op de Duitse hypotheekmarkt. Bij ING Direct Australië doorbrak de hypotheekportefeuille de grens van AUD 20 miljard (EUR 14,0 miljard). In Amerika had ING Direct aan het
WINST VOOR BELASTINGEN (INCLUSIEF ING CARD) in miljoenen euro’s
Canada (1997) Spanje (1999) Australië (1999) Frankrijk (2000) Verenigde Staten (2000) Italië (2001) Duitsland* (2002) Verenigd Koninkrijk (2003) Subtotaal ING Direct ING Card Totaal
2005
2004
mutatie
73 50 80 25 156 29 254 -34 633 -16 617
66 32 60 5 170 11 151 -54 441 -6 435
10,6% 56,3% 33,3% 400,0% -8,2% 163,6% 68,2% 43,5% 41,8%
* Inclusief Oostenrijk
ING Groep Jaarverslag 2005
37
1.2
ONZE RESULTATEN
ING DIRECT (vervolg)
einde van het jaar USD 12,8 miljard (EUR 10,9 miljard) aan particuliere hypotheken uitstaan, een toename van USD 4,2 miljard (EUR 3,6 miljard). In totaal groeide de portefeuille voor hypothecaire leningen met EUR 21,8 miljard tot EUR 54,9 miljard. Dat is gelijk aan 29,2% van de toevertrouwde middelen (2004: 22,8%). Hoge klanttevredenheid Gemiddeld zegt 78% van de klanten van ING Direct een betere service te krijgen dan van andere financiële instellingen. ING Direct gelooft in een deskundige, correcte, snelle en klantvriendelijke dienstverlening. Transacties zoals opnames en stortingen gebeuren doorgaans via internet of via het voice-responsesysteem. Dat ook externe partijen de hoge klanttevredenheid onderkennen, blijkt uit de vele onderscheidingen die ING Direct in 2005 ten deel zijn gevallen. Stabiel en breed klantenbestand De stabiliteit van het klantenbestand is een belangrijke factor achter voor het succes van ING Direct. Het klantenbestand heeft zich de afgelopen acht jaar zeer stabiel ontwikkeld en kent een verloop van minder dan 5% per jaar. Het profiel van de typische klant waar men in een eerste onderzoek in Canada op uitkwam, was toen iemand tussen de 20 en 45 jaar met een redelijk bedrag aan spaargeld. Mensen in deze leeftijdsgroep zouden zich meer op hun gemak voelen bij direct bankieren via internet en de telefoon, zo werd aangenomen. De ervaring heeft inmiddels geleerd dat ook mensen van boven de 50 met een groot bedrag aan spaargeld bereid zijn voor een hogere rente de telefoon en internet te gebruiken. Het aanzienlijke aantal klanten van ING Direct in deze leeftijdscategorie is bovendien nog sterker geneigd om voor de langere termijn te sparen.
Ontwikkelingen op de aandelenmarkten hebben vrijwel geen effect gehad op de spaartegoeden bij ING Direct. Uit klantonderzoek blijkt dat slechts 10% van de klanten van ING Direct na de verslechtering van de markten in 2001 hun geld vanuit beleggingsfondsen en aandelen naar een spaarrekening hebben overgeheveld. De overige 90% van de spaartegoeden is nog steeds afkomstig van spaarrekeningen bij andere banken of van overschotten op betaalrekeningen. Een goed renteaanbod in combinatie met een uitstekende dienstverlening, een website die makkelijk in het gebruik is, en een interactief voice-response- en callcentersysteem waren voor klanten de belangrijkste redenen om voor ING Direct te kiezen. De overgrote meerderheid van de klanten zegt voor de lange termijn te sparen. Dit bevestigt nogmaals de stabiliteit van de spaartegoeden bij ING Direct. Concurrentievoordeel Voor ING Direct is het lage kostenniveau het belangrijkste duurzame concurrentievoordeel. Hierdoor kan ING Direct haar klanten namelijk een hoge spaarrente bieden en tegelijkertijd voldoende marge op de toevertrouwde middelen realiseren. Door dit kostenvoordeel is de winst de afgelopen acht jaar blijven groeien, ondanks de cyclische bewegingen van de rentecurve. Het afgelopen jaar heeft ING Direct bewezen dat het zich kan veroorloven cliëntrentes op een hoger niveau te handhaven, teneinde de groei erin te houden. Behalve door de lage kosten wordt het groeipotentieel van ING Direct versterkt door diversificatie. Zo is de uitbreiding naar hypotheken goed voor de margeontwikkeling en dempt de geografische spreiding het effect van rentebewegingen in de vijf valutazones waarin ING Direct actief is (Verenigde Staten, Canada, Australië, het Verenigd
AANTAL KLANTEN, TOTAAL TOEVERTROUWDE MIDDELEN, PORTEFEUILLE HYPOTHECAIRE LENINGEN aantal klanten x duizend; toevertrouwde middelen en hypotheekportefeuille in miljarden euro’s, jaarultimo
Canada Spanje(1) Australië Frankrijk Verenigde Staten Italië Duitsland(2) Verenigd Koninkrijk Totaal (1) (2)
2005
Klanten 2004
1.309 1.249 1.240 501 3.382 632 5.390 1.003 14.706
1.121 975 996 413 2.226 485 4.511 762 11.489
Toevertrouwde middelen 2005 2004
12,6 12,8 10,4 10,8 34,0 13,3 58,4 35,7 188,0
9,0 10,2 8,5 9,2 21,2 10,6 48,8 27,9 145,4
Hypotheekportefeuille 2005 2004
7,9 3,6 14,0 – 10,9 0,8 17,7 – 54,9
Hypotheekportefeuille per 31 december 2005 is inclusief EUR 1,1 miljard aan hypotheken die in het vierde kwartaal zijn gekocht van Nationale-Nederlanden. Inclusief Oostenrijk
38
ING Groep Jaarverslag 2005
5,2 0,9 9,9 – 7,3 0,2 9,6 – 33,1
Koninkrijk en de eurozone). De voordelen van deze diversificatie werden duidelijk in 2005, toen ING Direct de stijging van de korte rente in Amerika slechts gedeeltelijk volgde en de rente in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Italië en Frankrijk verlaagde. Deze aanpak leverde de rest van het jaar voldoende compensatie op voor de krappere marges die door de hogere rente in de VS werden veroorzaakt. Naamsbekendheid In de meeste landen waar ING Direct actief is, overtrof de naamsbekendheid in 2005 de 75%. De combinatie van een grote naamsbekendheid en de juiste merkeigenschappen is een belangrijke vereiste voor groei. Om die reden hebben we sinds begin 2001 in elk land een gestandaardiseerd onderzoek uitgevoerd dat ons in staat stelt de ontwikkeling van het merk te volgen. CONCLUSIES EN AMBITIES ING Direct realiseerde in 2005 een sterke autonome groei in aantallen klanten, in toevertrouwde middelen en in hypothecaire leningen. De marketingcampagnes bleven gericht op sparen, en steeds vaker ook op de groei van de hypotheekportefeuille (in Duitsland, de Verenigde Staten, Italië, Australië, Canada en Spanje). ING Direct is inmiddels actief in alle belangrijke West-Europese markten en in Australië, Canada en de Verenigde Staten. Op 24 januari 2006 heette ING Direct de 15-miljoenste klant wereldwijd welkom in Italië. In 2006 blijft het vizier gericht op winstgevende groei bij de spaar- en hypotheekproducten in de negen landen waarin ING Direct actief is. We zullen ook onze beleggingsfondsen promoten in alle landen, behalve het VK en Oostenrijk, die later zullen volgen. De uitbreiding van de marketingactiviteiten naar nieuwe regio’s in de Verenigde Staten gaat eveneens verder.
ONTWIKKELING ING CARD IN LIJN MET VERWACHTINGEN ING Card functioneert als een afzonderlijk bedrijfsonderdeel, maar is financieel geconsolideerd binnen de divisie ING Direct. Naast het beheer en de uitbreiding van de bestaande creditcardportefeuilles van de Postbank, ING Bank Nederland en ING Bank België, heeft ING Card in 2005 in beide landen met succes nieuwe ‘revolving credit cards’ (een credit card met een vorm van doorlopend krediet) in de markt gezet. De ontwikkelingen waren in lijn met de verwachtingen. ING Card rapporteerde een verlies van EUR 16 miljoen (2004: - EUR 6 miljoen), dat behalve met hogere marketing- en IT-kosten, vooral samenhing met de hogere risicokosten voor het afstemmen van de voorzieningen op IFRS-grondslagen. Er is goed gebruik gemaakt van de doorlopende kredietmogelijkheden. ING Card had in 2005 in Nederland een marktaandeel van ongeveer 25% en bezette daarmee de tweede plaats. Eind december had ING Card een portefeuille van 1,7 miljoen creditcards en EUR 581 miljoen aan uitstaand krediet. ING Card past ‘best practices’ toe en richt zich daarbij vooral op marketing, business intelligence, klantgedrag, niveaus van doorlopend krediet en risicobeheer. Het streven daarbij is een voortdurende cross-selling van creditcardproducten aan het uitgebreide particuliere klantenbestand binnen ING (alsook aan niet-ING klanten). Als onderdeel van de Europese expansieplannen wordt ING Card in het eerste kwartaal van 2006 in Duitsland geïntroduceerd.
ING Groep Jaarverslag 2005
39
1.2
ONZE RESULTATEN
VERMOGENSBEHEER Verbeterde performance door groei en expertise
De activiteiten op het gebied van vermogensbeheer boekten in 2005 wederom een goed resultaat. Door de aanzienlijke groei van het beheerd vermogen handhaafde ING haar positie als een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld. De resultaten profiteerden van toegenomen expertise, verbeterde distributie en een toegenomen schaalgrootte. ING Real Estate deed een aantal acquisities en ING Investment Management (ING IM) introduceerde twee zeer succesvolle hoogdividendfondsen.
BEHEERD VERMOGEN PER KLANTCATEGORIE in miljarden euro’s
FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN Particuliere klanten Institutionele klanten Voor eigen rekening Totaal
45% 19% 36% 100%
247,8 104,9 194,7 547,4
31% 37% 13% 9% 9% 1% 100%
169,3 201,7 71,8 49,5 49,3 5,8 547,4
BEHEERD VERMOGEN PER DIVISIE in miljarden euro’s
Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Totaal
Het beheerd vermogen nam in 2005 toe met 23,5% tot EUR 547,4 miljard. Dit is exclusief de invloed van een aantal herrubriceringen en desinvesteringen, waaronder Baring Asset Management en ING BHF-Bank. Inclusief de desinvesteringen en herrubriceringen steeg het totaal beheerd vermogen met 11,3%. De groei van het vermogen is toe te schrijven aan een netto-instroom van EUR 33,8 miljard, plus EUR 34,9 miljard uit hogere valutakoersen en EUR 35,5 miljard aan hogere beurskoersen. De netto-instroom van EUR 33,8 miljard werd grotendeels gerealiseerd door Insurance Asia/Pacific, ING Real Estate en Retail Banking. Het voor externe klanten beheerde vermogen steeg met 27,2% tot EUR 352,7 miljard ultimo 2005, terwijl het voor interne klanten beheerde vermogen met 17,3% steeg naar EUR 194,7 miljard. Het overgrote deel van het beheerd vermogen voor zowel interne als externe klanten wordt beheerd door ING Investment Management. De totale portefeuille van ING Real Estate, inclusief de financieringsactiviteiten, groeide vooral door de beleggingsactiviteiten met 39,5% tot EUR 69,9 miljard. De portefeuille van Real Estate Investment Management steeg met 52% tot EUR 47,1 miljard. Deze recordgroei is het gevolg van de acquisities van de portefeuilles van Gables Residential Trust in de Verenigde Staten en Abbey National in het Verenigd Koninkrijk, in combinatie met een sterke instroom in 13 nieuw geïntroduceerde fondsen. De winst voor belastingen van ING Real Estate daalde van EUR 365 miljoen naar EUR 349 miljoen. ING Real Estate Finance en ING Real Estate Investement Management leverden een zeer goede performance, maar de winst van ING Real Estate Development werd gedrukt door een wijziging in de waarderingsgrondslagen, waardoor omzetresultaten later worden geboekt, en door een afschrijving op een project in Polen. ING INVESTMENT MANAGEMENT De beleggingsperformance van ING Investment Management (ING IM) is in 2005 aanzienlijk verbeterd. Gemeten over een periode van drie jaar vertoonde 67% van het door ING beheerde vermogen een bovengemiddelde beleggingsperformance. Ratingbureaus hebben de hoogste waardering (vijf sterren) toegekend aan 14 beleggings-
40
ING Groep Jaarverslag 2005
KERNPUNTEN • Toename totaal beheerd vermogen met 23,5% • ING Investment Management verbetert performance
fondsen; daarnaast kregen 29 fondsen een waardering van vier sterren. Bij elkaar vertegenwoordigen deze fondsen EUR 16 miljard, ofwel 28% van de gewaardeerde portefeuille. De uitstekende resultaten zijn gebaseerd op drie pijlers. Ten eerste heeft ING IM haar beleggingsexpertise verder ontwikkeld, onder andere door versterking van het nieuwe aandelenteam in de Verenigde Staten en de reorganisatie van de afdeling European Equity Investments. In de tweede plaats heeft ING IM, als onderdeel van ING Groep en door de samenwerking met vele andere financiële instellingen, het aantal bank- en verzekeringskanalen voor cross-selling van producten en het aantrekken van vermogen, kunnen uitbreiden. Ook de toegenomen samenwerking tussen de drie regio’s heeft bijgedragen aan een betere distributie. In de derde plaats heeft ING IM haar schaalgrootte zien toenemen. Dit heeft geleid tot een daling van de relatieve kosten. Het gezamenlijke gebruik van onderzoeks- en treasurydiensten door de drie onderdelen van ING IM (Europa, Noord- en Zuid-Amerika, Azië) heeft eveneens geresulteerd in schaalvoordelen. Dankzij de vergroting van de expertise en het uitbreiden van het distributienetwerk is ING IM er met een goed aanbod van producten uitstekend in geslaagd in alle regio’s te voldoen aan de wensen van de klanten. De ontwikkeling en het commerciële succes van de zogenoemde ‘closed-end high-dividend funds’ zijn hiervan belangrijke voorbeelden. In 2005 heeft ING IM in de Verenigde Staten twee wereldwijde zogenoemde ’closed-end funds’ geïntroduceerd, die tezamen EUR 1,8 miljard aantrokken. Een andere belangrijke factor van het succes van ING IM in 2005 waren de kostenbesparingen. Deze werden mogelijk gemaakt door de schaalvoordelen zoals hierboven aangegeven, maar ook door een strikte kostenbeheersing in absolute zin. De ontwikkeling van betere backofficesystemen en het beperkt uitbesteden van enkele niet-strategische backofficeactiviteiten heeft tot kostenbesparingen geleid. Andere ontwikkelingen in dit verband waren de reorganisatie en gedeeltelijke uitbesteding van IT-activiteiten in Europa en de integratie van enkele diensten in Azië in één centraal regiokantoor in Hongkong. ING IM streeft ernaar het beheerd vermogen in 2006 uit te breiden door onze internationale expertise optimaal te benutten bij het ontwikkelen van nieuwe producten die aan de wensen van klanten voldoen, zowel op mondiaal als op regionaal niveau. Door verdere groei kunnen we blijven profiteren van onze schaalvoordelen. Nu de zogenaamde ‘open architectuur’ op de markt steeds meer wordt geaccepteerd, zullen wij voorts initiatieven ontplooien om de distributie van ING IM-producten via ING-kanalen en via derden te verbeteren. Een andere prioriteit is het vergroten van de transparantie van de bijdrage van ING IM aan ING Groep.
• ING Real Estate grootste vastgoedmaatschappij ter wereld
ING REAL ESTATE 2005 was voor ING Real Estate een goed jaar. Op basis van de totale portefeuille is ING Real Estate de grootste vastgoedmaatschappij ter wereld. De totale portefeuille groeide dankzij de voortgaande autonome groei en enkele omvangrijke transacties zoals de acquisitie van Gables Residential Trust en van de portefeuille van Abbey National. Laatstgenoemde transactie was met een omvang van EUR 1,7 miljard de tot nu toe grootste vastgoedtransactie in het Verenigd Koninkrijk. De portefeuille is over diverse klanten verdeeld en in bestaande en nieuw opgerichte fondsen belegd. Daarnaast zijn enkele bezittingen verkocht. Een aanzienlijk deel is onder de naam ING UK Real Estate Income Trust voor een bedrag van EUR 700 miljoen met succes naar de beurs gebracht. Een andere belangrijke transactie betrof een overbruggingsfaciliteit van EUR 1 miljard die samen met NIBC aan een groep institutionele beleggers werd verstrekt voor de acquisitie van de VendexKBB-portefeuille met eersteklas winkelpanden in Nederland. Daarnaast is ING Real Estate er door de introductie van ING Korea Property Investments in 2005 in geslaagd haar groei in Azië voort te zetten. De sleutel tot het succes van ING Real Estate is nog altijd de combinatie van wereldwijde aanwezigheid en lokale expertise. De omvang van ING Real Estate zorgt voor schaalvoordelen op vele gebieden, waaronder research. De combinatie van drie divisies (Investment Management, Finance en Development) en een gediversifieerde wereldwijde portefeuille verlagen het risicoprofiel. ING Real Estate Finance heeft goede vooruitgang geboekt met de voorgenomen internationale spreiding van haar kredietportefeuille, die een totale waarde van EUR 20,3 miljard vertegenwoordigt, en tegelijkertijd haar toonaangevende positie in Nederland versterkt. Daarnaast heeft ING Real Estate Development belangrijke nieuwe projecten opgezet, zoals Hafencity Hamburg en Centrum Amsterdam-Noord. Ook werd zij als een van de kandidaten geselecteerd voor het project Zuidas-Dok onderneming in Amsterdam. Bij het project Zlote Tarasy in Polen werd een tegenvallend resultaat geboekt door vertragingen in de bouw. In het komende jaar zal ING Real Estate Investment Management zich concentreren op voortgaande groei, het benutten van de mogelijkheden in Azië, zoals met het China Opportunity Fund, en het introduceren van een aantal nieuwe fondsen in Europa. ING Real Estate Finance zal zich blijven richten op internationale diversificatie en het handhaven van haar leidende positie in Nederland. ING Real Estate Development zal streven naar beheerste groei in Europa en Australië en daarnaast de mogelijkheden voor zogenoemde ontwikkelingsfondsen in de Verenigde Staten onderzoeken.
ING Groep Jaarverslag 2005
41
1.2
ONZE RESULTATEN
HUMAN RESOURCES Werk in uitvoering
ING heeft drie ambities: een betrouwbare partner zijn voor haar klanten, waarde creëren voor haar aandeelhouders en haar medewerkers een aantrekkelijke werkomgeving bieden. Deze ambities vragen om een nieuwe manier van denken en werken, een prestatiegerichte cultuur en een verdere vergroting van de kwaliteit van het personeelsbestand. Ons succes is afhankelijk van de waarde die wij creëren voor onze klanten en aandeelhouders, en het zijn onze medewerkers die dit mogelijk maken. PRESTATIEGERICHTE CULTUUR Onderdeel van de nieuwe strategie van ING is een fundamentele omslag naar een prestatiegerichte cultuur. Het uiteindelijke doel is een toonaangevend bedrijf te zijn met duurzame winstgevende groei. Binnen een prestatiegerichte cultuur moeten medewerkers dezelfde koers varen, zich op de uitvoering concentreren en goed toegerust zijn om hun functie te vervullen. Ze moeten daarvoor inzicht hebben in de strategie van ING en de doelstellingen van hun bedrijfsonderdeel, weten wat hun rol is bij de realisatie daarvan, feedback krijgen over hun prestaties en daarvoor een passende beloning ontvangen. De afdeling Human Resources (HR) heeft een aantal kernprincipes geformuleerd voor performancemanagement en samen met de divisies werkt zij aan de ontwikkeling van een beloningsbeleid dat daadwerkelijk onderscheid maakt tussen goed en minder goed presterende medewerkers. Het bevorderen van een prestatiegerichte cultuur was in 2005 het belangrijkste thema binnen HR. Bij elke divisie werd een prestatiemeting uitgevoerd en de daaruit voortvloeiende aandachtspunten worden nu door de divisies aangepakt. Dit zal in 2006 verder voortgang krijgen.
AANTAL MEDEWERKERS PER DIVISIE gemiddeld aantal dagtaken
Insurance Europe Insurance Americas Insurance Asia/Pacific Wholesale Banking Retail Banking ING Direct Totaal
42
ING Groep Jaarverslag 2005
2005
14% 23% 7% 18% 32% 6% 100%
16.100 27.100 8.400 20.800 36.400 6.500 115.300
NADRUK OP UITVOERING Binnen het hele bedrijf zijn stappen ondernomen gericht op een betere uitvoering. HR heeft een programma ontwikkeld dat moet bijdragen aan een cultuur waarin onze mensen professioneel te werk gaan, op hun prestaties worden aangesproken en resultaat- en klantgericht zijn. Dit programma gaan we in 2006 wereldwijd invoeren. In het curriculum van de ING Business School wordt standaard aandacht besteed aan klantgerichtheid. ING vindt dat binnen de gehele onderneming verankerd moet zijn. Daarom hebben alle divisies een actieplan opgesteld waarin zij aangeven hoe zij de klantgerichtheid kunnen verbeteren. Integriteit is van cruciaal belang voor een onderneming als ING. Medewerkers moeten te allen tijde hun integriteit behouden en daarom blijft ING zich richten op het versterken van haar compliance-organisatie, ook na de invoering van het nieuwe compliancebeleid binnen de gehele organisatie. GEMEENSCHAPPELIJKE FOCUS Een gezamenlijke focus ontstaat wanneer alle medewerkers een duidelijk beeld hebben van de doelstellingen van ING. ‘Live ING’ is een instrument dat dit ondersteunt. Met dit interactieve leerprogramma, dat in 2005 werd geïntroduceerd, worden de nieuwe strategische prioriteiten en de organisatiestructuur toegelicht. ‘Live ING’ is ontwikkeld door de ING Business School en is in vele regio’s wereldwijd gebruikt. Het zal in 2006 worden voortgezet. Ook communicatie is van groot belang bij het tot stand brengen van een prestatiegerichte cultuur. Voorzitter Michel Tilmant heeft zijn directe communicatie met de medewerkers voortgezet met presentaties en e-mails aan alle medewerkers over de resultaten van ING of andere onderwerpen. De leidinggevenden van de verschillende divisies en stafafdelingen doen dit eveneens. Medewerkers en managers krijgen zo informatie over wat er van hen wordt verwacht en welke kant we opgaan. Dit ondersteunen we nog eens met ING matters, een nieuw maandelijks personeelsblad voor alle 115.300 medewerkers en met bijeenkomsten van leden van de Raad van Bestuur met talentvolle medewerkers.
KERNPUNTEN • Diverse initiatieven ter versterking prestatiegerichte cultuur • Klantgerichte actieplannen per divisie
Managers spelen een sleutelrol bij het doorvoeren van een cultuurverandering. Daarom organiseert de ING Business School voor hen de workshop ‘Managing for Value’. Dit verscherpt hun blik op de activiteiten die binnen hun bedrijfsonderdeel de meeste waarde creëren. Hierdoor zijn zij beter in staat de duurzame winstmogelijkheden te ontdekken en zo goed mogelijk te benutten. Maar bovenal leren zij hoe ING de waarde en groei van haar activiteiten op de lange termijn kan maximaliseren in plaats van zich op de winst op korte termijn te richten. VERGROTING KWALITEIT PERSONEELSBESTAND Diversiteit ING kent een grote diversiteit in haar klantenbestand. Om de behoeften van de klant goed te begrijpen, moeten wij zelf minstens zo divers zijn. Heterogene teams kunnen zich beter richten op de individuele behoeften van de klant en hierop inspelen. Hoewel wij al mensen met een verschillende achtergrond aannemen, willen wij dit aanvullen met meer stageplaatsen voor studenten met een verschillende achtergrond en door externe relaties op te bouwen met, en deel te nemen aan, netwerken van mensen met verschillende achtergronden. Ook zullen we meer mensen aannemen met een universitaire opleiding buiten het traditionele vakgebied en medewerkers stimuleren hun horizon te verbreden door functiewisselingen.
• Workshops ‘Managing for Value’ • Verdere vergroting kwaliteit personeelsbestand
ontwikkelingsplannen. Daarnaast worden steeds vaker de ‘best practices’ op het gebied van opvolgingsplanning en vacature-invulling binnen de organisatie overgenomen. De ING Business School biedt programma’s aan voor het verder ontwikkelen van talent, zoals het nieuwe ING Leadership Pipeline, dat gericht is op de vorming van managers op alle niveaus. CONCLUSIES EN AMBITIES Veranderingen vinden niet van de ene op de andere dag plaats. Ze vereisen de niet-aflatende steun van het management en vooral van de medewerkers zelf. Zonder hen kunnen wij onze doelstellingen en ambities niet realiseren. Het succes van onze strategie van waardecreatie hangt daarom vooral af van de totstandkoming van een prestatiegerichte cultuur en de diversiteit en kwalitatieve versterking van ons personeelsbestand. Er is veel werk verzet om de organisatie de instrumenten te bieden die nodig zijn om waarde te creëren. In 2006 en de jaren daarna zullen we hiermee doorgaan.
Werving en selectie ING wil de beste mensen en dus de beste academici aantrekken en een favoriete werkgever zijn in alle markten die voor haar belangrijk zijn. Om dit te realiseren heeft ING de basis gelegd voor een beter internationaal wervingsbeleid van jonge academici. Naast de bestaande lokale introductieprogramma’s, start ING in 2006 met een wereldwijd trainingsprogramma voor jonge academici die pas zijn aangenomen. Talentmanagement Bij talentmanagement gaat het erom de juiste mensen, op het juiste moment, op de juiste plek te krijgen. Omdat dit een internationale aanpak vergt, hebben wij binnen ING een uniforme methode ingevoerd om toptalenten te signaleren en te ontwikkelen. Deze nieuwe methode gaat uit van een aanpak van onderaf, waarbij lijnmanagers een sleutelrol spelen. Zij worden hierbij ondersteund met diverse instrumenten en methoden, zoals persoonlijke
ING Groep Jaarverslag 2005
43
1.2
ONZE RESULTATEN
VERANTWOORD ONDERNEMEN Stakeholderverplichtingen leidraad bij ons handelen
Voor een financiële dienstverlener is integriteit een belangrijke bron van waardecreatie. ING streeft er daarom naar volgens de hoogste ethische normen te handelen. Ons bestaansrecht als onderneming berust op het vertrouwen dat onze klanten, aandeelhouders, medewerkers, toezichthouders, kapitaalverschaffers en zakenrelaties in ons stellen. Om dat vertrouwen te winnen, moeten we aan onze verplichtingen voldoen. Deze verplichtingen vormen voor ons de basis voor verantwoord ondernemen. ING Business Principles Bij het streven naar groei en waardecreatie, wil ING haar aandeelhouders een bovengemiddeld rendement op hun investering bieden. Hierbij houdt zij rekening met haar business principles. De ING Business Principles zijn de gedragsnormen waaraan iedereen binnen ING zich dient te houden. Hierin staan ook de belangrijkste verplichtingen ten opzichte van onze stakeholders. De business principles gelden onder uiteenlopende omstandigheden en vormen een richtlijn bij het omgaan met de dilemma’s die zich in het zakenleven kunnen voordoen. De klant centraal stellen Door uitstekende diensten te leveren wil ING een duurzame relatie opbouwen met haar 60 miljoen klanten wereldwijd. Vertrouwen wordt door veel factoren bepaald, zoals het gemak dat we onze klanten bieden, hoe we op de behoeften van de klant inspelen, of we onze beloftes nakomen en of we fair met de klant omgaan. In 2005 heeft het merendeel van de bedrijfsonderdelen actieplannen opgesteld met concrete maatregelen om de klantgerichtheid te verbeteren. Vele financiële producten en diensten, zoals hypotheken en levensverzekeringen, hebben een lange looptijd. Daarom streven we ernaar klanten zorgvuldig te informeren over hun financiële keuzes hierbij. We hebben ook de plicht de klanten te beschermen tegen onverantwoorde risico’s en erop toe te zien dat onze activiteiten niet strijdig zijn met hun belangen. Steeds meer transacties vinden online plaats. Wij zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de privacy van onze klanten en voor een veilige opslag van hun persoonlijke gegevens en rekeninginformatie. ING heeft systemen die ervoor zorgen dat onlinetransacties vertrouwelijk worden uitgevoerd en dat cybercriminelen worden geweerd. Ook informeren we onze klanten regelmatig over manieren om veilig via internet te bankieren.
44
ING Groep Jaarverslag 2005
We willen onze klanten juist en begrijpelijk informeren en we nemen onze verantwoordelijkheid wanneer we fouten maken. Zo bleek in 2005 dat Nationale-Nederlanden (NN) klanten, als gevolg van een fout in de software, onjuiste opgaven had gedaan over bepaalde verzekeringsuitkeringen. NN heeft deze klanten hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld en begin 2006 het verschil aan hen vergoed. Compliance wekt vertrouwen De financiële sector heeft de afgelopen jaren te maken gehad met veel nieuwe wet- en regelgeving. Het toezicht op de naleving hiervan is belangrijker dan ooit. In 2005 heeft ING meer nadruk gelegd op de naleving van wet- en regelgeving en ethische normen. Immers, de langdurige relaties die wij met onze klanten onderhouden, zijn gebaseerd op integriteit en vertrouwen. In 2005 heeft ING tevens het compliancebeleid aangescherpt, ook in Nederland, en nieuw beleid opgesteld dat binnen de gehele organisatie vóór eind 2006 zal worden ingevoerd. Verantwoorde kredietverlening en beleggingen Financiële dienstverleners worden steeds vaker verantwoordelijk gehouden voor het handelen van hun zakelijke klanten. Bij de wholesale-bankingactiviteiten van ING worden criteria gehanteerd die zijn vastgelegd in de richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Getoetst wordt of ondernemingen die kredietaanvragen doen, betrokken zijn bij activiteiten die in strijd zijn met de waarden die ING hanteert op milieu-, sociaal en ethisch gebied. Bij projectfinanciering hanteert ING een aantal sociale en milieucriteria, de Equator Principles. Hoewel projectfinanciering slechts een klein deel van onze totale kredietportefeuille uitmaakt, speelt die een belangrijke rol in de opkomende landen. Projecten van EUR 50 miljoen of meer, worden aan de hand van de Equator Principles ingedeeld naar gelang de milieu- en sociale risico’s van de projecten hoog, laag of middelmatig zijn. Verantwoord aandeelhouderschap ING heeft EUR 547 miljard aan beheerd vermogen, waarvan EUR 195 miljard aan vermogen voor eigen rekening. Het merendeel hiervan bestaat uit premie-inkomen uit ons verzekeringsbedrijf. Het is onze plicht dit vermogen verantwoord te beleggen, zowel uit bedrijfseconomisch als uit ethisch oogpunt. Enerzijds willen we ervoor zorgen dat we in de toekomst aan onze verplichtingen tegenover polishouders kunnen voldoen, anderzijds willen we voorkomen dat eigen vermogen wordt geïnvesteerd in ondernemingen met activiteiten die onverenigbaar zijn met ons beleid met betrekking tot de defensie-industrie.
KERNPUNTEN • Invoering nieuw INGcompliancebeleid • ING Chances for Children vergroot toegang tot onderwijs voor kinderen in opkomende landen
ING Investment Management (ING IM) houdt rekening met sociale, ethische en milieuoverwegingen. Via haar stemgedrag richt ING IM zich op de gedegenheid van het ondernemingsbestuur van de ondernemingen waarin zij investeert. Bij het beleggen van vermogen van klanten wordt ING IM niet beperkt door de sociale, ethische en milieuoverwegingen die ING voor zichzelf hanteert. ING IM biedt klanten echter de mogelijkheid hun beleggingen aan diverse sociale en milieueisen te toetsen en houdt hen op de hoogte van serieuze kwesties. ING Chances for Children In 2005 heeft ING een wereldwijd maatschappelijk ontwikkelingsprogramma opgezet onder de naam ‘Chances for Children’. Het doel van dit programma is om meer kinderen in ontwikkelingslanden toegang te geven tot basisonderwijs. In samenwerking met UNICEF wil ING voor eind 2007 50.000 kinderen in India, Brazilië en Ethiopië naar school kunnen laten gaan. Eind 2005 had ING al voldoende geld bijeengebracht om dit voor 34.000 kinderen te realiseren. Milieu In 2005 heeft ING Groep nieuw intern milieubeleid geformuleerd voor alle activiteiten die van invloed zijn op het milieu. Op basis hiervan zullen de bedrijfsonderdelen zich de komende jaren richten op het terugdringen van het aantal dienstreizen en het verminderen van energie- en papierverbruik.
• Nieuw intern milieubeleid gericht op het terugdringen van dienstreizen en papieren energieverbruik
Verplichtingen in 2006 Als onderdeel van de inspanningen van ING om binnen het gehele concern het bewustzijn op sociaal, ethisch en milieugebied verder te vergroten, gaat ING in 2006 meer aandacht besteden aan bepaalde aspecten van verantwoord ondernemen. Zo gaan we onder andere meer nadruk leggen op compliance en verantwoorde verkooptechnieken, een grotere klantgerichtheid, een aantrekkelijke werkgever zijn, ontwikkeling van de gemeenschap en een verantwoord inkoopbeleid. Daarnaast willen wij onze stakeholders nauwer betrekken bij het formuleren van ons beleid en onze rapportage over verantwoord ondernemen. Door deze thema’s steeds weer te benadrukken, worden de bedrijfsonderdelen gestimuleerd om hier in hun dagelijks handelen rekening mee te houden. Het Maatschappelijk Verslag 2005 is vanaf 11 april 2006 beschikbaar op www.ing.com. Via deze website kunt u ook het gedrukte verslag bestellen.
Amsterdam, 6 maart 2006 De Raad van Bestuur
ING neemt deel aan de ‘Global Roundtable on Climate Change’, een rondetafelconferentie met meer dan 150 topfunctionarissen uit de particuliere sector, internationale overheidsinstanties en niet-gouvernementele organisaties (NGO’s). Hiermee heeft ING toegang tot een waardevol forum waar zij meer kan leren over de wetenschappelijke, technologische en economische onderwerpen die met klimaatveranderingen samenhangen. Dit zal ons niet alleen meer inzicht geven in de risico’s waarmee wij en onze klanten te maken krijgen, maar ook in mogelijke, toekomstige zakelijke kansen.
ING Groep Jaarverslag 2005
45
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
BERICHT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Corporate governance en compliance stonden in 2005 hoog op de agenda van de Raad van Commissarissen. Daarnaast werd een veelheid van andere onderwerpen besproken, waaronder de resultaten en de strategie als belangrijkste.
Algemeen De Raad van Commissarissen kwam achtmaal bijeen in 2005. Het Audit Committee vergaderde zes keer, de Remuneratieen Nominatiecommissie drie keer en het Corporate Governance Committee twee keer. De vergaderingen werden zeer goed bezocht. Er is een jaarlijks te houden ING Kennisdag voorbereid, die ten doel heeft commissarissen vanuit ING-perspectief beter inzicht te geven in specifieke zaken, variërend van heel technische onderwerpen tot bedrijfsformules. De eerste Kennisdag vond plaats in januari 2006. Als nieuwe commissaris volgde de heer drs. J.H.M. Hommen in 2005 een introductieprogramma. Vergaderingen Raad van Commissarissen Vier vergaderingen waren vooral gewijd aan de jaarcijfers en kwartaalresultaten. Tijdens twee vergaderingen werden het middellangetermijnplan en de strategie besproken. Ook vond er een vergadering plaats tijdens een bezoek aan Praag om meer kennis op te doen over ING’s positie in Centraal-Europa. Aan de hand van presentaties zijn ING in Mexico, ING Bank Slaski, ING Insurance in de VS en ING in Nederland besproken. Andere onderwerpen waren het algehele risicoprofiel van de Groep, de risico-organisatie, interne controle, de business principles, ontwikkeling van leiderschap, corporate governance en compliance. Als onderdeel van corporate governance werd de toekomst van de Stichting ING Aandelen besproken. Het voorstel om met ingang van 2006 de financiële persberichten alleen nog in het Engels te publiceren, werd goedgekeurd. Een zelfde voorstel voor het jaarverslag staat op de agenda van de Aandeelhoudersvergadering van 2006. Verder is er gesproken over de toekomstige samenstelling van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen evenals over de remuneratie van beide Raden. Tijdens de jaarlijkse interne vergadering van de Raad van Commissarissen – zonder de aanwezigheid van de Raad van Bestuur – werd het functioneren van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur en hun individuele leden besproken. De discussie over de Raad van Commissarissen richtte zich voornamelijk op het profiel en samenstelling van de Raad, zijn rol in de besluitvorming en als toezichthouder en adviseur, de voorbereiding van de vergaderingen, de positie van de commissies en de wijze waarop de individuele leden optimaal invulling kunnen geven aan hun rol van commissaris. Een van de conclusies was dat er behoefte is aan meer achtergrondinformatie. Hieraan wordt invulling gegeven met de jaarlijkse Kennisdag. Wat betreft de samenstelling van de Raad van Commissarissen is benadrukt dat toekomstige vacatures zullen worden aangegrepen om de Raad, in lijn met de wereldwijde activiteiten van de Groep, verder te internationaliseren. Voor wat betreft de Raad van Bestuur spitste de discussie zich toe op de toekomstige vacatures.
46
ING Groep Jaarverslag 2005
Vergaderingen Audit Committee Tijdens vier vergaderingen besprak het Audit Committee de jaar- en kwartaalresultaten en tijdens twee de halfjaar- en jaarresultaten op basis van de Amerikaanse waarderingsgrondslagen. Belangrijk in 2005 was de invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS) en de gevolgen hiervan voor de balans en de resultatenrekening. Andere onderwerpen waren risicobeheer, vermogensbeheer en compliance aan de hand van incidentrapportages. Daarnaast is de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de dienstverlening van de externe accountant geëvalueerd. Het Audit Committee werd geïnformeerd over de belangrijkste thema’s in het werkterrein van de interne accountantsdienst in 2005 en besprak diens toekomstige rol bij financiële controles in relatie tot de externe accountant. Voorts werden de managementletters inzake interne controle besproken. Het Audit Committee werd geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen van het SOX-404-project, dat tot doel heeft de interne controle van ING en de onderliggende documentatie vanaf ultimo 2006 te laten voldoen aan de verplichtingen volgens de Amerikaanse Sarbanes-Oxley-wet. Ook is er meer aandacht geschonken aan fiscale kwesties, waaronder de belastingdruk en een aantal specifieke onderwerpen. De afdelingen ING Investment Management Europe, Corporate Tax en Corporate Market Risk Management verzorgden presentaties. Vergaderingen Remuneratie- en Nominatiecommissie In de Remuneratie- en Nominatiecommissie werd een voordracht van internationale kandidaten voor benoeming in de Raad van Commissarissen in 2006 en 2007 besproken, rekening houdend met het profiel en de aanstaande vacatures. Er werden voorstellen gedaan voor benoemingen in de verschillende commissies van de Raad van Commissarissen. Ook besprak de commissie de jaarlijkse rapportage over de ontwikkeling van leiderschap om goed talentmanagement en opvolgingsplanning voor de belangrijkste functies te realiseren. Het bevat een overzicht van talenten en een lijst met toekomstige kandidaten voor de Raad van Bestuur. Verder is gesproken over nieuw te benoemen leden voor de Raad van Bestuur. De beloningstructuur van het topmanagement was eveneens een belangrijk agendapunt. De commissie heeft het Remuneratierapport opgesteld, dat door de Raad van Commissarissen werd goedgekeurd en is opgenomen in het jaarverslag. Kortetermijn- en langetermijn-prestatiedoelen van de verschillende Raad van Bestuursleden werden geëvalueerd. Dit leidde tot een voorstel aan de Raad van Commissarissen over de remuneratie voor 2004 van elk lid van de Raad van Bestuur. Verder zijn de beloningsstructuur voor 2005 en de prestatiedoelen besproken. Dit leidde tot een verfijning van de prestatiecriteria vanaf 2007. De pensioen- en pre-pensioenregelingen voor de leden van de
Raad van Bestuur zijn eveneens besproken, zodat deze in lijn kunnen worden gebracht met de nieuwe Nederlandse wetgeving. Omtrent de beloning van de Raad van Commissarissen is voorafgaand aan een algehele evaluatie van de vergoeding voor de Raad van Commissarissen een voorstel opgemaakt om de kostenvergoeding voor het Audit Committee te verhogen. Begin 2006 is een voorstel geformuleerd om de beloning van de Raad van Commissarissen te verhogen, wat een agendapunt zal zijn op de Aandeelhoudersvergadering in april 2006. Vergaderingen Corporate Governance Committee Het Corporate Governance Committee heeft de agenda voor de Aandeelhoudersvergadering voorbereid, alsmede het hoofdstuk Corporate Governance voor het jaarverslag. De toekomst van de Stichting ING Aandelen werd besproken, mede naar aanleiding van opmerkingen tijdens de Aandeelhoudersvergadering 2005 om de invloed van de Stichting ING Aandelen te verkleinen. Verschillende reglementen zijn aangepast aan nieuwe internationale wet- en regelgeving. Om te kunnen beoordelen of leden van de Raad van Commissarissen onafhankelijk zijn volgens de criteria in de code-Tabaksblat, is een Onafhankelijkheidsverklaring opgesteld. Deze Onafhankelijkheidsverklaring zal jaarlijks ter ondertekening aan alle commissarissen worden voorgelegd. De Onafhankelijkheidsverklaring 2005 is door alle commissarissen ondertekend. Samenstelling Raad van Bestuur In 2005 hebben zich geen wijzigingen voorgedaan in de Raad van Bestuur. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van 25 april 2006 zullen drie leden van de Raad van Bestuur terugtreden, terwijl er vier nieuwe leden voor benoeming zullen worden voorgedragen. De heren F.S. Hubbell en drs. H.K. Verkoren hebben ervoor gekozen met pensioen te gaan. De heer dr. A.H.G. Rinnooy Kan verlaat ING om een nieuwe functie als voorzitter van de Sociaal Economische Raad te aanvaarden. De heren drs. D.H. Harryvan (1953, Nederlander), T.J. McInerney (1956, Amerikaan), drs. H. van der Noordaa (1961, Nederlander) en J. de Vaucleroy (1956, Belg) worden, na hun benoeming in de AVA, de nieuwe leden van de Raad van Bestuur. Dick Harryvan, momenteel chief financial officer en chief risk officer van ING Direct en lid van het bestuur van ING Direct, is de opvolger van de heer Verkoren. De verantwoordelijkheden van Fred Hubbell voor Insurance Americas en ING Investment Management in Noord- en Latijns-Amerika worden door Tom McInerney overgenomen. De heer McInerney zal zijn nieuwe positie combineren met zijn huidige functie als CEO van ING’s US Financial Services. Hans van der Noordaa neemt de verantwoordelijkheden
voor Insurance Asia/Pacific en ING Investment Management Asia/Pacific over van Alexander Rinnooy Kan. De heer Van der Noordaa is thans voorzitter van ING Retail Nederland en in die functie verantwoordelijk voor Postbank, ING Bank en RVS Verzekeringen. De verantwoordelijkheid voor ING Real Estate, thans behorende tot de portefeuille van de heer Rinnooy Kan, wordt overgedragen aan de heer Boyer, die als lid van de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor Wholesale Banking. Jacques de Vaucleroy wordt verantwoordelijk voor Insurance Europe, inclusief de verantwoordelijkheden van de heer Rinnooy Kan voor de verzekeringsactiviteiten van ING in Centraal-Europa en de verantwoordelijkheden van de heer Hubbell voor de verzekeringsactiviteiten in Nederland en ING Investment Management in Europa. De heer De Vaucleroy is momenteel group president ING Retail bij ING’s US Financial Services. Gegevens over de leden van de Raad van Bestuur en de nieuw te benoemen leden zijn opgenomen op pagina 52-53. Fred Hubbell, Alexander Rinnooy Kan en Hans Verkoren verlaten ING Na bijna zeven jaar lid te zijn geweest van de Raad van Bestuur keert Fred Hubbell terug naar zijn geboorteland, de Verenigde Staten. Fred speelde een belangrijke rol bij de succesvolle integratie van de drie verzekeringsbedrijven die ING in de VS heeft verworven. Daardoor behoort ING nu tot de top-5 van verzekeringsbedrijven in de VS en geniet ING grote naamsbekendheid. Hans Verkoren verlaat het bedrijf na een bijna 30-jarig dienstverband. In de afgelopen twee jaar heeft hij zich in de Raad van Bestuur geconcentreerd op de verdere uitwerking van het bedrijfsmodel van ING Direct, dat onder zijn leiding is uitgegroeid tot de grootste directbank ter wereld. Alexander Rinnooy Kan was tien jaar lid van de Raad van Bestuur van ING en leverde een belangrijke bijdrage aan het succes van de groeistrategie van ING dankzij zijn grote ervaring en uitstekende reputatie wereldwijd. Wij willen Fred, Alexander en Hans bedanken voor hun samenwerking en hun grote persoonlijke inzet. We zijn blij dat wij samen met hen aan de toekomst van het bedrijf hebben kunnen bouwen. Onafhankelijkheid en samenstelling van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen is van mening dat hij voldoet aan de ‘best-practicebepaling’ III.2.1 van de Nederlandse Corporate Governance Code en dat er geen commissarissen zijn die zich kwalificeren als niet-onafhankelijk zoals gedefinieerd in bovengenoemde best-practicebepaling. Mevrouw L. Gross Goldberg en de heer G.J.A. van der Lugt werden herbenoemd als leden van de Raad van Commissarissen. Voor mevrouw Gross Goldberg is het haar
ING Groep Jaarverslag 2005
47
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
BERICHT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN (vervolg)
laatste termijn tot en met de Aandeelhoudersvergadering in 2007. Zoals vermeld in het jaarverslag 2004 is de heer J.D. Timmer na de Aandeelhoudersvergadering van 26 april 2005 afgetreden als lid van de Raad van Commissarissen. De heer drs. J.H.M. Hommen is met ingang van 1 juni 2005 benoemd tot nieuw lid. Hij is de voormalige vice-voorzitter en CFO van de Raad van Bestuur van Koninklijke Philips Electronics N.V. Mevrouw C. Lagarde werd per 27 april 2005 benoemd tot nieuw lid. Op dat moment was zij partner bij advocatenkantoor Baker & MacKenzie. Helaas moest zij in juni aftreden na haar benoeming tot minister van Buitenlandse Handel in de nieuwe Franse regering. ING betreurt het aftreden van mevrouw Lagarde en wenst haar veel succes in haar nieuwe functie. De heer E. Bourdais de Charbonnière werd tijdens de vergadering van de Raad van Commissarissen op 16 februari benoemd tot vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen. Na het aftreden van de heer Timmer in april is de heer Bourdais de Charbonnière benoemd als lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee en is de heer Hommen benoemd als lid van het Audit Committee. Voorafgaand aan zijn geplande aftreden na de Aandeelhoudersvergadering van 2006, trad de heer P.J.A. baron de Meester op eigen voorstel reeds in oktober 2005 af als lid van het Audit Committee. Dit om de vervanging van een aantal leden van het Audit Committee die in 2005 en 2006 terugtreden, soepel te laten verlopen. Sinds november is de heer Van der Lugt lid van het Audit Committee. Tijdens de Aandeelhoudersvergadering van 25 april 2006 zullen de heren drs. A.G. Jacobs en prof.dr.ir. P.J.A. baron de Meester aftreden. De heren drs. C.A.J. Herkströter RA en ir. K. Vuursteen zijn voorgedragen voor herbenoeming. Als nieuwe commissaris wordt de heer drs. P.C. Klaver (1945, Nederlander) voorgedragen. Piet Klaver is bestuursvoorzitter van SHV Holdings, een internationale handelsfirma gevestigd in Nederland. De heer Klaver versterkt de Raad van Commissarissen met waardevolle deskundigheid en internationale ervaring. Conform het rooster zullen mevrouw L. Gross Goldberg en de heren drs. C.A.J. Herkströter RA en mr. P.F. van der Heijden na de Aandeelhoudersvergadering van 24 april 2007 aftreden als lid van de Raad van Commissarissen. Gegevens over de leden van de Raad van Commissarissen en het nieuw te benoemen lid zijn opgenomen op pagina 55-57.
48
ING Groep Jaarverslag 2005
Pensionering Aad Jacobs en Paul de Meester Na zijn pensionering als voorzitter van de Raad van Bestuur in 1998 was de heer Jacobs acht jaar lid van de Raad van Commissarissen. Ook als commissaris was hij buitngewoon toegewijd en betrokken bij de belangen van ING. Zijn brede en diepgaande kennis en ervaring hebben bijdragen aan de verdere ontwikkeling van ING. Sinds 2000 was Aad Jacobs lid van het Audit Committee, waarvan hij vanaf 2003 voorzitter was. Hij leidde het comité een tijdperk binnen met meer verantwoordelijkheden en heeft als zodanig een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het Audit Committee. Paul de Meester was reeds lid van de Raad van Commissarissen van BBL. Na de acquisitie van BBL werd hij in 1998 benoemd tot commissaris van ING. Sinds 2002 is hij tevens lid van het Audit Committee. Zowel in de Raad van Commissarissen als het Audit Committee had de heer De Meester altijd een verfrissende visie op de uiteenlopende onderwerpen die aan de orde kwamen. Wij danken de heer Jacobs en de heer De Meester voor hun bijdragen aan de ontwikkeling van ING gedurende hun acht jaar als commissaris. Beiden zijn uitgesproken persoonlijkheden, die tevens belangrijk bijdroegen aan de teamgeest. Jaarrekening en dividend De Raad van Bestuur heeft de jaarrekening opgesteld en besproken met de Raad van Commissarissen. De jaarrekening zal ter vaststelling worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders als onderdeel van het Jaarverslag. Het voorgestelde dividend voor 2005 bedraagt EUR 1,18 per (certificaat van een) gewoon aandeel. Rekening houdend met het interimdividend van EUR 0,54 bedraagt het voorgestelde slotdividend EUR 0,64. Dit zal in contanten worden uitgekeerd. Dank voor weer een succesvol jaar De Raad van Commissarissen bedankt de leden van de Raad van Bestuur voor de uitstekende prestaties in 2005. Onze waardering gaat ook uit naar de 115.000 medewerkers wereldwijd voor hun individuele bijdragen aan wat weer een succesvol jaar genoemd mag worden, zowel wat betreft winstontwikkeling als wat betreft groei van de activiteiten in alle regio’s en bij alle divisies. Amsterdam, 6 maart 2006 De Raad van Commissarissen
CORPORATE GOVERNANCE
Dit hoofdstuk behandelt de wijze waarop de Nederlandse Corporate Governance Code (‘code-Tabaksblat’) binnen ING Groep N.V. (ING Groep) wordt toegepast en geeft informatie over kapitaal en zeggenschap, de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en de externe accountants. NEDERLANDSE CORPORATE GOVERNANCE CODE Naleving van de code-Tabaksblat ING Groep neemt bij haar corporate-governancestructuur de code-Tabaksblat als uitgangspunt. In een separaat document (‘De Nederlandse Corporate Governance Code – De implementatie door ING van de aanbevelingen van de CommissieTabaksblat voor deugdelijk ondernemingsbestuur), dat ook beschikbaar is op de website van ING Groep, www.ing.com, heeft ING Groep uiteengezet of en hoe zij elk van de bestpracticebepalingen van de code-Tabaksblat toepast. De corporate-governancestructuur van ING Groep alsmede een aantal afwijkingen van de code-Tabaksblat, zoals beschreven in dit document, is op 26 april 2005 door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders goedgekeurd. Dit betekent dat ING wordt geacht de code volledig na te leven. In 2005 heeft ING Groep de best-practicebepalingen van de code-Tabaksblat toegepast zoals beschreven in bovengenoemd document, met inachtneming van de volgende kanttekeningen: – Ten aanzien van de best-practicebepaling II.1.4 van de codeTabaksblat inzake de rapportage over interne risicobeheersings- en controlesystemen heeft ING Groep ervoor gekozen te rapporteren volgens de bepalingen in artikel 404 van de Amerikaanse Sarbanes-Oxley Wet (SOX), die op ING Groep van toepassing is. De Raad van Bestuur zal hierover voor de eerste maal rapporteren bij de jaarrekening en/of het jaarverslag over het boekjaar 2006. – De heer J.H.M. Hommen, die tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2005 is benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen, heeft meer dan vijf commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen (wat niet in lijn is met best-practicebepaling III.3.4). De heer Hommen heeft laten weten dat hij hiervoor binnen afzienbare termijn een oplossing zal vinden. Deze kanttekeningen zijn door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2005 goedgekeurd.
VERSCHILLEN IN CORPORATE GOVERNANCE Volgens de beursvoorschriften van de New York Stock Exchange (‘NYSE’) is ING Groep als buitenlandse beursgenoteerde onderneming verplicht aan te geven op welke belangrijke punten zij afwijkt van de praktijken inzake corporate governance die door Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen worden gehanteerd. Een overzicht van wat naar onze mening de belangrijkste verschillen zijn tussen onze corporate-governancepraktijken en de regels vanwege de NYSE inzake corporate governance, zoals van toepassing op Amerikaanse ondernemingen, is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). KAPITAAL EN ZEGGENSCHAP Kapitaalstructuur, aandelen Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bestaat uit gewone aandelen, preferente aandelen A, preferente aandelen B in vijf series en cumulatief preferente aandelen. Wanneer hierna verwezen wordt naar aandelen worden daarmee zowel gewone aandelen als preferente aandelen bedoeld, tenzij anders aangegeven. Momenteel zijn alleen gewone aandelen en preferente aandelen A geplaatst. Een recht tot het nemen van cumulatief preferente aandelen is verleend aan de Stichting Continuïteit ING (zie pagina 61). De cumulatief preferente aandelen dienen ter bescherming van de zelfstandigheid, de continuïteit en de identiteit van de vennootschap tegen de overname van zeggenschap door derden, bijvoorbeeld in geval van vijandige overnames. De gewone aandelen en de preferente aandelen worden uitsluitend gebruikt voor de financiering van de vennootschap. Alle aandelen luiden op naam en zijn niet beursgenoteerd. Certificaten Ruim 99% van de geplaatste gewone en preferente aandelen zijn in handen van de Stichting ING Aandelen (‘de Stichting’). Tegenover deze aandelen geeft de Stichting certificaten aan toonder uit. Deze certificaten zijn beursgenoteerd (zie pagina 193 voor een overzicht van de effectenbeurzen). Een certificaat kan zonder enige beperking worden omgewisseld voor het onderliggende aandeel. Hiervoor kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht.
ING Groep Jaarverslag 2005
49
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
CORPORATE GOVERNANCE (vervolg)
Hoewel aan de certificaten formeel geen stemrecht is verbonden, hebben certificaathouders in de praktijk hetzelfde stemrecht als aandeelhouders. De Stichting zal, onder bepaalde voorwaarden, een stemvolmacht toekennen aan een houder van certificaten van gewone aandelen respectievelijk preferente aandelen, zodat de certificaathouder, namens de Stichting, het stemrecht kan uitoefenen verbonden aan het aantal aandelen van de desbetreffende soort dat overeenkomt met het aantal certificaten van aandelen van die soort die door de betreffende certificaathouder worden gehouden. Certificaathouders kunnen dit stemrecht geheel naar eigen inzicht uitoefenen. Certificaathouders die niet aan de aandeelhoudersvergadering deelnemen, kunnen de Stichting een bindende steminstructie geven. De Stichting heeft het uitbrengen van een stem vereenvoudigd door stemmen op afstand en stemmen via internet mogelijk te maken. De voorwaarden waaronder de Stichting een stemvolmacht toekent aan houders van certificaten aan toonder zijn: – De betreffende certificaathouder moet hebben aangegeven dat hij of zij het voornemen heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bij te wonen, met inachtneming van de bepalingen van de statuten van ING Groep. – Het is de betreffende certificaathouder toegestaan de aan hem of haar toegekende bevoegdheden over te dragen door middel van een stemvolmacht, mits de betreffende certificaathouder de Stichting hiervan op de hoogte heeft gesteld met inachtneming van de daarvoor geldende termijn voorafgaande aan de aanvang van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, welke termijn door de Stichting zal worden vastgesteld. Voor aandelen waarvoor de Stichting geen stemvolmacht aan certificaathouders heeft verleend en waarvoor zij ook geen steminstructies heeft ontvangen, bepaalt de Stichting zelf in welke richting wordt gestemd. Op grond van de statuten van de Stichting is de Stichting bij het uitbrengen van haar stem verplicht de belangen van alle certificaathouders te behartigen, ongeacht of zij wel of niet bij de Aandeelhoudersvergadering aanwezig zijn, en daarbij rekening te houden met de belangen van ING Groep en haar groepsmaatschappijen en alle overige bij ING Groep betrokken partijen en wel op zodanige wijze dat al deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd. De certificering zoals hierboven beschreven dient te voorkomen dat tijdens de Aandeelhoudersvergadering een kleine minderheid van aanwezige aandeelhouders, die vanwege de afwezigheid van andere partijen toevalligerwijs de meerderheid vormt, beslissingen kan nemen die uitsluitend in hun eigen belang zijn.
50
ING Groep Jaarverslag 2005
Het bestuur van de Stichting bestaat uit vijf leden die allen onafhankelijk zijn van ING Groep. In het bestuur zitten geen medewerkers van ING Groep of leden van de Raad van Commissarissen. Het bestuur benoemt zijn eigen leden, zonder dat daarvoor de goedkeuring van ING Groep is vereist. Het bestuur van de Stichting rapporteert over de eigen activiteiten door middel van een jaarverslag, dat is opgenomen vanaf pagina 59 van dit jaarverslag. De Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen zullen zich blijven inzetten om het uitgeven van certificaten aan toonder en de Stichtingstructuur af te schaffen, zodra gedurende drie achtereenvolgende jaren de vertegenwoordiging, inclusief de stemmen op afstand, van houders van gewone aandelen en certificaten van aandelen ten minste 35% is van het totale aantal stemmen dat mag worden uitgebracht op gewone aandelen. Stemrecht Aan elk aandeel is het recht verbonden in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een stem uit te brengen. Overeenkomstig de Nederlandse wet is het stemrecht proportioneel aan de nominale waarde van de aandelen. Dat betekent dat elk gewoon aandeel (nominale waarde EUR 0,24) recht geeft op één stem en elk preferent aandeel A (nominale waarde EUR 1,20) op vijf stemmen. Op basis van de slotkoers van de aandelen op 31 december 2005 was de verhouding beurskoers/stemrecht bij certificaten voor gewone aandelen gelijk aan EUR 29,30 : 1. Bij certificaten van preferente aandelen A was die verhouding EUR 3,29 : 5. Er is hier sprake van een zekere onevenwichtigheid. Nieuwe door de regering aangekondigde wetgeving is nodig om het stemrecht van preferente aandelen te koppelen aan de koers van de aandelen. Hierbij moet worden aangetekend dat het merendeel van de certificaten van preferente aandelen A is uitgekeerd als stockdividend op gewone aandelen. De overgrote meerderheid van de houders van (certificaten van) gewone aandelen is dus in de gelegenheid geweest certificaten van preferente aandelen A te verkrijgen. Verder dient te worden bedacht dat de koersontwikkeling van de certificaten van preferente aandelen A als gevolg van de daaraan verbonden financiële rechten vrij vlak is geweest, terwijl de beurskoers van de certificaten van gewone aandelen door de jaren heen sterk is gestegen. Als gevolg van deze koersontwikkelingen zijn de gewone aandelen tot twee keer toe gesplitst.
Ook moet worden bedacht dat de certificaten van preferente aandelen A vrij ter beurze verkrijgbaar zijn. Houders van (certificaten van) gewone aandelen die zich door bovengenoemde onevenwichtigheid gehinderd voelen, hebben derhalve de keuze certificaten van preferente aandelen A bij te kopen. Voorstellen van aandeelhouders/certificaathouders In verband met de omvang en beurswaarde van ING Groep kunnen voorstellen voor agendapunten voor de Aandeelhoudersvergadering alleen worden ingediend door aandeelhouders en certificaathouders die een gezamenlijk belang van 1 promille van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of die samen, op basis van de koersen op Euronext Amsterdam, een aandelenbelang van minstens EUR 50 miljoen vertegenwoordigen. In verband met de voor stemmen op afstand geldende termijnen dienen voorstellen voor agendapunten uiterlijk 50 dagen voor de dag van de vergadering schriftelijk te worden ingediend. Correct ingediende voorstellen worden opgenomen op de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Uitgifte van aandelen Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap vormt het statutaire maximum voor het geplaatste kapitaal. Voordat nieuwe aandelen boven dit maximum kunnen worden uitgegeven, dient het maatschappelijk kapitaal eerst te worden verhoogd door middel van een statutenwijziging. Omwille van de flexibiliteit (een statutenwijziging treedt pas in werking na het verlijden van een notariële akte van statutenwijziging en een voorafgaande verklaring van geen bezwaar van de minister van Justitie) is het maatschappelijk kapitaal in de statuten van ING Groep op het wettelijk toegestane maximum gesteld. De uitgifte van aandelen dient te worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, die deze bevoegdheid kan delegeren. Elk jaar wordt de Aandeelhoudersvergadering gevraagd om de bevoegdheid voor de uitgifte van nieuwe aandelen te delegeren aan de Raad van Bestuur. De aan de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheid is dus beperkt: – in tijd: de bevoegdheid geldt voor een periode van 18 maanden. – in soort aandelen: alleen gewone aandelen en preferente aandelen B mogen worden geplaatst. – in aantal: (1) voor gewone aandelen maximaal 10% van het geplaatste kapitaal of 20% bij een fusie of overname; (2) preferente aandelen B mogen worden geplaatst tot een maximum dat gelijk staat aan het maximale aantal preferente aandelen B dat nodig is om alle uitstaande ING Perpetual Securities III ten bedrage van EUR 1 miljard, uitgegeven in 2004, (en vergelijkbare instrumenten die zijn of worden uitgegeven) te converteren in preferente aandelen indien dat noodzakelijk mocht zijn volgens de daarvoor geldende voorwaarden.
– in uitgiftekoers van de preferente aandelen B: de uitgiftekoers van preferente aandelen B moet minimaal gelijk zijn aan de koers van gewone aandelen op Euronext Amsterdam. – in zeggenschap: besluiten van de Raad van Bestuur voor de uitgifte van nieuwe aandelen dienen te worden goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Elke overschrijding van bovengenoemde beperkingen voor de uitgifte van aandelen dient vooraf te worden goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Aandeelhoudersstructuur Op pagina 193 staat een overzicht van de beleggers die op grond van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 (Wmz 1996) hun belang in ING Groep hebben gemeld. Dochtermaatschappijen van ING Groep hadden per 31 december 2005 een belang van 13,13% in ABN AMRO, voornamelijk in preferente aandelen. De belangen in Aegon en Fortis waren kleiner dan 1%. Deze belangen worden aangehouden als belegging. Tussen ING Groep en bovengenoemde grootaandeelhouders bestaan geen aandeelhoudersovereenkomsten of andere afspraken ten aanzien van de uitoefening van stemrecht. ING Groep is niet op de hoogte van het bestaan van beleggers met een deelneming van 10% of meer in ING Groep. Ingevolge de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 zijn verklaringen van geen bezwaar van de minister van Financiën vereist voor het verwerven en houden van een deelneming van 10% of meer in ING Groep en voor het uitoefenen van de aan die deelneming verbonden zeggenschap in ING Groep. Op basis van wetgeving rond indirecte wijziging van zeggenschap in de verschillende jurisdicties waarin dochtermaatschappijen van ING Groep opereren, kan toestemming van of kennisgeving aan de lokale wetgevende autoriteiten zijn vereist voor de verkrijging van een aanmerkelijk belang in ING Groep.
ING Groep Jaarverslag 2005
51
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
CORPORATE GOVERNANCE (vervolg)
RAAD VAN BESTUUR
GEGEVENS LEDEN RAAD VAN BESTUUR
Taak van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur van de vennootschap en haar divisies (Insurance Europe, Insurance Americas, Insurance Asia/Pacific, Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct). De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Bestuur zijn vastgelegd in een door de Raad van Commissarissen goedgekeurd reglement. Dit reglement is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com).
M.J. Tilmant, voorzitter (1952 – Belgische nationaliteit) De heer Tilmant heeft een licentie Bedrijfskunde (cum laude) van de Universiteit van Leuven. Hij heeft ook een diploma Europese Studie van de Universiteit van Leuven (cum laude). De heer Tilmant begon zijn carrière bij Morgan Guaranty Trust Company in New York. In 1992 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert (BBL), waar hij in 1997 werd benoemd tot voorzitter van het Directiecomité. Na de overname van BBL door ING in 1998 werd hij in mei 2000 benoemd tot vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep en in april 2004 tot voorzitter. Vier stafafdelingen rapporteren direct aan de heer Tilmant: Corporate Human Resources, Corporate Development, Corporate Communications & Affairs en Corporate Audit Services.
Profielschets Raad van Bestuur De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld die als basis dient voor de samenstelling van de Raad van Bestuur. De profielschets is besproken tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2005. Het document is beschikbaar op het hoofdkantoor van ING Groep en op de website van ING Groep (www.ing.com). Remuneratie en effectenbezit De gegevens over de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur inclusief aan hen toegekende aandelen en/of optierechten alsmede informatie over het remuneratiebeleid zijn opgenomen vanaf pagina 64. Het is leden van de Raad van Bestuur toegestaan (certificaten van) aandelen in de vennootschap in bezit te hebben als langetermijnbelegging. Op transacties in deze aandelen is de ING Insiderregeling van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Nevenfuncties/belangenverstrengeling Ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling hanteert ING Groep het beleid dat leden van de Raad van Bestuur geen commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen buiten ING accepteren. De enige uitzondering hierop is een commissariaat van de heer F.S. Hubbell bij The Macerich Company, een Amerikaanse vastgoedonderneming. Hij vervulde deze functie al voor zijn indiensttreding bij ING. Transacties met (mogelijke) belangenverstrengeling Gegevens over relaties die de leden van de Raad van Bestuur als particuliere klanten met dochtermaatschappijen van ING Groep hebben, worden niet openbaar gemaakt, met uitzondering van informatie over aan hen verstrekte leningen (zie pagina 70). In al deze gevallen handelt ING Groep overeenkomstig de best-practicebepalingen van de code-Tabaksblat.
52
ING Groep Jaarverslag 2005
Drs. ing. C. Maas, vice-voorzitter en CFO (1947 – Nederlandse nationaliteit) Na de afronding van zijn studie toegepaste natuurkunde en economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in 1976 trad de heer Maas in dienst van het Nederlandse ministerie van Financiën. Van 1986 tot 1992 had hij daar de functie van Thesaurier-generaal. In juli 1992 trad hij in dienst van ING Groep en werd hij lid van de Raad van Bestuur. In juli 1996 werd hij benoemd tot Chief Financial Officer en in april 2004 tot vice-voorzitter van de Raad van Bestuur. De volgende afdelingen rapporteren rechtstreeks aan de heer Maas: Corporate Control & Finance, Market Risk Management, Credit Risk Management, Capital Management, Corporate Insurance Risk Management, Corporate Tax en Corporate Legal, Compliance & Security. E.F. Boyer de la Giroday (1952 – Belgische nationaliteit) Na het behalen van zijn diploma commercieel ingenieur aan de Vrije Universiteit van Brussel en een Master’s in Business Administration aan de Wharton School, University of Pennsylvania, begon de heer Boyer zijn carrière in 1978 bij Citibank. In 1984 trad hij in dienst van Bank Brussel Lambert, die in 1998 werd overgenomen door ING Groep. Hij bekleedde verschillende managementfuncties op het gebied van kapitaalmarkten, treasury en corporate & investment banking. In april 2004 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor Wholesale Banking.
F.S. Hubbell (1951 – Amerikaanse nationaliteit) De heer Hubbell behaalde zijn B.A. aan de Universiteit van North Carolina in Chapel Hill. Hij heeft ook rechten gestudeerd aan de Universiteit van Iowa College of Law, Iowa City en studeerde aan de Harvard Graduate School of Business in Boston. Hij was CEO en voorzitter van Equitable of Iowa, de Amerikaanse levensverzekeringsmaatschappij die in 1997 werd overgenomen door ING. Nadat hij verantwoordelijk was geweest voor de internationale verzekeringsactiviteiten van ING Groep werd hij in mei 2000 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. Hij is tevens voorzitter van ING Verzekeringen N.V. De heer Hubbell is verantwoordelijk voor de verzekeringsactiviteiten in de Verenigde Staten, Canada en LatijnsAmerika en die van Nationale-Nederlanden in Nederland, ING Investment Management Americas, ING Investment Management Europa en de coördinatie van de wereldwijde activiteiten van ING Investment Management. Mr. C.P. Leenaars (1961 – Nederlandse nationaliteit) De heer Leenaars studeerde civiel recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, heeft een LLM van het European University Institute in Florence, Italië en studeerde aan de Harvard Business School in Boston. Na stage te hebben gelopen bij ABN AMRO trad hij in 1991 in dienst van ING. Hij vervulde diverse managementfuncties, waaronder die van voorzitter van ING Polen en ING Latijns-Amerika. In april 2004 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor Retail Banking (Nederland, België, Zuidwest-Europa, Polen en India). Hij is ook verantwoordelijk voor Operations/IT en private banking. Dr. A.H.G. Rinnooy Kan (1949 – Nederlandse nationaliteit) De heer Rinnooy Kan promoveerde in wiskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden (cum laude) en deed zijn kandidaatsexamen econometrie aan de Universiteit van Amsterdam (cum laude). Hij promoveerde eveneens in wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij ontving een eredoctoraat economie van de Vrije Universiteit te Brussel. Hij bekleedde sinds 1977 verschillende functies aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij in 1986 werd benoemd tot Rector Magnificus. In 1991 werd hij voorzitter van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen (VNO) en vervolgens, na de fusie met de federatie Nederlandse Christelijke Werkgevers (NCW), van de Vereniging VNO-NCW. Sinds september 1996 is hij lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor de verzekeringsactiviteiten van ING in CentraalEuropa en Azië/Pacific, ING Investment Management in Azië/Pacific, ING Real Estate, Corporate IT, Corporate Procurement en ING Global Pensions.
Drs. H.K. Verkoren (1947 – Nederlandse nationaliteit) De heer Verkoren werkte al bij banken tijdens zijn studie economie. Nadat hij zijn studie had afgerond, werkte hij bij het ministerie van Financiën en de Gemeente Amsterdam. In 1978 begon hij bij de Postgiro/Rijks-postspaarbank, die in 1986 samen opgingen in Postbank N.V. In 1987 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van Postbank en, na de fusie met NMB Bank, van NMB Postbank Groep. Na de fusie met Nationale-Nederlanden in 1991 bleef hij tot 1995 verantwoordelijk voor de Postbank. In dat jaar kreeg hij de verantwoordelijkheid voor de internationale activiteiten van retailbanking, met name ING Direct. In april 2004 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Bestuur van ING Groep. Hij is verantwoordelijk voor ING Direct en ING Card. Samenstelling Raad van Bestuur De heren Hubbell en Verkoren hebben besloten met pensioen te gaan per de Aandeelhoudersvergadering op 25 april 2006. Tijdens dezelfde vergadering zal de heer Rinnooy Kan zijn functie van lid Raad van Bestuur neerleggen vanwege zijn benoeming tot voorzitter van de Sociaal Economische Raad (SER). De Raad van Commissarissen zal vier nieuwe leden voordragen voor benoeming tot lid van de Raad van Bestuur per de Aandeelhoudersvergadering op 25 april 2006: Drs. D.H. Harryvan (1953, Nederlandse nationaliteit). De heer Harryvan is sinds 2005 Chief Financial Officer, Chief Risk Officer en lid van het Global Management Team van ING Direct. De heer T.J. McInerney (1956, Amerikaanse nationaliteit). De heer McInerney is sinds 2002 Chief Executive Officer van ING’s verzekeringsactiviteiten (US Financial Services) in de Verenigde Staten. De heer drs. H. van der Noordaa (1961, Nederlandse nationaliteit). De heer Van der Noordaa is sinds 2004 Chief Executive Officer van retail banking van ING Nederland en in die functie verantwoordelijk voor de Postbank, ING Bank en RVS. De heer J. de Vaucleroy (1961, Belgische nationaliteit). De heer De Vaucleroy is sinds 2004 Group President van ING Retail bij US Financial Services.
ING Groep Jaarverslag 2005
53
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
CORPORATE GOVERNANCE (vervolg)
RAAD VAN COMMISSARISSEN Taak van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken bij de vennootschap en haar ondernemingen en de Raad van Bestuur met raad bij te staan. De Raad van Commissarissen telt drie commissies: het Audit Committee, de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. De organisatie, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Commissarissen zijn vastgelegd in een reglement. Daarnaast zijn afzonderlijke reglementen opgesteld voor het Audit Committee, de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Deze reglementen zijn beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com). Hierna volgt een korte beschrijving van de taken van de drie commissies. Het Audit Committee ondersteunt de Raad van Commissarissen bij zijn taak erop toe te zien dat de financiële verslaglegging van ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V. en ING Bank N.V. betrouwbaar is en dat wordt voldaan aan alle vereisten op het gebied van wet- en regelgeving, en bij het toezien op de onafhankelijkheid en prestaties van de interne en externe accountants van ING. De Remuneratie- en Nominatiecommissie adviseert de Raad van Commissarissen onder andere over de samenstelling van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur, over de beloningspakketten van de Raad van Bestuur en de aandelen- en aandelenoptieplannen voor het topmanagement, inclusief de Raad van Bestuur. Het Corporate Governance Committee ondersteunt de Raad van Commissarissen bij het toezien op en het evalueren van de corporate governance van ING als geheel en de rapportage daarover in het jaarverslag en aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en adviseert de Raad van Bestuur over verbeteringen op dit gebied. Profielschets Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft een profielschets opgesteld die wordt gebruikt als toetssteen voor haar eigen samenstelling. De profielschets werd besproken tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 2005. Het document is beschikbaar op het hoofdkantoor van ING Groep en op de website van ING Groep (www.ing.com).
54
ING Groep Jaarverslag 2005
Gezien hun ervaring en de waardevolle bijdrage die oudleden van de Raad van Bestuur kunnen leveren aan de Raad van Commissarissen is, mede in het licht van de omvang van de Raad van Commissarissen en het brede scala aan activiteiten van ING, besloten dat oud-bestuurders kunnen worden benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen van ING. Daarbij geldt de beperking dat per zes commissarissen er niet meer dan één oud-bestuurder van ING lid van de Raad van Commissarissen mag zijn. Bovendien dient hierbij een wachtperiode van minimaal één jaar in acht te worden genomen voordat men tot lid van de Raad van Commissarissen kan worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan niet tot voorzitter van de Raad van Commissarissen worden benoemd. Een voormalig lid van de Raad van Bestuur kan na benoeming tot commissaris ook worden benoemd tot lid van een van de commissies van de Raad van Commissarissen. Een benoeming tot voorzitter is echter uitsluitend mogelijk minimaal vijf jaar na aftreden als lid van de Raad van Bestuur. Herbenoeming commissarissen Leden van de Raad van Commissarissen treden af tijdens de eerste Algemene Vergadering van Aandeelhouders die volgt op het verstrijken van een zittingsperiode van vier jaar. Doorgaans treedt men bovendien af, zonder dat herbenoeming mogelijk is, tijdens de Aandeelhoudersvergadering die wordt gehouden in het jaar dat men zeventig wordt. Het rooster van aftreden staat op de website van ING Groep (www.ing.com). Leden van de Raad van Commissarissen kunnen twee keer worden herbenoemd voor een periode van vier jaar op basis van een voorstel van de Raad van Commissarissen aan de Aandeelhoudersvergadering. Nevenfuncties/belangenverstrengeling Leden van de Raad van Commissarissen wordt gevraagd een overzicht te geven van alle andere commissariaten en bezoldigde (neven)functies die zij vervullen. Deze (neven)functies mogen niet strijdig zijn met de belangen van ING Groep. Het is de verantwoordelijkheid van de individuele leden van de Raad van Commissarissen en van het Corporate Governance Committee om ervoor te zorgen dat de verplichtingen als commissaris naar behoren worden vervuld en dat deze niet worden beïnvloed door eventuele andere functies die de betrokkene buiten de Groep vervult.
Transacties met (mogelijke) belangenverstrengeling Gegevens over relaties die de leden van de Raad van Commissarissen als particuliere klanten met dochtermaatschappijen van ING Groep hebben, worden niet openbaar gemaakt, met uitzondering van informatie over aan hen verstrekte leningen (zie pagina 74). Onafhankelijkheid Leden van de Raad van Commissarissen op wie de afhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat niet van toepassing zijn en leden van de Raad van Commissarissen voor wie wel een of meer van die criteria van toepassing zijn maar kunnen motiveren waarom dit geen aantasting vormt van hun onafhankelijkheid, worden als onafhankelijk beschouwd. Jaarlijks wordt de leden van de Raad van Commissarissen gevraagd na te gaan of de afhankelijkheidscriteria van de code-Tabaksblat niet van toepassing zijn en dit schriftelijk te bevestigen. Op basis van deze criteria kunnen alle leden van de Raad van Commissarissen per 31 december 2005 als onafhankelijk worden beschouwd. Remuneratie en effectenbezit De remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en is onafhankelijk van de resultaten van vennootschap. Vanaf pagina 73 is nadere informatie over de remuneratie opgenomen. Het is leden van de Raad van Commissarissen toegestaan (certificaten van) aandelen in de vennootschap in bezit te hebben voor beleggingsdoeleinden op de lange termijn. Zie pagina 74 voor een overzicht. Indien een commissaris voorheen lid was van de Raad van Bestuur en tijdens die periode optierechten toegekend heeft gekregen, vormen deze optierechten onderdeel van de op pagina 144 beschreven optieregeling van ING. Op alle transacties in (certificaten van) aandelen ING Groep en optierechten ING Groep door leden van de Raad van Commissarissen is de ING Insiderregeling van toepassing. Deze regeling is beschikbaar op de website van ING Groep (www.ing.com).
GEGEVENS LEDEN RAAD VAN COMMISSARISSEN Drs. C.A.J. Herkströter RA, voorzitter (1937 – benoemd in 1998, zittingsperiode eindigt in 2006, Nederlandse nationaliteit) Voorzitter van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Voormalig presidentdirecteur van de N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij en voorzitter van het Comité van Directeuren van de Koninklijke/Shell Groep. Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: voorzitter Raad van Commissarissen Koninklijke DSM N.V. Overige functies: lid Raad van Advies Robert Bosch GmbH, Trustee International Accounting Standards Committee Foundation, voorzitter Maatschappelijke Raad van Advies Tinbergen Instituut, Hoogleraar Internationaal Management, Universiteit van Amsterdam en voorzitter Raad van Advies Koninklijke NIVRA, lid van het Comité Capital Market, Autoriteit Financiële Markten, Amsterdam. E. Bourdais de Charbonnière, vice-voorzitter (1939 – benoemd in 2004, zittingsperiode eindigt in 2008, Franse nationaliteit) Lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee.Voormalig directeur van JP Morgan en Chief Financial Officer van Michelin. Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: voorzitter Raad van Commissarissen Michelin en lid Raad van Commissarissen Thomson. Mw. L. Gross Goldberg (1937 – benoemd in 2001, zittingsperiode eindigt in 2007, Amerikaanse nationaliteit) Lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Voormalig lid van de Raad van Commissarissen van ReliaStar Financial Corp. Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: lid Raad van Commissarissen TCF Financial Corporation, lid Raad van Commissarissen Hormel Foods Corporation, lid Raad van Commissarissen Communications Systems Inc. en lid Raad van Commissarissen Hector Communications Corporation. Overige functies: Lid Raad van Advies Carlson School of Management, Universiteit van Minnesota, bestuurslid van het Minnesota Orchestra en lid (emerita) College van Bestuur Wellesley College.
ING Groep Jaarverslag 2005
55
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
CORPORATE GOVERNANCE (vervolg)
Prof. mr. P.F. van der Heijden (1949 – benoemd in 1995, zittingsperiode eindigt in 2007, Nederlandse nationaliteit) Benoemd mede op aanbeveling van de Centrale Ondernemingsraad. Lid van de Remuneratie- en Nominatiecommissie en het Corporate Governance Committee. Overige functies: Rector Magnificus en hoogleraar arbeidsrecht en arbeidsverhoudingen, Universiteit van Amsterdam, lid Raad van Commissarissen NUON N.V en lid Raad van Commissarissen Buhrmann Nederland B.V., Kroonlid Sociaal-Economische Raad en President ILO Governing Body, Committee on Freedom of Association (Verenigde Naties).
W. Kok (1938 – benoemd in 2003, zittingsperiode eindigt in 2007, Nederlandse nationaliteit) Voormalig minister van Financiën en minister-president van Nederland. Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: lid Raad van Commissarissen van Royal Dutch Shell plc en TNT N.V. Overige functies: lid Raad van Commissarissen KLM N.V. Voorzitter van de Raad van Toezicht Anne Frank Stichting. Lid van de Raad van Commissarissen van het Rijksmuseum, het Nationaal Ballet en het Muziektheater, Amsterdam, AGO Stichting en het Nederlands Kanker Instituut, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Bestuurslid van de Stichting Start.
Dr. C.D. Hoffmann (1942 – benoemd in 2003, zittingsperiode eindigt in 2007, Duitse nationaliteit) Lid van het Audit Committee. Voormalig Chief Financial Officer van Robert Bosch GmbH. Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: lid Raad van Commissarissen EnBW AG. Overige functies: Partner van H+H Senior Advisors, Stuttgart, voorzitter Raad van Commissarissen SupplyOn AG, lid Raad van Commissarissen Bauerfeind AG en lid Raad van Commissarissen Jowat AG. Voorzitter van de Charlottenklinik Foundation en voorzitter van de Vereinigung der Freunde van de Universiteit van Stuttgart.
G.J.A. van der Lugt (1940 – benoemd in 2001, zittingsperiode eindigt in 2005, Nederlandse nationaliteit) Lid van het Audit Committee (vanaf november 2005). Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. (tot zijn pensionering in mei 2000). Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Siemens Nederland N.V. en Stadsherstel Amsterdam N.V. Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Universitair Medisch Centrum Groningen. Penningmeester van de Vereniging Natuurmonumenten.
Drs. J.H.M Hommen (1943 – benoemd in 2005, zittingsperiode eindigt in 2009, Nederlandse nationaliteit) Lid van het Audit Committee (vanaf november 2005). Voormalig vice-voorzitter Raad van Bestuur en Chief Financial Officer van Koninklijke Philips Electronics N.V. Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: voorzitter Raad van Commissarissen Reed Elsevier en TNT N.V. Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Ahold N.V. Overige functies: Voorzitter Raad van Commissarissen van Academisch Ziekenhuis Maastricht en van Tias Business School. Voorzitter van de Board of Directors Medquist Inc. Drs. A.G. Jacobs (1936 – benoemd in 1998, zittingsperiode eindigt in 2006, Nederlandse nationaliteit) Voorzitter van het Audit Committee. Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van ING Groep (tot zijn pensionering in mei 1998). Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: voorzitter Raad van Commissarissen van Royal Dutch Shell plc, Imtech N.V. en N.V. Verenigd Bezit VNU, vice-voorzitter Raad van Commissarissen van SBM Offshore NV en Buhrmann N.V. Overige functie: voorzitter Raad van Commissarissen Koninklijke Johan Enschedé.
56
ING Groep Jaarverslag 2005
Prof. dr. ir. P.J.A. baron de Meester (1935 – benoemd in 1998, zittingsperiode eindigt in 2006, Belgische nationaliteit) Lid van het Audit Committee (tot november 2005). Voormalig lid van de Raad van Commissarissen van BBL. Voormalig bestuursvoorzitter van de Belgische Betonmaatschappij Besix-Betonimmo N.V. Overige functies: Lid Raad van Commissarissen Tessenderlo Chemie N.V. en ETEX N.V., voorzitter Internationale Kamer van Koophandel België en lid Raad van Commissarissen Regionaal Ziekenhuis H. Hart. Ir. K. Vuursteen (1941 – benoemd in 2002, zittingsperiode eindigt in 2006, Nederlandse nationaliteit) Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V. Overige commissariaten bij beursgenoteerde ondernemingen: lid Raad van Commissarissen Akzo Nobel N.V., lid Raad van Commissarissen AB Electrolux, lid Raad van Commissarissen Henkel KgaA. Overige functies: voorzitter Raad van Commissarissen Petroplus International NV, lid Raad van Beheer Heineken Holding N.V.
Samenstelling Raad van Commissarissen De heren drs. A.G. Jacobs en prof. dr. ir. P.J.A. baron de Meester zullen op respectievelijk 70- en 71-jarige leeftijd aftreden na de Aandeelhoudersvergadering van 2006. Op de Aandeelhoudersvergadering van 25 april 2006 zullen de heren drs. C.A.J. Herkströter RA en ir. K. Vuursteen worden voorgedragen voor herbenoeming tot voorzitter respectievelijk lid van de Raad van Commissarissen. De heer Herkströter zal in 2007 de 70-jarige leeftijd bereiken. De heer Vuursteen is herbenoembaar voor de volle termijn van vier jaar. Tijdens de Aandeelhoudersvergadering van 2006 zal de heer drs. P.C. Klaver (1945, Nederlandse nationaliteit) worden voorgedragen als nieuw lid van de Raad van Commissarissen per 25 april 2006. De heer Klaver is voorzitter van de Raad van Bestuur van SHV Holdings N.V. De voorgestelde benoeming is gebaseerd op zijn internationale ervaring als bestuursvoorzitter van een multinationale onderneming en zijn kennis van de internationale handel en industrie. EXTERNE ACCOUNTANTS Ernst & Young Accountants (Ernst & Young) en KPMG Accountants N.V. (KPMG) zijn benoemd tot externe accountants van ING Groep. Ernst & Young is verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekeningen van ING Groep N.V. en ING Verzekeringen N.V.; KPMG is verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening van ING Bank N.V. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 27 april 2004 is aan Ernst & Young Accountants de opdracht verleend om de financiële gegevens van ING Groep N.V. over de boekjaren 2004 tot en met 2007 te controleren, hierover aan de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen te rapporteren en een verklaring af te leggen over de juistheid en getrouwheid van de jaarrekening van ING Groep N.V.
Aan de hand van de bevindingen van de Raad van Bestuur en het Audit Committee beoordeelt de Raad van Commissarissen elk jaar de prestaties van de externe accountants, vooral ten aanzien van hun onafhankelijkheid. In aanvulling op de jaarlijkse beoordeling zullen het Audit Committee en de Raad van Commissarissen in 2007 tevens het functioneren van de accountants toetsen alvorens een voorstel aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders wordt gedaan voor de volgende benoemingstermijn. In dit voorstel zullen de belangrijkste conclusies inzake de beoordeling van het functioneren van de externe accountants worden meegenomen. De externe accountants Ernst & Young en KPMG nemen deel aan de bijeenkomsten van het Audit Committee. Na een periode van maximaal vijf jaar van accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V. dan wel ING Bank N.V., worden de eerstverantwoordelijke partner en de voor de controle van de audits verantwoordelijke partner van het externe accountantskantoor vervangen door andere partners van het desbetreffende externe accountantskantoor. Het Audit Committee doet in dezen aanbevelingen aan de Raad van Commissarissen onder andere op basis van een jaarlijkse evaluatie van de geleverde diensten. In lijn hiermee werd de eerstverantwoordelijke partner van KPMG in 2005 vervangen en wordt de eerstverantwoordelijke partner van Ernst & Young na de eindejaarscontrole 2006 vervangen. De rotatie van andere bij de accountantscontrole van de jaarrekeningen van ING betrokken partners van Ernst & Young en KPMG is afhankelijk van de toepasselijke wetgeving omtrent onafhankelijkheid. Aan de externe accountants kunnen tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vragen worden gesteld over hun verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekeningen. De externe accountants nemen derhalve deel aan die vergadering en mogen de aandeelhouders toespreken.
ING Groep Jaarverslag 2005
57
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
CORPORATE GOVERNANCE (vervolg)
Ernst & Young en KPMG mogen alleen met toestemming van het Audit Committee ook niet-audit-gerelateerde diensten aan ING Groep en haar dochtermaatschappijen aanbieden. Het Audit Committee dient jaarlijks vooraf goedkeuring te verlenen voor alle auditdiensten, auditgerelateerde diensten en niet-audit-gerelateerde diensten van de externe accountants van ING. Het Audit Committee stelt tevens het maximale jaarlijkse bedrag vast dat voor dergelijke vooraf goedgekeurde diensten mag worden uitgegeven. De besteding van de vooraf goedgekeurde bedragen wordt gedurende het hele jaar bewaakt door de externe accountantskantoren en de afdeling Corporate Audit Services. De externe accountants geven het Audit Committee een volledig en gedetailleerd overzicht van alle aan ING geleverde diensten, inclusief alle bijbehorende vergoedingen. Dit overzicht wordt elk halfjaar geëvalueerd door het Audit Committee. Onverminderd bovengenoemde goedkeuringsprocedure geldt dat voor elke dienst vooraf algemene goedkeuring door het Audit Committee wordt gegeven dan wel dat een dienst afzonderlijk vooraf door het Audit Committee dient te worden goedgekeurd. Meer informatie over het beleid van ING ten aanzien van de onafhankelijkheid van de externe accountants is te vinden op de website van ING Groep (www.ing.com). In 2005 en 2004 zijn voor audit- en (niet-)audit-gerelateerde diensten van Ernst & Young Accountants en KPMG Accountants N.V. de volgende vergoedingen uitbetaald: VERGOEDINGEN ERNST & YOUNG EN KPMG in miljoenen euro’s
Audit-vergoedingen Audit-gerelateerde vergoedingen Vergoedingen voor belastingadviezen Overige vergoedingen Totaal
58
ING Groep Jaarverslag 2005
2005
2004
43 13 3 3 62
40 7 5 5 57
RAPPORT STICHTING ING AANDELEN Rapport aan de certificaathouders van ING Groep N.V.
Het onderstaande rapport is opgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van de Administratievoorwaarden voor aandelen op naam van ING Groep N.V. Ingevolge haar statuten heeft de Stichting ING Aandelen tot doel: a. het behartigen van de belangen van de houders van (certificaten van) aandelen in het kapitaal van ING Groep N.V., mede met het oog op (i) de belangen van de vennootschap zelf, (ii) die van de ondernemingen die door de vennootschap en de met de vennootschap in een groep verbonden vennootschappen in stand worden gehouden en (iii) alle overige bij de vennootschap betrokkenen, op zodanige wijze dat deze belangen zo goed mogelijk worden gewogen en gewaarborgd; b. het verwerven en administreren van op naam luidende gewone en preferente aandelen waarvoor certificaten aan toonder zijn uitgegeven; c. het bevorderen van de informatieuitwisseling tussen de vennootschap enerzijds en de certificaathouders en aandeelhouders van de vennootschap anderzijds; d. het bevorderen en organiseren van de werving van stemvolmachten van andere aandeelhouders dan de Stichting zelf alsmede gerichte stemvolmachten en/of steminstructies van certificaathouders. Het bestuur heeft in het verslagjaar 2005 drie keer vergaderd. Op 18 april 2005 kwam het bestuur bijeen ter bespreking van het jaarverslag 2004 en ter voorbereiding van de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 26 april 2005. Voorafgaand aan deze bestuursvergadering besprak de Stichting met de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van ING Groep N.V. de activiteiten en prestaties van de vennootschap over het jaar 2004, op basis van het persbericht d.d.17 februari 2005 omtrent de jaarcijfers 2004. Kort voor de aandeelhoudersvergadering op 26 april 2005 kwam het bestuur bijeen ter bespreking van de resultaten van de stemvolmachten en om een voorlopig standpunt te bepalen ten aanzien van de onderwerpen op de agenda. Een derde vergadering werd gehouden op 5 december 2005. In haar vergadering op 5 december 2005 werd aandacht besteed aan de positie van de Stichting ING Aandelen en de stand van zaken met betrekking tot proxy voting. Ook besloot het bestuur de statuten van de Stichting te wijzigen om daarmee te voldoen aan best-practicebepaling IV2.3 van de Nederlandse Corporate Governance Code waarin wordt gesteld dat een persoon voor een maximum van drie vierjaarstermijnen benoemd mag worden als bestuurder van een administratiekantoor. Voorafgaand aan haar vergadering op 5 december 2005 besprak de Stichting met de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van ING de activiteiten en prestaties van
de vennootschap over de eerste negen maanden van 2005, zoals gepubliceerd op 10 november 2005. Een van de doelstellingen van de Stichting is het bevorderen en organiseren van de werving van stemvolmachten van aandeelhouders anders dan van de Stichting zelf en van gerichte stemvolmachten en/of steminstructies van certificaathouders. Het bestuur acht het van belang dat zo veel mogelijk certificaathouders en aandeelhouders hun stem uitbrengen. Houders van certificaten in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten kunnen gebruik maken van proxy voting. De Stichting ontving voor deze aandeelhoudersvergadering voor 631.842.774 certificaten steminstructies: dat is gelijk aan ongeveer 36% van het totale aantal uitstaande stemmen. Ongeveer 1% van het totale aantal uitstaande stemmen was tijdens de vergadering vertegenwoordigd, zodat meer dan 37% van het totale geplaatste kapitaal tijdens de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering vertegenwoordigd was. De Stichting stemde voor de resterende certificaten van aandelen. Nieuwe wetgeving is in voorbereiding waarin het meervoudige stemrecht op de preferente aandelen zal worden teruggebracht zodat de stemrechten in overeenstemming zullen zijn met de marktwaarde van de preferente aandelen. Indien deze wetgeving al zou zijn ingevoerd ten tijde van deze vergadering dan had het percentage vertegenwoordigd kapitaal 26% in plaats van 37% bedragen. De Stichting stelt zich op het standpunt dat het afschaffen van certificering zal worden overwogen zodra de vertegenwoordiging (inclusief proxy voting) van gewone aandeelhouders en certificaathouders ten minste 35% van het totale aantal op gewone aandelen uit te brengen stemmen bedraagt gedurende drie opeenvolgende jaren. De Stichting dient te stemmen in het belang van alle certificaathouders, dat wil zeggen ook in het belang van de meerderheid van de certificaathouders die geen steminstructies hebben gegeven. Hierdoor bevordert de Stichting dat op een transparante wijze het stemrecht op alle aandelen wordt uitgeoefend en tevens voorkomt de Stichting dat een minderheid van aandeelhouders een toevallige meerderheid van de stemmen op een algemene vergadering zou kunnen inzetten ten detrimente van de belangen van de op dat moment niet aanwezige of vertegenwoordigde beleggers. Zoals gebruikelijk was het bestuur op de aandeelhoudersvergadering aanwezig en beantwoordde diverse vragen. De stichting stemde ook op die aandelen waarvoor geen steminstructie was ontvangen voor alle agendapunten. Ongeveer 2% van de ontvangen steminstructies was tegen het agendapunt met betrekking tot het maximum aantal aandelenopties en prestatieaandelen die aan de leden van de Raad van Bestuur over 2004 kunnen worden toegekend.
ING Groep Jaarverslag 2005
59
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
Een vergelijkbaar percentage was tegen het agendapunt met betrekking tot de machtiging tot uitgifte van gewone aandelen, al dan niet met voorkeursrecht voor bestaande aandeelhouders. Per 31 december 2005 vertegenwoordigden de in administratie genomen gewone aandelen een nominaal bedrag van EUR 528.981.126,52. Daartegenover zijn 2.204.088.026 certificaten van EUR 0,24 uitgegeven. Gedurende het verslagjaar zijn per saldo 823.578 certificaten van gewone aandelen uitgegeven. De vermeerdering kwam als volgt tot stand: Bij: uitoefening warrants omzetting aandelen in certificaten Af: omzetting certificaten in aandelen
2.112 831.308 9.842
Per 31 december 2005 zijn voor een nominaal bedrag van EUR 104.491.514,40 preferente aandelen A in administratie genomen, waartegenover 87.076.262 certificaten van nominaal EUR 1,20 zijn uitgegeven. In het verslagjaar zijn geen veranderingen opgetreden in het totale aantal uitstaande certificaten van preferente aandelen A. Ir. T. Regtuijt is met ingang van 1 mei 2005 herbenoemd als bestuurslid. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 3.8 van de statuten werden de voorgenomen herbenoemingen op 5 april 2005 aangekondigd in het NRC Handelsblad en de Officiële Prijscourant. Mr. H.J. Blaisse treedt in 2006 volgens rooster af, maar is herbenoembaar. Het voornemen hem opnieuw te benoemen zal tijdig worden gepubliceerd. Telkens wanneer er een vacature ontstaat, zal het bestuur ook andere kandidaten uitnodigen. De samenstelling van het bestuur van de Stichting is momenteel als volgt: – drs. A.H.J. Risseeuw, voorzitter (voormalig voorzitter Raad van Bestuur Getronics NV, diverse commissariaten en andere nevenfuncties); – mr. H.J. Blaisse (advocaat en partner bij Blaisse, diverse adviserende nevenfuncties); – dr. P. Frentrop (directeur Deminor Nederland B.V., in die hoedanigheid tevens adviseur corporate governance van Nederlandse en buitenlandse institutionele beleggers); – ir. T. Regtuijt (voormalig lid Raad van Bestuur Nederlandse Spoorwegen, diverse commissariaten en andere nevenfuncties); – ir. J.J.M. Veraart (voormalig voorzitter Raad van Bestuur HBG, diverse commissariaten en andere nevenfuncties).
60
ING Groep Jaarverslag 2005
Op de website van de Stichting (www.stichtingingaandelen.nl) staat een overzicht van alle relevante nevenfuncties van de bestuursleden. De jaarlijkse vergoeding bedraagt voor alle bestuursleden van de Stichting EUR 7.800. De kosten voor proxy voting bedroegen in het verslagjaar EUR 107.155,26. De Stichting heeft de mogelijkheid certificaathouders te raadplegen. Hiervan werd in het verslagjaar geen gebruik gemaakt. Dit heeft mede te maken met het feit dat certificaathouders zelf de aandeelhoudersvergadering kunnen bijwonen en daar het woord kunnen voeren. Vanwege het grote aantal certificaathouders dat op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2005 aanwezig of vertegenwoordigd was, heeft de Stichting van deze gelegenheid gebruik gemaakt om in contact te treden met de certificaathouders. De werkzaamheden verbonden aan de administratie van de aandelen worden verricht door de administrateur van de Stichting: Administratiekantoor van het Algemeen Administratie- en Trustkantoor BV te Amsterdam. De contactgegevens van het administratiekantoor zijn: Mw. mr. J.C.M. van Hulten MBA Tel.: 020 541 88 64 E-mail:
[email protected] Amsterdam, 6 maart 2006 Bestuur Stichting ING Aandelen
RAPPORT STICHTING CONTINUÏTEIT ING
De Stichting Continuïteit ING werd opgericht op 22 januari 1991 en is gevestigd te Amsterdam. Op 23 juni 2003 is de voormalige naam Stichting Cumulatief Preferente Aandelen ING Groep statutair gewijzigd in Stichting Continuïteit ING. Tussen de Stichting Continuïteit ING en ING Groep N.V. is een call-optie-overeenkomst gesloten die de Stichting het recht geeft maximaal 900 miljoen cumulatief preferente aandelen in het kapitaal van ING Groep N.V. te nemen. Voor het nemen van cumulatief preferente aandelen door de Stichting geldt de beperking dat het totale geplaatste kapitaal van ING Groep N.V., onmiddellijk na plaatsing van cumulatief preferente aandelen, voor niet meer dan een derde uit cumulatief preferente aandelen bestaat. Indien vervolgens nieuwe, andere dan cumulatieve preferente, aandelen worden uitgegeven, kan de Stichting weer gebruikmaken van bovengenoemd recht met inachtneming van de in de vorige zin genoemde beperking. Bij het nemen van cumulatief preferente aandelen dient ten minste 25% van de nominale waarde van die aandelen te worden gestort.
Onafhankelijkheidsverklaring Het bestuur van de Stichting Continuïteit ING en de Raad van Bestuur van ING Groep N.V. verklaren hiermede dat naar hun gezamenlijk oordeel is voldaan aan de ten aanzien van de onafhankelijkheid van de bestuurders van de Stichting Continuïteit ING gestelde eisen als bedoeld in bijlage X van het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam N.V. te Amsterdam Bestuur Stichting Continuïteit ING Raad van Bestuur ING Groep N.V.
Het bestuur van de Stichting kwam in 2005 twee keer in vergadering bijeen: op 18 april en 5 december 2005. De samenstelling van het bestuur is momenteel als volgt: mr. A.P. Timmermans (voorzitter) en mr. A.C. Metzelaar (beide herbenoemd per 12 mei 2005), prof. mr. S.C.J.J. Kortmann en dr. ir. W. van Vonno. Amsterdam, 6 maart 2006 Bestuur Stichting Continuïteit ING
ING Groep Jaarverslag 2005
61
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
COMPLIANCE
Bij alles wat ING doet, dient zij hoge ethische normen te hanteren. Compliance-risico is het risico dat de integriteit van ING wordt aangetast, wat kan leiden tot het schaden van de reputatie van ING, tot juridische of door de toezichthouder opgelegde sancties, of tot financiële schade als gevolg van het niet naleven van toepasselijke wet- en regelgeving en standaarden. Compliance is de verantwoordelijkheid van alle werknemers, ongeacht hun positie. Visie op compliance Tot de belangrijkste bezittingen van ING behoren de integriteit van haar organisatie en de reputatie die de bedrijven van ING wereldwijd genieten op het gebied van beroepsmatig en ethisch gedrag. ING streeft ernaar haar integriteit en reputatie te behouden en verlangt dat al haar bedrijfsonderdelen: 1. de toepasselijke wet- en regelgeving en standaarden in alle markten en rechtsgebieden waarin ING actief is, goed begrijpen en strikt naleven; 2. het compliancebeleid van ING blijven doorvoeren en naleven. Naleving van regelgeving is van essentieel belang, omdat de langetermijnrelatie tussen ING en haar klanten afhangt van integriteit en eerlijkheid. Governance- en compliance-organisatie De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor naleving van toepasselijke wet- en regelgeving en ethische normen door bedrijfsonderdelen van ING berust bij de Raad van Bestuur van ING. Die is daarmee verantwoordelijk voor de controle op het beheer van de compliancerisico’s van ING. De Raad van Bestuur heeft op 1 juli 2005 een compliancebeleid voor ING Groep vastgesteld en besloten dat dit beleid vóór 31 december 2006 in de gehele onderneming dient te zijn ingevoerd. De directies van bedrijfsonderdelen zijn verantwoordelijk voor de invoering en naleving van dit nieuwe compliancebeleid. Zij worden hierbij geassisteerd en geadviseerd door hun compliance-officers. De reikwijdte van de compliancefunctie heeft betrekking op specifiek voor de financiële dienstverleningssector geldende compliancerisicogerelateerde wet- en regelgeving en standaarden die worden uitgevaardigd hetzij door wet- en regelgevende lichamen die van belang zijn voor de vestigingen van ING, hetzij door ING Corporate Compliance. Belangrijke vormen van compliance-risicogebieden zijn: a. klantgerelateerde integriteitrisico’s, zoals het witwassen van geld, het financieren van terroristen en ‘customer due diligence’ (‘ken uw klant’);
62
ING Groep Jaarverslag 2005
b. integriteitsrisico’s gerelateerd aan het gedrag van personen, zoals marktmanipulatie en handelen met voorkennis, business principles en de (lokale) gedragscode en klachten van klokkenluiders; c. integriteitsrisico’s gerelateerd aan financiële dienstverleningsactiviteiten, zoals marketing- en verkoopgedrag, transparantie van productaanbiedingen, belangen en bescherming van klanten, klachtenafhandelingsprocedures, databescherming/privacy; d. integriteitsrisico’s gerelateerd aan het gedrag van de organisatie, zoals belangenverstrengeling, kartelvorming, goedkeuring van nieuwe producten, sector-/ bedrijfstakstandaarden, controle op tussenpersonen. Om mogelijke belangenverstrengeling te vermijden opereert een compliance-functionaris binnen ING onafhankelijk van de activiteiten. Deze rapporteert enerzijds rechtstreeks aan de directie van het betreffende bedrijfsonderdeel en anderzijds, via een functionele rapportagelijn, aan de naasthogere compliancefunctionaris. Overige prestaties op het gebied van compliance in 2005 De Raad van Bestuur heeft een nieuw ‘Chinese Walls’-beleid uitgevaardigd. Het management dient ervoor te zorgen dat vertrouwelijke en interne informatie niet wordt misbruikt of per abuis wordt verspreid. Mede door dit beleid kunnen de mogelijk strijdige belangen van de verschillende bedrijfsonderdelen van ING worden beheerst. Als gevolg van de invoering van de EU-richtlijn Marktmisbruik is alle van belang zijnde documentatie beoordeeld en vernieuwd om naleving van de richtlijn te garanderen. De Insiderregeling van ING, waarin de particuliere beleggingen worden geregeld van ING-medewerkers die toegang hebben tot koersgevoelige informatie over ING en/of andere beursgenoteerde ondernemingen, is aangepast aan de nieuwe regels betreffende marktmisbruik. Er zijn 1.500 medewerkers aan de groep van insiders toegevoegd, terwijl alle bestaande 7.000 insiders voor de vernieuwde regeling hebben moeten tekenen. De regeling inzake Kredietfaciliteiten voor INGfunctionarissen is vernieuwd. Bestuursleden van de Nederlandse rechtspersonen van ING met een bankvergunning, degenen die rechtstreeks aan hen rapporteren, leden van de Management Council van ING en bestuursleden van Nederlandse rechtspersonen die een jaarverslag publiceren, dienen hun kredietfaciliteiten jaarlijks aan een ING-vestiging te rapporteren.
Z
Er zijn in 2005 beleidregels ingevoerd inzake nevenfuncties van leden van de Management Council om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen. De beleidsregels zijn van toepassing op externe posities die topfunctionarissen van ING bekleden. Managers hebben de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Bestuur nodig om posities te mogen bekleden waarbij mogelijk belangenverstrengeling optreedt. Deze posities worden geadministreerd door Corporate Compliance en de leden van de Management Council dienen er jaarlijks voor te tekenen dat zij al hun externe posities hebben gerapporteerd. Aangezien de toon aan de top van cruciaal belang is om te garanderen dat compliance volledig in de organisatie van ING is opgenomen, maakt de Raad van Bestuur van elke gelegenheid gebruik om het belang van compliance voor ING te benadrukken, niet alleen aan de buitenwereld, maar ook aan werknemers op alle organisatorische niveaus. VOORUITBLIK De belangrijkste doelstelling voor 2006 is het invoeren van het nieuwe compliancebeleid vóór het einde van het jaar en het verder versterken van de compliance-organisatie. De invoering van het compliancebeleid en het toezicht op compliance zijn opgenomen als nieuwe prestatiedoelstellingen voor de topfunctionarissen voor 2006. Bovendien zal er nieuwe wetgeving moeten worden geïmplementeerd. Zo bouwt de Derde Anti-Witwas Richtlijn van de EU (2005/60/EG) voort op bestaande EU-wetgeving en bevat zij aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF). De richtlijn zal leiden tot het herzien van het beleid van ING op het gebied van financieel-economische criminaliteit.
ARTIKEL 404 SARBARNES-OXLEY WET Aangezien ING genoteerd staat aan de New York Stock Exchange is zij verplicht te voldoen aan de regels van de Securities & Exchange Commission (SEC, de Amerikaanse Commissie van Toezicht op het effecten- en beurswezen), zoals vastgelegd in artikel 404 van de Sarbanes-Oxley wet, ofwel SOX 404. Op grond van deze regels dienen de CEO en CFO van ING Groep jaarlijks, met ingang van het jaarverslag over 2006, verslag uit te brengen en een verklaring af te leggen over de doelmatigheid van de interne controles binnen ING Groep inzake de financiële verslaglegging. Daarnaast dienen de externe accountants een bestuursverklaring af te leggen over de interne controle. Het directieverslag en de verklaring van de externe accountants worden jaarlijks opgenomen in Form 20-F dat wordt ingediend bij de SEC. Interne controles inzake financiële verslaglegging vonden reeds plaats vóór de invoering van SOX 404. Op grond van de SOX 404-regels dient het management echter de doelmatigheid van die controles aan te tonen. Dit vereist een meer geformaliseerde aanpak van de uitvoering van onze taken. ING Groep hanteert al langere tijd business principles en strakke principes voor interne controle, waaraan alle medewerkers zich dienen te houden. Bovendien zijn de Raad van Advies en de Stuurgroep SOX 404 opgericht om toezicht te houden op de invoering van SOX 404-beleidsregels. SOX 404-activiteiten worden conform de bestuursstructuur georganiseerd en vereisen de betrokkenheid van het hoger kader binnen de gehele onderneming, bijgestaan door lokale projectteams.
Voorts zal de Richtlijn betreffende Markten voor Financiële Instrumenten (2004/39/EG, beter bekend als de MiFID) grote gevolgen hebben voor ING en voor de Europese markten waarin ING actief is. De invoering van MiFID is een enorm project waarmee in 2005 een aanvang is gemaakt en dat volgens de planning voor november 2007 zal worden afgerond (de EU-deadline). Er zijn projectteams gevormd die ervoor moeten zorgen dat de MiFID tijdig binnen de desbetreffende divisies wordt ingevoerd.
ING Groep Jaarverslag 2005
63
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
REMUNERATIERAPPORT
Dit hoofdstuk behandelt de remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen. Het remuneratiebeleid voor de Raad van Bestuur werd op 27 april 2004 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA). In 2005 is dit beleid niet gewijzigd, waardoor de goedkeuring van de AVA in dat jaar nog steeds van toepassing was. Zoals op pagina 66-67 nader wordt uiteengezet, stelt de Raad van Commissarissen voor om het remuneratiebeleid met betrekking tot de pensioenregeling van de leden van de Raad van Bestuur te wijzigen. Deze wijziging zal op 25 april 2006 aan de Aandeelhoudersvergadering worden voorgelegd, zodat na goedkeuring het aangepaste remuneratiebeleid in 2006 en de daaropvolgende jaren kan worden toegepast. Dit hoofdstuk begint met een beschrijving van het algemene remuneratiebeleid voor het topkader, gevolgd door de remuneratie voor de Raad van Bestuur over 2005 en de beloningsstructuur voor 2006. Daarnaast is informatie opgenomen over de remuneratie van de Raad van Commissarissen, over leningen en voorschotten aan leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, alsmede over (certificaten van) aandelen ING Groep die door de leden van deze twee raden worden gehouden. ALGEMEEN REMUNERATIEBELEID VOOR TOPKADER Achtergrond De belangrijkste doelstelling van het remuneratiebeleid is de onderneming in staat te stellen gekwalificeerde en getalenteerde managers aan te trekken en te behouden. Het beloningspakket bevordert een prestatiegerichte cultuur die zowel de doelstellingen van ING als van haar stakeholders ondersteunt. ING beloont prestaties op basis van vooraf vastgestelde, uitdagende, meetbare en beïnvloedbare doelstellingen voor de korte en lange termijn. Het remuneratiebeleid van ING is gebaseerd op vijf belangrijke principes die binnen het gehele bedrijf gelden. Deze principes zijn: – Het totale beloningsniveau wordt vergeleken met de beloning in relevante markten waarin ING talent aantrekt in concurrentie met andere bedrijven. – ING streeft naar een totale beloning op het mediaan-niveau in de relevante markten, waarbij alleen in geval van uitzonderlijke prestaties boven het mediaan-niveau zal worden beloond. – Het beloningspakket bestaat o.a. uit variabele componenten (kortetermijn- en langetermijnbonus) om ervoor te zorgen dat de remuneratie van het topkader is gekoppeld aan de resultaten van ING op korte en lange termijn. – Om de effectiviteit van de kortetermijnbonus te bevorderen worden aan het begin van ieder jaar duidelijke, meetbare en uitdagende doelstellingen vastgesteld.
64
ING Groep Jaarverslag 2005
– Met de langetermijnbonus wordt de aandacht gericht op strategische doelstellingen op langere termijn en op het op één lijn brengen van de belangen van het management en van de aandeelhouders. Een groot aantal managers van ING neemt aan het langetermijnbonusplan deel om ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke aandacht is gericht op het totaalresultaat van ING. Beloningsstructuur De beloningsstructuur van ING bestaat uit drie basiscomponenten: – vast of basissalaris, dat de gegarandeerde jaarlijkse beloning vertegenwoordigt; – een kortetermijnbonus in geld, gerelateerd aan de prestaties in het afgelopen jaar; – een langetermijnbonus in de vorm van opties en/of prestatieaandelen, gerelateerd aan de prestaties over verscheidene jaren en toekomstgericht. Naast het basissalaris en participatie in het bonusplan genieten de leden van de Raad van Bestuur dezelfde aanvullende arbeidsvoorwaarden als de meeste medewerkers van ING Groep, zoals korting op een zorgverzekering, het gebruik van een bedrijfsauto en, indien van toepassing, vergoedingen voor expatriates. Basissalaris Het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur moet toereikend zijn om hooggekwalificeerde managers te kunnen aantrekken en behouden, en zodoende de bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Bij de besluitvorming over de hoogte van basissalarissen kijkt de Raad van Commissarissen naar ervaring, achtergrond en verantwoordelijkheden van de voorzitter en leden van de Raad van Bestuur. Om te waarborgen dat het niveau van het basissalaris in lijn is met de relevante markten waarin ING talent zoekt, toetst de Raad van Commissarissen jaarlijks het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur. Kortetermijnbonusplan Het kortetermijnbonusplan vormt een belangrijk onderdeel van ING’s prestatiegerichte cultuur. De kortetermijnbonus wordt uitgekeerd in geld. De bonus die kan worden behaald bij een prestatie conform de doelstelling wordt uitgekeerd als een percentage van het basissalaris. Dit percentage is gebaseerd op een vergelijkingsonderzoek naar gangbare niveaus in de externe markten waarbinnen ING opereert alsmede op interne doelstellingen. In 2005 zijn ten aanzien van het kortetermijnbonusplan voor de leden van de Raad van Bestuur en het topmanagement (de top-200) drie financiële parameters gebruikt om de resultaten op
Groepsniveau vast te stellen. Deze financiële parameters zijn: nettowinst, totale operationele bedrijfslasten en het rendement op het economisch kapitaal. Door deze parameters te combineren ontstaat een goed beeld van het totale resultaat van ING. Elke component weegt even zwaar bij het vaststellen van de bonus. De drie prestatiedoelstellingen worden door de Raad van Commissarissen aan het begin van iedere beoordelingsperiode vastgesteld. Wat de kortetermijnbonus betreft, geldt dat de feitelijke uitbetaling in een willekeurig jaar kan variëren van 0 tot 200% van het doelstellingsniveau. Behalve op financiële doelstellingen is de kortetermijnbonus deels gebaseerd op individuele prestaties, gerelateerd aan vooraf vastgestelde meetbare doelstellingen voor iedere manager. Deze doelstellingen hangen samen met de specifieke verantwoordelijkheden van de verschillende leden van de Raad van Bestuur en worden vastgesteld en beoordeeld door de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur stelt de doelstellingen vast voor het topmanagement. Voor deze bestuurslaag, die direct aan de Raad van Bestuur rapporteert, ligt de nadruk op individuele prestaties aangezien hun verantwoordelijkheid primair bij de bedrijfsonderdelen ligt. KORTETERMIJNBONUS: RELATIEVE BELANG VAN HET GROEPSRESULTAAT EN INDIVIDUELE RESULTAAT
Raad van Bestuur Topmanagement
Groepsresultaat
Individuele resultaat
70% van de totale bonus 15% van de totale bonus
30% van de totale bonus 85% van de totale bonus
Langetermijnbonusplan Het langetermijnbonusplan van ING bestaat uit zowel aandelenopties als prestatieaandelen. Langetermijnbonussen worden toegekend om de belangen van de aandeelhouders en het topkader gelijk te schakelen en het topkader voor een langere periode aan ING te binden. De langetermijnbonus wordt toegekend op basis van de totale marktwaarde, evenredig verdeeld over opties en prestatieaandelen. Het langetermijnbonusplan is op 27 april 2004 tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders besproken en goedgekeurd. De aandelenopties van ING hebben een totale looptijd van tien jaar en een wachttijd van drie jaar. Na drie jaar mogen de opties worden uitgeoefend, mits de optiehouder dan nog in dienst van ING (of gepensioneerd) is. De uitoefenprijs van de opties is gelijk aan de openingskoers op Euronext Amsterdam op een bepaalde dag in de eerste open periode na de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Prestatieaandelen worden voorwaardelijk toegekend. Het aantal aandelen dat aan het einde van een beoordelingsperiode van drie jaar onvoorwaardelijk wordt, is afhankelijk van het resultaat van ING Groep met betrekking tot het totale rendement voor aandeelhouders (koerswinsten op aandelen en opnieuw geïnvesteerde dividenden die aandeelhouders in die periode ontvangen). Dit totale rendement wordt gemeten over een periode van drie jaar en wordt gerelateerd aan de prestaties van een vooraf gedefinieerde referentiegroep van vergelijkbare ondernemingen. De criteria die worden gehanteerd voor het samenstellen van deze referentiegroep zijn: a) vergelijkbaar en relevant geacht door de Raad van Commissarissen, b) vergelijkbaar met ING’s huidige portefeuille (bankieren, verzekeren en vermogensbeheer) en ING’s geografische spreiding, c) wereldwijd actief, d) beursgenoteerd en een substantieel aantal vrij verhandelbare aandelen. Op basis van deze criteria bestaat de referentiegroep uit de volgende bedrijven: – Citigroup, Credit Suisse, Fortis, Lloyds TSB (bank- en verzekeringsbedrijven); – ABN Amro, Bank of America, BNP Parisbas, BSCH, Deutsche Bank, HSBC (banken); – Aegon, AIG, Allianz, Aviva, AXA, Hartford Financial Services, Munich Re, Prudential (verzekeringsbedrijven); – Amvescap PLC (vermogensbeheerder). De plaats van ING binnen deze groep bedrijven op basis van het totale rendement voor aandeelhouders is bepalend voor het uiteindelijke aantal aandelen dat aan het einde van de beoordelingsperiode van drie jaar vrijkomt. Het aantal prestatieaandelen dat aan het begin van elke periode van drie jaar in eerste instantie wordt toegekend is gebaseerd op een middenpositie voor ING. Dit aantal stijgt of daalt (lineair) op basis van de positie van ING’s totale rendement voor aandeelhouders na de beoordelingsperiode van drie jaar, zoals weergegeven in onderstaande tabel: AANTAL AANDELEN TOEGEKEND NA ELKE BEOORDELINGSPERIODE VAN DRIE JAAR, GERELATEERD AAN REFERENTIEGROEP Positie ING
1-3 4-8 9 - 11 12 - 17 18 - 20
Aantal aandelen
200% Tussen 200% en 100% 100% Tussen 100% en 0% 0%
Vóór aanvang van iedere nieuwe beoordelingsperiode van drie jaar wordt de referentiegroep door de Raad van Commissarissen herzien. De beoordeling zelf zal aan het einde van iedere periode van drie jaar door een onafhankelijke derde partij worden uitgevoerd.
ING Groep Jaarverslag 2005
65
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
REMUNERATIERAPPORT (vervolg)
Het is de leden van de Raad van Bestuur niet toegestaan om opties en prestatieaandelen te verkopen binnen een periode van vijf jaar na toekenning. Het is de deelnemers slechts toegestaan een deel van hun prestatieaandelen te verkopen op het moment van onvoorwaardelijke verkrijging teneinde de belasting over het gevestigde recht te betalen. Voor opties geldt dat zij alleen binnen een periode van vijf jaar na toekenning mogen worden verkocht teneinde de belasting over het gevestigde recht te betalen. Beloningsniveaus Ieder jaar vindt er een analyse van beloningsniveaus plaats op basis van een referentiegroep van ondernemingen. Deze groep werd in 2003 samengesteld en is een mix van Europese financiële instellingen en in Nederland gevestigde multinationals. De referentiegroep is een afspiegeling van het type bedrijf en het bedrijfsklimaat waarin ING opereert. ING concurreert met deze bedrijven om toptalent. De volgende bedrijven maken deel uit van deze groep: ABN Amro, Aegon, Ahold, AXA, BNP Parisbas, Credit Suisse, Fortis, KPN, Royal Bank of Scotland en Société Générale. In 2003 bleek uit het onderzoek naar beloningsniveaus dat er een aanzienlijke kloof bestaat tussen het totale directe beloningsniveau van de Raad van Bestuur van ING en dat van de referentiegroep. Een van de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport was dat, om deze kloof te dichten, met name het variabele (prestatieafhankelijke) deel van de beloning zou moeten worden verhoogd. In overeenstemming met het algemene beloningsbeleid van ING is de Raad van Commissarissen met ingang van 2003 begonnen over een periode van vier jaar de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur geleidelijk op te trekken naar het mediane niveau van de Europese/Nederlandse referentiegroep. Dit is gerealiseerd door de targetbonusniveaus op zowel de korte als de lange termijn te verhogen. Op deze manier is de toekomstige beloning directer gekoppeld aan de prestaties. Als gevolg hiervan is de samenstelling van het beloningspakket zodanig veranderd dat bij het behalen van de doelstellingen de totale remuneratie uit evenredige delen van de componenten (1/3 basissalaris, 1/3 kortetermijnbonus en 1/3 langetermijnbonus) zal bestaan. Pensioenen leden Raad van Bestuur De pensioenen van de Nederlandse leden van de Raad van Bestuur zijn gebaseerd op vaste toezeggingen (‘defined benefit plans’), die door middel van een contract bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. zijn verzekerd. De arbeidsovereenkomst wordt in geval van pensionering van rechtswege beëindigd per 1 juni van het jaar waarin de betrokkene de leeftijd van 65 heeft bereikt of zal bereiken (‘standaardpensionering’).
66
ING Groep Jaarverslag 2005
De pensioengerechtigde leeftijd is veranderd ten opzichte van voorgaande jaren (leeftijd was 60) naar 65 jaar als gevolg van een wijziging in het Nederlandse belastingstelsel; voor leden van de Raad van Bestuur die op 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren, blijft de standaard pensioenleeftijd 60 jaar. De toekomstige pensioenen van de Raad van Bestuur bedragen maximaal 60% van het basissalaris. Met ingang van 2006 zijn de leden van de Raad van Bestuur verplicht een deel van hun pensioenpremie te betalen. Deze wijziging is in overeenstemming met de wijzigingen die in de CAO zijn overeengekomen en opgenomen. De nietNederlandse leden van de Raad van Bestuur hebben een pensioenregeling die gerelateerd is aan hun land van herkomst. Arbeidsovereenkomst voor nieuw benoemde bestuursleden De arbeidsovereenkomst voor leden van de Raad van Bestuur benoemd na 1 januari 2004, bepaalt dat zij worden benoemd voor een periode van vier jaar (de benoemingsperiode) en biedt de mogelijkheid tot herbenoeming door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Met ingang van 2004 is het bedrag waar nieuw benoemde leden van de Raad van Bestuur in het geval van een onvrijwillige beëindiging van hun dienstverband recht op hebben, vastgesteld op een veelvoud van hun basissalaris als lid van de Raad van Bestuur, rekening houdend met hun bestaande rechten. Deze rechten overschrijden in geringe mate de vertrekregeling volgens de Nederlandse Corporate Governance Code, dat wil zeggen niet meer dan twee keer het basissalaris (eerste benoemingstermijn) of één keer het basissalaris (in alle overige situaties). Voor de leden van de Raad van Bestuur die vóór 2004 zijn benoemd, geldt drie jaar basissalaris als vertrekregeling. De opzegtermijn met betrekking tot leden van de Raad van Bestuur bedraagt drie maanden voor de werknemer en zes maanden voor de werkgever. Voorgestelde wijziging van het remuneratiebeleid ten aanzien van de pensioenregeling van leden van de Raad van Bestuur Pensioenen vormen een belangrijk onderdeel van het totale beloningspakket voor de leden van de Raad van Bestuur en dienen dus aan de belangrijkste doelstelling van het INGremuneratiebeleid te voldoen: de onderneming in staat stellen gekwalificeerde en getalenteerde managers aan te trekken en te behouden. Pensioenregelingen dienen tevens in overeenstemming te zijn met de constant aan wijziging onderhevig zijnde wet- en regelgeving in de diverse relevante rechtsgebieden. Daarnaast dient de pensioenregeling gekoppeld te zijn aan de sociale situatie in het land van herkomst van diverse leden van de Raad van Bestuur. Pensioengerelateerde aangelegenheden zijn ingewikkelder
omdat de Raad van Bestuur steeds internationaler van samenstelling wordt. Teneinde aan bovengenoemde eisen tegemoet te kunnen komen, wil de Raad van Commissarissen de pensioenregeling van de Raad van Bestuur herzien met als doel van een ‘defined benefit scheme’ (regeling gebaseerd op vaste uitkeringen) over te schakelen op een ‘defined contribution scheme’ (regeling gebaseerd op vaste bijdragen). Daarom wordt aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voorgesteld akkoord te gaan met een dienovereenkomstige wijziging van het remuneratiebeleid van de Raad van Bestuur ten aanzien van pensioenen. Op basis van het aldus aangepaste remuneratiebeleid zal de Raad van Commissarissen de pensioenregeling van de Raad van Bestuur herzien, met als doel een uitkeringsniveau te handhaven dat vergelijkbaar is met het huidige ‘defined benefit scheme’. De herziene pensioenregeling zal gelden voor leden van de Raad van Bestuur die na 1 januari 2006 zijn benoemd. Tevens wordt beoordeeld of en in welke mate de herziene pensioenregeling van toepassing zal zijn op de huidige bestuursleden en/of de niet-Nederlandse leden van de Raad van Bestuur die een pensioenregeling hebben die gerelateerd is aan hun land van herkomst. REMUNERATIE RAAD VAN BESTUUR 2005 Basissalaris Raad van Bestuur 2005 Het basissalaris voor de leden van de Raad van Bestuur is voor 2005 bevroren, net zoals in 2004 het geval was. In 2003 werd het basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur met 7,5% verhoogd, nadat het sinds 1999 op hetzelfde niveau was gebleven. Het basissalaris van de heren Tilmant en Maas werd met ingang van 28 april 2004 verhoogd vanwege hun benoeming tot respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van de Raad van Bestuur. Kortetermijnbonus Raad van Bestuur 2005 Voor 2005 werd de kortetermijnbonus bij het behalen van de doelstellingen vastgesteld op 75% van het individuele basissalaris van de leden van de Raad van Bestuur. De uiteindelijk uit te keren bonus is afhankelijk van het realiseren van een aantal gezamenlijke financiële doelstellingen van de Groep en van specifieke individuele kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen voor de afzonderlijke leden van de Raad van Bestuur. De totale kortetermijnbonus is voor 70% gebaseerd op doelstellingen voor de nettowinst, de totale operationele bedrijfslasten en het rendement op het economisch kapitaal van de Groep, en voor 30% op individuele doelstellingen, die aan het begin van het jaar door de voorzitter van de Raad van Bestuur ter goedkeuring zijn voorgelegd aan de Remuneratie- en Nominatiecommissie van de Raad van Commissarissen.
Begin 2006 heeft de Remuneratie- en Nominatiecommissie de feitelijke resultaten van ING beoordeeld ten opzichte van de doelstellingen voor 2005. In 2005 heeft ING gemiddeld de drie financiële doelstellingen van de Groep overtroffen, wat resulteerde in 141% van de doelstelling voor deze component. De score voor de individuele prestaties van de Raad van Bestuur was gemiddeld 175%. De externe accountant van ING heeft beoordeeld in welke mate de doelstellingen, zowel voor de Groep als individueel, zijn gerealiseerd. De tabel op blz. 68 toont de remuneratie in contanten van de leden van de Raad van Bestuur. Voor oud-leden van de Raad van Bestuur was de remuneratie EUR 681.000 in 2004 en EUR 1.746.000 in 2003. Langetermijnbonus Raad van Bestuur 2005 Voor het langetermijnbonusplan voor de Raad van Bestuur wordt gebruik gemaakt van twee instrumenten: aandelenopties en prestatieaandelen. Zoals eerder aangegeven, heeft de Raad van Bestuur een identiek plan aangenomen voor het gehele topkader van ING. Dit betekent dat meer dan 7.000 managers aan een soortgelijk plan deelnemen. De langetermijnbonus 2005 was voor elk lid van de Raad van Bestuur vastgesteld op 75% van het basissalaris bij het behalen van de doelstellingen. De uiteindelijke bonus hangt af van het kortetermijnbonusplan van de Groep en varieert van 50% van de doelstelling (wanneer de kortetermijnbonus 0% is) tot 150% (wanneer de kortetermijnbonus 200% is). Aangezien de kortetermijnbonus over 2005 met betrekking tot de Groepsdoelstellingen uitkwam op 141%, is de toegekende langetermijnbonus 120% van de doelstelling. Het aantal opties en prestatieaandelen wordt vastgesteld op basis van de referentiekoers – de slotkoers per 31 december 2005 (EUR 29,30) – en een berekening van de marktwaarde van opties en prestatieaandelen (gebaseerd op een optiewaarderingsmodel). De toekenning is onderhevig aan de goedkeuring door de aandeelhouders van het maximum aantal opties en prestatieaandelen dat aan de Raad van Bestuur wordt toegekend op basis van het langetermijnbonusplan 2005. De toekenning van opties en prestatieaandelen aan de individuele leden van de Raad van Bestuur is opgenomen in de tabel omtrent de langetermijnbonus op pagina 69. De uitoefenprijs van de opties is gelijk aan de openingskoers van het aandeel ING Groep op 12 mei 2006 op de Euronext Amsterdam aandelenbeurs. De prestatieaandelen zijn begin 2006 toegekend; het definitieve aantal zal afhangen van de positie binnen de referentiegroep na afloop van de periode
ING Groep Jaarverslag 2005
67
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
REMUNERATIERAPPORT (vervolg)
Pensioenen De eerste tabel op pagina 70 toont de pensioenkosten van de leden van Raad van Bestuur. Voor oud-leden van de Raad van Bestuur bedroegen de pensioenkosten EUR 887.000 in 2004 en EUR 586.000 in 2003.
van drie jaar (2006 – 2008) zoals aangegeven in de desbetreffende tabel op pagina 65. De tabel op pagina 69 toont de langetermijnbonus van de leden van de Raad van Bestuur. Voor oud-leden van de Raad van Bestuur was de markt-waarde van de langetermijnbonus nihil in 2004 en EUR 481.000 in 2003.
REMUNERATIE IN CONTANTEN VAN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR Bedragen in duizenden euro’s
2005
2004
2003
MICHEL TILMANT(1) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
1.289 1.520 2.809
1.250 866 2.116
1.172 366 1.538
CEES MAAS(1) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
697 806 1.503
677 530 1.207
634 333 967
ERIC BOYER DE LA GIRODAY(2) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
850 945 1.795
574 445 1.019
FRED HUBBELL(3) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
1.120 1.270 2.390
1.121 855 1.976
ELI LEENAARS(2) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
634 705 1.339
428 321 749
ALEXANDER RINNOOY KAN Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
634 705 1.339
634 493 1.127
HANS VERKOREN(2) Basissalaris Kortetermijnbonus Totale beloning in contanten
634 705 1.339
428 335 763
1.232 647 1.879
634 333 967
De heren Tilmant en Maas ontvingen een salarisverhoging van 10% nadat zij in april 2004 tot respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van de Raad van Bestuur werden benoemd. De heren Boyer de la Giroday, Leenaars en Verkoren zijn met ingang van 28 april 2004 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid als lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. De cijfers voor 2004 geven dus een gedeeltelijk jaar als lid van de Raad van Bestuur weer. (3) De heer Hubbell ontvangt zijn salaris in US-dollars. Het jaarsalaris in dollars wordt omgerekend in euro’s tegen de gemiddelde koers in dat jaar. (1)
(2)
68
ING Groep Jaarverslag 2005
LANGETERMIJNBONUS VAN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR(1) Bedragen in duizenden euro’s
2005
2004
2003
MICHEL TILMANT Aantal opties Aantal aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus(2)
108.200 19.300 1.160
82.600 15.000 661
41.250 13.750 481
CEES MAAS Aantal opties Aantal aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus(2)
58.500 10.400 628
51.200 9.300 410
41.250 13.750 481
ERIC BOYER DE LA GIRODAY(3) Aantal opties Aantal aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus(2)
71.400 12.800 765
43.400 7.900 347
FRED HUBBELL(4) Aantal opties Aantal aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus(2)
0 0 1.008
84.700 15.400 678
ELI LEENAARS(3) Aantal opties Aantal aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus(2)
53.200 9.500 571
32.400 5.900 259
ALEXANDER RINNOOY KAN(4) Aantal opties Aantal aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus(2)
0 0 571
48.000 8.700 384
HANS VERKOREN(3)(4) Aantal opties Aantal aandelen Marktwaarde van de langetermijnbonus(2)
0 0 571
32.400 5.900 259
41.250 13.750 481
41.250 13.750 481
Langetermijnbonussen worden toegekend in het jaar volgend op het verslagjaar (de bonus voor de prestaties in 2003 werd in 2004 toegekend). Voor hun prestaties in 2002 (toegekend in 2003) zijn aan elk lid van de Raad van Bestuur 7.000 voorwaardelijke aandelen toegekend, met als voorwaarde dat betrokkene nog in dienst is van de onderneming. De voorwaardelijke aandelen werden in mei 2005 onvoorwaardelijk en werden dienovereenkomstig aan de leden van de Raad van Bestuur geleverd. De totale lasten uit hoofde van de voorwaardelijke aandelen (EUR 604.000) werden gedurende de wachttijd pro rata verantwoord. Met ingang van het prestatiejaar 2003 vonden toekenningen aan de leden van de Raad van Bestuur plaats uit hoofde van het nieuwe langetermijnbonusplan dat door de AVA in 2004 is goedgekeurd. Het plan voorziet in een combinatie van opties en voorwaardelijke prestatieaandelen gebaseerd op een 50/50-verdeling van de waarde. De verhouding tussen opties en prestatieaandelen varieert ieder jaar als gevolg van de marktwaardeberekening en de 50/50-verdeling in waarde. De wachttijd voor de prestatieaandelen is drie jaar. De kosten van de prestatieaandelen worden gedurende de periode van drie jaar pro rata opgenomen. Op basis van de berekening van de marktwaarde voor het prestatiejaar 2003 was de verhouding tussen opties en prestatieaandelen 3 : 1. Op basis van de berekening van de marktwaarde voor het prestatiejaar 2004 was de verhouding tussen opties en prestatieaandelen 5,5 : 1. Voor het prestatiejaar 2005 wordt door de Raad van Commissarissen voorgesteld de leden van de Raad van Bestuur in mei 2006 (na de AVA) een combinatie van opties en prestatieaandelen toe te kennen (gebaseerd op een 50/50-verdeling van de waarde), zoals weergegeven in bovenstaande tabel. Op basis van de berekening van de marktwaarde voor het prestatiejaar 2005 is de verhouding tussen opties en prestatieaandelen 5,6 : 1. (2) De marktwaarde van de langetermijnbonus geeft de geschatte marktwaarde weer op de datum van toekenning, op basis van een marktwaardeberekening. De waardeberekening van aan de Raad van Bestuur toegekende opties en prestatieaandelen geschiedt jaarlijks. (3) De heren Boyer de la Giroday, Leenaars en Verkoren zijn met ingang van 28 april 2004 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de beloning weer die zij in hun hoedanigheid als lid van de Raad van Bestuur hebben ontvangen. (4) Omdat de heren Hubbell en Verkoren in 2006 met pensioen gaan en de heer Rinnooy Kan in 2006 ING verlaat, ontvangen zij hun langetermijnbonus over 2005 in contanten in plaats van in opties en aandelen (1)
ING Groep Jaarverslag 2005
69
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
REMUNERATIERAPPORT (vervolg)
PENSIOENLASTEN VAN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR(1) Bedragen in duizenden euro’s
2005
2004
2003
Michel Tilmant(2) Cees Maas Eric Boyer de la Giroday(3) Fred Hubbell(4) Eli Leenaars(3) Alexander Rinnooy Kan Hans Verkoren(3)
685 482 482 395 255 483 306
467 345 260 462 102 346 109
412 361 273 327
Ter wille van de vergelijkbaarheid zijn de pensioenlasten van de onderneming herberekend volgens IAS 19, waarbij voor de jaren 2003-2005 van algemene aannames is uitgegaan. De cijfers over 2003 zijn aangepast. (3) De heren Boyer de la Giroday, Leenaars en Verkoren zijn met ingang van 28 april 2004 benoemd tot lid van de Raad van Bestuur. De bedragen voor deze leden geven de pensioenkosten weer in hun hoedanigheid als lid van de Raad van Bestuur. (4) De pensioenlasten van Fred Hubbell zijn omgerekend van US-dollars in euro’s tegen de gemiddelde koers van dat jaar. (1)
(2)
Leningen De navolgende tabel geeft een overzicht van de leningen en voorschotten verstrekt aan leden van de Raad van Bestuur en die op 31 december 2005, 2004 en 2003 openstonden. De leningen aan de bestuurders werden verstrekt onder de normale bedrijfsuitoefening en zijn verstrekt op voorwaarden die gelden voor alle personeelsleden. De Raad van Commissarissen heeft de leningen goedgekeurd. In 2004 is een lening verstrekt aan Fred Hubbell van EUR 100.000, die vóór 31 december 2004 geheel werd afgelost. De gemiddelde rente op die lening bedroeg 4,7%. In overeenstemming met ING’s expatriatebeleid, heeft ING in 2005 een bedrag van EUR 18.465 vooruitbetaald met het oog op de door Eli Leenaars verschuldigde Nederlandse belasting over US-opties die in 2002 zijn toegekend en in maart 2005 vrijkwamen. Hij heeft dit bedrag vóór 31 december 2005 terugbetaald. LENINGEN EN VOORSCHOTTEN AAN DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
446 31 222
4,0% 4,3% 4,7%
699
4,2%
Bedragen in duizenden euro’s
Cees Maas Eric Boyer de la Giroday Hans Verkoren Alexander Rinnooy Kan
Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
3 71
446 34 293
4,0% 4,3% 4,8%
3 16
74
773
4,3%
19
Aflossingen 2005
Aflossingen 2004
Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
446
4,0%
15
889 1.335
3,4% 3,6%
15
Aflossingen 2003
Aandelen Leden van de Raad van Bestuur zijn gerechtigd (certificaten van) aandelen ING Groep te houden als langetermijnbelegging. De onderstaande tabel toont het aandelenbezit van leden van de Raad van Bestuur. (CERTIFICATEN VAN) AANDELEN ING GROEP GEHOUDEN DOOR LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR(1) 2005
LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR Michel Tilmant Cees Maas Fred Hubbell Alexander Rinnooy Kan (1)
7.764 7.764 1.101.731 7.764
Aantal aandelen 2004 2003
1.107.717
1.104.100
Inclusief (certificaten van) aandelen ING Groep gehouden door naaste familieleden.
70
ING Groep Jaarverslag 2005
INFORMATIE OVER DE OPTIES EN HET VERLOOP GEDURENDE HET BOEKJAAR VAN DE DOOR DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR GEHOUDEN OPTIES PER 31 DECEMBER 2005
Aantal opties
Openstaand per 31 december 2004
Michel Tilmant
20.000 15.000 30.000 20.000 21.000 14.000 35.000 41.250
Cees Maas
50.000 50.000 35.000 35.000 41.250
Eric Boyer de la Giroday
2.000 10.000 4.000 3.000 4.000 17.800
Fred Hubbell
50.000 50.000 35.000 35.000 41.250
Eli Leenaars
3.300 10.000 22.400 31.000 7.850 9.654 6.436
Niet Openstaand geaccepteerd per 31 Toegekend Uitgeoefend of verlopen december (1) in 2005 in 2005 in 2005 2005
20.000 15.000
82.600 50.000
51.200
53.400 50.000
84.700
41.700 Alexander Rinnooy Kan
12.000 50.000 35.000 35.000 41.250
Hans Verkoren
12.000 20.000 23.000 30.000 17.800
12.000
48.000 12.000
42.800 (1)
0 0 30.000 20.000 21.000 14.000 35.000 41.250 82.600 0 50.000 35.000 35.000 41.250 51.200 2.000 10.000 4.000 3.000 4.000 17.800 53.400 0 50.000 35.000 35.000 41.250 84.700 3.300 10.000 22.400 31.000 7.850 9.654 6.436 41.700 0 50.000 35.000 35.000 41.250 48.000 0 20.000 23.000 30.000 17.800 42.800
Uitoefenprijs in euro’s
Uitoefenprijs in US-dollars
28,30 28,68 35,26 35,80 29,39 29,50 12,65 17,69 21,67 28,68 35,26 29,39 12,65 17,69 21,67 26,10 28,30 35,80 28,60 12,55 17,69 21,67 28,68 35,26 29,39 12,65 17,69 21,67 25,25 27,28 31,96 25,72 12,55 18,75 18,71 21,67 28,68 35,26 29,39 12,65 17,69 21,67 28,68 35,26 29,39 12,65 18,71 21,67
Expiratiedatum
3 apr 2005 3 apr 2005 15 mrt 2006 15 mrt 2006 11 mrt 2012 11 mrt 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 3 apr 2005 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 28 mei 2009 3 apr 2010 15 mrt 2011 27 mei 2012 3 mei 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 3 apr 2005 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 1 apr 2009 3 apr 2010 15 mrt 2011 11 mrt 2012 3 mrt 2013 15 mrt 2014 15 mrt 2014 13 mei 2015 3 apr 2005 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 14 mei 2014 13 mei 2015 3 apr 2005 15 mrt 2006 11 mrt 2012 3 mrt 2013 15 mrt 2014 13 mei 2015
Niet geaccepteerd op datum toekenning of verlopen per expiratiedatum.
ING Groep Jaarverslag 2005
71
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
REMUNERATIERAPPORT (vervolg)
REMUNERATIESTRUCTUUR RAAD VAN BESTUUR 2006 Beleid voor 2006 Ten aanzien van het remuneratiebeleid voor 2006 bouwt de Raad van Commissarissen voort op het beleid dat in 2003 werd ingevoerd, waarbij de ontwikkeling naar een meer prestatiegerichte bedrijfscultuur wordt bevorderd. De afgelopen vier jaar is het totale beloningspakket van de Raad van Bestuur geleidelijk naar de gangbare beloningsniveaus binnen Europa toegegroeid door een verhoging van de doelstellingsniveaus (als percentage van het basissalaris) van zowel de kortetermijnbonus als de langetermijnbonus. Basissalaris Raad van Bestuur 2006 Het basissalaris zal in 2006 niet worden verhoogd. Er zal jaarlijks een marktanalyse worden uitgevoerd om aansluiting met de concurrentie te behouden. Kortetermijnbonus Raad van Bestuur 2006 Aangezien de Raad van Commissarissen nadruk wil blijven leggen op de variabele, prestatiegerelateerde beloning, heeft de Raad besloten om het doelniveau van de kortetermijnbonus te verhogen tot 100% van het basissalaris. De feitelijke uitbetaling kan variëren van 0% tot 200% van de bonus bij het behalen van de doelstelling, resulterend in een uitbetaling van tussen 0% en 200% van het basissalaris. De samenstelling van de kortetermijnbonus is voor 2006 gelijk aan die voor 2005: 70% wordt bepaald aan de hand van vooraf opgestelde financiële prestatiemaatstaven voor ING Groep en 30% op basis van de individuele prestatiedoelstellingen die voor ieder lid van de Raad van Bestuur zijn opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen is van mening dat in 2006 de kortetermijnbonus voor de leden van de Raad van Bestuur
72
ING Groep Jaarverslag 2005
wat betreft het Groepsresultaat gemeten moet worden op basis van dezelfde drie financiële criteria die in 2005 zijn gehanteerd: nettowinst, totale operationele bedrijfslasten en het rendement op het economisch kapitaal. De doelstellingen zijn uitdagend. De onderneming blijft vooruitgang boeken met de implementatie van economische winst en embedded value-winst en naar verwachting zullen deze winstbegrippen als financiële prestatiecriteria worden ingevoerd voor de variabele beloning over 2007. Langetermijnbonus Raad van Bestuur 2006 De Raad van Commissarissen is van plan om het percentage van de nominale langetermijnbonus te bepalen op 100% van het basissalaris (hetzelfde doelstellingspercentage als de kortetermijnbonus) bij het behalen van de doelstellingen. Dit percentage kan variëren van 50% tot 150% van de doelstelling (tussen 50% en 150% van het basissalaris). De structuur voor de langetermijnbonus voor 2006 blijft gelijk aan die voor 2003 (de totale toegekende nominale waarde zal worden verdeeld over opties en prestatieaandelen). Net zoals in 2005 zal de Raad van Commissarissen eind 2006 het totale aantal aan de leden van de Raad van Bestuur toe te kennen opties en prestatieaandelen gerelateerd aan de lange termijn vaststellen, op basis van het behalen van de drie vooraf vastgestelde financiële doelstellingen die in het kortetermijnbonusplan van 2006 zijn gedefinieerd. Pensioenregeling Raad van Bestuur 2006 De Raad van Commissarissen wil in de loop van 2006 de pensioenregeling van de Raad van Bestuur herzien met als doel over te schakelen van een ‘defined benefit scheme’ (regeling gebaseerd op vaste uitkeringen) op een ‘defined contribution scheme’ (regeling gebaseerd op vaste bijdragen), met een uitkeringsniveau dat vergelijkbaar is met de huidige ‘defined benefit’ pensioenregeling van de Raad van Bestuur.
geeft lidmaatschap van een commissie van de Raad van Commissarissen recht op een aanvullende beloning en onkostenvergoeding, hetgeen niet geldt voor de voorzitter en de vice-voorzitter. De tabel geeft de remuneratie en onkostenvergoedingen weer per lid van de Raad van Commissarissen voor 2005 en voorgaande jaren. De remuneratie van voormalige leden van de Raad van Commissarissen die voor 2005 aftraden, bedroeg EUR 89.000 in 2003.
REMUNERATIE RAAD VAN COMMISSARISSEN Remuneratie De remuneratie van de voorzitter en de vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen bedraagt EUR 68.100 per jaar, inclusief EUR 6.810 onkostenvergoeding. De overige leden ontvangen een remuneratie van EUR 38.600, inclusief EUR 2.270 onkostenvergoeding. Naast deze remuneratie
REMUNERATIE VAN DE LEDEN EN OUD-LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Bedragen in duizenden euro’s
LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Cor Herkströter Eric Bourdais de Charbonnière(1) Luella Gross Goldberg Paul van der Heijden Claus Dieter Hoffmann Jan Hommen(2) Aad Jacobs Wim Kok Godfried van der Lugt Paul Baron de Meester(3) Karel Vuursteen OUD-LEDEN RAAD VAN COMMISSARISSEN Christine Lagarde(4) Jan Timmer(5)
2005
2004
2003
68 65 44 43 49 24 51 40 39 58 39 520
68 29 44 44 46
68 40 44 32
49 39 39 57 39 454
43 39 29 52 39 386
10 19 549
54 508
46 432
Lid vanaf april 2004, vice-voorzitter vanaf februari 2005. Lid vanaf juni 2005 Inclusief een aanvullend bedrag om in overeenstemming te komen met zijn voormalige beloning als lid van de Raad van Commissarissen van BBL. (4) Benoemd in april 2005 en afgetreden in juni 2005 (5) Vanaf april 2005 gepensioneerd (1) (2) (3)
Voorstel tot verhoging remuneratie van de Raad van Commissarissen Op de agenda van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2006 is een voorstel ingediend voor een verhoging van de jaarlijkse remuneratie van de leden van de Raad van Commissarissen, gebaseerd op drie overwegingen: a) de verdere groei en internationalisering van ING Groep sinds de laatste verhoging van de remuneratie in 1998, b) de noodzaak een marktconforme vergoeding te bieden teneinde uitstekende bestuurders met internationale kennis en ervaring te kunnen aantrekken en behouden, en c) het bredere en veeleisender takenpakket van de Raad van Commissarissen en zijn commissies, als gevolg van de internationale ontwikkelingen op het gebied van corporate governance en compliance.
De verhoging van de remuneratie voor de Raad van Commissarissen zou per 1 juli 2006 als volgt zijn: voorzitter EUR 75.000 (was EUR 61.260), vice-voorzitter EUR 65.000 (was EUR 61.260), overige leden EUR 45.000 (was EUR 36.300), voorzitter van de Audit Committee EUR 8.000 (was EUR 1.360), leden van de Audit Committee EUR 6.000 (was EUR 1.360), voorzitters van de overige commissies van de Raad van Commissarissen EUR 7.500 (was EUR 1.360), leden van deze overige commissies EUR 5.000 (was EUR 1.360). Naast de remuneratie hebben leden van de Raad van Commissarissen recht op onkostenvergoedingen die deels vast zijn en deels gerelateerd zijn aan de gemaakte kosten.
ING Groep Jaarverslag 2005
73
1.3
GOVERNANCE EN COMPLIANCE
REMUNERATIERAPPORT (vervolg)
Leningen en voorschotten Per 31 december 2005 bedroeg het totaal aan openstaande leningen en voorschotten aan de Raad van Commissarissen EUR 1,6 miljoen, met een gemiddelde rente van 4,7%. Dit bedrag betrof een lening aan de heer A.G. Jacobs. Er stonden geen leningen en voorschotten aan andere leden van de Raad van Commissarissen open. Per 31 december 2004 bedroeg het totaal aan openstaande leningen en voorschotten aan de Raad van Commissarissen EUR 1,6 miljoen, met een gemiddelde rente van 4,7%. Dit bedrag betrof een lening aan de heer A.G. Jacobs. Er stonden geen leningen en voorschotten aan andere leden van de Raad van Commissarissen open.
Per 31 december 2003 bedroeg het totaal aan openstaande leningen en voorschotten aan de Raad van Commissarissen EUR 1,8 miljoen, met een gemiddelde rente van 4,7%. Dit bedrag betrof een lening aan de heer A.G. Jacobs van EUR 1,6 miljoen, met een gemiddelde rente van 4,7% en een lening aan de heer P.J.A. baron de Meester van EUR 0,2 miljoen, met een gemiddelde rente van 4,8%. Er stonden geen leningen en voorschotten aan andere leden van de Raad van Commissarissen open. (Certificaten voor) aandelen en opties ING Groep Leden van de Raad van Commissarissen is het toegestaan (certificaten voor) aandelen ING Groep als langetermijnbelegging te houden. De onderstaande tabel toont de aandelen gehouden door de leden van de Raad van Commissarissen. Leden van de Raad van Commissarissen bezaten geen ING-opties aan het einde van 2005.
(CERTIFICATEN VAN) AANDELEN ING GROEP GEHOUDEN DOOR LEDEN VAN DE RAAD VAN COMISSARISSEN(1) Aantal (certificaten van) aandelen 2005 2004 2003
LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Cor Herkströter Luella Gross Goldberg Paul van der Heijden Paul Baron de Meester Karel Vuursteen (1)
1.616 6.814 0 5.550 1.510
1.616 6.701 1.716 5.550 1.510
Inclusief (certificaten van) aandelen ING Groep gehouden door naaste familieleden.
74
ING Groep Jaarverslag 2005
1.616 6.369 1.716 5.276 1.510
ONDERNEMINGSRADEN EN RAAD VAN ADVIES
CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD per 1 januari 2006 Josine Sips, voorzitter Paul de Widt, secretaris Wim Evers, plv. voorzitter Gerard Dekkers, plv. secretaris Goof Bode, Hans de Boer, Hans van den Brink, Eric van den Broek, Petra Delhez, Wim Dijkhuizen, Jeffrey Dinsbach, Rob Eijt, Ger Heijboer, Jan Hertog, Bas Hofstee, Ben van Kessel, Jan Kuijper, René van der Linden, Remko Roos, Anja Rozendaal, André Schat, Bernard Wempe, Paul Zoet EUROPESE ONDERNEMINGSRAAD per 1 januari 2006 Mathieu Blondeel, voorzitter, België Mirjam Busse, secretaris, Nederland Adriana Dumitrescu, plv. voorzitter, Roemenië Marcel Koopman, plv. secretaris, Nederland Jean-Claude Van Den Abeele, Freddy Dekerf, Olivier Vandueren, Dirk Verstrepen, België Evetta Mircheva, Bulgarije Thomas Meder, Klaus Eichwald, Duitsland Hervé Laurent, Sebastien Barthe, Frankrijk Maria Tapini Orianou, Griekenland Laszlo Szabo, Hongarije Alan Maher, Ierland Arsène Kihm, Denis Richard, Luxemburg Bob Bohlander, Eric van den Broek, Wim Evers, Bas Hofstee, Gerlinde Korterik, Maarten Kramer, Paul Zoet, Nederland Mieczyslaw Bielawski, Mariusz Cieslik, Jaroslaw Szczesny, Polen José Sanz Gomez, Gregorio Tejedor Mingo, Spanje Marie Martinkova, Tsjechië Mike Sharman, Sati Khaira, Verenigd Koninkrijk Thomas Wipf, Zwitserland
RAAD VAN ADVIES ING GROEP Gerlach Cerfontaine, voorzitter, voorzitter Raad van Bestuur Schiphol Group Yuan Chen, president Staatsontwikkelingsbank, China Hans Eggerstedt, voormalig lid Raad van Bestuur Unilever Marc Eyskens, voormalig Eerste Minister van België Frits Goldschmeding, oud-president Randstad Holding Louise Gunning-Schepers, voorzitter Raad van Bestuur AMC Loek Hermans, voorzitter MKB Nederland Jim Heskett, Professor Emeritus of Business Logistics, Harvard University, VS Rudy van der Meer, voormalig lid Raad van Bestuur AKZO Nobel Paul Nouwen, oud-hoofddirecteur ANWB Petra Roth, burgemeester Frankfurt am Main, Duitsland George Verberg, oud-president Nederlandse Gasunie Eckart Wintzen, directeur Ex’tent Sinds de oprichting van de Raad van Advies van ING Groep in 1996 werden ook regionale raden van advies opgericht. Dit leidde tot steeds meer overlappingen. Om die reden hebben de Raad van Bestuur en de Raad van Advies van ING Groep gezamenlijk besloten de activiteiten van de Raad van Advies in zijn huidige samenstelling per 1 januari 2006 te beëindigen. De Raad van Bestuur wil de leden van de Raad van Advies graag dankzeggen voor hun toewijding en waardevolle bijdragen door de jaren heen.
ING Groep Jaarverslag 2005
75
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP PER 31 DECEMBER voor winstbestemming
bedragen in miljoenen euro’s
ACTIVA Liquide middelen 1 Bankiers 2 Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 3 – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overige Beleggingen 4 – beschikbaar-voor-verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten 5 Herverzekeringscontracten 17 Deelnemingen 6 Beleggingen in onroerend goed 7 Gebouwen en bedrijfsmiddelen 8 Immateriële vaste activa 9 Overlopende acquisitiekosten 10 Overige activa 11 Totaal activa EIGEN VERMOGEN Eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap Belangen van derden Groepsvermogen 12
2005
2004
13.084 47.466
9.113 45.084
149.187 100.961 7.766
79.649 77.662
10.230 3.334 305.707 18.937 439.181 8.285 3.622 5.031 5.757 3.661 9.604 30.160 1.158.639
276.331 330.458 6.744 2.663 7.151 5.783 594 10.428 21.397 876.391
36.736 1.689 38.425
24.069 3.481 27.550
296 6.096 81.262 32.252 263.487 122.234 465.712
4.109 79.012 23.712 216.851 95.878 349.241
VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen 13 Achtergestelde leningen 14 Uitgegeven schuldbewijzen 15 Overige leningen 16 Verzekerings- en beleggingscontracten 17 Bankiers 18 Toevertrouwde middelen 19 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat 20 – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden 21 Totaal vreemd vermogen
11.562 39.007 1.120.214
26.197 848.841
Totaal eigen en vreemd vermogen
1.158.639
876.391
92.058 6.248
53.841
De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op bladzijde 100, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
76
ING Groep Jaarverslag 2005
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP VOOR DE JAREN EINDIGEND OP 31 DECEMBER
bedragen in miljoenen euro’s
2005
2004
BATEN Rentebaten uit de bancaire activiteiten Rentelasten uit de bancaire activiteiten Renteresultaat uit de bancaire activiteiten 22
48.176 39.109 9.067
25.448 16.707 8.741
Premie-inkomen 23 Opbrengst beleggingen 24 Winst en verliezen op beleggingen 25 Provisies 26 Herwaarderingsresultaat niet-handelsderivaten 27 Netto handelsresultaat 28 Overige baten 29 Totaal baten
45.758 9.915 930 3.747 47 426 1.251 71.141
43.617 9.730 649 3.779 888 755 68.159
LASTEN Verzekeringstechnische lasten 30 Mutatie voorziening dubieuze debiteuren 5 Overige bijzondere waardeverminderingen 31 Personeelskosten 32 Overige rentelasten 33 Overige bedrijfslasten 34 Totale lasten
47.120 109 76 7.646 969 6.327 62.247
45.384 453 22 7.667 1.019 5.874 60.419
Winst voor belastingen
8.894
7.740
Belastingen 35 Winst voor de periode (voor belang van derden)
1.379 7.515
1.709 6.031
Verdeling: Nettowinst toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap Belangen van derden Winst voor de periode
7.210 305 7.515
5.755 276 6.031
bedragen in euro’s
2005
2004
Winst per gewoon aandeel toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap 36 Verwaterde winst per gewoon aandeel 36 Dividend per gewoon aandeel 37
3,32 3,32 1,18
2,71 2,71 1,07
De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op bladzijde 137, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2005
77
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT VAN ING GROEP VOOR DE JAREN EINDIGEND OP 31 DECEMBER
bedragen in miljoenen euro’s
Winst voor belastingen Aanpassingen voor
– afschrijvingen – amortisatie van geactiveerde acquisitiekosten en VOBA – vermeerdering verzekeringstechnische voorzieningen en beleggingscontracten – mutatie voorziening dubieuze debiteuren – overige
Betaalde belastingen Mutaties in
– bankiers, niet terstond opeisbaar (te vorderen) – activa voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – overige financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – kredieten – overige activa – bankiers, niet terstond opeisbaar (verschuldigd) – toevertrouwde middelen – verplichtingen voor handelsdoeleinden – overige financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overige schulden Netto kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen en verstrekkingen
– groepsmaatschappijen en deelnemingen – voor-verkoop-beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa uit operationele lease-overeenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Desinvesteringen en aflossingen – groepsmaatschappijen en deelnemingen – voor-verkoop-beschikbare beleggingen – tot einde looptijd aangehouden beleggingen – beleggingen in onroerend goed – gebouwen en bedrijfsmiddelen – activa uit operationele lease-overeenkomsten – beleggingen voor risico van polishouders – overige beleggingen Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten 38
2005
2004
8.894 1.278 -1.141
7.740 563 -858
21.250 109 -1.303 -1.398 -720 -29.925 2.596
13.244 453 4.479 -1.163 -1.206 -4.417
-2.193 -62.709 -7.551 19.405 62.089 13.442
-14 -34.737 336 21.986 64.555
8.398 3.228 33.749
4.141 75.102
-1.109 -260.769 -1.030 -1.156 -540 -991 -41.781 -164 1.761 218.847 245 1.030 483 391 34.464 13 -50.306
-2.643 -262.293
Uitgifte achtergestelde leningen Aflossing achtergestelde leningen Leningen en schuldbewijzen Depots van herverzekeraars Uitgifte van gewone aandelen Uitgekeerd dividend Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
1.901 -177 7.842 93 114 -2.461 7.312
1.000 -410 26 309 1.037 -883 1.079
Netto kasstroom 39
-9.245
3.916
Liquiditeiten begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 Koersverschillen vreemde valuta Liquiditeiten eind van het jaar
11.588 692 300 3.335
7.715 -43 11.588
11.572 -21.321 13.084 3.335
12.382 -9.907 9.113 11.588
Liquiditeiten bestaan uit de volgende componenten Kortlopend overheidspapier 39 Bankiers Liquide middelen Liquiditeiten eind van het jaar
-1.169 -380 -950 -34.467 -103 1.520 197.070 1.123 192 388 29.382 65 -72.265
De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op bladzijde 152, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
78
ING Groep Jaarverslag 2005
GECONSOLIDEERD MUTATIE-OVERZICHT EIGEN VERMOGEN VAN ING GROEP VOOR DE JAREN EINDIGEND OP 31 DECEMBER
bedragen in miljoenen euro’s
Balans per 1 januari 2004 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen – herwaarderingen – overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) Koerverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Nettowinst voor de periode
Dividend Inkoop/verkoop van eigen aandelen Balans per 31 december 2004 (1)
Implementatie van IAS 32/39 en IFRS 4 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen – herwaarderingen – overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) – ongerealiseerde herwaarderingen overgeheveld naar latente winstdelingsverplichting aan polishouders en overlopende acquisitiekosten Ongerealiseerde herwaardering uit kasstroomhedges – herwaarderingen Aandelengerelateerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen Nettowinst voor de periode
Dividend(2) Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2005 (1) (2)
Totaal
Aandelen kapitaal
Agioreserve
19.340
612
8.064
Her- Reserve voor waarderings- koersverschillen reserve vreemde valuta
717 -587 -756 -626 5.755 5.129
Overige reserves
1.199
9.465
795 -737 58
-184 -184
-78 150 -572 -500
58
-184
5.755 5.255
-2.094 1.694 24.069
16 6 634
-1.227 1.688 8.525
1.257
-184
13.837
4.103
-104
-191
7.538
-556
-2.584
2.514 -663
2.148 -663
489
-123
-89
-89
764 63 1.217 3.806
764 251 2.411
919 1.408
63 47 -13
7.210 11.016
2.411
1.408
7.210 7.197
-2.461 9 36.736
-883
-2.461 530
9 8.343
11.206
668
15.989
slotdividend 2003 van EUR 0,49 per gewoon aandeel en interimdividend 2004 van EUR 0,49 per gewoon aandeel. slotdividend 2004 van EUR 0,58 per gewoon aandeel en interimdividend 2005 van EUR 0,54 per gewoon aandeel.
In 2005 bedroegen de latente belastingen over ongerealiseerde herwaarderingen EUR 363 miljoen (2004: EUR -48 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2005
79
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP ALGEMENE GRONDSLAGEN ING Groep past de International Financial Reporting Standards toe zoals aanvaard binnen de Europese Unie (“EU”). ING Groep heeft geen enkele International Financial Reporting Standard vervroegd toegepast. Recentelijk uitgebrachte standaarden die na 2005 van kracht zijn, zullen naar verwachting geen materiële uitwerking hebben op het eigen vermogen of winst voor de periode. IFRS-EU bevat een aantal keuzes voor het bepalen van de grondslagen voor financiële verslaggeving. De grondslagen zoals ING ze toepast, inclusief de keuzes die daarbij zijn gemaakt, zijn beschreven in de paragraaf “Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep”. In dit document wordt de term “IFRS-EU” gebruikt om te verwijzen naar International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU inclusief de keuzes die ING Groep heeft gemaakt met betrekking tot de opties toegestaan onder International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de EU. VERANDERINGEN IN WAARDERINGSGRONDSLAGEN Vanaf 2005 past ING Groep de door de EU goedgekeurde IFRS standaarden (“IFRS-EU”) toe. De vergelijkende cijfers over 2004 zijn aangepast zodat deze voldoen aan IFRS-EU. ING Groep heeft echter gebruik gemaakt van de in IFRS 1 geboden optie om de vergelijkende cijfers niet aan te passen voor IAS 32, 39 en IFRS 4. Hierdoor zijn financiële instrumenten en verzekeringscontracten in de vergelijkende cijfers over 2004 verwerkt conform de in voorgaande jaren toegepaste grondslagen (ING GAAP). Bepaalde vergelijkende cijfers met betrekking tot financiële instrumenten en verzekeringscontracten zijn daarom niet opgenomen. De effecten van de IFRS-EU implementatie zijn hieronder weergegeven onder “Effect van wijzigingen van waarderingsgrondslagen op resultaat en vermogen”. ING Groep heeft IFRS-EU met terugwerkende kracht geïmplementeerd met gebruikmaking van de volgende overgangsbepalingen: – Goodwill wordt alleen geactiveerd voor acquisities na 1 januari 2004. Goodwill op acquisities van voor die datum is ten laste van het vermogen gebracht en is niet aangepast; – Hedge accounting wordt toegepast op alle hedges die als hedge waren aangemerkt onder ING GAAP en die per 1 januari 2005 voldoen aan de hedge accounting criteria van IAS 39; – Actuariële verliezen op pensioenen en overige personeelsregelingen die niet in het resultaat waren verwerkt, zijn per 1 januari 2004 ten laste van het eigen vermogen gebracht; – De in het vermogen begrepen reserve valutakoersverschillen is per 1 januari 2004 op nul gesteld; – IFRS 2 (aandelengerelateerde beloningsregelingen) wordt toegepast voor regelingen die nog niet onvoorwaardelijk waren op 1 januari 2005 en die na 7 november 2002 van kracht zijn geworden.
80
ING Groep Jaarverslag 2005
EFFECT VAN WIJZIGINGEN VAN WAARDERINGSGRONDSLAGEN OP RESULTAAT EN VERMOGEN Het effect van de implementatie van IFRS-EU op het resultaat en het vermogen kan als volgt worden samengevat: EFFECT VAN WIJZIGINGEN VAN WAARDERINGSGRONDSLAGEN
Nettowinst 2004
bedragen in miljoenen euro’s
Bedragen volgens ING GAAP
5.968
Goodwill Onroerend goed Personeelsbeloningen Lease-overeenkomsten Voor-verkoop-beschikbare schuldbewijzen Verzekeringstechnische voorzieningen Derivaten/hedge accounting/reële waarde optie Kredieten Voorziening dubieuze debiteuren Participaties (venture capital) Koersverschillen vreemde valuta Resultaat verkoop geconsolideerde deelnemingen Overige Belastingen Rubricering eigen vermogen instrumenten – eigen vermogen IFRS-EU effect op resultaat en eigen vermogen
Bedragen volgens IFRS-EU (1) (2)
Effect IAS 32/39 en IFRS 4
Groepsvermogen 1 januari 2005(2)
24.844
29.361
29.361
-74 -3.169 -37
139 -72 -3.017 -37
59
59
9.922 -3.126 -977 465 623 90
139 -72 -3.017 -37 9.922 -3.067 -977 465 623 90
-20 42 -23 63
82 1.148
49 1.082
-213
-1.991
-1.797
-35 -2.460 -399 4.103
14 -1.378 -399 2.306
-213
-1.991
-14 -1.811
-1.442 56 2.717
-1.442 42 906
5.755
22.853
27.550
2.717
30.267
25 -407 107
Rubricering eigen vermogen instrumenten – belangen van derden Belangen van derden in het eigen vermogen IFRS-EU effect op resultaat en groepsvermogen
GroepsGroepsvermogen vermogen 1 januari 31 december 2004(1) 2004
IFRS zoals aanvaard binnen de EU, zonder IAS 32/39 en IFRS 4. IFRS zoals aanvaard binnen de EU, inclusief IAS 32/39 en IFRS 4.
Bij het afronden van de overgang op IFRS zoals aanvaard binnen de EU is het effect van de wijziging aangepast. Deze aanpassing heeft onder andere betrekking op het toepassen van de reële waarde optie. Deze aanpassingen zijn zowel samen als individueel niet significant. EFFECT VAN OVERGANG OP IFRS-EU
bedragen in miljoenen euro’s
Eerder gepresenteerd effect Aanpassingen Definitief effect
Nettowinst 2004
Groepsvermogen 1 januari 2004
Groepsvermogen 31 december 2004
Effect IAS 32/39 en IFRS 4
Groepsvermogen 1 januari 2005
-213
-1.991
-213
-1.991
-1.801 4 -1.797
4.222 -119 4.103
2.421 -115 2.306
VERKLARING VERSCHILLEN ING GAAP EN IFRS-EU De verklaring van de verschillen tussen de waarderingsgrondslagen zoals toegepast in de jaarrekening 2004 (ING GAAP) en IFRS-EU (zoals toegepast vanaf 2005) wordt hieronder weergegeven in de volgende paragrafen: – verschillen tussen ING GAAP en IFRS-EU zonder IAS 32, 39 en IFRS 4, welke vanaf 1 januari 2004 zijn toegepast in de vergelijkende cijfers over 2004; – verschillen als gevolg van de implementatie van IAS 32, 39 en IFRS 4 per 1 januari 2005. VERSCHILLEN TUSSEN ING GAAP EN IFRS ZONDER IAS 32, 39 EN IFRS 4 Goodwill Onder ING GAAP werd goodwill ten laste van het eigen vermogen gebracht. Onder IFRS-EU wordt alle goodwill ontstaan na 1 januari 2004 geactiveerd en jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen. Goodwill die voor 1 januari 2004 ten laste van het eigen vermogen is gebracht, wordt niet aangepast.
ING Groep Jaarverslag 2005
81
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) Onroerend goed – beleggingen in onroerend goed Onder IFRS-EU worden beleggingen in onroerend goed gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in het resultaat worden verantwoord. Onder ING GAAP werden beleggingen in onroerend goed ook gewaardeerd tegen reële waarde, maar werden waardemutaties ten laste of ten gunste van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen gebracht. Bij verkoop werd onder ING GAAP de cumulatieve herwaardering in het resultaat verantwoord. Onroerend goed – onroerend goed voor eigen gebruik Zowel onder IFRS-EU als onder ING GAAP wordt onroerend goed voor eigen gebruik gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij waardemutaties ten laste of ten gunste van het eigen vermogen worden gebracht. Onder IFRS-EU wordt, in tegenstelling tot ING GAAP, een afschrijvingslast in de winst- en verliesrekening verantwoord. Bij verkoop werd onder ING GAAP het aan de verkoop gerelateerde deel van de herwaarderingsreserve verantwoord in het resultaat. Onder IFRS-EU wordt geen resultaat bij verkoop verantwoord. Verder wordt de herwaarderingsreserve onder IFRS-EU op individuele basis bepaald waarbij negatieve herwaarderingsreserves ten laste van de winst- en verliesrekening worden gebracht. Negatieve herwaarderingsreserves werden onder ING GAAP gecompenseerd met positieve. Onroerend goed – onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Zowel onder IFRS-EU als onder ING GAAP wordt onroerend goed in ontwikkeling verantwoord tegen kostprijs; winst wordt verantwoord bij voltooiing. Echter, IFRS-EU is strikter bij het activeren van overheadkosten en de datum van voltooiing wordt anders gedefinieerd. Personeelsbeloningen De waarderingsgrondslagen voor pensioenen zijn onder IFRS-EU hetzelfde als onder ING GAAP. Bij de overgang op IFRS-EU zijn alle actuariële verliezen die niet in het resultaat waren verwerkt ten laste van het eigen vermogen gebracht. Onder IFRS-EU zijn verder additionele voorzieningen voor bepaalde personeelsbeloningen vereist. Personeelsbeloningen – aandelengerelateerde beloningsregelingen Onder IFRS-EU worden personeelsbeloningen in de vorm van aandelen en opties verantwoord in de winst- en verliesrekening tegen reële waarde over de periode waarin de rechten onvoorwaardelijk worden. Het merendeel van de regelingen wordt in aandelen afgerekend. Onder ING GAAP werd alleen de intrinsieke waarde in het resultaat verantwoord. Lease-overeenkomsten Onder ING GAAP werden lease-overeenkomsten waarbij ING de lessor is verantwoord als leningen. Onder IFRS-EU worden deze overeenkomsten gepresenteerd als gebouwen en bedrijfsmiddelen die lineair ten laste van de winst- en verliesrekening worden afgeschreven. Bonussen en kortingen worden onder IFRS-EU over de contractuele looptijd geamortiseerd, terwijl deze onder ING GAAP onmiddellijk in het resultaat werden verantwoord. Verzekeringstechnische voorzieningen Daar waar de amortisatie van overlopende acquisitiekosten over de looptijd van de polissen gebaseerd is op de verwachte toekomstige resultaten, wordt de amortisatie onder IFRS-EU aangepast voor de verschillen tussen ING GAAP en IFRS-EU. Koersverschillen vreemde valuta Koersverschillen met betrekking tot verzekeringstechnische voorzieningen en daaraan gerelateerde beleggingen werden onder ING GAAP verantwoord in het eigen vermogen. Onder IFRS-EU worden deze koersverschillen in de winst- en verliesrekening verantwoord. De koersverschillen op buitenlandse bedrijfsonderdelen worden zowel onder IFRS-EU als onder ING GAAP verantwoord in de reserve valutakoersverschillen in het eigen vermogen. Bij de overgang op IFRS-EU is deze reserve op nul gesteld. Resultaat op verkoop geconsolideerde deelnemingen Het verkoopresultaat onder IFRS-EU verschilt van dat onder ING GAAP door verschillen in boekwaarden ten tijde van de verkoop. Dit heeft met name betrekking op negatieve herwaarderingsreserves op onroerend goed voor eigen gebruik die onder IFRS-EU in het resultaat zijn verantwoord terwijl deze onder ING GAAP onderdeel uitmaakten van het verkoopresultaat (ook in 2004). Het effect onder resultaat op verkoop geconsolideerde deelnemingen wordt teniet gedaan door een tegengesteld bedrag onder onroerend goed, het totale effect is daardoor nihil. Belastingen De latente belastingen zijn aangepast naar aanleiding van de bovenstaande verschillen tussen ING GAAP en IFRS-EU.
82
ING Groep Jaarverslag 2005
VERSCHILLEN ALS GEVOLG VAN DE IMPLEMENTATIE VAN IAS 32, 39 EN IFRS 4 PER 1 JANUARI 2005 Voor-verkoop-beschikbare schuldbewijzen Onder IFRS-EU worden beursgenoteerde schuldbewijzen die geen deel uitmaken van de handelsportefeuille en ook niet worden aangehouden tot het einde van de looptijd gewaardeerd tegen reële waarde. De waardemutaties worden ten laste dan wel ten gunste van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen gebracht, terwijl gerealiseerde resultaten in het resultaat worden verantwoord. Onder ING GAAP werden deze instrumenten tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord. Gerealiseerde resultaten werden geamortiseerd over de resterende looptijd. Verzekeringstechnische voorzieningen Onder IFRS-EU worden bepaalde contracten die geen significant verzekeringsrisico bevatten verantwoord als beleggingscontracten die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs of reële waarde. Voor verzekeringscontracten met discretionaire winstdeling wordt een latente winstdelingsverplichting aan polishouders opgenomen onder IFRS-EU voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten van de aan het contract gerelateerde beleggingen. Bovendien wordt een latente winstdelingsverplichting aan polishouders opgenomen voor andere verschillen tussen ING GAAP en IFRS-EU op 1 januari 2005. Daar waar de amortisatie van overlopende acquisitiekosten over de looptijd van de polissen gebaseerd is op de verwachte toekomstige resultaten, wordt de amortisatie onder IFRS-EU via het vermogen aangepast om het effect weer te geven dat realisatie van ongerealiseerde beleggingsopbrengsten zou hebben gehad. Derivaten Onder IFRS-EU worden alle derivaten gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief de derivaten die besloten zijn in andere contracten. Onder ING GAAP werden derivaten aangehouden ter dekking van eigen posities gewaardeerd conform het afgedekte instrument, hetgeen meestal waardering tegen kostprijs inhield. Gerealiseerde resultaten werden over de resterende looptijd afgeschreven. Hedge accounting Onder IFRS-EU worden voor derivaten die onderdeel uitmaken van een kasstroomhedge of van een hedge van een nettoinvestering in buitenlandse bedrijfsonderdelen de waardemutaties in het vermogen verantwoord. Verantwoording in de winst- en verliesrekening van deze waardemutaties vindt plaats in dezelfde periode als waarin het afgedekte instrument in het resultaat wordt verantwoord. Voor reëlewaardehedges wordt het afgedekte instrument op reële waarde gewaardeerd voor zover dit het afgedekte risico betreft. De waardemutaties worden verantwoord in het resultaat. Deze waardemutaties compenseren (deels) de waardemutaties opgenomen in de winst- en verliesrekening van het derivaat dat als afdekkingsinstrument dient. Onder ING GAAP werden derivaten aangehouden ter dekking van eigen posities gewaardeerd conform het afgedekte instrument, hetgeen meestal waardering tegen kostprijs inhield. Reële waarde optie Als alternatief voor hedge accounting, kunnen financiële activa en passiva worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij alle waardemutaties in de winst- en verliesrekening worden verantwoord. De reële waarde optie wordt ook toegepast op bepaalde financiële passiva die worden gebruikt voor market-making activiteiten. Kredieten Zowel onder IFRS-EU als onder ING GAAP worden kredieten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Onder IFRS-EU worden bepaalde kosten en provisies geactiveerd en geamortiseerd terwijl deze onder ING GAAP direct in het resultaat werden verantwoord (bijvoorbeeld afsluitprovisies op hypotheken). De amortisatie van agio en disagio is onder IFRS-EU gebaseerd op de effectieverentemethode terwijl deze onder ING GAAP lineair werden geamortiseerd. Gerealiseerde resultaten worden onder IFRS-EU in het resultaat verantwoord. Onder ING GAAP werden deze geamortiseerd over de resterende looptijd (bijvoorbeeld bepaalde boeterente op hypotheken). Voorziening dubieuze debiteuren Onder IFRS-EU wordt de voorziening dubieuze debiteuren bepaald aan de hand van een herziene methodologie die gebaseerd is op een strikte interpretatie van een ‘incurred loss model’. De toepassing van de IFRS-EU methodologie heeft ervoor gezorgd dat het bedrag van algemene voorzieningen voor dubieuze debiteuren is gedaald. Deze voorzieningen waren gevormd vanwege bepaalde subjectieve aspecten en schattingen in het kredietbeoordelingsproces die niet in de voorzieningen voor individuele posten tot uitdrukking komen. Participaties (venture capital) Onder ING GAAP werden participaties gewaardeerd tegen kostprijs of lagere marktwaarde. Onder IFRS-EU worden participaties gewaardeerd tegen reële waarde.
ING Groep Jaarverslag 2005
83
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) Aandelen Onder ING GAAP werden negatieve herwaarderingen alleen in het resultaat verantwoord als dit een bijzondere waardevermindering was als gevolg van een verslechtering van de financiële positie van de uitgevende instantie. Onder IFRS-EU worden bijzondere waardeverminderingen ook veroorzaakt door een belangrijke of duurzame waardedaling onder de kostprijs. Dit heeft geen effect op het groepsvermogen per 1 januari 2005. Rubricering eigen vermogen instrumenten Onder ING GAAP werden preferente aandelen en zogenaamde ‘trust preferred securities’ gerubriceerd als eigen vermogen. Onder IFRS-EU moeten deze instrumenten als verplichtingen worden verantwoord. Belastingen De latente belastingen zijn aangepast naar aanleiding van de bovenstaande verschillen tussen ING GAAP en IFRS-EU. EFFECT VAN WIJZIGINGEN VAN WAARDERINGSGRONDSLAGEN OP HET GECONSOLIDEERDE KASSTROOMOVERZICHT EFFECT VAN OVERGANG OP IFRS-EU OP HET KASSTROOMOVERZICHT bedragen in miljoenen euro’s
Liquide middelen – ING GAAP Effect van consolidatie van SPE’s Liquide middelen – IFRS-EU
1 januari 2005
1 januari 2004
11.291 989 12.280
7.338 377 7.715
WIJZIGINGEN IN DE SAMENSTELLING VAN DE GROEP INVLOED VAN MEEST SIGNIFICANTE WIJZIGINGEN IN DE SAMENSTELLING VAN DE GROEP
bedragen in miljoenen euro’s
Activa Vreemd vermogen en belang van derden Eigen vermogen Totaal baten Nettowinst voor de periode
Voor aankoop/ verkoop
Na aankoop/ verkoop
Invloed 2005
Voor aankoop/ verkoop
Na aankoop/ verkoop
Invloed 2004
1.160.984 1.124.183 36.801 71.377 7.353
1.158.639 1.121.903 36.736 71.141 7.210
-2.345 -2.280 -65 -236 -143
889.202 865.263 23.939 68.211 5.700
876.391 852.322 24.069 68.159 5.755
-12.811 -12.941 130 -52 55
De invloed van een wijziging in de samenstelling van de groep wordt gedefinieerd als een verandering in de omvang van de activa, het vreemd vermogen, het eigen vermogen of de nettowinst welke het gevolg is van de aankoop of verkoop van een groepsmaatschappij vergeleken met de situatie waarin de aankoop of verkoop niet heeft plaatsgevonden. De invloed is verwerkt in het boekjaar waarin de aankoop of verkoop heeft plaatsgevonden. In februari 2005 heeft ING Groep internet service provider Freeler verkocht aan KPN. Het resultaat behaald met de verkoop bedroeg EUR 10 miljoen. In maart 2005 heeft ING Groep zijn aandeel in ING Bank Slaski teruggebracht van 87,77% naar 75% door aandelen op de beurs te verkopen. Met het verminderen van het aandeel in ING Bank Slaski voldoet ING Groep aan de vereisten zoals in 2001 gesteld door de Poolse toezichthouder. ING Groep heeft niet de intentie om het aandeel van 75% in ING Bank Slaski verder te verminderen. In maart 2005 heeft ING Groep een belang van 19,9% in Bank of Beijing verworven. De waarde van de transactie bedroeg EUR 166 miljoen. Bank of Beijing is de op een na grootste ‘city commercial bank’ in China en de op twee na grootste bank in Peking. In maart 2005 heeft ING Groep de verkoop afgerond van Baring Asset Management aan MassMutual Financial Group en Northern Trust Corp. Het nettoresultaat behaald met de verkoop bedroeg EUR 254 miljoen. In mei 2005 heeft ING Groep Life Insurance Company of Georgia verkocht aan een dochter van Prudential PLC’s, Jackson National Life Insurance Company. Het verlies op deze transactie bedroeg EUR 32 miljoen na belasting. In juni 2005 vormde ING Groep een private equity joint venture ter verwerving van Gables Residential Trust, een in de Verenigde Staten gevestigde vastgoed beleggingstrust. Gables Residential Trust is ontwikkelaar, aannemer, eigenaar en manager van hoogwaardige woningen. ING zal USD 400 miljoen inbrengen in het vermogen ter financiering van de transactie. De onderneming wordt beheerd door ING Clarion, een 100% deelneming van ING Groep.
84
ING Groep Jaarverslag 2005
In juni 2005 heeft ING Groep het 50% belang van GE Commercial Finance in NMB-Heller’s Nederlandse en Belgische factoring activiteiten verworven. De factoring activiteiten zijn ondergebracht in een nieuwe onderneming die opereert onder de naam ING Commercial Finance. GE Commercial Finance heeft ING’s 50% belang in het Duitse onderdeel van NMB-Heller, Heller GmbH, verworven. Beide transacties waren met terugwerkende kracht per 1 januari 2005 effectief. In augustus 2005 heeft ING Groep een portefeuille van onroerend goed in de UK overgenomen van Abbey National. De aankoopprijs bedroeg EUR 1,7 miljard. De portefeuille is verdeeld tussen verschillende beleggingsrekeningen. In oktober 2005 heeft ING Groep Eural NV gekocht van Dexia Bank België. Gedurende 2006 zal Eural fuseren met Record Bank, onderdeel van ING België. In november 2005 heeft ING Groep zijn aandeel in Austbrokers Holdings verkocht door de aandelen naar de beurs te brengen. Austbrokers is een van de meest vooraanstaande assurantiemakelaars in Australië. Het besluit tot verkoop van deze activiteiten is een gevolg van de verkoop van ING’s 50% belang in verzekeraar QBE Mercantile Mutual aan QBE in 2004. In december 2005 heeft ING Groep Arenda Holding BV verkocht aan ZBG, een Nederlandse particuliere investeringsmaatschappij. Arenda is aanbieder van comsumptieve kredieten. In 2004 heeft ING Groep het grootste deel van de Duitse activiteiten van ING Bank-BHF verkocht. In de transactie zijn begrepen asset management, private banking, financial markets en een deel van de bancaire activiteiten voor zakelijke klanten. De waarde van de transactie bedroeg EUR 600 miljoen. In 2004 heeft ING Groep de schade- en ongevallenverzekeringsactiviteiten van Allianz in Canada verworven. De goodwill bedroeg EUR 48 miljoen. In 2004 heeft ING Groep zijn aandeel in ING Canada Inc. teruggebracht van 100% naar 72,9% door 34.880.000 aandelen van ING Canada Inc. naar de beurs te brengen. De bruto opbrengsten hiervan bedroegen EUR 552 miljoen. In 2005 heeft het syndicaat van banken zijn optie uitgeoefend om 5.232.000 additionele aandelen te verwerven. Hiermee werd het belang van ING Groep teruggebracht naar 70%. In 2004 heeft ING Groep een medeverzekeringsovereenkomst met Scottish Re getekend, betreffende zijn individuele levensverzekeringsactiviteiten in de Verenigde Staten. Onder deze overeenkomst zullen alle activa gerelateerd aan deze activiteiten naar Scottish Re worden overgeheveld, terwijl de gerelateerde passiva door Scottish Re zullen worden herverzekerd. Overeenkomstig de overeenkomst heeft ING Groep een herverzekeringsprovisie ten bedrage van EUR 450 miljoen betaald. In 2004 heeft ING Groep het Nederlandse vastgoedfonds Rodamco Asia verworven. Als gevolg hiervan is het fonds verwijderd van Euronext in Amsterdam en de Frankfurt Stock Exchange. De goodwill bedroeg EUR 22 miljoen. In 2004 heeft ING Groep haar 100% deelneming CenE Bankiers verkocht aan Van Lanschot. CenE Bankiers is gespecialiseerd in private banking in Nederland. De waarde van de transactie bedroeg EUR 250 miljoen. In 2004 heeft ING Groep de Belgische middelgrote spaarbank Mercator verworven. Het bedrag aan negatieve goodwill bedraagt EUR 26 miljoen en is in de resultatenrekening verantwoord. In 2004 heeft ING Groep haar Aziatische cash equity activiteiten aan Macquarie Bank verkocht. De cash equity activiteiten bevatten verkoop, handel, research en effectenactiviteiten. In 2004 heeft ING Groep haar schadeverzekeringsbedrijf in Australië verkocht aan QBE Insurance Group. De waarde van de transactie bedroeg EUR 431 miljoen. BELANGRIJKSTE WAARDERINGSGRONDSLAGEN ING Groep heeft bepaald welke waarderingsgrondslagen het belangrijkst zijn voor haar bedrijfsactiviteiten en de interpretatie van haar resultaten. Bij het toepassen van deze belangrijkste waarderingsgrondslagen dienen complexe of subjectieve keuzes en inschattingen te worden gemaakt. Het betreft de regels voor het vaststellen van de verzekeringstechnische voorziening en en overlopende acquisitiekosten, het vaststellen van de voorziening voor dubieuze debiteuren, het bepalen van reële waardes van financiële activa en passiva en de personeelsbeloningen. Deze onderwerpen zijn van fundamenteel belang voor het bepalen van de vermogenspositie en de bedrijfsresultaten van ING Groep. Hierbij worden situaties beoordeeld, gebaseerd op financiële gegevens en informatie die in de tijd aan verandering onderhevig zijn. Het gebruik van andere aannames of financiële gegevens kan tot significant andere uitkomsten leiden. Voor een nadere beschouwing van deze waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar de betreffende toelichting op de geconsolideerde jaarrekening en naar de onderstaande informatie.
ING Groep Jaarverslag 2005
85
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) VERZEKERINGSTECHNISCHE VOORZIENINGEN, OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN EN ‘VALUE OF BUSINESS ACQUIRED’ (VOBA) Het vormen van de verzekeringstechnische voorzieningen, overlopende acquisitiekosten en VOBA is een proces dat van nature is omgeven met onzekerheden. In dit proces worden aannames gedaan met betrekking tot factoren zoals rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders en andere factoren, en, voor levensverzekeringen, aannames met betrekking tot de ontwikkeling van sterfte en invaliditeit. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. Veranderingen in aannames kunnen op den duur leiden tot veranderingen in de verzekeringstechnische voorzieningen. Daarbij kunnen sommige van deze aannames op korte termijn fluctueren. Daarnaast worden de voorzieningen voor levensverzekeringsverplichtingen verminderd met de overlopende acquisitiekosten en VOBA regelmatig op toereikendheid getoetst. In de test wordt de bestaande voorziening vergeleken met de beste op dat moment beschikbare inschatting van factoren zoals rechterlijke uitspraken, wetswijzigingen, sociale, economische en demografische trends, inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders en andere factoren en ontwikkelingen met betrekking tot sterfte en invaliditeit. Het gebruik van andere aannames in de test kan leiden tot een andere uitkomst. De verzekeringstechnische voorzieningen bevatten ook het effect van afgegeven minimale garanties begrepen in bepaalde levensverzekeringen. Dit effect is afhankelijk van het verschil tussen de potentiële minimale uitkeringen en het totale opgebouwde bedrag, verwachte sterfte en het percentage van afkopen. Bij het bepalen van de potentiële minimale uitkeringen wordt ook gebruik gemaakt van aannames met betrekking tot factoren zoals inflatie, beleggingsrendementen, gedrag van polishouders, ontwikkeling van sterfte en invaliditeit en andere factoren. Het gebruik van andere aannames voor deze factoren zou een materieel effect kunnen hebben op de verzekeringstechnische voorzieningen en verzekeringstechnische lasten. VOORZIENING VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN Voorzieningen voor dubieuze debiteuren worden bepaald op basis van een ‘incurred loss model’. Voor het bepalen van de hoogte van de voorziening voor dubieuze debiteuren (bijzondere waardevermindering) wordt gebruik gemaakt van de nodige schattingen gebaseerd op beoordelingen van het management van het risico in de portefeuille, huidige economische omstandigheden, geleden verliezen in de laatste jaren en trends in krediet, bedrijfstak en geografische concentraties. Veranderingen in dit soort schattingen en analyses kunnen leiden tot wijzigingen in de voorzieningen voor dubieuze debiteuren over de perioden. Het vaststellen van een bijzondere waardevermindering en het bepalen van de realiseerbare waarde is een van nature met onzekerheden omgeven proces waarbij gebruik wordt gemaakt van diverse aannames en omstandigheden, zoals de kredietwaardigheid van de tegenpartij, de verwachte toekomstige kasstromen, beurskoersen en verwachte verkoopprijzen. Toekomstige kasstromen in een portefeuille van financiële activa die op portefeuilleniveau wordt beoordeeld op bijzondere waardevermindering, worden op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en historische ervaringen met kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken geschat. De historische ervaringen worden aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten van omstandigheden die niet langer actueel zijn te elimineren. De recent waargenomen ontwikkelingen kunnen veranderingen bevatten met betrekking tot werkloosheidcijfers, prijzen van vastgoed en handelsgoederen. De methodologie en aannames voor het schatten van toekomstige kasstromen worden regelmatig herzien om mogelijke verschillen tussen geschatte en werkelijke verliezen te beperken. REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De reële waarde van financiële activa en passiva wordt bepaald aan de hand van beurskoersen. Marktprijzen worden verkregen van beurshandelaren, effectenmakelaars en onafhankelijke handelaren/marktpartijen. Over het algemeen worden financiële activa gewaardeerd tegen de biedprijs en financiële passiva tegen de laatprijs. In het geval dat posities tegen middenkoers worden gewaardeerd, wordt een correctie op de reële waarde berekend. Aanvullende correcties kunnen nodig zijn vanwege beperkte liquiditeit of verouderde data omdat bepaalde financiële instrumenten niet frequent worden verhandeld. Voor bepaalde financiële activa en passiva, inclusief niet-gestandaardiseerde derivaten, is geen beurskoers beschikbaar. Voor deze financiële activa en passiva wordt de reële waarde bepaald met behulp van waarderingstechnieken. Deze waarderingstechnieken houden onder andere rekening met contractuele marktprijzen, correlaties, tijdwaarde van geld, kredietwaardigheid, yield-curve volatiliteit en/of vroegtijdige aflossingsfaciliteiten van de onderliggende posities. Marktgegevens die in deze waarderingstechnieken worden gebruikt worden dagelijks herzien. Alle gebruikte waarderingstechnieken zijn goedgekeurd door de daartoe bevoegde interne organen. Modellen zijn van nature subjectief, het vaststellen van de reële waarde van financiële activa en passiva is dan ook in belangrijke mate afhankelijk van inschattingen. Modellen bevatten diverse veronderstellingen met betrekking tot onderliggende prijzen, yield-curve, correlaties and vele andere factoren. Het gebruik van andere waarderingtechnieken en aannames zou tot schattingen van reële waarden kunnen leiden die materieel afwijken.
86
ING Groep Jaarverslag 2005
Prijstesten worden uitgevoerd om vast te stellen of het waarderingsproces heeft geleid tot de juiste reële waarde van de positie en of deze waarderingen correct tot uitdrukking zijn gekomen in de winst- en verliesrekening. Het doel van deze prijstesten is het minimaliseren van het mogelijke risico op economische verliezen veroorzaakt door materieel onjuiste of verkeerd gebruikte modellen, die van toepassing zijn op zowel beursverhandelde posities als niet-gestandaardiseerde posities. PERSONEELSBELONINGEN Groepsmaatschappijen zijn met een groot deel van hun binnenlandse en internationale medewerkers verschillende ‘defined benefit’ pensioenregelingen overeengekomen. De voorziening voor ‘defined benefit plans’ is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De voorziening voor ‘defined benefit plans’ wordt bepaald aan de hand van interne en externe actuariële modellen en berekeningen. De pensioenverplichtingen worden berekend in overeenstemming met de ‘projected unit credit method’. Inherent aan deze actuariële modellen is het gebruik van aannames met betrekking tot disconteringsvoeten, stijgingspercentage van toekomstige salarissen en beloningsniveaus, sterfte, trends in kosten voor gezondheidszorg, consumenten prijsindex en verwacht beleggingsrendement. De aannames worden jaarlijks geactualiseerd en zijn gebaseerd op beschikbare marktinformatie en beleggingsrendementen uit het verleden. De actuariële aannames kunnen aanmerkelijk verschillen met de werkelijke resultaten vanwege veranderingen in marktomstandigheden, economische en sterftetrends en andere aannames. Iedere verandering in deze aannames kan een aanzienlijke invloed hebben op de hoogte van de voorziening voor ‘defined benefit plans’ en de toekomstige pensioenlasten. Verschillen tussen het verwacht en werkelijk rendement op belegging door veranderingen in actuariële aannames en aanpassingen van ervaringscijfers worden niet in de winst- en verliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van de cumulatieve wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijhorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht over het verwachte gemiddeld resterend aantal dienstjaren van de deelnemers. GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING GRONDSLAGEN VOOR CONSOLIDATIE ING Groep (“ING”, “de Groep”) omvat ING Groep N.V., ING Verzekeringen N.V., ING Bank N.V. en hun groepsmaatschappijen. De geconsolideerde jaarrekening van ING Groep omvat alle maatschappijen (inclusief Special Purpose Entities) waarin ING Groep en/of groepsmaatschappijen direct of indirect een overheersende zeggenschap hebben. Overheersende zeggenschap wordt verondersteld te bestaan indien ING Groep, direct of indirect via groepsmaatschappijen, meer dan de helft van de stemrechten bezit dan wel op andere wijze overheersende zeggenschap heeft. Alle intercompany transacties, saldi en ongerealiseerde winsten of verliezen op groepstransacties worden geëlimineerd. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van de Groep. De rapportagedata van groepsmaatschappijen zijn in het algemeen hetzelfde als die van ING Groep N.V. Er zijn geen materiële restricties voor het uitkeren van gelden van groepsmaatschappijen naar ING Groep N.V. ING Groep past proportionele consolidatie toe op haar aandeel in joint ventures. De financiële gegevens van joint ventures worden naar evenredigheid van het daarin gehouden belang opgenomen. Bij de proportionele consolidatie worden activa en passiva, baten en lasten en kasstromen naar evenredigheid van het belang opgenomen. Resultaten op transacties met joint ventures worden in de winst- en verliesrekening verantwoord voor het belang van andere deelnemers in de joint venture. Als ING Groep activa van de joint venture koopt, wordt het aandeel van ING Groep in de winst van de joint venture op die verkoop pas verantwoord als de activa zijn (door)verkocht aan een derde. Verliezen op vlottende activa of bijzondere waardevermindering van vaste activa worden direct verantwoord in de winst- en verliesrekening. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING overheersende zeggenschap heeft rekening gehouden met ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN AANNAMES Bij het opstellen van een jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. Deze schattingen en veronderstellingen zijn van invloed op de gerapporteerde omvang van de activa en het vreemd vermogen, de omvang van de voorwaardelijke verplichtingen per balansdatum en de gerapporteerde baten en lasten over het boekjaar. De werkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Het proces van vaststellen van aannames is omgeven door interne controle procedures en autorisaties en daarbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe onderzoeken, statistieken met betrekking tot de bedrijfstak, omgevingsfactoren en trends en toezichtsvereisten.
ING Groep Jaarverslag 2005
87
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) GESEGMENTEERDE INFORMATIE Een bedrijfssegment is een onderdeel van de Groep dat goederen voortbrengt of diensten verleent met een rendement- en risicoprofiel dat afwijkt van die van andere bedrijfssegmenten. Een geografisch segment is een onderdeel van de Groep dat producten verkoopt of diensten verleent in een geografisch gebied dat een van andere geografische gebieden afwijkend rendement- en risicoprofiel heeft. De geografische analyses zijn gebaseerd op de locatie van het kantoor waar de transacties zijn geïnitieerd. De bedrijfssegmenten zijn de primaire segmentatiebasis van ING Groep, de geografische segmenten vormen de secundaire segmentatiebasis. ANALYSE VAN HET VERZEKERINGSBEDRIJF Wanneer bedragen in verband met het verzekeringsbedrijf worden gesplitst in “leven” en “schade”, dan worden de verzekeringen voor ziekte en invaliditeit begrepen onder “schade”. VREEMDE VALUTA Functionele valuta en rapporteringsvaluta Balansposten van elke groepsmaatschappij worden gewaardeerd in de valuta van de economische omgeving waarin de entiteit voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten uitoefent (de functionele valuta). De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro’s, de functionele valuta en rapporteringsvaluta van ING Groep N.V. Transacties en balansposten Transacties in vreemde valuta worden bij de eerste verwerking omgerekend naar de functionele valuta tegen de koers die geldt op de transactiedatum. Koersverschillen die optreden bij de afwikkeling van deze transacties dan wel bij de omrekening van monetaire posten in vreemde valuta worden verantwoord in de winst- en verliesrekening, behalve als deze onderdeel uitmaken van een kasstroomhedge of een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen waarbij koersverschillen worden verantwoord in het eigen vermogen. Voor niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij de waardemutaties in het resultaat worden verantwoord, worden koersverschillen verantwoord als onderdeel van deze waardemutaties. Omrekening naar rapporteringsvaluta gebeurt voor deze posten gelijktijdig met de bepaling van de reële waarde. Voor niet-monetaire posten waarbij waardemutaties in het eigen vermogen worden verantwoord worden koersverschillen in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen verwerkt. Groepsmaatschappijen De activa, passiva, baten en lasten van groepsmaatschappijen met een andere functionele valuta dan de rapporteringsvaluta worden als volgt omgerekend: – Activa en passiva worden omgerekend tegen de slotkoers per balansdatum; – Baten en lasten worden omgerekend tegen gemiddelde koersen. Indien dit gemiddelde geen redelijke benadering is van verwerking tegen de koersen op transactiedatum, worden baten en lasten omgerekend tegen de koersen op transactiedatum; – Het resulterende omrekeningsverschil wordt in een aparte reserve in het eigen vermogen verwerkt. Koersverschillen op monetaire posten die onderdeel uitmaken van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen worden verantwoord in het eigen vermogen. Tevens worden van schulden en andere posten die zijn aangemerkt als afdekkingsinstrumenten van een dergelijke investering de koersverschillen in het eigen vermogen verwerkt. Bij verkoop van een buitenlands bedrijfsonderdeel wordt het aan dit bedrijfsonderdeel gerelateerde deel van de reserve valutakoersverschillen in het resultaat verantwoord als onderdeel van het resultaat op verkoop. Aanpassingen aan reële waarde die het gevolg zijn van acquisities van buitenlandse entiteiten en goodwill worden gezien als activa en passiva van het buitenlandse bedrijfsonderdeel en verwerkt tegen de slotkoers per balansdatum. REËLE WAARDE FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De reële waarde van financiële instrumenten die worden verhandeld op actieve markten, zoals verhandelbare derivaten, effecten in de handelsportefeuille en effecten beschikbaar voor verkoop, zijn gebaseerd op beurskoersen per balansdatum. Voor financiële activa wordt de biedprijs gehanteerd, voor financiële passiva is dat de laatprijs. De reële waarde van financiële instrumenten die niet worden verhandeld op actieve markten (zoals niet-gestandaardiseerde derivaten) wordt bepaald met behulp van waarderingstechnieken. De Groep gebruikt hiervoor verschillende methoden en hanteert veronderstellingen gebaseerd op de marktomstandigheden per balansdatum. DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING Derivaten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde op het moment van het aangaan van het contract. Na eerste verwerking wordt het derivaat gewaardeerd tegen reële waarde. Reële waarden worden gebaseerd op beurskoersen of recente transacties, of op waarderingtechnieken waarbij gebruik wordt gemaakt van kasstroommodellen en optiewaarderingsmodellen. Derivaten met een positieve marktwaarde worden als activa gepresenteerd, derivaten met een negatieve marktwaarde als passiva.
88
ING Groep Jaarverslag 2005
Bepaalde contracten die dienen om bescherming van kredieten tegen kredietrisico te kopen of te verkopen, zoals ‘credit default swaps’ zijn juridisch gezien derivaten, maar worden verantwoord als garanties. Als het derivaat onderdeel uitmaakt van een afdekkingsrelatie worden de waardemutaties anders verantwoord dan wanneer dit niet het geval is. Daarnaast is ook de soort afdekking van invloed op de verwerking. Derivaten kunnen door de Groep worden aangemerkt als (1) afdekking van de reële waarde van een actief of verplichting of van een vastgesteld deel daarvan (reëlewaardehedge); (2) afdekking van toekomstige kasstromen die toe te rekenen zijn aan een actief of verplichting of een verwachte transactie (kasstroomhedge) of (3) afdekking van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. Alleen indien aan bepaalde criteria is voldaan wordt hedge accounting voor deze afdekkingstransacties toegepast. Bij het afsluiten van afdekkingstransacties documenteert ING Groep de relatie tussen het afdekkingsinstrument en het afgedekte instrument, de doelstellingen ten aanzien van risicobeheer en de strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie. De Groep documenteert ook de beoordeling of de afdekking bij zowel het aangaan van de transactie als gedurende de transactie effectief is in het bereiken van compensatie van aan het afgedekte risico toe te rekenen veranderingen in reële waarde of kasstromen. Daarbij documenteert de Groep tevens de methode die wordt gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingstransactie te meten. Een in een contract besloten derivaat wordt gewaardeerd als een apart derivaat als er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico’s van het in een contract besloten derivaat en die van het basiscontract, als het basiscontract niet tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gewaardeerd en als een afzonderlijk instrument met dezelfde kenmerken zou voldoen aan de definitie van een derivaat. Deze in een ander contract besloten derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in het resultaat worden verwerkt. Reëlewaardehedges Samen met de waardemutaties van het afgedekte instrument die zijn toe te rekenen aan het afgedekte risico, worden de waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een reëlewaardehedge verantwoord in de winst- en verliesrekening. Als de afdekkingsrelatie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument in het geval van rentedragende waardepapieren geamortiseerd over de resterende looptijd van de afdekkingsrelatie of direct verantwoord zodra het afgedekte instrument niet langer in de balans wordt opgenomen. Voor instrumenten anders dan rentedragende waardepapieren wordt de cumulatieve aanpassing van het afgedekte instrument verwerkt pas in het resultaat op het moment dat het afdekkingsinstrument niet langer in de balans is opgenomen. Kasstroomhedge Het effectieve deel van de waardemutaties van een derivaat dat onderdeel uitmaakt van een kasstroomhedge wordt verwerkt in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel van de waardemutaties wordt onmiddellijk verantwoord in het resultaat. Het in het eigen vermogen opgebouwde deel van de waardemutaties wordt gelijktijdig met de resultaatverantwoording van het afgedekte instrument in het resultaat verantwoord. Als een afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, of als de afdekkingstransactie niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, blijft het cumulatieve deel van de waardemutaties in het eigen vermogen opgenomen. Pas als de verwachte transactie in het resultaat wordt verwerkt, worden de waardemutaties uit het eigen vermogen gehaald en in het resultaat verwerkt. Als een verwachte transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve deel van de waardemutaties meteen uit het eigen vermogen gehaald en verantwoord in het resultaat. Hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Hedges van een netto-investering in een buitenlands bedrijfsonderdeel worden op dezelfde wijze verwerkt als kasstroomhedges. Dat deel van de waardemutaties dat gerelateerd is aan het effectieve deel van de hedge wordt verantwoord in het eigen vermogen. Het ineffectieve deel wordt verantwoord in het resultaat. Als het buitenlandse bedrijfsonderdeel wordt verkocht, worden de in het eigen vermogen opgebouwde waardemutaties in het resultaat verwerkt. Niet-handelsderivaten die niet voldoen aan de criteria voor hedge accounting Sommige derivaten die wel worden gebruikt als onderdeel van het risicobeheer van de Groep voldoen niet aan de criteria voor hedge accounting. Veranderingen in de reële waarde van deze derivaten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Zie ook Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. FINANCIËLE ACTIVA In de balans opnemen van financiële activa De aankoop of verkoop van financiële activa geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd, beschikbaar voor verkoop of handelsportefeuille die volgens standaard marktconventies worden afgewikkeld worden verwerkt op de datum waarop de Groep zich verbindt om het actief te kopen of te verkopen. Leningen en deposito’s worden verwerkt op de afwikkeldatum.
ING Groep Jaarverslag 2005
89
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) Niet langer in de balans opnemen van financiële activa Financiële activa worden niet langer in de balans opgenomen als de Groep niet langer recht heeft op de kasstromen van het actief of wanneer de Groep het overgrote deel van de risico’s en voordelen verbonden aan het actief heeft overgedragen. Als de Groep noch het overgrote deel van de risico’s en voordelen heeft overgedragen, noch heeft behouden, wordt een financieel actief niet langer in de balans verantwoord als de Groep de beschikkingsmacht over het actief heeft verloren. Bij overdracht van een financieel actief waar de Groep nog wel de beschikkingsmacht over het actief heeft behouden, wordt het actief op de balans opgenomen in overeenstemming met de mate waarin de Groep onderhevig is aan veranderingen in de waarde van het actief. Kredieten Leningen en voorschotten aan klanten worden bij de eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord onder aftrek van de transactiekosten. Na eerste verwerking worden deze gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Beleggingen in effecten Beleggingen in effecten (inclusief leningen die genoteerd zijn op een actieve markt) worden geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd of beschikbaar voor verkoop en worden bij de eerste verwerking tegen reële waarde verantwoord onder aftrek van de transactiekosten. Effecten en leningen die genoteerd zijn op een actieve markt die een vaste looptijd hebben worden geclassificeerd als aangehouden tot einde looptijd als de Groep de intentie en de mogelijkheid heeft om de effecten aan te houden tot het einde van de looptijd. Effecten in de beleggingsportefeuille en verhandelbare leningen die worden aangehouden voor een onbepaalde tijd en kunnen worden verkocht als gevolg van liquiditeitsbehoefte, veranderingen in de rente, valutakoersen en aandelenkoersen, worden geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Voor schuldbewijzen die beschikbaar zijn voor verkoop wordt het verschil tussen kostprijs en nominale waarde geamortiseerd over de resterende looptijd. Rentebaten worden verantwoord gebruikmakend van de effectieverentemethode. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden verantwoord tegen reële waarde. Ongerealiseerde waardemutaties worden verantwoord in het eigen vermogen. Bij verkoop van de stukken wordt de cumulatieve waardemutatie in het resultaat verantwoord onder Winst en verliezen op beleggingen. Voor bijzondere waardeverminderingen van financiële activa beschikbaar voor verkoop wordt verwezen naar de paragraaf Bijzondere waardeverminderingen. Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Beleggingen waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden en die zijn geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden na eerste verwerking verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs gebruikmakend van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit twee categorieën: financiële activa in de handelsportefeuille en andere financiële activa die door het management zijn aangewezen en zijn geclassificeerd als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, waaronder beleggingen voor risico van de polishouders. Financiële activa worden geclassificeerd als reële waarde met waardemutaties door het resultaat als deze worden aangehouden voor handelsdoeleinden of als deze activa als zodanig zijn geclassificeerd door de Groep. Classificatie door de Groep vindt alleen plaats als dit een assymetrie in de waardering vermindert, of als de gerelateerde activa en verplichtingen op basis van hun reële waarde worden beheerd. Beleggingen voor risico van de polishouders zijn beleggingen waarvoor alle waardemutaties worden gecompenseerd door aanpassingen van de verzekeringstechnische voorzieningen. Gerealiseerde resultaten op beleggingen Gerealiseerde resultaten op beleggingen worden bepaald als het verschil tussen de verkoopopbrengst en de (geamortiseerde) kostprijs. Voor aandelen wordt de kostprijs bepaald door middel van een gewogen gemiddelde per portefeuille. Voor schuldbewijzen wordt de kostprijs bepaald op individueel niveau. SALDERING FINANCIËLE ACTIVA EN FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en in de balans gepresenteerd voor het nettobedrag als de Groep het juridisch afdwingbare recht tot gesaldeerde en simultane afwikkeling heeft en de intentie heeft het actief en de verplichting gesaldeerd of simultaan af te rekenen.
90
ING Groep Jaarverslag 2005
LENEN EN UITLENEN VAN EFFECTEN Verkochte effecten met een overeenkomst tot wederinkoop (‘repos’) blijven in de balans opgenomen. De gerelateerde verplichting is begrepen in de balanspost Bankiers, Overige leningen of Toevertrouwde middelen. Effecten gekocht met een overeenkomst tot wederverkoop (‘reverse repos’) worden gepresenteerd onder de balanspost Bankiers of Kredieten. Het verschil tussen de verkoopprijs en de prijs waartegen zal worden ingekocht wordt verantwoord als interest over de looptijd van de overeenkomst met behulp van de effectieverentemethode. VOORZIENING VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN De Groep beoordeelt regelmatig en op elke balansdatum of er voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs is dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Er is sprake van een bijzondere waardevermindering die als verlies wordt verantwoord indien en voorzover er objectieve indicatoren van bijzondere waardevermindering zijn als gevolg van een of meerdere gebeurtenissen na de verkrijging van het actief, die een betrouwbaar te schatten invloed hebben op de verwachte toekomstige kasstromen van het financieel actief of de portefeuille van financiële activa. Objectief bewijs dat er bij een financieel actief of een portefeuille van financiële activa sprake is van een bijzondere waardevermindering zijn onder andere: – De debiteur is failliet verklaard, heeft hier aanvraag toe gedaan of is in vergelijkbare bescherming gesteld waardoor het terugbetalen onmogelijk wordt of wordt vertraagd; – De debiteur heeft al bepaalde tijd een betalingsachterstand voor het terugbetalen van de hoofdsom, rente of provisies; – De debiteur verkeert in significante financiële moeilijkheden en deze omstandigheden hebben een negatieve invloed op toekomstige kasstromen van de vordering; – De vordering is geherstructureerd om andere dan commerciële redenen. ING heeft in verband met de financiële moeilijkheden concessies gedaan om economische of juridische redenen en dit resulteert in een daling van de verwachte toekomstige kasstromen. De Groep beoordeelt eerst of er sprake is van bijzondere waardevermindering op individueel niveau voor individueel significante financiële activa en op individueel of portefeuille niveau voor financiële activa die niet individueel significant zijn. Als er geen sprake is van een bijzondere waardevermindering op individueel niveau wordt het betreffende actief opgenomen in een portefeuille van financiële activa met een overeenkomstig kredietrisico en wordt op portefeuille niveau beoordeeld of er sprake is van bijzondere waardevermindering. Activa waarvoor op individueel niveau een bijzondere waardevermindering bestaat worden niet in een beoordeling op portefeuille niveau betrokken. Als voor financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs een bijzondere waardevermindering is vastgesteld, wordt deze bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen (exclusief toekomstige kredietverliezen die nog niet zijn opgetreden), gedisconteerd tegen het oorspronkelijk effectieve rendement van het actief. De boekwaarde van het actief wordt verlaagd door middel van een voorziening die ten laste van het resultaat wordt gevormd. Voor activa met een variabele rentevoet is de disconteringsfactor gelijk aan het huidige effectieve rendement op het actief. Voor de beoordeling van eventuele bijzondere waardeverminderingen op portefeuille niveau worden financiële activa gegroepeerd op basis van overeenkomstige kredietrisico’s (op basis van de kredietbeoordelingsprocedures die het soort actief, de bedrijfstak, de geografische locatie, het onderpand, de betalingsachterstanden en andere relevante factoren bevatten). Deze factoren zijn relevant voor de inschatting van verwachte toekomstige kasstromen voor portefeuilles van activa omdat deze indicatief zijn voor de mogelijkheid van de debiteur om alle voor de desbetreffende activa contractueel overeengekomen bedragen te voldoen. Portefeuilles van financiële activa worden op portefeuilleniveau beoordeeld op bijzondere waardevermindering op basis van de contractueel overeengekomen kasstromen en de historische ervaring ten aanzien van kredietverliezen op activa met gelijkwaardige kredietkenmerken. De historische ervaring wordt aangepast voor recent waargenomen ontwikkelingen om de effecten van de huidige marktomstandigheden weer te geven die nog niet in de historische ervaring tot uitdrukking zijn gekomen en om effecten van omstandigheden die niet langer actueel zijn te elimineren. Als een vordering definitief niet meer geïncasseerd kan worden, wordt deze afgeboekt ten laste van de gerelateerde voorziening voor bijzondere waardevermindering. Vorderingen worden afgeboekt nadat aan alle noodzakelijk procedures is voldaan en het definitieve kredietverlies is bepaald. Bedragen die alsnog worden geïncasseerd nadat een vordering is afgeboekt worden in mindering gebracht op de voorziening voor bijzondere waardevermindering in de winst- en verliesrekening. Indien in een toekomstige periode het bedrag van de bijzondere waardevermindering afneemt en die afname gerelateerd is aan gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord (zoals een verbetering in de kredietwaardigheid van de debiteur), wordt de waardevermindering teruggeboekt ten gunste van de winst- en verliesrekening.
ING Groep Jaarverslag 2005
91
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN OVERIGE FINANCIËLE ACTIVA De Groep beoordeelt op elke balansdatum of er voor een financieel actief of een portefeuille van financiële activa objectief bewijs is dat er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Voor aandelenbeleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt een significante of langdurige daling van de marktwaarde onder de kostprijs in de beoordeling meegenomen als indicator voor een mogelijke bijzondere waardevermindering. Indien er sprake is van bijzondere waardevermindering voor activa geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop wordt het cumulatieve verlies bepaald als het verschil tussen kostprijs en de huidige reële waarde, verminderd met eventueel eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingen overgeboekt van de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op aandelenbeleggingen kunnen niet worden teruggeboekt via de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen op vastrentende waarden worden teruggeboekt via de winst- en verliesrekening indien de waardevermindering is afgenomen als gevolg van gebeurtenissen die zijn opgetreden nadat de bijzondere waardevermindering werd verantwoord. DEELNEMINGEN Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep in het algemeen tussen de 20 en 50% zeggenschap heeft, of waarop de Groep op andere wijze significante invloed kan uitoefenen, maar waarin de Groep geen overheersende zeggenschap heeft. Deelnemingen worden verantwoord volgens de vermogensmutatiemethode. In de post deelnemingen, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen, is ook de bij acquisitie betaalde goodwill begrepen. Onder de vermogensmutatiemethode worden de resultaten van de deelneming na verkrijging verantwoord in de winsten verliesrekening van ING Groep. Wijzigingen in de reserves van de deelneming na het moment van verkrijging worden verwerkt in de reserves van ING Groep. De verkrijgingsprijs van de deelneming wordt aangepast voor deze resultaten en wijzigingen in reserves. Indien de waardering van de deelneming nihil is geworden, worden geen verdere verliezen meer verantwoord, tenzij de Groep verplichtingen is aangegaan of al betalingen voor de deelnemingen heeft verricht. Ongerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en deelnemingen worden geëlimineerd voor het belang van de Groep in die deelneming. Ongerealiseerde verliezen worden ook geëlimineerd, behalve als deze het gevolg zijn van verliezen op vlottende activa of bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. Waarderingsgrondslagen van deelnemingen worden waar nodig aangepast om ze in overeenstemming te brengen met die van de Groep. Voor belangen in beleggingsfondsen wordt bij het bepalen of ING significante invloed heeft rekening gehouden met ING’s financiële belang voor eigen rekening en de rol van ING als fondsbeheerder. BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED Beleggingen in onroerend goed worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardemutaties in de winst- en verliesrekening worden verwerkt. Bij verkoop wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde in het resultaat verantwoord. De reële waarden van beleggingen in onroerend goed zijn gebaseerd op recente taxaties uitgevoerd door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN Onroerend goed voor eigen gebruik Onroerend goed voor eigen gebruik wordt gewaardeerd tegen reële waarde. Stijgingen in reële waarde worden verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Dalingen in reële waarde worden verantwoord in het eigen vermogen voor zover hiermee eerdere stijgingen ongedaan worden gemaakt. Alle andere dalingen in reële waarde worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Afschrijvingen worden gebaseerd op de reële waarde en de geschatte economische levensduur (meestal 20 tot 50 jaar). Afschrijvingen worden op lineaire basis berekend. Bij verkoop wordt het deel van de herwaardering dat gerelateerd is aan het verkochte onroerend goed overgeheveld naar de winstreserve. De reële waarde van gebouwen en terreinen is gebaseerd op recente taxaties door onafhankelijke gekwalificeerde taxateurs. Uitgaven na de eerste verwerking van het onroerend goed worden geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen aan de Groep zullen toevloeien en de kosten op betrouwbare manier kunnen worden bepaald. Onroerend goed in ontwikkeling Onroerend goed in ontwikkeling (inclusief beleggingen in onroerend goed) worden gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe kosten vermeerderd met de rente en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Onroerend goed aangehouden voor verkoop Onroerend goed aangehouden voor verkoop bestaat uit onroerend goed verkregen uit faillissementen en ontwikkeld onroerend goed waarvoor geen specifieke overeenkomst met een derde partij is afgesloten. Onroerend goed aangehouden voor verkoop wordt gewaardeerd tegen kostprijs of lagere realiseerbare waarde. In de kostprijs zijn rentekosten begrepen. De realiseerbare waarde is de geschatte verkoopprijs onder normale voorwaarden, verminderd met de relevante variabele verkoopkosten. Als de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde wordt een bijzondere waardevermindering in het resultaat verantwoord.
92
ING Groep Jaarverslag 2005
Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden Onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden wordt gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum gemaakte directe kosten vermeerderd met de bouwrente en de ontwikkelings- en begeleidingskosten van de Groep, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Winst wordt verantwoord bij voltooiing (‘completed contract’ methode). Bij onroerend goed in ontwikkeling ten behoeve van derden waar een specifiek contract met een derde is afgesloten, wordt de winst verantwoord naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’ methode). Bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur van het actief. In het algemeen is de economische levensduur voor computers 2 tot 5 jaar en voor inventaris 4 tot 10 jaar. Onderhoudskosten worden verantwoord in de winsten verliesrekening. Waardeverhogende uitgaven worden geactiveerd en afgeschreven. Activa onder operationele lease-overeenkomsten Activa onder operationele lease-overeenkomsten waarbij ING optreedt als lessor worden gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de activa wordt lineair afgeschreven over de looptijd van de lease-overeenkomst. Zie ook Lease-overeenkomsten. Verkopen Bij verkoop van gebouwen en bedrijfsmiddelen, inclusief activa onder operationele lease-overeenkomsten wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde verantwoord in de winst- en verliesrekening. Rentelasten Rentelasten met betrekking tot de financiering van de vervaardiging van een kwalificerend actief worden geactiveerd voor de periode die benodigd is om het actief te vervaardigen en gereed te maken voor gebruik. LEASE-OVEREENKOMSTEN De Groep als huurder (lessee) De lease-overeenkomsten die ING Groep afsluit zijn voornamelijk operationele leases. Het totaal van de onder de leaseovereenkomsten betaalde bedragen worden lineair in het resultaat verantwoord over de looptijd van de overeenkomst. Als er betalingen aan de verhuurder (lessor) worden verricht in verband met het voortijdig beëindigen van de leaseovereenkomst, worden deze onmiddellijk als last in de winst- en verliesrekening verantwoord. De Groep als verhuurder (lessor) Voor activa onder een financiële lease-overeenkomst wordt de contante waarde van de leasetermijnen in de balans opgenomen onder Kredieten. Het verschil tussen de nominale waarde van de vordering en de contante waarde wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. De lease-inkomsten worden zodanig in het resultaat verwerkt dat een constant perioderendement ontstaat, berekend over de resterende netto-investering. Voor activa onder een operationele lease-overeenkomst worden de activa gepresenteerd als Activa onder operationele lease-overeenkomsten. ACQUISITIE VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN, GOODWILL EN OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Goodwill Acquisities van ING Groep worden verantwoord volgens de ‘purchase’ methode, waarbij de kostprijs van de acquisities wordt toegerekend aan de reële waarde van de verkregen activa, verplichtingen en niet in de balans opgenomen verplichtingen. Goodwill, zijnde het verschil tussen de kostprijs van de acquisitie (inclusief overgenomen schulden) en het aandeel van ING Groep in de reële waarde van de verkregen activa, verplichtingen en niet in de balans opgenomen verplichtingen op de acquisitiedatum, wordt geactiveerd als immaterieel vast actief. De resultaten van de overgenomen vennootschappen worden vanaf de datum waarop zeggenschap is verkregen. Goodwill wordt alleen geactiveerd voor acquisities die na de implementatiedatum van IFRS-EU (1 januari 2004) hebben plaatsgevonden. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS worden acquisities van voor die datum niet aangepast. Goodwill en intern gegenereerde immateriële vaste activa gerelateerd aan deze acquisities zijn ten laste van het eigen vermogen gebracht. Voor de beoordeling of er bijzondere waardeverminderingen zijn opgetreden wordt goodwill toegerekend aan kasstroomgenererende eenheden. Deze kasstroomgenererende eenheden stellen het laagste niveau voor waarop goodwill intern wordt beheerst. Deze beoordeling wordt jaarlijks uitgevoerd, of zoveel vaker als er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Bij de beoordeling wordt de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid (inclusief goodwill) vergeleken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.
ING Groep Jaarverslag 2005
93
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) Correcties in de reële waarde van overgenomen activa en passiva op de overnamedatum die worden geconstateerd voor het einde van het eerste verslagjaar na de overname leiden tot een aanpassing van de goodwill. Correcties die op een later moment worden geconstateerd, worden verwerkt als een bate of een last. Echter, het in de balans opnemen van actieve belastinglatenties na acquisitiedatum wordt ook na het einde van het eerste verslagjaar na de overname verantwoord als een aanpassing op de goodwill. Bij verkoop van groepsmaatschappijen wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de kostprijs (inclusief goodwill) en het bedrag aan reserve voor koersverschillen vreemde valuta dat hiervoor is opgenomen in het eigen vermogen verantwoord in de winst- en verliesrekening. Software Gekochte of intern gegenereerde software voor intern gebruik wordt gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De software wordt lineair afgeschreven over de economische levensduur, normaal gesproken niet meer dan drie jaar. De afschrijvingslast wordt gepresenteerd als overige kosten. Value of business acquired (VOBA) De actiefpost VOBA bestaat uit de contante waarde van de toekomstige kasstromen begrepen in de verzekeringscontracten van een overgenomen bedrijf. VOBA wordt op dezelfde wijze afgeschreven als overlopende acquisitiekosten zoals beschreven in de paragraaf Overlopende acquisitiekosten. De toereikendheidstoets wordt beschreven onder Verzekerings-, herverzekeringsen beleggingscontracten. Overige immateriële vaste activa Overige immateriële vaste activa worden geactiveerd en geamortiseerd over de economische levensduur. Immateriële vaste activa met een eeuwige levensduur worden niet geamortiseerd. OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN De actiefpost overlopende acquisitiekosten bestaat uit de verwervingskosten van verzekeringscontracten en beleggingsverzekeringen die worden geactiveerd en afgeschreven. De geactiveerde kosten, die samenhangen met de productie van nieuwe verzekeringscontracten en prolongaties, bestaan voornamelijk uit provisies, polisuitgiftekosten en andere afsluitkosten. Overlopende acquisitiekosten worden afgeschreven over de looptijd van de onderliggende contracten. Voor traditionele levensverzekeringscontracten en bepaalde typen flexibele levensverzekeringscontracten worden de overlopende acquisitiekosten afgeschreven over de premiebetalingsperiode, op dezelfde wijze waarop premieverantwoording plaatsvindt. Voor andere typen beleggingsverzekeringen worden de overlopende acquisitiekosten afgeschreven over de looptijd van de polis, gebaseerd op de verwachte toekomstige resultaten. De afschrijving en de overlopende actiefpost worden gecorrigeerd wanneer de veronderstellingen omtrent verwachte huidige en toekomstige winsten worden bijgesteld. De veronderstellingen worden aan het eind van iedere verslagperiode herzien. Ten aanzien van de overlopende acquisitiekosten inzake beleggingsverzekeringen veronderstelt ING een fondsgroei, die voor de korte en de lange termijn gelijk is. Een opwaartse/neerwaartse bijstelling van de resultaatverwachting – bijvoorbeeld als gevolg van een verbeterd/verslechterd beleggingsklimaat en een mutatie in het beheerd vermogen – kan resulteren in een lagere/hogere afschrijving van de overlopende acquisitiekosten om de afschrijving met betrekking tot het verleden en de toekomstige jaren te corrigeren. Dit wordt aangeduid als ‘DAC unlocking’. De resultaten uit hoofde van ‘DAC unlocking’ worden in de winst- en verliesrekening verantwoord in de periode waarin de unlocking plaatsvindt. Voor de overlopende acquisitiekosten wordt, samen met de verzekeringstechnische voorzieningen en VOBA, bij eerste activering en daarna regelmatig beoordeeld of deze realiseerbaar zijn. Aanpassingen op de overlopende acquisitiekosten als gevolg van ongerealiseerde resultaten op gerelateerde beleggingen worden in het eigen vermogen verantwoord. BELASTINGEN Winstbelasting bestaat uit latente en acute belastingen. Winstbelastingen worden in het resultaat verantwoord tenzij de belasting betrekking heeft op posten die direct in het vermogen worden verantwoord. In dit laatste geval wordt ook de belasting in het vermogen verantwoord. Belastinglatenties Belastinglatenties worden opgenomen voor alle tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde, waarbij wordt uitgegaan van belastingtarieven die zijn vastgesteld per balansdatum en die naar verwachting zullen gelden in de periode waarin de actieve belastinglatenties worden gerealiseerd of passieve belasting latenties worden afgewikkeld. Actieve belastinglatenties worden alleen opgenomen indien verwacht wordt dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze tijdelijke verschillen. Voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en fiscale waarde van investeringen in groepsmaatschappijen en deelnemingen worden belastinglatenties opgenomen, behalve als de Groep het tijdstip kan bepalen waarop deze tijdelijke verschillen aflopen en als het waarschijnlijk is dat deze verschillen niet zullen aflopen in de nabije toekomst. In de toekomst verrekenbare fiscale verliezen worden alleen opgenomen indien verwacht
94
ING Groep Jaarverslag 2005
wordt dat in de nabije toekomst fiscale winsten zullen worden gerealiseerd ter compensatie van deze verliezen. Waardemutaties van beleggingen geclassificeerd als beschikbaar voor verkoop en waardemutaties van derivaten die onderdeel zijn van een kasstroomhedge worden onder aftrek van latente belastingen in het eigen vermogen verantwoord. Bij realisatie wordt de waardemutatie tegelijkertijd met de actieve of passieve belastinglatentie verantwoord in het resultaat. FINANCIËLE VERPLICHTINGEN Preferente aandelen met een vast dividend of met een door de aandeelhouder afdwingbare mogelijkheid tot aflossing worden geclassificeerd als financiële verplichtingen. Dividenden op deze preferente aandelen worden als rentelasten in de winst- en verliesrekening verantwoord gebruikmakend van de effectieverentemethode. Leningen worden bij eerste verwerking tegen de reële waarde verantwoord na aftrek van transactiekosten. Na eerste verwerking worden leningen tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord; ieder verschil tussen opbrengst na aftrek van transactiekosten en de aflossingswaarde wordt verantwoord in de verlies- en winstrekening over de looptijd van de lening op basis van de effectieverentemethode. Bij inkoop van eigen schuldbewijzen door de Groep, worden deze in de balans gesaldeerd met de verplichting. Het verschil tussen de boekwaarde van de verplichting en het betaalde aankoopbedrag wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. Financiële passiva tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit twee categorieën: financiële passiva in de handelsportefeuille en andere financiële passiva die door het management zijn aangewezen en geclassificeerd als financiële passiva tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat. Aanwijzing door het management zal alleen voorkomen als dit een inconsistentie in waarderingsgrondslagen wegneemt of als samenhangende activa en passiva worden beheerd op basis van reële waarde. VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN Verzekeringstechnische voorzieningen Verzekeringspolissen met een significant verzekeringsrisico worden als verzekeringscontracten gepresenteerd. Verzekeringstechnische voorzieningen geven de verwachte toekomstige uitbetalingen weer uit hoofde van aanspraken op leven- en schadeverzekeringsuitkeringen, inclusief de kosten die verband houden met deze uitkeringen. Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen De Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen wordt berekend op basis van een prudente prospectieve actuariële methode, rekening houdend met de voor de lopende verzekeringsovereenkomsten gestelde voorwaarden. Op de Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen worden de nog niet afgeschreven rentestandkortingen op premies en koopsommen in mindering gebracht. De in een jaar verleende rentestandkortingen worden geactiveerd en volgens het verwachte terugverdienpatroon ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Om de verzekeringstechnische voorzieningen voor levensverzekeringen te bepalen worden diverse aannames gedaan, ondermeer inzake sterfte, arbeidsongeschiktheid, kosten, beleggingsrendement en afkopen. De gebruikte aannames in verband met levensverzekeringen, inclusief overlijdensrisicoverzekeringen, zijn gebaseerd op zo goed mogelijke inschattingen, rekening houdend met marges voor nadelige afwijkingen. Deze aannames worden gedaan op de ingangsdatum van de polis en blijven constant gedurende de looptijd van de polis, behalve in geval van gebleken ontoereikendheid. Verzekeringstechnische voorzieningen voor ‘universal life’ producten, ‘unit-linked’ producten en overige beleggingsverzekeringen worden gewaardeerd tegen de fondswaarde. Bepaalde beleggingsverzekeringen bevatten een gegarandeerde minimumuitkering bij overlijden en/of op de einddatum. Bij het berekenen van de verzekeringstechnische voorziening worden deze gegarandeerde minimumuitkeringen in overweging genomen, rekening houdend met het verschil tussen de potentiële minimumuitkering en de fondswaarde, het verwachte overlijdensrisico en afkoop. Voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s De voorziening wordt berekend naar evenredigheid van de nog niet verstreken risicotermijnen. Voor verzekeringen met een stijgend risico met leeftijdsonafhankelijke premietarieven wordt bij vaststelling van de voorziening rekening gehouden met dit risico. Ter dekking van schaden in verband met lopende verzekeringsovereenkomsten die hoger kunnen zijn dan de niet-verdiende premies en de nog te ontvangen premies met betrekking tot deze overeenkomsten, worden eveneens voorzieningen gevormd. Voorziening voor te betalen schaden De voorzieningen voor te betalen schaden worden op individuele basis vastgesteld, gebaseerd op gegevens die bekend zijn op het moment dat de voorzieningen worden vastgesteld. De voorzieningen worden periodiek aangepast aan de meest recente verwachting. Bovendien worden zogenaamde “IBNR” voorzieningen aangehouden om de kosten te dekken van schades die zich wel reeds hebben voorgedaan maar die nog niet zijn gemeld.
ING Groep Jaarverslag 2005
95
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) Latente winstdelingverplichting Voor verzekeringsproducten met discretionaire winstdeling wordt een latente winstdelingsverplichting opgenomen voor het volledige bedrag van ongerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen. Voorts wordt een latente winstdelingsverplichting gevormd voor het deel van de gerealiseerde resultaten op de daaraan gerelateerde beleggingen op basis van de verwachte winstdeling aan polishouders. De latente winstdeling wordt verminderd met de werkelijke winstdeling die wordt toegerekend aan polishouders. Technische voorzieningen voor verzekeringen waarbij polishouders het beleggingsrisico dragen De Technische voorzieningen voor verzekeringen waarbij polishouders het beleggingsrisico dragen zijn voor gesepareerde beleggingsdepots berekend overeenkomstig de voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen. Voor verzekeringen waarbij polishouders het beleggingsrisico dragen worden de technische voorzieningen in het algemeen gewaardeerd op de boekwaarde van de daarmee samenhangende beleggingen. Herverzekeringscontracten Herverzekeringspremies, provisies, schade-uitkeringen, alsmede voorzieningen die betrekking hebben op herverzekering worden op dezelfde wijze verantwoord als de oorspronkelijke contracten waarvoor ze zijn afgesloten. Beleggingscontracten Verzekeringscontracten zonder discretionaire winstdeling die geen significant verzekeringsrisico dragen onder de grondslagen van de Groep worden gepresenteerd in de balans als Beleggingscontracten. Voorzieningen voor verplichtingen voor beleggingscontracten zijn gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode (inclusief bepaalde initiële acquisitiekosten) of reële waarde. Toereikendheidstoets De voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen verminderd met de overlopende acquisitiekosten en VOBA wordt regelmatig door elke business unit op toereikendheid getoetst. De toets houdt rekening met huidige schattingen van alle contractuele en gerelateerde kasstromen en met toekomstige ontwikkelingen. De toets houdt rekening met nog niet geamortiseerde rentestandkortingen, overlopende acquisitiekosten en VOBA. Opbrengsten van beleggingen worden meegenomen overeenkomstig de verantwoording in het resultaat. Als op basis van een zo goed mogelijke inschatting met een betrouwbaarheidsniveau van 50% is vastgesteld dat er een tekort is bij een business unit, wordt dit onmiddellijk verwerkt in de winst- en verliesrekening. Als de voorzieningen niet toereikend zijn bij toepassing van een voorzichtig betrouwbaarheidsniveau van 90%, maar er zijn compenserende bedragen bij andere ING Groep business units, dan is het de business unit toegestaan om maatregelen te treffen ter versterking van de voorzieningen over een periode van maximaal de verwachte resterende duur van de polissen. Indien er geen compenserende bedragen zijn bij andere ING Groep business units, dan wordt ieder tekort bepaald met een betrouwbaarheidsniveau van 90% onmiddellijk verantwoord in de winst- en verliesrekening. Als de voorzieningen adequaat zijn met een betrouwbaarheidsniveau van boven de 90%, wordt geen vermindering van de voorziening verantwoord. OVERIGE VERPLICHTINGEN Personeelsbeloningen – pensioenverplichtingen Groepsmaatschappijen zijn met hun medewerkers verschillende pensioenregelingen overeengekomen. De regelingen zijn in het algemeen gefinancierd door premies aan verzekeringsmaatschappijen of fondsen op basis van periodieke actuariële berekeningen. De groep heeft pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (‘defined benefit plans’) en pensioenregelingen waarbij het pensioen is gebaseerd op de door groepsmaatschappijen gestorte bedragen (‘defined contribution plans’). Een ‘defined benefit plan’ is een regeling waarbij de uitkering aan de gepensioneerde werknemer vastgelegd wordt, rekeninghoudend met factoren zoals leeftijd, dienstjaren, en salaris. De voorziening voor ‘defined benefit plans’ is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen, aangepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De pensioenverplichtingen worden jaarlijkse berekend door interne en externe actuarissen in overeenstemming met de ‘projected unit credit method’. De pensioenverplichting wordt berekend met gebruik van het verwachte rendement op beleggingen. Verschillen tussen het verwachte en het werkelijk rendement op de beleggingen alsmede actuariële wijzigingen worden niet in de winst- en verliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van deze cumulatieve verschillen en wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste van de verplichting uit hoofde van de regeling óf de reële waarde van de bijbehorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht over de resterende arbeidsjaren van de deelnemers. In overeenstemming met de overgangsbepalingen van IFRS, is op de implementatiedatum van IFRS-EU (1 Januari 2004) de bandbreedte op nul gezet.
96
ING Groep Jaarverslag 2005
Onder ‘defined contribution plans’ betaalt de Groep premies aan gemeenschappelijke of particuliere pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen op een verplichte, contractuele of vrijwillige basis. De Groep heeft geen verplichting om verdere betalingen te verrichten nadat de premies zijn betaald. De premies worden verantwoord als personeelskosten wanneer ze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden in de balans als actiefpost opgenomen voor zover sprake is van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding Sommige groepsmaatschappijen verstrekken vergoedingen aan gepensioneerden met betrekking tot medische verzorging. Het recht op deze vergoedingen is vaak onder de voorwaarde dat de werknemer in dienst blijft tot aan de pensioengerechtigde leeftijd en onder de voorwaarde dat een minimum aantal dienstjaren zijn verstreken. De verwachte kosten van deze regelingen worden verantwoord over de periode dat de werknemer in dienst is met gebruikmaking van dezelfde methodologie als bij ‘defined contribution plans’. Overige voorzieningen Een voorziening is een verplichting waarvan de omvang of het moment van afwikkeling onzeker is. Een voorziening wordt in de balans opgenomen als de Groep een uit het verleden voortvloeiende verplichting heeft, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling ervan een uitstroom van middelen noodzakelijk is en er een betrouwbare schatting van kan worden gemaakt. Tenzij anders vermeld, worden voorzieningen verdisconteerd met gebruikmaking van een bruto disconteringsvoet om de tijdswaarde van het geld weer te geven. Het bepalen van de hoogte van de voorziening is van nature omgeven door onzekerheden waarbij inschattingen met betrekking tot de omvang en het tijdstip van toekomstige kasstromen worden gemaakt. Reorganisatievoorzieningen bevatten vergoedingen voor het uitdienst treden van personeel als de Groep concrete voornemens heeft om conform een gedetailleerd formeel plan bestaande dienstverbanden te beëindigen zonder dat er nog een redelijke mogelijkheid bestaat dit terug te draaien. Daarnaast bevat de voorziening vergoedingen als gevolg van regelingen voor vrijwillige uitdiensttreding. VERWERKING VAN OPBRENGSTEN Premie-inkomen Premies uit hoofde van levensverzekeringsproducten worden als inkomsten verantwoord wanneer deze verschuldigd zijn door de polishouder. Premie-inkomen uit hoofde van schadeverzekeringen wordt naar rato verantwoord gedurende de periode van de polisdekking. Ontvangsten uit hoofde van beleggingscontracten worden niet verantwoord als premie-inkomen. Renteresultaat Rentebaten en rentelasten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord gebruikmakend van de effectieverentemethode. De effectieverentemethode is een methode voor het berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een financieel actief of financiële verplichting en van de allocatie van rentebaten en rentelasten over de relevante periode. De rentevoet waarbij de contante waarde van de verwachte kasstromen over de looptijd van het financieel instrument, of waar van toepassing een kortere periode, precies gelijk is aan de boekwaarde van het financieel actief of financiële verplichting, is de effectieve rente. Bij de berekening van de effectieve rente houdt de Groep rekening met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (zoals bijvoorbeeld vervroegde aflossing), maar niet met toekomstige verliezen als gevolg van oninbaarheid. In de berekening worden alle provisies en andere contractuele kasstromen meegenomen die onderdeel uitmaken van de effectieverentemethode evenals transactiekosten, agio en disagio. Als een financieel actief of een groep van financiële activa is afgeschreven als gevolg van een bijzondere waardevermindering, worden rentebaten verantwoord met behulp van de rentevoet die is gebruikt om de hoogte van de bijzondere waardevermindering te berekenen. Alle rentebaten en rentelasten van handelsposities en niethandelsderivaten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Mutaties in de ‘clean fair value’ worden verantwoord onder Netto handelsresultaat. Commissies en provisies Commissies en provisies worden in de winst- en verliesrekening verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Bereidstellingsprovisie op leningen waarvan wordt verwacht dat de leningsovereenkomst tot stand komt wordt, samen met andere direct gerelateerde kosten, geactiveerd en behandeld als een aanpassing van de effectieve rente. Consortiumprovisie wordt verantwoord in het resultaat wanneer de syndicaatvorming is voltooid en de Groep geen deel van de leningen zelf heeft genomen, dan wel leningen heeft die dezelfde effectieve rente hebben als de andere consortiumleden. Commissies en provisies uit hoofde van het voeren van onderhandelingen ten behoeve van een transactie van een derde partij zoals de koop van aandelen of andere effecten of de (ver)koop van een bedrijfsonderdeel, worden in het resultaat verantwoord als de transactie tot stand is gekomen. Vergoedingen voor het beheren van portefeuilles worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd, gebaseerd op het onderliggende contract. Vergoedingen voor vermogensbeheer die samenhangen met beleggingsfondsen worden verantwoord in de periode waarin de diensten zijn geleverd. Hetzelfde principe wordt gehanteerd voor continue over de perioden heen verleende diensten zoals vermogensbeheer, financiële planning en bewaring.
ING Groep Jaarverslag 2005
97
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG) Lease-inkomsten De opbrengsten uit operationele lease-overeenkomsten worden gelijkmatig verantwoord over de looptijd van de leaseovereenkomst. Leasetermijnen ontvangen uit hoofde van finance lease-overeenkomsten waar ING de lessor is worden opgedeeld in een rentedeel (verantwoord in het resultaat) en een aflossingsdeel. Verwerking van lasten Lasten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, verband houdend met een vermindering van een actief of een vermindering van vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. NETTOWINST PER GEWOON AANDEEL De nettowinst per gewoon aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen. Bij de berekening van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen worden de volgende overwegingen in aanmerking genomen: – het totaal aantal uitgegeven gewone aandelen wordt verminderd met de eigen aandelen die door groepsmaatschappijen worden aangehouden; – de berekening is gebaseerd op gemiddelden per dag; – warrants worden in aanmerking genomen vanaf de dag waarop deze worden uitgeoefend. De verwaterde nettowinst per aandeel wordt berekend alsof de aan het eind van het boekjaar uitstaande opties en warrants aan het begin van het boekjaar zijn uitgeoefend. Tevens wordt verondersteld dat de na uitoefening van de opties en warrants ontvangen contanten door ING Groep worden gebruikt om eigen aandelen tegen de gemiddelde beurskoers gedurende het boekjaar in te kopen. De toename van het aantal aandelen als gevolg van de uitoefening van warrants en opties wordt opgeteld bij het gemiddeld aantal aandelen dat wordt gebruikt bij de berekening van de verwaterde nettowinst per aandeel. FIDUCIAIRE ACTIVITEITEN De Groep houdt of plaatst namens individuele personen, trusts, pensioenmaatschappijen en andere instellingen activa in haar rol van trustee. Deze activa zijn niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening omdat dit geen activa zijn van de Groep. WAARDERINGSGRONDSLAGEN VOOR FINANCIELE INSTRUMENTEN EN VERZEKERINGSTECHNISCHE VOORZIENINGEN VAN TOEPASSING OP 2004 Zoals hierboven uitgelegd onder “Veranderingen in waarderingsgrondslagen” zijn de vergelijkende cijfers 2004 met betrekking tot financiële instrumenten en verzekeringstechnische voorzieningen opgesteld conform de waarderingsgrondslagen van de jaarrekening 2004. Deze zijn dus niet aangepast voor het effect van IAS 32, IAS 39 en IFRS 4. Het betreft met name de volgende posten: – niet-handelsderivaten; – beleggingen; – kredieten; – verzekerings- en beleggingscontracten. De belangrijkste verschillen tussen ING GAAP en IFRS-EU zijn beschreven in de paragraaf “Veranderingen in waarderingsgrondslagen”.
98
ING Groep Jaarverslag 2005
GRONDSLAGEN VOOR HET GECONSOLIDEERDE KASSTROOMOVERZICHT VAN ING GROEP Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. Bij de netto kasstroom uit operationele activiteiten wordt de winst voor belasting gecorrigeerd voor posten in de winst- en verliesrekening en mutaties in balansposten die niet daadwerkelijk leiden tot kasstromen in het boekjaar. Ten behoeve van het kasstroomoverzicht zijn onder liquide middelen posten begrepen die op het moment van verkrijgen een looptijd hebben korter dan drie maanden. Daaronder zijn begrepen tegoeden bij centrale banken die ter vrije beschikking staan, leningen en voorschotten aan banken, kortlopende overheidspapier en schulden aan banken. Beleggingen kwalificeren als liquide middelen als deze zonder beperkingen kunnen worden gerealiseerd voor een vaststaand bedrag en niet onderhevig zijn aan materiële risico’s van waardevermindering. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta door middel van de valutakoers op de dag dat de kasstroom plaatsvindt. De netto kasstroom met betrekking tot kredieten heeft slechts betrekking op transacties die voortvloeien uit daadwerkelijke betalingen en ontvangsten. De toevoegingen aan de voorziening voor dubieuze debiteuren welke in mindering is gebracht op de balanspost kredieten is gecorrigeerd op de winst voor belasting en is separaat opgenomen in het kasstroomoverzicht. Het verschil tussen de in het kasstroomoverzicht opgenomen netto kasstroom en de mutatie van de in de balans opgenomen Liquide middelen is het gevolg van valutakoersverschillen en is afzonderlijk opgenomen als onderdeel van de aansluiting tussen de netto kasstroom en de balansmutatie van de liquiditeiten.
ING Groep Jaarveslag 2005
99
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
ACTIVA 1 LIQUIDE MIDDELEN LIQUIDE MIDDELEN
Tegoeden bij centrale banken Kasgelden en banktegoeden Daggeldleningen van het verzekeringsbedrijf
2005
2004
9.479 3.498 107 13.084
6.734 2.231 148 9.113
Nederland
Internationaal
2.805 2.174 4.979
2 BANKIERS BANKIERS
Leningen en voorschotten aan banken Liquide middelen, rekening-courant en overige tegoeden
Totaal 2005
Nederland
Internationaal
24.072
26.877
1.853
18.644
20.497
18.422 42.494
20.596 47.473
1.737 3.590
22.868 41.512
24.605 45.102
Voorziening voor dubieuze debiteuren
-7 47.466
Totaal 2004
-18 45.084
Onder Bankiers zijn per 31 december 2005 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot wederverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 7.738 miljoen (2004: EUR 10.799 miljoen). De niet-achtergestelde vorderingen bedragen per 31 december 2005 EUR 47.406 miljoen (2004: EUR 44.818 miljoen) en de achtergestelde vorderingen EUR 60 miljoen (2004: EUR 266 miljoen). In de balanswaarde per 31 december 2005 is EUR 225 miljoen (2004: EUR 158 miljoen) begrepen aan activa die worden aangehouden uit hoofde van finance-leasecontracten. 3 FINANCIËLE ACTIVA TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT FINANCIËLE ACTIVA TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT
Activa voor handelsdoeleinden Beleggingen voor risico van polishouders Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat .Overige
2005
2004
149.187 100.961 7.766
79.649 77.662
10.230 268.144
3.334 160.645
Het merendeel van de activa geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaat uit aandelen en schuldbewijzen. ACTIVA VOOR HANDELSDOELEINDEN PER SOORT
Aandelen Schuldbewijzen Derivaten Leningen en vorderingen
2005
2004
10.107 38.299 20.254 80.527 149.187
10.103 37.171 32.375 79.649
Derivaten voor handelsdoeleinden zijn per 31 december 2004 opgenomen onder verplichtingen voor handelsdoeleinden.
100
ING Groep Jaarverslag 2005
In de balanswaarde per 31 december 2005 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 67 miljoen (2004: nihil) en EUR 1.653 miljoen (2004: nihil). BELEGGINGEN VOOR RISICO VAN POLISHOUDERS
Aandelen Schuldbewijzen Overige beleggingen
2005
2004
79.290 7.140 14.531 100.961
74.015 2.673 974 77.662
De verkrijgingsprijs van de beleggingen voor risico van polishouders bedraagt per 31 december 2005 EUR 88.748 miljoen (2004: EUR 77.338 miljoen). NIET-HANDELSDERIVATEN 2005
Derivaten aangehouden voor kasstroomhedges Derivaten aangehouden voor reële waardehedges Derivaten aangehouden voor een hedge van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten
2.274 1.179 31 4.282 7.766
4 BELEGGINGEN BELEGGINGEN PER SOORT
Beschikbaar-voor-verkoop Aandelen Schuldbewijzen
Tot einde looptijd aangehouden Schuldbewijzen
2005
2004
16.466 289.241 305.707
11.449 264.882 276.331
18.937 18.937 324.644
276.331
De reële waarde van de tot einde looptijd aangehouden beleggingen bedraagt per 31 december 2005 EUR 19.466 miljoen. VERLOOP IN BELEGGINGEN – BESCHIKBAAR-VOOR-VERKOOP EN AANGEHOUDEN TOT EINDE LOOPTIJD
2005
Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 Investeringen Overhevelingen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Winsten/(verliezen) uit wijziging in marktwaarde Bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen en aflossingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
11.449 928 9.015 233 -380 3.097 -91 -8.390 605 16.466
Aandelen 2004
11.907 5.602 -280 678 -20 -6.090 -348 11.449
Beschikbaar-voor-verkoop Schuldbewijzen 2005 2004
264.882 -25.716 251.027 -4.817 -1.458 -630 34 -210.629 16.548 289.241
Tot einde looptijd aangehouden 2005 2004
208.261 257.035 -1.369 -860 -46 -190.481 -7.658 264.882
14.059 1.030 4.010
-245 83 18.937
Totaal 2004
2005
276.331 -10.729 261.072 -574 -1.838 2.467 -57 -219.264 17.236 324.644
220.168 262.637 -1.649 -182 -66 -196.571 -8.006 276.331
ING Groep Jaarverslag 2005
101
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
AANDELEN BESCHIKBAAR-VOOR-VERKOOP NAAR VERZEKERINGS- EN BANCAIRE ACTIVITEITEN Ter beurze genoteerd 2005 2004
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
12.311 1.238 13.549
9.333 759 10.092
Niet ter beurze genoteerd 2005 2004
2005
Totaal 2004
950 407 1.357
14.319 2.147 16.466
10.283 1.166 11.449
Tot einde looptijd aangehouden 2005 2004
2005
Totaal 2004
130.189 177.989 308.178
101.833 163.049 264.882
2.008 909 2.917
SCHULDBEWIJZEN NAAR VERZEKERINGS- EN BANCAIRE ACTIVITEITEN Beschikbaar-voor-verkoop 2005 2004
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
130.189 159.052 289.241
101.833 163.049 264.882
18.937 18.937
HERWAARDERING VAN AANDELEN BESCHIKBAAR-VOOR-VERKOOP
Kostprijs Herwaardering – bruto ongerealiseerde winsten – bruto ongerealiseerde verliezen
2005
2004
11.422
10.492
5.134 90 16.466
2.042 1.085 11.449
HERWAARDERING VAN SCHULDBEWIJZEN BESCHIKBAAR-VOOR-VERKOOP 2005
Kostprijs Herwaardering – bruto ongerealiseerde winsten – bruto ongerealiseerde verliezen
280.649 10.401 1.809 289.241
In de balanswaarde per 31 december 2005 zijn aandelen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van respectievelijk nihil (2004: EUR 5 miljoen) en EUR 3 miljoen (2004: EUR 9 miljoen). In de balanswaarde per 31 december 2005 zijn schuldbewijzen begrepen die zijn uitgeleend of verkocht met overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van respectievelijk EUR 708 miljoen (2004: EUR 719 miljoen) en EUR 37.181 miljoen (2004: EUR 29.402 miljoen). Geleende aandelen worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2005 nihil (2004: EUR 12 miljoen). Geleende schuldbewijzen worden niet in de balans opgenomen en bedragen per 31 december 2005 EUR 3.295 miljoen (2004: EUR 2.868 miljoen). Beleggingen in verband met de verzekeringsactiviteiten met een gecombineerde boekwaarde van EUR 3 miljoen (2004: EUR 153 miljoen) genereerden geen inkomen gedurende het jaar. 5 KREDIETEN KREDIETEN NAAR VERZEKERINGS- EN BANCAIRE ACTIVITEITEN
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten Eliminaties
102
ING Groep Jaarverslag 2005
2005
2004
38.467 404.511 442.978 3.797 439.181
36.306 299.057 335.363 4.905 330.458
KREDIETEN PER SOORT – BANCAIRE ACTIVITEITEN Nederland
Internationaal
Totaal 2005
Nederland
Internationaal
Leningen aan of gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Overige particuliere leningen Overige zakelijke leningen
13.907 111.257 1.448 9.942 81.946 218.500
17.535 69.855 378 15.200 86.349 189.317
31.442 181.112 1.826 25.142 168.295 407.817
7.296 103.596 414 6.419 39.852 157.577
17.118 53.156 702 8.474 66.274 145.724
24.414 156.752 1.116 14.893 106.126 303.301
Voorziening voor dubieuze debiteuren
-916 217.584
-2.390 186.927
-3.306 404.511
-1.073 156.504
-3.171 142.553
-4.244 299.057
Nederland
Internationaal
Totaal 2005
Nederland
Internationaal
Polisbeleningen Leningen met hypothecaire zekerheid Particuliere leningen Overig
55 17.438 3.836 836 22.165
3.481 10.638 2.125 105 16.349
3.536 28.076 5.961 941 38.514
56 17.460 5.039 523 23.078
2.834 9.552 181 773 13.340
2.890 27.012 5.220 1.296 36.418
Voorziening voor dubieuze debiteuren
-16 22.149
-31 16.318
-47 38.467
-104 22.974
-8 13.332
-112 36.306
Totaal 2004
KREDIETEN PER SOORT - VERZEKERINGSACTIVITEITEN Totaal 2004
KREDIETEN NAAR NIET-ACHTERGESTELDE EN ACHTERGESTELDE VORDERINGEN - BANCAIRE ACTIVITEITEN
Niet-achtergestelde vorderingen Achtergestelde vorderingen
2005
2004
402.747 1.764 404.511
298.263 794 299.057
Onder Kredieten zijn per 31 december 2005 mede opgenomen vorderingen in verband met effecten die zijn verkregen met een overeenkomst tot wederverkoop uit hoofde van bancaire activiteiten ten bedrage van EUR 6.684 miljoen (2004: EUR 24.110 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2005
103
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
Vorderingen uit hoofde van finance-lease-overeenkomsten die opgenomen zijn onder Kredieten en Bankiers, kunnen als volgt worden geanalyseerd: VORDERINGEN UIT HOOFDE VAN FINANCIËLE LEASE-OVEREENKOMSTEN
Looptijd van bruto investeringen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar
Onverdiende investeringen in financiële lease-overeenkomsten Netto investeringen in financiële lease-overeenkomsten
Looptijd van netto investeringen in financiële lease-overeenkomsten – korter dan 1 jaar – langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar – langer dan 5 jaar
Inbegrepen in Kredieten Inbegrepen in Bankiers
2005
2004
4.230 7.355 2.654 14.239
4.067 7.111 2.269 13.447
-2.022 12.217
-1.783 11.664
3.727 6.163 2.327 12.217
3.533 6.160 1.971 11.664
11.992 225 12.217
11.506 158 11.664
In de voorziening voor dubieuze debiteuren is per 31 december 2005 EUR 45 miljoen (2004: EUR 116 miljoen) opgenomen als voorziening voor oninbare vorderingen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten. VOORZIENING VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN NAAR ZEKERHEID – BANCAIRE ACTIVITEITEN Nederland
Leningen gegarandeerd door de overheid Leningen met hypothecaire zekerheid Leningen gegarandeerd door kredietinstellingen Overige particuliere leningen Overige zakelijke leningen Overig
1 93
Internationaal
230 592
2 273 13 408 1.701
3 366 13 638 2.293
916
2.397
3.313
VERLOOP VAN DE VOORZIENING VOOR DUBIEUZE DEBITEUREN – BANCAIRE ACTIVITEITEN 2005
2004
Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 Wijzigingen in de samenstelling van de groep Afboekingen Ontvangen op reeds afgeboekte kredieten Toename/(afname) van voorzieningen dubieuze debiteuren Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
4.456 -592 -4 -842 61 88 115 31 3.313
4.835
De balanswaarde eind van het jaar is inbegrepen in – bankiers – kredieten – overige activa
7 3.306
18 4.244 194 4.456
3.313
104
ING Groep Jaarverslag 2005
Totaal 2005
-38 -956 85 465 -29 94 4.456
Nederland
199 181 692 14 1.086
Internationaal
36 213 23 344 2.574 180 3.370
Totaal 2004
36 412 23 525 3.266 194 4.456
6 DEELNEMINGEN DEELNEMINGEN
2005
Vesteda Lionbrook Property Partnership ING Winkels Basisfonds ING Woningen Basisfonds Property Fund Iberica Lion Properties Fund Lion Industrial Trust ING PF Brittanica ING Industrial Fund Australia Gables RE Trust – Permanent/Bridge equity ING Retail Property Fund Australia Q-Park N.V. ING Korea Property Investments ING Vastgoed Winkels C.V. ING Logistic Property C.V. ING Office Fund Australia ING Convent Garden Retail Property Fund France Belgium (RPFFB) ING Vastgoed Woningen C.V. Overige deelnemingen met invloed van betekenis(1)
Percentage deelneming (%)
25 33 25 25 30 8 12 33 13 18 30 19 51 10 25 7 44 15 10
Vorderingen op deelnemingen
(1)
Balanswaarde
Totaal activa
731 308 275 205 165 147 144 135 133 131 122 105 89 72 62 61 53 52 51 512 3.553
4.333 988 1.177 925 1.472 2.427 2.583 768 1.192 2.539 724 1.277 368 727 477 1.300 247 863 515
Totaal vreemd vermogen
1.409 62 75 54 911 590 1.231 361 349 1.750 312 721 223 8 230 538 125 520
Totaal baten
Totaal lasten
390 42 134 144 241 245 281 48 119 190 50 32 23 107 48 115 12 101 95
121 14 12 45 152 48 98 28 24 51 22 29 6 15 23 28 4 48 35
69 3.622
waaronder SulAmérica
DEELNEMINGEN
2004
Vesteda Property Fund Iberica Lion Properties Fund Lion Industrial Trust Q-Park N.V. Lionbrook Property Partnership ING UK Property Income Limited Partnership ING Logistic Property C.V. ING Retail Property Fund Australia Overige deelnemingen met invloed van betekenis(2)
Vorderingen op deelnemingen
(2)
Percentage deelneming (%)
25 30 12 16 19 26 45 25 30
Balanswaarde
Totaal activa
Totaal vreemd vermogen
Totaal baten
Totaal lasten
724 134 116 102 97 79 63 60 56 1.131 2.562
4.323 1.345 1.210 1.284 1.133 413 369 465 604
1.427 898 243 657 621 109 229 225 417
335 144 54 137 174 27 6 27 45
265 71 11 133 156 7 3 19 21
101 2.663
waaronder NRG en SulAmérica
De cumulatieve bijzondere waardeverminderingen bedragen EUR 4 miljoen (2004: EUR 4 miljoen).
ING Groep Jaarverslag 2005
105
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
VERLOOP VAN DEELNEMINGEN 2005
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen en verstrekkingen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar Beleggingen Herwaarderingen Resultaat deelnemingen Ontvangen dividend Desinvesteringen en aflossingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2.562 707 -323 964 125 412 -170 -819 95 3.553
Deelnemingen Vorderingen op deelnemingen 2004 2005 2004
2.104 251 96 357 22 165 -128 -281 -24 2.562
101 69
170 21 -75
-104 3 69
-15 101
7 BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED VERLOOP VAN BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Overheveling van/naar overige activa Overheveling van/naar onroerend goed in eigen gebruik Reële waarde-aanpassingen winst/(verlies) Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2005
2004
7.151 1.156 -187 -2.432
6.138 1.113 477 233
-2 171 -879 53
-8 199 -1.046 -49 94 7.151
5.031
BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED NAAR VERZEKERINGS- EN BANCAIRE ACTIVITEITEN
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
2005
2004
3.310 1.721 5.031
5.196 1.955 7.151
Het totale bedrag aan huurinkomsten dat verantwoord is in de winst- en verliesrekening voor de jaren 2005 en 2004 was EUR 372 miljoen respectievelijk EUR 453 miljoen. Het totale bedrag aan voorwaardelijke leasebetalingen die verantwoord zijn in de winst- en verliesrekening voor de jaren 2005 en 2004 was EUR 6 miljoen respectievelijk EUR 27 miljoen. Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2005 en 2004 huurinkomsten genereerden, was EUR 105 miljoen respectievelijk EUR 206 miljoen. Het totale bedrag aan directe bedrijfskosten (inclusief kosten van reparatie en onderhoud) met betrekking tot beleggingen in onroerend goed die over 2005 en 2004 geen huurinkomsten genereerden, was EUR 38 miljoen respectievelijk EUR 30 miljoen. TAXATIE VAN BELEGGINGEN IN ONROEREND GOED GEDURENDE DE LAATSTE VIJF JAAR, GETAXEERD DOOR PROFESSIONEEL GEKWALIFICEERDE TAXATEURS (IN PERCENTAGES) Taxatiejaar 2005 2004 2003 2002 2001
106
93 3
4 100
ING Groep Jaarverslag 2005
8 GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN GEBOUWEN EN BEDRIJFSMIDDELEN PER SOORT
Onroerend goed in eigen gebruik Bedrijfsmiddelen Activa uit operationele lease-overeenkomsten
2005
2004
2.271 1.316 2.170 5.757
2.409 1.273 2.101 5.783
ONROEREND GOED IN EIGEN GEBRUIK NAAR VERZEKERINGS- EN BANCAIRE ACTIVITEITEN
Verzekeringsactiviteiten Bancaire activiteiten
2005
2004
788 1.483 2.271
842 1.567 2.409
VERLOOP IN ONROEREND GOED IN EIGEN GEBRUIK 2005
2004
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Herrubricering van/naar Beleggingen in onroerend goed Herrubricering van/naar andere activa Afschrijvingen Herwaarderingen Bijzondere waardeverminderingen Terugnemen van bijzondere waardeverminderingen Desinvesteringen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2.409 73 3
2.785 83 -26
2 -25 -68 216 -13 27 -421 62 6 2.271
8 -11 -15 -39 -22 -158 -7 -189 2.409
Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
2.362 -83
2.446 -15
-8 2.271
-22 2.409
361 251 612
380 -19 361
Herwaarderingsreserve Balanswaarde begin van het jaar Mutatie in herwaarderingsreserve Balanswaarde eind van het jaar
De verkrijgingsprijs bedraagt EUR 1.659 miljoen (2004: EUR 2.070 miljoen). De verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen zou EUR 1.576 miljoen hebben bedragen (2004: EUR 1.943 miljoen). TAXATIE VAN ONROEREND GOED IN EIGEN GEBRUIK GEDURENDE DE LAATSTE VIJF JAAR, DOOR PROFESSIONELE GEKWALIFICEERDE TAXATEURS (IN PERCENTAGES) Taxatiejaar
2005 2004 2003 2002 2001
67 14 8 1 10 100
ING Groep Jaarverslag 2005
107
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
VERLOOP VAN BEDRIJFSMIDDELEN Informatieverwerkende apparatuur 2005 2004
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijving per 31 december Netto boekwaarde
Inrichting, installaties en andere bedrijfsmiddelen 2005 2004
2005
Totaal 2004
333 183 -8 -8 -198 12 314
374 166 6 -16 -196 -1 333
940 297 -12 -41 -223 41 1.002
935 247 -1 -18 -214 -9 940
1.273 480 -20 -49 -421 53 1.316
1.309 413 5 -34 -410 -10 1.273
1.198 -884 314
1.025 -692 333
2.523 -1.521 1.002
2.241 -1.301 940
3.721 -2.405 1.316
3.266 -1.993 1.273
2005
Overig 2004
2005
Totaal 2004
VERLOOP VAN ACTIVA UIT OPERATIONELE LEASE-OVEREENKOMSTEN 2005
Balanswaarde begin van het jaar Investeringen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Desinvesteringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2.060 990 3 -392 -549
Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen per 31 december Netto boekwaarde
Auto’s 2004
2.033 944
41
68 6
-9
-10 -20
4 2.116
-378 -536 -6 3 2.060
2.101 990 25 -392 -558
54
-3 41
4 2.170
2.101
3.070 -954
3.123 -1.057
98 -44
206 -165
3.168 -998
3.329 -1.222
2.116
-6 2.060
54
41
2.170
-6 2.101
22
2.101 950 -388 -556 -6
De Groep verhuurt activa aan derden uit operationele lease-overeenkomsten. De minimaal te ontvangen toekomstige leasebetalingen uit hoofde van onherroepelijke operationele lease-overeenkomsten bedragen: MINIMALE TE ONTVANGEN TOEKOMSTIGE LEASEBETALINGEN NAAR LOOPTIJD
Korter dan 1 jaar Langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar Langer dan 5 jaar
108
ING Groep Jaarverslag 2005
2005
2004
664 1.505 1 2.170
663 1.419 19 2.101
9 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA VERLOOP VAN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Value of business acquired 2005 2004
Balanswaarde begin van het jaar Geactiveerd Herrubricering van overlopende acquisitiekosten Investeringen Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2005
Goodwill 2004
139
2.693 101 -241
70
80
2005
Software 2004
423 38
631 58
32
174 -215
228 -245
15 -5
-20
2005
Overig 2004
33
-1
2005
Totaal 2004
594 38
631 58
2.693 360 -461
308 -212
-21
157
157
63
-60
68
-5
-250
45
213
24
-9
13
1
8
2.986
173
139
408
423
94
-1
32
43
-183
258
-8
3.661
594
Amortisatie van software en overige immateriële vaste activa is inbegrepen in de winst- en verliesrekening in de post Overige bedrijfskosten. Amortisatie van value of business acquired is begrepen in Verzekeringstechnische lasten. Het bruto bedrag aan goodwill bedraagt per 31 december 2005 EUR 173 miljoen (2004: EUR 139 miljoen). Value of business acquired is per 31 december 2004 begrepen in de Overlopende acquisitiekosten. 10 OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN VERLOOP VAN OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN Beleggingscontracten 2005 2004
Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4 Geactiveerd Afschrijvingen ‘Unlocking’ Effect van ongerealiseerde herwaarderingen in het eigen vermogen Herrubricering naar ‘value of business acquired’ Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Verkoop van portefeuilles Balanswaarde eind van het jaar
110 23 -10
-119 10 57 71
Levensverzekeringen 2005 2004
9.999 -742 2.422 -1.150 4 239 -2.574 -138 1.062 -79 9.043
Schadeverzekeringen 2005 2004
9.485
429
361
2.854 -1.812
311 -315
262 -219
-527 -1 9.999
-2 67
37 -12
490
429
Totaal 2004
2005
10.428 -632 2.756 -1.475 4 239 -2.693 -140 1.139 -22 9.604
9.846 3.116 -2.031
37 -539 -1 10.428
Voor beleggingsverzekeringen bedraagt de groeiveronderstelling voor het berekenen van de amortisatie van de Overlopende acquisitiekosten 7,9% bruto (6,9% na aftrek van vergoedingen voor vermogensbeheer).
ING Groep Jaarverslag 2005
109
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
11 OVERIGE ACTIVA OVERIGE ACTIVA PER SOORT
Herverzekeringen en vorderingen uit verzekeringen Latente belastingvorderingen Onroerend goed aangehouden voor verkoop Onroerend goed in ontwikkeling voor derden Terug te vorderen vennootschapsbelasting Overlopende rente en huren Overige overlopende activa Overige vorderingen
2005
2004
3.144 2.118 1.891 71 580 13.776 1.112 7.468 30.160
3.013 1.028 1.639 47 232 8.327 2.290 4.821 21.397
HERVERZEKERINGEN EN
HERVERZEKERINGEN EN VORDERINGEN UIT VERZEKERINGEN
Vorderingen uit directe verzekeringen op – polishouders – tussenpersonen Vorderingen uit herverzekeringen
2005
2004
2.212 213 719 3.144
2.298 327 388 3.013
2005
2004
160 490 397 793 236 779 2.855
83
641 1.355
57 427 76 15 162 737
78 51 15 183 327
2.118
1.028
LATENTE BELASTINGVORDERINGEN NAAR OORSPRONG
Latente belastingvorderingen hebben betrekking op – verzekeringstechnische voorzieningen – beleggingen – overige voorzieningen – fiscaal compensabele verliezen – kredieten – overige
Latente belastingverplichtingen (gesaldeerd met latente belastingvoordelen) hebben betrekking op – verzekeringstechnische voorzieningen – beleggingen – overlopende acquisitiekosten en VOBA – overige voorzieningen – overige
172 459
LATENTE BELASTINGVORDERINGEN MET BETREKKING TOT FISCAAL COMPENSABELE VERLIEZEN
Totaal fiscaal compensabele voorzieningen Fiscaal compensabele verliezen niet aangemerkt als een latente belastingvordering Fiscaal compensabele verliezen aangemerkt als een latente belastingvordering Gemiddeld belastingpercentage Latente belastingvordering
2005
2004
3.651
3.470
906
1.817
2.745
1.653
28,9% 793
27,8% 459
Latente belastingvorderingen worden opgenomen voor voorwaartse verliescompensatie en fiscale verrekeningsmogelijkheden voor zover realisatie waarschijnlijk wordt geacht. Bij het bepalen van de hoogte van de latente belastingvordering is rekening gehouden met de onzekerheid omtrent realisatie. De looptijd van de fiscaal compensabele verliezen is als volgt:
110
ING Groep Jaarverslag 2005
TOTAAL FISCAAL COMPENSABELE VERLIEZEN NAAR EXPIRATIEDATUM Niet aange- Aangemerkt Niet aangemerkt als latenals latentemerkt als latente belastingbelastingte belastingvordering vordering vordering 2005
– tot vijf jaar – vanaf vijf jaar tot tien jaar – vanaf tien jaar tot twintig jaar – onbeperkt
29
348 384 640 1.373 2.745
62 6 750 999 1.817
2005
2004
Onroerend goed verkregen uit faillissementen Onroerend goed ontwikkeld voor verkoop
532 1.359 1.891
473 1.166 1.639
Bruto boekwaarde per 31 december Cumulatieve bijzondere waardevermindering per 31 december Netto boekwaarde
1.960 -69 1.891
1.639
322 555 906
Aangemerkt als latente belastingvordering 2004
568 326 189 570 1.653
ONROEREND GOED AANGEHOUDEN VOOR VERKOOP
1.639
EIGEN VERMOGEN 12 GROEPSVERMOGEN EIGEN VERMOGEN TOE TE SCHRIJVEN AAN AANDEELHOUDERS VAN DE VENNOOTSCHAP
Aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Reserve deelnemingen Reserve voor koersverschillen vreemde valuta Ingekochte eigen aandelen Overige reserves Eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap
2005
2004
530 8.343 11.206 608 668 -868 16.249 36.736
634 8.525 1.257 613 -184 -563 13.787 24.069
De herwaarderingsreserve bevat herwaarderingen met betrekking tot beleggingen en onroerend goed in eigen gebruik en de reserve voor kasstroom hedges en hedges van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen. De reserve voor kasstroom hedges bedroeg EUR 2.046 miljoen per 31 december 2005. Ingehouden winsten zijn in de overige reserves begrepen. AANDELENKAPITAAL Preferente aandelen (nominale waarde EUR 1,20) Aantal X1.000 Bedrag
Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag
2005 Nominaal aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal
300.000 212.920 87.080
360 256 104
3.000.000 795.066 2.204.934
720 190 530
2004 Nominaal aandelenkapitaal Aandelenkapitaal in portefeuille Geplaatst aandelenkapitaal
300.000 212.920 87.080
360 256 104
3.000.000 795.280 2.204.720
720 190 530
ING Groep Jaarverslag 2005
111
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
VERLOOP IN GEPLAATST AANDELENKAPITAAL Preferente aandelen (nominale waarde EUR 1,20) Aantal X1.000 Bedrag
Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2003 Uit slotdividend 2003 Uit interimdividend 2004 Uitgifte van aandelen Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2004 Uitgifte van aandelen Geplaatst aandelenkapitaal per 31 december 2005
87.080
104
87.080
87.080
Gewone aandelen (nominale waarde EUR 0,24) Aantal X1.000 Bedrag
104
2.115.901 31.731 31.699 25.389 2.204.720
508 8 8 6 530
104
214 2.204.934
530
Vanaf 2005 wordt het totale bedrag voor preferente aandelen (EUR 104 miljoen aandelenkapitaal en EUR 192 miljoen agioreserve) gepresenteerd onder het vreemd vermogen. Verwezen wordt naar paragraaf 13 Preferente aandelen. Het kapitaal en de reserves van de Stichting Regio Bank, zoals opgenomen in Overige reserves, hadden per 31 december 2005 een omvang van EUR 583 miljoen (2004: EUR 507 miljoen) en zijn niet vrij uitkeerbaar. De toename weerspiegelt de winstbestemming. De herwaarderingsreserve, de reserve deelnemingen en de reserve koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. Gewone aandelen Alle aandelen staan op naam. Aandeelbewijzen worden niet uitgegeven. Aandelen kunnen worden overgedragen door middel van een akte van overdracht na goedkeuring door de Raad van Bestuur van ING Groep. De nominale waarde van de gewone aandelen is momenteel EUR 0,24. Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep bedraagt 3.000.000 aandelen, waarvan er per 31 december 2005 2.204.934 miljoen zijn uitgegeven en volgestort. Certificaten van gewone aandelen en preferente aandelen Meer dan 99% van de gewone aandelen en preferente aandelen uitgegeven door ING Groep N.V. is in bezit van de Stichting ING Aandelen. In ruil voor deze aandelen heeft de Stichting certificaten aan toonder uitgegeven van gewone aandelen, respectievelijk preferente aandelen. De certificaten zijn genoteerd aan verschillende Europese aandelenbeurzen. Certificaten kunnen zonder beperking worden omgewisseld in (niet-genoteerde) aandelen van de betreffende categorie. De certificaathouder heeft het recht op de dividendbetalingen en uitkeringen die corresponderen met de dividenden en uitkeringen die zijn ontvangen door de Stichting voor een aandeel uit de betreffende categorie. Daarnaast is de certificaathouder gerechtigd om de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van ING Groep bij te wonen en daar het woord te voeren, zowel in persoon als bij volmacht. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouders bijwoont is gerechtigd om namens de Stichting stemrecht uit te oefenen, naar eigen inzicht, voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten van de betreffende categorie. Een certificaathouder die de Algemene Vergadering van Aandeelhouder niet bijwoont, in persoon of bij volmacht, heeft het recht om een bindende stemaanwijzing te geven aan de Stichting voor het aantal aandelen dat correspondeert met het aantal gehouden certificaten van de betreffende categorie. Concentratie van houders van certificaten van aandelen ABN AMRO Holding, AEGON en Fortis hebben elk per 31 december 2005 tussen de 5% en 10% van de certificaten (van gewone aandelen en van preferente aandelen) van ING Groep N.V. in bezit. Certificaten van gewone aandelen gehouden door ING Groep Per 31 december 2005 hielden ING Groep of haar dochtermaatschappijen 38,7 miljoen certificaten van gewone aandelen ING Groep N.V. met een nominale waarde van EUR 0,24. Deze zijn ingekocht om het risico in verband met de aan de leden van de Raad van Bestuur en de overige werknemers toegekende optierechten af te dekken. Dividendbeperkingen ING Groep N.V. en haar Nederlandse groepsmaatschappijen zijn gebonden aan wettelijke beperkingen ten aanzien van het dividend dat aan de aandeelhouders mag worden uitgekeerd. In het Burgerlijk Wetboek is de beperking opgenomen dat dividend alleen mag worden uitgekeerd voorzover het eigen vermogen van de onderneming groter is dan de som van (i) het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het aandelenkapitaal en (ii) de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. Aanvullend zijn enkele groepsmaatschappijen gebonden aan de beperkingen ten aanzien van de omvang van de uitkeringen die in de vorm van dividend in contacten of op een andere wijze aan de moedermaatschappij mogen plaatsvinden.
112
ING Groep Jaarverslag 2005
1.2
Voorts bestaan in bepaalde landen, in aanvulling op de beperkingen met betrekking tot minimum kapitaal en solvabiliteitsvereisten van regelgevende instanties in het land waarin de groepsmaatschappijen actief zijn, andere beperkingen. Warrants B In 1998 heeft ING Groep N.V. de uitgifte van maximaal 17.317.132 warrants B goedgekeurd, waarvan 17.220.200 warrants zijn uitgegeven. Op 31 december 2005 stonden 17.189.554 warrants B uit (2004: 17.190.610). Houders van warrants B hebben het recht om certificaten van gewone aandelen ING Groep N.V. te verkrijgen tegen een van tevoren vastgestelde prijs: 1 warrant B geeft recht op 2 certificaten van aandelen. Houders van warrants B mogen hun recht naar eigen inzicht uitoefenen maar niet later dan 5 januari 2008. Op 31 december 2005 werden geen warrants B (2004: nihil) gehouden door groepsmaatschappijen van ING Groep. De huidige uitoefenprijs van warrants B is EUR 49,92 voor 2 certificaten van aandelen. De uitoefenprijs van warrants B zal door ING Groep worden aangepast als een of meer van onderstaande omstandigheden zich voordoet: 1. Uitgifte van gewone aandelen van ING Groep N.V., met het recht van voorkeur voor bestaande aandeelhouders, beneden de gemiddelde prijs over de 20 handelsdagen voorafgaande aan de desbetreffende aankondiging van de middenprijs tussen de hoogste en de laagste koers van de certificaten van nominaal EUR 0,24 zoals vermeld in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V.; 2. Uitgifte van gewone aandelen door ING Groep N.V. aan bestaande aandeelhouders ten laste van enige reserve tegen een prijs beneden de gemiddelde prijs over de 20 handelsdagen voorafgaande aan de desbetreffende aankondiging van de middenprijs tussen de hoogste en de laagste koers van de certificaten van nominal EUR 0,24 zoals vermeld in de Offiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V.; 3. Uitgifte van aandelen door ING Groep N.V. aan bestaande aandeelhouders bij wijze van dividendbetaling tegen een prijs beneden de gemiddelde prijs over de 20 handelsdagen voorafgaande aan de desbetreffende aankondiging van de middenprijs tussen de hoogste en de laagste koers van de certificaten van nominaal EUR 0,24 zoals vermeld in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V.; 4. ING Groep N.V. verleent aan houders van gewone aandelen het recht tot inschrijving op andere effecten dan gewone aandelen; 5. Het verlenen door enige maatschappij aan houders van gewone aandelen van een recht tot inschrijving op effecten welke geconverteerd of omgeruild kunnen worden in respectievelijk tegen gewone aandelen ING Groep N.V., indien de (initiële) prijs waartegen zodanige gewone aandelen ING Groep N.V. alsdan verkregen kunnen worden lager is dan de op dat moment geldende uitoefenprijs; 6. Het doen van een uitkering in contanten door ING Groep N.V. uit de agioreserve aan de houders van gewone aandelen. In geval van splitsing of samenvoeging van de uitstaande aandelen van ING Groep N.V., zal een warranthouder gerechtigd blijven tot eenzelfde nominaal bedrag aan aandelen als waartoe de warranthouder was gerechtigd voor de splitsing respectievelijk samenvoeging van de aandelen. In geval van herstructurering van het aandelenkapitaal van ING Groep N.V. of in geval van samengaan van ING Groep met enige andere maatschappij of in geval van overdracht van de activa van ING Groep (of een substantieel deel ervan) aan enige andere maatschappij zal er geen wijziging in de uitoefenprijs van warrants B plaatsvinden. In dat geval zal een warranthouder gerechtigd zijn om het soort en aantal effecten te verkrijgen waartoe de houder van een gewoon aandeel gerechtigd zou zijn als de warrants B vlak voor deze gebeurtenis zouden zijn omgeruild tegen gewone aandelen. VERLOOP VAN BELANG DERDEN
Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IAS 32/39 en IFRS 4 Ongerealiseerde herwaarderingen na belastingen Ongerealiseerde herwaarderingen overgeheveld naar latente winstverplichting aan polishouders en overlopende acquisitiekosten Koersverschillen vreemde valuta Winst voor de periode Wijzigingen in de samenstelling van de groep Balanswaarde eind van het jaar
2005
2004
3.481 -1.386 -32
3.513
17 14 305 -710 1.689
29
-103 275 -233 3.481
ING Groep Jaarverslag 2005
113
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
VREEMD VERMOGEN 13 PREFERENTE AANDELEN Als gevolg van de implementatie van IAS 32 in 2005, worden preferente aandelen gepresenteerd onder het vreemd vermogen. In de vergelijkende cijfers van 2004 zijn preferente aandelen verantwoord in het eigen vermogen. ING Groep preferente aandelen De nominale waarde van de preferente aandelen is EUR 1,20. Preferente aandelen zijn onderverdeeld in twee categorieën: preferente aandelen “A” en preferente aandelen “B”. Het maatschappelijk kapitaal van ING Groep N.V. bedraagt 100 miljoen preferente aandelen “A”, waarvan er per 31 december 2005 87 miljoen zijn uitgegeven, en 200 miljoen preferente aandelen “B”, waarvan er geen zijn uitgegeven. Preferente aandelen mogen alleen tegen tenminste de nominale waarde worden uitgegeven. Preferente aandelen gaan voor gewone aandelen voor wat betreft de rechten op dividend en verdeling bij liquidatie van ING Groep N.V., maar zijn achtergesteld ten opzichte van de cumulatief preferente aandelen. Houders van preferente aandelen “A” en “B” hebben gelijke rechten. Als de winst of het bedrag dat beschikbaar is voor uitkering aan de houders van preferente aandelen niet toereikend is voor een volledige uitkering, dan ontvangen deze houders een uitkering evenredig aan het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen bij een volledige uitkering. De preferente aandelen “A” en “B” zijn niet cumulatief en de houders daarvan zullen in volgende jaren niet gecompenseerd worden voor een tekort in een vorig jaar. Volgens de statuten van ING Groep N.V. kunnen preferente aandelen worden ingetrokken. Preferente aandelen “A” Het dividend op preferente aandelen “A” is gelijk aan een percentage, berekend over het bedrag (inclusief agio) waarvoor de preferente aandelen “A” oorspronkelijk waren uitgegeven. Dit percentage wordt berekend aan de hand van het rekenkundig gemiddelde van het gemiddelde effectieve rendement van de vijf langstlopende Nederlandse staatsleningen, zoals berekend door een door de Raad van Bestuur aangewezen “Calculating Agent” voor de laatste twintig handelsdagen voorafgaand aan de dag waarop de eerste preferente aandelen “A” zijn uitgegeven, of als dat het geval zou zijn, voorafgaand aan de dag waarop het dividendpercentage is aangepast. Het aldus vastgestelde percentage kan met maximaal een half procentpunt worden verhoogd of verlaagd, afhankelijk van de marktomstandigheden op dat moment, al naar gelang de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen beslist. Het dividend op preferente aandelen “A” is voor de periode tot 1 januari 2014 vastgesteld op EUR 0,1582 per jaar. Daarna zal het dividendpercentage opnieuw worden aangepast (en daarna elke tien jaar) aan het gemiddelde effectieve rendement van de vijf langstlopende Nederlandse staatsleningen op dat moment. Preferente aandelen “A” mogen alleen worden ingetrokken als per preferent aandeel “A” het bedrag (inclusief agio) waarvoor de preferente aandelen “A” oorspronkelijk waren uitgegeven verminderd met de nominale waarde van de aandelen kan worden uitgekeerd. Bij liquidatie van ING Groep zal, indien mogelijk, het bedrag (inclusief agio) waarvoor de preferente aandelen “A” oorspronkelijk waren uitgegeven op ieder preferent aandeel “A” worden uitgekeerd. Cumulatief preferente aandelen De nominale waarde van de cumulatief preferente aandelen is EUR 1,20. Deze aandelen zijn niet uitgegeven. De cumulatief preferente aandelen gaan voor de preferente aandelen betreffende de rechten op dividend en verdeling bij liquidatie van ING Groep N.V. Het dividend op cumulatief preferente aandelen zal gelijk zijn aan het percentage berekend over het verplicht gestorte of nog te storten bedrag. Dit percentage is gelijk aan het gemiddelde van de Euro OverNight Index Average (EONIA), berekend door de Europese Centrale Bank. Dit percentage wordt gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze van toepassing was, verhoogd met twee en een halve procentpunt. Voorzover de uit te keren winst niet toereikend is om het hierboven genoemde dividend volledig uit te keren, zal het tekort indien mogelijk worden onttrokken aan de reserves. Voorzover het uit te keren dividend niet aan de reserves kan worden onttrokken, zullen de winsten van de volgende jaren eerst worden gebruikt om het tekort te compenseren voordat er een uitkering voor aandelen uit een andere categorie mag plaatsvinden. Volgens de statuten van ING Groep N.V. kunnen cumulatief preferente aandelen worden ingetrokken. Bij het intrekken van de cumulatief preferente aandelen en bij liquidatie van ING Groep N.V. zal het op de cumulatief preferente aandelen gestorte bedrag worden terugbetaald samen met het tekort aan dividend van voorgaande jaren, voorzover dit tekort niet reeds is gecompenseerd.
114
ING Groep Jaarverslag 2005
14 ACHTERGESTELDE LENINGEN Achtergestelde leningen bestaat uit eeuwigdurende achtergestelde obligatieleningen uitgegeven door ING Groep N.V. Deze obligatieleningen zijn uitgegeven om hybride kapitaal voor ING Verzekeringen N.V. en Tier-1 vermogen voor ING Bank N.V. te verwerven. EUR 5.563 miljoen (2004: EUR 3.743 miljoen) van deze leningen is door ING Groep N.V. doorgeleend als achtergestelde lening aan ING Bank N.V. op dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatielening. EUR 1.792 miljoen (2004: EUR 366 miljoen) van deze leningen is door ING Groep N.V. doorgeleend als achtergestelde lening aan ING Verzekeringen N.V. op dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatielening. 15 UITGEGEVEN SCHULDBEWIJZEN De uitgegeven schuldbewijzen betreffen obligaties en andere geëmitteerde schuldbewijzen met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente, zoals depositocertificaten en accepten uitgegeven door de Groep, voorzover niet achtergesteld. ING Groep heeft geen schuldbewijzen uitgegeven onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. De looptijden van de uitgegeven schuldbewijzen is als volgt: UITGEGEVEN SCHULDBEWIJZEN 2005
2004
Schuldbewijzen met een vaste rente – minder dan een jaar – vanaf een jaar tot en met twee jaar – vanaf twee jaar tot en met drie jaar – vanaf drie jaar tot en met vier jaar – vanaf vier jaar tot en met vijf jaar – langer dan vjif jaar Totaal schuldbewijzen met een vaste rente
39.978 3.816 1.741 3.863 10.350 9.718 69.466
29.392 4.144 4.532 3.665 5.090 10.784 57.607
Schuldbewijzen met een variabele rente – minder dan een jaar – vanaf een jaar tot en met twee jaar – vanaf twee jaar tot en met drie jaar – vanaf drie jaar tot en met vier jaar – vanaf vier jaar tot en met vijf jaar – langer dan vjif jaar Totaal schuldbewijzen met een variabele rente
5.074 872 144 494 1.064 4.148 11.796
11.689 2.427 1.348 2.317 1.807 1.817 21.405
Totaal uitgegeven schuldbewijzen
81.262
79.012
Per 31 december 2005 had ING Groep voor een bedrag van EUR 22.588 miljoen (2004: EUR 15.904 miljoen) aan ongebruikte kredietfaciliteiten beschikbaar, inclusief ‘commercial paper borrowings’ begrepen in Uitgegeven schuldbewijzen.
ING Groep Jaarverslag 2005
115
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
16 OVERIGE LENINGEN OVERIGE LENINGEN NAAR RESTERENDE LOOPTIJD 2005
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen
2006
2007
2008
2009
2010
Daarna
Totaal
1.011
1.435
735
713
1.492
6.082 4.443 11.536
508 642 2.585
533 951 2.219
404 83 1.200
518 276 2.286
8.924 1.261 1.666 575 12.426
14.310 1.261 9.711 6.970 32.252
2005
2006
2007
2008
2009
Daarna
Totaal
842 3.499 3.077 7.418
1.131 406 18 1.555
550 46 279 875
377 207 46 630
797 221
11.978 220 18 12.216
15.675 4.599 3.438 23.712
OTHER BORROWED FUNDS BY REMAINING TERM 2004
Achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen Leningen o/g Leningen van kredietinstellingen
1.018
De achtergestelde leningen van groepsmaatschappijen betreffen kapitaalobligaties en onderhandse leningen die zijn achtergesteld bij alle lopende en toekomstige verplichtingen van ING Bank N.V. of Postbank N.V. Preferente aandelen van groepsmaatschappijen bestaan uit gegarandeerde ‘non-cumulative Trust Preferred Securities’, die zijn uitgegeven door 100%-dochterdeelnemingen van ING Groep N.V. Deze effecten kennen een prioriteitsrecht bij liquidatie van een bepaald bedrag plus opgelopen interest en onbetaald dividend. Dividenden met betrekking tot deze effecten worden verantwoord in de winst- en verliesrekening als rentelasten. Deze effecten hebben veelal geen stemrecht. 17 VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN VERZEKERINGS-, HERVERZEKERINGS- EN BELEGGINGSCONTRACTEN 2005
Bruto 2004
137.066 4.195 90.728 231.989
125.804 803 78.807 205.414
5.441
4.105
1.197 6.638
Voorziening niet-verdiende premies en lopende risico’s
3.093
2.863
Voorziening voor te betalen schaden
9.591 181 244.854
Voorziening levensverzekeringen Voorziening voor (uitgestelde) winstdeling en kortingen Voorziening voor verzekeringen waarbij polishouders het beleggingsrisico dragen Voorziening levensverzekeringen
Overige technische voorzieningen Totaal technische voorzieningen Beleggingscontracten Beleggingscontracten waarbij de polishouders het beleggingsrisico dragen Verplichtingen aangaande beleggingscontracten Verzekerings- en beleggingscontracten
Herverzekeringsdeel 2005 2004
2005
Eigen rekening 2004
1.151 5.256
131.625 4.195 89.531 225.351
121.699 803 77.656 200.158
258
354
2.835
2.509
8.512
1.389
1.134
8.202
7.378
62 216.851
8.285
6.744
181 236.569
62 210.107
7.223 11.410 18.633 263.487
7.223 11.410 18.633 216.851
8.285
6.744
255.202
210.107
De voorziening levensverzekeringen bevat op 31 december 2005 EUR 51.866 miljoen voor levensverzekeringen met winstdeling. De voorziening voor te betalen schaden bevat per 31 december 2005 een voorziening EUR 1.831 miljoen voor voorgedane schades die nog niet zijn gemeld.
116
ING Groep Jaarverslag 2005
VERLOOP IN VOORZIENINGEN VOOR LEVENSVERZEKERINGEN Bruto 2004
2005
Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4 Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Voorzieningen lopend boekjaar Voorziening voorgaande boekjaren – uitkeringen aan polishouders – rente-aanwas – herwaarderingen voor risico polishouders – effect van veranderingen van de disconteringsvoet – effect van veranderingen in andere aannames
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
205.414 -14.315
192.293
191.099 19.449
Herverzekeringsdeel 2005 2004
4.083
192.293
5.256 -7 -44 5.205
16.181
806
-10.929 4.057 5.074 2 1.167 -629
1.963
306 -157
17.691 4.379 231.989
-9.136 4.113 205.414
616 168 6.638
2005
Eigen rekening 2004
188.210
4.083
200.158 -14.308 44 185.894
1.805
18.643
14.376
-10.498 4.089 5.074 2 861 -472
1.963
17.075 4.211 225.351
-8.798 4.407 200.158
-431 -32
-338 -294 5.256
188.210
Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 3% en 6%. De disconteringsvoet is gebaseerd op gewogen gemiddelden. Voorzover herverzekeraars niet aan hun verplichtingen uit hoofde van deze contracten kunnen voldoen, blijft ING Groep aansprakelijk ten opzichte van polishouders voor het herverzekerde deel. Er worden dan ook voorzieningen gevormd voor vorderingen uit hoofde van herverzekeringen waarvan de ontvangst niet waarschijnlijk wordt geacht. De markt voor herverzekering van levensverzekeringen is in hoge mate geconcentreerd, hetgeen het spreiden van risico’s bemoeilijkt. Om het risico op aanzienlijke verliezen uit hoofde van insolvabele herverzekeraars te minimaliseren, evalueert ING Groep de financiële positie van haar herverzekeraars en bewaakt de concentratie van risico’s uit hoofde van gemeenschappelijke geografische gebieden, activiteiten of economische kenmerken van de herverzekeraar. Per 31 december 2005 bedroegen de vorderingen op herverzekeraars EUR 719 miljoen (2004: EUR 388 miljoen) waarvan EUR 6 miljoen (2004: nihil) als oninbaar was voorzien. VERLOOP IN VOORZIENING VOOR NIET-VERDIENDE PREMIES EN LOPENDE RISICO’S
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Geboekte premies Verdiende premies gedurende het jaar Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
2005
Bruto 2004
Herverzekeringsdeel 2005 2004
2.863 -41 2.822
3.174 -333 2.841
354 -26 328
6.613 -6.769 424 3 3.093
6.642 -6.542 -76 -2 2.863
526 -636 44 -4 258
2005
Eigen rekening 2004
687 -350 337
2.509 -15 2.494
2.487 17 2.504
756 -729 -18 8 354
6.087 -6.133 380 7 2.835
5.886 -5.813 -58 -10 2.509
ING Groep Jaarverslag 2005
117
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
VERLOOP IN VOORZIENING VOOR TE BETALEN SCHADEN 2005
Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4 Wijzigingen in de samenstelling van de groep
Toevoegingen – lopend boekjaar – vorige boekjaren – rente-aanwas voorziening
Betaalde schaden en schadebehandelingskosten – lopend boekjaar – vorige boekjaren
Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het boekjaar
8.512 39
Bruto 2004
7.911
Herverzekeringsdeel 2005 2004
614
2005
Eigen rekening 2004
8.551
853 8.764
1.134 20 -27 1.127
638 1.252
7.378 19 27 7.424
7.297 215 7.512
4.688 -614 92 4.166
3.893 -359 133 3.667
891 -22 20 889
284 -48 10 246
3.797 -592 72 3.277
3.609 -311 123 3.421
2.042 2.209 4.251
1.749 1.938 3.687
295 536 831
64 227 291
1.747 1.673 3.420
1.685 1.711 3.396
911 214 9.591
-177 -55 8.512
164 40 1.389
-58 -15 1.134
747 174 8.202
-119 -40 7.378
ING Groep heeft per 31 december 2005 een voorziening van EUR 68 miljoen (2004: EUR 96 miljoen) opgenomen voor milieuen asbestclaims uit het verzekeringsbedrijf. Bij het vormen van de voorziening voor te betalen schaden en lasten voor schade aanpassing voor asbestgerelateerde ziekte en het opruimen van giftig afval neemt de Groep de huidige bekende feiten en de huidige status van de desbetreffende wet in beschouwing. Voorzieningen zijn gevormd voor IBNR schaden en voor bekende schaden (inclusief kosten van de gerelateerde rechtzaken) als genoeg informatie beschikbaar is om een specifieke verzekeringspolis aan te wijzen en de Groep de voorziening redelijk kan schatten. Bovendien worden de voorzieningen regelmatig herzien. De vrijval van voorzieningen van voorgaande jaren in 2005 en 2004 zijn veroorzaakt door positieve verzekeringsresultaten in verschillende business units, voornamelijk in Nederland vanwege veranderingen in wettelijke bepalingen voor ziekte en invaliditeit en als gevolg van een onverwacht zachte winter in Canada. Indien de voorziening voor levensverzekeringen wordt verdisconteerd, ligt de disconteringsvoet tussen 3% en 4%. VERLOOP IN VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN BELEGGINGSCONTRACTEN 2005
Balanswaarde begin van het jaar Implementatie IFRS 4
Voorzieningen lopend jaar Voorzieningen voorgaand boekjaar – betalingen aan contracthouders – rente-aanwas – waardeveranderingen van beleggingen
Koerverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
118
ING Groep Jaarverslag 2005
0 16.860 16.860 5.553
-7.051 276 1.060 -5.715 1.659 276 18.633
BRUTO SCHADE-ONTWIKKELING
Schatting van cumulatieve schades: Aan het eind van het tekenjaar Een jaar later Schatting van cumulatieve schades Cumulatieve betalingen Opgenomen verplichtingen
Tekenjaar 2004
Tekenjaar 2005
3.893 3.990 3.990
4.688 4.688
8.678
-2.583 1.407
-1.729 2.959
-4.312 4.366
Verplichtingen opgenomen voor voorgaande tekenjaren Totaal bedrag opgenomen in de balans
Totaal
5.225 9.591
18 BANKIERS Bankiers betreft niet-achtergestelde schulden aan banken, voorzover niet in de vorm van schuldbewijzen. Per 31 december 2005 zijn onder Bankiers verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van EUR 23.857 miljoen (2004: EUR 24.452 miljoen). BANKIERS NAAR SOORT Nederland Internationaal
Niet rentedragend Rentedragend
2.535 33.714 36.249
1.934 84.051 85.985
2005
2004
269.389 127.469 57.655 11.199 465.712
219.468 84.996 42.928 1.849 349.241
Totaal 2005
Nederland
Internationaal
Totaal 2004
4.469 117.765 122.234
757 31.951 32.708
1.461 61.709 63.170
2.218 93.660 95.878
Nederland Internationaal
Totaal 2004
19 TOEVERTROUWDE MIDDELEN TOEVERTROUWDE MIDDELEN
Spaargelden Creditsaldi van rekeninghouders Zakelijke deposito’s Overig
TOEVERTROUWDE MIDDELEN NAAR SOORT Nederland Internationaal
Niet rentedragend Rentedragend
13.754 158.252 172.006
1.359 292.347 293.706
Totaal 2005
15.113 450.599 465.712
13.223 107.992 121.215
1.807 226.219 228.026
15.030 334.211 349.241
Cliënten hebben ING Groep geen middelen toevertrouwd onder andere voorwaarden dan zoals van toepassing in de normale bedrijfsuitoefening. Per 31 december 2005 zijn onder Toevertrouwde middelen tevens verplichtingen opgenomen uit hoofde van tijdelijk verkochte effecten met een overeenkomst tot wederinkoop ten bedrage van EUR 2.104 miljoen (2004: EUR 4.908 miljoen). Spaargelden betreffen de saldi van spaarrekeningen, spaarboekjes, spaardeposito’s en termijndeposito’s van particulieren. De te betalen rente op spaargelden, voorzover contractueel is overeengekomen dat deze op de spaarrekening wordt bijgeschreven, is eveneens onder dit hoofd opgenomen.
ING Groep Jaarverslag 2005
119
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
20 FINANCIËLE VERPLICHTINGEN TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT FINANCIËLE VERPLICHTINGEN TEGEN REËLE WAARDE MET WAARDEMUTATIES DOOR HET RESULTAAT
Verplichtingen voor handelsdoeleinden Niet-handelsderivaten Geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
2005
2004
92.058 6.248
53.841
11.562 109.868
53.841
Voor 2005 zijn de veranderingen in de reële waarde voor financiële passiva met waardemutaties door het resultaat als gevolg van veranderingen in het kredietrisico van ING Groep niet significant. De nominale waarde van financiële verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat benadert de reële waarde. Financiële verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat bestaan uit uitgegeven schuldpapier, toevertrouwde middelen en ‘structured products’. VERPLICHTINGEN VOOR HANDELSDOELEINDEN PER SOORT
Aandelen Schuldbewijzen Toevertrouwde middelen Derivaten
2005
2004
10.206 7.264 54.264 20.324 92.058
9.314 10.058 33.080 1.389 53.841
NIET-HANDELSDERIVATEN 2005
Derivaten aangehouden voor kasstroomhedges Derivaten aangehouden voor reële waardehedges Derivaten aangehouden voor hedges van een investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen Overige niet-handelsderivaten
753 1.336 91 4.068 6.248
21 OVERIGE SCHULDEN OVERIGE SCHULDEN PER SOORT
Latente belastingverplichtingen Te betalen vennootschapsbelasting Pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen Overige belastingen en premies sociale verzekeringen Depots van herverzekeraars Lopende rente Nog te betalen kosten Overige voorzieningen Overige
2005
2004
5.128 1.184
1.049 1.153
1.998 633 642 10.699 2.443 1.181 15.099 39.007
2.556 437 549 5.116 2.268 943 12.126 26.197
Latente belastingschulden en vorderingen worden berekend voor alle tijdelijke verschillen volgens de periodetoerekeningsmethode, met gebruik van de op de Groep van toepassing zijnde effectieve belastingpercentages.
120
ING Groep Jaarverslag 2005
LATENTE BELASTINGVERPLICHTINGEN NAAR OORSPRONG
Latente belastingvorderingen (gesaldeerd met latente belastingverplichtingen) betrekking hebbend op – verzekeringstechnische voorzieningen – overige voorzieningen – fiscaal compensabele verliezen – fiscale egalisatiereserve – overige
Latente belastingverplichtingen hebben betrekking op – beleggingen – financiële activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overlopende acquisitiekosten – fiscale egalisatiereserve – afschrijvingen – overige voorzieningen – vorderingen – kredieten – overige
2005
2004
2.119 1.057 450 13 2.273 5.912
1.949 452 336 33 2.296 5.066
2.974
1.336
37 3.999 7 65 577 167 131 3.083 11.040
76 2.965 -475 699 99 312 1.103 6.115
5.128
1.049
LATENTE BELASTINGVORDERING (GESALDEERD MET LATENTE BELASTINGVERPLICHTINGEN) MET BETREKKING TOT FISCAAL COMPENSABELE VERLIEZEN
Totaal fiscaal compensabele verliezen Fiscaal compensabele verliezen niet aangemerkt als een latente belastingvordering Fiscaal compensabele verliezen aangemerkt als een latente belastingvordering Gemiddeld belastingpercentage Latente belastingvordering
2005
2004
1.689
1.047
398
64
1.291
983
34,9% 450
34,2% 336
TOTAAL FISCAAL COMPENSABELE VERLIEZEN NAAR EXPIRATIEDATUM PER 31 DECEMBER
– tot vijf jaar – vanaf vijf jaar tot tien jaar – vanaf tien jaar tot twintig jaar – onbeperkt
Geen latente belastingvordering opgenomen
Als latente belastingvordering opgenomen 2005
Geen latente belastingvordering opgenomen
Als latente belastingvordering opgenomen 2004
72
48 96 726 421 1.291
20 5 39 64
247 39 657 40 983
Reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen 2005 2004
2005
Overige 2004
263 63 398
VERLOOP VAN OVERIGE VOORZIENINGEN
Balanswaarde begin van het jaar Wijzigingen in de samenstelling van de groep Toevoegingen Vrijval Onttrekkingen Koersverschillen vreemde valuta Overige mutaties Balanswaarde eind van het jaar
258 -7 127 -3 -81 6 56 356
236 -38 115 -4 -99 -2 50 258
685 53 347 -8 -291 35 4 825
679 -60 262 -21 -161 -14 685
2005
Totaal 2004
943 46 474 -11 -372 41 60 1.181
915 -98 377 -25 -260 -16 50 943
ING Groep Jaarverslag 2005
121
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
De toevoegingen aan de voorziening voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen in 2005 betreffende de reorganisatie van Operations & IT in de Benelux en de reorganisatie van de Nederlandse verzekeringsactiviteiten. Per 31 december 2004 bevat deze voorziening een bedrag van EUR 41 miljoen voor het Wholesale Banking netwerk. De bedragen begrepen onder overige voorzieningen zijn gebaseerd op de beste schattingen omtrent omvang en tijdstip van de verwachte toekomstige kasstromen benodigd om de verplichting af te wikkelen. In het algemeen hebben de voorzieningen voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsingen een korte looptijd. Pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen ING Groep is in de belangrijkste landen waar zij actief is, met haar medewerkers pensioenregelingen op basis van vaste toezeggingen (‘defined benefit plans’) overeengekomen. Deze regelingen hebben veelal betrekking op alle medewerkers en leiden tot vergoedingen die gebaseerd zijn op het loon en het aantal dienstjaren van medewerkers op hun pensioengerechtigde leeftijd. Op voorwaarde dat de activa toereikend zijn, kennen veel van deze regelingen een bepaalde indexeringsregeling. Jaarlijks wordt zoveel premie aan de fondsen afgedragen als nodig is ter financiering van de bestaande verplichtingen die in overeenstemming met de locale wettelijke vereisten zijn berekend. Pensioenregelingen in andere landen zijn in overeenstemming met de relevante lokale regelgeving met betrekking tot beleggingen en de mate van financiering. ING Groep verstrekt overige vergoedingen aan bepaalde niet-actieve en gepensioneerde medewerkers. Deze vergoedingen hebben voornamelijk betrekking op ziektekosten van gepensioneerde medewerkers en regelingen voor vervroegde uittreding van medewerkers en voormalige medewerkers. Enkele groepsmaatschappijen hebben een pensioenregeling waarbij het pensioen is gebaseerd op de door deze groepsmaatschappijen gestorte bedragen (‘defined contribution plans’). Deze pensioenregelingen leiden niet tot de opname van een voorziening, maar tot opname van een kortlopende schuld in het geval er een verschil bestaat tussen het tijdstip van betaling en afrekening. Het over 2005 verantwoorde bedrag was EUR 76 miljoen (2004: EUR 109 miljoen). SAMENVATTING VAN PENSIOENVERPLICHTINGEN EN OVERIGE PERSONEELSVERPLICHTINGEN Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen 2005 2004
Pensioenverplichtingen 2005 2004
Verplichtingen uit hoofde van ‘defined benefit plans’ Reële waarde van de beleggingen
Niet-verantwoorde kosten verstreken dienstjaren Niet-verantwoorde winsten/(verliezen) Bedragen verantwoord onder overige schulden
15.782 12.937 2.845
12.925 10.498 2.427
441
726
441
726
-1.778
-1 -1.034
-6 -27
-2 -68
1.067
1.392
408
656
2005
Overige 2004
2005
Totaal 2004
898 375 523
870 353 517
17.121 13.312 3.809
14.521 10.851 3.670
-6 -1.805
-3 -1.102
1.998
2.565
523
517
Pensioenen VERLOOP VAN DEFINED BENEFIT PENSIOENVERPLICHTINGEN
Balanswaarde begin van het jaar Jaarlast Rentelasten Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Kosten m.b.t. verstreken dienstjaren Wijzigingen in de samenstelling van de groep Effect van inkrimping of afrekeningen Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2005
2004
12.925 477 643 8 -416 1.680 192 67 -12 218 15.782
11.196 434 699 2 -392 1.251 -174 -1 -90 12.925
De verplichting uit hoofde van ‘defined benefit plans’ bestaat per 31 december 2005 voor EUR 15.658 miljoen (2004: EUR 12.488 miljoen) uit verplichtingen die deels gedekt zijn door onderliggende beleggingen en voor EUR 124 miljoen (2004: EUR 437 miljoen) uit verplichtingen die niet gedekt zijn door onderliggende beleggingen.
122
ING Groep Jaarverslag 2005
VERLOOP VAN REËLE WAARDE BELEGGINGEN VAN PENSIOENREGELINGEN
Balanswaarde begin van het jaar Verwachte rendement op activa Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2005
2004
10.498 710 1.002 7 -416 873 98 165 12.937
9.528 686 688 1 -392 185 -134 -64 10.498
Beleggingsbeleid pensioenen De voornaamste financiële doelstelling van het ING Employee Benefit Plan (het plan) is het veiligstellen van de pensioenuitkeringen van de deelnemers. De belangrijkste doelstelling van het financiële management van het plan is daarom het bevorderen van stabiliteit en, voor zover van toepassing, verbetering van de dekkingsgraad (d.w.z. de ratio tussen de marktwaarde van de beleggingen en de verplichtingen). Met het beleggingsbeleid voor de beleggingsportefeuille van het plan (het fonds) wordt een evenwicht gezocht tussen de eis om rendement te behalen en de noodzaak de risico’s te beheersen. De samenstelling van de beleggingen wordt gezien als het belangrijkste mechanisme om de opbrengst en risico structuur van het fonds te optimaliseren teneinde de financieringsdoelstellingen van het fonds te behalen. Voor de verschillende categorieën van activa wordt de gewenste samenstelling bepaald. Binnen deze categorieën wordt bijzondere aandacht gegeven aan een evenwichtige verdeling tussen industrieën, geografische spreiding, rentegevoeligheid, afhankelijkheid van economische groei, valuta en andere factoren die het rendement bepalen. De beleggingen worden beheerd door professionele vermogensbeheerders. De vermogensbeheerders zijn gebonden aan strikte mandaten en worden aan de hand van bepaalde criteria beoordeeld. Door de beheerders wordt onder andere aandacht gegeven aan het beperken van concentraties in beleggingen, de beleggingstijl en de afhankelijkheid van bepaalde actieve beleggingsstrategieën. ING beoordeelt regelmatig de samenstelling van de beleggingen. In het algemeen zal ING de samenstelling van de beleggingen aanpassen aan de voorgenomen samenstelling als individuele portefeuilles hun minimum of maximum bereiken. FONDSBELEGGINGEN NAAR TYPE
Doelstelling allocatie 2006
Aandelen Schuldbewijzen Overige
33 56 11 100
Gewogen gemiddelde verwachte Percentage van lange termijn fondsbeleggingen rendement 2005 2004 2005
36 53 11 100
38 52 10 100
8,1 4,7 6,6 6,2
Per 31 december 2005 zijn onder aandelen voor EUR 15 miljoen (0,1% van de fondsbeleggingen) aandelen ING Groep begrepen (2004: EUR 16 miljoen, 0,1% van de fondsbeleggingen). Vaststelling van de Verwachte Return on Assets Een belangrijk onderdeel van de financiële planning is de veronderstelling voor beleggingsrendement (Return On Assets, ROA). De ROA wordt minstens een maal per jaar vastgesteld, hierbij rekening houdend met de samenstelling van de beleggingsmix, historische rendementen op de diverse beleggingscategorieën van het fonds, en de huidige economische situatie. Op grond van deze factoren wordt aangenomen dat de beleggingen van het fonds een gemiddeld rendement voor de lange termijn zullen behalen. Deze schatting is gebaseerd op een gewogen gemiddeld rendement, na aftrek voor administratiekosten en externe beleggingskosten. Voor schattingsdoeleinden wordt verondersteld dat op de lange termijn de samenstelling van de beleggingen consistent zal zijn met de huidige samenstelling. Veranderingen in de samenstelling van de beleggingen kunnen van invloed zijn op de gerapporteerde pensioenlasten, de dekkingsgraad van het Plan en de noodzaak voor toekomstige stortingen. GEWOGEN GEMIDDELDEN VAN BELANGRIJKSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN IN % PER JAAR PER 31 DECEMBER
Disconteringsfactor Verwachte salarisontwikkeling (exclusief verhogingen uit hoofde van promoties) Trendmatige ontwikkeling van medische kosten Consumentenprijsinflatie
2005
2004
4,25
4,75
2,50 4,25 1,75
2,50 4,25 2,00 ING Groep Jaarverslag 2005
123
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
Deze veronderstellingen zijn gewogen gemiddelden naar grootte van de pensioenverplichtingen. De veronderstellingen met betrekking tot de salarisontwikkeling, rentedisconteringsfactoren en andere pensioenaanpassingen geven de specifieke omstandigheden in het desbetreffende land weer. Toekomstige kasstromen Voor 2006 wordt niet verwacht dat wordt afgedragen voor de pensioenregelingen om te voldoen aan de minimale dekkingsvereisten. De toekomstige uitkeringen, in lijn met de toekomstige diensttijden, zijn als volgt: UITKERINGEN Uitkeringen
2006 2007 2008 2009 2010 Jaren 2011 – 2015
354 406 432 446 462 2.491
In 2005 bedroeg de werkgeversbijdrage EUR 1.002 miljoen (2004: EUR 688 miljoen). Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen VERLOOP IN DEFINED BENEFIT VERPLICHTINGEN ANDERS DAN PENSIOENEN
Balanswaarde begin van het jaar Jaarlast Rentelasten Werkgeversbijdrage Werknemersbijdrage Uitkeringen Actuariële winsten en verliezen Wijzigingen in de samenstelling van de groep Effect van inkrimping of afrekening Koersverschillen vreemde valuta Balanswaarde eind van het jaar
2005
2004
726 42 40 70 6 -28 143 -1 -569 12 441
635 31 35
-20 69
-24 726
De verplichting uit hoofde van verplichtingen anders dan pensioenen is niet gedekt door onderliggende beleggingen. GEWOGEN GEMIDDELDEN VAN BELANGRIJKSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN IN % PER JAAR PER 31 DECEMBER
Disconteringsfactor Verwachte salarisontwikkeling (exclusief verhoging uit hoofde van promoties) Trendmatige ontwikkeling van medische kosten Consumentenprijsinflatie
2005
2004
4,25
4,75
2,50 4,25 1,75
2,50 4,25 2,00
Deze veronderstellingen zijn gewogen gemiddelden naar grootte van de verplichtingen. De veronderstellingen met betrekking tot de salarisontwikkeling, rentedisconteringsfactoren en andere pensioenaanpassingen geven de specifieke omstandigheden in het desbetreffende land weer. Een stijging van 1% van de trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2005 hebben geresulteerd in een additionele verplichting van EUR 84 miljoen (2004: EUR 146 miljoen) en een stijging van de lasten voor het jaar van EUR 7 miljoen (2004: EUR 12 miljoen). Een daling van 1% van de trendmatige ontwikkeling van medische kosten voor toekomstige jaren zou op 31 december 2005 hebben geresulteerd in een vrijval van de verplichtingen van EUR 66 miljoen (2004: EUR 108 miljoen) en een daling van de lasten voor het jaar van EUR 5 miljoen (2004: EUR 9 miljoen).
124
ING Groep Jaarverslag 2005
Toekomstige kasstromen Voor 2006 wordt niet verwacht dat wordt afgedragen voor de pensioenregelingen om te voldoen aan de minimale dekkingsvereisten. De toekomstige uitkeringen, in lijn met de toekomstige diensttijden, zijn als volgt: UITKERINGEN Uitkeringen
2006 2007 2008 2009 2010 Jaren 2011 – 2015
15 16 17 18 19 90
ING Groep Jaarverslag 2005
125
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ADDITIONELE INFORMATIE BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
ACTIVA EN PASSIVA NAAR LOOPTIJD
2005
ACTIVA Liquide middelen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Beleggingen – beschikbaar-voor-verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa Activa zonder vaste looptijd(1) Totaal activa VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden Totaal vreemd vermogen (1)
Minder dan een maand
Vanaf 1 maand tot 3 maanden
Vanaf 3 maanden tot 1 jaar
Vanaf 1 jaar tot 5 jaar
Langer dan 5 jaar
13.084 20.790
5.964
5.138
9.949
5.625
170
177
254
1.822
5.421
149.187 -78
149.187 7.766
107
309
1.184
2.909
4.963
758
10.230
5.332 456 89.382 39
4.249 77 14.276 57
12.036 875 29.258 895 71
80.195 6.548 81.778 437 143
163.769 10.980 224.221 1.206
9.255
1.721
9.109
5.626
993
138.615
26.830
58.820
189.407
417.178
ING Groep Jaarverslag 2005
Totaal
13.084 47.466
40.126 305.707 1 18.937 266 439.181 5.651 8.285 3.447 3.661 9.604 9.604 3.456 30.160 115.371 115.371 327.789 1.158.639
296
296 6.096 81.262 32.252 263.487 122.234 465.712
18.933 9.396 1.896 78.827 394.141
15.581 4.743 2.709 21.883 47.310
10.543 3.506 8.962 15.623 9.446
22.360 11.216 20.120 4.317 5.752
6.096 13.845 3.360 94.974 1.584 9.063
76
200
1.708
1.452
2.812
92.058 6.248
112 7.966 511.347
510 3.272 96.208
1.538 14.955 66.281
5.072 5.610 75.899
4.330 3.992 140.056
11.562 3.212 39.007 230.423 1.120.214
31 134.826
92.058
In activa zonder vaste looptijd zijn begrepen: – gebouwen en bedrijfsmiddelen – beleggingen in onroerend goed – beleggingen voor risico van polishouders – deelnemingen – overige financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
126
Einde looptijd niet van toepassing
ACTIVA EN PASSIVA NAAR LOOPTIJD
2004
ACTIVA Liquide middelen Bankiers Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden – overige Beleggingen – beschikbaar-voor-verkoop Kredieten Herverzekeringscontracten Immateriële vaste activa Overlopende acquisitiekosten Overige activa Activa zonder vaste looptijd(1) Totaal activa VREEMD VERMOGEN Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden Overige schulden Totaal vreemd vermogen (1)
Minder dan een maand
Vanaf 1 maand tot 3 maanden
Vanaf 3 maanden tot 1 jaar
Vanaf 1 jaar tot 5 jaar
Langer dan 5 jaar
9.113 4.797
29.319
4.037
4.389
2.542
127
707
704
1.225
571
3.958 89.539 69
2.575 9.906 107
7.844 17.918 660
55.237 52.669 489
93.435 144.880 3.623
107.603
42.614
31.163
114.009
245.051
329 9.957 66.067 317.514
25.442 222 3.234 14.610 10.494
18.716 7.474 7.570 11.285 8.101
24.163 4.084 18.838 2.832 6.273
4.109 10.362 11.932 76.791 1.084 6.859
4.297 398.164
1.587 55.589
13.351 66.497
4.057 60.247
2.741 113.878
Einde looptijd niet van toepassing
Totaal
9.113 45.084
79.649
79.649 3.334
113.282 15.546 1.796 594 10.428 21.396 93.260 335.951
276.331 330.458 6.744 594 10.428 21.396 93.260 876.391
100.461
53.841 164 154.466
4.109 79.012 23.712 216.851 95.878 349.241
53.841 26.197 848.841
In activa zonder vaste looptijd zijn begrepen: – gebouwen en bedrijfsmiddelen – beleggingen in onroerend goed – beleggingen voor risico van polishouders – deelnemingen – overige financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat
DERIVATEN EN HEDGE ACCOUNTING ING Groep beheert de voor de Groep relevante risico’s zoals beschreven in het hoofdstuk Risicobeheer. Bij het beheren van deze risico’s maakt de Groep gebruik van economische hedges, dat wil zeggen van posities met een tegengesteld risicoprofiel om het totale risicoprofiel te verminderen. Om voor hegde accounting onder IFRS-EU in aanmerking te komen, moeten deze hedges aan bepaalde strikte criteria voldoen. Bepaalde hedges die vanuit het oogpunt van risicobeheer effectief zijn, kwalificeren niet voor hedge accounting onder IFRS-EU. Zowel gedurende de hegde als bij aanvang kan worden geconcludeerd dat de hedge niet (langer) aan de IFRS vereisten voldoet. Hierdoor kunnen deze hedges resultaatschommelingen veroorzaken die vanuit een economisch gezichtspunt niet verwacht zouden worden. Renterisico ING Groep gebruikt verschillende derivaten om het renterisico te beheersen. De meest voorkomende producten die hiervoor worden gebruikt zijn renteswaps en ‘cross-currency interest rate swaps’. Voor hedges die aan de IFRS-EU criteria voldoen wordt reëlewaardehedge accounting of kasstroomhedge accounting toegepast. Valutarisico Het belangrijkste valutarisico heeft betrekking op het valutarisico van buitenlandse deelnemingen en Tier-1 kapitaal in Amerikaanse dollars. ING beperkt deze risico’s door het afsluiten van derivaten (zoals valutaforwards en valutaswaps) en het lenen van bedragen in vreemde valuta. Voor hedges die aan de IFRS-EU criteria voldoen wordt accounting behorende bij hedges van een netto-investering in buitenlandse bedrijfsonderdelen of kasstroomhedge accounting toegepast. Kredietrisico Om het kredietrisico te beheren gebruikt ING Groep kredietderivaten, waaronder ‘credit default swaps’ en ‘total return swaps’ om bescherming tegen kredietrisico te kopen of te verkopen. In het algemeen wordt geen hedge accounting toegepast voor kredietderivaten.
ING Groep Jaarverslag 2005
127
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ADDITIONELE INFORMATIE BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
MAXIMALE KREDIETRISICO Kredietrisico voor de niet-handels posities is met name gerelateerd aan kredieten, niet-handelsderivaten en beleggingen. Voor kredieten en niet-handelsderivaten benadert de balanswaarde het maximale kredietrisico. Voor de beleggingen wordt het maximale kredietrisico het best benaderd door de kostprijs zoals opgenomen in de toelichting 4 Beleggingen. ACTIVA NIET TER VRIJE BESCHIKKING Niet ter vrije beschikking staande activa bestaan voornamelijk uit rentedragende waardepapieren die tot meerdere zekerheid dienen voor bij De Nederlandsche Bank en andere banken opgenomen gelden en worden vooral aangehouden in verband met margin-accountverplichtingen en overige wettelijke vereisten. ACTIVA NIET TER VRIJE BESCHIKKING Toevertrouwde middelen en uitgegeven schuldbewijzen 2005 2004
Beleggingen Kredieten Bankiers Overige activa
3.533 1.101 328 1.712 6.674
2.847 3.264 42 339 6.492
2005
Bankiers 2004
4.245 1 899 912 6.057
4.813 2 589 1.448 6.852
Zekerheidsstellingen van niet uit de balans blijkende posten 2005 2004
116 375 328 819
Overige voorwaardeljike verplichtingen 2005 2004
1 9
840
715
41 51
84 924
715
2005
Totaal 2004
8.618 1.218 1.602 3.036 14.474
8.376 3.275 631 1.828 14.110
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN TOEZEGGINGEN ING Groep is betrokken bij activiteiten waar risico’s aan zijn verbonden die niet of niet volledig in de geconsolideerde balans tot uitdrukking komen. Om in de behoefte van haar klanten te voorzien, biedt ING Groep kredietgerelateerde financiële producten aan. Dit betreft ook de traditionele kredietgerelateerde off-balance sheet instrumenten. VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN EN TOEZEGGINGEN
Verzekeringsactiviteiten Verplichtingen Garanties
Toezeggingen Voorwaardelijke verplichtingen van – verdisconteerde wissels – garanties – onherroepelijke accreditieven – overige
Onherroepelijke faciliteiten
2005
2004
4.049 237 4.286
2.477 1.082 3.559
5 15.933 7.436 396 23.770
4 17.060 6.233 378 23.675
85.098 113.154
69.011 96.245
Garanties betreffen zowel kredietvervangende als niet-kredietvervangende garanties. Kredietvervangende garanties zijn door ING Groep verstrekte garanties met betrekking tot door derden aan klanten verleende kredieten. Naar verwachting zullen de meeste garanties aflopen zonder dat daarop aanspraak wordt gemaakt en zullen dientengevolge geen toekomstige kasstromen veroorzaken. De garanties zijn over het algemeen kortlopend van karakter. Behalve de garanties die begrepen zijn in de voorwaardelijke verplichtingen, heeft ING Groep ook garanties afgegeven als deelnemer in collectieve garantieregelingen die zijn opgezet op initiatief van landelijke bedrijfstakorganisaties, of die verplicht zijn voorgeschreven door de overheid in bepaalde landen. Onherroepelijke accreditieven garanderen hoofdzakelijk betalingen aan derden voor binnenlandse en buitenlandse handelstransacties in het kader van de financiering van goederenzendingen. Het kredietrisico dat ING Groep loopt is beperkt aangezien de verzonden goederen bij deze transacties als onderpand dienen en de transacties kortstondig van duur zijn. Overige voorwaardelijke verplichtingen betreffen hoofdzakelijk geaccepteerde wissels en hebben een korte looptijd.
128
ING Groep Jaarverslag 2005
Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit onherroepelijke kredietfaciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan. Veel van deze faciliteiten zijn toegezegd voor een vastgestelde tijdsduur en tegen een variabel rentepercentage. Het kredietrisico dat ING Groep loopt bij deze transacties is beperkt. Voor het merendeel van de onherroepelijke kredietfaciliteiten waarop geen beroep is gedaan, is zekerheid gesteld in de vorm van onderpand of contragaranties van de overheid en vrijgestelde organen onder de solvabiliteitsrichtlijnen. Onder onherroepelijke faciliteiten worden tevens de toezeggingen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten opgenomen. SPECIAL PURPOSE ENTITIES (SPE’S) EN SECUTARISATIE ING Groep heeft een aantal SPE’s opgericht en verricht activiteiten op het gebied van SPE’s, bijvoorbeeld als investeerder, beheerder of ondersteunende dienstverlener. SPE’s waarin ING groep overheersende zeggenschap heeft, zijn verwerkt in de geconsolideerde jaarrekening. In niet-geconsolideerde SPE’s zijn zogenaamde asset-backed commercial paper programma’s opgenomen. In het kader van haar normale werkzaamheden, ondersteunt ING Groep haar relaties bij het verkrijgen van financieringsmiddelen door het opzetten van transacties waarbij vorderingen van deze relaties of andere financiële activa worden verkocht aan een SPE. Om deze aankopen te financieren geeft de SPE in de markt ‘asset-backed commercial paper’ uit. ING Groep als administrateur, ondersteunt deze transactie door deze te structureren, door het verlenen van administratieve en operationele diensten en door het verstrekken van financieringsfaciliteiten. Omdat ING Groep zelf geen belang heeft in de SPE, geen overheersende zeggenschap en ook geen verdere bemoeienis ten aanzien van de overgedragen activa, wordt de SPE niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. ING Groep ondersteunt de commercial paper uitgiftes door de SPE’s korte termijn liquiditeitsfaciliteiten te verschaffen. Deze faciliteiten zijn bedoeld om tijdelijke verschillen tussen vraag en aanbod in de markt voor commercial paper op te vangen. Zodra deze liquiditeitsfaciliteit door de SPE gebruikt wordt, loopt ING Groep het normale kredietrisico. In een aantal gevallen verstrekt ING Groep naast de gewone liquiditeitsfaciliteiten tevens aanvullende liquiditeitsfaciliteiten, waarbij ING Groep tot op zekere hoogte het kredietrisico dat aan de commercial paper uitgifte verbonden is, overneemt. Hieruit kunnen kredietverliezen voortvloeien. Verder garandeert ING Groep tot een beperkt bedrag, in geval van een Program Wide Credit Enhancement, aan de investeerders in het commercial paper alle overblijvende verliezen binnen de SPE. Deze verschillende faciliteiten hebben elk een eigen risicoprofiel. Zij worden slechts aan de SPE verstrekt nadat de bij ING Groep gebruikelijke beoordeling heeft plaatsgevonden ten aanzien van kredietrisico en liquiditeitsrisico. Voor het verlenen van deze diensten en het ter beschikking stellen van faciliteiten worden marktconforme commissies in rekening gebracht. De verstrekte reguliere korte termijn liquiditeitsfaciliteiten en de aanvullende liquiditeitsfaciliteiten zijn verantwoord onder de onherroepelijke faciliteiten. Collateralised debt obligations (CDO)-transacties Ten behoeve van CDO-transacties gebruikt ING Groep SPE’s. Bij een standaard CDO-transactie wordt een SPE gebruikt om een samenstel van effecten met een rating uit te geven, welke worden gedekt door overdraagbare schuldinstrumenten. Bij deze transacties vervult ING vaak meerdere rollen: – ING Groep arrangeert de transactie, zet de SPE op, verwerft de activa die aan de SPE worden verkocht en verkoopt de CDO aan investeerders; – ING Groep is verantwoordelijk voor het beheer van de activa in de SPE waarbij het beheer geschiedt op basis van strikte voorwaarden zoals verwoord in de statuten van de SPE; – ING Groep is investeerder. ING Groep ontvangt een marktgerelateerde vergoeding voor het opzetten en verkopen van CDO’s aan investeerders. Andere entiteiten ING Groep is ook betrokken bij SPE’s die worden gebruikt in bijvoorbeeld structured finance en lease transacties. TOEKOMSTIGE HUURVERPLICHTINGEN TOEKOMSTIGE HUURVERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN OPERATIONELE LEASECONTRACTEN PER 31 DECEMBER 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Boekjaren na 2010
275 194 181 172 164 355
ING Groep Jaarverslag 2005
129
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ADDITIONELE INFORMATIE BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
JURIDISCHE PROCEDURES Vennootschappen behorende tot ING Groep zijn betrokken bij rechtszaken en arbitrageprocedures, zowel in Nederland als in een aantal andere landen, die betrekking hebben op claims door en tegen deze vennootschappen die voortkomen uit de normale bedrijfsuitoefening alsmede uit acquisities, inclusief de activiteiten als verzekeraar, kredietverschaffer, werkgever, belegger en belastingplichtige. In een aantal van deze procedures worden grote of onbepaalde bedragen geëist. Hoewel het niet mogelijk is de uitkomst van lopende of dreigende juridische procedures te voorspellen of te bepalen, is de Raad van Bestuur van mening dat het onwaarschijnlijk is dat de uitkomst hiervan materiële nadelige gevolgen zal hebben voor de financiële positie of bedrijfsresultaten van ING Groep. Een van de juridische procedures betreft een schadeclaim van de Mexicaanse kunstmestfabrikant Fertinal tegen ING Comercial América, een 100% dochter van ING Groep. Fertinal eist een bedrag van EUR 254 miljoen (USD 300 miljoen) van ING Comercial América, de maximale dekking onder de verzekeringpolis voor Fertinal’s mijnbouwactiviteiten. Een rechter in Mexico heeft in het voordeel van Fertinal besloten. Tegen deze beslissing is beroep aangetekend bij het Hof in Mexico, dat de veroordeling heeft verlaagd naar een bedrag van EUR 80 miljoen (USD 94 miljoen) plus rente. Tegen deze beslissing is beroep aangetekend. ING Comercial América volgt deze zaak met grote aandacht. Momenteel kunnen we de definitieve uitkomst echter niet voorspellen. Fertinal deed ook aangifte wegens fraude tegen een aantal werknemers van ING Comercial América, maar momenteel lopen er geen strafzaken. ING Comercial América heeft een aantal klachten en dagvaardingen ontvangen inzake de resultaten van bepaalde rentegevoelige levensverzekeringsproducten. ING Comercial América verzet zich tegen deze claims en dagvaardingen. De uitkomst van deze zaken is echter nog onduidelijk. In 2005 heeft het management van ING Comercial América kennis genomen van herverzekeringsmaatregelen tegen aardbevingen die niet strookten met de lokale vereisten. Deze herverzekeringsmaatregelen zijn geherstructureerd en gemeld aan de SEC en de Mexicaanse autoriteiten. De Mexicaanse toezichthouders hebben ING Comercial América opgedragen bepaalde financiële voorzieningen en wettelijk aan te houden reserves te herzien. Dit vereiste een kapitaalinjectie van ongeveer EUR 74 miljoen (USD 87 miljoen). Daarnaast hebben Mexicaanse autoriteiten ING Comercial América een boete opgelegd van EUR 3,2 miljoen. In Nederland is ING Bank N.V., tezamen met andere grote Nederlandse banken en het betalingenverwerkende bedrijf Interpay (waarin ING Bank N.V. een minderheidsbelang heeft), onderworpen aan een onderzoek van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De NMa heeft in april 2004 een beslissing genomen waarin zij van mening is dat ING Bank N.V. en andere Nederlandse banken betaaldiensten op individuele basis zouden hebben moeten verkopen en heeft een boete opgelegd aan ING Bank N.V. van EUR 3,9 miljoen. Op het moment van de beslissing hadden de banken al besloten dat zij voortaan betaaldiensten op individuele basis zouden verkopen. De NMa was verder van mening dat Interpay zelf een overtreding had begaan door het hanteren van prijzen die naar de mening van de NMa niet competitief waren. Zowel Interpay als de banken (waaronder ING Bank N.V.) hebben bezwaar aangetekend tegen de beslissing van de NMa. In december 2005 heeft de NMa besloten de boetes voor de banken te verlagen (voor ING Bank N.V. een verlaging naar EUR 3,3 miljoen) en de beslissing over Interpay in te trekken. ING Bank N.V. heeft besloten niet tegen deze beslissing in beroep te gaan. Net als vele andere bedrijven, fondsen voor gemene rekening, effectenbemiddelaars, aanbieders van effectenproducten en verzekeringsbedrijven, hebben verschillende onderdelen van ING informele en formele verzoeken om informatie ontvangen van verschillende overheidsinstanties en zelf-regulerende organisaties in verband met onderzoeken naar transacties in beleggingsfondsen, beloning, belangenconflicten en verkooppraktijken. ING beantwoordt deze verzoeken en werkt aan het oplossen van deze kwesties met de toezichthouders. We menen dat de kwesties die tot nu toe zijn geïdentificeerd niet duiden op een structureel probleem in de betrokken ING ondernemingen en dat de uitkomst van de onderzoeken niet materieel zullen zijn voor ING Groep. BEPERKINGEN DIVIDENDUITKERING Naast beperkingen met betrekking tot eisen voor minimaal kapitaal en andere solvabiliteitseisen die worden opgelegd door de toezichthouders van de landen waar deelnemingen actief zijn, gelden voor sommige landen ook andere beperkingen. De belangrijkste beperkingen voor ING Groep hebben betrekking op de verzekeringsactiviteiten in de Verenigde Staten. Deze activiteiten hebben te maken met beperkingen op uitkeringen van dividenden naar de moedermaatschappij opgelegd door de lokale ‘Insurance Commissioner’. Voor deelnemingen die levens-, ongevallenverzekeringen en verzekeringen voor ziekte en invaliditeit verkopen is het uit te keren dividend meestal beperkt tot het hoogste van 10% van het statutaire vermogensoverschot of van de statutaire bedrijfswinst. Voor deelnemingen in het schadeverzekeringsbedrijf is het uit te keren dividend beperkt tot een bepaald percentage van het eigen vermogen van vorig jaar of de netto winst op beleggingen, variërend van staat tot staat. Dividenden uitgekeerd boven deze grenzen moeten worden goedgekeurd door de lokale ‘Insurance Commissioner’. Het management van ING Groep is van mening dat deze beperkingen de mogelijkheid tot uitkeren van dividend aan aandeelhouders in de toekomst niet zal beperken.
130
ING Groep Jaarverslag 2005
JOINT VENTURES Joint ventures worden als volgt proportineel geconsolideerd in de geconsolideerde jaarrekening: BELANGRIJKSTE JOINT VENTURES Eigendom (%)
Activa
Passiva
Baten
Lasten
2005 ING Australia Ltd Postkantoren B.V. KB Life JV New Zealand Business Pacific-Aetna Life Insurance/Shanghai branch Totaal
51 50 49 51 50
7.932 169 160 151 114 8.526
7.527 132 148 48 96 7.951
357 241 97 10 38 743
257 238 96 6 39 636
2004 NMB-Heller ING Australia Ltd Pacific-Aetna Life Insurance/Shanghai Branch Totaal
50 51 50
1.130 6.697 77 7.904
1.105 6.357 62 7.524
63 1.318 32 1.413
-67 1.196 34 1.163
ING Groep en ANZ, één van de grootste banken van Australië, hebben op het gebied van beleggingsfondsen en levensverzekeringen een joint venture gevormd. Het bedrijf, ING Australia Ltd, is voor 51% in handen van ING en voor 49% in handen van ANZ. VERBONDEN PARTIJEN Bij het uitoefenen van haar bedrijfsactiviteiten gaat ING Groep transacties aan met verbonden partijen. Verbonden partijen bestaan uit niet-geconsolideerde entiteiten en het niet-geconsolideerde deel van joint-ventures. De grootte van deze transacties is beperkt, zowel per transactie beschouwd als in totaal. Partijen worden als verbonden beschouwd wanneer één partij de mogelijkheid heeft om invloed van betekenis uit te oefenen bij het nemen van financiële of operationele beslissingen door de andere partij. Transacties hebben plaatsgevonden op marktconforme voorwaarden.
TRANSACTIES MET JOINT VENTURES EN DEELNEMINGEN Deelnemingen Joint met invloed ventures van betekenis 2005
Vorderingen Schulden Garanties uitgegeven ten behoeve van derden
344 99
413 35 3
Joint ventures
Deelnemingen met invloed van betekenis 2004
142 214 124
242 27 2
Baten ontvangen van en lasten betaald aan joint ventures bedroegen EUR 25 miljoen respectievelijk EUR 71 miljoen (2004: EUR 5 miljoen respectievelijk EUR 150 miljoen) en baten ontvangen van en lasten betaald aan deelnemingen met invloed van betekenis bedroegen EUR 91 miljoen respectievelijk EUR 1 miljoen (2004: EUR 6 miljoen respectievelijk nihil). TRANSACTIES MET ING BANK N.V. EN ING VERZEKERINGEN N.V. ING VerzeING Bank N.V. keringen N.V. 2005
Vorderingen Schulden Garanties uitgegeven ten behoeve van derden Kosten betaald Opbrengsten ontvangen
ING Bank N.V.
533 134 3
224
373 58 126
97 72
19
151 11
ING Verzekeringen N.V. 2004
11 183
1
Transacties met bestuurders (Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen) en pensioenfondsen zijn transacties met verbonden partijen. Deze transacties worden verder toegelicht in het remuneratierapport in het jaarverslag (bladzijde 64 tot en met 74) en in toelichting 21 Overige schulden.
ING Groep Jaarverslag 2005
131
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ADDITIONELE INFORMATIE BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
BELONING BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN bedragen in duizenden euro’s
Basissalaris en kortetermijnbonus Pensioenlasten Uitkering bij pensionering Marktwaarde van de langetermijnbonus Totale beloning
Raad van Bestuur 2005 2004
12.514 3.088 5.274 20.876
9.506 2.978 132 2.998 15.614
Raad van Commissarissen 2005 2004
2005
549
508
13.063 3.088
549
508
5.274 21.425
Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
Totaal 2004
10.014 2.978 132 2.998 16.122
LENINGEN AAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN Openstaand per 31 december
Gemiddelde rentevoet
bedragen in duizenden euro’s
Raad van Bestuur Raad van Commissarissen Totaal
699 1.588 2.287
4,2% 4,7%
Aflossingen 2005
74 74
773 1.588 2.361
4,3% 4,7%
Aflossingen 2004
19 200 219
Het totaal aantal opties op ING Groep N.V. aandelen die worden gehouden door de leden van de Raad van Bestuur bedraagt op 31 december 1.271.640 (31 december 2004: 1.026.240). De leden van de Raad van Bestuur hielden op 31 december 2005 1.125.023 aandelen ING Groep (2004: 1.107.717). Een deel van deze aandelen worden gehouden in een trust. DE REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA De volgende tabel geeft inzicht in de geschatte reële waarde van de financiële activa en passiva van ING Groep. Een aantal balansposten is niet in deze tabel opgenomen, omdat zij niet voldoet aan de definitie van een financieel actief of passief. Het totaal van de hieronder weergegeven reële waarden geeft niet de onderliggende waarde van ING Groep weer en moet derhalve niet als zodanig worden geïnterpreteerd. REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA
FINANCIËLE ACTIVA Liquide middelen Bankiers(1) Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – activa voor handelsdoeleinden – beleggingen voor risico van polishouders – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – overige Beleggingen – beschikbaar-voor-verkoop – tot einde looptijd aangehouden Kredieten(1) Overige activa(2)
FINANCIËLE PASSIVA Preferente aandelen Achtergestelde leningen Uitgegeven schuldbewijzen Overige leningen Beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat – verplichtingen voor handelsdoeleinden – niet-handelsderivaten – geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden(3)
Geschatte reële waarde
Balanswaarde 2005
Geschatte reële waarde
Balanswaarde 2004
13.084 48.250
13.084 47.466
9.113 46.951
9.113 45.084
149.187 100.961 7.766 10.230
149.187 100.961 7.766 10.230
79.649 77.662
79.649 77.662
3.334
3.334
286.724
276.331
340.732 20.137 864.302
318.952 20.137 830.262
6.371 79.644 23.910
4.109 79.012 23.712
96.816 350.131
95.878 349.241
53.841
53.841
12.307 623.020
12.307 618.100
305.707 19.466 434.829 27.462 1.116.942
305.707 18.937 427.189 27.462 1.107.989
296 7.779 81.757 32.259 18.633 122.064 466.982
296 6.096 81.262 32.252 18.633 122.234 465.712
92.058 6.248 11.562 29.285 868.923
92.058 6.248 11.562 29.285 865.638
Bankiers en Kredieten bevatten geen vorderingen uit hoofde van financiële lease-overeenkomsten; Overige activa bevatten geen actieve belastinglatenties; (3) Overige schulden bevatten geen passieve belastinglatenties, pensioenvoorzieningen, verzekeringstechnische en andere voorzieningen. (1) (2)
132
ING Groep Jaarverslag 2005
De geschatte reële waarden vertegenwoordigen de bedragen waarvoor de financiële instrumenten op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen hadden kunnen worden verhandeld (‘at arm’s length’). De reële waarde van financiële activa en passiva is gebaseerd op marktprijzen, voorzover deze beschikbaar zijn. Daar waar geen markten zijn waar actief wordt gehandeld in deze financiële instrumenten, zijn er diverse technieken ontwikkeld om de reële waarde van deze instrumenten te benaderen. Deze technieken zijn subjectief van aard en maken gebruik van diverse veronderstellingen met betrekking tot de disconteringsvoet, het tijdstip en de omvang van de verwachte toekomstige kasstromen. Veranderingen in deze veronderstellingen kunnen de geschatte reële waarden significant beïnvloeden. Dit kan tot gevolg hebben dat de weergegeven reële waarden geen goede benadering zijn van de directe opbrengstwaarde. Daarnaast is de berekening van de geschatte reële waarde gebaseerd op de marktomstandigheden op een bepaald moment en is daarom mogelijk geen goede benadering van de toekomstige reële waarden. Als de geschatte reële waarde lager is dan de boekwaarde, wordt beoordeeld of de boekwaarde in de toekomst kan worden gerealiseerd. De volgende methoden en veronderstellingen zijn door ING Groep gebruikt om de geschatte reële waarde van de financiële instrumenten te bepalen. FINANCIËLE ACTIVA Liquide middelen De boekwaarde van de liquide middelen wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. Bankiers De reële waarden van de vorderingen op banken zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op de markt geldt voor vorderingen met dezelfde karakteristieken. Niet-handelsderivaten De reële waarde van de niet-handelsderivaten zijn gebaseerd op prijzen afgegeven door effectenmakelaars/handelaren of op interne waarderingsmodellen waarbij gebruik wordt gemaakt van het verdisconteren van toekomstige kasstromen. In deze modellen zijn veronderstellingen begrepen met betrekking tot kasstromen en de kredietwaadigheid van de tegenpartijen. De reële waarde van niet-handelsderivaten is het geschatte bedrag dat ING Groep zou ontvangen of betalen als het contract op de balansdatum zou worden beëindigd. Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat De reële waarde van financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen. Voor activa waarvoor geen beurskoers beschikbaar is, wordt gebruik gemaakt van interne waarderingsmodellen waarbij gebruik wordt gemaakt van het verdisconteren van toekomstige kasstromen. In deze modellen zijn veronderstellingen begrepen met betrekking tot kasstromen en de kredietwaadigheid van de tegenpartijen. Beleggingen De reële waarde van aandelen zijn gebaseerd op beurskoersen of, indien niet genoteerd, op geschatte marktwaarden door gebruik te maken van beurskoersen van soortgelijke effecten. De reële waarden van schuldbewijzen zijn gebaseerd op de beurskoersen, voorzover deze beschikbaar zijn. De reële waarden van effecten waarin niet actief gehandeld wordt zijn geschat door gebruik te maken van waarden die zijn verkregen van private rating-bedrijven dan wel door de contante waarde te bepalen van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de huidige marktrente zoals deze van toepassing is gezien het rendement, de kredietwaardigheid en de looptijd van de belegging. Kredieten De boekwaarde van kredieten waarvan de waarde regelmatig wordt herzien en het kredietrisico niet in belangrijke mate is gewijzigd, wordt geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarden van de overige leningen zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment geldt voor leningen aan leners met eenzelfde risicoprofiel. De reële waarden van kredrieten waarop geen interest wordt ontvangen, zijn geschat op basis van de contante waarde van de verwachte toekomstige ontvangsten op de reeds afgeboekte kredieten. De reële waarden van hypothecaire leningen zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik maken van de interestvoet die op dat moment geldt voor soortgelijke leningen aan leners met eenzelfde risicoprofiel. De reële waarden van de polisbeleggingen met een vaste rente zijn geschat door het bepalen van de contante waarde van de geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die geldt voor op dit moment uitgegeven polisbeleningen inzake soortgelijke polissen. Ten behoeve van de berekening worden leningen met dezelfde karakteristieken bij elkaar opgeteld. De reële waarden van polisbeleningen met een variabele rente is bij benadering gelijk aan de boekwaarde. Overige activa De boekwaarde van de overige activa wijkt niet materieel af van de reële waarde.
ING Groep Jaarverslag 2005
133
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ADDITIONELE INFORMATIE BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
FINANCIËLE PASSIVA Preferente aandelen en achtergestelde leningen De reële waarde van preferente aandelen en achtergestelde leningen is geschat op basis van de contante waarde van de geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die geldt voor soortgelijke instrumenten. Beleggingscontracten De reële waarden die gerelateerd zijn aan de gegarandeerde beleggingscontracten, zijn geschat door de contante waarde van de geldstromen te bepalen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op soortgelijke contracten met een resterende looptijd die overeenkomt met die van de betreffende contracten. De reële waarde van andere beleggingscontracten, wordt geschat op de afkoopwaarden. Bankiers De reële waarden van de schulden aan banken zijn geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op schulden aan banken met vergelijkbare voorwaarden. Toevertrouwde middelen De boekwaarden van de deposito’s van klanten en overige deposito’s zonder overeengekomen looptijden worden geacht een redelijke benadering te zijn van de reële waarde. De reële waarde van de overige deposito’s met overeengekomen looptijden zijn geschat op basis van de contante waarde van de toekomstig geldstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op deposito’s met eenzelfde resterende looptijd. Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat De reële waarde van financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat is gebaseerd op beurskoersen. Voor verplichtingen waarvoor geen beurskoers beschikbaar is, wordt gebruik gemaakt van interne waarderingsmodellen waarbij gebruik wordt gemaakt van het verdisconteren van toekomstige kasstromen. In deze modellen zijn veronderstellingen begrepen met betrekking tot kasstromen en de kredietwaadigheid van de tegenpartijen. Uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen De reële waarde van uitgegeven schuldbewijzen en overige leningen is geschat op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen, gebruik makend van de interestvoet die op dit moment van toepassing is op deze instrumenten. Overige schulden De boekwaarde van de overige schulden wijkt niet materieel af van de reële waarde. KAPITALISATIE KAPITALISATIE Groep
Eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap Exclusief: herwaarderingsreserve(4) Preferente aandelen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen(5) Goodwill Achtergestelde leningen(5) Kapitalisatie van ING Groep Kernschuld (ter financiering van dochterondernemingen)
Belang van derden Achtergestelde leningen van ING Verzekeringen N.V. Vermogenscomponenten niet behorende tot Tier-1(3) Kapitalisatie – ING Verzekeringen N.V. – ING Bank N.V. (Tier-1 toetsingsvermogen)
Verzekeringsbedrijf
Bankbedijf 2005
36.736 -6.304 296 1.269 -173 6.318 38.142 3.969 42.111
(2) (3)
134
ING Groep Jaarverslag 2005
Verzekeringsbedrijf
Bankbedrijf 2004
13.408(1)
19.877(2)
1.776 2.526
508
24.069
1.283 -171 4.109 29.290
19.085(1)
23.884(2)
1.227 2.229
652
3.316 32.606
-1.128
22.541
-385
17.710 23.408
inclusief EUR 1.792 miljoen (2004: EUR 366 miljoen) achtergestelde leningen aan ING Verzekeringen N.V.; inclusief EUR 5.764 miljoen (2004: EUR 5.026 miljoen) achtergestelde leningen aan ING Bank N.V.; inclusief de herwaarderingsreserve en de voorgestelde winstbestemming; (4) betreft herwaarderingsreserve voor schuldbewijzen en de reserve voor kasstroomhedges; (5) betreft nominale bedragen. (1)
Groep
20.000
WETTELIJKE VEREISTEN MET BETREKKING TOT SOLVABILITEIT ING Bank Kapitaalvereisten en het gebruik van vereist kapitaal zijn gebaseerd op richtlijnen die zijn ontwikkeld door het ‘Basel Committee on Banking Supervision’ (het Bazels comité) en de Richtlijnen van de Europese Unie in verband met het toezicht die zijn overgenomen door De Nederlandsche Bank (DNB). De Tier-1 ratio dient minimaal 4% te bedragen. De kapitaalratio (aangeduid als de ‘BIS ratio’) dient minimaal 8% te bedragen van alle naar risico gewogen activa, inclusief off-balance sheet posten en het marktrisico verbonden aan de handelsportefeuille. VEREIST KAPITAAL MET BETREKKING TOT ING BANK 2005
2004
Eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van ING Bank N.V. Belang van derden Achtergestelde leningen aangemerkt als Tier-1 kapitaal(1) Goodwill Minderheidsbelang Record Bank Herwaarderingsreserve(2) Kernkapitaal – Tier-1
21.331 482 5.764 -77 170 -4.262 23.408
14.894 508 5.026 -43
Aanvullend kapitaal – Tier-2 Beschikbaar Tier-3 vermogen Aftrekposten Toetsingsvermogen
11.605 363 -650 34.726
10.533 357 -534 30.356
Naar risico gewogen activa
319.653
274.138
Tier-1 BIS ratio
7,32% 10,86%
7,30% 11,07%
(1) (2)
-385 20.000
achtergestelde leningen aangemerkt als Tier-1 kapitaal zijn door ING Groep N.V. bij ING Bank N.V. geplaatst; de herwaarderingsreserve wordt in mindering gebracht omdat dit geen onderdeel van het Tier-1 kapitaal is (is begrepen in Tier-2). Deze aftrekpost bevat ook de cumulatieve herwaardering op beleggingen in onroerend goed.
ING Verzekeringen Europese richtlijnen vereisen dat verzekeringsmaatschappijen gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie een minimale solvabiliteitsmarge aanhouden. De solvabiliteitsmarge van ING Verzekeringen is bepaald in overeenstemming met deze EU richtlijn. VERMOGENSPOSITIE ING VERZEKERINGEN
Totaal ING Verzekeringen N.V.
Aanwezig kapitaal Vereist kapitaal Surpluskapitaal
Ratio aanwezig versus vereist kapitaal
22.541 8.851 13.690
255%
Niet verzekeringsbedrijven kernschuld & Verzekerings overige maatschappijeliminaties en 2005
-1.349
Totaal ING Verzekeringen N.V.
21.192 8.851 12.341
17.710 8.697 9.013
239%
204%
Niet verzekeringsbedrijven kernschuld & overige eliminaties
-948
Verzekerings maatschappijen 2004
16.762 8.697 8.065
193%
ING Groep De Nederlandsche Bank en de voormalige Pensioen- en Verzekeringskamer hebben afspraken gemaakt over de wijze waarop toezicht wordt uitgeoefend op de financiële conglomeraten. Deze afspraken zijn vastgelegd in het ‘Protocol’. Op basis van het ‘Protocol’ is ING Groep verplicht een bedrag aan minimum kapitaal, reserves en achtergestelde leningen te hebben dat minstens gelijk is aan: – het vereist kapitaal van de bankactiviteiten; plus – het vereist kapitaal van de verzekeringsactiviteiten. Voor toezichtdoeleinden worden bepaalde (extern) aangetrokken achtergestelde leningen van ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. meegeteld in het totaal aanwezige kapitaal.
ING Groep Jaarverslag 2005
135
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
ADDITIONELE INFORMATIE BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
VERMOGEN ING GROEP VEREIST VOOR TOEZICHTDOELEINDEN 2005
2004
Eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap Exclusief: herwaarderingsreserve Preferente aandelen Preferente aandelen van groepsmaatschappijen Goodwill Achtergestelde leningen Kapitalisatie ING Groep
36.736 -6.304 296 1.269 -173 6.318 38.142
24.069
Achtergestelde leningen ING Bank N.V. (begrepen in Tier-2) Achtergestelde leningen ING Verzekeringen N.V. Kapitalisatie inclusief achtergestelde leningen
10.304 4.052 52.498
9.951 2.893 42.134
Vereist kapitaal bancaire activiteiten Vereist kapitaal verzekeringsactiviteiten Surpluskapitaal
25.572 8.851 18.075
21.931 8.697 11.506
136
ING Groep Jaarverslag 2005
1.283 -171 4.109 29.290
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
BATEN 22 RENTERESULTAAT BANCAIRE ACTIVITEITEN NETTO RENTEBATEN – BANCAIRE ACTIVITEITEN 2005
2004
Rentebaten op leningen Rentebaten op leningen waarbij sprake is van een bijzondere waardevermindering Totale rentebaten op leningen
18.912
15.846
-23 18.889
-84 15.762
Rentebaten op beleggingen beschikbaar voor verkoop Rentebaten op tot einde aangehouden beleggingen Rentebaten handelsportefeuille Rentebaten niet-handelsportefeuille Overige rentebaten Totaal rentebaten
5.989 639 15.237 5.658 1.764 48.176
6.175
Rentelasten op deposito’s bij banken Rentelasten op toevertrouwde middelen Rentelasten op uitgegeven schuldbewijzen Rentelasten op achtergestelde leningen Rentelasten op handelsportefeuille Rentelasten op niet-handelsportefeuille Overige rentelasten Totaal rentelasten
2.371 11.960 2.911 1.126 13.369 5.821 1.551 39.109
2.336 16.707
9.067
8.741
Netto renteresultaat
883 2.628 25.448 1.351 9.440 2.688 892
De presentatie van rentebaten en rentelasten is gewijzigd in 2005 als gevolg van de implementatie van IAS 32 en IAS 39. In 2004 werden de rentebaten en lasten voor bepaalde handelsderivaten verantwoord onder het Netto handelsresultaat. Vanaf 2005 worden deze als rentebaten en rentelasten verantwoord onder het Renteresultaat bancaire activiteiten. Deze herrubricering resulteert voor 2005 in een toename van rentebaten en rentelasten van ongeveer EUR 12 miljard. Voor bepaalde niet-handelsderivaten werden gedurende 2004 de rentebaten en lasten netto gepresenteerd die vanaf 2005 bruto worden gepresenteerd. Als gevolg van dit presentatieverschil zijn de rentebaten voor 2005 ongeveer EUR 5 miljard hoger ten opzichte van 2004. RENTEMARGE ALS PERCENTAGE VAN DE OMVANG VAN DE NEDERLANDSE EN INTERNATIONALE ACTIVITEITEN
Nederland Internationaal Totaal
2005
2004
1,28 0,85 1,16
1,35 0,90 1,22
In 2005 heeft de toename van het gemiddeld balanstotaal geresulteerd in een groei van het renteresultaat met EUR 1.214 miljoen (2004: EUR 1.183 miljoen). De verkrapping van de rentemarge met 6 basispunten heeft in 2005 geresulteerd in een afname van het renteresultaat met EUR 345 miljoen. In 2004 heeft een verkrapping van de marge van 9 basispunten geresulteerd in een afname van EUR 453 miljoen van het renteresultaat.
ING Groep Jaarverslag 2005
137
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG)
23 PREMIE-INKOMEN
PREMIE-INKOMEN UIT VERZEKERINGSACTIVITEITEN
Premie-inkomen levensverzekeringen Premie-inkomen schadeverzekeringen
2005
2004
39.145 6.613 45.758
36.975 6.642 43.617
Het premie-inkomen is opgenomen vóór aftrek van afgegeven herverzekerings- en retrocessiepremies. Onder premie-inkomen zijn geen ontvangen premies voor beleggingscontracten opgenomen, hiervoor wordt ‘deposit accounting’ toegepast. EFFECT VAN HERVERZEKERING OP GEBOEKTE PREMIES Schade
Leven
Totaal 2005
Schade
Leven
Totaal 2004
Geboekte bruto premies Geboekte bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal geboekte bruto premies
6.556 57 6.613
37.644 1.501 39.145
44.200 1.558 45.758
6.592 50 6.642
35.532 1.443 36.975
42.124 1.493 43.617
Afgegeven herverzekeringspremies
526 6.087
2.031 37.114
2.557 43.201
756 5.886
1.619 35.356
2.375 41.242
EFFECT VAN HERVERZEKERING OP VERDIENDE SCHADE-PREMIES 2005
2004
Verdiende bruto premies Verdiende bruto ontvangen herverzekeringspremies Totaal verdiende bruto premies
6.712 57 6.769
6.492 50 6.542
Afgegeven herverzekeringspremies
636 6.133
729 5.813
PREMIE-INKOMEN LEVENSVERZEKERINGSBEDRIJF Bruto
Herverzekeringsdeel
Eigen rekening 2005
Bruto
Herverzekeringsdeel
Eigen rekening 2004
19.894
808
19.086
19.119
783
18.336
17.750 37.644
59 867
17.691 36.777
16.413 35.532
53 836
16.360 34.696
Indirect bedrijf
2.353 39.997
2.016 2.883
337 37.114
2.090 37.622
1.430 2.266
660 35.356
Eliminaties
852 39.145
852 2.031
37.114
647 36.975
647 1.619
35.356
Verzekeringen waarbij de verzekeraar het beleggingsrisico draagt Verzekeringen waarbij de polishouder het beleggingsrisico draagt Totaal direct bedrijf
138
ING Groep Jaarverslag 2005
GEBOEKTE PREMIES DIRECT BEDRIJF LEVENSVERZEKERING
2005
PERIODIEKE PREMIES Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling
Totaal periodieke premies PREMIES INEENS Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling
Totaal premies ineens Totaal premies levensverzekeringsbedrijf
Polissen waarbij de verzekeraar het beleggingsrisico draagt HerverzekeringsEigen Bruto deel rekening
Polissen waarbij de polishouder het beleggingsrisico draagt HerverzekeringsEigen Bruto deel rekening
9.368 2.438 11.806
679 49 728
8.689 2.389 11.078
3.843
2
3.841
3.843
2
3.841
2.430 690 3.120
66 10 76
2.364 680 3.044
6.258
24
6.234
6.258
24
6.234
14.926
804
14.122
10.101
26
10.075
904 2.965 3.869
1
5.685
22
5.663
1
903 2.965 3.868
5.685
22
5.663
563 536 1.099
563 533 1.096
1.964
11
1.953
3 3
1.964
11
1.953
4.968
4
4.964
7.649
33
7.616
19.894
808
19.086
17.750
59
17.691
In het totaal premies ineens is in 2005 EUR 520 miljoen begrepen aan winstdeling. GEBOEKTE PREMIES DIRECT BEDRIJF LEVENSVERZEKERING
2004
PERIODIEKE PREMIES Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling
Totaal periodieke premies PREMIES INEENS Individueel – zonder winstdeling – met winstdeling Collectief – zonder winstdeling – met winstdeling
Totaal premies ineens Totaal premies levensverzekeringsbedrijf
Polissen waarbij de verzekeraar het beleggingsrisico draagt HerverzekeringsEigen Bruto deel rekening
Polissen waarbij de polishouder het beleggingsrisico draagt HerverzekeringsEigen Bruto deel rekening
6.605 4.213 10.818
632 74 706
5.973 4.139 10.112
3.566
1
3.565
3.566
1
3.565
2.223 802 3.025
58 14 72
2.165 788 2.953
6.653
37
6.616
6.653
37
6.616
13.843
778
13.065
10.219
38
10.181
1.476 2.716 4.192
1
4.011
1
4.010
1
1.475 2.716 4.191
4.011
1
4.010
677 407 1.084
677 403 1.080
2.183
14
2.169
4 4
2.183
14
2.169
5.276
5
5.271
6.194
15
6.179
19.119
783
18.336
16.413
53
16.360
In het totaal premies ineens is in 2004 EUR 457 miljoen begrepen aan winstdeling.
ING Groep Jaarverslag 2005
139
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG)
SCHADEVERZEKERINGSBEDRIJF NAAR SCHADEBRANCHE
2005
Ziekte Ongevallen(1) Wettelijke aansprakelijkheid motor Motor overig Zee-, transport- en luchtvaartverzekering Brand en andere schade aan zaken Algemene aansprakelijkheid Krediet en borgtocht Rechtsbijstand Diverse geldelijke verliezen Indirect bedrijf
(1) (2) (3)
Geboekte bruto premies
Verdiende bruto premies(2)
Bruto schadelast
1.154 780 927 1.442 109 1.503 406 61 40 134 57 6.613
1.118 803 946 1.467 127 1.551 408 64 40 188 57 6.769
915 470 544 723 56 1.287 156 24 22 158 44 4.399
Acquisitiekosten en overige verzekeringsBedrijfstechnische kosten lasten(3)
144 128 132 170 17 242 88 13 13 25 6 978
122 98 118 240 17 324 85 10 6 24 15 1.059
Saldo herverzekeringsbaten/ Operationele lasten resultaat
32 -7 -10 12 -26 365 -16 -11
92 268 272 379 11 101 137 10
1 12 352
17 22 1.309
Saldo herverzekeringsbaten/ lasten
Operationele resultaat
inclusief arbeidsongeschiktheid; exclusief herverzekering; inclusief overige technische baten.
SCHADEVERZEKERINGSBEDRIJF NAAR SCHADEBRANCHE
2004
Ziekte Ongevallen(1) Wettelijke aansprakelijkheid motor Motor overig Zee-, transport- en luchtvaartverzekering Brand en andere schade aan zaken Algemene aansprakelijkheid Krediet en borgtocht Rechtsbijstand Diverse geldelijke verliezen Indirect bedrijf
(1) (2) (3)
Geboekte bruto premies
Verdiende bruto premies(2)
Bruto schadelast
Bedrijfskosten
Acquisitiekosten en overige verzekeringstechnische lasten(3)
1.097 872 840 1.335 141 1.489 438 57 35 288 50 6.642
1.078 857 839 1.344 142 1.495 430 54 35 217 51 6.542
785 507 556 663 55 681 228 3 25 109 24 3.636
127 125 106 161 18 228 69 10 13 22 4 883
169 111 94 204 22 306 89 10 6 28 -49 990
-50 5 -10 -5 -38 -135 -46 -14 -49 -5 -347
77 271 94 362 9 156 20 20 -8 509 99 1.609
2005
Totaal 2004
390 400 202 550 5.757
337 535 199 576 5.302
259 1.695 223 439 9.915
332 1.664 171 614 9.730
inclusief arbeidsongeschiktheid; exclusief herverzekering; inclusief overige technische baten.
24 OPBRENGST UIT BELEGGINGEN OPBRENGST BELEGGINGEN NAAR VERZEKERINGS- EN BANCAIRE ACTIVITEITEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Opbrengst uit verkoop van groepsmaatschappijen Opbrengst uit beleggingen in onroerend goed Veranderingen in reële waarde van beleggingen in onroerend goed Opbrengst uit beleggingen in aandelen Opbrengst uit beleggingen in schuldbewijzen Opbrengst uit leningen – particuliere leningen – leningen met hypothecaire zekerheid – polisbeleningen – overig
140
ING Groep Jaarverslag 2005
-25 206 143 479 5.757
480 287 137 425 5.302
259 1.695 223 427 9.164
332 1.664 171 614 9.412
Bancaire activiteiten 2005 2004
415 194 59 71
12 751
-143 248 62 151
318
25 WINSTEN EN VERLIEZEN OP BELEGGINGEN WINSTEN EN VERLIEZEN OP BELEGGINGEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Resultaat op verkoop van aandelen Resultaat op verkoop van schuldbewijzen Bijzondere waardeverminderingen op aandelen beschikbaar-voor-verkoop Bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen beschikbaar-voor-verkoop
511 245
604
-46 34 744
604
Bancaire activiteiten 2005 2004
171 60
2005
Totaal 2004
682 305
604
-45
45
-91
45
186
45
34 930
649
Bancaire activiteiten 2005 2004
2005
Totaal 2004
620 946 136 869 140 624 3.335
645 905 1.005 2.207 319 764 5.845
620 946 272 2.025 140 1.656 5.659
Bancaire activiteiten 2005 2004
2005
Totaal 2004
45 281 19 789 1 745 1.880
Totaal 2004
26 PROVISIES PROVISIEBATEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding Makelaarscourtage en advieskosten Overig
890 1.420 167 119 2.596
136 1.156 1.032 2.324
645 905 115 787 152 645 3.249
PROVISIELASTEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Betalingsverkeer Effectenbedrijf Assurantiebedrijf Beheervergoeding Makelaarscourtage en advieskosten Overig
500 686 10 54 1.250
19 686 419 1.124
56 264
45 281
139 6 383 848
103 1 326 756
56 264 500 825 16 437 2.098
Bancaire activiteiten 2005 2004
2005
-425
-338
-1
-1
27 HERWAARDERINGSRESULTAAT NIET-HANDELSDERIVATEN HERWAARDERINGSRESULTAAT NIET-HANDELSDERIVATEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Veranderingen in reële waarde van derivaten – reële waarde hedge Veranderingen in reële waarde van derivaten – kasstroomhedges (ineffectieve deel) Veranderingen in reële waarde van derivaten – hedges van netto investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen (ineffectieve deel) Veranderingen in reële waarde van overige niet-handelsderivaten Netto resultaat op niet-handelsderivaten Wijzigingen in reële waarde van activa en passiva (afgedekte instrumenten) Herwaarderingen op activa en verplichtingen geclassificeerd als tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat (exclusief handelsportefeuille) Netto herwaarderingsresultaat
87
-16
-16
-152 -81
296 -130
144 -211
-98
467
369
-179
-111 226
-111 47
ING Groep Jaarverslag 2005
141
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG)
28 NETTO HANDELSRESULTAAT NETTO HANDELSRESULTAAT Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Resultaat uit handelsportefeuille effecten Valutaresultaten Overige
84 -87 9 6
323 -72 12 263
Bancaire activiteiten 2005 2004
2005
Totaal 2004
660 378 -618 420
744 291 -609 426
688 494 -294 888
365 566 -306 625
Valutaresultaten bevatten resultaten uit contante transacties en termijntransacties, opties, futures en resultaten uit de omrekening van activa en verplichtingen luidende in vreemde valuta. Resultaat uit handelsportefeuille effecten bevat de resultaten uit ‘market making’ voor effecten zoals overheidspapier, aandelen, obligaties uitgegeven door bedrijven, geldmarktproducten en rentederivaten zoals swaps, opties, futures en termijncontracten. Het deel van het netto handelsresultaat van 2005 en 2004 dat betrekking heeft op effecten uit de handelsportefeuille die op 31 december nog op de balans stonden bedraagt respectievelijk EUR 7 miljoen en EUR 154 miljoen. 29 OVERIGE BATEN OVERIGE BATEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Resultaat deelnemingen Baten uit operationele lease-overeenkomsten Negatieve goodwill Overige
Bancaire activiteiten 2005 2004
401
195
140 72
149 550
150 345
489 701
2005
2004
2.031 22.129 -1.625 15.824 1.060 364 2.214 41.997
1.619 25.774 -929 11.098 1.324 713 684 40.283
526 4.343 -775 -46 -49 1.012 -52 4.959
756 3.598 -303 73 58 951 -32 5.101
LASTEN 30 VERZEKERINGSTECHNISCHE LASTEN VERZEKERINGSTECHNISCHE LASTEN
LEVENSVERZEKERINGSLASTEN Herverzekering en retrocessiepremies Uitkeringen voor eigen rekening Herverzekeringsdeel Wijzigingen in overige technische voorzieningen voor eigen rekening Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten Winstdeling en kortingen SCHADEVERZEKERINGSLASTEN Herverzekering en retrocessiepremies Schaden voor eigen rekening Herverzekeringsdeel Wijzigingen in de voorziening voor niet-verdiende premies Wijzigingen in de voorziening voor te betalen schaden Acquisitiekosten inzake verzekeringsactiviteiten Overige verzekeringstechnische lasten LASTEN UIT BELEGGINGSCONTRACTEN Acquisitiekosten inzake beleggingscontracten Winstdeling en kortingen Overige wijzigingen in de verplichting voor beleggingscontracten
53 17 94 164 47.120
142
ING Groep Jaarverslag 2005
45.384
34 112 26 238 410
2005
541 72 638 1.251
Totaal 2004
229 112 26 388 755
WINSTDELING EN KORTINGEN
Uitkeringen uit hoofde van rente of technisch resultaat Winsttoekenningen in de vorm van bijschrijvingen Lasten uit latente winstdeling
2005
2004
1.824 379 11 2.214
313 371 684
In de Verzekeringstechnische lasten is in 2005 EUR 3.956 miljoen begrepen aan betaalde en verschuldigde provisies (2004: EUR 4.258 miljoen) met betrekking tot verzekeringsactiviteiten. De afschrijvingskosten van de overlopende acquisitiekosten bedroegen in 2005 EUR 1.475 miljoen (2004: EUR 2.031 miljoen). De Verzekeringstechnische lasten over 2005 bevatten een bedrag van EUR 220 miljoen (2004: EUR 100 miljoen) met betrekking tot het versterken van de reserves in de divisie Insurance Asia/Pacific zoals beschreven onder Gesegmenteerde informatie. In 2004 heeft ING door middel van een medeverzekeringsovereenkomst een deel van de levensverzekeringsactiviteiten aan Scottish Re overgedragen. ING heeft voor deze transactie in 2004 een verlies verantwoord in de Verzekeringstechnische lasten voor een bedrag van EUR 160 miljoen. Dit verlies geeft de vermindering weer van de hieraan gerelateerde overlopende acquisitiekosten. Daarnaast zal een bedrag van EUR 240 miljoen worden afgeschreven over de looptijd van de onderliggende contracten, te beginnen in 2005 en geleidelijk afnemend naar mate de contracten aflopen. Het bedrag aan afschrijving bedroeg in 2005 EUR 34 miljoen. De cumulatieve afschrijvingen bedroegen EUR 34 miljoen. De verzekeringstechnische lasten met betrekking tot beleggingsbaten waar de polishouder het risico draagt van EUR 5.074 miljoen (2004: EUR 2.309 miljoen) zijn niet verantwoord onder Verzekeringstechnische lasten. De gerelateerde opbrengsten zijn niet opgenomen in Opbrengst beleggingen en Winsten en verliezen op beleggingen. 31 OVERIGE BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN OVERIGE BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN EN TERUGBOEKINGEN DAARVAN VERANTWOORD IN HET RESULTAAT Bijzondere waardeverminderingen 2005 2004
Gebouwen en bedrijfsmiddelen Overige immateriële vaste activa
82 21 103
Terugboekingen van bijzondere waardeverminderingen 2005 2004
22
-27
22
-27
2005
55 21 76
Totaal 2004
22 22
Bijzondere waardeverminderingen op leningen en voorschotten aan klanten worden verantwoord onder Mutatie voorziening dubieuze debiteuren. Bijzondere waardeverminderingen op beleggingen worden verantwoord onder Winsten en verliezen op beleggingen. 32 PERSONEELSKOSTEN PERSONEELSKOSTEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Salarissen Lasten m.b.t. pensioenen en andere personeelsverplichtingen Sociale lasten Aandelengerelateerde beloningen Overige personeelskosten
Bancaire activiteiten 2005 2004
2005
Totaal 2004
2.038
1.928
3.286
3.308
5.324
5.236
143 214 36 470 2.901
144 191 19 404 2.686
256 444 33 726 4.745
484 426 57 706 4.981
399 658 69 1.196 7.646
628 617 76 1.110 7.667
ING Groep Jaarverslag 2005
143
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG)
LASTEN PENSIOENEN EN ANDERE PERSONEELSVERPLICHTINGEN
2005
Kosten huidige dienstjaar Kosten verstreken dienstjaren Rentelasten Verwachte opbrengsten op beleggingen Effect van inkrimping of afrekening Defined benefit plans
477 192 643 -710 -12 590
Pensioenen 2004
Uitkeringen na dienstverband anders dan pensioenen 2005 2004
434
42
31
699 -686 -3 444
40
35
-396 -314
66
2005
Overige 2004
32 5 35 -22 -3 47
Defined contribution plans
6 14 -11 9
2005
Totaal 2004
551 197 718 -732 -411 323
471 748 -697 -3 519
76 399
109 628
De bijdragen aan de ‘defined contribution plans’ zijn in het algemeen gebaseerd op een percentage van het salaris. De werkelijke opbrengsten van de beleggingen bedragen EUR 1.583 miljoen (2004: EUR 540 miljoen). Remuneratie De informatie aangaande aandelengerelateerde beloningsregelingen en de beloning van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in het remuneratierapport in het jaarverslag (bladzijde 64 tot en met 74). Deze informatie maakt onderdeel uit van de gecontroleerde jaarrekening. Optie- en aandelenregeling ING Groep heeft optierechten op aandelen ING en voorwaardelijke rechten op certificaten van aandelen toegekend aan een aantal leidinggevende functionarissen (leden van de Raad van Bestuur, alsmede directeuren en overige door de Raad van Bestuur aangewezen functionarissen), aan alle medewerkers van ING Groep in Nederland en aan een aanzienlijk aantal medewerkers in het buitenland. Het doel van de optie- en aandelenregeling is, naast het bevorderen van een duurzame groei van ING Groep, het aantrekken, behouden en motiveren van leidinggevende functionarissen en medewerkers. ING Groep koopt direct of indirect eigen aandelen in op het moment dat de opties worden toegekend om aan haar verplichtingen die uit de bestaande optieregeling voortvloeien te voldoen en om het positierisico met betrekking tot de betreffende opties af te dekken (een zogenaamde delta hedge). Per 31 december 2005 worden 38.722.934 (2004: 29.427.538) eigen aandelen gehouden in verband met de optieregeling tegenover 85.128.950 uitstaande opties. Hiermee zijn de toegekende optierechten afgedekt (delta hedged), rekening houdend met de volgende factoren: uitoefenprijs, beurskoers, de zero-coupon rentevoet, dividendrendement, verwachte volatiliteit en gedrag van medewerkers. Op vooraf vastgestelde tijdstippen wordt bekeken of het afdekken nog voldoende effectief is. Verplichtingen uit hoofde van aandelenregelingen worden niet afgedekt. De verplichtingen uit hoofde van deze regelingen zullen worden voldaan door middel van uitgifte van aandelen. Optierechten hebben een looptijd van vijf of tien jaar. Optierechten die niet binnen deze periode worden uitgeoefend, komen te vervallen. Toegekende optierechten zullen geldig blijven (tot uitoefendatum), zelfs na beëindiging van de optieregeling. Aan de optierechten zijn bepaalde voorwaarden verbonden, waaronder een dienstverband gedurende een bepaalde aaneengesloten periode. De uitoefenprijzen van de opties zijn gelijk aan de beurskoers van het aandeel ING Groep op de dag dat de opties worden toegekend. Aan het recht op certificaten van aandelen zijn bepaalde voorwaarden verbonden. Als de deelnemer vanaf de datum van ontvangst van het recht drie jaar onafgebroken in dienst blijft bij ING, wordt het recht onvoorwaardelijk. In 2005 zijn 73.500 rechten op certificaten van aandelen verstrekt aan de leden van de Raad van Bestuur en 2.907.101 rechten op certificaten van aandelen verstrekt aan leidinggevende functionarissen en overig personeel. De Raad van Bestuur van ING Groep zal ieder jaar vaststellen of, en in welke mate, de optie- en aandelenregeling zal worden voortgezet.
144
ING Groep Jaarverslag 2005
MUTATIES IN DE OPTIERECHTEN, ZOWEL OPENSTAAND ALS VOORWAARDELIJK Aantal openstaande opties 2005 2004
Stand begin van het jaar Verstrekt Uitgeoefend Vervallen Verlopen Stand eind van het jaar
81.010.410 15.734.031 2.820.253 298.315 8.496.923 85.128.950
83.187.633 13.568.410 918.566 940.054 13.887.013 81.010.410
Voorwaardelijke opties 2005 2004
Stand begin van het jaar Verstrekt Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Stand eind van het jaar
48.317.040 15.734.031 22.394.188 249.751 41.407.132
51.392.079 11.435.785 14.085.603 425.221 48.317.040
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (in euro’s) 2005 2004
24,97 23,28 21,15 23,60 30,26 24,42
26,39 18,71 16,96 20,05 29,45 24,98
Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking 2005 2004
4,84 3,49 6,11 3,54 3,65
6,21 3,55 8,80 3,64 4,85
UITSTAANDE EN UITOEFENBARE OPTIERECHTEN PER 31 DECEMBER 2005
Uitoefenprijs in euro’s
0,00 – 15,00 15,00 – 20,00 20,00 – 25,00 25,00 – 30,00 30,00 – 35,00 35,00 – 40,00
Aantal uitstaande opties per 31 december 2005
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Uitoefenbare Gewogen opties per gemiddelde 31 december uitoefenprijs 2005
Gewogen gemiddelde resterende uitoefenperiode
Gewogen gemiddelde uitoefenprijs
16.872.752 10.797.877 15.423.891 27.110.926 361.530 14.561.974
7,18 8,20 9,23 5,28 2,86 3,48
12,71 2.423.643 18,69 301.461 23,25 172.095 28,59 25.901.115 33,15 361.530 35,47 14.561.974
7,20 7,97 8,11 5,21 2,86 3,48
12,89 18,70 23,21 28,57 33,15 35,47
De gemiddelde intrinsieke waarde van uitstaande en uitoefenbare opties was op 31 december 2005 EUR 4,88 en EUR 10,72. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot opties bedraagt per 31 december 2005 EUR 50 miljoen (2004: EUR 24 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 2 jaar (2004: 1,8 jaar). De reële waarde van de toegekende opties wordt over de periode waarin de opties onvoorwaardelijk worden onder de personeelskosten verantwoord als last. De reële waarden worden bepaald aan de hand van een optiewaarderingsmodel. In dit model wordt de risicovrije interestvoet (tussen 3,12% en 3,46%) in de berekening meegenomen, evenals de verwachte looptijd van de toegekende opties, de uitoefenprijs, de huidige prijs van een aandeel, de verwachte volatiliteit van de certificaten van ING Groep aandelen en verwachte dividenden tussen EUR 1,07 en EUR 1,12. Door verschillen in het tijdstip van het toekennen van de optierechten en de inkoop van eigen aandelen om deze optiepositie af te dekken, kunnen resultaten ontstaan indien aandelen worden ingekocht tegen een andere prijs dan de uitoefenprijs van de opties. Deze resultaten worden in het Eigen vermogen verantwoord. ING Groep is echter niet voornemens dergelijke posities te creëren en indien posities ontstaan, worden deze zo spoedig mogelijk afgedekt. Indien optierechten vervallen wordt het resultaat op (de verkoop van) de aandelen die waren gekocht om de optierechten af te dekken ten gunste dan wel ten laste van het Eigen vermogen gebracht. VERLOOP IN AANDELENREGELING
2005
Stand begin van het jaar Verstrekt Onvoorwaardelijk geworden Vervallen Stand eind van het jaar
3.715.896 2.980.601 152.006 45.022 6.499.469
Aandelen 2004
3.792.509 76.613 3.715.896
Gewogen gemiddelde reële waarde bij verstrekking 2005 2004
19,37 27,50 20,26 24,71 22,92
19,38 19,37 19,38
ING Groep Jaarverslag 2005
145
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP (VERVOLG)
De reële waarde van de toegekende aandelen wordt over de periode dat de toegekende aandelen onvoorwaardelijk worden als last in de winst- en verliesrekening verwerkt. De reële waarden zijn bepaald aan de hand van een Monte Carlo Simulatie waarderingsmodel. Dit model houdt rekening met de risicovrije rente. Voor de ‘performance’ aandelen wordt ook rekening gehouden met huidige aandelenkoersen, verwachte volatiliteit en de huidige dividenden van de referentiegroep die wordt gebruikt om de plaats van ING te bepalen op basis van het totale rendement voor aandeelhouders. De totale niet-verantwoorde kosten met betrekking tot aandelen bedragen per 31 december 2005 EUR 81 miljoen (2004: EUR 51 miljoen). Van deze kosten wordt verwacht dat ze worden verantwoord over een gemiddelde periode van 1,9 jaar (2004: 2,2 jaar). 33 OVERIGE RENTELASTEN Overige rentelasten bestaan voor het grootste deel uit rente in verband met verzekeringsactiviteiten, inclusief rente op de uitgegeven eeuwigdurende achtergestelde leningen. Onder de Overige rentelasten zijn voor EUR 14 miljoen en EUR 111 miljoen betaald dividend op preferente aandelen en trust preferred securities begrepen (2004: nihil en EUR 136 miljoen). 34 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN OVERIGE BEDRIJFSLASTEN Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Afschrijving op gebouwen en bedrijfsmiddelen Automatiseringskosten Huisvestingskosten Reis- en verblijfskosten Reclame en public relations Kosten externe adviseurs Overige
Toevoeging/vrijval van voorziening voor reorganisaties en bedrijfsverplaatsing
Bancaire activiteiten 2005 2004
2005
Totaal 2004
113 319 595 104 150 505 470 2.256
114 211 633 91 128 435 419 2.031
376 669 622 133 619 356 1.172 3.947
311 663 646 115 566 274 1.157 3.732
489 988 1.217 237 769 861 1.642 6.203
425 874 1.279 206 694 709 1.576 5.763
38 2.294
29 2.060
86 4.033
82 3.814
124 6.327
111 5.874
In de overige bedrijfslasten zijn de huurbetalingen inbegrepen in verband met operationele lease-overeenkomsten waarin ING de huurder is. 35 BELASTINGEN BELASTINGEN NAAR SOORT
Acute belastingen Latente belastingen
146
ING Groep Jaarverslag 2005
Nederland
Internationaal
855 -2 853
388 138 526
Totaal 2005
Nederland
Internationaal
1.243 136 1.379
1.025 212 1.237
315 157 472
Totaal 2004
1.340 369 1.709
AANSLUITING TUSSEN HET WETTELIJKE EN HET EFFECTIEVE BELASTINGPERCENTAGE VAN ING GROEP
Resultaat voor belastingen Wettelijk belastingpercentage Wettelijk belastingbedrag Deelnemingsvrijstelling Andere vrijgestelde inkomsten Niet-aftrekbare kosten Afwijking veroorzaakt door andere belastingpercentages in het buitenland Aanpassingen voorgaande boekjaren Wijzigingen in belastingpercentages Latente belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Acute belastingbate gerelateerd aan niet eerder verantwoorde bedragen Afboeking/terugdraaiing van latente belastingvorderingen Overige Effectief belastingbedrag
2005
2004
8.894 31,5% 2.802
7.740 34,5% 2.670
-386 -222 37
-460 -10 1
29 -77 -2
-120
-413
Effectief belastingpercentage
-418 2 27 1.379
-372 1.709
15,5%
22,1%
36 WINST PER GEWOON AANDEEL WINST PER GEWOON AANDEEL
Nettowinst (in miljoenen euro’s) 2005 2004
Nettowinst
7.210
5.755
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen tijdens het boekjaar (in miljoenen) 2005 2004
2.169,5
2.125,3
Nettowinst per gewoon aandeel (in euro’s) 2005 2004
3,32
2,71
De nettowinst per gewoon aandeel is gelijk aan de verwaterde winst per aandeel omdat er geen verwateringeffecten zijn. 37 DIVIDEND PER GEWOON AANDEEL DIVIDEND PER GEWOON AANDEEL
2005(1) 2004 (1)
Per gewoon aandeel (in euro’s)
Totaalbedrag aan dividend (in miljoenen euro’s)
1,18 1,07
2.588 2.359
de Raad van bestuur heeft, met goedkeuring van de Raad van Commissarissen, een dividendvoorstel voor het jaar 2005 gedaan van EUR 1,18 per aandeel, dat zal worden voorgesteld aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Na het besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders met betrekking tot de uitkering wordt het slotdividend betaalbaar gesteld op 4 mei 2006.
ING Groep Jaarverslag 2005
147
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GESEGMENTEERDE INFORMATIE VAN ING GROEP BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
PRIMAIRE SEGMENTATIE - BEDRIJFSSEGMENTEN De bedrijfssegmenten van ING Groep hebben betrekking op de indeling van de interne bedrijfsvoering naar divisies. De divisies zijn Retail Banking, Wholesale Banking, ING Direct, Insurance Americas, Insurance Europe en Insurance Asia-Pacific. Onder Overige zijn hoofdzakelijk activiteiten opgenomen die niet direct toe te rekenen zijn aan de divisies. Elke divisie wordt aangestuurd door een lid van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bepaalt de prestatiedoelstellingen en autoriseert en bewaakt de budgetten die zijn voorbereid door de divisies. Het management van de divisies bepaalt, in overeenstemming met de strategie en prestatiedoelstellingen zoals geformuleerd door de Raad van Bestuur, het strategische, commerciële en financiële beleid van de divisies. Voor een bedrijfssegment worden dezelfde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd als beschreven in Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening van ING Groep. Als verrekenprijzen voor transacties tussen divisies worden de prijzen gehanteerd die zouden ontstaan onder marktomstandigheden (‘at arm’s lenght’). Overheadkosten van het hoofdkantoor worden aan de divisies toegerekend op basis van de tijdsbesteding van het personeel op het hoofdkantoor, op basis van het relatieve aantal personeelsleden, of op basis van de baten en/of de activa van het bedrijfssegment. ING Groep beoordeelt de resultaten van haar divisies gebruikmakend van de onderliggende winst voor belastingen als prestatiemaatstaf. Onderliggende winst voor belastingen wordt gedefinieerd als winst voor belastingen exclusief desinvesteringen en bijzondere posten. SECUNDAIRE SEGMENTATIEBASIS – GEOGRAFISCHE SEGMENTEN De zes divisies van ING Groep zijn actief in zeven belangrijke geografische gebieden: Nederland, België, Overig Europa, Noord-Amerika, Latijns Amerika, Azië en Australië. De bijdragen aan de baten van de geografische gebieden zijn gebaseerd op herkomst van inkomsten. BEDRIJFSSEGMENTEN Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Overige
Totaal segmenten
Eliminaties Totaal Groep
15.844
28.032
13.168
6.808
5.611
1.830
-152
71.141
71.141
201 16.045
4 28.036
31 13.199
-851 5.957
185 5.796
289 2.119
641 489
500 71.641
2.031 -10
1.941 38
478 -31
2.599 -323
1.877 -62
617
-649
8.894 -388
8.894 -388
2.021
1.979
447
2.276
1.815
617
-649
8.506
8.506
Totaal activa
113.900
165.719
48.326
677.869
311.382
233.412
27.856
1.578.464
-419.825 1.158.639
Totaal vreemd vermogen
101.855
158.330
44.697
669.352
307.990
230.346
21.018
1.533.588
-413.374 1.120.214
405
934
613
181
229
63
2.425
2.425
29
15
19
75
6
144
144
41
1
15
12
69
69
346
12
34
134
6
9
541
541
2.421
15
1
1.114
45
24
3.622
3.622
2005
Totaal baten Baten – extern Baten – segmenten onderling
Winst voor belastingen Desinvesteringen Onderliggende winst voor belastingen
Afschrijvingen en amortisatie Bijzondere waardeverminderingen Terugboeking van bijzondere waardeverminderingen Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen
2
-500 -500
71.141
Op 31 december 2005 had het bedrijfssegment Insurance Asia Pacific bij een conservatief betrouwbaarheidsniveau van 90% ontoereikende voorzieningen voor verzekeringsverplichtingen. In overeenstemming met het beleid van de Groep, neemt dit bedrijfssegment maatregelen om de toereikendheid van de reserves in dat gebied te verbeteren. Tegenover deze ontoereikendheid staan reserves in andere bedrijfssegmenten die wel toereikend zijn, waardoor op Groepsniveau de reserves toereikend zijn bij een betrouwbaarheidsniveau van 90%.
148
ING Groep Jaarverslag 2005
BEDRIJFSSEGMENTEN 2004
Totaal baten Baten – extern Baten – segmenten onderling
Winst voor belastingen Desinvesteringen Bijzondere posten Onderliggende winst voor belastingen Totaal activa
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Overige
Totaal segmenten
16.011
28.080
10.469
7.251
4.454
1.177
717
68.159
30 16.041
4 28.084
21 10.490
-1.380 5.871
608 5.062
532 1.709
535 1.252
350 68.509
1.623
1.692 -91
756 -281
1.945 106 41
1.175 -7
435
114 -372
7.740 -273 -342
7.740 -273 -342 7.125
-11
Eliminaties
Totaal Groep
68.159 -350 -350
68.159
1.612
1.601
475
2.092
1.168
435
-258
7.125
100.258
132.101
31.622
474.948
252.450
170.001
35.808
1.197.188
-320.797
876.391
90.947
126.156
28.998
465.700
249.949
167.731
20.144
1.149.625
-300.784
848.841
348
1.427
440
220
220
49
12
2.716
2.716
14
52
3
52
31
152
152
147
35
10
28
-6
15
229
229
1.311
14
33
791
41
463
2.663
2.663
Totaal vreemd vermogen Afschrijvingen en amortisatie Bijzondere waardeverminderingen Resultaat deelnemingen Boekwaarde deelnemingen
10
De bijzondere posten in 2004 hadden betrekking op het afdekken van valutarisico’s, reorganisatievoorzieningen voor Wholesale Banking en een winst op oude herverzekeringsactiviteiten. RENTEBATEN (EXTERN) EN RENTELASTEN (EXTERN) PER DIVISIE
2005 Rentebaten Rentelasten
2004 Rentebaten Rentelasten
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Wholesale Banking
Retail Banking
ING Direct
Overige
Totaal Groep
3.658 115 3.543
4.492 341 4.151
856 4 852
30.092 25.326 4.766
10.200 7.067 3.133
8.154 6.528 1.626
-289 769 -1.058
57.163 40.150 17.013
3.341 124 3.217
4.332 320 4.012
671 5 666
12.988 8.637 4.351
6.328 2.848 3.480
6.141 5.077 1.064
-5 777 -782
33.796 17.788 16.008
Nederland
België
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
16.791 217 17.008
5.142 -358 4.784
5.588 460 6.048
26.871 -161 26.710
2.771 55 2.826
12.997 89 13.086
789 21 810
324 -455 -131
71.273 -132 71.141
3.566
1.383
1.123
2.434
168
361
336
-477
8.894
271.096
165.590
329.198
275.661
19.653
64.176
26.832
GEOGRAFISCHE SEGMENTEN GEOGRAFISCHE SEGMENTEN VAN ING GROEP 2005 Totaal baten Baten – extern Baten – segmenten onderling
Winst voor belasting Totaal activa
Overig Totaal Groep
6.433 1.158.639
ING Groep Jaarverslag 2005
149
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
GESEGMENTEERDE INFORMATIE VAN ING GROEP (VERVOLG)
GEOGRAFISCHE SEGMENTEN VAN ING GROEP 2004
Totaal baten Baten – extern Baten – segmenten onderling
Nederland
België
Overig Europa
NoordAmerika
LatijnsAmerika
Azië
Australië
Overig
Totaal Groep
16.768 -223 16.545
5.402 -236 5.166
4.666 453 5.119
26.578 -29 26.549
2.735 23 2.758
8.891 63 8.954
1.980 24 2.004
1.260 -196 1.064
68.280 -121 68.159
2.881
808
506
1.732
237
283
541
752
7.740
195.646
136.318
258.479
204.663
12.646
44.851
21.271
2.516
876.390
Bancaire activiteiten 2005 2004
2005
Eliminaties 2004
2005
Totaal 2004
17.008 4.784 6.048 26.710 2.826 13.086 810 846 72.118
16.545 5.166 5.119 26.549 2.758 8.954 2.004 1.684 68.779
121 121
-977 71.141
-620 68.159
Opbrengst beleggingen(1) 2005 2004
2005
Totaal 2004
Winst voor belasting Totaal activa
BATEN NAAR GEOGRAFISCH GEBIED Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Overig
Baten tussen geografische gebieden(1)
(1)
11.509 2.518 2.157 25.408 2.675 12.648 543 844 58.302
11.235 2.877 1.813 25.397 2.643 8.644 1.814 1.678 56.101
5.532 2.266 3.891 1.302 151 438 267 2 13.849
5.310 2.289 3.306 1.152 115 310 190 6 12.678
-878 57.424
-499 55.602
13.849
12.678
33
33 99 132
betreft voornamelijk herverzekeringspremies tussen groepsmaatschappijen in verschillende geografische gebieden.
BATEN VAN DE VERZEKERINGSACTIVITEITEN NAAR GEOGRAFISCH GEBIED Geboekte premies leven 2005 2004
Geboekte premies schade 2005 2004
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Overig
5.449 1.630 1.617 17.624 567 12.064 181 15 39.147
5.822 2.115 1.367 17.923 506 8.009 1.223 13 36.978
1.642 318 46 3.099 1.454 41
Baten tussen geografische gebieden(2)
-2 39.145
-3 36.975
(1) (2)
133 6.733
1.693 324 48 2.741 1.591 37 200 142 6.776
4.418 570 494 4.685 654 543 362 696 12.422
3.720 438 398 4.733 546 598 391 1.523 12.347
11.509 2.518 2.157 25.408 2.675 12.648 543 844 58.302
11.235 2.877 1.813 25.397 2.643 8.644 1.814 1.678 56.101
-120 6.613
-134 6.642
-756 11.666
-362 11.985
-878 57.424
-499 55.602
inclusief provisies en overige baten; betreft voornamelijk herverzekeringspremies tussen groepsmaatschappijen in verschillende geografische gebieden.
WINST VOOR BELASTINGEN NAAR GEOGRAFISCH GEBIED Verzekeringsactiviteiten 2005 2004
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Overig
150
ING Groep Jaarverslag 2005
1.714 192 263 1.443 152 275 195 -256 3.978
1.201 128 179 1.142 197 287 436 752 4.322
Bancaire activiteiten 2005 2004
1.693 790 1.317 705 78 170 162 1 4.916
1.680 680 327 590 40 -4 105 3.418
2005
Totaal 2004
3.407 982 1.580 2.148 230 445 357 -255 8.894
2.881 808 506 1.732 237 283 541 752 7.740
WINST VOOR BELASTINGEN VAN DE VERZEKERINGSACTIVITEITEN NAAR GEOGRAFISCH GEBIED
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Overig
2005
Leven 2004
1.324 139 256 623 98 269 195 -238 2.666
934 111 168 362 99 284 162 527 2.647
2005
390 53 7 820 54 6 -18 1.312
Schade 2004
2005
Totaal 2004
267 17 11 780 98 3 274 225 1.675
1.714 192 263 1.443 152 275 195 -256 3.978
1.201 128 179 1.142 197 287 436 752 4.322
GEOGRAFISCHE ANALYSE VAN SCHADERATIO, KOSTENRATIO EN GECOMBINEERDE RATIO VAN SCHADEVERZEKERINGEN 2005
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Overig Totaal
56,0 66,8 51,5 59,7 75,8 52,5 119,7 62,7
Schaderatio 2004
60,6 71,1 46,1 61,0 71,8 56,6 46,3 62,8 63,0
2005
39,0 34,1 41,8 29,4 28,4 40,3 14,6 31,9
Kostenratio 2004
36,8 36,7 35,8 27,6 27,6 40,9 28,0 16,4 30,6
Gecombineerde ratio 2005 2004
95,0 100,9 93,3 89,1 104,2 92,8 134,3 94,6
97,4 107,8 81,9 88,6 99,4 97,5 74,3 79,2 93,6
De schaderatio betreft schaden, inclusief de schadebehandelingskosten, uitgedrukt als percentage van de netto verdiende premie. De kostenratio betreft de kosten uitgedrukt als percentage van de netto geboekte premie. De schaderatio en de kostenratio vormen samen de gecombineerde ratio. Een gecombineerde ratio van meer dan 100% betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een verlies op schadeverzekeringen, omdat aan het resultaat ook opbrengsten uit beleggingen worden toegerekend. OVERLOPENDE ACQUISITIEKOSTEN VAN DE VERZEKERINGSACTIVITEITEN NAAR GEOGRAFISCHE GEBIED Beleggingscontracten 2005 2004
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië
71 71
Levensverzekeringen 2005 2004
Schadeverzekeringen 2005 2004
460 43 221 4.863 97 3.359
442 47 209 6.001 74 3.226
61 16 4 292 115 2
61 18 4 246 99 1
9.043
9.999
490
429
2005
Totaal 2004
521 59 225 5.155 212 3.361 71 9.604
503 65 213 6.247 173 3.227 10.428
2005
Overige 2004
2005
Totaal 2004
62.631 9.339 7.592 118.668 4.068 33.528 96 647 236.569
58.974 10.671 6.283 103.705 3.038 21.130 6.074 232 210.107
VERZEKERINGSTECHNISCHE VOORZIENINGEN VOOR EIGEN REKENING NAAR GEOGRAFISCH GEBIED Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen 2005 2004
Nederland België Overig Europa Noord-Amerika Latijns-Amerika Azië Australië Overig
39.564 7.731 5.272 53.411 3.021 22.534 96 -4 131.625
Verzekeringsvoorzieningen voor polissen waarbij de polishouder het beleggingsrisico draagt 2005 2004
39.264 6.732 4.479 52.395 2.168 16.586 75
17.065 175 1.808 59.956 54 10.473
15.472 3.248 1.708 46.912 66 4.251 5.999
121.699
89.531
77.656
Schadevoorziening 2005 2004
3.224 540 28 3.538 301 26
3.364 510 26 2.994 232 21
2.778 893 484 1.763 692 495
874 181 70 1.404 572 272
545 8.202
231 7.378
106 7.211
1 3.374
ING Groep Jaarverslag 2005
151
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
TOELICHTING OP HET GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT VAN ING GROEP
38 NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN AANKOOP EN VERKOOP VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN IN 2005
bedragen in miljarden euro’s
Acquisitie van Eural
Acquisitie van New Zealand
Verkoop van Totaal Baring Asset acquisities Management
Verkoop van Life of Georgia
Bank
Verzekeren
Bank
Verzekeren
-0,1
-0,1
-0,2
0,7
-0,1
-0,1
-0,2
0,7
0,2 0,1 0,3
0,9 0,1 1,0
-1,8
0,1
1,6 0,8 0,3 0,2
-2,2 -1,4 -0,7
-1,8 -2,2 -1,4 -0,7
-1,5 1,4 1,2
-0,1 -2,5 -0,9
-1,5 -0,1 -2,5 -0,9
Totaal verkopen
ALGEMEEN Belangrijkste branche AANKOOPPRIJS Aankoopprijs Liquide middelen in verkregen/verkochte entiteit Kasstroom bij koop/verkoop
ACTIVA Beleggingen Kredieten Bankiers Diverse overige activa VREEMD VERMOGEN Verzekerings- en beleggingscontracten Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Eigen vermogen Belang van derden Verkregen/verkocht aandeel in eigen vermogen
152
ING Groep Jaarverslag 2005
1,6 0,8 0,3 0,1
1,4 1,2 0,2
0,1
0,3
-0,9
-0,3
-1,2
0,2
0,1
0,3
-0,9
-0,3
-1,2
AANKOOP EN VERKOOP VAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN IN 2004
bedragen in miljarden euro’s
Allianz Canada
Overige
Verzekeren
Bank
-0,3 0,5 0,2
-1,9
Totaal acquisities
Totaal verkopen
BHF
Overige
Bank
Bank/ Verzekeren
0,4
1,0
1,4
-1,9
-2,2 0,5 -1,7
0,4
1,0
1,4
4,8 0,6
4,8 0,6
-7,5
-3,2
-10,7
0,9
2,2
3,1
-4,0 -4,4
-0,3 -1,8
-4,3 -6,2
1,0
3,8 0,1
3,8 1,1
-5,0 -8,2 -1,6
-0,3 -2,7 0,1
-5,3 -10,9 -1,5
-0,1
3,8
3,7
-0,9
-2,4
-3,3
-0,1
3,8
3,7
-0,9
-2,4
-3,3
ALGEMEEN Belangrijkste branche AANKOOPPRIJS Aankoopprijs Liquide middelen in verkregen/verkochte entiteit Kasstroom bij koop/verkoop ACTIVA Beleggingen Kredieten Financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Diverse overige activa VREEMD VERMOGEN Bankiers Toevertrouwde middelen Diverse overige passiva Eigen vermogen Belang van derden Verkregen/verkocht aandeel in eigen vermogen
Aankopen en verkopen van groepsmaatschappijen zijn inbegrepen in de kasstroom uit investeringssactiviteiten tegen kostprijs of verkoopprijs, voorzover de betaling in contacten werd voldaan. De liquide middelen in de verworven/vervreemde maatschappijen zijn geëlimineerd uit de kostprijs of verkoopprijs. 39 NETTO KASSTROOM EN LIQUIDITEITEN ONTVANGEN EN BETAALDE RENTE EN DIVIDEND bedragen in miljoenen euro’s
Ontvangen rente Betaalde rente
Ontvangen dividend Betaald dividend
2005
2004
53.015 33.379 19.636
33.767 17.848 15.919
522 2.461
443 883
KORTLOPEND OVERHEIDSPAPIER BEGREPEN IN LIQUIDITEITEN bedragen in miljoenen euro’s
Kortlopend overheidspapier begrepen in activa voor handelsdoeleinden Kortlopend overheidspapier begrepen in voor-verkoop-beschikbare beleggingen
2005
2004
8.878 2.694 11.572
8.730 3.652 12.382
ING Groep Jaarverslag 2005
153
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
INLEIDING GROEPSRISICOBEHEER De Raad van Bestuur bepaalt de risicotolerantie van ING Groep, en streeft daarbij naar een goede balans tussen risico, rendement en kapitaal, en stelt het risicobeleid en de risicolimieten vast. De Chief Financial Officer (CFO) draagt primair de volledige verantwoordelijkheid voor het Groepsrisicobeheer. Er bestaat een duale tekeningsbevoegdheidsmatrix, waardoor leden van de Raad van Bestuur en de Corporate Risk Managers directe verantwoordelijkheid nemen voor specifieke zaken, zoals het goedkeuren van transacties, binnen de door de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheden. Groepsrisicobeheer functioneert onafhankelijk van de divisies en is onderverdeeld in drie afdelingen: – Corporate Credit Risk Management (CCRM) is verantwoordelijk voor het kredietrisicobeheer van ING Bank en ING Verzekeringen; – Corporate Market Risk Management (CMRM) is verantwoordelijk voor het marktrisicobeheer van ING Bank alsmede voor het operationeel risicobeheer van ING Bank en ING Verzekeringen; – Corporate Insurance Risk Management (CIRM) is verantwoordelijk voor het verzekerings- en marktrisicobeheer van ING Verzekeringen. De hoofden van deze afdelingen (Corporate Risk Managers) rapporteren aan de CFO en dragen directe verantwoordelijkheid voor besluitvorming over (het verkleinen van) risico’s en risicobeheersing. De Corporate Risk Managers brengen advies uit aan de CFO en zijn verantwoordelijk voor de harmonisering en standaardisering van het risicobeheer. Zij zijn tevens verantwoordelijk voor risicodefinities, beleid, procedures, modellen en methodologie, risicobepaling, bewaking en geconsolideerde rapportage. De regionale en lokale risk managers binnen de divisies hebben een functionele rapportagelijn naar de Corporate Risk Managers; zij waarborgen een dagelijkse risicoanalyse, adequate meting en controle, registratie van risico’s en het ontwikkelen van beleidsmaatregelen binnen het totale raamwerk van risicobeheer. RISICO-COMITÉS OP GROEPSNIVEAU De hieronder genoemde risico-comités functioneren binnen de grenzen van het risicobeleid en de door de Raad van Bestuur gedelegeerde bevoegdheden. De risico-comités hebben een adviesrol richting de CFO en waarborgen een nauwe aansluiting tussen de divisies en risicobeheer op groepsniveau door vertegenwoordiging van de hoofden van divisies alsmede Corporate Risk Managers in elk comité. ING Groep Krediet Comité – Beleid (GKCB) GKCB adviseert met betrekking tot beleid, methodologieën en procedures ten behoeve van krediet-, verzekeringstechnische-, markt- en operationeel risico binnen ING Groep. De GKCB komt maandelijks bijeen. Dit comité is opgericht in 2005 als gevolg van het proces tot het stroomlijnen van het risicobeheer op groepsniveau. ING Groep Krediet Comité – Transactie Goedkeuring (GKCTG) GKCTG adviseert inzake transacties voor het aangaan van kredietrisico (inclusief het kredietrisico met betrekking tot de beleggingsportefeuille). De GKCTG komt tweewekelijks bijeen. Dit Comité heette voorheen Centraal Krediet Comité ING Bank (CKC). ING Provisioning Committee (IPC) Het IPC adviseert over de hoogte van de specifieke en collectieve voorzieningen voor dubieuze debiteuren binnen ING Groep. Het IPC komt ieder kwartaal bijeen. Asset & Liability Committee ING Bank (ALCO Bank) Het ALCO Bank adviseert over het totale risicoprofiel van alle niet-handelsgerelateerde marktrisico’s van Wholesale Banking, Retail Banking en ING Direct. Het ALCO Bank bepaalt het beleid ten aanzien van de financiering, liquiditeit, rentemismatch en solvabiliteit van ING Bank. Het ALCO Bank komt maandelijks bijeen. Asset & Liability Committee ING Insurance (ALCO Insurance) Het ALCO Insurance adviseert over alle risico’s binnen de verzekeringsactiviteiten van ING, waaronder volatiliteit (dat gevolgen heeft voor de baten en waardering), financiële risico’s (vereist kapitaal en marktrisico) en verzekeringstechnische risico’s. Het ALCO Insurance komt zes keer per jaar bijeen. BEREKENING GROEPSRISICO De beheersing van het groepsrisico wordt per risicocategorie in twee aparte secties voor ING Bank en ING Verzekeringen beschreven. Voor ING Bank gelden de volgende risicocategorieën: kredietrisico, marktrisico en operationeel risico. Voor ING Verzekeringen zijn de relevante risico’s: actuarieel en verzekeringstechnisch risico, marktrisico, kredietrisico en operationeel risico. In onderstaande secties zijn de risicocategorieën onderverdeeld naar risicosoort en voor elke risicosoort is de methode waarop risico binnen ING wordt gemeten beschreven, inclusief een kwantificering van de risico’s.
154
ING Groep Jaarverslag 2005
ING BANK KREDIETRISICO Algemeen Het kredietbeleid van ING Bank is gericht op het aanhouden van een internationaal gediversifieerde kredietportefeuille, waarbij grote risico-concentraties worden vermeden. Het accent ligt op het beheren van de activiteiten binnen de divisies door middel van ‘topdown’ concentratielimieten voor landen, individuele leningnemers en groepen van leningnemers. De doelstelling is de bancaire relatiebeheeractiviteiten uit te breiden, waarbij strikte interne risico-/rendementsrichtlijnen zullen worden gehandhaafd. Vooruitlopend op de geplande invoering van nieuwe, wereldwijde kapitaaleisen, die zijn opgesteld door het Bazel Comité, is binnen ING onder leiding van CCRM een bankbreed Bazel-project gestart. Het doel van dit project is ervoor te zorgen dat ING deze nieuwe richtlijnen naleeft vanaf het moment van invoering op 31 december 2007. Een belangrijk aspect van het project is de voortdurende ontwikkeling, implementatie en backtesting van interne, objectieve risico-ratingmodellen en modellen die worden gebruikt ter bepaling van het percentage van de lening, dat oninbaar wordt in het geval van betalingsproblemen. Deze modellen worden gebruikt bij het kredietfiatteringsproces, risicorapportages en het bewaken van de kwaliteit van de kredietportefeuille. Tegelijkertijd werkt ING aan het verfijnen van de inrichting en procedures van haar kredietrisicobeheer om te voldoen aan de ‘best practices’ in de bedrijfstak alsmede aan wettelijke vereisten. Berekeningen Kredietrisico Kredietrisico is het risico van een verlies door het in gebreke blijven van een debiteur of tegenpartij. Kredietrisico’s ontstaan bij de lening-, pre-settlement- en beleggingsactiviteiten alsmede bij de handelsactiviteiten van ING Bank. Kredietrisicobeheer wordt ondersteund door speciaal daarvoor ingerichte kredietrisico informatiesystemen en interne ratingmethoden voor debiteuren en tegenpartijen. Kredietanalyse is risico-/resultaatgericht, waarbij het niveau van de kredietanalyse een functie is van de omvang van het bedrag, de aard, de structuur (zoals ontvangen zakelijke zekerheid) van de faciliteit en de risico’s die worden aangegaan. Intern worden voortdurend verfijningen aangebracht op de op RAROC gebaseerde instrumenten om te zorgen voor een evenwichtige verhouding tussen risico en rendement binnen de portefeuille- en de concentratieparameters. De kredietanalisten van ING maken gebruik van openbare informatie in combinatie met interne analyses die gebaseerd zijn op informatie die de klant verstrekt, vergelijkingen met andere financiële instellingen, vergelijkingen binnen de bedrijfstak en andere kwantitatieve instrumenten. Het krediet-risico van ING Bank heeft voornamelijk betrekking op de traditionele kredietverlening aan bedrijven en particulieren. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met onroerend goed als zekerheid. Kredieten aan bedrijven zijn veelal gedekt, maar kunnen ook ongedekt worden verstrekt op basis van een interne analyse van de kredietwaardigheid van de kredietnemer. Het pre-settlement krediet-risico vloeit ook voort uit handelsactiviteiten, bijvoorbeeld in derivaten, ‘repo’-transacties en het in- en uitlenen van effecten. ING maakt gebruik van verschillende markttarieven en berekeningstechnieken om de omvang van het krediet-risico op pre-settlement-activiteiten te bepalen. Op basis van deze technieken maakt ING een schatting van het mogelijke toekomstige risico op individuele transacties en handelsportefeuilles. Er worden regelmatig raamovereenkomsten en zekerheidsstellingen afgesloten om deze krediet-risico’s te beperken. Risicoklassen zijn bepaald op basis van de kwaliteit van de uitstaande bedragen op basis van kredietwaardigheid, variërend van beleggingsklasse tot probleemklasse uitgedrukt in Moody’s en Standard & Poor’s equivalenten. RISICOKLASSEN: ING BANK PORTEFEUILLE IN % VAN DE TOTAAL UITSTAANDE BEDRAGEN(1) in percentages
AAA (1) AA (2-4) A (4-7) BBB (8-10) BB (11-13) B (14-17) Watch / Problem Grade (18-22)
(1)
2005
2004
13,8% 22,1% 9,5% 21,6% 27,6% 4,0% 1,4% 100,0%
11,8% 21,9% 10,9% 22,5% 29,1% 2,3% 1,5% 100,0%
gebaseerd op de particuliere en zakelijke kredietverlening, beleggingen en pre-settlement krediet-risico.
De verschuiving van mid-grade (BB-BBB) uitstaande bedragen naar high-quality (AA-AAA) uitstaande bedragen wordt veroorzaakt door de aanhoudende groei van ING Direct.
ING Groep Jaarverslag 2005
155
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER (VERVOLG)
RISICO-CONCENTRATIE: PORTEFEUILLE ING BANK PER ECONOMISCHE SECTOR in percentages
Bouw, infrastructuur en onroerend goed Financiële instellingen Privé personen Overheid en semi-overheid Dienstensector Overig
2005
2004
5,7% 39,4% 28,1% 9,2% 2,1% 15,5% 100,0%
4,3% 39,6% 28,9% 8,6% 2,1% 16,5% 100,0%
De kredietportefeuille wordt doorlopend geëvalueerd. Ieder kwartaal vindt een formele analyse plaats om de voorzieningen voor mogelijke dubieuze debiteuren vast te stellen volgens een ‘bottom-up’ benadering. Conclusies worden besproken in het IPC, dat adviseert aan de Raad van Bestuur over het niveau van de specifieke debiteurenvoorzieningen. ING Bank beschouwt leningen als zijnde in gebreke indien het, op basis van actuele informatie en gebeurtenissen, waarschijnlijk is dat de contractueel verschuldigde hoofdsom en rentebedragen niet conform de contractbepalingen zullen worden ontvangen. In 2005 doteerde ING EUR 88 miljoen aan de debiteurenvoorzieiningen, vergeleken met EUR 465 miljoen in 2004. De dotatie is gelijk aan 3 basispunten van de gemiddelde kredietrisico gewogen activa in 2005, vergeleken met 18 basispunten in 2004. ING is van mening dat de debiteurenvoorzieningen per 31 december 2005 toereikend zijn om de verliezen van ING Bank uit hoofde van kredietverlening op te vangen. Landenrisico Landen risico is het risico dat ING loopt dat specifiek is toe te schrijven aan gebeurtenissen in een bepaald land (of groep landen). Bij het landenrisico wordt onderscheid gemaakt tussen kredietactiviteiten (zakelijk en ‘counterparty’) en handels- en beleggingsactiviteiten. Alle transacties en handelsposities die ING genereert dragen een landenrisico. Het landenrisico is verder onderverdeeld in economisch risico en transferrisico. Economisch risico is het concentratierisico dat in verband staat met een bepaalde gebeurtenis in het risicoland dat van invloed kan zijn op transacties en andere risico’s in dat land, ongeacht de valuta. Transferrisico is het risico dat wordt gelopen door het onvermogen van ING of haar tegenpartijen om te voldoen aan hun respectievelijke verplichtingen in vreemde valuta ten gevolge van een specifieke gebeurtenis in het betreffende land. In landen waar ING actief is, wordt het relevante landenrisicoprofiel regelmatig geëvalueerd op basis waarvan een landenrating wordt toegekend. Gebaseerd op deze rating en de risicotolerantie van ING worden risicolimieten per land bepaald. Aan de hand van deze risicolimieten per land worden risico’s dagelijks gemeten en gerapporteerd. Ook voor transferrisico worden per land risicolimieten toegekend, doorgaans alleen in opkomende markten GROOTSTE ECONOMISCHE RISICO’S: PORTEFEUILLE ING BANK PER LAND(1) bedragen in miljarden euro’s
Nederland Verenigde Staten Duitsland België Spanje Verenigd Koninkrijk Italië Australië Frankrijk Canada (1)
2005
2004
176,8 69,8 67,9 56,5 42,2 39,2 19,1 18,8 17,3 16,7
178,4 58,2 60,5 43,3 33,9 41,3 16,5 15,6 25,2 11,5
heeft uitsluitend betrekking op risico’s > EUR 10 miljard, inclusief intercompany-risico’s met ING Verzekeringen.
De methodiek voor het berekenen van risicokapitaal is nauw verbonden met de risicodefinities om te bepalen waar het landenrisico optreedt. Voor landen in de opkomende markten met een laag tot gemiddeld risico, die nog niet in gebreke zijn gebleven, is een voorziening voor transferrisico niet vereist. In plaats van voorzieningen wordt additioneel kapitaal gealloceerd voor transacties waarbij landenrisico wordt gelopen. Het bedrag is hierbij een functie van het risico van het land alsmede van het risico van de transactie zelf. Settlement-risico Settlement-risico ontstaat wanneer waarden worden uitgewisseld (fondsen, instrumenten of goederen en grondstoffen) voor dezelfde of verschillende valutadata en de ontvangst niet wordt geverifieerd of verwacht voordat ING haar eigen deel van de transactie heeft voldaan of geleverd. Het risico is dat ING levert, maar geen leverantie ontvangt van de tegenpartij. Settlementrisico kan gewoonlijk worden beperkt en verkleind door transacties met een ‘delivery versus payment’ (DVP) regeling, zoals gebruikelijk is bij de meeste clearingbanken, of middels een settlement-netting overeenkomst.
156
ING Groep Jaarverslag 2005
Voor die transacties waarbij een DVP-regeling niet mogelijk is, stelt ING settlement-limieten vast via het kredietfiatteringsproces. Het settlement-risico wordt dan bewaakt en beheerd door de kredietrisicobeheerafdelingen. Het risico wordt verder beperkt via operationele procedures waarbij transactiebevestigingen met alle transactiedetails aan de tegenpartijen vereist zijn. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van internationaal aanvaarde documentatie, zoals ‘Master Agreements’ van de ‘International Swaps and Derivates Association’ (ISDA) voor derivatentransacties. Bovendien neemt ING regelmatig deel aan projecten met andere banken om nieuwe clearingsystemen en -mechanismen te verbeteren en te ontwikkelen om het niveau van het settlement-risico nog verder te verlagen. Verpanding Zoals alle financiele instellingen, neemt ING kredietrisico op zich. Daarom evalueren we continu de kredietwaardigheid van onze klanten, handelspartners en investeringen om na te gaan in hoeverre zij aan de financiële verplichtingen ten aanzien van ING kunnen voldoen. Tijdens het beoordelingsproces voor het aangaan van nieuwe leningen of investeringen, alsook het beoordelen van bestaande leningen en investeringen, bepaalt ING het bedrag en type onderpand indien vereist, dat een klant zou moeten belenen. In het algemeen geldt dat hoe lager de waarneembare kredietwaardigheid van de kredietnemer of financiële tegenpartij, hoe hoger het bedrag dat de klant of tegenpartij in onderpand moet geven. Als onderdeel van de handelsactiviteiten, sluit ING diverse juridische overeenkomsten af waarbij de tegenpartij (of ING) onderpand verleent om marktfluctuaties van hun onderlinge posities af te dekken. Wetten in de verschillende rechtsgebieden hebben invloed op het type en bedrag aan onderpand dat ING kan ontvangen of verlenen. In bepaalde gevallen zal ING credit default swaps, of een ander soortgelijk instrument aangaan, om het kredietrisico van een bepaalde kredietnemer of portfolio te verminderen. Herstructurering In sommige gevallen zal ING samenwerken met de debiteur en eventueel andere crediteuren om de onderneming en haar financiële verplichtingen te herstructureren om de financiële verliezen te minimaliseren van alle crediteuren als geheel en van ING in het bijzonder. Dit kan worden bereikt op verschillende manieren die de crediteuren ter beschikking hebben. De meest gebruikelijk zijn 1) verlengen van de aflossingsperiode, 2) verkoop van activa, 3) verkoop van bedrijfsonderdelen van de debiteur, 4) kwijtschelding van een gedeelte van de financiële verplichting, of 5) combinatie van het voornoemde. Het besluit tot zo’n herstructurering wordt pas genomen na zorgvuldige interne beoordeling en goedkeuring van het daartoe bevoegde orgaan. Zodra de herstructurering is voltooid, valt de debiteur weer onder de normale procedures voor toezicht met betrekking tot kredietrisico. Achterstallige betalingsverplichtingen ING volgt voortdurend de betalingsachterstanden in haar portfolio. Met name de retail portfolios (zoals particuliere hypotheken, consumentenkredieten en polisbeleningen) worden maandelijks nauwlettend gevolgd om vast te stellen of er significante wijzigingen in het niveau van betalingsachterstanden optreden. In het algemeen wordt een verplichting beschouwd als achterstallig indien een betaling van interest of aflossing meer dan 1 dag te laat is. In de praktijk worden de eerste 5-7 dagen beschouwd als operationeel risico. Na deze periode, zal een brief aan de debiteur worden verzonden ter herinnering aan de (achterstallige) betalingsverplichtingen. Als de betalingsachterstand na 90 dagen nog steeds bestaat, wordt de verplichting in het algemeen beschouwd als bijzondere waardevermindering en wordt deze overgedragen aan de afdeling “probleem leningen”. Om het aantal betalingsachterstanden te verminderen, moedigen de meeste ING entiteiten hun debiteuren aan automatisch te betalen zodat betalingen tijdig ontvangen worden. Er is geen significante concentratie van een specifiek leningtype in de “watch-list” of in de portefeuille van leningen met bijzondere waardeverminderingen. De opbouw van het ontvangen onderpand in deze portefeuilles is over het algemeen een afspiegeling van dat van de portefeuille als geheel. Alle leningen met achterstallige betalingsverplichtingen van meer dan 90 dagen worden over het algemeen automatisch geclassificeerd als lening met bijzondere waardevermindering. Er kunnen echter ook andere redenen zijn om een lening, voor het verstrijken van de termijn van 90 dagen, als bijzondere waardervermindering aan te merken. Zoals onder andere ING’s inschatting dat een klant niet aan zijn financiële verplichtingen zal kunnen voldoen, of dat een klant faillissement of surseance van betaling aanvraagt. In sommige gevallen zal een materiële breuk in financiële overeenkomsten (contractbreuk) ook aanleiding zijn om een lening te kwalificeren als lening met bijzondere waardevermindering. Procedure voor inbeslagname Het beleid van ING is er niet op gericht om activa van failliete debiteuren in beslag te nemen. ING probeert eerder het actief te verkopen vanuit de rechtspersoon die de activa in onderpand heeft gegeven, in overeenstemming met de overeenkomsten tot verpanding zoals ondertekend door de debiteur. In die gevallen dat ING wel het onderpand opeist, zal ING over het algemeen zo snel mogelijk het actief proberen te verkopen aan een gegadigde. Op basis van interne beoordelingen wat het snelst het hoogste resultaat zal opleveren voor ING, kan de gehele onderneming verkocht worden (of tenminste alle activa), of de activa kunnen stuksgewijs worden verkocht.
ING Groep Jaarverslag 2005
157
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER (VERVOLG)
MARKTRISICO ALGEMEEN Marktrisico vloeit voort uit zowel de handels- als de niet-handelsportefeuilles van de drie divisies van ING Bank: – ING Wholesale Banking: Handelsrisico’s binnen ING Wholesale Banking vloeien voornamelijk voort uit market-making, het faciliteren van cliëntentransacties en het handelen voor eigen rekening in vastrentende waarden, aandelen, vreemde valuta’s en de hieraan gerelateerde derivaten. ING bezit geen significante goederentermijnportefeuilles. Handelsposities worden dagelijks tegen markwaarde gewaardeerd. Het beleid van ING is erop gericht een internationaal gediversifieerde en voornamelijk klantgerelateerde handelsportefeuille aan te houden, waarbij grote risicoconcentraties worden vermeden. Marktrisico’s voortvloeiende uit de niet-handelsportefeuille worden overgeheveld naar de portefeuille van asset & liability management (ALM); het betreft hier structurele rente mismatch posities die voortvloeien uit commericiële bank activiteiten. – ING Retail Banking: ING onderkent het niet-handelsboek gerelateerde marktrisico, dat voortvloeit uit bancaire producten waarvan de toekomstige kasstroom afhangt van het gedrag van de klant, zoals rekeningen courant, spaarrekeningen en hypotheken. – ING Direct: Binnen ING Direct worden geen handelsposities aangehouden; de marktrisico’s vormen een combinatie van ALM en marktrisico’s uit hoofde van retail producten. BEREKENING Handelsrisico ING Wholesale Banking past de Value-at-Risk (VaR) methodiek toe als de belangrijkste risicomaatstaf. VaR voor marktrisico geeft, met een eenzijdig betrouwbaarheidsinterval van tenminste 99%, de maximale ééndagsverliezen die kunnen optreden ten gevolge van veranderingen in risicofactoren (zoals rentetarieven, vreemde valutakoersen, aandelenkoersen) als de posities onveranderd blijven binnen een tijdsinterval van een dag. Het effect van de historische marktbewegingen op de huidige portefeuille wordt geschat op basis van het gelijk gewogen gemiddelde van de waargenomen marktbewegingen in de voorgaande 250 werkdagen. VaR fungeert ook als basis voor de berekening van het wettelijk vereiste kapitaal en als basis voor de berekening van het economisch kapitaal dat ING dient aan te houden om mogelijke verliezen uit hoofde van handelsactiviteiten op te kunnen vangen. Marktrisico voor de rente- en aandelenmarkten is gesplitst in twee componenten: algemeen marktrisico en specifiek marktrisico. Het algemeen marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit algemene waardefluctuaties in de markt (bijvoorbeeld euribor-fluctuaties). Het specifieke marktrisico geeft een schatting van de VaR die voortvloeit uit waardefluctuaties in de markt die betrekking hebben op de emittent van waardepapieren. De VaR voor lineaire portefeuilles wordt berekend door middel van een variantie – covariantie methode. Het marktrisico van alle belangrijke optieportefeuilles binnen ING wordt gemeten door middel van Monte Carlo simulatiemethodes. Onderstaande grafiek toont de ontwikkeling van de ééndags VaR voor de handelsportefeuille van ING Wholesale Banking die onder toezicht staat van trading risk management gedurende 2004 en 2005. Verscheidene banking boeken worden intern beheerd via het handelsrisico-proces. Deze boeken zijn daarom uitgesloten van de niet-handelsrisico tabel hieronder en inbegrepen in de handelsrisico grafiek en tabel hieronder. Verder zijn verscheidene minder significante bank boeken inbegrepen in zowel de handelsrisico tabel als de niet-handelsrisico tabel. Er is daarom een kleine overlap tussen handelsrisico en niet-handelsrisico zoals in onderstaande paragrafen beschreven.
GECONSOLIDEERDE VaR ING WHOLESALE BANKING HANDELSPORTEFEUILLE 2004-2005 in miljoenen euro’s
70
Value at Risk
60
VaR limiet
50 40 30 20 10 0 jan 04
apr 04
jul 04
okt 04
Datum
158
ING Groep Jaarverslag 2005
jan 05
apr 05
jul 05
okt 05
jan 06
Gedurende 2004 en 2005 is de ééndags VaR voor de ING Wholesale Banking handelsportefeuille voortdurend binnen de bandbreedte van EUR 20 - 40 miljoen geweest. Vanaf 1 april 2005 zijn de treasury en investment portefeuilles van ING Wholesale Banking opgenomen in de ING Wholesale Banking handelsportefeuille VaR limietstructuur. Dit heeft geleid tot een stijging van de VaR. Tegelijkertijd is de ING Wholesale Banking handelslimiet aangepast van EUR 50 miljoen naar EUR 60 miljoen. Het gemiddelde risico was in 2005 hoger dan in 2004 (gemiddelde VaR 2005: EUR 28 miljoen en gemiddelde VaR 2004: EUR 25 miljoen). De VaR bleef ruim binnen de handelslimiet voor ING Wholesale Banking. De rente markten namen het grootste deel voor hun rekening in de VaR van de handelsportefeuille. In onderstaande tabel staat een verdere opsplitsing van de VaR van de handelsportefeuille van ING Wholesale Banking voor 2005 en 2004. VAR HANDELSPORTEFEUILLE: ING WHOLESALE BANKING, PER PORTEFEUILLE
Vreemde valuta Aandelen Rente Diversificatie(1) Totaal VaR (1)
Laag
Hoog
Gemiddeld
Ultimo 2005
Laag
Hoog
Gemiddeld
Ultimo 2004
1 7 14
5 13 30
3 10 21 -6 28
2 9 22 -6 27
2 5 13
11 12 28
4 8 19 -6 25
3 9 16 -2 26
diversificatie kan niet worden berekend voor de kolommen Hoog en Laag omdat de gegevens van zowel individuele markten als voor de totale VaR afkomstig kunnen zijn van verschillende data.
Opmerking: de termen hierboven zijn ontleend aan de terminologie die intern wordt gebruikt voor risicomanagment en zijn geen directe verwijzing naar jaarrekeningposten.
Alhoewel met VaR-modellen de potentieel toekomstige resultaten worden ingeschat, zijn de schattingen gebaseerd op historische marktgegevens. ING bewaakt voortdurend de aannemelijkheid en effectiviteit van het toegepaste VaR-model. De toegepaste techniek staat algemeen bekend als ‘backtesting’. Hierbij wordt het feitelijke resultaat van een dag vergeleken met de dagelijkse VaR. Naast het gebruik van feitelijke resultaten voor backtesting, gebruikt ING ook hypothetische resultaten waarbij het resultaat bepaald wordt exclusief het effect van daghandel (intraday trading), honoraria (fee) en provisies. Wanneer het feitelijke of hypothetische verlies de VaR overstijgt, is er sprake van een ‘occurrence’. Gebaseerd op het eenzijdig betrouwbaarheidsinterval (tenminste 99%) van ING Bank zal een ‘occurrence’ gemiddeld gesproken slechts één keer in de 100 handelsdagen voorkomen. In 2005 is het niet voorgekomen dat een ééndaags handelsverlies de ééndaags geconsolideerde VaR van ING Wholesale Banking heeft overschreden. Aangezien VaR in het algemeen geen schatting geeft van de potentiële verliezen die kunnen voortvloeien uit extreme fluctuaties in de markt, past ING gestructureerde ‘stress testing’ toe voor het bewaken van het marktrisico onder extreme markt omstandigheden. Stress-scenario’s zijn gebaseerd op historische en hypothetische extreme gebeurtenissen. Het resultaat van deze stress testing is een Event Risk getal. Dit is een schatting van het resultaateffect als gevolg van een mogelijke extreme gebeurtenis en het wereldwijde effect daarvan op ING Wholesale Banking. Het beleid met betrekking tot Event Risk (en de technische implementatie daarvan) is ING-specifiek, aangezien er voor event risk geen door andere banken en toezichthouders algemeen aanvaarde berekeningsmethode bestaat (zoals voor het VaR-model). Het Event Risk-beleid bestaat voornamelijk uit stress-parameters per land en per markt (vastrentende waarden, aandelen, vreemde valuta en gerelateerde derivaten). De parameters geven de historische maximale marktbewegingen aan binnen het tijdsbestek van één maand. De scenario’s en stress-parameters worden achteraf vergeleken met extreme marktbewegingen die zich daadwerkelijk in die markten hebben voorgedaan. Niet-handelsrisico – renterisico De niet-handelsportefeuille bestaat voornamelijk uit de bancaire (commerciële) portefeuille en de ALM-portefeuille. Binnen ING Bank is het commerciële onderdelen niet toegestaan structurele mismatchposities in hun portefeuilles aan te houden. Een gevolg van dit beleid is dat alle structurele renterisico’s worden gerepliceerd in de ALM-portefeuilles van de betreffende Treasuryafdeling binnen ING Wholesale Banking. Het beheer van structurele rente-mismatchposities is in handen van Treasury. De commerciële bedrijfsonderdelen zijn verantwoordelijk voor de overige renterisico’s die voortvloeien uit bancaire producten waarvan de toekomstige kasstroom afhangt van het gedrag van de klant, zoals spaarrekeningen en hypotheken. Binnen ING Direct worden het rente risico voor de ALM-portefeuille en de commerciële bankboeken op een geïntegreerde basis gemeten en gemanaged. ING kent verschillende methodes om zowel de contractuele als klant-gedragsaspecten met betrekking tot betaaltegoeden, spaarrekeningen en hypotheken te modelleren. Dit geschiedt door middel van ‘replicating’ portefeuille modellen waarbij het renterisicokarakter wordt gemodelleerd, rekeninghoudend met de contractuele en klant-gedrag karakteristieken van deze producten. Alle modellen en veronderstellingen worden regelmatig gebacktest en ter goedkeuring voorgelegd aan het betreffende Asset & Liability Committee. Historische simulatie wordt gehanteerd om de duration en de investeringsregels van de rekeningcourant- en spaarrekeningen te bepalen, met gebruikmaking van historische klantrente, uitstaand volume en marktrente. De investeringsregels worden getest op hun bruikbaarheid door middel van volatiliteit/correlatieanalyses. De regels worden ook regelmatig geactualiseerd. Op basis van in het verleden geobserveerd vervroegd aflossingsgedrag wordt de hoogte van de toekomstige vervroegde aflossingen op hypotheken gemodelleerd. ING Groep Jaarverslag 2005
159
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER (VERVOLG)
ING Bank gebruikt verschillende methodes om het renterisico te beheersen. De belangrijkste zijn Value-at-Risk (VaR) en Earnings-at-Risk (EaR). EaR meet het verlies voor belastingen op de netto-renteopbrengsten als gevolg van veranderende marktrente over de periode van een jaar. De EaR-berekeningen verschillen per portefeuille. Voor de ALM-portefeuille wordt het potentiële verlies op de netto-renteopbrengsten gemeten als gevolg van de structurele mismatch van de rentepositie. In deze berekeningen wordt verondersteld dat alle ongedekte posities moeten worden geherinvesteerd of geherfinancierd tegen de veranderde marktrente. De berekeningen bevatten de EaR voor de huidige ALM-portefeuille en houden geen rekening met het effect van nieuwe activiteiten. Voor de commerciële activiteiten berekent de EaR het basisrisico tussen de marktrentes en de cliëntrentes op de spaar- en betaaltegoeden. Voor deze portefeuilles wordt in de EaR-berekeningen rekening gehouden met het effect van nieuwe activiteiten. De VaR bedragen tonen het effect op de waarde van de bankboeken als gevolg van veranderingen in marktrentes. Voor de commerciële bankboeken/activeiten bevatten de VaR berekeningen de convexiteit als gevolg van de optionaliteit in de voornaamste hypotheekportefeuilles. In deze berekeningen wordt verondersteld dat spaar- en betaaltegoeden perfect worden “gerepliceerd”. Voor de ALM boeken bevatten de VaR berekeningen de potentiële verandering in waarde als gevolg van de structurele mismatch van de rentepositie. Het renterisico dat resulteert van de investering van de eigen fondsen (eigen vermogen) van ING Bank wordt gerapporteerd onder de ING Bank Corporate line. In deze berekeningen wordt verondersteld dat de eigen fondsen niet gevoelig zijn voor marktrente veranderingen (de duration van eigen vermogen is verondersteld nihil te zijn, vooruitlopend op toekomstige regelgeving). Onderstaande tabel toont de EaR en de VaR bedragen voor de grote bankboeken (die in totaal ongeveer 95% van het totale bankboeken dekken) bij een onmiddellijke parallelle verschuiving van de marktrente van 2%. De VaR cijfers zijn hierdoor berekend onder een ander scenario dan de traditionele VaR cijfers in het handelsboek. EARNINGS-AT-RISK PER DIVISIE (2% VERANDERING VAN DE MARKTRENTE) 2005
ING Wholesale Banking ING Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal
-158 -95 -513 33 -733
VAR: PER DIVISIE (2% VERANDERING VAN DE MARKTRENTE) 2005
ING Wholesale Banking ING Retail Banking ING Direct ING Bank Corporate Line ING Bank Totaal
-1.023 -619 -69 -1.492 -3.203
Verscheidene banking boeken worden intern beheerd via het handelsrisico-proces. Deze boeken zijn daarom uitgesloten van de niet-handelsrisico tabel en inbegrepen in de handelsrisico tabel.Verder zijn verscheidene minder significante banking boeken inbegrepen in zowel de handelsrisico tabel als de niet-handels risico tabel. Er is daarom een kleine overlap tussen handelsrisico en niet-handelsrisico zoals hierboven beschreven. De informatie over renterisico voor het interne management wordt alleen berekend onder een ongunstig rentescenario. Daarom worden in bovenstaande tabel de effecten van een gunstig rentescenario niet getoond.
De ING Bank EaR wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de EaR bijdrage van de EUR (EUR -250 miljoen), USD (EUR -297 miljoen) en GBP (EUR -188 miljoen) open rente positie. De portefeuilles die voornamelijk aan de EaR bijdragen zijn de spaargeld en betaaltegoeden portefeuilles (hierbij wordt de korte termijn winst beïnvloed) en de ALM-portefeuille. Niet-handelsrisico - valutarisico ING loopt vreemde valutarisico op haar financiële positie en kasstromen. Valutarisico’s in de niet-handelsportefeuille worden door middel van interne transacties grotendeels overgedragen aan Financial Markets Treasury, dat het dagelijkse beheer voert van alle vreemde valuta-posities.
160
ING Groep Jaarverslag 2005
Het belangrijkste vreemde valutarisico in de niet-handelsboeken heeft betrekking op het translatierisico op buitenlandse deelnemingen en het in Amerikaanse dollars genoteerde Tier-1 kapitaal. Het translatierisico wordt namens het ALCO Bank beheerd door de afdeling Capital Management. Voor de belangrijkste valuta van ING, de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Poolse zloty wordt hierbij eveneens rekening gehouden met het translatie-effect op de Tier-1 ratio. Voor alle andere valuta wordt het translatierisico beheerd binnen een VaR limiet. EENDAGSRISICO ING BANK VOOR DE BELANGRIJKSTE VALUTA IN DE NIET-HANDELSBOEKEN Geïnvesteerd kapitaal
Tier-1
2005 Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Zuidkoreaanse won Overige valuta Totaal
4.562 -1.247 809 1.047 1.300 6.471
-3.214
2004 Amerikaanse dollar Britse pond Poolse zloty Zuidkoreaanse won Overige valuta Totaal
3.730 -1.250 642 477 431 4.030
-2.675
-3.214
-2.675
Totale risico
Hedges
Netto positie
1.348 -1.247 809 1.047 1.300 3.257
-701 1.252 -489 -955 -1.192 -2.085
647 5 320 92 108 1.172
1.055 -1.250 642 477 431 1.355
-1.131 1.299 -399 -438 -191 -860
-76 49 243 39 240 495
De omvang van het geïnvesteerde kapitaal in USD en KRW gedenomineerde deelnemingen is significant toegenomen gedurende 2005. Voor wat betreft de USD waren de belangrijkste redenen de hogere ingehouden winsten en de impact van de introductie van IFRS-EU (met name de introductie van de herwaarderingsreserve voor vastrentende obligaties). De toename van het KRW kapitaal is veroorzaakt door een hogere waardering van het aandelenbelang in Kookmin Bank. Alhoewel de resultaten op hedges van buitenlandse deelnemingen in Nederland fiscaal belast zijn, heeft ING er niet voor gekozen deze hedges om belastingredenen aan te passen. Vanaf begin 2006 wordt een groot deel van deze resultaten niet langer fiscaal belast. GECONSOLIDEERDE NIET-HANDELS FX VAR ING BANK Laag
Hoog
Gemiddeld
Ultimo 2005
Laag
Hoog
Gemiddeld
Ultimo 2004
2
11
7
11
4
16
9
4
FX VaR
Onderstaande grafiek toont een overzicht van de ontwikkeling van de FX VaR gedurende 2004 en 2005. GECONSOLIDEERDE FX VaR ING BANK 2004 – 2005 18 16 14 12 10 8 6 4 2 jan 04
apr 04
jul 04
okt 04
jan 05
apr 05
jul 05
okt 05
jan 06
Datum Value at Risk
ING Groep Jaarverslag 2005
161
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER (VERVOLG)
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat ING Bank of een van haar dochterondernemingen niet op het gewenste moment tegen redelijke kosten aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Binnen ING Bank is het ALCO Bank verantwoordelijk voor de strategie met betrekking tot liquiditeitsrisico. Het ALCO Bank heeft het dagelijkse liquiditeitsbeheer gedelegeerd aan Treasury Amsterdam, dat verantwoordelijk is voor het beheer van de totale liquiditeitsrisicopositie van ING Bank, terwijl regionale en lokale treasury-afdelingen verantwoordelijk zijn voor het beheer van de liquiditeit in hun eigen regio’s. De belangrijkste doelstelling van ING’s liquiditeitsstrategie is het handhaven van voldoende liquiditeit om activiteiten goed te laten verlopen. De liquiditeitsstrategie van ING Bank kent vier belangrijke componenten. De eerste betreft de dagelijkse funding. Het beleid van ING is erop gericht te zorgen voor een goede spreiding van de dagelijkse fundingeisen. De Treasury-afdeling bewaakt alle vervallende kasstromen, tezamen met verwachte veranderingen in de fundingseisen voor de kernactiviteiten. Dit behelst eveneens het aanvullen van bestaande fondsen op de vervaldatum, verwachte opnames uit particuliere rekeningen-courant, spaartegoeden en additionele leningen. Daarbij wordt de toegang tot de kapitaalmarkt actief gemanaged door het regelmatig emitteren van schuldpapier in alle belangrijke markten en het onderhouden van relaties met investeerders. De tweede component betreft het aanhouden van een adequate mix van financieringsbronnen. ING streeft naar een goed gediversifieerde fundingmix als het gaat om financiële producten, tegenpartijen, geografische markten en valuta. Liquiditeitsbronnen zijn binnen de gehele ING Bank ruim aanwezig. ING Bank heeft een brede basis van particuliere funding, die voornamelijk bestaat uit rekeningen-courant, spaartegoeden en particuliere deposito’s. Ondanks het feit dat deze rekeningen op korte termijn of per direct opvraagbaar zijn, worden deze rekeningen gezien de brede klantenbasis als een stabiele bron van funding beschouwd. Hoewel de particuliere funding vanuit geografische gezichtspunt bekeken breed gespreid is, vindt de meeste funding plaats in de eurozone. De derde component in de liquiditeitsstrategie van ING is het handhaven van een brede portefeuille met goed verhandelbare activa die kunnen worden ingezet om verstoringen in het kasstroomprofiel op te vangen. ING heeft relatief grote portefeuilles met onbezwaarde, verhandelbare activa, die voor liquiditeit kunnen zorgen door middel van repo-overeenkomsten of door verkoop. Het merendeel van de verhandelbare activa van ING bevindt zich in de eurozone. De vierde component in ING’s liquiditeitsstrategie is het handhaven van adequate en actuele financieringsplannen voor onvoorziene gebeurtenissen verspreid over de gehele organisatie. Financieringsplannen voor onvoorziene gebeurtenissen worden opgesteld om tijdelijke en langdurige verstoringen in liquiditeit op te vangen die worden veroorzaakt door algemene marktomstandigheden of door specifieke omstandigheden binnen ING. Op basis van deze plannen zijn alle taken en verantwoordelijkheden duidelijk gedefinieerd en is alle benodigde managementinformatie beschikbaar. Het belangrijkste doel van ING’s financieringsplannen voor onvoorziene gebeurtenissen is om het topmanagement in staat te stellen om op een effectieve en efficiënte manier te reageren in het geval van een crisis. Het accent van het meten van het liquiditeitsrisico ligt op de week- en maandperiode. De intern gebruikte liquiditeitscijfers worden berekend op basis van de rapportagerichtlijnen voor liquiditeitsrisico van De Nederlandsche Bank. Voor dit doel worden posities uitgesplitst naar type product en tegenpartij. Alle posities met een bekende vervaldatum worden opgenomen in de vervalkalender op basis van de contractuele vervaldatum. Posities met een onbekende vervaldatum en verhandelbare activa worden opgenomen als posten met een directe liquiditeitswaarde. Standby-faciliteiten, niet-getrokken onherroepelijke kredietfaciliteiten, garanties en andere latente verplichtingen zijn ook opgenomen. De posities in de week- en maandperiode worden gewogen op basis van een scenario dat een mix is tussen een gebeurtenis in de markt en een ING specifieke gebeurtenis. De totaal beschikbare liquiditeit is gecorrigeerd voor het aanwezige liquiditeitssurplus op lokaties waar kapitaaloverdracht gelimiteerd is en in niet-omwisselbare valuta. Deze posities bevinden zich voornamelijk buiten de eurozone. De richtlijnen voor toezicht vereisen dat banken minimaal positieve liquiditeits bedragen rapporteren. Daarnaast is binnen ING Bank een raamwerk geïmplementeerd dat limieten stelt voor wekelijkse en maandelijkse liquiditeitsrisicoposities om zo voldoende liquiditeitsbuffers te garanderen. De onderstaande tabel geeft de liquiditeitspositie van ING Bank weer per 31 december 2005, onder de hierboven vermelde scenario’s. LIQUIDITEITSPOSITIE
ING Bank
162
Wekelijks
Maandelijks
111.165
24.512
ING Groep Jaarverslag 2005
OPERATIONEEL RISICO ALGEMEEN Het doel van de operationele risicobeheerafdelingen op Groeps- en lokaal niveau is het ondersteunen van de directies van de divisies die verantwoordelijk zijn voor het beheren van de operationele risico’s. Dit gebeurt door het vergroten van het bewustzijn en inzicht in operationele risico’s, de transparantie van operationele risico’s en verliezen te verbeteren, het verbeteren van vroegtijdige waarschuwingen, het benoemen van een eigenaar van het risico en het toewijzen van verantwoordelijkheden. Dit draagt bij aan een stabieler bedrijfsproces en lagere operationele risicokosten. Met een goede operationele risicobeheerfunctie bereidt ING zich voor op de invoering van de Basel II-richtlijnen die met ingang van 31 december 2007 van toepassing zullen zijn. ING wil de Advanced Measurement Approach invoeren, de meest geavanceerde optie binnen Basel II op het gebied van het kapitaalbeslag. BEREKENING ING definieert operationele risico’s als het risico van directe of indirecte verliezen als gevolg van inadequate of tekortschietende interne processen, mensen en systemen, of door externe gebeurtenissen. Dit behelst ook het risico van reputatieschade. Hierbij worden de volgende gebeurtenissen onderscheiden (gebaseerd op niveau 1 en 2 type gebeurtenissen van het Basel Comité): – procesfouten; – falende controle; – ongeautoriseerde activiteiten; – interne criminaliteit/fraude; – externe criminaliteit/fraude; – falende informatiebeveiliging; – werkgelegenheid aangelegenheden & veiligheid werkplek; – cliënten, producten, zakelijke malversaties; – systeemfalen; – ontwrichting van dagelijkse processen. Elk van deze risico’s kent een daaraan gerelateerde functie (bijvoorbeeld Compliance, IT, Juridische Zaken, Informatiebeveiliging, Financiële Zaken, Human Resources, Operations) die verantwoordelijk is voor de managementprocessen en het toezicht op dat risico. De berekening van het operationele risico als onderdeel van het economisch-kapitaalmodel bevat twee onderdelen. Het eerste deel is een probabilistisch model waarmee een generiek kapitaal per bedrijfsonderdeel wordt berekend op basis van een incidentschade-database en de relatieve omvang en inherente risico’s van de bedrijfsonderdelen. Het tweede deel betreft de scorecard aanpassing, waarmee het specifieke niveau van de implementatie van het operationele risicobeheer per bedrijfsonderdeel wordt weergegeven. Om het operationele risico te beoordelen, te bewaken en te beheersen heeft ING een geavanceerd activiteitenkader ontwikkeld. Dit omvat: – risk awareness programmes en risk & control self assessments; – opvolging openstaande bevindingen van accountants en Incidentrapportage en analyse; – key-risk indicators rapportage en lokale operational risk committees; – beoordeling nieuwe-producten. De looptijd van het Operationeel Risicobeheerproces wordt jaarlijks gemeten aan de hand van een set van vijf scorecards, waarmee het ORM-raamwerk wordt beoordeeld. Het Basel II-voortgangsrapport is gebaseerd op deze scorecards en nadere onderbouwing. Om ING te beschermen tegen de financiële consequenties van onzekere operationele gebeurtenissen heeft ING verzekeringen met wereldwijde dekking afgesloten bij derden voor (computer)criminaliteit, beroepsaansprakelijkheid, bestuurdersaansprakelijkheid, aansprakelijkheid uit employment practices alsmede fiduciaire aansprakelijkheid. Het deel dat ING van deze risico’s zelf houdt komt in omvang overeen met wat binnen de bedrijfstak als gebruikelijk wordt beschouwd. ING VERZEKERINGEN ALGEMEEN ING is actief op het gebied van leven- en schadeverzekeringsproducten. De levensverzekeringsproducten omvatten een ruim assortiment traditionele levensverzekeringen, beleggingsverzekeringen, lijfrentes, universal life, collectieve- en pensioenverzekeringen alsmede (guaranteed) investment contracts. Onder de schadeverzekeringsproducten vallen alle verzekeringen die niet onder de levensverzekeringsproducten vallen, zoals brand-, auto-, ongevallen- en zorgverzekeringen alsmede aansprakelijkheids- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. .
ING Groep Jaarverslag 2005
163
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER (VERVOLG)
De risico’s die voortvloeien uit deze verzekeringsproducten hebben betrekking op de toereikendheid van de hoogte van de verzekeringspremies en de voorzieningen met betrekking tot verzekeringsverplichtingen en vermogenspositie alsmede de onzekerheid met betrekking tot het toekomstig rendement op investeringen van de verzekeringspremies. Risico’s worden als volgt onderverdeeld: actuarieel- en verzekeringstechnische risico’s, marktrisico’s, kredietrisico’s en operationele risico’s. ING beschouwt als belangrijkste componenten van verzekeringsrisico het actuariële- en verzekeringstechnische risico. ING bewaakt regelmatig het solvabiliteitsniveau op een conservatieve basis voor de totale verzekeringsactiviteiten. ING is van mening dat het solvabiliteitsniveau voldoende is. Toereikendheid van voorzieningen – Taiwan De toereikendheid van de voorzieningen voor de (levens-)verzekeringsverplichtingen (na aftrek van overlopende acquisitiekosten en VOBA) wordt regelmatig geëvalueerd. Het beleid van ING ten aanzien van de toereikendheidstoetsen is beschreven in “Grondslagen voor de geconsolideerde balans en winst- verliesrekening van ING Groep”. In totaal waren op 31 december 2005 de voorzieningen voor levensverzekeringen van ING toereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau. Ook voor elk van de business lines waren de voorzieningen toereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau, behalve voor de business line Insurance Asia/Pacific. De ontoereikendheid van de voorzieningen van Insurance Asia/Pacific is volledig toe te schrijven aan Taiwan. Op 31 december 2005 ligt de mate van ontoereikendheid voor Taiwan tussen EUR 2,8 miljard en EUR 3,3 miljard op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau op een totaal voorzieningenniveau (exclusief overlopende acquisitiekosten en VOBA) van EUR 9 miljard. De ontoereikendheid komt voort uit een aanzienlijk risico in Taiwan als gevolg van een aanhoudend laag renteklimaat. Dit is toe te schrijven aan de langlopende rentegaranties van 6 – 8% in levens- en zorgverzekeringscontracten die tot 2001 door dit bedrijfsonderdeel werden verkocht. Deze langlopende rentegaranties en toekomstige premiebetalingen (die een netto contante waarde vertegenwoordigen van ongeveer EUR 20 miljard) creëren een verplichting met een effectieve duratie van meer dan 30 jaar vergeleken met beleggingen met een effectieve duratie van ongeveer 9 jaar. ING is in 2001 gestopt met de verkoop van deze hoge rentegaranties in de levensverzekeringspolissen in Taiwan. De voorzieningen voor de contracten van na 2001 is toereikend op basis van een 90% betrouwbaarheidsniveau en compenseren gedeeltelijk de ontoereikendheid van de voorzieningen van de contracten van voor 2001. Verder heeft ING de voorzieningen voor dit risico versterkt met ongeveer EUR 420 miljoen en de interne kapitaalallocatie verhoogd. Het resultaat van de toereikendheidstoets voor Taiwan is inherent onzeker gegeven het gebruik van verscheidene veronderstellingen en het lange termijn karakter van de verplichtingen. Het resultaat kan alleen betrouwbaar worden ingeschat binnen grote intervallen die substantieel zullen verschillen per periode. Het resultaat van de toets voor Taiwan is met name gevoelig voor (veranderingen in) de renteveronderstellingen. De toereikendheidstoets op 31 december 2005 is gebaseerd op de vigerende 10-jaars swap rente per 31 december 2005 in Taiwan van 2,35% in combinatie met de veronderstelling dat op lange termijn deze rente zal stijgen naar 5,75%. De beste inschatting van het management, gebaseerd op een 50% betrouwbaarheidsniveau, is dat Taiwan marginaal toereikend is met een bedrag van EUR 165 miljoen (hetgeen overeen stemt met een betrouwbaarheidsniveau van 53%) op 31 december 2005. Onder de waarderingsgrondslagen van ING Groep dienen tekorten onder het 50% betrouwbaarheidsniveau onmiddellijk aangezuiverd te worden ten laste van de winst- en verliesrekening. De gevoeligheid voor renteveranderingen is hieronder weergegeven onder ING Verzekeringen – Rentegevoeligheid. In het geval de rente per 31 december 2005 1% lager was geweest, waren de voorzieningen in Taiwan ontoereikend geweest gebaseerd op een 50% betrouwbaarheidsniveau. Als gevolg hiervan zou een verlies van EUR 1,7 miljard (na belastingen) in de winst- en verliesrekening opgenomen worden om de voorzieningen toereikend te laten zijn op basis van het 50% betrouwbaarheidsniveau. In het geval de rente per 31 december 2005 1% hoger was geweest waren de voorzieningen in Taiwan toereikend op basis van het 50% betrouwbaarheidsniveau maar nog steeds ontoereikend op basis van het 90% betrouwbaarheidsniveau. In een dergelijk scenario is het waarschijnlijk dat de reservering ten laste van de winst- en verliesrekening verlaagd had kunnen worden. De toereikendheidstoets is verder nog gebaseerd op de verwachting dat de juridische entiteit formeel een dochtermaatschappij van een entiteit in de Verenigde Staten zal worden in plaats van een vestiging gedurende 2006 en dat de sterftewinsten op de levensverzekeringen ook in de toekomst de verliezen als gevolg van de renteontwikkelingen mogen blijven compenseren. ACTUARIEEL EN VERZEKERINGSTECHNISCH RISICO Algemeen Actuariële en verzekeringstechnische risico’s zijn risico’s die voortkomen uit de prijstelling en acceptatie van de verzekeringscontracten. Deze risico’s worden beheerst door productontwikkelingseisen, risicobeperkingen en het beperken van concentratierisico’s. Actuariële risico’s worden beheerst door middel van procedures met betrekking tot prijsvaststelling en worden meegenomen in de toereikendheidsanalyse van de voorziening voor verplichtingen uit verzekerings- en beleggingscontracten. Verzekeringstechnische risico’s worden beheerst tijdens de beoordeling van aanvragen voor verzekeringsdekkingen. Het maximale verzekeringstechnische risico worden beperkt door uitsluiting, dekkingslimieten en herverzekering.
164
ING Groep Jaarverslag 2005
Berekening ING Groep heeft actuariële en verzekeringstechnische risicotoleranties vastgesteld voor bepaalde specifieke terreinen van haar verzekeringsactiviteiten. Voor de belangrijkste schadebedrijven (Nederland, België, Canada en Mexico) is de risicotolerantie vastgesteld op 2,5% van het resultaat ING Groep na belastingen. Voor 2005 komt dit overeen met een norm van EUR 170 miljoen voor belastingen. De risicotoleranties hebben betrekking op het maximaal aanvaardbare verlies als gevolg van catastrofes. Voor deze schadeproducten worden mogelijke verliezen vastgesteld op basis van gebeurtenissen met een terugkeerperiode van 250 jaar. Voor brandverzekeringen wordt daarbij gebruik gemaakt van in de bedrijfstak geaccepteerde modellen voor het beoordelen van de risico’s. Voor de kleinere schadebedrijven van ING was voor 2005 de risicotolerantie per gebeurtenis per bedrijfsonderdeel vastgesteld op EUR 5,0 miljoen voor belastingen. Met betrekking tot levensverzekeringsbedrijven is de risicotolerantie van ING Groep vastgesteld op EUR 22 miljoen voor belastingen per verzekerd leven. Een portefeuille van levensverzekeringsrisico’s is van nature gediversifieerd omdat elk leven een apart risico vormt. Collectieve contracten kunnen echter resulteren in een grote risicoconcentratie. Op basis van beoordeling van de levensverzekeringscontracten voor gebeurtenissen waarbij meerdere levens betrokken zijn, is ING tot de conclusie gekomen dat mogelijke verliezen ten gevolge van een gebeurtenis onder normale omstandigheden niet hoger zullen zijn dan ongeveer 12% van de inkomsten van de Groep na belastingen. Voor 2005 komt dit overeen met een norm van EUR 750 miljoen voor belastingen. Een dergelijk bedrag zou ook het resultaat kunnen zijn van een wereldwijde epidemie zoals de Spaanse Griep epidemie uit 1918, zonder rekening te houden met de medische ontwikkelingen sindsdien. ING blijft haar modellen voor de gevolgen van wereldwijde epidemieën testen op mogelijke nieuwe ontwikkelingen mede gebaseerd op onderzoek van internationale instanties. In het geval de portefeuille verzekeringsproducten risico’s bevat die groter zijn dan zoals hierboven gedefinieerd, zijn adequate procedures ontwikkeld waaronder herverzekeringsdekking bij derden. Met name voor de schadeverzekeringsportefeuilles koopt ING bescherming waardoor het risico door natuurlijke rampen aanzienlijk wordt verkleind. ING is van mening dat de door haar gelopen kredietrisico’s voortvloeiende uit herverzekeringscontracten minimaal zijn. Met betrekking tot extreme verliezen als gevolg van gebeurtenissen als terrorisme, stelt ING zich op het standpunt dat het niet mogelijk is een bedrijfsmodel te maken waarbij met deze extreem hoge verliezen rekening wordt gehouden. Voor onze schadebedrijven geldt dat deze verliezen in het algemeen niet zijn gedekt, tenzij wettelijk vereist. In sommige landen worden de risico’s van terrorisme voor de individuele verzekeraars verkleind door middel van pooling binnen de bedrijfstak. In die gevallen participeert ING in de pool. Met behulp van scenarioanalyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de gerealiseerde resultaten van de verzekeringsactiviteiten als gevolg van een stijging c.q. daling van de verzekeringsrisicofactoren gedurende het jaar 2005. De veranderingen in de baten kunnen betrekking hebben op gerealiseerde claims of enige andere posten die worden beïnvloedt door de verandering van deze factoren. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen N.V. per 31 december 2005 van een dergelijke verandering van de verzekeringsrisicofactoren. Het verschil in de gevoeligheid voor en na risicovermindering heeft in het algemeen betrekking op herverzekering. VERZEKERINGSTECHNISCHE EN ACTUARIËLE GEVOELIGHEID Effect op nettowinst ING Verzekeringen Voor risico Na risico verminvermindering dering
Sterfte
Effect op eigen vermogen ING Verzekeringen Voor risico Na risico verminvermindering dering
+10% -10%
-82 80
-61 61
-85 83
-63 64
Invaliditeit +10% -10%
-70 70
-66 66
-70 71
-67 67
-125 125
-98 98
-130 130
-101 101
Schade
+10% -10%
De gevoeligheden zijn gebaseerd op een eenmalige stijging c.q. daling van de gerealiseerde claims van schadeverzekeringen en zorgverzekeringen en een stijging c.q. daling van de sterftekansen gedurende 2005. Als gevolg van de standaard definitie van de verandering van verzekeringsrisicofactoren wordt het globale langlevenrisico gedeeltelijk gecompenseerd door het sterfterisico. De compensatie van het langlevenrisico door sterfterisico kan op regionaal niveau echter heel anders zijn. In bovenstaande tabel is om die reden het totale risico in sommige gevallen hoger met in achtneming van de herverzekeringscontracten. MARKTRISICO Algemeen Marktrisico’s ontstaan wanneer de verandering van de marktwaarde van activa en passiva niet gelijk loopt bij verandering van de financiële markten. Veranderingen van rentes, aandelenkoersen, valutakoersen en prijzen van vastgoed kunnen van invloed zijn op de huidige en toekomstige baten en het eigen vermogen van de Verzekeringsbedrijven. ING Groep Jaarverslag 2005
165
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER (VERVOLG)
In 2005 heeft ING limieten geïmplementeerd voor Market Value at Risk (MVaR) om zo het markt- en kredietrisico van de wereldwijde verzekeringsactiviteiten te beheersen. ALCO Verzekeringen heeft een MVaR limiet gesteld voor ING Group Insurance en voor iedere business line die deel uitmaakt van het economisch kapitaal voor ING Group Insurance. De MVaR is gebaseerd op een 99.95% betrouwbaarheidsniveau met een eenjarige tijdshorizon. Deze limieten worden gealloceerd aan de ING Insurance business units via MVaR sublimieten. Deze limieten worden beheerst door de ALCO Verzekeringen organisatie op de respectievelijke organisatieniveaus. Corporate Insurance Risk Management (CIRM) consolideert en bewaakt de MVaR ‘exposures’ van de business lines inclusief de diversificatie-effecten op kwartaal basis. In 2005 waren er geen limietoverschrijdingen van de MVaR limiet van ING Verzekeringen. Berekening Op Groepsniveau is CIRM verantwoordelijk voor het implementeren en bewaken van de Asset en Liability Management (ALM) procedures alsmede voor de wereldwijde consistentie van deze technieken. Het marktrisico van ING Verzekeringen heeft voornamelijk betrekking op het renterisico en aandelenrisico, hoewel hieronder ook vastgoedrisico en valutarisico valt. In de volgende paragrafen wordt een analyse gegeven van de exposures van de verschillende types marktrisico. ALM-risico – renterisico De verzekeringsactiviteiten zijn onderhevig aan rentebewegingen met betrekking tot gegarandeerde rentetarieven op de verzekerings- en beleggingscontractverplichtingen wanneer de rente daalt. De huidige productportefeuille bestaat tevens uit producten met renterisico’s die geheel of gedeeltelijk voor rekening van de polishouder komen, waardoor het risico van ING als gevolg van rentebewegingen wordt verkleind. Met behulp van scenarioanalyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringsactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging c.q. daling van 100 basispunten van het renteniveau. De veranderingen in de baten kunnen betrekking hebben op beleggingsrendementen, uitbetaalde rente aan polishouders, toereikendheid van voorzieningen voor verplichtingen, marktwaarde wijzigingen, afschrijving van geactiveerde acquisitiekosten of enig ander netto inkomstenbestanddeel dat onderhevig is aan rentewijzigingen. Het effect van rentewijzigingen verschilt per divisie en per product. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen N.V. per 31 december 2005 van een dergelijke onmiddellijke verandering van het renteniveau. RENTEGEVOELIGHEID Effect Effect op nettoop eigen winst ING vermogen ING Verzekeringen Verzekeringen 2005 2005
Renteverhoging met 1% Renteverlaging met 1%
-68 -1.743
-2.814 1.255
De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging c.q. daling van het renteniveau per 31 december 2005. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect van de renteveranderingen op de nettowinst voor het jaar 2005. De gevoeligheden zijn inclusief de embedded derivaten van de verzekeringscontracten. Het belangrijkste renterisico binnen de verzekeringsactiviteiten van ING wordt gelopen in Taiwan, waar ING een aanzienlijk risico loopt als gevolg van een aanhoudend laag renteklimaat. Dit is toe te schrijven aan de langlopende rentegaranties van 6 – 8% in levensverzekeringscontracten die tot 2001 door dit bedrijfsonderdeel werden verkocht. Sinds 2002 heeft ING haar levensverzekeringsproducten in Taiwan aangepast, de reserves versterkt en de interne kapitaal allocatie verhoogd. De invloed op de nettowinst als gevolg van een renteverandering van 100 basispunten is niet symmetrisch doordat in Taiwan de reserves aangevuld zouden moeten worden als de rente 100 basispunten lager zou zijn, inclusief de verandering van 100 basispunten van de veronderstelde lange termijnrente van 5,75% naar 4,75%. De invloed op de IFRS-EU winst in Taiwan van een rente die 100 basispunten lager ligt op 31 december 2005 is EUR 1,7 miljard. Dit is het bedrag wat nodig is bij deze renteverandering om de voorzieningen terug te brengen op het niveau van best estimate in geval van 50% betrouwbaarheidsniveau. Er is geen corresponderende winst in 2005 in het geval van rentestijgingen omdat de extra baten als gevolg van een rentestijging niet worden meegenomen in de winst door vrijgeven van voorzieningen. Het eigen vermogen wordt ook beinvloed door het gebruik van marktwaarden voor de waardering van ‘available for sale’ effecten, gecompenseerd door ‘shadow accounting’ op voorzieningen en overlopende acquisitiekosten waar mogelijk. ALM-risico – aandelenrisico De verzekeringsactiviteiten zijn op twee manieren onderhevig aan koersveranderingen in de aandelenmarkten: 1) die bedrijfsonderdelen die voor eigen rekening en risico aandelen aanhouden; en 2) die producten waarbij de opbrengst van het 166
ING Groep Jaarverslag 2005
verzekeringsbedrijf afhankelijk is van de waarde van de aandelenfondsen, omdat die van invloed is op het niveau van de kosten voor beleggings- en variabele verzekeringen. Met behulp van scenarioanalyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging c.q. daling van 10% van de prijzen op de aandelenmarkten. De veranderingen in de baten kunnen betrekking hebben op provisies, niet-gerealiseerde of gerealiseerde verkoopwinsten en verliezen, afschrijving van geactiveerde acquisitiekosten of enig ander netto inkomstenbestanddeel dat onderhevig is aan een substantiële verandering op de aandelenmarkten. Het effect van veranderingen op de aandelenmarkten verschilt per divisie en per product. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen N.V. per 31 december 2005 van een dergelijke verandering op de prijzen op de aandelenmarkten. GEVOELIGHEID AANDELEN Effect Effect op nettoop eigen winst ING vermogen ING Verzekeringen Verzekeringen 2005 2005
Stijging aandelenmarkt met 10% Daling aandelenmarkt met 10%
59 -80
1.072 -1.094
De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging c.q. daling van de prijzen op de aandelenmarkten per 31 december 2005. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect van de veranderingen op de aandelenmarkten op de nettowinst voor het jaar 2005. De gevoeligheden zijn inclusief de embedded derivaten van de verzekeringscontracten. ALM-risico – valutarisico Valutarisico’s uit hoofde van de beleggingen die verzekerings- en beleggingscontractverplichtingen afdekken, is geregeld in het beleggingsmanagementproces van iedere divisie. Een immaterieel deel van de beleggingsportefeuille die verzekeringsverplichtingen afdekt is belegd in activa luidend in andere valuta dan de passiva. Een ander type valutarisico is het translatierisico. Lokaal vereiste kapitaalniveaus worden belegd in lokale valuta om te voldoen aan de eisen van toezichthoudende instanties en dienen tevens ter ondersteuning van de lokale verzekeringsactiviteiten, ongeacht valutafluctuaties. Deze kapitaalniveaus kunnen van invloed zijn op de geconsolideerde balans indien deze vertaald of uitgedrukt wordt in Euro’s. Afhankelijk van afdekkingskosten en het kapitaalrisico wordt het kapitaal boven het lokaal vereiste kapitaal afgedekt. Met behulp van scenarioanalyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging c.q. daling van 10% van de Euro ten opzichte van vreemde valuta. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen N.V. per 31 december van een dergelijke verandering van de EUR ten opzichte van de vreemde valuta. GEVOELIGHEID VREEMDE VALUTA Effect Effect op nettoop eigen winst ING vermogen ING Verzekeringen Verzekeringen 2005 2005
10% stijging van euro t.o.v. andere valuta 10% daling van euro t.o.v. andere valuta
-81 87
-950 1.041
De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging c.q. daling van de Euro ten opzichte van vreemde valuta per 31 december 2005. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect van de verandering van de EUR ten opzichte van vreemde valuta op de nettowinst voor het jaar 2005. Het voornaamste valutarisico voor ING Verzekeringen heeft betrekking op het translatierisico van de nettowinst en eigen vermogen van divisies in de Verenigde Staten en Canada. Voor de nettowinst wordt dit effect verminderd door het gebruik van gemiddelde wisselkoersen voor het jaar. ALM-risico – vastgoedrisico Een aantal beleggingsportefeuilles van ING Verzekeringen kent een vastgoedrisico, met name in Nederland. ING Verzekeringen loopt het risico van dalende vastgoedprijzen voorzover dit niet kan worden gedeeld met de contracthouders van de deelnemende verzekeringsplannen.
ING Groep Jaarverslag 2005
167
2.1
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING
RISICOBEHEER (VERVOLG)
Met behulp van scenarioanalyses heeft ING Verzekeringen de potentiële veranderingen gemeten in de resultaten van de verzekeringactiviteiten als gevolg van een onmiddellijke stijging c.q. daling van 10% van de prijzen op de vastgoedmarkt. Daarnaast heeft ING een schatting gemaakt van de invloed op het eigen vermogen van ING Verzekeringen N.V. per 31 december van een dergelijke verandering op de vastgoedmarkten. GEVOELIGHEID VASTGOED Effect Effect op nettoop eigen winst ING vermogen ING Verzekeringen Verzekeringen 2005 2005
Stijging vastgoedmarkt met 10% Daling vastgoedmarkt met 10%
509 -513
525 -525
De gevoeligheden zijn gebaseerd op een onmiddellijke stijging c.q. daling van de prijzen op de vastgoedmarkten per 31 december 2005. De gevoeligheid van de nettowinst weerspiegelt het onmiddellijke effect van de verandering van de prijzen op de vastgoedmarkten op de nettowinst voor het jaar 2005. De gevoeligheden zijn inclusief de embedded derivaten van de verzekeringscontracten. De voornaamste vastgoedrisico’s bestaan binnen ING Real Estate in de beleggingsportefeuille in Nederland. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsproblemen ontstaan als de verzekeringsonderdelen niet voldoende contanten of liquide activa hebben om aan hun contante verplichtingen te voldoen. Aan de behoefte aan kapitaal kan doorgaans worden voldaan via de dagelijkse activiteiten, premie-ontvangsten, de verkoop van activa of door externe financiering. Een onverwachte behoefte aan liquiditeit kan worden veroorzaakt door een neerwaartse kredietbeoordeling, negatieve publiciteit, een verslechtering van de economie, melding van problemen bij bedrijven in dezelfde of soortgelijke bedrijfstakken aanzienlijke onverwachte polisclaims, of een andere onverwachte behoefte aan contanten bij polishouders. Het liquiditeitsrisico wordt kleiner als het tijdpad om liquide middelen te genereren langer wordt. Door een langer tijdpad kunnen meer activa liquide worden en wordt de kans vergroot een koper te vinden voor een aantal illiquide of minder liquide activa, of externe financiering te regelen. Verwachte liquiditeitsbehoeften binnen ING Verzekeringen worden beheerd door een combinatie van richtlijnen voor treasury, beleggingen en asset & liability management, die voortdurend worden bewaakt. Onverwachte liquiditeitsbehoeften worden beheerd door een combinatie van productontwerp, diversificatielimieten ten aanzien van passiva, beleggingsstrategie, systematische bewaking en uitgebreide voorzieningen voor onverwachte gebeurtenissen. CIRM heeft formele richtlijnen opgesteld, waarbij alle verzekeringsonderdelen hun liquiditeitsrisicopositie regulier moeten beoordelen en bewaken en daarover verslag uitbrengen. De richtlijnen schrijven een analyse van de passiva voor die het liquiditeitsrisico vergroten, alsmede een beoordeling van de beleggingsportefeuille om voldoende liquiditeit te waarborgen, en een analyse van de verwachte asset & liability kasstromen met betrekking tot de mogelijkheden van het bedrijf om aan verzoeken om liquide middelen te voldoen. KREDIETRISICO Algemeen ING Verzekeringen loopt kredietrisico bij het beleggen van verzekeringspremies in activa die gevoelig zjin voor kredietrisico. ALCO Verzekeringen bepaalt de limieten voor de verdeling van de beleggingsportefeuille van de verzekeringsactiviteiten, inclusief het kredietrisico. Deze investeringslimieten worden gesteld per rating-niveau en gemiddelde kredietkwaliteit en worden vertaald naar economisch kapitaal standaarden. Kredietrisico’s worden beheerst door de MVaR limietenstructuur die reeds eerder genoemd werd. Investeringslimieten worden vastgesteld op basis van de rating van de debiteur. Deze limieten worden beheerd in de regio waar de moedermaatschappij is gevestigd. Daarnaast heeft elk verzekeringsbedrijf één of meer beleggingsmandaten waarbij de kredietrisicotoleratie wordt gespecificeerd naar emittent, soort en kwaliteit. Berekening Voor de beleggingsportefeuilles die de verzekeringsverplichtingen afdekken, is het beleid van ING gericht op het aanhouden van een gediversifieerde beleggingsportefeuille. Het kredietrisico van ING Verzekeringen heeft voornamelijk betrekking op beleggingen in schuldtitels, onderhandse leningen en traditionele kredietverlening aan particulieren. Leningen aan particulieren betreffen hoofdzakelijk hypotheken met woonhuizen als onderpand. Kredietrisico vloeit ook voort uit derivativen, ‘repo-‘ en ‘reverse repo’-transacties, het in- en uitlenen van effecten en herverzekeringscontracten voor het afdekken van de portefeuille. De tabellen hieronder zijn gebaseerd op EUR 172 miljard aan vastrentende waarden in de ING beleggingsportefeuille (oustandings) per 31 december 2005 en zijn exclusief aandelen en vastgoed maar bevatten wel preferente aandelen. Een samenvatting van de beleggingen van de vastrentende beleggingsportefeuille per ratingklassen op basis van Standard & Poor’s per 31 december 2005 is weergegeven in onderstaande tabel. 168
ING Groep Jaarverslag 2005
ING BELEGGINGSPORTEFEUILLE NAAR S&P RATINGKLASSE, IN % VAN TOTAAL in percentages
AAA AA A BBB Overig
2005
26,3% 23,0% 32,8% 14,3% 3,6% 100,0%
Ratingklassen worden bepaald aan de hand van de kwaliteit van de exposures in termen van kredietwaardigheid, uiteenlopend van ‘investment grade’ tot probleemleningen, uitgedrukt in S&P klassen. Standaard worden effecten meegenomen op basis van issuer-rating, securitisaties worden echter op basis van issue-rating meegenomen. De Nederlandse hypothekenportefeuille is meegenomen op basis van een gemiddelde rating van A in de tabel hierboven. De categorie ‘Overig’ bevat effecten met een rating BB of lager en effecten waarvoor geen rating beschikbaar was. Een samenvatting van de beleggingen van de vastrentende beleggingsportefeuille per economisch sector per 31 december 2005 is weergegeven in onderstaande tabel. ING BELEGGINGSPORTEFEUILLE NAAR ECONOMISCHE SECTOR, IN % VAN TOTAAL in percentages
Overheid Financiële instellingen Woonhuishypotheken Secutarisaties Industrieën algemeen Voedsel, dranken en persoonlijke verzorging Chemie Automobiel industrie Media Overig
2005
24,0% 20,5% 18,8% 15,8% 4,8% 1,7% 1,5% 1,1% 1,0% 10,8% 100,0%
Een samenvatting van de beleggingen van de vastrentende beleggingsportefeuille per geografische regio per 31 december 2005 is weergegeven in onderstaande tabel. ING BELEGGINGSPORTEFEUILLE NAAR GEOGRAFISCHE REGIO, IN % VAN TOTAAL in percentages
Noord-Amerika West Europa Azië Latijns-Amerika Centraal- en Oost-Europa Overig
2005
42,8% 39,9% 10,2% 5,1% 1,8% 0,2% 100,0%
Debiteurenvoorziening Voor kredietrisico’s wordt een voorziening voor dubieuze debiteuren aangehouden die voldoende wordt geacht om de verliezen uit hoofde van de bestaande beleggingsportefeuille van het verzekeringsbedrijf op te vangen. In 2005 voegde ING Insurance EUR 21 miljoen toe aan deze voorziening ten opzichte van een onttrekking van EUR 12 miljoen in 2004. Onderpand, herstructurering, achterstallige betalingsverplichtingen, procedure voor inbeslagname Procedures met betrekking tot onderpand, herstructurering, achterstallige betalingsverplichtingen en inbeslagname van activa zijn soortgelijk aan die van ING Bank. OPERATIONEEL RISICO De definitie van operationeel risico binnen ING Verzekeringen is gelijk aan die van ING Bank. Voor informatie over ING’s operationeel risicobeheer wordt verwezen naar de betreffende paragraaf onder ING Bank. ING Verzekeringen is begin 2005 begonnen met het op kwartaal basis berekenen van economisch kapitaal voor operationeel risico. Alhoewel dit vanuit het oogpunt van toezicht niet vereist is, heeft ING intern besloten dat ING Verzekeringen zich ook zal houden aan de nieuwe Basel II-richtlijnen ten aanzien van operationeel risicobeheer.
ING Groep Jaarverslag 2005
169
2.2 VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING VENNOOTSCHAPPELIJKE BALANS VAN ING GROEP VOOR WINSTBESTEMMING, BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S
VENNOOTSCHAPPELIJKE BALANS VAN ING GROEP PER 31 DECEMBER
ACTIVA Deelnemingen 1 Overige activa 2 Totaal
EIGEN VERMOGEN 3 Aandelenkapitaal Agio Herwaarderingsreserve Reserve deelnemingen Reserve valutakoersverschillen Overige reserves Nettowinst van het verslagjaar
VREEMD VERMOGEN Preferente aandelen 4 Achtergestelde leningen 5 Financiële verplichtingen tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat Overige schulden 6 Totaal
2005
2004
41.488 8.131 49.619
28.062 7.340 35.402
530 8.343 13.535 608 -692 7.202 7.210 36.736
634 8.525 2.611 613 -690 6.621 5.755 24.069
296 7.355 92 5.140 49.619
5.392 5.941 35.402
De bij de rubrieken vermelde nummers verwijzen naar de toelichting, beginnend op bladzijde 174, die onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
170
ING Groep Jaarverslag 2005
VENNOOTSCHAPPELIJKE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP VOOR DE JAREN EINDIGEND OP 31 DECEMBER BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S VENNOOTSCHAPPELIJKE WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP VOOR DE JAREN EINDIGEND OP 31 DECEMBER
Resultaat van groepsmaatschapijen na belastingen Overige resultaten na belastingen Nettowinst van het verslagjaar
2005
2004
7.194 16 7.210
5.765 -10 5.755
VENNOOTSCHAPPELIJK MUTATIE-OVERZICHT EIGEN VERMOGEN VAN ING GROEP VOOR HET JAAR EINDIGEND OP 31 DECEMBER VENNOOTSCHAPPELIJK MUTATIE-OVERZICHT EIGEN VERMOGEN VAN ING GROEP VOOR HET JAAR EINDIGEND OP 31 DECEMBER
bedragen in miljoenen euro’s
Balans per 31 december 2004 Implementatie van IAS 32/39 en IFRS 4 Ongerealiseerde herwaardering na belastingen - herwaarderingen - overgeheveld naar winst of verlies (gerealiseerd) - ongerealiseerde herwaarderingen overgeheveld naar latente winstdelingsverplichting aan polishouders en overlopende acquisitiekosten Ongerealiseerde herwaardering uit kasstroomhedges - herwaarderingen Aandelengerelateerde beloningen Koersverschillen vreemde valuta Bedragen rechtstreeks verantwoord in het vermogen Nettowinst voor de periode
Dividend Uitoefening van warrants en opties Balans per 31 december 2005 (1)
Totaal
Reserve voor Her- koersverschilAandelenwaarderings len vreemde kapitaal Agioreserve reserve valuta
Overige reserves(1)
24.069
634
8.525
2.611
-690
12.989
4.103
-104
-191
7.538
-556
-2.584
2.514 -663
2.269 -663
489
-244
-89
-89
764 63 1.217 3.806
764 1.105 3.386
65 554
63 47 -134
7.210 11.016
3.386
554
7.210 7.076
-2.461 9 36.736
-2.461 530
9 8.343
13.535
-692
15.020
Overige reserves bevat de reserve deelnemingen, nettowinst van het verslagjaar en de overige reserves.
ING Groep Jaarverslag 2005
171
2.2 VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING GRONDSLAGEN VOOR DE VENNOOTSCHAPPELIJKE BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING VAN ING GROEP De vennootschappelijke jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor presentatie en toelichting zijn in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling, zoals beschreven bij de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening, zijn eveneens van toepassing op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening. Deelnemingen in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen worden initieel tegen kostprijs opgenomen en daarna gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening is opgesteld in overeenstemming met artikel 402 Boek 2 BW. Wijzigingen in de balanswaarde als gevolg van mutaties in de herwaarderingsreserve van de deelnemingen worden in de Herwaarderingsreserve verantwoord, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Wijzigingen in de balanswaarde uit hoofde van overeenkomstig de grondslagen van ING Groep verantwoorde resultaten van de Deelnemingen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Andere wijzigingen in de balanswaarde van de Deelnemingen, voorzover niet het gevolg van wijzigingen van het aandelenkapitaal, worden verantwoord onder Overige reserves, welke is begrepen in het Eigen vermogen. Er wordt een wettelijke reserve aangehouden ter hoogte van het aandeel in de resultaten uit de Deelnemingen sinds de eerste waardering tegen nettovermogenswaarde, verminderd met de uitkeringen waarop aanspraak kan worden gemaakt. Uitkeringen waarvan zonder beperking ontvangst in Nederland kan worden bewerkstelligd, worden eveneens in mindering gebracht op de Reserve deelnemingen, welke is begrepen in het Eigen vermogen. VERANDERINGEN IN WAARDERINGSGRONDSLAGEN Vanaf 2005 past ING Groep de door de EU goedgekeurde IFRS standaarden (“IFRS-EU”) toe voor de geconsolideerde jaarrekening. Voor de vennootschappelijke jaarrekening zijn de waarderingsgrondslagen hetzelfde als voor de geconsolideerde jaarrekening. De vergelijkende cijfers over 2004 zijn aangepast zodat deze voldoen aan IFRS-EU ING Groep heeft echter gebruik gemaakt van de in IFRS 1 geboden optie om de vergelijkende cijfers niet aan te passen voor IAS 32, 39 en IFRS 4. Hierdoor zijn financiële instrumenten en verzekeringscontracten in de vergelijkende cijfers over 2004 verwerkt conform de in voorgaande jaren toegepaste grondslagen (ING GAAP). De effecten van de IFRS-EU implementatie zijn hieronder weergegeven onder “Effect van wijzigingen van waarderingsgrondslagen op resultaat en vermogen”. ING Groep heeft IFRS-EU met terugwerkende kracht geïmplementeerd met gebruikmaking van de volgende overgangsbepalingen: – Goodwill wordt alleen geactiveerd voor acquisities na 1 januari 2004. Goodwill op acquisities van voor die datum is ten laste van het vermogen gebracht en is niet aangepast; – Hedge accounting wordt toegepast op alle hedges die als hedge waren aangemerkt onder ING GAAP en die per 1 januari 2005 voldoen aan de hedge accounting criteria van IAS 39; – Actuariële verliezen op pensioenen en overige personeelsregelingen die niet in het resultaat waren verwerkt, zijn per 1 januari 2004 ten laste van het eigen vermogen gebracht; – De in het vermogen begrepen reserve valutakoersverschillen is per 1 januari 2004 op nul gesteld; – IFRS 2 (aandelengerelateerde beloningsregelingen) wordt toegepast voor regelingen die nog niet onvoorwaardelijk waren op 1 januari 2005 en die na 7 november 2002 van kracht zijn geworden.
172
ING Groep Jaarverslag 2005
EFFECT VAN WIJZIGINGEN VAN WAARDERINGSGRONDSLAGEN OP RESULTAAT EN VERMOGEN Het effect van de implementatie van IFRS-EU op het resultaat en het vermogen kan als volgt worden samengevat: EFFECT VAN WIJZIGINGEN VAN WAARDERINGSGRONDSLAGEN
bedragen in miljoenen euro’s
Bedragen volgens ING GAAP Goodwill Onroerend goed Personeelsbeloningen Lease-overeenkomsten Voor-verkoop-beschikbare schuldbewijzen Verzekeringstechnische voorzieningen Derivaten/hedge accounting/reële waarde optie Leningen Voorziening dubieuze debiteuren Participaties (venture capital) Koersverschillen vreemde valuta Resultaat verkoop geconsolideerde deelnemingen Overige Belastingen Rubricering eigen vermogen instrumenten – eigen vermogen IFRS-EU effect op resultaat en eigen vermogen Bedragen volgens IFRS-EU (1) (2)
Netto winst 2004
5.968
Vermogen Vermogen 1 januari 31 december (1) 2004 2004
Impact IAS 32/39 en IFRS 4
Vermogen 1 januari 2005(2)
21.331
25.866
25.866
-74 -3.169 -37
139 -72 -3.017 -37
59
59
9.922 -3.126 -977 465 623 90
139 -72 -3.017 -37 9.922 -3.067 -977 465 623 90
-20 42 -23 63
82 1.148
49 1.082
-213
-1.991
-1.797
-35 -2.460 -399 4.103
14 -1.378 -399 2.306
5.755
19.340
24.069
4.103
28.172
25 -407 107
IFRS zoals aanvaard binnen de EU, zonder IAS 32, 39 en IFRS 4; IFRS zoals aanvaard binnen de EU, inclusief IAS 32, IAS 39 en IFRS 4.
Voor een uitleg van de verschillende effecten wordt verwezen naar de paragraaf veranderingen in waarderingsgrondslagen in de geconsolideerde jaarrekening.
ING Groep Jaarverslag 2005
173
2.2 VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING TOELICHTING OP DE VENNOOTSCHAPPELIJKE BALANS VAN ING GROEP BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
ACTIVA 1 BELEGGINGEN IN 100% DEELNEMINGEN BELEGGINGEN IN 100% DEELNEMINGEN Deelnemings percentage
Naam van de deelneming ING Bank N.V. ING Verzekeringen N.V. Overige
100 100
Balanswaarde 2005
20.490 20.607 391 41.488
Deelnemings percentage
100 100
Balanswaarde 2004
14.354 13.243 465 28.062
VERLOOP IN BELEGGINGEN IN 100% DEELNEMINGEN
Balanswaarde begin van het jaar Verandering in waarderingsgrondslagen Aflossingen aan groepsmaatschappijen Afstoting van groepsmaatschappijen Herwaarderingen Resultaat van groepsmaatschappijen Dividend
Mutaties in door groepsmaatschappijen gehouden aandelen ING Groep N.V. Balanswaarde eind van het jaar
2005
2004
28.062 4.510
4.205 7.194 -2.296 41.675
28.651 -1.991 -2.303 152 -678 5.765 -1.446 28.150
-187 41.488
-88 28.062
2 OVERIGE ACTIVA OVERIGE ACTIVA
Vorderingen op groepsmaatschappijen Overige vorderingen, vooruitbetalingen en overlopende activa
2005
2004
8.094 37 8.131
7.202 138 7.340
3 EIGEN VERMOGEN Het kapitaal en de reserves van de Stichting Regio Bank, de herwaarderingsreserve, de reserve deelnemingen en de reserve koersverschillen vreemde valuta zijn niet vrij uitkeerbaar. De reserve voor kasstroomhedges is voor het nettobedrag begrepen in de herwaarderingsreserve. Voor meer informatie wordt verwezen naar toelichting 12 in de geconsolideerde jaarrekening. 4 PREFERENTE AANDELEN Zie toelichting 13 van de geconsolideerde jaarrekening.
174
ING Groep Jaarverslag 2005
5 ACHTERGESTELDE LENINGEN Zie toelichting 14 van de geconsolideerde jaarrekening. ACHTERGESTELDE LENINGEN Interestprecentages
Uitgiftejaar
Vervaldag 2005
5,775% 6,125% 4,176% Variabel 6,200% Variabel 7,200% 7,050% 6,500% 8,439% 9,200%
2005 2005 2005 2004 2003 2003 2002 2002 2001 2000 2000
eeuwigdurend eeuwigdurend eeuwigdurend eeuwigdurend eeuwigdurend eeuwigdurend eeuwigdurend eeuwigdurend eeuwigdurend 31 december 2030 30 juni 2030
837 574 496 934 410 691 904 659 589 1.261 7.355
Balanswaarde 2004
1.000 366 750 807 586 600 1.100 183 5.392
EUR 5.563 miljoen (2004: EUR 5.026 miljoen) van deze leningen is door ING Groep N.V. doorgeleend als achtergestelde lening aan ING Bank N.V. onder dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatielening. EUR 1.792 miljoen (2004: EUR 366 miljoen) van deze leningen is door ING Groep N.V. doorgeleend als achtergestelde lening aan ING Verzekeringen N.V. onder dezelfde voorwaarden als de oorspronkelijke obligatielening. Door groepsmaatschappijen worden geen obligaties gehouden per 31 december 2005 (2004: 7.800 met een balanswaarde van EUR 1 miljoen). Ongedekte achtergestelde leningen die door groepsmaatschappijen zijn verstrekt aan ING Groep N.V. en die op de vervaldatum kunnen worden verlengd tegen de dan geldende marktrente, zijn opgenomen onder achtergestelde leningen. 6 OVERIGE SCHULDEN OVERIGE SCHULDEN NAAR SOORT
Obligatieleningen Schulden aan groepsmaatschappijen Overige schulden en overlopende passiva
2005
2004
3.740 991 409 5.140
5.178 606 157 5.941
OBLIGATIELENINGEN Interestprecentages
Uitgiftejaar
Vervaldag 2005
5,000% 6,125% 6,000% 5,500% 5,500%
2001 2000 2000 2000 1999
3 mei 2006 4 januari 2011 1 augustus 2007 11 mei 2005 14 september 2009
999 996 750 995 3.740
Balanswaarde 2004
1.000 1.000 750 1.428 1.000 5.178
Het aantal door groepsmaatschappijen gehouden obligaties bedraagt per 31 december 2005 2.519 met een balanswaarde van EUR 3 miljoen (2004: 6.377 met een balanswaarde van EUR 6 miljoen). SCHULDEN AAN GROEPSMAATSCHAPPIJEN NAAR RESTERENDE LOOPTIJD
– tot en met een jaar – vanaf een jaar tot en met vijf jaar – langer dan vijf jaar
2005
2004
956 35
600
991
6 606
ING Groep Jaarverslag 2005
175
2.2 VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING TOELICHTING OP DE VENNOOTSCHAPPELIJKE BALANS VAN ING GROEP (VERVOLG)
REMUNERATIE De informatie aangaande aandelengerelateerde beloningsregelingen en de beloning van leden van de Raad van Bestuur en leden van de Raad van Commissarissen is opgenomen in het remuneratierapport in het jaarverslag (bladzijde 64 tot en met 74). Deze informatie maakt onderdeel uit van de gecontroleerde jaarrekening. Amsterdam, 6 maart 2006
DE RAAD VAN COMMISSARISSEN
DE RAAD VAN BESTUUR
Cor A.J. Herkströter, voorzitter Eric Bourdais de Charbonnière, vice-voorzitter Luella Gross Goldberg Paul F. van der Heijden Claus Dieter Hoffman Jan H.M. Hommen Aad G. Jacobs Wim Kok Godfried J.A. van der Lugt Paul J.A. Baron de Meester Karel Vuursteen
Michel J. Tilmant, voorzitter Cees Maas, vice-voorzitter en Chief Financial Officer Eric F. Boyer de la Giroday Fred S. Hubbell Eli P. Leenaars Alexander H.G. Rinnooy Kan Hans K. Verkoren
176
ING Groep Jaarverslag 2005
2.3
OVERIGE INFORMATIE
ACCOUNTANTSVERKLARING
OPDRACHT Wij hebben de in dit jaarverslag op bladzijde 76 tot en met 176 opgenomen jaarrekening 2005 van ING Groep N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en de vennootschappelijke jaarrekening. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de vennootschap. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. WERKZAAMHEDEN Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichting in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de vennootschap daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. OORDEEL MET BETREKKING TOT DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Wij zijn van oordeel dat de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat en de kasstromen over 2005 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de geconsolideerde jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW voorzover van toepassing. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de geconsolideerde jaarrekening. OORDEEL MET BETREKKING TOT DE VENNOOTSCHAPPELIJKE JAARREKENING Wij zijn van oordeel dat de vennootschappelijke jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de vennootschappelijke jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de vennootschappelijke jaarrekening.
Amsterdam, 6 maart 2006
Ernst & Young Accountants namens deze Rob J.W. Lelieveld RA
drs. Jan J. Nooitgedagt RA
ING Groep Jaarverslag 2005
177
2.3
OVERIGE INFORMATIE
VOORSTEL VOOR WINSTBESTEMMING
VOORSTEL VOOR WINSTBESTEMMING De winstbestemming vindt plaats overeenkomstig artikel 38 van de statuten van ING Groep N.V. Daarin wordt, voorzover hier van belang, bepaald dat het gedeelte van de winst dat resteert nadat de Raad van Bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen heeft bepaald welk gedeelte van de winst wordt gereserveerd, ter beschikking staat van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voorgesteld wordt het dividend vast te stellen op EUR 1,18 per gewoon aandeel van EUR 0,24. Op 18 augustus 2005 werd een interim-dividend van EUR 0,54 per gewoon aandeel van EUR 0,24 betaalbaar gesteld. Het interim-dividend werd uitgekeerd in contanten. Als slotdividend resteert derhalve EUR 0,64. Het slotdividend zal geheel in contanten worden uitgekeerd en wordt op 4 mei 2006 betaalbaar gesteld. VOORGESTELDE WINSTBESTEMMINGragen in miljoenen euro’s bedragen in miljoenen euro’s
Nettowinst Toevoegingen aan reserves, krachtens artikel 38, lid 5 van de statuten Niet-uitkeerbare winst van Stichting Regio Bank Krachtens artikel 38, lid 6 van de statuten ter beschikking van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders Dividend van EUR 1,18 per gewoon aandeel.
178
ING Groep Jaarverslag 2005
7.210 4.593 29 2.588
BEPALINGEN INZAKE UITGIFTE VAN AANDELEN
BEPALINGEN INZAKE UITGIFTE VAN AANDELEN Overeenkomstig artikel 13 van de statuten is de Raad van Bestuur aangewezen als bevoegd orgaan om, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, te besluiten tot uitgifte van aandelen, tot het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen en tot het beperken of uitsluiten van voorkeursrechten van houders van aandelen. De bevoegdheid geldt voor een periode eindigend op 26 oktober 2006 (behoudens verlening door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders): 1. i) voor een totaal van 220.000.000 gewone aandelen; plus ii) voor een totaal van 220.000.000 gewone aandelen, echter uitsluitend indien de aandelen worden uitgegeven in verband de overname van een onderneming of vennootschap; 2. voor 10.000.000 preferente aandelen B.
ING Groep Jaarverslag 2005
179
2.4 ADDITIONELE FINANCIËLE INFORMATIE EIGEN VERMOGEN EN NETTOWINST OP BASIS VAN WAARDERINGSGRONDSLAGEN IN DE VERENIGDE STATEN (US GAAP) BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, BEHALVE BEDRAGEN PER AANDEEL Het volgende overzicht geeft de aansluiting weer tussen het eigen vermogen en de nettowinst op basis van IFRS-EUgrondslagen en op basis van US GAAP. AANSLUITING TUSSEN EIGEN VERMOGEN EN NETTOWINST OP BASIS VAN IFRS-EU-GRONDSLAGEN EN OP BASIS VAN US GAAP Eigen vermogen 2005 2004
Bedragen volgens IFRS-EU-grondslagen Aanpassing in verband met: Goodwill Onroerend goed Schuldbewijzen Waardering van aandelen Derivaten en hedge accounting Reële waarde optie Overlopende acquisitiekosten Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen Latente winstdeling Personeelsbeloningen Eigen vermogen instrumenten Voorziening voor reorganisatie Deelnemingen en andere aandelenbelangen Voorziening voor dubieuze debiteuren Overige
Belastingeffect over de aanpassingen Minderheidsbelang in de aanpassingen (na belastingen) Totaal aanpassingen na belastingen Bedragen volgens US GAAP-grondslagen (exclusief het effect van wijzigingen in grondslagen) Cumulatief effect van wijzigingen in grondslagen Bedragen volgens US GAAP-grondslagen Verwaterd per aandeel (in euro’s) volgens US GAAP
180
ING Groep Jaarverslag 2005
2005
Netto winst 2004
36.736
24.069
7.210
5.755
3.837 -1.899 397
4.046 -2.538 11.656
-445 -76 -405
590 155 -687 277 2.691 593 296 119 -1.115
-101
-189 316 206 148 425
1 1.111
5.254
37 14.214
794 29 -329 151 11 -120 14 60 -424 623 -28 -145
493 122 4.883
3.521 332 11.025
188 99 -234
204 26 933
41.619
35.094
6.976
41.619
35.094
6.976
6.688 -91 6.597
19,21
16,00
3,22
3,10
-418 -431 2.041 60 -138
-79 282 -64 60 5
TOELICHTING OP DE VERSCHILLEN TUSSEN IFRS-EU-GRONDSLAGEN EN US GAAP
Goodwill (2005 en 2004) Onder IFRS-EU wordt goodwill op acquisities gedaan na 1 januari 2004 geactiveerd; goodwill op acquisities voor 1 januari 2004 werd rechtstreeks ten laste van het vermogen gebracht. Onder US GAAP is goodwill voor alle acquisities geactiveerd. Als een bedrijfsonderdeel zal worden verkocht, dan wordt de goodwill gerelateerd aan dat bedrijfsonderdeel toegevoegd aan de boekwaarde van het bedrijfsonderdeel voor het bepalen van het resultaat bij verkoop. Het verschil per 1 januari 2004 kan derhalve leiden tot verschillen in het verkoopresultaat. Daarbij kan het verschil door overgang op IFRS-EU leiden tot verschillen in bijzondere waardeverminderingen in toekomstige jaren. Het bedrag aan overgangsverschil verandert onder invloed van koersverschillen. Het tijdstip van verantwoording van goodwill kan onder IFRS-EU en US GAAP verschillend zijn. IFRS-EU vereist dat voorwaardelijke betalingen worden verantwoord op de datum van de acquisitie, waarbij het bedrag aan goodwill wordt aangepast voor aanpassingen op voorwaardelijke betalingen na de datum van de acquisitie. Onder US GAAP worden voorwaardelijke betalingen pas verantwoord wanneer deze definitief zijn geworden en het bedrag betaalbaar is gesteld. Deze post omvat immateriële activa en daaraan gerelateerde afschrijving behorend bij aankopen van voor 1 januari 2004, die onder IFRS-EU direct ten laste van het vermogen werden gebracht als onderdeel van de goodwill. Onroerend goed (2005 en 2004) Beleggingen in onroerend goed Onder IFRS-EU worden beleggingen in onroerend goed opgenomen tegen reële waarde, waarbij wijzigingen in de reële waarde verantwoord worden in de winst- en verliesrekening. Op beleggingen in onroerend goed wordt onder IFRS-EU niet afgeschreven. Onder US GAAP worden beleggingen in onroerend goed opgenomen tegen kostprijs onder aftrek van afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Gerealiseerde resultaten bij verkoop worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Onroerend goed in eigen gebruik Onder IFRS-EU wordt onroerend goed in eigen gebruik opgenomen tegen reële waarde waarbij de wijzigingen in de reële waarde in het eigen vermogen worden verantwoord. Negatieve herwaarderingsreserves (bepaald per individueel onroerend goed) worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Indien deze daarna ongedaan worden gemaakt door waardestijgingen worden deze eveneens in het resultaat verantwoord. Afschrijvingen over de reële waarde worden in het resultaat verantwoord. Bij verkoop blijft de aanwezige herwaarderingsreserve binnen het vermogen en verschillen tussen de boekwaarde en de verkoopprijs van het onroerend goed worden verantwoord in de winst- en verlies rekening. Onder US GAAP wordt onroerend goed in eigen gebruik opgenomen tegen kostprijs onder aftrek van afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen over de kostprijs worden in het resultaat verantwoord. Gerealiseerde resultaten op verkopen worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen zijn een aanpassing op de kostprijs die niet terug gedraaid wordt indien die bijzondere waardeverminderingen ongedaan worden gemaakt door waardestijgingen. ‘Sale and leaseback’ transactie Onder IFRS-EU wordt het resultaat op een, tegen reële waarde afgesloten, ‘sale and operating lease back’ transactie onmiddellijk verantwoord. Onder US GAAP wordt alle winst op een ‘sale and operating lease back’ transactie geamortiseerd over de toekomstige huurperiode. Schuldbewijzen (2005) Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Activa geclassificeerd als ‘tot einde looptijd aangehouden’ zijn op de datum van de implementatie van IFRS-EU (1 januari 2005) verantwoord tegen de geamortiseerde kostprijs op dat moment. Onder US GAAP werden deze activa beschikbaar voor verkoop geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden en verantwoord tegen de reële waarde op 1 januari 2005. Het verschil tussen de reële waarde en geamortiseerde kostprijs op 1 januari 2005 wordt geamortiseerd over de resterende looptijd. Voor activa die na 1 januari 2005 worden geclassificeerd als tot einde looptijd aangehouden is er geen verschil tussen IFRS-EU en US GAAP.
ING Groep Jaarverslag 2005
181
2.4 ADDITIONELE FINANCIËLE INFORMATIE TOELICHTING OP DE VERSCHILLEN TUSSEN IFRS-EU-GRONDSLAGEN EN US GAAP (VERVOLG)
Effectieve interest op activa die vervroegd kunnen worden afgelost Onder IFRS-EU wordt bij toepassing van de effectieverentemethode, voor bepaling van de geamortiseerde kostprijs van activa die vervroegd kunnen worden afgelost, de originele effectieve rentevoet toegepast. Voor een correctie op de amortisatie, gebaseerd op de toekomstige kasstromen, wordt de boekwaarde van de activa aangepast (‘cumulative catch-up’ methode). Voor belangen gehouden in gesecuritiseerde activa met een verhoogd kredietrisico wordt onder US GAAP een prospectieve methode gebruikt waarbij de effectieve rente wordt aangepast gebaseerd op de huidige kasstromen en de verwachte toekomstige kasstromen van die activa. Voor andere activa die vervroegd afgelost kunnen worden, is een aanpassing van de effectieve rente en een retrospectieve correctie vereist. Omrekening vreemde valuta Onder IFRS-EU worden koersverschillen ontstaan bij het omrekenen van de geamortiseerde kostprijs van schuldbewijzen beschikbaar voor verkoop verantwoord in het resultaat. Het verschil tussen de reële waarde en de geamortiseerde kostprijs zoals omgerekend naar de functionele valuta wordt verantwoord in de herwaarderingsreserve in het eigen vermogen. Onder US GAAP worden alle koersverschillen met betrekking tot schuldbewijzen beschikbare voor verkoop verantwoord in het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap als onderdeel van de herwaardering. Terugnemen van bijzondere waardeverminderingen Onder IFRS-EU kunnen terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen worden verantwoord in het resultaat als er sprake is van een stijging in de reële waarde als gevolg van een nieuwe gebeurtenis. Onder US GAAP kunnen bijzondere waardeverminderingen op schuldbewijzen niet worden teruggeboekt door het resultaat. Schuldbewijzen (2004) Waardering van nominale waarden Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) worden beleggingen in nominale waarden gewaardeerd tegen de aflossingswaarde. Het verschil tussen de aflossingswaarde en de verkrijgingsprijs wordt gedurende de resterende looptijd van de desbetreffende belegging geamortiseerd ten gunste dan wel ten laste van de winst- en verliesrekening. Effecten die beschikbaar zijn voor verkoop, worden onder US GAAP tegen reële waarde gewaardeerd. Ongerealiseerde waardeveranderingen worden in het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap verantwoord. Gerealiseerde verkoopresultaten worden direct in de winst- en verliesrekening verantwoord. Gerealiseerde resultaten bij verkoop op beleggingen in nominale waarden Het verkoop resultaat op beleggingen in nominale waarden, zijnde het verschil tussen de opbrengst bij vervreemding en de boekwaarde, wordt onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) als rendementsverschil verantwoord. Rekening houdend met de gemiddelde resterende gewogen looptijd van de beleggingsportefeuille, worden deze rendementsverschillen in de winst- en verliesrekening verantwoord. Onder US GAAP wordt het verkoopresultaat direct in de winst- en verliesrekening verantwoord. Waardering van aandelen (2004) Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) en US GAAP worden ongerealiseerde waardeverminderingen op aandelenbeleggingen opgenomen in de herwaarderingsreserve, tenzij zich een bijzondere waardevermindering heeft voorgedaan. Bijzondere waardeverminderingen worden ten last van de winst- en verliesrekening gebracht. Om na te gaan of zich een bijzondere waardevermindering heeft voorgedaan worden verschillende aannames en veronderstellingen gedaan, ondermeer ten aanzien van de omvang en duur van de ongerealiseerde waardeverminderingen, algemene marktomstandigheden. De bijzondere waardevermindering is voornamelijk gebaseerd op de financiële gezondheid van de betreffende onderneming op de lange termijn. ING heeft de intentie en de mogelijkheid om een lange termijn beleggingsstrategie te volgen. US GAAP vereist dat ongerealiseerde herwaarderingen die ‘niet tijdelijk’ zijn ten laste van de winst- en verliesrekening worden gebracht. Het bepalen van ‘niet tijdelijk’ is voornamelijk gebaseerd op de mate waarin de marktwaarde voor wat betreft omvang en duur beneden de kostprijs ligt.
182
ING Groep Jaarverslag 2005
Derivaten en hedge accounting (2005) Onder IFRS-EU wordt hedge accounting toegepast waar mogelijk. Voor derivaten die onderdeel uitmaken van kasstroom hedges worden de mutaties in reële waarde in het eigen vermogen verantwoord. Voor afgedekte instrumenten die onderdeel uitmaken van reële waarde hedges wordt de boekwaarde aangepast voor mutaties in de reële waarde. ING heeft er voor gekozen om geen hedge accounting toe te passen onder US GAAP, met uitzondering van posten die voor US GAAP specifiek als hedge zijn aangewezen (waaronder sommige hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen). Als gevolg hiervan worden waardemutaties van alle derivaten die geen onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat. De boekwaarde van afgedekte instrumenten wordt niet aangepast voor mutaties in de reële waarde. Derivaten en hedge accounting (2004) Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) worden derivaten die gebruikt worden om renterisico te beheersen, meestal interest-swap contracten, verantwoord als off-balance transacties. De bijhorende rentebaten en -lasten worden verantwoord in overeenstemming met de afgedekte post, meestal op accrual basis. Transacties worden als hedge aangemerkt indien zij als zodanig worden aangewezen en er een tegengesteld verband bestaat tussen de resultaten van het dekkingsinstrument en die van de afgedekte positie. Onder US GAAP worden derivaten op reële waarde gewaardeerd, waarbij mutaties in de reële waarde in de winst- en verliesrekening worden verantwoord, tenzij wordt voldaan aan specifieke criteria voor hedge accounting. ING heeft er voor gekozen om geen hedge accounting toe te passen onder US GAAP, met uitzondering van posten die voor US GAAP specifiek als hedge zijn aangewezen (waaronder sommige hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen). Als gevolg hiervan worden waardemutaties van alle derivaten die geen onderdeel uitmaken van hedges van netto-investeringen in buitenlandse bedrijfsonderdelen verantwoord in het resultaat. De boekwaarde van afgedekte instrumenten wordt niet aangepast voor mutaties in de reële waarde. Reële waarde optie (2005) Onder IFRS-EU worden bepaalde financiële instrumenten aangewezen als “financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat”. Voor US GAAP worden deze financiële instrumenten gerapporteerd of als ‘activa beschikbaar voor verkoop’ waarbij de reële waarde mutaties worden verantwoord in het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap, of als ‘kredieten’ die op geamortiseerde kostprijs worden gewaardeerd. Overlopende acquisitiekosten (2005 en 2004) Onder IFRS-EU worden overlopende acquisitiekosten van bepaalde levensverzekeringen waarbij regelmatig premies worden ontvangen geactiveerd en gelijktijdig met de toekomstige premies geamortiseerd. Onder US GAAP worden overlopende acquisitiekosten van traditionele verzekeringscontracten op eenzelfde manier geamortiseerd. Voor ‘universal life’ contracten, beleggingscontracten en individuele levensverzekeringen met winstdeling worden de overlopende acquisitiekosten geamortiseerd aan de hand van een constant percentage gebaseerd op de contante waarde van de geschatte bruto winstmarge die wordt verwacht over de looptijd van de contracten. Voor veranderingen in de schatting van de bruto winsten wordt aanpassing met terugwerkende kracht geboekt in de periode dat de schatting wijzigt. Zowel onder IFRS-EU als onder US GAAP worden overlopende acquisitiekosten indien van toepassing aangepast voor de wijziging die nodig zou zijn geweest als de ongerealiseerde resultaten van voor verkoop beschikbare effecten waren gerealiseerd. Deze aanpassing aan overlopende acquisitiekosten wordt verantwoord in het eigen vermogen. Deze bedragen kunnen onder US GAAP verschillen van die onder IFRS-EU doordat de onderliggende waarderingsgrondslagen anders zijn.
ING Groep Jaarverslag 2005
183
2.4 ADDITIONELE FINANCIËLE INFORMATIE TOELICHTING OP DE VERSCHILLEN TUSSEN IFRS-EU-GRONDSLAGEN EN US GAAP (VERVOLG)
Voorziening voor verzekeringsverplichtingen (2005 en 2004) Voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen Zowel onder IFRS-EU als onder US GAAP wordt de voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen berekend op basis van een prudente prospectieve actuariële methode, rekening houdend met de voorwaarden van de lopende verzekeringscontracten. Het verschil tussen IFRS-EU en US GAAP betreft met name de behandeling van de eerste kosten en de veronderstellingen welke worden gemaakt voor het berekenen van de voorzieningen met betrekking tot de opbrengst op de beleggingen. De toereikendheidstoets op de voorziening voor levensverzekeringen na aftrek van overlopende acquisitiekosten en ‘value of business acquired’ wordt onder IFRS-EU en US GAAP op een vergelijkbare wijze uitgevoerd. Een ontoereikendheid (onder US GAAP: een ‘premium deficiency’) bestaat indien de voorziening voor levensverzekeringen plus de contante waarde van de toekomstige verwachte bruto premies onvoldoende zijn om te voorzien in de verwachte toekomstige uitkeringen en kosten en om de nog niet geamortiseerde overlopende acquisitiekosten en VOBA te compenseren. Onder IFRS-EU worden versterkingen verantwoord als extra voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen. Onder US GAAP worden ‘Premium deficiencies’ verantwoord als een correctie op de actiefpost VOBA voor het huidige jaar. Als het tekort groter is dan de actiefpost VOBA dan wordt dit verantwoord als een afname van de overlopende acquisitiekosten en daarna als toename in de voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen. Vanwege de verschillen in de levensverzekeringsverplichtingen onder IFRS-EU en US GAAP en de verschillende betrouwbaarheidsintervallen kan het zijn dat een ‘premium deficiency’ anders verantwoord wordt onder US GAAP. Een ‘shadow premium deficiency’ kan voorkomen onder US GAAP wanneer ongerealiseerde winsten met betrekking tot beleggingen beschikbaar voor verkoop worden meegenomen in de US GAAP toereikendheidstoets alsof deze winsten gerealiseerd waren. Dit leidt tot een aanpassing van het eigen vermogen voor de berekende ‘shadow premium deficiency’ en tot aanpassing van de ‘value of business acquired’, overlopende acquisitiekosten of voorziening voor levensverzekeringsverplichtingen zoals hierboven beschreven. Deze correctie wordt verantwoord onder US GAAP maar niet onder IFRS-EU. Beleggingscontracten (2005) Onder IFRS-EU worden bepaalde contracten die geen significante verzekeringsrisico’s bevatten gewaardeerd en gepresenteerd als financiële instrumenten en niet als verzekeringscontracten. Onder US GAAP worden deze contracten gewaardeerd en gepresenteerd als verzekeringscontracten. Latente winstdeling (2005) Onder IFRS-EU wordt een latente winstdelingsverplichting verantwoord voor de (on)gerealiseerde beleggingsresultaten die zijn toegewezen aan polissen met latente winstdeling of aan verzekeringscontracten met een wettelijke of feitelijke verplichting om de beleggingsresultaten te delen met de polishouders. Onder US GAAP worden dergelijke verplichtingen alleen verantwoord voor wettelijke verplichtingen. Personeelsbeloningen (2005 en 2004) Niet-verantwoorde actuariële resultaten Onder IFRS-EU zijn alle voorheen niet-verantwoorde actuariële winsten en verliezen verwerkt in het vermogen per 1 januari 2004. Onder US GAAP zijn de actuariële winsten en verliezen niet op nul gezet per 1 januari 2004. Opgebouwde pensioenaanspraken die uitstijgen boven de reële waarde van de beleggingen Onder US GAAP wordt een additionele verplichting verantwoord in een situatie waarin de gecumuleerde uitkeringsverplichting de reële waarde van de activa te boven gaat en hoger is dan het bedrag van de verantwoorde ongedekte opgebouwde pensioenkosten. De gecumuleerde uitkeringsverplichting verschilt van de geprojecteerde uitkeringsverplichting doordat er geen rekening is gehouden met toekomstige salarisstijgingen. Onder IFRS-EU worden deze additionele verplichtingen niet verantwoord. Eigen vermogen instrumenten (2005) Onder IFRS-EU worden instrumenten met een wettelijke vorm van vermogen maar met vastgestelde terugbetalingen of vastgestelde dividenden gepresenteerd als verplichting. Onder US GAAP worden deze instrumenten ingedeeld conform hun wettelijke vorm als vermogen.
184
ING Groep Jaarverslag 2005
Voorziening voor reorganisatie (2005 en 2004) Onder IFRS-EU worden bepaalde reorganisatiekosten in relatie tot ontslag van medewerkers verantwoord wanneer een reorganisatieplan is aangekondigd. Onder US GAAP worden verplichtingen in relatie tot ontslaguitkeringen verantwoord zodra deze zich voordoen. Kosten in verband met ontslag van medewerkers worden over het algemeen beschouwd als zich voorgedaan hebbend op het moment dat bepaalde criteria zijn gehaald en het plan is gecommuniceerd met de medewerkers (communicatie datum). Verplichtingen worden verantwoord op de communicatiedatum tenzij het resterende dienstverband de normale ontslagperiode overstijgt in welk geval kosten worden verantwoord over deze periode. Deelnemingen en andere aandelenbelangen (2005) Voor deelnemingen waarvoor de vermogensmutatiemethode wordt toegepast treden er verschillen op tussen US GAAP en IFRSEU vanwege de onderliggende verschillen in het vermogen en het resultaat van de deelneming. Deze hebben meestal te maken met onroerend goed. Deelnemingen en andere aandelenbelangen (2004) Voor deelnemingen waarvoor de vermogensmutatiemethode wordt toegepast treden er verschillen op tussen US GAAP en IFRSEU vanwege de onderliggende verschillende in het vermogen en het resultaat van de deelneming. Deze hebben meestal te maken met onroerend goed. Onder IFRS-EU exclusief IAS 39 (2004) worden participaties gewaardeerd tegen of de ‘kostprijs of lagere marktwaarde’ of volgens de vermogensmutatiemethode. Ontvangen dividenden op aandelen alsmede gerealiseerde resultaten bij verkoop worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Volgens US GAAP worden dergelijke aandelenbelangen gewaardeerd tegen reële waarde, waarbij ongerealiseerde waardeveranderingen direct ten gunste danwel ten laste van het eigen vermogen worden verantwoord, of tegen de vermogensmutatiemethode indien invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. De criteria voor verantwoording van winsten en verliezen bij verkoop van bepaalde aandelenbelangen zijn onder US GAAP stringenter. Als gevolg hiervan wordt het resultaat bij verkoop niet altijd in dezelfde verslagperiode verantwoord. Voorziening voor dubieuze debiteuren (2005) Onder IFRS-EU wordt de voorziening voor dubieuze debiteuren bepaald door middel van een herziene methodologie die is gebaseerd op een ‘incurred loss model’. Door een strikte toepassing van de IFRS-EU methodologie is het bedrag aan niet specifiek toegewezen voorzieningen voor dubieuze debiteuren afgenomen. Dit bedrag had ING Groep in voorgaande jaren voorzien om rekening te houden met verscheidene subjectieve en schattingsgevoelige aspecten van de kredietrisico beoordeling die niet in aanmerking worden genomen op individuele debiteurenposities. Dienovereenkomstig heeft het in lijn brengen van de US GAAP verslaggeving met deze wijziging in het schatting proces bij de implementatie van IFRS-EU in 2005 geleid tot een vrijval van EUR 623 miljoen (voor belastingen) van de voorziening verantwoord in de US GAAP winst- en verliesrekening 2005. Overige (2005 en 2004) Overige bevat het effect van bepaalde andere verschillen tussen IFRS-EU en US GAAP, die zowel individueel als gezamenlijk geen significante uitwerking hebben op het eigen vermogen toe te schrijven aan aandeelhouders van de vennootschap en de netto winst voor de periode.
ING Groep Jaarverslag 2005
185
2.4 ADDITIONELE FINANCIËLE INFORMATIE RAROC PERFORMANCE
ING Bank past het RAROC-concept toe. RAROC is de afkorting voor Risk-Adjusted Return on Capital (naar risico gewogen rendement op kapitaal). Deze methodiek meet de performance van de verschillende activiteiten op een consistente wijze die aansluit bij de creatie van aandeelhouderswaarde. RAROC ondersteunt de besluitvormingsprocessen door een consequente afweging tussen verwachte opbrengsten en aanwezige risico’s, met als doel een zo efficiënt mogelijk aanwending van het aanwezige kapitaal. Vergelijkbare, risico/rendement, performance instrumenten worden gebruikt ter ondersteuning van de prijsstelling op transactieniveau en in het kredietfiatteringsproces. RAROC wordt berekend door het naar risico gewogen rendement te delen door het economisch kapitaal. Het naar risico gewogen rendement is gebaseerd op dezelfde waarderingsgrondslagen als in de jaarrekening, met twee belangrijke uitzonderingen. De feitelijke risico kosten voor kredietrisico worden vervangen door de te verwachten verliezen op basis van statistisch berekende gemiddelde kredietverliezen over de gehele economische cyclus. Bovendien wordt de winst- en verliesrekening gecorrigeerd voor het verschil tussen het aanwezige boekkapitaal en het economische kapitaal. Het economisch kapitaal is gedefinieerd als het kapitaal dat nodig is om economische risico’s uit hoofde van de ontplooide activiteiten op te kunnen vangen tot het door de instelling gewenste niveau. Het economische kapitaal is gebaseerd op gedetailleerde berekeningen voor krediet-, transfer-, markt-, operationele en bedrijfsrisico’s en houdt rekening met de diversificatievoordelen binnen de bank. ING past een eenzijdig betrouwbaarheidsinterval toe van 99,95% dat in overeenstemming is met de nagestreefde krediet rating (AA/Aa2 long term) en een tijdshorizon van 1 jaar. ING Groep is in een continue proces om de modellen waarop de RAROC-berekeningen zijn gebaseerd te ontwikkelen en te verbeteren, wat kan resulteren in veranderingen en herzieningen. RAROC VOOR BANCAIRE ACTIVITEITEN RAROC (voor belastingen) 2005 2004
Nederland België Overig wereldwijd Overig Wholesale Subtotaal Wholesale Banking
Economisch Kapitaal (in miljarden euro’s) 2005 2004
27,7% 19,9% 17,5% -28,8% 20,6%
25,5% 22,2% -1,6% -43,6% 13,6%
2,5 1,9 2,7 0,2 7,3
3,0 2,5 3,1 0,2 8,8
Asset Management Totaal Wholesale Banking
46,9% 24,4%
39,5% 16,0%
1,2 8,5
0,8 9,6
Nederland België Polen Overig Retail Totaal Retail Banking
70,4% 51,1% 53,8% 3,0% 52,4%
58,5% 16,4% 20,5% -3,1% 38,8%
2,0 0,6 0,1 0,7 3,4
1,9 0,5 0,0 0,6 3,0
Totaal ING Direct
20,9%
19,9%
3,1
2,4
-445,1% 27,7%
-134,1% 19,4%
15,0
0,2 15,2
Corporate Line Totaal bancaire activiteiten
Noot: In 2004 zijn de Retail RAROC cijfers herzien voor wijzigingen in de markt risico methodologie.
De totale RAROC na belastingen van ING’s bancaire activiteiten verbeterden tot 22,6% vergeleken met 14,7% in 2004. Indien wordt gecorrigeerd voor de impact van de desinvesteringen stijgt de RAROC na belastingen naar 18,8% vergeleken met 16,4% vorig jaar. De Raad van Bestuur hanteert als centrale doelstelling een RAROC van 12% na belastingen. De RAROC na belastingen van Wholesale Banking, gecorrigeerd voor de impact van de desinvesteringen, verbetert van 14,9% in 2004 naar 16,7%. De RAROC van Retail Banking verbetert in alle regio’s wat resulteert in een RAROC na belastingen, exclusief desinvesteringen, van 34,1% (2004: 26,1%). ING Direct, met een RAROC na belasting van 14,9% vergeleken met 11,3% vorig jaar, behaalt voor de eerste keer de centrale RAROC doelstelling.
186
ING Groep Jaarverslag 2005
INTERNE KAPITAALEISEN
ECONOMISCH KAPITAAL – ING BANK ING beoordeelt de interne kapitaaleisen op basis van eigen, op risico gebaseerde, methodes. Voor ING Bank wordt het economisch kapitaalmodel gebruikt. Het economisch kapitaal is gedefinieerd als het kapitaal dat nodig is om de economische risico’s die voortvloeien uit de ontplooide activiteiten op te kunnen vangen tot het door de instelling gewenste niveau. ING Bank past een eenzijdig betrouwbaarheidsinterval toe van 99,95% dat in overeenstemming is met de nagestreefde krediet rating (AA/Aa2 long term) en een tijdshorizon van 1 jaar. Het totale bedrag van het economisch kapitaal kan worden beschouwd als het minimale kapitaal dat benodigd is om alle toekomstige onverwachte verliezen op te vangen in ernstige stress situaties. Het economische kapitaal wordt berekend voor krediet-, transfer-, markt-, operationeel en bedrijfsrisico. Het kapitaal voor bedrijfsrisico wordt aangehouden om onverwachte verliezen te dekken die kunnen voortvloeien uit negatieve afwijkingen van volumes, marges en kosten. ING is in een continue proces om de interne kapitaalmodellen verder te ontwikkelen en te verbeteren, wat kan resulteren in veranderingen en herzieningen. Bijvoorbeeld voor 2005 (en 2004) is markt model risico inbegrepen voor Retail Banking. In 2006 zal de berekeningmethode voor kredietrisicokapitaal en de data verzameling worden geëvalueerd mede in het kader van de voorbereidingen op Basel II. UITSPLITSING ECONOMISCH KAPITAAL ING BANK NAAR RISICOCATEGORIE Bedragen in miljarden euro’s
2005
2004
Kredietrisico (inclusief Transferrisico) Marktrisico Operationeel risico Bedrijfsrisico
7,0 3,9 1,8 2,3 15,0
7,3 4,3 1,8 1,8 15,2
Het economisch kapitaal is berekend voor alle bancaire activiteiten van ING Bank. In de resultaten per risicocategorie zijn alle diversificatie-effecten inbegrepen, inclusief de risicovermindering tussen de risicocategorieën. Diversificatie-effecten die ontstaan door het combineren van bancaire en verzekeringsactiviteiten zijn buiten beschouwing gelaten. Alle risico’s, met uitzondering van het bedrijfsrisico, zijn onderworpen aan een onafhankelijke controle met een functionele rapportagelijn naar de Corporate Risk Managers. Hoewel in het plannings- en budgetproces met het bedrijfsrisico rekening wordt gehouden, is het bedrijfsrisico niet onderworpen aan een onafhankelijk controleproces, maar is dit de verantwoordelijkheid van de betreffende bedrijfsonderdelen. Elke Corporate Risk Management-afdeling is verantwoordelijk voor de consistentie en juistheid van de betreffende methodiek, inclusief de berekening van het economisch kapitaal (en het verwachte verlies) en de diversificatie binnen het risicotype. KAPITAAL – ING VERZEKERINGEN ALGEMEEN ING beoordeelt haar interne kapitaaleisen door middel van eigen, op risico gebaseerde, methodes. Het kapitaalmodel is ontwikkeld om de omvang van het kapitaal te meten dat ING denkt nodig te hebben om, als verzekeringsbedrijf, een AA-rating te realiseren. Berekening ING beschouwt het nieuwe interne kapitaalmodel als een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de huidige EU kapitaaleisen, aangezien meer risicofactoren in beschouwing worden genomen. ING blijft streven naar het verfijnen van de modellen voor de berekening van het economisch kapitaal en de kapitaalallocatie aan de business units.
ING Groep Jaarverslag 2005
187
2.4 ADDITIONELE FINANCIËLE INFORMATIE EMBEDDED VALUE BEDRAGEN IN MILJOENEN EURO’S, TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN
Embedded Value geeft inzicht in het creëren van economische waarde door de verkoop en het beheer van langetermijncontracten zoals levensverzekeringen, lijfrenten en pensioenen. Embedded value wordt gedefinieerd als het kapitaal dat is geïnvesteerd in onze verzekeringsactiviteiten, het nettovermogen of het totale wettelijk vereiste vermogen, en de waarde van de bestaande portefeuille. Het nettovermogen is gelijk aan het vrije vermogen en het vereiste kapitaal. De waarde van de bestaande portefeuille wordt gedefinieerd als de huidige waarde van toekomstige boekwinst na belastingen zoals gerapporteerd aan de lokale toezichthouder die naar verwachting zal voortvloeien uit de lopende verzekeringen, inclusief de nieuwe productie geschreven gedurende de rapportageperiode, minus de kosten voor het aanhouden van vereist kapitaal. De waarde van nieuwe productie is de embedded value toegevoegd door de verkopen gedurende het jaar, en biedt derhalve inzicht in de te verwachte winstgevendheid van de verkopen in 2005. De onderliggende aannames (kosten, rente, sterfte, afkopen etc) geven een zo goed mogelijke schatting van in de toekomst te verwachten realisaties. Toekomstige winsten worden contant gemaakt tegen een disconteringsvoet die de kosten voor het aanhouden van kapitaal reflecteert. In mei 2004 werden de Europese Embedded Value (EEV) Principles geïntroduceerd door het CFO Forum, een commissie bestaande uit Chief Financial Officers van de grote Europese verzekeringsbedrijven. Deze richtlijnen en de bijbehorende toelichting bieden een kader voor de berekening van en rapportage over aanvullende informatie op het gebied van embedded value. Onderstaande resultaten over 2005 zijn gebaseerd op deze EEV-Principles. Ultimo 2005 bedroeg de totale embedded value van de levensverzekeringsactiviteiten van ING EUR 27.586 miljoen vergeleken met EUR 22.451 miljoen ultimo 2004. Dit is na EUR 474 miljoen aan kapitaalinjecties en dividenden aan de Groep. Wanneer deze kapitaalinjecties en dividenden buiten beschouwing worden gelaten stijgt de embedded value met EUR 5.610 miljoen. De cijfers over 2004 en 2005 zijn voor aftrek van het pensioentekort. In 2005 was dit tekort EUR 1.273 miljoen. Dit bedrag werd deels gecompenseerd door EUR 132 miljoen aan reeds in de voor de berekening van de embedded value gebruikte kostenaannames. Het embedded-valueresultaat is gunstig beïnvloed door een stijging in de waarde van nieuwe productie, gunstige varianties en valuta-invloeden. Wijzigingen in de economische aannames, met name in Azië/Pacific, hadden een negatieve invloed op het embedded-valueresultaat, evenals een dividendbetaling uit de levenbedrijven. WAARDE NIEUWE PRODUCTIE
Nederland België/Luxemburg Centraal-Europa & Spanje Verenigde Staten Latijns-Amerika Azië/Pacific ING Groep (1) (2)
Periodieke premie
Koopsommen
IR(1)
Waarde nieuwe productie
WNB/CW Premies(2) 2005
Periodieke premie
Koopsommen
IR(1)
Waarde nieuwe productie
WNB/CW Premies(2) 2004
168 49 260 1.379 215 1.687 3.757
1.413 1.361 370 15.659 216 6.527 25.545
13,2% 16,9% 15,6% 11,0% 12,6% 15,0% 13,2%
95 36 94 172 34 373 805
3,6% 2,1% 3,8% 0,9% 6,0% 2,7% 2,0%
178 51 202 1.194 215 1.086 2.926
1.709 1.583 216 13.726 191 2.996 20.421
10,5% 22,8% 12,6% 10,3% 14,7% 13,6% 12,1%
58 42 38 138 35 321 632
1,9% 2,2% 2,3% 0,9% 7,6% 4,8% 2,1%
IR = intern rendement aangepast voor verwachte fluctuaties in valutakoersen ten opzichte van de euro. WNB/CW Premies = waarde van de nieuwe levenproductie gedeeld door de contante waarde van de premies uit hoofde van nieuwe levenproductie.
De waarde van de nieuwe productie in 2005 bedroeg EUR 805 miljoen, vergeleken met EUR 632 miljoen over 2004. Deze stijging met 27,4% is voornamelijk toe te schrijven aan hogere verkopen en verbeterde prijsstelling. In 2005 investeerde ING EUR 1.770 miljoen in de productie van nieuwe levensverzekeringscontracten. Het verwachte totale rendement op deze investering is 13,2%, vergeleken met een totaal rendement van 12,1% voor 2004. Het verwachte interne rendement in opkomende markten is 17,4%. In de waarde van de nieuwe productie zijn alle acquisitiekosten opgenomen. Dit betreft ook die acquisitiekosten die het niveau van kosten, waarmee rekening wordt gehouden bij de prijsstelling van producten, overschrijden. Dergelijke overschrijdingen kunnen ontstaan wanneer nieuwe activiteiten nog onvoldoende schaalgrootte hebben, wanneer verschillende bedrijfsonderdelen worden samengevoegd of indien in een jaar de verkopen lager zijn dan verwacht. In 2005 bedroegen deze overschrijdingen EUR 103 miljoen na belastingen, vergeleken met EUR 73 miljoen in 2004.
188
ING Groep Jaarverslag 2005
EMBEDDED VALUE VAN DE LEVENBEDRIJVEN 2005
2004
Vrije deel van het eigen vermogen Vereist kapitaal Netto vermogen
2.274 13.691 15.964
599 11.509 12.108
Huidige waarde toekomstige boekwinst Kosten voor aanhouden vereist kapitaal Waarde lopende verzekeringen Embedded value
16.431 -4.810 11.622 27.586
14.571 -4.227 10.344 22.451
2005
2004
Nederland België & Luxemburg Centraal-Europa & Spanje Insurance Europe
11.300 1.077 2.552 14.929
9.223 871 2.163 12.258
Verenigde Staten Latijns-America Insurance America
9.911 947 10.858
7.270 847 8.118
Insurance Asia/Pacific ING Groep
1.799 27.586
2.076 22.451
EMBEDDED VALUE PER DIVISIE – LEVENBEDRIJF
VERANDERING IN DE EMBEDDED VALUE VAN HET LEVENBEDRIJF 2005
Gerapporteerde embedded value 2004
22.451
Toevoeging portefeuilles/desinvesteringen Valuta-invloeden Modelwijzigingen Herziene embedded value
196 1.575 338 24.560
Waarde nieuwe productie Financiële variaties Operationele variaties Aannamewijzigingen Winst op embedded value Vereist rendement Beleggingsrendement vrije deel eigen vermogen Wijziging disconteringsvoet Wijziging in economische aannames Embedded value van geacquireerde activiteiten (Dividenden en) kapitaalsuitbreiding Embedded value ultimo 2005
805 1.105 294 50 2.254 1.907 530 804 -2.030 36 -474 27.586
De belangrijkste oorzaken van de veranderingen in de embedded value 2005 zijn: – Door gunstige valutakoersbewegingen steeg de embedded value met EUR 1.575 miljoen (vergeleken met een negatieve invloed van EUR 529 miljoen in 2004), vooral door de sterkere positie van de dollar ten opzichte van de euro; – Gerealiseerde varianties, met name door de beleggingsperformance in Nederland, zorgden voor een stijging van de embedded value met EUR 1.399 miljoen; – Door veranderingen in de operationele aannames, met name bij Insurance Asia/Pacific, nam de Embedded Value met EUR 50 miljoen toe; – De netto-invloed van de wijzigingen in de economische aannames (EUR 2.030 miljoen negatief) en de bijbehorende wijzigingen in de disconteringsvoet (EUR 804 miljoen) bedroeg EUR 1.226 miljoen negatief, vooral door de neerwaarts bijgestelde renteaannames in Taiwan; – Waarde nieuwe productie van EUR 805 miljoen, een verbetering van 27,4% vergeleken met 2004; de meeste bedrijfsonderdelen hebben aan deze stijging bijgedragen, met name Zuid-Korea, Centraal-Europa, USFS en Nederland; – Het vereiste rendement op de beginwaarde van de lopende activiteiten (afwikkeling op basis van de disconteringsvoet) van EUR 1.907 miljoen. – Overige posten (in totaal EUR 626 miljoen), met name beleggingsrendement op het vrije vermogen (door hogere aandelenkoersen) en netto dividenden/kapitaalinjecties verklaren de overige veranderingen ten opzichte van de totale embedded value voor 2004. ING Groep Jaarverslag 2005
189
2.4 ADDITIONELE FINANCIËLE INFORMATIE EMBEDDED VALUE (VERVOLG)
Gevoeligheid embedded value voor economische aannames Onderstaande tabel vertoont de uitkomst van een gevoeligheidsanalyse van de embedded value op 31 december 2005 voor: – Een stijging of daling van de rente op nieuwe beleggingen met 1%; – Een stijging of daling van de disconteringsvoet met 1%; – Rente op nieuwe beleggingen gebaseerd op ‘implied market forward rate’ afgeleid van de ‘swap rate’ per 31 oktober 2005. De disconteringsvoet is daarop aangepast; – 10 basispunten lagere korte-termijnrente voor de periode 2006-2015: gebaseerd op een parallelle verschuiving van de rentecurve voor deze periode. De disconteringsvoet is overeenkomstig aangepast; – Een daling met 1% in het aangenomen beleggingsrendement van aandelen- en vastgoedbeleggingen; – 10 procent daling in de marktwaarde van aandelen- en vastgoedbeleggingen; – Locale wettelijke vereiste minimale solvabiliteit. Bij elke gevoeligheidsberekening blijven alle overige aannames onveranderd, behalve – wanneer deze direct beïnvloed worden door herziene economische omstandigheden. Bijvoorbeeld: toekomstige overrentedaling wordt automatisch aangepast om veranderingen in de gevoeligheid van toekomstige beleggingsrendementen weer te geven; – wanneer wordt aangegeven dat de disconteringsvoet overeenkomstig is aangepast. In dat geval blijft de risicomarge onveranderd. GEVOELIGHEID EMBEDDED VALUE VOOR ECONOMISCHE AANNAMES
Gerapporteerde Embedded Value (net of tax) 1% daling van rente op nieuwe beleggingen 1% stijging van rente op nieuwe beleggingen 1% daling van disconteringsvoet 1% stijging van disconteringsvoet Implied market forward rates (31 oktober 2005) Daling kortetermijnrente met 10bp Daling rendement op aandelen en vastgoed met 1%(1) Daling in de marktwaarde van aandelen- en vastgoedbeleggingen met 10% Lokaal wettelijk vereiste minimale solvabiliteit Netto invloed van(2): 1% daling van rente op nieuwe beleggingen en 1% daling in de disconteringsvoet 1% stijging van rente op nieuwe beleggingen en 1% stijging in de disconteringsvoet (1)
(2)
Insurance Europe
Insurance Americas
Insurance Asia/Pacific
Totaal
14.929 -449 436 915 -772 51 14 -576 -877 12
10.858 -410 150 584 -518 18 27 -179 -378 125
1.799 -2.029 2.047 655 -541 -1.540 -26 -150 -202 2.261
27.586 -2.888 2.633 2.154 -1.831 -1.471 15 -905 -1.456 2.398
467 -336
174 -368
-1.374 1.506
-734 802
In vergelijking met 2004 kunnen de resultaten van de aandelengevoeligheid afwijken aangezien in 2004 alleen beleggingsproducten en variabele producten in de gevoeligheid waren meegenomen. De hier weergegeven netto-invloed is de som van de individuele gevoeligheden zoals hierboven weergegeven. Deze kan afwijken van een exacte berekening van de verandering in beide parameters.
Bij bovenvermelde resultaten hebben wij de volgende opmerkingen: – De negatieve invloed op de Embedded Value door gebruik te maken van ‘implied market forward rates’ (onder aftrek van bijbehorende aanpassingen in de disconteringsvoet) bedraagt EUR 1.471 miljoen. Dit is vrijwel geheel toe te schrijven aan de invloed van Taiwan (EUR 1.499 miljoen negatief). Insurance Europe en Insurance America zouden echter profiteren van de toepassing van ‘implied market forward rates’ aangezien aannames voor nieuwe beleggingen (onder aftrek van aanpassingen in de disconteringsvoet) een reflectie zijn van het feit dat de economische aannames in lijn zijn met de economische renteontwikkelingen zoals waargenomen in de markt per 31 oktober 2005; – Het gebruik van lokale kapitaalmodellen in plaats van het ING kapitaalmodel had een positieve invloed van EUR 2.398 miljoen, vooral toe te schrijven aan Taiwan waar ING aanzienlijk meer kapitaal had gealloceerd dan volgens het locale model vereist is; – De netto-invloed van de daling van het renteniveau met 1% en de disconteringsvoeten is EUR 734 miljoen negatief, een daling ten opzichte van 2004 (EUR 937 miljoen negatief).
190
ING Groep Jaarverslag 2005
WAARDE NIEUWE PRODUCTIE OPKOMENDE MARKTEN(1)
Centraal-Europa Noord- en Latijns-Amerika Azië/Pacific ING Groep (1)
Periodieke premie
Koopsommen
IR
191 216 1.224 1.631
178 216 432 826
16,6% 12,6% 19,3% 17,4%
Waarde nieuwe productie 2005
Periodieke premie
Koopsommen
IR
69 34 272 375
140 215 717 1.072
82 191 374 647
14,2% 14,7% 13,2% 13,5%
Waarde nieuwe productie 2004
31 35 201 268
De landen die tot de opkomende markten worden gerekend zijn: – Centraal-Europa: Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Slowakije, Tsjechië (noot: Rusland is zowel in 2004 als in 2005 meegenomen); – Noord- en Latijns-Amerika: Chili, Mexico, Peru; – Azië/Pacific: China, Hongkong, India, Korea, Maleisië, Taiwan en Thailand.
De waarde van nieuwe productie in opkomende markten steeg ten opzichte van 2004 met 39,9% tot EUR 375 miljoen, met name door Centraal-Europa en Azië/Pacific. ONAFHANKELIJK OORDEEL Watson Wyatt Limited (“Watson Wyatt”), een internationale actuariële adviesorganisatie, heeft de berekening van de embedded value van ING per 31 december 2005 en de Waarde van Nieuwe Productie beoordeeld. Alle belangrijke bedrijfsonderdelen zijn in deze beoordeling meegenomen. Van deze bedrijfsonderdelen zijn alle levensverzekeringen en overige lange termijn contracten inbegrepen. De beoordeling heeft zich in eerste instantie gericht op de gehanteerde methodologie en aannames. Daarnaast is Watson Wyatt gevraagd een globale beoordeling te geven van de uitkomsten van de berekening maar niet om een uitvoerige controle uit te voeren op de toegepaste modellen en in gebruik zijnde procedures. Watson Wyatt is tot de conclusie gekomen dat de gehanteerde methodologie en gehanteerde aannames in lijn zijn met de Europese Embedded Value Principles and Guidance.
ING Groep Jaarverslag 2005
191
2.5
ALGEMENE INFORMATIE
CREDIT RATINGS
Credit ratings, zoals toegekend door ratingbureaus, zijn indicatoren voor de waarschijnlijkheid van tijdige en volledige terugbetaling van rente en hoofdsom van vastrentende waarden. BELANGRIJKSTE CREDIT RATINGS VOOR ING(1) Standard & Poor’s
Moody’s
ING GROEP
AA-
Aa3
ING VERZEKERINGEN – kortlopend – langlopend
A-1 AA-
P-1 Aa3
A1+ AA
P-1 Aa2 B+
ING BANK – kortlopend – langlopend – financiële kracht (1)
zowel de Standard & Poor’s ratings als de Moody’s ratings hebben een ‘stable outlook’.
192
ING Groep Jaarverslag 2005
AANDEELHOUDERSINFORMATIE
AANDEELHOUDERSINFORMATIE Reserverings- en dividendbeleid Het reserverings- en dividendbeleid van ING Groep wordt bepaald door enerzijds de behoefte aan interne financiering en groeimogelijkheden en anderzijds de dividendverwachtingen van beleggers. Met betrekking tot de interne financieringsbehoefte spelen onder andere de wettelijke solvabiliteitseisen en kapitaalratio’s een rol. Het voldoen aan deze eisen is voor ING Groep een bestaansvoorwaarde. Even belangrijk voor ING Groep zijn de credit ratings, die rechtstreeks van invloed zijn op de financieringskosten en dus op de winstgevendheid van ING Groep. De beleggers verwachten van hun kant een dividend dat recht doet aan de behaalde financiële resultaten en dat bovendien een zekere mate van voorspelbaarheid heeft. Jaarlijks na publicatie van de financiële resultaten over de eerste zes maanden van dat jaar, wordt – als voorschot op het uiteindelijke dividend – een interimdividend beschikbaar gesteld van in beginsel de helft van het totale dividend over het voorgaande jaar. In februari 2005 heeft ING haar dividendbeleid als volgt opnieuw vastgesteld: ING is voornemens dividend uit te keren op basis van de onderliggende langetermijnontwikkeling van de kasstromen, gegeven de invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS), die naar verwachting fluctuaties in de nettowinst teweeg zullen brengen. Om verwatering van de winst per aandeel nog verder te verminderen, besloot ING begin 2005 verder om met ingang van het slotdividend 2004 (betaald in mei 2005) het dividendbeleid te wijzigen en over te gaan tot een dividend volledig in contanten. Beleggers en analisten reageerden hier zeer positief op. Rating In augustus 2005 heeft Standard & Poor’s de ratings van ING Groep N.V., ING Bank N.V. en ING Verzekeringen N.V. verhoogd. De ratings van Moody’s zijn in mei 2005 bevestigd. ING Groep N.V. en ING Verzekeringen N.V. hebben nu beide een AA– rating van Standard & Poor’s en een Aa3 rating van Moody’s. ING Bank N.V. heeft nu een AA rating van Standard & Poor’s en een Aa2 rating van Moody’s. Alle genoemde ratings van zowel Standard & Poor’s als Moody’s hebben een zogenoemde ‘stable outlook’. Op bladzijde 192 staat een overzicht van de verschillende ratings. Corporate governance De invoering van een nieuwe corporate-governancestructuur in 2003 had een duidelijk effect op de betrokkenheid bij de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders in april 2004 en meer nog op de Aandeelhoudersvergadering in 2005. Veel aandeelhouders en houders van certificaten van aandelen brachten hun stem uit door middel van steminstructies (proxy voting). Proxy voting steeg van 8% in 2003 naar 37% in 2005 (inclusief de stemmen van aandeelhouders van preferente aandelen). Een van de agendapunten waarover overeenstemming werd bereikt in de aandeelhoudersvergadering van 2005 was de toepassing van de code-Tabaksblat (de Nederlandse Corporate Governance Code) en de implementatie daarvan door ING. Beursnoteringen De (certificaten van) gewone aandelen ING Groep zijn genoteerd aan de effectenbeurzen van Amsterdam, Brussel, Frankfurt, Parijs, New York (NYSE) en de Zwitserse beurs. De (certificaten van) preferente aandelen en warrants B zijn genoteerd aan de Euronext Amsterdam Stock Market. Warrants B zijn tevens genoteerd aan de beurs van Brussel. Opties op (certificaten van) gewone aandelen van ING Groep worden verhandeld op de Euronext Amsterdam Derivative Markets en op de Chicago Board Options Exchange. Certificaathouders met minimaal 5%-belang Op grond van de Wet melding zeggenschap waren ultimo 2005 drie certificaathouders bekend met een (potentieel) belang in ING Groep tussen 5 en 10%. Het betreft ABN AMRO, Aegon en Fortis.
ING Groep Jaarverslag 2005
193
2.5
ALGEMENE INFORMATIE
AANDEELHOUDERSINFORMATIE (VERVOLG)
DIVIDENDHISTORIE in euro’s
2005
2004
2003
2002
2001
Interimdividend Slotdividend Totaal
0,54 0,64* 1,18*
0,49 0,58 1,07
0,48 0,49 0,97
0,48 0,49 0,97
0,47 0,50 0,97
* Voorstel
KOERSEN CERTIFICATEN VAN GEWONE AANDELEN Euronext Amsterdam, in euro’s
Hoogste beurskoers Laagste beurskoers Koers ultimo Koers/winstverhouding *
2005
2004
2003
2002
2001
29,75 20,99 29,30 8,8
22,28 16,73 22,26 8,2
19,06 8,70 18,49 9,3
31,20 13,29 16,14 9,1
43,97 22,80 28,64 15,7
* Gebaseerd op de beurskoers ultimo december en de operationele/onderliggende nettowinst per gewoon aandeel over het boekjaar. De Koers/winstverhouding 2004 en 2005 is gebaseerd op IFRS.
AANTAL UITSTAANDE AANDELEN EN WARRANTS ultimo 2005
ultimo 2004
2.204,9 87,1 17,2 38,7
2.204,7 87,1 17,2 29,5
ultimo 2005
ultimo 2004
GEWONE AANDELEN – maatschappelijk – geplaatst
720 530
720 530
PREFERENTE AANDELEN – maatschappelijk – geplaatst
360 104
360 104
1.080 –
1.080 –
in miljoenen
(Certificaten van) gewone aandelen van nominaal EUR 0,24 (Certificaten van) preferente aandelen van nominaal EUR 1,20 Warrants B (Certificaten van) gewone aandelen in eigen bezit
MAATSCHAPPELIJK EN GEPLAATST KAPITAAL iin miljoenen euro’s
CUMULATIEF PREFERENTE AANDELEN – maatschappelijk – geplaatst
194
ING Groep Jaarverslag 2005
GEOGRAFISCHE SPREIDING ING-AANDEEL in percentages
Verenigd Koninkrijk 28% Verenigde Staten en Canada 21% Nederland 17% België 11% Luxemburg 8% Frankrijk 6% Zwitserland 5% Duitsland 2% Overig 2%
KOERSVERLOOP CERTIFICATEN VAN AANDELEN ING GROEP index 1 januari 2004 = 100
170 160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 01/04
ING (EUR)
04/04
07/04
Amsterdam AEX-index (EUR)
10/04
01/05
04/05
07/05
10/05
01/06
New York Dow Jones-index (USD)
ING Groep Jaarverslag 2005
195
2.5
ALGEMENE INFORMATIE
AANDEELHOUDERSINFORMATIE (VERVOLG)
BELANGRIJKE DATA IN 2006 EN 2007* Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders dinsdag 25 april 2006 Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam Notering ING-aandeel ex-slotdividend 2005 donderdag 27 april 2006 Betaalbaarstelling slotdividend 2005 donderdag 4 mei 2006 Publicatie cijfers eerste drie maanden 2006 donderdag 11 mei 2006 Publicatie cijfers eerste zes maanden 2006 donderdag 10 augustus 2006 Notering ING-aandeel ex-interimdividend 2006 vrijdag 11 augustus 2006 Publicatie cijfers eerste negen maanden 2006 donderdag 9 november 2006 Publicatie jaarcijfers 2006 donderdag 15 februari 2007 Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders dinsdag 24 april 2007 Notering ING-aandeel ex-slotdividend 2006 donderdag 26 april 2007 * Alle data zijn onder voorbehoud. Investor relations Naast financiële persberichten geeft ING het Aandeelhoudersnieuws en het Aandeelhoudersbulletin uit. Via de website van ING Groep, www.ing.com/groep, kunt u zich abonneren op beide publicaties. Om op de hoogte te blijven van de persberichten en ander ING-nieuws kunt u zich opgeven voor de e-mailservice op www.ing.com/groep. Voor meer informatie: Investor Relations (IH 07.432) Postbus 810 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 5415571 Fax: 020 5418551 Email:
[email protected] Internet: www.ing.com
196
ING Groep Jaarverslag 2005
FINANCIËLE BEGRIPPENLIJST
AFKOOP De beëindiging van een levensverzekerings- of pensioenovereenkomst op verzoek van de polishouder, waarbij de polishouder, indien van toepassing, de afkoopwaarde van de overeenkomst ontvangt. AFLOSSINGSWAARDE Het bedrag dat met betrekking tot beleggingen in nominale waarden op vervaldatum moet worden terugbetaald. AGIORESERVE Het gestorte kapitaal dat in aanvulling op de nominale waarde op de uitgegeven aandelen is gestort. BELANGEN VAN DERDEN Het deel van de nettowinst en het netto vermogen van een dochtermaatschappij dat betrekking heeft op een belang dat niet direct dan wel indirect in handen van de moedermaatschappij is. BELEGGINGEN INZAKE PENSIOENVERPLICHTINGEN Beleggingen inzake pensioenverplichtingen betreffen fondsbeleggingen die bestaan uit de netto activa gerelateerd aan pensioenverplichtingen gehouden door een fonds of entiteit of die gehouden worden in relatie tot kwalificerende verzekeringspolissen. Bij fondsbeleggingen gehouden door een fonds of entiteit geldt dat: – het fonds of de entiteit formeel juridisch afgescheiden moet zijn van de rechtspersoon en alleen bestaat om aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden uit te keren of te financieren; – de fondsbeleggingen alleen beschikbaar zijn voor de nakoming van de aanspraken van (voormalig) personeel en hun nabestaanden, geen verhaalsobject zijn voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet kunnen terugvloeien naar de rechtspersoon, tenzij er sprake is van een overschot of wanneer de fondsbeleggingen terugvloeien naar de rechtspersoon ter compensatie van reeds uitgekeerde aanspraken. Een kwalificerende verzekeringspolis is een verzekeringspolis die is uitgegeven door een verzekeringsmaatschappij, niet zijnde een aan de groep verbonden partij, waarvan de opbrengst: – alleen gebruikt kan worden ter financiering van de employee benefits onder een defined contribution plan; en – niet beschikbaar is voor de schuldeisers van de rechtspersoon (zelfs niet bij faillissement) en niet aan de rechtspersoon kan worden uitgekeerd, tenzij de opbrengst een overschot vertegenwoordigt dat niet noodzakelijk is om aan de verplichtingen onder de polis te voldoen of de opbrengst een compensatie is voor reeds uitgekeerde aanspraken. BELEGGINGSPORTEFEUILLE De beleggingsportefeuille bevat die activa die worden aangehouden met betrekking tot duurzame activiteiten en als zodanig zijn aangewezen. Deze beleggingen dienen ter dekking van de verplichtingen uit hoofde van verzekeringstechnische voorzieningen en om het rente-, solvabiliteitsen liquiditeitsrisico te beheersen. BIS De Bank for International Settlements (BIS) is een internationale organisatie die internationale monetaire en financiële samenwerking aanmoedigt en dienst doet als een bank voor centrale banken. BIS heeft een minimum bepaald voor de solvabiliteitsratio, die de verhouding weergeeft tussen kapitaal en risico gewogen activa. Deze ratio moet minimaal 8% zijn. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN Van een bijzondere waardevermindering is sprake indien de opbrengstwaarde duurzaam lager is dan de boekwaarde van het actief. In dit geval is een afwaardering van het actief noodzakelijk. CERTIFICAAT VAN AANDELEN Certificaten van gewone en van preferente aandelen, uitgegeven door de Stichting, in ruil voor gewone en preferente aandelen uitgegeven door ING Groep N.V. CONCENTRATIES Er is sprake van een concentratie van kredietrisico wanneer een verandering in economische, industriële en geografische factoren op soortgelijke wijze groepen van tegenpartijen, wiens gezamenlijke obligo ten opzichte van het totale obligo van ING Groep materieel is, beïnvloedt.
CONVERTEERBARE OBLIGATIES Converteerbare obligaties zijn obligaties die in combinatie met een optierecht worden uitgegeven door ondernemingen. De houder heeft het recht om op een bepaald moment in de toekomst tegen een bepaalde koers een converteerbare obligatie om te wisselen voor aandelen in de uitgevende onderneming. De converteerbare obligatie is vaak opeisbaar. Dit betekent dat deze op een bepaald moment in de toekomst tegen een bepaalde prijs kan worden teruggekocht door de uitgevende onderneming. Zodra de obligaties worden opgeëist heeft de houder de mogelijkheid om de obligaties te converteren voor het moment van terugkoop. DEELNEMING Deelnemingen zijn entiteiten waarin ING Groep in het algemeen tussen de 20% en 50% zeggenschap heeft, of waarop de Groep op andere wijze significante invloed kan uitoefenen, maar waarin de Groep geen overheersende zeggenschap heeft. DEFINED BENEFIT PLAN Een ‘defined benefit plan’ betreft een pensioenregeling, anders dan een ‘defined contribution plan’. DEFINED CONTRIBUTION PLAN Een ‘defined contribution plan’ betreft een pensioenregeling waarbij de onderneming een vaste bijdrage betaalt aan een aparte entiteit (een fonds). De onderneming heeft geen wettelijke of feitelijke verplichtingen om aanvullende bijdragen te betalen als het fonds niet voldoende middelen heeft om aan alle huidige en toekomstige employee benefits te voldoen. DEPOSITOCERTIFICATEN Verhandelbare schuldbewijzen aan toonder met een korte looptijd uitgegeven door banken. DERIVATEN Derivaten zijn financiële instrumenten en bestaan met name uit termijncontracten, futures, opties en swaps, waarvan de waarde is gebaseerd op een onderliggende waarde, index of referentiekoers. DOCHTERMAATSCHAPPIJ Een maatschappij: – waarin de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kunnen uitoefenen; of – waarvan de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan. ELIMINATIE Eliminatie is een proces waarbij de transacties tussen groepsmaatschappijen onderling met elkaar worden afgestemd en gesaldeerd, waardoor zowel activa, passiva, baten als lasten niet te hoog worden voorgesteld. EMPLOYEE BENEFITS Iedere vorm van beloning die door een onderneming in ruil voor bewezen diensten van (voormalige) werknemers wordt gegeven. FINANCE LEASE Een leasecontract waarbij feitelijk alle risico’s en beloningen die samenhangen met het eigendom van een activum aan de lessee zijn overgedragen. Het is hierbij mogelijk dat het eigendom uiteindelijk wordt overgedragen. FINANCIEEL ACTIEF Elk actief dat bestaat uit: – een overeengekomen recht om liquide middelen of een ander financieel actief van een andere onderneming te ontvangen; – een contractueel overeengekomen recht om financiële instrumenten met een andere onderneming te ruilen onder voorwaarden die potentieel voordelig zijn; of – een eigen vermogensinstrument van een andere onderneming. FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP Die financiële activa, niet zijnde derivaten, die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop of die niet worden gerubriceerd als (a) kredieten, (b) tot einde looptijd aangehouden beleggingen, of (c) financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat.
ING Groep Jaarverslag 2005
197
2.5
ALGEMENE INFORMATIE
FINANCIËLE BEGRIPPENLIJST (VERVOLG)
FINANCIËLE INSTRUMENTEN Financiële instrumenten zijn overeenkomsten die leiden tot een financieel actief bij een onderneming en een financiële verplichting of een eigenvermogens-instrument bij een andere onderneming. FINANCIËLE VERPLICHTING Elke contractueel overeengekomen verplichting om: – liquide middelen of een ander financieel actief aan een andere onderneming over te dragen; of – financiële instrumenten te ruilen met een andere onderneming onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn. FUTURES Futures zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of te verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. Beursen treden op als intermediairs en vereisen dagelijkse afrekeningen in contanten en storting van zekerheden. GEAMORTISEERDE KOSTPRIJS Het bedrag waarvoor financiële activa of verplichtingen bij eerste verwerking worden gewaardeerd minus aflossingen, plus of minus de cumulatieve afschrijving gebruikmakend van de effectieverentemethode voor het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag en het bedrag op de vervaldatum, en minus bijzondere waardeverminderingen of niet ontvangen bedragen. GEBOEKTE BRUTO PREMIES Het totaal van geboekte premies (al dan niet verdiend) in een bepaalde periode voor verzekerings- en herverzekeringscontracten (met inbegrip van deposito’s voor beleggingscontracten met een beperkt of geen levensverzekeringskarakter) met inbegrip van de afgegeven herverzekeringspremies. GEBOEKTE NETTO PREMIES De geboekte bruto premies verminderd met de afgegeven herverzekeringspremies in een bepaalde periode. GECOMBINEERDE RATIO De som van de schaderatio en de kostenratio van een schade- of herverzekeringsmaatschappij. Een gecombineerde ratio van meer dan 100% betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een verlies met betrekking tot schadeverzekeringen, omdat aan het resultaat ook opbrengsten uit beleggingen worden toegerekend. GEWOON AANDEEL Een eigen vermogen instrument dat achtergesteld is ten opzichte van alle andere eigen vermogen instrumenten. Gewone aandelen delen pas in de nettowinst van het verslagjaar na alle andere soorten aandelen, zoals preferente aandelen. HANDELSPORTEFEUILLE In de handelsportefeuille worden financiële instrumenten opgenomen die worden aangehouden om op korte termijn transactieresultaten te behalen, om transacties voor rekening van cliënten te vergemakkelijken of om andere posities in de handelsportefeuille af te dekken. HERVERZEKERING De praktijk, waarbij de ene partij, de herverzekeraar, er in toestemt om in ruil voor een premie een andere partij, de verzekeraar of cederende onderneming, schadeloos te stellen voor een gedeelte of de gehele verplichting met betrekking tot een of meerdere verzekeringscontracten uitgegeven door de verzekeraar. De verzekeraar wordt ook de oorspronkelijke of primaire verzekeraar genoemd, de ‘direct writing company’ of de cederende onderneming. IN THE MONEY Een call optie is ‘in the money’ indien de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde; een put optie is ‘in the money’ indien de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde. JOINT VENTURE Een contractuele overeenkomst waarbij twee of meer partijen een economische activiteit ondernemen en waarbij er sprake is van gedeelde zeggenschap. KOSTENRATIO Verzekeringstechnische kosten uitgedrukt als percentage van de netto geboekte premie.
198
ING Groep Jaarverslag 2005
KREDIETINSTELLINGEN Kredietinstellingen zijn alle instellingen die onderhevig zijn aan bancair toezicht door centrale banken. Onder toezicht vallen ook hypotheekbanken, kapitaalmarktinstellingen, multilaterale ontwikkelingsbanken en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). KWALIFICEREND ACTIEF (IN DE ZIN VAN RENTELASTEN) Een kwalificerend actief is een actief waarvoor noodzakelijkerwijs een aanzienlijke periode benodigd is om het actief gereed te maken voor gebruik of verkoop. LANDENRISICO Het risico dat een buitenlandse overheid om financiële redenen (transfer risico) dan wel andere redenen (politiek risico) niet aan haar verplichtingen voldoet of de betalingsopdrachten van debiteuren blokkeert. LATENTE BELASTINGVERPLICHTINGEN De in de toekomst te betalen belastingsbedragen in verband met tijdelijke waarderingsverschillen tussen de boekwaarde van activa en vreemd vermogen volgens de jaarrekening en de fiscale boekwaarde, waarbij belastingtarieven worden gehanteerd die naar verwachting van toepassing zijn in de periode waarin de activa en het vreemde vermogen worden gerealiseerd of afgewikkeld. LATENTE BELASTINGVORDERINGEN De in de toekomst te verrekenen belasting in verband met: – verrekenbare tijdelijke verschillen; – beschikbare voorwaartse verliescompensatie; en – beschikbare fiscale verrekeningsmogelijkheden. MONETAIRE ACTIVA EN PASSIVA Monetaire activa en passiva zijn activa en passiva die, uit hoofde van een contract of op een andere wijze, een vast aantal valutaeenheden representeren. Voorbeelden zijn liquide middelen, en kort- en langlopende rekeningen en schuldpapier te ontvangen of te betalen in liquiditeiten. NETTOVERMOGENSWAARDE De nettovermogenswaarde is een vorm van de vermogensmutatiemethode. De initiële nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang wordt bepaald op basis van de reële waarde van de verkregen activa en passiva. Na de initiële waardering van de activa en passiva tegen de reële waarde, worden de activa en passiva van het kapitaalbelang op basis van de grondslagen van de moedermaatschappij gewaardeerd. In de winst- en verliesrekening van de moedermaatschappij wordt het aandeel in het resultaat van de deelneming opgenomen. NOTIONAL AMOUNTS De notional amounts geven de rekeneenheden weer die met betrekking tot derivaten de verhouding weergeven met de onderliggende waarden van de activa. Deze notional amounts geven echter niet de kredietrisico’s als gevolg van derivatentransacties aan. ONDERHANDSE LENING Onderhandse leningen aan overheden, andere publieke organen, openbare nutsbedrijven, ondernemingen, overige instellingen of individuen met een leningovereenkomst als enig eigendomsrecht. ONDERHANDSE PLAATSING Een emissie, waarbij de nieuw uitgegeven aandelen of obligaties in bezit komen van een gelimiteerd aantal inschrijvers die de nieuwe effecten willen kopen. ONHERROEPELIJKE ACCREDITIEVEN Een onherroepelijk accreditief betreft een verplichting om ten behoeve van cliënten onder bepaalde voorwaarden betalingen te verrichten bij ontvangst van een bepaald document of een wissel. Een onherroepelijk accreditief kan niet door de bank worden opgezegd of aangepast gedurende de looptijd van de overeenkomst tenzij alle betrokkenen hiermee instemmen. ONHERROEPELIJKE FACILITEITEN Onherroepelijke faciliteiten bestaan voornamelijk uit faciliteiten die zijn toegezegd aan zakelijke klanten, maar waarop nog geen beroep is gedaan en toezeggingen tot het aankopen van nog door overheden en private instellingen uit te geven effecten.
OPERATING LEASE Een leasecontract welke niet voldoet aan de definitie van een finance lease. OPTIECONTRACTEN Optiecontracten geven de koper, na betaling van een premie, het recht, maar niet de verplichting, om een financieel instrument of valuta te kopen of te verkopen binnen een vooraf overeengekomen termijn tegen een contractprijs, die kan worden verrekend in contanten. Bij geschreven opties is ING Groep onderhevig aan marktrisico, maar niet aan kredietrisico, omdat de tegenpartij al aan haar verplichtingen heeft voldaan door het betalen van een premie. OUT OF THE MONEY Een call optie is ‘out of the money’ indien de uitoefenprijs hoger is dan de prijs van de onderliggende waarde. Een put optie is ‘out of the money’ indien de uitoefenprijs lager is dan de prijs van de onderliggende waarde. OVER-THE-COUNTER INSTRUMENT Niet-gestandaardiseerd financieel instrument die niet op een beurs wordt verhandeld, maar rechtstreeks tussen marktpartijen. POST-EMPLOYMENT BENEFIT PLANS (VERGOEDINGEN NA UITDIENSTTREDING) Formele of informele overeenkomsten waarbij een onderneming aan één of meerdere werknemers na uitdiensttreding vergoedingen versterkt. Vergoedingen na uitdiensttreding betreffen ‘employee benefits’, met uitzondering van ontslaguitkeringen, die verschuldigd zijn na beëindiging van het dienstverband. PREFERENTE AANDELEN Een preferent aandeel is soortgelijk aan een gewoon aandeel, maar heeft bepaalde voorkeursrechten. Deze rechten hebben veelal betrekking op een gegarandeerd vast (cumulatief) dividend of een gegarandeerd rendement op de investering van de aandeelhouder. PROJECTED UNIT CREDIT METHOD Een actuariële waarderingsmethode, waarbij ieder dienstjaar recht geeft op een afzonderlijke aanspraak en iedere aanspraak in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de uiteindelijke verplichting. REËLE WAARDE Het bedrag waarvoor een actief of passief op balansdatum op een reële economische basis tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen kan worden verhandeld (‘at arm’s length’). RENTEDRAGENDE INSTRUMENTEN Een rentedragend instrument is een financieel actief of passief waarvoor een tijdsafhankelijke vergoeding wordt betaald, in verhouding tot een bepaalde nominale waarde. RENTEKORTING Winstdeling bij levensverzekeringen. Een aan de polishouder verleende korting, die gebaseerd is op de contante waarde van het verschil tussen de rekenrente gebruikt voor het berekenen van de premie en het verwachte rendement op beleggingen. De winstdeling wordt verstrekt in de vorm van een lagere premie, welke gerelateerd is aan het rendement op overheidspapier. SCHADE Een verzoek om uitkering op een polis naar aanleiding van een verzekerde gebeurtenis, zoals overlijden of invaliditeit van de verzekerde, de afloop van een levensverzekering, ziektekosten, vernietiging of beschadiging van eigendommen en daaraan gerelateerde ongevallen of overlijden, gebreken aan, pandrechten of aanspraken op de eigendomstitel van onroerend goed of een borgverlies. SCHADERATIO De schaderatio betreft de schaden, inclusief de schadebehandelingskosten, uitgedrukt als percentage van de netto verdiende premie.
SWAPCONTRACTEN Swap-contracten zijn verplichtingen om contanten op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip te verrekenen, gebaseerd op verschillen tussen specifieke financiële indices met betrekking tot de nominale hoofdsommen. In het algemeen vindt op contractdatum geen verrekening van contanten plaats en worden door geen van beide partijen hoofdsommen uitgewisseld. TERMIJNCONTRACTEN Termijncontracten zijn verplichtingen om valuta of andere financiële instrumenten te kopen of verkopen op een van te voren vastgesteld toekomstig tijdstip. TIER-1 KAPITAAL Het Tier-1 kapitaal wordt ook wel aangeduid als kernkapitaal van ING Bank. Het bevat het volgestorte aandelenkapitaal, alle reserves uitgezonderd de herwaarderingsreserve, het fonds voor algemene bankrisico’s, ingehouden winsten en het belang van derden. TIER-1 RATIO De Tier-1 ratio geeft het Tier-1 kapitaal van ING Bank weer als percentage van zijn totale risico gewogen activa. De Nederlandse Bank heeft bepaald dat dit minimaal 4% moet zijn. TOT EINDE LOOPTIJD AANGEHOUDEN BELEGGINGEN Financiële activa, niet zijnde derivaten, met vaste of vooraf bepaalde betalingen en een vastgelegde vervaldatum waarvoor de Groep de intentie en mogelijkheid heeft om deze tot het einde van de looptijd aan te houden anders dan die activa: (a) die bij eerste verwerking zijn aangewezen als financiële activa tegen reële waarde met waardemutaties door het resultaat, (b) die zijn aangewezen als beschikbaar voor verkoop (c) die voldoen aan de definitie van kredieten. VERDIENDE PREMIES Het gedeelte van de geboekte nettopremies in de huidige en voorgaande perioden, welke betrekking heeft op het verstreken deel van de looptijd van de polis, berekend door de mutaties in de voorziening voor niet-verdiende premies en lopende risico’s in mindering te brengen op de nettopremies. VERDISCONTEERDE WISSELS Wissels die onder aftrek van interest zijn verkocht en de eigenaar het recht geven om op een bepaalde datum een bepaald geldbedrag te ontvangen. VERWERKING Het proces van opname in de balans en winst- en verliesrekening van een post die aan de definitie van een element en aan de volgende criteria voldoet: – het is waarschijnlijk dat enig aan die post verbonden toekomstig economisch voordeel aan de onderneming zal toevloeien of gepaard zal gaan met een uitstroom; en – de post heeft een kostprijs of waarde waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. VOORWAARDELIJKE VERPLICHTINGEN Voorwaardelijke verplichtingen betreft toezeggingen of risico’s, waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze resulteren in een uitstroom uit ING Groep van middelen, dan wel. De onderliggende waarde van deze verplichtingen is niet als vreemd vermogen in de balans verantwoord. Voor deze producten, vertegenwoordigt de onderliggende waarde het maximale potentiële kredietrisico voor ING Groep, verondersteld dat al haar tegenpartijen hun contractuele verplichtingen niet meer zouden nakomen en alle bestaande zekerheden geen waarde zouden hebben. WARRANT Een financieel instrument dat de houder ervan het recht geeft gewone aandelen te kopen.
SCHATKISTPAPIER In het algemeen korte termijn schuldbewijzen uitgegeven door een centrale overheid. Certificaten van Nederlands schatkistpapier worden beschouwd als Nederlands schatkistpapier.
ING Groep Jaarverslag 2005
199
2.5
ALGEMENE INFORMATIE
ING-PUBLICATIES – Jaaroverzicht, in het Nederlands en Engels; – Jaarverslag, in het Nederlands en Engels; – Maatschappelijk Verslag, in het Nederlands en Engels; – Annual Report on Form 20-F, in het Engels (volgens SEC-richtlijnen) Alle publicaties zijn beschikbaar op internet: www.ing.com/groep De publicaties kunnen worden aangevraagd op internet: www.ing.com/groep onder Bestel ING-publicaties, per fax: 0411 652125 of per post: Postbus 258, 5280 AG Boxtel.
ING GROEP N.V. Amstelveenseweg 500, 1081 KL Amsterdam Postbus 810, 1000 AV Amsterdam Telefoon: 020 541 54 11 Fax: 020 541 54 44 Internet: www.ing.com Handelsregister Amsterdam, nr. 33231073
REDACTIE EN PRODUCTIE ING Groep N.V., Corporate Communications, Amsterdam ONTWERP EN PRODUCTIE Addison Corporate Marketing, London DRUKWERK PlantijnCasparie Capelle a/d IJssel
200
ING Groep Jaarverslag 2005
JURIDISCHE KENNISGEVING In dit jaaroverzicht zijn verwachtingen omtrent toekomstige gebeurtenissen opgenomen. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op de huidige inzichten en veronderstellingen van het management met betrekking tot bekende en onbekende risico’s en onzekerheden. De feitelijke resultaten, prestaties of andere omstandigheden kunnen in meer dan geringe mate afwijken van de uitgesproken verwachtingen als gevolg van wijzigingen in onder meer (i) de algemene economische omstandigheden, met name in voor ING belangrijke markten, (ii) de omstandigheden op de financiële markten en/of in opkomende economieën, (iii) de frequentie en ernst van verzekerde schadegevallen, (iv) de sterfte-, invaliditeits- en ziektecijfers en ontwikkelingen hierin, (v) het verval in portefeuilles,(vi) het rentepeil, (vii) valutakoersen, (viii) concurrentieverhoudingen, (ix) wet- en regelgeving en (x) het beleid van overheden en/of regelgevende toezichthouders. ING acht zich niet verplicht de in dit document opgenomen toekomstverwachtingen op enig moment te actualiseren.
30%
Cert no. SGS-COC-2359
Het logo van de Forest Stewardship Council (FSC) geeft aan dat het voor dit verslag gebruikte hout uit bossen komt die worden beheerd volgens strikte milieu-, sociale en economische normen.
www.ing.com
2005 ING Groep Jaarverslag
JAARVERSLAG 2005
221123
Strategische koers leidt tot winstgevende groei
ING GROEP
www.ing.com