'Zien Leidt tot gedenken, gedenken tot doen' Babylonische Talmoed, Menachto 43B
Het waarborgen van Rosj Hasjana De rol van culture instellingen en Joods Maatschappelijke organisaties
Naam: Manon Nout Studentennummer: 609017 Opleiding: Bachelor Cultureel Erfgoed Collegejaar: 2011-2012 Datum:5 juni 2012 Begeleider: Irina Leifer
Titelblad
'Zien leidt tot gedenken, gedenken tot doen' Babylonische Talmoed, Menachto 43B
Het waarborgen van Rosj Hasjana De rol van culturele instellingen en joods maatschappelijke organisaties
Naam: Manon Nout Studentennummer: 609017 Opleiding: Bachelor Cultureel Erfgoed Collegejaar: 2011-2012 Datum:5 juni 2012 Begeleider: Irina Leifer
2
Voorwoord Het schrijven van een scriptie is een proces. Toen ik begon met schrijven aan mijn scriptie was het schrijven om het schrijven. Het hoe en waarom ik iets schreef was nog niet duidelijk. Na veel gelezen en gesproken te hebben met deskundigen ging er een lampje branden. Ik wist precies wat ik wilde schrijven en waarom. Ik zag verbanden te voorschijn komen en de puzzel viel in elkaar en resulteerde in deze scriptie. Deze scriptie had ik nooit kunnen maken zonder de hulp van een aantal mensen. Ik wil iedereen bedanken die mij geholpen heeft bij deze scriptie. Toch wil ik een aantal mensen in het bijzonder bedanken. Mijn scriptiebegeleidster Irina Leifer, haar gesprekken en feedback hebben mij geholpen om mijn eigen werk kritisch te bekijken. Ze liet mij door de bomen het bos weer zien, waarin ik soms verdwaalde. Albert van der Zeijden, voor de tijd en interesse die hij getoond heeft in mijn scriptie. Zijn gesprekken en e-mail contact hebben een grote bijdrage geleverd aan de theoretische kant van dit onderzoek. Door zijn tips en adviezen ben ik kritischer gaan kijken naar mijn scriptie. Rini van Helten, voor het op spelling en grammatica controleren van deze scriptie. Zonder hem had deze scriptie vol gestaan met spelling- en grammaticafouten. Mijn studiegenoot en vriendin Faye van 't Hull wil ik bedanken voor het samen afnemen van interviews met immaterieel erfgoed deskundigen. Het delen van literatuur en gevoerde gesprekken over onze scripties hebben een bijdrage geleverd aan mijn scriptie. Tenslotte wil ik nogmaals iedereen bedanken voor de interesse en steun die ik afgelopen periode tijdens het schrijven van mijn scriptie heb gehad.
3
Samenvatting Engels The year 2012 has been declared the Year of the intangible heritage and on April 19, 2012, the Dutch House of Representatives agreed to ratify the UNESCO Convention for the protection of intangible cultural heritage. The protection of intangible heritage, or rather the safeguard of intangible heritage is a hot topic in the Netherlands. Here are common questions like how do you safeguard a tradition? In my thesis I have chosen a specific topic and that is Rosh Hashanah, the Jewish New Year. Research has shown that Jewish identity is fading, and this effects the transmission of traditions, like Rosh Hashanah. In my thesis I have tried to give a way how Rosh Hashanah can be guaranteed. Safeguarding is a process, so I have looked at the possible role of Jewish social organization and cultural institutions. UNESCO plays an important role in safeguarding intangible heritage, the Convention for the protection of intangible cultural heritage ensures that the signed countries must adhere to the guidelines. An important part of the convention is that the community should play an important role in the safeguarding process. UNESCO has also prepared two lists for the protection of intangible heritage: the urgent protection list, and the representative list. These lists can be seen as tools in the process of safeguarding intangible heritage. In the Dutch heritage world, press talked about intangible heritage and how this can be best safeguarded. In 2005 a survey of 33 experts, which showed that there was a demand for a rural infrastructure of intangible heritage. This infrastructure should consist of three functions: research and documentation, museum collection and presentation and promotion and visibility. With the guidance of UNESCO and the national infrastructure intangible heritage I started looking at the role the Jewish social organization and cultural institution currently play in ensuring Rosh Hashanah. This showed that most organizations and institutions are sometimes unwittingly involved in safeguarding Rosh Hashanah. I have pulled apart the functions of the national infrastructure of intangible heritage and it seems there are six.Then I present the positions of the Jewish social organizations and cultural institutions and try to place them within these six functions. This gave me an idea of where the lacks were in the safeguarding of Rosh Hashanah. Jewish social organizations and cultural institutions can play an important role in safeguarding of Rosh Hashanah. It is important that the organizations and institutions work together and that they are able to obtain advice of an intangible heritage expert. In this way, Jewish social organizations and cultural institutions work together on the safeguarding of Rosh Hashanah so it can be guaranteed. They can also choose to apply for the UNESCO representative list, which they would use as an aid in securing. Safeguarding Rosh Hashanah is a continuous process where Jewish social organizations and cultural institutions can play a major role in. This can be achieved by the organizations and institutions when they are willing to work together and invest their time and money into this process.
4
Samenvatting Nederlands Het jaar 2012 is uitgeroepen tot het jaar van het immaterieel erfgoed en op 19 april 2012 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het ratificeren van de UNESCO conventie ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed. Het beschermen van immaterieel erfgoed, of beter gezegd het waarborgen van immaterieel erfgoed is een actueel onderwerp in Nederland. Hierbij komen veel vragen kijken, zoals hoe waarborg je een traditie? In mijn scriptie heb ik gekozen voor één specifiek onderwerp en dat is Rosj Hasjana, het Joods Nieuwjaar. Uit onderzoek is gebleken dat de Joodse identiteit aan het vervagen is en dit heeft invloed op de overdracht van tradities, zoals Rosj Hasjana. In mijn scriptie heb ik geprobeerd een manier te vinden waarop Rosj Hasjana gewaarborgd kan worden. Het waarborgen is een proces, daarom heb ik gekeken naar wat de mogelijke rol kan zijn van Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen. UNESCO speelt een belangrijk rol bij het waarborgen van immaterieel erfgoed, de conventie ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed zorgt ervoor dat de getekende landen zich moet houden aan richtlijnen. Belangrijk onderdeel van de conventie is dat de gemeenschap een belangrijke rol moet spelen bij het waarborgen. UNESCO heeft ook twee lijsten opgesteld voor de bescherming van immaterieel erfgoed: de dringende bescherming lijst en de representatieve lijst. Deze lijsten kunnen als hulpmiddel worden gezien bij het proces van waarborgen van immaterieel erfgoed. In de Nederlandse erfgoedwereld wordt druk gesproken over immaterieel erfgoed en op welke wijze dit het beste gewaarborgd kan worden. In 2005 is er een onderzoek gedaan onder 33 deskundigen, hieruit bleek dat er vraag was naar een landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Deze infrastructuur zou moeten bestaan uit drie functies: onderzoek en documentatie, museaal verzamelen en presenteren en promotie en zichtwaarmaking. Met de richtlijnen van UNESCO en de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed ben ik gaan kijken naar de rol van die de Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen op dit moment spelen op het gebied van het waarborgen van Rosj Hasjana. Hieruit bleek dat de meeste organisaties en instellingen zich soms onbewust bezig houden met het waarborgen van Rosj Hasjana. De functies van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed heb ik uit elkaar getrokken en er zes functies van gemaakt. Daarna heb ik de huidige posities van de Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen proberen te plaatsen binnen deze zes functies. Hierdoor kreeg ik een beeld van waar de gaten lagen bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Joods maatschappelijke organisatie en culturele instellingen kunnen een belangrijke rol spelen bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Het is van belang dat de organisaties en instellingen samen gaan werken en dat ze advies kunnen krijgen van een immaterieel erfgoed deskundige. Op deze manier kunnen Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen er samen voor zorgen dat Rosj Hasjana gewaarborgd wordt. Daarnaast kunnen ze kiezen om een aanvraag te doen voor de UNESCO representatieve lijst, dit zouden ze als hulpmiddel kunnen gebruiken bij het waarborgen. Het waarborgen van Rosj Hasjana is een continu proces, waarbij Joods maatschappelijke organisatie en culturele instellingen een grote rol bij kunnen spelen. Hiervoor moet er bij de organisaties en instellingen wel bereidheid zijn om met elkaar om de tafel te gaan zitten en er tijd en dus ook geld in moeten steken.
5
Inhoudsopgave Titelpagina
Blz. 2
Voorwoord
Blz. 3
Samenvatting Engels
Blz. 4
Samenvatting Nederlands
Blz. 5
Inleiding
Blz. 6
1.Theoretisch kader
Blz. 10
1.1 Joodse bevolking in Nederland anno 2012 1.1.1 Binding aan het Jodendom 1.1.2 De overdracht van de Joodse binding 1.2 Betekenis en viering van Rosj Hasjana 1.3 Korte geschiedenis van het waarborgen van immaterieel erfgoed 1.3.1 Tradities: wat zijn het en hoe worden ze op dit moment gewaarborgd 1.3.2 Culturele instellingen en joods maatschappelijke organisaties die zich bezig houden met Rosj Hasjana
Blz.10 Blz.11 Blz.13 Blz.14 Blz.15 Blz.17
2. Joods maatschappelijke organisaties in Nederland
Blz.19
2.1 Inleiding 2.2 De belangrijkste Joods maatschappelijke organisaties in Nederland 2.1.1 Missie en visie van Joods maatschappelijke organisaties 2.3 De huidige rol van Joods maatschappelijke organisaties in het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana
Blz.19 Blz.19 Blz.20
3. Culturele instellingen en de Joodse feestcultuur
Blz.27
3.1 Inleiding 3.2 Culturele instellingen die zich bezig houden met Joodse feestcultuur 3.2.1. Missie en visie 3.3 De huidige rol van culturele instellingen in het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana
Blz.27 Blz.28 Blz.28
4. Waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana
Blz. 35
4.1 Inleiding 4.2 Het waarborgen van traditie 4.2.1 Richtlijnen 4.3 Het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana 4.3.1 Advies
Blz.35 Blz.36 Blz.38 Blz.41 Blz.45
Conclusie
Blz.48
Overzicht geraadpleegde bronnen
Blz. 50
Bijlagen
Blz. 54
Blz.18
Blz.23
Blz.31
Bijlage I Profiel van Joden in Nederland anno 2012 Blz.54 Bijlage II Conventie betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed Blz.55 6
Inleiding Het onderwerp van mijn scriptie is: het waarborgen van Rosj Hasjana. 'Wat? Het waarborgen van Rosj Hasjaanaa!?', dit is een reactie die ik veel kreeg als ik vertelde over mijn scriptie. Het onderwerp riep veel vragen op, zoals: wat is Rosj Hasjana en wat bedoel je met waarborgen? Rosj Hasjana oftewel Joods Nieuwjaar is een van de belangrijkste Joodse feestdagen. Het feest kent zoals de meeste feesten een aantal tradities en gewoonten, deze worden vaak van ouder op kind overgedragen. Wat gebeurt er als deze traditie niet meer of in minder mate wordt overgedragen, verdwijnt de traditie dan? Door een traditie te waarborgen blijft deze bewaard voor de toekomstige generaties. Over het waarborgen van tradities is veel geschreven en gediscussieerd. In deze scriptie zal ik ingaan op welke wijze de traditie van Rosj Hasjana gewaarborgd kan worden en welke rol Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen hierbij kunnen spelen. Onderwerp en aanleiding Het jaar 2012 is uitgeroepen tot het themajaar van het immaterieel erfgoed, onder immaterieel erfgoed vallen: de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden als de instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes die daarmee worden geassocieerd, die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed1. In specificatie worden de volgende domeinen genoemd: (a) orale tradities en uitdrukkingen, inclusief taal als een vehikel van immaterieel cultureel erfgoed; (b) podiumkunsten; (c) sociale gewoonten, rituelen en feestelijke gebeurtenissen; (d) kennis en praktijken betreffende de natuur en het universum; (e) traditionele ambachtelijke vaardigheden.2 Door middel van het themajaar immaterieel erfgoed wil men aandacht vragen voor immaterieel erfgoed en het waarborgen ervan. Ik wilde graag onderzoek doen naar het proces van waarborgen, daarom heb ik ervoor gekozen om een feest te nemen en te kijken op welke wijze dit gewaarborgd kan worden. Bij het maken van mijn keuze ben ik op internet gaan surfen en kwam ik bij Joodse feestdagen terecht. Ik besefte me dat ik weinig kennis had over deze feestdagen en ben ik me daar beter in gaan verdiepen. Ik kwam erachter dat het Joods Nieuwjaar oftewel Rosj Hasjana een belangrijke rol speelt in het Joodse. Daarom wilde ik graag meer te weten komen over Rosj Hasjana en op welke wijze deze traditie bewaard kan worden. In de media hoor je weinig over het Rosj Hasjana, betekent dit dat het in Nederland niet gevierd wordt? Er wonen ruim 52.000 Joden3 in Nederland, dit betekent niet dat ze allemaal Rosj Hasjana vieren. Uit het rapport, geschreven in opdracht van Joods Maatschappelijk Werk (JMW), blijkt dat 90 procent van de 665 ondervraagden zich daadwerkelijk Joods voelt. „Het grootste deel van degenen die zich Joods voelen, beleeft dat echter niet op religieuze wijze of is niet aangesloten bij een Joods kerkgenootschap”, aldus JMW-directeur Hans Vuijsje. In het onderzoek komt namelijk ook naar voren dat de Joodse identiteit sterk aan het vervagen is.4De Joodse identiteit is aan het vervagen, wat heeft dit voor gevolgen voor Joodse feesten, zoals Rosj Hasjana? Hoe wordt Rosj Hasjana gewaarborgd en gevierd door de Joodse gemeenschap in Nederland? En waar haalt de Joodse gemeenschap de informatie vandaan om Rosj Hasjana te vieren, is dit vooral van overdracht binnen de familie of zijn er Joodse organisaties en culturele instellingen bij betrokken? Wat is de rol van Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen bij het waarborgen van Rosj Hasjana? Dit zijn allemaal vragen die bij mij boven kwamen tijdens mijn vooronderzoek. Aan de hand van mijn vooronderzoek heb ik hoofd- en deelvragen geformuleerd.
1
http://www.unesco.org/culture/ich/doc/src/00009-NL-PDF.pdf (blz.2) (27 februari 2012) Ibidem, blz. 3 (geraadpleegd 27-2-2012) 3 http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/aantal_Joden_in_nederland_toegenomen_1_502439( 5 januari 2012) 4 Ibidem 2
7
De onderzoeksvraag in mijn scriptie zal de volgende zijn: 'Wat kan de rol van Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen zijn bij het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana?' De volgende deelvragen zullen beantwoord worden: Wat zijn de belangrijkste Joodse maatschappelijke organisaties in Nederland? Welke rol spelen Joodse maatschappelijke organisaties op dit moment? Welke culturele instellingen houden zich bezig met de Joodse feestcultuur? Welke rol spelen culturele instellingen op dit moment? Hoe waarborg je een traditie? Hoe kan de traditie van Rosj Hasjana worden gewaarborgd? Kort literatuuroverzicht In het onderzoek heb ik literatuuronderzoek gedaan naar twee onderwerpen: het waarborgen van immaterieel erfgoed en Joden in Nederland en het vieren van Rosj Hasjana. Bij het waarborgen van immaterieel erfgoed heb ik gebruik gemaakt van internationale en nationale literatuur, omdat men op internationaal niveau voorloopt op nationaal niveau. De internationale literatuur bestond uit beleidsdocumenten van United Nations Educational Scientific and Cultural Organization( afgekort UNESCO). Voor de nationale literatuur heb ik gebruikt gemaakt van 'het rapport Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland, rapportage op basis van interviews met 33 deskundigen, in opdracht van het ministerie van OCW, directie Cultureel Erfgoed' en het boek 'Immaterieel erfgoed en volkscultuur. Almanak bij een actueel debat' . Deze internationale literatuur samen met de nationale literatuur zijn de basis geweest voor dit onderzoek. Bij het literatuuronderzoek naar Joden in Nederland en het vieren van Rosj Hasjana heeft het boek: 'De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering' een beeld gegeven van de populariteit en de overdracht van Rosj Hasjana en haar traditie. Om een beeld te schetsen van de inhoud van Rosj Hasjana en hoe het feest in de praktijk gevierd wordt hebben de boeken:' Jodendom in de praktijk' en 'Mijn joodse jaar: de feestdagen van Rosj Hasjana tot Sjawoeot' een belangrijke rol gespeeld. Het beeld over Joden in Nederland en hoe Rosj Hasjana gevierd worden hebben een bijdrage geleverd aan het beantwoorden van mijn hoofdvraag. Data en methode De basis van mijn onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek en deskresearch, deze basis was nodig voor de interviews met de verschillende betrokken personen en de bezoeken aan culturele instellingen. Tijdens het literatuuronderzoek ben ik gaan kijken wat er allemaal gedaan wordt op het gebied van immaterieel erfgoed en welke instellingen erbij betrokken zijn. Het literatuuronderzoek heeft mij een actueel beeld gegeven van wat er op gebied van waarborgen wordt gedaan. Ook heb ik in het literatuuronderzoek gekeken naar de inhoud van Rosj Hasjana en welke tradities daarbij komen kijken. Bij het deskresearch ben ik op zoek gegaan naar culturele instellingen en Joods maatschappelijke organisaties, om een beter beeld te van hun te krijgen. Daarnaast was bij de Joods maatschappelijke organisaties een selectie nodig, omdat er in Nederland veel Joods maatschappelijke organisaties zijn. Na het deskresearch heb ik waar nodig telefonisch en via de e-mail contact opgenomen met Joods maatschappelijke organisatie. Hierbij heb ik vragen gesteld over hun missie en activiteiten. De resultaten uit het deskresearch en contact met Joods maatschappelijke organisaties heb ik naast het literatuuronderzoek gelegd en hieruit mijn conclusies getrokken. Nadat ik een beeld van de culturele instellingen had ben ik de instellingen gaan bezoeken, hierbij ben ik gaan kijken naar hoe men in de tentoonstelling omgaat met Rosj Hasjana. Na de bezoeken heb ik 8
met een aantal culturele instellingen contact opgenomen, om te vragen op welke manier ze Rosj Hasjana proberen te waarborgen. De informatie die ik heb verkregen uit deskresearch, bezoek en emailcontact heb ik naast het literatuuronderzoek van waarborgen van Rosj Hasjana gelegd. Hieruit heb ik mijn conclusies getrokken. De interviews met immaterieel erfgoed deskundigen hebben ervoor gezorgd dat ik een beeld kreeg van hoe het waarborgen van immaterieel erfgoed in de praktijk gaat . Er .bleek een wrijving te zijn tussen de theorie en praktijk, dit heb ik in het achterhoofd gehouden bij de conclusie
De theorie en kennis die ik heb opgedaan met het literatuuronderzoek, desk research en interviews heb ik naast elkaar gelegd. Om hierdoor een beeld te geven van hoe Rosj Hasjana gewaarborgd kan worden en wat hierbij de rol van culturele instellingen en Joods maatschappelijke organisaties kunnen zijn. Opbouw van scriptie Deze scriptie is als volgt opgebouwd. Het eerste hoofdstuk vormt het theoretisch kader van deze scriptie. Hierin ga ik in op de Joodse bevolking in Nederland, om zo een beeld te geven van deze groep. Daarnaast ga ik in op de betekenis van Rosj Hasjana en tenslotte sluit ik af met paragraaf over het waarborgen van immaterieel erfgoed. In het tweede hoofdstuk zal worden ingegaan op welke Joods maatschappelijke organisaties er zijn in Nederland en de doelstellingen van deze organisaties. Ook zal ingegaan worden op de huidige rol van Joods maatschappelijke organisaties bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Het derde hoofdstuk lijkt qua vorm veel op het tweede hoofdstuk, maar in het derde hoofdstuk gaat het om culturele instellingen en de Joodse feestcultuur. Er wordt ingegaan op welke culturele instellingen op dit gebied actief zijn en wat hun huidige rol is bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Het vierde hoofdstuk gaat over waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana, hierin wordt gekeken op welke wijze een traditie gewaarborgd kan worden. In de laatste paragraaf van hoofdstuk vier zal een manier gegeven worden waarop Rosj Hasjana gewaarborgd kan worden. Tenslotte bevat hoofdstuk vijf een conclusie waar de hoofd- en deelvragen worden beantwoord.
9
1. Theoretisch Kader 1.1 Joodse bevolking in Nederland anno 2012 Nederland heeft 16.723.5245 Inwoners, hiervan is ruim 52.000 Joods6. Dit betekent niet dat al deze Joden zich ook Joods voelen. Uit een rapport, geschreven in opdracht van Joods Maatschappelijk Werk (JMW), blijkt dat 90 procent van de 665 ondervraagden zich daadwerkelijk Joods voelt.„Het grootste deel van degenen die zich Joods voelen, beleeft dat echter niet op religieuze wijze of is niet aangesloten bij een Joods kerkgenootschap”, aldus JMW-directeur Hans Vuijsje. In het onderzoek komt namelijk ook naar voren dat de Joodse identiteit sterk aan het vervagen is.7 Het vervagen van de Joodse identiteit wordt als een probleem beschouwd, maar wat is de Joodse identiteit. In de scriptie zal ik niet ingaan op de discussie rondom het begrip identiteit. Om een beter beeld te geven van Joden in Nederland en de Joodse identiteit heb ik in deze paragraaf een profiel geschetst van Joden in Nederland. In 2001 presenteerde de Commissie voor Demografie de resultaten van het sociaal- demografisch onderzoek onder Joden in Nederland. In het onderzoek werd niet alleen gekeken naar de demografie van de Joden in Nederland, maar ook naar de vorm en inhoud van hun Joodse binding. Bij de presentatie in 2001 werd al aangekondigd dat men binnen korte tijd een aanvullend onderzoek wilde doen. Door financiële bijdragen van verschillende stichtingen werd een vervolgonderzoek mogelijk. Dit resulteerde in het boek 'De Joden in Nederland anno 2009', waarin resultaten van het eerdere onderzoek werden vergeleken met de nieuwe resultaten. In het boek wordt een sociaal- demografisch profiel geschetst van Joden in Nederland, om een beeld te krijgen van de Joodse bevolking in Nederland heb ik puntsgewijs een aantal zaken op een rij gezet, zie bijlage I Profiel van Joden in Nederland blz. 53. In het onderzoek van Hanna van Solinge werd de vraag gesteld: 'Kunt u beschrijven wat u Joods maakt, in plaats van 'gewoon' Nederlands?' De antwoorden op deze vraag lieten een grote verscheidenheid zien. De Joodse identiteit werd in sommige gevallen in religieuze termen gevat, maar ook als iets onontkoombaars gezien. Vaak wordt humor genoemd als typisch Joodse eigenschap, voor een enkeling is dit ook het enige onderscheidend aspect. De meeste deelnemers van het onderzoek brengen het Joods gevoel in verband met de sfeer van het ouderlijk huis en de ervaring van geborgenheid in de Joodse vriendenkring. Dit komt goed naar voren in de onderstaande vier citaten8. Het woord 'nesjomme' is Jiddisch voor ziel, menselijke betrokkenheid. De ʻʻnesjommeʼʼ en de warmte in het Jodendom, vrienden en familie, kinderen en kleinkinderenʼ (vrouw, geboren in 1946, twee Joodse ouders) ʻ…verbondenheid en ʻʻclanʼʼ gevoel (vrouw, geboren in 1945, twee Joodse ouders) Wat maakt mij Joods? Ik geloof dat ik het belangrijkste kenmerk kan beschrijven als dat merkwaardige gevoel van herkenning en gedeeltelijke zielsverwantschap, wanneer ik samen ben met een van mijn Joodse vrienden (vrouw, geboren in 1959, Joodse moeder) ʻDe verbondenheid met Joodse vrienden en tradities, je daar veilig voelen, een half woord nodig hebbenʼ (vrouw, geboren in 1946, twee Joodse ouders.
5
http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/bevolking/cijfers/extra/bevolkingsteller.htm (24 februari 2012) http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/aantal_Joden_in_nederland_toegenomen_1_502439( 5 januari 2012) 7 Ibidem 8 Solinga, Hanna van, Praag, Carlo van, De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering, Diemen 2010 (blz.67) 6
10
1.1.1 Binding aan het Jodendom In het boek' De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering' is een beeld geschetst van de binding aan het Jodendom in 2009. Voor mijn onderzoek is het van belang om te weten in hoeverre Rosj Hasjana leeft in Nederland. Ook kan de mate van binding met het Joden en religie, feesten en gebruiken invloed hebben op de overdracht van tradities. Voor het onderzoek zijn meetinstrumenten ontwikkeld, in het boek genoemde bindingsschalen. Deze bindingsschalen zijn te zien in tabel 1.1, ook is de onderlinge samenhang te zien. Tabel 1.1 Onderlinge samenhang tussen de schalen (correlatiecoëfficiënten) Schaal
Religie, etc.
Gemeenschap
Cultuur
Israël
Antisemitisme
WO 2
ZelfDefinitie
Religie, feesten en gebruiken Gemeenschap
0,79
Cultuur
0,60
0,67
Israël
0.40
0,52
0,56
Antisemitisme
0,25
0,31
0,36
0,45
WO 2
-0,22
-
-
0,17
0,31
Zelfdefinitie
0,60
0,63
0,55
0,53
0,42
-
Rapportcijfer betrokkenheid
0,60
0,65
0,61
0,57
0,34
-
0,64
Bron: De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering, blz. 53
Uit de tabel blijken de schalen binding aan de gemeenschap, Joodsculturele belangstelling en religie, feesten en gebruiken een samenhang te vertonen. De schaal religie, feesten en gebruiken is voor mijn onderzoek interessant om te bekijken, in tabel 1.2 is de deelname hieraan te zien. Hieruit blijkt dat 44% niets doet aan joodse religie of gebruiken en 41% niet religieus is maar sommige gebruiken volgt. Bij de gebruiken moet gedacht worden aan maaltijden. Ook blijkt dat respondenten met twee Joodse ouders hoger scoren op bindingsschalen, dan respondenten waarvan maar een ouder Joods is. Tabel 1.2 Deelname aan religie, feesten en gebruiken naar Joodse afkomst (a: minder betrouwbaar vanwege kleine omvang van de groep) Deelname aan religie, feesten en gebruiken
beide ouders Joods
alleen Joodse moeder
alleen Joodse vader
'groot vader joden'
allen
Doet niets aan joodse religie of gebruiken
29
45
69
72
44
Niet religieus, maar volgt wel sommige gebruiken
50
43
24
20
41
Religieus, maar volgt niet alle geboden
16
7
5
5a
11
Religieus en volgt alle geboden
5
5
2
3a
4
N
347
112
158
39
665
Bron: De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering ,blz.57
11
In het onderzoek van Hanna Solinga is ook gekeken naar de invloed van het geboortejaar op elke bindingsschaal. Elke bindingsschaal wordt verder uit gediept, voor de schaal religie, feesten en gebruiken is onder andere gekeken naar feesten en het percentage dat altijd doet aan een bepaald feest. In tabel 1.3 is af te lezen dat ruim een kwart van de respondenten Rosj Hasjana viert en dat bij Joden geboren tussen 1946 en 1959 ruim 40% is. Deze gegevens zijn van belang voor mijn scriptie als het gaat om het overdragen van tradities van generatie op generatie en heeft invloed op het voortbestaan van de tradities van Rosj Hasjana. Bijvoorbeeld Betje wordt geboren tijdens de Tweede Wereldoorlog en komt uit een religieus Joods gezin. Op haar achttiende krijgt ze dochtertje Sara, deze voedt ze net als ze zelf is opgevoed religieus op en leert haar de tradities van het Jodendom. Dochter Sara trouwt met een niet-Joodse man en krijgen samen een dochtertje Roosje, in de opvoeding wordt wel aandacht besteed aan het Jodendom en haar traditie. De mate waarin dit gebeurt is minder, de overdracht van de traditie is minder. Op dit moment is Roosje volwassen en zal misschien ook een kind krijgen, in welke mate zou ze de tradities overdragen op haar kind? Met dit voorbeeld wil ik illustreren dat de overdracht van tradities, niet iets is wat als vanzelfsprekend kan worden beschouwd. Door allerlei omstandigheden kan de overdracht van traditie in het nauw komen. Zo zou Roosje haar kind nooit dezelfde tradities overdragen als haar oma Betje aan haar kind. Dit komt onder andere doordat haar moeder haar andere tradities heeft meegegeven dan haar moeder kreeg van oma Betje. Als de overdracht van traditie in kleine mate gebeurt kan het voorkomen dat een traditie ophoudt te bestaan. Daarom is het van belang om traditie te waarborgen. Tabel 1.3 Feesten naar geboortejaar (* percentage dat altijd doet aan de volgende feesten) Feesten *
Voor 1946
1946-1959
1960-1974
Na 1974
Rosj Hasjana
31
42
33
34
Jom Kippoer
29
40
32
31
Seideravond
28
46
38
41
Chanoeka
29
42
33
34
Eet matzes met Pesach
53
61
42
50
Bron: De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering, blz. 74
12
1.1.2 De overdracht van de Joodse binding In het onderzoek 'Joden in Nederland anno 2009' is er gekeken naar de overdracht van de Joodse binding en in hoeverre er sprake is van continuïteit of verandering in Joodse binding. Voor mijn onderzoek heb ik de bindingsschaal religie, feesten en gebruiken uitgelicht. Deze bindingsschaal wordt door ouders in aanzienlijke mate overgedragen aan hun kinderen. Er zijn drie factoren die invloed hebben op de Joodse binding van kinderen, twee Joodse ouders, binding ouder en opvoeding. Bij religie, feesten en gebruiken heeft de ouderlijke binding sterke invloed op de deelname ervan. Het effect van de opvoeding is zeer gering, dit komt doordat ouders met sterk religieuze binding vaak samengaat met Joodse opvoeding van kinderen. In de grafiek 1.4 wordt weergeven de mate waarin respondenten iets doen aan Joodse feesten en gebruiken. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen ouders en kinderen. Bij Rosj Hasjana ligt het percentage ouders hoger dan bij kinderen. Hieruit kan je opmaken dat bij de kindgeneratie er een afname is in de betrokkenheid. Dat de betrokkenheid is afgenomen kan verschillende oorzaken hebben, maar heeft in belangrijke mate te maken met de overdracht van tradities. Wanneer een traditie niet wordt overdragen van ouder naar kind, dan zal het aantal mensen die een traditie in ere houden afnemen. Om dit te voorkomen kan men een traditie waarborgen. Grafiek 1.4 Praktiseren van Joodse gebruiken en deelnamen aan feesten door ouders en kinderen.
Bron: De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering, blz.104
13
1.2 Betekenis en viering van Rosj Hasjana De term Rosj Hasjana, Nieuwjaar, komt niet voor in de Tora. De Tora spreekt van 'dag van gedenken' ( door het beluisteren van de sjofartonen) en van de 'dag van het blazen op de sjofar'. In de liturgie wordt gesproken van Jom Hadien (dag van het gerecht), dat wil zeggen: dag waarop God de mens gedenkt en de mens zijn daden overdenkt.9 In het algemeen wordt het Joods Nieuwjaar aangeduid met Rosj Hasjana. Rosj Hasjana herinnert aan het begin van de tijd, de schepping van de wereld10. Het nieuwe jaar begint in de herfst, omdat dan de oogsten binnen gehaald zijn en de natuur afsterft. Rosj Hasjana vormt samen met Jom Kipoer (Grote Verzoendag) de Hoge Feestdagen. In de tussenliggende dagen staan inkeer en omkeer centraal. Inkeer wil zeggen dat je terugkijkt op het afgelopen jaar, en denkt over de dingen die je gedaan hebt·. Bij omkeer houdt in besluiten om dat wat verkeerd was in het komend jaar beter te doen. Het feestelijke karakter van het feest is dat men vertrouwen heeft op Gods erbarmen en grote vergevingsgezindheid, mits het berouw en de inkeer oprecht zijn. Traditioneel begint het vieren van Rosj Hasjana in de vroege avond, thuis of in de synagoge eet men appeltjes met honing. Met de appeltjes met honing wenst men elkaar een goed en zoet jaar toe. Appeltjes met honing horen bij het traditioneel eten op Rosj Hasjana. Ook wordt er Challes (brood) gegeten, gebruikelijk heeft deze de vorm van een vlecht en op Rosj Hasjana is deze rond. De ronde vorm symboliseert de cirkel van het jaar. Typisch voedsel dat tijdens het feest wordt gegeten is lam, bieten, wortels, granaatappel, verse vijgen en dadels. De zaden van de granaatappel symboliseren de 613 ge- en verboden uit de Tora. De wortels symboliseren voorspoed. Het voedsel dat gegeten wordt op Rosj Hasjana heeft vaak een symbolische betekenis. Zo worden vaak visgerechten geserveerd, deze symboliseren de overvloed. Tijdens Rosj Hasjana wordt een hoofd van een vis, ram of ander kosjer dier geserveerd. Hiermee wordt het verlangen "aan het hoofd van de klas" te zijn dit jaar gesymboliseerd. In de synagoge wordt op de sjofar (ramshoorn) geblazen, de tonen van de sjofar roepen op tot bewustwording. Na de Rosj Hasjana dienst in de synagoge gaan sommige mensen naar stromend water. Zij keren hun zakken binnenste buiten om de kruimeltjes er uit te schudden. Zij gooien de kruimeltjes in het water en kijken hoe ze wegdrijven. Het is alsof zij de slechte dingen weggooien, die ze hebben gedaan. Zij maken zichzelf schoon voor het begin van een nieuw fris jaar.11 In de tien dagen die volgen is de tijd om dingen te veranderen of om datgene goed te maken waarvan men vindt dat men het verkeerd heeft gedaan. Daarna volgt Jom Kipoer (Grote Verzoeningsdag).
9
Evers, Lou en Stodel, Jansje, Jodendom in de praktijk, Amsterdam 2011 http://www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/woordenlijst/r/rosj-hasjana (5 januari 2012) 11 Fischer, Adam, Eldik, Matty, Mijn joodse jaar : de feestdagen van Rosj Hasjana tot Sjawoeot, Amsterdam 2001 10
14
1.3 Kort geschiedenis van het waarborgen van immaterieel erfgoed Het waarborgen (safeguarding) van immaterieel erfgoed is een actueel onderwerp, waarover veel geschreven en gediscussieerd wordt. De term immaterieel erfgoed staat voor de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden als de instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes die daarmee worden geassocieerd, die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed12. In specificatie worden de volgende domeinen genoemd: (a) orale tradities en uitdrukkingen, inclusief taal als een vehikel van immaterieel cultureel erfgoed; (b) podiumkunsten; (c) sociale gewoonten, rituelen en feestelijke gebeurtenissen; (d) kennis en praktijken betreffende de natuur en het universum; (e) traditionele ambachtelijke vaardigheden.13 United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization (hierna afgekort tot UNESCO) heeft een belangrijke rol als het gaat om waarborgen van immaterieel erfgoed. In 1989 is door de Algemene Conferentie van UNESCO de 'recommendation in the safeguarding of traditional culture and folkore' aangenomen. In deze aanbeveling werd ingegaan op zeven punten: definitie, identificatie, bewaring, preservering, verspreiding, bescherming en internationale samenwerking14. De aanbeveling was geheel vrijblijvend, men werd niet gedwongen en er werd geen geld beschikbaar gesteld. Het gevolg van deze vrijblijvendheid is dat het nauwelijks werd opgevolgd. In 2001 neemt Unesco de Algemene Conferentie de Universele Verklaring over Culturele Diversiteit aan, hierin staat het beschermen en waarborgen van culturele diversiteit centraal. Dit komt duidelijk naar voren in artikel 7 Cultureel erfgoed als bron van creativiteit. Hierin staat: scheppend werk haalt zijn inspiratie uit de wortels van een culturele traditie, maar kan slechts volledig tot ontplooiing komen door het contact met andere culturen. Om die reden moet het erfgoed in al zijn vormen worden behouden, versterkt en aan toekomstige generaties worden overgedragen als een historisch overzicht van de ervaringen en verwachtingen van mensen, om creativiteit in al zijn diversiteit aan te moedigen en tot een echte dialoog te komen tussen de verschillende culturen15. In artikel 7 wordt beschreven wat het belang is van het behouden van erfgoed voor de toekomst. Op 17 oktober 2003 wordt tijdens de zitting van UNESCO het verdrag over het beschermen van immaterieel erfgoed aangenomen door de lidstaten van de Verenigde Naties van UNESCO. Het verdrag trad op 20 april 2006 in werking en kent 102 lidstaten (cijfers van september 2008). In WestEuropa hebben onder andere België, Luxemburg, Noorwegen, Frankrijk, Zwitserland en Italië geratificeerd.16Tijdens de conventie van 17 oktober 2003 zijn er doelstellingen gesteld: (a) het immaterieel cultureel erfgoed beschermen; (b) respect verzekeren voor het immaterieel cultureel erfgoed van de betrokken gemeenschappen, groepen en individuen; (c) op lokaal, nationaal en internationaal niveau het bewustzijn verhogen van het belang van het immaterieel cultureel erfgoed en daarvoor wederzijdse waardering verzekeren; (d) voor internationale samenwerking en hulp zorgen.17 Elke lidstaat heeft verplichtingen ten aanzien van het beschermen van immaterieel erfgoed op nationaal niveau. De lidstaten moeten onder andere maatregelen nemen te bescherming van immaterieel erfgoed, een inventarisatie maken van het immaterieel erfgoed, de overige verplichtingen zijn terug te lezen in bijlage I Conventie betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed(blz. 55), is in gedeelte III Bescherming van immaterieel erfgoed op nationaal niveau (blz.59 en 60).
12
De algemene conferentie van UNESCO, Conventie betreffende de bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed, 17 oktober 2003 (blz.2) 13 Ibidem, blz. 3 14 http://archiefparadiso.pbworks.com/w/page/13589213/Immaterieel%20erfgoed (27 februari 2012) 15 De algemene conferentie van UNESCO, Universele verklaring culturele diversiteit, 2 november 2001 16 Nationale UNESCO Commissie, advies Nationale UNESCO Commissie over Conventie betreffende de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed 17 De algemene conferentie van UNESCO, Conventie betreffende de bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed, 17 oktober 2003 (blz.2)
15
Centraal in het verdrag staat het waarborgen van immaterieel erfgoed, maar er wordt ook ingegaan op het creëren van een breed draagvlak onder gemeenschappen en groepen. Zodat deze gemeenschappen en groepen het erfgoed in stand houden, doorgeven en actief betrokken worden bij het beheer van het immaterieel erfgoed. In december 2009 heeft de toenmalig minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in een brief18 aan de Tweede Kamer meegedeeld dat hij de Conventie in 2010 wilde ratificeren. Het verdrag is volgens de Minister een belangrijke bijdrage aan het cultuurbeleid: toetreding van Nederland stimuleert de nationale discussie over immaterieel erfgoed, volkscultuur en identiteit ook in relatie tot de diversiteit van de Nederlandse bevolking.19 Het was de bedoeling om het verdrag te ratificeren in 2010, Aruba had al toestemming gegeven, maar de Nederlandse Antillen hebben nog niet gereageerd. Op 19 april 2012 is de Tweede Kamer akkoord gegaan met de ratificatie van het UNESCO verdrag bescherming van immaterieel erfgoed20. Het verdrag zal in de komende drie maand in werking treden. Voordat het verdrag geratificeerd was, waren al een aantal activiteiten in gang gezet als voorbereiding van de operationalisering van het verdrag, zoals conferentie om de bewustwording van het verdrag in Nederland te vergroten en verkenning van de internationale mogelijkheden. In 2005 heeft DOCA Bureaus in opdracht van het miniserie van OCW en directie Cultureel Erfgoed een inventarisatie gemaakt van de meningen en opvattingen van 33 deskundigen op het gebied van immaterieel erfgoed. Het jaar 2012 is uitgeroepen tot het themajaar `Jaar van het Immaterieel Erfgoed`, het is een grote publiekscampagne om de Nederlandse bevolking bewust te maken van immaterieel erfgoed. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (afgekort VIE) speelt hierbij een grote rol. Ze stellen zich als doel: het versterken van volkscultuur en immaterieel erfgoed door beide te promoten en toegankelijk te maken, door de sector te stimuleren en te professionaliseren en door de participatie eraan te bevorderen.21 Het VIE zal de komende jaren de UNESCO Conventie Immaterieel Erfgoed in praktijk brengen, in hoofdstuk 4 zal ik hier dieper op ingaan. Het themajaar maakt mensen bewust dat erfgoed niet alleen bestaat uit bijzondere gebouwen en gebruiksvoorwerpen, maar ook bestaat uit tradities en rituelen. Met het Jaar van het Immaterieel Erfgoed willen wij de Nederlandse bevolking laten nadenken over tradities die zij wil doorgeven aan toekomstige generaties.22 Aanleiding van het themajaar was dat de Nederlandse regering heeft aangekondigd de UNESCO conventie op korte termijn te zullen ratificeren, dit is inmiddels gebeurd op 19 april 2012. Hiermee verplicht Nederland zich om het eigen immaterieel erfgoed in kaart te brengen, te documenteren en om maatregelen te nemen voor bescherming ervan. Nederland heeft het verdrag op 19 april 2012 geratificeerd, bij deze ratificatie waren organisaties bij betrokken. Dit zijn het Meertens Instituut en Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed betrokken. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed is op dit moment, door middel van pilot projecten bezig om een wijze te vinden waarop immaterieel erfgoed gewaarborgd kan worden. Door middel van actuele literatuur en interviews zal ik een beeld schetsen van hoe immaterieel erfgoed, specifiek de traditie van Rosj Hasjana gewaarborgd kan worden.
18 19
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, brief Minister Plasterk, 1 december 2009 http://www.unesco.nl/themas/cultuur/immaterieel-erfgoed (29 februari 2012)
20
http://www.unesco.nl/nieuws-agenda/nieuws-unesco/nederland-ratificeert-unesco-conventie-immaterieel-erfgoed (1 mei http://www.volkscultuur.nl/over-ons_4.html (29 februari 2012) 22 http://www.jaarvanhetimmaterieelerfgoed.nl/immaterieel-erfgoed_2.html(27 februari 2012) 21
16
2012)
1.3.1 Tradities: wat zijn het en hoe worden ze op dit moment gewaarborgd Bij een feest als Rosj Hasjana zijn er bepaalde tradities en rituelen. Traditie staat in het dagelijkse spraakgebruik voor continuïteit. De term verwijst vaak naar gewoontes ‘die je van huis uit hebt meegekregen’. Dit sluit aan bij de etymologische betekenis van het woord traditie. Traditie betekent letterlijk doorgeven of overhandigen (Latijn: traditio): het doorgeven van cultuur van generatie op generatie. Traditie is een sterkere term dan routine, gewoonte of gebruik. Meer dan deze andere woorden verwijst traditie naar erfgoed, naar dat wat mensen willen doorgeven, omdat het belangrijk is voor de culturele identiteit van een individu of een samenleving. Vaak zit er een routineus aspect aan tradities23. Bij rituelen gaat het om een symbolische handeling of reeks van handelingen die volgens een min of meer vast herkenbaar en herhaalbaar stramien wordt uitgevoerd. Rituelen kunnen zowel sacraal als profaan van aard zijn. Zij hebben verschillende, vaak overlappende functies en overeenkomstig daarmee bestaan er verschillende rituele genres en repertoires.24 In de praktijk kan het zo zijn dat een bepaald ritueel in Amsterdam anders gedaan wordt dan in Rotterdam. Tradities zijn ook onderhevig aan veranderingen en daardoor dynamisch. Door veranderingen en ontwikkelingen blijven bepaalde cultuurverschijnselen bestaan. Dit heeft wel als gevolg dat je tradities niet kunt bewaren, wel kun je tradities documenteren en archiveren. Hierdoor kun je zien hoe een traditie in de loop der jaren verandert, zodat toekomstige generaties dan alsnog tradities nieuw leven in kunnen blazen. Om tradities te documenteren en archiveren is er draagvlak nodig, in dit geval onder de Nederlands Joodse gemeenschap. Er zijn ook professionele instellingen bij nodig, zoals musea en Joods maatschappelijke organisaties. In het buitenland zijn er projecten geweest waarbij een gemeenschap samen met een paar professionele instellingen aan de gang zijn gegaan, om hun immaterieel erfgoed te waarborgen. In 2005 is er een rapport gepresenteerd: 'Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland, rapportage op basis van interviews met 33 deskundigen', dit is gedaan in opdracht van het ministerie van OCW en directie Cultureel Erfgoed. Het rapport bevat de meningen en opvattingen van 33 deskundigen op het gebied van immaterieel erfgoed. Onderwerpen die aan bod komen zijn de definitie en relevantie van immaterieel erfgoed, het te voeren beleid, punten van aandacht en zorg en verband met selectiebeleid en museaal beleid. In het rapport wordt, er op het gebied van beleid, voor gepleit dat de overheid een landelijke infrastructuur voor het immaterieel erfgoed moet garanderen, in deze infrastructuur zijn er centrale functies voor het Meertens Instituut, het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed en volksculturele musea, zoals Zuiderzeemuseum en het Openluchtmuseum. Deze infrastructuur en de centrale functies, heb ik samengebracht in figuur 1 Landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Er worden drie centrale functies genoemd: onderzoek en documentatie, promotie en zichtwaarmaking en museaal verzamelen en presenteren. Deze drie functies zijn nodig om immaterieel erfgoed te waarborgen.
Landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed onderzoek en documentatie Meertens Instituut
museale verzamelen en presenteren
promotie en zichtwaarmaking
Zuiderzeemuseum en Openluchtmuseum
Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed
Figuur 1 Landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed
23
Dibbits, Hester, Elpers, Sophie, Margy, Peter Jan en Zeijden, Albert van der Immaterieel erfgoed en volkscultuur. Almanak bij een actueel debat. Amsterdam 2011 (blz. 75) 24 Ibidem, blz. 73
17
1.3.2 Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen die zich bezig houden met Rosj Hasjana Elk jaar rond Rosj Hasjana wordt er aandacht besteed aan het feest en de gedachte achter het feest, hierbij zijn Joods maatschappelijke organisaties betrokken. In dit onderzoek zal gekeken worden welke rol deze organisaties kunnen hebben bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Er zijn in Nederland een tal van (Joods) maatschappelijke organisaties, dit zijn er teveel om bij dit onderzoek te betrekken. Daarom heb ik ervoor gekozen om uit te gaan van de leden van het Centraal Joods Overleg Externe Belangen, kortweg Centraal Joods Overleg (CJO). Bij het Centraal Joods Overleg (Hierna te noemen CJO) werken de voornaamste Joodse organisaties samen. Het CJO bestaat uit de volgende zeven leden:
Nederlands- Israëlitische Kerkgenootschap (NIK) Portugees- Israëlitische Kerkgenootschap (PIK) Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom Federatie Nederlandse Zionisten (FNZ) Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW) Centrum Informatie en documentatie Israël (CIDI) Nederlands Joodse Jeugd (NJJ)
Het CJO behartigt de belangen van de Joodse gemeenschap bij overheid en samenleving.25 De activiteiten die worden uitgevoerd door het CJO zijn ten behoeve van de gehele Joodse gemeenschap in Nederland. Dit zijn activiteiten waar alle Joden in Nederland bewust of onbewust, direct of indirect van profiteren.26 Zaken betreffende religie maken geen deel uit van het overleg. In hoofdstuk 2 zal ik de zeven leden van het CJO uitgebreid bespreken. Er zijn in Nederland tal van culturele instellingen, hiervan besteedt een aantal aandacht aan Joodse feestdagen. In dit onderzoek zal ik kijken naar de volgende vier culturele instellingen: Joods Historisch Museum, Museum 'Het Joodse Schooltje', Museum Catherijneconvent en het Museum Sjoel Elburg. Ik zal nu in het kort ingaan op wat deze instellingen op het gebied van Rosj Hasjana doen. Het Joods Historisch Museum besteedt op haar website uitgebreid aandacht aan Rosj Hasjana en organiseert onder andere kinderlezingen over hoe je Joods Nieuwjaar viert. Museum 'Het Joodse Schooltje' speelt in op Joodse feestdagen en laat op haar website beeldmateriaal van vieringen zien. Terwijl in het Museum Catherijneconvent in de themazaal: 'Feest! Weet wat je viert', aandacht wordt besteed aan feestdagen die in Nederland gevierd worden. Er wordt ook ingegaan op het Joodse feest Rosj Hasjana, bij deze themazaal hoort ook een boek met de gelijknamige titel 'Feest! Weet wat je viert'. Museum Sjoel Elburg heeft als uitgangspunt immaterieel erfgoed en het tonen van het dagelijks Joods leven, feestdagen zijn onderdeel van het Joods immaterieel erfgoed en het Joodse leven. Ik zal in hoofdstuk 3 verder ingaan op de huidige rol van deze vier culturele instellingen, ook zal ik kijken naar wat hun mogelijke rol kan zijn bij het waarborgen van Rosj Hasjana.
25 26
http://www.cjo.nl/ (2 februari 2012) http://www.cjo.nl/over-cjo.html (12 maart 2012)
18
2. Joods maatschappelijke organisaties in Nederland 2.1 Inleiding In Nederland zijn tal van maatschappelijke organisaties, de term maatschappelijke organisatie wordt vaak genoemd. De definitie van maatschappelijke organisaties is in dit onderzoek als volgt: maatschappelijke organisaties richten zich, onafhankelijk van de overheid, op (een aspect van) het algemeen belang of op het behartigen van de belangen van hun leden. Zij proberen hun doelen te bereiken door bijvoorbeeld acties te voeren, geld in te zamelen, projecten uit te voeren, gronden te beheren en door als gesprekspartner deel te nemen aan beleidsvormende processen. Onder maatschappelijke organisaties vallen veel verschillende typen organisaties, die niet altijd dezelfde doelen nastreven, en vaak op verschillende niveaus en manieren werken.27In dit onderzoek zal ingegaan worden op de Joods maatschappelijke organisaties in Nederland.
2.2 De belangrijkste Joods maatschappelijke organisaties in Nederland Nederland kent verschillende Joodse maatschappelijke organisaties, het zijn er teveel om alle organisaties bij het onderzoek te betrekken. Daarom heb ik ervoor gekozen om uit te gaan van de Vereniging Centraal Joods Overleg, ook wel Centraal Joods Overleg (CJO) genoemd. Het CJO behartigt de belangen van de Joodse gemeenschap bij overheid en samenleving 28en is opgericht in 1997. De activiteiten die worden uitgevoerd door het CJO zijn ten behoeve van de gehele Joodse gemeenschap in Nederland. Het zijn activiteiten waar alle Joden in Nederland bewust of onbewust, direct of indirect van profiteren29. Zaken betreffende religie maken geen deel uit van het overleg. Het CJO heeft de legitimatie als spreekbuis te fungeren voor de Joodse gemeenschap in Nederland.30 Hiermee vertegenwoordigt het CJO de Joodse gemeenschap in Nederland, door hun te betrekken bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Kunnen zij ervoor zorgen dat er een draagvlak wordt gecreëerd onder de Joodse gemeenschap in en Nederland. Het creëren van draagvlak onder de gemeenschap vindt UNESCO van belang bij het waarborgen, het CJO kan hier een belangrijke rol bij spelen. Het Centraal Joods Overleg bestaat uit de onderstaande zeven leden:
Nederlands- Israelitische Kerkgenootschap (NIK) Portugees- Israëlitische Kerkgenootschap (PIK) Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom Federatie Nederlandse Zionisten Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW) Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) Nederlandse Joodse Jeugd (NJJ)
27
http://www.grenzenaanparticipatie.nl/omgaan-met-grenzen/actoren/maatschappelijke-organisatie/ (14 maart 2012) http://www.cjo.nl/ (14 maart 2012) 29 http://www.cjo.nl/over-cjo.html (12 maart 2012) 30 Centraal Joods Overleg na `valse start` volop actief, Levend Joods Geloof vol. 43 1997 nummer 9 pagina 15 28
19
2.2.1 Missie en visie van Joods maatschappelijke organisaties In de komende alinea's zal ik kort ingaan op de missie en visie van Joods maatschappelijke organisaties en deze wordt vergelijken met de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. In het theoretisch kader wordt deze landelijke infrastructuur verder toegelicht, blz. 17. Deze zijn ondersteunend voor paragraaf 2.3 de rol van Joods maatschappelijke organisatie bij het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana. Nederlands- Israëlitische Kerkgenootschap De Nederlands- Israëlitische Kerkgenootschap (NIK) is de grootste organisatie in het Nederlandse Jodendom. Het NIK houdt zich bezig met externe (belangenbehartiging en representatie) en interne aangelegenheden. Voor diverse aangelegenheden zoekt en onderhoudt het NIK contact met Rijks-, provinciale en gemeentelijke overheden en maatschappelijke organisaties. Intern is de dienstverlening aan Joodse Gemeenten en Joden in Nederland. Deze dienstverlening beoogt de versterking van de Joodse identiteit31. Het NIK is op de volgende terreinen actief: Joodse religie, cultuur, educatie, jeugden jongerenwerk, publicatie van Joodse boeken en het kwartaalblad Hakehjilot, radio- en tvuitzendingen (Joodse Omroep), aangelegenheden op het gebeid van representatie en belangenbehartiging, beheren van de website, zorg voor begraafplaatsen en geestelijke verzorging. NIK-rabbijn Raphael Evers is vrij bekend, doordat het zijn taak is de Joodse opinie uit te dragen. Hierdoor komt zijn naam vaak voor in de media. Het NIK heeft een uitgebreide website waar uiteenlopende informatie te vinden is, zoals over Rosj Hasjana. Als je de activiteiten van het NIK op gebied van Rosj Hasjana vergelijkt met de landelijk infrastructuur immaterieel erfgoed, zie figuur 1bladzijde 17, blijkt dat ze zich bezig houden met onderzoek en documentatie, door op hun website artikelen te publiceren en te verzamelen. Ook houden ze zich bezig met promotie en zichtwaarmaking, bijvoorbeeld door het uitgeven van boeken en het maken van televisie- en radio-uitzendingen. Portugees- Israëlitische Kerkgenootschap Het Portugees- Israëlitische Kerkgenootschap (PIK) is een religieuze koepelorganisatie van de Sefardische Joden in Nederland. De Portugees Israëlitische Gemeente telt zo`n 500 leden32. In de 18de eeuw hebben Portugese Joden een grote betekenis voor de culturele en economische ontwikkeling van Nederland gehad en namen ze ook belangrijke plaats in de Joodse geschiedenis. Ze zorgde voor rabbijnen, geleerden denkers, kunstenaars, bankiers, stichters en beheerders van belangrijke handelshuizen. Voor de Tweede Wereldoorlog waren er 4300 Sefardische Joden en erna waren er circa 800 Sefardische Joden in Nederland. Het PIK zorgt ervoor dat Rosj Hasjana gevierd kan worden, dit draagt bij aan de zichtwaarmaking van het feest. Zichtwaarmaking is onderdeel van de landelijk infrastructuur immaterieel erfgoed. Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom In het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom zijn alle Progressief Liberaal Joodse gemeentes van Nederland verenigd, deze gemeentes hebben samen 3700 leden. Het verbond vertegenwoordigt deze gemeente op nationaal en internationaal niveau. Onder het verbond vallen ook de Stichting Robbert A.Levisson, Stichting Sja’ar en de Stichting Levend Joods Geloof. Gelieerde organisatie van het verbond zijn: de Federatie van Progressief Joodse Vrouwen, ARZA- Nederland en de jeugdorganisatie. Het Verbond streeft naar profilering van het Progressief Jodendom en versterking van de eigen identiteit. Het behartigt de religieuze, sociale, culturele en educatieve belangen van de gemeenschap. Het geeft informatie en stimuleert nieuwe ontwikkelingen. De 31 32
http://www.nik.nl/dit-is-het-nik/landelijke-organisatie/ (1 februari 2012) http://www.cjo.nl/over-cjo/pik.html(16 maart 2012)
20
ontwikkeling Outreach t.b.v. groei en van "young leadership" heeft hoge prioriteit om de continuïteit van de Progressief Joodse gemeenschap in Nederland te waarborgen.33 Het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom is bezig met het versterken van de eigen identiteit. Dit bereikt men door zich in te zetten op religieuze, sociale, culturele en educatieve belangen van de Joodse bevolking in Nederland. Door zich hierop in te zetten versterkt men de Joodse identiteit en daarmee de Joodse feestdagen, zoals Rosj Hasjana. Het Nederlands Verbond Progressief Jodendom geeft informatie en educatie over Rosj Hasjana en zorgt ervoor dat het feest gevierd kan worden. Terugkijkend op de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed, kan je zeggen dat ze zich met promotie en zichtwaarmaking bezig houden, door hun educatief beleid en mogelijkheid om feest te vieren. Federatie Nederlandse Zionisten Federatie Nederlandse Zionisten (FNZ) is een koepelorganisatie waarin zeer uiteenlopende zionistische organisaties in Nederland vertegenwoordigd zijn. Zij zet zich in voor Israël en tegen antisemitisme en fascisme, de gevaren die het gehele Joodse volk bedreigen, en tegen de groeiende kloof tussen Israël en de diaspora34.De koepelorganisatie is opgericht in 1992 op initiatief van de Nederlandse Zionistenbond, deze werd in 1899 opgericht35. Het doel van de Nederlandse Zionistenbond was het organiseren van activiteiten op zionistisch gebied in Nederland. De volgende organisaties maken deel uit van Federatie Nederlandse Zionisten: Arza-Nederland, Mizrachi, Poale Zionen Likud-Nederland, en de volgende jeugdorganisaties: Bné Akiwa, Haboniem-Dror, en Jong LJG (voorheen Netzer- Holland)36. Het is niet duidelijk wat de FNZ doet op het gebied van waarborgen van Rosj Hasjana. Stichting Joods Maatschappelijk Werk Stichting Joods Maatschappelijk Werk is een landelijke welzijnsorganisatie voor de Joodse gemeenschap in Nederland, hun werkzaamheden zijn in drie sectoren ondergebracht: hulpverlening, thuiszorg en Joodse activiteiten. In het onderzoek zal gekeken worden naar de Joodse activiteiten die Joods Maatschappelijk Werk organiseert. De activiteiten worden door het hele land georganiseerd, hierbij komen de Joodse cultuur, traditie en feestdagen aan bod. Zo zijn er sociaal culturele bijeenkomsten, educatieve activiteiten, excursies, cursussen en lezingen. Ook worden er congressen en bijeenkomsten georganiseerd n.a.v. de actualiteit waarbij Joodse thematiek een rol speelt37. JMW kan ook helpen bij het organiseren van activiteiten en advies geven hoe dit te doen. Er is ook een mogelijkheid om Joodse feestdagen te vieren samen met anderen. Er wordt dan stilgestaan bij de tradities en gebruiken van het Joodse leven en vaak wordt er samen gegeten. In opdracht van het JMW is onderzoek gedaan naar Joden in Nederland, dit gebeurde in 2001 en 2009, van beide onderzoeken is een boek verschenen. In het onderzoek van 2009 is ook gekeken naar de overdracht van Jodendom, de binding met het Joden en dan specifiek ook gekeken naar religie, feesten en traditie. Ook is in het onderzoek gekeken naar Rosj Hasjana en in welke mate het feest gevierd en overgedragen wordt. Het JMW draagt bij aan de promotie en zichtwaarmaking van Rosj Hasjana, door hun educatieve activiteiten en mogelijkheid om samen Rosj Hasjana te vieren. Ze dragen ook bij aan onderzoek en documentatie van Rosj Hasjana, doormiddel van hun onderzoeken in 2001 en 2009 naar de Joden in Nederland en de overdracht en binding aan het Jodendom.
33
http://www.verbond.eu/( 14 maart 2012) http://www.cjo.nl/over-cjo/fnz.html (14 maart 2012 http://www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/woordenlijst/n/nederlandse-zionistenbond(14 maart 2012) 36 http://www.cjo.nl/over-cjo/fnz.html (14 maart 2012) 37 http://www.joodswelzijn.nl/Joodse-activiteiten-Tsavta.aspx (16 maart 2012) 34 35
21
Centrum Informatie en Documentatie Israël Centrum Informatie en Documentatie over Israël (CIDI) is opgericht in 1974 door de Joodse gemeenschap in Nederland. Het CIDI is een onafhankelijke stichting en komt op voor vrede en veiligheid van het Joodse volk. De organisatie is ook onlosmakelijk verbonden met het democratische Israël38. Er worden door het CIDI debatten en symposia georganiseerd, daarnaast publiceren ze een nieuwsbrief en geven boeken en brochures uit. Sinds 1983 wordt elk jaar wordt ook een lijst samengesteld van antisemitische incidenten in Nederland. Het CIDI investeert in het bouwen van bruggen en in het aanmaken van cement waarmee de samenleving hechter wordt39. Ze dragen hun steentje bij aan een samenleving gebaseerd op democratische waarden en op respect voor verschillen en voor vrijheden van zowel de individu als de minderheidsgroeperingen. Dit doen ze samen met andere groepen, zoals autochtonen en allochtonen, homo's en hetero's, christenen en moslims, gelovigen en seculieren40. Het CIDI houdt zich vooral bezig met documentatie over Israël en publiceren hierover. Rondom Rosj Hasjana wordt er in de nieuwsbrieven over het feest geschreven, bijvoorbeeld hoe het gevierd wordt in Sarajevo. Hierbij sluiten ze aan bij de functie onderzoek en documentatie van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Nederlands Joods Jeugd Er is geen Joodse koepelorganisatie voor de Joodse jeugd, om te voorkomen dat deze groep onvoldoende aandacht krijgt binnen het Centraal Joods Overleg is er een bestuurslid dat zich speciaal richt op de Nederlandse Jeugd. In Nederland zijn er wel verschillende organisatie en clubs voor Joodse jeugd, daarnaast hebben kerkgenootschappen en zionistische organisaties hun eigen jeugdafdeling. Deze zijn alleen niet ondergebracht in een koepelorganisatie. Doordat dit geen koepelorganisatie is en het bestaat uit verschillende organisatie en clubs is het moeilijk te bepalen in welke mate ze bijdragen aan het waarborgen van Rosj Hasjana.
38
http://www.cjo.nl/cidi.html (14 maart 2012) http://www.cidi.nl/Over-CIDI.html (14 maart 2012) 40 Ibidem 39
22
2.3 De huidige rol van Joods maatschappelijke organisaties bij het waarborgen van Rosj Hasjana Door de beperkte tijd heb ik ervoor gekozen om drie Joods maatschappelijke organisaties uit te kiezen en deze uitgebreid te onderzoeken. Ik heb gekozen voor Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom (NVPJ) en Joods Maatschappelijk Werk (JMW). Redenen voor deze drie keuzes zijn gemaakt na uitvoerig deskresearch. Ik heb gekozen voor het Nederlands- Israëlitische Kerkgenootschap, omdat dit de grootste organisatie is in Nederland op het gebied van Jodendom. Hierdoor zouden zij ook een belangrijke rol (kunnen) spelen bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Ten tweede heb ik gekozen voor het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom, omdat zij heel actief bezig zijn met het waarborgen van de Joodse identiteit. Tenslotte heb ik gekozen voor Joods Maatschappelijk Werk, omdat deze organisatie zich niet als bovenstaande organisaties richt op religieuze Joden. Ze richten zich op mensen met Joodse achtergrond, deze groep is vaak niet religieus. Daarnaast organiseren ze verschillende activiteiten rondom Joodse feestdagen. Van alle drie zal ik een beschrijving geven wat hun huidige rol is bij het waarborgen van Rosj Hasjana, hiervoor heb ik gebruik gemaakt van de websites en zo nodig gesprekken met medewerkers van de organisaties. Aan het einde van deze paragraaf zal ik een conclusie geven over hun huidige rol. Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap In het Nederlands- Israëlitisch kerkgenootschap (hierna te noemen NIK) zijn ruim dertig Joodse gemeentes vertegenwoordigd. In elke gemeente wordt Rosj Hasjana gevierd, daarbij is men wel afhankelijk van de leden van deze gemeente. Dit zorgt ervoor dat Rosj Hasjana zichtbaar wordt gemaakt in de samenleving. De meeste gemeentes hebben hun eigen jeugd- jongerentak, zo heeft de Joodse Gemeente Amsterdam een jeugdorganisatie Tikwatenoe die activiteiten organiseert voor kinderen van zes tot zestien jaar. Deze activiteiten zijn verspreid over het hele jaar, er worden ook activiteiten rondom joodse feestdagen gevierd. Op 25 september 2010 heeft Tikwatenoe in het kader van Rosj Hasjana een activiteit georganiseerd, het was een uitstapje naar de Bounz. Bounz is een hal voor trampolines, op deze manier konden kinderen springend naar volgende jaar. Tijdens deze activiteit was er ook aandacht voor de achtergrond van het feest, hiervoor was er een speciale gast Rabbijn I. Vorst. Door activiteiten te organiseren rondom Rosj Hasjana, wordt het feest gepromoot. Voor de leeftijdscategorie zestien tot twintig is er Beth Ami en Joods Community Center, ze organiseren activiteiten zoals danslessen en culturele activiteiten. De activiteiten en de vieringen van Rosj Hasjana zorgen ervoor dat het feest gepromoot en zichtbaar wordt, dit draagt bij aan de waarborgen van Rosj Hasjana. In de al eerder genoemde landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed, wordt promotie en zichtwaarmaking als één van de drie functies genoemd. De rol van het NIK bij de Joodse Gemeentes is het zorgen van dienstverlening, met als doel de Joodse identiteit te versterken. De dienstverlening van het NIK zorgt ervoor dat de Joodse Gemeentes activiteiten kunnen organiseren en kun bij het NIK aankloppen voor advies. Het NIK zorgt ervoor dat de Joodse Gemeentes verschillende activiteiten kan organiseren, hiermee hoopt het NIK dat de Joodse identiteit versterkt wordt. De Joodse Gemeentes hebben naast de dienstverlening van het NIK ook leden nodig die hieraan willen bijdragen. Op de website van het NIK zijn verschillende artikelen te vinden over Rosj Hasjana, zoals over inhoud en achtergrond van het feest. Er is ook een artikel uit 2009 waarin ervaringen en uitspraken van mensen is vastgelegd over hoe sjoelbezoekers de Hoge Feestdagen ervaren, Rosj Hasjana is onderdeel van de Hoge Feestdagen. De Joodse Gemeentes die lid zijn van NIK hebben vaak ook een eigen website, waaraan ze aandacht besteden aan Rosj Hasjana. De documentatie van NIK over Rosj Hasjana kan een bijdrage zijn aan het waarborgen van Rosj Hasjana 23
Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom In het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom (hierna te noemen NVPJ) zijn alle Progressief Liberaal Joodse gemeentes van Nederland verenigd. Het NVPJ werkt vanuit het gedachtegoed van het Progressief Jodendom, dit luidt als volgt: Progressief Jodendom is eigentijds Jodendom, dat put uit de rijke bronnen van Tenach, Talmoed en latere geschriften. Deze Joodse literatuur weerspiegelt de levende traditie waarin onze wijzen zich steeds wisten aan te passen aan nieuwe omstandigheden en inzichten. Dankzij dit erfgoed blijft het Jodendom voortbestaan. Progressief Jodendom stelt dat het Joodse gedachtegoed uit het verleden het fundament is voor onze levensbeschouwing en ons dagelijks handelen.41Het NVPJ is zich bewust van het dynamisch aspect van traditie en probeert hier op in te spelen. Bij het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana is men ook bezig om in te spelen op het dynamisch aspect van tradities. Door te luisteren naar de vraag van de Joodse gemeenschap, probeert het NVPJ haar voorzieningen hierop aan te passen. In al deze gemeentes van NVPJ worden de feestdagen gevierd, maar mensen vieren het ook vaak in huiselijk kring. Het NVPJ biedt voorzieningen waardoor de Joodse identiteit gewaarborgd kan worden. Zo worden in de verschillende gemeentes activiteiten georganiseerd, die bijdragen aan het waarborgen. Deze activiteiten lopen uiteen van concerten, lezingen, koffiebijeenkomsten en andere culturele activiteiten.42 Zo wordt er een jaarlijks korenfestival en filmfestival georganiseerd. Het NVPJ hoopt dat door het bieden van voorzieningen, de Joodse identiteit gewaarborgd wordt. Bij de Joodse identiteit horen ook feesten en gebruiken. Door activiteiten te organiseren wordt de Joodse identiteit gepromoot en zichtbaar gemaakt, dit is nodig voor het waarborgen van Rosj Hasjana De gemeentes die aangesloten zijn bij het NVPJ hebben hun eigen activiteiten, het geven van les aan kinderen en aanbieden van cursussen voor volwassen hoort hier ook bij. Het Progressief Joodse Gemeente Noord Nederland (PJGNN) organiseert elke maand lessen in Museum Het Joodse Schooltje in Leek. In hoofdstuk 3 Culturele instellingen en Joodse feestcultuur wordt dieper ingegaan op Museum Het Joodse Schooltje. Tijdens deze lessen komen een aantal onderwerpen aan bod, zoals Hebreeuws, zingen, geschiedenis en Joodse feestdagen. Door het les geven aan kinderen en het bieden van cursussen aan volwassen wordt er kennis overdragen over het Jodendom en daarmee de feestdagen. Het NVPJ probeert de 'natuurlijke' overdracht van kennis van generatie op generatie te bevorderen, door middel van het aanbieden van lessen en cursussen. Het NVPJ is bezig met het waarbogen van de Joodse identiteit en daarmee de Joodse feestdagen, maar het initiatief ligt bij de Joodse gemeenschap. Als de Joodse gemeenschap iets wil, dan zou het NVPJ haar bijdrage leveren door voor de nodige voorzieningen te zorgen. Bij het waarborgen van Rosj Hasjana is het voor UNESCO van belang dat er draagvlak is vanuit de Joodse gemeenschap in Nederland. Het NVPJ zou onder haar leden onderzoek doen of er belangstelling is om Rosj Hasjana te waarborgen. Zo ja, dan zou het NVPJ een belangrijke rol kunnen spelen in de promotie en zichtwaarmaking van Rosj Hasjana.
41
http://www.verbond.eu/ljg/files/File/Amsterdam/Folder_LJG_adam.pdf (4 april 2012) Manon Nout, De doelstelling van Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom (NVPJ) over het waarborgen van de Joodse identiteit, telefonisch interview met Lonie Querido , 4 april 2012 42
24
Joods Maatschappelijk Werk Joods Maatschappelijk Werk (hierna te noemen JMW) biedt mensen met een Joodse achtergrond de mogelijkheid om samen met andere Joden samen te zijn. Ze doen dit omdat er steeds meer Joden zijn die geen andere Joden kennen, maar wel behoefte hebben om in contact te komen met andere Joden. Deze groep Joden is vaak niet religieus, slechts een klein gedeelte van de Joodse gemeenschap is aangesloten bij een kerkgenootschap. Het JMW biedt een plaats van ontmoeting en plek voor het delen van cultuur en traditie. Ze bieden ook plek om Joodse feestdagen, zoals Rosj Hasjana te vieren. Tijdens een viering Joden (niet lid van kerkgenootschap), geen belangstelling heeft voor de Joodse cultuur en traditie. Er is vaak een interesse in de Joodse cultuur en traditie, maar men heeft kennis hierover vaak niet vanuit huis meegekregen. Bij een viering wordt stilgestaan bij de oorsprong van de traditie, wat er gevierd wordt, hoe het gevierd wordt en wat de gewoonten en gebruiken zijn bij het feest. Er is dus sprake van kennisoverdracht over de traditie van Rosj Hasjana. Het JMW biedt plekken aan door heel Nederland, om in dit geval Rosj Hasjana te vieren. Ze spelen in op de vraag vanuit de Joodse gemeenschap, het is dus niet zo dat er standaard plekken zijn waar de vieringen plaats vinden. Vieringen van Rosj Hasjana worden vaak door middel van foto`s vastgelegd, voor in de Joodse krant of voor de Benjamin (kwartaalblad van Joods Nederland) en soms wordt er een verhaal geschreven over de viering. Naast de mogelijkheid om Rosj Hasjana te vieren heeft JMW een jaarlijkse bijeenkomst, waarin wordt ingegaan op de Joodse cultuur en traditie. In deze informatieve bijeenkomst wordt ingegaan op verschillende aspecten van de Joodse cultuur en traditie, de feestdagen komen hier ook aan bod. Er wordt ingegaan op de oorsprong, wat het in houdt en waarom het deel uitmaakt van Joodse cultuur en/of traditie. Het JMW is in eerste instantie niet bezig met het waarborgen van Rosj Hasjana, ze richtten zich meer op het hier en nu. Ze willen een gelegenheid bieden voor Joodse mensen om elkaar te ontmoeten en om samen te vieren. Het JMW ziet zichzelf ook niet als 'juiste' kandidaat voor het waarborgen van Rosj Hasjana, maar ziet die rol meer liggen bij de kerkgenootschappen43. Als je kijkt naar wat het JMW aanbiedt zijn ze gedeeltelijk al bezig met het waarborgen van Rosj Hasjana. Kennisoverdracht en het samen vieren van Rosj Hasjana zorgen ervoor dat Rosj Hasjana wordt doorgegeven aan de volgende generatie. Het samen vieren van Rosj Hasjana zorgt er ook voor dat het feest een zichtbare plek heeft in Nederland. Hiermee lijkt het JMW de functie promotie en zichtwaarmaking van het landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed te vervullen. Het vastleggen van vieringen van Rosj Hasjana zorgt ervoor dat de tradities van het feest worden gedocumenteerd. Het JMW heeft ook opdracht gegeven om onderzoek te doen naar Joden in Nederland, dit gebeurde tweemaal, in 2001 en 2009. Bij het onderzoek in 2009 is onder andere gekeken naar de overdracht en binding van het Jodendom, een onderdeel hiervan was religie, feesten en traditie. Er is gekeken naar in welke mate men zich verbonden voelt aan religie, feesten en traditie en hoe de overdracht verloopt tussen ouders en kinderen. Dit is ook specifiek voor Rosj Hasjana gedaan. In hoofdstuk 1 blz.11-13 staan de resultaten van dit onderzoek. Het JMW houdt zich in zekere mate bezig met het documenteren van Rosj Hasjana en ook met onderzoek naar het feest. Dit wijst erop dat JMW zich houdt met de functie onderzoek en documentatie, zoals genoemd de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed.
43
Manon Nout, Joods Maatschappelijk Werk en hun activiteiten rondom Rosj Hasjana, telefonisch interview met Jolande Drop , 30 maart 2012
25
Conclusie Het Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK), Nederlands Verbond Progressief Jodendom (NVPJ) en Joods Maatschappelijk Werk (JMW) zorgen allen voor de mogelijkheid om Rosj Hasjana te vieren. Het verschil is dat het NIK en NVPJ koepelorganisaties zijn van bepaalde Joodse gemeentes en werken vanuit opvattingen van een bepaalde stroming binnen het Joodse geloof. Terwijl het JMW zich richt op mensen die juist niet lid zijn van een Joodse Gemeente. Het JMW heeft als doel mensen met een Joodse achtergrond elkaar te laten ontmoeten en ze de mogelijkheid te bieden om Rosj Hasjana te vieren. Terwijl het NIK en het NVPJ zich meer richten op het versterken en waarborgen van de identiteit, bij deze identiteit horen ook de Joodse feestdagen. Dit is terug te zien in de mate waarop er aandacht besteed wordt aan educatie, voor jong en oud worden activiteiten georganiseerd die hierop zijn gericht. De educatie en activiteiten die ze organiseren zorgen ervoor dat Rosj Hasjana gepromoot wordt en zichtbaar wordt gemaakt. Dit lijkt op de functie promotie en zichtwaarmaking, zoals genoemd in het rapport Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland, rapportage op basis van interviews met 33 deskundigen waarin gesproken wordt over landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Het JMW besteedt tijdens viering wel aandacht aan de achtergrond van het feest, maar voor hun staat voorop dat er een mogelijkheid is om elkaar te ontmoeten en samen te vieren. Het JMW richt zich vooral op het sociale aspect van vieren. De huidige rol van deze organisaties is vooral ervoor zorgen dat er een mogelijkheid is om Rosj Hasjana te vieren. De organisaties zorgen er ook voor dat kennisoverdracht plaatsvindt over de achtergrond van Rosj Hasjana. Door de activiteiten die de organisatie organiseren wordt Rosj Hasjana gepromoot en heeft men een plek om samen het feest te vieren. De educatie die de organisaties aanbieden stimuleren de overdracht van de tradities van Rosj Hasjana. Doordat de jongere generatie in aanraking komen met het feest en haar tradities, is de kans groter dat zij dit overdragen op hun kinderen. De rol van Joods maatschappelijke organisaties bij het waarborgen van Rosj Hasjana bestaat uit twee aspecten. De twee aspecten haal ik uit landelijke infrastructuur van immaterieel erfgoed, zoals genoemd in het rapport: 'Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland, rapportage op basis van interviews met 33 deskundigen'. In het rapport wordt gesproken over drie functies: onderzoek en documentatie, museale verzamelen en presenteren en promotie en zichtwaarmaking. Op dit moment vervullen de Joods maatschappelijke organisaties de rol van onderzoek en documentatie en van promotie en zichtwaarmaking. In welke mate Joods maatschappelijke organisaties deze rol vervullen verschilt per organisatie.
26
3. Culturele instellingen en de Joodse feest cultuur 3.1 Inleiding Culturele instellingen, voornamelijk musea beschikken over uitgebreide kennis over een bepaald onderwerp of tijdsperiode. Musea beschikken naast kennis ook over een collectie (materieel erfgoed), waarmee ze kennis willen overdragen op de bezoekers. Met mijn scriptie ga ik in op het waarborgen van immaterieel erfgoed, maar kun je wel een strikte scheiding maken tussen materieel erfgoed en immaterieel erfgoed. Erfgoedspecialisten J. Ashworth en Brian Graham vinden een strikte scheiding niet belangrijk, bij hun staat het menselijke handelen en de dynamiek centraal.44 Christoph Wulf, een Duitse volkskundige is van mening dat er wel een duidelijke scheiding is tussen immaterieel en materieel erfgoed. Hij legt de nadruk op het lichamelijke en performatieve karakter van immaterieel erfgoed.45 Erfgoed wordt vormgegeven door de mens en is een vorm van toe-eigening. Het gevolg hiervan is dat immaterieel erfgoed sneller onderhevig is aan veranderingen en aanpassingen die te maken hebben met sociale veranderingen en uitwisselingen. Dit is voor Wulf een reden waarom immaterieel erfgoed verschilt van materieel erfgoed. In hoeverre er nu wel of niet een strikte scheiding bestaat tussen materieel erfgoed en immaterieel erfgoed, toch zijn beide met elkaar verbonden. Dat beide met elkaar verbonden zijn is de laatste jaren ook terug te zien in beleidsplannen en projecten van musea. Musea hechten steeds meer waarde aan het verhaal achter de collectie, om zo een beter beeld van de collectie te geven. Om achter het verhaal van de collectie te komen is onderzoek nodig. Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen, zoals het bestuderen van archiefstukken. Steeds vaker wordt de hulp van buitenaf ingeroepen, zo worden bezoekers aangespoord te helpen bij het achterhalen van het verhaal achter een object. De hulp van deze bezoekers/deelnemers is vaak onmisbaar om het verhaal achter een object compleet te krijgen. In dit hoofdstuk ga ik kijken welke culturele instellingen zich bezig houden met de Joodse feest cultuur. Ik ga kijken op welke wijze ze met hun materieel erfgoed omgaan, daarnaast ga ik kijken of ze ook aandacht besteden aan het immaterieel erfgoed. Dit tesamen zal ik een beeld schetsen in welke mate ze een bijdrage leveren aan het waarborgen van Rosj Hasjana.
44 45
Stam, Dineke, Immaterieel Erfgoed in Nederland, nationale UNESCO commissie, Amsterdam 2006 (blz. 13) Albert van der Zeijden, Handen en voeten aan immaterieel erfgoed’ (versie juli 2009)
27
3.2 Culturele instellingen die zich bezig houden Joodse feestcultuur In Nederland is een verscheidenheid aan culturele instellingen, daarvan er richten zich een aantal op het Jodendom en de Joodse feestcultuur. Uit vooronderzoek is gebleken dat in Nederland vier culturele instellingen zich actief bezig houden met de Joodse feestcultuur, dit zijn:
Joods Historisch Museum in Amsterdam Museum Het Joods Schooltje in Leek Museum Catharijenconvent in Utrecht Sjoel Elburg- Museum over Joodse leven in vestingstad Elburg in Elburg
In het onderzoek zal de focus liggen op bovenstaande vier culturele instellingen.
3.2.1. Missie en visie In de komende alinea's zal ik kort ingaan op de missie en visie van elke culturele instelling op het gebied van joodse feestcultuur. Daarbij zal ik de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed en het verdrag bescherming van immaterieel erfgoed van UNESCO, zoals genoemd in hoofdstuk 1 in het achterhoofd houden. Deze zijn ondersteunend voor paragraaf 3.3 de rol van culturele instellingen bij het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana. Joods Historisch Museum De Stichting Joods Historisch Museum is opgericht met als doel: het verzamelen en tentoonstellen van datgene, hetwelk een beeld geeft van het joodsche leven in het algemeen en het Nederlandsche Joodsche leven in het bijzonder, alles in den meest ruimen zin des woords, het bespreken in bijeenkomsten van al wat daarop betrekking heeft en het te baat nemen van alle zoodanige middelen die Joodsche kunst en wetenschap kunnen bevorderen.46Het museum beschikt over een aantal permanente tentoonstellingen, één daarvan is gewijd aan de Joodse religie en traditie. Deze tentoonstelling bevindt zich op de begane grond van de Grote Synagoge, waardoor de oorspronkelijke synagogale sfeer ervaren kan worden. In de tentoonstelling worden veel voorwerpen op hun oorspronkelijke plaats getoond. Door het tonen van historisch filmbeelden en oude geluidsopname en computerreconstructies van het gebouw, wordt de synagoge levend gemaakt. Er worden ook eigentijdse films vertoond, deze laten zien hoe levend en divers het Jodendom tegenwoordig is De eigentijdse films gaan over de feestdagen en momenten uit de levenscyclus, hier wordt ingegaan op een ritueel en hoe dat tegenwoordig in Nederland gevierd wordt. Ook komen Joodse mensen aan het woord die vertellen over hun persoonlijke ervaring bij Joodse tradities. Deze eigentijdse films zorgen ervoor dat het immaterieel erfgoed van vieren anno nu wordt vastgelegd voor toekomstige generaties. Het vastleggen van immaterieel erfgoed speelt een belangrijke rol bij het waarborgen ervan. Bij elke feestdag zijn er objecten te zien, die kenmerkend zijn voor het feest en deze zijn ondersteunend aan het verhaal dat het museum wil vertellen. Hiermee wordt het immaterieel en materieel erfgoed samen gebracht. In het JHM Kindermuseum kunnen kinderen op een speelse manier kennis maken met het Joodse leven en Joodse tradities. In de mediatheek van het museum zijn boeken, brochures, documenten foto's, audio- en videomateriaal te vinden. De collectie van de mediatheek zou een belangrijk onderdeel kunnen zijn voor het waarborgen van Rosj Hasjana, omdat er veel is vastgelegd over dit feest. Het zou dan vallen onder de functie onderzoek en documentatie van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Hun tentoonstelling Joodse religie en traditie zou vallen onder de functie museaal verzamelen en presenteren
46
http://www.jhm.nl/organisatie (30 maart 2012)
28
Museum Het Joodse Schooltje Het Joodse Schooltje is in 1995 geopend als museum en monument ter nagedachtenis van de Joodse gemeenschap in Leek47. De Samuel Levie Stichting, opgericht op 26 augustus 1992 is verantwoordelijk voor het beheer en behoud van het museum. De stichting stelt zich als doel de opening en de activiteiten van het museum te waarborgen.48 Het museum heeft een aantal algemene activiteiten, één daarvan is inspelen op actuele feestdagen, zoals Pesach en het Loofhuttenfeest.49 Het Joodse Schooltje wordt een keer per maand gebruikt door De Progressieve Joodse Gemeente Noord Nederland (PJGNN) als leslocatie. Er wordt op een spelende wijze les gegeven aan kinderen, tijdens de lessen komen de volgende zaken aan bod: Hebreeuws, zingen, geschiedenis, Joodse Feestdagen en spelletjes.50 Het museum houdt zich bezig met het vieren van Joodse feesten en overdracht van het Joodse geloof. Hiermee dragen ze bij aan de kennisoverdracht van het Jodendom en zorgen doormiddel van activiteiten ervoor dat Rosj Hasjana levend wordt gehouden en dat er tradities worden overgedragen. Het Joodse Schooltje vervult daarmee de rol van promotie en zichtwaarmaking van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Op de website van Het Joodse Schooltje is er een apart gedeelte activiteiten Joodse Feestdagen. Er worden sfeerbeelden gegeven van hoe de Joodse feesten in voorgaande jaren gevierd zijn. Deze beelden kunnen een bijdrage leveren aan het documenteren van Rosj Hasjana. Museum Catherijneconvent Museum Catherijneconvent is gevestigd in een middeleeuws gebouw in het oude stadscentrum. In de 15de eeuw bouwde de karmelieten op de huidige locatie een klooster, genoemd naar de heilige Catharina van Alexandrië51. Vervolgens werd het klooster als ziekenhuis ingericht en hield deze functie tot in de 19de eeuw. In 1979 werd na een renovatie Rijksmuseum Catharijneconvent geopend door koningin Juliana. Het gebouwencomplex is daarna opnieuw gerestaureerd en is in 1995 verzelfstandigd in Museum Catherijneconvent. In 2006 zijn de themazalen van het museum vernieuwd en aangepast aan deze tijd. Een van de themazalen van het museum is: ' Feest!Weet wat je viert', de bezoeker krijgt hier informatie over tradities en gebruiken van feesten. Er wordt ingegaan op de oorsprong van feesten, zodat men bewust wordt van de reden dat het feest gevierd wordt. Bij de themazaal 'Feest!Weet wat je viert is ook een boek verschenen, waarin een groot aantal feestdagen aan bod komt. Algemeen directeur Guus van den Hout verwoordt de missie van het museum als volgt: De inhoud en betekenis van al die feesten, of ze nou een christelijke, islamitische, joodse of andere religieuze achtergrond hebben, horen eigenlijk tot ieders algemene ontwikkeling. Het moet echter wel ergens worden uitgelegd. Die missie lag op onze weg. Als nationaal museum voor christelijke kunst en cultuur willen we zoveel mogelijk geïnteresseerden inzicht bieden in de Nederlandse identiteit. Bij identiteit, horen bepaalde rituelen.52 Het Museum Catherijneconvent wil met themazaal:' Feest!Weet wat je viert', feesten en tradities onder de aandacht brengen van de bezoekers en ze ervan bewust maken dat er veel tradities en feesten zijn. Dit kan bijdragen aan de promotie en zichtwaarmaking van feesten en tradities.
47
http://www.museumjoodseschooltje.nl/Home.html (16 februari 2012) http://www.museumjoodseschooltje.nl/Info.html (16 februari 2012) 49 Ibidem 50 http://www.museumjoodseschooltje.nl/Home.html (16 februari 2012) 51 http://www.catharijneconvent.nl/p/38.html ( 21 februari 2012) 52 Haverkamp, Anite, Feest! : weet wat je viert, Zwolle 2008 (blz.4) 48
29
Sjoel Elburg- Museum over Joodse leven in vestingstad Museum Sjoel Elburg is op 6 juni 2008 geopend en heeft als uitgangspunt immaterieel erfgoed. Hierdoor is Sjoel Elburg misschien wel het eerste verhalen- museum van Nederland53. Het museum is gevestigd in een voormalige synagoge. In het museum staan verhalen centraal over het dagelijks leven van mensen uit de kleine Joodse gemeenschap binnen een niet-Joodse gemeenschap. De Joodse gemeenschap heeft vanaf 1685 in Elburg gewoond. Op 11 november 2010 heeft het museum Montblanc Museum Award gewonnen in de categorie Beste Kleine Museum. De doelstelling van Museum Sjoel Elburg wordt in één zin weergegeven door middel van een uitspraak uit de Talmoed: 'Zien leidt tot gedenken, gedenken tot doen' 54(Babylonische Talmoed, Menachto 43B). Deze doelstelling is ook toepasbaar voor het levend houden en waarborgen van Rosj Hasjana. Door Rosj Hasjana zichtbaar te maken (zien), door middel van het vieren van Rosj Hasjana en activiteiten te organiseren. Laat mensen nadenken over hun eigen tradities en laat ze hierover praten met elkaar (gedenken). Opdat mensen zich bewust worden van het feest en haar tradities. Als men bewust is van het feest zal men het eerder gaan vieren en/of kennis uitwisselen over Rosj Hasjana (doen). Het zichtbaar maken en vieren van Rosj Hasjana zijn belangrijke aspecten bij het waarborgen van Rosj Hasjana Verhalen staan centraal in het museum, maar er is ook aandacht voor de levensloop en Joodse feestdagen. Verhalen worden vaak wel ondersteund met beeldmaterieel en/of objecten. Het museum werkt voor de praktische uitvoering en begeleiding van de museale inrichting samen met Cultuurproject te Apeldoorn, Janssen Ontwerpers en het Joods Historisch Museum uit Amsterdam.
53 54
http://www.sjoelelburg.nl/nieuws/montblanc-museum-award-2010 (30 maart 2012) http://www.sjoelelburg.nl/het-museum/motto-van-sjoel-elburg (30 maart 2012)
30
3.3 De huidige rol van culturele instellingen bij het waarborgen van Rosj Hasjana In deze paragraaf ga ik kijken naar de huidige rol van culturele instellingen bij het waarborgen van Rosj Hasjana, hierbij in het achterhoofd gehouden de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed en de UNESCO conventie ter bescherming van immaterieel erfgoed. Om een beeld te schetsen van deze huidige rol heb ik bezoeken gebracht aan de musea (alle behalve Joodse Schooltje), bestudering van websites van de musea en het boek: 'Feest! Weet wat je viert'. Waar nodig heb ik contact gezocht met medewerkers van het betreffende museum. Aan het einde van paragraaf zal ik conclusies trekken over de huidige rol van culturele instellingen bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Joods Historisch Museum Het Joods Historisch Museum (hierna te noemen JHM) heeft in haar vaste tentoonstelling over Joodse religie en traditie, hier is speciale touchscreen over Rosj Hasjana. Het touchscreen geeft meer informatie over de rituelen, maar geeft ook een beeld van de persoonlijke beleving en herinneringen door verhalen van Joodse mensen. Het immaterieel erfgoed, zoals in dit geval de persoonlijke beleving en herinneringen aan het Rosj Hasjana worden door middel van filmen vastgelegd. Het vastleggen van Rosj Hasjana is een belangrijk onderdeel bij het waarborgen, in de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed valt dit onder de functie onderzoek en documentatie. De oude foto`s en prentbrieven geven een beeld van Rosj Hasjana in het verleden. Er wordt veel uitleg gegeven over het feest en er wordt getoond hoe men het feest viert thuis en in de sjoel. De objecten die getoond worden bij Rosj Hasjana zijn: nieuwjaarskaarten, sjofar, prenten en witte kleding. De getoonde objecten dienen als ondersteuning van het verhaal dat het museum wil vertellen over Rosj Hasjana. Het JHM combineert op deze manier materiële erfgoed, namelijk objecten met immaterieel erfgoed, zoals de verhalen van Joodse mensen over Rosj Hasjana. Het JHM draagt met haar tentoonstelling Joodse religie en traditie bij aan het waarborgen van Rosj Hasjana. Kijkend naar de landelijke infrastructuur zou het museum de rol van museaal verzamelen en presenteren kunnen vervullen. Door het organiseren van evenementen voor volwassenen en kinderen worden feestdagen gemarkeerd in het museum55. Het museum heeft af en toe ook bijzonderheden op de menukaart, in verband met een bepaalde feestdag. Het organiseren van evenementen zorgt ervoor dat een feest, zoals Rosj Hasjana gepromoot wordt aan een breed publiek. Hiermee zou het JHM ook een rol kunnen spelen bij de functie promotie en zichtwaarmaking van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Op de website van het museum kan digitaal gezocht worden in de collectie, bij zoekopdracht Rosj Hasjana komen er resultaten naar boven in de volgende categorieën foto`s, museumstukken, documenten, Joodse Pers (Joodse weekbladen), literatuur en audiovisueel. Zo heeft de curator van het Joods Historisch Museum Edward van Voolen in zijn boek Joods leven thuis en in de synagoge, een beschrijving gegeven van de Hoge Feestdagen waarvan Rosj Hasjana een onderdeel is. Door de hoeveelheid en diversheid van de resultaten van de website laat het zien dat Rosj Hasjana belangrijk is binnen de Joodse cultuur. Het museum wil met haar collectie een beeld schetsen van het Joodse geschiedenis en het leven in Nederland. De collectie van het JHM en haar mediatheek geven een goed en gevarieerd beeld van hoe Rosj Hasjana in Nederland gevierd wordt. Hiermee kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan de functie onderzoek en documentatie van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Wegens hun collectie, maar ook de kennis die medewerkers van het JHM hebben. 55
Manon Nout, Scriptie het waarborgen van Rosj Hasjana, e-mail aan Mirjam van Emden (afdeling educatie Joods Historisch Museum), 11, 19 en 23 april 2012
31
Het museum geeft zelf ook aan dat bij het waarborgen van tradities, het in ere houden en doen van de tradities het belangrijkste is. Museum Het Joodse Schooltje Het Joodse Schooltje besteedt altijd aandacht aan de Joodse feestdagen en hoe deze worden gevierd. Met Rosj Hasjana wordt er op de sjofar geblazen en bezoekers krijgen appeltjes met honing en wensen elkaar een goed en zoet jaar. Er wordt honingcake gebakken en andere zoetige gerechten zijn er te proeven. De zintuigen worden geprikkeld en bezoekers ervaren gedeeltelijk een Rosj Hasjana `viering`. Door het vieren van Rosj Hasjana in het museum, wordt het feest gepromoot en zichtbaar gemaakt aan de bezoekers van het museum. Dit is ook een functie binnen de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed, het museum zou een bijdrage kunnen leveren aan deze functie. Bezoekers van het museum krijgen uitleg over Rosj Hasjana over de achtergrond van het feest, zoals waarom worden er appeltjes met honing gegeten en op de Sjofar geblazen. Bezoekers kunnen gebruik maken van een rondleiding en er zijn ook folders beschikbaar. Bezoekers van het museum hebben vaak een interesse in de Joodse geloof, maar zijn zelf niet van Joodse afkomst. Het museum zorgt overdracht van kennis over Rosj Hasjana en kan hiermee de 'natuurlijke' overdracht van ouder naar kind stimuleren. Tijdens de Rosj Hasjana viering in het museum worden soms foto`s gemaakt, bijvoorbeeld als er een schoolklas is. Hiermee wordt vastgelegd hoe een viering van Rosj Hasjana er aan in het museum aan toegaat. Het museum geeft bezoekers achtergrondinformatie over het feest en laat ze deels ervaren hoe het is om Rosj Hasjana te vieren. Het museum richt zich vooral op het hier en nu, we zijn nog niet bewust bezig met het waarborgen van Rosj Hasjana56. Terwijl het vieren van Rosj Hasjana en achtergrondinformatie geven al als een bijdrage gezien kan worden, aan het waarborgen van Rosj Hasjana. Museum Catherijneconvent Museum Catherijneconvent heeft de vaste tentoonstelling 'Feest! Weet wat je viert' hier wordt ingegaan op de tradities en gebruiken van feesten. De nadruk ligt op christelijke feesten, maar feesten van andere religies worden ook behandeld. De tentoonstelling geeft uitleg over de inhoud van de feesten, maar ook hoe ze door de jaren heen zijn veranderd. Het dynamische aspect van tradities en gewoontes is duidelijk verwerkt in de tentoonstelling. Vaak door aan te geven dat grootouders het feest mogelijk op andere manier gevierd of ervaren hebben. De Joodse feestcultuur komt terug in twee onderdelen van de tentoonstelling: de snackmuur en in de kalender touchscreen. Een onderdeel van de tentoonstelling is een snackmuur, waarbij je eten (gerecht) moet koppelen aan een bepaald feest. Wanneer je dit goed doet, krijg je uitleg van waarom het bij een bepaald feest hoort. Hierbij komen ook Joodse feesten voor. In een touchscreen kun je door de kalender bladeren, hierin staan verschillende feestdagen die in Nederland gevierd worden van Sinterklaas tot Rosj Hasjana. Door een feestdag aan te raken krijg je meer informatie over het feest en de oorsprong ervan. Ook zit er in quiz element bij de kalender, door te kiezen voor niveau `makkelijk` `normaal` en moeilijk krijgt de bezoeker allerlei vragen over feestdagen. In de quiz worden niet alleen vragen gesteld over christelijke feestdagen, maar komen feestdagen van andere religies ook aan bod.
56
Manon Nout, Rosj Hasjana, e-mail aan Fenne van der Zwaag (secretaris van Het Joodse Schooltje), 27 maart 2012
32
In de tentoonstelling wordt materieel erfgoed en immaterieel erfgoed gecombineerd. Het immaterieel erfgoed, in dit geval feesten en tradities worden visueel gemaakt door het gebruik van materieel erfgoed. Zoals in de missie van de tentoonstelling al is beschreven, ligt de nadruk op het inzicht bieden op de Nederlandse identiteit. Met daarbij de feesten en tradities en rituelen die daarbij komen kijken. Er wordt in de gehele tentoonstelling veel informatie gegeven over de feestdagen en er wordt aandacht besteed aan het dynamisch aspect van feestdagen. Het museum heeft zich zelf als functie gesteld het vooral informeren van de bezoekers en niet zo zeer op het waarborgen ervan. In feite dragen ze wel hun steentje bij aan het waarborgen, door middel van de tentoonstelling 'Feest! Weet wat je viert', waarin feesten en tradities besproken worden en gepresenteerd. Ze vervullen daarmee de functie van museaal verzamelen en presenteren van de landelijk infrastructuur. De mate waarin Rosj Hasjana aan bod komt is misschien wel wat summier, maar de wijze van presenteren laat heel duidelijk het dynamische aspect van tradities zien. Hiermee lokt het museum ook uit dat mensen met elkaar gaan praten over hun beleving en herinneringen van een bepaald feest. Sjoel Elburg- Museum over Joodse leven in vestingstad De Sjoel Elburg is een verhalenmuseum, het bestaat uit verschillende persoonlijke verhalen en ervaringen. Het museum besteedt ook aandacht aan Joodse feesten en levensloop, dit doet het museum vrij kort en bondig. De gegeven informatie zijn ondersteunend voor de verhalen die in het museum aan bod komen. Zo wordt Rosj Hasjana uitgelegd in vijf à zes zinnen en zijn een prent en sjofar ondersteunend hiervoor. Het museum combineert het immaterieel erfgoed met materieel erfgoed, dit doen ze om bezoekers een duidelijk beeld te geven. Een voorbeeld van hoe het museum de korte bondige tekst als ondersteuning gebruikt voor verhalen, komt het best naar voren in het onderwerp Koosjer. Het museum vertelt in kort wat Koosjer eten inhoudt, daarna komt het Koosjer eten weer terug in de informatiezuil. In de informatiezuil vertelt een oudere man over zijn ervaringen met het ritueel slachten, hij verteld tot in detail hoe hij het slachten heeft gezien. Ook geeft hij aan dat als het niet goed ging, het dier gegeven werd aan de niet-Joodse bevolking. De oudere man vertelt uit eigen ervaring hoe belangrijk Koosjer eten was en welke invloed dit had op het dagelijks leven. Dit voorbeeld geeft aan hoe het aan elkaar gekoppeld wordt en dit gebeurt met meerdere aspecten van Joodse feesten en levensloop verweven in de informatiezuilen. Het museum vervult op het gebied van waarborgen van Rosj Hasjana voor een klein deel de functie van museaal presenteren en verzamelen, zoals deze genoemd is in de landelijke infrastructuur. Het museum heeft ook een ABC Jodendomwand, op deze wand worden belangrijkste aspecten van het Jodendom besproken. De letter F en S hebben te maken met Rosj Hasjana. De volgende tekst staat bij de F: het Jodendom is een godsdienst van tradities. Gewoontes en gebruiken worden van vader op zoon en van moeder op dochter doorgegeven. Zo leren kinderen als jong hoe het is om joods te zijn. Het is belangrijk om naar de synagoge te gaan, maar het is even belangrijk om de feestdagen thuis met vrienden en Familie te vier. De overdacht gebeurt volgens het ABC Jodendom door de familie. Bij de S wordt verwezen naar de sjofar, die een belangrijke rol speelt bij Rosj Hasjana. De vrijwilligers van het museum geven uitleg over het Jodendom, daarnaast is er een studie- en documentatiecentrum waar boeken geraadpleegd kunnen worden. De collectie van het studie- en documentatiecentrum zou een bijdrage kunnen zijn voor de functie onderzoek en documentatie, zoals in de landelijk infrastructuur immaterieel erfgoed is beschreven. Het museum geeft zelf aan dat ze zich niet zo zeer richten op het waarborgen van Rosj Hasjana, maar het waarborgen van de verhalen over de Joden in Elburg. Bij deze verhalen horen ook de Joodse feestdagen en levensloop.
33
Conclusie De achtergrond en inhoud van Rosj Hasjana komt bij alle vier de musea terug(bij de ene uitgebreider dan bij de ander), maar de essentie van het feest is bij allen terug te vinden. Het Joods Historisch Museum en Sjoel Elburg laten naast de essentie van het feest ook persoonlijke ervaringen zien. Het is niet toevallig dat beide musea zich hierop richten, de Sjoel Elburg werkt voor de begeleiding van de museale inrichting onder andere samen met het Joods Historisch Museum. Beide musea combineren dan ook het immateriële erfgoed, de traditie met materiële erfgoed, in dit geval objecten. Het Joods Historisch Museum heeft een mediatheek waar ook informatie en materiaal bewaard wordt dat te maken heeft met Rosj Hasjana. Hiermee beschikken ze over een uitgebreide documentatie van Rosj Hasjana en kunnen ze bijdragen aan het waarborgen van Rosj Hasjana. Het Museum Het Joodse Schooltje laat de bezoekers geen ervaringen van anderen zien, maar laat de bezoeker zelf ervaren hoe het is om Rosj Hasjana te vieren. Dit doet het museum door de bezoekers te laten luisteren naar de sjofar en ze zoete gerechten te laten proeven, hierdoor wordt bezoeker betrokken bij het feest. Hierdoor promoot Museum Het Joods Schooltje Rosj Hasjana en laat bezoekers kennis maken met dit feest en haar tradities. Bij het Joods Historisch Museum, Het Joodse Schooltje en Sjoel Elburg komen naast essentie van het feest Rosj Hasjana ook persoonlijke ervaringen/ het zelf ervaren terug. Het Museum Catherijneconvent heeft dit als enige niet, zij richten zich naast essentie van het feest op dynamisch aspect van feesten (tradities). Het dynamisch aspect komt naar voren van hoe vier jij het feest en zouden je grootouders dit ook zo gedaan hebben. Ook worden enkele voorbeelden gegeven van hoe `grootouders` het vierden, de bezoeker kan dit dan vergelijken met zijn eigen ervaring. Alle vier de musea dragen op gebied van waarborgen van Rosj Hasjana bij aan de functie museaal verzamelen en presenteren van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Het Joods Historisch Museum en Sjoel Elburg dragen ook bij aan de functie onderzoek en documentatie. Het Museum Joodse Schooltje en het Joods Historisch Museum dragen door middel van hun activiteiten rondom Rosj Hasjana bij aan de functie promotie en zichtwaarmaking.
34
4. Waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana 4.1 Inleiding In het Engels wordt gesproken over 'safeguarding' van immaterieel erfgoed, onder immaterieel erfgoed vallen ook tradities. Er is eigenlijk nog geen goede vertaling gevonden voor dit Engelse woord, hierover is ook discussie gaande. Als je het woord letterlijk zou vertalen naar het Nederlands zou het bescherming zijn, maar dit dekt niet de lading die UNESCO bedoelt. Het woord bewaren wordt ook genoemd, maar dit woord impliceert dat je om het immaterieel erfgoed een stolp kunt zetten57.Dit is natuurlijk onmogelijk door het dynamisch karakter van immaterieel erfgoed. Het woord waarborgen wordt ook veel gebruikt, maar ook voor dit begrip zijn er zijn voor- en tegenargumenten. Jette Janssen, consulent volkscultuur en immaterieel erfgoed van Gelders Erfgoed, heeft de aanmerking op het begrip waarborgen, dat je er een bepaalde waar(de) aan toe hecht58. Zij gebruikt dan ook liever het woord borgen. In mijn scriptie zal ik het woord waarborgen gebruiken, omdat ik van mening ben dat je bepaalde tradities waarborgt. Wegens het feit dat je ze belangrijk vindt en er daarmee een persoonlijke waarde aan hecht. Door een selectie te maken van welke tradities je wel of niet waarborgt, maak je keuze wat wel of niet voldoende waarde heeft om voor de toekomstige generaties bewaard te worden. In dit hoofdstuk zal ik ingaan op de wijze waarop een traditie gewaarborgd kan worden, hiervoor heb ik gebruik gemaakt van literatuur en interviews met deskundigen. In dit hoofdstuk zal ik niet ingaan op de discussie of je tradities wel moet waarborgen, ik ga ervan uit dat je tradities wilt waarborgen en zal op de werkwijze ingaan. De richtlijnen die UNESCO geeft voor het waarborgen van immaterieel erfgoed, zal ik ook in het kort beschrijven en in het achterhoofd houden bij dit onderzoek. Tenslotte zal ik ingaan op welke wijze de traditie van Rosj Hasjana gewaarborgd kan worden.
57 58
Faye 't Hull en Manon Nout, waarborgen van immaterieel erfgoed, interview met Hester Dibbits Faye 't Hull en Manon Nout, safeguarding van immaterieel erfgoed en de aanpak van Gelders Erfgoed, interview met Jette Janssen
35
4.2 Het waarborgen van een traditie In Nederland worden er op dit moment door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed pilot-projecten gehouden, om te kijken hoe het waarborgen van immaterieel erfgoed in de praktijk werkt. Om op deze manier problemen en knelpunten te signaleren betreffende het waarborgen van immaterieel erfgoed. Albert van der Zeijden, beleidsmedewerker van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed, heeft zelf ook ervaren wat erbij komt kijken voordat een traditie gewaarborgd wordt. Als voorbeeld gaf hij Allerzielen, een traditie waarbij de gelovige zielen en gestorvenen worden herdacht. De traditie van Allerzielen is levend en wordt doorgegeven van generatie op generatie, maar op welke manier kan ervoor gezorgd worden dat deze traditie gewaarborgd wordt? Allereerst begint het met het in kaart brengen van de verschillende partijen die bij de traditie betrokken zijn, bijvoorbeeld organisaties die zich bezig houden met beheer en behoud van begraafplaatsen. Daarna moet je in gesprek gaan met deze partijen en moeten ze overtuigd worden van het belang van het waarborgen van immaterieel erfgoed en de partijen proberen samen te brengen. Met als uiteindelijk doel dat ze een voordracht doen voor de UNESCO lijst van immaterieel erfgoed. In het gesprek met Albert van der Zeijden kwam duidelijk naar voren dat er niet één manier is om een partij te overtuigen, wel is van belang dat een partij de 'power' heeft om onderzoek te doen en de knelpunten in kaart te kunnen brengen59. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed heeft in het kader van het Jaar van de traditie in 2009 onderzoek gedaan naar de belangrijkste tradities in Nederland. Aan de hand van een enquêteformulier kon men de 10 belangrijkste tradities opsturen met daarbij een toelichting. Deze momentopname resulteerde in het boek: Dit zijn wij, de 100 belangrijkste tradities van Nederland60.Op de 87ste plek staat Rosj Hasjana samen met Jom Kippoer (Grote verzoensdag).Door een plaats voor Rosj Hasjana in de top 100, betekent dit dat een behoorlijk aantal mensen het genoemd heeft in hun top 10 van belangrijkste tradities. Doordat iedereen in Nederland zijn eigen top 10 kon insturen, werd men bewust gemaakt van tradities en de rol die ze spelen in ons leven. Het onderzoek en het project van Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed past binnen hun functie promotie en zichtwaarmaking van immaterieel erfgoed in de landelijke infrastructuur van waarborgen van immaterieel erfgoed. Gelders Erfgoed heeft een servicepunt Gelderse volkscultuur, het servicepunt heeft een consulent streektalen en consulent volkscultuur en immaterieel erfgoed. Het servicepunt Gelderse volkscultuur is er voor alle verenigingen en instellingen die zich bezig houden met volkscultuur, volksculturele uitingen of geschiedenis, met streektaal, met verhalen of uitingen van eigen- of groepsidentiteit en iedereen met vragen over tradities en gebruiken.61 In een interview met Jette Janssen, consulent volkscultuur en immaterieel erfgoed is gesproken over de werkwijze van het servicepunt Gelderse volkscultuur en over hoe een traditie gewaarborgd kan worden. Het servicepunt werkt vanuit de vraag van verenigingen en instellingen, ze kloppen met een bepaalde vraag aan bij het servicepunt. Het is dus niet zo dat het servicepunt zelf naar verenigingen en instellingen toe stapt. Als een vereniging of instelling zich meldt bij servicepunt, wordt samen gekeken naar de mogelijkheden die er zijn en wordt er advies gegeven. Het servicepunt Gelderse volkscultuur heeft geen standaard procedure voor het helpen van verenigingen en instellingen, er wordt steeds een procedure op maat gemaakt voor een bepaalde vereniging of instelling. Een voorbeeld van de rol van servicepunt Gelderse volkscultuur, is het helpen bij het organiseren van een promotiedag op een prominente plek met prominente personen. Het servicepunt maakt hierbij gebruik van haar netwerk. De financiële middelen voor een promotie dag komen uit de vereniging. In de vereniging is het vaak een ons-kent-ons cultuur, hierdoor weet de vereniging vaak bij wie er aan geklopt moet worden voor bepaalde middelen. In sommige gevallen is er een subsidieaanvraag nodig 59
Faye 't Hull en Manon Nout, bespreking knelpunten waar Nederlands Centrum voor Volkscultuur en immaterieel erfgoed tegen aanloopt,Albert van der Zeijden 60 Strouken, Ineke, Dit zijn wij, de belangrijkste tradities van Nederland, Beilen 2010 61 http://www.gelderserfgoed.nl/ServicepuntGelderseVolkscultuur.php (17 april 2012)
36
voor het hele programma of een gedeelte ervan. Het servicepunt geeft dan ondersteuning bij het aanvragen van subsidie. Er wordt vanuit Gelders Erfgoed geen geld gegeven voor dergelijke projecten, maar er is sprake van 'goederenruil'. Een voorbeeld hiervan is dat een vereniging helpt bij een tentoonstelling, door middel van het in bruikleen geven van objecten. In ruil hiervoor biedt het Gelders Erfgoed hun kennis en netwerk aan op gebied van waarborgen van immaterieel erfgoed. In de extra uitgave van Volkscultuur Magazine van 1 november 2008 geeft Prof. Dr. Hans Bennis, directeur van Meertens Instituut in zijn artikel Dynamische tradities levende voorbeelden tradities en het waarborgen er van. Hij verwoordt zijn mening over waarborgen van tradities in een paar zinnen: Het is daarom vanuit een etnologisch perspectief cruciaal dat wij in het kader van de UNESCO streven naar een dynamische vorm van bescherming, waarin met respect wordt omgegaan met het verleden, maar waarin voldoende ruimte is voor verandering en dus voor de toekomst. Kernbegrippen daarbij zijn documenteren en faciliteren.62 In de interviews en literatuur kwam ik steeds een aantal al gebruikte manieren van het vastleggen van immaterieel erfgoed tegen. Deze manieren heb ik hieronder op een rijtje gezet.
Het maken van een beschrijving Het documenteren en archiveren van filmmateriaal Foto's Geluidsopnames Interviews met betrokkenen Het schrijven van artikelen
Het bovenstaande lijstje van manieren zorgt ervoor dat er een beeld wordt geschetst en deze informatie wordt vaak bij elkaar gebracht in een database. Het beeld dat geschetst wordt is van een bepaalde periode of plaats, er is nog niet zozeer nagedacht over het dynamisch aspect van immaterieel erfgoed. Hierdoor kan het zijn dat je het beeld dat je in database twintig jaar geleden hebt geschetst niet meer klopt met de werkelijkheid. Door het dynamisch aspect van immaterieel erfgoed, wordt het ook wel levend erfgoed genoemd. Het begrip levend erfgoed geeft weer dat immaterieel erfgoed, zoals een traditie levend moet worden gehouden. Het levend houden van een traditie doe je niet door het alleen maar vast te leggen in een database, maar een traditie moet gedaan en getoond worden. Hiervoor zijn mensen nodig die bij een traditie betrokken zijn en dit graag willen overdragen.
62
Volkscultuur Magazine extra uitgave, Opening het jaar van de tradities 2009, 1 november 2008
37
4.2.1 Richtlijnen Op dit moment zijn er in Nederland nog geen richtlijnen voor het waarborgen van immaterieel erfgoed. Wel is Nederland bezig met het ratificeren van de UNESCO conventie betreffende immaterieel Cultureel Erfgoed. Met deze conventie wil UNESCO het immaterieel erfgoed promoten en beschermen. Bij het tekenen van deze conventie zegt een land toe haar immateriële erfgoed in kaart te brengen, te documenteren, informeren en er aandacht aan te besteden in het onderwijs. In bijlage I conventie betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed is de gehele conventie te lezen, bladzijde 55. Toch wil ik er een aantal aspecten uitlichten. In de conventie staat dat erkenning, bewustzijn, respect en ontsluiting van het immaterieel erfgoed in de maatschappij verzekerd moet zijn. Om dit te bereiken worden onder andere educatieve programma' en informatieve programma’s genoemd gericht op de bevolking en in het bijzonder op jongere mensen. In de conventie speelt 'de gemeenschap', zoals deze in de conventie genoemd wordt een grote rol. In artikel 15 van de conventie (blz. 60), wordt ingegaan op de rol van gemeenschappen, groepen en individuen. Hierin staat dat men bij de beschermingsactiviteiten verzekerd moet zijn van participatie van gemeenschappen, groepen en individuen. Zodat ze ervoor kunnen zorgen dat het immaterieel erfgoed in stand wordt gehouden en overgedragen wordt op de toekomstige generaties. Er staat ook dat de gemeenschap actief betrokken moet worden bij het beheer van het immateriële erfgoed. Uit artikel 15 blijkt dat de gemeenschap een belangrijke rol heeft bij het waarborgen van immaterieel erfgoed. In de conventie wordt gesproken over bescherming van immaterieel erfgoed op internationaal niveau. Hierbij wordt gesproken over twee lijsten: representatieve lijst en lijst van immaterieel erfgoed dat dringende bescherming nodig heeft. De representatieve lijst waarbij lidstaten een bepaalde traditie of ander immaterieel erfgoed kunnen voordragen, met als doel de zichtbaarheid en het bewustzijn van de betekenis te verzekeren. Bij de lijst van immaterieel erfgoed dat dringende bescherming nodig heeft gaat het om immaterieel erfgoed dat bedreigd wordt. Voor beide lijsten geldt dat er een aanvraag gedaan moet worden om op de lijst te komen, hierop ga ik later op in. Naast de twee lijsten wordt ook ingegaan op het belang van programma's, projecten en activiteiten die van belang zijn om het immaterieel erfgoed te waarborgen. Een ander onderdeel van de conventie is internationale samenwerking en bijstand, het gaat hier om het uitwisselen van informatie en ervaringen betreffende immaterieel erfgoed. Bijstand wordt verleend voor: bescherming van erfgoed, dat dringende bescherming nodig heeft, voorbereiden van inventarissen, ondersteunen van programma's, projecten en activiteiten en andere doelen die door het comité nodig worden geacht. De bijstand wordt geregeld via de operationele richtlijnen voor de uitvoering van de conventie. Er zijn verschillende vormen van internationale bijstand: ·studies over verschillende aspecten van bescherming, het inzetten van experts en beoefenaars, de vorming van al het nodige personeel, de uitwerking van standaardbepalende en andere maatregelen, de oprichting en het beheer van infrastructuren, het zorgen voor uitrusting en knowhow en andere vormen van financiële en technische bijstand, inclusief, in bepaalde omstandigheden, het toestaan van lage renteleningen en donaties.63 Door middel van de internationale samenwerking en bijstand hebben alle lidstaten een kans om hun immaterieel erfgoed te waarborgen. Zoals al eerder genoemd horen bij de conventie operationele richtlijnen, die voor uitvoering van de conventie zorgen. In hoofdstuk 1 van de operationele richtlijnen wordt ingegaan op bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed op internationaal niveau, samenwerking en internationale bijstand. UNESCO spreekt in dit hoofdstuk over alle eerder genoemde twee lijsten van immaterieel erfgoed: de dringende bescherming lijst en representatieve lijst van immaterieel erfgoed lijst van immaterieel erfgoed dat dringende bescherming nodig heeft. Voor beide lijst geldt dat er een aanvraag gedaan moet worden om op de lijst te komen. Aan de aanvraagprocedure zijn eisen verbonden en uiteindelijk 63
De algemene conferentie van UNESCO, Conventie betreffende de bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed, 17 oktober 2003, artikel 27
38
besluit de UNESCO commissie of de aanvraag wordt goedgekeurd. Nederland kan pas een aanvraag doen om op een van beide lijsten te komen, als ze de conventie bescherming van immaterieel cultuur erfgoed hebben geratificeerd, dit is gebeurd op 19 april 2012. Daarnaast moet er een nationale inventaris immaterieel erfgoed zijn opgesteld. Ik zal in het kort uitleg gegeven over de twee lijsten en over de eisen waaraan de aanvraag moet voldoen. De dringende bescherming lijst is bedoeld voor immaterieel erfgoed dat wordt bedreigd en daarom dringende bescherming nodig heeft. Er zijn zes eisen64 waaraan de aanvraag moet voldoen, deze heb ik vertaald uit het Engels. 1. Het element vormt immaterieel cultureel erfgoed, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de conventie 2. (a) Het element is dringend behoefte aan bescherming, omdat de levensvatbaarheid in gevaar is, ondanks de inspanningen van de gemeenschap, groep of, indien van toepassing, particulieren en Staat (s) partij (en) betreft; of (b) Het element is zeer dringend bescherming omdat het blootgesteld is aan ernstig risico als gevolg waarvan niet kan worden verwacht te overleven zonder directe bescherming. 3. Bescherming van de maatregelen worden uitgewerkt die de gemeenschap, groep of, indien van toepassing, betrokken personen aan de praktijk en de transmissie van het element. 4. Het element is genomineerd na een zo ruim mogelijke deelname van de gemeenschap, groep of, indien van toepassing, de betrokken personen en met hun vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde toestemming. 5. Het element is opgenomen in een inventaris van het immaterieel cultureel erfgoed op het grondgebied (en) van het verstrekkende land (en), partij (en), zoals omschreven in artikel 11 en artikel 12 van de conventie. 6. In het geval van hoogdringendheid, de staat, partij (en) betrokken is (zijn) naar behoren geraadpleegd over inscriptie van het element in overeenstemming met artikel 17.3 van de conventie. Een plaats op de lijst kan ervoor zorgen dat het immaterieel erfgoed zichtbaar wordt gemaakt aan het grote publiek en dat men zich bewust wordt van immaterieel erfgoed. Ook zorgt het ervoor dat een land de mogelijkheid krijgt om hun bedreigd immaterieel erfgoed te kunnen waarborgen en over te dragen aan toekomstige generaties. De representatieve lijst is bedoeld om de diversiteit van immaterieel erfgoed over de hele wereld te laten zien. Daarnaast is de lijst er voor de bescherming van deze diversiteit aan immaterieel erfgoed. Er zijn vijf eisen65waaraan de aanvraag moet voldoen, deze heb ik vertaald uit het Engels. 1. Het element vormt immaterieel cultureel erfgoed, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de conventie. 2. Inschrijving van het immaterieel erfgoed zal bijdragen tot de zichtbaarheid en het bewustzijn van de betekenis van het immaterieel cultureel erfgoed en tot de dialoog aanmoedigen, met als gevolg de culturele diversiteit wereldwijd en getuigen van menselijke creativiteit. 3. Bescherming van de maatregelen worden uitgewerkt die kunnen beschermen en bevorderen het element. 4. Het immateriële erfgoed is genomineerd na een zo ruim mogelijke deelname van de gemeenschap, groep of, indien van toepassing, de betrokken personen en met hun vrijwillige, voorafgaande en geïnformeerde toestemming. 5. Het immateriële erfgoed is opgenomen in een inventaris van het immaterieel cultureel erfgoed op het grondgebied (en) van het verstrekkende land (en) partij (en), zoals omschreven in artikel 11 en artikel 12 van de conventie. 64 65
http://www.unesco.org/culture/ich/index.php?lg=en&pg=00174 (20 april 2012) http://www.unesco.org/culture/ich/index.php?lg=en&pg=00173 (20 april 2012)
39
Tijdens een Question & Answers (Q&A) sessie met Cecile Duvelle66, chief of Intangible Cultural Heritage gaf ze aan dat een plaats op de lijst van UNESCO als hulpmiddel moet worden gezien en niet als doel. Het kan bijdragen aan de marketing van immaterieel erfgoed. Het waarborgen van immaterieel erfgoed is niet iets tijdelijks, maar is een voortdurend proces waaraan gewerkt moet worden. Een plaats op de lijst kan er wel voor zorgen dat de zichtbaarheid wordt vergroot en dat daardoor meer groepen gaan participeren in het geheel. Cecile Duvelle gaf ook aan dat de gemeenschap een belangrijke rol speelt bij het waarborgen van immaterieel erfgoed, omdat zij in forse mate bepalend zijn in de overdracht van immaterieel erfgoed. Musea kunnen volgens Cecile Duvelle een rol spelen bij het promoten van immaterieel erfgoed en informeren over immaterieel erfgoed en haar historie. Musea kunnen ook activiteiten organiseren rondom een bepaalde traditie. Als voorbeeld geeft ze de Indonesische Batik, een museum liet bezoekers kennismaken met de Indonesische Batik. Hierdoor werd de bekendheid vergroot en leefde het weer op onder de bevolking. Uiteindelijk was er vanuit bevolking voldoende steun en is er een aanvraag gedaan voor een plaats op de representatieve lijst. In 2009 is de Indonesische Batik geplaatst op de representatieve lijst van UNESCO. Cecile Duvelle legde er de nadruk op dat musea een groter bereik hebben dan familie voor de overdracht van immaterieel erfgoed. Bij familie gaat het van generatie op generatie doorgeven, terwijl musea bereiken hebben van duizenden mensen per jaar. Cecile Duvelle gaf ook haar mening over de rol van erfgoedspecialisten bij het waarborgen van immaterieel erfgoed. Allereerst begon ze dat de grootste rol is voor de gemeenschap, die bepaalt wat immaterieel erfgoed is. De erfgoedspecialist kan zorgen voor de faciliteiten en is er om in dialoog te gaan met de gemeenschap. Ook kunnen ze betrokken worden bij de aanvraag voor de UNESCO representatieve lijst en bij de aanvraag van subsidie. Bij de promotie kan ook een rol weggelegd zijn voor de erfgoedspecialist, ze weten vaak de weg naar de media en zijn ook op de hoogte van het gebruik van social media.
66
Deze sessie heeft plaatsgevonden op 18 april 2012 op de Reinwardt Academie
40
4.3 Het waarborgen van de traditie van Rosj Hasjana Om een traditie als Rosj Hasjana te waarborgen is mankracht nodig, UNESCO spreekt in haar conventie ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed over de gemeenschap. UNESCO vindt dat de gemeenschap een belangrijke rol moet spelen in het proces van waarborgen en dat het initiatief vanuit de gemeenschap moet komen. In het geval van Rosj Hasjana zou de Joodse gemeenschap een belangrijke rol spelen. Het probleem is alleen, hoe bereik je als erfgoedprofessional de Joodse gemeenschap? Het bereiken van de gehele gemeenschap is vrijwel onmogelijk, maar er kan wel een deel van deze gemeenschap bereikt worden. Dit kan door het aanspreken van joods maatschappelijke organisaties, omdat in deze organisaties een groot deel van de Joden is vertegenwoordigd. Joods maatschappelijke organisaties kunnen gebruikt worden als de spreekbuis naar de Joodse gemeenschap in Nederland In het rapport: 'Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland, rapportage op basis van interviews met 33 deskundigen' wordt gepleit dat de overheid een landelijke infrastructuur voor immaterieel erfgoed moet garanderen. In deze infrastructuur staan drie centrale functies namelijk: onderzoek en documentatie, promotie en zichtwaarmaking en museaal verzamelen en tentoonstellen. Deze infrastructuur met bijbehorende functies moet ervoor zorgen dat het immaterieel erfgoed van Nederland gewaarborgd wordt. De drie centrale functies die genoemd worden in landelijke infrastructuur, bevatten de elementen die nodig zijn om immaterieel erfgoed te waarborgen. Zoals ik al eerder beschreven heb wordt het documenteren en het op verschillende wijzen vastleggen van immaterieel erfgoed vaak genoemd als manier om te waarborgen. Het documenteren en vastleggen komt terug in de functie onderzoek en documentatie. Ook het dynamische aspect van immaterieel erfgoed komt terug in functie promotie en zichtwaarmaking. Door het immaterieel erfgoed, bijvoorbeeld een feest zichtbaar te maken kunnen mensen zien en ervaren hoe het feest gevierd worden. Het kan zo zijn dat mensen al hun eigen herinneringen hebben aan hoe zij het feest vieren en dat deze niet overeenkomen. Door zichtwaarmaking wordt er ook voor gezorgd dat mensen in gesprek gaan met elkaar over het feest en verhalen en ervaringen uitwisselen. Om Rosj Hasjana te waarborgen kun je gebruik maken van de drie functies die genoemd worden in de landelijke infrastructuur. De drie functies die beschreven worden bestaan alle uit twee delen. Daarom heb ik ervoor gekozen deze uit elkaar te trekken en dan heb je zes functies. Dit zijn de zes functies: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Documenteren Museaal verzamelen Museaal presenteren Promotie Zichtwaarmaking Onderzoek
Al deze functies staan wel in verband met elkaar en kunnen los van elkaar worden gezien in het proces van waarborging van Rosj Hasjana. Het waarborgen van immaterieel erfgoed is niet van de laatste tijd. In hoofdstuk 2 en 3 heb ik de huidige rol van Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen bij waarborgen van Rosj Hasjana beschreven. Bij Joods maatschappelijke organisaties ben ik uitgegaan van de leden van het Centraal Joods Overleg (CJO). Vaak zijn de leden van CJO en culturele instellingen niet altijd geheel bewust bezig met het waarborgen van Rosj Hasjana. Als je kijkt naar wat deze organisaties en instellingen doen, zou je deze kunnen plaatsen in de zes functies die nodig zijn om Rosj Hasjana te waarborgen. Ik zal nu per functie in het kort beschrijven van wat er door Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen al op dit moment gedaan wordt om Rosj Hasjana te waarborgen. In hoofdstuk 2 41
en 3 staat een uitgebreidere beschrijving van wat de organisatie en instellingen op dit moment doen op het gebied van waarborgen van Rosj Hasjana. 1. Documentatie Het Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) heeft op haar website een verzameling van artikelen met het thema Rosj Hasjana. De vieringen van Rosj Hasjana worden door Joods Maatschappelijk Werk vaak vastgelegd door het maken van foto`s en het schrijven van artikelen voor in de Joodse krant of de Benjamin (kwartaalblad Joods Nederland) Het Joods Historisch Museum (JHM) heeft in haar mediatheek een brede documentatie van Rosj Hasjana, zoals foto's, literatuur en audiovisueel. De collectie van het JHM zorgt ervoor dat beeld wordt geschept van vieringen van Rosj Hasjana door de jaren heen. Museum het Joodse Schooltje legt soms vieringen en activiteiten rondom Rosj Hasjana vast door middel van foto's. De Sjoel Elburg heeft een studie- en documentatiecentrum waar bezoekers literatuur kunnen raadplegen, onder andere over Rosj Hasjana. 2. Museaal verzamelen Het Joods Historisch Museum, Museum Het Joodse Schooltje en Sjoel Elburg verzamelen objecten en verhalen over Rosj Hasjana. Het Joods Historisch Museum verzamelt objecten die een beeld geven van het Joodse leven, hierbij horen ook feestdagen. Voorbeelden van objecten zijn: nieuwjaarskaarten, sjofar, prenten en witte kleding. Museum Het Joodse Schooltje verzamelt objecten, die als ondersteuning kunnen dienen bij een rondleiding. De Sjoel Elburg richt zich vooral het verzamelen van verhalen en wordt daarom ook wel verhalenmuseum genoemd. Het museum verzamelt objecten die ondersteunend kunnen zijn aan de verhalen. Hierbij moet gedacht worden aan prenten en sjofar. 3. Museaal presenteren Het Joods Historisch Museum, Museum Het Joodse Schooltje, Museum Catherijneconvent en Sjoel Elburg hebben allen in hun museum aandacht voor Rosj Hasjana. Ze doen dit alle op hun eigen manier. Het Joods Historisch Museum geeft in haar tentoonstelling uitleg over Rosj Hasjana en de oorsprong van het feest. Ze doen dit aan de hand van museumteksten met als ondersteuning objecten die te maken hebben met Rosj Hasjana. In een touchscreen wordt ingegaan op de persoonlijke ervaringen en beleving van het feest en worden beelden van viering getoond. Hierdoor krijgt de bezoeker beter beeld van Rosj Hasjana. Museum Het Joodse Schooltje creëert tijdens Rosj Hasjana een bepaalde sfeer, zodat het lijkt alsof je binnenstapt in iemands huis tijdens een viering van Rosj Hasjana. De bezoeker wordt als ware ondergedompeld in het feest en kan zelf actief deelnemen. Rondleiders vertellen het verhaal van Rosj Hasjana en gebruiken hierbij objecten om het visueel te maken. Museum Catherijneconvent heeft de tentoonstelling:Feest! Weet wat je viert!, waar aandacht wordt besteed aan feesten en tradities in Nederland. De mate waarin Rosj Hasjana aan bod komt is misschien wel wat summier, maar de wijze van presenteren laat heel duidelijk het dynamische aspect van 42
tradities zien. Hiermee lokt het museum ook uit dat mensen met elkaar gaan praten over hun beleving en herinneringen van een bepaald feest. De Sjoel Elburg geeft in hun tentoonstelling bij het onderdeel Joodse feesten en levensloop aandacht aan Rosj Hasjana, dit gebeurt vrij kort. Zo wordt Rosj Hasjana uitgelegd in vijf à zes zinnen en zijn een prent en sjofar ondersteunend hiervoor. Het museum combineert het immaterieel erfgoed met materieel erfgoed, dit doen ze om bezoekers een duidelijk beeld te geven. Zo komt de informatie van de Joodse feesten en levensloop, weer terug in de informatiezuilen. In deze informatiezuilen worden persoonlijke verhalen verteld over het Joodse leven in Elburg. 4. Promotie Het Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap(NIK), Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom (NVPJ) en Joods Maatschappelijk Werk (JMW) bieden allen de faciliteiten om Rosj Hasjana te vieren. De vieringen van Rosj Hasjana zorgen ervoor dat het feest met haar tradities gepromoot wordt, maar wordt ook uitleg gegeven over het feest. Het NIK, JMW en NVPJ spelen een rol bij de educatie over het Jodendom en haar feestdagen, waaronder Rosj Hasjana. Doordat ze er aandacht aan besteden, wordt de bekendheid rondom Rosj Hasjana vergroot. Het NIK organiseert ook allerlei activiteiten voor verschillende leeftijdscategorieën rond Rosj Hasjana. Bijvoorbeeld op 25 september 2010 was er in het kader van Rosj Hasjana, een uitstapje naar Bounz georganiseerd. Bounz is een hal voor trampolines, op deze manier konden kinderen springend naar volgende jaar. Tijdens deze activiteit was er ook aandacht voor de achtergrond van het feest, hiervoor was er een speciale gast Rabbijn I. Vorst. JMW organiseert bijeenkomsten waarin uitleg wordt gegeven over het Jodendom. Hierbij wordt ook altijd ingegaan op Rosj Hasjana en biedt men aan om het feest samen met JMW te vieren Het Joods Historisch Museum en Museum Joodse Schooltje organiseren beide activiteiten rondom Rosj Hasjana. Hierdoor wordt de traditie van Rosj Hasjana gepromoot aan de bezoekers. Het Joods Historisch Museum organiseert activiteiten rondom Rosj Hasjana, hierdoor komt een breed publiek in aanraking met het feest. Museum Joodse Schooltje biedt tijdens Rosj Hasjana bezoekers de kans om zich te laten onderdompelen in het feest. Bezoekers kunnen meedoen aan bepaalde tradities en kunnen uitleg krijgen over het feest. 5. Zichtwaarmaking Het Nederlands-Isrealitisch Kerkgenootschap (NIK), Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom (NVPJ) en Joods Maatschappelijk Werk (JMW) zorgen er allemaal voor dat er mogelijkheid is om Rosj Hasjana te vieren. Het NIK en NVPJ doen dit voor Joden in Nederland met een bepaalde stroming binnen het Joodse geloof. Het JMW doet het voor de niet gelovige Joden in Nederland. Tijdens een viering van Rosj Hasjana wordt stilgestaan bij de tradities en wordt kennis overgedragen over het feest. Het Joods Historisch Museum en Museum Het Joodse Schooltje organiseren activiteiten rondom Rosj Hasjana. Hierdoor kunnen bezoekers kennismaken met de traditie van Rosj Hasjana. Bij het Museum Het Joodse Schooltje kan de bezoeker zelf actief meedoen aan de tradities van Rosj Hasjana. Museum Catherijneconvent laat in haar tentoonstelling 'Feest!Weet wat je viert' de dynamische kant van tradities zien. Hierdoor worden bezoekers zich bewust van de tradities en laat ze hierover nadenken. 43
6. Onderzoek In opdracht van het Joods Maatschappelijk werk is onderzoek gedaan naar Joden in Nederland, dit gebeurde in 2001 en 2009, van beide onderzoeken is een boek verschenen. In hoofdstuk 1 heb ik de resultaten van Joodse binding en overdracht uitgelicht, met daarbij ook de resultaten van Rosj Hasjana. Het overdragen van tradities is van belang voor het voortbestaan van een traditie en voor het waarborgen van een traditie. In het geval van Rosj Hasjana is er een duidelijke afname als je kijkt naar het verschil tussen de ouder- kindgeneratie die het feest viert.
44
4.3.1 Advies In de vorige paragraaf heb ik een beeld gegeven wat er op dit moment gebeurt op het gebied van het waarborgen van Rosj Hasjana. Er wordt al veel gedaan, ook al is dit soms onbewust. Met onbewust bedoel ik dat organisaties en instellingen zich niet bewust zijn dat ze aan het waarborgen zijn, doordat ze werken vanuit een ander perspectief. Er zijn toch nog enkele punten te verbeteren op het gebied van waarborgen van Rosj Hasjana. Op de eerste plaats is dat de in vorige paragraaf genoemde zes functies al vervuld moeten worden, op dit moment gebeurt dit gedeeltelijk. Om Rosj Hasjana goed te waarborgen zouden vooral onderzoek, promotie en documentatie uitgebreid moeten worden. De functie onderzoek zou uitgebreid moeten worden, omdat op dit moment bij de instellingen en organisaties summier aandacht wordt besteed aan onderzoek naar Rosj Hasjana. Bij het onderzoek gaat het niet alleen om de oorsprong van het feest, maar ook om de wijze waarop Rosj Hasjana nu en in het verleden gevierd wordt. Bij de functie promotie zullen de organisaties en instellingen meer kunnen samenwerken. Op dit moment besteden een aantal organisaties en instellingen hier aandacht aan, maar door samen te werken kunnen ze een groter publiek aanspreken. Bij de functie documentatie zouden de organisaties en instellingen vooral eerst een inventaris moeten maken van de huidige documentatie. Ook moeten ze gaan kijken van op welke wijze ze Rosj Hasjana gaan documenteren. De documentatie zorgt ervoor dat er een beeld wordt geschetst van hoe Rosj Hasjana gevierd wordt, dit kan voor de toekomst erg interessant zijn. Dit beeld kan gebruikt worden om te zien Het is van belang om de genoemde zes functies te vervullen, om dit te bereiken zouden de Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen met elkaar om de tafel moeten gaan zitten. Om zo te inventariseren van wat wie op dit moment doet en wat er nog verbeterd moet worden, dit heb ik al grotendeels gedaan in deze scriptie. Toch zouden Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen zelf een inventaris moeten maken, omdat zij het beste op de hoogte zijn van wat zij op dit moment doen en waar zij nog verbeteringen in kunnen maken. Er moet dus een samenwerkingsverband komen voor het waarborgen van Rosj Hasjana. De Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen zijn niet altijd geheel op de hoogte van wat er allemaal komt kijken bij het waarborgen van een traditie. Daarom is het van belang dat in het proces van waarborgen van Rosj Hasjana een deskundige op het gebied van immaterieel erfgoed betrokken is. Deze deskundige kan tips en adviezen geven over de aanpak van het waarborgen van Rosj Hasjana. Het waarborgen van Rosj Hasjana is een doorlopend proces van de zes functies met middenin één deskundige op gebied van immaterieel erfgoed. Dit proces is terug te zien op de volgende bladzijde in figuur 2 het waarborgen van Rosj Hasjana.
45
Onderzoek
Documentatie
Immaterieel Erfgoed deskundige
Zichtwaarmaking
Museaal verzamelen
Museaal presenteren
Promotie
Figuur 2 Waarborgen van Rosj Hasjana
De Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen kunnen de traditie van Rosj Hasjana ook voordragen voor de UNESCO representatieve lijst. Dit kan pas als Nederland de conventie ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed heeft getekend. Bij de aanvraagprocedure kan een deskundige op gebied van immaterieel erfgoed hulp bieden. Een plaats op de UNESCO representatieve lijst kan een aantal voordelen bieden, zoals voor internationale erkenning en uitstraling van Rosj Hasjana. De erkenning door overheden kan ervoor zorgen dat er deuren geopend worden, die anders gesloten waren gebleven. Dit kan bij contacten met overheden en bij aanvragen van vergunningen een voordeel zijn. Een plaats op de representatieve lijst van UNESCO is geen manier om Rosj Hasjana te waarborgen, maar kan wel als hulpmiddel gebruikt worden. Aan een plaats op de representatieve lijst van UNESCO zijn ook verplichtingen gesteld, bijvoorbeeld dat er elk jaar een actieplan gemaakt moet worden. In dit actieplan komen punten te staan die ervoor moeten zorgen dat Rosj Hasjana gewaarborgd wordt. De rol van Joods maatschappelijke organisaties bij het waarborgen van Rosj Hasjana is het vertegenwoordigen van de Joodse gemeenschap in Nederland. Daarnaast kunnen deze organisaties functies vervullen binnen het waarborgen van Rosj Hasjana, bijvoorbeeld bij de promotie, documentatie, zichtwaarmaking en onderzoek. De rol van culturele instellingen ligt vooral bij het museaal verzamelen en museaal presenteren. Ze kunnen daarnaast ook een rol spelen bij de promotie en zichtwaarmaking van Rosj Hasjana, omdat culturele instellingen vaak een groot bereik hebben is dit geschikte plek om kennis over te dragen. Hierdoor wordt de kennis niet alleen overgedragen op mensen met Joodse achtergrond, maar aan een breder publiek. Dit kan ervoor zorgen dat de traditie van Rosj Hasjana weer gaat opleven, zoals bij het eerder genoemde voorbeeld Indonesische Batik. Het waarborgen van Rosj Hasjana is een proces, en daarbij horen ook mogelijke problemen en struikelblokken. Als de Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen een 46
samenwerkingsverband aangaan, kost dit tijd en daarmee geld. Er bestaat de mogelijkheid dat organisaties en instellingen op dit moment van crisis geen tijd en geld willen besteden aan een samenwerkingsverband voor het waarborgen van Rosj Hasjana. Bij de Joods maatschappelijke organisaties is er ook sprake van organisatie die werken vanuit een bepaalde stroming van het Joodse geloof, dit kan invloed hebben op de samenwerking. Zoals al eerder gezegd is het waarborgen een continu proces, waar steeds tijd in geïnvesteerd moet worden. Dit kan organisaties en instellingen afschrikken om mee toe doen. Daarnaast zijn er ook nog mogelijke praktische problemen, zoals het hebben van een samenwerkingsverband voor het waarborgen van Rosj Hasjana. Hoe werkt dit in praktijk, zijn er een aantal maal per jaar vergaderingen en wie leidt deze vergadering en wordt er een stichting of een vereniging opgericht voor het waarborgen? Bij deze praktische problemen zou een immaterieel erfgoed deskundige advies kunnen geven. De wijze waarop ik beschreven heb hoe Rosj Hasjana te waarborgen, kan in principe ook voor andere tradities gebruikt worden. In de eerste plaats moet gezocht worden naar instellingen, organisaties en verenigingen, die de gemeenschap van bepaalde tradities willen vertegenwoordigen. Daarna moet geïnventariseerd worden wie welke functie vervult binnen het waarborgen, van de eerder genoemde zes functie. Ook moet gekeken worden welke functie nog niet of voldoende is vervuld. De instellingen, organisaties en verenigingen zouden een samenwerkingsverband aan moeten gaan om een traditie te waarborgen. Voor hulp bij dit proces kunnen ze een deskundige op gebied van immaterieel erfgoed inschakelen. De instellingen, organisaties, en verenigingen kunnen er voor kiezen om een traditie voor te dragen voor de representatieve lijst van UNESCO, dit kan dienen als hulpmiddel bij het waarborgen.
47
Conclusie Het uitgangspunt van het onderzoek was om een manier te vinden waarop Rosj Hasjana gewaarborgd kan worden en welke rol Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen hierbij kunnen spelen. Daarvoor was het nodig om de Joods maatschappelijke organisaties in Nederland in kaart te brengen. Door de vondst van vele organisaties, ben ik uitgegaan van de zeven leden van het Centraal Joods Overleg. Deze zeven leden heb ik verder onderzocht, hieruit bleek dat ze vaak zorgen voor faciliteiten die nodig zijn om Rosj Hasjana te vieren. Het vieren van Rosj Hasjana wordt als belangrijk gezien, met het waarborgen ervan zijn deze organisaties niet bewust bezig. Ze zijn zich er niet van bewust, omdat ze werken vanuit een ander perspectief. De Joods maatschappelijke organisaties spelen in op de vraag van de Joodse gemeenschap. Zo verzorgen ze ook activiteiten en educatie op het gebied van Rosj Hasjana, maar hier moet wel vraag naar zijn vanuit de gemeenschap. Er zijn een aantal organisaties die ook documenteren over Rosj Hasjana, bijvoorbeeld over hoe het feest in een bepaalde stad gevierd wordt. Joods maatschappelijke organisaties spelen een rol bij het waarborgen van Rosj Hasjana, ook al zijn ze zich hiervan niet altijd bewust. Doordat ze zorgen voor de faciliteiten kan Rosj Hasjana gevierd worden, het vieren is een belangrijk onderdeel van het waarborgen. Door een feest te vieren, worden de tradities overgedragen. Het aanbod van activiteiten en educatie rondom Rosj Hasjana draagt ook bij aan de overdracht van tradities. De documentatie zorgt ervoor dat er een beeld wordt geschetst van hoe Rosj Hasjana gevierd wordt, dit kan voor de toekomst erg interessant zijn. Dit beeld kan gebruikt worden om te zien of en hoe Rosj Hasjana veranderd is, het dynamisch aspect wordt op deze manier gedocumenteerd. Net zoals voor de Joods maatschappelijke organisaties, moesten ook de culturele instellingen in kaart worden gebracht. Hierbij is gekeken naar welke culturele instellingen in Nederland zich bezig houden met de Joodse feestcultuur. Dit bleken er vier te zijn: Joods Historisch Museum ,Museum Het Joods Schooltje,Museum Catharijenconvent en Sjoel Elburg. De culturele instellingen houden zich bezig met het verzamelen en presenteren van de Joodse feestdagen, dit doen zij allen op hun eigen manier. Daarnaast houden sommige van hen zich ook bezig met het organiseren van activiteiten tijdens Rosj Hasjana, om op deze manier mensen kennis te laten maken met het feest. Vooral het Joods Historisch Museum houdt zich ook uitgebreid bezig met de documentatie van Rosj Hasjana in Nederland. Nadat ik de huidige rol van Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen heb onderzocht ben ik gaan kijken op welke wijze je een traditie moet waarborgen. Al gauw kwam ik erachter dat er voor het waarborgen van een traditie geen standaard procedure bestaat. Op dit moment wordt vooral per traditie gekeken hoe deze het beste gewaarborgd kan worden. UNESCO geeft in haar conventie ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed wel aan welke aspecten zij van belang vinden bij het waarborgen van immaterieel erfgoed. Vooral komt naar voren dat de gemeenschap een actieve rol moet spelen bij het waarborgen. In de conventie worden ook twee lijsten van immaterieel erfgoed genoemd, de representatieve lijst en dringende bescherming lijst. Een plaats op eén van deze lijsten kan als hulpmiddel gezien worden bij het waarborgen. Een plaats op de lijst brengt ook verplichtingen met zich mee, zoals dat men actief bezig moet zijn met waarborgen. In 2005 is in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek gedaan naar immaterieel cultureel erfgoed in Nederland, dit is een rapportage op basis van interviews met 33 deskundigen. In het rapport kwamen verschillende aandachtspunten naar boven, één daarvan was een landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed. Deze infrastructuur bestaat uit drie functies: onderzoek en documentatie, museaal verzamelen en presenteren en promotie en zichtwaarmaking. Deze infrastructuur moet garantie bieden voor het immaterieel erfgoed in Nederland en speelt een rol bij het waarborgen ervan. 48
Bij het waarborgen van Rosj Hasjana is het van belang om de Joodse gemeenschap hierbij te betrekken. Het is bijna onmogelijk om als erfgoedprofessional in contact te komen met de Joodse gemeenschap in Nederland. De Joods maatschappelijke organisaties kunnen een rol spelen bij het betrekken van de Joodse gemeenschap bij het waarborgen van Rosj Hasjana. Er is op dit moment nog geen standaard aanpak voor het waarborgen van immaterieel erfgoed. Daarom heb ik de drie functies van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed, uit elkaar getrokken tot zes functies. Dit zijn de volgende zes functies: documentatie, museaal verzamelen, promotie, museaal presenteren, zichtwaarmaking en onderzoek. Deze zes functies hebben alle een rol binnen het waarborgen. Waarborgen is niet iets eenmaligs, maar een continu proces vergelijkend met een cirkel, zie figuur 2 waarborgen van Rosj Hasjana bladzijde 46. Waarbij ook alle zes de functies vervuld moeten zijn. Het waarborgen kan gebeuren door verschillende partijen, in dit geval kun je uitgaan van de Joods maatschappelijke organisaties en culturele instellingen. Zij kunnen samen de zes functies, afgeleid van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed vervullen. Uit gesprekken bleek dat deze organisaties en instellingen niet of gedeeltelijk op de hoogte waren van wat waarborgen was en hoe ze het moesten aanpakken. Er zou bij het waarborgen een immaterieel erfgoed deskundige betrokken moeten worden, die advies en tips kan geven. De rol van Joods maatschappelijke organisaties zal bestaan uit het vertegenwoordigen van de Joodse gemeenschap in Nederland. Daarbij kunnen ze functies vervullen binnen het waarborgen van Rosj Hasjana. Hierbij moet gedacht worden aan promotie en zichtwaarmaking van Rosj Hasjana, zoals organiseren van activiteiten op Rosj Hasjana en educatie. De organisatie kunnen ook een rol spelen binnen de functie onderzoek ,zoals het onderzoek in opdracht van Joods Maatschappelijk werk waarbij gekeken werd naar de Joodse binding en overdracht. Joods maatschappelijke organisatie kunnen ook bijdragen aan de functie van documentatie, door verslagen en foto`s van Rosj Hasjana vieringen te bewaren. Hierdoor kun je over de langere periode kijken of het feest verandert en op welke wijze dit gebeurt. Door te documenteren wordt het dynamische aspect van tradities zichtbaar gemaakt. De rol van culturele instellingen zal vooral liggen bij het museaal presenteren en museaal verzamelen, doormiddel van tentoonstellingen brengen ze kennis over Rosj Hasjana over aan een breed publiek. Door museaal te verzamelen, kan men net zoals bij documentatie een bijdrage leveren aan het zichtbaar maken van het dynamische aspect van tradities. Culturele instellingen kunnen ook een rol spelen bij de functie promotie en zichtwaarmaking, dit heeft vooral te maken met het brede publiek dat deze instellingen trekken. Door middel van het organiseren van activiteiten op en rond Rosj Hasjana kan bijgedragen worden aan de bekendheid van Rosj Hasjana. De meeste culturele instellingen hebben zelf een mediatheek, hierin hebben ze vaak documentatie over Joodse feestdagen dus ook over Rosj Hasjana. Hierin zouden ze een bijdrage kunnen leveren bij de functie documentatie in het waarborg proces. De Joods maatschappelijke organisatie en culturele instellingen kunnen er samen voor zorgen dat Rosj Hasjana gewaarborgd wordt. Dit door de zes functies, afgeleid van de landelijke infrastructuur immaterieel erfgoed te vervullen. Door samen te werken en tijd en dus geld erin te steken kunnen ze Rosj Hasjana waarborgen. Ze kunnen dit zelfs tot internationaal niveau trekken door een aanvraag te doen voor de representatieve lijst van UNESCO. Bij het proces van waarborgen zullen de organisaties en instellingen voor advies kunnen aankloppen bij een immaterieel erfgoed deskundige, zoals bij de aanvraag bij UNESCO.
49
Overzicht geraadpleegde bronnen Boeken Dibbits, Hester, Elpers, Sophie, Margy, Peter Jan en Zeijden, Albert van der Immaterieel erfgoed en volkscultuur. Almanak bij een actueel debat. Amsterdam 2011 Evers, Lou en Stodel, Jansje, Jodendom in de praktijk, Amsterdam 2011 Fischer, Adam, Eldik, Matty, Mijn joodse jaar: de feestdagen van Rosj Hasjana tot Sjawoeot, Amsterdam 2001 Haverkamp, Anite, Feest! : weet wat je viert, Zwolle 2008 Solinga, Hanna van, Praag, Carlo van, De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering, Diemen 2010 Stam, Dineke, Immaterieel Erfgoed in Nederland, nationale UNESCO commissie, Amsterdam 2006 Strouken, Ineke, Dit zijn wij, de 100 belangrijkste tradities van Nederland, Beilen 2010 Beleidsdocumenten De algemene conferentie van UNESCO, Conventie betreffende de bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed, 17 oktober 2003 De algemene conferentie van UNESCO, Universele verklaring culturele diversiteit, 2 november 2001 General Assembly of the States Parties to the Convention, Operational Derectives for the implemention of the Convention for the Safeguarding of Intangible Cultural Heritage, third session ,Paris, France, 22 to 24 June 2010 Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, brief Minister Plasterk, 1 december 2009 Nationale UNESCO Commissie, advies Nationale UNESCO Commissie over Conventie betreffende de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed Artikelen Lachmann, Shirah, 'Centraal Joods Overleg na 'valse start' volop actief', Levend Joods Geloof, vol. 43, 1997, nr9, p. 14-15 Albert van der Zeijden, Handen en voeten aan immaterieel erfgoed (versie juli 2009) Rapporten Muskens, George, Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland, rapportage op basis van interviews met 33 deskundigen, in opdracht van het ministerie van OCW, directie Cultureel Erfgoed, Lepelstraat 2005
50
Geraadpleegde websites
Inhoud Rosj Hasjana: http://www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/woordenlijst/r/rosj-hasjana (geraadpleegd 5 januari 2012) Toenemend aantal Joden en Joodse identiteit verminderd: http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/aantal_Joden_in_nederland_toegenomen_1_50 (10 januari 2012) Werkzaamheden Nederlands- Israëlitisch Kerkgenootschap :http://www.nik.nl/dit-is-hetnik/landelijke-organisatie/ (geraadpleegd 1 februari 2012) Doelstellingen van Centraal Joods Overleg: http://www.cjo.nl/ (geraadpleegd 2 februari 2012) Traditioneel eten op Rosj Hasjana:http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/feestdagen/23846-roshhasjana-een-gids-voor-de-gebruiken-en-gewoontes.html (geraadpleegd 12 februari 2012) Museum Het Joodse Schooltje:http://www.museumjoodseschooltje.nl/Home.html (geraadpleegd 16 februari 2012) Beschrijving van museum Het Joodse Schooltje: http://www.museumjoodseschooltje.nl/Home.html (geraadpleegd 16 februari 2012) Geschiedenis en doelstellingen en activiteiten van museum Het Joodse Schooltje:http://www.museumjoodseschooltje.nl/Info.html (geraadpleegd 16 februari 2012) Museum Catherijneconvent:http://www.catharijneconvent.nl/p/38.html (geraadpleegd 21 februari 2012) Geschiedenis museum Catherijneconvent :http://www.catharijneconvent.nl/p/38.html (geraadpleegd 21 februari 2012) Aantal Nederlanders in Nederland: http://www.cbs.nl/nlnl/menu/themas/bevolking/cijfers/extra/bevolkingsteller.htm (geraadpleegd 24 februari 2012) Geschiedenis van UNESCO op gebied van immaterieel erfgoed: http://archiefparadiso.pbworks.com/w/page/13589213/Immaterieel%20erfgoed(geraadpleegd 27 februari 2012) Het ratificatieproces in Nederland van het UNESCO verdrag Bescherming Immaterieel Cultureel Erfgoed:http://www.unesco.nl/themas/cultuur/immaterieel-erfgoed (geraadpleegd 27 februari 2012) Het doel van Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed: http://www.volkscultuur.nl/over-ons_4.html (geraadpleegd 29 februari 2012) Activiteiten van Centraal Joods Overleg: http://www.cjo.nl/over-cjo.html (geraadpleegd 12 maart 2012) Begrip maatschappelijke organisaties: http://www.grenzenaanparticipatie.nl/omgaan-metgrenzen/actoren/maatschappelijke-organisatie/ (geraadpleegd 14 maart 2012) De functie van Centraal Joods Overleg: http://www.cjo.nl/(geraadpleegd 14 maart 2012) Joodse Jeugd binnen het Centraal Joods Overleg: http://www.cjo.nl/jeugd.html(geraadpleegd 14 maart 2012) Geschiedenis van Federatie Nederlandse Zionisten: http://www.cjo.nl/overcjo/fnz.html(geraadpleegd 14 maart 2012) Website Nederlands Verbond Progressief Jodendom:http://www.verbond.eu/ (geraadpleegd 14 maart 2012) Korte introductie en geschiedenis van Nederlands Verbond Progressief Jodendom:http://www.cjo.nl/over-cjo/verbond.html (geraadpleegd 14 maart 2012) Korte introductie en geschiedenis van Centrum Informatie en Documentatie over Israel: http://www.cjo.nl/cidi.html (geraadpleegd 14 maart 2012) Doelstellingen van Centrum Informatie en Documentatie over Israel: http://www.cidi.nl/Over-CIDI.html (geraadpleegd 14 maart 2012) Geschiedenis Nederlandse Zionistenbond: http://www.jhm.nl/cultuur-engeschiedenis/woordenlijst/n/nederlandse-zionistenbond (geraadpleegd 14 maart 2012) Website van Joods Maatschappelijk Werk:http://www.joodswelzijn.nl/ (geraadpleegd 16 maart 2012) Informatie over de afdeling Joodse activiteiten en Tsavta van Joods Maatschappelijk Werk: http://www.joodswelzijn.nl/Joodse-activiteiten-Tsavta.aspx (geraadpleegd 16 maart 2012) 51
Werkzaamheden van Joods Maatschappelijk Werk op gebied van cultuur, traditie en ontmoeting:http://www.joodswelzijn.nl/Joodse-activiteiten-Tsavta/JoodseActiviteiten/Cultuur-traditie-en-ontmoeting.aspx (geraadpleegd 16 maart 2012) Korte introductie en geschiedenis van Portugees- Israëlitisch Kerkgenootschap: http://www.cjo.nl/pik.html (geraadpleegd 16 maart 2012) Korte beschrijving van het Joods Historisch Museum: http://www.jhm.nl/organisatie (geraadpleegd 30 maart 2012) Korte beschrijving van de permanente tentoonstelling religie: http://www.jhm.nl/actueel/tentoonstellingen/permanent/religie (geraadpleegd 30 maart 2012) De organisatie van de sjoel Elburg en haar samenwerkingspartners: http://www.sjoelelburg.nl/het-museum/organisatie (geraadpleegd 30 maart 2012) Het motto van de sjoel Elburg:http://www.sjoelelburg.nl/het-museum/motto-van-sjoel-elburg (geraadpleegd 30 maart 2012) Feiten en cijfers van de sjoel Elburg:http://www.sjoelelburg.nl/het-museum/feiten-en-cijfers (geraadpleegd 30 maart 2012) Sjoel Elburg wint Montblanc museum Award 2010: http://www.sjoelelburg.nl/nieuws/montblanc-museum-award-2010 (geraadpleegd 30 maart 2012) Folder van Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam over de inhoud van Liberaal Jodendom: http://www.verbond.eu/ljg/files/File/Amsterdam/Folder_LJG_adam.pdf (geraadpleegd 4 april 2012) Educatie mogelijkheden bij Progressief Joodse gemeente Noord Nederland: http://www.pjg-noordnederland.nl/nn03_lernen.php (geraadpleegd 5 april 2012) Website van de Joodse gemeente Amsterdam:http://nihs.nl/ (geraadpleegd 13 april 2012) Jeugdorganisatie Tikwatenoe van Joodse gemeente Amsterdam:http://nihs.nl/tikwatenoe/ ( geraadpleegd 13 april 2012) Korte introductie van de Tikwatenoe een jeugdorganisatie van de Joodse gemeente Amsterdam:http://jonet.nl/Binding-Joods-Contact/Jeugdorganisaties-tot-18jaar/Tikwatenoe.aspx (geraadpleegd 13 april 2012) Geschiedenis en taken van het Nederlands Isrealisch Kerkgenootschap: http://www.nik.nl/dit-is-het-nik/de-totstandkoming-bestuur-en-taken-van-het-nik/ (geraadpleegd 13 april 2012) Indonesische Batik: http://www.unesco.org/culture/ich/index.php?RL=00170 (geraadpleegd 23 april 2012 Ratificatie van UNESCO Conventie Immaterieel Erfgoed: http://www.unesco.nl/nieuwsagenda/nieuws-unesco/nederland-ratificeert-unesco-conventie-immaterieel-erfgoed (geraadpleegd 1 mei 2012)
52
Telefonische interviews Manon Nout, Joods Maatschappelijk Werk en hun activiteiten rondom Rosj Hasjana, interview met Jolande Drop (teamleider van JMW), 30 maart 2012 Manon Nout, De doelstelling van Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom (NVPJ) over het waarborgen van de Joodse identiteit, interview met Lonie Querido (secretaris van NVPJ), 4 april 2012 Interviews Faye 't Hull en Manon Nout, safeguarding van immaterieel erfgoed, interview met Hester Dibbits ,lector Cultureel Erfgoed en Programme Director van de Master of Museology aan de Reinwardt Academie, Reinwardt Academie, Amsterdam, 1 maart 2012 Faye 't Hull en Manon Nout, safeguarding van immaterieel erfgoed en de aanpak van Gelders Erfgoed , interview met Jette Janssen ,consulent volkscultuur en immaterieel van erfgoed bij stichting Gelders Erfgoed en hoofdredacteur Gelders Erfgoed, Zutphen, 15 maart 2012 Faye 't Hull en Manon Nout, bespreking knelpunten waar Nederlands Centrum voor Volkscultuur en immaterieel erfgoed tegen aanloopt,Albert van der Zeijden, wetenschappelijk beleidsmedewerker van Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel erfgoed, Utrecht, 20 maart 2012 E-mail Manon Nout, Rosj Hasjana, e-mail aan Fenne van der Zwaag (secretaris van Het Joodse Schooltje), 26 maart 2012 en 27 maart Manon Nout, Scriptie het waarborgen van Rosj Hasjana, e-mail aan Mirjam van Emden (afdeling educatie Joods Historisch Museum), 11, 19 en 23 april 2012 Overige bronnen Q&A sessie Cecile Duvelle, chief of Intangible Cultural Heritage UNESCO, Reinwardt Academie, 18 april 2012
53
Bijlage Bijlage I Profiel van Joden in Nederland anno 2012
Het aantal Joden in Nederland werd in 2010 geschat op 52.650 duizend, waaronder 70% met Joodse ouders of een Joodse moeder en 30% met alleen een Joodse vader. In 1999 werd het aantal Joden in Nederland geschat op 43.000, als dit vergeleken wordt met het aantal Joden in 2010 lijkt er een groei te zijn bij de Joodse bevolking. Deze groei heeft te maken met wijzigingen in de samenstelling van de groep. De toegenomen immigratie van Israëliërs het afgelopen decennium leidt ertoe dat de Joodse bevolking in Nederland in toenemende bestaat uit Joden met een niet-Nederlands achtergrond.67 De omvang van de groep immigranten wordt geschat op 10.000. Bijna de helft van de Nederlandse Joden is gevestigd in de Amsterdamse agglomeratie. Opleidings- en beroepsniveau zijn in vergelijking met de totale Nederlandse bevolking erg hoog. Joden zijn sterk oververtegenwoordigd in de medische, juridische en economische wetenschappelijke beroepen, in de kunstzinnige en culturele beroepen (kunst, journalistiek en media) en in de commerciële sector.68 Politieke sympathie gaat van oudsher uit naar VVD en de PvdA, maar sinds 2009 is de sympathie voor D66 gegroeid. Samenhangend met hun hoge opleidingsniveau vereenzelvigen de Nederlandse Joden zich sterk met de postmaterialistische waarden als zelfontplooiing, democratisering en de bescherming van het milieu.69 Joden kenmerken zich als uitgesproken modern op het gebied van de relatie- en gezinsvorming. Er wordt veel gescheiden, vooral in gemengde relaties, het kindertal is laag en het aandeel kinderlozen is hoog. Deze kenmerken worden slechts zeer gedeeltelijk verklaard door het hoge opleidingsniveau.70 In vergelijking met de totale Nederlandse bevolking scoren Joden hoog op een schaal van eenzaamheid.
67
Solinga, Hanna van, Praag, Carlo van, De Joden in Nederland anno 2009, continuïteit en verandering, Diemen 2010 (blz. 26) Ibidem blz. 34-35 69 Ibidem blz.47 70 Ibidem 68
54
Bijlage II Conventie betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed Parijs, 17 oktober 2003 De Algemene Conferentie van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Communicatie (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation), hierna UNESCO te noemen, samengekomen in Parijs, van 29 september tot 17 oktober 2003, voor haar 32ste vergadering, Refererend aan bestaande internationale instrumenten voor de mensenrechten, in het bijzonder aan de universele verklaring van de rechten van de mens uit 1948, het internationaal convenant inzake economische, sociale en culturele rechten uit 1966, en het internationaal convenant inzake burgerrechten en politieke rechten uit 1966, Rekening houdend met het belang van immaterieel cultureel erfgoed als een hoofdbron van culturele diversiteit en als een waarborg voor duurzame ontwikkeling, zoals benadrukt in de aanbeveling over de bescherming van traditionele cultuur en folklore van UNESCO uit 1989, in de universele verklaring over culturele diversiteit van UNESCO uit 2001, en in de verklaring van Istanboel uit 2002, aangenomen door Derde Ronde Tafel van de Ministers van Cultuur, Rekening houdend met de diepliggende wederzijdse afhankelijkheid tussen immaterieel cultureel erfgoed en materieel cultureel en natuurlijk erfgoed, Erkennend dat processen van globalisering en sociale transformatie, naast de voorwaarden die ze creëren voor hernieuwde dialoog tussen gemeenschappen, ook aanleiding geven, net als het fenomeen van intolerantie, tot ernstige bedreigingen van achteruitgang, verdwijning en vernietiging van het immaterieel cultureel erfgoed, in het bijzonder ten gevolge van een gebrek aan hulpmiddelen om zulk erfgoed te beschermen, Bewust zijnde van de universele wil en de gemeenschappelijke betrokkenheid om het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid te beschermen, Erkennend dat gemeenschappen, in het bijzonder autochtone gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen, een belangrijke rol spelen in de productie, de bescherming, het behoud en de herschepping van het immaterieel cultureel erfgoed, er zo toe bijdragend de culturele diversiteit en menselijke creativiteit te verrijken, Nota nemend van de verstrekkende impact van de activiteiten van UNESCO om normatieve instrumenten te ontwikkelen voor de bescherming van het cultureel erfgoed, in het bijzonder de conventie betreffende de bescherming van het cultureel en natuurlijk werelderfgoed uit 1972, Verder nota nemend van het feit dat er tot nu toe geen bindend multilateraal instrument bestaat voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, Ermee rekening houdend dat de bestaande internationale overeenkomsten, aanbevelingen en resoluties aangaande het cultureel en natuurlijk erfgoed effectief verrijkt en aangevuld moeten worden door middel van nieuwe bepalingen die verband houden met immaterieel cultureel erfgoed, Rekening houdend met de behoefte om een groter bewustzijn op te bouwen, voornamelijk onder jongere generaties, over het belang van het immaterieel cultureel erfgoed en van zijn bescherming, Ermee rekening houdend dat de internationale gemeenschap, samen met de lidstaten, zou moeten bijdragen aan de bescherming van zulk erfgoed in een geest van samenwerking en wederzijdse ondersteuning,
55
Herinnerend aan programma’s van UNESCO die verband houden met het immaterieel cultureel erfgoed, in het bijzonder de proclamatie van meesterwerken van het orale en immateriële erfgoed van de mensheid, Rekening houdend met de onschatbare rol van het immaterieel cultureel erfgoed als een factor om mensen dichter bij elkaar te brengen en de uitwisseling en het begrip tussen hen te verzekeren, Aanvaardt deze conventie op 17 oktober 2003.
I. Algemene bepalingen Artikel 1 - Doelstellingen van de conventie De doelstellingen van deze conventie zijn: (a) het immaterieel cultureel erfgoed beschermen; (b) respect verzekeren voor het immaterieel cultureel erfgoed van de betrokken gemeenschappen, groepen en individuen; (c) op lokaal, nationaal en internationaal niveau het bewustzijn verhogen van het belang van het immaterieel cultureel erfgoed en daarvoor wederzijdse waardering verzekeren; (d) voor internationale samenwerking en hulp zorgen. Artikel 2 – Definities 1. Het immaterieel cultureel erfgoed betekent zowel de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden als de instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes die daarmee worden geassocieerd, die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed. Dit immaterieel cultureel erfgoed, overgedragen van generatie op generatie, wordt altijd herschapen door gemeenschappen en groepen als antwoord op hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis, en geeft hen een gevoel van identiteit en continuïteit, en bevordert dus het respect voor culturele diversiteit en menselijke creativiteit. In deze conventie wordt uitsluitend rekening gehouden met het immaterieel cultureel erfgoed dat zowel compatibel is met bestaande internationale instrumenten voor mensenrechten als met de vereiste van wederzijds respect tussen de gemeenschappen, groepen en individuen, en met duurzame ontwikkeling. 2.
Het immaterieel cultureel erfgoed, zoals gedefinieerd in paragraaf 1, manifesteert zich inter alia in de volgende domeinen: (a) orale tradities en uitdrukkingen, inclusief taal als een vehikel van immaterieel cultureel erfgoed; (b) podiumkunsten; (c) sociale gewoonten, rituelen en feestelijke gebeurtenissen; (d) kennis en praktijken betreffende de natuur en het universum; (e) traditionele ambachtelijke vaardigheden.
3. Bescherming betekent maatregelen treffen die erop gericht zijn de leefbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed te verzekeren, inclusief de identificatie, de documentatie, het wetenschappelijke onderzoek, de bewaring, de bescherming, de promotie, de versterking, de overdracht van immaterieel cultureel erfgoed, in het bijzonder door formeel en niet-formeel onderwijs, en het revitaliseren van verschillende aspecten van dat erfgoed. 4.
De lidstaten zijn de staten die gebonden zijn door deze conventie en waartussen deze conventie van kracht is. 56
5.
Deze conventie is mutatis mutandis van toepassing op de territoria waarnaar verwezen wordt in artikel 33 die lid worden van deze conventie conform de voorwaarden, bepaald in artikel 33. Bij uitbreiding verwijst de uitdrukking lidstaten ook naar zulke territoria. Artikel 3 – Relatie met andere internationale instrumenten
Niets in deze conventie mag geïnterpreteerd worden als: (a) het veranderen van de status of het verminderen van het niveau van bescherming, verleend door de conventie van 1972 betreffende de bescherming van het cultureel en natuurlijk werelderfgoed, gegeven aan onroerend goed waarmee een item van het immaterieel cultureel erfgoed direct geassocieerd is; (b) het beïnvloeden van de rechten en plichten van de lidstaten die voortvloeien uit elk internationaal instrument waaraan ze deelnemen en dat betrekking heeft op de intellectuele eigendomsrechten of op het gebruik van biologische en ecologische hulpbronnen. II. Organen van de conventie Artikel 4 - Algemene vergadering van lidstaten 1. Een algemene vergadering van lidstaten wordt hierbij opgericht, hierna de algemene vergadering te noemen. De algemene vergadering is het soevereine lichaam van deze conventie. 2.
De algemene vergadering komt om de twee jaar samen in een gewone vergadering. Ze kan bijeenkomen in buitengewone vergadering op eigen initiatief of op aanvraag, ofwel van het intergouvernementeel comité voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed ofwel van tenminste een derde van de lidstaten.
3. De algemene vergadering keurt haar eigen huishoudelijk reglement goed. Artikel 5 – Intergouvernementeel comité voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed 1. Een intergouvernementeel comité voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, hierna het Comité te noemen, wordt hierbij opgericht binnen UNESCO. Het bestaat uit afgevaardigden van achttien lidstaten, gekozen door de lidstaten in de algemene vergadering, als deze conventie in werking treedt conform artikel 34. 2. Het aantal lidstaten in het Comité wordt verhoogd naar vierentwintig als het aantal lidstaten binnen UNESCO vijftig bedraagt. Artikel 6 – Verkiezing en ambtstermijnen voor lidstaten van het Comité 1. De verkiezing van de lidstaten van het Comité komt de principes van evenwichtige geografische vertegenwoordiging en toerbeurt na. 2. De lidstaten van het Comité worden verkozen voor een termijn van vier jaar door de lidstaten in de algemene vergadering. 3. De ambtstermijn van de helft van de lidstaten van het Comité, verkozen bij de eerste verkiezing, is echter beperkt tot twee jaar. Deze lidstaten worden bij loting gekozen bij de eerste verkiezing. 4. Om de twee jaar vernieuwt de algemene vergadering de helft van de lidstaten van het Comité. 57
5. Ze kiest zo veel lidstaten van het Comité als er nodig zijn om vacatures te vervullen. 6.
Een lidstaat van het Comité mag niet worden verkozen voor twee opeenvolgende termijnen.
7.
Lidstaten van het Comité zullen afgevaardigden kiezen die gekwalificeerd zijn in de diverse velden van het immaterieel cultureel erfgoed. Artikel 7- Functies van het Comité
Zonder afbreuk te doen aan andere prerogatieven die het toegekend kreeg door deze conventie, zijn de functies van het Comité: (a) de doelstellingen van de conventie promoten, en de implementatie ervan aanmoedigen en controleren; (b) voorbeeldpraktijken (best practices) duiden en aanbevelingen doen over maatregelen voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed; (c) een ontwerpplan voor het gebruik van de middelen van het Fonds, in overeenstemming met artikel 25 voorbereiden en ter goedkeuring voorleggen aan de algemene vergadering; (d) manieren zoeken om de middelen van het Fonds te vermeerderen en hiervoor de nodige maatregelen nemen, in overeenstemming met artikel 25; (e) operationele richtlijnen voor de uitvoering van deze conventie voorbereiden en ter goedkeuring voorleggen aan de algemene vergadering; (f) de verslagen die voorgelegd zijn door de lidstaten onderzoeken, in overeenstemming met artikel 29, en ze samenvatten voor de algemene vergadering; (g) aanvragen die voorgelegd zijn door de lidstaten onderzoeken, en daarover beslissen, in overeenstemming met objectieve selectiecriteria die moeten worden opgesteld door het Comité en die goedgekeurd zijn door de algemene vergadering voor: (i) de inschrijving op de lijsten en voorstellen, vermeld in artikel 16, 17 en 18; (ii) het toekennen van internationale bijstand in overeenstemming met artikel 22. Artikel 8 - Werkwijzen van het Comité 1. Het Comité is verantwoording verschuldigd aan de algemene vergadering. Het brengt verslag uit bij de algemene vergadering over al zijn activiteiten en beslissingen. 2. Het Comité keurt zijn eigen huishoudelijk reglement goed bij een tweederde meerderheid van zijn leden. 3. Het Comité mag, op een tijdelijke basis, om het even welke ad-hoccommissie voor overleg oprichten die het nodig acht om zijn taken uit te voeren. 4.
Het Comité mag zowel elk publiek of privaat lichaam als private personen met erkende competentie in de verschillende domeinen van het immaterieel cultureel erfgoed op zijn vergaderingen uitnodigen om hen te raadplegen over specifieke aangelegenheden. Artikel 9 – Accreditatie van raadgevende organisaties
58
1. Het Comité legt de accreditatie van niet-gouvernementele organisaties met erkende competentie op het vlak van het immaterieel cultureel erfgoed voor aan de algemene vergadering om te fungeren als een raadgevende hoedanigheid voor het Comité. 2.
Het Comité legt ook de criteria voor en de bepalingen van die accreditatie voor aan de algemene vergadering. Artikel 10 - Het secretariaat
1. Het Comité wordt bijgestaan door het secretariaat van UNESCO. 2. Het Secretariaat bereidt zowel de documentatie van de algemene vergadering en van het Comité als de ontwerpagenda van hun bijeenkomsten voor en verzekert de uitvoering van hun beslissingen. III. Bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed op nationaal niveau Artikel 11 - Rol van de lidstaten Elk lidstaat moet: (a) de nodige maatregelen nemen om de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed dat aanwezig is op zijn grondgebied te verzekeren; (b) onder de beschermingsmaatregelen waarnaar wordt verwezen in artikel 2, paragraaf 3, de verschillende elementen van het immaterieel cultureel erfgoed die aanwezig zijn op zijn grondgebied identificeren en definiëren met de medewerking van gemeenschappen, groepen en relevante niet-gouvernementele organisaties. Artikel 12 – Inventarissen 1. Om de identificatie met het oog op de bescherming te verzekeren, stelt elke lidstaat een of meer inventarissen op van het immaterieel cultureel erfgoed dat aanwezig is op zijn grondgebied, op een manier die afgestemd is op zijn eigen situatie. Die inventarissen zullen regelmatig worden bijgewerkt. 2. In het verslag dat elke lidstaat periodiek voorlegt aan het Comité, in overeenstemming met artikel 29, is relevante informatie opgenomen over die inventarissen. Artikel 13 - Andere maatregelen voor bescherming Om de bescherming, ontwikkeling en promotie van het immaterieel cultureel erfgoed dat aanwezig is op zijn grondgebied te verzekeren, probeert elke lidstaat: (a) een algemeen beleid te voeren, gericht op de bevordering van de rol van het immaterieel cultureel erfgoed in de maatschappij, en de bescherming van dat erfgoed in stappenplannen en programma’s te integreren; (b) een of meer competente instellingen voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed dat aanwezig is op zijn grondgebied aan te stellen of op te richten; (c) zowel wetenschappelijke, technische en artistieke studies als onderzoeksmethodologieën aan te moedigen, met het oog op de effectieve bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, in het bijzonder van het immaterieel cultureel erfgoed dat in gevaar is; (d) geschikte wettelijke, technische, administratieve en financiële maatregelen te treffen die gericht zijn op: 59
(i)
het aanmoedigen van de oprichting of de versterking van instellingen voor vorming in het beheer van immaterieel cultureel erfgoed en de overlevering van dat erfgoed via fora en ruimtes, bedoeld voor de voorstelling of expressie ervan;
(ii)
het verzekeren van de toegang tot het immaterieel cultureel erfgoed, maar met respect voor gebruikelijke praktijken die de toegang tot specifieke aspecten van dat erfgoed regelen;
(iii)
het oprichten van documentatie-instellingen voor het immaterieel cultureel erfgoed en de toegankelijkheid ervan bevorderen. Artikel 14 - Vorming, sensibilisatie en capaciteitsopbouw
Elke lidstaat probeert met alle geschikte middelen: (a) de erkenning van, het respect voor en de ontsluiting van het immaterieel cultureel erfgoed in de maatschappij te verzekeren, in het bijzonder door: (i) educatieve, sensibiliserende en informatieve programma’s, gericht op het algemene publiek, in het bijzonder op jonge mensen; (ii) specifieke educatieve en trainingsprogramma’s binnen de betrokken gemeenschappen en groepen; (iii) capaciteitsopbouwende activiteiten voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, in het bijzonder op het vlak van management en van wetenschappelijk onderzoek; (iv) niet-formele middelen om kennis door te geven; (b) het publiek op de hoogte te houden van de gevaren die het erfgoed bedreigen en van de activiteiten die uitgevoerd worden om deze conventie na te leven; (c) vorming bevorderen op het vlak van de bescherming van natuurlijke ruimtes en geheugenplaatsen, waarvan het bestaan nodig is om het immaterieel cultureel erfgoed in stand te houden. Artikel 15 - Deelname van gemeenschappen, groepen en individuen Binnen het kader van zijn beschermingsactiviteiten van het immaterieel cultureel erfgoed probeert iedere lidstaat de breedst mogelijke participatie te verzekeren van gemeenschappen, groepen en, als dat wenselijk is,, individuen, die dat erfgoed creëren, in stand houden en doorgeven en hen actief te betrekken bij het beheer ervan. IV. Bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed op internationaal niveau Artikel 16 - Representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid 1. Om betere zichtbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed en het bewustzijn van zijn betekenis te verzekeren en om de dialoog die culturele diversiteit respecteert aan te moedigen, stelt het Comité, op het voorstel van de betrokken lidstaten, een representatieve lijst op van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid, houdt ze up-to-date en publiceert ze. 60
2.
Het Comité werkt de criteria uit voor het opstellen, updaten en publiceren van deze representatieve lijst en legt ze ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
Artikel 17 - Lijst van immaterieel cultureel erfgoed dat dringend bescherming nodig heeft 1. Om gepaste beschermingsmaatregelen te kunnen nemen, stelt het Comité een lijst op van immaterieel cultureel erfgoed dat dringend bescherming nodig heeft, houdt ze up-to-date en publiceert ze. Het Comité neemt een erfgoed op in de lijst op verzoek van de lidstaat in kwestie. 2.
Het Comité werkt de criteria uit voor het opstellen, het updaten en de publicatie van deze lijst uitwerken en legt ze ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
3.
In dringende gevallen - waarvan de objectieve criteria worden goedgekeurd door de algemene vergadering op voorstel van het Comité - kan het Comité een item van het erfgoed in kwestie opnemen in de lijst, genoemd in paragraaf 1, na overleg met de lidstaat in kwestie. Artikel 18 - Programma’s, projecten en activiteiten voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed
1. Op basis van de voorstellen, voorgelegd door de lidstaten, en in overeenstemming met de criteria die moeten worden bepaald door het Comité en goedgekeurd door de algemene vergadering, selecteert het Comité geregeld nationale, subregionale en regionale programma’s, projecten en activiteiten voor de bescherming van het erfgoed. Het Comité bevordert de activiteiten waarvan het denkt dat ze het best de principes en doelstellingen van deze conventie weerspiegelen, rekening houdend met de bijzondere behoeften van de ontwikkelingslanden. 2.
Met dit doel ontvangt het Comité aanvragen van de lidstaten voor internationale bijstand voor de voorbereiding van zulke voorstellen. Het Comité onderzoekt de aanvragen en kan ze goedkeuren.
3. Het Comité begeleidt de implementatie van zulke projecten, programma’s en activiteiten door voorbeeldpraktijken (best practices) te verspreiden volgens de voorwaarden die door het Comité bepaald worden. V. Internationale samenwerking en bijstand Artikel 19 – Samenwerking 1. Voor de doelstellingen van deze conventie omvat internationale samenwerking onder andere de uitwisseling van informatie en ervaring, gemeenschappelijke initiatieven, en de realisatie van een bijstandsmechanisme voor de lidstaten in hun inspanningen om het immaterieel cultureel erfgoed te beschermen. 2.
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van hun nationale wetgeving, het gebruiksrecht en de praktijk ervan, erkennen de lidstaten dat de bescherming van immaterieel cultureel erfgoed van algemeen belang is voor de mensheid, en verbinden ze zich ertoe samen te werken op bilateraal, subregionaal, regionaal en internationaal niveau. Artikel 20 - Doelstellingen van internationale bijstand 61
Internationale bijstand kan verleend worden voor de volgende doeleinden: (a) de bescherming van het erfgoed dat opgenomen is in de lijst van immaterieel cultureel erfgoed dat dringend bescherming nodig heeft; (b) de voorbereiding van inventarissen zoals bedoeld in artikel 11 en 12; (c) de ondersteuning van programma’s, projecten en activiteiten op nationaal, subregionaal en regionaal niveau die gericht zijn op de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed; (d) elk ander doel dat het Comité nodig acht. Artikel 21 - Vormen van internationale bijstand De bijstand verleend door het Comité aan een lidstaat zal worden geregeld door de operationele richtlijnen, opgesteld ter uitvoering van artikel 7, en bij de overeenkomst waarnaar wordt verwezen in artikel 24, en kan de volgende vormen aannemen: (a) studies over verschillende aspecten van bescherming; (b) het inzetten van experts en beoefenaars; (c) de vorming van al het nodige personeel; (d) de uitwerking van standaardbepalende en andere maatregelen; (e) de oprichting en het beheer van infrastructuren; (f) het zorgen voor uitrusting en knowhow; (g) andere vormen van financiële en technische bijstand, inclusief, in bepaalde omstandigheden, het toestaan van lagerenteleningen en donaties.
Artikel 22 - Voorwaarden voor internationale bijstand 1. Het Comité werkt de procedure uit om aanvragen voor internationale bijstand te onderzoeken, en specificeert welke informatie wordt opgenomen in de aanvragen, zoals de bepaalde maatregelen en de vereiste interventie, samen met een raming van de kostprijs. 2.
In noodgevallen behandelt het Comité aanvragen tot bijstand prioritair.
3.
Om tot een beslissing te komen, voert het Comité de studies en onderzoeken uit die het nodig acht.
Artikel 23 - Aanvragen voor internationale bijstand 1. Elke lidstaat kan een aanvraag voor internationale bijstand voor de bescherming van het immaterieel erfgoed dat aanwezig is op zijn grondgebied, voorleggen aan het Comité. 2.
Een dergelijke aanvraag kan ook gemeenschappelijk worden ingediend door twee of meer lidstaten. 62
3.
De aanvraag bevat de informatie, bedoeld in artikel 22, paragraaf 1, samen met de nodige documentatie. Artikel 24 - Rol van begunstigde lidstaten
1. In overeenstemming met de bepalingen van deze conventie, wordt de toegekende internationale bijstand geregeld door middel van een overeenkomst tussen de begunstigde lidstaat en het Comité. 2. In de regel deelt de begunstigde lidstaat, binnen de grenzen van zijn middelen, de kosten van de beschermingsmaatregelen waarvoor de internationale bijstand verkregen is. 3.
De begunstigde lidstaat legt een verslag voor aan het Comité over de manier waarop hij gebruikmaakt van bijstand voor de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed. VI. Fonds voor Immaterieel Cultureel Erfgoed Artikel 25 - Aard en middelen van het Fonds
1. Een Fonds voor de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed, hierna het Fonds te noemen, wordt opgericht. 2.
Het Fonds bestaat uit een trustfonds dat opgericht is in overeenstemming met de financiële reglementen van UNESCO.
3.
De middelen van het Fonds bestaan uit: (a) bijdragen van de lidstaten; (b) voor dit doel door de algemene conferentie van UNESCO toegewezen fondsen; (c) bijdragen, schenkingen of legaten van: (i) andere staten; (ii) organisaties en programma’s van het systeem van de Verenigde Naties, in het bijzonder van het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, als van andere internationale organisaties; (iii) publieke of private lichamen of individuen; (d) alle intresten, verschuldigd op de middelen van het Fonds; (e) fondsen, verzameld door collectes en ontvangsten van evenementen die georganiseerd zijn ten voordele van het Fonds; (f) alle andere middelen, toegestaan door de reglementen van het Fonds, die moeten worden opgemaakt door het Comité.
4. Het gebruik van middelen door het Comité wordt beslist op basis van de richtlijnen, bepaald door de algemene vergadering. 5. Het Comité mag bijdragen en andere vormen van bijstand voor algemene en bijzondere doelstellingen die te maken hebben met specifieke projecten aannemen, op voorwaarde dat die projecten zijn goedgekeurd.
63
6.
Geen politieke, economische of andere voorwaarden die onverenigbaar zijn met de doelstellingen van deze Conventie mogen verbonden worden aan de bijdragen voor het Fonds. Artikel 26 - Bijdragen van de lidstaten aan het Fonds
1. Zonder afbreuk te doen aan elke aanvullende, vrijwillige bijdrage, verbinden de lidstaten van deze conventie zich ertoe ten minste om de twee jaar een bijdrage te leveren aan het Fonds. Het bedrag, in de vorm van een uniform percentage dat toepasbaar voor alle staten, wordt bepaald door de algemene vergadering. Die beslissing van de algemene vergadering wordt aangenomen door een meerderheid van de aanwezige en stemgerechtigde lidstaten, die niet de verklaring hebben afgelegd waarnaar wordt verwezen in paragraaf 2 van dit artikel. In geen geval mag de bijdrage van de lidstaat 1% van zijn bijdrage aan het gewone budget van UNESCO overschrijden. 2. Elke staat waarnaar wordt verwezen in artikel 32 of in artikel 33 van deze conventie mag echter op het ogenblik van de deponering van zijn ratificatie-, aanvaardings-, goedkeurings- of toetredingsinstrument aankondigen dat hij niet gebonden is door de bepalingen in paragraaf 1 van dit artikel 3. Een lidstaat van deze conventie die de verklaring heeft afgelegd waarnaar wordt verwezen in paragraaf 2 van dit artikel, kan de bovengenoemde verklaring intrekken door de directeurgeneraal van UNESCO op de hoogte te brengen. De intrekking van de verklaring heeft geen gevolgen voor de bijdrage die de staat verschuldigd is tot de datum waarop de volgende zitting van de algemene vergadering plaatsvindt. 4.
Om het Comité in staat te stellen zijn operaties effectief te plannen, moeten de bijdragen van de lidstaten van deze conventie die de verklaring hebben opgemaakt waarnaar wordt verwezen in paragraaf 2 van dit artikel betaald worden op regelmatige basis, ten minste elke twee jaar. Die bijdragen moeten de bijdragen zijn die de lidstaten verschuldigd geweest zouden zijn als ze waren gebonden door de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel.
5.
Elke lidstaat van deze conventie die achterstaat met de betaling van zijn verplichte of vrijwillige bijdrage voor het lopende jaar en voor het kalenderjaar dat daaraan onmiddellijk voorafgaat, is niet verkiesbaar als lid van het Comité. Deze bepaling is niet van toepassing bij de eerste verkiezing. De ambtstermijn van een dergelijke staat die al lid is van het Comité, loopt af bij de verkiezingen, vastgelegd in artikel 6 van deze conventie. Artikel 27 – Vrijwillige aanvullende bijdragen voor het Fonds
Lidstaten die vrijwillige bijdragen willen leveren naast de bijdragen die bepaald zijn in artikel 26, moeten het Comité daarvan zo snel mogelijk op de hoogte brengen, zodat het zijn activiteiten overeenkomstig kan plannen. Artikel 28 – Internationale geldinzamelcampagnes De lidstaten verlenen, voorzover dat mogelijk is, hun steun aan internationale geldinzamelcampagnes, georganiseerd ten voordele van het Fonds onder auspiciën van UNESCO. VII. Verslagen Artikel 29 – Verslagen van de lidstaten
64
De lidstaten moeten aan het Comité, in de vorm en periodiciteit, bepaald door het Comité, verslagen voorleggen over de legislatieve, regulerende en andere maatregelen die ze nemen voor de implementatie van de conventie. Artikel 30 – Verslagen van het Comité 1. Op basis van zijn activiteiten en van de verslagen van de lidstaten waarnaar wordt verwezen in artikel 29, zal het Comité een verslag voorleggen aan de algemene vergadering bij elk van zijn zittingen. 2.
Het verslag wordt onder de aandacht gebracht van de algemene conferentie van UNESCO. VIII. Overgangsclausule Artikel 31 – Relatie tot de proclamatie van meesterwerken van het orale en immateriële erfgoed van de mensheid
1. Het Comité neemt de items die voor de inwerkingtreding van deze conventie uitgeroepen werden tot meesterwerken van het orale en immateriële erfgoed van de mensheid op in de representatieve lijst van het immaterieel cultureel erfgoed. 2. De opname van deze items in de representatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid loopt in geen geval vooruit op de criteria voor de toekomstige inschrijvingen die het Comité in overeenstemming met artikel 16, paragraaf 2, bepaalt. 3.
Er wordt geen verdere proclamatie gedaan na de inwerkingtreding van deze conventie. IX. Slotclausules Artikel 32 – Ratificatie, aanvaarding of goedkeuring
1. Deze conventie wordt onderworpen aan ratificatie, aanvaarding of goedkeuring door de lidstaten van UNESCO in overeenstemming met hun respectieve grondwettelijke procedures. 2.
De ratificatie-, aanvaardings- of goedkeuringsakten moeten worden ingediend bij de directeur-generaal van UNESCO. Artikel 33 – Toetreding
1. Deze conventie is toegankelijk voor alle staten die geen lid zijn van UNESCO en die door de algemene conferentie van UNESCO uitgenodigd worden om toe te treden. 2. Deze conventie is ook toegankelijk voor territoria die een volledig intern zelfbestuur genieten, als zodanig erkend door de Verenigde Naties, maar die geen volledige onafhankelijkheid verworven hebben in overeenstemming met resolutie 1514 (XV) van de algemene vergadering, en die bevoegdheid hebben over de materies, aangestuurd door deze conventie, inclusief de bevoegdheid om verdragen met betrekking tot die materies te sluiten. 3. Het instrument van toetreding moet worden ingediend bij de directeur-generaal van UNESCO. Artikel 34 – Inwerkingtreding Deze conventie treedt in werking drie maanden na de datum van de deponering van de dertigste ratificatie-, aanvaardings-, goedkeurings- of toetredingsakte, maar alleen voor de staten die hun respectieve ratificatie-, aanvaardings-, goedkeurings- of toetredingsakte hebben ingediend op of voor die datum. Zij wordt van kracht worden voor andere lidstaten drie maanden nadat ze hun ratificatie-, aanvaardings-, goedkeurings- of toetredingsakte hebben ingediend. 65
Artikel 35 – Federale of niet-unitaire constitutionele systemen De volgende bepalingen zijn van toepassing voor lidstaten die een federaal of niet-unitair constitutioneel systeem hebben: (a) met betrekking tot de bepalingen van deze conventie, waarvan de uitvoering onder de legale jurisdictie van de federale of centrale legislatieve macht valt, zijn de verplichtingen van het federale of centrale bestuur dezelfde als de verplichtingen voor de lidstaten die geen federale staten zijn; (b) met betrekking tot de bepalingen van deze conventie, waarvan de uitvoering onder de jurisdictie van individuele constituerende staten, landen, provincies of kantons valt, die niet verplicht worden door het constitutionele systeem van de federatie om legislatieve maatregelen te nemen, beveelt het federale bestuur aan om de bevoegde overheden van die staten, landen, provincies of kantons van de bovengenoemde bepalingen op de hoogte te brengen en de conventie aan te nemen. Artikel 36 – Opzegging 1. Elke lidstaat mag deze conventie opzeggen. 2.
De opzegging moet schriftelijk worden bekendgemaakt en ingediend bij de directeur-generaal van UNESCO.
3.
De opzegging gaat in twaalf maanden na de ontvangst van de opzeggingsakte. De opzegging beïnvloedt in geen geval de financiële verplichtingen van de lidstaat tot de datum waarop de terugtrekking ingaat. Artikel 37 – Depositaire functies
De directeur-generaal van UNESCO brengt als bewaarder van deze conventie zowel de lidstaten van de organisatie als de niet-lidstaten van de organisatie waarnaar wordt verwezen in artikel 33, als de Verenigde Naties op de hoogte van de indiening van de ratificatie-, aanvaardings-, goedkeurings- of toetredingsakten, voorzien in artikel 32 en 33, en van de opzeggingen, bedoeld in artikel 36. Artikel 38 – Amendementen 1. Een lidstaat kan schriftelijk aan de directeur-generaal amendementen voor deze conventie voorstellen. De directeur-generaal verspreidt die voorstellen onder alle lidstaten. Als binnen zes maanden vanaf de datum van de verspreiding van de communicatie minstens de helft van de lidstaten positief antwoordt op de aanvraag, draagt de directeur-generaal dit voorstel voor voor discussie en mogelijke goedkeuring op de volgende bijeenkomst van de algemene vergadering. 2. Amendementen worden goedgekeurd met een tweederde meerderheid van de aanwezige en stemgerechtigde lidstaten. 3. Na goedkeuring worden de amendementen voor deze conventie ter ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of toetreding voorgelegd aan de lidstaten. 4.
Voor de lidstaten die de amendementen geratificeerd, aangenomen, goedgekeurd hebben of ertoe zijn toegetreden, treden ze in werking drie maanden nadat een tweederde meerderheid van de lidstaten de akten ingediend heeft waarnaar verwezen wordt in paragraaf 3 van dit artikel. Daarna treedt het bovengenoemde amendement in werking voor elke lidstaat die het
66
bekrachtigt, aanneemt, goedkeurt of ertoe toetreedt, drie maanden nadat de lidstaat in kwestie zijn ratificatie-, aanvaardings-, goedkeurings- of toetredingsakte heeft ingediend. 5. De procedure, uiteengezet in paragraaf 3 en 4, is niet van toepassing op amendementen op artikel 5 betreffende het aantal lidstaten van het Comité. Die amendementen treden in werking op het moment dat ze zijn goedgekeurd. 6.
Een staat die een participant wordt van deze conventie na de inwerkingtreding van amendementen conform paragraaf 4 van dit artikel, wordt, bij gebrek aan eenandere intentieverklaring, beschouwd als: (a) een participant van deze geamendeerde conventie; (b) een participant van de niet-geamendeerde conventie in relatie met alle lidstaten die niet gebonden zijn door de amendementen. Artikel 39 – Geautoriseerde teksten
Deze conventie werd opgesteld in het Arabisch, Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans. De zes teksten zijn rechtsgeldig. Artikel 40 – Registratie In overeenstemming met artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties wordt deze conventie geregistreerd bij het secretariaat van de Verenigde Naties op verzoek van de directeur-generaal van UNESCO. Opgesteld in Parijs, op 3 november 2003, in twee authentieke kopieën die de handtekening dragen van de voorzitter van de 32ste vergadering van de algemene conferentie en van de directeur-generaal van UNESCO. Deze twee kopieën worden gedeponeerd in de archieven van UNESCO. Eensluidend verklaarde afschriften worden zowel bezorgd aan alle staten waarnaar wordt verwezen in artikel 32 en 33, als aan de Verenigde Naties. De bovenstaande tekst is de authentieke tekst van de conventie en wordt hierbij volwaardig aangenomen door de algemene conferentie van UNESCO op haar 32ste vergadering, gehouden in Parijs en gesloten verklaard op 17 oktober 2003. De ondergetekenden hebben deze conventie ondertekend op 3 november 2003 Voorzitter van de algemene conferentie, Directeur-generaal,
67