Strategisch Meerjarenplan 2007-2010 Samenwerkingsverband Nationale Parken
“De zorg voor de natuur krijgt verder vorm in het behoud en de ontwikkeling van nationale parken en landschappen.” (H.M. de Koningin in Troonrede, september 2006)
Samenwerkingsverband Nationale Parken
Strategisch Meerjarenplan 2007-2010
Voorwoord Na een intensieve periode van voorbereiding ligt hier dan het Strategisch Meerjarenplan 2007-2010 van het Samenwerkingsverband Nationale Parken. De Nationale Parken leggen in dit plan voor het eerst hun gezamenlijke ambities neer. Zij zetten in op een verdere ontwikkeling en profilering van de Nationale Parken als Nederlandse topnatuur met vele mogelijkheden voor recreatie en educatie, innovatie en onderzoek. Het succes van dit plan zal primair afhangen van het draagvlak en het enthousiasme in de individuele parken. Het Samenwerkingverband kan daarbij een initiërende, faciliterende en stimulerende rol spelen. Het plan markeert de start van een nieuwe fase voor de nationale parken, van oprichting naar bestendiging en doorontwikkeling. Vele thema’s moeten nog worden uitgewerkt, maar alle betrokken partijen erkennen dat het predikaat “Nationaal Park” staat voor een internationaal erkend keurmerk, dat een bijzondere status aan het gebied geeft en tegelijkertijd een bijzondere verantwoordelijkheid legt op de schouders van allen die in de parken een rol of taak vervullen. Ik hoop van harte dat dit plan inspireert om nieuwe initiatieven te nemen, zowel in de afzonderlijke parken als in samenwerking van meerdere parken binnen en buiten Nederland, en zo het papier ontstijgt en voor iedereen tastbaar en zichtbaar wordt.
Marian Jager-Wöltgens Voorzitter Samenwerkingsverband Nationale Parken ‘s-Gravenhage, december 2006
2
Inleiding Dit Strategisch Meerjarenplan van het Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP) beoogt de doelen en prioriteiten voor de komende jaren te formuleren en daarmee tevens de relatie tussen de parken en het Samenwerkingsverband Nationale Parken te verhelderen en concretiseren. Het Meerjarenplan heeft in het bijzonder ten doel te schetsen op welke wijze, via het Samenwerkingsverband, in de komende jaren een belangrijke kwaliteitsimpuls kan worden gegeven aan de Nationale Parken om de meerwaarde van de parken, zowel collectief als individueel, verder te versterken. Het Samenwerkingsverband wil daarmee niet in de bevoegdheden van de parken treden, maar datgene dat hen bindt verenigen, versterken en optimaliseren. Een en ander is gebaseerd op een aantal ‘strategiegesprekken’ met een groot aantal betrokkenen gehouden in het voorjaar en de zomer van 2006, op een analyse van de huidige stand van zaken bij de Nationale Parken in het algemeen en op een schets van een gewenst toekomstbeeld. De afronding van het stelsel van parken in 2006, de formele oprichting van het Samenwerkingsverband en de oprichting van een ondersteunend bureau zijn aanleiding geweest om tot dit document te komen. Het document bestaat uit twee delen: Deel 1 Positiebepaling Nationale Parken
• De positie van de Nationale Parken in het nationaal en internationaal beleid • Sterkte - zwakte analyse • Toekomstbeeld • Vijf speerpunten voor de periode 2007-2010 Deel II
Investeringsplan 2007-2010
3
DEEL I: Positiebepaling Nationale Parken Hoofdstuk 1: De positie van de Nationale Parken in nationaal en internationaal beleid Hoofdstuk 1.1: De totstandkoming van de Nationale Parken Nederland heeft zich in 1969 aangesloten bij internationale afspraken over het instellen van grote waardevolle natuurgebieden als nationale parken tijdens de Wereldconferentie van de IUCN (World Conservation Union) in New Dehli. Naar aanleiding van de IUCN-overeenkomst adviseert de Interdepartementale Commissie Nationale Parken en Nationale Landschapsparken in 1975 de Tweede Kamer om Nationale Parken in te stellen. In 1980 wordt een onafhankelijke Voorlopige Commissie Nationale Parken (VCNP) ingesteld om mogelijke gebieden te identificeren voor de status Nationaal Park. Op basis van de adviezen van deze commissie worden vervolgens in de periode 1989 tot 2006 in totaal 18 Nationale Parken door de Minister van LNV aangewezen. De Nationale Parken vormen met elkaar een selectie van bijzondere natuurgebieden met elk een aaneengesloten oppervlakte van ten minste duizend hectare. Zij richten zich op de bescherming en ontwikkeling van natuur en landschap, natuurgerichte recreatie, educatie en voorlichting, en onderzoek. Grondeigenaren, terreinbeherende organisaties (TBO’s) en andere betrokkenen zorgen samen voor beheer en inrichting van een Nationaal Park. Daartoe zijn Overlegorganen ingesteld. Nederland kent thans 20 Nationale Parken, waarvan de eerste twee (Nationaal Park Veluwezoom en Natio-
4
naal Park De Hoge Veluwe) zijn ontstaan uit particulier
Gezamenlijk beslaan de Nationale Parken thans 128.830
initiatief.
hectare, dat is ongeveer 3% van de oppervlakte van
Schiermonnikoog is in 1989 het eerste natuurgebied in
Nederland. De status ”Nationaal Park” is te beschouwen
Nederland dat door de minister van LNV officieel werd
als een “Michelin-ster” voor een mooi en publieksvrien-
ingesteld als Nationaal Park. In 2006 heeft de minister
delijk natuurgebied. De Nationale Parken zijn de trots
van LNV het gebied De Alde Feanen als laatste Natio-
van de Nederlandse natuurbescherming. Naar schatting
naal Park aangewezen. Er zijn momenteel geen plannen
trekken de Nederlandse Nationale Parken jaarlijks ca. 20
voor de ontwikkeling van nieuwe parken; enkele Natio-
miljoen bezoekers.
nale Parken werken wel aan gebiedsuitbreiding.
5
Hoofdstuk 1.2: Beleidsmatige context
van het gebied. Op de parken zijn wel Natuurbescher-
Voor het natuurbeleid vormen de Nationale Parken één
mingswet 1998, Flora en Fauna Wet, EU Vogel- en
geheel: het stelsel van Nationale Parken in Nederland.
Habitatrichtlijn en Wet op de Ruimtelijke Ordening van
Gezamenlijk bieden zij een staalkaart van de Neder-
toepassing.
landse natuur. Elk van deze parken herbergt namelijk
Gezien hun waardevolle natuur maken de Nationale
een karakteristiek onderdeel van de Nederlandse na-
Parken deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. De
tuur. Het stelsel van de Nationale Parken verbindt de
EHS moet het duurzame voortbestaan van de gewone
eigen belevingswaarde en identiteit van elk park tot
en bijzondere planten en dieren in Nederland mogelijk
een voor burgers herkenbaar netwerk van toeganke-
maken. Vanwege de mooie natuur en het publieks-
lijke natuurgebieden
vriendelijke karakter zijn de Nationale Parken in de Nota Ruimte (2004) beschreven als de parels van de
De Nationale Parken in Nederland hebben geen for-
EHS.
meel juridische status. Desondanks betekent de status Nationaal Park vaak dat bij ingrepen extra rekening
In de Nota Ruimte wordt ook de beleidscategorie Na-
wordt gehouden met de kwaliteit en kwetsbaarheid
tionale Landschappen geïntroduceerd. Samen met de
6
Nationale Parken zijn dit de visitekaartjes van natuur,
Gebied (WILG) op 1 januari 2007 verschuift de finan-
landschap en cultuurhistorie in Nederland. Het ministe-
ciële verantwoordelijkheid voor de Nationale Parken
rie van LNV verkent thans concrete mogelijkheden voor
voor een groot deel naar de provincies. Het rijk zal met
afstemming, samenwerking en onderlinge versterking
de provincies zevenjarige overeenkomsten afsluiten,
tussen de Nationale Parken en de Nationale Landschap-
waarin vaste bedragen zijn gereserveerd voor het reali-
pen met behoud van eigen identiteit.
seren van duidelijk omschreven rijksdoelen, waaronder de Nationale Parken.
Het ministerie van LNV is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de Nationale Parken. De minister van
De Nationale Parken vormen een onderdeel van het
LNV bepaalt hoe de Overlegorganen zijn samengesteld
Europese netwerk van natuurgebieden (Natura 2000),
en benoemt (o.m.) de voorzitters daarvan. Sinds 1998
dat zich richt op het behouden en verder ontwikkelen
wordt de uitvoering van de jaarplannen van de Nati-
van soorten en ecosystemen in de afzonderlijke EU-
onale Parken gefinancierd op grond van de Regeling
lidstaten. Dit netwerk vormt op zijn beurt weer een
subsidie nationale en grensoverschrijdende parken.
onderdeel van het Pan-Europees Ecologisch Netwerk
Met de invoering van de Wet Inrichting Landelijk
(PEEN) van de Raad van Europa. Met de realisatie van 7
8
de Nationale Parken geeft Nederland invulling aan haar
nicatiekader (april 2005) en het nog in uitvoering
internationale verplichtingen zoals die zijn aangegaan
zijnde 0-meting en benchmarkonderzoek.
in diverse verdragen en conventies. De conclusie is dat het Nationaal Park als begrip in
Hoofdstuk 1.3: Wat er bereikt is
Nederland niet meer valt weg te denken. In de afgelo-
Zoals in hoofdstuk 1.1 opgemerkt is in 2006 het laatste
pen 15-20 jaar zijn met de inzet van veel betrokkenen
Nationaal Park officieel ingesteld.
de nodige successen geboekt. Tegelijkertijd is er reden
Daarmee is het stelsel van Nationale Parken in zijn
om na te gaan op welke punten en hoe de kwaliteit
basis tot een afronding gebracht.
van de Nationale Parken, zowel op het niveau van het
Terugkijkend is er veel gebeurd en in werking gezet.
individuele park als op stelselniveau, nog kan worden
Zonder volledigheid na te streven kunnen als belang-
verbeterd.
rijke winstpunten van de achterliggende jaren de
De hierboven genoemde punten leggen daarvoor een
volgende punten worden genoemd:
goede basis en bevatten tegelijkertijd diverse, concrete
• In vrijwel alle parken fungeren Overlegorganen als
bouwstenen voor verdere kwaliteitsontwikkeling.
bestuurlijk platform, waarin betrokken eigenaren en beheerders, overheden en relevante andere organisaties regelmatig bijeen komen om te overleggen over plannen, projecten en financiën en de afstemming daartussen.
• Alle parken beschikken over een beheer- en inrichtingsplan (BIP), soms al in een herziene versie, dat richting geeft aan de eigen plannen en maatregelen en vaak doorwerkt in het beleid van betrokken overheden en andere deelnemende organisaties.
• Er zijn veel voorzieningen gerealiseerd op het gebied van recreatie, bewegwijzering, voorlichting en educatie. Bezoekerscentra in een aantal parken nemen daarbij een belangrijke plaats in.
• Er is een basispakket op het gebied van voorlichting en educatie afgesproken en nagenoeg voor 100 % gerealiseerd. In relatie hiermee zijn goede afspraken gemaakt over de inzet van IVN coördinatoren en IVN educatief medewerkers in de parken.
• Er is een solide basis gelegd in de financiering voor de parken (met indexering), die de komende jaren onder het regiem van de WILG onveranderd wordt gecontinueerd.
• Er zijn met name in de laatste jaren diverse onderzoeken uitgevoerd en in gang gezet, alsmede adviezen uitgebracht die behulpzaam kunnen zijn bij de verdere ontwikkeling van de parken. Genoemd kunnen worden de Kwaliteitstoets Nationale Parken (2003), de Knelpuntenanalyse Ontwikkeling Nationale Parken (februari 2005), het advies betreffende een Commu9
Hoofdstuk 2: Sterkte-zwakte analyse 1. Samenwerking Sterk:
• De nationale parken hebben op lokaal / regionaal niveau veel partijen bij elkaar gekregen in de Overleg-
laatste jaren vergroot en "buitenom" weten partijen elkaar ook beter te vinden dan voorheen. Hierin schuilt op zichzelf reeds een belangrijke meerwaarde van de Nationale Parken
• De betrokkenheid van omwonenden en bezoekers bij
organen, waarin in openbaarheid de ontwikkelingen
het park is gegroeid. Het aantal bezoekers aan de Nati-
en plannen voor de parken worden besproken. De
onale Parken bedraagt naar schatting ca 20 miljoen per
Overlegorganen hebben zich ontwikkeld tot de fora
jaar. Vele activiteiten in de Nationale Parken worden
bij uitstek waar de maatschappelijke discussie over de
met de inzet van vele vrijwilligers uitgevoerd. In het
inrichting en ontwikkeling van de Nationale Parken
algemeen besteden de parken veel aandacht aan het
plaatsvindt.
creëren van draagvlak in de regio.
• De betrokkenheid van veel instanties en (belangen)groeperingen bij de Overlegorganen is de
10
• In de bestuurlijke belangenbehartiging spelen de Nationale Parken een steeds belangrijker rol. In de
externe werking naar derden zijn gemeenschappelijke
resp. het Grenspark Zoom-Kalmhoutse Heide en het NP
initiatieven genomen, zoals bij de olieboringen in NP
De Meinweg.
Biesbosch, de IJzeren Rijn in NP Meinweg en de defensieoefeningen in NP Lauwersmeer.
• Tussen de Nationale Parken is sprake van toenemende
Zwak:
• Na de intensieve periode van oprichting van een
samenwerking en afstemming. Het Samenwerkings-
Nationaal Park en vaststelling van het Beheer- en
verband is geformaliseerd en sinds kort ook beter
Inrichtingsplan treedt vaak een zekere rust in, waarbij
geëquipeerd om te kunnen zorgen voor gezamenlijke
de aandacht van participanten in de Overlegorganen
belangenbehartiging, kennisuitwisseling, etc.
lijkt te verslappen. Dit uit zich onder meer in minder
• Samenwerking met parken buiten Nederland is groei-
vertegenwoordiging op bestuurlijk of directieniveau.
ende via de Europese Federatie voor Nationale Parken
Veel parken bevinden zich in deze fase waarin het com-
(Europarc Federation). Goede voorbeelden van samen-
mitment dreigt af te nemen.
werking met de buurlanden België en Duitsland zijn
• Zojuist genoemd punt leidt gemakkelijk tot afname van de bereidheid en inzet om afspraken, die bijvoorbeeld in het kader van het Beheer- en Inrichtingsplan zijn gemaakt, ook daadwerkelijk uit te voeren.
• Het gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle bij de Nationale Parken betrokken organisaties, zowel op stelsel- als op individueel parkniveau, kan duidelijk nog versterkt worden. Dit legt een bijzondere verantwoordelijkheid bij de bestuurders van de betrokken organisaties om zowel horizontaal (over de verschillende regio’s) als verticaal (op de verschillende uitvoeringsniveaus) een zodanige coördinatie te bewerkstelligen dat alle geledingen het gezamenlijke doel willen bereiken.
Kansen en bedreigingen Met de inwerkingtreding van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG ) komen de rijksgelden voor beheer en inrichting voor de Nationale Parken per 1 januari 2007 naar de betrokken provincies. Samenwerking en afstemming met de provinciale besturen over de inzet van gelden voor de Nationale Parken is dan meer dan ooit van belang. Afhankelijk van de inzet van de bestuurders liggen hier kansen of bedreigingen. Vanwege het ontbreken van een juridische status voor de Nationale Parken en de Overlegorganen zijn de resultaten die bereikt kunnen worden sterk afhankelijk van de kracht van de samenwerking en de bindende rol van de voorzitters. Op internationaal niveau liggen kansen voor het Samenwerkingsverband Nationale Parken om de kwali11
teitsverbetering van de Nationale Parken in Nederland
met name in toeristisch-recreatief vlak, is groot. Gro-
te bevorderen. Via Brussel (EU) zal hiertoe de nodige
tere maatschappelijke betrokkenheid biedt wellicht
invloed moeten worden uitgeoefend.
meer kans op betere financiële fundamenten onder de Nationale Parken.
2. Maatschappelijk draagvlak
• Nog niet alle doelgroepen worden in alle Nationale Parken voldoende bereikt. Samenwerking met de diverse bevolkingsgroepen, w.o. de allochtonen, vraagt
Sterk
• Zoals eerder vermeld wordt het beleid voor de parken
om verdere uitwerking.
in de openbaarheid besproken en vastgesteld in de
Kansen en bedreigingen
Overlegorganen. Dit draagt niet alleen bij aan een be-
In de begroting 2007 van het ministerie van LNV wordt
ter begrip voor wat er gebeurt, maar betekent ook dat
extra aandacht besteed aan het versterken van de band
er inspraak- en beïnvloedingsmogelijkheden zijn.
tussen jeugd en natuur. LNV presenteert tevens met de
• Het feitelijke werk wordt veelal voorbereid in werkgroe-
ministeries OC&W en VROM een vernieuwd beleid over
pen waaraan verschillende partijen een bijdrage leveren.
natuur- en milieu educatie. Een breder programma Jeugd,
Ook particuliere organisaties (bijvoorbeeld onderne-
Natuur en Gezondheid is in voorbereiding. Voor de Nati-
merskringen) zijn zo in staat mede vorm te geven aan
onale Parken liggen hier kansen om nieuwe activiteiten
(de activiteiten in) het Nationaal Park in hun omgeving.
voor de jeugd binnen de Nationale Parken te stimuleren in
• In veel parken zijn op allerlei manieren vrijwilligers actief.
het kader van deze beleidsontwikkelingen.
• Verschillende parken kennen een vorm van bewonersparticipatie
3. Natuurontwikkeling
Zwak
• Van een substantiële bijdrage in het financiële vlak aan de instandhouding en verdere ontwikkeling van de
Sterk
• De Beheer- en Inrichtingsplannen (BIPen) fungeren in
parken vanuit bestuurders, politiek, bedrijfsleven en
het algemeen goed als het erom gaat het beheer bin-
publiek in algemene zin, is tot dusver geen sprake.
nen het Nationale Park zoveel mogelijk op elkaar af te
• De economische betekenis van de Nationale Parken,
stemmen en gemeenschappelijke vraagstukken goed te regelen.
• Vaak geven de gezamenlijke keuzes die in het Beheeren Inrichtingsplan worden gemaakt in de praktijk ook richting aan het beleid van de overheden die bij het park betrokken zijn
• In het algemeen kan gesteld worden dat de terreinbeheerders hun werk op basis van het BIP binnen de Nationale Parken goed uitvoeren. De natuurkwaliteit die dit oplevert stemt bij de beheerders tot tevredenheid.
• In veel parken zijn grote natuurontwikkelingsprojecten gezamenlijk gerealiseerd of nog in uitvoering. Voorbeelden zijn Plan Tureluur in NP Oosterschelde, stimuleringsplannen voor bos, heide en vennen in NP De Maasduinen en NP De Meinweg, aanleg ecologische 12
verbindingen in NP Utrechtse Heuvelrug, plas-dras-situaties in NP De Biesbosch.
Zwak
• De Nationale Parken onderscheiden zich in onvoldoende mate van overige natuurgebieden in Nederland. Een impuls is nodig om de kwaliteit van de Nationale Parken te laten uitstijgen boven de rest van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS). Een Plan van Aanpak voor de grootste knelpunten ontbreekt evenwel nog.
• Voor de verhoging en bescherming van natuurwaarden binnen de Nationale Parken is het huidige beleidsinstrumentarium onvoldoende inzetbaar. Met name op het gebied van beheer (incl. beheerstoeslag N2000
13
gebieden), bescherming bedreigde soorten, uitkoop,
4. Natuurgerichte recreatie
particuliere grondeigenaren; groene handhavers, visitor pay-back systemen en rietsector blijkt het huidige
Sterk
beleidsinstrumentarium moeilijk bruikbaar.
• De Nationale Parken vervullen in toenemende mate
• De cultuurhistorische waarden van de Nationale Parken zijn niet of onvoldoende in de BIPen uitgewerkt.
Kansen en bedreigingen
een recreatieve functie, voor mensen in en buiten de regio.
• In de Nationale Parken is veel geïnvesteerd in de verbetering van de aanleg van wandelpaden, fietspaden,
Per 1 oktober 2005 is de (gewijzigde) Natuurbescher-
ruiterroutes, etc., niet alleen voor valide maar ook voor
mingswet 1998 in werking getreden om schade aan
mindervalide bezoekers. Daarmee is de toegankelijk-
natuurwaarden binnen de Natura 2000 gebieden te voorkomen. De meeste Nationale Parken liggen in de Natura 2000 gebieden (EU Habitatrichtlijn).
heid voor de recreant duidelijk verbeterd.
• Met de aanleg van informatiepanelen, observatiehutten en de ontwikkeling van diverse natuurrecreatieve activiteiten is de natuurgerichte recreatie gestimuleerd.
Het kunnen aantonen van de meerwaarde van de natuur
• Er is sprake van een groeiende betrokkenheid van in het
in de Nationale Parken biedt kansen om samen met de
bijzonder recreatieondernemers die voor de recreant een
terreinbeheerders een kwaliteitsoffensief voor de natuur
belangrijke rol vervullen als gastheer/vrouw en bij het
in Nederland te realiseren.
verstrekken van informatie over het Nationaal Park.
14
Zwak
Kansen en bedreigingen
• Er bestaat een spanningsveld tussen natuur en recre-
Vanuit een autonome ontwikkeling zal de druk van recre-
atie. Consensus over een gezamenlijke visie op natuur-
atie en toerisme in de Nationale Parken de komende jaren
gerichte recreatie, duurzaam toerisme en gastheer-
toenemen. Voor de Nationale Parken liggen hier zowel
schap ontbreekt.
kansen als bedreigingen om de groei van recreatie en
• In de Nationale Parken ontbreekt nog te vaak een duidelijke zonering die gebruikersgroepen gescheiden houdt en zorgt voor een goede balans tussen recreatieve activiteiten enerzijds en natuurbeleving anderzijds.
• Een overeenkomst over een basispakket recreatie
toerisme op te vangen.
5. Voorlichting en Educatie Sterk
• Het basispakket Voorlichting en Educatie dat met het
(conform het basispakket Voorlichting en Educatie)
IVN is overeengekomen garandeert een gelijkwaardig
ontbreekt. De huidige recreatie faciliteiten zijn niet al-
aanbod van producten, activiteiten en voorzieningen
tijd toereikend om de recreatie- en toeristendruk zowel
op het gebied van communicatie, voorlichting en
kwantitatief als kwalitatief te kunnen opvangen.
educatie voor een brede doelgroep in alle Nationale
• De bereikbaarheid via openbaar vervoer van de Nationale Parken laat veelal te wensen over.
• In veel Nationale Parken blijken verschillende regels te bestaan als het gaat om de toegankelijkheid.
Parken. Dit aanbod is in de jaren 2004 t/m 2006 vrijwel overal gerealiseerd.
• In de bezoekerscentra is veel informatie over de natuur in woord en beeld aanwezig. Van hieruit vindt 15
een grote verscheidenheid aan cursussen, wisselen-
internet, handcomputers (PDA), locatiebepaling per satel-
de activiteiten (wandelingen) en speciale projecten
liet (GPS), e.d., vormt hierbij een bijzondere uitdaging.
voor scholieren of omwonenden plaats.
Bij het realiseren van voorlichting en educatieve activi-
• Vanwege de schaalgrootte vormen de Nationale Parken
teiten en het bereiken van de doelgroepen kan meer dan
een interessante partner voor uitgevers en andere me-
voorheen gebruik gemaakt worden van intermediairen
dia, met onder meer mogelijkheden op het gebied van
(boswachters, vrijwilligers, gidsen, lokale natuur- en mi-
van free-publicity.
lieugroepen, scholen, recreatieondernemers, media e.d.)
Zwak
• Enige jaren geleden is afgesproken dat het IVN de activiteiten op het gebied van voorlichting en educatie van
6. Onderzoek
alle betrokken partijen (terreinbeheerders, overheden,
Sterk
waterschappen en recreatiebedrijven) in alle Nationale
• Voor de kwaliteitsbeoordeling is het van belang te
Parken coördineert. De Terreinbeherende Organisaties
beschikken over een nulmeting van de kwaliteit anno
(TBO’s) spelen echter zelf ook een belangrijke rol bij
2006 in elk Nationaal Park. Het in uitvoering zijnde
voorlichting en communicatie in de Nationale Parken. De
Alterra onderzoek Nulsituatie en bench-marking Nati-
samenwerking tussen IVN en TBO’s verloopt thans niet
onale Parken zal hierin begin 2007 voorzien.
overal tot ieders tevredenheid.
• Vanwege beperkte capaciteit en middelen blijkt het tot dusver lastig op landelijk niveau voldoende afstemming
Zwak
• Onderzoek in de Nationale Parken vindt tot dusver
en coördinatie op het gebied van voorlichting en educa-
versnipperd plaats. Er bestaat geen overzicht van het
tie te realiseren.
onderzoek dat is en wordt uitgevoerd, noch van de toepassingsmogelijkheden daarvan.
Kansen en bedreigingen
• De budgetten van de parken zijn beperkt en bieden
Vergroting van kennis over natuur en milieu in de Natio-
nauwelijks ruimte om zelf onderzoeken, waarmee ge-
nale Parken is nodig om een actievere inzet van diverse
woonlijk hoge kosten gemoeid zijn, in gang te zetten.
doelgroepen voor natuur in het algemeen en voor de natuur in de Nationale Parken in het bijzonder te bevorderen.
Kansen en bedreigingen
Het gebruik van moderne technologische middelen, zoals
Aansluiting bij de huidige onderzoeksprogramma’s van de
16
overheid en andere organisaties biedt mogelijkheden voor het uitvoeren van toegepast en fundamenteel onderzoek. Daarnaast kan getracht worden bij kennis- en onderzoeksinstituten en universiteiten meer interesse te wekken voor het uitvoeren van (promotie)onderzoek in de Nationale Parken.
7. Communicatie Sterk
• Binnen het Samenwerkingsverband is in de voorbije jaren een aantal gezamenlijke producten gerealiseerd die bijdragen aan verbetering van de communicatie. Denk aan de website, huisstijl + beeldmerk en de "Jubileumzuilen" die als blikvangers en publieksgeleiders in alle Nationale Parken worden geplaatst.
• De landelijke coördinatie m.b.t. de communicatie in brede zin (zowel intern als extern) is met de instelling van de SNP-werkgroep Communicatie verbeterd.
Zwak
• Doorontwikkeling op het gebied van communicatie werd tot dusver bemoeilijkt door het ontbreken van afspraken tussen de Nationale Parken en de TBO's over wederzijdse zichtbaarheid en herkenbaarheid.
• Hoewel de gezamenlijke huisstijl al enkele jaren geleden is vastgesteld, wordt deze nog niet altijd consequent en door alle Nationale Parken toegepast.
• Uit onderzoek is gebleken dat de meeste burgers weten dat er Nationale Parken in Nederland zijn. Echter bekendheid met het bestaan van alle 20 Nationale Parken ontbreekt (ANWB panel, voorjaar 2006).
Kansen en bedreigingen Eind 2006 zijn gemeenschappelijke vertrekpunten vastgesteld voor het beleid met betrekking tot communicatie en zichtbaarheid. Tevens is met de TBO’s overeenstemming bereikt over de uitwerking hiervan op een groot aantal onderdelen. Bij de uitwerking en aanpak kan gebruik gemaakt worden van / aangesloten worden bij ervaringen en activiteiten op het gebied van Voorlichting en Educatie.
17
Hoofdstuk 3: Toekomstbeeld Nationale Parken zijn gebieden met een aantoonbaar
park zijn de voorzieningen sober en prevaleren rust
hoge natuurkwaliteit, die vrij toegankelijk zijn,waar
en ruimte. De hele bejegening draagt eraan bij dat de
een aansprekend pakket aan educatieve produc-
bezoeker zich in het park verantwoordelijk gedraagt.
ten aanwezig is en die een infrastructuur hebben waarbij de mens van rust en ruimte kan genieten,
De bewoner:
zonder daarbij de natuurdoelstelling van het gebied
De bewoners/omwonenden realiseren zich dat zij
te schaden. Het zijn gebieden waarin terreinbe-
in een bijzonder gebied leven. Zij genieten daarvan,
heerders, overheden en belanghebbende instanties
maar zien ook de veranderingen het eerst en worden
samenwerken om een voorspoedige ontwikkeling
daar actief bij betrokken. Zij zijn kritisch maar ook
van het gebied volgens afspraken in een beheer- en
trots en betrokken bij hun gebied. Zij voelen zich ver-
inrichtingsplan te realiseren. Alle partijen voelen zich
antwoordelijk en zijn de ogen en oren van het park.
verantwoordelijk voor het Nationaal Park en zijn er
Er is een open verhouding met de terreinbeherende
trots op. Ieder park heeft een vorm van bewonerspar-
instanties en het Overlegorgaan. De ondernemers in
ticipatie.
het Nationaal Park zijn gastheren van het Nationaal Park, en laten dat in hun bedrijf zien. Er is een uitge-
Het ideale toekomstbeeld zou er zo uit kunnen zien:
De bezoeker: Iedere Nederlander weet dat er 20 Nationale Parken zijn, waar de natuurkwaliteit aantoonbaar hoog is, waar verschillende soorten natuur van Nederland te zien en te beleven zijn. Het is duidelijk dat deze gebieden onderdeel zijn van een ecologisch netwerk dat niet alleen van nationaal maar ook van internationaal belang is. Men weet de Nationale Parken te vinden, en weet dat het gebieden zijn waar men goede informatie kan krijgen in een bezoekerscentrum of bij een informatiepunt. Bij de entrees van het park is duidelijk zichtbaar dat het hier om een Nationaal Park gaat; vanaf de entrees zijn duurzaamheid, kwaliteit en soberheid kernwoorden. De bezoekerscentra zijn goed uitgerust met informatie over het hele gebied. Als men het bezoekerscentrum verlaat weet men waarom dit gebied zo uniek is en welke betekenis het heeft in de nationale en internationale context. Bij het bezoekerscentrum zal men vaak kennis kunnen maken met regionale producten en in de directe omgeving zijn voorzieningen en activiteiten voor bijzondere doelgroepen. De auto wordt hier achtergelaten en men kan te voet, per fiets of met ander speciaal vervoer zoals bijvoorbeeld electrobusjes verder. Er zijn voldoende wandel en fietspaden om van de natuur te genieten. In het 18
breid vrijwilligersnetwerk dat op verschillende wijze
duidelijk te maken. In nauwe samenwerking met
betrokken is bij het NP.
deskundigen van het IVN dragen zij zorg voor een goede communicatie en voorlichting over wat er in
De terreinbeheerders en het IVN:
de terreinen gebeurt.
De beheerders werken samen om in het gebied die
In de verschillende Nationale Parken zijn de beheer-
meerwaarde en natuurkwaliteit te realiseren die de
ders/eigenaren van het park zichtbaar op een wijze
Nationale parken zo bijzonder maken. Zij dragen de
die past binnen een Nationaal park.
bouwstenen daarvoor aan in het Beheer- en Inrichtingplan, en worden gesteund in de uitvoering door
De overheden:
het Overlegorgaan. Voor grote knelpunten worden
Het ministerie van LNV heeft een blijvende verant-
nieuwe en creatieve oplossingen gezocht. De be-
woordelijkheid voor de Nationale Parken; Het minis-
heerders realiseren zich daarbij dat zij werken in een
terie gebruikt deze natuurgebieden vanwege hun
omgeving die van hen vraagt open en transparant te
bijzondere status als pilot gebieden voor nieuwe
zijn; ook vragen de wetgever en de samenleving van
systemen van monitoring en kwaliteitstoetsing. Men
hen om de effecten van maatregelen voor het gebied
zet onderzoeksbudgetten in om effecten en spin-off
19
te meten, en gebruikt de parken als proeftuin voor
ren de parken in hun streekplan en beheersplan.
innovatie. De Nationale Parken en de Nationale Land-
De waterschappen hebben een belangrijke functie
schappen worden in communicatie-uitingen beide
in een aantal nationale parken. Zij nemen in hun
als de Nederlandse paradepaardjes van natuur en
beheersplannen de visie van het B&I plan over en be-
landschap gepresenteerd. Het Samenwerkingsverband
kijken actief de kansen voor optimalisatie in het kader
Nationale Parken is gesprekspartner in de relevante
van de Kaderrichtlijn Water en WB 21.
beleids- en adviesgremia van het ministerie. De gemeenten staan dicht bij de parken en voelen De provincies zijn trots op hun nationale parken, en zet-
zich bij uitstek verantwoordelijk. Zij weten wat de
ten gelden actief in om de doelen van de parken te ver-
economische spin-off van de parken is, en hoe de
wezenlijken. Zij ontwikkelen een visie op de nationale
omgeving het gebied waardeert. Zij respecteren de
parken in hun regio, waarbij ontwikkelingsmogelijkhe-
grondslagen van het NP en houden bij hun beleids-
den uitdrukkelijk in beschouwing worden genomen, en
ontwikkeling rekening met de effecten op het NP. De
cultuurhistorie als thema nadrukkelijk wordt meegeno-
Nationale Parken worden verankerd in de bestem-
men. Zij betrekken de parken bij hun beleid. Zij veranke-
mingsplannen.
20
Andere partners: De Nationale Parken hebben op regionaal en op nationaal niveau een stevig netwerk waardoor zij met partner-organisaties ( ANWB, Recron, Natuurverenigingen, etc.) projecten kunnen opzetten.
Betekenis van deze visie voor de individuele parken en het Samenwerkingsverband De individuele parken zijn zelf aan zet om met hun Overlegorganen in hun Beheer- en Inrichtingsplan een visie voor het gebied te ontwikkelen. Realisatie van het ideaalbeeld ligt vooral in handen van de
Uitgangspunt van dit toekomstbeeld is echter wel dat
parken zelf.
er een eenduidig en gedragen beeld is van wat een Nationaal park is c.q. hoort te zijn, en dat dit beeld ook zichtbaar is. Veel is al gerealiseerd, maar van eenduidigheid is op dit moment geen sprake. Het is essentieel voor de verdere doorontwikkeling van de Nationale Parken dat het Samenwerkingsverband, de nationale overheid en de terreinbeherende organisaties op nationaal niveau tot een gedeeld beeld komen. Het Samenwerkingsverband wil bij het realiseren van dit toekomstbeeld ondersteunen en faciliteren door:
-
het behartigen van de belangen van de gezamenlijke parken
-
het stimuleren van kennisuitwisseling tussen de parken
-
het genereren van middelen voor grotere projecten t.b.v. meerdere NP
-
het opzetten en onderhouden van relevante netwerken op nationaal en internationaal niveau
21
Hoofdstuk 4: Vijf speerpunten voor de periode 2007-2010 Om het toekomstbeeld zoals dat hiervoor is geschetst
versterking van de kwaliteit van de natuur vormt het
dichterbij te brengen zal het Samenwerkingsverband
belangrijkste doel van de parken. Dit betekent niet alleen
Nationale Parken zijn activiteiten in de komende jaren
dat voortdurend gezocht moet worden naar mogelijkhe-
concentreren rond de volgende vijf speerpunten:
den om de natuurkwaliteit te verhogen, maar ook dat de
• Aantoonbare verbetering van de natuurkwaliteit • Vergroting van het bewustzijn en de verantwoordelijk-
natuurkwaliteit maat- en richtinggevend moet zijn voor
heid voor de natuur
alles wat er in een Nationaal Park gebeurt. De eerste verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de beheerders en
• Optimalisering van het natuurgericht recreëren
de Overlegorganen, maar het SNP wil hen daarin onder-
• Versterking van draagvlak en organisatie • Profilering van het stelsel van Nationale Parken
steunen door:
• samen met de terreinbeherende organisaties op korte termijn een plan op te stellen voor een nieuw “Natuur-
Aantoonbare verbetering van de natuurkwaliteit
offensief”. Dit offensief moet ertoe leiden dat in de
Er bestaat geen twijfel aan dat het veilig stellen en waar
natuur en dat nog bestaande grote knelpunten worden
mogelijk verbeteren van natuurlijke en landschappelijke
opgelost;
waarden de voornaamste bestaansgrond van de nationale parken vormt. Anders gezegd: het behoud en de
komende jaren weer écht geïnvesteerd gaat worden in
• in dit verband onder meer mét de beheerders na te gaan welke nieuwe beleidsinstrumenten ontwikkeld kunnen worden voor de verhoging en versterking van de natuurwaarden in de Nationale Parken;
• bij te dragen aan de totstandkoming van een samenhangend systeem van monitoring en kwaliteitsbeoordeling, opdat verbeteringen beter kunnen worden gevolgd en vastgesteld;
• de organisatie van visitatiebezoeken door expertteams, opdat meer uitwisseling van ervaringen plaats vindt en de parken van elkaar kunnen leren.
Vergroting van het bewustzijn en de verantwoordelijkheid voor de natuur Van oudsher hebben de parken mede ten doel via educatie en voorlichting bij te dragen aan de vergroting van de kennis over natuur, landschap en milieu. Mét de parken wil het SNP ervoor zorgen dat méér mensen zich méér bewust worden van de enorme betekenis van de natuur en bereid zijn een bijdrage te leveren aan de instandhouding daarvan. Om dit te bereiken zal het SNP:
• stimulerende, nieuwe vormen van voorlichting en educatie helpen ontwikkelen, waarmee ook nieuwe doelgroepen kunnen worden bereikt. Er zal uitvoering worden gegeven aan de door het IVN ontwikkelde voorstellen voor een zogenaamd “Pluspakket”.
• coördinatie, kennisuitwisseling en kwaliteitszorg op het gebied van voorlichting en educatie bevorderen en 22
waar mogelijk versterken;
• jaarlijks één thema centraal stellen met behulp waarvan
aan de eerder genoemde speerpunten, zijn aanvullende acties, in het bijzonder gericht op de politiek en het be-
het natuurbewustzijn bij diverse doelgroepen kan worden
drijfsleven, noodzakelijk. Daarnaast is het van belang te
versterkt. Voor 2007-2008 is dat het thema Biodiversiteit.
blijven streven naar verbetering van de samenwerking
• in samenwerking met organisaties die reeds op dit gebied actief zijn de mogelijkheden optimaliseren om
op alle niveaus. Het SNP zal daarom:
• de betekenis van de nationale parken voor ecologie,
vrijwilligers in te schakelen bij rondleidingen, beheers-
gezondheid en economie in onderlinge samenhang
werkzaamheden en andere activiteiten in de parken.
beschrijven en actief naar buiten communiceren;
• bestuurders en ondernemers actief gaan informeren Optimalisering van het natuurgericht recreëren Een vorm van betrokkenheid bij de natuur waaraan het SNP nadrukkelijk ook aandacht wil geven is het genieten van de natuur door wandelaars, fietsers en andere recreanten. Wij willen graag dat de miljoenen bezoekers die
over de betekenis en meerwaarde van de parken, met als doel de support van die kant te vergroten;
• zijn functies van ondersteuner van de parken en belangenbehartiger verder ontwikkelen en professionaliseren;
• zowel nationaal als internationaal (in het kader van
jaarlijks in de nationale parken komen zich daar welkom
Europarc) de samenwerking, uitwisseling en afstem-
voelen en tegelijkertijd rekening houden met de bijzon-
ming met relevante andere organisaties intensiveren.
dere waarden van deze gebieden. Daarvoor zijn recreinformatievoorziening van belang.
Profilering van het stelsel van Nationale Parken
Met het oog hierop zal het SNP:
Ter ondersteuning van de hiervoor genoemde acties
• het initiatief nemen om een gezamenlijke, eenduidige
is het van belang de gemeenschappelijke identiteit
atieve voorzieningen van hoge kwaliteit en een goede
visie te ontwikkelen op natuurgerichte recreatie in re-
van de parken verder te ontwikkelen en uit te dragen.
latie tot de nationale parken, zo mogelijk uitmondend
Versterkte profilering door algemeen gebruik van één
in afspraken over een “basispakket” natuurgerichte
huisstijl en beeldmerk door alle parken vormt daarvan
recreatie;
een belangrijk onderdeel.
• voorbeelden verzamelen van goede oplossingen die
Met de terreinbeherende organisaties zijn eind 2006
in praktijk worden gebracht als het gaat om de balans
gemeenschappelijke uitgangspunten afgesproken die
natuur - natuurgerichte recreatie en zorgen voor een
een evenwichtige zichtbaarheid van beheerders en
uitwisseling daarvan via themadagen, workshops, ter-
parken waarborgen. Een en ander betekent dat het SNP
reinbezoeken, etc.;
in de komende jaren:
• in samenwerking met de parken en andere organisa-
• mét de terreinbeherende organisaties zal werken aan
ties pilotprojecten ontwikkelen en mogelijk maken
uitvoering van het afsprakenkader over de wederzijd-
gericht op zonering, sturing van bezoekersstromen en
se (evenwichtige) zichtbaarheid, door gezamenlijke
andere maatregelen om de natuurgerichte recreatie in
projecten hiervoor op te zetten;
goede banen te leiden.
• de parken zal ondersteunen bij het systematisch en gefaseerd implementeren van het NP beeldmerk en
Versterking van draagvlak en organisatie
de huisstijl. De inzet hierbij is het NP als een herken-
Voorwaarden voor de verdere ontwikkeling van de par-
baar, sterk merk neer te zetten.
ken zijn een stevig maatschappelijk draagvlak en een organisatie die is afgestemd op de gezamenlijke ambities. Hoewel het draagvlak in de eerste plaats versterkt moet worden door op een goede manier uitvoering te geven 23
Deel II Investeringsplan 2007-2010 Zoals in de Inleiding van dit Meerjarenplan is aangegeven
betrokkenen bij de Nationale Parken. Van belang is nog
wil het Samenwerkingsverband Nationale Parken in de
hierbij op te merken dat operationalisering zal gebeuren
periode 2007-2010 een belangrijke kwaliteitsimpuls geven
in de, jaarlijks op te stellen, SNP Werkplannen.
aan de Nationale Parken om de meerwaarde van de parken, zowel collectief als individueel, verder ter versterken.
Speerpunten en prioritering
In deel I is vervolgens een sterkte-zwakte-analyse gege-
De vijf speerpunten die het SNP in de komende jaren
ven, is het toekomstbeeld beschreven en zijn de vijf speer-
centraal wil stellen zijn in deel I, hoofdstuk 4 als volgt
punten voor de periode 2007-2010 geformuleerd.
omschreven:
In dit deel II, het investeringsplan 2007-2010, zullen de
• Aantoonbare verbetering van de natuurkwaliteit • Vergroting van het bewustzijn en de verantwoordelijk-
activiteiten / projecten voor de periode 2007-2010 worden benoemd, gerangschikt onder de eerder genoemde speerpunten. De keuze van deze activiteiten en projecten is het resultaat van de discussies over de doelstellingen
heid voor de natuur
• Optimalisering van het natuurgericht recreëren • Versterking van draagvlak en organisatie • Profilering van het stelsel van Nationale Parken
van de Nationale Parken die in het voorjaar en de zomer van 2006 gehouden zijn met bestuurders en andere
24
Binnen deze speerpunten kiezen wij ervoor op de korte
termijn prioriteit te geven aan de verbetering van de
lijke en organisatorische voorwaarden.
natuurkwaliteit (d.m.v. een Kwaliteitsimpuls) en de ver-
Nodig is allereerst een gezamenlijk ervaren verantwoor-
groting van de herkenbaarheid van de parken d.m.v. een
delijkheid, niet alleen in het bestuur van het SNP en in
duidelijker profilering.
de Overlegorganen, maar vooral ook binnen de betrok-
Met name op deze punten “valt nog een wereld te win-
ken organisaties, op alle niveaus van betrokkenheid.
nen” als daarvoor de wil bij alle partijen aanwezig is en
Met andere woorden het bereiken van de gewenste
de bereidheid bestaat om op korte termijn aansprekende
kwaliteitsimpuls staat of valt met de bereidheid van alle
plannen voor de aanpak hiervan uit te werken. Door
niveaus om de meerwaarde van de Nationale Parken te
op deze twee punten zwaar in te zetten en daarbij de
tonen en te versterken. Dit legt bijzondere verantwoor-
verbanden tussen beide goed in het oog te houden, ver-
delijkheid op de schouders van de bestuurders van de
wachten wij maximaal effect te bereiken.
betrokken organisaties om zowel horizontaal (over de
In concreto betekent dit:
verschillende regio’s) als verticaal (op de verschillende
• begin 2007 samen met de beheerders een plan en strate-
uitvoeringsniveaus) een zodanige coördinatie te be-
gie vaststellen voor een natuurkwaliteitsimpuls die zorgt
werkstelligen dat alle geledingen het gezamenlijke doel
voor daadwerkelijk investeren in natuurkwaliteit in de
willen bereiken.
Nationale Parken. Uit dat plan zal naar verwachting dui-
Tegelijkertijd vraagt dit om een bereidheid om kritisch
delijk worden dat in de komende jaren vele miljoenen
te kijken naar de bestuurlijke en personele organisa-
euro's extra nodig zijn. Aan de realisatie van dit plan wil
tie bij de Nationale Parken. Wanneer de effectiviteit
het SNP in de komende jaren substantieel bijdragen;
en slagvaardigheid kan worden vergroot mag niet
• binnen de kring van de parken, maar met expliciete
geschroomd worden aanpassingen door te voeren.
steun van de beheerders en andere betrokken partijen,
De gewenste kwaliteitsimpuls en de ambitie om de
met grote voortvarendheid werken aan het neerzetten
meerwaarde van de Nationale Parken waar mogelijk te
van een sterk merk NP, teneinde duurzame steun voor
versterken, kan vragen om nieuw bestuurlijk/organisa-
de parken en de natuurbescherming te verzekeren.
torisch elan.
Bestuurlijke en organisatorische voorwaarden De concretisering van de activiteiten in de periode 20072010 kan alleen plaats vinden onder bepaalde bestuur25
Projecten Onderstaand overzicht geeft per speerpunt een beeld van de projecten / activiteiten van het Samenwerkingsverband in de komende vier jaar.
1. Aantoonbare verbetering natuurkwaliteit
Bijdragen van
2007
2008
2009
2010
1.1. Opzet visitatiesysteem Nationale Parken
Extern bureau DB-SNP NP’en
€ 10.000,-
€ 5.000,-
€ 5.000,-
€
1.2. Uitwerking thema cultuurhistorie (pilot)
TBO’s, ANWB Cult Hist.Org.
1.3. Ondersteuning en uitvoering van de natuurkwaliteitsimpuls
TBO’s LNV/DN
€ 75.000,-
€ 100.000,-
1.4. Fundamenteel en toegepast onderzoek naar natuurwaarde
LNV/DKNP’ en, Alterra Universiteiten, RUU/Coper-nicusinstituut
5.000,-
€ 10.000,-
€ 15.000,-
€ 50.000,-
pm
pm
pm
pm
2. Vergroting bewustzijn en verantwoordelijkheid voor natuur 2.1. Ontwikkeling IVN pluspakket Voorlichting & Educatie (V&E)
IVN, TBO’s SME, NP’en LNV/DN,ANWB
€ 10.000,-
€ 30.000,-
€ 50.000,-
€ 50.000,-
2.2. Thema jaar Biodiversiteit en volgende thema’s
IVN
€ 15.000,-
€ 12.000,-
€ 15.000,-
€ 15.000,-
2.3. Opstellen notitie vrijwilligersbeleid in Nationale Parken
NP’en, IVN, TBO’s Landschap.
2.4. Opzet fotoarchief NP
Particulieren NP’en, TBO’s
€ 2.000,-
€ 1.000,-
2.5. Onderzoek naar natuurbeleving bij verschillende doelgroepen (w.o. recreanten)
NPén, TBO’s RECRON, RMNO, IVN ANWB, LNV Alterra, Universiteiten
€ 20.000,-
€ 5.000,-
pm
€ 3.000,-
pm
pm
pm
3. Optimalisering van het natuurgericht recreëren 3.1. Formulering eenduidige visie van natuurgerichte recreatie (via workshops)
ANWB, TBO’s RECRON, IVN Horeca,NBTC Vervoersector
€ 5.000,-
3.2. Ontwikkeling basispakket recreatie met NP’en
TBO’s NBTC RECRON, IVN Horeca, ANWB, Waterschap Vervoersector
€ 10.000,-
26
€ 20.000,-
€ 30.000,-
€ 50.000,-
4.
Versterking van draagvlak en organisatie € 10.000,-
€ 20.000,-
€ 20.000,-
€ 20.000,-
4.1. Pilot projecten (2 per jaar)
Betrokkenen
4.2. Inventarisatie Europese, nationale en lokale fondsen
NP’en, ECNC LNV/DN
€ 10.000,-
4.3. Onderzoek naar de economische spin-off en maatschappelijke functie van Nationale Parken
Betrokkenen
€ 30.000,-
€ 20.000,-
4.4. Oprichting Nederlandse Sectie Europarc Federation
NP’en TBO’s Nat. Landschappen
4.5. Opzetten samenwerking met landen binnen en buiten Europa (incl Ned. Antillen en Aruba) en relevante organisaties. (faciliteren via pilot)
NP’en, WWF Eurosite, Planta Europa Nat.Trust Eco Fund, DCNA Europarc
4.6. Workshops (2 per jaar)
Betrokkenen
€ 5.000,-
€ 10.000,-
€ 12.000,-
€ 15.000,-
4.7. Bestuurlijke conferentie in 2007 en Nationale Parken Dag vanaf 2008
Bestuurders Rijk, Provincie NP’en Politiek
€ 15.000,-
€ 5.000,-
€ 5.000,-
€ 5.000,-
4.8 Nieuwsbrief
Betrokkenen
€ 5.000,-
€ 5.000,-
€ 5.000,-
€ 5.000,-
5.1. Uitvoeringsplan zichtbaarheid en versterking beeldmerk NP
TBO’s, NP’en Recreatieondernemers RECRON ANWB
€ 25.000,-
€ 50.000,-
€ 100.000,-
€ 100.000,-
5.2. Manifest partners SNP
Betrokkenen
€ 5.000,-
5.3. Optimaliseren website van SNP met aandacht voor interactieve componenten,
Nationale Parken, IVN, TBO’s
€ 25.000,-
€ 25.000,-
€ 25.000,-
€ 25.000,-
5.4. Opstellen van effectief programma voor PR en marketing
Betrokkenen
€ 10.000,-
5.5. Een televisieserie over NP’en gericht op het beleven van een NP met ‘magic moments’
TV omroepen Enting & Partners IVN
€ 30.000,-
€ 20.000,-
€ 5.000,-
5. profilering van het stelsel van Nationale Parken
Subtotaal projecten
€ 165.000,-
€ 345.000,-
€ 384.000,-
€ 391.000.-
Organisatiekosten SNP
2007
2008
2009
2010
Personeelskosten - Directeur (1 fte) - Ambt.secretaris (0.5 fte) - Administratief medewerker (0.4 fte) - Communicatie medewerker (1fte)
pm € 50.000,pm € 60.000,-
pm € 52.000,pm € 60.000,-
pm € 53.000,pm € 65.000,-
pm € 55.000,pm € 70.000,-
Financiële administratie
€ 15.000,-
€ 20.000,-
€ 25.000,-
€ 30.000,-
Algemene administratieve lasten
€ 10.000,-
€ 10.000,-
€ 15.000,-
€ 15.000,-
27
Organisatie / bureaukosten /vergaderkosten
€ 25.000,-
€ 25.000,-
€ 25.000,-
Ð 30.000,-
Databank
€ 5.000,-
€ 5.000,-
€ 5.000,-
Ð
Subtotaal organisatiekosten
€ 165.000,-
€ 172.000,-
€ 188.000,
€ 205.000,-
Totaal generaal
€ 330.000,-
€ 517.000,-
€ 572.000,
€ 596.000,-
5.000,-
Toelichting op de kostenramingen De onderzoeksprojecten en onderzoekskosten dienen zoveel mogelijk in bestaande onderzoeksprogramma’s van de Rijksoverheid te worden meegenomen. De kosten voor de educatief medewerkers en coördinatoren in de Nationale Parken komen ten laste van de LNV/DN begroting. Voor de uitvoeringkosten van het uitvoeringsplan bewegwijzering en andere middelen van zichtbaarheid en profilering dienen de kosten ten laste van de begroting van provincies en andere departementen en overheden te vallen Uitvoeringskosten voor externe bewegwijzering vallen vallen veelal onder V&W. Voor interne bewegwijzering en herinrichting hoofdtoegangswegen dienen reguliere financiële stromen te worden aangewend en kunnen Europese co-financieringsmogelijkheden worden gebruikt. De personeelskosten van het Bureau SNP (directeur SNP en administratief medewerker) komen ten laste van de personeelsbegroting LNV/DN De overige bureaukosten en een deel van de projectkosten vallen onder de Subsidie Regeling Nationale en Grensoverschrijdende Parken van LNV/DN. Om met de profilering van het stelsel van Nationale Parken daadwerkelijk voortgang te kunnen boeken, is versterking van het bureau van het SNP met een communicatief medewerker noodzakelijk. Dit punt én andere onderdelen van het meerjarenplan vraagt dat LNV/DN een hogere bijdrage voor het SNP op zijn begroting gaat reserveren.
28
29
Colofon Uitgave Samenwerkingsverband Nationale Parken Productie IFZ Bedrijfsuitgeverij Vormgeving en druk Den Haag media groep Oplage 800 exemplaren Den Haag, maart 2007