Nationale Parken in Nederland
Meer natuur, vitale natuur. Daar staat LNV voor. De belangrijkste pijler is de ontwikkeling van een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden door het hele land (de Ecologische Hoofdstructuur). LNV zet zich in voor behoud van de rijkdom aan planten- en diersoorten. Wanneer die wordt bedreigd, grijpt LNV in. Daarnaast financiert LNV natuurontwikkeling. Samen met natuurorganisaties wil het ministerie nieuwe paden inslaan, om het contact tussen mens en natuur te verbeteren. Natuur om te beschermen én om van te genieten.
Voorwoord
De natuur is belangrijk voor ons allemaal. Niet alleen in ecologisch opzicht. De natuur biedt ons ook ruimte om te genieten, op een natuurlijke wijze te ontspannen en rust te zoeken. Het Nederlandse natuurbeleid is erop gericht de natuur te beschermen en verder te ontwikkelen. Maar om de natuur écht te behouden, is een breder draagvlak nodig. Zowel bij het publiek, als bij bestuurders, politici en het bedrijfsleven. Want alleen met regels komen we er niet. Wat is de beste manier om draagvlak te krijgen voor natuur? Ik denk dat dit alleen lukt als de mogelijkheid wordt geboden om de natuur ook echt te beléven. Dat kan in de Nationale Parken. Daar wordt duidelijk wat we doen en waar we het nu eigenlijk allemaal voor doen. De natuur wordt duurzaam beheerd maar is ook toegankelijk voor het brede publiek. U kunt genieten van de natuur tijdens een wandel-, fiets- of boottocht, maar ook leren over de natuur tijdens een excursie of in een bezoekerscentrum. De kracht achter de Nationale Parken is de samenwerking tussen vele (regionale) partijen. Het belang van samenwerking geldt natuurlijk niet alleen voor de Nationale Parken, maar voor het voortbestaan van alle natuur in Nederland. Ik vind het heel waardevol dat er in Nederland voldoende plekken zijn waar je als burger de positieve resultaten van het natuurbeleid kunt beleven. De Nationale Parken vertegenwoordigen gezamenlijk een belangrijk deel van de Nederlandse natuur. Ik denk dat elk park beslist de moeite van het ontdekken waard is!
dr. C.P. Veerman Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1
2
Bert Muller / Foto Natura
inhoudsopgave
pagina Inleiding Wat is een Nationaal Park Samenwerking Onderdeel van natuurbeleid Overzicht bijzonderheden nationale parken Schiermonnikoog Lauwersmeer De Alde Feanen Drents-Friese Wold Drentsche Aa Dwingelderveld De Weerribben Sallandse Heuvelrug Utrechtse Heuvelrug Duinen van Texel Zuid-Kennemerland Oosterschelde De Zoom-Kalmthoutse Heide De Biesbosch De Loonse en Drunense Duinen De Groote Peel De Meinweg De Maasduinen Veluwezoom De Hoge Veluwe Colofon
5 7 11 13 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
3
4
Biesbosch
1. Inleiding
Het Nederlandse natuurbeleid is er op gericht natuur te behouden en verder te ontwikkelen. Dit gebeurt via bescherming van soorten en bescherming en ontwikkeling van gebieden. Bescherming van gebieden betekent niet ‘afsluiten voor de mens’. Integendeel. Waar mogelijk, zijn natuurgebieden toegankelijk gemaakt voor het publiek. Want de natuur is er ook voor de mens. Die kan er ontspannen en genieten van rust, ruimte en schoonheid.
hoogwaardig aanbod van natuur, voorzieningen en activiteiten. De samenwerking tussen alle betrokken partijen in de parken speelt hierbij een belangrijke rol. Het tweede deel van deze brochure beschrijft de afzonderlijke parken. Natuurlijk bent u van harte welkom de parken te bezoeken!
Voor meer informatie: www.nationaalpark.nl
Een mooi voorbeeld waar natuurgerichte recreatie en bescherming van natuur goed samengaan is het stelsel van Nationale Parken in Nederland. In totaal heeft Nederland twintig Nationale Parken. Elk van deze parken herbergt een karakteristiek onderdeel van de Nederlandse natuur. Door de combinatie van natuurschoon en recreatieve mogelijkheden ontvangen veel Nationale Parken meer dan een miljoen bezoekers per jaar. Deze brochure laat zien hoe het Nederlandse natuurbeleid in de Nationale Parken gestalte krijgt. Hierdoor wordt duidelijk wat u mag verwachten wanneer u een Nationaal Park in Nederland bezoekt: een
Bosanemoon / Hans Dekker
5
6
2. Wat is een Nationaal Park
Nederland kent twintig Nationale Parken. De eerste twee, de Hoge Veluwe en Veluwezoom, zijn ontstaan uit particulier initiatief. De andere achttien parken zijn sinds de jaren tachtig officieel ingesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De Nationale Parken zijn een selectie van bijzondere natuurgebieden in Nederland. Het zijn aaneengesloten natuurgebieden met een oppervlakte van tenminste duizend hectare. Voor het natuurbeleid vormen ze één geheel: het stelsel van Nationale Parken in Nederland. Belangrijk is, dat de eigenaren, beheerders en andere betrokkenen van de parken samen verantwoordelijk zijn voor de bescherming en ontwikkeling van de kwaliteit van de natuur. De Nationale Parken richten zich op: - bescherming en ontwikkeling van natuur en landschap; - natuurgerichte recreatie; - educatie en voorlichting; - onderzoek.
2.1 Natuur en landschap Ieder park heeft een fraai landschap en bijzondere plant- en diersoorten. Om
een indruk van de grote diversiteit te geven: de parken omvatten duinen, bossen, heide, laagveen, getijdenwater, beekdalen en vennen. Maar ook de ‘bewoners’ variëren per park: bijzondere vogelsoorten, vlinders, reptielen en amfibiën, edelherten, dassen, bevers, otters en zeehonden vinden hier hun plek.
2.2 Natuur voor mensen Zoals eerder is aangegeven, zijn de Nationale Parken er ook en vooral voor het publiek. Daarom zijn in de parken verschillende partijen werkzaam die zorgen voor activiteiten op het gebied van natuurgerichte recreatie en educatie. Een voorwaarde is dat de activiteiten niet verstorend zijn voor de natuur. Natuurgerichte recreatie wordt in de Nationale Parken gestimuleerd. De parken kennen volop wandel- en fietspaden, kanoroutes, observatiehutten, uitkijkposten, bankjes, bewegwijzeringen, recreatiekaarten en informatiepanelen. De meeste parken hebben een route die geschikt is voor minder validen. U kunt de Nationale Parken op eigen gelegenheid bezoeken, of deelnemen aan begeleide excursies.
7
Hans Dekker
Educatie en voorlichting zijn belangrijke peilers voor natuurbeleving, draagvlak en betrokkenheid bij de Nationale Parken. De meeste parken hebben één of meer informatiecentra. Hier vindt u onder andere informatie in woord en beeld over de natuurwaarden van het park. Maar ook cursussen, wisselende activiteiten en speciale projecten voor scholieren of omwonenden hebben hier plaats. Daarnaast vormt het bezoekerscentrum vaak het vertrekpunt voor wandelingen en begeleide excursies. De voorlichting is er op
8
gericht de bezoeker meer inzicht te geven in de achtergronden van natuurbeheer, de invloed van de mens op de natuur en het nut van natuurbehoud. Zo wordt op laagdrempelige wijze belangstelling en waardering voor de natuur gewekt. Alle parken beschikken ook over een eigen website, en de meeste ook over een krant waarin informatie wordt verstrekt over het park en bijvoorbeeld de activiteiten die hier worden ondernomen. Verder zijn er onder
Niels Kooyman / Foto Natura
andere brochures, folders en kaarten. Om de informatie van de verschillende parken beter te ontsluiten is een koepelsite ontworpen (www.nationaalpark.nl) die u op eenvoudige wijze toegang geeft tot de sites van alle parken. Verspreiding en verbreding van de kennis onder het publiek is belangrijk, omdat het kan leiden tot meer draagvlak voor het natuurbeleid. Om dit alles goed te coördineren en te helpen uitvoeren is er in bijna ieder park een coördinator voorlichting en educatie van IVN Nederland actief.
2.3 Onderzoek Als belangrijk ondersteunend middel voor het beheer wordt onderzoek ingezet. Dit omvat onder andere onderzoek naar de effecten van beheersmaatregelen. Ook de ontwikkelingen in de populaties van planten en dieren worden gevolgd. Bovendien worden de effecten van recreatie onderzocht, zodat geleiding van de vele bezoekers zodanig gebeurt dat geen grote schade wordt toegebracht aan de natuur.
9
10
Groot Boschberg Appelscha
3. Samenwerking
3.1 Overlegorgaan Binnen de parken is er intensieve samenwerking tussen de eigenaren, beheerders en andere betrokkenen. Voor elk park heeft de minister van LNV een Overlegorgaan ingesteld, waarin alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd. De provincie voert hiervan het secretariaat. Het Overlegorgaan stelt een gezamenlijk Beheers- en Inrichtingsplan (BIP) voor het park op, waarin in grote lijnen wordt vastgelegd hoe het gebied de komende periode (meestal tien jaar) wordt beheerd en ingericht. Het Overlegorgaan komt regelmatig bijeen om dit BIP verder uit te werken in jaarplannen en de uitvoering daarvan te begeleiden. De goede samenwerking tussen de verschillende partijen in het Overlegorgaan is de sleutel tot het succes van de Nationale Parken.
3.2 Partners De belangrijkste partners in de Nationale Parken zijn de eigenaren en beheerders (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Provinciale Landschappen, gemeenten, Defensie, particulieren), overheden (Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen), educatieve (IVN) en recreatieve organisaties (ANWB,
recreatieschappen) en ondernemers. De gezamenlijke missie van deze organisaties is ‘het duurzaam beheren, beschermen, ontwikkelen, onderzoeken en openstellen van het park’. De parken besteden ook veel aandacht aan het creëren van draagvlak in de regio. De vele bezoekers van de parken zijn geïnteresseerd in meer dan natuur alleen. Dit betekent dat ook de streek profiteert van de populariteit van de parken. Er komt steeds meer samenwerking met private partijen op gang zodat de parken zorgen voor een economische impuls in het omliggende gebied.
3.3 Samenwerkingsverband Nationale Parken Ook tùssen de parken is veel samenwerking en afstemming. Het Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP) is in het leven geroepen om de samenwerking tussen de parken in Nederland vorm te geven en verder uit te bouwen. Onderdelen van deze samenwerking zijn onder andere regelmatig overleg, uitwisseling van ervaringen, een gezamenlijke presentatie via de websites en een gedeelde huisstijl voor de Nationale Parken. Op deze manier kunnen de parken met behoud van hun eigen 11
‘Vanaf 2005 worden informatiezuilen in de parken geplaatst, als onderdeel van de gezamenlijke huisstijl van de parken. De eerste zestig zuilen zijn voor een belangrijk deel gefinancierd door het ANWBfonds, ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van Koningin Beatrix in 2005. Deze zuilen zijn te herkennen aan de oranje ‘sjerp’.
identiteit opereren als een landelijk stelsel. Naast alle twintig Nationale Parken maken ook het ministerie van LNV en vertegenwoordigers van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten deel uit van dit samenwerkingsverband. Het SNP fungeert tevens als gesprekspartner van onder andere overheid en bedrijfsleven.
3.4 Grensoverschrijdende parken Natuur houdt niet op aan de grens. Samenwerking binnen Europa en met onze buurlanden in het bijzonder, is van groot belang. Een sprekend voorbeeld
12
hiervan is het Grenspark De ZoomKalmthoutse Heide waarvan het grootste gedeelte in België ligt (het Vlaams Natuurreservaat De Kalmthoutse Heide). De zorg voor kwaliteit van de natuur is zowel in Nederlandse als Vlaamse handen. Een ander sprekend voorbeeld is het Nationaal Park De Meinweg dat deel uitmaakt van het Nederlands-Duitse grenspark Maas-Swalm-Nette. Samenwerking met parken buiten Nederland vindt plaats via de Europese federatie voor nationale parken Europarc (www.europarc.org).
4. Onderdeel van natuurbeleid
In Nederland is in het verleden relatief veel natuur verloren gegaan. De grote bevolkingsdichtheid heeft zijn tol geëist en natuurgebieden werden opgeofferd aan landbouw, woningen, wegen en industrie. In 1969 heeft Nederland zich aangesloten bij de overeenkomst van de IUCN (World Conservation Union) om belangrijke ecosystemen te beschermen, onder andere door de instelling van Nationale Parken. Het beschermingsniveau van de parken wordt in Nederland bepaald door de geldende wet- en regelgeving voor het gebied (onder andere Vogel- of Habitatrichtlijn). De status ‘Nationaal Park’ is te beschouwen als een ‘Michelin-ster’ voor een mooi en goed bezoekbaar natuurgebied.
4.1 Europees netwerk De Nationale Parken zijn grotendeels onderdeel van het Europese netwerk van natuurgebieden. Het Natura 2000netwerk is een ecologisch netwerk waar alle lidstaten van de Europese Unie aan bijdragen. Natura 2000 richt zich op het behouden en verder ontwikkelen van soorten en ecosystemen in afzonderlijke lidstaten, die in Europees opzicht van belang zijn. Een voorbeeld hiervan is de noordse woelmuis die alleen in Nederland leeft. Het voortbestaan van
specifieke soorten en leefgebieden, zoals opgenomen in de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, wordt met Natura 2000 gerealiseerd. Dit netwerk is op zijn beurt weer onderdeel van het Pan-Europees Ecologisch Netwerk (PEEN) van de Raad van Europa.
4.2 Nederlands natuurbeleid Bescherming van afzonderlijke ecosystemen is belangrijk, maar nog niet voldoende. Natuurgebieden die niet met andere gebieden in verbinding staan zijn kwetsbaar. Zeldzame dieren en planten lopen in kleine en geïsoleerde gebieden een groter risico op uitsterven. Daarom streeft de Nederlandse overheid ernaar om grote natuurgebieden te realiseren en die onderling te verbinden: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In 2018 moet de totale oppervlakte van de EHS circa 750.000 hectare bedragen (dat is ongeveer 18% van Nederland). Daarbij komen nog ruim zes miljoen hectare natte natuur: meren, rivieren en de Nederlandse delen van de Noordzee en de Waddenzee. De EHS vormt de ruggengraat van de Nederlandse natuur, die het duurzaam voortbestaan 13
van de gewone én de bijzondere planten en dieren in Nederland mogelijk moet maken. Het zal u niet verbazen dat de Nationale Parken bijna helemaal tot de EHS behoren. Sterker nog: ze staan ook wel bekend als ‘de parels van de EHS’, vanwege de mooie natuur en het publieksvriendelijke karakter. Gezamenlijk beslaan de parken zo’n 120.000 hectare, dat is bijna 3% van Nederland.
4.3 Rijksbijdrage Op grond van internationale afspraken over de Nationale Parken is het ministerie van LNV verantwoordelijk voor het functioneren van het Nederlandse Nationale Parkenstelsel als geheel. De minister van LNV verleent dan ook jaarlijks subsidie aan de parken voor de uitvoering van de jaarplannen, die zijn gebaseerd op de 10-jarige Beheers- en Inrichtingsplannen. Daarnaast kunnen incidentele activiteiten die de kwaliteit van het parkenstelsel als geheel verhogen, door het ministerie van LNV (mede) worden gefinancierd.
14
Overzicht bijzonderheden nationale parken NP
provincie(s), land nr.*
instelling
opp. (ha)
infocentrum* bijzonderheid
Schiermonnikoog
Fr.
1
19-07-1989
5.400
1
eerste officiële park, dynamisch gebied met duinen en kwelders
Lauwersmeer
Gr./Fr.
16
12-11-2003
6.000
0
voormalige zeearm, veel vogels
Alde Feanen
Fr.
18
i.o.
4.000
1
laatste officiële park, moerasgebied, belangrijk voor watervogels
Drents-Friese Wold
Dr./Fr.
9
22-07-1999
6.100
2
een van de grootste aaneengesloten natuurgebieden in Nederland
Drentsche Aa
Dr.
14
04-12-2002
10.600
0
Nationaal Park en Nationaal Landschap in één
Dwingelderveld
Dr.
2
22-08-1991
3.700
3
grootste natte heide in Europa
Weerribben
Ov.
3
24-06-1992
3.500
2
grootste rietmoeras in Europa
Sallandse Heuvelrug
Ov.
17
16-10-2004
2.740
2
heide en heuvels, bolwerk van de Korhoen in Nederland
Utrechtse Heuvelrug
Utr.
15
11-10-2003
6.000
0
stuwwal met bos en hei
Duinen van Texel
N-H
12
01-05-2002
4.300
1
afwisselend duingebied, rijk planten- en vogelleven
Zuid-Kennemerland
N-H
7
21-11-1995
3.800
1
duinen en landgoederen
Oosterschelde
Zeel.
13
08-05-2002
37.000
0
grootste park, dynamisch zoutwatergetijdengebied
De Zoom - Kalmthoutse Heide
N-Br./België
10
17-07-2001
3.750
1
grensoverschrijdend park met heide, vennen en bos
De Biesbosch
N-Br./Z-H
5
10-03-1994
7.100
3
grootste landpark, belangrijk zoetwatergetijdengebied in Europa
Loonse en Drunense Duinen
N-Br./Z-H
11
28-03-2002
3.400
0
grootste stuifzand in Europa
De Groote Peel
Limb./N-Br.
4
01-07-1993
1.340
1
kleinste park, maar grootste hoogveen in Nederland
De Meinweg
Limb.
6
08-06-1995
1.700
1
Maasterrassenlandschap, onderdeel van DuitsNederlands grenspark
De Maasduinen
Limb.
8
30-10-1996
4.200
0
langste en oudste rivierduin van Nederland
Veluwezoom
Gld.
x
1930
5.000
1
eerste (particuliere) park
De Hoge Veluwe
Gld.
x
1935
5.400
1
bekendste park, particulier gebied
totaal
Nederland
125.030
21
Opmerkingen * infocentrum: bezoekerscentrum, natuurmuseum, natuurinformatiecentrum, oriëntatiecentrum, natuuractiviteitencentrum * nr. = volgorde instelling officiële (= door de minister van LNV ingestelde) parken
15
Schiermonnikoog Schiermonnikoog, het meest noordelijke Nederlandse waddeneiland, was in 1989 het eerste natuurgebied dat officieel werd ingesteld als Nationaal Park. Het bewoonde eiland bestaat voor het grootste deel uit duinen en kwelders en heeft een breed Noordzeestrand. De oostkant van het eiland verandert nog
Gewone zeehond / Gerrit van Ommering
16
dagelijks onder invloed van wind en water en wordt wel het meest natuurlijk stukje Nederland genoemd. Voor vogelaars is het eiland het hele jaar interessant, met als hoogtepunt de periode van de voor- en najaarstrek. Schiermonnikoog is, behalve voor vergunninghouders, niet toegankelijk voor auto’s, en is daardoor een paradijs voor fietsers en wandelaars. Zo’n 300.000 mensen, waaronder veel dagtoeristen, komen er jaarlijks genieten van de rust en de natuur. Zij kunnen voor excursies en exposities terecht in het bezoekerscentrum. Nationaal Park Schiermonnikoog is 5.400 ha groot. Het grootste deel wordt beheerd door Natuurmonumenten.
Jorgen de Bruin
Lauwersmeer In het noorden van Nederland, op de grens van Groningen en Friesland, ligt Nationaal Park Lauwersmeer, een uitgestrekt gebied van 6.000 ha waar ruim dertig jaar geleden de Lauwerszee nog vrij spel had. Uit angst voor overstromingen werd in 1969 een afsluitdijk aangelegd, waardoor een bijzonder natuurgebied en wetland ontstond. Het Lauwersmeer is beroemd om zijn paarse orchideeënvelden en witte parnassia in mei, juni en juli. Er komen zeldzame vogelsoorten voor, zoals de lepelaar, de grauwe kiekendief, de blauwborst en het baardmannetje. Honderdduizenden vogels strijken er elk jaar neer om te overwinteren, waaronder kleine zwanen, smienten en
kleine zwanen / Wim Smeets / Foto Natura
brandganzen. Schotse hooglanders, konikpaarden en streekeigen koeien en paarden houden het landschap open. Het Lauwersmeergebied leent zich uitstekend voor fietsen, wandelen, kanoën, vogelen en varen. Het beheer van het Nationaal Park is in handen van Staatsbosbeheer.
17
Alde Feanen In het hart van Friesland ligt Nationaal Park De Alde Feanen, een 4.000 ha groot laagveenmoeras met vaarten en petgaten, rietlanden, trilvenen, dotterbloemhooilanden en moerasbossen. Het gebied laat zich het best verkennen vanaf het water, bijvoorbeeld met de kano of fluisterboot, maar er zijn ook wandel-
Blauwborst / Frits van Daalen / Foto Natura
18
en fietspaden. In het park groeien meer dan 450 plantensoorten en broeden ruim 100 vogelsoorten. Vooral water-, moeras- en weidevogels voelen zich in De Alde Feanen thuis. De Alde Feanen trekt jaarlijks 350.000 bezoekers. Er is een informatiecentrum van waaruit excursies worden georganiseerd. Het park wordt beheerd door It Fryske Gea.
Hans Dekker
Drents-Friese Wold Op de grens tussen Friesland en Drenthe ligt Nationaal Park Drents-Friese Wold, het op één na grootste bos- en heidegebied van Nederland. In dit uitgestrekte park ligt de zandverstuiving Aekingerzand, een gerestaureerd beekdal en het ven de Grenspoel. Ook de vochtige heidevelden van Doldersum en Wapse horen bij het Drents-Friese Wold. In het park leven veel bijzondere planten en dieren, zoals de zeldzame dennenorchis en het vlindertje gentiaanblauwtje. Jaarlijks bezoeken meer dan een miljoen recreanten het 6.100 ha grote park. Twee bezoekerscentra in Appelscha en Diever zijn het startpunt van 32 gemarkeerde wandelroutes, tal van
Adder / Hans Dekker
fietspaden en enkele ruiterroutes. Uitkijktorens in het Doldersumerveld en het Aekingerzand zijn een goede plaats om bijzondere vogelsoorten te spotten. Het Drents-Friese Wold wordt beheerd door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Drentse Landschap en de Maatschappij van Weldadigheid. 19
Drentsche Aa Nationaal Park Drentsche Aa heet eigenlijk Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa, vanwege de verbrede doelstelling. Het is een gebied waar natuur en landbouw sinds duizenden jaren hand in hand gaan. De boerderijen rond brinken en de akkers op hoge essen horen onlosmakelijk bij het gebied, dat wordt gerekend tot de best bewaarde beekdallandschappen van West-Europa. Het park beslaat ruim 10.000 ha, waarvan ongeveer eenderde natuurgebied is. Spil is de kronkelende Drentsche Aa, een grotendeels vrij meanderende beek met zijtakken. Nationaal Park Drentsche Aa ligt grofweg tussen Assen, Gieten en Glimmen. Het gebied leent zich 20
Waterdrieblad Cisca Castelijns / Foto Natura
uitstekend voor wandelingen en fietstochten. Bezoekers worden getrakteerd op oude dorpsgezichten, akkers op essen, bossen, heide, grafheuvels, hunebedden, vennen, bloemrijke weilanden met orchideeën en vergezichten over het beekdal. Het gebied trekt elk jaar tussen de 500.000 en een miljoen bezoekers. Staatsbosbeheer, Defensie, de vereniging van Drentse Boermarken en Het Drents Landschap voeren het beheer.
Hans Dekker
Dwingelderveld Nationaal Park Dwingelderveld in Drenthe is met bijna 3.700 ha het grootste natte heidegebied van westEuropa. In de heide en de bossen liggen meer dan 60 vennen verscholen. Het gebied telt honderden planten- en diersoorten, waaronder zeer zeldzame. Opvallend zijn de geheimzinnige jeneverbesstruwelen, die het decor vormen van menige lokale legende. Het Dwingelderveld trekt jaarlijks ruim anderhalf miljoen bezoekers. Zij kunnen terecht op zestig kilometer wandelpad en veertig kilometer fietspad. Drie bezoekerscentra geven inzicht in de historie en de bijzonderheden van het park en zijn het startpunt voor excursies.
Jeneverbessen Fred Hazelhoff / Foto Natura
Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zijn de belangrijkste beheerders van het park. 21
Philip Friskorn / Foto Natura
Weerribben In de kop van Overijssel ligt Nationaal Park De Weerribben, een 3.500 ha groot laagveenmoeras met trekgaten, rietland, hooiland, trilveen en moerasbos. Samen met het natuurgebied De Wieden vormt De Weerribben het grootste zoetwatermoeras van west-Europa. In 2002 is de otter hier weer uitgezet. Het gebied wordt jaarlijks bezocht door een miljoen mensen die er komen fietsen en wandelen en varen in kano’s en fluisterboten. In de winter is het gebied populair bij schaatsers. De Weerribben heeft een natuuractiviteitencentrum in Ossenzijl en een informatiecentrum in Kalenberg. Grootste beheerder is Staatsbosbeheer. 22
Grote vuurvlinder Angelique Belfroid / Foto Natura
Nationaal Park Sallandse Heuvelrug
Sallandse Heuvelrug Tussen Holten en Nijverdal ligt Nationaal Park De Sallandse Heuvelrug, het Nederlandse bolwerk van het korhoen. Het landschap bestaat uit droge heide en gemengd loof-naaldbos. Door landijs zijn er stuwwallen ontstaan, die het gebied zijn karakteristieke aanzien geven. De hoogste heuvel in het gebied is de Koningsbelt, die reikt tot 75 meter boven zeeniveau. De Sallandse Heuvelrug trekt jaarlijks ruim een miljoen bezoekers, vooral wandelaars en fietsers. Er is een informatiecentrum, een excursieschuur en een bezoekerscentrum met een uitgebreid excursieaanbod. Het park is ruim 2.700 ha groot. De beheerders,
Korhoen Michiel Schaap / Foto Natura
Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, werken samen met de eigenaars van de aangrenzende landgoederen Noetselenberg en Holterberg (samen 1.000 ha).
23
Ronno Tramper / Foto Natura
Zwarte specht bij nesthol Duncan Usher / Foto Natura
Utrechtse Heuvelrug Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, 6.000 ha groot, ligt grotendeels op een stuwwal, ontstaan in de voorlaatste ijstijd. De heuvelrug is vooral bedekt met bos, maar er zijn ook heidevelden met vennetjes, stuifzanden en uiterwaarden. Circa honderd vogelsoorten vinden in de Utrechte Heuvelrug hun broedplaats. Dassen leven een verborgen bestaan in burchten, en in de boomtoppen komt de zeldzame boommarter voor. Vlinders en libellen voelen zich thuis op de
24
heidevelden en schrale graslanden. Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is rijk aan cultuurhistorie. Wandelaars, fietsers en ruiters komen op hun pad fraaie grafheuvels, oude engen, tabakscultuur, landgoederen en kastelen tegen. Het beheer van het gebied is in handen van Staatsbosbeheer, Het Utrechts Landschap, Natuurmonumenten, Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug en de vele particuliere landgoedeigenaren.
Frits van Daalen / Foto Natura
Duinen van Texel In het logo van Nationaal Park Duinen van Texel staat de lepelaar, en dat is niet voor niets. Het park is al sinds het begin van de vorige eeuw vermaard om zijn vogelrijkdom. Er broeden zo’n 80 soorten, waaronder ook de zeldzame dwergstern en velduil. Het duingebied van Texel is een afwisselend landschap met natte duinvalleien tussen droge duinen, bossen, heidevelden, kwelders en een uitgestrekte strandvlakte. Het is een langgerekt gebied met een oppervlakte van 4.300 ha. Vooral bekend zijn het begroeide strand De Slufter en de grote zandplaat De Hors. Elk jaar bezoeken vijf miljoen mensen het park om er te wandelen en te fietsen. De Duinen van Texel is een
populaire bestemming van schoolexcursies. Het park is ook goed ontsloten voor rolstoelgangers (onder andere De Slufter). Iedereen kan voor meer informatie terecht in het bezoekerscentrum. Nationaal Park Duinen van Texel wordt beheerd door Staatsbosbeheer en het Ministerie van Defensie.
Groepje lepelaars Danny Ellinger / Foto Natura
25
Zuid-Kennemerland In de Noord-Hollandse duinen, tussen IJmuiden en Zandvoort, ligt het 3.800 ha grote Nationaal Park ZuidKennemerland. Strand, kalkrijke duinen, historische landgoederen en binnenduinrandbossen vormen er een oase in de drukke Randstad. Verschillen in bodem, hoogte, klimaat en grondwaterstand zorgen voor een afwisselende flora en fauna. ZuidKennemerland trekt jaarlijks twee miljoen bezoekers, waarvan veel uit de omgeving, die er komen wandelen, fietsen en paardrijden. ’s Zomers komt men er ook om te zwemmen in de Noordzee en in duinmeer ’t Wed. Het bezoekerscentrum in Overveen is gevestigd in een industrieel monument 26
Vos Wil Meinderts / Foto Natura
uit 1898, het voormalige machinegebouw van de Haarlemse Waterleidingen. De belangrijkste beheerders van het gebied zijn Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en waterleidingbedrijf PWN.
Oosterschelde Nationaal Park Oosterschelde, gelegen in het hart van het Deltagebied, is met 37.000 ha en een oeverlengte van ruim 125 kilometer het grootste Nationaal Park van Nederland. Het is een dynamisch getijdengebied. Bij eb verzamelen vogels zich op de drooggevallen zandplaten en slikken om eten te verzamelen, terwijl zeehonden er rusten en hun jongen zogen. Bij vloed wijken de vogels uit naar de schorren en de binnendijkse polders en kreken. Onder het water wacht een kleurige wereld met (inkt)vissen, wieren, mosselen en allerlei dieren die normaal op rotskusten te vinden zijn, zoals anemonen. Wie hier voor de natuur komt, kan zich vermaken
Paal met wieren
met wandelen, fietsen, varen en duiken. Ook worden er veel excursies georganiseerd. Het Nationaal Park Oosterschelde wordt beheerd door Rijkswaterstaat, gemeenten, Waterschap Zeeuwse Eilanden, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Zeeuws Landschap en de Provincie Zeeland.
27
De Zoom-Kalmthoutse Heide Het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide, tussen Ossendrecht en Kalmthout gelegen, herbergt vennen, droge en natte heide, landduinen en uitgestrekte bossen. Het is een grensoverschrijdend park waar Nederlandse en Vlaamse overheden en organisaties samenwerken. Het Grenspark is 3.750 ha groot en biedt een grote afwisseling aan bossen, natte en droge heide, vennen en kleinschalige landbouwgebieden. Bijzondere vogelsoorten als de nachtzwaluw, de tapuit en de boomleeuwerik voelen zich er thuis. De Zoom-Kalmthoutse Heide trekt jaarlijks 150.000 bezoekers, die er komen wandelen, fietsen en 28
Geoorde fuut Dietmar Nill / Foto Natura
paardrijden. In het Vlaamse deel van het park staat een bezoekerscentrum. Grootste beheerders zijn Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de afdeling Natuur van de Vlaamse Gemeenschap en particuliere landgoedeigenaren.
De Biesbosch De Biesbosch, op de grens van NoordBrabant en Zuid-Holland, is één van de belangrijkste zoetwatergetijdegebieden van Europa. Het landschap van rivieren, kreken, moerasbossen, grienden, rietvelden en graslanden is ontstaan door de St. Elizabethsvloed in 1421. Nog steeds zorgen de zee en de rivieren Maas en Rijn voor veel dynamiek in het 7.100 ha grote gebied. Nationaal Park De Biesbosch huisvest een grote verscheidenheid aan flora en fauna. Zeldzame vogelsoorten als de blauwborst en de ijsvogel vinden er hun broedplaats. In 1988 werd de bever er met succes opnieuw geïntroduceerd. In 2005 telde de populatie ongeveer honderdvijftig exemplaren.
Bever Wil Meinderts / Foto Natura
Hoewel De Biesbosch vooral over water bereikbaar is, weten jaarlijks ruim een half miljoen mensen hun weg te vinden naar het park, de twee bezoekerscentra en het museum. In het gebied zijn diverse wandelingen uitgezet. De meeste bezoekers kiezen echter voor een tochtje op het water. Dit kan met eigen boot, met de rondvaartboot of bijvoorbeeld met een roeiboot of kano die u in het park kunt huren. De grootste beheerders van Nationaal Park De Biesbosch zijn Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat. 29
F. Kapteijns / Natuurmonumenten
De Loonse en Drunense Duinen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen bevat het grootste stuifzandgebied van Europa, waar het zand nog volop in beweging is. De hoge stuifduinen veranderen hierdoor steeds van vorm en plek. Het natuurgebied De Brand, dat ook deel uitmaakt van het
4 jonge dassen bij hol Archief Vereniging Das en Boom
30
park, is één van de restanten van het Brabants broeklandschap met zijn typische natte moerasbos, rietvegetatie en grasland. In totaal omvat het park 3.400 ha. Voor de bezoekers, zo’n anderhalf miljoen per jaar, zijn er wandelroutes, fietspaden en ruiterpaden. Ook worden er lezingen en excursies georganiseerd en zijn er speciale programma’s voor scholen. De belangrijkste beheerders van het park zijn Natuurmonumenten en Het Brabants Landschap.
Kleine zonnedauw met ‘prooi’ (libelle) Jan Vermeer / Foto Natura
Niels Kooyman / Foto Natura
De Groote Peel Nationaal Park De Groote Peel, op de grens van Noord-Brabant en Limburg, bevat het grootste hoogveengebied van Nederland. Het gebied is verder vooral bekend om zijn vogelrijkdom. In het hoogveengebied broeden 95 verschillende soorten. De laatste honderd jaar zijn er meer dan 250 soorten waargenomen. De droge en natte heide en de veenputten zijn ook het gebied van bijzondere soorten libellen en vlinders. De Groote Peel, 1.340 ha groot, is alleen toegankelijk voor wandelaars. Knuppelbruggen voeren bezoekers –jaarlijks 150.000- naar plekken die anders onbereikbaar zouden zijn. Het park biedt verder een vogelhut en een modern, ecologisch gebouwd bezoekerscentrum. Het beheer is in handen van Staatsbosbeheer. 31
Cisca Castelijns / Foto Natura
Meinweg Nationaal Park De Meinweg ligt ten oosten van Roermond, tegen de Duitse grens, en bestaat uit bossen, heide, vennen en beken. Karakteristiek is het terrassenlandschap, ontstaan door breuken in de ondergrond. Vier terrassen overbruggen een hoogteverschil van zo’n vijftig meter. Een kleine miljoen bezoekers vermaken zich jaarlijks op de fiets, te voet, te paard of in het bezoekerscentrum. De Meinweg is 1.700 ha groot en maakt deel uit van het Duits-Nederlandse grenspark Maas-Swalm-Nette. Het is het enige natuurgebied in Nederland met een vrij levende populatie wilde zwijnen. Zoals het logo van het park laat zien, komt in het gebied ook de adder voor. 32
Wilde zwijnen Fred Hazelhoff / Foto Natura
Nationaal Park De Meinweg wordt grotendeels beheerd door Staatsbosbeheer en de gemeente Roerdalen.
Flip de Nooyer / Foto Natura
Maasduinen Nationaal Park De Maasduinen, in het noorden van Limburg, strekt zich uit over ruim twintig kilometer langs de oostelijke oever van de Maas. Het park is 4.200 ha groot en omvat loof- en naaldbos, stuifzandruggen, heide, vennen en hoogvenen. Karakteristiek zijn de hoge rivierduinen, de langste en oudste van Nederland. Eveneens bijzonder is het Geldernsch-Nierskanaal, dat bij hoge watertoevoer verandert in een wild stromend riviertje. Erosie door de jaren heen heeft gezorgd voor een brede, uitgesleten bedding. De Maasduinen is verder waardevol vanwege zijn amfibieën, reptielen en vele vogelsoorten, waaronder de kraanvogel. Een kijkhut bij het
Grauwe klauwier Danny Ellinger / Foto Natura
Westmeerven biedt een goede mogelijkheid om de vogels ongestoord van dichtbij te bekijken. Bezoekers – jaarlijks enkele honderdduizenden kunnen tijdens hun wandeling of fietstocht ook genieten van de archeologische monumenten. Het park heeft nog geen bezoekerscentrum, maar er worden wel begeleide excursies georganiseerd. Nationaal Park De Maasduinen wordt beheerd door Stichting Het Limburgs Landschap, Gemeente Bergen, Staatsbosbeheer en een groot aantal particulieren. 33
Jan Vermeer / Foto Natura
Veluwezoom Net boven Arnhem ligt één van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van Nederland, waarvan het Nationaal Park Veluwezoom en het Deelerwoud een belangrijk deel uitmaken. In dit gebied zijn de invloeden van de ijstijd nog zichtbaar. Het landschap van het 5.000 ha grote Nationaal Park kenmerkt zich door zijn hoge ligging, langgerekte heuvels en een rijke variatie aan bossen, heidevelden en stuifzandvlakten. De noordkant van het park is woester dan de zuidkant, waar monumentale gebouwen en statige lanen hun stempel op het landschap drukken. In de Veluwezoom leven onder andere edelherten, wilde zwijnen, 34
Boommarter Dietmar Nill / Foto Natura
boommarters, dassen en reptielen. Ook is het gebied een belangrijke broedplaats voor vogels, waaronder vele zeldzame soorten. Tientallen routes leiden wandelaars en fietsers door de mooiste delen van het park. Ook is er een bezoekerscentrum in Rheden. Veluwezoom is het oudste Nederlandse nationale park, in 1930 opgericht door de particuliere eigenaren. Tegenwoordig is het grootste deel van het park in beheer van Natuurmonumenten.
Jan Vermeer / Foto Natura
Hoge Veluwe In Nationaal Park De Hoge Veluwe wisselen droge zandgronden, bossen, heidevelden zandverstuivingen en oude landbouwontginningen elkaar af. Edelherten, moeflons en wilde zwijnen zijn de opvallendste dieren in het park. 5.400 ha bieden de ruimte voor eindeloze wandelingen en fietstochten.
2.000 ‘witte’ fietsen staan gratis voor iedereen klaar. In De Hoge Veluwe gaat de natuur hand in hand met kunst en architectuur. Verscholen tussen de bossen ligt het Kröller-Müller Museum, met haar unieke verzameling van werken van wereldberoemde kunstenaars als Van Gogh, Mondriaan en Picasso. Beroemd is ook de beeldentuin met sculpturen van onder meer Auguste Rodin en Henry Moore. De Hoge Veluwe trekt jaarlijks 550.000 bezoekers. Het park is in 1935 ontstaan uit particulier initiatief en wordt beheerd door Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Er is een fraai bezoekerscentrum.
Edelhert Duncan Usher / Foto Natura
35
Colofon
Uitgave:
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Bezuidenhoutseweg 73, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag
Vormgeving:
Van Marken Delft Drukkers
Beeld:
De foto's zonder naamsvermelding werden beschikbaar gesteld door de Nationale Parken.
Het Ministerie van LNV heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot (070) 378 6868. Productie:
IFZ Bedrijfsuitgeverij
Druk:
Van Marken Delft Drukkers
Oplage:
100 000
Meer informatie? Infotiek, tel. (070) 378 4062 Internet, www.minlnv.nl September 2005
36
Onder dit motto werkt het ministerie van LNV aan veilig, verantwoord geproduceerd voedsel en een vitale natuur. Het platteland moet economisch gezond blijven met behoud van landschap en cultuur. Tenslotte wil LNV de internationale concurrentiekracht van de agrarische sector versterken, met maatschappelijk verantwoord ondernemen als uitgangspunt. LNV heeft anderen nodig om dit te realiseren. Alle betrokkenen moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Transparante besluitvorming is daarbij voorwaarde. LNV geeft richting, stelt waar nodig kaders, stimuleert en financiert.