SAMENWERKINGSVERBAND NATIONALE PARKEN (SNP) VERSLAG THEMADAG TOEKOMST NATIONALE PARKEN 17 oktober 2013 te Fort Vechten, Utrecht 1. Welkom door Joke Kersten, voorzitter SNP Mevr. Kersten heet alle aanwezigen welkom op deze themadag. Zij is verheugd dat er zoveel mensen aanwezig zijn. Deze dag is georganiseerd omdat de nationale parken volop in beweging zijn en er is sprake van een keerpunt: hoe gaan de nationale parken verder na 2013, qua budget, organisatie, communicatie, op bestuurlijk, politiek en juridisch terrein en hoe kan het sterke merk gehandhaafd blijven? Tijdens deze dag zal worden gevraagd aan de deelnemers om out of the box te denken, los van de bestaande structuren. Uitgangspunt is het voortbestaan van de nationale parken, vanwege de 20 miljoen bezoekers per jaar, vanwege het economisch belang en de werkgelegenheid en uiteraard voor de natuur. De uitkomst van deze dag is munitie voor het secretarisoverleg van 14 november en het ABoverleg van 21 november. 2. Ken jij de nationale parken? Dhr. Jelle de Jong (IVN) houdt een quiz onder alle aanwezigen om de kennis van de nationale parken te testen. 3. Visie TBO’s op de nationale parken en toekomstige samenwerking Bij dit onderdeel stelt zowel mevr. Kersten als het publiek de vragen. Interview met Nel Sangers (Staatsbosbeheer) en Teo Wams (Natuurmonumenten) Mevrouw Sangers, deze week hebben de ANWB en Staatsbosbeheer een samenwerkingsovereenkomst gesloten, met als doel: ontdek de Nederlandse natuur en beleef een geluksmoment. Kunt u hier meer over vertellen? De ANWB en Staatsbosbeheer hebben een aantal zaken gemeenschappelijk en zij hebben beiden een landelijke dekking. Openluchtrecreatie is voor de ANWB een groeiend thema, terwijl Staatsbosbeheer veel gebieden beheert waar deze recreatie kan plaatsvinden. Aangezien de ANWB een grote vereniging is met veel leden, is het voor Staatsbosbeheer aantrekkelijk om een samenwerkingsverband aan te gaan. De geluksmomenten kan iedereen die in de natuur komt zich wel voor de geest halen. Denk aan een ree zien wegspringen, een marter tegenkomen of een kind dat een paddenstoel ziet. Staatsbosbeheer omarmt het concept ‘ga naar buiten, ga fietsen, ga wandelen, trek de natuur in’. Ziet u voor de toekomst ook samenwerking met Natuurmonumenten en SNP in het verschiet? Dat sluit ik zeker niet uit. Ik moet daarbij wel vermelden dat ons budget vanaf 2014 volledig is stopgezet. Er is enkel nog sprake van een minimale toeslag waarmee de terreinen open kunnen blijven. Het gaat om een bedrag van 20 mio dat jaarlijks niet meer wordt toegekend. Samenwerking is daarom misschien zelfs wel noodzakelijk.
1
Meneer Wams, wat herkent Natuurmonumenten in het idee van geluksmomenten? Natuurmonumenten herkent en erkent zeker de geluksmomenten, onder andere tot uiting gekomen in de campagne ‘Oerrr’, waarmee Natuurmonumenten kinderen meer met de natuur wil laten kennismaken. Geluksmomenten zijn het voelen van de getijden, het lopen door de regen, fietsen in de wind. De zogeheten participatiesamenleving vereist ook van de TBO’s dat zij hun eigen geld gaan verdienen. Samenwerken in de back-office kan dan heel goed, maar in de front-office is dat veel ingewikkelder. Voor je het weet zit je in elkaars vaarwater. Wat SNP betreft ligt de meerwaarde vooral in samenwerking en in marketing, branding. Er zijn 20 nationale parken in Nederland, en de Provincies borgen deze, dus de nationale parken blijven bestaan. Ja, dat zou zo moeten zijn, maar wat houdt de term borgen in in dit geval? Dat is helemaal niet duidelijk gedefinieerd. Er is een nieuwe wet waarvan de vraag is of die erdoorheen komt, en daarbij is het ook nog de vraag: wat wordt de reikwijdte van de systeemverantwoordelijkheid voor de nationale parken? Dhr. Gerrit … van het Ministerie van EZ antwoordt dat het Rijk verantwoordelijk blijft, maar dat de bemoeienis met de individuele parken aan de provincies is overgelaten. Daar wordt tegen ingebracht dat de nationale parken geen rijkstaak meer zijn, en dat hier dus sprake is van een misverstand. Daarnaast is in IPO-verband niets afgesproken over de nationale parken. Dhr. (Gerrit) geeft aan dat er wel degelijk nog systeemverantwoordelijkheid van het Rijk is. Hoe zien de TBO’s de samenwerking in de toekomst tussen alle verschillende ‘natuur’partijen? Er moeten ook niet te veel organisaties naast elkaar bestaan in een klein land als Nederland. Natuurmonumenten heeft, na onderzoek onder de achterban, besloten de focus van de organisatie te verbreden naar het uitdragen van een visie op de natuur en het bieden van natuur aan recreanten. Samenwerking is in principe goed, maar men moet niet in elkaars vaarwater gaan zitten. De verschillen tussen de partijen moeten zichtbaarder, scherper worden, men moet meer gaan opereren binnen een eigen niche. Staatsbosbeheer is al lange tijd in gesprek met Natuurmonumenten en de 12Landschappen om back-office samenwerking te verkennen. Aan de achterkant, waar de gebieden elkaar raken, is samenwerking een goed, kostenbesparend idee. In overlappende gebieden gebeurt dat ook al regelmatig. Er is ook een tendens in Nederland dat particulieren natuur gaan beheren. Dat is prima, maar werkt aan de andere kant ook meer versnippering in de hand. Staatsbosbeheer is van mening dat de nationale parken te klein zijn en dat er te veel van zijn. De nationale parken in Canada en de VS spreken tot de verbeelding. Europa zou dit soort parken ook kunnen inrichten, maar dat vereist opschaling. Waarom zijn er bijvoorbeeld twee nationale parken Schiermonnikoog en Texel, en waarom niet, met de andere eilanden erbij, een groot nationaal park de Wadden? Opschaling is ook mogelijk bij de Veluwe/Utrecht en Oosterschelde/Zuid-West Nederland. Het merk nationale parken is erg belangrijk, maar maak die schaalsprong.
2
Tijdens de natuurtop van 22 juni jl. was het bruggen slaan tussen economie en natuur een van de onderwerpen. Hoe zien jullie het verzilveren van de waarde van de nationale parken, zonder de natuur schade toe te brengen? Het is van belang dat regionale partijen de economische waarde van de natuur zien. Hierin zit groei. Natuur wordt ook niet meer gezien als een sta-in-de-weg voor de landbouw. Het leveren van een financiële bijdrage hoort daar echter ook bij. Een sterke, vitale natuur is van belang voor de economie. Het gaat om de balans tussen beschermen, beleven en benutten van de natuur. De afgelopen 20-25 jaar lag de nadruk op de bescherming, waar ook hard nodig was. Nu kan aan de andere twee B’s meer aandacht besteed worden. De balans tussen drie B’s leeft overal in Europa. De burger is daarbij partner nummer 1. Als de mensen niet van de natuur houden, is er echt een probleem. Wie zijn jullie samenwerkingspartners? De samenwerkingspartners van Staatsbosbeheer zijn de bevoegde gezagen, gemeentes, het bedrijfsleven en ondernemers. 4. Workshops Workshop 1: (organisatie van) toekomstige samenwerking tussen de nationale parken De volgende items komen tijdens deze workshop naar voren: - ideeën dienen van onderaf te worden ingebracht, door de parken zelf, en niet van bovenaf door SNP; - een gezamenlijke back-office kan kostenbesparend werken; - er zou een landelijke onafhankelijke voorzitter moeten komen met gewicht, een gezaghebbend persoon; - SNP moet tussen de nationale parken staan, de ivoren toren van het DB werkt niet meer; - SNP zou een vraaggerichte, administratief ondersteunende beheerstichting kunnen zijn; - de parken ontwikkelen zich zo verschillend, kan er dan nog wel sprake zijn van een stelsel van nationale parken? - Er is behoefte aan SNP als ontmoetings- en uitwisselingsorgaan; - Er is niet zo’n behoefte aan een gezamenlijk merk, zonder dat loopt het ook wel; - Het publiek moet weten wat een nationaal park is en ook dat daar bepaalde voorzieningen bij horen, zoals een bezoekerscentrum; - schaalvergroting is een nationaal item, dat kan niet aan de provincies worden overgelaten; - samenwerking met andere partijen is al vaak onderzocht, maar men stuit op de angst van verlies van de eigen identiteit; - er blijft een vorm van afstemming nodig voor voorlichting en educatie, toerisme, uitwisselen van informatie door ondernemers, zaken als de Dag van de Nationale parken e.d. - versnippering en kapitaalvernietiging ligt op de loer; - ondanks dat de parken zich uiteenlopend ontwikkelen, blijft de Nationale Parken een kwaliteitsmerk, en kwaliteit is meer dan een bordje langs de kant. Kwaliteit moet ook bewaakt en geborgd blijven, onder meer door IVN en de secretarissen, die daarover moeten kunnen sparren; - voor de toekomst van de nationale parken is het essentieel dat de secretarissen elkaar regelmatig zien en spreken, zij zijn ook het aanspreekpunt van het park; - ontmoetingen kunnen themagericht plaatsvinden, het veld in. Echt vergaderen kan ook deels digitaal, maar een minimale structuur moet er wel zijn; - IVN en SNP zouden in de toekomst eerder meer, dan minder moeten gaan samenwerken. IVN kan als adviseur in het bestuur van SNP; - het is nog veel te vroeg om SNP op te heffen. EZ is mogelijk ook bereid daar iets aan bij te dragen als de nationale parken ook iets bijdragen.
3
Workshop 2: Verdienmodellen Er worden drie vragen aan de deelnemers gesteld: Wat verstaan jullie onder verdienmodellen? Waar zijn ervaringen met verdienmodellen? Welke succes en faalfactoren kan je noemen? - verdienmodellen zijn activiteiten die geld opbrengen en daardoor word je minder afhankelijk van de overheid. Voorbeeld: Vrienden van NP, contributie; - je kunt ook een stapje terug doen: afspreken wat je nog in de lucht wil houden en welke producten en diensten je nog wil leveren. Geld krijgt de boventoon; - als je winst maakt en boven de streep een positief saldo hebt; - je kunt ook op andere manieren verdienen, bijvoorbeeld door inzet in natura of participatie. Het gaat dus niet alléén om geld; - Eerst goed weten wat je wilt. Als NP als samenwerkingsverband heb je relatief weinig geld nodig. Dus eerst de samenwerking op orde en dan samen op zoek naar geld; - Zet een rem op het ontwikkelen van nieuwe producten, want er is geen geld voor onderhoud. Zorg voor binding met goede nieuwe partners, bijvoorbeeld voor marketing. Marketing is niet de corebusiness van Natuurbeschermingsorganisaties; -Verdienmodellen zijn de trots van de mensen in het gebied; -Zoek samenwerking met ondernemers om zaken gefinancierd te krijgen en zoek daarbij winwin; - het is meer dan verdienen: zelf actief zijn, fondswerving, vermarkten. Alles gericht op inkomsten: geld; - NP’s lenen zich uitstekend als business: nieuwe economie. Bedenk activiteiten waarmee je geld genereert, geld uit de markt haalt, ontwikkel nieuwe producten; - iets dat zichzelf in stand moet houden, duurzaam geld moet opleveren, maar ook om je activiteiten in stand houden; - het gaat om rendement: zowel draagvlak als in financieel opzicht; netto geld maar ook om omzet. Netto geld dat niet meer gefinancierd wordt kun je gaan ontdekken via het opstellen van een businesscase; - maatschappelijke betrokkenheid en wederkerigheid: wat heb er voor over? Versterking van het draagvlak; - gericht op het vullen van een gat, maar je moet wel aangeven waarvoor je het inzet. Niet alleen voor een gat, je moet meer verdienen dan je nodig hebt; - nadenken over rendabel maken. Eerst het huishoudboekje rond hebben en dan pas nagaan hoe natuurbeheer moet plaatsvinden; - een voorwaarde is dat het draagvlak onder de bevolking niet minder mag worden; - het mag de natuur niet schaden; - denk ook aan culturele activiteiten; - denk ook aan minder voor de hand liggende activiteiten zoals begraven, as verstrooien. Workshop 3: Branding en communicatie Discussie: waar zit de maatschappelijke waarde van het nationaal park? -Het ‘merk’ nationaal park dat geladen wordt met topnatuur, educatie, recreatie en onderzoek is de basis. Het Rijk heeft de systeemverantwoordelijkheid voor het stelsel, financiering wordt breder gedragen; - Er is bereidheid om de afspraken rondom huisstijl nationale parken te handhaven maar niet om daar bovenop gezamenlijk te investeren in het laden van het merk; - Provincies vragen kritisch: waar zit de specifieke meerwaarde van het nationaal park? ‘Mensen blijven toch wel naar deze mooie natuur komen.’ Zij willen zien waar het maatschappelijk belang van de parken ligt. Er is wel een grote diversiteit. In Zeeland springt de provincie in het gat dat het Rijk laat vallen. In buurprovincie Brabant wordt gesproken over het beëindigen van de ondersteuning aan nationale parken; -De terreinbeheerders houden een belangrijke rol om de unieke kwaliteit van de natuur te waarborgen. De additionele financiering specifiek voor het nationaal park is nu deels komen te
4
vervallen. Kunnen wij hen toch verleiden om een actievere rol te spelen bij de ‘vermarkting’ van het nationaal park? Hoe maken we dit aantrekkelijker voor terreinbeheerders, waar zit de win-win? Er liggen regionale kansen, maar terreinbeheerders zullen niet de kosten voor landelijke branding en communicatie overnemen; -De belangstelling van gemeenten voor het nationaal park neemt toe. Er wordt ook een explicieter beroep op hen gedaan nu het Rijk zich terug trekt en provincies wel bijvoorbeeld een secretaris en faciliteiten ter beschikking willen stellen, maar financiering terugloopt. De relatie tussen stad en platteland is ook van belang: het Nationaal Park als uitvalsbasis voor stedelingen; -De recreatiesector is de meest betrokken en ook in potentie de meest kapitaalkrachtige partner van de nationale parken. Hoe worden zij op structurele wijze betrokken bij de toekomst van het nationaal park? Kan er met recreatie-ondernemers meer structureel worden samengewerkt op basis van een win-win afspraak voor natuur en recreatie? Streekproducten en voeding spreken ook aan bij veel mensen en kunnen logisch verbonden worden met recreatie-ondernemers; - Inzet van vrijwilligers om kwaliteit te blijven bieden voor lage kosten blijft van groot belang. Houd een focus op jeugd en jongeren. Scholen zijn belangrijke partners voor nationale parken. Scholen (en kinderopvang organisaties) kunnen soms beperkt financieel bijdragen en gemeenten hechten veel belang aan dit soort structurele samenwerkingen ten behoeve van de kinderen; - Waterveiligheid en ‘schoon water’ zijn belangrijke thema’s waar sterke organisaties achter zitten; - De regionale economie is breder dan alleen recreatie. Waar liggen hier de kansen? - Streekrekeningen spelen in sommige gebieden een rol. Deze hebben vooral een positieve rol bij het vergroten van bewustwording en draagvlak. De daadwerkelijke geldstromen zijn nog beperkt; -Vernieuwende samenwerkingen: o Sporten in het nationaal park in samenwerking met fysiotherapeuten en bijvoorbeeld atletiekverenigingen (Texel). o Samenwerking met GGD’s in de Biesbosch. De kunst is om ook bijvoorbeeld de educatieve (en communicatieve) programma’s hier op te richten en van daaruit co-financiering te genereren. o Hoe kunnen we de participatie rondom groen zoals we die in wijken zien verbinden met het betrekken van mensen bij de ‘topnatuur’ in de nationale parken? • Tips: o Wees helder over het doel van het maken van de maatschappelijke verbindingen. Wanneer is het geslaagd? Gaat het om het realiseren van daadwerkelijke geldstromen of om het vergroten van maatschappelijk draagvlak om van daaruit ook de overheden te blijven verleiden hierin te investeren? o Zorg voor ‘boegbeelden’ en politieke sponsoren die het belang van het nationaal park willen behartigen. o Maak vooral ook ruimte voor bijdragen in natura, vergeet vrijwilligerswerk niet. 5. Korte terugkoppeling themagroepen Workshop 1: (organisatie van) toekomstige samenwerking tussen de nationale parken Het belang van het voortbestaan van SNP en samenwerking wordt onderkend en ingezien. De bestaat dus behoefte de samenwerking en de informatie-uitwisseling te blijven voortzetten, maar met een andere organisatorische invulling. De fase van het bouwen van de nationale parken is achter de rug, nu gaat het vooral om informatie en kennis delen en over hoe dat in de toekomst moet worden vormgegeven. Organiseer het delen van kennis en informatie op een slimme manier en blijf elkaars hand vasthouden.
5
Workshop 2:verdienmodellen Verdienmodellen gaan niet alleen over geld maar ook over vrijwilligerswerk en samenwerken in de parken, maar moet wel iets opleveren: een positief saldo. Ieder nationaal park heeft een Beheer- en Inrichtingsplan of een Beheer- en Ontwikkelingsplan. Vermeld in die plannen de structurele activiteiten die gebonden zijn aan je nationaal park. En vermeld waar incidenteel de middelen vandaan moeten komen. Hoe ver kan je gaan met de omgeving: heb het er met elkaar over waar de grenzen liggen. Gun ondernemers ook iets: samenwerken TBO’s en ondernemers leidt tot samenhang in het gebied. Kijk niet alleen binnen de eigen grenzen en durf te vragen. Er zijn tal van voorbeelden genoemd van verdienmodellen: -water; -activiteiten, bijvoorbeeld schaatsen, MTB; -botentoeslag voor de eilanden; -toegangspoorten; -toeristenbelasting; -vrijwillige bijdrage; -witte en groene rekening bij horeca; -gebiedsfonds met giften. Workshop 3: Branding en communicatie Vrijwilligers zijn van groot belang. Ook maatschappelijke sectoren zijn belangrijk, recreatie is het meest kansrijk. Partnerships aangaan. Er gebeurt iets als de regionale partners opstaan, er ontstaat dan een opwaartse spiraal. Het Rijk heeft aangegeven de nationale parken een beetje de rug te hebben toegekeerd, en is blij tijdens deze dag te hebben kunnen proeven wat er leeft. Het Rijk heeft en houdt de stelselverantwoordelijkheid. De nationale parken moeten worden meegenomen in de volgend jaar te presenteren Natuurvisie van het Rijk. 6. Verdere route en besluitvorming Deze bijeenkomst is input voor het DB, dat eind november een formeel besluit zal nemen. Dit besluit gaat in op 1 januari 2014. Mevr. Sangers geeft aan dat Staatsbosbeheer de vergaderingen van de voorzitters van het SNP twee maal per jaar wil blijven faciliteren op locatie, ook qua agenda-setting en organisatie. Staatsbosbeheer geeft ook aan workshops te willen faciliteren. Deze mededeling wordt met enthousiasme ontvangen door de aanwezigen; mevr. Kersten geeft aan dat dit illustreert hoezeer de TBO’s hechten aan het voortbestaan van SNP.
6