Strategisch Beleidsplan 2013 - 2015
Bruggen bouwen tussen cliënt en maatschappij
Inhoud
Voorwoord
4
1. INLEIDING − Bruggen bouwen tussen cliënt en maatschappij
5
2. ONTWIKKELINGEN − Zorg in een dynamische omgeving
6
3. CLIËNTEN − De cliënt als regisseur van zijn eigen leven
9
4. ZORGAANBOD − Wonen, werken, leren en dagbesteding
11
5. MEDEWERKERS − Handelen naar eigen inzicht met de blik naar buiten
13
6. KETENPARTNERS − Speelveld in beweging
14
7. KWALITEIT & PROFESSIONALITEIT − Innovatie staat hoog in ons vaandel
15
8. MARKETING & COMMUNICATIE − Naar een duidelijke positie in de (ggz)keten
17
9. FINANCIERING − Op zoek naar aanvullende financieringsbronnen
18
Bijlage 1 − Zorgzwaartepakket (ZZP)
19
Bijlage 2 − Overzicht doelstellingen
20
3
Voorwoord In de zesentwintig jaar sinds de oprichting is de stichting RIBW Zaanstreek, Waterland en West-Friesland (RIBW ZWWF) uitgegroeid tot een professionele organisatie met ruim 300 medewerkers die ondersteuning bieden aan bijna 1000 cliënten in de leeftijd van 16 tot 85 jaar. Het gaat om mensen met chronisch-psychiatrische of ernstige psychosociale problemen, die wij helpen op hun eigen manier in de samenleving te wonen, de dag te besteden en relaties te hebben. Deze ondersteuning bieden wij in de vorm van beschermd wonen, begeleid zelfstandig wonen/ ambulante begeleiding, trainingscentra en steunpunten voor werken, leren en dagbesteding. Ons werkgebied is Zaanstreek, Waterland en West-Friesland. In dit strategisch beleidsplan beschrijven wij onze ambities en de wijze waarop we in de periode 2013–2015 onze rol van professionele begeleider verder vorm willen geven. Onze belangrijkste beleidsdoelstellingen lichten we uit in een kader. Onze beleidsvoornemens zijn sterk gekleurd door ingrijpende overheidsbezuinigingen en mogelijk grote verschuivingen in de financiering van de zorg voor onze cliënten. Wij maken ons er hard voor dat deze kwetsbare groep daarbij niet tussen wal en schip raakt. Zij kunnen blijven rekenen op de ondersteuning die zij nodig hebben om zich staande te houden in de maatschappij. Dit strategisch beleidsplan zullen wij jaarlijks evalueren en aanpassen als dat nodig is vanwege onzekere regelgeving na de val van het kabinet in april 2012.
1. INLEIDING
Bruggen bouwen tussen cliënt en maatschappij Loop niet voor mij, want misschien volg ik je niet Loop niet achter mij, want misschien leid ik je niet Loop gewoon naast mij en wees mijn vriend Voor RIBW ZWWF is de cliënt meer dan zijn diagnose. Niet de problemen maar de mogelijkheden stellen wij centraal bij de ondersteuning van de cliënten. Wij gaan uit van hun kracht. Wij geven cliënten geloof, hoop en vertrouwen in hun eigen ontwikkeling, zodat ze maximaal zelfstandig leren leven met de mogelijkheden en beperkingen. Als begeleiders zijn wij onvoorwaardelijk aanwezig. Betrokken, respectvol en belangstellend. Wij ondersteunen met al onze professionele mogelijkheden en accepteren de cliënt zoals hij is. Wij ‘lopen’ naast hem, zoals de hierboven geciteerde regels van Albert Camus zo mooi uitdrukken. Normaal leven Mensen met ernstige psychiatrische problemen willen een zo normaal mogelijk leven leiden, in normale buurten en fatsoenlijke woningen. Daar hebben ze ook recht op. Dit lukt hen alleen met professionele begeleiding. Met ons werk zijn wij voor mensen met chronisch-psychiatrische problemen de bruggenbouwers tussen hen en de maatschappij. Als we onze rol willen samenvatten, dan doen we dat met de volgende omschrijving: RIBW ZWWF ondersteunt mensen met langdurige psychiatrische of ernstige psychosociale kwetsbaarheid om de regie over hun leven te hernemen. We bouwen bruggen tussen onze cliënten en de samenleving door hen professioneel te begeleiden bij het wonen, werken en het onderhouden van sociale relaties. Uitgangspunt is de eigen kracht van mensen. Vanuit deze rol profileren wij onze organisatie als aanbieder van maatschappelijke ggz en dienstverlening, met herkenbare, eenduidige producten en zichtbare resultaten. Onze begeleiding heeft tot doel onze cliënten te faciliteren en ondersteunen bij het herstellen van perspectief. Wij zijn een belangrijke partner in de keten van langdurende ggz-zorg, naast de behandelingsinstelling en andere zorgaanbieders. Nuchter RIBW ZWWF is een gezonde en stabiele organisatie. Nuchter, met beide benen op de grond, handelend op basis van uitgebreide psychiatrische kennis en ervaring. We werken nauw samen met gemeenten, woningbouwcorporaties en zorginstellingen. In de eerste plaats omdat de cliënten daarbij het meest gebaat zijn. In de tweede plaats omdat de financiers van de zorg, waaronder de gemeenten, vragen om een gecombineerd, efficiënt zorgaanbod. De komende beleidsperiode zullen we de samenwerking dan ook uitbreiden. Daarbij zien we voor onszelf een rol weggelegd als coördinator in de keten van integrale zorg en begeleiding van onze cliënten.
4
5
2. ONTWIKKELINGEN
Zorg in een dynamische omgeving RIBW ZWWF levert zorg en begeleiding in een dynamische omgeving. De dynamiek komt voor een groot deel voort uit het streven van de overheid om de zorg doelmatiger in te richten en het hoofd te bieden aan de vergrijzing en ontgroening. Vóór haar val in april 2012 had het kabinet Rutte het voornemen een aantal wetten te wijzigen. Bij het verschijnen van dit strategisch beleidsplan is het onduidelijk welk van deze voorgenomen wetswijzigingen controversieel verklaard worden en welk effect dat zal hebben in de komende beleidsperiode. De belangrijkste voorgenomen veranderingen in de periode 2013–2015 zijn de volgende: • overheveling financiering van AWBZ naar Wmo • voorgenomen wijzigingen in de Wet cliëntenrechtenzorg, de Beginselenwet en de Wet werken naar vermogen • opheffing van de zorgkantoren • scheiding van wonen en zorg • extramuralisatie • verbetering van bestuur • intensivering van inspectie • overheveling Jeugd-ggz • beperking van PGB’s. Ad 1. Van AWBZ naar Wmo Vanaf 2013 worden de inloop, dagbesteding en ambulante begeleiding stapsgewijs overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo. Alleen de begeleiding en dagbesteding voor cliënten die beschermd wonen, blijven vooralsnog in de AWBZ. Voor hoe lang is onduidelijk, de politieke tendens is dat de AWBZ voor een groot deel gaat verdwijnen. Door de overheveling zal de financieringsstructuur van de zorg en begeleiding die wij bieden, fundamenteel veranderen. De verantwoordelijkheid voor de bekostiging van de inloop, dagbesteding en ambulante begeleiding komt te liggen bij de gemeenten. Daardoor zal het speelveld aanzienlijk veranderen. Naast de al bestaande partners als zorgkantoren en zorgverzekeraars, worden de gemeenten belangrijke samenwerkingspartners. Verder zal de concurrentie sterk toenemen. Tot nu toe levert RIBW ZWWF binnen de AWBZ aan de zorgkantoren een product waarvoor zij in onze regio’s weinig alternatieven hebben. In de Wmo-bekostiging, verschijnen andere zorgaanbieders op de markt. Bovendien zullen gemeenten de RIBW-producten naar verwachting vooral op prijs gaan beoordelen, in combinatie met de bereikte resultaten. Door de ruimere keuze zullen zij hun inkoopmacht volledig gaan benutten. Dit zet onze prijzen onder druk. Hiertegenover staat dat we in de nieuwe situatie zorg kunnen leveren die traditioneel wordt geleverd door andere aanbieders. Bezuinigingsslag In totaal zal circa € 3,2 miljoen vanuit de AWBZ worden overgeheveld naar de Wmo. De planning en concrete gevolgen zijn nog niet te overzien. Nieuwe cliënten zullen instromen via de gemeenten. Met hen maken we individuele afspraken over de frequentie van de begeleiding. In ons werkgebied hebben we te maken met zestien gemeenten. Aan hen zullen we laten zien dat we met onze kleinschalige voorzieningen fungeren als belangrijke stille kracht in de wijken. We continueren onze samenwerking met RIBW Alliantie en GGZ Nederland om onze stem ook in de landelijke politiek te laten horen. Ad 2. Wet cliëntenrechtenzorg, Beginselenwet, Wet werken naar vermogen De overheid overweegt voor de komende periode invoering van een aantal wetswijzigingen die effect zullen hebben op onze organisatie. Het gaat om de Wet cliëntenrechtenzorg (Wcz), de Beginselenwet en de Wet werken naar vermogen.
6
De Wet cliëntenrechtenzorg maakt zorgaanbieders verantwoordelijk voor het leveren van ‘goede zorg’. Hieronder verstaat de wet zorg van goed niveau die tijdig, veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is. De zorg moet zijn afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en moet voldoen aan professionele standaarden, vastgelegd in richtlijnen. Goede zorg vergt een aaneensluitende keten van vroegtijdige onderkenning van een aandoening, zelfmanagement en passende zorg. De Wcz verplicht zorgaanbieders tot onderlinge afstemming en coördinatie. Deze afstemming moet zowel plaatsvinden tussen diverse hulpverleners binnen de organisatie als met andere zorgaanbieders. De Wcz gaat enkele belangrijke bestaande wetten vervangen: de Kwaliteitswet, de Wet klachtrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet big), de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) en de Wet toelating zorginstellingen (WTZi).
De Beginselenwet regelt dat de zorg voor mensen die afhankelijk zijn van zorg, ook daadwerkelijk goed wordt gewaarborgd. Het is de bedoeling dat de wet concrete rechten voorschrijft voor bewoners van zorginstellingen. De Wet werken naar vermogen (WWNV) stimuleert mensen om zo veel mogelijk door werk in hun eigen onderhoud te voorzien. Deze wet vervangt straks de Wet werk en bijstand (WWB) en heeft gevolgen voor de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en de Wet Wajong. De effecten van de voorgenomen wetswijzigingen op onze organisatie zijn afhankelijk van de exacte uitwerking die bij het samenstellen van dit strategisch beleidsplan nog niet bekend waren. Ad 3. Opheffing zorgkantoren De zorgkantoren worden opgeheven. Vanaf 2013 zijn zorgverzekeraars direct verantwoordelijk voor de uitvoering van de AWBZ. Hierdoor wordt de zorgverzekeraar het aanspreekpunt voor de cliënt voor zorg op grond van de Zorgverzekeringswet en de AWBZ. Daarnaast zien cliënten zich in toenemende mate geconfronteerd met eigen bijdragen. Ad 4. Scheiden van wonen en zorg Het kabinet gaat zorg en wonen in de AWBZ scheiden. Dit moet leiden tot kwaliteitsverbetering voor bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen en instellingen voor gehandicapten en geestelijke gezondheidszorg. Bewoners, te beginnen met de lichtere ZZP’s (ZZP 1 en 2), krijgen vanaf 2015 geleidelijk meer keuzemogelijkheden. Zij kunnen zelf een huurovereenkomst sluiten met de instelling van hun keuze. Zorginstellingen gaan zich daardoor naar verwachting meer richten op de woonwensen van cliënten en komen tot een gevarieerder woonaanbod. Voor het scheiden van wonen en zorg heeft de overheid een aantal randvoorwaarden geschapen. Zo gaan de eigen bijdragen omlaag, omdat een cliënt zijn eigen woonlasten betaalt. De voorgenomen scheiding van wonen en zorg maakt alle begeleiding in principe ambulant. Daardoor bestaat het risico dat ook de begeleiding van cliënten die beschermd wonen, als ambulante begeleiding wordt overgeheveld naar de Wmo. Aan de andere kant hebben cliënten die beschermd wonen, in de nieuwe situatie meer ondersteuning nodig bij het kiezen van een woning en alles wat daarbij komt kijken. Wij kunnen hen daarin begeleiden en de mogelijkheid bieden een woning te huren van RIBW ZWWF of van de woningbouwcoöperatie waarmee we samenwerken. Ad 5. Extramuralisatie In de toekomst verandert de zorgzwaarte van cliënten die beschermd wonen. Dit komt door twee ontwikkelingen: • Cliënten met ZZP 1 en 2 gaan vaker zelfstandig wonen met ambulante begeleiding; • Behandelinstellingen, zoals de curatieve ggz, streven ernaar langdurig zorgafhankelijke cliënten te behandelen en begeleiden buiten het instellingsterrein, in de wijk. In dit proces van extramuralisering kan RIBW ZWWF de rol van belangrijke ketenpartner spelen door een deel van deze cliënten woonruimte aan te bieden. Beide ontwikkelingen leiden ertoe dat cliënten die beschermd wonen, in de toekomst een hogere zorgzwaarte zullen hebben dan nu. Hierdoor wordt de zorg die RIBW ZWWF levert, intensiever en dus duurder. RIBW ZWWF moet deze ontwikkeling uitdrukkelijk benoemen in de gesprekken met zorgverzekeraars en gemeenten. Ad 6. Verbetering van bestuur Het bestuur van zorginstellingen wordt verbeterd, voorgenomen fusies tussen instellingen worden scherper getoetst. Zo wil de overheid voorkomen dat instellingen te groot worden en het zicht op de cliënt verdwijnt. Ook wil het kabinet bezien of te grote instellingen kunnen worden opgesplitst als de kwaliteit of de veiligheid in het geding is. Dit beleid ondersteunt het voornemen van RIBW ZWWF om ook in de toekomst relatief klein te blijven. De Zorgbrede Governancecode van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) stelt transparantie en duidelijkheid van het bestuur centraal en bevat richtlijnen voor onder andere de statuten, reglementen en werkafspraken. Zorginstellingen zijn verplicht een maatschappelijk verantwoordingsdocument op te stellen, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen de organisatie vast te leggen en een eigen ‘code goed zorgbestuur’ te ontwikkelen. Ook moeten zij de informatie-uitwisseling tussen bestuur en toezichthouders volgens een voorgeschreven structuur inrichten en vastleggen in een informatieprotocol.
7
3. CLIËNTEN
RIBW ZWWF onderzoekt in hoeverre de organisatie voldoet aan de principes van de Zorgbrede Governancecode. We brengen de inrichting van onze bestuursstructuur in kaart en zullen deze, waar nodig, verbeteren. Verder stellen we jaarlijks een maatschappelijk verantwoordingsdocument en informatieprotocol op.
De cliënt als regisseur van zijn eigen leven
Ad 7. Intensivering van inspectie De Inspectie voor de Gezondheidszorg wil dat de inspectie meer op de werkvloer aanwezig is en zich minder bezighoudt met papieren verantwoording. De inspectie moet snel in actie komen bij structurele tekortkomingen van instellingen en krijgt daarvoor extra financiële middelen. Meer inspecties op de werkvloer bevorderen de kwaliteit van zorg. Wel vragen de voorbereiding en uitvoering van externe toetsingen (onder andere HKZ, arbo, Zorgkantoor) steeds meer tijd en energie van onze medewerkers.
RIBW ZWWF begeleidt en ondersteunt mensen met een psychiatrische achtergrond of psychosociale problemen. Ze hebben onder meer de diagnose schizofrenie, persoonlijkheidsstoornissen, Korsakov en autisme. Er zijn ook cliënten met een dubbele diagnose: zij combineren een verslaving met een psychiatrisch ziektebeeld. Hoewel RIBW ZWWF het beleid heeft geen cliënten met een verslaving als primaire diagnose te begeleiden, hebben onze cliënten steeds vaker te maken met een vorm van verslaving als dubbele diagnose. Ook deze cliënten willen we begeleiding op maat kunnen bieden. De komende jaren wil RIBW ZWWF de krachten bundelen met gespecialiseerde instellingen op het gebied van verslaving, zowel op bestuurlijk als lokaal niveau.
Ad 8. Overheveling Jeugd-ggz Uiterlijk 1 januari 2015 wordt de financiering van de Jeugd-ggz overgeheveld naar gemeenten. Deze ontwikkeling kan leiden tot verslechtering van behandeling van jongeren tot achttien jaar die wonen bij RIBW ZWWF. Het is nog onduidelijk welke consequentie deze verandering heeft voor de jeugd in trainingscentra en jongeren met ambulante begeleiding. We streven naar behoud van begeleiding en behandeling van jongeren door relaties te ontwikkelen met (centrum)gemeenten. Ad 9. Beperking PGB’s Een belangrijke oorzaak van de huidige overschrijdingen in de AWBZ is het persoonsgebonden budget (PBG). Sinds 2002 zijn de PGB-uitgaven jaarlijks gemiddeld met 23% gestegen, terwijl de uitgaven voor zorg in natura in deze periode met gemiddeld 4% per jaar opliepen. Dat heeft de overheid ertoe gebracht het gebruik van het PGB te beperken. Sinds 1 januari 2012 komen alleen cliënten met een verblijfsindicatie in aanmerking voor een PGB. De huidige PGB-indicaties lopen tot 1 januari 2014. Hierbij gaat het om mensen die recht hebben op verblijf in een zorginstelling, maar ervoor kiezen de zorg zelf in te kopen. Voor deze groep stijgt het budget met 5%. Mensen die geen PGB meer krijgen, kunnen zorg in natura ontvangen. Het PGB is nu nog geregeld in een subsidieregeling met een subsidieplafond. Vanaf 2014 wordt het PGB wettelijk verankerd met een contracteerruimte. RIBW ZWWF heeft cliënten in zorg die door middel van een PGB ambulante begeleiding of dagbesteding inkopen. We dienen deze cliënten te ondersteunen richting een ZIN-indicatie, wil de begeleiding behouden blijven. Een complicerende factor is het feit dat de financiering van de AWBZ (ZIN) naar de Wmo gaat. Daarnaast dienen cliënten met een PGB zelf de administratie te voeren, dit vraagt wellicht om extra ondersteuning door onze medewerkers.
Leeftijdsopbouw cliënten De leeftijdsopbouw van onze cliënten is tamelijk gelijkmatig verdeeld. Wel ligt het percentage 16–24 jarigen bij beschermd wonen hoger (20%) dan bij begeleid zelfstandig wonen (4%). Bij de groep 65–74 jaar geldt het omgekeerde: daar ligt het percentage bij beschermd wonen (1%) veel lager dan bij de begeleid zelfstandig wonenden (12%). Zie onderstaand schema voor de situatie per december 2011. Beschermd wonen
Begeleid zelfstandig wonen/ ambulante begeleiding
Leeftijdsverdeling
Totaal instelling %
Leeftijdsverdeling
Totaal instelling %
16 t/m 24 jaar
20%
16 t/m 24 jaar
4%
25 t/m 34 jaar
28%
25 t/m 34 jaar
18%
35 t/m 44 jaar
16%
35 t/m 44 jaar
23%
45 t/m 54 jaar
21%
45 t/m 54 jaar
24%
55 t/m 64 jaar
15%
55 t/m 64 jaar
17%
65 t/m 74 jaar
1%
65 t/m 74 jaar
12%
75 jaar en ouder
0%
75 jaar en ouder
1%
Herstelondersteunende zorg; de cliënt en zijn verhaal RIBW ZWWF ontwikkelt zich tot een herstelondersteunende organisatie. Bij herstel gaat het niet om het ‘genezen’ van de cliënt, maar om de manier waarop cliënten met hun psychische kwetsbaarheid omgaan. Herstellen betekent accepteren van kwetsbaarheden en de beperkingen die daaruit voortvloeien. Het herstelproces is een individueel proces, daarbij gaat de cliënt van een uitzichtloze situatie naar een situatie waarin hij of zij weer een levensdoel heeft. Begeleiders maken ruimte voor dat herstelproces. Goede begeleiding begint met luisteren naar het verhaal van de cliënt. Dat verhaal bepaalt het doel van de zorg. Daarbij gaat het om versterken en behouden van de eigen autonomie en de verdere ontwikkeling als persoon: empowerment en herstel. Professionele begeleiding vraagt om geloof in herstel van de cliënt. Belangrijke elementen in de zorg die wij bieden, zijn probleemvermindering, probleemhantering, structuur brengen en het bieden van persoonlijke veiligheid. Zo krijgen cliënten meer regie over het eigen handelen. In geval van crisis hebben ze meer zekerheid over de persoonlijke veiligheid. Doelstelling 1 In 2015 vormt herstelondersteunende zorg de kern van het ondersteuningsaanbod van RIBW ZWWF.
8
Individuele aandacht Aan de basis van al ons denken en handelen ligt het begrip begeleiding. Cliënten behandelen doen we niet, daar zijn andere instanties voor, waarmee we nauw samenwerken. Voor psychiatrische behandeling en medische zorg onderhouden onze cliënten contact met de eigen behandelaar of huisarts. De begeleiding die wij geven, is gericht op: • voorkomen van terugval door signalering, medicatie en samenwerking met behandelaars, • stabiliseren en optimaliseren van de leefomgeving, • stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling.
9
We helpen onze cliënten hun leven opnieuw in te richten en zo zelfstandig mogelijk in de wereld te staan. De begeleiding is van praktische aard, wij ondersteunen hen bij het beheer van financiën, huishouding, dagbesteding, opleiding, werk en sociale contacten. Zo krijgen zij de grip op hun leven terug. Bij alles gaan we uit van de kracht van de cliënt, van zijn of haar vaardigheden en mogelijkheden, rekening houdend met zijn of haar beperkingen. Dat vergt individuele aandacht. Bij ons heeft iedere cliënt dan ook een persoonlijke begeleider. Bij nieuwe cliënten inventariseren wij het functioneren, de psychische gesteldheid, de woonwensen en de invulling van de dag. Op basis van deze informatie stellen de persoonlijk begeleiders samen met hen een begeleidingsplan op. Daarin staan de mogelijkheden en wensen van de cliënten, vertaald in concrete doelen. Het plan geeft ook aan welke tijd we inzetten om deze doelen te behalen en na hoeveel tijd de doelen worden besproken en eventueel bijgesteld. Steeds blijft de cliënt de regisseur van zijn eigen leven. De persoonlijk begeleider coördineert de vervulling van de zorgbehoeften die de cliënt aangeeft. Als dat nodig is, gebeurt de uitvoering van het plan samen met andere instellingen. Centrale Cliëntenraad Begeleiden van onze cliënten doen we vanuit de kernwaarden: respect, betrokkenheid en vertrouwen. Daarom heeft de Centrale Cliëntenraad alle ruimte om de collectieve belangen te behartigen en de stem van de individuele cliënt te laten doorklinken bij de bestuurder van onze organisatie conform de medezeggenschapswet (WMCZ). De raad bestaat uit cliënten die elf keer per jaar bij elkaar komen en overleg hebben met de bestuurder. De meeste locaties hebben een eigen cliëntenraad met een professionele ondersteuner in dienst bij onze stichting. Deze lokale cliëntenraden zijn verantwoordelijk voor de medezeggenschap dicht bij huis. Bij bepaalde managementbesluiten vraagt de bestuurder de Centrale Cliëntenraad om advies of instemming, conform de WMCZ. Betrokkenheid van familie RIBW ZWWF heeft in 2010 deelgenomen aan Zorg voor Beter, een initiatief van het ministerie van VWS. Dat heeft twee instrumenten opgeleverd – een netwerkcirkel en een eenzaamheidschaal – die we hebben geïmplementeerd in onze organisatie. Het gebruik van de instrumenten hebben we opgenomen in de herziene methodiek voor cliëntenzorg, waarbij expliciet ruimte bestaat voor inbreng van familie en vrienden. Binnen de methodiek leggen we afspraken vast tussen ons, de cliënt en de familie met betrekking tot informatievoorziening, bejegening, betrokkenheid, ondersteuning en bereikbaarheid. Cliënttevredenheid In het onderzoek naar de cliënttevredenheid van 2011 geven cliënten op een aantal punten een hoge tevredenheid aan, zie de diagrammen hieronder. Zo stemt een groot deel van de ambulante cliënten in met het behandelplan en voelen zij zich ook betrokken bij het opstellen van het begeleidingsplan. Ervaren informed consent is 98%. Daarnaast raadt 90% van de cliënten onze ambulante zorg aan. Toch zijn er ook onderwerpen waarop de cliënten minder tevreden waren. Hierop nemen we de komende jaren actie. Voor beschermd wonen en ambulante begeleiding zorgen we voor meer keuzemogelijkheden in de begeleiding voor de cliënt. De huisvestingsmogelijkheden voor cliënten die beschermd wonen, stemmen we meer af op de begeleidingsfase waarin de cliënt zich bevindt. Voor de ambulante cliënten onderzoeken we hoe we de informatievoorziening over rechten en plichten van cliënten en RIBW ZWWF beter kunnen afstemmen op de behoeften van deze cliëntengroep. Beschermd wonen
Begeleid zelfstandig wonen/ambulante begeleiding Samenvattende gegevens
Samenvattende gegevens
-11
Bejegening
-4
Bejegening 89
-30
Kwaliteit huisvesting
70 77
-14
Deskundigheid begeleiders
-30
Keuzemogelijkheid
-23 -61
-8
Informed consent
39
10
85 Samenwerking meerdere hulpverleners
-23
Informatie over de begeleiding
-24
-20
Samenwerking meerdere hulpverleners
80 77
-22
Informatie over de begeleiding
78
76
-9
Ervaren functioneren
-7
Ervaren functioneren
91
93 80
60
% positieve antwoorden totaal instelling
40
Al onze locaties hebben hun eigen doelgroep, sfeer en karakteristiek. Zo kennen we specifieke woonvormen voor mensen met autisme en Korsakov. In andere woonvormen wonen cliënten met verschillende diagnoses samen. We bieden ook woonbegeleiding aan voor een aantal specifieke leeftijdsgroepen die met verschillende psychische problemen kampen.
Doelstelling 2 Voor cliënten met een ZZP indicatie 3 en hoger, die dit nodig hebben, blijven woningen beschikbaar of worden nieuwe vormen van beschermd wonen ontwikkeld. Begeleid zelfstandig wonen/ambulante woonbegeleiding Een groeiende groep cliënten woont zelfstandig en ontvangt begeleiding in hun eigen woning. Ze zijn dan verantwoordelijk voor hun eigen leefomgeving. Het komt erop neer, dat wij hun in het dagelijks leven de noodzakelijke steun in de rug bieden. RIBW ZWWF zorgt daarmee dat zelfstandig wonen behouden blijft voor zo’n 700 burgers van Zaanstreek, Waterland en West-Friesland. De komende periode wil RIBW ZWWF haar ambulante zorg verder ontwikkelen. De overheid en de verzekeraars sturen op vermaatschappelijking van de zorg en op regionale ketenzorg, met partners en begeleiding uit zorg en welzijn. In dat kader kiest RIBW ZWWF ervoor zich de komende jaren meer te richten op begeleiding van cliënten en minder op het langdurig wonen bij RIBW ZWWF. Doelstelling 3 In 2015 woont 95% van de cliënten met ZZP1 en 2 zelfstandig. Daarvoor maken we met gemeenten en lokale woningbouwcoöperaties afspraken over het beschikbaar komen van woningen voor onze cliënten.
92
-15
Informed consent
Beschermd wonen Wie door psychische problemen niet zelfstandig kan wonen, bieden wij onze beschermde woonvorm. Bij ons woont een cliënt individueel of samen met anderen in een huis van RIBW ZWWF. Onze cliënten wonen in groepen van twee tot maximaal zeven bewoners. Zij hebben hun eigen zit/slaapkamer en delen de voorzieningen in huis. RIBW ZWWF heeft 295 plaatsen voor beschermd wonen, verdeeld over tien locaties in de regio en een trainingscentrum voor jongeren.
Door verdere specialisatie zijn wij in staat bepaalde doelgroepen te bedienen en extra financieringsbronnen aan te boren.
70
77 Keuzemogelijkheid
Wonen Bij begeleiding op het gebied van wonen maken we onderscheid tussen beschermd wonen en begeleid zelfstandig wonen/ambulante begeleiding.
86 73
Deskundigheid begeleiders
RIBW ZWWF begeleidt cliënten op een aantal levensgebieden, zoals wonen, werken, leren, dagbesteding en het opbouwen en onderhouden van een sociaal netwerk.
Ook na overheveling van de financiering van AWBZ naar Wmo behouden onze huidige ambulante cliënten hun begeleiding.
54
-27
Bereikbaarheid begeleiders
Wonen, werken, leren en dagbesteding
97 Informatie over cliëntenrechten -46
-23
Informatie over cliëntenrechten
4. ZORGAANBOD
20
0
20
40
60
80
100
% negatieve antwoorden totaal instelling
60
40
20
% positieve antwoorden totaal instelling
0
20
40
60
80
100
% negatieve antwoorden totaal instelling
Werken, leren en dagbesteding Werken, leren en een zinvolle dagbesteding hebben een positieve uitwerking op het gevoel van eigenwaarde. Zulke activiteiten zijn bij uitstek instrumenten die mensen laten meedoen in de maatschappij. Daarom helpt RIBW ZWWF cliënten bij het zoeken naar een passende dagbesteding, of dat nu een baan is, een opleiding, een hobby of vrijwilligerswerk. Zo kan de begeleider zijn cliënt helpen met het leggen van contacten bij scholen en instanties of begeleiden bij het werken. Ook mensen die geen gebruik maken van woonbegeleiding van RIBW ZWWF, kunnen zich aanmelden voor een training, cursus of workshop.
11
De leer-werkvoorzieningen en inloop hebben we ondergebracht in het bedrijfsonderdeel RIBW de Formule. Mensen met bijvoorbeeld schizofrenie, depressiviteit, een persoonlijkheidsstoornis of autisme bieden we werk- en leerplekken in verschillende takken van dienstverlening. Zo hebben wij werk- en stageplekken in grafische vormgeving, inpakwerk, webwinkels en gebruikt lego. Ook is er een houtwerkplaats, een klussendienst en groendienst. De dagbesteding voor ambulante cliënten zit in het pakket dat vanaf 2013 wordt overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo. Daarmee wordt de gemeente de belangrijkste financier van dit deel van ons aanbod. Bestaande en nieuwe partijen in de ‘gemeentelijke wereld’ worden concurrenten in de keten. Voor RIBW ZWWF is het belangrijk zich goed te profileren in deze keten, en in samenwerking met andere partijen een integraal aanbod te doen aan gemeenten en zorgverzekeraars. Dit vereist een naar buiten gerichte servicecultuur op alle niveaus.
Doelstelling 4 Voor cliënten houden we passende dagbesteding, op minimaal het huidige niveau toegankelijk door: • aansluiting te zoeken met werkgevers, gemeenten, aanbieders van dagbesteding, welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties in de regio om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en de cliënt te laten werken naar vermogen. • ons aanbod op dit gebied in de regio te profileren als specialistische zorg;
5. MEDEWERKERS
Handelen naar eigen inzicht met de blik naar buiten Onze organisatie is in enkele jaren gegroeid van honderd naar ruim driehonderd medewerkers. Hun inzet en professionaliteit bepalen voor een groot deel ons succes. Daarom besteden we veel aandacht aan het verder ontwikkelen van een doordacht personeelsbeleid met concrete samenhangende personeelsinstrumenten. Opleiding en training zijn gericht op maximale en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Op grond van individuele resultaten, een digitale gesprekscyclus en loopbaanafspraken brengen de leidinggevenden de talenten en ambities van medewerkers in kaart. Coördinator De komende jaren intensiveren wij onze rol van coördinator in de keten van integrale zorg en begeleiding. Dat vraagt meer dan ooit om medewerkers die zelfstandig kunnen werken, hun werkproces kunnen sturen en aanspreekbaar zijn op de resultaten. Medewerkers moeten hun blik naar buiten kunnen richten en zichtbaar zijn voor andere partners in de wijk. Zij moeten in samenwerking met andere zorgpartijen, welzijnsorganisaties en woningbouwverenigingen de cliënt de kortste weg kunnen wijzen naar herstel. Wij verwachten dan ook van onze medewerkers dat zij permanent werken aan hun eigen professionalisering. Gekoppeld aan de eisen die bepaalde functies stellen, volgen ze interne trainingen en cursussen, zoals de cursus rehabilitatie en herstel, de cursus psychopathologie en de medicatie- en agressietraining. Zelfstandigheid De overheid neemt het standpunt in dat medewerkers in de zorg zo veel mogelijk ruimte moeten krijgen om naar eigen inzicht te handelen. Verplegend en begeleidend personeel ‘staat het dichtst bij de cliënt’ en moet worden gestimuleerd om vanuit hun positie en professionele inzichten eigen kwaliteitsnormen en richtlijnen te ontwikkelen. Om grotere zelfstandigheid en handelen naar eigen inzicht te realiseren, is verdere professionalisering van onze medewerkers noodzakelijk. Daartoe zijn de benodigde competenties beschreven in een competentieprofiel. Flexibile inzet Op het gebied van personeelsbeleid neemt de urgentie van vernieuwende oplossingen steeds verder toe. Er komen minder werknemers en er moet meer zorg worden verleend met beperkte middelen. De productiviteit dient te worden opgevoerd en wordt steeds strakker gedefinieerd. Gezien de verwachte ZZP-wisselingen op locaties nemen we maatregelen om onze medewerkers flexibeler in te kunnen zetten. Medewerkers die op meerdere plekken en verschillende tijden in de organisatie inzetbaar zijn, zorgen ervoor dat wij als organisatie beter in staat zijn in te spelen op externe ontwikkelingen. Doelstelling 5 In 2015 omvat de flexpool van RIBW ZWWF dertig procent van het totale personeelsbestand. Daarnaast is tien procent van het personeelsbestand flexibel inzetbaar.
Onderwijs Als gevolg van de toegenomen zorgvraag zal de vraag naar arbeidskrachten stijgen. De verwachting is dat de arbeidsmarkt voor de zorg in de toekomst met tekorten te maken zal krijgen. Om de toestroom van competente medewerkers vanuit het onderwijs te stimuleren, intensiveren we de contacten met de scholen voor mbo- en hbo-onderwijs. Ook stimuleren wij de scholen het competentieprofiel te laten aansluiten op het competentieprofiel dat zij hanteren voor de opleidingen verpleegkunde, SPW en Social work.
12
Doelstelling 6 In 2015 sluit het onderwijs in onze regio aan op het competentieprofiel van onze medewerkers.
13
6. KETENPARTNERS
7. KWALITEIT & PROFESSIONALITEIT
Speelveld in beweging
Innovatie staat hoog in ons vaandel
RIBW ZWWF heeft geen monopolie in het zorgaanbod. Andere instellingen leveren dezelfde of aansluitende vormen van zorg. Dit geldt ook andersom: wij leveren zorg of kunnen zorg leveren die vanouds door andere aanbieders wordt aangeboden. In toenemende mate ontdekken ook particulieren en ouderinitiatieven de markt van begeleid en beschermd wonen. In de komende beleidsperiode zal de vraag naar integrale, gecombineerde zorg steeds meer toenemen en de samenwerking met ketenpartners intensiveren. Ketenpartners zijn onder meer: • geïntegreerde ggz-instellingen voor de behandeling; • welzijnsorganisaties voor dagbesteding en participatie in de maatschappij; • woningbouwcoöperaties voor wonen; • UWV voor stimuleren van werk.
RIBW ZWWF wil de komende jaren een nieuwe invulling geven aan haar bestaande kwaliteits- en veiligheidsbeleid. Het doel is om een integraal beleid te ontwikkelen waarvan zowel kwaliteits- en veiligheidsaspecten als risicoaspecten deel uitmaken. Wij willen in onze begeleiding de hoogst mogelijke kwaliteit en veiligheid bieden. Zicht op potentiële risico’s is daarbij van belang.
Het sterke punt dat wij – met onze kleinschalige wijkgerichte ondersteuning – kunnen inbrengen, is onze kracht ‘in de buurt’. Een voorbeeld van integrale behandeling en begeleiding van chronische-psychiatrische cliënten die we vanaf 2012 ontwikkelen met onze ggz-behandelpartners zijn de zogenoemde (F)ACT-teams in de wijk. Daarbij worden cliënten die voorheen in instellingen verbleven, behandeld en begeleid in de wijk. Een waardevol onderdeel dat wij als RIBW ZWWF in deze teams inbrengen, is onze gespecialiseerde begeleidingskennis. Een ander voorbeeld van effectieve samenwerking met ketenpartners is de samenwerkingsovereenkomst die RIBW ZWWF voor de komende jaren heeft gesloten met Regiocollege Zaanstreek, woningcorporatie Parteon, gemeente Zaanstad en Straathoekwerk. Binnen deze overeenkomst worden op termijn enkele tientallen woningen beschikbaar gesteld aan jongeren tussen de 18 en 25 jaar. Het gaat om jongeren die een steun in de rug nodig hebben om zelfstandig te kunnen wonen. Krijgen ze die steun niet, dan bestaat grote kans dat ze terechtkomen in het medische circuit en het stigma van psychiatrisch patiënt krijgen opgeplakt. Verschillende markten Ons werk wordt steeds meer bekostigd vanuit verschillende bronnen, waardoor we ons op steeds meer markten zullen bewegen. Bovendien gaat door de wijzigingen in de financiering van de zorg het speelveld voor alle aanbieders drastisch veranderen. De verschillende markten hebben elk hun eigen karakter, met inkopende partijen die allemaal hun eigen eisen stellen. Dit vergt passende marketing, verantwoording en registratie. Om de kosten daarvan te beperken en te voorkomen dat onevenredig veel middelen, bedoeld voor de zorg, weglekken, zullen we de inkoop- en verantwoordingseisen afstemmen met andere zorginkopende partijen.
Doelstelling 7 In 2015 heeft RIBW ZWWF zinvolle samenwerkingsrelaties die een toekomstbestendige RIBWzorg ondersteunen en onze positie in het veld versterken.
We beschikken over drie kwaliteitsmedewerkers die algemeen toetsen op controle van de bedrijfsvoering (ao/ic), het zorgkantoor, het kwaliteitsmanagementsysteem en alle arbo- en bhv-gerelateerde zaken. Verder toetsen we tweejaarlijks de medewerkerstevredenheid en de cliënttevredenheid. Ons begeleidingsaanbod is toenemend gestandaardiseerd in wetenschappelijk onderbouwde of in de praktijk beproefde richtlijnen, methodieken en zorgprogramma’s. Deze passen we flexibel toe, waar nodig aangepast aan de zorgvraag van de individuele cliënt. Voorbeelden hiervan zijn de richtlijn schizofrenie, de standaard voor RIBW-zorg, de rehabilitatiemethode Individuele Plaatsing en Steun (IPS), de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) en de rehabilitatie en herstelmethodiek. We werken voortdurend aan verbetering en verdere ontwikkeling van onze werkwijzen. Zo werken wij aan een onderzoeks- en ontwikkelagenda voor betere onderbouwing van de zorg, gekoppeld aan een beschrijving van een standaard voor RIBW-zorg. Verder gaan we werken met de richtlijn ernstige psychische aandoeningen (EPA). Ervaringsdeskundigheid en herstelwerkers Herstelwerkers en ervaringsdeskundigen doen voorzichtig hun intrede in onze organisatie. Deze ontwikkeling moet de komende periode meer gezicht, inhoud en acceptatie krijgen. We gaan onderzoeken welk percentage medewerkers we kunnen inzetten als herstelwerker en/of ervaringsdeskundige. Daarvoor richten we een Bureau Herstel in, met deskundige herstelwerkers en ervaringsdeskundigen. Dit bureau is in 2015, op het gebied van de cliëntenzorg, een deskundige gesprekspartner van de bestuurder.
Doelstelling 8 In 2015 is ons zorgaanbod afgestemd op wetenschappelijke methodieken en met systematische praktijkevaluatie onderbouwd (evidence based en best practices). ROM Eind 2011 hebben we de Routine outcome measurement (ROM)-methodiek geïntroduceerd. Met ROM meten we de zorgbehoefte, de kwaliteit van leven en het dagelijks functioneren. Dat geeft ons inzicht in onze begeleiding, kunnen we deze evalueren en verbeteren. Het meten gebeurt met behulp van vragenlijsten die de cliënten eenmaal per jaar invullen. De resultaten delen we met instellingen als ggz NHN en Dijk en Duin, waar de meeste van onze cliënten een behandelaar hebben, om te voorkomen dat zij meerdere keren eenzelfde vragenlijst moeten invullen.
Doelstelling 9 In 2015 zijn medewerkers opgeleid en gecertificeerd in het gebruik van de ROM-methodiek. We toetsen 80% van al onze cliënten via deze methodiek en kunnen door middel van ROM concrete kwaliteitsresultaten tonen van ons zorgaanbod.
14
15
Ondersteunende systemen De afgelopen periode stond in het teken van het toekomstbestendig maken van de ICT. Zowel de ICT-beveiliging als de ICT-infrastructuur en de beschikbaarheid van de bedrijfsapplicaties zijn naar een hoger plan getild. In de komende beleidsperiode ligt het accent op de effectieve ondersteuning van het primaire zorgproces. Daarbij passen we de laatste technologische ontwikkelingen toe. We implementeren zorgondersteunende (bedrijfs)applicaties, waarmee we de toegankelijkheid van de zorginformatie op elk platform kunnen garanderen. De applicaties stellen onze zorgprofessionals in staat, met inachtneming van de privacywetgeving, op elk tijdstip en op elke werkplek de cliëntdossiers in te zien en te onderhouden. De komende beleidsperiode richten wij ons op de invoering van digitale begeleiding, waardoor we onze cliënten ook bij grotere fysieke afstand intensief kunnen ondersteunen. Voor veel van deze projecten kunnen we terugvallen op samenwerking binnen de RIBW Alliantie en GGZ NL. De ICT-afdeling blijft verantwoordelijk voor de basisinfrastructuur en zal samenwerken met derden als dat onze dienstverlening kan verbeteren of als daarmee significante kostenbesparingen zijn te behalen. Veiligheid en risicomanagement Veiligheid is een integraal onderdeel van het (kwaliteits)managementsysteem van RIBW ZWWF. Ons veiligheidsbeleid vormt, volgens de landelijke norm, onderdeel van het algehele managementsysteem. Het is erop gericht om veiligheid te verwezenlijken door systematische inventarisatie, vermindering en zo mogelijk eliminatie van risico’s. Veiligheid richt zich op cliënten, medewerkers, bedrijfsvoering en externe contacten. Een onderdeel van het veiligheidsbeleid is de risico-inventarisatie op cliëntniveau. Deze risico-inventarisatie wordt in een continu proces bij elke cliënt uitgevoerd en geregistreerd in het cliëntvolgsysteem. Een ander onderdeel is het veilig elektronisch melden van incidenten. Dit systeem is in 2011 geïmplementeerd voor medewerkers en ontwikkelen we door, zodat binnen de komende beleidsperiode ook cliënten incidenten elektronisch kunnen melden.
Doelstelling 10 In 2015 zijn onze ICT systemen zodanig ingericht, dat we 20% van onze zorg digitaal aanbieden. 80% van de incidentenmeldingen van cliënten gebeurt elektronisch.
8. MARKETING & COMMUNICATIE
Naar een duidelijke positie in de (ggz)keten RIBW ZWWF moet zich onder de veranderende marktomstandigheden richten op het verkrijgen van financiële middelen bij diverse geldverstrekkers, waaronder gemeenten. Daarvoor zullen we onze zichtbaarheid vergroten, met de gemeenten een intensieve dialoog aangaan en hen informeren over onze hoogwaardige diensten, werkmethoden, activiteiten en behaalde resultaten. Een essentieel instrument daarbij is een helder productenboek met product/marktcombinaties en kostenstructuur/tarieven.
Doelstelling 11 In 2015 zijn de gemeenten in onze regio overtuigd van de noodzaak, de professionaliteit en het maatschappelijk effect van ons werk en maken zij optimaal gebruik van onze diensten. Samenwerking met zorgverleners en welzijns- en vrijwilligersinstanties wordt steeds belangrijker. Gezamenlijk kunnen we diensten aanbieden die resulteren in een hoog participatieniveau, betekenisvolle sociale contacten en zinvolle activiteiten voor de cliënt. RIBW ZWWF gaat de contacten met gemeenten en samenwerkingspartners beheren met een geautomatiseerd centraal relatiebeheersysteem (CRM). Lopende activiteiten, gemaakte afspraken en resultaten worden hierin vastgelegd en gemonitord. Social media Cliënten selecteren steeds meer zelf hun zorgaanbieder. Daardoor moeten wij ons bij deze groep, hun naasten en de verwijzers stevig neerzetten als professionele organisatie die zich duidelijk onderscheidt van de concurrentie. Met gerichte marketing-communicatieactiviteiten positioneren we RIBW ZWWF als dé expert op het gebied van kleinschalig wonen, ambulante zorg en werken, leren en dagbesteding. Daarbij zetten we in op het gebruik van social media. Met een proactief social mediabeleid vergroten we onze online aanwezigheid en willen we online de positie verwerven van expert. Zoals binnen de gehele zorgsector het geval is, staat het gebruik van social media binnen deze organisatie nog in de kinderschoenen. De komende beleidsperiode zal online communicatie de pioniersfase ontstijgen. Met het gebruik van social media vervaagt de scheiding tussen in- en externe communicatie, de medewerkers bevinden zich immers eveneens op deze media. Als ambassadeurs van de stichting zijn het vooral de medewerkers die de visie uitdragen en bijdragen aan het realiseren van de gewenste positionering. Medewerkers worden structureel betrokken bij beleidsontwikkelingen, om draagvlak te creëren en betrokkenheid bij de organisatie te vergroten. Doelstelling 12 In 2015 toont evaluatieonderzoek bij klanten, partners en financiers aan dat de RIBW ZWWF een duidelijke positie heeft in de (ggz)keten van behandeling, begeleiding en ondersteuning. Onze organisatie staat bekend als dé expert op het gebied van kleinschalig wonen, ambulante zorg, werken, leren en dagbesteding.
16
17
9. FINANCIERING
BIJLAGE 1
Op zoek naar aanvullende financieringsbronnen
Zorgzwaartepakket (ZZP)
RIBW ZWWF heeft een gezonde bedrijfsvoering met voldoende liquiditeit en solvabiliteit op basis van een evenwichtige organisatie. De komende jaren moeten we naar verwachting meer zorg verlenen met minder middelen. Op grond hiervan maken we duidelijke keuzes in de zorg en begeleiding die wij willen bieden en in de middelen die we gebruiken voor ondersteuning van het primaire proces.
Iedere cliënt die bij een woonvorm van RIBW ZWWF gaat wonen, heeft een indicatie nodig. Deze indicatie, het Zorgzwaartepakket (ZZP), geeft aan voor welke zorg en ondersteuning de cliënt in aanmerking komt.
Om de moeilijk te voorziene effecten van al de genoemde overheidsbezuinigingen te kunnen opvangen, zullen wij de komende periode onze kosten reduceren en nieuwe inkomstenbronnen aanboren. Bij de bekostiging van de locaties zullen we wel ruimte in de begroting moeten houden om de fluctuaties in zorgbehoefte op te kunnen vangen, chronisch-psychiatrische cliënten kunnen na een periode van opleving plotseling voor korte of lange tijd terugvallen. Dat vereist flexibele inzet van extra zorg. In 2012 brengen we de overhead terug van 25% (2011) naar 22% van ons jaarbudget. In 2015 moet dat percentage zijn gedaald naar 18%. Tegelijk met het terugdringen van de kosten brengen we de productiviteit omhoog van 65% naar 80%. Het veranderende concurrentieveld maakt het meer dan ooit noodzakelijk dat we op lokaal niveau nauwe banden met onze financiers en opdrachtgevers onderhouden. Met een helder productenaanbod, waar mogelijk in samenwerking met ketenpartners, zullen we gemeenten en zorgverzekeraars ervan overtuigen dat wij de beste oplossing bieden voor hun zorg- en compensatieplicht. Naast de reguliere financiers gaan we op zoek naar aanvullende financieringsbronnen. Ondanks de verwachte krimpende budgetten zullen we ook in de komende jaren investeren in innovatie en scholing. Dat doen we vanuit de overtuiging dat deze factoren belangrijke voorwaarden zijn om goede zorg en begeleiding aan onze cliënten te kunnen blijven leveren, nu en in de toekomst.
De pakketten in de geestelijke gezondheidszorg variëren van ZZP 1 tot en met ZZP 6. Ook is sprake van een B- of C-variant. De B-variant is bestemd voor mensen die langer dan een jaar voor behandeling in een ggz-instelling verblijven. De RIBW ZWWF biedt de C-variant van ZZP 1 tot en met ZZP 6. Dit betekent begeleiding bij het kleinschalig- of beschermd wonen, zonder behandeling. Daar waar behandeling gewenst of noodzakelijk is, wordt dit geboden door een psychiater van de ggz-centra in de omgeving. Er is één uitzon
Overzicht van zorgzwaartepakketten ZZP 1C, beschermd wonen met begeleiding Indicatie voor cliënten met een licht psychiatrisch probleem die niet zelfstandig kunnen wonen. Ze hebben een veilige, beschermende woonomgeving nodig en krijgen elke dag begeleiding. Bij oproep is direct de hulp van een begeleider beschikbaar. ZZP 2C, gestructureerd beschermd wonen met uitgebreide begeleiding Indicatie voor cliënten met een psychiatrisch probleem die niet zelfstandig kunnen wonen. Ze hebben een beschermende woonomgeving nodig die structuur, stabiliteit en veiligheid biedt. Cliënten krijgen elke dag uitgebreide begeleiding. Er is altijd een begeleider dichtbij, die helpt in geval van problemen of vragen. ZZP 3C, beschermd wonen met intensieve begeleiding Indicatie voor cliënten met een psychiatrisch probleem die niet zelfstandig kunnen wonen. Ze hebben een rustige en beschermende woonomgeving nodig die structuur, stabiliteit en veiligheid biedt. Cliënten krijgen elke dag intensieve begeleiding. Er is altijd een begeleider dichtbij, die helpt in geval van problemen of vragen. ZZP 4C, gestructureerd beschermd wonen met intensieve begeleiding en verzorging Indicatie voor cliënten met complexe psychiatrische problemen en lichamelijke problemen, eventueel in combinatie met een verslaving of een verstandelijke of lichamelijke handicap. Ze hebben daarom tijdelijk of voor lange tijd een veilige woonomgeving nodig die bescherming en structuur geeft. Cliënten krijgen elke dag intensieve begeleiding. Er is altijd een begeleider dichtbij, die helpt in geval van problemen of vragen. ZZP 5C, beschermd wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering Indicatie voor cliënten met ernstige psychiatrische problemen en mogelijk ook lichamelijke problemen, een verslaving of een verstandelijke of lichamelijke handicap. Deze cliënten hebben een veilige leefomgeving nodig die bescherming en structuur geeft. Door de psychiatrische problemen is vaak sprake van ruzie met mensen in de omgeving. Dat maakt intensieve begeleiding nodig om een stabiel leven te kunnen leiden. Er is altijd een hulpverlener dichtbij die kan helpen.
18
ZZP 6C, beschermd wonen met intensieve begeleiding,verpleging en verzorging Indicatie voor cliënten met ernstige psychiatrische aandoening en lichamelijke handicap. Deze cliënten hebben een aangepaste veilige woonomgeving nodig met structuur, bescherming, intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging. Gedurende de dag is sprake van intensieve begeleiding, verpleging en verzorging. De begeleiding is altijd dichtbij.
19
BIJLAGE 2
Overzicht doelstellingen Doelstelling 1 In 2015 vormt herstelondersteunende zorg de kern van het ondersteuningsaanbod van RIBW ZWWF. Doelstelling 2 Voor cliënten met een ZZP indicatie 3 en hoger, die dit nodig hebben, blijven woningen beschikbaar of worden nieuwe vormen van beschermd wonen ontwikkeld. Doelstelling 3 In 2015 woont 95% van de cliënten met ZZP1 en 2 zelfstandig. Daarvoor maken we met gemeenten en lokale woningbouwcoöperaties afspraken over het beschikbaar komen van woningen voor onze cliënten. Ook na overheveling van de financiering van AWBZ naar Wmo behouden onze huidige ambulante cliënten hun begeleiding. Door verdere specialisatie zijn wij in staat bepaalde doelgroepen te bedienen en extra financieringsbronnen aan te boren. Doelstelling 4 Voor cliënten houden we passende dagbesteding op minimaal het huidige niveau toegankelijk door: • aansluiting te zoeken met werkgevers, gemeenten, aanbieders van dagbesteding, welzijnswerk en vrijwilligersorganisaties in de regio om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en de cliënt te laten werken naar vermogen. • ons aanbod op dit gebied in de regio te profileren als specialistische zorg;
Doelstelling 8 In 2015 is ons zorgaanbod afgestemd op wetenschappelijke methodieken en met systematische praktijkevaluatie onderbouwd (evidence based en best practices). Doelstelling 9 In 2015 zijn medewerkers opgeleid en gecertificeerd in het gebruik van de ROM-methodiek. We toetsen 80% van al onze cliënten via deze methodiek en kunnen door middel van ROM concrete kwaliteitsresultaten tonen van ons zorgaanbod. Doelstelling 10 In 2015 zijn onze ICT systemen zodanig ingericht, dat we 20% van onze zorg digitaal aanbieden. 80% van de incidentenmeldingen van cliënten gebeurt elektronisch. Doelstelling 11 In 2015 zijn de gemeenten in onze regio overtuigd van de noodzaak, de professionaliteit en het maatschappelijk effect van ons werk en maken zij optimaal gebruik van onze diensten. Doelstelling 12 In 2015 toont evaluatieonderzoek bij klanten, partners en financiers aan dat de RIBW ZWWF een duidelijke positie heeft in de (ggz)keten van behandeling, begeleiding en ondersteuning. Onze organisatie staat bekend als dé expert op het gebied van kleinschalig wonen, ambulante zorg, werken, leren en dagbesteding.
Doelstelling 5 In 2015 omvat de flexpool van RIBW ZWWF dertig procent van het totale personeelsbestand. Daarnaast is tien procent van het personeelsbestand flexibel inzetbaar. Doelstelling 6 In 2015 sluit het onderwijs in onze regio aan op het competentieprofiel van onze medewerkers. Doelstelling 7 In 2015 heeft RIBW ZWWF zinvolle samenwerkingsrelaties die een toekomstbestendige RIBW-zorg ondersteunen en onze positie in het veld versterken.
20
21
22
23
November 2012
Stichting Regionale Instelling voor Beschermd Wonen Zaanstreek, Waterland en West-Friesland Slenkstraat 201-4, 1441 MN Purmerend Tel: 0800 - 33 88 33 88
[email protected] www.ribwzwwf.nl