OOG VOOR ELKAAR – VORMT EN VERBINDT ELKAAR Bruggen bouwen tussen armoedebestrijding, welzijn en geestelijke gezondheidszorg
2014-2016 Auteur projectrapport: Dr. Carmen Mathijssen (Cera cvba).
Project gesteund door Vlaamse Overheid en Cera
1
Colofon Auteur: Dr. Carmen Mathijssen (Cera) Foto’s: Koen Joly (KEIK) Deze foto’s werden gemaakt tijdens coaching sessies van de lokale projecten en gezamenlijke momenten waarop de lokale projecten met elkaar uitwisselden. Publicatiedatum: maart 2016 Met dank aan de lokale praktijken die het kloppend hart waren van dit project: Het ging in alfabetische volgorde om: BMLIK Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen Oostende, CAD Limburg, CAW Brussel, CAW Hallle-Vilvoorde, CAW Limburg, CAW Noord-WestVlaanderen, CAW Oost-Vlaanderen, CGG Ahasverus, CGG Brussel, CGG LITP, CGG Noord-WestVlaanderen, CGG PassAnt, CGG Prisma, CGG Waas & Dender, Ons Centrum, Pigment vzw, RIMO Limburg, RISO Vlaams-Brabant, SOMA, Vzw Vrienden van het Huizeke, (W)arm-kracht vzw, Welzijnsschakel De Springplank.
Verderop in dit rapport vindt u een korte beschrijving van elk van deze organisaties.
Met dank aan de leden van de stuurgroep: Het gaat in alfabetische volgorde om Griet Briels van Netwerk Tegen Armoede, Anita Cautaers van SOM, Jozef Corveleyn van KU Leuven, Tom D’Olieslager van Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Overheid, Grieke Forceville Raadgever Geestelijke Gezondheid kabinet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Koen Joly van KEIK, Carmen Mathijssen van Cera, Annemie Minsaer van Porticus, Ann Moens van Zorgnet-Icuro, Tineke Oosterlinck van Agentschap Zorg en Gezondheid, Like Van Damme van FDGG, Lieven Vandeputte van Cera, Frederic Vanhauwaert van Netwerk Tegen Armoede, en Nele Roelandt van Agentschap Zorg en Gezondheid. Met dank aan Stéphanie De Smet voor feedback op een kladversie van dit document. Dit rapport verschijnt enkel in een elektronische versie, gratis te downloaden onder meer via www.cera.be en www.netwerktegenarmoede.be
2
‘Oog voor elkaar, verbindt elkaar’ Inhoudstafel -
Inleiding - 4
-
A. Projectbeschrijving - 5
-
B. Vanuit welke noden en behoeften vertrekt ‘Oog voor elkaar’? - 6
-
C. Hoe kwam dit project tot stand? – 7 o
Adviesgroep 24 april 2014 – 7
o
Startdag 21 november 2014 - 9
-
D. Wie stapt er mee in dit project? - 12
-
E. Fasen v.d. waarderende benadering – 20 o
1. Ontdekken - 21
o
2. Dromen - 24
o
3. Ontwerpen - 31
o -
Dromen uitwisselen - 27
Vorming leefwereld mensen in armoede - 41
4. Realiseren - 45
F. Inspiratiedag - 50 o
Keynote speaker Prof. Dr. Jozef Corveleyn - 52
o
Workshops door de zes lokale trio’s - 56
o
Geformuleerde adviezen door de lokale trio’s - 61
-
G. Waar wilden we bij het begin van dit project trots op zijn? - 62
-
H. Kritische nabeschouwing ‘waarderende benadering’ - 63
-
I. Kritische nabeschouwing ‘onderzoek’ -64
3
Inleiding In dit rapport kan u lezen hoe zes lokale trio’s samen aan de slag gingen. Elk trio bestaat minstens uit een Centrum Geestelijke Gezondheidzorg, een Centrum Algemeen Welzijnswerk en een lokale vereniging waar armen het woord nemen. Deze trio’s komen uit Brussel, Halle-Vilvoorde, Leopoldsburg, Maasmechelen, Oostende en Sint-Niklaas. Samen bouwden ze bruggen tussen nulde, eerste en tweedelijn. Dat deden ze om de toegankelijkheid van welzijnswerk en geestelijke gezondheidszorg te verbeteren voor mensen in armoede. De gebruikte waarderende benadering vertrekt van positieve ervaringen (en dus niet van knelpunten, tekorten, drempels…). Dit project ‘Oog voor elkaar, verbindt elkaar’ wordt in alfabetische volgorde gesteund door Cera, Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg, KEIK – Mensen in beweging, Netwerk Tegen Armoede, SOM de federatie van sociale ondernemingen, Vlaamse overheid, en Zorgnet Vlaanderen. Hopelijk kan dit rapport u dankzij deze trio’s inspireren om ook zelf aan de slag te gaan!
4
A. Projectbeschrijving Dit project heeft de roepnaam ‘Oog voor elkaar’. Voluit klinkt dat ‘Oog voor elkaar – vormt en verbindt elkaar’. U herkent misschien de naam van een recent afgelopen project onder de naam ‘Oog voor elkaar – ook met elkaar’. We moesten dus alvast niet van nul beginnen! Er is nood aan ontmoeting en vorming tussen nulde, eerste en tweedelijn. Doordat mensen uit armoedeverenigingen, CAW’s (Centra Algemeen Welzijnswerk) en CGG’s (Centra Geestelijke Gezondheidszorg) elkaar en elkaars aanbod beter leren kennen, bouwen we aan betere toegankelijkheid voor mensen in armoede naar welzijnswerk en geestelijke gezondheidszorg. Via een waarderende benadering kijken we oplossingsgericht vooruit naar wat er beter kan. We vertrekken niet van knelpunten, tekorten, drempels… maar wel vanuit positieve ervaringen. Wat is er nodig om van uitzonderlijk goede ervaringen de nieuwe standaard te maken? Zo vermindert het risico op wantrouwen, verwijtende en defensieve houdingen. Samen maken we zo een ontwerp voor de toekomst. Er is kans om elkaar op een positieve manier te leren kennen als medestanders. We bouwen bruggen tussen verenigingen waar armen het woord nemen, CAW’s en CGG’s. Het project heeft als doel brugfiguren te vormen die binnen hun organisatie instaan voor het bevorderen van welzijn en geestelijke gezondheid bij mensen in armoede. Zij kunnen vragen van collega’s beantwoorden, doorverwijzen, een genuanceerd beeld verspreiden… Daartoe stellen we lokaal trio’s samen, die bestaan uit minstens de volgende organisaties: een vereniging waar armen het woord nemen, een CAW en een CGG. Kortom, we willen de nulde, eerste en tweede lijn samenbrengen zodat ze elkaar beter leren kennen. Het is nodig om elkaar en elkaars aanbod op een positieve manier te leren kennen. Even belangrijk is bouwen aan begrip voor elkaars leef- en werkwereld.
5
B. Vanuit welke noden en behoeften vertrekt ‘Oog voor elkaar’? Diverse noden en behoeften waren drijvende krachten achter dit project:
Ter illustratie enkele cijfers rond de dubbel-kwetsbare groep van mensen in armoede met psychische gezondheidsproblemen, die in dit project de indirecte doelgroep is: ‘Er is een duidelijk verband tussen psychische problemen en de socio-economische status: 72% van de personen die een beroep doen op een OCMW of CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) ervaren een toestand van psychisch onwelbevinden. 58% van hen kent een milde depressiviteit. 36% ondernam reeds een poging tot zelfdoding, en 20% doet beroep op de Geestelijke Gezondheidszorg. Dit zijn veel hogere cijfers dan bij personen die geen beroep doen op sociale ondersteuning’. (www.geestelijkgezondvlaanderen.be). Onderbehandeling is het gevolg van een cascade van barrières. Slechts een op drie zoekt professionele hulp. Wanneer deze hulp uiteindelijk gezocht wordt door personen in armoede, dan is het van uiterst noodzakelijk belang dat de personen bij wie ze terecht komen over de juiste inzichten beschikken om zo de kloof tussen geestelijke gezondheidszorg en mensen in armoede te verkleinen.
Mensen met geestelijke gezondheidsproblemen zijn kwetsbaar. Mensen in armoede zijn kwetsbaar. Mensen in armoede mét geestelijke gezondheidsproblemen zijn op die manier dubbel-kwetsbaar. Deze groep valt al te vaak door of tussen de mazen van het net. Binnen de 4 pilootprojecten zien we hier (bescheiden) verbetering. Binnen CGG, CAW en armoedeverenigingen groeit begrip en inzicht in de leefwereld van deze dubbel-kwetsbare groep. In dit vervolgproject richten we ons niet tot de dubbel-kwetsbare doelgroep zelf.
Medewerkers van CGG, CAW en armoedeverenigingen kennen elkaar niet of toch zeker niet voldoende. Ze weten niet welk aanbod de anderen hebben, wat hun sterkten zijn, hoe naar elkaar door te verwijzen… Elkaar en elkaars aanbod beter leren kennen, was een grote meerwaarde binnen de vier pilootprojecten van het vorige project ‘Oog voor elkaar, ook met elkaar’. Vier lokale pilootprojecten volstaan echter niet. Kruisbestuiving tussen de drie actoren (nulde, eerste en tweede lijn) blijft nodig. Er is meer begrip nodig voor elkaars leefwereld – de beeldvorming over elkaar moet genuanceerd worden.
Nood bij CAW’s en CGG’s naar meer kennis over armoede en de leefwereld van mensen in armoede. Hier heeft Armoede-In-Zicht (Netwerk tegen armoede en Welzijnszorg) ervaring in.
6
C. Hoe kwam dit project tot stand? Vooraleer dit project écht startte, was er een adviesgroep en een startdag. Beiden worden hieronder kort beschreven. Zo bent u helemaal op de hoogte van onze voorgeschiedenis. ADVIESGROEP 24 APRIL 2014 Op 24 april 2014 kwamen de betrokkenen uit dat vorig project samen in een adviesgroep voor open dialoog over een mogelijk vervolgproject. Is het zinvol, haalbaar en wenselijk? We dachten na wat we al leerden uit het vorige project ‘Oog voor elkaar – ook met elkaar’. Daar werkten vier lokale experimentele pilootprojecten rond toegankelijkheid van mensen in armoede in geestelijke gezondheidszorg. Wat leerden we? -
-
-
Samenwerking tussen 0de, 1ste en 2de lijn is belangrijk. De inzet van een psycholoog op een laagdrempelige plaats, bekend voor mensen in armoede, heeft een grote meerwaarde! Mensen in armoede bereiken, kan lukken in een omgeving die voor hen al vertrouwd is, zoals bijvoorbeeld in een sociaal restaurant. Zo ook de inzet van de eerstelijnspsycholoog in het wijkgezondheidscentrum. Eerstelijnspsychologen werken aan inclusie voor iedereen – en dat werkt zeker ook voor mensen in armoede. De doelgroepen van een eerstelijnspsycholoog zijn breder dan alleen mensen in armoede. Outreach werkt! Groepswerk Dat werkt! Indien het vertrekt vanuit de noden van mensen in armoede én indien het samen met mensen in armoede wordt vormgegeven. Bijvoorbeeld om thema bespreekbaar te maken, stigma te doorbreken, meer begrip voor elkaar… Dus niet alleen individuele therapie (expertise CGG’s), maar ook groepswerk (expertise armoedeverenigingen). Het loslaten van vaste modules en een vooraf vastgelegd aanbod of traject werkt. Soms hebben mensen in armoede eerder nood aan een luisterend oor dan aan gespecialiseerde hulp. Beeldvorming van elkaar moet genuanceerder. Meer begrip nodig voor elkaars leefwereld, en taboedoorbrekend werken blijven nodig. Ervaringsdeskundigheid van mensen in armoede werkt! Ervaringsdeskundigen spelen een belangrijke rol in het vervolgproject. Zij weten ook mensen in armoede te bereiken die nog nooit tot bij de hulpverlening geraakten, maar die wel degelijk nood eraan hebben.
En ook nog: -
Gezinsrelaties en de relatie tussen (groot)ouders en kinderen blijken centraal te staan (eerder dan behoeften van een individu). De spanning tussen presentie en interventie inspireert en helpt om eenzijdige posities in vraag te stellen. Het belang van het ‘luisterende oor’ én het belang van ‘niet bij de pakken blijven te zitten en stappen te ondernemen’ gaan hand-in-hand. Voor inspiratie rond presentie verwijzen we onder meer naar Andries Baert, maar ook naar het nieuwste boek van Reach Out 1. Ter herinnering een korte beschrijving van dat vorige project: Samen met de Vlaamse overheid ondersteunde Cera tussen mei 2012 en mei 2014 vier lokale samenwerkingsinitiatieven binnen het project ‘Oog voor elkaar, ook met elkaar’. In elk lokaal project zijn een Vereniging waar armen het woord nemen (nuldelijn), een CAW - Centrum Algemeen Welzijnswerk (eerste lijn) en een CGG - Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (tweede lijn) overtuigd van de meerwaarde van betere lokale samenwerking rond geestelijke gezondheid en armoedebestrijding. Kortom, er werd gewerkt aan beeldvorming en toegankelijkheid tot geestelijke gezondheidszorg voor mensen in armoede. Dit project zette op vier locaties heel wat in gang rond de toeleiding van mensen in armoede naar het CGG. Op 27 maart 2014 werd na twee jaar werking een afsluitende studiedag georganiseerd. Overkoepelende beleidsaanbevelingen werden voorgesteld aan de sector, het beleid en het grote publiek. Deze werden gebundeld in een onderzoeksrapport, geschreven door het Netwerk tegen Armoede onder het toeziend oog van Prof. Dr. Jozef Corveleyn. Daarenboven stelde elk initiatief ook apart een draaiboek op met hierin de individuele leerervaringen. Deze publicaties werden ruim
1
Beelen, S., De Maeyer J., Dewaele, C., Grymonprez, H., & Mathijssen, C. (2014). Reach Out! Praktijkboek voor Outreachend Werken. Leuven: LannooCampus.
7
verspreid aan zowel de armoedesector als de sector geestelijke gezondheid. De draaiboeken van dat vorig project vindt u hier: http://www.netwerktegenarmoede.be/onze-mening/gezondheid/geestelijke-gezondheid De leerervaringen van het vorige project ‘Oog voor elkaar, ook met elkaar’ vormen de kiemen van het nieuwe project. Het gaat onder meer om inspirerende inzichten omtrent eerstelijnspsycholoog, outreach, groepswerk, gezinsrelaties als invalshoek, en de spanning tussen presentie en interventie. Op basis van de input uit adviesgroep kwam op 8 oktober 2014 een kleinere stuurgroep samen. Zij kwamen samen al snel tot een nieuw voorstel met als speerpunten: -
-
-
Waarderende benadering met als fasen: ontdekken, dromen, ontwerpen, realiseren; Hierbij zijn concrete resultaten belangrijk. Mensen in tijdsnood kan je moeilijk motiveren voor een praatbarak, maar wél voor concrete resultaten; In trio’s van nulde, eerste en tweede lijn bouwen aan brugfiguren oftewel ambassadeurs; De lokale verenigingen waar armen het woord nemen worden extra ondersteund door het Netwerk Tegen Armoede. Het project moet gedragen worden door mensen die een mandaat hebben binnen hun eigen organisatie. Dus liefst niet slechts 1 witte raaf. We moeten mensen ook sterk maken om impact te hebben binnen hun eigen organisatie en hen hiervoor instrumenten aanreiken; Een belangrijke vraag betreft de duurzaamheid van het project. Wat na het project? Het mag niet (opnieuw) een druppel op een hete plaat zijn. Na het project is er nood aan meer structurele middelen. Het project moet een ‘breekijzer’ zijn om meer structurele middelen los te breken. Zonder meer structurele middelen wordt het probleem niet opgelost. Louter de waarderende aanpak heeft een beperkt effect. Het besef moet gekweekt worden bij beleidsmakers dat er in deze sector meer middelen nodig zijn. Onder meer om mensen op de eerste lijn in te zetten. Zo is dit project een volgende stap in een (nog niet afgerond) bewustmakingsproces; Dit project kan een buitengewone kans bieden aan het lokale CAW en CGG. Dit project sluit immers naadloos aan bij de door hun gebruikte indicatoren. Dit project past binnen hun basisopdracht. Er zijn geen extra loonkosten voorzien voor de CAW’s en CGG’s aangezien het bereiken van mensen in armoede tot hun basisopdracht behoort. We bieden wel extra ondersteuning en coaching om die basisopdracht waar te maken.
Wie zit er eigenlijk in die stuurgroep? Het gaat in alfabetische volgorde om Griet Briels van Netwerk Tegen Armoede, Anita Cautaers van SOM, Jozef Corveleyn van KU Leuven, Tom D’Olieslager van Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Overheid, Grieke Forceville Raadgever Geestelijke Gezondheid kabinet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse Overheid, Koen Joly van KEIK, Carmen Mathijssen van Cera, Annemie Minsaer van Porticus, Ann Moens van Zorgnet-Icuro, Tineke Oosterlinck van Agentschap Zorg en Gezondheid, Like Van Damme van FDGG, Lieven Vandeputte van Cera, Frederic Vanhauwaert van Netwerk Tegen Armoede, en Nele Roelandt van Agentschap Zorg en Gezondheid.
8
STARTDAG 21 NOVEMBER 2014 We organiseerden een startdag voor alle nulde, eerste en tweedelijnsorganisaties die interesse hadden om mee in het project te stappen. Daar konden ze elkaar en de projectaanpak leren kennen (timing, inhoud, werkwijze, coaching…). We willen knopen doorhakken over wie er mee wil stappen in het nieuwe project ‘Oog voor elkaar’. Op het einde van de dag kunnen die lokale organisaties formeel beslissen of ze al dan niet meedoen. De adviesgroep vond immers dat er nood was aan een soort voortraject voor praktijkorganisaties die nog twijfelden. We begrijpen dat er meerdere redenen kunnen zijn om te twijfelen: schrik van het onbekende, koudwatervrees, afwachten hoe enthousiast de anderen zijn, afwachten hoeveel tijd het kost – want ze voelen zich al overbevraagd… Er is nood aan heldere instructies voor de hulpverleners én voor hun management. Dit moet gebeuren tijdens een voortraject:
Het management en directies moeten méé zijn. Het project moet ook door hen gedragen worden. We willen duidelijk maken dat ze mandaat krijgen, dat ze vrijheid krijgen om in dit project mee te stappen. Maar het is niet vrijblijvend. Het is een legitieme opdracht, passend binnen de indicatoren. Er zijn géén loonkosten voorzien voor de trio’s (Loonkosten enkel voor actor die vorming en procesfacilitatie doet). Er zijn geen extra financiële middelen voor CGG’s en CAW’s om mensen in armoede te bereiken, aangezien dit bij hun basisopdracht hoort. Ze krijgen wel ondersteuning/vorming/procesfacilitatie om die basisopdracht waar te maken. De directie/management van CGG’s moeten overtuigd worden dat ze gerust kunnen zijn over hun cijfers. Bijvoorbeeld door duidelijk te maken hoe een ‘lunch in een sociaal restaurant door een hulpverlener’ kan geregistreerd worden. Hoe wordt ‘outreach’ geregistreerd? Hierrond is duidelijkheid nodig. Momenteel leeft de indruk dat ‘outreach’ ondergewaardeerd wordt bij het afrekenen op indicatoren. Hoe wordt ‘aanwezig zijn’ geregistreerd? Outreach heeft nood aan meer zichtbaarheid en waardering in de registratie-instrumenten. Wanneer mensen tijdens het koffie drinken hun verhaal doen, dan kan ‘samen koffiedrinken’ gezien worden als behandel-tijd? Vertrouwen opbouwen is nodig. Het is nodig om directies en management te overtuigen en gerust te stellen dat het écht mag om mee te doen in het project, dat er geen negatieve implicaties zijn op (één van) de indicatoren. Managers en directies moeten mee gevormd worden. We moeten hier duidelijke instructies geven. Cijferfetisjisme willen we vermijden! Er is hier nood aan een ommekeer in denken. We willen zeker ook mensen in armoede betrekken in het voortraject. We moeten ons afvragen: Wat is er nodig vanuit het perspectief van mensen in armoede?
Wat stond op het programma van de startdag?
-
-
-
10.00u-10.10u: Welkom door Peter Casteur, adjunct-kabinetschef, kabinet van Jo Vandeurzen, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 10.10u-10.40u: Kennismakingsoefening ‘Wat maakt je uniek in deze groep?’ 10.40u-11.10u: Inspirerend voorbeeld van vorig project door Geert Desmet en Rik Lipkens (SOMA Maasmechelen) 11.10u-11.40u: Voorstelling van het project en van de waarderende benadering door tandem Koen Joly (KEIK) en Carmen Mathijssen (Cera) Doel: Waar willen we binnen een jaar trots op zijn? Uitgangspunten: Elk trio eigen tempo, coaching vanuit waarderende benadering, verschil maken, duurzaamheid Timing: Overlopen verschillende fases 11.40u-12.20u: Kennismaking binnen de trio’s o Wat roept dit verhaal bij je op? Waar krijg je goesting van? o Welke focus willen jullie graag zien? o Waar gaan jullie over een jaar blij van worden? 12.20u-12.50u: Engagement: Wie stapt mee in het project? 12.45u-13.00u: Concrete planning: Data afspreken voor (eerste) bijeenkomsten 13.00u-14.00u: Lunch met broodjes en soep
9
Tijdens de stuurgroep van 3 december 2014 werd deze startdag geëvalueerd. We somden enkele sterktes en zwaktes op, die u hieronder kort terugvindt: Sterktes van de startdag: -
-
De ontmoeting werd bijzonder positief gewaardeerd. Ontmoeting als katalysator van het project. Het startmoment was noodzakelijk om info te krijgen over project. En ook om elkaar al eens te ontmoeten. Als ze dat elk lokaal zelf hadden moeten organiseren, zou het stukken moeilijker verlopen? Per regio ging men meteen aan de slag. Er is ook al veel gebeurd. We beginnen niet van nul. Verhaal uit SOMA Maasmechelen van het vorige project was bijzonder inspirerend en enthousiasmerend. Ter illustratie vindt u in deze kader een paar uittreksels van het draaiboek dat SOMA Maasmechelen schreef op basis van het vorige project ‘Oog voor elkaar, ook met elkaar’
Zwaktes van de startdag: -
-
-
We zijn er te weinig in geslaagd de kritische mensen te overtuigen dat het traject ook op hun tempo is. We passen de timing van het project aan op basis van hun terechte opmerkingen. We kregen terechte kritiek over te strakke timing en te hoog tempo. De weerstand leek te gaan over ‘extra werk’ en ‘al overbevraagd door vele, andere prioriteiten’. De perceptie leeft bij sommige CGG’s dat ze steeds meer prioritaire doelgroepen hebben, en dat die vaak een ‘voorrangsbeleid’ lijken te verwachten. CGG’s willen een ‘toegankelijkheidsbeleid’ ontwikkelen, maar stellen vragen bij ‘voorrangsbeleid’. Het gaat om een perceptie. Uiteraard verwachten al die doelgroepen niet allemaal een voorrangsbeleid. We kregen ook kritiek dat het proces al helemaal vastligt qua structuur. De waarderende benadering bestaat inderdaad uit vier fasen die in een vaste volgorde op elkaar volgen. Er zijn inderdaad ook een paar momenten die al vastliggen waarop de deelnemende trio’s elkaar ontmoeten. Voor de rest ligt er niets vast en is er ruimte voor véél creativiteit en maatwerk. 10
-
Sommige CGG’s vinden dat er te veel tijd nodig is voor dit project, en sommigen vinden dat het niet patiëntgebonden zou zijn. In vergelijking met het vorige project wordt gesuggereerd dat de CAW’s deze keer een grotere rol moeten spelen, want dat werd vorige keer ervaren als te beperkt.
Dus: Wat doen we met deze feedback? We sturen de format en de timing bij! We maken er een modulair traject van. Daarbij kan ieder op maat de modules kiezen die relevant zijn. De rode draad blijft de aangeboden coaching door Koen van KEIK via de waarderende benadering. De coaching is een waardevolle hulplijn die we aanbieden, maar het is uiteraard niet verplicht om van die hulplijn gebruik te maken.
11
D. Wie stapt er mee in dit project? In -
alfabetische volgorde: Brussel: CGG Brussel, CAW Brussel, Vrienden van het Huizeke, Pigment Halle-Vilvoorde: CGG Ahasverus, CGG PassAnt, CAW Halle-Vilvoorde, (W)arm-kracht, RISO Leopoldsburg: DAGG Lommel, CGG LITP, CAW Limburg, Ons Centrum Maasmechelen: CGG LITP, CAD Limburg, CAW Limburg, SOMA Oostende: CGG Noord-West-Vlaanderen, CGG Prisma, CAW Noord-West-Vlaanderen, BMLIK Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen Oostende - Sint-Niklaas: CGG Waas & Dender, CAW Oost-Vlaanderen, Welzijnsschakel De Springplank Hieronder vindt u een korte beschrijving van elke betrokken organisatie. Deze beschrijvingen zijn gebaseerd op hoe ze zichzelf voorstellen op hun respectievelijke websites. Doorheen het vervolg van dit rapport leert u elk van hen nog beter kennen.
BRUSSEL CGG Brussel is een Centrum voor Geestelijke Gezondheidzorg en bestaat uit 6 deelwerkingen verspreid over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Elke deelwerking beschikt over een multidisciplinair team samengesteld uit psychiaters, psychologen en maatschappelijk werkers. Kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen kunnen er terecht voor een uitgebreide waaier aan hulpvragen en/of problemen. Hun behandelingsaanbod bestaat uit gespecialiseerde zorg op maat: individuele psychotherapie, relatietherapie, gezinstherapie, groepstherapie, medicamenteuze behandeling, speltherapie, sociale begeleiding, huisbezoeken… Voor bepaalde problematieken en doelgroepen hebben ze een extra aanbod uitgewerkt. Ze bieden ook ondersteuning aan andere professionele hulpverleners onder de vorm van coaching. Ze maken deel uit van verscheidene samenwerkingsverbanden in de sector van de geestelijke gezondheidszorg. Meer info: http://www.cgg-brussel.be/home_286.aspx CAW Brussel biedt in de 19 gemeenten van Brussel hulp- en dienstverlening aan mensen met vragen of die het moeilijk hebben als gevolg van persoonlijke, relationele of maatschappelijke problemen. Mensen kunnen in het CAW op verhaal komen. Samen wordt de situatie ontrafeld en wordt er gezocht naar mogelijke oplossingen en nieuwe mogelijkheden. Ze gaan aan de slag op maat en op het tempo van de hulpvrager. De hulpverleners kunnen ook de weg wijzen naar andere diensten om ervoor te zorgen dat mensen hun rechten worden gegarandeerd. Het CAW komt op voor een versterkt welzijn. Contact opnemen is zeer eenvoudig, want het CAW heeft een lage drempel en is vlot bereikbaar op verschillende manieren. Er zijn geen wachtlijsten en de hulp is gratis. De hulpverlening is vertrouwelijk en vrijwillig. Ze zijn er voor jong en oud, voor kleine en grote problemen, voor Belgen en niet Belgen, voor mensen met en zonder papieren. Meer info: http://www.cawbrussel.be/ Vzw Vrienden van het Huizeke wil een bijdrage leveren tot armoedebestrijding door mensen die in armoede leven te betrekken bij het hele maatschappelijke gebeuren, de zelfredzaamheid van mensen die in armoede leven te bevorderen en met hen te streven naar meer kansen in de maatschappij. Ze besteden bijzondere aandacht aan het uitbouwen van goede menselijke relaties met mensen uit de wijk rond het Vossenplein. Ze verzorgen een onthaal op het Vossenplein. Ze bieden ontspanning en vorming aan. Indien gevraagd doen ze huisbezoeken. Ze bieden ook hulpverlening aan mensen in armoede. Ze doen dit o.m. door: actief te blijven zoeken om mensen in armoede te bereiken, armen en niet-armen te verenigen, voorwaarden te scheppen opdat armen zélf het woord kunnen nemen, initiatieven te nemen om de mentaliteit over armoede te veranderen, in groep te werken rond zaken die mensen in armoede uitsluiten, en door op te komen voor respect en gelijkwaardigheid van mensen in armoede. Ze houden de drempel zo laag mogelijk. Hun aandacht gaat in het bijzonder naar kwetsbare mensen die te maken hebben met armoede, sociale uitsluiting, thuisloosheid. Ze staan open voor elke cultuur, religie, nationaliteit of geaardheid. Meer info: http://www.vriendenvanhethuizeke.be/home
12
Pigment vzw is een vereniging waar armen het woord nemen. Ze werken volgens 6 criteria: armen verenigen zich; armen nemen het woord; werken aan maatschappelijke emancipatie; werken aan maatschappelijke structuren, dialoog en vorming; armen blijven zoeken. Pigment richt zich tot elke ‘arme’ in Brussel, maar komt voornamelijk in contact met mensen die zich in een precaire verblijfen/of woonsituatie bevinden. Dat is een diverse groep mensen met verschillende achtergronden, migratieverhalen, verblijfsstatuten, ambities en toekomstperspectieven. Wat ze met elkaar delen, is dat ze te maken krijgen met een vorm van armoede, onrecht en sociale uitsluiting. De voornaamste opdracht van Pigment is om vanuit de ervaringen van mensen in armoede het beleid, het middenveld en de maatschappij te sensibiliseren rond armoede en te veranderen in functie van armoedebestrijding. Meer info: http://pigmentvzw.be/
HALLE-VILVOORDE CGG Ahasverus is een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg in de regio Halle-Vilvoorde. Om hun zorgaanbod vlot toegankelijk te maken, hebben ze vestigingen in Asse, Grimbergen, Halle en Vilvoorde. Bovendien bieden ze online (zelf)hulp. Ze bieden gespecialiseerde ambulante hulpverlening en preventieve ondersteuning. Het hulpverleningsaanbod is gericht naar mensen die door ernstige psychische en psychiatrische problematiek belemmerd worden in hun functioneren. Zowel kinderen, jongeren, volwassenen als ouderen kunnen op hen beroep doen. Uitgangspunt is dat mensen zo veel mogelijk hun leven kunnen voortzetten en zo goed als mogelijk deel uitmaken van de samenleving. De zorg is gericht op herstel, behoud van zelfstandigheid, en voorkomen van verdere achteruitgang. Als dat niet mogelijk is, proberen ze de gevolgen van de stoornissen voor de cliënt en zijn leefomgeving draaglijk te maken. Er is ook hulpverlening op maat van bepaalde doelgroepen, waaronder plegers van seksueel overschrijdend gedrag, gedetineerden, mensen met verstandelijke handicap. Ze werken aan preventie via tussenpersonen uit o.m. jeugdwerk, scholen, CLB, politie… Andere hulpverleners uit de regio kunnen ook beroep doen op de expertise van het CGG inzake diagnostiek en behandeling. Het CGG ziet het als haar verantwoordelijkheid haar deskundigheid te delen met andere hulpverleners. Het Dagactiviteitencentrum Atelier heeft een specifieke opdracht binnen de vzw. Het is een soort ‘huis in de stad’, waar men terecht kan voor ontmoeting, voor deelname aan velerlei activiteiten, in een periode dat men zich door een zware psychische of psychiatrische belasting geïsoleerd weet van zijn omgeving. Het doel is mensen te ondersteunen bij het (her)opbouwen van een sociaal netwerk. Via deelname aan een aanbod van activiteiten maakt men verbinding met zijn omgeving. Door het volgen van een cursus, door een culturele uitstap met een groepje… is men zinvol bezig, participeert men aan het maatschappelijke leve, en krijgt men erkenning voor zijn menselijke competenties. Meer info: http://www.ahasverus.be/ CGG PassAnt biedt zorg aan kinderen, jongeren, gezinnen, volwassenen en ouderen met psychische en psychiatrische problemen. De hulpverlening is ambulant. PassAnt staat voor ‘Samen zoeken naar een PASSend ANTwoord’. Dit is voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen die wonen in de provincie Vlaams-Brabant. Kinderen, jongeren en hun ouders kunnen zich aanmelden met o.a. gedragsproblemen, ontwikkelingsstoornissen, faalangst… Als volwassene en oudere kan u er terecht met o.a. automutilatie, verslavingsproblemen, rouw- en verliesverwerking… Tijdens een eerste kennismakingsgesprek helpt de hulpverlener bij het verwoorden van problemen en gevoelens, de aanleiding ervan en de eventuele oplossing. Ze gaan na of een hulpverlener van CGG PassAnt een antwoord kan bieden. Het multidisciplinaire team bestaat uit o.a. een psychiater, psycholoog en maatschappelijk assistent. Een voorstel tot behandelingsplan wordt besproken met de hulpvrager. Het kan gaan om (een combinatie van) adviesgesprekken, psycho-educatie, individuele of groepstherapie, speltherapie voor kinderen, online therapie, echtpaar- en gezinstherapie en/of medicamenteuze behandeling. Alle medewerkers van CGG PassAnt zijn gebonden aan het beroepsgeheim. Informatie wordt discreet en in volle vertrouwen behandeld. Meer info: http://cgg.passant.be/
13
CAW Halle-Vilvoorde helpt mensen met al hun vragen en problemen die te maken hebben met welzijn: een moeilijke relatie, persoonlijke problemen, financiële, administratieve, juridische of materiële problemen; problemen in gezin, familie of buurt. Ze bieden ook hulp aan slachtoffers van geweld en misbruik, slachtoffers en betrokkenen van verkeersongevallen en misdrijven. Het CAW wil diegenen die het moeilijk hebben de nodige steun geven om zelf terug verder te kunnen. Het wil rust bieden aan diegenen die dat kwijt zijn. Het wil de mogelijkheden van mensen versterken. Het wil mensen bijstaan in het benutten van hun basisrechten. Het wil elke vorm van uitsluiting tegen gaan. Het vecht voor een menswaardig leven voor iedereen. Het CAW versterkt welzijn. Het aanbod omvat o.m. individuele begeleiding bij persoonlijke vragen en problemen, begeleiding bij relatie- en gezinsproblemen, hulp bij geweld in het gezin, bemiddelen bij conflicten tussen partners of in een gezin, herstellen van contact tussen ouders en kinderen, begeleiding bij financiële problemen, begeleiding bij dreigende uithuiszetting of andere woonproblemen. Het CAW biedt ook tijdelijke opvang met begeleiding. Naast de hoofdonthaalpunten (Asse, Halle, Tervuren en Vilvoorde) zijn er ook onthaalpunten in Merchtem, Dilbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Lennik en Meise. Het CAW heeft in verschillende gemeenten ook een jongerenonthaal. Meer info: http://www.cawhallevilvoorde.be/ (W)arm-kracht vzw is een vereniging waar mensen met en zonder armoede-ervaring elkaar ontmoeten. Samen bestrijden ze armoede in Vilvoorde en omstreken. (W)arm-kracht is een organisatie waar iedereen zonder onderscheid van leeftijd, geslacht, taal, ras of levensbeschouwing de kans krijgt om samen een aantal doelstellingen na te streven, en dit als eenheid. (W)arm-kracht is een ontmoetingsplaats voor iedereen vanuit een positieve instelling voor anderen, met of zonder armoede-ervaring. De ontmoetingsfunctie staat centraal, zodat mensen elkaar leren kennen, elkaar ondersteunen en van elkaar leren. Enkele activiteiten zijn: werkgroep Vilvoorde tegen armoede, doeactiviteiten, broodmaaltijd, hobby-, praat- en spelavond, kaftmomenten, repair café, pamperbank, spelotheek, ‘Vriend aan huis’ i.s.m. bibliotheek Vilvoorde en hulp bij winteropvang. Er is ook een nieuw project ‘Goesting in Lezen’ i.s.m. CBE en BIB. Meer info: http://www.warmkracht.be/ RISO Vlaams-Brabant is een vzw die op verschillende plaatsen in de provincie opbouwwerk en buurtwerk organiseert. Ze werken met groepen die zelf niet gemakkelijk opkomen voor hun rechten. Samen met hen pakken ze problemen aan die te maken hebben met huisvesting, samenleven, vereenzaming, onderwijs, arbeid… Dat ‘samen met hen’ maakt hun werk uniek. In alle RISOprojecten spelen vrijwilligers een zeer belangrijke rol. Buurtwerk en opbouwwerk zijn er immers niet alleen voor mensen, maar in de eerste plaats door mensen. Zonder de hulp van vrijwilligers kunnen de buurtwerkers en opbouwwerkers hun werk niet doen. Meer info: http://www.risovlb.be/
14
LEOPOLDSBURG CGG LITP of het Limburgs Initiatief voor Therapie en integrale Personenzorg is een samenwerkingsverband actief in de ambulante geestelijke gezondheidszorg en psychosociale revalidatie. Zij richten zich op kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen met psychosociale en/of psychiatrische ondersteuningsbehoeften. Het kan gaan om korte of langdurige psychosociale en/of psychiatrische behandelingen en begeleidingen gericht op een maximaal herstel. Ze zijn zo dicht mogelijk in de gewone leefomgeving van de cliënt bereikbaar. Ze realiseren zorgtrajecten op maat, samen met de cliënt. Ze handelen professioneel. Ze trachten maximaal herstel te realiseren door de cliënt als totale persoon in een unieke leefomgeving te begeleiden. Ze brengen een fundamenteel respect op voor de filosofische/ideologische overtuiging, sociale afkomst, geslacht en nationaliteit van elke cliënt en/of zijn vertegenwoordiger, voor de levensbeschouwelijke gerichtheid van de doorverwijzer en voor de zelfverantwoordelijkheid van de cliënt. Meer info: http://www.litp.be/ CAW Limburg vzw biedt in de hele provincie laagdrempelige, cliëntgerichte en kwaliteitsvolle hulp aan mensen die het moeilijk hebben als gevolg van persoonlijke, relationele of maatschappelijke problemen. Ze verstrekken informatie en advies, bieden psychosociale begeleiding aan, verlenen onderdak in crisissituaties. Het enthousiasme en de deskundigheid van de medewerkers staan garant voor de kwaliteit van de dienstverlening. Respect voor diversiteit en geloof in mensen en hun groeikansen zijn hun drijfveren. Naast het bieden van hulp bij vragen en problemen, zetten zij zich ook in om problemen te voorkomen. CAW Limburg versterkt welzijn. U kan in het CAW terecht met elke vraag: een moeilijke relatie, persoonlijke problemen, financiële, administratieve, juridische of materiële problemen of vragen naar bemiddeling in een conflict in uw gezin, familie of buurt. Meer info: http://www.cawlimburg.be/ Ons Centrum is een basisschakel voor maatschappelijk kwetsbaren en vervult een belangrijke brugfunctie tussen kansarmen en andere betrokken partners. De opbouwwerker probeert samen met de kansarmen de hoge armoedecijfers in Leopoldsburg terug te dringen via hulpverlening, ontmoeting, ontspanning, vorming, netwerking en beleidsparticipatie. Dit gebeurt met wekelijkse ontmoetingsmomenten, eetdagen, creamomenten, computerworkshops, dialoogmomenten met het beleid, infonamiddagen (i.s.m. OCMW, CAD, Opvoedingswinkel, gemeente…), vormingen i.s.m. Basiseducatie, jaarlijkse uitstappen en projectwerk (gezondheid, energie, beweging…). Ons Centrum is hierdoor op korte tijd gegroeid naar een werking die nu 4 dagen per week activiteiten voor kansarmen aanbiedt. Enkele activiteiten zijn kernvergaderingen, open deur, krachtgericht groepswerk, groepstherapie, voedselbedeling, netwerking en samenwerking met andere partners… Meer info: http://www.rimo.be/onscentrum RIMO Limburg bundelt krachten en verbindt mensen. Ze brengen kwetsbare mensen samen en werken met hen aan oplossingen voor de collectieve problemen die ze ervaren. Ze maken kwetsbare groepen sterker. Ze stimuleren mensen om zelf problemen aan te pakken. Ze geven signalen aan het beleid. Buurt- en opbouwwerkers ondersteunen bewoners in gemeenten, wijken, buurten en straten bij het aanpakken van problemen of het realiseren van wensen in de eigen leefomgeving. Ze geven advies over werkwijze of aanpak, bemiddelen en stimuleren de bewoners om zelf actief bij te dragen aan de verbetering van de situatie. De meeste buurt- en opbouwwerkers werken op locatie in de gemeente waar ze actief zijn. De directie, stafmedewerkers, projectleiders en het secretariaat van RIMO Limburg werken op de centrale hoofdzetel in Heusden-Zolder. Meer info: http://www.rimo.be/
15
MAASMECHELEN CGG LITP zie hierboven bij ‘Leopoldsburg’. CAD Limburg organiseert een drievoudig aanbod: 1) ambulante begeleiding van personen met afhankelijkheidsproblemen en/of hun familie; 2) preventie: algemene preventieve acties, vorming, ondersteuning van sleutelfiguren, het ontwikkelen van een alcohol- en drugbeleid, consult aan collega hulpverleners…, 3) straathoekwerk in Hasselt, Genk, Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Tongeren, Neerpelt en Hamont-Achel. Effectieve en efficiënte hulpverlening en preventie moeten volgens hen aandacht hebben voor het complex samenspel van mens, middel en milieu. Herval is inherent aan de verslavingsproblematiek. Daarom is blijvende zorg en aandacht belangrijk en noodzakelijk. Ze denken dan ook aan zelfhulp en mantelzorg. Ze vinden het belangrijk om het tempo van de cliënt te respecteren. De hulpverlener kan wel stimuleren, maar niet forceren. Enkele diensten zijn o.m. zelfhulpgroepen, online hulpverlening, consult aan directe omgeving van de cliënt en aan professionals, preventie op maat, advies inzake alcohol- en drugbeleid, vorming. Meer info: http://www.cadlimburg.be/ CAW Limburg zie hierboven bij ‘Leopoldsburg’ SOMA ontstond in 1997 omdat kamerbewoners behoefte hadden aan een ontmoetingsruimte met was- en douchegelegenheid en de mogelijkheid om samen maaltijden te bereiden. In 2004 werd SOMA erkend als ‘vereniging waar armen het woord nemen’. Naast ontmoeting zijn het innerlijk versterken van mensen en het blijvend aandacht vragen voor de armoedeproblematiek belangrijke doelen. SOMA is uitgegroeid tot een ontmoetings- en dienstencentrum van en voor mensen die het moeilijk hebben om de eindjes aan mekaar te knopen. De huidige groep bezoekers is een mengeling van mensen met verschillende ervaringen: kansarmoede, uitsluiting, eenzaamheid, geestelijke of lichamelijke beperkingen… Steeds meer mensen worden betrokken in de vrijwilligerswerking. Enkele activiteiten zijn o.a. inloopmomenten, vormingsmomenten, koffieklatsch, ontspannende activiteiten, activerings- en vrijwilligersbeleid. Meer info: http://www.rimo.be/soma RIMO Limburg zie hierboven bij ‘Leopoldsburg’
16
OOSTENDE CGG Noord-West-Vlaanderen verleent ambulante zorg aan personen met psychische, psychosociale en psychiatrische problemen. Er is een aparte werking voor kinderen en jongeren, adolescenten en jongvolwassenen en volwassenen en ouderen. Daarnaast heeft het CGG een preventief aanbod op het vlak van ‘alcohol en andere drugs’ en ‘zelfmoord’. Het CGG werkt voor de regio Noord-West-Vlaanderen en heeft vestigingsplaatsen te Brugge, Oostende en Torhout. Hun prioriteiten zijn zowel preventie als behandeling. Zij richten zich in samenwerking met andere actoren op het individu, zijn omgeving en op de samenleving. Ze staan voor een kwaliteitsvol en ethisch handelen en werken met kritische zin, multidisciplinair en multimodaal in teamverband. Het CGG garandeert een respectvolle benadering, en vooral ten aanzien van de levensbeschouwelijke verscheidenheid. Daarnaast onderschrijven ze ook de universele verklaringen van de rechten van de mens en van het kind. Ze kiezen voor een lerende en voorwaardenscheppende organisatie die gericht omgaat met de kwetsbaarheid van iedereen. Meer info: http://www.cgg.be/ CGG Prisma heeft vestigingsplaatsen in Beernem, Blankenberge, Oostende en Torhout. Het biedt behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren, volwassenen en ouderen. Het schenkt uitdrukkelijk aandacht aan sociaal en financieel zwakkere personen. Een specifiek zorgaanbod wordt geboden aan personen slachtoffer van kindermishandeling, daders van seksuele delicten, personen met verslavingsproblemen, personen geconfronteerd met levensbedreigende ziekten, (ex)gedetineerden met een psychische en/of psychiatrische problematiek. CGG Prisma verstrekt een verantwoorde zorg die bestaat uit o.m.: intake, diagnose en indicatiestelling, sociaal-psychiatrische en psychotherapeutische behandeling en begeleiding, informatie en adviesverstrekking aan verwijzers. Het biedt een verantwoorde zorg met het oog op het herstel van het psychisch evenwicht of het draaglijk maken van psychische stoornissen voor cliënten en hun leefomgeving opdat cliënten competenties verwerven of ontwikkelen als basis voor hun emancipatie en hun maatschappelijk functioneren. Ze kiezen voor interdisciplinair werken en waar nodig functioneren ze in psychiatrische samenwerkingsverbanden. Het is toegankelijk voor cliënten uit de hele bevolking, en wil niemand uitsluiten. Laagdrempeligheid en toegankelijkheid zijn belangrijke beginselen. De cliënt wordt gezien als een actieve partner in het hulpverleningsproces. Meer info: http://www.cggprisma.be/ CAW Noord-West-Vlaanderen is een gastvrij aanspreekpunt voor iedereen met een vraag over welzijn. Ze zijn er voor iedereen, en doen extra inspanningen om kwetsbare mensen en gezinnen te bereiken. Hun eerste taak is mensen informeren en adviseren bij hun vragen over welzijn. Ze helpen de weg te vinden in het landschap van maatschappelijke voorzieningen en hulpverlening. Ze gaan samen met de hulpvrager na welke stappen kunnen helpen om problemen op te lossen en om de kwaliteit van het dagelijkse leven te verbeteren. Voor een aantal problemen bieden ze zelf professionele begeleiding aan zo nodig met opname. Waar meer gespecialiseerde zorg nodig is, verwijzen ze door. Ook preventie is een opdracht: ze signaleren knelpunten in de dienstverlening en in de samenleving. Ze zetten preventieve acties op als bijdrage tot een meer menselijke samenleving voor allen. Ze benaderen vragen en problemen vanuit een positieve houding: ze richten zich op herstel van de kracht die in ieder mens zit en van de verbinding met zichzelf, met mensen uit de leefwereld (partner, gezin, familie, buurt, werk…) en met de samenleving. Meer info: http://www.cawnoordwestvlaanderen.be/
17
BMLIK Beweging van Mensen met Laag Inkomen en Kinderen Oostende is een vzw waar de armoedeproblematiek benaderd wordt in dialoog met mensen die in armoede leven. BMLIK werkt met vrijwilligers onder de noemer van een vereniging van generatiearmen en medestanders om zo alle armsten te bereiken en hen te steunen in hun strijd tegen miserie en extreme armoede. De resultaten van bijeenkomsten waar ‘armen het woord nemen’ worden doorgetrokken naar zoveel mogelijk personen en organisaties betrokken bij de armoedeproblematiek. Het op gang brengen van duurzame en structurele verbeteringen met concrete voorstellen is een voortdurend leer- en ontwikkelingsproces voor de gezinnen en de medewerkers. Vanuit hun beleving en de kracht worden de armsten in een opbouwende dialoog weerbaarder, waardoor hun zelfvertrouwen vergroot. In kernbijeenkomsten en via huisbezoeken worden thematische dialogen geregistreerd en begeleid. De met elkaar gedeelde kennisopbouw tussen maatschappij, medewerkers en arme gezinnen resulteert in publicatie van dialoogbundels. Vanuit het leren van en met elkaar krijgen alle betrokkenen een beter inzicht in de problematiek. De medewerkers en de gezinnen brengen getuigenissen om de onwetendheid tegenover de armoedeproblematiek te helpen wegwerken. Meer info: http://www.bmlik.be/
18
SINT-NIKLAAS CGG Waas & Dender is een ambulante tweedelijnsvoorziening, gespecialiseerd in begeleiding en behandeling van kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen met ernstige psychosociale, psychische of psychiatrische problemen. Hiernaast heeft het ook een preventieaanbod en enkele bijzondere werkingen. Iedere cliënt, ongeacht zijn politieke, ideologische of religieuze overtuigingen, kan bij hen terecht. Ze respecteren de rechten van de mens en de rechten van het kind en besteden extra aandacht aan sociaal en financieel zwakkere personen en maatschappelijk kwetsbare groepen. Het CGG draagt op preventieve en curatieve wijze bij aan de geestelijke gezondheid van personen en organisaties in het Waasland en de Denderstreek. Ze doen dit in samenwerking en complementair aan hun partners in de geestelijke gezondheidszorg. Het centrum biedt ambulante therapeutische en/of psychiatrische hulp aan via multidisciplinaire teams, met het oog op herstel van het psychisch evenwicht of het dragelijk maken van psychische stoornissen. Ze doen dit zowel voor de cliënt als voor zijn/haar omgeving. Respect voor de persoonlijke levenssfeer van de cliënt staat centraal. Ze spelen in op maatschappelijke noden en zoeken, indien gewenst en noodzakelijk, samenwerkingsverbanden met andere zorg- of welzijnspartners. Meer info: http://www.cggwaasendender.be/ CAW Oost-Vlaanderen is er voor de brede bevolking. Voor elke burger, maar met speciale aandacht voor de meest kwetsbaren. Het CAW wil een antwoord bieden op alle psychosociale vragen die gesteld worden. Indien ze zelf het antwoord niet weten, engageren ze zich om samen met de hulpvrager een instelling te vinden die wel een antwoord kan bieden. Een belangrijke functie is signalering en preventie. Knelpunten die op hun weg komen, brengen ze naar de juiste instanties zodat er iets aan verholpen kan worden. Ook ondernemen ze zelf preventieve acties in een poging deze problemen voor te zijn. Ze engageren zich om het Algemeen Welzijnswerk in de provincie OostVlaanderen uit te bouwen tot één sterke eerstelijnspartner met een brede toegankelijkheid voor alle burgers. Ze werken voortdurend samen om nog meer en beter te kunnen helpen en om het welzijn in de regio te versterken. Het CAW kan ook rekenen op een grote ploeg enthousiaste vrijwilligers. Meer info: http://www.cawoostvlaanderen.be/ De Springplank is gebaseerd op de basispijlers van Welzijnsschakels én op de criteria van een Vereniging Waar Armen Het Woord Nemen. Het leidmotief komt van Gandhi: ‘Wat je VOOR mij doet, ZONDER mij, doe je TEGEN mij’. Maatschappelijke betrokkenheid vormt het uitgangspunt. De Springplank ondersteunt mensen in hun relaties met instellingen, diensten en organisaties. Bij deze diensten worden collectieve noden gesignaleerd: Vanuit de ervaring van mensen in armoede wordt de dialoog aangegaan. De Springplank zet aanvullende diensten op zoals voedselondersteuning, ontmoetingsruimte en activiteiten. Mensen met en zonder armoede-ervaring ontmoeten elkaar via huisbezoeken en in de ontmoetingsruimte. Via laagdrempelige activiteiten (koken, creatieve ontspanning…) leren mensen elkaar kennen en waarderen. Herkenning en solidariteit groeien en vormen een basis voor gespreksgroepen rond de ervaring van leven in armoede op diverse levensterreinen (huisvesting, onderwijs, schuldhulpverlening, tewerkstelling…). De Springplank organiseert ook culturele uitstappen; en organiseert ook vorming voor vrijwilligers en lokale organisaties om de leefwereld van mensen in armoede te leren kennen. Ze benadrukken participatieve en structurele vormen van armoedebestrijding. Meer info: http://www.despringplank-sintniklaas.be/
19
E. Fasen van de waarderende benadering: Ontdekken, dromen, ontwerpen en realiseren We engageren Koen Joly van KEIK als coach met ervaring in de waarderende benadering, die het hele proces begeleidt. Hij besteedt zowel tijd aan elk trio apart, als aan de gemeenschappelijke momenten voor alle trio’s. Hij nam tevens alle foto’s die u in dit rapport ziet.
Kenmerkend aan die waarderende benadering, is het oplossingsgericht vooruit kijken. Wat is er nodig om van uitzonderlijk goede ervaringen de nieuwe standaard te maken? Welke krachten gaan er schuil achter ‘best practices’? Er wordt typisch gewerkt in vier fasen: ontdekkingsfase, droomfase, ontwerpfase en realisatiefase. Ook in ons project worden deze vier stappen gevolgd. Voor de laatste fase – de realisatiefase – is binnen ons project een bescheiden fonds voorzien. Daarop kan een beroep gedaan worden om de dromen en plannen ook effectief te realiseren. De lokale vereniging, het CAW en CGG kunnen na kennismaking – indien het tussen hen klikt – samen bepalen waarvoor dat kan ingezet worden. Het coaching proces loopt vanaf eind november 2014 tot eind september 2015. Waarom deze benadering? Terwijl we in het vorige project starten vanuit knelpunten, tekorten, drempels… vertrekken we deze keer vanuit positieve ervaringen. Eerder dan te werken vanuit wat er mis gaat, en drempels op te sommen (en zo impliciet elkaar het verwijtende vingertje te geven), vertrekt we van enkele succesvolle verhalen. Dit geeft van in het begin een andere houding ten aanzien van elkaar. Het risico op wantrouwen, verwijtende en defensieve houding vermindert. Mensen leren elkaar (ook) zien op een positieve manier, als medestander. ‘Appreciative inquiry’ is een beproefde methode – vaak ingezet bij veranderingsprocessen. Dit is een motiverende aanpak, die voorkomt te verzanden in een ‘praatbarak’ die klaagt over wat er allemaal mis is. Deze positieve oplossingsgerichte insteek kijkt vooruit naar wat er beter kan. Andere argumenten om voor deze benadering te kiezen, zijn volgens Van Den Broeck & Bouckenooghe (2011)2: (1) Als je je aandacht richt op het onderzoeken van problemen, zal je nog meer problemen vinden. Als je je aandacht richt op het beste in jezelf, zal je steeds meer van het goede vinden. (2) Uitgaan van het optimaal benutten van de sterktes binnen een organisatie. (3) Deze verandering in mentaliteit blijft doorwerken. Later op de werkvloer gaan de medewerkers ook meer oplossingsgericht te werk. Kortom, ‘een positieve oplossingsgerichte insteek, niet wegzakken in oude ruzies, maar vooruitkijken naar wat er beter kan’. We bespreken hieronder beurtelings de vier verschillende fasen, telkens inclusief voorbeelden en indrukken uit onze zes lokale cases.
2
Van Den Broeck, H. & Bouckenooghe, D. (2011). Essentials: Veranderen. Gent: Vlerick Business School.
20
ONTDEKKEN Ontdekken Dromen Ontwerpen Realiseren Ontdekken = Verzamelen van kennis over succes en uitmuntendheid in verleden. Wat zijn ‘best practices’ en piekmomenten? Welke krachten gaan hierachter schuil? Dit kan bijvoorbeeld a.d.h.v. een getuigenis van een ervaringsdeskundige. Dit kan ook a.d.h.v. de successen uit de draaiboeken uit het vorige project (met nadruk op bijvoorbeeld eerstelijnspsycholoog, groepswerk…). Bij het selecteren van zulke ‘best practices’ en piekmomenten vertrekken we allereerst van de leerervaringen uit het vorige project.
Zo werd dit gecommuniceerd naar de lokale trio’s: 1ste SESSIE MET COACH KOEN
In januari/februari kan u – indien gewenst – een beroep doen op Koen voor een halve dag coaching. Dan zet u de eerste twee stappen van de waarderende benadering, namelijk ‘ontdekken’ en ‘dromen’. Na die halve dag gaat u buiten met een gezamenlijk droombeeld van gewenste resultaten… Zelfs voor wie niet de rest van het traject wil doorlopen, kan deze halve dag zinvol zijn! Idealiter koppelt u dit droombeeld terug in uw eigen organisatie. Het zou immers zeer jammer zijn dat alleen u – en niet uw collega’s – op de hoogte zouden zijn. Startvragen die hierbij bruikbaar zijn: - Wat zijn succesvolle samenwerkingen die nu al bestaan tussen de verschillende organisaties? - Welke andere samenwerkingen hebben jullie nu al die heel goed lopen? - Wat zijn de krachten van elke individuele organisatie? - Welke gebeurtenissen in jullie organisatie hebben je heel veel energie gegeven? - Wat ga je vertellen in een reclamespot over je organisatie? Het uiteindelijke doel is een staalkaart van sterktes, talenten, best practices…, zowel van de afzonderlijke organisaties, als van samenwerkingen – al dan niet tussen de aanwezige organisaties. Hier gaan we dan op zoek naar een rode draad: wat maakt al deze momenten zo sterk? Vinden we een gemeenschappelijkheid?
Enkele indrukken uit de lokale cases: Brussel: -
-
Outreachende projecten: aantal mensen in armoede worden bereikt, psychologen in dienstencentra/huisartsenpraktijken/wijkgezondheidscentrum. Laagdrempelig: binnen zonder afspraak, meer dan vijf talen waarin je wordt geholpen, taalpolitiek is heel open, samenwerking, openheid, er wordt gewerkt op het zich goed voelen, geen wachtlijsten. Alles als iets positief zien, je zit er middenin, je kent de mensen/verhalen/gezichten, zien wat er leeft, zien van de grote context, enorm vertrouwen naar de mensen toe, grote vertrouwensband.
21
Halle-Vilvoorde: -
-
Feit dat er activiteiten aangeboden worden: drempelverlagend, hulpverlening mag maar moet niet, tijd krijgen, vertrouwen opbouwen, mensen tijd geven, thuis creëren. Nauw samenwerken met verschillende actoren: cliënten moeten niet op zoek, link is er, gemakkelijke toeleiding, niet enkel doorverwijzen, mensen beter ondersteunen, beter veiligheid voelen, andere gezichten leren kennen. Cliënt krijgt signaal dat er vertrouwen is: je hebt zelf krachten, krachten benadrukken, niets uit handen nemen, niet bepamperen, heel grote participatie bewerkstelligen. Op weekend gaan met de doelgroep: mensen zijn opener, leren mekaar kennen, middeleninzet is niet vanzelfsprekend. Je kan er gewoon binnen komen: je moet niet meteen zeggen ‘ik heb een probleem’. Outreachend en proactief: niet wachten tot iemand komt met een vraag, proberen op voorhand te detecteren, bespreekbaar maken, niet wachten tot de vraag heel groot wordt. Elkaar kennen in alle mogelijke richtingen, hokjes laten vervagen. Minder procedures, meer helpen. Gemeenschappelijke deler: openheid, present zijn, er zijn, samen met netwerk zaken organiseren, andere diensten naar onze dienst uitnodigen – binnenhalen in leefwereld eigen werking.
Leopoldsburg: -
-
Gooi het eruit sessie: dat zou deugd doen, ik ken de mensen al, klinkt anders dan ‘groepstherapie’. Open deur momenten: mensen kunnen hier binnen vallen, je verhaal kwijt kunnen bij iemand bij wie ze zich goed voelen. Elkaar leren kennen: in huis halen in twee richtingen, op bezoek bij mekaar, letterlijk drempel van gebouw wegnemen. Gewoon samen dingen doen op een ongedwongen manier. Mensen aanspreken: ‘hoe gaat het met je’, efkes tijd maken voor elkaar met een tas koffie, het mogen en het kunnen benoemen. Mensen accepteren zoals ze zijn: iedereen mag er zijn. Doorbreken van isolement: iemand die écht even vraagt ‘hoe is het met u’, het wordt gemeend gevraagd, er wordt echt geluisterd. Er moet niets: niet als eerste vraag ‘wat is uw probleem’, gewoon praten met elkaar op het gemak, er ontstaat een veiligheid en een vertrouwensband. Verjaardagskaartjes: al in zoveel jaar geen meer gekregen, je hoort terug ergens bij, thuiskomen. Methodiek ‘goed gevoel stoel’: mensen samenbrengen om te werken rond goed gevoel, vanuit het positieve vertrekken, vooral werken rond draagkracht, krachtgericht werken, talenten terug ontdekken. Merken dat je niet alleen bent.
Maasmechelen: -
-
Vertrouwen: vertrouwenspersoon die mee de stap kan zetten, ondersteunen, motiveren om het vol te houden, echt tijd steken in doorverwijzen en bruggen bouwen, iemand die meegaat, steun bij eerste contact, verbondenheid. Hulpverleners kennen elkaar: vooroordelen t.a.v. elkaar verdwijnen, makkelijker doorverwijzen. Groepswerk: in bestaande groepswerking waar mensen elkaar al kennen, preventieve luik werkt beter, mekaar steunen. Mekaar aanspreken als persoon: doe je mee, wil je me helpen, aanspreken op competentie. Dingen bijleren vanuit de doelgroep: openstaan om van onderuit te werken, thema’s komen van onderuit, zaken komen van de groep zelf. Groeien als mens: innerlijk groeien, niet alleen focus op armoede, vertrekken vanuit overeenkomsten, samen, mens-zijn, verbondenheid.
22
Oostende: -
Wanneer het lukt: als er wederzijds verwijzingen zijn, van weerskanten, mekaar persoonlijk kennen bevordert de zaak, kunnen loslaten van drempels/hokjes/kaders. CAW-CGG gezamenlijke inhoudelijke themamomenten cf. rond depressie: inhoud brengt mensen dichter bij elkaar, ook gewoon elkaar leren kennen, makkelijker om samen te werken. Ook over het muurtje kijken: CGG gaat regelmatig op huisbezoek, essentieel om mensen in armoede te bereiken. Uit de comfortzone durven treden. Vanuit een gedeelde visie: hoe kijken we naar cliënten. Iemand van de beweging die vroeg om bij het cliëntoverleg te zijn: ook in gesprek met advocaat schetsen van situatie en context, iedereen was aanwezig om inzicht te krijgen in de situatie, mekaar leren kennen als hulpverleners, minder schroom om eens te bellen naar elkaar, koppel ondersteunen om vooruitgang te boeken, krachtvol traject, koppel laat ook zijn stem horen, goede stapjes blijven benoemen geeft kracht, samenwerken, kracht terug vinden bij het gezin, delen van de visie op krachtgericht werken, geloof dat die groep ook over deze krachten beschikt.
Sint-Niklaas: -
-
Iemand van CAW komt regelmatig langs in de Springplank: aanspreekpunt, zet zich gewoon in de ontmoetingsruimte, babbelt gewoon mee, vanuit die gesprekken kunnen individuele gesprekken ontstaan, makkelijker om door te verwijzen; Hij wordt gemist als hij er niet is. Geen wij en zij wereld: kansen grijpen om dit te laten zien, ‘ik weet het ook niet altijd’. Vrijetijdsgroep in CGG: mensen in kansarmoede, komen 1x per week samen, doen samen toffe dingen, niet praten over problemen, wel dingen doen samen, verruimen van de wereld, krachtiger dan therapie.
23
DROMEN Ontdekken Dromen Ontwerpen Realiseren Dromen = Successen uit verleden projecteren naar de toekomst. We visualiseren een situatie waarbij deze successen de standaard worden. Hier gaan we samen dromen. Belangrijk hier is om niet in hindernissen en valkuilen te denken en enkel in mogelijkheden en kansen te denken. Hiervoor gaan we heel beeldend te werk gaan. Aan de hand van foto’s, tekeningen, collages… gaan we op zoek naar welke verhalen we over vijf jaar zouden willen kunnen vertellen over de bruggen die we willen bouwen. Vragen die onze dromen kunnen vormgeven: - Hoe ziet de samenwerking tussen de verschillende actoren eruit over vijf jaar in de ideale wereld? - Welk beeld heb je bij hoe het gesteld is met het welzijn en de geestelijke gezondheid van mensen in armoede over vijf jaar? - Als jij het voor het zeggen hebt, hoe zien de bruggen tussen de verschillende actoren er dan uit? Vanuit de individuele beelden gaan we op zoek naar een gezamenlijk beeld waar het trio zich helemaal in kan vinden. Dit gezamenlijk beeld geeft energie om in de volgende fase te stappen. Het is ook de richting die we uitwillen. Het toont welk resultaat we willen bereiken. Op het einde van deze fase hebben we een uitdagend droombeeld dat het kader vormt voor de ontwerpfase.
Enkele indrukken uit de lokale cases Brussel: -
Dichter bij mensen komen door elkaar te ondersteunen. Drie woorden: ontmoeting, mens, (hulpverlenings)relatie. Weg van status, van machtsverhoudingen. Terug naar maatschappij die minder door symbolen en posities wordt geleid. Ethiek en openheid.
Halle-Vilvoorde: -
-
Drie woorden: gelijkwaardig, samen-leven, iedereen zijn krachten. Waar mensen terecht kunnen om van elkaar te leren: lesgevers zijn hulpverleners en mensen die zelf lastige periodes doorgemaakt hebben, accent op eigen kracht, wie komt is student (niet patiënt), iedereen draagt steentje bij. Niet altijd een mooi geplaveid pad: ook zijpaden, ook modderige paden. Iedereen vindt zijn weg zoals hij het wil. Drie woorden: netwerk, geborgenheid, centrale rol voor iedereen in zijn eigen leven. Beeld = verlicht bos: ieder maakt zijn eigen keuze. Bomen geven ook zuurstof. Je komt ook andere mensen tegen die je verhalen vertellen. Iedereen is gelijk. Door het bos zien we de bomen. Verlicht = je hebt een overzicht, geen duistere kantjes, geen doolhof, niet te ingewikkeld, we zorgen voor de verlichting. Mensen hebben boekentas en vergrootglas. Verwondering en nieuwsgierigheid, inspireren, ontdekken, ook zelf op zoek gaan, en er zijn geleide toeren.
24
Leopoldsburg: -
Puzzelstukken: verschillende sectoren leren elkaar beter kennen, geen schrik om met mekaar in gesprek te gaan, niet honderd keer je verhaal moeten doen. Ieder heeft zijn rol te spelen: veel raakvlakken met elkaar, daar gaan zoeken wat we kunnen. Drie woorden: samen, kracht, ieder is uniek. Trapjes, wegwijzers: niet iedereen heeft hetzelfde nodig, niet iedereen doet alles – ieder heeft z’n specialisme, mensen die helpen om de stap te zetten, wegwijs maken, info in alle richtingen. Drie woorden: specialist, generalist, samen op weg. Vier woorden: toegankelijkheid, behulpzaamheid, verdraagzaamheid, begrip. Drie woorden: samen, vertrouwen, vrijheid. Drie woorden: outreachend werken, aanbod afgestemd, samenwerking. Gezamenlijk beeld = oase. Samen, gespecialiseerde diensten, wel vanuit eigenheid, iemand die ik goed ken, iemand die totaalpakket in beeld heeft, even tot rust komen en dan de tocht verderzetten, kameel met gps, wegwijzers in de woestijn, de maan en de sterren leiden ons ook, verschillende oases, kameel is uw buddy (heel trouw, persoonsgebonden), efkes opladen (water, schaduw, bananenboom, crèmekar, terraske, rust, masseur, kapper, kamelen-wash).
Maasmechelen: -
-
Eén grote gemeenschap waar iedereen zijn plaats krijgt, ongeacht wie je bent, wel nog een vangnet voor mensen die het nodig hebben. Diensten errond: elk met z’n eigenheid, niet te veel overlappingen, mensen weten vlot hoe ze van een dienst naar een andere kunnen gaan. Vlot in en uit, heel veel deuren. Mensen in alle kleuren hand in hand: verbondenheid, op een respectvolle wijze voor elkaar, met behoud van eigenheid van iedereen. Drie woorden: samen, genieten, zorgeloos. Drie woorden: verbondenheid, respect, eigenheid. Drie woorden: verbinding, mekaar kennen, openheid. Drie woorden: medeleven, medemens, evennaaste. Drie woorden: respect, leerzaam, gelukkig. Drie woorden: gelijkheid, rechtvaardigheid, verbondenheid. Drie woorden: betekenis, groei, samen. Gezamenlijk beeld = boom. Oneindig, blijft groeien, blaadjes in alle kleuren, stevige wortels (goeie grond, kan tegen een stootje), vogeltjes, nestjes, takken door elkaar, vier seizoenen (maakt niet uit in welk seizoen je zit), eten met iedereen, vruchten, oerwoud, plek voor ondersteuning, lianen om van de ene boom naar de andere slingeren, bereikbaar/toegankelijk/simpel, mensen ontmoeten elkaar, kampvuur, speelbos.
Oostende: -
-
Park waar mensen in de zomer op de banken zitten te babbelen. Wij zitten daar ook over vijf jaar. Kletsen over het traject. Hulpverleners, mensen in armoede, andere mensen. Iedereen kan daar gewoon een glas gaan drinken. Drie woorden: verbinding, gewoon, gezond. Drie woorden: zee van respect, gelijkwaardigheid, gelijke kansen. Rode draden: beweging, iedereen heeft momenten van kwetsbaarheid, belang van netwerk, gedeelde verantwoordelijkheid, gedeelde visie, taboe weg rond ziek zijn. Beeld = vlieger: allerhande vaardigheden, onderhevig aan de context, soms met meerdere touwen, kan ontsnappen, je moet samenwerken, in gang krijgen is een kunst.
25
Sint-Niklaas: -
-
Een kindje in de ontmoetingsruimte zei: ‘Jij ziet mij echt’. In beide richtingen echt zien. Samen een weg getimmerd: botsen op vragen en antwoorden gevonden. Samen bekijken welke richting voor die persoon het beste is. Drie woorden: toegankelijk, samen, duidelijk. Wij varen dezelfde richting uit: ne keer in woelige wateren, ne keer in rustig water. Uitdagingen die we nog zien: Meer verplaatsen naar elkaar en naar de cliënt. Er is iemand die overal gekend is: heel toegankelijk, komt ter plekke. Laat ons naar de mensen gaan, daar waar het nog niet zo nodig is. Kleine interventies kunnen veel verschil maken. Caravanneke: koffie, gezellig, rijd niet op zichzelf, verankerd aan team.
26
DROMEN UITWISSELEN Nadat de trio’s lokaal werkten rond ‘ontdekken’ en ‘dromen’ was het tijd om ze weer eens allen samen te brengen. De kracht van intervisie en elkaar inspireren is immers niet te onderschatten. Op het programma van die dag stond onder meer ‘zes maal tien minuten dromen uitwisselen’ en een groepsgesprek rond sterktes. Elk trio kreeg de kans om de eigen dromen scherp(er) te stellen. We sloten af met een vooruitblik op de verdere stappen in het traject.
Zo werd dit gecommuniceerd naar de lokale trio’s: Op donderdag 5 maart nodigen we u allen uit in Brussel van 13u tot 16u. Tijdens die halve dag kan u aan elkaar de ‘droombeelden’ voorstellen. We zijn er zeker van dat u elkaar kan inspireren – en de droombeelden misschien nog verscherpen, uitdiepen, aanpassen, verrijken… Deelname aan deze halve dag is niet verplicht, maar wel warm aanbevolen. Hieronder geven we een impressie van de dromen van de trio’s. Het wordt meteen duidelijk dat ze elkaar inspireerden tijdens de presentaties. Een gemeenschappelijke rode draad in alle zes de beelden = ONTMOETING. Het gaat om mensen die uit hun rol stappen en elkaar ontmoeten. Er was spontaan aansluiting tussen de diverse beelden.
Maasmechelen: Hier is het centrale beeld samen zingen rond een kampvuur. Een kampvuur is een beeld voor verbondenheid, warmte, samen, iedereen, delen, liefde, vriendschap, steun, genieten. Het is een plek waar gelijkheid, respect, vertrouwen en rechtvaardigheid heerst; waar er goesting is om mekaar te ontmoeten en gelukkig te zijn, waar groei mogelijk is. Op de melodie van het beroemde lied ‘vrolijke vrienden’ werd een eigen tekst gemaakt. In een filmpje zien we diverse lego-mannetjes samen rond een kampvuur. De gitaren werden gestemd en dan zongen we samen:
Refrein: Ik voor jou - Jij voor mij - Zij aan zij In vriendschap verbonden - Dat zijn wij Ik help jou - Jij helpt mij - Zij aan zij Ik kan jou vertrouwen - Wat voelt dat fijn Als we om elkander geven - Krijgt het leven veel meer kleur Vriendschap, warmte kom je tegen - In ieders hart, aan elke deur
(Herhaal refrein uit volle borst)
En valt het soms dan toch eens tegen - Ga dan snel op zoek naar steun Durf gerust je zorgen delen - Met de mensen om je heen
(Herhaal refrein zo luid als je kan)
Samen rond het kampvuur dromen - Over een wereld op en top Beschermd door vele hoge bomen - Da’s voor ons het grote genot
(Herhaal refrein terwijl je op de maat heen-en-weer wiegt)
Rijk of arm, kind of ouder - Het maakt niet uit wie je bent Respect, gelijkheid en vertrouwen - Is een recht en ieders wens
(Laatste keer refrein herhalen)
27
Sint-Niklaas: Het centrale beeld is hier een caravan. Een caravan is uitnodigend, laagdrempelig en niet opdringerig. Dit wordt vergeleken met ‘geen experthouding’. Een caravan dient om naar de mensen toe te gaan. Dit is ook een mooi symbool voor outreach. -
Een caravan rijdt niet op zichzelf. Hij moet telkens verankerd worden, kan niet losgekoppeld worden van de rest. Een caravan kan door iedereen van het team gebruikt worden. Belangrijk is dat we elkaar vinden en samenwerken. Nog eigenschappen van een caravan: open, zuurstof, welzijn, niet-statisch, kan alle richtingen uit, ruime omgeving, periodiek, verbonden, kleurrijk, ontmoeting, flexibel, fris, vernieuwend, leren, netwerk, preventie, realistisch.
Brussel: Het centrale beeld is hier een marktplein, met een fontein met water in het midden. - Een markt is geen winkel met slechts 1 rol. Een markt is veelzijdig en heeft veel mogelijkheden. - De vraag is: Hoe tot die ruimte te komen. - Daartoe is het belangrijk: te ontmoeten en uit je rol te komen. - Kom uit je hokje, want in sommige hokjes word je ziek. - Op de markt zijn niet alleen individuen present, maar zijn ook organisaties present. - Goesting staat centraal! - Misschien is er een caravan nodig – zie ook Sint-Niklaas… We creëren beweging door een caravan -
op het plein te zetten. Op het marktplein kan je ook samen zingen – zie ook Maasmechelen.
‘Onze droom bestaat uit een marktplein waar iedereen gelijk is. Voor sommige mensen is deze plaats een begin, voor sommigen de weg ergens naartoe en voor anderen een eindpunt. Het is voor ons een plaats van ontmoetingen en waar je kan leren van elkaar en met elkaar. We willen graag een plek die oordeelvrij is, waar iedereen kansen krijgt en er openheid naar elkaar is. Ook hoop, veiligheid en vertrouwen zijn erg belangrijk. Het moet een plek zijn waar barrières overwonnen kunnen worden en waar er een thuisgevoel is. Het gaat om mensen die lef en kracht hebben. Maar ook om mensen die elkaar kracht kunnen geven waardoor hun draagvlak vergroot. Om zo samen te weten te komen waar iedereen recht op heeft en zo te proberen die grondrechten te bekomen. Mobiliteit en creativiteit zijn voor ons belangrijke waarden in dit kader’.
Leopoldsburg: Het centrale beeld is hier een oase in de woestijn. -
-
Er is een woestijn van aanbod waarbij elke zandkorrel op elkaar lijkt. Als elke zandkorrel op elkaar lijkt, is de weg alleen heel moeilijk. Niet overzienbare zandbergen = nood aan hulp. Mensen met problemen bouwen een muur rond zich. Inspiratie: samen zoeken naar een centrale plaats. Belangrijk zijn: Samenhorigheid en het bundelen van krachten Hoe doen ze dat? Door een gemeenschappelijk doel te concretiseren, door allen uit de comfortzone te komen Er is nood aan: signaleren, wisselwerking, kritische ruimte voor dialoog, nazorg en doorverwijzen Waar dromen ze van? o Spontane doorverwijzing en samenwerking o Mensen sterken in samenleving o Laagdrempelig aanbod o Kortom: respectvol, probleemoplossend en empowerend Na een lange weg is er een oase van rust: o Elk zijn geaardheid, problemen en noden erkennen o Rustplaats voor zorgdragers en zorgvragers o Goedkoop, kwaliteitsvol, gezond 28
-
Waar brandt de lamp? Centrum welbevinden: samenhorigheid, vertrouwen en vrijheid, begrip, behulpzaamheid en verdraagzaamheid Alles onder één dak, toegankelijk voor iedereen Is het een tussenstop of een rustbestemming? Dat kies je zelf! Deze woorden vatten de droom samen: rust, ontmoeten, oase, zorg voor iedereen, vrij toegankelijk, samenhorigheid, versterken, anker, samen, geen oordeel, heen en weer, open, gelijk, echt luisteren, vertrouwen, eigen keuze.
Oostende: Het centrale beeld is hier een vlieger – of vliegeraar. -
-
Kernwoorden zijn: verbinding, samen, kleurrijk, emoties, vrijheid van invulling, ruimte voor talenten, kunde, gemengde groepen, centraal thema. Er zijn verschillende competenties en veel communicatie nodig om een vlieger in de lucht te houden. Het is een fragiel proces. Je moet kunnen omgaan met verschillende weersomstandigheden. Verschillende mensen kunnen samen richting geven aan de vlieger. Vele vliegers samen staan voor gemeenschappelijkheid en diversiteit.
Ze willen met hun vliegers naar het marktplein komen – zie ook Brussel.
Halle-Vilvoorde: Het centrale beeld is hier een bos. Daarbij wordt het sprookje verteld over ‘de oude vrouw in het bos’. Het leven voelt soms aan als een sprookje: iets ongelofelijk mooi, maar soms lijkt het sprookje (en het leven) ook een boze vloek. - Soms ervaren mensen hun leven alsof ze zich in een bos bevinden. Soms zien ze door de vele bomen het bos niet meer, verliezen ze het overzicht, lijken ze benauwd en krijgen ze geen zuurstof meer – ondanks de vele bomen. - Het bos wordt weergegeven in schoendozen die door kwetsbare mensen zelf in elkaar geknutseld werden. - Je moet je weg vinden door het bos. Zelfs als je pillamp een platte batterij heeft, moet je nog je weg vinden. Dat kan op eigen kracht en/of samen met de ervaringsdeskundigen. - Je bent er vrij om te kiezen welk pad je bewandeld, bij welke boom je stil blijft staan. Je kan er eveneens ontdekken wat het bos je te bieden heeft. - Op welk kruispunt in het bos staan we? Waar kunnen we terecht met onze vragen? - Stel dat het bos de (leef)wereld van mensen is, de bomen op hun beurt de vele organisaties en diensten, de paden de wegen hier naartoe… Dan kunnen mensen al eens verdwalen, dan lijken de bomen soms hard en onbuigzaam, weinigzeggend. Mensen kunnen het gevoel krijgen dat er te weinig licht is in het bos om te zien welke bomen er precies staan, welke wegen zij kunnen nemen om voor hen een comfortabel pad te vinden. - Een nadeel is dat het een zeer verspreide, uitgestrekte regio is. - Met dit project willen ze een soort van licht bieden, dat het bos of de leefwereld van mensen kan verlichten, opdat mensen (en organisaties) elkaars wegen kunnen zien, dat de bomen/organisaties zacht zijn voor de mensen en hen ontvangen, naar hen blijven luisteren, hen leren kennen, hen vertrouwen… - In het bos kan je anderen tegenkomen. Maar ook dat ze leren van de mensen die ze ontmoeten. Dat ze oog hebben voor elkaar en mensen respecteren in de keuzes die ze maken. Iedereen leeft immers in datzelfde bos. Daar is iedereen gelijk en kunnen we veel van elkaar leren. En is iets blijvends en wederkerig. - Inspiratie kan ook gehaald op onverwachte plekken zoals ‘De Zoo Achter de Schermen’. Kunnen wij dat ook doen en zo andere organisaties ‘achter de schermen’ bezoeken? - Het bos kan verbonden worden met het marktplein – zie ook Brussel. - In het bos kan je een kampvuur maken om samen te zingen – zie ook Maasmechelen.
Voor wie nieuwsgierig is naar het sprookje over ‘de oude vrouw in het bos’, nemen we hier de hele tekst over van dit sprookje van de gebroeders Grimm, dat werd voorgelezen. Er was eens een arm dienstmeisje, dat met haar meester en meesteres door een groot bos reisde. In het midden van dat bos, kwamen er plots rovers uit het struikgewas tevoorschijn. Ze vermoordden iedereen die ze daar tegenkwamen. Allen kwamen om, behalve het meisje. Zij had zich in haar angst 29
achter een dikke boom verborgen. Toen de rovers met hun buit weg waren, kwam het meisje weer tevoorschijn en zag ze het ongeluk… Ze begon te huilen en zei: “arme ik, wat moet ik nu beginnen? Ik weet niet hoe ik uit het bos kom, er woont geen levende ziel in… Ik zal zeker van honger omkomen”. Ze liep heen en weer, zocht een uitweg in het bos, maar kon er geen vinden… Het werd avond. Ze ging tegen een boom zitten, vroeg God om hulp, wilde daar blijven zitten en niet weggaan, wat er ook gebeurde. Maar toen ze daar een poos gezeten had, kwam er een wit duifje aangevlogen, met een klein gouden sleuteltje in z’n snavel. Het duifje legde de sleutel in de hand van het meisje en zei: “zie je daar in de verte die grote boom? Daar hangt een klein slotje aan, dat kun je met het sleuteltje opendoen en daar zul je genoeg eten vinden en je zal geen honger meer lijden.” Het meisje ging naar de boom, deed het slotje open en vond er melk in een schoteltje met wit brood erbij. Toen ze genoeg had, zei ze: “ik ben zo moe, kon ik maar in mijn bedje gaan liggen”. Het duifje kwam opnieuw aangevlogen, bracht een tweeden gouden sleuteltje en zei: “doe het slotje van die boom daar maar open met dit sleuteltje, dan zul je een bed vinden.” Het meisje maakte ook dit slotje open, vond een mooi, wit bedje en ging erin slapen. De volgende ochtend kwam het duifje voor de derde keer, bracht opnieuw een sleuteltje en sprak: “Maak nu het slotje van die boom daar open, daar zul je kleren vinden.” Toen het meisje het slot openmaakte, vond ze er kleren met goud en edelstenen, zo heerlijk als geen koningskind er had. En zo leefde ze daar een poos. Het duifje kwam iedere dag langs en zorgde voor alles wat ze nodig had. Maar eens kwam het duifje langs en zei: “Wil jij iets doen om mij een plezier te doen?” “Graag”, zei het meisje. Het duifje zei: “Ik zal je naar een klein huisje brengen. Ga naar binnen, maar bij de haard van het huisje zit een oude vrouw. Ze zal je goeiedag zeggen, maar geef haar vooral geen antwoord, al spreekt ze nog zo vaak. Dan kom je in een kamer, waar een hoop ringen in allerlei soorten op een tafel liggen. Daar zitten prachtige ringen bij, met fonkelende edelstenen. Maar laat ze liggen! Zoek er de meest eenvoudige uit; en breng die dan naar mij, zo gauw als je kunt!” Het meisje ging daarop naar het huisje, stapte binnen en zag het oude mens zitten aan de haard. Die zette grote ogen op en zei: “goeiedag, kindlief”. Het meisje gaf geen antwoord en wilde naar de kamer gaan, maar de oude vrouw vroeg haar “waar ga je naartoe”, terwijl ze het meisje bij haar rok vastpakte. “Het is mijn huis, daar mag niemand binnenkomen als ik dat niet hebben wil!”. Het meisje zweeg, maakte zich uit haar greep los en ging meteen de kamer in. Daar lag op een tafel een massa ringen, ze glinsterden en schitterden in haar ogen. Ze haalde ze door elkaar en zocht naar de meest eenvoudige, maar ze kon hem niet vinden. Terwijl ze zo aan het zoeken was, zag ze het oude mens rondsluipen en een vogelkooi ter hand nemen waar ze mee weg wilde glippen. Het meisje ging naar haar toe, nam haar de kooi uit de hand en terwijl ze hem ophief en erin keek, merkte ze de vogel op die de meest eenvoudige ring in zijn snavel had. Het meisje nam de ring en liep er heel blij mee het bos in. Ze dacht dat het witte duifje dadelijk zou komen, maar het kwam niet… Ze leunde tegen de boom om verder op het duifje te wachten, maar terwijl ze daar zo stond, leek het of de boom zacht was, en buigzaam… De takken van de boom zonken op haar neer. De takken bogen zich vervolgens om haar heen.. Het waren plots 2 armen en toen ze omkeek, was de boom een man geworden, die haar omhelsde, haar kuste en zei: “Jij bent het, die me verlost heeft en me uit de macht van dat oude mens heeft bevrijd. Ze had me betoverd in een boom, maar een paar uur per dag was ik iedere dag een duif en zolang ze de ring bezat, kan ik mijn mensengedaante niet meer aanwenden”. Plots waren ook zijn bedienden en paarden van de betovering verlost; ze had hen ook in bomen veranderd. Allen stonden nu naast de prins. Samen reden ze weg naar zijn rijk, hij trouwde met het meisje en ze leefden nog lang en gelukkig. De droom is om het ontmoetingsbos in Halle-Vilvoorde te verlichten. Er is sfeer en gezelligheid, er is ruimte voor gesprek en dialoog. We willen toegang bieden aan iedereen, en drempelverlagend samen proeven van verborgen schatten in het bos. In het bos zijn er gidsen (organisaties) en kabouters (o.a. ervaringsdeskundigen) die met veel goesting op weg gaan vanuit een nieuwsgierige kijk. Iedereen krijgt hier de kans om eigen keuzes te maken: de keuze om met een eigen trekzak op weg te gaan en zo het Ontmoetingsbos Halle-Vilvoorde te verkennen en (andere) paden te bewandelen…
30
ONTWERPEN Ontdekken Dromen Ontwerpen Realiseren Ontwerpen = Via dialoog maken we een ontwerp voor de toekomst. Welke structuren en processen sluiten aan bij de nieuwe koers? Hier gaan we op zoek naar welke projecten we kunnen doen om onze droom waar te maken. In eerste instantie is dit een grote brainstormsessie. Daarna kijken we per idee naar sterktes en valkuilen. Dit moet ons helpen om er één (of meerdere) te kiezen die we verder vorm willen geven. Dit verder vormgeven doen we aan de hand van de 4WH-methode. 4WH-betekent dat we per project antwoorden zoeken op volgende vragen: - Wie: wie heeft er allemaal een rol in het project? - Wat: wat willen we precies gaan doen? - Waar: waar speelt zich het project af? - Wanneer: wanneer zetten we welke stappen? - Hoe: hoe willen we ons resultaat bereiken? Op het einde van deze fase hebben we één (of meerdere) concrete projectfiches.
Zo werd dit gecommuniceerd naar de lokale trio’s: In april/mei kan je weer een beroep doen op onze coach Koen om de derde stap in de waarderende benadering te zetten. Deze stap legt de nadruk op ‘ontwerpen’. Tijdens 1 hele dag (of twee halve?) kan u samen 1 of meerdere projectfiches ontwikkelen met uitleg wie, wat, waar, wanneer, hoe… Wie dit liever doet op eigen houtje, zonder coach, kan dat natuurlijk ook. Dan kunnen de andere groepen misschien meer coaching krijgen? Op dinsdag 9 juni kan je ervoor kiezen om uw projectfiche(s) voor te stellen aan de stuurgroep. U komt daarvoor 1 uurtje naar Brussel voor een babbel met de stuurgroep. Op voorhand ontvangen we graag uw projectfiche(s) – zodat we op voorhand al feedback kunnen inwinnen van de andere groepen en die bundelen. Daarna kan de stuurgroep beslissen over de verdeling van de extra middelen. We hebben immers een extra potje waarmee werkingskosten kunnen terugbetaald worden. Het gaat om een tussenkomst in de onkosten qua werkingsmiddelen. Er kunnen dus geen loonkosten ingebracht worden. Niet onbelangrijk is de grootte van deze extra bedragen. Het bedrag per trio is enerzijds afhankelijk van het aantal trio’s die meedoen in dit project. Het bedrag per trio is anderzijds afhankelijk van uw concrete plannen. Bescheiden plannen kosten immers minder geld dan ambitieuze. We schatten dat er per trio tussen de 2.500 en 7.500 euro zal beschikbaar zijn. Wie geen presentatie doet voor de stuurgroep, kan uiteraard geen aanspraak maken op die middelen. De projectfiche moet opgesteld zijn door nulde, eerste en tweede lijn samen – anders is het ‘niet ontvankelijk’. De projectfiches werden op 9 juni 2015 voorgesteld aan de stuurgroep in Brussel in het Ellipsgebouw. Elk trio kreeg daarvoor een uurtje de tijd. De stuurgroep fungeerde hier dus ook als jury. De stuurgroep wilde hierbij zelf ook een waarderende aanpak toepassen. Ze wilden door hun feedback op de projectfiches vooral inspireren, waarderen, sterker maken, steunen. De trio’s kozen zelf in welke vorm ze presenteerden. Er werd niet voorgekauwd op welke manier ze hun verhaal vertelden. We kregen een diversiteit van aanpakken: hoorspel, toneel, taart, zang, legomannetjes, film, vliegers maken… Uiteraard vroegen de trio’s zich af waarop de stuurgroep zou letten. Daarom lieten we hen weten aan welke criteria er veel belang gehecht zou worden. Tijdens een vergadering op 31 maart stelde de stuurgroep samen de criteria op waarop we zullen letten. Dit stond in de mail die de trio’s op 31 maart in hun mailbox kregen:
Jullie vragen zich waarschijnlijk af waarop wij zullen letten… Wel, hieronder vind je enkele criteria waar wij veel belang aan hechten: -
We waarderen hefbomen om toegankelijkheid te verhogen: o Het kan gaan om nieuwe kanalen, aanpak, methode, effecten… 31
o
Maar het kan ook gaan om herwaarderen of heruitvinden van reeds bestaande kanalen, aanpak, methode, effecten…
-
We waarderen eigenaarschap of participatie van mensen in armoede: o De participatie van de kwetsbare mensen in de projecten is volgens ons belangrijk doorheen het hele proces en in de output.
-
We waarderen duurzaamheid: o Duurzaamheid kan vele vormen aannemen. o Het kan ook bijvoorbeeld liggen in een leereffect, een opgebouwde samenwerking, kennis- of methodiekontwikkeling…
-
We waarderen gedragenheid door alle geledingen van de betrokken organisaties (nulde, eerste en tweedelijn): o Ook hier willen we niet voorkauwen hoe die gedragenheid er bij u moet/kan uitzien. o Het kan gaan om elementen die verankerd kunnen worden in de reguliere werking, die als het ware ‘inbouwbaar’ zijn. o Liefst geen zijspoor dat stopt na het project? o Het mag iets ‘abnormaals’ zijn, dat wel de ‘normale’ werking kan besmetten.
-
We waarderen het in alle richtingen lerend netwerk ontwikkelen: o Het gaat niet alleen over ‘van alles doen voor de kwetsbare doelgroep’. o Het gaat ook over leren van deze kwetsbare mensen en samen met hen. o Nulde, eerste en tweedelijn leren in alle richtingen van elkaar.
Daarnaast vinden we deze criteria ook belangrijk: - Duplicatiekansen; - Ontmoetingskansen: niet alleen voor de organisaties, maar ook voor mensen. Het gaat om ‘mens zijn’ en ook uit je rol durven stappen; - Koppigheid, gedrevenheid, passie… - Er écht mee bezig zijn, actiegericht zijn. We horen van u graag op voorhand WAT u wil doen, WAAROM dat belangrijk is, HOE u dat wil aanpakken, HOEVEEL dat zou kosten, en tenslotte hoe u de TOEKOMST ziet. We zijn alvast zeer benieuwd hoe jullie ‘dromen’ vertaald worden naar ‘ontwerpen’. Tijdens de stuurgroepvergadering van 31 maart 2015 viel het op dat er in die criteria geen expliciete vermelding is van ‘toegankelijkheid tot geestelijke gezondheidszorg’. Het gaat wel over nulde, eerste en tweede lijn SAMEN die kwetsbare mensen willen bereiken. Ze gaan samen aan de slag. Ook opvallend is dat het criterium ‘haalbaarheid’ niet apart in de lijst voor komt. De criteria die wel opgesomd worden, zijn wel allen voorwaarden om te komen tot haalbare realisaties.
32
9-10u: Presentatie Brussel Doelen? - Het beoogde doel is het verbeteren van de toegankelijkheid, zowel voor hulpverleners als voor hulpvragers. Het is belangrijk dat iedereen de weg vindt naar de organisaties of naar de mensen waar ze hulp kunnen vinden, info over hun rechten… en dat dit laagdrempelig is. De wisselwerking tussen hulpverleners en hulpvragers is heel belangrijk. Het is belangrijk om te leren van elkaar, en ook met elkaar door samen dingen te ontdekken en samen op pad te gaan. - We willen graag het taboe doorbreken rond geestelijke gezondheidszorg. - We willen ook het beleid beïnvloeden: onze stem luider maken door hem samen te laten klinken en op die manier hopelijk (beter) gehoord te worden. Zo willen we samen barrières overwinnen. Beoogde effecten? - Dat zowel hulpverleners als hulpvragers beter weten wat geestelijke gezondheidszorg precies is. - Duidelijk krijgen wat het aanbod is waar mensen nu al terecht kunnen en hoe. - Toegang vergemakkelijken – dat mensen, al dan niet met hulp, de weg kunnen vinden. - Dat mensen durven te komen. - Dat de organisaties elkaar en elkaars werking beter leren kennen om makkelijker, gerichter en correcter door te verwijzen. Om zo cliënten beter en directer te helpen. - Vanuit dit netwerk mensen steunen in hun vraag naar grondrechten. Zodat mensen krijgen waar ze recht op hebben. Resultaten? - Bij elkaar over de vloer komen om de organisaties en elkaar leren te kennen: zowel hulpverleners en hulpvragers. - Hoger aantal geslaagde doorverwijzingen: mensen worden naar de juiste plaats doorgestuurd waar ze verder geholpen kunnen worden + mensen geraken er echt. - Betere communicatie over armoede en geestelijke gezondheidszorg. - Kortom, iets concreets en tastbaars om de werking uit te leggen en te vertellen wat we precies doen op een manier die voor iedereen duidelijk is. Hoe concreet aanpakken? We willen een Brussels ‘platform’ voor detectie van de wanhoop. En we willen met bezoeken elkaar leren kennen om dit te kunnen doen. De stappen zijn: 1. Opendeurdagen voor elkaar, met catering 2. Debriefing in de verenigingen nulde lijn: Wat vond men ervan? Tips? 3. Inventarisatie: wat leeft er? Wat kan er beter? Wat kan drempelverlagend werken? Hoe willen mensen info krijgen over de organisatie? Hoe willen ze er terecht kunnen? 4. Terugkoppeling naar 1ste en 2de lijn 5. Ontwikkeling van kwalitatief en duurzaam materiaal om zich meer kenbaar te maken (brochure, flyer, film, foto…?), dat vaak en op meerdere plaatsen kan dienen 6. Terugkoppeling naar de directies van CAW en CGG om te kijken wat ermee gedaan kan worden en hoe ze verder met het project kunnen gaan. 7. Mandaat om verder inhoudelijk te werken aan het project. Zo willen we het aan de cliënten overlaten wat ze anders willen zien, en dus wat de volgende stap in het project zou zijn.
10u-11u: Presentatie Halle-Vilvoorde ‘Het hulpverleningsbos’ Doelen? - Zorgregiolandschap verlichten voor elkaar als organisaties, maar ook opdat mensen (opnieuw) de toegang vinden naar het bos en er hun (eigen) weg in kunnen vinden. - Ontmoeting, toegankelijkheid vergroten. - Samen iets maken dat we kunnen tonen aan de wereld. Door dit in het daglicht te plaatsen, kunnen we mogelijks mensen bereiken die verdwaald zijn of verloren gelopen in het bos. - In kaart/beeld brengen van datgene dat we niet of te weinig zien. - Kompas zijn voor iedereen en voor mekaar in het herkennen en ontwikkelen en inzetten van talenten. Beoogde effecten? - Dynamiek creëren tussen mensen door ontmoeting te organiseren. - Mensen vinden toegang en vinden gemakkelijker hun weg. 33
-
Organisaties en mensen leren elkaar beter kennen in alle mogelijke richtingen. Mensen krijgen zicht op hun eigen ‘ik’ doordat ze hun talenten leren ontdekken en deze kunnen inzetten. Organisaties vangen signalen op en gaan ermee aan de slag. Door het bos kunnen we opnieuw wat meer de bomen zien.
Resultaten? - Toonmomenten met toeschouwers waarop we het Ontmoetingsbos verlichten, op drie plaatsen: Halle, Vilvoorde en Asse. - Afrondingsmoment met focus: Wat is er veranderd in het bos? - Tijdens het proces voldoende ruimte bieden om in dialoog te gaan met elkaar, om stil te staan en de verborgen schatten te ontdekken. - Organisaties doen denkoefening: Hoe bereikbaar zijn we? Vinden we zelf de weg? - We betrekken ook andere organisaties opdat meer mensen bereikt kunnen worden: OCMW’s, dienst Integratie, zelforganisaties, Sociaal Huis Halle…
Hoe concreet aanpakken? - Stap 1: Organisaties betrekken in het ontmoetingsbos, en mensen de weg in het bos zelf laten verkennen, om zo vast te stellen wat er allemaal leeft. Dit door organisaties een filmpje laten te zien dat aanzet om een denkoefening te maken rond de eigen toegankelijkheid. - Stap 2: Organisaties uitnodigen voor een (inleef)zoektocht in het bos. Concreet is dit een wandeling waar we mensen/organisaties bij elkaar brengen om hen ook goesting te doen krijgen om nadien SAMEN met ons verder te werken aan het proces. Het traject wordt verder SAMEN ontworpen. Zo blijft het ontmoetingsbos toegankelijk, met oog voor elkaars keuzes/wegen. Zo creëren we gedragenheid. Het HOE krijgt vorm in samenwerking met en inspraak vanuit de eigen ervaring van doelgroep(en), organisaties… We kunnen veel van elkaar leren, als we oog hebben voor elkaar en de paden in het ontmoetingsbos niet uitstippelen voor mensen, maar wel samen (her)ontdekken. - Stap 3: Met workshops gaan we verder op ontdekkingstocht naar talenten van mensen en organisaties. We schrijven verhalen op onze wandelwegen, gaan op zoek naar datgene wat we weinig of niet zien. Talenten ontdekken kan op ludieke wijze, door groepsgesprekken, hobbyjacht… - Stap 4: Zodra ieder zijn talent(en) kent, kunnen we verder concretiseren welke vorm het toonmoment zal aannemen: toneel, film, foto’s… - Stap 5: Continu doorheen het project hebben we aandacht voor het proces, het beoogde doel, ruimte om blijvend in dialoog te gaan, signalen op te pikken, en door te spelen naar de bevoegde instanties. - Stap 6: Na het op punt stellen van het gezamenlijke doel nemen we contact op met Culturele Centra en andere voorzieningen die ons toelaten het toonmoment te plannen en daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. - Stap 7: Vormgeving toonmoment, leidend tot een totaalspektakel waarin we mensen in hun kracht zetten en hen datgene laten verwezenlijken waarin zij goed zijn. Zo brengen we in beeld (verlichten we) datgene wat we vaak niet of te weinig zien (als medemens en/of organisatie). 34
-
-
Stap 8: Toonmoment in de verschillende regio’s. Dit is ook een extra ontmoetingsmoment voor toeschouwers, een moment waarop we mensen de kans geven om stil te worden, waarop mensen kunnen reflecteren over hun eigen talenten, toegang verlenen tot een wereld die voor veel mensen vaak niet zichtbaar lijkt te zijn. We wensen tijdens het toonmoment een licht te werpen op de verborgen schatten die mensen bezitten, hen mee te gidsen in het ontmoetingsbos waar dromen werkelijkheid kunnen worden in een wereld waar oog is voor elkaar. Stap 9: Na het toonmoment organiseren we nog groepsmomenten: evaluatiemoment, groepsgesprekken, uitstap, dropping, jaarlijks ontmoetingsfeest… We willen dit samen met iedereen bepalen, op maat van ieders noden.
11u-12u: Presentatie Leopoldsburg ‘Een goed gevoel voor iedereen’ Doelen? - Drempels wegwerken en structurele oplossingen voor knelpunten. - Beleidsbeïnvloeding op alle niveaus (structurele oplossingen voor knelpunten) zowel in eigen organisaties, gemeente, ruimere overheid. - Mensen de weg wijzen naar hulpverlening – zorgen dat mensen durven praten. Mensen in armoede vinden beter hun weg binnen de hulpverlening inzake geestelijke gezondheidszorg. Het thema geestelijke gezondheidszorg wordt gemakkelijker bespreekbaar bij mensen in armoede. - Mensen in armoede worden gesterkt in dit thema (agogisch project). - Mensen leren kennen over organisaties heen. - Stem van alle actoren verbinden en daardoor een sterk dossier maken. - Zorgen dat het duidelijk wordt dat we meer tijd nodig hebben. Beoogde effecten? - Naar elkaar groeien van alle partners. - Samenwerking en communicatie verbetert tussen de verschillende organisaties. - Mensen in armoede komen in hun kracht – talenten laten zien. - Mensen worden gesterkt om in dialoog te gaan met beleid. - Betrokkenheid neemt toe – erkenning voor elkaars leefwereld. - Ieders grenzen bewaken in alle mogelijke richtingen. - Mekaars werkingen beter leren kennen – wegwijzers. Resultaten? - Voorstelling: voor oplossingsactoren, voor breed publiek, voor scholen. - Opname/reportage van de voorstelling – eventueel te gebruiken in opleidingen allerlei. - Deelname van verschillende actoren in het proces. - Link met cultureel centrum. - Link met anderen: RELIM (netwerk artikel 107), FAL (forum armoede Leopoldsburg), SALK (strategisch actieplan Limburg in ’t kwadraat), lokale gezondheidsraad, Demos (sociaal artistieke projecten), provinciale dienst geestelijke gezondheidszorg. - Overdraagbare methodiek om beleidsadviezen te formuleren vanuit hulpverlening en mensen in armoede samen. Hoe concreet aanpakken? - Opstart van een adviesgroep die het hele project opvolgt en methodieken uitwerkt om mee aan de slag te gaan. - Zoeken van een regisseur en procesbegeleider. - Verhalen verzamelen van mensen in armoede omtrent de dienstverlening binnen de sector geestelijke gezondheidszorg. Dit proces loopt al bij Ons Centrum. - Mandaten van de verschillende organisaties om mee in te stappen in het project en om werktijd vrij te maken. - Methodiek ontwikkelen om het proces bij de organisaties te ondersteunen i.f.v. formulering van beleidsadviezen en om ervaringen te delen omtrent de huidige dienstverlening. - Startmoment waarop hulpverleners van de verschillende organisaties worden uitgenodigd om het hele project toe te lichten, en om te starten met het delen van ervaringen. Wat loopt goed en minder goed in de huidige hulpverlening? Wat is nodig voor een betere hulpverlening? - Bevraging rond thema armoede bij het CAW op 23 maart 2016. - Dialoogmoment tussen hulpverleners en mensen in armoede van Ons Centrum op 14 juni 2016. - Verdere uitdieping van beleidsadviezen per organisatie en van de ervaringen van hulpverleners en mensen in armoede. 35
-
Uitwerking van de theatervoorstelling, die op 17 december 2016 doorgaat in CC Leopoldsburg. Er wordt een beleidsdossier geschreven dat gepresenteerd wordt tijdens een studienamiddag over het project ‘Een goed gevoel voor iedereen’. Er wordt een draaiboek opgesteld om de methodiek over te dragen naar andere gemeenten met als doel: mensen in armoede en hulpverleners formuleren samen beleidsadviezen om de dienstverlening en samenwerking te verbeteren.
13u-14u: Presentatie Maasmechelen ‘Wegwijs in eigen doolhof’ Doelen? - Mekaar beter leren kennen vanuit het idee ‘bekend is bemind’. Als je er een gezicht op kan plakken, is het gemakkelijker om contact te leggen. - Drempels wegwerken door: o Oog te hebben voor kwetsbare mensen en hen een stem te geven in de hulpverlening. o Zorg bieden aan mensen op de juiste plaats, de juiste match verwezenlijken tussen mensen en hun ondersteuningsnood. o Meer organisaties te prikkelen om samen met ons hieraan te werken. - Een open huis creëren elkaar en elkaars aanbod leren kennen, zodat we de hulpvrager maximaal kunnen helpen. - De beeldvorming rond geestelijk ziek-welzijn in Maasmechelen veranderen: Taboe doorbreken. Beoogde effecten? - Alle organisaties voelen zich samen verantwoordelijk om ondersteuning te bieden. - Deze visie wordt binnen de organisaties doorgegeven en uitgedragen naar andere organisaties, o.a. binnen het afstemmingsoverleg Maasmechelen. - Mensen durven praten over hun problemen en vinden sneller en makkelijker de weg naar de hulpverlening. - Mensen worden snel naar de juiste hulpverlener doorverwezen, krijgen inspraak in hun eigen traject en weten wat ze mogen/kunnen verwachten = een warm contact tussen hulpvrager en hulpverlener. - Een signaal naar het beleid van de eigen organisatie dat de mens centraal staat en niet de structuur van de organisatie. Resultaten? - Mensen kunnen verwoorden waar het scheef loopt in de hulpverlening en waar ze nood aan hebben om zich echt geholpen te voelen. - Elke mens moet maar één keer zijn verhaal doen. - De beeldvorming over hulp vragen is gewijzigd in Maasmechelen. - Casusgebonden overleg over de organisaties heen: wie doet wat, vb. het afstemmingsoverleg. - Link met anderen: afstemmingsoverleg Maasmechelen (Huis van de Mens, OCMW, CAD, ELP…), Nooilim, Huis van het Kind, sociale dienst politie, informele netwerken Maasmechelen. Hoe concreet aanpakken? - Stap 1: Actieve betrokkenheid van de verschillende partnerorganisaties in het project rond beeldvorming GGZ in Maasmechelen (april-oktober): o Kunstproject rond GGZ met 2de graad van de secundaire scholen van Maasmechelen. o Inhuldigingsmomenten op de speelplaatsen met hippe caravan en ‘te gek’-soep, met aanwezigheid van partnerorganisaties. - Stap 2: Procesbegeleiding (september-oktober): o Voor mensen van SOMA en cliënten van andere organisaties. o Thema’s formuleren, waarover zij graag in dialoog gaan met de hulpverleners. o Organisatie en voorbereiding van de kick-off. - Stap 3: Kick-off ‘Hulpvragers nodigen hulpverleners uit’ (november) o Dialoogmoment voor hulpvragers en hulpverleners, georganiseerd door hulpvragers. o Bekendmaking via het beeldvormingsproject in Maasmechelen tijdens de week van de GGZ. o Infostands waar elke dienst zich voorstelt. o Reflecties op de dialoogtafels. o Afsluiting met koffie en taart. o (Eventuele herhaling van de dialoogtafels in voorjaar 2016).
36
-
-
Stap 4: Organisatie van micro-stages: hulpverleners van SOMA, CGG, CAD en CAW lopen stage bij mekaar om mekaars organisatie van binnenuit leren te kennen: ‘bekend is bemind’ (november 2015-juni 2016): o De stagiairs houden een dagboek bij met observaties. o Elke stagiair geeft zijn stageplaats een cadeau onder de vorm van een bruikbare tip om de hulpverlening nog toegankelijker te maken voor kwetsbare mensen. Stap 5: Terugkomdag (juni 2016): evaluatie en implementatie in het afstemmingsoverleg met als groot aandachtspunt hoe de doelgroep blijvend een stem te geven. Toekomst: regelmatige organisatie van dialoogtafels als follow-up
14u-15u: Presentatie Oostende ‘Dat wil ik nog wel eens doen’ Doelen? - Afstand verkleinen tussen mensen en aanbod… door mensen samen te brengen rond emoties via hun talenten. - Samen emoties in beeld brengen via talenten. Beoogde effecten? - Mensen samen krachtiger maken, mensen zien genieten, mensen bij zichzelf brengen. - Mensen durven ervoor uitkomen, mensen die uitwisselen, mensen laten communiceren. - Doorprikken van verschillen, respect voor wie je bent, onbevooroordeeld. - Gezien en gehoord worden, leren van elkaar. - Nieuwe dingen doen, taboes doorprikken, mensen dichter bij elkaar brengen - Mensen erkenning geven voor wie ze zijn. Resultaten? - Wat gebeurt er in de groep (proces)? Aantal mensen die meedoen. - Link met anderen: sociaal-artistieke projecten, goed-gevoel-stoel, creatieve therapie, Theater aan zee, UITPAS Oostende, ontmoetingsplaatsen, buurtfeesten/brugfiguren, kringwinkels. Hoe concreet aanpakken? - Stap 1: Afspraak met sociaal-artistiek project kleinVerhaal te Oostende op 18 mei 2015. KleinVerhaal is een sociaal artistieke praktijk met hoofdkwartier in Oostende. Het is een nomadisch en multidisciplinair gezelschap dat projecten ontplooit over heel West-Vlaanderen. KleinVerhaal werkt samen met verschillende kunstenaars, groepen, organisaties en individuen. Mensen, met al hun eigenheden en achtergronden, worden in tijdelijke artistieke projecten samengebracht. Met haar verhalen en projecten wil kleinVerhaal gangbare logica’s in vraag stellen, bougeren, confronteren en documenteren. KleinVerhaal wil de onderstroom van de samenleving symboliseren en hetgeen realiseren waar we allen wel of niet van durven dromen. - Stap 2: Verbreden van partners: Samen Divers (armoedevereniging), Samenlevingsopbouw, Dagcentrum De Takel, Kwiedam (inloopcentrum CAW), OCMW Oostende, Ontmoetingshuis CKG, Straathoekwerk, Inloopteam stad Oostende, JAC Jongeren Advies Centrum Oostende. - Stap 3: Afhankelijk van de input van kleinVerhaal – contact nemen met Lisa Tahon (BMLIK) en met regisseur Ono, die in het verleden al werkte met een mix van mensen in armoede en mensen nietin-armoede. - Stap 4: Het spel ‘talentenjacht’ wordt gespeeld door alle organisaties die meegaan in het project op hun vaste ontmoetingsmomenten met hun doelpubliek. Zo ontdekken we wat er leeft aan interesse bij de verschillende doelgroepen. Zo vertrekken we van de basis. Daarna worden gemeenschappelijke interesses gebundeld en worden een vijftal mogelijke workshops opgesteld (misschien dans, muziek, fotografie, vlieger, koken…?). - Stap 5: De organisaties leiden de mensen toe die effectief willen meewerken in het project (toeleiding). Ze gaan ook het engagement aan om gedurende de termijn van de workshops een ankerfiguur per workshop te leveren, die actief participeert en tegelijk instaat voor de continuïteit en nazorg van iedere workshop. Dit heeft als neveneffect dat de medewerkers van de verschillende organisaties elkaar beter leren kennen. Dit leidt vaak tot samenwerking. Deelnemers aan de workshops leren dus ook mensen van CGG kennen, wat op zich ook drempelverlagend werkt. - Stap 6: Contacteren van ontmoetingscentra en buurthuizen voor gepaste en wijkgerichte locaties om de workshops te laten doorgaan. - Na het project: De ervaringen worden levendig gehouden, ook in de thuissituatie of eigen omgeving. Er worden impulsen gegeven. Voorstellen komen nog steeds vanuit de mensen zelf. In de context van kleinVerhaal zijn er verschillende projecten waar mensen aan kunnen participeren. 37
15u-16u: Presentatie Sint-Niklaas Doelen? - Dat mensen, vrijwilligers en hulpverleners, zich zekerder voelen in wat ze doen en signalen van psychische problemen leren herkennen. - De geestelijke gezondheidszorg uit de taboesfeer halen. Beoogde effecten? -
Sneller oppikken van signalen van psychisch onwelzijn Elkaar beter leren kennen Een gepaste verwijzing en warme toeleiding realiseren Problemen bespreekbaar stellen Gekleurder leren kijken i.p.v. zwart-wit Weten dat je je verhaal kwijt kan en mag Een doordachte gesprekshouding aannemen De balans van geven en nemen in evenwicht houden
Resultaten? - Een vormingspakket voor de medewerkers en vrijwilligers van de Springplank, CAW en CGG. Hierbij worden mensen in armoede ook betrokken. We streven naar een jaarlijkse vorming met de drie organisaties samen. - Hieruit kunnen groepsbabbels ontstaan, in verschillende vormen: tussen mensen in armoede onderling, tussen mensen in armoede en medewerkers vanuit verschillende diensten, tussen medewerkers onderling. Groepsbabbels met thematische inslag, intervisie…
38
Hoe concreet aanpakken? -
-
-
Stap 1: Brainstorm met ruimer netwerk: We betrekken ook deze partnerorganisaties mee in het vormingstraject: residentiële centra CAW, inloopcentrum Den Durpel, vrijetijdsgroep CGG, wijkgezondheidscentrum De Vlier, ontmoetingshuis Zigzag, Samenlevingsopbouw, Logo Waasland, Netwerk Tegen Armoede. Stap 2: Doelgroep bepalen. Stap 3: Bekendmaking. Stap 4: Doelgroep bevragen: waar hebben zij nood aan? Stap 5: Modules bepalen. Stap 6: Lesgevers zoeken. Stap 7: Datum en locatie plannen. Stap 8: Vormingspakket ontwikkelen. Stap 9: Uitvoeren. Stap 10: Bestendigingsstrategie: consument producent. o Elk jaar doen we samen iets in de week van de Geestelijke Gezondheidszorg, bijvoorbeeld een gezamenlijk lunchmoment. o We organiseren een jaarlijks vormingsmoment. o Modules kunnen herhaald worden. o Vanuit theoretische vorming kan een intervisiegroep ontstaan om concrete casussen te bespreken. o Er zijn babbelgroepen. o Elkaars werking versterken, bijvoorbeeld CGG organiseert samen met De Springplank en Den Durpel sessies voor 65+. Stap 11: Evaluatiemoment
-
Concreet zit dit erin: o Startmoment op 8 oktober – met een caravan die voor De Springplank staat. Tijdens een lunchmoment worden alle medewerkers van De Springplank, CAW en CGG getrakteerd op soep en broodjes. Het project en het traject wordt voorgesteld. Ze maken kennis met elkaar en met de deelnemende organisaties. Via post-its kunnen ze zelf nog ideeën aanbrengen. Vanaf 15u (openingsuur De Springplank) zijn ook de bezoekers van De Springplank welkom aan de caravan. We polsen naar hun noden. CGG en CAW blijven in de ontmoetingsruimte voor het beantwoorden van hun vragen. o Vorming achtergrond armoede (najaar 2015) voor CAW, CGG, eventueel vrijwilligers van De Springplank, o.m. door een ervaringsdeskundige. o Motiverende gespreksvoering (voorjaar 2016) op maat van vrijwilligers, door CGG. o Achtergrond ziektebeelden (borderline/psychose, depressie, autisme, mentale handicap, geestelijke gezondheidszorg…) (2016) voor professionele medewerkers CAW en De Springplank en eventueel geïnteresseerde vrijwilligers, door CGG. o Conflicthantering (2016) voor bezoekers, vrijwilligers, en professionele medewerkers. o Slotmoment – opnieuw met de caravan.
-
Er zijn verschillende modules, steeds met gemengd publiek uit de verschillende organisaties. We willen elkaar leren kennen en zuurstof brengen in de teams. Het is een flexibel traject. Als uit het startmoment blijkt dat er nog andere onderwerpen belangrijk zijn, kan daar ook rekening mee worden gehouden. Na het project zetten we de subsidiezoektocht verder voor een ‘outreacher’ (bij Stad Sint-Niklaas). We zien de stad als facilitator van de toekomst.
-
39
16u-17u: Beraadslaging stuurgroep De stuurgroep was sterk onder de indruk van de diverse presentaties en plannen. Daarom werd aan ieder lokaal trio 5.000 euro toegekend als bijkomend financieel duwtje in de rug om hun ambities te concretiseren. We besloten ook de mogelijkheid aan te bieden om nog een extra halve dag gebruik te maken van de coaching van KEIK. Daarop werd door enkele lokale trio’s enthousiast gereageerd: -
Zoals bijvoorbeeld in Maasmechelen: ‘Zoals reeds eerder aangegeven, willen wij graag nog meer coaching van Koen. In onze projectaanvraag hadden we een traject met een procesbegeleiding voor de doelgroep opgenomen. We zijn overeengekomen dat we heel breed gaan uitnodigen via verschillende organisaties. De bedoeling is om mensen, jong en oud, samen te brengen om de hulpverlening eens onder de loep te nemen. In groep gaan we dan een activiteit organiseren, waarop hulpverleners uitgenodigd worden om in dialoog te gaan. Ook Koen ziet er de meerwaarde van in om een diverse groep bijeen te brengen. Wij hebben al woensdagnamiddagen met hem afgesproken zodat we ook jongeren kunnen bereiken. Om met zo’n diverse doelgroep voldoende diep te kunnen ingaan op het thema, hebben we volgens Koen minimum 3 (best 4) sessies nodig). Daarvan zou Koen er 2 begeleiden en de sessie(s) tussendoor gaan we zelf invullen’ (mail van 1 oktober 2015).
-
Zo ook in Halle-Vilvoorde: ‘Vanuit ons trio zijn we absoluut voorstander om Koen verder te ‘benutten’. Het is al meermaals gebleken dat zijn knowhow ons verder op weg heeft geholpen + inspirerend werkt. 28 oktober vindt onze startdag plaats in onze regio, maar nadien valt er echter ook nog een heleboel in proces te gieten; het zou zeer fijn zijn mochten wij dit verdere verloop/aanpak/proces… verder met hem kunnen bespreken’ (mail van 1 oktober 2015).
40
VORMING LEEFWERELD MENSEN IN ARMOEDE Voorafgaand aan de realisatiefase leek ons hét moment aangebroken om eerst nog eens expliciet in te gaan op de leefwereld van mensen in armoede. Netwerk Tegen Armoede geeft hier uitstekende vormingen rond. Zij werden ingeschakeld, en de lokale trio’s werden allen uitgenodigd om deel te nemen.
Zo werd dit gecommuniceerd naar de lokale trio’s: Vanaf februari organiseert Netwerk Tegen Armoede vormingen rond de leefwereld van mensen in armoede. Daarbij is er expliciete aandacht voor wat u uit die vorming mee kan nemen naar uw eigen collega’s. We zetten in op vorming. Dit gaat verder dan het ‘geven van info’. Het gaat om het elkaar uitdagen om onderliggende vooronderstellingen en kaders in vraag te stellen, om alternatieve visies durven te verkennen. Vorming is meer confronterend dan opleiding, en heeft een diepgaandere impact. Daarbij wordt vertrokken van de vraag ‘Wat vraagt de ander zich af over ons’ (= vraaggericht); eerder dan van de vraag ‘Wat moet de ander weten van ons’ (= aanbodsgericht). Na het aanpassen van de originele planning werd de datum voor deze vorming geprikt op donderdag 30 april. Van 9u ’s morgens tot 16u30 waren de lokale trio’s welkom bij het Netwerk Tegen Armoede in Brussel. Op 18 maart 2015 ontvingen ze allen een warme uitnodiging met de volgende tekst:
Warm aanbevolen want… Deze vorming heeft als doel om inzichten in armoede en armoedebestrijding te verbreden. Tegelijkertijd worden concrete handvaten aangereikt om in de eigen organisatie meer in te zetten op toegankelijkheid. Kortom, het gaat om goesting geven om in jullie eigen organisatie meer in te zetten op toegankelijkheid in de brede zin van het woord. De koppeling met jullie dromen en acties in dit project worden expliciet gemaakt. Trio’s die deze vorming volgen, kunnen na deze dag in overleg eventuele bijkomende noden inventariseren en bekijken welk antwoord daarop op maat kan geformuleerd worden. Wie deze gemeenschappelijke dag volgt, kan dus nog beroep doen op extra ondersteuning op maat voor jullie trio. Vanuit de stuurgroep vinden we deze vorming een fundamentele stap in het proces dat we samen doorlopen. Griet Briels en Wouter Cox van het Netwerk Tegen Armoede verzorgden deze vorming in samenwerking met Marcella en Petra van Ons Huis, een vereniging waar armen het woord nemen uit Mol. Ons Huis was betrokken in één van de vier pilootprojecten uit het vorige project ‘Oog voor elkaar, ook met elkaar’ en kan zo hun ervaring delen met de nieuwe trio’s uit het huidige project ‘Oog voor elkaar, verbindt elkaar’. Het trio uit Maasmechelen was verontschuldigd wegens een interne coaching, waarvoor het onmogelijk was een nieuwe datum te prikken. Zij waren bovendien ook al betrokken in het vorige project – dus deze vorming was voor hen waarschijnlijk niet op maat. Van de andere vijf lokale trio’s mochten we in totaal 14 personen ontvangen, dus 2 à 3 personen per trio. Een mooie opkomst! In dit rapport vindt u enkele elementen uit die vorming en enkele quotes van de deelnemers, die een representatief beeld van het geheel geven. -
Als opwarmer gebruiken Marcella, Petra, Wouter en Griet de Lutteloefening. Op basis van een affiche met winkelprijzen uit de ‘Luttel’ wordt de vraag gesteld ‘wat is armoede’? Er wordt onderscheid gemaakt tussen feiten en gevoelens. Er wordt onderscheid gemaakt tussen gevoelens die bij jezelf opkomen en gevoelens die je toeschrijft aan mensen in armoede.
41
-
Na dit ingrijpend gesprek volgt een toelichting van de armoededefinitie zoals opgebouwd door mensen in armoede binnen de verenigingen waar armen het woord nemen. Daarbij hoort het onderscheid tussen de buitenkant en de binnenkant van armoede. o De buitenkant van armoede gaat over verschillende levensdomeinen: slechte huisvesting, laag inkomen… Het gaat over uitsluiting op meerdere domeinen: cultuur, onderwijs, arbeid en tewerkstelling, sociale contacten, justitie, welzijn, inkomen, gezondheid, huisvesting… Het gaat over de (on)toegankelijkheid van onze samenleving. Armoede gaat over het (meestal negatief) op elkaar inspelen van al die verschillende domeinen. Deze verwevenheid vormt geen vangnet, maar eerder een net waarin je vastplakt (en dus zeker geen hangmat). Het gaat om een vicieuze cirkel. o De binnenkant van armoede gaat over wat het doet met een mens om in armoede te leven. Het gaat niet over iets niet of wel ‘hebben’, het gaat over de effecten hiervan op het ‘zijn’. Mensen in armoede voelen zich meestal niet (h)erkend en hebben een groot wantrouwen tegenover de samenleving. Het gaat om schaamte, schuldgevoel, eenzaamheid, negatief zelfbeeld…
Enkele reacties van de deelnemers: - Armoede is blijkbaar meer dan geen geld hebben. - Armoede is een dominospel. Een probleem op 1 levensdomein brengt een kettingreactie teweeg die ervoor zorgt dat mensen ook op andere levensdomeinen in de problemen komen. -
Vervolgens wordt gekeken naar verschillende verklaringen voor armoede. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het armoedeverklaringsmodel van Jan Vranken. Vranken (2004, p. 40-42)3 beschrijft zes verklaringsmodellen voor armoede, steunend op twee criteria: o o
1) Op welk niveau wordt de oorzaak van de armoede gezocht: micro (individu), meso (groepen, gemeenschappen, instituties en organisaties) of macro (samenleving)? 2) Is die oorzaak intern (schuld) of extern (ongeval)?
Het individueel schuldmodel legt de schuld voor armoede bij mensen zelf omdat ze lui, spilzuchtig, drankzuchtig of onverantwoordelijk zouden zijn. Dit culpabiliserende verklaringsmodel miskent de omstandigheden waarin mensen in armoede opgroeien en leven. Een voor de hand liggende beleidskeuze bij diegenen die (eenzijdig) dit verklaringsmodel hanteren, is sanctioneringsbeleid.
3
Vranken, J. (2004). Algemene inleiding: Jaarboek (13 jaar) kijkt terug op Verslag (10 jaar). In J. Vranken, K. De Boyser & D. Dierckx (Eds.), Armoede en Sociale Uitsluiting: Jaarboek 2004 (pp. 25-52). Leuven: Acco.
42
Het individueel ongevalmodel zoekt oorzaken van armoede in persoonlijke ongevallen en tegenslagen zoals ziekte, handicap of verlies van een baan. Een voor de hand liggende beleidskeuze bij diegenen die (eenzijdig) dit verklaringsmodel hanteren, is opvangbeleid. Het institutioneel schuldmodel zoekt de verklaring voor armoede op het mesoniveau bij de inrichting en functionering van instituties, groepen en gemeenschappen. Hier spreekt men enerzijds over bureaucratisering of ontoegankelijkheid en anderzijds over onvoldoende of andere socialisering binnen het gezin. Een voor de hand liggende beleidskeuze bij diegenen die (eenzijdig) dit verklaringsmodel hanteren, is toegankelijkheidsbeleid – dat lijkt te passen binnen dit project. Het institutioneel ongevalmodel zoekt een verklaring in fenomenen zoals stereotypering, stigmatisering en onvoldoende beleidsaandacht voor minderheden. Een voor de hand liggende beleidskeuze bij diegenen die (eenzijdig) dit verklaringsmodel hanteren, is sensibiliseringsbeleid. In het maatschappelijke schuldmodel gaat de aandacht naar hoe de samenleving armoede altijd opnieuw voortbrengt en in stand houdt. In deze structurele benadering wordt armoede veroorzaakt en bestendigd door de manier waarop de maatschappij is geordend. Maatschappelijke structuren op het macroniveau brengen armoede voort. Een voor de hand liggende beleidskeuze bij diegenen die (eenzijdig) dit verklaringsmodel hanteren, is grondrechtenbeleid – ook dit lijkt te passen binnen dit project. Tenslotte is er het maatschappelijke ongevalmodel dat tijdelijke veranderingen en conjunctuurschommelingen centraal stelt, zoals een economische crisis of technologische ontwikkelingen. Een voor de hand liggende beleidskeuze bij diegenen die (eenzijdig) dit verklaringsmodel hanteren, is conjunctureel beleid.
Dit maakt zichtbaar dat ieder zijn aandeel heeft: macro (de maatschappij), meso (de organisatie) en micro (de persoon). Daarbij hoort een waarschuwing voor de veel voorkomende ‘fundamentele attributiefout’. Dat wil zeggen: De gedragingen van anderen worden toegeschreven aan de persoonlijkheid of het karakter van die persoon. Situationele factoren (buiten die persoon) worden onderschat, terwijl de persoonsgebonden factoren worden overschat. Zeer herkenbaar, we doen dit allemaal. ‘Als we een ander iets verwijten, dan attribueren we doorgaans naar de interne factoren van de ander: je bent dom, jij bent gemeen… Als we echter zelf ergens van beschuldigd worden, dan attribueren we doorgaans naar de situatie: ik had niet de nodige info gekregen, ik had geen tijd meer, mijn telefoonbatterij was leeg…’. 43
-
Tenslotte een zeer realistisch rollenspel: Je kind is ziek op vrijdagavond, je twijfelt om naar de dokter te gaan. Je was immers ook van plan om met je laatste centen naar de winkel te gaan want er is geen eten meer in huis. Naar de dokter gaan of eten halen, maak de afweging. o Welke argumenten gebruik je bij het afwegen? o Heb je ook gedacht aan mogelijke reacties van buitenstaanders (dokter, school maandag…)? o Wat is binnenkant van armoede, wat is buitenkant van armoede? o Op basis daarvan: Welke pijnpunten zien jullie m.b.t. toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg voor mensen in armoede?
Enkele reacties van de deelnemers: - De keuze-oefening ‘naar de winkel gaan versus met ziek kind naar de dokter gaan’ kan helpen om je kijk op armoedesituaties te verruimen en in te zien dat het niet steeds eenvoudig is om een keuze te maken. - Soms moet je ‘out of the box’ denken, uit je kot komen, buiten bestaande procedures en reglementen treden. - We vertrekken vanuit een vrijwillige hulpverlening. Kom je niet op afspraak dan is dit je eigen keuze. Bij sommige cliënten laten we te snel los en moeten we meer aanklampend werken. - Hoe groot de afstand ook lijkt, soms loont het de moeite om een situatie proberen aan te pakken. - We werken te vaak toekomstgericht, waar mensen in armoede het moeilijk hebben om de verbinding met de toekomst te maken. - We moeten niet enkel denken, maar gewoon doen. We moeten meer ruimte laten voor ‘trial and error’. - We moeten meer ruimte creëren om emoties te tonen. - Kiezen is niet steeds verliezen. Kiezen kan ook winnen zijn of iets opleveren. - Het beeld van iemand die binnen het project een afspraak heeft gemaakt bij de psychiater en van boven aan de trap roept dat ze eindelijk de stap heeft gezet om een afspraak te maken: een belangrijke drempel die overwonnen is! Na de vorming kregen alle deelnemers – en ook de verontschuldigde mensen uit Maasmechelen – de boodschap dat ze bijkomende vormingsvragen (rond de leefwereld van mensen in armoede) mogen doorgeven aan Griet, en dat er dan in overleg naar een passend antwoord wordt gezocht.
44
REALISEREN Ontdekken Dromen Ontwerpen Realiseren Realiseren van acties gepland in vorige drie stappen. Vertrekkend vanuit de concrete projectfiche(s) gaan we aan de slag. Doordat we het hele proces hebben doorgemaakt, voelen we samen de energie om ook daadwerkelijk resultaten neer te zetten. Dit is ook de spannendste fase, vermits het er nu op aan komt ook echte resultaten te boeken. De focus moet liggen op het uiteindelijke doel en op de concrete realisatie van het projectidee. De energie die we opgebouwd hebben tijdens de voorbije stappen, helpt ons ook op momenten dat het minder vanzelfsprekend vooruitgaat. De nadruk op deze vierde fase en het extra budget dat hiervoor dient, volgde vanuit een belangrijk aandachtspunt, al geformuleerd tijdens de adviesgroep van 24 april 2014: ‘Mensen in armoede hebben al (vaak) ontdekt, gedroomd en ontworpen. Ze geven al vaak advies aan het beleid… maar zonder concrete resultaten. De realisatie ontbreekt. Er is actie nodig. We moeten voorkomen dat er (weer) voorstellen worden geformuleerd waar niets mee gebeurt. De nadruk moet dus ook liggen op de realisatie van de adviezen! De waarderende benadering is op zich actiegericht. De output van dit project ligt niet op voorhand al vast. De creatie van brugfiguren is niet dé enige output. Er is in deze waarderende benadering ruimte voor een bottom up beweging. Via de waarderende benadering kan er ook andere output – naast de brugfiguren – gerealiseerd worden. Er kan in een specifieke regio nog iets anders nodig zijn dan brugfiguren. Mensen in tijdsnood kan je moeilijk motiveren voor een praatbarak, maar wel voor concrete resultaten’.
Zo werd dit gecommuniceerd naar de lokale trio’s: Vanaf juni kan u starten met de vierde stap van de waarderende benadering, namelijk de realisatiefase. U moet uiteraard niet starten in juni. Misschien dat het jullie beter uitkomt om pas in september te starten? Dat kan ook. We hebben geen datum waarop uw realisatie ‘klaar’ moet zijn. We zeggen alleen dat u vanaf juni eraan kan beginnen. Ook hier bieden we coaching aan: Wie wil, kan twee keer een halve dag een beroep doen op Koen. Aangezien we geen deadline zetten op deze realisatiefase, worden niet alle realisaties opgenomen in dit rapport. Dit rapport wordt eind 2015 afgerond terwijl vele realisaties pas in 2016 op kruissnelheid komen. We hebben er alle vertrouwen in dat alle plannen die hierboven samen vorm werden gegeven ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Enkele realisaties vielen nog binnen het tijdsbestek van dit rapport, en kunnen dus wel opgenomen worden.
Sint-Niklaas Zo was er op 8 oktober 2015 – in de aanloop naar de Werelddag Geestelijke Gezondheid - in SintNiklaas bij de Springplank een lunchmeeting waarbij het vormingsaanbod werd voorgesteld. Alle collega’s van De Springplank, het CAW en het CGG werden uitgenodigd, alsook andere sociale organisaties van in en rond Sint-Niklaas. Meer dan 50 mensen schreven zich in, aten samen soep, en babbelden over elkaars werkingen, over armoede, over geestelijke gezondheidszorg, over outreach, over politiek, over toegankelijkheid… en uiteraard over het vormingsaanbod. Mensen kregen de kans om zich in te schrijven voor één of meerdere modules van het vormingsaanbod. Ze voorzien vorming rond armoede, rond motiverende gespreksvoering, rond conflicthantering en rond ziektebeelden. Uiteraard was er ook een caravan aanwezig! Deze Pixie Cameravan is een vintage caravan uit het jaar 1976 die vandaag een nieuw leven leidt als photobooth. Je kan er – liefst niet alleen – op een comfortabele zetel zitten, je verkleden met allerlei hoeden, petten, snorren, en dan… worden er drie foto’s getrokken. Die foto’s worden meteen in tweevoud afgedrukt. De aanwezige hulpverleners en vrijwilligers konden er niet genoeg van krijgen. Een plezante manier om elkaar beter leren te kennen! 45
Ook hulpverleners mogen zich eens laten gaan , lazen we achteraf op Facebook. (Meer info: www.pixiecameravan.be). Beelden zeggen vaak echter meer dan woorden – daarom vindt u hierna een reeks hartverwarmende foto’s die goed weergeven welke ‘look and feel’ deze dag in Sint-Niklaas had. Het lunchmoment in Sint-Niklaas:
Het formele moment in Sint-Niklaas:
46
En uiteraard niet te vergeten: De caravan in Sint-Niklaas:
Gevolgd door enkele sfeerbeelden IN de caravan:
47
Leopoldsburg Op 12 november 2015 was er een activiteit in Leopoldsburg. Daarover schreef Wouter Cox van Netwerk Tegen Armoede de volgende mail: ‘Heb gisteren een zeer fijne dag beleefd in Leopoldsburg. Ons Centrum organiseerde een dialoogdag i.f.v. ‘Oog Voor Elkaar’. Er was een heel divers publiek aanwezig: mensen uit de vereniging, OCMW, CAW, teleonthaal, CGG, PAZ-Genk (Psychiatrische Afdeling Ziekenhuis). Met de Worldcafé-methodiek werden good practices en positieve verhalen opgetekend rond vijf kernwoorden: eerste contact hulpverlener, toegankelijkheid, doorverwijzing… Dit werd telkens onderworpen aan het goedkeurende oog van de deelnemers uit de vereniging waar armen het woord nemen. Het was een zeer fijn uitwisselingsmoment, een mooi benutte kans om bevindingen vanuit de vereniging af te toetsen aan een ruimer publiek hulpverleners. Het stak goed in elkaar, zinvol, fijne methodiek, sterke inhoud… kortom, een geslaagde dialoog’. Deze dag leverde stof op voor het bouwen van een beleidsdossier.
Een tipje van de sluier opgelicht rond de verzamelde inzichten: Wachtlijsten: - Bestaat er een filterfunctie? - Zelfredzaamheid van de mensen? - Meer financiële middelen minder wachtlijsten - Vaste begeleider bij steeds terugkerende problemen Eerste contact hulpverlener: - Eerste telefonische contact met de hulpverlener - Eerste contact met de hulpverlener: open, eerlijk, respectvol, vertrouwelijk - Voldoende tijd en nodige comfort voorzien - Hulpverlening heeft zijn beperkingen; hulpverleners zijn ook maar mensen Toegankelijkheid: - Doelgroep – hulpverlener(s): o Betere bekendheid van het aanbod o Vertrouwensband opbouwen o Outreachend werken - Meer bruggen bouwen - Krachtgericht werken: empowerment - Doelgroep sensibiliseren: hulp vragen is niet zwak, maar sterk! Doorverwijzing: - Wat is er juist aan de hand? o Doorvragen door de hulpverlener o Vertrouwen opbouwen met de hulpverlener o Tijd nemen om een goed gesprek te hebben 48
-
-
Weten welke organisatie wat doet Op maat werken: o Samen naar de doorverwezen organisatie gaan o Beschikbaar zijn Oplossing is niet altijd de hulpverlener
Samenwerking tussen verschillende diensten: - Wat loopt er goed? o Netwerken blijft zeer belangrijk o Telefonische contacten o Doorverwijzen van het CAW naar allerlei diensten - Waar loop je tegen aan? o Cliënt moet zijn verhaal opnieuw doen o Niet weten met welke vraag je naar waar moet gaan o Diensten kennen elkaars werking niet o Te weinig aanbod in Noord-Limburg Dat sluit mooi aan met wat ze wilden bereiken: - Een goed gevoel voor iedereen - Drempelverlagend werken - Beleidsadviezen en ervaringen delen - Zowel mensen in armoede als professionals - Beleidsbeïnvloeding op alle niveaus - I.s.m. CAW en CGG werkt Ons Centrum een theatervoorstelling uit – vanaf maart 2016, onder leiding van regisseur Ingrid Dullens - Studienamiddag - Dossier opmaken ‘iedereen verdient een goed gevoel’ – gepland december 2015 - Reportage maken rond ‘armoede en geestelijke gezondheidszorg’ - Betere samenwerking tussen verschillende organisaties i.f.v. mensen in armoede (bron = slides van Leopoldburg tijdens workshop op inspiratiedag 3/12/2015).
49
F. Inspiratiedag? Afronding van het project Het is fijn om een feestelijk moment te hebben waar we de realisatie van de verschillende projecten vieren. Dit geeft een boost aan de deelnemers en ook aan het grote project op zich. Hier kan ook de energie ontstaan om verder te gaan op de ingeslagen weg. Het kan een aanzet zijn om het niet te laten stoppen bij de projecten die concreet gerealiseerd werden. Een uitnodiging om verder met elkaar aan de slag te gaan. Door waarderend terug te kijken op de verwezenlijkingen van het project, ontstaat de energie om nieuwe dromen te formuleren en deze te vertalen in plannen. Dit kan een mooie invulling zijn van een feestelijk slotmoment: - De trio’s stellen hun projecten aan mekaar voor. - We gaan samen op zoek naar de krachten die elk project in zich draagt. - We dromen samen hoe dit grote project navolging kan krijgen. - We bekijken wat we concreet nog willen doen en plannen dit. Op deze manier stopt het project niet op de einddatum. Het is net een aanzet om nog verder te gaan met het bouwen van bruggen.
Zo werd dit gecommuniceerd naar de lokale trio’s: Op donderdag 3 december is er een inspiratiedag waarop u de ‘realisaties in progress’ aan elkaar kan tonen. Een halve dag voor de trio’s onder elkaar (voormiddag) – en een halve dag gericht naar een groot publiek (namiddag). De realisaties hoeven dan dus niet ‘klaar’ te zijn – maar mogen gerust nog ‘in ontwikkeling’ zijn. We verspreiden zeer breed een ‘save the date’ en daarna een volledig uitgewerkte uitnodiging. Beiden ziet u hieronder opgenomen:
50
51
Keynote speaker Prof. Dr. Jozef Corveleyn
Prof. Dr. Jozef Corveleyn was de keynote speaker op deze inspiratiedag. Hij bracht een beklijvende lezing over ‘Bruggen bouwen tussen armoedebestrijding, welzijnswerk en geestelijke gezondheidszorg’. Enkele aspecten uit die lezing worden hieronder hernomen. Deze samenvatting doet echter geen recht aan de complexiteit en nuance van de lezing zelf. De groeiende armoedecijfers zijn bekend. Een serieuze omgang met deze problematiek vergt een grondige mentaliteitsverandering en een politiek op lange termijn. Er zijn vandaag meer dan overduidelijke aanwijzingen over de nefaste invloed van (structurele) armoede op de mentale gezondheid vanaf het levensbegin. De noodzaak van een vroegtijdige ondersteuning en interventie is duidelijk; ook langdurige ondersteuning en begeleiding.
Wat doet armoede met mensen? - Uit neurowetenschappelijk onderzoek blijkt: De hersenen van het jonge kind worden geschaad bij ongunstig attachment-klimaat in de vroege ontwikkeling. - Enkele citaten van Sapolsky (2005)4: ‘It is not a subtle statistical phenomenon. When you compare the highest versus lowest rungs of the socioeconomic ladder, the risk of some diseases varies 10fold’. En: ‘New studies indicate that the psychosocial stresses associated with poverty may increase the risks of many illnesses. The chronic stress induced by living in a poor, violent neighborhood, for example, could increase one’s susceptibility to cardiovascular diseases, depression and diabetes’. - Naast allerlei soorten deficiet en verlies door armoede: verlies aan psychologisch kapitaal. - Langdurige armoede leidt onvermijdelijk tot psychische problemen. - Generatiearmoede is een aanslag op de persoonlijke ontwikkelingskansen van het individu, die een blijvende hypotheek legt. - Armoede betekent voor de betrokkenen altijd terechtkomen in een spiraal van uitsluiting: uitgesloten worden en zich terugtrekken. - Armoede betekent een sterke psychologische belasting en stress. Die leidt altijd tot algemeen verhoogde kwetsbaarheid, emotionele crisissen en psychologische decompensatie (= ziek). - Generatiearmoede is altijd een aantasting van het algemeen psychologisch welbevinden en van de psychologische weerbaarheid. - Generatiearmoede is zo een aantasting en vermindering van psychologisch kapitaal; het is een structurele kwetsbaarheid.
4
Sapolsky, R. (2005). Sick of poverty. Scientific American, 293 (6), 92-99.
52
Leidt geestesziekte tot armoede? Leidt armoede tot geestesziekte? - Het verband is circulair-oorzakelijk. Er is geen eenduidige punt-tot-punt causale verbinding. - We stellen vast dat meer en meer psychisch zieke mensen in armoede terecht komen. - Nogal wat beleidsmakers vinden volgehouden en intensieve zorg (langdurig, intensief, outreachend, ondersteunend) voor chronisch psychiatrische patiënten ‘onbetaalbaar’. - Nogal wat patiënten komen in betaalmoeilijkheden voor de hen voorgeschreven behandelingen. Ze ondervinden ook financiële moeilijkheden bij de re-integratie in de maatschappij. Er is een extra maatschappelijke inspanning nodig. Daarvoor zijn er meerdere inspiratiebronnen: - De bevrijdingspsychologie van Ignacio Martin Baro: zie onder meer: Martin-Baró, I. (1994). Writings for a Liberation Psychology. Edited by Adrianne Aron and Shawn Corne, with a foreword by Elliot G. Mishler. Cambridge/Massachusetts: Harvard University Press. - Participatieve werking geïnspireerd op Paolo Freire: zie onder meer: Freire, P. (1980). Pedagogiek van de Onderdrukten. Baarn: In den Toren, Anthos. - Presentie-theorie van Andries Baart: zie onder meer: http://www.andriesbaart.nl/publicaties-vanaf2000/boeken/ - Capabilities approach van Amartya Sen & Martha Nussbaum: ‘De waarde van een samenleving laat zich beoordelen door de mate waarin zij voor de armsten onder haar leden zorgt’. Zie onder meer: - Sen, A. (2010). The idea of justice. London: Penguin Books. - Nussbaum, M. (2006). Grensgebieden van het recht: Over sociale rechtvaardigheid . Vertaald uit het Engels door Peter Diderich en Rogier van Kappel (oorspronkelijk: Frontiers of Justice). Harvard University Press. - Nussbaum, M. (2010). Not for profit: Why democracy needs the humanities. Princeton and Oxford: Princeton University Press. - Nussbaum, M. (2011). Creating Capabilities: The human development approach. Cambridge Massachusetts and London: The Belknap Press of Harvard University Press. Een verwijzing naar de basispeilers van de democratie is relevant: Als grondslag van een moderne democratie kan verwezen worden naar de leuze van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid (= solidariteit). - Vrijheid = erkenning van het onafhankelijke individu als basiselement van de gemeenschap; vrij van overheersing door andere individuen, structuur, of ideologie. - Gelijkheid = elk individu heeft dezelfde rechten en plichten; gelijk voor de wet. - Broederlijkheid = in goede en kwade tijden vormen de individuen een gemeenschap op grond van een gemeenschappelijke wil of overeenkomst. Dit schept de plicht tot solidariteit. - De recente, neoliberale trend in onze maatschappij zet volop in op vrijheid en gelijkheid, en verklaart ‘broederlijkheid’ als ‘slechts met mate financierbaar’. Dat is een kwestie van maatschappelijke keuzes maken. Het recente verleden, o.m. de sterke stijging van het armoederisico en van de reële armoede in ons land, leert: De maximalisering van de individuele vrijheid leidt tot vermindering van gelijkheid en tot verwaarlozing van solidariteit.
53
Onveilige gehechtheid is een risicofactor: - Adaptieve kracht van gehechtheid - Continuïteit en transmissie, maar geen determinisme: ‘History is not destiny!’ - Het onderzoek van Greet Geenen leert ons over generatiearme moeder/kind duo’s: o Vooral onveilige gehechtheidsvoorstellingen bij de moeders o Vooral onveilige gehechtheidsgedragspatronen bij de kinderen o Hoge mate van overeenkomst tussen de gehechtheidsstijl van moeder en kind o Moederlijke sensitiviteit: lage scores en onveilig gehecht o Een lage capaciteit om te mentaliseren bij de moeders o Een lage kwaliteit van de objectrepresentaties van het zelf en van anderen (dit is een laag niveau van differentiatie en betrokkenheid o Een hoge mate van gedragsproblemen bij kinderen o Meer lezen? Geenen, G. & Corveleyn, J. (2010). Helpende Handen: Gehechtheid bij kwetsbare Ouders en Kinderen. Leuven: Lannoo Campus. Geenen, G. (2007). Intergenerationele overdracht van gehechtheid bij Belgische
moeders en kinderen die in extreme armoede leven: Een meervoudige gevalsstudie. Promotor: Jozef Corveleyn; co-promotor: Karine Verschueren. See:
http://www.kuleuven.ac.be/doctoraatsverdediging/cm/3H04/3H040711.htm . Doctoral thesis. Corveleyn, J., Maes, C., & Geenen, G. (2008). Generatiearmoede en het Dalrymplesyndroom. Een psychologisch perspectief. In J. Zeedijk en P. Van Bortel (Eds.),
Bedrogen door de elite? Kritische beschouwingen bij Theodore Dalrymples cultuuranalyse (pp. 100-121). Kapellen/Kampen: Pelckmans –Klement.
54
Wat zijn dan aanbevelingen voor zorgverstrekkers? - Maak een goede relatie met de ouder en het kind: o Tijd, continuïteit, openheid/transparantie en respect o Let op de stijl van de gehechtheid van de ouder o Eigen gehechtheidsstijl van de zorgverlener in het oog houden (intervisie) - Promoveer mentalisatie: o Verwondering, het perspectief van het kind, het perspectief van de ouder, emotie, probeer op het niveau van de ouder te komen o De zorgverlener moet voortdurend mentaliseren! - Werk op het gedragsniveau: Promoveer/versterk sensitiviteit - Luister naar de stem van de ouders - Dit is zeer belangrijk, zelfs als ouder en kind niet samen leven. Wat zijn dan aanbevelingen voor beleidsmakers? - Start zo vroeg mogelijk - Relatie gebaseerd - Curatief en preventief - Levenslang perspectief en intensief - Continuïteit - Maatwerk: de eigen noden en vragen van de ouder en kind - Kijk naar de specifieke cultuur van de sociaal kwetsbare families - Belang van sociaal netwerk - Begeleiding thuis: outreach - Neem de sterkten als basis: ondanks de niet te ontkennen kwetsbaarheden - Mentalisatie is de essentiële invalshoek voor interventie - Belang van spel en speelsheid Besluit - Kies voor kwetsbare jonge kinderen en hun ouders en dit in een langdurig tijdsperspectief - Voorzie voldoende structurele financiering voor vroege preventie en interventie - Kies voor een zorgaanbod met laagdrempelig profiel waarin het opbouwen van een relatie centraal staat, en dat op een flexibele manier kan aangepast worden aan de noden van jonge kinderen en hun ouders - Train de zorgverleners - Kies voor kwaliteit: evidence-based practice en voor waardengebaseerde praktijk - Investeer in onderzoek - Werk aan de mentaliteit over kwetsbare ouders en hun kinderen: Het is NIET hun fout. Zorg voor sociaal engagement naar hen toe, gebaseerd op respect voor hun mogelijkheden - Geef de zorgverleners de gelegenheid om de noodzakelijke signalen te geven
55
Workshops door de zes lokale trio’s
Ook de zes lokale trio’s ontwikkelden voor deze inspiratiedag elk een workshop. Zo konden de deelnemers met concrete inspiratie naar huis. We tonen u hieronder enkele indrukken vanuit enkele van de workshops. Hieronder een stuk van het verhaal vanuit
Maasmechelen verteld tijdens de inspiratiedag:
56
57
Het trio uit Sint-Niklaas vertelde over hun dromen en realisaties – waarin telkens de caravan een hoofdrol speelt.
58
Uit
Oostende kregen we tijdens de inspiratiedag het volgende verhaal:
Samen een sociaal-artistiek project opzetten: - Mensen samenbrengen - Talenten ontwikkelen - Mensen dichter brengen bij henzelf en bij elkaar - Mensen krachtiger maken - Mensen kansen geven op aangepaste hulp - … Daarvoor werd gewerkt met onder meer: valiezenexpo en workshops in dans, toneel, koken, zang… De valiezen sprongen bijzonder in het oog. Daarom een extra woordje uitleg… Deze expo ging door in Oostende van 22 tot 29 januari 2016.
Mensen krijgen een valies, en kunnen die op 15 januari 2016 binnenbrengen in kleinVerhaal: Wat je in je valies opbergt, vertelt iets over jouw verleden, het heden of plannen voor de toekomst. Om mensen op weg te helpen, waren er enkele tips over wat er in de valies kan of wat ze ermee kunnen aanvangen: - Beeldend: een tekening, foto’s uit een album kunnen al heel wat vertellen, een landkaart met jouw route naar Oostende, postkaartjes met een favoriete bestemming, een schilderij… - Voorwerpen: een gebruiksvoorwerp, een beeldje, speelgoed, een instrument… - Geluid: een geluidsfragment, een opgenomen verhaal, een liedje, een partituur… - Tekstmateriaal: een boek, verhaal, tekst, gedicht, brief… - Creaties: je gaat zelf aan de slag: schrijf een tekst, gedicht, verbouw de valies tot kunstwerk, beschilder de valies met symbolen… Onder het cliënteel en het netwerk van de verschillende organisaties werd een scheepslading lege koffers verspreid. Mensen vulden de valiezen met allerlei objecten over zichzelf, hun passie, hun dromen, hun leven en liefde... Sommige valiezen kwamen terug volgestouwd met prullaria, anderen met een bescheiden post-it briefje. De gepakte koffers werden verzameld in het atelier van kleinVerhaal. Jean-Baptiste Lison, accordeonist en verzamelaar-knutselaar, ontfermde zich over de koffers en hun inhoud. Alles werd zorgvuldig gefotografeerd en gearchiveerd. Met de spullen die hij aantrof, bouwde hij een authentieke expo. Hij diepte meer dan 500 objecten op uit de valiezen en gaf alles een waardevol plekje in één groot 'snuisterkabinet': Lp’s, vintage brei- en haakwerk, fragiele wereldkaarten, 'moderne' schilderijen, grootmoeders recepten, vergeelde familiefoto's, nieuw behangpapier, amoureuze gedichten, glimmende speelgoedautootjes... Klein, kitscherig en alledaags of groot, artistiek en exclusief, ieder object geeft willensnillens een stukje identiteit van zijn eigenaar prijs.
59
De Valiezenexpo werd feestelijk geopend in aanwezigheid van de Oostendse burgemeester Johan Vande Lanotte.
Daarop deed de geruchtenmolen haar werk, vele bezoekers daagden de week nadien op om in de tentoonstelling snuisteren. Op zoek naar iets dat ze ook bij zichzelf herkennen, of gewoon curieus naar andermans spullen en smaak. Een citaat van een valiezenmaker: 'Het brengt heel wat bij jezelf naar boven, maar je leert er ook ongelooflijk veel uit over jezelf en de anderen. ' De Valiezenexpo is tegelijk de aftrap van een nieuw parcours. Oog Voor Elkaar nodigt kunstenaars en professionals uit die de deelnemers en hun achterban coachen tijdens verschillende ateliers. De workshops worden op maat uitgewerkt en vertrekken van hetgeen in de valiezen werd aangetroffen. Van het maken van artistieke stambomen over exotische kookateliers tot lessen wildbreien. Een citaat van een enthousiaste valiezenmaaktster: 'Een superkans dit project, want vele workshops zijn voor mij en voor alle mensen met een laag inkomen vaak niet betaalbaar.' Enthousiaste valiezenmaakster (Bron = http://www.kleinverhaal.be/Projecten/De_Valiezenexpo)
60
Geformuleerde adviezen door de lokale trio’s
Tijdens de voormiddag van de inspiratiedag formuleerden onze trio’s enkele adviezen op basis van hun ervaringen. Tijdens de namiddag presenteerden ze deze adviezen aan een ruimer publiek. Adviezen vanuit de armoedeverenigingen: De opdracht dat CGG’s en CAW’s er moeten zijn voor mensen in armoede moet duidelijker en meer afdwingbaar zijn. Die opdracht blijft momenteel al te vaak enkel een intentie die niet wordt waar gemaakt. Inspraak van mensen in armoede is belangrijk. Ook structurele inspraak van mensen in armoede in beleidswerk. Hiervoor zijn uiteraard meer middelen nodig. Meer outreachend werken is nodig. Kom naar de plaatsen waar mensen in armoede al aanwezig zijn en zich op hun gemak voelen. Adviezen vanuit de CAW’s: Er is nood aan meer middelen. Vertrouwen krijgen en vertrouwen opbouwen vraagt tijd. Die tijd ontbreekt momenteel. Er moet gewerkt worden aan het verminderen van de kloof tussen arm en rijk. Dat is een economisch probleem. Dit kan niet alleen door welzijnswerk en geestelijke gezondheidszorg opgelost worden! Het is nodig om te voldoen aan de basisbehoeften van mensen in armoede. Het is nodig om hulp te kunnen en mogen bieden, daar waar de hulpvrager de eerste keer zijn/haar vraag stelt. Dus niet telkens op en af blijven doorverwijzen. Dus niet de hulpvrager dwingen om telkens opnieuw zijn/haar verhaal te moeten doen bij verschillende hulpverleners. Er is meer vertrouwen nodig voor de hulpverleners. Die zou niet telkens eerst vanalles moeten aantonen en bewijzen. Indien beleidsmakers weinig voeling hebben met de werkvloer – kom gerust dan eens een keertje bij ons kijken. U bent welkom! Het is nodig om meer in te zetten op toegankelijke en eenvoudige jeugdhulp. Geef de hulpverleners erkenning voor hun inzet, en niet alleen voor de resultaten. Geef cliënten erkenning dat ze (steeds opnieuw) de weg naar de hulpverleners vinden. Adviezen vanuit de CGG’s: In de opleidingen is er een bredere blik nodig op het sociale en maatschappelijke landschap. Dit ontbreekt momenteel. Er is nood aan een kader dat meer ruimte laat voor ‘out of the box’ denken en maatwerk. De weg om te komen tot face-to-face contact is een belangrijk onderdeel dat meer gevalideerd dient te worden. Dus aandacht en erkenning voor het proces om vertrouwen op te bouwen – niet enkel kijken naar aantal individuele contacturen. Stop de versnippering in het aanbod, in de organisaties en in de diensten. Investeer in wat werkt! Als conclusie een gemeenschappelijk punt: Tellen alleen de directe contacturen met 1 individuele hulpvrager? Dit is een belangrijke vraag. Die perceptie leeft alvast bij de CGG’s. Is dit de belangrijkste of zelfs enige indicator die écht doorweegt? Is het toegestaan om ook tijd te investeren in: Bruggen bouwen en dialoog tussen nulde, eerste en tweede lijn? Groepsactiviteiten (dus niet individueel) op de plaatsen waar mensen in armoede aanwezig zijn – dus bij de armoedeverenigingen? Outreach? Hier zouden zowel CAW’s als CGG’s ook expliciet erkenning voor moeten krijgen en tijd in mogen investeren. Blijkt dit voldoende uit de indicatoren die ze moeten hanteren?
61
G. Waar wilden we bij het begin van dit project trots op zijn? Tijdens de eerste stuurgroep op 8 oktober 2014 vroeg coach Koen aan de aanwezigen waar ze binnen een jaar trots op willen zijn. Een uittreksel uit het verslag geeft de volledige opsomming: Waar willen we binnen een jaar trots op zijn? - Verandering in organisatie én in de mensen binnen de organisatie. - De CAW’s en CGG’s willen mensen in armoede bereiken. - CAW’s, CGG’s en verenigingen kunnen elkaar naar waarde schatten. - Schotten opgeheven tussen de drie organisaties. - Mensen binnen de CAW’s en CGG’s hebben inzicht in armoede. - Mensen in armoede ervaren dat ze echt terecht kunnen bij de CAW’s en CGG’s. - Meer bewustzijn bij mensen in armoede dat CGG tweedelijns is. Daar hoef je niet naartoe als je een luisterend oor nodig hebt, of behoefte aan een gesprek. - De minister leert bij uit dit project en verandert op basis daarvan iets in de regelgeving naar alle drie de organisaties toe. Hier zit de duurzaamheid! Daartoe moeten we hem ook gericht leerkansen bieden, door hem gedurende het project al te betrekken en uit te nodigen. Dit coaching traject zorgt ervoor dat: • De trio’s mekaar goed leren kennen. • De leervragen en de uitdagingen waar de trio’s mee geconfronteerd worden, een antwoord krijgen. • De trio’s groeien in hun functie (samenwerking tussen de verschillende actoren bevorderen) en als persoon. • We toewerken naar de resultaten die voorop gesteld worden: een aantal projecten die ervoor zorgen dat het welzijn en de geestelijke gezondheid bij mensen in armoede bevorderd worden. • Het welzijn en de geestelijke gezondheid bij mensen in armoede bevorderd worden.
62
H. Kritische nabeschouwing ‘waarderende benadering’ Doorheen dit hele rapport kan u lezen wat de ‘appreciative inquiry’ of waarderende benadering kan betekenen. Dit is een aanpak, die in ons project vruchtbaar bleek om samen te bouwen aan duurzame resultaten. Sommige lezers zullen meteen goesting krijgen om zelf ook die aanpak eens uit te testen. Andere lezers zullen zich afvragen of we niet beter een andere aanpak hadden gekozen. Deze gemengde reacties zijn begrijpbaar… De Caluwé en Vermaak (2014) 5 onderscheiden in hun handboek ‘Leren Veranderen’ vijf veranderkleuren. Deze kleuren staan symbool voor totaal verschillende paradigma’s om te kijken naar verandering: elk met z’n eigen vooronderstelling, sterktes, valkuilen... Elke veranderkleur groepeert tientallen (of misschien zelfs honderden) mogelijke concrete aanpakken. We gaan kort door de bocht door deze vijf veranderkleuren hieronder samen te vatten. We adviseren iedereen die werkt rond ‘verandering’ om dit boek te bestellen en helemaal grondig te lezen! - Geeldruk: Er verandert iets als je belangen bij elkaar brengt in een machtsspel naar een haalbare oplossing, een win-winsituatie. De borging ligt in beleidsdocumenten, machtsbalans, loyaliteit. - Blauwdruk: Er verandert iets als je eerst denkt en dan (planmatig) doet in een rationeel proces naar de beste oplossing, een maakbare wereld. De borging ligt in meten = weten, bijsturen. - Rooddruk: Er verandert iets als je mensen op de juiste manier prikkelt in een ruiloefening naar een motiverende oplossing, de beste ‘match’. De borging ligt in HRM-systemen, goede verhoudingen, communicatie. - Groendruk: Er verandert iets als je mensen in leersituaties brengt in een ontwikkelingsproces naar een oplossing die mensen samen vinden. De borging ligt in de lerende organisatie. - Witdruk: Er verandert iets als je ruimte maakt voor spontane evolutie in een dynamiserend proces naar een oplossing die energie vrijmaakt. De borging ligt in zelforganisatie, kwaliteit van dialoog. Had u al geraden dat de ‘appreciative inquiry’ één van de mogelijke instrumenten is die vaak gebruikt worden bij een witdruk-aanpak’? Als u zich al de hele tijd ergert aan dit witdruk-denken, dan is dat ook begrijpelijk. Er bestaan namelijk tegenstellingen (of zelfs ware allergieën) tussen de verschillende aanpakken. We citeren er hier enkele (de Caluwé & Vermaak, p. 447): Witdrukdenken Je moet ruimte maken en blokkades wegnemen. Het verleden is geweest en beperkt je niet. Feed forward is het maken van een gewenste toekomst. Volg het toeval en gebruik het. Leren omgaan met onvoorspelbaarheid. De dingen zijn zoals ze zijn. Iedereen kan sturen in zijn eigen cirkels en netwerken.
Tegenstelling (of allergie) met… Blauwdruk: Je moet de ruimte inperken en focussen. Groendruk: Feedback is het belangrijkste lessen die we kunnen leren uit het verleden. Blauwdruk: Laat niets aan het toeval over, maak het planbaar. Terugdringen van onzekerheid. Rooddruk: Het glas is halfvol. Geeldruk: Eenheid van leiding is nodig. Er zijn grenzen.
Het zelfbeeld van witdruk-denkers is volgens de Caluwé & Vermaak (2014, p. 394): zelfbewust, spiritueel, holistisch. Mensen met andere kleurpreferenties zien dat soms anders, namelijk: eigenwijs, onaangepast, wereldvreemd… Volgens de Caluwé & Vermaak (2014) zijn de aannames van de appreciative inquiry – volgens hen te vertalen als waarderend ontdekken – eenvoudig: Elke organisatie heeft iets dat goed werkt. Dat zijn elementen die leven geven, die effectief, succesvol verbonden zijn met belanghebbenden. Appreciative inquiry begint met het identificeren van dit positieve. Door mensen, groepen en organisaties hiermee te verbinden, verhoogt hun energie en visie voor veranderen. Zo start Appreciative inquiry een transformatieproces met vier simpele en krachtige vragen: - Beschrijf een hoogtepuntervaring in jouw organisatie, een moment waarop je springlevend was. - Zonder bescheiden te zijn: wat vind je het meest waardevolle van jezelf, jouw werk en organisatie? - Wat zijn de essentiële factoren die leven geven aan jouw organisatie? Zou de organisatie zonder jou ophouden te bestaan?
5
De Caluwé, L. & Vermaak, H. (2014). Leren Veranderen: Een handboek voor de Veranderkundige. Deventer: Vakmedianet.
63
Stel je voor dat je vanavond in een diepe slaap valt, die tien jaar duurt. Tijdens jouw slaap gebeuren er wonderen, en wordt jouw organisatie zoals jij het graag zou willen. Nu word je wakker, en ga je naar jouw organisatie. Wat is er dan nieuw, veranderd, beter, effectief en succesvol? Deze vragen starten een dialoog om een nieuw aantrekkelijk beeld van de organisatie en de toekomst ervan te ontdekken. -
Dingen en mensen veranderen binnen deze witdruk-aanpak, als je… - Aansluit op de ‘natuurlijke weg’, de ‘roeping’ van mensen zelf. - Ruimte biedt voor de eigen energie, inspiratie en kracht van mensen. - Dynamiek/complexiteit wilt duiden en kunt zien waar ‘de tijd rijp voor is’. - Eventuele blokkades wegneemt en conflicten optimaliseert. - Betekenis toevoegt aan de processen waar mensen in zitten. - Symbolen en rituelen gebruikt (de Caluwé & Vermaak, 2014, p. 65). Kortom, er verandert iets als je ruimte maakt voor spontane evolutie in een dynamiserend proces naar een oplossing die energie losmaakt. Het resultaat is onvoorspelbaar. De borging schuilt in zelforganisatie, kwaliteit van dialoog. Valkuilen schuilen in oppervlakkig begrip, en laisser faire (de Caluwé & Vermaak, 2014, p. 70-71). Deze valkuilen hebben we in dit project proberen te vermijden door de continue opvolging vanuit de stuurgroep en door de gemeenschappelijke dagen waar de trio’s elkaar konden bevragen en uitdagen. Succescriteria die typisch zijn bij deze witdruk-aanpak volgens de Caluwé & Vermaak (2014, p. 89), zijn herkenbaar bij alle trio’s hierboven: - Mensen spelen in op nieuwe situaties. - Er is ondernemerschap. - Mensen willen weer. - Mensen organiseren zichzelf dwars over afdelingsmuurtjes heen. - Er zit energie/leven in. - Dingen hebben een heel andere betekenis dan voorheen. Uiteraard is deze aanpak niet in elke context geschikt. Soms werkt het suboptimaal. Soms werkt het zelfs helemaal niet. De Caluwé en Vermaak (2014, p. 91) identificeren enkele factoren die maken dat deze witdruk-aanpak niet werkt: - Weinig dynamiek en confrontatie. - Geen durf, (zelf)vertrouwen en eigen koers. - Weinig zelfkennis en relativering. - Te veel afhankelijkheden. Deze factoren zijn we gelukkig in de zes trio’s nergens tegengekomen. Dankzij de deskundige coaching van Koen Joly van KEIK was er overal dynamiek, confrontatie, durf, (zelf)vertrouwen, zelfkennis, relativering… Bij de duurzaamheid van het project blijft het een open vraag of het doorbreken van afhankelijkheden tijdelijk was – of dat dit ook duurzaam zal blijken. Blijven mensen over de muurtjes heen kijken en buiten de hokjes breken?
64
I. Kritische nabeschouwing ‘onderzoek’? België wordt volgens Meys, Hermans & Van Audenhove (2014, p. 13) 6 gekenmerkt door enerzijds een toenemende zorgvraag, en anderzijds een groeiend, divers en op wetenschappelijke kennis gebaseerd zorg- en behandelingsaanbod voor mensen met psychische problemen. Dit zowel ambulant als residentieel. Toch bestaat er in de praktijk nog steeds een aanzienlijke onvervulde zorgbehoefte. Professionals lijken het moeilijkste te bereiken voor de groep die hulp het meeste nodig heeft. Er zijn verschillende barrières: -
Institutionele barrières: o De categoriale organisatie van het aanbod: voor elk deelprobleem is er een ander deel van de voorziening of een heel andere voorziening verantwoordelijk. Complexe of multipele problemen passen niet zomaar in dit versnipperde aanbod. Sommige groepen komen zo niet of onvoldoende aan hun trekken. o De rationalisering en fragmentering van het aanbod: Specialisatie levert hoogwaardige kennis op over oorzaken en gevolgen. Dit wordt echter ‘fragmentatie’ wanneer organisaties naast elkaar werken, onvoldoende info uitwisselen, zich enkel fixeren op hun fragment… Personen met een complexe zorgbehoefte vallen zo uit de boot. o Het gebrek aan continuïteit: Het gaat hier om de gekende breuk tussen jeugdhulpverlening en hulpverlening aan volwassenen. Maar ook om andere groepen zoals bijvoorbeeld mensen die na hun ontslag uit een psychiatrisch ziekenhuis in de thuissituatie terecht komen bij hulpverleners die hun voorgeschiedenis onvoldoende kennen. o De vermaatschappelijking van de zorg: Een te snelle afbouw van residentiële voorzieningen kan het risico inhouden dat mensen geen goed alternatief vinden. De vermaatschappelijking van de zorg is vooral een uitdaging voor de meest kwetsbare mensen, waarvan het netwerk ook bestaat uit kwetsbare mensen – of waarvan het netwerk zelfs totaal ontbreekt.
-
Culturele barrières – of tegenstrijdige werkelijkheidsopvattingen tussen mensen met een zorgbehoefte en de hulpverleners: o Verwachtingen van hulpverleners komen vaak niet overeen met de werkelijkheid: Kwetsbare mensen komen niet altijd overeen met het gewenste profiel van de gemotiveerde, intelligente cliënt die verbaal onderlegd is. Problemen geraken soms niet opgelost omdat ze erg complex zijn. Sommige personen komen agressief over. o Ongeschreven regels van de hulpverlening: Er wordt verondersteld dat de cliënt zelf contact moet opnemen en dit contact moet onderhouden. Ze verwachten ook dat de cliënt een vraag formuleert tijdens de openingsuren – een vraag die liefst meteen past binnen het zorgaanbod. Is dat niet zo, dan volgt een doorverwijzing of zelfs een vertrouwensbreuk.
Net als onze keynote speaker Prof. Dr. Corveleyn tijdens onze inspiratiedag, erkennen Meys, Hermans & Van Audenhove (2014, p. 18) ook de relatie (of beter: de vicieuze cirkel) tussen psychische stoornissen en armoede: ‘Enerzijds kan het optreden van psychische stoornissen leiden tot een verlies aan economische productie die op zijn beurt bijdraagt tot een verslechtering van de financiële situatie en tot armoede. Anderzijds is er een cumulatieve impact van armoede zelf die duurzame effecten kan hebben op het mentale en sociale functioneren van een persoon’. Niet elke persoon met een psychische stoornis is uitgesloten of arm. Maar binnen de populatie van mensen met een psychische stoornis kan wel een groep onderscheiden worden die zich in een armoedesituatie bevinden. Meys, Hermans & Van Audenhove (2014, p. 23) verwijzen naar enkele goede praktijken, die inspelen op de behandelingskloof. Daaronder vinden we onder meer samenwerkingen tussen CAW’s en CGG’s, maar ook het uitbouwen van een eerstelijnspsychologische functie. Ook Mobiele Teams ontbreken niet in deze lijst. Laagdrempeligheid, outreach en samenwerking lijken rode draden te zijn. Zo ook in ons project. Samen met andere onderzoekers willen we in dit rapport nog eens bevestigen dat er nood is aan het uitwerken van de nieuwe functie van eerstelijnspsycholoog. Daarbij is er ruimte nodig voor samenwerking met maatschappelijk werk. ‘De ontwikkeling van een sterke eerstelijnsgezondheidszorg Meys, E., Hermans, K., & Van Audenhove, C. (2014). Rapport KBS-project ‘Geestelijke Gezondheidszorg en Uitsluiting’, Leuven: KU Leuven LUCS Centrum voor Zorgonderzoek & Consultancy. 6
65
is noodzakelijk om de uitdagingen waar we als samenleving voor staan aan te kunnen’ (De Maeseneer e.a., 2014, p. 55)7. Als afsluiter van dit rapport worden ook nog eens enkele krijtlijnen van outreachend werken in de kijker gezet: Outreachend werken is een verzamelnaam voor diverse activiteiten en methoden waarbij de veldwerker de veiligheid van de eigen organisatie verlaat en naar kwetsbare mensen toe gaat. Dat kan zijn in een openbare ruimte zoals een straat, een plein of de tram, maar ook in de privésfeer van mensen, zoals thuis in de woonkamer. Het gaat over het ondersteunen van kwetsbare (dorps)bewoners die niet voorbij drempels geraken van diverse zorg-, dienst- of hulpverleners. Door te werken in de leefwereld van de kwetsbare mensen, kan het aanbod beter aansluiten bij hun specifieke context en behoeften. Zo kan de drempel naar het vragen van ondersteuning verlaagd worden. In het expertisecentrum Reach Out! kan u terecht voor vorming en ondersteuning voor praktijkwerkers, leidinggevenden. Dit zowel voor organisaties die al outreachend werken, als degenen die ermee willen starten. Reach Out! helpt bij het ontwikkelen van een visie, reikt tools aan en ondersteunt. U kan er terecht voor een introductiedag, een basisvorming voor praktijkwerkers, een leertraject voor praktijkwerkers, een open aanbod voor leidinggevenden, of ook vorming op maat van een team of organisatie. Daarnaast is er ook intervisie, advies, en begeleidingstrajecten op maat van team en organisatie. Meer info via: www.kennisplein.be/Pages/Reach-Out!.aspx of via www.reachout.be Daarnaast is er ook een praktijkboek voor outreachend werken: Beelen, S., De Maeyer J., Dewaele, C., Grymonprez, H., & Mathijssen, C. (2014). Reach Out! Praktijkboek voor Outreachend Werken. Leuven: LannooCampus.
Wij wensen u alvast veel leesplezier, inspiratie en goesting om zelf aan de slag te gaan!
7
De Maeseneer, J., Aertgeerts, B., Remmen, R. & Devroey, D. (2014). Together We Change: Eerstelijnsgezondheidszorg: Nu meer dan ooit! Interuniversitair Samenwerkingsverband Huisartsopleiding.
66