STRATEGISCH BELEIDSKADER WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO) GEMEENTE ALKMAAR
Meedoen en zorgen voor elkaar
Sector Maatschappelijke Ontwikkeling februari 2006, gewijzigd n.a.v. amendement.
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ............................................................................................................................ 3 1.
DE VISIE OP DE WMO: MEEDOEN EN ZORGEN VOOR ELKAAR ........................... 4
2.
UITGANGSPUNTEN VAN BELEID ............................................................................. 5
3.
DE PROGRAMMALIJNEN .......................................................................................... 5
4.
AMBITIENIVEAU GEMEENTE ALKMAAR: DE BREDE AANPAK ............................. 6
5.
DE PROGRAMMALIJNEN UITGEWERKT.................................................................. 7
PROGRAMMALIJN 1: PREVENTIE EN HET TEGENGAAN VAN BEPERKINGEN .................................... 7 PROGRAMMALIJN 2: BASISPAKKET COLLECTIEVE VOORZIENINGEN .............................................. 8 PROGRAMMALIJN 3: INNOVATIE EN ONDERSTEUNING VAN MANTELZORGERS EN VRIJWILLIGERS .... 8 PROGRAMMALIJN 4: INDIVIDUELE VOORZIENINGEN .................................................................... 9 PROGRAMMALIJN 5: W ONEN, ZORG EN WELZIJN .......................................................................10 PROGRAMMALIJN 6: INFORMATIEVOORZIENING.........................................................................10 PROGRAMMALIJN 7: STRATEGISCH BELEIDSKADER WMO/ BELEIDSPLAN WMO..........................11 6.
DE BETROKKENHEID VAN PARTIJEN BIJ DE WMO ..............................................12
7.
PARTICIPATIE EN INSPRAAK: INTERACTIEVE COMMUNICATIE .........................13
8.
REGIONALE AFSTEMMING ......................................................................................13
9.
ORGANISATIESTRUCTUUR .....................................................................................14
10.
FINANCIËN.................................................................................................................14
11.
RANDVOORWAARDEN.............................................................................................14
12.
COMMUNICATIEPLAN ..............................................................................................14
13.
PLANNING ....................................................................................................................
Meedoen en zorgen voor elkaar
2
Inleiding Het kabinet constateert dat bij ongewijzigd beleid de betaalbaarheid, duurzaamheid en handhaafbaarheid en daarmee het voortbestaan van de AWBZ in het geding is. De kosten van de AWBZ worden onbetaalbaar als er niets gebeurt. Dit vooral als gevolg van de huidige omvang van het AWBZ-pakket, de toenemende vraag en de manier waarop de uitvoering is geregeld. Daar komt bij dat het in het jaar 2000 ingezette proces van modernisering van de AWBZ nog niet de gewenste resultaten heeft opgeleverd. Ook speelt hierbij mee dat kwetsbare groepen door de vergrijzing, vermaatschappelijking en “uitval” steeds groter worden, en waarvan de overheid de kwaliteit van het leven op peil wil houden. Het bestaande beleid van de overheid speelt op dit alles onvoldoende in, reden waarom de rijksoverheid een belangrijke stelselherziening van de AWBZ (WMO) voorstelt. Gemeenten in Nederland worden, zoals het er nu naar uitziet, verantwoordelijk voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deze Wet zal de Welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten vervangen en bovendien sommige onderdelen van de AWBZ bevatten. De WMO gaat derhalve niet alleen over zorg, maar ook over jeugdbeleid, welzijnswerk, maatschappelijke opvang en verslavingszorg. De WMO leunt sterk op de grondgedachte van zelfredzame burgers en medeverantwoordelijke overheden. Achter de wet ligt de drijfveer om activering, participatie en zorg beter en efficiënter te organiseren. Gemeenten staan zo voor een dubbele en ingewikkelde opgaaf. Want zowel de burger als de overheid hebben nog weinig ervaring met hun nieuwe rollen van zelfredzaamheid, respectievelijk medeverantwoordelijkheid. Gemeenten moeten organisatorisch, financieel en beleidsmatig invulling gaan geven aan hun nieuwe eigen rol voor zorg en ondersteuning van burgers, én tegelijkertijd de burgers helpen om hun eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid ook waar te maken. Hiermee staan de gemeenten voor een nieuwe uitdaging: de implementatie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Een nieuwe wet, met deels bekende en deels nieuwe taken voor gemeenten. Een wet die kansen biedt, een bijdrage levert aan ontschotting van onze samenleving, maar die ook risico’s voor gemeenten met zich meebrengt. Op deze ontwikkeling dient adequaat te worden ingespeeld. De gemeente kan het echter niet alleen. Het veld van de maatschappelijke ondersteuning omvat naast de informele zorg ook tal van organisaties, vaak voortgekomen uit particulier initiatief. De aanwezige deskundigheid, kennis en kwaliteiten van partijen in het veld zoals zorgaanbieders en woningbouwcorporaties is een uiterst belangrijke motor voor het realiseren van resultaten. De gemeente Alkmaar kan geen adequaat beleid ontwikkelen zonder medewerking van deze partijen. Dit realiseert de gemeente Alkmaar zich ten volle. De gemeente zal dan ook in een vroegtijdig stadium partijen in het veld bij het WMO-proces betrekken. Daarnaast wordt in het kader van de WMO van burgers meer eigen verantwoordelijkheid verwacht bij het leveren van een bijdrage aan zorg en ondersteuning. Om de diversiteit aan ontwikkelingen helder voor het voetlicht te kunnen brengen, is het wenselijk om een gemeenschappelijk kader WMO te ontwikkelen. Het algemeen kader zoals dat in deze nota beschreven wordt, bestaat uit een inhoudelijke visie, een procesaanpak en een aantal centrale uitgangspunten. Daarnaast wordt op de betrokkenheid van de verschillende partijen ingegaan, de participatie en inspraak, de regionale afstemming, de organisatiestructuur, de financiën, de randvoorwaarde, de planning en het communicatieplan. Kenmerkend voor het proces is dat er met duidelijke en samenhangende programma’s en speerpunten gewerkt wordt. Een gemeenschappelijk kader vergemakkelijkt de communicatie tussen instellingen, politiek en onze inwoners. Daarnaast biedt een kader ook kansen om middelen en menskracht effectief in te zetten en een mogelijkheid te werken aan de ontschotting van de samenleving. Dit alles is natuurlijk gericht op participatie van onze inwoners.
Meedoen en zorgen voor elkaar
3
1.
De visie op de WMO: Meedoen en zorgen voor elkaar
Eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en de vangnetfunctie van de WMO. In ons sociaal beleid staat het motto centraal: iedereen doet mee! We gaan daarbij uit van ieders eigen verantwoordelijkheid voor en zeggenschap over zijn of haar eigen leven, van ieders kwaliteiten en mogelijkheden. Maar waar Alkmaarders buiten de boot vallen of dreigen te vallen, nemen wij met maatschappelijke partners maatregelen om dat te voorkomen of om mensen weer binnenboord te halen. Zodat zij vervolgens weer zelfstandig kunnen functioneren en hun eigen keuzes kunnen maken. Wij willen met alle Alkmaarders zorgen dat de samenleving niet versplintert en dat mensen in redelijke harmonie met elkaar leven en omgaan, waarbij mensen zelfredzaam en zelfstandig kunnen functioneren. Wij voeren zoveel mogelijk preventief beleid om uitval van mensen uit de samenleving te voorkomen. Waar dat te laat is, nemen we maatregelen om mensen weer op de been te helpen. Wij hebben verschillende instrumenten om onze visie op sociaal beleid waar te maken. Zo ondersteunen wij met onze aanpak van de Wet werk en bijstand mensen bij het zoeken naar werk en het behoud van bestaanszekerheid. Als centrumgemeente hebben wij taken ten aanzien van verslaafden, dak- en thuislozen en in de vrouwenopvang. We handhaven de leerplicht om voortijdig schoolverlaten van jongeren te voorkomen. Enzovoort. Daarmee werken wij aan een algemeen voorwaardenscheppend sociaal beleid dat gericht is op versterking van de gemeenschap via met name de wijkgerichte aanpak. Daarnaast hebben we een risicogericht en probleemgericht sociaal beleid: het achterstandenbeleid dat gericht is op kwetsbare groepen zoals jongeren met problemen met opgroeien, werkloze allochtonen, vluchtelingen, senioren, uitkeringsgerechtigden en sociaal zwakkere gezinnen. Centrale begrippen bij dit sociale beleid zijn: zelfredzaamheid en eigen initiatief, participatie, integratie en vangnet, vraaggericht werken en een leefomgeving die schoon, compleet en veilig is. Uit boventaande blijkt dat ons bestaande sociaal beleid in tal van opzichten een belangrijke bijdrage levert om iedereen aan onze samenleving te kunnen laten meedoen. Kernbegrip in de WMO is de eigen verantwoordelijkheid van de burger voor zijn eigen zorg- en/ of ondersteuningsbehoefte. Dit betekent dat mensen zo zelfstandig mogelijk en met zoveel mogelijk keuzevrijheid tegelijkertijd naar vermogen verantwoordelijkheid dragen voor zichzelf en de eigen omgeving: bewust zijn van de kosten van voorzieningen; zorgen voor naasten; meedoen aan verenigingsleven of vrijwilligerswerk, en dergelijke. De gemeente gaat uit van ieders eigen verantwoordelijkheid voor en zeggenschap over zijn leven. Weerbare burgers maken gebruik van de mogelijkheden die er in de samenleving geboden worden. Niet alle burgers zijn echter in dezelfde mate zelfredzaam. Alle burgers dienen gebruik te kunnen maken van een goede basisvoorziening. Voor kwetsbare en ziek burgers dient er een op de situatie gepast aanbod te kunnen worden gerealiseerd (vangnet). De gemeente Alkmaar vindt het belangrijk dat de kwaliteit van de zorg en de ondersteuning aan haar burgers van een goed niveau is, evenals de samenhang in de voorzieningen voor deze mensen in hun directe omgeving zodat ze zo goed en zolang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren en zo volwaardig mogelijk kunnen meedoen aan onze samenleving. Daarbij is aandacht voor preventie van groot belang omdat hierdoor een onnodig beroep op voorzieningen voorkomen kan worden en de leefbaarheid van burgers kwalitatief sterk bevorderd kan worden. Ter compensatie van de beperkingen die een persoon ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie treft het college van burgemeester en wethouders voorzieningen op het gebied van Maatschappelijke ondersteuning die hem in staat stellen zelfstandig deel te nemen aan de Maatschappij. Het gaat hierbij om voorzieningen die doeltreffend, doelmatig en afgestemd zijn op de specifieke situatie van de cliënt. Bij de uitwerking hiervan zal aansluiting moeten worden gezocht bij het toetsingskader zoals dat in het WVG-protocol, dat door de rijksoverheid, de VNG en de landelijke consumentenorganisaties in 2002 is overeengekomen (bijlage 2).
Meedoen en zorgen voor elkaar
4
2.
Uitgangspunten van beleid
3.
De programmalijnen
1.
Preventie en het tegengaan van beperkingen Binnen deze programmalijn is met name aandacht voor het voorkomen van het ontstaan van beperkingen. Door een inventariserend onderzoek kan vastgesteld worden in welke mate de gemeente Alkmaar preventieproof is en waar dit eventueel nog versterking behoeft.
2.
Basispakket collectieve voorzieningen Hier wordt in kaart gebracht welke voorzieningen en accommodaties er stedelijk en op wijkniveau in Alkmaar zijn en wat er nog ontbreekt en aangevuld moet worden zodat er een goed bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar basispakket aan voorzieningen aanwezig is. Goede basisvoorzieningen voorkomen het onnodig beroep doen op specifieke voorzieningen die doorgaans door hun maatwerking duurder zijn.
3.
Innovatie en ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Binnen deze programmalijn is er aandacht voor het ondersteunen van mantelzorgers en het versterken van het vrijwilligerswerk.
Voor ons ondersteuningsbeleid en ons sociaal beleid in het algemeen hanteren wij de volgende uitgangspunten: • Ons sociaal beleid is voor alle Alkmaarders. • Waar mogelijk preventie. • Het benutten van de mogelijkheden van het maatschappelijk middenveld. • Inclusief beleid: beleid dat er op gericht is om alle burgers volwaardig onder dezelfde voorwaarden te laten deelnemen aan de samenleving. • De sterkste schouders dragen de zwaarste eigen lasten (eigen bijdragen). • Eigen verantwoordelijkheid van de burger. • Houdbaar , doelmatig en verantwoord. • Vraagsturing. • Keuzevrijheid. • De regierol van de gemeente. • Zo min mogelijk bureaucratie. Op basis van onze visie en uitgangspunten van beleid onderscheiden wij bij de uitwerking de volgende programmalijnen.
Voor het behouden van de draagkracht van de mantelzorgers is het belangrijk dat zij tijdig ontlast worden van hun zorgtaken. Een voorbeeld hiervan kan respijtzorg zijn. 4.
Individuele voorzieningen Nieuw is het per 1 juli 2006 invoeren van de huishoudelijke zorg. Ook moeten er enkele zorggerelateerde AWBZ-subsidieregelingen (naar verwachting) in 2006 worden ingevoerd. De programmalijn “Individuele voorzieningen” regelt dit.
5.
Wonen, zorg en welzijn In deze programmalijn wordt de relatie wonen – zorg uitgewerkt, alsmede de relatie wonen – welzijn. Dit onderdeel werkt de door de gemeenteraad aangenomen motie Zorgvisie uit.
6.
Informatievoorziening Binnen deze programmalijn worden twee onderdelen uitgewerkt. Allereerst dient de WMO onder de Alkmaarse inwoners geïntroduceerd te worden. Alkmaarders dienen te weten wat er verandert en hoe de gemeente Alkmaar de WMO wil uitvoeren. Het andere onderdeel van deze programmalijn heeft betrekking op de vraag hoe de bestaande infrastructuur informatie en advies efficiënt en effectief in het kader van de WMO kan worden in gezet. Bij het begrip bestaande infrastructuur denken wij onder meer aan belangenorganisaties, vrijwilligersorganisaties, maar ook aan de afstemming tussen professionals en vrijwilligers. De vraag is of en zo ja op welke wijze de bestaande informatievoorziening versterking behoeft.
Meedoen en zorgen voor elkaar
5
7.
Strategisch beleidskader WMO/ beleidsplan WMO Het voorliggende strategische beleidskader zal vertaald moeten worden in een beleidsplan Binnen dit onderdeel wordt deze vertaalslag gerealiseerd. Uiteraard worden de door de rijksoverheid benoemde prestatievelden (zie bijlage 1) in deze programmalijnen geïncorporeerd. Tussen de verschillende programmalijnen bestaan geen harde grenzen. Dat kan ook niet, vraagstukken en problemen van gebruikers van WMO-voorzieningen zullen zich vaak op meerdere vlakken manifesteren; het is belangrijk om hier in de programmatische aanpak aandacht voor te hebben.
4.
Ambitieniveau gemeente Alkmaar: de brede aanpak
Met het vaststellen van bovengenoemde visie en programmalijnen is de gemeente Alkmaar in staat een hoog ambitieniveau in 2010 te realiseren. De belangrijkste ambities zijn: • Alkmaar heeft een politiek gedragen beleidsvisie op zorg en ondersteuning aan kwetsbare burgers. De visie geeft richting aan het handelen van alle partijen in het veld. • In Alkmaar bestaat er goed inzicht in de actuele en toekomstige vraag naar zorg en ondersteuning mede op basis van een heldere definitie van kwetsbaarheid in brede zin. • Alkmaar beschikt over een toereikende lokale sociale infrastructuur, die bijdraagt aan de koppeling weerbare - kwetsbare burgers. • Alkmaar kent een groeiend aantal preventieve voorzieningen die de vraag naar zorg en ondersteuning van kwetsbare burgers matigt. • Alkmaar is rijk aan collectieve vormen van informele zorg. • In Alkmaar komen concentraties van kwetsbare burgers niet voor. Voor een volledig overzicht van de ambities 2010 word verwezen naar bijlage 3.
Meedoen en zorgen voor elkaar
6
5.
De programmalijnen uitgewerkt
De verschillende programmalijnen uitgewerkt.
Programmalijn 1: Preventie en het tegengaan van beperkingen Visie Het voorkomen van beperkingen bij onze inwoners is één van de belangrijkste elementen om te zorgen voor een toegankelijk, bereikbaar en bruikbare WMO. Een beleid dat houdbaar en zo duurzaam mogelijk moet zijn. Wij gaan ervan uit dat er in de preventieve sfeer meer winst geboekt kan worden dan tot nu toe het geval is. Om de reikwijdte van dit programma te bepalen zal een algemene analyse uitgevoerd worden naar: 1. de aard en het voorkomen van beperkingen; 2. de factoren die leiden tot het ontstaan van beperkingen (determinantenanalyse); 3. de gemeentelijke beleidsterreinen die daaraan gerelateerd zijn. Vervolgens wordt dit beleid doorgelicht (beoordeeld) op de preventieve aspecten en worden waar nodig voorstellen gedaan de preventieve kant te versterken. Op dit moment vindt met diverse betrokken partijen tevens een herijking plaats van het gemeentelijk gezondheidsbeleid voor de periode 2005-2008. Daarbij is reeds uitgesproken dat een beperkt aantal nauw omschreven prioriteiten zullen worden uitgewerkt. Programmalijn1 zal in ieder geval het gemeentelijk gezondheidsbeleid omvatten. Daarnaast volgt uit de hierboven genoemde analyse mogelijk een opsomming van gemeentelijke beleidsterreinen waarop preventief facetbeleid van toepassing is. Doelstelling Het voorkomen van het ontstaan van beperkingen (lichamelijk, psychisch en maatschappelijk) door middel van algemene collectief preventieve activiteiten. Bestaand beleid De programmalijn “Preventie en tegengaan van beperkingen ” heeft diverse relaties met andere beleidsterreinen zoals: • Lokaal Gezondheidsbeleid; preventie is daarbij één van de speerpunten van het beleid. • Beleidsvisie Mensen met een beperking: beleid wordt geactualiseerd in 2005/2006. • Het welzijnsbeleid in algemene zin. • De nota wonen: “Visie op wonen in Alkmaar 2002 – 2006. • Actieplan langzaam verkeer: meerjarenplan om het fiets- en voetgangersklimaat in Alkmaar te verbeteren. • Wet werk en bijstand: daar waar door voldoende inkomen de gezondheid bevorderd wordt. • Grotestedenbeleid 2005 – 2009. Gevraagd resultaat Een antwoord op de vraag of Alkmaar preventieproof is, dan wel een gelimiteerde opsomming van beleidsterreinen waar versterking van preventieve aspecten noodzakelijk c.q. wenselijk is. Vertrekpunt hiervoor voor ons is het lokaal gezondheidsbeleid. In het beleidsplan Lokaal Gezondheidsbeleid 2005 – 2008 zal op deze preventie aspecten worden ingegaan. De beoogde behandeling van dit plan is in de vergadering van de commissie Samenlevingszaken van februari 2006. Planning De analyse en de verdere uitwerking van het gemeentelijk gezondheidsbeleid zal in de periode juni augustus plaatsvinden. Op 13 oktober 2005 zal de stuurgroep Lokaal gezondheidsbeleid onder meer de uitkomsten en aanbevelingen van dit onderzoek bespreken, waarna het resultaat via het college nog in 2005 aangeboden kan worden aan de commissie Samenlevingszaken.
Meedoen en zorgen voor elkaar
7
Programmalijn 2: Basispakket collectieve voorzieningen Visie Eén van de programmalijnen van de WMO is het bepalen van een basispakket collectieve voorzieningen. Deze programmalijn past nadrukkelijk bij de brede kijk op de WMO, waarbij als centraal uitgangspunt geldt dat er op gebieds- en wijkniveau voldoende en goede welzijnsvoorzieningen beschikbaar zijn voor de verschillende doelgroepen. In deze brede benadering is niet alleen aandacht voor ouderen en mensen met een beperking, maar ook voor de verschillende doelgroepen, waaronder de jeugd. In programmalijn 5 (wonen, welzijn en zorg) worden de verschillende woon(zorg)voorzieningen voor ouderen en mensen met een beperking op wijkniveau in kaart gebracht. In feite kan hiermee worden vastgesteld dat het basispakket wonen en het basispakket zorg hiermee inzichtelijk is geworden. Aanvullend dienen nog twee basispakketten in kaart te worden gebracht, te weten het: 1. Basispakket algemene voorzieningen: openbaar vervoer, winkels, banken, veilige en toegankelijke woonomgeving. 2. Basispakket welzijn en dienstverlening: ontmoetingsmogelijkheden, vergadermogelijkheden, maaltijdvoorzieningen, vrijwilligersinitiatieven. Doelstelling Het op wijk en stedelijk niveau in kaart brengen van het actueel én het gewenst beeld van het basispakket collectieve voorzieningen, alsmede het basispakket welzijn en dienstverlening. Bestaand beleid De programmalijn “Basispakket collectieve voorzieningen” heeft diverse relaties met andere beleidsterreinen zoals: • Het Masterplan wijk- en buurtcentra. • Het welzijnsbeleid in algemene zin. • De nota wonen: “Visie op wonen in Alkmaar 2002 – 2006. • Wet werk en bijstand. • Grotestedenbeleid 2005 – 2009. Gevraagd resultaat Een inventarisatie van de huidige basisvoorzieningen op wijk- en stedelijk niveau. Een inventarisatie van de gewenste basisvoorzieningen op lange termijn (2010). Nuancering Ten aanzien van het basispakket collectieve voorzieningen dient te worden opgemerkt dat de gemeente Alkmaar alleen op die terreinen leidend kan zijn (=basispakket welzijn en dienstverlening) die onder haar directe verantwoordelijkheid vallen. Planning Start van deze verkenning direct na de zomer 2005, waarna uiterlijk in het tweede kwartaal 2006 de uitkomsten van deze verkenning aan de raadscommissie Samenlevingzaken gepresenteerd kunnen worden. Programmalijn 3: Innovatie en ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers Visie De dagelijkse inrichting van de samenleving is het primaat van de burgers en de door hen zelf verkozen sociale verbanden. Behalve in het economische verkeer zetten veel burgers zich belangeloos in voor anderen. Zonder vrijwilligers kunnen in ons land de vele sportverenigingen zich niet staande houden kan het onderwijs niet bloeien, verschraalt de leefbaarheid in buurten en wijken. Zonder mantelzorgers zouden veel chronisch zieken, gehandicapten en ouderen hun omgeving kwijtraken. Zonder deze inzet kunnen de vraagstukken van onze samenleving - van de leefbaarheid van de buurten en wijken in onze stad tot aan voldoende zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking- nu en in de toekomst niet worden opgelost. Duidelijk is dat van mantelzorgers en vrijwilligers thans al veel gevraagd wordt.
Meedoen en zorgen voor elkaar
8
Het is dan ook van groot belang dat vrijwilligers en mantelzorgers gekoesterd worden als een belangrijk maatschappelijke goed, maar ook zo gefaciliteerd worden dat onze samenleving op hun bijdrage kan blijven rekenen. Het gaat in feite dan ook over het versterken van het vrijwilligerswerk en het ondersteunen van de mantelzorgers. Doelstelling Het versterken van de civil society en het faciliteren van het vrijwilligerswerk en de mantelzorg. Bestaand beleid De programmalijn “Innovatie en ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers” heeft diverse relaties met andere beleidsterreinen zoals: • Nota vrijwilligersbeleid en projecten dagindeling. • Beleidsvisie mensen met een beperking. • Het welzijnsbeleid in algemene zin. • Wet werk en bijstand. • Grotestedenbeleid 2005 – 2009. Gevraagd resultaat Een krachtig en samenhangend beleid op het terrein van mantelzorg en vrijwilligerswerk enerzijds en sociale activering en reïntegratie anderzijds. Planning Start september 2005, waarna uiterlijk in het tweede kwartaal 2006 de eerste uitkomsten van dit proces aan de raadscommissie Samenlevingzaken gepresenteerd kunnen worden. Programmalijn 4: Individuele voorzieningen Visie Met de WMO krijgen gemeenten de taak om huishoudelijke verzorging te organiseren voor mensen die het zelf niet kunnen. Met de overheveling van huishoudelijke verzorging van de AWBZ naar de WMO moet er in de gemeente meer samenhang komen tussen wonen, welzijn, diensten en Wvgvoorzieningen. Die samenhang maakt het mogelijk om langer zelfstandig mee te doen in de samenleving, ondanks beperkingen door handicap, ziekte of ouderdom. Onder het begrip individuele voorzieningen wordt ook de Wvg gerekend. Daarnaast zullen gemeenten verantwoordelijk worden voor een aantal subsidieregelingen zoals de subsidieregeling diensten bij wonen met zorg, de subsidieregeling voor de MEE-organisatie, coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg. Ook dit zijn instrumenten die ingezet kunnen worden om samenhang in voorzieningen ten bate van onze inwoners te realiseren. Doelstelling Het implementeren van de wetgeving inzake de huishoudelijke verzorging en de diverse subsidieregelingen. Bestaand beleid De programmalijn “Individuele voorzieningen” heeft diverse relaties met andere beleidsterreinen zoals: • De Wet voorzieningen gehandicapten. • Beleidsvisie mensen met een beperking. • Het Lokaal Gezondheidsbeleid. • Het beleid voor de informele zorg: nota vrijwilligersbeleid en projecten dagindeling. • Grotestedenbeleid 2005 – 2009. Gevraagd resultaat Een tijdige invoering van de wetgevingsonderdelen: huishoudelijke verzorgingen en de verschillende subsidieregelingen. Planning Start september 2005, gericht op het kunnen uitvoeren van de bestaande regelgeving per 1 juli 2006.
Meedoen en zorgen voor elkaar
9
Programmalijn 5: Wonen, welzijn en zorg Visie De gemeente Alkmaar gaat uit van het faciliteren van een integraal aanbod van wonen, welzijn en zorg waardoor inwoners van Alkmaar in staat worden gesteld zo lang mogelijk en zo goed mogelijk zelfstandig te (blijven) wonen en te functioneren in een door hen zelf gekozen omgeving. Voor de meeste burgers is dit de omgeving waar ze nu wonen. Dit uitgangspunt stelt eisen ten aanzien van de geschiktheid van woningvoorraad, voorzieningen en openbare ruimte en voor het aanbod op het gebied van welzijn, zorg en dienstverlening. In onze optiek dient de burger bij dit alles centraal te staan en dient er sprake te zijn van een integraal aanbod van wonen, welzijn en zorg. De gemeenteraad heeft in 2004 een motie aangenomen mede gericht op het ontwikkelen van een gemeentelijke visie op wonen, welzijn en zorg. De gemeentelijke visie maakt het de gemeente mogelijk voor de korte én lange termijn gedegen afwegingen te maken voor de op haar pad komende vraagstukken op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Hiertoe zal een uitgebreide marktanalyse plaatsvinden. Doelstelling De gemeente formuleert de visie om de huidige en toekomstige inwoners van Alkmaar zo goed mogelijk te bedienen met passende woningen, woonomgeving en welzijns- en zorgarrangementen. Zowel binnen de gemeentelijke organisatie als in de diverse zorgsectoren zal de samenwerking sterk geïntensiveerd worden. Bestaand beleid De programmalijn “Wonen, welzijn en zorg” heeft diverse relaties met andere beleidsterreinen zoals: • Lokaal Gezondheidsbeleid. • Het welzijnsbeleid in algemene zin. • Mensen met een beperking: beleid wordt geactualiseerd in 2005/2006. • Wonen: visie op wonen in Alkmaar 2002 – 2006. • Actieplan langzaam verkeer: meerjarenplan om het fiets- en voetgangersklimaat in Alkmaar te verbeteren. • Wet werk en bijstand: daar waar door voldoende inkomen de gezondheid bevorderd • wordt. • Grotestedenbeleid 2005 – 2009. Gevraagd resultaat Een door het maatschappelijk veld gedragen gemeentelijke visie op wonen, welzijn en zorg dat als toetsingskader voor de gemeenteraad kan dienen. Planning Naar verwachting zal de eind september 2005 de conceptvisie aan de raadscommissie Samenlevingszaken gepresenteerd kunnen worden. Daarna kan de verdere uitwerking van de zorgvisie op wijkniveau ter hand genomen worden. Programmalijn 6: Informatievoorziening Visie De programmalijn ”Informatievoorziening” beslaat in feite twee sporen, te weten: 1. De communicatie met onze inwoners. 2. Het informatieloket. De gemeente Alkmaar vindt het belangrijk dat haar inwoners goed en tijdig over de WMO geïnformeerd worden en daar waar nodig hun invloed kunnen laten gelden. Burgers dienen te weten wat er voor hun verandert met de komst van de WMO en hoe de gemeente Alkmaar de WMO wil uitvoeren. Dit vereist een actief communicatietraject. Daarnaast is het wenselijk dat gemeenten beschikken over één of meer centrale plekken waar mensen met vragen om ondersteuning op grond van de WMO terecht kunnen: de één loketfunctie. Immers in de praktijk van alle dag blijkt dat de informatievoorziening erg versnipperd is waardoor voorzieningen niet altijd bij de klanten terecht komen.
Meedoen en zorgen voor elkaar
10
Klanten blijven hierdoor onnodig van voorzieningen verstoken. Ook zijn er klanten zijn die gelet op de aard van hun geestelijke en/ of fysieke vermogens geen of onvoldoende toegang hebben tot de bestaande voorzieningen. In dit soort situaties kan de cliëntondersteuner van betekenis zijn. Deze functie zal dan ook op enigerlei wijze onderdeel uit dienen te maken van de te realiseren informatievoorziening. Overigens behoeft een dergelijk(centraal) loket niet fysiek van vorm te zijn, uit onderzoek blijkt namelijk dat veel informatieve vragen telefonisch gesteld worden terwijl tegelijkertijd de mogelijkheden en het gebruik van internet toenemen. Doelstelling Het ontwikkelen van een communicatieplan WMO en het ontwikkelen van een bruikbaar en toegankelijke informatievoorziening (1-loket). Bestaand beleid De programmalijn “Informatievoorziening” heeft diverse relaties met andere beleidsterreinen zoals: • Het gemeentelijk commuicatiebeleid. • Wonen: visie op wonen in Alkmaar 2002 – 2006. • Lokaal Gezondheidsbeleid. • Wet werk en bijstand. • Grotestedenbeleid 2005 – 2009. Gevraagd resultaat Een adequaat communicatieplan WMO en een goed bruikbare, toegankelijke en betaalbare informatievoorziening (1-loket). Planning Het uitgewerkt communicatieplan WMO zal in oktober 2005 gereed zijn. De uitwerking van het onderdeel informatievoorziening zal uiterlijk in het tweede kwartaal 2006 aan de raadscommissie Samenlevingzaken gepresenteerd kunnen worden. Programmalijn 7: Strategisch beleidskader WMO/ beleidsplan WMO Visie Het strategisch beleidskader heeft de functie om de diversiteit aan ontwikkelingen helder voor het voetlicht te brengen. Een gemeenschappelijk kader geeft richting aan het handelen van het gemeentebestuur en vergemakkelijkt de communicatie tussen instellingen, politiek en onze inwoners. Daarnaast biedt een kader ook kansen om middelen en menskracht effectief in te zetten en een mogelijkheid te werken aan de ontschotting van de samenleving. Dit alles is natuurlijk gericht op participatie van onze inwoners. Het strategisch beleidskader wordt bij deze gepresenteerd. Op grond van wetgeving zijn gemeenten verplicht telkens voor de periode van ten hoogste vier jaar een beleidsplan WMO vast te stellen. Het WMO-beleidplan kan worden opgevat als een verdere uitwerking van het strategisch beleidskader. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden. In dit plan dient de gemeenteraad de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning vast te leggen. In dit plan dient in iedere geval te worden aangegeven: • Wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende prestatievelden. • Hoe het samenhangend beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal worden uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen • Welke resultaten de gemeente wenst te behalen. • Welke maatregelen de gemeente neemt om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd. • Welke maatregelen de gemeente neemt om de keuzevrijheid van de WMO-gebruikers te bevorderen. Doelstelling Het ontwikkelen van een beleidsplan WMO voor het tijdvak 2006 – 2010.
Meedoen en zorgen voor elkaar
11
Bestaand beleid De programmalijn “Strategisch beleidskader WMO/ beleidsplan WMO” heeft diverse relaties met andere beleidsterreinen zoals: • Wonen: visie op wonen in Alkmaar 2002 – 2006. • Beleidsvisie mensen met een beperking. • Het vrijwilligersbeleid. • Het welzijnsbeleid in algemene zin. • Lokaal Gezondheidsbeleid. • Wet werk en bijstand. • Grotestedenbeleid 2005 - 2009. Gevraagd resultaat Een beleidsplan WMO 2006-2010. Planning Het beleidsplan WMO zal uiterlijk in het derde kwartaal 2006 aan de raadscommissie Samenlevingzaken gepresenteerd kunnen worden.
6.
De betrokkenheid van partijen bij de WMO
De gemeente Alkmaar kan het WMO-beleid niet alleen realiseren. Het veld van de maatschappelijke ondersteuning omvat tal van organisaties, vaak voortgekomen uit particulier initiatief. De aanwezige deskundigheid, kennis en kwaliteiten van partijen in het veld en de inbreng hiervan door ondermeer direct belanghebbenden, zorgaanbieders en woningbouwcorporaties, is een uiterst belangrijke motor voor het realiseren van resultaten. De gemeente Alkmaar De belangrijkste rol voor de gemeente is het voeren van regie over wonen, welzijn, zorg en maatschappelijke ondersteuning. Dit betekent initiatief nemen, het faciliteren van ontwikkelingen en partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Om een evenwichtig beleid te ontwikkelen of in stand te houden ten behoeve van kwetsbare groepen, moet er onder regie van de gemeente de lokale uitvoering van WMO beleid worden ontwikkeld en uitgevoerd. De gemeente heeft hierin zowel de professionele organisaties als de vrijwilligersorganisaties nodig en heeft hierin een stimulerende en procesbewakende rol. Om de verschillende regiefuncties (regisseur, facilitator, stimulator) op een goede manier gestalte te geven heeft de gemeente een belangrijke rol bij het zoeken en creëren van verbindingen en het stroomlijnen en het bewaken van processen. Binnen de WMO betekent regie: • Regisseur facilitator, stimulator. • Het stroomlijnen en het bewaken van processen inzake de WMO. • De activiteiten van de verschillende actoren op elkaar afstemmen (gemeente, zorgaanbieders, welzijnsstichtingen woningcorporaties, zorgverzekeraars, leveranciers en burgers). • Zorgen voor integraal beleid. • Ontwikkelingen signaleren en samenbrengen. • Gemeentelijke doelen nastreven. • De actoren aanspreken over gemaakte afspraken. Onze inwoners De gemeente vindt het van groot belang dat een wet die de betrokkenheid van burgers bij de samenleving ondersteunt tegelijkertijd garandeert dat burgers en hun vertegenwoordigende organisaties bij het opstellen en het evalueren van het beleid worden betrokken. Niet alleen omdat de procesverplichting in de wet dat eist, maar ook omdat de uitvoering van de WMO afgestemd moet zijn op de behoeften van de gebruikers. Van de burgers en hun vertegenwoordigende organisaties wordt hierin dan ook een actieve rol verwacht. Het maatschappelijk middenveld Het veld van de maatschappelijke ondersteuning omvat tal van welzijnsorganisaties, vaak voortgekomen uit het particulier initiatief. Ook woningcorporaties kunnen hiertoe gerekend worden. Nu delen van AWBZ naar Wet Maatschappelijke Ondersteuning gaan, kunnen ook bestaande zorgaanbieders zich op de maatschappelijke ondersteuning profileren. De gemeente is er een groot voorstander van dat particuliere organisaties de voorzieningen op
Meedoen en zorgen voor elkaar
12
het gebied van maatschappelijke ondersteuning leveren. Particuliere organisaties kunnen die sluitende keten van maatschappelijke ondersteuning en zorg heel goed organiseren.Om deze reden is het primaat voor de uitvoering van het particulier initiatief in de wet vastgelegd. Zo kunnen aanbieders van welzijns- en zorgdiensten op een aantal van de WMOprestatievelden voorzieningen en diensten bieden. Woningbouwcorporaties zullen -en dat gebeurt nu al in hoge mate- bij de woningbouw rekening moeten houden met de behoeften van mensen met een beperking. Daarbij kunnen woningcorporaties en zorgaanbieders afspraken maken over een gezamenlijk woon- en zorgaanbod. Centrum Indicatiestelling Zorg Vanaf 1 januari 2005 is het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) door de rijksoverheid aangewezen om de indicatiestelling voor de AWBZ uit te voeren. Het CIZ is daarmee de opvolger van het Regionale Indicatieorgaan (RIO) en heeft een onafhankelijke taak in zorgindicatie. De WMO heeft geen AWBZkarakter waardoor gemeenten kunnen besluiten voor de WMO-indicatiestelling geen beroep te doen op het CIZ. Dit lijkt niet direct voor de hand te liggen omdat ook in het kader van de WMO de toegang tot een aantal voorzieningen zoals de huishoudelijke verzorging, via een indicatiestelling dient te verlopen. Daarbij moet gerealiseerd worden dat het CIZ de AWBZ-indicatiestelling blijft verzorgen en dat de AWBZ-voorzieningen in een aantal gevallen zullen aansluiten op WMO-voorzieningen. Het Zorgkantoor De Zorgkantoren voeren namens de rijksoverheid de AWBZ uit. Een deel van de taken die de gemeenten in het kader van de WMO gaan uitvoeren, valt nu onder de verantwoordelijkheid van het Zorgkantoor. Onze inwoners zijn er bij gebaat dat de WMO en de AWBZ naadloos als keten op elkaar aansluiten. Naast de verantwoordelijkheid die de gemeente in dit proces heeft, vraagt dit ook een actieve opstelling van het Zorgkantoor om deze keten sluitend te maken.
7.
Participatie en inspraak: interactieve communicatie
De raadscommissie Samenlevingszaken heeft in het tweede kwartaal 2005 bepleit om belanghebbenden (klanten en instellingen) mee te laten participeren in het ontwikkelen van de visie en het beleid. Tijdens dit traject hebben belangenorganisaties daarop op verschillende momenten van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Aansluiten zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om in te spreken tijdens de commissievergadering Samenlevingszaken van 29 september 2005. Tevens kon er schriftelijk gereageerd worden. Zowel de mondelinge als de schriftelijke reacties zijn verzameld en in een inspraakrapport verwerkt (zie bijlage 4). Overigens is het zo dat belanghebbenden gedurende het Wmo-proces regelmatig in de gelegenheid gesteld zullen worden om in het beleidsproces te participeren en desgewenst in te spreken. Daarbij denken wij nadrukkelijk aan de betrokkenheid van belanghebbenden bij het ontwikkelen van de verschillende programmalijnen. De participatieladder dient daarbij als vertrekpunt te worden gehanteerd.
8.
Regionale afstemming
De WMO dient lokaal ingekleurd te worden. Daarnaast kan geconstateerd worden dat aspecten van de WMO zich voor een regionale vertaling lenen. Denk in dit kader bijvoorbeeld aan het mogelijkerwijs regionaal aanbesteden van voorzieningen (schaalvoordelen) en het daar waar mogelijk het op elkaar afstemmen van beleid. In het portefeuillehouders overleg Zorg (SNK) van 25 oktober 2004 is om deze reden ingestemd met het onderschrijven van een intentieverklaring samenwerking WMO. De gemeenten Alkmaar, Bergen en Heerhugowaard vullen op dit moment de regionale WMO-regierol in. Eén van de eerste stappen die daarna gezet is, is het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek WMO voor de gemeenten in het samenwerkingsgebied Noord-Kennermerand. Dit haalbaarheidsonderzoek geeft een antwoord op de vraag wat de mogelijkheden en de meerwaarde zijn van regionale samenwerking in het kader van de WMO. Het haalbaarheidsonderzoek is in de maand maart 2006 in het portefeuillehouders overleg Zorg (SNK) besproken. De regionale ontwikkelingen zullen daar waar van toepassing in het Alkmaarse beleidsplan WMO verwerkt worden.
Meedoen en zorgen voor elkaar
13
9.
Organisatiestructuur
De sturing en beheersing van de invoering van de WMO wordt via programmamanagement aangepakt. Onder programmamanagement wordt in dit verband verstaan het in onderlinge samenhang leiden, plannen, bewaken en beheersen van het WMO-project en de daaraan verbonden programma’s, teneinde de centrale doelstelling met minimale risico’s en een efficiënte inzet van middelen te realiseren. Het programmamanagement omvat: Programmeren (specificeren van de na te streven doelen, het organiseren van de benodigde middelen, uitvoeren van de benodigde werkzaamheden). Besturen (bewaken van de uitvoering en zo nodig bijstellen van het programma). Autoriseren (vastleggen wie autoriseert, besluitvorming). De uitvoeringsorganisatie omvat een stuurgroep en een projectgroep programmateams (werkgroepen). Voor de samenstelling en de rollen binnen deze organisatiestructuur (zie bijlage 5).
10. Financiën
De rijksoverheid stelt het gemeentelijk budget voor de WMO via het gemeentefonds, als zogenaamde integratie-uitkering beschikbaar, daardoor zijn de inkomsten afzonderlijk zichtbaar. Het voor Alkmaar beschikbare budget voor 2006 is in de septembercirculaire Gemeentefonds opgenomen. Het budget bedraagt € 3,2 miljoen, gebaseerd op de invoeringsdatum van 1 juli 2006. Dit budget is vastgesteld op de uitgaven in 2004, verhoogd met een bedrag voor de uitvoeringslasten. Het bedrag is nog voorlopig, het definitief over te hevelen bedrag zal bepaald worden op basis van de gerealiseerde uitgaven 2005. De rijksoverheid heeft bepaald dat gemeenten in het kader van de monitorfunctie in beeld zullen moeten brengen wat de daadwerkelijke kosten van de WMO zijn. In de gemeentebegroting worden de uitgaven en inkomsten voor de WMO daarom afzonderlijk opgenomen. Het is gemeentelijke beleid om de WMO-middelen voor de doelgroep beschikbaar te houden Het beleidsplan WMO omvat een periode van vier jaar. Voor het verstrijken van deze looptijd zullen wij het bestaande beleid evalueren en hier gevolgtrekkingen aan verbinden. Inzicht in het financieel verloop van de WMO is hierbij van groot belang.
11. Randvoorwaarden
Een belangrijke randvoorwaarde bij de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is dat de invoering van de WMO budgettair neutraal dient plaats te vinden.
12. Communicatieplan
Zoals al eerder gesteld zullen burgers en het maatschappelijk middenveld en ander belanghebbenden in dit gehele traject op het juiste moment over de veranderingen die samenhangen met de WMO geïnformeerd worden. Het communicatieplan maakt onderdeel uit van het programma informatievoorziening en is als bijlage 6 bijgevoegd.
Meedoen en zorgen voor elkaar
14
13. Planning Fase 1: tot februari 2006 2005
2006
januari
januari/ april
juli
september / oktober
oktober / november
januari/ februari
Start bijeenkomst voor de gemeenteraad
Opstellen: ontwerp strategisch beleidskader WMO / plan van aanpak proeftuin WMO
Eerste plenaire bespreking met belanghebbenden.
september: Presentatie uitgewerkt concept strategisch beleidskader WMO.
oktober: Verwerken reactie belanghebbenden
januari: Bespreking In cie. SLZ van het definitieve strategisch beleidskader WMO en visiedocument wonen-welzijnzorg
Bespreken in college en raadscommissie Samenlevingszaken.
Zorgvisie: wonen en zorg, wonen en welzijn september/oktober: Inwinnen reacties belanghebbenden
november: Bespreking in cie SLZ
oktober: Communicatieplan
februari: Vaststellen door raad van het definitieve strategisch beleidskader WMO Vaststellen visiedocument wonen-welzijn-zorg
Fase 2: tot oktober 2006 Uitwerking programmalijnen 2006 februari
maart
1. Preventie en het tegengaan van beperkingen: Nota lokaal gezondheidsbeleid (Bespreking In cie. SLZ)
2. Basispakket collectieve voorzieningen: Voorzieningenkaart Alkmaar (Bespreking In cie. SLZ) 3. Innovatie en ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers: Werkconferentie
april /mei
juni/juli juni - Bespreking in cie. SLZ: 3. Innovatie en ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers: Nota over informele zorg
augustus september Bespreking in cie. SLZ: Beleidsplan WMO Bespreking
4. Individuele voorzieningen: Nota over huishoudelijke verzorging + verordening 5. Wonen, zorg en welzijn: Plan van aanpak vanuit de visie op wonen, welzijn en zorg 6. Informatievoorziening: Uitwerkingsplan
*)
Wij gaan er daarbij vanuit dat er in 2007 een aanvulling op het WMO-beleidsplan 2006-2010 gemaakt moet worden, gebaseerd op voortschrijdende inzichten en verdergaande ontwikkelingen.
Meedoen en zorgen voor elkaar
15