NAP-Project Bruggen Bouwen 2009-2011 Rapportage End Review SURF
Project SURFfoundation Nationaal Actie Plan e-Learning Penvoerder: Hogeschool Rotterdam Augustus 2011 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
1
INHOUDSOPGAVE
1.
SAMENVATTING ........................................................................................................................... 3
2.
KARAKTERISTIEKEN PROJECT ................................................................................................. 5
3.
ACTIVITEITEN OVERZICHT WERKPAKKETTEN ....................................................................... 8
4.
RISICOANALYSE EN RISICOMANAGEMENT .......................................................................... 23
5.
STANDLIJNENOVERZICHT ........................................................................................................ 25
6.
FINANCIELE ADMINISTRATIE ................................................................................................... 28
7.
BUSINESSPLAN .......................................................................................................................... 31
8.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ........................................................................................ 30
BIJLAGEN. ........................................................................................................................................... 35
Dit project kwam tot stand met steun van Stichting SURF, de organisatie die ict-vernieuwingen in het hoger onderwijs en onderzoek initieert, regisseert en stimuleert door onder meer het financieren van projecten. In SURF werken universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen samen aan grensverleggende ict-innovaties. Hierdoor kan het hoger onderwijs en onderzoek optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van ict om zo de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te verbeteren. Zie ook www.surf.nl 2 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
1. SAMENVATTING Het project `Bruggen Bouwen` is met succes afgerond. In dit verslag wordt vastgesteld wat de resultaten zijn en wat geleerd is. Hoewel het project in juli 2011 is afgesloten gaan de activiteiten door en hopen we u in de toekomst nog veel te laten horen. Doelstelling NAP en Bruggen Bouwen. Het project heeft de doelstelling van het Nationaal Actie Plan E-learning (NAP): “ een succesvolle ICT toepassing breed implementeren” behaald. De kennistoetsbank van leerstation Zorg die in 2009 nog kleinschalig gebruikt werd bij een klein aantal HBOVopleidingen is nu bekend bij alle 16 HBOVopleidingen. Deze opleidingen zijn tevens een langdurige overeenkomst aan gegaan met de Stichting Leerstation Zorg. De opleidingen trekken gezamenlijk op binnen het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV). Zij maken afspraken over het gebruik, het onderhoud en de door ontwikkeling van de kennistoetsbank. Het innovatieproject Bruggen Bouwen heeft aangetoond dat grootschalige inzet van een centraal onderhouden digitale kennistoetsbank mogelijk is. Dit binnen een stichting in gezamenlijk overleg met de beroepspraktijk en beroepsverenigingen. Het eerste doel, Institutionalisering van Leerstation Zorg, is hiermee behaald. Er is een goede basis voor de blijvende inbedding van de kennistoetsbank in de dagelijkse onderwijspraktijk. Doelstelling studiesucces. Het tweede doel is het vergroten van het studiesucces en het verminderen van de uitval tijdens stage door het inzetten van een digitale kennistoets. Op basis van de huidige respons is het niet mogelijk om conclusies te trekken over het effect op stageuitval. De lage respons en de huidige onderzoeksopzet maken het moeilijk om representatieve, betrouwbare en valide uitspraken te doen over de onderzoeksvragen. In het onderzoek is gewerkt met zowel studenten als werkbegeleiders van zestien hogescholen, verdeeld over een controle- en onderzoeksgroep. De studenten en werkbegeleiders die meegedaan hebben - uit zowel de onderzoeks- als controlegroep – geven aan de stagetoets een goede manier te vinden om zich voor te bereiden op een stage en zij vinden de toets leerzaam. Dit lijkt goed aan te sluiten bij de NAP-doelstelling om met behulp van ICT meer in te spelen op de individuele wensen en behoeften van studenten. Tevens lijkt dit onderzoek erop te duiden dat het nodig is om meer invloed uit te oefenen op het leerproces en de stagebegeleiding tijdens de stageperiode. Als stagetoetsen als interventie worden ingezet, lijkt het van belang dat opleidingen tevens aansluitende interventies inzetten zodat studenten en werkbegeleiders daadwerkelijk met de resultaten van de toets aan de slag gaan. Bij de start van het project is de bijdrage aan de ontwikkeling van de Body of Knowlegde en Skills (BoKS) van de HBOVopleiding genoemd als een te verwachten `bij effect`. Door de discussies over de aansluiting van de inhoud van de kennistoetsbank bij de curricula van de HBOV´s werd duidelijk hoe belangrijk het gebruik van de BoKS is bij het afstemmen van de gezamenlijk toetsthema’s. De lessen die we daarbij geleerd hebben zijn de basis voor een aanvraag van een nieuw project bij de SURFtender “ Toetsen en Toetsgestuurd leren” (TTL). Deze aanvraag is gehonoreerd en vanaf maart 2011 zijn we namens de 16 HBOVopleidingen met 4 HBOVopleidingen een vervolgproject met de kennistoetsbank gestart genaamd: “Toetsen met de BoKS”.
3 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Gebruik ICT. Het inzetten van de kennistoetsbank is technisch zeer goed verlopen. Tijdens het project is er zonder problemen met grote groepen gebruikers gewerkt. Dit sluit bij een doelstelling van het NAP: “het opschalen en implementeren van succesvolle ICT toepassingen die op kleine schaal beschikbaar waren”. De kennistoetsbank van Leerstation Zorg is tijdens het project grootschalig in het onderwijs ingezet en deze ervaring is een goede basis voor de verdere uitbreiding van activiteiten binnen het onderwijs na dit project. Projectorganisatie en coördinatie. Voor de organisatie van een project met zoveel partijen is goede communicatie en onderlinge afstemming essentieel. Er is gekozen voor een klein projectmanagementteam en vaste overlegstructuren voor de afstemming van het beleid en de uitvoering van het project. Het projectmatig werken lijkt soms moeilijk in te passen door de dagelijkse hectiek van de organisaties en alle ontwikkelingen van de 16 HBOVopleidingen. Tijdens het project werden de zogenaamde “Bruggen Bouwen dagen” georganiseerd om alle betrokkenen te informeren en ( zo nodig nieuwe) werkafspraken te maken. Daarnaast was de rol van de stuurgroep onder voorzitterschap van de directeur van het Instituut voor Gezondheidszorg (IvG) van de Hogeschool Rotterdam essentieel voor de beleidsafspraken en de bewaking van de hoofdlijnen van het project. De andere betrokkenen en overlegstructuren van het project zijn beschreven in het gedeelte projectmanagement. Uitvoering project. Tijdens het project bleek een aantal belangrijke aanpassingen noodzakelijk: 1. 2. 3. 4. 5.
Van decentraal uitzetten van toetsvragen naar centraal (zie werkpakket 1). Aanbod beheertrainingen docenten tijdens het gehele project (zie werkpakket 3). Aanpassing planning constructietrajecten “nieuwe thema’s”(zie werkpakket 2). Inzetten extra toets periode (3e) om respons van studenten en werkbegeleiders te verhogen (zie werkpakket 3 & 4). Uitbreiding digitale ondersteuning projectbeheer (zie 6. Projectbegroting).
Budgetbeheer. Het budget is conform afspraken volledig ingezet. Het budget beheer van een dergelijk groot project met zoveel partijen en activiteiten is niet eenvoudig gebleken. In de dagelijkse praktijk van het project waren enkele verschuivingen nodig en aanpassingen in aansluiting op het gewijzigde beleid. De beleidswijzigingen zijn na goedkeuring door de stuurgroep en vaststelling van het SURFprogrammanagement in de rapportages opgenomen en uitgevoerd.
Ter afsluiting. In het rapport kunt u verder de achtergrond lezen van dit project. Er is veel gebeurd in de afgelopen twee jaar. Op basis van deze ervaring stellen wij dat “Bruggen Bouwen” bijgedragen heeft aan de afstemming tussen zorg en onderwijs over de te verwachten kenniscomponent van HBOVstudenten. Daarbij is er een goede basis gelegd om de kennistoetsbank structureel in te zetten in het onderwijs: Bruggen Bouwen gaat verder!
4 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
2. KARAKTERISTIEKEN VAN HET PROJECT 2.1 Doel. Het doel van dit project is het bijdragen aan de verhoging van het studiesucces in het hoger onderwijs met behulp van een kennistoetsbank. Om dit te bereiken voorzag het project in een nauwe samenwerking tussen HBO-V opleidingen en gezondheidszorginstellingen. Uitgangspunt was de stagevoorbereiding van HBO-V studenten te verbeteren door het inzetten van kennistoetsen ter voorbereiding op hun praktijkstage. Het streven was om door de inzet van de kennistoetsbank niet alleen de stagevoorbereiding te verbeteren maar ook de aansluiting tussen beroepsopleiding en beroepspraktijk te verbeteren. 2.2 Probleemstelling. Teveel studenten bij HBO-V opleidingen haken af tijdens hun stage in de praktijk. Er lijkt een kloof tussen opleiding en praktijk met verschillen van inzicht over kennisinzet en leermogelijkheden. De verwachtingen van de student over de mate waarin deze over theoretische kennis beschikt lijken niet goed aan te sluiten bij de verwachtingen van de praktijk/begeleider. Het HBO-V onderwijs wil de beroepsbeoefenaar breed opleiden en goede aansluiting bieden in de praktijk, maar zorginstellingen geven vaak aan dat de kennisontwikkeling van de student HBO-V onvoldoende aansluit bij het werkveld. De verschillende inzichten betreffen zowel de kennis van de student, de verwachtingen van de aanwezige kennis in de praktijk en de kennis die tijdens de stage verkregen kan worden. Onvoldoende aansluiting van de studenten bij de kenniscomponenten van de dagelijkse beroepspraktijk kan een negatief effect hebben en het werken in de praktijk bemoeilijken. Dat kan de stageresultaten negatief beïnvloeden. In de huidige situatie heeft de student voorafgaande aan de stage onvoldoende inzicht in de noodzakelijk c.q. gewenste kennis en in welke mate de student er zelf al over beschikt. Uitgangspunt is dat het maken en bespreken van de toetsen met de stagebegeleider bijdraagt aan het overbruggen van de kloof. Het gezamenlijk werken aan de uitbreiding van de toetsbank en het vaststellen van de noodzakelijke thema’s zal hier ook een bijdrage aan kunnen leveren. 2.3 De interventie. Het project bestond uit 2 gedeelten: 1. Stimulering van het gebruik van de kennistoetsbank of wel: institutionalisering van Leerstation Zorg. Uitgangspunt hierbij is dat het gezamenlijk werken aan kennistoetsing en vaststellen van de noodzakelijk kennis wordt ingebed in de dagelijkse praktijk van onderwijs- en zorginstellingen. De kennistoetsbank is voor beroepsonderwijs en beroepspraktijk toegankelijk. Beroepsonderwijs en beroepspraktijk werken in dit project samen aan het opdoen van ervaring met en de verdere ontwikkeling van de kennistoetsbank. 2. Onderzoek naar het effect van de kennistoetsbank op studie-uitval en stagerendement. Een deel van de studenten valt uit tijdens stages omdat zij onvoldoende kennis hebben en/ of reproduceren om zich in de stageomgeving te kunnen handhaven. De kennistoetsbank wordt ingezet bij derde en vierde jaars voltijd HBO-V studenten. De kennistoets zal naar verwachting de studenten bewust maken en motiveren om voor en tijdens de stage doelgericht de benodigde kennis te verwerven of weer op te frissen. Bovendien wordt de dialoog geëntameerd tussen werkbegeleider en de student over de noodzakelijke kennis in de praktijk. 5 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Toelichting Ad 1. In dit project hebben zestien hogescholen samen met ziekenhuizen en psychiatrische instellingen de digitale kennistoetsbank van Leerstation zorg ingezet om de stagevoorbereiding van derde en vierde jaars HBO-verpleegkunde (HBO-V) studenten te verbeteren. De digitale toetsbank wordt beheerd door Stichting Leerstation Zorg waarin onderwijs en beroepenveld samenwerken. Uitgangspunt hierbij is dat op deze wijze kennistoetsen ingebed wordt in de dagelijkse praktijk van onderwijs- en zorginstellingen en dat de toetsbank voor iedereen toegankelijk is. Door de content onder te brengen in Stichting Leerstation Zorg wordt de kans op brede verspreiding vergroot waardoor meer medewerkers in de gezondheidszorg hier gebruik van kunnen maken. Het streven van Stichting Leerstation Zorg is om toegankelijk, betrouwbaar en valide onderwijsmateriaal te ontwikkelen waarbij het onderwijs én het werkveld gezamenlijk vorm geven aan het fenomeen ‘een leven lang leren’ Ad.2 Derde- en vierdejaars HBO-V studenten kregen binnen het project een kennistoets over het klinisch specialisme waar zij stage gingen lopen. Door het maken van de toets kregen zij zelf inzicht in het vereiste kennisniveau en hun eigen kennisniveau. Met de interventie werd gefocust op het voor de dagelijkse zorg vereiste kennisniveau. Er werd uitgegaan van datgene wat een student verpleegkunde zou moeten weten voor een succesvolle stage en dito beroepsuitoefening. De kennistoetsbank is webbased en de student kreeg direct feedback via een kennisflits met informatie en verwijzingen naar literatuur en/of gebruikt materiaal. Deze bijzondere toetsmethode draagt direct bij aan kennisontwikkeling en geeft de student en begeleider inzicht in het bestaande kennisniveau en het mogelijke kennistekort. Het project is om organisatorische redenen afgebakend en gericht op twee gebieden: Algemene Gezondheids Zorg AGZ klinische zorg en Geestelijke Gezondheids Zorg GGZ. Specialismen AGZ: • Algemeen intern • Algemeen chirurgie • Kindergeneeskunde (waaronder kinderchirurgie) • Oncologie • Obstetrie en gynaecologie • Neurologie • Hematologie • Maag-darm-lever • Cardiologie • Longziekten Specialismen GGZ: • Ambulant & klinisch • Jeugd/volwassenen/ouderen • Verslavingszorg
6 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
2.4 Belangrijkste te behalen resultaten 1.
Het gebruik van de kennistoetsbank is ingebed in de dagelijkse praktijk van onderwijs- en zorginstellingen; met name bij de betrokken HBOV-opleidingen
2.
Het stagerendement is verhoogd en de stage-uitval is verminderd, doordat de stagevoorbereiding van de student beter aansluit bij verwachtingen uit de beroepspraktijk c.q. bij de verwachting van de praktijkbegeleider.
3.
De stagevoorbereiding van studenten HBO-Verpleegkunde is verbeterd mede door het - met behulp van de toetsen - verkregen zelfinzicht van studenten inzake de verwachte kennis en het verwachte kennisniveau op de stageplek.
4.
Verwacht “bij-effect”: er wordt een bijdrage geleverd aan de body of knowledge and skills (BoKS) van het vak Verpleegkunde.
2.5 Projectperiode Het project heeft gelopen van 1 augustus 2009 tot 31 juli 2011. 2.6 Begroting Totaal bedrag: 773.500 Subsidie: 523.079 2.7 Participerende instellingen In het project werkten zestien hogescholen samen met zorgorganisaties in de algemene gezondheidszorg (AGZ) en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De digitale kennistoetsbank wordt beheerd door de Stichting Leerstation Zorg. Het consortium in dit project is samengesteld uit organisaties vanuit onderwijs en werkveld. De volgende organisaties vormen de kerngroep: • Hogeschool Rotterdam (penvoerder) • Hogeschool Utrecht • Noordelijke Hogeschool Leeuwarden • Maasstadziekenhuis Rotterdam • DIGI-ZORG • Stichting Leerstation Zorg • Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV). Totaal 16 HBO-V's van uit heel Nederland (totaal 17 aanwezig) scharen zich achter dit project. Deze opleidingen vormen samen het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV). In het LOOV is commitment over de gekozen werkwijze van het project en de samenwerkingsvorm van de stichting. Met het oog op de consolidatie van het projectresultaat en verduurzaming van het gebruik van de kennistoetsbank is het LOOV ook vertegenwoordigd in het bestuur van Stichting Leerstation Zorg.
7 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
3
ACTIVITEITEN OVERZICHT WERKPAKKETTEN
3.5 WERKPAKKET 1: Ontwikkeling toetssets voor 3e en 4e jaars studenten In dit werkpakket (wp) werden uit de meer dan 4200 beschikbare vragen uit de digitale kennistoetsbank van Stichting Leerstation Zorg door verpleegkundigen uit de praktijk toetssets samengesteld voor ieder klinisch hoofdspecialisme. Doelstelling. De doelstelling van dit werkpakket was 75 toetssets, betrouwbaar en valide, gereed voor 1 december 2009 voor iedere stageplaats en stel de gewenste thema’s vast. Zie bijlage 1. Deliverable 1.04 aantal gevalideerde toetssets. Resultaten. Het doel van Werkpakket 1 is behaald: de netto modules zijn vastgesteld er en er zijn toetssets samengesteld uit de huidige databank. De toetssets zijn aangeboden aan de studenten. Er zijn 55 gevalideerde en betrouwbare toetssets gebruikt bij de eerste ronde van het toetsen. Uiteindelijk zijn er 75 toetssets uit bestaand materiaal zijn vanaf 1 september 2010 voor de tweede ronde voor de studenten klaargezet (WP3). Er is een overzicht met items die voor herredactie in aanmerking zijn gekomen. Toelichting. Belangrijkste acties WP1: 1. De netto modules zijn vastgesteld en bestaan uit toetssets voor elf specialismen: Cardiologie, Chirurgie, Maag-Darm-Lever, GGZ, Hematologie, Interne Geneeskunde, Kinderverpleegkunde, Neurologie, Longziekten, Oncologie en Obstetrie & Gynaecologie. Naast toetsvragen over het specifieke vakgebied zijn er per toetsset 50 % generieke items toegevoegd 2. Lijst gewenste thema’s is vastgesteld.(1.9). Er is uitbreiding gewenst voor: GGZ, Kinderverpleegkunde en Geriatrie(zie verder WP2) Nav de respons van de gebruikers van de HBOV is in het tweede deel van het project vastgesteld dat m.b.t Anatomie en Fysiologie meer materiaal noodzakelijk is. 3. Validiteit en betrouwbaarheid (1.11) In totaal hebben 683 verpleegkundigen de bruto toetssets beoordeelt. De verpleegkundigen waren extra gemotiveerd om mee te doen omdat accreditatiepunten van het kwaliteitsregister van de Beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&VN) toegekend zijn aan het maken van de toetsen. Dit feit ondersteunt onze werkwijze: toetsen met een kennisflits = leren. 4. Er was voor dit project voldoende materiaal beschikbaar. Op basis van deze activiteit (vaststellen netto modules) is vastgesteld dat men dringend behoefte heeft aan landelijke afstemming van thema en items. Dit sloot goed aan bij de landelijke ontwikkeling van het LOOV, waar ondertussen gewerkt werd aan het vaststellen van de Body of Knowledge and Skills (BoKS) van de HBO-V’s. Deze is 12 mei 2011 door de gezamenlijke HBOV opleidingen vastgesteld.
8 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
WP 1
Samenstelling toetssets
1.1.
Procedure samenstellen gevalideerde toetssets (w1) Overzicht klinische hoofdspecialisme (w1) Lijst met thema's binnen de klinische hoofdspecialisme (w1) 55 Bruto modules uit bestaand materiaal (w1)
1.2 1.3 1.4a 1.4b actie samen met 1.10 uitgezet 1.5
Gepland sept 2009 -april 2010 Sept.2009
opmerking
Sept.2009 Sept.2009
Afgerond Afgerond
Sept.-Okt. 2009
Afgerond
Sept. 2010
Afgerond
Okt. 2009
Afgerond Afgerond
25 nieuwe bruto modules
1.7 1.8
Verantwoording validiteit en betrouwbaarheid netto modules (w1) Netto modules (w1) uit bestaand materiaal 55 sets Overzicht items voor herredactie Rapportage enquête (w1)
1.9 1.10
Lijst gewenste thema's (w1) Bruto modules uit nieuw materiaal (w1, f2)
1.11 1.12
Verantwoording validiteit en betrouwbaarheid netto modules (w1, f2) Netto modules studenten nieuw materiaal
Okt.Nov. 2009 Mei 2010 Sept. - Okt 2009 Okt. 2009 Mrt-apr 2010 Mei/juni 2010 Juli 2010
1.13
Netto modules
Juni 2010
1.6
Afgerond
Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond juni 2010 Afgerond Afdoende specifieker materiaal beschikbaar; Centrale behoefte standaard-toetsen in aansluiting op ontwikkeling BoKS beoordelen
9 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
3.6 WERKPAKKET 2: Aanvulling digitale kennistoetsbank Doelstelling. De doelstelling van dit werkpakket was het optimaliseren van de aansluiting bij de praktijk door het vaststellen van tekorten en het ontwikkelen van nieuw materiaal. Het in WP1 vastgestelde tekort is in dit pakket uitgewerkt en er is nieuw materiaal ontwikkeld om de aansluiting in de praktijk optimaal te maken voor de te gebruiken thema’s binnen dit project, Resultaten: Alle activiteiten van het werkpakket zijn uitgevoerd. Er zijn nieuwe vragen ontwikkeld voor de vastgesteld thema’s en er zijn extra toetsvragen bijgemaakt voor Anatomie en Fysiologie en de aanpassing van de metadatering is uitgevoerd. Voor het uitbreiden van het materiaal zijn vanaf september 2010 constructietrajecten uitgezet voor de onderwerpen GGZ, Kinderverpleegkunde en Geriatrie. Helaas zijn een aantal constructietrajecten pas in 2011 uitgevoerd door onvoldoende deelnemers in 2010. Zorginstellingen haakten vaak af door personeelstekorten en Hogescholen hadden moeite om voldoende tijd in te plannen voor de docenten. Met name door het netwerk wat opgebouwd was binnen de Stichting Leerstation Zorg was het mogelijk om voldoende mensen te vinden om nieuw materiaal te ontwikkelen. Zie bijlagen: Bijlage 2. Deliverable 2.0 aanvulling toetsbank. Bijlage 3. Deliverable 2.7 respons deelnemers Bijlage 4. Deliverable 2.9 uitbreiding metadatering Toelichting. Voor het onderhoud en de ontwikkeling van de toetsbank is de werving voor de constructietrajecten een belangrijk punt. De lessen die wij hierdoor geleerd hebben bij het werven zijn hieronder apart uitgewerkt en worden meegenomen bij de verdere organisatie van de kennistoetsbank. 1. Werving door individuele benadering verpleegkundigen Ziekenhuizen vonden het moeilijk om hun medewerkers voor het maken van toetsen te benaderen en de personele planning hier op aan te laten sluiten. In overleg met de zorginstellingen en onderwijs zijn verpleegkundigen en docenten via oproepen op internet benadert. In de praktijk is gebleken dat het makkelijker is om individuele afspraken te maken. Medewerkers zijn verplicht om bij de werkgever hun deelname te melden maar doen deze activiteit buiten de roostering en kregen zelf een onkostenvergoeding. Alles is uitgewerkt door het accountantsbureau van Stichting Leerstation Zorg. 2. Werving door overeenkomsten met bestaande expertgroepen. Stichting Leerstation Zorg heeft met praktijkverpleegkundigen en beroepsverenigingen overeenkomsten gesloten. Naast constructie is er met een aantal partijen een intentieverklaring betreffende het duurzame onderhoud van het geconstrueerde materiaal opgesteld. 3. Criteria werving docenten hogescholen. De selectie van docenten heeft later plaats gevonden dan gepland doordat men in de praktijk moeilijk tijd vrij kon maken. Aanvankelijk werd aangenomen dat bij de selectie van docenten vooral gekeken zou moeten worden naar didactische kwaliteiten. Tijdens de constructietrajecten bleek ook dat inhoudelijke expertise belangrijk was en dat dit het werven nog complexer maakte. 10 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Voortgang regulier toetsen. De doelstelling van werkpakket 2 was aansluiting bij de praktijk van het onderwijs maar het regulier toetsen is niet opgenomen in het project en de stage toetsen werden als een extra activiteit ingezet. Dankzij het werken met de stagetoetsen hebben docenten de toepassing van de kennistoetsbank leren kennen en zijn zij de toetsen zelf regulier gaan inzetten. Binnen dit project is vastgesteld dat de werkmethodes van Stichting Leerstation Zorg goede mogelijkheden bieden om gezamenlijk aan toets onderhoud en ontwikkeling te werken voor het reguliere toetsproces. Daarnaast zijn er ook knelpunten vastgesteld die het gebruik van de kennistoetsbank kunnen belemmeren. Knelpunten: • Het gebruik van de kennistoetsbank voor stagevoorbereiding leidt niet op alle hogescholen automatisch tot gebruik van de toetsbank bij het reguliere toetsen. • De kennistoetsbank dekt niet alle onderdelen uit het HBO-V curriculum. Het huidig gebruik van de kennistoetsbank is gericht op stagebegeleiding en de kennistoetsbank bestaat nu vooral uit items die van belang zijn voor de ziekenhuispraktijk (medische items). Dit staat het breed gebruik binnen de HBO-V in de weg. • Men is niet gewend om toetsen met elkaar uit te wisselen, het toetsen ontwikkelen en onderhouden is arbeidsintensief, docenten hebben op elke hogeschool vergelijkbare werkzaamheden als onderdeel van het reguliere toetsproces maar er is geen landelijke afstemming of uitwisseling. Mede op basis van bovenstaande punten is een subsidieaanvraag bij SURF ingediend in het kader van de tender Toetsen en Toetsgestuurd leren. Het project heet: Body Of Knowledge and Skills (BoKS) Verpleegkunde, verbreden en verbinden. Werktitel project: Toetsen met de BoKS. Het project Toetsen met de BoKS is gestart op 1 maart 2011. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat de BoKS Verpleegkunde in de metadatering van de kennistoetsbank verwerkt gaat worden. Tevens is het project er op gericht om de werkdruk van docenten te verminderen.
11 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
WP 2
Aanvulling toetsbank
Gepland
Opmerking
2.1a
Lijst potentiële deelnemende vp en docenten (w2) Nieuwe lijst voor GGZ Profiel medewerkers in project (w2)
Aug.-Okt. 2009 Mrt. april 2010 Mei 2010 Sept.-Nov. 2009
Gereed
Gereed
Dec.- Febr.2009
Gereed
2.4
Lijst gescreende projectmedewerkers (w2) Beschrijving kritische situaties (w2)
Jan.-Apr.2010
Gereed
2.5a 2.5b 2.6a
Toetsconstructiematrijzen (w2) GGZ aanvullen Conceptvragen (w2)
Gereed
2.6b
GGZ aanvullen Kinderverpleegkunde aanvullen Rapportage response deelnemers (w2) Set geredigeerde vragen (w2) Uitbreiding metadatering (w2)
Febr. 2010 Sept – Okt. 2010 Mrt. - Mei 2010 Sept.- Nov. 2010 Jan. –april 2011 Mei 2010 Juni 2010 Juni i.p.v. Aug. 2010 Sept. 2010
Gereed Gereed Gereed Gereed
Okt. 2010
Gereed
Nov. 2010 Nov. 2010/ Juni 2011 Start febr. 2011juni 2011
Gereed Gereed
Jan 2011/juni 2011
Gereed
2.1b 2.2 2.3
2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 nieuw 2.15
Rapport: nieuwe vragen zijn gemetadateerd (w2) Rapport: controle toetssets op thema's (w2) Rapport: evaluatie toetssets (w2) Registratie gebruik toetssets praktijk Anatomie en Fysiologie Resultaten items/ vragen Aansluiting bij NVZrapport Constructietraject a+f uitbreiden
Gereed
Extra inzet
12 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
3.7 WERKPAKKET 3: Uitzetten van de vragensets Dit werkpakket omvatte het daadwerkelijk uitzetten van de toetsen en het bieden van ondersteuning in de vorm van beheertrainingen en de inzet van een servicedesk. Doelstelling. De doelstelling van dit werkpakket was een deelname aan de toetsen van minimaal 80% van de derde en vierde jaars studenten van alle deelnemende HBO-V’s. Volgens plan controlling document gingen er vanaf februari 2010 gaan meer dan 1200 derde en vierdejaars studenten van acht hogescholen bij minimaal 13 verschillende stageplaatsen aan de slag. Per cohort hebben gemiddeld 500 studenten meegedaan waarbij de verdeling over de hogescholen erg verschillend was en er was ook een groot verschil tussen onderzoeksgroep en controlegroep. Toelichting wijziging opzet. Minder deelname beheertraining eerste periode. Medewerkers van de HBO-V’s volgden volgens afspraak beheertrainingen voor de leeromgeving van Leerstation Zorg. Dit vanuit de gedachte dat zij daarmee in staat zouden zijn om vanaf februari 2010 het beheer van de toetsen voor de eigen derde en vierde jaars studenten ter hand te nemen. Administratieve belasting te groot. Deelname aan de beheertraining was voor een deel van de hogescholen niet haalbaar in het najaar. Daarnaast bleek dat de administratieve last, die met de keuze voor een decentraal beheer bij de hogescholen kwam te liggen, erg hoog was. Het zou onder andere inhouden dat alle mutaties in de stageplanning doorgevoerd zouden moeten worden. Het beeld ontstond dat de keuze voor decentraal beheer beschouwd moest worden als kritische faalfactor voor het projectresultaat. Oplossing door centrale aanpak. Na uitgebreid overleg met de betrokken partijen is besloten tot een technische aanpassing waardoor de administratieve last en beheers last voor de hogescholen tot een minimum beperkt werd. Een bijkomend voordeel van de aanpassing was dat het verzamelen van de onderzoeksdata eenvoudiger en betrouwbaarder werd. Technische aanpassing. De technische aanpassing hield in, dat studenten zichzelf toegang konden verschaffen tot het systeem. Hiervoor werd gebruik gemaakt van studentnummer en geboortedatum. De legitimiteit van gebruik van deze gegevens is overlegd met de afdeling juridische zaken van een aantal hogescholen. Zie bijlage 5: Deliverable 3.12 ontwikkeling centraal aanbod. Consequentie. En consequentie van de hiervoor beschreven technische aanpassing is dat op de hogescholen minder ervaring werd opgedaan met de inzet van de databank. Desondanks zetten een aantal hogescholen zelfstandig pilots uit waarbij de databank voor eerste en tweede jaars studenten werd ingezet in het basiscurriculum. Dit past duidelijk bij de doelstelling van het project. Rolwijziging docent. Om alle hogescholen in de gelegenheid te stellen de beheertraining alsnog te volgen zijn gedurende de hele projectperiode extra trainingen georganiseerd. Daarnaast bood het project de mogelijkheid van een webseminar op aanvraag. 13 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Lessons learned. Vrijblijvendheid deelname student. Er zijn binnen de hogescholen verschillende activiteiten ontplooid om de studenten te stimuleren om de toetsen te maken. Een aantal Hogescholen is er toe over gegaan om de toets verplicht te stellen en bij de controlegroep werd een prijs uitgeloofd onder de deelnemers (boeken/dvd bon) en er is een 3e periode ingesteld om meer studenten te kunnen betrekken. Het onderzoek lijkt erop te duiden dat het nodig is om meer invloed uit te oefenen op het leerproces en de stagebegeleiding tijdens de stageperiode. Als stagetoetsen als interventie worden ingezet, kunnen opleidingen tevens interventies inzetten die erop gericht zijn dat studenten en werkbegeleiders daadwerkelijk met de resultaten van de toets aan de slag gaan. Dat kan betekenen dat studenten verplicht moeten worden om de resultaten op te nemen in bijvoorbeeld POP, PAP of stageplan, dat zij opdrachten moeten maken waarbij zij actief aan de slag gaan met de kennis uit de toets, dat zij gesprekken aangaan met werkbegeleiders en medestudenten over de noodzakelijke kennis en dat zij gericht aan het werk gaan om hun kennis bijvoorbeeld, door het bestuderen van literatuur, te vergroten. Resultaten. Inzet servicedesk (3.4) en gebruik ICT. Het inzetten van de kennistoetsbank is technisch zeer goed verlopen. Tijdens het project is er zonder problemen met grote groepen gebruikers gewerkt. Dit sluit bij een doelstelling van het NAP: “het opschalen en implementeren van succesvolle ICT toepassingen die op kleine schaal beschikbaar waren”. De kennistoetsbank is tijdens het project grootschalig in het onderwijs ingezet en dit zal in de komende tijd nog verder uitgebreid worden. De servicedesk is steeds beschikbaar geweest (3.4) en van de verslagen hiervan zijn geen noemenswaardige problemen te vermelden. We kunnen vaststellen dat er geen technische problemen zijn geweest bij het gebruik van de kennistoetsbank. De technische infrastructuur waar dit project op gesteund heeft is dedicated ontwikkeld voor de Stichting Leerstation Zorg. Er is een goed service aanbod met een 2elijnsondersteuning tijdens kantooruren en een 24uurs helpdesk. De ondersteuning is flexibel en de innovatiekracht is groot; noodzakelijke aanpassingen worden snel doorgevoerd. Het beste voorbeeld hiervan is de technische uitwerking van het centraal aanbieden van de toetsen aan studenten in plaats van het volgens plan decentraal aanbieden van toetsen per Hogeschool. Kerncijfers deelname onderzoek (3.7). In de drie cohorten deden de volgende aantallen studenten mee aan het onderzoek: • Cohort 1A. In totaal deden 529 studenten mee; 415 in de onderzoeksgroep, 114 in de controlegroep; daarvan kwam 362 uit studiejaar 3 en 167 uit studiejaar 4. • Cohort 1B. In totaal deden 577 studenten mee; 331 in de onderzoeksgroep, 76 in de controlegroep en 170 van Hogeschool Utrecht; 241 uit studiejaar 3 en 166 uit studiejaar 4. • Cohort 2. In totaal 437 studenten; 322 in de onderzoeksgroep, 115 in de controlegroep; daarvan kwam 281 uit studiejaar 3 en 156 uit studiejaar 4. Naast de studenten zijn in dit onderzoek, binnen zowel de onderzoeks- als de controlegroep, ook de werkbegeleiders van de studenten gevraagd mee te werken.
14 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Werkbegeleiders. In de drie cohorten deden de volgende aantallen werkbegeleiders mee aan het onderzoek: • Cohort 1A. 45 werkbegeleiders; 12 werkbegeleiders vulden de enquête in. • Cohort 1B. 30 werkbegeleiders; 11 werkbegeleiders vulden de enquête in. • Cohort 2. 30 werkbegeleiders; 12 werkbegeleiders vulden de enquête in. Nieuwe mogelijkheden door centraal beheer 3.14. Het centraal beheer brengt nieuwe mogelijkheden voor het gebruik van de kennistoetsbank. Er zal na het project door het LOOV gekeken worden in hoeverre het centraal aanbieden van toetsen voor Hogescholen als vast onderdeel aangeboden kan worden door Leerstation Zorg.
WP 3 3.1. 3.2 3.3 3.4 3.7
Uitzetten van de vragensets Beheertraining module (w3) Extra aanbod Lijst van deelnemers beheertraining (w3) Instructiemateriaal studenten (w3) Inzetten servicedesk Rapportage kerncijfers deelname (w3)
3.8 Rapportage kerncijfers resultaten (w3)
3.11 nieuw Beheertraining extra module uitgezet (Webseminar op aanvraag) 3.12 nieuw ICT-ontwikkeling centraal aanbod 3.13 nieuw Aanbod van facultatieve toetsen 3.14 nieuw Evaluatie toepassing centraal beheer voor regulier gebruik
Gepland Aug.-Dec. 2009 Zie 3.11 Aug.-Nov. 2009 Aug.-Nov. 2009 Gehele project Mei 2010 1e cohort 2e cohort 3e cohort Mei 2010 1e cohort 2e cohort 3e cohort T/m April 2011 Extra juni 2011 Dec. 2009 Dec. 2009 Juni 2011
Opmerking Afgerond Afgerond Afgerond rapport aanwezig
Afgerond Rapport Afgerond Rapport Intekenlijsten beschikbaar
Beschikbaar Beschikbaar Na project in het LOOV
15 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
3.8 WERKPAKKET 4: Onderzoek Dit werkpakket omvat de activiteiten betreffende het onderzoek dat gedurende het project uitgevoerd is door het lectoraat Versterking Beroepsonderwijs Hogeschool Rotterdam. In deze rapportage worden de belangrijkste punten kort beschreven. De volledige rapportage van het onderzoek is opgenomen in een aparte bijlage van de Kenniskring. Zie onderzoekrapportage: “BRUGGEN BOUWEN TUSSEN ONDERWIJS EN ZORG”. Doelstelling. In het onderzoek wordt nagegaan of de afname van de digitale toets positief bijdraagt aan het leerproces van de student, de stage-uitval, het percentage onvoldoendes voor de stage en de stagebegeleiding. Daarnaast worden de scores van de onderzoeksgroep op een vooren natoets gemeten om daarmee inzicht te geven of deze scores verbeteren. Daarmee kunnen aanwijzingen worden gevonden of de voortoets en het leerproces en de begeleiding tijdens de stage positief bijdragen aan een hogere score op de natoets. Het onderzoek meet daarmee of de doelen van de interventie bereikt zijn. Het evalueren van de bijdrage van de toets aan het leerproces van de student en de stagebegeleiding door de werkbegeleider wordt onderzocht vanuit de perceptie van studenten en werkbegeleiders. Probleemstelling. Er is een verschil in de mate waarin een student over theoretische kennis beschikt c.q. denkt te moeten beschikken en de verwachtingen van de praktijk/begeleider. Het gebrek aan kennis belemmert de student een optimaal leerrendement te bereiken tijdens zijn stage waardoor hij in een aantal gevallen onvoldoende presteert. Een onvoldoende voorbereiding van de studenten op de kenniscomponenten van de dagelijkse beroepspraktijk heeft een negatief effect op de aansluiting met de praktijk. Indien de student voorafgaande aan de stage een helder beeld heeft over welke kennis noodzakelijk c.q. gewenst is en in welke mate de student er zelf al over beschikt, kan er tijdens de stage bewust gewerkt worden aan het overbruggen van de kloof. Resultaten. De lage respons en de huidige verdeling over hogescholen en onderzoek- en controlegroep maken het moeilijk om representatieve, betrouwbare en valide uitspraken te doen. Op de onderzoeksvraag: “bijdrage van de toets aan de stage-uitval” kan geen antwoord worden gegeven. De respons van zowel studenten als werkbegeleiders uit zowel de onderzoeks- als controlegroep was relatief laag in alle drie de cohorten ingevuld. Vooral de enquête werd door weinig studenten en werkbegeleiders ingevuld. Bovendien varieert de respons van studenten van de verschillende hogescholen sterk, door verschillen in aanpak tussen de hogescholen. Datzelfde geldt voor de scheve verdeling qua specialismen. Deze scheve verdelingen qua hogescholen en qua specialismen maken het moeilijk om eventuele verschillen tussen hogescholen en specialismen te analyseren, terwijl het aannemelijk is dat die verschillen wel aanwezig en van invloed zijn. De studenten en werkbegeleiders die meegedaan hebben - uit zowel de onderzoeks- als controlegroep- geven aan de stagetoets een goede manier te vinden om zich voor te bereiden op een stage en zij vinden de toets leerzaam. Dit onderzoek lijkt erop te duiden dat het nodig is om meer invloed uit te oefenen op het leerproces en de stagebegeleiding tijdens de stageperiode. Als stagetoetsen als interventie worden ingezet, lijkt het van belang dat opleidingen tevens aansluitende interventies inzetten die erop gericht zijn dat studenten en werkbegeleiders daadwerkelijk met de resultaten van de toets aan de slag moeten gaan.
16 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Toelichting. 1. Nulmeting stageuitval. De nulmeting op basis van stageuitval (4.2) blijkt niet bruikbaar voor het onderzoek. Uit het aangeleverde materiaal bleek dat er met verschillende gegevens wordt gewerkt die zich niet laten vergelijken en dat niet alle gegevens aangeleverd konden worden door de Hogescholen. Aan het LOOV zal gevraagd worden om naar aanleiding van dit rapport de verschillende procedures van beoordelingen (4.6) te bespreken. 2. Response. Maatregelen ter verbetering response (4.8) december 2010 (besluit LOOV en Stuurgroep) a. eindtoets en enquête worden beschikbaar gesteld voorafgaand aan de eindbeoordeling (ipv ná de beoordeling) > nieuwe planning gemaakt en info verzonden/ besproken b. studenten stimuleren de toets op te nemen in het portfolio en er zo mogelijk studiepunten of andere afspraken aan te verbinden (verplicht stellen waar mogelijk) c. instellingen informeren over de kans die werkbegeleiders (accreditatiepunten) krijgen om mee te doen aan het BBonderzoek d. toets werkbegeleiders aan instellingen aanbieden als service/ ondersteuning van hogescholen
WP 4 4.1
4.2
4.5
Onderzoek Lijst met indicatoren die van belang zijn bij stagebegeleiding (w4) uitwerken in onderzoeksdesign Lijst hogescholen onderzoeksgroep, controlegroep en registratie stage-uitval voor en na het onderzoek(w4) Enquêtes ontwikkelen en inzetten bij studenten en werkbegeleiders van onderzoeksgroep en controle groep Periode 2 &3
4.4
Aansluiten Hogeschool Utrecht onderzoeksgroep
4.5
Afspraken nav aanbevelingen uitwerken/ besluiten
4.6
Procedure beoordelingen stage
4.7
Bevestiging ruil HAN en Saxion onderzoeks- en controlegroep Besluitenlijst afspraken verhogen response
4.8
Vervolgen response per hogeschool in overzichten verzenden naar LOOV
gepland Aug.Dec. 2009 Aug.Blijft open Jan. – April 2010 Juni 2011 Jan 2011 Dec 2010 Jan 2011 Juni 2010juni 2011 Dec 2010 Dec 2010 April 2011
Opmerking Afgerond
Gedeeltelijk
Cohort 1 gereed Cohort 2 gereed Cohort 3 gereed Gerealiseerd BBdag Stuurgroep besluit Vervolg in LOOV
Gereed zie ook onderzoekrapport Aanwezig Gereed
17 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
3.9 Werkpakket 5: Disseminatie Doelstelling Het bekend maken van het project bij gebruikers en bekend maken van de databank aan de doelgroepen om de voortgang van het project te garanderen en er naar te streven dat het project een normaal onderdeel wordt van het onderwijssysteem. Resultaten. Langdurige overeenkomst gebruik kennistoetsbank. De kennistoetsbank is bekend bij alle 16 HBOVopleidingen. Op basis van de resultaten in het eerste jaar van het project hebben de HBOV’s besloten om de kennistoetsbank structureel in te gaan zetten binnen het onderwijs. Elke opleiding is een langdurige overeenkomst (3 jaar) aan gegaan met de Stichting Leerstation Zorg. Voor de beleidsontwikkeling van de kennistoetsbank trekken de HBOVopleidingen gezamenlijk op binnen het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV). Zij maken afspraken over het gebruik, het onderhoud en de door ontwikkeling van de kennistoetsbank en een vertegenwoordiger van het LOOV heeft permanent zitting in het bestuur van de Stichting Leerstation Zorg. De huidige opzet van de kennistoetsbank blijkt breed inzetbaar en is ook geschikt voor andere zorgopleidingen en (para)medische opleidingen. Vanaf december 2010 heeft een volledig opleidingsinstituut een overeenkomst gesloten met de Stichting Leerstation Zorg daarbij is er naast de HBOV een totaal lidmaatschap afgesproken voor alle gezondheidszorgopleidingen. De ervaring met het lidmaatschap van dit instituut kan als voorbeeld dienen voor andere opleidingen in het land. Andere zorg- opleidingen zoals bijvoorbeeld: Fysiotherapie, Verloskunde en de Advanced Practice in Nursing zien goede mogelijkheden om de digitale kennistoetsbank te gaan gebruiken. Alle opleidingen zijn ook vertegenwoordigd in het reguliere gebruikers overleg van de Stichting. Tijdens het project zijn de gebruikerswensen van de HBOVopleidingen direct gecommuniceerd via het projectmanagement. In september 2011 zullen de HBOVopleidingen formeel gaan deelnemen aan het structurele gebruikersoverleg van de stichting samen met de gebruikers van het werkveld. Doel Institutionalisering Leerstation Zorg behaald. Het innovatieproject Bruggen Bouwen heeft aangetoond dat grootschalige inzet van een centraal onderhouden digitale kennistoetsbank mogelijk is. Dit binnen een stichting in gezamenlijk overleg met de beroepspraktijk en beroepsverenigingen. Het eerste doel, Institutionalisering van Leerstation Zorg, is hiermee behaald. Er is een goede basis voor de blijvende inbedding van de kennistoetsbank in de dagelijkse onderwijspraktijk. Toelichting. In het plan van aanpak heeft de communicatie met de zestien hogescholen op de voorgrond gestaan. Deze communicatie bestond uit 4 gedeelten: 1. Communicatie/ informatie Hogescholen; 2. Contact LOOV 3. Studiedagen curriculumontwikkelaars/ Bruggen Bouwen bijeenkomsten; 4. Disseminatie werkveld.
Het project is als een landelijk initiatief gestart; 16 HBO-V's van Nederland (totaal 17 aanwezig) en op dit moment scharen alle 16 opleidingen zich nog steeds achter dit project. 18 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Beleidsmatig is er in het LOOV een sterke basis. Uitgangspunt was dat elke hogeschool een bijdrage zou leveren aan de ontwikkeling van de kennistoetsbank. In alle fasen van het project zouden medewerkers worden ingezet. In de praktijk bleken er grote verschillen te bestaan in de mate waarin de hogescholen participeerden in het project. De inzet van docenten was niet altijd eenvoudig te organiseren door de hectiek van alle dag. Alle hogescholen hebben zich ingezet voor de disseminatie zoals bijvoorbeeld door de organisatie van de werkveldconferenties en het rondsturen van informatie over het project aan alle stageverlenende instellingen. De projectleiding heeft conform plan regelmatig in het LOOV gerapporteerd en er was een vertegenwoordiger van het LOOV lid van de stuurgroep. Communicatie. Onderstaande communicatiemiddelen zijn tijdens het project ingezet: 1. Voorlichtingsbijeenkomsten voor betrokken docenten en verpleegkundigen. Curriculumstudiedagen zijn BB dagen geworden. Bij de projectopzet was de aansluiting bij het curriculum als belangrijk onderdeel opgenomen. In de planning zijn daar de zg curriculumdagen voor opgenomen. Tijdens het project bleek dat de aansluiting bij het curriculum niet eenvoudig landelijk te organiseren is maar dat het uitgangspunt aansluiting van de kennistoetsbank bij de thema’s van de HBOV’s beter te realiseren is met behulp van de BoKS. Deze inzichten hebben zoals eerder beschreven geresulteerd in een nieuwe subsidieaanvraag. 2. Bijeenkomsten betrokken hogescholen en stageverlenende instellingen Bv de werkveldconferenties 3. Het bespreken van mogelijkheden toetsbank regionale en nationale bijeenkomsten Bv Onderwijsdagen SURF 4. Praktijkbijeenkomsten in zorginstellingen en opleidingsinstituten 5. Persoonlijke benadering van de betrokken instellingen 6. Schriftelijke middelen.> rapportages project ook gebruikt als info 7. Folder voor projectdeelnemers + flow sheet van SURF 8. Opname van teksten op andere websites 9. Het uitgeven van een nieuwsbrief 10. Persberichten bij start project 11. Artikel in vakblad O&G 12. 13.
Deelnemers evaluatieformulier > enquête onderzoek Verspreiding eindrapportage > bijeenkomst 7 oktober 2011.
Van de bijeenkomsten die in opdracht van het project gehouden zijn, zijn verslagen en deelnemerslijsten aanwezig als deliverable. De digitale informatievoorziening voor het project is goed gebruikt. Een aantal onderdelen zoals bijvoorbeeld de toolkit, zullen ook na het project ingezet blijven op de website van Leerstation Zorg.
19 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
WP 5 5.1
5.2
5.3 5.3 5.3 5.4
Disseminatie Communicatie velden/ website/ nieuwsbrief / etc. Activiteitenplanning 2010/ 2011 deelname symposia Workshop bij onderwijsdagen SURF Workshop SURFacadamy toetsen
gepland Continue
Deelnemerslijsten werkveldconferenties (w5) Activiteitenkalender Toolkit implementatie LsZ (w5) Organisatie en uitvoering Werkveldconferenties Extra WVC’s eigen organisatie Hogescholen
Okt. - Dec. 2009
Gereed
Dec. 2009 Okt. - Nov. 2009 Okt. - Dec. 2009 Najaar 2010 Voorjaar 2011
Gereed Gereed Gereed
Groningen overleg netwerkt instellingen Fontys Eindhoven> netwerk GGZ 5.5
Aug.- Dec. 2010 Jan-juni 2011 Nov 2010 Maart 2011
opmerking digitale nieuwsbrief geïmplementeerd Gereed Gereed Gereed
Maart 2011
Studiedagen curriculumontwikkelaars
Gereed Febr. – Mei 2010
/ Bruggen Bouwen dagen Okt. 2010 Dec. 2010
Gereed Gereed Deelnemerslijsten aanwezig.
April 2011 Leerstation Zorg gebruikersdag Hogescholen + werkveld Afsluiting project 5.7
5.8
Aanwezigheidslijsten bijeenkomsten curriculumontwikkelaars (w5) Voortgang, tussen en eindrapportage disseminatieplan (w5)
Sept. 2011 7 okt 2011 Mei 2010 Okt 2010 Dec 2010 1e rapport t/m dec. 2009
gereed Gereed en goedgekeurd
2e rapport t/m 15 Gereed juni 2010 en goedgekeurd Midtermreview en 3e rapport
Gereed en goedgekeurd
20 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
3.10
Werkpakket 6: Projectmanagement
Doelstelling. Het doel van het werkpakket projectmanagement was het coördineren van de werkzaamheden, het afstemmen met alle betrokken partijen en subsidiegevers, en het afleggen van verantwoording over de werkzaamheden en het budget. Verder viel onder het projectmanagement het onderhouden van de communicatie tussen betrokkenen middels overleg, projectbijeenkomsten, website en nieuwsbrief. Resultaten Het project is op hoofdlijnen volgens planning verlopen en daar waar noodzakelijk in afstemming met betrokkenen aangepast. Door de overleg- en rapportagestructuur was het project inhoudelijk, structureel en financieel inzichtelijk voor alle betrokken partijen. De resultaten van het plan worden geëvalueerd en breed uitgedragen. Toelichting. Voor de organisatie van een project met zoveel partijen is goede communicatie en onderlinge afstemming essentieel. Er is gekozen voor een klein projectmanagementteam en vaste overlegstructuren voor de afstemming van het beleid en de uitvoering van het project. Het projectmatig werken lijkt soms moeilijk in te passen door de dagelijkse hectiek van de organisaties en alle organisatieveranderingen van de 16 HBOVopleidingen. Tijdens het project werden de zogenaamde “Bruggen Bouwen dagen” georganiseerd om alle betrokkenen te informeren en ( zo nodig nieuwe) werkafspraken te maken. Daarnaast was de rol van de stuurgroep onder voorzitterschap van de directeur van het Instituut voor Gezondheidszorg (IvG) van de Hogeschool Rotterdam essentieel voor de beleidsafspraken en de bewaking van de hoofdlijnen van het project. De directeur IvG was daarnaast direct betrokken bij het projectmanagement door een maandelijks overleg met de projectleider en toonde grote inzet bij de ontwikkeling van het lange termijn beleid. Het Projectmanagement had als taken: • uitdragen van de missie van het project; • contacten deelnemers uit het onderwijs en de zorg; • plannen en afstemmen activiteiten; • ondersteunen betrokken docenten en coördinatoren; • samenwerken met Leerstation Zorg; • verzorgen, faciliteren en begeleiden van toetsconstructieprocessen; • bewaken van de projectvoortgang; • aanbieden en ondersteunen rand- en deelnamevoorwaarden; • realiseren van de administratieve en financiële afwikkeling; • verantwoording naar subsidiegever. Het projectteam had structureel overleg met: • Penvoerder Hogeschool Rotterdam: cq directie Instituut voor Gezondheidszorg (IvG) en de contactpersoon bij College van Bestuur • Stuurgroep • het LOOV c.q. de deelnemende HBO-V opleidingen • Stichting Leerstation Zorg • De deelnemende zorginstellingen
21 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Aanpassingen. In het CD werd het risico van uitval van een van de leden van het projectmanagement onderkend. Helaas werd het projectmanagement direct bij aanvang van het project hier al mee geconfronteerd door het neerleggen van de functie van de projectleider. Vanuit de penvoerder is hier adequaat op gereageerd door het aanstellen van één van de leden van het projectteam als projectleider. Alle opgenomen wijzigingen in het project van het afgelopen jaar zijn conform afspraak met de reviewcommissie schriftelijk gerapporteerd aan het programma management van SURF en door het programma-management schriftelijk goedgekeurd (zie bijlage).
22 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
4
Risicoanalyse en risicomanagement
Gezien de eerdere projectervaringen gingen we er van uit dat de projectstructuur voldoende garantie zou geven, om risico’s en problemen op te vangen. Binnen dit project werkten veel partijen met elkaar samen. Het risico op uitval was daardoor relatief groot, maar het bood tegelijkertijd de mogelijkheid om activiteiten van elkaar over te nemen.
Risico
Maatregel
Mate van Risico (laag/hoog)
Mate van Effect (klein/groot
Voorgekomen
Lage respons studenten en verpleegkundigen
Koppelen studiepunten en accreditatiepunten aan toetsen.
Laag: grote groep potentiële respondenten
Groot: betrouwbaarheid onderzoek in gevaar
Acties ingezet en werkwijze aangepast
Analyse van de klachten
Hoog:
Verbetering van de presentatie door het ontwikkelen van een toolkit
Onbekendheid leidt tot een drempel (innovatiemoehei d binnen zorg en onderwijs).
Klein: korte termijn omdat de groep door projectinterventies wordt gestimuleerd.
Extra inzet beheertrainingen
Door de Vakvereniging V&VN zijn aan de toetsmethode en de toetsen accreditatiepunten toegekend. Informeren en enthousiasmeren Lage respons ten gevolge onbekendheid met het product en de functionaliteiten
Verhoging inzet multimediale onderdelen Inzet Implementatietool
Onvoldoende mensen beschikbaar voor projectactiviteite n door regulier hoge werklast. Verminderde inzetbaarheid verpleegkundigen en docenten
Lange termijn: Minder kans op verspreiding/minde r aandacht/focus op dit product.
Spreiding activiteiten
Groot:
Groot:
Aanpassing
Door inzet van een groot aantal deelnemers wordt de belasting per persoon laag gehouden, waardoor uitval ten gevolge van ziekte of verloop kunnen worden opgevangen.
Het betreft activiteiten buiten het primaire proces
Het is een essentieel onderdeel project
Werkverdeling
Uitbesteding activiteiten naar derde
23 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Risico
Maatregel
Mate van Risico (laag/hoog)
Mate van Effect (klein/groot
ICT problemen zoals beveiliging, uitval, compatibiliteit met het instellingssystee m netwerkcapaciteit schiet tekort
Service desk Infoland
Laag:
Groot:
Inzet projectadviseurs van Infoland
Webbased werken zonder koppeling ander systemen
Negatief effect op draagvlak gebruikers
Niet voorgekomen
Onderbenutting door instellingen (zowel zorg als onderwijs)
Implementatie en disseminatie maken expliciet deel uit van dit projectplan
Laag: korte termijn want er is al een groot consortium en basis Bruggen Bouwen
Middelmatig:
Niet
Omdat er al een groot aantal instellingen/ groepen betrokken is
Voorgekomen
Stimuleren van instellingen contacten verenigingen beroepsvertegenwoordiger s en grote netwerken samenwerkend partners bv NVZ. Betwisting van eigendomsrecht tussen verschillende projectpartners
Eigendomsrecht is ondergebracht in Stichting Leerstation Zorg Een stichting heeft geen winstbejag.
Op lange termijn kan het deelname belemmeren en groei databank
Voor lange termijn is disseminatie heel belangrijk
Groot:
Groot:
Mensen claimen inzet, kennis, tijd en creativiteit.
Discussie over inzet blijft terug keren. Onvoldoende duidelijkheid over de organisatie en onvoldoende vertrouwen in de organisatie
Werken met lidmaatschap functie bibliotheek Communicatie en transparantie regelingen
Verminderde inzet en/of uitval projectmanagement
Driemanschap met vertegenwoordigers uit belangrijkste velden als projectteam.
Klein:Driemanschap is op elkaar ingespeeld kan taken van elkaar overnemen.
Groot: Complexiteit en grootte van het project vraagt een inwerktijd van 3 maanden.
Voorgekomen
Gegarandeerde lange termijn deelname in Stichting. Exclusieve afspraken gemaakt met LOOV en vastgelegd in individuele overeenkoms t met elke HBOVopleiding. Gebeurd: nieuwe projectleider aangesteld
24 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
5
Standlijnenoverzicht
Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
25
26 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
27 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
6
Projectbegroting
Eindafrekening
5e periode
Cumulaief
4de Periode
3de periode
2e periode
1e half jaar
Correctie
Begroting
Kostenoverzicht Bruggen Bouwen periode vijf, afronding
Materiele kosten w p1
0
0
w p2
0
0
w p3
25.000
25.000
25.000
0
0
0
11.531
-1.531
w p4 w p5 w p6
10.000
10.000
11.531
0
5.000
3.330
2.220
5.550
-550
10.000
40.000
39.861
2.220
42.081
-2.081
w p1
141.674
141.674
7.973
64.100
24.563
46.725
143.361
0
-1.687
w p2
178.680
178.680
26.000
42.550
35.100
63.075
166.725
21.488
-9.533
w p3
49.350
19.350
14.650
0
0
14.650
0
4.700
w p4
90.500
90.500
8.550
10.050
9.675
28.275
37.625
24.600 -20.613
Totaal materiele kosten
Personele kosten
w p5
39.800
39.800
25.500
6.825
25.463
57.788
2.625
w p6
106.496
106.496
21.850
14.595
30.450
66.895
48.901
-9.300
Totaal personele kosten
606.500
576.500
177.200
91.133
175.388
477.694
110.638
-11.832
33.973
Overige kosten enquete softw are
2.000
2.000
2.000
2.000
ondersteuning ICT
142.500
142.500
142.491
142.491
9
2.500
2.500
0
2.500
0
10.000
144.491
12.509
Accountant Onvoorzien
10.000
10.000
Totaal overige kosten
157.000
157.000
Totaal projectkosten
773.500
144.491
0
218.325
179.420
91.133
175.388
664.266
0
110.638
Toegekende subsidie Opgevraagde subsidie vorige periode Opgevraagde subsidie rapp.periode
-1.404
523.079 141.911
125.048 64.345 115.920
Kosten projectmanagement (100% subs) Totaal opgevraagde susbsidie Totaal opgevraagde subsidie Resterende subsidie
447.224 48.120 13.868 61.988 523.079 0
De opgevraagde subsidie kan overgemaakt worden op rekeningnummer 503993557 t.n.v. Stichting Hogeschool Rotterdam o.v.v. Project Bruggen Bouwen projectnr. EG.IvG.007
28 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Budgetbeheer. De financiële rapportage is opgesteld zoals in de subsidievoorwaarden staat aangegeven. In eerste instantie was dat door ons anders geïnterpreteerd. De berekeningen zijn na het mid term review van november aangepast en goedgekeurd. Deze berekening is ook gebruikt voor het huidige overzicht. Het projectmanagement is 100% subsidiabel tot een maximum van 7,5% van de totale kosten en de rest is maximaal 65% subsidiabel. Om het beheer goed uit te kunnen voeren is er na het vaststellen van het Controlling Document voor elke partner een contract opgesteld ter accordering, waarin een overzicht stond van de personele inzet over de periodes en de materiële en personele budgetten. Resultaat. Het budget is conform afspraken volledig ingezet. Het budget beheer van een dergelijk groot project met zoveel partijen en activiteiten is niet eenvoudig gebleken. In de dagelijkse praktijk van het project waren enkele verschuivingen nodig en aanpassingen in aansluiting op het gewijzigde beleid. De beleidswijzigingen zijn na goedkeuring door de stuurgroep en vaststelling van het SURFprogrammanagement in de rapportages opgenomen en uitgevoerd. Toelichting. Beleidswijziging en het budget. De beleidswijziging van decentraal aanbieden naar centraal aanbieden van toetsen heeft onvoorziene extra uitgaven voor de ICT aanpassing tot gevolg gehad. Het projectmanagementteam heeft een voorstel gemaakt om hiervoor 30.000 euro van personele middelen van het budget te verschuiven. Deze verschuiving kon zonder problemen voor de organisatie van het project uitgevoerd worden omdat er door het centraal aanbieden van de toetsen ook minder personele inzet decentraal noodzakelijk is (wp3). Het voorstel is op 8 juni 2010 voorgelegd aan de stuurgroep en geaccordeerd. Om deze wijzigingen goed te verwerken is met het programma-management van SURF en de projectbewaking afgesproken om de 2e rapportage over de periode januari 2010 tot en met juni 2010 op te stellen. Projectondersteuning. Voor het programma Projectplace was in de 1e periode een bedrag van 3.300 euro is opgenomen. Met de verschuiving van 30.000 is er ruimte om ook deze kosten zonder overschrijding op te nemen bij de materiële middelen. Er is in de afgelopen periode nog een bedrag van 2220 euro voor projectplace opgenomen. Er was een extra applicatie nodig om voldoende mensen toe te kunnen laten om alle betrokkenen hun uren correct te laten registeren en te declareren. Personele kosten De ingezette uren zijn opgenomen in het overzicht per werkpakket. Bij het registreren was er soms onduidelijkheid over de registratie van bepaalde taken in relatie tot de werkpakketten. In werkpakket 5 zijn in dit overzicht meer uren uitgevoerd dan begroot. Activiteiten die ingezet om mensen te werven voor het onderzoek (WP4) en voor de constructietrajecten (WP2) zijn terecht ook geregistreerd als disseminatie en daar verder bij conform urenregistratie geboekt. Het projectmanagement van een project met zoveel partijen vraagt veel tijd en het begrote bedrag was dan ook hard nodig. De overschrijding van dit budget is opgevangen met de post onvoorzien.
29 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
7
BUSINESSPLAN.
Het businessplan is opgebouwd uit 3 onderdelen: 1. Het gebruik van de kennistoetsbank door Hogescholen (LOOV) op structurele basis. 2. Vervolgproject “ Toetsen met de BoKS”. 3. Het lange termijnperspectief van de Stichting Leerstation Zorg Ad1. Het gebruik van de kennistoetsbank door Hogescholen (LOOV) op structurele basis. Op basis van de resultaten in het eerste jaar van het project hebben de HBOV’s besloten om de kennistoetsbank structureel in te gaan zetten binnen het onderwijs. Elke opleiding is een langdurige overeenkomst (3 jaar) aan gegaan met de Stichting Leerstation Zorg. Voor de beleidsontwikkeling van de kennistoetsbank trekken de HBOVopleidingen gezamenlijk op binnen het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV). Zij maken afspraken over het gebruik, het onderhoud en de door ontwikkeling van de kennistoetsbank en een vertegenwoordiger van het LOOV heeft permanent zitting in het bestuur van de Stichting Leerstation Zorg. Ad2. Vervolgproject “ Toetsen met de BoKS”.. In Bruggen Bouwen is het regulier toetsen niet apart opgenomen in het project. Haverwege het project is door het LOOV vastgesteld dat de kennistoetsbank en de werkmethodes van Stichting Leerstation Zorg goede mogelijkheden bieden om gezamenlijk aan toets onderhoud en ontwikkeling te werken. De ervaring met de kennistoetsbank voor stagevoorbereiding ziet men als een goede basis te zijn voor de uitbreiding van het gebruik van de kennistoetsbank voor het reguliere toetsproces. Daarnaast zijn er ook knelpunten vastgesteld die het gebruik van de kennistoetsbank kunnen belemmeren. Knelpunten: - Het gebruik van de kennistoetsbank voor stagevoorbereiding leidt niet op alle hogescholen automatisch tot gebruik van de toetsbank bij het reguliere toetsen. - De kennistoetsbank dekt niet alle onderdelen uit het HBO-V curriculum. Het huidig gebruik van de kennistoetsbank is gericht op stagebegeleiding en de kennistoetsbank bestaat nu vooral uit items die van belang zijn voor de ziekenhuispraktijk (medische items). Dit staat het breed gebruik binnen de HBO-V in de weg. - Men is niet gewend om toetsen met elkaar uit te wisselen, het toetsen ontwikkelen en onderhouden is arbeidsintensief, docenten hebben op elke hogeschool vergelijkbare werkzaamheden als onderdeel van het reguliere toetsproces maar er is geen landelijke afstemming of uitwisseling. Mede op basis van bovenstaande punten is een subsidieaanvraag bij SURF ingediend in het kader van de tender Toetsen en Toetsgestuurd leren. Het project heet: Body Of Knowledge and Skills (BoKS) Verpleegkunde, verbreden en verbinden. Werktitel project: Toetsen met de BoKS. Het project Toetsen met de BoKS is gestart op 1 maart 2011. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat de BoKS Verpleegkunde in de metadatering van de kennistoetsbank verwerkt gaat worden. Tevens is het project er op gericht om de werkdruk van docenten te verminderen. Ad3.Het lange termijnperspectief van de Stichting Leerstation Zorg. In het exploitatieplan staat het onderbrengen van de projectresultaten in de Stichting Leerstation Zorg centraal. In de stichting wordt de ontwikkeling van het materiaal verder doorgezet en het toezicht op de kwaliteit van het te gebruiken materiaal gecoördineerd. De leden houden medeverantwoordelijkheid bij de verdere ontwikkeling en het gebruik van de kennistoetsbank. De Stichting Leerstation Zorg heeft door het project Bruggen Bouwen een belangrijke samenwerking opgebouwd met de HBOVopleidingen. Op dit moment zijn dit de enige formele vertegenwoordigers van het onderwijs binnen de stichting. De huidige opzet van de kennistoetsbank blijkt breed inzetbaar en is ook geschikt voor andere (para)medische opleidingen. Andere gezondheidszorg opleidingen zoals bijvoorbeeld: Fysiotherapie, Verloskunde en de Advanced Practice in Nursing zien goede mogelijkheden om de digitale kennistoetsbank te gaan gebruiken. Daarnaast is er ook steeds meer belangstelling van medische instituten. 30 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Randvoorwaarden. Bij aanvang van het project is er een aantal uitspraken gedaan over randvoorwaarden van een succesvolle exploitatie van Leerstation Zorg. o In de stichting wordt de ontwikkeling van het materiaal verder doorgezet en het toezicht op de kwaliteit van het te gebruiken materiaal gecoördineerd. o De leden houden medeverantwoordelijkheid bij de verdere ontwikkeling en het gebruik van de databank. o De stichting ziet toe op het ontwikkelen, onderhouden en exploiteren van de toetsbank en e-learning trainingen voor opleidingen en werkers in de zorg. o De Stichting Leerstation Zorg streeft er naar om Leerstation Zorg zelfstandig te beheren op basis van lidmaatschapsgelden. Voor is succesvolle exploitatie van de toetsbank van belang dat: A. Gebruikers (zorg en onderwijs) willen betalen voor de techniek en de 2e lijns ondersteuning B. Gebruikers committeren zich aan onderhoud en doorontwikkeling van de inhoud C. Gebruikers samen op trekken bij de ontwikkeling van toepassingen van de databank D. Er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de instandhouding van de organisatie Ad A Ad B -
Ad C -
Ad D -
16/17 HBOV’s hebben een driejarig contract ondertekend waarbij ze instaan voor het betalen van de licentiekosten. Een toenemend aantal zorginstellingen sluit zich aan bij Leerstation Zorg. De eerste twee cases met de inzet van de toetsbank vanuit “contractactiviteiten”, tegen een regulier tarief, zijn zeer positief verlopen. Verwacht wordt dat deze nieuwe groep gebruikers de komende periode toe zal nemen. Vanuit andere (SURF) projecten is er concrete belangstelling aan te sluiten bij Leerstation Zorg. Het LOOV heeft besloten in het najaar van 2011 een voorstel uit te werken ten aanzien van het duurzame onderhoud van een deel van de databank van Leerstation Zorg. Het initiatief hiervoor is genomen door de vertegenwoordiger van het LOOV in het bestuur van de stichting Leerstation Zorg De stichting heeft in haar strategische koers bepaald de banden met (afdelingen van de) beroepsvereniging van verpleegkundigen, de V&VN, aan te halen. Dit met name voor voor de doorontwikkeling en zeker ook het onderhoud van de databank van Leerstation Zorg. Het LOOV heeft aangegeven voornemens te zijn de databank van Leerstation Zorg te willen gebruiken voor het inrichten van standaardtoetsen. Het eerste onderwerp zal “rekenvaardigheden” zijn. Dit vanuit de behoefte aan het behoud van regie tegen een dreigende invoer van standaardtoetsen van overheidswegen. Daarnaast is het aannemelijk dat kostenoverwegingen een rol spelen. Naast de licentie-inkomsten van onderwijs, zorgorganisaties en subsidietrajecten is er een toenemende belangstelling voor de expertise en techniek van Leerstation Zorg door uitgevers en andere e-learning aanbieders.
31 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Het daadwerkelijke gebruik Een van de strategische doelen van het project was het doen gebruiken van de toetsbank van Leerstation Zorg door de HBOV opleidingen. Vastgesteld kan worden dat de bruggen bouw projecten duidelijk zichtbaar zijn in het overzicht wat het aantal beantwoorde vragen per maand, afgezet in de tijd weergeeft. Naast een enigszins tegenvallende respons in de tweede helft van de projectperiode kan worden geconstateerd dat het gebruik van de databank bij de HBOV opleidingen buiten het onderzoek duidelijk toeneemt. Een van de kenmerken van Leerstation Zorg is dat niet alleen het onderwijs, maar ook zorgorganisaties gebruik maken van dezelfde databank. Uit het overzicht wordt duidelijk dat, na een dip in het gebruik in het najaar van 2009 en het voorjaar van 2010 ook het gebruik in de zorg toeneemt.
32 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
8. Conclusie en aanbevelingen. Binnen het project Bruggen Bouwen is aangetoond dat grootschalige inzet van een centraal onderhouden digitale kennistoetsbank in het onderwijs mogelijk is. Het eerste doel, Institutionalisering van Leerstation Zorg, is hiermee behaald. Er is een goede basis gelegd voor de blijvende inbedding van de kennistoetsbank in de dagelijkse onderwijspraktijk. Het effect van het inzetten van een kennistoets ter vergroten van het studiesucces en het verminderen van de uitval tijdens stage is helaas binnen de gekozen onderzoeksopzet niet aantoonbaar. De lage respons en de huidige verdeling over hogescholen en onderzoek- en controlegroep maken het moeilijk om representatieve, betrouwbare en valide uitspraken te doen. Er zijn binnen de hogescholen verschillende activiteiten ontplooid om de respons te verhogen en studenten te stimuleren om de toetsen te maken. Een aantal Hogescholen is er toe over gegaan om de toets verplicht te stellen en bij de controlegroep werd een prijs uitgeloofd onder de deelnemers en er is een 3e periode ingesteld om meer studenten te betrekken. Het verplicht stellen van de toets op grote schaal was niet mogelijk en werd ook niet door iedereen als wenselijk ervaren. Er zijn veel discussies gevoerd over “de calculerende student”. Als stagetoetsen als interventie worden ingezet, lijkt het van belang dat opleidingen tevens aansluitende interventies inzetten zodat studenten en werkbegeleiders daadwerkelijk met de resultaten van de toets aan de slag gaan. Conclusie: Het verplicht stellen van de toets lijkt hierbij een basisvoorwaarde. Studenten en werkbegeleiders geven aan dat zij de stagetoets een goede manier vinden om zich voor te bereiden op een stage en zij vinden de toets leerzaam maar zonder studieverplichting en verdere interventies is het gebruik beperkt. In het onderzoeksrapport is nog veel meer interessant materiaal te vinden over de ervaring van de studenten met de kennistoetsbank. Er zijn ook aanbevelingen opgenomen voor vervolgonderzoek. Gezien al het verzamelde materiaal binnen het onderzoek is het wenselijk om de uitkomsten van het onderzoek met de HBOVopleidingen en andere belangstellenden te bespreken en de mogelijkheid te overwegen om een vervolgonderzoek in te stellen. Door het inzetten van de kennistoetsbank in het project Bruggen Bouwen is duidelijk geworden welke vervolgstappen er nodig zijn om de kennistoetsbank in het reguliere toetsproces op te nemen. De lessen die we geleerd hebben zijn de basis voor een aanvraag van een nieuw project. Vanaf maart 2011 is er een vervolgproject gestart waardoor de inbedding in de dagelijkse praktijk verder wordt voortgezet en we op korte termijn de eerste resultaten mogen verwachten. De projectactiviteiten leken soms moeilijk in te passen door de dagelijkse hectiek van de organisaties en alle organisatieveranderingen binnen de 16 HBOVopleidingen. Er zijn veel onderdelen die het uiteindelijke slagen van een project bepalen. Voor de organisatie van een project met zoveel partijen is goede communicatie en onderlinge afstemming essentieel. Goede afstemming met het LOOV was een belangrijke voorwaarde voor de voortgang van het project. Daarnaast zijn er de best practices van enthousiaste docenten die de basis zijn voor dit project. Een belangrijke voorwaarde is ook het goed functioneren van de digitale kennistoetsbank. Tijdens het project is er zonder problemen met grote groepen gebruikers gewerkt. Goede samenwerking, landelijke afstemming, betrouwbare techniek in combinatie met enthousiaste mensen bieden veel kansen en is de basis om de activiteiten ook na het project voort te zetten. Aan het begin van het project hebben we een kloof tussen onderwijs en zorg beschreven. Zorginstellingen geven nog steeds aan dat studenten slecht voorbereid zijn op de stages en dat zij over onvoldoende praktijkkennis beschikken. Om deze kloof te overbruggen moeten we door gaan met de dialoog over het vereiste kennisniveau tussen studenten en werkbegeleiders, ervaren uitvoerend verpleegkundigen en HBO-V docenten en tussen onderwijsmanagers en zorgmanagers. Iedereen die betrokken is bij onderwijsontwikkeling, stagebegeleiding en toetsing kan hieraan meewerken.
33 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Het project Bruggen Bouwen heeft de kloof niet geslecht maar de inzet van de kennistoetsbank kan een bijdrage leveren aan het vaststellen van het kennisniveau en de dialoog ondersteunen. De uitbreiding van de kennistoetsbank binnen het zorgonderwijs is ingezet en aan de verdere exploitatie wordt hard gewerkt. De toekomstplannen bieden goed mogelijkheden voor verdere doorgroei, de aansluiting bij het BoKS is duidelijk gewenst en de eerste pilots bij andere zorgopleidingen worden al gestart. Het enthousiasme waarmee het project nu ontvangen wordt en de eerste resultaten geven hoop voor de toekomst. Samen werken aan de ontwikkeling en het gebruik van de digitale kennistoetsbank slaat een brug tussen onderwijs en zorg!
34 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
BIJLAGEN. 1. 2. 3. 4. 5.
Deliverables 1.04 aantal gevalideerde toetssets Deliverables 2.0 Deliverables aanvulling toetsbank WP2 Deliverables 2.07 response deelnemers Deliverables 2.09 uitbreiding metadatering Deliverables 3.12Ontwikkeling centraal aanbod.
35 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
1. Deliverables 1.04 Na de review is het geplande aantal gevalideerde toetssets uitgebreid van 50 naar 70. Dit onder andere op geleide van de response van het werkveld dat de keuze om de toetssets voor 50% te laten bestaan uit generieke kennis. Het werkveld gaf aan door deze keuze de samengestelde toetssets niet te herkennen als specifiek voor de stagevoorbereiding voor een bepaald klinisch hoofdspecialisme. Buiten het onderzoek worden de HBOV opleidingen gestimuleerd om gebruik te maken van de databank van Leerstation Zorg. Onder staand overzicht geeft inzicht in de mate waarin aan deze stimulans gehoor wordt gegeven. Niet vermeld is de omvang van de samengestelde toetssets. Ook is niet vermeld of, en zo ja in welke mate en met welke intensiteit deze toetssets in gebruik zijn. In totaal zijn 348 toetssets decentraal samengesteld dd 1 augustus 2011
36 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
2. Deliverables aanvulling toetsbank WP2
Op 1 augustus 2011 bestaat de inhoud van Leerstation Zorg uit: Toetsvragen: • 7572 gevalideerde, gepubliceerd en gemetadateerd. • 455 conceptitems die nog gevalideerd moeten worden Mediabank • 1740 afbeeldingen • 94 FLV bestanden Gebruikers van Leerstation Zorg hebben ook de gelegenheid eigen vragen te construeren en in gebruik te nemen. Leerstation Zorg kan deze items valideren en overbrengen naar de centrale toetsbank. Decentraal geconstrueerde items zijn te beschouwen als concept-items. Op 1 augustus hebben de zorginstellingen (Zorg), de HBOV opleidingen, het deelproject anatomie/fysiologie en partner-organisaties samen 1331 items gepubliceerd voor eigen gebruik en 1334 items in concept geconstrueerd.
37 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
3. Deliverables 2.07 response deelnemers Docenten van 16 HBOV opleidingen hebben deelgenomen aan een beheerinstructie. Gedurende het project is 12 keer een beheerinstructie van een dag verzorgd door medewerkers van de stichting Leerstation Zorg. In totaal namen 26 docenten of medewerkers van de 16 HBOV opleidingen hier aan deel.
38 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Tijdens het project is acht keer een toetsconstructie-traject georganiseerd. Tijdens een traject van vijf dagen construeren geselecteerde verpleegkundigen uit de praktijk in samenwerking met HBOV docenten toetsvragen of onderwerpen deze aan redactie. In totaal namen 21 docenten van de verschillende HBOV opleidingen deel aan één of meer toetsconstrcutietrajecten.
39 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
Naast de onderzoeksactiviteiten waren de 16 HBOV opleidingen in de gelegenheid de databank van Leerstation Zorg in te zetten in het curriculum buiten het onderzoek. De grote spreiding die de mate waarin HBOV’s van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt laat zich deels verklaren door zorgen om onderzoeksresultaten te beïnvloeden. Dit blijkt uit de verschillende bijeenkomsten met docenten en curriculumontwikkelaars. Daarnaast blijkt voor onderwijsgevenden toetsen toch vooral met summatief toetsen geassocieerd te zijn. Tegen deze achtergrond is de bureaucratie bij opleidingen geen stimulerende factor. Voor zover bekend ligt een formatieve inzet van de toetsdatabank van Leerstation Zorg ten grondslag aan de resultaten uit onderstaande grafiek. De reacties van studenten zijn, voor zover die bij het projectmanagement bekend zijn, overwegend positief.
40 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
4. Deliverables 2.09 uitbreiding metadatering De labelboom is tussen het midterm-review en het end-review fors uitgebreid. Metadatering middels labels is van groot belang om items terug te kunnen vinden t.b.v. het samenstellen van toetsen uit de kennistoetsbank. De uitbreiding betrof bijna 25% (140). Toegevoegde labels sinds het midtermreview 1.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Dialyse -> CAPD
2.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Dialyse -> CRRT
3.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Dialyse -> HDF-online
4.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Dialyse -> Kinderdialyse
5.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Dialyse -> Predialyse
6.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie
7.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Guillain-Barré
8.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Myasthenia gravis
9.
A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Neurologische controles
10. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Neurologische controles -> GCS/EMV 11. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Neurologische controles -> Intracraniële drukmeting 12. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Neurologische controles -> Pupil controle 13. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Ruggenmergletsel/dwarslaesie 14. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Schedelfracturen 15. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Intensive Care -> Acute neurologie -> Traumatische haematomen 16. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Interne geneeskunde -> Auto-immuunziekten -> Rheumatoïde aandoeningen 17. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Interne geneeskunde -> Gastro-enterale aandoeningen -> Slokdarm - maag -> Barret 18. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Interne geneeskunde -> Gastro-enterale aandoeningen -> Slokdarm - maag -> Slokdarmcarsinoom 19. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Kindergeneeskunde -> Angst bij kinderen 20. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Kindergeneeskunde -> Groei en ontwikkeling 21. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Kindergeneeskunde -> Groei en ontwikkeling -> De adolescent 22. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Kindergeneeskunde -> Groei en ontwikkeling -> De neonaat 23. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Kindergeneeskunde -> Groei en ontwikkeling -> De peuter en kleuter 24. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Kindergeneeskunde -> Groei en ontwikkeling -> De zuigeling 25. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Kindergeneeskunde -> Groei en ontwikkeling -> Het schoolgaande kind 26. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Maag - darm - lever -> Slokdarm-maag 27. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Maag - darm - lever -> Slokdarm-maag -> Barret 28. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Maag - darm - lever -> Slokdarm-maag -> Reflux 29. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Maag - darm - lever -> Slokdarm-maag -> Slokdarmcarsinoom 30. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Guillain-Barré 31. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Myasthenia gravis 32. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Neurologische controles 33. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Neurologische controles -> GCS/EMV 34. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Neurologische controles -> Intracraniële drukmeting 35. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Neurologische controles -> Pupil controle 36. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Ruggenmergletsel/dwarslaesie 37. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Schedelfracturen 38. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Neurologie -> Traumatische haematomen
41 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
39. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica 40. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Cytostatica algemeen 41. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Incidenten en/of calamiteiten 42. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Invloed van Cytostatica op diabetes mellitus 43. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Methotrexaat 44. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Omgaan met excretie 45. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Orgaantoxiciteit 46. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Reactie op medicatie 47. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Cytostatica -> Verzorging en reiniging 48. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Orale mucositis 49. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Angst 50. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Anorexie 51. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Besluitvorming 52. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Dehydratie 53. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Delier 54. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Dyspnoe 55. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Inleiding 56. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus 57. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus -> Klachten van de mond 58. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus -> Misselijkheid en braken 59. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus -> Obstipatie 60. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Naastenzorg 61. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Palliatieve sedatie 62. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Rouw 63. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Vermoeidheid 64. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Zorg omtrent het levenseinde 65. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Zorg omtrent het levenseinde -> Euthanasie 66. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Oncologie -> Palliatieve zorg -> Zorgvoorziening en coördinatie 67. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Spoed Eisende Hulp -> Acute neurologie 68. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Spoed Eisende Hulp -> Acute neurologie -> Neurologische controles 69. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Spoed Eisende Hulp -> Acute neurologie -> Neurologische controles -> GCS/EMV 70. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Spoed Eisende Hulp -> Acute neurologie -> Neurologische controles -> Pupil controle 71. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Spoed Eisende Hulp -> Acute neurologie -> Ruggenmergletsel/dwarslaesie 72. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Spoed Eisende Hulp -> Acute neurologie -> Schedelfracturen 73. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Spoed Eisende Hulp -> Acute neurologie -> Traumatische haematomen 74. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Urologie -> Blaas en urinewegen -> Blaascarcinoom 75. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Urologie -> Nieren -> Cystenieren 76. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Urologie -> Nieren -> Glomerulonephritis 77. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Urologie -> Nieren -> Nierstenen 78. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Urologie -> Nieren -> Niertransplantatie 79. A. Werkveld -> Ziekenhuis -> Urologie -> Nieren -> Tumoren 80. B. Kader -> DSM IV -> Aan een middel gebonden stoornissen -> Aan cafeïne gebonden stoornis 81. B. Kader -> DSM IV -> Aan een middel gebonden stoornissen -> Aan cocaïne gebonden stoornis 82. B. Kader -> DSM IV -> Aan een middel gebonden stoornissen -> Aan opioïde gebonden stoornis
42 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
83. B. Kader -> DSM IV -> Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn -> Psychische factoren die een somatische aandoening beïnvloeden 84. B. Kader -> DSM IV -> Persoonlijkheidsstoornissen -> Paranoïde persoonlijkheidsstoornis 85. B. Kader -> DSM IV -> Persoonlijkheidsstoornissen -> Schizoïde persoonlijkheidsstoornis 86. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën 87. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Exhibitionisme 88. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Fetisjisme 89. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Fetisjistisch transvertitisme 90. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Frotteurisme 91. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Parafilie NAO 92. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Pedofilie 93. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Seksueel masochisme 94. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Seksueel sadisme 95. B. Kader -> DSM IV -> Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen -> Parafileën -> Voyeurisme 96. C. Thema's -> (Onder)voeding -> Totaal parenterale voeding (TPV) 97. C. Thema's -> Bemoeizorg 98. C. Thema's -> Complementaire zorg 99. C. Thema's -> Functieverlies 100. C. Thema's -> Functieverlies -> Geheugenproblemen 101. C. Thema's -> Functieverlies -> Incontinentie 102. C. Thema's -> Functieverlies -> Oog- en oorproblemen 103. C. Thema's -> Functieverlies -> Slikproblemen 104. C. Thema's -> Functieverlies -> Valrisico 105. C. Thema's -> Homeostase 106. C. Thema's -> Homeostase -> Vocht- en elektrolytenbalans 107. C. Thema's -> Homeostase -> Zuur-base evenwicht 108. C. Thema's -> Infectiepreventie -> Lijnsepsis 109. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Angst 110. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Anorexie 111. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Besluitvorming 112. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Dehydratie 113. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Delier 114. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Dyspnoe 115. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Inleiding 116. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus 117. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus -> Klachten van de mond 118. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus -> Misselijkheid en braken 119. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Klachten tr digestivus -> Obstipatie 120. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Naastenzorg 121. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Palliatieve sedatie 122. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Rouw 123. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Vermoeidheid 124. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Zorg omtrent het levenseinde 125. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Zorg omtrent het levenseinde -> Euthanasie 126. C. Thema's -> Palliatieve zorg -> Zorgvoorziening en coördinatie
43 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
127. C. Thema's -> Pijn en pijnbestrijding -> Algemeen chirurgie 128. C. Thema's -> Pijn en pijnbestrijding -> Algemeen interne 129. C. Thema's -> Pijn en pijnbestrijding -> Gynaecologie/obstetrie 130. C. Thema's -> Pijn en pijnbestrijding -> Kinderen 131. C. Thema's -> Pijn en pijnbestrijding -> Oncologie 132. C. Thema's -> Pijn en pijnbestrijding -> Pulmonologie 133. C. Thema's -> Reanimatie -> PBLS 134. C. Thema's -> Voorbehouden handelingen -> Catheterisatie en endoscopieën 135. C. Thema's -> Voorbehouden handelingen -> Catheterisatie en endoscopieën -> Blaascatheter 136. C. Thema's -> Voorbehouden handelingen -> Catheterisatie en endoscopieën -> Epiduraal catheter 137. C. Thema's -> Voorbehouden handelingen -> Catheterisatie en endoscopieën -> Maagcatheter 138. C. Thema's -> Voorbehouden handelingen -> Catheterisatie en endoscopieën -> Trachea canule 139. C. Thema's -> Voorbehouden handelingen -> Catheterisatie en endoscopieën -> Verwijderen tampon uit een van nature niet bestaande holte. 140. C. Thema's -> Voorbehouden handelingen -> Puncties en injectie -> Totaal parenterale voeding (TPV)
44 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam
5. Deliverables 3.12 Ontwikkeling centraal aanbod.
45 Instituut voor Gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam | project 515009 | EGIvG007 | Museumpark 40 | 3015 CX Rotterdam