Stichting Openbare Scholengroep Sevenwolden
JAARVERSLAG 2014
Je doet ertoe!
Inhoudsopgave Kerncijfers
1
Voorwoord
2
1. School & organisatie
3
2. Verantwoording Raad van Toezicht
9
3. Vier routes naar 2018 Route 1: Een diploma én meer Route 2: Passend Onderwijs Route 3: Professionalisering en leiderschap Route 4: Financieel gezond – Financiële informatie Ontwikkelingen gedurende het boekjaar Resultaat en kengetallen Toekomstparagraaf 2014 Continuïteitsparagraaf Treasuryparagraaf Risicoparagraaf Kasstromen en financieringsbehoefte Risicobeheersings- en controlesystemen
13 13 31 33 36 36 37 40 41 44 45 46 47
4. Kwaliteitszorg binnen Sevenwolden
49
5. ICT
50
6. Bestuursakkoord en Prestatiebox
51
7. Governance
52
8. Klachten
53
Handtekeningen vaststelling en goedkeuring
54
9. Jaarrekening 2014 Balans per 31 december 2014 Staat van baten en lasten over 2014 Kasstroomoverzicht over 2014 Toelichting op de jaarrekening 2014 Algemeen Grondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten 2014 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Overzicht verbonden partijen Gebeurtenissen na balansdatum
55 55 56 57 58 58 58 64 70 76 78 78
Handtekeningen vaststelling en goedkeuring
79
Overige gegevens Controleverklaring Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming Samenwerkingsverbanden VO/BVE en overige instellingen Bijlage 1: Lijst met afkortingen / verklarende woordenlijst
80 80 82 82 83
Kerncijfers Financieel Totale baten (excl. financiële baten) Totale lasten Exploitatieresultaat Eigen vermogen Totaal vermogen Solvabiliteitsratio Liquiditeit Rentabiliteit Weerstandsvermogen (EV / baten) Rijksbijdrage / totale baten Personele lasten / totale lasten Materiële lasten / totale lasten Totale lasten / aantal leerlingen Personele lasten / aantal leerlingen Materiële lasten / aantal leerlingen Kapitalisatiefactor Aantal leerlingen Meerjarenopbrengsten onderwijs Vmbo basis (VC) Vmbo kader (VC) Vmbo theoretisch (GA) Vmbo theoretisch (JO) Vmbo theoretisch (KC) Havo (FS) VWO (FS) PrO (CO)
Tewerkgesteld zonder aanstelling Stagiaires/Ingeleend personeel Personeel in dienst Leraren / docenten incl. LIO’s Ondersteunend personeel, incl. Dir. en CvB Totaal fte (gemiddelde) Totaal personen (peildatum 31 december) Ziekteverzuimpercentage (14FW/26KP/05AC)
1
2014 26.537.000 27.497.000 -849.000 5.297.000 12.765.000 41% 2,44 -3,2% 20% 93% 79% 21% 8.507 6.728 1.780 46% 3.232
2013 27.396.000 26.230.000 1.296.000 6.145.000 11.929.000 51% 2,09% 4,7% 22% 94% 78% 22% 8.060 6.278 1.782 40% 3.254
voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende vlgns. uitstroomanalyse
voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende voldoende vlgns. uitstroomanalyse
8
7
220 66 294 364 4,4%
220 66 293 369 4,7%
Voorwoord 2014 is het jaar waarin de strategische agenda voor de komende jaren is bepaald en vastgelegd in het document: Strategisch Beleid 2014–2018: van voldoende naar goed in een hogere versnelling! De visie op de openbare identiteit en de onderwijsvisie van OSG Sevenwolden zijn erin verwoord, evenals de visie, de organisatiecultuur en de docent als professional. Ook zijn de elf speerpunten beschreven op de vier routes: Een diploma en meer Op weg naar Passend Onderwijs Professionalisering, teamwork en leiderschap Financieel gezond We zijn erin geslaagd de noodzaak tot bezuiniging om te zetten in het aanbrengen van focus en samenhang en het vergroten van de efficiëntie, met gunstige effecten op de onderwijskwaliteit en de jaarlijkse exploitatie vanaf 2016. De Voorjaarsnota 2013, met daarin een uitgewerkte financiële taakstelling voor de jaren tot 2016, onderverdeeld naar Onderwijzend Personeel, Onderwijs Ondersteunend Personeel en de materiële kosten, is in uitvoering genomen. Het proces van onderwijskundige vernieuwing is ingezet. Een nieuwe opleidingsformule gepersonaliseerd leren is in ontwikkeling. Samen met het Bornego College legden we de eerste bouwstenen voor één VMBO-route Heerenveen voor de beroepsgerichte leerwegen. Begin 2014 is op basis van het Organisatie Besluit Ondersteunende Dienst een reorganisatie van het onderwijsondersteunend personeel gestart. Eind 2014 zaten de medewerkers, die konden worden herplaatst, op hun nieuwe werkplek in hun nieuwe functie. Helaas moesten we ook afscheid nemen van medewerkers voor wie er geen plaats was in de nieuwe Ondersteunde Dienst (OD). Een pijnlijke en voor velen moeilijke tijd. Financieel is het jaar 2014 afgesloten met een tekort van € 849.000. Dit is een goed resultaat, als daarbij in acht wordt genomen dat een tekort van € 1.75 miljoen was begroot. Het negatieve resultaat 2014 wordt grotendeels veroorzaakt door een eenmalige dotatie van € 1,0 mln aan onze in 2014 gevormde reorganisatievoorziening Ondersteunende Dienst. Hoofdoorzaken voor het betere resultaat dan begroot zijn enkele eenmalige baten en lasten, iets meer structurele baten en lagere kosten door strak op de uitgaven te sturen. Als het werkelijke resultaat naar een regulier resultaat wordt herrekend, dus zonder de incidentele en eenmalige baten en lasten, zou een positief resultaat behaald zijn van ruim € 100.000.
Roelie Popping, College van Bestuur
2
1.
School & organisatie
Het ontstaan en de organisatiestructuur van OSG Sevenwolden In 1994 ontstond Openbare Scholengemeenschap Sevenwolden uit een fusie tussen de openbare mavo in Joure, de openbare mavo in Grou, de leao in Heerenveen, de mavo in Heerenveen en de Rijksscholengemeenschap (RSG) aan het Fedde Schurerplein in Heerenveen. De Stichting Openbare Scholen Groep Sevenwolden is op 1 januari 2008 ontstaan uit een bestuurlijke fusie tussen de Openbare Scholengemeenschap Sevenwolden (14FW) en de school voor praktijkonderwijs de Compagnie (26KP). Op 1 januari 2010 is de Stichting OSG Sevenwolden gefuseerd met de Scholengemeenschap voor Beroepsvoorbereidend Onderwijs Heerenveen (SBO), het huidige Vakcollege Sevenwolden (05AC). Deze fusie maakt het mogelijk om samen met het Friesland College, dat in Heerenveen het middelbaar beroepsonderwijs verzorgt, de komende jaren de versterking en vernieuwing van het beroepsonderwijs in Heerenveen de gewenste impuls te geven. Gezamenlijk is een zesjarig Vakcollege ontwikkeld. In augustus 2010 is het Vakcollege Techniek met het eerste leerjaar van start gegaan, in 2011 is daar het Vakcollege Mens & Dienstverlening aan toegevoegd. Dit is OSG Sevenwolden nu OSG Sevenwolden is een brede, openbare scholengroep voor het voortgezet onderwijs met zeven vestigingen in Grou, Joure en Heerenveen. OSG Sevenwolden biedt alle typen opleidingen in het voortgezet onderwijs aan: praktijkonderwijs (PrO), vmbo (incl. LWOO), havo, atheneum en gymnasium. Tevens kent de onderbouw aan de Buitenbaan een Jenaplanstroom, sporttalentklassen/SportLifeStyle klassen en is in de locatie Fedde Schurer het Talentencollege Noord (TAN) ondergebracht: een onderwijsconcept voor topsporters. Alle scholen van OSG Sevenwolden zijn gehuisvest in mooie, eigentijds ingerichte schoolgebouwen. OSG Sevenwolden is een Topsport Talentschool, die geïndiceerde sporttalenten met een LOOT-status ruimte en begeleiding biedt in de combinatie van onderwijs en sportactiviteiten. Onze identiteit a. De scholengroep OSG Sevenwolden is een brede, openbare scholengroep voor het voortgezet onderwijs. De zeven scholen zijn gehuisvest in mooie, eigentijds ingerichte gebouwen waarvan vijf in Heerenveen, één in Joure en één in Grou-Akkrum. Alle typen voortgezet onderwijs worden aangeboden: praktijkonderwijs, alle leerwegen van het vmbo met lwoo, havo, atheneum en gymnasium.
3
Buitenbaan (Heerenveen) onderbouw (klas 1 en 2) vmbo theoretisch t/m vwo Jenaplanstroom (vmbo basis t/m vwo) Sporttalentklassen/SportLifeStyle klassen (vmbo theoretisch t/m vwo) Mevr. G.A. Dam, directeur
De Compagnie (Heerenveen) praktijkonderwijs
Dhr. P.C. de Jong, directeur
Fedde Schurer (Heerenveen) havo klas 3 t/m 5 atheneum klas 3 t/m 6 gymnasium klas 1 t/m 6 TAN Dhr. O.J. van Helden, directeur
Grou-Akkrum (Grou) onderbouw (klas 1 en 2) vmbo basis t/m vwo bovenbouw (klas 3 en 4) vmbo theoretische leerweg havo 3 Dhr. P.C. de Jong, directeur
Joure onderbouw (klas 1 en 2) vmbo basis t/m vwo bovenbouw (klas 3 en 4) vmbo theoretische leerweg havo 3 Dhr. P.C. de Jong, directeur
Kingcollege (Heerenveen) vmbo theoretisch klas 3 en 4
Dhr. H.H. Burema, directeur
Vakcollege Sevenwolden (Heerenveen) Vakcollege Techniek klas 1 t/m 6 Vakcollege Dienstverlening klas 1 t/m 6 SDV en H&A (vmbo basis/kader) klas 3 en 4
Dhr. H.H. Burema, directeur
b. Onze missie OSG Sevenwolden draagt bij aan de opleiding, talentontwikkeling en de opvoeding van jongeren van 12 tot 18 jaar, gericht op hun toekomstperspectief in de wereld van morgen. We staan open voor alle leerlingen ongeacht hun sociale achtergrond, seksuele
4
geaardheid, godsdienst of levensovertuiging. Het motto van OSG Sevenwolden: je doet ertoe! Onze visie a. Visie op onderwijs In de visie op goed onderwijs laat OSG Sevenwolden zich inspireren door onderwijsfilosoof Gert Biesta, die aan het onderwijs drie belangrijke en gelijkwaardige functies c.q. doeldomeinen toekent: kwalificatie, socialisatie en persoonswording (ontwikkelen van eigenheid en eigen talenten). b. Pedagogische visie Onze pedagogische visie baseren we op de motivatietheorie van Luc Stevens met als centrale begrippen de psychologische basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. c. Visie op leren Er is veel nieuwe kennis beschikbaar gekomen over leren. Het puberbrein functioneert anders dan het brein van een volwassene. Dit gegeven kunnen we niet negeren in de dagelijkse lespraktijk. Ook het feit dat leerlingen verschillende leerstijlen hebben, moet een vertaling krijgen in onze lessen. Voor de docenten betekent dit dat zij activerende werkvormen toepassen, de inhoud van de les betekenis geven voor de leerlingen en aansluiten bij de verschillen in leerstijlen, leertempo en ondersteuningsbehoefte. De inzet van ICT is hierbij onmisbaar. d. Visie op cultuur In onze visie op de gewenste cultuur laten we ons inspireren door Jan Bommerez. Jan Bommerez is een systeemdenker. Alles wat je doet in de richting van meer verbondenheid, meer betrokkenheid en meer eenheid, geeft meer levenskracht en levensvatbaarheid aan het systeem. Voor de medewerkers en de leidinggevenden in het bijzonder betekent dit dat zij bijdragen aan de ontwikkeling van het wij-gevoel binnen OSG Sevenwolden en het eigen handelen en de resultaten in dienst stellen van het geheel. e. Visie op de docent als professional In onze visie op de ontwikkeling van de docent als professional laten we ons inspireren door Andy Hargreaves en Michael Fullan. Zij schreven in 2012 samen het boek: Professioneel Kapitaal. Zij vertrekken vanuit het gezichtspunt dat ‘goed onderwijs staat of valt met leraren die betrokken en goed voorbereid zijn, zich permanent bijscholen, een goed salaris verdienen, onderling informatie uitwisselen om zoveel mogelijk uit zichzelf te halen en die in staat zijn om effectieve beslissingen te nemen op basis van hun capaciteiten en ervaring.’ Op basis van verschillende onderzoeken concluderen zij dat niet de kwaliteit van de afzonderlijke leraren doorslaggevend is voor de onderwijskwaliteit, maar de kwaliteit van alle leraren samen. f. Visie op identiteit OSG Sevenwolden staat open voor elk kind en iedere docent. We hechten grote waarde aan dit principe van algemene toegankelijkheid. De school vormt een gemeenschap waarin iedereen en alle zienswijzen gelijkwaardig zijn. Deze gelijkwaardigheid van achtergronden en zienswijzen mondt uit in ontmoeting en dialoog.
5
Alleen op die manier kan een kind van jongs af aan bekend raken met verschillende overtuigingen, godsdiensten en culturen. Samen met het christelijk voortgezet onderwijs in Heerenveen en Joure wil Sevenwolden vorm geven aan algemeen toegankelijk, identiteitsrijk onderwijs met respect en aandacht voor diversiteit. De strategische agenda Op elk van de vier routes in het Koersdocument: ‘Diploma en meer’, ‘Op weg naar Passend Onderwijs’, ‘Professionalisering, teamwork en leiderschap’ en ‘Financieel gezond’, zijn de strategische speerpunten vastgesteld. Deze elf speerpunten vormen samen de strategische agenda voor de komende drie tot vier jaar. Route 1: Diploma en meer 1. Verbeteren van de onderwijskwaliteit; 2. Invulling geven aan de drie doeldomeinen van onderwijs verbonden met de identiteit van de school; 3. Verbeteren van de doorlopende leer- en begeleidingslijnen; 4. Versterken van de loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB); 5. Experimenteren met digitaal gepersonaliseerd leren; Route 2: Op weg naar Passend Onderwijs 6. Invoeren van de nieuwe praktijken Passend Onderwijs; Route 3: Professionalisering, teamwork en leiderschap 7. Ontwikkelen van een cultuur die stimuleert; 8. Ontwikkelen van de lerende organisatie; 9. Professionalisering schoolleiding; Route 4: Financieel gezond 10.Professionaliseren van de bedrijfsvoering; 11.Strategisch samenwerken Organogram Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag van de stichting en is tevens het bestuur van de stichting die de scholen in stand houdt. Het College van Bestuur legt verantwoording over zijn functioneren af aan de Raad van Toezicht (RvT). Het College van Bestuur is tevens werkgever van alle onder de stichting vallende medewerkers.
6
Raad van Toezicht
uitoefening toezicht conform statuten
Ondersteunende Dienst
Staf
College van Bestuur Backoffice
Frontoffice
(G)MR
bestuurlijke aansturing Voorzitter Onderwijs eenheid BB
Directeur/portefeuillehouder
Directeur/portefeuillehouder
Onderwijs eenheid FS
Centraal Managementteam Onderwijs eenheid CO/JO/GA
Directeur/portefeuillehouder
Directeur/portefeuillehouder
Onderwijs eenheid VC/KC
Vestigingen (onderwijs eenheden) In 2012 is een aanpassing van de organisatiestructuur voorbereid die in het voorjaar van 2013 operationeel werd. Als gevolg daarvan werd in 2013 al gewerkt met een eenhoofdig bestuur en een kleinere directie. In 2014 namen dhr. Cees de Boer en dhr. Paul Deckers afscheid als directeur van respectievelijk de vestigingen Vakcollege Sevenwolden en de locaties Joure/GrouAkkrum. Sindsdien bestaat het Centraal Managementteam (CMT) uit: Dhr. Harry Burema directeur Kingcollege en Vakcollege Sevenwolden Mw. Gretha Dam directeur Buitenbaan Dhr. Onno van Helden directeur Fedde Schurer Dhr. Peter de Jong directeur de Compagnie (praktijkonderwijs), Grou-Akkrum en Joure Een Ondersteunende Dienst ondersteunt de vestigingen en het College van Bestuur.
7
Sevenwolden viert verjaardag in Rinkelbom In 2014 beleefde OSG Sevenwolden het 20-jarig bestaan. Aan de start van het nieuwe schooljaar 2014-2015 werd dit gevierd tijdens een bijeenkomst in Muziekcentrum de Rinkelbom. De toekomstagenda 2014–2018 vormde het centrale thema van de middag. Daarnaast werd de nieuwe intranet-omgeving Sevenwolden InSite gelanceerd. Pedagoog Pedro De Bruyckere hield een onderhoudend betoog over onderwijs aan de huidige generatie leerlingen. Wie jarig is trakteert. Daarom werd op 19 februari 2015 in Feanplaza voor alle leerlingen een groot alcohol- en rookvrij feest georganiseerd met als thema ‘Happy Valentine’. DJ’s Menno de Boer en Barry Paf van Radio 538 zorgden voor de muzikale omlijsting. Ook leerling Justin Draaisma van de Compagnie draaide zijn muziek voor de aanwezige leerlingen.
8
2.
Verantwoording Raad van Toezicht
Inleiding In de top van de scholen zijn mensen nodig die het onderwijshart op de goede plek hebben zitten, die verbindingen weten te leggen om de gewenste cultuur tot stand te brengen, die van de school een onderscheidende werkgever en onderwijsaanbieder maken, met de juiste professionals die willen ontwikkelen en de doelstellingen waarmaken. De Raad van Toezicht kiest de bestuurder die deze verantwoordelijkheid voelt, die dat kan uitdragen, uitvoeren en waarborgen. De leden van de Raad van Toezicht zijn werkgever en houden toezicht en zijn voor de bestuurder een proactief klankbord en dragen bij aan de kwaliteit van het strategisch beleid. De Stichting OSG Sevenwolden onderschrijft de Code Goed Onderwijsbestuur, zoals deze vastgesteld is door de VO-raad. De Raad van Toezicht beschouwt de code als onderdeel van het eigen toezichtkader. Beleid is niet een vast uitgangspunt voor jaren, maar na vaststelling een continu, dynamisch proces van toetsen, feedback geven, daarmee innoveren en uitvoeren met eenmaal per zoveel jaren een herijking van alle uitgangspunten, ambities en doelen. Raad van Toezicht-leden maken de verbinding tussen de samenleving, de stakeholders en de onderwijsinstelling. De Raad van Toezicht van OSG Sevenwolden heeft een goede relatie met het College van Bestuur; zij trekken in harmonie met elkaar op, met respect voor elkaars verantwoordelijkheden. De maatschappelijke rol van de RvT is scherp in beeld. De RvT wil op open en transparante wijze invulling geven aan zijn verantwoordelijkheid als toezichthouder. De toezichthouder heeft als taak het toezicht houden op het handelen van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de instelling. De Raad van Toezicht neemt zijn verantwoordelijkheid t.a.v.: het bewaken van de doelstellingen en grondslag van de stichting; de goedkeuring van het strategische beleid; de goedkeuring van de jaarrekening en de begroting; de goedkeuring van het jaarverslag; de rol van werkgever van het College van Bestuur; eventuele wijziging van de statuten van de stichting. De leden van de Raad van Toezicht zijn benoemd op basis van deskundigheid en ervaring (personeel, financiën, juridische zaken, onderwijs en kwaliteit, bestuur en organisatie) en regionale betrokkenheid. Twee leden zijn op voordracht van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) benoemd en hebben het belang van de ouders als specifiek aandachtsgebied. De raad van de gemeente Heerenveen benoemt de leden van de Raad van Toezicht, op voordracht van de Raad van Toezicht.
9
Samenstelling Raad van Toezicht in 2014: •
mevrouw drs. E. Blaauw (voorzitter vanaf 1-9-2012) benoeming: 1-9-2012 – 1-8-2016, 1e termijn functie: Gepensioneerd Van 1-10-2014 tot 31-5-2015 Eilandsecretaris St. Eustatius nevenfuncties: Voorzitter Humanitas Friese Meren Secretaris Museum Joure Voorzitter roeivereniging Aengwirden, Heerenveen
•
mevrouw A. Annema (secretaris) benoeming: 1-8-2011 - 1-8-2015; 2e termijn; op voordracht van de GMR functie: Onafhankelijk adviseur op het gebied van vaste en mobiele telefonie voor de zakelijke markt nevenfuncties: Rollenspeler bij assessments voor Beljon+Westerterp Secretaris CCZF (Commerciële Club Zuid Friesland) Secretaris DB FAAM (Vrouwen Netwerkclub) Lid CNCH (Commerciële Netwerkclub Heerenveen)
•
mevrouw drs. C.M.E. Ruiter (lid en auditcommissie) herbenoeming: 1-8-2013 – 1-8-2017; 2e termijn functie: Gepensioneerd nevenfuncties: Lid Rekenkamercommissie NoordOost Fryslân Lid Algemene Ledenvergadering Pompeblêd Lid Raad van Toezicht Caleidoscoop Heerenveen
de heer drs. J.I. Jongejan (vicevoorzitter en aandachtsveld onderwijskwaliteit) benoeming: 14-5-2012 – 1-8-2016; 1e termijn; op voordracht van de GMR functie: Gepensioneerd Projectleider MySchoolsNetwork NHL Hogeschool nevenfuncties: Voorzitter Durk Pultrum Fonds Provinciaal coördinator Wandelnet
de heer C. de Vries (lid) herbenoeming: 1-8-2013 – 1-8-2017; 2e termijn Gestopt per 1-8-2014 om persoonlijke redenen; vacature niet ingevuld functie: Eigenaar Covri Bouwadviesbureau nevenfuncties: Voorzitter van Vakkring Vrijwilligerswerk bij sc Heerenveen Vrijwilligerswerk It Fryske Gea Lid geschillencommissie
de heer B.J. Pastoor (lid en auditcommissie) benoeming: 1-8-2013 – 1-8-2017; 1e termijn functie: Adviseur Public Affairs SNN nevenfuncties: Eigenaar EL&I Consult Lid Raad van Commissarissen Rabobank HZOF Lid Raad van Commissarissen Countus Groep
10
Zelfevaluatie Raad van Toezicht De raad evalueert jaarlijks zijn eigen functioneren. Om nog beter geïnformeerd te zijn, is er geïnvesteerd in relatie en scholing: Meer gelegenheid gekregen een eigen beeld te vormen van de sfeer en stand van zaken in de school door te vergaderen op locatie. Bijeenkomst met Commissie Samenlevingszaken Gemeente Heerenveen op 7 oktober 2014. Volgen van workshops en bijeenkomsten georganiseerd door het VTOI. In 2014 hebben de leden van de Raad van Toezicht de volgende bijeenkomsten bezocht: workshop Passend Onderwijs; workshop Werken met een eigen toezichtkader; regiobijeenkomst Versterking bestuurskracht voor versterking Onderwijskwaliteit; VTOI-congres Dag van het Toezicht. Sparringfunctie De leden van de auditcommissie hebben gefungeerd als sparringpartner voor het College van Bestuur en de controller betreffende financiële aangelegenheden in het algemeen en de begroting en jaarrekening in het bijzonder. Werkgeversfunctie De voorzitter van de Raad van Toezicht of de plaatsvervangende voorzitter van de Raad van Toezicht heeft maandelijks een voortgangsgesprek gevoerd met het College van Bestuur. In het voorjaar is er een functioneringsgesprek gevoerd met het College van Bestuur. Toezichthoudende functie Er waren 6 reguliere vergaderingen van de Raad van Toezicht in aanwezigheid van het College van Bestuur. Bij de bespreking van financiële onderwerpen was tevens de controller aanwezig. De Raad van Toezicht gaf goedkeuring aan: de Planning en Control-cyclus, jaarverslag/-rekening 2013, samenwerking VMBO Bornego College, reorganisatie OOP, Strategisch Beleidsplan 2014-2018, meerjaren begroting 2015-2018, Kaderbrief 2014-2015, Besluit CAO bestuurder VO. De Raad van Toezicht is door middel van rapportages goed geïnformeerd over: koers Pompeblêd, Passend Onderwijs en organisatorische ontwikkelingen en de voortgang van de projecten financiën en control, risicomanagement, onderwijs en kwaliteitszorg, financiële rapportages, samenwerkingsstrategie. Naast de reguliere vergaderingen waren er in maart 2014 en oktober 2014 twee themabijeenkomsten met als onderwerpen: samenwerking: Pompeblêd, Bornego College, CJG, Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt; goed bestuur en goed toezicht; en in november 2014: dialoog met Stakeholders. De auditcommissie, bestaande uit twee leden van de RvT met een financiële en bedrijfseconomische achtergrond, heeft 3 maal een overleg gehad met het College van Bestuur, de controller en de teamleider financiën. Onderwerp van gesprek waren de actualisatie Voorjaarsnota 2013, de jaarrekening 2013, de financiële uitgangspunten voor de begroting 2015, de conceptbegroting 2015. Bij de bespreking van de jaarrekening
11
waren ook de accountants aanwezig. De auditcommissie voorzag bovenstaande documenten van goed onderbouwde adviezen, die door de Raad van Toezicht zijn besproken en overgenomen. De Raad van Toezicht heeft eenmaal overleg gevoerd met de GMR, waarvan de agenda gezamenlijk wordt voorbereid. Tijdens deze bijeenkomt in april 2014 werden de volgende onderwerpen besproken: reorganisatie OOP, samenwerking Bornego College, meerjaren begroting en meerjaren formatieplan. De RvT heeft tijdens het gesprek met de GMR geconstateerd dat hiervoor draagvlak bij de GMR aanwezig was. Zichtbaarheid in de school Incidenteel wordt de Raad van Toezicht bij informele gelegenheden betrokken. De vergaderingen vinden plaats op de verschillende locaties en voorafgaande aan de vergadering is er RvT-tijd: d.w.z. de invulling is aan de directieleiding en er kunnen geledingen van medewerkers en/of leerlingen worden ingezet. Hierbij is het CvB niet aanwezig. Externe vertegenwoordiging OSG Sevenwolden is aangesloten bij de Coöperatie Pompeblêd, waarin de samenwerking van de deelnemende VO-scholen tot doel heeft door samenwerking efficiëntere bedrijfsvoering te realiseren. Elke deelnemende school heeft een afvaardiging uit zijn Raad van Toezicht in de Algemene Ledenvergadering (ALV). Voor Sevenwolden heeft mevrouw Ruiter zitting in de ALV, die 1 maal bij elkaar is geweest. Mevr. Drs. E. Blaauw (voorzitter Raad van Toezicht)
12
3.
Vier routes naar 2018
In het Strategisch beleid 2014-2018 zijn onze doelen kernachtig samengevat in vier routes. Deze routes zijn in de Kaderbrief 2013-2014 vertaald in streefdoelen 2015, die voor een deel voortvloeien uit de resultaatafspraken die door de VO-sector met de minister van OCW in het Bestuursakkoord zijn vastgelegd en waarvoor de Prestatiebox is ingezet (zie voor de Regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs de website http://wetten.overheid.nl). In dit jaarverslag verantwoorden wij in hoeverre wij vorderingen hebben gemaakt in de realisatie van deze streefdoelen. Niet alle in de Kaderbrief genoemde streefdoelen zijn goed meetbaar. Hieronder worden de meetbare resultaten per route weergegeven. Route 1: Een diploma én meer Leerlingenaantallen Leerlingenaantal per vestiging op: 1-10-2011 (totaal: 3172); 1-10-2012 (totaal: 3327); 1-10-2013 (totaal: 3254); 1-10-2014 (totaal: 3232). 1200 1000 800 600 400 200 0
BB
CO
FS
GA
JO
KC
VC
VAVO
1-10-2011 781
132
1012
261
276
303
393
14
1-10-2012 689
148
1123
303
286
300
461
17
1-10-2013 655
144
1117
283
284
312
447
12
1-10-2014 597
145
1127
263
301
366
419
14
NB: in 2012 is de onderbouw van het gymnasium verhuisd van de locatie Buitenbaan naar de locatie Fedde Schurer.
Prognose
3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
14FW OSG Sevenwolden
2647 2717 2744 2667 2688 2597 2563 2524
26KP Compagnie
133
150
141
145
145
141
134
126
05AC Vakcollege
393
461
399
417
450
425
392
373
Totaal
3173 3328 3284 3229 3283 3163 3089 3023
Voor het schooljaar 2013-2014 was de prognose 3229 leerlingen. Bij de 1 oktober-telling in 2014 bleken er 3232 leerlingen geregistreerd te zijn. Dit betekent dat OSG Sevenwolden 3 leerlingen boven de prognose zat. Na een lichte stijging in 2015 m.b.t. de leerlingenprognoses moet Sevenwolden rekening houden met een dalende trend.
13
Slagingspercentages Uit: Examenmonitor VO 2014: Bij het eindexamen 2012 is voor het eerst de eis van kracht geworden dat de kandidaten over alle vakken in het centraal examen gemiddeld een voldoende (tenminste een 5,5) moeten behalen. In aanvulling daarop is bij het eindexamen 2013 de eis ingevoerd dat de havo/vwo-kandidaten voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde ten hoogste één vijf mogen halen. Bij het eindexamen 2014 is de kernvakregel ook van toepassing geworden in het vmbo voor het vak Nederlands (minimaal een 5). Verder maakte in 2014 voor het eerst de rekentoets onderdeel uit van het eindexamen. Het resultaat van de rekentoets telde nog niet mee in de slaag/zak-regeling, maar het cijfer werd wel vermeld op de bijlage van de cijferlijst.
Locatie
Opleiding
2012
2013
2014
2014 landelijk
Joure
vmbo t
97%
97%
100%
93%
Grou-Akkrum
vmbo t
94%
94%
97%
93%
Kingcollege totaal
vmbo b/k/t
94%
91%
90%
95%
vmbo b
100%
100%
100%
97%
vmbo k
95%
97%
95%
95%
vmbo t
92%
88%
87%
93%
Vakcollege totaal
vmbo b/k
97%
98%
95%
96%
waarvan
vmbo b
94%
96%
94%
97%
vmbo k
100%
99%
97%
95%
waarvan
Vmbo totaal
vmbo b/k/t
95%
95%
93%
94%
Fedde Schurer
Havo
93%
93%
94%
88%
vwo
90%
96%
94%
90%
atheneum
88%
94%
94%
100%
100%
91%
94%
94%
94%
waarvan Sevenwolden totaal
gymnasium
92%
In het algemeen kunnen we stellen dat de gemiddelde examenresultaten van OSG Sevenwolden in de examenjaren 2012, 2013 en 2014 op hetzelfde niveau zijn gebleven: 94%. Dit is al drie jaar een mooie score, als we het vergelijken met het landelijk gemiddelde. Wel kunnen we constateren dat de resultaten van de vmbo-locaties Kingcollege en Vakcollege iets achterblijven ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Daar staat tegenover dat met name de havo-afdeling van de locatie Fedde Schurer het in 2014 uitstekend heeft gedaan. Ook onze locaties buiten Heerenveen hebben een prima examenjaar achter de rug.
14
Resultaten rekentoets examenjaar 2014
vmbo basis vmbo kader vmbo theoretisch havo vwo totaal
Gemiddeld cijfer Sevenwolden 4,95 5,32 5,72 5,98 6,86 5,80
Gemiddeld cijfer landelijk 5,27 5,53 5,85 (gt) 5,54 7,05 5,89
% voldoende Sevenwolden Niet geregistreerd Niet geregistreerd 68% 52% 93% -
% voldoende landelijk 42,2% 43,5% 59,6% (gt) 47,3% 89,7% 57,8%
Het gemiddelde cijfer voor de rekentoets bleef in 2014 op alle vestigingen enigszins achter bij het landelijk gemiddelde. Daar staat tegenover dat het percentage voldoendes bij de vmbo theoretische leerweg, havo en vwo juist gunstig afsteekt ten aanzien van het landelijke percentage. Op het Vakcollege Sevenwolden is het gemiddelde cijfer dat examenkandidaten vmbo basis en kader voor de rekentoets behaalden bekend, maar het percentage voldoendes is op deze vestiging niet geregistreerd. We kunnen derhalve geen uitspraken doen over het Sevenwolden-brede percentage voldoendes.
Kleurrijke examenstunt op het Vakcollege De docenten droegen witte overalls, maar het holi poeder kroop er al snel onder…. Geen wonder, want de examenleerlingen van het Vakcollege Sevenwolden gebruikten op hun laatste schooldag voor het digitale eindexamen zelfs een kanon om hun leraren met het kleurige poeder te bestoken.
Kernvakken: Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen Wiskunde/rekenen, Engels en Nederlands zijn kernvakken in het voortgezet onderwijs. Het aantoonbaar verbeteren van prestaties van leerlingen voor deze kernvakken is een van de speerpunten die het ministerie van OCW eind 2011 samen met de VO-raad heeft vastgesteld voor de periode 2012-2015. Ook de Inspectie geeft de kernvakken sinds 2013 een hogere status. In het Toezichtskader VO 2013 heeft de Inspectie gekozen voor meer differentiatie in het toezicht. Naast de opbrengsten heeft het onderwijsproces een gelijkwaardige positie gekregen. Er zijn indicatoren vastgesteld voor de kwaliteit van de lessen en voor de kernvakken zijn aanvullende eisen gesteld. Sevenwolden heeft met de start van het schooljaar 2014-2015 gekozen om voor de kernvakken te gaan werken met genormeerde toetsen. Dit zijn methode-onafhankelijke gevalideerde toetsen om systematisch de vorderingen van leerlingen te volgen. Voor Nederlands en Engels gebruiken we de TOA-toetsen van ICE. Voor rekenen gebruiken we Score van de Basisacademie.
15
Gemiddelde eindcijfers per kernvak in rendementsjaren 2010 en 2015 Examenvakken
14FW/05AC
2010
2015
Verbetering t.o.v. 2010
Engels
vmbo b
67
71
+ 0,4
vmbo k
57
65
+ 0,8
vmbo (g) t
65
69
+ 0,4
havo
63
69
+ 0,6
vwo
62
69
+ 0,7
vmbo b
65
66
+ 0,1
vmbo k
60
63
+ 0,3
vmbo (g) t
64
65
+ 0,1
havo
60
67
+ 0,7
vwo
60
65
+ 0,5
vmbo b
62
65
+ 0,3
Nederlands
wiskunde
vmbo k
59
57
- 0,2
vmbo (g) t
66
67
+ 0,1
havo
67
66
- 0,1
vwo
67
66
- 0,1
gem. totaal
+ 0,31
In de Kaderbrief 2013-2014 is als streefdoel gesteld dat leerlingen van OSG Sevenwolden goed gaan presteren op de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Dit moet in 2015 leiden tot een gemiddelde score die 0,2 punt hoger is dan in 2010. In bovenstaande tabel is af te lezen dat we deze doelstelling in 2014 hebben gerealiseerd. Expertgroep rekenen De expertgroep rekenen (waarin van elke locatie een expert zitting heeft) coördineerde de afname van toetsen, analyseerde de uitkomsten en adviseerde het CMT m.b.t. de aanpak van onderhoud en wegwerken van achterstanden van de rekenvaardigheid binnen de verschillende opleidingen. Een groep docenten is door het CPS opgeleid tot rekenexpert. Zij zijn op de locaties verantwoordelijk voor de uitvoering en de toetsing van het rekenonderwijs. Met name in het vmbo worden de referentieniveaus niet gehaald. Het valt te betwijfelen of dat binnen een jaar wel het geval zal zijn. Dit komt overeen met het landelijke beeld. Op de Buitenbaan is de opbrengst van wiskunde te laag. In 2015 richt de expertgroep rekenen zich op het ontwikkelen van eenduidig beleid ten aanzien van de planning van testen en rekentrajecten, cesuur en consequenties van diagnostische toetsresultaten in Score.
16
Aandacht voor techniek- en natuurprofiel Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg OSG Sevenwolden heeft zich ten doel gesteld dat in 2015 tenminste 30% van de leerlingen vmbo basis en kader kiest voor de techniek sector. Vmbo b/k leerjaar 4 VMBO-plein (VC + KC)
20092010 20132014 20142015
Bouwtechniek
Elektrotechniek
Metaaltechniek 12
Voertuigentechniek 22
Totaal sector techniek 46
Totaal aantal lln. 97
% lln. sector techniek 47%
10
2
5
10
12
22
49
185
26%
8
18
11
16
53
176
30%
In bovenstaande tabel is af te lezen dat de belangstelling voor de sector techniek nagenoeg gelijk is gebleven. We zien een lichte stijging van 7 leerlingen t.o.v. het schooljaar 2009-2010. Door de populariteit van de opleidingen verzorging (sector zorg & welzijn), economie en SDV is het percentage van leerlingen in de sector techniek lager geworden. Het totaal aantal leerlingen is bijna verdubbeld naar 176, terwijl het aantal techniekleerlingen met 53 nauwelijks afwijkt van het aantal in 2009-2010 (46). Door de grote aanwas van leerlingen die niet kiezen voor techniek, is het streefdoel van 30% dus maar net gehaald. Vmbo theoretische leerweg Leerlingen vmbo theoretisch met NASK in het pakket Vmbo (g)t aantal lln. ns1 ns2 leerjaar 4 26% 26% 176 2009-2010 (45 lln.) (45 lln.) 26% 13% 154 2013-2014 (40 lln.) (20 lln.) 34% 13% 208 2014-2015 (70 lln.) (26 lln.)
Het streefdoel 2015 m.b.t. de sector techniek is voor de vmbo theoretische leerweg als volgt omschreven: 30% van de TL-leerlingen kiest voor het vak NASK. In 2014 is deze doelstelling van 30% voor het vak ns1 (natuurkunde) gehaald, terwijl bij scheikunde (ns2) slechts 13% van de leerlingen dit vak koos.
17
Havo/vwo Profielkeuze bovenbouw havo 60
Percentages
50 40 30 20 10 0
CM
EM
NG
NT
NG + NT
2009-2010
14
55
16
15
31
2010-2011
12
55
16
17
33
2011-2012
17
51
14
18
32
2012-2013
16
50
18
16
34
2013-2014
13
47
14
26
40
2014-2015
10
49
13
28
41
Profielkeuze bovenbouw vwo 60
Percentages
50 40 30 20
10 0
CM
EM
NG
NT
NG + NT
2009-2010
15
36
21
27
48
2010-2011
17
34
23
26
49
2011-2012
13
31
28
28
56
2012-2013
12
31
26
30
56
2013-2014
18
25
8
49
57
2014-2015
10
35
19
36
55
Het streefdoel 2015 m.b.t. de keuze voor de N-profielen in havo en vwo is: tenminste 50% van de havo- en 55% van de vwo-leerlingen kiest in dat jaar voor een N-profiel. Vanaf schooljaar 2011-2012 zitten we bij het vwo op of boven het streefdoel. Bij havo is ten opzichte van 2010 een stijging van 10% zichtbaar, maar het percentage van 41% blijft onder het gestelde streefdoel van 50%.
18
Excellentie en ambitie Prestaties eindexamen best scorende vwo-leerlingen 2009-2010
2013-2014
6,7
7,5
Gemiddelde score op het eindexamen van de 20% hoogst scorende vwo-leerlingen
OSG Sevenwolden kiest ervoor om ambitie en excellentie op alle scholen en voor alle leerlingen te stimuleren. Een streefdoel is dat de gemiddelde score op het eindexamen van de 20% best presterende vwo-leerlingen in 2015 met 0,2 punt is gestegen t.o.v. 2010. In bovenstaande tabel is af te lezen dat we goed bezig zijn. De excellent presterende leerlingen van de lichting 2013-2014 behaalden namelijk een hoog gemiddeld eindexamencijfer. In 2014 scoorden genoemde vwo-leerlingen gemiddeld een 7,5; dit is een stijging van 0,8 punt t.o.v. 2010. LOOT en TAN In het schooljaar 2013-2014 is binnen de omgeving van het Talentencollege Noord (TAN) veel aandacht besteed aan de doorontwikkeling van gepersonaliseerd leren. OSG Sevenwolden streeft hierbij naar een (voortrekkers) rol op landelijk niveau. Een werkgroep heeft de opdracht gekregen een richtinggevend ontwerp te maken voor algemeen vormend onderwijs (op vmbo t-, havo- en vwo-niveau) van leerjaar 1 t/m het eindexamenjaar: dat een eenheid vormt vanuit het perspectief van de leerling; waarin voor iedere leerling een gepersonaliseerde route te lopen is, passend bij zijn/haar sportambities en ontwikkelingsperspectief en dat goed te combineren is met zijn/haar sport(trainings)programma. Er is regionaal gezocht naar verbindingen met diverse sportorganisaties en overheidsinstanties in de totstandkoming van Regionale Talentcentra (RTC’s) en Instroom Talentcentra (ITC’s). Tijdens de Landelijke Topsport Talentschool Open Dag op 26 november op de locatie Buitenbaan werd de samenwerking met een drietal talentcentra (schaatsen, judo en basketbal) officieel bekrachtigd door de ondertekening van samenwerkingsovereenkomsten.
Overzicht 2013-2014 aantal LOOT-leerlingen naar onderwijstype en geslacht Onderwijstype Onderbouw (1 en 2) Vmbo b (3 en 4) Vmbo k (3 en 4) Vmbo t (3 en 4) Havo (3 t/m 5) Vwo (3 t/m 6) Totaal
Aantal LOOT-lln. jongens 17 3 11 20 11
Aantal LOOT-lln. meisjes 18 2 6 16 12
Totaal
62
54
116
19
35 5 17 36 23
Het aantal LOOT-leerlingen dat onderwijs volgt bij OSG Sevenwolden vertoont de laatste jaren een lichte stijging: Schooljaar 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal LOOT-lln. 107 111 112 116
Dit is een toename van ruim 1% in drie jaar tijd. Dit maakt deel uit van het streefdoel dat in 2015 een stijging zichtbaar moet zijn van 10% van het aantal leerlingen dat excelleert op het gebied van sport, cultuur, vakmanschap en natuurwetenschappelijk onderzoek. Op dit moment is nog geen totaalbeeld te geven van het aantal leerlingen dat excelleert. Dat vraagt om een nadere uitwerking van het begrip excelleren en de diverse gebieden.
LOOT-leerlingen (excl. gespreid examen)
Percentage bevorderde en geslaagde LOOT-leerlingen Aantal Percentage Aantal lln. niet in eindexamengeslaagd examenjaar kandidaten 23 92% 84
Percentage bevorderd 95%
Het slagingspercentage onder examenkandidaten onder de LOOT-leerlingenpopulatie lag op 94%; 1% hoger dan Sevenwolden-breed. Meer informatie over het thema LOOT is te vinden in het LOOT-jaarverslag 2013-2014, te raadplegen via www.sevenwolden.nl – Topsport. SportLifeStyle (SLS) van start gegaan In het schooljaar 2014-2015 is er op de locatie Buitenbaan gestart met een tweetal SportLifeStyle klassen als pilot. Een eerste klas havo en een eerste klas vwo beten de spits af. De klassen bestonden voor de helft uit topsportleerlingen (ITC/LOOT) en voor de helft uit breedtesporters, de zogenaamde sportlifestylers. Genoemde groepen zijn 6 uren per week met sport of aan sport gerelateerde onderwerpen bezig, zoals gezondheid, blessures en voeding. Vaak werd er buiten de school gesport. Zo werd er bijvoorbeeld geklommen op de klimwand, geschaatst op Thialf en in samenwerking met het CIOS ECO-coaching gevolgd in de Epke Zonderland Turnhal. De ontwikkelgroep is momenteel druk bezig met de doorontwikkeling en laat de pilotgedachte inmiddels los. Het ligt in de bedoeling voor het schooljaar 2015-2016 in klas 1 naast genoemde klassen ook een vmbo theoretische klas te creëren. Daarnaast mag het bestaande programma voor de havo- en vwo-klas doorontwikkeld worden naar klas 2.
20
Prima prestaties leerlingen Compagnie in regionale voorronde laswedstrijd In februari zetten Arjen van der Tweel en Rinze Mulder zichzelf en onze school voor praktijkonderwijs de Compagnie op een uitstekende wijze in de schijnwerpers. Zes scholen met elk twee leerlingen deden die dag mee aan de regionale laswedstrijd NoordNederland, die werd gehouden bij het Noorderpoortcollege in Groningen. Arjen werd eerste en won een laskap ter waarde van € 300,-. Hij slaagde meteen ook voor zijn praktijk lassen. Rinze werd tweede. Beide leerlingen plaatsten zich voor de landelijke finale in Leiden, maar vielen daar helaas buiten de prijzen.
Foto: aan de slag met een van de opdrachten
Knapste Waterhoofden 2014 wederom afkomstig van locatie Fedde Schurer Hannah Spaander, Eva Maquelin, Anna Hobo en Ineke Koning uit atheneum 5 van de locatie Fedde Schurer wonnen in juni de Knappe Waterhoofden wedstrijd 2014. Met hun ‘Cad-spotter’, een sensor die vervuiling van water met het carcinogene Cadmium opspoort, veroverden ze tevens een plek in de finale van de Stockholm Junior Water Prize, onderdeel van de World Water Week in Zweden in september. Locatie Fedde Schurer doet het goed bij de Knappe Waterhoofden: In 2010 en 2012 werd de competitie al eens gewonnen door leerlingen van deze locatie en in 2013 sleepte het team van OSG Sevenwolden de publieksprijs in de wacht.
21
Staatssecretaris Sander Dekker stelt vast: Sevenwolden speelt in op talent en ambitie Uitdagend onderwijs met aandacht voor het talent van jongeren. Dat is waar staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker op maandag 3 februari naar op zoek was tijdens zijn werkbezoek aan onze scholengroep. Hij kreeg een paar mooie voorbeelden van bijzondere vormen van onderwijs te zien bij het TAlentencollege Noord (maatwerk voor topsporters), het International Business College (ondernemersvaardigheden voor havisten, bovenop het reguliere curriculum) en bij het Vakcollege Sevenwolden (met veel praktijk een mooie aanloop naar het mbo).
Foto: Leerling Jesse van der Ploeg leidt de staatssecretaris rond op het Vakcollege
Kunst & cultuur Zowel binnen als buiten de les organiseren alle vestigingen veel culturele activiteiten: muziekavonden, een bigband, culturele dagen, werkweken, schoolreizen, etc. Op de locatie Fedde Schurer zijn er ruimtes waar leerlingen met hun muziekinstrumenten kunnen oefenen. Havo- en vwo-leerlingen kunnen eindexamen doen in vakken als tekenen, handvaardigheid of muziek. Sinds schooljaar 2011-2012 bestaat op locatie Grou-Akkrum de mogelijkheid om in de vmbo theoretische leerweg het vak beeldende vorming (bevo) in het eindexamenpakket te kiezen. Een toenemend aantal leerlingen heeft hier in de afgelopen schooljaren gebruik van gemaakt: Totaal aantal examenlln. 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
32 52 32 57
Aantal examenlln. met bevo in pakket 9 16 17 19
22
Examenleerlln. met bevo in pakket in % 28% 31% 53% 33%
Tentoonstelling Buitenbaan in Heerenveense School Van november 2013 tot juni 2014 volgden 650 leerlingen uit de 1e en 2e klassen van de locatie Buitenbaan een cultureel programma, samengesteld door Ateliers Majeur in overleg met de school. De combi-functionaris Cultuur van de gemeente Heerenveen en de cultuurcoördinator van de Buitenbaan zochten hiervoor de samenwerking op met elkaar en met de Heerenveense musea, wat resulteerde in een uitdagend cultureel programma voor de leerlingen – ingebed in het reguliere schoolprogramma. De leerlingen volgden lessen hip hop in De Rinkelbom en brachten een bezoek aan de musea Willem van Haren en Belvédère. Vol inspiratie maakten ze na hun bezoek aan Belvédère op school een landschapschilderij: 700 kunstwerken in totaal. Deze schilderijen sierden van 17 april tot en met 3 juni de hal van De Heerenveense School. De tentoonstelling, getiteld 'Met een ruime blik', werd geopend door wethouder Hans Broekhuizen.
Foto: Inspiratie opdoen in Museum Belvédère
Leerlingen locatie Grou-Akkrum winnen in categorie ‘Trochsetters’ Frysk FeRstival In december vond de finale van het Frysk FeRstival plaats in het Posthuis Theater in Heerenveen. Het Frysk FeRstival is een Friese voordrachtwedstrijd voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs. In totaal streden 33 Friese scholieren, verdeeld over verschillende categorieën, om een prijs. In de categorie 'Trochsetters' kwamen twee leerlingen van de locatie Grou-Akkrum, Riemy Reitsma (klas 3A) en Ryanna Miedema (klas 2B), tien concurrenten tegen. Beide meiden, nichtjes van elkaar, hadden enthousiast geoefend en onder begeleiding van hun ‘beppe’ zetten ze twee fantastische voordrachten op het podium, aangemoedigd door medewerkers van de locatie Grou-Akkrum. Riemy had gekozen voor het gedicht "Bloksleatpolder" van Benny Holtrop en Ryanna voor "Brief oan de presidint" van Tiny Mulder. Zowel Riemy als Ryanna viel in de prijzen. Voor het derde opeenvolgende jaar won Riemy de eerste prijs in haar categorie. Ryanna won de tweede prijs, nadat zij vorig jaar al gewonnen had in de categorie ‘Starters’. De wisselbeker die Riemy wederom in ontvangst mocht nemen, is op de locatie Grou-Akkrum te bewonderen.
23
Hoe doen onze leerlingen het in het vervolgonderwijs? Doorstroomcijfers 2010-2011 (Bron: Vensters voor Verantwoording) In de drie volgende grafieken brengen we in beeld hoe onze leerlingen het in het vervolgonderwijs doen. Waar zijn de leerlingen van de betreffende vestiging/opleiding naartoe gegaan?
landelijk
95,5
VC vmbo b
93,2
VC vmbo k
100
97,8
KC vmbo b
100
93,2
KC vmbo k
97,8
97,8
12,7
KC vmbo t
87,3
10,7
GA vmbo t
89,3
17,1
JO vmbo t
0
82,4
87,3
18,5
FS vwo
82,4
82,9
9,9
FS havo
82,4
10
88,1
79
20
30 VO
MBO
40
50 HBO
83,6
60 WO
70
80
90
100
Overig
In bovenstaande grafiek valt op dat een relatief hoog percentage van de vmbo t-leerlingen doorstroomt naar havo 4, met name op de locatie Grou-Akkrum. Van de havo-leerlingen kiezen er relatief veel voor een vervolg in het vo (9,9% tegenover 4,2% in de gemiddelde vergelijkingsgroep). Van de vwo-leerlingen kiest 18,5% voor een vervolg in het hbo. Landelijk ligt dit percentage op 12,8%.
24
Blijven deze leerlingen het 2e jaar in de onderwijssector? (in %)
landelijk
90,9
VC vmbo b
9,1
85,4
100
VC vmbo k
92,6
76,9
KC vmbo b
23,1 95,6
KC vmbo k
85,4 4,4
98,7
KC vmbo t
91,4
98,2
GA vmbo t
91,4
97,1
JO vmbo t
91,4
83,1
FS havo
6
86,4
FS vwo 0
10
20
nog niet bekend
30
6,3
8,6
40
50
zelfde sector
92,6
60
70
80
switch van sector
82,0 86,4
90
100
uitstroom
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het percentage vmbo b, k en t-leerlingen dat in het tweede jaar in dezelfde onderwijssector bleef, bij Sevenwolden (significant) hoger uitviel dan in landelijk opzicht. Uitzondering hierop vormt het percentage m.b.t. de vmbo bleerlingen op het Kingcollege. De percentages voor havo en vwo hebben slechts een geringe afwijking ten opzichte van de gemiddelde vergelijkingsgroepen. Blijven deze leerlingen het 3e jaar in de onderwijssector? (in %)
Landelijk
landelijk
68,2
VC vmbo b
31,8
61,7
89,5
VC vmbo k
10,5
53,8
KC vmbo b
84,4
KC vmbo k KC vmbo t
10,1
GA vmbo t
7,1
JO vmbo t
8,6
FS havo
9,9
61,7 15,6
83,5
80,5 5,3
91,1
73,4
75,4
9,9
91,4
10
20
nog niet bekend
30
40
zelfde sector
4,8 4,8
50
73,4 73,4
85,7
FS vwo 0
80,5
46,2
60
70
switch van sector
80
90
75,9 89,2
100
uitstroom
In bovenstaande grafiek zien we dat het percentage leerlingen dat in het derde leerjaar in dezelfde onderwijssector is gebleven, bij onze oud-leerlingen (significant) hoger uitvalt dan uit het landelijke beeld naar voren komt. Alleen de vmbo b-leerlingen van het Kingcollege kenden in het 3e leerjaar een hogere uitstroom dan het landelijk gemiddelde.
25
Samenwerking: partner in de onderwijsketen Strategische samenwerking openbaar en christelijk voortgezet onderwijs is in het belang van de leerling OSG Sevenwolden staat open voor deze samenwerking, omdat we daarin voor onze leerlingen een grote meerwaarde zien. Vooral in een fase waarin de bomen niet tot in de hemel groeien en er een demografische krimp voor de deur staat, is strategische samenwerking van scholen, maar ook tussen scholen en bedrijven en scholen en maatschappelijke organisaties van grote waarde en soms van levensbelang. Ook in 2014 werd de lokale en regionale samenwerking verder versterkt, met name binnen de onderwijsketen. Ook is een platform onderwijs – arbeidsmarkt opgericht, waarin naast de onderwijsinstellingen en HR-managers van bedrijven ook de Gemeente Heerenveen participeert. Op dinsdag 16 september werd de aftrap gegeven van de samenwerking in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo tussen het Bornego College en OSG Sevenwolden in Heerenveen. Beide scholen gaan samen de nieuwe beroepsgerichte programma’s in de sectoren techniek, economie en zorg invulling geven en vanaf augustus 2017 deze samen uitvoeren onder één directie. Daarbij staat centraal dat de leerling een onderwijsroute kan kiezen die past bij zijn of haar ambities en talenten en waarbij veel aandacht is voor loopbaanoriëntatie en –begeleiding. Samen willen de scholen een zo gevarieerd mogelijk aanbod van voorbereidend beroepsgericht onderwijs in de regio ontwikkelen. Het wordt bovendien een aanbod dat toekomstbestendig is en past bij de regionale arbeidsmarkt. Op 9 oktober ondertekenden de bestuurders van het Bornego College, Nordwin College en OSG Sevenwolden het regionaal plan onderwijsvoorzieningen (RPO) Heerenveen. Met het RPO legden de drie scholen hun gezamenlijke visie op het voortgezet onderwijs in de regio voor de komende vijf jaar vast, evenals afspraken over een aantal aanvullingen in het onderwijsaanbod.
26
Onderwijsopbrengsten Het opbrengstenoordeel wordt door de Onderwijsinspectie per vestiging op het niveau van een onderwijssoort berekend op basis van de volgende vier indicatoren: 1. Rendement onderbouw (identiek voor alle onderwijssoorten op de vestiging); 2. Van 3e leerjaar naar diploma (rendement bovenbouw); 3. Gemiddeld CE-cijfer; 4. Driejaarsgemiddelde SE-CE. Bij de eerste drie indicatoren wordt ieder jaar een relatieve score van 1 t/m 5 gegeven. Dit levert per indicator drie scores ( ‘bolletjes’) op. Een Inspectie-oordeel per indicator over drie jaren is onvoldoende (rood) als het gemiddelde over die drie jaren 2,0 of minder is. Bij de vierde indicator (driejaarsgemiddelde SE-CE) geldt dat de Inspectie een onvoldoende geeft als de uitkomst groter is dan een half punt (0,5). Let op: de scores van het rendementsjaar (2013, 2014 of 2015) slaan op de voorgaande schooljaren (bijv. 2015 heeft betrekking op het schooljaar 2013-2014).
Buitenbaan
2013
2014
2015
3 jaarsgemiddelde
Rendement onderbouw Score leerlingen over leerjaren 1 en 2
83%
78%
81%
81,67%
Kingcollege
2013
2014
2015
3 jaarsgemiddelde
vmbo b vmbo k vmbo (g)t
82% 92%
100% 87% 81%
90% 78% 74%
82,33% 82,33%
Landelijke resultaten 86 - 96% 77 - 90% 78 - 89%
vmbo vmbo vmbo vmbo vmbo vmbo
6,9 6,2 6,3 -0,46 0,12 0,36
6,5 6,3 6,0 -0,23 -0,22 0,48
6,8 6,3 6,3 -0,50 -0,14 0,18
6,73 6,27 6,09 -0,41 0,05 0,35
6,62 6,29 6,32 -0,19 0,14 0,16
Joure
2013
2014
2015
Rendement onderbouw Score leerlingen over leerjaren 1 en 2 Rendement bovenbouw Onvertraagde doorstroom van leerjaar 3 naar het diploma Gemiddeld examencijfer
75%
78%
83%
3 jaarsgemiddelde 78,67%
Landelijke resultaten 94 – 104%
vmbo (g)t
85%
89%
98%
90,67%
78 - 89%
vmbo (g)t
6,7
6,6
6,7
6,67
6,32
vmbo (g)t
0,00
0,18
0,11
0,10
0,16
Rendement bovenbouw Onvertraagde doorstroom van leerjaar 3 naar het diploma Gemiddeld examencijfer
Cijfer schoolexamen – cijfer centraal examen
Cijfer schoolexamen – cijfer centraal examen
b k (g)t b k (g)t
27
Landelijke resultaten 94-104%
Grou-Akkrum
2013
2014
2015 87%
3 jaarsgemiddelde 86,67%
Landelijke resultaten 94 – 104%
Rendement onderbouw Score leerlingen over leerjaren 1 en 2 Rendement bovenbouw Onvertraagde doorstroom van leerjaar 3 naar het diploma Gemiddeld examencijfer
94%
79%
vmbo (g)t
88%
85%
92%
88,33%
78 - 89%
vmbo (g)t
6,3
6,5
6,6
6,47
6,32
Vakcollege Sevenwolden
2013
2014
2015
Rendement onderbouw Score leerlingen over leerjaren 1 en 2 Rendement bovenbouw Onvertraagde doorstroom van leerjaar 3 naar het diploma Gemiddeld examencijfer
101%
107%
102%
3 jaarsgemiddelde 103,33%
Landelijke resultaten 94 – 104%
vmbo b vmbo k
86% 98%
89% 82%
82% 90%
85,67% 90%
86 - 96% 77 - 90%
vmbo b vmbo k
6,4 6,6
6,6 6,2
6,8 6,1
6,63 6,27
6,62 6,29
Cijfer schoolexamen – cijfer centraal examen
vmbo b vmbo k
-0,22 0,01
-0,15 0,34
-0,22 0,35
-0,20 0,26
-0,19 0,14
Cijfer schoolexamen – cijfer centraal examen
vmbo (g)t
0,40
0,25
0,08
0,25
0,16
2013
2014
2015
3 jaarsgemiddelde
98%
100%
Landelijke resultaten 94 – 104%
Fedde Schurer Rendement onderbouw Score leerlingen over leerjaren 1 en 2 Rendement bovenbouw onvertraagde doorstroom van leerjaar 3 naar het diploma Gemiddeld examencijfer
gymnasium
Cijfer schoolexamen – cijfer centraal examen
havo vwo
52% 47%
59% 59%
65% 64%
58,67% 56,67%
56 – 70% 54 – 69%
havo vwo
6,4 6,4
6,7 6,7
6,4 6,5
6,53 6,54
6,38 6,40
havo vwo
-0,04 0,14
-0,27 -0,02
0,00 0,22
-0,11 0,11
-0,03 0,17
De onderbouwlocaties Buitenbaan, Grou-Akkrum en Joure hebben een onvoldoende voor het onderbouwrendement. Dit blijft een belangrijk punt van aandacht, waar vervolgacties op gezet zijn. Het bovenbouwrendement van de locatie Fedde Schurer is belangrijk verbeterd. Op het Vakcollege is het bovenbouwrendement min of meer gelijk gebleven. Op het Kingcollege geeft vmbo t reden tot zorg. Het slagingspercentage was laag (87%) en dat vertaalde zich negatief in het bovenbouwrendement. Zowel in Grou als in Joure is het bovenbouwrendement gestegen.
28
Dit laatste geldt ook voor de examenresultaten. Beide vestigingen hebben beter gescoord bij het gemiddelde examencijfer en SE-CE. Ook de locatie Fedde Schurer scoorde erg goed bij het laatste eindexamen. We zagen daar namelijk een verbetering bij het gemiddelde examencijfer en bij SE-CE. Het Kingcollege vmbo t ging van ‘rood’ naar ‘groen’ bij SE-CE. Het gemiddelde examencijfer was ook voldoende. Het bleef op het Kingcollege weliswaar op hetzelfde niveau, maar lag wel een halve punt lager dan in Grou en Joure. Ook het SE-CE bij vmbo b verdient aandacht omdat er in het rendementsjaar 2015 matig gescoord werd (afwijking = -0,50). Horizontale verantwoording Tevredenheidsonderzoek In april 2013 hebben we op alle locaties de tweejaarlijkse tevredenheidsenquêtes voor ouders en leerlingen uitgezet. We hebben daarbij wederom gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘Venstervragen’. Dit zijn gestandaardiseerde vragen aan ouders (16 vragen) en leerlingen (17 vragen). We hadden een goede respons van zowel ouders als leerlingen. Ongeveer 48% van de ouders hebben gereageerd en 86% van de leerlingen hebben de tevredenheidsenquête ingevuld. Dat is ruim voldoende, waardoor we in 2013 – net als in 2011 - konden spreken van een betrouwbare steekproef. De uitkomsten van het onderzoek waren navenant gelijk aan die in 2011, een score boven het landelijk gemiddelde, net als in 2011. De resultaten van de vestigingen zijn geplaatst op de website van www.scholenopdekaart.nl. Dit is een onderdeel van Vensters voor Verantwoording. In maart 2015 worden de tevredenheidsonderzoeken opnieuw uitgezet. Ongeoorloofd verzuim Als een leerling van school wegblijft zonder een geldige reden, wordt dat gezien als ongeoorloofd verzuim. Alle scholen in Nederland zijn verplicht ongeoorloofd verzuim te melden via het digitale Verzuimloket van DUO. Het Verzuimloket stuurt de melding door naar de leerplichtambtenaar van de gemeente waarin de jongere woont. Deze gaat vervolgens met de jongere aan de slag om het verzuim aan te pakken. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in het reglement ‘Melding ongeoorloofd verzuim’ op de website www.sevenwolden.nl. In de onderstaande tabel staan de gegevens van het Verzuimloket over 2012, 2013 en 2014. BB FS GA JO KC Totaal
2012 12 19 18 10 12
2013 4 1 4 10 10
2014 5 6 6 6 11
71
29
34
Na een sterke daling in 2013 is er in 2014 sprake van een geringe stijging met betrekking tot het ongeoorloofd verzuim. Het streven blijft het ongeoorloofd verzuim tot nul te reduceren, temeer omdat regelmatig verzuim de belangrijkste indicator is voor voortijdig schoolverlaten.
29
Voortijdig schoolverlaten (VSV) Onder een voortijdige schoolverlater wordt verstaan: iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die zonder startkwalificatieniveau, dat wil zeggen een havo-, vwo- of mbo-diploma, het onderwijs verlaat.
2012 3 5 5 2
2013 2 1
15
3
2014 6 2 4 12 (nog in behandeling)
Voortijdige schoolverlaters OSG Sevenwolden Reden Naar buitenland vertrokken Overgestapt naar speciaal onderwijs Overgestapt naar particulier onderwijs Daadwerkelijke voortijdige schoolverlaters Totaal
Het percentage door het ministerie geregistreerde voortijdige schoolverlaters voor de gehele onderwijsgroep is in 2014 toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. In dit registratiesysteem zit een zogenaamd grijs gebied; ook leerlingen die naar het buitenland vertrekken of overstappen naar speciaal of particulier onderwijs worden als VSV-er aangemerkt. Er wordt voortdurend gewerkt aan een verbetering van deze registratie. Er zijn door DUO 12 leerlingen aangeduid als VSV-er: 6 leerlingen zijn naar het buitenland vertrokken (grijs gebied); 2 leerlingen zijn overgestapt naar particulier onderwijs (grijs gebied); 4 leerlingen zijn daadwerkelijk voortijdig schoolverlater. Door de reorganisatie van de Ondersteunende Dienst heeft het VSV-verhaal in 2014 onvoldoende aandacht gekregen. In maart 2015 is er actie ondernomen en wordt er onderzoek gedaan of alle in de tabel onder 2014 genoemde leerlingen wel aangemerkt moeten blijven als VSV-er. De minister van OCW zet ook in de komende jaren in op het verder verlagen van het aantal voortijdige schoolverlaters. De schoolbesturen hebben in 2012 voor een periode van 3 jaar een convenant getekend, waarmee we extra middelen ontvangen als het percentage schoolverlaters daalt. Daarnaast ontvangen we sinds 2013 een vast basisbedrag, dat binnen Sevenwolden wordt ingezet ter versterking van de zorgstructuur op de locaties. Burgerschap In 2012 bepaalde de minister van Onderwijs de verplichte maatschappelijke stage (MaS) met ingang van schooljaar 2014-2015 stop te zetten. Binnen OSG Sevenwolden worden op de verschillende locaties activiteiten georganiseerd in het kader van burgerschapsvorming. Voor een aantal trajecten wordt daartoe samengewerkt met welzijnsinstellingen.
30
Route 2: Passend Onderwijs Na enkele jaren van voorbereiding werd op 1 augustus 2014 de nieuwe Wet op het Passend Onderwijs van kracht. Passend Onderwijs houdt in dat leerlingen in een nabije setting op een passende plek hun onderwijs kunnen volgen. Met de invoering van Passend Onderwijs gaan ouders en school samen in gesprek over de vraag of de school van aanmelding de juiste is. Zo niet, wordt er gezamenlijk gezocht naar een alternatief. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspreken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. OSG Sevenwolden stemt e.e.a. af met 18 andere scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs binnen het Samenwerkingsverband (SWV) 21-02 Zuidoost Friesland, dat in 2013 is opgericht en per 1 januari 2014 operationeel werd. Op basis van de Q3-scan die in 2013 werd uitgevoerd, is in het voorjaar van 2014 het schoolondersteuningsprofiel van OSG Sevenwolden vastgesteld. Hierin worden het onderwijs en de ondersteuningsmogelijkheden van onze scholengroep beschreven. De eerstkomende jaren ligt onze focus op het realiseren van een passend onderwijsaanbod voor de leerlingengroep die we nu in huis hebben. Voor elke locatie is een basisprofiel vastgelegd, waarin de problematiek wordt beschreven die de locatie in de toekomst minimaal aan moet kunnen. Tevens beschikt elke locatie over een ontwikkelplan, waarin doelen zijn geformuleerd voor schooljaar 2015-2016. Er is in het Samenwerkingsverband gekozen voor Handeling Gericht Werken (HGS). Dit is een systematische manier van werken, waarbij het aanbod afgestemd wordt op de onderwijsbehoeften en de basisbehoeften van de leerlingen. Op alle locaties van OSG Sevenwolden zijn scholingen opgestart om de doelen uit het eigen ontwikkelplan te kunnen bereiken en vorm te geven. Het Platform Passend Onderwijs, dat eind 2013 is opgericht met als doel het ondersteunings- en begeleidingsaanbod op de locaties met elkaar af te stemmen en de transitie naar Passend Onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen, is in 2014 een aantal keren bijeen geweest. Voor de zomervakantie heeft het CMT een coördinator Passend Onderwijs benoemd. De leden van het platform kunnen een beroep doen op het aanbod en de expertise van het SWV. CJG-pilot krijgt vervolg Eind 2013 is in Heerenveen een samenwerking gestart tussen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), het vo en het mbo. In de pilot ‘CJG in de school’ werd de Jeugdzorg geïntegreerd in de onderwijssetting op de deelnemende scholen. Binnen Sevenwolden deed het Vakcollege aan de pilot mee. In de praktijk betekende dit meer uren voor de preventie-/gezinswerker en de jeugdwerker om binnen de locatie met leerlingen het gesprek aan te gaan. In augustus 2014 zijn twee preventiemedewerkers op het Vakcollege aan de slag gegaan. Na een positieve evaluatie in 2014 heeft de gemeente Heerenveen besloten om de pilot ‘CJG in de school’ op structurele voet voort te zetten en uit te breiden naar de locatie Buitenbaan. Dyslexie-beleid vastgesteld In 2014 is Sevenwolden-breed dyslexiebeleid ontwikkeld en vastgesteld. Voor docenten is de handelwijze bij een leerling met een dyslexieverklaring vastgelegd in de zogenaamde Sevenlocatiekaart. In januari 2015 is voor leerlingen en ouders een
31
dyslexie-folder samengesteld, die tijdens de open dagen aan bezoekers kon worden getoond en/of meegegeven. In het voorjaar van 2015 wordt op elke locatie een dyslexie-expert geworven, die voor dit onderwerp aanspreekpunt zal zijn voor ouders, leerlingen, mentoren en docenten. Sevenwolden-breed vormen de dyslexie-experts, samen met de coördinator Passend Onderwijs, de schoolpsycholoog en de portefeuillehouder in het CMT, de expertgroep dyslexie. De bovenstaande activiteiten zijn voor een groot deel gefinancierd met middelen vanuit het samenwerkingsverband. LWOO, LGF en PrO Voor leerlingen met een indicatie voor leerlinggebonden financiering (een rugzakje) ontving OSG Sevenwolden tot 1 augustus 2014 een budget voor extra ondersteuning voor de school en ambulante begeleiding vanuit het voortgezet speciaal onderwijs. Met de in werking treding van de wet Passend Onderwijs is de rugzakregeling komen te vervallen. Binnen onze scholengroep bestaat nog steeds de mogelijkheid om leerlingen die vóór 1 augustus 2014 een rugzakje toegekend hebben gekregen, extra ondersteuning te bieden en ambulante begeleiding vanuit het voortgezet speciaal onderwijs te ontvangen. Vanaf 1 augustus 2015 wordt ook het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PrO) geïntegreerd in het stelsel van Passend Onderwijs. Met de Wet op het Passend Onderwijs worden de samenwerkingsverbanden per 1 januari 2016 verantwoordelijk voor de toewijzing van leerlingen naar het LWOO en PrO en de bijbehorende budgetten. Zij beoordelen dan of een leerling voldoet aan de criteria om te worden toegelaten tot het LWOO of PrO en geven - indien dit het geval is - de toelaatbaarheidsverklaringen uit. De 16 regionale verwijzingscommissies (RVC’s), die nu nog verantwoordelijk zijn voor de toewijzing van leerlingen naar het LWOO en PrO, worden opgeheven. Vanaf 2018 mag het Samenwerkingsverband zelf de criteria voor de LWOO bepalen. Dat geldt niet voor PrO; daarvoor blijven de landelijke criteria gelden. In 2014 (peildatum: 1 oktober) werd aan 252 LWOO-leerlingen, 145 PrO-leerlingen en 48 LGF-leerlingen passende begeleiding geboden. Bij LGF-leerlingen wordt samengewerkt met de ambulante begeleiders vanuit de Cluster 3 en 4 scholen en diverse externe zorgspecialisten die zitting hebben in het Zorgadviesteam (ZAT) op de verschillende locaties. Medisch handelen In 2014 is beleid ontwikkeld m.b.t. medicijnverstrekking aan en medisch handelen bij leerlingen. De school verstrekt zelf geen geneesmiddelen aan leerlingen. Wel kunnen ouders de school vragen door de leerling meegebrachte geneesmiddelen te verstrekken of toe te dienen bij acute gezondheidsproblemen en/of tijdens meerdaagse activiteiten. In uitzonderlijke gevallen kunnen ouders een verzoek indienen tot het verrichten van medische handelingen, indien een leerling daar zelf niet toe in staat is. De afspraken die over medicijnverstrekking en medisch handelen met de ouders worden gemaakt, worden altijd schriftelijk vastgelegd.
32
Route 3: Professionalisering en leiderschap OSG Sevenwolden wil een lerende organisatie zijn, waarin alle medewerkers constant bewust bezig zijn zich verder te professionaliseren en daarmee hun bijdrage aan de onderwijsopbrengsten en doelen van de school steeds verder verbeteren. Hiertoe zijn binnen OSG Sevenwolden een aantal HR-instrumenten in ontwikkeling en/of in gebruik: gesprekkencyclus en bekwaamheidsdossier, functiemix, onderzoek naar werkbeleving, strategische personeelsplanning, inductieprogramma voor nieuwe docenten, ontwikkeling van het schoolleidersprofiel. Gesprekkencyclus en bekwaamheidsdossier De gesprekkencyclus is ingevoerd en wordt nog met wisselende frequentie en kwaliteit uitgevoerd. Ambitie: in 2015 wordt de gesprekkencyclus door alle leidinggevenden conform beleid uitgevoerd. De verslagen van de gesprekken zijn voor de medewerker en de leidinggevende zichtbaar in het digitale bekwaamheidsdossier in het digitale personeelssysteem. Functiemix en entreerecht Er is uitvoering gegeven aan de derde ronde van de functiemix, met als resultaat dat opnieuw een groep docenten een promotie heeft kunnen maken naar een hogere docentenfunctie. De criteria voor LC en LD zijn verhelderd. Het entreerecht is uitgevoerd door alle eerstegraadsdocenten die in het eerstegraadsgebied lesgeven, in aanmerking te laten komen voor een aanstelling in de functie docent-LD onder voorwaarde dat zij binnen een jaar voldoen aan de criteria van docent LD. Deze docenten zijn alle belast met specifieke taken of projecten, passend bij het OSG-Sevenwoldenprofiel van de docent LD. Ambitie: in 2015 wordt de definitieve doelmix voor de functiemix vastgesteld en ingevuld. Werkbeleving In schooljaar 2013–2014 is een werkbelevingsonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van het werkbelevingsonderzoek zijn gepresenteerd op alle locaties. Een belangrijk aandachtspunt is: geringe binding van de docenten met OSG Sevenwolden als geheel. Ambitie: de uitkomsten van het werkbelevingsonderzoek worden in schooljaar 20142015 verder geanalyseerd binnen de locaties. In 2015 moet dit vertaald worden naar vitaliteitsbeleid. De kwaliteit van de dialoog binnen de gesprekkencyclus vormt een belangrijke sleutel om de werkbeleving positief te beïnvloeden. Strategische personeelsplanning In 2014 is verder gewerkt aan voorwaarden om tot strategische personeelsplanning te kunnen komen: de informatiesystemen zijn voor 90% of meer op orde. Het opstellen van het strategische personeelsplan is uitgesteld tot 2015 in verband met de beperkte formatie voor de HR-functie in 2014. Ambitie: in 2015 wordt strategische personeelsplanning opgesteld op basis van de verzamelde gegevens op het gebied van formatie, personeelssamenstelling, leerlingprognoses, verzuim, werkbeleving (Monitor@Work) en competentie. De analyse van de gegevens vindt plaats met de teamleiders en in teams.
33
Begeleiding nieuwe docenten In 2013 is het 3-jarig inductieprogramma voor nieuwe docenten ingevoerd. In 2014 is op locaties actief ingezet op de implementatie van het inductieprogramma. Ambitie: in 2015 is de begeleiding en beoordeling van nieuwe docenten volledig ingevoerd conform beleid. Leiderschapsontwikkeling Er is in het schooljaar 2014-2015 gestart met bijeenkomsten voor teamleiders ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van het leiderschapsprogramma voor alle teamleiders, zodat zij steviger in hun rol kunnen komen. Ambitie: in 2015 wordt de teamleiderfunctie opnieuw vastgesteld met een aangepast profiel, gebaseerd op het schoolleidersprofiel. Er wordt een managementdevelopmentprogramma (MD-programma) ontworpen en ingevoerd. Herinrichting van de ondersteuning In 2014 is de reorganisatie Ondersteunende Dienst uitgevoerd conform het organisatiebesluit OD en het Sociaal Plan. De ondersteunende Dienst is opgericht per 1 augustus 2014. Er is een nieuw functiebouwwerk OOP vastgesteld. Het overgrote deel van de medewerkers OOP is geplaatst in een van de nieuwe ondersteunende functies. Vanaf augustus 2014 worden de ondersteunende werkprocessen heringericht conform het organisatiebesluit Ondersteunende Dienst, geleid door een interimmanager. De medewerkers worden op diverse fronten opgeleid in de benodigde vakkennis en vaardigheid. Ambitie: De personeelsreductie is volledig gerealiseerd op 1 januari 2016 en de inrichting van de werkprocessen is naar tevredenheid en leidt tot kwalitatief goede dienstverlening. Tussentijdse evaluaties kunnen tot aanpassingen leiden, met behoud van de visie van de Ondersteunende Dienst. Kengetallen personeel Aantal medewerkers 2014 (gemiddeld)
Vast
OP LiO’s OOP Directie incl. CvB
Fte 195 -56 8*
Aantal 239 -69 8*
Totaal
259
316
Tijdelijk (incl. uitbreidingen) Fte Aantal 27 86 3 5 5 10 ---
Fte 222 3 61 8
Aantal 275 5 76 8
35
294
364
*incl. 1 fte onderwijsmanager TAN Vervangingen Fte 11 0,3
OP OOP Totaal
11,3
Instroom In vaste dienst aangesteld OP OOP
Aantal 5 0
Totaal
5
34
101
Totaal
Stagiairs Aantal 2 2
OP OOP Totaal
4
Uitstroom Medewerkers uit vaste dienst Pensioen OP OOP Overige redenen OP OOP Directie/management
Aantal 2 0 5 6 1
Totaal
14
Leeftijdsopbouw 2014 Leeftijdscategorie
Aantal medewerkers man
vrouw
totaal
20-25
1
25-30
5
7
12
1
30-35
8
14
22
35-40
15
21
36
40-45
16
17
33
45-50
23
29
52
50-55
16
22
38
55-60
42
28
70
60-65
23
29
52
Totaal
149
167
316
Functiemix Functiemix
14FW LC LD 26KP LC LD 05AC LC LD
0-meting 2008 (inclusief TL)
Stand 2014 (vaste dienst, exclusief TL)
36,4 fte 27,93 fte
32,25 fte 36,72 fte
1 0
4,77 fte 0
5 0
13,95 fte 0
Verzuim Verzuimpercentage
2014 4,39%
2013 4,71%
2012 5,1%
2011 3,8%
Verzuimfrequentie
1,17
1,23
1,34
Niet beschikbaar
11 dagen
11 dagen
7 dagen
Niet beschikbaar
Verzuimduur (gemiddelde afgesloten ziekmeldingen)
35
Route 4: Financieel Gezond – Financiële informatie In 2014 werd een negatief resultaat behaald van € 0,84 mln terwijl een negatief resultaat van € 1,75 mln begroot was. In de jaarrekening 2014 wordt verder in detail toegelicht hoe het definitieve resultaat tot stand is gekomen. Ontwikkelingen gedurende het boekjaar Financieel gezien stond 2014 voor een groot deel in het teken van de reorganisatie van de Ondersteunende Dienst. In de begroting 2014 werd een dotatie van € 1,0 mln aan een te vormen reorganisatievoorziening opgenomen om de uit deze reorganisatie voortvloeiende kosten te kunnen financieren. Op basis van de in het voorjaar van 2013 gepresenteerde voorjaarsnota, waarin een financiële doorkijk werd gemaakt naar de jaren 2014-2016, is eind 2013 gestart met de reorganisatie van de Ondersteunende Dienst. In deze reorganisatie is de omvang van het aantal fte in deze dienst met ongeveer 15 verminderd. De taakstelling op het onderwijzend personeel (OP) werd nog niet gerealiseerd per 1 augustus 2014. Het CvB heeft een plan van aanpak gepresenteerd om deze taakstelling alsnog per 1 augustus 2015 te bewerkstelligen. Het terugdringen van frictie binnen de organisatie en het niet meer werken in een structuur van resultaatverantwoordelijke eenheden (RVE) zijn onderdelen die aan deze taakstelling zullen bijdragen. Binnen Sevenwolden hebben wij in de jaren 2013 en 2014 gewerkt met resultaatverantwoordelijke eenheden (RVE). De verschillende eenheden zijn individueel beoordeeld op onderwijsresultaten en resultaten op de bedrijfsvoering (financieel). Door de opmaak van de begroting per RVE is een grotere transparantie in de baten en de lasten ontstaan en is duidelijk geworden waar financiële knelpunten zitten. Het werken met RVE heeft echter niet bijgedragen aan de versterking van de onderlinge samenhang. Vanaf 2015 gaan wij daarom toe naar een meer integrale besturing, met een stichtingsbrede verantwoordelijkheid van de directeuren in samenwerking met en onder leiding van het College van bestuur (CvB). Leerlijnen en inzet van middelen en mensen grijpen zo op elkaar in dat het organiseren in afzonderlijke delen niet meer als de meest efficiënte en meest effectieve structuur wordt gezien. In 2014 werd gewerkt aan het verder professionaliseren van systemen. Binnenkomende facturen kunnen sinds eind 2014 digitaal aan budgethouders en budgetbeheerders aangeboden worden ter autorisatie. Het totaalzicht op de lopende financiële verplichtingen is hierdoor sterk verbeterd terwijl de goedkeuring en de betaling van de facturen aanzienlijk sneller kan verlopen. In het voorjaar van 2014 is een eerste concept meerjarenbegroting 2015-2018 gepresenteerd. Hierin is ook informatie verzameld op het gebied van leerlingenprognoses, investeringen en personeel maar wordt onder andere ook uitgebreid aandacht besteed aan ons treasurybeleid en ons risicomanagement. In het voorjaar van 2015 vindt een eerste update, maar ook verdere uitbreiding van dit document plaats. Ook is een eerste kwantitatieve opzet gemaakt met betrekking tot personele gegevens welke in 2015 moet uitmonden in een strategisch meerjarenpersoneelsplan (SPP).
36
Resultaat en kengetallen Resultaat De totale inkomsten in 2014 lagen 2,8% boven de begroting; de totale lasten lagen 0,6% onder de begroting. In de onderstaande tabel staat een nadere specificatie van de afwijkingen. OSG Sevenwolden heeft het kalenderjaar 2014 met een negatief resultaat van € 0,84 mln afgesloten, terwijl een negatief bedrag van € 1,75 mln begroot was. Deze positieve afwijking wordt veroorzaakt door een combinatie van hogere baten en iets lagere lasten. Aan de batenkant werd in 2014 een hoger bedrag aan zorgmiddelen ontvangen, vond de afrekening en uitkering plaats van een al twee jaar lopend ESF subsidieproject en konden wij een eenmalige belastingopbrengst met betrekking tot de btw pro-rata regeling inboeken. Ook werden meer inkomsten gegenereerd uit detachering van medewerkers aan andere organisaties. Aan de lastenkant hadden wij hogere personeelskosten als gevolg van een hogere dotatie dan begroot aan de voorziening personeelsverplichtingen in verband met vertrek van medewerkers en kregen wij te maken met niet begrote eenmalige transitiekosten in verband met de reorganisatie Ondersteunende Dienst. Er ontstonden hogere afschrijvingskosten, voornamelijk als gevolg van de vervroegde afschrijving van de nog op onze balans geactiveerde bijgebouwen bij één van onze locaties. Tot slot werd de begrote buffer voor onvoorzien nauwelijks gebruikt. Het kostenbewustzijn binnen de organisatie is steeds meer merkbaar in combinatie met een gestructureerde budgetcyclus op materieel gebied. Zoals aangegeven is de exploitatie in 2014 afgesloten met een negatief resultaat van € 849.000. Onderstaand een overzicht van de onderdelen met hogere baten dan wel lagere lasten en lagere baten dan wel hogere lasten; als uitgangspunt is de realisatie 2014 versus de begroting 2014 genomen. Er was een negatief resultaat van € 1.753.000 begroot.
37
Hogere baten/lagere lasten
Bedrag
De volgende zaken hebben bijgedragen aan een positief resultaat
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen (voornamelijk ESF subsidie en zorgbudget) Overige baten (voornamelijk belastingopbrengst pro-rata) Lonen en salarissen Huisvestingslasten Overige lasten (voornamelijk financiële buffer) Intrestbaten
95.000 216.000 383.000 131.000 34.000 591.000 46.000 1.496.000
Lagere baten/hogere lasten De volgende zaken hebben het resultaat negatief beïnvloed
Overige personele lasten (voornamelijk dotatie aan personeelsvoorziening) Afschrijvingen (voornamelijk vervroegde afschrijvingen)
544.000 48.000 592.000
Verwerking resultaat Per balansdatum 31 december 2013 was door onze scholengroep vanuit het in 2013 behaalde positieve resultaat reeds een bestemmingsreserve gevormd om het verwachte negatieve resultaat 2014, voornamelijk als gevolg van de reorganisatie Ondersteunende Dienst, te kunnen financieren. Het exploitatieresultaat (-/- € 849.000) is op de volgende manier in het eigen vermogen verwerkt: Verwerking exploitatieresultaat
Bedrag
Bestemmingsreserve “exploitatie 2014” Bestemmingsreserve spaarbapo Algemene reserve
-/- 970.000 -/- 36.000 157.000 -/- 849.000
Kengetallen De solvabiliteit per 31 december 2014 is met 41% aanmerkelijk lager dan het percentage van 51% op de vorige balansdatum; de reden hiervoor is het negatieve resultaat 2014, voornamelijk als gevolg van de eenmalige dotatie aan de reorganisatievoorziening van € 1,0 mln, waardoor het eigen vermogen aanzienlijk is gedaald. De solvabiliteit geeft het percentage van het eigen vermogen aan ten opzichte van het balanstotaal.
38
De liquiditeit steeg van 2,09 naar 2,4. Niet alle kosten in de exploitatie zijn ook daadwerkelijke uitgaven (bijvoorbeeld investeringen en dotaties aan voorzieningen), waardoor de liquiditeit niet altijd hoeft te dalen als er een negatief exploitatieresultaat wordt behaald. Dit mooie liquiditeitspercentage betekent dat Sevenwolden op dit moment goed aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen; tegenover € 1,00 kortlopende schuld staat € 2,40 aan beschikbare middelen. Hierbij moet wel aangetekend worden dat ook in de voorzieningen een deel als kortlopende schuld aangemerkt moet worden; voor de berekening van de liquiditeit wordt dit echter niet meegenomen. Het weerstandsvermogen daalde in 2014 ten opzichte van 2013 van 22% naar 20%. Weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de organisatie in staat is om negatieve exploitatieresultaten te kunnen opvangen. De formule van het weerstandsvermogen luidt: eigen vermogen / totale baten x 100%. Hier is het negatieve exploitatiesaldo de voornaamste reden voor de daling van dit kengetal. Investeringen 2014 Het algemene uitgangspunt is dat er wordt afgeschreven op investeringen om ook in de toekomst voldoende liquide middelen te hebben om, indien noodzakelijk, vervangingsinvesteringen te kunnen plegen. Alle investeringsaanvragen zijn verwerkt in een totaaloverzicht op basis waarvan besluitvorming door het College van Bestuur over de investering heeft plaatsgevonden. Naast een investeringsbegroting is een liquiditeitsbegroting opgesteld om na te gaan of er voldoende liquide middelen beschikbaar zijn voor de investeringen, of dat externe middelen aangetrokken moeten worden. In 2014 was geen externe financiering nodig. Onderstaand een overzicht van de begrote versus gerealiseerde investeringen 2014: Begroot
Realisatie
ICT investeringen, uitbreiding en vervanging, kwaliteit
405.000
354.000
Inventaris
128.000
15.000
8.000
4.000
541.000
373.000
Overige investeringen
De realisatie bij de ICT investeringen bestaat voor een groot deel uit vervangingen en uit de aanschaf van devices voor docenten; enkele investeringen ICT zijn niet uitgevoerd. Door later in het jaar te investeren zijn de afschrijvingskosten op deze onderdelen ook lager dan begroot. Het lagere investeringsbedrag bij de inventaris is voornamelijk het gevolg van het (nog) niet investeren in telecommunicatie. Dat de uiteindelijke totale afschrijvingskosten hoger zijn dan begroot is het gevolg van de vervroegde afschrijving op een bijgebouw van één van onze locaties.
39
Toekomstparagraaf 2015 Verkorte begroting 2015 De begrotingscijfers voor het jaar 2015 zijn op 27 januari 2015 als volgt goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Begroting 2015 x€1 Baten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
24.667.000 312.000 1.206.000
Totaal baten
26.185.000
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
20.463.000 924.000 1.545.000 3.898.000
Totaal lasten
26.830.000
Saldo baten en lasten 5.
645.000-
Financiële baten en lasten
85.000 85.000
Resultaat
560.000-
Nettoresultaat
560.000-
Geplande investeringen en financiering in 2015
ICT investeringen inclusief vervanging en devices docenten Investeringen in telecom in het kader van de reorganisatie Kantoormeubilair en vaklokalen Klassensets en andere Huishoudelijke apparatuur Overige investeringen Totaal
Bedrag 347.000 55.000 30.000 13.000 20.000 465.000
Financiering Eigen middelen (EM) EM EM EM EM EM
Toekomstige ontwikkelingen In het voorjaar van 2014 is een eerste onderbouwde meerjarenbegroting 2015-2018 tot stand gekomen. Deze meerjarenbegroting is in het voorjaar van 2015 ge-updatet maar blijft, gezien de vele onzekerheden, lopen tot en met het jaar 2018. Dit document zal steeds meer de vorm van een financieel beleidsdocument gaan krijgen. Op basis hiervan is onze organisatie goed in staat toekomstbestendig te sturen, hoewel er natuurlijk veel onzekerheden blijven over een periode van 4 kalenderjaren. De meerjarenbeleidsplannen van onze onderwijskundige eenheden zijn mede de basis voor deze meerjarenbegroting.
40
De subsidiëring vanuit het ministerie blijft een grillig verloop vertonen. Af en toe worden incidentele bedragen aan de scholen betaald dan wel onttrokken. Hoewel wij als school natuurlijk erg blij zijn met deze noodzakelijke extra vergoedingen, kunnen wij hierop geen beleid naar de toekomst maken. De in 2013 in gang gezette reorganisatie onder het onderwijsondersteunend personeel heeft inmiddels geleid tot een reductie van de OOP-formatie; de financiële effecten zullen in de loop van 2016 volledig zichtbaar moeten worden. Samenwerking met verschillende partners in onze omgeving blijft voor de toekomst een belangrijk speerpunt in de strategie van Sevenwolden. Door samenwerking kan meer mogelijk worden zoals handhaving van het onderwijsaanbod en kwaliteitsverbetering en kan wellicht een antwoord worden gegeven op wisselende bekostiging vanuit het ministerie van OCW. Samenwerking is echter geen doel op zich, de meerwaarde zal aangetoond moeten worden. ICT binnen het onderwijs is een onderwerp dat ook in 2015 regelmatig op de agenda zal staan van het CvB, CMT en RvT. Digitalisering kan het onderwijs aantrekkelijker maken en het leren ondersteunen en kan tevens mogelijkheden bieden de kosten te verlagen. In 2015 vindt de uitrol van devices aan docenten plaats; daarna zullen leerlingen volgen met een eigen device. Al deze ontwikkelingen vragen om nieuwe competenties voor docenten, ondersteunend personeel en leidinggevenden. Dit vraagt om voldoende middelen en ruimte voor professionalisering in de meerjarenbegroting. Continuïteitsparagraaf De minister van OCW heeft in 2013 besloten de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) uit te breiden met een voorschrift dat voorziet in de opname in het jaarverslag van een continuïteitsparagraaf. Met de opname van een dergelijke paragraaf beoogt de minister iedere belanghebbende of belangstellende kennis te kunnen laten nemen van de wijze waarop het College van Bestuur omgaat met de financiële gevolgen van het gevoerde en te voeren beleid. Overigens benadrukt de minister terecht dat de grootste waarde van het opstellen van een continuïteitsparagraaf niet ligt in de publicatie daarvan, maar in het structureel inbedden van het proces dat zicht biedt op majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en het helder in beeld brengen van de gevolgen voor het resultaat en de vermogenspositie. Ten tijde van het opmaken van dit jaarverslag is onze organisatie weer bezig met de update van de eigen meerjarenbegroting welke is opgenomen in een meerjarig financieel beleidsdocument. De jaren 2016 en 2017 geven nog een negatief begrotingsresultaat te zien, maar over beide jaren mist nog cijferinformatie over onderdelen waarover intern nog beslissingen moeten worden genomen. Vanaf 2016 ligt er een materiële taakstelling van € 350.000 welke intern verder uitgewerkt is in ons meerjarig financieel beleidsdocument. In deze continuïteitsparagraaf gaat het dus om zeer voorlopige begrotingscijfers die zouden kunnen ontstaan indien er geen verdere maatregelen getroffen zouden worden.
41
De A1 A2 B1 B2 B3
continuïteitsparagraaf moet bestaan uit de volgende onderdelen: Personele bezetting en leerlingenaantallen De meerjarenbegroting Rapportage risicobeheersingssysteem Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Rapportage van het toezichthoudend orgaan
De onderdelen A1 en A2 zijn in deze aparte continuïteitsparagraaf opgenomen. Voor het onderdeel B1 is, gezien de uitgebreidheid, een apart onderdeel in dit jaarverslag opgenomen; dit geldt ook voor het onderdeel B2. Met betrekking tot onderdeel B3 is in het begin van dit jaarverslag de verantwoording en de zelfevaluatie van de Raad van Toezicht opgenomen. Binnen de Raad van Toezicht heeft Sevenwolden een auditcie die speciaal de financiële onderdelen, waaronder ook het risicomanagement, met het College van Bestuur en de controller bespreekt en volgt. Rapportages worden vooraf met de auditcie doorgenomen alvorens deze op de agenda van de RvT te zetten. A1 Personele bezetting en leerlingenaantallen Onderstaand enkele kengetallen per 31 december 2014 (realisatie) en 31 december 2015 t/m 2017 (prognose). Kengetal (stand 31/12) Personele bezetting in FTE - Management / Directie - Onderwijzend Personeel (OP) - overige medewerkers (OOP) Leerlingenaantallen (stand 1 okt)
2014
2015
2016
2017
7
6
6
6
207
204
197
192
57
49
49
49
3229
3283
3163
3089
De genoemde cijfers voor het OP zijn sterk afhankelijk van de te kiezen docent / leerling ratio. Het lagere aantal OOP heeft te maken met de gevolgen van de reorganisatie OD. Voor de prognose van de leerlingenaantallen maken wij hier gebruik van de cijfers van DUO. In de praktijk blijken er toch behoorlijke afwijkingen te kunnen ontstaan. Het hier genoemde DUO-cijfer per 1 oktober 2015 lijkt niet gehaald te gaan worden, maar er zijn nog geen definitieve cijfers voorhanden. Doorrekening vindt op een later moment in het jaar plaats. A2 De meerjarenbegroting Onderstaand (prognose)balansen per 31 december tot en met het kalenderjaar 2017.
42
Activa Materiële VA Vorderingen Liquide middelen Totaal activa
Passiva Eigen vermogen Resultaat Voorzieningen Kortlopende schuld Totaal passiva
2014
2015
2016
2017
4.192.000 657.000 7.916.000
3.733.000 558.000 7.399.000
3.105.000 592.000 7.231.000
2.560.000 494.000 6.834.000
12.765.000
11.690.000
10.928.000
9.888.000
6.146.000 -849.000 3.966.000 3.502.000
5.297.000 -560.000 3.654.000 3.299.000
4.737.000 -302.000 3.160.000 3.333.000
4.435000 -592.000 2.807.000 3.238.000
12.765.000
11.690.000
10.928.000
9.888.000
Sevenwolden maakt geen gebruik van langlopend vreemd vermogen; investeringen worden door haar zelf gefinancierd. Het onroerend goed is juridisch eigendom van Sevenwolden, de gemeente Heerenveen heeft het economisch eigendom. Het bedrag aan voorzieningen bestaat voornamelijk uit een voorziening groot onderhoud gebouwen op basis van meerjarenonderhoudsplannen, een personeelsvoorziening en een reorganisatievoorziening. Het totaalbedrag van de voorzieningen zal de komende jaren dalen als gevolg van onttrekkingen uit voornamelijk de reorganisatiereserve (vertrekregelingen en materiële kosten voortvloeiend uit het sociaal statuut). Onderstaand de (prognose) exploitatierekeningen tot en met het kalenderjaar 2017. Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Financiële baten en lasten Resultaat
2014 24.617.000 385.000
2015 24.667.000 312.000
2016 24.927.000 381.000
2017 24.214.000 344.000
1.535.000 26.537.000
1.206.000 26.185.000
1.144.000 26.452.000
1.138.000 25.696.000
21.744.000 992.000 1.502.000 3.259.000 27.497.000 111.000
20.463.000 924.000 1.545.000 3.898.000 26.830.000 85.000
20.204.000 953.000 1.528.000 4.144.000 26.829.000 77.000
19.831.000 874.000 1.549.000 4.104.000 26.358.000 74.000
-849.000
-560.000
-300.000
-588.000
43
Vanwege een hoge gemiddelde leeftijd van onze medewerkers en de daaraan verbonden hoge kosten in relatie tot de GPL, moeten wij de komende jaren inzetten op een betere mix van leeftijden; in het strategisch meerjarenpersoneelsplan wordt hieraan aandacht besteed. Sevenwolden besteedt tijd en middelen aan innovatie van het onderwijs; dit heeft invloed op het resultaat. De genoemde cijfers voor 2016 en 2017 zijn nog globaal en voorlopig. Op dit moment wordt intern gewerkt aan ons meerjarig financieel beleidsdocument waarin onder andere de nieuwe meerjarenbegroting 2015-2018 wordt opgenomen. Hierin staan een aantal maatregelen genoemd die er voor moeten zorgen dat de begrote tekorten weggewerkt worden. Bij de personeelslasten houden wij rekening met een intern vastgestelde docentleerlingenratio. De investeringen, en daarmee de afschrijvingskosten, zullen op ongeveer gelijk niveau blijven. De overige lasten dalen door het verdwijnen van enkele tijdelijke kosten als gevolg van de reorganisatie van de OD. Treasuryparagraaf Algemeen Het treasurybeleid van OSG Sevenwolden vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 2010, nr. FEZ/CC-2009 /150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek). Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde of overtollige middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen. OSG Sevenwolden hanteert een eigen treasurystatuut. Dit statuut is in mei 2012 gewijzigd en opnieuw vastgesteld door het CvB. De RvT heeft het nieuwe treasurystatuut op 22 mei 2012 overeenkomstig goedgekeurd en vastgesteld. In 2014 zijn geen wijzigingen in dit statuut aangebracht. Doelstellingen De algemene doelstellingen van het treasurybeleid luiden: het zorg dragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid); het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie); het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie); het schoolbestuur treedt niet als bankier op. Informatievoorziening Jaarlijks (of zoveel vaker als de marktsituatie daartoe aanleiding geeft) rapporteert het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht over de uitvoering van het treasurybeleid. Deze rapportage heeft de volgende inhoud: een overzicht en analyse van de huidige liquiditeits- en risicopositie; een prognose van de ontwikkelingen op de financiële markten; een prognose van de financieringsbehoefte op de middellange termijn; de voorgestelde maatregelen om te anticiperen op het voorgaande; de te verwachten renteresultaten ten opzichte van de begroting; een overzicht van transacties die de afgelopen periode zijn aangegaan op de gelden kapitaalmarkt.
44
Rapportage over 2014 De ontwikkelingen op de financiële markten zijn en blijven nog steeds onzeker. De vergoeding op de creditgelden zijn zeer minimaal en hebben nog steeds een iets dalende tendens; de vaste kern van de liquide middelen wordt daarom niet voor een lange(re) periode vastgezet. Alle liquide middelen zijn weggezet op rentedragende spaarrekeningen bij de ABN AMRO bank. Voor de dagelijkse betalingen wordt een beperkt saldo op de zakelijke rekening courantrekening aangehouden. Er wordt niet belegd in obligaties of aandelen. De renteresultaten in 2014 (€ 111.000) betreffen niet alleen ontvangen creditgelden op de spaarrekeningen, maar ook een ontvangen rentevergoeding (€ 18.000) van de Belastingdienst bij de teruggaaf van btw over de afgelopen 5 jaren in het kader van de pro-rata-regeling. De renteresultaten over 2014 zijn verder hoger dan begroot vanwege een hoger saldo aan liquiditeiten dan waar in de liquiditeitsbegroting van uit was gegaan. In 2014 zijn er geen intrestlasten geweest. Sevenwolden is geen leningen aangegaan, heeft geen hypotheken afgesloten en heeft zelf geen leningen verstrekt. Sevenwolden denkt voor de komende 5 jaren geen externe financiering nodig te hebben. Aan bankkosten is in 2014 € 3.000 in rekening gebracht. Ook in 2014 was de ABN AMRO-bank de huisbankier van OSG Sevenwolden. Op de balans per 31 december 2014 is de liquiditeitspositie weergegeven; de stand van de liquide middelen per 31 december 2014 (€ 7,9 mln) is aanzienlijk hoger dan het voorafgaande jaar (€ 6,6 mln). In het kasstroomoverzicht, welke is opgenomen in de jaarrekening 2014, worden de kasstromen zichtbaar die tot de mutatie in de liquide middelen hebben geleid. In paragraaf 3 van het treasurystatuut is opgenomen dat bij het uitzetten van tijdelijk overtollige gelden voor een periode van meer dan 3 maanden transacties mogen worden afgesloten met financiële instellingen met minimaal een AA-rating. Bij het uitzetten van gelden voor een periode tot en met 3 maanden mogen transacties worden afgesloten met financiële instellingen met minimaal een A-rating. De rating van onze huisbankier (ABN AMRO) is niet voldoende om daar tijdelijk overtollige gelden voor meer dan 3 maanden weg te zetten. Sevenwolden houdt constant de vinger aan de pols als het gaat om goed huisbankierschap. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de geldende tarieven op creditgelden en kosten van het betalingsverkeer, maar ook naar de systemen voor een doelmatig zakelijk betalingsverkeer, oplossingen voor cashless betalen en de kwaliteit van de advisering. Een duurzame relatie met de huisbankier vinden wij van belang omdat het wisselen van bank voor een organisatie intern een aanzienlijke impact heeft. Risicoparagraaf Risico’s specifiek Goed risicomanagement gaat om het doorlopend en systematisch doorlichten van de organisatie om zicht te krijgen op potentiële risico’s. Onze scholengroep wil proberen deze risico’s zoveel mogelijk te beheersen en te beperken In het voorjaar van 2014 is stichtingsbreed en per onderwijskundige eenheid een nieuwe risico-inventarisatie uitgevoerd. Het gaat hier niet alleen om de grote en algemeen bekende risico’s, maar ook de risico’s op niveau van een locatie. In vervolg op deze inventarisatie zijn enkele prioriteiten gesteld om in 2014 met uitloop naar 2015 speciaal aandacht aan te besteden.
45
Het gaat om de volgende risico’s: - de structuur van resultaat verantwoordelijke eenheden (RVE) - de (meerjaren)personeelsstrategie - de cultuur binnen de scholengroep - de ontwikkeling van het leerlingenaantal in relatie tot het imago Over de structuur van de RVE is inmiddels een beslissing genomen; in de paragraaf ‘Ontwikkelingen gedurende het boekjaar’ is reeds toegelicht dat vanaf 2015 gewerkt wordt met onderwijskundige eenheden (OE); de RVE structuur heeft niet de nodige verbinding gebracht en leverde technische problemen op in verschillende administratieve systemen. Van de nieuw gekozen structuur met OE wordt verwacht dat er meer efficiency bereikt zal worden en minder eilandvorming. Het eigen vermogen van onze scholengroep heeft twee functies, namelijk een financieringsfunctie en een bufferfunctie. De benodigde buffer voor risico’s wordt berekend aan de hand van de uitgevoerde risico-inventarisatie en een kasimpactanalyse. Op grond van onze uitgevoerde berekeningen wordt de benodigde bufferfunctie voor de komende jaren geschat op ongeveer € 2,2 mln; voor de financieringsfunctie is een globale berekening gemaakt van € 4,5 mln. Het totaal benodigde vermogen bedraagt dan € 6,7 mln; de reguliere voorzieningen mogen in mindering worden gebracht op dit vermogen (€ 3,2 mln). Dit betekent een eigen vermogen van € 3,5 mln. De jaarrekening 2014 geeft een eigen vermogen aan van € 5,3 mln, hetgeen een theoretische ruimte betekent van € 1,8 mln. Risico’s algemeen Kredietrisico:
Rente risico: Prijsrisico:
Kasstroomrisico’s:
De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in het rentepercentage op de bank/spaartegoeden. OSG Sevenwolden heeft diverse inkoopcontracten afgesloten waarin prijsafspraken zijn gemaakt. Derhalve is het prijsrisico dat OSG Sevenwolden loopt beperkt. OSG Sevenwolden heeft voldoende financiële middelen om op korte en lange termijn te voldoen aan haar financiële verplichtingen.
Kasstromen en financieringsbehoefte In de jaarrekening 2014 is een kasstroomoverzicht opgenomen waarin de kasstromen uit operationele activiteiten, investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten zichtbaar worden. In 2014 is geen beroep gedaan op externe financiers; investeringen zijn uit eigen middelen gefinancierd en dit zal ook in 2015 het geval zijn. In de goedgekeurde begroting 2015 is eveneens een kasstroomoverzicht en een liquiditeitsbegroting opgenomen. De verwachting is dat de stand van de liquide middelen aan het eind van 2015 ongeveer € 0,6 mln lager zal zijn dan eind 2014. De hoofdoorzaken liggen in het begrote negatieve resultaat voor 2015 en onttrekkingen aan voornamelijk de reorganisatievoorziening.
46
Risicobeheersings- en controlesystemen Organisaties in de publieke sector, waaronder onze scholengroep, moeten als geen ander voldoen aan wet- en regelgeving. De maatschappij verwacht terecht voorbeeldgedrag en als scholengroep kunnen wij ons geen reputatieschade veroorloven. Om naar buiten toe een betrouwbare partner te zijn, is het van belang dat de interne organisatie in control is. Risicomanagement Het doel van risicomanagement is om de organisatie in control te brengen en te houden. Risicomanagement helpt bij het realiseren van strategische en operationele doelstellingen door het continu inventariseren, beoordelen, analyseren en beheersen van de belangrijkste risico's. Met behulp van risicomanagement wil Sevenwolden bepalen welke financiële buffer noodzakelijk is om mogelijke risico’s in de toekomst te kunnen dragen. Het risicomanagement is in het voorjaar van 2014 opnieuw op de agenda gezet binnen de organisatie en inmiddels is een nieuwe inventarisatie gereed. De risico’s zijn ter informatie aan de Raad van Toezicht voorgelegd via de meerjarenbegroting 2014-2018. Voor een aantal geselecteerde risico’s is in 2014 speciaal aandacht gekomen; dit is verder toegelicht in de risicoparagraaf in dit jaarverslag. Begin 2015 vindt een update plaats van de risico-inventarisatie en worden enkele nieuwe risico’s in het bijzonder onder de loep genomen. Plan- en controlcyclus Er wordt voortdurend gewerkt aan het verbeteren van de PDCA-cyclus. De budgetcyclus is een onderdeel van deze plan- en controlcyclus. Er wordt gewerkt met budgethouders, budgetbeheerders en bestellers met ieder eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Er is dagelijks online inzage in de uitputting van de budgetten. Eind 2014 is gestart met het digitaal kunnen goedkeuren van facturen. Binnenkomende facturen worden geautoriseerd door de budgethouder en budgetbeheerder; voorafgaand aan de definitieve betaling voert de controller nog een laatste check uit bij bedragen boven € 750. Bij relevante afwijkingen tussen budget en realisatie wordt overleg gevoerd tussen de betroffen budgethouder en het CvB of de controller. Het CvB en de Raad van Toezicht ontvangen tweemaal per jaar de financiële stand van zaken (per 31 mei en per 31 augustus); daarnaast wordt in augustus en bij de opmaak van de nieuwe begroting een eindejaarsprognose verstrekt. De uitgaven voor lonen en salarissen worden intern maandelijks gemonitord. Met de Raad van Toezicht wordt doorlopend besproken hoe de overige onderdelen van de plan- en controlcyclus vorm te geven met behulp van kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren. Inmiddels wordt de laatste hand gelegd aan een kwaliteitshandboek waarin een en ander duidelijk beschreven wordt. Ons businessintelligencesysteem (TIG) levert goede diensten bij het genereren van de betreffende informatie; de onderliggende systemen (AFAS, Magister) zijn de basis; als de inrichting van de basis onjuist is, wordt ook onjuiste informatie in TIG gegenereerd. Dit vraagt wel de nodige aandacht van en controle door de betrokken functionarissen. Aan de RvT is een definitieve P&C-cyclus verstrekt met daarin de overlegmomenten en de aan te leveren verantwoordingsdocumenten. Van Resultaatverantwoordelijke eenheden (RVE) naar onderwijskundige eenheden (OE) In 2013 werd voor het eerst gewerkt met resultaatverantwoordelijke eenheden. Per RVE is een begroting opgemaakt. In het voorjaar van 2014 is de werking van de RVE
47
geëvalueerd (onderdeel risicomanagement). De verbinding tussen de onderwijseenheden werd door het werken met RVE niet bevorderd; de financiële transparantie is er wel door vergroot. Het CvB heeft besloten vanaf de begroting 2015 de RVE structuur los te laten en de keus te maken voor onderwijseenheden met een meer centrale regie (formatie en kosten); er is geïnvesteerd om in de komende jaren te komen tot een stichtingsbrede strakkere formatieplanning. Meerjarenbegroting In het voorjaar van 2014 is een eerste onderbouwde meerjarenbegroting 2014-2018 tot stand gekomen. Naast begrotingscijfers voor een periode van 5 kalenderjaren zijn hierin onder andere gegevens verzameld over leerlingenprognoses en investeringsplannen. Ook risicomanagement, treasurybeleid, kengetallen en balansprognoses zijn een onderdeel van dit nieuwe beleidsdocument. Jaarlijks vindt een update van dit document plaats (voor het eerst in april 2015), waarbij de periode steeds met een jaar verlengd wordt. Het voornemen is dit document steeds meer tot een breed financieel beleidsdocument te laten uitgroeien. De meerjarenbegroting 2014-2018 is door de RvT in mei 2014 goedgekeurd. Vertrouwen Met sturen op vertrouwen kun je winst halen; de leidinggevenden binnen onze organisatie spelen hierin een belangrijke rol. Met de juiste gekwalificeerde mensen op de juiste plaats kun je soms controles minder, anders of geautomatiseerd uitvoeren. De lopende reorganisatie van het onderwijsondersteunend personeel (OOP), welke zich nu in een transitiefase bevindt, heeft - naast een kostenvermindering - tot doel om te komen tot een slagvaardige en kwalitatief goede dienstverlening. Medewerkers en processen hebben eerst tijd nodig zich aan de nieuwe situatie aan te passen. In de loop van 2015 zal de nieuwe Ondersteunende Dienst steeds beter op de rails gezet worden. Accountant Sevenwolden hecht belang aan een betrouwbaar jaarverslag. Zij laat daartoe de jaarrekening controleren door KPMG accountants. Als school zijn wij verplicht een controleverklaring van een registeraccountant bij de jaarrekening te leveren. Hiertoe voeren wij een deugdelijke financiële & HRM-administratie en leerlingenadministratie. Op het gebied van de administratieve organisatie passen wij zoveel mogelijk functiescheiding toe; bij het verrichten van uitgaande betalingen zijn altijd meerdere functionarissen betrokken. De accountant levert jaarlijks een accountantsverslag met bevindingen bij de controle van de jaarrekening; dit verslag wordt aan de RvT ter beschikking gesteld. De Raad van Toezicht benoemt de controlerend accountant; het huidige contract met KPMG loopt tot en met de controle van de jaarrekening 2014. In 2015 wordt door de RvT gestart met de aanbesteding voor een nieuwe accountant; hiertoe wordt een plan van eisen opgesteld.
48
4. Kwaliteitszorg binnen Sevenwolden Binnen de scholengroep is er in 2014 veel aandacht geweest voor de praktische uitwerking van de in het nieuwe waarderingskader (2013) genoemde indicatoren met betrekking tot het domein onderwijsproces. Zo werden er, om zicht te krijgen op de kwaliteit van de lessen, binnen onze scholengroep ervaren docenten geschoold in collegiale visitaties. Bij deze training werd er gewerkt met een 'eigen' observatieformulier, waarbinnen de kernindicatoren van de Inspectie een plek hadden gekregen. Besloten werd om tweejaarlijks de afdelingen te gaan bezoeken om door middel van lesbezoeken een 'foto' te maken van de betreffende locatie. Aan de visitatoren wordt dan gevraagd om op een gepland moment in het schooljaar een oordeel te geven over de lessen die worden bezocht. Daarnaast zijn de vakgroepen Engels en Nederlands in het schooljaar 2014-2015 gestart met genormeerde toetsen in klas 1. Deze zogenaamde TOA-toetsen worden veel gebruikt in het VO en het MBO. Het zijn gevalideerde methode onafhankelijke toetsen die het niveau ijken aan het referentiekader voor de kernvakken Nederlands en Engels (Europees ReferentieKader). De expertgroep rekenen heeft Sevenwoldenbreed gekozen voor het instrument Score van de Basisacademie. Naast toetsen biedt Score ook gericht oefenmateriaal aan voor leerlingen met achterstanden. De Basisacademie geeft aan dat ze in de toekomst gebruik willen maken van de expertise van het bureau ICE (TOA-toetsen) om ook hun toetsen gevalideerd te krijgen. In het schooljaar 2015-2016 worden alle eerste én tweede klas leerlingen van OSG Sevenwolden getest met deze verplichte genormeerde toetsen voor de kernvakken Engels, Nederlands en rekenen. In 2014 is het Handboek Kwaliteit afgerond. In dit nieuwe Handboek is per verantwoordingslaag een set met relevante indicatoren opgesteld. De Raad van Toezicht, het College van Bestuur, de directie, de teamleiders en de docenten hebben ieder hun eigen set waarin de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI's) geformuleerd zijn. Op deze manier wordt duidelijk welke sturingsinformatie gegenereerd moet worden. Sevenwolden heeft ondertussen een aantal goede digitale hulpinstrumenten die hun data halen uit het schooladministratie pakket Magister en uit de software van AFAS (administratiepakket voor financiële en personele gegevens). Met deze nieuw aangeschafte tools kunnen mooie rapportages en analyses gemaakt worden, die goed aansluiten bij de wens naar relevante en actuele stuurinformatie voor de school. Ook de gewenste norm en de frequentie van rapporteren worden overzichtelijk vermeld in dit Handboek. Met deze 'voorgesorteerde' sturingsinformatie kunnen de diverse functionarissen van onze scholengroep op een gestructureerde manier zicht houden op de opbrengsten en het onderwijsproces. Binnen dit Handboek is er een Kwaliteitskalender, waarin per maand wordt aangegeven welke acties er uitgevoerd moeten worden in het kader van Kwaliteitsborging.
49
5. ICT Met de ‘Kwaliteitsslag 2013’ is een goed fundament gelegd voor de ICT van OSG Sevenwolden. De vervolgstap, zoals beschreven in het jaarverslag 2013, is meer gebruik te gaan maken van mobiele devices en clouddiensten, om zo meer tegemoet te komen aan de wens van het onderwijs flexibel te kunnen werken. In 2014 heeft Sevenwolden een scan van zijn ICT-omgeving laten uitvoeren door een externe consultant. Op basis van deze scan is gekozen voor een nieuwe impuls aan de ICT-omgeving. In het najaar is akkoord gegeven aan het beleidsplan ICT, waarin de ontwikkelingen van de ICT infrastructuur voor de komende jaren beschreven zijn. Het beleidsplan is gericht op het verhogen van de flexibiliteit van de ICT-voorzieningen voor het onderwijs. Speerpunten zijn verhogen van de beschikbare bandbreedte op de school, invoeren van mobiele devices voor het onderwijs en invoeren van clouddiensten in plaats van door OSG Sevenwolden beheerde applicaties. Dit gaat gepaard met een transitie van de ICTafdeling van beheer van, naar regie op ICT. In het kader van het organisatiebesluit van begin 2014 is ook bij ICT een doelstelling neergelegd FTE te reduceren. Dit vereist dat er steeds minder apparatuur door de organisatie zelf beheerd moet worden, en dat op locaties door facilitair medewerkers een groot deel van de daar aanwezige apparatuur onderhouden en gerepareerd wordt. Qua besturing van ICT in het onderwijs is ervoor gekozen met ICT ambassadeurs vanuit het onderwijs gezamenlijk beleidskeuzes te maken in het ICT Platform. Eind 2014 zijn de eerste stappen gezet om het beleidsplan ten uitvoer te brengen. Er zijn projecten opgestart met bijbehorende investeringen, zoals ‘Aanpassen draadloos netwerk’, ‘Verhogen bandbreedte’, ‘Uitrol devices’, ‘Inrichten Office365’, ‘Inrichten Sharepoint’. Tevens is het ICT Platform op reguliere basis bij elkaar voor overleg en afstemming.
50
6. Bestuursakkoord en Prestatiebox Door OSG Sevenwolden zijn de middelen (€ 505.000) uit de Prestatiebox als volgt ingezet: • In het kader van de koersambities OSG Sevenwolden: een diploma én meer hebben we 60%, dat wil zeggen € 303.000 van de aanvullende middelen uit de Prestatiebox ingezet op het realiseren van doelstellingen gericht op het realiseren van een ambitieuze leercultuur. Binnen de havo is het International Business College van start gegaan. We bieden de leerlingen extra uitdagingen op het gebied van bèta en techniek, sport, cultuur en vreemde talen. De ICT infrastructuur is verder ontwikkeld met het oog op het bieden van maatwerk en talentontwikkeling. Op alle locaties wordt extra begeleiding geboden aan leerlingen met achterstand op het gebied van taal en rekenen. Diverse leerlingen hebben bijzondere prestaties geleverd die op de website van Sevenwolden te vinden zijn. De samenwerking met het bedrijfsleven is uitgebouwd, gericht op het versterken van LOB. • In het kader van de koersambitie OSG Sevenwolden: professionalisering en leiderschap hebben we 40%, dat wil zeggen € 202.000 van de aanvullende middelen uit de Prestatiebox ingezet gericht op de ontwikkeling van de lerende organisatie en de professionalisering van docenten en schoolleiding. Alle locaties hebben één of meer algemene coaches. Voor de nieuwe docenten is een inductieprogramma ontwikkeld. In de komende jaren willen we investeren in de inrichting van professionele ruimte en gedeeld leiderschap. We willen de talenten en ontwikkeling van de docenten richten op het bereiken van de doelstellingen van de organisatie: het verhogen van de kwaliteit van ons onderwijs en de prestaties van de leerlingen. Ook in 2015 blijven we de aanvullende bekostiging vanuit de Prestatiebox inzetten voor de versterking van onze ambities. Vanaf 2016 moeten de resultaten ervan zijn geborgd en moet het bereikte niveau met de reguliere middelen worden gehandhaafd. In de begroting van 2014 zijn de lasten verbonden aan de Prestatiebox niet herkenbaar opgenomen. Ze maken onderdeel uit van de totale loonkosten en de scholingskosten.
51
7. Governance De Stichting OSG Sevenwolden onderschrijft de Code Goed Onderwijsbestuur, zoals deze vastgesteld is door de leden van de VO-raad. De Code schrijft voor dat binnen de scholengroep geregeld is hoe de invloed en betrokkenheid van alle belanghebbenden gegarandeerd wordt. De verticale verantwoording In de externe verticale verantwoording legt het College van Bestuur via jaarrekening en jaarverslag verantwoording af aan de overheid. Ter informatie worden deze naar de gemeenteraad van Heerenveen gezonden. In de interne verticale verantwoording legt het College van Bestuur verantwoording af aan de Raad van Toezicht. In het organisatiemodel en de sturingsfilosofie van Sevenwolden (verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie) leggen teamleiders verantwoording af aan de directeur en de directeur aan het College van Bestuur. De horizontale dialoog en horizontale verantwoording Sevenwolden zoekt de dialoog met belanghebbenden: leerlingen, ouders, vooropleidingen, vervolgopleidingen, bedrijven, instellingen, gemeenten etc. De interne verantwoording wordt geregeld via diverse overleg- en adviesgroepen en via de formele medezeggenschapsorganen. Via de Vensters voor Verantwoording geeft OSG Sevenwolden inzage aan externen in de schoolprestaties aan de hand van 20 indicatoren, die als volgt zijn onderverdeeld: algemeen, resultaten, onderwijsbeleid, kwaliteit en bedrijfsvoering. De Vensters zijn o.a. via de website van de scholengroep te bereiken. OSG Sevenwolden betrekt de externe ‘stakeholders’ bij de ontwikkeling van de school. De scholengroep onderhoudt nauwe relaties met de omgeving en is vertegenwoordigd in diverse lokale en regionale netwerken. Beleidscyclus Afgeleid van het strategisch beleidsplan hebben het College van Bestuur en de directie een Kaderbrief 2014-2015 vastgesteld, richtinggevend voor de locatie- en teamplannen. Deze plannen worden jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Daarnaast maakt het College van Bestuur met elke directeur jaarlijks resultaatafspraken. Over de voortgang vinden halfjaarlijkse gesprekken plaats. In zijn rol als toezichthouder ziet de Raad van Toezicht er op toe hoe OSG Sevenwolden haar maatschappelijke betekenis waarmaakt. De Raad van Toezicht richt zich daarbij op de volgende invalshoeken: De instelling levert het onderwijs zodanig, dat ieder kind het maximale rendement uit zijn of haar mogelijkheden haalt en dat het onderwijs van voldoende kwaliteit is naar het oordeel van de Inspectie, leerlingen en ouders; De instelling creëert optimale omstandigheden waarbinnen leerlingen zich optimaal als volwassen burger kunnen ontwikkelen (burgerschapszin); Voor de medewerkers worden optimale omstandigheden gecreëerd om hun bijdrage aan deze processen te leveren (goed werkgeverschap); De instelling is zo georganiseerd dat taakstellingen kunnen worden gerealiseerd en er op transparante wijze verantwoording wordt afgelegd over de prestaties.
52
8. Klachten Klachten ingediend bij het College van Bestuur Verreweg de meeste klachten en bezwaren worden ingediend bij de locatiedirecties en daar ook afgehandeld. Soms lukt dat niet en worden de formele wegen bewandeld en wordt een klacht ingediend bij het bevoegd gezag (College van Bestuur).
Datum
Klacht
Uitkomst
februari
Klacht website
Afgehandeld
maart
Klacht ontslag
Afgehandeld
april
LOOT-begeleiding zoon
Klaagster (moeder) heeft de klacht ingetrokken
juni
Bezwaar ontslag
Afgehandeld
juli
Bezwaar tegen beslissing geen overgang zoon
CvB geeft positief advies over bevordering incl. afspraken
augustus
Bezwaar tegen beslissing revisiebeoordeling dochter
CvB geeft positief advies over bevordering incl. afspraken
augustus
Bezwaar tegen beslissing revisiebeoordeling zoon
Klacht is afgewezen
augustus
Bezwaar tegen schoolbel
Afgehandeld
augustus
Bezwaar tegen verleend verlof
Afgehandeld
oktober
Bezwaar LD-functie
Afgehandeld
oktober
Klacht lesuitval/geen communicatie
Afgehandeld
oktober
Klacht lesuitval
Afgehandeld
november
Klacht roosters, geen beschikbaarheid cijfers, huiswerk en toetsen in Magister
Afgehandeld
november
Klacht rooster
Afgehandeld
november
Klacht leidinggevende
Afgehandeld
53
Vastgesteld op 26 mei 2015 door het College van Bestuur:
Mevrouw drs. R. Popping (voorzitter)
Goedgekeurd op 26 mei 2015 door de Raad van Toezicht:
Mevrouw drs. E. Blaauw (voorzitter)
Mevrouw A. Annema (secretaris)
54
9. JAARREKENING 2014 (na resultaatbestemming) Balans per 31 december 2014 2014 EUR x € 1000
2013 EUR x € 1000
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
4.192
4.811
4.192
4.811
657 7.916
553 6.566
8.573
7.119
Vlottende activa 1.5 1.7
Vorderingen Liquide middelen
12.765
11.930
Eigen vermogen 2.1
Eigen vermogen
5.297
6.146
2.2
Voorzieningen
3.966
2.391
2.4
Kortlopende schulden
3.502
3.393
12.765
55
11.930
Staat van baten en lasten over 2014
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.5 Overige baten
2014 EUR x € 1.000
Begroting 2014 EUR x € 1.000
2013 EUR x € 1.000
24.586 416
24.478 213
25.853 251
1.535
1.152
1.292
Totaal baten
26.537
25.843
27.396
Lasten 4.1 4.2 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Waardevermindering Huisvestingslasten Overige lasten
21.744 992
21.330 944
1.502 3.259
1.537 3.850
Totaal lasten
27.497
Saldo baten en lasten 5.
Financiële baten
27.661
960111
20.431 752 261 1.496 3.290
1.81865
Netto resultaat
849-
56
26.230 1.166 130
1.753-
1.296
Kasstroomoverzicht over 2014 2014 EUR x € 1.000 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten gecorrigeerd voor: Afschrijvingen en afwaarderingen via staat baten&lasten Mutatie voorzieningen
2013 EUR x € 1.000
960795 197 1.575
1.166 752 261 245 1.607
2.424
Veranderingen in vlottende middelen Vorderingen Schulden
155109
4644-
46-
Ontvangen interest Betaalde interest
162
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa
96
162
96
1.723
2.430
373-
Totaal kassstroom uit inv. activiteiten
90-
731-
373-
731-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
1.350
Stand liquide middelen: 31 december 2013 31 december 2014 Toename in 2014
€ 6.566.000 € 7.916.000 € 1.350.000
57
1.699
Toelichting op de jaarrekening 2014 Algemeen De organisatievorm van de Openbare Scholengroep Sevenwolden is een stichting; zij is statutair gevestigd te Heerenveen. Het bestuur is gehuisvest aan de Ds. Kingweg 10, 8446 KZ Heerenveen. De voornaamste activiteit van Stichting Openbare Scholengroep Sevenwolden bestaat uit het geven van voortgezet onderwijs aan jongeren van 12 tot 18 jaar. Grondslagen Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De in de jaarrekening 2014 genoemde bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in euro’s. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. OSG Sevenwolden waardeert de activa tegen de historische verkrijgingsprijs. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Consolidatie Volgens RJ 660-506 hoeven in de geconsolideerde jaarrekening geen gegevens te worden opgenomen van partijen van wie de gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is voor het geheel (art. 2:407 lid BW). In dit geval zijn er geen gegevens opgenomen van de stichting Beheer VMBO-plein en de Coöperatie Sport, Dienstverlening en Veiligheid U.A.
58
Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Alleen bij de voorzieningen wordt gebruik gemaakt van schattingen. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden. Sevenwolden maakt geen gebruik van afgeleide instrumenten (derivaten). Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn. De reële waarde van beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald aan de hand van de biedpijs. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van de vorderingen. Kortlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegerekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Materiële vaste activa De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Afschrijvingen: De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste
59
bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. In het algemeen worden hierbij de volgende afschrijvingspercentages gehanteerd: Computers, hardware 25% (4 jaar) Devices docenten 33,3% (3 jaar) Audiovisuele hulpmiddelen 10% (10 jaar) Huishoudelijke apparatuur 6,7% (15 jaar) Schoolmeubilair 5% (20 jaar) Inrichting vaklokalen 6,7% (15 jaar) Kantoormeubilair 10% (10 jaar) Overige inventaris 6,7% (15 jaar) Klassensets boeken 25% (4 jaar) Gebouwen 5% (20 jaar) Voor bijgebouwen geldt dat de resterende levensduur van het hoofdgebouw als uitgangspunt voor de afschrijvingstermijn wordt gehanteerd. Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief geschat . Eigen vermogen Onder het eigen vermogen wordt de algemene reserve gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bestuur. Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, bestemmingsreserve, publiek, spaarbapo en bestemmingsreserve exploitatie 2014. Conform de jaarverslaggevingvoorschriften van OCW, is het exploitatieresultaat over 2014 al in de stand per 31-12-2014 verwerkt. De in de jaarrekening gepresenteerde balans is daarom na resultaatverdeling. Een nadere uiteenzetting van de reserves is opgenomen in de toelichting op de balans. Reserves worden gevormd conform de door het bestuur daartoe genomen besluit dan wel op grond van ministeriële regelgeving. Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de onderhoudsvoorzieningen, personele voorzieningen en de reorganisatievoorziening gepresenteerd. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen de nominale waarde. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
60
a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is, en c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Uitzondering op voorgaande voorwaarden betreft de egalisatievoorziening voor groot onderhoud. De toevoegingen aan deze voorziening zijn bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt, gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan. Op grond hiervan is in de afgelopen jaren een egalisatievoorziening getroffen voor: Onderhoud gebouwen; en voorzieningen voor: Voorziening Spaarverlof; Voorziening Jubilea; Voorziening Personeel; Voorziening Duurzame inzetbaarheid; Voorziening Reorganisatie; Voorziening Spaarverlof De voorziening Spaarverlof is gevormd voor personeelsleden die gedurende 4 of meer schooljaren 60 klokuren per jaar hebben gespaard en dit in een aaneengesloten periode gaan opnemen. De waardering van de voorziening wordt bepaald op basis van het individuele tarief per medewerker. Voorziening Jubilea Jubilea worden toegerekend aan de periode waarin de rechten daarvoor worden opgebouwd. Deze voorziening wordt opgenomen tegen de contante waarde met een disconteringsvoet van 2,6%. Deze disconteringsvoet wordt ook toegepast bij waardeoverdracht van pensioen bij het pensioenfonds. Voorziening Personeel Sinds de afschaffing van het Participatiefonds per 1 januari 2007 zijn scholen deels eigen risicodrager voor wachtgelduitgaven. Van de wachtgelduitgaven wordt 75% verevend tussen de scholen; dit deel wordt begroot en verrekend in de exploitatie. Voor de overige 25% dragen scholen volledig eigen risico; wij berekenen voor de betrokken werknemers het wettelijk en bovenwettelijk deel. De waardering van de voorziening wordt bepaald op basis van het individuele situatie per medewerker en correspondentie met het UWV. Voorziening Duurzame inzetbaarheid Bij de totstandkoming van de nieuwe cao per 1-8-2014 kunnen werknemers hun uren in het kader van leeftijdsbewust personeelsbeleid (LBP) sparen (maximaal 4 jaar). Sevenwolden treft een voorziening voor de nog niet ingezette LBP uren. De waardering van de voorziening wordt bepaald op basis van een gemiddeld tarief per medewerker.
61
Voorziening Reorganisatie OD Eind 2013 is een begin gemaakt met de reorganisatie van de ondersteunende dienst. In de begroting 2014 is een dotatie begroot aan een te vormen reorganisatievoorziening. De waardering van de voorziening wordt bepaald op basis van een gemiddelde uitkeringsverwachtingen van af te vloeien werknemers en te verwachten materiële kosten volgend uit het sociaal plan. Personeelsbeloningen/pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Opbrengstverantwoording De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCWsubsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige baten Overige baten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de bate op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening / levering op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten
62
en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienst/levering te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald . Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
63
Toelichting op de balans Vergelijking met de balansposten van het vorige jaar en toelichting op de balans per 31 december 2014 1.2 Materiële vaste activa 1.2 Materiële vaste activa € 4.192.000 Cumulatieve
Cumulatieve
aanschafwaarde afschrijving 31-12-2013
Boekwaarde
Investering
Desinvestering
Afschrijving
Cumulatieve
Cumulatieve
Boekwaarde
31-12-2013
2014
en overige
2014
aanschafwaarde
afschrijviingen
31-12-2014
31-12-2014
t/m 2014
tm 2013
mutaties 2014
1.2.1 Gebouwen
924.000
216.000
708.000
8.851.000
4.748.000
4.103.000
9.775.000
4.964.000
4.811.000
197.000
55.000
924.000
468.000
456.000
740.000
9.224.000
5.488.000
3.736.000
795.000
10.148.000
5.956.000
4.192.000
1.2.2 Inventaris en
373.000
apparatuur 197.000
1.2.1 Gebouwen In het boekjaar 2014 zijn geen investeringen in gebouwen gedaan die geactiveerd zouden moeten worden. In 2014 is een waardevermindering ad € 197.000 verantwoord met betrekking tot een, afwaardering van de noodlokalen bij onze locatie Buitenbaan. 1.2.2 Inventaris en apparatuur De investeringen in 2014 liggen € 169.000 onder het niveau van de begroting. Dit verschil is ontstaan doordat een aantal investeringen niet hebben plaatsgevonden of doordat investeringen prijstechnisch voordeliger zijn uitgevoerd dan begroot. De investering met betrekking tot de telefooncentrale is doorgeschoven naar 2015.
64
1.5 Vorderingen 1.5 Vorderingen € 657.000 (< 1 jaar) Balans 31-12-2014
Balans 31-12-2013
1.5.1 Debiteuren 1.5.2 Vordering belastingdienst Voorziening oninbaarheid deb. ouderbijdragen
510.000 23.000-
261.000 84.000 13.000-
1.5.3 Verbonden partijen Af: voorziening oninbaarheid
100.000 100.000-
129.000 100.000-
1.5.6 Diversen overlopende activa Nog te factureren en te ontvangen bedragen
170.000
192.000
Totaal vorderingen
657.000
553.000
Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. 1.5.1 Debiteuren De stand van de debiteuren is per 31-12-2014 aanzienlijk hoger dan per 31-12-2013; reden daarvoor is de vordering op het SWV van € 146.000 inzake het passend onderwijs over de periode augustus t/m december 2014. 1.5.3 Verbonden partijen De openstaande vordering op Stichting Beheer VMBO-plein bedraagt momenteel nog € 100.000. Deze vordering hangt samen met onderwijsactiviteiten die Sevenwolden bij deze stichting onderbrengt. Omdat de verwachting is dat deze vordering voor het resterende deel oninbaar is heeft het CvB reeds in 2011 een voorziening voor oninbaarheid getroffen. 1.5.6 Diverse overlopende activa Onder diverse overlopende activa staan de volgende vorderingen opgenomen: Intrestvergoeding over de banktegoeden € 47.000 Teveel betaalde voorschot energiekosten praktijkonderwijs de Compagnie € 46.000 Vooruitbetaalde schoolreiskosten € 39.000 Overige vorderingen en overlopende activa bestaande uit diverse kleine posten € 38.000 1.7 Liquide middelen € 7.916.000 Balans 31-12-2014 1.7.2 Tegoeden op bank- en spaarrekeningen
7.912.000
6.559.000
4.000
7.000
7.916.000
6.566.000
1.7.1 Kasmiddelen
Totaal liquide middelen
De liquide middelen zijn direct opeisbaar. In het kasstroomoverzicht kunnen de kasstromen gevolgd worden.
65
Balans 31-12-2013
PASSIVA 2.1 Eigen vermogen € 5.297.000 Saldo 31-12-2013 2.1.1 Algemene reserve 2.1.1 Bestemmingsreserve 2.1.2 Bestemmingsreserve 2.1.2 Bestemmingsreserve 2.1.2 Bestemmingsreserve Totaal eigen vermogen
privaat publiek spaarbapo exploitatie
Bestemming Overige mutaties exploitatiesaldo 4.579.000 157.000 400.000 197.000 36.000970.000 970.0006.146.000 849.000-
Saldo 31-12-2014 4.736.000 400.000 161.000 5.297.000
Het netto resultaat is € 849.000 negatief. De resultaatverdeling is als volgt: Het resultaat ten gunste van de algemene reserve bedraagt € 157.000. Er heeft een onttrekking aan de bestemmingsreserve bapo plaatsgevonden ad € 36.000 en er heeft een onttrekking aan de bestemmingsreserve exploitatie plaatsgevonden ad € 970.000. Deze bestemmingsreserve is in 2013 bewust gevormd om het begrote tekort voor 2014 te kunnen dekken. 2.1.2 Bestemmingsreserve spaarbapo De bestemmingsreserve bapo is ontstaan in 2010 na de invoering van de gewijzigde RJO waarin is opgenomen dat toekomstige lasten voortvloeiende uit de bapo-regeling als periodekosten dienen te worden beschouwd. De tot 2010 hiervoor in stand gehouden voorziening is in 2010 omgezet naar een bestemmingsreserve. Aan deze bestemmingsreserve worden uitgaven onttrokken die betrekking hebben op bapo-rechten waarvoor deze bestemmingsreserve is gevormd. 2.2 Voorzieningen € 3.966.000 Overzicht Voorzieningen
2.2.3 Groot onderhoud Overige voorzieningen 2.2.1 Voorz. Spaarverlof 2.2.1 Voorz. Jubilea 2.2.1 Voorz. Personeelsverplichtingen 2.2.1 Voorz. Duurz Inzetbaarheid (LBP) 2.2.1 Voorz. Reorganisatie
Totaal voorzieningen
Saldo Dotatie Onttrekking Saldo Onderverdeling saldo 31-12-2014 31-12-2013 2014 2014 31-12-2014 < 1 jaar > 1 jaar
1.613.000
382.000
108.000
1.887.000
225.000
1.662.000
212.000 247.000 319.000 778.000
2.000 35.000 564.000 112.000 1.000.000 1.713.000
7.000 11.000 158.000 236.000 412.000
207.000 271.000 725.000 112.000 764.000 2.079.000
14.000 34.000 225.000 28.000 500.000 801.000
193.000 237.000 500.000 84.000 264.000 1.278.000
2.391.000
2.095.000
520.000
3.966.000
1.026.000
2.940.000
66
2.4 Kortlopende schulden € 3.502.000 Balans 31-12-2014
Balans 31-12-2013
2.4.10 Vooruitgefactureerde ouderbijdragen
273.000
323.000
2.4.3 2.4.7 2.4.7 2.4.8
710.000 865.000 4.000 281.000
514.000 865.000 7.000 312.000
707.000 68.000 90.000 12.000 6.00012.000 56.000 27.000 403.000
702.000 61.000 99.000 3.000 5.000 45.000 35.000 35.000 387.000
Crediteuren Belastingen en sociale verzekeringen Af te dragen BTW Schulden inzake pensioenen
Overlopende passiva 2.4.10 Vakantiegeld 2.4.9 Bindingstoelage 2.4.10 Verlofdagen 2.4.9 Personeelsfonds 2.4.9 Netto salarissen 2.4.10 Subsidies OCW geoormerkt 2.4.10 Subsidies OCW niet geoormerkt 2.4.9 Overige subsidies Overige overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
3.502.000
3.393.000
2.4.10 Vooruitgefactureerde ouderbijdragen De post vooruit gefactureerde ouderbijdragen is ten opzichte van 2013 afgenomen door een verlaging van de ouderbijdrage. 2.4.3 Crediteuren De crediteurenstand per 31-12-2014 is aanzienlijk hoger als gevolg van eind december 2013 gedane investeringen in ICT (voornamelijk devices). 2.4.7 Belastingen en sociale verzekeringen, schulden inzake pensioenen Ultimo 2014 moeten de belastingen en sociale verzekeringen voor de maand december nog afgedragen worden. 2.4.10 Verlofdagen Reservering voor verlofdagen geschiedt op basis van aantal openstaande verlofdagen ultimo het boekjaar. Deze zijn in 2014 licht afgenomen. 2.4.9 Personeelsfonds Betreft gespaarde bedragen van werknemers Vakcollege. Er hebben in 2014 geen activiteiten plaatsgevonden. 2.4.10 Subsidies OCW geoormerkt Wat betreft deze subsidies wordt verwezen naar model G op de volgende pagina. 2.4.10 Subsidies OCW niet geoormerkt Onder de niet geoormerkte subsidies is de vooruit ontvangen VSV subsidie (€ 45.000) en promotiebeurs (€ 12.000) opgenomen. Overige overlopende passiva Onder deze post is onder andere opgenomen: vooruit ontvangen investeringsbijdragen (€ 77.000), TAN-verplichting (€ 48.000), schulden over jaren vóór 2014 (€ 224.000), en overige schulden (€ 54.000).
67
Model G Verantwoording geoormerkte subsidies OCW
68
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Bapo Tot 1 januari 2010 werd voor toekomstige lasten uit de bapo-regeling (art. 15.10 bijlage 7 van de CAO voor VO 2008-2010 e.v.) een voorziening in stand gehouden. Deze voorziening betrof een betrouwbare schatting van het aantal medewerkers dat in de toekomst naar verwachting gebruik zal gaan maken van de bapo-regeling. Op 4 oktober 2010 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de gewijzigde Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) gepubliceerd in de Staatscourant (15341). Op basis van de gewijzigde RJO dienen met ingang van verslagjaar 2010 toekomstige lasten voortvloeiende uit de bapo-regeling als periodekosten te worden beschouwd. Hierdoor is het niet meer toegestaan hiervoor een voorziening te vormen dan wel in stand te houden, hetgeen heeft geleid tot een wijziging in de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Vordering ministerie van OC en W Als gevolg van de vereenvoudiging van de bekostiging van het voortgezet onderwijs op 1 januari 2006 is een vordering op het ministerie OC en W ontstaan van € 874.000. De vordering op het ministerie van OC en W, zijnde € 874.000 is afgewaardeerd naar nihil in 2007 en ten laste gebracht van de rijksbijdragen om een beter beeld te krijgen van het werkelijke weerstandsvermogen. De vordering op het ministerie van OC en W van het Vakcollege, zijnde € 188.000 is in 2009 afgewaardeerd naar nihil. De vordering zal niet eerder worden geïnd dan het moment dat de school wordt opgeheven. Contracten / verplichtingen (bedragen op jaarbasis) Bedrijf: Bedrag: Hardware ICT Buyitdirect, Infotheek en ISL >€ 5.000 Van Dijk Educatie B.V., schoolboeken € PM CSU schoonmaak € 274.000
69
Looptijd: 2014 - 2017 2014 - 2016 2015 - 2018
Toelichting op de staat van baten en lasten 2014 Een analyse met het in de begroting opgenomen toelichting (begroting versus realisatie) BATEN 3.1.1 Rijksbijdrage OCW De hoogte van de rijksbijdrage lumpsum wordt jaarlijks in het najaar vastgesteld voor het volgende jaar (leerlingenaantallen per 1 oktober). Aan het eind van het jaar wordt ook de hoogte van het lopende jaar aangepast aan de loon- en prijsontwikkelingen. Overzicht rijksbijdragen OCW Werkelijk 2014
Begroot 2014
Werkelijk 2013
3.1.1 Rijksbijdrage lumpsum personeel
19.721.000
19.673.000
19.965.000
3.1.1 Rijksbijdrage lumpsum materieel
2.980.000
2.985.000
2.825.000
3.1.1 Rijksbijdrage schoolboeken
972.000
971.000
1.095.000
3.1.2 Overige subsidies OCW
913.000
849.000
1.226.000
-
742.000
24.478.000
25.853.000
Aanvullende bekostiging
Totaal
24.586.000
3.1.1 Rijksbijdrage OCW lumpsum personeel Bij het opstellen van de begroting lumpsum personeel is gerekend met bedragen die door OCW zijn vastgesteld in ‘Wijziging Regeling Gemiddelde Personeelslast’. 3.1.2 Overige subsidies OCW Overzicht overige subsidies OCW Overige subsidies OCW
Werkelijk 2014
Begroot 2014
Werkelijk 2013
3.1.2 Leerlinggebonden budget
119.000
109.000
143.000
3.1.2 Maatschappelijke stage
170.000
169.000
172.000
-
5.000
6.000
505.000
505.000
517.000
3.1.2 Visueel gehandicapte leerling
10.000
13.000
9.000
3.1.2 Prestatiesubsidie VSV
61.000
48.000
84.000
3.2.2 Investeringssubsidies
5.000
-
5.000
870.000
849.000
1.166.000
43.000
-
48.000
3.1.2 Nieuwkomers VO 3.1.2 Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten
230.000
3.1.2 Prestatiebox
Geoormerkt: 3.1.2 Lerarenbeurs (subsidie studieverlof) 3.1.2 Doorontwikkeling praktijkonderwijs Totaal
70
-
-
12.000
43.000
-
60.000
913.000
849.000
1.226.000
3.1.2. Leerlinggebonden budget Het budget leerlinggebonden financiering is ten opzichte van 2013 afgenomen in verband met een afname van het aantal geïndiceerde leerlingen. Dit komt overeen met de begroting. 3.1.2 Bijzondere bekostiging jonge leerkrachten Vanuit het nationaal onderwijsakkoord is eind 2013 een eenmalige subsidie bijzondere bekostiging jonge leerkrachten toegekend. 3.1.2 Lerarenbeurs (subsidie studieverlof) Doordat minder medewerkers een lerarenbeurs hebben aangevraagd in schooljaar 20142015 is in 2014 de subsidie licht gedaald ten opzichte van 2013. 3.2 Overige overheidsbijdragen Overzicht overige overheidsbijdragen
3.2.1 Gemeentelijke huursubsidie 3.2.1 Overige gemeentelijke bijdragen 3.2.2 Overige overheidsbijdragen Totaal
Werkelijk 2014 29.000 3.000 384.000 416.000
Begroot 2014 29.000
Werkelijk 2013 29.000
184.000 213.000
222.000 251.000
3.2.2 Overige overheidsbijdragen Onder overige overheidsbijdragen vallen onder andere de subsidies vanuit het Samenwerkingsverband VO voor het budget passend onderwijs (€ 267.000), promotiebeurs (€ 19.000) en een eenmalige ESF subsidie (€ 95.000). Deze ESF subsidie was niet begroot. 3.5 Overige baten Overzicht overige baten Werkelijk 2014
Begroot 2014
Werkelijk 2013
3.5.5 Ouderbijdragen
234.000
214.000
226.000
3.5.5 Ouderbijdragen schoolreizen
229.000
200.000
183.000
55.000
31.000
39.000
300.000
251.000
399.000
0
0
6.000
717.000
456.000
439.000
1.535.000
1.152.000
1.292.000
3.5.1 Verhuur onroerende zaken 3.5.2 Detachering personeel 3.5.4 Sponsoring 3.5.6 Overige
3.5.2 Detacheringen De opbrengst van de detachering is voor 2014 te laag begroot (vnl. TAN). 3.5.6 Overige De toename van de post overige ten opzichte van 2013 heeft te maken met een belastingteruggave met betrekking tot btw voorgaande jaren (€ 214.000) en de uitkering op twee ingediende schadeclaims (€ 26.000). Het restant van het bedrag heeft betrekking op het TAN project.
71
LASTEN 4.1 Personele lasten Het gemiddeld aantal fte in 2014 bedroeg 294 (OP 225 fte, OOP 61 fte en Directie 8 fte) (gemiddeld aantal fte 2013 286); deze aantallen zijn inclusief externe inleen, inclusief vervanging en inclusief stagiaires. In 2013 bedroeg het gemiddeld aantal fte 293 (OP 225 fte, OOP 60 fte en Directie 8 fte). 4.1 Overzicht personele lasten Werkelijk 2014 4.1.1 Brutoloon
Begroot 2014 Werkelijk 2013
15.055.000
15.315.000
15.327.000
4.1.1 Sociale premies
1.717.000
1.583.000
1.777.000
4.1.1 Pensioenpremies
2.423.000
2.410.000
2.431.000
19.195.000
19.308.000
19.535.000
Totale Loonkosten 4.1.2 Dotaties personele voorzieningen
1.664.000
1.113.000
131.000
4.1.2 Personeel niet in loondienst
284.000
295.000
232.000
4.1.2 Scholing
217.000
200.000
200.000
4.1.2 Overige personele lasten
482.000
494.000
446.000
2.647.000
2.102.000
1.009.000
Totaal overige personeelslasten 4.1.3 Af: Uitkeringen Totaal
-98.000
-80.000
-113.000
21.744.000
21.330.000
20.431.000
4.1.1 Totale loonkosten De totale loonkosten dalen licht ten opzichte van 2013. Door de afname van het aantal fte dalen de totale loonkosten. 4.1.2 Overzicht dotatie personele voorzieningen Dotatie 4.1.2 Dotatie voorziening Personeel 4.1.2 Dotatie voorziening Spaarverlof
Werkelijk 2014
Begroot 2014
522.000
100.000
5.000-
4.1.2 Dotatie voorziening Jubilea
35.000
4.1.2 Dotatie voorziening Duurz. Inzetb. (LBP) 4.1.2 Dotatie voorziening Reorganisatie Totaal
112.000
0
1.000.000
1.000.000
1.664.000
1.113.000
4.1.2 Dotatie voorziening Personeel De dotatie wachtgeldverplichting neemt toe door een toename van hogere en meer uitkeringsverplichtingen. 4.1.2 Dotatie voorziening Jubilea Er wordt gedoteerd voor de jubilea van alle personeelsleden in de komende 20 jaar. Vanaf 2012 is het rentepercentage voor de berekening van de contante waarde van deze verplichting gebaseerd op het rentepercentage voor de waardeoverdracht van de pensioenen. De stijging wordt mede veroorzaakt door de toename van de AOW-leeftijd.
72
0 13.000
4.1.2 Dotatie voorziening duurzame inzetbaarheid (LBP) Met de nieuwe cao is het leeftijdsfase bewust personeelsbeleid ingevoerd. Hieronder valt duurzame inzetbaarheid (waaronder werktijdvermindering senioren). De nieuwe cao-afspraken bieden in een beperkt aantal gevallen de mogelijkheid om een spaartegoed op te bouwen dat eerst later tot opname van (doorbetaald) verlof dan wel tot verzilvering (uitbetaling) zal leiden. Hiervoor is in 2014 een voorziening ingericht. 4.1.2 Dotatie voorziening reorganisatie In de begroting 2014 is een dotatie opgenomen voor de nieuw gevormde reorganisatievoorziening. Deze kosten betreffen te verwachten uitkeringsverplichtingen (circa 75%) en te verwachten materiële kosten (circa 25%) volgend vanuit het sociaal plan. 4.1.2 Personeel niet in loondienst De loonkosten van extern ingeleend personeel bedragen in 2014 € 284.000. De loonkosten hebben voornamelijk betrekking op ingeleend onderwijspersoneel (OP). 4.1.2 Overige personele lasten Hieronder vallen onder andere de kosten voor de samenwerking in Pompeblêd, arbokosten, reiskosten woon-werkverkeer onbelast, dienstreizen en catering personeel. De overige loonkosten vielen in 2013 lager uit dan begroot door een onverwachte teruggave van de belastingdienst met betrekking tot de basispremie WAO/WIA. 4.1.2 Scholing De uitgaven voor professionele ontwikkeling zijn in 2014 ten opzichte van 2013 min of meer gelijk gebleven. 4.1.3 Uitkeringen Dit betreft uitkeringen voor ziekte ten gevolge van zwangerschap en WAO uitkeringen. Deze post laat zich moeilijk begroten, waardoor de begroting afwijkt van de realisatie. De ontvangen uitkeringen zijn iets lager ten opzichte van 2013. 4.2 Afschrijvingen Overzicht afschrijvingen 2014 Werkelijk 2014 4.2.2 Afschrijvingen
Begroot 2014
Werkelijk 2013
795.000
944.000
4.2.2 Waardevermindering
197.000
-
752.000 261.000
Totaal
992.000
944.000
1.013.000
4.2.2 Afschrijvingen De afschrijvingen zijn lager dan begroot omdat de investeringen deels niet hebben plaatsgevonden of later in het jaar zijn uitgevoerd. 4.2.2 Waardevermindering In 2014 is een waardevermindering ad € 197.000 verantwoord met betrekking tot een afwaardering van de noodlokalen bij onze locatie Buitenbaan. Hiermee zijn deze noodlokalen volledig afgewaardeerd.
73
In 2013 was het eerste deel hiervan afgewaardeerd samen met de waardevermindering van de onterecht geactiveerde berging van onze school voor praktijkonderwijs de Compagnie. 4.3 Huisvestingslasten Overzicht huisvestingslasten Huisvestingslasten
Werkelijk 2014
4.3.1 Huur
Werkelijk 2013
172.000
2.000
3.000
-
382.000
382.000
322.000
4.3.2 Verzekeringen 4.3.7 Dotatie voorziening onderhoud gebouwen
Begroot 2014
174.000
4.3.7 Groot onderhoud Joure
191.000
19.000
19.000
21.000
4.3.3 Klein onderhoud en exploitatie
163.000
111.000
176.000
4.3.4 Energie en water
356.000
445.000
372.000
4.3.5 Schoonmaakkosten
366.000
355.000
370.000
4.3.6 Heffingen
28.000
21.000
22.000
4.3.8 Overige
12.000
29.000
22.000
1.502.000
1.537.000
1.496.000
Totaal
4.3.2 Verzekeringen In 2013 zijn de verzekeringen gepresenteerd bij het onderdeel Administratie en beheerslasten. 4.3.7 Overzicht dotatie groot onderhoud per gebouw Werkelijk 2014
Begroot 2014
4.3.7 Voorziening groot onderhoud Fedde Schurer
Dotatie
45.000
45.000
4.3.7 Voorziening groot onderhoud Kingcollege
55.000
55.000
4.3.7 Voorziening groot onderhoud Buitenbaan
101.000
101.000
4.3.7 Voorziening groot onderhoud Grou-Akkrum
67.000
67.000
4.3.7 Voorziening groot onderhoud de Compagnie
85.000
85.000
4.3.7 Voorziening groot onderhoud Vakcollege
29.000
29.000
382.000
382.000
Totaal
4.3.3 Klein onderhoud en exploitatie De begrote kosten voor klein onderhoud en exploitatie zijn te laag begroot. De beoogde bezuiniging op deze post is niet gerealiseerd. De werkelijke kosten zijn in 2014 hoger dan begroot, maar licht gedaald ten opzichte van 2013. 4.3.4 Energiekosten De uitgaven 2014 blijven fors onder de begroting en zijn vergelijkbaar met 2013. De extra verwachte kosten zijn niet gerealiseerd vanwege een correctie op een voorschot bij één van onze locaties. 4.3.5 Schoonmaakkosten De schoonmaakkosten zijn hoger dan begroot en vallen hoger uit dan in 2013. Het betreft hier de opdrachten voor extra schoonmaak. Het reguliere contract is niet gewijzigd. 4.3.6 Heffingen De heffingen zijn in 2014 hoger t.o.v. de begroting en 2013; het gaat hier om waterschaps- en rioolheffingen.
74
4.4 Overige lasten Overzicht overige lasten Overige lasten
Werkelijk 2014
4.4.1 Administratie en beheer
Werkelijk 2013
986.000
95.000
108.000
102.000
1.110.000
1.292.000
1.314.000
4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.2 Leermiddelen en schoolboeken
Begroot 2014
952.000
4.4.4 Schoolreisjes
941.000
242.000
200.000
177.000
4.4.4 Wervingskosten PR en leerlinginformatie
65.000
62.000
59.000
4.4.4 Representatiekosten/bestuurskosten
25.000
21.000
20.000
770.000
1.181.000
677.000
3.259.000
3.850.000
3.290.000
4.4.4 Overige Totaal
4.4.1 Administratie en beheer De realisatie 2014 wijkt in positieve zin aanzienlijk af van de begroting (€34.000). Dit wordt veroorzaakt door meevallende kosten voor telecommunicatie, kantoorbenodigdheden, kopieerkosten, ICT abonnementen en vergaderkosten. Honoraria van de accountant De volgende honoraria van KPMG Accountants N.V. zijn ten laste gebracht van de onderneming, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2 BW.
Onderzoek van de jaarrekening
KPMG Accounts N.V.
Overige KPMG netwerk
Totaal KPMG
2014
2014
2014
EUR
EUR
EUR
€
20.014
€
Andere controleopdrachten
€
Advieskosten op fiscaal terrein
€
38.781
€
38.781
Andere niet-controlediensten
€ € 20.014
Onderzoek van de jaarrekening
€ €
2013
2013
2013
EUR
EUR
EUR
€
29.146
€
Andere controleopdrachten Advieskosten op fiscaal terrein
€
1.210
Andere niet-controlediensten € 29.146
€
1.210
20.014 38.781 58.795
29.146
€
-
€
1.210
€
-
€
30.356
De extra advieskosten op fiscaal terrein hebben betrekking op de verrichte werkzaamheden m.b.t. de teruggaaf btw over voorgaande jaren (pro-rata regeling). 4.4.2 Inventaris en apparatuur Ten opzichte van 2013 en de begroting 2014 dalen de kosten licht.
75
4.4.4 Schoolreisjes De kosten van schoolreizen worden via de ouderbijdrage gecompenseerd. 4.4.4 Overige De realisatie 2014 ligt bijna € 100.000 hoger ten opzichte van de realisatie 2013 voornamelijk als gevolg van éénmalige transitiekosten reorganisatie OD. Ten opzichte van de begroting zijn de kosten € 411.000 lager. Dit betreft de begrote financiële buffer die in 2014 niet gebruikt is. Financiële baten Onder de financiële baten zijn de intrestbaten opgenomen op tijdelijk overtollig liquide middelen. Deze baten zijn lager dan 2013. Dit komt omdat er in 2013 ontvangen interestvergoedingen met betrekking tot 2012 zijn opgenomen (€ 29.000). Indien dit bedrag buiten beschouwing wordt gelaten zijn de rentebaten iets hoger. Dit komt omdat de liquide middelen zijn gestegen t.o.v. 2013. Het vaststellen van de interestvergoeding voor de begroting van 2014 is te laag ingeschat. Er is bij deze inschatting wel rekening gehouden met het dalen van de rentes, maar niet met de toename van de liquide middelen. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Onderstaand rapporteren wij de bezoldigingsgegevens van alle topfunctionarissen over het jaar 2014 conform de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) die op 1 januari 2013 van kracht is geworden.
76
WNT-Model
77
Overzicht verbonden partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)
Stichting Beheer Onderwijshuisvesting Bornego College/OSG Sevenwolden Joure
Stichting Beheer Huisvesting Openbare Bibliotheek/OSG Sevenwolden Grou
Coöperatie Scholengroep Pompeblêd U.A.
Samenwerkingsverband 21.02
Overzicht verbonden partijen (beslissende zeggenschap)
Stichting Beheer VMBO-plein
Coöperatie Sport, Dienstverlening en Veiligheid U.A., Heerenveen
Bij deze stichting en coöperatie is sprake van overheersende zeggenschap en centrale leiding waardoor er een consolidatieverplichting bestaat. Volgens RJ 660-506 hoeven in de geconsolideerde jaarrekening geen gegevens te worden opgenomen van partijen van wie de gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is voor het geheel (art. 2:407 lid BW). Gekeken naar de baten, het resultaat en het balanstotaal van de verbonden partijen heeft derhalve geen consolidatie plaats gevonden. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum welke invloed kunnen hebben op de jaarrekening 2014.
78
Vastgesteld op 26 mei 2015 door het College van Bestuur:
Mevrouw drs. R. Popping (voorzitter)
Goedgekeurd op 26 mei 2015 door de Raad van Toezicht:
Mevrouw drs. E. Blaauw (voorzitter)
Mevrouw A. Annema (secretaris)
79
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming In de statuten van de stichting zijn geen bepalingen opgenomen inzake de resultaatbestemming. De Raad van Toezicht stelt met de goedkeuring van de jaarrekening tevens de voorgestelde resultaatverdeling vast. Voorstel resultaatbestemming Het resultaat van het verslagjaar (-€ 849.000) wordt verwerkt in de algemene reserve (+€ 157.000), de bestemmingsreserve spaarbapo (-€ 36.000) en de bestemmingsreserve exploitatie 2014 (-€ 970.000). Het voorstel tot de resultaatverdeling binnen het eigen vermogen is verwerkt in de cijfers. Samenwerkingsverbanden VO/BVE en overige instellingen Stichting OSG Sevenwolden heeft samenwerkingsverbanden met andere onderwijsinstellingen in de regio. In overeenstemming met het Besluit samenwerking VO/BVE wordt hierover gerapporteerd. Per peildatum volgen de volgende aantallen leerlingen per brinnummer elders onderwijs.
Brinnr. 14FW OSG Sevenwolden
Schooljaar 13-14 Aantal leerlingen 11 naar Friesland College 1 naar Alfa College
82
Schooljaar 14-15 Aantal leerlingen 13 naar Friesland College 1 naar Alfa College
Bijlage 1
Lijst met afkortingen / verklarende woordenlijst
ABP AFAS ARBO ALV BAPO BB BEVO BTW BVE CAO CE CJG CM CMT CO CPS CvB DUO EM ESF FS FTE GA GMR GPL GT HAVO HBO HGS HR(M) H&A IBC ICE ICT ITC JO KC KPI LB, LC, LD LBP LGF LIO LLN. LOB LOOT LWOO Magister MaS MBO MD MLN MR
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Softwareleverancier Arbeidsomstandigheden Algemene ledenvergadering Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen Locatie Buitenbaan Beeldende vorming Belasting over de Toegevoegde Waarde Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Collectieve arbeidsovereenkomst Centraal examen Centrum voor Jeugd en Gezin Cultuur en Maatschappij Centraal Managementteam Locatie de Compagnie Landelijke adviesorganisatie voor het onderwijs College van Bestuur Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen: IB-groep) Economie en Maatschappij Europees Sociaal Fonds Locatie Fedde Schurer Fulltime-equivalent Locatie Grou-Akkrum Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Gemiddelde personeelslast Vmbo gemengd theoretische leerweg Hoger Algemeen Vormend Onderwijs Hoger beroepsonderwijs Handelingsgericht werken Human resource (management) Handel & Administratie International Business College Aanbieder van toetsen en examens, zie ook TOA Informatie en communicatie technologie Instroom talentcentrum Locatie Joure Locatie Kingcollege Kritische Prestatie Indicatoren Salarisschalen voor leraren in het voortgezet onderwijs Levensfasebewust personeelsbeleid Leerlinggebonden financiering Leraar in opleiding Leerlingen Loopbaanoriëntatie en -begeleiding Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport Leerweg ondersteunend onderwijs Softwarepakket voor scholen Maatschappelijke stage Middelbaar beroepsonderwijs Management development Miljoen Medezeggenschapsraad
83
NASK NG NT OCW OD OE OP OOP OSG PDCA PR PrO P&C Q3 RJO RPO RTC RVC RVE RvT SBO SCORE SDV SE SLS SPP SWV TAN TIG TL TOA VAVO VC VMBO VMBO B VMBO BK VMBO GT VMBO K VMBO T VO VSV VTOI VWO WAO WIA WNT WO ZAT
Natuurkunde en scheikunde Natuur en Gezondheid Natuur en Techniek Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ondersteunende Dienst Onderwijskundige eenheid Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Openbare Scholengroep Plan Do Check Act Public Relations Praktijkonderwijs Planning & Control Q3 groep, leverancier van schoolondersteuningsprofielen aan scholen i.k.v. Passend Onderwijs Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Regionaal talentcentrum Regionale verwijzingscommissie Resultaatverantwoordelijke eenheid Raad van Toezicht Scholengemeenschap voor Beroepsvoorbereidend Onderwijs (nu: Vakcollege Sevenwolden) Digitaal oefen- en toetsprogramma Sport, Dienstverlening & Veiligheid Schoolexamen SportLifeStyle Strategisch meerjarenpersoneelsplan Samenwerkingsverband TAlentencollege Noord The Implementation Group, leverancier van business-intelligence systeem Theoretische leerweg (vmbo t) Digitaal toets- en leerlingvolgsysteem van Bureau ICE Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs Vakcollege Sevenwolden Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Vmbo basisberoepsgerichte leerweg Vmbo basis/kader Vmbo gemengd theoretische leerweg Vmbo kaderberoepsgerichte leerweg Vmbo theoretische leerweg Voortgezet onderwijs Voortijdig Schoolverlaten Vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wet op de Arbeidsongeschiktheid Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector (wet normering topinkomens) Wetenschappelijk onderwijs (universiteit) Zorg Advies Team
84