JAARVERSLAG 2014 VAN DE
STICHTING EMERITAATSVOORZIENING (SEV) VAN NEDERLANDS GEREFORMEERDE KERKEN
De Stichting “SEV” is statutair gevestigd te Rotterdam. Zij is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Rotterdam, onder nummer 411 26 110. De stichting is feitelijk gevestigd aan de Professor Leonard Fuchslaan 31 te Utrecht.
JAARVERSLAG 2014 van de Stichting Emeritaatsvoorziening (SEV) van Nederlands Gereformeerde Kerken
pagina Kerncijfers
………………………………………………….
2
Bestuursverslag
…………………………………………………
3
Jaarrekening
…………………………………………………
10
Controleverklaring
…………………………………………………
16
Utrecht, 7 september 2015
Jaarverslag 2014 Stichting Emeritaatsvoorziening
bestuursverslag
KERNCIJFERS Tenzij anders aangegeven zijn de bedragen afgerond in duizenden euro’s
2014
Aantal leden per 1 januari (volgens opgave kerken) 1
2011
2010
32.926
33.209
33.140
32.725
€ 6
€ 7
€ 7,50
€ 8
€ 8
€ 44
€ 43
€ 42
€ 41
€ 40
€ 18
€ 21
€ 22,50
€ 24
€ 24
Bijdragen kerken
249
284
299
316
322
Subsidies aan kerken
-51
-59
-66
-78
- 73
--
--
-1,4
-3
-4
4
6
6
6
26
464
471
390
382
381
Maximumbedrag aan pensioenkosten, omgerekend per lid, waarboven een kerk in aanmerking komt voor subsidie op grond van artikel 18 reglement SEV-bijdrage per lid, kerk zonder predikant
Matiging bijdrage op grond van hardheidsclausule Ontvangen intrest en opbrengst beleggingen Eigen Vermogen ultimo
2
2012
32.968
SEV-bijdrage per lid, kerk met predikant
1
2013
Zie toelichting 2.5. bij de Staat van baten en lasten.
BESTUURSVERSLAG 2014
1.
DOEL EN TAAK VAN DE SEV
1.1.
Statutair doel In artikel 2 van de op 23 december 2009 verleden statuten is het doel van de SEV omschreven: de aangesloten Nederlands Gereformeerde Kerken te ondersteunen bij het voorzien in een behoorlijk levensonderhoud: a. van de predikanten, indien en voor zover deze door arbeidsongeschiktheid of ouderdom niet meer in staat zijn 2 ambtelijk werk te verrichten; b. en na hun overlijden van de nabestaanden van de predikanten. De stichting tracht haar doel te bereiken door (artikel 3 statuten): a. het aangaan van overeenkomsten tot verzekering van het (inkomens)risico bij arbeidsongeschiktheid ten behoeve van de predikanten van de aangesloten kerken, die in geval van arbeidsongeschiktheid, door de verzekeraar van een uitkering worden voorzien; b. de verevening tussen de aangesloten kerken van premielasten in verband met pensioenen van de predikanten; c. zorg te dragen voor een zorgvuldige afwikkeling van de oude bedeling, die is ontstaan doordat de Stichting de regeling voor de emeritaatsvoorziening per 1 april 2009 heeft overgedragen aan Pensioenfonds Zorg en Welzijn te Utrecht; d. het beheer van het vermogen van de Stichting; e. het aanwenden van alle andere middelen, die tot het bereiken van het in het voorgaande artikel omschreven doel zouden kunnen bijdragen.
1.2.
Reglement Stichting Emeritaatsvoorziening Artikel 14 van de statuten bepaalt het volgende: 1. Het bestuur stelt bij reglement de criteria vast om de hoogte te bepalen van de in artikel 4 sub b bedoelde bijdragen van de aangesloten kerken. 2. Het bestuur stelt bij reglement de criteria vast voor de in artikel 3 sub b bedoelde verevening. 3. Bij reglement informeert het bestuur de aangesloten kerken en hun predikanten over de voorwaarden van de arbeidsongeschiktheidsverzekering, voor zover relevant. Met inachtneming van dit artikel heeft het bestuur, gehoord de kerken, het statutaire doel en de middelen om dat doel te bereiken uitgewerkt in een “Reglement Stichting Emeritaatsvoorziening”. Dit reglement is in werking getreden per 1 januari 2010.
2
Waar in dit jaarverslag, in relatie tot de predikant, sprake is van “hij” resp. “zijn”, kan daarvoor in de plaats ook worden gelezen “zij” resp. “haar”.
3
2.
VERGADERINGEN MET DE KERKEN
2.1.
Voorjaarsvergadering De voorjaarsvergadering van het bestuur met de aangesloten kerken vond plaats op 16 juni 2014 in de Jeruzalemkerk te Utrecht. Tijdens de voorjaarsvergadering lieten 7 van de 87 per 1 januari 2014 bij de stichting aangesloten kerken zich door een of meer afgevaardigden vertegenwoordigen en 14 kerken stuurden een bericht van verhindering, al dan niet vergezeld van een bevestigende reactie op de toegezonden stukken. In deze vergadering hebben de kerken o.a. ingestemd met het Jaarverslag 2013 van de SEV.
2.2.
Najaarsvergadering Na de overdracht van de pensioenaanspraken van de predikanten, in 2009, restte voor de SEV nog maar een zeer beperkte doel- resp. taakstelling (zie hiervoor 1.1.). Daarmee liep ook de belangstelling voor het bijwonen van de vergaderingen van het bestuur met de kerken, gestaag terug. Dat leidde, gehoord de aangesloten kerken, op 13 april 2011 tot het bestuursbesluit om, als de agenda voor de najaarsvergadering het daadwerkelijk bijeenroepen van de kerken niet zou rechtvaardigen, de kerken het voorstel te doen om telefonisch te vergaderen. Daarbij bepaalde het bestuur tevens dat de in zijn besluit beschreven handelwijze niet zou gelden (en niet zou kunnen gelden) voor de voorjaarsvergaderingen. In die vergaderingen wordt immers, aan de hand van het jaarverslag, verantwoording afgelegd over het voorafgaande verslagjaar. Uiteraard liet het besluit de mogelijkheid onverlet dat kerken, overeenkomstig artikel 13 tweede lid van de statuten, het bestuur om het uitschrijven van een najaarsvergadering zouden verzoeken. In het najaar van 2013 is aan genoemd bestuursbesluit toepassing gegeven. Het verslag is in de voorjaarsvergadering 2014 ter vaststelling aan de kerken voorgelegd. In het najaar van 2014 zijn de kerken opgeroepen voor een vergadering van bestuur en aangesloten kerken, te houden op 15 december 2014. Op de agenda stond het horen van de kerken over een voorgenomen besluit van het bestuur om de taken van de SEV over te dragen aan de Nederlands Gereformeerde Instelling Arbeidszaken (hierna te noemen: NGA) en de SEV te liquideren. Op dat moment vond nog onderzoek plaats naar het antwoord op de vraag of sprake zou kunnen zijn van een fusie tussen NGA en SEV. Tijdens de vergadering lieten 6 van de aangesloten kerken zich door afgevaardigden vertegenwoordigen. Van de resterende kerken stuurden 34 een bericht van verhindering. Dat bericht ging in de meeste gevallen vergezeld van instemming met het bestuurlijke voornemen en dank voor het vele werk dat de achtereenvolgende bestuurders in het belang van de emeritaatsvoorziening hebben verricht. Tijdens de vergadering stemden ook de afgevaardigden van de zes vertegenwoordigde kerken in met het voorgenomen besluit. Een historisch belangrijk moment omdat daarmee het einde werd ingeluid van bijna 45 jaar emeritaatsvoorziening voor en door kerken. Bij het horen van de kerken heeft het bestuur ook zijn gedachten over de bestemming van het batig saldo van de SEV met de kerken gedeeld. Tot slot werd het verslag van de voorjaarsvergadering van 16 juni 2014 ongewijzigd vastgesteld. Van de najaarsvergadering 2014, inclusief het horen van de kerken, is een verslag gemaakt.
4
2.3.
Betrokkenheid kerken Sinds de statutenwijziging en de wijziging van het SEV-reglement per 1 januari 2010 was het werk van de SEV van aanzienlijk beperkter omvang en inhoud dan voordien het geval was. De beperkte belangstelling voor de vergaderingen met de kerken was daarvan een gevolg. Dat neemt niet weg dat het bestuur zijn taak altijd heeft uitgeoefend vanuit het besef dat het werk van de SEV alleen voortgang heeft kunnen vinden doordat het werd gedragen door bestuur en kerken samen. Bij alle overwegingen en besluiten wist het bestuur zich gedragen door de steun en het gebed van de kerken. Zonder dat kon en wilde het bestuur zijn werk niet doen. Bij het einde van het verslagjaar stond de SEV op de drempel van een bijzondere periode. Er was immers besloten om de resterende taken van de SEV over te dragen aan de NGA en vervolgens de SEV te liquideren (dan wel over te gaan tot fusie met de NGA waarna de SEV zou ophouden te bestaan). Het bestuur beveelt de SEV in deze bijzondere periode (en de NGA ook voor de toekomst) in het gebed van de kerken aan.
2.4.
Jaarstukken In de voorjaarsvergadering werd het jaarverslag 2013 ongewijzigd goedgekeurd.
2.5.
Begroting en bijdrage 2015 Van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 gold een tijdelijke regeling tot verevening van de predikantspensioenlasten tussen de kerken. Met het oog daarop zijn de kerken in de jaren 2010 tot en met 2013 telkens tijdens de najaarsvergadering gehoord over vaststelling van de begroting voor het volgende kalenderjaar, met inachtneming van de parameters voor de bijdrageverdeling (conform artikel 16 van het SEV-reglement). Na de najaarsvergadering 2013 had het bestuur, gehoord de kerken, de aan de SEV verschuldigde bijdrage voor 2014 bepaald op € 6 per lid voor een kerk met een predikant. De bijdrage voor een kerk zonder predikant is gesteld op € 18. De door een kerk te dragen totale kosten in verband met de pensioenvoorziening van de predikant werden gemaximeerd op € 44 per lid. Gegeven het feit dat de tijdelijke verevening per 1 januari 2015 afliep en niet is verlengd, was het horen van de kerken over de parameters voor de bijdrageverdeling niet meer aan de orde. Voor het jaar 2015 zijn de reguliere activiteiten van de SEV beëindigd. Er is daarom geen begroting ingediend. Het bestuur van de SEV zal het financiële beheer verantwoorden in het afsluitende verslag over 2015. De Landelijke Vergadering van Nederlands Gereformeerde Kerken heeft inmiddels de NGA gemachtigd een fusie aan te gaan met de SEV.
2.6.
Aantal aangesloten kerken Per 1 januari 2014 waren 87 Nederlands Gereformeerde Kerken aangesloten bij de SEV.
2.7.
Bestuurssamenstelling In de najaarsvergadering van 2013 was br W.H. Martens regulier aftredend als bestuurslid. Volgens de interne afspraken over de maximale zittingstermijn was br Martens herbenoembaar. Conform de afgesproken gedragslijn heeft het bestuur zich nadrukkelijk rekenschap gegeven van het antwoord op de vraag of de vacature moest worden vervuld. Het heeft daarbij overwogen dat in beginsel in 2015 een einde zou komen aan de rol van de SEV als het gaat om de verevening van de lasten van de predikantspensioenen, tussen de kerken. De taken van de SEV en haar plaats binnen de kerken zouden daarom op korte termijn opnieuw onderwerp worden van onderzoek en bespreking in het bestuur en tussen bestuur en kerken. Het bestuur was de overtuiging toegedaan dat in dat traject de ervaring van br Martens niet kon worden gemist. Om die reden heeft het br Martens gevraagd of hij beschikbaar zou zijn voor herbenoeming. Br Martens had de vrijmoedigheid om dat verzoek in positieve zin te beantwoorden. Dankbaar dat hij zich bereid en in staat verklaarde om de SEV ook de komende tijd nog te dienen, heeft het bestuur hem opnieuw benoemd, nadat de afgevaardigden daar tijdens de voorjaarsvergadering van 2014 unaniem hun steun aan hadden betuigd. Het bestuur bestaat uit zes leden. Statutair gezien dient het bestuur uit minimaal vijf leden te bestaan. 5
3.
BESTUURLIJKE ACTIVITEITEN EN AANDACHTSPUNTEN
3.1.
Bestuursvergaderingen Het bestuur vergaderde in het verslagjaar drie keer, waarvan één keer na afloop van de vergadering met de kerken, op 15 december 2014.
3.2.
Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PfZW)
3.2.1.
Controle van de door de kerken ingevoerde gegevens De pensioenregeling wordt uitgevoerd door PfZW. Vanzelfsprekend controleert PfZW aan de hand van de bij de werkgever opgevraagde loonadministratie periodiek de juistheid van de opgaven die door de aangesloten instanties worden gedaan. In de relatie kerk-predikant is er echter geen loonadministratie: predikanten zijn geen werknemer. In verband met haar resterende taak had de SEV nog jaarlijks het pensioengevend traktement en de parttimefactor van de predikanten vast te stellen. Die procedure is voor PFZW met voldoende waarborgen omgeven om de aldus door de SEV vastgestelde bedragen te gebruiken als ijkpunt voor de controle. Sinds 1 januari 2010 moeten de kerken zelf opgave doen van de pensioengrondslag, de parttimefactor en de overige gegevens ten behoeve van de pensioenvoorziening van hun predikant. Controle van de gegevens over de jaren 2010 en 2011 bracht relatief veel verschillen aan het licht tussen de door de kerken ingevoerde gegevens enerzijds en de door SEV vastgestelde grondslagen anderzijds. Dat de predikant de juiste, bij zijn traktement behorende, pensioenaanspraken opbouwt, hoort bij de verantwoordelijkheid die krachtens het AKS op de kerk rust. Fouten bij de opgave aan PfZW raken de predikant rechtstreeks (en soms ingrijpend) in zijn pensioenopbouw. Nog los van het belang dat PfZW er bij heeft dat de in de administratie opgenomen grondslagen voor de opbouw van pensioenaanspraken - en daarmee de verplichtingen van het fonds - correct zijn vastgesteld. Op een verzoek van PfZW om de opgaven door de SEV (namens de kerken) te laten verzorgen, kon het bestuur niet anders dan afwijzend reageren. Inwilliging van dat verzoek paste in zijn visie namelijk niet bij de verdeling van verantwoordelijkheden zoals die sinds 2009 is geregeld. Die verdeling houdt in dat de kerk verantwoordelijk is en de SEV een ondersteunende functie heeft. Wel heeft de SEV de kerken gevraagd haar te machtigen om de ingevoerde gegevens in de Onlinedesk van PfZW te raadplegen en te controleren. In de overtuiging van het bestuur past deze constructie wél binnen de eerder geschetste verantwoordelijkheidsverdeling. Dat de SEV alleen raadpleegt en signaleert, en nadrukkelijk niet fungeert als administratiekantoor, tussenpersoon of contactadres, is een constructie die binnen PfZW geregeld aanleiding geeft tot spraakverwarring. Ultimo 2013 hadden ruim 60 kerken de SEV gemachtigd tot het raadplegen van de gegevens in Onlinedesk. In november 2014, bij de oprichting van de NGA, heeft de Landelijke Vergadering de overige kerken opgeroepen om alsnog een machtiging af te geven. Bij het einde van het verslagjaar was nog niet van iedere kerk een machtiging ontvangen.
3.2.2.
6
Premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid In het vorige jaarverslag werd ingegaan op het premievrij maken van de pensioenopbouw van enkele predikanten die in 2013 langer dan een jaar arbeidsongeschikt waren. Bij het einde van het verslagjaar was dit, voor zover de gegevens van het bestuur strekken, correct geregeld voor alle betrokken predikanten, op één na. Premievrij maken na twee jaar arbeidsongeschiktheid is gebruikelijk maar volgens afspraak bij de overdracht aan PfZW wordt de pensioenopbouw van de Nederlands Gereformeerde predikanten al na een jaar arbeidsongeschiktheid premievrij wordt gemaakt. Een uitkeringsbrief van de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar is daarvoor de basis.
3.3.
De collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering Het contract met ASR ten behoeve van de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering van de predikanten, liep per 1 januari 2015 af. In 2014 speelden zich dus voorbereiding en beslissing rond een nieuwe arbeidsongeschiktheidsverzekering af. Bij de voorbereiding van de keuze voor de verzekeraar per 1 januari 2015 had het bestuur drie aanbiedingen ter beschikking, waaronder één van de huidige verzekeraar. Twee van de drie, waaronder die van ASR, voldeden technisch gezien aan de gestelde eisen. Duidelijk was wel dat bij de uiteindelijke keuze de ervaringen en verwachtingen ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening een grote rol zouden spelen. Dat heeft geleid tot de keuze voor Aegon. Opmerkelijk is overigens dat geen van de verzekeraars de mogelijkheid bood om een polis voor vijf jaar af te sluiten, zoals tot nu toe wel het geval was. Een contractsperiode van drie jaar was het maximum. De dienstverlening van de verzekeraar rond verzuimbegeleiding en re-integratie was de afgelopen periode een punt van grote zorg voor de SEV. Die zorg hoorden we geregeld ook terug van kerken en predikanten. Afspraken en verbetertrajecten leverden te weinig op. Tegelijk was de verwachting dat bij welke verzekeraar dan ook de activiteiten op dit punt zouden achterblijven bij dat wat kerken en predikanten in de beleving van de SEV nodig hebben. Om die reden is besloten om verzuim- en re-integratiebegeleiding apart in te huren en daartoe een overeenkomst te sluiten met Regiopoortwachters.nl. In verband met het besluit om de taken van de SEV over te dragen aan de NGA (zie 3.4.) is de keuze voorbereid in nauw overleg tussen die beide gremia. Bij het aangaan van het nieuwe contract moest in ieder geval rekening worden gehouden met de eisen die PfZW stelde in het kader van de gesprekken en de correspondentie over het premievrij maken van de pensioenopbouw van arbeidsongeschikte predikanten. In de visie van PfZW diende onder de per 1 januari 2015 te sluiten nieuwe arbeidsongeschiktheidsverzekering aan het premievrij maken van de pensioenopbouw een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling volgens de voorwaarden van de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) ten grondslag te liggen. In deze discussie speelt het feit dat de SEV beroepsarbeidsongeschiktheid had verzekerd, een centrale rol. Volgens dat criterium wordt uitgekeerd bij een bepaalde mate van arbeidsongeschiktheid voor het eigen beroep (in dit geval het predikantschap) en wordt niet gekeken naar mogelijk te benutten (rest)capaciteit in een ander beroep. De WIA gaat echter uit van het criterium ‘gangbare arbeid’, dat wil zeggen de arbeid die men nog kan verrichten, ongeacht het beroep voor intreden van arbeidsongeschiktheid en de opgedane werkervaring. Bovendien plaatste PfZW kanttekeningen bij het gegeven dat een wachttijd van een jaar is overeen gekomen, terwijl de WIA een wachttijd van twee jaar hanteert. Het contract van PfZW met de aangesloten kerken zal volgens de SEV niet worden opengebroken tot het einde van de tienjarige contractstermijn. De overeenkomst met Regiopoortwachters.nl biedt de mogelijkheid van een beoordeling van de arbeidsongeschiktheid op een met PfZW af te spreken criterium. De wachttijd voor de uitkering blijft bij Aegon één jaar. Het criterium is beroepsarbeidsongeschiktheid. De onderhandelingen over de nieuwe arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn gevoerd in correcte samenwerking tussen SEV en NGA.
3.4.
De SEV en de toekomst
3.4.1.
Van volledige solidariteit rond predikantspensioenenlasten naar de realiteit van vandaag In het tijdperk voor 2010 hadden de door de kerken te dragen predikantspensioenlasten, anders dan in de maatschappelijke werkelijkheid om ons heen, geen relatie met de hoogte van de pensioengrondslag. Kerken met en zonder predikant betaalden een gelijke bijdrage per lid. In de Nederlands Gereformeerde Kerken fungeerden aldus twee systemen van financiële solidariteit tussen de kerken. Enerzijds via de Commissie Steunbehoevende Kerken (CSK), op basis van een oordeel over de totale financiële situatie van de steunvragende kerk én anderzijds via de SEV in de vorm van een herverdeling van de pensioenlasten op basis van het ledental, geheel los van de financiële situatie. Beide systemen functioneerden los van elkaar en dat werd in toenemende mate als onlogisch en onwenselijk beleefd. Pensioenkosten worden in de maatschappelijke omgeving allerwegen gezien als arbeidskosten. In de visie van het bestuur en een aantal kerken zouden ook kerken in de toekomst ieder de pensioenlasten van de eigen predikant moeten gaan dragen. 7
3.4.2.
Tijdelijke verevening van de predikantspensioenlasten en dan? Per 1 januari 2010 is in het SEV-reglement voorzien in een bijdrageheffing en verevening van (predikants)pensioenlasten tussen de aangesloten kerken, waarbij de door een kerk te dragen predikantspensioenlasten aan een maximum zijn gebonden en waarbij ook vacante kerken nog meebetalen aan de pensioenvoorziening van de predikanten. Uitgangspunt is altijd geweest dat deze regeling zou fungeren als een brug tussen beide tijdperken - en aldus een tijdelijk karakter zou hebben (5 jaar). Het bestuur van de SEV heeft dan ook bewerkstelligd dat aan de kerken, in Landelijke Vergadering bijeen, is verzocht om een onderzoek te doen naar een nieuwe invulling van deze vorm van solidariteit tussen kerken (namelijk op het punt van de predikantspensioenlasten). Dit systeem zou na ommekomst van de huidige overgangstermijn een goed alternatief moeten bieden voor de tijdelijke vereveningsregeling. De Landelijke Vergadering heeft een Commissie financiële solidariteit ingesteld, met de opdracht om noodzaak en mogelijke vormgeving van een dergelijk alternatief te onderzoeken. Op advies van die commissie heeft de Landelijke Vergadering besloten dat de bestaande afspraken en voorzieningen voldoende zijn om te voorzien in het wegvallen van de specifieke vereveningsregeling voor predikantspensioenlasten.
3.4.3.
Bezinning: wat betekent dit voor de SEV Aldus eindigde per 1 januari 2015 de overgangsperiode waarin de SEV nog een rol had in de verevening van de predikantspensioenlasten tussen de kerken. Daarmee resteerde nog een zeer beperkte taak voor de SEV: de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de predikanten en de controle van pensioengrondslagen voor PfZW. In de visie van het bestuur was dat te beperkt om de SEV als aparte stichting in het leven te houden. In afwachting van de besluitvorming van de Landelijke Vergadering was het bestuur daarom al in 2013 gestart met een bezinning op de toekomst van de SEV als zelfstandige stichting. Het bestuur heeft bij die bezinning ook het gegeven betrokken dat de SEV nu, als civielrechtelijke rechtspersoon binnen de invloedssfeer van de kerken, een directe lijn met de aangesloten kerken heeft. Voor het bestuur was het echter de vraag wat in de toekomst de meerwaarde zou zijn van een zelfstandige stichting SEV binnen de invloedssfeer van de kerken, ten opzichte van directe onderbrenging onder de kerkelijke ‘paraplu’. Het onderzoek naar wenselijkheden en mogelijkheden, rekening houdend met de kerk- en civielrechtelijke grenzen, is in 2014 voortgezet. De conclusie was dat de taken van de SEV het beste konden worden ondergebracht bij de Commissie Arbeidszaken (CAZ). Aldus zouden de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van het predikantschap in één hand komen. Voor het contracteren met een arbeidsongeschiktheidsverzekeraar diende deze commissie wel over rechtspersoonlijkheid te beschikken.
3.4.4.
Van SEV naar NGA: het einde van een tijdperk Aldus hebben de kerken, in Landelijke Vergadering bijeen te Zeewolde, op 22 november 2014 ingestemd met een voorstel dat samengevat voorzag (voor zover in dit verband relevant): 1. oprichting van de (rechtspersoonlijkheid bezittende) Kerkelijke Instelling ‘Nederlands Gereformeerde Instelling Arbeidszaken’ (afgekort: NGA); 2. onderbrenging van de taken van de CAZ in de NGA; 3. het verzoek aan de SEV om haar taken aan de NGA over te dragen, samen met de financiële middelen die de SEV voor haar werkzaamheden ter beschikking heeft. Het SEV-bestuur heeft vervolgens besloten de resterende taken van de SEV (zoals gezegd de collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de predikanten en de controle van pensioengrondslagen voor PfZW) bij de NGA onder te brengen. Om de SEV naar behoren te kunnen afhechten, heeft het de voorkeur dat tussen NGA en SEV een juridisch fusie plaatsvindt, waarna de SEV zal ophouden te bestaan. De hier genoemde besluiten zijn genomen in overleg met c.q. na het horen van de aangesloten kerken (zie § 2.2.). Waar nodig heeft ook overleg plaatsgevonden met het moderamen van de Landelijke Vergadering Zeewolde 2013/2014. De Landelijke Vergadering zelf heeft op 28 maart 2015 het bestuur van de NGA gemachtigd de fusie aan te gaan.
3.5. 8
Wijziging reglement In het verslagjaar heeft geen wijziging van het reglement plaatsgevonden.
4.
FINANCIËN
4.1.
Bijdrageverevening 2014 Met de inwerkingtreding van het nieuwe SEV-reglement per 1 januari 2010 is de voorheen gebruikelijke bijdrage per lid afgeschaft. In de plaats daarvan geldt het systeem van bijdrageheffing en verevening van pensioenkosten dat is omschreven in afdeling III (artikel 15 tot en met 20) van dat reglement. In 2.5. van de toelichting bij de Jaarrekening wordt de bijdragesystematiek nader uitgewerkt.
4.2.
Vergelijking met de begroting (bedragen in duizenden euro’s)
Toevoegingen . bijdragen kerken . legaten . ontvangen intrest . winstdeling herverzekering Onttrekkingen . premie ASR . verstrekte subsidies kerken . hardheidsclausule . algemene kosten Resultaat
werkelijk 2014
begroting 2014
249,3 -3,8 -253,1
262,4 -4,5 -266,9
189,2 50,6 -19,8 259,6
193,1 53,5 -24,3 270,9
-6,5
-4,0
Afgezet tegen de begroting waren de werkelijke onttrekkingen per saldo € 11.300 (afgerond) lager en de toevoegingen € 13,800 (afgerond) lager. Aan die verschillen liggen de volgende factoren ten grondslag: • De bijdragen van de kerken vielen lager uit dan begroot. Daartegenover vielen ook de subsidies aan de kerken lager uit. Dat heeft te maken met het gegeven dat bijdragen en subsidies zeer gevoelig zijn voor de invloed van mutaties in het predikantenbestand lopende het jaar. Met name de mobiliteit van zittende predikanten is niet voorspelbaar. • De aan ASR Schadeverzekeringen verschuldigde premie in verband met de arbeidsongeschiktheidsverzekering van de predikanten was lager dan begroot. Dit heeft voornamelijk te maken met arbeidsongeschiktheid en ontslag, deels gecompenseerd door enkele nieuwe toetredingen en andere mutaties. • Ook de algemene kosten waren veel lager dan begroot. Binnen de algemene kosten komt deze afwijking voornamelijk voor rekening van lagere accountants- en salariskosten alsmede lagere verzekeringspremies. Per saldo vielen de algemene kosten in totaal € 4.500 (afgerond) lager uit dan begroot.
9
Het verslagjaar werd afgesloten met een negatief resultaat van € 6.520,85. In de begroting 2014 was al gerekend met een verlies van € 4.000. Dat was een gevolg van de keuze om de bijdrage per lid voor 2014 lager vast te stellen (€ 6 resp. € 18) 3 dan voor 2013 het geval was (€ 7 resp. € 21). In de toelichting bij de begroting stelde het bestuur het verantwoord te achten om voor 2014 met een klein verlies te rekenen. Immers, al enkele jaren zijn positieve resultaten geschreven en bovendien is het eigen vermogen van de SEV ruimschoots hoger dan de norm die het bestuur had vastgesteld met het oog op per 1 januari 2010 beperkte taakstelling. Dat het verlies groter uitvalt dan begroot, doet daar niets aan af.
Utrecht, 7 september 2015,
drs B.P. Vreugdenhil, voorzitter
drs J.G. van Dalen, secretaris
S. Klaver, penningmeester
3
Voor een toelichting op het onderscheid: zie par. 2.5. van dit bestuursverslag en toelichting 2.5. bij de Staat van baten en lasten
10
Jaarverslag 2014 Stichting Emeritaatsvoorziening
jaarrekening
JAARREKENING
BALANS PER 31 DECEMBER 2014 Per 31 december
toelichting
2014 EUR
2013 EUR
2.1. 2.2.
21.805 453.817 475.622
22.225 453.126 475.351
2.3. 2.4.
464.161 11.461 475.622
470.683 4.668 475.351
ACTIVA
Vorderingen Liquide middelen Totaal activa PASSIVA Eigen vermogen Schulden Totaal passiva
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2014
INKOMSTEN Bijdragen kerken Ontvangen intrest Legaten Winstdeling herverzekering
toelichting
2014 EUR
2013 EUR
2.5. 2.6. 2.7. 2.8.
249.326 3.781 0 0
283.924 5.867 50.000 7.588
253.107
347.379
189.187 50.642 19.800
185.761 58.670 22.849
259.629
267.280
-6.522
80.099
TOTAAL INKOMSTEN UITGAVEN Premie ASR Schade, arbeidsongeschiktheidsverz. Verstrekte subsidies kerken Algemene kosten TOTAAL UITGAVEN Resultaat
. 2.5. 2.10.
11
TOELICHTING
1.
Waarderingsgrondslagen
Algemeen: De Stichting Emeritaatsvoorziening heeft op grond van artikel 2 van de statuten ten doel: a. de aangesloten Nederlands Gereformeerde Kerken te ondersteunen bij het voorzien in een behoorlijk levensonderhoud: van de predikanten, indien en voor zover deze door arbeidsongeschiktheid of ouderdom niet meer in staat zijn ambtelijk werk te verrichten b. en na hun overlijden van de nabestaanden van de predikanten. De jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van RjK C1 “Kleine organisaties zonder winststreven”. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
2.
Specifieke toelichtingen
2.1.
Vorderingen
Vorderingen op kerken Te ontvangen rente bank/internetspaarrekeningen Te ontvangen rente bijdragen ASR Leven ASR Schade premie arbeidsongeschiktheidsverz. Overige vorderingen Totaal
2.2.
Ultimo 2013 EUR 2.217 2.092 71 8.944 8.759 142 22.225
Ultimo 2014 EUR 21.035 203.403 216.495 12.884 453.817
Ultimo 2013 EUR 58.123 182.034 200.000 12.969 453.126
Liquide middelen
ABN AMRO ABN AMRO Private Banking spaarrekening ABN AMRO Internet Vermogens Spaarrekening ING Totaal
12
Ultimo 2014 EUR 10.427 3.778 -7.600 --21.805
2.3.
Ontwikkeling van het eigen vermogen
Eigen vermogen primo boekjaar Resultaat boekjaar Eigen vermogen ultimo boekjaar
2014 EUR 470.683 -6.522 464.161
2013 EUR 390.584 80.099 470.683
De Landelijke Vergadering heeft in het oprichtingsbesluit van de NGA aan het bestuur van de SEV verzocht € 350.000 over te dragen aan de NGA. Van dit bedrag is door de NGA € 50.000 te bestemmen voor de verzuimbegeleiding en re-integratie van zieke predikanten. Inmiddels heeft de SEV de overdracht naar de NGA in gang gezet. Het bestuur van de SEV heeft zich beraden over de bestemming van het resterende financiële saldo. Het bestuur heeft volgens artikel 18 lid 2 van de statuten te bepalen welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de stichting zal worden gegeven, met dien verstande, dat het saldo moet worden bestemd voor een doel, dat het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt. Door de ontbinding van de stichting uit te voeren als een fusie met de NGA kan uitvoering worden gegeven aan de volgende twee besluiten van het SEV-bestuur over de bestemming van het saldo: 1. Het SEV-bestuur heeft besloten een deel van het saldo te bestemmen voor het oplossen van enkele knelpunten rond de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. De uitvoering van de gekozen oplossing en de bijbehorende financiële voorziening kan door de NGA worden overgenomen. De knelpunten betreffen het gat tussen op 65 jaar eindigende uitkeringen en de ingang van de AOW en de indexatie van gelijkblijvende uitkeringen. Het hiervoor benodigde bedrag wordt geschat op € 54.000. 2. De andere bestemming is dat het vrij beschikbare saldo in de tijd zal worden gebruikt voor matiging van de hoofdelijke omslag voor de NGA. Bij voortbestaan van de SEV zou het overeenkomstig saldo zijn benut voor matiging van de SEV-bijdrage. De Landelijke Vergadering heeft op 28 maart de NGA gemachtigd een fusie aan te gaan met de SEV en het bestuur van de NGA verzocht uitvoering te geven aan de besluiten van het bestuur van de SEV over de bestemming van het saldo. Samenvattend heeft het eigen vermogen ultimo 2014 de volgende bestemming: werkkapitaal voor NGA verzuimbegeleiding en re-integratie van zieke predikanten knelpunten arbeidsongeschiktheidsuitkeringen vrij beschikbaar eigen vermogen Eigen vermogen ultimo boekjaar
2.4.
EUR 300.000 50.000 54.000 60.161 464.161
Schulden
Accountantskosten Schulden aan kerken Sociale lasten Kantoorkosten Reis- en vergaderkosten Bankkosten Totaal
Ultimo 2014 EUR 2.420 8.355 84 297 281 24 11.461
Ultimo 2013 EUR 4.295 306 0 0 47 20 4.668
13
2.5.
Bijdragen en verstrekte subsidies kerken
Per 1 januari 2014 waren er 87 aangesloten kerken. Het aantal leden dat per 1 januari 2014 in de bijdrageverevening is betrokken, bedroeg volgens opgave van de kerken 32.968 (1 januari 2013: 32.926). Bij deze aantallen zij het volgende aangetekend. Als gevolg van de sinds 1 januari 2012 geldende bijdragesystematiek wordt bij een samenwerkingsgemeente met een NG predikant het totale ledental (dus NG en CG) betrokken in de berekening van de bijdrage. Een samenwerkingsgemeente met een CG predikant daarentegen, betaalt over het totale ledental (CG en NG) een omslag aan de CG Emeritikas. In genoemd ledental van 32.968 zijn dus ook CG leden begrepen terwijl NG leden buiten beschouwing zijn gebleven, afhankelijk van het antwoord op de vraag of aan de gemeente waarvan zij lid zijn, een CG of een NG predikant verbonden is. De bijdrage aan de SEV was voor 2014 vastgesteld op € 6 per lid per jaar voor een kerk met een predikant (2013: € 7). De bijdrage aan de SEV voor een kerk zonder predikant was gesteld op € 18 per lid per jaar (2013: € 21). Daarnaast droeg een kerk met een predikant voor diens pensioenopbouw premie af aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PfZW). De door een kerk te dragen totale kosten in verband met de pensioenvoorziening van de predikant waren voor 2014 gemaximeerd op € 44 per lid (2013: € 43). Als de genoemde kosten dat bedrag te boven gingen, ontving de kerk van de SEV een subsidie als bedoeld in artikel 18 lid 2 van het reglement. Om een eventueel recht op subsidie vast te stellen, werd het totaal bepaald van de door een kerk verschuldigde SEV-bijdrage en de door die kerk aan PfZW af te dragen pensioenpremie. Ingeval de aldus berekende totale pensioenkosten, omgerekend per lid, hoger waren dan € 44, ontving de kerk een subsidie. Die subsidie was gelijk aan het verschil tussen de voor die kerk in aanmerking te nemen pensioenkosten per lid en genoemd bedrag van € 44.
De bijdragen brachten in 2014 € 34.598 minder op dan in 2013, terwijl aan subsidies ca. € 8.028 minder werd uitgegeven. Dit is het gevolg van de lagere bijdrage per lid in 2014, terwijl de gevoeligheid voor mutaties in het predikantenbestand ook een rol heeft gespeeld.
2.6.
Ontvangen intrest
Rente bank Af: bankkosten Totaal
2014
2013
totaal EUR 3.906 125 3.781
totaal EUR 5.985 118 5.867
2.7. Legaten In 2013 heeft de SEV bij testamentaire beschikking van een zuster uit één der aangesloten kerken een legaat ontvangen ter grootte van € 50.000. Aan het legaat waren geen bijzondere voorwaarden verbonden met betrekking tot de bestemming. Vanwege het feit dat de SEV onder de ANBIgroepsbeschikking van de Nederlands Gereformeerde Kerken valt, was over het legaat geen erfbelasting verschuldigd. Op voordracht van het bestuur van de SEV bestemt de NGA het (aldus volledige) bedrag voor de financiering van de verzuimbegeleiding van de predikanten. In 2014 zijn geen legaten ontvangen.
14
2.8.
Algemene kosten
Salariskosten Sociale lasten Reis- en vergaderkosten Accountantskosten Kantoorkosten Verzekeringspremie Totaal
2014 EUR 11.880 2.136 1.721 2.420 804 839 19.800
2013 EUR 13.499 1.789 570 4.296 894 1.801 22.849
De stichting had, naast het onbezoldigde bestuur, in het boekjaar - evenals voorgaand boekjaar - één personeelslid in dienst.
Utrecht, 7 september 2015, het bestuur,
drs B.P. Vreugdenhil, voorzitter
drs J.G. van Dalen, secretaris
S. Klaver, penningmeester
H. van Rees, actuaris AG
W.H. Martens MBA
mr. dr. A.H. Pool 15
16
17