Stedelijke Werkgroep Dagindeling Bestuursdienst
HET IS TIJD!
Eindadvies
En zo doen we Dagindeling in Rotterdam
Eindadvies van de Stedelijke Werkgroep Dagindeling
HET IS TIJD! En zo doen we Dagindeling in Rotterdam
23 september 2003
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
INHOUDSOPGAVE
Pagina:
DE MISSIE
5
VOORWOORD
8
1. INLEIDING ROTTERDAM WENT AAN DAGINDELING
11
2. HET PROCES
15
3. DE PRODUCTEN
30
4. ADVIEZEN
46
DE LEDEN VAN DE STEDELIJKE WERKGROEP DAGINDELING
48
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
DE MISSIE: 'Prestaties, Prioriteiten en Producten' De Stedelijke Werkgroep Dagindeling (SWD) heeft in de periode september 2001 - september 2003 voor het gemeentebestuur van Rotterdam onderzocht wat Dagindeling in Rotterdam inhoudt. Zij heeft de knelpunten in de Dagindeling van Rotterdammers benoemd, werkvelden geconcretiseerd, de rol van de overheid en het bedrijfsleven onderzocht, publiek- private samenwerking gestimuleerd en het draagvlak voor Dagindeling vergroot. Wat is Dagindeling? Dagindeling houdt zich bezig met het faciliteren van de dagelijkse bezigheden. Het is de infrastructuur die de combinatie van wonen, werken, recreëren, zorg en welzijn mogelijk maakt. Dagindeling maakt het leven van mensen dus makkelijk en houdt de stad leefbaar door een goed en bruikbaar aanbod van diensten en voorzieningen. Dagindeling levert geld op! Voor elke euro die de gemeente, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen investeren, krijgen zij er twee terug. En het voordeel is niet alleen financieel. Bij een goede Dagindeling stijgt het aantal mensen dat volledig kan participeren in de maatschappij. Dagindeling maakt Rotterdam een goede plek om te leven. Dagindeling is een probleem, ook in Rotterdam Ruim driekwart van de Rotterdammers tussen de 17 en 75 jaar heeft vaak of wel eens knelpunten in de Dagindeling. Rotterdammers komen tijd en geld te kort: geen tijd om alles te doen, geen geld om alles te kopen. De top 10 van knelpunten in de Dagindeling van Rotterdammers 1. lange en onregelmatige werktijden 2. te weinig geld om taken uit te besteden 3. veel zorgverplichtingen voor kinderen 4. lange reistijd woon-werkverkeer 5. slechte gezondheid 6. veel zorgverplichtingen voor anderen 7. school- en werktijden sluiten onvoldoende aan 8. weinig flexibele werktijden 9. openingstijden van winkels 10. geen/onvoldoende kinderopvang
De gemeente kan dit niet alleen oplossen! Alleen in samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen kan de gemeente deze knelpunten oplossen. Door diensten en voorzieningen zo aan te bieden dat iedereen er gebruik van kan maken. Eigenlijk gaat het om de fijndistributie van deze producten. SWD kiest prioriteiten De SWD heeft in januari 2003 gekozen voor Dienstenknooppunten en Parkmanagement om de knelpunten in de Dagindeling van Rotterdammers op te lossen. Het vergroten van het draagvlak en de kennis bracht zij onder in de Onderwijsmodule Dagindeling. Deze keuzes leveren geen open eind producten, maar kant en klare oplossingen voor concrete problemen in de stad.
|5
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Prioriteit: Dienstenknooppunten en Parkmanagement Dienstenknooppunten zijn fysieke locaties met functies gericht op het soepel combineren van beroepsbezigheden, zorgtaken en vrijetijdsactiviteiten. De organisatie van een Dienstenknooppunt op een bedrijventerrein heet Parkmanagement. Dienstenknooppunten richten zich op een duurzame woon-, werk- en leefomgeving. De SWD heeft voor Dienstenknooppunten gekozen omdat hiermee de knelpunten van alle Rotterdammers verdwijnen. Prioriteit: Onderwijsmodule Met de Onderwijsmodule Dagindeling richt de SWD zich op kennisverwerving en kennisverspreiding. De SWD heeft een Onderwijsmodule Dagindeling ontwikkeld, die onder haar begeleiding is gegeven aan de Hogeschool Inholland. Dagindeling krijgt een plek in de opleiding Sociaal Werk. Verder heeft de SWD in samenwerking met de Provincie Zuid Holland en de Contractgroep Inholland een postHBO opleiding Dagindeling voor beleidsmedewerkers bij de overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen ontwikkeld. Dagindeling helpt beleidsdoelstellingen College realiseren De gemeenteraad stelde de SWD in 2001 in. Doel was Rotterdam de stad te laten zijn die haar bewoners in staat stelt wonen, werken en recreëren goed te combineren. Dit verlangen leeft ook bij het huidige gemeentebestuur. Het advies van de SWD heeft dezelfde uitgangspunten als het collegeprogramma 'Het nieuwe Elan van Rotterdam', waarin de nadruk ligt op uitvoering en resultaten. Overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen werken samen om de problemen op te lossen; de oplossingen sluiten aan bij de wensen en behoeften van Rotterdammers en de resultaten zijn meetbaar. Doel: attractieve stad Het prima kunnen combineren van werk en privé maakt Rotterdam een attractieve stad voor de tweeverdieners met kinderen. Brede scholen faciliteren deze ouders in hun Dagindeling en zorgen er bovendien voor dat kinderen overdag een zinvolle tijdsbesteding hebben. Het college wil de midden en hogere inkomens in de stad krijgen en houden. Dagindeling is hiervoor hét instrument. Doel: kruisbestuiving kennis en economie Met de Onderwijsmodule speelt Dagindeling in op het idee dat Rotterdam een kennisstad moet zijn. Parkmanagement maakt de stad aantrekkelijk als vestigingsplaats voor het bedrijfsleven, vooral het MKB. Het MKB is de motor van de stadseconomie. Nu vestigingsplaatsen steeds minder van elkaar verschillen op traditionele aspecten zoals transportkosten, belastingdruk, arbeidskosten en vestigingskosten, is het voor Rotterdam noodzakelijk om zich op andere gebieden positief te onderscheiden. Dagindeling is een sterke vestigingsfactor. Doel: sociale cohesie Het beter afstemmen van de tijden in de samenleving op het ritme van Rotterdammers, leidt tot het beter bereikbaar zijn van overheidsvoorzieningen. Dagindeling faciliteert de participatie van Rotterdammers aan de samenleving. Kortom: Dagindeling versterkt de sociale cohesie in de stad.
|6
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Verankering Dagindeling De SWD adviseert het Gemeentebestuur: 1. Breng de kennis en ervaring van het Parkmanagement onder bij het programma Ruimte voor bedrijven van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR); 2. Breng de kennis en ervaring over dienstenknooppunten onder bij de Vakgroep Economie van het OBR; 3. Breng de kennis en ervaring van de Onderwijsmodule Dagindeling onder bij de Rotterdamse School van de Rotterdamse Diensten Combinatie (RDC); 4. Houd de overige ervaring, door de SWD opgedaan, beschikbaar voor tijdige implementatie in alle voorkomende beleidsterreinen. Want Rotterdam is toe aan nieuwe afspraken! Dagindeling startte om Rotterdammers de mogelijkheid te geven een zelfstandig bestaan te verwerven, in een stad met gelijke rechten, kansen, vrijheden en sociale verantwoordelijkheden voor iedereen. Werknemers en hun werkgevers, ouderen, kinderen, werkenden met of zonder kinderen, studerenden, vrijwilligers en minder validen. Dagindeling maakt het verschil op brede scholen, bedrijventerreinen, winkelstraten, woonmilieus recreatiegebieden, transferia en kantoorlocaties. In de hele stad, voor alle Rotterdammers. Dagindeling geeft de samenleving een kans haar hele potentieel te benutten. Daarom moeten overheid, maatschappelijke instellingen, het bedrijfsleven en de burgers met elkaar afspraken maken: afspraken die passen in een moderne samenleving van geëmancipeerde mensen. In totaal zijn de geschatte kosten zo'n 54 miljoen euro en de geschatte baten ongeveer 112 miljoen euro op jaarbasis. Een rendement van ruim 100 procent!
|7
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
VOORWOORD De lezer ontvangt hierbij de eindrapportage van de Stedelijke Werkgroep Dagindeling. Een samenvatting van de resultaten van twee jaar werk ter afsluiting van ons bestaan. U vindt hierin onder meer een verantwoording van onze werkwijze en de beschrijving van een drietal concrete producten die dit opgeleverd heeft. Het is het topje van de ijsberg. Wat zich niet zo makkelijk op papier laat zetten is de invloed die ons werk heeft gehad. Dit laatste ligt verankerd in de talrijke personen en instellingen met wie wij deze twee jaar contact hebben gehad. De wederzijdse inspiratie die wij hierbij ervaren hebben, is van grote waarde gebleken en zal ook in de toekomst doorwerken. Dagindeling is een weerbarstig begrip. Uit de naam blijkt niet zonder meer op welke terreinen het betrekking heeft. Bovendien volgt bij nadere uitleg onvermijdelijk de vraag vanuit welke verantwoordelijkheid de overheid zich bezig houdt met de wijze waarop burgers hun arbeid, hun zorgtaken en hun vrijetijdsbesteding in goede harmonie willen combineren. Het antwoord hierop mag eveneens uit onze rapportage blijken. De Stedelijke Werkgroep Dagindeling is twee jaar geleden op initiatief van de toenmalige Gemeenteraad ingesteld. Hiermee erkende Rotterdam als eerste stad in het land de betekenis van dit jonge beleidsterrein. Steden onderscheiden zich van elkaar in de mate waarin zij oog hebben voor kansrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Een dynamische stad als Rotterdam haakt in op de behoeften van haar burgers. Uit het onderzoek dat wij hebben laten verrichten, blijkt dat het overgrote deel van de Rotterdammers van mening is, dat zij op zichzelf aangewezen zijn om knelpunten bij hun Dagindeling op te lossen. In de praktijk blijkt dat de uitweg vaak gezien wordt in minder werken. Terwijl er slimme oplossingen denkbaar zijn vanuit nieuwe voorzieningen, betere ideeën over ruimtelijke indeling en gewijzigde regelgeving, om maar enkele mogelijkheden te noemen. Dit zijn stuk voor stuk oplossingen die met het domein van de overheid te maken hebben. Het zijn even zoveel kansen voor de overheid om te tonen, dat zij zich de dagelijkse problemen van haar burgers aantrekt. Het biedt uitdagende mogelijkheden voor Publiek Private Samenwerking. Onze werkgroep in Rotterdam sloot mooi aan bij het landelijk regeringsbeleid dat in 1999 door Annelies Verstand was ingezet. De staatssecretaris kon hierbij rekenen op een Landelijke Stuurgroep en een Landelijk Bureau met een ruim gevulde beurs om experimenten te stimuleren. Nederland was toe aan nieuwe afspraken! Gespreid over het hele land zijn inmiddels tientallen geslaagde projecten die zichtbaar maken wat Dagindeling kan bereiken. Twee jaar is een korte tijd om vorm te geven aan een nieuwe denkrichting. Te meer omdat juist in deze periode in Rotterdam grote veranderingen hebben plaatsgevonden. Tegen de achtergrond van de huidige prioriteiten schijnt een onderwerp als Dagindeling aan belang te hebben ingeboet. Wanneer wij ons echter realiseren dat Dagindeling voortkomt uit ontwikkelingen vanuit de maatschappij zelf, dan zal de aandacht hiervoor ongetwijfeld terugkeren. Reeds nu zijn er tekenen dat het denken zich verder ontwikkelt in de richting van de combinatie van arbeid, zorg en vrije tijd gedurende de verschillende levensfasen: tot een beleid van Dagindeling naar Levensloop. De toekomst zal leren of Rotterdam ook op dit gebied een Pionier wil zijn.
|8
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Bij de instelling van de Werkgroep is gekozen voor een periode van twee jaar. Wij zijn onze afspraken nagekomen. De verantwoordelijk wethouder Nico Janssens heeft ons hiertoe de mogelijkheid geboden. Zowel in de vorige als in de huidige bestuursperiode heeft hij regelmatig en uitdrukkelijk zijn betrokkenheid laten blijken. Wij zijn hem voor deze steun bijzonder erkentelijk. Als voorzitter van de Werkgroep wil ik mijn medeleden van harte danken voor hun belangrijke inbreng. Zij vormden een bont gezelschap, vanuit verschillende deskundigheden bijeengebracht, met als bindende factor een diepgewortelde betrokkenheid bij het onderwerp. Het was een inspirerende samenwerking waarin iedereen een onmisbare bijdrage aan het eindresultaat heeft geleverd. Tot slot wil ik met nadruk de ambtelijke ondersteuning vermelden, met name Arina de Waal en Erik-Jan Wesemann. Het woord ondersteuning is een zwakke weergave van de energie waarmee zij dit project hebben gedragen en gaandeweg vorm hebben gegeven. Hulde! Frans Maks
voorzitter Stedelijke Werkgroep Dagindeling
|9
23 september 2003
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
1 INLEIDING ROTTERDAM WENT AAN DAGINDELING In september 2001 stond de Stedelijke Werkgroep Dagindeling (SWD) voor een grote taak. De gemeenteraad had immers beslist dat zij moest adviseren hoe Rotterdam bewoners en werkenden alle ruimte kan bieden om de balans tussen werk en privé naar eigen goeddunken in te vullen. De opdracht van de gemeenteraad gaf de SWD een leidraad die tegelijkertijd een grote vrijheid van handelen liet. De SWD moest knelpunten in de Dagindeling van Rotterdammers benoemen, werkvelden concretiseren, de rol van de overheid en het bedrijfsleven onderzoeken, publiek- private samenwerking (PPS) stimuleren en het draagvlak voor Dagindeling vergroten. Wat nou Dagindeling?! Dagindeling was voor velen een onbekend begrip en als beleidsterrein stond het ook landelijk nog in de kinderschoenen. De SWD moest dus onderzoeken én uitleggen wat Dagindeling in Rotterdam is en beleidsmakers in de stad overtuigen van het nut van Dagindeling als beleidsinstrument. Dit was niet eenvoudig. Dagindeling gaat om vernieuwing van maatschappelijke structuren, het overschrijdt traditionele beleidsterreinen. Daar is het gemeentelijk apparaat niet aan gewend. Oude structuren binnen de overheid staan niet altijd open voor vernieuwing. Het bedrijfsleven nam eveneens een afwachtende houding aan. Want zo lang niet duidelijk is dat een vernieuwing geld opbrengt, begint men er niet aan. Maatschappelijke (vooral zorg)instellingen zagen het belang van Dagindeling wel snel in. Ook het onderwijs had dit inzicht. Dat is dus Dagindeling! Steeds meer mensen hebben problemen om taken met elkaar te combineren. Het gaat hierbij om tweeverdieners met kinderen, maar ook om mensen met afstand tot diensten en voorzieningen. Bijvoorbeeld om mensen die arbeid en zorg combineren of om mensen die studie met zorg combineren, maar ook om ouderen of (langdurig) zieken die door verminderde mobiliteit niet zelfstandig/geen boodschappen kunnen doen. Hoe kunnen we de samenleving zo inrichten dat iedereen al zijn activiteiten goed kan combineren? Dat is de kern van Dagindeling. Ook in Rotterdam. Want eigenlijk richt Dagindeling zich vooral op structurele facilitering voor het combineren van taken in het bestaan van alledag. Gewoon doen Er gebeurt veel, maar er moet nog veel meer gebeuren. En dat gaat ook gebeuren wanneer iedereen inziet dat Rotterdam toe is aan nieuwe afspraken. Deze eindrapportage is daartoe een aanzet: "En zo doen we Dagindeling in Rotterdam"
| 11
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Leeswijzer In de volgende hoofdstukken leest u hoe de SWD haar taak heeft opgepakt en wat de resultaten zijn van haar werk. De beschrijving van het proces beslaat een omvangrijk deel van deze rapportage. Deze procesbeschrijving is belangrijk omdat we hieruit lering kunnen trekken. Hoe werken publieke en private partijen nu samen? Hoe moet het wel en hoe moet het niet? Natuurlijk leest u ook over de resultaten van de SWD. Over Parkmanagement op bedrijventerrein Hordijkerveld, over de Onderwijsmodule Dagindeling op de Hogeschool Inholland en over Dienstenknooppunten. U komt -tussen de regels door- adviezen tegen van de SWD. Achterin staan alle adviezen van de SWD nog even handig op een rijtje.
| 12
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
TAAKCOMBINEREN EEN WANKEL EVENWICHT Mijn denken over Dagindeling begon een jaar of zes geleden zowel door mijn drukke privé bestaan als door mijn onderzoek aan de universiteit. Als fulltime werkende moeder van twee jonge kinderen, met een partner met een drukke baan en regelmatige buitenlandse reizen, en ook nog vrijwilligerswerk viel het soms niet mee om werk, zorg en vrije tijd met elkaar te combineren. Zowel tijd als ruimte bleken beperkende factoren: forenzen tussen Gouda en Rotterdam, de begintijd van de school en de sluitingstijd van de buitenschoolse opvang, gecombineerd met de soms haperende dienstregeling van de trein, bestuursvergaderingen in de avond, opa en oma als achterwacht die op een uur rijden afstand wonen, enzovoorts, enzovoorts. Dagindeling is dan ook vaak een tijd-ruimte probleem, zo heb ik gemerkt. Maar natuurlijk hebben we zelf gekozen voor zo'n druk-druk-druk bestaan. Ik had ook parttime kunnen gaan werken met als consequentie in mijn beroep (wetenschapper) dat je niet aan het minimale aantal wetenschappelijke publicaties toekomt dat nodig is voor een loopbaan aan de universiteit. Gelukkig kun je als wetenschapper vaak flexibele werktijden hanteren en regelmatig thuiswerken waardoor ik op de woensdagmiddag gewoon thuis ben met mijn kinderen en ook vaak tijdens de schoolvakanties. En mijn partner krijgt compensatiedagen voor elke gewerkte weekenddag in het buitenland dus kan hij vaak extra tijd aan de kinderen besteden door de week maar ook als vrijwilliger meehelpen met bijvoorbeeld de sportdag op school of de BBQ op de naschoolse opvang. Want parttime werken als je veel op reis bent heeft weinig zin: wat hebben we eraan als hij op zijn 'vader-maandag' in China of Japan zit? Wat voor ons vaststaat is dat we niet het traditionele kostwinnermodel willen volgen. Deels omdat het de ontplooiing en financiële zelfstandigheid (denk bijvoorbeeld aan de pensioenopbouw) van degene die thuis zit belemmert, deels ook omdat wij graag aan de samenleving terug geven via ons werk en de belastingen wat deze samenleving via gesubsidieerd hoger onderwijs in ons heeft geïnvesteerd. Daarom vond ik het ook niet erg toen ik tijdens mijn promotieonderzoek heb gewerkt voor een bedrag waar we precies de kinderopvang van konden betalen … netto niks dus.
Irene van Staveren met dochter Paula
Maar ik besef heel goed dat wij geluk hebben gehad: zowel met twee gezonde kinderen en opa en oma als achterwacht, als een goed inkomen, en ten minste een flexibele baan. Maar hoe moet het als je kinderen vaak ziek zijn of anderszins extra aandacht nodig hebben? Of als je geen sociaal netwerk hebt waar je op terug kan vallen als dat nodig is? Of als je alleenstaand bent en de taken niet kunt delen met een partner? Of als je een laag inkomen hebt en je het niet kunt veroorloven om huishoudelijk werk uit te besteden? Heb je dan gewoon pech gehad en moet je het zelf maar zien op te lossen? De Stedelijke Werkgroep Dagindeling vindt van niet.
Dagindeling is een maatschappelijk probleem dat vraagt om een maatschappelijke oplossing. Dat betekent trouwens niet dat we het op het bordje van de gemeente leggen met bijbehorend subsidieverzoek. Uit een kosten-batenanalyse die ik van Dagindeling heb gemaakt voor Rotterdam bleek dat de opbrengsten van betere Dagindelingarrangementen twee maal zo hoog zijn als de kosten ervan! Deze opbrengsten vertalen zich onder andere in een daling in personeelsverloop en ziekteverzuim, een toename van de
| 13
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, minder files, een afname van het aantal bijstandsuitkeringen aan alleenstaande ouders, en de instandhouding van sociaal kapitaal in wijken, rond scholen, en op bedrijfsterreinen. Kortom, betere Dagindeling levert geld op, maar ook kwaliteit van leven, hetgeen niet in geld uit te drukken is. Maar we moeten er wel allemaal onze schouders onder zetten, in publiek-private samenwerking. Irene van Staveren
| 14
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
2 HET PROCES DAGINDELING: DE DAGBOEKEN Dagindeling is veel dingen. Het is ook een proces; van bewustmaken en bewust worden, van kennismaken en kennis delen. En Dagindeling kost tijd, omdat beleidsmakers, winkeliers, wijkeconomen, ondernemers, schoolbesturen, werknemers, ouders enzovoort (lees: alle Rotterdammers) van het belang en de reikwijdte doordrongen moeten raken. Arina de Waal en Erik-Jan Wesemann hebben de Stedelijke Werkgroep Dagindeling twee jaar lang ondersteund. Feitelijk hebben zij aan den lijve ondervonden wat er voor nodig is om Dagindeling op de kaart te zetten; of het nu gaat om een Brede School, Parkmanagement of een Onderwijsmodule Dagindeling aan een Hogeschool. Een impressie, ingeleid door de Top 5 van 'bottomlines': wat je absoluut wél en absoluut nóóit moet doen om Dagindeling van de grond te krijgen.
Top 5 1. Kijk over de muurtjes van beleidsterreinen heen voor Dagindelingoplossingen 2. Zorg dat je met de goede mensen aan tafel zit (voorbeeld: Parkmanagement leidt tot post HBO contact) 3. Je begeeft je op andermans beleidsterrein: wees hier alert op 4. Luister vanaf het begin van het proces naar de eindgebruikers. Zij hebben de beste knowhow ter plaatse 5. Kijk niet naar hoe je het altijd gedaan hebt maar kijk hoe je het het beste kan gaan doen
1. Brede School Crooswijk Het idee Brede scholen bieden leerlingen een zinvolle dagbesteding en faciliteren met dagarrangementen de ouders in hun Dagindeling. De SWD is betrokken geweest bij drie brede school projecten; Dagindeling Zuidplein, de Brede School Nesselande en de Brede School Crooswijk. Hieronder het proces van Crooswijk. Dagarrangement is een doorlopend en sluitend aanbod van voorschoolse opvang, onderwijs, opvang tussen de middag en een scala van activiteiten na schooltijd. Het aanbod is qua tijd op elkaar afgestemd.
PPS? PPS!! Tijdens de brainstormsessie van de SWD op woensdag 15 Januari 2003 zegt Ronald Goedhart dat de brede school Crooswijk een kans is voor de SWD om PPS te realiseren. Dat is tenslotte onze opdracht en die van Dagindeling: mensen, instellingen en bedrijven bij elkaar zetten zodat ze van elkaar kunnen profiteren. Eerste contact We hebben een gesprek met Iris van der Lee, de projectleider Nieuwbouw Brede School. Zij weet nog weinig tot niets van de werkzaamheden en resultaten van de landelijke Stuurgroep Dagindeling. Wij praten haar bij over het advies van de commissie Dagarrangementen en andere wetenswaardige stukken.
| 15
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Dagindeling op of naast de kaart? In de concept structuurvisie (maart 2003) van Nieuw Crooswijk is een alinea opgenomen over Dagindeling. Is dat hoopvol of juist niet? Namen noemen We praten verder met Iris: over de meerwaarde van het betrekken van publieke en private partijen bij de ontwikkeling; over tafel gaan namen van mensen bij SKVR, Sport&Recreatie en de Stichting OMIJ. Dagindeling op safari Iris heeft een excursie georganiseerd langs brede scholen en de gemaksbalie. Elske Schreuder gaat de hele dag mee. In de ochtend bezoeken we de openbare Basisschool 't Prisma in Hoogvliet. Kinderen kunnen er zo nodig ontbijten en moeders kunnen er Nederlands leren, enzovoort. Het personeel daar én de gasten zijn enthousiast - al heeft Hoogvliet wel een andere bevolking dan Crooswijk. Vervolgens bezichtigen we De Goede Start. We krijgen een realistisch en daardoor minder wervend (!) verhaal over de aanloopmoeilijkheden. Tijdens de lunch praat Gerard Ton ons bij over kansen èn bureaucratische tegenslagen rond de multifunctionele accommodatie Millinxparkhuis in de Tarwewijk. Arina gaat 's middags in Prins Alexander ook mee, naar een woningschool en een kantoorschool. Door middel van kleine ingrepen kunnen deze scholen in de toekomst weer veranderen in woningen en kantoren. Aansluitend is er een bezoek aan de Brede School Waterpoort in Barendrecht/Carnisselande. De directeur Lammert van Wagtendonk houdt een bevlogen pleidooi voor samenwerking. Het gebouw De Waterpoort verenigt diverse functies: sporthal, ontmoetingsruimten voor jongeren en ouderen, cursuszalen, speel-otheek en infobalie. Naast de 'gewone' peuterspeelzalen, basisonderwijs en BSO! De directeur geeft aan dat het zeer belangrijk is de beheerzaken goed te regelen. Eén van de partijen in deze school heeft het beheer op zich genomen: niet zo'n goed idee in de Een school is een goede plek om een dienstenknoopunt te vestigen om zo de ouders te faciliteren in praktijk! Inmiddels heeft de gemeente de hun dagelijkse bezigheden. beheerrol over genomen. Er is ook aardig nieuws: de aanwezigheid van een veilige fietsroute tussen school en de woningen in de wijk heeft ertoe geleid dat veel kinderen op de fiets naar school komen. Het jeugdhonk zorgt natuurlijk nog wel eens voor overlast, vooral als de jeugd naar buiten gaat na een avond plezier. De senioren die boven de school wonen klagen daar over. Intussen, in de bus De geluiden in de bus over het aanbieden van gemaksdiensten in de school, zijn zeer negatief. De gemaksbalie heeft nogal de negatieve kanten belicht door aan te geven dat mensen erg moeten wennen aan de balie. Het ligt niet zo in 'onze' cultuur om boodschappenbriefjes af te geven bij de kinderopvang. Ouders die hun kinderen brengen, maken er overigens wél dankbaar gebruik van; anderen minder. Verder benadrukt de
| 16
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
directeur van de Brede School Crooswijk dat ze ID-medewerkers inzetten voor baliewerkzaamheden. Ze vinden zo'n balie overdreven: waarvoor moet dit nou? En hoe overleeft een balie als ID-banen verdwijnen?! Leermoment: geef vooral alle ruimte aan een enthousiasteling als Henk van de Brug, ontwikkelingsmanager van de gemaksbalie om te vertellen wat de mogelijkheden van een balie zijn! Denken vanuit de vraag? Iris heeft dinsdag 13 mei een bijeenkomst georganiseerd, onder leiding van een extern deskundige. Doel is te komen tot een visie op de Brede School en uiteindelijk het programma van eisen te formuleren. Aanwezig zijn vertegenwoordigers van de scholen, de deelgemeente, DSO, OBR, een vastgoedman en een wijkeconoom, sociaal cultureel werk en twee mensen van de projectontwikkelaarscombinatie: WBR, Proper Stok en Era bouw. Praktisch punt: wie zorgt ervoor dat alle activiteiten goed verlopen? Wat gebeurt er namelijk als een organisatie naschoolse activiteiten verzorgt en de docent niet verschijnt? Dan gaan de kinderen naar de leerkracht en deze zorgt voor de kinderen: maar dat is zijn taak niet! De wijkeconoom van het OBR, Nico Sizoo wil geen gemaksbalie die concurreert met de winkelstraat. Hij heeft net voor elkaar dat er een winkelstraat kan komen met genoeg omzet voor de winkeliers. Hij wil nergens anders dergelijke activiteiten in de wijk. Hij moet voor zijn plannen draagvlak houden bij de winkeliers. Era bouw redeneert simpel: als ouders zo'n balie willen, doe het dan! Wat opvalt is dat de deelnemers aan de sessie nog erg aanbodgericht denken. Wat is de vraag? Dinsdag 20 mei 2003: tweede brainstormsessie. Welke diensten bieden we aan? Resultaat van de vorige discussie: school, kinderopvang van 0-12 jaar en sociaal culturele activiteiten. De schooldirecteuren staan huiverig tegenover uitbreiding van activiteiten: ze zien een extra taak voor zichzelf. Gemaksdiensten zien de deelnemers helemaal niet zitten! Kunnen we de uitkomsten van het landelijk projectbureau Dagindeling toepassen op de situatie in Crooswijk? Maar we kennen de vraag nog helemaal niet van Crooswijk. Ook wijzigt de populatie gedurende de herstructurering; de deelnemers slaan nu door naar de andere kant. Omdat we de vraag nog niet in beeld hebben, moeten we de ruimtes zo flexibel mogelijk inrichten. Het één-loket verhaal spreekt trouwens wél iedereen aan, ook de wijkeconoom, die elders positieve ervaringen heeft opgedaan met het fenomeen Kulturhus. Intussen gaan de onderhandelingen door De huisvestingsman van DSO meldt dat op basis van het programma van eisen zoals het er nu ligt in concept, het project 1 miljoen euro tekort komt voor realisatie. Hij doet geen suggesties hoe we dit aan kunnen vullen. De directeur van de school pleit voor de strategie van het 'overvragen', dan kan je altijd nog inleveren. Zelf wil hij pertinent een sportzaal bij de school. Het Schuttersveld van SenR ligt op loopafstand, maar daar wil hij niet van horen. Wie kunnen meefinancieren? Een commerciële kinderopvangaanbieder zoals Catalpa of Humanitas? De directeur reageert onmiddellijk: hij doet nu al goede zaken met Cascade en wil dat zij de kinderopvang blijven doen. Vervolgens vraagt hij de projectontwikkelaar of deze wil investeren in het schoolgebouw. Deze reageert niet afwijzend, want hij realiseert zich dat de school als eerste klaar is en dan fungeert als het visitekaartje van de nieuwe wijk. Idee: de projectontwikkelaar krijgt tijdens de bouw en verkoopfase met makelaars een plekje in het schoolgebouw. Kou uit de lucht We gaan op bezoek bij Nico Sizoo. Hij ziet Arina als de grote pleitbezorger van een gemaksbalie. Volgens hem ligt het politiek nog gevoelig. Hij moet partijen nog overtuigen van
| 17
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
zijn plan voor detailhandel in Crooswijk. Een andere insteek kan hij daar nu niet bij gebruiken. Wij hadden dit bij hem moeten navragen… We stellen hem gerust: als dat niet reëel is moet er nu zeker geen gemaksbalie komen. Daarmee is de kou uit de lucht. Denken vanuit het kind Vergadering werkgroep. Doel van de bijeenkomst: evaluatie brainstormsessies en hoe verder. Het is duidelijk dat de pedagogische visie: 'kind centraal' het uitgangspunt is. En iedereen is voorstander van de Brede School centraal in de samenleving. Er is wel nog onenigheid over de doelgroep: moeten jongeren tussen 12 en 18 jaar ook een plek in het gebouw te krijgen? Hoe zit het met de overlast voor de omgeving? De Cascademan vindt het belangrijk dat we de mogelijkheid van een onderkomen voor de jongeren opnemen in het programma van eisen; anders verdwijnt het van de politieke agenda. Uiteindelijk stemt iedereen in. De deelgemeente, de schoolleiding, DSO en Sociaal Cultureel Werk maken samen een pedagogische visie, feitelijk een leidraad voor de brede school. Trekker M/V Nico brengt in dat het van belang is dat partijen boven hun eigen belang uitstijgende gemeenschappelijke belangen zien en de meerwaarde voor hun eigen belang. Dit kan tot uiting komen in samenwerking en het delen van ruimten. Ook voor Arina is dit een succesfactor voor de Brede School. Arina en Nico stellen samen een stuk op met de ervaringen in den lande (met name in het Oosten) en een opzet voor samenwerking tussen partijen. Cruciaal is een trekker/projectleider die zowel de taal van de publieke partijen als de taal van de private partijen verstaat en spreekt. Arina vertelt Nico over een mogelijke overdracht van de resultaten van Dienstenknooppunten naar de wijkeconomen. Hij belooft erover te praten met Willem Kuiper, hoofd Vakgroep Economie van het OBR. Afspraak Op donderdag 28 augustus praten Ronald Goedhart, Arina en Erik-Jan met Nico Sizoo en André de Groot van de Vakgroep Economie over Dienstenknooppunten. Zij zien de belangen van Dienstenknooppunten. Vooral de samenwerking tussen profit én non-profit en de economische aspecten van Dagindeling spreken hen erg aan. Zij geven aan op het eindsymposium van de SWD het thema Dienstenknooppunten te willen overnemen. 23 september 2003 De SWD draagt Dienstenknooppunten over aan Willem Kuiper van het OBR.
| 18
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
HELP ELKAAR, DAN HELP JE JEZELF In de ouderenzorg wordt op veel plaatsen gedacht over het veranderende karakter van het werk. Zo ook in de organisatie waar ik werkzaam ben: de Stromen. De richting waarin gedacht wordt, houdt een behoorlijke verschuiving van accenten in. Waar voorheen goede zorg in grote gebouwen en bezigheid centraal stonden, wordt nu gedacht vanuit andere accenten in een andere volgorde. Centraal staat dat mensen, ook zij die op leeftijd zijn, hun eigen leven willen leiden. Voorop staat dan een zinvolle, betekenisvolle dag in een prettige woonomgeving en waar nodig goede zorg. En dat geldt overal waar mensen hun plek hebben. Wij zeggen bij De Stromen dat wij veranderen van een situatie waar Kwaliteit van Zorg voorop stond, naar een situatie waar Kwaliteit van Leven het dominante accent wordt. Dagindeling is zo bezien een vraagstuk van iedereen en voor iedereen, alleen ziet dat er anders uit afhankelijk van de levensfase waarin mensen zijn. Soms is het zo bij mensen op leeftijd dat zij bij het leiden van hun leven ondersteuning nodig hebben. In feite staan zij voor een (her)ontwerpvraag. Als je mogelijkheden verliest komen sterker de vragen naar boven: hoe ziet mijn dag er uit, wat geeft mij zin, maar ook wat geeft mij gemak. Kan iemand helpen, is soms de vraag. Dat was en is het boeiende van het meedoen in de Stedelijke Werkgroep Dagindeling. We bleken afkomstig uit zeer verschillende delen van de samenleving, met heel verschillende kundigheden eigenlijk allemaal af te lopen op hetzelfde onderwerp; dagindeling. Waar de één gebrek aan tijd heeft en behoefte heeft aan diensten die comfort geven om zo het eigen leven te leiden, heeft de ander wellicht wel de tijd maar niet de mobiliteit om zich van comfort te voorzien en zo het eigen leven te leiden. Die verbondenheid in onderwerp komt heel praktisch tot uiting in het onderwerp Dienstenknooppunt. Het is leuk om met elkaar te denken over het concept. Hoe maken we al die op zich kleine maar o zo belangrijke dingen bereikbaar voor hen die dat willen? Aanbieders van diensten kunnen dat niet alleen. Het is dan gewoonweg niet te betalen, maar als je het slim combineert, kom je samen veel verder en dan zou het wel eens goed kunnen. Voor De Stromen vinden wij dat een opdracht. Wij werken daar hard aan. Wacht en zie! Constant van Schelven
| 19
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
2. Parkmanagement: 1 + 1 = 3 Het idee De SWD denkt dat Parkmanagement een interessante oplossing is voor een deel van de Dagindeling problematiek. Het richt zich op zowel werkgevers als werknemers en is daarom ook waardevol voor de groepen Rotterdammers die de meeste knelpunten ervaren in hun dagindeling: éénoudergezinnen en tweeverdieners met kinderen. Toeval bestaat niet Begin 2002 praten we met Bert Lamot, programmamanager van 'Ruimte voor bedrijven' van het OBR over Parkmanagement. Hij geeft de problematiek van verouderde bedrijventerreinen aan, maar zegt dat de komende vier jaar nog niks te verwachten is op het gebied van Parkmanagement in Rotterdam. Enigszins gedesillusioneerd lopen we over de gang naar de lift als we een stem horen die ons roept. Het is Paul Smolders. 'Willen jullie wat met Parkmanagement, ik ook!' Hij is vanuit Ecorys gedetacheerd bij het OBR om zich bezig te houden met bedrijventerreinen. Hij vertelt in de Haarlemmermeer al Parkmanagement te hebben. We maken een afspraak. Aan de slag In maart geeft Paul een uiteenzetting over Parkmanagement in de vergadering van de SWD. Hij wil zo snel mogelijk een pilot op Hordijkerveld starten; de SWD wil betrokken blijven. Praten als brugman Op het symposium van de SWD op 17 april 2002 geeft Paul een workshop over Parkmanagement. De SWD kan hem 'gebruiken' om het bedrijfsleven te overtuigen iets met Dagindeling te doen. Paul houdt Bert Lamot op de hoogte van de ontwikkelingen. Rib uit het lijf De SWD krijgt begin juni een aanvraag binnen van Ecorys-Kolpron om deel te nemen aan een onderzoek naar de behoeften van werknemers op bedrijventerreinen. Dit kost ons 15.000 euro en kunnen we uit het experimenteerfonds betalen. Het is een publiek private samenwerking tussen Ecorys, de provincie Zuid Holland (DECOR), De Smart Agent Company, de Contractgroep Inholland en Dura Vermeer.
Bedrijventerrein Hordijkerveld
Nu ook in Rotterdam De SWD bespreekt de aanvraag. Moet de gemeente een onderzoek van een commercieel bedrijf financieren? Ondanks deze scepsis gaat de aanvraag met een positief advies naar wethouder Janssens. Het onderzoekt levert informatie over de invoering van Parkmanagement in Rotterdam. In het onderzoek wordt nu op verzoek van de SWD wel een Rotterdams bedrijventerrein betrokken: Hordijkerveld.
| 20
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Op onderzoek De aanvraag uit het fonds wordt in het najaar goedgekeurd. Na goedkeuring in het college doet de SWD mee in het onderzoek: Bob Kagenaar en Erik-Jan zitten in de stuurgroep die het onderzoek begeleidt. Batig saldo netwerken De SWD is voor het eerst op 30 oktober aanwezig bij een vergadering van de stuurgroep. De publieke en private partijen overleggen in een goede verstandhouding: alle belangen liggen op tafel en ze botsen nergens! De verschillende perspectieven komen duidelijk naar voren: Dura Vermeer kijkt heel sterk naar de financiën en hecht waarde aan de zakelijke kant van het verhaal als investeerder. De provincie Zuid Holland (DECOR) en de werkgroep kijken vooral naar een gewenste ontwikkeling in de samenleving. De provincie Zuid Holland legt ook erg de nadruk op duurzaamheid. Ecorys benadrukt de ontwikkeling van een concept dat breed kan worden ingezet. The Smart Agent Company is vooral geïnteresseerd in het naar boven halen van achterliggende motivaties en behoeften van werknemers om van daaruit haalbare Parkmanagement-concepten te ontwikkelen. Inholland gebruikt het onderzoek in hun opleiding Parkmanagement. De partijen wisselen onderzoeken en uitgaven uit die met het onderzoek te maken hebben. De discussie beperkt zich niet tot Parkmanagement, ook Brede Scholen en Dienstenknooppunten gaan over tafel. Het overleg is een bron van het uitwisselen van contactpersonen. De samenwerking levert zo meer op dan alleen het uiteindelijke onderzoeksrapport. Dankzij de contacten hebben we niet alleen een ingang gevonden voor het post HBO onderwijs en contractonderwijs, maar ook contacten opgedaan met een aantal partijen die zich op de één of andere wijze bezighouden met Parkmanagement (zoals Achmea en de Grontmij). Inmiddels, elders in Rotterdam De stichting OMIJ Rijnmond heeft aangegeven op Hordijkerveld met het aanbieden van diensten en voorzieningen te willen beginnen. De SWD vindt dit een goede ontwikkeling. Typisch iets voor Dagindeling, om over de grenzen van allerlei beleidsgebieden te gaan! Het OBR houdt zich natuurlijk al bezig met de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Het is voor bedrijven belangrijk één vertegenwoordiger van de overheid als aanspreekpunt te hebben. De SWD moet dit nog stroomlijnen met Bert Lamot. Aanschieten De stuurgroep presenteert de eerste resultaten van het onderzoek op het symposium Parkmanagement en de werknemer. Alle betrokken partijen presenteren zich die middag. Frans Maks en Erik-Jan zijn er ook. Laatstgenoemde maakt van de gelegenheid gebruik om Bert Lamot van het OBR aan te schieten. We maken een afspraak. Het eindrapport komt twee weken later uit: de SWD stuurt het naar het college en naar het OBR. Schot in de zaak Bert Lamot van het OBR en Paul Smolders zijn in gesprek om de werkzaamheden en de plannen van de SWD te stroomlijnen met de plannen van het OBR met betrekking tot Parkmanagement. Het college wil Parkmanagement standaard invoeren op bedrijventerreinen; Bert Lamot is belast met de ontwikkeling hiervan. Voor het bedrijfsleven is hij het aanspreekpunt binnen de gemeente. Paul Smolders is door het OBR ingehuurd om het proces naar Parkmanagement op Hordijkerveld te begeleiden. In principe wil het OBR eerst herstructureren en dan pas Parkmanagement invoeren.
| 21
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Stichting OMIJ Rijnmond wil zo snel mogelijk beginnen met Parkmanagement op Hordijkerveld. In ieder geval maken kinderopvang, vervoer op maat, en diensten aan bedrijven deel uit van hun voorstel. De SWD organiseert een overleg tussen de OMIJ en Smolders om samen te werken. Zo komen alle geldstromen bij elkaar: landelijke subsidie vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF), subsidie vanuit de provincie Zuid Holland, OBR geld en een bijdrage vanuit het experimenteerfonds. Andere voordelen: de resultaten van het onderzoek 'Parkmanagement en werknemers' komen voor de betrokken partijen beschikbaar en op korte termijn start een pilot Parkmanagement in Rotterdam. Samenwerking vergroot de kans op een succesvolle pilot. Spijkers met koppen De Stichting OMIJ en Paul Smolders zitten bij ons aan tafel. We spreken af dat de SWD de notitie aan het college over het rapport 'parkmanagement en werknemers' voor commentaar aan Bert Lamot geeft. Deze notitie komt zo snel mogelijk gereed (het is 4 april). OMIJ en Ecorys spreken af samen de bedrijven op Hordijkerveld te benaderen. In het vervolg werkt de OMIJ samen met (andere) commerciële aanbieders van diensten en voorzieningen. Geschiedenis schrijven Maandag 12 mei 2003: de eerste presentatie over de herstructurering voor de ondernemers op Hordijkerveld. Het OBR en met name Paul Smolders begeleiden de herstructurering. De OMIJ is met Dura Vermeer de mogelijke aanbieder van Parkmanagement. Jan van Heest en Erik-Jan vertegenwoordigen de SWD. De bedrijven hebben vooral behoefte aan betere veiligheid en onderhoud van het groen en de openbare ruimte in het algemeen. Door de komst van het Medisch Centrum Zuid denkt een aantal bedrijven dat zij geen plaats meer hebben op het terrein. Het gaat hier om (auto)sloopbedrijven, die nog niet zien dat de herstructurering juist kansen biedt: zo zouden ze een recyclingbedrijf kunnen worden. In het kader van de herstructurering stelt Wethouder economische infrastructuur Van Sluis maximaal 100.000 euro ter beschikking voor de veiligheid op het bedrijventerrein. Als de ondernemers met een plan komen dragen de gemeente en de deelgemeente ieder een derde bij aan de kosten; Jan van Heest blijft met het projectbureau betrokken. Dinsdag 23 september 2003 De SWD draagt in de Burgerzaal van het stadhuis Parkmanagement over aan Bert Lamot, Programmamanager 'Ruimte voor bedrijven' bij het OBR.
| 22
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
DAGINDELING EN HET MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF Een ondernemer en Dagindeling? Dat is een combinatie die niet kan, zal elke ondernemer zeggen. De dagindeling van de ondernemer wordt bepaald door wat er nog in het bedrijf aan werk te doen is. Toen ik als ondernemer kennis nam van het onderwerp Dagindeling, heb ik eerst gevraagd: "Waar gaat dit over". Na veel uitleg begon mij te dagen dat als je nou maar slimmer met je tijd omgaat, je misschien aan het einde van de dag of van de week wat tijd vrij kon maken. Dat prikkelde mij, daar wilde ik meer van weten. Zowel voor mijn eigen agenda als voor die van andere ondernemers leek het mij zinnig om in de werkgroep deel te nemen. Nu, na een groot aantal besprekingen en uitleg over het onderwerp en in het bijzonder de praktische en realistische voorbeelden, ben ik zelfs enthousiast geworden. Voor veel ondernemers speelt nog steeds de dagelijkse vraag "hoe kom ik met mijn tijd uit". Dagindeling is geen wondermiddel, maar het geeft veel handige tips in de dagelijkse tijdsbesteding. Daar waar ondernemers gezamenlijk aan oplossingen in de problemen van tijdsbesteding werken, is er zelfs nog meer rendement te behalen. Bijvoorbeeld op het gebied van personeelswerving en het vasthouden van goed personeel, kan het aanbieden van voorzieningen veel betekenen. Op het gebied van handige oplossingen voor de ondernemer en zijn personeel kan gedacht worden aan een gemaksbalie die een aantal handige producten of oplossingen biedt. Ik denk aan een boodschappendienst, hondenuitlaatservice, kattenbakcentrale e.d. De omvang van zo'n balie is afhankelijk van de vraag in de omgeving of aan de organisatie die de gemaksbalie aanbiedt. Op een grotere schaal kan gedacht worden aan een zogenaamd dienstenknooppunt waarin een aantal diensten worden aangeboden. Ook hier zijn de diensten afhankelijk van de vraag, maar er kan gedacht worden aan een fysieke locatie op een bedrijventerrein waarin bijvoorbeeld kinderopvang, sport, boodschappen, autoreparatie wordt aangeboden. Daar waar op een bedrijventerrein al samengewerkt wordt kan dit een waardevolle aanvulling zijn. De ondernemersvereniging of bedrijvenvereniging kan ook een aantal andere zaken gezamenlijk regelen. Ik denk aan inkoop van energie, telefoon of vuilafvoer. Ook het gebruiken van ruimte of personeel van elkaar kan veel besparen. Hoe meer er op een bedrijventerrein geregeld kan worden, hoe interessanter het terrein wordt als vestigingsplaats. In de nabije toekomst zal op werklocaties steeds vaker gebruik gemaakt worden van voorzieningen zoals gemaksbalie of dienstenknooppunt. Veelal zal die vraag ontstaan uit een situatie van "te weinig tijd, of te weinig gelegenheid, of te veraf". Mijn stellige overtuiging is dat "Dagindeling" voor ieder van ons onontkoombaar is. Jan van Heest
| 23
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
3. Onderwijsmodule Dagindeling: leergeld betalen Het idee Eén van de taken van de SWD is het vergroten van het draagvlak voor Dagindeling. Hoe kan je dit beter doen dan door het verankeren van het onderwerp in het onderwijs. Al vroeg onderzocht de SWD de mogelijkheid om Dagindeling in het HBO onderwijs een plek te geven. Eerste contact In september 2001 vraagt Ellen Verkerk, coördinator van de Hogeschool Inholland (toen nog Ichthus geheten) voor de deeltijdopleiding Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV), aan Arina of zij een module wil verzorgen over arbeid en zorg voor vierdejaarsstudenten. Isabel Perez van Scala heeft weliswaar toegezegd de module te geven, maar komt er door tijdgebrek niet aan toe. Zij zet Inholland wel op het spoor van Arina. In eerste instantie geven we aan dat twee weken voor ons te kort is om een module op te zetten. Arina stelt wel voor in het komende schooljaar een module Dagindeling te verzorgen en die op tijd voor te bereiden. De afspraak is dat we in maart 2002 weer contact opnemen met Ellen. Pionieren In het voorjaar van 2002 hebben we veel kennis uitgewisseld met Ellen Verkerk om het thema Dagindeling goed onder haar aandacht te brengen. Noodzakelijk voor het juist formuleren van begin en eindtermen van de module. In dit traject besteden we geen aandacht aan het doorberekenen van onze eigen inzet bij de ontwikkeling van de module aan Inholland; we zijn erg enthousiast dat Inholland een dergelijke module als eerste in Nederland aan een hogeschool wil geven! Want uit contacten met het landelijk projectbureau blijkt ondanks eerdere berichten dat geen enkele andere hogeschool een module Dagindeling aanbiedt. Voor ons staat pionieren centraal: uitvinden wat interessant kan zijn voor de doelgroep. We focussen op de inhoud en wat willen we bereiken met de module: studenten inzicht verschaffen in de verschillende aspecten van Dagindeling en het beleidsoverstijgende karakter aangeven. Dit laatste laten we in essayvorm vastleggen. Rapportcijfers Arina of Erik-Jan is aanwezig gedurende de lessen, die van september tot december 2002 worden gegeven. Er zijn vijftien leerlingen. We constateren dat het doel is gehaald. Het gemiddelde cijfer van de essays is een 6. Het niveau van de studenten ligt lager dan we hebben aangenomen. In de opzet van de module gingen we ervan uit dat leden van de werkgroep de essays zouden beoordelen. Nu kiezen Arina en Erik-Jan er voor de essays zelf te beoordelen. Een aantal studenten heeft van ons een onvoldoende gekregen omdat inzicht in de problematiek ontbrak en/of de link naar de eigen werkpraktijk niet werd gelegd. Er zijn ook twee zeer goede essays geschreven. We hebben deze ter beschikking gesteld aan het landelijk projectbureau Dagindeling.
Helga Fischer, studente CMV aan Inholland en adviseur bij Stichting BOOG in Den Haag:"De dag delen met anderen zodat anderen een stuk van de activiteiten met je delen, meedragen."
| 24
Trial and error We hebben onze eigen inbreng niet in rekening gebracht bij Inholland. Ook voor de organisatorische kant van de module, het benaderen van mensen en afspraken maken (ook financieel met gastdocenten) hebben we te weinig aandacht gehad. Net als voor het regelen van parkeermogelijkheden en lesruimten, het verzamelen van de eindopdrachten en het verstrekken van de cijfers: we gingen ervan uit
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
dat Inholland dit zou regelen. Uiteindelijk hebben we een aantal gastdocenten zelf uitgenodigd en betaald, omdat Inholland de gevraagde vergoeding niet accepteerde ondanks mondelinge afspraken. Afspraak is afspraak, zeker als ze op papier staan! Doorstarten In verband met langdurige afwezigheid van Ellen Verkerk is voor ons niet duidelijk of en zo ja op welke wijze, Inholland vervolg wil geven aan de module Dagindeling. Informeel horen we in het voorjaar van 2003 van het hoofd opleidingen Désirée Simons dat de module doorgaat in het komend schooljaar: voor vierdejaars CMV studenten in deeltijd. Uitbreiding van de doelgroep De SWD wil ook een Onderwijsmodule in het contractonderwijs opzetten. We zetten deze module op met de Contractgroep Inholland maar we willen graag de provincie Zuid Holland bij de ontwikkeling betrekken. De provincie Zuid Holland heeft voor haar ambtenaren een cursus met aandacht voor arbeid en zorg in het ruimtelijk proces. In april 2003 nemen we contact op: Erik-Jan mailt Edith Hallesleben, gedeputeerde van Zuid-Holland, die zich sterk heeft gemaakt voor Dagindelingbeleid. Hij geeft aan dat de SWD in samenwerking met de contractgroep Inholland een postHBO module Dagindeling wil opzetten, bedoeld voor beleidsambtenaren bij de overheid en beleidsmakers bij het bedrijfsleven. De SWD wil bekijken of ook ambtenaren van de provincie Zuid Holland deze module kunnen volgen. Zij verwijst ons door naar het nieuwe college van Gedeputeerde Staten, waarin mevrouw Huizer de portefeuille Samenleving beheert. De provincie denkt mee Vrijdag 23 mei hebben we een afspraak in Den Haag op het provinciehuis: met de verantwoordelijk ambtenaar, Nicky Pasché en met Ymkje de Boer, die het proces van de opleiding begeleidt. We raken enthousiast en ook de provincie denkt nu mee over een module in het contractonderwijs.
De procinvie Zuid Holland heeft al ervaring met opleidingen voor Dagindeling.
ESF-subsidie voor Dagindeling Op het projectbureau overleggen we op woensdag 11 juni met Linda Bos van de Contractgroep Inholland en Ymkje de Boer om de verdere samenwerking te bespreken. We besluiten een subsidieaanvraag te doen om de module mede te financieren. Inholland doet de aanvraag. De ESF gelden zijn beschikbaar voor de implementatie van succesvolle Dagindeling projecten.
Gratis Dagindeling?! Inholland belt dinsdag 17 juni met de vraag of wij in september de module Dagindeling willen verzorgen: het liefst gratis en zonder gastdocenten! Want Inholland moet bezuinigen. Arina vertelt dat de SWD eind september stopt en dat wij met de hogeschool willen praten over de overdracht van de module. Tot september kunnen ze van onze expertise gebruik maken en die willen wij ook zeker inzetten bij het opzetten van het vervolg van de module.
| 25
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Dagindeling past binnen Sociaal Werk Contact met Désirée Simons, hoofd opleiding CMV. In 2003-2004 geen module Dagindeling! Ze legt ons uit dat de module Dagindeling nu in het programmaonderdeel Kwaliteitszorg zit en daar onderwijskundig niet goed bij past. Dan het goede nieuws: de sociale opleidingen van Inholland worden samengevoegd tot één opleiding Sociaal Werk. De eerste twee jaar van deze opleiding wordt een basisopleiding en daarna vindt specialisatie plaats. In 2004 start de hogeschool in Rotterdam met deze nieuwe opzet en Dagindeling krijgt daar in het tweede jaar een plaats. Dinsdag 1 juli 2003: De Contractgroep heeft de subsidieaanvraag van ESF gelden voor de module in het contractonderwijs ingestuurd. Dagindeling in de Rotterdamse School Twee dagen later praat Arina met Rob Boeren, kwartiermaker van de RDC bij de gemeente Rotterdam. Hij richt de Rotterdamse School op: doel is het vergroten van de kennis van Rotterdamse ambtenaren. Rob Boeren zoekt naar relevante opleidingen voor Rotterdamse ambtenaren; Dagindeling past volgens hem hier uitstekend in. En Linda Bos van de contractgroep Inholland ontwikkelt een module Dagindeling als postHBO opleiding! Dinsdag 23 september 2003 De SWD draagt in de Burgerzaal van het Stadhuis de Onderwijsmodule Dagindeling over aan Rob Boeren, kwartiermaker van de RDC.
| 26
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
DÀG INDELING: LEVENSLOPEND EN -RENNEND IN DE PRAKTIJK Als studerende en werkende vrouw & moeder in de grote stad maak je van alles mee in de combinatie van arbeid en zorg. Vaak gaat het allemaal wel goed, zeker als je het - zoals ik met z'n tweeën kan doen. Maar als Rotterdammer èn als lid van de SWD zijn mij wel een aantal zaken opgevallen die meer aandacht verdienen. Voor zover de SWD er de afgelopen jaren geen specifiek advies over heeft gegeven, zijn het punten die andere instanties wellicht oppakken. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan een Woonadviescommissie. Openbaar vervoer Toen ik voorzitter van de Rotterdamse Vrouwenraad was, vergaderden we met vertegenwoordigsters van de aangesloten organisaties altijd in de avond - veel vrouwen werken immers, en/of hebben kinderen die 's avonds door pa of een oppas in bed konden worden gestopt. Maar nu bleek het dat er ook veel - oudere - vrouwen waren die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer, en die niet graag 's avonds bleken te reizen. Zij vonden vooral de lange wachttijden bij het overstappen eng. Zo bleek dus dat metro's, trams en bussen die weinig rijden en slecht op elkaar aansluiten tot gevolg hadden dat vele vrouwen niet meer konden participeren in het openbare leven. Dit geldt ook voor oudere mannen. Zij kunnen hun vrijwilligerswerk niet doen, hun betrokkenheid en ervaring niet aan de gemeenschap ten goede laten komen. Werken aan huis De plattegrond van veel huizen is nog steeds geïnspireerd door het kostwinnersprincipe: vader is de hele dag uit werken, moeder staat in de keuken, en er zijn twee kindertjes. Dus is er vaak een grote zitkamer, een 'ouder-'slaapkamer en twee kleine slaapkamers; soms een open trap en/of een open keuken. Dit is voor veel gezinnen prima, maar betekent ook dat het voor thuiswerkers m/v lastig is om een goede werkplek te maken. Wanneer woningen een flexibele indeling hebben, flinke kamers zonder gefixeerde bestemming, kan dat de combinatie van arbeid en zorg vergemakkelijken. Telewerken, studeren, maar ook een praktijkruimte hebben of een familielid huisvesten: als meteen bij de (ver-)bouw aandacht bestaat voor dagindelingaspecten worden de mogelijkheden en inzetbaarheid van individuen en gezinnen groter. Er bestaan ook spannende ideeën over semi-permanente scheidingwanden tussen ruimtes, over extra kamers die tijdelijk aan een flat worden gehangen etcetera. Tijd- en energievretend woonwerkverkeer en verhuizingen kunnen zo beperkt worden, evenals wellicht kinderopvang en thuiszorg. Op de stoep en het fietspad De meeste verplaatsingen van mensen op een dag zijn over - veel - minder dan 10 kilometer, en tegelijkertijd vinden er ook veel (bijna-)ongelukken met auto's in de stad plaats. Veel ouders brengen hun kinderen met de auto naar school 'omdat het te gevaarlijk is om te lopen of te fietsen, met al die auto's!' Hoewel supermarkten vaak ook ‘s avonds open zijn, doen toch veel mensen op zaterdag alle boodschappen - met de auto. En als je fiets twee keer gestolen is, wacht je wel even met een nieuwe kopen …
| 27
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Wanneer nu een stad (bestuur, midden- en kleinbedrijf, grote winkelketens en werkgevers) zich in ruimtelijke planning, openingstijden en service bewust is van het feit dat de mensen (burgers, klanten, werknemers) allemaal diverse taken te verrichten hebben op een dag, kan er heel wat stress voorkomen worden. Te denken valt aan dienstencentra waar je verschillende dingen tegelijk kan regelen; ruime, flexibele werk- c.q. openingstijden; veel en beveiligde fietsenstallingen; bezorgservice; buitenruimte die inderdaad ruim is en overzichtelijk, begaanbaar en goed verlicht, zodat jonge en oude mensen ook zelfstandig aan de diverse aspecten van het maatschappelijk verkeer kunnen en mogen deelnemen. Elske Schreuder
| 28
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
DAGINDELING EN POLITIEK Wat? Moet de politiek zich ook al met mijn tijdsbesteding bemoeien? Overal zie je een terugtrekkende overheid, en dan zou die zelfde overheid zich ineens met dagindeling gaan bezighouden? Uitleg graag! OK dan. Een paar jaar geleden viel het ons, een paar Rotterdamse gemeenteraadsleden, op dat de overheid allerlei eisen stelt aan de tijdsbesteding van werkzoekenden. Er is een sollicitatieplicht, je moet je steeds beschikbaar houden voor betaald werk, een zelfgekozen dagopleiding zit er dan niet in. Toen kwam daar bij dat alleenstaande ouders, moeders meestal, óók sollicitatieplichtig zijn als hun kind jonger is dan 12 jaar. En er kwam bij dat mensen in de WAO gevraagd werd zich opnieuw beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt. Los van de discussie of dat allemaal terecht is of niet, vonden wij dat er tegenover dat soort eisen aan de werkzoekenden, ook wel eens wat zaken aan de kant van het werkaanbod geregeld mochten worden. Geen reïntegratie zonder geschikte werkplek, geen werkplicht zonder zorgrecht. Dat werd dus een motie in de Raad, met als strekking 'wethouder, kijk daar ook eens naar'. Maanden verstreken. In de zomer van 2000 werd ik uitgenodigd voor een werkconferentie over 'kwaliteit van het werk'. De medewerkers van de wethouder hadden blijkbaar niet stil gezeten. Er zat aan het onderwerp veel meer vast dan alleen die overdaad aan eisen aan werkzoekenden. Het ging over 'druk-druk-druk', het ging over kinderopvang, over afspraken tussen tweeverdieners, over flexwerkers, over openingstijden, het ging over het risico van stress en burn-out. En het ging ook niet meer alleen over de eisen die het werk stelt, maar over de druk die de hele maatschappij op je legt prestatiedwang, consumptiedwang, zorgdwang, geluksdwang. Afijn. Uit dat alles is dus die werkgroep voortgekomen. Ikzelf kreeg in de tussentijd óók met een vorm van tijdtekort te maken. Druk in de politiek, druk met een betaalde baan ernaast, druk met twee kinderen, tot mijn vrouw me vroeg hoeveel tijd er nog voor haar overschoot. Te weinig, dus. In zo'n situatie kan elk conflict net die druppel zijn in een al lang volgelopen emmer. Dat conflict kwam er en ik deed een stapje terug uit de politiek. Meer tijd voor werk en gezin. Maar dit terzijde. De Stedelijke Werkgroep heeft haar werk gedaan. De politiek wordt verrijkt met slimme oplossingen voor alledaagse problemen van taakcombineerders: gemaksbalies, dienstenknooppunten, slimme bedrijfsterreinen. Blijft over het druk-druk-druk van de politici zelf. Misschien is dat een nog veel moeilijkere klus: zien hoe de politiek zichzelf kan veranderen, zodat gewone burgers hun politieke activiteit kunnen combineren met werk, gezin, zorg, hobbies enzovoort. Ben benieuwd. Een nieuwe werkgroep misschien? Peter Aubert
| 29
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
3 DE PRODUCTEN Hoe zet je nu een nieuw beleidsterrein op de kaart, waar moet je beginnen? De SWD bakende eerst het terrein af. Vervolgens onderzocht zij de knelpunten binnen dat terrein en daarna zocht ze naar oplossingen.
Product 1 De probleemanalyse: Dagindeling van Rotterdammers Hoe organiseren we de samenleving/Rotterdam zo dat iedereen zijn of haar taken/activiteiten met elkaar kan combineren? Wat is nu een taak? Een taak is een activiteit waaraan 5% of meer van de totale tijd per week wordt besteed. De SWD rekent activiteiten uit de levenssfeer vrije tijd ook tot een taak. De SWD ziet taakcombinatie dan ook als het combineren van activiteiten die betrekking hebben op arbeid, zorg en vrije tijd. Vrijwel iedereen in Rotterdam is taakcombineerder. Dagindeling is dus niet alleen de balans tussen arbeid en zorg; het is het evenwicht tussen de verplichte tijd, werk, studie, zorg en de vrije tijd. Huishouden en leefstijl Een aantal gegevens bepalen de Dagindeling van mensen. De belangrijkste zijn: 1. De samenstelling van het huishouden; 2. De inkomenspositie; 3. Leefstijl; 4. De tijd ruimtelijke omgeving.
Leefstijl is een waardensysteem dat als oriëntatie dient bij de inrichting van het leven van alledag. Het stedelijk milieu kent eigen tijdbestedingspatronen.
Advies Hou bij Dagindeling rekening met de diversiteit van huishoudens, leefstijlen en de samenstelling van de bevolking van de stad.
Dagindeling van Rotterdammers De SWD onderzocht de Dagindeling van Rotterdammers. Bijna een kwart van de Rotterdammers komt vrijwel altijd tijd te kort. Meer dan de helft van de Rotterdammers komt wel eens tijd te kort. Dus driekwart van de Rotterdammers heeft (wel eens) problemen met zijn of haar Dagindeling! Knelpunten De meeste knelpunten in Dagindeling hebben te maken met werk (lange werktijden en woon- werkverkeer). Vaak gaat het om een combinatie van redenen. Bijna één op de vier Rotterdammers die aan bepaalde activiteiten wel eens niet toekomt, geeft ook aan dat hij of zij te weinig geld heeft om een deel van de taken uit te besteden. Uiteraard zijn er grote verschillen tussen mensen naar gelang geslacht, leeftijd, opleiding, inkomen.
Het rapport 'Dagindeling van Rotterdammers'
| 30
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Vraag: Wie hebben de grootste problemen met hun Dagindeling in Rotterdam? Antwoord: De éénoudergezinnen en de tweeverdieners met kinderen. Vraag: Hoe helpen we deze groepen? Antwoord: Door diensten en voorzieningen zo aan te bieden dat ze er altijd en overal gebruik van kunnen maken. Vraag: Wie gaat dat doen? Antwoord: De overheid in samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen
De knelpunten zijn te rubriceren tot drie soorten knelpunten: 1. Bereikbaarheidsknelpunten hebben te maken met de ruimtelijke positie van de voorziening. Is de voorziening snel en makkelijk met het ter beschikking staande vervoermiddel te bereiken? 2. Beschikbaarheidsknelpunten hebben te maken met tijd. Is de voorziening geopend op momenten dat mensen er gebruik van kunnen en willen maken? 3. Toegankelijkheidsknelpunten zijn moeilijk te omschrijven. Een voorziening zoals een school kan voor buurtbewoners goed beschikbaar en bereikbaar zijn en toch niet toegankelijk door de levensbeschouwing. Als voorzieningen bereikbaar, beschikbaar en toegankelijk zijn, zijn ze bruikbaar.
Steeds meer vaders nemen zorgtaken op zich
Conclusie Rotterdammers hebben problemen met hun Dagindeling. Dit belemmert hen in hun functioneren en het kost de samenleving geld. Ook het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen ondervinden hinder. Ziekteverzuim en personeelsverloop zijn vaak het gevolg van een gebrekkige balans van werk en privé. Als alle partijen samenwerken kunnen zij de knelpunten oplossen.
Advies Laat het COS in de Vrijetijdsomnibus standaard vragen opnemen over Dagindeling. Zo ontstaat een overzicht van de ontwikkeling en heeft de gemeente inzicht in de ervaring van de burgers.
Vraag: Welke oplossingen vinden Rotterdammers zelf voor hun knelpunten? Antwoord: Zij gaan minder werken, maken langere dagen, gaan minder op visite bij vrienden en familie, nemen minder tijd voor hobby's en sporten en besteden minder tijd aan het huishouden. Vraag: Welke Rotterdammers doen dit vooral? Antwoord: Vooral de hoger opgeleiden en de hogere inkomensgroepen nemen deze maatregelen. Vraag: Moet de gemeente hen helpen? Antwoord: Natuurlijk. Zeker als de gemeente Rotterdam aantrekkelijk wil maken voor deze groep
| 31
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Oplossingen Mensen vinden de balans tussen werk en privé vaak in de hoeveelheid en de kwaliteit van de vrije tijd. Rotterdammers vinden die tijd vooral door minder te werken of te stoppen met werken. Ruim 40% van de Rotterdammers geeft aan dat de overheid maatregelen kan nemen om het taakcombineren te vergemakkelijken en ruim 30 % geeft aan dat ook de werkgever een rol kan spelen. De top 5 van maatregelen die de overheid volgens Rotterdammers kan nemen 1. Gunstiger openingstijden van instellingen als postkantoor, ziekenhuis etc. 2. Verbeteren openbaar vervoer 3. Zorgverlof als basisvoorziening in de wet regelen 4. Aanpassen schooltijden aan werktijden 5. Meer kinderdagverblijven in de buurt
Bij oplossingen heeft de SWD gezocht naar tijdwinst en naar kwaliteit. Er lagen twee opties. Het steunen van de meest specifieke doelgroepen of het oplossen van de knelpunten om alle Rotterdammers te faciliteren. De SWD heeft gekozen voor de laatste optie. Biedt diensten en voorzieningen aan op de plek waar Rotterdammers wonen en werken en op tijden dat ze er gebruik van kunnen maken. Dit kan door slimme combinaties van aanbieders en door slimme distributiesystemen. De SWD pleit hierbij voor een integrale en gezamenlijke aanpak. Hieruit volgen 4 voorwaarden: 1. Bij oplossingen werken publieke en private partijen samen; 2. Bij oplossingen werken verschillende beleidsterreinen samen; 3. Oplossingen richten zich op tijd, ruimte en kwaliteit; 4. Oplossingen spelen in op behoefte van Rotterdammers. De SWD heeft twee oplossingen in de aanbieding, die aan de voorwaarden voldoen. 1. Dienstenknooppunten; 2. Parkmanagement. De top 5 van maatregelen die de werkgever volgens Rotterdammers kan nemen 1. Andere en flexibele werktijden toestaan 2. Thuiswerken 3. Bedrijfsfitness bij het werk 4. Betere verlofregeling 5. Kinderopvang bij het werk
De gemeente geeft het goede voorbeeld De gemeente is naast bestuurder met 19.000 werknemers ook de grootste werkgever in de regio Rotterdam. Als werkgever geeft de gemeente het goede voorbeeld. Het project Arbeid en Zorg heeft onderzocht hoe ambtenaren werk en privé goed kunnen combineren. Er is ervaring opgedaan met telewerken, arbeidsvoorwaarden op maat, flexibele kinderopvang en het afstemmen van werktijden op zorgtijden. De lessen zijn opgetekend in het rapport 'Doe 't zelf'. De gemeente wil arbeid en zorg onderdeel maken van het personeelsbeleid
| 32
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
DAGINDELING EN RUIMTELIJKE ORDENING Rotterdam heeft een politieke democratie. Maar hebben wij ook een ruimtelijke democratie? Iedere burger kan stemmen op de politieke partij van zijn voorkeur, maar is de ruimtelijke inrichting van deze stad ook in even grote mate geschikt voor verschillende soorten huishoudtypen, inkomensgroepen en leefstijlen die (zouden willen) kiezen voor Rotterdam? Het gaat daarbij niet alleen om een plek voor huisvesting, maar ook om de mogelijkheden die de stad aan al die gebruikers biedt. Geen overbodige vraag zo lijkt het, want in stad (en regio) worden een aantal maatschappelijke ontwikkelingen gesignaleerd die erom vragen vertaling te krijgen in de ruimtelijke stadsplannen. Zo neemt bijv. de vraag naar gemaks- en zorgvoorzieningen in de woonomgeving toe. Dit geldt bij uitstek voor drukke tweeverdieners, en voor ouderen die langer zelfstandig willen wonen ook als zij afhankelijker worden van medische zorg. Er is ook een groeiende vraag naar woonmilieus waarin wonen en werken gecombineerd kunnen worden. Dit stelt eisen aan de flexibele gebruiksmogelijkheden van de woning zelf, maar creëert ook een vraag naar ondersteunende dienstverlening in de omgeving. Verder is er een groeiende groep met een metropolitane levensstijl voor wie "turbobereikbaarheid" op Randstad- en internationale schaal van belang is. Qua infrastructuur en ligging heeft Rotterdam in ieder geval de potentie om zo'n groep te faciliteren. De focus van het beleidsterrein Dagindeling was aanvankelijk vooral gericht op de betere afstemming van Arbeid en Zorg door middel van bijv. ruimere openingstijden en betere CAO afspraken, om zodoende de Dagindeling te vergemakkelijken voor huishoudens die ervoor kiezen hun leven niet volgens het klassieke kostwinnersmodel in te richten. Het is een grote verworvenheid dat nu ook de ruimtelijke ordening als relevant werkterrein van het beleidsthema Dagindeling wordt beschouwd. Voor Dagindeling zijn er interessante ontwikkelingen gaande in de RO. Rotterdam - in de Vinexperiode nog gezien als een compacte stad met een hart, en stadsrand en een periferie - wordt steeds meer gezien als (onderdeel van) een netwerkstad. Voor Dagindeling is dit belangrijk omdat met het netwerkdenken veel beter kan worden ingespeeld op het ruimtelijk verplaatsingsgedrag van burgers. Ook is er naast de kwantitatieve aspecten meer oog voor de kwalitatieve aspecten in de RO. Met andere woorden: naast het zoeken naar hectares en vierkante meters voor nieuwe stadsuitbreiding gaat er nu meer aandacht uit naar de transformatie van het bestaande weefsel van stad en landschap. Dat is voor Dagindeling gunstig, omdat met de transformatie van het bestaande rekening kan worden gehouden met het veranderende gebruik van de ruimte. Ten slotte noem ik de trend van de zgn. "Ontwikkelingsplanologie" die de intentie van de overheid aangeeft om in ruimtelijke plannen te streven naar breed maatschappelijk draagvlak. Dit biedt perspectieven voor een actievere deelname van Maatschappelijke actoren in de ruimtelijk planvorming, en daarmee op betere behartiging van hun belangen. De ruimtelijke ordening kan dus veel bijdragen aan de keuzevrijheid van burgers inzake Dagindeling, en met de beleidsintenties binnen de RO zit het redelijk goed. Ook zijn op de schaal van gebouw en locatie de eerste ruimtelijke experimenten al van de grond gekomen (bv. meergeneratiewoningen en dienstenknooppunten). Maar op de schaal van de stad dan?
| 33
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Als de stadsplanners de vraag kunnen beantwoorden hoe het zit met het verband tussen huishoudtypen, leefstijlen en bijbehorende activiteitenketens enerzijds en de ruimtelijke inrichting van de stad anderzijds, dan zijn we een heel eind. Zo niet, dan moet op het nivo van de stadsplanning de operatie Dagindeling nog beginnen! Vincent Lo-A-Njoe
| 34
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
ARBEID EN ZORG: SOEPEL COMBINEREN In mijn werk als wetenschappelijk onderzoeker houd ik mij bezig met de vraag hoe arbeidsorganisaties omgaan met het groeiend aantal werknemers dat werk met zorgtaken of andere verantwoordelijkheden combineert. Op het terrein van arbeid en zorg zijn er in de afgelopen jaren veel nieuwe wettelijke regelingen in werking getreden, zoals het recht op 10 dagen kortdurend zorgverlof en 2 dagen kraamverlof voor vaders. Voor veel mensen is het kunnen combineren van betaald werk en zorgtaken van groot belang. In mijn onderzoek ga ik na hoe werkgevers met dit gegeven omgaan en of zij naast het overheidsbeleid nog aanvullende regelingen ontwikkelen voor hun werknemers. In eerste instantie heb ik vooral gekeken naar het aanbod van voorzieningen voor werkende ouders. Nu richt ik mij meer op de implementatie van beleid: wat is het gebruik van arbeidzorgarrangementen, wat zijn de ervaringen van werkgevers en werknemers en welke rol speelt de organisatiecultuur? Ik vergelijk in mijn onderzoek Nederlandse werkgevers met werkgevers in andere landen. Door het doen van internationaal vergelijkend onderzoek wordt duidelijk dat zaken die voor ons vanzelfsprekend zijn in een andere landen heel anders georganiseerd zijn. Zo is in ons land het werken in deeltijd een belangrijke strategie om werk met andere taken te combineren. In andere landen is deeltijdwerk echter veel minder acceptabel, zijn er minder deeltijdbanen en gaat men er veel meer van uit dat iedereen voltijds werkt (zowel mannen als vrouwen, vaders en moeders). Ook het feit dat veel Nederlandse werkgevers actief zijn op het terrein van de kinderopvang valt op in een vergelijking met andere landen. Net als in veel andere landen, zijn voorzieningen op het gebied van flexibele arbeidstijden bij Nederlandse werkgevers het populairst. Flexibele werktijden worden ook door veel Rotterdammers aangewezen als belangrijke oplossing voor knelpunten in hun dagindeling. Niet alle regelingen op dit terrein dragen echter daadwerkelijk bij aan een soepelere combinatie van taken of sluiten aan bij andere voorzieningen waar mensen gebruik van maken. Zo hebben kinderopvanginstellingen vaak vaste tijden en bieden zij niet de mogelijkheid om opvangdagen of tijden te variëren. Ook scholen houden vaak nog weinig rekening met het feit dat steeds meer ouders de zorg voor hun kind combineren met betaald werk. Met Dagindeling wordt gekeken hoe verschillende voorzieningen op elkaar ingrijpen en hoe verschillende actoren kunnen samenwerken om knelpunten van taakcombineerders te verhelpen. Dit vereist creativiteit en het doorbreken van vanzelfsprekendheden. Hoe belangrijk dat is ervaar ik ook als werkende moeder van twee kinderen. Ik en mijn partner hebben te maken met drie werkgevers, een school, naschoolse opvang, een crèche en het openbaar vervoer. Laura den Dulk
| 35
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Product 2 Dienstenknooppunten Een Dienstenknooppunt is een goed bereikbare locatie in een wijk of buurt met daarin functies die het combineren van beroepsbezigheden, zorgtaken en vrijetijdsactiviteiten versoepelen. Dienstenknooppunten maken de stad een goede plaats om te wonen, te werken en te recreëren, want: 1. Ze dragen bij aan het soepel combineren van arbeid, zorg en vrije tijd van taakcombineerders; 2. Ze clusteren voorzieningen; 3. Ze bevorderen de sociale cohesie en leefbaarheid in een buurt; 4. Ze laten overheid en bedrijfsleven samenwerken om diensten en voorzieningen op maat aan te bieden; 5. Ze (re)vitaliseren (verouderde) winkelgebieden; 6. Ze maken de fijndistributie van diensten, voorzieningen en goederen mogelijk. Hoe? Publiek- Private Samenwerking Overheid, bedrijfsleven maatschappelijk instellingen (en natuurlijk burgers) hebben belang bij een stad waar het voorzieningenniveau op een aanvaardbaar peil is. Dit gezamenlijke belang nodigt uit tot samenwerking in het opzetten van dienstenknooppunten. Deze samenwerking zorgt tevens voor een kostenreductie. Vanwege het te garanderen minimum aan zorgvoorzieningen per verzorgingsgebied moet de overheid vooral in achterstandsgebieden het voortouw nemen bij het ontwikkelen van Dienstenknooppunten. De overheid kan het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen een duwtje in de rug geven door een startsubsidie of een businessplan aan te bieden. Advies Steun publieke en private partijen in het opzetten van Dienstenknooppunten. Speel een faciliterende rol en stimuleer het overleg tussen de partijen. Deelgemeenten zijn de eerst aangewezen vertegenwoordigers van de overheid.
Waar? Allerlei faciliteiten in de woon- en werkomgeving zoals scholen, arbeidsplaatsen, winkels en andere voorzieningen bepalen de mogelijkheden voor een goede Dagindeling. Een Brede School kan heel goed de start van een dienstenknooppunt zijn. Een Brede School combineert al onderwijs, kinderopvang en na schoolse activiteiten. Een vervoersknooppunt maar ook een zorginstelling kunnen een Dienstenknooppunt herbergen. Dienstenknooppunten kunnen ook een stimulans zijn bij het revitaliseren van verouderde winkelgebieden. Juist de kleine middenstand speelt een belangrijke rol in de leefbaarheid. Als winkeliers met elkaar en met de overheid en maatschappelijke instellingen samenwerken, kunnen zij door schaalvergroting zelf goedkoper diensten en voorzieningen inkopen en hun producten goedkoper bij hun klant brengen.
| 36
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
De Goede Start op de Kop van Zuid: een dienstenknooppunt met kinderopvang en gemaksdiensten. Het bedrijfsleven in de buurt profiteert mee.
Advies Ontwikkel een Dienstenknooppunt in een achterstandswijk. Speel in op behoeften en biedt de diensten en voorzieningen aan met publieke en private partijen.
Een Wijkschouw zoals gehouden in Katendrecht is een goed voorbeeld hoe je inzicht kan krijgen in de behoefte onder (toekomstige) bewoners aan diensten en voorzieningen. Deze gegevens kan je gebruiken om een Dienstenknooppunt op te zetten met publieke en private partijen.
| 37
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
DAGINDELING: ECONOMISCH ÉN SOCIAAL Dagindeling is voor velen een vaag begrip. Het heeft economische betekenis en kan ook de sociaal zwakkeren helpen bij de participatie in samenleving. De leden van de Stedelijke Werkgroep Dagindeling van de gemeente Rotterdam hebben voor mij daarom een duidelijke missionarisfunctie: voor beleidsmakers en burgers het belang van Dagindeling concretiseren vanuit sociaal en economisch perspectief. Voor mij is Dagindeling een economisch vraagstuk. Als je rekening houdt met Dagindeling verbetert de kwaliteit van je dienstverlening. De tijd en plaats waar(op) de klant gebruik kan maken van de dienstverlening is cruciaal. Je speelt in op de wensen en behoeften van je klanten. De aanbieders van dienstverlening, overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen, kunnen bij samenwerking diensten op kleinere schaal aanbieden die anders economisch niet haalbaar zijn. De werkgever kan zich met Dagindeling aantrekkelijk maken voor goed personeel en gesubsidieerde voorzieningen kunnen gemiddeld goedkoper worden aangeboden. Voor mij is Dagindeling ook een sociaal vraagstuk. De verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening faciliteert de doelgroepen in hun dagelijkse bezigheden. Tweeverdieners met kinderen en alleenstaande ouders (lees moeders) maar ook mensen die zorgen voor een hulpbehoevende vriend of familielid hebben baat bij flexibele werk- en openingstijden en een gecombineerd aanbod van instanties en bedrijven. De SWD denkt dat Dienstenknooppunten, bijvoorbeeld gevestigd in Brede Scholen, Rotterdam aantrekkelijk maken; ook voor de sociaal zwakkeren. Zeker waar opvang, onderwijs en sport-, kunst- en cultuurinstellingen samenwerken. Kinderen leveren betere prestaties en zorgen voor minder overlast. Ouders kunnen door taalonderwijs in combinatie met het vervullen van taken in een brede school of een dienstenknooppunt in het algemeen, beter participeren in de samenleving. Het dagprogramma lost kinderopvangproblemen op. Ik reken mijzelf tot de tweeverdieners met kinderen. Ik heb zelf bewust gekozen voor een huis in Rotterdam-stad. Mijn huis staat in het Schutterskwartier (Crooswijk) dicht bij een grote speeltuin, een zwembad, een groot trapveld, het Kralingse bos en de uitvalswegen en niet ver van een fantastische bibliotheek. Kortom wat je kunt verwachten in het centrum van een grote stad. Gemakkelijk voor mijn Dagindeling en die van mijn gezin. Ik realiseer mij dat niet iedereen die keuzevrijheid heeft. Daarom aandacht voor Dagindeling. Ronald Goedhart
| 38
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Product 3 Parkmanagement Parkmanagement onderscheidt zich van Dienstenknooppunten omdat het vrijwel alleen betrekking heeft op bedrijventerreinen. Het is eigenlijk een Dienstenknooppunt op een bedrijventerrein. Dagindeling vertaald naar bedrijventerreinen houdt in dat de wensen en behoeften van werknemers om hun werk en privé te combineren mede de inrichting en de voorzieningenstructuur op het bedrijventerrein bepalen. Parkmanagement is geënt op vier pijlers, te weten: 1. Het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardig en duurzaam productie- en werkmilieu; 2. Het optimaliseren van de shareholders value ofwel de vastgoedwaarde voor de eigenaar/gebruiker en/of de belegger; 3. Het optimaliseren van het werknemersklimaat; 4. Het creëren van een eenduidig imago van het terrein. Zo ontstaan bedrijventerreinen, die voldoen aan de eisen die de moderne werkgever en werknemer stellen. Bedrijventerreinen moeten duurzaam zijn, een visitekaartje voor het bedrijf; ze moeten in verbinding staan met andere bebouwde omgeving (woonwijken) en er moeten voorzieningen op deze terreinen zijn die het voor investeerders/bedrijven aantrekkelijk maken zich er te vestigen. Parkmanagement regelt dit. Oplossing Parkmanagement is de oplossing voor een aantal problemen. 1. Het lost knelpunten in de Dagindeling op door diensten en voorzieningen in de buurt van de werkplek aan te bieden; 2. Het helpt het MKB employee benefits aan te bieden. Door samenwerking ontstaat schaalvoordeel en kunnen individuele bedrijven door deze samenwerking toch deze diensten en voorzieningen aan hun personeel aanbieden; 3. Het is een instrument om verouderde bedrijventerreinen nieuw leven in te blazen en nieuwe terreinen aantrekkelijk te maken; 4. Het laat publieke en private partijen samenwerken. Op bedrijventerreinen kruist de verantwoordelijkheid van de overheid direct met de belangen van het bedrijfsleven. Het ligt voor de hand om in publiek- private samenwerking de problemen van de herstructurering oude bedrijventerreinen en het inrichten van nieuwe bedrijventerreinen ter hand te nemen.
Een bedrijventerrein voor en na de invoering van Parkmanagement
| 39
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
'Parkmanagement en de werknemer' De SWD heeft met publieke en private partners onderzocht wat de behoeften van werknemers op bedrijventerreinen zijn. Dit heeft zij om drie redenen gedaan. De eerste reden was het inzicht krijgen in de gewenste diensten en voorzieningen op terreinen. Ten tweede was de deelname voor de SWD de aanzet voor een pilot met Parkmanagement op bedrijventerrein Hordijkerveld. In de derde plaats gaf de deelname direct inzicht in de rollen van overheid en bedrijfsleven bij deze publiek- private samenwerking. Met de deelname sloot de SWD aan bij de wens van het college van B&W om parkmanagement standaard in te voeren op bedrijventerreinen in Rotterdam. Op termijn kan de informatie uit het onderzoek mede leiden tot een algeheel plan van (her)inrichting van bedrijventerreinen, dat voldoet aan de eisen die de moderne werkgever/werknemer stelt aan zijn werkomgeving. Hordijkerveld Op initiatief van de SWD is bedrijventerrein Hordijkerveld betrokken bij het onderzoek naar de behoeften van werknemers op bedrijventerreinen in Zuid Holland. Waarom Hordijkerveld? Het OBR had een plan voor herstructurering voor Hordijkerveld en de Stichting OMIJ Rijnmond wil diensten en voorzieningen aanbieden op het terrein. Onder leiding van het OBR heeft de SWD meegewerkt aan de pilot met Parkmanagement op Hordijkerveld. De samenwerking tussen de bedrijven komt hier tot stand vanuit een veiligheidsplan. De gemeente moet deze samenwerking aangrijpen om met parkmanagement ook diensten en voorzieningen aan te bieden die het taakcombineren vergemakkelijken. Advies Ondersteun een pilot voor Parkmanagement op bedrijventerrein Hordijkerveld waarin diensten en voorzieningen worden aangeboden die het combineren van werk en privé van taakcombineerders vergemakkelijken.
Hoe verder? Parkmanagement maakt Rotterdam aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijven en werknemers. Het is een middel om hoogwaardige bedrijventerreinen te ontwikkelen. Het is een middel om de midden- en hogere inkomens een aantrekkelijke woon- en werkomgeving te bieden. De gemeente laat de kennis en ervaring van de SWD dan ook niet verloren gaan. De economische ontwikkeling van Rotterdam en de naam van Rotterdam als innovatieve stad waar publieke en private partijen oplossingen bedenken, maken dit noodzakelijk. De gemeente brengt Parkmanagement met aandacht voor het taakcombineren onder bij het programma 'Ruimte voor bedrijven' van het OBR. Het OBR coördineert de herstructurering van bedrijventerreinen in de regio Rotterdam. Onderdeel van de herstructurering is het invoeren van parkmanagement. Het doel is o.a. te komen tot een goed gevarieerd aanbod van bedrijventerreinen. Advies Breng de kennis en ervaring over Parkmanagement onder bij het programma Ruimte voor bedrijven van het OBR.
| 40
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Vervolgonderzoek Parkmanagement Het OBR neemt vanaf oktober 2003 de plaats in van de SWD in het vervolgonderzoek naar Parkmanagement. De deelname van de gemeente aan dit onderzoek geeft de stad een voorsprong in het ontwikkelen van Parkmanagement en zorgt voor succesvol implementeren van Parkmanagement op bedrijventerreinen. De voorzitter van de SWD, Frans Maks heeft op donderdag 8 juni 2003 de samenwerking tussen de SWD en het OBR bekrachtigd. Op symbolische wijze overhandigde hij het advies van de SWD over Parkmanagement aan Bert Lamot, programmamanager van 'Ruimte voor bedrijven'.
Overhandiging advies Parkmanagement
| 41
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
OP WEG NAAR… EEN VERANTWOORDE DAGINDELING Ik denk dat ik gevraagd ben voor deelname aan de Stedelijke Werkgroep Dagindeling omdat ik aan de basis heb gestaan van het maatschappelijk ondernemen bij de Rabobank in Rotterdam en daarbuiten. Elke werknemer bij een bank - van jongste bediende tot bankdirecteur - heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Deze uit zich vervolgens in de manier waarop je met mensen omgaat, dit zowel in je werk als daarbuiten. Het 'gewone' dagelijkse leven bestaat uit werktijden en vrije tijd. Werk en vrije tijd vullen elkaar aan (ze sluiten als het ware organisch bij elkaar aan). In je werk schep je voorwaarden om een prettige en nuttige vrije tijdbesteding te hebben. Maar de kwaliteit van je vrije tijd is ook de voorwaarde om in je werk goed te functioneren. Dit klinkt heel idealistisch en utopisch, maar het kan! De balans tussen werk en privé is afhankelijk van persoonlijke keuzes en van de manier waarop je gebruik kan maken van diensten en voorzieningen, zaken die je dag vergemakkelijken. Met persoonlijke keuzes kunnen de overheid en het bedrijfsleven (ofwel in hun rol als werkgever) zich niet echt bemoeien. Zij kunnen zich wel zo inzetten dat mensen een keuze kunnen maken door aanbieden van 'gemaksdiensten'. Keuzes om te kiezen voor vrijwilligerswerk of voor theaterbezoek en ga zo maar door. Ik probeer in en buiten mijn werk verantwoorde beslissingen te nemen en voorts anderen in mijn contacten te overtuigen van hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor de samenleving. De samenleving is niet maakbaar maar we maken de samenleving met zijn allen. Iedereen draagt hieraan als het goed is een (bouw)steentje bij. Wanneer de overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen op het gebied van Dagindeling samenwerken kan iedereen ook dat steentje bijdragen. Of het nu als voorleesmoeder, als sporttrainer of als vrijwilliger binnen de kerk is, samenwerking ofwel coöperatie met andere partijen zijn mijns inziens van het grootste belang voor invulling van je Dagindeling. Bob Kagenaar
| 42
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Product 4 Onderwijsmodule Dagindeling Kennisverwerving en verspreiding De learning history van Dagindeling. Het middel om de kennis en ervaring die de SWD heeft opgedaan te verspreiden zodat ambtenaren, het bedrijfsleven en de politiek daar blijvend profijt van hebben. De SWD heeft haar opdracht om het draagvlak in de stad voor Dagindeling te vergroten zeer serieus opgenomen. Zij startte met deze taak vanaf een nulpunt. Slechts enkelen waren in Rotterdam bekend met de term Dagindeling; nog minder mensen wisten wat de term inhield. Bovendien was er landelijk nog weinig onderzoek gedaan naar Dagindeling. De SWD moest dus onderzoek initiëren en tegelijkertijd de reeds bestaande kennis inventariseren en verspreiden.
De leercirkel
Eigen onderzoek Samen met het COS heeft de SWD de Dagindeling van Rotterdammers onderzocht. Dit onderzoek gaf aanleiding om twee zaken verder uit te diepen: Dienstenknooppunten en Parkmanagement. In eerste instantie heeft de SWD meegewerkt aan een onderzoek naar de behoefte van werknemers op bedrijventerreinen in Zuid Holland. Met de ouderenzorg instelling Stichting de Stromen en met de Stichting OMIJ onderzocht zij later de haalbaarheid van Dienstenknooppunten in de stad. Onderzoeksbureau Nijfer heeft in 2001 een kosten- baten analyse gemaakt van Dagindeling in Nederland. Irene van Staveren relateerde deze cijfers aan Rotterdam. Inventariseren Zowel de leden van de SWD als het projectbureau hielden zich op de hoogte van ontwikkelingen en onderzoek met betrekking tot Dagindeling. Vooral het landelijk projectbureau Dagindeling is een grote bron van informatie geweest maar ook andere landelijke en plaatselijke organisaties als het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW), SCALA, het steunpunt kinderopvang van de GGD in Rotterdam, Ecorys, en A2 Stadsadviseur hebben aan het project bijgedragen.
| 43
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Prioriteiten Al deze informatie leidde tot het stellen van prioriteiten, te weten Parkmanagement, Dienstenknooppunten en de Onderwijsmodule Dagindeling. De eerste twee prioriteiten zijn al ruimschoots aan bod gekomen. De Onderwijsmodule Dagindeling, uniek in Nederland komt nu aan bod. Onderwijsmodule Dagindeling De SWD heeft voor de Hogeschool Inholland een module Dagindeling opgezet en begeleid en voor een deel zelf gegeven. Personen uit het netwerk van de SWD gaven in het vierde jaar aan de opleiding Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) tekst en uitleg over Dagindeling. De Hogeschool Inholland wil Dagindeling een vaste plaats geven in het onderwijsprogramma. In januari 2004 buigt de werkgroep sociaal werk zich over de vraag hoe zij dit het beste kan doen. De module Dagindeling aan de Hogeschool Inholland is gericht op HBO studenten. De SWD heeft altijd voor ogen gehad dat de kennisverspreiding ook moet plaatsvinden in het postHBO en het contractonderwijs. Zij heeft daarom samenwerking gezocht met de Contractgroep Inholland en de provincie Zuid Holland. Met deze partners zet de SWD een Onderwijsmodule op voor beleidsambtenaren van de overheid, zowel op provinciaal als op gemeentelijk niveau. De module staat ook open voor beleidsmakers uit het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen. In januari 2004 start naar verwachting de eerste module. Good Practices De SWD verzamelt de good practices in Rotterdam. Deze verzameling zet zij gericht in bij het informeren van politiek, ambtelijke beleidsmakers en het bedrijfsleven. Een overzicht van de good practices staat op de website van de SWD.
| 44
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Product 5 WWW.DAGINDELING.ROTTERDAM.NL De SWD heeft als belangrijkste en meest toegankelijke communicatiemiddel gekozen voor een website. Op de website www.dagindeling.rotterdam.nl staat informatie over alle onderwerpen waarmee de SWD zich heeft beziggehouden. De website is een kennis en informatiecentrum voor Rotterdammers, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Bezoekers vinden hier de informatie die ze zoeken of worden doorverwezen. Alle publicaties van de SWD staan op de site evenals de Good Practices in Rotterdam.
Startpagina www.dagindeling.rotterdam.nl
Producten Schriftelijk 1. Het rapport 'Dagindeling van Rotterdammers' van het Centrum voor Onderzoek en Statistiek; 2. Het rapport 'Parkmanagement en de werknemer' van Ecorys; 3. De 'Startnotie' van de Stedelijke Werkgroep Dagindeling; 4. Dagindeling in de praktijk, inventarisatie van voorzieningen voor taakcombineerders in Rotterdam van A2 Stadsadviseur augustus 2001; 5. Dagindeling in de praktijk, inventarisatie van voorzieningen voor taakcombineerders in Rotterdam van A2 Stadsadviseur april 2002; 6. Het rapport 'De haalbaarheid van Dienstenknooppunten' van Ecorys; 7. De 'Vervolgnotitie' van de Stedelijke Werkgroep Dagindeling met daarin; • De Kosten- Baten analyse van Dagindeling in Rotterdam; 8. De notitie 'De stand na een jaar werken' van de Stedelijke Werkgroep Dagindeling met daarin; • Het Evaluatieonderzoek Stedelijke Werkgroep Dagindeling Rotterdam van Lia Karsten, Sociaal Ruimtelijk Onderzoek en Advies; 9. De brochure ‘Rotterdam is toe aan nieuwe afspraken’; 10. Drie nieuwsbrieven van de SWD; 11. Eindadvies 'Het is Tijd! En zo doen we Dagindeling in Rotterdam'.
| 45
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
4 ADVIEZEN Het proces De (deel)gemeente moet bij het opzetten van multifunctionele gebouwen met een dienstenknooppuntfunctie de regierol op zich nemen. Integraal beleid Laat gemeentelijke diensten onderling meer samenwerken bij het ontwerpen van plannen voor nieuwbouwwijken en bij de herstructurering van oude wijken. Roep hiervoor een taskforce in het leven; een soort wijkteam waarin vertegenwoordigers zitten van gemeentelijke diensten, maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven/projectontwikkelaars. Vergroot de kennis onder ambtenaren van publiek- private samenwerking. Laat de Rotterdamse School hiervoor een cursus opzetten. Er is voor het ontwikkelen van beleid een integrale blik nodig. Breng daarom bij de directie Beleid van de Bestuursdienst Dagindeling onder. Laat een beleidsadviseur plannen toetsen op dagindeling. Houd de overige ervaring, door de SWD opgedaan, beschikbaar voor tijdige implementatie in alle voorkomende beleidsterreinen. Onderwijsmodule Hou bij Dagindeling rekening met de diversiteit van huishoudens, leefstijlen en de samenstelling van de bevolking van de stad. Leeftijdsopbouw, arbeidsmarktpositie, culturele diversiteit en opleidingsniveau zijn maar een paar kenmerken die een rol spelen. Laat het COS standaard vragen over Dagindeling opnemen in de tweejaarlijkse Vrijetijdsomnibus om zo de ontwikkeling van dagindeling te monitoren. De éénoudergezinnen en de tweeverdieners met kinderen ondervinden in Rotterdam de meeste knelpunten. Ondersteun deze groepen door hun knelpunten extra aandacht te geven. Uitgaven betalen zichzelf terug. Breng de Onderwijsmodule Dagindeling onder bij de Rotterdamse School van de DCR. Dienstenknooppunten Steun publieke en private partijen in het opzetten van Dienstenknooppunten. Speel een faciliterende rol en stimuleer het overleg tussen de partijen. Deelgemeenten zijn de eerstaangewezen vertegenwoordigers van de overheid. Ontwikkel een Dienstenknooppunt in een achterstandswijk. Speel in op behoeften en biedt de diensten en voorzieningen aan met publieke en private partijen. Breng Dienstenknooppunten onder bij de Vakgroep Economie van het OBR. Parkmanagement Ondersteun een pilot voor Parkmanagement op bedrijventerrein Hordijkerveld waarin diensten en voorzieningen worden aangeboden die het combineren van werk en privé van taakcombineerders vergemakkelijken.
| 46
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Breng de kennis en ervaring over Parkmanagement onder bij het programma Ruimte voor bedrijven van het OBR. Personeelsbeleid Als werkgever heeft de gemeente een voorbeeldfunctie. Maak de lessen uit het rapport ‘Doe 't zelf!’ onderdeel van het personeelsbeleid van de gemeente.
| 47
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
DE LEDEN VAN DE STEDELIJKE WERKGROEP DAGINDELING Dhr. F. A. (Frans) Maks Voorzitter Dhr. Drs. P. (Peter) Aubert Oud-raadslid Rotterdam Mw. Dr. L. (Laura) den Dulk Wetenschappelijk onderzoeker aan de Universiteit van Utrecht Dhr. R. R. (Ronald) Goedhart consulent/projectontwikkelaar bij de Stichting Stimulans Dhr. J. (Jan) van Heest Adviseur voor het MKB Dhr. B. (Bob) Kagenaar, MCM Directeur Maatschappelijk Ondernemen bij de Rabobank Dhr. Mr. C. M. E. (Constant) van Schelven Voorzitter Raad van Bestuur De Stromen Mw. Mr. E. A. (Elske) Schreuder Deskundige beleidsbeïnvloeding emancipatie en stadsinrichting Mw. Dr. I. (Irene) van Staveren Universitair docent aan de Insitute of Social Studies Dhr. Ir. V. (Vincent) Lo-A-Njoe Stedenbouwkundige bij de gemeente Rotterdam Lid van september 2001 - juli 2002 AMBTELIJKE ONDERSTEUNING Mw. mr. Arina de Waal Projectleider Dhr. drs. Erik-Jan Wesemann Beleidsmedewerker Mw. Ernestine van der Meer Projectmedewerker
| 48
| Eindrapportage Dagindeling | september 2003 |
Colofon Uitgave en teksten: Stedelijke Werkgroep Dagindeling Eindredactie: Elske Schreuder, Peter Aubert, Gerben van Santen, Arina de Waal en Erik-Jan Wesemann Communicatieadvies: Gerben van Santen, Ziel en Zaligheid Fotografie: Arina de Waal en Erik-Jan Wesemann Vormgeving: Bert Dekker, drukkerij Stadhuis Rotterdam Vormgeving Website: Datascope Internet Adviesbureau & Website Design Druk: Sonneveld