Statuten Stichting Samenwerkingsverband VO Walcheren Rechtspersonen: A. Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren B. Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs op Walcheren C. Stichting Scholengemeenschap Scheldemond D. Stichting Respont Artikel 1 Begripsbepaling In deze statuten wordt verstaan onder: - bevoegd gezagsorgaan: het bestuur van elk van de hiervoor onder A tot en met D genoemde rechtspersonen, die een school in stand houden als bedoeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs, hierna ook te noemen: "WVO"; - centrale dienst: de centrale dienst als bedoeld in artikel 53b van de WVO; - orthopedagogisch-didactisch centrum (hierna te noemen: "OPDC"): een voorziening als bedoeld in artikel 10h, lid 3 van de WVO, en artikel VI van de Wet van vijfentwintig mei negentienhonderd achtennegentig;. - samenwerkingsverband: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 10h van de WVO; - scholen: de scholen als bedoeld in de WVO, die door een bevoegd gezagsorgaan in stand worden gehouden; - de wet: de Wet op het voortgezet onderwijs. Artikel 2 Naam stichting 1. De stichting draagt de naam: Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Walcheren en is statutair gevestigd te Middelburg. 2. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
1
Artikel 3 Doel en middelen 1. De stichting stelt zich ten doel: a. zorg te dragen voor een toereikende organisatie en deskundige ondersteuning van het onderwijs voor leerlingen voor wie een orthopedagogische en orthodidactische benadering is geboden, alsmede voor overdracht van de deskundigheden op dit gebied tussen de scholen van het samenwerkingsverband; b. een centrale dienst in stand te houden, welke centrale dienst de taken gaat uitvoeren van een OPDC als bedoeld in artikel10h lid 3 van de wet. 2. De stichting tracht deze doelen te bereiken door: a. werkzaam te zijn in de zin van artikel 53b van de WVO; b. andere middelen die aan het doel van de stichting dienstbaar kunnen zijn. 3. De stichting verkrijgt zijn financiële middelen van de aangesloten bevoegde gezagsorganen. Zij organiseert daartoe een jaarlijkse besluitvorming van de bevoegde gezagsorganen ter vaststelling van de hoogte van de bijdrage van de afzonderlijke bevoegde gezagsorganen. 4. Bepaalde diensten van de stichting kunnen worden aangeboden tegen afzonderlijke betaling. 5. De inzet van de in lid 3 genoemde middelen en het beleid ten aanzien van de in lid 4 genoemde diensten worden vastgelegd in een beleidsplan. 6. Evaluatie van de in dit artikel genoemde activiteiten vindt jaarlijks plaats op basis van de door het bestuur uiterlijk op één mei vast te stellen financieel jaarverslag over het daaraan voorafgaande boekjaar. 7. Ten behoeve van het opstellen van het jaarverslag verstrekken de bevoegde gezagsorganen alle door het bestuur gewenste informatie.
2
Artikel 4 Bestuur 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het bestuur stelt het beleid en het financieel jaarverslag vast. 2. Het bestuur bestaat uit vier personen en wordt bij deze akte benoemd. Elk van de bevoegde gezagsorganen benoemt een bestuurslid en een plaatsvervangend bestuurslid. Het bevoegde gezagsorgaan doet dat uit haar bestuur, tenzij het bevoegde gezagsorgaan een Raad van Toezicht heeft, dan benoemt zij een bestuurslid uit haar Raad van Toezicht. 3. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Bij het ontstaan van een vacature in het bestuur, zal het bevoegde gezag, waarvan het betreffende bestuurslid deel uitmaakt, binnen een maand na het ontstaan van de vacature daarin voorzien door de benoeming van een opvolger. 4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het overblijvende bestuurslid, geen wettig samengesteld bestuur. 5. Het bestuur kiest voor de duur van drie jaar, met de mogelijkheid van eenmaal een herverkiezing in consensus voor een jaar, uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, alsmede hun plaatsvervangers. De functie van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden uitgeoefend. 6. In de vervulling van het voorzitterschap van het bestuur rouleren de vier aangesloten bevoegde gezagen, tenzij het bestuur daar in consensus van afwijkt. 7. Het bestuurslidmaatschap van een bestuurslid eindigt: a. door zijn overlijden; b. wanneer hij het vrije beheer over zijn vermogen verliest; c. door verlies van de hoedanigheid als bedoeld in artikel 4 lid 1, zijnde mitsdien het verlies van de functie van bestuurslid van het betreffende bevoegde gezagsorgaan; d. indien het betreffende bevoegde gezagsorgaan geen deel meer uitmaakt van het tussen de bevoegde gezagsorganen bestaande samenwerkingsverband; e. door schriftelijke ontslagneming (bedanken); f. door ontslag hem verleend door het betreffende bevoegde gezagsorgaan; g. door ontslag op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek. 3
Artikel 5 Bestuursvergaderingen 1. De bestuursvergaderingen worden gehouden ter plaatse in Nederland als bij de oproeping bepaald. 2. Het aantal vergaderingen is tenminste twee per kalenderjaar. 3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer één van de bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen punten de oproeping doet. De oproeping tot de vergadering geschiedt tenminste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven. 4. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen. 5. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid voorzien de aanwezigen zelf in de leiding van de vergadering. 6. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden. De notulen worden vastgesteld en getekend door degene, die in de vergadering als voorzitter heeft gefungeerd. Artikel 5.a Bestuursbesluiten 1. Besluiten worden genomen door de bestuursleden die de bevoegde gezagen vertegenwoordigen, waarvan leerlingen lessen volgen aan de onderwijslocatie OPDC Griffioen. Overige bevoegde gezagen hebben geen stemrecht, maar zijn lid als adviseur. 2. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde stemgerechtigde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. 3. De besluitvorming in het bestuur vindt uitsluitend plaats in consensus. 4. Het bestuur kan ook buiten de vergadering besluiten nemen, mits alle stemgerechtigde bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, al dan niet per enig telecommunicatiemiddel, hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd. 5. Adviseurs kunnen op verzoek van het bestuur de bestuursvergadering bijwonen en hebben het recht het woord te voeren, maar hebben geen stemrecht.
4
Artikel 6 Informatieplicht 1. De bevoegde gezagsorganen voorzien het bestuur van alle informatie die nodig is voor een goede uitvoering van de taken van de stichting. 2. De bevoegde gezagsorganen sturen voor vijftien november van elk jaar hun telgegevens van één oktober van het betreffende jaar naar het secretariaat van de stichting. Artikel 7 Jaarstukken en financieel beheer 1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Na afloop van elk boekjaar, voor één mei, wordt door het bestuur vastgesteld een jaarverslag over de gang van zaken in de stichting en over het gevoerde beleid en de jaarstukken, bestaande uit de balans en de staat van lasten en baten over het afgelopen boekjaar met een toelichting. 3. De jaarstukken worden door het bestuur aan een registeraccountant voorgelegd ter controle en worden voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid door de registeraccountant. De jaarstukken worden toegezonden aan de bevoegde gezagsorganen. 4. Jaarlijks, vóór één januari, stelt het bestuur de begroting voor het komende jaar vast. 5. De penningmeester van het bestuur draagt zorg voor het financieel beheer van de stichting. 6. Het bestuur kan besluiten tot het sluiten van een contract met een extern bureau voor het verrichten van de financieel administratieve werkzaamheden Artikel 8 Vertegenwoordiging en aangaan verplichtingen 1. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door: a. alle leden van het bestuur gezamenlijk; b. de voorzitter en secretaris gezamenlijk, respectievelijk hun plaatsvervangers. 2. Het bestuur is slechts na vóóraf verkregen schriftelijke toestemming van de bevoegde gezagsorganen bevoegd om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 5
Artikel 9 Centrale dienst 1. De stichting houdt een centrale dienst in stand. 2. Aan de centrale dienst kan onderwijsondersteunend personeel worden verbonden alsmede personeel dat is benoemd (aangesteld) voor het verzorgen van leerwegondersteunend onderwijs aan leerlingen die daaraan tijdelijk behoefte hebben en ingeschreven staan op een van de scholen die door de aangesloten bevoegde gezagsorganen in stand worden gehouden of werkzaam zijn ter uitoefening van taken en bevoegdheden van het samenwerkingsverband. 3. De leiding van de centrale dienst wordt door het bestuur gemandateerd aan het bestuursmanagement van de centrale dienst. Het bestuursmanagement bestaat uit de volgende functionarissen: - de rector van het sub A gemelde bevoegde gezagsorgaan; - de algemeen directeur van het sub B gemelde bevoegde gezagsorgaan; . - de directeurbestuurder (‘rector’) van het sub C gemelde bevoegde gezagsorgaan; - de directeur van de Middelburgse onderwijslocatie van het sub D gemelde bevoegde gezagsorgaan. De dagelijkse leiding van de centrale dienst kan worden gemandateerd aan een door het bestuursmanagement van de centrale dienst te benoemen functionaris. Artikel 10 Statutenwijziging en ontbinding Statutenwijziging 1. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot algehele samenvoeging van de stichting met een andere stichting moet worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat enige vacature in het bestuur bestaat en kan slechts worden genomen na vóóraf verkregen schriftelijke toestemming van de bevoegde gezagsorganen.
6
Ontbinding 2. Indien de stichting niet langer voldoet aan de wettelijke vereisten is de stichting ontbonden op het in de wet bepaalde moment. Alsdan aanwezige geldmiddelen van de stichting worden voor de datum van ontbinding naar rato van het aantal leerlingen binnen de onderwijslocatie OPDC Griffioen teruggestort naar de bevoegde gezagsorganen. 3. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in lid 1 van dit artikel van toepassing. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Bij de ontbinding van de stichting geschiedt de vereffening door het bestuur. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. Een overschot na vereffening wordt uitgekeerd zoals in lid 2 van dit artikel bepaald. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de door de vereffenaars aan te wijzen persoon. Artikel 11 Reglement Bestuur 1. Het bestuur stelt een reglement vast waarin nadere regels zijn opgenomen die voor een goede uitvoering van de statuten nodig worden geacht. 2. Vaststelling en wijziging van het reglement vindt plaats bij gewone meerderheid van stemmen. Artikel 12 Slotbepaling In de gevallen waarin de wet en de statuten niet voorzien, beslist het bestuur. Benoeming bestuur Tenslotte verklaarde de comparant, ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4 lid 2, dat tot bestuurders van de stichting worden benoemd:
7