Ondersteuningsplan Stichting Leerlingzorg Almere Voortgezet Onderwijs (SLA VO) het samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 24-01
Almere, 31 januari 2014 vastgesteld door het bestuur op 4 februari 2014
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 1.2
Visie en missie Inhoud en doelen
2. De basis 2.1 2.2 2.3
7
Aanleiding Rol van de ouders Ondersteuningsstructuur Wijze van toeleiding Toelaatbaarheidsverklaring
4. Het bieden van extra ondersteuning 4.1 4.2
5
Voorwaarden Basisondersteuning Schoolondersteuningsprofielen
3. Toeleiding 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
3
11
Huidige deelname en aanbod Toekomstig scenario dekkend netwerk extra ondersteuning
5. Kwaliteitsbeleid
13
6. Financiën
14
Bijlagen 1. Overzicht van deelnemende scholen en besturen 2. Begrippenkader 3. Lijst met afkortingen
15 16 17
Bronnenboek Bij dit ondersteuningsplan hoort een bronnenboek waarin alle noodzakelijk – wettelijke- informatie/procedures is opgenomen
2
1. Inleiding Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Stichting Leerlingzorg Almere Voortgezet Onderwijs (SLA VO) is een wettelijk document waarin de organisatie haar beleid voor de periode 2014-2018 beschrijft. De SLA VO is een onderdeel van Passend Onderwijs Almere 1. De nadruk van het beleid wordt gelegd in de eerste jaren van de planperiode (2014-2016) op basis waarin het beleid wordt geëvalueerd en bijgesteld voor de periode 2017-2018. 1.1 Visie en missie In de afgelopen jaren is al veel geïnvesteerd in de voorbereiding op Passend Onderwijs. De uitvoering hiervan is beschreven in een kadernotitie2. De visie en de aanpak voor de periode 2009-2013 is opgenomen in een aparte brochure3. De visie voor Passend Onderwijs Almere is hierin als volgt beschreven: De schoolbesturen hebben afgesproken dat Passend Onderwijs voo kinderen en jongeren van 2 tot 23 jaar in Almere geldt. Vanaf de voorschoolse opvoeding, via het primair en voortgezet onderwijs tot het MBO. Samen met hun partners - zoals de ouders, de docenten en professionals in de jeugdketen – willen de schoolbesturen aan alle leerlingen een passend aanbod doen op hun niveau en met een zo goed mogelijk eindresultaat. En dat zoveel mogelijk binnen de gemeente Almere 4. Passend Onderwijs Almere moet leiden tot betere resultaten voor alle leerlingen met als uiteindelijk doel dat “Alle kinderen in Almere succesvol zijn op school”. Vanuit de onderwijsbehoefte van het kind en de wens van ouders krijgt de inhoud van Passend Onderwijs vorm. Dat lukt nu nog niet voor alle kinderen. Daarom behoort er een dekkend aanbod aan onderwijsarrangementen te komen met een optimale ondersteuningsstructuur. Het vergroten van de handelingsbekwaamheid van de professionals (docent en ondersteuners) is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast staat de maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid van scholen met hun ketenpartners centraal. De kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, dienen op maat, tijdig en zonder al te veel bureaucratie een juiste onderwijsplek te krijgen. Maar even zo belangrijk is dat zo min mogelijk kinderen als gevolg van te late signalering of ontoereikende hulp buiten de boot vallen en daardoor later extra ondersteuning nodig hebben. De aandacht gaat daarom uit
1
Organisatie Passend Onderwijs Almere en samenwerking gemeente en ketenpartners opgenomen in het bronnenboek. 2
Passend Onderwijs Almere: kadernotitie uitvoeringsfase en rapportage ontwerpfase, januari 2010
3
Passend Onderwijs Almere 2009-2013: visie een aanpak
4
Niet in alle gevallen zal er een aanbod in Almere gerealiseerd kunnen worden; financieel en kwalitatief onverantwoord als er sprake is van zeer kleinschalige voorzieningen. Aansluiting bij een voorziening in de regio is dan te verkiezen
3
naar preventie, het tijdig signaleren, diagnosticeren en handelen. Een goede samenwerking met partners in onderwijs en jeugdhulpverlening5 is daarbij essentieel. 1.2 Inhoud en doelen Vanuit de doelstelling om aan alle Almeerse leerlingen thuisnabij onderwijs te bieden, ligt de nadruk in de komende periode op de volgende activiteiten: Activiteiten Onderwijskwaliteit
Basisondersteuning
Doorontwikkeling ondersteuningsstructuur
Dekkend aanbod
Toeleiding
Doel Alle Almeerse VO-leerlingen behalen een diploma dan wel een certificaat. De VO-scholen hebben een voldoende beoordeling op de indicator ondersteuning en begeleiding. Alle Almeerse VO-scholen voldoen aan de omschreven basisondersteuning en kunnen in het verlengde daarvan extra ondersteuningsarrangementen verzorgen. Met name is de expertise op het terrein van gedrag, referentieniveaus taal en rekenen en het omgaan met lage en hoge intelligentie toegenomen. Alle Almeerse VO-scholen richten de ondersteuningsstructuur zodanig in dat in 2020 maximaal 3% van de leerlingen gebruik maakt van het VSO. In 2012 is dit 4,3%. 99% van de Almeerse VO- leerlingen kunnen binnen Almere het onderwijs volgen dat bij hen past. Jaarlijks worden er minimaal tussen de 25-30 leerlingen minder toegeleid naar het VSO.
Periode 2014-2016
2014-2016
2014-2016
2014-2018
2014-2018
Het ondersteuningsplan beschrijft in hoofdstuk 2 de basis, waar met name wordt ingegaan op de kwaliteit van de VO-scholen en de basisondersteuning. De toeleiding naar de verschillende vormen van extra ondersteuning komt in hoofdstuk 3 aan de orde. De extra ondersteuning en het dekkend netwerk aan ondersteuningsarrangementen wordt uitgewerkt in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat in op het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband. Besloten wordt met de presentatie van de financiën op hoofdlijnen voor het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. Alle bijlagen tenslotte maken onderdeel uit van het bronnenboek, dat uiteindelijk digitaal te benaderen is.
5
Met jeugdhulp wordt bedoeld: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun opvoeders bij het voorkomen, verminderen, stabiliseren en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen, psychosociale problemen of gedragsproblemen van de jeugdige, of opvoedingsproblemen. (Bron: Veldhuijzen van ZantenHyllner, M.L.L.E. & Teeven, F. (2012). Voortgangsbrief stelselwijziging jeugd „Geen kind buiten spel‟, april 2012, Kenmerk DJ/PS-3114085. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Veiligheid en Justitie.). Het begrip is breed en omvat de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij alle denkbare opgroei- en opvoedproblemen en kan varieren van een simpel advies of een opvoedcursus tot een verblijf bij pleegouders of psychiatrische zorg. (Bron: Concept Jeugdwet d.d. 18 juli 2012, Memorie van Toelichting p 5.
4
2. De Basis In dit onderdeel wordt ingegaan op de zorgplicht, de onderwijskwaliteit van scholen en de basisondersteuning. 2.1 Voorwaarden De schoolbesturen voortgezet onderwijs hebben gezamenlijk de zorgplicht voor de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. In principe wordt aan zoveel mogelijk leerlingen binnen het samenwerkingsverband ondersteuning cq. maatwerk geboden, waarvoor in gezamenlijkheid een dekkende infrastructuur wordt ontwikkeld. Dit wordt grotendeels op schoolniveau, het OPDC of een andere VO-school gerealiseerd. De uitwerking van de zorgplicht voor scholen is meegenomen in de toeleiding, waarbij een onderscheid is gemaakt in de schoolkeuze, de aanmelding en de toelating cq. afwijzing. Soms overstijgt dit de mogelijkheden van de ondersteuningsstructuur van het VO zodat toeleiding naar het Pro dan wel VSO nodig is. Een belangrijke voorwaarde vanuit het samenwerkingsverband hierbij is dat alle VO scholen de kwaliteit volgens het inspectiekader op orde hebben en een voldoende beoordeling op de indicator ondersteuning en begeleiding. Tevens is met de schoolbesturen afgesproken dat alle VO-scholen de basisondersteuning op orde hebben en de toekomstige ambitie hebben uitgewerkt. 2.2 Basisondersteuning De basisondersteuning beschrijft de mogelijkheden van alle VO-scholen uit het samenwerkingsverband. De VO-scholen versterken de interne ondersteuningsstructuur (vml. zorglokaal6) als instrument om passend onderwijs mede vorm te geven en waar nodig te koppelen aan de extra ondersteunings-arrangementen in het VO. Uitgangspunt voor de basisondersteuning in het VO7 is het referentiekader Passend Onderwijs waarin met name de nadruk gelegd wordt op: - Preventieve en licht curatieve interventies; - De ondersteuningsstructuur; - De planmatige aanpak voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte; - Kwaliteitsbewaking op de uitvoering van de ondersteuning. 2.3 Schoolondersteuningsprofiel Mede op basis van de basisondersteuning hebben de scholen hun schoolondersteuningprofiel8 opgesteld. In het profiel per school is vervolgens aangegeven hoe zij vorm en inhoud geeft aan de door het samenwerkingsverband vastgestelde basisondersteuning en waarin arrangementen zijn beschreven van mogelijke extra ondersteuning binnen de school. 6
Basis- en extra ondersteuning in het Voortgezet Onderwijs, juni 2013
7
Beschrijving basisondersteuning in het voortgezet onderwijs is opgenomen in het bronnenboek
8
De samenvatting van het ondersteuningsprofiel per school is als bijlage toegevoegd aan de beschrijving van de basisondersteuning.
5
Deze ondersteuningsprofielen vormen, aangevuld met de stedelijke voorzieningen de ondersteuningsstructuur van het Almeerse voortgezet onderwijs, eventueel gerealiseerd in samenwerking met partners uit de jeugdzorg. Naast de mogelijkheden en ambities van de scholen worden daarin tevens de grenzen van de scholen inzichtelijk gemaakt. Met het VO is afgesproken dat alle scholen in de breedte leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte opvangen. Dit sluit aan bij de huidige situatie van de V.O- scholen die nu al leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte onderwijs bieden. De grenzen en de mogelijkheden binnen het VO zijn in samenhang aangegeven in relatie met het profiel van het OPDC als tussenvoorziening en het VSO. Dit heeft tot nu toe, naast het bieden van brede ondersteuning, geleid tot specialisatie binnen een tweetal VO scholen voor leerlingen met een specifieke ondersteuning op het terrein van LG en leerlingen met een psychiatrische ondersteuningsvraag die tevens een deeltijdbehandeling nodig hebben. Verdere specialisering dan wel het stedelijk uitbreiden van het aanbod vraagt om afstemming met scholen voortgezet onderwijs, omdat geen enkele school los van de andere scholen hierin kan opereren. Op deze wijze draagt het samenwerkingsverband op haar beurt de verantwoordelijkheid om het dekkend aanbod te realiseren. Het ondersteuningsplan vervult hierin een leidende rol. Daarnaast beschikt het voortgezet onderwijs over een praktijkgerichte leerweg (Praktijkonderwijs).
6
3. Toeleiding Dit hoofdstuk gaat in op de toewijzing cq. toeleiding naar extra ondersteuning en de mogelijke relatie met de ketenpartners. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de aanleiding en gemaakte keuzes daarin, de rol van ouders, de ondersteuningsstructuur in het VO en de wijze van toeleiding naar de verschillende vormen van extra ondersteuning. 3.1 Aanleiding Voor het toe leiden van leerlingen naar extra ondersteuning wordt aangesloten bij de huidige situatie in Almere. Vanuit deze situatie is voor het VO bij de inzet van de middelen de keus gemaakt voor het expertisemodel in combinatie met het schoolmodel. Het samenwerkingsverband komt tot een dekkende ondersteuningsstructuur en regelt op basis hiervan de aard, de omvang en de bekostiging van de stedelijke arrangementen (expertisemodel) . Daarnaast hebben de gezamenlijke VO-scholen de keuze gemaakt leerlingen in de breedte op te vangen, waardoor een deel van de middelen voor met name de ondersteuningsstructuur (“zorglokalen”) worden ingezet (schoolmodel). De aanleiding van de uiteindelijke toeleiding ontstaat, wanneer er ondanks betrokkenheid van experts, op schoolniveau handelingsverlegenheid blijft bestaan. De keus is vervolgens gemaakt om op het schoolniveau van het VO te beoordelen in hoeverre de ondersteuningsbehoefte intern kan worden ingevuld dan wel toe geleid kan worden naar het Pro dan wel VSO. In alle gevallen worden de ouders c.q. de leerling hierbij betrokken. 3.2 De rol van ouders De rol van ouders en de school bij onderwijs en opvoeding is niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind, scholen zijn primair verantwoordelijk voor het onderwijs. Onderwijs en opvoeding zijn zo nauw met elkaar verbonden dat scholen en ouders als partners met elkaar moeten optrekken om de gezamenlijke doelstelling te bereiken. Als een leerling in de loop van de schoolloopbaan een ondersteuningsvraag heeft, die de basisondersteuning van de school overstijgt, worden ouders nauwgezet betrokken. Samen met de ouders en de leerling bekijkt de school welke extra ondersteuning noodzakelijk is, of die op de eigen school kan worden geboden, of dat (tijdelijke) verwijzing naar een andere school noodzakelijk is. De inbreng van ouders over de thuissituatie en de vraag hoe zij de problemen rond hun kind ervaren, is voor de school vanaf de signalering van belang om tot een juiste keuze van ondersteuning te komen. Wanneer er een ontwikkelingsperspectief voor een leerling moet worden opgesteld i.v.m. het volgen van een (gedeeltelijk) afwijkend onderwijsprogramma wordt zorgvuldig overleg gevoerd met de ouders en de leerling. Dit is eveneens noodzakelijk bij de eventuele toeleiding naar een extra ondersteuningsarrangement buiten de school. 3.3 Ondersteuningsstructuur De ondersteuningsstructuur, die door de VO-scholen zelf inhoudelijk is vormgegeven, vormt de schakel tussen enerzijds het regulier voortgezet onderwijs en de toeleiding naar het
7
OPDC, Pro dan wel het VSO. De school bepaalt zelf de mate van de ondersteuning aan de leerling met als doel de leerling te behouden voor het reguliere VO. Tevens is als extra tussenstap in de ondersteuningsstructuur van de gezamenlijke VOscholen het OPDC ingericht. Leerlingen in de onderbouw van het VMBO waarbij het tijdelijk niet mogelijk is om onderwijs te volgen op een reguliere VO-school, ook niet met extra ondersteuningsarrangement, komen in aanmerking voor plaatsing op het OPDC. Het doel is leerlingen zodanig didactisch en pedagogisch te begeleiden zodat ze na één of twee leerjaren alsnog kunnen overstappen naar een reguliere VO-school of een andere passend opleidingstraject. Schematisch ziet dit er als volgt uit:
PRO
VO-scholen
OPDC VSO
Figuur 1:
Ondersteuningsstructuur in het voortgezet onderwijs
3.4 Wijze van toeleiding Uitgangspunten bij de nieuwe wijze van toeleiding naar extra ondersteuning zijn een efficiënt, tijdig en transparant proces van beoordeling, de bepaling van het arrangement en het afgeven van de daarmee samenhangende toelaatbaarheidsverklaring. De wijziging van indiceren naar arrangeren en daarbij meer uitgaan van de onderwijsbehoefte leerlingen, zal tot gevolg hebben dat de diagnostiek minder leidend zal zijn maar juist dienend aan de ondersteuning die de leerling nodig heeft. Het toekennen van een arrangement op een reguliere school of een toelaatbaarheidsverklaring t.b.v. het OPDC, het Pro dan wel VSO, gebeurt vanuit de directe onderwijsomgeving van het kind. De verantwoordelijkheid komt hiermee te liggen bij de school van de leerling. Dit proces wordt ondersteund door de begeleider onderwijs (= orthopedagoog) van het samenwerkingsverband. Op de VO-school waar de leerling ingeschreven staat, is vastgesteld dat de basisondersteuning niet toereikend is. In overleg met de ouders en de leerling wordt de leerling besproken in het ZAT9 van de VO school om te bepalen welke ondersteuning noodzakelijk is 9
Alle VO scholen hebben een ZorgAdviesTeam
8
en of dit geboden kan worden op de VO school. Dit kan dus alsnog een extra ondersteuningsarrangement zijn binnen de school of er wordt vastgesteld dat de onderwijsbehoefte groter is, en dat de leerling gebaat is bij een arrangement in het OPDC of één van de stedelijke voorzieningen. Op school A (VO) is een leerling die extra ondersteuning nodig heeft en waarschijnlijk het beste op z’n plek is op één van de stedelijke voorzieningen. Deze school organiseert een overleg waarbij ten minste de deskundige van Passend Onderwijs Almere (de orthopedagoog vanuit een andere v.(s.)o.-school) en de gedragsdeskundige van de school aanwezig zijn. In het overleg wordt uiteindelijk bepaald of een toelaatbaarheidsverklaring voor het OPDC, PRO dan wel VSO wordt afgegeven.
In het ZAT zijn tenminste aanwezig dan wel betrokken: de ouders10, de leerling11, de gedragsdeskundige van de VO school, een deskundige van Passend Onderwijs Almere 12 en de betrokkenen vanuit school. Bij leerlingen met een complexe ondersteuningsvraag wordt een gedragsdeskundige van één van de speciale onderwijsvoorzieningen gevraagd aanwezig te zijn. Voor de leerlingen waarvoor extra onderwijsondersteuning wordt ingezet, is het wettelijk verplicht een ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen, waarin de onderwijsdoelen en handelingsadviezen staan beschreven. Samengevat betekent dit dat de toeleiding naar extra ondersteuning is uit te splitsen naar: - Extra ondersteuning (lichte variant) als één van de VO- leerwegen binnen het Pro; - Extra ondersteuning in verschillende arrangementen binnen de scholen voor voortgezet onderwijs dan wel het OPDC; - Extra ondersteuning (zware variant) in één van de VSO-scholen. Opgemerkt dient te worden dat de bestaande procedure en criteria rond de verwijzing naar het Pro en LWOO tot het schooljaar 2015-2016 van kracht blijven. De gehele procedure van toeleiding (inclusief de criteria) tot en met de uiteindelijke toelaatbaarheidsverklaring is bij het LWOO/Pro beschreven. 13 De toeleiding voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte die vanuit het primair onderwijs een plaats in het OPDC, Pro of VSO nodig hebben, is uitgewerkt in een specifieke procedure14. Tevens is de toeleiding naar een ondersteuningsarrangement bij de overstap van VO naar MBO verder uitgewerkt. 10
De VO-scholen hebben een inspanningsverplichting om ervoor te zorgen dat de ouders nauw betrokken en optimaal geïnformeerd zijn over de procedure en het voorgenomen besluit ten aanzien van hun kind. De correspondentie met ouders wordt aan het dossier toegevoegd bij overdracht aan de afdeling toeleiding. 11
Het uitgangspunt is dat een leerling vanaf 12 jaar aanwezig is bij het gesprek tenzij er dwingende redenen zijn waardoor het niet wenselijk is. De reden wordt vastgelegd in de motivering bij de toelaatbaarheidsverklaring. 12
Dit zal een orthopedagoog/psycholoog van een andere VO school zijn.
13
Toeleiding naar extra ondersteuning d.d. 17 maart 2014 is opgenomen in het bronnenboek
14
Doorstap van primair naar voortgezet onderwijs, pagina’s 15-17 in Toeleiding naar extra ondersteuning
9
Bij de overgang van p.o. naar v.o. organiseert de directeur van de basisschool de toelaatbaarheidsbespreking. Hierbij is aanwezig de orthopedagoog vanuit de wijk en een orthopedagoog vanuit het voortgezet onderwijs. Het v.o. schat aan de hand van het dossier in of het wenselijk is een tweede deskundige uit het v.o. aan te laten sluiten bij de bespreking. Scholen in een wijk kunnen ook besluiten de ‘overgangsbespreking p.o.-v.o.’ in gezamenlijkheid te organiseren. Vanuit het v.o. en speciale voorzieningen sluiten dan de relevante deskundigen aan bij de bespreking.
3.5 Toelaatbaarheidsverklaring Voor een leerling die als gevolg van zijn onderwijsbehoefte een aangepaste leeromgeving nodig heeft, wordt een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven. Afhankelijk van de onderwijsbehoefte worden verschillende verklaringen afgegeven, waaraan ook specifieke kosten zijn verbonden. De categorieën zijn: - Lichte ondersteuning als leerweg binnen het PrO; - Extra ondersteuning categorie I (Cognitief zeer beperkt, Langdurig ziek, Psychiatrisch, Gedrag); - Extra ondersteuning categorie II (Lichamelijk gehandicapt) - Extra ondersteuning categorie III (Meervoudig gehandicapt) De bekostiging van deze categorieën is bepaald door het ministerie. In principe wordt de toelaatbaarheidsverklaring afgegeven voor bepaalde periode teneinde te streven leerlingen de overstap (terugplaatsing) te laten maken naar het reguliere onderwijs15. Alleen de toelaatbaarheidsverklaring voor de categorie II en III wordt voor onbepaalde tijd afgegeven.
15
Overstap van voortgezet speciaal onderwijs naar regulier VO, pagina 19 in Toeleiding naar extra ondersteuning.
10
4. Het bieden van extra ondersteuning In dit gedeelte wordt ingegaan op het aantal leerlingen dat nu gebruik maakt van de extra ondersteuning in zowel het voortgezet speciaal onderwijs als het regulier voortgezet onderwijs door middel van een rugzak. Daarnaast volgt een overzicht van voorzieningen die al een deel van de dekkende infrastructuur vormen. Op basis van een analyse van de schoolontwikkelingsprofielen en het aantal leerlingen dat nu nog gebruik maakt van speciale voorzieningen buiten de stad Almere is een toekomstscenario opgesteld om te komen tot een zo volledig mogelijk dekkend netwerk in Almere. 4.1 Huidige deelname en aanbod Alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen behoren tot de extra ondersteuning. Deze vorm van ondersteuning maakt een onderscheid in lichte en zware ondersteuning. Het huidige aanbod16 valt uiteen in de volgende voorzieningen: - Lichte ondersteuning: Praktijkonderwijs; - Zware ondersteuning in de reguliere scholen voor voortgezet onderwijs (vgl. rugzak); - Zware ondersteuning in voorzieningen als Nautilus, Aquarius en Aventurijn; - Zware ondersteuning in verschillende scholen voor voortgezet speciaal onderwijs buiten Almere. In onderstaande grafiek is het gebruik van extra ondersteuning van Almeerse leerlingen in kaart gebracht (peildatum 1 oktober 2012).
Extra ondersteuning uitgesplitst (n = 1598) 16% 40%
8%
36%
Pro (licht)
Zwaar/SO binnen
Zwaar/SO buiten
Zwaar/rugzak
16
Extra ondersteuning in het voortgezet onderwijs is in de vorm van arrangementen beschreven in het bronnenboek.
11
Leerlingen die zijn aangewezen op extra ondersteuning maken voor 40% gebruik van lichte ondersteuning (Pro). De leerlingen die gebruik maken van het LWOO en OPDC zijn hierin niet meegenomen. De overige leerlingen maken gebruik van zware ondersteuning, waarvan slechts 8% het onderwijs volgt buiten Almere. 16% van de leerlingen maakt gebruik van extra ondersteuning binnen het voortgezet onderwijs 4.2 Toekomstscenario dekkend netwerk aan arrangementen extra ondersteuning17 Om meer leerlingen binnen het samenwerkingsverband dicht bij huis onderwijs te kunnen bieden wordt in de komende periode de focus gelegd op: - Het verstevigen van de basis inclusief de basisondersteuning zodat scholen hun extra ondersteuningsmogelijkheden kunnen uitbreiden; - Het uitbreiden van ondersteuning op het terrein van ESM, SH, ZML, LZK, Mytyl, Tytyl, - T.a.v. gedrag zal de nadruk meer en meer komen te liggen op preventie en de samenwerking met de ketenpartners.
17
Concept-Aanpak om te komen tot een dekkend aanbod speciale voorzieningen en arrangementen, oktober 2013
12
5. Kwaliteitsbeleid In dit deel wordt beschreven op welke wijze het samenwerkingsverband het kwaliteitsbeleid vorm zal geven en welk rendement wordt nagestreefd. Het beoogde rendement komt voor een gedeelte vanuit de intenties van de wet passend onderwijs en voor een deel vanuit de lokale speerpunten. Het inspectiekader Passend Onderwijs en de beschrijving van de basisondersteuning zijn daarbij leidend. Het gekozen analysekader voor het samenwerkingsverband is gebaseerd op een systeemmodel gerelateerd aan het onderwijs. Binnen het model wordt uitgegaan van een bepaalde input die door middel van verschillende processen leidt tot een bepaald rendement (output). Het geheel vindt plaats tegen de achtergrond van een omgeving cq. context die op haar beurt van invloed is op de input en haar eisen stelt aan te behalen resultaat. De vraag die hierbij centraal staat, is in hoeverre de input, de condities en het proces een positieve samenhang vertonen met het beoogde rendement. Schematisch ziet dit er als volgt uit: Factor: Personeel Input: Huidige Infrastructuur en de toerusting scholen
Besturen: onderwijskwaliteit
Factor: Visie & Middelen
Waardering: Personeel Processen: Toeleiding Zorg en begeleiding Onderwijsbehoefte
Factor: Cultuur & Klimaat
Waardering: Klanten
Rendement: Thuiszitters Voortijdig schoolverlaters Startkwalificatie Naar 3% extra ondersteuning
Waardering: Maatschappij
De uitwerking hiervan is opgenomen in het bronnenboek18, waarbij tevens de uitwerking in indicatoren is opgenomen en de relatie met de monitor. Het uiteindelijke rendement van Passend Onderwijs is als volgt geformuleerd : “Zoveel mogelijk Almeerse kinderen volgen het onderwijs in Almere dat bij hen past”. Deze doelstelling wordt aan de hand van een drietal indicatoren jaarlijks gemonitord19. Teneinde het bestuur in staat te stellen om met voldoende inzicht te sturen op de gewenste beleidsresultaten en op de inzet van menskracht en financiële middelen, wordt in toenemende mate het beleid gekoppeld aan de uitvoering. In de planning- en controle cyclus wordt deze onderlinge koppeling aangebracht, waarbij in meerjarig perspectief wordt uitgegaan van de verwachte overheidsbekostiging en van de te verwachten bijdragen van schoolbesturen. Vanuit de interne P&C-cyclus en beschikbare managementinformatie zal het bestuur in staat zijn om voldoende inhoud te geven aan de horizontale verantwoording zoals deze wordt verondersteld in de code goed bestuur. 18
De opzet van het kwaliteitsbeleid is verder uitgewerkt in het bronnenboek.
19
Monitor Passend Onderwijs, stand van zaken 2, programmamanagement Passend Onderwijs
13
6. Financiën De meerjarenbegroting20 is uitgewerkt voor de periode 2014-2018. In hoofdlijnen is de inhoud van het ondersteuningsplan als volgt terug te vinden in de begroting. Een toelichting op de meerjarenbegroting is te vinden in het bronnenboek. Totaaloverzicht besteding rijksmiddelen obv indeling ondersteuningsplan Almere - VO 2014/15
2015/16
2016/17
2017/18
Onderwijsvoorzieningen Doorfinanciering Eduvier Verwachte afname doorfinanciering Eduvier Doorfinanciering Almere Speciaal Doorfinanciering overige OPDC Doorfinanciering PRO
0,368 0,368 pm
5,517 3,088 -0,364 1,410 1,015 0,368 pm
5,335 3,088 -0,546 1,410 1,015 0,368 pm
5,108 3,088 -0,773 1,410 1,015 0,368 pm
Arrangementen: Lopende verplichtingen LGF Nieuwe arrangementen in de wijk Rebound VO (Almeer kans
0,558 0,344 0,154 0,060
0,559 0,208 0,291 0,060
0,559 0,499 0,060
0,559 0,499 0,060
-
-
-
-
Wijkondersteuning en ondersteuningsstructuur VO Begeleiding in uren VO: ondersteuningsstructuur VO: ondersteuningsstructuur/innovatiebudget
1,602 0,661 0,691 0,250
1,602 0,661 0,691 0,250
1,602 0,661 0,691 0,250
1,602 0,661 0,691 0,250
Toeleiding: VO:
0,244 0,244
0,244 0,244
0,244 0,244
0,244 0,244
Dekkend netwerk: Diverse projecten VO/PRO
0,015 0,015
0,015 0,015
0,015 0,015
0,015 0,015
Organisatiekosten:
0,471
0,471
0,471
0,471
3,258
8,408
8,226
7,999
2,604 1,141 0,119 1,344
8,367 1,141 0,085 7,141
8,252 1,141 0,025 7,087
8,147 1,141 7,006
-0,655
-0,042
0,026
0,148
bedragen x € 1.000.000
Onderwijskwaliteit en basisondersteuning:
Totalen samenwerkingsverbanden VO Verwachte rijksbijdragen - lichte ondersteuning - verevening lichte ondersteuning - zware ondersteuning Resultaat - overschot
20
Begroting 2014 en meerjarenkader 2015-2018 van de coöperatie Passend Onderwijs
14
Bijlage 1: nr_bg 30882 40306 40687 41676 41880 42620
Overzicht van deelnemende scholen en besturen
Naam Sticht. Eduvier Onderwijsgroep Stg Alg Bz VO Flevoland Stichting Aeres Groep Almeerse Scholen Groep (ASG) Stg. Almere Speciaal Het Baken Almere, Stichting
Straat correspondentie Postbus 2344 Postbus 60276 Postbus 245 Postbus 60276 Postbus 9853 Postbus 10015
Postcode correspondentie 8203AH 1320AH 6710BE 1320AH 1006AN 1301AA
Plaats correspondentie Lelystad Almere Ede Gld Almere Amsterdam Almere
01FP00
vo
Het Baken
Rooseveltw eg 5
1314SJ
Almere
644
0 VO2401
42620
5-00
01FP01
vo
Het Baken
Bunuellaan 4
1325PL
Almere
1071
0 VO2401
42620
5-00
01FP04
vo
Het Baken
Sas van Gentlaan 6
1324CT
Almere
616
0 VO2401
42620
5-00
01FP05
vo
Het Baken
Nederlandhof 5
1363DC
Almere
155
0 VO2401
42620
5-00
16AW00 vo
Opb SGM Echnaton
Zw ollew eg 1
1324EL
Almere
1299
0 VO2401
41676
5-00
16AW01 vo
Opb SGM Echnaton
Bongerdstraat 1
1326AA
Almere
1942
1 VO2401
41676
5-00
17DN00 vo
SGM De Meergronden
Marktgracht 65
1353AL
Almere
1682
0 VO2401
41676
5-00
17DN01 vo
SGM De Meergronden- Arte Coll.
Oostenrijkstraat 2
1363CB
Almere
649
0 VO2401
41676
5-00
17JI00
Pro-Bachw eg
J.S. Bachw eg 7
1323BA
Almere
158
0 VO2401
41676
5-00
23HU01 vso
Eduvierschool Aquarius
Radiow eg 35
1324KW
Almere
341
0 VO2401
30882
nvt
24RW00 vo
OV C
A. Boekenw eg 3
1333VD
Almere
2175
3 VO2401
40306
5-00
24RW03 vo
O V C locatie Buitenhout
Ambonstraat 2
1335JV
Almere
1112
1 VO2401
40306
5-00
24RW04 vo
O V C locatie MLF
Ambonstraat 3
1335JV
Almere
451
2 VO2401
40306
5-00
27VD00 vo
Groenhorst College Almere
Heliumw eg 1
1362JA
Almere
680
0 VO2401
40687
5-00
28BU00 vo
Pro-Marathonlaan
Tom Poesstraat 2
1336AE
Almere
163
0 VO2401
41676
5-00
28BU02 vo
Pro-Marathonlaan
Koningsbeltstraat 4
1329AL
Almere
202
0 VO2401
41676
5-00
30EF00
Stg. Almere Speciaal
Marathonlaan 7
1318ED
Almere
150
0 VO2401
41880
nvt
vo
vso
15
Bijlage 2:
Begrippenkader
Arrangement
Extra onderwijsondersteuning op maat, met inzet van (bovenschoolse voorzieningen, expertise en financiën. Een arrangement kan variëren van licht curatief en tijdelijke van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard zijn. Een onderwijs- en zorgarrangement betreft altijd een samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening.
Basisondersteuning
Het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de ondersteuningsstructuur van de school- eventueel samen met ketenpartners- planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau worden uitgevoerd.
Basiskwaliteit
Op basis van de inspectienorm zijn de leerprestaties (PO) en de opbrengsten (VO) tenminste voldoende en het onderwijsleerproces en de Ondersteuning&Begeleiding voldoet op de kernindicatoren.
Extra ondersteuning
Alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen. Binnen ‘extra ondersteuning’ kunnen verschillende typeringen voor het aanbod worden gebruikt. Wij maken binnen extra ondersteuning in: o Lichte ondersteuning (speciaal basisonderwijs, Praktijkonderwijs, OPDC) o Zware ondersteuning (Ondersteuningsarrangementen in de categorieën 1, 2 en 3)
Ketenpartners
Lokale instanties die een bijdrage leveren aan de sluitende keten jeugd en onderwijs, zoals bijvoorbeeld jeugdhulpverlening, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, schoolmaatschappelijkwerk, politie, justitie, jeugdgezondheidszorg/GGD, jeugd-ggz, AMK, sportverenigingen, leerplicht, RMC, verslavingszorg, buitenschoolse opvang, welzijnswerk en zorgaanbieders in het kader van de AWBZ.
Onderwijsonder steuningsprofiel
De door het samenwerkingsverband vastgestelde omschrijving van de basisondersteuning en de eventuele extra ondersteuning die een individuele school, eventueel in samenwerking met ketenpartners, biedt.
Toeleiding
Het verwijzen naar een onderwijsvoorziening of arrangement die de leerling extra ondersteuning kan bieden
Referentiekader
Het geheel van werkwijzen en afspraken waarnaar schoolbesturen en samenwerkingsverbanden zich zal richten bij de vormgeving van passend onderwijs.
Zorgplicht
In het kader van passend onderwijs ligt de zorgplicht bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer het onderwijs kunnen doorlopen.
16
Bijlage 3:
Lijst met afkortingen
ESM LG MBO LWOO LZK OPDC OPP Pro SH SLA VO VMBO VO VSO ZAT ZML
- Ernstige spraak/taal moeilijkheden - Lichamelijk Gehandicapt - Middelbaar Beroepsonderwijs - Leerweg Ondersteunend Onderwijs - Langdurig Zieke Kinderen - Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum - Ontwikkelingsperspectief - Praktijkonderwijs - Slechthorend - Stichting Leerlingzorg Voortgezet Onderwijs - Voortgezet Middelbaar Onderwijs - Voortgezet Onderwijs - Voortgezet Speciaal Onderwijs - Zorgadvies Team - Zeer Moeilijk Lerend
17
Bronnenboek De volgende onderdelen worden digitaal toegankelijk gemaakt en gelinkt aan de tekst in het ondersteuningsplan: Hoofdstuk
Voortgezet Onderwijs
1. Inleiding
Organisatie Passend Onderwijs Almere Samenwerking met gemeente en ketenpartners
2. Basis(ondersteuning)
Basisondersteuning in het voortgezet onderwijs incl. de samenvatting van de ondersteuningsprofielen
3. Toeleiding
Toeleiding naar extra ondersteuning
4. Extra ondersteuning
Extra ondersteuning in het Voortgezet Onderwijs
5. Kwaliteitsbeleid
Opzet kwaliteitsbeleid
6. Financiën
Toelichting financiën
18