BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING LEERLINGZORG VOORTGEZET ONDERWIJS ALMERE
Plaats : Almere Bestuursnummer : 21654 Samenwerkingsverband : VO2401 Onderzoek uitgevoerd op : 11 april 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op 6 juni 2014
Documentnummer: 4335380
Pagina 2 van 8
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij de ‘Stichting Leerlingzorg Voortgezet Onderwijs Almere (SLA-vo)’. Binnen de gemeente Almere vormen zes schoolbesturen met achttien vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten, op volgorde van versiedatum en voor zover relevant voor dit onderzoek: - Oprichting Coöperatie (d.d. 24 april 2013); - Statuten Stichting Leerlingzorg Voortgezet Onderwijs Almere (d.d. 14 juni 2013); - Kaders Passend Onderwijs (versie 21 november 2013); - Ondersteuningsplan Stichting Leerlingzorg Almere Voortgezet Onderwijs (SLA VO) (vastgesteld, 4 februari 2014); - Toeleiding naar extra ondersteuning (definitieve versie (4), 17 maart 2014); - Concept-Basisondersteuning Voortgezet Onderwijs (zonder datum); - Meerjarenbegroting 2014/2015 – 2017/2018 (zonder datum); - Brochure Passend Onderwijs Almere 2009-2013, Visie en aanpak (zonder datum); - Brochure Passend Onderwijs Almere (zonder datum); - Medezeggenschapsstatuut Stichting Leerlingzorg Voortgezet Onderwijs Almere (zonder datum); - Medezeggenschapreglement Ondersteuningsplanraad, Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs (zonder datum);
Pagina 3 van 8
-
Website: www.passendonderwijs-almere.nl; Kengetallen samenwerkingsverband (www.passendonderwijs.nl, geraadpleegd op 8 april 2014).
Hierna vond op 11 april 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - presentaties kreeg van het samenwerkingsverband over: het ondersteuningsplan; de onderwijsvoorzieningen; de toeleiding naar extra ondersteuning; kwaliteitsbeleid en monitoring; de begroting. - een gesprek voerde met een paar leden van de ondersteuningsplanraad, een paar schoolleiders en een zorgcoördinator; - een gesprek voerde met schoolleiders van het voortgezet speciaal onderwijs; - een gesprek voerde met het bestuur met speciale aandacht voor onder andere de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag.
Pagina 4 van 8
2. BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn In Almere werken de samenwerkingsverbanden passend onderwijs voor het primair en voortgezet onderwijs intensief samen. De twee samenwerkingsverbanden maken onderdeel uit van een coöperatie en worden door dezelfde directeur/bestuurder aangestuurd. De winst voor leerlingen is te halen uit doorlopende verticale ondersteuningslijnen en uit het voorkomen van onnodige plaatsingen in het speciaal onderwijs. Samenwerking tussen scholen voor voortgezet en primair onderwijs over de toeleiding naar extra ondersteuning is daarom een speerpunt in Almere. Hiervan is de bestuurlijke constructie een afgeleide. Na het verlaten van de basisschool verwijst men in Almere in vergelijking met andere regio’s meer leerlingen naar het speciaal onderwijs. Door vroegtijdig met elkaar te overleggen over de ondersteuning die leerlingen nodig hebben in het voortgezet onderwijs, kunnen meer leerlingen deelnemen aan het regulier onderwijs. In Almere voert men proefprojecten uit om de toeleiding naar extra ondersteuning vorm te geven. Door het inzetten van mensen die de rol van critical friend bekleden, worden scholen uitgedaagd om hun beslissingen over leerlingen te onderbouwen en terug te kijken op het eigen functioneren. Interessant hieraan is dat men beslissingen over leerlingen die verregaande consequenties kunnen hebben, niet neemt voordat helder is dat de school niet in gebreke is gebleven. SLA-vo en de scholen voor voortgezet onderwijs zijn overeengekomen dat zij de ondersteuningsmiddelen voor lichte zorg overdragen aan de scholen. Met dit geld richt elke school een zorglokaal in. Het bedrag voor zware zorg (gebaseerd op historische gegevens) kan de school zelf inzetten voor extra ondersteuning. Met deze keuze lijkt het alsof SLA-vo bestaande patronen gaat bestendigen, maar door critical friends te betrekken bij de toeleiding naar extra ondersteuning en door scholen achteraf verantwoording af te laten leggen ontstaat er perspectief op het terugdringen van bureaucratie en een focus op het resultaat. Wat nodig is om dat resultaat te halen, is de primaire verantwoordelijkheid van de professional. De komende jaren werken de scholen voor voortgezet onderwijs ook aan het borgen van de basiskwaliteit en het versterken van de capaciteit om extra ondersteuning te kunnen bieden aan leerlingen die dat nodig hebben vanwege fysieke, psychische of medische omstandigheden. De scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) ondersteunen de scholen bij het opbouwen van de expertise, de inrichting van gebouwen en het begeleiden van leerlingen. Het concrete doel is om jaarlijks 25-30 leerlingen minder door te verwijzen naar het speciaal onderwijs. Het versterken van de basisondersteuning, met name het onderwijs inrichten op onderwijsbehoeften, komt een brede groep leerlingen ten goede, maar laat zich in dit stadium moeilijk kwantificeren. 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband SLA-vo wil bestaande patronen doorbreken om kinderen betere kansen op deelname aan onderwijs te geven, een transparant proces tot stand brengen dat financieel beheersbaar is en waarbij het samenwerkingsverband zo min mogelijk overheadkosten maakt. Het bestuursmodel (raad van toezicht en een college van bestuur) past bij de werkwijze om eerst visie te ontwikkelen, beleid uit te werken en daarna de operationele processen en de kwaliteitszorg te ontwerpen. SLA-vo heeft het stadium van draagvlakverwerving voor het beleid en de uitgangspunten op basis waarvan het passend onderwijs vorm gaat geven bereikt en maakt nu de slag om samen met het onderwijs het beleid uit te werken. Door met een minimum aan formats te werken, hetgeen een keuze in de geest van de Wet passend
Pagina 5 van 8
onderwijs is, doet het samenwerkingsverband een groot beroep op de professionaliteit, de verbeelding en de verantwoordingsbereidheid van de samenwerkingspartners. De strategie die SLA-vo hierin volgt verdient het om uitgewerkt te worden in het ondersteuningsplan. Dit geldt ook voor andere cruciale aspecten, zoals de vormgeving van het toeleidingstraject naar extra ondersteuning en de afname van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs in relatie tot de opbouw van de basisondersteuning op de scholen voor voortgezet onderwijs. Binnen deze context is het raadzaam om de verantwoordelijkheid van het SLA-vo, scholen voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs en van ouders uit te werken. 2.3 (Concept)ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. In deze paragraaf beschrijft de inspectie de stand van zaken bij de ontwikkeling, de opbouw, de inhoud en de status van het conceptondersteuningsplan. Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen opneemt in het ondersteuningsplan en/of waar hieronder vermeld, nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1
Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 17a Wvo lid 7, 9, 10) Het SLA-vo heeft een ondersteuningsplan dat de uitgangspunten van het beleid op hoofdlijnen beschrijft. Dit plan is goedgekeurd door de ondersteuningsplanraad en door het bestuur van SLA-vo. De uitwerking is in concept gereed. Aan het ondersteuningsplan is een bronnenboek toegevoegd dat niet geheel compleet is. De verantwoordelijkheidsverdeling tussen SLA-vo en de scholen voor voortgezet onderwijs is niet duidelijk genoeg uitgewerkt. Ook het onderdeel financiën is te globaal uitgewerkt. De inspectie benadrukt dat het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan voor 1 mei 2014 aan de inspectie moet zenden. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 17a Wvo lid 8a) Het ondersteuningsplan bevat het geheel van ondersteuningsvoorzieningen in Almere. Deze ondersteuningsvoorzieningen bestaan uit de criteria waaraan de basisondersteuning op scholen voldoet, de voorzieningen die SLA-vo zelf in stand houdt en de voorzieningen voor speciaal onderwijs. De criteria waaraan de basisondersteuning moet voldoen, zijn gebaseerd op de vier aspecten van het referentiekader Passend Onderwijs. SLA-vo houdt een opdc in stand voor leerlingen die tijdelijk niet deel kunnen nemen aan het regulier onderwijs en scholen voor speciaal onderwijs waar leerlingen heen kunnen die vanwege een handicap of stoornis niet (volledig) deel kunnen nemen aan het regulier onderwijs. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 17a Wvo lid 8b) Het ondersteuningsplan dat de inspectie heeft ontvangen bevat geen procedures en criteria voor de toewijzing van de middelen. Deze gaat het samenwerkingsverband in een bronnenboek opnemen dat onlosmakelijk met het ondersteuningsplan is verbonden. Het samenwerkingsverband verdeelt de financiële middelen over de scholen, waarna de scholen zelf invulling geven aan de ondersteuning. Het verantwoorden van de inzet van de middelen in relatie tot de ondersteuningsbehoeften van leerlingen en de opbrengsten van de ondersteuning zijn niet uitgewerkt in de conceptprocedure.
Pagina 6 van 8
4
Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 17a Wvo lid 8c,8d, 12 en 13 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) De inspectie heeft in concept de procedures en de criteria voor plaatsing van leerlingen ontvangen. Deze worden in een bronnenboek opgenomen dat onlosmakelijk met het ondersteuningsplan is verbonden. In de procedure is de positie van de critical friend niet uitgewerkt. De onafhankelijke positie van de critical friend en de formele status van diens oordeel ziet de inspectie als een belangrijk middel om te waarborgen dat men transparante beslissingen neemt over leerlingen. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 17a Wvo lid 8e) In het ondersteuningsplan zijn de kwalitatieve en de kwantitatieve resultaten beschreven. Helder is dat SLA-vostreeft naar een lagere deelname aan het speciaal onderwijs (van 4,3% in 2012 naar 3% in 2020). Het kwalitatieve resultaat bestaat uit een sterke ondersteuningscapaciteit van de scholen waarvoor de criteria zijn beschreven. De bovenschoolse voorzieningen en de scholen voor voortgezet onderwijs fungeren als communicerende vaten, waarvan de werking financieel niet vrijblijvend zal zijn. 6 Informeren ouders (Artikel 17a Wvo lid 8f) Er zijn brochures voor ouders gemaakt en voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Elke school geeft ook voorlichting aan ouders en informeert hen over de gang van zaken bij aanmeldingen van leerlingen die extra ondersteuning behoeven. 7 Peildatum en bekostigingsaspecten (Artikel 17a Wvo, lid 8g en 8h) Het samenwerkingsverband heeft te maken met een negatieve verevening van ruim €0,5 miljoen. Dat er meer leerlingen dan landelijk gemiddeld naar het speciaal onderwijs zijn verwezen wordt veroorzaakt door het verwijsgedrag vanuit de scholen. Het bestuur wil prikkels afgeven om het verwijsgedrag te temperen. Het samenwerkingsverband streeft naar een afname van 5 procent van het aantal verwijzingen. In de in het ondersteuningsplan opgenomen meerjarenbegroting moet het samenwerkingsverband deze ambitie nog verwerken. Verder ontbreekt in de begroting een reservering voor de opbouw van een weerstandsvermogen en een post overige subsidies. Het samenwerkingsverband geeft aan dat het deze zaken nog in de definitieve versie van het ondersteuningsplan gaat opnemen. De financiële reserve vanuit het oude samenwerkingsverband hevelt het samenwerkingsverband over naar de ‘Stichting Leerlingzorg Voortgezet Onderwijs Almere’.
Pagina 7 van 8
3. REACTIE VAN HET BESTUUR In een brief d.d. 14 mei 2014 meldt het bestuur hoe het de bevindingen uit dit verslag bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband wil betrekken of al heeft betrokken.
De verantwoordelijkheden van het samenwerkingsverband en deelnemende schoolbesturen en de onderlinge relaties zijn naar aanleiding van de simulatie besproken in de ledenvergadering. Het managementoverleg van alle deelnemende scholen maakt een uitwerking. De financiële meerjarenbegroting heeft het samenwerkingsverband verder uitgewerkt en aangescherpt. Op langere termijn is er in voldoende mate sprake van solvabiliteit van de organisatie. De verantwoording van de toegekende middelen door de scholen wil het samenwerkingsverband borgen door de ontwikkelingsperspectieven op leerlingniveau en het aanvragen/toekennen van toelaatbaarheidsverklaringen. Het samenwerkingsverband richt een financiële monitor in. In de uitwerking van de toeleiding wordt de onafhankelijke positie van de critical friend uitgewerkt en verankerd in een procedure.
Pagina 8 van 8