BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND PASSEND ONDERWIJS VO 20.01 STAD GRONINGEN
Plaats : Groningen Bestuursnummer : 21669 Samenwerkingsverband : VO2001 Onderzoek uitgevoerd op : 20 februari 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op 22 mei 2014
Documentnummer: 4330736
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij de ‘Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 Stad Groningen’. Binnen de gemeenten Groningen, Haren, Ten Boer en Tynaarlo vormen elf schoolbesturen (tien verplicht en één vrijwillig) gezamenlijk het samenwerkingsverband. Het opting-in schoolbestuur dat niet in een van juist genoemde gemeenten is gevestigd, laat zich vertegenwoordigen door een van de tien schoolbesturen. Het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband bestaat in de praktijk uit tien besturen. De besturen hebben gezamenlijk ruim dertig vestigingen. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten, op volgorde van versiedatum en voor zover relevant voor dit onderzoek: - Afschrift akte van oprichting (28 oktober 2013); - Samenvatting ondersteuningsplan (bij 8e concept, 5 februari 2014); - Ondersteuningsplan 2014-2015 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 (8e concept, 6 februari 2014); - Meerjarenbegroting (6 februari 2014); - Jaarplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 bij 8e concept (zonder datum); - Website: www.passendonderwijsgroningen.nl (geraadpleegd op 18 februari 2014);
Pagina 3 van 11
-
Kengetallen samenwerkingsverband (www.passendonderwijs.nl, geraadpleegd op 18 februari 2014).
Na het onderzoek stuurde het samenwerkingsverband nog de volgende documenten toe: - Ondersteuningsplan 2014-2015 Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 (9e concept, 21 februari 2014); - Jaarplan Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 bij 9 e concept (zonder datum); - Meerjarenbegroting m.b.v. cijfers OCW (6 februari 2014). Hierna vond op 20 februari 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - presentaties en toelichtingen kreeg van het samenwerkingsverband over: het conceptondersteuningsplan; de werkomgeving van het samenwerkingsverband; de ontwikkelingen in het voortgezet speciaal onderwijs. - een gesprek voerde met het bestuur met speciale aandacht voor onder andere de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met een afvaardiging van het dagelijks bestuur en het projectmanagement van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag.
Pagina 4 van 11
2. BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn ‘Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 20.01 Stad Groningen’ komt voort uit de samenvoeging van twee samenwerkingsverbanden met een verschillende denominatie in de stad Groningen, aangevuld met het voorgezet speciaal onderwijs (vso). De samenwerkingsverbanden ‘VO 20.01 Stad Groningen’ en ‘VO 20.02 Groningen Ommelanden’ hebben de intentie uitgesproken om op termijn bestuurlijk samen te gaan. Tot die tijd zullen afvaardigingen van de besturen in samenwerking met het projectmanagement van beide samenwerkingsverbanden periodiek bijeenkomen voor nadere afstemming. De uitwerking van de route om tot één samenwerkingsverband te komen, ontbreekt vooralsnog. In de Commissie van Advies (CvA) zijn vanuit beide samenwerkingsverbanden deskundigen actief. Ook het primair onderwijs heeft een plek in de CvA. Het samenwerkingsverband streeft naar verhoging van de kwaliteit van de basisondersteuning, de begeleiding van de reguliere scholen en de competenties van de leraren en op verbinding met de omgeving. Er zijn verschillende werkgroepen betrokken bij de oprichting en de inrichting van het samenwerkingsverband en het ondersteuningsplan. In oktober 2012 is de tussenstand vastgelegd in een hoofdlijnennotitie die is vastgesteld door het algemeen bestuur. De notitie is verder uitgewerkt in het ondersteuningsplan. Het projectmanagement van het samenwerkingsverband is een constante factor in het voorbereiden van de oprichting en de inrichting van het samenwerkingsverband. In de aansturing binnen enkele deelnemende schoolbesturen en scholen is sprake van discontinuïteit. Dit is op onderdelen belemmerend voor de voortgang en het is van invloed op het tempo van de ontwikkelingen. Het projectmanagement en het dagelijks bestuur gaan ervan uit dat zij de wettelijk verplichte deadlines halen. In het ondersteuningsplan heeft het samenwerkingsverband zijn visie verwoord in tien uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is dat de leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Een ander uitgangspunt is: ’Regulier waar het kan, speciaal waar het nodig is’. Het samenwerkingsverband wil dat wat nu goed loopt, behouden en borgen. Het aantal verwijzingen naar het vso is laag en het aantal rugzakken is hoog. Veel leerlingen blijven dus met ondersteuning in het reguliere onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft tussenvoorzieningen die gehandhaafd blijven, zij het in iets andere vorm. In het kader van de verevening krijgt het samenwerkingsverband extra middelen. Daarom kan de verdeling van de middelen over de scholen vooreerst vrijwel ongewijzigd blijven en komt er ruimte voor experimenten. In het samenwerkingsverband bestaat bijna 40 procent van de leerlingen uit grensverkeer. Het samenwerkingsverband zal de komende jaren het grensverkeer monitoren en analyseren. Tot de uitkomsten daarvan bekend zijn, handhaaft het samenwerkingsverband de huidige werkwijze. Dit betekent dat de samenwerkingsverbanden elkaar over en weer ‘geen rekening’ sturen.
Pagina 5 van 11
De criteria voor plaatsing van de leerlingen heeft het samenwerkingsverband nog niet uitgewerkt en daarom ook niet opgenomen in het achtste concept van het ondersteuningsplan, dat nu voorligt. Ook over de verdeling van de middelen is nog geen informatie opgenomen in het ondersteuningsplan. De ondersteuningsplanraad is van mening dat het ondersteuningsplan te weinig concreet is. Het ‘op overeenstemming gericht overleg’ (oogo) met de gemeenten verloopt in een constructieve sfeer. 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband Als besturingsmodel is gekozen voor de stichtingsvorm met een bestuur-directiemodel. Er is een algemeen bestuur (AB) als besluitvormend orgaan en een dagelijks bestuur (DB) als voorbereidend orgaan voor de besluiten die het AB dient te nemen en voor besluiten die overeenstemmen met het beleid van het samenwerkingsverband. De dagelijkse leiding is, in ieder geval tot 1 augustus 2015, in handen van twee projectmanagers die verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding en uitvoering van het beleid. De inrichting van het samenwerkingsverband is voorlopig voor een periode van twee jaar, vanwege de intentie om te fuseren met ‘Samenwerkingsverband VO 20.02 Groningen Ommelanden’. Het samenwerkingsverband heeft geen organisatieschema opgenomen in het conceptondersteuningsplan. De taken en de operationele bevoegdheden van de verschillende organen binnen het samenwerkingsverband zijn ten dele beschreven en de overlegstructuur in zeer grote lijnen. Als waarborg voor het effectief en efficiënt functioneren van het samenwerkingsverband is het van belang dat deze zaken eenduidig zijn vastgelegd. 2.3 (Concept)ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. In deze paragraaf beschrijft de inspectie de stand van zaken bij de ontwikkeling, de opbouw, de inhoud en de status van het conceptondersteuningsplan. Het conceptondersteuningsplan heeft een looptijd van een jaar (2014/2015). Daar is voor gekozen omdat het samenwerkingsverband wil testen of hetgeen bedacht is in de praktijk werkt en om de gevolgen van de transitie van de jeugdzorg zo nodig alsnog op te kunnen nemen. Over het vijfde conceptondersteuningsplan is op 23 januari 2014 oogo met de betrokken gemeenten gevoerd. Daarna is het achtste concept op 6 februari 2014 voorgelegd aan de ondersteuningsplanraad. De ondersteuningsplanraad en de eerdere voorlopige ondersteuningsplanraad zijn vroegtijdig bij de planvorming betrokken. Uit het gesprek dat de inspectie met een afvaardiging van de ondersteuningsplanraad voerde, komt naar voren dat zij vindt dat de voornemens niet concreet genoeg zijn uitgewerkt en dat het plan niet goed leesbaar is. De raad vindt ook dat het projectmanagement te weinig met haar opmerkingen doet, ondanks concrete suggesties. De ondersteuningsplanraad acht de kans niet groot dat hij met het plan voor 1 mei instemt. Tijdens de gesprekken signaleert de inspectie dat binnen de ondersteuningsplanraad onduidelijkheid lijkt te bestaan over zijn taken en bevoegdheden. Zo zou de ondersteuningsplanraad ‘de opdracht hebben gegeven’ om het plan te herschrijven.
Pagina 6 van 11
In de ondersteuningsplanraad zijn nog een aantal plaatsen vacant. De raad ziet het niet als zijn taak om in de vacatures te voorzien en hij acht de onvolledige bezetting niet belemmerend voor zijn functioneren. Het projectmanagement en het DB zijn zich bewust van de kritiek van de ondersteuningsplanraad. Mede om deze reden werkt het projectmanagement aan een volgende versie van het ondersteuningsplan met de hoofdstukkenindeling die het landelijke steunpunt medezeggenschap hanteert. (Deze 9e versie is inmiddels gereed.) Het projectmanagement en het DB verwachten dat op 23 april 2014 het ondersteuningsplan voldoende is uitgewerkt en de ondersteuningsplanraad ermee instemt. Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen opneemt in het ondersteuningsplan en/of waar hieronder vermeld, nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1
Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 17a Wvo lid 7, 9, 10) De inspectie heeft vastgesteld dat het samenwerkingsverband de benodigde stappen heeft genomen om te voldoen aan de wettelijke vereisten. Het op overeenstemming gericht overleg met de gemeenten is tijdig geagendeerd en er is een ondersteuningsplanraad geïnstalleerd. De inspectie benadrukt dat het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan voor 1 mei 2014 aan de inspectie moet zenden. Ook wijst zij er op dat opnieuw oogo gevoerd dient te worden over de versie die het bestuur op 23 april behandelt. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 17a Wvo lid 8a) Het samenwerkingsverband realiseert een dekkend geheel van ondersteuningsvoorzieningen. Alle scholen voor voortgezet onderwijs hebben aanvankelijk een ondersteuningsprofiel in termen van basisondersteuning en extra ondersteuning beschreven aan de hand van achttien aspecten. De scholen voor voortgezet speciaal onderwijs hebben ook een ondersteuningsprofiel opgesteld, maar deze zijn niet opgenomen in het ondersteuningsplan. Al vanaf de start hebben de besturen aangegeven dat de basisondersteuning niet zonder nadere uitwerking van de kwaliteit vorm kan krijgen. Daarnaast was de verbinding met de basisondersteuning binnen de vso-scholen onderbelicht gebleven. Daarom is recent een koppeling gemaakt tussen de huidige achttien aspecten van basisondersteuning, de nieuwe vertaling van basisondersteuning- in dertien aspecten- en het toezichtkader van de onderwijsinspectie. Op deze wijze wil het samenwerkingsverband de basisondersteuning verder uitwerken en voorzien van kwaliteitscriteria. De doelstelling van het traject is dat alle scholen eind 2016 voldoende basisondersteuning kunnen bieden. Gezien het aantal aangepast arrangementen dat de inspectie aan een aantal deelnemende scholen toekende, lijkt dat geen geringe opgave. Het DB van het samenwerkingsverband wijst op het spanningsveld dat zich wat dit betreft aandient. De kwaliteit van de scholen is een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke schoolbesturen en niet van het bestuur van het samenwerkingsverband. De doorzettingsmacht ligt niet bij het samenwerkingsverband, zodat dit ‘niet afgerekend’ kan worden op de kwaliteit van de afzonderlijke scholen, aldus het DB.
Pagina 7 van 11
Het samenwerkingsverband wil de huidige tussenvoorzieningen (Rebound/Herstart/Op de Rails en locaties met een specifiek ondersteuningsprofiel) handhaven. Het samenwerkingsverband zal echter wel onderzoeken hoe het de overlap in de voorzieningen kan wegnemen. Daarbij wordt rekening gehouden met de identiteit van de voorzieningen. Tot 1 augustus 2017 blijft de mogelijkheid tot plaatsing in tussenvoorzieningen behouden. Herstart en Op de Rails gaan op in de bestaande reboundvoorzieningen en er is nu al sprake van vergaande samenwerking. Het tegengaan van ‘thuiszitters’ brengt het samenwerkingsverband onder bij de reboundvoorzieningen, die per 1 augustus aanstaande de interventie- en monitortaak gaan vervullen. Tot augustus 2017 gaat het samenwerkingsverband wat betreft de leerlinggebonden financiering op de oude voet verder, ook wat betreft de rugzakken in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo). Daarnaast blijft het vso als onderwijsvoorziening gehandhaafd. Daar zal wel meer gekeken worden naar terugschakeling van leerlingen en het plaatsen van groepen-aan-school. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 17a Wvo lid 8b) Het samenwerkingsverband heeft nog geen criteria ontwikkeld voor de toewijzing van middelen. 4
Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 17a Wvo lid 8c,8d, 12 en 13 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) De procedures en criteria voor plaatsing van leerlingen zijn nog volop in ontwikkeling. Daartoe hebben de samenwerkingsverbanden ‘VO 20.01 Stad Groningen’ en ‘VO 20.02 Groningen Ommelanden’ en het samenwerkingsverband primair onderwijs provincie Groningen en de gemeente Noordenveld de handen ineengeslagen. Het is de bedoeling de procedures en criteria op te nemen in het ondersteuningsplan dat op 23 april 2014 met de ondersteuningsplanraad wordt besproken. In juni volgt dan een presentatie aan de scholen. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 17a Wvo lid 8e) Het samenwerkingsverband heeft nog geen kwaliteitsbeleid en kengetallen opgenomen in het ondersteuningsplan. In 2014/2015 wil het samenwerkingsverband een vorm van intern toezicht ontwikkelen, inclusief een kwaliteitskalender. De uitwerking van de kwaliteitszorg moet nog vorm krijgen. In elk geval wil het samenwerkingsverband onderzoeken op welke wijze het de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, opbrengsten van het onderwijs, de monitor thuiszitters en voortijdig schoolverlaters en de spreiding en doorstroom van leerlingen bij de kwaliteitszorg kan betrekken. Het samenwerkingsverband zoekt bovendien aansluiting bij het toezichtkader van de onderwijsinspectie. 6 Informeren ouders (Artikel 17a Wvo lid 8f) Het samenwerkingsverband heeft een goed gevulde website. Deze bevat onder meer nieuwsbrieven voor ouders. De overige informatie is niet specifiek gericht op (de gevolgen van) passend onderwijs, maar vooral op de overgang van de ene school naar de andere. Het taalgebruik is nogal abstract en lang niet voor alle ouders toegankelijk. Voor de ouders heeft het samenwerkingsverband een brief opgesteld met informatie over de gevolgen van passend onderwijs. Deze is via de afzonderlijke schoolbesturen verspreid. Daarnaast organiseert het samenwerkingsverband voorlichtingsbijeenkomsten en symposia. Het samenwerkingsverband overweegt één informatiepunt voor ouders en professionals op te zetten.
Pagina 8 van 11
Voor zover bekend leidt de invoering van passend onderwijs niet tot onrust onder de ouders. 7 Peildatum en bekostigingsaspecten (Artikel 17a Wvo, lid 8g en 8h) Financiële middelen De verevening bedraagt, op basis van peildatum 1 oktober 2011, €2.447.540 positief. De schoolbesturen die participeren in het samenwerkingsverband willen geen tekorten dekken van het samenwerkingsverband. Uit de door het samenwerkingsverband opgestelde meerjarenbegroting blijkt dat het bestuur in de beginjaren 2014-2017 rekening houdt met een tekort als gevolg van de verplichtingen die voortvloeien uit het tripartiete akkoord. Door overdracht van middelen vanuit de oude samenwerkingsverbanden wordt dit tekort opgevangen. Door de positieve verevening in de jaren daarna komen extra financiële middelen beschikbaar die ingezet kunnen worden voor de versterking van het eigen vermogen en voor het uitvoeren van experimenten. Personeel Het samenwerkingsverband heeft er voor gekozen om geen eigen personeel in dienst te nemen. Personeel dat wel werkzaam is voor het samenwerkingsverband verricht deze werkzaamheden op basis van een detacheringsovereenkomst. De personele lasten belasten de schoolbesturen door aan het samenwerkingsverband. Deze constructie kan er toe leiden dat er btw afgedragen moet worden over deze werkzaamheden. Het samenwerkingsverband vraagt aandacht voor deze problematiek. In het verleden werd op landelijk niveau vrijstelling gegeven voor het heffen van deze btw. Indien een schoolbestuur besluit om personeel over te nemen dat onder het tripartiete akkoord valt, dan draagt het samenwerkingsverband de middelen voor de ambulante begeleiding over aan het desbetreffende schoolbestuur. Voor overname van het personeel geeft het samenwerkingsverband een garantie van vijf jaar af.
Pagina 9 van 11
3. REACTIE VAN HET BESTUUR In een schriftelijke reactie d.d. 8 mei 2014 deelt het bestuur mee dat het de bevindingen uit het verslag bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband op de onderstaande wijze zal betrekken of heeft betrokken. 1
Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms. Artikel 17a Wvo lid 7. 9. 10) De inspectie benadrukt dat het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan voor 1 mei 2014 aan de inspectie moet zenden. Ook wijst zij er op dat opnieuw oogo gevoerd dient te worden over de versie die het bestuur op 23 april behandelt. Na de bestuursvergadering van 23 april jl. is versie 10 van het ondersteuningsplan via het internet schooldossier naar de onderwijsinspectie geüpload. Daarnaast houdt het samenwerkingsverband de verschillende gemeenten tussentijds op de hoogte van bijstellingen in zijn ondersteuningsplan. In juni 2014 plant het samenwerkingsverband opnieuw een oogo met de vier betrokken gemeenten. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 17a Wvo lid 8a) Zoals de onderwijsinspectie reeds aangeeft in het verslag is er een koppeling gemaakt tussen de huidige achttien aspecten van basisondersteuning, de nieuwe vertaling van basisondersteuning – in dertien ijkpunten - en het toezichtkader van de onderwijsinspectie. Met dit ontwikkeltraject basisondersteuning wil het samenwerkingsverband vier zaken bereiken: 1. de basisondersteuning voorzien van kwaliteitscriteria, zodat de onderlinge vergelijkbaarheid beter wordt en het samenwerkingsverband het ook kan herijken; 2. met de uitkomst van het traject kan de school het eigen scholingsprogramma betreffende (basis)ondersteuning beter vormgeven; 3. afstemming in werkwijze tussen 'VO 20.01 Stad Groningen' en 'VO 20.02 Groningen Ommelanden', zodat in de gehele regio dezelfde basisondersteuning geldt; 4. een eenduidige werkwijze met vo én het vso. In principe ligt er de afspraak dat schoolbesturen de ondersteuningsprofielen op de websites van hun scholen plaatsen. Het samenwerkingsverband zal ervoor zorgdragen dat alle ondersteuningsprofielen, ook die van het vso, via de website van het samenwerkingsverband te raadplegen zijn. Voor wat betreft het op orde brengen van de basisondersteuning, gezien het aantal aangepaste arrangementen dat de inspectie aan een aantal deelnemende scholen toekende, meldt het samenwerkingsverband nogmaals dat zich hier een duidelijk benoemd spanningsveld aandient. De kwaliteit van de scholen is een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke schoolbesturen en niet van het bestuur van het samenwerkingsverband. Binnen het samenwerkingsverband is echter inmiddels wel een klimaat ontstaan waarbij besturen elkaar bevragen en aanspreken op niet gerealiseerde kwaliteit. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 17a Wvo lid 8b) Voor wat betreft de procedure en criteria toewijzing middelen is een en ander nu vastgelegd in het ondersteuningsplan (reboundvoorziening, thuiszitters, basisbudget scholen, vervolg lgf). Bijvoorbeeld leerlinggebonden financiering betaalt het samenwerkingsverband in schooljaar 2014/2015 voor 100 procent door (de jaren erna nog resp. 67% en 33%). Ten aanzien van
Pagina 10 van 11
arrangementen gebruikt het samenwerkingsverband het komende schooljaar om de procedures en criteria verder uit te werken (zie ook punt 4). 4
Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 17a Wvo lid 8c, 8d, 12 en 13 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) Voor wat betreft de toelaatbaarheidsverklaringen zijn er wel documentatie eisen en criteria vastgelegd, maar deze waren ten tijde van het inspectiebezoek nog niet opgenomen in het ondersteuningsplan daar ze nog niet bestuurlijk bekrachtigd waren. Inmiddels is de hoofdlijn in het ondersteuningsplan opgenomen en wordt daar verwezen naar een beschikbaar document inzake de toelaatbaarheidsverklaringen en de CvA voor de drie samenwerkingsverbanden po en vo in de provincie Groningen. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 17a Wvo lid 8e) Zoals in het ondersteuningsplan is aangegeven moet de uitwerking van de kwaliteitszorg nog vorm krijgen. Alleen het kader daarvoor staat op papier, met een enkele basale invulling. Het samenwerkingsverband wil onderzoeken op welke wijze het de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken, opbrengsten van het onderwijs, de monitor thuiszitters en voortijdig schoolverlaters en de spreiding en doorstroom van leerlingen in een kwaliteitskalender kunnen worden opgenomen. Eind schooljaar 2014/2015 moet dit beleid gestalte hebben gekregen; de uitvoering start in schooljaar 2015/2016 (of zo mogelijk eerder). 6 Informeren ouders (Artikel 17a Wvo lid 8f) Het samenwerkingsverband gaat, samen met de beide andere samenwerkingsverbanden in de provincie Groningen, één centraal informatiepunt voor ouders en professionals opzetten. Daarnaast wordt gewerkt aan een ouder- (en docent)vriendelijke versie van het format ontwikkelingsperspectief (opp), de routing CvA en het ondersteuningsprofiel van de scholen. Ook de nieuwsbrieven zullen in schooljaar 2014/2015 een vervolg krijgen.
Pagina 11 van 11