BEKNOPT VERSLAG SIMULATIE BIJ STICHTING PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN
Plaats : Vlissingen Bestuursnummer : 41323 Samenwerkingsverband : VO2901 Onderzoek uitgevoerd op : 28 februari 2014 Rapport vastgesteld te Utrecht op 16 mei 2014
Documentnummer: 4328846
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde een simulatie uit bij de ‘Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren’. Binnen de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen vormen vier schoolbesturen met tien vestigingen gezamenlijk het samenwerkingsverband. In dit verslag geeft de inspectie haar bevindingen uit het onderzoek weer. Simulatie Een simulatie houdt in dat de inspectie een kwaliteitsonderzoek nabootst ook al is het samenwerkingsverband nog niet volledig ingericht. In het schooljaar 2013/2014, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de zorgplicht, wil de inspectie simulaties uitvoeren bij alle samenwerkingsverbanden. Het doel van een simulatie is tweeledig: 1. het stimuleren van de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden door een kwaliteitsonderzoek na te bootsen en zo een beeld te geven van de ontwikkeling op dat moment, afgezet tegen het waarderingskader van de inspectie; 2. toezicht houden op de ontwikkeling van de samenwerkingsverbanden, zowel inhoudelijk als op de totstandkoming van de rechtspersoon en de inspraak door de ondersteuningsplanraad. Voor de inspectie levert die simulatieronde informatie op over de wenselijke en redelijke normering van de indicatoren, de werking van het risicomodel en de kwaliteit van het toezichtkader. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij deze simulatie op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Onderzoeksopzet De simulatie start met een bureauanalyse van documenten en gegevens over het samenwerkingsverband die bij de inspectie aanwezig zijn en een analyse van documenten die het samenwerkingsverband aan de inspectie toestuurde of uitreikte. Het betreft de volgende documenten, op volgorde van versiedatum en voor zover relevant voor dit onderzoek: - Akte van oprichting Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (d.d. 29 oktober 2013); - Ondersteuningsplan 2014-2015 (plannen en ambities 2015-2018) (concept, d.d. 13 februari 2014); - Website: http://www.pvow.nl; - Kengetallen samenwerkingsverband (www.passendonderwijs.nl, geraadpleegd op 25 februari 2014). Tijdens de simulatie ontving de inspectie de volgende documenten (onderdelen van het ondersteuningsplan): - Overzicht aantal thuiszitters (d.d. 27 februari 2014); - Format ontwikkelingsperspectief (versie 18 december 2013); - Bijgesteld Activiteitenplan (februari 2014); - Bijlage 1: Overzicht Witte Vlekken (versie 20 februari 2014);
Pagina 3 van 11
-
Routeboek Onderwijsloket (conceptversie, d.d. 28 januari 2014).
Hierna vond op 28 februari 2014 een onderzoek op locatie plaats waarbij de inspectie: - presentaties kreeg van het samenwerkingsverband over: context, vorm en inhoud van het samenwerkingsverband en het conceptondersteuningsplan; de positie en rol van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) in het samenwerkingsverband. - een gesprek voerde met drie leden van de ondersteuningsplanraad; - een gesprek voerde met het bestuur met speciale aandacht voor onder andere de wijze van financieel beheer en de ontwikkeling van het management en de organisatie. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het bestuur en het management van het samenwerkingsverband. Opbouw verslag In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op hoofdlijnen, een beeld van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband op het gebied van management en organisatie en een overzicht van de bevindingen van het ondersteuningsplan. Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag.
Pagina 4 van 11
2. BEVINDINGEN
2.1 Hoofdlijn Het samenwerkingsverband ‘Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren’ omvat alle scholen voor voortgezet onderwijs (vo) op Walcheren, aangevuld met enkele scholen voor voortgezet speciaal onderwijs die ook op provinciaal niveau werkzaam zijn. Dit laatste heeft te maken met het feit dat de provincie Zeeland relatief dunbevolkt is waardoor er een aantal speciale onderwijsvoorzieningen op provinciaal niveau georganiseerd zijn. Binnen het Overlegplatform Passend Onderwijs Zeeland zijn acht samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd (primair onderwijs, voortgezet onderwijs en reformatorisch onderwijs). Vanuit de historie werkt men al geruime tijd samen om goede afspraken te maken tussen de diverse samenwerkingsverbanden, zowel op bestuurlijk, gemeentelijk als coördinatorenniveau. Het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren kenmerkt zich door de kleinschaligheid, de korte lijnen en bestuurlijke slagkracht waarbij besluitvorming op basis van consensus plaatsvindt. Tot op heden zijn de wettelijke termijnen met betrekking tot het oprichten van het samenwerkingsverband en het instellen van de ondersteuningsplanraad probleemloos gehaald. Ook is in februari 2014 het verplichte op overeenstemming gericht overleg (oogo) met de gemeenten gehouden, waarbij het conceptondersteuningsplan ongewijzigd is vastgesteld. Naar aanleiding van de simulatie zal het samenwerkingsverband het conceptondersteuningsplan op onderdelen nog aanscherpen en zal het de definitieve versie voor 1 mei naar de inspectie van het onderwijs sturen. De inspectie stelt vast dat het samenwerkingsverband goed op koers ligt om passend onderwijs met ingang van 1 augustus 2014 officieel in te voeren. Wel constateert de inspectie dat het samenwerkingsverband nog diverse puntjes op de i moet zetten. Deze aandachtspunten worden hieronder toegelicht. Een risico bij dit alles vormt de beperkte beschikbare formatie voor de coördinator van het samenwerkingsverband. Het bestuur is zich hiervan bewust en geeft aan dat er regelmatig gesprekken plaatsvinden over de voortgang en eventuele knelpunten bij de uitvoering van de coördinatie. Ten aanzien van de verevening heeft het samenwerkingsverband met een positief vereveningsbedrag te maken van €395.000. In de meerjarenbegroting ontbreekt vooralsnog een beleidsrijke uitwerking voor de periode 2015-2018, waarin het samenwerkingsverband onder andere beleid moet ontwikkelen om de toename van het aantal vso-leerlingen in categorie 1 een halt toe te roepen. Het samenwerkingsverband heeft te maken met een toename van bijna 33 procent rugzakleerlingen in de afgelopen jaren, waarvan 28 procent met een cluster 4-indicatie. Deze toename komt volgens het bestuur van het samenwerkingsverband op het conto van het primair onderwijs. Hoewel het percentage vso en rugzakken in 2013 op of rond het landelijk gemiddelde ligt, zal dit bij ongewijzigd beleid tot financiële problemen leiden. 2.2 Management en organisatie van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren is een samenwerking tussen vier schoolbesturen: 1. Mondia Scholengroep (Nehalennia SSG en het Scheldemond College); 2. Christelijke Scholengemeenschap Walcheren; 3. Stichting Respont;
Pagina 5 van 11
4. Stichting De Korre. De ‘Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren’ is de ‘moederstichting’ voor de twee ‘dochters’: Stichting ISK Walcheren en Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren. De stichtingen zullen voor het samenwerkingsverband de extra ondersteuning verzorgen. Het samenwerkingsverband bestaat uit een dagelijks bestuur en een raad van toezicht. De vier besturen leveren ieder een bestuurder voor het dagelijks bestuur. De raad van toezicht bestaat uit leden van raden van toezicht van de vier schoolbesturen. Bijzonder is dat besluitvorming binnen het bestuur altijd op basis van consensus plaatsvindt. Dat is ook de reden dat er in de statuten geen bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van stemverhoudingen. Het consensusmodel is leidend voor zowel het bestuur als de raad van toezicht en staat beschreven in de statuten. Het organisatiemodel is onlangs op de website van het samenwerkingsverband duidelijk beschreven. Alleen de coördinator en een ander lid van het Onderwijsloket zijn in dienst van de ‘Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren’. Alle andere werknemers die een rol of functie bekleden in de diverse arrangementen van het samenwerkingsverband zijn in dienst van twee andere stichtingen waarmee het samenwerkingsverband samenwerkt. Hoewel de interne structuren staan beschreven in het conceptondersteuningsplan, mist de inspectie een duidelijk organogram, waarin het samenwerkingsverband de verschillende actoren benoemt met hun taken en bevoegdheden. In dat organogram moet men ook de rol van het Onderwijsloket opnemen. Dit orgaan neemt een centrale plaats in binnen het samenwerkingsverband, omdat het verantwoordelijk is voor de indicering, advisering, plaatsing en monitoring van de leerlingen naar een passende plek. De inspectie merkt op dat het samenwerkingsverband de visie en de missie wat explicieter kan vermelden in het conceptondersteuningsplan. Uit het document valt op te maken dat de doelstelling van het samenwerkingsverband is om een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren. De leerling staat centraal. Leerlingen moeten een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. De passende ondersteuning moet efficiënt georganiseerd worden, waarbij de ondersteuningsstructuur adequaat, dekkend en flexibel georganiseerd wordt. Dit wil het samenwerkingsverband onder meer bereiken door samen te werken met diverse netwerkpartners en scholen, ook in de naastgelegen regio’s. De kwaliteit van de basis- en breedteondersteuning op de aangesloten scholen moet dusdanig hoog zijn dat veruit de meeste leerlingen op de reguliere school passende ondersteuning krijgt van handelingsbekwame docenten. Afstroom en uitval van leerlingen op een vo-school dient men te voorkomen door leerlingen op hun eigen niveau adequate onderwijsondersteuningsarrangementen aan te bieden. Door het versterken van het handelingsgericht werken in de klas, alsmede het stellen van een goede diagnose wil het samenwerkingsverband tegelijkertijd de problematiek van de thuiszitters aanpakken. Uit een inventarisatie eind februari 2014 van het aantal thuiszitters blijkt dat – afhankelijk van de gehanteerde definitie van ‘thuiszitter’ - er momenteel zestien leerlingen geen onderwijs volgen. Het Onderwijsloket onderneemt actie om dit aantal te verminderen. 2.3 (Concept)ondersteuningsplan Kerndocument voor het samenwerkingsverband is het ondersteuningsplan. In deze paragraaf beschrijft de inspectie de stand van zaken bij de ontwikkeling, de opbouw, de inhoud en de status van het conceptondersteuningsplan.
Pagina 6 van 11
Het conceptondersteuningsplan is in december 2013 afgerond en heeft op 27 januari 2014 instemming gekregen van de ondersteuningsplanraad. Eind februari 2014 is het plan in het overleg met de gemeenten (het oogo) besproken nadat in het voortraject de gemeenten al waren geïnformeerd over de inhoud van de plannen. Het oogo heeft geen wijzigingen aangebracht in het ondersteuningsplan. Het bestuur van het samenwerkingsverband geeft aan dat het ondersteuningsplan een werkdocument is dat men regelmatig aanpast op ontwikkelingen. Om die reden heeft het bestuur ervoor gekozen de inhoudelijke en financiële uitwerking te beperken tot één schooljaar (2014/2015) en verder de ambities voor de drie volgende schooljaren te omschrijven. Het spreekt voor zich dat er hierdoor nog geen sprake is van concrete lange termijn doelstellingen, noch van een beleidsrijke begroting voor de komende vier jaar. Veel zaken moet het samenwerkingsverband dit schooljaar afronden of uitwerken (‘puntjes op de i’). Het samenwerkingsverband heeft in het activiteitenplan met een tijdpad aangegeven wanneer de diverse onderwerpen uit het ondersteuningsplan afgerond dienen te zijn. Gelet op het feit dat het samenwerkingsverband in de komende vijf maanden nog veel werk moet verrichten en bij veel onderwerpen de naam van de coördinator van het samenwerkingsverband als verantwoordelijk voor de uitwerking wordt genoemd, is naar de mening van de inspectie sprake van een zeker risico. De coördinator heeft een parttimefunctie (0,5 fte), waarvan 0,2 fte voor coördinatie en 0,3 fte voor het Onderwijsloket. Dit lijkt te weinig, maar het bestuur heeft hier wel aandacht voor. Om te voldoen aan de wettelijke voorschriften is het nodig dat het samenwerkingsverband onderstaande onderdelen opneemt in het ondersteuningsplan en/of waar hieronder vermeld, nader uitwerkt. Het onderstaande overzicht dient niet als een beoordeling van het samenwerkingsverband, maar als een handreiking om de ontwikkeling van het beleid van het samenwerkingsverband verder te ondersteunen. 1
Instemming, overleg, vaststelling en toezending (Artikel 14a Wms, Artikel 17a Wvo lid 7, 9, 10) De ondersteuningsplanraad heeft op 27 januari 2014 ingestemd met het conceptondersteuningsplan. Eind februari 2014 is het vervolgens in het op overeenstemming gericht overleg (oogo) met de drie betrokken gemeenten besproken en heeft het ongewijzigd instemming verkregen. In het kader van de Regionale Educatieve Agenda (REA) zoekt men binnen het oogo zoveel mogelijk afstemming tussen onderwijs en de ‘zorg voor jeugd’. De transitie van jeugdzorg naar de gemeenten heeft dan ook de nodige aandacht van het samenwerkingsverband en de gemeenten. De inspectie benadrukt dat het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan voor 1 mei 2014 aan de inspectie moet zenden. Het is voor het totaalbeeld van belang dat het samenwerkingsverband alle losse documenten en bijlagen integreert of opneemt in het conceptondersteuningsplan en het vervolgens voorlegt aan de ondersteuningsplanraad. 2 Geheel van ondersteuningsvoorzieningen (Artikel 17a Wvo lid 8a) Alle participerende scholen hebben in het schooljaar 2012/2013 een schoolondersteuningsprofiel opgesteld waarin zij aangeven welke ondersteuning zij kunnen bieden. De opgestelde profielen worden dit schooljaar verder aangepast en uitgewerkt, mede in relatie tot het invullen van de ‘witte vlekken’. Met de schooldirecteuren en de zorgcoördinatoren zijn afspraken gemaakt over de basis-, breedte- en extra ondersteuning. Op provinciaal niveau is verder afgesproken dat men het aanbod op onderwijsbehoeften omschrijft aan de hand van de vijf aspecten van het indiceren vanuit onderwijsbehoeften.
Pagina 7 van 11
De ambitie van het samenwerkingsverband is dat het de breedteondersteuning zo breed mogelijk organiseert om zo passend en flexibel mogelijk ondersteuning te kunnen bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Het handelingsgericht werken moet op termijn ook onder de breedteondersteuning vallen. Ten aanzien van bovenschoolse voorzieningen als het huidige opdc en de reboundvoorziening onderzoekt het samenwerkingsverband dit schooljaar of het onderdeel gaat uitmaken van de breedteondersteuning of dat het onder de extra ondersteuning komt te vallen. Dat is nu nog niet geheel duidelijk. Wel is duidelijk dat het samenwerkingsverband streeft naar flexibele arrangementen, waarbij uiteindelijk zoveel mogelijk onder de basisondersteuning moet vallen. De inspectie stelt vast dat het samenwerkingsverband in het conceptondersteuningsplan niet geheel duidelijk beschrijft wat het precies onder basis- en breedteondersteuning verstaat. In het definitieve ondersteuningsplan zal dit helder moeten zijn. Duidelijk is wel dat alle scholen handelingsgericht gaan werken maar dat scholing en implementatie de komende jaren veel aandacht zal krijgen. Een ander aandachtspunt betreft de lacunes in de ondersteuning (‘de witte vlekken’) die na een analyse van de schoolondersteuningsprofielen in kaart zijn gebracht. De inspectie spreekt haar waardering uit voor deze inventarisatie, maar stelt ook vast dat er nog behoorlijk veel werk aan de winkel is om voor 1 augustus 2014 (zoveel mogelijk) deze lacunes in te vullen. Eén van de witte vlekken betreft het beleid rondom het terugdringen van de vsoaanmeldingen. Het vso is enorm gegroeid en heeft te maken met een wachtlijst. Voor een deel is deze groei verklaarbaar door een toename van het aantal ‘auti-leerlingen’ en de instroom vanuit het primair onderwijs. Het is van belang dat het samenwerkingsverband en het samenwerkingsverband primair onderwijs onderling overleggen hoe zij de groei van het vso een halt toeroepen. 3 Procedures en criteria toewijzing middelen (Artikel 17a Wvo lid 8b) Het samenwerkingsverband dient de procedures voor de verdeling en toewijzing van ondersteuningsmiddelen nog concreet uit te werken. Het samenwerkingsverband heeft de ambitie om de extra ondersteuningsmiddelen te verdelen in een combinatie van het expertiseen schoolmodel. Hiervoor zal het samenwerkingsverband een financieel beleid moeten formuleren met daarbij een beleidsrijke meerjarenbegroting. Er zijn geen concrete afspraken gemaakt over de kosten van de diverse arrangementen en de hoogte van de volumebekostiging op de diverse participerende scholen. Veel arrangementen bekostigt het samenwerkingsverband vanuit het lichte ondersteuningsbudget. Wanneer een ondersteuningsvraag, ondanks extra ondersteuning binnen de school de mogelijkheden van die school gedeeltelijk of geheel te boven gaat, vraagt die school externe ondersteuning aan via het Onderwijsloket. Verder stelt het samenwerkingsverband dat het de zware ondersteuningsbekostiging (normbekostiging) voor het vso op de lumpsum van de scholen afboekt wanneer de norm wordt overschreden. Het samenwerkingsverband verwacht op basis van de overgangsbekostiging in het schooljaar 2014/2015 dat er volgend schooljaar weinig verandert, ook niet ten aanzien van de positie van de ambulant begeleiders. Doelstelling van het samenwerkingsverband is om de bestaande expertise te behouden. Een aantal ambulant begeleiders is daarom in dienst genomen door een bepaald bestuur en over de financiering hiervan zijn afspraken gemaakt. De in dienst getreden ambulante begeleiders zet men in het algemeen in, in het kader van de breedteondersteuning, bij die leerlingen die dat nodig hebben, op de meeste locaties binnen een zogenaamd ‘ondersteuningslokaal’.
Pagina 8 van 11
Het samenwerkingsverband moet nog afspraken maken over de manier waarop het middelen of arrangementen toe gaat kennen. Hierbij zijn flexibele scenario’s zoals het zonder toelaatbaarheidsverklaring (tlv) toelaten tot het vso of het gedeeltelijk plaatsen te overwegen volgens het samenwerkingsverband. De inspectie merkt op dat dergelijke scenario’s vanzelfsprekend binnen de wettelijke kaders dienen plaats te vinden. 4
Procedures en criteria plaatsing leerlingen (Artikel 17a Wvo lid 8c,8d, 12 en 13 en Artikel XVII Wet passend onderwijs lid 1) Een belangrijk onderdeel binnen het samenwerkingsverband is het Onderwijsloket. Dit loket is het vervolg op de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) en heeft als taak om arrangementen toe te wijzen, te beheren en te monitoren. Het Onderwijsloket heeft tevens een advies- en ondersteuningsfunctie. Voor de toelating binnen het vso geeft het Onderwijsloket een toelaatbaarheidsverklaring af (tlv). In de procedures is duidelijk gesteld dat de communicatie over het advies van het Onderwijsloket en van het afgegeven arrangement uitsluitend is voorbehouden aan de school die de zorgplicht vervuld: de stamschool. De stamschool blijft verantwoordelijk en betrokken bij het arrangement, ook wanneer een leerling met een tlv gedeeltelijk geplaatst is binnen het vso. Ook bij deze constructie merkt de inspectie op dat het wel binnen de wettelijke kaders dient te gebeuren. Het Onderwijsloket kent een bezetting van twee vaste personen: coördinator samenwerkingsverband (0.3 fte) en een kinder- en jeugdpsycholoog (0.5 fte). Wanneer het Onderwijsloket een tlv wil afgeven betrekt het een onafhankelijke orthopedagoog vanuit het samenwerkingsverband erbij. Het ‘Routeboek Onderwijsloket (conceptversie, d.d. 28 januari 2014)’ beschrijft de routing, tlv-procedure en andere relevante zaken die betrekking hebben op de werkwijze van het Onderwijsloket. De inspectie merkt op dat inhoudelijke criteria en/of procesindicatoren voor speciale voorzieningen (vso) ontbreken of onduidelijk zijn. Een ander aandachtspunt betreft de verdere uitwerking van de klachtenprocedure. De werkwijze staat op zich beschreven in het ondersteuningsplan, maar is niet aangevuld met de verplicht in te stellen adviescommissie die gaat over besluiten met betrekking tot de toelaatbaarheidsverklaring. Deze commissie moet voor 1 augustus 2014 ingesteld zijn. 5 Kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (Artikel 17a Wvo lid 8e) Het samenwerkingsverband heeft momenteel geen compleet uitgewerkt kwaliteitszorgsysteem, maar geeft al wel aan op welke wijze het de voortgang van de arrangementen en de kwaliteit van de ondersteuning gaat monitoren en beoordelen. Dit wil het samenwerkingsverband doen op basis van interne audits. Op 1 augustus 2014 wil het samenwerkingsverband een plan van aanpak gereed hebben hoe het deze audits inricht en uitvoert. 6 Informeren ouders (Artikel 17a Wvo lid 8f) Het samenwerkingsverband heeft een website waarop ouders in de regio die kinderen hebben die naar het voortgezet- of voortgezet speciaal onderwijs gaan, informatie kunnen vinden over passend onderwijs in de regio Walcheren. Via de website is het mogelijk door te linken naar de websites van de aangesloten scholen en het schoolondersteuningsprofiel in te zien. Dit laatste is op dit moment niet geheel operationeel. Aangezien het bestuur van het samenwerkingsverband niet verwacht dat ouders actief of veelvuldig deze website raadplegen (het merendeel van de ouders raadpleegt de website van de school) organiseert het ook informatieavonden voor ouders op de scholen zelf.
Pagina 9 van 11
7 Peildatum en bekostigingsaspecten (Artikel 17a Wvo, lid 8g en 8h) Het samenwerkingsverband heeft voor een verlengd boekjaar gekozen. Het eerste boekjaar eindigt op 31 december 2014. Op dat moment zal het samenwerkingsverband een geconsolideerde jaarrekening opstellen. Het samenwerkingsverband heeft een positieve verevening en krijgt op termijn meer middelen ter beschikking. Het samenwerkingsverband heeft de ambitie om de extra ondersteuningsmiddelen te verdelen in een combinatie van het expertise- en schoolmodel, maar heeft dit nog niet concreet verwerkt in een financieel beleid. Evenmin heeft het samenwerkingsverband een beleid uitgewerkt op welke wijze de groei van het aantal vsoleerlingen en de daarmee samenhangende verdeling van de lasten zal plaats vinden voor de onderliggende besturen.
Pagina 10 van 11
3. REACTIE VAN HET BESTUUR
Op 24 april 2014 heeft het bestuur van het samenwerkingsverband laten weten dat het ondersteuningsplan nog in die week aan de onderwijsinspectie wordt verstuurd. Gelet op de deadline van 1 mei 2014 zijn er op dit moment geen inhoudelijke zaken gewijzigd of toegevoegd. Het was in deze ontwikkelfasefase wenselijk noch mogelijk het hele proces van ondersteuningsplanraad, oogo en raad van toezicht voor 1 mei 2014 opnieuw te doorlopen. Wel is de meerjarenbegroting nog aangepast. Het bestuur geeft aan dat voor 1 augustus 2014 de zaken zeker op orde zullen zijn, waar het bijvoorbeeld gaat om het wegwerken van de ‘witte vlekken’ in de ondersteuningsstructuur of het opstellen van plannen daartoe. Vele mensen in het samenwerkingsverband zijn daar nu op allerlei niveaus en terreinen mee aan het werk. In november 2014 zal het bijgestelde ondersteuningsplan, ingaande in 2015, gereed zijn. Daarin zullen een beleidsrijke meerjarenbegroting en de opmerkingen van de inspectie in zijn verwerkt.
Pagina 11 van 11
