Stagehandleiding Algemene Cultuurwetenschappen
Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of History, Culture and Communication www.eshcc.eur.nl/stage/acw
[email protected] Versie: februari 2012
Voorwoord Deze stagehandleiding is bedoeld voor studenten Algemene Cultuurwetenschappen die hun stage gaan voorbereiden of nu stage lopen. Studenten die op zoek gaan naar een geschikte stageplaats moeten beginnen deze stagehandleiding grondig door te lezen. In de handleiding wordt nader ingegaan op alle aspecten van een stage: van de voorbereiding voor je stage tot en met de afronding van je stage door middel van je stageverslag en een eindgesprek. Bovendien kun je in deze handleiding extra informatie vinden, zoals internetadressen en de “open sollicitatieprocedure”, waarmee je doelgericht op zoek kunt gaan naar een stageplaats die aansluit bij je interessegebied. Via SIN-online zul je opgeroepen worden voor een intake-gesprek met de stagecoördinatoren mevrouw drs. Rolien van Duijvendijk of mevrouw drs. Marije Ruijter. Lees van te voren goed deze stagehandleiding door. De stagecoördinator begeleidt naar een stageplaats. Als je vragen hebt, of tegen problemen aanloopt, moet je altijd contact opnemen met je stagecoördinator. Het stagecoördinaat is in principe elke maandag en dinsdag geopend, kamer L2-015 en op andere werkdagen goed bereikbaar per e-mail:
[email protected].
Een uitgave van: Stagecoördinaat Algemene Cultuurwetenschappen (ACW) Mw. drs. Rolien van Duijvendijk Mw. Drs. Marije Ruijter Valentine de Jong (student-assistent) Erasmus School of History, Culture and Communication Erasmus Universiteit Rotterdam Kamer L2- 015, in principe elke maandag geopend. Postbus 1738 3000 DR Rotterdam
[email protected] Rotterdam, februari 2012
3
4
Inhoudsopgave (www.eshcc.eur.nl/stage/acw/stagehandleiding) 1
Het stageproject en de studieplanning
6
2
Waarom een stage?
8
3
Voorbeelden van stageplaatsen het afgelopen studiejaar
9
Artikel uit ROest: Van groentje tot projectleider
11
4
12 Stappen tot een succesvolle stage
13
5
Stagevoorbereiding 5.1 Eisen aan een stageplaats 5.2 Het zoeken naar een stageplaats 5.3 Het goedkeuren van een stage middels een stageplan en een stageovereenkomst
19
6
Begeleiding tijdens de stage
20
7
Afronding van de stage
22
8
Een stage in het buitenland
24
9
Frequently Asked Questions
25
10
Adressen
25
Bijlagen
15 16
(downloaden via: www.eshcc.eur.nl/stage/acw/stagehandleiding)
I
Sollicitatiebrief
27
II
Curriculum Vitae
33
III
Open Sollicitatie
37
IV
Sollicitatiegesprek
43
V
Stageplan
47
VI
Stageovereenkomst
51
VII
Tussentijds Beoordelingsformulier
57
VIII
Eindbeoordelingsformulier
61
IX
Stageverslag
65
5
1. Het stageproject en de studieplanning Binnen de studie Algemene Cultuurwetenschappen neemt de stage een belangrijke plek in. Het volgen van een stage is in principe voor alle studenten verplicht, dus de meeste derdejaars Algemene Cultuurwetenschappen studenten zullen dit jaar een stage gaan lopen. In hoofdstuk 2 wordt uitgelegd waarom een stage zo belangrijk wordt geacht en welke voordelen het voor jou kan hebben. Het is dan wel belangrijk dat de stage goed aansluit bij jouw interesses, ambities, ervaringen en talenten en dat de stageplaats aan bepaalde eisen voldoet (zie hoofdstuk 4). Het lopen van een stage heeft een omvang van 15 ECTS, of te wel 420 uur. In het uitzonderlijke geval dat je een aantoonbaar lange sollicitatieprocedure hebt doorstaan, waarbij meer dan 10 sollicitatiebrieven zijn geschreven of meer dan 5 sollicitatiegesprekken zijn gevoerd, kan de daadwerkelijke stagetijd worden teruggedrongen naar 380 uur; de overige 40 uur worden dan aangemerkt als voorbereidingstijd op deze stage. De periode om stage te lopen is in principe gepland in blok 3 van bachelor 3. Je kunt zowel fulltime als parttime stage lopen. Een fulltime stage betekent 11 weken van 38 werkuren (5 dagen) per week. Een parttime stage, op de faculteit ook wel ‘deeltijdstage’ genoemd, betekent dat je gemiddeld 2,5 dag per week stage loopt verdeeld over blok 3 en blok 4. In totaal moet je uiteindelijk altijd de 420 uur stage hebben gelopen. Definitieve afspraken over de duur van je stage en het aantal uren dat je per week zult gaan werken worden in overleg met de stagebiedende organisatie gemaakt. Natuurlijk moet je hierbij rekening houden met je studieplanning. Je stagecoördinator, Rolien van Duijvendijk of Marije Ruijter en de studieadviseur Mariëlle van Leeuwen kunnen je helpen je stage zo goed mogelijk in te plannen. Laatstgenoemde is tevens degene die toestemming moet verlenen om over een langere periode in deeltijd stage te lopen. Zie daarvoor de regeling ‘deeltijdstage’. Voor zowel de deeltijd- als de voltijdsstage geldt dat je altijd aanwezig moet zijn bij de bachelorscriptieseminars, die in blok 3 van start gaan. Deze vinden 1 keer per week plaats in de avonduren. Je stagebiedende organisatie moet je de mogelijkheid bieden deze seminars te volgen. Regeling deeltijdstage in blok 3 en 4. Parttime stagelopen behoort tot de mogelijkheden en je behoudt daarbij intensiever contact met de universiteit omdat je in dezelfde periode waarschijnlijk ook aan je Bachelorscriptie werkt. Het lopen van een deeltijdstage heeft meer voordelen. Zo is de omschakeling voor wat betreft het werkritme veel minder lastig dan bij een fulltime stage. Bovendien ben je bij een parttime stage gedurende een langere periode bij een bedrijf of organisatie, waardoor je het bedrijf beter leert kennen, en je jezelf uiteindelijk meer op je plek voelt. Overigens, de meeste stagebedrijven willen zelf ook dat studenten zich voor
6
langere tijd werken bij de organisatie. Vooral bij projectmatig werk is het noodzakelijk je langere tijd in deeltijd te verbinden aan een organisatie. Voor het lopen van een deeltijdstage in blok 3 en 4 zijn de volgende richtlijnen opgesteld: Mogelijkheid tot het lopen van een parttime stage in blok 3 en 4: In principe lopen studenten Cultuurwetenschappen fulltime stage in blok 3 en is blok 4 helemaal gereserveerd voor de bachelorscriptie. Bij het werken aan deze scriptie worden studenten begeleid door een docent die ook het bachelorscriptie seminar verzorgt. Dit seminar vindt acht keer plaats: vier keer in blok 3 en vier keer in blok 4. In blok 3 staan de seminars aan het einde van de dag ingeroosterd in verband met de stage. Het kan voorkomen dat een stage zich over een langere periode uitstrekt. In deze gevallen is het mogelijk dat studenten in blok 3 en 4 in deeltijd stage lopen. Studenten die dat willen, zullen in blok 3 het nodige voorbereidende werk voor hun afstudeerscriptie moeten doen. De begeleidende docent moet bereid zijn een student hierin te begeleiden. Om een tijdig afronden van de bachelorscriptie te garanderen, dienen duidelijke, schriftelijke afspraken te worden gemaakt met de stagecoördinator en de begeleidende docent. Afspraken: - De stagecoördinator gaat na of een student geldige redenen heeft voor een deeltijdstage - Daarna leg het plan voor aan de studieadviseur en zij geeft je wel of geen goedkeuring. - De studieadviseur gaat na of een deeltijdstage past in de studieplanning van de student. Wanneer in blok 4 nog vakken openstaan wordt een deeltijdstage niet toegestaan. Je moet de studieadviseur toestemming vragen en een handtekening in het stageplan toevoegen. - Wanneer de deeltijdstage akkoord is bevonden, informeert de stagecoördinator de begeleidende docent van het Bachelorscriptieseminar. - Het aantal dagen dat stage wordt gelopen in blok 4 is niet meer dan 2 dagen per week, wat inhoudt dat in blok 3 de stage niet meer dan 3 dagen in beslag kan nemen. - student en docent leggen schriftelijk en aan de hand van een aantal deadlines afspraken vast m.b.t. de voortgang.
7
2. Waarom een stage? Het volgen van een stage is in het studiejaar 2012-2013 in principe voor alle Bachelor 3- studenten verplicht en wordt als zeer nuttig ervaren door de studenten. Daarnaast wordt het ook door de staff van de Erasmus School of History, Culture and Communication als erg nuttig gezien, omdat een stage hét studieonderdeel bij uitstek is waarbij je de kennis en (academische) vaardigheden die je tijdens je studie hebt verworven kunt leren toepassen in het werkveld. Tijdens je stage ontdek je wat je in de praktijk kunt met je kennis en vaardigheden en je vergaart nieuwe kennis en leert nieuwe vaardigheden aan. De stage is een toepassing van en een aanvulling op de theorieën die je tijdens je studie hebt geleerd. Je zult merken dat bij sommige werkzaamheden de afstand tussen theorie en werkpraktijk groot is; bij andere sluit de theorie beter aan op de praktijk. Een stage geeft je een beter inzicht in de relatie tussen je studie en de praktijk. Om deze reden wordt aangeraden om een stage te zoeken die goed aansluit op het door jou gekozen themagebied. Daarnaast biedt de stage je een oriëntatie op de arbeidsmarkt. Je krijgt de gelegenheid om praktijkervaring op te doen, om een instelling te leren kennen en om je eigen geschiktheid voor een bepaalde functie te toetsen. Je kunt alvast een mogelijke werkplek verkennen: wil je na je afstuderen dit soort werk doen, of juist niet? Bovendien leer je nieuwe mensen kennen, en leg je de basis voor een netwerk waar je na afloop van je studie wellicht nog veel aan zult hebben. Je stage kan bijvoorbeeld aanleiding vormen voor de betreffende instelling om je een baan aan te bieden. Het is dus belangrijk om een stageplaats te zoeken die bij je past, en waarbij je je op je gemak voelt. Een stageplaats moet niet alleen aansluiten bij je studie, maar ook bij je persoonlijkheid en je kwaliteiten. Stel jezelf van tevoren duidelijke (leer)doelen en bedenk goed waar je voorkeur naar uitgaat. Het is belangrijk om je van tevoren goed te laten informeren over een mogelijke stageplaats, omdat je gemotiveerd bezig moet kunnen zijn met je werkzaamheden.
8
3. Voorbeelden van stageplaatsen: Ter inspiratie volgen hier enkele voorbeelden van stages in het afgelopen studiejaar: Organisatie • Voor het International Film Festival Rotterdam was een student verantwoordelijk voor de vrijwilligerscoördinatie van het festival. • Bij het NAi (Nederlands Architectuurinstituut) heeft een studente gewerkt als assistent-projectmedewerker bij de voorbereiding en productie van diverse tentoonstellingen. • Voor The Hague Jazz festival heeft een studente medeverantwoordelijk voor de artiestencoördinatie. • Een student heeft tijdens haar stage bij het Big Rivers Festival in Dordrecht een deel van de organisatie op zich genomen, waarbij ze onder andere de functie van draaiboekcoördinator had. • Voor de organisatie BD Funding, dat zich bezighoudt met de sponsor- en fondsenwerving voor culturele evenementen en festivals, heeft een student zich bezig gehouden met de organisatie van culturele evenementen en festivals in Rotterdam zoals het Trombonefestival. • Voor het Museum GoudA heeft een student zich bezig gehouden met het opstellen van een beleidsplan op het gebied van public relations, ten behoeve van de financiering van het museum. Media en Communicatie • Een student heeft drie maanden meegelopen met de redactie van het weekblad Elsevier en bijgedragen aan twaalf edities. • Voor Glamcult Magazine schreef een student meerdere artikelen en was betrokken bij de eindredactie. • Voor Sanoma Uitgevers waren twee studenten betrokken bij de eindredactie van een tijdschrift. De ene bij Eigen Huis en Interieur en de ander bij Libelle. Beiden hebben meegewerkt aan de publicatie van diverse artikelen. • Een student was productieassistente voor de Beeldbrigade bij het NET5 tvprogramma het BLOK en hield zich bezig met productie, communicatie en financiën.
Marketing en Promotie • Een student heeft voor de afdeling Marketing, Pers en Communicatie van het museum Boijmans van Beuningen verschillende tentoonstellingen en persbijeenkomsten ondersteund. • Voor het ROtheater heeft een student diverse marketing, communicatie en promotiewerkzaamheden verricht ten behoeve van hun theaterproducties. • Een student heeft bij FOAM, Fotomuseum Amsterdam, taken verricht op de communicatieafdeling, die gericht waren op zowel publiek als pers. • Voor Theater MAX. in Delft heeft een student verscheidene taken op zich genomen gericht op de PR, marketing en promotie van dit kindertheater. • Bij het Rotterdamse dansgezelschap Conny Janssen Danst heeft een student marketing en promotietaken verricht ten behoeve van hun producties.
9
Onderzoek • Een student deed publieksonderzoek voor het vaktijdschrift Boekman • Voor de gemeente Rotterdam dkC hebben twee studentes onderzoek gedaan naar de huidige bezuinigingen op Rijks-en gemeenteniveau en gaan op zoek naar een efficiëntere inzet van de subsidiegelden. Educatie • Een student heeft onderzoek gedaan bij de afdeling primair onderwijs en de afdeling secundair onderwijs. • Op de afdeling Educatie en Publieksbegeleiding van de Kunsthal heeft een studente zich bezig gehouden met een project ter bevordering van de promotie van de Kunsthal, en een tentoonstelling mede georganiseerd. • Voor Historisch Museum het Schielandshuis heeft een student projecten ondersteund die bewoners van Rotterdamse wijken informeren over de geschiedenis van Rotterdam.
Voor actueel aanbod van ACW stages kun je ook op de website van het ACW Stagecoördinaat kijken, www.eshcc.eur.nl/stages/stagevacatures.
10
Kunst-Werk
ROest 45 (Najaar 2010).
Auteur: Jessica Verboom, student ACW Musuem Boijmans van Beuningen Stage mogen lopen in Musuem Boijmans van Beuningen, ik kon het gewoon niet geloven. Maar boven het gerammel van de metro door kwamen die woorden toch echt uit mijn mobiel zetten. Ik was net een half uur onderweg naar huis, nadat ik mijn tweede sollicitatiegesprek in het museum had gehad. Ik kon beginnen op de afdeling Marketing & Communicatie, deelde mijn nieuwe stagebeleidster me mee. Langzaam drong het tot me door dat ik nu toch eindelijk een stageplek had gevonden, en wat voor een! Het werd dus vijf maanden stage lopen in het bekendste museum van Rotterdam, het Boijmans.
Rubens en de pracht en praal van water en licht van een Olafur Eliasson. Dit klinkt als een oase van rust in vergelijking met de creatieve chaos op kantoor. Toch voelde het ook hier als een warm bad, waar iedereen overloopt van enthousiasme en waar gezamenlijk gekeken wordt naar het succes van een Museumnacht of seizoen opening. Ook ik keek hier reikhalzen naar uit.
De stage zou wel in deeltijd verlopen, van 18 januari t/m 17 juni, aangezien ook mijn scriptie in de laatste periode voltooid moest worden. Op mijn eerste werkdag kreeg ik gelijk een rondleiding langs mijn tijdelijke collega’s. Om een indruk te geven: in het museum werken 175 werknemers en vrijwilligers verdeeld over drie stafafdelingen en drie zogenaamde sectoren, van het werk op de werkvloer tot het werk achter een bureau. Ik bezocht daarvan lang niet alle afdelingen en lang niet alle werknemers, maar het duizelde me al van de namen en ik had geen idee hoe ik die zou kunnen onthouden. Daarbij kreeg ik een ongelofelijke schat aan kennis over computerprogramma’s en procedures te verwerken, wat er gek genoeg alleen maar voor zorgde dat ik er nog meer zin in kreeg. Ik kon gelukkig ook op de hulp rekenen van een paar geweldige collega’s, die me overal in studenten en altijd genoeg klusjes klaar voor me hadden liggen.
Naast de dagelijks taken en het ondersteunen van mijn directe collega’s droeg ik ook bij aan een kleine tentoonstelling, ‘De Valse Vermeers van Van Meegeren’, waarbij ik de communicatie mocht opzetten. De tentoonstelling draaide om een intrigerend figuur, die de kunstwereld van de jaren ’40 op zijn kop zette. Zijn naam was Han van Meegeren, kunstvervalser en onerkend kunstenaar. Met een verfijnde techniek, waar onder andere een oven van de kunstof bakeliet aan te pas kwamen, wist hij onvervalste valse zeventiende-eeuwse schilderijen naar eigen fantasie te vervaardigen. Ook Museum Boijmans kocht een vals schilderij van hem aan, onder de veronderstelling dat het om een vroege Vermeer ging. Pas toen hij een misstap maakte door een schilderij te verkopen aan een nazi-kopstuk Göring werd zijn vervlaspraktijk opgedoekt en opgehelderd in een geruchtmakend proces. Genoeg materiaal om mee te werken dus!
“Werken in een museum is hard werken, doorzetten en een passie hebben voor het vak.”
Mijn productiebijdrage hieraan was het opstellen van een persbericht en het organiseren van een gezamenlijke persbijeenkomst en kortingsactie met het Mauritshuis Den Haag, die overeenkomstig een tentoonstelling over de jonge Vermeer organiseerden. Of het nu lag aan de impliciete nieuwswaarde van vervalsingen, of de bijzondere reputatie van Museum Boijmans van Beuningen, feit was dat deze tentoonstelling verbazingwekkend veel toeloop kreeg van allerhande pers. De verzamelde pers puilde haast uit de kleine expositieruimte en ik heb in mijn leven lang nooit zoveel trappen gezien als op deze dag. Ik had mijn handen vol. Gelukkig was het een enorm succes, mede door de hulp van mijn collega’s die nooit te beroerd zijn om zich volledig in te zetten.
Deze klusjes vloeiden vooral voort uit de communicatie rond de tentoonstellingen, zoals het beantwoorden van persvragen, het begeleiden van filmploegen en het samenstellen van persinformatie. Zo kon het gebeuren dat ik ijskoud op de kade stond in de stromenede regen met een koud wordend kopje koffie voor de conservator in de hand in verband met een bijzonder persmoment: het binnentakelen van sculpturen voor de tentoonstelling van Atelier van Lieshout in een oude loods op de Heijplaat. Maar ook in het museum stroomden zowel nationale als internationale pers af en aan, zoals tijdens de seizoensopening. Ik regelde interviews voor ze, stuurde ze de persberichten en het beeldmateriaal toe en liep met ze mee naar de tentoonstellingsruimten. Het contrast met het zitten in de collegebanken kon niet groter zijn! Naarmate de tijd vorderde bewoog ik me steeds vrijer tussen de muren van het museum. Ik vond het heerlijk om te verdwalen tussen schilderijen van oude meesters en me te kunnen verbazen over de innovatieve inzichten van hedendaagse kunstenaars. Van de eenvoud van een Lilly van de Stokker tot de gecompliceerde techniek van een Pieter Breugel of Peter Paul
Het werken in een museum staat gelijk aan hard werken, doorzetten en een passie hebben voor het vak. Museum Boijmans van Beuningen is voor mij zo’n museum met een hart voor kunst. Door deze ervaring ben ik er zeker van dat ik verder wil in de kunst-en cultuursector, ook in een tijd waarbij de liefde voor kunst aangevallen wordt door de nietsontziende kwaal van bezuinigingen. Misschien zelfs zeker in een tijd als deze!
11
12
4. 12 Stappen tot een succesvolle stage 1. Het intakegesprek Tijdens dit eerste gesprek met de stagecoördinator geef je aan wat je wensen zijn wat betreft je stage. Je bespreekt ook meteen de manier waarop het zoekproces gaat verlopen. Om dit gesprek soepel te laten verlopen, wordt het sterk aangeraden je CV, opgesteld volgens de ACW-richtlijnen (zie bijlage II) mee te nemen, en tevens als voorbereiding de stagevacaturewebsite (www.eshcc.eur.nl/stages/stagevacatures) te bestuderen. Ook vragen wij je je studieplanning en cijferlijsten mee te nemen.
2. Het zoekproces Het zoeken naar een geschikte stageplaats kan veel tijd in beslag nemen. Wanneer het aanbod op de ACW-stagevacaturewebsite of op andere websites zoals besproken in hoofdstuk 8, niets interessants voor je oplevert, zul je verder moeten zoeken. Veel instellingen zetten stagevacatures wel op hun eigen site, maar verspreiden deze verder niet. Om gericht te kunnen zoeken, zul je moeten bedenken in welk werkveld je stage wilt lopen. Vervolgens zul je uit moeten zoeken welke organisaties daar bij horen. Via hun sites kun je zien of er stages beschikbaar zijn. Ook kun je ervoor kiezen een open sollicitatie te starten (zie bijlage III). Soms duurt het een lange tijd, voordat je vindt wat je zoekt. Start het zoekproces daarom minstens een halfjaar tot een jaar van tevoren, zeker wanneer je naar het buitenland wilt. Je kunt vrijwel altijd lang van te voren solliciteren, zeker bij instellingen die structureel met stagiairs werken. Doorlopende vacatures worden op de ACW-stagevacaturewebsite apart vermeld.
3. Het sollicitatieproces Als je een stageplaats op het oog hebt begint het sollicitatieproces. Laat je sollicitatiebrief en je CV controleren door het stagecoördinaat om de laatste fouten eruit te halen. Een sterke brief is een voorwaarde om voor een gesprek uitgenodigd te worden. Voor elke sollicitatie moet je je CV aanpassen: relevante vakken, ervaring en vaardigheden wisselen per sollicitatie. Zie ook bijlagen I t/m IV voor tips bij het opstellen van je sollicitatiebrief en je CV, de aanpak van een open sollicitatie en het voorbereiden van een sollicitatiegesprek.
4. Eisen aan de stageplaats De organisatie waarbij je stage gaat lopen moet voldoen aan een aantal eisen: - het moet een professionele organisatie zijn; - de werkzaamheden moeten op het terrein van je studie liggen; - er moet deskundige begeleiding aanwezig zijn; - je moet een eigen werkplek hebben binnen de organisatie. Tevens moet de organisatie je de mogelijkheid bieden in de avonduren de bachelorscriptie seminars te volgen.
5. Eisen aan de stageopdracht Ook de stageopdracht moet aan een aantal eisen voldoen: - de stageopdracht moet voor aanvang van de stage helder en concreet zijn; - de werkzaamheden die je uitvoert moeten op WO-niveau zijn; - je moet zelfstandig je eigen taken kunnen uitvoeren; - de omvang van je stage als geheel is minimaal 420 uur.
13
6. Het stageplan en de stageovereenkomst In je stageplan leg je formeel vast wat je gaat doen, wat je wilt leren en wat je motivatie is. Stel je stageplan op volgens de richtlijnen in hoofdstuk 5.3 en in bijlage V van de stagehandleiding. Het theoretisch kader is daarbij zeer belangrijk! In je stageovereenkomst leg je de formele en juridische aspecten van je stage vast. Zie ook bijlage VI van de stagehandleiding. Wanneer je een onderzoeksstage gaat doen, zorg dan voor een onderzoeksbegeleider van de ESHCC. Het stagecoördinaat kan je hierin helpen.
7. De stage goedkeuren en ondertekenen Nadat je concept-stageplan is goedgekeurd door de stagecoördinator en vervolgens door de praktijkbegeleider, laat je het stageplan in drievoud ondertekenen voor akkoord door de praktijkbegeleider. Je ondertekent het natuurlijk ook zelf en tot slot door de stagecoördinator ter goedkeuring van de stage. Tegelijkertijd laat je de stageovereenkomst of stagecontract tekenen. Indien je werkgever een eigen stagecontract heeft, gebruik je deze, maar meestal wordt er gewerkt op basis van de ACW-stageovereenkomst (bijlage VI). - Wanneer je stage loopt in blok 4 en nog vakken moet volgen, heb je toestemming nodig van de studieadviseur Marielle van Leeuwen.
8. Het stagelopen Tijdens het stagelopen voer je natuurlijk de werkzaamheden uit die in je stageplan zijn vastgelegd. Daarnaast werk je alvast aan je stageverslag. Halverwege je stage moet je een tussentijdse evaluatie houden met je praktijkbegeleider. Laat het tussentijdse beoordelingsformulier (bijlage VII) door je praktijkbegeleider invullen en stuur het daarna naar de stagecoördinator. Verder dien je de stagecoördinator elke 2 weken via e-mail op de hoogte te houden van je vorderingen, vergeet dit niet! Indien mogelijk bezoekt de stagecoördinator je stageplek.
9. Eindevaluatie met de praktijkbegeleider In de slotfase van je stage of direct na afloop dien je een eindevaluatiegesprek te houden met je praktijkbegeleider. Laat hiervoor het eindbeoordelingsformulier (bijlage VIII) door je praktijkbegeleider invullen. Je praktijkbegeleider dient het stageverslag dat je hebt geschreven inhoudelijk goed te keuren, voordat je het inlevert bij de stagecoördinator.
10. Inleveren stageverslag bij de stagecoördinator Je dient het stageverslag van je stage (zie ook bijlage IX), dat al is goedgekeurd door de praktijkbegeleider, ten minste één week voor je eindgesprek met de stagecoördinator in te leveren. Wanneer je stage doorloopt tot ver in de zomer, vragen we je voor die tijd een tussentijdsverslag in te leveren (uiterlijk op 17 juni 2011).
11. Eindgesprek met de stagecoördinator Tijdens dit gesprek evalueer je de stage met de stagecoördinator aan de hand van je stageverslag en het door de praktijkbegeleider ingevulde eindbeoordelingsformulier (bijlage VIII).
12. Toekenning studiepunten Als je je stage met goed gevolg hebt afgerond, krijg je na afloop je studiepunten toegekend. Let op: Als je nog niet alles hebt afgerond (als je bijvoorbeeld nog bijlagen of een literatuuroverzicht moet inleveren) krijg je nog geen punten toegekend!
14
5. Voorbereiding 5.1 Eisen aan een stageplaats Een stageplaats moet aan een aantal algemene voorwaarden voldoen om goedgekeurd te kunnen worden. Deze voorwaarden zijn gesteld om een inhoudelijk verantwoorde stage op academisch niveau te waarborgen. 5.1.1
Eisen aan de stagebiedende organisatie:
De stagebiedende organisatie waar je stage wilt lopen moet een professionele organisatie zijn met taken op het terrein van je studie. Je moet de gelegenheid krijgen om de organisatie te leren kennen en je moet weten wat jouw rol zal zijn binnen de organisatie. Tijdens de gehele stageperiode moet er deskundige begeleiding aanwezig zijn, waar je terecht kunt voor eventuele vragen en bij problemen. Tevens moet je kunnen beschikken over een eigen werkplek. Thuis werken is geen optie. 5.1.2
Eisen aan de stageopdracht:
De stageopdracht kan bestaan uit een onderzoek, uit organisatorische werkzaamheden of bijvoorbeeld een opdracht op het gebied van media en communicatie, marketing en promotie, cultuurbeleid of cultuureducatie. De stageopdracht moet helder en concreet omschreven zijn en voldoende leerzaam zijn. Je moet nieuwe kennis en vaardigheden opdoen en de kennis en vaardigheden uit je studie voldoende kunnen gebruiken. Vanzelfsprekend moeten je werkzaamheden aansluiten bij de inhoud van je studie. Het niveau van de werkzaamheden moet aansluiten bij je studie. Dit betekent dat je werkzaamheden van academisch denk- en werkniveau moeten zijn. Je moet duidelijk omschreven taken verrichten, en daarin een geheel eigen inbreng hebben. Deze taken dien je grotendeels zelfstandig te verrichten. Bij een stage op een communicatieafdeling is het bijvoorbeeld niet de bedoeling dat je de persberichten die je begeleider aanlevert alleen maar uitwerkt en verstuurt. Het is de bedoeling dat je zelf nadenkt waarom er al dan niet een persbericht moet komen, wat de inhoud daarvan moet zijn en naar wie het verstuurd dient te worden. Wanneer je een onderzoeksstage gaat volgen, is het noodzakelijk een onderzoeksbegeleider binnen de ESHCC te vragen. Deze kan je (voornamelijk) begeleiding bieden bij het opstarten van je onderzoek, en je daarna ter woord staan wanneer je vragen hebt.
15
5.2 Het zoeken naar een stageplaats 5.2.1 Vooraf: Het zoeken naar een geschikte stageplaats kost tijd: zowel het bedenken wat je wilt doen kost tijd, als het daaropvolgende zoeken naar een stageplaats. Houd dus van tevoren rekening met een periode van ongeveer drie tot zes maanden die je nodig hebt om een stageplaats te vinden in Nederland. Voor het vinden van een stageplaats in het buitenland heb je gemiddeld ongeveer zes tot twaalf maanden nodig. Begin dus tijdig na te denken over een eventuele stage. Een goede voorbereiding is essentieel voor het welslagen van een stage. Je moet weten wat je wilt, zodat je gericht kunt zoeken naar een geschikte stageplaats. De meeste stageplaatsen zijn niet onwrikbaar: je geeft als student in overleg met de stagebiedende organisatie en het stagecoördinaat richting aan je stage. Bedenk dat je in principe maar één keer stage kunt lopen tijdens je studie in de bachelorfase, en dat een stage veel kan betekenen voor je toekomst. 5.2.2 Het zoeken: De stagevacatures die bij de faculteit binnen komen worden vrijwel direct op internet gepubliceerd: http://www.eshcc.eur.nl/stage/stagevacatures De website wordt wekelijks bijgehouden en bevat een overzicht van zowel recente vacatures als doorlopende vacatures. Op deze doorlopende vacature kun je vaak ver van te voren solliciteren. Andere websites die je kunt raadplegen zijn ook te vinden op de stagevacaturewebsite of in hoofdstuk 8. Een ieder die stage gaat lopen, dient hiervoor een afspraak te maken met Rolien van Duijvendijk. Een oproep hiervoor krijg je via SIN-online. Dit oproepbericht kun je alleen ontvangen als je ingeschreven staat op het Channel ‘2e & 3e jaars Studenten Cultuurwetenschappen’, zorg dus dat je staat ingeschreven op dit channel. Het is je eigen verantwoordelijkheid om deze afspraak te maken en na te volgen. In het intake-gesprek worden je wensen, talenten, voorkeuren en ambities duidelijk. Op die manier kan het stagecoördinaat jou attenderen op persoonlijk geschikte stageplaatsen en overig nieuws. Ter voorbereiding van dit gesprek neem je je CV mee (die je opstelt volgens de richtlijnen uit bijlage II) en bestudeer je de stagevacaturewebsite (http://www.eshcc.eur.nl/stage/stagevacatures). Uiteraard kun je ook zelf met een concreet voorstel voor een stageplaats komen. Ook neem je je cijferlijst en je studieplanning mee naar dit gesprek. Kun je geen geschikte stage vinden tussen de stagevacatures en heb je zelf geen concreet stagevoorstel, begin het zoekproces dan opnieuw. Oriënteer je hierbij op organisaties in het werkveld waarin je geïnteresseerd bent. Raadpleeg daarbij de betreffende websites en neem eventueel telefonisch contact op. In bijlage III van deze stagehandleiding worden tips gegeven om een zogenaamde open sollicitatie te starten. Als je nog steeds problemen hebt een geschikte plaats te vinden, maak dan opnieuw een afspraak met de stagecoördinator. De stagecoördinator
16
onderhoudt contact met organisaties die geïnteresseerd zijn in stagiair(e)s van onze faculteit en/of in het verleden stageplaatsen hebben aangeboden. De stagecoördinator kan je informatie geven over die organisaties en eventueel documentatie uitlenen. Op basis van die informatie kun je dan een open sollicitatie aan de betreffende organisatie richten (zie bijlage III). Je kunt ook zelf nieuwe contacten leggen, waarbij de stagecoördinator je behulpzaam kan zijn. Eigen initiatief wordt vaak gewaardeerd door organisaties, dus schroom niet! Zelf contacten leggen kun je op de volgende manieren aanpakken: - Vraag aan medestudenten, docenten, vrienden, familie of bijvoorbeeld collega’s van een bijbaan of zij een suggestie hebben. Misschien kan één van hen je op een idee brengen of in contact brengen met een organisatie waar je stage wilt lopen; - Neem contact op met bemiddelingsorganisaties of stagevacaturebanken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: Integrand, de wetenschapswinkel of de mediaacademie. Veel van deze bedrijven zijn goed via internet te bereiken; - Zoek gericht door op internet. Door te starten op websites van koepelorganisaties of algemene informatie, kun je vaak doorlinken naar verwante websites. Lees vakbladen, weekbladen en dagbladen om geïnformeerd te blijven over organisaties. Ook kun je meedoen aan de Arbeidsmarktoriëntatiedagen (AMO), die door de faculteitsvereniging Histartes worden georganiseerd. Zie hoofdstuk 8 voor geschikte websites om deze zoektocht te starten. In bijlage III zijn uitgebreide informatie en tips voor een open sollicitatie te vinden. 5.2.3 Het solliciteren: De sollicitatieprocedure is een belangrijke stap in het stagetraject. De stagebiedende organisatie wil graag van je horen wat je motivatie is, wat je precies verwacht van de stageplaats, je taken en de begeleiding, en wat je zelf te bieden hebt. Om een goede indruk achter te laten, en zo de kans om te worden aangenomen te vergroten, moet je deze stap goed voorbereiden. De stagecoördinator helpt je op weg en begeleidt je hierbij, door je sollicitatiebrief en C.V. na te kijken. Zorg ervoor dat je goed geïnformeerd bent over de organisatie voordat je een sollicitatiebrief gaat schrijven. Lees de beschikbare informatie op internet, een recent jaarverslag of een stageverslag van een eerdere stage goed door en praat zo mogelijk met mensen die de organisatie kennen. Wees er zeker van dat je je motivatie, je leerdoelen en de relatie tussen je studie en de werkzaamheden tijdens je stage goed onder woorden kunt brengen. Besef dat een bedrijf of instelling verschillende redenen kan hebben om een stagiair aan te nemen. Behalve de arbeidskracht die een stagiair levert, kan een bedrijf of instelling stagiair(e)s aannemen om zo potentiële werknemers te screenen. De indruk die je achterlaat is dus van groot belang.
17
Na de voorbereiding kun je de organisatie telefonisch of schriftelijk benaderen. Wanneer er geen stagevacature is, is het gebruikelijk om eerst telefonisch te informeren of er een stage mogelijk is en zo ja, wie je daarvoor moet benaderen. Soms is het ook mogelijk een open sollicitatie te versturen (zie bijlage III). Bij een positief antwoord stuur je een sollicitatiebrief en een curriculum vitae op. Voor een goed voorbeeld van een sollicitatiebrief en curriculum vitae, zie bijlage I en II van deze handleiding. In de brief geef je duidelijk en concreet aan welke studie je volgt, waarom je bij die organisatie stage wilt lopen, en wat je tijdens je stage wilt leren. In het curriculum vitae dien je je persoonlijke gegevens, opleiding, (werk)ervaring en eventuele bijzonderheden te vermelden. Doel van je brief en curriculum vitae is het verkrijgen van een kennismakingsgesprek, om je sollicitatie mondeling nader toe te lichten. De stagecoördinator kan je helpen bij het opstellen en/of aanpassen van je sollicitatiebrief en curriculum vitae. Bereid het kennismakingsgesprek eveneens goed voor. Bedenk dat er vaak meerdere kandidaten zijn voor een stageplaats. In het gesprek zullen onder andere je motivatie, je verwachtingen, je studie en je (werk)ervaring aan de orde komen. Je zult uitleg krijgen over de organisatie en over de mogelijke stageopdracht(en) en natuurlijk kun je zelf ook vragen stellen tijdens het gesprek. Mede op basis van het sollicitatiegesprek beslist de stagebiedende organisatie of zij jou een stageplaats aanbiedt. Een enthousiaste houding tijdens het gesprek kan de doorslag geven. Lees ter voorbereiding bijlage IV over het sollicitatiegesprek door. 5.2.4 Stagevergoeding en verzekering: Wanneer je een stageplaats gevonden hebt, komen in een tweede gesprek de secundaire arbeidsvoorwaarden ter sprake: de stagevergoeding of minimaal een onkosten vergoeding. Als je gesprekspartner bij het bedrijf of de instelling er niet over begint, kun je hier gerust zelf naar informeren. Een stagevergoeding is een blijk van waardering voor je inzet en helpt de kosten die aan je stage verbonden zijn te dekken. Besef wel dat een stagevergoeding niet hetzelfde is als een salaris, maar probeer wel een zekere vergoeding af te dwingen (tenminste kostendekkend). Een landelijke regeling voor de stagevergoeding voor het Wetenschappelijk Onderwijs bestaat niet. De Rijksoverheid hanteert een norm van ongeveer € 250,- netto per maand bij een fulltime werkweek. De Media-Academie, die bij veel radio- en televisiestages bemiddelt, hanteert een norm van minimaal € 90,netto per maand. Bij de grotere gemeenten liggen de stagevergoedingen meestal tussen de € 180,- en € 320,- netto per maand bij een fulltime werkweek. Organisaties in de non-profit sector zijn soms niet in staat een stagevergoeding te geven, omdat zij met een zeer beperkt budget moeten werken. Sommige nonprofit organisaties vergoeden echter wel bepaalde kosten, zoals reiskosten of OVvergoeding à ongeveer € 50,- per maand. Zoals in de stageovereenkomst (bijlage IV) staat, moet je ervoor zorgen dat je zelf WA verzekerd bent. Controleer altijd of je WA verzekerd bent. Wanneer je niet WA verzekerd bent, ben je verplicht voor aanvang van je stage een verzekering af te sluiten. Een WA-verzekering is er om het financiële risico van
18
wettelijke aansprakelijkheid te dekken. Vraag ook altijd of het bedrijf of de instelling waar je stage gaat lopen een Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering heeft, en of stagiair(e)s daarin meeverzekerd zijn.
5.3 Het opstellen van een stageplan en stageovereenkomst In feite is het stageplan een inhoudelijk contract voor je stage en de stageovereenkomst een juridisch contract. Wanneer je een stageplaats gevonden hebt, dient je stageplan goedgekeurd te worden door de stagecoördinator middels een handtekening op het stageplan (Bijlage V) en op de stageovereenkomst (Bijlage VI). Hiertoe onderneem je de volgende stappen: •
Je benadert de stagecoördinator voor de begeleiding van je stage.
•
Je stelt een concept-stageplan op volgens het model in bijlage V bij deze handleiding. In het stageplan worden de werkzaamheden die je tijdens je stage verricht nader toegelicht. Het gaat daarbij vooral om een duidelijke en concrete omschrijving van de stageopdracht, je leerdoelen, de begeleiding en je motivatie. Let op: het stageplan maakt onlosmakelijk deel uit van de stageovereenkomst. Bij de omschrijving van de stageopdracht dien je woorden als ‘ondersteunen’ en ‘assisteren’ zoveel mogelijk te vermijden. In je planning dien je ook direct de inleverdatum van je stageverslag te vermelden.
•
Verder moet je in je concept-stageplan uitgebreid aandacht besteden aan het theoretisch kader. Je moet van tevoren aangeven welke literatuur en welke theorieën je denkt te gaan gebruiken tijdens je stagewerkzaamheden. Geef kort een samenvatting van de literatuur of de theorie, en vertel waarom je denkt die te gaan gebruiken. Wees zo concreet mogelijk! TIP: Neem de belangrijke boeken uit je theoretisch kader als naslagwerk mee naar je stageplaats.
•
Je bespreekt het concept-stageplan eerst met je praktijkbegeleider en dan met de stagecoördinator. Eventueel commentaar verwerk je in het definitieve stageplan.
•
Het definitieve stageplan onderteken je zelf en laat je ter goedkeuring ondertekenen eerst door de praktijkbegeleider en ten slotte door de stagecoördinator. Zorg voor drie exemplaren, voor elke partij een.
•
De financiële en juridische aspecten van je stage regel je in de stageovereenkomst. Vraag aan je praktijkbegeleider of de stagebiedende organisatie een eigen stageovereenkomst heeft. Als dat niet het geval is, gebruik je de stageovereenkomst van de EUR, je kunt deze downloaden van de website (zie bijlage VI).
19
6. Begeleiding tijdens de stage De stage is een onderdeel van je studie waarbij het praktijkaspect voorop staat. Omdat je in veel gevallen voor de eerste keer praktijkervaring opdoet, moet de begeleiding tijdens de stage goed geregeld zijn. Bij elke stage heb je in principe een begeleider: de praktijkbegeleider. Mochten er problemen optreden kun je altijd beroep doen op de stagecoördinator mw. drs. Rolien van Duijvendijk of mw. drs. Marije Ruijter, zij evalueert tevens je leerproces met je. Wanneer je een onderzoekstage gaat lopen, is het zaak dat je ook een onderzoekbegeleider zoekt op de faculteit. Deze onderzoeksbegeleider kan je advies geven over de opzet van je onderzoek en het verwerken van onderzoek data. Dit omdat je nog relatief weinig onderzoek gedaan hebt. Let op! Voor deze begeleiding staat maximaal 8 uur, dus maak hier effectief gebruik van.
6.1.1 De praktijkbegeleider: Voor de dagelijkse gang van zaken tijdens de stage heb je vooral te maken met de praktijkbegeleider. Deze introduceert je binnen de organisatie, zorgt voor de benodigde faciliteiten en begeleidt je inhoudelijk bij de werkzaamheden. Aan de hand van het stageplan overleg je regelmatig met je praktijkbegeleider over de voortgang van je stage. Dit overleg over de voortgang van je stage kan variëren van één keer per dag tot één keer per week of per twee weken. Uit de praktijk is gebleken dat het belangrijk is dat je goed wordt ingewerkt in de eerste weken van je stage en dat het – zeker in die eerste weken – verstandig is een vast moment af te spreken voor het overleg, tenminste één keer per week. Ongeveer halverwege de stage dien je een tussentijdse evaluatie te houden met je praktijkbegeleider, volgens de opzet van het tussentijds beoordelingsformulier dat de praktijkbegeleider moet invullen, die te downloaden is via de stagewebsite (stagehandleiding bijlage VII). Deze evaluatie is een goede aanleiding om de stagecoördinator uit te nodigen voor een stagebezoek. Voor aanvang van de stage maak je afspraken met je praktijkbegeleider over de frequentie van de begeleiding. De gemaakte afspraken, waaronder de tussentijdse evaluatie, leg je vast in het stageplan. Aan het eind van je stage rond je binnen twee weken je stageverslag af. Het schrijven van het verslag vormt een integraal onderdeel van de stage en mag gewoon onder werktijd geschreven worden. Dit verslag geef je ter goedkeuring aan de praktijkbegeleider. Samen met het eindbeoordelingsformulier dat de praktijkbegeleider aan het einde van je stage invult, vormt het stageverslag de basis voor de eindbeoordeling door de stagecoördinator. Dit formulier is te downloaden via de stagewebsite (stagehandleiding Bijlage VIII).
20
6.1.2 Bij een onderzoeksstage: de onderzoeksbegeleider: Wanneer je een onderzoeksstage doet, moet deze wetenschappelijk verantwoord zijn. Daarom is het verplicht om bij een onderzoeksstage een onderzoeker van ACW te vragen om je onderzoek te begeleiden. Je onderzoeksvoorstel dien je met hem/haar te bespreken en verdere werkafspraken maak je in onderling overleg al naar gelang de aard van het onderzoek. Het is uiteraard wel de bedoeling je onderzoek zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. Er staat maar maximaal 8 uur begeleiding hiervoor, dus hier dien je dan wel effectief gebruik van te maken. 6.1.3 De stagecoördinator: De begeleiding namens de faculteit ligt bij de stagecoördinatoren, mevrouw drs. Rolien van Duijvendijk en mw. drs Marije Ruijter. Je krijgt een van deze stagecoördinatoren toegewezen. Zij houdt de vorderingen tijdens je stage bij aan de hand van het stageplan en de tussentijdse evaluaties en de e-mails die je elke 2 weken stuurt om verslag te doen van je werkzaamheden. De begeleiding van de stagecoördinator bestaat in ieder geval uit: • •
•
• • •
het bespreken en goedkeuren van het stageplan voorafgaand aan de stage; het opnemen van contact met de praktijkbegeleider voor eventueel overleg over de voortgang van de stage en het functioneren van de student. Dit contact zal meestal telefonisch of via e-mail plaatsvinden. Indien mogelijk zal de stagecoördinator de werkplek bezoeken; individueel contact onderhouden met de student over de voortgang van de stage. De student neemt zelf het initiatief voor dit contact, door tenminste tweemaal per maand een e-mail te sturen naar de stagecoördinator met daarin een korte evaluatie van de afgelopen periode. Indien nodig of gewenst kun je ook een afspraak maken met de stagecoördinator voor een voortgangsgesprek; het bemiddelen bij eventuele problemen tussen de stagebiedende organisatie en de stagiair(e); het bespreken en beoordelen van het stageverslag; het houden van een eindgesprek met de stagiair(e) waarin de stage in zijn geheel geëvalueerd wordt. De stagecoördinator voert dit gesprek op basis van het door de praktijkbegeleider goedgekeurde stageverslag en de schriftelijke tussentijdse en eindevaluatie van de praktijkbegeleider.
6.1.4 Het bijhouden van een logboek: Het is aan te raden om tijdens je stage een logboek bij te houden. Schrijf daarin bijvoorbeeld over je werkzaamheden en de voortgang van je stage; de bereikte of (nog) niet bereikte leerdoelen; verwachtingen die je hebt of had en die al dan niet zijn uitgekomen; opmerkingen over je functioneren of over je begeleiding en bovenal je persoonlijke ervaringen met bepaalde aspecten van je stage. Het is raadzaam niet alleen je werkzaamheden te vermelden, maar daarin ook op te nemen of je de taak interessant vond, of het je goed af ging, kortom: een kritische zelfreflectie.
21
7. Afronding van de stage Het stageverslag vormt samen met het eindgesprek met de stagecoördinator en de beoordelingen van de praktijkbegeleider de afronding van je stage. Na een succesvolle afronding van de stage krijg je een tentamenbriefje van de stagecoördinator voor de toekenning van de studiepunten. Voor stages geldt alleen de kwalificatie ‘voldaan’; er wordt geen cijfer gegeven. 7.1 Stageverslag: Tijdens je stage begin je al met het schrijven van je stageverslag. Daarin schrijf je onder meer over je werkzaamheden tijdens je stage, je persoonlijke ervaringen met betrekking tot je stage en evalueer je je eigen leerproces. Het stageverslag is gebaseerd op het stageplan dat je vooraf hebt gemaakt en vormt een integraal onderdeel van de stage. In overleg met je praktijkbegeleider kun je daarom het schrijven van het stageverslag uitvoeren tijdens je werkuren. Uiterlijk twee weken na het einde van de stage lever je een conceptstageverslag in bij de stagecoördinator en bij de praktijkbegeleider. Beide kunnen aanvullingen op of opmerkingen over het concept-stageverslag hebben. Dit commentaar verwerk je in de definitieve versie van je stageverslag. Het definitieve stageverslag ziet er uiteraard verzorgd uit en is taalkundig correct. Je levert een exemplaar van het definitieve stageverslag in bij je praktijkbegeleider en bij de stagecoördinator. Met je stageverslag leg je verantwoording af aan de faculteit en aan de stagebiedende organisatie. Het verslag moet de stagecoördinator voldoende inzicht bieden in het verloop van de stage, in het realiseren van de stageopdracht en de leerdoelen en in jouw functioneren bij de stagebiedende organisatie. Het is de bedoeling dat je een kritisch verslag van je stageperiode schrijft waarin je duidelijk de relatie tussen je studie en je stage naar voren laat komen. De omvang van het stageverslag bedraagt 10 tot 15 A4 (exclusief de bijlagen). Je stageverslag moet zijn opgebouwd volgens het voorbeeld dat als bijlage bij deze handleiding is opgenomen (bijlage IX). Alle genoemde onderdelen moeten in elk geval worden behandeld in je stageverslag. Je kunt natuurlijk altijd zelf nog onderdelen toevoegen. Besteed in je stageverslag uitgebreid aandacht aan het theoretische kader van je stage. In je stageplan heb je vooraf al aangegeven welke literatuur en theorieën je tijdens je stage zou kunnen gebruiken. In het stageverslag ga je daar dieper op in. Waarschijnlijk heb je ook nog literatuur gebruikt die je voor aanvang van je stage nog niet kende. Leg uit waarom die werken nuttig voor je waren tijdens je stage, en probeer zodoende de theorie van je studie te koppelen aan de praktijk van je stage. De stagecoördinator zal tijdens het eindgesprek ook nog ruim aandacht besteden aan het theoretische kader, en zal je naar aanleiding hiervan ook nog enkele vragen stellen over jouw ervaringen.
22
7.2 Beoordeling en eindgesprekken Terwijl je werkt aan de definitieve versie van het stageverslag, maak je twee afspraken voor een eindgesprek: één met je praktijkbegeleider en één met de stagecoördinator. In de eindgesprekken wordt de stage geëvalueerd en beoordeeld op de volgende punten: kwaliteit van de uitgevoerde stageopdracht, je functioneren, bereikte leerdoelen, en het eventuele eindproduct. Deze punten komen ook aan de orde in het beoordelingsformulier dat de praktijkbegeleider tijdens je stage van je heeft gekregen (bijlage VII). Het formulier wordt ook gebruikt voor de tussentijdse evaluatie die de praktijkbegeleider met je moet houden halverwege de stage. Het stageverslag en het door de praktijkbegeleider ingevulde beoordelingsformulier vormen de basis voor het eindgesprek met de stagecoördinator. In bijzondere gevallen vindt er één gezamenlijk eindgesprek plaats, waarin de praktijkbegeleider en de stagecoördinator samen met de student de stage evalueren. 7.3 Tentamenbriefje en evaluatie Na het eindgesprek ontvang je, bij een voldoende beoordeling van zowel je praktijkbegeleider als de stagecoördinator, een tentamenbriefje. Het tentamenbriefje wordt met de beoordeling ‘voldaan’ ondertekend door de stagecoördinator, en vertegenwoordigt 15 ects. Let op: zorg ervoor dat je alles op tijd geregeld hebt, want anders kun je je Bachelor opleiding niet op tijd afronden! Bij de ondertekening van het tentamenbriefje geeft de stagecoördinator je een evaluatieformulier voor de stage. Om de stages goed te kunnen evalueren is er van iedere stagiair een evaluatie nodig. Wij verzoeken je dringend om de evaluatie in te vullen en in te leveren bij Paula van der Houwen, in haar postvak op de derde verdieping van het L-gebouw. In dringende gevallen kun je ook persoonlijk contact met haar opnemen. 7.4 Indien je stage doorloopt tot in juni In sommige gevallen lopen studenten stage tot in de zomer en kunnen dan in problemen komen met de inleverdatum van hun stageverslag en het op tijd overmaken van punten, bijvoorbeeld wanneer er in september met een master gestart moet worden. Voor onze cijferadministratie vragen we in die gevallen uiterlijk maandag 17 juni 2013 12:00 uur een voorlopig stageverslag, bestaand uit de onderdelen 1 t/m 5 van het stageverslag (zie bijlage IX) en het tot dan toe bijgehouden logboek als bijlage. Het wordt uiteraard ook zeer gewaardeerd als je al een aanzet geeft tot de andere punten van het
23
stageverslag, zoals ‘Het verloop van de stage’ en ‘De evaluatie van de stage’. Dit is echter niet verplicht. Het eindgesprek zal dan na de zomer, in augustus of september, plaatsvinden.
8. Een stage in het buitenland Voorwaarde: Allereerst moeten we aangeven dat een buitenland stage alleen mogelijk is als je de mogelijkheid hebt in de zomermaanden tussen Ba-2 en Ba-3 stage te lopen of in Blok 1 en 2 van Ba-3. Dit omdat je aan het einde van Blok 3 van het derde jaar naast het stagelopen ook gaat beginnen aan het schrijven van je Bachelor Thesis. Voor deze thesis krijg je begeleiding vanuit de faculteit en daarbij is het volgen van de Bachelor Thesis Class verplicht en dien je dus in Nederland te zijn. Maar natuurlijk kan een stage in het buitenland wel aantrekkelijk zijn, want je kunt het opdoen van praktijkervaring combineren met het werken en wonen in een ander land met een andere cultuur. Bij een stage in het buitenland is het vrijwel zonder uitzondering van belang dat je de taal van het gastland in woord en geschrift goed beheerst en dat je jezelf thuis voelt in de cultuur van het betreffende land. Wanneer je een stage in het buitenland overweegt, kijk dan bijvoorbeeld eens op www.wilweg.nl of op www.nuffic.nl. Een buitenlandstage vraagt een gedegen voorbereiding. Maak ongeveer een jaar voordat je stage wilt gaan lopen een afspraak met de stagecoördinator, zeker als je geen contacten in het betreffende land hebt. Stagevacatures in het buitenland worden via het stagecoördinaat zelden aangeboden. Het benaderen van organisaties voor een stageplaats moet je zelf doen in overleg met de stagecoördinator. Je kunt via www.beursopener.nl bekijken of je eventueel in aanmerking komt voor een (studie)beurs. Wanneer je voldoet aan alle voorwaarden die door de faculteit worden gesteld, kun je ook via de universiteit aanspraak maken op een beurs van het Stimuleringsfonds Internationalisering (www.eshcc.eur.nl/internationalisering/financien). Voor meer informatie hierover kun je contact opnemen met de coördinator Internationalisering, mevrouw Doodkorte, via
[email protected] . De goedkeuring, begeleiding en afronding van een stage in het buitenland verloopt in principe hetzelfde als die van een stage in Nederland. Het is van groot belang het stageplan zeer zorgvuldig op te stellen en van tevoren goed met de stagecoördinator door te spreken. Je moet ook goede afspraken maken over de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt. Alhoewel afhankelijk van de beschikbare communicatiemiddelen is dat meestal per e-mail. Het stageplan en het stageverslag schrijf je meestal in het Engels of in een andere taal als daar een uitgesproken voorkeur naar uitgaat. Een stageovereenkomst en een beoordelingsformulier in het Engels zijn verkrijgbaar bij de stagecoördinator.
24
9. Frequently Asked Questions In principe moet deze stagehandleiding al je vragen beantwoorden over het stagezoek- en loopproces. Heb je toch nog een vraag? Kijk ook eens op deze pagina van de website: www.eshcc.eur.nl/stage/acw/frequently_asked_questions Op deze pagina van de website worden veelgestelde vragen beantwoord.
10. Adressen Stagecoördinator ACW Mw. drs. Rolien van Duijvendijk Mw. drs. Marije Ruijter Erasmus School of History, Culture and Communication L-gebouw, Kamer L2-015 (aanwezig op maandag) Postbus 1738 3000 DR ROTTERDAM Telefoon: 010-4082442 Fax: 010-4089135 E-mail:
[email protected] Internet: www.eshcc.eur.nl/stage
• Bureau Onderwijs (BOS) Kamer L3-33 Telefoon: 010-4082482 Zie voor openingstijden het rooster. • Studieadviseur Mw. drs. M.J.M. van Leeuwen, kamer L3-053 Telefoon: 010 – 4082491, e-mail:
[email protected]. • Labeur (www.labeur.nl) Loopbaancentrum voor studenten (documentatiecentrum, sollicitatiecursussen) kamer E1-03 Telefoon: 010 – 408106. • Coördinator Internationalisering Mw. S.T. Doodkorte MA. kamer: L3-41 tel: (010) 408 28 74 e-mail:
[email protected] Fondsen voor stage lopen en studeren in het buitenland Hiervoor kun je contact opnemen met mw. S. Doodkorte Algemene informatie over stage lopen in het buitenland Te vinden op de website van de Erasmus Universiteit Rotterdam, http://www.eur.nl/essc/ontplooiing/studerenbuitenland/mogelijkheden/internship
25
Internet Algemene Informatie: stage.pagina.nl de startpagina voor algemene informatie over stages. www.stagehulp.nl pagina met aanbod van stageplaatsen. www.tin.nl voor veel theaterstages Mediastages www.mediastages.nl Overheid: www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw voor informatie over stages bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. www.werkenbijhetrijk.nl/stagebank voor stages bij het rijk. Sectorinformatie: www.museumserver.nl voor specifieke informatie over Nederlandse musea. www.kunstinzicht.nl een overzichtspagina met musea, galeries, uitgevers, kunstenaars etc. (zoek via www.kunstinzicht.nl/info/adressen.php). www.tin.nl Theater Instituut Nederland, over de Nederlandse theaterwereld. www.cultuurnetwerk.nl portaal over cultuureducatie. Filmbedrijven: www.cinemien.nl één van de grotere distributeurs in Nederland. www.cinekid.nl filmfestival gericht op kinderen www.a-film.nl grootste filmdistributeur van de Benelux. www.filmmuseum.nl het Filmmuseum is het grootste en belangrijkste centrum voor cinematografie in Nederland. www.hollandfilm.nl officieel marketing en promotie bureau voor Nederlandse films in het buitenland. www.idfa.nl international documentary festival Amsterdam. Startpagina’s: uitgeverij.pagina.nl informatie over uitgeverijen in Nederland. tijdschrift.pagina.nl informatie over de tijdschriftensector. festival.pagina.nl informatie over festivals en de organisatie. zomerfestivals.nl de Rotterdamse festivals theater.pagina.nl informatie over de Nederlandse theaterwereld. museum.pagina.nl informatie over de Nederlandse museumwereld. cultuureducatie.pagina.nl informatie over cultuureducatie. Buitenlandstages: www.nuffic.nl voor informatie over stages en studeren in het buitenland. www.fulbright.nl voor informatie over studie en stage in de VS. www.minbuza.nl voor actueel reisadvies over het land van bestemming. Literatuur: www.managementboek.nl voor aanvullende literatuur op het gebied van marketing, promotie, organisatie en management. www.boekman.nl nuttig voor veel artikelen en literatuursuggesties.
26
Bijlage I Sollicitatiebrief
27
28
Sollicitatiebrief Door middel van je sollicitatiebrief moet je de stagebiedende organisatie ervan overtuigen dat jij een gesprek waard bent. Je brief moet een duidelijke motivatie bevatten voor de reden van je sollicitatie, en je moet voldoende toelichting geven op je, bijgevoegde, Curriculum Vitae. Belangrijk is dat je voor het schrijven van je sollicitatiebrief eerst telefonische contact opneemt met de organisatie om te vragen of de vacature nog openstaat. Hieronder een aantal zaken waar je extra aandacht aan moet besteden: Aanhef van brief
Voor je een eerste indruk kan maken in een gesprek heb je al een allereerste indruk gemaakt met je brief. En de aller-allereerste indruk start bij de aanhef aan de juiste persoon. Het getuigt van nauwkeurigheid dat je je brief gericht stuurt naar een persoon. Vermeld, zo mogelijk, ook functie en afdeling van de geadresseerde.
Betreft-rubriek
Vergeet ook niet om bovenaan je brief een betreft-rubriek te voorzien waar je het doel van je schrijven verduidelijkt en eventueel de referentie van de vacature weergeeft.
Openingszin
Cruciaal voor je sollicitatiebrief is de openingszin. Het is de bedoeling dat je opvalt tussen de vele reacties. Opvallen lukt niet met clichématige zinnen als "Naar aanleiding van uw advertentie..." of "Langs deze weg zou ik mij graag kandidaat stellen..." Vermijd dus clichétaal en oubollige uitdrukkingen maar maak je openingszin persoonlijk, origineel en enthousiast.
Studie juist vermelden
Je studeert Algemene Cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Noem zowel op je CV als in je brief relevante vakken en licht ze in je brief kort toe. Verwacht niet dat organisaties de inhoud van je studie kennen. Je studie is je eerste verkooppunt in je brief: link je theoretische kennis en je praktische vaardigheden – schrijven, samenwerken, presenteren, etc. - uit je studie daarom altijd aan de inhoud van de stage-opdracht.
Motivatie
Vergeet vooral niet om uit te leggen waarom je solliciteert. Leg uit wat je aantrekt in het bedrijf, de functie, de sector etc.
Afsluiting van je brief
Zorg dat de afsluiting van de brief niet te vrijblijvend is: je wilt graag worden uitgenodigd op gesprek. Dit mag je ook zo noemen!
Houd het kort
Houd het kort. De ideale brief is niet langer dan één pagina. Je brengt je boodschap het best in korte, dynamische zinnen met veel actieve werkwoorden.
29
Ken je iemand?
Heb je eerder contact gehad over de stage waarnaar jij solliciteert met iemand van de betreffende organisatie? Vermeld dit gerust in je brief.
Positieve ervaring
Heb je een positieve ervaring gehad met het bedrijf (bijvoorbeeld als bezoeker van een tentoonstelling), aarzel dan zeker niet om dat aan te halen in je brief.
Elke brief is anders!
Schrijf voor elke sollicitatie een andere brief. Het kopiëren van sollicitatiebrieven mist zijn doel; relevante vakken, werkervaring, nevenactiviteiten en je motivatie zijn voor elke sollicitatie anders.
Taal
Lees je brief grondig na op taal- en typefouten. Ze geven een slordige indruk, over je brief en over jou. De student-assistent is altijd bereid je brieven na te kijken en van eventueel commentaar te voorzien. Stuur dan altijd de vacature en je CV mee. Gebruik dynamische en actieve werkwoorden zoals organiseren, communiceren, schrijven. Te bescheiden woorden zoals misschien, eventueel, menen laat je het best achterwege. Laat de organisatie merken dat je een geschikte kandidaat bent, maar overdrijf niet. Verwijs naar je CV om je kunde, vaardigheden en kennis te bewijzen met relevante ervaringen.
Geld
Praat niet over een stagevergoeding in een brief. Dat wekt een negatieve indruk.
Periode
Leg wel uit in welke periode je stage kunt lopen, maar houd het zo open mogelijk zodat ze wel kunnen zien dat er onderhandeling mogelijk is.
Ervaring
Als je niet over de gevraagde dosis ervaring of de gewenste opleiding beschikt, vermeld dan niet je onervarenheid maar zeker wel je vermogen om snel kennis te vergaren en snel te leren. Wees altijd positief over jezelf.
Eigen brief
Maak zelf je brief. Sollicitatiehandleidingen staan vaak bol van de voorbeeldbrieven maar het is niet de bedoeling dat je ze klakkeloos gaat kopiëren. Doe je dat toch, dan ga je verloren tussen de rest van de inspiratieloze brieven.
Eén functie per keer
Solliciteer nooit voor meer dan één functie in dezelfde brief. Dat wekt de indruk dat je niet kunt kiezen en dan maar voor alles solliciteert.
Versturen
Verstuur je CV en sollicitatiebrief niet alleen per e-mail, maar ook per brief, tenzij er specifiek om wordt gevraagd alleen elektronisch te solliciteren.
30
Opbouw sollicitatiebrief Eerste alinea: In je eerste alinea vermeld je het doel van je brief. Dat doe je zo: - Je noemt de vindplaats van de advertentie; ·- Vervolgens zeg je expliciet dat je naar de geboden functie solliciteert. (Denk erom: je brief is een reactie op een vacature en je solliciteert naar een functie. Je solliciteert dus niet naar een vacature.) Tweede alinea: In de tweede alinea leg je uit waarom jij naar deze functie solliciteert. Je wilt graag stage lopen. Vermeld ook hier de periode waarin je in de mogelijkheid bent om stage te lopen. Zorg dat je altijd positief en enthousiast overkomt. Je loopt geen stage omdat dat nu eenmaal verplicht is gesteld in de Bachelor opleiding Algemene Cultuurwetenschappen, maar omdat je het bijvoorbeeld als een goede aanvulling ziet op je theoretische kennis, een goede leerervaring, of een moment waarop je het geleerde in de praktijk kunt brengen. Wees hierin persoonlijk en enthousiast. Derde alinea: In de derde alinea leg je uit waarom jij juist naar deze functie solliciteert. Het is hier onbelangrijk vanuit welke positie je komt, het gaat er nu om dat je duidelijk maakt dat je kwaliteiten je uiterst geschikt maken voor de geboden functie, dat deze functie je op het lijf geschreven is. En ook dat de functie je aanspreekt om bepaalde redenen. Noem die redenen specifiek. Zorg dat je brief altijd goed aansluit op de vacature, door bijvoorbeeld specifieke taken of werkzaamheden te noemen die je aanspreken. Verwijs naar je CV en werk bijvoorbeeld één (of twee) aspecten heel kort uit. Soms kun je in deze alinea uitleggen waarom je juist bij dit bedrijf wilt werken. Laat hierin doorklinken dat je je hebt verdiept in de organisatie en hun werkzaamheden of projecten. Waarom wil je nu juist deze functie bij deze organisatie doen, en niet bij een soortgelijke organisatie?
31
Vierde alinea: In de vierde alinea leg je uit wat jou tot de meest geschikte kandidaat maakt. Dat heb je natuurlijk ook al in de derde alinea gezegd, maar: houd er rekening mee dat er tientallen andere gegadigden zijn die net als jij voldoende gekwalificeerd zijn. Jij moet dus iets extra's hebben. Wat maakt jou tot de meest geschikte kandidaat? Spreek over persoonlijke kwaliteiten zoals: -
vermogen tot samenwerking inzet doorzettingsvermogen en stressbestendigheid bereidheid tot verdere studie
Hoe dan ook: toon je vooral enthousiast. Blijf bescheiden, realistisch en zorg ervoor dat je niet als een opschepper overkomt. Zorg er tevens voor dat je beweringen wel ‘bewezen’ kunnen worden, dat wil zeggen: dat ze altijd gelinkt kunnen worden aan eerdere ervaringen binnen je studie, bijbaantjes of nevenactiviteiten. Iedereen kan wel beweren dat hij/zij ‘sociaal’ is, maar kun je dit ook aantonen doordat je bijvoorbeeld altijd veel in teamverband hebt gewerkt? Dat soort ‘bewijzen’ moet je proberen door je gehele brief te leveren, want het zal je onderscheiden van brieven van andere studenten. De gegevens van de tweede, derde en vierde alinea kun je combineren tot één alinea. Het voordeel is dat je je brief dan lekker kort houdt. Laatste alinea: Tot slot vermeld je wat je wilt: je hoopt uitgenodigd te worden voor een nadere kennismaking - en dat was je doel! Ten slotte: Let er goed op dat je niet in herhaling vervalt. Er is een subtiel onderscheid tussen de inhoud van de verschillende alinea’s, die elkaar aanvullen en nuanceren. Pas op voor langdradige zinnen, en vermeld geen onwaarheden.
32
Bijlage II Curriculum Vitae
33
34
Curriculum Vitae Personalia Achternaam: Voornamen: Geboortedatum: Geboorteplaats: Adres: Telefoon: Mobiele telefoon: E-mail: Burgerlijke staat: Nationaliteit:
Erasmus Desiderius 28 oktober 1466 Rotterdam Burg. Oudlaan 50 3000 DR Rotterdam 010-1234567 06-12345678
[email protected] Ongehuwd Nederlandse
Opleidingen 2005 – heden
[Bijvoorbeeld studie, vermeld ook kort de relevante vakken! De meest recente opleiding staat bovenaan!] [Vermeld middelbare schoolopleiding (en profiel), eventuele overige opleidingen en/of cursussen. Denk aan talencursussen etc.]
Werkervaring Organisatie: Plaats: Periode: Functie: Taken:
[De meest recente werkervaring staat bovenaan!]
[Vermeld eventueel je taken, als deze niet duidelijk genoeg zijn uit je functienaam.]
Organisatie: Plaats: Periode: Functie: Taken: Nevenactiviteiten [Vermeld hier bijvoorbeeld een functie bij een studievereniging, activiteiten voor een sportvereniging o.i.d. De meest recente activiteiten staan altijd bovenaan!] Organisatie: Periode: Functie: Toelichting: Talen [Vermeld alle talen, mits relevant. Als je alleen ‘ciao’ kan zeggen in het Italiaans, vermeld je dit natuurlijk niet.]
35
Interesses Sport, lezen, dansen, reizen [Alleen vermelden als je denkt dat dit iets toevoegt aan je CV!]
Overig In bezit van Rijbewijs B. [Vermeld bijvoorbeeld dat je een duikbrevet hebt, of dat je gecertificeerd beveiligingsbeambte bent, mits relevant.]
[Onthoud dat je voor iedere sollicitatie een aparte CV maakt. Je vermeldt namelijk alleen de relevante gegevens voor één bepaalde functie – en die kunnen natuurlijk verschillen van de relevante zaken voor een andere functie. Dit CV is slechts een voorbeeld van hoe een goed CV eruit kan zien!]
36
Bijlage III Open Sollicitatie
37
38
Open sollicitatie Een open sollicitatie is de perfecte manier om aan een stage of baan te komen die helemaal bij jouw wensen past. Met een open sollicitatie boor je de onzichtbare arbeidsmarkt aan, die groter is dan de zichtbare arbeidsmarkt (de daadwerkelijk gepubliceerde vacatures). De zichtbare arbeidsmarkt maakt ongeveer 20% uit van de vacaturemarkt voor hoger opgeleiden. Met de open sollicitatie open je de deuren die de overige 80% verbergen: de onzichtbare arbeidsmarkt. Het is onbekend of dit overeenkomt met de percentages in de markt voor stages. Toch is het open solliciteren voor een stage vaak zinvol: lang niet alle organisaties geven aan dat er stageplaatsen zijn. Open solliciteren vereist echter wel een kleine aanpassing aan je sollicitatieprocedure. Bovendien vereist deze methode meer moed, brutaliteit en creativiteit. Ook hier geldt: solliciteren is verkopen, en daarbij is een goede voorbereiding noodzakelijk. Voorbereiding/ netwerken Elke sollicitatie begint met een goede zelfanalyse. Pas wanneer je weet wat je wilt, wie je bent, waar je sterke en zwakke punten liggen en wat je belangrijk vindt om te leren van een stageplaats, kun je specifieker zoeken naar bedrijven die hierbij aansluiten. Maak daarbij zoveel mogelijk gebruik van je eigen netwerk (familie, vrienden, studiegenoten, docenten, collega’s van bijbaantjes, etc.) en volg het nieuws in de krant, vakbladen en internetsites. Op die manier kun je ook de behoefte van een instelling achterhalen. Een uitbreiding kan bijvoorbeeld wijzen op een behoefte aan stagiaires of plek voor nieuwe functies. Belangrijk is dat je niet in het wilde weg gaat solliciteren, besteed dus veel aandacht aan de selectie van de organisatie. Verzamel informatie en schrijf een op de organisatie toegespitste brief en CV. Telefoongesprek Om te achterhalen of er bij een door jouw geselecteerde instelling of organisatie behoefte is aan een stagiair, is het belangrijk de betreffende organisatie allereerst te bellen. Je CV houd je tijdens dit telefoongesprek bij de hand, op die manier kun je vragen snel en adequaat beantwoorden. - Nadat je bent doorverbonden naar de persoon die verantwoordelijk is over stages, stel je jezelf voor. Dit mag uitgebreider dan alleen je naam: noem ook je studie, de studiefase waarin je zit, en eventueel een korte uitleg van je studie. - Schrijf de naam op (vraag naar de juiste spelling indien onduidelijk) van degene met wie je belt. Dit kun je later gebruiken in je sollicitatiebrief. - Bedenk dat de telefoon een indringend medium is. Vraag daarom altijd of het gelegen komt of je belt en zoniet, vraag dan wanneer je terug kan bellen. - Houd zelf het initiatief, laat je nooit terugbellen. Je weet immers niet of je wordt teruggebeld en wanneer. Het zou vervelend zijn als je op een ongelegen moment wordt teruggebeld, wanneer je onvoorbereid bent of in een onrustige omgeving bent. - Geef de reden aan van je telefoongesprek. Je vraagt je af of een bepaalde organisatie ook stageplekken aanbiedt voor universitaire studenten en zo ja, hoe hiernaar te solliciteren. - Bedank de persoon aan het einde van het gesprek voor zijn/haar tijd, informatie en moeite. - Als het duidelijk is dat de organisatie geen behoefte heeft aan stagiaires, vraag dan naar tips of doorverwijzingen naar een andere organisatie.
39
Tips: waar moet je op letten tijdens het telefoongesprek? - De tijd. Het begin van de ochtend en het begin van de middag komt het meest gelegen bij de meeste organisaties. - Laat je doorverbinden met de juiste persoon: het hoofd van de afdeling is verantwoordelijk, heeft beslissingsbevoegdheid en is goed op de hoogte. - Noteer de naam van de persoon die je aan de telefoon hebt. Deze kun je in je sollicitatiebrief vermelden - Zorg dat je in een rustige omgeving belt, zonder afleidingen. - Houd je CV, agenda, pen en papier bij de hand. Aanpassen van de sollicitatiebrief De sollicitatiebrief bij een open sollicitatie wijkt van een ‘gewone’ sollicitatiebrief af door een andere opening en afsluiting van de brief. Houd daarom bijlage I aan voor de opbouw van de brief en pas hem aan volgens onderstaande tips over de opening en de afsluiting. Stuur tegelijkertijd met je sollicitatiebrief ook je CV op, die je al had opgesteld voor het telefoongesprek. Verander deze op zo’n manier, dat deze meer aansluit bij de wensen en de aard van de organisatie. In de eerste alinea vermeld je de aanmelding van je brief. Deze Opening aanleiding is nu het telefoongesprek dat je gevoerd hebt. Je verwijst naar het prettige telefoongesprek met mevrouw of meneer X op datum ..-..-20.. Richt de brief aan één persoon (bijvoorbeeld het hoofd van de afdeling of personeelszaken).
Mogelijke openingsopeningszinnen
-‘Na ons telefoongesprek van … jongstleden lijkt het mij nuttig u wat extra informatie te sturen over mijzelf en te solliciteren bij uw organisatie.’ -‘Onder verwijzing naar ons telefoongesprek van … jongstleden ontvangt u hierbij volgens afspraak mijn sollicitatie.’ -‘Hierbij wil ik graag mijn wens kenbaar maken bij .. te komen werken als stagiair … . Vooral het informatieve telefoongesprek met de heer/mevrouw .. heeft mij in deze overtuiging gesterkt.’
Afsluiting
Je sluit je brief af met de mededeling dat je zelf contact zal opnemen voor het maken van een afspraak en/of na te gaan wat de mogelijkheden zijn in een tijdbestek van 10-14 dagen. Hiermee houd je zelf het initiatief, zit je niet in spanning over een mogelijk antwoord, en bespaar je de organisatie energie en tijd.
Mogelijke slotzinnen
-‘Mijn enthousiasme voor een functie in uw organisatie zou ik graag mondeling toelichten. Ik zal u in week .. telefonisch benaderen voor een oriënterend gesprek.’ -‘Ik hoop dat ik de kans krijg u van mijn kwaliteiten te overtuigen in een gesprek. In week .. neem ik met u contact op om uw reactie te vernemen.’ -‘Ik wil graag in een nader gesprek met u over mijn mogelijkheden bij .. van gedachten wisselen. Ik zal over 14 dagen contact met u opnemen.
40
Brief weg, en dan? Houd zelf het initiatief door in je brief te noemen wanneer je contact zal opnemen met de organisatie. Als je niets hebt gehoord kan je zelf contact opnemen na de gestelde tijd (één of twee weken), in het bijzonder met de persoon naar wie je de brief gestuurd hebt. Hopelijk word je uitgenodigd voor een gesprek. Zo niet, vraag of er mogelijkheid is dat er later een stageplaats beschikbaar komt. Als je te horen krijgt dat je niet past binnen de organisatie, probeer dan helder te krijgen waarom, wat er aan schort, wat ze misten etcetera. Vraag in ieder geval om adviezen en tips en eventueel naar namen van andere bedrijven waar je mogelijk beter zou passen.
41
42
Bijlage IV Sollicitatiegesprek
43
44
Sollicitatiegesprek Net als de andere sollicitatieactiviteiten (het opstellen van je sollicitatiebrief en CV), is het sollicitatiegesprek bij uitstek geschikt om jezelf te verkopen als capabele medewerker of stagiair. Ook het sollicitatiegesprek kun je goed voorbereiden. Lees je in Bestudering van relevante informatie over de organisatie is een belangrijk onderdeel van je voorbereiding. Vooral internet is een bruikbare bron om meer te weten te komen van een instelling. Beperk je hierbij niet alleen tot de website van de organisatie zelf, maar zoek ook verder naar andere sites of vraag het jaarverslag op. Jaarverslagen van gesubsieerde instellingen zijn openbaar en te vinden op internet of op te vragen bij de organisatie zelf. Door bestudering van de organisatie kun je vragen tijdens het sollicitatiegesprek beter en concreter beantwoorden en loop je minder gevaar voor verrassingen te komen staan. Wees ook niet bang om je eigen vragen te stellen over dingen die je bent tegengekomen op je zoektocht. Dit geeft aan dat je geïnteresseerd bent en, bovendien, dat je goed voorbereid op gesprek bent gekomen. Lees als laatste onderdeel van je voorbereiding je CV, sollicitatiebrief en de advertentie nog eens door om goed voor jezelf op een rijtje te krijgen wat jouw specifieke verkooppunten zijn, en op welke manier die punten passen bij de functie en de organisatie. Presentatie Als solliciteren verkopen is, is je presentatie zeer belangrijk als onderdeel van je verkooptactiek. - Kleed je netjes en verzorgd. Kleed je naar de cultuur van de organisatie. Als je twijfelt, kun je beter iets overdressed dan underdressed gaan. Dan blijkt in ieder geval dat je het gesprek en je gesprekspartner serieus neemt. - Kom op tijd. Houd rekening met treinvertragingen, files en onduidelijke routebeschrijvingen. Als je tijd overhoudt – je meldt je niet eerder dan 10 à 15 minuten voor aanvang van het gesprek – drink je een kopje koffie of maak je een wandeling. - Meenemen: sollicitatiebrief en CV, schrijfgerei, eventueel informatie van de zaken die je hebt vermeld in je CV of sollicitatiebrief (zoals een essay dat je hebt geschreven of bijvoorbeeld de contactgegevens van je referenties) - Wees niet te afwachtend of bedeesd, maar ook niet overheersend. Wees bewust van de manier waarop je overkomt, neem bijvoorbeeld een actieve zithouding aan, maak oogcontact en vergeet niet af en toen te glimlachen. Humor kan en mag tijdens sollicitatiegesprekken. Maar ook hierbij geldt: hou het in toom! Het gesprek In het sollicitatiegesprek is een interviewer in grote lijnen op zoek naar de antwoorden op de volgende vragen: wie ben je (kennis, vaardigheden, persoon), wat wil je, wat weet je van de functie/organisatie en passen jouw wensen in de functie/organisatie waarnaar je solliciteert. Op de volgende pagina staan enkele vragen die je kunnen helpen in je voorbereiding. Bedenk daarbij, dat je bij beantwoording van deze vragen wijst naar ervaringen op je CV of voorbeelden kan noemen uit eerdere werk- of leerervaringen. Natuurlijk mag je zelf ook vragen stellen, maar maak nooit de fout om in een te vroeg stadium zelf te beginnen met het stellen van vragen over salaris of stagevergoeding, vrije
45
dagen en andere voorwaarden. Pas nadat je bent aangenomen onderhandel je hierover, om vervolgens de voorwaarden vast te leggen in je stageplan. Voorbereidende sollicitatievragen Deze vragen zijn eerder van toepassing bij een sollicitatiegesprek naar een baan dan bij een stagegesprek. Vragen bij stagegesprekken blijven meestal meer op de vlakte. -
Vertel eens wat over jezelf. Waarom solliciteer je bij ons (en niet bij een soortgelijke organisatie of instelling)? Met welke taken denk je de meeste moeite te zullen hebben? Wat zijn je sterke kanten? Wat zijn je plannen op de lange termijn? Hoe zie je je toekomst? Welke ambities heb je? Wat heb je bij je vorige werkgever of bij je laatste parttime werk gedaan? Heb je dit soort werk al vaker gedaan? Welke binding heb je met de sector waarin wij werken?
Zie ondermeer de website http://www.mediastages.nl/studenten, Elsevier.nl of Volkskrant Carrière voor meer sollicitatietips.
46
Bijlage V Stageplan
47
48
Stageplan Zakelijke gegevens Stagiair(e): Naam, adres, postcode en plaats, e-mailadres, telefoonnummer, studentnummer, studie (ACW), studierichting.
Stage-biedende organisatie: Naam, adres, postcode en plaats, e-mailadres, telefoonnummer, afdeling waar stage wordt gelopen.
Praktijkbegeleider: Naam, functie, e-mailadres, toestelnummer.
Indien het een onderzoeksstage betreft: Onderzoeksbegeleider Naam, functie, e-mailadres, toestelnummer.
Stagecoördinator: Mw. drs. Rolien van Duijvendijk of mw. drs. Marije Ruijter Erasmus School of History, Culture and Communication L-gebouw, Kamer L2-15. Postbus 1738 3000 DR Rotterdam e-mailadres:
[email protected] Telefoonnummer: 010-408 2442
Stageperiode: Periode, aantal uren per dag, aantal dagen per week, werktijden, totaal aantal uren met berekening (minimaal 400 uur). Goedkeuring wel/niet stageplanning door de studieadviseur Wanneer je ook tijdens Blok 4 stage loopt, heb je toestemming nodig van de studieadviseur Mariëlle van Leeuwen. Handtekening studieadviseur:
Inleverdatum stageverslag Uiterlijk twee weken na de laatste stagedag, noem de datum
Overige noodzakelijke informatie Korte omschrijving van de organisatie Geef kort de geschiedenis van de organisatie weer. Besteed ook aandacht aan de positie van de organisatie binnen het werkveld, en aan de doelstellingen die zij zichzelf heeft gesteld.
Duidelijke omschrijving van de stageopdracht Omschrijf het doel van de stage, je taken, eigen verantwoordelijkheden, tijdsplanning en verwacht eindproduct van de stagewerkzaamheden.
49
Theoretisch kader Welke theorieën uit je studie verwacht je als achtergrondkennis te kunnen gebruiken tijdens je stage? Motiveer je keuze. Let op, relateer het theoretisch kader aan de taken die je gaat doen.
Motivering van de keuze van de stage Waarom heb je voor deze stage gekozen?
Persoonlijke leerdoelen Wat wil je leren tijdens je stage? Op welke punten wil je jezelf verbeteren? Aard en omvang van de begeleiding van de stagecoördinator Zie voor informatie over de begeleiding ook hoofdstuk 6 van de stagehandleiding.
Aard en omvang van de begeleiding van de praktijkbegeleider Zie voor informatie over de begeleiding ook hoofdstuk 6 van de stagehandleiding.
Aldus opgemaakt en ondertekend: Naam:
Datum:
Handtekening:
Stagiair(e):
Stagegever:
Stagevrager:
Zorg ervoor dat er onderaan je stageplan genoeg ruimte is voor de ondertekening door de praktijkbegeleider, de stagecoördinator en jezelf (vermeld datum, naam en plaats, en laat ruimte open voor de handtekeningen). Bespreek de conceptversie van het stageplan altijd eerst met de stagecoördinator en met de praktijkbegeleider. Voeg altijd een exemplaar van het beoordelings- en eindbeoordelingsformulier van je stage bij (zie ook bijlage VII en VIII)!
50
Bijlage VI Stageovereenkomst
51
52
Stageovereenkomst De Erasmus Universiteit Rotterdam, Erasmus School of History, Culture and Communication (hierna te noemen: stagevrager) hierbij vertegenwoordigd door de stagecoördinatoren, mw. drs. J.F.C. van Duijvendijk of mw. drs. Marije Ruijter, kamer L2-015, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam, e-mail:
[email protected], telefoonnummer 010-4082442 en de stagebiedende organisatie (hierna te noemen: stagegever) naam: ....................................................................................................................... afdeling: .................................................................................................................... adres:........................................................................................................................ postcode en plaats: ..................................................................................................... telefoon: .................................................................................................................... hierbij vertegenwoordigd door (naam en functie): .......................................................... en de student (hierna te noemen: stagiair(e)): naam: ....................................................................................................................... adres:........................................................................................................................ postcode en plaats: ..................................................................................................... telefoon: .................................................................................................................... studienummer: ........................................................................................................... komen het volgende overeen:
Artikel 1 De stagegever stelt bovengenoemde stagiair(e) in de gelegenheid in het kader van zijn/haar studie Algemene Cultuurwetenschappen stage te lopen, welke nader inhoudelijk wordt omschreven in het bijgevoegde stageplan.
Artikel 2 Gedurende de stage blijft de stagiair(e) student van de Erasmus Universiteit Rotterdam, Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen.
Artikel 3 De stageperiode loopt van …… (d/m/j) tot …… (d/m/j) waarbij gemiddeld …… uren per week gewerkt wordt. De werktijden zijn van …... uur tot …... uur. De stagiair(e) heeft recht op …... verlofdag(en) per maand.
Artikel 4 Voor aanvang van de stage stellen stagevrager en stagegever elkaar via het stageplan in kennis welke personen de stagiair(e) zullen begeleiden. De stagevoortgang wordt regelmatig besproken door begeleider en stagiair(e).
53
Artikel 5 De stagegever zal de stagiair(e) slechts werkzaamheden opdragen die passen binnen het kader van de stage, zoals omschreven in het stageplan. De stagiair(e) zal de opgedragen werkzaamheden naar behoren verrichten en zich gedragen volgens de regels die binnen de organisatie van de stagegever gelden.
Artikel 6 De stagiair(e) is verplicht tot geheimhouding van vertrouwelijke informatie.
Artikel 7 Voor de duur van zijn/haar stage kan de stagiair(e) gebruik maken van de faciliteiten van de stagegever en wordt hij/zij bij alle voor de stageopdracht relevante vergaderingen en bijeenkomsten uitgenodigd.
Artikel 8 Stagevrager en stagegever aanvaarden geen aansprakelijkheid voor letsel of schade welke de stagiair(e) mocht lijden tijdens of in verband met zijn/haar werkzaamheden, behalve voor zover dit letsel of deze schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de zijde van de stagevrager of stagegever of het personeel daarvan. Ter dekking van de eventuele kosten voortvloeiende uit een gebeurtenis waarvoor de stagiair(e) wettelijk aansprakelijk kan worden gesteld, wordt de stagiair(e) dringend geadviseerd een particuliere WA-verzekering af te sluiten.
Artikel 9 Alle door de stagiair(e) gemaakte reis- en onkosten t.b.v. de stage zullen - na overhandiging van de betaalbewijzen - door de stagegever worden vergoed. De stagiair(e) ontvangt van de stagegever een stagevergoeding van € .... ….. (bruto/netto) per maand.
Artikel 10 De stage wordt afgerond met een door de stagiair(e) te schrijven stageverslag volgens de richtlijnen van de stagevrager, gevolgd door een eindgesprek tussen de begeleiders van de stagevrager en de stagiair(e) en, indien mogelijk, in het bijzijn van de begeleiders van de stagegever.
Artikel 11 Bij problemen tijdens de stage richt de stagiair(e) zich allereerst tot de begeleider bij de stagegever. Geschillen tussen stagiair(e) en stagegever worden voorgelegd aan de stagevrager. Indien de stagegever, de stagevrager en de stagiair(e) niet tot een oplossing kunnen komen, wordt het geschil voorgelegd aan de Examencommissie van de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam, welke een voor alle partijen bindende beslissing neemt.
Artikel 12 Deze overeenkomst kan op initiatief van de stagevrager, de stagegever of de stagiair(e) na overleg worden onderbroken, verlengd of bekort, mits daarover tussen alle betrokken partijen overeenstemming is bereikt. Aldus opgemaakt en ondertekend:
54
Naam
Datum
Stagiair(e):
Stagegever:
Stagevrager:
55
Handtekening
56
Bijlage VII VII Tussentijds beoordelingsformulier
57
58
Tussentijds beoordelingsformulier Erasmus school of History, Culture and Communication Wij verzoeken de praktijkbegeleider dit beoordelingsformulier over de stagiair(e) in te vullen halverwege de stage van de stage en te bespreken met de stagiair(e) en eventueel met de stagecoördinator. Wij vragen u uw antwoorden zo nauwkeurig mogelijk toe te lichten. Bij voorbaat danken wij u voor uw medewerking. Datum: Stagiair(e): Stagebiedende organisatie: Praktijkbegeleider: Handtekening praktijkbegeleider:
Stageopdracht Kunt u de stageopdracht kort in eigen woorden omschrijven?
Verloopt de uitvoering van de stageopdracht zoals gepland? Zo nee, waarom niet?
Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de tot nu toe door de stagiair(e) uitgevoerde stageopdracht of stagetaken?
Waren de kennis en vaardigheden van de stagiair(e) bij aanvang van de stage voldoende? Om welke kennis en vaardigheden gaat het hierbij met name?
Stageplan Heeft u het stageplan ervan als een nuttige voorbereiding op de stage?
Gebruikt u het stageplan als leidraad tijdens de stage?
59
Functioneren Hoe functioneert de stagiair(e) binnen uw organisatie? (U kunt daarbij denken aan: zelfstandig werken, samenwerken, communiceren, vindingrijkheid, initiatief nemen, productiviteit, efficiëntie en flexibiliteit, etc.)
Wat zijn naar uw mening de punten waarop stagiair(e) met name uitblinkt?
Wat zijn naar uw mening de punten waarop stagiair(e) zichzelf nog kan verbeteren?
Leereffecten Streeft de stagiair(e) duidelijk de in het stageplan opgestelde leerdoelen na? Waaruit blijkt dit? Of, zo niet, waarom niet? Wat dient er in dat geval te veranderen?
Stageverslag Heeft de stagiair(e) al gewerkt aan het stageverslag? Heeft u daar al delen van ter inzage gekregen? Zo ja, wat vindt u daarvan?
Begeleiding Verloopt de stagebegeleiding gemakkelijk en naar ieders tevredenheid? Zo nee, waarom niet?
Contact met de universiteit Heeft u al contact gehad met de stagecoördinator? Zo ja, hoe heeft u dat contact ervan?
Opmerkingen/aanbevelingen Heeft u nog opmerkingen of aanbevelingen?
60
Bijlage VIII VIII Eindbeoordelingsformulier
61
62
Eindbeoordelingsformulier Erasmus School of History, Culture and Communication Wij verzoeken de praktijkbegeleider dit beoordelingsformulier over de stagiair(e) in te vullen na afloop van de stage en te bespreken met de stagiair(e) en eventueel met de stagecoördinator. Wij vragen u uw antwoorden zo nauwkeurig mogelijk toe te lichten. Bij voorbaat danken wij u voor uw medewerking.
Datum invullen: Einddatum stage: Stagiair(e): Stagebiedende organisatie: Praktijkbegeleider: Handtekening praktijkbegeleider:
Stageopdracht Is de stageopdracht in de loop van de stage aangepast? Zo ja, wat is er veranderd en waarom?
Is de stageopdracht uitgevoerd zoals van tevoren gepland? Zo nee, waarom niet?
Hoe beoordeelt u de kwaliteit van de door de stagiair(e) uitgevoerde taken?
Stageplan Heeft u het stageplan tijdens de gehele stage gebruikt als leidraad voor de werkzaamheden van de stagiair?
Functioneren Hoe heeft de stagiair(e) binnen uw organisatie gefunctioneerd? (U kunt daarbij denken aan: zelfstandig werken, samenwerken, communiceren, vindingrijkheid, initiatief nemen, productiviteit, efficiëntie en flexibiliteit, etc.)
63
Wat zijn naar uw mening de punten waarop de stagiair(e) met name uitblinkt?
Wat zijn naar uw mening de punten waarop de stagiair(e) zichzelf nog kan verbeteren?
Leereffecten Heeft de stagiair(e) naar uw mening de leerdoelen uit het stageplan bereikt? Zo nee, waarom niet?
Stageverslag Geeft het stageverslag naar uw mening een correct beeld van de organisatie en van het verloop van de stage?
Wat vindt u van de opbouw van het stageverslag?
Begeleiding Is de stagebegeleiding naar ieders tevredenheid verlopen? Zo nee, waarom niet? Hoe is, denkt u, de begeleiding vanuit de universiteit verlopen?
Contact met de universiteit Hoe heeft u het contact met de stagecoördinator van de universiteit ervaren?
Opmerkingen/aanbevelingen Heeft u nog opmerkingen of aanbevelingen?
64
-
Bijlage IX Stageverslag Stageverslag
65
66
Stageverslag De opbouw van je stageverslag ziet eruit als in het onderstaande voorbeeld, en moet ten minste de genoemde onderdelen bevatten. 1. Omslag
2. Titelpagina: • de titel van het verslag • je naam, adres, e-mailadres, telefoonnummer en studentnummer • de naam van de universiteit, faculteit, studie en stagecoördinator en het emailadres van het stagecoördinaat (
[email protected]) • de naam van de stagebiedende organisatie, en de naam van de praktijkbegeleider, inclusief afdeling, met e-mailadres en doorkiesnummer • stageperiode 3. Inhoudsopgave 4. Inleiding: • stageplaats (organisatie en stageopdracht) • hoe heb je de stageplaats gevonden? • motivatie (wat is de relatie met je studie?) • leerdoelen • begeleiders • opzet van het verslag 5. De • • • •
stagebiedende organisatie: gedetailleerde karakterisering van de organisatie doel en taken/producten van de organisatie structuur en omvang van de organisatie plaats van jouw afdeling binnen de organisatie
6. Het verloop van de stage: • wat was het doel van de stageopdracht? • omschrijving van de inhoud van de stageopdracht • voor welke aanpak heb je gekozen, waarom en hoe verliep dat? • tot welk eindproduct heeft dit geleid en wat gebeurt er met het eindproduct? 7. De • • • • • •
evaluatie van de stage: een kritische beschouwing van je functioneren zijn de leerdoelen bereikt? welke kennis en vaardigheden uit je studie heb je kunnen benutten? welke nieuwe kennis en vaardigheden heb je opgedaan? wat is de belangrijkste (persoonlijke) winst van je stage? hoe was de begeleiding van de praktijkbegeleider en van de stagecoördinator?
67
8. Theoretisch kader: • Specificeer de theorieën die je gebruikt hebt tijdens je stage en relateer je bevindingen aan deze theorieën. • Kon je de theorieën die je vooraf verwachtte te gaan gebruiken ook echt gebruiken? • Geef concrete voorbeelden van het gebruik van de literatuur in de praktijk 9. Literatuuropgave en noten 10. Bijlagen: • het goedgekeurde stageplan • het eventuele eindproduct van je stage: de onderzoeksrapportage of enkele vervaardigde producten, bijvoorbeeld een folder, brochure, artikel of persbericht.\ • Stuur evt. leuke foto’s of filmpjes van jou in actie mee tijdens een project waaraan je meegewerkt hebt.
68
69