C u lt u u r w e t e n s c h a p p e n B AC H E LO R | M A S T E R
studiegids
2011 2012
Inhoud 02 Voorwoord Nieuw en anders in 2011-2012 04 Studeren aan de Open Universiteit 05
Faculteit Cultuurwetenschappen Bachelor Algemene cultuurwetenschappen, master Kunst- en cultuurwetenschappen Beroepsperspectieven (Bijna) alumnus? Promoveren? Voorzieningen voor studenten Ongewenste verbreking contact
09 Studiebegeleiding Persoonlijke begeleiding Begeleiding per cursus Docenten en mentoren Welke informatie? Ga naar… 13
Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Opbouw Startpakket en propedeuse Postpropedeuse: drie varianten Aanbevolen volgorde van studeren (het ‘normtraject’)
17 Bachelor – reguliere variant / opleidingsschema 20 Bachelor – variant educatieve minor / opleidingsschema 24 Bachelor – open variant / opleidingsschema 27 Vrijstellingen voor de bacheloropleiding 30
Cursusbeschrijvingen bachelor Cursussen propedeuse Cursussen postpropedeuse Cultuurgeschiedenis Kunstgeschiedenis Letterkunde Filosofie Algemene cultuurwetenschappen Cursussen educatieve minor Cursussen vrije ruimte
59 Masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Opleidingsschema Toelating tot de masteropleiding 61 Cursusbeschrijvingen master 65 Tentamens 66 Inschrijven en kosten 68 Procedures en regelgeving 69 Service en informatie
Omslagfoto: Maurizio Cattelan, Zonder titel, 2002, Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Met toestemming van de Marian Goodman Gallery, New York
Voorwoord De studiegids voor het academisch jaar 2011-2012 is bijzonder: voor het eerst kunnen wij de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen presenteren in de vorm van drie varianten. Naast het ‘reguliere’ bachelorprogramma, waarin u uitgebreid kennis maakt met de vier disciplines waarop Algemene cultuurwetenschappen inhoudelijk is gestoeld (cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie), bieden wij u vanaf nu nog twee volwaardige studieprogramma’s: de open bachelor en de bachelor met educatieve minor. De open bachelor is niet geheel nieuw, maar wij hebben de structuur van deze variant transparanter gemaakt, waardoor de voordelen nog meer naar voren komen. De open bachelor biedt u de mogelijkheid de studie Algemene cultuurwetenschappen te combineren met andere academische opleidingen, iets wat bijvoorbeeld in de Verenigde Staten sinds jaar en dag mogelijk is onder de noemer Liberal Arts. Wellicht bent u ‘in een vorig studieleven’ begonnen aan een opleiding die u door allerlei omstandigheden niet hebt kunnen afmaken. De open bachelor biedt u de mogelijkheid de behaalde studiepunten alsnog te verzilveren met een academisch getuigschrift. Maar de open bachelor maakt het ook mogelijk specialismen te ontwikkelen, die gevraagd zijn in de wereld van de culturele instellingen: zo is er een markt voor cultuurwetenschappers die ook verstand hebben van financiën, personeelszaken en beleidsvorming, of die cultuur kunnen koppelen aan de sociaaleconomische omstandigheden van (doel)groepen in de samenleving. Ik nodig u uit de pagina’s 24-26 van deze gids op te slaan en de opties te bekijken. Met enige trots biedt de faculteit vanaf 2011-2012 ook de mogelijkheid om via de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen een tweedegraads bevoegdheid voor de schoolvakken Nederlands of Geschiedenis te halen. Samen met het Ruud de Moor Centrum, de afdeling van de Open Universiteit die zich richt op de docenten van het voortgezet onderwijs, hebben wij de afgelopen tijd gewerkt aan het ontwikkelen van de educatieve minor, een pakket van cursussen dat de pedagogische en (vak)didactische kennis biedt dat voor een tweedegraads bevoegdheid vereist is. Natuurlijk dient u dan ook te beschikken over de nodige inhoudelijke kennis, maar ook daarin is voorzien. Nog niet alle cursussen zijn in 2011-2012 beschikbaar, maar wie nu begint, kan volgend academische jaar, 2012-2013, de resterende vakken doen. Kijk voor de samenstelling van het programma en de ingangseisen op pagina 20 en volgende. Met bovenstaande observaties heb ik nog lang niet alle nieuwigheden voor 2011-2012 genoemd. Wat dacht u van een geheel nieuwe cursus over de cultuurgeschiedenis van de oudheid? Of van de nieuwe cursus ‘Staten, naties en identiteit’, de opvolger van de roemruchte cursussen ‘Veranderende grenzen in Europa’? Beide beschikbaar vanaf 1 februari 2012. Kortom, dank dat u de studiegids van de Faculteit Cultuurwetenschappen (wederom) hebt opengeslagen! De inhoud zal u niet teleurstellen en garant staan voor veel spannende en inspirerende studie-uren.
Prof. dr. Jaap van Marle Decaan faculteit Cultuurwetenschappen
Nieuw en anders in 2011-2012 Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen: vanaf nu in drie varianten Als u de propedeuse van de bacheloropleiding hebt afgerond, moet u voortaan een keuze maken: volgens welke variant vul ik het programma van mijn postpropedeuse in? U hebt drie mogelijkheden: 1. de reguliere bachelor 2. de open bachelor 3. de bachelor met educatieve minor Kijk voor de mogelijkheden verderop in deze studiegids. Voor elke variant is het studieprogramma volledig uitgewerkt.
Nieuwe cursussen educatieve minor De educatieve minor bestaat uit 7 modulen (30,1 studiepunten), bedoeld voor de pedagogisch-didactische scholing die nodig is voor het behalen van een tweedegraads lesbevoegdheid. Drie nieuwe cursussen zijn vanaf 1 september 2011 beschikbaar, twee volgen een jaar later: - Onderwijswetenschap (O17311), pag. 55. - Kennis van leren en onderwijzen (C46311), pag. 55. - Kennis van de leerling (C47211), pag. 56. - Vakdidactiek geschiedenis (C30211) of Nederlands (C31211) beschikbaar vanaf 1-9-2012. - Vakdidactische stage Geschiedenis (C62313) of Nederlands (C63313) beschikbaar vanaf 1-9-2012.
Cursussen van het ‘aanvullingstraject geschiedenis’ voor iedereen beschikbaar Vanaf dit jaar kunnen de historische cursussen ‘Middeleeuwen’, ‘Sociaal-economische geschiedenis’ en ‘Nederland in de 19e en 20e eeuw’ door alle studenten opgenomen worden in de gebonden keuze en vrije ruimte van de postpropedeuse. De cursussen zijn voortaan voorzien van een volwaardig werkboek en hebben een nieuwe cursuscode. Bij Sociaal-economische geschiedenis is ook het tekstboek nieuw. Zie de pagina’s 39, 40 en 41.
Nieuwe cursus: Cultuurgeschiedenis van de Oudheid. Tot het ‘aanvullingstraject geschiedenis’ behoorde ook de cursus ‘Oudheid’. Ook deze cursus kan vanaf het nieuwe studiejaar door iedereen gekozen worden in de gebonden keuze. Bijzonder is echter dat afgelopen tijd geschreven is aan een geheel nieuwe cursus: Cultuurgeschiedenis van de Oudheid. Hieraan heeft een groot deel van de Nederlandse experts op het gebied van de oudheid meegewerkt. Vanaf 1 februari 2012 is de nieuwe cursus beschikbaar voor alle studenten. Zie pagina 39.
Nieuwe cursus: Staten, naties en identiteit. Europa vanaf circa 1800 tot heden. Sinds jaar en dag maken de twee cursussen ‘Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 en 1919-1989’ deel uit van het programma van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen. De tekstboeken, ontwikkeld door Prof. dr. Leo Wessels en dr. Toon Bosch, zijn de afgelopen jaren op vele universitaire opleidingen gebruikt en talrijke malen bijgedrukt. Vanaf 1 februari 2012 worden beide cursussen vervangen door één geheel nieuw geschreven en volledig naar de laatste stand der wetenschap geactualiseerde cursus: Staten, naties en identiteit. Europa vanaf circa 1800 tot heden. Twee oude modulen worden dus door één nieuwe vervangen. Zie pagina 33.
2
Nieuwe zomerscholen, seminars en CW-debat-activiteiten In 2011-2012 worden weer zomerscholen aangeboden door de secties Filosofie en Letterkunde. Filosofie organiseert de zomerschool Hermeneutiek in november 2011 in Groningen (zie pagina 51) en Letterkunde een zomerschool over de Indische autobiografie in mei 2012 in Den Haag (pagina 47). Uiteraard is er in 2011-2012 ook weer een nieuw aanbod aan seminars en activiteiten in het kader van CW-debat. Zo is er in september al een speciaal seminar in Berlijn in samenwerking met de Duitse Fernuniversität rond het thema ‘nationale musea’. Raadpleeg zoals altijd voor de laatste stand van zaken de cursuswebsites.
Nieuwe naam master Onze masteropleiding heet voortaan Kunst- en cultuurwetenschappen. De naamsverandering is een gevolg van afspraken tussen alle Nederlandse universiteiten. Zie verder pagina 59.
Laatste tentamenkansen Door het ter beschikking komen van nieuwe cursussen verdwijnen de oude uit aanbod. Neemt u, voor zover relevant, goed notitie van het volgende: - De cursus Oudheid (C11211) gaat uit aanbod per 1 februari 2012. Uw laatste kans om mondeling tentamen over deze cursus te doen is op 31 januari 2013. - De cursussen Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 (C06311) en Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1919-1989 (C07321) gaan uit aanbod per 1 februari 2012. Uw laatste kans om tentamen te doen is per 31 januari 2013. - De cursus Sociaal-economische geschiedenis (C13211) gaat uit aanbod per 1 juli 2011. Uw laatste kans om mondeling tentamen over deze cursus te doen is op 30 juni 2012. - De cursus Nederland in de 19e en 20e eeuw (C10212) gaat uit aanbod per 1 juli 2011. Uw laatste kans om mondeling tentamen over deze cursus te doen is op 30 juni 2012.
3
Studeren aan de Open Universiteit Het onderwijsaanbod van de Open Universiteit (OU) is anders samengesteld dan dat van de reguliere Nederlandse en Belgische universiteiten. Wij bieden afstandsonderwijs, deels elektronisch aangeboden met gebruikmaking van de mogelijkheden van internet. Dit betekent dat u als student niet naar college hoeft te gaan (al zijn er uitzonderingen), maar thuis achter uw bureau of op welke andere plaats dan ook, en op een tijdstip dat u schikt, kunt studeren. Het studiemateriaal is zelfinstruerend, de docent is als het ware aan het woord. Het studietempo bepaalt u zelf, want soms is er veel gelegenheid om te studeren, soms ook absoluut niet. Bij de Open Universiteit betaalt u geen collegegeld om een jaar lang onderwijs te kunnen volgen. Bij de OU koopt u cursussen, elk jaar het aantal dat u zelf wilt. U kunt op elk moment met uw studie aan de OU beginnen.
Toelatingseis
Cursussen en opleidingen
Iedereen kan een studie op academisch niveau starten bij de Open Universiteit. De enige toelatingseis is de leeftijd van 18 jaar of ouder. Zonder computer met een goede internetaansluiting is het niet mogelijk om een opleiding van de OU te voltooien. Houd er ook rekening mee, dat voor veel cursussen Engels op havo-niveau een vereiste is.
Cursussen vormen de bouwstenen van het onderwijs aan de Open Universiteit. Een pakket van tekstboeken, werkboeken (al of niet elektronisch aangeboden), cd-roms, dvd’s, een cursuswebsite en soms nog andersoortige informatiedragers vormen het studiemateriaal van een cursus. Elke cursus die u koopt, is afzonderlijk te bestuderen en wordt afgesloten met een tentamen. U krijgt standaard veertien maanden om de drie tentamenkansen te benutten. Als u slaagt, ontvangt u een cursuscertificaat. Vele cursussen samen vormen een wetenschappelijke opleiding. De cursusbeschrijvingen elders in deze studiegids geven een indruk van de inhoud van elke cursus die de faculteit Cultuurwetenschappen aanbiedt. Bij elke cursusbeschrijving staat de url (het elektronisch adres) van de cursus op de website www.studieaanbod.ou.nl vermeld. Daar vindt u uitgebreidere informatie en kunt u online cursussen bestellen.
www.ou.nl en eigen e-mailadres Het adres van de openbare website van de Open Universiteit is www.ou.nl . Alle algemene informatie over studeren aan de OU en alle benodigde formulieren worden gepubliceerd op deze website. Iedereen die aan de OU studeert, krijgt een eigen e-mailadres bestaande uit uw naam en de uitgang @studie.ou.nl. Dit adres gebruikt de universiteit wanneer zij met u in contact wil treden.
Studiebegeleiding Zelfstudie en afstandsonderwijs betekenen niet studeren zonder begeleiding. De Open Universiteit biedt begeleiding op een aantal manieren. Zie voor details pagina 9. Wanneer u besluit een academische opleiding aan de OU te volgen, krijgt u een mentor toegewezen die fungeert als vast en persoonlijk aanspreekpunt voor zaken als planning, aanpak en voortgang van de studie. www.ou.nl/begeleiding
Modulen, studiepunten en studie-uren Een cursus van de Open Universiteit bestaat uit één of meer modulen, waarbij 1 module gelijk staat aan 4,3 studiepunten. De cursusomvang in deze studiegids wordt uitgedrukt in modulen. Voor het bestuderen van 1 module staat een studieduur van 100 tot 120 studie-uren.
Studienet en cursuswebsites Studiecentra Uw mentor houdt kantoor op een studiecentrum. Bij uw mentor en de andere medewerkers van een studiecentrum kunt u terecht voor alle informatie over uw studie. U kunt in een studiecentrum begeleidingsbijeenkomsten volgen, tentamens afleggen, praten met andere studenten, werken aan een computer en het studiemateriaal inzien. Er worden workshops en lezingen georganiseerd en er vinden diploma-uitreikingen plaats. Een studiecentrum is dan ook dé ontmoetingsplaats voor studenten. De Open Universiteit beschikt over zestien studiecentra in Nederland en zes in Vlaanderen. www.ou.nl/studiecentra
4
Alle cursussen hebben een eigen site op de elektronische leeromgeving van de Open Universiteit, Studienet. Om op de hoogte te blijven van alle extra en actuele informatie die rond een cursus wordt aangeboden, is een geregeld bezoek aan deze cursuswebsite noodzakelijk. Zodra u zich heeft ingeschreven voor een cursus, krijgt u toegang tot de cursussite. Daar vindt u uitgebreide informatie over de begeleiding en het tentamen. Ook is het in de discussiegroep mogelijk contact te leggen met andere studenten die met de stof bezig zijn en zo samen de antwoorden op vragen te vinden. Docenten mengen zich soms ook in deze discussie. Op Studienet heeft de faculteit Cultuurwetenschappen een eigen plek (‘tab’) voor het doorgeven van belangrijke informatie aan haar studenten.
Faculteit Cultuurwetenschappen (CW) Bij cultuur denken wij vooral aan wat ons met andere mensen bindt. Dat kan taal zijn, nationaliteit, godsdienst, de krant waar wij op geabonneerd zijn, onze politieke voorkeur of de manier waarop wij met elkaar omgaan. Cultuur is dus een heel ruim begrip, waarin in elk geval identiteit, omgangsvormen en gemeenschappelijke ideeën en codes een grote rol spelen. Belangrijk in het cultuurbegrip is dat die gemeenschappelijke kenmerken ooit gegroeid zijn, maar ook – en dat maakt het spannend – constant veranderen. Denkt u zich in uw eigen woonplaats eens drie eeuwen terug. Die is dan aanzienlijk kleiner, er staan andere gebouwen, u bent anders gekleed en de taal en omgangsvormen zijn anders. Ook de beleving van godsdienst, natuur of maatschappelijke identiteit wijkt af van wat u op dit moment ervaart. De voortdurende ontwikkeling in de cultuur van het bestaande naar het nieuwe is kort samengevat onder de noemer ‘traditie en vernieuwing’, een begrippenpaar dat in de opleidingen van de Faculteit Cultuurwetenschappen centraal staat.
Bachelor Algemene cultuurwetenschappen, master Kunst- en cultuurwetenschappen De faculteit Cultuurwetenschappen (CW) biedt een wetenschappelijke bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen en een masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen aan. Dit zijn twee geheel zelfstandige opleidingen: - de bachelor Algemene cultuurwetenschappen, een afgeronde academische opleiding die wordt bekroond met een diploma en bijbehorende titel Bachelor of Arts. De bacheloropleiding wordt aangeboden in drie varianten: de reguliere bachelor, de open bachelor en de bachelor met educatieve minor (zie vanaf pagina 13). Alle drie de varianten van de bachelor geven toegang tot de master Kunst- en cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. - de master Kunst- en cultuurwetenschappen, waarin sprake is van verdere wetenschappelijke verdieping en die leidt tot het diploma Master of Arts. De cursussen waaruit de opleidingen van de faculteit Cultuurwetenschappen (en de andere faculteiten van de OU) bestaan, worden elk academisch jaar door de Raad van decanen vastgesteld en gepubliceerd in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER kent een ‘Algemeen deel’ met algemene regels aangaande het onderwijs, een ‘Specifiek deel’ waarin de cursussen waaruit het programma is opgebouwd worden opgesomd en ‘Uitvoeringsregels’, waarin nadere regels aangaande cursussen en opleidingen worden gesteld (zie ook: www.ou.nl/documenten). Met uitzondering van practica, vaardigheidscursussen en scripties zijn alle cursussen waaruit de opleidingen cultuurwetenschappen bestaan, ook als losse cursus aan te schaffen, te bestuderen en af te sluiten met een tentamen. Wel zijn er soms ingangseisen waaraan voldaan moet worden. Of u kiest voor een opleiding of een losse cursus hangt af van het doel waarmee u gaat studeren en de tijd die u beschikbaar heeft. De certificaten behaald voor losse cursussen kunt u later altijd inbrengen in een opleiding. Ze kunnen ook vrijstelling opleveren bij andere universiteiten of hogescholen.
Beroepsperspectieven Algemene cultuurwetenschappen kent vier constituerende disciplines: cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde. Na het voltooien van uw opleiding hebt u een schat aan kennis opgedaan over een breed scala van culturele verschijnselen, zoals taal, ideeën, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. Uw kennis strekt zich uit over een periode die begint bij de renaissance en doorloopt tot de huidige samenleving. Naast kennis en inzicht verwerft u als cultuurwetenschapper ook de vaardigheden om teksten en bronnen te analyseren, zelf een onderzoek op te zetten en daarover wetenschappelijk verantwoord te rapporteren, zowel schriftelijk als mondeling. De kennis en vaardigheden waarover u na het behalen van een bachelordiploma Algemene cultuurwetenschappen en/of een masterdiploma Kunst- en cultuurwetenschappen beschikt, maken u geschikt voor staf- en beleidsfuncties bij overheid en culturele instellingen. In de zogenaamde beleidsvariant van de open bacheloropleiding worden cultuurwetenschappelijke vakken gecombineerd met de grondslagen van een management- en juridische opleiding en zet u tijdens uw studie al direct in op dergelijke functies.
5
De bachelor Algemene cultuurwetenschappen en master Kunst- en cultuurwetenschappen bieden ook kansen voor een carrière in het onderwijs. Het is mogelijk in de bacheloropleiding een educatieve minor op te nemen, waarmee u een tweedegraads bevoegdheid Geschiedenis of Nederlands behaalt. De master biedt uitzicht op een eerstegraads bevoegdheid Geschiedenis, Nederlands of Kunstgeschiedenis/Culturele en kunstzinnige vorming (CKV). Kijk voor meer informatie en de condities op pagina 59.
Cultuur is overal
(Bijna) alumnus? Promoveren?
Cultuur is overal. We maken er zelf
Als u de eindstreep van uw studie (bijna) hebt bereikt, betekent dat niet dat het contact met de faculteit Cultuurwetenschappen en de Open Universiteit komt te vervallen. Als alumnus bent u graag gezien, u bent tenslotte ambassadeur van onze faculteit/universiteit. Wederzijds contact vinden wij belangrijk, omdat we iets voor elkaar kunnen betekenen. U bent voor ons een belangrijke ervaringsdeskundige als het gaat over de relevantie van de opleiding voor de samenleving. Daarom bent u van harte welkom op onze studiedagen, symposia en academische zittingen. Ook sommige cursussen staan voor u open. De faculteit Cultuurwetenschappen organiseert jaarlijks een alumnidag en geeft een alumni-nieuwsbrief uit waarin alle interessante seminars, zomerscholen en studiedagen staan vermeld. Voor degenen die wel eens nadenken over een promotie, organiseert de faculteit speciale informatiebijeenkomsten. Hebt u belangstelling, neem dan contact op met mw. De Munnik:
[email protected].
deel van uit en worden er constant en overal mee geconfronteerd. Maar cultuur en de uitingen daarvan zijn veelal niet eenduidig. Cultuur is geen statisch gegeven, maar voortdurend aan verandering onderhevig, met als gevolg dat ook cultuuruitingen in hoge mate divers en heterogeen zijn. De opleidingen van de Faculteit Cultuurwetenschappen zijn erop gericht om cultuuruitingen te analyseren, te interpreteren en in een breder perspectief te plaatsen. Met andere woorden, onze wetenschappelijke opleidingen zijn niet alleen gericht op het bijbrengen en vergroten van de kennis op het ter-
Alumnus zijn betekent ook dat u in aanmerking komt voor het lidmaatschap van de algemene OU-Alumnivereniging. Deze vereniging is zelfstandig en voert haar eigen beleid. De alumnivereniging faciliteert het contact met andere afgestudeerden en het onderhouden van een netwerk. U kunt OU-cursussen bestellen (zonder tentamenrechten) tegen een gereduceerd tarief. De vereniging organiseert geregeld lezingen, excursies en bedrijfsbezoeken. www.open.ou.nl/alumni
rein van de cultuur, maar ook op het ‘actief omgaan’ met cultuuruitingen. Dat ook reflectie op cultuur daarbij hoort, is bijna vanzelfsprekend. U verwerft dus niet alleen kennis, maar leert met deze kennis ook iets te doen. Vandaar de aandacht in het studieprogramma voor academische vorming en vaardigheden. Inhoudelijk stoelen de bachelor Algemene cultuurwetenschappen en de master Kunst- en cultuurwetenschappen op vier disciplines: (cultuur)geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie.
Voorzieningen voor studenten Studienet Elke cursus die u koopt bij de Open Universiteit, heeft een eigen website op Studienet, de elektronische leeromgeving van de universiteit. Deze cursuswebsite is een integraal onderdeel van elke cursus. U dient deze cursuswebsite dan ook te raadplegen om op de hoogte te blijven van alle relevante informatie over uw cursus(sen). Vaak is bestudering van de cursus zonder de website niet mogelijk. Wie voor het eerst toegang tot Studienet wil krijgen gaat naar www.ou.nl en klikt vervolgens op Studienet. Volg de instructies. Als u bent ingelogd staan de door u aangeschafte cursussen op uw werkplek. Via de tab ‘Cursussen’ > Cultuurwetenschappen komt u in de complete lijst met cursussen en kunt u als gast ook op websites van andere cursussen kijken.
Studiepad online Voor elke student die een opleiding volgt, maakt de OU een studiepad aan in het Studieresultatensysteem (SRS). In dit studiepad kunt u uw studievorderingen raadplegen. SRS geeft een overzicht van het afgelegde, lopende en resterende studiepad van de opleiding waarmee u bezig bent. Maar let op! Het studiepad geeft niet de aanbevolen volgorde van het bestuderen van cursussen weer. Deze volgorde vindt u in het schema op pagina 16 van deze gids. Het studiepad is louter een overzicht van uw studievorderingen. www.ou.nl/studiepad
6
Studentenblad (e-)Modulair Als student van de Open Universiteit ontvangt u acht keer per jaar het (gratis) studentenblad Modulair. Modulair staat vol met achtergronden, human interest, opinie en debat. Studenten vertellen over hoe zij het doen met de studie; docenten en hoogleraren vertellen over interessante ontwikkelingen in hun vakgebied. Ook vertegenwoordigers van het College van Bestuur, de studiecentra en het Onderwijs Service-centrum komen regelmatig aan het woord. In servicerubrieken staat de laatste informatie over tentamenroosters, bijzondere inschrijvingen, afgestudeerden en dergelijke. Modulair kent ook een elektronische editie voor het laatste nieuws. www.ou.nl/modulair
Bibliotheek De bibliotheekfaciliteiten van de Open Universiteit bestaan uit een digitale bibliotheek, toegang tot de elektronische catalogus Picarta, toegang tot de bibliotheken van andere universiteiten en tot de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Deze faciliteiten zijn bereikbaar via Studienet, Mijn werkplek en www.ou.nl/ub. U hebt rechtstreeks toegang tot de digitale bibliotheek met een dertigtal belangrijke informatiebestanden en/of zoeksystemen voor wetenschappelijke tijdschriften en artikelen. De instructievideo geeft uitleg over het gebruik van de digitale bibliotheek. Daarnaast wordt meer informatie verstrekt via de veelgestelde vragen en nieuwsberichten. Hebt u inhoudelijke vragen over de collectie, dan kunt u Ask Your Librarian raadplegen. www.ou.nl/bibliotheek of www.ou.nl/ub
Academia en SURFspot De Open Universiteit is aangesloten op de SURFfederatie, waardoor u als student gebruik kunt maken van de mediabibliotheek Academia maar ook producten bestellen via SURFspot. Het Academia-materiaal bevat een enorme collectie aan beeld- en geluidmateriaal over de Nederlandse geschiedenis, de medische wereld, mediageschiedenis, politiek en recht, natuur en milieu en zelfs over entertainment en curiosa. Er zijn Polygoon-journaals, amateurfilms, programma’s van de publieke omroep, radiofragmenten, foto’s en artikelen te vinden. SURFspot is de ict-webwinkel voor het onderwijs waar officiële software en andere ICT-producten tegen voordelige prijzen aangeschaft kunnen worden. De link naar de winkel treft u aan op uw werkplek op Studienet. www.ou.nl/computergebruik
Facultaire opleidingscommissie Binnen de faculteit Cultuurwetenschappen is een (wettelijk verplichte) Facultaire opleidingscommissie (FOC) actief. Deze commissie bestaat uit minimaal drie studenten en drie stafleden. De commissie brengt advies uit over de Onderwijs- en examenregeling (OER) voor de opleidingen van de faculteit Cultuurwetenschappen, beoordeelt jaarlijks de uitvoering van die regeling en geeft verder gevraagd en ongevraagd advies over het CW-onderwijs. Verslagen van de vergaderingen van de FOC kunt u vinden in de rubriek ‘Facultaire Opleidingscommissie’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet. De samenstelling van de commissie is in het voorjaar van 2011 als volgt: prof. dr. Leo Wessels, voorzitter Studentleden Jos de Jonge, Leni Luierweert, Michel Severijns, Marian Vaags, Koos van der Zwet, vacature. Docentleden drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, dr. Mieke Rijnders; plaatsvervangers: dr. Frank Inklaar, drs. Herman Simissen Ondersteuning Ambtelijk secretaris: drs. Paul van den Boorn; secretariaat: Petra de Munnik Indien u in contact wilt komen met de Facultaire opleidingscommissie Cultuurwetenschappen kunt u een e-mail sturen naar
[email protected].
Ik heb een vraag… - Over algemene zaken met betrekking tot de studie, de faculteit of de universiteit: www.ou.nl/directcontact of bel 00 31 (0)45-576 28 88. - Over de planning en aanpak van mijn studie (online): www.ou.nl/studieplanner en www.ou.nl/studiecoach (zie voor meer informatie pagina 9 van deze studiegids). - Over de planning en aanpak van mijn studie (persoonlijk): uw mentor van de faculteit Cultuurwetenschappen. Kijk op pagina 11 van deze studiegids wie dat is en stuur een e-mail. - Over de inhoud van een cursus: kijk bij de cursusbeschrijving elders in deze studiegids wie de examinator en/of begeleider van uw cursus is en stuur een e-mail.
7
Studentenverenigingen
U studeert niet alleen! Hoewel de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit
Studenten van de faculteit Cultuurwetenschappen hebben zich georganiseerd in studentenverenigingen en studiegroepen. De meeste zijn gekoppeld aan een studiecentrum en geven een nieuwsbrief uit. De verenigingen organiseren uiteenlopende activiteiten, zoals lezingen, excursies, congressen of buitenlandse studiereizen. Het is een gemakkelijke manier om contact te krijgen met andere studenten en docenten van de faculteit en het studiecentrum. De verenigingen zijn er natuurlijk ook voor de gezelligheid. Voor velen zijn de sociale contacten onmisbaar; onderling worden veel studie-ervaringen uitgewisseld. Actuele informatie over adressen, contactpersonen en activiteiten kunt u vinden op www.ou.nl/studentenvereniging of de link ‘studentenverenigingen’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet.
afstandonderwijs verzorgt, dat u
Studentenraad
in principe zelfstandig thuis kunt
Studenten worden op universiteitsniveau vertegenwoordigd door de Studentenraad. De raad heeft instemmingbevoegdheid op het algemene deel van de Onderwijs- en examenregeling (OER) en adviesbevoegdheid op de specifieke delen. Verder kan de raad advies uit brengen over zaken die direct in verband staan met de geboden studiemogelijkheden en faciliteiten daartoe, bijvoorbeeld: - het ontwikkelen van opleidingen, - beleidszaken met betrekking tot voorzieningen voor studenten, - de studiebegeleiding van studenten.
bestuderen, hoeft uw studie geen eenzaam avontuur te zijn. Aan onze faculteit staan zo’n 2500 studenten ingeschreven, die zich voor een deel hebben georganiseerd in studentenverenigingen. Medestudenten kunt u ook ontmoeten in de studiecentra, waar u bovendien bij docenten (mentoren) van de faculteit terecht kunt voor studieadvies en begeleidingsbijeenkomsten. Mentoren en studentenverenigingen organiseren in overleg elk jaar een programma van lezingen, voorlichtingsavonden, discussiegroepen, excursies et cetera. Deze activiteiten vinden wij een wezenlijk bestanddeel van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen. Zij dragen bij aan een bredere academische vorming. Daarom heeft de faculteit deze activiteiten ondergebracht in de aparte module ‘Cultuurwetenschappelijk debat’. Op die manier wordt uw deelname beloond met studiepunten.
8
Daarnaast kan de Studentenraad uit eigen beweging advies uitbrengen aan de Raad van toezicht of aan het College van bestuur, over aangelegenheden van de Open Universiteit die in het bijzonder studenten aangaan. Zie voor meer informatie de ingang ‘Studentenraad’ op Studienet. De Studentenraad is bereikbaar via
[email protected] en per telefoon: 00 31 (0)45-576 22 15 of 576 27 37 (ma t/m vr van 09.00–16.30 uur). Postadres: Open Universiteit, t.a.v. Studentenraad, Postbus 2960, 6401 DL Heerlen
Studiebegeleiding Begeleide zelfstudie Het studeren aan de Open Universiteit wordt wel aangeduid als ‘begeleide zelfstudie’. Dat een student aan de Open Universiteit wordt geacht zoveel mogelijk zelfstandig te studeren, komt bijvoorbeeld tot uiting in de zelf- en eindtoetsen die in vrijwel alle gevallen tot het studiemateriaal van cursussen behoren. Het zijn proeftentamens waarmee u zelf kunt testen of u de stof van een leereenheid (zelftoets) of de hele cursus (eindtoets) beheerst. Daarnaast zijn van vrijwel alle cursussen tentamenbundels beschikbaar, bestaande uit reeds afgenomen tentamens of in het verleden gemaakte opdrachten. Maar zelfstudie betekent niet ‘geen begeleiding’. De faculteit Cultuurwetenschappen biedt diverse vormen van begeleiding aan. Uitgebreide informatie daarover vindt u bijvoorbeeld in de opleidingsschema’s van de bachelor en master elders in deze gids, op de cursuswebsites en de tab Cultuurwetenschappen op Studienet, en op www.ou.nl onder studieaanbod en studie-informatie. We onderscheiden de volgende begeleidingsvormen:
Persoonlijke begeleiding Onderwijsadviseur en mentor Hebt u vragen met betrekking tot studieplanning, studievoortgang, studievaardigheden of organisatie (dus vragen die geen betrekking hebben op de inhoud van een specifieke cursus), dan kunt u elke werkdag van 9.00 tot 16.30 uur terecht bij de onderwijsadviseurs van de faculteit Cultuurwetenschappen, telefoon: 00 31 (0)45-576 28 88. Daarnaast kunt u voor soortgelijke vragen een beroep doen op uw CW-mentor. Deze heeft als standplaats het studiecentrum in uw regio en is een vast aanspreekpunt tijdens uw hele studie. Aan elk Nederlands studiecentrum is een CW-mentor verbonden (zie de foto’s). Hij/zij organiseert ook bijeenkomsten, zoals voorlichtingsbijeenkomsten over het nieuwe cursusaanbod, lezingen in het kader van het studium generale van CW of excursies. Op deze bijeenkomsten ontmoet u medestudenten uit uw eigen regio, hetgeen soms leidt tot het vormen van studiegroepjes. CW-mentor en onderwijsadviseur richten zich op gezette tijden ook tot u via een mail in het kader van het zogenaamde bachelormentoraat. Ook aan de Vlaamse studiecentra zijn CW-mentoren verbonden. Bij hen kunt u informatie krijgen over CW-docenten en begeleiding. Zie voor de namen de tab Cultuurwetenschappen op Studienet onder ‘begeleiding en mentoraat’.
Wijzigingen in studiebegeleiding In de rubriek Studiebegeleiding in Modulair en op de cursuswebsites wordt u op de hoogte gehouden van wijzigingen van data, locaties en spreekuurtijden van docenten/mentoren. Raadpleeg daarom altijd deze rubriek en de cursuswebsite. Voor veranderingen op zeer korte termijn kunt u het beste de website van uw studiecentrum raadplegen: www.ou.nl/studiecentra.
Studiecoach en workshops Veel studenten merken dat een studie aan een afstandsuniversiteit een nieuwe aanpak van studeren vergt. Waarschijnlijk bent u al een tijdje uit het studieritme en moet u er weer even inkomen. Een goed timemanagement is dan geen overbodige luxe! Maar ook een goede motivatie en studieplanning zijn dan belangrijk. Er zijn verschillende methoden om informatie op te nemen en te onthouden en er zijn ook veel manieren om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. De elektronische Studiecoach geeft u tips en suggesties om u actief te leren studeren. Daarnaast worden in de studiecentra regelmatig workshops georganiseerd waar u samen met andere studenten kunt werken aan het verbeteren van uw kwaliteiten en studievaardigheden. www.ou.nl/studiecoach
Studieplanner Om een goed studieresultaat te behalen en zo veel mogelijk gebruik te maken van uw beschikbare studietijd is het plannen van uw studie raadzaam. De Studieplanner, een elektronisch hulpmiddel, maakt op basis van een aantal gegevens het plannen van uw studie inzichtelijk. Nadat u hebt ingevoerd hoeveel uren per week u beschikbaar hebt voor de studie, ziet u meteen wanneer u klaar bent voor het afleggen van een tentamen. Andersom kan ook, als u op een bepaalde datum uw cursus wilt afronden, berekent de studieplanner hoeveel studie-uren u per week nodig hebt. U kunt ook meerdere cursussen plannen en rekening houden met vakanties. www.ou.nl/studieplanner
9
Begeleiding per cursus Standaardbegeleiding Elke cursus heeft een docent bij wie u voor inhoudelijke vragen terecht kunt. Dit kan telefonisch of via e-mail. Bij de cursusbeschrijvingen in deze gids en op de cursussite in Studienet ziet u wie de docent is en wanneer hij/zij telefonisch spreekuur houdt. Op Studienet kunt u ook via de discussiegroep of het forum vragen stellen aan medestudenten. Docenten kijken soms mee in de discussiegroep.
Groepsbegeleiding Voor een aantal cursussen worden in de studiecentra groepsbijeenkomsten georganiseerd. Het betreft vooral de inleidende cursussen in de propedeuse en dan met name de ‘startcursus’, de eerste cursus van de opleiding. Voor sommige cursussen later in de opleiding worden bijeenkomsten belegd in de belangrijkste studiecentra. Tijdens de bijeenkomsten gaat u samen met docent en medestudenten dieper in op de leerstof en bereidt u zich voor op het tentamen. Alle informatie rondom studiebegeleiding wordt gepubliceerd op de betreffende cursussite. Tenzij anders aangegeven is het bezoeken van begeleidingsbijeenkomsten niet verplicht. Van steeds meer bijeenkomsten bestaan opnames, die te volgen zijn via de cursussite op Studienet.
Elektronische begeleiding
Ongewenste verbreking contact Als u een cursus van de OU koopt, bent u voor 14 maanden ingeschreven als student. Na die 14 maanden hebt u geen ‘inschrijfrechten’ meer, tenzij u uw rechten verlengt (zie pagina 66). Mocht er even geen tijd zijn om uw studie op dat moment voort te zetten, en verlengt u rechten niet, dan u kunt geen tentamen meer doen in de betreffende cursus. Wel zorgt de OU ervoor dat u nog één jaar toegang behoudt tot de cursussite op Studienet. U krijgt ook nog Modulair. Maar één jaar nadat de laatste inschrijfrechten zijn verlopen, worden alle contacten verbroken, tenzij u actie onderneemt. Laat het ons weten als u uw studie noodgedwongen tijdelijk op een laag pitje hebt gezet, maar toch betrokken en op de hoogte wilt blijven. Neem contact op met uw CW-mentor. In de meeste gevallen kunnen wij dan in overleg iets regelen.
10
Bij enkele cursussen speelt elektronische begeleiding via de cursuswebsite op Studienet een grote rol. Voorgeprogrammeerde studietaken, discussie- en nieuwsgroepen en e-mail sturen u door de leerstof.
Studiedagen Bij een aantal cursussen wordt op een centrale plaats in Nederland een studiedag georganiseerd. Een studiedag heeft een ander karakter dan een begeleidingsbijeenkomst. Tijdens een studiedag maken docenten de inhoud van een cursus aanschouwelijk door bijvoorbeeld een bezoek aan een museum, door lezingen of door het samen lezen van oorspronkelijke teksten. De dagen hebben een ‘plus-karakter’, inhoud van de cursus en tentamen komen slechts zijdelings ter sprake. Over data, locaties en inhoud van deze dagen wordt u tijdig via de cursuswebsite en het studentenblad Modulair geïnformeerd. De meeste studiedagen kunnen worden meegenomen in het traject van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat. Zie de cursusbeschrijving op pagina 52.
Individuele begeleiding bij de afstudeeropdracht Bij het schrijven van de bachelorscriptie wordt u gedeeltelijk individueel begeleid. U maakt samen met uw docent afspraken. De begeleiding van het onderzoekspracticum en de scriptie van de masteropleiding is geheel individueel.
Docenten en mentoren Overige stafleden Prof. dr. Jaap van Marle Decaan
dr. Toon Bosch
dr. Mieke Rijnders
[email protected]
(geschiedenis)
(kunstgeschiedenis)
[email protected]
[email protected]
Mentoren prof. dr. Wil Derkse
drs. Herman Simissen
drs. Janny Bloembergen-
(filosofie)
(filosofie / geschiedenis)
Lukkes (geschiedenis)
[email protected]
[email protected]
drs. Dick Disselkoen
dr. Patricia van Ulzen
(letterkunde)
(kunstgeschiedenis)
[email protected]
[email protected]
dr. Lizet Duyvendak
drs. Irmin Visser
(letterkunde)
(kunstgeschiedenis)
[email protected]
[email protected]
drs. Tom van Dorp
dr. Elisabeth den Hartog-de
prof. dr. Leo Wessels
(filosofie / geschiedenis)
Haas (filosofie)
(geschiedenis)
[email protected]
elisabeth.denhartog-dehaas@
[email protected]
CW-mentor Rotterdam en
ou.nl
janny.bloembergen-lukkes@ ou.nl CW-mentor Utrecht en Almere www.open.ou.nl/modern
drs. Lieke van den Bulck-van der Linden (cultuurwetenschappen)
[email protected] CW-mentor Breda en Eindhoven
Vlissingen drs. Marjolein van Herten dr. Frank Inklaar
(aio letterkunde)
(geschiedenis)
[email protected]
[email protected]
www.ou.nl/leesclubonderzoek
CW-mentor Zwolle en Enschede
In de tweede helft van 2011 worden aangesteld: prof. dr. P. B. M. van den Akker
www.open.ou.nl/modern drs. Miel Jacobs
(kunstgeschiedenis)
(aio geschiedenis) dr. Jos Pouls
[email protected]
(kunstgeschiedenis)
mw. prof. dr. E. M. A. van Boven (letterkunde)
[email protected] CW-mentor Heerlen (Parkstad) www.jospouls.nl
dr. Frauke Laarmann
prof. dr. J. H. Furnée
(kunstgeschiedenis)
(geschiedenis)
[email protected] Hanna Riezebos MA
prof. dr. Y. Koopmans
(geschiedenis)
[email protected] CW-mentor Groningen, Leeuwarden en Emmen
(kunstgeschiedenis) drs. Annet van Melle (filosofie)
mw. prof. dr. C. R. Palmerino
[email protected]
(filosofie)
drs. Wouter Steffelaar (letterkunde)
dr. Martine Meuwese
[email protected]
(kunstgeschiedenis)
CW-mentor Amsterdam en
[email protected]
Alkmaar
Opleidingsmanager Scriptiecoördinator
Arjan Vader MA
drs. Wil Michels
drs. Paul van den Boorn
(cultuurwetenschappen)
(taalcorrectie)
[email protected]
[email protected]
[email protected]
+31 (0)45-576 24 78
CW-mentor Den Haag
dr. Jeroen Vanheste
dr. Sarah de Mul
(filosofie)
(letterkunde)
[email protected]
[email protected]
CW-mentor Nijmegen
11
Secretariaat Het secretariaat van de faculteit Cultuurwetenschappen is bereikbaar op de volgende dagen/tijden: ma - do 08.30 - 16.00 uur; vr 08.30 - 12.00 uur. T + 31 (0)45 – 576 2375 / 2451 / 2162. E
[email protected]
Nicole Gruisen
Véronique Smits
Petra de Munnik
[email protected]
vé
[email protected]
[email protected]
tel. 23 75
tel. 24 51
tel. 21 62
Informatiekanalen Welke informatie?
Ga naar…
Algemene informatie over studeren aan de Open Universiteit
- www.ou.nl/studeren - www.ou.nl/directcontact - 00 31 (0)45-576 28 88
Faculteit Cultuurwetenschappen (organisatie, nieuws, agenda, medewerkers)
- Deze studiegids - www.ou.nl/cultuurwetenschappen - ‘Tab’ Cultuurwetenschappen op Studienet
Begeleiding (van cursussen)
- - - - -
Cursussen (algemene informatie, bestellen, tentamendata, begeleiders)
- Cursusbeschrijvingen in deze studiegids - www.ou.nl/cursussen - www.ou.nl/studieaanbod
Cursusbeschrijvingen in deze studiegids Hoofdstuk Studiebegeleiding in deze studiegids www.ou.nl/begeleiding www.ou.nl/cursussen www.ou.nl/studieaanbod
Cursussen: opgeven voor CW-debat, activiteiten (behalve studium generale), - secretariaat Cultuurwetenschappen studiedagen, pluspaketten, seminars, zomerscholen. secretariaat@
[email protected] Aanmelden studium generale lezingen: bij het betreffende studiecentrum - www.ou.nl/studiecentra
12
Cursussen (gedetailleerde informatie over gang van zaken, begeleiding, data bijeenkomsten, materialen, tentamen, bronnen, opdrachten)
- De cursuswebsite op Studienet
Mentoraat: wie is mijn mentor?
- Hoofdstuk Studiebegeleiding in deze studiegids - ‘Tab’ Cultuurwetenschappen op Studienet
Studiecentra (ook voor data en tijdstippen van begeleidingsbijeenkomsten)
- www.ou.nl/studiecentra
Studie-informatie (algemene informatie over studeren aan de OU)
- www.ou.nl/studeren
Studentenverenigingen
- ‘Tab’ Cultuurwetenschappen op Studienet - www.ou.nl/studentenvereniging
Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Bij het bepalen van de inhoud van de bacheloropleiding is de gedachte wat nu zo kenmerkend is voor onze cultuur richtinggevend geweest. Maar de cultuur waarin wij leven kent veel verworvenheden en toevallige overblijfselen uit het verleden. Aan de historische component, die onlosmakelijk verbonden is met de bestudering van cultuurfenomenen binnen het thema ‘traditie en vernieuwing’, wordt in de meeste cursussen van de opleiding dan ook een belangrijke plaats toegekend. De accenten liggen qua plaats op West-Europa en qua tijd op het tijdvak vanaf de renaissance (vanaf vijftiende eeuw), de periode waarin onze cultuur haar vorm kreeg. De cultuurgeschiedenis is echter slechts één van de vier constituerende disciplines van de opleiding Algemene cultuurwetenschappen. De andere drie, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde, zorgen voor een reeks cursussen met een thematische benaderingswijze, die nader ingaan op de belangrijkste uitingen van cultuur zoals taal, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. In het begin van het studieprogramma worden de constituerende disciplines zelfstandig aangeboden, later in de opleiding zitten de cursussen waarin zij in onderling verband worden geplaatst.
Opbouw De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen telt 42 modulen (180 studiepunten). De bacheloropleiding wordt aangeboden in 3 varianten en kent de volgende opbouw: Propedeuse - -
- 14 modulen. Verplicht: 12 modulen. Gebonden keuze: 2 modulen kiezen uit 4.
Postpropedeuse
- 28 modulen
Postpropedeuse (alle varianten)
- Verplicht: 2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-Vaardigheden 2
Postpropedeuse (reguliere variant) - Postpropedeuse (variant educatieve minor) - -
- Gebonden keuze: 18 modulen kiezen uit een gegeven lijst van cursussen Vrije ruimte: 5 modulen, in principe in te vullen naar eigen inzicht (zie verderop in dit hoofdstuk).
Postpropedeuse (open variant) - -
- Gebonden keuze: 8 modulen kiezen uit een gegeven lijst van cursussen Verbredingpakket: 10 modulen elders (buiten de faculteit) behaald niet- verwant onderwijs. Vrije ruimte: 5 modulen, in principe in te vullen naar eigen inzicht (zie onder).
Afstudeertraject (alle varianten)
- Verplicht: 3 modulen (Onderzoekspracticum bachelorscriptie)
- Verplicht inhoudelijk deel ten behoeve van de educatieve minor: 10 modulen Gebonden keuze: 6 modulen kiezen uit een gegeven lijst van cursussen Educatieve minor: 7 modulen. De cursussen van de educatieve minor worden in de vrije ruimte geplaatst.
Programma voor alle varianten gelijk Programma verschilt per variant
De propedeuse bestaat uit 14 modulen (12 cursussen, waarvan 4 gebonden keuze) en de postpropedeuse uit 28 modulen. De postpropedeuse kent standaard drie verplichte cursussen (samen 5 modulen), maar de invulling van de overige 23 modulen verschilt al naar gelang de door u gekozen variant van de bachelor. Zowel propedeuse als postpropedeuse kennen een ‘gebondenkeuzeblok’: de cursussen die tot dat blok behoren, hoeft u niet allemaal te doen; door uw eigen voorkeur te volgen kunt u inhoudelijke accenten leggen. De propedeuse wordt gekenmerkt door een algemene, inleidende aanpak. De postpropedeuse zorgt voor een verdieping van kennis en inzicht en wordt afgesloten met een scriptie.
13
Kennis én academische vaardigheden Tijdens de opleiding doet u een schat aan kennis op over cultuur, maar ook over de eigen aard en ontwikkeling van de vier cultuurwetenschappelijke disciplines. U maakt kennis met de verschillende typen bronnen waar cultuurwetenschappers mee werken en u krijgt inzicht in de verschillende benaderingswijzen die ze hanteren (en de debatten die hierover gevoerd worden). U leert ook parate kennis toe te passen op concrete vraagstukken, kritisch na te denken over de wetenschappelijke benaderingswijzen, zelf bronnen te analyseren en daarvan verslag uit te brengen. Aan het eind van uw bachelorstudie voert u zelf een klein onderzoek uit en doet daar schriftelijk en mondeling verslag van.
Startpakket en propedeuse De propedeuse is voor alle varianten van de bacheloropleiding gelijk. De propedeuse start met de Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, waarin u kennis maakt met de cultuurwetenschappelijke benadering. Deze cursus kunt u kopen in de vorm van een Startpakket (zie pagina 30). Het bestuderen van de Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen duurt ongeveer een half jaar. Vervolgens volgt u inleidingen in de vier cultuurwetenschappelijke disciplines. Deze kunt u naar believen uitbreiden met een ‘pluspakket’ (zie pagina 36), waarin door middel van lezingen, tentoonstellingen en ontmoetingen met de begeleiders de leerstof wordt genesteld in de actualiteit. Volgt u de ‘pluspakketten’ niet, dan maakt u in de cursus Geschiedenis van het privéleven kennis met allerhande soorten bronnen die bij historisch onderzoek een rol kunnen spelen. De cursus Expressionisme leert u over een belangrijke kunststroming in het begin van de twintigste eeuw. U voltooit de propedeuse met de bestudering van de cursussen Schrijfpracticum 1 (schrijfvaardigheid) en Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1. De academische vaardigheden die u daarin leert, zijn van belang voor het goed kunnen volgen van het postpropedeuseprogramma en later de masteropleiding.
Postpropedeuse: drie varianten Na de propedeuse wordt de bacheloropleiding Algemene Cultuurwetenschappen aangeboden in de vorm van drie varianten. Alle varianten kennen drie dezelfde verplichte cursussen. Twee daarvan gaan over vaardigheden: - Schrijfpracticum 2 (1 module), waarin (wederom) de schrijfvaardigheid centraal staat, speciaal de in de wetenschap gebruikte genres. - CW-vaardigheden 2 (1 module), waarbij het erom gaat, dat u de fundamentele competenties die nodig zijn voor het doen van wetenschappelijk onderzoek, onder de knie krijgt.
14
Aan het einde van de opleiding staat het: - Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen). In het laatste half jaar van de bachelorstudie bent u bezig met het schrijven van een scriptie op basis van een eigen leeronderzoek. De inhoud van deze scriptie moet zowel schriftelijk als mondeling correct gepresenteerd worden. De opbouw en invulling van de rest van de postpropedeuse verschilt sterk per variant. Zie hiervoor het volgende hoofdstuk waarin de varianten uitvoerig worden voorgesteld.
Gebonden keuze In de postpropedeuse vindt verdieping van kennis en inzicht plaats en gaat u deze op kritische wijze toepassen. Het centrale thema ‘traditie en vernieuwing’ vormt de rode draad. De inhoudelijke cursussen zijn ondergebracht in het gebondenkeuzeblok, waarvan u er al naar gelang de variant die u kiest, een groter of kleiner aantal moet kiezen. Doet u een educatieve minor, dan is een deel van de cursussen uit het gebondenkeuzeblok verplicht. In de cursussen van de gebonden keuze is er onder andere aandacht voor de invloed van de Amerikaanse cultuur op de Europese samenleving, voor ontwikkelingen in de stedenbouw en kunsten, voor ethische en filosofische kwesties in samenleving en wetenschap, voor de interpretatie en receptie van kunstvormen in later tijden, voor de nieuwste geschiedenis van Nederland en Vlaanderen, en voor de invloed van andere culturen op de Nederlandse letterkunde. U bestudeert cursussen waarin de behandeling van een bepaald onderwerp wordt aangegrepen om dieper in te gaan op de analyse van bronnen, de confrontatie van theorie en praktijk, en op wetenschappelijke benaderingswijzen. Kritische reflectie en het plaatsen van casussen binnen wetenschappelijke debatten staan daarbij centraal. Andere cursussen stellen fundamentele vragen aan de orde als ‘wat is wetenschap eigenlijk?’ en ‘wat is cultuur?’. In de gebonden keuze zitten ook seminars en zomerscholen, waarbij het OU-adagium ‘afstandsonderwijs’ even opzij wordt gezet: samen met docenten discussieert u over relevante thema’s, luistert u naar lezingen, bezoekt steden en kunstschatten. De cursus Cultuurwetenschappelijk debat bestaat uit de deelname aan een hele reeks van lezingen, debatten, excursies en studiedagen, waarover u dan later schriftelijk rapporteert.
Vrije ruimte In de postpropedeuse mag u zelf vijf modulen kiezen uit het totale cursusaanbod van de Open Universiteit, of – na toestemming – uit het aanbod van andere universiteiten. Daarmee vult u de zogenaamde ‘vrije ruimte’ in, geheel naar eigen inzicht. Daarbij moet wel worden aangetekend, dat bij de variant ‘bachelor met educatieve minor’ de vrije ruimte verplicht gevuld wordt met educatieve cursussen (zie pagina 20). Dit zijn de mogelijkheden die u hebt: - u kiest modulen uit het overig cursusaanbod van de faculteit Cultuurwetenschappen. Dat kunnen gebondenkeuzecursussen zijn die ‘overschieten’, nadat u het gebondenkeuzeblok hebt gevuld. Het kunnen ook de cursussen zijn die de faculteit nog extra aanbiedt (zie de cursusbeschrijvingen op pagina 57-58). Wel geldt de regel dat bachelorstudenten in de vrije ruimte geen cursussen mogen kiezen uit de (aansluitende) masteropleiding. - u kiest modulen uit het cursusaanbod van andere faculteiten van de Open Universiteit. In de variant ‘open bachelor’ is het daarbij mogelijk het verbredingpakket uit te breiden met vijf extra cursussen in de vrije ruimte (zie pagina 24). - u kiest voor cursussen (opleidingsonderdelen) bij een andere universiteit. Dit hoeft niet per se een Nederlandse of Belgische universiteit te zijn (aanschuifonderwijs, zie onder). - u kiest voor een stage. Deze kan onder strikte voorwaarden worden ingebracht in de vrije ruimte. Neem van te voren contact op met een betrokken staflid en de opleidingsmanager (zie pagina 13). Voor het inbrengen van een stage dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen.
Aanschuifonderwijs (elders gevolgd onderwijs) Voor het invullen van uw vrije ruimte en het vullen van maximaal twee modulen in het gebondenkeuzeblok van de reguliere variant kunt u opleidingsonderdelen van een andere universiteit inbrengen. Voor dit zogeheten aanschuifonderwijs dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen. U draagt zelf zorg voor inschrijving, betaling et cetera aan die andere universiteit. Meer informatie over aanschuifonderwijs vindt u in de Uitvoeringsregeling bij de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding 2011-2012, zie: www.ou.nl/documenten.
Buitenlandse cursussen In het kader van International Course Exchange (ICE), geïnitieerd door het Humanities Network dat opereert onder de vlag van de European Association of Distance Teaching Universities (EADTU), kunt u als aanschuifonderwijs ook kiezen voor cursussen die aangeboden worden door andere Europese open universiteiten. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de inbreng van onderwijs van andere Nederlandse of Belgische universiteiten: u moet vooraf toestemming vragen bij de FTC van de faculteit Cultuurwetenschappen en u moet zelf alles regelen. Het aanbod 2011-2012 in het kader van ICE staat op de website www.ou.nl/buitenlandsecursuscw. Cursussen waarover de faculteit een overeenkomst over wederzijdse erkenning met een buitenlandse zusterfaculteit heeft afgesloten, zullen altijd door de FTC worden goedgekeurd.
Aanbevolen volgorde van studeren (het ‘normtraject’) U bepaalt zelf in welk tempo u door de studie gaat, maar het is wel raadzaam om een bepaalde volgorde in acht te nemen. Voor deze volgorde hanteert de faculteit de term ‘normtraject’. Dit normtraject treft u hieronder aan, uitgewerkt voor een studietempo van 3 tot 4 modulen per jaar. U kunt uw tempo aanpassen aan uw eigen wensen, door meer of minder cursussen in een jaar te bestuderen. In het normtraject zijn de cursussen zo gerangschikt, dat kennis wordt opgebouwd: het al bestudeerde vormt een basis voor wat nog volgt. Verder weerspiegelt het normtraject ook de opbouw in moeilijkheidsgraad. Bij het opstellen van uw planning is het zeker mogelijk om hier en daar wat in de weergegeven volgorde te veranderen, bijvoorbeeld wanneer dit voor uw (tentamen)planning beter uitkomt. Maar let er dan wel op dat elke cursus gebonden is aan een semester: begeleidingsactiviteiten bij de cursus worden slechts in dat semester aangeboden, net als twee van de drie jaarlijkse tentamenkansen, om, zo nodig, snel een herkansing te bieden. Bij sommige modulen worden harde ingangseisen gesteld, bijvoorbeeld dat u de module pas mag bestellen, nadat u een andere (voorbereidende) module heeft afgerond. Deze informatie treft u aan bij de cursusbeschrijvingen elders in deze gids.
15
Voor de volgorde waarin u de cursussen bestudeert, moet u dus het schema van het normtraject raadplegen; voor de opbouw van het programma, de precieze titels van cursussen, de omvang, de tentamenen de begeleidingsvorm van een cursus kunt u terecht in de opleidingsschema’s van de varianten van de bachelor. Het opleidingsschema van de bachelorvariant volgens welke u studeert, vindt u ook terug in uw elektronisch studiepad. Ondanks het feit dat de naam anders suggereert, geeft het studiepad niet de volgorde van studeren weer. Normtraject reguliere variant bachelor Studietempo: 3 tot 4 modulen per jaar Jaar 1e semester (september-januari) Propedeuse 1 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
2e semester (februari-augustus)
Modulen
Ancien Régime
3
2
Inleiding letterkunde + pluspakket
Schrijfpracticum 1
3,5
3
Staten, naties en identiteit + pluspakket
Inleiding kunstgeschiedenis + pluspakket
4
4 CW-vaardigheden 1 Inleiding in de filosofie + pluspakket Postpropedeuse
3,5
5
Schrijfpracticum 2 + CW-debat (lint)
Culturele dialoog + Ethiek
4
6
Kijken naar Amerika + vrije ruimte 1
Literaire canon
3
7
Argumentatieleer + Bewegend beeld
CW-seminars (lint) + Wetenschapsleer
4
8
Gouden eeuw + Stedenbouw
Literatuurwetenschap
3
9
Lieux de mémoire
Oudnederlandse schilderkunst+ vrije ruimte 2
3
10
Kabinetten + vrije ruimte 3
Historiografie + vrije ruimte 4
4
11
Modernisering NL/VL+ vrije ruimte 5
Denken over cultuur
3
12
CW-vaardigheden 2
Onderzoekspracticum bachelorscriptie
4
- - - -
16
In de propedeuse kunnen in plaats van de ‘pluspakketten’ de cursussen Geschiedenis van het privéleven en Expressionisme worden gedaan. Deze cursussen kunnen ook worden toegevoegd aan de gebonden keuze. Op de plek van elke gebondenkeuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie. De cursussen Cultuurgeschiedenis van de oudheid, Middeleeuwen, Sociaal-economische geschiedenis en Nederland in de 19e en 20e eeuw kunnen vanaf jaar 5 willekeurig in het studietraject worden ingevoerd. Lint = lintmodule: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen over langere periode.
Bachelor Algemene cultuurwetenschappen – reguliere variant Door de reguliere variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen te volgen kiest u voor het meest brede aanbod van cursussen van de faculteit. Daarbij geniet u van een grote mate van keuzevrijheid om de postpropedeuse in te richten. In alle vier de disciplines van de cultuurwetenschappen bent u goed ingevoerd, u komt in aanraking met een zeer breed scala van cultuuruitingen. In de loop van de opleiding raakt u optimaal geëquipeerd om verbanden tussen de verschillende vormen van cultuur te leggen en deze in hun historische context te plaatsen. Wie in de reguliere bachelorvariant inhoudelijk de nadruk legt op één van de disciplines geschiedenis, letterkunde of kunstgeschiedenis (ook in de scriptie), en, na het behalen van het bachelorgetuigschrift, zijn studie onder dezelfde condities voortzet met de master Kunst- en cultuurwetenschappen, zal in principe kunnen instromen in een postmaster pedagogisch-didactische opleiding tot eerstegraads docent Geschiedenis, respectievelijk Nederlands of Kunstgeschiedenis/Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Deze opleidingen worden echter niet door de Open Universiteit aangeboden. Soms worden er toch nog extra inhoudelijke eisen gesteld. Neem contact op met de lerarenopleiding van de universiteit in uw regio/van uw keuze. De reguliere variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen is als volgt opgebouwd: 1. De propedeuse (14 modulen). Deze verschilt niet van de andere varianten. 2. Twee verplichte vaardigheidscursussen (2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-vaardigheden 2). 3. Een gebondenkeuzeblok van 18 modulen. De cursussen van de gebonden keuze staan gegroepeerd naar discipline (zie het opleidingsschema). Er zijn ook enkele ‘algemene CW-cursussen’. Uit het aanbod van cursussen (dat per jaar verschilt) dient u 18 modulen te kiezen. Deze moeten in de reguliere variant gespreid zijn over alle vier de disciplines van Algemene cultuurwetenschappen. De ‘algemene CW-cursussen’ kunt u uiteraard ook opnemen. 4. Een vrije ruimte van 5 modulen, die u mag invullen naar eigen inzicht (zie pagina 15; zie ook onder vrijstellingen, pagina 27). 5. Het afstudeertraject, het Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen).
Opleidingsschema bachelor Algemene cultuurwetenschappen – reguliere variant code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
Propedeuse Verplichte cursussen C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen Startpakket
groepsbijeenkomsten per studiecentrum 1e en 2e semester1
open boek open vragen
9-11, 24-1, 4-4, 11-6, 22-8
30
C19112 Inleiding kunstgeschiedenis 2
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
9-11, 13-6 en 22-8
31
C12122 Inleiding letterkunde 2 C09221 Ancien Régime (Inleiding geschiedenis 1) 1
groepsbijeenkomst per regio2 1e semester
schriftelijk (mc)
23-1, 2-4 en 20-8
31
standaard
schriftelijk (mc)
7-11, 3-4 en 21-8
32
C04211
standaard
nader te bepalen
33
C13122 Inleiding in de filosofie 2
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
9-11, 12-6 en 22-8
34
C51111 Schrijfpracticum 1 – zakelijk schrijven 1
landelijke groepsbijeenkomst 2e semester
schriftelijk (mc + open vragen)
7-11, 25-1 en 13-6
34
C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1
groepsbijeenkomst per regio2 (v) 1e semester
opdracht
volgens afspraak
35
Staten, naties en identiteit. Europa van circa 1800 tot heden3 (Inleiding geschiedenis 2)
2
1
Gebonden keuze (eis: 2 modulen) C10311
Expressionisme
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
35
C50111
Geschiedenis van het privéleven. Bronnen en benaderingen
1
standaard
CBI (mc)
volgens afspraak
36
C57111
Disciplinaire verdieping 1
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
36
C58111
Disciplinaire verdieping 2
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
37
17
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
Postpropedeuse Verplichte cursussen C51211
Schrijfpracticum 2 – academisch schrijven
1
standaard + elektronisch
opdracht
volgens afspraak
37
C49211
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2
1
4 landelijke trainingsdagen (v)
opdracht
volgens afspraak
38
Gebonden keuze (eis: 18 modulen, te kiezen uit alle 4 de disciplines en eventueel de algemene cursussen) Cultuurgeschiedenis standaard C21211 Cultuurgeschiedenis van de oudheid4 1
nader te bepalen
39
C12221
Middeleeuwen
1
standaard
mondeling
40
C13221
Sociaal-economische geschiedenis
1
standaard
nader te bepalen
40
C10222
Nederland in de 19e en 20e eeuw
2
standaard
mondeling
volgens afspraak
41
C19111
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
41
C39211
Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag Nederlanden van Renaissance tot heden
open boek open vragen
8-11, 3-4 en 21-8
42
C48321
Lieux de mémoire
standaard
opdracht
volgens afspraak
42
C36321
Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 1948-1973
landelijke groepsbijeenkomst 1e semester
schriftelijk (ov)
24-1, 4-4 en 20-8
43
C61311
Zomerschool cultuurgeschiedenis
1
contactonderwijs
opdracht
Niet in 2011-2012
1
volgens afspraak
Kunstgeschiedenis C05211
De Gouden Eeuw in perspectief
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
43
C41211
Kabinetten, galerijen en musea
1
studiedag
schriftelijk (mc)
7-11, 25-1 en 11-6
44
C08321
Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden
1
studiedag
CBG (mc)
23-1, 3-4 en 20-8
44
C17311
Oudnederlandse schilderkunst
1
studiedag
schriftelijk (mc)
8-11, 3-4 en 13-6
45
C13382
Zomerschool Florence
2
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
45
C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard
schriftelijk (mc + open vragen)
7-11, 4-4 en 11-6
46
C33211
studiedag
schriftelijk (ov)
8-11, 13-6 en 22-8
46
C03211 De literaire canon 1
landelijke groepsbijeenkomst (v) 1e en 2e semester
opdracht
volgens afspraak
47
C59321
Letterkunde
Culturele dialoog: lezen en schrijven tussen twee culturen
1
Zomerschool letterkunde
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
47
C01221
Wetenschapsleer
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
48
C23221
Ethiek
1
studiedag
schriftelijk (mc)
7-11, 4-4 en 20-8
48
schriftelijk (mc + open vragen
8-11, 2-4 en 12-6
49
opdracht
volgens afspraak
50
opdracht
volgens afspraak
51
Filosofie
C52211 Argumentatieleer 1 standaard C01321 Denken over cultuur 1 landelijke groepbijeenkomst 2e semester C60311 Zomerschool filosofie (hermeneutiek) 1 contactonderwijs Algemeen
18
C27231
Bewegend beeld
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
51
C53211
Het cultuurwetenschappelijk debat
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
52
C54211
Cultuurwetenschappelijke seminars
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
53
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
C56311 Zomerschool Roma Caput Mundi 1 Vrij te kiezen cursussen vrije ruimte 5 5
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
53
individueel + groepsbijeenkomsten (v)
scriptie + presentatie
volgens practicum- data
54
Afstudeertraject 3 C42323 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie6
Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven, Nijmegen en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum. 3 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2012. Tot die tijd worden de cursussen Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 en 1919-1989 (C06311 en C07321) uitgeleverd. 4 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2012. Tot die tijd wordt de cursus Oudheid (C11211) uitgeleverd. 5 De volgende cursussen maken geen deel uit van de bacheloropleiding ACW, maar worden aanbevolen ten behoeve van de vrije ruimte: C14222 Van Babylon tot Brugge C14311 Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd C17122 Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis C32222 Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven 6 Te kiezen 1 uit 4: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde, filosofie 1 2
Legenda opleidingsschema Begeleidingsvormen Voor een nadere toelichting op de verschillende vormen van begeleiding: zie pagina 9. Groepsbijeenkomsten Zie ook de cursusbeschrijvingen elders in deze gids. De landelijke groepsbijeenkomsten vinden plaats in één centraal gelegen Nederlands studiecentrum. Trainingsdag Dag waarop academische vaardigheden worden getraind in het kader van de module Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2. Zie cursusbeschrijving op pagina 38. (v) Deelname is verplicht. Zonder deelname geen toelating tot het tentamen. Contactonderwijs Onderwijs wordt gegeven in de vorm van bijeenkomsten. Tentamen door middel van een opdracht.
Tentamenvormen Zie ook de algemene regelgeving voor tentamens op pagina 65. Zorg dat u zich op tijd aanmeldt voor een tentamen. CBI Computer-gebaseerde toetsing Individueel (voorheen: SYS-tentamen) U kunt een CBI-tentamen op vaste tijden afleggen op uw studiecentrum in de week die u schikt. De afname van het tentamen geschiedt via een pc. De vragen van het tentamen zijn door de computer uit een databestand van vragen geselecteerd.
open boek Studiematerialen mogen meegenomen worden naar het tentamen. Check altijd de tentameninformatie op de cursuswebsite op Studienet.
opdracht Een opdracht (ook wel: ‘bijzondere verplichting’) kan bestaan uit een werkstuk, een verslag, een referaat, een presentatie of anderszins. Bij de cursusbeschrijving vindt u nadere informatie. schriftelijk Regulier schriftelijk tentamen. Bestaat uit meerkeuzevragen (mc) en/of open vragen (open). Wordt op 3 van tevoren vastgestelde tentamendata per jaar afgenomen.
Tentamendata data Voor regulier schriftelijke en CBG-tentamens worden de data van tevoren vastgesteld; het is niet mogelijk hiervan af te wijken. volgens afspraak Het afleggen van CBI-tentamens en het inleveren van opdrachten verloopt volgens afspraak; u kunt de tentamendata in principe zelf bepalen. Mondelinge tentamens vinden plaats in vastgestelde maanden. Datum en locatie worden in onderling overleg vastgesteld.
CBG Computergebaseerde toetsing Groepsgewijs (voorheen: regulier schriftelijk tentamen). U kunt een CBG-tentamen afleggen op 3 van tevoren vastgelegde tentamendata per jaar. De afname van het tentamen geschiedt via een pc.
19
Bachelor Algemene cultuurwetenschappen – variant educatieve minor Als u kiest voor het opnemen van een educatieve minor in uw bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, hebt u belangstelling voor het behalen van een tweedegraads bevoegdheid in de schoolvakken Geschiedenis of Nederlands. Daarmee legt u ook de inhoud van het postpropedeutisch deel van de bachelor voor een belangrijk deel vast. U dient zich immers de nodige inhoudelijke kennis van het vakgebied eigen te maken. Na het behalen van de bachelor met de educatieve minor Geschiedenis of Nederlands kunt u uw studie voortzetten met de master Kunst- en cultuurwetenschappen. Vult u deze ook weer inhoudelijk in met de disciplines cultuurgeschiedenis dan wel letterkunde, dan kunt u na afronding daarvan kiezen voor een post-master pedagogisch-didactische opleiding die opleidt voor een eerstegraads bevoegdheid. Zo’n opleiding wordt door de Open Universiteit niet aangeboden. Hoe de door u reeds behaalde educatieve minor verdisconteerd wordt in het programma van deze post-master, hangt af van de regeling die de lerarenopleiding van de universiteit in uw regio hanteert. Informeer uzelf goed van tevoren. Voor nadere informatie:
[email protected]. De variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen met een educatieve minor is als volgt opgebouwd: 1. De propedeuse (14 modulen). Deze verschilt niet van de andere varianten. 2. Twee verplichte vaardigheidscursussen (2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-vaardigheden 2). 3. Een verplicht inhoudelijk blok van cursussen waarvoor de educatieve minor wordt behaald (10 modulen). Kiest u voor een educatieve minor voor het schoolvak Geschiedenis, dan zijn alle cursussen van de discipline cultuur geschiedenis verplicht, met uitzondering van de zomerschool cultuurgeschiedenis. Ligt uw voorkeur bij een educa tieve minor voor het schoolvak Nederlands, dan zijn alle cursussen van de discipline letterkunde (incl. taalkunde en taalbeheersing) verplicht, met uitzondering van de zomerschool letterkunde. De verplichte cursussen staan genoemd in het opleidingsschema. 4. De educatieve minor (7 modulen). Deze is uiteraard verplicht. Drie modulen kunnen gekenschetst worden als ‘alge- mene didactiek’, ‘pedagogiek’ en ‘onderwijswetenschappen’. Ze zijn voor de schoolvakken Geschiedenis en Nederlands gelijk. De andere vier betreffen een module vakdidactiek en de vakdidactische stage op een middelbare school van drie modulen. De algemene pedagogisch-didactische cursussen worden reeds in het academisch jaar 2011-2012 aangeboden, de vakdidactische cursussen in combinatie met de vakdidactische stage in 2012-2013. Zie ook de cursusbeschrijvingen op pagina 55-56. De modulen van de educatieve minor worden ondergebracht in de vrije ruimte, die daardoor bij deze variant vervalt. 5. Een gebondenkeuzeblok van 6 modulen. De cursussen van de gebonden keuze staan gegroepeerd naar discipline (zie het opleidingsschema). Er zijn ook enkele ‘algemene CW-cursussen’. Uit het aanbod van cursussen (dat per jaar verschilt) dient u 6 modulen te kiezen uit 2 van de 3 resterende CW-disciplines. U mag ook kiezen voor een zomer- school geschiedenis of letterkunde en voor de ‘algemene CW-cursussen’. 6. Het afstudeertraject, het Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen).
Opleidingsschema bachelor Algemene cultuurwetenschappen – educatieve minor code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
Propedeuse Verplichte cursussen C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 Startpakket
groepsbijeenkomsten per studiecentrum 1e en 2e semester1
open boek open vragen
9-11, 24-1, 4-4, 11-6 en 22-8
30
C19112 Inleiding kunstgeschiedenis 2
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
9-11, 13-6 en 22-8
31
C12122 Inleiding letterkunde 2 C09221 Ancien Régime (Inleiding geschiedenis 1) 1
groepsbijeenkomst per regio2 1e semester
schriftelijk (mc)
23-1, 2-4 en 20-8
31
standaard
schriftelijk (mc)
7-11, 3-4 en 21-8
32
standaard
nader te bepalen
33
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
34
C04211
Staten, naties en identiteit. Europa van circa 1800 tot heden3 (Inleiding geschiedenis 2)
1
C13122 Inleiding in de filosofie 2
20
9-11, 12-6 en 22-8
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
C51111 Schrijfpracticum 1 – zakelijk schrijven 1 C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1
landelijke groepsbijeenkomst 2e semester
schriftelijk (mc + open vragen)
7-11, 25-1 en 13-6
34
groepsbijeenkomst per regio2 (v) 1e semester
opdracht
volgens afspraak
35
Gebonden keuze (eis: 2 modulen) C10311
Expressionisme
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
35
C50111
Geschiedenis van het privéleven4 Bronnen en benaderingen
1
standaard
CBI (mc)
volgens afspraak
36
C57111
Disciplinaire verdieping 1
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
36
C58111
Disciplinaire verdieping 2
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
37
Postpropedeuse Verplichte cursussen C51211
Schrijfpracticum 2 – academisch schrijven
1
standaard + elektronisch
opdracht
volgens afspraak
37
C49211
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2
1
4 landelijke trainingsdagen (v)
opdracht
volgens afspraak
38
Educatieve minor Geschiedenis Verplicht inhoudelijk traject geschiedenis (10 modulen) C21211
Cultuurgeschiedenis van de oudheid5
1
standaard
nader te bepalen
39
C12221
Middeleeuwen
1
standaard
mondeling
40
C13221
Sociaal-economische geschiedenis
1
standaard
nader te bepalen
40
C10222
Nederland in de 19e en 20e eeuw
2
standaard
mondeling
volgens afspraak
41
C19111
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
41
open boek open vragen
8-11, 3-4 en 21-8
42
opdracht
volgens afspraak
42
C39211 Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag Nederlanden van Renaissance tot heden C48321 Lieux de mémoire 1 standaard
volgens afspraak
C36321
Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 1948-1973
landelijke groepsbijeenkomst 1e semester
schriftelijk (ov)
24-1, 4-4 en 20-8
43
C50111
Geschiedenis van het privéleven4 Bronnen en benaderingen
1
standaard
CBI (mc)
volgens afspraak
36
O17311 Onderwijswetenschap 1 C46311 Kennis van leren en onderwijzen 1
standaard
CBG + open vragen 9-11, 4-4 en 22-8
55
standaard
opdracht
volgens afspraak
55
C47211
Kennis van de leerling
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
56
C30211
Vakdidactiek Geschiedenis
1
beschikbaar vanaf 2012-2013
C62313
Vakdidactische stage Geschiedenis
3
beschikbaar vanaf 2012-2013
schriftelijk (mc + open vragen)
7-11, 4-4 en 11-6
46
schriftelijk (ov)
8-11, 13-6 en 22-8
46
opdracht
volgens afspraak
47
schriftelijk (mc + open vragen)
8-11, 2-4 en 12-6
49
Verplicht educatief traject Geschiedenis (7 modulen)
educatieve minor Nederlands Verplicht inhoudelijk traject Nederlands (10 modulen) C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard C33211 Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 studiedag tussen twee culturen C03211 De literaire canon 1
landelijke groepsbijeenkomst (v) 1e en 2e semester
C52211 Argumentatieleer 1 standaard
21
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
Hier komen 6 modulen over:
beschikbaar vanaf 2012-2013
Taalkunde
beschikbaar vanaf 2012-2013
Taalbeheersing van het Nederlands
beschikbaar vanaf 2012-2013
‘Belezenheid’
beschikbaar vanaf 2012-2013
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
Verplicht educatief traject Nederlands (7 modulen) O17311 Onderwijswetenschap 1 C46311 Kennis van leren en onderwijzen 1
standaard
CBG + open vragen 9-11, 4-4 en 22-8
55
standaard
opdracht
volgens afspraak
55
C47211
Kennis van de leerling
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
56
C31211
Vakdidactiek Nederlands
1
beschikbaar vanaf 2012-2013
C63313
Vakdidactische stage Nederlands
3
beschikbaar vanaf 2012-2013
Gebonden keuze (eis: 6 modulen, te kiezen uit 2 van de 3 niet-verplichte disciplines en eventueel zomerscholen en algemene cursussen) Cultuurgeschiedenis (bij educatieve minor Geschiedenis mag alleen de Zomerschool geschiedenis in de gebonden keuze worden ingebracht) C21211
Cultuurgeschiedenis van de oudheid5
1
standaard
nader te bepalen
39
C12221
Middeleeuwen
1
standaard
mondeling
40
C13221
Sociaal-economische geschiedenis
1
standaard
nader te bepalen
40
C10222
Nederland in de 19e en 20e eeuw
2
standaard
mondeling
volgens afspraak
41
C19111
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
41
C39211
Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag Nederlanden van Renaissance tot heden
open boek open vragen
8-11, 3-4 en 21-8
42
C48321
Lieux de mémoire
standaard
opdracht
volgens afspraak
42
C36321
Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 1948-1973
landelijke groepsbijeenkomst 1e semester
schriftelijk (ov)
24-1, 4-4 en 20-8
43
C61311
Zomerschool cultuurgeschiedenis
1
contactonderwijs
opdracht
Niet in 2011-2012
1
volgens afspraak
Kunstgeschiedenis C05211
De Gouden Eeuw in perspectief
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
43
C41211
Kabinetten, galerijen en musea
1
studiedag
schriftelijk (mc)
7-11, 25-1 en 11-6
44
C08321
Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden
1
studiedag
CBG (mc)
23-1, 3-4 en 20-8
44
C17311
Oudnederlandse schilderkunst
1
studiedag
schriftelijk (mc)
8-11, 3-4 en 13-6
45
C13382
Zomerschool Florence
2
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
45
schriftelijk (mc + open vragen)
7-11, 4-4 en 11-6
46
schriftelijk (ov)
8-11, 13-6 en 22-8
46
Letterkunde (bij educatieve minor Nederlands mag alleen de Zomerschool letterkunde in de gebonden keuze worden ingebracht) C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard C33211 Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 studiedag tussen twee culturen C03211 De literaire canon 1
landelijke groepsbijeenkomst (v) 1e en 2e semester
opdracht
volgens afspraak
47
C59321
Zomerschool letterkunde
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
47
C01221
Wetenschapsleer
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
48
C23221
Ethiek
1
studiedag
schriftelijk (mc)
7-11, 4-4 en 20-8
48
Filosofie
22
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
C52211 Argumentatieleer6 1 standaard
schriftelijk (mc + open vragen)
8-11, 2-4 en 12-6
49
C01321 Denken over cultuur 1 C60311 Zomerschool filosofie (hermeneutiek) 1
landelijke groepbijeenkomst 2e semester
opdracht
volgens afspraak
50
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
51
Algemeen C27231 Bewegend beeld
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
51
C53211
Het cultuurwetenschappelijk debat
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
52
C54211
Cultuurwetenschappelijke seminars
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
53
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
53
individueel + groepsbijeenkomsten (v)
scriptie + presentatie
volgens practicum- data
54
C56311 Zomerschool Roma Caput Mundi Afstudeertraject
3 C42323 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie7
Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven, Nijmegen en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum. 3 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2012. Tot die tijd worden de cursussen Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 en 1919-1989 (C06311 en C07321) uitgeleverd. 4 Let op! Deze cursus maakt ook deel uit van het verplicht inhoudelijk traject Geschiedenis. Indien de cursus gekozen wordt in de propedeuse, wordt het gebondenkeuzeblok van de postpropedeuse 1 module groter. 5 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2012. Tot die tijd wordt de cursus Oudheid (C11211) uitgeleverd. 6 Let op! Cursus maakt deel uit van het verplicht inhoudelijk traject Nederlands. 7 Te kiezen 1 uit 2: geschiedenis of letterkunde 1 2
Legenda opleidingsschema Begeleidingsvormen Voor een nadere toelichting op de verschillende vormen van begeleiding: zie pagina 9. Groepsbijeenkomsten Zie ook de cursusbeschrijvingen elders in deze gids. De landelijke groepsbijeenkomsten vinden plaats in één centraal gelegen Nederlands studiecentrum. Trainingsdag Dag waarop academische vaardigheden worden getraind in het kader van de module Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2. Zie cursusbeschrijving op pagina 38. (v) Deelname is verplicht. Zonder deelname geen toelating tot het tentamen.
CBG Computergebaseerde toetsing Groepsgewijs (voorheen: regulier schriftelijk tentamen). U kunt een CBG-tentamen afleggen op 3 van tevoren vastgelegde tentamendata per jaar. De afname van het tentamen geschiedt via een pc. open boek Studiematerialen mogen meegenomen worden naar het tentamen. Check altijd de tentameninformatie op de cursuswebsite op Studienet.
opdracht Een opdracht (ook wel: ‘bijzondere verplichting’) kan bestaan uit een werkstuk, een verslag, een referaat, een presentatie of anderszins. Bij de cursusbeschrijving vindt u nadere informatie.
Contactonderwijs Onderwijs wordt gegeven in de vorm van bijeenkomsten. Tentamen door middel van een opdracht.
schriftelijk Regulier schriftelijk tentamen. Bestaat uit meerkeuzevragen (mc) en/of open vragen (open). Wordt op 3 van tevoren vastgestelde tentamendata per jaar afgenomen.
Tentamenvormen
Tentamendata
Zie ook de algemene regelgeving voor tentamens op pagina 65. Zorg dat u zich op tijd aanmeldt voor een tentamen.
data Voor regulier schriftelijke en CBG-tentamens worden de data van tevoren vastgesteld; het is niet mogelijk hiervan af te wijken.
CBI Computer-gebaseerde toetsing Individueel (voorheen: SYS-tentamen) U kunt een CBI-tentamen op vaste tijden afleggen op uw studiecentrum in de week die u schikt. De afname van het tentamen geschiedt via een pc. De vragen van het tentamen zijn door de computer uit een databestand van vragen geselecteerd.
volgens afspraak Het afleggen van CBI-tentamens en het inleveren van opdrachten verloopt volgens afspraak; u kunt de tentamendata in principe zelf bepalen. Mondelinge tentamens vinden plaats in vastgestelde maanden. Datum en locatie worden in onderling overleg vastgesteld.
23
Bachelor Algemene cultuurwetenschappen – open variant In de open variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen combineert u cultuurwetenschappen met studieonderdelen van één of meer andere, inhoudelijk niet-verwante opleidingen (voor verwantschap van opleidingen, zie pag. 27). Die laatste brengt u onder in een zogenaamd ‘verbredingpakket’ van 10 modulen. U kunt het verbredingpakket nog uitbreiden met de 5 modulen van de vrije ruimte. Zo’n combinatie van vakken kan interessant zijn, als u bijvoorbeeld een beleids- of managementfunctie bij een culturele instelling ambieert. U kunt dan het CW-programma van de bachelor combineren met een verbredingpakket uit de faculteiten Management- en Rechtswetenschappen. We noemen dat de ‘Beleidsvariant’. De cursusbeschrijvingen van deze cursussen kunt u inzien op www.studieaanbod.ou.nl/[cursuscode].htm. De cursuscodes staan in het schema hieronder. De open bachelor is ook bedoeld voor studenten die ‘in een vorig studieleven’ al een (gedeeltelijke) academische opleiding hebben gevolgd. Deze studenten kunnen in het verbredingpakket (eventueel plus de vrije ruimte) eerder behaalde studiepunten inbrengen. Voorwaarde hiervoor is, dat de behaalde vakken een eenheid vormen en dat het om onderwijs van academisch niveau gaat. Wanneer u de open variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen wenst te volgen, dient u een gemotiveerd verzoek daartoe in te dienen bij de Commissie voor de Examens (CvE). De Facultaire toetsingscommissie van de faculteit Cultuurwetenschappen adviseert de CvE inzake de te nemen beslissing. Een dergelijk verzoek hoeft u pas in te dienen na afronding van de propedeuse. De gehele regeling treft u aan op www.ou.nl/openbachelor. De open variant van de bachelor Algemene cultuurwetenschappen bestaat uit een ‘facultair programma’ (de punten 1, 2, 3, en 6) van 27 modulen, een ‘verbredingpakket’ van 10 modulen (punt 4) en de vrije ruimte van 5 modulen (punt 5). De open bachelor is als volgt opgebouwd: 1. De propedeuse (14 modulen). Deze verschilt niet van de andere varianten. 2. Twee verplichte vaardigheidscursussen (2 modulen: Schrijfpracticum 2 en CW-vaardigheden 2). 3. Een gebondenkeuzeblok van 8 modulen. De cursussen van de gebonden keuze staan gegroepeerd naar discipline (zie het opleidingsschema). Er zijn ook enkele ‘algemene CW-cursussen’. Uit het aanbod van cursussen (dat per jaar verschilt) dient u 8 modulen te kiezen uit 2 van de 4 CW-disciplines. De ‘algemene CW-cursussen’ kunt u uiteraard ook opnemen. 4. Het verbredingpakket van 10 modulen, gevuld met elders behaald onderwijs. U mag het verbredingspakket uitbreiden met de 5 modulen van de vrije ruimte tot 15 modulen. 5. Een vrije ruimte van 5 modulen, die u mag invullen naar eigen inzicht (zie pagina 15; zie ook onder vrijstellingen, pagina 27). De vrije ruimte mag toegevoegd worden aan het verbredingpakket. 6. Het afstudeertraject, het Onderzoekspracticum bachelorscriptie (3 modulen).
Beleidsvariant Cultuurwetenschappen (10 modulen) Verbredingpakket voor de open bachelor Algemene cultuurwetenschappen Code
Cursus
Aanbevolen cursussen vanuit Managementwetenschappen (MW) B01111
Human Resource management
B38111
Administratieve processen en accounting (‘Inleiding Boekhouden”)
B09111
Managementaccounting (‘kostencalculaties’)
B13121
Organisatie en management
B04111
Management competenties
Aanbevolen cursussen vanuit Rechtswetenschappen (RW) R01152
Basiscursus recht
R21271
Ondernemingsrecht
R01331
Arbeidsovereenkomstenrecht
R08181
Inleiding bestuursrecht
Uitgebreide informatie over deze cursussen op: www.studieaanbod.ou.nl/[cursuscode].htm
24
Opleidingsschema bachelor Algemene cultuurwetenschappen – variant open bachelor code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
Propedeuse Verplichte cursussen C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 Startpakket
groepsbijeenkomsten per studiecentrum 1e en 2e semester1
open boek open vragen
9-11, 24-1, 4-4, 11-6, 22-8
30
C19112 Inleiding kunstgeschiedenis 2
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
9-11, 13-6 en 22-8
31
C12122 Inleiding letterkunde 2 C09221 Ancien Régime (Inleiding geschiedenis 1) 1
groepsbijeenkomst per regio2 1e semester
schriftelijk (mc)
23-1, 2-4 en 20-8
31
standaard
schriftelijk (mc)
7-11, 3-4 en 21-8
32
C04211
standaard
nader te bepalen
33
C13122 Inleiding in de filosofie 2
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
9-11, 12-6 en 22-8
34
C51111 Schrijfpracticum 1 – zakelijk schrijven 1
landelijke groepsbijeenkomst 2e semester
schriftelijk (mc + open vragen)
7-11, 25-1 en 13-6
34
C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1
groepsbijeenkomst per regio2 (v) 1e semester
opdracht
volgens afspraak
35
Staten, naties en identiteit. Europa van circa 1800 tot heden3 (Inleiding geschiedenis 2)
1
Gebonden keuze (eis: 2 modulen) C10311
Expressionisme
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
35
C50111
Geschiedenis van het privéleven. Bronnen en benaderingen
1
standaard
CBI (mc)
volgens afspraak
36
C57111
Disciplinaire verdieping 1
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
36
C58111
Disciplinaire verdieping 2
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
37
Postpropedeuse Verplichte cursussen C51211
Schrijfpracticum 2 – academisch schrijven
1
standaard + elektronisch
opdracht
volgens afspraak
37
C49211
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden2
1
4 landelijke trainingsdagen (v)
opdracht
volgens afspraak
38
Gebonden keuze (eis: 8 modulen, te kiezen uit 2 van de 4 disciplines, en eventueel de algemene cursussen) Cultuurgeschiedenis C21211
Cultuurgeschiedenis van de oudheid4
1
standaard
nader te bepalen
39
C12221
Middeleeuwen
1
standaard
mondeling
40
C13221
Sociaal-economische geschiedenis
1
standaard
nader te bepalen
40
C10222
Nederland in de 19e en 20e eeuw
2
standaard
mondeling
volgens afspraak
41
C19111
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en Nederland
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
41
C39211
Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag Nederlanden van Renaissance tot heden
open boek open vragen
8-11, 3-4 en 21-8
42
C48321
Lieux de mémoire
standaard
opdracht
volgens afspraak
42
C36321
Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 1948-1973
landelijke groepsbijeenkomst 1e semester
schriftelijk (ov)
24-1, 4-4 en 20-8
43
C61311
Zomerschool cultuurgeschiedenis
contactonderwijs
opdracht
Niet in 2011-2012
1
1
volgens afspraak
25
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
Kunstgeschiedenis C05211 De Gouden Eeuw in perspectief
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
43
C41211
Kabinetten, galerijen en musea
1
studiedag
schriftelijk (mc)
7-11, 25-1 en 11-6
44
C08321
Stedenbouw. De geschiedenis van de vroegmoderne stad in de Nederlanden
1
studiedag
CBG (mc)
23-1, 3-4 en 20-8
44
C17311
Oudnederlandse schilderkunst
1
studiedag
schriftelijk (mc)
8-11, 3-4 en 13-6
45
C13382
Zomerschool Florence
2
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
45
C02211 Literatuurwetenschap 1 standaard
schriftelijk (mc + open vragen)
7-11, 4-4 en 11-6
46
C33211
studiedag
schriftelijk (ov)
8-11, 13-6 en 22-8
46
C03211 De literaire canon 1
landelijke groepsbijeenkomst (v) 1e en 2e semester
opdracht
volgens afspraak
47
C59321
Letterkunde
Culturele dialoog: lezen en schrijven tussen twee culturen
1
Zomerschool letterkunde
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
47
C01221
Wetenschapsleer
1
studiedag
CBI (mc)
volgens afspraak
48
C23221
Ethiek
1
studiedag
schriftelijk (mc)
7-11, 5-4 en 20-8
48
C52211 Argumentatieleer 1 standaard
schriftelijk (mc + open vragen)
8-11, 2-4 en 12-6
49
C01321 Denken over cultuur 1 C60311 Zomerschool filosofie (hermeneutiek) 1
landelijke groepbijeenkomst 2e semester
opdracht
volgens afspraak
50
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
51
Filosofie
Algemeen C27231
Bewegend beeld
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
51
C53211
Het cultuurwetenschappelijk debat
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
52
C54211
Cultuurwetenschappelijke seminars
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
53
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
53
individueel + groepsbijeenkomsten (v)
scriptie + presentatie
volgens practicum- data
54
C56311 Zomerschool Roma Caput Mundi Verbredingpakket Open bachelor Verbredingpakket Door student zelf in te vullen (goedkeuring Facultaire Toetsingscommissie vereist). Mogelijkheden: 1) verbredingpakket van andere OU-faculteit 2) inbreng elders behaalde studieresultaten. Zie www.ou.nl/openbachelor
10
Vrij te kiezen cursussen vrije ruimte5 5 Het verbredingspakket mag worden uitge breid met de vrije ruimte tot 15 modulen. Afstudeertraject 3 C42323 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie6
Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven, Nijmegen en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum. 3 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2012. Tot die tijd worden de cursussen Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 en 1919-1989 (C06311 en C07321) uitgeleverd. 4 Cursus beschikbaar vanaf 1 februari 2012. Tot die tijd wordt de cursus Oudheid (C11211) uitgeleverd. 5 De volgende cursussen maken geen deel uit van de bacheloropleiding ACW, maar worden aanbevolen ten behoeve van de vrije ruimte: C14222 Van Babylon tot Brugge C14311 Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd C17122 Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis C32222 Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven Legenda: 6 Te kiezen 1 uit 4: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde, filosofie zie pagina 23 1 2
26
Vrijstellingen voor de bacheloropleiding Iedereen van 18 jaar of ouder kan bij de Open Universiteit starten met een bacheloropleiding. Er is dus geen vooropleidingseis zoals bij andere universiteiten. Hebt u in het verleden een wo- of hbo-opleiding 1 afgerond, dan komt u altijd in aanmerking voor vrijstelling. De vrijstelling is ruimer naarmate er meer overeenkomst (verwantschap) bestaat tussen de door u afgeronde wo- of hbo-opleiding en de te volgen opleiding aan de Open Universiteit. Is er minder of geen verwantschap, dan is de vrijstelling beperkt. Hebt u de opleiding niet voltooid, dan wordt per afgerond vak bekeken of er sprake kan zijn van vrijstelling. Een vrijstellingsverzoek wordt altijd individueel bekeken.
Vrijstelling vrije ruimte De reguliere en open varianten van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen hebben een vrije ruimte van vijf modulen die u naar eigen keuze met cursussen van de Open Universiteit of met aanschuifonderwijs kunt invullen (zie pagina 15). Hiermee wordt het belang van de breedte van een universitaire opleiding onderstreept. Bij een reeds voltooide hbo- of wo-opleiding wordt aangenomen dat aan die breedte voldaan is. U komt dan, ook als die opleiding verder geen verwantschap heeft met Algemene cultuurwetenschappen, in aanmerking voor vrijstelling van de vrije ruimte.
Vrijstelling op basis van gelijkwaardige of verwante getuigschriften en vakken Is er tussen de eerder gevolgde opleiding en de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen (ACW) verwantschap, dan wordt op grond van de inhoud, het niveau en de omvang van de gevolgde vooropleiding in onderling verband bepaald welke cursussen u krijgt vrijgesteld. Als gelijkwaardig aan de bacheloropleiding ACW gelden gelijknamige bacheloropleidingen Algemene cultuurwetenschappen gevolgd aan een andere Nederlandse of Belgische universiteit (en in bepaalde gevallen een Nederlandse hbo-opleiding) met een aantoonbaar vergelijkbaar programma. Hebt u bijvoorbeeld een propedeuse algemene cultuurwetenschappen gehaald, dan krijgt u in principe de propedeuse ACW van de OU vrijgesteld. Als verwant aan de bacheloropleiding ACW worden beschouwd wo-, mo- en hbo-opleidingen op het gebied van geschiedenis, filosofie, letterkunde en kunstgeschiedenis. Dit geldt ook voor opleidingen met een sterke verwantschap met ACW, zoals opleidingen ‘kunsten, cultuur en media’. Bij een verwante vooropleiding hangt de omvang van uw vrijstelling af van de inhoud, het bereikte niveau en van uw eventuele keuze voor een educatieve minor. Hebt u bijvoorbeeld een propedeuse filosofie behaald, dan zullen met name filosofische cursussen in de propedeuse worden vrijgesteld. Bij voornamelijk praktijkgerichte opleidingen als hbo-muziek (conservatorium) en hbo-beeldende kunst (kunstacademie) beperkt de vrijstelling zich tot enkele specifieke cursussen. Op het niveau van een specifiek elders gevolgd vak wordt gekeken naar het aantal studiepunten waarmee dat vak in de eerdere opleiding wordt gehonoreerd, het niveau waarop het is gegeven en het aantal studiepunten dat de corresponderende cursus in onze opleiding heeft. Hiernaar zal met extra aandacht worden gekeken als u kiest voor een bacheloropleiding met een educatieve minor.
Vrijstelling op grond van praktijkervaring De Commissie voor de examens heeft een procedure opgesteld op basis waarvan het mogelijk is vrijstelling aan te vragen voor op basis van praktijkervaring.
Vrijstellingsprofielen Voor een aantal veelvoorkomende vooropleidingen bestaan vrijstellingsprofielen. In het schema kunt u zien voor welke cursussen uit de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen u met de genoemde opleidingen vrijstelling kunt krijgen. Aangezien de vrijstellingsprofielen bijgesteld kunnen worden, betreft het een indicatief overzicht waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Alleen aan een beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen.
Waar in deze tekst gesproken wordt over hbo- of wo-opleiding,wordt bedoeld een Nederlandse hogere-beroeps- of wetenschappelijke opleiding die is opgenomen in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Vlaamse hogere en wetenschappelijke opleidingen worden op dezelfde voorwaarden behandeld. Voor het bepalen van het niveau van de opleidingen wordt gebruik gemaakt van de methodiek Waardering Buitenlandse Getuigschriften van NUFFIC.Aanvragen vrijstellingen
1
27
Standaardvrijstellingen Bachelor Algemene Cultuurwetenschappen verwante opleidingen
Geschiedenis
Overige talen
Nederlands
Geschiedenis
Filosofie
Overige talen
Cursussen
Nederlands
Kunstgeschiedenis
Opleidingen
Modulen
Propedeuse WO MoA ACW-achtige opleiding
Propedeuse 14 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 2 Inleiding kunstgeschiedenis
2 2 2 2 2 2 2 1
1
1
1
1
individueel bepaald
Inleiding letterkunde Ancien régime Staten, naties en identiteit
1
Inleiding in de filosofie
2
Schrijfpracticum 1
1 1 1 1
2
Gebonden keuze Expressionisme
1 1
Disciplinaire verdieping 1+2*
1
Postpropedeuse
28
1*
1*
1*
1*
1*
Gebonden keuze Geschiedenis Sociaal-economische geschiedenis
1 1 1
Kijken naar Amerika
1
Historiografie
1 1 1
1
1
1
1
Lieux de mémoire
1
1
Kunstgeschiedenis De Gouden Eeuw in perspectief
1
1
Kabinetten, galerijen en musea
1
1
1
Letterkunde Literatuurwetenschap
1 1 1 1 1
Culturele dialoog. Lezen en schrijven
1
1
1
1
De literaire canon
1
1
1
1
Filosofie Wetenschapsleer
1 1
Ethiek
1 1
Argumentatieleer 1 1 1 1 Algemene CW-cursussen Bewegend Beeld
1 1 1 1 1 1 1 1 1
Vrije ruimte
5 2 2 2 2 2 2 5 5 5
Totale vrijstelling 9 9 9 9 9 9 14 13 15 Niet genoemde cursussen worden nooit standaard vrijgesteld. * = De vrijstelling behelst het pluspakket dat bij de verwante, vrijgestelde opleiding hoort, plus een pluspakket naar keuze.
28
Standaardvrijstellingen Bachelor Algemene cultuurwetenschappen Opleiding
Vrijstellingen
Aantal modulen
Enigszins verwante 4-jarige HBO-opleidingen Drama Inleiding letterkunde 2 Bewegend beeld 1 Vrije ruimte 5 Muziek Bewegend beeld 1 Vrije ruimte 5 Beeldende kunst
Inleiding kunstgeschiedenis Expressionisme Vrije ruimte
2 1 5
Journalistiek, Communicatie
Schrijfpracticum 1 Schrijfpracticum 2 Vrije ruimte
1 1 5
Bibliotheek opleiding
CW-vaardigheden 1 Vrije ruimte
1 5
WO-doctoraal WO-master MOB
Schrijfpracticum 1 CW-vaardigheden 1 Vrije ruimte
1 1 5
WO-kandidaats, WO-bachelor MO-A
Vrije ruimte
5
Vrije ruimte
5
Prof. bachelor 4-jarig HBO
Vrije ruimte
5
Propedeuse
Deel vrije ruimte
2
Niet-verwante opleidngen
Aanvragen vrijstellingen Bij de Open Universiteit beslist de Commissie voor de examens over vrijstellingsaanvragen. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van eerdergenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding ook daadwerkelijk indient. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen. Een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraagformulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. Het aanvraagformulier bevat een toelichting en een overzicht van de vereiste bewijsstukken die u met uw aanvraag moet mee sturen. De kosten bedragen € 150,-. Het formulier kunt u telefonisch aanvragen: 00 31 (0)45–576 28 88 of downloaden, www.ou.nl/vrijstelling. Wanneer u vrijstelling aanvraagt, kunt u in afwachting van de beschikking van de Commissie voor de examens, al starten met een cursus uit bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, waarvoor geen vrijstelling zal worden verleend. Daarom is het raadzaam om in elk geval vooraf advies in te winnen (tel. + 31 (0)45-576 28 88). Omdat elke aanvraag voor vrijstelling voor de bacheloropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de Open Universiteit gehanteerde vrijstellingsbeleid. Bij vrijstellingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijk voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de Facultaire Toetsingscommissie (FTC) Cultuurwetenschappen. Sommige onderdelen, zoals de scriptie/afstudeeropdracht, zijn van vrijstelling uitgesloten.
29
Cursusbeschrijvingen bachelor De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens de opleidingsschema’s. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website www.studieaanbod.ou.nl. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt hier extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding. Bent u eenmaal ingeschreven voor een cursus, dan krijgt u automatisch toegang tot de cursuswebsite op Studienet. Hier vindt u de meest uitgebreide informatie over een cursus met vele aanwijzingen voor de bestudering ervan. Sommige websites zijn voorzien van elektronische werkboeken. Als u een opleiding volgt, raadpleeg dan voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke studiepad www.ou.nl/studiepad. In uw studiepad staan de cursussen echter niet in de aangeraden volgorde van bestuderen. Bekijk daarvoor het normtraject op pagina 16. Voor invulling van de vrije ruimte van de bacheloropleiding mogen geen mastercursussen worden gekozen. Cursussen educatieve minor: zie pagina 55. Cursussen uitsluitend voor de vrije ruimte: zie pagina 57. Cursussen masteropleiding: zie pagina 61.
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
Cursuscode: C44122 Studielast: 2 modulen
In deze Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen maakt u kennis met de disciplines cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie, die aan de Open Universiteit tezamen de opleiding Algemene cultuurwetenschappen vormen. De opbouw is zodanig dat u zowel meer te weten komt over de afzonderlijke disciplines als over een historische periode waarin de Nederlanden een eigen identiteit en in het noorden een bijzondere staatsvorm kregen. De titels van de twee delen spreken voor zichzelf: Van Bourgondische Nederlanden tot Republiek en De Gouden Eeuw van de Republiek.
Begeleidingsvorm Begeleidingsbijeenkomsten in beide semesters. In het eerste semester (vanaf 1 september) worden in alle studiecentra (behalve in Almere en Emmen; in Vlissingen alleen bij voldoende belangstelling) begeleidingsbijeenkomsten aangeboden. In het tweede semester (vanaf 1 februari) alleen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Nijmegen, Groningen.
Tentamen Open boek; open vragen. U mag de studiematerialen meenemen naar het tentamen. Data: 9-11, 24-1, 4-4, 11-6 en 22-8.
Docenten
PROPEDEUSE
Examinator: drs. Janny Bloembergen-Lukkes. Begeleiders: drs. Janny Bloembergen-Lukkes (Utrecht en Almere), drs. Herman Simissen (Nijmegen), drs. Lieke van den Bulck-van der Linden (Breda en Eindhoven), drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), drs. Tom van Dorp (Rotterdam en Vlissingen), prof. dr. Dirk de Geest (Leuven), dr. Frank Inklaar (Enschede en Zwolle), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen), mw. Hanna Riezebos MA (Groningen, Leeuwarden en Emmen), dr. Jos Pouls (Heerlen/Parkstad Limburg), drs. Wouter Steffelaar (Alkmaar en Amsterdam), dhr. Arjan Vader MA (Den Haag).
30
www.studieaanbod.ou.nl/C44122.htm
Inleiding kunstgeschiedenis
Inleiding letterkunde
Cursuscode: C19112 Studielast: 2 modulen
De Inleiding kunstgeschiedenis is erop gericht de westerse kunst sinds de Griekse oudheid tot en met de huidige tijd te leren bekijken, begrijpen en in een maatschappelijke context te plaatsen. De cursus bestaat uit twee tekstboeken en een werkboek. Het eerste tekstboek, 101 hoogtepunten van de westerse kunst, gaat uitvoerig in op een selectie van kunstwerken en gebouwen uit verschillende tijden en landen. Elk van deze 101 objecten wordt gedetailleerd beschreven, geïnterpreteerd en in verband gebracht met historische omstandigheden. Het tweede tekstboek biedt, zoals de titel Manieren van kijken al aangeeft, verschillende manieren om naar de in het eerste boek behandelde werken te kijken en betrekt daarbij andere kunstwerken en gebouwen. De eerste vier hoofdstukken gaan over de basisproblemen van het vak kunstgeschiedenis: de definitie van kunst, de groepering van werken, de relatie tussen kunst en historische context, en over de verschillende oplossingen die in de loop der eeuwen voor die problemen zijn aangedragen. De verdere veertien hoofdstukken brengen verbanden aan tussen verschillende werken, ze gaan in op mogelijke betekenissen en ze belichten de relatie met de tijd en plaats waarin de schilderijen, beelden en gebouwen zijn gemaakt. Het werkboek helpt u de tekstboeken te bestuderen.
Cursuscode: C12122 Studielast: 2 modulen
Literatuur krijgt van de kunstuitingen van onze tijd ruimschoots de meeste aandacht in de massamedia: kranten en weekbladen, radio en televisie besteden wekelijks aandacht aan nieuw verschenen titels. Voor cultuurwetenschappers is de studie van literatuur van groot belang. In literaire teksten worden wereldbeelden, waardeoordelen, dromen, filosofische systemen, oeroude verhalen, visies en fantasieën vervat, die bij uitstek het onderwerp vormen van cultuurwetenschappen. De cursus Inleiding letterkunde verschaft kennis en inzicht in de werking van het verschijnsel literatuur. Fundamentele vragen komen aan de orde, waaronder: wat houdt het begrip ‘literatuur’ eigenlijk in, is er in alle tijden hetzelfde gedacht over dat begrip en bestaan er kenmerken die in alle literaire teksten aan de orde zijn? En: welke invloed ondergingen auteurs van andere auteurs en van de maatschappelijke omstandigheden en de tijd waarin ze hun tekst schreven? Hebben verschillende kunstuitingen (literatuur, beeldende kunst, muziek, film) elkaar beïnvloed? De cursus biedt naast de theorie ook de gelegenheid tot het lezen en beluisteren van de literatuur.
Begeleidingsvorm Standaard en één of twee begeleidingsbijeenkomsten (georganiseerd per regio)in het eerste semester.
Begeleidingsvorm Standaard en één bijeenkomst per regio in het tweede semester. De nadruk ligt op tentamenvoorbereiding. Tevens wordt in het voorjaar een architectuur- en kunstpracticum georganiseerd in Utrecht.
Pluspakket letterkunde In het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 2 (C58111) worden extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursus Inleiding letterkunde. Zie de beschrijving van de cursus C58111.
Pluspakket kunstgeschiedenis In het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 1 (C57111) worden extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursus Inleiding Kunstgeschiedenis. Zie de beschrijving van de cursus C57111.
Tentamen 40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden. Data: 23-1, 2-4 en 20-8.
40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden. U mag deel 1 van de studiematerialen (101 hoogtepunten van de westerse kunst) meenemen naar het tentamen. Ook een loep is toegestaan. Data: 9-11, 13-6 en 22-8
Examinator: drs. Dick Disselkoen. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, drs. Wouter Steffelaar, drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), prof. dr. Dirk De Geest (Leuven), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen).
Docenten
www.studieaanbod.ou.nl/C12122.htm
Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser. Begeleider voor de Vlaamse studiecentra: drs. Jean-Pierre Demoustiez.
PROPEDEUSE
Docenten Tentamen
www.studieaanbod.ou.nl/C19112.htm
31
Ancien Régime (Inleiding cultuurgeschiedenis 1)
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919) (Inleiding cultuurgeschiedenis 2)
Cursuscode: C09221 Studielast: 1 module
Met de term ‘ancien régime’ wordt de periode bedoeld uit de Europese geschiedenis die begint aan het einde van de Middeleeuwen en eindigt met de Franse revolutie. Het is een tijd waarin de meerderheid van de Europese bevolking nog van de landbouw leeft en in kleine dorpen op het platteland woont. De maatschappelijke relaties worden beheerst door de verdeling van de samenleving in standen. Het bestuur is verbrokkeld en de politiek is in handen van een kleine groep bevoorrechte personen uit de samenleving. Maar onmiskenbaar draagt het ‘oude regime’ al tal van moderne kenmerken in zich. Men spreekt daarom ook wel van de ‘vroeg-moderne’ of ‘nieuwe tijd’ als men de periode 1450-1800 bedoelt. Deze periode vormt de bakermat van het moderne Europa: de Europese economie krijgt voor het eerst een mondiale reikwijdte; tijdens renaissance en Verlichting worden belangrijke uitgangspunten van het moderne gedachtegoed geformuleerd; en de eerste moderne gecentraliseerde staten ontstaan. De cursus biedt aan de hand van veertien uiteenlopende bijdragen een overzicht van de hoofdlijnen van de geschiedenis van Europa in de periode 1450-1800 en van de belangrijkste en meest karakteristieke aspecten van de vroeg-moderne samenleving.
Begeleidingsvorm Standaard.
Deze cursus wordt stopgezet met ingang van 1 februari 2012 en vervangen door de cursus Staten, naties en Identiteit (C04211)
Cursuscode: C06311 Studielast: 1 module
De Europese geschiedenis sinds de Franse revolutie is in belangrijke mate bepaald door het nationalisme, te omschrijven als de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. De in deze cursus gehanteerde scheidslijnen betreffen het Congres van Wenen (1815) en het Verdrag van Versailles (1919), twee momenten waarop de geopolitieke kaart van Europa opnieuw werd getekend. In die tussenliggende periode blijkt de toenemende invloed van het nationalisme, dat zich telkens weer, afhankelijk van de politieke, sociale, culturele en economische context, in uiteenlopende gedaanten manifesteert. Het nationalisme heeft de eigenschap om zich gemakkelijk te verbinden met zowel behoudsgezinde als op verandering beluste krachten. Nationalisme kan regeringen en regimes legitimeren én aanvallen. Het kan de vorm aannemen van een tolerant cultureel nationalisme of van economisch nationalisme, maar er zijn ook agressieve of geëxalteerde varianten. Nationalisme kan de interne cohesie versterken (bijvoorbeeld in oude natiestaten als Frankrijk en Groot-Brittannië), kan een verenigend effect hebben (bijvoorbeeld de vereniging van Duitsers en Italianen rond 1870 in de natiestaten Duitsland en Italië), maar kan ook desintegrerend werken zoals het geval was met de uitgestrekte rijken van de Habsburgse keizer, de Russische tsaar of de Turks-Ottomaanse sultan. De impact en achtergronden van het twintigste-eeuwse nationalisme komen in de vervolgcursus aan de orde.
Pluspakket geschiedenis In het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 2 (C58111) worden extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursussen Ancien regime en Veranderende grenzen/Staten, naties en identiteit. Zie de beschrijving van de cursus C58111.
Tentamen
PROPEDEUSE
80 juist/onjuist vragen. Data: 7-11, 3-4 en 21-8.
Begeleidingsvorm Standaard en jaarlijkse studiedag.
Pluspakket geschiedenis In het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 2 (C58111) worden extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursussen Ancien regime en Veranderende grenzen/Staten, naties en identiteit. Zie C58111.
Tentamen Docenten Examinator en begeleider: prof. dr. Leo Wessels. Vanaf najaar 2011: mw. Hanna Riezebos MA.
80 juist/onjuist vragen. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer)
www.studieaanbod.ou.nl/C09221.htm
Docenten Examinator en begeleider: drs. Janny Bloembergen-Lukkes. www.studieaanbod.ou.nl/C06311.htm
32
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1919-1989)
Staten, naties en identiteit - Europa vanaf circa 1800 tot heden (Inleiding cultuurgeschiedenis 2)
Deze cursus wordt stopgezet met ingang van 1 februari 2012 en vervangen door de cursus Staten, naties en Identiteit (C04211)
Cursuscode: C07321 Studielast: 1 module
Het nationalisme, dat in de negentiende eeuw al een belangrijke rol speelde in de geschiedenis van Europa, is ook in de twintigste eeuw een krachtig en onvoorspelbaar fenomeen gebleken. Het Verdrag van Versailles (1919) riep het ‘Europa van de naties’ in het leven. Als gevolg daarvan vierde in de periode tussen de twee wereldoorlogen het principe van zelfbeschikkingsrecht hoogtij. Als gevolg daarvan werd een flink aantal nieuwe natiestaten gecreëerd. Dit ‘Europa van de naties’ kende het nationalisme van de oude democratische natiestaten als GrootBrittannië en Frankrijk, maar ook de extremere varianten hiervan, die zich het sterkst ontwikkelden in totalitaire landen als Duitsland en Italië. Na de Tweede Wereldoorlog nam de invloed van het nationalisme in Europa in eerste instantie sterk af. Het ruimde toen het veld voor het internationalisme, dat als middel voor een nieuwe, vreedzame wereldorde werd ingezet. Het einde van de Koude Oorlog, de desintegratie van de Sovjet-Unie en haar satellietstaten in Midden- en OostEuropa, en verregaande vormen van supranationale samenwerking in West-Europa plaatsten de na 1945 ontstane wereldorde onder spanning en deden het nationalisme op allerlei niveaus herleven.
Voorkennis
Nieuwe cursus
Inschrijving vanaf 1 februari 2012
Cursuscode: C04211 Studielast: 1 module
De Europese geschiedenis sinds de Franse revolutie is in belangrijke mate bepaald door het nationalisme, te omschrijven als de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. In deze cursus maakt u kennis met de ontwikkeling van het nationalisme in Europa in de periode van circa 1800 tot heden. Aan de hand van allerlei relevante concrete historische gebeurtenissen en ontwikkelingen worden de ontstaansgeschiedenis van het nationalisme, c.q. de natiestaten in verschillende delen van Europa, beschreven. Het fenomeen nationalisme wordt ingebed in de context van de hele Europese geschiedenis vanaf de Franse Revolutie, de Napoleontische tijd, het Congres van Wenen (1814), tot het begin van eenentwintigste eeuw, waarbij ook ruime aandacht wordt geschonken aan de gewijzigde rol en betekenis van Europa op het wereldtoneel: van negentiende-eeuwse koloniale wereldmacht tot een positie op het tweede plan. De cursus eindigt heel nadrukkelijk in het huidige tijdsgewricht, omdat het nationalisme als politieke en culturele factor vandaag de dag nog altijd een prominente rol speelt, zowel in de context van internationalisering en supranationale samenwerking, als waar het discussies en spanningen genereert in relatie tot vraagstukken van nationale identiteit, globalisering en (nieuwe vormen van) regionalisering.
De cursus Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 (C06311) vormt een ideale voorbereiding op deze cursus.
Begeleidingsvorm
Begeleidingsvorm
Tentamen
Standaard en jaarlijkse studiedag.
Wordt t.z.t. bekendgemaakt; zie cursussite op Studienet.
Tentamen
Docenten
80 juist/onjuist vragen. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer)
Examinator en begeleider: worden t.z.t. bekendgemaakt. Zie cursussite op Studienet.
Standaard en een jaarlijkse studiedag.
Examinator en begeleider: dr. Toon Bosch. www.studieaanbod.ou.nl/C07321.htm
PROPEDEUSE
www.studieaanbod.ou.nl/C04211.htm
Docenten
33
Inleiding in de filosofie
Schrijfpracticum 1: zakelijk schrijven
Cursuscode: C13122 Studielast: 2 modulen
Filosofie kan men omschrijven als het onderzoeken van de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan de vragen die in het dagelijkse leven, in de cultuur en in de wetenschappen worden gesteld. In de filosofie wordt gezocht naar een algemene grondslag voor ware kennis en voor juist en rechtvaardig handelen, naar de structuur van de werkelijkheid zelf, naar het wezen van de mens, het leven en de schoonheid. Dergelijke grote, om niet te zeggen allesomvattende vragen maken het onvermijdelijk dat de filosofie zich beweegt op een hoger niveau van abstractie, maar dit hoeft niet te impliceren dat de betekenis voor de praktijk minder wordt. Het betekent wél dat de filosofie geen specifiek eigen object heeft. Het gaat in de filosofie niet om feitelijke kennis van bijvoorbeeld bepaalde technische mogelijkheden of van de normen die gelden in een bepaald land. Zulke kennis is het doel en het onderwerp van de verschillende vakwetenschappen. Filosofen vragen naar de grondslagen, de relevantie en de grenzen van dergelijke kennis. Dit houdt in dat de filosofie raakvlakken heeft met alle mogelijke wetenschappen en cultuuruitingen. In de cursus Inleiding in de filosofie maakt u kennis met een tiental grote westerse filosofen.
Cursuscode: C51111 Studielast: 1 module
Legt u eens een paar teksten naast elkaar. Teksten die u zelf geschreven hebt in verschillende situaties. Een sms’je, een passage uit een dagboek, een e-mailbericht, het verslag van een vergadering of een brief; het zijn allemaal producten van één schrijver en toch zijn er waarschijnlijk grote verschillen wat betreft toon, zinsbouw en woordkeus. Elke tekst brengt een boodschap over en bij elk soort boodschap hoort een bepaalde verpakking. Die verpakking, de tekst, moet passen in de situatie. En bij elke situatie past een bepaalde vorm en een bepaalde inhoud. Waardoor worden vorm en inhoud van een tekst bepaald? Het antwoord krijg je door drie vragen te stellen: Wie is de schrijver en in welke functie schrijft hij? Welke boodschap wil hij overbrengen? En wie is de beoogde lezer? In de cursus Schrijfpracticum 1: zakelijk schrijven bestudeert u de vorm en inhoud van zakelijke teksten. Welke kennis en vaardigheid hebt u nodig om effectief te schrijven? Uw schrijfproducten dienen aan een aantal eisen te voldoen: effectieve schriftelijke communicatie is duidelijk, efficiënt, gepast, aantrekkelijk en correct. Al deze eisen komen in de cursus aan bod.
Begeleidingsvorm Begeleidingsvorm Bij deze cursus worden in Nederland in het tweede semester (1 februari - 1 september) drie begeleidingsbijeenkomsten aangeboden, in elke regio één. De bijeenkomsten zijn gericht op tentamenvoorbereiding. In Vlaanderen worden ook begeleidingsbijeenkomsten georganiseerd; informatie daarover is te krijgen via de Vlaamse studiecentra.
Standaard.
Tentamen 30 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden + een aantal open vragen. U mag niets meenemen naar dit tentamen, ook geen woordenboek Nederlands. Data: 7-11, 25-1 en 13-6.
PROPEDEUSE
Pluspakket filosofie In het kader van de cursus Disciplinaire verdieping 1 (C57111) worden extra activiteiten georganiseerd in aanvulling op de cursus Inleiding in de filosofie. Zie de beschrijving van de cursus C57111.
Docenten
Tentamen
www.studieaanbod.ou.nl/C51111.htm
80 juist/onjuist vragen. Data: 9-11, 12-6 en 22-8.
Docenten Examinator: dr. Jeroen Vanheste. Begeleiders: dr. Jeroen Vanheste (Nederland); dr. Jean-Pierre Demoustiez, Paul Cordy (Vlaanderen). www.studieaanbod.ou.nl/C13122.htm
34
Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar.
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1
Expressionisme
De cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 heeft als centrale doelstelling de student kennis te laten maken met de academische vaardigheden die noodzakelijk zijn om cultuurwetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Zo leert u wetenschappelijke teksten te analyseren op probleemstelling en onderzoeksvragen. Voorts maakt u kennis met wetenschappelijke bibliotheken, archieven en musea, de ‘schatkamers’, waar veel bronnen voor cultuurwetenschappelijk onderzoek te vinden zijn. Door gerichte opdrachten leert u er gebruik van te maken. Ook gaat u de mogelijkheden van internet voor cultuurwetenschappelijk onderzoek verkennen. Het cursusmateriaal bestaat uit een studiehandleiding, het Vademecum (een naslagwerk dat u uw hele verdere studie kunt gebruiken) en een dossiermap met opdrachten.
Ingangseisen De cursus kan pas worden gevolgd nadat u drie van de vier volgende inleidingen met succes hebt afgerond: Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, Inleiding in de filosofie, Inleiding kunstgeschiedenis (of Kunst of Visuele kunsten) en Inleiding letterkunde. U dient zich te realiseren dat u op (een) werkdag(en) onderzoek moet verrichten in een aangegeven bibliotheek, archief en museum. Computer met internetverbinding vereist. Woont u in het buitenland of bent u anderszins verhinderd een bibliotheek, archief en museum in Nederland of België te bezoeken, neem dan contact op met de examinator.
Begeleidingsvorm Verplichte groepsbijeenkomst per regio in het eerste semester; als de belangstelling groot is, worden er ook bijeenkomsten georganiseerd in het tweede semester. Voor de cursus ingeschreven studenten worden door de faculteit benaderd.
Cursuscode: C10311 Studielast: 1 module
Over het algemeen wordt onder ‘expressionisme’ een specifiek Duitse bijdrage aan de beeldende kunst van de 20e eeuw verstaan. Deze cursus kent aan het begrip een ruimere betekenis toe, namelijk: de stroming die in het eerste kwart van de 20e eeuw een omwenteling teweegbracht in de kunst in Duitsland en de stijl waarvan zich in de loop van de 20e eeuw verschillende groepen kunstenaars hebben bediend. Concreet zijn dat de fauvisten in het eerste decennium van de 20e eeuw in Frankrijk, de Duitse expressionisten van 1908 tot 1924, de leden van Cobra direct na de Tweede Wereldoorlog in Denemarken, België en Nederland, en de abstract-expressionisten in West-Europa en de Verenigde Staten. De tweedeling - stroming/stijl - keert terug in de verdeling van het studiemateriaal. Het eerste deel behandelt de argumenten die theoretici, zoals Max Raphael, Wilhelm Worringer en Paul Fechter, en kunstenaars als Kirchner en Kandinsky aanvoeren om het expressionisme te definiëren en te legitimeren tegenover de tegenstanders uit de traditionele hoek. Bovendien wordt onderzocht wat het expressionisme als stroming in de beeldende kunst gemeen heeft met het expressionisme in de bouwkunst, de filmkunst, de literatuur, de muziek en de dans. De vraag naar de ontstaansachtergrond en de juistheid van de terminologie loopt als een rode draad door dit deel. Het tweede deel beschrijft en analyseert de momenten in de beeldende kunst van de 20e eeuw waarop het ‘expressieve’ en het ‘primitieve’ elkaar raken. In het bijzonder wordt nagegaan wat de invloed was van het ‘primitieve’. Wat zochten de (expressionistische) kunstenaars in de uitingen die niet tot de traditionele kunst behoren, zoals ‘kunst’werken van ‘primitieve’ volken en van geesteszieken, kindertekeningen en vormen van westerse volkskunst?
Begeleidingsvorm Standaard en jaarlijkse studiedag.
Tentamen
Tentamen
4 opdrachten.
60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer)
Docenten Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, dr. Frank Inklaar en Arjan Vader MA. Coördinatie:
[email protected].
Docenten Examinator en begeleider: dr. Mieke Rijnders. www.studieaanbod.ou.nl/C10311.htm
PROPEDEUSE
Cursuscode: C48211 Studielast: 1 module
www.studieaanbod.ou.nl/C48211.htm
35
Geschiedenis van het privéleven. Bronnen en benaderingen
Disciplinaire verdieping 1
Cursuscode: C50111 Studielast: 1 module
De cursus Geschiedenis van het persoonlijk leven heeft een drietal doelstellingen. Allereerst maakt u kennis met een groot aantal bronnen en methoden waarmee de wetenschapper inzicht krijgt in de geschiedenis van het persoonlijk leven. Een breed scala van benaderingswijzen en bronnen komt aan bod, zoals egodocumenten, literaire teksten, schilderijen, foto’s, grafmonumenten, huisraad, kinderspeelgoed, enzovoort. In de tweede plaats krijgt u een overzicht van de gezinsgeschiedenis in West-Europa van de late middeleeuwen tot heden. Tenslotte passeert in de teksten van het cursusboek ook een aantal belangrijke debatten binnen de geschiedwetenschap de revue. Na bestudering van de cursus heeft u zicht gekregen op het methodische gebruik van diverse historische bronnen en de voor- en nadelen van verschillende benaderingswijzen. Dat betekent dat u ook een zekere vaardigheid heeft verworven om zelf bronnen op hun waarde te schatten.
Begeleidingsvorm Standaard.
Tentamen 60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer)
Cursuscode: C57111 Studielast: 1 module
In de pluspakketten worden aspecten van de inleidende cursussen op een alternatieve manier aangeboden. De pluspakketten bieden: - extra begeleiding in de vorm van toelichting, beantwoording van vragen en lezingen; - verdieping van de studiestof door het bezoek onder deskundige leiding aan tentoonstellingen, lieux de mémoire, musea en evenementen die aansluiten bij onderwerpen van de cursussen; - extra motivatie, door het directe en regelmatige contact met medestudenten en de cursusbegeleider; - extra vaardigheden. Pluspakketten worden eenmaal per jaar aangeboden in hetzelfde semester als de inleidende cursussen worden begeleid (kijk op de cursuswebsites voor de data). Zij staan voor 60 studie-uren. De onderbrenging van de pluspakketten kunstgeschiedenis en filosofie in Disciplinaire verdieping 1 (C57111) en de pluspakketten letterkunde en cultuurgeschiedenis in Disciplinaire verdieping 2 (C58111) is louter administratief. U kunt de pluspakketten op de door uzelf gewenste manier over de cursussen verdelen. Alle combinaties van pluspakketten zijn mogelijk. Houd er rekening mee, dat aan pluspakketten naast de cursusprijs extra kosten zijn verbonden.
Pluspakket kunstgeschiedenis Docenten Examinator en begeleider: drs. Janny Bloembergen-Lukkes. www.studieaanbod.ou.nl/C50111.htm
Het pluspakket kunstgeschiedenis bestaat uit een zestal bijeenkomsten die meestal bestaan uit twee dagdelen: het bezoek aan een tentoonstelling onder begeleiding van een expert en een mondelinge toelichting bij (een deel van) de cursus door de cursusbegeleider of een auteur. Het pluspakket wordt afgesloten met een bijeen-komst die geheel gewijd is de kunsthistorische, thema-tische powerpointpresentaties die u als afsluitende opdracht maakt.
PROPEDEUSE
Pluspakket filosofie
36
Het pluspakket filosofie bestaat uit een aantal bijeenkomsten, waarin een thema (in 2010 was dat ‘vrijheid’, in 2011 ‘de kunst van het leven’) vanuit verschillende invalshoeken belicht wordt. Filosofen verbonden aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten behandelen het thema aan de hand van het werk van de denkers die in de cursus Inleiding in de filosofie behandeld worden. In 2010 en 2011 werd ook deelgenomen aan de ‘Dag van de filosofie’ van de Universiteit van Tilburg.
Disciplinaire verdieping 2
Schrijfpracticum 2: academisch schrijven
Pluspakket cultuurgeschiedenis In het kader van het pluspakket geschiedenis (1e semester) worden bezoeken gebracht aan ‘lieux de mémoire’ of tentoonstellingen (in 2011 Ieper en Bonn), die onlosmakelijk verbonden zijn met de studiestof. In een lezingendag plaatsen experts de betekenis van de gebeurtenissen in een breder historisch kader plaatsen. Als afsluiting van het pluspakket schrijf u een kort werkstuk.
Pluspakket letterkunde Als rode draad door het pluspakket letterkunde (1e semester) loopt een literair werk (in 2011 de roman ‘Karakter’ van Bordewijk). Aan de hand van dit werk oefent u aspecten van tekstanalyse en bezoekt u het Letterkundig Museum en het Museum Meermanno in Den Haag en/of het AMVC Letterenhuis en Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. Elk jaar wordt geprobeerd op nog andere manieren met (de inhoud van) het werk bezig te zijn, bijvoorbeeld door bezoeken aan een toneelvoorstelling en/of een poëziefestival. Ook lezingen staan gepland. Ter afsluiting moet u een schriftelijke tekstanalyse indienen.
Ingangseisen Om een pluspakket te kunnen volgen dient u ingeschreven te zijn voor bijbehorende inleidende cursus, te weten Inleiding kunstgeschiedenis (C19112), Inleiding in de filosofie (C13122), Inleiding letterkunde (C12122) of Ancien regime (C09221) en Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919) (C06311) of Staten, naties en identiteit (C04211). Ook studenten die deze cursussen hebben afgerond, mogen inschrijven. Bij het toekennen van plaatsen gaan ingeschreven studenten voor.
Begeleidingsvorm
Cursuscode: C51211 Studielast: 1 module
Schrijfpracticum 2 is een vervolg op de cursus Schrijfpracticum 1. Doel van de cursus is het verhogen van de vaardigheid in het schrijven en beoordelen van teksten waarmee academici veelvuldig in aanraking komen. Voorbeelden van deze genres zijn onderzoeksverslag, (populair-)wetenschappelijk artikel en recensie. In de cursus schrijft u zelf twee teksten en beoordeelt u vier teksten die door andere studenten geschreven zijn. Aan de hand van het commentaar van twee medestudenten herschrijft u uw eigen teksten. Deze eigen teksten (in twee versies) en de beoordeling van het werk van anderen vormen samen het schrijfdossier dat u aan het eind van de rit inlevert.
Ingangseisen Studenten Cultuurwetenschappen en losse cursisten: Schrijfpracticum 1 afgerond.
Begeleidingsvorm Standaard. Er zijn vier tijdstippen per jaar waarop u kunt beginnen met de opdrachten. Informatie daarover ontvangt u na inschrijving voor de cursus. Begeleiding gaat deels elektronisch via de cursuswebsite van Studienet.
Tentamen Schrijfopdracht Data: er zijn 4 vaste periodes waarin u kunt participeren in de schrijfopdracht. Daarvan kan niet worden afgeweken. Voor de precieze procedure: zie de cursuswebsite op Studienet. periode 1 week 34 t/m 43 (start op 22 augustus 2011) periode 2 week 44 t/m 1 (start op 31 oktober 2011) periode 3 week 3 t/m 12 (start op 16 januari 2012) periode 4 week 13 t/m 22 (start op 26 maart 2012)
Contactonderwijs.
Docenten Tentamen Opdracht. Data: volgens afspraak.
Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar.
Docenten Begeleiders en examinatoren: Pluspakket kunstgeschiedenis: drs. Irmin Visser. Pluspakket filosofie: dr. Jeroen Vanheste. Examinator cursus: drs. Dick Disselkoen. Pluspakket cultuurgeschiedenis: dr. Toon Bosch en drs. Miel Jacobs. Pluspakket letterkunde: drs. Dick Disselkoen. www.studieaanbod.ou.nl/C57111.htm www.studieaanbod.ou.nl/C58111.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C51211.htm
PROPEDEUSE/POSTPROPEDEUSE
Cursuscode: C58111 Studielast: 1 module
37
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2
De cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 wordt in het jaar 2011-12 voor het laatst in de beschreven vorm aangeboden. Per 1 september 2012 gaat de cursus uit exploi- tatie. 2012-2013 is uitloopjaar. Cursuscode: C49211 Studielast: 1 module
In de cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 traint u zich verder in cultuurwetenschappelijke academische vaardigheden. Met name het analyseren van cultuurwetenschappelijk bronmateriaal en het contextualiseren van cultuuruitingen staan centraal. U oefent dit tijdens het academisch jaar 2011-2012 in vier verplichte trainingsdagen, die inhoudelijk gekoppeld aan de vier disciplines van cultuurwetenschappen. De teksten die op de trainingsdagen centraal staan wordt u geacht van tevoren thuis te bestuderen. Op de bijeenkomsten wordt u in een groep ingedeeld. U wordt geacht een inhoudelijke bijdrage te leveren aan de analyse van de aangeboden teksten. Tevens krijgt u een bepaalde taak toegewezen. Dit kan zijn het geven van een mondelinge samenvatting van een tekst, het aandragen van discussiepunten over een tekst, het leiden van de discussie over een tekst, het notuleren van de gevoerde discussie, het achteraf mondeling presenteren van de discussie, enzovoort. Naast de vier trainingsdagen schrijft u in het kader van de Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 een kort werkstuk in de vorm van een beredeneerd onderzoeksvoorstel dat beoordeeld wordt. U schrijft dit werkstuk onder begeleiding van één van de docenten van de trainingsdagen. Welke docent dat is, mag u zelf bepalen. Zie voor meer informatie de cursuswebsite op Studienet.
POSTPROPEDEUSE
Procedure
38
De vier trainingsdagen worden in 2011-2012 per semester eenmaal aangeboden. Om de cursus te kunnen afsluiten moet u een trainingsdag van elk van de vier disciplines hebben gevolgd. Hebt u vóór 1 september 2011 al trainingsdagen gevolgd, dan raadt de faculteit u aan de nog openstaande dagen in 2011-2012 te volgen. De cursus wordt afgesloten met een werkstuk. Daartoe zoekt u contact met een van de begeleiders van de trainingsdagen. Op dat moment moet u ingeschreven staan voor de cursus. De volgende trainingsdagen worden in het academisch jaar 2011-2012 aangeboden: 1. Cultuurgeschiedenis 2. Filosofie 3. Kunstgeschiedenis 4. Letterkunde Aan het eind van de trainingsdag krijgt u van de begeleider een bewijs van deelname.
U verkrijgt het certificaat voor Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 als u vier deelnamebewijzen van trainingsdagen kunt overleggen en nadat u het bij de cursus horende werkstuk met een voldoende hebt afgerond.
Ingangseisen De gehele propedeuse is met succes afgerond.
Begeleidingsvorm Standaardbegeleiding en vier verplichte trainingsdagen. De data van de trainingsdagen worden aangekondigd op de cursuswebsite op Studienet. Na inschrijving voor een trainingsdag krijgt u van de faculteit nadere informatie over de begeleiding van die dag.
Tentamen Opdracht: het schrijven van een onderoeksvoorstel. Data: volgens afspraak.
Docenten Examinator: dr. Frank Inklaar. Begeleiders: Letterkunde: drs. Dick Disselkoen, dr. Sarah de Mul; cultuurgeschiedenis: drs. Janny Bloembergen-Lukkes, dr. Frank Inklaar; Filosofie: dr. Jeroen Vanheste, drs. Herman Simissen; kunstgeschiedenis: dr. Jos Pauls, dr Frauke Laarmann. Coördinatie en aanmelden trainingsdagen:
[email protected] www.studieaanbod.ou.nl/C49211.htm
Oudheid
Cultuurgeschiedenis van de Oudheid
Deze cursus wordt stopgezet met ingang van 1 februari 2012 en vervangen door de cursus Cultuurgeschiedenis van de Oudheid (C21211).
Nieuwe cursus
Inschrijving vanaf 1 februari 2012
Cursuscode: C11211 Studielast: 1 module
Cursuscode: C21211 Studielast: 1 module
In het kader van deze cursus bestudeert u bijna alle hoofdstukken van het handboek De oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis (Amsterdam 2001, 6e druk 552 pagina’s). Hoewel het boek van Frits Naerebout en Henk Singor een zeer brede periode bestrijkt, van de vroege prehistorie tot in de middeleeuwen, ligt het accent toch op de Grieks-Romeinse oudheid. De Grieks-Romeinse geschiedenis wordt behandeld ‘in de context van de wereldgeschiedenis’, zodat er ook aandacht is voor bijvoorbeeld de geschiedenis van China en van de nomadische volken van Europa en Azië. Het boek is opgebouwd uit chronologische blokken (de archaïsche tijd, de klassieke tijd, de hellenistische tijd en de tijd van het Romeinse keizerrijk), waarbinnen de verschillende volkeren en culturen afzonderlijk aan de orde komen. Hierbij is het historisch overzicht met de belangrijkste politiek-militaire gebeurtenissen relatief beknopt gehouden om meer ruimte te laten voor zaken als sociaaleconomische ontwikkeling, mentaliteit en religie.
Standaard.
In de Ilias beschrijft Homerus Mycene als de machtigste van alle steden op de Peloponnesus en noemt het ‘het goudrijke Mycene’, gesticht door Perseus, de zoon van oppergod Zeus en Danaë. De stadsmuur zou zijn gebouwd door de reus Cyclops. De opgravingen van Schliemann bevestigden in de 19e eeuw het bestaan van Mycene en de grootsheid ervan, maar veel andere beweringen van Homerus moeten toch worden geïnterpreteerd als mythen, als verhalen die de mensen eeuwenlang aan elkaar door vertelden. De auteurs van Cultuurgeschiedenis van de oudheid grijpen de stad Mycene aan om de mythologie te behandelen, die zo’n belangrijke rol speelt in de klassieke teksten. Zo gaan zij voortdurend te werk: twaalf steden dienen als uitgangspunt voor de behandeling van een hoofdthema uit de cultuurgeschiedenis van de klassieke Oudheid in haar geheel. Zo dient Milete voor de filosofie, Athene voor ‘oorlog en vrede’ en ‘beeldende kunst’, Alexandrië voor ‘literatuur’, Delos voor ‘economie en handel’, Rome voor ‘staatsinstellingen en recht’ en ‘de samenleving’, Nijmegen voor ‘centrum en periferie’, Ephese voor ‘stedenbouw en architectuur’, Constantinopel voor ‘regilie’ en Ravenna voor ‘de oudheid na de oudheid’. Aan het eind van de cursus heeft u een uitstekend cultuurhistorisch overzicht gekregen van de Griekse en Romeinse wereld.
Tentamen
Begeleidingsvorm
Mondeling. Data: in onderling overleg in de maanden november, januari en juni.
Standaard
Voorkennis Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Begeleidingsvorm
Docenten
Tentamen Wordt t.z.t. bekendgemaakt. Zie cursuswebsite op Studienet.
Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp.
Docenten Examinator en begeleider: worden t.z.t. bekend gemaakt. Zie cursuswebsite op Studienet. www.studieaanbod.ou.nl/C21211.htm
GESCHIEDENIS
www.studieaanbod.ou.nl/C11211.htm
39
Middeleeuwen
Sociaal-economische geschiedenis
Cursuscode: C12221 Studielast: 1 module
In de cursus Middeleeuwen bestudeert u het boek Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van middeleeuws Europa (Amsterdam 2004 2e druk, 476 pagina’s) van Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers. De middeleeuwen roepen het beeld op van torens en kastelen, waar minstrelen hoofse liederen ten gehore brachten en koene ridders elkaar op het toernooiveld eervol bestreden. Het is een onuitroeibaar cliché dat slechts betrekking heeft op een klein en door verbeelding vertekend deel van een complexe periode uit de Europese geschiedenis die meer dan duizend jaar duurde. God heerste met harde hand over deze wereld die naar huidige maatstaven technologisch onderontwikkeld, arm, onrechtvaardig en uiterst gewelddadig was. Hoewel de middeleeuwen in veel opzichten ver van ons af staan en totaal ‘anders’ waren dan de tijd waarin wij leven, hebben nogal wat karakteristieke elementen van onze huidige samenleving middeleeuwse wortels. Dat geldt niet alleen voor het nederzettingspatroon en de staatkundige kaart van Europa, maar ook voor bepaalde instellingen die wij als wezenlijk beschouwen, zoals parlement, universiteit en vakvereniging.
Cursuscode: C13221 Studielast: 1 module
Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
In de cursus Sociaal-economische geschiedenis bestudeert u het tweede deel van het handboek van De Vries (red.), Van agrarische samenleving naar verzorgingsstaat. Demografie, economie, maatschappij en cultuur in West-Europa, 1450-2000. Het boek is een inleiding op de demografische, economische en sociaal-mentale geschiedenis van West-Europa tussen 1450 en 2000. De agrarische sector, de nijverheid en handel, alsmede de groei en stagnatie ervan, zijn onderwerp van beschouwing. Ook de staatsvormen en de sociale structuren krijgen een prominente plaats. Aan de ‘burgerlijke’ negentiende eeuw, de klassenmaatschappij en de verzorgingsstaat zijn aparte hoofdstukken gewijd. Vier landen staan centraal: Engeland, Nederland, Duitsland en Frankrijk. In het eerste deel gaat over de periode tussen het midden van de vijftiende eeuw en het einde van de achttiende eeuw. Het tweede deel behandelt dezelfde onderwerpen sedert het einde van de achttiende eeuw. Tot ongeveer 1880 worden de onderlinge verschillen tussen de landen groter, omdat de industrialisatie op verschillende tijdstippen plaatsvond. Daarbij behouden de samenlevingen nog lang ‘agrarische trekken’. Pas na 1880 groeien de landen op demografisch, economisch en sociaal gebied naar elkaar toe. De verzorgingsstaat, die na de Tweede Wereldoorlog ontstond, laat deze sterke overeenkomsten duidelijk zien.
Begeleidingsvorm
Voorkennis
Standaard.
Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Voorkennis
Tentamen Mondeling Data: in onderling overleg in de maanden november, januari en juni.
Begeleidingsvorm Standaard.
Tentamen
GESCHIEDENIS
Docenten
40
Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen. Het tentamen zal worden afgenomen door dr. Rob Meens in het bijzijn van drs. Herman Simissen. Dr. Meens is verbonden aan het Instituut voor geschiedenis van de Universiteit Utrecht. Hij is specialist op het gebied van de middeleeuwen. www.studieaanbod.ou.nl/C12221.htm
Wordt t.z.t. bekendgemaakt. Zie cursuswebsite op Studienet.
Docenten Examinator en begeleider: dr. Frank Inklaar. www.studieaanbod.ou.nl/C13221.htm
Nederland in de 19e en 20e eeuw
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en in Nederland
Cursuscode: C10222 Studielast: 2 modulen
In het kader van de cursus Nederland in de 19e en 20e eeuw bestudeert u twee handboeken: Land van kleine gebaren. Een politiek geschiedenis van Nederland 1780-1990 van Remieg Aerts (red). en Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland van Auke van der Woud. Een land van grote gebaren is Nederland niet, ook niet in de politiek. Maar geheel zonder drama is het toch niet gegaan, de ontwikkeling van het elitaire bestel van de achttiende eeuw en het patriarchale bewind van na de Franse tijd naar de liberale politieke cultuur van de tweede helft van de vorige eeuw en de door massapartijen gedragen politieke gemeenschap van nu. Constitutionele monarchie, de schoolstrijd, het kiesrecht, de sociale kwestie, de parlementaire democratie, ze zijn inzet geweest van langdurige en soms hevige conflicten. De ontwikkelingen worden in vier studies geschetst: de eenwording van Nederland, de toename van de politieke participatie, de uitbreiding van het politieke domein, maar ook het diffuser worden van de politieke besluitvorming. Rond 1850 ontwaakte Nederland uit een diepe slaap. Langzaam kwamen toen de intensieve communicatie, mobiliteit en de massale productie en consumptie van energie op gang. We zijn inmiddels gewend dat verschijnsel als een overbekende geschiedenis (‘industriële revolutie’) af te doen. De tijdgenoot die in 1850, 1860 leefde, zag echter een ongekende nieuwe wereld verschijnen waarin niets vanzelfsprekend was: dit perspectief is de leidraad van Een nieuwe wereld.
Cursuscode: C19111 Studielast: 1 module
Waarom kijken naar Amerika? Amerika is overal om u heen! U eet cereals en hamburgers en drinkt Coca Cola, leest over Amerikaanse toestanden in onze grote steden en leest Peanuts met Charley Brown. We spreken over consultants, marketingmanagers of andere business en betalen in de supermarkt met creditcard. We doen aan fitness of basketbal, en gaan uit naar de disco. De Star Wars-rage, commerciële televisie met The Simpsons en Jerry Springer, westerns met Clint Eastwood, internet, Elvis en Little Richard en Mickey Mouse T-shirts: Amerika komen we de hele dag overal tegen. In de twintigste eeuw hebben de VS zich ontwikkeld tot de dominante wereldmacht, economisch, politiek en cultureel. Kijken naar Amerika heeft daarom een grote urgentie gekregen. Door het brede culturele panorama dat u in de cursus Kijken naar Amerika krijgt aangeboden, zult u beter begrijpen wat Amerika eigenlijk is en wat Amerikanen bezighoudt. Is Amerika wel zo eenvormig als het oppervlakkig gezien lijkt? Hoe blijft een natie met zo’n heterogene bevolkingssamenstelling bijeen? Welke grondslagen in het politieke en economische systeem zijn hiervoor te vinden? Hoe beïnvloeden cultuuruitingen als film, televisie, muziek en sport dit proces? Hoe wordt het leven in Amerikaanse grote steden verwerkt in etnische literatuur? Is er zoiets als een Amerikaanse architectuur of kunst, of zelfs een Amerikaanse cultuur? Ten slotte stelt de cursus de vermeende Amerikanisering van Nederland ter discussie. Is Nederland echt al een culturele kolonie van Amerika?
Voorkennis Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Begeleidingsvorm
Begeleidingsvorm
Tentamen
Standaard.
Opdracht. Data: de opdrachten zijn slechts gedurende 4 periodes in het jaar toegankelijk. De periodes zijn: Periode 1: 1-15 januari Periode 2: 1-15 april Periode 3: 1-15 juli Periode 4: 1-15 oktober
Mondeling Data: in onderling overleg in de maanden november, januari en juni.
Docenten Examinator: prof. dr. Leo Wessels. Begeleiders: prof. dr. Leo Wessels en dr. Toon Bosch.
Docenten
www.studieaanbod.ou.nl/C10222.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C19111.htm
Examinator en begeleider: dr. Frank Inklaar.
GESCHIEDENIS
Tentamen
Standaard.
41
Historiografie. Geschiedschrijving in de Nederlanden van Renaissance tot heden
Lieux de mémoire
Cursuscode: C39211 Studielast: 1 module
Hoe zagen de mensen in het verleden hún verleden? Hoe beschouwden de bewoners van de Lage Landen hun eigen geschiedenis in de jaren rond 1500, de overgangsperiode van middeleeuwen naar renaissance? En hoe veranderde het aanwezige historisch besef later, gedurende de periode van humanisme, verlichting en romantiek? De cursus Historiografie behandelt de geschiedenis van de geschiedschrijving en de geschiedbeoefening, inclusief die van het veranderend historisch besef (de verhouding tussen heden en verleden), in Nederland en België vanaf de renaissance tot in onze tijd. Aan de hand van essays (het tekstboek), bronteksten en opdrachten wordt getoond hoe de omgang met het verleden vanaf de renaissance ook in de Nederlanden steeds weer nieuwe vormen heeft aangenomen. De kroniek, de erudiete verhandeling, het pamflet, het nationale epos, de historische monografie, het tijdschriftartikel, het essay, alle zijn het voorbeelden van genres die historici (mede) hebben ontwikkeld en beoefend. Door deze vormverandering kon de geschiedschrijving beantwoorden aan de noden van de tijd en vond zij meteen ook aansluiting bij de eigenheid van opeenvolgende cultuurstromingen als humanisme, verlichting, romantiek, modernisme en postmodernisme. De in het bronnenboek gepresenteerde (delen van) bronnen zijn exemplarisch voor de in het tekstboek behandelde en geanalyseerde genres. Het Vademecum is een werkboek en vormt het derde deel van de cursus. Het biedt een terugkoppeling op de stof van tekst- en bronnenboek.
Begeleidingsvorm
Cursuscode: C48321 Studielast: 1 module
Er zijn, zowel in Nederland als daarbuiten, heel wat voorbeelden van plaatsen die tot een historisch begrip zijn geworden: Waterloo, Ieper, Guernica, Auschwitz, de Mokerhei, Nova Zembla, Loevestein, Westerbork. Deze plaatsen roepen onwillekeurig en onmiddellijk de herinnering op aan ingrijpende historische gebeurtenissen, en vormen daarmee voorbeelden bij uitstek van wat de Franse historicus Pierre Nora ‘lieux de mémoire’ heeft genoemd, letterlijk: plaatsen van herinnering. Aan de hand van dergelijke lieux de mémoire kan de (cultuur) geschiedenis van een land in kaart worden gebracht. De idee van lieux de mémoire is niet alleen relevant voor de (cultuur)geschiedenis, maar ook voor de andere constituerende disciplines binnen de cultuurwetenschappen. Zo roept ‘de Kapellekensbaan’ onmiddellijk een boek van de Vlaamse schrijver Louis-Paul Boon in herinnering, Oegstgeest het werk van Jan Wolkers, ‘Gezicht op Delft’ de schilder Johannes Vermeer, wordt bij ‘Nuenen’ als snel aan Vincent van Gogh gedacht, bij ‘Rijnsburg’ aan de filosoof Baruch de Spinoza, en bij ‘Rotterdam’ kan ook worden gedacht aan de Franse filosoof Pierre Bayle, die er zich in 1681 vestigde om zijn kritische beschouwingen in vrijheid te kunnen blijven schrijven, hetgeen hij in zijn geboorteland niet had gekund. De idee van lieux de mémoire biedt, kortom, een inhoudelijke ingang tot de cultuurwetenschappen en tot de vier constituerende disciplines. Tegelijk roept het ook vragen op. Die vragen kunnen betrekking hebben op de status en inhoud van het begrip lieux de mémoire zelf, maar ook op bijvoorbeeld het proces van canonvorming in de cultuurwetenschappen en de vier constituerende disciplines. In de cursus komen deze verschillende aspecten aan de orde.
Standaard en een studiedag.
GESCHIEDENIS
Begeleidingsvorm
42
Tentamen
Standaard.
Open boek; open vragen. U mag het studiemateriaal meenemen naar het tentamen. Data: 8-11, 3-4 en 21-8.
Tentamen Het schrijven van een werkstuk. Data: volgens afspraak.
Docenten Examinator en begeleider: prof. dr. Leo Wessels.
Docenten Examinator en begeleider: nader bekend te maken.
www.studieaanbod.ou.nl/C39211.htm www.studieaanbod.ou.nl/C48321.htm
De Gouden Eeuw in perspectief
De cursus kent twee varian- ten: een Nederlandse en een Vlaamse. Na inschrijving ontvangen Vlaamse studenten op verzoek hun eigen cursusmateriaal. Cursuscode: C36321 Studielast: 1 module
Cursuscode: C05211 Studielast: 1 module
In 1958 vond in Brussel de Wereldtentoonstelling plaats. Deze Expo’58 gaf uiting aan de sfeer van hoop en vooruitgang en bovenal aan het vertrouwen in een heil en welvaart brengende moderniteit. Centraal stond het atoom, fysiek vormgegeven in het Atomium. Een bijzondere ode aan de moderniteit was te horen in het Philips paviljoen. Daar weerklonk het Poème Electronique van Le Corbusier, op muziek van Edgar Varese, een elektronisch gestuurd licht- en geluidsspel. De cursus Modernisering: Nederland - Vlaanderen 1948-1973 biedt u een inkijk in deze wereld van moderniteit. Tussen 1945 en 1973 hebben zowel Nederland als Vlaanderen een fundamentele transformatie doorgemaakt op economisch, sociaal en cultureel gebied. Deze weg naar de moderne verzorgingsstaat wordt wel aangeduid met de term ‘modernisering’. In deze cursus wordt vanuit twee invalshoeken naar de modernisering van Nederland en Vlaanderen gekeken. Enerzijds gaat het om de veranderingen zelf, zoals die zich in vele gedaanten hebben voorgedaan. Deze veranderingen worden beschreven in de handboeken die behoren tot de cursus. Anderzijds wordt nagegaan hoe deze handboeken zelf zijn opgebouwd. Welke theoretische en historiografische uitgangspunten hanteren zij, hoe komen zij aan hun informatie? Met andere woorden hoe is een cultuurwetenschappelijke studie tot stand gekomen? U gaat aan de hand van een zelf gekozen thema na welke keuzes er zijn gemaakt en hoe cultuurwetenschappelijke literatuur in het handboek is verwerkt. U leert zo kritisch te kijken naar cultuurwetenschappelijke producten.
De schilderijenproductie in de gouden eeuw had een enorme omvang. Schattingen spreken van acht tot negen miljoen schilderijen. In de loop der eeuwen zijn er vele verdwenen, verloren gegaan of beschadigd, maar desondanks blijft er een vrijwel onafzienbare massa kunstwerken over. In de cursus De Gouden Eeuw in perspectief wordt de waarderingsgeschiedenis behandeld van schilderijen uit de zeventiende eeuw, met als kernvragen: wat hebben mensen in het verleden (en heden) in binnen- en buitenland over de zeventiende-eeuwse schilderkunst gezegd en gedacht en wat hebben ze ermee gedaan? Aan de hand van de beschrijving van de waarderingsgeschiedenis van de zeventiende-eeuwse schilderkunst wordt een aantal belangrijke keerpunten in de westerse cultuurgeschiedenis gemarkeerd. Het handboek valt uiteen in drie delen. Het eerste deel heet Liefhebbers, omdat de beeldvorming van de Gouden Eeuw in de achttiende eeuw gedragen werd door mensen die zelf dicht bij de praktijk van de kunstbeoefening stonden. Het tweede deel, Ideologen, is gewijd aan visies waarin politieke, filosofische en andere overwegingen een doorslaggevende rol speelden in het oordeel over de kunst. In het laatste deel, Kunsthistorici, komt de opkomst van de kunstgeschiedenis als wetenschap aan de orde.
Ingangseisen
Begeleidingsvorm
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 en 2 afgerond.
Standaard en een jaarlijkse studiedag.
Begeleidingsvorm
Tentamen
Standaard en landelijke groepsbijeenkomst.
60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer)
Tentamen U beoordeelt een onderzoeksvoorstel aan de hand van open vragen. Veertien dagen voor de tentamendatum dient u een persoonlijk dossier te hebben ingeleverd. Ook dit dient voldoende te zijn. Data: 24-1, 4-4 en 20-8.
Voorkennis Kunsthistorische voorkennis op het niveau van de cursus Inleiding kunstgeschiedenis wordt verondersteld. Kennis van Ancien Régime (C09221) aanbevolen.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser. www.studieaanbod.ou.nl/C05211.htm
Docenten Examinator: Dr. Frank Inklaar Begeleiders: drs. Janny Bloembergen-Lukkes en dr. Frank Inklaar.
GESCHIEDENIS/KUNSTGESCHIEDENIS
Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1948-1973
www.studieaanbod.ou.nl/C36321.htm
43
Kabinetten, galerijen en musea
Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden.
Cursuscode: C41211 Studielast: 1 module
Kabinetten, galerijen en musea behandelt de uiterst gevarieerde geschiedenis van het verzamelen in Europa van circa 1500 tot heden. De gekozen voorbeelden behoren deels tot de nationale, deels tot de internationale geschiedenis. U maakt kennis met allerlei soorten collecties, niet alleen van kunstobjecten maar ook van voorwerpen uit de natuur en uit het domein van de natuurwetenschappen. De cursus beoogt geen compleet historisch overzicht te geven van de verschillende soorten collecties die in de loop van de geschiedenis zijn gevormd. Tot de thema’s die in de verschillende hoofdstukken terugkeren, behoren de motieven die vorsten, overheden en particulieren ertoe brachten verzamelingen aan te leggen en de functies die deze collecties, uitgegroeid tot kabinetten, galerijen en musea, werden geacht te vervullen. Omdat de functies goed afgelezen kunnen worden uit de wijzen waarop collecties worden geordend en tentoongesteld, loopt de presentatiegeschiedenis als een rode draad door de cursus. Nauw hiermee verbonden is het proces van geleidelijke openbaarmaking dat in de verzamel- en museumgeschiedenis getraceerd kan worden. In twaalf leereenheden worden aan de hand van representatieve voorbeelden de opvattingen over en de praktijk van het verzamelen en presenteren beschreven en onderzocht in samenhang met ontwikkelingen in het denken over zowel de kunst als de natuur. Zo wordt de geschiedenis van het verzamelen opgevat als een aspect van de wetenschapsgeschiedenis.
Begeleidingsvorm Standaard en een jaarlijkse studiedag in het eerste semester.
Cursuscode: C08321 Studielast: 1 module
De stad is de zichtbare staalkaart van onze cultuur. Hoe die expliciet gelezen moet worden, is het onderwerp van de cursus Stedenbouw. Daarbij gaat u eerst heel praktisch te werk. Zo leert u historische kaarten van steden in Nederland en België uit de zestiende en zeventiende eeuw te lezen en geografische kenmerken te duiden. Kadaster- en recente kaarten, luchtfoto’s en videobeelden voeren u naar de stad van nu. Deze praktijk wordt verdiept in teksten over de ontwikkeling van de stad in de Nederlanden tot aan 1900, toen de binding met de historisch gegroeide invulling van het land definitief werd verlaten. Bovendien staat u het Practicum Stedenbouw op dvd ter beschikking, op grond waarvan weer andere, nu interactieve opgaven uitgewerkt kunnen worden tot en met het samenstellen van ‘tentoonstellingen’ over stedenbouwkundige onderwerpen aan toe. De cursus heeft de geschiedenis van de stad als fysieke structuur tot onderwerp, haar gebouwen en de stedenbouw zelf, alsook de relatie met de regio en andere steden en het verstedelijkingsproces op ‘nationaal’ niveau. Het spanningsveld tussen ideaal en werkelijkheid wordt nadrukkelijk verkend. Na deze cursus zal geen enkel bezoek aan een historische binnenstad meer hetzelfde zijn.
Begeleidingsvorm Standaard en jaarlijkse studiedag in hartje Amsterdam, bestaande uit twee stadswandelingen, gedurende welke elke deelnemer een kort referaat houdt. Deze studiedag wordt aangeboden als seminar (zie cursus C54211) met een studiebelasting van 30 uur. Data: zaterdag 10 maart of zaterdag 17 maart 2012. Zie voor precieze informatie de cursuswebsite op Studienet.
KUNSTGESCHIEDENIS
Tentamen
44
60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden. Data: 7-11, 25-1 en 11-6.
Docenten
Tentamen 40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden. Het tentamen wordt via de computer afgenomen (CBG-tentamen). Data: 23-1, 3-4 en 20-8.
Examinator en begeleider: dr. Mieke Rijnders.
Docenten www.studieaanbod.ou.nl/C41211.htm
Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser. www.studieaanbod.ou.nl/C08321.htm
Oudnederlandse schilderkunst
Zomerschool Florence
Cursuscode: C13382 Studielast: 2 modulen
Vanaf het begin van de negentiende eeuw hebben de intrigerende houten panelen van de ‘Vlaamse primitieven’ de kunsthistorici voor vragen gesteld. Wat is karakteristiek voor de scholen in de vijftiende eeuw? Is er wel sprake van een Noordelijke renaissance? Verhullen de realistische afbeeldingen symbolische boodschappen, zoals de iconologische benadering wil? En zijn de werken wel geschilderd door de meesters zelf? Centraal in deze cursus staat een representatieve keuze van belangrijke werken van Oudnederlandse meesters die u door middel van verschillende invalshoeken uitgebreid leert kennen. Aan het begin van de 19e eeuw steeg, parallel aan de ontwikkeling van de Europese natiestaten, de belangstelling voor de werken van de zogenaamde ‘Vlaamse primitieven’. Het was mede een reactie op de alom bewonderde kunst van de Italiaanse renaissance. Hoe kunnen echter de voor huidige beschouwers soms cryptische voorstellingen worden geïnterpreteerd? De cursus laat zien hoezeer de interpretatie van de werken van de Oudnederlandse meesters in de afgelopen 200 jaar afhankelijk is geweest van de culturele context en de technische mogelijkheden van hun tijd. Er is volop aandacht voor de methodes die beroemde kunstkenners als Max Friedländer, cultuurhistorici als Jacob Burckhard en Huizinga, en kunsthistorici als Erwin Panofsky hanteerden. Daarnaast worden ook recente kunsthistorische interpretatiemethodes behandeld. De vraag blijft echter in hoeverre technisch onderzoek met behulp van röntgen- en infraroodstraling en archiefonderzoek naar opdrachtgevers ons zekere informatie kunnen verschaffen over de ware betekenis van de Oudnederlandse schilderkunst.
U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen rond de jaarwisseling 2011-2012. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden.
Voorkennis
Begeleidingsvorm
Kennis van de cursussen Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen en Inleiding kunstgeschiedenis (Kunst) met klem aanbevolen.
Contactonderwijs.
Begeleidingsvorm Standaard en jaarlijkse studiedag.
Florence is een van de belangrijkste centra van kunst en cultuur uit de Italiaanse renaissance. Een studiebezoek aan deze stad vormt een waardevolle aanvulling op ander cursusmateriaal van de faculteit Cultuurwetenschappen. Naast aandacht voor de kunst van Florence gaat minstens zoveel aandacht uit naar de ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke vaardigheden, het zelfstandig plegen van literatuuronderzoek en het ontwikkelen van een eigen vraagstelling. Een referaat, te houden in Florence zelf, en een werkstuk, te vervaardigen na het verblijf in Florence, zijn verplichte onderdelen van deze zomerschool. Een student uit een van de eerdere zomerscholen schreef in LOCUS, het tijdschrift van Cultuurwetenschappen, over haar ervaringen: `In de eerste plaats schreef ik me voor deze cursus in om veel kunst te gaan zien en te bestuderen. Ik heb niet kunnen vermoeden hoe stimulerend het is om op reis te gaan met een groep studenten, die weliswaar dezelfde interesse hebben, maar op alle andere gebieden van elkaar verschillen, en verderop in haar verslag: `Wat bij alle referaten opviel, was dat iedereen er ongelooflijk veel tijd en energie in had gestoken om zich in het onderwerp te verdiepen.’
Ingangseisen Propedeuse afgerond; bij voorkeur ook Schrijfpracticum 2 (of Schrijven in studie en beroep) afgerond.
Tentamen Het schrijven van een werkstuk waarin u het referaat dat u in Florence houdt, uitwerkt. Data: werkstuk inleveren uiterlijk drie maanden na verblijf in Florence.
Tentamen 40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden. Data: 8-11, 3-4 en 13-6.
Docenten
Docenten
www.studieaanbod.ou.nl/C13382.htm
Examinator en begeleider: dr. Frauke Laarmann.
Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser.
KUNSTGESCHIEDENIS
Cursuscode: C17311 Studielast: 1 module
www.studieaanbod.ou.nl/C17311.htm
45
Literatuurwetenschap
Culturele dialoog: lezen en schrijven tussen twee culturen
Cursuscode: C02211 Studielast: 1 module
U weet globaal gesproken wel wat literatuur is. Veel moeilijker te beantwoorden is de vraag: waarom? Waarom is er literatuur? Waarom is literatuur wat het is? Waarom is volgens deskundigen een bepaalde auteur (nog) wel literatuur en een andere niet (meer)? Waarom vinden wij niet allemaal, altijd, dezelfde teksten literatuur? Waarom vindt u de ene tekst de moeite waard en de andere niet? De cursus Literatuurwetenschap is reflectief van opzet en benadering. De cursus probeert de vele waarom-vragen die men over literatuur kan stellen, te beantwoorden. In de loop der jaren zijn er verschillende theorieën en benaderingswijzen ontwikkeld die het verschijnsel ‘literatuur’ nader zouden moeten kunnen verklaren. Benaderingen van literatuur worden in deze cursus thematisch aan de orde gesteld. Afhankelijk van de doelstelling van de onderzoeker zijn er verschillende invalshoeken mogelijk van het verschijnsel literatuur. De cursus beschouwt literatuur als een veelzijdig cultureel verschijnsel, en laat zien dat de literatuurwetenschap het best beoefend kan worden binnen het bredere kader van de cultuurwetenschappen. Ook de relatie tussen literatuur en andere media is daarbij relevant.
Voorkennis Kennis van de cursussen Inleiding letterkunde, Culturele dialoog en Wetenschapsleer is gewenst.
Cursuscode: C33211 Studielast: 1 module
In 2001 was het thema van de Nederlandse boekenweek ‘Schrijven tussen twee culturen’. Belangrijke Nederlandse literatuurprijzen worden de laatste jaren in de wacht gesleept door zogenaamde ‘nieuwe Nederlanders’. Een vergelijkbare doorbraak van niet-autochtone schrijvers zagen we in Groot-Brittannië bij de Bookerprijs al eerder. Zijn deze prijzen bedoeld als ‘aanmoedigingsprijs’? Wat voor soort literatuur schrijven de ‘schrijvers tussen twee culturen’? Ziet de Nederlandse literatuur er dankzij hen anders uit dan voorheen? De cursus bespreekt de literatuur uit de laatste tien jaar van auteurs die schrijven vanuit een culturele achtergrond uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten, zoals Turkije, Iran en Marokko. De redenen voor deze inperking zijn didactisch én inhoudelijk: het gaat om literatuur van schrijvers uit een ‘contrasterende’, niet-westerse cultuur (in tegenstelling tot de schrijvers die afkomstig zijn vanuit de voormalige koloniën). De centrale vraag van de cursus is wat voor literatuur de confrontatie tussen deze twee culturen oplevert. Daarbij gaat het niet alleen om de literaire thematiek; er is bewust gekozen voor een thema dat binnen de cultuurwetenschappen algemene, wetenschappelijke en ook actuele importantie heeft, namelijk het thema van de culturele dialoog. De cursus is opgezet aan de hand van een aantal studietaken met steeds één specifiek thema.
Voorkennis Begeleidingsvorm
Noodzakelijk niveau: Inleiding letterkunde (C12122).
Standaard.
Begeleidingsvorm Tentamen
Standaardbegeleiding en een jaarlijkse studiedag.
20 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden + een aantal open vragen. Data: 7-11, 4-4 en 11-6.
Tentamen Open vragen. Data: 8-11, 13-6 en 22-8.
L E T T E RK U N D E
Docenten
46
Examinator en begeleider: dr. Lizet Duyvendak.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Dick Disselkoen.
www.studieaanbod.ou.nl/C02211.htm www.studieaanbod.ou.nl/C33211.htm
De literaire canon
Zomerschool letterkunde
Cursuscode: C03211 Studielast: 1 module
Wie het onderwerp ‘de literaire canon’ aansnijdt, komt al snel te praten over een virtuele ‘lijst van meesterwerken’. Het is een leuk gezelschapsspel na te gaan of er een verzameling klassieke teksten bestaat, die ieder beschaafd mens gelezen zou moet hebben. Wetenschappers richten zich tegenwoordig vooral op de vraag naar het proces van canonisering: welke instituties spelen bijvoorbeeld een sturende rol? En omgekeerd, wie worden er buitengesloten en hoe gaat die uitsluiting in zijn werk? Centraal staat het debat. We kijken naar de debatten die in Nederland al gedurende twee eeuwen rondom het verschijnsel ‘de literaire canon’ gevoerd worden. Die discussies zijn vaak bijzonder verhit. Geen wonder: er staat veel meer op het spel dan alleen het behoud van literaire meesterwerken. De canon wordt steeds weer gebruikt om te reflecteren op de vraag wie ‘wij’ zijn, wat onze gemeenschappelijke kenmerken zijn - of waarom het juist zo ontbreekt aan gemeenschappelijke kenmerken. Bovendien raakt de canon onmiddellijk aan de moeilijke vraag, waar wij als samenleving of cultuur in de toekomst naartoe willen. Wat gaan wij overdragen op de kinderen en hoe gaan we dat doen? Welke literaire werken moeten ze lezen en welke niet? We trachten deze kluwen van sentimenten en argumenten enigszins te ontwarren. Welke stelling wordt door wie en wanneer betrokken? Waarom wordt de canon soms als een beknellend keurslijf gezien, en soms juist als een zeer bruikbaar instrument van culturele zelfdefiniëring?
Voorkennis Kennis van de cursussen Inleiding letterkunde en Culturele dialoog is gewenst.
Cursuscode: C59321 Studielast: 1 module
U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in het najaar van 2011. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden. In mei 2012 vindt in Den Haag de 54e Tong Tong Fair (voorheen Pasar Malam Besar) plaats. Het is het grootste Indische (Euraziatische) festival ter wereld, waar de vermenging van Oost en West in al haar variëteiten wordt beleefd in podiumkunsten en actualiteit, met medewerking van artiesten, auteurs en wetenschappers uit binnenen buitenland. De faculteit Cultuurwetenschappen grijpt dit evenement aan om een zomerschool te wijden aan het thema De Indische autobiografie. De zomerschool zal plaatsvinden in Den Haag. Het aantal studiedagen wordt geschat op vier tot vijf in de periode rond Hemelvaart en Pinksteren mei 2012. Bij de Zomerschool horen een reader en enkele literaire werken die u vooraf gelezen en bestudeerd moet hebben. Tijdens de zomerschool bestudeert u werk van enkele ‘Indische’ autobiografische auteurs: u leert Indische autobiografieën analyseren en interpreteren. Deze werken worden in de literaire, historische en/of sociopolitieke context geplaatst. Aan de orde komen thema’s als tempo doeloe, autobiografische verteltechnieken en de (post)koloniale historische context. Begin 2012 is er een verplichte voorbereidende bijeenkomst. Daar krijgt u uitleg over de opzet van de zomerschool en een opdracht voor uw mondelinge presentatie tijdens de zomerschool. De onderzoeksresultaten legt u na de zomerschool schriftelijk vast in een eindwerkstuk.
Ingangseis Begeleidingsvorm Standaard en een verplichte groepsbijeenkomst. Op die bijeenkomst dient u een poster te presenteren met daarop een stelling in het canondebat.
Propedeuse afgerond. De inhoud van de cursussen De culturele dialoog en Literatuurwetenschap wordt bekend verondersteld.
Het verzorgen van een posterpresentatie + het schrijven van een essay.Data: tweemaal per jaar worden posterpresentatiedagen georganiseerd. Voor precieze data: zie cursuswebsite op Studienet.
Contactonderwijs.
Tentamen Mondelinge presentatie gedurende de zomerschool en schriftelijk werkstuk.
Docenten
Docenten
Examinator en begeleider: dr. Sarah de Mul.
Begeleiders en examinatoren: dr. Lizet Duyvendak en dr. Sarah De Mul.
L E T T E RK U N D E
Begeleidingsvorm Tentamen
www.studieaanbod.ou.nl/C03211.htm www.studieaanbod.ou.nl/C59321.htm
47
Wetenschapsleer
Ethiek
Cursuscode: C01221 Studielast: 1 module
In de cursus Wetenschapsleer wordt een integrale benadering van de wetenschappen gepresenteerd. Klassieke wetenschapsfilosofische vragen vormen het vertrekpunt: Wat is wetenschap? Waarop is de geldigheid van wetenschappelijke kennis gebaseerd? Hoe komt wetenschap tot stand? Moeten er grenzen gesteld worden aan de wetenschap? Bij de beantwoording wordt echter niet alleen een beroep gedaan op de filosofie maar ook op de wetenschapsgeschiedenis, de wetenschapssociologie en de wetenschapsantropologie. U bestudeert de relatie tussen wetenschap en werkelijkheid, tussen theorie en empirie en tussen wetenschap, techniek en maatschappij. Belangrijke stromingen en denkers die daarbij worden besproken zijn onder andere(n): het logisch empirisme, de theorieën van Popper, Lakatos, Kuhn, het wetenschappelijk realisme, het sociaal constructivisme en Latours wetenschapsantropologie. In het onderdeel over de relatie tussen wetenschap, techniek en maatschappij wordt onder andere aandacht besteed aan de opvattingen van Foucault en aan de ontwikkeling van vrouwenstudies. In de cursus wordt ook de discussie over de eenheid van wetenschap gepresenteerd. Daarbij staat de moderne, empirisch-analytische natuurwetenschap tegenover de mens- en cultuurwetenschappen en tegenover de biologie. Gaandeweg zal blijken dat ook ten aanzien van de wetenschap rotsvaste garanties en zekerheden een illusie zijn. Bezinning op wetenschap is geen overbodige luxe. Ook omdat de wetenschappen niet alleen zichzelf sturen, blijft een permanente en breed georiënteerde reflectie op wetenschappelijke kennis wenselijk en zelfs noodzakelijk. Deze cursus zet u aan tot reflectie op het bedrijven van wetenschap. Na bestudering kunt u een zelfstandig oordeel formuleren over de verhoudingen tussen de wetenschappen onderling en de complexe relatie tussen de wetenschap en de samenleving.
Cursuscode: C23221 Studielast: 1 module
Ethiek maakt van oudsher een essentieel deel uit van de bezinning op de vooronderstellingen van het denken en handelen, die in de filosofie vorm krijgt. Het gaat om vragen als: welk handelen is goed en waarom? Hoe kan ik mijn handelen verantwoorden? Hoe zien de deugdzame mens en de rechtvaardige samenleving er uit? In de cursus komt onder meer naar voren dat filosofen teruggrijpen op de traditie als zij ethische problemen trachten te verhelderen. De antwoorden op ethische vragen door filosofen als Aristoteles en Kant zijn in de geschiedenis van de filosofie steeds opnieuw geïnterpreteerd en bekritiseerd. Dat verwerkingsproces kleurt onze huidige opvattingen over ethische vraagstukken. Door de theorieën van vijf invloedrijke filosofen te behandelen, biedt de cursus zicht op deze historische ontwikkeling. Opvattingen over juistheid en rechtvaardigheid, over het goede leven, verschillen per periode en per cultuur. De ethiek stelt zich niet tevreden met een afstandelijke beschrijving van zulke opvattingen, maar richt zich op de geldigheid en strekking van normen en waarden en vraagt zich af welke de meest rechtvaardige zijn. In de ethiek gaan theorie en praktijk hand in hand, want het rechtvaardige of goede is iets wat verwerkelijkt moet worden. Ethiek wordt daarom ook wel praktische filosofie genoemd. Ook het praktische aspect van ethiek komt in deze gereviseerde cursus daarom uitvoerig aan bod.
Voorkennis Bekendheid met de cursus Inleiding in de filosofie vergemakkelijkt de bestudering van deze cursus.
Begeleidingsvorm Standaard en een jaarlijkse studiedag.
Tentamen 80 juist/onjuist vragen. Data: 7-11, 5-4 en 20-8.
Begeleidingsvorm Standaard en een studiedag.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Annet van Melle.
F I LO S O F I E
Tentamen 40 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer).
Docenten Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen. www.studieaanbod.ou.nl/C01221.htm
48
www.studieaanbod.ou.nl/C23221.htm
Argumentatieleer
Cursuscode: C52211 Studielast: 1 module
Argumentatie is er altijd op gericht een redelijke beoordelaar te overtuigen van de aanvaardbaarheid van een standpunt. Argumenteren veronderstelt dus een verschil van mening: als iemand een standpunt inneemt waar iedereen het mee eens is, zijn argumenten die een standpunt rechtvaardigen overbodig. In deze cursus wordt eerst stilgestaan bij het wezen van argumentatie: het innemen van standpunten, de verschillende soorten van meningsverschillen die kunnen worden onderscheiden, vormen van argumenteren en discussiëren. Vervolgens worden de belangrijkste kenmerken van dit hele proces geanalyseerd aan de hand van belangrijke theorieën en begrippen: de presentatie van de argumentatie, de verzwegen argumenten en standpunten, de argumentatiestructuur die een betoog kan aannemen, de deugdelijkheid van vormen van argumentatie en tenslotte drogredenen. Schrijvers en sprekers moeten in allerlei situaties hun publiek kunnen overtuigen. In deze cursus leert u niet alleen mondelinge en schriftelijke betogen te analyseren en beoordelen, maar krijgt u ook concrete aanwijzingen, soms in de vorm van modellen, om overtuigende schriftelijke en mondelinge betogen te maken. Een hele reeks oefeningen en verwijzingen naar achtergrondliteratuur helpen daarbij.
Voorkennis Schrijfpracticum 1 en 2 dringend aanbevolen.
Begeleidingsvorm Standaard.
Tentamen 15 meerkeuzevragen met 4 mogelijke antwoorden + 5 open vragen. Data: 8-11, 2-4 en 12-6.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen.
F I LO S O F I E
www.studieaanbod.ou.nl/C52211.htm
49
Denken over cultuur
Cursuscode: C01321 Studielast: 1 module
De cursus Denken over cultuur wil uw ‘denken over cultuur’, een van de hoofdbezigheden van de cultuurwetenschapper, bevorderen en versterken. In de vorm van opdrachten vragen wij u om u intensief bezig te houden met vragen als: wat is een goede omschrijving van cultuur? Hoe bouw ik een referentiekader op om cultuurverschijnselen te analyseren en te begrijpen? Wat is de taak van de cultuurwetenschappen? Welke wetenschappelijke en wijsgerige analyses zijn actueel voor het bestuderen van cultuurvraagstukken? Welke samenhang bestaat er tussen het analyseren en interpreteren van cultuurvraagstukken en het beoordelen en bekritiseren van deze vraagstukken? In de opdrachten wordt u gevraagd een antwoord op deze vragen en ook andere vragen te formuleren waarbij u zich kunt baseren op de ideeën en theorieën van cultuurwetenschappers die u in de cursus worden aangereikt, zoals Collingwood, Huizinga, Foucault, Nussbaum en Bourdieu. Hiertoe is een tekstenbundel samengesteld. Hiernaast zijn voor de cursus bijdragen geschreven door Mieke Bal, Hans van Driel en Geno Spoormans, Raymond Corbey en Jacques de Visscher. Ook hun bijdragen zijn opgenomen in de tekstbundel. De opdrachten, die in de vorm van studietaken zijn uitgewerkt, vindt u op de elektronische leeromgeving Studienet, op een voor de cursus ontwikkel-de site. Om het werken op Studienet te ordenen en ook te verlevendigen hebben we de site de vorm gegeven van een congres over Denken over cultuur. Tijdens de bestudering van de cursus bent u in feite deelnemer aan dit congres, dat een aantal onderdelen kent, zoals lezingen en seminars. Op de nieuwsgroep van de cursus kunt u met medestudenten en docenten discussiëren over de aangeboden onderwerpen, vragen naar voren brengen en actuele culturele ontwikkelingen bespreken.
Voorkennis
F I LO S O F I E
Om de cursus te kunnen bestuderen, is bekendheid met filosofie niet per se nodig. Basiskennis, bijvoorbeeld opgedaan in de cursussen Inleiding in de filosofie en Wetenschapsleer, zal een effectieve bestudering van de cursus ten goede komen.
50
Begeleidingsvorm Standaard en landelijke groepsbijeenkomst. De begeleiding van Denken over cultuur start op specifieke data in het eerste en tweede semester. Alleen dan zijn de opdrachten beschikbaar op de cursuswebsite op Studienet.
Tentamen Opdrachten: 2 tussentijdse tests + een tentamenopdracht. Data: de tests en tentamenopdracht worden tweemaal per jaar aangeboden. Kijk op de cursuswebsite op Studienet voor de juiste data.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp. www.studieaanbod.ou.nl/C01321.htm
Zomerschool filosofie (hermeneutiek)
Bewegend beeld
U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in de zomer van 2011. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden. Kernthema van de Zomerschool hermeneutiek (interpretatieleer) is de reflectie op theoretische vooronderstellingen en uitgangspunten van de cultuurwetenschappen. Interpretatie kan immers worden beschouwd als bij uitstek een centrale categorie binnen deze wetenschappen. Zowel de wetenschappelijke identiteit van cultuurwetenschappen als geheel als van de verschillende disciplines daarbinnen worden gethematiseerd. Tijdens de zomerschool wordt ingegaan op actuele vraagstellingen die relevant zijn voor de vier constituerende disciplines van cultuurwetenschappen, waarbij gepoogd wordt een bij-drage te leveren aan de profilering van het vakgebied en in het bijzonder de theoretische reflectie hierover. Doel van de zomerschool is dat men kennis neemt van belangrijke theoretische opvattingen in (de geschiedenis van) de cultuurwetenschappen, in het licht van de huidige, in binnen- en buitenland gevoerde discussies op dit terrein. Er wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan de actieve verwerking van deze kennis. De zomerschool zal plaatsvinden in het studiecentrum Groningen in november 2011. Lezingen en werkgroepen maken in elk geval deel uit van het programma. Van de deelnemers wordt verwacht dat zij ook zelf referaten houden.
Cursuscode: C27231 Studielast: 1 module
De alomtegenwoordigheid en invloed van de audiovisuele media, in het bijzonder die waarbij bewegend beeld is betrokken, kan niemand zijn ontgaan. De aandacht voor die media is navenant. In de media zelf, maar ook de wetenschap blijft niet achter. De vakgebieden film, televisie en/of nieuwe media zijn op veel plaatsen een belangrijk onderdeel van het hoger onderwijs geworden. Cultuurwetenschappen moet aandacht schenken aan een onderwerp met zo’n maatschappelijk belang. De cursus Bewegend Beeld wil u leren bewegende beelden te analyseren, door u een algemene kennis van het fenomeen bewegend beeld en zijn geschiedenis te verschaffen, en inzicht in het bewegend beeld als product van een historische context, en als historische bron. Dit klinkt erg abstract, maar de module wil u bovenal laten kijken naar beelden, en zeker niet alleen over beelden laten lezen. Het hart van de module wordt gevormd door vier taken waarin u concrete beelden analyseert beelden die u zelf uitkiest! U zet in hoge mate uw eigen traject uit, in aansluiting op uw belangstelling, beroep, actualiteit, en studieomgeving. Na afloop zult u met andere ogen kijken naar de vele bewegende beelden waarmee u overal geconfronteerd wordt.
Voorkennis Bij voorkeur Schrijfpracticum 1 en 2 (of de cursussen Tekst en effect en Schrijven in studie en beroep) afgerond.
Begeleidingsvorm Ingangseisen U kunt inschrijven voor de zomerschool CW als u ten minste de propedeuse hebt afgerond dan wel vrijgesteld gekregen. Studenten die de cursus Theorieën van de cultuurwetenschappen (C16311) succesvol hebben afgerond, zijn uitgesloten van deelname.
Standaard.
Tentamen Opdracht. Er zijn 4 studietaken. Bij 3 ervan moet u een werkstuk inleveren. Zie voor uitgebreide informatie de cursuswebsite op studienet. Data: volgens afspraak.
Begeleidingsvorm Contactonderwijs.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
Tentamen Werkstuk. Data: het werkstuk dient geschreven te worden in aansluiting op de zomerschool.
Docenten Examinator: drs. Herman Simissen. Begeleiding: drs. Annet van Melle en drs. Herman Simissen.
www.studieaanbod.ou.nl/C27231.htm
F I LO S O F I E / C U LT U U R W E T E N S C H A P P E N
Cursuscode: C60311 Studielast: 1 module
www.studieaanbod.ou.nl/C60311.htm
51
Het cultuurwetenschappelijk debat
Cursuscode: C53211 Studielast: 1 module
C U LT U U R W E T E N S C H A P P E N
De cursus is een zogenaamde ‘lintmodule’. Na inschrijving verzamelt u studie-uren door het bijwonen van activiteiten die in het kader van de cursus worden georganiseerd. Elke keer dat u aanwezig bent geweest, ontvangt u (op vertoon van een geldig persoonsbewijs) een deelnamebewijs dat staat voor een aantal studie-uren. Als u 96 studie-uren bijeen hebt en de eindopdracht (24 studieuren) met een voldoende hebt afgerond, verkrijgt u op basis van de overlegde deelnamebewijzen en de goedgekeurde opdracht het cursuscertificaat. Deelnamebewijzen van activiteiten in het kader van de module Cultuurwetenschappelijk debat blijven vijf jaar geldig. Overschrijdt u de reguliere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door middel van een gratis tentamenkans. Houdt u bij de cursus Cultuurwetenschappelijk debat rekening met reiskosten om de activiteiten en lezingen te bezoeken.
52
In het kader van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat neemt u deel aan activiteiten die de faculteit organiseert over actuele thema’s of kwesties op het terrein van de cultuurwetenschappen. Als u aan voldoende activiteiten hebt deelgenomen, wordt u geacht een essay te schrijven waarin u een eigen visie geeft op het door u gevolgde traject. De volgende activiteiten maken deel uit van de cursus (tussen haakjes het aantal studie-uren dat u ervoor krijgt): 1. De landelijke CW-dag bij de opening van academisch jaar (8 studie-uren); 2. De CW-regiodagen (regio’s: Zuid-Nederland en Vlaanderen, Noordoost-Nederland, West-Nederland (Randstad) in het voorjaar (8 studie-uren); 3. Studium-generalelezingen in uw studiecentrum (4 studie-uren), in het geval van een dagprogramma: 8 studie-uren; 4. Activiteiten en dagexcursies onder leiding van een staflid van de faculteit (8 studie-uren); 5. Het bijwonen van een studiedag van op de cursuswebsite op Studienet met name genoemde cursussen (8 studie-uren). Om deze studiedagen te kunnen bijwonen dient u ingeschreven te zijn voor de desbetreffende cursus, of deze al hebben afgerond.
6. Eindopdracht (verplicht): het schrijven van een essay van circa tweeduizend woorden waarin u een eigen visie geeft op het door uw gevolgde traject. Dit essay wordt beoordeeld en moet voldoende zijn (24 studie-uren). Het aanbod van activiteiten wordt voortdurend vernieuwd. Kijk voor het meest actuele aanbod op de cursuswebsite op Studienet.
Voorkennis Schrijfpracticum 1 dringend aanbevolen.
Begeleidingsvorm Contactonderwijs.
Tentamen Het schrijven van een essay. Data: volgens afspraak.
Docenten Examinator: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden. Begeleiders: verschillen per activiteit. www.studieaanbod.ou.nl/C53211.htm
Cultuurwetenschappelijke seminars
Zomerschool Roma Caput Mundi
Cursuscode: C54211 Studielast: 1 module
De cursus is georganiseerd als ‘lintmodule’. Studenten kiezen uit het aanbod een aantal seminars totdat zij 120 studie-uren hebben gevuld. Elk seminar wordt afgesloten met een beoordeelde opdracht. Wanneer deze is goedgekeurd ontvangt u een deelcertificaat. Deelcertificaten van de module Cultuurwetenschappelijke seminars blijven vijf jaar geldig. Overschrijdt u de reguliere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door middel van een gratis tentamenkans. Aan de meeste seminars zijn extra kosten verbonden in verband met de inhuur van sprekers, de extra begeleidingstijd, huur van locaties en reizen. Tijdens een seminar wordt een bepaald cultuurwetenschappelijk onderwerp onder leiding van een docent diepgaand bestudeerd. De vorm waarin dat gebeurt, loopt per seminar sterk uiteen. U kunt denken aan leesgroepen, excursies, lezingencycli, bezoek aan congressen, ‘hei-weekenden’, enzovoort. Na inschrijving voor de cursus schrijft u apart in voor de aangeboden seminars. Het actuele aanbod staat vermeld op de cursuswebsite op Studienet. Er bestaan seminars van 30 en 60 studie-uren. Voor elk seminar geldt dat er een minimum en een maximum aan het aantal deelnemers is. Wanneer u 120 studie-uren hebt verzameld, ontvangt u bij overlegging van de deelcertificaten uw cursuscertificaat.
Cursuscode: C56311 Studielast: 1 module
U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in het najaar van 2011. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden. ‘Rome, hoofdstad en sieraad van de wereld’ (Roma, caput mundi, mundi decus) dichtte Alcuinus van York na de kroning in Rome van Karel de Grote tot keizer (Kerstmis 800). Zelfs al was de stad tot ruïnes vervallen, Rome sprak nog altijd tot de verbeelding. Meer dan twintig eeuwen daarvoor waren kleine hutdorpen ontstaan op heuveltoppen bij een doorwaadbare plaats in de Tiber. Samen zouden zij uitgroeien tot Rome, hoofdstad van een wereldrijk. Ook na de val van het West-Romeinse Rijk en het vertrek van de keizers bleef Rome een belangrijke rol spelen, omdat de stad inmiddels het centrum van de Christenheid was geworden. Caput Mundi, ‘hoofdstad van de wereld’, kreeg zodoende een gelaagde betekenis: centrum van geestelijke én van wereldlijke heerschappij. De gelaagdheid van Rome staat centraal in deze zomerschool. Continuïteit en transformatie zijn daarbij de sleutelwoorden. Het verleden was en is in Rome tastbaar, zelfs onontkoombaar, meer dan in welke andere stad ter wereld ook. Weinig steden zijn immers gedurende zo’n lange tijd van hun bestaan als universele hoofdstad beschouwd. Het verleden is in Rome steeds weer ingezet en hergebruikt, waarbij oude vormen een nieuwe betekenis kregen.
De propedeuse dient te zijn afgerond.
Studenten dienen de propedeuse te hebben afgerond. Overige ingangseisen worden per seminar bepaald.
Begeleidingsvorm
Begeleidingsvorm
Contactonderwijs. Naast de zomerschool in Rome zijn er twee verplichte bijeenkomsten in Nederland.
Contactonderwijs.
Tentamen Tentamen Elk seminar wordt afgesloten met een opdracht. Dit kan zijn een werkstuk, een mondelinge presentatie, een powperpoint-presentatie, enz. Data: volgens afspraak.
Mondelinge presentatie in Rome die uitgewerkt wordt in een werkstuk na afloop van de zomerschool. Data: Inlevering eerste versie: 1 maand na terugkeer uit Rome; inlevering definitieve versie: 3 maanden na terugkeer.
Docenten
Docenten
Elk seminar heeft zijn eigen docent(en). Eindverantwoordelijk examinator voor de cursus: drs. Dick Disselkoen.
Begeleiding en examinator: dr. Nathalie de Haan (Radboud Universiteit Nijmegen). Coördinatie: drs. Paul van den Boorn.
www.studieaanbod.ou.nl/C54211.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C56311.htm
C U LT U U R W E T E N S C H A P P E N
Ingangseisen Ingangseisen
53
Onderzoekspracticum: bachelorscriptie
C U LT U U R W E T E N S C H A P P E N
54
Cursuscode: C42323 Studielast: 3 modulen
Met het Onderzoekspracticum bachelorscriptie sluit u uw bacheloropleiding af. In het kader van dit practicum doet u een wetenschappelijk (literatuur)onderzoek naar een bepaald onderwerp, dat in sommige gevallen aangevuld wordt met een leeronderzoek op basis van een set voorgeselecteerde data. In de loop van het practicum rapporteert u over de opzet van uw onderzoek en aan het eind presenteert u mondeling en schriftelijk de resultaten. Deze presentaties dienen te voldoen aan de criteria en normen die in de Practicumwijzer Onderzoekspracticum bachelorscriptie zijn vastgelegd. U bent niet vrij in het kiezen van een scriptieonderwerp. De onderwerpen die u onderzoekt, sluiten inhoudelijk aan bij cursussen uit het programma van de bacheloropleiding. Elke van de vier constituerende disciplines van cultuurwetenschappen (cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie) heeft daartoe een cursus aangewezen. In het academisch jaar 2011-2012 zijn de onderwerpen: - Natie, staat en identiteit in het koninkrijk der Nederlanden 1815-1830 (cultuurgeschiedenis). Cursussen Veranderende grenzen Nationalisme in Europa 1815-1919 en 1919-1989 (C06311 en C07321) afgerond. - Literatuurgeschiedenis (letterkunde). Cursus De Literaire canon (C03211) afgerond. - Het leven en werk van Jheronimus Bosch (kunstgeschiedenis). Cursus Oudnederlandse schilderkunst (C17311) afgerond. - Denken over Europa (filosofie). Cursus Denken over cultuur (C01321) afgerond. Uitgebreide informatie over de onderwerpen kunt u vinden op de cursuswebsite op Studienet.
Ingangseisen Studenten die willen inschrijven voor het Onderzoekspracticum bachelorscriptie mogen nog twee cursussen van de bacheloropleiding hebben openstaan. Voor deze twee cursussen dienen zij wel te staan ingeschreven. De openstaande cursussen mogen niet de cursussen zijn, die inhoudelijk voorbereiden op de onderwerpen van de bachelorscriptie, en ook niet de cursussen Schrijfpracticum 2 en CW-Vaardigheden 2. Van deze regel zijn uitgezonderd de cursussen van de vrije ruimte. Het tijdschema van het Onderzoekspracticum bachelorscriptie is strak, de begeleiding intensief.
Vrijwel niemand zal tijd overhouden om naast het Onderzoekspracticum nog andere cursussen te bestuderen.
Begeleidingsvorm Het onderzoekspracticum bachelorscriptie start tweemaal per jaar, op 1 september en 1 februari. Er zijn gedurende de practicumperiode minimaal vier verplichte bijeenkomsten. Tussendoor is er geregeld contact met de inhoudelijke begeleiders per telefoon en per mail.
Tentamen Scriptie en mondelinge presentatie. De inhoud van de scriptie, de schrijfstijl en de mondelinge presentatie worden alle drie apart beoordeeld. De inhoud bepaalt het cijfer, de andere twee prestaties moeten voldoende zijn.
Docenten Inhoudelijke begeleiders: nader te bepalen (cultuurgeschiedenis), dr. Frauke Laarmann (kunstgeschiedenis), drs. Wouter Steffelaar (letterkunde), dr. Jeroen Vanheste (filosofie). Presentatie- en taalbegeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wouter Valentgoed. Examinators: prof. dr. Leo Wessels (cultuurgeschiedenis), dr. Jos Pouls (kunstgeschiedenis), dr. Lizet Duyvendak (letterkunde) en drs. Herman Simissen (filosofie). Coördinatie: dr. Toon Bosch en drs. Paul van den Boorn. www.studieaanbod.ou.nl/C42323.htm
Cursusbeschrijvingen Educatieve minor Onderwijswetenschap
Kennis van leren en onderwijzen
Cursuscode: O17311 Studielast: 1 module
In deze cursus maakt u kennis met de kernthema’s van de onderwijskunde. Aandacht wordt besteed aan de context van het onderwijs (maatschappij en overheidsbeleid), schoolorganisatie, kenmerken van leerlingen en docenten, het beïnvloeden van leerprocessen, het ontwerpen van leeromgevingen, ICT in het onderwijs en evaluatie en assessment. Na deze cursus heeft u een breed inzicht in de actuele stand van zaken in de onderwijskundige praktijk en de achterliggende wetenschappelijke inzichten. De cursus bestaat uit een studieboek en een elektronisch werkboek voorzien van opdrachten die u helpen bij het bestuderen van de stof. Tevens bestaat de mogelijkheid dat studenten onderling en met de docent communiceren over de gemaakte opdrachten of elkaar vragen voorleggen. De cursus wordt afgesloten met een tentamen met open vragen, af te nemen via de computer op de tentamenlocatie, waarbij het studieboek overigens mag worden gebruikt.
Begeleidingsvorm
Cursuscode: C46311 Studielast: 1 module
Deze cursus biedt u een breed theoretisch overzicht van de onderwijskunde en brengt u op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het onderwijs. De cursus bevat tevens goede toepassingsmogelijkheden. U maakt kennis met opvattingen over wat leren is en hoe leerprocessen verlopen. De cursus introduceert en verdiept diverse onderwijsvisies op leren en instructie. Ook leert u gericht zelf onderwijs te ontwerpen. Belangrijke aspecten zijn curriculumtheorie en het omgaan met individuele verschillen tussen leerlingen. De hoofdlijnen van het Nederlands onderwijsstelsel worden beknopt geschetst. Daarnaast wordt u vertrouwd gemaakt met de theoretische basis van didactiek door een gedegen inleiding in leren en onderwijzen. Leidend principe daarbij zijn de essentiële vaardigheden die een leraar nodig heeft in de dagelijkse educatieve praktijk. Door het zelfstandig uitwerken van opdrachten bij digitale casussen met bijbehorende studietaken leert u algemeen didactische principes toe te passen en af te stemmen op de betreffende leersituaties.
Standaard.
Voorkennis Tentamen Open boek; open vragen, afgenomen via de computer (CBG-tentamen) Data: 9-11, 4-4 en 22-8.
Propedeuse afgerond; van de postpropedeuse moeten alle modulen horend bij het schoolvak waarvoor de lesbevoegdheid wordt beoogd succesvol zijn afgesloten, behalve de bachelorscriptie.
Docenten
Begeleidingsvorm
Dhr. J. van Strien MSc.
Standaard en elektronisch via de cursuswebsite in Studienet.
www.studieaanbod.ou.nl/O17311.htm Opdracht. Data: volgens afspraak.
Docenten Zie de cursuswebsite op Studienet. www.studieaanbod.ou.nl/C46311.htm
E D U C AT I E V E M I N O R
Tentamen
55
Kennis van de leerling
Vakdidactiek Geschiedenis
Cursuscode: C47211 Studielast: 1 module
In deze cursus maakt u uitgebreid kennis met alle aspecten van de leeftijdsgroep 12-16 die van belang zijn voor het werken met pubers en adolescenten. De invalshoeken zijn vooral ontwikkelingspsychologisch en sociologisch van aard. Er wordt u een helder en actueel beeld geboden van hetgeen de meeste jongeren met elkaar gemeen hebben, namelijk de driedeling in hun leven die wordt gevormd door de elementen ‘thuis’, ‘op school’ en ‘de media in de wired world’. Een belangrijke invalshoek is de school als leefwereld van jongeren. In de cursus staat verder de vraag centraal of het bij puberteit en adolescentie daadwerkelijk om een `moeilijke’ leeftijd gaat in een belangrijke transitiefase. Dit is een terrein waarmee u als leraar in de onderbouw bij uitstek te maken krijgt. In de reader staan ook teksten over denken, geweten en relaties die goed bruikbaar zijn om de beweegredenen van leerlingen te analyseren en te interpreteren. Tot slot wordt in deze cursus uitvoerig aandacht besteed aan de pedagogische taak van de leraar. Het uitwerken van de bijbehorende studieopdrachten biedt aangrijpingspunten bij het ontwerpen en inrichten van onderwijs aan deze leeftijdsgroep. Met name als voorbereiding op en tijdens de stage vormt dit een onmisbare component.
Voorkennis
E D U C AT I E V E M I N O R
Propedeuse afgerond; van de postpropedeuse moeten alle modulen horend bij het schoolvak waarvoor de lesbevoegdheid wordt beoogd, succesvol zijn afgesloten, behalve de bachelorscriptie.
56
Cursuscode: C30211 Studielast: 1 module
Vakdidactiek Nederlands
Cursuscode: C31211 Studielast: 1 module
Vakdidactische stage Geschiedenis
Cursuscode: C62313 Studielast: 3 modulen
Vakdidactische stage Nederlands
Begeleidingsvorm Standaard en elektronisch via de cursuswebsite in Studienet.
Tentamen Opdracht. Data: volgens afspraak.
Docenten
Cursuscode: C63313 Studielast: 3 modulen
Zie de cursuswebsite op Studienet. www.studieaanbod.ou.nl/C47211.htm
Voor de bovenstaande cursussen kan in het jaar 2012-2013 worden ingeschreven. U kunt hier in uw langetermijnplanning rekening mee houden.
Cursusbeschrijvingen vrije ruimte Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven
Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd
Cursuscode: C32222 Studielast: 2 modulen
Cultuurfilosofie - reflectie op de eigen cultuur - is een kenmerk van de westerse beschaving. Actuele problemen als milieu, nucleaire energie, verdeling van de welvaart en multiculturele samenlevingen, leiden tot twijfel over onze westerse waarden en normen. Welke constructieve bijdrage kan de cultuurfilosofie leveren vanuit de verschillende levensbeschouwelijke perspectieven? In deze cursus krijgt u een inleiding tot het humanistisch, katholiek, reformatorisch, joods en islamitisch denken. Vanuit deze drie perspectieven wordt gereflecteerd op een specifieke menselijke activiteit, waardoor u tenslotte zicht krijgt op waarden en normen die houdbaar kunnen zijn. De cursus is uit de volgende vier onderdelen opgebouwd: - Een analyse van enkele elementen van de westerse cultuur, waarvan velen vinden dat hij zich in een crisis bevindt. - Historische en systematische inleidingen tot het humanistisch, katholiek, reformatorisch, islamitisch en joodse denken. - Vanuit de diverse levensbeschouwelijke perspectieven een aantal constructieve analyses van thema’s die gerelateerd zijn aan het huidige crisisbewustzijn. - Als casus de behandeling van het thema levensbeschouwing en onderwijs vanuit de diverse levensbeschouwelijke perspectieven.
Begeleidingsvorm Standaard en jaarlijkse studiedag (indien genoeg belangstellenden).
Tentamen 60 juist/onjuist vragen + werkstuk Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer)
Cursuscode: C14311 Studielast: 1 module
‘Opera barst van de onwaarschijnlijkheden. Van alle muzikale vormen is opera de meest prestigieuze, de meest absurde, de meest irrationele. Opera is een mysterie.’ Er zijn steeds meer mensen die belangstelling hebben voor opera, al lopen hun meningen over dit genre vaak sterk uiteen. Opmerkelijk is dat het wetenschappelijk onderzoek in Nederland nogal achterloopt bij de groeiende publieke belangstelling voor opera. De cursus Opera maakt op dit punt veel goed. Opera als nieuwe theatervorm in de eerste decennia van de zeventiende eeuw was slechts voorbehouden aan vorsten en rijke families. Zij lieten opera’s opvoeren tijdens groots opgezette feesten. Langzamerhand echter kwam er een verschuiving van opera als hofvermaak naar opera voor het volk, waardoor het karakter van opera ingrijpend veranderde. In de vier eeuwen durende operageschiede-nis speelt ook de strijd om de suprematie tussen de verschillende onderdelen van opera een essentiële rol. Het ene moment is de muziek het belangrijkste onderdeel, dan weer de dramatische handeling, dan de zangkunst, dan de orkestbegeleiding, enzovoorts. Een opera is een totaalkunstwerk, dat het resultaat is van het bijeenbrengen van muziek, literatuur, toneel, beeldende decoratie en dans. Per periode, per taalgebied en per stad is dit kunstwerk op de meest uiteenlopende wijze vormgegeven. Die levendige geschiedenis wordt in de cursus toegankelijk gemaakt via een caleidoscopische aanpak, waarbij twaalf opera’s in hun verschillende aspecten ‘als spiegels van hun tijd’ worden geanalyseerd: de opdracht, het publiek, de herkomst van het libretto, de theaterpraktijk, het muzikale idioom enzovoorts. Tevens wordt apart aandacht besteed aan operaregie en verschillende vormen van operabeleving.
Begeleidingsvorm Standaard.
Examinator en begeleider: drs. Annet van Melle.
Tentamen www.studieaanbod.ou.nl/C32222.htm
45 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden + open vragen Data: 7-11, 23-1 en 2-4.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
VRIJE RUIMTE
Docenten
www.studieaanbod.ou.nl/C14311.htm
57
Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis
Van Babylon tot Brugge
Cursuscode: C17122 Studielast: 2 modulen
Muziek is niet weg te denken uit de moderne cultuur. Soms is het geluidsbehang, maar meestal weet muziek ons te raken of in ieder geval onze aandacht te trekken. De cursus is geen droge opsomming van de klassieke muziekgeschiedenis en de muziektheorie, maar speelt juist in op het wezen van muziek. De cursus beschrijft diverse thema’s en genres en laat ze ook horen om zo de muziek te kunnen doorgronden en te begrijpen. Het object staat daarbij centraal en tevens de context waarin het figureert. Niet alleen de klassieke muziek komt aan bod, maar ook genres die in onze cultuur alom vertegenwoordigd zijn, zoals popmuziek, jazz en etnische muziek. Integraal onderdeel van de cursus is een set van vijf cd’s met muziekfragmenten. Deze zijn zo gekozen dat essentiële elementen van de ontwikkeling van thema’s en genres erin kunnen worden aangetoond. Want alleen de wissel-werking tussen luistervaardigheid en kennis van de muziekgeschiedenis maakt een goed begrip van muziek mogelijk. Thema’s die in deel 1 van de cursus aan de orde komen, zijn de ontwikkeling van de meerstemmigheid, de wording en evolutie van de muzieknotatie, nationale stijlen, het klassieke strijkkwartet, Beethoven als innovator. De grote 20ste-eeuwse muziekstromen ‘kunstmuziek’, jazz en pop worden in deel 2 elk volgens het vaste stramien van een drieluik behandeld. De panelen van de drieluiken bevatten achtereenvolgens: Wortels en grondleggers van het genre; Short history van het genre; Recente ontwikkelingen in het genre. Deel 3 van de cursus stelt vijf cross-overs aan de orde: de relatie tussen klassieke muziek en Nederlandse volksmuziek, klassieke muziek en ‘wereldmuziek’, jazzklassiek, jazz-pop en pop-klassiek.
VRIJE RUIMTE
Steden hebben een cruciale rol gespeeld in het civilisatieproces. Via de cursus Van Babylon tot Brugge krijgt u een uitstekend overzicht van de sociale, politieke, economische en cultureel-ideologische aspecten van de stedelijke samenleving vanaf het oude Mesopotamië tot de late middeleeuwen. Bovendien leert u de continuïteit en de discontinuïteit in de ontwikkeling van de stedelijke samenleving aan te geven. U leert in de cursus de stedelijke samenleving te relateren aan ruimere samenlevingsverbanden. Vanuit de opgedane kennis over de ontwikkeling van de stedelijke samenleving bent u ook in staat meer algemene historische en historiografische problemen te analyseren, bijvoorbeeld het vraagstuk van de periodisering. De leerstof is verdeeld over vier cursusdelen: Algemene inleiding en Mesopotamië; Athene en Sparta; Rome, Efeze en Trier; Florence en Brugge. Bij de behandeling van de verschillende steden keren telkens dezelfde thema’s terug: naast ontstaan en groei, met in het bijzonder aandacht voor de relatie tussen stad en achterland, worden de sociale en de politieke structuur, het economisch leven en bepaalde aspecten van de stedelijke cultuur behandeld. Deze aanpak maakt het mogelijk de verschillende thema’s van stad tot stad en van cursusdeel tot cursusdeel te volgen, en op deze wijze de steden, op vruchtbare wijze met elkaar te vergelijken.
Begeleidingsvorm Standaard.
Tentamen
Kennis van muziektheorie en notenschrift is wenselijk.
60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden. Data: volgens afspraak (CBI-tentamen = SYS-tentamen afgenomen via computer)
Begeleidingsvorm
Docenten
Standaard.
Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp.
Tentamen
www.studieaanbod.ou.nl/C14222.htm
Voorkennis
58
Cursuscode: C14222 Studielast: 2 modulen
60 meerkeuzevragen met 3 mogelijke antwoorden. Data: 9-11, 12-6 en 21-8.
Docenten Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar. www.studieaanbod.ou.nl/C17122.htm
Masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen De masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen wordt vanaf 1 september 2011 aangeboden onder de naam Kunst- en cultuurwetenschappen. Dit is een landelijke afspraak. De master is een aparte academische opleiding die wordt afgesloten met een getuigschrift. De masteropleiding heeft een omvang van veertien modulen en sluit direct aan op de bacheloropleiding. Het bachelordiploma Algemene cultuurwetenschappen van de Open Universiteit biedt onvoorwaardelijk toelating tot de master Kunst- en cultuurwetenschappen. De variant van de bachelor die u gevolgd hebt, doet niet ter zake. In de master wordt u opgeleid tot zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker. Na de brede benadering in de bachelor, kenmerkt de masteropleiding zich door specialisatie. Masterstudenten specialiseren zich in één of twee van de vier constituerende cultuurwetenschappelijke disciplines door te kiezen voor bepaalde cursussen en varianten van het onderzoekspracticum. Specialisatie en verdieping komen uiteindelijk samen in de masterscriptie, een verslag van een zelfstandig uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek, waarin de opgedane kennis, inzichten en vaardigheden worden geïntegreerd. Een plan voor de opzet en uitvoering van uw onderzoek en scriptie maakt u in de module Scriptieplan. De masterscriptie zelf heeft een omvang van vijf modulen. Voor u aan het onderzoekpracticum en de masterscriptie kunt beginnen, dient u eerst de inhoudelijke cursussen af te ronden.
Eerstegraads bevoegdheid Het is mogelijk op basis van een master Kunst- en cultuurwetenschappen een eerstegraads bevoegdheid voor de schoolvakken Geschiedenis, Nederlands of Kunstgeschiedenis/Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) te verwerven. Voorwaarde is wel dat u zowel de bachelor als de master inhoudelijk op het schoolvak van uw keuze hebt afgestemd. Alle inhoudelijke cursussen betreffende het door u gekozen schoolvak dienen te zijn opgenomen in uw studieprogramma. Bovendien dienen de bachelor- en de masterscriptie in de betreffende discipline te zijn geschreven. Als u aan deze voorwaarden voldoet, zult u in principe kunnen instromen in een postmaster pedagogisch-didactische opleiding tot eerstegraads docent Geschiedenis, respectievelijk Nederlands of Kunstgeschiedenis/CKV. Deze post-master eerstegraadsopleidingen worden echter niet door de Open Universiteit aangeboden. Er gelden allerlei inhoudelijke criteria. Neem contact op met de lerarenopleiding van de universiteit in uw regio. Nadere informatie:
[email protected]
Opleidingsschema masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘11 – aug. ‘12
blz.
gebonden keuze (eis: 6 van de 8 modulen) C47312 Techniek en de cultuur van tijd en ruimte 2 standaard (1880-1940)
mondeling + opdracht
volgens afspraak1 (nov, jan en april)
61
C37312 De negentiende-eeuwse roman 2
1 groepsbijeenkomst landelijk (v) 2e semester
opdracht
volgens afspraak
62
C38312 C39312
De canon in de kunst: theorie en geschiedenis 2 van de westerse beeldende kunst
1 groepsbijeenkomst landelijk (v) 1e semester
opdracht
volgens afspraak
62
In het licht der rede
2
standaard
opdracht
volgens afspraak
63
C95312
Onderzoekspracticum Cultuurwetenschappen2
2
individueel
opdracht
volgens afspraak
63
C55311
Scriptieplan
1
individueel
scriptieplan
volgens afspraak
64
C98319
Masterscriptie
5
individueel
scriptie
volgens afspraak
64
Bij grote belangstelling worden meer tentamendagen georganiseerd. Zie voor actuele informatie de cursuswebsite. 1 te kiezen uit 3: Literatuur; Nederland moderniseert (1973-2001); Sensus Catholicus. De esthetica van het moderne katholicisme. v = verplicht
1 2
59
Toelating tot de masteropleiding Rechtstreekse toelating Om te worden toegelaten tot de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen dient een student – volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek – te beschikken over het bachelorgetuigschrift van een eraan voorafgaande wo-bacheloropleiding van de Open Universiteit. Als een student niet beschikt over dat diploma, kan tot toelating worden besloten, mits men kennis en vaardigheden heeft die vergelijkbaar zijn met die van iemand die wel dat bachelorgetuigschrift heeft verworven. Ook studenten die een wo-bachelorgetuigschrift van een gelijkwaardig geachte opleiding hebben behaald bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit, worden toegelaten tot de master Kunst- en cultuurwetenschappen. Gelijkwaardig geachte opleidingen zijn gelijknamige bacheloropleidingen Algemene cultuurwetenschappen behaald aan een andere Nederlandse of Belgische wo-instelling. Studenten die over een dergelijk getuigschrift beschikken, zullen overigens wel formeel toelating tot de masteropleiding moeten aanvragen. Studenten die over een bachelorgetuigschrift van een verwante opleiding beschikken, kunnen onder bepaalde voorwaarden ook rechtstreeks instromen in de master. Neem van tevoren contact op met de onderwijsadviseur Cultuurwetenschappen (0031 - (0)45 – 576 28 88) of met de opleidingsmanager
[email protected].
Toelating via een schakelprogramma Behalve de rechtstreekse toelating is het ook mogelijk toegelaten te worden tot de master Kunst- en cultuurwetenschappen onder de voorwaarden van een zogeheten schakelprogramma. Daarmee worden studenten die bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit of hogeschool een verwante docto-raal-, kandidaats, mo-b- of bacheloropleiding van ten minste 180 studiepunten hebben voltooid, in de gelegenheid gesteld hun kennis en vaardigheden op het peil te brengen van de eindtermen die behoren bij de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. Voor deze studenten stelt de faculteit Cultuurwetenschappen op individuele basis een schakelprogramma samen, waarmee zij kunnen instromen in de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen. De maximale omvang van een schakelprogramma is 14 modulen. De precieze omvang en samenstelling wordt vastgesteld aan de hand van het vakkenpakket van de vooropleiding. Bij het voltooien van een schakelprogramma wordt geen bachelorgetuigschrift afgegeven. Wanneer geen toelating tot de masteropleiding kan worden verleend, staat voor de aanvrager de vrijstellingsprocedure voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen open. Als u zich zonder een toelatingsbewijs inschrijft voor cursussen die deel uitmaken van een schakelprogramma, dan betekent dat niet dat u na afronding van die cursussen automatisch toegelaten bent tot de masteropleiding. Het is daarom van belang dat u vooraf een aanvraag tot toelating tot de masteropleiding indient. Inschrijven voor een van de onderdelen van het schakelprogramma is voor eigen risico.
Vrijstellingen masteropleiding Voor een cursus uit de masteropleiding Kunst- en cultuurwetenschappen wordt slechts vrijstelling verleend als het overeenkomende vak is afgerond in het kader van een universitaire opleiding én aldaar op wetenschappelijk niveau is getentamineerd. Voorwaarde voor vrijstelling is dat u bent toegelaten tot de masteropleiding. Voor het aanvragen van een vrijstelling wordt verwezen naar de procedure zoals omschreven bij de bachelor. Zie pagina 27.
Aanvragen toelating tot de master Bij de Open Universiteit beslist de Commissie voor de examens over verzoeken tot toelating tot de masteropleidingen, ongeacht of het hier gaat om verzoeken tot rechtstreekse toelating of toelating via een schakelprogramma. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van de bovengenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot toelating ook daadwerkelijk indient en zo volledig mogelijk. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen. Een verzoek tot toelating moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraagformulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. De kosten bedragen € 150,-. Wanneer u rechtstreeks doorstroomt van de bachelor-opleiding naar de masteropleiding moet u ook een verzoek tot toelating indienen, maar dit is gratis. Het formulier kunt u telefonisch aanvragen, 00 31 (0)45 – 576 28 88 of downloaden www.ou.nl/vrijstelling. Omdat elke aanvraag voor toelating tot de masteropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de Open Universiteit gehanteerde toelatingsbeleid. Bij toelatingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijke voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit, waarvoor u opteert. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de toetsingscommissies van de opleidingen.
60
De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens het opleidingsschema. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website www.studieaanbod.ou.nl. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt hier extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding. Raadpleeg voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke studiepad, www.ou.nl/studiepad. Let goed op de ingangseisen die bij de mastercursussen gesteld worden.
Techniek en de cultuur van tijd en ruimte (1880-1940)
Cursuscode: C47312 Studielast: 2 modulen
In de periode 1880-1940 moderniseerden de westerse samenlevingen ongekend snel. In deze mastercursus bestuderen we in een breed cultuurwetenschappelijk, respectievelijk interdisciplinair perspectief de snelle en veelomvattende modernisering van westerse samenlevingen in de periode 1880-1940. Er is volop aandacht voor de ‘culturele schokken en breuken’ die in wisselwerking met tal van wetenschappelijke en technische en culturele innovaties de materiële en immateriële aspecten van leven en leefstijl letterlijk en figuurlijk veranderden. Denk in dit verband aan de quantum- en relativiteitstheorie, de opkomst van de psychoanalyse, nieuwe literaire technieken zoals de ‘monologue intérieur’ en `stream of consciousness’ , het kubisme, de zeer snelle doorbraak van de elektrificatie, (auto)mobilisering, urbanisering, telefonie, cinema, et cetera.We behandelen deze periode met behulp van twee handboeken (P. Burke, What is Cultural History? en Stephen Kern, The Culture of Time and Space 1880-1918), en een reader vanuit respectievelijk een historiografische, een cultuurhistorische en een thematische invalshoek. Daarbij staat de relatie tussen technologie en cultuur centraal. De historiografische component beoogt uw kennis te verdiepen van de theorie en praktijk van cultuurhistorisch onderzoek vanuit een algemeen en een bijzonder perspectief. Na bestudering van de literatuur bereidt u zich voor op het eindgesprek.
Ingangseisen Deze cursus is alleen toegankelijk voor masterstudenten Kunst- en cultuurwetenschappen.
Begeleidingsvorm Standaard.
Tentamen U schrijft eerst een kritische beschouwing (een essay) over het boek ‘The Culture of Time and Space’. Vervolgens toont u tijdens een mondeling tentamen aan dat u voldoet aan de doelstellingen van de cursus. Data: in onderling overleg; minimaal 3 weken van tevoren aanvragen bij docenten.
Docenten Examinator: dr. Toon Bosch. Begeleiders: drs. Tom van Dorp en dr. Toon Bosch. www.studieaanbod.ou.nl/C47312.htm
MASTER
Cursusbeschrijvingen master
61
De negentiende-eeuwse roman
De canon in de kunst: theorie en geschiedenis van de westerse beeldende kunst
Cursuscode: C37312 Studielast: 2 modulen
De cursus De negentiende-eeuwse roman is ontworpen om uw plezier in en begrip van de negentiende-eeuwse roman te vergroten, door bestudering van een zorgvuldige selectie romans uit Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. De nadruk ligt op de tekst in zijn context, omdat de roman in de negentiende eeuw zich nadrukkelijk bezighield met de gebeurtenissen en opvattingen van zijn tijd. De cursus concentreert zich op de karakteristieke thema’s van de negentiende-eeuwse romans en de typerende kenmerken van het toen nog relatief nieuwe genre. De romans worden in chronologische volgorde besproken, maar er zijn ook thematische excursies naar bijvoorbeeld de weergave van het platteland en de grote stad, misdaad, de heldin, het fin de siècle en de wereld van uitgevers en lezers. U krijgt ook informatie over de boekhistorische achtergronden van de roman: de hoofdstukken Books and their readers verschaffen een beeld van de context van productie (uitgeven, drukken, verspreiden) en consumptie (wie las wat in de negentiende eeuw?) van literatuur. Aan de orde komen (in vertaling) Jane Eyre van Charlotte Brontë, Dombey en Zoon van Charles Dickens, De mijn van Emile Zola, Madame Bovary van Gustave Flaubert, Portret van een dame van Henry James en De ontnuchtering van Kate Chopin. De cursus is een bewerking van de cursus The nineteenth-century novel van de Britse Open Universiteit. Tezamen met het Onderzoekspracticum literatuur over de receptie van de twintigste-eeuwse roman biedt de cursus uitstekende mogelijkheden voor scripties.
Cursuscode: C38312 Studielast: 2 modulen
In de cursus De canon in de kunst maakt u kennis met de verschillende opvattingen die door de eeuwen heen hebben bestaan over kwaliteit en ‘eeuwigheidswaarde’ in de beeldende kunst. Aan de hand van casestudies besteedt u aandacht aan kunstwerken die in Europa vanaf de zeventiende eeuw beschouwd werden als voorbeelden voor ‘goede kunst’. Wat waren voor kunstenaars, theoretici en publiek de criteria om bepaalde kunstwerken al dan niet te rekenen tot die, op het eerste oog tamelijk ongrijpbare, categorie die ‘de westerse canon’ wordt genoemd? Welke rol speelden instituties, zoals kunstacademies en musea, in de vorming van dat corpus van voorbeeldige kunst? Maar ook: hoe is de canon in de loop der tijd geëvolueerd, ter discussie gesteld en aangepast? De kern van de cursus wordt gevormd door twee rijk geïllustreerde handboeken. Het eerste boek (Academies, Canons and Museums of Art) stelt het begrip ‘canon’ expliciet centraal. Aan de hand van de deelonderzoeken in het tweede boek (The Challenge of the Avant-Garde) verkrijgt u inzicht in de wijze waarop kunstenaars en kunsttheoretici in het geweer komen tegen het keurslijf van de gevestigde academische canon. Een tekstbundel met artikelen waarin actuele academische opinies over het proces van canonvorming in het algemeen en meer specifiek over onder meer de vorming van de canon van de Noord-Nederlandse kunst van de Gouden Eeuw worden gepresenteerd, verdiept de stof van de handboeken. De cursus is een bewerking van gedeelten van de cursus Art and its Histories van de Britse Open Universiteit.
Voorkennis Begeleidingsvorm Standaard en één landelijke groepsbijeenkomst. Deze bijeenkomst is verplicht.
Basiskennis van de kunstgeschiedenis op het niveau van de cursus Inleiding kunstgeschiedenis (Kunst).
Begeleidingsvorm
MASTER
Tentamen Schriftelijk werkstuk. Data: volgens afspraak.
Standaard en één landelijke verplichte groepsbijeenkomst, die zowel in het eerste als in het tweede semester wordt aangeboden.
Docenten
Tentamen
Examinator en begeleider: dr. Sarah de Mul.
Schriftelijk werkstuk. Data: volgens afspraak.
www.studieaanbod.ou.nl/C37312.htm
Docenten Examinator en begeleider: dr. Martine Meuwese. www.studieaanbod.ou.nl/C38312.htm
62
In het licht der rede
Onderzoekspracticum cultuurwetenschappen
Cursuscode: C39312 Studielast: 2 modulen
De Verlichting wordt gewoonlijk gezien als een uiterst belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. De Verlichting was immers een intellectuele beweging, die haar invloed deed gelden op tal van gebieden: politiek, maatschappij, godsdienst, filosofie, literatuur, kunst. Ideeën waaraan wij nu grote waarde hechten over gelijke rechten, tolerantie, de manier waarop de samenleving moet worden ingericht, de manier waarop wetenschap moet worden bedreven hebben hun oorsprong in de Verlichting. Maar veel van de ideeën uit de Verlichting zijn in later tijden bekritiseerd; zo verwijt men denkers uit de Verlichting wel, dat zij eenzijdig rationalistisch zijn. In deze cursus maakt u kennis met woordvoerders en critici van de Verlichting. Het cursusmateriaal bestaat uit een bloemlezing met teksten uit de Verlichting en uit een werkboek. De bloemlezing is Het licht der rede. De Verlichting in brieven, essays en verhalen (Amsterdam en Antwerpen 2000), samengesteld door Cyrille Offermans; hierin zijn, in Nederlandse vertaling, teksten opgenomen van bijvoorbeeld Montesquieu, Voltaire, David Hume en Immanuel Kant. Het werkboek omvat onder meer teksten van critici van het Verlichtingsdenken.
Cursuscode: C95312 Studielast: 2 modulen
Het jaar 2011-2012 zal het laatste jaar zijn, dat de onderzoekspractica worden aangeboden. Vanaf 2012-2013 wordt de masteropleiding anders opgezet en komt de cursus Onderzoekspracticum cultuurwetenschappen te vervallen. Tijdens het onderzoekspracticum cultuurwetenschappen neemt u deel aan een lopend cultuurwetenschappelijk onderzoek op het terrein van één van de vier constituerende disciplines van Cultuurwetenschappen. U draagt met een deelonderzoek bij aan een groot project. Hierbij wordt veel aandacht ingeruimd voor de fundamentele vragen die u zich als cultuurwetenschappelijk onderzoeker moet stellen. De ervaringen die u tijdens onderzoekspracticum cultuurwetenschappen zult opdoen, zullen ervoor zorgen dat u bij het schrijven van uw masterscriptie beter beslagen ten ijs komt. Het onderzoekspracticum cultuurwetenschappen kent een aantal varianten. Zie voor het meest actuele aanbod de cursuswebsite op Studienet.
Ingangseisen
Engels op havoniveau.
Dit onderzoekspracticum is alleen toegankelijk voor masterstudenten. Twee van de drie tweemoduuls mastercursussen uit het gebonden-keuzeblok dienen te zijn afgerond. Ervaring met internet en elektronische gegevensuitwisseling is onontbeerlijk.
Begeleidingsvorm
Begeleidingsvorm
Standaard.
Individueel of in kleine groepen (afhankelijk van de groepsgrootte).
Voorkennis
Tentamen Tentamen
Docenten
Alle onderzoekspractica worden afgesloten met een schriftelijke opdracht. Data: volgens afspraak.
Examinator: dr. Jeroen Vanheste. Begeleider: drs. Tom van Dorp.
Docenten
www.studieaanbod.ou.nl/C39312.htm
Examinering en begeleiding: dr. Lizet Duyvendak, dr. Frank Inklaar en dr. Jos Pouls. www.studieaanbod.ou.nl/C95312.htm
MASTER
Schriftelijk werkstuk. Data: volgens afspraak.
63
Scriptieplan
Masterscriptie
Cursuscode: C55311 Studielast: 1 module
Het schrijven van een scriptie is voor de meeste studenten een lastige opgave. De ervaring leert dat veel problemen kunnen worden voorkomen als u werkt op basis van een goed doordacht en logisch samenhangend scriptieplan. Dat maakt u in de loop van deze cursus onder begeleiding van uw beoogde scriptiebegeleider. Allereerst moet u duidelijkheid krijgen over de vraag of het door u beoogde onderzoek aansluit bij onderzoek van de wetenschappelijke staf van de faculteit Cultuurwetenschappen (al zijn er onder strikte voorwaarden uitzonderingen mogelijk). Vervolgens moet soms van tevoren onderzocht worden of uw onderzoek haalbaar is: zijn er genoeg bronnen? Zijn die toegankelijk? Is er genoeg literatuur? Is het onderzoek haalbaar binnen het tijdsbestek dat voor een scriptie staat (600 studie-uren)? In een goed scriptieplan is de structuur van uw onderzoek al duidelijk zichtbaar. Het plan moet u houvast bieden bij het doen van uw onderzoek en het schrijven van de scriptie doordat het duidelijk aangeeft op basis van welke onderzoeksvragen u uw onderzoek structureert, welke bronnen en literatuur u ter beschikking staan. Op basis van uw plan kiest u welk materiaal (bronnen, literatuur, voorwerpen) u wel en niet bij uw onderzoek betrekt en welke gegevens u opneemt in de uiteindelijke tekst van de scriptie.
Cursuscode: C98319 Studielast: 5 modulen
De inschrijvingsduur van uw scriptie gaat lopen vanaf de datum vermeld op het inschrijvingsbewijs. Na 14 maanden wordt de inschrijving stilzwijgend en gratis verlengd met nog eens 8 maanden. Hebt u uw scriptie dan nog niet afgerond, dan dient u een extra tentamenkans te kopen. De scriptie is een schriftelijk onderzoeksverslag over een cultuurwetenschappelijk onderwerp. Het resultaat dient te voldoen aan de criteria en normen voor een wetenschappelijke publicatie zoals die in de cultuurwetenschappen gelden. Het onderwerp van uw onderzoek en scriptie moet aansluiten bij lopend onderzoek van de wetenschappelijke staf van de faculteit Cultuurwetenschappen. Uitvoerige informatie over de onderzoeksthema’s van de westenschappelijke staf en derhalve over de scriptieonderwerpen vindt u op de cursuswebsite van de masterscriptie op Studienet. Meer informatie over procedures en de criteria die aan de masterscriptie gesteld worden, vindt u in de Scriptiewijzer Masterscriptie (te downloaden van de cursuswebsite en/of te bestellen bij secretariaat.
[email protected]). Indien u na het doorlezen van de Scriptiewijzer nog vragen heeft kunt u die het beste voorleggen aan uw scriptiebegeleider. Wendt u anders tot de scriptiecoördinator.
Ingangseisen Ingangseisen
Individueel.
Studenten die willen beginnen met hun masterscriptie dienen de helft van het aantal studiepunten van de masteropleiding te hebben gehaald (30 van de 60 studiepunten), dan wel door vrijstelling verkregen. Hieronder vallen in elk geval de cursussen Onderzoekspracticum Cultuurwetenschappen en Scriptieplan.
Tentamen
Begeleidingsvorm
Een scriptieplan. Data: volgens afspraak.
Individueel.
25,8 studiepunten in de master behaald, waaronder het Onderzoekspracticum CW.
Begeleidingsvorm
Tentamen
MASTER
Docenten
64
Examinator en begeleider: zie cursuswebsite van de masterscriptie. Het onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van uw begeleider en examinator. Coördinatie: drs. Paul van den Boorn. www.studieaanbod.ou.nl/C55311.htm
Masterscriptie. Data: volgens afspraak.
Docenten Het onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van de examinator en begeleider (zie cursuswebsite). Scriptiecoördinator: drs. Paul van den Boorn. www.studieaanbod.ou.nl/C98319.htm
Tentamens Elke cursus wordt afgesloten met een of meer tentamens. Een combinatie van tentamenvormen is ook mogelijk. In de opleidingsschema’s (kernachtig) en op de cursussites op Studienet (uitgebreid) staat aangegeven waaruit het tentamen bestaat. Om u goed te kunnen voorbereiden op het tentamen, zijn er in het studiemateriaal oefententamens opgenomen, zodat duidelijk is wat u tijdens het tentamen mag verwachten. Meestal staan oefententamens op de cursussites op Studienet.
Regulier schriftelijk tentamen Een regulier schriftelijk tentamen bestaat uit gesloten vragen (meerkeuzevragen en juist-onjuistvragen) en/of open vragen. Een regulier schriftelijk wordt afgenomen op (meestal drie) vastgestelde dagen tijdens vijf tentamenperiodes per academisch jaar. Tentamenperiode 29 t/m 31 augustus 2011
Sluitingsdatum aanmelding
Tentamenperiode
Sluitingsdatum aanmelding
3 augustus 2011
2 t/m 4 april 2012
7 maart 2012
7 t/m 9 november 2011
12 oktober 2011
11 t/m 13 juni 2012
16 mei 2012
23 t/m 25 januari 2012
28 december 2011
20 t/m 22 augustus 2012
25 juli 2012
De geleidelijke invoering van computergebaseerde toetsing kan van invloed zijn op het tentamenrooster
Computergebaseerd toetsen - CBI of CBG Aan de Open Universiteit worden steeds meer tentamens afgenomen via de computer. De tentamens vinden plaats in de gebruikelijke tentamenlocaties op de studiecentra. In de opleidingsschema’s komt u de afkortingen CBI of CBG tegen. Staat er CBI, dan betekent dit dat het tentamen individueel wordt afgenomen. U kunt in de week die u het beste uitkomt, tentamen doen. Voorheen stonden deze tentamens bekend als SYS-tentamens. Staat er CBG, dan wordt het tentamen groepsgewijs afgenomen en zijn er drie vaste data. De invoering van CBG kan van invloed zijn op de in het tentamenrooster weergegeven planning. Zodra er sprake is van een roosterwijziging voor de cursus of cursussen waarvoor u bent ingeschreven, zult u hierover worden geïnformeerd.
Voor studenten met een functiebeperking, studenten die langdurig buiten Europa verblijven, of voor studenten in detentie gelden andere procedures en aanmeldtermijnen. Raadpleeg hiervoor de gegevens op de website: www.ou.nl/tentamen.
Mondeling tentamen
Compensatorische regeling
Een mondeling tentamen wordt minimaal drie keer per jaar afgenomen. Een mondeling tentamen duurt 30 tot 45 minuten.
Studenten die een propedeuse-, of bachelorgetuigschrift aanvragen kunnen gebruik maken van een compensatorische regeling. Kort gezegd komt de regeling erop neer, dat in de propedeuse en postpropedeuse elk één vijf mag blijven staan. De algemene regeling is vastgelegd in art. 20a van de Nadere regels inrichting tentamen en examen 2011-2012. De volledige tekst van dit artikel en van de Nadere regels kunt u vinden op www.ou.nl/tentamen.
Bijzondere verplichting Een bijzondere verplichting kan een werkstuk, opdracht, referaat, practicum, paper, case of scriptie e.d. zijn. Met de examinator wordt afgesproken wanneer de bijzondere verplichting wordt ingeleverd.
Uitslag tentamen Afhankelijk van de tentamenvorm ontvangt u eerst een voorlopige uitslagbrief en zodra de Commissie voor de examens de uitslag formeel heeft vastgesteld, volgt uw definitieve uitslagbrief met een officieel certificaat als u geslaagd bent. Bij schriftelijke tentamens wordt het antwoordmodel twee dagen na het tentamen op de cursussite op Studienet geplaatst.
Fraude Aanmelden tentamen Voor alle tentamens, met uitzondering van de bijzondere verplichting, is het nodig dat u zich tijdig aanmeldt. Dit kan online door in te loggen bij Mijn account op de website. U kunt zich ook aanmelden met een formulier dat u kunt downloaden van de website. Er wordt een ontvangstbevestiging verstuurd, nadat uw aanmelding is verwerkt. Een week voor de tentamendatum volgt uw oproepbrief. Hierop staan de tentamenlocatie, -datum, en het tafelnummer vermeld.
Indien bij het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd kan de Commissie voor de examens passende maatregelen treffen. Zie voor de volledige regelgeving Nadere regels inrichting tentamen en examen 2011-2012. www.ou.nl/tentamen.
65
Inschrijven en kosten Inschrijven U bepaalt zelf op welk moment u een cursus koopt en daarmee inschrijft voor een onderdeel van het onderwijsprogramma van de Faculteit cultuurwetenschappen. Kopen/inschrijven kan op twee manieren. - Via digitale inschrijving op www.studieaanbod.ou.nl/inschrijven.htm. Door te klikken op ‘Bestellen’ in uw studiepad komt u ook op deze site. - Met een schriftelijk inschrijfformulier. Dit formulier kunt u downloaden van www.ou.nl/inschrijven Wanneer u voor de eerste keer inschrijft voor een cursus, moet u een kopie van uw paspoort of rijbewijs bijvoegen of nasturen.
Inschrijfmogelijkheden Cursus U schrijft in en studeert per cursus. Een cursus bestaat uit één of meer modulen. Binnen de inschrijfduur van 14 maanden zijn studiebegeleiding en drie tentamenkansen inbegrepen. Startpakket Twee vaste inleidende modulen van de bacheloropleiding. Studiepakket Met een studiepakket schrijft u in voor minimaal drie modulen naar eigen keuze. Extra voordeel is dat u met het kopen van een studiepakket ook de inschrijfduur van eerder gekochte cursussen die u nog niet heeft afgerond, verlengt met opnieuw 14 maanden, inclusief drie extra tentamenkansen. Dit geldt uiteraard alleen voor zover deze cursussen nog getentamineerd worden.
Wanneer inschrijven? Voor een goede studieplanning en een optimale benutting van de inschrijfduur, de begeleiding en de beschikbare tentamenmomenten, adviseren wij u eerst de opleidingsschema’s en het normtraject in deze gids te raadplegen (zie pagina’s 16 en 17), alsmede uw studiepad. Maak eventueel ook gebruik van de Studieplanner: www.ou.nl/studieplanner Na verwerking van uw inschrijving, ontvangt u bericht op welke datum u bent ingeschreven. De inschrijfduur van 14 maanden gaat op die datum in.
Extra tentamenkansen Heeft u al uw tentamenkansen verbruikt, of laten verlopen, maar de cursus nog niet afgerond, dan kunt u extra kansen bijkopen. Dit kan zowel binnen de inschrijfduur als daarna, zolang de cursus wordt getentamineerd. Met een losse tentamenkans krijgt u acht maanden tijd om tentamen te doen of uw opdracht in te leveren. Het is niet noodzakelijk de tentamenkans aansluitend aan uw inschrijfduur te kopen. U kunt ook kiezen voor een tentamenpakket. Daarmee krijgt u voor elke nog niet afgeronde cursus opnieuw 14 maanden inschrijfduur inclusief drie tentamenkansen. (Een Studiepakket geeft dezelfde rechten, maar dan koopt u er ook drie nieuwe modulen bij; zie boven.)
66
Kosten Wettelijk en instellingscollegegeld Sinds de Wet op het Hoger en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) van kracht is geworden op 1 september 2010, wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijk collegegeld en instellingscollegegeld. Hoeveel een cursus voor u kost, is onder meer afhankelijk van uw studieverleden, uw woonplaats, uw nationaliteit en uw keuze voor bacheloren/of mastercursussen. Het College van bestuur heeft het wettelijk collegegeld voor de periode van 1 september 2011 tot en met 31 augustus 2012 vastgesteld op een bedrag van € 230,- per module. Het voor studiemateriaal verschuldigde bedrag is voor 2011-2012 vastgesteld op € 45,- per module. Bij inschrijving voor een startpakket of een studiepakket is het studiemateriaal in het collegegeld inbegrepen. De inschrijving voor de cursus en de levering van het studiemateriaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Inschrijving exclusief studiemateriaal resp. bestelling van het studiemateriaal zonder inschrijving voor de betreffende cursus is niet mogelijk. Ingeval u instellingscollegegeld verschuldigd bent, wordt het wettelijk collegegeld verhoogd met € 55,- per module. Het instellingscollegegeld bedraagt voor het jaar 20112012 dus per module € 285,-. Het tarievenoverzicht vindt u ook terug op www.ou.nl/kosten. Daar kunt u ook precies zien welk soort collegegeld voor u van toepassing is.
Tarieven 1 september 2011 - 31 augustus 2012 (inclusief studiemateriaal) U koopt een…
Toelichting
Prijs
Cursus
Een cursus bestaat uit 1 of meer modulen
€ 275,- per module
Startpakket
Twee vaste inleidende modulen van een bacheloropleiding
€ 460,- (voor 2 modulen)
Studiepakket
Drie of meer modulen, tegelijk besteld
€ 230,- per module
Instellingscollegegeld (toeslag per module)
Afhankelijk van uw nationaliteit, woonland en een evt. eerder behaalde graad (of getuigschrift), moet u soms per module een toeslag betalen. Zie boven.
€ 55,- per module
Administratiekosten
Bij betaling van uw cursusbestelling in 6 of 12 termijnen
€ 20,-
Extra tentamenkans
Per cursus
€ 85,-
Tentamenpakket
Voor alle nog niet afgeronde cursussen drie kansen per cursus, te benutten binnen 14 maanden
€ 299,-
Aanvraag vrijstelling/toelating
Vrijstelling voor onderdelen van de opleiding of toelating tot de masteropleiding, op grond van de vooropleiding
€ 150,-
Aanvraag Open bachelorprogramma
Zie www.ou.nl/openbachelor
€ 150,-
Prestatiebonus
Belastingaftrek studiekosten
Elke module waarvoor u een certificaat heeft behaald, telt mee voor een prestatiebonus. Wanneer u in twee jaar voorafgaand aan een inschrijving een prestatiebonus voor zes modulen heeft opgebouwd, ontvangt u bij deze inschrijving automatisch een korting op de totale cursuskosten: € 115,-. Deze korting geldt per bestelling, niet per cursus.
Soms kunt u studiekosten aftrekken als u aangifte inkomstenbelasting doet, maar dit is aan regels gebonden. Om te beginnen moet u de studie volgen voor uw huidige of toekomstige baan. U kunt alleen studiekosten aftrekken als u ze zelf hebt gemaakt. Vergoedt uw werkgever een deel van uw studiekosten? Dan kunt u alleen de nietvergoede kosten aftrekken.
Betalingswijze U kunt de Open Universiteit machtigen het cursusgeld van uw rekening af te laten schrijven of betalen met een acceptgirokaart. Betalen in termijnen is alleen via machtiging mogelijk. Kiest u voor 6 of 12 termijnen, dan betaalt u € 20,- aan administratiekosten. Het minimale termijnbedrag is € 27,- (€ 13,- bij KCOU).
Kortingsregeling cursusgeld – KCOU Heeft u een (gezamenlijk) belastbaar inkomen tot 110% van het belastbaar minimumloon en geen voordeel uit sparen en beleggen, dan kunt u een korting op het cursusgeld aanvragen. Getoetst wordt onder meer het belastbaar jaarinkomen van u en uw partner/ouder in het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend, en of u voldoet aan de overige wettelijke voorwaarden om voor de kortingsregeling in aanmerking te komen. U kunt de brochure met het aanvraagformulier downloaden van de website www.ou.nl/kcou, of opvragen bij Service en informatie 00 31 (0)45-576 28 88. Vraag de korting aan voordat u inschrijft voor een cursus.
Niet-aftrekbare kosten - kosten voor huisvesting, werkkamer of studeerruimte, eten, drinken en kleding, - betaalde rente op een studielening, - reiskosten naar studiecentrum en kosten van excursies en studiereizen.
Aftrekbare kosten - kosten van boeken, leermiddelen en lesgeld, waaronder de kosten voor modules, tentamens, - aanvraag voor vrijstellingen en voor toelating tot de masteropleiding, www.belastingdienst.nl
67
Procedures en regelgeving OER en Uitvoeringsregelingen In de Onderwijs en examenregeling (OER) staat het onderwijsprogramma beschreven en de rechten en plichten van de student. Onderdeel van de OER zijn de Uitvoeringsregelingen waarin voor elke opleiding de specifieke bepalingen zijn opgenomen. Deze regelingen kunt u downloaden van de website of de faculteitstab op Studienet. www.ou.nl/documenten
Getuigschriften De Open Universiteit verstrekt de volgende getuigschriften: dossierverklaring, propedeusegetuigschrift, bachelorgetuigschrift en mastergetuigschrift. www.ou.nl/getuigschrift
Beroepsprocedure Bij het College van beroep voor de examens kan binnen vier weken (administratief ) beroep worden ingesteld tegen o.a. beslissingen van de Commissie voor de examens of een examinator. Voorbeelden van een beslissing zijn: een individuele tentamenuitslag, een vrijstellingsbeslissing of een toelatingsbeslissing tot een masteropleiding.
Bezwaarprocedure Bezwaar kan gemaakt worden tegen een besluit, genomen door of namens het College van bestuur, waartegen geen (administratief ) beroep mogelijk is. Deze besluiten kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld: de inschrijving, het cursusgeld.
Klachtencommissie Voor klachten, waarvoor u geen beroep of bezwaar kunt aantekenen, bijvoorbeeld over de dienstverlening of de wijze waarop u bent behandeld, kunt u terecht bij de Klachtencommissie. Meld uw klacht eerst bij Service en informatie: 0031 (0)45-576 28 88. Wordt uw klacht daar niet naar tevredenheid verholpen, dan kunt u schriftelijk een formele klacht indienen. Uitgebreide informatie rondom Beroep, Bezwaar en Klachten en de benodigde formulieren kunt u vinden op de website. www.ou.nl/procedures
Vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen De Open Universiteit heeft vertrouwenspersonen aangesteld die kennis hebben van de organisatie en de problemen die zich daarin kunnen voordoen. Als u hulp nodig heeft bij het oplossen van een probleem van ongewenst gedrag tijdens de studie kunt u contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen via
[email protected], of kijk op onze website voor meer informatie. www.ou.nl/vertrouwenspersonen Alle bovenstaande informatie is ook verkrijgbaar in de studiecentra of telefonisch aan te vragen bij de afdeling Service en informatie, 0031 (0)45 - 576 28 88.
68
Service en informatie Heeft u vragen over uw studie of wilt u informatie over het dichtstbijzijnde studiecentrum? Neem dan contact op met een van onze medewerkers of kijk op de website voor onze bereikbaarheid T 045 - 576 28 88 www.ou.nl/directcontact www.ou.nl/studiecentra
Colofon Open Universiteit Faculteit Cultuurwetenschappen Afdeling Voorlichting, Service en informatie Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen Postbus 2960, 6401 DL Heerlen Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Mei 2011
Overige studiegidsen van de Open Universiteit:
Onderwijswetenschappen
Informatica
Managementwetenschappen
Rechtswetenschappen
Natuurwetenschappen
80107
Psychologie
Faculteit Cultuurwetenschappen bezoekadres: Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen postadres: Postbus 2960, 6401 DL Heerlen, T 045-576 28 88 www.ou.nl/cultuurwetenschappen