Cultuurwetenschappen Bacheloropleiding | Masteropleiding
studiegids 2009-2010
Inhoud 02 Voorwoord Nieuw in 2009-2010 04 Studeren aan de Open Universiteit 06
Faculteit Cultuurwetenschappen Opleidingen Algemene cultuurwetenschappen Beroepsperspectieven Bachelor-masterstructuur Studiebegeleiding Docenten en mentoren Ongewenste verbreking contact Bibliotheekvoorzieningen Facultaire opleidingscommissie Studentenverenigingen Studentenraad (Bijna) alumnus?
12 17 20 23
Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Startpakket en vervolg propedeuse Postpropedeuse Inhoudelijk aanvullingstraject 1e graads docent Open bacheloropleiding Studieduur en structuur van de bachelor Normtrajecten Opleidingsschema Vrijstellingen voor de bacheloropleiding Cursusbeschrijvingen bachelor
49 Masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen Toelating tot de masteropleiding 52 Cursusbeschrijvingen master 56
Algemene regelgeving Tentamens Inschrijven en kosten Procedures en regelgeving
60 Service en informatie
Voorwoord Cultuur is overal. We maken er zelf deel van uit en worden er constant en overal mee geconfronteerd. Maar cultuur en de uitingen daarvan zijn veelal niet eenduidig. Cultuur is geen statisch gegeven, maar voortdurend aan verandering onderhevig, met als gevolg dat ook cultuuruitingen in hoge mate divers en heterogeen zijn. De studie Algemene cultuurwetenschappen is erop gericht om cultuuruitingen te analyseren, te interpreteren en in een breder perspectief te plaatsen. Met andere woorden, onze wetenschappelijke opleidingen zijn niet alleen gericht op het bijbrengen en vergroten van de kennis op het terrein van de cultuur, maar ook op het ‘actief omgaan’ met cultuuruitingen. Dat ook reflectie op cultuur daarbij hoort, is bijna vanzelfsprekend. U verwerft dus niet alleen kennis, maar leert met deze kennis ook iets te doen. Vandaar de aandacht in het studieprogramma voor academische vorming en vaardigheden. Inhoudelijk stoelen de bachelor- en masteropleidingen Algemene cultuurwetenschappen op vier disciplines: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie. Hoewel de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit afstand onderwijs verzorgt, dat u in principe zelfstandig thuis kunt bestuderen, hoeft uw studie geen eenzaam avontuur te zijn. Aan onze faculteit staan zo’n 2500 studenten ingeschreven, die zich voor een deel hebben georganiseerd in studenten verenigingen. Medestudenten kunt u ook ontmoeten in de studiecentra, waar u bovendien bij docenten (mentoren) van de faculteit terecht kunt voor studieadvies en begelei dingsbijeenkomsten. Mentoren en studentenverenigingen organiseren in overleg elk jaar een programma van lezingen, voorlichtingsavonden, discussiegroepen, et cetera. Deze activiteiten vinden wij een wezenlijk bestanddeel van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen en dragen bij aan een bredere academische vorming. Daarom heeft de faculteit deze activiteiten ondergebracht in de aparte module ‘Cultuurwetenschappelijk debat’. Op die manier wordt uw deelname beloond met studiepunten. Er bestaat in de samenleving behoefte aan breed opgeleide academici. De brede kennis en de academische vaardigheden die u na het behalen van het bachelor- of masterdiploma Algemene cultuurwetenschappen hebt verworven, maakt u geschikt voor allerlei staf- en beleidsfuncties bij overheid, culturele instellingen en maatschappelijke organisaties. Ook zijn er mogelijkheden binnen de voorlichting, de journalistiek en het onderwijs. De faculteit streeft ernaar om u op deze punten steeds meer concrete handreikingen te doen. Zo zijn er afspraken gemaakt met lerarenopleidingen over de toelating van studenten Algemene cultuurwetenschappen tot opleidingen voor eerstegraads leraren. En vanaf dit jaar bieden wij u een beleids- en managemtentvariant van de opleiding aan in samenwerking met de faculteiten Managementwetenschappen en Rechtswetenschappen. Deze kunt u volgen als u kiest voor de open bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen. Ik hoop u spoedig te mogen begroeten als student bij de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit Nederland. En als u reeds ‘klant’ bij ons bent, dan wens ik u veel succes bij het vervolg van uw studie. Ik hoop dat de informatie uit deze studiegids wederom garant zal staan voor een spannend en inspirerend studiejaar, of u nu gaat voor één cursus, of voor de hele opleiding.
Prof. dr. Jaap van Marle, Decaan Cultuurwetenschappen
Nieuw in 2009-2010 Disciplinaire verdieping 1 (C57111) In het academisch jaar 2008-2009 werd op proef het ‘pluspakket kunst’ aangeboden. Onder het motto ‘extra begeleiding, extra verdieping, extra motivatie en extra vaardigheden’ werd de inhoud van de cursus Kunst in de vorm van lezingen, begeleide bezoeken aan tentoonstellingen, directe contacten met de cursusbegeleider en oefening van vaardigheden in een actueel kader geplaatst. In de vorm van de cursus ‘Disciplinaire verdieping 1’ wordt het ‘pluspakket kunst’ nu geformaliseerd. Het deelcertificaat van 60 studie-uren dat studenten die het pluspakket gevolgd hebben, hebben ontvangen, kan worden ingebracht in deze module. Als u ook het ‘pluspakket filosofie’ volgt en met een voldoende afrondt, krijgt u het cursuscertificaat. De inhoud van het ‘pluspakket filosofie’ wordt in het najaar van 2009 bekend gemaakt. Het is de bedoeling dat in de nabije toekomst ook een module ‘Disciplinaire verdieping 2’ wordt gecreëerd, waarin pluspakketten bij de inleidende cursussen in de letterkunde en in de cultuurgeschiedenis worden ondergebracht. Zie voor meer informatie pagina 29.
Aanpassing studielast De faculteit heeft de studielast van de cursussen die deel uit maken van het bachelorprogramma integraal onder de loep genomen. Dit heeft ertoe geleid dat de studielast en tentamens van veel cursussen met ingang van het academisch jaar 2009-2010 zijn aangepast. Aan de basis van deze aanpassingen liggen onder andere de cursus-evaluatiegegevens die de faculteit verkrijgt, doordat u, als studenten, de enquêtes invult die in het kader van SEIN aan u worden toegezonden nadat u een tentamen hebt gedaan. De ingevulde enquêtes leveren de faculteit zeer waardevolle gegevens op. Wij zijn u derhalve zeer dankbaar en hopen dat u ermee door zult gaan.
Open bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Samen met de andere faculteiten van de Open Universiteit is de faculteit Cultuurwetenschappen overgegaan tot het aanbieden van een open bacheloropleiding. Kenmerkend voor een ‘open’ opleiding is de combinatie van de inhoud van meerdere disciplines. Zo bestaat de open bachelor opleiding Algemene cultuurwetenschappen uit een blok cultuurwetenschappen van 116,1 studiepunten, een blok ‘verbreding’ met cursussen uit het programma van andere faculteiten of universiteiten van 43 studiepunten, en uit de vrije ruimte die eventueel aan het verbredingpakket kan worden toegevoegd. Zo kunnen interessante combinaties ontstaan, die u van pas kunnen komen op de arbeidsmarkt. Ook kunt u in een ‘vorig studieleven’ behaalde studiepunten makkelijker combineren met uw huidige studie Algemene cultuurwetenschappen. Zie voor meer informatie pagina 14.
3
Studeren aan de Open Universiteit Nederland Het onderwijsaanbod van de Open Universiteit Nederland (OUNL) is anders samengesteld dan dat van de reguliere Nederlandse en Belgische universiteiten. Wij bieden afstandsonderwijs, deels elektronisch aangeboden met gebruikmaking van de mogelijkheden van internet. Dit betekent dat u als student niet naar college hoeft te gaan (al zijn er uitzonderingen), maar thuis achter uw bureau of op welke andere plaats dan ook, en op een tijdstip dat u schikt, kunt studeren. Het studiemateriaal is zelfinstruerend, de docent is als het ware aan het woord. Het studietempo bepaalt u zelf, want soms is er veel gelegenheid om te studeren, soms ook absoluut niet. U kunt op elk moment met uw studie aan de OUNL beginnen.
Toelatingseis
Studiemateriaal en studieaanbod
Iedereen kan een studie op academisch niveau starten bij de Open Universiteit Nederland. De enige toelatingseis is de leeftijd van 18 jaar of ouder.
Cursussen vormen de bouwstenen van het onderwijs aan de Open Universiteit. Een pakket van tekstboeken, werkboeken (al of niet elektronisch aangeboden), cd-roms, dvd’s, een cursuswebsite en soms nog andersoortige informatiedragers vormen het studiemateriaal van een cursus. Elke cursus is afzonderlijk te bestuderen en wordt afgesloten met een tentamen waarvoor bij een goed resultaat een certificaat wordt uitgereikt. Vele cursussen samen vormen een wetenschappelijke opleiding. De cursusbeschrijvingen elders in deze studiegids geven een indruk van de inhoud van elke cursus die de faculteit Cultuurwetenschappen aanbiedt. Bij elke cursusbeschrij ving staat de url (het elektronisch adres) van de cursus op de website www.studieaanbod.ou.nl vermeld. Daar vindt u uitgebreidere informatie en kunt u online cursussen bestellen.
Studiebegeleiding Zelfstudie en afstandsonderwijs betekenen niet studeren zonder begeleiding. De Open Universiteit biedt begeleiding op een aantal manieren. Zie voor details pagina 8. Wanneer u besluit een academische opleiding aan de Open Universiteit te volgen, krijgt u een mentor toege wezen die fungeert als vast en persoonlijk aanspreekpunt voor zaken als planning, aanpak en voortgang van de studie. www.ou.nl/begeleiding
Studiecentra Uw mentor houdt kantoor op een studiecentrum. Bij uw mentor en de andere medewerkers van een studiecentrum kunt u terecht voor alle informatie over uw studie. U kunt in een studiecentrum begeleidingsbijeenkomsten volgen, tentamens afleggen, praten met andere studenten, werken aan een computer en het studiemateriaal inzien. Er worden workshops en lezingen georganiseerd en er vinden diploma-uitreikingen plaats. Een studiecentrum is dan ook dé ontmoetingsplaats voor studenten, u kunt er afspreken met uw studiegroep en deelnemen aan bijeenkomsten van studentenverenigingen. De Open Universiteit Nederland beschikt over vijftien studiecentra in Nederland en zes in Vlaanderen. Informatie over de vestigingen en openingstijden vindt u achter in deze gids en op de website. www.ou.nl/studiecentra
Studiepunten en modulen De opleidingen van de Open Universiteit zijn opgebouwd uit cursussen die een afgerond geheel over een bepaald onderwerp vormen. Een cursus bestaat uit één of meer modulen, waarbij 1 module gelijk staat aan 4,3 studie punten. De cursusomvang in deze studiegids wordt uitgedrukt in modulen. Voor het bestuderen van 1 module wordt een studieduur van 100 tot 120 studie-uren gerekend. Bacheloropleiding 42 modulen = 180 studiepunten • Propedeuse (14 modulen) • Postpropedeuse (28 modulen) Masteropleiding 14 modulen = 60 studiepunten
Tentamens Startpakket Als u een wetenschappelijke opleiding ambieert, kunt u het beste starten met een zogenaamd Startpakket. U bestudeert dan de eerste twee modulen van de opleiding en krijgt daarbij uitgebreide begeleiding (bij de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen is dat de Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen). In groepsbijeenkomsten komen naast de inhoud ook zaken als een effectieve studieaanpak, planning, tentaminering en het gebruik van internet aan bod. Een startpakket geeft dus een goed beeld van wat u verwachten kunt in het vervolg van de opleiding en van de capaciteiten die u daarvoor nodig hebt. Na afloop weet u wat studeren voor u betekent en beslist u of u verder wilt gaan met de studie.
De cursussen worden afgesloten met een tentamen. In het hoofdstuk Tentamens worden de verschillende tentamenvormen toegelicht. In de opleidingsschema’s in deze gids (pagina’s 17-18 en 49) staat aangegeven met welk tentamen een cursus kan worden afgerond.
Studeren in een elektronische leeromgeving Zonder computer met een goede internetaansluiting is het niet mogelijk om een academische opleiding van de Open Universiteit Nederland te voltooien, al is bij sommige cursussen computergebruik niet per se noodzakelijk.
Eigen e-mailadres
Studiepad online
Iedereen die aan de Open Universiteit studeert, krijgt een eigen e-mailadres bestaande uit uw naam en de uitgang @studie.ou.nl. Dit adres gebruikt de universiteit wanneer zij met u in contact wil treden.
Naast het plannen van het bestuderen van een cursus, kunt u ook uw studievorderingen raadplegen in het Studieresultatensysteem (SRS). Als u een opleiding volgt geeft SRS een overzicht van het afgelegde, lopende en resterende studiepad weer van de opleiding waarmee u bezig bent. www.ou.nl/studiepad
Studienet en cursuswebsites Alle cursussen hebben een eigen site op de elektronische leeromgeving van de OUNL, Studienet. Om op de hoogte te kunnen blijven van alle extra en actuele informatie die rond een cursus wordt aangeboden, is een geregeld bezoek aan deze cursuswebsite noodzakelijk. Zodra u zich heeft ingeschreven voor een cursus, krijgt u toegang tot de cursussite. Daar vindt u uitgebreide informatie over de begeleiding en het tentamen. Ook is het in de discussiegroep mogelijk contact te leggen met andere studenten die met de stof bezig zijn en zo samen de antwoorden op vragen te vinden. Docenten mengen zich soms ook in deze discussie. Op Studienet heeft de faculteit Cultuurwetenschappen een eigen plek (‘tab’) voor het doorgeven van belangrijke informatie aan haar studenten.
www.ou.nl
Studiecoach op internet Veel studenten merken dat een studie aan een afstands universiteit een nieuwe aanpak van studeren vergt. Sommige studenten zijn misschien al een tijdje uit het studieritme en moeten er weer even inkomen en goed timemanagement is dan geen overbodige luxe! Maar ook een goede motivatie en studieplanning is dan belangrijk. Er zijn verschillende studiemethoden om informatie op te nemen en te onthouden. Op de Studiecoach vindt u tips en suggesties om uw kwaliteiten en vaardigheden te verbeteren en actief te leren studeren. www.ou.nl/studiecoach
Het adres van de openbare website van de Open Universiteit Nederland is www.ou.nl. Alle algemene informatie over studeren aan de Open Universiteit en alle benodigde formulieren worden gepubliceerd op deze website. Voor vragen over uw studie kunt u daar ook terecht bij Vraag en Antwoord. Hier staan alle veelgestelde vragen gerangschikt en kunt u meestal zelf direct het antwoord vinden. Is dit niet het geval dan kunt persoonlijk uw vraag stellen aan een van onze medewerkers van Service en informatie. www.ou.nl/directcontact
Studieplanner Om een goed studieresultaat te behalen en zo veel moge lijk gebruik te maken van uw beschikbare studietijd is het plannen van uw studie raadzaam. De Studieplanner geeft een aantal gegevens weer waardoor het indelen van uw studie overzichtelijk wordt. Nadat u invoert hoeveel uren per week u beschikbaar heeft voor de studie, ziet u meteen wanneer u klaar bent voor het afleggen van een tentamen. Andersom kan ook, als u op een bepaalde datum uw cursus wilt afronden, berekent de studieplanner hoeveel studie-uren u per week nodig heeft. U kunt ook meerdere cursussen plannen en rekening houden met vakanties. www.ou.nl/studieplanner
5
Faculteit Cultuurwetenschappen Er zijn twee manieren om de cursussen van de faculteit Cultuurwetenschappen te volgen: als onderdeel van een academische bachelor- of masteropleiding, of als losse cursus. Wat u kiest zal afhangen van uw doelstelling en de tijd die u beschikbaar heeft. Bij elke cursusinschrijving zijn drie tentamenkansen inbegrepen. Na het succesvol afronden van een cursus, ontvangt u een certificaat. Wilt u later toch een volledige opleiding volgen, dan kunt u uw behaalde certificaten inbrengen in een opleiding. Een certificaat kan ook vrijstelling opleveren bij andere universiteiten of hogescholen.
Opleidingen algemene cultuurwetenschappen Bij cultuur denken wij vooral aan wat ons met andere mensen bindt. Dat kan taal zijn, nationaliteit, godsdienst, de krant waar wij op geabonneerd zijn, onze politieke voorkeur of de manier waarop wij met elkaar omgaan. Cultuur is dus een heel ruim begrip, waarin in ieder geval identiteit, omgangsvormen en gemeenschappelijke ideeën en codes een grote rol spelen. Belangrijk in het cultuurbegrip is dat die gemeenschappelijke kenmerken ooit gegroeid zijn, maar ook – en dat maakt het spannend – constant veranderen. Denkt u zich in uw eigen woonplaats eens drie eeuwen terug. Die is dan aanzienlijk kleiner, er staan andere gebouwen, u bent anders gekleed en de taal en omgangsvormen zijn anders. Ook de beleving van godsdienst, natuur of maatschappelijke identiteit wijkt af van wat u op dit moment ervaart. De voortdurende ontwikkeling in de cultuur van het bestaande naar het nieuwe is kort samengevat onder de noemer ‘traditie en vernieuwing’, een begrippenpaar dat in de opleidingen Algemene cultuurwetenschappen centraal staat.
Beroepsperspectieven De academische opleidingen Algemene cultuurwetenschappen kennen vier constituerende disciplines: cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde. Na het voltooien van uw opleiding hebt u een schat aan kennis opgedaan over een breed scala van culturele verschijnselen, zoals taal, ideeën, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. Uw kennis strekt zich uit over een periode die begint bij de renaissance en doorloopt tot de huidige samenleving. Belangrijk in het cultuurbegrip is dat gemeenschappelijke kenmerken die ooit in een samenleving zijn gegroeid, voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Naast kennis en inzicht verwerft u als cultuurwetenschapper ook de vaardigheden om teksten en bronnen te analyseren, zelf een onderzoek op te zetten en daarover wetenschappelijk verantwoord te rapporteren, zowel schriftelijk als mondeling. De kennis en vaardigheden waarover u na het behalen van een bachelor- of masterdiploma Algemene cultuurwetenschappen beschikt, maken u geschikt voor staf- en beleidsfuncties bij overheid en culturele instellingen. Als docent (eerste graad) geschiedenis of kunstgeschiedenis/culturele en kunstzinnige vorming (CKV) kunt u aan de slag na het afronden van een inhoudelijk ‘aanvullingstraject’ (zie pagina 13) en de postmaster lerarenopleiding aan een reguliere universiteit. Na uw bachelordiploma kunt u soortgelijke trajecten volgen voor een tweedegraadsbevoegdheid aan een hogeschool. De faculteit werkt aan een soortgelijke regeling voor een docentschap Nederlands. In de zogenaamde ‘open bacheloropleiding’ kunt u reeds behaalde studiepunten uit andere opleidingen combineren met een opleiding Algemene cultuurwetenschappen. Zo maakt een combinatie van management-, juridische en cultuurwetenschappelijke vakken u geschikt voor beleidsfuncties in culturele instellingen.
6
Bachelor-masterstructuur De faculteit Cultuurwetenschappen biedt een wetenschappelijke bachelor- en een masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen aan. Dit zijn twee geheel zelfstandige opleidingen: • de bachelorstudie, een afgeronde academische opleiding die wordt bekrachtigd met een diploma en bijbehorende titel Bachelor of Arts. Een variant van de bacheloropleiding is de open bachelor Algemene cultuurwetenschappen. • en de masterstudie waarin sprake is een verdere wetenschappelijke verdieping en welke leidt tot het diploma Master of Arts. De cursussen waaruit de opleidingen van de faculteit Cultuurwetenschappen (en de andere faculteiten van de Open Universiteit Nederland) bestaan, worden elk academisch jaar door de Raad van decanen vastgesteld en gepubliceerd in de Onderwijs- en examenregeling (OER). Een ander belangrijk onderdeel van de OER zijn de uitvoeringsregelingen, waarin de specifieke bepalingen voor elke opleiding zijn opgenomen. Deze regelingen kunt u downloaden van de website of de faculteitstab op Studienet. www.ou.nl/documenten De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen telt totaal 42 modulen (180 studiepunten). Zij valt uiteen in de propedeuse van 14 modulen (10 cursussen) en de postpropedeuse van 28 modulen (7 verplichte cursussen, 14 cursussen in de gebonden keuze, het bachelorscriptiepracticum van 3 modulen en de vrije ruimte van 5 modulen). De propedeuse wordt gekenmerkt door een algemene, inleidende aanpak. De postpropedeuse zorgt voor een verdieping van kennis en inzicht en wordt afgesloten met een scriptie. De masteropleiding telt 14 modulen (60 studiepunten), verdeeld over 5 cursussen, een onderzoekspracticum en de scriptie. De master staat voor verdergaande verdieping en specialisatie in het vak met name op het vlak van onderzoek doen. Integratie van kennis, inzicht, vaardigheden en eigen onderzoek vinden uiteindelijk hun weerslag in de masterscriptie. Met uitzondering van practica (waaronder ook de cursussen cultuurwetenschappelijke vaardigheden vallen) en scripties zijn alle cursussen van de opleidingen ook als losse eenheid aan te schaffen, te bestuderen en af te sluiten met een tentamen. Wel zijn er soms ingangseisen waaraan voldaan moet worden.
7
Studiebegeleiding Begeleiding en zelfstudie Het studeren aan de Open Universiteit wordt ook wel aangeduid als ‘begeleide zelfstudie’. Dat een student aan de Open Universiteit wordt geacht zoveel mogelijk zelfstandig te studeren, komt bijvoorbeeld tot uiting in de zelf- en eindtoetsen die in vrijwel alle gevallen tot het studiemateriaal van cursussen behoren. Het zijn proeftentamens waarmee u zelf kunt testen of u de stof van een leereenheid (zelftoets) of de hele cursus (eindtoets) beheerst. Daarnaast zijn van vrijwel alle cursussen tentamenbundels beschikbaar, bestaande uit reeds afgenomen tentamens of in het verleden gemaakte opdrachten. Naast de zelfstudie biedt de faculteit Cultuurwetenschappen diverse vormen van begeleiding. In de opleidingsschema’s van de bachelor en master Algemene cultuurwetenschappen in deze gids staat voor elke cursus de begeleidingsvorm aangegeven. Uitgebreide informatie vindt u op de cursuswebsites op Studienet en op www.ou.nl onder studieaanbod en studie-informatie. We onderscheiden de volgende categorieën:
Standaardbegeleiding Iedere cursus heeft een docent bij wie u voor inhoudelijke vragen terecht kunt. Dit kan telefonisch of via e-mail. Op de cursussite in Studienet ziet u per cursus wie de docent is en wanneer hij/zij telefonisch spreekuur houdt. Op Studienet kunt u ook via de discussiegroep of het forum vragen stellen aan medestudenten. Docenten kijken mee in de discussiegroep.
Groepsbegeleiding Voor het Startpakket worden in alle studiecentra in Nederland (met uitzondering van Emmen en Vlissingen) en in een aantal studiecentra in Vlaanderen groepsbijeenkomsten georganiseerd. Dat geldt ook voor een aantal inleidende cursussen in de propedeuse en een paar cursussen in de postpropedeuse met dien verstande dat voor deze cursussen de bijeenkomsten alleen belegd worden in de belangrijkste studiecentra. De bijeenkomsten vinden meestal plaats op vrijdag of zaterdag. Tijdens de bijeenkomsten gaat u samen met docent en medestudenten dieper in op de leerstof en bereidt u zich voor op het tentamen. Alle informatie rondom studiebegeleiding wordt gepubliceerd op de betreffende cursussite. Tenzij anders aangegeven is het bezoeken van begeleidingsbijeenkomsten niet verplicht.
Elektronische begeleiding Enkele cursussen van de opleidingen Algemene cultuurwetenschappen worden elektronisch begeleid via de cursuswebsite op Studienet. Elektronische, voorgeprogram meerde studietaken, discussie- en nieuwsgroepen en e-mail sturen u door de leerstof. Indien van toepassing worden studenten vanuit de cursuswebsite geleid naar een specifieke elektronische leeromgeving.
Studiedagen Bij een aantal cursussen in de postpropedeuse wordt op een centrale plaats in Nederland een studiedag georganiseerd. Een studiedag heeft een ander karakter dan een begeleidingsbijeenkomst. Tijdens een studiedag maken docenten de inhoud van een cursus aanschouwelijk door bijvoorbeeld een bezoek aan een museum, door lezingen of door het samen lezen van oorspronkelijke teksten. De dagen hebben een ‘plus-karakter’, inhoud van de cursus en tentamen komen slechts zijdelings ter sprake. Over data, locaties en inhoud van deze dagen wordt u tijdig via het studentenblad Modulair geïnformeerd. De studiedagen kunnen meegenomen worden in het traject van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat. Zie de cursusbeschrijving van deze cursus.
Individuele begeleiding bij de afstudeeropdracht Bij het schrijven van de bachelorscriptie wordt u gedeeltelijk individueel begeleid. U maakt samen met uw docent afspraken. De begeleiding van het onderzoekspracticum en de scriptie van de masteropleiding is geheel individueel.
Studieadviseur en mentor Hebt u vragen met betrekking tot studieplanning, studievoortgang, studievaardigheden of organisatie (dus vragen die geen betrekking hebben op de inhoud van een specifieke cursus), dan kunt u elke werkdag van 9.00 tot 16.30 uur terecht bij de studieadviseur Cultuurwetenschappen, telefoon: 045 - 576 28 88. Daarnaast kunt u voor soortgelijke vragen een beroep doen op uw CW-mentor. Deze heeft als standplaats het studiecentrum in uw buurt en is een vast aanspreekpunt tijdens uw hele studie. Aan elk Nederlands studiecentrum is een CW-mentor verbonden (zie de foto’s). Hij/zij organiseert ook groepsbijeenkomsten, te denken valt aan voorlichtingsbijeenkomsten over het nieuwe cursusaanbod, aan lezingen in het kader van het studium generale van CW of aan excursies. Op deze bijeenkomsten ontmoet u medestudenten uit uw eigen regio, hetgeen soms leidt tot het vormen van studiegroepjes. CW-mentor en studieadviseur richten zich ook op gezette tijden tot u via een mail in het kader van het zogenaamde bachelormentoraat.
Wijzigingen in studiebegeleiding In de rubriek Studiebegeleiding in Modulair wordt u maandelijks op de hoogte gehouden van wijzigingen van data, locaties en spreekuurtijden van docenten/mentoren. Raadpleeg daarom altijd deze rubriek.
Contactpersonen in Vlaanderen en Brussel Vlaamse studenten kunnen op hun studiecentrum informatie krijgen over CW-docenten en de vormen van begeleiding die worden aangeboden.
Docenten en mentoren Decaan
dr. Frauke Laarmann
Dr. Patricia van Ulzen
Prof. dr. Jaap van Marle
[email protected]
[email protected]
drs. Janny
drs. Annet van Melle
drs. Irmin Visser
Bloembergen-Lukkes
[email protected]
[email protected]
janny.bloembergen-lukkes@
CW-mentor Groningen,
ou.nl
Leeuwarden en Emmen
CW-mentor Utrecht
dr. Toon Bosch
drs. Wil Michels
prof. dr. Leo Wessels
[email protected]
[email protected]
[email protected]
drs. Lieke van den Bulck-
dr. Saskia Pieterse
drs. Paul van den Boorn
Van der Linden
[email protected]
[email protected]
CW-mentor Nijmegen
lieke.vandenbulck-
onderwijs- en
[email protected]
scriptiecoördinator
CW-mentor Breda en Eindhoven
Secretariaat drs. Dick Disselkoen
dr. Jos Pouls
Nicole Gruisen
[email protected]
[email protected]
[email protected]
CW-mentor Heerlen (Parkstad) en Eindhoven
drs. Tom van Dorp
dr. Mieke Rijnders
Véronique Smits
[email protected]
[email protected]
vé
[email protected]
dr. Lizet Duyvendak
drs. Herman Simissen
Petra de Munnik
[email protected]
[email protected]
[email protected]
dr. Elisabeth
drs. Wouter Steffelaar
den Hartog-De Haas
[email protected]
elisabeth.denhartog-
CW-mentor Amsterdam en
[email protected]
Alkmaar
dr. Frank Inklaar
dr. Pieter Stokvis
[email protected]
[email protected]
CW-mentor Zwolle en
CW-mentor Den Haag
CW-mentor in Rotterdam en Vlissingen
Enschede
9
Ongewenste verbreking contact Als u cursussen die u in uw bezit hebt, ‘wegwerkt’ door het kopen van losse tentamenkansen, kan het zijn dat het contact tussen u en de Open Universiteit verbroken wordt. Wees hierop alert, met name als er meer dan één jaar verstreken is sinds uw inschrijfrechten op de laatst gekochte cursus zijn verlopen. In dat geval is het raadzaam het studiecentrum en de faculteit te laten weten dat u nog steeds studeert.
Bibliotheekvoorzieningen Op Studienet treft u onder bibliotheekfaciliteiten een overzicht aan van de beschikbare digitale bestanden en internetbronnen. Daarnaast kunt u een account aanvragen voor Picarta. Als student van de Open Universiteit Nederland hebt u ook toegang tot de bibliotheken van andere Nederlandse en Belgische universiteiten. U moet dan echter wel altijd een geldige legitimatie én de studentenkaart van de Open Universiteit Nederland kunnen tonen. Sommige universiteitsbibliotheken, zoals die van de Erasmus Universiteit in Rotterdam, eisen bovendien een recent bewijs dat u woont op het adres dat u opgeeft. Het beste is een recente aan u geadresseerde brief van de OUNL mee te nemen.
Facultaire opleidingscommissie Algemene cultuurwetenschappen Binnen de faculteit Cultuurwetenschappen is een (wettelijk verplichte) Facultaire opleidingscommissie (FOC) actief. Deze commissie bestaat uit minimaal drie studenten en drie medewerkers. De commissie brengt advies uit over de Onderwijs- en examenregeling Algemene cultuurwetenschappen, beoordeelt jaarlijks de uitvoering van die regeling en geeft verder gevraagd en ongevraagd advies over het CW-onderwijs. Verslagen van de vergaderingen van de FOC kunt u vinden in de rubriek ‘Facultaire Opleidingscommissie’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet. De samenstelling van de commissie is in het voorjaar van 2009 als volgt: prof. dr. Leo Wessels, voorzitter drs. Annet van Melle, wp-lid dr. Mieke Rijnders, wp-lid drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, plv. wp-lid drs. Herman Simissen, plv. wp-lid Rick Coone, student-lid Dieuwertje Bogaards, student-lid Harry van Vondel, student-lid Leni Luierweert, plv. student-lid Bep Sanders, plv. student-lid Michel Severijns, plv. student-lid drs. Paul van den Boorn, ambtelijk secretaris Indien u in contact wilt komen met de Facultaire opleidingscommissie Algemene cultuurwetenschappen kunt u een e-mail sturen naar
[email protected].
Studentenverenigingen Studenten van de faculteit Cultuurwetenschappen hebben zich georganiseerd in studentenverenigingen en studiegroepen. Een aantal daarvan is landelijk werkzaam, andere in een bepaalde regio. De verenigingen organiseren uiteenlopende activiteiten, zoals lezingen, excursies, congressen of buitenlandse studiereizen. Het is een gemakkelijke manier om contact te krijgen met andere studenten en docenten van de faculteit en het studiecentrum. De verenigingen zijn er natuurlijk ook voor de gezelligheid. Voor velen zijn de sociale contacten onmisbaar; onderling worden veel studie-ervarin gen uitgewisseld. Meer informatie staat meestal vermeld op de website van het dichtstbijzijnde studiecentrum, of op de eigen website via Studienet. Actuele informatie over adressen, contactpersonen en activiteiten kunt u vinden op www.ou.nl/studentenvereniging of in de rubriek ‘Medestudenten’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet.
Studentenraad Studenten worden vertegenwoordigd door de Studentenraad. De raad heeft instemmingbevoegdheid op het algemene deel van de Onderwijs- en examenregeling (OER) en adviesbevoegdheid op de specifieke delen. Verder kan de raad advies uit brengen over zaken die direct in verband staan met de geboden studiemogelijkheden en faciliteiten daartoe, bijvoorbeeld: • het ontwikkelen van opleidingen; • beleidszaken met betrekking tot voorzieningen voor studenten; • de studiebegeleiding van studenten. Daarnaast kan de Studentenraad uit eigen beweging advies uitbrengen aan de Raad van toezicht of aan het College van bestuur, over aangelegenheden van de Open Universiteit die in het bijzonder studenten aangaan. Zie voor meer informatie de ingang ‘Studentenraad’ op Studienet. De Studentenraad is bereikbaar via
[email protected]. Uiteraard is de Studentenraad ook telefonisch of schriftelijk bereikbaar: 045 - 576 22 15 of 045 - 576 27 37 (ma t/m vr van 09.00 – 16.30 uur). Postadres: Open Universiteit Nederland, t.a.v. Studentenraad, Postbus 2960, 6401 DL Heerlen.
(Bijna) alumnus? Als u de eindstreep van uw studie bijna of al eerder heeft bereikt, betekent dat niet dat het contact met de Open Universiteit komt te vervallen. Als alumnus bent u graag gezien, u bent tenslotte ambassadeur van onze universiteit doordat u uit eigen ervaring goed zicht heeft op de ontwikkeling van de vraag naar opleidingen, scholing en trainingen. Wederzijds contact vinden wij belangrijk omdat we dan iets voor elkaar kunnen betekenen. Daarom bent u van harte welkom op onze studiedagen, symposia en academische zittingen. Ook sommige cursussen staan voor u open. De faculteit Cultuurwetenschappen organiseert vanaf 2009 jaarlijks een alumnidag en geeft een nieuwsbrief uit. Alumnus zijn betekent ook dat u in aanmerking komt voor een lidmaatschap van de algemene OUNL-Alumnivereniging. Deze vereniging is zelfstandig en voert haar eigen beleid. Lid zijn van deze vereniging heeft diverse voordelen. Als eerste het contact met andere afgestudeerden en het onderhouden van een netwerk. Daarnaast is het mogelijk informatie te ontvangen over promoties en promotie-onderzoek en u kunt bovendien cursussen bestellen (zonder tentamenrechten) tegen een gereduceerd tarief. De vereniging organiseert geregeld lezingen, excursies en bedrijfsbezoeken. www.open.ou.nl/alumni
11
Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Bij het bepalen van de inhoud van de bacheloropleiding is de gedachte wat nu zo kenmerkend is voor onze cultuur richtinggevend geweest. Maar de cultuur waarin wij leven kent veel verworvenheden en toevallige overblijfselen uit het verleden. Aan de historische component, die onlosmakelijk verbonden is met de bestudering van cultuurfenomenen binnen het thema ‘traditie en vernieuwing’, wordt in de meeste cursussen van de opleiding dan ook een primaire plaats toegekend. De accenten liggen qua plaats op West-Europa en qua tijd op het tijdvak vanaf de renaissance (vanaf vijftiende eeuw), de periode waarin onze cultuur haar vorm kreeg. De cultuurgeschiedenis is echter slechts één van de vier constituerende disciplines van de opleiding Algemene cultuurwetenschappen. De andere drie, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde, zorgen voor een reeks cursussen met een thematische benaderingswijze, die nader ingaan op de belangrijkste uitingen van cultuur zoals taal, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. In het begin van het studieprogramma worden de constituerende disciplines zelfstandig aangeboden, later in onderling verband.
Kennis en academische vaardigheden
Postpropedeuse
Tijdens de opleiding doet u een schat aan kennis op over cultuur, maar ook over de eigen aard en ontwikkeling van de vier cultuurwetenschappelijke disciplines. U maakt kennis met de verschillende typen bronnen waar cultuur wetenschappers mee werken en u krijgt inzicht in de verschillende benaderingswijzen die ze hanteren (en de debatten die hierover gevoerd worden). U leert ook parate kennis toe te passen op concrete vraagstukken, kritisch na te denken over de wetenschappelijke benaderingswijzen, zelf bronnen te analyseren en daarvan verslag uit te brengen. Aan het eind van uw bachelorstudie voert u zelf een klein onderzoek uit en doet daar schriftelijk en mondeling verslag van.
In de postpropedeuse vindt verdieping van kennis en inzicht plaats en gaat u deze op kritische wijze toepassen. Het centrale thema ‘traditie en vernieuwing’ vormt de rode draad. Er is onder andere aandacht voor de invloed van de Amerikaanse cultuur op de Europese samenleving, voor ontwikkelingen in de stedenbouw en kunsten, voor de interpretatie en receptie van kunstvormen in later tijden, voor de nieuwste geschiedenis van Nederland en Vlaanderen, en voor de invloed van andere culturen op de Nederlandse letterkunde. U bestudeert cursussen waarin de behandeling van een bepaald onderwerp wordt aangegrepen om dieper in te gaan op de analyse van bronnen, de confrontatie van theorie en praktijk, en op wetenschappelijke benaderingswijzen. Kritische reflectie en het plaatsen van casussen binnen wetenschappelijke debatten staan daarbij centraal. Andere cursussen stellen fundamentele vragen aan de orde als ‘wat is wetenschap eigenlijk?’ en ‘wat is cultuur?’. Ook academische vaardig heden krijgen in de postpropedeuse volop aandacht. In de cursus Schrijfpracticum 2 staat (wederom) de schrijfvaardigheid centraal, dit keer gaat het om de in de wetenschap gebruikte genres. Bij Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 gaat het erom dat u de fundamentele competenties die nodig zijn voor het doen van wetenschappelijk onderzoek onder de knie krijgt.
Startpakket en vervolg propedeuse De bacheloropleiding start met de Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, waarin u kennis maakt met de cultuurwetenschappelijke benadering. Deze cursus kunt u kopen in de vorm van een Startpakket (zie pagina 14). Het bestuderen van deze cursus duurt ongeveer een half jaar. Vervolgens volgt u inleidingen in de vier cultuurwetenschappelijke disciplines. Deze kunt u naar believen uitbreiden met een ‘pluspakket’, waarin door middel van lezingen, tentoonstellingen en ontmoetingen met de begeleiders de leerstof wordt genesteld in de actualiteit. Daarna maakt u kennis met belangrijke historische ontwikkelingen uit de negentiende en twintigste eeuw – nationalisme, staatkundige veranderingen, politieke theorieën, die ook in hun culturele context worden geplaatst. In de cursus Geschiedenis van het privéleven maakt u kennis met allerhande soorten bronnen die bij historisch onderzoek een rol kunnen spelen. U voltooit de propedeuse met de bestudering van de cursussen Schrijfpracticum 1 (schrijfvaardigheid) en Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1. De academische vaardigheden die u daarin leert, zijn van belang voor het goed kunnen volgen van het postpropedeuseprogramma en later de masteropleiding.
Gebonden-keuzecursussen De bacheloropleiding bestaat voor een deel uit verplichte cursussen. Daarnaast zijn er gebonden-keuzecursussen. Dat houdt in dat u uit een reeks als zodanig aangeduide cursussen er een aantal moet kiezen.
Afstuderen bacheloropleiding In het laatste half jaar van de bachelorstudie bent u bezig met het schrijven van een scriptie op basis van een eigen leeronderzoek. De inhoud van deze scriptie moet zowel schriftelijk als mondeling correct gepresenteerd worden.
Vrije ruimte Verspreid over de postpropedeuse mag u zelf vijf modulen kiezen uit het totale cursusaanbod van de Open Universiteit Nederland, of – na toestemming – uit het aanbod van andere universiteiten. Daarmee vult u de zogenaamde ‘vrije ruimte’ in, geheel naar eigen inzicht. Dit zijn de mogelijkheden die u hebt: • u kiest modulen uit het overig cursusaanbod van de faculteit Cultuurwetenschappen. Dat kunnen gebonden-keuzecursussen zijn die ‘overschieten’, nadat u het gebonden-keuzeblok hebt gevuld. Het kunnen ook de cursussen zijn die de faculteit nog extra aanbiedt, sommige daarvan in het kader van het ‘inhoudelijk aanvullingstraject geschiedenis’ (zie beneden, en de cursusbeschrijvingen op pagina 45-48). Wel geldt de regel dat bachelorstudenten in de vrije ruimte geen cursussen mogen kiezen uit de (aansluitende) masteropleiding. • u kiest modulen uit het cursusaanbod van de andere faculteiten van de Open Universiteit Nederland • u kiest voor cursussen (opleidingsonderdelen) bij een andere universiteit. Dit hoeft niet per se een Nederlandse of Belgische universiteit te zijn (aanschuifonderwijs, zie onder). • u kiest voor een stage. Deze kan onder strikte voorwaarden worden ingebracht in de vrije ruimte. Neem van tevoren contact op met een betrokken staflid en de onderwijscoördinator (zie pagina 9). Voor het inbrengen van een stage dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen.
Aanschuifonderwijs Voor het invullen van uw vrije ruimte en het vullen van maximaal twee modulen in het gebonden-keuzeblok kunt u opleidingsonderdelen gevolgd aan een andere universiteit inbrengen. Voor dit zogeheten aanschuifonderwijs dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen. U draagt zelf zorg voor inschrijving, betaling et cetera aan die andere universiteit. Meer informatie over aanschuifonderwijs vindt u in de Uitvoeringsregeling bij de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding 2009-2010, zie www.ou.nl/documenten.
International Course Exchange In het kader van het programma International Course Exchange (ICE) van de European Association of Distance Teaching Universities (EADTU) kunt u als aanschuifonderwijs ook kiezen voor cursussen die aangeboden worden door andere Europese afstandsuniversiteiten. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de inbreng van onderwijs van andere Nederlandse of Belgische universiteiten: u moet vooraf toestemming vragen bij de FTC en u moet zelf alles regelen. Het aanbod 2009-2010 in het kader van het ICE-programma staat op www.ou.nl/buitenlandsecursuscw . Voor deze cursussen geldt dat inbreng door de FTC van de faculteit Cultuurwetenschappen altijd zal worden goedgekeurd.
Inhoudelijke aanvullingstrajecten – 1e-graads docent De faculteit Cultuurwetenschappen heeft met het Instituut Leraar en School van de Radboud Universiteit Nijmegen de volgende afspraken gemaakt: 1) Studenten Algemene cultuurwetenschappen die zowel hun bachelorscriptie als hun masterscriptie in de discipline ‘ geschiedenis’ hebben geschreven, alsook een historische variant van het Onderzoekspracticum in de master hebben gedaan, kunnen instromen in de postmaster pedagogisch-didactische opleiding tot eerstegraads docent geschiedenis. Voorwaarde is dat zij nog een inhoudelijk aanvullingstraject volgen van 5 modulen (600 studie-uren). Een dergelijk traject biedt de faculteit Cultuurwetenschappen aan voor de vrije ruimte van de bacheloropleiding ACW. Het aanvullingstraject geschiedenis bestaat uit vier cursussen (zie de cursusbeschrijvingen op pagina 47-48). In het academisch jaar 2009-2010 kunnen maximaal 25 studenten per cursus inschrijven. 2) Studenten Algemene cultuurwetenschappen die zowel hun bachelorscriptie als hun masterscriptie in de discipline ‘kunstgeschiedenis’ hebben geschreven, alsook een kunsthistorische variant van het Onderzoekspracticum in de master hebben gedaan, kunnen meteen instromen in de postmaster pedagogisch-didactische opleiding tot eerste graads docent kunstgeschiedenis/Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Een inhoudelijk aanvullingstraject omvat maximaal 12 studiepunten. Nadere informatie:
[email protected] 3) Besprekingen over een inhoudelijk reparatietraject dat uitzicht biedt op een eerstegraads bevoegdheid Nederlands zijn gaande. 4) De faculteit streeft ernaar zo spoedig mogelijk te komen tot landelijke afspraken.
B ac h e l o r op l e idin g
Open bachelor Algemene cultuurwetenschappen Vanaf 2009 biedt de faculteit Cultuurwetenschappen een open bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen (ACW) aan. Een Open Bachelorprogramma bestaat uit drie blokken: Facultair programma
116,1 studiepunten
Verbredingpakket
43 studiepunten
Cursussen van een of meer andere faculteiten
Vrije ruimte Totaal
21,5 studiepunten 180,6 studiepunten
De bachelorscriptie die u aan het eind van uw opleiding schrijft, maakt deel uit van het facultaire programma en dient te voldoen aan dezelfde eisen die worden gesteld aan een bachelorscriptie van de reguliere bacheloropleiding ACW. Na het behalen van uw diploma mag u de titel Bachelor of Arts voeren. De open bachelor Algemene cultuurwetenschappen kan interessant zijn, als u bijvoorbeeld een managementfunctie bij een culturele instelling ambieert. U kunt dan het facultaire programma ACW combineren met een verbredingspakket uit de faculteiten Management- en Rechtsweten schappen. Het programma dat de faculteiten adviseren vindt u op de tab van de faculteit Cultuurwetenschappen. Naast nieuwe studenten die op deze wijze een eigen breed bachelorprogramma kunnen samenstellen is de Open Bachelor ook bedoeld voor studenten die in een vorig studieleven al een (gedeeltelijke) academische opleiding hebben gevolgd. Deze studenten kunnen in het verbredingspakket en/of de vrije ruimte eerder behaalde studiepunten inbrengen. Voorwaarde hiervoor is dat de behaalde vakken een eenheid dienen te vormen en dat het om onderwijs van academisch niveau gaat. Wanneer u een open bachelorprogramma ACW wenst te volgen, dient u een gemotiveerd verzoek daartoe in te dienen bij de Commissie voor de Examens (CvE). De Facultaire toetsingscommissie van de faculteit Cultuurwetenschappen adviseert de CvE inzake de te nemen beslissing. De gehele regeling kunt u nalezen op de website. Daar vindt u ook de samenstelling van het facultaire programma. www.ou.nl/openbachelor.
Studieduur en structuur van de bacheloropleiding De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen heeft een duidelijke structuur. In de schema’s van de normtrajecten kunt u zien dat de bacheloropleiding is verdeeld in een aantal halfjaartrajecten (semesters), die zich al naar gelang uw studietempo uitstrekken over een periode van zeven tot twaalf en een half jaar. De normtrajecten geven de volgorde aan waarin u volgens de faculteit de cursussen het beste kunt bestuderen. Als u volgens een normtraject studeert • sluiten de cursussen inhoudelijk, qua niveau en qua benodigde vaardigheden het beste op elkaar aan, • sluiten begeleidingsbijeenkomsten, tentamens en herkansingen het beste op elkaar aan. Voor de volgorde waarin u de cursussen bestudeert, moet u dus het schema van het normtraject raadplegen; voor de precieze titel, de omvang, de tentamen- en de begeleidingsvorm van een cursus kunt u terecht in het Opleidingsschema.
14
Normtrajecten bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Door de faculteit sterk aanbevolen volgorde van studeren Studietempo: 3 tot 4 modulen per jaar Jaar 1
1e semester (september-januari)
2e semester (februari-augustus)
Modulen
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
Ancien Régime
3
2
Inleiding letterkunde
Geschiedenis van het privéleven
3
3 Veranderende grenzen 1815-1919 4 Veranderende grenzen 1919-1989 5 Schrijfpracticum 1 + CW-vaardigheden 1
Inleiding in de filosofie + Disciplinaire verdieping 1
3,5
Kunst + Disciplinaire verdieping 1
3,5
Wetenschapsleer + CW-debat of CW-seminars
3 + lintmodule
6
vrije ruimte 1 + Expressionisme
Culturele dialoog + CW-vaardigheden 2
3 + lintmodule
7
Kijken naar Amerika + vrije ruimte 2
Ethiek
3
8
Schrijfpracticum 2 + Stedenbouw
Literaire canon
3
9
vrije ruimte 3 + 4
Literatuurwetenschap
3
10
Argumentatieleer + Bewegend Beeld
Historiografie
3
11
Gouden Eeuw + Lieux de mémoire
Denken over cultuur
3
12
Kabinetten + Modernisering NL/VL 1948-1973
vrije ruimte 5 + Oudnederlandse schilderkunst
4
13
Onderzoekspracticum bachelorscriptie
3
Op de plek van elke gebonden-keuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie. Lintmodules: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen.
Studietempo: 4 tot 5 modulen per jaar Jaar
1e semester (september-januari)
2e semester (februari-augustus)
Modulen
1
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
Ancien Régime + Geschiedenis van het privéleven
4
2 Inleiding letterkunde Inleiding in de filosofie + Disciplinaire verdieping 1 3 Veranderende grenzen 1815-1919 + 1919-1989 Kunst + Disciplinaire verdieping 1
4,5
4
Wetenschapsleer + Culturele dialoog
4 + lintmodule
5 Kijken naar Amerika + vrije ruimte 1 + CW-debat of CW-seminars 6 Expressionisme + Stedenbouw
Literaire canon + Schrijfpracticum 2
4 + lintmodule
Ethiek + vrije ruimte 2
4
7
Bewegend Beeld + Argumentatieleer
Literatuurwetenschap + Historiografie
4
8
Kabinetten + Gouden Eeuw
Denken over cultuur + vrije ruimte 3
4
9
Modernisering NL/VL 1948-1973 + vrije ruimte 4
Lieux de mémoire + Oudnederlandse schilderkunst
4
10
Onderzoekspracticum bachelorscriptie
vrije ruimte 5
4
Schrijfpracticum 1 + CW-vaardigheden 1 + 2
4,5
Op de plek van elke gebonden-keuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie. Lintmodules: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen.
B ac h e l o r op l e idin g
Studietempo: 6 modulen per jaar Jaar
Semester
Propedeuse (14 modulen) 1 September
Cursus
Modulen
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
2
2
Februari
Inleiding in de filosofie + Ancien Régime + Disciplinaire verdieping 1
3,5
September
Inleiding letterkunde + Veranderende grenzen 1815-1919
3
Februari
Kunst + Geschiedenis van het privéleven + Disciplinaire verdieping 1
3,5
3
September
Schrijfpracticum 1 + CW-vaardigheden 1 + Veranderende grenzen 1919-1989
3
Postpropedeuse (28 modulen)
Februari
Culturele dialoog + Wetenschapsleer + Literaire canon + CW-vaardigheden 2
3 + lintmodule
4
September
Kijken naar Amerika + Expressionisme + vrije ruimte 1 + CW debat of CW-seminras
3 + lintmodule
Februari
Schrijfpracticum 2 + Ethiek + vrije ruimte 2
3
5
September
Stedenbouw + vrije ruimte 3+4
3
Februari
Argumentatieleer + Literatuurwetenschap + Lieux de mémoire
3
6
September
Bewegend beeld + Kabinetten, galerijen en musea
2
Februari
Denken over cultuur + Historiografie + Oudnederlandse schilderkunst
3
7
September
Modernisering NL/VL 1948-1973 + vrije ruimte 5 + Gouden Eeuw
3
Februari
Onderzoekspracticum: bachelorscriptie
3
Op de plek van elke gebonden-keuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie. Gebonden keuze of verplichte cursussen: zie opleidingsschema. Lintmodules: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen
16
Opleidingsschema bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘09 – aug. ‘10
blz.
Propedeuse Verplicht Startpakket C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 vervolg propedeuse
groepsbijeenkomsten per open boek studiecentrum 1e en 2e semester 1 open vragen
18-11, 26-1, 14-4, 21-6, 25-8
24
C13122 Inleiding in de filosofie 2
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
18-11, 22-6, 25-8
24
C12122 Inleiding letterkunde 2 C06122 Kunst 2
groepsbijeenkomst per regio2 1e semester
schriftelijk (mc)
25-1, 12-4, 23-8
25
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
18-11, 23-6, 25-8
25
C51111 Schrijfpracticum 1 – Zakelijk schrijven 1
landelijke groepsbijeenkomst 2e semester
schriftelijk (mc) + open vragen
16-11, 27-1, 23-6
26
C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1 Gebonden keuze (eis 4 van de 5 modulen)
groepsbijeenkomst per regio2 (v) 1e semester
opdracht
volgens afspraak
26
C09221
Ancien Régime
1
standaard
schriftelijk (mc)
18-11, 12-4, 24-8
27
C06311
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-19193
1
trainingsdag CW-V 2
sys (mc)
volgens afspraak
27
C07321
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1919-19893
1
studiedag
sys (mc)
volgens afspraak
28
C50111
Geschiedenis van het privéleven
1
standaard
sys (mc)
volgens afspraak
28
C57111
Disciplinaire verdieping 1
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
29
landelijke groepsbijeenkomst 2e semester
sys (mc)
volgens afspraak
30
standaard + elektronisch
opdracht
volgens afspraak
30
opdracht
volgens afspraak
31
schriftelijk (mc) + open vragen
16-11, 14-4, 21-6
32
landelijke groepbijeenkomst 2e semester
opdracht
volgens afspraak
32
studiedag
schriftelijk (mc)
17-11, 13-4, 23-6
33
C36321 Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 1948-1973 gebonden keuze (eis: 13 van de 19 modulen)
landelijke groepsbijeenkomst 1e semester
open vragen
26-1, 14-4, 23-8
33
C19111 Kijken naar Amerika 1 C10311 Expressionisme 1
trainingsdag CW-V 2
opdracht
volgens afspraak
34
studiedag
sys (mc)
volgens afspraak 17
34
C08321
Stedenbouw. De geschiedenis van de vroegmoderne stad in de Nederlanden
1
trainingsdag CW-V 2
CBT (mc)
25-1, 13-4, 23-8
35
C52211
Argumentatieleer
1
standaard
schriftelijk (mc)
17-11, 12-4, 22-6
35
Postpropedeuse verplicht C01221 Wetenschapsleer 1 C51211 Schrijfpracticum 2 – Academisch schrijven 1
C49211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 1 4 landelijke trainingsdagen (v) Lintmodule: zie cursusbeschrijving C02211 Literatuurwetenschap3 1 standaard 1 C01321 Denken over cultuur3 C17311 Oudnederlandse schilderkunst3 1
B ac h e l o r op l e idin g
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘09 – aug. ‘10
blz.
C39211
Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag Nederlanden van Renaissance tot heden
open boek open vragen
17-11, 13-4, 24-8
36
C23221
Ethiek
1
trainingsdag CW-V 2
schriftelijk (mc)
16-11, 13-4, 23-8
36
C27231
Bewegend beeld
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
37
C05211
De Gouden Eeuw in perspectief
1
standaard
sys (mc)
volgens afspraak
37
C41211
Kabinetten, galerijen en musea
1
trainingsdag CW-V 2
schriftelijk (mc)
16-11, 27-1, 21-6
38
C33211
Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 trainingsdag CW-V 2 tussen twee culturen
schriftelijk (open)
17-11, 23-6, 25-8
38
C03211 De literaire canon 1 landelijke groepsbijeenkomst (v) opdracht volgens afspraak C48321 Lieux de mémoire 1 standaard opdracht volgens afspraak C53211 Het cultuurwetenschappelijk debat 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak
39
C54211
Cultuurwetenschappelijke seminars
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
41
C59311
Zomerschool letterkunde (poëzie)
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
41
C60311
Zomerschool filosofie (hermeneutiek)
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
42
C13382
Zomerschool Florence
2
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
42
C56311
Zomerschool Roma Caput Mundi
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
43
Vrij te kiezen cursussen (vrije ruimte) 5
5 individueel + groepsbijeenkomsten (v)
scriptie + presentatie
volgens practicum- data
44
3 C42323 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie4
39 40
Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven, Nijmegen en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum. 3 Voorbereidende cursussen op het Onderzoekspracticum bachelorscriptie. Zie ook de ingangseisen van het practicum. 4 Te kiezen 1 uit 4: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde, filosofie 5 De volgende cursussen maken geen deel uit van de bacheloropleiding ACW, maar worden aanbevolen ten behoeve van de vrije ruimte: C10212 Nederland in de 19e en 20e eeuw C11211 Oudheid C12211 Middeleeuwen C13211 Sociaal-economische geschiedenis C14222 Van Babylon tot Brugge C14311 Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd C17122 Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis C32222 Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven 1 2
18
Legenda opleidingsschema Begeleiding Voor een nadere toelichting op de verschillende vormen van begeleiding: zie pagina 12.
Contactonderwijs Onderwijs wordt gegeven in de vorm van bijeenkomsten. Tentamen door middel van een werkstuk of referaat.
Standaard De standaardvorm van begeleiding wordt geboden bij iedere cursus.
Tentamenvorm
Groepsbijeenkomsten Startpakket
schriftelijk
Groepsbijeenkomsten vinden in het eerste semester in alle Nederlandse studiecentra plaats met uitzondering van Emmen en Vlissingen. In het tweede semester zijn er alleen startersbijeenkomsten in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Nijmegen en Utrecht. Deze laatste groeps bijeenkomsten gaan niet door wanneer zich minder dan vijf studenten aanmelden. Alle informatie rondom studiebegeleiding wordt gepubliceerd op de betreffende cursussite. In een aantal Vlaamse studiecentra worden voor het Startpakket begeleidingsbijeenkomsten georganiseerd. Vlaamse studenten wordt aangeraden zich te informeren in hun studiecentrum.
Regulier schriftelijk tentamen, bestaande uit meerkeuzevragen (mc) en/of open vragen (open).
sys Schriftelijk tentamen dat getentamineerd wordt volgens het sys-systeem (zie pag. 56), bestaande uit meerkeuzevragen (mc).
opdracht Een opdracht kan bestaan uit een werkstuk, een verslag, een referaat, een presentatie of anderszins. Bij de cursus beschrijving vindt u nadere informatie.
open boek Groepsbijeenkomsten per regio Er worden groepsbijeenkomsten georganiseerd in een beperkt aantal Nederlandse studiecentra. Soms vindt ook in Vlaamse studiecentra een begeleidingsbijeenkomst plaats voor inleidende propedeusecursussen. Vlaamse studenten wordt aangeraden zich te informeren in hun studiecentrum.
Groepsbijeenkomsten landelijk De groepsbijeenkomsten vinden plaats in één centraal gelegen Nederlands studiecentrum.
Studiedag Er wordt één studiedag georganiseerd ergens in Nederland.
Studiematerialen mogen meegenomen worden naar het tentamen. Check altijd de tentameninformatie op de cursuswebsite op Studienet.
CBT De Open Universiteit introduceert in 2009-2010 computer gebaseerde toetsing (CBT). Dit houdt in dat de afname van regulier schriftelijke en SYS-tentamens niet meer op papier maar via een pc verloopt. De invoering van CBT kan van invloed zijn op de in het tentamenrooster weergege ven planning. Zodra er sprake is van een roosterwijziging voor de cursus of cursussen waarvoor u bent ingeschreven, zult u tijdig hierover worden geïnformeerd.
Tentamendata
Trainingsdag Dag waarop academische vaardigheden worden getraind in het kader van de lintmodule Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2. Zie cursusbeschrijving elders in deze studiegids.
data
Elektronisch
volgens afspraak
Zie voor nadere toelichting de cursusbeschrijving.
Het afleggen van sys-tentamens en het inleveren van opdrachten verloopt volgens afspraak; u kunt de tentamendata in principe zelf bepalen.
(v)
Voor regulier schriftelijke tentamens worden de data van tevoren vastgesteld; het is niet mogelijk hier van af te wijken.
Deelname is verplicht.
Individueel
19
In overleg wordt bepaald op welke manier begeleiding plaatsvindt, met name bij practica en scripties.
B ac h e l o r op l e idin g
Vrijstellingen voor de bacheloropleiding Iedereen van 18 jaar of ouder kan bij de Open Universiteit Nederland starten met een bacheloropleiding. Er is dus geen vooropleidingseis zoals bij andere universiteiten. Hebt u in het verleden een wo- of hbo-opleiding 1 afgerond, dan komt u altijd in aanmerking voor vrijstelling. De vrijstelling is ruimer naarmate er meer overeenkomst (verwantschap) bestaat tussen de door u afgeronde woof hbo-opleiding en de te volgen opleiding aan de Open Universiteit. Is er minder of geen verwantschap, dan is de vrijstelling beperkt. Hebt u de opleiding niet voltooid, dan wordt per afgerond vak bekeken of er sprake kan zijn van vrijstelling. Een vrijstellingsverzoek wordt altijd individueel bekeken.
Vrijstelling vrije ruimte De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen heeft een vrije ruimte van vijf modulen die u naar eigen keuze met cursussen van de Open Universiteit Nederland of met aanschuifonderwijs kunt invullen (zie pagina 13). Hiermee wordt het belang van de breedte van een universitaire opleiding onderstreept. Bij een reeds voltooide hboof wo-opleiding wordt aangenomen dat aan die breedte voldaan is. U komt dan, ook als die opleiding verder geen verwantschap heeft met Algemene cultuurwetenschappen, in aanmerking voor vrijstelling van de vrije ruimte.
Vrijstelling op basis van gelijkwaardige of verwante getuigschriften en vakken Is er tussen de eerder gevolgde opleiding en de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen (ACW) verwant schap, dan wordt op grond van de inhoud, het niveau en de omvang van de gevolgde vooropleiding in onderling verband bepaald welke cursussen u krijgt vrijgesteld. Als gelijkwaardig aan de bacheloropleiding ACW gelden gelijk namige bacheloropleidingen Algemene cultuurwetenschappen gevolgd aan een andere Nederlandse of Belgische universiteit (en in bepaalde gevallen een Nederlandse hbo-opleiding) met een aantoonbaar vergelijkbaar programma. Hebt u bijvoorbeeld een propedeuse algemene cultuurwetenschappen gehaald, dan krijgt u de propedeuse ACW van de OUNL vrijgesteld. Als verwant aan de opleiding ACW worden beschouwd wo-, mo- en hbo-opleidingen op het gebied van geschiedenis, filosofie, letterkunde en kunstgeschiedenis. Dit geldt ook voor opleidingen met een sterke verwantschap met ACW, zoals opleidingen ‘kunsten, cultuur en media’. Bij een verwante vooropleiding hangt de omvang van uw vrijstelling af van de inhoud en het bereikte niveau. Heeft u bijvoorbeeld een propedeuse filosofie behaald, dan zullen met name filosofische cursussen in de propedeuse worden vrijgesteld. Bij voornamelijk praktijk gerichte opleidingen als hbo-muziek (conservatorium) en hbo-beeldende kunst (kunstacademie) beperkt de vrijstelling zich tot enkele specifieke cursussen. Op het niveau van een specifiek elders gevolgd vak wordt gekeken naar het aantal studiepunten waarmee dat vak in de eerdere opleiding wordt gehonoreerd, het niveau waarop het is gegeven en het aantal studiepunten dat de corresponderende cursus in onze opleiding heeft.
Vrijstelling op grond van verworven competenties. De faculteit Cultuurwetenschappen kent de zogenaamde EVC-procedure. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Deze procedure maakt het mogelijk om bij het samenstellen van uw bachelorstudieprogramma rekening te houden met competenties, vaardigheden en/of kennis die u verworven heeft buiten het hoger onderwijs, zoals relevante werkervaring. Het resultaat kan zijn dat op grond van EVC vrijstelling verleend wordt voor bepaalde vakken. Hierdoor kan de faculteit u (mits u voor EVC in aanmerking komt) een studieprogramma aanbieden, dat beter aansluit bij hetgeen u reeds (formeel of informeel) geleerd hebt. Om voor vrijstellingen op basis van EVC in aanmerking te komen moeten de competenties erkend zijn door de Commissie voor de examens. Raadpleeg daarvoor www.ou.nl/evc of neem contact op via 045 - 576 28 88.
Vrijstellingsprofielen Voor een aantal veelvoorkomende vooropleidingen bestaan vrijstellingsprofielen. In het schema kunt u zien voor welke cursussen uit de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen u met de genoemde opleidingen vrijstelling kunt krijgen. Aangezien de vrijstellingsprofielen bijgesteld kunnen worden, betreft het een indicatief overzicht waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Alleen aan een beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen. Zie hiervoor bij ‘Aanvragen vrijstellingen’. 1 Waar in deze tekst gesproken wordt over hbo- of wo-opleiding,wordt bedoeld een Nederlandse hogere-beroeps- of wetenschappelijke opleiding die is opgenomen in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Vlaamse hogere en wetenschappelijke opleidingen worden op dezelfde voorwaarden behandeld. Voor het bepalen van het niveau van de opleidingen wordt gebruik gemaakt van de methodiek Waardering Buitenlandse Getuigschriften van NUFFIC.Aanvragen vrijstellingen
Standaardvrijstellingen Bachelor Algemene Cultuurwetenschappen Opleidingen enigzins verwant
niet verwant
HBO/prof. bachelor
MOA
Propedeuse
Kand/WO-bachelor
WO/master + MOB
Bibliotheekopleiding +
Journalistiek/communicatie
Beeld. Kunst
Muziek
Drama
4-jr. HBO
Geschiedenis
MoA
Geschiedenis
Filosofie
Overige talen
Nederlands
Kunstgeschiedenis
Cursussen
ACW-achtige opleiding
Propedeuse WO
Modulen
verwante opleidingen
Overige talen
Nederlands
Propedeuse 14 Orientatiecursus Cultuurwetenschappen 2 2 Inleiding in de Filosofie 2 2 2
Kunst
2
Ancien Régime
1
1
1
Veranderende Grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919
1
1
1
Veranderende Grenzen. Nationalisme in Europa 1919-1989
1
1
1
Geschiedenis van het privéleven
1
Inleidende cursussen CW uitbreidingspakket 1
1
Schrijfpracticum 1
1
CW vaardigheden 1
1
Postpropedeuse
individueel bepaald
Inleiding Letterkunde
2
2
2
2
2
2
1 1
1
1
2
1
1
1
1 1
1 1
28
Verplichte cursussen Wetenschapsleer
1
Schrijfpracticum 2
1
CW vaardigheden 2
1
Oudnederlandse schilderkunst
1
Modernisering: Nederland-Vlaanderen 1948-1973
1
Literatuurwetenschap
1
Denken over Cultuur
1
1
1
1
1
1
1
individueel bepaald
Gebonden keuze Kijken naar Amerika
1
Expressionisme
1
Stedenbouw
1
Argumentatieleer
1
Historiografie
1
Ethiek
1
1
Bewegend Beeld
1
1
1
De Gouden Eeuw in perspectief
1
1
Kabinetten, galerijen en musea
1
1
Culturele dialoog. Lezen en schrijven tussen twee culturen
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1 1
1
1
1
1
1
1
1
1
De literaire canon
1
Lieux de mémoire
1
Cultuurwetenschappelijk debat
1
Cultuurwetenschappelijke seminars
1
Zomerschool Roma Caput Mundi
1
Zomerschool Florence
2
1
1
Zomerschool Hermeneutiek
1
Zomerschool Letterkunde
1
OP bachelorscriptie
3
Vrije ruimte
5
Totale vrijstelling
2 9
2 9
2 9
2 9
2 9
2 9
5
2
5
5
B ac op7 l e6 idin 14 13 h 15 e8 l o6 r 8 7 5 g 2
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Bij de Open Universiteit Nederland beslist de Commissie voor de examens over vrijstellingsaan vragen voor de bacheloropleidingen. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van eerdergenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding ook daadwerkelijk indient. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens (met betrekking tot vrijstelling op basis van eerder behaalde getuigschriften/certificaten of EVC) kunt u rechten ontlenen. Een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraagformulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. De kosten bedragen € 149,-. Het formulier kunt u: • downloaden, www.ou.nl/vrijstelling • telefonisch aanvragen, 045 - 576 28 88 • afhalen bij een studiecentrum. Het aanvraagformulier bevat een toelichting en een overzicht van de vereiste bewijsstukken die u met uw aanvraag moet mee sturen. Bij het indienen van uw verzoek is het van belang dat u dit zo gedocumenteerd mogelijk doet. In elk geval sluit u een overzicht bij waarin u aangeeft voor welke cursussen van de Open Universiteit Nederland u denkt vrijstelling te krijgen en op basis van welke voorkennis. Let wel dat u aan dit door uzelf opgestelde schema geen rechten kunt ontlenen. Wanneer u vrijstelling aanvraagt, kunt u in afwachting van de beschikking van de Commissie voor de examens, al starten met een cursus uit bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen waarvoor geen vrijstelling zal worden verleend. Daarom is het raadzaam om in elk geval vooraf advies in te winnen (tel. 045 - 576 28 88). Omdat elke aanvraag voor vrijstelling voor de bacheloropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de Open Universiteit gehanteerde vrijstellingsbeleid. Bij vrijstellingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijke voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit Nederland, waarvoor u opteert. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de facultaire toetsingscommissie Cultuurwetenschappen. Sommige onderdelen, zoals de scriptie/afstudeeropdracht, zijn van vrijstelling uitgesloten.
22
Cursusbeschrijvingen bachelor De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens het opleidingsschema. Achteraan vindt u de cursussen die uitsluitend gekozen kunnen worden in de vrije ruimte. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt hier extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding. Bent u eenmaal ingeschreven voor een cursus, dan krijgt u automatisch toegang tot de cursuswebsite in de elektronische leeromgeving Studienet. Als u een opleiding volgt, raadpleeg dan voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke studiepad www.ou.nl/studiepad. In het studiepad staan de cursussen echter niet in de aangeraden volgorde van bestuderen. Bekijk daarvoor de normtrajecten op pagina 15 en 16. Voor invulling van de vrije ruimte van de bacheloropleiding mogen geen mastercursussen gekozen worden.
23
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
Inleiding in de filosofie
Cursuscode: C44122 Studielast: 2 modulen
In deze Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen maakt u kennis met de disciplines cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie, die aan de Open Universiteit Nederland tezamen de opleiding Algemene cultuurwetenschappen vormen. De opbouw is zodanig dat u zowel meer te weten komt over de afzonderlijke disciplines als over een historische periode waarin de Nederlanden een eigen identiteit en in het noorden een bijzondere staatsvorm kregen. De titels van de twee delen spreken voor zichzelf: Van Bourgondische Nederlanden tot Republiek en De gouden eeuw van de Republiek.
Voorkennis Voor bestudering van deze cursus is geen specifieke voorkennis nodig. U kunt de cursus als zelfstandige cursus bestuderen, maar hij is ook te beschouwen als een oriënterende inleiding op de overige cultuurwetenschappelijke cursussen.
Docenten en begeleiding In het eerste semester (vanaf 1 september) worden in alle studiecentra (behalve Vlissingen en Emmen) begeleidingsbijeenkomsten aangeboden. In het tweede semester (vanaf 1 februari) alleen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Nijmegen en Groningen. Examinator: dr. Pieter Stokvis. Begeleiders: drs. Janny Bloembergen-Lukkes (Utrecht), dr. Toon Bosch (Nijmegen), drs. Lieke van den Bulckvan der Linden (Breda en Eindhoven), drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), drs. Tom van Dorp (Rotterdam), prof. dr. Dirk de Geest (Leuven), dr. Frank Inklaar (Enschede, Zwolle), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen), drs. Annet van Melle (Groningen), dr. Jos Pouls (Heerlen/Parkstad Limburg en Eindhoven), drs. Wouter Steffelaar (Alkmaar, Amsterdam), dr. Pieter Stokvis (Den Haag). www.studieaanbod.ou.nl/C44122.htm
Cursuscode: C13122 Studielast: 2 modulen
Filosofie kan men omschrijven als het onderzoeken van de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan de vragen die in het dagelijkse leven, in de cultuur en in de wetenschappen worden gesteld. In de filosofie wordt gezocht naar een algemene grondslag voor ware kennis en voor juist en rechtvaardig handelen, naar de structuur van de werkelijkheid zelf, naar het wezen van de mens, het leven en de schoonheid. Dergelijke grote, om niet te zeggen allesomvattende vragen maken het onvermijdelijk dat de filosofie zich beweegt op een hoger niveau van abstractie, maar dit hoeft niet te impliceren dat de betekenis voor de praktijk minder wordt. Het betekent wél dat de filosofie geen specifiek eigen object heeft. Het gaat in de filosofie niet om feitelijke kennis van bijvoorbeeld bepaalde technische mogelijkheden of van de normen die gelden in een bepaald land. Zulke kennis is het doel en het onderwerp van de verschillende vakwetenschappen. Filosofen vragen naar de grondslagen, de relevantie en de grenzen van dergelijke kennis. Dit houdt in dat de filosofie raakvlakken heeft met alle mogelijke wetenschappen en cultuuruitingen. In de cursus Inleiding in de filosofie maakt u kennis met een tiental grote westerse filosofen en door hun werk leert u de kenmerkende denkwijzen en problemen kennen uit de voornaamste perioden van de Europese geschiedenis. U krijgt tevens een overzicht van de belangrijkste filosofische begrippen en methoden.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding Bij deze cursus worden in Nederland elk jaar in het tweede semester drie begeleidingsbijeenkomsten aangeboden, in elke regio één. De bijeenkomsten zijn gericht op tentamenvoorbereiding. Examinator: dr. Elisabeth Den Hartog-De Haas. Begeleiders: dr. Elisabeth den Hartog-De Haas, drs. Annet van Melle en Paul Cordy (Vlaanderen). www.studieaanbod.ou.nl/C13122.htm
Studeer volgens het normtraject
Inleiding letterkunde
Kunst
Cursuscode: C12122 Studielast: 2 modulen
(inleiding kunstgeschiedenis)
Cursuscode: C06122 Studielast: 2 modulen
Literatuur krijgt van de kunstuitingen van onze tijd ruimschoots de meeste aandacht in de massamedia: kranten en weekbladen, radio en televisie besteden wekelijks aandacht aan nieuw verschenen titels. Voor cultuurwetenschappers is de studie van literatuur van groot belang. In literaire teksten worden wereldbeelden, waardeoordelen, dromen, filosofische systemen, oeroude verhalen, visies en fantasieën vervat, die bij uitstek het onderwerp vormen van cultuurwetenschappen. De cursus Inleiding letterkunde verschaft kennis en inzicht in de werking van het verschijnsel literatuur. Fundamentele vragen komen aan de orde, waaronder: wat houdt het begrip ‘literatuur’ eigenlijk in, is er in alle tijden hetzelfde gedacht over dat begrip en bestaan er kenmerken die in alle literaire teksten aan de orde zijn? En: welke invloed ondergingen auteurs van andere auteurs en van de maatschappelijke omstandigheden en de tijd waarin ze hun tekst schreven? Hebben verschillende kunstuitingen (literatuur, beeldende kunst, muziek, film) elkaar beïnvloed? De cursus biedt naast de theorie ook de gelegenheid tot het lezen en beluisteren van de literatuur.
Schilderijen, beelden en architectuur hebben in de cultuur een belangrijke functie. Zij geven religie, opvattingen en ideeën letterlijk vorm. Kunst werd en wordt vervaardigd binnen een spanningsveld van abstracte ideeën, beschikbare middelen en artistieke mogelijkheden. De cursus Kunst benadert kunstwerken vanuit dat kader. Daarbij speelt het element van de vernieuwing een leidende rol. Juist kunstwerken die door hun innovatieve eigenschappen voorbeelden zijn geweest voor andere, worden in de cursus toegelicht. Honderd schilderijen, beelden, tekeningen, ontwerpen en gebouwen worden in het eerste deel - het zogenaamde objectendeel - uitvoerig toegelicht en dan vooral op grond van wat er direct aan te observeren is. Het tweede of essaydeel is gevuld met essays, beschouwingen over artistieke problemen, genres, theorie en andere fenomenen. Daarbij zijn de geselecteerde honderd werken van het eerste deel leidraad. Het systematisch of derde deel van de cursus heeft de wetenschap als object met onderwerpen als iconografie, periodisering en rubricering.
Voorkennis
Voorkennis
Niet vereist.
Computerkennis vereist.
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Eén of twee begeleidingsbijeenkomsten in het eerste semester. Na inschrijving ontvangt u over deze groepsbegeleiding een brief met informatie over datum, locatie, opzet van de bijeenkomst en begeleiders. Examinator: drs. Dick Disselkoen. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, drs. Dick Disselkoen, drs. Wouter Steffelaar, dr. Saskia Pieterse, drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), prof. dr. Dirk De Geest (Leuven), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen).
Bij deze cursus wordt in het tweede semester per regio één begeleidingsbijeenkomst georganiseerd. Na inschrijving ontvangt u over deze groepsbegeleiding een brief met informatie over datum, locatie en begeleiders. De nadruk ligt tijdens de bijeenkomst op tentamenvoorbereiding. Tevens wordt in het voorjaar een architectuuren kunstpracticum georganiseerd in Utrecht. Examinator en landelijk begeleider: dr. Patricia van Ulzen. Begeleider voor de Vlaamse studiecentra drs. Jean-Pierre Demoustiez.
www.studieaanbod.ou.nl/C12122.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C06122.htm 25
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Schrijfpracticum 1: zakelijk schrijven
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1
Cursuscode: C51111 Studielast: 1 module
Veel taalgebruikers hebben problemen met het schrijven van teksten. Er bestaan tal van boeken met adviezen over doelmatig en begrijpelijk schrijven maar het blijkt bijzonder moeilijk om deze adviezen in praktijk te brengen. Met behulp van twee boeken, de Schrijfwijzer en Zakelijke communicatie 1, krijgt u in deze cursus tal van handvatten aangereikt om heldere, efficiënte en aantrekkelijke teksten te schrijven, waardoor de boodschap die u wilt overbrengen duidelijk bij de geadresseerde aankomt. Onderwerpen die daarbij de revue passeren zijn het communicatieproces, argumenteren en overtuigen, structure ren, formuleren, spellen en natuurlijk het schrijfproces zelf. Talrijke opdrachten maken dat u de opgedane kennis direct in de praktijk kunt oefenen.
Voorkennis
Cursuscode: C48211 Studielast: 1 module
De cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 heeft als centrale doelstelling de student kennis te laten maken met de academische vaardigheden die noodzakelijk zijn om cultuurwetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Zo leert u wetenschappelijke teksten te analyseren op probleemstelling en onderzoeksvragen. Voorts maakt u kennis met wetenschappelijke bibliotheken, archieven en musea, de ‘schatkamers’, waar veel bronnen voor cultuurwetenschappelijk onderzoek te vinden zijn. Door gerichte opdrachten leert u er gebruik van te maken. Ook gaat u de mogelijkheden van internet voor cultuurwetenschappelijk onderzoek verkennen. Het cursusmateriaal bestaat uit een studiehandleiding, het Vademecum (een naslagwerk dat u uw hele verdere studie kunt gebruiken), het boek Informatievaardigheden en een dossiermap met opdrachten.
Niet nodig.
Ingangseisen Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar. www.studieaanbod.ou.nl/C51111.htm
De cursus kan pas worden gevolgd nadat u drie van de vier volgende inleidingen met succes hebt afgerond: Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, Inleiding in de filosofie, Kunst (of Visuele kunsten) en Inleiding letterkunde. U dient zich te realiseren dat u op (een) werkdag(en) onderzoek moet verrichten in een aangegeven bibliotheek, archief en museum. Computer met internetverbinding vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: verplichte groepsbijeenkomst per regio in het eerste semester; als de belangstelling groot is, worden er meer bijeenkomsten georganiseerd. Examinator: dr. Frank Inklaar. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, dr. Frank Inklaar en drs. Herman Simissen. Coördinatie:
[email protected]. www.studieaanbod.ou.nl/C48211.htm 26
Studeer volgens het normtraject
Ancien régime (Inleiding cultuurgeschiedenis 1)
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919) (inleiding cultuurgeschiedenis 2)
Cursuscode: C09221 Studielast: 1 module
Met de benaming ‘ancien régime’ wordt de periode uit de Europese geschiedenis aangeduid tussen de middel eeuwen en de Franse revolutie. Het is een tijd waarin de meerderheid van de Europese bevolking nog van de landbouw leeft en in kleine dorpen op het platteland woont. De maatschappelijke relaties worden beheerst door de verdeling van de samenleving in standen. Het bestuur is verbrokkeld en de politiek en de macht is in handen van een kleine groep bevoorrechten uit de samenleving. Desondanks vormt deze periode de bakermat van het moderne Europa: de Europese economie krijgt voor het eerst een mondiale reikwijdte; tijdens renaissance en verlichting worden belangrijke uitgangspunten van het moderne gedachtegoed geformuleerd en de eerste moderne gecentraliseerde staten ontstaan. De cursus Ancien régime biedt aan de hand van veertien uiteenlopende bijdragen een overzicht op hoofdlijnen van de geschiedenis van Europa in de periode 1450-1800 (ook wel aangeduid als de `nieuwe tijd’), en van de belangrijkste en meest karakteristieke aspecten van de vroeg-moderne samenleving.
Voorkennis Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: prof. dr. Leo Wessels.
Cursuscode: C06311 Studielast: 1 module
De Europese geschiedenis sinds de Franse revolutie is in belangrijke mate bepaald door het nationalisme, te omschrijven als de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. De in deze cursus gehanteerde scheidslijnen betreffen het Congres van Wenen (1815) en het Verdrag van Versailles (1919), twee momenten waarop de geopolitieke kaart van Europa opnieuw werd getekend. In die tussenliggende periode blijkt de toenemende invloed van het nationalisme, dat zich telkens weer, afhankelijk van de politieke, sociale, culturele en economische context, in uiteenlopende gedaanten manifesteert. Het nationalisme heeft de eigenschap om zich gemakkelijk te verbinden met zowel behoudsgezinde als op verandering beluste krachten. Nationalisme kan regeringen en regimes legitimeren én aanvallen. Het kan de vorm aannemen van een tolerant cultureel nationalisme of van economisch nationalisme, maar er zijn ook agressieve of geëxalteerde varianten. Nationalisme kan de interne cohesie versterken (bijvoorbeeld in oude natiestaten als Frankrijk en Groot-Brittannië), kan een verenigend effect hebben (bijvoorbeeld de vereniging van Duitsers en Italianen rond 1870 in de natiestaten Duitsland en Italië), maar kan ook desintegrerend werken zoals het geval was met de uitgestrekte rijken van de Habsburgse keizer, de Russische tsaar of de Turks-Ottomaanse sultan. De impact en achtergronden van het twintigste-eeuwse nationalisme komen in de vervolgcursus aan de orde.
Voorkennis www.studieaanbod.ou.nl/C09221.htm
Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: drs. Janny BloembergenLukkes. www.studieaanbod.ou.nl/C06311.htm
27
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1919-1989)
Geschiedenis van het privéleven. Bronnen en benaderingen
Cursuscode: C07321 Studielast: 1 module
Het nationalisme, dat in de negentiende eeuw al een belangrijke rol speelde in de geschiedenis van Europa, is ook in de twintigste eeuw een krachtig en onvoorspelbaar fenomeen gebleken. Het Verdrag van Versailles (1919) riep het ‘Europa van de naties’ in het leven. Als gevolg daarvan vierde in de periode tussen de twee wereldoorlogen het principe van zelfbeschikkingsrecht hoogtij. Als gevolg daarvan werd een flink aantal nieuwe natiestaten gecreëerd. Dit ‘Europa van de naties’ kende het nationalisme van de oude democratische natiestaten als Groot-Brittannië en Frankrijk, maar ook de extremere varianten hiervan, die zich het sterkst ontwikkelden in totalitaire landen als Duitsland en Italië. Na de Tweede Wereldoorlog nam de invloed van het nationalisme in Europa in eerste instantie sterk af. Het ruimde toen het veld voor het internationalisme, dat als middel voor een nieuwe, vreedzame wereldorde werd ingezet. Het einde van de Koude Oorlog, de desintegratie van de Sovjet-Unie en haar satellietstaten in Midden- en Oost-Europa, en verregaande vormen van supranationale samenwerking in West-Europa plaatsten de na 1945 ontstane wereldorde onder spanning en deden het nationalisme op allerlei niveaus herleven.
Cursuscode: C50111 Studielast: 1 module
De cursus Geschiedenis van het privéleven heeft een drietal doelstellingen. Allereerst maakt u kennis met een groot aantal bronnen en methoden waarmee de wetenschapper inzicht krijgt in de geschiedenis van het persoonlijk leven. Een breed scala van benaderingswijzen en bronnen komt aan bod, zoals egodocumenten, literaire teksten, schilderijen, foto’s, grafmonumenten, huisraad, kinderspeelgoed, enzovoort. In de tweede plaats krijgt u een overzicht van de gezinsgeschiedenis in West-Europa van de late middeleeuwen tot heden. Tenslotte passeert in de teksten van het cursusboek ook een aantal belangrijke debatten binnen de geschiedwetenschap de revue. Na bestudering van de cursus heeft u zicht gekregen op het methodische gebruik van diverse historische bronnen en de voor- en nadelen van verschillende benaderingswijzen. Dat betekent dat u ook een zekere vaardigheid heeft verworven om zelf bronnen op hun waarde te schatten.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: dr. Pieter Stokvis.
Voorkennis Engels op havoniveau. De cursus Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 (C06311) vormt een ideale voorbereiding op deze cursus.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: dr. Toon Bosch. www.studieaanbod.ou.nl/C07321.htm
28
www.studieaanbod.ou.nl/C50111.htm
Studeer volgens het normtraject
Disciplinaire verdieping 1
Nieuwe cursus
Cursuscode: C57111 Studielast: 1 module
Pluspakket kunst
Pluspakket filosofie
Het Pluspakket kunst biedt: • extra begeleiding in de vorm van toelichting, beantwoording van vragen en lezingen; • verdieping van de studiestof door het bezoek aan een aantal tentoonstellingen die aansluiten bij onderwerpen uit de cursus; • extra motivatie, door het directe en regelmatige contact met medestudenten en de cursusbegeleider; • extra vaardigheden, namelijk (1) het maken van een kunsthistorische thematische presentatie met het programma Powerpoint en (2) het werken met collectiedatabases van musea
De samenstelling van het pluspakket filosofie wordt in het najaar van 2009 bekend gemaakt. Het gehele progamma wordt aangeboden in het tweede semester (februarizomer 2010). De omvang bedraagt 60 studie-uren.
Er is een aantal verplichte bijeenkomsten die meestal bestaan uit twee dagdelen: in het ene dagdeel wordt een tentoonstelling bezocht, onder begeleiding van een expert, bijvoorbeeld de samensteller van de tentoonstelling. In het andere dagdeel geeft de cursusbegeleider of een auteur mondelinge toelichting bij (een deel van) de cursus. Het pluspakket wordt afgesloten met een bijeenkomst, die geheel gewijd is aan het bespreken van de thematische Powerpointpresentaties van de deelnemende studenten. Als u aan alle bijeenkomstem hebt deelgenomen en uw Powerpointpresentatie met een voldoende hebt afgesloten, krijgt u een deelnamebewijs van 60 studie-uren. Nadat u ook het pluspakket bij de cursus Inleiding in de filosofie hebt afgerond, hebt u aan de eisen van de cursus Disciplinaire verdieping voldaan. Zie voor gedetailleerde informatie de website op Studienet.
Docenten en begeleiding
Ingangseisen Om een pluspakket te kunnen volgen dient u ingeschreven te zijn voor bijbehorende inleidende cursus, te weten Kunst (C06122) of Inleiding in de filosofie (C13122). Ook studenten die deze cursussen al hebben afgerond, mogen inschrijven. Bij het toekennen van plaatsen gaan echter ingeschreven studenten voor.
Begeleiding: contactonderwijs. Begeleider en examinator Pluspakket kunst: dr. Patricia van Ulzen. Begeleider en examinator Pluspakket filosofie: dr. Elisabeth den Hartog. Examinator module: drs. Dick Disselkoen. www.studieaanbod.ou.nl/C57111.htm
29
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Wetenschapsleer
Schrijfpracticum 2: academisch schrijven
Cursuscode: C01221 Studielast: 1 module
In de cursus Wetenschapsleer wordt een integrale benadering van de wetenschappen gepresenteerd. Klassieke wetenschapsfilosofische vragen vormen het vertrekpunt: Wat is wetenschap? Waarop is de geldigheid van wetenschappelijke kennis gebaseerd? Hoe komt wetenschap tot stand? Moeten er grenzen gesteld worden aan de wetenschap? Bij de beantwoording wordt echter niet alleen een beroep gedaan op de filosofie maar ook op de wetenschapsgeschiedenis, de wetenschapssociologie en de wetenschapsantropologie. U bestudeert in de cursus de relatie tussen wetenschap en werkelijkheid, tussen theorie en empirie en de relatie tussen wetenschap, techniek en maatschappij. Belangrijke stromingen en denkers die daarbij worden besproken zijn onder andere(n): het logisch empirisme, de theorieën van Popper, Lakatos, Kuhn, het wetenschappelijk realisme, het sociaal constructivisme en Latours wetenschapsantropologie. De cursus stimuleert u om zelfstandig na te denken over het bedrijven van wetenschap en een oordeel te formuleren over de verhoudingen tussen de wetenschappen onderling en de relatie tussen wetenschap en samenleving.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van CW-vaardigheden 2. Examinator: drs. Herman Simissen. Begeleiders: drs. Herman Simissen en drs. Annet van Melle. www.studieaanbod.ou.nl/C01221.htm
30
Cursuscode: C51211 Studielast: 1 module
Schrijfpracticum 2 is een vervolg op de cursus Schrijf practicum 1. Doel van de cursus is het verhogen van de vaardigheid in het schrijven en beoordelen van teksten waarmee academici veelvuldig in aanraking komen. Voorbeelden van deze genres zijn onderzoeksverslag, (populair-)wetenschappelijk artikel en recensie. In de cursus schrijft u zelf twee teksten en beoordeelt u vier teksten die door andere studenten geschreven zijn. Aan de hand van het commentaar van twee medestudenten herschrijft u uw eigen teksten. Deze eigen teksten (in twee versies) en de beoordeling van het werk van anderen vormen samen het schrijfdossier dat u aan het eind van de rit inlevert.
Voorkennis De cursus is een vervolg op Schrijfpracticum 1. U wordt dringend aanbevolen eerst deze cursus af te ronden.
Docenten en begeleiding Begeleiding: er zijn vier tijdstippen per jaar waarop u kunt beginnen met de opdrachten. Informatie daarover ontvangt u na inschrijving voor de cursus. Begeleiding gaat deels elektronisch via de cursuswebsite van Studienet. Uiteraard is er ook standaardbegeleiding. Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar. www.studieaanbod.ou.nl/C51211.htm
Studeer volgens het normtraject
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2
©
Cursuscode: C49211 Studielast: 1 module
In de cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 traint u zich verder in cultuurwetenschappelijke academische vaardigheden. Met name het analyseren van cultuurwetenschappelijk bronmateriaal en het contextualiseren van cultuuruitingen staan centraal. U oefent dit in vier verplichte trainingsdagen, die inhoudelijk gekoppeld zijn aan andere cursussen uit het curriculum. Deze cursussen zijn verdeeld over de vier disciplines binnen cultuurwetenschappen. De teksten die op de trainingsdagen centraal staan wordt u geacht van tevoren thuis te bestuderen. Op de bijeenkomsten wordt u in een groep ingedeeld. U wordt geacht een inhoudelijke bijdrage te leveren aan de analyse van de aangeboden teksten. Tevens krijgt u een bepaalde taak toegewezen. Dit kan zijn het geven van een mondelinge samenvatting van een tekst, het aandragen van discussie punten over een tekst, het leiden van de discussie over een tekst, het notuleren van de gevoerde discussie, het achteraf mondeling presenteren van de discussie, enzovoort. Naast de vier trainingsdagen schrijft u in het kader van de Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 een kort werkstuk in de vorm van een beredeneerd onderzoeksvoorstel dat beoordeeld wordt. U schrijft dit werkstuk onder begeleiding van één van de docenten van de trainingsdagen. Welke docent dat is, mag u zelf bepalen. Zie voor meer informatie de cursuswebsite op Studienet.
Procedure Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 is georganiseerd als ‘lintmodule’. U schrijft in uw eigen tempo in voor de vier verplichte trainingsdagen, één voor elke cultuurwetenschappelijke discipline. U kunt deze dagen verspreiden over meerdere studiejaren. Voorwaarde voor deelname aan een dag is, dat u zich voor de betreffende inhoudelijk verwante cursus hebt ingeschreven, of deze reeds hebt afgerond of vrijgesteld gekregen.
De volgende trainingsdagen worden in het academisch jaar 2009-2010 aangeboden: 1. Cultuurgeschiedenis: Veranderende grenzen in Europa (1815-1919) of Kijken naar Amerika 2. Filosofie: Ethiek of Wetenschapsleer 3. Kunstgeschiedenis: Stedenbouw of Kabinetten, galerijen en musea 4. Letterkunde: Culturele dialoog of De literaire canon Aan het eind van de trainingsdag krijgt u van de begeleider een bewijs van deelname. Dit blijft vijf jaar geldig. U verkrijgt het certificaat voor Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 als u vier deelnamebewijzen van trainingsdagen kunt overleggen en nadat u het bij de cursus horende werkstuk met een voldoende hebt afgerond. Doet u langer dan vijf jaar over de cursus, dan dient u de niet meer geldende trainingsdagen opnieuw te volgen en/of het werkstuk opnieuw te schrijven.
Ingangseisen De gehele propedeuse is met succes afgerond.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaardbegeleiding en vier verplichte trainingsdagen te volgen over een periode van 5 jaar. De data van de trainingsdagen worden aangekondigd via Modulair en de cursuswebsite op Studienet. Examinator: dr. Frank Inklaar. Begeleiders: drs. Dick Disselkoen, drs. Janny BloembergenLukkes, dr. Frank Inklaar, drs. Annet van Melle, dr. Saskia Pieterse, dr. Mieke Rijnders, drs. Herman Simissen en drs. Irmin Visser. Coördinatie en aanmelden trainingsdagen:
[email protected] www.studieaanbod.ou.nl/C49211.htm
© Detail van een zaaloverzicht in het Van Abbemuseum in Eindhoven met Juan Muñoz, Conversation Piece, 1994.
31
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Literatuurwetenschap
Denken over cultuur
Cursuscode: C02211 Studielast: 1 module
U weet globaal gesproken wel wat literatuur is. Veel moeilijker te beantwoorden is de vraag: waarom? Waarom is er literatuur? Waarom is literatuur wat het is? Waarom is volgens deskundigen een bepaalde auteur (nog) wel literatuur en een andere niet (meer)? Waarom vinden wij niet allemaal, altijd, dezelfde teksten literatuur? Waarom vindt u de ene tekst de moeite waard en de andere niet? De cursus Literatuurwetenschap is reflectief van opzet en benadering. De cursus probeert de vele waarom-vragen die men over literatuur kan stellen, te beantwoorden. In de loop der jaren zijn er verschillende theorieën en benaderingswijzen ontwikkeld die het verschijnsel ‘literatuur’ nader zouden moeten kunnen verklaren. Benaderingen van literatuur worden in deze cursus thematisch aan de orde gesteld. Afhankelijk van de doelstelling van de onderzoeker zijn er verschillende invalshoeken mogelijk van het verschijnsel literatuur. De cursus beschouwt literatuur als een veelzijdig cultureel verschijnsel, en laat zien dat de literatuurwetenschap het best beoefend kan worden binnen het bredere kader van de cultuurweten schappen. Ook de relatie tussen literatuur en andere media is daarbij relevant.
Voorkennis Kennis van de cursussen Inleiding letterkunde, Culturele dialoog, Denken over cultuur en Wetenschapsleer is gewenst.
Cursuscode: C01321 Studielast: 1 module
De cursus Denken over cultuur wil uw ‘denken over cultuur’, een van de hoofdbezigheden van de cultuurwetenschapper, bevorderen en versterken. In de vorm van opdrachten vragen wij u om u intensief bezig te houden met vragen als: wat is een goede omschrijving van cultuur? Hoe bouw ik een referentiekader op om cultuurverschijnselen te analyseren en te begrijpen? Wat is de taak van de cultuurwetenschappen? Welke wetenschappelijke en wijs gerige analyses zijn actueel voor het bestuderen van cultuurvraagstukken? Welke samenhang bestaat er tussen het analyseren en interpreteren van cultuurvraagstukken en het beoordelen en bekritiseren van deze vraagstukken? In de opdrachten wordt u gevraagd een antwoord op deze vragen en ook andere vragen te formuleren waarbij u zich kunt baseren op de ideeën en theorieën van cultuurwetenschappers die u in de cursus worden aangereikt. De opdrachten vindt u op de elektronische leeromgeving Studienet. Om het werken op Studienet te ordenen en ook te verlevendigen hebben we de site de vorm gegeven van een congres.
Voorkennis Om de cursus te kunnen bestuderen, is bekendheid met filosofie niet per se nodig. Basiskennis, bijvoorbeeld opgedaan in de cursussen Inleiding in de filosofie en Wetenschapsleer, zal een effectieve bestudering van de cursus ten goede komen.
Docenten en begeleiding Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator: dr. Lizet Duyvendak. Begeleider: drs. Dick Disselkoen. www.studieaanbod.ou.nl/C02211.htm
Begeleiding: standaard en een landelijke groepsbijeenkomst. De begeleiding van Denken over cultuur start op specifieke data in het eerste en het tweede semester. Alleen dan zijn de opdrachten beschikbaar. Raadpleeg de cursuswebsite op Studienet. Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp. www.studieaanbod.ou.nl/C01321.htm
32
Studeer volgens het normtraject
Oudnederlandse schilderkunst
Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1948-1973
Cursuscode: C17311 Studielast: 1 module
Vanaf het begin van de negentiende eeuw hebben de intrigerende houten panelen van de ‘Vlaamse primitieven’ de kunsthistorici voor vragen gesteld. Wat is karakteristiek voor de scholen in de vijftiende eeuw? Is er wel sprake van een Noordelijke renaissance? Verhullen de realistische afbeeldingen symbolische boodschappen, zoals de iconologische benadering wil? En zijn de werken wel geschilderd door de meesters zelf? Centraal in deze cursus staat een representatieve keuze van belangrijke werken van Oudnederlandse meesters die u door middel van verschillende invalshoeken uitgebreid leert kennen. Aan het begin van de 19e eeuw steeg, parallel aan de ontwikkeling van de Europese natiestaten, de belangstelling voor de werken van de zogenaamde ‘Vlaamse primitieven’. Het was mede een reactie op de alom bewonderde kunst van de Italiaanse renaissance. Hoe kunnen echter de voor huidige beschouwers soms cryptische voorstellingen worden geïnterpreteerd? De cursus laat zien hoezeer de interpretatie van de werken van de Oudnederlandse meesters in de afgelopen 200 jaar afhankelijk is geweest van de culturele context en de technische mogelijkheden van hun tijd. Er is volop aandacht voor de methodes die beroemde kunstkenners als Max Friedländer, cultuurhistorici als Jacob Burckhard en Huizinga, en kunsthistorici als Erwin Panofsky hanteerden. Daarnaast worden ook recente kunsthistorische interpretatiemethodes behandeld. De vraag blijft echter in hoeverre technisch onderzoek met behulp van röntgenen infraroodstraling en archiefonderzoek naar opdrachtgevers ons zekere informatie kunnen verschaffen over de ware betekenis van de Oudnederlandse schilderkunst.
Cursuscode: C36321 Studielast: 1 module
De cursus kent twee varianten: een Nederlandse en een Vlaamse. Na inschrijving ontvangen Vlaamse studenten op verzoek hun eigen cursusmateriaal. In 1958 vond in Brussel de Wereldtentoonstelling plaats. Deze Expo’58 gaf uiting aan de sfeer van hoop en vooruitgang en bovenal aan het vertrouwen in een heil en welvaart brengende moderniteit. Centraal stond het atoom, fysiek vormgegeven in het Atomium. Een bijzondere ode aan de moderniteit was te horen in het Philips paviljoen. Daar weerklonk het Poème Electronique van Le Corbusier, op muziek van Edgar Varese, een elektronisch gestuurd licht- en geluidsspel. De cursus Modernisering: Nederland Vlaanderen 1948-1973 biedt u een inkijk in deze wereld van moderniteit. Tussen 1945 en 1973 hebben zowel Nederland als Vlaanderen een fundamentele transformatie doorgemaakt op economisch, sociaal en cultureel gebied. Deze weg naar de moderne verzorgingsstaat wordt wel aangeduid met de term ‘modernisering’. In deze cursus wordt vanuit twee invalshoeken naar de modernisering van Nederland en Vlaanderen gekeken. Enerzijds gaat het om de veranderingen zelf, zoals die zich in vele gedaanten hebben voorgedaan. Deze veranderingen worden beschreven in de handboeken die behoren tot de cursus. Anderzijds wordt nagegaan hoe deze handboeken zelf zijn opgebouwd. Welke theoretische en historiografische uitgangspunten hanteren zij, hoe komen zij aan hun informatie? Met andere woorden hoe is een cultuurwetenschappelijke studie tot stand gekomen? U gaat aan de hand van een zelf gekozen thema na welke keuzes er zijn gemaakt en hoe cultuurwetenschappelijke literatuur in het handboek is verwerkt. U leert zo kritisch te kijken naar cultuurwetenschappelijke producten.
Voorkennis Kennis van de cursussen Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen en Kunst met klem aanbevolen.
Ingangseisen
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: dr. Frauke Laarmann.
Begeleiding: standaard en landelijke groepsbijeenkomst. Examinator: dr. Frank Inklaar. Begeleiders: drs. Janny Bloembergen-Lukkes en dr. Frank Inklaar.
www.studieaanbod.ou.nl/C17311.htm
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 + 2 afgerond.
www.studieaanbod.ou.nl/C36321.htm
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en in Nederland
Expressionisme
Cursuscode: C19111 Studielast: 1 module
Waarom kijken naar Amerika? Amerika is overal om u heen! U eet cereals en hamburgers en drinkt Coca Cola, leest over Amerikaanse toestanden in onze grote steden en leest Peanuts met Charley Brown. We spreken over consultants, marketingmanagers of andere business en betalen in de supermarkt met creditcard. We doen aan fitness of basketbal, en gaan uit naar de disco. De Star Wars-rage, commerciële televisie met The Simpsons en Jerry Springer, westerns met Clint Eastwood, internet, Elvis en Little Richard en Mickey Mouse T-shirts: Amerika komen we de hele dag overal tegen. In de twintigste eeuw hebben de VS zich ontwikkeld tot de dominante wereldmacht, economisch, politiek en cultureel. Kijken naar Amerika heeft daarom een grote urgentie gekregen. Door het brede culturele panorama dat u in de cursus Kijken naar Amerika krijgt aangeboden, zult u beter begrijpen wat Amerika eigenlijk is en wat Amerikanen bezighoudt. Is Amerika wel zo eenvormig als het oppervlakkig gezien lijkt? Hoe blijft een natie met zo’n heterogene bevolkingssamenstelling bijeen? Welke grondslagen in het politieke en economische systeem zijn hiervoor te vinden? Hoe beïnvloeden cultuuruitingen als film, televisie, muziek en sport dit proces? Hoe wordt het leven in Amerikaanse grote steden verwerkt in etnische literatuur? Is er zoiets als een Amerikaanse architectuur of kunst, of zelfs een Amerikaanse cultuur? Ten slotte stelt de cursus de vermeende Amerikanisering van Nederland ter discussie. Is Nederland echt al een culturele kolonie van Amerika?
Voorkennis
Cursuscode: C10311 Studielast: 1 module
Over het algemeen wordt onder ‘expressionisme’ een specifiek Duitse bijdrage aan de beeldende kunst van de 20e eeuw verstaan. Deze cursus kent aan het begrip een ruimere betekenis toe, namelijk: de stroming die in het eerste kwart van de 20e eeuw een omwenteling teweegbracht in de kunst in Duitsland en de stijl waarvan zich in de loop van de 20e eeuw verschillende groepen kunstenaars hebben bediend. Concreet zijn dat de fauvisten in het eerste decennium van de 20e eeuw in Frankrijk, de Duitse expressionisten van 1908 tot 1924, de leden van Cobra direct na de Tweede Wereldoorlog in Denemarken, België en Nederland, en de abstract-expressionisten in WestEuropa en de Verenigde Staten. De tweedeling - stroming/ stijl - keert terug in de verdeling van het studiemateriaal. Het eerste deel behandelt het Duitse expressionisme. Het tweede deel beschrijft en analyseert de momenten in de beeldende kunst van de 20e eeuw waarop het ‘expressieve’ en het ‘primitieve’ elkaar raken. In het bijzonder wordt nagegaan wat de invloed was van het ‘primitieve’. Wat zochten de (expressionistische) kunstenaars in de uitingen die niet tot de traditionele kunst behoren, zoals ‘kunst’werken van ‘primitieve’ volken en van geesteszieken, kindertekeningen en vormen van westerse volkskunst?
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: dr. Mieke Rijnders.
Engels op havoniveau. www.studieaanbod.ou.nl/C10311.htm
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: dr. Frank Inklaar. www.studieaanbod.ou.nl/C19111.htm
Studeer volgens het normtraject
Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden.
Argumentatieleer
Cursuscode: C08321 Studielast: 1 module
De stad is de zichtbare staalkaart van onze cultuur. Hoe die expliciet gelezen moet worden, is het onderwerp van de cursus Stedenbouw. Daarbij gaat u eerst heel praktisch te werk. Zo leert u historische kaarten van steden in Nederland en België uit de zestiende en zeventiende eeuw te lezen en geografische kenmerken te duiden. Kadaster- en recente kaarten, luchtfoto’s en videobeelden voeren u naar de stad van nu. Deze praktijk wordt verdiept in teksten over de ontwikkeling van de stad in de Neder landen tot aan 1900, toen de binding met de historisch gegroeide invulling van het land definitief werd verlaten. Bovendien staat u het Practicum Stedenbouw op dvd ter beschikking, op grond waarvan weer andere, nu interactieve opgaven uitgewerkt kunnen worden tot en met het samenstellen van ‘tentoonstellingen’ over stedenbouwkundige onderwerpen aan toe. De cursus heeft de geschiedenis van de stad als fysieke structuur tot onderwerp, haar gebouwen en de stedenbouw zelf, alsook de relatie met de regio en andere steden en het verstedelijkingsproces op ‘nationaal’ niveau. Het spanningsveld tussen ideaal en werkelijkheid wordt nadrukkelijk verkend. Na deze cursus zal geen enkel bezoek aan een historische binnenstad meer hetzelfde zijn.
Cursuscode: C52211 Studielast: 1 module
Argumentatie is er altijd op gericht een redelijke beoordelaar te overtuigen van de aanvaardbaarheid van een standpunt. Argumenteren veronderstelt dus een verschil van mening: als iemand een standpunt inneemt waar iedereen het mee eens is, zijn argumenten die een standpunt rechtvaardigen overbodig. In deze cursus wordt eerst stilgestaan bij het wezen van argumentatie: het innemen van standpunten, de verschillende soorten van meningsverschillen die kunnen worden onderscheiden, vormen van argumenteren en discussiëren. Vervolgens worden de belangrijkste kenmerken van dit hele proces geanalyseerd aan de hand van belangrijke theorieën en begrippen: de presentatie van de argumentatie, de verzwegen argumenten en standpunten, de argumentatiestructuur die een betoog kan aannemen, de deugdelijkheid van vormen van argumentatie en tenslotte drogredenen. Schrijvers en sprekers moeten in allerlei situaties hun publiek kunnen overtuigen. In deze cursus leert u niet alleen mondelinge en schriftelijke betogen te analyseren en beoordelen, maar krijgt u ook concrete aanwijzingen, soms in de vorm van modellen, om overtuigende schriftelijke en mondelinge betogen te maken. Een hele reeks oefeningen en verwijzingen naar achtergrondliteratuur helpen daarbij.
Voorkennis Ervaring met computergebruik.
Voorkennis Schrijfpracticum 1 en 2 dringend aanbevolen.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser.
Docenten en begeleiding
www.studieaanbod.ou.nl/C08321.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C52211.htm
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen.
35
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Historiografie. Geschiedschrijving in de Nederlanden van renaissance tot heden
Ethiek
Cursuscode: C39211 Studielast: 1 module
Hoe zagen de mensen in het verleden hún verleden? Hoe beschouwden de bewoners van de Lage Landen hun eigen geschiedenis in de jaren rond 1500, de overgangsperiode van middeleeuwen naar renaissance? En hoe veranderde het aanwezige historisch besef later, gedurende de periode van humanisme, verlichting en romantiek? De cursus Historiografie behandelt de geschiedenis van de geschiedschrijving en de geschiedbeoefening, inclusief die van het veranderend historisch besef (de verhouding tussen heden en verleden), in Nederland en België vanaf de renaissance tot in onze tijd. Hij bestaat uit drie delen: een tekstboek, een bronnenboek en een werkboek. Aan de hand van essays, bronteksten en opdrachten wordt getoond hoe de omgang met het verleden vanaf de renaissance ook in de Nederlanden steeds weer nieuwe vormen heeft aangenomen. De kroniek, de erudiete verhandeling, het pamflet, het nationale epos, de historische monografie, het tijdschriftartikel, het essay, alle zijn het voorbeelden van genres die historici (mede) hebben ontwikkeld en beoefend. Door deze vormverandering kon de geschiedschrijving beantwoorden aan de noden van de tijd en vond zij meteen ook aansluiting bij de eigenheid van opeenvolgende cultuurstromingen als humanisme, verlichting, romantiek, modernisme en postmodernisme.
Voorkennis
Cursuscode: C23221 Studielast: 1 module
Ethiek maakt van oudsher een essentieel deel uit van de bezinning op de vooronderstellingen van het denken en handelen, die in de filosofie vorm krijgt. Het gaat om vragen als: welk handelen is goed en waarom? Hoe kan ik mijn handelen verantwoorden? Hoe zien de deugdzame mens en de rechtvaardige samenleving er uit? In de cursus komt onder meer naar voren dat filosofen teruggrijpen op de traditie als zij ethische problemen trachten te verhelderen. De antwoorden op ethische vragen door filosofen als Aristoteles en Kant zijn in de geschiedenis van de filosofie steeds opnieuw geïnterpreteerd en bekritiseerd. Dat verwerkingsproces kleurt onze huidige opvattingen over ethische vraagstukken. Door de theorieën van vijf invloedrijke filosofen te behandelen, biedt de cursus zicht op deze historische ontwikkeling. Opvattingen over juistheid en rechtvaardigheid, over het goede leven, verschillen per periode en per cultuur. De ethiek stelt zich niet tevreden met een afstandelijke beschrijving van zulke opvattingen, maar richt zich op de geldigheid en strekking van normen en waarden en vraagt zich af welke de meest rechtvaardige zijn. In de ethiek gaan theorie en praktijk hand in hand, want het rechtvaardige of goede is iets wat verwerkelijkt moet worden. Ethiek wordt daarom ook wel praktische filosofie genoemd. Ook het praktische aspect van ethiek komt in deze gereviseerde cursus daarom uitvoerig aan bod.
Niet vereist.
Voorkennis Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: prof. dr. Leo Wessels.
Deze cursus van het tweede niveau vereist geen specifieke voorkennis. Bekendheid met de cursus Inleiding in de filosofie vergemakkelijkt de bestudering van deze cursus.
www.studieaanbod.ou.nl/C39211.htm
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: drs. Annet van Melle. www.studieaanbod.ou.nl/C23221.htm
36
Studeer volgens het normtraject
Bewegend beeld
De Gouden Eeuw in perspectief
Cursuscode: C27231 Studielast: 1 module
De alomtegenwoordigheid en invloed van de audiovisuele media, in het bijzonder die waarbij bewegend beeld is betrokken, kan niemand zijn ontgaan. De aandacht voor die media is navenant. In de media zelf, maar ook de weten schap blijft niet achter. De vakgebieden film, televisie en/of nieuwe media zijn op veel plaatsen een belangrijk onderdeel van het hoger onderwijs geworden. Cultuurwetenschappen moet aandacht schenken aan een onderwerp met zo’n maatschappelijk belang. De cursus Bewegend Beeld wil u leren bewegende beelden te analyseren, door u een algemene kennis van het fenomeen bewegend beeld en zijn geschiedenis te verschaffen, en inzicht in het bewegend beeld als product van een historische context, en als historische bron. Dit klinkt erg abstract, maar de module wil u bovenal laten kijken naar beelden, en zeker niet alleen over beelden laten lezen. Het hart van de module wordt gevormd door vier taken waarin u concrete beelden analyseert beelden die u zelf uitkiest! U zet in hoge mate uw eigen traject uit, in aansluiting op uw belangstelling, beroep, actualiteit, en studieomgeving. Na afloop zult u met andere ogen kijken naar de vele bewegende beelden waarmee u overal geconfronteerd wordt.
Cursuscode: C05211 Studielast: 1 module
De schilderijenproductie in de gouden eeuw had een enorme omvang. Schattingen spreken van 8 tot 9 miljoen schilderijen. In de loop der eeuwen zijn er vele verdwenen, verloren gegaan of beschadigd, maar desondanks blijft er een vrijwel onafzienbare massa kunstwerken over. In de cursus De Gouden Eeuw in perspectief wordt de waarde ringsgeschiedenis behandeld van schilderijen uit de zeventiende eeuw, met als kernvragen: wat hebben mensen in het verleden (en heden) in binnen- en buitenland over de zeventiende-eeuwse schilderkunst gezegd en gedacht en wat hebben ze ermee gedaan? Aan de hand van de beschrijving van de waarderingsgeschiedenis van de zeventiende-eeuwse schilderkunst wordt een aantal belangrijke keerpunten in de westerse cultuurgeschiedenis gemarkeerd. Het handboek valt uiteen in drie delen. Het eerste deel heet Liefhebbers, omdat de beeldvorming van de Gouden Eeuw in de achttiende eeuw gedragen werd door mensen die zelf dicht bij de praktijk van de kunstbeoefening stonden. Het tweede deel, Ideologen, is gewijd aan visies waarin politieke, filosofische en andere overwegingen een doorslaggevende rol speelden in het oordeel over de kunst. In het laatste deel, Kunsthistorici, komt de opkomst van de kunstgeschiedenis als wetenschap aan de orde.
Voorkennis Bij voorkeur Schrijfpracticum 1 en 2 (of de cursussen Tekst en effect en Schrijven in studie en beroep) afgerond. Engels op havoniveau.
Voorkennis Kunsthistorische voorkennis op het niveau van de cursus Kunst wordt verondersteld. Kennis van Ancien régime (C09221) aanbevolen.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard via de cursuswebsite. Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser.
www.studieaanbod.ou.nl/C27231.htm www.studieaanbod.ou.nl/C05211.htm
37
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Kabinetten, galerijen en musea
Culturele dialoog: lezen en schrijven tussen twee culturen
Cursuscode: C41211 Studielast: 1 module
Kabinetten, galerijen en musea behandelt de uiterst gevarieerde geschiedenis van het verzamelen in Europa van circa 1500 tot heden. De gekozen voorbeelden behoren deels tot de nationale, deels tot de internationale geschiedenis. U maakt kennis met allerlei soorten collecties, niet alleen van kunstobjecten maar ook van voorwerpen uit de natuur en uit het domein van de natuurwetenschappen. De cursus beoogt geen compleet historisch overzicht te geven van de verschillende soorten collecties die in de loop van de geschiedenis zijn gevormd. Tot de thema’s die in de verschillende hoofdstukken terugkeren, behoren de motieven die vorsten, overheden en particulieren ertoe brachten verzamelingen aan te leggen en de functies die deze collecties, uitgegroeid tot kabinetten, galerijen en musea, werden geacht te vervullen. Omdat de functies goed afgelezen kunnen worden uit de wijzen waarop collecties worden geordend en tentoongesteld, loopt de presentatiegeschiedenis als een rode draad door de cursus. Nauw hiermee verbonden is het proces van geleidelijke openbaarmaking dat in de verzamel- en museumgeschiedenis getraceerd kan worden. In vijftien hoofdstukken worden aan de hand van represen tatieve voorbeelden de opvattingen over en de praktijk van het verzamelen en presenteren beschreven en onderzocht in samenhang met ontwikkelingen in het denken over zowel de kunst als de natuur. Zo wordt de geschiedenis van het verzamelen opgevat als een aspect van de wetenschapsgeschiedenis.
Cursuscode: C33211 Studielast: 1 module
In 2001 was het thema van de Nederlandse boekenweek ‘Schrijven tussen twee culturen’. Belangrijke Nederlandse literatuurprijzen worden de laatste jaren in de wacht gesleept door zogenaamde ‘nieuwe Nederlanders’. Een vergelijkbare doorbraak van niet-autochtone schrijvers zagen we in Groot-Brittannië bij de Bookerprijs al eerder. Zijn deze prijzen bedoeld als ‘aanmoedigingsprijs’? Wat voor soort literatuur schrijven de ‘schrijvers tussen twee culturen’? Ziet de Nederlandse literatuur er dankzij hen anders uit dan voorheen? De cursus bespreekt de literatuur uit de laatste tien jaar van auteurs die schrijven vanuit een culturele achtergrond uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten, zoals Turkije, Iran en Marokko. De redenen voor deze inperking zijn didactisch én inhoudelijk: het gaat om literatuur van schrijvers uit een ‘contrasterende’, niet-westerse cultuur (in tegenstelling tot de schrijvers die afkomstig zijn vanuit de voormalige koloniën). De centrale vraag van de cursus is wat voor literatuur de confrontatie tussen deze twee culturen oplevert. Daarbij gaat het niet alleen om de literaire thematiek; er is bewust gekozen voor een thema dat binnen de cultuurwetenschappen algemene, wetenschappelijke en ook actuele importantie heeft, namelijk het thema van de culturele dialoog. De cursus is opgezet aan de hand van een aantal studie taken met steeds één specifiek thema.
Voorkennis Noodzakelijk niveau: Inleiding letterkunde (C12122).
Voorkennis Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: drs. Dick Disselkoen.
Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: dr. Mieke Rijnders. www.studieaanbod.ou.nl/C41211.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C33211.htm
Studeer volgens het normtraject
De literaire canon
Lieux de mémoire
Cursuscode: C03211 Studielast: 1 module
Wie het onderwerp ‘de literaire canon’ aansnijdt, komt al snel te praten over een virtuele ‘lijst van meesterwerken’. Het is een leuk gezelschapsspel na te gaan of er een verzameling klassieke teksten bestaat, die ieder beschaafd mens gelezen zou moet hebben. Wetenschappers richten zich tegenwoordig vooral op de vraag naar het proces van canonisering: welke instituties spelen bijvoorbeeld een sturende rol? En omgekeerd, wie worden er buitengesloten en hoe gaat die uitsluiting in zijn werk? Centraal staat het debat. We kijken naar de debatten die in Nederland al gedurende twee eeuwen rondom het verschijnsel ‘de literaire canon’ gevoerd worden. Die discussies zijn vaak bijzonder verhit. Geen wonder: er staat veel meer op het spel dan alleen het behoud van literaire meesterwerken. De canon wordt steeds weer gebruikt om te reflecteren op de vraag wie ‘wij’ zijn, wat onze gemeenschappelijke kenmerken zijn - of waarom het juist zo ontbreekt aan gemeenschappelijke kenmerken. Bovendien raakt de canon onmiddellijk aan de moeilijke vraag, waar wij als samenleving of cultuur in de toekomst naartoe willen. Wat gaan wij overdragen op de kinderen en hoe gaan we dat doen? Welke literaire werken moeten ze lezen en welke niet? Onderwijs, opvoeding en overdracht van kennis blijken een terugkerend punt van zorg. We trachten deze kluwen van sentimenten en argumenten enigszins te ontwarren. Welke stelling wordt door wie en wanneer betrokken? Waarom wordt de canon soms als een beknellend keurslijf gezien, en soms juist als een zeer bruikbaar instrument van culturele zelfdefiniëring?
Voorkennis Kennis van de cursussen Inleiding letterkunde en Culturele dialoog is gewenst.
Cursuscode: C48321 Studielast: 1 module
Er zijn, zowel in Nederland als daarbuiten, heel wat voorbeelden van plaatsen die tot een historisch begrip zijn geworden: Waterloo, Ieper, Guernica, Auschwitz, de Mokerhei, Nova Zembla, Loevestein, Westerbork. Deze plaatsen roepen onwillekeurig en onmiddellijk de herinnering op aan ingrijpende historische gebeurtenissen, en vormen daarmee voorbeelden bij uitstek van wat de Franse historicus Pierre Nora ‘lieux de mémoire’ heeft genoemd, letterlijk: plaatsen van herinnering. Aan de hand van dergelijke lieux de mémoire kan de (cultuur) geschiedenis van een land in kaart worden gebracht. De idee van lieux de mémoire is niet alleen relevant voor de (cultuur)geschiedenis, maar ook voor de andere constituerende disciplines binnen de cultuurwetenschappen. Zo roept ‘de Kapellekensbaan’ onmiddellijk een boek van de Vlaamse schrijver Louis-Paul Boon in herinnering, Oegstgeest het werk van Jan Wolkers, ‘Gezicht op Delft’ de schilder Johannes Vermeer, wordt bij ‘Nuenen’ als snel aan Vincent van Gogh gedacht, bij ‘Rijnsburg’ aan de filosoof Baruch de Spinoza, en bij ‘Rotterdam’ kan ook worden gedacht aan de Franse filosoof Pierre Bayle, die er zich in 1681 vestigde om zijn kritische beschouwingen in vrijheid te kunnen blijven schrijven, hetgeen hij in zijn geboorteland niet had gekund. De idee van lieux de mémoire biedt dus een inhoudelijke ingang tot de cultuurwetenschappen. Tegelijk roept het ook vragen op. Die vragen kunnen betrekking hebben op de status en inhoud van het begrip lieux de mémoire zelf, maar ook op bijvoorbeeld het proces van canonvorming in de cultuurwetenschappen en de vier constituerende disciplines. In de cursus komen deze verschillende aspecten aan de orde.
Docenten en begeleiding Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een verplichte landelijke groepsbijeenkomst. Op die bijeenkomst dienen de studenten een poster te presenteren met daarop een stelling in het canondebat. Examinator: dr. Saskia Pieterse. Begeleiding: dr. Saskia Pieterse en dr. Lizet Duyvendak.
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen. www.studieaanbod.ou.nl/C48321.htm 39
www.studieaanbod.ou.nl/C03211.htm
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Het cultuurwetenschappelijk debat
Cursuscode: C53211 Studielast: 1 module
De cursus is een zogenaamde ‘lintmodule’. Na inschrijving verzamelt u studie-uren door het bijwonen van activiteiten die in het kader van de cursus worden georganiseerd. Elke keer dat u aanwezig bent geweest, ontvangt u (op vertoon van een geldig persoonsbewijs) een deelnamebewijs dat staat voor een aantal studie-uren. Als u 120 studie-uren bijeen hebt en de eindopdracht met een voldoende hebt afgerond, verkrijgt u op basis van de overlegde deelnamebewijzen en de goedgekeurde opdracht het cursuscertificaat. Deelnamebewijzen van activiteiten in het kader van de module Cultuurwetenschappelijk debat blijven vijf jaar geldig. Overschrijdt u de reguliere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door middel van een gratis tentamenkans.
6. Eindopdracht (verplicht): het schrijven van een essay van circa tweeduizend woorden waarin u een eigen visie geeft op het door uw gevolgde traject. Dit essay wordt beoordeeld en moet voldoende zijn (24 studieuren). Het aanbod van activiteiten wordt voortdurend vernieuwd. Kijk voor het meest actuele aanbod op de cursuswebsite op Studienet.
Voorkennis Er is geen specifieke voorkennis vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Examinator: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden. Begeleiders: verschillen per activiteit. www.studieaanbod.ou.nl/C53211.htm
In het kader van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat neemt u deel aan activiteiten die de faculteit organiseert over actuele thema’s of kwesties op het terrein van de cultuurwetenschappen. Als u aan voldoende activiteiten hebt deelgenomen, wordt u geacht een essay te schrijven waarin u een eigen visie geeft op het door u gevolgde traject. De volgende activiteiten maken deel uit van de cursus (tussen haakjes het aantal studie-uren dat u ervoor krijgt): 1. De landelijke CW-dag bij de opening van academisch jaar (8 studie-uren); 2. De CW-regiodagen (regio’s: Zuid-Nederland en Vlaanderen, Noordoost-Nederland, West-Nederland (Randstad) in het voorjaar (8 studie-uren); 3. Studium-generalelezingen in uw studiecentrum (4 studie-uren), in het geval van een dagprogramma: 8 studie-uren; 4. Dagexcursies onder leiding van een staflid van de faculteit (8 studie-uren); 5. Het bijwonen van een studiedag van de cursussen Historiografie, Veranderende grenzen in Europa 19191989, Expressionisme, De Gouden Eeuw in perspectief en Oudnederlandse schilderkunst (8 studie-uren). Om deze studiedagen te kunnen bijwonen dient u ingeschreven te zijn voor de desbetreffende cursus, of deze al hebben afgerond.
Studeer volgens het normtraject
Cultuurwetenschappelijke seminars
Zomerschool letterkunde (poëzie)
Cursuscode: C54211 Studielast: 1 module
De cursus is georganiseerd als ‘lintmodule’. Studenten kiezen uit het aanbod een aantal seminars totdat zij 120 studie-uren hebben gevuld. Elk seminar wordt afgesloten met een beoordeelde opdracht. Wanneer deze is goedgekeurd ontvangt u een deelcertificaat. Deelcertificaten van de module Cultuurwetenschappelijke seminars blijven vijf jaar geldig. Overschrijdt u de reguliere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door middel van een gratis tentamenkans. Tijdens een seminar wordt een bepaald cultuurweten schappelijk onderwerp onder leiding van een docent diepgaand bestudeerd. De vorm waarin dat gebeurt, loopt per seminar sterk uiteen. U kunt denken aan leesgroepen, excursies, lezingencycli, bezoek aan congressen, ‘hei-weekenden’, enzovoort. Na inschrijving voor de cursus schrijft u apart in voor de aangeboden seminars. Het actuele aanbod staat vermeld op de cursuswebsite op Studienet. Er bestaan seminars van 30 en 60 studie-uren. Voor elk seminar geldt dat er een minimum en een maximum aan het aantal deelnemers is. Wanneer u 120 studie-uren hebt verzameld, ontvangt u bij overlegging van de deelcertificaten uw cursuscertificaat.
Ingangseisen Studenten dienen de propedeuse te hebben afgerond. Overige ingangseisen worden per seminar bepaald.
Cursuscode: C59311 Studielast: 1 module
Inschrijving geschiedt in het najaar van 2009 via een oproep in Modulair en op Studienet. Op 24-25 april 2010 vindt in Landgraaf de (negende) Dag van de Poëzie plaats, georganiseerd door Stichting Poëziefestival Landgraaf. Een groot aantal vooraanstaande Nederlandstalige dichters lezen op het festival uit hun werk voor. Bij voorgaande festivals traden o.a. op: Gerrit Kouwenaar, Hagar Peeters, Tonnus Oosterhoff, Marjoleine de Vos, Bernlef en Hans Verhagen. De faculteit Cultuurwetenschappen grijpt dit gerenommeerde festival aan om een Zomerschool Poëzie te organiseren op de OU-campus in Heerlen. Het aantal studiedagen is geschat op zes (inclusief festivalweekend): van woensdag 21 tot en met maandag 26 april 2010. Bij de Zomerschool hoort een reader die u vooraf gelezen en bestudeerd moet hebben. Tijdens de zomerschool bestudeert u werk van enkele op het festival optredende dichters: u leert complete dichtbundels te analyseren en interpreteren. Deze bundels worden in de literaire, historische en/of filosofische context geplaatst. Aan de orde komen aspecten als bundelcompositie, poëtische technieken en de literaire context/poëtica. Begin 2010 is er een verplichte voorbereidende bijeenkomst. Tijdens de zomerschool geeft u een mondelinge presentatie over een aan u toegewezen dichter en zijn/ haar werk. De onderzoeksresultaten legt u na de zomerschool schriftelijk vast in een eindwerkstuk.
Ingangseisen Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Elk seminar heeft zijn eigen docent(en).
Propedeuse afgerond. De inhoud van de cursus Inleiding letterkunde wordt bekend verondersteld.
Docenten en begeleiding www.studieaanbod.ou.nl/C54211.htm
Begeleiding: contactonderwijs. Begeleiders: dr. Lizet Duyvendak en drs. Dick Disselkoen. Examinator: dr. Lizet Duyvendak. www.studieaanbod.ou.nl/C59311.htm
41
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Zomerschool filosofie (hermeneutiek)
Zomerschool Florence
Cursuscode: C60311 Studielast: 1 module
Cursuscode: C13382 Studielast: 2 modulen
Inschrijving voor deze cursus geschiedt via een oproep in Modulair en op Studienet.
De inschrijving voor de Zomerschool Florence is bij het ter perse gaan van deze studiegids al gesloten.
Kernthema van de Zomerschool hermeneutiek (interpretatieleer) is de reflectie op theoretische vooronderstellingen en uitgangspunten van de cultuurwetenschappen. Interpretatie kan immers worden beschouwd als bij uitstek een centrale categorie binnen deze wetenschappen. Zowel de wetenschappelijke identiteit van cultuurweten schappen als geheel als van de verschillende disciplines daarbinnen worden gethematiseerd. Tijdens de zomerschool wordt ingegaan op actuele vraagstellingen die relevant zijn voor de vier constituerende disciplines van cultuurwetenschappen, waarbij gepoogd wordt een bij drage te leveren aan de profilering van het vakgebied en in het bijzonder de theoretische reflectie hierover. Doel van de zomerschool is dat men kennis neemt van belangrijke theoretische opvattingen in (de geschiedenis van) de cultuurwetenschappen, in het licht van de huidige, in binnen- en buitenland gevoerde discussies op dit terrein. Er wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan de actieve verwerking van deze kennis. De zomerschool zal plaatsvinden in het studiecentrum Groningen van 2 t/m 6 november 2009. Het precieze programma zal rond 1 september worden bekendgemaakt. Lezingen en werkgroepen maken in elk geval deel uit van het programma. Van de deelnemers wordt verwacht dat zij ook zelf referaten houden.
Florence is een van de belangrijkste centra van kunst en cultuur uit de Italiaanse renaissance. Een studiebezoek aan deze stad vormt een waardevolle aanvulling op ander cursusmateriaal van de faculteit Cultuurwetenschappen. Naast aandacht voor de kunst van Florence gaat minstens zoveel aandacht uit naar de ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke vaardigheden, het zelfstandig plegen van literatuuronderzoek en het ontwikkelen van een eigen vraagstelling. Een referaat, te houden in Florence zelf, en een werkstuk, te vervaardigen na het verblijf in Florence, zijn verplichte onderdelen van deze zomerschool.
Ingangseisen U kunt inschrijven als u ten minste de propedeuse hebt afgerond dan wel vrijgesteld gekregen. Studenten die de cursus Theorieën van de cultuurwetenschappen (C16311) succesvol hebben afgerond, zijn uitgesloten van deelname.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Begeleiders: drs. Annet van Melle en drs. Herman Simissen. Examinator: drs. Herman Simissen. www.studieaanbod.ou.nl/C60311.htm
Ingangseisen Propedeuse van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen en Schrijfpracticum 2 (of Schrijven in studie en beroep) afgerond.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser. www.studieaanbod.ou.nl/C13382.htm
Studeer volgens het normtraject
Zomerschool Roma Caput Mundi
Cursuscode: C56311 Studielast: 1 module
U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in het najaar van 2009. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden. ‘Rome, hoofdstad en sieraad van de wereld’ (Roma, caput mundi, mundi decus) dichtte Alcuinus van York na de kroning in Rome van Karel de Grote tot keizer (Kerstmis 800). Zelfs al was de stad tot ruïnes vervallen, Rome sprak nog altijd tot de verbeelding. Meer dan twintig eeuwen daarvoor waren kleine hutdorpen ontstaan op heuveltoppen bij een doorwaadbare plaats in de Tiber. Samen zouden zij uitgroeien tot Rome, hoofdstad van een wereldrijk. Ook na de val van het West-Romeinse Rijk en het vertrek van de keizers bleef Rome een belangrijke rol spelen, omdat de stad inmiddels het centrum van de Christenheid was geworden. Caput Mundi, ‘hoofdstad van de wereld’, kreeg zodoende een gelaagde betekenis: centrum van geestelijke én van wereldlijke heerschappij. De gelaagdheid van Rome staat centraal in deze zomerschool. Continuïteit en transformatie zijn daarbij de sleutelwoorden. Het verleden was en is in Rome tastbaar, zelfs onontkoombaar, meer dan in welke andere stad ter wereld ook. Weinig steden zijn immers gedurende zo’n lange tijd van hun bestaan als universele hoofdstad beschouwd. Het verleden is in Rome steeds weer ingezet en hergebruikt, waarbij oude vormen een nieuwe betekenis kregen.
Ingangseisen De propedeuse dient te zijn afgerond.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Begeleiding en examinator: dr. Nathalie de Haan (Radboud Universiteit Nijmegen). Coördinatie: drs. Paul van den Boorn. www.studieaanbod.ou.nl/C56311.htm 43
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject
Onderzoekspracticum: bachelorscriptie
Cursuscode: C42323 Studielast: 3 modulen
Met het Onderzoekspracticum bachelorscriptie sluit u uw bacheloropleiding af. In het kader van dit practicum doet u een wetenschappelijk (literatuur)onderzoek naar een bepaald onderwerp, dat in sommige gevallen aangevuld wordt met een leeronderzoek op basis van een set voorgeselecteerde data. In de loop van het practicum rapporteert u over de opzet van uw onderzoek en aan het eind presenteert u mondeling en schriftelijk de resultaten. Deze presentaties dienen te voldoen aan de criteria en normen die in de Practicumwijzer Onderzoekspracticum bachelorscriptie zijn vastgelegd. U bent niet vrij in het kiezen van een scriptieonderwerp. De onderwerpen die u onderzoekt sluiten inhoudelijk aan bij cursussen uit het programma van de bacheloropleiding. Elke van de vier constituerende disciplines van cultuurwetenschappen (cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie) heeft daartoe een cursus aangewezen. Deze cursussen zijn in het opleidingsschema (zie pagina 17-18) gemarkeerd. In het academisch jaar 2009-2010 zijn de onderwerpen: • Natie, staat en identiteit in het koninkrijk der Nederlanden 1815-1830 (cultuurgeschiedenis); • Literatuurgeschiedenis (letterkunde); • Het leven en werk van Jheronimus Bosch (kunstgeschiedenis); • Filosofie (nader te bepalen). Uitgebreide informatie over de onderwerpen kunt u vinden op de cursuswebsite op Studienet.
Ingangseisen Studenten die willen beginnen met het Onderzoekspracticum bachelorscriptie dienen alle andere cursussen van de bacheloropleiding te hebben behaald (dan wel door vrijstellingen te hebben verkregen), met uitzondering van de vrije ruimte.
44
Docenten en begeleiding Begeleiding: het onderzoekspracticum bachelorscriptie start tweemaal per jaar, op 1 september en 1 februari. Er zijn gedurende de practicumperiode vier verplichte bijeenkomsten. Tussendoor is er geregeld contact met de inhoudelijke begeleiders per telefoon en per mail. Inhoudelijke begeleiders: dr. Toon Bosch (cultuurgeschiedenis), dr. Frauke Laarmann (kunstgeschiedenis), drs. Wouter Steffelaar (letterkunde), vacature (filosofie). Presentatie- en taalbegeleiders: drs. Lieke van den Bulckvan der Linden, drs. Wouter Valentgoed. Examinators: prof. dr. Leo Wessels (cultuurgeschiedenis), dr. Jos Pouls (kunstgeschiedenis), dr. Lizet Duyvendak (letterkunde) en drs. Herman Simissen (filosofie). Coördinatie: dr. Toon Bosch en drs. Paul van den Boorn. www.studieaanbod.ou.nl/C42323.htm
Cursusbeschrijvingen vrije ruimte Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven
Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis
Cursuscode: C32222 Studielast: 2 modulen
Cultuurfilosofie - reflectie op de eigen cultuur - is een kenmerk van de westerse beschaving. Actuele problemen als milieu, nucleaire energie, verdeling van de welvaart en multiculturele samenlevingen, leiden tot twijfel over onze westerse waarden en normen. Welke constructieve bijdrage kan de cultuurfilosofie leveren vanuit de verschillende levensbeschouwelijke perspectieven? In deze cursus krijgt u een inleiding tot het humanistisch, katholiek, reformatorisch, joods en islamitisch denken. Vanuit deze drie perspectieven wordt gereflecteerd op een specifieke menselijke activiteit, waardoor u tenslotte zicht krijgt op waarden en normen die houdbaar kunnen zijn. De cursus is uit de volgende vier onderdelen opgebouwd: • Een analyse van enkele elementen van de westerse cultuur, waarvan velen vinden dat hij zich in een crisis bevindt. • Historische en systematische inleidingen tot het humanistisch, katholiek, reformatorisch, islamitisch en joodse denken. • Vanuit de diverse levensbeschouwelijke perspectieven een aantal constructieve analyses van thema’s die gerelateerd zijn aan het huidige crisisbewustzijn. • Als casus de behandeling van het thema levensbeschou wing en onderwijs vanuit de diverse levensbeschouwelijke perspectieven.
Cursuscode: C17122 Studielast: 2 modulen
Muziek is niet weg te denken uit de moderne cultuur. Soms is het geluidsbehang, maar meestal weet muziek ons te raken of in ieder geval onze aandacht te trekken. De cursus is geen droge opsomming van de klassieke muziekgeschiedenis en de muziektheorie, maar speelt juist in op het wezen van muziek. De cursus beschrijft diverse thema’s en genres en laat ze ook horen om zo de muziek te kunnen doorgronden en te begrijpen. Het object staat daarbij centraal en tevens de context waarin het figureert. Niet alleen de klassieke muziek komt aan bod, maar ook genres die in onze cultuur alom vertegenwoordigd zijn, zoals popmuziek, jazz en etnische muziek. Integraal onderdeel van de cursus is een set van vijf cd’s met muziekfragmenten. Deze zijn zo gekozen dat essentiële elementen van de ontwikkeling van thema’s en genres erin kunnen worden aangetoond. Want alleen de wisselwerking tussen luistervaardigheid en kennis van de muziekgeschiedenis maakt een goed begrip van muziek mogelijk. Thema’s die aan bod komen zijn onder meer meerstemmigheid, muzieknotatie, de twintigste-eeuwse muziekstromen en relaties tussen de verschillende genres. De cursus is dan ook allereerst een vaardigheidscursus gericht op het luisteren.
Voorkennis Kennis van muziektheorie en notenschrift is wenselijk.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Annet van Melle.
Tentamenvorm en data Schriftelijk (mc); 18-11, 22-6, 24-8
Tentamenvorm en data Sys + opdracht; volgens afspraak
www.studieaanbod.ou.nl/C17122.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C32222.htm 45
B ac h e l o r op l e idin g
Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd
Van Babylon tot Brugge
Cursuscode: C14311 Studielast: 1 module
‘Opera barst van de onwaarschijnlijkheden. Van alle muzikale vormen is opera de meest prestigieuze, de meest absurde, de meest irrationele. Opera is een mysterie.’ Er zijn steeds meer mensen die belangstelling hebben voor opera, al lopen hun meningen over dit genre vaak sterk uiteen. Opmerkelijk is dat het wetenschappelijk onderzoek in Nederland nogal achterloopt bij de groeiende publieke belangstelling voor opera. De cursus Opera maakt op dit punt veel goed. Een opera is een totaalkunstwerk, dat het resultaat is van het bijeenbrengen van muziek, literatuur, toneel, beelden de decoratie en dans. Per periode, per taalgebied en per stad is dit kunstwerk op de meest uiteenlopende wijze vormgegeven. Die levendige geschiedenis wordt in de cursus toegankelijk gemaakt via een caleidoscopische aanpak, waarbij twaalf opera’s in hun verschillende aspecten ‘als spiegels van hun tijd’ worden geanalyseerd: de opdracht, het publiek, de herkomst van het libretto, de theaterpraktijk, het muzikale idioom enzovoorts. Tevens wordt apart aandacht besteed aan operaregie en verschillende vormen van operabeleving.
Voorkennis Niet vereist.
Cursuscode: C14222 Studielast: 2 modulen
Steden hebben een cruciale rol gespeeld in het civilisatieproces. Via de cursus Van Babylon tot Brugge krijgt u een uitstekend overzicht van de sociale, politieke, economische en cultureel-ideologische aspecten van de stedelijke samenleving vanaf het oude Mesopotamië tot de late middeleeuwen. Bovendien leert u de continuïteit en de discontinuïteit in de ontwikkeling van de stedelijke samenleving aan te geven. U leert in de cursus de stedelijke samenleving te relateren aan ruimere samenlevingsverbanden. Vanuit de opgedane kennis over de ontwikkeling van de stedelijke samenleving bent u ook in staat meer algemene historische en historiografische problemen te analyseren, bijvoorbeeld het vraagstuk van de periodisering. De leerstof is verdeeld over vier cursusdelen: Algemene inleiding en Mesopotamië; Athene en Sparta; Rome, Efeze en Trier; Florence en Brugge. Bij de behandeling van de verschillende steden keren telkens dezelfde thema’s terug: naast ontstaan en groei, met in het bijzonder aandacht voor de relatie tussen stad en achterland, worden de sociale en de politieke structuur, het economisch leven en bepaalde aspecten van de stedelijke cultuur behandeld. Deze aanpak maakt het mogelijk de verschillende thema’s van stad tot stad en van cursusdeel tot cursusdeel te volgen, en op deze wijze de steden, op vruchtbare wijze met elkaar te vergelijken.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
Voorkennis
Tentamenvorm en data
Docenten en begeleiding
Schriftelijk (mc + open vragen); 16-11, 25-1, 12-4
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: dr. Pieter Stokvis.
Niet vereist.
www.studieaanbod.ou.nl/C14311.htm
Tentamenvorm en data Sys; volgens afspraak www.studieaanbod.ou.nl/C14222.htm 46
Cursusbeschrijvingen aanvullingstraject geschiedenis Oudheid
Middeleeuwen
Cursuscode: C11211 Studielast: 1 module
In het kader van deze cursus bestudeert u bijna alle hoofdstukken van het handboek De oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis (Amsterdam 2001, 6e druk 552 pagina’s). Hoewel het boek van Frits Naerebout en Henk Singor een zeer brede periode bestrijkt, van de vroege prehistorie tot in de middeleeuwen, ligt het accent toch op de Grieks-Romeinse oudheid. De Grieks-Romeinse geschiedenis wordt behandeld ‘in de context van de wereldgeschiedenis’, zodat er ook aandacht is voor bijvoorbeeld de geschiedenis van China en van de nomadische volken van Europa en Azië. Het boek is opgebouwd uit chronologische blokken (de archaïsche tijd, de klassieke tijd, de hellenistische tijd en de tijd van het Romeinse keizerrijk), waarbinnen de verschillende volkeren en culturen afzonderlijk aan de orde komen. Hierbij is het historisch overzicht met de belangrijkste politiek-militaire gebeurtenissen relatief beknopt gehouden om meer ruimte te laten voor zaken als sociaaleconomische ontwikkeling, mentaliteit en religie.
Voorkennis Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Cursuscode: C12211 Studielast: 1 module
In de cursus Middeleeuwen bestudeert u het boek Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van middel eeuws Europa (Amsterdam 2004 2e druk, 476 pagina’s) van Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers. De middeleeuwen roepen het beeld op van torens en kastelen, waar minstrelen hoofse liederen ten gehore brachten en koene ridders elkaar op het toernooiveld eervol bestreden. Het is een onuitroeibaar cliché dat slechts betrekking heeft op een klein en door verbeelding vertekend deel van een complexe periode uit de Europese geschiedenis die meer dan duizend jaar duurde. God heerste met harde hand over deze wereld die naar huidige maatstaven technologisch onderontwikkeld, arm, onrechtvaardig en uiterst gewelddadig was. Hoewel de middeleeuwen in veel opzichten ver van ons af staan en totaal ‘anders’ waren dan de tijd waarin wij leven, hebben nogal wat karakteristieke elementen van onze huidige samenleving middeleeuwse wortels. Dat geldt niet alleen voor het nederzettingspatroon en de staatkundige kaart van Europa, maar ook voor bepaalde instellingen die wij als wezenlijk beschouwen, zoals parlement, universiteit en vakvereniging.
Voorkennis Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp.
Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Docenten en begeleiding Tentamenvorm en data Mondeling; 7-11, 23-1, 5-6 www.studieaanbod.ou.nl/C11211.htm
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen. Het tentamen zal worden afgenomen door dr. Rob Meens in het bijzijn van drs. Herman Simissen. Dr. Meens is verbonden aan het Instituut voor geschiedenis van de Universiteit Utrecht. Hij is specialist op het gebied van de middeleeuwen.
Tentamenvorm en data Mondeling; 4-11, 20-1, 2-6 www.studieaanbod.ou.nl/C12211.htm
47
B ac h e l o r op l e idin g
Nederland in de 19e en 20e eeuw
Sociaal-economische geschiedenis
Cursuscode: C10212 Studielast: 2 modulen
In het kader van de cursus Nederland in de 19e en 20e eeuw bestudeert u twee handboeken: Land van kleine gebaren. Een politiek geschiedenis van Nederland 17801990 van Remieg Aerts (red). en Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland van Auke van der Woud. Een land van grote gebaren is Nederland niet, ook niet in de politiek. Maar geheel zonder drama is het toch niet gegaan, de ontwikkeling van het elitaire bestel van de achttiende eeuw en het patriarchale bewind van na de Franse tijd naar de liberale politieke cultuur van de tweede helft van de vorige eeuw en de door massapartijen gedragen politieke gemeenschap van nu. Constitutionele monarchie, de schoolstrijd, het kiesrecht, de sociale kwestie, de parlementaire democratie, ze zijn inzet geweest van langdurige en soms hevige conflicten. De ontwikkelingen worden in vier studies geschetst: de eenwording van Nederland, de toename van de politieke participatie, de uitbreiding van het politieke domein, maar ook het diffuser worden van de politieke besluitvorming. Rond 1850 ontwaakte Nederland uit een diepe slaap. Langzaam kwamen toen de intensieve communicatie, mobiliteit en de massale productie en consumptie van energie op gang. We zijn inmiddels gewend dat verschijnsel als een overbekende geschiedenis (‘industriële revolutie’) af te doen. De tijdgenoot die in 1850, 1860 leefde, zag echter een ongekende nieuwe wereld verschijnen waarin niets vanzelfsprekend was: dit perspectief is de leidraad van Een nieuwe wereld.
Voorkennis Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator: prof. dr. Leo Wessels. Begeleiders: prof. dr. Leo Wessels en dr. Toon Bosch.
Cursuscode: C13211 Studielast: 1 module
Van der Wee en Aerts onderscheiden in hun boek over de economische ontwikkeling van Europa drie fasen: 950-1450; 1450-1750; 1750-1950. Per tijdseenheid worden de belangrijke economische sectoren behandeld: landbouw, industrie, handel en kredietwezen. De auteurs gebruiken verschillende economische theorieën om de ontwikkeling van deze sectoren te verklaren. In zijn boek The Great Divergence (Het grote uit elkaar drijven) geeft Kenneth Pomeranz nieuw inzicht in een van de klassieke kwesties van de geschiedenis: waarom vond de Industriële Revolutie plaats in Noordwest-Europa, ondanks de verrassende overeenkomsten tussen de economische kerngebieden van Europa en Oost-Azië? Pomeranz laat zien dat er rond 1750 opmerkelijk veel parallellen te trekken waren tussen deze twee delen van de wereld, bijvoorbeeld op het gebied van levensverwachting, consumptie, productie en de manier waarop huishoudens hun leven inrichtten. Ook waren de kernregio’s van China en Japan in ecologisch opzicht niet slechter af dan die van West-Europa. Pomeranz argumenteert dat Europa erg veel te danken heeft aan het op vele plaatsen voorkomen van makkelijk winbare steenkool.
Voorkennis Engels op havo- niveau. Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: dr. Pieter Stokvis. Het tentamen zal worden afgenomen door prof. dr. Hein Klemann in het bijzijn van dr. Pieter Stokvis. Prof. Klemann is verbonden aan de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit. Hij is specialist op het gebied van de sociaaleconomische geschiedenis.
Tentamenvorm en data Mondeling; 5-11, 21-1, 3-6
Tentamenvorm en data Mondeling; 6-11, 22-1, 4-6 www.studieaanbod.ou.nl/C10212.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C13211.htm
Masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen De masteropleiding is een aparte academische opleiding die wordt afgesloten met een diploma. De masteropleiding heeft een omvang van veertien modulen en sluit direct aan op de bacheloropleiding. Het bachelordiploma Algemene cultuurwetenschappen van de Open Universiteit Nederland biedt onvoorwaardelijk toelating tot de gelijknamige master. In de master wordt u opgeleid tot zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker. Na de brede benadering in de bacheloropleiding, kenmerkt de masteropleiding zich door specialisatie. Masterstudenten specialiseren zich in één of twee van de vier constituerende cultuurwetenschappelijke disciplines door te kiezen voor bepaalde cursussen en varianten van het onderzoekspracticum. Specialisatie en verdieping komen uiteindelijk samen in de masterscriptie, een verslag van een zelfstandig uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek, waarin de opgedane kennis, inzichten en vaardigheden worden geïntegreerd. Een plan voor de opzet en uitvoering van uw onderzoek en scriptie maakt u in de module Scriptieplan. De masterscriptie zelf heeft een omvang van vijf modulen. Voor de masteropleiding moet u bij een studietempo van zes modulen per jaar op een studieduur van twee en een half jaar rekenen. Voor u aan het onderzoekpracticum en de masterscriptie kunt beginnen, dient u eerst de inhoudelijke cursussen af te ronden.
Opleidingsschema masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen code titel modulen begeleidingsvorm
tentamenvorm sept. ‘09 – aug. ‘10
tentamendata
blz.
standaard
mondeling
8-10, 14-1, 15-41
52
1 groepsbijeenkomst landelijk (v) 2e semester
opdracht
volgens afspraak
53
C38312 De canon in de kunst: theorie en geschiedenis 2 van de westerse beeldende kunst C39312 In het licht der rede 2
1 groepsbijeenkomst landelijk (v) 1e semester
opdracht
volgens afspraak
53
standaard
opdracht
volgens afspraak
54
C95312
Onderzoekspracticum Cultuurwetenschappen2
2
afhankelijk van groepsgrootte
opdracht
volgens afspraak
54
C55311
Scriptieplan
1
individueel
scriptieplan
volgens afspraak
55
C98319
Masterscriptie
5
individueel
scriptie
volgens afspraak
55
gebonden keuze (eis: 6 van de 8 modulen) C47312 Techniek en de cultuur van tijd en 2 ruimte (1880-1940) C37312 De negentiende-eeuwse roman 2
Bij grote belangstelling worden meer tentamendagen georganiseerd. Zie voor actuele informatie de cursuswebsite op Studienet. 1 te kiezen uit 4: Literatuur; Nederland moderniseert (1973-2001); Sensus Catholicus. De esthetica van het moderne katholicisme; Filosofie en methologie van de geschiedenis. Het is mogelijk in plaats van een cursus uit de geboden keuze een extra onderzoekspracticum te doen. Informatie bij de onderwijscoördinator
[email protected]
1 2
49
M A S T E r op l e idin g
Toelating tot de masteropleiding Rechtstreekse toelating Om te worden toegelaten tot de masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen dient een student – volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek – te beschikken over het bachelorgetuigschrift van een eraan voorafgaande wo-bacheloropleiding van de Open Universiteit Nederland. Als een student niet beschikt over dat getuigschrift, kan tot toelating worden besloten, mits men de kennis en de vaardigheden heeft die vergelijkbaar zijn met die van iemand die wel dat bachelorgetuigschrift heeft verworven. Ook studenten die een wo-bachelorgetuigschrift van een gelijkwaardig geachte opleiding hebben behaald bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit, worden toegelaten tot de master Algemene cultuurwetenschappen. Gelijkwaardig geachte opleidingen zijn gelijknamige bacheloropleidingen Algemene cultuurwetenschappen behaald aan een andere Nederlandse of Belgische wo-instelling. Studenten die over een dergelijk getuigschrift beschikken, zullen overigens wel formeel toelating tot de masteropleiding moeten aanvragen.
Schakelprogramma Behalve de rechtstreekse toelating is het ook mogelijk toegelaten te worden onder de voorwaarden van een zogeheten schakelprogramma. Daarmee worden studenten die bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit een verwante doctoraal, kandidaats, mo-b of bacheloropleiding voor ten minste 42 modulen (180 studiepunten) hebben voltooid, in de gelegenheid gesteld hun kennis en vaardigheden op het peil te brengen van de eindtermen die behoren bij de bacheloropleiding aan onze universiteit. Voor deze studenten heeft de faculteit Cultuurwetenschappen standaardschakelprogramma’s vastgesteld waarmee zij kunnen instromen in de masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen (zie schema). De precieze omvang van het schakelprogramma wordt individueel vastgesteld. De maximale omvang van een schakelprogramma is 14 modulen. Bij het voltooien van een schakelprogramma wordt overigens geen bachelorgetuigschrift afgegeven. Wanneer geen toelating tot de masteropleiding kan worden verleend, staat de vrijstellingsprocedure voor de daaraan voorafgaande wo-bacheloropleiding open. Schakelprogramma’s master Algemene cultuurwetenschappen 2009-20010 Betreft verwante vooropleidingen, te weten: • Kunstgeschiedenis • Nederlands • Overige talen • Filosofie • (Cultuur)geschiedenis De precieze omvang wordt vastgesteld aan de hand van het vakkenpakket van de vooropleiding.
Toelating op grond van verworven competenties. De faculteit Cultuurwetenschappen kent de zogenaamde EVC-procedure. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Deze procedure maakt het mogelijk om rekening te houden met competenties, vaardigheden en/of kennis die verworven zijn buiten het hoger onderwijs, zoals relevante werk- ervaring. Het resultaat kan op grond van EVC leiden tot een verkort schakelprogramma dat toegang geeft tot de masteropleiding. Hierdoor kan aan studenten een studieprogramma aangeboden worden dat beter aansluit bij hetgeen zij reeds (formeel of informeel) geleerd hebben. Om voor EVC in aanmerking te komen moeten de competenties erkend zijn door de Commissie voor de examens. Raadpleeg daarvoor www.ou.nl/evc of neem contact op via 045 - 576 28 88.
Vrijstellingen masteropleiding Voor cursussen uit de masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen wordt slechts vrijstelling verleend als de overeenkomende vakken zijn afgerond in het kader van een universitaire opleiding én aldaar op wetenschappelijke niveau zijn getentamineerd. Voorwaarde is dat u bent toegelaten tot de masteropleiding.
Aanvragen Bij de Open Universiteit Nederland beslist de Commissie voor de examens over verzoeken tot toelating tot de masteropleidingen, ongeacht of het hier gaat om verzoeken tot rechtstreekse toelating of toelating via een schakelprogramma. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van eerdergenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot toelating tot de masteropleiding ook daadwerkelijk indient. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens (met betrekking tot toelating) kunt u rechten ontlenen. Een verzoek tot toelating tot de masteropleiding via een schakelprogramma moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraagformulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. De kosten bedragen € 149,Wanneer u rechtstreeks doorstroomt van de bacheloropleiding naar de masteropleiding moet u wel een verzoek tot toelating indienen, maar hier zijn geen kosten aan verbonden. Het formulier kunt u: • downloaden, www.ou.nl/vrijstelling • telefonisch aanvragen, 045 - 576 28 88 • afhalen bij een studiecentrum. Het aanvraagformulier bevat een toelichting en een overzicht van de vereiste bewijsstukken die u met uw aanvraag moet mee sturen. Bij het indienen van uw toelatingsverzoek is het van belang dat u dit zo gedocumenteerd mogelijk doet. Eventueel sluit u een overzicht bij waarin u aangeeft voor welke cursussen van de Open Universiteit Nederland u denkt vrijstelling te krijgen en op basis van welke voorkennis. Let wel dat u aan dit door uzelf opgestelde schema geen rechten kunt ontlenen. Omdat elke aanvraag voor toelating tot de masteropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de OUNL gehanteerde toelatingsbeleid. Bij toelatingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijke voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit Nederland, waarvoor u opteert. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de toetsingscommissies van de opleidingen.
Inschrijven en toelating aanvragen Als u zich zonder een toelatingsbewijs inschrijft voor de cursussen die deel uitmaken van een schakelprogramma, dan betekent dat niet dat u na afronding van die cursussen automatisch toegelaten bent tot de masteropleiding. Het is daarom van belang dat u vooraf een aanvraag tot toelating tot de master opleiding indient. Inschrijven voor een van de onderdelen van het schakel programma is voor eigen risico.
51
M A S T E r op l e idin g
Cursusbeschrijvingen master De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens het opleidingsschema. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt daar extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding. Bent u eenmaal ingeschreven voor een cursus, dan krijgt u automatisch toegang tot de cursuswebsite in de elektronische leeromgeving Studienet. Als u een opleiding volgt, raadpleeg dan voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke studiepad www.ou.nl/studiepad. Let goed op de ingangseisen die bij de mastercursussen gesteld worden.
Techniek en de cultuur van tijd en ruimte (1880-1940)
Cursuscode: C47312 Studielast: 2 modulen
In de periode 1880-1940 moderniseerden de westerse samenlevingen ongekend snel. In deze mastercursus bestuderen we in een breed cultuurwetenschappelijk, respectievelijk interdisciplinair perspectief de snelle en veelomvattende modernisering van westerse samenlevingen in de periode 1880-1940. Er is volop aandacht voor de ‘culturele schokken en breuken’ die in wisselwerking met tal van wetenschappelijke en technische en culturele innovaties de materiële en immateriële aspecten van leven en leefstijl letterlijk en figuurlijk veranderden. Denk in dit verband aan de quantum- en relativiteitstheorie, de opkomst van de psychoanalyse, nieuwe literaire technieken zoals de `monologue intérieur’ en `stream of consciousness’, het kubisme, de zeer snelle doorbraak van de elektrificatie, (auto)mobilisering, urbanisering, telefonie, cinema et cetera. We behandelen deze periode vanuit respectievelijk een historiografische, een cultuurhistorische en een thematische invalshoek. Daarbij staat de relatie tussen technologie en cultuur centraal.
Voorkennis Engels op havoniveau.
Ingangseisen Deze cursus is alleen toegankelijk voor masterstudenten Algemene cultuurwetenschappen.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator: dr. Toon Bosch. Begeleiders: drs. Tom van Dorp en dr. Toon Bosch. www.studieaanbod.ou.nl/C47312.htm
52
De negentiende-eeuwse roman
De canon in de kunst: theorie en geschiedenis van de westerse beeldende kunst
Cursuscode: C37312 Studielast: 2 modulen
Cursuscode: C38312 Studielast: 2 modulen
De cursus De negentiende-eeuwse roman is ontworpen om uw plezier in en begrip van de negentiende-eeuwse roman te vergroten, door bestudering van een zorgvuldige selectie romans uit Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. De nadruk ligt op de tekst in zijn context, omdat de roman in de negentiende eeuw zich nadrukkelijk bezighield met de gebeurtenissen en opvattingen van zijn tijd. De cursus concentreert zich op de karakteristieke thema’s van de negentiende-eeuwse romans en de typerende kenmerken van het toen nog relatief nieuwe genre. De romans worden in chronologische volgorde besproken, maar er zijn ook thematische excursies naar bijvoorbeeld de weergave van het platteland en de grote stad, misdaad, de heldin, het fin de siècle en de wereld van uitgevers en lezers. U krijgt ook informatie over de boekhistorische achtergronden van de roman: de hoofdstukken Books and their readers verschaffen een beeld van de context van productie (uitgeven, drukken, verspreiden) en consumptie (wie las wat in de negentiende eeuw?) van literatuur. Aan de orde komen (in vertaling) Jane Eyre van Charlotte Brontë, Dombey en Zoon van Charles Dickens, De mijn van Emile Zola, Madame Bovary van Gustave Flaubert, Portret van een dame van Henry James en De ontnuchtering van Kate Chopin. De cursus is een bewerking van de cursus The nineteenthcentury novel van de Britse Open Universiteit. Tezamen met het Onderzoekspracticum literatuur over de receptie van de twintigste-eeuwse roman biedt de cursus uitstekende mogelijkheden voor scripties.
In de cursus De canon in de kunst maakt u kennis met de verschillende opvattingen die door de eeuwen heen hebben bestaan over kwaliteit en ‘eeuwigheidswaarde’ in de beeldende kunst. Aan de hand van casestudies besteedt u aandacht aan kunstwerken die in Europa vanaf de zeven tiende eeuw beschouwd werden als voorbeelden voor ‘goede kunst’. Wat waren voor kunstenaars, theoretici en publiek de criteria om bepaalde kunstwerken al dan niet te rekenen tot die, op het eerste oog tamelijk ongrijpbare, categorie die ‘de westerse canon’ wordt genoemd? Welke rol speelden instituties, zoals kunstacademies en musea, in de vorming van dat corpus van voorbeeldige kunst? Maar ook: hoe is de canon in de loop der tijd geëvolueerd, ter discussie gesteld en aangepast? De kern van de cursus wordt gevormd door twee rijkgeïllustreerde handboeken, die u bestudeert aan de hand van een speciaal voor deze cursus ontwikkelde, Neder landstalige, studeerwijzer. Het eerste boek (Academies, Canons and Museums of Art) stelt het begrip ‘canon’ expliciet centraal. Aan de hand van de deelonderzoeken in het tweede boek (The Challenge of the Avant-Garde) verkrijgt u inzicht in de wijze waarop kunstenaars en kunsttheoretici in het geweer komen tegen het keurslijf van de gevestigde academische canon. De cursus is een bewerking van gedeelten van een kunsthistorische cursus van de Britse Open Universiteit.
Voorkennis
Docenten en begeleiding
Engels op havoniveau.
Begeleiding: standaard en één verplichte landelijke groepsbijeenkomst in het eerste semester. Examinator en begeleider: dr. Mieke Rijnders.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en één verplichte landelijke groepsbijeenkomst. Examinator en begeleider: dr. Saskia Pieterse. www.studieaanbod.ou.nl/C37312.htm
Voorkennis Engels op havoniveau. Basiskennis van de kunstgeschie denis op het niveau van de cursus Kunst.
www.studieaanbod.ou.nl/C38312.htm
53
M A S T E r op l e idin g
In het licht der rede
Onderzoekspracticum cultuurwetenschappen
Cursuscode: C39312 Studielast: 2 modulen
De Verlichting wordt gewoonlijk gezien als een uiterst belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. De Verlichting was immers een intellectuele beweging, die haar invloed deed gelden op tal van gebieden: politiek, maatschappij, godsdienst, filosofie, literatuur, kunst. Ideeën waaraan wij nu grote waarde hechten, hebben hun oorsprong in de Verlichting. Voorbeelden zijn gelijke rechten, tolerantie, de manier waarop de samenleving moet worden ingericht en de manier waarop wetenschap moet worden bedreven. Maar veel van de ideeën uit de Verlichting zijn in later tijden bekritiseerd; zo verwijt men denkers uit de Verlichting wel, dat zij eenzijdig rationalistisch zijn. In deze cursus maakt u kennis met woordvoerders en critici van de Verlichting. Het cursusmateriaal bestaat uit een bloemlezing met teksten uit de Verlichting en uit een werkboek. De bloemlezing is Het licht der rede. De Verlichting in brieven, essays en verhalen (Amsterdam en Antwerpen 2000), samengesteld door Cyrille Offermans; hierin zijn, in Nederlandse vertaling, teksten opgenomen van bijvoorbeeld Montesquieu, Voltaire, David Hume en Immanuel Kant. Het werkboek omvat onder meer teksten van critici van het Verlichtingsdenken.
Cursuscode: C95312 Studielast: 2 modulen
Tijdens het onderzoekspracticum cultuurwetenschappen neemt u deel aan een lopend cultuurwetenschappelijk onderzoek op het terrein van één van de vier constituerende disciplines van Cultuurwetenschappen. U draagt met een deelonderzoek bij aan een groot project. Hierbij wordt veel aandacht ingeruimd voor de fundamentele vragen die u zich als cultuurwetenschappelijk onderzoeker moet stellen. De ervaringen die u tijdens onderzoekspracticum cultuurwetenschappen zult opdoen, zullen ervoor zorgen dat u bij het schrijven van uw masterscriptie beter beslagen ten ijs komt. Het onderzoekspracticum cultuurwetenschappen kent vier varianten: 1. Onderzoekspracticum Literatuur. 2. Onderzoekspracticum Nederland moderniseert (1973-2001). 3. Onderzoekspracticum Sensus Catholicus. 4. Onderzoekspracticum Filosofie en methodologie van de geschiedenis in combinatie met het schrijven van het scriptieplan voor de masterscriptie (voor deze variant gelden bijzondere ingangseisen). Meer informatie op de cursuswebsite op Studienet.
Ingangseisen Voorkennis Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen.
Dit onderzoekspracticum is alleen toegankelijk voor masterstudenten. Twee van de drie tweemoduuls master cursussen uit het gebonden-keuzeblok dienen te zijn afgerond. Ervaring met internet en elektronische gegevensuitwisseling is onontbeerlijk.
Docenten en begeleiding www.studieaanbod.ou.nl/C39312.htm
Begeleiding: individueel of in kleine groepen (afhankelijk van de groepsgrootte). Examinering en begeleiding: dr. Lizet Duyvendak, dr. Frank Inklaar, drs Herman Simissen en dr. Jos Pouls. www.studieaanbod.ou.nl/C95312.htm
54
Scriptieplan
Masterscriptie
Cursuscode: C55311 Studielast: 1 module
Het schrijven van een scriptie is voor de meeste studenten een lastige opgave. De ervaring leert dat veel problemen kunnen worden voorkomen als u werkt op basis van een goed doordacht en logisch samenhangend scriptieplan. Soms is zelfs van tevoren onderzoek nodig of een beoogd onderzoek wel haalbaar is: zijn er genoeg bronnen? Zijn die toegankelijk? Is er genoeg literatuur? Is het onderzoek haalbaar binnen het tijdsbestek dat voor een scriptie staat (600 studie-uren)? In een goed scriptieplan is de structuur van uw onderzoek al duidelijk zichtbaar. Het plan moet u houvast bieden bij het doen van uw onderzoek en het schrijven van de scriptie doordat het duidelijk aangeeft welke bronnen er voorhanden zijn en welke literatuur zal worden gebruikt. Op basis van uw plan kiest u welk materiaal (bronnen, literatuur, voorwerpen) u wel en niet bij uw onderzoek betrekt en welke gegevens u opneemt in de uiteindelijke tekst van de scriptie. In het kader van deze cursus kunnen bijeenkomsten georganiseerd worden.
Cursuscode: C98319 Studielast: 5 modulen
De scriptie is een schriftelijk onderzoeksverslag over een cultuurwetenschappelijk onderwerp. Het resultaat dient te voldoen aan de criteria en normen voor een wetenschappelijke publicatie zoals die in de cultuurwetenschappen gelden. Het onderwerp van uw onderzoek en scriptie moet aansluiten bij lopend onderzoek van de wetenschappelijke staf van de faculteit Cultuurwetenschappen. Uitvoerige informatie over de onderzoeksthema’s van de westenschappelijke staf en derhalve over de scriptie onderwerpen vindt u op de cursuswebsite van de master scriptie op Studienet. Meer informatie over procedures en de criteria die aan de masterscriptie gesteld worden, vindt u in de Scriptiewijzer Masterscriptie (te downloaden van de cursuswebsite en/of te bestellen bij secretariaat.
[email protected]).
Ingangseisen
25,8 studiepunten in de master behaald, waaronder het Onderzoekspracticum CW.
Studenten die willen beginnen met hun masterscriptie dienen de helft van het aantal studiepunten van de masteropleiding te hebben gehaald (30 van de 60 studiepunten), dan wel door vrijstelling verkregen. Hieronder vallen in elk geval de cursussen Onderzoekspracticum Cultuurwetenschappen en Scriptieplan.
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Begeleiding: individueel. Examinator en begeleider: zie cursuswebsite van de masterscriptie. Het onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van uw begeleider en examinator. Coördinatie: drs. Paul van den Boorn.
Begeleiding: individueel. Examinator en begeleider: zie cursuswebsite. Het onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van de examinator en begeleider. Scriptiecoördinator: drs. Paul van den Boorn.
www.studieaanbod.ou.nl/C55311.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C98319.htm
Ingangseisen
55
M A S T E r op l e idin g
Algemene regelgeving Tentamens Elke cursus wordt afgesloten met een of meer tentamens. Soms is een combinatie van tentamenvormen is ook mogelijk. In het opleidingsschema en op de cursussite staat aangegeven waaruit het tentamen bestaat. Om u goed te kunnen voorbereiden op het tentamen, zijn er in het studiemateriaal oefententamens opgenomen, zodat duidelijk is wat u tijdens het tentamen mag verwachten.
Regulier schriftelijk tentamen Dit tentamen bestaat uit gesloten vragen (meerkeuzevragen en juist-onjuistvragen) en/of open vragen. Deze tentamens worden afgenomen op vastgestelde dagen tijdens vijf vastgestelde periodes per academisch jaar Tentamenperiode 24 t/m 26 augustus 2009
Sluitingsdatum aanmelding
Tentamenperiode
Sluitingsdatum aanmelding
29 juli 2009
12 t/m 14 april 2010
17 maart 2010
16 t/m 18 november 2009
21 oktober 2009
21 t/m 23 juni 2010
26 mei 2010
25 t/m 27 januari 2010
16 december 2009*
23 t/m 25 augustus 2010
28 juli 2010
* De sluitingsdatum is één week vervroegd in verband met de kerstperiode
Sys-tentamen
Aanmelden tentamen
Een sys-tentamen is een schriftelijk tentamen waarbij vragen door middel van de computer uit het totale vragen bestand zijn geselecteerd. Het tentamen kan bestaan uit meerkeuze- en open vragen. Het tentamen kan tijdens vaste sys-tentamentijden per week in het studiecentrum worden afgelegd.
Voor alle tentamens, met uitzondering van de bijzondere verplichting, is het nodig dat u zich hiervoor tijdig aanmeldt. Dit kan online door in te loggen bij Mijn account op de website. U kunt zich ook aanmelden met een formulier dat u kunt downloaden van de website. Voor studenten met een functiebeperking, studenten die langdurig buiten Europa verblijven of studenten in detentie gelden andere procedures en aanmeldtermijnen. Raadpleeg hiervoor de gegevens op de website. Er wordt een ontvangstbevestiging verstuurd nadat uw aanmelding is verwerkt. Een week voor de tentamen datum volgt uw oproepbrief. Hier op staan de tentamenlocatie, -datum, en het tafelnummer vermeld. Betreft uw tentamen een sys-tentamen, dan ontvangt u alleen een oproepbrief.
Computergebaseerd toetsen - CBT De Open Universiteit Nederland introduceert in 20092010 computergebaseerde toetsing (CBT). Dit houdt in dat de afname van regulier schriftelijke en SYS-tentamens niet meer op papier maar via een computer verloopt. De tentamens worden in de gebruikelijke tentamenlocaties afgenomen. De invoering van CBT kan van invloed zijn op de in het tentamenrooster weergegeven planning. Zodra er sprake is van een roosterwijziging voor de cursus of cursussen waarvoor u bent ingeschreven, zult u tijdig hierover worden geïnformeerd. Bij een aantal cursussen wordt het tentamen reeds via de computer afgenomen. In het opleidingsschema is dan de afkorting CBT opgenomen.
Mondeling tentamen Minimaal drie keer per jaar wordt een mondelinge tentamenronde vastgesteld. Een mondeling tentamen duurt 30 tot 45 minuten.
Uitslag tentamen Afhankelijk van de tentamenvorm ontvangt u eerst een voorlopige uitslagbrief en zodra de Commissie voor de examens de uitslag formeel heeft vastgesteld, volgt uw definitieve uitslagbrief met een officieel certificaat als u geslaagd bent. Bij schriftelijke tentamens wordt het antwoordmodel twee dagen na het tentamen op de cursussite op Studienet geplaatst.
Fraude Bijzondere verplichting Een bijzondere verplichting kan een werkstuk, opdracht, practicum, paper, case of scriptie e.d. zijn. Met de examinator wordt afgesproken wanneer de bijzondere verplichting wordt ingeleverd.
Indien bij het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd kan de Commissie voor de examens passende maatregelen treffen. Zie voor de volledige regelgeving Nadere regels inrichting tentamen en examen 2009-2010. www.ou.nl/tentamen
Inschrijven en kosten Inschrijven U bepaalt zelf op welk moment u inschrijft. Dit kan op twee manieren. • Via digitale inschrijving op de website van de Open Universiteit Nederland. Op de betreffende cursuspagina staat de cursus uitgebreid beschreven. www.studieaanbod.ou.nl/inschrijven.htm • Met een schriftelijk inschrijfformulier. Dit formulier kunt u downloaden van de website of aanvragen bij Service en informatie (045 - 576 28 88). www.ou.nl/inschrijven U kunt het formulier ook ophalen in een studiecentrum. Wanneer u voor de eerste keer inschrijft voor een cursus, moet u een kopie van uw paspoort of rijbewijs bijvoegen of nasturen.
Inschrijfmogelijkheden Cursus U schrijft in en studeert per cursus. Een cursus bestaat uit één of meer modulen. Binnen de inschrijfduur van 14 maanden zijn studiebegeleiding en drie tentamenkansen inbegrepen. Startpakket Een startpakket bestaat uit de twee inleidende modulen van een bacheloropleiding. Bij het startpakket krijgt u intensieve begeleiding met aandacht voor een effectieve aanpak en planning van de studie. In het startpakket zijn drie tentamenkansen binnen de inschrijfduur van 14 maanden per cursus inbegrepen. Een startpakket is de ideale start van een studie, ook als u niet van plan bent een hele bacheloropleiding te volgen. Studiepakket Een studiepakket bestaat uit minimaal drie modulen. Dit pakket stelt u naar eigen keuze samen. Bij elke cursus zijn studiebegeleiding en drie tentamenkansen inbegrepen. Bij een studiepakket wordt de prijs per module met een bedrag van € 40,- verlaagd. Voor alle eerder bestelde, maar nog niet afgeronde cursussen, krijgt u opnieuw 14 maanden inschrijfduur inclusief drie tentamenkansen. Dit geldt voor zover deze cursussen nog getentamineerd worden. Ook wanneer u een startpakket (2 modulen) in één bestelling combineert met één of meer andere cursussen, geldt voor deze andere cursussen de verlaagde prijs per module.
Wanneer inschrijven?
Extra tentamenkansen
Voor een goede studieplanning met een zo optimaal mogelijke benutting van de inschrijfduur, de begeleiding en de beschikbare tentamenmomenten, adviseren wij u het normtraject en het opleidingsschema te raadplegen. In het normtraject staat de aanbevolen volgorde van studeren, in het opleidingsschema staat bij elke cursus wanneer de cursus wordt getentamineerd. Deze informatie is ook te vinden in de cursusbeschrijving op de website. Na verwerking van uw inschrijving, ontvangt u bericht op welke datum u bent ingeschreven. De inschrijfduur gaat op die datum in.
Heeft u al uw tentamenkansen verbruikt, maar de cursus nog niet afgerond, dan kunt u een tentamenkans bijkopen. Dit kan zowel binnen de inschrijfduur als daarna. Indien u een tentamenkans bijkoopt na afloop van uw inschrijfduur, krijgt u acht maanden tijd om tentamen te doen of uw opdracht in te leveren. Het is niet noodzakelijk de tentamenkans aansluitend aan uw inschrijfduur te kopen. Tentamenkansen bijkopen is mogelijk zolang de cursus wordt getentamineerd. Bij aankoop van een nieuw studiepakket krijgt u ook voor de nog niet afgeronde cursussen drie nieuwe tentamenkansen.
57
Kosten
Inschrijfduur
Aantal modulen
Prijs (inc. evt. pakketkorting)
Cursus
14 maanden
1 of meer
€ 263,- per module1
Startpakket
14 maanden
2
€ 223,- per module1
Studiepakket
14 maanden
3 of meer
€ 223,- per module1
Tentamenkans
max. 8 maanden per cursus
Tentamenpakket
14 maanden
€ 84
alle nog niet afgeronde cursussen € 295,-
Wanneer u eerder een diploma heeft behaald aan een Nederlandse, door de overheid erkende, wo- of hbo-opleiding, wordt een wettelijk verplichte hbo/wo-toeslag van € 54,- per module berekend. Dit is ongeacht of u hiervoor studiefinanciering heeft ontvangen.
1
Prestatiebonus Elke module waarvoor u een certificaat heeft behaald, telt mee voor een prestatiebonus. Wanneer u in twee jaar voorafgaand aan een cursusinschrijving een prestatiebonus voor zes modulen heeft opgebouwd, ontvangt u bij deze inschrijving automatisch een korting van € 112,-.
Betalingswijze U kunt de Open Universiteit Nederland machtigen het cursusgeld van uw rekening af te laten schrijven of betalen met een acceptgirokaart. Betalen in termijnen is alleen via machtiging mogelijk. Kiest u voor 6 of 12 termijnen, dan betaalt u €18,- aan administratiekosten. Het minimale termijnbedrag is € 27,- (€ 13,- bij KCOU)
Belastingaftrek studiekosten Soms kunt u studiekosten aftrekken als u aangifte inkomstenbelasting doet, maar dit is aan regels gebonden. Om te beginnen moet u de studie volgen voor uw huidige of toekomstige baan. U kunt alleen studiekosten aftrekken als u ze zelf heeft gemaakt.. Vergoedt uw werkgever een deel van uw studiekosten? Dan kunt u alleen de niet-vergoede kosten aftrekken als deze kosten voor aftrek in aanmerking komen.
Niet aftrekbare kosten Kosten voor huisvesting, werkkamer of studeerruimte, eten, drinken en kleding komen niet voor aftrek in aanmerking. Betaalde rente op een studielening of reiskosten naar studiecentrum en kosten van excursies en studiereizen zijn niet aftrekbaar.
Aftrekbare kosten Kosten van boeken, leermiddelen en lesgeld, waaronder de kosten voor modules, hbo-/wo-toeslag, tentamens, aanvraag voor vrijstellingen en voor toelating tot de masteropleiding, komen in aanmerking voor aftrek. Zelfs de afschrijving van een computer die u voor de studie heeft aangeschaft, is aftrekbaar. Gebruikt u de computer ook voor andere zaken, dan is slechts een deel van de afschrijving aftrekbaar. www.belastingdienst.nl
Kortingsregeling cursusgeld - KCOU Heeft u een (gezamenlijk) belastbaar inkomen tot 110% van het belastbaar minimumloon en geen voordeel uit sparen en beleggen, dan kunt u een korting op het cursusgeld aanvragen. Getoetst wordt onder meer het belastbaar jaarinkomen van u en uw partner/ouder in het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend. U kunt de brochure met het aanvraagformulier downloaden van de website of opvragen bij Service en informatie. Vraag de korting aan voordat u inschrijft voor een cursus. www.ou.nl/kcou
58
Procedures en regelgeving OER en Uitvoeringsregelingen In de Onderwijs en examenregeling (OER) staat het onderwijsprogramma beschreven en de rechten en plichten van de student. Onderdeel van de OER zijn de Uitvoeringsregelingen waarin voor elke opleiding de specifieke bepalingen zijn opgenomen. Deze regelingen kunt u downloaden van de website of de faculteitstab op Studienet. www.ou.nl/documenten
Getuigschriften De Open Universiteit verstrekt de volgende getuigschriften: een dossierverklaring, een propedeuse-, bachelor-, en mastergetuigschrift. www.ou.nl/getuigschrift
Compensatorische regeling Studenten die een propedeuse-, of bachelorgetuigschrift aanvragen kunnen gebruik maken van een compensatorische regeling. De algemene regeling is vastgelegd in art 20a van de Nadere regels inrichting tentamen en examen 20092010. De volledige tekst van dit artikel en van de Nadere regels kunt u downloaden op de website. www.ou.nl/tentamen
Beroepsprocedure Bij het College van beroep voor de examens kan binnen vier weken (administratief ) beroep worden ingesteld tegen o.a. beslissingen van de Commissie voor de examens of een examinator. Voorbeelden van een beslissing zijn: een individuele tentamenuitslag, een vrijstellingsbeslissing of een toelatingsbeslissing tot een wo-masteropleiding.
Bezwaarprocedure Een bezwaar kan gemaakt worden tegen een besluit, genomen door of namens het College van bestuur, waartegen geen (administratief ) beroep mogelijk is. Deze besluiten kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld: de inschrijving, het cursusgeld.
Klachtencommissie Voor klachten, waarvoor u geen beroep of bezwaar kunt aantekenen, bijvoorbeeld over de dienstverlening of de wijze waarop u bent behandeld, kunt u terecht bij de Klachtencommissie. Meld uw klacht eerst bij Service en informatie. Wordt uw klacht daar niet naar tevredenheid verholpen, dan kunt u schriftelijk een formele klacht indienen. Uitgebreide informatie rondom Beroep, Bezwaar en Klachten en de benodigde formulieren kunt u vinden op de website. www.ou.nl/procedures
Vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen De Open Universiteit heeft een drietal vertrouwenspersonen aangesteld die kennis hebben van de organisatie en de problemen die zich daarin kunnen voordoen. Als u hulp nodig heeft bij het oplossen van een probleem van ongewenst gedrag tijdens de studie kunt u contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen via 59
[email protected], of kijk op onze website voor meer informatie. www.ou.nl/vertrouwenspersonen Alle bovenstaande informatie is ook verkrijgbaar in de studiecentra of telefonisch aan te vragen bij de afdeling Service en informatie, 045 - 576 28 88.
Service en informatie Heeft u vragen over uw studie of wilt u informatie over het dichtstbijzijnde studiecentrum? Neem dan contact op met een van onze medewerkers of kijk op de website voor onze bereikbaarheid. T 045 - 576 28 88 www.ou.nl/directcontact www.ou.nl/studiecentra
Colofon Open Universiteit Nederland Afdeling Voorlichting, Service en informatie Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen Postbus 2960, 6401 DL Heerlen Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Juni 2009
60
Overige studiegidsen van de Open Universiteit Nederland:
Onderwijswetenschappen
Informatica
Managementwetenschappen
Rechtswetenschappen
Milieu-natuurwetenschappen
80013
Psychologie
Faculteit Cultuurwetenschappen bezoekadres: Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen postadres: Postbus 2960, 6401 DL Heerlen, t 045-576 28 88 www.ou.nl/cultuurwetenschappen