Stadsbegroting 2006-2009
oktober 2005
Stadsbegroting 2006-2009
Directie Bestuur & Organisatie Financiën Treasury
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 329 22 92
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
17 oktober 2005
Datum uw brief
C520/05.0029755
Hans van Dreumel
Onderwerp
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
nazending onderdelen Stadsbegroting 2006-2009
2
3292609
Geachte leden van de raad, In de Stadsbegroting 2006-2009 is ondermeer in de Inleiding opgenomen dat een aantal volgens de BBV-voorschriften verplichte onderdelen nog niet opgenomen waren, en tijdig vóór de begrotingsbehandeling zouden worden nagezonden. Het betreft de bijlage 5. ‘staat van reserves en voorzieningen’ en paragraaf 4.3.5. ‘saldi voor en na bestemming’. Oorzaken voor het niet tijdig gereed zijn van deze onderdelen waren ondermeer gelegen in de gewijzigde rubricering en indeling van de reserves en voorzieningen door de toepassing van de BBV-voorschrifen bij de opstelling van de jaarrekening 2004. Daarnaast kwam door de complexe conversie van de administratie naar het Coda-pakket, het begrotingsproces onder tijdsdruk te staan. Aan het einde van het begrotingsproces bleek de afronding in het leggen van de relatie tussen geboekte mutaties en de bestaande indeling in de diverse reserves en voorzieningen meer tijd te kosten dan in geplande besluitvorming beschikbaar was. Met de toezending van de bijgaande stukken voorzien wij alsnog in de toegezegde onderdelen die nog aan de begroting ontbraken. Wij verzoeken u die op de aangeven plaatsen in de begroting in te voegen.
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Financiën Treasury
Vervolgvel
1
Een inhoudelijk voorstel over de reserves en voorzieningen zullen wij u, conform de gemaakte afspraak met uw raad, voor het einde van het jaar aanbieden.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
ir. H.K.W. Bekkers
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Inhoud Inleiding ......................................................................1 Voorstel ......................................................................5 BELEIDSBEGROTING .......................................................9 1
2
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
Programmaplan
.......................................................9
Openbare Orde en Veiligheid, Algemene zaken ............................................................ 9 Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen ...........................................................35 Ruimte, Wonen, Sport ........................................................................................................59 Wijken, Recreatie en Spelen ...........................................................................................97 Verkeer, Milieu, Cultuur ..................................................................................................117 Onderwijs, Zorg en Grotestedenbeleid ....................................................................... 145 Financiën, Organisatie, Stadsbedrijven ........................................................................ 187
Paragrafen ........................................................... 215
Investeringen ...................................................................................................................... 215 Lokale heffingen ................................................................................................................ 219 Bedrijfsvoering ................................................................................................................. 226 Verbonden partijen .......................................................................................................... 235 Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................................................... 252 Grondbeleid ........................................................................................................................ 260 Weerstandsvermogen ...................................................................................................... 265 Financiering ........................................................................................................................ 276
FINANCIËLE BEGROTING ............................................. 281 3
4
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 4.1 4.2 4.3
Overzicht van baten en lasten ..................................... 282 Overzicht algemene Dekkingsmiddelen ...................................................................... 284 Onvoorzien ........................................................................................................................ 284 Toelichting overzicht baten en lasten ........................................................................ 284 Grondslagen en uitgangspunten .................................................................................... 285 Incidentele baten en lasten .......................................................................................... 287
Financiële positie .................................................... 289 Financieel beeld ................................................................................................................ 289 Een sluitende begroting 2006-2009 ............................................................................ 293 Overige aspecten .............................................................................................................. 295
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5.
Investeringsplan 2006 - 2009 Ontwikkeling algemene uitkering Overzicht woonlasten Overzicht lasten en baten planexploitaties Staat van reserves en voorzieningen
Toegevoegde bijlagen
- Voortgangsrapportage Grote Projecten - Overzichten MOPIII bij de Stadsbegroting 2006-2009
Stadsbegroting 2006-2009
Inleiding De Stadsbegroting 2006-2009, die nu voor u ligt, is de laatste begroting voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Zowel voor uw Raad als voor ons College geldt dat deze begroting onze zittingsperiode ruim zal overschrijden. Dit betekent dat deze begroting een dubbel karakter heeft. Het is de afronding van deze periode en van het college-akkoord dat wij vier jaar geleden hebben gesloten. Tegelijkertijd vormt het voor onze opvolgers het startpunt voor de nieuwe raadsperiode. Deze Stadsbegroting ziet er anders uit dan die van vorig jaar. Net als bij de Stadsrekening 2004 hebben wij de indeling van de begroting aangepast aan de voorschriften in het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV). Dat leidt er toe dat de begroting in twee delen uiteen valt: de Beleidsbegroting en de Financiële Begroting. De Meerjarenramingen zijn in beide geïntegreerd. De Beleidsbegroting omvat het programmaplan en de paragrafen, de Financiële Begroting geeft het voorgeschreven overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie. In de Financiële begroting ontbreekt het overzicht van saldi voor en na onttrekking en in de bijlagen ontbreekt de staat van reserves en voorzieningen. Wij hebben besloten deze niet in deze Stadsbegroting op te nemen, omdat ze niet tijdig volledig konden worden opgemaakt, door de vele aanpassingen als gevolg van de BBV en van het nieuwe financiële systeem. De informatie in deze Stadsbegroting wordt daardoor verder niet beïnvloed. We zorgen dat de aanvullende informatie tijdig voor de begrotingsbehandeling in uw bezit is. In het programmaplan hebben wij de programma’s uit het DIBB opgenomen. Per portefeuille laten wij deze programma’s voorafgaan door een korte tekst, waarin wij enkele thema’s voor de beraadslagingen aan uw Raad voorleggen. De opzet van de programma’s hebben wij aangepast aan de door uw Raad geformuleerde wensen. In deze inleiding geven wij een korte samenvatting van de financiële positie, zodat uw Raad het financiële beeld op het netvlies heeft bij het lezen van het programmaplan. Het financiële beeld In de Perspectiefnota 2006 konden we uw Raad, met enige moeite, een sluitend meerjarenbeeld presenteren, als basis voor de Stadsbegroting 2006-2009. We schetsten daarbij een serie risico’s, die dat begrotingsbeeld nog flink konden beïnvloeden. Op enkele punten is dat ook gebeurd. De afschaffing van de Onroerende-zaak-belasting voor gebruikers van woningen (OZBG-W) heeft ingrijpende gevolgen voor de wijze waarop wij belastingen en heffingen in Nijmegen hebben ingericht en verdeeld. Daarnaast heeft de herijking van de clusters Bijstand en Zorg in het Gemeentefonds voor Nijmegen per saldo een verlaging met ruim € 3 miljoen van de algemene uitkering tot gevolg. Als derde punt met zichtbaar effect op het begrotingsbeeld noemen we de operatie Schone begroting. De overgang naar het nieuwe financiële informatiesysteem (NFIS) was de volgende stap in die operatie en gaf de mogelijkheid verdere verbeteringen in de basisadministratie door te voeren, naast uit de BBV voortvloeiende aanpassingen. De afschaffing van de OZB-G-W hebben we aangepakt langs de lijnen die uw Raad al in juli 2004 heeft vastgesteld: een meerjarig budgettair neutrale operatie, met maximaal
Stadsbegroting 2006-2009
1
benutten van de ruimte voor OZB, kostendekkend rioolrecht en tariefsdifferentiatie van afvalstoffenheffing naar huishoudenomvang. Over het rioolrecht heeft uw Raad al een apart besluit genomen, dat neerkomt op het uit de OZB afzonderen van het rioolrecht, om het vervolgens zo te verhogen dat daarmee de kosten van het Gemeentelijk Rioleringplan volledig worden gedekt. Ter voorbereiding op de afschaffing van de OZB-W-G hebben wij het aandeel van de Afvalstoffenheffing in de OZB voor niet-woningen, woningeigenaren en woninggebruikers bepaald. Voor de woninggebruikers hebben we dat aandeel afgezonderd, om te voorkomen dat de afvalstoffenheffing voor de woninggebruikers mét de OZB-W-G wordt afgeschaft. Deze aanpassing, waarmee € 2,5 miljoen is gemoeid, hebben wij in de primitieve ramingen voor de Stadsbegroting al verwerkt. De OZB voor niet-woningen (OZB-NW) wordt door het Rijk gemaximeerd. Voor de OZBNW betekent dat een verlaging met € 3 miljoen. Dat is vrijwel het bedrag dat in de OZB-NW zit als aandeel in de afvalstoffenheffing. Wij hebben er voor gekozen deze lastenverlichting voor bedrijven overeind te houden. Daaruit hebben wij geconcludeerd dat we de afvalstoffenheffing geheel op de eigenaren en gebruikers van woningen zullen moeten verhalen. Voor woningeigenaren zit ruimte in de maximaal toegestane heffingen om de helft van dat bedrag, dus € 1,5 miljoen, te verwerken in de OZB en voor woninggebruikers stellen we voor het tarief voor de afvalstoffenheffing zo aan te passen dat de andere helft, dus ook € 1,5 miljoen, daarmee gedekt wordt. In de paragraaf ‘Lokale heffingen’ laten wij zien dat de lastendruk daalt, voor zowel woningen als niet-woningen en voor zowel eigenaren-gebruikers als gebruikers. Helaas zijn wij niet in staat de inkomenseffecten van de ingrepen van het Rijk verder te beïnvloeden: Voor de eigenaren-gebruikers en gebruikers van duurdere woningen zijn de voordelen groter, wat betekent dat het deze keer niet de sterkste schouders zijn die de zwaarste lasten dragen. Wij hebben er voor gekozen niet de maximale lastenverlichting van de OZB-ingrepen van de Regering aan de eigenaren-gebruikers en gebruikers van woningen te laten maar een deel te gebruiken om tekorten op de gemeentebegroting, vooral veroorzaakt door diezelfde Regering, op te vangen. Wij presenteren de effecten op de woonlasten. De stijging van het rioolrecht is in de lastenplaatjes al meegeteld, hoewel die niet direct gekoppeld is aan de afschaffing van de OZB-W-G. Bij de hier gepresenteerde cijfers gaan we uit van een rioolheffing op basis van de WOZ-waarde. Uw Raad spreekt zich daarover in december nog uit bij de vaststelling van het belastingplan. In absolute cijfers dalen de woonlasten voor eigenaren-gebruikers tussen € 80 per jaar en € 250 per jaar en voor gebruikers tussen € 125 en € 645 per jaar. In procenten ligt de daling tussen 60% en 83% voor gebruikers en tussen 13% en 16% voor eigenarengebruikers. De veranderingen in de berekeningen van de algemene uitkering zijn zo ingrijpend dat een vergelijking met voorgaande jaren nauwelijks nog mogelijk is. Tegenover een verhoging van € 1,4 miljoen in het cluster Educatie van het aan onderwijshuisvesting gerelateerde bedrag staat een verlaging van € 4,4 miljoen in de clusters Maatschappelijke Zorg en Werk en Inkomen. De verhoging in het cluster educatie wegen wij af tegen onze stijgende inzet voor onderwijshuisvesting de komende jaren, vooral in de Waalsprong. Voorts zetten we tegenover deze vermindering van de algemene uitkering in deze Stadsbegroting een vermindering van de uitgaven voor de WVG van € 9 ton in 2006, oplopend naar € 1,3 miljoen in 2009. Deze vermindering volgt uit de lagere bestedingen
2
Stadsbegroting 2006-2009
in de WVG. Voor het overige slagen wij er in deze Stadsbegroting in ons minimabeleid in stand te houden. De effecten van Schone begroting zijn, zoals gezegd, zichtbaar aanwezig in het financiele beeld. De overgang van Eagle naar NFIS heeft een beperkt aantal conversieverschillen opgeleverd, die terug te voeren zijn op fouten in de oude begrotingsadministratie. Belangrijker is dat wij deze Stadsbegroting in het NFIS hebben kunnen opbouwen, waardoor we ook voor het eerst iets van de voordelen van het nieuwe systeem kunnen ervaren. De kapitaallastenberekeningen op het investeringsplan stellen ons in staat in deze meerjarenperiode een extra investeringsvolume van € 4 miljoen per jaar te programmeren. Dat geeft ons de ruimte om extra te investeren in brandveiligheid en in de Waalkades, terwijl we nu ook de vervanging van Zwembad Oost in het investeringsplan hebben kunnen inpassen. In 2009 leidt dat tot een bescheiden verhoging van de kapitaallasten, die binnen het begrotingsbeeld kan worden gerealiseerd. Daarmee kan ook in de jaren daarna een hoger investeringsvolume worden gerealiseerd. Ons streven naar meer ruimte om te investeren in onze stad krijgt daarmee verder gestalte. Dit is, zoals gezegd, onze laatste Stadsbegroting. We kunnen een redelijk stabiele begroting presenteren, die sluit in het eerste jaar en in alle jaren van de meerjarenperiode. Ondanks veel financiële tegenslag zijn wij er in geslaagd de belangrijkste doelen uit het college-akkoord overeind te houden: we hebben de wijken versterkt en tegelijkertijd het sociale gezicht van de stad in stand gehouden.
Stadsbegroting 2006-2009
3
4
Stadsbegroting 2006-2009
Voorstel Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
9 en 15 november 2005 Onderwerp
Stadsbegroting 2006-2009 Programma / Programmanummer
Concernsturing / 8110 Portefeuillehouder
P. Lucassen
Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
4 oktober 2005
Voorstel om te besluiten
Wij stellen u voor om: 1. De Stadsbegroting 2006-2009 vast te stellen. 2. In te stemmen met het financiële meerjarenbeeld. 3. Voor het programma Multiculturele Samenleving en Emancipatie een budgetuitbreiding vast te stellen van éénmalig € 50.000, ten behoeve van het terugkeerproject voor jonge moeders (ex-AMA’s). 4. Voor het programma Burger & Bestuur een budgetuitbreiding vast te stellen van structureel € 40.000, voor de financiering van gestegen personeelskosten bij de Griffie. 5. Voor het programma Openbare ruimte éénmalig een budgetuitbreiding vast te stellen van in 2006 € 1,3 miljoen en in 2007 € 0,3 miljoen, voor het inlopen van achterstand in het onderhoud van wegen, straten en pleinen. 6. Voor het programma Openbare ruimte éénmalig een budgetuitbreiding vast te stellen van € 300.000 voor het versneld aanbrengen van Zoab op de A73. 7. Voor het programma Concernsturing in 2006 de lasten a-structureel € 500.000 te verlagen. omdat de WAO-uitkeringen in 2006 lager uitvallen dan geraamd. 8. Voor het programma Ouderen en mensen met een functiebeperking vanaf 2006 de lasten te verlagen wegens onderuitputting van de WVG: € 900.000 in 2006, € 1,1 miljoen in 2007 en vervolgens vanaf 2008 € 1,3 miljoen structureel. 9. in het programma Concernverrekeningen vanaf 2009 structureel € 400.000 extra aan kapitaallasten op te nemen om zo meer ruimte te krijgen in het meerjarig investeringsprogramma vanaf 2009. 10. voor het programma Concerninkomsten een verhoging van onze algemene uitkering in te boeken in deze begroting: in 2006 € 1 miljoen, in 2007 € 1,6 miljoen, in 2008 € 1,8 miljoen en vervolgens vanaf 2009 € 2,1 miljoen. 11. Voor het programma Gemeentelijke heffingen een extra opbrengst vast te stellen vanuit de afvalstoffenheffing van structureel € 1,5 miljoen. 12. Voor het programma Gemeentelijke heffingen een extra opbrengst vast te stellen vanuit de OZB-woningeigenaren eveneens van structureel € 1,5 miljoen. 13. Voor het programma Concernverrekeningen de beleidsuitgangspunten van het financieringsbeleid vast te stellen.
Stadsbegroting 2006-2009
5
14. Het investeringsplan 2006-2009 vast te stellen en daarvoor: 14.1. Voor het programma Burger en Bestuur een investeringskrediet van € 20.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.2. Voor het programma Economische ontwikkeling een investeringskrediet van € 500.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.3. Voor het programma Ruimtelijke inrichting en vormgeving een investeringskrediet van € 1.013.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.4. Voor het programma Panden een investeringskrediet van € 4.527.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.5. Voor het programma Grondbeleid een investeringskrediet van € 300.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.6. Voor het programma Sport een investeringskrediet van € 160.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.7. Voor het programma Wijkaanpak een investeringskrediet van € 28.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.8. Voor het programma Openbare ruimte een investeringskrediet van € 1.655.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.9. Voor het programma Recreatie en spelen een investeringskrediet van € 508.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.10. Voor het programma Mobiliteit een investeringskrediet van € 5.350.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.11. Voor het programma Leefomgevingskwaliteit een investeringskrediet van € 25.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.12. Voor het programma Groen en water een investeringskrediet van € 471.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.13. Voor het programma Kunst en Cultuur een investeringskrediet van € 7.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.14. Voor het programma Onderwijs een investeringskrediet van € 5.756.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.15. Voor het programma Integraal jeugdbeleid een investeringskrediet van € 27.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.16. Voor het programma Interne producten Stadsbedrijven een investeringskrediet van € 113.000 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.17. Voor de bedrijfsinvesteringen € 1.800.00 voor 2006 beschikbaar te stellen; 14.18. De investeringskredieten van de rendabele investeringen in bijlage 1 voor 2006 vrij te geven. 15. De bij deze begroting gevoegde voortgangsrapportage Grote Projecten van het Ontwikkelingsbedrijf vast te stellen inclusief de daarin opgenomen risicoparagraaf, de positie van de Algemene bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf per 1 juli 2005 en de prognose van de ontwikkeling van deze ABR tot en met 2009. 16. Alle in uitvoering zijnde en op peildatum 1 juli 2005 herziene planexploitaties binnen het Programma Grondbeleid vast te stellen; te weten: o Stedelijke ontwikkelingsprojecten: • Brabantse Poort • Spoorzone • LIMOS • Dobbelman • Weurtseweg locatie vd Heijden • Stadspark West • Driehuizen/Kwakkenberg/Heemraadstraat
6
Stadsbegroting 2006-2009
Woningbouwprojecten • Dukaatstraat-Goffertweg • Daniëlskerk • Meijhorst 13e straat • Fanfarestraat, Honinghoeve • Neerbosscheweg • Restterreinen Lindenholt • Kanunnik Mijlinckstraat • Groesbeekseweg/Heijendaalseweg • Ploegstraat/Goffertweg • Brakkenstein; Josephhof/Kalorama • Heiweg/St. Annastraat • Verpleeghuis Margriet • Graafseweg 247/249 (vml Keukencentr.Rikken) • Dommer van Poldersveldtweg Opgenoort o Bedrijvigheidsprojecten • Nieuwe Dukenburgseweg-Compaq • Draaiomterrein • Herhuisvesting scholen Gildekamp • Uitbreiding Philips Semi Conductors o Herstructurering • Herstructurering Wolfskuil • Willemskwartier • Molenweg Noord o Stadscentrum • Hessenberg • Josephhof o Waalsprong • Waalsprong Algemeen • Bijzondere doeleinden Ressen (vlek 14) • Archeologische Site Lentse Plas (vlek 50) • Bedrijventerrein De Grift (vlek 17a) • Bedrijventerrein De Grift B (vlek 17b) • Park Waayenstein (vlek 21) • Groot Infra • Vossenpels sportpark fase 1 • Ontgronding (vlek 30/31/12) • Bijkomende gronden o Koers West • Stadsbrug • Noord Oost Kanaalhavens • Waalfront 17. De bij deze begroting gevoegde overzichten MOPIII, waarin de informatie uit de 18 programma's waarin het MOP neerslaat bijeen is gezet, voor kennisgeving aan te nemen. o
Stadsbegroting 2006-2009
7
8
Stadsbegroting 2006-2009
BELEIDSBEGROTING 1
Programmaplan
1.1
Openbare Orde en Veiligheid, Algemene, Bestuurlijke en Juridische zaken, Externe betrekkingen, Evenementenbeleid Portefeuillehouder: Burgemeester G. ter Horst Een goed functionerend stadsbestuur, bereikbaar en betrouwbaar, is een belangrijk doel in de portefeuille van de Burgemeester. In het collegeakkoord heeft ons College daar een hoofdthema van gemaakt en één van onze ambities is dat de burger ons met een ruim voldoende waardeert. Eind 2005 verschijnt de laatste bestuursmonitor voor dit College waaruit zal blijken of we onze doelstellingen inzake o.a. waardering, bekendheid en vertrouwen, hebben kunnen realiseren. Volgend jaar zijn de gemeenteraadsverkiezingen en treedt dit College af. Dienstverlening, waarover we apart verantwoording afleggen in het burgerjaarverslag, staat ook hoog op de politieke agenda. De afgelopen jaren hebben we op een aantal punten flinke verbeteringen bereikt, bijvoorbeeld bij het tijdig afhandelen van binnengekomen berichten en het afhandelen van klachten en bezwaarschriften binnen de wettelijke termijnen. In 2006 zetten we die lijn door. Veiligheid is voor ieder individu van belang en voor de samenleving als geheel een basisvoorwaarde. We hebben sterk ingezet op handhaving, toezicht en vergunningverlening. Het gevoel van veiligheid bij de inwoners van Nijmegen is de laatste jaren gegroeid. Een verdere groei stellen we ons ook in 2006 ten doel. De inhaalslag op het gebied van de gebruiksvergunningen ronden we in 2006 af: eind 2006 heeft de Brandweer de beoogde 1700 gebruiksvergunningen verstrekt. Een meer integrale benadering van veiligheid is op steeds meer fronten zichtbaar, waarbij samenwerking wordt gezocht tussen verschillende disciplines en op lokaal en regionaal niveau. We willen bezien of er in de ambtelijke organisatie voordelen te behalen zijn door de vorming van een directie Veiligheid. In 2005 hebben we uitbundig het 2000 jarige bestaan van onze stad gevierd. We zullen nog bekijken of bepaalde activiteiten een vervolg krijgen. Tegelijk met deze begroting, maar in een afzonderlijk voorstel om verwarring en fouten te voorkomen, leggen wij uw Raad het voorstel voor om de programma’s Externe betrekkingen en Stedelijk strategie op te laten gaan in een nieuw programma Communicatie. De teksten in de betreffende programma’s zijn daarom summier, omdat zij na het besluit van uw Raad vervallen. Communicatie en promotie zullen in het nieuwe programma beter tot hun recht kunnen komen. Het belang ervan kan niet snel overschat worden. Voor het welslagen van beleid en van strategische ontwikkelingen op vele terreinen, voor het versterken van relaties en voor het vinden van partners bij andere overheden en bij marktpartijen.
Stadsbegroting 2006-2009
9
Burger & Bestuur Code
2110
Omschrijving Het bestuur van de stad bestaat uit de Gemeenteraad, het College van B&W en het bestuursorgaan burgemeester. Samenwerking tussen deze bestuursorganen is van groot belang, evenals de integriteit van bestuur en ambtelijke organisatie. Het functioneren van het stadsbestuur en de waardering van burgers over dat functioneren, hangen mede af van een goede inhoudelijke en organisatorische ondersteuning, tijdige, eenduidige en heldere communicatie naar burgers over beleid en uitvoering, en het waarborgen van openbaarheid en rechtszekerheid. Het bestuur streeft er naar de betrokkenheid van de burgers bij het bestuur te vergroten. Dit programma heeft sterke raakvlakken met het programma communicatie.
Recente ontwikkelingen In 2006 vinden de Gemeenteraadsverkiezingen plaats. Wij hopen dat de burger de weg naar de stembus straks weet te vinden. De hogere eisen vanuit de samenleving en de steeds mondiger wordende burger geven extra argumenten om in 2006 voort te gaan met de verbetering van de dienstverlening aan de burger. De invoering van het dualisme zorgde de afgelopen jaren voor grote veranderingen voor het besluitvormingsproces. Nu hebben College en Raad het speelveld bepaald, maar vernieuwing gaat door. Zo is door uw Raad het afgelopen jaar gewerkt aan nieuwe vormen van besluitvorming. Deze vernieuwing zal zeker na de verkiezingen een nieuwe impuls kunnen krijgen. Nijmegen 2000 heeft verleden jaar veel aandacht getrokken, ook bestuurlijk. Er zijn veel contacten gelegd met andere overheden, bedrijven en instellingen. Het is van belang dat er komend jaar op wordt doorgepakt en dat de contacten worden vastgehouden.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Wij willen dat het stadsbestuur goed functioneert als lokale, democratische overheid en de belangen van de inwoners van Nijmegen behartigt. Uitgaande van de eisen van de rechtsstaat, dragen wij daarbij zorg voor een zorgvuldige en tijdige dienstverlening aan de burger.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 College van B&W - De stad wordt op een democratische wijze bestuurd. - Het stadsbestuur is bereikbaar voor alle burgers. - De Gemeente behartigt de belangen van de burgers. Indicatoren: - De burger waardeert het College van B&W met een 6,7. Nu is dat een 6,6. - Het aantal burgers dat vertrouwen in ons College heeft, stijgt van 61% naar 65%. - Brieven en e-mails gericht aan het College worden tijdig beantwoord. - Aantal wijkbezoeken en aantal mensen die het spreekuur bezoeken. Hoofddoelstelling 2 Raad
10
Stadsbegroting 2006-2009
- Wij dragen als College bij aan goede randvoorwaarden zodat de Raad haar taak efficiënt en effectief kan uitvoeren. - De Raad geeft verdere uitwerking aan vernieuwingsvoorstellen in het kader van het dualisme. Hoofddoelstelling 3 Bestuurlijk-juridische zaken - Burgemeester, wethouders, raadsleden en ambtenaren handelen volgens de voor hen geldende integriteitscodes. - Rechtszekerheid is gewaarborgd voor de burgers van Nijmegen: wij houden ons aan wet- en regelgeving. Indicatoren: - In 2006 vermindert het percentage gegrond verklaarde bezwaarschriften, beroepen en klachten met tenminste 10%. - We streven naar 20 AWB-klachten minder per jaar. - Eind 2006 behandelen wij tenminste 70% van de bezwaarschriften binnen de wettelijke termijn. - Eind 2006 behandelen wij 80% van de klachten binnen de voorgeschreven termijn. Hoofddoelstelling 4 Dienstverlening en Burgerzaken Dienstverlening aan burgers vindt altijd zorgvuldig (conform de wet- en regelgeving), doelmatig, zo tijdig mogelijk (binnen de wettelijke termijnen) en vraaggericht plaats. De vraag van de burger is uitgangspunt. Indicatoren: - De algemene waardering voor burgers voor de dienstverlening van de Gemeente stijgt naar 7,0 (nu 6,9). - 98% van de binnengekomen berichten wordt tijdig afgedaan. - 80% van de klanten aan de balie bij Burgerzaken wacht maximaal 10 minuten.
indicatoren
0-meting 2003
2004
norm 2005
2006
Behandeling bezwaarschrift binnen wettelijke termijn
62
78
-
70%
Behandeling klachten binnen wettelijke termijn
69
60
-
80%
Vermindering gegronde bezwaarschriften
0
-
-
-/-10%
Minder bezwaar op grond Awb
0
-
-/-20 stuks
-/-20 stuks
71%
60%
98%
98%
6,6
6,6
6,7
6,7
62%
64%
65%
65%
6,9
6,9
7,0
7,0
60% (<15 min.)
5% (<15 min.)
80% (<15 min.)
80% (<10 min.)
Tijdig afhandelen binnengekomen berichten Burger waardeert College Vertrouwen in College Cijfer dienstverlening Gemeente Wachttijd burgerzaken
Doelrealisatie tot nu toe De volgende gegevens over de prestaties van de afgelopen jaren zijn ons ijkpunt voor het komende jaar: - In 2004 heeft de Raad de mogelijkheid van het burgerinitiatief ingesteld. In 2004 zijn ook vaste procedures voor burgerparticipatie afgesproken. - Burgers waardeerden het College van B&W in 2002, 2003 en 2004 met het cijfer 6,6. Het vertrouwen in het College nam in 2003 met enkele tienden van procenten af.
Stadsbegroting 2006-2009
11
- De kwaliteit van het juridisch handelen van de Gemeente. Jaarlijks wordt het Jaarverslag Rechtsbescherming opgesteld. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de betere en snellere afhandeling van klachten en bezwaren. In 2003, resp. 2004 werd 69%, resp. 60% van de klachten en 62%, resp. 78% (norm 70%) van de bezwaarschriften binnen de voorgeschreven termijnen afgehandeld. - Bij Burgerzaken is in 2003 60% en in 2004 85% (norm 80%) van de klanten binnen een kwartier geholpen. - Integriteit bestuur en ambtelijke organisatie. Handelen volgens de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in de gedragscodes voor Raad en College. Jaarlijks wordt de naleving van de gedragscodes geëvalueerd. Voor de overige cijfers verwijzen we u naar de hoofddoelstellingen waar een meerjarig overzicht staat van de cijfers van 2003 tot en met deze begroting.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? 1. College van B&W (H1) - Burgers kunnen ons College bereiken per brief, mail en telefoon. Wij beantwoorden alle brieven en e-mails tijdig. De collegeleden houden spreekuren in de Stadswinkel en leggen wijk-, werk- en bedrijfsbezoeken af. - Ons College betrekt de burgers bij de beleidsvoorbereiding, door inspraakavonden, open planprocessen en het burgerinitiatief. - Ons College onderhoudt een goed contact met het KAN, het Provinciebestuur en het Rijk. - We verbeteren de sturing van het dagelijks bestuur aan de ambtelijke organisatie o.m. door invoering van programmamanagement. 2. Raad (H2) In maart 2006 treedt een nieuwe Gemeenteraad aan. Dat biedt de mogelijkheid om een versnelling te brengen in het realiseren van de doelstellingen. In november 2005 start uw Raad een proces dat uitmondt in een document, waarin gemotiveerd nieuwe vormen van politieke besluitvorming aan de nieuwe Raad wordt aangeboden. Onderdelen van dit document zijn: vergaderstelsel, fractievergoedingen, scheiding van taken en bevoegdheden tussen College en Gemeenteraad, taken en rollen van het Presidium, waarnemend voorzitter, voorzittersberaad en griffier en voorstellen voor een opleidingstraject voor raadsleden. Als gevolg van functiewaarderingseffecten bij de Griffie willen we € 40.000 extra middelen beschikbaar stellen. 3. Bestuurlijk-juridische zaken (H3) - Wij evalueren de naleving van de integriteitsregels door burgemeester, wethouders, raadsleden en ambtenaren in 2006. - De directies rapporteren bij de Rekening over de uitvoering van het integriteitsbeleid. In 2006 doen wij een proef met "integrity testing". 4. Dienstverlening (H4) - Over prestaties van de dienstverlening geven wij in 2006 in het Burgerjaarverslag aandacht. - In 2006 brengen we een uitwerking van het in 2005 opgestelde dienstverleningsconcept uit voor de onderdelen van de gemeente die zich primair richten op dienstverlening aan burgers. De uitwerking bevat de servicenormen van de gemeente Nijmegen. - In 2006 herschrijven wij werkprocessen om te voldoen aan het uitgangspunt van het vraaggericht werken. - We onderzoeken of we in 2006 één centraal telefoonnummer voor de dienstverlening van de gemeente Nijmegen kunnen instellen. - Van de ingekomen post (incl. eventuele behandelingsberichten) beantwoorden en archiveren wij 98% tijdig. De kwaliteit van de berichtenafhandeling verbeteren we.
12
Stadsbegroting 2006-2009
- In 2006 meten wij hoeveel vergunningen en ontheffingen binnen de voorgeschreven termijnen zijn afgehandeld. We stellen zonodig normen voor verbetering. 5. Burgerzaken (H4) - Inwoners registreren wij zorgvuldig in de GBA. Onjuiste registratie voorkomen wij door een zorgvuldigheid en gerichte bestandscontroles. - Kwaliteit van de producten: - Alle Burgerzakenproducten komen tot stand volgens de geldende wet- en regelgeving. (H4) - Inwoners staan juist in de GBA. - Werkprocessen met een financieel risico toetsen wij in 2006 intern. - Kwaliteit van dienstverlening: - Wij werken aan een goede procesbewaking, zodat de norm van het aantal wachtende klanten wordt gehaald. - Schriftelijke/digitale afhandeling gebeurt binnen de vastgestelde normtijden (zie producten). - telefonische informatie over Burgerzakenproducten wordt 24 uur, 7 dagen per week verstrekt. - 85% van de inkomende telefoongesprekken wordt binnen de normtijd van 18 seconden aangenomen. - Steekproefsgewijs krijgen burgers die onze loketten bezoeken, de vraag hoe zij de bejegening aan de loketten ervaren.
Verwijzingen - Integriteitscodes - Jaarverslag Rechtsbescherming - Burgerjaarverslag - Bestuursmonitor
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Bestuursmonitor - Evaluatie ambtelijke gedragscode - Evaluatie procedures bezwaarschriften - Evaluatie tevredenheid juridische stafafdelingen - Burgerpeiling gemeentelijke producten - Ondersteuning benchmarking (intern en extern) - Klantenonderzoek Open Huis - Klantenonderzoek Sociaal raadslieden
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld. Wij stellen uw Raad voor om bij deze begroting vanaf 2006 € 40.000 structureel toe te voegen aan dit programma voor de gestegen personeelskosten van de Griffie.
Toelichting Financiën De wijziging van het budget van 2006 ten opzichte van 2005 betreft de verwerking van toegestane indexeringen.
Stadsbegroting 2006-2009
13
Investeringen Voor het uitvoeren van de wettelijke taak verkiezingen en referenda en het organiseren van de referenda gebaseerd op de gemeentelijke verordening hebben we 6 nieuwe stemmachines nodig. Een deel hiervan zal ingezet gaan worden in nieuwe stemdistricten in Nijmegen-noord (o.a. Lent, Visveld, Oosterhout). Een paar stemmachines willen we achter de hand houden voor noodsituaties, de huidige stemmachines zijn namelijk al enige jaren oud. Investering
2006
2007
2008
2009
Stemmachine
20.000
0
0
0
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
3.607.298
3.671.671
3.664.590
3.657.163
3.656.656
2.191.571
2.207.942
2.189.498
2.189.498
2.189.496
1PG-2110-003 - Bestuurlijkejuridische zaken
507.341
514.608
513.797
513.745
513.669
1PG-2120-001 - Burgerzaken
3.625.915
3.648.719
3.622.601
3.605.642
3.587.147
1PG-2120-002 - Burgerzaken bijzondere producten
385.686
389.913
387.029
385.107
383.031
1PG-2120-003 - Verkiezingen/ referenda
529.969
543.035
539.521
537.239
534.750
53.755
54.133
53.699
53.417
53.110
10.901.534
11.030.022
10.970.734
10.941.811
10.917.859
1PG-2120-001 - Burgerzaken
-1.759.503
-1.759.503
-1.759.503
-1.759.503
-1.759.503
1PG-2120-002 - Burgerzaken bijzondere producten
-99.488
-99.488
-99.488
-99.488
-99.488
-48.141
-48.141
-48.141
-48.141
-48.141
-1.907.132
-1.907.132
-1.907.132
-1.907.132
-1.907.132
8.994.402
9.122.890
9.063.602
9.034.679
9.010.727
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-2110-001 - Dagelijks Bestuur 1PG-2110-002 - Raad
1PG-2120-004 - CRIB
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
1PG-2120-003 - Verkiezingen/ referenda
Totaal baten Programma
14
Stadsbegroting 2006-2009
Veiligheid Code
2210
Omschrijving Het programma Veiligheid omvat de gemeentelijke activiteiten op het gebied van veiligheid, openbare orde, rampenbestrijding, vergunningverlening en handhaving. We beogen op deze terreinen een samenhangende strategische visie te ontwikkelen die we vervolgens vertalen in beleid. Ook de uitvoering van het veiligheidsbeleid valt onder dit programma.
Recente ontwikkelingen In 2002 zijn de belangrijkste thema's geformuleerd voor het programma Veiligheid voor de raadsperiode 2002-2006. Deze thema's zijn: - Integrale Veiligheid - handhaving - vergunningverlening - rampenbestrijding - de aanpak van drugscriminaliteit De afgelopen jaren is fors ingezet op deze veiligheidsthema's. De veiligheid in Nijmegen is toegenomen. Nijmegenaren voelen zich veiliger in stad en in de eigen buurt dan een aantal jaren geleden. De Stadspeiling en de Integrale Veiligheidsmonitor zijn instrumenten waarmee we de veiligheidsontwikkelingen in de stad volgen. In 2001 voelde 43% zich onveilig (in het algemeen), in 2003 was dit percentage gedaald naar 36%. In 2001 voelde 33% zich onveilig in de eigen buurt, in 2003 was dit percentage gedaald naar 27%. Begin 2006 zullen de IV-monitor 2005 en Stads- en Wijkmonitor 2005 een actueel beeld verschaffen van de veiligheid in Nijmegen. We zullen op basis daarvan bekijken of de prioriteitsstelling van veiligheidsthema's heroverweging behoeft.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? We willen de objectieve veiligheid en het veiligheidsgevoel van de burgers van Nijmegen positief beïnvloeden. Ook willen we de veiligheidsrisico's beperken. Het streven is, dat - het percentage van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt, daalt naar 35% - het percentage dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt, daalt naar 25%. Bij deze uitkomsten moet worden aangetekend dat er geen enkelvoudige relatie bestaat tussen het gevoerde beleid, de ontwikkeling van het veiligheidsgevoel en de objectieve veiligheid. De door burgers ervaren veiligheid hoeft niet altijd overeen te komen met de objectieve veiligheid, zoals die blijkt uit de cijfers voor geweldsdelicten, vermogensdelicten, en drugsoverlast en criminaliteit. In 2006 willen we wederom een aantal veiligheidsslagen maken op de thema's Integrale Veiligheid; handhaving; vergunningverlening; rampenbestrijding; de aanpak van drugscriminaliteit.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) De hoofddoelstellingen van het programma veiligheid zijn:
Stadsbegroting 2006-2009
15
Integrale Veiligheid In 2006 gaan we door met de uitvoering van het programma Integrale Veiligheid 2005-2009. Een belangrijke wijze van werken in het Integrale Veiligheidsbeleid is de gebiedsgerichte aanpak. Binnen het IV-programma zijn vijf prioriteiten geformuleerd: 1. vermindering van criminaliteit door volwassen en jeugdige veelplegers. 2. aanpak van huiselijk geweld. 3. vermindering van criminaliteit in risicogebieden. 4. vermindering van overlast op straat door personen. 5. aanpak van intimidatie. Hoofddoelstelling 1 We verminderen de criminaliteit door volwassen en jeugdige veelplegers We streven er naar dat - aan 50% van de volwassen veelplegers een resocialisatietraject wordt aangeboden, d.w.z. 115 drangtrajecten per jaar - 50% van de volwassen veelplegers gemiddeld de helft van het jaar in detentie zit - een derde deel van de jeugdige veelplegers een resocialisatietraject krijgt aangeboden, d.w.z. 25 drangtrajecten per jaar. Hoofddoelstelling 2 We verminderen het gebruik van huiselijk geweld. We streven er naar dat - het aantal eerste meldingen met de komst van het meldpunt huiselijk geweld toeneemt met 10% - het aantal herhaalde meldingen daalt met 10% We tekenen hierbij aan dat precieze cijfers van huiselijk geweld ontbreken. De inschatting is dat er in Nijmegen jaarlijks circa 700 gevallen van huiselijk geweld plaatsvinden. Hoofddoelstelling 3 We verminderen de criminaliteit in risicogebieden We streven er naar dat - een risicogebied wordt aangepakt - in twee wijkaanpakplannen een veiligheidsparagraaf wordt geformuleerd - drie acute wijkveiligheidsproblemen worden opgelost. Hoofddoelstelling 4 We verminderen de overlast op straat door personen. We streven er naar dat - het aantal overlastmeldingen veroorzaakt door jongeren vermindert - het aantal overlastmeldingen veroorzaakt door dak- en thuislozen vermindert. Hoofddoelstelling 5 We verminderen intimidatie, met name burenoverlast. Handhaving In 2006 werken we verder aan de uitvoering van de 11 prioriteiten uit het integraal handhavingsprogramma 2004-2006. Ook evalueren wij het programma en stellen we een nieuw handhavingsprogramma op. Hoofddoelstelling 6 We verbeteren integraal de kwaliteit van de fysieke handhaving op de gebieden van bouwen en wonen en ruimte.
16
Stadsbegroting 2006-2009
Vergunningen Uit een analyse van de kwaliteit van de gemeentebrede vergunningverlening op het gebied van fysieke veiligheid kwam naar voren dat er gerichter aan kwaliteitszorg van de vergunningverlening moet worden gewerkt. Aan de hand van een projectmatige opzet willen we in 2006 en 2007 een inhaalslag maken om de kwaliteit van de vergunningverlening te vergroten. Hoofddoelstelling 7 We verbeteren de kwaliteit van de vergunningverlening. Rampenbestrijding We houden het rampenplan up to date. In 2006 gaan we door met het opleiden en oefenen van de sleutelfiguren in de rampenorganisatie. Hoofddoelstelling 8 We willen zo goed mogelijk voorbereid zijn op de aanpak van calamiteiten en rampen. Drugspanden Woningcorporaties, politie en gemeente Nijmegen werken intensief samen om een einde te maken aan de overlast zoals die door drugspanden wordt veroorzaakt. In 2006 gaan we door met deze integrale aanpak. Hoofddoelstelling 9 We pakken de overlastgevende drugspanden aan, zodanig dat de overlast beheersbaar is.
Doelrealisatie tot nu toe Met programma veiligheid streven we naar een veiliger samenleving. Het aantal mensen dat zich onveilig voelt is een belangrijke indicator voor de veiligheidssituatie. De ervaren veiligheid hoeft niet altijd overeen te komen met feitelijke onveiligheid. In 2001 voelde 43% zich onveilig (in het algemeen), in 2003 was dit percentage gedaald naar 36%. In 2001 voelde 33% zich onveilig in de eigen buurt, in 2003 was dit percentage gedaald naar 27%.
Subjectieve veiligheid Nijmegen
1998
2001
2003
Ambitie
Voelt zich onveilig (in het algemeen)
34%
43%
36%
35%
Voelt zich onveilig (eigen buurt)
28%
33%
27%
25%
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om deze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten hoofddoelstelling 1 In 2006 gaan we als vervolg op de al ingerichte ketenaanpak voor volwassen veelplegers, ook een ketenaanpak voor jeugdige veelplegers organiseren. Hiernaast richten we een aanpak op ernstige overlast. Activiteiten hoofddoelstelling 2 - opstellen van een convenant tussen alle lokale partijen betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld. - realiseren van een advies- en meldpunt huiselijk geweld.
Stadsbegroting 2006-2009
17
Activiteiten hoofddoelstelling 3 - terugdringen uitgaansoverlast stadscentrum - opstellen convenanten voor de maisonnettes Neerbosch-Oost - aanpak problemen bij de flats aan de Neerboscheweg en het Tubaplein - aanpak problemen in de wijk Wolfskuil - aanpak kleine criminaliteit in Nijmegen-Oost - aanpak multiculturele problemen in de wijk Dukenburg. Activiteiten hoofddoelstelling 4 - continueren c.q. starten van 12-min netwerken - continueren c.q. starten van BOOG-netwerken, - uitvoering van drie Focus-projecten - twee crisisinterventies bij acute jongerenoverlast. Activiteiten hoofddoelstelling 5 Opstellen plan van aanpak intimidatie en vastleggen prestatieafspraken tussen Gemeente en woningbouwcorporaties. Activiteiten hoofddoelstelling 6 Verder uitvoeren van het project kwaliteitszorg handhaving. In dit gemeentebrede project staat de aanpak om de kwaliteit van de handhaving te vergroten. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het uitvoeren van concrete handhavingsprojecten, wat bijvoorbeeld moet resulteren in een integraal handhavingsteam bij grote activiteiten. Ook werken we aan de ontwikkeling en invoering van een dienstverleningsconcept voor handhavers en het verder implementeren van best practices. Dat moet resulteren in een 'gewenste burgerbenadering'. We beschrijven hoe en met welke houding en met welke instrumenten de burger tegemoet wordt getreden. Met het integraal handhavingsprogramma 2004-2006 wordt richting gegeven aan het inzetten van extra handhavingscapaciteit bij het bestrijden van fysieke veiligheidsrisico's. Hiervoor zijn 11 prioriteiten benoemd. In 2006 evalueren wij het handhavingsprogramma 2004-2006 en stellen we een nieuw handhavingsprogramma op. Activiteiten hoofddoelstelling 7 In 2006 wordt uitvoering gegeven aan het een actieprogramma kwaliteit vergunningverlening. Onderdelen van het programma zijn onder andere: - het vastleggen en op elkaar afstemmen van alle risicovolle vergunningprocedures in procedurebeschrijvingen - het verder ontwikkelen van kengetallen om het vergroten van de doelmatigheid te ondersteunen. Activiteiten hoofddoelstelling 8 - het oefenen van het gemeentelijk rampenmanagementteam, de actiecentra, het regionaal beleidsteam en het regionaal operationeel team - nieuwe medewerkers volgen de opleiding voor crisisbeheersing en rampenbestrijding - per kwartaal bereikbaarheidsoefeningen. Activiteiten hoofddoelstelling 9 - volgen en aanpakken van overlastgevende drugspanden.
Outputindicatoren veelplegers
2006
% volw. veelpl. resocialisatietrajecten
50% = 115 trajecten
% jgd. veelpl. resocialisatietrajecten % succesvolle resocialisatie
18
33% = 25 traject nog te bepalen
Stadsbegroting 2006-2009
detentie
50% van volwassen veelplegers v
ketenaanpak overlast
procesinspanning
ketenaanpak jeugd
procesinspanning
clientvolgsysteem
procesinspanning
Outputindicatoren huiselijk geweld
2006
aantal eerste meldingen huiselijk geweld
+10%
aantal vervolgmeldingen huiselijk geweld
-10%
convenant huiselijk geweld
procesinspanning
meldpunt
procesinspanning
Verwijzingen - Integraal handhavingsprogramma 2004-2006 - Algemene Plaatselijke Verordening - Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2005-2009 - Rampenplan deel 1
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - De resultaten van de Veiligheidsmonitor 2005 worden in februari 2006 bekend - Onderzoek intimidatie - Evaluatie toezichtproject jongeren
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijzigingen vastgesteld. exploitatie actieprogramma vergunningverlening GHOR
2006
2007
2008
2009
250
250
-
-
27
27
2
-
Toelichting Financiën De stijging van het budget van 2006 ten opzichte van 2005 betreft naast de verwerking van de toegestane indexeringen de verwerking van de perspectiefnota 2006 onderdelen actieprogramma vergunningverlening (productgroep kwaliteitszorg vergunningen) en GHOR (productgroep rampenbestrijding). De productgroepen OBAZ-kolping en 'uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid' hebben beide, zowel inhoudelijk als financieel betrekking op MOP 3.
Stadsbegroting 2006-2009
19
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
67.544
67.683
67.616
67.558
67.545
651.580
632.506
632.390
632.280
632.195
1PG-2210-003 - Kwaliteitszorg vergunningen
19.261
269.485
269.436
19.433
19.428
1PG-2210-004 - Openbare Orde
511.163
517.264
516.228
516.162
516.065
1PG-2210-005 - Kwaliteitszorg handhaving
305.753
306.649
276.452
306.440
306.421
1PG-2210-006 - Rampenbestrijding
212.946
240.039
239.677
214.654
212.620
1PG-2210-007 - Coordinatie Integratie Veiligheid
173.700
176.461
175.925
175.891
175.841
1PG-2210-008 - OBAZ Kolping
308.517
309.812
309.771
59.706
59.664
1.490.000
1.490.000
1.490.000
1.140.000
1.140.000
250.000
250.000
0
0
0
3.990.462
4.259.898
3.977.495
3.132.123
3.129.780
1PG-2210-002 - Bijzondere wetten/apv
-196.357
-158.357
-158.357
-158.357
-158.357
1PG-2210-008 - OBAZ Kolping
-250.000
-250.000
-250.000
0
0
1PG-2210-009 - Uitv. prog. Integrale Veiligheid
-1.490.000
-1.490.000
-1.490.000
-1.140.000
-1.140.000
Totaal baten Programma
-1.936.357
-1.898.357
-1.898.357
-1.298.357
-1.298.357
2.054.105
2.361.541
2.079.138
1.833.766
1.831.423
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep 1PG-2210-001 - Antidiscriminatiemaatregelen 1PG-2210-002 - Bijzondere wetten/apv
1PG-2210-009 - Uitv. prog. Integrale Veiligheid 1PG-2210-010 - Joris
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
20
Stadsbegroting 2006-2009
Brandweer en rampenbestrijding Code
2220
Omschrijving De brandweer Nijmegen heeft naast de traditionele repressieve taak en de daarbij behorende taken op het terrein van preparatie en nazorg ook taken op het terrein van het ontwikkelen en uitvoeren van het fysieke veiligheidsbeleid in Nijmegen. Dit beleid richt zich in eerste instantie op het voorkomen van fysieke onveiligheid. Hiertoe adviseert de brandweer de directie Grondgebied op het terrein van ruimtelijke ontwikkelingen, bouw- en milieuvergunningen en vergunningen voor het gebruik van de openbare ruimte, bijvoorbeeld voor evenementen. Daarnaast heeft de brandweer de taak door middel van gebruiksvergunningen het brandveilige gebruik van bouwwerken en terreinen te regelen en te handhaven. De repressieve taken van de brandweer zijn gericht op het beperken van de gevolgen van calamiteiten en rampen door het beperken van het aantal slachtoffers, benadeelden en economische schade. De brandweer en de afdeling Bouwen en Wonen werken samen bij het op orde brengen van de brandveiligheid in de kamerverhuurbedrijven. De brandweer controleert de brandveiligheid. De brandweer rapporteert hierover aan Bouwen en Wonen die vervolgens zorgdraagt dat de betreffende eigenaren de zaken op orde brengen. De kosten van de regionale brandweer Gelderland-Zuid zijn in het programma begroot. De begroting met bijbehorend jaarprogramma en de verantwoording daarvan door middel van de rekening worden door het bestuur van de regionale brandweer gescheiden aan de Raad voorgelegd.
Recente ontwikkelingen De omgeving waarin de brandweer functioneert, is sterk in beweging. Gedacht moet hierbij worden aan de landelijke ontwikkeling dat brandweerkorpsen binnen de regio's tot verdergaande samenwerking komen maar ook aan de ontwikkeling binnen de gemeente Nijmegen die voorziet in een meer integrale benadering van het aspect veiligheid. Hulpverleningsbestuur Naar aanleiding van het ROB-advies Veiligheid op niveau: een bestuurlijk perspectief op de toekomst van veiligheidsregio's heeft het kabinet haar standpunt bepaald op de toekomst van de veiligheidsregio. Het kabinet wil de besturen van de regionale brandweer en de GHOR samen voegen tot één hulpverleningsbestuur. Dit bestuur moet samenwerkingsafspraken maken met het bestuur van de politie. Het regionale bestuur krijgt doorzettingsmacht en hoeft besluiten niet langer voor te leggen aan de deelnemende gemeenten. Gemeenten mogen nog wel initiatief nemen op het gebied van lokale veiligheid, maar het regionale planniveau vormt het belangrijkste kader. Een deel van het brandweerpersoneel komt in regionale dienst en meer taken moeten op regionaal niveau worden uitgevoerd. De repressieve taken en het vrijwillige personeel blijven zo veel mogelijk lokaal ingebed. De burgemeester behoudt binnen haar grondgebied de leiding over de operationele inzet van de brandweer, de rampenbestrijding en de openbare orde en veiligheid. Het gezag en het beheer wordt hiermee gescheiden. De komende vijf jaar wordt de huidige financieringssystematiek gehandhaafd. Het kabinet heeft de ambitie de plannen voor 1 januari 2006 te realiseren. Deze ambitie blijkt in de praktijk niet realistisch te zijn. Daadkracht Onze regio kent een gemeenschappelijke regeling Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid. Hierin zijn, overeenstemmend met het kabinetsbeleid, de besturen van de Regionale Brandweer
Stadsbegroting 2006-2009
21
en de GHOR geïntegreerd. De samenstelling van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling en die van het Regionaal College komen met elkaar overeen. Ook zijn ambtelijk maatregelen genomen om de multidisciplinaire daadkracht te versterken. Zo is het Directieteam Veiligheid (DTV) gevormd waarin de Korpschef Politie, de Regionaal Geneeskundig Functionaris, de directeur Regionale Ambulancevoorziening, een Coördinerend Gemeentesecretaris en de Commandant Regionale Brandweer nauw samenwerken. Voorts is het Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding Gelderland Zuid tot stand gebracht, waarin het beleid en de beleidsmatige speerpunten voor de hulpverlening bij ongevallen en rampen zijn vastgelegd. Daar waar het gaat om de integrale benadering van het aspect veiligheid binnen de gemeente Nijmegen heeft het ons College opdracht gegeven uit te werken hoe de programma's Veiligheid en Brandweer en Rampenbestrijding in elkaar kunnen worden geschoven. Dit kan leiden tot de inrichting van een directie Veiligheid. Meer rood op straat Op dit moment wordt hard gewerkt aan het bebouwen van het Waalspronggebied en wordt de bebouwing van de bestaande stad verder verdicht. Ook verwachten we een toename van de bedrijvigheid de komende jaren. Op basis van het project 'Meer rood op straat' laat de brandweer zich vaker en nadrukkelijker zien in het verzorgingsgebied. We versterken de samenhang in de veiligheidsketen en de binding met de samenleving door als partner in veiligheid meer zichtbaar actief te zijn. Daartoe gaan de afdeling Repressieve en vertegenwoordigers van de afdeling Preventie & Preparatie samen aan de slag met gebiedsoriëntatie, algemene brandveiligheidscontroles, voorlichtingsbijeenkomsten en inzetoefeningen binnen het verzorgingsgebied. Het project 'Terugdringen loze alarmeringen' dat in 2005 is gestart, koppelen we aan de doelstellingen van het project 'Meer rood op straat'. In 2006 gaan we verder met de invulling van de proactietaak. Hierdoor kan de brandweer een structurele bijdrage leveren aan het voorkomen van onveilige situaties door vroegtijdige advisering bij nieuwe ontwikkelingen in de stad.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? De doelstelling van het programma Brandweer en Rampenbestrijding is het stabiliseren van het aantal incidenten in de stad waarbij inzet van de brandweer noodzakelijk is en de gevolgen daarvan; dit ondanks de intensivering van het leven in en de groei van de stad.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) 1. Het stabiliseren van het aantal incidenten Door pro-actief inspelen op de ruimtelijke ontwikkeling binnen de stad voorkomen wij het ontstaan van structurele onveiligheid. Door middel van preventieactiviteiten werken wij aan het voorkómen van brand en het beperken van brandgevaar. We evalueren incidenten om de effectiviteit van de activiteiten te kunnen meten en te verbeteren. 2. Het stabiliseren van de gevolgen van incidenten Door pro-actieve en preventieve activiteiten dragen we bij aan het beperken van ongevallen als gevolg van brand en aan het voorkomen en beperken van schade als gevolg van brand. Door preparatieve activiteiten bereiden we ons voor op een adequate repressieve taakuitvoering. Door repressieve activiteiten dragen we bij aan het beperken van schade aan de gezondheid van slachtoffers en het beperken van de schade. We evalueren incidenten en de bestrijding daarvan om de effectiviteit van de activiteiten te kunnen meten en verbeteren.
22
Stadsbegroting 2006-2009
Opmerkingen bij de tabel Om de soms significante jaarlijkse afwijkingen te dempen zijn de in de tabel aangegeven aantallen en schadebedragen gebaseerd op het voortschrijdende jaargemiddelde. De voor het jaar 2003 gepresenteerde cijfers zijn gebaseerd op het gemiddelde over de jaren 1999 tot en met 2003. Toelichting prestatie-indicator loze meldingen Tot en met 2003 werd bij het registreren van loze meldingen brand afgeweken van de definitie van het CBS. Met ingang van 2004 sluiten we aan op de CBS-definitie voor loos alarm via een brandmeldinstallatie. Deze definitie is als volgt: `Loos alarm via een installatie waarmee de brandweer een melding ontvangt, zonder tussenkomst van een persoon'. Aansluiten op de definitie van het CBS heeft tot gevolg dat het aantal in 2003 geregistreerde loze meldingen (584) veel lager is dan het geregistreerde aantal loze meldingen in 2004 (926). De doelstelling van het project `Terugdringen loze meldingen' is het aantal geregistreerde loze meldingen in 2005 met 25% te verminderen. Oorspronkelijk was 2003 als peiljaar gekozen. We hebben met het oog op zuivere en realistische doelen voor dit project bij nader inzien gekozen voor 2004 als peiljaar. In 2005 realiseren we 700 loze meldingen. Ten opzichte van 2004 realiseren we hiermee een daling van het aantal met 25%. In onderstaande tabel is in de kolom 2003 het in 2004 gerealiseerde aantal loze meldingen brand vermeld. Overigens zullen wij in 2006 een extra inspanning leveren om onze prestatiedoelstellingen beter meetbaar te maken en de kwaliteit van de onderliggende cijfers te verbeteren. De huidige cijfers zijn ontleend aan de jaarlijkse CBS-statistieken maar geven ons nog onvoldoende zekerheid over de juistheid op gemeentelijk niveau. indicatoren
2003
2006
2007
2008
2009
Aantal meldingen brand
871
<= 871
<= 871
<= 871
<= 875
Aantal meldingen hulpverlening
245
<= 245
<= 245
<= 245
<= 315
Aantal loze meldingen brand
926
<= 700
<= 700
<= 700
<= 700
17
<= 17
<= 17
<= 17
<= 17
1
<= 1
<= 1
<= 1
<= 1
6.279
<= 6.279
<= 6.279
<= 6.279
<= 6.279
2001
2002
2003
2004
Aantal meldingen brand
885
867
871
684
Aantal meldingen hulpverlening
302
273
245
275
611
666
926
926
Doelstelling 1
Doelstelling 2 Aantal gewonden bij brand Aantal doden bij brand Schadebedrag agv brand (x1.000.000)
Doelrealisatie tot nu toe
indicatoren Doelstelling 1
Aantal loze meldingen brand Doelstelling 2
Stadsbegroting 2006-2009
23
Aantal gewonden bij brand Aantal doden bij brand Schadebedrag agv brand (x1.000.000)
16
14
17
niet bekend
1
5
1
niet bekend
10.686
3.471
6.279
niet bekend
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? 1. Activiteiten gericht op het stabiliseren van het aantal incidenten a. We voorzien vast te stellen bestemmingsplannen van een veiligheidsadvies (inclusief advies met betrekking tot risicocommunicatie) en werken daarbij samen met de afdeling Stadsontwikkeling, de coördinator integrale veiligheid, de afdeling Milieu en de politie District Stad Nijmegen (proactie); b. De vereiste gebruiksvergunning is voor nieuwe gebouwen afgegeven voordat het gebouw in gebruik genomen wordt. We passen de regelgeving hierbij correct en consequent toe (preventie); c. Bij opstellen van brandveiligheidadviezen in het kader van de bouwvergunning, de milieuvergunning of de vergunning gebruik openbare ruimte, passen we de regelgeving correct en consequent toe (preventie); d. We voorzien 1 op de 5 gebruiksvergunningen en 1 op de 10 brandveiligheidadviezen van een tweede beoordeling om daarmee het correct en consequent toepassen van regels en de juridische kwaliteit te waarborgen (preventie); e. Op basis van het actieprogramma brandveiligheid lopen we de achterstanden op het terrein van het verlenen van gebruiksvergunningen in 2006 in en we brengen samen met de afdeling Bouwen en Wonen de veiligheid in kamerverhuurpanden op orde (preventie); f. We controleren alle objecten met een gebruiksvergunning op de vergunningvoorwaarden; de controlefrequentie is conform de referentiekaders van het Project Versterking Brandweer, uitgave Ministerie van BZK (preventie); g. We stabiliseren het aantal loze meldingen op het aantal in 2004 gerealiseerde loze meldingen minus 25% (preventie); h. We onderzoeken de oorzaken van alle loze meldingen en we informeren betrokkenen over de resultaten en leggen daarbij de relatie naar veiligheidsbewustzijn en zelfredzaamheid (preventie); i. We organiseren voorlichtingsbijeenkomsten voor wijkbewoners en werknemers van bedrijven en instellingen gericht op het verhogen van het risicobewustzijn (preventie); j. We onderzoeken klachten op het terrein van de brandveiligheid en we informeren betrokkenen over te nemen maatregelen, risicobewustzijn en zelfredzaamheid (preventie); k. We evalueren alle incidenten waarbij slachtoffers te betreuren zijn en alle incidenten die voldoen aan het criterium middel of hoger. Dit zijn incidenten waarbij 2 of meer tankautospuiten zijn ingezet. Daarnaast worden jaarlijks 10 kleine incidenten geëvalueerd. We beoordelen daarbij de effectiviteit van de pro-actieve, preventieve, preparatieve en repressieve maatregelen en sturen zonodig bij (nazorg). 2. Activiteiten gericht op het stabiliseren van de gevolgen van incidenten Alle hiervoor onder 1 genoemde maatregelen dragen ook bij aan de hoofddoelstelling gericht op het stabiliseren van de gevolgen van incidenten. Aanvullend daarop worden de volgende activiteiten uitgevoerd. a. Op basis van het actieprogramma brandveiligheid lopen we de achterstanden op het terrein van preparatieve planvorming in (preparatie); b. De plannen worden periodiek geactualiseerd. Daarbij maken we gebruik van de resultaten van het project `Meer rood op straat' (preparatie); c. Het oefenprogramma voor het repressieve personeel voldoet aan de landelijke richtlijn. Het percentage repressief personeel dat voldoet aan de toetsingscriteria wordt gefaseerd verhoogd naar 90% (preparatie); d. Bij 90% van alle uitrukken voldoen we aan genormeerde opkomsttijd (repressie);
24
Stadsbegroting 2006-2009
e. We organiseren voorlichtingsbijeenkomsten voor wijkbewoners en werknemers van bedrijven en instellingen gericht op het verhogen van het risicobewustzijn en combineren dat met activiteit 1.i (preventie). indicatoren
2006
2007
2008
2009
80
100
100
100
aantal gebruiksvergunningen nieuwe gebouwen
50
50
50
50
aantal gebruiksvergunningen evenementen
80
80
80
80
100
0
0
0
50
50
50
50
350
350
350
350
40
40
40
40
300
200
200
200
50
50
50
50
1050
1170
1300
1300
90
95
100
100
240
0
0
0
40
40
40
40
6
10
10
10
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
300
250
0
0
20
20
20
20
115
200
280
300
75
83
88
90
90
90
90
90
aantal uitrukken brand
<= 871
<= 871
<= 871
<= 871
aantal uitrukken hulpverlening
<= 245
<= 245
<= 245
<= 245
Pro-actie % nieuwe bestemmingsplannen voorzien van veiligheidsadvies
Preventie
aantal gebruiksvergunningen inlopen achterstand aantal 2e beoordelingen gebruiksvergunning aantal adviezen bouwvergunning aantal adviezen milieuvergunning aantal adviezen vergunning gebruik openbare ruimte aantal 2e beoordelingen adviezen aantal periodieke controles gebruiksvergunning controlefrequentie iom referentiekaders (%) aantal controles kamerverhuurpanden inlopen achterstanden aantal onderzoeken naar oorzaak loze melding voorlicht. risicobewustzijn/zelfredzaamheid (Mros) aantal te onderzoeken klachten brandveiligheid
Preparatie aantal preparatieve plannen inlopen achterstand aantal prepratieve plannen nieuwe objecten aantal actualisaties preparatieve plann. (Mros) % repressief personeel dat voldoet aan toetsingsciteria)
Repressie % op tijd bij een incident
Stadsbegroting 2006-2009
25
aantal uitrukken loze melding brand
<= 700
<= 700
<= 700
<= 700
aantal evaluaties kleine incidenten
10
10
10
10
aantal evaluaties incidenten met slachtoffers (en midd/gr inc.)
10
10
10
10
Nazorg
Verwijzingen - Collegebesluit actieprogramma brandveiligheid (juli 2003); - Raadsbesluit financiën voorzieningen en programmaplan Nijmegen Noord (mei 2005); - Collegebesluit samenvoegen programma's Veiligheid en Brandweer & Rampenbestrijding ( 2005); - Kabinetstandpunt Veiligheidsregio's
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek (gebruiksvergunning) preventie en het klanttevredenheidsonderzoek repressie worden in de zomerperiode 2006 bekend - Beleving burgers fysieke veiligheid (rapportage begin 2006)
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Op indexering na zijn er geen verschillen.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-2220-001 - Basis brandweerzorg
10.111.994
10.088.038
10.246.812
10.242.755
10.219.800
Totaal lasten Programma
10.111.994
10.088.038
10.246.812
10.242.755
10.219.800
0
0
0
0
0
10.111.994
10.088.038
10.246.812
10.242.755
10.219.800
Financiële baten per Productgroep Totaal baten Programma
26
Stadsbegroting 2006-2009
Stedelijke strategie Code
2310
Omschrijving Voor de realisering van stedelijke beleidsdoelen en grote strategische projecten hebben wij de medewerking nodig van uiteenlopende externe partijen. Om die medewerking te verkrijgen moeten de belangen van Nijmegen goed voor het voetlicht worden gebracht. Daartoe worden activiteiten ondernomen op het vlak van externe oriëntatie, subsidieacquisitie en gerichte lobby en public affairs. Met Raad en Griffie is een procedure afgesproken die zal leiden tot samenvoeging van de programma's Stedelijke Strategie, Externe Betrekkingen en 4 Productgroepen van het Programma Bestuur. De naam van het nieuwe programma is: Communicatie.
Recente ontwikkelingen Het onderwerp stedelijke strategie is in Nijmegen in sterke mate verbonden geweest met het maken van de stadsvisie. Dat was vooral een ontwikkelingsproces dat inmiddels volledig is afgerond. Het heeft belangrijke aandachtspunten opgeleverd die zijn verwerkt in de verschillende programma's van de stadsbegroting. Daarmee is het bestaand beleid. Het accent ligt nu op de realisering van de inhoudelijke doelstellingen van deze programma's . Ook daarbij speelt strategie een belangrijke rol. Zowel ontwikkelingen in de stad als daarbuiten kunnen aanleiding geven om af te wijken van een ingeslagen weg. Of juist vast te houden aan een koers die evenwel door actuele ontwikkelingen extra inspanningen vraagt. Dat afwegingsproces is continue aan de orde en geeft het besturen van de stad zijn bijzondere dynamiek. Het vraagt van zowel bestuur als ambtelijke organisatie een bijzondere alertheid op externe ontwikkelingen, de mogelijkheden tot beïnvloeding daarvan en op de houdbaarheid van eerder geprogrammeerde doelen. Aan de alertheid op externe ontwikkelingen en de beïnvloeding daarvan geven we vorm door actief te participeren in netwerken.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het vergroten van de realiseringskansen van voor de strategische ontwikkeling van Nijmegen belangrijke doelen en projecten
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Draagvlak en medewerking van voor de Gemeente belangrijke bedrijven en instellingen. Afspraken over samenwerking met zowel Nederlandse als buitenlandse steden en instellingen, overheden, intermediairs en ondernemingen
Doelrealisatie tot nu toe Een geslaagd voorbeeld van de coördinerende rol van het programma stedelijke strategie is een bijdrage aan een oplossing van de verkeersproblematiek bij de Waalbrug. Er is bestuurlijke eensgezindheid in de regio bereikt over de wijze waarop de te kleine capaciteit van de bruggen over de Waal kan worden vergroot. Er is een vrijwel unanieme keuze gemaakt door de Gemeenteraden en Staten. Zij kozen voor een verbreding van de A50 en een extra stadsbrug in Nijmegen. Daardoor is er sinds eind 2004 een einde aan jarenlange verdeeldheid in de regio. Door die verdeeldheid slaagden we er als stad en regio niet in om een duidelijke vuist richting rijksoverheid te maken voor inhoudelijke en financiële steun. Die vlag hangt er nu dus aanzienlijk beter bij en er is na jarenlang van alleen maar praten nu daadwerkelijk uitzicht op realiseerbare oplossingen. De verbeterde bereikbaarheid van stad en regio die daarvan het gevolg is, is ook een belangrijke voorwaarde voor onze verdere economische ontwikkeling.
Stadsbegroting 2006-2009
27
Ook op economisch vlak zijn er door strategische coördinatie resultaten te melden. De Universiteitssteden Nijmegen, Wageningen en Enschede bundelden met steun van de Provincie en de regionale samenwerkingsverbanden de krachten op het vlak van de kenniseconomie. Concepten als Health Valley, Food Valley en Technical Valley zijn samengebracht onder de vlag van "New Triangle", waarmee de driehoek Nijmegen, Wageningen, Enschede wordt bedoeld. Staatssecretaris Van Gennip van economische zaken is inmiddels overtuigd van deze kansen en mogelijkheden binnen ons gebied. Ze heeft financiële steun van de rijksoverheid toegezegd. Gezamenlijk met regionale en provinciale partners is er ook meer dynamiek gebracht in de grensoverschrijdende samenwerking. Met verschillende Duitse steden en organisaties, maar ook met de Bezirksregierung in Düsseldorf zijn nieuwe contacten aangeknoopt. Als gevolg daarvan vindt nu op terreinen als onderwijs en zorg, openbare orde en veiligheid, verkeer en vervoer en meer in het algemeen op het gebied van stedelijke ontwikkeling intensieve kennisuitwisseling plaats. Het internationale aanzien van Nijmegen is door deze contacten versterkt. Tot slot hebben wij ook onze inspanningen om optimaal gebruik te maken van nationale en Europese fondsen voortgezet. Dat leverde een bedrag van € 12 miljoen op. Het EFRO-programma Kanaalgebied heeft mede daardoor ook in 2004 weer kunnen voldoen aan de door Brussel opgelegde voorwaarden.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Onze inhoudelijke en financiële belangen bij Koers West, maar ook bij andere grote stedelijke projecten zijn bijzonder groot. Het vraagt commitment van tal van partijen over een lengte van jaren. Dit vraagt verhoogde inspanningen op het vlak van lobby en public affairs. Daartoe gaan we onze bestuurlijke en ambtelijke netwerkkontakten strakker organiseren en coördineren. Wij verwachten dat deze inzet zichzelf zal terugverdienen door een hogere opbrengst aan externe financieringsmogelijkheden via Europese, nationale en provinciale geldstromen. Effectieve lobby zal ook nodig zijn om bestaande geldstromen voor de toekomst voor Nijmegen veilig te stellen. De noodzaak om Nijmegen goed op de kaart te zetten wordt door alle bezuinigingsplannen van het kabinet alleen nog maar groter. De spoeling wordt immers dunner. Ook op het Europese subsidiefront zijn er nieuwe ontwikkelingen. De politieke strijd rond de volgende ronde Structuuurfondsen is al in volle gang. De toetreding van de nieuwe lidstaten zorgt ervoor dat de spoeling aanmerkelijk dunner zal worden. Verwachting is dan ook dat de rijkere landen niet meer in aanmerking zullen komen voor bijdragen uit de Structuurfondsenruif. Een uitzondering zou daarbij wellicht gemaakt kunnen worden voor de stedelijke problematiek. Daarop is dan ook de lobby van Nijmegen, samen met de grotere Nederlands steden en VNG gericht. De lobbyactiviteiten die in dit kader plaatsvinden zijn dus gericht op de toedeling van Structuurfondsen voor de periode 2006/2012 . Complicerende factor hierbij is dat het Kabinetsstandpunt nog steeds is dat Nederland kiest voor de netto- bruto benadering: het betalen van een lagere bijdrage aan `Europa' met inlevering van de subsidies. De al genoemde lobby is dan ook mede gericht op beïnvloeding van het standpunt van Nederland en de Permanente Vertegenwoordiging.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Stadspeiling 2005 - Demografische verkenningen - Stadsmonitor 2005
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
28
Stadsbegroting 2006-2009
Toelichting Financiën De toename van de lasten op dit programma betreft de toegestane indexering voor de verwachte algemene kostenontwikkeling.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-2310-001 - Stadsplan
71.586
71.555
71.470
71.319
71.319
1PG-2310-002 - Strategische Oriëntatie
539.693
549.568
549.222
548.682
548.333
Totaal lasten Programma
611.278
621.123
620.693
620.001
619.651
-207.700
-207.700
-207.700
-207.700
-207.700
-207.700
-207.700
-207.700
-207.700
-207.700
403.578
413.423
412.993
412.301
411.951
Financiële baten per Productgroep 1PG-2310-002 - Strategische Oriëntatie
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
29
Externe betrekkingen Code
2320
Omschrijving Voor de realisering van onze gemeentelijke doelstellingen zijn wij in belangrijke mate afhankelijk van de inzet van bewoners, ondernemers, instellingen en andere overheden. Goede relaties met hen zijn dan ook essentieel. Daarvoor zijn goede voorlichting, communicatie, overleg, participatie, interactie en persoonlijke relaties van groot belang. Deze doelen en activiteiten vallen op dit moment maar voor een deel onder dit programma Externe Betrekkingen. Daarom bereidt het College een samenvoeging van dit programma voor met het programma stedelijke strategie en delen van het programma bestuur (o.a. beleidscommunicatie). In het voorstel tot begrotingswijziging zal ook de a.s. vernieuwing van de organisatie van de communicatiefunctie haar weerslag krijgen.
Recente ontwikkelingen Het College is bezig een voorstel voor te bereiden om een nieuw programma Communicatie te maken, bestaande uit de 'oude' programma's externe betrekkingen en stedelijke strategie en enkele producten van het programma bestuur: communicatie-media, representatie, concerncommunicatie en beleidscommunicatie. Doel is om tot een helder, eenduidig, goed samenhangend nieuw programma te komen. Als gevolg van een a.s. reorganisatie van de communicatie komen in het nieuwe programma ook de communicatie-activiteiten die op dit moment binnen directies worden uitgevoerd en ten laste komen van de bedrijfsvoering aldaar.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Een zo effectief en doelmatig mogelijke communicatie, zowel extern als intern.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Communicatie met burgers A. We informeren de burgers tijdig en toegankelijk over voor hen belangrijke of interessante onderwerpen. B. We communiceren eerlijk, helder en open met bij plan- en beleidsontwikkeling betrokken burgers, bij voorkeur in een open dialoog, waardoor belanghebbenden en belangstellenden een faire kans krijgen om invloed uit te oefenen. C. Onze manier van communiceren draagt bij aan draagvlak voor gemeentelijk beleid. D. Onze communicatie draagt bij aan een positief beeld van de Gemeente. De doelen A en B wegen zwaarder dan C en D. Hoofddoelstelling 2 Communicatie met relaties E. De persoonlijke contacten van het gemeentebestuur dragen bij aan wederzijds begrip. F. We gebruiken contacten effectief om belangen van Nijmegen te behartigen (o.a. verwerven van financiële bijdragen). Belangrijke middelen: − Het duurzaam onderhouden van belangrijke relaties en het leggen van voor de gemeente belangrijke nieuwe contacten. − Het monitoren van ontwikkelingen die kunnen wijzen op de wenselijkheid van het leggen van nieuwe contacten.
30
Stadsbegroting 2006-2009
Bij de doelen E en F gaat het onder anderen over de volgende relaties: − de rijksoverheid − de Europese overheidsorganisaties − de provincie Gelderland − buurgemeenten − Duitse buren − het Kan − de Euregio − grote instellingen zoals de universiteit − grote bedrijven en mkb − maatschappelijke organisaties. Hoofddoelstelling 3 Communicatie met de medewerkers van de gemeente H. B&W en DT informeren de medewerkers tijdig en toegankelijk over voor hen belangrijke of interessante onderwerpen. I. Ze communiceren eerlijk, helder en open, waardoor de medewerkers een faire kans krijgen hun zienswijzen kenbaar te maken. J. Hun manier van communiceren draagt bij aan enthousiasme en tevredenheid van de medewerkers. Hoofddoelstelling 4 Promotie K. We bevorderen een door ons gewenste beeldvorming van Nijmegen. L. Onze promotie-activiteiten dragen bij aan het behalen van de hoofddoelen van het gemeentelijk beleid. M. We zorgen voor een goeddoordachte afstemming van identiteit en imago van Nijmegen (citymarketing). Het gaat bij de doelen K, L en M bijna altijd om achterliggende economische en/of financiële en maatschappelijke belangen van stad en/of gemeente. De doelgroepen daarbij zijn: − Bedrijven die zich hier zouden kunnen vestigen. − Werknemers die in Nijmegen sleutelposities zouden kunnen invullen. − Beleggers die hier kunnen beleggen en projectontwikkelaars. − Bedrijfseconomische adviseurs en intermediairs die hun klanten positief over Nijmegen kunnen rapporteren. − Den Haag, Brussel, de Provincie en het KAN die moeten inzien dat Nijmegen voldoende steun nodig heeft en verdient. − Potentieel nieuwe bewoners. − Leerlingen die hier kunnen komen studeren. − Publiek dat hier kan komen winkelen. − Toeristen die hier op bezoek of vakantie kunnen komen. − Partners in planontwikkelingsprojecten die enthousiast moeten meewerken. − Media die het door ons beoogde imago van onze stad herkennen. − Huidige bewoners en ondernemers (o.a. ambassadeursfunctie). N. We staan open voor signalen uit de samenleving en vertalen deze naar onze eigen organisatie. O. We signaleren maatschappelijke ontwikkelingen en vertalen deze naar advisering voor strategische bestuurlijke (beleids)keuzes.
Stadsbegroting 2006-2009
31
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. realisatie hoofddoelstelling 2 Communicatie met relaties Onze inhoudelijke en financiële belangen bij Koers West, maar ook bij andere grote stedelijke projecten zijn bijzonder groot. Het vraagt commitment van tal van partijen over een lengte van jaren. Dit vraagt verhoogde inspanningen op het vlak van lobby en public affairs. Daartoe gaan we onze bestuurlijke en ambtelijke netwerkcontacten strakker organiseren en coördineren. Wij verwachten dat deze inzet zichzelf zal terugverdienen door een hogere opbrengst aan externe financieringsmogelijkheden via Europese, nationale en provinciale geldstromen. Op dit moment zijn de lobby-inspanningen vooral gericht op de financiering van de tweede stadsbrug. Effectieve lobby zal ook nodig zijn om bestaande geldstromen voor de toekomst voor Nijmegen veilig te stellen. De noodzaak om Nijmegen goed op de kaart te zetten wordt door alle bezuinigingsplannen van het kabinet alleen nog maar groter. De spoeling wordt immers dunner. De kontakten met de verschillende departementen worden benut om zo goed en zo snel mogelijk voor te sorteren op nieuwe financieringsmogelijkheden. Ook op het Europese subsidiefront is volop in beweging. Op dit moment bestaat er nog veel onduidelijkheid over de invulling en oplading van de nieuwe structuurfondsen voor de periode 20072013. Europa heeft nog geen geaccordeerde begroting en de discussie omtrent de ‘netto-betaler' is nog in volle gang. Naar verwachting wordt er dit jaar ook geen beslissing genomen (onder Engels voorzitterschap). Begin volgend jaar lijkt het vroegste moment. Het is in dit stadium zelfs nog mogelijk dat Nederland danwel Nijmegen niet meer in aanmerking komt voor Europees geld. Nijmegen heeft in het lobbytraject een rol. De discussie wordt daarom op de voet gevolgd en waar mogelijk beïnvloedt.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Burgerpeiling waardering dienstverlening voor Burgerjaarverslag - Evaluatie Multifunctioneel Centrum NEC - Evaluatie Nijmegen 2000 (eindmeting) - Gebruikswensen herinrichting gemeentelijke website
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. exploitatie
2006
2007
2008
2009
-
3
8
12
evenement Waalsprong
Toelichting Financiën De afwijking van het budget van 2006 ten opzichte van 2005 heeft verschillende oorzaken. Naast de toegestane indexeringen is er sprake van daling bij de productgroep Publieksvoorlichting. Dit is het gevolg van een budgettair neutrale herverdeling van de overhead als gevolg van het O&O traject bij de directie DIW. Ook de productgroep coördinatie evenementen laat een daling zien. Dit betreft een daling van de kapitaallasten als gevolg van een gemeentebrede stelselwijziging. De daling bij de productgroep regionale samenwerking is het gevolg van de eerdere verwerking van de perspectiefnota 2005 waar voor dit onderdeel een bezuiniging was opgenomen.
32
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-2320-001 - Publieksvoorlichting
1.716.707
1.693.250
1.686.276
1.684.800
1.681.737
1PG-2320-002 - Coördinatie evenementen
1.228.890
1.179.613
1.172.549
1.160.008
1.155.654
1PG-2320-003 - Egemeente
196.707
198.094
196.507
195.477
194.353
1PG-2320-005 - Stedenbanden
232.082
236.693
236.323
236.299
236.264
1PG-2320-006 - Burgerjaarverslag
19.888
19.888
19.888
19.888
19.888
592.358
555.647
555.600
555.526
555.478
3.986.632
3.883.186
3.867.142
3.851.997
3.843.374
1PG-2320-001 - Publieksvoorlichting
-153.224
-153.224
-153.224
-153.224
-153.224
1PG-2320-002 - Coördinatie evenementen
-761.000
-762.027
-762.027
-762.027
-762.027
1PG-2320-005 - Stedenbanden
0
0
0
0
0
Totaal baten Programma
-914.224
-915.251
-915.251
-915.251
-915.251
3.072.408
2.967.934
2.951.891
2.936.746
2.928.122
1PG-2320-007 - Regionale samenwerking
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
Stadsbegroting 2006-2009
33
34
Stadsbegroting 2006-2009
1.2
Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen Portefeuillehouder: Wethouder L. Scholten Een evenredige deelname van alle Nijmegenaren aan de Nijmeegse samenleving blijft hoofddoel van ons beleid. Bestrijding van sociaal-economische achterstanden vormt daarvoor de basis, zo hebben we in het Uitvoeringsprogramma Multicultureel Beleid afgesproken. Inburgering, onderwijs, arbeidstoeleiding en ontmoeting in de wijk krijgen de meeste nadruk. Het tegengaan van witte vlucht uit scholen en wijken willen we in 2006 concreet maken door invloed uit te oefenen op inschrijfprocedures en huisvestingsmiddelen. We versterken de positie van allochtone zelforganisaties door bij te dragen in de kosten van ID-banen. Ook bekijken we of de nieuwe subsidieverordening op de subsidiëring van allochtone zelforganisaties doet wat ie moet doen. We willen voorkomen dat uitgeprocedeerde asielzoekers op straat terecht komen. Voor extra begeleiding bij de terugkeer van tienermoeders onder de asielzoekers stellen wij voor om éénmalig een extra budget van € 50 mille beschikbaar te stellen. De landelijke herverdeling van de Wwb-budgetten legt een zware druk op het Nijmeegse arbeidsmarkt- en inkomensbeleid. Om de ontwikkeling van de werkloosheid in lijn te krijgen met de landelijke trend, moeten we ons arbeidsmarktbeleid op korte termijn versterken. In 2006 willen we 600 bijstandsgerechtigden en 200 Anw-ers en nietuitkeringsgerechtigden toeleiden naar werk. Uw Raad heeft inmiddels een besluit genomen over de herijking van het bijstandsbeleid. Mede op basis van de evaluatie van de reïntegratietrajecten zal er ook een herijking van het werkdeel plaatsvinden. De noodzakelijke afbouw van de gesubsidieerde arbeid is inmiddels gerealiseerd. Nieuwe mogelijkheden hebben we gecreëerd met de werkervaringsplaatsen en de participatiebanen. In 2006 zal een besluit genomen moeten worden over de uitvoering van de gesubsidieerde arbeid. Het Rijk is ook van plan de Wet Sociale Werkvoorziening te moderniseren. We kunnen nu nog niet zeggen tot welke veranderingen dit in 2006 zal leiden voor ons beleid ten aanzien van de Wsw. Het sociaal-economisch beleidsplan 2005-2009 geeft de contouren voor ons economisch beleid: een goed ondernemersklimaat, werk voor Nijmegenaren, ruimte voor bedrijvigheid en het versterken van de zorgsector (health valley). Het stimuleren van ondernemers pakken we op in het Nijmeegs Innovatieplatform. In de Perspectiefnota kondigden we al een tijdelijke uitbreiding van het budget daarvoor aan, die we nu ook in deze Stadsbegroting hebben opgenomen. Ook zetten we Europese subsidies en GSB-middelen in om starters te ondersteunen en samenwerking tussen bedrijven te stimuleren. De ondersteuning van bedrijven vanuit ons bedrijvenloket zetten we onverminderd door. In het investeringsplan hebben we ruimte gecreëerd voor het onderhoud en de omvorming van de damwand Waalkade voor meervoudig gebruik waaronder de cruise- en vrachtvaart. Citymarketing, een thema dat we in het nieuwe programma Communicatie in 2006 verder uitwerken, is ook voor het economisch beleid belangrijk. Met een beter imago willen we toerisme bevorderen en onze stedelijke evenementen versterken. De herstructurering van bedrijventerreinen zetten we in 2006 voort, om binnen de beschikbare ruimte meer bedrijvigheid mogelijk te maken. De positieve ontwikkeling van de waardering voor het Nijmeegse ondernemersklimaat houden we vast.
Stadsbegroting 2006-2009
35
Multiculturele samenleving & emancipatie Code
3110
Omschrijving De multiculturele samenleving vormen wij allemaal. Wij waarderen de culturele diversiteit die in de loop der jaren in Nijmegen is ontstaan; die heeft onze stad verrijkt. Maar we beseffen ook dat onder allochtone groepen relatief veel sociaal-economische achterstand voorkomt. Daarom hebben we in ons recent vastgestelde Uitvoeringsprogramma Multicultureel Beleid 2005-2006 onze ambities vooral geformuleerd ten aanzien van de bestrijding van sociaal-economische achterstanden. Vandaar ook onze vier speerpunten: inburgering, onderwijs, arbeidstoeleiding en ontmoeting in de wijk. De komende jaren zullen vooral daar onze interventies plaatsvinden. Ook in het Meerjarig Ontwikkelingsplan GSB, MOP III, zijn ambities op dit terrein opgenomen, deze zijn gezien het niveau en inhoud ondergebracht bij productgroep Nieuwkomers en asielzoekers (product Inburgering welzijnscomponent). Van groot belang bij de manier waarop we onze ambities willen realiseren is het uitgangspunt van tweezijdigheid. Allochtonen en hun organisaties spelen een belangrijke rol bij het bereiken van de gegeven doelstellingen. Algemene organisaties en instellingen moeten actief werk maken van diversiteitsbeleid, zodat ze allochtone klanten beter kunnen bedienen. Binnen het emancipatiebeleid richten we ons met name op de doelgroepen allochtone vrouwen en mannen, laagopgeleide vrouwen en homoseksuele mannen en vrouwen.
Recente ontwikkelingen Herziening inburgeringsstelsel Het Rijk constateert dat de resultaten van het inburgeringsbeleid achter zijn gebleven bij de gestelde doelstellingen en acht daarom een wezenlijke omslag in het inburgeringsbeleid noodzakelijk. De veelal vrijblijvende en aanbodgerichte aanpak wordt vervangen door een inburgeringsverplichting waarvoor de inburgeraar zelf verantwoordelijk is. De verwachting is dat de wetswijziging per 1 januari 2007, maar mogelijk een halfjaar eerder, in werking treedt. In de nieuwe Wet Inburgering in Nederland wordt de verantwoordelijkheid voor de inburgering bij de inburgeraars zelf gelegd. Dit betekent onder andere dat de inburgeraars zich zelf moeten voorbereiden op het inburgeringsexamen en de kosten hiervoor ook zelf moeten dragen. Onder de wet vallen zowel de nieuwkomers als de oudkomers. Wij willen erop toezien dat door de herziening géén groepen nieuwkomers buiten de boot zullen vallen en zonodig aanvullende faciliteiten beschikbaar stellen. De inhaalslag voor de inburgering van oudkomers wordt met alle mogelijke middelen voortgezet. We zullen de ESF-mogelijkheden zoveel mogelijk benutten. Meer nadruk komt te liggen op duale trajecten: combinaties van taalonderwijs en reïntegratie, sociale activering, vrijwilligerswerk. Overige recente ontwikkelingen die onze activiteiten in 2006 zullen beïnvloeden zijn: - de functiewijziging van het AZC Nijmegen naar een Oriëntatiecentrum; - de invoering van de Verordening subsidie allochtone zelforganisaties; - de stopzetting van leefgelden ex-AMA. Het Rijk is sinds augustus 2005 gestart met het beëindigen van de leefgelden van deze groep. We verwachten dat ook de leefgelden stoppen van jongeren die nog in afwachting zijn van hun terugkeerpapieren. Anders gezegd: zij werken volledig mee aan hun terugkeer, maar kunnen feitelijk nog niet terugkeren. Alle ongewenste situaties kunnen wij niet voorkomen, maar wij willen met het terugkeerproject wel voorkomen dat jonge moeders op straat komen te staan. Indien nodig regelen we een beperkte opvang, maar al onze activiteiten binnen het project-in-wording zijn gericht op het terugbrengen van de jonge moeders naar hun land. De middelen voor een dergelijk project hebben wij niet kunnen vinden binnen de bestaande
36
Stadsbegroting 2006-2009
budgetten. We stellen uw Raad voor om voor de realisering van het terugkeertraject éénmalig € 50.000 extra toe te voegen.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Met de inzet van de activiteiten uit het programma willen we bereiken dat Nijmegenaren van allochtone afkomst evenredig deelnemen aan de Nijmeegse samenleving als de autochtone Nijmegenaren. We streven drie effecten na: 1. Actieve deelname van allochtonen aan de Nijmeegse samenleving, met name op de gebieden onderwijs, arbeid en in de wijk. 2. Een toegankelijke Nijmeegse samenleving voor allochtonen. 3. Emancipatie van de groepen homoseksuele mannen en lesbische vrouwen én de emancipatie van met name laaggeschoolde allochtone vrouwen in Nijmegen.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Ons doel is ervoor te zorgen dat veelal langer in Nederland verblijvende allochtonen én nieuwkomers in de Nijmeegse samenleving de Nederlandse taal in voldoende mate beheersen. Voldoende betekent dat ze een zelfstandig bestaan kunnen opbouwen en/of dat ze hun kinderen voldoende kunnen ondersteunen bij hun schoolcarrière. De inburgeraars moeten zo snel mogelijk zelfstandig kunnen functioneren in de samenleving. We zijn verplicht op grond van de Wet Inburgering Nieuwkomers alle nieuwkomers in te burgeren. In 2006 verwachten wij circa 100 nieuwkomers een programma aan te bieden. Onze doelstelling ten aanzien van de oudkomers is 1.800 oudkomers in de periode 2002 tot en met 2009 een traject aan te bieden (jaarlijks bereik: 200 oudkomers). Hoofddoelstelling 2 We streven evenredige deelname van allochtone Nijmegenaren na op de terreinen arbeid, onderwijs en in de wijk. Hiertoe willen we de participatie van allochtonen aan vrijwilligerswerk, sport, onderwijs en in de buurt verhogen met 10% in de komende vier jaar. De indicatoren uit de Stadsen Wijkmonitor en de Onderwijs- en Sportmonitor zijn het meetinstrument. We willen een tweedeling tussen witte en zwarte wijken voorkómen en ervoor zorgen dat de scholen een goede afspiegeling vormen van de samenstelling van de wijk. Wat betreft onze doelstelling ten aanzien van evenredig deelname op het terrein arbeidsmarkt willen we dat minimaal 40% van de reïntegratietrajecten ten goede komt aan allochtone bijstandsgerechtigden, Anw-ers of Nuggers. Hoofddoelstelling 3 Wij willen de leefsituaties van (uitgeprocedeerde) asielzoekers in Nijmegen verbeteren. Hiertoe behoort ook het bieden van ondersteuning van asielzoekers in hun asielprocedure en het opvangen van mogelijke schrijnende situaties bij uitgeprocedeerde asielzoekers. Hoofddoelstelling 4 Verbetering van de positie van met name allochtone en lageropgeleide vrouwen en van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen.
Doelrealisatie tot nu toe De uitvoering van onze doelstelling om 1.800 oudkomers in de periode 2001-2009 een (taal)traject aan te bieden loopt op schema. Wij gaan er hierbij wel vanuit dat de inzet van het Rijk in de toekomst gelijk blijft. Het Rijk biedt nu de middelen voor de bekostiging van 186 trajecten per jaar.
Stadsbegroting 2006-2009
37
Tot en met 2004 zijn 357 trajecten afgerond. Door de inzet van middelen uit de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB) kunnen 293 cursisten bij het ROC in de loop van 2005 en 2006 alsnog hun traject afronden. Verder zijn er nog circa 75 cursisten per jaar bij het IVC en Intercity, die vanaf 2005 ook daadwerkelijk geregistreerd zijn en van wie de resultaten ook zullen worden gemonitored. Doelstelling 2 De cijfers uit de Stads- en Wijkmonitor 2003 - 50% van de bevolking heeft regelmatig contact met iemand van een andere etnische achtergrond, 30% incidenteel. Vergelijking deelname aan vrijwilligerswerk, sport en buurtactiviteiten van het Nijmeegs gemiddelde en allochtonen: - Vrijwilligerswerk: 24% van de Nijmegenaren tegen 14% allochtonen - Sport: 25% van de Nijmegenaren tegen 5 tot 13% van de allochtonen (Breedtesportmonitor 2003) - Buurtactiviteiten: 25% van de Nijmegenaren bezoeken wijkcentra, allochtonen doen dat zeer weinig, met uitzondering van de op hen gerichte activiteiten Doelstelling 3 Het beleid inzake het verbeteren van de leefsituatie van asielzoekers is vastgelegd en wordt uitgevoerd. In voorbereiding is een Terugkeerproject voor tienermoeders (voormalige alleenstaande minderjarige asielzoekers). Het Rijk is sinds augustus 2005 gestart met het beëindigen van de leefgelden van deze groep. Doelstelling 4 Het beleid inzake het verbeteren van de positie van de doelgroepen, is vastgelegd en wordt uitgevoerd. Het gaat hier voornamelijk om de subsidiering van instellingen en projectmatige initiatieven in Nijmegen.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten ten behoeve van hoofddoelstelling 1 - het aanbieden van een inburgeringsprogramma conform de WIN aan alle nieuwkomers die zich in Nijmegen vestigen. - het aanbieden van een oudkomersprogramma conform de vigerende rijksregelingen aan de benoemde prioritaire groepen. - het zorgdragen voor een effectieve maatschappelijke begeleiding voor nieuwkomers en oudkomers. - als gevolg van herziening van het inburgeringsstelsel zullen we in 2006 ons totale inburgeringsbeleid hierop moeten aanpassen. Dit heeft gevolgen voor de inburgeraars, de gemeentelijke functie en de uitvoeringspartners. - onze activiteiten voor hoofddoelstelling 1 zijn verspreid over de programma's Arbeidsmarktbeleid (trajecten en uitvoering), Volwasseneneducatie (taalonderwijs) en Multiculturele samenleving en emancipatie (begeleiding). - het nieuwe beleid gericht op Antillianen/Arubanen is ook een activiteit om onze hoofddoelstelling te bereiken. Meer informatie hierover staat onder de productgroep Nieuwkomers en asielzoekers. Activiteiten ten behoeve van hoofddoelstelling 2 Om deze doelstelling te realiseren is onze voornaamste activiteit binnen het programma Multiculturele samenleving en emancipatie het verstrekken van subsidies aan diverse groeperingen om de evenredige deelname van allochtonen te bevorderen en de Nijmeegse samenleving toegankelijk te
38
Stadsbegroting 2006-2009
maken. Op productgroepniveau (PG Multicultureel beleid en emancipatie) treft u een nadere specificering aan van onze activiteiten. We gaan in ieder geval in 2006 de mogelijkheden voor het voorkomen van de witte vlucht uit scholen en wijken omzetten in concrete acties. Het gaat dan om invloed via de inschrijfprocedure en de inzet van huisvestingsmiddelen. De initiatieven worden uitgezet in de programma's Onderwijs en de afdelingen Bouwen en Wonen. Ook valt onder deze productgroep de evaluatie van de nieuwe Verordening subsidiëring allochtone zelforganisaties. Activiteiten ten behoeve van hoofddoelstelling 3 - juridische ondersteuning asielzoekers in hun toelatingsprocedure(VVN); - steun aan activiteiten AMA-platform; - ondersteuning ex-AMA's (VVN); - steun aan uitgeprocedeerde asielzoekers in schrijnende situaties (SNOV). Activiteiten ten behoeve van hoofddoelstelling 4 - het faciliteren van cursusactiviteiten van vier vrouwenorganisaties: DIVA, de Inloop, de Spin en de Opstap; - het mede in stand houden van de infrastructuur voor de homobeweging in Nijmegen: Villa Lila, COC, Jongerenorganisatie Pinkeltje; - het subsidiëren van doelgroepgerichte emancipatoire activiteiten.
Verwijzingen - Deltaplan Integratie. - Uitvoeringsprogramma Multicultureel Beleid 2005-2006. - Brief aan uw Raad (210/05.0012825) over het Antillianenbeleid 2005-2008. - Collegevoorstel Antillianenaanpak 2005-2008 obv het bestuurlijk arrangement met het Rijk.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Evaluatie inburgering (nieuwkomers, oudkomers) - Integratiemonitor (eind 2005) - Diverse evaluaties projecten (Traboutin, Toolkit participatie allochtone vrouwen, e.a.)
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld. Wij stellen uw Raad voor om bij deze begroting in 2006 éénmalig € 50.000 toe te voegen aan dit programma voor het terugkeerproject van jonge moeders (ex-AMA's).
Toelichting Financiën Binnen het programma Multiculturele samenleving & emancipatie is een groot aantal doelstellingen uit ons meerjaren ontwikkelingsprogramma opgenomen. Op het domein inburgering en integratie zijn echter enkele financiële onzekerheden. Hoewel we nu bijna een jaar verder zijn, bestaan deze onzekerheden nog steeds. Dit hangt samen met de ongewisse overheveling van de rijksmiddelen voor NT2 in het kader van de Wet Educatie Beroepsonderwijs naar de BDU-SIV. De huidige stand van zaken is dat op rijksniveau wél de intentie is uitgesproken de middelen per 1 januari 2006 over te hevelen, maar hierover is nog steeds geen rijksbesluit genomen.
Stadsbegroting 2006-2009
39
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-3110-001 - Multicultureel beleid en emancipatie
779.742
775.958
764.541
773.761
773.533
1PG-3110-002 - Nieuwkomers en asielzoekers
4.993.632
3.062.741
3.125.978
2.970.971
2.942.953
1PG-3110-003 - Ombudswerk etnische groepen (BOEG)
188.505
192.111
190.413
188.957
188.630
5.961.879
4.030.810
4.080.932
3.933.689
3.905.116
1PG-3110-001 - Multicultureel beleid en emancipatie
-60.000
-60.000
-60.000
-60.000
-60.000
1PG-3110-002 - Nieuwkomers en asielzoekers
-4.219.414
-2.450.718
-2.522.502
-2.368.761
-2.341.803
Totaal baten Programma
-4.279.414
-2.510.718
-2.582.502
-2.428.761
-2.401.803
1.682.465
1.520.092
1.498.430
1.504.928
1.503.313
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
40
Stadsbegroting 2006-2009
Arbeidsmarktbeleid Code
3210
Omschrijving Het programma Arbeidsmarkt is erop gericht Nijmeegse werklozen weer aan een baan te helpen. Uitgangspunt is dat de weg naar werk zo kort mogelijk wordt gehouden. Voor de werkloze waarbij volledige werkaanvaarding niet tot de mogelijkheden behoort, kunnen participatieactiviteiten worden aangeboden. Dit kan uiteindelijk ook weer de deur naar werk openen. De Gemeente is verantwoordelijk voor de volgende groepen werklozen: - mensen met een bijstandsuitkering; - mensen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (de Anw-ers); - mensen zonder een uitkering (de nuggers).
Recente ontwikkelingen Herziening verdeelmodellen voor het inkomensdeel en het werkdeel Wwb Vanaf het begrotingsjaar 2006 verdeelt het Rijk de landelijke budgetten voor de Wwb op een andere wijze dan voorheen. Deze herziening van de verdeelmodellen voor het inkomensdeel en het werkdeel Wwb pakt voor de gemeente Nijmegen financieel nadelig uit. Dit heeft in de tweede helft van 2005 geleid tot een aanscherping van ons beleid en in het bijzonder van ons reïntegratiebeleid. Uit onze analyse van deze ontwikkelingen en de huidige stand van zaken concluderen wij dat wij de ruimte op de arbeidsmarkt voor onze klanten beter moeten zien te benutten dan tot nu toe. In 2004 is ons klantenbestand namelijk gegroeid, terwijl de werkgelegenheid stabiel is gebleven. In 2005 willen wij deze achterstand ten opzichte van de landelijke trend inlopen, onder andere binnen het project Werkplaza, door middel van jobhunters en de medio 2005 aanbestede reïntegratietrajecten. In 2006 willen wij de korting op het inkomensdeel zien op te vangen door in ons arbeidsmarktbeleid beter te presteren dan het landelijke gemiddelde. Daartoe intensiveren wij om te beginnen ons bestaande beleid. Daarnaast zullen wij wellicht ook nieuw beleid gaan uitvoeren. In september 2005 hebben wij onze voorstellen aan uw Raad voorgelegd. De maatregelen uit het raadsvoorstel (Herijking bijstandsbeleid 2006) hebben we gezien de impact wel al in de begrotingstekst verwerkt. Wij voelen een grote noodzaak en de urgentie om ons arbeidsmarktbeleid op korte termijn te versterken. Vervallen van de uitbestedingsplicht per 1 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 zijn wij niet langer verplicht de reïntegratiewerkzaamheden uit te besteden, met andere woorden: vanaf 1 januari 2006 mogen wij deze werkzaamheden ook (weer) in eigen beheer uitvoeren en ten laste brengen van het werkdeel van de Wwb. Dit besluit vergt een heroriëntatie op de uitbesteding van activiteiten zoals de reïntegratietrajecten én de gesubsidieerde arbeid. In 2006 voeren wij de discussie over welke werkzaamheden wij wel en niet (meer) zullen uitbesteden. Modernisering van de Wet sociale werkvoorziening Sinds 1 januari 2005 wordt de indicatiestelling voor de Wsw uitgevoerd door het CWI. Tegelijkertijd met deze wetswijziging is een start gemaakt met de modernisering van de Wsw. Uit een brief van de staatssecretaris van SZW aan de Tweede Kamer over dit traject blijkt dat het karakter van de sociale werkvoorziening ingrijpend kan veranderen met mogelijk ingrijpende financiële consequenties voor de Gemeente. Uit de voorstellen blijkt dat de instroom in de werkvoorziening fors wordt beperkt en dat ook voor een deel van de doelgroep van vóór 1998 opnieuw
Stadsbegroting 2006-2009
41
wordt beoordeeld of zij nog wel in de werkvoorziening thuis horen. Gezien deze ontwikkelingen sluiten we niet uit dat in de loop van 2006 ons beleid ten aanzien van de Wsw bijgesteld moet worden. Gezien het vroege stadium van de besluitvorming op rijksniveau over de modernisering van de Wsw kunnen wij dit nog niet in één van onze hoofddoelstellingen verwerken. Herziening inburgeringsstelsel Het Rijk constateert dat de resultaten van het inburgeringsbeleid achter zijn gebleven bij de gestelde doelstellingen en acht daarom een wezenlijke omslag in het inburgeringsbeleid noodzakelijk. De veelal vrijblijvende en aanbodgerichte aanpak wordt vervangen door een inburgeringsverplichting waarvoor de inburgeraar zelf verantwoordelijk is. De verwachting is dat de wetswijziging per 1 juli 2006 (eventueel een halfjaar later) in werking treedt. In de nieuwe Wet Inburgering in Nederland wordt de verantwoordelijkheid voor de inburgering bij de inburgeraars zelf gelegd. Dit betekent onder andere dat de inburgeraars zich zelf moeten voorbereiden op het inburgeringsexamen en de kosten hiervoor ook zelf moeten dragen. Over de gevolgen van de nieuwe wet voor de inburgeraars, de gemeente en onze uitvoeringspartners zullen wij u in 2006 berichten.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is dat in Nijmegen zoveel mogelijk bijstandsgerechtigden, Anw-ers en Nuggers weer aan het werk gaan of een eerste stap richting werk kunnen zetten binnen de financiële kaders (dit is het Werkdeel Wwb).
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1: uitstroom naar werk bevorderen In 2006 willen we 600 bijstandsgerechtigden in Nijmegen toeleiden naar werk. In 2006 willen we 200 Anw-ers en Nuggers in Nijmegen toeleiden naar werk. Dit aantal is inclusief het verwachte aantal inburgeraars (100 mensen) in de gemeente Nijmegen. Hoofddoelstelling 2: financieel risico beperken Om de negatieve herverdeeleffecten van het verdeelmodel voor het inkomensdeel vanaf 2006 te compenseren willen we het bijstandsvolume in 2006 met 372 klanten reduceren ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Deze reductie willen we realiseren door enerzijds de instroom te beperken en anderzijds de uitstroom naar werk te bevorderen. Hoofddoelstelling 3: balans participatie en reïntegratie herstellen De huidige populatie werknemers op de ID/WIW banen bedraagt eind 2005 naar verwachting circa 1.115 fte. Dit aantal betekent dat we circa 60% van het Werkdeel Wwb besteden aan de oude vormen van gesubsidieerde arbeid. In ons reïntegratiebeleidsplan 2005-2008 hebben wij besloten om in de toekomst het volume van de gesubsidieerde arbeid 'oude stijl' terug te brengen tot maximaal 50 % van de uitgaven in het werkdeel Wwb. Onze doelstelling voor 2006 is het terugbrengen van de gesubsidieerde arbeid in Nijmegen tot 55% van het Werkdeel in 2006 ten opzichte van 60% van het Werkdeel in 2005. Wellicht heroverwegen wij deze doelstelling in 2006. De ongunstige ontwikkelingen in het Inkomens- en Werkdeel Wwb maken misschien nieuwe bezuinigingen noodzakelijk, die ons noodzaken de inzet van gesubsidieerde arbeid bij maatschappelijke instellingen te beperken. Anderzijds blijken bezuinigingen op de gesubsidieerde arbeid grote maatschappelijke gevolgen te hebben die wij mogelijk kunnen beperken door de afbouw te stabiliseren. Over dit onderwerp willen wij in 2006 de discussie voeren. Datzelfde geldt voor onze toekomstige werkwijze na afschaffing van de uitbestedingsplicht voor reïntegratieactiviteiten in 2006. In 2006 zullen we ook besluiten nemen over de toekomst van de uitvoering van de gesubsidieerde arbeid; de werkzaamheden die nu door de Stichting Uitzicht en de Stichting Wijkwerk worden uitgevoerd.
42
Stadsbegroting 2006-2009
Indicatoren
2006
hoofddoelstelling 1 Aantal (ged.) beëindigde uitkeringen ivm werk
600
Nuggers / Anw-ers dat aan het werk is gegaan
200
hoofddoelstelling 2 Land. gem. mutatie van het bijstandsvolume Mutatie het Nijmeegse bijstandsvolume (aantal)
372 tov land.
hoofddoelstelling 3 Aantal fte WIW/ID Uitgaven tbv het aantal WIW/ID (in €) Jaarlijks budget voor het werkdeel Wwb (in €)
1.020 20,4 miljoen 37 miljoen
Participatie/reïntegratie (percentage)
55 %
Doelrealisatie tot nu toe In de onderstaande tabel hebben we onze taakstellingen in 2004 genoemd, afgezet tegen de realisatie hiervan in 2004. activiteiten
taakstelling
realisatie in 2004
2.128
2.246
100
25
toeleiding naar trajecten (PG Reïntegratie) instroom werkerv. banen (Web)(PG Werkervaring)
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Hoofddoelstelling 1: uitstroom naar werk bevorderen Om deze doelstelling te realiseren zetten we de volgende instrumenten in: - reïntegratietrajecten en activeringstrajecten (1.008 trajecten) - werkplaza (1.460 trajecten) - (jongeren) werkervaringsbaan (350 banen) - arbeidsgewenningsplaatsen (200 plaatsen) - brugbanen (100 banen) - flankerend beleid - inburgeringsprogramma Door de lange doorlooptijden van trajecten en andere reïntegratieinstrumenten is de realisatie van ons hoofddoel afhankelijk van de eerder ingezette instrumenten. Feitelijk leidt enkel de inzet van het instrument brugbaan direct tot het gewenste einddoel; een baan bij een werkgever. De overige instrumenten zijn te beschouwen als een stap op weg naar werk. Als ondersteunende activiteit geven we in 2006 de werkgeversbenadering meer handen en voeten. De werkgeversbenadering stelt de vacatures op de arbeidsmarkt centraal en die vacatures zijn dan ook het startpunt van de inspanningen om bijstandsgerechtigden en anderen (weer) aan het werk te helpen. We willen in 2006 een matchingsunit invoeren. In Tilburg zijn hier ervaringen mee
Stadsbegroting 2006-2009
43
opgedaan en daar zijn zeer goede uitstroomresultaten mee behaald. Daarnaast hebben we al in 2005 activiteiten opgezet om door de inzet van een uitzendbureau extra vacatures binnen te halen. Hoofddoelstelling 2: financieel risico beperken We willen voor 2006 ons bijstandsvolume met minimaal 372 klanten ten opzichte van het landelijke gemiddelde reduceren. Deze doelstelling willen we realiseren om onze financiële positie op het inkomensdeel Wwb te versterken. De doelstelling bereiken we door enerzijds de instroom te beperken en anderzijds de uitstroom te bevorderen. De concrete maatregelen / activiteiten zijn verdeeld over de programma's Arbeidsmarktbeleid (uitstroombevordering) en Inkomen (instroombeperking). Het project Werkplaza combineert overigens beide doelen en is opgenomen als activiteit onder reïntegratietrajecten en activeringstrajecten onder de uitwerking van de hoofddoelstelling 1. Voor de controle op de realisatie van ons doel wordt het bijstandsvolume van Nijmegen maandelijks vergeleken met dat van enkele vergelijkbare andere gemeenten. Hoofddoelstelling 3: balans participatie en reïntegratie herstellen In 2006 willen we vooralsnog bereiken dat 55% van het Werkdeel Wwb wordt uitgegeven aan één van de oude vormen van gesubsidieerde arbeid; de WIW voor onbepaalde tijd en de ID-banen. Dit betekent een afbouw van deze vormen van gesubsidieerde arbeid van 5% ten opzichte van het huidige aandeel in het Werkdeel Wwb. De afbouw geschiedt door meer ID'ers en WIW'ers uit te laten stromen naar regulier werk. De heroverweging die wij in 2006 op dit punt maken, kan tot een wijziging van de doelstelling leiden.
outputindicator
2006
H1 Uitstroompercentages per reïntegratie-instrument
zie PG
Geen tekort op I-deel in 2006. H2 Daling bijstandsvolume t.o.v. landelijk gemiddelde
372
H3 Maximale uitgaven aan gesubsidieerde arbeid
20,4 miljoen
Verwijzingen - Strategische visie Wwb 2005 e.v. - Beleidsplan Reïntegratiebeleid 2005 - 2008 - Raadsvoorstel Herijking bijstandsbeleid 2006. De raad moet op 14 september 2005 nog instemmen met dit voorstel
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Eind 2005 is het onderzoek naar de evaluatie van de reïntegratietrajecten gereed. Dit onderzoek dient tevens als input voor onze discussie over welke reïntegratiewerkzaamheden wel of niet uitbesteed worden.
44
Stadsbegroting 2006-2009
Andere onderzoeken die naar verwachting in 2006 gereedkomen zijn: - Evaluatie van het wijkgerichte project Nijmegen naar Werk in Dukenburg - Evaluatie van het experiment participatiebanen - Arbeidsmarktmonitoring
- Evaluatie Wet werk en bijstand
- Evaluatie project Werkplaza - Klantenonderzoeken W & I, Z. & U.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De begrotingcijfers zijn gebaseerd op het bestedingsvoorstel WWB 2005. In het voorstel Herijking werkdeel/bestedingsplan WWB 2006-2009 dat in december aan de Raad zal worden aangeboden, zal een actualisatie van de begrote bedragen plaatsvinden. Vanaf het begrotingsjaar 2006 wordt het landelijke budget voor de Wwb volledig verdeeld via objectieve verdeelmodellen. Dit geldt voor het inkomensdeel en het werkdeel. In 2004 en 2005 werd een mengvorm van objectieve criteria en historische gegevens gebruikt voor de verdeling van de budgetten. De gevolgen van de herziening van de verdeelmodellen zijn voor Nijmegen negatief. Voor het inkomensdeel Wwb geldt dat vanaf 2006 een tekort ontstaat bij gelijkblijvende omstandigheden. Voor de grootte daarvan verwijzen wij naar het programma Inkomen. Het werkdeel Wwb wordt in de komende periode stapsgewijs verlaagd. De verlaging van het werkdeel leidt niet tot tekorten, maar wel tot een intering op het cumulatieve overschot binnen het werkdeel én tot minder financiële armslag voor de inzet van reïntegratie-instrumenten.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-3210-001 - Reïntegratie
11.507.165
5.736.054
5.573.212
5.507.417
5.499.038
1PG-3210-002 - Werkervaring
7.962.831
11.992.559
11.923.595
11.903.241
11.896.803
1PG-3210-003 - Faciliteiten
1.584.766
1.189.593
1.081.371
1.077.530
1.077.681
1PG-3210-004 - Arbeidsparticipatie
24.531.741
24.510.301
23.374.913
23.367.119
23.357.765
1PG-3210-005 - Inburgering
1.471.632
1.476.522
1.438.653
1.434.888
1.430.369
Totaal lasten Programma
47.058.135
44.905.029
43.391.744
43.290.195
43.261.657
-5.790.683
-4.961.481
-4.902.668
-4.902.668
Financiële baten per Productgroep 1PG-3210-001 - Reïntegratie
Stadsbegroting 2006-2009
-11.877.426
45
1PG-3210-002 - Werkervaring
-8.695.337
-12.680.030
-12.544.563
-12.529.563
-12.529.563
1PG-3210-003 - Faciliteiten
-415.675
-422.845
-250.000
-250.000
-250.000
1PG-3210-004 - Arbeidsparticipatie
-22.239.893
-22.025.554
-21.039.009
-21.039.009
-21.039.009
1PG-3210-005 - Inburgering
-1.395.450
-1.354.450
-1.354.450
-1.354.450
-1.354.450
Totaal baten Programma
-44.623.781
-42.273.562
-40.149.503
-40.075.690
-40.075.690
2.434.354
2.631.467
3.242.241
3.214.505
3.185.967
46
Stadsbegroting 2006-2009
Economische ontwikkeling Code
3220
Omschrijving Dit programma omvat de ontwikkeling en met name uitvoering van het Nijmeegs economisch beleid. Vanuit dit programma richten we ons op het behouden en creëren van werkgelegenheid. Er is een belangrijke relatie met het programma Arbeidsmarktbeleid dat zich richt op het voorkomen en verminderen van werkloosheid. Begin 2005 is een nieuw sociaal economisch beleidsplan ‘Versterken - Verbinden - Vernieuwen’ voor de jaren 2005 - 2009 vastgesteld. In dit programma is het MOPIII-GSB en het GSO-II opgenomen en de daaraan gekoppelde geldstromen. Voor 1/1/2006 zal via een begrotingswijziging de producten van het programma Economische Ontwikkeling worden samengevoegd van 6 tot 2 productgroepen.
Recente ontwikkelingen De omzet-, export- en investeringsontwikkeling van het locale bedrijfsleven vertoont rond 2001 een sterke trendbreuk. Na een reeks jaren van bovengemiddelde groei, zakt de prestatie van Nijmegen sterk terug. 2003 en 2004 laten enige stabilisatie zien op omzet en export. Het investeringsbeeld is nog steeds ongunstig. Vooral op de bedrijfsruimte en kantorenmarkt heeft dit geleid tot aanzienlijke aanbodoverschotten. In de bedrijventerreinenmarkt is sprake van afzetstagnatie. De winkelmarkt vertoont veel dynamiek, maar is naar verhouding nog het meest gezond. De economische terugval heeft ook geleid tot een sterke vermindering van de banengroei in de stad. In de marktsector is sprake van forse dalingen die tot aan 2003 nog gecompenseerd worden door groei in de sector onderwijs en gezondheidszorg. In 2004 is die groei niet meer voldoende om alles te compenseren. De werkloosheid is in de loop van de jaren 90 zeer sterk gedaald bij een gelijktijdige zeer sterke groei van de beroepsbevolking. Deze werkloosheidsdaling slaat met enige vertraging om in een stijging. Deze stijging is van 2001-2003 minder sterk dan in Nederland als geheel. Sinds 2004 volgt Nijmegen het landelijke beeld, en zien we een stabilisatie in de werkloosheidsgroei (NWWCWI). De sterke daling van de werkloosheid in de jaren negentig heeft wel tot gevolg gehad dat het bestand van werkelozen is "verhard": degene die het toen niet gelukt is om aan de slag te komen, zal het nu zeker niet lukken. Op zit moment zijn er enkele eerste tekenen van herstel. Omzetten van bedrijven herstellen zich in 2004, er is sprake van groei in met name vacatures voor tijdelijke banen en de werkloosheidsgroei vlakte in de tweede helft van 2004 af. In de benchmark voor 30 grootste Nederlandse gemeenten is de algemene waardering van ondernemers voor het ondernemersklimaat in Nijmegen vanaf 2001 iets gestegen. In de tussenmeting in 2003 was het hoger.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Wat we willen bereiken is dat de juiste voorwaarden zijn geschapen voor ondernemingen in Nijmegen, dat knelpunten waar de overheid wat aan kan doen zijn opgeheven en daar waar nodig een goed vestigings- en productieklimaat voor ondernemers in Nijmegen wordt gestimuleerd. Bovendien zorgen wij als lokale overheid voor voldoende ruimte voor groei van bedrijvigheid zodat we werkgelegenheid voor de Nijmeegse beroepsbevolking creëren en behouden.
Stadsbegroting 2006-2009
47
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1: een goed ondernemersklimaat en werk voor Nijmegenaren We willen dat de waardering van ondernemers voor het ondernemersklimaat in Nijmegen zal stijgen van 5,8 in 2002 naar 6,3 in 2006. Het effect moet zijn dat het saldo van af- en toename van het aantal banen zich in 2005 handhaaft op het 0-niveau en dat het vanaf 2006 positief is geworden. Hoofddoelstelling 2: goede en voldoende ruimte voor bedrijvigheid in Nijmegen De kwalitatieve en kwantitatieve voorraad ruimte voor bedrijvigheid moet voldoende zijn om groei van bedrijvigheid te kunnen ondersteunen. Tot en met 2009 willen we ca 10ha verouderde bedrijventerreinen aanpakken en voor nieuwe plannen voldoende voorbereiden zodat vanaf 2010 ruimte is gecreëerd voor sectoren die dat nodig hebben.
Indicatoren Waardering ondernemersklimaat (landelijke benchmark) Waardering ondernemersklimaat (nijmeegse bedrijvenpeiling 2006)
0-meting 2003
2005
2006
5,8
6,3
6,3 voldoende
2007
voldoende+
Doelrealisatie tot nu toe Tot 2006 kan gebruikt worden gemaakt van de landelijke benchmark, waarin waardering voor het ondernemersklimaat van Nijmegen is onderzocht en vergeleken met 30 andere steden. Die landelijke benchmark stopt vanaf 2006, maar dan wordt via een bedrijvenpeiling in Nijmegen de waardering voor het ondernemersklimaat specifiek onderzocht en aan een Nijmeegs bedrijvenpanel voorgelegd. De gegevens van de bedrijvenpeiling 2006 vormen dan een nieuwe meting, maar zijn echter niet te vergelijken met de landelijke benchmark uitkomsten.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? In 2005 is een nieuw sociaal economisch beleidsplan met uitvoeringsprogramma opgesteld (‘Versterken - Verbinden - Vernieuwen’). Onze speerpunten in het economisch beleid zijn aandacht voor en het versterken van het bestaande bedrijfsleven, vormgeven aan de kenniseconomie in de Health Valley, het stimuleren van het ondernemerschap in Nijmegen en aanbod en vraag op de arbeidsmarkt op elkaar afstemmen (via programma Arbeidsmarktbeleid) Activiteiten voor een goed ondernemersklimaat en werk voor Nijmegenaren: Het stimuleren van het ondernemerschap en startende bedrijven in Nijmegen is een speerpunt van het Nijmeegs Innovatie Platform. Ons College wil hun budget met € 50.000 aanvullen gedurende 2 jaar. Het ondersteunen van startende bedrijven gebeurt in regionaal verband via het Startersplatform. In 2006 start een nieuw Equal-project met Europese subsidie en kan met circa € 1,5 miljoen, startende bedrijven in deze regio worden ondersteund. Wij zetten daar € 350.000 van de BDU-economie voor in. Samenwerking tussen bedrijven vergroot de kennisuitwisseling en het benutten van nieuwe kansen. We willen met de inzet van € 600.000 uit de BDU-economie tot 2009 5 kennisclusters realiseren, waarin kennisuitwisseling plaatsvindt tussen bedrijven en kennisinstellingen. Bij het aantrekken van nieuwe bedrijven zullen we inzetten op kennisintensieve bedrijven. Met name de locaties op Winkelsteeg (52 Degrees) en Mercator Science Park bieden kansen. In de periode t/m 2009 zetten we € 150.000 uit de BDU-economie in om minstens 5 kennisintensieve bedrijven naar Nijmegen te halen . Met de discussienota City Marketing is een start gemaakt om het imago van Nijmegen te versterken. Dat zal meer toeristenbezoek opleveren en meer bezoek aan evenementen en zorgen voor levendigheid in de stad en bestedingen in detailhandel en horeca. Met het nieuwe RBT-KAN wordt met de bijdrage per inwoner zowel de informatiefunctie (VVV)
48
Stadsbegroting 2006-2009
als de regionale marketing een nieuwe impuls gegeven. In 2006 willen we de betekenis van evenementen voor de Nijmeegse economie vergroten. Na de vaststelling van de Detailhandelstructuurvisie zijn acties geformuleerd die in 2006 samen met winkeliersverenigingen worden opgepakt. Een goed ondernemersklimaat betekent ook ruimte voor de ambulante handel op de markten. Naast een slimmere opzet voor wijkmarkten zal de centrummarkt in de toekomst ruimte moeten bieden aan een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding door de Burchtstraat. Activiteiten om te zorgen voor goede en voldoende ruimte voor bedrijvigheid: Ook in 2006 zet ons College stevig in op de revitalisering en herstructurering van verouderde bedrijventerreinen. We zullen tot 2010 10 ha verouderd bedrijventerrein gaan aanpakken. Daar zetten we € 2 miljoen van de BDU-economie voor in en samen met Wijchen kunnen we gebruik maken van de Topper-regeling van het ministerie van EZ waardoor het mogelijk is om in totaal ruim € 9 miljoen te investeren. De werkgelegenheid van te verplaatsen bedrijven voor de ontwikkeling van Koers-west proberen we zoveel mogelijk te behouden voor de stad. In 2006 zal op Winkelsteeg het 52-degrees-project, waarmee Philips een nieuwe ontwikkeling in de kenniseconomie is gestart, vorm krijgen. Ruimte voor bedrijvigheid betekent ook ruimte voor watergebonden bedrijvigheid en havenfaciliteiten voor de scheepvaart. Uit technisch onderzoek is gebleken dat de damwand van de Waalkade voor circa € 6 tot 9 miljoen opgeknapt moet worden. Wij willen dit gelijktijdig oppakken met de vernieuwing van de totale Waalkade. Wel zullen we maatregelen moeten nemen om de veiligheid voor de scheepvaart en evenementen op de kade te verzekeren. Voor onderzoek en voorbereidende werkzaamheden zullen in 2006 € 100.000 vrijgemaakt worden. indicatoren
2005
2006
2007
2008
Aantal bedrijfsbezoeken
nb
150
150
150
Aantal klantcontacten Bedrijvenloket
nb
2000
2000
2000
wks
10 ha t/m 2009
Aantal ha verouderd bedrijventerrein aangepakt (* ) Aantal ha uitgeef bedrijventerrein (*)
2009
2000
nb
(*)= indicator nog operationaliseren
Verwijzingen - Sociaal economische beleidsplan 2005-2009 - Uitvoeringprogramma Sociaal Economisch Beleidsplan - Detaihandelstructuurvisie plus Uitvoeringsprogramma
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek)
- Bedrijvenpeiling Nijmegen
- Diverse onderzoeken uitwerking Actieplan SEB - Informatievoorziening economisch vastgoed (winkels, bedrijven, e.d.)
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijzigingen vastgesteld.
Stadsbegroting 2006-2009
49
exploitatie
2006
2007
50
50
Nijmeegs innovatieplatform onderzoek Waalkade
2008
2009
100
Toelichting Financiën ISV-middelen waren tot en met 2005 als baten opgenomen in de begroting. Die zijn in 2006 uitgegeven en dus niet meer beschikbaar. Voor middelen uit de Niet Fysieke Stadseconomie (ministerie van EZ) geldt dat die ook nog in 2006 doorlopen. De BDU-economie uit het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Grotestedenbeleid en Gelders Ontwikkelingsbeleid 2005 - 2009 "Sterke wijken, sociale stad" is meerjarig verwerkt: - vermindering verouderde bedrijventerreinen 400.000 per jaar in 2005 t/m 2009 - verbeteren van het innovatieve vermogen van bedrijven 220.000 per jaar in 2005 t/m 2009 - verbeteren van het vestigingsklimaat van bedrijven (ringstraten centrum) 645.000 in 2005, 325.000 in 2006, 330.000 in 2007
Investeringen De doelstelling van deze investering is het instandhouden van Haven en kade voor watergebonden bedrijvigheid voor de Waalkade. Daarbij is een fundamentele aanpak van de damwand uit veiligheidsoogpunt op termijn noodzakelijk. We willen tevens de gehele damwand en het aangrenzende gedeelte van de Waalkade in de toekomst door middel van omvorming geschikt maken voor meervoudig gebruik waaronder de cruise- en vrachtvaart. Voor de realisering daarvan treffen we toereikende onderhouds- en monitoringsmaatregelen. Tot de omvorming van de damwand blijven de huidige gebruiksbeperkingen van de damwand en het aangrenzend deel van de Waalkade van kracht, tenzij uit aanvullende informatie uit de monitoring dit niet meer geheel noodzakelijk blijkt. We verwachten voor deze investering subsidie binnen te halen. Zolang dit nog niet zeker is, gaan we uit van het bruto bedrag dat nodig is voor de investering. Investering Damwand Waalkade
50
2006
2007
2008
2009
500.000
1.500.000
1.500.000
2.500.000
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
2.032.381
636.767
636.765
636.765
636.765
1PG-3220-002 - Stimulering bedrijvigheid
770.908
756.568
756.467
754.845
754.845
1PG-3220-003 - Vestings- en productieniveau
1.592.128
1.028.215
914.257
533.323
527.076
1PG-3220-004 - Toerisme
260.045
260.618
260.618
260.618
260.618
1PG-3220-005 - Havens en kaden
847.785
932.132
818.234
807.664
795.217
1PG-3220-006 - Markt wezen
280.557
288.062
287.628
287.581
287.545
5.783.804
3.902.362
3.673.969
3.280.796
3.262.065
-1.848.000
-447.000
-447.000
-447.000
-447.000
1PG-3220-002 - Stimulering bedrijvigheid
-336.500
-336.500
-336.500
-336.500
-336.500
1PG-3220-003 - Vestings- en productieniveau
-927.800
-357.800
-362.800
-37.800
-37.800
1PG-3220-004 - Toerisme
-148.200
-148.317
-148.317
-148.317
-148.317
1PG-3220-005 - Havens en kaden
-290.290
-290.290
-290.290
-290.290
-290.290
1PG-3220-006 - Markt wezen
-285.881
-285.881
-285.881
-285.881
-285.881
-3.836.671
-1.865.788
-1.870.788
-1.545.788
-1.545.788
1.947.133
2.036.573
1.803.180
1.735.007
1.716.276
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-3220-001 - Bedrijventerreinen
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-3220-001 - Bedrijventerreinen
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
51
Inkomen Code
3230
Omschrijving Nijmeegse burgers die niet door middel van arbeid in hun levensonderhoud kunnen voorzien en die ook geen aanspraak kunnen maken op een ander soort uitkering, voorzien wij van een inkomen in de vorm van een bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (Ioaz) en het Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz). Daarnaast voeren wij een aantal rijks- en gemeentelijke regelingen uit om alle inwoners van de stad die van een minimuminkomen moeten rondkomen, financieel te ondersteunen. In samenhang hiermee bieden wij schuldhulpverlening aan ten behoeve van alle burgers van de gemeente die in hun bestaanszekerheid bedreigd worden door dreigende of aanwezige schuldproblemen. Omdat de Wwb primair als uitgangspunt heeft dat iedereen zelf in zijn noodzakelijke kosten van levensonderhoud moet kunnen voorzien, is een bijstandsuitkering pas aan de orde als de burger daartoe (nog) niet in staat is. Het Programma Arbeidsmarktbeleid biedt ons de instrumenten om zoveel mogelijk inwoners van de stad op langere of kortere termijn in staat te stellen om door middel van een inkomen uit arbeid, onafhankelijk van een uitkering te worden.
Recente ontwikkelingen Herziening verdeelmodellen Wwb Onder de Wwb is de Gemeente 100% financieel verantwoordelijk voor de uitkeringsuitgaven. Vanaf begrotingsjaar 2006 hanteert het Rijk het objectief verdeelmodel volledig. Dit pakt voor Nijmegen nadelig uit. In onze hoofddoelstellingen en werkwijze specificeren wij welke maatregelen wij t.a.v. ons inkomensbeleid nemen om tekorten op het Inkomensdeel Wwb te voorkomen. Door intensivering van het arbeidsmarktbeleid willen wij de uitstroom uit de bijstand verhogen en zo de uitgaven uit het Inkomensdeel Wwb beperken. Wijziging verdeelstelsel Gemeentefonds Door herijking van het verdeelstelsel van het cluster Bijstand en Zorg van het Gemeentefonds, waaruit o.a. de gemeentelijke inkomensaanvullende maatregelen bekostigd worden, daalt de uitkering voor o.a. het minimabeleid voor Nijmegen met € 2,9 miljoen tot € 5,4 miljoen. OZB Vanuit onze inkomensaanvullende maatregelen geven wij kwijtschelding van het gebruikersdeel OZB aan de minima. Als het OZB-gebruikersdeel wordt afgeschaft, vindt deze kwijtschelding niet meer plaats. Een hogere OZB voor eigenaren kan aan huurders worden doorberekend in de kale huur. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat de hogere huur dan in de huurtoeslag gecompenseerd wordt. Zorgverzekeringswet Op 1 januari 2006 treedt de Zorgverzekeringswet (Zvw) in werking. De nominale premie stijgt flink (circa € 1.100 per verzekerde per jaar). De eigen verantwoordelijkheid van de verzekerde en de consequenties van niet verzekerd zijn worden in het nieuwe stelsel zwaarder (boete, sneller royement). Lage inkomens krijgen een zorgtoeslag die ze moeten aanvragen bij de belastingdienst. De consequenties voor de inkomenspositie van de minima zijn nog onduidelijk. Invoering van de Zvw kan aanleiding zijn om ons CAZ-beleid aan te passen. Hierop beraden wij ons in de tweede helft van 2005. Tevens kijken we of we de Zorgtoeslag collectief aan kunnen vragen voor onze
52
Stadsbegroting 2006-2009
klanten, om te voorkomen dat een deel van de bijstandsgerechtigden geen gebruik maakt van deze toeslag. De eerste berichten over de koopkrachtontwikkeling voor de minima in 2006 geven een pas op de plaats of een lichte vooruitgang te zien. De minima lijken qua koopkrachtontwikkeling echter wel achter te blijven bij de hogere inkomens. Door de invoering van de Zvw, waarbij de verzekeraars pas in december de premies bekend maken, zijn de koopkrachtplaatjes voor 2006 pas aan het eind van 2005 helemaal helder.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is dat Nijmeegse burgers kunnen voorzien in hun noodzakelijke bestaanskosten als zij door werk of recht op een andere uitkering dan bijstand hier niet zelf toe in staat zijn, zodat armoede en sociale uitsluiting voorkomen worden.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1: reductie van het bijstandsvolume om financieel risico te beperken Om de negatieve herverdeeleffecten van het verdeelmodel voor het inkomensdeel vanaf 2006 te compenseren willen we het bijstandsvolume in 2006 met 372 klanten reduceren ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Deze reductie willen we realiseren door de instroom te beperken, de uitstroom naar werk te bevorderen en hoogwaardige handhaving in de bijstand. Deze doelstelling en de activiteiten die in 2006 verricht worden om deze doelstelling te bereiken, zijn opgenomen in het raadsvoorstel Herijking bijstandsbeleid 2006. Hoofddoelstelling 2: rechtmatige en doelmatige verstrekking van uitkeringen Wij verstrekken uitkeringen correct, tijdig en rechtmatig conform de Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz. Doelmatige verstrekking van uitkeringen realiseren wij d.m.v. de doelstellingen uit ons arbeidsmarktbeleid. Hoofddoelstelling 3: armoede voorkomen en bestrijden Wij willen bereiken dat Nijmeegse burgers niet onder de armoedegrens (90 % van het toepasselijk sociaal minimum) terechtkomen. Dit willen wij bereiken door de uitvoering van inkomensaanvullende maatregelen en schuldhulpverlening. Toelichting tabel: * exclusief declaraties Nijmegenpas, inclusief verstrekkingen Vangnetregeling huursubsidie en éénmalige middelen voor jonggehandicapten en ouderen. ** inclusief regiogemeenten hoofddoelstelling 3: over het werkelijke aantal mensen dat onder de armoedegrens zit, hebben wij geen recente gegevens.
indicator
0-meting 2004
2006
2007
2008
2009
+ 4%
- 372
< 1%
< 1%
< 1%
< 1%
< 1%
< 1%
< 1%
< 1%
> 95%
> 95%
> 95%
> 95%
> 95%
€ 4.557
€ 4.500
Hoofddoelstelling 1 Mutatie van het bijstandsvolume t.o.v. landelijk gemiddelde
Hoofddoelstelling 2 % financiële tekortkomingen bij uitkeringsverstrekking % besluiten op aanvraag binnen 8 weken gemiddeld fraudebedrag per opgevoerde fraudevordering
Stadsbegroting 2006-2009
53
% klanten bij wie fraude geconstateerd wordt
0-meting 2006
Hoofddoelstelling 3 Aantal toekenningen inkomensaanvullende maatregelen
30.583*
Uitnutting budget inkomensaanvullende maatregelen Aantal geslaagde schuldregelingen
30.895 100%
172**
100%
100%
200**
Doelrealisatie tot nu toe
-indicator hoofddoelstelling 1
realisatie 2004+ 4%
mutatie bijstandsvolume
hoofddoelstelling 2 % financiële tekortkomingen bij uitkeringsverstrekking % besluiten op aanvragen binnen 8 weken gemiddeld fraudebedrag per opgevoerde fraudevordering
< 1% > 95% € 4.557
hoofddoelstelling 3 aantal toekenningen inkomensaanvullende maatregelen aantal geslaagde schuldregelingen
30.583 172
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1: financieel risico beperken Daling van bijstandsbestand met minimaal 372 klanten ten opzichte van het landelijke gemiddelde reduceren. Deze doelstelling moeten we realiseren om onze financiële positie op het I-Wwb te versterken door instroombeperking en uitstroombevordering. Het grootste deel van de activiteiten dat aan deze doelstelling bijdraagt, maakt deel uit van het programma Arbeidsmarktbeleid. In het programma Inkomen ondernemen wij de volgende nieuwe activiteiten: - er wordt bij bijstandsaanvragen direct een huisbezoek afgelegd als de aanvrager deel uitmaakt van bepaalde risicogroepen. De Raad heeft in september 2005 gekozen voor deze vorm van huisbezoek. - effectiever en efficiënter debiteurenbeleid o.b.v. een herijking van dit beleid in het najaar van 2005. Door vorderingen sneller en daadkrachtiger te innen, onnodige vorderingen te voorkomen en focus op inbare vorderingen, halen we een zo hoog mogelijk bedrag binnen met zo min mogelijk uitvoeringsinspanning en -kosten. activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2: rechtmatig en doelmatig verstrekken van uitkeringen T.a.v. rechtmatigheid starten wij in 2006 met een aantal specifieke activiteiten i.h.k.v. handhaving die zowel de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking bevorderen, als een bijdrage leveren aan het beperken van het financiële risico (doelstelling 1):
54
Stadsbegroting 2006-2009
- Doorlichting van de bijstandsdossiers op niet benutte voorliggende voorzieningen. Naar verwachting leidt deze investering tot een uitstroom van klanten die recht hebben op een andere vorm van inkomensvoorziening. Het beoordelen van het recht op een voorliggende voorziening versterkt tevens de poortwachtersfunctie; - Doorontwikkeling van hoogwaardige handhaving bij klanten met een bijstandsuitkering, d.m.v. de volgende acties: diverse projecten om de handhaving in de keten te borgen samenwerking sociale recherche, fraudepreventiemedewerkers en klantmanagers verbreden instelling permanente werkgroep handhaving controleplan opstellen Ook de activiteit huisbezoek bij uitkeringsaanvraag, onder doelstelling 1, draagt bij aan het bevorderen van rechtmatige uitkeringsverstrekking. Doelmatige uitkeringsverstrekking wordt bevorderd door activiteiten in het programma Arbeidsmarktbeleid. activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3: armoede voorkomen en bestrijden Uitvoering in 2006 van de volgende inkomensaanvullende maatregelen: kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, langdurigheidstoeslag, geldterugregeling voor maatschappelijke participatie, collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, langdurigheidstoeslag en bijzondere bijstand. Het Loket Zorg & Inkomen beantwoordt vragen van burgers over alle inkomensondersteunende voorzieningen en hanteert een integrale intake voor inkomensaanvullende maatregelen om nietgebruik terug te dringen. Wij plegen extra inzet op schuldhulpverlening. Bij de Perspectiefnota 2006 is voorgesteld hiervoor € 247.000 beschikbaar te stellen voor 2006. Bij de Stadrekening 2004 heeft uw Raad besloten dit bedrag ten laste van de reserve Wwb-inkomensdeel te laten komen. Met deze extra middelen willen wij de verwachte 2200 aanvragen afhandelen, een eventuele wachtlijst wegwerken en voorkomen dat er weer een wachtlijst ontstaat. Toelichting tabel: * Dit percentage is een aanname o.b.v. het voorstel `herijking bijstandsbeleid 2006’. ** Als deze activiteit succesvol is, kan dat ook leiden tot een afname van het aantal aanvragen. Doelen voor volgende jaren zijn daarom pas te bepalen o.b.v. resultaten in 2006. Voor de activiteiten die nieuw zijn, hebben we nog geen indicatoren bepaald.
outputindicator
2006
2007
5%*
n.t.b.**
€ 2.200.000
n.t.b.
H1 Toename niet-toegekende aanvr. lo a.g.v. huisbezoek Opbrengst ontvangsten op vorderingen
H2 Opbrengst in € van screening niet benutte voorliggende voorz.
n.t.b.
Samenwerkingsstructuur handhaving is ingericht. Controleplan is vastgesteld.
H3
Stadsbegroting 2006-2009
55
Aantal toegekende aanvragen inkomensaanvullende maatregelen
30.895
n.t.b.
Aantal contacten Loket Z&I
27.000
n.t.b.
2.200
n.t.b.
Aantal afgehandelde intakes SHV wachttijd aanmelding - intake SHV
max. 3 weken
Verwijzingen - Raadsvoorstel herijking bijstandsbeleid + bijlagen - strategisch kader + beleidsplannen Wwb 2005-2008
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) Het belevingsonderzoek armoede is (eind) 2005 opgeleverd. In 2006 worden de volgende onderzoeken afgerond: - Effectrapportage minimabeleid - Evaluatie schuldhulpverlening
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. exploitatie bijzondere bijstand voor computer
2006
2007
2008
2009
50
50
50
50
Toelichting Financiën In dit programma hebben de belangrijkste financiële wijzigingen betrekking op de productgroep Inkomensvoorziening Nijmegen, i.v.m. de effecten van het verdeelmodel voor het I-deel Wwb en de Inkomensaanvullende Maatregelen, als gevolg van de rijksbezuiniging vanaf 2004 en de herijking van het cluster bijstand en zorg in het gemeentefonds. De primitieve begroting 2006 voor de inkomensvoorziening is gebaseerd op het Raadsvoorstel ‘Bestedingsvoorstel 2005 Wet Werk en Bijstand’ dat in december 2004 in uw Raad is behandeld. In dit bestedingsvoorstel is meerjarig (2005-2008) voor het product Wet Werk en Bijstand de verwachte klantenontwikkeling en het daarmee gepaard gaande uitkeringenniveau geprognosticeerd. Voor 2006 is destijds rekening gehouden met een gemiddeld klantenbestand van 7.690 klanten en een totaal netto uitkeringenniveau van € 98,4 mln. (2005: € 90,7 mln.) Gelet op door het ministerie afgegeven indicaties zal het uiteindelijke budget 2005 fors lager zijn dan begroot. Voor 2006 e.v. geldt dat als gevolg van een aanpassing van de verdeelmodellen de budgetten lager zullen uitvallen. Voor de Raad van december 2005 zal er een herzien bestedingsvoorstel Wwb voor het werkdeel en inkomensdeel voor de jaren 2006 - 2009 worden aangeleverd. Met ingang van 2004 heeft het Rijk kortingen doorgevoerd op het minimabeleid. Voor Nijmegen betekent dit dat er met ingang van 2004 tot 2007 jaarlijks € 3,1 mln. gekort wordt op het minimabeleid. Als gevolg van verwachte bezuinigingsmaatregelen door invoering van het loket Zorg en Inkomen (besparing op de uitvoering) is de uiteindelijke taakstelling op het minimabeleid gereduceerd tot € 2,6 mln voor 2006. Daar uw Raad heeft besloten dat het voorzieningenniveau van de
56
Stadsbegroting 2006-2009
inkomensaanvullende maatregelen op het niveau van voor de bezuinigingen dient te blijven, wordt de resterende jaarlijkse taakstelling tot en met 2006 gerealiseerd door een onttrekking ten laste van het Wwb inkomensdeel. De herijking van de algemene uitkering op de clusters Bijstand en Zorg leidt voor de gemeente Nijmegen tot een fors nadeel. Op basis van de actuele gegevens over de uitgaven in de WVG, waarbij we al rekening hebben gehouden met de effecten van de Waalsprong op de WVG, verwachten wij dat het uitgavenniveau de komende jaren achterblijft bij het beschikbare budget. Wij stellen voor om het WVG-budget te verlagen met de hier aangegeven bedragen, die vrijwel overeenkomen met de aan de WVG gerelateerde negatieve effecten van de herijking.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-3230-001 - Inkomensvoorziening Nijmegen
108.691.123
117.215.330
120.509.099
120.445.100
120.368.291
1PG-3230-002 - Inkomensaanvullende maatregelen
13.478.010
12.843.061
12.589.909
12.549.726
12.522.002
1PG-3230-003 - Schuldhulpverlening
2.208.124
2.197.425
2.092.383
2.056.844
2.059.566
147.902
147.070
138.967
136.225
136.435
124.525.159
132.402.886
135.330.357
135.187.895
135.086.294
1PG-3230-004 - Dienstverlening derden door GKB
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-3230-001 - Inkomensvoorziening Nijmegen
-96.730.080
-104.474.332
-108.236.783
-108.236.783
-108.236.783
1PG-3230-002 - Inkomensaanvullende maatregelen
-5.059.613
-4.934.723
-2.371.676
-2.371.676
-2.371.676
1PG-3230-003 - Schuldhulpverlening
-677.843
-677.843
-677.843
-677.843
-677.843
1PG-3230-004 - Dienstverlening derden door GKB
-289.205
-289.205
-289.205
-289.205
-289.205
-102.756.741
-110.376.103
-111.575.507
-111.575.507
-111.575.507
21.768.418
22.026.783
23.754.850
23.612.388
23.510.787
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
57
58
Stadsbegroting 2006-2009
1.3
Ruimte, Wonen, Sport Portefeuillehouder: wethouder P. Depla We hebben de afgelopen periode geïnvesteerd in de ruimtelijke kaders. De aandacht ligt nu weer vol op de uitvoering van concrete projecten. Rondom de Waal staan veel ontwikkelingen op stapel: Ruimte voor de Rivier, Koers-West, Waalkade. In 2006 houden we de Uitwerkingsnota Kansenboek tegen het licht, om te zien of er aanpassingen nodig zijn. Op meerdere plekken in de stad ontwikkelen we stedenbouwkundige plannen of werken we samen met externe partners aan ontwikkelingen: Dukenburg, 2e fase Philips, Heyendaal, Winkelsteeg. De actualisering van bestemmingsplannen ligt op koers maar tegelijkertijd blijft de vraag naar postzegelplannen en vrijstellingen hoog, door het versnellen van de woningbouwproductie in de bestaande stad. Door het digitaal beschikbaar stellen van plannen en door interactieve planprocedures vergroten we de toegankelijkheid. De handhaving van bestemmingsplannen leggen we voor het eerst vast in een jaarprogramma. In het jaar na de viering van Nijmegen 2000 blijft cultuurhistorie een belangrijk thema in het gemeentelijke beleid. We maken de geschiedenis van de stad meer zichtbaar en tastbaar, om het historische besef te versterken. Resultaten van archeologisch onderzoek zetten we actiever in bij planontwikkeling van bijvoorbeeld Hessenberg, KoersWest en St. Josephhof. De herziene Monumentenwet treedt in 2006 in werking, wat aanzienlijke effecten op het gemeentelijke beleid zal hebben. De woningproductie in 2006 blijft wat ons betreft met 1600 woningen op niveau. Door inzet van het tempoteam en een strakke voortgangsbewaking willen we het tempo hoog houden. We sturen op 405 goedkope woningen in de bestaande stad. De herziening van de regionale huisvestingsverordening leidt in 2006 tot besluitvorming. Vergunningverlening voor de bouw en handhaving vormen een onderdeel van het Handhavingsprogramma 2006, dat uw Raad afzonderlijk vaststelt. In 2006 willen we het aantal gegronde bezwaarschriften met 1% verminderen en de behandelingstermijn voor vergunningen met 4% terugdringen. Sportdeelname bevorderen wij ook in 2006 voor de leeftijdsgroep van 4-19 jaar via de stimuleringsregeling Buurt, Onderwijs en Sport en de partnerships met (top)sportclubs. Met het project ‘Wikken en bewegen‘ willen we overgewicht bij kinderen tegengaan. We versterken de positie van sportverenigingen door bij te dragen in de kosten van IDbanen. Voor de legeskosten van verbruiksvergunningen stellen we een compensatieregeling in. Het programma van eisen voor de vervanging van Zwembad Oost ronden we in 2006 af. In het investeringsplan hebben we ruimte gecreëerd voor het nieuwe Zwembad Oost in 2009. Ook willen we plannen voor een zwembad in de Waalsprong presenteren. Het tarieven- en subsidiebeleid passen we aan als vervolg op het Sportaccommodatiebeleid. Voor grote sportevenementen als NK-Turnen, Global Athletics en de Zevenheuvelenloop sluiten we nieuwe overeenkomsten met de betrokken organisaties. En met de nieuwe atletiekbaan en de aangepaste Jan Massinkhal krijgen we er twee topsportaccommodaties bij.
Stadsbegroting 2006-2009
59
Ruimtelijke ontwikkeling Code
4110
Omschrijving De ontwikkeling en realisatie van ruimtelijke projecten in Nijmegen is meestal primair de verantwoordelijkheid van marktpartijen. Dat betekent niet dat we als Gemeente op afstand toekijken wat er gebeurt. We zien als bestuur een nadrukkelijke taak om de gewenste ontwikkelingen te faciliteren, maar tegelijk het prettige en gewaardeerde leefklimaat in Nijmegen zo goed mogelijk te behouden en waar dat kan verder te verbeteren. We sturen op een optimaal evenwicht tussen de verschillende functies in de stad, tussen wonen, werken en recreëren, tussen dynamiek en rust, bebouwd en onbebouwd, hogere en lagere dichtheden. We bevorderen een zo efficiënt en duurzaam mogelijke benutting van de schaarse ruimte en voldoende differentiatie en variatie tussen de verschillende woon-, werk- en verblijfmilieus. Behoud en versterking van de specifieke ruimtelijke kwaliteiten en de historisch gegroeide identiteit van Nijmegen zijn eveneens belangrijke uitgangspunten. We doen dat door vooraf kaders te stellen en concrete plannen daaraan te toetsen. Daar waar we dat nodig achten spelen we een meer actieve rol door via het grondbedrijf zelf grondpositie te verwerven en in te zetten en door te participeren in projectontwikkeling. De infrastructuur en de openbare ruimte zijn uiteraard onze eigen verantwoordelijkheid. Binnen het programma Ruimtelijke ontwikkeling formuleren we op stedelijk niveau planologische afwegingskaders, waarbij ontwikkelingen op regionaal, provinciaal en landelijk niveau een belangrijke context vormen. Concrete ruimtelijke plannen worden steeds aan deze planologische kaders getoetst en daarvoor zetten we de planologische en stedenbouwkundige discipline in. Veelal gebeurt dit via de integrale randvoorwaarden en aanbevelingen die binnen de Directie Grondgebied worden opgesteld. Bij grotere ruimtelijke opgaven, bijvoorbeeld in het kader van Ruimte voor de rivier, Koers West e.a. worden planologen en stedebouwkundigen actief betrokken bij de planvoorbereiding. In de programma’s Ruimtelijke inrichting & vormgeving, Ruimtelijk beheer en Grondbeleid komen de activiteiten aan de orde op het niveau van programmering, bestemming, inrichting en vormgeving van concrete ontwikkelingsplannen aan de orde.
Recente ontwikkelingen De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in actualisering van de algemene ruimtelijke beleidskaders op stedelijk niveau. Met het Kansenboek (Kansen voor de Keizerstad) hebben we een visie ontwikkeld op de ontwikkelmogelijkheden in de komende decennia. In 2005 is de Uitwerkingsnota Kansenboek afgerond. Voor de Waalsprong vormt het Voorkeursmodel het uitgangspunt. Met de Nota Beeldkwaliteit (Nijmegen over de brug) hebben we een beleidskader neergezet voor behoud en versterking van de beeldkwaliteit in de stad. En met de voortschrijdende actualisering van de bestemmingsplannen zullen we voor een steeds groter deel van de stad beschikken over een actueel ruimtelijk-functioneel kader. Dat neemt niet weg dat er steeds aanleiding zal zijn om actuele vraagstukken met een ruimtelijke implicatie waar nodig en gewenst te vertalen naar de Nijmeegse situatie en ruimtelijke beleidskaders aan te passen. Daarom is ervoor gekozen om het Kansenboek eens per twee jaar te actualiseren en vast te laten stellen door uw Raad, zodat we steeds beschikken over een integraal zicht op ruimtelijke ontwikkelingskansen in de stad. De ambities van Nijmegen moeten goed verankerd worden in het regionale, provinciale en landelijke planologische beleid. Concreet betekent dit verankering in het Structuurplan KAN en het Streekplan Gelderland. Specifieke ontwikkelingen zullen vastgelegd moeten worden in een Planologische kernbeslissing, zoals de PKB voor Ruimte voor de rivier. Gelet op deze ontwikkelingen zal de komende jaren minder behoefte zijn aan nieuw beleid op stedelijk niveau, maar zal de sturing vanuit het beleid op de kwaliteit van concrete projecten voorop staan. En die projecten zijn er legio, in de sfeer van woningbouw, maar ook ten behoeve van werken, onderwijs, cultuur, recreatie en vermaak. Ten noorden van de Waal wordt volop gebouwd aan
60
Stadsbegroting 2006-2009
de Waalsprong en ook in de bestaande stad zullen volop hijskranen te zien zijn. Op vele plekken in de binnenstad en daarbuiten worden projecten ontwikkeld en gerealiseerd, met name woningbouw maar ook voor werken, onderwijs, cultuur, recreatie en vermaak (bijvoorbeeld Heyendaal, Winkelsteeg (in het bijzonder het project 52 Degrees), Stationsomgeving (zoals ROC), Waalfront West, Park West). Op het gebied van infrastructuur staat ook het nodige op stapel, waarbij vooral de tweede stadsbrug en de aanpassingen en vernieuwingen van het stedelijke hoofdwegennet, met name in Nijmegen-West veel aandacht zullen vragen. Deze ruimtelijke dynamiek vraagt om een heldere vertaling van planologische en stedenbouwkundige kaders naar randvoorwaarden en aanbevelingen waarin de verschillende ruimtelijke facetten integraal aan de orde komen. Deze moeten marktpartijen duidelijk maken wat er kan en mag, maar vooral ook uitdagen om duurzame en hoogwaardige resultaten te behalen. Zonder dat dit vertragend werkt in het planproces. In veel gevallen zal voor specifieke locaties nog een ontwikkelvisie moeten worden gestart c.q. afgerond. Bovendien moeten we blijven zoeken naar 'reservelocaties' die, als ze op de kortere termijn niet ingezet hoeven worden, eventueel ook pas op de langere termijn ontwikkeld kunnen worden.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Beoogd effect is een optimaal (her)gebruik van de beschikbare ruimte in Nijmegen zodat we noodzakelijke en gewenste ontwikkelingen kunnen faciliteren en tegelijk het goede woon-, werken verblijfklimaat in de stad kunnen behouden en waar mogelijk versterken. Daarmee willen we bijdragen aan een aantrekkelijke en economisch sterke stad, waar mensen en bedrijven zich graag vestigen en willen blijven.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) beleidskaders ruimtelijke ontwikkeling - op integraal niveau monitoren en actueel houden - Nijmeegse ruimtelijke beleid verankeren op bovenstedelijk niveau - planologisch onderbouwen en zo mogelijk faciliteren van noodzakelijke en gewenste ontwikkelingen - ontwikkelingen op bovenstedelijk niveau onderzoeken op consequenties voor Nijmegen. ontwikkelingsvisies - onderzoeken hoe locaties in de stad zo efficiënt, hoogwaardig en duurzaam mogelijk kunnen worden (her)gebruikt. stadspromotie - de ruimtelijke ambities van Nijmegen actief communiceren om marktpartijen te inspireren en om financiële participatie te stimuleren.
Doelrealisatie tot nu toe Uit de Stads- en Wijkmonitor blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit van de stad als geheel door de Nijmegenaren positief beoordeeld wordt. Maar liefst 86% van de bewoners vinden Nijmegen een mooie stad en bijna iedereen (95%) vindt het een prettige stad om in te wonen. Er is een positief oordeel over de beeldkwaliteit van de stad als geheel en dat is positief beïnvloed door ontwikkelingen in de binnenstad (Mariekenstraat, Moenenstraat, Mariënburg), maar ook daarbuiten (Snelbinder, Limos, Waalsprong). Deze positieve waardering voor de ruimtelijke ontwikkeling draagt ertoe bij dat Nijmegenaren trots zijn op hun stad en dat bevordert hun betrokkenheid. Opvallend is dat de Nijmegenaren de Waal duidelijk hebben herontdekt: de ligging aan de rivier heeft een beduidend sterker aandeel gekregen in het imago van Nijmegen onder de bewoners. De waardering voor de ruimtelijke kwaliteit van de eigen wijk en buurt is erg uiteenlopend, maar over het geheel genomen beduidend minder positief dan de waardering voor de stad als geheel.
Stadsbegroting 2006-2009
61
Het bovenstaande geeft beperkt inzicht in de effecten van de investeringen die zijn gepleegd in de ruimtelijke kwaliteit, maar zijn nog onvoldoende concreet. De resultaten zullen veel nadrukkelijker en meer gericht moeten worden gemeten. Dat doen we door burgers, ondernemers en gebruikers te vragen of ze resultaat waarnemen en of zij daarin de inspanningen die wij leveren herkennen. De Stadspeiling en het Stadspanel bieden daartoe goede mogelijkheden. De afdeling Onderzoek & Statistiek zal voorstellen daartoe doen zodat we in de loop van 2006, daar waar dat methodisch verantwoord kan, meetbare prestatie-indicatoren beschikbaar hebben. Daarnaast zullen de effecten van concrete producten directer bij de doelgroepen gemeten worden, dat wil zeggen direct na realisatie en gericht op de concrete doelgroep(en) (bijvoorbeeld gemeenteraad, andere overheden, ontwikkelende of ontwerpende partijen, burgers). Daarbij zoeken we steeds naar een passende methode om de waardering voor en het effect van de inzet te meten.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? In 2006 zijn we van plan met de volgende activiteiten te werken aan de hoofddoelstellingen: beleidskaders ruimtelijke ontwikkeling - we bereiden de eerste actualisatie van de Uitwerkingsnota Kansenboek voor; - we leveren via het KAN inbreng in de Structuurvisie KAN; - we leveren inbreng in het Streekplan Gelderland; - we leveren vanuit de planologische en stedenbouwkundige discipline inbreng in beleidsproducten betreffende thema’s met belangrijke ruimtelijke consequenties; - vanuit het (boven)stedelijk niveau leveren we, met inzet vanuit de planologische en stedenbouwkundige discipline, inbreng in de formulering van randvoorwaarden en ambities ten behoeve van concrete ruimtelijke plannen; - we starten een overleg over de sectoroverstijgende, strategische ontwikkelingen op (boven)stedelijk niveau met belangrijke ruimtelijke consequenties. Dit overleg zal in eerste instantie op het niveau van de Directie Grondgebied en het Ontwikkelingsbedrijf van de Directie Wijk en Stad plaatsvinden. Vanuit het overleg wordt geadviseerd aan het College. De agendavoering wordt neergelegd bij de planologische sectie van de afdeling Stadsontwikkeling. - we onderzoeken de ruimtelijke consequenties van actuele ontwikkelingen, nieuwe wet- en regelgeving en beleidsnota’s op europees, nationaal, provinciaal en regionaal niveau, bijvoorbeeld op het terrein van luchtkwaliteit, waterbeheersing, infrastructuur, openbaar vervoer, bedrijventerreinen, detailhandel etcetera. - we zijn een actieve gesprekspartner van de partijen die in ontwikkelende en ontwerpende zin betrokken zijn bij de projecten rondom de Waal. We doen dat vanuit de ambitie om de relatie tussen stad en rivier te versterken, zowel vanuit de optiek van ruimtelijke kwaliteit en stedelijke identiteit (Nijmegen omarmt de Waal). We organiseren daartoe bijeenkomsten met betrokken partijen en externe deskundigen. De rijksbouwmeester alsmede de rijksadviseurs voor landschap, infrastructuur en cultureel erfgoed hebben toegezegd daarbij een rol te kunnen spelen. - voor omvangrijke gebieden in de stad maken we een ontwikkelingsgerichte visie, die vervolgens dient als inspiratiebron voor marktpartijen en als afwegings- en toetsingskader bij concrete plannen in het gebied. In 2006 betreft dat in ieder geval de Kanaalzone en Dukenburg. stadspromotie - we zetten Nijmegen nadrukkelijk op de kaart als stad die trots is op haar rijke verleden, maar die tegelijk een bijzonder dynamische stedelijke ontwikkeling kent. Met name de ontwikkelingen rondom de Waal (Ruimte voor de Rivier, Waalfront west, Waalkade, Citadel, Schans, Veur-Lent, tweede stadsbrug) vragen om actieve communicatie en lobby. Onder het motto Nijmegen omarmt de Waal organiseren we activiteiten in het verlengde van het forumdebat dat in juni 2005 werd georganiseerd; - we verzorgen ontvangsten en rondleidingen voor bestuurders en vakgenoten die geïnteresseerd zijn in de stedelijke ontwikkeling van Nijmegen. In 2006 zullen met name de plannen in het kader
62
Stadsbegroting 2006-2009
van Ruimte voor de Rivier, Koers-West, Waalsprong veel belangstelling oproepen, evenals de regionale vraagstukken in het kader van infrastructuur, groen om de stad e.a.
Verwijzingen - Kansenboek (2004), uitwerkingsnota Kansenboek (2005) - Hoofdlijnennota Streekplan (2004) en Streekplan (2005) - Regionale Structuurvisie KAN (2005) - Architectuurbeleid Rijk 2004 e.v. - Wet op de ruimtelijke ordening, Besluit op de ruimtelijke ordening - Nota Ruimte (2004)
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De stijging van de budgetten is het gevolg van de toegestane prijsindexering.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-4110-001 - Beleidskaders ruimtelijke ontwik.
312.238
318.244
318.231
318.231
318.229
1PG-4110-002 - Stadspromotie
25.980
26.500
26.500
26.500
26.500
338.218
344.744
344.731
344.730
344.729
0
0
0
0
0
338.218
344.744
344.731
344.730
344.729
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
63
Ruimtelijke inrichting en vormgeving Code
4120
Omschrijving Voor het woon-, werk- en leefklimaat in Nijmegen is de ruimtelijke kwaliteit van de stad als geheel en van de wijken in het bijzonder, van grote betekenis. Deze wordt voor een belangrijk deel bepaald door de bestemming, inrichting en vormgeving van de ruimte. Wij zien het als onze taak om de ruimtelijke kwaliteit in de stad te bevorderen en te bewaken en tegelijkertijd zoveel mogelijk recht te doen aan private belangen die in het geding zijn. We sturen op kwaliteit door een actieve kaderstellende, stimulerende, faciliterende en toetsende rol te spelen door middel van bestemmingsplannen, stedenbouwkundige en inrichtingsplannen, beeldkwaliteitscriteria en randvoorwaarden en aanbevelingen. Waar we dat nodig c.q. gewenst achten, ontwikkelen we zelf of samen met marktpartijen om meer direct kwaliteit te ontwikkelen. In algemene zin stimuleren we hoogwaardige en cultureel geïnspireerde stedenbouw, architectuur en kunstuitingen in de buitenruimte, onder andere door educatie en voorlichting, promotie, prijsvragen e.a.
Recente ontwikkelingen Sinds 2002 zijn we bezig met de actualisering van de verouderde bestemmingsplannen. Inmiddels zijn procedures gestart voor Nijmegen-Zuid, Nijmegen-Midden, Oud-West, Dukenburg, Winkelsteeg/Goffert en Westkanaaldijk/Sluis. In 2005 is een begin gemaakt met Heyendaal en Brakkenstein. Deze zijn naar voren gehaald in de tijd vanwege de omvangrijke (her)ontwikkelingsplannen voor Heyendaal. Vanwege de directe samenhang is ook Brakkenstein opgepakt, weliswaar in een apart, maar gelijktijdig verlopende procedure. Het aantal postzegelplannen en vrijstellingen is ondanks de actualisatie nog niet sterk verminderd. Dat komt vooral door het versnellen van de woningbouwproductie in de bestaande stad. De actualisering, het bestemmingsplannenprogramma voor de Waalsprong alsmede de postzegelplannen en vrijstellingen betekenen een hoge druk op de ambtelijke capaciteit. Noodzakelijke capaciteitsaanpassingen zullen financieel worden opgevangen met legesinkomsten. De Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit vormt een algemeen toetsingskader voor de Commissie Beeldkwaliteit. Voor specifieke gebieden en bijzondere categorieën bouwwerken zal de nota uitgebreid worden met beeldkwaliteitplannen. Hiermee is in 2005 begonnen. De Commissie Beeldkwaliteit, waarin de vroegere welstandscommissie en monumentencom-missie zijn samengegaan, functioneert nu ongeveer twee jaar. In 2005 is een eerste evaluatie uitgevoerd die mogelijk tot aanpassingen in 2006 zal leiden. In 2005 is begonnen met een aanzet voor integratie van de Commissie Beeldende Kunst in de Commissie Beeldkwaliteit. Vanaf 1 oktober 2005 zijn de werkzaamheden die worden verricht binnen de productgroep Kunst in de Buitenruimte geplaatst bij de afdeling Stadsontwikkeling. Hiermee is een optimalisatie in afstemming tussen alle onderdelen gerealiseerd die in gezamenlijkheid de ruimte vormgeven en inrichten. Kunst in de buitenruimte blijft vooralsnog binnen het programma Cultuur. De concrete uitvoeringsprojecten zullen te zijner tijd bij het programma Ruimtelijke inrichting & vormgeving worden ondergebracht.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat de ruimtelijke identiteit en kwaliteit van Nijmegen versterkt en verhoogd worden als belangrijke factoren van een aantrekkelijke en prettige woon, werk- en leefomgeving. Een optimale bestemming, inrichting en vormgeving van de ruimte dragen sterk bij aan een positieve beleving van de stad en heeft daarmee grote maatschappelijke en economische betekenis.
64
Stadsbegroting 2006-2009
Het is ons nadrukkelijke streven om bij de activiteiten op dit terrein bewoners, ondernemers en marktpartijen zo goed mogelijk te betrekken.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Ruimtelijke plannen WRO/BRO: We zorgen voor bestemmingsplannen die: - voldoende actueel zijn (niet ouder dan 10 jaar); - digitaal beschikbaar en raadpleegbaar zijn; - voldoende flexibel en duurzaam zijn (d.w.z. zoveel mogelijk bestand tegen de dynamische ontwikkelingen in de stad) en - optimale rechtszekerheid bieden. We maken gebruik van de wettelijke mogelijkheden voor structurele en tijdelijke vrijstelling van bestemmingsplannen als dat nodig is om belangrijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Hoofddoelstelling 2 Stedenbouw: Samen met marktpartijen, bewoners en gebruikers zoeken we steeds naar een hoogwaardige en duurzame inrichting en vormgeving van gebieden waar (her)ontwikkeling aan de orde is. Hiervoor ontwikkelen we randvoorwaarden en aanbevelingen (R&A), waarin we op integrale wijze het ruimtelijke kader voor specifieke locaties aangeven. We baseren ons hierbij op wettelijke normen en bestuurlijk vastgestelde beleidsuitgangspunten. De R&A’s vormen vervolgens de basis om plannen te toetsen en op basis daarvan het College te adviseren. Jaarlijks maken we een 20-tal sets R&A. Voor belangrijke ontwikkelingsgebieden en -locaties onderzoeken we, op basis van een ontwikkelingsvisie, de mogelijkheden voor vormgeving en inrichting door middel van stedenbouwkundige plannen en inrichtingsplannen. We doen dit in nauwe samenwerking met de ontwikkelende partij(en) in het gebied en waar mogelijk met directe betrokkenheid van bewoners en gebruikers. In bepaalde gevallen kiezen we ervoor om zelf plannen te ontwikkelen, in andere situaties fungeren we als klankbord fungeren voor externe partijen. Hoofddoelstelling 3 Architectuur: De beeldkwaliteit van Nijmegen wordt in belangrijke mate bepaald door de architectonische vormgeving van gebouwen en hun directe omgeving. Naast de sterk gegroeide aandacht voor cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en plekken willen we ook een klimaat scheppen dat ruimte biedt voor hoogwaardige eigentijdse gebouwen. Op plekken die voor de beleving van de stad belangrijk zijn stellen we hoge en bijzondere eisen aan de beeldkwaliteit. In bepaalde situaties zetten we meer proactieve instrumenten in zoals architectuurprijsvragen en ontwerpselectieprocedures. Bij belangrijke ontwikkelingsprojecten kunnen we kiezen voor bijzondere vormen van regie over en begeleiding van architecten, bijvoorbeeld een architectuurkwaliteitsgroep (AKG) of architectuurbegeleidingscommissie (ABC). Hoofddoelstelling 4 Promotie: We willen ervoor zorgen dat de Nijmegenaren en andere partijen die betrokken zijn bij de inrichting van de stad, zich bewust zijn van de bijzondere beeldkwaliteit en identiteit van de stad en de wijken. Daardoor zullen ze ook actief bijdragen aan behoud en versterking daarvan. Bij professionele ontwikkelende partijen willen we het culturele opdrachtgeverschap actief stimuleren, zowel op stedenbouwkundig als architectonisch niveau. Hiermee willen we het inzicht en de waardering voor deze stedenbouwkundige plannen en inrichtingsplannen vergroten, zowel binnen de gemeente als daarbuiten. Aan belangstellenden van buiten de stad (vertegenwoordigers van andere gemeenten en hogere overheden, ontwikkelaars, ontwerpers e.a.) laten we de prestaties op dit terrein graag zien om
Stadsbegroting 2006-2009
65
daarmee een positieve bijdrage te leveren aan het imago van Nijmegen als aantrekkelijke en dynamische stad.
Doelrealisatie tot nu toe Uit de Stads- en Wijkmonitor blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit van de stad als geheel door de Nijmegenaren positief beoordeeld wordt. Maar liefst 86% van de bewoners vinden Nijmegen een mooie stad en bijna iedereen (95%) vindt het een prettige stad om in te wonen. Er is een positief oordeel over de beeldkwaliteit van de stad als geheel en dat is positief beïnvloed door ontwikkelingen in de binnenstad (Mariekenstraat, Moenenstraat, Mariënburg), maar ook daarbuiten (Snelbinder, Limos, Waalsprong). Deze positieve waardering voor de ruimtelijke ontwikkeling draagt ertoe bij dat Nijmegenaren trots zijn op hun stad en dat bevordert hun betrokkenheid. Opvallend is dat de Nijmegenaren de Waal duidelijk hebben herontdekt: de ligging aan de rivier heeft een beduidend sterker aandeel gekregen in het imago van Nijmegen onder de bewoners. De waardering voor de ruimtelijke kwaliteit van de eigen wijk en buurt is erg uiteenlopend, maar over het geheel genomen beduidend minder positief dan de waardering voor de stad als geheel. Het bovenstaande geeft beperkt inzicht in de effecten van de investeringen die zijn gepleegd in de ruimtelijke kwaliteit, maar zijn nog onvoldoende concreet. De resultaten zullen veel nadrukkelijker en meer gericht moeten worden gemeten. Dat doen we door burgers, ondernemers en gebruikers te vragen of ze resultaat waarnemen en of zij daarin de inspanningen die wij leveren herkennen. De Stadspeiling en het Stadspanel bieden daartoe goede mogelijkheden. De afdeling Onderzoek & Statistiek zal voorstellen daartoe doen zodat we in de loop van 2006, daar waar dat methodisch verantwoord kan, meetbare prestatie-indicatoren beschikbaar hebben. Daarnaast zullen de effecten van concrete producten directer bij de doelgroepen gemeten worden, dat wil zeggen direct na realisatie en gericht op de concrete doelgroep(en) (bijvoorbeeld gemeenteraad, andere overheden, ontwikkelende of ontwerpende partijen, burgers). Daarbij zoeken we steeds naar een passende methode om de waardering voor en het effect van de inzet te meten.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 Ruimtelijke plannen WRO/BRO: We gaan verder met de ingezette actualisering van de bestemmingsplannen en starten met twee nieuwe plannen. Welke gebieden dat zijn wordt eind 2005 vastgesteld, waarbij de keuze vooralsnog gaat tussen Bottendaal, Centrum, Lindenholt en Waalfront/Stadsas. Daarnaast nemen we in de Waalsprong zowel ontwikkelingsplannen (bijv. Groot Oosterhout, Citadel, Landschapszone) als een conserverend plan (Dorp Lent) in procedure. In de bestaande stad zullen naar verwachting 30 postzegelplannen en uitwerkingsplannen opgestart worden, met name om woningbouw mogelijk te maken. Ook zullen we een aanzienlijk aantal artikel-19-procedures voeren, waarbij we gebruik maken van de verruimde provinciale vrijstellingsmogelijkheden. Het gaat om circa 30 procedures ex artikel 19 lid 2 WRO, 55 ex artikel 15, 15 ex artikel 17, 80 ex artikel 19 lid 3 t.b.v. bouwactiviteiten en 10 ex artikel 19 lid 3 t.b.v. gebruikswijzigingen. Ook rekenen we op een drietal voorbereidingsbesluiten en 5 aanlegvergunningen. Actuele planprocedures worden digitaal interactief gemaakt. We optimaliseren de raadpleegbaarheid van de reeds digitaal beschikbare plannen via Internet. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 Stedenbouwkundige visies/gebiedsvisies: We ontwikkelen ca. 20 Randvoorwaarden en Aanbevelingen, waarin op integrale wijze het ruimtelijke kader voor specifieke locaties wordt aangegeven. We baseren ons hierbij op wettelijke normen, en bestuurlijk vastgestelde beleidsuitgangspunten. We ontwikkelen stedenbouwkundige plannen of vormen een klankbord voor externe partijen bij de ontwikkeling van stedenbouwkundige plannen en inrichtingsplannen.
66
Stadsbegroting 2006-2009
- In de bestaande stad doen we dit o.a. voor Dukenburg (Centrum Meijhorst en Grand Canal), 2e fase Philips, Heyendaal, Winkelsteeg, en meerdere woningbouwlocaties in de bestaande stad. Ook voor de Kanaalzone zullen we een visie ontwikkelen, als uitwerking van het Kansenboek. Daarnaast participeren we bij het ontwikkelen van een Groenstructuurplan. - In en om de binnenstad zijn o.a. de plannen aan de orde voor de Lindenberg, de uitwerking van de plannen voor de Waalkade en Plein 44, het Waalpark (uitwerking Valkhofvisie). De ontwikkeling van deze laatste plannen hangt nauw samen met de subsidieaanvraag die hiervoor in voorbereiding wordt genomen. Ook enkele locaties in de Spoorzone, en de ontwikkeling van een ontwerp voor de Schaeck Mathonsingel zijn aan de orde. - In Koers West zijn we intensief bezig met de begeleiding bij het masterplan voor het Waalfront en een ontwerp voor de Stadsbrug. - In de Waalsprong zijn we betrokken bij de stedenbouwkundige plannen voor de Citadel, de Landschapszone en Park de Woerdt. Nadat de staatssecretaris een besluit heeft genomen over de flessenhalsproblematiek bij Lent, zal ook het doorontwikkelen van plannen in deze zone weer actueel worden. - In het kader van de uitwerking van het thema Stad aan de Rivier uit het Kansenboek, komt de planontwikkeling voor de Oosterhoutse Waarden nadrukkelijk in beeld. - Voor Brakkenstein en dorp Lent wordt een wijkvisie afgerond. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 Architectuur: We ontwikkelen beeldkwaliteitplannen, waarbij in ieder geval prioriteit uitgaat naar het stadscentrum en de Winkelsteeg. Daarnaast zullen we op strategische locaties specifieke en hoge eisen stellen aan de architectonische invulling. Dat geldt onder meer voor hoogbouwlocaties, zoals bij de Hezelpoort en in de Spoorzone. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 Promotie: Persberichten, rondleidingen, presentaties, CD’s en andere beelddragers, publicaties, exposities rond nader te bepalen thema’s.
Verwijzingen - Kadernota Beeldkwaliteit (2004) - Uitwerkingsnota Kansenboek (2005) - Nota Hoogbouw (2005) - Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit (2004)
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld. De budgetten van Architectuur en van Kunst in de openbare ruimte moeten (deels) overgeheveld worden naar dit programma.
Toelichting Financiën De stijging van de budgetten is het gevolg van de toegestane prijsindexering.
Stadsbegroting 2006-2009
67
Investeringen Met de uitvoering van woonomgevingsprojecten in de wijken leveren we een bijdrage aan de verbetering van het woon- en leefklimaat in deze wijken. Investering Woonomgevingsprojecten in wijken
2006
2007
2008
2009
1.013.088
1.000.000
1.000.000
1.000.000
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-4120-001 - Ruimtelijke plannen WRO/BRO
1.257.332
1.356.472
1.356.466
1.356.466
1.356.465
1PG-4120-002 - Bel.ruimte. inrichting & vormgeving
365.316
367.055
367.055
367.055
367.055
1PG-4120-003 - Architectuur
181.215
145.847
145.847
145.847
145.847
1PG-4120-004 - promotie
34.040
34.721
34.721
34.721
34.721
575.315
580.973
580.316
579.173
579.006
0
0
0
0
0
2.413.217
2.485.068
2.484.404
2.483.262
2.483.094
1PG-4120-001 - Ruimtelijke plannen WRO/BRO
-150.000
-185.600
-185.600
-185.600
-185.600
1PG-4120-002 - Bel.ruimte. inrichting & vormgeving
-200.000
-222.690
-222.690
-222.690
-222.690
-70.365
-10.000
-10.000
-10.000
-10.000
0
0
0
0
0
-420.365
-418.290
-418.290
-418.290
-418.290
1.992.852
2.066.778
2.066.114
2.064.972
2.064.804
1PG-4120-005 - Wijkvisies 1PG-4120-006 - Stedenbouw
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
1PG-4120-003 - Architectuur 1PG-4120-005 - Wijkvisies
Totaal baten Programma
68
Stadsbegroting 2006-2009
Ruimtelijk beheer Code
4140
Omschrijving We zien er op toe dat burgers, bedrijven en de gemeente zelf de ruimte in de stad bebouwen, verbouwen en gebruiken in overeenstemming met de daarvoor bindend vastgestelde bepalingen in de bestemmingsplannen. We doen dat door actieve handhaving van de bestemmingsplannen, op eigen initiatief dan wel naar aanleiding van verzoeken om handhaving. Uitgangspunten hierbij zijn rechtszekerheid, veiligheid en gelijkheid in aanpak.
Recente ontwikkelingen Dit jaar wordt voor het eerst gebruik gemaakt van een jaarprogramma dat specifiek betrekking heeft op de handhaving van bestemmingsplannen. Prioritering van taakvelden, ureninzet en aantallen producten worden systematisch en structureel ter hand genomen. Het lopende jaar zal dan ook betrouwbare input gaan opleveren voor een nulmeting op het gebied van de ruimtelijke handhaving. Dit verklaart ook waarom de aantallen handhavingsacties verschillen met de aannames van vorig jaar.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is het borgen van de kwaliteit van het woon-, werk- en leefklimaat voor bewoners en ondernemers. De burger moet ervaren dat ons College staat voor die kwaliteit en deze in de praktijk op zorgvuldige, rechtszekere wijze effectueert.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 We willen een stringente en eenduidige controle op naleving van de gebruiksbepalingen van bestemmingsplannen, als onderdeel van het integrale handhavingsbeleid van de gemeente Nijmegen. Hoofddoelstelling 2 We zorgen voor een proactieve aanpak van de handhaving, waardoor circa 20% minder repressieve maatregelen hoeven te worden getroffen. Hoofddoelstelling 3 We willen adequaat en rechtens afdwingbaar tegen strijdigheden met de gebruiksbepalingen van het bestemmingsplan optreden, met als gevolg een afname van het aantal strijdige situaties in de stad. We verminderen het aantal illegale gebruikssituaties met 50% binnen de gebieden die bestemmingsplanmatig geactualiseerd worden en met 15% in de rest van de stad. Uit de Stads- en Wijkmonitor blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit van de stad als geheel door de Nijmegenaren positief beoordeeld wordt. Maar liefst 86% van de bewoners vinden Nijmegen een mooie stad en bijna iedereen (95%) vindt het een prettige stad om in te wonen. Deze positieve waardering voor de ruimtelijke ontwikkeling draagt ertoe bij dat de Nijmegenaren trots zijn op hun stad en dat bevordert hun betrokkenheid. Handhaving van ruimtelijke regelgeving zorgt er voor dat de beoordeling van die ruimtelijke kwaliteit positief blijft. De exacte invloed van die handhaving is momenteel nog onvoldoende concreet te maken. OM dat te bereiken zullen de resultaten veel nadrukkelijk en meer gericht moeten worden gemeten. Dat doen we enerzijds door bovengenoemde systematische en structurele handhavingsprogrammering. Anderzijds zullen we bewoners, ondernemers en gebruikers vragen of ze resultaat waarnemen en of ze daarin de inspanningen herkennen die wij leveren. De Stadspeiling biedt daartoe goede mogelijkheden.
Stadsbegroting 2006-2009
69
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 We handhaven op basis van een jaarlijks op te stellen handhavingsprogramma ruimtelijke regelgeving , waarin helder is weergegeven welke doelstellingen, werkwijzen en capaciteitsinzet in het komende begrotingsjaar wordt geleverd. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 We verrichten 1174 waarnemingen en 268 controlebezoeken bij burgers en bedrijven in de hele stad. Dit doen we aan de hand van 8 handhavingsprioriteiten, waartoe o.a. actualisatiegebieden behoren. Daar waar ruimtelijk strijdige gebruikssituaties worden geconstateerd, of wanneer dreiging daarvan aanwezig is, spreken wij de overtreders daarop aan met de aansporing de strijdigheid te voorkomen respectievelijk op te heffen. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 Gebruikssituaties die in strijd zijn met het bestemmingsplan en die de overtreders niet op eerste vordering van de handhavers opheffen, pakken wij aan. Dit doen we door het ondernemen van juridische acties. Er zullen naar verwachting 86 vooraanschrijvingen worden verzonden en 28 definitieve aanschrijvingen. Wij gaan er vanuit dat we in 12 gevallen daadwerkelijk bestuursrechtelijk optreden.
Verwijzingen - Handhavingsbeleid Ruimtelijke Regelgeving (april 2005) - Handhavingsprogramma Ruimtelijke Regelgeving 2005 (april 2005)
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De stijging van de budgetten is het gevolg van de toegestane prijsindexering. Vanaf 2007 vervalt het a-structurele handhavingsbudget ad € 50.000 waardoor zowel de lasten als baten evenredig vermindert. In de perspectiefnota 2007 zal hiervoor structurele financiering worden gevraagd.
70
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1PG-4140-001 - Handhaving bestemmingsplannen
198.990
202.970
151.970
151.970
151.970
Totaal lasten Programma
198.990
202.970
151.970
151.970
151.970
-66.400
-66.400
-16.400
-16.400
-16.400
-66.400
-66.400
-16.400
-16.400
-16.400
132.590
136.570
135.570
135.570
135.570
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep
Financiële baten per Productgroep 1PG-4140-001 - Handhaving bestemmingsplannen
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
71
Cultuurhistorie Code
4150
Omschrijving Nijmegen kent als oudste stad van Nederland een unieke, historisch gegroeide identiteit. Wij hechten hier groot belang aan en willen de cultuurhistorische rijkdom van de stad als geheel en van de verschillende stadsdelen in het bijzonder, behouden, voortzetten en een actuele betekenis geven in de beleving van de stad. We voeren daartoe een breed scala van activiteiten uit. We doen archeologisch, bouwhistorisch en architectuurhistorisch onderzoek, beschermen waar nodig gebouwen, complexen en gebieden, en ondersteunen restauratie, onderhoud en actief beheer van monumenten en archeologische terreinen. We proberen de bewoners en bezoekers van Nijmegen bewust te maken van de cultuurhistorische identiteit van de stad, proberen deze identiteit meer te laten spreken in het stadsbeeld en stimuleren het benutten ervan als inspiratiebron bij ruimtelijke (her)ontwikkeling.
Recente ontwikkelingen In de loop van 2006 zal de herziene Monumentenwet in werking treden met ingrijpende gevolgen voor het Archeologiebeleid. Verder worden wijzigingen in de Monumentenwet voorbereid ten aanzien van advisering door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de termijn waarbinnen procedures afgerond moeten worden. Het Belvedèregedachtegoed krijgt vanuit rijksniveau meer en meer impact op lokale planontwikkelingen, wat gevolgen zal hebben op het werkterrein van cultuurhistorie.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken betreft het vergroten en versterken van de verbondenheid van de bewoners en ondernemers aan de stad als geheel. Verder willen we de betrokkenheid van alle bewoners en ondernemers in de verschillende wijken en buurten van de stad stimuleren en de aantrekkingskracht van de stad als vestigings- en verblijfsplaats vergroten.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Kennisontwikkeling: we willen zowel de kennis over de geschiedenis van de stad als de belangstelling en actieve waardering voor de cultuurhistorie van Nijmegen in al haar facetten vergroten. Het gaat hierbij om kennis over perioden die verder terug in de tijd liggen en om kennis over de jongere geschiedenis van de stad. Hoofddoelstelling 2 Bescherming: we willen het cultuurhistorisch erfgoed van de stad behouden en beschermen voor de huidige en toekomstige generaties. Hoofddoelstelling 3 Beheer: we streven naar een goede bouwtechnische staat van het Nijmeegs monumentenbestand. Hoofddoelstelling 4 Beleidsontwikkeling: we willen de specifieke Nijmeegse identiteit en eigenheid vasthouden en versterken. Mede hierdoor beogen we de waardering voor de beeldkwaliteit van het stadsbeeld (minimaal) op hetzelfde hoge niveau uit de Stads- en Wijkmonitor 2003 te kunnen houden.
72
Stadsbegroting 2006-2009
Hoofddoelstelling 5 Educatie en voorlichting: we willen de kennis over de geschiedenis van Nijmegen vergroten om de waardering voor de ruimtelijke identiteit van de stad vanuit het cultuurhistorische perspectief bij burgers, bestuur en bezoekers te versterken.
Doelrealisatie tot nu toe Uit de Stads- en Wijkmonitor blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit van de stad als geheel door de Nijmegenaren positief beoordeeld wordt. Maar liefst 86% van de bewoners vinden Nijmegen een mooie stad en bijna iedereen (95%) vindt het een prettige stad om in te wonen. Er is een positief oordeel over de beeldkwaliteit van de stad als geheel en dat is de laatste jaren nadrukkelijk positief beïnvloed door ontwikkelingen in de binnenstad (Mariënburg, Marikenstraat, herinrichting winkelstraten). Het feit dat Nijmegen een indrukwekkend historisch verleden kent, zelfs als oudste stad van Nederland beschouwd kan worden, speelt in de positieve beeldvorming geen nadrukkelijke rol. Dat Nijmegen een historische stad is, komt slechts bij 10% van de Nijmegenaren het eerst op als hij/zij aan zijn/haar stad denkt. Dit percentage zal de komende jaren door de activiteiten in dit programma een stijging moeten vertonen. Nijmegen kan getypeerd worden als een echte monumentenstad. De stad heeft relatief gezien iets meer monumenten (4,2 per 1000 inwoners) dan Den Bosch en Breda, maar minder dan bijvoorbeeld Arnhem en Zwolle. Het aantal monumenten zou aanleiding moeten zijn tot een nadrukkelijker imago van historische stad, maar dat komt zoals gezegd nog te weinig uit de verf. Het streven is niet zozeer om het aantal monumenten te vergroten, maar het cultuurhistorisch besef en de actieve beleving van de historische identiteit te versterken. De belangstelling bij volwassenen voor bezienswaardige gebouwen in het algemeen (in en buiten de stad) ligt bij Nijmegenaren lager dan in Den Bosch, maar hoger dan in Breda en ongeveer op hetzelfde niveau als in Delft en Amsterdam. Ongeveer een kwart van de Nijmegenaren vanaf 16 jaar bezoekt in twaalf maanden tijd in Nijmegen één of meer bezienswaardige gebouwen. Deze cijfers tonen aan dat de belangstelling voor cultuurhistorie niet nadrukkelijker minder is dan in vergelijkbare steden, het speelt alleen een minder grote rol in de imagobeleving. De cijfers zullen de komende jaren moeten aantonen dat onze inzet in de sfeer van bewustmaking, educatie, visualisatie en inspiratie effect sorteert. Daartoe zullen we de resultaten veel nadrukkelijker en gerichter dan tot nu toe meten. Dat doen we door burgers, ondernemers en bezoekers te vragen of ze resultaat waarnemen en of zij daarin de inspanningen die wij leveren herkennen. De Stadspeiling biedt daartoe goede mogelijkheden.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 We verrichten archeologisch, bouwhistorisch en architectuurhistorisch onderzoek, zowel categoraal als gebiedsgericht. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 We beschermen waar nodig gebouwen, complexen en gebieden. Het monumenten- en bouwvergunningentraject garanderen een zorgvuldige omgang met het waardevolle cultuurhistorisch erfgoed. Wij laten ons bij de vergunningverlening adviseren door de Commissie Beeldkwaliteit. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 We bieden financiële ondersteuning aan eigenaren van beschermde monumenten in het kader van restauratie en onderhoud. Onze doelstelling is om in het komende jaar (2006) tot verbetering te komen van de monumenten die in slechte of zeer slechte staat verkeren (in totaal 37 panden). Het afwerkingsniveau van restauratie en onderhoud wordt gegarandeerd door het aanreiken van de Uitvoeringsvoorschriften als bindende voorwaarden.
Stadsbegroting 2006-2009
73
Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 We ontwikkelen beleid om een zorgvuldige omgang met cultuurhistorisch waardevolle objecten, complexen en gebieden te garanderen. Verder stimuleren wij het actief benutten van cultuurhistorische waarden bij ruimtelijke (her)ontwikkeling. Daartoe willen we onder andere de resultaten van archeologisch en bouwhistorisch onderzoek actiever inzetten als een inhoudelijke inspiratiebron. Dit speelt nadrukkelijk bij de planontwikkeling van Hessenberg, Koers-West en St. Josephhof. We programmeren omvangrijk archeologisch onderzoek op (her)ontwikkelingslocaties tijdig zodat opgravingen in het gevorderde stadium van het bouwproject niet als een frustrerende factor ervaren wordt; We maken de cultuurhistorie van Nijmegen meer zichtbaar en beleefbaar (visualiseren) in de stad, zodat de identiteit van de oudste stad van Nederland meer aanwezig is `op straat’. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 5 We ontplooien, bevorderen en voeren initiatieven uit, gericht op het vergroten van de kennis over het bewustzijn van en de waardering voor de cultuurhistorie van Nijmegen.
Verwijzingen - In de grond van de zaak, Beleidsnota Archeologie, Gemeente Nijmegen, 1988 - Monumentenwet 1988 - Raad en Daad, Beheer particulier woningvoorraad, Gemeente Nijmegen, 2001-2004 - Monumentenverordening 2003 - Kadernota Beeldkwaliteit 2004 - Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit 2004 - Archeologische beleidsnotitie Nijmegen, 2005 - Plan van aanpak Op grond van het verleden, 2005 - Uitvoeringsvoorschriften 2005
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De lagere lasten en baten t.o.v. 2005 zijn het gevolg van de vanuit GSBII gefinancierde restprojecten 2004 ad € 925.000
74
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1.180.587
475.827
475.827
475.827
475.827
1PG-4150-002 - Inventarisaties en onderzoek
707.750
661.295
661.295
661.295
661.295
1PG-4150-003 - Beleid cultureel erfgoed
371.890
248.228
248.228
248.228
248.228
1PG-4150-004 - Procedures mon.wet/mon.verordening
251.020
255.140
255.140
255.140
255.140
1PG-4150-005 - promotie
263.710
224.770
224.770
224.770
224.770
Totaal lasten Programma
2.774.957
1.865.260
1.865.260
1.865.260
1.865.260
-1.162.947
-457.000
-457.000
-457.000
-457.000
1PG-4150-002 - Inventarisaties en onderzoek
-334.000
-280.000
-280.000
-280.000
-280.000
1PG-4150-003 - Beleid cultureel erfgoed
-325.000
-200.000
-200.000
-200.000
-200.000
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
-228.190
-188.190
-188.190
-188.190
-188.190
-2.100.137
-1.175.190
-1.175.190
-1.175.190
-1.175.190
674.820
690.070
690.070
690.070
690.070
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep 1PG-4150-001 - Uitvoeringsprogramma
Financiële baten per Productgroep 1PG-4150-001 - Uitvoeringsprogramma
1PG-4150-004 - Procedures mon.wet/mon.verordening 1PG-4150-005 - promotie
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
75
Wonen Code
4210
Omschrijving Ontwikkeling en uitvoering van Nijmeegs woonbeleid (hoofdlijnen zijn vastgelegd in Woonvisie Nijmegen 2005 en in collegeakkoord). Strategische keuzes daarbij zijn een ongedeelde stad, bewoners binden en bouwen voor de buurt van morgen. Centrale taakvelden zijn planning en programmering van het nieuwbouwbeleid (tempo, kwantiteit, kwaliteit en betaalbaarheid ), herstructurering, ontwikkeling en monitoring van woonruimteverdelingsbeleid en het stimuleren van wonen boven winkels. Vanuit een regisserende en voorwaardenscheppende rol wordt het woonbeleid ingebracht bij andere partijen en beleidsvelden, zowel thematisch als gebiedgericht (b.v. wijkvisies en wijkaanpakplannen). In overleg met de diverse partners in de volkshuisvesting, zowel op stedelijk als op regionaal niveau streven we naar concrete afspraken over de uitvoering en van het beleid.
Recente ontwikkelingen Door het KAN en het Rijk zijn afspraken gemaakt over de woningbouwaantallen in het KANgebied. Daarvan moet Nijmegen 7.700 woningen realiseren tot en met 2009. Hiertegenover staat subsidie vanuit het Rijk. Op regionaal niveau is in 2005 gestart met een herziening van de regionale huisvestingsverordening uit 2002. Besluitvorming volgt in 2006. De liberalisering van het huurbeleid door het Rijk noopt tot het maken van afspraken met de corporaties over (o.a.) dit onderwerp.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? We willen dat alle huidige en toekomstige inwoners van Nijmegen naar wens kunnen wonen in een ongedeelde stad. We willen daartoe investeren in kwantiteit, kwaliteit, variatie en betaalbaarheid.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1. Realisatie van het gewenste woningbouwprogramma van minimaal 7.740 woningen voor 2010, en actief sturen op meer tempo in de productie (kwantiteit). Hoofddoelstelling 2. Variatie in de woningproductie naar prijs en kwaliteit, aansluitend bij de wensen van woningzoekenden en diverse bijzondere doelgroepen (maatschappelijke opvang). Streefwaarde is 40 % betaalbare woningen in de bestaande stad. Verdere differentiatie volgens onderstaande MOP III doelstelling voor de periode 2005-2009. Een gematigd huurbeleid in de bestaande voorraad om voldoende aanbod aan betaalbare woningen te garanderen. Hoofddoelstelling 3. Een rechtvaardige verdeling van vrijkomende huurwoningen Hoofddoelstelling 4. Actief aanpakken van leefbaarheidsproblemen in de wijken. Hoofddoelstelling 5. Realisatie van appartementen boven winkels en kantoren in het centrum (wonen boven winkels).
76
Stadsbegroting 2006-2009
Toelichting bij tabel: * de cijfers over de slaagkans dienen als volgt gelezen te worden: van de 100 woningzoekenden hebben in het jaar 2004, 12 woningzoekenden een woning gekregen. ** Over de vordering van de productie volgens de MOP III doelstelling wordt in de jaarlijkse verantwoording gerapporteerd.
indicatoren
2004 0-meting
2005 schatting
2006
2007
2008
- aantal woningen
447
1700
1600
2500
1200
- aantal woningen in bestaande stad
417
900
1050
2270
600
30
800
550
330
600
- gemiddelde slaagkans*
0,12
> 0,12
> 0,12
> 0,12
> 0,12
- slaagkans starters
0,08
> 0,08
> 0,08
> 0,08
> 0,08
- slaagkans doelgroep
0,12
>= 0,12
>= 0,12
>= 0,12
>= 0,12
- slaagkans senioren
0,30
>= 0,30
>= 0,30
>= 0,30
>= 0,30
H1 + H2
- aantal woningen in Waalsprong
H3
H4 - aantallen studenteneenheden - aantal afgesloten prestatieafspraken
500, 2004+2005
500, 2006-2009
2
1 koepelafspr.
6
6
11
10
35
30
Waalsprong
BSG uitbreiding
BSG vervanging
totaal
430
200
270
2270
1950
410
470
1250
80
70
250
90
3240
3650
850
H5 aantal appartementen wonen boven winkels
MOP differentiatie 2005-2009**
25
nieuwbouw - goedkope koop - (middel)dure koop - goedkope huur - (middel)dure huur totaal
Stadsbegroting 2006-2009
7740
77
omzettingen - huur in koop
560
- vernietiging
920
ingrijpende verbetering
350
volledig toegankelijk
1000
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 - Realisatie van een woningproductie van 1600 woningen in 2006. - Meer tempo in de productie middels strakke pro actieve voortgangsbewaking en een voorspellende monitor. - Regulier overleg tempoteam onder leiding van portefeuillewethouder. - Actief benaderen van ontwikkelaars om na afgifte bouwvergunning ook daadwerkelijk te starten met de bouw. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 - In randvoorwaarden voor projecten en onderhandeling daarover sturen op: - 40% goedkope woningen in de bestaande stad . - 75% duurzaam gebouwd - 75% gebouwd volgens eisen politiekeurmerk - 500 eenheden voor studenten tussen 2006 en 2010 realiseren; - centrale locaties voor woningbouw mede inzetten voor huisvesting van starters; - 20 startersleningen verstrekken om koopstarters meer kans te geven; - voor € 100.000 huurgewenningsbijdragen verstrekken om de herstructurering een impuls te geven - bij 15 % van de nieuwe plannen te streven naar een combinatie tussen wonen en zorg tot 2010 - 5 Woonservicegebieden met bijbehorende wijkservicepunten te ontwikkelen tot 2010 - Voor 2010 1.000 volledig toegankelijke woningen realiseren - Het maken van een koepelafspraak met alle 6 woningcorporaties over een gematigd huurbeleid met voldoende spreiding van goedkope woningen over de stad. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 - Minimaal 30% van de vrijkomende woningen wordt toegewezen aan starters; - Minimaal 60% van het aanbod van huurwoningen van de corporaties komt beschikbaar voor de BBSH-doelgroep; - De algemene slaagkans zal stijgen door een toename van het aanbod. - De slaagkans van de BBSH-doelgroep is gelijk of groter dan de gemiddelde slaagkans. - De slaagkans van senioren is niet lager dan gemiddeld. - Minimaal één derde deel van de Nijmeegse wijken is een gemengde wijk (percentage nietwesterse allochtonen ligt tussen de 11% en 21%). Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 - Vastleggen van afspraken met 6 woningcorporaties over wederzijdse investeringen in leefbaarheid, directe woningtoewijzing, tegengaan van burenoverlast en tweedekansbeleid . Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 5 - 5 projecten wonen-boven-winkels/kantoren met een totaal van ca. 35 appartementen in 2006;
78
Stadsbegroting 2006-2009
Verwijzingen - Woonvisie Nijmegen 2005, - Oplading jaarprogramma 2006 ISV II - Regionale Huisvestingsverordening KAN 2002 - Huisvestingswet - Nota ‘Na raad en daad’ - Nota ‘Gerust op kamers’ - Woningwet - Bouwbesluit
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Voortgangsrapportages woningbouw - Kwartaalrapportages slaagkansen woningzoekenden. - Jaarevaluatie effecten aanbodmodel woonruimteverdeling en urgentiebeleid - Rapportage uitvoering regeling huurgewenning - Rapportage uitvoering regeling starterslening
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Door herberekening in de kapitaallasten zijn deze in 2006 € 50.000 lager dan in 2005 Verder is door aframing MOPII en opraming MOPIII de lasten in 2006 met € 1.200.000 afgenomen t.o.v. 2005. Aan de lastenkant zijn door dezelfde aframing en opraming de baten in 2006 met € 1.200.000 afgenomen t.ov.2005 Het MOPIII bevat de bestedingsdoelen en toedeling financiën vanuit de GSB en GSO gelden. Binnen Wonen gaat hierbij dan om Wonen boven Winkels (productgroep kwaliteit particuliere voorraad), Woningbouw en herstructurering en bewonersadvisering wonen en recht (productgroepen woningbouwbeleid en wonen en zorg). Door het beëindigen van de stadsvernieuwingsactiviteiten in de productgroep kwaliteit particuliere voorraad is de uitkering van voornoemde fondsen fors gedaald t.o.v. 2005.
Stadsbegroting 2006-2009
79
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1.616.639
1.776.691
1.873.661
1.167.253
1.265.162
304.600
55.692
55.692
55.692
55.692
37.209
37.661
37.661
37.661
37.661
1.789.814
629.890
629.890
529.890
529.890
514.486
520.770
520.747
520.747
520.745
4.262.748
3.020.704
3.117.652
2.311.243
2.409.150
-1.223.746
-1.423.746
-1.523.746
-823.746
-923.746
-250.000
0
0
0
0
-61.421
-61.421
-61.421
-61.421
-61.421
-1.568.332
-400.000
-400.000
-300.000
-300.000
-100.292
-100.292
-100.292
-100.292
-100.292
-3.203.791
-1.985.459
-2.085.459
-1.285.459
-1.385.459
1.058.957
1.035.245
1.032.193
1.025.784
1.023.691
Financiële lasten per Productgroep 1PG-4210-001 - Woningbouwbeleid 1PG-4210-002 - Wonen en zorg 1PG-4210-003 - Woonruimteverdeling 1PG-4210-004 - Kwaliteit particuliere voorraad 1PG-4210-005 - Wonen algemeen
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-4210-001 - Woningbouwbeleid 1PG-4210-002 - Wonen en zorg 1PG-4210-003 - Woonruimteverdeling 1PG-4210-004 - Kwaliteit particuliere voorraad 1PG-4210-005 - Wonen algemeen
Totaal baten Programma
80
Stadsbegroting 2006-2009
Bouwen Code
4220
Omschrijving Het programma Bouwen bevat de wettelijke taken die door de afdeling Bouwen en Wonen worden uitgevoerd. Het gaat dan met name over de volgende onderdelen: - Vergunningverlening in het kader van de Woningwet, zoals daar zijn bouwvergunningen, sloopvergunningen, monumentenvergunningen en reclamevergunningen. Binnen de vergunningverlening toetst de afdeling de plannen aan wettelijke kaders zoals Bouwverordening, Bouwbesluit, Wet Ruimtelijk Ordening, Wet Milieubeheer. - Inspectie en handhaving. De afdeling controleert bij realisatie (bouwwerkzaamheden) de vergunde (bouw) aanvragen op de voorschriften, zoals opgenomen in de beschikking. Verder wordt de technische kwaliteit van de uitvoering meegenomen in de controle. Bij overtreding toepassen van bestuursdwang. - Opsporen illegale (ver)bouw en reclame-uitingen. - Reageren op klachten die een relatie hebben met bouwregelgeving, zoals woningklachten.
Recente ontwikkelingen Het ministerie van VROM gaat er vanuit dat per 1 januari 2007 de VROM vergunning haar intrede zal doen. De VROM vergunning zal, naar het nu lijkt, de bestaande bouw en milieuvergunningen en aanverwante vergunningen (bijvoorbeeld kap- en inritvergunningen) door een vergunning vervangen. Achterliggende gedachte is vereenvoudiging van de regelgeving en vermindering van de administratieve lasten. Vanwege de Perspectiefnota 2005 (legesinkomsten in de begroting met 1,2 miljoen verhogen) en de tegenvallende legesinkomsten in 2004, is de legesverordening aangepast en in juni 2005 door uw Raad geaccordeerd. Belangrijkste veranderingen zijn de verhoging van de legespercentages en de vermindering van teruggave van leges bij intrekking, weigering en het buiten behandeling laten. Voorts is de opzet van de begroting van Bouwen en Wonen aangepast en is in het najaar 2005 onderzoek gedaan naar de verhouding tussen structurele bezetting en flexibele bezetting. Dit laatste om mogelijke tegenvallers in leges te kunnen compenseren met minder uitgaven.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is dat voor alle bewoners, gebruikers en bezoekers van Nijmegen goede en veilige bouwwerken worden gerealiseerd. We willen bij de realisatie daarvan zorgen voor een goede dienstverlening. We behartigen daarmee de belangen van de bewoners en de bezoekers, met name op het gebied van veiligheid. Bewoners en bezoekers zijn gebaat bij een veilige leefomgeving waarin gebouwen en bouwwerken voldoen aan een pakket van eisen waarmee die veiligheid kan worden gewaarborgd.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1. (Bouw)vergunningen voldoen aan de regelgeving. Hoofddoelstelling 2. Er wordt gebouwd overeenkomstig de verleende vergunning. Hoofddoelstelling 3. Geen illegale (ver)bouw en reclames in de stad. Kamerverhuurbedrijven zijn veilig.
Stadsbegroting 2006-2009
81
Hoofddoelstelling 4. Klachten betreffende de bouwregelgeving , zoals woningklachten, worden 100% behandeld. Hoofddoelstelling 5. We verbeteren onze dienstverlening, door behandeltermijnen van aanvragen te verkorten. indicatoren
0-meting 2004
2006
2007
2008
1105
1200
1200
1200
169
170
170
170
Aantal buiten behandeling gelaten
95
120
120
120
Aantal gegronde bezwaarschriften
36
19
18
18
882
1000
1000
1000
325
197
prog ger
prog ger
34
30
30
30
118
170
170
170
55 dagen
50 dagen
50 dagen
50 dagen
Indicator 1 Aantal verleende aanvragen Aantal geweigerde aanvragen
Indicator 2 Aantal verrichte inspecties Indicator hoofdoelstelling 3 Aantal quickscans Aantal illegale reclame Indicator 4 Aantal klachten Indicator 5 Gemiddelde termijn
Doelrealisatie tot nu toe Over de jaren van vóór 2004 zijn er geen gegevens beschikbaar van de bij de hoofddoelstellingen genoemde indicatoren. Per 1 januari 2003 is de nieuwe Woningwet van kracht wat heeft geleid tot andere definities en we werken pas sinds eind 2003 met het registratiesysteem AIUTO dus zijn bovenstaande gegevens beschikbaar vanaf 2004.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 Het verminderen van het aantal gegronde bezwaarschriften met 1% ten opzichte van 2005 door implementatie van de resultaten van het VROM onderzoek en het instellen van een steekproefsgewijze juridische control binnen de afdeling over de verleende vergunningen. Met de afdelingen Milieu, Openbare Ruimte. Stadsontwikkeling en Juridische Zaken worden Dienstverleningsovereenkomsten afgesloten waarin de werkwijze over advisering, termijnen etc. wordt vastgelegd. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 We voeren de inspecties uit conform de Handhavingsnota 2005 en het Handhavingsprogramma 2006. Dit programma wordt eind 2005 ter besluitvorming voorgelegd. Alle afgegeven vergunnin-
82
Stadsbegroting 2006-2009
gen dienen binnen een maand na gereedmelding bouw geïnspecteerd te zijn en gereedgemeld te worden. Dit is identiek aan de werkwijze in 2004 en 2005, waarin aan deze criteria werd voldaan. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 We blijven illegale (ver)bouwwerkzaamheden en reclames opsporen conform het Handhavingsprogramma 2006. Dit programma wordt eind 2005 ter besluitvorming voorgelegd. Eind 2006 zal 100% van de legale kamerverhuurbedrijven gecontroleerd zijn en na controle voldoen aan de wettelijke regels. We nemen deel aan het gemeentebrede Jorisproject (dit betreft een aantal complexe integrale handhavingsdossiers). We voeren de Wet Bibob (Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur) uit. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 In de Handhavingsnota hebben we de procedure voor het behandelen van klachten opgenomen. Ook in 2006 zullen we deze blijven volgen. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 5 In 2006 bieden wij de aanvrager direct digitale informatie aan over de status van de in behandeling zijnde aanvraag. We verkorten de behandelingstermijn van de vergunningen met 4% ten opzichte van 2005 (in 2004 en 2005 zijn al aanzienlijke verbeteringen gerealiseerd). We volgen het DGG project ‘vergunningverlening en handhaving’ van waaruit het dienstverleningsconcept wordt ontwikkeld. indicatoren
2006-
2007
2008
1200
1200
1200
Aantal geweigerde aanvragen
170
170
170
Aantal buiten beschouwing gelaten
120
120
120
Aantal gegronde bezwaarschriften
19
18
18
1000
1000
1000
197
progr. gereeg
progr. gereed
30
30
30
170
170
170
50 dagen
50 dagen
50 dagen
Outputindicator 1 Aantal verleende aanvragen
Outputindicator 2 Aantal verrichte inspecties Outputindicator 3 Aantal quickscans Aantal illegale reclame Outputindicator 4 Aantal klachten Outputindicator 5 Gemiddelde termijn
Verwijzingen - Woningwet - Bouwbesluit - Nijmeegse bouwverordening - Wet Ruimtelijke Ordening
Stadsbegroting 2006-2009
83
- Monumentenwet - Monumentenverordening - Nota Beeldkwaliteit 2004 - Algemene Wet Bestuursrecht - Wet Openbaar Bestuur - Nota Na raad en daad - Handhavingsnota Bouwen en Wonen 2005.
Onderzoeken We zijn in samenwerking met de afdeling Onderzoek en Statistiek in 2005 begonnen met klantenonderzoek (enquêtering) bij aanvragers nadat zij een definitief besluit op hun aanvraag hebben verkregen. Ook worden gesprekken met aanvragers gevoerd. Dit onderzoek zal in 2006 worden gecontinueerd. Doel is om de dienstverlening te verbeteren.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Productgroep vergunningverlening. Er is sprake van een toename van lasten t.o.v. 2005 door indexering met € 70.000 productgroep handhaving Door herberekening van de kapitaallasten zijn deze in 2006 € 90.000 lager dan in 2005. Verder is er aan de lasten en batenkant een vermindering van € 110.000. In 2005 werd vanuit het ISVI nog geld ontvangen t.b.v. de activiteit aanschrijven. Verder is er sprake van een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen met € 220.000.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-4220-001 - Vergunningverlening
3.147.563
3.218.334
3.221.528
3.221.443
3.221.355
1PG-4220-002 - Handhaving en inspectie
3.232.407
2.801.126
2.726.158
2.725.755
2.725.755
Totaal lasten Programma
6.379.970
6.019.460
5.947.686
5.947.197
5.947.110
-4.140.128
-4.140.128
-4.140.128
-4.140.128
-4.140.128
-161.000
-50.000
0
0
0
-4.301.128
-4.190.128
-4.140.128
-4.140.128
-4.140.128
2.078.842
1.829.332
1.807.558
1.807.069
1.806.982
Financiële baten per Productgroep 1PG-4220-001 - Vergunningverlening 1PG-4220-002 - Handhaving en inspectie
Totaal baten Programma
84
Stadsbegroting 2006-2009
Panden Code
4230
Omschrijving Werkzaamheden die verband houden met het beheren en exploiteren van panden en terreinen door de gemeente Nijmegen. Deze zijn ondergebracht bij de afdeling Vastgoed van de directie Stadsbedrijven. Het gaat om zo'n 1150 objecten (exclusief de panden van Onderwijs), waarvan bijna 200 panden. De lasten en baten van de panden staan in dit programma
Recente ontwikkelingen In de Perspectiefnota 2006 is opgenomen dat we met ingang van 2006 het programma Panden opheffen en dat aan de Raad een voorstel ter besluitvorming over de nadere uitwerking zal worden voorgelegd.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? Het fungeren als gemeentelijk middel voor de verschillende beleidsvelden waarbij inzet en gebruik van huisvesting in welke vorm dan ook aan de orde is. Om dit te kunnen waarborgen dienen de volgende aspecten aandacht c.q. uitvoering te krijgen: 1. Het zoveel mogelijk op basis van markt- en/of kostprijshuren verantwoorden van de exploitaties van het gemeentelijk eigendom; 2. Het waken over het daarbij betrokken gemeentelijk vermogen; 3. Het streven naar verbeteringen van de serviceverlening; 4. Het bundelen en versterken van de gemeentelijke kennis op het gebied van het vastgoed.
Doelrealisatie tot nu toe Na opheffing van het programma Panden worden de panden die qua resultaat niet zijn toe te wijzen aan een beleidsprogramma in principe verkocht. De Raad heeft besloten om waardevolle, beeldbepalende panden niet te verkopen. Dit geldt ook voor woonwagens/standplaatsen, permanente terreinen en tijdelijke gemeentelijke objecten, zoals Maycrete-woningen, die vooralsnog in exploitatie worden gehouden. De financiële waarde die de panden vertegenwoordigen vormt een aanzienlijk belang. Middelen die hierin zijn vastgelegd vormen naast de feitelijke marktwaarde een deel van het vermogen c.q. de stille reserve van de gemeente. Om te waarborgen dat dit vermogen optimaal beheerd wordt kiezen wij voor de volgende uitgangspunten bij het administratief verwerken van panden na opheffing van het programma: 1. het gemeentelijk vastgoed wordt ook ná de opheffing van het programma panden verantwoord op de balans van DSB 2. de exploitatieresultaten van de afzonderlijke objecten zullen worden toebedeeld aan de betrokken programma's 3. vanuit de exploitaties per pand zal een reserve worden gevoed om een groot deel van de eigenaarsrisico's op te kunnen vangen (conform de reserve dubieuze debiteuren) De toedeling van de exploitatiesaldi van panden is door DSB nog niet volledig toebedeeld naar programma’s. De toedeling is momenteel in onderzoek. Daarnaast schrijven de Begrotings- en Beleidsvoorschriften (BBV) voor dat de gemeente door middel van technisch onderhoud de instandhouding van deze kapitaalgoederen garandeert.
Stadsbegroting 2006-2009
85
Een beschouwing over de staat van de panden in relatie tot het gewenste onderhoudsniveau is te vinden in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen, onderdeel gebouwen. De aankoop en verkoop van panden zal ons College aan uw Raad ter beslissing voorleggen.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Ten aanzien van de samenstelling van de vastgoedportefeuille van de gemeente Nijmegen: De vastgoedportefeuille van de gemeente is niet statisch. Zo zijn recent de woningen verkocht en zijn de kamerverhuurpanden in de verkoop. Anderzijds breidt het bestand ook constant uit met nieuw bezit zoals het Voorzieningenhart Oosterhout en de sporthal/wijkcentrum Hengstdal. Er moeten daarom goede spelregels worden opgesteld over de toe- en afname van het objectenbestand. Uitgangspunten voor toe- en afname van de vastgoedportefeuille 1. De gemeente heeft alleen vastgoed indien dat gunstiger is (financieel of maatschappelijk) dan een alternatief huisvestingsconcept uit de markt. Het financieel of maatschappelijk voordeel wordt bepaald door bij de start van een initiatief een vergelijking te maken met de markt. 2. Uitgangspunten bij een dergelijke vergelijking zijn: - Maatschappelijk: hoe genereert de gemeente het maximale maatschappelijke rendement? - Financieel: wat is duurder/goedkoper? - Welke huurprijs wordt bij de vergelijking als uitgangspunt gehanteerd? - De markthuurprijs op basis van de gebruiksmogelijkheden binnen het bestemmingsplan. Alleen op die manier is sprake van een evenwichtige vergelijking. Het levert ook een objectieve, toekomstgerichte opzet op. Indien de betrokken instelling/activiteit stopt, kan binnen het bestemmingsplan opnieuw huisvesting worden aangeboden. Eventueel kan tot hergebruik voor een ander beleidsveld of tot herbestemming van het gemeentelijk vastgoed worden overgegaan. 3. Primair initiatiefnemer bij het ontwikkelen/realiseren of kopen van vastgoed is de programmamanager. Eventueel kan ook een initiatief vanuit projectontwikkeling DWS worden ondernomen. 4. Vastgoed dat niet meer beantwoordt aan de gestelde uitgangspunten van maatschappelijk of financieel rendement wordt verkocht. 5. Exploitatierisico's voor nieuwe ontwikkelingen worden afgedekt door de programma's. 6. Per programma wordt het niveau van het onderhoud afgestemd met de programmamanager met als vertrekpunt de instandhouding van het kapitaalgoed te behartigen door de afdeling Vastgoed. Volgens dit stramien wordt de vastgoedportefeuille continu getoetst, geoptimaliseerd en waar nodig gemuteerd.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De stijging van het budget van 2006 ten opzichte van 2005 wordt veroorzaakt door: de verwerking van de toegestane indexeringen, de verwerking van de Perspectiefnota 2006, de herverdeling van de kapitaallasten, de herverdeling van de organisatiekosten en de meerjarige effecten van begrotingswijzigingen.
Investeringen
86
Stadsbegroting 2006-2009
De investeringen voor het restaureren van niet verhuurbare monumenten is voor de instandhouding van ons cultureel erfgoed. De investeringen voor diverse wettelijke aanpassingen zoals legionella, asbest, veilig werken op daken, toegankelijkheid gebouwen voor alle burgers doen we om te voldoen aan de wet- en regelgeving op dit punt. Met de investering brandveiligheidsvoorzieningen voeren we maatregelen uit om de benodigde gebruiksvergunningen voor gemeentelijke gebouwen te verkrijgen of te behouden. Investering
2006
2007
2008
2009
restaureren niet verhuurbare monumenten
47.646
47.646
47.646
47.646
480.000
1.200.000
930.000
830.000
4.000.000
1.100.000
1.000.000
0
Div. wettelijke aanpassingen (legionella, asbest etc.) Brandveiligheidsvoorzieningen
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1PG-4230-001 - Beheer overige panden
8.346.510
7.851.819
7.758.089
7.818.525
7.711.700
1PG-4230-002 - Beheer Onroerend goed Limos Kazerne
306.501
300.956
300.718
300.502
300.284
1PG-4230-003 - Beheer Parkeergarages
360.407
363.551
363.224
362.897
362.570
1PG-4230-004 - Beheer Terreinen
270.711
270.279
270.278
270.278
270.278
1PG-4230-005 - Beheer Cultureel erfgoed
401.447
339.665
337.164
334.470
332.010
9.685.576
9.126.269
9.029.473
9.086.672
8.976.843
1PG-4230-001 - Beheer overige panden
-6.105.427
-6.075.114
-6.075.114
-6.075.250
-6.075.250
1PG-4230-002 - Beheer Onroerend goed Limos Kazerne
-311.791
-311.791
-311.791
-311.791
-311.791
1PG-4230-003 - Beheer Parkeergarages
-125.962
-125.962
-125.962
-125.962
-125.962
1PG-4230-004 - Beheer Terreinen
-350.457
-350.457
-350.457
-350.457
-350.457
1PG-4230-005 - Beheer Cultureel erfgoed
-336.648
-336.648
-336.648
-336.648
-336.648
-7.230.285
-7.199.972
-7.199.972
-7.200.108
-7.200.108
2.455.291
1.926.297
1.829.501
1.886.564
1.776.735
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
87
Grondbeleid Code
4310
Omschrijving Binnen het programma Grondbeleid worden vastgoedprojecten in ontwikkeling genomen en tot uitvoering gebracht. Dat geschiedt ten behoeve van en gebaseerd op gemeentelijk sectoraal beleid met een ruimtelijke component, zoals dat in andere programma's binnen de Stadsbegroting is geformuleerd. Het gaat daarbij om beleidsvelden als wonen, bedrijvigheid, herstructurering, cultuur, milieu, sport etc. De context en uitvoeringswijze van dit grondbeleid is omschreven in de Kadernota Grondbeleid die in februari 2005 werd vastgesteld. Hierin wordt niet alleen uitgegaan van faciliterend grondbeleid, waarbij gebruik gemaakt wordt van 'publieke' instrumenten, maar wordt ook expliciet gekozen voor een actieve ontwikkelende en daarmee risicodragende rol van de Gemeente, zelfstandig of via samenwerking met marktpartijen en deelnemingen in een PPS. In de actieve rol worden gronden verworven, plannen ontwikkeld, terreinen bouwrijp gemaakt en verkocht. Het programma Grondbeleid wordt binnen een tiental productgroepen afgewikkeld waarbij in een 7-tal de vastgestelde planexploitaties / projecten zijn ondergebracht t.w. Stedelijke Ontwikkeling, Woningbouw, Herstructurering, Bedrijvigheidsprojecten, Stadscentrum, Waalsprong en Koers West. Haalbaarheidsstudies worden afgewikkeld binnen de productgroep PIO (planexploitaties in ontwikkeling), deelnemingen worden in een aparte productgroep verantwoord. Projecten worden door het gemeentelijke Ontwikkelingsbedrijf voorbereid, tot uitvoering gebracht en financieel afgewikkeld. Teneinde de risico's van deze plannen af te dekken is binnen de stadsbegroting een aparte Algemene Bedrijfsreserve voor het Ontwikkelingsbedrijf gevormd. Waar mogelijk wordt het verdienend vermogen binnen projecten vergroot teneinde een optimale reservepositie te bereiken. De planexploitaties van deze projecten, die altijd meerdere jaren doorlooptijd kennen, worden als startdocument ter vaststelling aan de Raad voorgelegd. Halfjaarlijks wordt de voortgang van de projecten, zowel inhoudelijk als financieel, gerapporteerd in de Voortgangsrapportage Grote Projecten. Hierin wordt ook de ontwikkeling binnen de deelnemingen en de positie van de ABR gesignaleerd. Het VGP wordt als onderdeel van de Stadsbegroting en de Stadsrekening vastgesteld.
Recente ontwikkelingen Aanpak van de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte is urgent. In het Programma Wonen wordt daar uitvoerig op ingegaan. Vanaf 2003 tot 2010 is aan ruim 10.000 woningen in Nijmegen behoefte. Afspraken worden gemaakt in KAN verband om de woningproductie op te voeren. Hiervoor komen subsidiegelden beschikbaar waarbij er van wordt uitgegaan dat minimaal 7700 woningen in Nijmegen worden gerealiseerd Waar mogelijk worden binnen het Programma Grondbeleid reeds lopende planexploitaties versneld, eventueel woningen herontwikkeld en worden projectontwikkelaars gestimuleerd om eerder tot realisatie van woningen te komen. Door een centrale intake van ontwikkelingsinitiatieven en door het praktiseren van een actief grondbeleid worden meer projecten in voorbereiding genomen en is beïnvloeding van het bouwprogramma beter bereikbaar. Zonodig zal de WVG worden toegepast teneinde in de eigendomssfeer druk te zetten op partijen. Inzet van BLS (KAN) en ISV gelden kan helpen om met sluitende grondexploitaties toch goedkopere woningbouw te realiseren. Binnen de projecten in het Programma Grondbeleid zijn nu totaal ca 9500 woningen voorzien. Binnen vastgestelde exploitaties zijn dat er ca. 5200 (waarvan 2000 in het Waalfront), in PIO’s gaat het om ca. 4300 woningen.
88
Stadsbegroting 2006-2009
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? - Een groter aanbod van woningen voor de doelgroepen die daar het meeste behoefte aan hebben door middel de productie van bouwrijpe grond en de ontwikkeling van stedenbouwkundige plannen. - Scheppen van fysieke ruimte voor de realisatie van voorzieningen, scholen, kantoren, bedrijfshuisvesting en andere werkgelegenheidslocaties. - Realisatie van structuurbepalende stedelijke ontwikkelingsprojecten zoals Waalsprong, Brabantse Poort en Koers West die initiërend zijn voor de lange termijn ontwikkeling van de stad.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) - Het bevorderen van maatschappelijk gewenst grondgebruik waarbij de sectorale programma's uit de begroting de functionele input vormen voor op te starten ontwikkeling van projecten. - Het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik en de zeggenschap voor de burger door het maken van afspraken met private ontwikkelaars en waar nodig het uitvoeren van actief grondbeleid. Geprobeerd wordt om, binnen het regime van een commerciële vastgoedmarkt, maximale regie te voeren op de ontwikkeling van projecten en zodoende dit doel te bereiken. - Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, exploitanten, eigenaren en overheid door het maximaal toepassen van de mogelijkheden tot kostenverhaal bij particuliere ontwikkelingen of door gemeentelijk zelf tot aankoop en ontwikkeling van terreinen over te gaan. - Het tijdig kunnen realiseren van nieuwe bouwlocaties die benodigd zijn voor de realisatie van de ruimtelijke componenten in de sectorale programma's zoals wonen, sport en bedrijfsterreinen.
Doelrealisatie tot nu toe Verwezen wordt naar de separaat beschikbare Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP) september 2005 van het Ontwikkelingsbedrijf waarin op productgroep en projectniveau informatie beschikbaar is. In deze rapportage wordt de Raad twee maal per jaar over de belangrijkste ontwikkelingen in de planexploitaties, de bedrijfsrisico's en de ontwikkeling van de Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf geïnformeerd. Eenmaal gebeurt dit als onderdeel van de Stadsbegroting waarbij het accent ligt op de geplande ontwikkelingen en het verwachte te behalen financieel resultaat. Hierbij wordt tevens jaarlijks de meerjarenbegroting van de onderliggende planexploitaties vastgesteld. Verder wordt een VGP toegevoegd aan de Stadsrekening. Hier zal naast het verstrekte inzicht in de ontwikkelingen en het verwachte resultaat het accent liggen op de realisatie van het afgelopen jaar.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Verdeeld over de, op sectoraal beleid gebaseerde, productgroepen Stedelijke Ontwikkelingsprojecten, Woningbouw, Herstructurering, Koers West, Bedrijvigheidsprojecten, Stadscentrum en Waalsprong zullen minstens 50 planexploitaties (medio 2005 waren dat er 44) in uitvoering zijn. Een gelijk aantal zal binnen de productgroep PIO in ontwikkeling zijn. We zullen een actief grondbeleid uitvoeren, zoals bij 'recente ontwikkelingen' reeds is vermeld, teneinde de productie van de juiste woningen voor de doelgroepen op gang te houden. We starten o.a. met de herstructurering in Hatert w.o. het project Nieuw Maldenborg, met de bouw van Verpleeghuis Margriet, de afrondende kop van het Winkelcentrum Dukenburg in de Brabantse Poort, de Hessenberg en de Josephhof in het Stadscentrum. In de Waalsprong worden veel woningen opgeleverd nu de MER vertraging voorbij is. In het kader van de dijkteruglegging worden belangrijke stappen gezet op basis van definitieve besluiten van het Rijk. Nieuwe aangepaste stedenbouwkundige plannen hiervoor komen in procedure. Het nieuwe Philipscomplex, 52 degrees, wordt in 2006 opgeleverd
Stadsbegroting 2006-2009
89
Voor Koers West wordt najaar 2006 het zgn. Go-No Go moment bereikt. Over de uitgewerkte haalbaarheidsstudie met programma en fasering, de samenwerkingsovereenkomst en de risiscoanalyse zullen raadsbesluiten kunnen worden genomen. Vooruitlopend hierop zullen de technische voorbereidingen voor de Stadsbrug doorgaan en zal het bestemmingsplan in procedure zijn.
Verwijzingen Over het programma Grondbeleid wordt per half jaar, gekoppeld aan de Stadsbegroting en de Stadsrekening, een Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP) van het Ontwikkelingsbedrijf uitgebracht en vastgesteld.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Bijdrage KAN-Vastgoedrapportage - Monitor Koers West - Monitor Stadscentrum - Kantorenmarktonderzoek
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Het saldo op dit programma in 2006 is rond € 380.000 lager dan het saldo 2005. Van dit verschil heeft € 348.000 betrekking op lagere kapitaallastenramingen die het gevolg zijn van een gewijzigde systematiek. Het restant wordt grotendeels verklaard door de verwerking van een bezuinigingstaakstelling uit de perspectiefnota 2005 in 2006 van € 34.000. Deze taakstelling loopt daarna op naar € 100.000 in 2008 en latere jaren. In onderzoek is of deze bezuiniging op dit programma dan wel op andere programma's gaat plaatsvinden. De afname van de lasten in de jaren na 2006 betreft overigens het normale verloop van de kapitaallasten. De cijfers op de productgroep planexploitatie totaal betreffen de verwachte totale lasten en de verwachte totale baten van alle lopende planexploitaties. Tevens bevat deze productgroep de verwachte mutaties in de Algemene Bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf.
Investeringen Visie Koers West en Koers West zijn bijdragen ten behoeve van de realisatie planexploitatie Koers West De investering voor masterplan oude stad is voor het realiseren van projecten die bijdragen aan een prettig beleefbare "huiskamer van de stad" waarin stedelijke en commerciële activiteiten tot hun recht komen maar ook een leefbare woonomgeving gehandhaafd blijft. Investering
2006
2007
2008
2009
Visie Koers West
0
1.000.000
1.000.000
0
Koers West
0
2.500.000
5.000.000
3.500.000
300.000
0
0
0
Masterplan oude stad
90
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
0
0
0
0
0
571.400
571.400
571.400
571.400
571.400
1PG-4310-003 - Waalsprong
0
0
0
0
0
1PG-4310-004 - Woningbouw
0
0
0
0
0
1PG-4310-005 - Bedrijvigheidsprojecten
0
0
0
0
0
1PG-4310-006 - Bestuursondersteuning
19.127
19.967
19.967
19.967
19.967
1PG-4310-007 - Wet en regelgeving grondbeleid
8.900
8.900
8.900
8.900
8.900
38.600
38.600
38.600
38.600
38.600
0
0
0
0
0
2.024.600
1.676.397
1.634.260
1.592.123
1.549.986
1PG-4310-011 - Beleids- en visie ontwikkelingen
1.881.933
1.882.361
1.881.947
1.881.206
1.881.206
Totaal lasten Programma
4.544.560
4.197.625
4.155.074
4.112.197
4.070.060
0
0
0
0
0
1PG-4310-002 - Planexploitaties in ontwikkeling
-470.000
-470.000
-470.000
-470.000
-470.000
1PG-4310-006 - Bestuursondersteuning
-14.200
-48.200
-80.200
-114.200
-114.200
-6.000
-6.000
-6.000
-6.000
-6.000
-23.500
-23.500
-23.500
-23.500
-23.500
0
0
0
0
0
-513.700
-547.700
-579.700
-613.700
-613.700
4.030.860
3.649.925
3.575.374
3.498.497
3.456.360
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep 1PG-4310-001 - Stedelijke ontwikkelingsprojecten 1PG-4310-002 - Planexploitaties in ontwikkeling
1PG-4310-008 - Risicobeheer 1PG-4310-009 - Planexploitaties Herstructurering 1PG-4310-010 - Bijdrage gemeentelijk aandeel FIP
Financiële baten per Productgroep 1PG-4310-001 - Stedelijke ontwikkelingsprojecten
1PG-4310-007 - Wet en regelgeving grondbeleid 1PG-4310-008 - Risicobeheer 1PG-4310-009 - Planexploitaties Herstructurering
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
91
Sport Code
4410
Omschrijving Dit programma omvat ons sportbeleid. We volgen hierbij vier programmalijnen: - sportstimulering; verhogen sportdeelname - verenigingsondersteuning, versterking verenigingen - sportaccommodaties, binnen en buitensport - topsport
Recente ontwikkelingen - Aandacht voor Bewegingsonderwijs; vakleerkrachten in het Primair Onderwijs - Aandacht voor de relatie tussen Bewegen en Gezondheid; voorkomen van overgewicht bij jeugd - Stimuleringsregeling op Buurt, Onderwijs en Sport; appél op samenwerking op buurt/wijkniveau - Kader- en financiële problematiek bij sportverenigingen; toenemende druk als gevolg van wet- en regelgeving en afnemende belangstelling voor vrijwilligerswerk - Normen en Waarden; Veranderend gedrag binnen én buiten de lijnen - Witte vlucht bij met name voetbalverenigingen
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is dat inwoners van Nijmegen plezier en voldoening beleven aan het beoefenen van sport en dat, met het sporten, de sociale samenhang in Nijmegen wordt versterkt. Sport levert ook een bijdrage aan het gezond blijven en het verbeteren van de gezondheid van de inwoners van Nijmegen. De komende jaren heeft overgewicht specifieke aandacht.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Programmalijn Sportstimulering Met de activiteiten die binnen dit programma worden uitgevoerd wordt geprobeerd -specifieke groepen van - inwoners van Nijmegen te stimuleren tot deelname aan sport & beweegactiviteiten. Hiermee wordt ook een bijdrage geleverd aan de in MOP III in 2009 te behalen resultaten met betrekking tot het terugdringen van overgewicht bij 0-19 jarigen. In 2009 is 100% van de 0-19 jarigen met overgewicht via de jeugdgezondheidszorg opgespoord op momenten dat ze 5, 10/11 en 12/13 jaar oud zijn; minimaal 25% van de jongeren met overgewicht in het primair onderwijs wordt een interventie aangeboden. Doelstelling 1 Het aantal inwoners dat aan sport doet groeit van 53% naar 58% in 2006. Doelstelling 2 Het aantal sporters uit de doelgroepen senioren, jeugd, allochtonen, minima en mensen met een verstandelijke en/of fysieke handicap, groeit met 5% tot 2006. Programmalijn Verenigingsondersteuning Sportverenigingen hebben het primaat binnen de sport, zij vormen het organisatiekader waarbinnen sportbeoefening plaatsvindt. Binnen het programma Verenigingsondersteuning worden activi-
92
Stadsbegroting 2006-2009
teiten ontwikkeld en uitgevoerd die een bijdrage moeten leveren aan de versterking van de verenigingsorganisatie . Doelstelling 3 Toename van het aantal verenigingen met een stabilisatie of toename van het ledenaantal met 8% (van 63% naar 70%). Doelstelling 4 Het aantal verenigingen met een vrijwilligerstekort daalt van 70% naar 65% in 2006. Programmalijn Sportaccommodaties Goede sportaccommodaties zijn van belang voor de sportverenigingen, zij moeten een basis bieden voor hun activiteitenaanbod. Doelstelling 5 Er is in 2006 een multifunctionele accommodatie per stadsdeel Doelstelling 6 Het aantal verenigingen dat tevreden is over zijn sportaccommodatie is van 2002 tot 2006 gestegen met 10%. Doelstelling 7 (nieuw) Het waar nodig optimaliseren van de binnen- en buitensportaccommodaties in zowel kwantitatief alsook kwalitatief opzicht. Toelichting: Deze doelstelling staat niet geformuleerd in de nota `Breedtesport op Topsportniveau'. De afgelopen jaren is echter gebleken dat m.n. een aantal buitensportaccommodaties niet meer voldoet. Dit is aanleiding geweest om in het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Sport planmatig accommodatieverbeterprojecten op te nemen en uit te voeren. Deze nieuwe doelstelling is meer dan een afgeleide van doelstelling 6, deze doelstelling is meer gericht op beheersmatige en dienstverlenende aspecten. Programmalijn Topsport Op basis van het beleidskader topsportevenementen worden verenigingen en evenementen ondersteund die aansluiten bij het profiel m.b.t. de `Nijmegen Sporten'. Voorwaarde hierbij is dat een bijdrage wordt geleverd aan de ontwikkeling van de breedtesport. Doelstelling 8 In 2006 presteren 10 Nijmeegse sportverenigingen op de hoogste klasse van de competitie van de betreffende tak van sport. Doelstelling 9 In 2006 worden 6 topevenementen ondersteund die bij voorkeur een jaarlijks terugkerend karakter hebben. Doelstelling 10 Het inrichten van 10 monofunctionele topsporttrainingsaccommodaties; Doelstelling 11 Het inrichten van een multifunctionele topwedstrijdaccommodatie
Stadsbegroting 2006-2009
93
indicatoren H1 Aantal sportende inwoners
0-meting 2003
2006
53%
58%
H2 Toename Aantal sportende inwoners uit doelgroep
5%
H3 Toename aantal verenigingen met stabiel of toename ledental
63%
70%
H4 Aantal verenigingen met vrijwilligerstekort
70%
63%
5
6
H5 Aantal multifunctionele sportaccommodaties
2007
H6 toename aantal verenigingen dat tevreden is over de accomm
10%
H7 Nakom. voldoen aan kwant. en kwal. eisen
2
ger.3
H8 Aantal verenigingen in hoogste competitie
10
10
H9 Terugkerende topevenementen
6
6
H10 Aantal monofunctionele toptrainingsaccommodaties
8
10
H11 Aanwezigheid multifunctionele topaccommodaties
0
0
1
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. Doelstellingen 1 en 2: Sportstimulering In algemene zin geldt dat het sportstimuleringsbeleid in 2006 gelijk is aan dat van 2005. Via de stimuleringsregeling Buurt, Onderwijs en Sport en de partnerships met o.a. het Basketballbolwerk, NEC en KNVB en Yoo Sin, intensiveren we de activiteiten voor de doelgroep 4-19 jaar in de wijken Hatert, Dukenburg (Malvert, Meijhorst en Aldenhof), Lindenholt (Voorstenkamp, Gildekamp en Zellersacker), Neerbosch-Oost en Waterkwartier. Sleutelbegrippen in het aanbod: kwaliteit van Bewegingsonderwijs, Gezondheid, Naschoolse activiteiten en Sportbuurtwerk. Nadrukkelijk wordt samengewerkt met de GGD en Tandem. In de Waalsprong wordt vanuit het BOS-principe verder invulling gegeven aan sportstimulering en verenigingsondersteuning. Activiteiten t.b.v. Doelstellingen 3 en 4: Verenigingsondersteuning De positie van sportverenigingen versterken we door het verstrekken van een bijdrage aan verenigingen voor de inzet van ID-banen. Samenwerking tussen sportverenigingen achten wij hierbij van belang. We letten ook op de lasten voor sportverenigingen. Als vervolg op de OZB compensatieregeling richten wij ons nu op de legeskosten voor gebruikersvergunningen. Een financiële compensatieregeling zal worden uitgevoerd. Hiervoor worden middelen uit MOP III ingezet. Van 2005-2009 € 50.000 per jaar. Uitgangspunt hierbij is voor amateursportverenigingen dat er sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid, wij zullen daarom niet volledig compenseren. Wij zijn van mening dat `Goed gedrag moet worden beloond' ontwikkelen wij een zogenaamde `Bonus-Malus-regeling'. Deze regeling ondersteunt verenigingen die een actief beleid voeren ten aanzien van het gedrag `binnen en buiten de lijnen. De resultaten van de Verenigingsmonitor 2005 vinden hun weerslag in het activiteitenprogramma met betrekking tot Verenigingsondersteuning. Activiteiten t.b.v. Doelstellingen 5, 6 en 7: Sportaccommodaties Het sportaccommodatiebeleid staat ten dienste van de andere pijlers van het sportbeleid; Goede accommodaties dienen de sportdeelname te vergroten en de sportverenigingen te versterken. Voor de komende periode leggen wij een accent op de kwaliteit van sportaccommodaties. Uit-
94
Stadsbegroting 2006-2009
gangspunt hierbij is de notitie Sportaccommodatiebeleid die in 2005 wordt vastgesteld. Wij zullen ons hierbij gaan richten op 3 thema's: - kwaliteit-prijsverhouding - sociale veiligheid - bereikbaarheid Voor de wensen van binnensportverenigingen, functieverandering en wetgeving is een flexibel werkbudget binnensportaccommodaties. Mede op basis van een onderzoek van ISA/NOC*NSF worden specifieke onderhoudsprogramma's voor de natuurgrassportvelden uitgevoerd. Het thema `Schoon, Heel & Veilig Sporten' krijgt extra aandacht, in 2006 leggen wij hierbij een accent op het sportpark Staddijk door middel van flexibel toezicht. In 2006 is het Programma van Eisen gereed voor de vervangende voorziening voor zwembad Oost. Tevens presenteren wij concrete plannen voor een zwemvoorziening in de Waalsprong. Als vervolg op het Sportaccommodatiebeleid wordt het tarieven- en subsidiebeleid aangepast. Activiteiten t.b.v. doelstellingen 8 t/m 11 Topsport Met de Turn- en Gymnastiekvereniging De Hazenkamp, Nijmegen Atletiek en de Zevenheuvelenloop worden opnieuw overeenkomsten afgesloten die zijn gericht op continuering van ondersteuning van respectievelijk het NK-Turnen, de Nijmegen Global Athletics en de Zevenheuvelenloop. In 2006 wordt de nieuwe atletiekbaan ingericht als monofunctionele topsporttrainingsaccommodatie en wordt de Jan Massinkhal aangepast aan de hedendaagse eisen voor top- en breedtesport.
Verwijzingen - Collegeakkoord 2002-2006 - Nota Breedtesport op Topsportniveau - Beleidskader Topsportevenementen - Stimuleringsregeling VWS Buurt, Onderwijs & Sport - Stadsmonitor 2003, onderdeel Breedtesportmonitor - Jeugdmonitor 2003 en E-MOVO 2003 - MOP III
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Monitor breedtesport - Verenigingsmonitor - Toepassing resultaten uit Jeugdmonitor 2004 en planning Jeugdmonitor 2008 (zie ook programma Integraal Jeugdbeleid)
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De stijging van het budget van het Programma Sport wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de extra middelen waarmee in de Stadsbegroting 2003-2006 het programma structureel is opgehoogd. Voor 2005 bedroegen de extra middelen € 8 ton, in 2006 loopt dit bedrag op naar € 1.385.000. Het budget voor topsport is afgeraamd, omdat de besluiten over besteding van de budgetten tot en met 2005 liepen. Het budget voor sportdeelname (1 PG-4410-001) is voor 2006 met een gelijk bedrag opgehoogd.
Stadsbegroting 2006-2009
95
Investeringen Met het verbeteren van de sportvelden en parken willen we de sportaccommodaties peil houden. Hiermee willen we een bijdrage leveren aan de doelstellingen 6 en 7 van dit programma. Ook met de investering van het nieuwe zwembad Oost refereren we aan de doelstellingen 6 en 7. We willen een vervangende zwemvoorziening voor het huidige zwembad Oost realiseren. Investering Verbeteren sportvelden en parken
2006
2007
2008
2009
160.000
160.000
160.000
160.000
0
0
0
7.300.000
nieuw zwembad Oost
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1.855.276
2.369.775
2.369.834
2.370.015
2.369.848
304.501
312.478
311.881
311.295
310.760
11.414.313
11.201.226
11.189.973
11.176.861
11.171.158
47.331
3.288
3.273
3.260
3.257
13.621.422
13.886.767
13.874.961
13.861.432
13.855.024
-379.227
-288.412
-288.412
-288.412
-288.412
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
1PG-4410-003 - (Multifunctionele) sportaccommodaties
-1.824.166
-1.824.166
-1.824.166
-1.824.166
-1.824.166
Totaal baten Programma
-2.253.393
-2.162.578
-2.162.578
-2.162.578
-2.162.578
11.368.029
11.724.189
11.712.383
11.698.854
11.692.446
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep 1PG-4410-001 - Verhogen sportdeelname 1PG-4410-002 - Verenigingsondersteuning op maat 1PG-4410-003 - (Multifunctionele) sportaccommodaties 1PG-4410-004 - Topsport
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-4410-001 - Verhogen sportdeelname 1PG-4410-002 - Verenigingsondersteuning op maat
96
Stadsbegroting 2006-2009
1.4
Wijken, Recreatie en Spelen Portefeuillehouder: wethouder H. van Hooft De wijkaanpak heeft in ons College steeds een speciale plek gehad. Met onze wijkbezoeken hebben we geprobeerd het bestuur dichter bij de bewoners te krijgen en problemen van wijkbewoners direct aan te pakken. De nota Versterking Wijkmanagement vormt, na vaststelling door uw Raad, de basis voor het uitvoeringsprogramma Wijkaanpak, dat de acties bevat die wij in 2006 realiseren. Ook voor de wijkaccommodaties willen we in 2006 een bestuurlijk kader met een uitvoeringsprogramma realiseren. De wijkposten blijven in 2006 functioneren. Ze vervullen een functie in de ondersteuning van de zelfredzaamheid van bewoners. Vanuit wijkaanpak willen wij de invloed op andere programma’s vergroten, omdat op het niveau van de wijk bewoners sterker bij gemeentelijke activiteiten kunnen worden betrokken en verschillende beleidsterreinen beter op elkaar en op de wensen van de bewoners kunnen worden afgestemd. Voor het onderhoud van de openbare ruimte zetten we wijkbeheerplannen op, samen met de bewoners. In 2006 zetten we die lijn door met acht nieuwe wijkbeheerplannen. De aanpak van zwerfvuil en de inzet van wijkonderhoudsteams zijn daarin belangrijk, omdat we daarmee snel en zichtbaar de woonomgeving schoon en heel houden. De afspraken met de DAR scherpen wij aan in het kader van de zakelijke verhoudingen. Met de maatregelen uit het Uitvoeringsplan overlast hondenpoep pakken we in 2006 de overlast aan. De Wet bestuurlijke boete kleine ergernissen geeft ons nieuwe mogelijkheden om kleine problemen in de openbare ruimte aan te pakken. In 2006 ontwikkelen wij die aanpak, binnen de beschikbare budgettaire ruimte. Een plan van aanpak voor het onderhoud van wegen hebben wij in voorbereiding. In 2006 moeten daarvoor strategische keuzes gemaakt worden, om dat onderhoud met het beschikbare budget op een aanvaardbaar niveau te brengen. Het uitvoeringsprogramma Spelen 2006 geeft aan waar wij inzetten op aanleg en onderhoud van speelplekken inde bestaande stad en in de Waalsprong. De uitgangspunten daarvoor liggen vast in de nota “Kom je buiten spelen?”. In 2006 maken we de stand op, ter voorbereiding van een nieuwe planperiode. De exploitatie van de stedelijke speeltuinen houden we vanaf 2006 binnen het beschikbare budget. Voor de wijkspeeltuinen nemen we zonodig aanvullende maatregelen om de exploitatie sluitend te krijgen. Normen voor recreatieve sportvoorzieningen in wijken leggen we vast in een beleidsnotitie, die uw Raad ter vaststelling krijgt aangeboden.
Stadsbegroting 2006-2009
97
Wijkaanpak Code
5110
Omschrijving Het programma Wijkaanpak omvat ons beleid, gericht op de integrale aanpak van sociale, fysieke en economische kansen en problemen in de wijk. De wijkaanpak bestrijkt de hele stad ingedeeld in negen stadsdelen: Dukenburg, Lindenholt, Midden-Zuid, Nieuw-West, Oud-Oost, Oud-West, Stadscentrum, Waalsprong en Zuidrand. Het gaat om een vaak multidisciplinaire aanpak. De aanpak is sturend voor een aantal andere programma's van de Stadsbegroting. In totaal heeft Wijkaanpak met de overgrote meerderheid van de programma's, te weten 33 stuks, op een of andere manier te maken.
Recente ontwikkelingen Wijkaanpak heeft te maken met 33 gemeentelijke beleidsprogramma’s als het gaat om het werk aan een leefbare wijk. Belangrijk daarbij is het netwerken, het relatiemanagement binnen en buiten de gemeente Nijmegen en het aangaan van contacten in de wijk om zodoende samenwerking te bewerkstelligen om uitdagingen in de wijk aan te gaan. Een belangrijke ontwikkeling en een goed voorbeeld daarvan is het programma Veiligheid. De wijkmanager, die aangestuurd wordt vanuit het programma Wijkaanpak krijgt de regie over de uitvoering van veiligheid in de wijk. Zo worden samen met bewoners en andere organisaties (opbouwwerk, politie, welzijnswerk) problemen tijdig onderkend en kan worden gewerkt aan een adequate oplossing. Een andere belangrijke ontwikkeling is de overstap naar projectgerichte financiering voor wijkinitiatieven. In de nabije toekomst moet het beter mogelijk zijn om projectgerichte initiatieven van bewoners te honoreren. Het is daarbij onbelangrijk of het idee vanuit een samenwerkingsverband zoals een vereniging voortkomt of niet.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het programma Wijkaanpak heeft tot doel de leefbaarheid in de wijken te verbeteren en te bevorderen en om sociale relaties en samenhang te versterken. Werken aan leefbaarheid betekent ook dat Wijkaanpak de ogen en oren van de wijk op het stadhuis en van het stadhuis in de wijk wil zijn. We meten het resultaat van de wijkaanpak en de ontwikkelingen per stadsdeel aan de hand van twee indicatoren, die een goed beeld geven van de leefbaarheid: 1. de algemene oordelen over de eigen buurt: waardering buurtbewoners in rapportcijfers; 2. de beleving van de sociale aspecten, de sociale kwaliteit en de woonomgeving in de eigen buurt: waardering buurtbewoners aan de hand van schaalscores.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Ons College wil voor de stadsdelen in 2006 bereiken dat de scores op de indicatoren 'waardering over de eigen buurt' en 'beleving sociale aspecten' * in Midden Zuid met name t.a.v. de beleving sociale aspecten niet verder zal dalen t.o.v. 2003 en minimaal gelijkblijven aan 2005,
98
Stadsbegroting 2006-2009
* in de Waalsprong, Oud Oost en Zuidrand gelijk blijven (handhaving van het niveau boven het stedelijk gemiddelde); * in Nieuw West en Oud West tenminste gelijk blijven (handhaving van het huidige gemiddelde, dat nog onder het stedelijke gemiddelde ligt); * in Dukenburg, Stadscentrum en Lindenholt verbeteren, richting het stedelijke gemiddelde. Hoofddoelstelling 2 Het stimuleren van het gebruik en bezoek van wijkaccommodaties door (allochtone) jongeren. Hiervoor is geen indicator maar er wordt in 2006 wel over gerapporteerd. Hoofddoelstelling 3 Het stimuleren van het gebruik van de wijkpost: wij willen een stijging van 5% bereiken. Hoofddoelstelling 4 Het vergroten van de betrokkenheid en het zelforganiserend vermogen van de bewoners bij hun dagelijkse woon- en leefomgeving door medesturing aan andere programma's. Waardering eigen buurt
0-meting 2003
2006
Stedelijk gemiddelde
7,2
Dukenburg
7,0
7,0
Stadscentrum
7,3
7,3
Waalsprong
7,5
7,5
Oud-Oost
7,8
7,8
Lindenholt
6,9
6,9
Nieuw-West
7,1
7,1
Oud-West
6,5
6,5
Midden-Zuid
7,6
7,7
Zuidrand
7,2
7,2
Beleving sociale aspecten
0-meting 2003
Stedelijk gemiddelde
6.1
6,1
Dukenburg
5,6
5,8
Stadscentrum
5,4
5,7
Waalsprong
7,2
7,2
Oud-Oost
6,6
6,6
Lindenholt
5,7
6,0
Nieuw-West
6,0
6,0
Oud-West
5,7
5,7
Midden-Zuid
6,4
6,2
Zuidrand
6,2
6,2
Stadsbegroting 2006-2009
99
Doelrealisatie tot nu toe Voor de waardering van de eigen buurt verwijzen we naar de rapportcijfers in bijgaande tabel. De bezoekersaantallen van de wijkpost hebben in 2004 een stijging laten zien van 46%. In 2006 wordt hierover weer gerapporteerd. Verder heeft het programma Wijkaanpak te maken met 33 programma's. Aan de resultaten van die programma's is een belangrijke bijdrage geleverd, maar die staan in de afzonderlijke programma's vermeld als resultaat van dat programma.
Waardering van de eigen buurt
1998
2001
2003
Stedelijk gemiddelde
7,3
7,3
7,2
Dukenburg
7,1
7,1
7,0
Stadscentrum
7,2
7,3
7,3
Waalsprong
7,8
7,5
7,5
Oud-Oost
7,7
7,8
7,8
Lindenholt
7,1
7,0
6,9
Nieuw-West
7,1
6,9
7,1
Oud-West
6,6
6,6
6,5
Midden-Zuid
7,5
Zuidrand
7,7
7,9
7,2
Stedelijk gemiddelde
6,1
6,0
6,1
Dukenburg
5,8
5,7
5,6
Stadscentrum
5,5
5,2
5,4
Waalsprong
7,3
7,0
7,2
Oud-Oost
6,5
6,6
6,6
Lindenholt
5,9
5,7
5,7
Nieuw-West
5,9
5,7
6,0
Oud-West
5,7
5,6
5,7
Midden-Zuid
6,3
6,5
6,4
Zuidrand
6,4
6,2
6,6
Toename bezoek wijkposten
2002
2003
2004
aantal bezoekers
1954
2389
3489
0
+/+ 22%
+/+ 46%
7,6
Beleving sociale aspecten
Toename in %
100
Stadsbegroting 2006-2009
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. realisatie hoofddoelstelling 1 Flexibel geld inzetten voor een flexibele wijkaanpak. We gaan door met het brengen van onze wijkbezoeken. Inzet van wijkaccommodaties. Het onderhouden en uitbouwen van de netwerkstructuren in stadsdelen. Maken van integrale plannen: wijkvisies, wijkaanpakprogramma's, convenanten, experimenten. Activiteiten t.b.v. realisatie hoofddoelstelling 2 In 2006 is er een bestuurlijk kader en een uitvoeringprogramma gericht op de wijkaccommodaties. Hiermee is een betere afstemming te realiseren tussen de beschikbare accommodaties en de plaatsen waar daar bij jongeren en andere gebruikers behoefte aan is. Dit in relatie tot een efficiënter beheer. Voorts: - Jongerenactiviteiten in Hatert en in de Ark. - Het geschikt maken van wijkcentrum de Schalmei voor jongerenactiviteiten. - Maken van Voorzieningenharten. - Inzet van de welzijnsstichting Tandem. - Gemeentelijke subsidie voor huisvesting. Activiteiten t.b.v. realisatie hoofddoelstelling 3 De wijkposten worden tot en met 2006 voortgezet als onderdeel van het speerpunt 'wonen en werken in de wijk'. We zorgen ervoor dat de wijkposten bemenst zijn en voldoende gefaciliteerd om de genoemde doelen te bereiken. De doelgroepen worden zoveel mogelijk uitgenodigd richting een wijkpost. Door activiteiten op te zetten die gericht zijn op ontwikkelingen en gebeurtenissen in de wijk. Mogelijkheid creëren voor het houden van spreekuren zodat een intensiever gebruik wordt gemaakt van wijkposten door interne en externe functionarissen. De huidige wijkposten zijn gevestigd in het Willemskwartier, Oud West: Titus Brandsma en Waterkwartier, Hatert en Neerbosch Oost. Activiteiten t.b.v. realisatie hoofddoelstelling 4 Daar waar het programma Wijkaanpak een sturend programma is, zal er in toenemende mate invloed te verwachten zijn van dit programma op andere programma's binnen de gemeente. Wijkmanagement heeft ten doel om de bewoners meer te betrekken bij het beheer en de ontwikkeling van plannen en ideeën ten faveure van de wijk en de leefbaarheid. Daarom staat het relatiemanagement door de wijkmanagers hoog in het vaandel en wordt dit gebruikt als voertuig voor de te realiseren doelen. Het is nog te vroeg om nu al te spreken over outputindicatoren, omdat wij in het stadium zijn om deze bovenstaande zaken te bevestigen en in te voeren. Volgend jaar zijn hier preciezere afspraken over te maken. Het programma Wijkaanpak heeft te maken met 33 programma's. Aan de resultaten van die programma's is een belangrijke bijdrage geleverd, maar die staan in de afzonderlijke programma's vermeld als resultaat van dat programma.
Verwijzingen In 2005 zijn wij begonnen met een voortgangsrapportage per kwartaal van wijkmanagement waarin de stand van zaken van de ontwikkelingen en inspanningen op hoofdlijnen per stadsdeel zijn te zien. Deze rapportages zijn voor College, Raad en organisatie beschikbaar gemaakt.
Stadsbegroting 2006-2009
101
Voorts is de notitie 'Versterking Wijkmanagement' in ons College besproken en doorgezonden naar uw Raad. Als vervolg op deze notitie wordt er een uitvoeringsprogramma opgesteld waarvan de meeste zaken voor de zomer van 2006 zijn gerealiseerd.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Onderzoek naar subsidies van initiatieven vanuit bevolking. Uitvoerder: Wijkaanpak - Onderzoek naar gebruik van mogelijkheden van privacywetgeving in relatie tot wijkveiligheid. Uitvoerder: Wijkaanpak. - Evaluatie voorzieningen Oosterhout (De Klift e.a.) (2005/2006) - Wijkmonitor 2005 - Monitor Waalsprong - Evaluatie convenanten maisonnettes Meijhorst, Aldenhof, Malvert en Neerbosch-Oost - Evaluatie bewoners wijkbezoeken - Evaluatie Buurt aan Zet - Evaluatie wijkposten
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. exploitatie
2006
2007
2008
2009
wijkbezoeken
120
-
-
-
Toelichting Financiën Op dit programma is met ingang van 2006 een bezuinigingstaakstelling van € 150.000 verwerkt, die moet worden gerealiseerd door vermindering van de vraag naar opbouwwerk en concreet de ondersteuning van bewonersgroepen. Het betreft een onderdeel van de taakafstotingsoperatie van in totaal € 3,5 miljoen, waartoe in de perspectiefnota / stadsbegroting 2004 is besloten. Deze taakstelling is verdeeld over diverse productgroepen. Verder is bij de perspectiefnota 2006 besloten tot een budgetuitbreiding voor 2006 van € 120.000 om de wijkbezoeken voor dat jaar te kunnen inplannen. Op de productgroep wijkaccommodaties zijn de geraamde lasten in 2006 lager dan in 2005 o.a. door een gewijzigde systematiek in de kapitaallasten. Overigens zijn op diverse productgroepen de budgetten 2006 per saldo lager dan in 2005 door de verwerking van de hiervoor genoemde bezuinigingstaakstelling maar tevens zijn budgetten geïndexeerd met de toegestane percentages voor verwachte kostenstijgingen.
Investeringen De investering heeft tot doel middels incidentele projecten een bijdrage te leveren aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijken.
102
Stadsbegroting 2006-2009
Investering
2006
2007
2008
2009
Incidentele projecten
28.375
28.375
28.375
28.375
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
5.993.727
5.977.984
5.974.285
5.971.028
5.969.834
1PG-5110-002 - Flexibele wijkaanpak
588.313
591.677
591.570
591.401
591.293
1PG-5110-003 - Dukenburgwijkaanpak
414.836
387.690
387.488
387.168
386.963
1PG-5110-004 - Lindenholtwijkaanpak
238.330
212.846
212.759
212.622
212.535
1PG-5110-005 - MiddenZuid-wijkaanpak
221.052
207.020
206.960
206.866
206.806
1PG-5110-006 - NieuwWest-wijkaanpak
195.336
183.726
183.646
183.521
183.441
1PG-5110-007 - Oud-Oostwijkaanpak
136.246
120.651
120.584
120.477
120.410
1PG-5110-008 - Oud-Westwijkaanpak
277.227
269.464
269.374
269.231
269.140
1PG-5110-009 - Stadscentrum-wijkaanpak
167.019
159.573
159.472
159.313
159.212
1PG-5110-010 - Waalsprong-wijkaanpak
133.649
127.594
103.830
103.730
103.666
1PG-5110-011 - Zuidrandwijkaanpak
202.427
194.666
194.576
194.433
194.342
0
120.000
0
0
0
8.568.162
8.552.890
8.404.545
8.399.789
8.397.640
-2.050.342
-2.050.342
-2.050.342
-2.050.342
-2.050.342
1PG-5110-002 - Flexibele wijkaanpak
-10.900
-10.900
-10.900
-10.900
-10.900
1PG-5110-003 - Dukenburgwijkaanpak
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
1PG-5110-004 - Lindenholtwijkaanpak
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-5110-001 - Wijkaccomodaties
1PG-5110-012 - Wijkposten
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-5110-001 - Wijkaccomomdaties
Stadsbegroting 2006-2009
103
1PG-5110-005 - MiddenZuid-wijkaanpak
-113.400
-113.400
-113.400
-113.400
-113.400
1PG-5110-006 - NieuwWest-wijkaanpak
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
1PG-5110-008 - Oud-Westwijkaanpak
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
-56.700
1PG-5110-010 - Waalsprong-wijkaanpak
-22.950
-23.700
0
0
0
-2.424.392
-2.425.142
-2.401.442
-2.401.442
-2.401.442
6.143.770
6.127.748
6.003.103
5.998.347
5.996.198
Totaal baten Programma
104
Stadsbegroting 2006-2009
Openbare ruimte Code
5210
Omschrijving Dit programma omvat de huisvuilinzameling en het beheer, onderhoud en toezicht op het gebruik van de openbare ruimte van de gehele stad. Het leidend thema voor dit programma is `schoon, heel en veilig'. Met de programma's Mobiliteit en Groen en water bestaan de meeste relaties.
Recente ontwikkelingen Sinds 2003 stellen wij wijkbeheerplannen op waarin we samen met bewoners een beeld schetsen van de onderhoudstoestand van de wijk, de achterstanden en de wensen. Hoewel er grote verschillen tussen wijken zijn, constateren wij in de meeste wijken tekorten in de onderhoudsbudgetten. Dikwijls kunnen wij het gewenste onderhoudsniveau niet realiseren. Dit probleem ondervangen wij voor een deel door ook in deze begroting voor te stellen extra budget voor het wijkonderhoud vrij te maken. Omdat hiermee niet in een keer de achterstanden op te lossen zijn zullen er daarnaast ook keuzes gemaakt moeten worden. Deze keuzes maken wij in samenspraak met de bewoners. Inmiddels zijn er 24 wijkbeheerplannen gereed. Behalve op wijkniveau hebben we ook grote achterstanden in het onderhoud van stedelijke voorzieningen zoals de hoofdwegen en de verkeersregelinstallaties. In 2006 willen we a-structureel € 1,3 miljoen en in 2007 a-structureel € 0,3 miljoen besteden aan het gedeeltelijk inlopen van deze achterstand. Om nieuwe onderhoudsachterstanden te voorkomen heeft uw Raad vorig jaar ingestemd met het reserveren van middelen voor areaaluitbreiding. Daarmee kunnen wij nieuw ingerichte openbare ruimte onderhouden op het gewenste niveau. Ook besteden we in 2006 € 0,3 miljoen aan het aanleggen van ZOAB op de A73. Dit zijn de rentekosten voor Rijkswaterstaat omdat ze op ons verzoek het asfalteren een jaar naar voren halen. Wij ondernemen diverse acties om de onderhoudskosten in de wijken omlaag te brengen. Denk bijvoorbeeld aan het structureel aanpakken van boomwortelproblemen, zodat niet steeds opnieuw de bestrating herstelt hoeft te worden en het verwijderen van gft containers om achterlaten van zwerfvuil te ontmoedigen. Veel aandacht schenken wij aan het schoon houden van de wijken door het zwerfvuilprobleem aan te pakken (door de inzet van Z-teams, wijkvegers, aanpak van zwerfvuil in plantsoenen, blikvangers en bladkorven). Ook maken wij strakkere prestatieafspraken met de DAR. Burgers vinden op het internet wanneer hun wijk geveegd wordt. Wij onderkennen de overlast van hondenpoep. Daarom brengen wij opnieuw de afspraken die hier voor gelden in beeld. Naast het geven van voorlichting gaat het daarbij ook om het treffen van voorzieningen én het houden van toezicht op het naleven van de regels. Om de straten, pleinen en voorzieningen in de openbare ruimte heel te houden, zetten wij wijkonderhoudsteams in. Elk stadsdeel heeft zijn eigen ploeg vakmensen die snel alle bel- en herstelklachten verhelpen en daarnaast allerlei onderhoudswerk voor hun rekening nemen. Tenslotte is het nodig om toezicht te houden op het gebruik van de openbare ruimte. Naast het toezicht in het centrum en de knooppunten zetten wij ook een flexibel wijkteam op verschillende plekken in de stad in. Afhankelijk van de problematiek wordt gedurende enkele maanden intensief toezicht gehouden waardoor de situatie in de wijk aanzienlijk verbeterd. Op landelijk niveau wordt op dit moment gewerkt aan de invoering van de "wet bestuurlijke boete kleine ergernissen" dit geeft ons de mogelijkheid om toezicht en handhaving in de openbare ruimte te versterken.
Stadsbegroting 2006-2009
105
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is een schoon, heel en veilig Nijmegen. Een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving, waar burgers zich thuis voelen, is speerpunt van ons beleid.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) In 2006 kunnen we een meerjarenoverzicht geven van de indicatoren. Dit programma is wat dat betreft nog in ontwikkeling. Hoofddoelstelling 1 We willen bereiken dat de waardering van burgers voor netheid, onderhoudstoestand en veiligheidsgevoel van de openbare ruimte verbetert. Hoofddoelstelling 2 We willen het onderhoudsniveau van de openbare ruimte binnen 5 jaar op het met de Raad afgesproken IBOR-ambitieniveau brengen en houden, conform het in 2001 vastgestelde IBOR beleidsplan. Hoofddoelstelling 3 We handhaven de afgesproken regels bij gebruik van wegen, straten en pleinen. indicatoren
(0-meting) 2003
2006
H1 % Nijmegenaren dat Nijmegen schoon vindt
49 %
50 %
H1 % Burgers tevreden over onderhoud fietspaden en wegen
58 %
58 %
H1 % Inwoners tevreden over groen in de eigen buurt
74 %
75 %
4,4
4,2
13.686
13.500
niet beschikbaar
te ontwikkelen
(2005)
gelijk aan 2005
25 %
25 %
H2 Schaalscore verloedering van woonbuurt H2 Aantal meldingen reparaties Bel en Herstellijn H2 Aantal storingen openbare verlichting Lozingen stortvuil Burgers met onveiligheidsgevoelens
Doelrealisatie tot nu toe Er zijn alleen cijfers over 2003. In april 2006 komen de cijfers van 2005.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. een hogere waardering door burgers van de openbare ruimte - inzameling (huis)vuil, straatreiniging en onkruidbestrijding Met de DAR worden via het DVO afspraken gemaakt over de resultaten die hiervoor geboekt moeten worden. Eén van de prioriteiten is in 2006 onkruidbestrijding. We zetten een nieuwe techniek hiervoor in. In het proces van verzakelijking, dat ontstaan is als gevolg van de verzelfstandiging van de DAR zal het toezicht hierop door de gemeente steeds verder aangescherpt worden. - continuering aanpak zwerfvuil - aanpak overlast hondenpoep
106
Stadsbegroting 2006-2009
In 2005 is het uitvoeringsplan overlast hondenpoep gemeente Nijmegen opgesteld. In 2006 zal met de verschillende maatregelen uit het uitvoeringsplan de overlast van de hondenpoep worden aangepakt. - volgens afspraak aanpak van bel- en herstelklachten door wijkonderhoudsteams - toezicht op naleving van de regels - verbeteren onderhoudstoestand - vergroten betrokkenheid burgers bij programmering van onderhoudsactiviteiten Activiteiten om het onderhoudsniveau van de openbare ruimte binnen 5 jaar op het met de Raad afgesproken kwaliteitsniveau te brengen en te houden. - opstellen 8 nieuwe wijkbeheerplannen in samenwerking met de bewoners - uitvoering geven aan de reeds opgestelde wijkbeheerplannen In deze plannen onderbouwen wij in samenspraak met de bewoners de onderhoudsachterstanden per wijk. De gemiddelde tekorten voor het beheer bedragen zo’n € 100.000 per wijk. Bij de behandeling van de perspectiefnota 2005 heeft de Raad een structurele budgetuitbreiding vastgesteld voor de 8 plannen die in 2005 worden opgeleverd. Deze uitbreiding bedraagt 1/3 van het benodigde bedrag (€ 267.000). - besluitvorming over strategisch onderhoudsaanpakplan voor hoofdinfrastructuur (hoofdwegen, kunstwerken, openbare verlichting en verkeersregelinstallaties) - inhaalslag "noodfonds onderhoud wegen" ten hoogte van € 1.3 miljoen Activiteiten t.b.v. handhaven van regels voor gebruik van de openbare ruimte - inzet van een flexibel wijkteam voor tijdelijk intensief toezicht, afhankelijk van de problematiek in een wijk - uitvoering geven aan de invoering van de ‘wet bestuurlijke boete kleine ergernissen’ Ons College vindt de bestuurlijke boete een goed instrument om werk te maken van de aanpak van kleine ergernissen in het publieke domein. Burgers spreken ons aan op overlast en verloedering van het straatbeeld, maar we beschikken in veel gevallen niet over voldoende instrumenten om daaraan wat te doen. Met de bestuurlijke boete kan het bestuurlijke toezicht en de handhaving in het publieke domein worden versterkt en kunnen we daar zelf regie op voeren. De invoering hiervan zal budgettair neutraal verlopen. indicatoren Aanpak hondenpoepoverlast Tevredenheid Bel en Herstelteam Verbalisering Nieuwe wijkbeheerplannen Uitvoering wijkbeheerplannen Inzet flexibel wijkteam Bestuurlijke boete kleine ergernissen
2006
2007
2008
2009
75 %
80 %
85 %
8
8
8
8
12
20
28
32
te ontwikkelen 72 % te ontwikkelen
2100 uur te ontwikkelen
Verwijzingen - Nota Integraal beheer openbare ruimte 2001 - Wijkbeheerplannen (opgesteld t/m 2005)
Stadsbegroting 2006-2009
107
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - evaluatie zwerfvuilaanpak (eind 2005 afgerond) - effectmeting wijkbeheerplannen bij burgers
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. Wij stellen uw Raad voor om bij deze begroting in 2006 éénmalig € 1,3 miljoen en in 2007 éénmalig € 0,3 miljoen toe te voegen aan dit programma voor het inlopen van achterstand in het onderhoud van wegen, straten en pleinen. Ook stellen wij uw Raad voor om éénmalig in 2006 € 300.000 beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van Zoab op de A73. exploitatie
2006
2007
2008
2009
267
267
267
267
ibor wijkbeheerplannen
Toelichting Financiën Voor de uitvoering van de wijkbeheerplannen is in 2006 € 267.000 extra beschikbaar (Perspectiefnota 2006, raadsbesluit 11 mei 2005). Door een afname van de kapitaalslasten is de begroting van 2006 € 210.000 lager dan de begroting van 2005.
Investeringen De investering Verlichting op doorgaande wegen en wijken heeft tot doel het verbeteren van de verlichtingssituatie in Nijmegen en heeft een relatie met hoofddoelstelling 1. Met de investeringen die we doen bij Onderhoud wegen, straten en pleinen willen we slechte wegvlakken, verhardingen etc. aanpakken om daarmee ook een bijdrage te leveren aan hoofddoelstelling 1. Investering
2006
2007
2008
2009
Verlichting op doorgaande wegen en wijken
85.000
85.000
85.000
100.000
1.570.000
1.570.000
1.570.000
1.600.000
Onderhoud wegen, straten en pleinen
108
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
2.195.277
2.278.800
2.278.238
2.277.703
2.277.291
12.188.934
12.187.732
12.186.232
12.186.232
12.186.232
1PG-5210-003 - Straatreiniging
4.926.196
4.928.120
4.928.120
4.928.120
4.928.120
1PG-5210-004 - Beheer openbaar groen
6.144.982
5.835.238
5.952.034
5.912.183
5.874.611
1PG-5210-005 - Integraal beheer openbare ruimte
1.194.420
1.267.436
1.439.120
1.416.422
1.402.944
1PG-5210-006 - Openbare verlichting
1.996.588
2.100.547
2.066.678
2.037.634
1.993.642
1PG-5210-007 - Verkeersregelinstal.en -voorzien.
1.537.617
1.662.839
1.667.282
1.654.132
1.648.037
1PG-5210-008 - Wegen en kunstwerken
6.915.987
6.725.308
6.363.884
6.226.371
5.968.601
37.100.000
36.986.019
36.881.588
36.638.798
36.279.479
-6.875
-6.875
-6.875
-6.875
-6.875
0
0
0
0
0
-5.958
-5.958
-5.958
-5.958
-5.958
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
-50.000
0
0
0
0
0
1PG-5210-008 - Wegen en kunstwerken
-350.148
-350.148
-350.148
-350.148
-350.148
Totaal baten Programma
-412.981
-412.981
-412.981
-412.981
-412.981
36.687.019
36.573.038
36.468.607
36.225.817
35.866.498
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-5210-001 - Toezicht openbare ruimte 1PG-5210-002 - Inzameling huishoudelijk afval
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-5210-001 - Toezicht openbare ruimte 1PG-5210-002 - Inzameling huishoudelijk afval 1PG-5210-004 - Beheer openbaar groen 1PG-5210-005 - Integraal beheer openbare ruimte 1PG-5210-007 - Verkeersregelinstal.en -voorzien.
Stadsbegroting 2006-2009
109
Recreatie en spelen Code
5310
Omschrijving Spelen Het plannen en inrichten van een speelinfrastructuur. Onder speelinfrastructuur verstaan we de informele en formele speelruimte. De informele speelruimte heeft betrekking op het inrichten van de openbare ruimte van bijvoorbeeld pleintjes, groenstroken en parkjes, dusdanig dat kinderen er veilig en op een gezonde wijze kunnen spelen. Een formele speelplek is specifiek ingericht voor kinderen om er te kunnen spelen. De formele speelinfrastructuur bestaat in Nijmegen uit de twee stedelijke speeltuinen, de 6 wijkspeeltuinen en de openbare speelplekken in de wijken. De openbare speelplekken (211 verspreid over de wijken) zijn sober ingericht met een beperkt aantal speeltoestellen en speelaanleidingen. De beheerde wijkspeeltuinen liggen met name in de oudere en vaak kwetsbare buurten. De wijkspeeltuinen zijn gratis toegankelijk en hebben omdat ze beheerd worden meerdere toestellen en speelaanleidingen met de nodige uitdaging. De wijkspeeltuinen zijn zeer populair en worden druk bezocht door de kinderen uit de betreffende wijken. Ook worden de wijkspeeltuinen vaak bezocht door de basisscholen uit de betreffende wijken. De twee stedelijke speeltuinen die recreatief en historisch van belang zijn voor Nijmegen zijn op het aanbod van de meer wijkgerichte speelplekken een rijke aanvulling. De stedelijke speeltuinen stijgen boven de wijkspeeltuinen uit wat betreft hun omvang en vanwege het gevarieerd aanbod van speeltoestellen met een hoge attractiewaarde voor spelende kinderen. De twee stedelijke speeltuinen lenen zich uitstekend voor een gezellig dagje uit voor het hele gezin. Daarnaast worden de stedelijke speeltuinen ook gebruikt voor dagjes uit van de scholen uit de regio. Openluchtrecreatie Het instandhouden van bestaande regionale voorzieningen voor openluchtrecreatie en het leveren van een bijdrage aan de uitwerking van de regionale visie op de openluchtrecreatie in Nijmegen en omstreken. Recreatieve sportvoorzieningen Het plannen en inrichten van een infrastructuur voor recreatieve sportvoorzieningen. Onder de infrastructuur voor recreatieve sportvoorzieningen verstaan we de ingerichte sporten spelpleinen, de trapveldjes, de basketbalveldjes, de skatevoorzieningen, de jeu de boulesbanen en mogelijke combinaties van bovengenoemde recreatieve sportvoorzieningen. Kinderboerderijen Het faciliteren van de kinderboerderijen 't Boerke, Kobus en Lindenholt.
Recente ontwikkelingen In 2005 is het bezuinigingsvoorstel stedelijke speeltuinen en wijkspeeltuinen verder doorgevoerd. stedelijke speeltuinen Het gemelde nadeel op 1 april 2005 met betrekking tot het gedeeltelijk stopzetten van de samenwerking met het ROC zal in 2006 nog steeds financiële consequenties hebben. Hoe groot die zijn, wordt pas in het najaar duidelijk. Kinderboerderijen Op 14 juni 2005 heeft het College besloten in te stemmen met de voorlopige overdracht van het beheer en exploitatie van de kinderboerderij het Boerke aan de sociale werkvoorziening in Nijmegen per 1 juni 2005 tot en met 31 december 2005 in de vorm van een inkoopovereenkomst ad € 64.479. De intentie is om voor 1 januari 2006 middels een bestuurlijk besluit deze voorlopige overdracht om te zetten in een definitieve overdracht ingaande op 1 januari 2006, op basis van
110
Stadsbegroting 2006-2009
een door de sociale werkvoorziening opgesteld exploitatieplan. De gemeente blijft juridisch en economisch eigenaar van de grond en opstallen van de kinderboerderij. In de perspectiefnota 2006 is € 40.000 opgenomen om het verwachte en onontkoombare exploitatietekort te kunnen dekken. In 2005 zijn door de uitvoerende directie Stadsbedrijven werkprocessen opgesteld met betrekking tot nieuw aan te leggen speelplekken en te revitaliseren speelplekken. Deze werkprocessen vormen het uitgangspunt voor de implementatie van het uitvoeringsprogramma 2006.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is dat er in de openbare ruimte gespeeld, ontspannen en gesport kan worden in de open lucht als bijdrage aan de ontwikkeling van gezonde en fitte burgers.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1: Inrichten van een speelinfrastructuur Wij willen per wijk het woonmilieu voor kinderen opwaarderen middels het inrichten van een speelinfrastructuur, conform de beleidsnota: Kom je buiten spelen. De speelinfrastructuur omvat het beheren en exploiteren van de twee stedelijke speeltuinen en de 6 wijkspeeltuinen en het beheren van de openbare speelplekken in de wijken. Hoofddoelstelling 2: Beheren en exploiteren van de twee stedelijke speeltuinen en de zes wijkspeeltuinen Wij willen dat kinderen onder toezicht in de wijkspeeltuinen op een veilige en gezonde wijze gratis kunnen spelen. Daarnaast bieden we met de twee stedelijke speeltuinen, voor kinderen uit Nijmegen en omstreken, hun ouders en voor scholen uit de regio, twee recreatieve voorzieningen met een hoge speelwaarde en attractieniveau. Hoofddoelstelling 3: Inrichten van een infrastructuur voor recreatieve sportvoorzieningen. Wij willen per wijk het woonmilieu opwaarderen middels het inrichten van een infrastructuur voor recreatieve sportvoorzieningen op basis van een inventarisatie verricht in 2003 en hierop voortbordurend een beleidsnotitie recreatieve sportvoorzieningen, die in het voorjaar 2006 aan uw Raad ter besluitvorming zal worden voorgelegd. Hoofddoelstelling 4 Invloed uitoefenen in het beheer van de vier recreatieplassen en 35 km recreatieve fietspaden. indicatoren (H1) aantal openbare speelplekken
0-meting 2003
2006
2007
2008
2009
220
220
220
220
220
96.000
92.000(Raad 140704)
92.000
92.000
92.000
107.000
107.000
107.000
107.000
107.000
15.000
17.000
17.000
17.000
17.000
85
nog ontwikkelen
772.000
850.000
850.000
850.000
850.000
(H2) Bezoekersaantal stedelijke speeltuinen Bezoekersaantallen wijkspeeltuinen Bezoekersaantallen boerderij 't Boerke (H3) Aantal recreatieve sportvoorzieningen (H4) Bezoekersaantal recreatieve plassen
Stadsbegroting 2006-2009
111
Doelrealisatie tot nu toe De afgelopen jaren zijn er verklaarbare fluctuaties geweest in de bezoekersaantallen van de kinderboerderij, de wijkspeeltuinen, stedelijke speeltuinen en de strandbaden. Hieronder de toelichting bij de cijfers over 2004. * Stijging bezoekers kinderboerderij: door hervatting normale openingstijden. In 2003 was de kinderboerderij deels dicht door vogelpest. ** Daling bezoek wijkspeeltuinen komt door bezuinigingen. Door minder beheer zijn de speeltuinen vaak dicht. Vrijwillig beheer is niet altijd voorhanden. *** Daling van stedelijk speeltuinbezoek en van bezoek aan de strandbaden komt door het slechte zomerweer in 2004.
Bezoekersaantallen
2002
2003
2004
Kinderboerderij
18.000
15.000
17.151*
Wijkspeeltuinen
110.000
107.000
77.566**
Stedelijke speeltuinen
89.000
92.000
86.794***
866.000
1.206.000
772.000***
Strandbaden
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 De uitvoeringsprogramma's zijn concreet toegespitst voor de wijken van de bestaande stad voor de Waalsprong. Voor de Waalsprong is in 2004 een aparte planning opgesteld. Deze planning is onderdeel van de uitvoeringsprogramma's 2005 en 2006. Het uitvoeringsprogramma spelen 2006 wordt op basis van de voortgangsrapportages van de uitvoeringsprogramma's tot en met 2005 is in december 2005 ter besluitvorming voorgelegd aan ons College. De voortgang toetsen wij jaarlijks aan de hand van de uitgangspunten zoals geformuleerd in de beleidsnota: Kom je buiten spelen. In 2006 evalueren we de voortgang van de uitvoeringsprogramma's spelen en bereiden we een nieuwe planperiode voor. In de jeugdmonitor 2003 is het volgende opgenomen over de tevredenheid van de jeugd over het aantal speelplekken in de woonbuurt. Percentage 10-11-jarigen dat vindt dat er in de woonbuurt (on)voldoende ontmoetingsplaatsen voor de jeugd zijn : 59% onvoldoende. Percentage 12-17-jarigen dat vindt dat er in de woonbuurt (on)voldoende ontmoetingsplaatsen voor de jeugd zijn (Jeugdmonitor 2003: 57% onvoldoende). In de Stadspeiling 2003 staat opgenomen dat 48% van de volwassenen met kinderen tot 18 jaar dat tevreden is over de speelvoorzieningen voor kinderen in de woonbuurt en 45% ontevreden. Het jaar 2003 is het eerste uitvoeringsjaar van de beleidsnota spelen. Bij de metingen van de jeugdmonitor en de stadspeiling konden zodoende nog weinig effecten van dit nieuwe beleid merkbaar zijn. Bij de volgende metingen kunnen deze effecten wel merkbaar zijn. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 De twee stedelijke speeltuinen en de zes wijkspeeltuinen worden beheerd en geëxploiteerd door de directie Stadsbedrijven i.o.v. de directie Inwoners. Stedelijke speeltuinen Na de zomer, eind september als er meer zicht is op het verloop van het seizoen bekijken we opnieuw hoe ingezet moet worden om in 2006 een gezonde exploitatie te krijgen. Er zal maximaal worden ingezet om de stedelijke speeltuinen vanaf 2006 en volgende jaren binnen de huidige begroting te houden.
112
Stadsbegroting 2006-2009
Wijkspeeltuinen Eind 2005 wordt de begroting van DSB getoetst op de posten opbouw overhead, formatieomvang en groenonderhoud. Wanneer dit onvoldoende oplevert om de begroting in 2006 voor de wijkspeeltuinen sluitend te krijgen zullen maatregelen genomen moeten worden ten aanzien van beheer van de wijkspeeltuinen. Kinderboerderijen Met sociale werkvoorziening is afgesproken om met ingaande 1 januari 2006 de kinderboerderij 't Boerke definitief over te dragen aan hen. Daarnaast is met hen ook afgesproken om in het najaar van 2005 te verkennen, samen met de wijkbesturen in hoeverre de werkvoorziening de kinderboerderijen de Goffert, Kobus en Lindenholt in exploitatie en beheer kan ondersteunen. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 In de beleidsnotitie recreatieve sportvoorzieningen worden stedelijk normen ontwikkeld voor recreatieve sportvoorzieningen in de wijken. Voorts wordt de beheersmatige stand van zaken met betrekking tot de recreatieve sportvoorzieningen in kaart gebracht en wordt op basis daarvan een planning voor beheer en onderhoud en aanleg van nieuwe voorzieningen opgesteld. In de stadspeiling 2003 is opgenomen dat 18% van de volwassenen met kinderen van 12 t/m 24 jaar dat tevreden en 57% ontevreden is over de voorzieningen voor jongeren in de woonbuurt. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 Het beheer van de vier recreatieplassen en 35 km recreatieve fietspaden is afgekocht en wordt door de RGV bv gedaan. Via stemrecht in het beleid van de RGV bv oefent de gemeente Nijmegen invloed uit op het adequate beheer van de bestaande regionale voorzieningen. De lasten die in de begroting zijn opgenomen bestaan uit de aflossing en rente van de annuïtaire lening met een looptijd van 25 jaar die de gemeente Nijmegen heeft afgesloten in verband met afkoopsom RNO.
Verwijzingen - Beleidsnota Kom je buiten spelen 2002-2006. - Inventarisatie recreatieve sportvoorzieningen uit 2003. - Collegevoorstel uitvoeringsprogramma spelen 2005 (22 februari 2005) - Collegevoorstel overdracht beheer en exploitatie van de kinderboerderij 't Boerke aan de sociale werkvoorziening in Nijmegen d.d. 14 juni 2005. - Collegevoorstel aanleg skatepark Steve Bikoplein 28 juni 2005 - Raadsvoorstel 14 juli 2004: bezuinigingsvoorstel stedelijke speeltuinen en wijkspeeltuinen
Onderzoeken - In 2003 is een onderzoek ingezet en in 2004 afgerond door een stagiaire in het kader van haar studie sociale wetenschappen onder begeleiding van O&S in de wijken Brakkenstein en Meijhorst naar de wensen en beelden van kinderen over speelplekken. De uitkomsten van dit onderzoek hebben gediend en zullen dienen als onderlegger bij de inrichting van speelplekken in de betreffende wijken. - In 2005 is door O&S een Internet enquête gehouden onder jongeren van 12 tot en met 17 jaar naar hun wensen met betrekking tot ontmoetingsplekken in de woonbuurt. De uitkomsten van deze enquête zijn meegenomen in de ontwikkeling van een skatepark in Dukenburg. Een voorstel hiertoe is in juni 2005 aan uw College ter besluitvorming voorgelegd.
Stadsbegroting 2006-2009
113
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. exploitatie
2006
2007
2008
2009
40
40
40
40
kinderboerderij 't Boerke
Toelichting Financiën Het verschil tussen begroting 2005 en 2006 ad -/- €669.000 (1.769.920 -/- 1.100.282) kan als volgt toegelicht worden: *Op de productgroep IPG 5310-001 openluchtrecreatie zijn de kapitaallasten in 2006 ad €641.000 overgeheveld naar de algemene middelen voor de afkoopsom aan het Recreatieschap Nijmegen e.o. *Op de productgroep IPG 5310-002 speelvoorzieningen zijn de kapitaallasten speelplekken Nijmegen Stad ad € 83.000 overgeheveld in verband met het FIP. *Op de productgroep IPG speelvoorzieningen 5310-002 is via de perspectiefnota 2006 € 40.000 toegekend aan het product kinderboerderijen.
Investeringen Met de investeringen voor nieuwe speelplekken willen we veilige speelplekken voor de 0 - 12 jarigen realiseren. Deze investering is gerelateerd aan hoofddoelstelling 1. De skatevoorziening voorziet aan de behoefte van jongeren en bewoners in de wijk om elkaar te ontmoeten en om te skaten. Deze investering is gerelateerd aan hoofddoelstelling 3. Investeringen
2006
2007
2008
2009
nieuwe speelplekken
418.190
40.039
40.039
40.039
Skatevoorziening Neerbosch Oost
90.000
0
0
0
114
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
690.893
50.530
49.749
49.021
48.536
1PG-5310-002 - Speelvoorzieningen
1.466.740
1.425.083
1.424.443
1.423.894
1.423.770
Totaal lasten Programma
2.157.633
1.475.614
1.474.192
1.472.914
1.472.307
Financiële lasten per Productgroep 1PG-5310-001 - Openluchtrecreatie
Financiële baten per Productgroep 1PG-5310-002 - Speelvoorzieningen
-387.713
-387.713
-387.713
-387.713
-387.713
Totaal baten Programma
-387.713
-387.713
-387.713
-387.713
-387.713
1.769.920
1.087.901
1.086.479
1.085.201
1.084.594
Stadsbegroting 2006-2009
115
116
Stadsbegroting 2006-2009
1.5
Verkeer, Milieu, Cultuur Portefeuillehouder: wethouder T. Hirdes In 2006 ronden we de besluitvorming af over het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) en leggen in een uitvoeringsprogramma vast welke acties we verder ondernemen. De fietsroute Malden - Nijmegen pakken we in 2006 aan en we onderzoeken hoe de gebruiker de kwaliteit van het fietsnetwerk nu waardeert. In 2006 stellen we een Verkeersveiligheidsplan vast, waarbij we vasthouden aan de afgesproken norm voor de daling van het aantal verkeersdoden en -gewonden. We ronden de invoering van de 30-km-zones in de stad af en we verbeteren de oversteekvoorzieningen bij 5 tot 10 basisscholen. De realisering en financiering van de nieuwe stadsbrug brengen wij op regionaal niveau onder de aandacht. De plannen voor de nieuwe parkeergarages Van Schaeck Mathonsingel en Achter de Hezelpoort krijgen in 2006 vorm. Verbetering van de luchtkwaliteit krijgt in 2006 veel aandacht: we voeren daarvoor een uitgebreid maatregelenpakket uit. De stolpbenadering voor Nijmegen-West/Weurt blijft voor ons leidraad. In 2006 voeren we daarvoor een gezamenlijk milieuinformatiesysteem in, zodat burger, bedrijven, bestuurders en professionals over de benodigde informatie kunnen beschikken. In 2006 starten we de bestemmingsplanvoorbereidingen voor plaatsing van windturbines in de Grift. De bodembeleidsnota actualiseren we, evenals de bodemverordening. In totaal hebben 2500 huishoudens met een laag inkomen een gratis energiebesparingsadvies gekregen. Het geactualiseerde Groenstructuurplan leggen wij, met een meerjarenprogramma, in 2006 aan uw Raad voor. We zetten in op versterking van de groengebieden in en om de stad, o.a. starten we met de uitvoering van de visie voor het Valkhof. Ter uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan vervangen we in 2006 ruim 2 kilometer riool en koppelen we zo’n 7 hectare verhard oppervlakte af. De culturele infrastructuur kan toch grotendeels in stand blijven, ondanks de bezuinigingstaakstelling die we daarop hebben gelegd. Inmiddels heeft uw Raad besloten dat de Lindenberg op de huidige plek gehuisvest blijft, waardoor de samenwerking tussen Lindenberg en Steigertheater een kans krijgt. Voor realisering van nieuwbouw voor Doornroosje zoeken we samenwerking met private partijen. In 2006 moet duidelijk worden of de exploitatieproblemen van Lux zijn opgelost. In 2006 sluiten we een nieuwe budgetovereenkomst met de Openbare Bibliotheek Nijmegen. De aanbevelingen uit de gehouden visiebijeenkomsten kunnen helpen om de ontstane tegenstellingen te overbruggen. De ontwikkeling van de culturele broedplaatsen Krayenhof, Grote Broek en Vasim steunen we, om de culturele bedrijvigheid te stimuleren.
Stadsbegroting 2006-2009
117
Mobiliteit Code
6110
Omschrijving Het programma Mobiliteit omvat onze activiteiten op het gebied van verkeer en vervoer in en om de stad. Bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid zijn hierbij de belangrijkste uitgangspunten. Met de programma’s Openbare ruimte en Leefomgevingskwaliteit bestaan de meeste relaties.
Recente ontwikkelingen 1. Bijdragen aan het versterken van openbaar vervoer als duurzame vervoerswijze door het aanbieden van specifieke infrastructuur en voorzieningen van goede kwaliteit, zodat het aantal Nijmegenaren dat tevreden is over het openbaar vervoer in 2005 minimaal 78% bedraagt. Dit ondanks te verwachten Rijksingrepen. 2. Het versterken van de fiets als duurzame vervoerswijze door het aanbieden van specifieke infrastructuur en voorzieningen van goede kwaliteit, zodat het aandeel van de fiets in het woonwerkverkeer in Nijmegen zich in 2005 stabiliseert op 51% en de waardering van de bereikbaarheid van stadscentrum per fiets door bezoekers verder toeneemt tot een 7,5. 3. Het beter benutten van de bestaande infrastructuur voor het gemotoriseerde verkeer, zodat de verkeersafwikkeling op het Nijmeegse hoofdwegennet niet verder verslechtert: in 2005 mag het aantal wegvakken waar sprake is van de afwikkelingsklassen 'langzaam rijden/stilstaan' en 'structurele filevorming' in de ochtend- en avondspits niet toenemen. 4. Het aanbieden van een duurzaam veilig verkeer- en vervoersysteem, met als doelstelling een reductie van slachtoffers in het wegverkeer: 50% minder doden en 40% minder gewonden in 2010 t.o.v. 1986. Dit betekent voor 2005 maximaal 69 ziekenhuisopnamen en maximaal 5 doden. Nijmegen houdt vast aan deze SVVII-doelstelling en kiest niet voor de (soepeler) bijgestelde landelijke taakstelling uit de concept Rijksnota Mobiliteit. 5. Met behulp van stedelijk parkeerbeleid zoeken wij een verantwoord evenwicht tussen ons mobiliteitsbeleid (bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid) en de uitstraling als gastvrije stad. Parkeren zal steeds meer ondergronds of inpandig dienen te gebeuren in plaats van in de openbare ruimte. Parkeren voor bezoekers verschuift in het centrum naar de rand. In de wijken zal regulering de parkeerdruk verder oplossen. Met parkeren op afstand vergroten we de bereikbaarheid van de stad. We gaan het instrumentarium benutten, beprijzen en als laatste bouwen en zodanig inzetten dat: - de waardering van de bereikbaarheid van het stadscentrum per auto door bezoekers toeneemt tot een 6,0 in 2005 - de benutting van station Lent als locatie voor parkeren op afstand stijgt naar 60 auto's per werkdag - het aantal tevreden burgers over de parkeergelegenheid in de woonomgeving zich stabiliseert op 64%.
118
Stadsbegroting 2006-2009
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is een blijvende lokale- en regionale bereikbaarheid van Nijmegen in balans met leefbaarheid, verkeersveiligheid en duurzaamheid.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 We willen bijdragen aan het op peil houden van het openbaar vervoer zodat het aantal mensen dat tevreden is over het openbaar vervoer zomin mogelijk daalt. De rijksingrepen leiden zonder onze inspanning tot een achteruitgang van het openbaar vervoer. Hoofddoelstelling 2 We willen het gebruik van de fiets als duurzaam vervoermiddel bevorderen, cq in stand houden. Hoofddoelstelling 3 We streven naar een betere benutting van de Nijmeegse wegen zodat de verkeersafwikkeling op het Nijmeegse hoofdwegennet toeneemt en de doorstroming verbetert. Hoofddoelstelling 4 We dragen bij aan een duurzaam veilig verkeer- en vervoerssysteem zodat het aantal slachtoffers in het wegverkeer in Nijmegen afneemt; 50% minder doden en 40% minder gewonden in 2010 t.o.v. 1986. Hoofddoelstelling 5 We willen een evenwicht tussen mobiliteit, gastvrijheid en leefomgevingskwaliteit. Door een mix aan mogelijkheden zorgen wij dat de stad bereikbaar, leefbaar en verkeersveilig is. Openbaar vervoer, fiets, parkeren op afstand en uitbreiding van parkeerregulering in de wijken zetten we daarbij in. Voor centrumbezoekers zorgen wij voor een duidelijke verwijzing naar de parkeervoorzieningen. De waardering voor het parkeren in de stad zien we daarbij als belangrijke factoren. Ook streven we er naar dat het aantal burgers dat tevreden is over de parkeergelegenheid in de woonomgeving zich stabiliseert. We streven naar groei van parkeren op afstand. indicatoren
0 meting 2003
2006
H1 % tevreden Nijmegenaren over het OV
82
78
H2 Aandeel fiets in woon-werkverkeer Nijmegen
51
51
7,4
7,5
11
max. 5
2010 max. 5
H4 Aantal ziekenhuisopnames a.g.v. ongevallen
83
max. 69
2010 max. 50
H5 Waardering bezoekers bereikbaarheid stad p. auto
5,9
6,0
H5 % Burgers tevreden over parkeren in eigen buurt
64
64
2004 = 40
60
H2 Waardering bereik stadscentrum per fiets
2007
2008
2009
H3 INDICATOR ONTWIKKELEN H4 Aantal doden in verkeer
H5 aantal auto's parkeren op afstand in Lent
Stadsbegroting 2006-2009
119
Doelrealisatie tot nu toe Cijfers 2003: zie onder doelstellingen, 2004 niet gemeten. De cijfers van 2005 zijn in april 2006 beschikbaar.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? We hebben voor 2006 de onderstaande activiteiten op de rol staan. Hierbij geldt dat de outputindicatoren in 2006 worden geformuleerd. Activiteiten ter bevordering van tevredenheid over het openbaar vervoer - Uitwerking HOV-studie Over het uitvoeringsprogramma vindt in 2006 besluitvorming plaats. - Besluitvorming over spoorlijn Nijmegen - Kleef Besluitvorming van alle betrokken partijen en eventueel na een positief advies vaststelling van een uitvoeringsprogramma. - Evaluatie P+R Lent / Toekomst ketenmobiliteit Eind 2005 wordt het gebruik van P+R Lent geëvalueerd. De resultaten van deze meting tellen mee in de besluitvorming over ketenmobiliteit in 2006. -We maken de busbaan van de Annastraat naar Heijendaal via de Spoorkuil af, een project van totaal € 13 miljoen. -We investeren in de busbaan Fruitlaan. -Zie verder shortlist investeringen. Activiteiten t.b.v. het versterken van het fietsgebruik - Evaluatie betaald stallen in het centrum In 2005 is er een nieuw regime ingesteld: 's avonds geldt betaald stallen in de fietsenstallingen in het centrum. - Onderzoek Belevingsonderzoek fiets De weggebruiker wordt gevraagd hoe zij de toegenomen kwaliteit van het fietsnetwerk waarderen. Dit wordt toegespitst op al aangelegde (snelfiets)routes. - Route Malden-Nijmegen In 2006 staan de volgende werkzaamheden op het programma: - Aanpakken oversteek Scheidingsweg, - Verbeteren afstelling verkeerslichten; - Aanpakken fietspad Houtlaan, - Verbeteren parallelwegen - Uitvoering autoluwe dijken In april 2006 worden op de Oosterhoutse-, Bemmelse- en Ooysedijk jaarlijks weekendafsluitingen voor gemotoriseerd verkeer ingesteld in de zomerperiode. - Uitbreiding stallingruimte bij station Uitbreiding van de openbare stallingruimte op het station tot circa 2700 plaatsen. Activiteiten t.b.v. een meer efficiënt gebruik van het Nijmeegs wegennet - BBKAN! In 2001 is de Beter Bereikbaar KAN!-organisatie gestart. Nijmegen heeft als één van de twee grote gemeente in het KAN-gebied een structurele inbreng in deze organisatie. - Evaluatie DVM-Singels In 2006 wordt het effect van de doorstroommaatregelen onderzocht. Activiteiten t.b.v. duurzaam veilig verkeer- en vervoerssysteem - Verkeersveiligheidsplan In 2006 stellen wij een uitvoeringsgericht Verkeersveiligheidsplan vast. - Verkeerseducatie Wij voeren een zestal verkeerseducatieprojecten uit.
120
Stadsbegroting 2006-2009
- Subsidies Verkeersveiligheid Wij verlenen subsidie aan 3VO, CROW en Stichting Verkeersbrigadiers. - 30 km-zones afronden Duurzaam Veilig I, pilot DV II en voorbereiding DV II In 2006 voltooien wij de implementatie van 30km-zones in de stad. Wij voeren een pilot Duurzaam Veilig 2 uit. Vervolgens worden de voorbereidingen voor de tweede fase gestart. - Knelpunten oversteekvoorzieningen scholen In 2006 verbeteren we op 5 tot 10 locaties de oversteekvoorzieningen bij basisscholen. Activiteiten t.b.v. hogere waardering voor de bereikbaarheid van de stad - Stedelijke DVM-nota Wij stellen in 2006 een stedelijke DVM-nota vast. - Inzet t.b.v. Regionale ontwikkelingen O.a. actualisatie van de Nota Mobiliteit in Balans(2001-2006) voor Nijmegen. - Stadsbrug en A325 Op regionaal niveau zal hierbij met name aandacht worden gevraagd voor de realisering/financiering van de Stadsbrug/ aanpakA325. - Maatregelen parkeervisie De in 2005 gestarte uitvoering van de actiepunten uit de Parkeervisie Nijmegen worden voortgezet. - Traject nieuwe parkeergarages / taakafstoting Wij zijn in 2006 actief met de planvorming rond de nieuwe ondergrondse parkeergarages Van Schaeck Mathon Singel en Achter de Hezelpoort. - Uitvoeren maatregelen bereikbaarheidvisie Heijendaal In 2006 wordt uitvoering gegeven aan het programma zoals opgesteld bij het Convenant in de zomer van 2005.
Verwijzingen - nota mobiliteit in balans 2001 - parkeervisie 2004 - bereikbaarheidsvisie Heijendaal 2005
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Belevingsonderzoek fietsinfrastructuur - Gebruikersonderzoek station Lent
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld. Conform de parkeervisie wordt er voor € 115.000 geïnvesteerd in maatregelen uit het uitvoeringsprogramma. Dekking is geregeld uit de tariefsverhoging van 1-1-2005. Investeringen (actualisatie na besluitvorming College 19/20 september) - Realisatie busbaan over de Fruitlaan in de Waalsprong - BBKAN 2e fase - Shortlist openbaar vervoer - Bereikbaarheid Heijendaal
Stadsbegroting 2006-2009
121
Toelichting Financiën Openbaar Vervoer: De toename in de financiële lasten wordt veroorzaakt door de herberekening van de kapitaallasten. Parkeren en Regulering: De afname van de financiële lasten wordt veroorzaakt door de herberekening van de Kapitaallasten. Verkeer: Het verschil ad € 1.200.000 wordt verklaard doordat in 2005 hier onterecht kapitaallasten waren opgenomen. Dit is nu gecorrigeerd.
Investeringen Zowel de busbaan Fruitlaan en de shortlist Openbaar vervoer hebben tot doel een bijdrage te leveren aan een goed openbaar vervoer (hoofddoelstelling 1). Met de busbaan willen we een gewenst niveau van openbaar vervoer in de Waalsprong realiseren. De shortlist gebruiken we om kleine aanpassingen in het openbaar te doen. De investeringen op het gebied van parkeren leveren een bijdrage aan hoofddoelstelling 5. Het zijn vooral vervangingen van parkeerapparatuur. 2de fase BBKAN zijn diverse maatregelen die de bestaande infrastructuur verbeteren (hoofddoelstelling 3) 30 km zones, black spots en leefbaarheid hebben tot doel onveilige verkeerssituaties aan te pakken en een bijdrage te leveren aan een duurzaam veilig verkeersysteem. (hoofddoelstelling 4) Met de investeringen voor de fiets willen we goede voorzieningen voor de fiets bieden om het gebruik van de fiets als duurzaam vervoermiddel te bevorderen. (hoofddoelstelling 2) Investering
2006
2007
2008
2009
300.000
0
0
0
75.000
75.000
75.000
75.000
2.100.000
0
0
0
2de fase BBKAN
150.000
0
0
0
30 km zones
130.000
0
0
0
Black spots
390.000
390.000
390.000
400.000
1.990.000
595.000
0
0
215.000
215.000
0
0
Busbaan Fruitlaan shortlist Openbaar Vervoer Div. vervangingen en verbeteringen parkeren
Fiets Leefbaarheid: geluid/oversteekbaarheid
122
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-6110-001 - Openbaar vervoer
384.749
600.383
587.381
574.378
561.376
1PG-6110-002 - Parkeren + regulering
9.438.290
9.095.603
8.614.959
8.546.095
8.451.069
1PG-6110-003 - Verkeer
2.019.520
821.690
821.690
821.690
821.690
Totaal lasten Programma
11.842.559
10.517.675
10.024.029
9.942.163
9.834.135
Financiële baten per Productgroep 1PG-6110-001 - Openbaar vervoer
-67.373
-67.373
-67.373
-67.373
-67.373
1PG-6110-002 - Parkeren + regulering
-11.455.649
-11.569.649
-11.569.649
-11.569.649
-11.569.649
0
0
0
0
0
-11.523.022
-11.637.022
-11.637.022
-11.637.022
-11.637.022
319.537
-1.119.347
-1.612.993
-1.694.859
-1.802.887
1PG-6110-003 - Verkeer
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
123
Leefomgevingskwaliteit Code
6210
Omschrijving Het programma Leefomgevingskwaliteit richt zich vooral op het beperken van hinder en van veiligheids- en gezondheidsrisico’s. Het programma Leefomgevingskwaliteit kent een nauwe relatie met het programma Duurzaamheid. Daar waar Duurzaamheid zich voornamelijk richt op het “daar en straks”(zuinig omgaan met energie, lucht, bodem etc.), focussen we ons bij Leefomgevingskwaliteit op het “hier en nu”. Het kader van ons beleid is het Milieubeleidsplan 2002-2005 (raadsbesluit sept. 2001). Het beleidsplan wordt in 2006 geactualiseerd.
Recente ontwikkelingen Bedrijven In 2006 stellen we een visie op over transport en opslag van milieugevaarlijke stoffen. Bodem Voor 2005 is een toezichtsplan handhaving bodem voor zowel grondstromen als bodemsanering opgesteld evenals een integrale (milieubrede) handhavingsnota, waarin het toezichtsplan bodem volledig is opgenomen. De handhavingsnota is bestuurlijk vastgesteld in 2005. Jaarlijks wordt het toezichtsplan opgesteld. Lucht De luchtrapportage 2003 geeft een verslechtering te zien a.g.v. de warme zomer en een verandering van de toe te passen emissienormen voor de berekening, waardoor er meer overschrijdingen optreden. Wettelijk gezien is de slechtste jaarrapportage normstellend voor de saneringsopgave. We gaan ons beleid intensiveren door het uitvoeren van extra maatregelen uit het in 2005 vastgestelde UP verbetering luchtkwaliteit Nijmegen 2005-2010. Geluid In 2005 is de Wet geluidhinder aangepast. In 2006 implementeren we dit samen met het nieuwe gemeentelijk geluidsbeleid en actieprogramma NME De financiën zijn niet toereikend. We starten een creatief proces om de 60% doelstelling te bereiken.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? We streven naar een veilige en gezonde leefomgeving voor de inwoners van Nijmegen en we willen inbreuken daarop zoveel mogelijk voorkomen.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1: We behouden en verbeteren de leefomgevingskwaliteit in de stad door middel van adequate milieuvergunningen en handhaving. In 2006 zijn alle vergunningen actueel. We voldoen 100% aan de landelijke handhavingscriteria.
124
Stadsbegroting 2006-2009
Hoofddoelstelling 2: We bevorderen afvalpreventie en scheidingsgedrag met in 2006 als doelstelling 60% hergebruik van huishoudelijk afval (incl. nascheiding). 0-meting 2003: 53% (zonder nascheiding). Hoofddoelstelling 3: We verbeteren de binnenstedelijke luchtkwaliteit. In 2010 zijn de overschrijdingen voor Stikstof(di)oxide gesaneerd conform de wettelijke taak van de gemeente (MOP3 doelstelling). Daarnaast voorkomen we toekomstige overschrijdingen van met name fijnstof. Outputindicatoren: - voorkomen toekomstige overschrijding op 1350 m wegvak op A 325 bij Lent in 2010 - opheffen geconstateerde overschrijdingen in rapportage 2003 in 2010 - terugdringen lokale bronnen fijnstof Hoofddoelstelling 4: - We beheersen en beperken het aantal geluidsgehinderden in Nijmegen en we verbeteren de geluidssituatie bij zgn. A- en railwoningen. In 2006 is geen verslechtering ten opzichte van het referentiejaar 2000 opgetreden (In 2000 geeft 40% van de bewoners aan hinder te ondervinden van geluid in de buurt). - van de 948 A en railwoningen is 479 (51%) gerealiseerd - We realiseren in het kader van het GSB de jaarlijks geplande gevelisolaties op de saneringslijst conform het Meerjarenplan Gevelisolatie 2004-2008. In 2006 zijn dat 39 woningen. Hoofddoelstelling 5: We stimuleren milieubewust gedrag en dan vooral bij de jonge Nijmegenaar. In 2006 bereiken we minimaal 49% van de basisscholieren met natuur en milieueducatie. Het streven op termijn is 60%. Hoofddoelstelling 6: We communiceren doel(groep) gericht over de bereikte resultaten en we trachten het aantal beroepen tegen milieuvergunningen te beperken. In 2006 worden ten hoogste vijf keer een beroep ingediend tegen verleende milieuvergunningen, waarvan er ten hoogste twee door de rechter gegrond worden verklaard. Klachten van burgers over inbreuken op de leefomgeving nemen wij serieus en verhelpen we waar mogelijk. Hoofddoelstelling 7: We willen de leefomgevingskwaliteit van Nijmegen-West verbeteren. We doen dat door wettelijke vastlegging van de gewenste milieukwaliteit conform de uitgangspunten in het Collegeakkoord en de daarop gebaseerde intentieverklaring tussen Nijmegen, Gelderland en Beuningen. Vanuit deze verklaring realiseren we in 2006 enkele concrete, tastbare maatregelen. Daarnaast realiseren we in latere jaren de gewenste milieukwaliteit vooral door uitvoering van Koers West. Hoofddoelstelling 8: We brengen de openbaarheid en de toegankelijkheid van milieu-informatie op een aanzienlijk hoger niveau cf. het EU-verdrag van Aarhus en de wet Puberr. indicatoren
2004
2006
2007
Aantal actuele vergunningen
60%
100%
100%
Voldoen land.milieuhandh. criteria
81%
100%
100%
58% nageschei-
60%
60%
2008
2009
Hoofddoelstelling 1
Hoofddoelstelling 2 %Hergebruik huish. afval
Stadsbegroting 2006-2009
125
den Hoofddoelstelling 3 Overschrijding NO2 norm
0
Hoofddoelstelling 4 saneren A- en railwoningen
51%
gevelisolatie 2004 - 2008 % Inwoners dat last zegt te hebben van geluidshinder
39
27
2000 = 40%
40%
49%
60%
60%
0
5 (max. 2 gegr.)
5 (max. 2 gegr.)
24
Hoofddoelstelling 5 Bereik basisschoolleerl. met nat. en milieueducatie Hoofddoelstelling 6
Aantal beroepen tegen milieuvergunningen
Doelrealisatie tot nu toe Een groot deel van de cijfers, waaronder die van hoofddoelstelling 1 en 2 staat in de tabel bij hoofddoelstellingen. Hoofddoelstelling 3 Stedelijke nulsituatie eind 2004 Rapportage besluit luchtkwaliteit 2002: geen plandrempeloverschrijding NO2. In MER stadsbrug gesignaleerde toekomstige overschrijding NO2 grenswaarde op 1350 meter wegvak A325 Lent. Realisatie medio 2005: De luchtrapportage 2003 geeft een verslechtering te zien a.g.v. de warme zomer en een verandering van de toe te passen emissienormen voor de berekening, waardoor er meer overschrijdingen optreden. Wettelijke gezien is de slechtste jaarrapportage normstellend voor de saneringsopgave. Hoofddoelstelling 4 Outputindicatoren GSB: Aantal gerealiseerde geluidsaneringen bij woningen Stedelijk nulsituatie eind 2004: Van de 948 A- en railwoningen is 354 (37%) gesaneerd; restantopgave: 594 (63%). Hoofddoelstelling 7 outputindicatoren 2004: oprichting advies orgaan (Kronenburger forum) en start uitvoering intentieverklaring Beuningen, Nijmegen en Provincie. 2005: Oplevering milieubeleidskader Nijmegen-West/Weurt: - we hebben inzicht in de huidige milieukwaliteit van het gebied Nijmegen-West/Weurt; - we hebben de toekomstige milieukwaliteit van het gebied vastgesteld. 2006: - we hebben een gezamenlijk milieu-informatiesysteem geïmplementeerd: om milieusamenwerking tot een succes te maken komt de benodigde informatie beter beschikbaar voor burgers, bedrijven, bestuurders en professionals. - er is een digitaal milieuklachtenloket - er is een permanent meetnet, dat we blijven onderhouden
126
Stadsbegroting 2006-2009
Hoofddoelstelling 8: outputindicator 2005: vergunningen (categorie 4), beleidstukken en onderzoeksrapportages staan op Internet. 2006: Vergunningen (cat. 1 t/m 3), secundaire informatie zoals bestemmingsplannen, geografische bedrijfsinformatie, lucht, geluid en bodem zijn eveneens via GIS applicaties op het Internet te ontsluiten. indicatoren
2003
2004
doel 2005
aantal actuele vergunningen
50%
60
80%
voldoen land. milieuhandhavingscriteria
59%
81%
100%
53%
58%
58%
H1
H2 hergebruik huishoudelijk afval H4 saneren A en railwoningen
354(37%)
H5 Bereik BO natuur/milieueducatie
40%
49%
49%
9
?
6
H6 aantal beroepen tegen milieuvergunningen
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Algemeen: We vragen milieusubsidies aan en we verdelen de in het Milieustimuleringsfonds opgenomen gelden t.b.v. de uitvoering van het milieu-uitvoeringsprogramma en de stimulering c.q. het opstarten van milieu-initiatieven. Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 1 - we verlenen vergunningen en handhaven de milieuvoorschriften. - 780 integrale controles van bedrijven die niet op de industrieterreinen liggen conform door de Raad vastgestelde frequentie. - 250 integrale controles van bedrijven die op industrieterreinen liggen conform door de Raad vastgestelde frequentie. - we registreren klachten en handelen die adequaat af. - we handhaven de wettelijke regels op het gebied van bodemsaneringen, grondstromen en grondopslagen. - iedere bodemsanering controleren we minimaal 1 keer integraal. Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 2 - We dragen zorg dat de maatregelen uit het plan van aanpak afvalstoffen (door derden) worden uitgevoerd, o.a. de uitbreiding van de luierinzameling, communicatie & voorlichting, stimuleren van GFT-inzameling en onderzoek naar nascheiding van huishoudelijk afval.
Stadsbegroting 2006-2009
127
Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 3 - We rapporteren jaarlijks over de luchtkwaliteit op basis van het Besluit luchtkwaliteit. - We voorkomen en saneren overschrijdingen van wettelijke normen. Daartoe versterken wij het vastgestelde 'uitvoeringsprogramma verbetering luchtkwaliteit Nijmegen' met de van het Rijk ontvangen saneringsbijdrage in het ISVII, gezien de grote gezondheidsrisico's van een slechte luchtkwaliteit en de beperkingen die normoverschrijding ons oplegt m.b.t. onze ruimtelijke ontwikkelingsopgave. In 2006 gaan we een uitgebreid maatregelenpakket uitvoeren ter verbetering van de luchtkwaliteit met 33 maatregelen, waaronder: - invoering milieuzone stadscentrum - appelleren aan terughoudend gebruik van de auto - opzetten volumebeleid voor verkeer - formuleren en uitvoering maatregelen voor saneren plandrempel- versneld verschonen wagenpark (rijden op aardgas) - stimuleren fietsgebruik (plus 5%) Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 4: - We geven uitvoering aan de Wet geluidhinder en het nieuwe gemeentelijk geluidsbeleid, dat in 2005 is vastgesteld (met actieprogramma). - We voeren geluidsonderzoek uit, adviseren bij ruimtelijke plannen en doen geluidbeheer van industrieterreinen. Daarnaast brengen we geluidsmaatregelen aan zoals bronmaatregelen (geluidsarm asfalt), overdrachtsmaatregelen (geluidsschermen) en maatregelen bij ontvanger (gevelisolatie, conform Meerjarenprogramma gevelisolaties). De uitvoering geschiedt volgens het UP gevelisolatie 2004-2008 (collegebesluit): 2005: 27 woningen 2006: 39 2007: 27 2008: 24 Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 5: De financiën zijn niet toereikend. We starten een creatief proces om de 60% doelstelling te bereiken, bijvoorbeeld door het NME anders vorm te geven. Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 6 - We stellen een milieujaarverslag op. - we betrekken milieubeweging, bewoners en bedrijven bij vergunningverlening, beleid en planontwikkeling cf. motto 'de burger centraal'. Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 7 - we ontwikkelen gebiedsgericht beleid (MiLO) - alle ruimtelijke plannen zijn voorzien van een integraal milieuadvies 2006: - we hebben een gezamenlijk milieu-informatiesysteem geïmplementeerd: om milieusamenwerking tot een succes te maken komt de benodigde informatie beter beschikbaar voor burgers, bedrijven, bestuurders en professionals. - er is een digitaal milieuklachtenloket - er is een permanent meetnet, dat we blijven onderhouden Activiteiten t.b.v. doelstelling 8 We realiseren het Aarhus proof maken van onze milieu-informatie. Daarnaast zal de afdeling milieu een digitaliseringsslag maken, om aan toekomstige eisen te kunnen voldoen. Papieren archieven en dossiers moeten worden vervangen, werkprocessen zullen meer ondersteund worden vanuit digitale ICT-systemen. De werkcultuur zal aangepast moeten worden.
128
Stadsbegroting 2006-2009
Verwijzingen - Milieubeleidsplan 2002-2005 (Raadsbesluit d.d. september 2001) - Wijziging handhavingsfrequentie Wet milieubeheer (raadsbesluit 13-03-2002) - plan van aanpak afvalstoffen ( collegebesluit d.d. 29 maart 2005) - uitvoeringsprogramma verbetering luchtkwaliteit Nijmegen, raadsbesluit 17 maart 2004) - Uitvoeringsprogramma verbetering luchtkwaliteit Nijmegen 2005-2010 (pm) - gemeentelijke geluidsnota d.d. 2005 (pm) - collegeakkoord 'sterke wijken, sociale stad', april 2002 - Intentieverklaring tussen Nijmegen, Gelderland en Beuningen (parallel vastgesteld in de drie Colleges april 2004).
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Milieumonitoring - Milieubelevingsonderzoek - Onderzoek (effect, gebruik) composteerbare vuilniszak
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijzigingen vastgesteld. exploitatie
2006
2007
2008
2009
milieumaatregelen
-
21
21
21
digitalisering
-
75
-
-
Toelichting Financiën - Ten behoeve van Hoofddoelstelling 1 zijn er lagere lasten (165.000) voor handhaving bodem als gevolg van de toepassing van een andere berekeningssystematiek voor de kapitaallasten. - Ten behoeve van hoofddoelstelling 4 is voor gevelisolatie 80.000 minder geprogrammeerd dan in 2005. Daarnaast was in 2005 eenmalig een restant uit GSB1 van 206.000 extra opgenomen. - Ten behoeve van hoofddoelstelling 7 zijn vanuit de perspectiefnota 2006 vanaf 2007 structureel aanvullende middelen (21.000) ten behoeve van het onderhoud van gegevensvergaring (meetnet), rapportages (milieu-informatiesysteem) en milieuklachtenloket. - Ten behoeve van hoofddoelstelling 8 is vanuit de perspectiefnota 2006 voor jaarschijf 2007 75.000 uitgetrokken ten behoeve van de digitaliseringsslag van archieven en werkbestanden.
Investeringen Met beide investeringen willen we een bijdrage leveren aan het behoud en verbetering van de leefomgevingskwaliteit in de stad. (hoofddoelstelling 1) Bij de bodemsaneringsoperatie Noordoost kanaalhavens hebben we vooral een aanjaagfunctie. Door mede te investeren trekken we bedrijven over de streep. Sanering vangnetgevallen is bijvoorbeeld de Waterstraat voormalig ASW-terrein in Bottendaal.
Stadsbegroting 2006-2009
129
Investering Bodemsanering Noordoost kanaalhavens Vangnetgevallen
2006
2007
2008
2009
0
50.000
50.000
50.000
25.000
25.000
25.000
25.000
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
25.000
25.500
0
0
0
1PG-6210-002 - Leefomgevingskwaliteit algemeen
1.200.450
1.208.566
1.217.566
1.217.566
1.217.566
1PG-6210-003 - Milieubeheer bedrijven MKB
1.183.800
1.206.262
1.206.262
1.206.262
1.206.262
1PG-6210-004 - Milieubeheer bedrijven industrie
1.199.229
1.221.214
1.265.554
1.190.554
1.190.554
1PG-6210-005 - Bodem
401.913
228.807
224.988
220.159
216.488
1PG-6210-006 - Geluid
1.026.847
739.941
724.515
719.110
713.704
1PG-6210-007 - Afval
113.500
115.622
115.622
115.622
115.622
1PG-6210-008 - Lucht
431.600
450.807
322.472
307.427
282.427
5.582.339
5.196.718
5.076.979
4.976.700
4.942.623
-25.000
-25.000
0
0
0
-538.200
-538.200
-538.200
-538.200
-538.200
1PG-6210-003 - Milieubeheer bedrijven MKB
45.600
45.600
45.600
45.600
45.600
1PG-6210-004 - Milieubeheer bedrijven industrie
-23.800
-23.800
11.200
11.200
11.200
1PG-6210-006 - Geluid
-511.000
-225.000
-215.000
-215.000
-215.000
1PG-6210-008 - Lucht
-333.300
-348.300
-213.300
-198.300
-173.300
-1.385.700
-1.114.700
-909.700
-894.700
-869.700
4.196.639
4.082.018
4.167.279
4.082.000
4.072.923
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-6210-001 - Bestuursondersteuning
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-6210-001 - Bestuursondersteuning 1PG-6210-002 - Leefomgevingskwaliteit algemeen
Totaal baten Programma
130
Stadsbegroting 2006-2009
Duurzaamheid Code
6220
Omschrijving Met dit programma beogen we een duurzame ontwikkeling van Nijmegen. Het programma Duurzaamheid kent een nauwe relatie met het programma `leefomgevingskwaliteit'. Daar waar `leefomgevingskwaliteit' zich voornamelijk richt op het "hier en nu" (beperking van hinder, veiligheids- en gezondheidsrisico's), focussen we ons bij dit programma op het "daar en straks". We zijn zuinig op bodem, water en lucht. We beperken het energieverbruik en we zoeken naar milieuvriendelijke vormen van energieopwekking. Zuinig omgaan met ruimte is voor ons uitgangspunt. Het kader van ons beleid is het Milieubeleidsplan 2002-2005 (Raadsbesluit sept. 2001). Het beleidsplan wordt in 2006 geactualiseerd.
Recente ontwikkelingen Bodem Om nieuwe verontreinigde locaties te voorkomen implementeren we de in 2005 door het College (pm) vastgestelde nota bodembescherming. Energie Het klimaatplan is in het College van 6 juli 2004 vastgesteld. Voor de uitvoering ervan hebben we een subsidie van € 380.000 binnengehaald. Duurzaamheid In 2004 is de interim-wet stad en milieu en de handreiking MiLo (milieu in de leefomgeving) van kracht geworden. Nijmegen-West/Weurt is daarbij pilotgebied. Compact ontwikkelen en realiseren van een duurzame leefomgeving zijn daarbij het doel. Het wordt mogelijk om voor het bereiken van dat doel gemotiveerd af te wijken van milieuregelgeving.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? We werken aan een goede balans tussen wonen, werken en leven en een schoon, gezond en veilig milieu voor nu en in de toekomst.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1: Bodem - We zorgen dat in 2030 alle gevallen van ernstige bodemverontreiniging zijn aangepakt dan wel beheerst (cf. het Nationaal Milieubeleidsplan III). In het kader van het GSB verrichten we in 2006 80-100 onderzoeken en circa 6-10 saneringen (in uitvoering). - We voorkomen nieuwe verontreinigingen. - Stedelijk resultaat eind 2009 (MOP3): - 300 locaties zijn aangepakt of beheerst, waarvan 29 door saneringen. Jaarlijkse programmering via UPS (uitvoeringsprogramma stedelijke vernieuwing) - 571 onderzoeken (80-100 onderzoeken per jaar) Hoofddoelstelling 2: Energie - We realiseren een hoge maar haalbare reductie CO2-uitstoot en we vergroten de bewustwording bij burgers cf. het klimaatplan. - In 2006 realiseren we 10 megawatt windenergie. - In 2006 hebben we 2500 huishoudens met lage inkomens voorzien van gratis energiebesparingsadvies en een pakket van zelf uit te voeren maatregelen.
Stadsbegroting 2006-2009
131
Hoofddoelstelling 3: Water We pakken verontreinigingen afkomstig van diffuse bronnen aan (zoals verkeer, hemelwater en riooloverstort) als onderdeel van het Nijmeegs Waterplan. Daartoe stellen we een handleiding 'duurzame toepassing van bouwmetalen voor gemeenten' op Hoofddoelstelling 4: Duurzaamheid algemeen We bevorderen binnen het gemeentelijk apparaat dat duurzaamheidsaspecten in milieugerelateerde beleidsvelden als ruimtelijke ordening, bouwen en wonen, mobiliteit, economische bedrijvigheid en bedrijfsinterne milieuzorg volwaardig worden ingebracht.
Doelrealisatie tot nu toe 1 Bodem. - Bodemsanering Stedelijk nulsituatie 2004: We hebben 1505 potentieel verontreinigde locaties, die in 2030 moeten zijn aangepakt en/of beheerst. 2 Energie Indicator: Energiebesparingsadviezen aan huishoudens met lage inkomens (teliproject) gerealiseerd 2004: 736 Indicator: Geïnstalleerd vermogen windenergie Gerealiseerd 2003, 2004, 2005: 0
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 1: - We hebben een compleet beeld van alle bodemverontreinigingen binnen de gemeentegrens en daarmee op de voorraad te saneren locaties, die uiterlijk in 2030 moeten zijn aangepakt en/of beheerst. Daartoe voeren we jaarlijks 80-100 bodemonderzoeken uit. - we actualiseren de bodembeleidsnota en de bodemverordening. - we stellen de nota bodembescherming bestuurlijk vast en implementeren dit. Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 2 - we geven uitvoering aan het in 2004 vastgestelde klimaatplan. Daartoe is t/m 2009 € 380.000 subsidie verkregen. Tevens dragen we daarmee bij aan de Nederlandse Kyoto doelstelling. Nederland levert 6% reductie CO2 1n 2010 ten opzichte van 1990. Op gemeentelijk niveau zijn daarvoor geen indicatoren. - In 2006 starten we het bestemmingsplan de Grift op voor plaatsing 10 megawatt aan windturbines. Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 3 Binnen de productgroep water leveren wij een deelbijdrage via bodemkundige adviezen aan het saneren van diffuse bronnen voor zover zij een relatie met de bodem hebben als onderdeel van het Nijmeegs waterplan. Activiteiten t.b.v. hoofddoelstelling 4 - We gaan zuinig om met ruimte. Wij realiseren dat door integrale milieuadviezen op te stellen bij ruimtelijke planontwikkeling. Deze dragen bij aan de mogelijkheid verder stedelijk te verdichten en compact uit te breiden met behoud respectievelijk realisering van een duurzame leefomgevingskwaliteit. In 2004 is de interim-wet stad en milieu en de handreiking MiLo (milieu in de leefomgeving) van kracht geworden. Nijmegen-West/Weurt is daarbij pilotgebied. Compact ontwikkelen en realiseren van een duurzame leefomgeving zijn daarbij het doel. Het wordt mogelijk om voor het bereiken van dat doel gemotiveerd af te wijken van milieuregelgeving.
132
Stadsbegroting 2006-2009
- We stellen adviezen op voor verduurzaming van de mobiliteit vooral in relatie tot het klimaatplan en het uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit. - We ondersteunen de gemeente Masaya bij de realisatie van het milieuproject afval en sanering vervuiling van het meer van Masaya.
Verwijzingen - Nijmeegs milieu beleidsplan, raadsbesluit sept. 2001 - het klimaatplan, collegebesluit 6 juli 2004 - Nijmeegs Waterplan, raadsbesluit 27-6-2001 - Beleidsnota bodemsanering; collegebesluit 11-02-2003 - Bodemverordening; raadsbesluit 16-04-2003 - Subsidieverordening bodemsanering op bedrijfsterrein; raadsbesluit 12-03-2003 - Nota Bodembescherming (PM): relevante onderdelen zoals infiltratie en werkwijze milieu wat betreft NRB (Nederlandse Richtlijn Bodembescherming) - Uitvoeringsprogramma verbetering luchtkwaliteit Nijmegen 2005-2010 (pm)
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De lagere lasten en baten (419.000) t.o.v. 2005 voor bodemprojecten zijn het gevolg van het doorschuiven van budgetten uit 2004 naar 2005 vanuit het GSB 1. In 2006 geschied de toedeling vanuit het GSB II (MOP3).
Stadsbegroting 2006-2009
133
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
654.350
660.086
660.086
660.086
660.086
1PG-6220-002 - Bodem
1.669.100
1.263.456
1.263.456
1.263.456
1.263.456
1PG-6220-003 - Water
24.000
24.480
24.480
24.480
24.480
1PG-6220-004 - Energie
104.900
106.998
106.998
106.998
106.998
Totaal lasten Programma
2.452.350
2.055.020
2.055.020
2.055.020
2.055.020
-323.050
-323.050
-323.050
-323.050
-323.050
1PG-6220-002 - Bodem
-1.213.100
-794.100
-794.100
-794.100
-794.100
1PG-6220-003 - Water
-5.700
-5.700
-5.700
-5.700
-5.700
1PG-6220-004 - Energie
-16.200
-16.200
-16.200
-16.200
-16.200
Totaal baten Programma
-1.558.050
-1.139.050
-1.139.050
-1.139.050
-1.139.050
894.300
915.970
915.970
915.970
915.970
Financiële lasten per Productgroep 1PG-6220-001 - Duurzaamheid algemeen
Financiële baten per Productgroep 1PG-6220-001 - Duurzaamheid algemeen
134
Stadsbegroting 2006-2009
Groen en water Code
6240
Omschrijving In het programma Groen en water staat de duurzame instandhouding en ontwikkeling van groen, natuur en landschap en integraal waterbeheer centraal. Natuurwaarden, gebruikswaarden, leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en bescherming van de volksgezondheid zijn hierbij de belangrijkste uitgangspunten. Met de programma’s Openbare Ruimte, wijkaanpak en ruimte bestaan de meeste relaties.
Recente ontwikkelingen De afgelopen jaren is sterk ingezet op het Groen in de stad: stadsparken, wijkparken en buurtgroen. Tevens is de (inter)nationale natuurwetgeving voor de Nijmeegse situatie geïmplementeerd. De komende jaren zal de inzet voor het Groen in de stad onverminderd doorgaan. Aandacht gaat ook naar de stadsranden en de verbindingen tussen de stad en het ommeland in relatie tot (o. a.) de landschapsontwikkelingsplannen voor Ooij-Millingen-Groesbeek, Park de Woerdt en Park Overbetuwe. Bovenstaande wordt uitgewerkt in een geactualiseerd Groenstructuurplan, inclusief een meerjarenprogramma, dat begin 2006 ter vaststelling aan uw Raad aangeboden wordt. Voor integraal waterbeheer is het rioleringsplan GRP 2005-2009 in 2005 vastgesteld. Dat wordt de komende jaren uitgevoerd. Hierbij is de inzet vooral gericht op rioolvervanging, -inspectie en beheer. Gelijk oplopend met het rioolvervangingsprogramma wordt het hemelwaterafkoppelprogramma uitgevoerd. In navolging van het rijksbeleid zijn we niet-gerioleerde panden aan het aansluiten. De aansluiting van woonboten op de Waal is een speciale categorie. Er wordt onderzoek verricht naar technische oplossingen. In 2006 worden de woonboten aangesloten op het riool.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is een duurzame instandhouding van de Groenen Waterketen in Nijmegen en de directe omgeving, zodat de leefbaarheid, de volksgezondheid, de natuurwaarden en de ruimtelijke kwaliteit in de stad beschermd en verbeterd worden.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Er zijn nog geen meerjarencijfers van de indicatoren. Het programma is wat dat betreft nog in ontwikkeling. Hoofddoelstelling 1 Het inzetten van groen en water als versterking van de ruimtelijke kwaliteit en de specifiek Nijmeegse identiteit. Daarbij staat verbetering van het eigen karakter en gebruikskwaliteit van parken, vijvers en onderdelen van de hoofdgroenstructuur centraal. Ook is er aandacht voor de verbetering van de onderlinge samenhang en verbindingen tussen Groen in de Stad en Groen om de Stad. Het doel is dat de waardering voor beeldkwaliteit van Groen en Water onverminderd hoog blijft. Hoofddoelstelling 2 Verbetering van de ecologische kwaliteit van die groen- en watergebieden waar door aanpassing van inrichting en beheer de onderlinge samenhang kan worden versterkt; waarmee dan de kansen voor natuurwaarden in de stad kunnen worden vergroot. Het stadswater wordt schoongehouden voor de volksgezondheid en ecologie en de stedelijke waterkwaliteit (inclusief grondwater) wordt
Stadsbegroting 2006-2009
135
verbeterd. Het doel is dat de maximaal toelaatbare risicowaarden voor oppervlaktewater vanaf 2010 niet meer overschreden worden, conform afspraken met de waterpartners; Hoofddoelstelling 3 Planmatig inrichten, beheren en handhaven van een stelsel om afvalwater in te zamelen en ter zuivering aan te bieden, en overtollig water uit het openbaar gebied af te voeren. Waarbij: a. in 2015 ca 67 km riool is vervangen. Door planmatig onderhoud, inspectie en vervanging wordt de kwaliteit van het rioolstelsel verbeterd met doel de stijging van het aantal klachten per jaar over riolering niet te veel te laten stijgen. Zelfs met de extra grote inspanning die wij nu gaan verrichten in het planmatig onderhoud, inspectie en vervanging is in 2015-2020 maar liefst ca 35% van de riolering matig tot slecht. Hierdoor neemt tot die tijd het aantal calamiteiten nog wel toe. Na 2020 neemt het aantal calamiteiten naar de huidige inzichten af. b. door milieumaatregelen (waaronder afkoppeling van regenwaterafvoer) wordt het riool verbeterd en aangepast, waardoor de vuilemissie vanuit het rioolstelsel op de Waal afneemt zodat op 1 januari 2019 de gemeente zelfstandig voldoet aan de eisen ten aanzien van de vuilemissie vanuit het rioolstelsel.
indicator
0-meting
2006
2007
2008
2009
1993 = 73%
73%
73%
73%
73%
2005 = 1 - 1,5
2,5 - 3
ca. 4
ca. 5
ca. 6
t/m 2005 = 44
ca. 7
ca. 9
ca. 10,5
ca. 12,5
H1
% eens
Stelling: Nijmegen is stad met veel groen
H3 aantal km te vervangen riool per jaar aantal ha af te koppelen oppervlak
Doelrealisatie tot nu toe De cijfers zijn deels over 2003 beschikbaar en zijn hieronder vermeld. Dit wordt iedere twee jaar onderzocht in de stadspeiling. Over 2004 zijn er geen cijfers, die van 2005 verschijnen in april 2006.
indicator
1993
Nijmegen is stad met veel groen
% eens 73%
2003
73%
oordeel goed 2000 waterspeelplaatsen voor kinderen
72%
waterkunstwerken
70%
zichtbaar afvoeren van water
75%
136
Stadsbegroting 2006-2009
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 en 2 De inspanningen voor hoofddoelstelling 1 en 2 richten zich op ruimtelijke - en ecologische kwaliteit van groen, natuur, landschap en water en op onderlinge samenhang. In 2006 komen wij met een geactualiseerd Groenstructuurplan (GSP), inclusief een meerjarenprogramma. In 2006 begint de uitvoering van het meerjarenprogramma: onder andere de uitvoering visie Valkhof, de realisatie van een vervolgfase van Park West. Ook wordt ingezet op de versterking van belangrijke groengebieden aan de randen van de stad zoals Park de Woerdt, de groene lob Driehuizen en de Stuwwalrand. Bij de Stuwwalrand is ook de relatie met ontwikkelingen in de Ooijpolder, de `tuin' van Nijmegen. Voor de realisatie van de groengebieden aan de randen van de stad zijn we afhankelijk van andere overheden en initiatiefnemers. Voor verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater in de stadsdelen Dukenburg/Lindenholt zetten we in 2006 de planuitwerking voor de herinrichting van 12 % van het oppervlaktewater voort. Ook zijn er diverse communicatieactiviteiten, gericht op het 'waterbewust'-maken van de Nijmegenaar in de sfeer van afkoppelen, waterbesparing en omgang met waterpartijen. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 In 2005 is het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (2005-2009) vastgesteld. In 2006 begint de voorbereiding en uitvoering van deelprojecten uit het meerjarenprogramma van het GRP 20052009. Dit houdt in dat in 2006 ruim 2 km riool vervangen wordt en ingezet wordt op planmatige inspectie en onderhoud. Tevens wordt doorgegaan met de voorbereiding en uitvoering van afkoppelprojecten. In 2006 wordt er ca 7 ha verhard oppervlak afgekoppeld.
indicator
0-meting
H 1 en H 2
oordeel goed
2006
2007
2008
2009
waterspeelplaatsen voor kinderen
2000 = 72%
72%
72%
72%
72%
waterkunstwerken
2000 = 70%
70%
70%
70%
70%
zichtbaar afvoeren van water
2000 = 75%
75%
75%
75%
75%
Verwijzingen - Groenstructuurplan 1995 `Nijmegen Rijk aan Groen' - Meerjarenplan Groen 1997 - Richtlijn Natuur Nijmegen 2004 - Geactualiseerd Groenstructuurplan + meerjarenplan groen pm - Toekomstperspectief Valkhof / Hunnerpark pm - Natuurtoets & Beheerkalender pm - Handboek bomen pm - MOP III-periode 2005-2009 - Gemeentelijk Rioleringsplan 2005-2009 - Waterplan 2001 - Afkoppelplannen stroomgebieden pm - Uitvoeringsprogramma Stedelijke vernieuwing 2005
Stadsbegroting 2006-2009
137
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Productgroep Groen, natuur en landschap De financiële lasten zijn toegenomen met € 550.000,- enerzijds door de herberekening van de kaptitaallasten (€ 250.000,-) en anderzijds door uitvoeringskosten van het Grotestedenbeleid (€ 300.000,-) voor Park West. De financiële baten zijn toegenomen met € 300.000,- door bijdrage uit het Grotestedenbeleid voor Park West. Productgroep Integraal Waterbeheer Het GRP 2005-2009 (begrotingstechnisch 2006-2009) is verwerkt in de begroting. Dit verklaart het verschil tussen het saldo 2005 (€ 7.600.000,-) en 2006 (€ 10.700.000,-). De uitwerking van de begroting 2006 in een werkbegroting heeft nog niet plaatsgevonden. Voor de financiële confrontatie tussen begroting 2005 en begroting 2006 verwijzen wij naar het GRP 2005-2009 inclusief het raadsvoorstel.
Investeringen De investering ‘omvormen plantvakken’ wordt gebruikt voor renovatie en vervangingsonderhoud van de grote groenstructuren en is een uitvoering van het meerjarenprogramma Groenstructuurplan. (hoofddoelstelling 1) In het programma Grotestedenbeleid is de ontwikkeling van park West als grootschalig groenproject opgenomen. Na investeringen in het zuidelijk deel van het nieuwe park en het middendeel willen we in de MOPIII periode 2005-2009 ons vooral gaan richten op het noordelijk deel van het park. Dit deel sluit direct aan bij het ontwikkelingsgebied Koers West. Voor de uitvoering van dit onderdeel is vanuit het investeringsbudget stedelijke vernieuwing € 600.000,- gereserveerd, mits de gemeente € 1.200.000,- bijdraagt in totaliteit in de periode 2005-2009. Daarom wordt voor 2008 een budget van € 800.000,- en voor 2009 € 400.000,- opgenomen. Het jaarlijks investeringskrediet Stedelijk groenplan geeft mogelijkheden voor een bescheiden aantal projecten of bijdragen in projecten ter versterking van het groen. Ook hier ligt het meerjarenprogramma Groenstructuurplan aan ten grondslag. (hoofddoelstelling 1) Na de aanpak van het Kronenburgerpark willen we het Valkhofpark en Hunnerpark aanpakken. In 2005 is een visie en plan gemaakt, 2006/2007 vindt de uitvoering plaats. (hoofddoelstelling 1) Investering
2006
2007
2008
2009
Omvormen plantvakken
41.000
41.000
41.000
45.000
0
0
800.000
400.000
Stedelijk groenplan
180.000
180.000
180.000
200.000
Valkhofpark/Hunnerpark
250.000
250.000
0
0
Park West noordelijk deel
138
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
451.634
1.006.101
943.938
634.279
558.865
1PG-6240-002 - Integraal waterbeheer
10.392.728
10.751.565
13.263.814
15.003.941
16.953.156
Totaal lasten Programma
10.844.362
11.757.666
14.207.752
15.638.220
17.512.021
-48.124
-348.124
-348.124
-48.124
-48.124
-2.772.792
0
0
0
0
-2.820.916
-348.124
-348.124
-48.124
-48.124
8.023.446
11.409.542
13.859.628
15.590.096
17.463.897
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-6240-001 - Groen, natuur en landschap
Financiële baten per Productgroep 1PG-6240-001 - Groen, natuur en landschap 1PG-6240-002 - Integraal waterbeheer
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
139
Kunst en cultuur Code
6310
Omschrijving Kunst en cultuur dragen bij aan het versterken van de identiteit van de stad Nijmegen, die zich kenmerkt door eigenzinnigheid, kleinschaligheid en tegendraadsheid. Een sterk cultureel klimaat levert een aangename leefomgeving voor bewoners en oefent aantrekkingskracht uit op bezoekers. Daarom ondersteunt ons College een breed scala aan kunstdisciplines (muziek, film, theater, kunsteducatie, amateurkunst, musea en beeldende kunst). Daarbij liggen de accenten op de deelname aan cultuur, op het aanbod van activiteiten en voorzieningen en op de kunst- en cultuurproductie. Het programma bestrijkt een breed en divers pakket van voorzieningen en activiteiten.
Recente ontwikkelingen Culturele podia Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2005 heeft uw Raad een bezuinigingstaakstelling vastgesteld van € 1 miljoen op de culturele podia vanaf 2006. Deze bezuiniging wordt gerealiseerd via de verzelfstandiging van de Keizer Karelpodia gecombineerd met hotelbouw, De Lindenberg en de doorberekening van marktconforme huur aan LUX. Bij de Keizer Karelpodia willen we onze jaarlijkse bijdrage in de exploitatie van de NV Mensec (Stadsschouwburg en De Vereeniging) terugbrengen met tenminste € 635.000. Op 2-2-2005 heeft uw Raad een besluit genomen over de toekomst van LUX. Via een bijdrage in het eigen vermogen en de voorgestelde maatregelen om tot een gezonde begroting te komen is de toekomst van LUX veilig gesteld. Omtrent de voorgenomen bezuiniging van € 300.000 op De Lindenberg heeft uw Raad aan de hand van drie mogelijke scenario’s een besluit genomen. Het ging hierbij om de keuze voor stedelijke concentratie, cultuur in de wijken of gebundelde deconcentratie. Bij alle scenario’s was de toekomstige huisvesting van het Steigertheater betrokken. Op 14 september 2005 heeft uw Raad voor de komende 15 jaar gekozen voor het scenario van “stedelijke concentratie” en dient er bij de Lindenberg € 162.000 bezuinigd te worden met behoud van het bestaande programma aanbod. In dit scenario zijn de Lindenberg en het steigertheater de komende 15 jaar gezamenlijk gehuisvest in het Lindenberggebouw en (deel van) de voormalige bibliotheek. Uit onderzoek blijkt dat nieuwbouw van Doornroosje haalbaar kan zijn op basis van samenwerking met private partijen. Ons College heeft deze optie in 2005 nader uitgewerkt. De Mariënburgkapel wordt herontwikkeld en volgens planning eind 2006 in gebruik genomen. De herontwikkeling van Het Arsenaal wordt in 2006 afgerond en in zijn geheel in gebruik genomen. Cultuurdeelname In november 2004 heeft uw Raad besloten dat Nijmegen meedoet aan het landelijke Actieplan Cultuurbereik 2005-2008. Hiermee is een totaalbudget voor subsidiering gemoeid van € 1.071.920 (matching Rijk en gemeente). Nijmegen doet mee aan de landelijke regeling 'versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2005-2006'. Hierbij is aangesloten bij het provinciaal projectplan. Bibliotheek In de periode 2003-2005 zijn steeds grotere tegenstellingen ontstaan tussen gemeentebestuur enerzijds en de Openbare Bibliotheek Nijmegen (OBN) anderzijds. Het is belangrijk dat we de tegenstellingen overbruggen. Daartoe zijn in het najaar van 2005 twee visiebijeenkomsten georganiseerd met raadsfracties, bibliotheekinstelling en overige partners. Met de hieruit voortkomende aanbevelingen werken wij in 2006 aan een nieuw te sluiten budgetovereenkomst.
140
Stadsbegroting 2006-2009
Museum Het Valkhof De Gemeente, de Provincie en het museum hebben gewerkt aan de budgetovereenkomst 20052008. Onderwerpen van gesprek zijn: - cultureel verantwoord ondernemen - bezoekersaantallen - de gewenste hoogte van het eigen vermogen - de afschrijvingssystematiek - provinciale bijdrage in het beheer van het Gelders depot Beeldende kunst Vanaf 2005 ontvangen we geen rijkssubsidie meer via de Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving. De middelen waarmee de Provincie dit verlies compenseert, zetten we in voor subsidiëring van de beeldende-kunstinfrastructuur. Gezien de krappe financiële situatie maken we momenteel geen middelen vrij voor kunstaankopen en het beheer van de gemeentelijke kunstcollectie. Sinds hun fusie zijn de GBK (Gemeenschap Beeldende Kunstenaars) en de SBK (kunstuitleen) onder de nieuwe naam CBKG (Centrum Beeldende Kunst Gelderland) bezig om samen met het Architectuur Centrum Nijmegen gezamenlijke huisvesting te vinden voor de vorming van een 'beeldinstituut'. Het is de bedoeling een oplossing te vinden in het stadscentrum. Broedplaatsen In het licht van de aantrekkelijkheid van 'creatieve steden' is het nog steeds actueel om experimenteer- en broedplaatsen te realiseren voor culturele bedrijvigheid. Voor de ontwikkeling van de VASIM zijn gelden gereserveerd. Gesubsidieerde arbeid De bezuinigingen op de gesubsidieerde arbeid en het afschaffen van het WIW-Werkfonds eisen een zware tol binnen de culturele infrastructuur. De cultuurpool willen we in 2006 gaan ontwikkelen.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het is de bedoeling om met het Programma Kunst en Cultuur bij te dragen aan een levendig stedelijk klimaat, dat aantrekkelijk is voor bewoners en bezoekers. De rol van kunst en cultuur beperkt zich daarbij niet tot sociale aspecten (ontmoetingsfunctie, cultuurdeelname). Kunst en cultuur worden ook als belangrijke componenten gezien voor de fysieke inrichting (culturele planologie, culturele infrastructuur, beeldende kunst in de buitenruimte) en de economische ontwikkeling van de stad.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Het creëren van een prettige woon- en leefomgeving waarin bewoners zich kunnen ontspannen, zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in hun gebruikmaking van het culturele aanbod: de instellingen, hun programmering en de activiteiten. Hoofddoelstelling 2 Het zorgen voor een omgeving waarin kunstenaars en productiegezelschappen inspiratie vinden om bij te dragen aan de ontwikkeling van de kunsten in het algemeen en aan een Nijmeegs cultureel productieklimaat in het bijzonder.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006:
Stadsbegroting 2006-2009
141
Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 - Het instandhouden van het aanbod van culturele infrastructuur (Keizer Karel podia, Doornroosje, Lux, Steigertheater, De Lindenberg, Bibliotheek, Museum Het Valkhof, Natuurmuseum, Openluchttheater) - Het subsidiëren van culturele activiteiten en evenementen (van Internationale Orgeldagen tot Music Meeting) - Het subsidiëren van amateuristische kunstbeoefening - Het bevorderen van de participatie van jongeren aan kunst en cultuur door middel van cultuureducatie Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 - Het subsidiëren van productiegezelschappen (Kwatta, Muziekenhuis, De Wintertuin) - Het realiseren van kunstwerken in de stad ter versterking van de beleving en kwaliteit van de openbare ruimte - De ontwikkeling van culturele broedplaatsen (Krayenhoff, Grote Broek en Vasim) - De subsidiëring van werk- en presentatieruimtes voor professionele kunstenaars (Stichting Dak, Centrum Beeldende Kunst Nijmegen, Extrapool en Plu)
Verwijzingen - In MOP III GSB zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor kunst- en cultuureducatie, onder product cultuureducatie. - Waalsprong: Er komt een nieuwe wijkvoorziening in voorzieningenhart De Klif voor de bibliotheek. Dit is voorzien voor 2008. - Cultuurconvenant: de gemeenten Nijmegen, Arnhem, Apeldoorn, Hengelo, Enschede, Zwolle, de provincies Gelderland en Overijssel hebben met het Rijk in 2005 een cultuurconvenant gesloten om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid op het terrein van cultuurbeleid nader vorm te geven. - Het kader voor cultuurbeleid is de nota Koers 2015, Cultuur aan de Waal, met de centrale thema's culturele infrastructuur, verbreding naar een krachtiger fundament, verankering naar een grotere spreiding, verbinding: samenwerking, bundeling en kracht.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Bevolkingsonderzoek culturele participatie - Onderzoek culturele podia - Effectmeting spreiding bibliotheken
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De daling van gebudgetteerde lasten voor 2006 in vergelijking met 2005 vindt zijn oorzaak in: - de bezuinigingstaakstelling voor NV Mensec ad € 48.000,-; - de bezuinigingstaakstelling voor de Culturele Podia ad € 1.000.000,- (inmiddels heeft de Raad in haar vergadering van september 2005 besloten om van de 1 miljoen een bedrag van € 162.000,als taakstellende bezuiniging op te leggen aan De Lindenberg); - lagere toerekening van kapitaallasten
142
Stadsbegroting 2006-2009
Investeringen Nieuwbouw Doornroosje: Voor het jaar 2007 is een bedrag opgenomen van € 1.784.547,=. Dat bedrag is een optelsom van € 1.547.908,= en € 236.639,= die in het investeringsplan 2006-2008 als twee aparte investeringen staan. Deze zijn nu samengevoegd. Doelstelling van deze investering is een bijdrage te leveren aan het totstandkomen van een nieuw poppodium in Nijmegen. (hoofddoelstelling 1) Amateurkunst: Doelstelling is het handhaven van het aantal inwoners dat deelneemt aan kunst en cultuur.(hoofddoelstelling 1) Culturele broedplaatsen: In het licht van aantrekkelijkheid van 'creatieve steden' is het nog steeds actueel om experimenteer- en broedplaatsen te realiseren voor culturele bedrijvigheid. Voor de ontwikkeling van de VASIM zijn gelden gereserveerd. (hoofddoelstelling 2)
Investering Nieuwbouw Doornroosje Ondersteuning en versterking amateurskunst Culturele broedplaatsen
2006
2007
2008
2009
0
1.784.547
1.670.000
0
6.674
6.674
6.674
6.674
0
840.336
0
0
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1PG-6310-001 - Culturele infrastructuur
11.720.212
10.562.497
10.444.697
10.415.567
10.398.482
1PG-6310-002 - Verbreding n.e. krachtiger fundament
646.408
537.363
536.237
536.024
535.945
1PG-6310-003 - Verankering n.e grotere spreiding
4.993.662
4.460.836
4.145.148
4.041.632
4.038.192
16.129
16.147
16.138
16.131
16.130
17.376.411
15.576.843
15.142.220
15.009.354
14.988.748
1PG-6310-001 - Culturele infrastructuur
-71.361
-71.361
-71.361
-71.361
-71.361
1PG-6310-002 - Verbreding n.e. krachtiger fundament
-112.800
-112.800
-112.800
-112.800
-112.800
1PG-6310-003 - Verankering n.e grotere spreiding
-543.361
-543.361
-129.388
-129.388
-129.388
Totaal baten Programma
-727.522
-727.522
-313.549
-313.549
-313.549
16.648.889
14.849.321
14.828.671
14.695.805
14.675.199
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep
1PG-6310-004 - Verbinding samenw.,bundeling kracht
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
Stadsbegroting 2006-2009
143
144
Stadsbegroting 2006-2009
1.6
Onderwijs, Zorg en Grotestedenbeleid portefeuillehouder: wethouder G. van Rumund Het verlagen van het percentage schooluitval nam in het collegeakkoord een belangrijke plaats in. Met 4,96% scoren we ruim beter dan het landelijke streefcijfer. Na 2006 willen we een verdere verlaging realiseren. In 2006 loopt de planperiode voor het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) af. In de nieuwe planperiode veranderen de rollen van schoolbesturen en gemeente. Nog voor het einde van 2005 neemt uw Raad een besluit over de doordecentralisatie van onderwijshuisvestingsgelden. De bouw van het voorzieningenhart Visveld in de Waalsprong vindt voor een belangrijk deel in 2006 plaats. In 2007 wordt dat voorzieningenhart in gebruik genomen. Over voorzieningenharten in de bestaande stad leggen wij uw Raad in 2006 voorstellen voor. In de Stadsbegroting hebben we, zoals aangekondigd in de Perspectiefnota, voor 2006 en 2007 extra middelen ingezet voor de coördinatie van openwijkscholen, om lagere GSO-inkomsten op te vangen. De invoering van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) krijgt in 2006 zijn beslag. Voor het gemeentelijke welzijns- en zorgbeleid heeft deze wet vergaande gevolgen. In 2006 leggen wij het eerste beleidsplan WMO, met een horizon van vier jaar, voor aan uw Raad. Ook onze activiteiten op het gebied van maatschappelijke zorg en dienstverlening komen volledig onder de WMO te vallen. Het project sluitende aanpak dak- en thuisloze jongeren levert in 2006 de eerste resultaten op. Het Multifunctioneel Centrum is een belangrijke voorziening om overlast door dakloze harddrugsverslaafden te verminderen. In 2006 starten we met overleg met justitiële en zorginstanties, om stelselmatige overlastpleger beter te kunnen begeleiden. In het kader van het ouderenbeleid zetten we de welzijnsbezoeken voort, met inzet van GSB-middelen. Het beheer van de WVG hebben we in 2006 op orde: geen achterstanden in de aanvragen en een beperkte werkvoorraad. In 10 wijken ontwikkelen we woonservicegebieden, samen met woningcorporaties, zorgaanbieders, welzijnsinstellingen en clientgroeperingen. Het Grotestedenbeleid biedt ons extra mogelijkheden de sociale, fysieke en economische structuur van de stad te versterken. In MOP-III zijn doelen en ambities geformuleerd in 17 programma’s van deze Stadsbegroting. De voortgang willen we bewaken met behulp van outputindicatoren. De rapportages laten we aansluiten bij de jaarlijkse BBIcyclus.
Stadsbegroting 2006-2009
145
Onderwijs Omschrijving Waar wij in ons jeugdbeleid optimale ontwikkelingskansen willen creëren voor alle jeugdigen van 0-18 jaar en de groep van 18-25 jarigen, die extra ondersteuning nodig heeft, kent ook ons onderwijsbeleid een driesporenbeleid: ontwikkelingsgericht, doelgroepgericht en probleemgericht. Ons lokaal onderwijsbeleid krijgt gestalte binnen de kaders van het Rijksbeleid, waarbij we er naar streven om lokale prioriteiten zo veel mogelijk ruimte te geven. Hoofddoel van ons onderwijsbeleid is het bevorderen, dat zo veel mogelijk jongeren hun schoolloopbaan afsluiten met een startkwalificatie. Bij deze ontwikkelingsgerichte doelstelling voor alle jeugdigen vervult de lokale overheid vooral een faciliterende rol naar schoolbesturen en ouders toe: bekostiging van onderwijshuisvesting, schoolbegeleiding en leerlingvervoer zijn hierbij krachtige instrumenten. In beleid en interventies ten behoeve van leerlingen met (dreigende) onderwijsachterstanden is de gemeentelijke rol meer sturend: het gemeentelijk onderwijsachterstandenplan, de ontwikkeling van Open Wijk Scholen en de gemeentelijke leerplichthandhaving staan hierbij centraal. Zowel voor de meer ontwikkelingsgerichte als de meer doelgroep- en probleemgerichte onderdelen van het gemeentelijk onderwijsbeleid geldt dat al ons beleid in nauw overleg met de schoolbesturen tot stand komt. Wij investeren daarom fors in ondersteuning van de overlegstructuur met de schoolbesturen.
Recente ontwikkelingen Planperiode Gemeentelijk Onderwijsachterstanden beleid (GOA) Vanaf augustus 2006 start een nieuwe GOA-planperiode. Hierbij wordt rekening gehouden met de bestedingseisen die door het Rijk zijn aangegeven. Naast de middelen die de gemeente van het Rijk ontvangt, ontvangen de scholen voor het primair onderwijs (PO) en het VMBO ook rechtstreeks middelen van het Rijk. De rollen van de schoolbesturen en de gemeenten veranderen met ingang van de nieuwe GOAplanperiode. Schoolbegeleiding Per 1 augustus 2005 loopt de Wettelijke Regeling Schoolbegeleiding (WRS) ten einde. Behandeling van het wetsvoorstel herziening schoolbegeleiding in de Tweede Kamer, heeft echter opgeleverd dat middels een aangenomen amendement de wet op 1 augustus 2006 in plaats van op 1 augustus 2005 in werking zal treden. Voor de tussenliggende periode geldt een overgangsregime. Aangezien de invoering van de wet tot 1 augustus 2006 is uitgesteld, is de gemeente verplicht de schoolbegeleidingsdienst tot 1 juli 2006 in stand te houden. Dit betekent een voortzetting van het bestaande beleid. Onderwijshuisvesting In 2005 is een besluit genomen door uw Raad over de verdere decentralisatie van onderwijshuisvestingsmiddelen van de gemeente naar de schoolbesturen. In 2005 zijn de gemeentelijke voorwaarden geformuleerd voor doordecentralisatie, die ter besluitvorming aan uw Raad in december 2005 worden voorgelegd. Parallel aan de besluitvorming over de doordecentralisatie loopt het Integraal Huisvesting Plan (IHP) 2006. Indien de doordecentralisatie niet doorgaat is het Integraal Huisvesting Plan 2006 van kracht.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? We willen optimale ontwikkelingskansen creëren gericht op maatschappelijke participatie en sociale integratie van de Nijmeegse jeugd tot 18 jaar en voor die jonge volwassenen van 18-23 jaar, die extra steun nodig hebben.
146
Stadsbegroting 2006-2009
Concreet willen we bereiken dat alle leerplichtige leerlingen daadwerkelijk onderwijs volgen en dat niet leerplichtige leerlingen tot 23 jaar goed toegerust zijn of worden voor de arbeidsmarkt.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1: 100% bereik leerplichtige leerlingen Alle (100%) leerplichtige leerlingen staan ingeschreven bij een school voor primair, voortgezet of middelbaar onderwijs. Hoofddoelstelling 2: Zo veel mogelijk jongeren sluiten hun schoolloopbaan af met een (deel)diploma op het niveau van minimaal een startkwalificatie. Onder startkwalificatie verstaat de Regionaal Meld en Coördinatiepunt (RMC) wet een diploma HAVO-VWO of MBO niveau 2. In 2006 streven we ernaar om het schooluitvalpercentage van jongeren tot 23 jaar te stabiliseren op 4.96 % en in volgende jaren verder te verlagen. Landelijk streefcijfer is 8% schooluitval. In MOP III is als indicator opgenomen: het aantal scholieren ( t.o.v. de doelgroep voortijdig schoolverlaters 12-23 jaar) dat herplaatst wordt en alsnog een startkwalificatie behaalt. We streven ernaar, conform de afspraken hierover met het Rijk, dat tenminste 50% van de voortijdig schoolverlaters is herplaatst (Stedelijk resultaat 31 december 2009) en 80% van de leerplichtige risicoleerlingen die in het Centrum voor Onderwijs en Opvang (COO) in het voortgezet onderwijs) zijn herplaatst alsnog een diploma behaalt. Hoofddoelstelling 3: Versterking van de effectiviteit (onder meer via CITO-scores en via nog te ontwikkelen monitor voor het leerlingvolgsysteem van de aanpak van onderwijsachterstanden in het primair onderwijs via een brede aanpak. Op gemeenteniveau is afgesproken dat 50% van de doelgroepkinderen deelnemen aan activiteiten die de ontwikkelingskansen van kinderen vergroten. In het najaar van 2005 zijn het traject rondom beheer en exploitatie en hieraan gekoppeld een integrale huurprijs voor de ruimten in de open wijk scholen, de positionering van de locatiecoördinatoren en het implementeren van dialoog- en vraagsturing belangrijke speerpunten in de verdere ontwikkeling van de open wijk scholen. Dit traject is in samenspraak met de schoolbesturen in gang gezet. We streven ernaar dit traject voor de zomer van 2006 af te ronden en uw Raad de concrete resultaten hiervan in juni 2006 ter besluitvorming voor te leggen. Onderwijshuisvesting is een van de middelen om bovenstaande doelen te bereiken. Resultaatafspraken in het kader van MOP III 1. Met het Rijk zijn voor het programma onderwijs binnen de productgroep onderwijsachterstanden: - Eén afspraak voor het product voortijdigschoolverlaten - Drie afspraken voor het product GOA activiteiten 2. Op gemeentelijk niveau zijn voor het programma onderwijs binnen de productgroepen onderwijsachterstanden en open wijk scholen - Eén afspraak voor het product voortijdigschoolverlaten - Vijf afspraken voor het product GOA activiteiten - Eén afspraak voor het product open wijk scholen 3. Met de Provincie zijn voor het programma onderwijs binnen de productgroep open wijk scholen - Een afspraak gemaakt voor het product open wijk scholen. De concrete afspraken die gemaakt zijn vindt u terug op het productniveau. Waalsprong, zie programmaplan en voorzieningenplan Waalsprong
Stadsbegroting 2006-2009
147
indicatoren
0-meting 2003
2006
2007
2008
2009
100%
100%
100%
100%
100%
H2 % voortijdig schoolverlaters
4,96%
4,96%
4,96%
4,96%
4,96%
H3 % bereik doelgroepleerlingen
79%
50%
50%
50%
50%
H1 % ingeschreven leerlingen
Doelrealisatie tot nu toe Alle meldingen over leerlingen jonger dan 17, die niet staan ingeschreven bij een school, zijn aangepakt. Ze zijn allen geplaatst voor 1 oktober 2003 zodat ze mee kunnen doen met het schooljaar 2003-2004. In Nijmegen is het schooluitvalpercentage in 2004 nagenoeg gelijk gebleven: 4,8%. In 2003 was dat 4,96%. Het streefdoel voor het terugdringen van voortijdig schoolverlaten bij 16 jarigen en jonger in het voortgezet onderwijs is ruimschoots gehaald. Ook het streefdoel voor herplaatsing van het aantal VSV-ers van 17-23 jaar door het RMC Trajectbureau is gehaald. Dit blijkt uit navolgend overzicht. De toename van het aantal VSV-ers boven de 16 jaar is deels verklaarbaar door de voortgaande verbetering van de registratiemethode in de gemeente Nijmegen. Deze verbeteringsactie heeft het volgende resultaat opgeleverd: van 929 Nijmeegse jongeren tussen de 17 en 23 jaar ( bijna 7 %) is ons niet bekend of zij wel/geen startkwalificatie hebben en wat hun dagbesteding is. Van de overigen wel. Een andere verklaring voor de toename van het aantal VSV-ers zonder werk/scholing moet gezocht worden in de stijging van de jeugdwerkloosheid. Leerplichtstatus Categorie leerlingen/VSV-ers A jonger dan 16 jaar B 16 jaar Streefdoel aantal voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2003/2004 110 90 Realisatie 2003/2004 26 52 Streefdoel aantal herplaatste voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2003/2004 110 (100%) 90 (100%) Realisatie 2003/2004 11 (42%) 26 (50%)
C ouder dan 16 jaar 800 1.639 400 (50%) 580 (35%)
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 We voeren actief de leerplicht/Regionaal Meld en Coördinatiefunctie (RMC) wet uit. Dit gebeurt door de afdeling leerplicht en RMC. We hebben een leerlingenadministratie en registreren alle voortijdige schoolverlaters van 5 tot 23 jaar. In 2006 bieden wij uw Raad het jaarverslag leerplicht 2005 en de RMC rapportage 2005 aan. Naast de uitvoering van de leerplicht/RMC wet, investeren wij in het zorgbeleid voor risicoleerlingen in het PO en in het VO door middel van het school- en hulpprogramma en het Centrum voor Onderwijs en Opvang van risicoleerlingen (COO)in het voortgezet onderwijs), dat vanaf 1 augustus 2005 operationeel is. Ook investeren wij in het vervoer van gehandicapte leerlingen en leerlingen van het speciaal onderwijs die niet zelfstandig naar school kunnen. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 Voor jongeren van 18 tot 23 jaar die met onvoldoende opleiding hun school hebben verlaten, wordt in samenwerking met de regiogemeenten een sluitende aanpak in de begeleiding van deze jongeren terug naar school en/of werk nagestreefd. We voeren dit beleid uit samen met alle schoolbesturen en betrokken uitvoeringsorganisaties, die daartoe een lokale regie- en adviesstructuur hebben ingericht. In 2006 wijzigt de regiestructuur.
148
Stadsbegroting 2006-2009
Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 De brede aanpak op de open wijk scholen geschiedt door extra inzet op cultuureducatie, sport en schoolzwemmen voor leerlingen zonder zwemdiploma, opvoedingsondersteuning en naschoolse activiteiten. Dit komt tot uiting in de jaarlijkse werkplannen van de open wijk scholen. indicatoren
2006
2007
2008
2009
H1 bereik leerplichtige leerlingen
100 %
100 %
100 %
100 %
H2 Aantal jong. die naar school en werk worden begeleid
nog te ontw.
H3 Tevredenheid betr. over OWS
nog te ontw.
Verwijzingen - Convenant jeugdbeleid/jeugdzorg tussen gemeente Nijmegen en provincie Gelderland - MOP 111 - Evaluatie jeugdbeleid 2001-2004 en werkprogramma 2005 - Jaarlijkse RMC-rapportages en leerplichtverslagen. - GOA-plan 2002 -2006 en jaarlijkse uitvoeringsprogramma's - Integraal Huisvestingsplan - Programmaplan en voorzieningenplan Waalsprong
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - De onderwijsmonitor inclusief open wijk school monitor - Toepassing resultaten van de jeugdmonitor 2004 en planning Jeugdmonitor 2008 (zie ook programma integraal jeugdbeleid)
Andere onderzoeken: - Emovo-onderzoek van de GGD - De school en hulp monitor - De landelijke RMC-monitor - Leerlingenprognoses
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. exploitatie
2006
2007
2008
2009
420
338
-
-
locatiecoördinatie openwijkschool
Toelichting Financiën Lasten: De daling van de lasten in 2006 is het gevolg van een bezuiniging van € 1.2 miljoen voor de periode 2006-2009, een daling van de kapitaallasten binnen de productgroep huisvesting en een bezuiniging op de productgroep schoolbegeleiding.
Stadsbegroting 2006-2009
149
Baten: Vanuit MOP3 staat voor 2005 een bijdrage van € 2,4 miljoen opgenomen aflopend naar € 1,7 miljoen vanaf 2007. Daarnaast staat vanuit de GOA-II periode nog voor 2005 en 2006 een onttrekking aan de reserve GOA opgenomen van respectievelijk € 0,2 en € 0,1 miljoen. Beide onderdelen verklaren de verlaging van € 2,6 miljoen in 2005 naar € 1,7 miljoen vanaf 2007.
Investeringen We willen met deze investeringen voldoen aan de zorgplicht voor het adequaat huisvesten van scholen. We willen hiermee een bijdrage leveren aan alle hoofddoelstellingen. Bij aanpassen schoolgebouwen is een aframing vanaf 2005 van € 630.000 i.v.m. uitname onderhoud Voortgezet Onderwijs uit Gemeentefonds. In de jaren 2006 t/m 2008 € 1 miljoen extra investeringsruimte Perspectiefnota 2005. Investeringen Waalsprong zijn niet meegenomen. Investering
2006
2007
2008
2009
Aanpassen schoolgebouwen
5.025.000
4.839.000
4.839.000
3.839.000
Onderhoud schoolgebouwen
731.000
731.000
731.000
731.000
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1.095.628
947.493
946.616
945.865
945.696
0
65.698
65.036
64.467
64.340
1PG-7110-003 - Onderwijsachterstandenbeleid
4.915.349
4.333.416
3.801.862
3.797.694
3.796.759
1PG-7110-004 - Leerlingenvervoer
1.254.835
1.110.357
1.105.584
1.103.970
1.104.093
24.399
24.441
24.422
24.405
24.402
1PG-7110-006 - Huisvesting onderwijs
12.807.816
11.048.608
10.931.037
10.868.523
10.684.580
1PG-7110-007 - Open Wijk Scholen
1.469.208
1.880.618
1.790.062
1.443.506
1.443.506
21.567.234
19.410.631
18.664.619
18.248.430
18.063.376
-538.644
-538.644
-538.644
-538.644
-538.644
0
0
0
0
0
-3.436.779
-2.930.773
-2.374.438
-2.374.438
-2.374.438
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-7110-001 - Schoolbegeleiding 1PG-7110-002 - OALT
1PG-7110-005 - Randvoorziening en onderwijs
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-7110-001 - Schoolbegeleiding 1PG-7110-002 - OALT 1PG-7110-003 - Onderwijsachterstandenbeleid
150
Stadsbegroting 2006-2009
1PG-7110-004 - Leerlingenvervoer 1PG-7110-006 - Huisvesting onderwijs 1PG-7110-007 - Open Wijk Scholen
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
-6.704
-6.704
-6.704
-6.704
-6.704
0
0
0
0
0
-235.000
-485.000
-485.000
-485.000
-485.000
-4.217.127
-3.961.121
-3.404.786
-3.404.786
-3.404.786
17.350.107
15.449.510
15.259.833
14.843.644
14.658.590
151
Volwasseneducatie Code
7120
Omschrijving Met het gemeentelijk beleid Volwasseneneducatie streven we na, dat Nijmeegse volwassenen in maatschappelijk opzicht actiever kunnen participeren in hun directe leefomgeving dan wel op de arbeidsmarkt. Dat krijgt gestalte door het aanbieden van activiteiten die de maatschappelijke participatie, doorstroming naar vervolgonderwijs en/of doorstroming naar de arbeidsmarkt bevorderen. We streven na, dat mensen die educatie het hardst nodig hebben worden bereikt. Wij denken dan aan volwassenen die geen initiële opleiding hebben kunnen afronden en daardoor basale basisvaardigheden missen noodzakelijk voor maatschappelijke participatie. Daarnaast denken we aan moeilijk lerende volwassenen en aan anderstaligen die onvoldoende ingeburgerd zijn in de Nederlandse Samenleving. Voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie zullen vanaf medio 2006 via andere meer geëigende voorzieningen kunnen worden opgevangen. Educatieve activiteiten die gericht zijn op ontplooiing gerelateerd aan persoonlijke ontwikkeling en/of vrije tijdsbesteding en/of maatschappelijk relevante thema's krijgen bij de uitvoering van dit Programma geen prioriteit.
Recente ontwikkelingen Meerjaren ontwikkelingsprogramma In het kader van het Meerjaren ontwikkelingsprogramma is de prioriteit gelegd bij preventieve activiteiten in de voorschoolse en schoolse periode. De doelgroepen zijn dus achterstandsgroepen in de leeftijd van 2 tot 18. De werkwijze die wij voorstaan is een ketengerichte aanpak. Om onze preventieve doelstellingen te realiseren zullen wij de educatiemiddelen, die worden toegevoegd aan de BDU-SIV, met name in zetten ten behoeve van deze leeftijdscategorieën ten koste van de volwasseneneducatie. De 200 cursisten van het VAVO (Voortgezet Algemeen Vormend Onderwijs), die in 2005 en daarvoor zijn gestart kunnen dit in 2006 afmaken. Daarnaast worden de cursussen sociale redzaamheid gehandhaafd tot uiterlijk 2009. Overigens is in het contract met het ROC voor 2005 opgenomen dat de overige cursussen NT2 en breed maatschappelijk functioneren, die in 2005 of daarvoor met de WEB-middelen zijn gestart, in 2006 zullen worden afgemaakt (met de middelen uit 2005). De NT2-middelen voor oudkomers verdwijnen uit dit programma, maar worden via een overheveling naar het Ministerie van Justitie aan de gemeenten beschikbaar gesteld voor het oudkomersprogramma 2006 of 2007 (zie ook programma Multiculturele Samenleving en Emancipatie). Herziening inburgeringsstelsel Het Rijk constateert dat de resultaten van het inburgeringsbeleid achter zijn gebleven bij de gestelde doelstellingen en acht daarom een wezenlijke omslag in het inburgeringsbeleid noodzakelijk. De veelal vrijblijvende en aanbodgerichte aanpak wordt vervangen door een inburgeringsverplichting waarvoor de inburgeraar zelf verantwoordelijk is. De verwachting is dat de wetswijziging per 1 januari 2007, maar mogelijk een halfjaar eerder in werking treedt. In de nieuwe Wet Inburgering in Nederland wordt de verantwoordelijkheid voor de inburgering bij de inburgeraars zelf gelegd. Dit betekent onder andere dat de inburgeraars zich zelf moeten voorbereiden op het inburgeringsexamen en de kosten hiervoor ook zelf moeten dragen. Over de gevolgen van de nieuwe wet voor de inburgeraars, de gemeente en onze uitvoeringspartners zullen wij u in 2006 berichten.
152
Stadsbegroting 2006-2009
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat Nijmeegse volwassenen met een specifieke onderwijs- of taalachterstand vaardigheden ontwikkelen waardoor ze zich actief kunnen opstellen in de eigen leefomgeving en/of doorstromen naar vervolgonderwijs en/of de arbeidsmarkt. Het gaat om de beheersing van de volgende typen van vaardigheden: beheersing van de Nederlandse taal-, basale rekenvaardigheden en praktische vaardigheden.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Doel is ervoor te zorgen dat 80 deelnemers praktische vaardigheden leren/verwerven om effectief deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Hiertoe worden cursussen Sociale Redzaamheid aangeboden. In de cursussen wordt bij minimaal 50% van de deelnemers het instrument van portfolio toegepast, hetgeen de deelnemers in staat stelt te reflecteren op de voortgang en tevens in beeld brengt welke vaardigheden zijn verworven door de cursus. Hoofddoelstelling 2 We streven dat minimaal 55% van de deelnemers aan het taalonderwijs voor anderstaligen hun taalniveau verhogen met minimaal 1 niveau of het taalniveau bereiken dat passend is bij het doelperspectief. Hoofddoelstelling 3 70 % van de leerlingen aan een Voortgezet Algemeen Vormend Onderwijsopleiding rondt deze af met een diploma en 60 % van de leerlingen aan een opleiding Breed maatschappelijk functioneren rondt dit af met een diploma. Hoofddoelstelling 4 Het aanbod van opleidingen VAVO, sociale redzaamheid en breed maatschappelijk functioneren wordt in 2006 afgebouwd. Het aanbod vanaf 2007 wordt in 2006 nader beschouwd. Hoofddoelstelling 5 Het ondersteunen van initiatieven om themagerichte en specifieke vormen van volwasseneneducatie aan te bieden. Indicator H1 % portfolio
0-meting 2003
2006
niet beschikbaar
50 %
45%
55 %
nb
70 resp. 60 %
nvt
0
H2 % stijging taalniveau +1 H3 % diploma H4 aantal cursisten
Doelrealisatie tot nu toe Het afbouwen van de cursussen (VAVO, sociale redzaamheid en breed maatschappelijk functioneren) loopt op schema. De cijfers over de realisaties in 2004 zijn nog niet beschikbaar.
Stadsbegroting 2006-2009
153
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten ten behoeve van hoofddoelstelling 1, 2 en 3 Het verstrekken van subsidie aan het ROC ten behoeve van het realiseren van (afrondende) cursussen sociale redzaamheid, VAVO-opleidingen en taalonderwijs. Gedurende de periode 2005 - 2009 krijgen 300 laag opgeleide vrouwelijke oudkomers een traject aangeboden. Dit onderdeel is opgenomen in het programma Volwasseneducatie. Voor overige doelgroepen zijn nog eens circa 300 informeel lerenplekken voorradig gedurende de periode 2005 2009. Binnen dit project gelden de doelstellingen; 80 % van het traject wordt afgemaakt en 60 % van de oudkomers behaalt het geformuleerde doelperspectief. Het geven van taalonderwijs aan deze oudkomers wordt door Intercity uitgevoerd. Activiteiten ten behoeve van hoofddoelstelling 4 - Het voeren van de onderhandelingen met het ROC om tot een verantwoorde afbouw van de bestaande VAVO-opleidingen, cursussen sociale redzaamheid en taalonderwijs te komen. - Het nemen van besluiten over welke educatief aanbod voor volwassenen na 2006 nog geboden kan worden binnen het financiële kader. Activiteiten ten behoeve van hoofddoelstelling 5 Het verstrekken van subsidie aan de betreffende organisaties die het specifieke en themagerichte educatie-aanbod regelen (het avondonderwijs voor moeilijk lerende volwassenen; cursusaanbod voor ouderen en natuuronderwijs).
Verwijzingen Het programma Volwasseneneducatie is gerelateerd aan onze doelstellingen in het Meerjaren ontwikkelingsprogramma, aan de programma's Volwasseneducatie en Arbeidsmarktbeleid. De afbouw is aangekondigd in en besloten via het Meerjarenontwikkelingsplan III. De begroting 2006 is een overgangsjaar; uiteindelijk zullen alle product(groepen) die een relatie hebben met inburgering in het programma Multiculturele samenleving en emancipatie worden ondergebracht. De structuur zal dan ook aangepast zijn aan de nieuwe Wet Inburgering in Nederland (die per 1 januari 2007 -of een halfjaar eerder- van kracht wordt, zie recente ontwikkelingen op het programmaniveau).
Onderzoeken Niet van toepassing. De effecten van de inburgeringscursussen worden meegenomen in de brede evaluatie van het inburgeringsbeleid.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Binnen het programma Volwasseneneducatie zijn de doelstellingen afgebouwd als gevolg van ons Meerjaren ontwikkelingsprogramma. In het programma hebben we de keuze gemaakt in te zetten op preventieve interventies. Ambities vanuit het Meerjaren ontwikkelingsprogramma zijn de komende jaren minimaal.
154
Stadsbegroting 2006-2009
In de nu voorliggende begroting zijn (ten onrechte) twee ambities en de daarbij behorende middelen op het domein integratie en inburgering in het programma Volwasseneneducatie opgenomen. Het gaat hier om onze doelstellingen ten aanzien van informeel leren voor laag opgeleide vrouwelijke oudkomers en formeel leren oudkomers. Voor het product NT2-WIN (nieuwkomerstrajecten) geldt dat deze met het ROC worden afgerekend op basis van het werkelijke aantal nieuwkomers dat start met NT2. Het Rijk vergoedt deze nieuwkomerstrajecten ook op basis van werkelijke aantallen. Bij overschrijding van het begrote aantal (90) loopt de gemeente dus geen risico.
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
3.054.007
878.440
505.029
504.974
504.962
1PG-7120-002 - Overige volwasseneneducatie
230.170
230.496
230.341
230.209
230.180
1PG-7120-003 - Educatie inburgering nieuwkomers
432.000
0
0
0
0
10.884
11.119
11.007
10.911
10.889
3.727.061
1.120.055
746.378
746.094
746.031
-3.047.751
-768.616
-233.697
-233.697
-233.697
1PG-7120-002 - Overige volwasseneneducatie
-160.000
-160.000
-160.000
-160.000
-160.000
1PG-7120-003 - Educatie inburgering nieuwkomers
-432.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-3.639.751
-928.616
-393.697
-393.697
-393.697
87.310
191.439
352.681
352.397
352.334
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep 1PG-7120-001 - Reguliere educatie volwassenen
1PG-7120-004 - Wegmarkeringen nt-2 wachtlijsten
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-7120-001 - Reguliere educatie volwassenen
1PG-7120-004 - Wegmarkeringen nt-2 wachtlijsten
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
155
Samenlevingsopbouw Code
7210
Omschrijving Participatie van burgers is onmisbaar voor een goede sociale infrastructuur in onze stad. Iedereen doet mee, is immers het motto van ons collegeakkoord. Om onze burgers uit te nodigen en te stimuleren om te participeren maken we het aanbod mogelijk van een groot aantal producten op het gebied van samenlevingsopbouw. Hieronder vallen activiteiten gericht op burgers in de leeftijd van 18 tot 65 jaar (vrijwilligersbeleid, activiteiten niet-werkenden) en het welzijnswerk voor alle 0 tot 65-jarigen. Wij doen dit door het verstrekken van subsidies aan onder andere de welzijnsorganisatie Tandem, belangenorganisaties als Unitas en Stichting Anders Actieven Dukenburg (STAAD) en de Vrijwilligerscentrale. Daarnaast is er het aanbod van de gemeente voor een aanvullende vrijwilligersverzekering. Vanuit de gemeentelijke regierol geven wij inhoudelijk en financieel sturing, formuleren wij vooraf resultaten en prestaties en rekenen daarop achteraf af. Vraaggerichtheid, met name waar het gaat om de vraag van de burger, krijgt een grotere betekenis. Wij proberen om onze opdracht aan instellingen 'van onderop', dus aan de hand van input uit de wijken, op te laden. Het programma Samenlevingsopbouw heeft een relatie met het programma Wijkaanpak waar het gaat om bewonersparticipatie en met het programma Producten Stadsbedrijven i.v.m. het beheer van de wijkaccommodaties.
Recente ontwikkelingen De subsidiëring van bewonersgroepen op basis van de toepasselijke deelverordening gaat in 2007 over van het programma Samenlevingsopbouw naar het programma Wijkaanpak. In 2006 bereiden wij deze overgang voor. Met ingang van 2006 voeren wij bezuinigingen door op de subsidies aan de Vrijwilligerscentrale (€ 42.000), Staad en Unitas. In 2005 is een beleidsnotitie Vrijwilligersbeleid opgesteld, in het kader van de Wmo. Deze wordt begin 2006 aan de Raad voorgelegd. Bij Tandem is op 1 juli 2005 een bezuiniging van € 270.000 op jaarbasis ingegaan. 2006 is het eerste jaar waarin deze taakstelling volledig doorgevoerd is. In 2006 treedt de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in werking. De Welzijnswet en de Wet Voorzieningen Gehandicapten gaan op in de Wmo. Deze ingrijpende wetswijziging heeft gevolgen voor vrijwel ons gehele sociale beleid. Welzijns- en zorgbeleid worden in de Wmo meer met elkaar in verband gebracht en uiteindelijk ondergebracht in één financieringsstroom, die kan dwingen tot keuzes. Wij zijn verplicht een vierjarig beleidsplan Wmo op te stellen. Dit leggen wij in 2006 aan de Raad voor. Onze activiteiten op het gebied van Samenlevingsopbouw vallen in de Wmo voornamelijk onder de volgende prestatievelden: Prestatieveld 1: bevorderen van de leefbaarheid in dorpen, wijken en buurten; Prestatieveld 4: het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Daarnaast vallen delen van het programma onder de prestatievelden 2: het ondersteunen van kinderen met problemen met opgroeien en ouders met problemen met opvoeden (open wijkschoolinzet van Tandem) en prestatieveld 3: het geven van advies, informatie en cliëntondersteuning. De Wmo zal in ieder geval de volgende consequenties hebben voor dit programma:
156
Stadsbegroting 2006-2009
In de Wmo krijgt de gemeente de expliciete taak tot ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. In het Wmo-beleidsplan zal aan deze taak invulling gegeven worden, op een wijze die aansluit bij het voornemen uit het Lokaal Sociaal Beleidskader om vrijwilligersbeleid niet als een op zichzelf staand beleidsterrein te beschouwen, maar de rol van vrijwilligerswerk bij beleidsontwikkeling op alle terreinen in het sociale domein te bepalen en te bevorderen. Ook in de beleidsnotitie vrijwilligerswerk zal dit onderwerp aan de ode komen. Onze budgetsubsidieovereenkomst met Tandem loopt op 31 december 2006 af. Wij bereiden een nieuwe, meerjarige subsidieovereenkomst met Tandem voor, waarin vraagsturing, het Lokaal Sociaal Beleidskader en het Wmo-beleid leidende principes zullen zijn. In 2006 bereiden wij de bouw van het Voorzieningenhart Willemskwartier voor, indien de Raad een positief besluit neemt over de bouw. Gestreefd wordt naar besluitvorming in oktober 2005. Omstreeks juli 2006 zullen wij de Raad vragen om een definitieve go/no go beslissing over de realisatie van Voorzieningenhart Waterkwartier. Voorwaarde voor de realisatie van beide nieuwe voorzieningenharten is dat een sluitende exploitatie mogelijk moet zijn. In 2005 zijn nieuwe afspraken met Rijk en Provincie gemaakt i.h.k.v. MOP III. Delen uit het programma Samenlevingsopbouw dragen bij aan het behalen van de MOP III-doelen. Zie voor meer informatie het product Tandemondersteuning. In het programmaplan Waalsprong zijn activiteitenbudgetten opgenomen voor bewonersorganisaties en voor jeugd- en jongerenwerk. In 2006 is € 71.763,64 beschikbaar. In de tweede helft van 2005 hebben wij een bestedingsvoorstel gemaakt.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is de sociale samenhang tussen alle Nijmeegse burgers versterken. Wij proberen de sociale samenhang te bevorderen door maatregelen te nemen die voorkomen dat mensen buiten de boot vallen en participatie, instandhouding van sociale verbanden en zelfredzaamheid van burgers te bevorderen.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Samenlevingsopbouw draagt bij aan sociale cohesie in Nijmegen. Sociale cohesie bereiken/verbeteren wij nooit door dit programma alleen. Dat geldt ook voor onderstaande hoofddoelstellingen. Andere programma's en andere organisaties dragen ook bij. Bereikte effecten op dit gebied zijn nooit toe te schrijven aan één actie of interventie, het is altijd een gevolg van meerdere maatschappelijke ontwikkelingen en activiteiten. Dit bemoeilijkt het formuleren van meetbare en tijdgebonden hoofddoelstellingen. Wij kiezen voor algemene doelstellingen en definiëren meetbare indicatoren die wij als een maatstaf beschouwen voor de sociale cohesie in Nijmegen, de participatie en de sociale verbanden. Wij kunnen niet ons aandeel isoleren. De indicatoren ontlenen wij aan de stads- en wijkmonitor. Hoofddoelstelling 1 Versterken van de sociale samenhang tussen alle burgers in Nijmegen. Sociale cohesie komt door terugdringing van sociaal isolement (programma's maatschappelijke zorg en dienstverlening, ouderen en mensen met een functiebeperking, arbeidsmarktbeleid, inkomen), sport- en cultuurdeelname en het programma multiculturele samenleving. In dit programma stimuleren wij eigen initiatief van burgers om in hun buurt activiteiten te organiseren, bewonersbelangen te behartigen en een wijkblad te maken. Ook zorgen wij dat voor Nijmeegse burgers professionele ondersteuning beschikbaar is, gericht op bevordering van participatie, zelfredzaamheid en ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Er is speciale aandacht voor bewonersgroe-
Stadsbegroting 2006-2009
157
pen, kinderen in aanpak- en attentiewijken (op de Open Wijkscholen), jongeren, allochtonen en psychiatrische patiënten. Wij willen dat: -Het percentage bewoners dat wijkcentra bezoekt, minimaal gelijk blijft op 25%. -Net als in 2003 90% van de burgers zelfredzaam is. -Het aantal burgers dat gehecht is aan zijn eigen buurt 66% bedraagt. -Dat de beoordeling van het sociale klimaat in Nijmegen stijgt van 75% naar 77,5 %. -Dat de deelname aan wijk- en buurtactiviteiten 26% bedraagt. Hoofddoelstelling 2 Iedereen participeert in de samenleving. Ook hier leveren andere programma's en organisaties een bijdrage. In dit programma richten wij ons op bevordering van de participatie van niet-werkenden om sociaal isolement in deze kwetsbare groep te voorkomen en bestrijden. Er zijn op dit moment alleen algemene gegevens over de mate waarin de gehele Nijmeegse bevolking sociaal isolement ervaart. Wij willen dat het percentage Nijmegenaren dat ontevreden is over contacten met anderen afneemt van 14% naar 12%. Hoofddoelstelling 3 Bevorderen van vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk maakt mogelijk wat anders niet of tegen hoge kosten gedaan kan worden en draagt zo bij aan versterking van sociale verbanden. Wij bevorderen vrijwilligerswerk door subsidiëring van de vrijwilligerscentrale om vraag en aanbod van vrijwilligerswerk bij elkaar te brengen en burgers te stimuleren om vrijwilligerswerk te doen. Aan vrijwilligersorganisaties bieden wij een vrijwilligersverzekering aan. Wij willen dat het percentage burgers dat vrijwilligerswerk verricht, gelijk blijft op 24%. MOP III Onderdelen uit de budgetsubsidieovereenkomst met Tandem vormen cofinanciering voor onderdelen uit GSO en GSB. Het betreft: Locatiecoördinatie Open Wijkscholen, Ouder Kindcentra en Naschoolse Activiteiten. Deze activiteiten medegefinancierd uit GSO en dragen bij aan het halen van de doelstelling: voorkomen/verminderen van maatschappelijke problemen rond onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten, outputindicator: kwalitatief hoogwaardig bereik van 50% van de doelgroepkinderen met een aanbod voor ontwikkelingskansen in het primair onderwijs, uit het Stadscontract Boognetwerken en Netwerken 12-min. Deze worden medegefinancierd uit GSB en draagt bij aan het doel: vermindering van de overlast door personen op straat. Dit onderdeel van de afspraken met Tandem draagt bij aan een doelstelling uit het programma Veiligheid.
indicatoren
0-meting 2003
2006
% burgers dat wijkcentra bezoekt
25%
25%
zelfredzaamheid van burgers
90%
90%
% burgers dat gehecht is aan zijn buurt
66%
66%
beoordeling sociale klimaat in Nijmegen
75% tevreden
77,5%
deelname aan wijk- en buurtactiviteiten
26%
26%
indicator H1
indicator H2
158
Stadsbegroting 2006-2009
% burgers dat niet tevreden is over contacten met andere mensen
14%
12%
24%
24%
indicator H3 % burgers dat vrijwilligerswerk verricht
Doelrealisatie tot nu toe In 2003 is de stads- en wijkmonitor verschenen. De indicatoren voor het programma Samenlevingsopbouw ontlenen wij aan de stads- en wijkmonitor. In onderstaande tabel vindt u de realisatie o.b.v. de stads- en wijkmonitor 2003. indicatoren
realisatie 2003
Hoofddoelstelling 1 % burgers dat wijkcentra bezoekt
25%
zelfredzaamheid van burgers
90%
% burgers dat gehecht is aan zijn buurt
66%
beoordeling sociale klimaat in Nijmegen
75% tevreden
deelname aan wijk- en buurtactiviteiten
26%
Hoofddoelstelling 2 % burgers dat niet tevreden is over contacten met andere mensen
14%
Hoofddoelstelling 3 % burgers dat vrijwilligerswerk verricht
24%
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Onze activiteiten in dit programma zijn over het algemeen niet per hoofddoelstelling te clusteren. Vaak dragen zij bij aan twee of alledrie de hoofddoelstellingen. In 2005 hebben wij met Tandem budgetsubsidieafspraken gemaakt voor de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2006. In 2006 bewaken wij deze afspraken en sturen waar nodig bij. Tevens bereiden wij nieuwe budgetsubsidieafspraken met Tandem voor, voor de periode vanaf 1 januari 2007. In deze nieuwe afspraken zullen wij vraagsturing betreffende openwijkscholen gefaseerd invoeren en ons Wmo-beleid en Lokaal Sociaal Beleidskader vertalen in concrete afspraken over het te leveren welzijnswerk. Onder het kopje 'doelstellingen' is de relatie tussen de subsidieafspraken met Tandem en de doelen voor MOP III beschreven. In 2005 hebben wij nieuwe afspraken gemaakt met Staad, Unitas en de Vrijwilligerscentrale in de vorm van nieuwe subsidieovereenkomsten. Deze treden in 2006 in werking. In de afspraken met Staad en Unitas is ook de bezuinigingstaakstelling voor 2006 e.v. verwerkt. Wij bewaken deze afspraken en sturen waar nodig bij.
Stadsbegroting 2006-2009
159
Op grond van de deelverordening Bewonersparticipatie subsidiëren wij wijkbladen, buurtgebonden activiteiten en initiatieven gericht op belangenbehartiging, tijdelijke bundeling van bewonerskrachten en ontmoeting. De subsidies t.b.v. wijkbladen en bewonersactiviteiten worden in 2006 opgenomen in het programma Wijkaanpak. In 2005-2006 bereiden wij ons eerste vierjarig beleidsplan WMO voor en leggen dat voor aan de Raad. Openstelling wijkaccommodaties: wij willen bereiken dat meer jongeren en allochtonen gebruik maken van de wijkcentra. Voorzieningenhart Willemskwartier In oktober 2004 heeft ons College besloten om te streven naar een volwaardig Voorzieninghart in de wijk Willemskwartier. Dit jaar stellen we een Functioneel Programma van Eisen op. We streven er naar dat uw Raad nog in 2005 een besluit neemt over dit Programma van Eisen. De bouw van het VZH is voorzien in 2007. Voorzieningenhart Waterkwartier. In de wijkvisie `Waterkwartier aan het roer' (vastgesteld op 12-4-05) is de ambitie neergelegd om een multifunctioneel voorzieningenhart in het Waterkwartier te ontwikkelen. Momenteel wordt het project Voorzieningenhart verder uitgewerkt. Het project wordt in tweeën geknipt. In fase 1 wordt het project verder geconcretiseerd en doorgerekend. Aan het einde van deze eerste fase (naar schatting juli 06) zal de Raad daarop om een concrete go/no go beslissing gevraagd worden. De financiële consequenties zijn dan in beeld gebracht. Voor fase 2, de realisatiefase, zal naar verwachting 3 jaar nodig zijn. De lasten van de huidige wijkaccommodaties in de bestaande stad zijn nu nog onderdeel van het programma Samenlevingsopbouw. De lasten van het gebruik van de Voorzieningenharten en toekomstige Kindclusters in de Waalsprong, evenals de toekomstige voorzieningenharten c.q. multifunctionele wijkaccommodaties in Waterkwartier en Willemskwartier zijn c.q. worden onderdeel van programmabegrotingen, waaronder Onderwijs (scholen), Sport (sportaccommodaties), Samenlevingsopbouw (wijkactiviteiten) en Cultuur (cultuureducatie, amateurkunst en cultuurpodia). Bij voorzieningenhart De Klif in de Waalsprong wordt de kostentoerekening aan de relevante programma's het eerst gedaan. Op basis van een aldus bepaalde verantwoorde toedelingssystematiek volgen de overige accommodaties. Waalsprong In het programmaplan Waalsprong zijn activiteitenbudgetten opgenomen voor bewonersorganisaties en voor jeugd- en jongerenwerk. In 2006 is € 71.763,64 beschikbaar. In de tweede helft van 2005 maken wij een bestedingsvoorstel. Gezien de al bewezen zelfstandigheid van de bewonersorganisaties in de Waalsprong achten wij professionele ondersteuning door bijvoorbeeld Tandem vooralsnog niet nodig.
indicatoren
2006
Budgetovereenkomst Tandem: aantal gerealiseerde uren
40.595
Budgetovereenkomst Tandem: aantal gerealiseerde eenheden Aantal wijkbladen Aantal gesubsidieerde bewonersgroepen
160
najaar 2005 11 60
Stadsbegroting 2006-2009
Bereik Vrijwilligerscentrale
5.650
Bereik participatie-organisaties niet-werkenden (schouwb. tell.)
2.050
Aantal bezoekers wijkcentra (schouwburgtelling)
870.000
Verwijzingen - Voorzieningenplan Waalsprong, vastgesteld door de Raad op 18 mei 2005. - Wijkvisie Willemskwartier - Wijkvisie Waterkwartier
Onderzoeken Lopend onderzoek binnen DIW naar toedelingssystematiek voor De Klift. Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Monitoring kengetallen wijkcentra - Onderzoek Vrijwilligers - Evaluatie ondersteuning bewonersorganisaties
Budgetwijzigingen exploitatie In 2004 hebben wij besloten een IPSV-aanvraag te doen met als doel de realisering van het voorzieningenhart in het Willemskwartier. De aanvraag is gehonoreerd met een investeringsbedrag van € 2,3 miljoen. Dat is niet genoeg. Vanaf 2007 gaat de exploitatie een rol spelen bij de ontwikkeling van de voorzieningenharten. Vanuit het programmaplan Waalsprong zijn activiteitenbudgetten beschikbaar voor bewonersorganisaties, alsmede activiteitenbudgetten voor jeugd- en jongerenwerk tot een bedrag van € 71.000. In de tweede helft van 2005 is hiervoor een bestedingsplan gemaakt. Onderdelen uit de budgetsubsidieovereenkomst met Tandem vormen cofinanciering voor onderdelen uit GSO en GSB. Het betreft: Locatiecoördinatie Open Wijkscholen. Locatiecoördinatie wordt medegefinancierd uit GSO en draagt bij aan het halen van de doelstelling 'Voorkomen en verminderen van de maatschappelijke problemen rond onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten', outputindicator: kwalitatief hoogwaardig bereik van 50% van de doelgroepkinderen met een aanbod voor ontwikkelingskansen in het primair onderwijs, uit het Stadscontract. Boognetwerken. Deze worden medegefinancierd uit GSB en draagt bij aan het doel om de overlast door personen op straat terug te dringen. Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Op alle productgroepen die deel uitmaken van dit programma, vinden in 2006 bezuinigingen plaats.
Stadsbegroting 2006-2009
161
Bewonersondersteuning: Voor de Welzijnsstichting Tandem is vanaf 2006 een bezuiniging conform de Perspectiefnota 2005 ingeboekt van € 270.000,-. Bij de besluitvorming over de budgetsubsidieovereenkomst met Tandem voor de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2006 heeft de Raad besloten de nog openstaande taakstelling ter hoogte van € 113.445 door te voeren, maar daartegenover eenzelfde bedrag beschikbaar te stellen uit het budget voor experimenten met wijkbestuur. Dit bedrag dient te worden ingezet voor wijkexperimenten en verplicht besteed te worden bij Tandem. Vanuit het programmaplan Waalsprong zijn activiteitenbudgetten beschikbaar voor bewonersorganisaties, alsmede activiteitenbudgetten voor jeugd- en jongerenwerk tot een bedrag van € 71.000. Participatie Niet-Werkenden: Voor Unitas en STAAD is er sprake van een onderzoeksopdracht om een bijdrage te leveren aan een bezuinigingstaakstelling van € 75.000,-. Naar verwachting bedraagt de bezuiniging op Unitas in 2006 € 10.000 en vanaf 2007 € 25.000 en de bezuiniging op STAAD € 5.600. Door de lagere bezuiniging op Unitas in 2006, wordt in dat jaar € 60.000 van de taakstelling van € 75.000 gerealiseerd. Van de taakstelling van € 75.000,- totaal conform het raadsbesluit van 26-5-2004, is op basis van de voorlopige verdeling € 25.811 hier ingeboekt. Na besluitvorming over de exacte omvang van de bezuiniging per organisatie, zal de nieuwe verdeling z.s.m. in de begroting worden verwerkt. Vrijwilligersbeleid In maart 2004 heeft de gemeenteraad ingestemd met een bezuiniging op de subsidie t.b.v. de vrijwilligerscentrale ter hoogte van € 42.000, ingaande 2006.
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
4.304.259
4.101.192
4.096.116
4.091.710
4.090.695
1PG-7210-002 - Participatie nietwerkenden
171.549
145.858
145.801
145.752
145.741
1PG-7210-003 - Vrijwilligersbeleid
201.389
159.462
159.069
155.303
155.255
Totaal lasten Programma
4.677.197
4.406.512
4.400.986
4.392.764
4.391.691
-354
-354
-354
-354
-354
0
0
0
0
0
-354
-354
-354
-354
-354
4.676.843
4.406.158
4.400.632
4.392.410
4.391.337
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-7210-001 - Bewonersondersteuning
Financiële baten per Productgroep 1PG-7210-001 - Bewonersondersteuning 1PG-7210-002 - Participatie nietwerkenden
Totaal baten Programma
162
Stadsbegroting 2006-2009
Integraal jeugdbeleid Code
7220
Omschrijving Wij willen optimale ontwikkelingskansen creëren gericht op maatschappelijke participatie en sociale integratie voor de Nijmeegse jeugd tot 18 jaar en voor die jongvolwassenen van 18-23 jaar die nog extra steun nodig hebben. Ons College voert daartoe een driesporenbeleid: 1. Ontwikkelingsgerichte benadering, gericht op positieve brede ontwikkeling van alle jeugdigen tot 18 jaar ( vrijetijdsvoorzieningen voor alle jeugd in elke wijk) 2. Risicogerichte benadering, gericht op het voorkómen van en het vroegtijdig ingrijpen bij risico's (School en Hulp, Kijk op Kleintjes) Sociaal-emotionele problematiek bij jeugd rond 15% Uit de Nijmeegse jeugdmonitor 2003 blijkt dat het aandeel jongeren dat zichzelf probleemrijk noemt, zich de afgelopen jaren beweegt tussen de 15-17%. 3. Probleemgerichte benadering, gericht op het oplossen van problemen in de ontwikkelingsgang (afstemming jeugdhulpverlening en veiligheidsbeleid)
Recente ontwikkelingen ad 1 ontwikkelingsgerichte benadering Vanaf 2005 zijn middelen gereserveerd voor ontwikkelingsgericht jeugdbeleid in de Waalsprong. ad 2 risicogerichte benadering Per 1 januari 2005 is de Wet op de Jeugdzorg (WJZ) van kracht geworden. Op landelijk niveau zijn vijf functies vastgesteld die tot het gemeentelijke domein behoren: 1) Informatie en advies; 2) Signalering; 3) Toeleiding naar het hulpaanbod; 4) Licht pedagogische hulp; 5) Coördinatie van zorg op lokaal niveau In de gemeente Nijmegen is de afgelopen jaren gewerkt aan het verbeteren van de functies signalering, toeleiding naar het hulpaanbod en licht pedagogische hulp. De functies informatie en advies en coördinatie van zorg op lokaal niveau zullen nog verder uitgewerkt worden. Op 1 juli 2005 hebben de provincie Gelderland en de regiogemeenten van de regio Nijmegen een convenant ondertekend over jeugd(zorg)beleid (Convenant over de regionale aansluiting tussen het lokaal preventief jeugdbeleid van de gemeenten in de regio Nijmegen en het jeugdzorgbeleid van de provincie Gelderland). Provincie en gemeenten zijn beide betrokken bij de uitvoering van jeugdbeleid, waarbij voor de Provincie het zwaartepunt ligt in de jeugdzorg en de gemeenten verantwoordelijk zijn voor het brede terrein van integraal jeugdbeleid. In het convenant staan afspraken over de inzet van Bureau Jeugdzorg Nijmegen (een provinciale verantwoordelijkheid) en de inzet die gemeenten (gaan) doen op het terrein van lokaal preventief jeugdbeleid in de jaren 2005 en 2006. Het convenant zal vanaf 2006 worden voortgezet met inachtneming van door partijen overeengekomen wijzigingen. Vanaf 1-7-2006 zullen naar verwachting onderdelen van het risicogerichte jeugdbeleid worden ondergebracht bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeenten hebben de huidige verantwoordelijkheid voor jeugdbeleid op basis van de Welzijnswet.
Stadsbegroting 2006-2009
163
MOPIII In 2005 zijn met het Rijk en de Provincie afspraken gemaakt die ook betrekking hebben op integraal jeugdbeleid. Het betreft voor ontwikkelingsgericht jeugdbeleid: jeugdparticipatie en TCCN; voor risico- en probleemgericht jeugdbeleid: Homestart en Vitalis, Ouder Kind centra, School en Hulp PO en VO en Uitbreiding opvoedingsondersteuningsprojecten. Waalsprong Vanaf 2005 zijn middelen gereserveerd voor ontwikkelingsgericht jeugdbeleid in de Waalsprong. Het betreft concreet een onderzoek naar de haalbaarheid van het realiseren van een accommodatie voor scoutingwerk in de Waalsprong.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Met het ontwikkelingsgerichte jeugdbeleid willen wij bereiken dat er in elke wijk een basisaanbod is voor vrijetijdsbesteding voor de Nijmeegse jeugd en dat er een voldoende goed verspreid aanbod is van peuterspeelzalen over de stad. Wij streven ernaar dat het percentage probleemarme jeugd in 2007 (jeugdmonitor) minimaal gelijk en liefst hoger is dan in 2003 (85 %).
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Brede ontwikkeling stimuleren van de Nijmeegse jeugd, waarbij minimaal 85% van de jeugd zich probleemarm vindt. MOPIII Tav jeugdparticipatie: jaarlijks een stedelijke activiteit. Tav vrijwillig jeugdwerk: deel van het aanbod TCCN Waalsprong Tav vrijwillig jeugdwerk: scouting Tav overig jeugdwerk: zie programma samenlevingsopbouw Hoofddoelstelling 2 Adequate hulpverlening voor jeugdigen met problemen, waarbij maximaal 15% van de jeugd zich probleemrijk vindt. MOP III Subsidiëring van Homestart en Vitalis, Ouder Kind centra, School en Hulp PO en VO en Uitbreiding Opvoedingsondersteuningsprojecten Waalsprong nog te programmeren indicator
(H1 en H2) % probleemarme jeugd 10-17 jr.
0-meting 2003
2007
85%
min. 85%
NB meetinstrument jeugdmonitor: 10-17 jaar
Doelrealisatie tot nu toe Op basis van de Jeugdmonitor 1999 beschouwde 83% van de Nijmeegse jeugd tussen 10-17 jaar zich als probleemarm en 17% als probleemrijk.
164
Stadsbegroting 2006-2009
Op basis van de Jeugdmonitor 2003 beschouwde 85% van de Nijmeegse jeugd tussen 10-17 jaar zich als probleemarm en 15% als probleemrijk. Dit betekent een verbetering van 2%, die echter niet als statistisch significante verbetering mag worden beschouwd. Volgens Raadsbesluit wordt deze Jeugdmonitor 1 x per 4 jaar uitgevoerd.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 Wij zorgen voor een basisaanbod voor vrijetijdsbesteding van de Nijmeegse jeugd. Vrijetijdsbesteding jeugd omvat het bieden van een algemeen vraaggeoriënteerd vrijetijdsaanbod, gericht op een brede ontwikkeling van Nijmeegse 3-23 jarigen via de producten vrijwillig jeugdwerk, TCCN en het stedelijk jeugdwerk. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 In het convenant met de provincie Gelderland hebben wij afspraken gemaakt over het lokaal preventief jeugdbeleid. Het preventief gemeentelijke jeugdbeleid vormt samen met het jeugdzorgbeleid van de Provincie een samenhangende zorgketen voor jeugdigen. Vroegsignalering en zo snel mogelijke behandeling van geconstateerde problemen bij jeugdigen zijn hierbij van groot belang om verergering van problemen en een beroep op geïndiceerde jeugdzorg te voorkomen. Meting verrichten wij als gemeente via de Nijmeegse Jeugdmonitor, aangevuld met de resultaten van E-MOVO, onderzoeksinstrument van de GGD.
Verwijzingen - Jeugdnota Allemaal tellen ze mee sept. 2001 - Convenant over de regionale aansluiting tussen het lokaal preventief jeugdbeleid van de gemeenten in de regio Nijmegen en het jeugdzorgbeleid van de provincie Gelderland (ondertekend 1 juli 2005) - MOP III en beleidsstukken Waalsprong
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Toepassing resultaten Jeugdmonitor 2004 en planning Jeugdmonitor 2008 Andere onderzoeken: - EMOVO 2008 - Jaarlijkse rapportage School en Hulp PO en VO
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Er was sprake van een tegenvaller van € 758.000,- vanwege een lagere GSO-bijdrage; dit is eenmalig opgevangen in 2005, vooruitlopend op de perspectiefnota 2006. Voor de jaren 2006 en 2007 wordt het via de perspectiefnota 2006 verwerkt in de gemeentebegroting.
Stadsbegroting 2006-2009
165
Er ligt nog een bezuinigingsopdracht van € 1,2 miljoen voor de periode 2006 t/m/ 2009 (jaarlijks € 300.000,-) die gevonden moet worden binnen de programma's onderwijs en jeugd. Dit onderwerp moet worden geagendeerd in de regiegroep onderwijs-jeugdbeleid. Hierover moeten uiterlijk medio 2006 bindende afspraken gemaakt zijn. De GSO-gelden stoppen vooralsnog in 2007. Voor 2008 en volgende jaren is hier weliswaar in de begroting rekening gehouden, maar levert voor continuïteit van het programma School en Hulp en betaling aan instellingen een probleem op. Indien geen vervolg op GSO komt, zal binnen bestaande middelen een oplossing gevonden moeten worden. Tevens is rekening gehouden met indexering materiele kosten. Zie hiervoor ook het programma onderwijs.
Investeringen Om de jeugdaccommodaties in stand te kunnen houden, worden jaarlijks jeugdaccommodaties onderhouden (groot onderhoud) en aangepast aan de (veiligheids- en milieu)eisen van deze tijd. Dit ter ondersteuning van de hoofddoelstellingen. Investering
2006
2007
2008
2009
Onderhoud en aanpassingen jeugdaccommodaties
26.693
26.693
26.693
26.693
Financiële gegevens Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
741.740
868.186
842.724
831.359
810.743
1PG-7220-002 - Risico- en probleemgericht jeugdbel.
1.619.178
1.648.228
1.447.270
1.326.449
1.326.265
Totaal lasten Programma
2.360.918
2.516.414
2.289.995
2.157.807
2.137.007
-7.000
-32.000
-32.000
-32.000
-32.000
-680.000
-780.000
-580.000
-460.000
-460.000
-687.000
-812.000
-612.000
-492.000
-492.000
1.673.918
1.704.414
1.677.995
1.665.807
1.645.007
Wat mag het kosten? Financiële lasten per Productgroep 1PG-7220-001 - Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid
Financiële baten per Productgroep 1PG-7220-001 - Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid 1PG-7220-002 - Risico- en probleemgericht jeugdbel.
Totaal baten Programma
166
Stadsbegroting 2006-2009
Kinderopvang Code
7230
Omschrijving Wij willen optimale ontwikkelingskansen creëren voor de Nijmeegse jeugd. Bij peuterspeelzaalwerk gaat het om bieden van een laagdrempelig aanbod voor kinderen van 2 tot 4 jaar op het gebied van spel, ontmoeting, ontwikkeling en signalering en verwijzing. Daarnaast zijn binnen het programma kinderopvang de `Naschoolse Activiteiten' bij de Open Wijk Scholen ondergebracht.
Recente ontwikkelingen Het programma kinderopvang bestaat sinds de invoering van de Wet Kinderopvang per 1 januari 2005 nog maar uit twee onderdelen: peuterspeelzaalwerk en naschoolse activiteiten. De activiteiten in het kader van de Wet Kinderopvang zijn ondergebracht binnen het programma Arbeidsmarktbeleid.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Met het peuterspeelzaalwerk beogen we een goed gespreid aanbod van verantwoorde peuterspeelzalen over de stad, om een optimale toegankelijkheid te bewerkstelligen. Met de Naschoolse Activiteiten beogen we extra ontwikkelingsmogelijkheden te bieden aan met name kwetsbare kinderen en kinderen die van huis uit weinig mogelijkheden hebben om deel te nemen aan sportclubs, kunstzinnige vorming etc.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Peuterspeelzaalwerk Met het peuterspeelzaalwerk willen wij de ontwikkelingskansen van alle 2- en 3- jarigen optimaliseren. Daarnaast willen wij met het peuterspeelzaalwerk een bijdrage leveren aan het voorkomen en beperken van ontwikkelingsachterstanden bij risicopeuters. Hoofddoelstelling 2 Laagdrempelig aanbod van Naschoolse Activiteiten op een zestal Open Wijk School locaties. Wij streven naar een bereik van 50 % van de leerlingen van de open wijk school, d.w.z. dat 50 % van de leerlingen 1 keer per week deelneemt.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 Voor het realiseren van het beoogde bereik kopen wij dagdelen regulier peuterspeelzaalwerk (1 leidster per 15 kinderen) en dagdelen intensief peuterspeelzaalwerk in (2 leidsters per 16 kinderen) Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 Wij kopen de Naschoolse activiteiten oftewel huiskamers in bij Tandem voor 6 Open Wijk Schoollocaties. Voorwaarden hierbij zijn: - Samenwerking met de partners in de Open Wijk School: school, sportbuurtwerk, Lindenberg, Speelgoed;
Stadsbegroting 2006-2009
167
- Ouders worden betrokken bij het begeleiden van activiteiten; - Per huiskamer worden per jaar minimaal vier themabijeenkomsten aan ouders aangeboden.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Evaluatie Naschoolse Activiteiten 2004 - Onderwijsmonitor (incl. kinderopvang/peuterspeelzaalwerk) 2004/2005
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Binnen het programma kinderopvang is er een totaal van € 986.698,00 aan BDU-uitkeringen: € 786.698,00 t.b.v. het peuterspeelzaalwerk en € 200.000,00 ten behoeve van de naschoolse activiteiten in de OWS. De bij de produktgroep 'gesubsidieerde kinderopvang' opgenomen lasten hebben voor een groot deel betrekking op beheerskosten mbt de bemiddeling CMK. Deze moeten komen te vervallen omdat dit product is komen te vervallen en inmiddels op € 0 is gesteld.
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
663.764
662.091
645.774
640.254
640.677
33.899
32.385
30.677
29.947
29.283
1PG-7230-003 - Peuterspeelzaalwerk
2.693.118
2.571.839
2.561.863
2.558.374
2.558.458
Totaal lasten Programma
3.390.781
3.266.315
3.238.314
3.228.575
3.228.418
1PG-7230-001 - Gesubsidieerde kinderopvang
-200.000
-200.000
-200.000
-200.000
-200.000
1PG-7230-003 - Peuterspeelzaalwerk
-786.698
-786.698
-786.698
-786.698
-786.698
-986.698
-986.698
-986.698
-986.698
-986.698
2.404.083
2.279.617
2.251.616
2.241.877
2.241.720
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-7230-001 - Gesubsidieerde kinderopvang 1PG-7230-002 - Infrastructuur kinderopvang
Financiële baten per Productgroep
Totaal baten Programma
168
Stadsbegroting 2006-2009
Openbare gezondheidszorg Code
7310
Omschrijving Openbare gezondheidszorg omvat activiteiten met een overwegend collectief karakter die bijdragen aan een gezonde Nijmeegse bevolking. Deze activiteiten zijn voor het grootste deel gebaseerd op de Wet collectieve preventie volksgezondheid. Voor de uitvoering daarvan worden een aantal voorzieningen in stand gehouden, waarvan de GGD de belangrijkste is. Ook het uitvoeren van een dierenwelzijnsbeleid draagt op onderdelen bij aan de bescherming van de gezondheid van de bevolking, onder andere door het verwijderen van dode dieren van de openbare weg en het opvangen van zwerfkatten- en honden en is daarom historisch opgenomen in programma openbare gezondheidszorg.
Recente ontwikkelingen We geven uitvoering aan het lokaal gezondheidsbeleid en daarnaast ligt de komende jaren de nadruk op de verbetering van de bedrijfsvoering van de GGD. Landelijk en lokaal is bestrijding overgewicht met name bij jonge kinderen een speerpunt. Onder andere middels het project Wikken en Bewegen, dat ook participeert in de BOS-projecten (zie programma sport).
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is dat de sociaal-economische gezondheidsverschillen worden verkleind. Onze ambitie is dat de Nijmeegse bevolking over 9 jaar (2015) voor gezondheid gelijk aan het landelijk gemiddelde scoort. In het uitvoeringsprogramma terugdringen sociaal economische gezondheidsverschillen wordt dit nader uitgewerkt.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Het terugdringen van sociaal-economische gezondheidsverschillen met een extra impuls in 2006 (Perspectiefnota) Hoofddoelstelling 2 Verdere ontwikkeling en stroomlijning van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Hoofddoelstelling 3 Het voorkomen van gezondheidsproblemen en (ontwikkelings)achterstanden. Speciale aandacht heeft het terugdringen van overgewicht. Hoofddoelstelling 4 Het verder versterken van onze regierol op het terrein van de gezondheidszorg Hoofddoelstelling 5 Uitvoering geven aan het in 2005 vastgestelde dierenwelzijnsbeleid. indicator H1 % inwoners dat zich goed voelt
Stadsbegroting 2006-2009
2003
2006
2007
75 %
geen geg 2006
76 %
169
H1 Voorlichting GGD H2 actieplan OGGZ
gg
actieplan klaar
H2 meldpunt OGGZ
193 meldingen
218 meldingen
H3 opsporen en bestrijden infectieziekten
250 meldingen
H3 opsporen aandoeningen kinderen
69.000 contacten
H3 bereik van 0-19 jarigen met overgewicht
-
6000
gg
klaar
in ontwikkeling
evaluatie
H4 Actieplan eerstelijnszorg H5 dierenwelzijnbeleid H5 wettelijke taken
950 dieren halen
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? De belangrijkste activiteiten binnen collectieve preventie zijn: - het vroegtijdig ontdekken van gezondheidsproblemen bij kinderen van 0-19 jaar. Hier zijn relaties met programma integraal jeugdbeleid via sluitende aanpak - het opsporen en bestrijden van infectieziekten - uitvoeren activiteiten in het kader van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg, waarbij de toeleiding naar zorg van zorgmijders een van de belangrijkste is De activiteiten, voor een groot deel uitgevoerd door de GGD Regio Nijmegen, zullen de komende jaren voor Nijmegen in volume toenemen als gevolg van de toename van het aantal inwoners, dat vooral is toe te schrijven aan de realisering van de Waalsprong. Als uitvoeringsorganisatie van de Gemeenschappelijke Regeling Gezondheidsregio Nijmegen, ontvangt de GGD Regio Nijmegen jaarlijks een financiële bijdrage op basis van een bedrag per inwoner. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 Uitvoering van de in 2005 vastgestelde werkwijze voor welke doelgroepen en over welke periode de gezondheidsverschillen verkleind moeten worden. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 1. Het actieplan OGGZ als onderdeel van het regionaal plan maatschappelijk zorg & OGGZ is door de Raad in 2006 vastgesteld. 2. De GGD voert de activiteiten uit t.b.v. het meldpunt OGGZ. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 a. Ook in 2006 worden analyses van kankerincidentiecijfers voor Nijmegen-West uitgevoerd en indien nodig een nader onderzoek als de analyses daar aanleiding toegeven. b. De GGD voert de onderstaande activiteiten uit: In het kader van de jeugdgezondheidszorg worden - activiteiten van het consultatiebureau uitgevoerd voor de 0-4 jarige zorg - projecten gecontinueerd die tot doel hebben randvoorwaarden te creëren voor een beter bereik en een betere signalering in de jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar - activiteiten in het kader van preventieve logopedie uitgevoerd voor 0-4-jarige kinderen zoals screenen van bepaalde groepen kinderen, nadere controle, verwijzing, begeleiding en informatieverstrekking.
170
Stadsbegroting 2006-2009
Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 In 2005 stellen wij het uitvoeringsprogramma van de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Nijmegen vast waarmee het actieplan eerstelijnszorg voor de de komende 15 jaar is ontworpen. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn primair verantwoordelijk voor de uitvoering van gezondheidszorg voorzieningen. Voor de realisering van de gezondheidscentra in de Waalsprong bewaken wij dat bij de ruimtelijke ontwikkeling rekening wordt gehouden met een locatie voor een gezondheidscentrum. De realisering is voorbehouden aan de zorgaanbieders. Via overleg met het eerstelijnsplatform Waalsprong volgen wij de ontwikkelingen en voeren daar waar nodig regie. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 5 - gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid is geëvalueerd aan de hand van de kadernotitie Dierenwelzijnsbeleid 2004 - De Dierenambulance Nijmegen haalt zwerf- en vermiste dieren van de openbare weg en draagt zorg voor de opvang van deze dieren (m.u.v. honden en katten) gedurende een periode van 14 dagen. De honden en katten worden gedurende een periode van 14 dagen opgevangen door het dierentehuis de Mere te Balgoij.
Verwijzingen - Nota Lokaal gezondheidsbeleid Nijmegen, 2004
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. exploitatie sociaal economische gezondheidsverschillen
2006
2007
2008
2009
30
30
30
30
Toelichting Financiën Een deel van de stijging van de kosten in de bijdrage aan de GGD is toe te schrijven aan de uitbreiding van de bevolking als gevolg van de realisatie van de Waalsprong. In het programmaplan DIW Waalsprong is hiermee financieel rekening gehouden. Ten opzichte van de begrotingscijfers 2005 heeft er een uitzetting plaatsgevonden van € 35.000 als gevolg van het wegvallen van een bijdrage van DWS in 2006. Dit verklaart het hogere nadelige saldo op dit programma.
Stadsbegroting 2006-2009
171
Financiële gegevens Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
4.130.696
4.165.413
4.164.144
4.163.055
4.162.811
104.298
104.369
104.288
104.215
104.177
4.234.994
4.269.782
4.268.432
4.267.270
4.266.988
1PG-7310-001 - Collectieve preventie
-1.455.787
-1.455.787
-1.455.787
-1.455.787
-1.455.787
Totaal baten Programma
-1.455.787
-1.455.787
-1.455.787
-1.455.787
-1.455.787
2.779.207
2.813.995
2.812.645
2.811.483
2.811.201
Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Financiële lasten per Productgroep 1PG-7310-001 - Collectieve preventie 1PG-7310-002 - Bescherming volksgezondheid
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
172
Stadsbegroting 2006-2009
Maatschappelijke zorg en dienstverlening Code
7320
Omschrijving Het faciliteren van een vangnet voor mensen die door omstandigheden zich (tijdelijk) niet meer op eigen kracht kunnen redden, geen dak boven hun hoofd hebben of dit dreigen te verliezen. Dit vangnet omvat een aanbod van (tijdelijke) ondersteuning en/of dienstverlening aan sociaal en/of psychisch kwetsbaren in de samenleving. Wij richten onze inzet op verbetering van zelfredzaamheid van mensen, opdat zij zo veel mogelijk (weer) maatschappelijk en zelfstandig kunnen functioneren. Onder dit programma vallen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, verslavingszorg, algemeen maatschappelijk werk en maatschappelijke en sociaal-juridische dienstverlening. Tot de doelgroepen behoren dak- en thuislozen, vrouwen in een (dreigende) geweldsituatie, personen in crisis, verslaafden, slachtoffers van verkeers- en geweldsdelicten, mensen met sociaal-maatschappelijke en sociaal-juridische problemen. Het aanbod bestaat uit preventieactiviteiten, begeleiding, opvangmogelijkheden en hersteltrajecten.
Recente ontwikkelingen Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) Waarschijnlijk treedt op 1 juli 2006 de Wet op de maatschappelijke ondersteuning (WMO) in werking. Naast de Wet Voorzieningen Gehandicapten wordt de Welzijnswet (nu nog de basis voor onze activiteiten in de maatschappelijke zorg en dienstverlening) dan ingetrokken. Deze ingrijpende wetswijziging raakt vrijwel ons hele sociale beleid. Welzijns- en zorgbeleid worden in de WMO meer dan nu met elkaar in verband gebracht, met als doel de participatie en het zelfstandig functioneren van alle burgers te bevorderen. Er ontstaat één financieringsstroom die kan dwingen tot keuzes. Wij zijn verplicht een vierjarig WMO-beleidsplan op te stellen. Dit leggen wij in 2006 aan de Raad voor. Onze activiteiten op het gebied van maatschappelijke zorg en dienstverlening komen volledig onder de WMO te vallen. Maatschappelijke zorg 2006 is het tweede loopjaar van de arrangementen die we met De Grift, Arcuris, Passade en Hera zijn overeengekomen. De bezuinigingstaakstellingen die met name voor De Grift en Arcuris grote gevolgen hebben, worden verder geïmplementeerd. Daarbij voeren we het raadsamendement uit: we buigen € 300.000 minder om zoals door uw Raad geamendeerd. We volgen hierbij de inhoudelijke uitgangspunten uit MOP III. We gaan uit van de keten preventie-signalering-opvangbegeleiding-nazorg. Onze verantwoordelijkheid ligt met name aan het begin en het eind van de keten. Langdurige opvang en zorg vallen onder de AWBZ. We spannen ons dan ook samen met de instellingen in om, waar wij deze onderdelen nog financieren, ze over te hevelen naar de AWBZ. Ons College wil de ketens in de maatschappelijke zorg sluitend maken. De Provincie wil ons hierbij ondersteunen. We bevorderen en faciliteren de samenwerking tussen de diverse aanbieders van zorg en de corporaties. Ook werken we aan een goed lopende keten van zorg en veiligheid voor de buitenslapers, veelplegers en een groep stelselmatige overlastveroorzakers. In 2006 loopt het project Sluitende aanpak dak- en thuisloze jongeren door, eveneens met het doel om de keten van zorg en begeleiding van zwerfjongeren sluitend te maken. Maatschappelijke dienstverlening Per 1 januari 2005 is de Wet op de Jeugdzorg van kracht geworden. Eén van de gevolgen van deze wet is, dat hulp en ondersteuning bieden aan ouders, kinderen en jongeren op het gebied van opvoeden en opgroeien, niet meer wordt uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg, maar door instellingen als de GGD en AMW (in onze regio: NIM). Zie hiervoor ook het programma Integraal Jeugdbeleid.
Stadsbegroting 2006-2009
173
Voor het AMW is deze hulp aan ouders, kinderen en jongeren niet nieuw en we verwachten dat de hulpvraag op dit gebied bij het AMW zal toenemen. Wij hebben in mei 2005 bij het Rijk (VWS) en bij de provincie Gelderland subsidie aangevraagd in het kader van de Impulsmiddelen opvoedingsondersteuning ten behoeve van projecten in 2005, 2006 en 2007 gericht op lichtambulante hulp van de NIM en opvoedingsondersteuning. Slachtofferhulp: Met de mogelijkheid van het indienen van een schriftelijke slachtofferverklaring (SSV) is de positie van het slachtoffer in het strafproces versterkt. Slachtofferhulp stelt samen met het slachtoffer deze SSV's op. Slachtoffers maken hier in toenemende mate gebruik van. Slachtofferhulp gaat als gevolg van deze taakverzwaring in overleg met gemeente Nijmegen en de regiogemeenten om de bijdrage per inwoner te verhogen. In december 2004 heeft de Raad € 111.000 structureel vanaf 2006 beschikbaargesteld t.b.v. het oplossen van diverse knelpunten binnen het programma maatschappelijke zorg.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is de versterking van de maatschappelijke ondersteuning en zorg in Nijmegen. We willen de cumulatie van problemen, zoals die voorkomt bij de genoemde doelgroepen, binnen dit programma aanpakken, beheersbaar houden en waar mogelijk terugdringen.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Ons doel is verslaving aan alcohol, drugs en gokken onder onze inwoners te voorkómen. Hoofddoelstelling 2 Conform onze afspraken met Rijk en Provincie in MOP III spannen we ons in om de door- en uitstroom in de maatschappelijke opvang te verhogen (MOP III, afspraak 10); Hoofddoelstelling 3 We streven naar een verbetering van de leefsituatie van dakloze harddrugsverslaafden en vermindering van overlast door deze doelgroep. We gebruiken als indicator voor deze hoofddoelstelling het percentage dakloze harddrugsverslaafden dat recidiveert in overlastpleging. Begin 2006 start een casusoverleg rond deze doelgroep. Hiermee kan bijgehouden worden hoe hoog de recidive is. Hoofddoelstelling 4 We willen de zelfredzaamheid versterken en het probleemoplossend vermogen van mensen verhogen, waarbij we hen in staat stellen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te blijven functioneren. We willen de materiële en immateriële schade van slachtoffers van delicten en verkeersongevallen verhalen of beperken. Hoofddoelstelling 5 We willen hulp bieden aan de inwoners van Nijmegen bij problemen met en vragen over sociaaljuridische regelgeving. Daarbij wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk voorkomen of verminderen, en het oplossen van problemen op dit terrein. De voornaamste doelgroep vormt de groep inwoners met een laag inkomen en een lage opleiding. Daarbij beogen we, waar mogelijk, tijdrovende en kostbare juridische procedures te voorkomen.
174
Stadsbegroting 2006-2009
MOP III Gedeeltelijk overlappend met de bovenstaande hoofddoelstellingen zijn de prestatieafspraken die we in MOP III met Rijk en Provincie hebben gemaakt. Deze afspraken zijn gericht op het vergroten van de doorstroom in de maatschappelijke opvang, het jaarlijks aantal (afgesloten) behandelingen in de ambulante verslavingszorg en het in stand houden van capaciteit in de vrouwenopvang. Deze prestatieafspraken worden op productniveau verder uitgewerkt. Waalsprong Wordt voor maatschappelijke dienstverlening nog verder uitgewerkt op basis van programmaplan en voorzieningenplan Waalsprong. Jeugdmonitor Bij de onderstaande indicatoren voor H1 wordt gebruik gemaakt van de jeugdmonitor 2003. Deze verschijnt opnieuw in 2008. Onder ernstig alcoholgebruik verstaan we "meer dan 20 glazen alcohol per week". Beschikbare indicatoren voor ernstig druggebruik zijn: "heeft in de afgelopen vier weken XTC gebruikt" en "heeft in de afgelopen vier weken cocaïne gebruikt". Voor de verblijfsduur in de 24-uurs woonvoorziening en het % recidiverende overlastplegende harddrugsverslaafden kunnen we nog geen streefcijfers geven. Voor het eerste is overleg met de betrokken instelling nodig, voor het tweede moet het streefcijfer in overleg met de partners bepaald worden.
Indicatoren
2003 0meting
2004 0meting
2006
2007
2008
Ernstig alcoholgebruik onder 12-17 jarigen (H1)
1,5%
1,5%
Heeft in de afgelopen vier weken XTC gebruikt (H1)
0,1%
0,1%
Heeft in de afgelopen vier weken cocaïne gebruikt (H1)
0,5%
0,5%
2009
Verblijfsduur in de crisisopvang (H2)
85 dagen
84 dagen
83 dagen
81 dagen
79 dagen
Verblijfsduur in begeleid wonen (H2)
6 maanden tot 3 jaar
max. 32 maanden
max. 28 maanden
max. 24 maanden
max. 18 maanden
6 weken
6 weken
5 weken
4 weken
3 weken
1 week
1 week
1 week
1 week
1 week
- slachtofferhulp
geen wachttijd
geen wachttijd
geen wachttijd
geen wachttijd
geen wachttijd
- hulpdienst
geen wachttijd
geen wachttijd
geen wachttijd
geen wachttijd
geen wachttijd
Verblijfsduur 24-uurs woonvoorziening (H2)
>6 maanden
% recidiverende overlastplegende harddrugsverslaafden
Niet bekend
Wachttijden (H4) - AMW - R'75
Stadsbegroting 2006-2009
175
Doelrealisatie tot nu toe Bij de onderstaande indicatoren voor H1 wordt gebruik gemaakt van de jeugdmonitor 2003. Deze verschijnt opnieuw in 2008. Onder ernstig alcoholgebruik verstaan we "meer dan 20 glazen alcohol per week". Beschikbare indicatoren voor ernstig druggebruik zijn: "heeft in de afgelopen vier weken XTC gebruikt" en "heeft in de afgelopen vier weken cocaïne gebruikt". Indicatoren
2003
Ernstig alcoholgebruik onder 12-17 jarigen (H1)
1,5%
Heeft in de afgelopen vier weken XTC gebruikt (H1)
0,1%
Heeft in de afgelopen vier weken cocaïne gebruikt (H1)
0,5%
2004
Verblijfsduur in de crisisopvang (H2)
85 dagen
Verblijfsduur in begeleid wonen (H2)
6 maanden tot 3
Verblijfsduur 24-uurs woonvoorziening (H2) Percentage harddrugsverslaafden dat recidiveert in overlastpleging
6 maanden niet bekend
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 Wij kopen een goed afgewogen preventieprogramma in bij De Grift. Naast jongeren, ouders en opvoeders zijn de activiteiten gericht op uitgaanspubliek, coffeeshopbezoekers en (jeugd)hulpverlening. In 2006 loopt de derde editie van de Tendensmonitor door (gestart in 2005). Deze monitor brengt trends in middelengebruik onder jongeren in beeld. Dit is een belangrijke bron van informatie voor de samenstelling van het preventieprogramma. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 Het stroomlijnen van de keten in de maatschappelijke zorg: preventie-signalering-opvangbegeleiding-nazorg. Goede samenwerking van de ketenpartners kan voorkomen dat mensen in de maatschappelijke opvang terecht komen, maar kan ook de door- en uitstroom versnellen. Sluitende aanpak dak- en thuisloze jongeren In de periode juni 2005-juni 2007 zetten wij een projectleider Sluitende aanpak dak- en thuisloze jongeren in. Het project moet de volgende producten opleveren: - een gemeentelijke visie op de aanpak van de problematiek; - een intentieverklaring en één of meerdere samenwerkingsovereenkomsten tussen de betrokken organisaties; - de betrokken organisaties nemen actief deel aan netwerken; - de opvangvoorzieningen voor 16 tot 23 jarigen zijn verbeterd; - de informatievoorziening voor de doelgroep is verbeterd; - de doelgroep wordt periodiek in beeld gebracht voor wat betreft de omvang, de samenstelling en de problematiek. Arrangementen Wij maken prestatieafspraken met de instellingen voor maatschappelijke zorg in onderlinge samenhang. Zo stemmen we de activiteiten op elkaar af en sturen we op samenwerking in het veld.
176
Stadsbegroting 2006-2009
Aan de subsidieverlening worden prestatie-afspraken gekoppeld die gericht zijn op het verkorten van het verblijf in de opvang. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3 Het Multifunctioneel Centrum is gericht op het verbeteren van de leefsituatie van dakloze harddrugsverslaafden. Het is ook een belangrijke voorziening om de overlast veroorzaakt door deze doelgroep, te verminderen. In 2006 starten we met een casusoverleg van De Grift (afdeling reclassering), GGZ, OM, politie en gemeente. Doel is om een groep stelselmatige overlastplegers door middel van drang- en dwangtrajecten te begeleiden naar een stabieler bestaan. Hiervoor is een nauwkeurige afstemming van justitiële maatregelen en zorgverlening vereist. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 (exclusief Waalsprong) De NIM faciliteren om - 1785 dossiers Algemeen Maatschappelijk werk af te handelen. - 62 dossiers R75 begeleiding randgroepjongeren af te handelen. - 3.774 uur te besteden aan directe cliëntoverstijgende werkzaamheden die betrekking hebben op genoemde dossiers. De NIM faciliteren voor de coördinatie van het Begeleide Omgangsregeling project (20 omgangsregelingen), medefinanciering van het Maatjesproject (12 koppelingen) en ‘Mate for you' (20 kinderen), faciliteren voor de huisvesting van het Buddyproject; buddyzorg voor cliënten met een chronische of levensbedreigende ziekte (30 cliënten) en faciliteren voor de uitvoering van licht ambulante hulp en opvoedingsondersteuning (140 trajecten). Faciliteren van slachtofferhulp en vrijwillige hulpdiensten. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 5 Sociaal-juridische dienstverlening wordt enerzijds aangeboden door de medewerkers van het Bureau Sociaal Raadslieden, anderzijds door diverse Rechtswinkels. De medewerkers van het Bureau Sociaal Raadslieden zijn professionele krachten, in de Rechtswinkels wordt door vrijwilligers (rechtenstudenten) hulp geboden. Naast het bieden van rechtstreekse hulp op alle terreinen van de sociale wetgeving hebben de medewerkers van het Bureau Sociaal Raadslieden ook een signalerende functie naar de uitkeringsverstrekkende instantie, als het gaat om onvolkomenheden in de regelgeving en fouten in de uitvoering. indicatoren Intentieverklaring sluitende aanpak dak- en thuisloze jongeren ( Casusoverleg overlastveroorzakers actief
2006
2007
2008
2009
n.v.t.
ja
n.v.t.
n.v.t.
ja
ja
ja
ja
Verwijzingen - Arrangementen 2005-2009, als basis voor de prestatieafspraken en de realisatie van de bezuinigingen bij De Grift, Arcuris, Passade en Hera.
Stadsbegroting 2006-2009
177
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Om outcome-gegevens te kunnen ontwikkelen is in het programma van Onderzoek en Statistiek voor 2005 een onderzoek naar de tevredenheid van cliënten en verwijzers, (o.a. huisartsen en de Jeugdzorg) van de NIM opgenomen; start van dit onderzoek 4e kwartaal van 2005. - Er zal een twee-meting plaatsvinden, om wederom de leefbaarheid rondom het MFC te meten.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad onderstaande budgetwijziging vastgesteld. exploitatie subsidie stichting de Verwondering
2006
2007
2008
2009
10
10
10
10
Toelichting Financiën In dit programma gaat een aanzienlijk bedrag aan financiering uit MOP III om. In 2005 was dit € 5.991.137 aan GSB-middelen en € 740.000 aan GSO-middelen. In 2006 moet wederom een grote bezuiniging, voortvloeiend uit MOP III, worden gerealiseerd. Dit jaar wordt met name Arcuris hierdoor getroffen. Ten opzichte van 2005 is voor deze instelling in 2006 € 482.721 minder beschikbaar. In 2006 moet naast de bezuiniging van € 100.000 op de NIM eveneens een bezuiniging van € 66.000 binnen de portefeuille onderwijs, zorg en grote stedenbeleid worden gerealiseerd.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-7320-001 - Maatschappelijke zorg
11.423.475
10.656.503
10.651.967
10.104.284
10.105.269
1PG-7320-002 - Maatschappelijke dienstverlening
48.893
48.937
48.917
48.900
48.897
565.636
578.482
572.435
567.251
566.087
12.038.005
11.283.921
11.273.319
10.720.435
10.720.253
-6.678.446
-6.254.016
-6.254.016
-5.710.141
-5.710.141
-6.678.446
-6.254.016
-6.254.016
-5.710.141
-5.710.141
5.359.559
5.029.905
5.019.303
5.010.294
5.010.112
1PG-7320-003 - Sociaal juridische dienstverlening
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-7320-001 - Maatschappelijke zorg
Totaal baten Programma
178
Stadsbegroting 2006-2009
Ouderen en mensen met functiebeperking Code
7330
Omschrijving Het gemeentelijk beleid is er op gericht om ouderen en mensen met een functiebeperking in staat te stellen zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, hun maatschappelijke participatie te bevorderen en sociaal isolement te voorkomen. We willen dit bereiken door maatregelen op de terreinen wonen, zorg en dienstverlening/welzijn. Daarbij gaan we uit van het concept woonservicegebieden. Dit zijn levensloopbestendige wijken die we willen realiseren in nauwe samenwerking woningcorporaties, zorgaanbieders, welzijnsinstellingen en cliëntgroeperingen. Zorg en dienstverlening/welzijn worden beleidsmatig aangestuurd vanuit de directie Inwoners, voor het wonen is de directie Grondgebied verantwoordelijk. Een directe gemeentelijke taak op de terreinen zorg en wonen is de verstrekking van voorzieningen (woningaanpassingen, vervoersvoorzieningen, rolstoelen) op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten. Het welzijnswerk ouderen is gericht op de zelfredzaamheid en participatie van deze doelgroep. Voorts bestaat er nog een aanbod aan georganiseerde vrijetijdsbesteding voor gehandicapten en zijn er hobbywerkplaatsen met technisch recreatieve activiteiten voor niet-werkenden. Vanuit de BDU-middelen (GSB) wordt € 75.000,- ingezet voor het uitvoeren van 'welzijnsbezoeken' in het kader van het ouderenbeleid.
Recente ontwikkelingen Met de invoering van de Wmo naar verwachting per 1 juli 2006, zullen alle thema's binnen dit programma onder deze wet komen te vallen. Dat betekent onder meer dat de Wet voorzieningen gehandicapten wordt ingetrokken en aan de Raad nieuwe voorstellen zullen worden voorgelegd ten aanzien van voorzieningen voor mensen met een functiebeperking om uitvoering te geven aan de Wmo. De uitvoering van bovengenoemde welzijnsbezoeken wordt gefinancierd met BDU-middelen en uitgevoerd conform het contract dat in dit verband met het Rijk gesloten in vervolg op de vaststelling door de Raad van plan MOP 3 in 2004. In mei 2005 is het Programmaplan Waalsprong door de Raad vastgesteld en daarmee zijn de inhoudelijke en financiële kaders bepaald voor de activiteiten binnen dit programma in het Waalspronggebied.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Ouderen en mensen met functiebeperkingen stellen wij in staat: - zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in de eigen woning en woonomgeving, voor zover zij dat wensen; - te participeren in de samenleving; gebruik makend van algemene voorzieningen waar mogelijk en van specifieke voorzieningen waar dat nodig of gewenst is.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Hoofddoelstelling 1 Wij voeren de Wet voorzieningen gehandicapten op efficiënte en effectieve wijze uit. Wij dragen zorg voor het verlenen van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen aan inwoners met een functiebeperking ten behoeve van hun deelneming aan het maatschappelijk verkeer. Hoofddoelstelling 2 Wij stellen ouderen in staat zo lang mogelijk de regie over het eigen leven te behouden door het bieden van directe en indirecte steun. Directe steun bestaat uit het leveren van concrete diensten, informatie en ondersteuning en begeleiding; indirecte steun uit hulp bij sociale netwerken.
Stadsbegroting 2006-2009
179
Hoofddoelstelling 3 In samenwerking met diverse partijen (DGG, DWS, woningcorporaties, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties) richten wij ons op de realisatie van levensloopbestendige wijken in heel Nijmegen in 2015. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: 1. zorgbehoevende mensen, mensen met functiebeperkingen blijven wonen in hun wijk als ze dat willen met de benodigde zorg en dienstverlening; 2. bevorderen van behoud van zelfstandigheid en privacy, zorgdragen voor een barrièrevrije en sociaal veilige woonomgeving; 3. voor mensen die niet (meer) de regie over het eigen leven kunnen voeren, bestaat - naast het huidige intramurale aanbod - een aanbod aan vormen van kleinschalige woonvormen met zorg (dementerende ouderen, verstandelijk gehandicapten); clusterwoningen Resultaten op dit terrein worden vermeld in het programma Wonen waar het gaat om wonen en woonomgeving. Hoofddoelstelling 4 Wij voorzien in een aanbod gericht op maatschappelijke participatie en sociale activering van niet-werkenden en gehandicapten. indicatoren
0-meting 2004
2006
2007
8 weken
idem
idem
(H1) % toegekende bezwaarschriften
30%
idem
(H1) % gegronde klachten
30%
idem
12.000 contacten
idem
(H1) Doorlooptijd/afh. Wvg
(H2) Informatiecentrum (H2) Ondersteuning/begeleiding
1300 cliënten
(H3) Welzijnsbezoeken (BDU) (H3) Ontwikkeling woonservicegebieden
idem
682
1500
voortgang in 10 wijken/Stadsd.
idem
idem
1375 cursisten
idem
idem
(H4) Hobbywerkplaatsen
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 1 Wij zorgen er voor dat beheer van de Wvg op orde is. Dat houdt in en dat er geen achterstanden zijn bij de afhandeling aanvragen en de onder handen werkvoorraad ±300 werkprocessen omvat. Voorts boeken we oude verplichtingen af en verstrekken we zoveel mogelijk de Wvg-middelen die in depot staan. We bieden het persoonsgebonden budget aan als mogelijkheid bij rolstoelen en scootmobielen. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 2 Wij bieden informatie en advies vanuit een informatiecentrum. Ouderenadviseurs zorgen voor ondersteuning/begeleiding. Het aanbieden van cursussen en activiteiten draagt eraan bij dat mensen hun sociale netwerk in stand houden. De zelfstandigheid van ouderen wordt bevorderd door het aanbieden van alarmering en maaltijden. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 3
180
Stadsbegroting 2006-2009
Wij werken samen met diverse partijen aan het ontwikkelen van woonservicegebieden in 10 wijken/stadsdelen. Activiteiten t.b.v. Hoofddoelstelling 4 Wij bieden recreatieve en educatieve activiteiten aan ten behoeve van de doelgroep (arbeids)gehandicapten en niet-werkenden.
indicatoren (H1) Beheersing werkvoorraad
2006
2007
2008
2009
300 werkproces.
idem
idem
idem
75%
80 %
90 %
90 %
1950 openingsuren
idem
9000 uren
idem
7750 cursusuren
idem
1500 bezoeken
idem
voortgangsmeldingen
idem
60.500
idem
(H1) Telefonische bereikbaarheid (H2) Informatiecentrum (H2) Ouderenadviseurs (H2) Cursussen (H2) Welzijnsbezoeken (BDU) (H3) Aantoonbare ontwikkelingen te melden in 10 wijken/stadsdelen (H4) Tot. aantal bezoekbewegingen aan hobbywerkplaatsen
Verwijzingen - Strategisch kader Wmo - Evaluatie declaratiesysteem vervoerskostenregeling WVG - Indicatiestelling WVG herzien
Onderzoeken ouderenonderzoek m.b.t. gezondheid vanuit GGD Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Evaluatie WVG-vervoerskosten - Klantenonderzoek WVG
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld. Wij stellen uw Raad voor om bij deze begroting vanaf 2006 de lasten voor dit programma te verlagen wegens onderuitputting van de WVG: € 900.000 in 2006, € 1,1 miljoen in 2007 en vervolgens vanaf 2008 € 1,3 miljoen structureel.
Toelichting Financiën De totale lasten op het programma Ouderen en mensen met een functiebeperking bedragen in 2006 ± € 13,4 mln. De afname t.o.v. 2005 (€ 15,0 mln.) is toe te schrijven aan de overgang van de indicatiestelling AWBZ van het RIO naar CIZ. Deze overgang heeft weliswaar plaatsgevonden per 1-1-2005. In de begroting 2005 was hiermee nog geen rekening gehouden.
Stadsbegroting 2006-2009
181
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-7330-001 - Integrale indicatiestelling
2.600.446
1.039.278
1.034.017
1.032.237
1.032.373
1PG-7330-002 - Gehandicaptenbeleid
11.255.036
11.223.128
11.143.141
11.115.240
11.116.034
1PG-7330-003 - Ouderenbeleid
1.763.311
1.718.094
1.717.249
1.716.523
1.716.361
15.618.793
13.980.501
13.894.406
13.864.001
13.864.768
1PG-7330-002 - Gehandicaptenbeleid
-395.605
-395.605
-395.605
-395.605
-395.605
1PG-7330-003 - Ouderenbeleid
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
-75.000
Totaal baten Programma
-470.605
-470.605
-470.605
-470.605
-470.605
15.148.188
13.509.896
13.423.801
13.393.396
13.394.163
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
182
Stadsbegroting 2006-2009
Grotestedenbeleid Code
7410
Omschrijving Het programma Grotestedenbeleid stuurt op realisatie van de met het Rijk en de Provincie gemaakte afspraken over de te bereiken maatschappelijke effecten in onze stad. Deze afspraken liggen vast in het derde meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP-III) dat de periode 2005 tot en met 2009 bestrijkt.
Recente ontwikkelingen Landelijk is op het terrein van de volwasseneneducatie sprake van ontwikkelingen die mogelijk kunnen nopen tot een aanpassing van ons MOP. Daarover is in de herfst van 2005 definitieve duidelijkheid. Voor het overige verloopt de uitvoering van de doelen uit MOP III volgens planning.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is het versterken van de sociale, fysieke en economische structuur van de stad. De mate waarin en de manier waarop wij dat doen zijn vastgelegd in afspraken met het Rijk. In het MOP-II zijn 42 concrete doelen vastgelegd, waar mogelijk voorzien van meetbare doelstellingen. Ook de wijze van voortgangsmeting is vastgelegd en tevens met de stadsaccountant besproken. De doelen richten zich onder meer op ontwikkelingsproblemen van jeugdigen, kwetsbare groepen die extra zorg behoeven, leefbaarheids- en veiligheidsproblemen in de wijken, innovatie en Koers West. Plannen en projecten worden opgesteld en uitgevoerd samen met partners in de stad, waarvan wij met name de bewonersorganisaties noemen. In maart/april 2005 zijn de afspraken met het Rijk en de Provincie over te bereiken maatschappelijke effecten formeel vastgelegd. In MOP-III hebben wij doelen en ambities geformuleerd in 17 raadsprogramma's. Doelen die voor een deel door Rijk en Provincie werden voorgeschreven om in aanmerking te komen voor nieuwe externe financiering en aangevuld met stadsspecifieke doelstellingen. In MOP III is onze keuze van de doelstellingen op elk van de drie domeinen die onderscheiden worden onderbouwd met sturende visies. Sociaal domein - een zo vroeg mogelijke aanpak van ontwikkelingsachterstanden van kinderen en jongeren; - het sluitend maken van voorzieningenketens. Het accent komt hierdoor te liggen op maatregelen die op elkaar aansluiten en die als uitgangspunt hebben het voorkomen of verminderen van maatschappelijke problemen rondom onderwijsachterstanden en voortijdig schoolverlaten, criminaliteit, verslaving, daklozen, inburgering in integratie van allochtonen. De financiële beperkingen dwingen daarbinnen tot scherpe keuzen. Daarom wordt minder prioriteit gegeven aan activiteiten die geen onderdeel vormen van de ketens en aan activiteiten die achteraan in de keten zitten (bijv. volwasseneducatie). Voor het subdomein veiligheid is aangesloten bij de kadernotitie voor het toekomstige veiligheidsbeleid die de Raad heeft vastgesteld: - een goed evenwicht tussen preventie en repressie; - de buurt is het vertrekpunt; - gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Fysiek domein Hier spelen 3 samenhangende thema's een hoofdrol, thema's die al genoemd worden in het Beleidskader Stedelijke Vernieuwing, zoals dat in april 2003 door de Raad werd vastgesteld: - de verbetering van de kwaliteit van de stedelijke leefomgeving;
Stadsbegroting 2006-2009
183
- de betaalbaarheid van het wonen; - de versterking van de stedelijke identiteit. Het accent komt dan allereerst te liggen op maatregelen die erop gericht zijn om de woningproductie in het algemeen en voor bepaalde doelgroepen in het bijzonder te verhogen en de doorstroming weer op gang te brengen. Vervolgens gaat het om maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de openbare ruimte in wijken onder het stedelijk gemiddelde scoren, op het verbeteren van het binnenstedelijk groen, op de zorg voor het cultureel erfgoed en op de aanpak van ernstige bodemverontreiniging. Economisch domein Behoud en groei van structurele werkgelegenheid zijn altijd centrale thema’s in het economisch beleid. Speerpunten zijn het realiseren van voldoende, duurzame bedrijfslocaties en het versterken van het innovatief vermogen van bedrijven, waarvoor we in de MOP-III-periode bedrijventerreinen gaan aanpakken en kenniseconomie willen versterken. Ook verbetering van het vestigingsklimaat en van de bereikbaarheid komen in de plannen aan bod.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) De hoofddoelstellingen worden beschreven in de 17 programma's waarin de afgesproken doelen neerslaan.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Om onze doelstellingen te realiseren zijn de belangrijkste activiteiten in 2006: - Voortgangsbewaking Om de voortgang te volgen wordt bij MOP-III gebruik gemaakt van outputindicatoren. Voortdurend wordt de actuele waarde op die indicatoren afgezet tegen de beginwaarde en tegen de beoogde eindwaarde. In overzichten per domein (sociaal, fysiek, economie) die jaarlijks worden opgesteld in het kader van de begroting en de rekening wordt deze voortgang nader beschreven. Uiteraard wordt de voortgang ook per programma aangegeven, evenals de nulsituaties en de beoogde eindwaarden in 2009. Met de stadsaccountant worden afspraken gemaakt zodat met het goedkeuren van de gemeentelijke jaarrekening tevens goedkeuring wordt gegeven op de gerealiseerde GSB/GSO-doelen. - Verantwoording Voor de Provincie wordt jaarlijks verantwoording uitgebracht over de gerealiseerde voortgang. Voor het Rijk wordt eerst medio 2007 een zogenaamde midterm-review uitgebracht. Voor de Raad gebeurt dat in het kader van de BBI-cyclus. - Minder bureaucratie, meer resultaten. Er wordt naar gestreefd de communicatie over behaalde resultaten te intensiveren. - Werven van aanvullende geldstromen. Het werven van aanvullende geldstromen, cofinancieringen ook, is onder MOP III primair een verantwoordelijkheid van verantwoordelijken binnen de betreffende programma’s. - Interactiviteit. Ook het realiseren van het interactieve karakter van het GSB is primair een verantwoordelijkheid vanuit de programma’s. GSB-procescoördinatie zorgt voor periodiek overleg met de betrokken bewonersorganisaties uit de wijken. - Belangenbehartiging en visieontwikkeling. Via deelname aan de G27 en de G8 wordt gewerkt aan belangenbehartiging. Via deze gremia wordt ook meegewerkt aan het formuleren van een visie op de toekomst van het GSB- en het GSObeleid.
184
Stadsbegroting 2006-2009
Verwijzingen - Sterke wijken, Sociale stad; Meerjarig Ontwikkelingsprogramma GSB/GSO 2005 - 2009 - MOP III overzicht bij voorliggende stadsbegroting 2006 - 2009
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Monitoring GSB ontwikkelingsprogramma - Bijdrage landelijke statistische monitor GSB
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën Lasten en baten zijn in de betreffende programma's opgenomen. In dit programma zijn alleen de kosten van procescoördinatie GSB en ISV opgenomen, het knelpunten budget ISV en de ISVbijdrage voor de wijkaanpak. De productgroep sturing speerpunten is met het vaststellen van MOP III in november 2004 komen te vervallen. Het saldo op dit programma in 2006 is rond € 623.000 lager dan het saldo 2005. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kapitaallasten als gevolg van een gewijzigde systematiek en overdracht van het kapitaallastenbudget open wijk scholen naar een ander programma.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
2.078.269
1.455.556
1.439.754
1.423.799
1.408.026
0
0
0
0
0
2.078.269
1.455.556
1.439.754
1.423.799
1.408.026
-597.900
-597.900
-597.900
-597.900
-597.900
1PG-7410-002 - Sturing Speerpunten
0
0
0
0
0
Totaal baten Programma
-597.900
-597.900
-597.900
-597.900
-597.900
1.480.369
857.656
841.854
825.899
810.126
Financiële lasten per Productgroep 1PG-7410-001 - MOP 1PG-7410-002 - Sturing Speerpunten
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-7410-001 - MOP
Stadsbegroting 2006-2009
185
186
Stadsbegroting 2006-2009
1.7
Financiën, Organisatie, Stadsbedrijven Portefeuillehouder: wethouder P. Lucassen Verbetering van de BBI-producten en stroomlijning van de processen om die te maken blijven ook in 2006 hoog op de agenda. Nu we de invoering van het nieuwe financiële systeem achter ons kunnen laten, verwachten wij de vruchten te kunnen plukken van de nieuwe mogelijkheden die dat systeem ons biedt. Om aan de eisen van rechtmatigheid te kunnen voldoen gaan we verder met het uitwerken van procesbeschrijvingen en de bijbehorende interne controle. De uitvoering van het controlprogramma 2006 gebeurt op basis van de inmiddels vastgelegde controlvisie. De bezuinigingen, vastgelegd in mei 2005, zullen we in 2006 onverkort doorvoeren, omdat onze financiële positie het niet toelaat dat wij daarop toeleggen. In 2006 komt de Stads- en wijkmonitor 2005 uit. Dat biedt de mogelijkheid om doelen in de programma’s van deze Stadsbegroting met nieuwe cijfers te onderbouwen. Het programma Interne producten Stadsbedrijven heffen we op in 2006, als uw Raad daartoe besluit op het nog voor te leggen voorstel. De invoering van een gemeentebreed systeem voor het beheer van digitale archieven zal grote gevolgen hebben voor het functioneren van de gehele gemeentelijke organisatie en voor het Regionaal Archief Nijmegen in het bijzonder. In overheidsland is Nijmegen koploper op dit terrein. Ons College verwacht de verkoop van Novio aan HTM voor eind 2005 af te kunnen ronden. Onze inzet is nog steeds een goed werkgelegenheidsperspectief voor de betrokken werknemers. De verwachte verkoopopbrengst willen we, na aftrek van verkoopkosten, gebruiken om onze financiële reservepositie verder te versterken en voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan wegen, straten en pleinen. Verder willen we in 2006 fors investeringen in de brandveiligheidvoorzieningen van onze gemeentelijke gebouwen voor het behouden of verkrijgen van een gebruiksvergunning.
1.7.1 Overzicht algemene dekkingsmiddelen In aansluiting op de hiervoor opgenomen informatie over de baten en lasten van de beleidsprogramma’s geven wij in dit onderdeel inzicht in de algemene dekkingsmiddelen die hiervoor worden ingezet. Met algemene dekkingsmiddelen worden inkomsten bedoeld die geen specifiek bestedingsdoel kennen. De belangrijkste daarvan zijn de OZB en de algemene uitkering. De volgende meerjarenramingen zijn in de begroting opgenomen: Overzicht algemene dekkingsmiddelen (cijfers x € 1000; N = Nadeel) Rekening Begroting Raming Raming 2004 2005 2006 2007 OZB opbrengsten 61.749 62.821 42.992 43.509 Algemene uitkering 131.964 129.692 149.225 148.551 Dividenden 1.647 1.297 1.797 1.297 Rente-uitkering Nuon 6.979 5.242 5.149 5.087 Saldo financieringsfunctie 4.825 6.479 8.829 7.829 Totaal algemene dekkingsmiddelen 207.164 205.531 207.992 206.273
Stadsbegroting 2006-2009
Raming 2008 44.418 148.283 1.297 5.003
Raming 2009 45.192 148.419 1.297 4.912
7.479
7.479
206.480
207.299
187
OZB De ontwikkeling in de raming van de OZB-opbrengsten houdt verband met de afschaffing van de OZB-Gebruiker-Woningen, die in de Financiële begroting van deze Stadsbegroting nader is toegelicht. De groei in de opbrengsten vanaf 2006 hangt samen met de geraamde toename van de totale waarde van woningen en niet-woningen door geplande nieuwbouw. De verhoging van de OZB-Eigenaar-Woningen door hantering van het wettelijke maximumtarief, die voorgesteld is in het dekkingsplan van deze begroting, is in de bovenstaande ramingen verwerkt. Algemene uitkering De raming voor de algemene uitkering is opgesteld op basis van informatie in de meicirculaire. De toename in van de uitkering wordt per saldo veroorzaakt door de compensatie voor het vervallen van OZB-G-W met € 17,9 miljoen, het accres in de uitkering van € 4 miljoen voor loon- en prijsstijging en het nadeel uit herijking van maatstaven en wijziging van de uitkeringsfactor van rond € 3 miljoen. Omdat de gemeentebegroting op constant prijsniveau is geraamd en het Rijk de berekening voor het gemeentefonds in zgn. lopende prijzen opstelt, is vanaf 2007 een accres van € 4 miljoen per jaar (cumulatief) op stelpost teruggeraamd voor loon en prijsindexering in die jaren. Een deel van de algemene uitkering wordt door het Rijk vastgehouden in de zogenaamde behoedzaamheidreserve, ter verrekening met eventuele tegenvallers in de berekening van het Gemeentefonds als gevolg van onderuitputting op de Rijksbegroting. Het Nijmeegse aandeel in deze reserve bedraagt structureel € 2,2 miljoen per jaar. Hiervan is conform de ramingen in voorgaande jaren € 0,6 miljoen structureel ingezet. Conform de perspectiefnota 2006 is nog € 0,9 miljoen astructureel extra voor 2006 als verwachte ontvangst ingeboekt. Dividenden De geraamde dividenden betreffen de winstuitkeringen van de DAR en de BNG. Conform de Perspectiefnota 2006 wordt voor de winstuitkering van de DAR voor 2006 rekening gehouden met een a-structureel € 0,5 miljoen hogere uitkering. Rente-uitkering Nuon De geraamde uitkering van de Nuon betreft de rentevergoeding van een lening die in verband met de verkoop van de aandelen ZGN in 1998 is afgesloten. De NUON heeft deze oorspronkelijk eeuwigdurende lening vanaf 1 januari 2005 geconverteerd naar een 18-jarige annuïtaire lening. Doordat op de herbelegging van de jaarlijkse aflossing van de lening een lager rentepercentage wordt ontvangen dan op de oorspronkelijke leningen, daalt de renteopbrengst op de reserve die tegenover de lening aan de NUON staat. Deze ramingen zijn in overeenstemming met de Perspectiefnota 2006. De verlaging in 2005 ten opzichte van 2004 is veroorzaakt doordat in 2005 een andere, oorspronkelijk 7-jarige lening, volledig afgelost was. Financieringsfunctie Het geraamde treasuryresultaat vormt het voordelige verschil tussen enerzijds de binnen de begroting aan programma’s toegerekende rentebaten uit o.a. de omslagrente in de kapitaallasten, en anderzijds de rentelasten die op aangetrokken financieringsmiddelen aan met name externe geldgevers wordt geraamd. Het saldo van de financieringsfunctie is vanaf 2006 met € 0,5 miljoen structureel verlaagd, in verband met wijziging van de renteberekening over afgeronde investeringen. De ramingen vanaf 2006 zijn verder conform de aannamen in de Perspectiefnota 2006:
188
Stadsbegroting 2006-2009
structurele verhoging van het resultaat met € 2 miljoen als gevolg van lagere marktrente en a-structureel in 2006 een verhoging van € 1 miljoen als gevolg van lagere vergoeding over reserves en voorzieningen. Het lagere resultaat in 2004 is veroorzaakt door een eenmalig te nemen nadeel door correctie op renteopbrengsten van het voorgaande boekjaar. Voor het financieringsbeleid en de risico’s op de productgroep Financiering verwijzen we naar de financieringsparagraaf in deze begroting.
1.7.2 Onvoorzien In de begroting is op programma 8230 Concernverrekeningen € 681.000 geraamd voor onvoorziene uitgaven. In de Voorjaarsnota 2001 heeft uw Raad besloten tot verhoging van de buffer voor onvoorziene uitgaven van, toen nog in guldens, ƒ 0,5 miljoen naar ƒ 1,5 miljoen en dat is € 681.000. Het budget voor onvoorzien is uitsluitend bestemd voor de het oplossen van a-structurele budgettaire knelpunten. Voorstellen daartoe worden aan uw Raad ter besluitvorming voorgelegd. Het budget onvoorzien wordt betrokken in de bepaling van het weerstandvermogen.
Stadsbegroting 2006-2009
189
Concernsturing Code
8110
Omschrijving Het programma concernsturing bestaat om het gemeentebestuur, gemeentesecretaris en directieteam te helpen bij het sturen van de gemeentelijke organisatie. Centraal staat de bijdrage aan de "eenheid van organisatie" door het (op)stellen van gemeentebrede kaders, het houden van toezicht en de advisering en ondersteuning van de gemeentesecretaris, het bestuur en het directieteam.
Recente ontwikkelingen In 2006 vinden de verkiezingen voor de gemeenteraad plaats en wordt een nieuw College van Burgemeester en wethouders gevormd, en wordt een nieuw collegeprogramma opgesteld.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Concernsturing heeft geen rechtstreekse relatie voor de stad. Dat is een logisch gevolg van het bestaansrecht van het programma concernsturing, te weten: het leveren van een professionele bijdrage aan de sturing. Door het (op)stellen van gemeentebrede kaders, het houden van toezicht en het ondersteunen van het bestuur, het directieteam en de gemeentesecretaris. Echter zonder goede sturing géén goede resultaten op straat!
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Het leveren van een effectieve bijdrage aan de sturing van de gemeente Nijmegen (als concern), opdat de gemeentelijke organisatie op een rechtmatige en doelmatige wijze uitvoering kan geven aan de door het bestuur vastgestelde taken. De bijdrage bestaat uit het adviseren en ondersteunen van de gemeentesecretaris/het directieteam en het bestuur zodat zij kunnen zorgdragen voor de gemeentebrede (strategische) kaderstelling en toetsing, alsmede regie kunnen voeren op de (gemeentebrede) BBI-cyclus.
Doelrealisatie tot nu toe Voor alle programma's zijn programmamanagers benoemd die sturing moeten geven aan de oplading, realisering en verantwoording van zowel de inhoudelijke activiteiten als de daarvoor beschikbaar gestelde middelen. De directie DBO is omgevormd tot een Concernstaf (en bestuursstaf) zodat de organisatie beter (slanker en op termijn professioneler) ingericht is om de hoofddoelstalling te kunnen realiseren.
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? 1 We verbeteren en stroomlijnen de processen van de BBI producten en BBI cyclus. Het betreft dan de kaderstelling (inclusief het maken van planningen en duidelijke kwaliteitsnormen) en de toetsing binnen de BBI cyclus, alsmede de integratie van inhoud en middelen. Een nieuw organisatieonderdeel BBI binnen de concernstaf wordt ingezet om deze verbetering te kunnen realiseren. Binnen de directies blijven programmamanagers en directeuren sturen op een verbetering van de BBI producten, zodat de kwaliteit van de begroting, maraps, perspectiefnota en rekening alsmede de programma's, productgroepen en producten conform planningen en kwaliteitskaders worden ingevuld.
190
Stadsbegroting 2006-2009
2 We versterken de controlfunctie. Concreet gaat het om de volgende zaken: - de controlvisie is vastgelegd. - het controlprogramma 2006 is vastgesteld en wordt uitgevoerd - rechtmatigheids- en doeltreffendheidsanalyses worden uitgevoerd 3 We blijven sturen (regievoering) op de voortgang en we houden toezicht op een tijdige uitwerking van procesbeschrijvingen (AO's) en de daarbij behorende interne controleplannen (IC's) 4 We verbeteren de samenhang tussen programma's en sturing op de realisatie van de programma's. Daartoe zal het expertiseonderdeel "beleidscoördinatie" van de concernstaf in overleg met de programmamanagers de gemeentesecretaris/het directieteam en bestuur adviseren op de benodigde verbeteringen in de samenhang tussen programma's. 5 We sturen op de strategische opgave, die zijn weerslag vooral krijgt in de perspectiefnota en de begroting. Het onderdeel "beleidscoördinatie" wordt ingezet om de externe oriëntatie te verbeteren (de buitenwereld meer naar binnen halen) en relevante ontwikkelingen door te vertalen in bestuurlijke adviezen c.q. kaders. 6 We verbeteren de financiële functie binnen de totale gemeentelijke organisatie op basis van de in 2005 in kaart gebrachte verbeteringen. 7 We ondersteunen de gemeentesecretaris en directieteam in de regievoering op de gemeentelijke organisatieontwikkeling (AGO). 8 We adviseren en ondersteunen de gemeentesecretaris/het directieteam en het bestuur bij het ontwikkelen van gemeentebrede kaders en het toezicht daarop, opdat de gemeentelijke organisatie haar taken uitvoert binnen gemeenschappelijke kaders en doelen. Het betreft dan taken op de verschillende bedrijfsvoeringsaspecten (P, O, I, F en JZ)
Verwijzingen - besluit inrichting concernstaf/bestuursstaf - visie op control - perspectiefnota
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - medewerkersmonitor 2005 - meting bestuur 2005
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld. Wij stellen uw Raad voor om bij deze begroting in 2006 de lasten voor dit programma astructureel € 500.000 te verlagen daar de, door ons te betalen WAO in 2006 lager uitvalt dan eerder geraamd.
Toelichting Financiën De stijging van het budget van 2006 ten opzichte van 2005 kent verschillende oorzaken. Naast de verwerking van de toegestane indexering is er sprake van een voordeel op de kapitaallasten als gevolg van overdracht van de kapitaallasten naar de directie DSB (binnen productgroep kaderstelling). Daarnaast is sprake van al eerder meerjarig geprogrammeerde effecten van eerdere
Stadsbegroting 2006-2009
191
besluiten zoals bezuiniging uit de perspectiefnota van 2004 (productgroep interim-management). Ook zijn de besluiten verwerkt van de perspectiefnota 2006 voor onderdeel beschikbaar stellen frictiebudget en is bij de begroting een gemeentelijk budgettair bedrag geraamd voor het opvangen van mogelijke WAO-risico's eigen personeel (productgroep ondersteuning). Tegenover dit laatste stond een premieverlaging waarop de indexering op de personeelskosten is aangepast. Tot slot is een eenmalige verhoging verwerkt van € 30.000,- in verband met het opvangen van de astructurele kosten van het Nijmeegse deel voor de inrichting toezichtfunctie gemeenschappelijke regelingen.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
3.897.951
3.991.769
3.987.965
3.987.722
3.985.622
1PG-8110-002 - Concerntoezicht
855.512
867.928
865.506
865.351
862.757
1PG-8110-003 - Stadscontrol
540.025
578.379
547.785
547.759
547.721
1PG-8110-004 - Ondersteuning
4.001.132
6.889.678
5.785.319
5.284.859
4.982.268
1PG-8110-005 - Interimmanagement
-80.696
-100.858
-100.858
-100.858
-100.858
Totaal lasten Programma
9.213.924
12.226.896
11.085.716
10.584.832
10.277.510
-22.638
-22.638
-22.638
-22.638
-22.638
-22.638
-22.638
-22.638
-22.638
-22.638
9.191.286
12.204.258
11.063.078
10.562.194
10.254.872
Financiële lasten per Productgroep 1PG-8110-001 - Kaderstelling
Financiële baten per Productgroep 1PG-8110-003 - Stadscontrol
Totaal baten Programma
192
Stadsbegroting 2006-2009
Gemeentelijke heffingen Code
8210
Omschrijving Wij genereren inkomsten via gemeentelijke belastingen. Bij het ontwerp van de gemeentelijk heffingen zijn de volgende beleidsuitgangspunten leidend: - er wordt bij de verdeling van de lasten rekening gehouden met het draagkrachtbeginsel, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen - het draagkrachtbeginsel gaat boven het beginsel van toerekening van kosten. Dit geldt in principe alleen voor de algemene belastingen die geheven worden van de inwoners van Nijmegen, en niet voor de retributies zoals leges. Ter realisering van het draagkrachtbeginsel wordt een deel van de kosten van de inzameling en verwerking van afval gedekt door de onroerendezaakbelasting (OZB), de zogenaamde integratie in de OZB. Voor de kosten van het riool, die samenhangen met de aanleg en exploitatie van het rioolstelsel wordt met ingang van 2006 een kostendekkend rioolrecht geheven. Daarnaast wordt, mede ter uitvoering van de gemeentelijke belastingdoelstelling, de wettelijke taken op het gebied van de Wet waardering van onroerende zaken (Wet WOZ) uitgevoerd.
Recente ontwikkelingen Door de Kabinetsplannen m.b.t. de OZB (afschaffing gebruikersheffing op woningen, maximering overige OZB-tarieven en limitering van de jaarlijkse stijging van de OZB-tarieven) komt de integratie van milieuheffingen in de OZB geheel of gedeeltelijk te vervallen. De definitieve besluitvorming hierover wordt pas in het najaar van 2005 verwacht. Bij het opstellen van de begroting is rekening gehouden met invoering van dit kabinetsplan conform het wetsvoorstel. Deze invoering van de kabinetsplannen met ingang van 1 januari 2006 zal tot een forse verlaging van de gemeentelijke belastinginkomsten leiden. De Raad heeft in juli 2004 onder meer besloten dat in die situatie zonodig eerst het tarief voor het rioolrecht tot kostendekkend niveau zal worden verhoogd en vervolgens de afvalstoffenheffing opnieuw zal worden ingevoerd, eveneens zonodig tot kostendekkend niveau. Hiermee wordt beoogd de gemeentelijke inkomsten op peil te houden. Uiteraard wordt hierbij rekening gehouden met de compensatie die wordt ontvangen via het Gemeentefonds.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Met het heffen van gemeentelijke belastingen worden voornamelijk vrij besteedbare financiële middelen voor lokaal beleid gegenereerd. Hiermee kan een voorzieningenniveau worden gerealiseerd, dat tegemoet komt aan de plaatselijke behoeften. De belastingsoorten, waarover gemeenten kunnen beschikking, worden in Nijmegen vrijwel allemaal benut en toegepast met inachtneming van het maatschappelijke en politieke draagvlak en de plaatselijke omstandigheden. In 2005 bedragen de opbrengsten uit gemeentelijke belastingen ongeveer € 92,2 miljoen; in 2006 dalen deze inkomsten naar verwachting naar € 82,6 miljoen. Gemeentelijke producten en diensten worden in beginsel kostendekkend in rekening gebracht bij de direct belanghebbende van dat product of die dienst. Om kosten en opbrengsten in evenwicht te houden worden de kosten van de gemeentelijke dienstverlening periodiek vergeleken met de opbrengst aan leges. Waar nodig worden de tarieven op kostendekkend niveau gebracht. Daarnaast worden gemeentelijke heffingen in een aantal gevallen mede ingezet ter regulering en ter ondersteuning van het gevoerde beleid (milieuheffingen, parkeerregulering, precario, etc).
Doelrealisatie tot nu toe
Stadsbegroting 2006-2009
193
De regels m.b.t. tarieven, grondslagen, keuze tav belastingplichtigen, vrijstellingen e.d. van gemeentelijke belastingen worden vastgelegd in belastingverordeningen. Jaarlijks wordt een vergelijkend overzicht opgesteld van de woonlasten van de 33 grootste Nederlandse gemeenten. In onderstaand overzicht staan de woonlasten in de gemeente Nijmegen over de afgelopen jaren vermeld en ter vergelijking de gegevens over de duurste en de goedkoopste gemeenten in dat jaar. Opgenomen zijn de gemeentelijke heffingen (OZB, Rioolrecht en Afvalstoffenheffingen, minus de Zalmsnip) voor een eigenaar/bewoner in een woning met een gemiddelde woningwaarde in die gemeente. Voor Nijmegen is ook de rangorde vermeld op de lijst van deze 33 grootste gemeenten. indicatoren
2000
2001
2002
2003
2004
2005*
Duurste gemeente Ede
843
Hilversum
663
692
695
772
790
Nijmegen
(13e) 540
(14e) 553
(14e) 615
(11e) 644
(14e) 660
408
454
490
(12e) 753
Goedkoopste gemeente Amsterdam Alkmaar ‘s Gravenhage
607 514 544
* afschaffing zalmsnip
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? De beleidskaders van de gemeentelijke belastingen worden jaarlijks bij de behandeling van de begroting vastgesteld. Onderdeel van deze begroting is de verplichte belastingparagraaf, waarin aandacht wordt besteed aan het beleid met betrekking tot de belastingheffing, de hoogte en verdeling van de belastingdruk en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. De concretisering van dit beleid gebeurt bij de vaststelling van de (wijzigingen) van de respectievelijke belastingverordeningen.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Klantonderzoek evaluatie bezwaar gemeentelijke belastingen
194
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-8210-001 - OZB woningen
2.058.493
2.072.147
2.056.498
2.046.338
2.035.256
1PG-8210-002 - OZB niet-woningen
1.060.034
1.066.667
1.059.074
1.054.143
1.048.766
86.339
86.940
86.244
85.792
85.298
1PG-8210-004 - Reinigingsheffingen
92.119
92.758
92.015
91.533
91.007
1PG-8210-005 - Rioolrecht
92.119
92.758
92.015
91.533
91.007
1PG-8210-006 - Precariobelasting
48.356
48.706
48.316
48.063
47.787
1PG-8210-007 - Belastingkorting
65.389
84.646
74.352
69.161
68.954
3.502.848
3.544.623
3.508.515
3.486.562
3.468.074
1PG-8210-003 - Hondenbelasting
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-8210-001 - OZB woningen
-35.406.167
-21.571.438
-21.885.016
-22.435.520
-22.972.450
1PG-8210-002 - OZB niet-woningen
-29.060.391
-19.920.995
-20.124.327
-20.482.799
-20.719.969
1PG-8210-003 - Hondenbelasting
-805.634
-823.025
-823.025
-823.025
-823.025
1PG-8210-004 - Reinigingsheffingen
-352.205
-361.010
-361.010
-361.010
-361.010
1PG-8210-005 - Rioolrecht
-7.301.181
-13.332.137
-16.186.824
-18.165.913
-20.175.690
-383.748
-393.342
-393.342
-393.342
-393.342
-73.309.326
-56.401.947
-59.773.544
-62.661.609
-65.445.486
-69.806.478
-55.357.324
-58.765.029
-61.675.047
-64.477.412
1PG-8210-006 - Precariobelasting
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
195
Concerninkomsten Code
8220
Omschrijving Op dit programma zijn de volgende algemene inkomstenbronnen geraamd: 1) Algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het gaat hier om een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. Het betreft een uitkering van het Rijk met een algemeen karakter waarvan de besteding, binnen de gestelde wettelijke kaders voor gemeenten, vrij is. 2) Uitkering Nuon. Per 1 januari 1998 zijn de aandelen Nuon verkocht. De opbrengst hiervan is "teruggeleend" aan de Nuon Zuid Gelderland. Hieruit worden jaarlijks inkomsten genoten. De aard en de omvang van deze inkomsten zijn contractueel vastgelegd. 3) Opbrengst beleggingen. Deze categorie omvat door de verkopen van aandelenpakketten in de loop van een aantal jaren vrijwel uitsluitend nog de inkomsten van het pakket aandelen BNG. De gemeente bezit overigens nog diverse deelnemingen waarvan mogelijke opbrengsten niet hier worden geraamd, maar met functionele programma's worden verrekend.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? Het in beeld brengen en actueel houden van de te verwachten inkomsten, het volgen en registreren van de inkomsten die de gemeente ontvangt in verband met: - algemene uitkering gemeentefonds - uitkering NUON - opbrengst beleggingen
Doelrealisatie tot nu toe Algemene uitkering De laatst bekende ontwikkeling van de rijksuitgaven die op grond van de normeringssystematiek doorwerkt in het gemeentefonds is gebaseerd op de mei circulaire 2005 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie. In deze circulaire deelt de Minister mede dat de mei circulaire voor 2006 ontwikkelingen bevat op het volgende terrein: 1) het wetsvoorstel met betrekking tot de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB op de woningen en de maximering van de overige tarieven; 2) de nieuwe ijkverdeling (herziening van het verdeelstelsel) voor de voormalige clusters Bijstand en Zorg die worden vervangen door de drie nieuwe clusters Werk en Inkomen, Educatie en Maatschappelijke Zorg; 3) de aanpassing van het cluster Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stadvernieuwing in verband met het nieuwe investeringstijdvak van het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) 4) gerichte verdeling van accressen m.b.t. ingroeiregeling onderwijshuisvesting en de aanvullende suppletie-uitkering in verband met de compensatie voor de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB voor woningen. Ten opzichte van de ramingen in de begroting 2005 op basis van de september circulaire 2004 neemt de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor Nijmegen toe met € 20,7 mln. Dit is als volgt gespecificeerd in onderstaande tabel
196
Stadsbegroting 2006-2009
Uitkering NUON Op dit onderdeel wordt vanaf 2005 de rente en aflossing geboekt van de lening aan de NUON die verband houdt met de verkoop van de aandelen in de ZGN. Deze lening is ontstaan uit de conversie van een eeuwigdurende lening naar een annuïtaire lening die in 18 jaar volledig tot aflossing komt. Uitsluitend de rentecomponent van de annuïteit komt ten goede aan de exploitatie. Met de aflossingscomponent wordt een nieuwe reserve opgebouwd waarover het normale rendement over gemeentelijke reserves vanuit de financieringsfunctie wordt vergoed. Opbrengst beleggingen Op deze productgroep wordt de uitkering van dividend over de aandelen BNG en de winstuitkering van de DAR opgenomen. Algemene uitkering
€
Afschaffing OZB gebruikersdeel
9,2 mln.
Suppletieregeling afschaffing OZB gebr.deel
8,2 mln.
Inzet accres 2006
4,0 mln.
Aanpassing verdeelstelsel
-/- 3,0 mln.
(o.a. herijking cluster Bijstand en Zorg) Inzet behoedzaamheidsreserve
0,9 mln.
Aanpassing kwantiteiten
1,4 mln.
(waarvan aanpassing OZB-waarde € 1,2 miljoen)
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? De Algemene Uitkering Gemeentefonds: Het financieel belang van de algemene uitkering is groot. Het is van belang steeds een zo actueel mogelijk inzicht in de te verwachten uitkering uit het gemeentefonds te hebben. De totale omvang van het Gemeentefonds is gekoppeld aan de omvang van de rijksbegroting. Als het Rijk meer uitgeeft krijgen de gemeenten naar evenredigheid een hogere Algemene Uitkering. Daalt de omvang van de netto rijksuitgaven, dan daalt de gemeentefonds-uitkering eveneens. Daarnaast verrekent de rijksoverheid de financiële effecten van wijzigingen in het beleid dat naar gemeenten gedecentraliseerd is, zo veel mogelijk via het gemeentefonds. Het Gemeentefonds wordt door het Rijk op basis van objectieve maatstaven verdeeld over de gemeenten. De verdeling van de uitkering over de gemeenten wordt beïnvloed door verschillen in de ontwikkeling van de gemeenten onderling. Voor de verdeelmaatstaven wordt verwezen naar de bijlage waarin de algemene uitkering wordt gespecificeerd.
Budgetwijzigingen exploitatie Wij stellen uw Raad voor om een verhoging van onze algemene uitkering in te boeken in deze begroting: in 2006 € 1 miljoen, in 2007 € 1,6 miljoen, in 2008 € 1,8 miljoen en vervolgens vanaf 2009 € 2,1 miljoen.
Stadsbegroting 2006-2009
197
Toelichting Financiën Algemene uitkering De gemeentefondsuitkering is gebaseerd op de mei circulaire van 2005. De fondsuitkering in 2006 is hoger dan in 2005, door de compensatie voor de afschaffing van het OZB gebruikersdeel: (€ 9,2 mln.), de suppletie-uitkering afschaffing OZB gebruikersdeel (€ 8,2 mln.), inzet accres 2006 (€ 4 mln.) en de aanpassing van het verdeelstelsel van (-/- € 3 mln.). De effecten die optreden in de algemene uitkering in de meerjarenperiode zijn het gevolg van de geraamde economische ontwikkeling in Nederland, en het geleidelijk aflopen van de suppletieuitkering op de afschaffing van de OZB-woning-gebruikers. In de berekening van de fondsuitkering is conform de perspectiefnota 2006 rekening gehouden met uitkering van de behoedzaamheidsreserve van € 1,5 mln. voor het jaar 2006 en € 0,6 mln. jaarlijks voor 2007-2008-2009. Het aandeel van Nijmegen in de behoedzaamheidsreserve bedraagt € 2,2 mln. structureel. Daarvan is dus voor 2006 een bedrag van € 0,7 mln. en voor 2007 en latere jaren € 1,5 mln. nog niet ingezet. De uiteindelijke uitkering uit de behoedzaamheidsreserve aan de gemeente is onzeker omdat deze gekoppeld is aan het gerealiseerde uitgavenniveau van het Rijk. De overige mutaties in de meerjarenperiode hebben betrekking op de ontwikkelingen in de basisgegevens voor de berekening van de algemene uitkering. Voor het opvangen van loon- en prijsstijging over de jaren 2007 t/m 2009 is een post van rond € 4 mln. cumulatief op de stelpost accres afgezonderd. Uitkering NUON De geraamde baten in 2005 zijn rond € 1,7 mln. lager dan in 2004 door het wegvallen van de uitkering van een zevenjarige lening uit 1998. Ten opzichte van 2005 nemen de baten in 2006 met rond € 1,5 mln. toe als gevolg van de aflossingscomponent in de achttienjarige annuïteit, terwijl in 2005 nog rekening was gehouden met een aflossingsvrije eeuwigdurende lening. De verschillen in de lasten en baten reeks vanaf 2006 worden veroorzaakt door het toenemen van de aflossingscomponent die in de nieuwe reserve NUON wordt gestort en de afnemende renteopbrengsten als gevolg van het lagere rendement over de gemeentelijke reserve. De ramingen zijn in overeenstemming met de perspectiefnota 2006. Opbrengst beleggingen De raming bestaat uit het geraamde dividend over de aandelen BNG van € 297.000 structureel en de winstuitkering van de DAR van € 1 mln. structureel. Voor 2006 is conform de perspectiefnota 2006 rekening gehouden met een a-structurele verhoging van de winstuitkering van de DAR met € 0,5 mln.
198
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-8220-002 - Uitkering NUON
0
1.534.756
1.672.884
1.823.444
1.987.554
Totaal lasten Programma
0
1.534.756
1.672.884
1.823.444
1.987.554
1PG-8220-001 - Algemene uitkering
-129.692.000
-149.224.857
-148.551.248
-148.283.037
-148.418.504
1PG-8220-002 - Uitkering NUON
-5.242.000
-6.684.076
-6.759.547
-6.826.462
-6.899.400
1PG-8220-003 - Opbrengst beleggingen
-1.297.000
-1.797.000
-1.297.000
-1.297.000
-1.297.000
-136.231.000
-157.705.933
-156.607.795
-156.406.499
-156.614.904
-136.231.000
-156.171.177
-154.934.911
-154.583.055
-154.627.350
Financiële baten per Productgroep
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
199
Concernverrekeningen Code
8230
Omschrijving Dit programma bestaat uit een drietal productgroepen die kunnen worden samengebracht onder de noemer 'verrekeningen'. Het betreft: 1) Financiering. Verrekeningen van renten die voortvloeien uit de treasury-activiteiten. Het gaat om verrekeningen intern en met derden. De verrekeningen vormen een aspect van het financieringsbeleid. Dit beleid is weergegeven in de treasuryparagraaf als onderdeel van de Stadsbegroting. 2) Concernposten. Bestaande uit stelposten en andere concernposten, die ófwel - na nadere invulling - via wijziging nog verrekend moeten worden met beleidsprogramma's danwel, al dan niet blijvend, gemeentebrede ramingen betreffen. De post onvoorziene lasten is een voorbeeld van een blijvende stelpost.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) Dit programma kent de volgende doelstellingen: 1. Het vastleggen van treasury-activiteiten, die met name gericht zijn op het voorzien in de dagelijkse behoefte aan liquiditeit en de behoefte aan langlopende financieringsmiddelen voor de gemeente, binnen de kaders die daarvoor in het treasurystatuut zijn gesteld. Binnen die spelregels worden ook financieringen verstrekt aan woningcorporaties en instellingen die onderdeel uitmaken van de publieke taak van de gemeente. 2. Het opnemen van gemeentebrede ramingen die niet aan één of enkele andere programma's zijn te koppelen.
Doelrealisatie tot nu toe Productgroep financiering; De marktrente waartegen lange financiering aangetrokken wordt, ligt al enkele jaren onder de gehanteerde rente voor de kapitaallastenberekening. Hierdoor is op de productgroep financiering een toenemend positief saldo ontstaan, dat in de jaarrekening 2004 € 4,8 mln. bedroeg. Dit saldo zou zonder een eenmalige genomen nadeel door verschuiving van transitorische rente met € 1,8 mln., uitgekomen zijn op € 6,6 mln. In de huidige begroting wordt tot 2009 (afgezien van enkele incidentele baten in 2006 en 2007) een voordelig saldo van € 7,5 mln. berekend. Het niveau van de lasten en de baten in 2006 rond € 140 mln. lager is dan in de begroting 2005 doordat in 2006 de dubbeltelling van doorberekeningen vanuit kostenplaatsen geëlimineerd is. Gemeentelijk saldo; bedragen x € 1 mln. -=voordeel, += nadeel
Rekening Jr2003
Begroting Jr2004
Rekening Jr2004
Begroting Jr2005
Begroting Jr2006
Lasten
643,0
739,0
694,1
739,0
601,4
Baten
651,0
734,0
699,3
737,1
597,4
Saldo
-/- 8,0
5,0
-/- 5,2
1,9
4,0
200
Stadsbegroting 2006-2009
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Uitvoering financieringsbeleid Het financieringsbeleid is opgenomen in de Treasuryparagraaf (deel I van de begroting). Het gaat met name om het aantrekken van 'langgeld'/langlopende leningen. De Treasurybegroting is een uitwerking van dit beleid en van de daarin verwerkte ramingen omtrent de uitvoering van het Financiële Investeringsplan (FIP) vanaf 1 januari 2006 (resp. van de nog te realiseren investeringen 2005 en de geplande investeringen voor 2006). Het aantrekken van leningen volgt de financieringsbehoefte uit de realisatie van deze investeringen en van de ontwikkeling van de exploitatie-opzetten van het Ontwikkelingsbedrijf (vooral Koers West en Waalsprong). Het volgen van die realisatie zal mede gebeuren op basis van gegevens uit de financiële administratie. Voor een verdere verbetering zijn nauwkeuriger plannings- en rapportagegegevens omtrent investeringen nodig. Het informatie-instrument hiervoor dient nog verder ontwikkeld te worden. Nog voor 2006 zal een herberekening van de kapitaallasten uitgevoerd worden. Door verlaging van de omslagrente voor de (gerede en in uitvoering zijnde) investeringen kan het voordelig saldo op de productgroep financiering verminderd worden, waardoor een bedrijfseconomisch juistere kapitaallastenniveau wordt bereikt. Ten aanzien van het geraamde voordelige saldo bestaat overigens het in de Perspectiefnota 2006 gemelde risico dat in de toekomst herfinanciering van leningen plaats moet vinden tegen een rentepercentage dat ligt boven dat van de oude leningen. Voor een verdere toelichting hierop wordt verwezen naar de treasuryparagraaf, de paragraaf weerstandsvermogen en de onderstaande toelichting op de cijfers van productgroep financiering, waar het risico nader is gekwantificeerd.
Budgetwijzigingen exploitatie Wij stellen uw Raad voor om vanaf 2009 structureel € 400.000 extra aan kapitaallasten op te nemen om zo meer ruimte te krijgen in het meerjarig investeringsprogramma vanaf 2009.
Toelichting Financiën Productgroep financiering De basis voor de ramingen van de lasten en de baten komt uit de leningenadministratie en de kapitaallastenberekening voor de bestaande activa en de (nieuwe) investeringen conform de investeringsschema's. Door afname van leningen door derden (m.n. woningcorporaties) zal de omvang van de leningenportefeuille in de komende jaren afnemen (zowel lasten als baten in ongeveer gelijke mate), waardoor de verschillen tussen de verschillende jaren worden verklaard. Doordat in het nieuwe financiële systeem voor de kapitaallastenberekening overgegaan is op renteberekening over de gemiddelde boekwaarde van investeringen gedurende het boekjaar, nemen de rentebaten voor de financieringsfunctie met € 0,5 mln. af. Deze post is verwerkt in de analyse van de begrotingsuitkomst elders in de financiële begroting. Voor de rentekosten van nieuwe financiering is conform de Perspectiefnota 4% gehanteerd voor 2005, 5% voor 2006 en 6,5% voor 2007, waarbij uitsluitend met langlopende leningen wordt gefinancierd. Bij deze uitgangspunten zou het saldo op de productgroep nagenoeg sluiten, maar in 2008 een tekort van rond € 0,5 mln. en in 2009 een tekort van € 1,2 mln. ontstaan ten opzichte van de gepresenteerde saldi. Dit tekort wordt veroorzaakt doordat in latere jaren steeds meer leningen vervallen die tegen lagere percentages dan 6,5% zijn afgesloten. Bij herfinanciering nemen de kosten dan strek toe, zonder dat de rentebaten over bestaande investeringen kunnen worden aangepast. Dit tekort is met een stelpost binnen de ramingen afgedekt, onder de aanname dat met korte financiering a-structurele voordelen kunnen ontstaan, en met langlopende financiering die structureel 1% onder de aannames uitkomt, de tekorten volledig opgevangen worden. Daarnaast worden in deze begroting voorstellen gedaan voor vorming van een risicoreserve om tegenvallende renteontwikkeling gedurende enkele jaren te kunnen overbruggen.
Stadsbegroting 2006-2009
201
Het saldo van de productgroep financiering is als volgt ten opzichte van de ramingen in de begroting 2005-2008 aangepast. bedragen x € 1.000
2006
2007
2008
2009
Saldo primitieve begroting 2005-2008
5.979
5.979
5.979
5.979
Conversie kapitaallastenmethodiek
- 500
- 500
- 500
- 500
- lage marktrente
2.000
2.000
2.000
2.000
- verlaging vergoeding reserves
1.000 350
350
350
350
8.829
7.829
7.479
7.479
Perpectiefnota 2006;
- uitkering saldireserve TOTAAL
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-8230-001 - Financiering
47.747.316
46.823.604
42.549.722
38.975.953
35.535.710
1PG-8230-002 - Concernposten
-402.251
17.119.102
17.903.917
20.390.181
23.117.614
1PG-8230-003 - Gemeentelijke saldo
0
-722.446
-1.305.006
-1.648.719
-1.564.117
47.345.066
63.220.260
59.148.633
57.717.415
57.089.207
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-8230-001 - Financiering
-54.226.000
-55.652.604
-50.378.722
-46.454.953
-43.014.710
1PG-8230-002 - Concernposten
-4.333.000
-3.983.000
-3.633.000
-3.283.000
-3.283.000
1PG-8230-003 - Gemeentelijke saldo
0
0
0
0
0
-58.559.000
-59.635.604
-54.011.722
-49.737.953
-46.297.710
-11.213.934
3.584.656
5.136.911
7.979.462
10.791.497
Totaal baten Programma
202
Stadsbegroting 2006-2009
Onderzoek en statistiek Code
8310
Omschrijving Het programma onderzoek en statistiek zorgt voor objectieve, betrouwbare en bruikbare maatschappelijke informatie en kennis over stad, wijken en effecten van beleid, met als algemeen doel een betere beleidsprogrammering, beleidsuitvoering en gemeentelijke dienstverlening. Ruim tweederde van de stadsbegrotingprogramma’s wordt voorzien van deze informatie en kennis. Het programma onderzoek en statistiek vormt het kader voor een jaarlijks op en vast te stellen Onderzoeksprogramma. Daarin staan alle opdrachten en activiteiten en hun functionele relatie met andere stadsbegrotingsprogramma’s. Dit Onderzoeksprogramma berust op algemene prioriteiten die voor de periode 2002-2006 voor de onderzoeksprogrammering vastgesteld zijn en specifieke opdrachten en activiteiten voor beleidsontwikkeling, - uitvoering, -evaluatie en dienstverlening binnen diverse programma’s.
Recente ontwikkelingen Eind 2004 heeft de eerste oplading van het Onderzoeksprogramma 2005 plaatsgevonden, met prioriteiten en activiteiten t.b.v. andere stadsbegrotingsprogramma’s. De verwerking tot een uitvoerbaar programma heeft vertraging ondervonden. Daarom hebben we de loop van dit programma verlengd tot en met 2e kwartaal 2006, het aantreden van een nieuw College van B. en W. na de gemeenteraadsverkiezingen. De afgelopen jaren is de relatie tussen de stadsbegrotingsprogramma’s en het Onderzoeksprogramma versterkt. Voor zover nu al bekend vermelden de programma’s de voorgenomen onderzoeken voor 2006. Bij de uitwerking van de programma’s ontstaan, zoals blijkt uit ervaring in een reeks van jaren, ook diverse onderzoeksvragen. Nu al bekende en later gemelde onderzoeksvragen komen terecht in het Onderzoeksprogramma, met een toets en prioritering op noodzaak en uitvoerbaarheid. De informatie- en kennisvoorraad die voortvloeit uit het programma onderzoek en statistiek is daarnaast een belangrijke bron voor indicatoren voor doelstelling en doelrealisatie van een groot deel van de stadsbegrotingsprogramma’s. We stimuleren een actief gebruik van deze kennis en informatie voor dit doel. Ook laten we onderzoeksactiviteiten die voortvloeien uit Verordening 213a en uit het jaarlijks Onderzoeksprogramma afstemmen, voor zover sprake is van raakvlak of overlapping. M.n. opdrachten voor evaluatie-/beleidseffectonderzoek in het Onderzoeksprogramma kunnen (ook) relevante informatie opleveren voor het beoordelen van doeltreffendheid van beleid.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? 1. Objectieve, betrouwbare, kwalitatief goede en bruikbare onderzoeksproducten en statistische informatie voor een betere beleidsprogrammering, beleidsuitvoering en gemeentelijke dienstverlening. 2. Tijdige uitvoering van het jaarlijks vastgestelde Onderzoeksprogramma, bestaande uit de algemene prioriteiten die voor de periode 2002-2006 voor de onderzoeksprogrammering vastgesteld zijn en specifieke opdrachten en activiteiten voor beleidsontwikkeling, - uitvoering, evaluatie en dienstverlening binnen diverse programma’s.
Stadsbegroting 2006-2009
203
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) 1. In alle gevallen (100%) moet de waardering van opdrachtgevers en belangrijke gebruikers van de objectiviteit en betrouwbaarheid van onderzoeksproducten (ruim) voldoende of goed zijn. 2. Het rapportcijfer van opdrachtgevers en gebruikers voor kwaliteit en bruikbaarheid van de onderzoeksproducten en statistische informatie moet gemiddeld minimaal 7+ bedragen in 2006 en 8 in 2009. 3. Rekening houdend met spoedeisende extra, vertraagde danwel vervallen opdrachten moet in 2006 86% van het Onderzoeksprogramma (OP) eind 2006 en in 2009 87% geheel of grotendeels uitgevoerd zijn. 2004 nulmeting-
2006 (ambitie)
2007 (ambitie)
2008 (ambitie)
2009 (ambitie)
objectiviteit (H1)
100%
100%
100%
100%
100%
betrouwbaarheid (H1)
96%
100%
100%
100%
100%
kwaliteit (H2)
8,1
7+
7,5
8-
8
bruikbaarheid (H2)
7,9
7+
7,5
8-
8
realisatie OP (H3)
80%
85%
86%
86%
87%
-Indicator
Doelrealisatie tot nu toe De indicatoren objectiviteit, betrouwbaarheid, kwaliteit en bruikbaarheid worden gevuld met metingen per product bij de opdrachtgevers en belangrijke gebruikers (vaak ook lid begeleidingscommissie). De meting bestaat uit een digitale enquête met o.a. vragen over deze kenmerken. Over objectiviteit en betrouwbaarheid is gevraagd of men deze (ruim) onvoldoende, (ruim) voldoende of goed vindt. Als norm nemen we dat in 100% van de gevallen het antwoord moet zijn: (ruim) voldoende of goed. De kwaliteit en bruikbaarheid hebben we laten uitdrukken als rapportcijfer. De nulmeting (eind 2004) voor kwaliteit en bruikbaarheid bleek boven de norm te liggen die in de Stadsbegroting 2005 is vastgelegd. Wanneer de vervolgmetingen in 2005 hetzelfde laten zien, zullen we de ambitie versneld verhogen. Het kenmerk realisatie Onderzoeksprogramma (OP) is gebaseerd op een opname aan het eind van het realisatiejaar. De som van alle producten die gepland en/of uitgevoerd zijn in dat jaar is 100%. Vervolgens berekenen we de aandelen van de volgende categorieën: gepland+aangepakt, gepland+als gevolg vertraging deels aangepakt, gepland+niet uitgevoerd, niet gepland+aangepakt (extra opdrachten). Uitkomsten van deze kengetallen: 2003 2004 aangepakt 78% 80% deels aangepakt 8% 7% niet uitgevoerd 9% 9% extra opdrachten 5% 4%
204
Stadsbegroting 2006-2009
-Indicator
2003 (gereal.)
2004 (gereal.)
2005 (ambitie)
2006 (ambitie)
objectiviteit (H1)
niet gemeten
100%
100%
100%
betrouwbaarheid (H1)
niet gemeten
96%
100%
100%
kwaliteit (H2)
niet gemeten
8,1
7
7+
bruikbaarheid (H2)
niet gemeten
7,9
7
7+
78%
80%
85%
85%
realisatie OP (H3)
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Activiteiten met prioriteit ten behoeve van een betere beleidsprogrammering, beleidsuitvoering en gemeentelijke dienstverlening: 1. Oplevering (1e kwartaal) van de Stads- en Wijkmonitor 2005. Belangrijke drager hiervoor is de enquête Stadspeiling 2005, met de kernthema's leefbaarheid en veiligheid van de sociale en fysieke omgeving van burgers. 2. De vijfde meting Bestuursmonitor (4e kwartaal): herkenning en waardering door burgers van de bestuursstijl van het College van B. en W. 3. Diverse klantmetingen voor gemeentelijke dienstverlening voor kwaliteitsverbetering van de dienstverlening en voor het Burgerjaarverslag. Extra aandacht voor mogelijkheden van interne en externe benchmarking. 4. Oplevering (1e kwartaal) van de effectmetingen bij het bestuur en de medewerkers van de gemeentelijke organisatie-ontwikkeling. Extra aandacht voor mogelijkheden van interne en externe benchmarking. 5. Periodieke peilingen bij het digitale stadspanel over actuele onderwerpen van belang voor bestuur en beleid, in opdracht van het College van B. en W. en de Raad. 6. Overig behoeften- en evaluatie-onderzoek en informatievoorziening voor de verbetering van de meetbaarheid, actualiteit, doeltreffendheid van de gemeentelijke programma’s. 7. Sterkere benutting internet voor informatievoorziening. Verbeteren van Feiten en Cijfers op de gemeentelijke internetsite (toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid). Voor een volledig overzicht van opdrachten en activiteiten: zie het Onderzoeksprogramma 2005/2006 (3e kwartaal 2005 beschikbaar). Activiteiten voor het doelbereik van objectiviteit, betrouwbaarheid, kwaliteit, bruikbaarheid en realisatie Onderzoeksprogramma: 8. Behalve aanbrengen van verbeteringen op grond van de uitkomsten van de productwaarderingen door opdrachtgevers en belangrijke gebruikers geen extra activiteiten voor objectiviteit, betrouwbaarheid, kwaliteit en bruikbaarheid. De ambitie lijkt hier (voorlopig) voldoende bereikt. 9. Verhoging van de realisatie van het Onderzoeksprogramma door enerzijds realistischer raming van planning en middeleninzet per opdracht en anderzijds het scherper volgen en bijsturen van de voortgang in de opdrachtuitvoering.
Verwijzingen - Voor een specificatie van alle opdrachten en activiteiten: zie Onderzoeksprogramma 2005/2006 (3e kwartaal 2005 beschikbaar). - Diverse malen per jaar vindt via het digitale bulletin RespOnS melding plaats van lopend en recent afgesloten onderzoeken en over statistische informatievoorziening. - Een overzicht van alle kennis, informatie en publicaties van stedelijke thema's, wijken en doelgroepen die voortvloeien uit het programma onderzoek en statistiek is te vinden op
Stadsbegroting 2006-2009
205
www.nijmegen.nl/leven in Nijmegen/feiten en cijfers (inclusief de statistische databank Stadsgetallen).
Onderzoeken Zie hiervoor onder Activiteiten, voor de onderzoeken met algemene prioriteit. Daarnaast: Onderzoeksprogramma 2005/2006 (3e kwartaal 2005 beschikbaar) voor een specificatie van alle opdrachten en activiteiten.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De stijging van de geraamde lasten in 2006 ten opzichte van de raming in 2005 betreft uitsluitend de toegestane indexering.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-8310-001 - Onderzoek en Statistiek
1.466.800
1.494.816
1.494.816
1.494.816
1.494.816
Totaal lasten Programma
1.466.800
1.494.816
1.494.816
1.494.816
1.494.816
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
-29.000
1.437.800
1.465.816
1.465.816
1.465.816
1.465.816
Financiële baten per Productgroep 1PG-8310-001 - Onderzoek en Statistiek
Totaal baten Programma
206
Stadsbegroting 2006-2009
Interne producten Stadsbedrijven Code
8410
Omschrijving Onder dit programma vallen de producten en diensten die Stadsbedrijven aan andere directies levert. De directie Stadsbedrijven werkt vrijwel volledig op basis van opdrachten van andere directies. De opdrachtgevers nemen de lasten en de baten van de door Stadsbedrijven uit te voeren taken op in de begroting van hun programma's. Stadsbedrijven beheert en exploiteert accommodaties voor de directies Inwoners en Wijk en Stad, onderhoudt de openbare ruimte voor de directie Grondgebied. Daarnaast is een groot deel van het programma Interne Producten Stadsbedrijven gericht op de interne facilitaire ondersteuning van de gemeentelijke directies door het Servicebedrijf.
Recente ontwikkelingen Recente ontwikkelingen op het gebied van producten en diensten die Stadsbedrijven voor andere directies uitvoert, worden bij de desbetreffende directies toegelicht. In de Perspectiefnota 2006 is opgenomen dat we met ingang van 2006 het programma Interne Producten Stadsbedrijven willen opheffen en dat we daarvoor aan uw Raad een voorstel ter besluitvorming zullen voorleggen. Het strategisch huisvestingsplan uit 2001 is uitgevoerd. In de tweede helft van 2006 wordt beoordeeld welke maatregelen mogelijk zijn om het nuttig gebruik van bestaand vloeroppervlak in onze kantoren in het centrum verder te verbeteren. Voor ICT stellen we het informatieplan 2005-2010 op. Belangrijke zaken die daarbij spelen zijn veranderde wetgeving, meer standaardisatie (basisregistratie en processen ten behoeve van workflow en managementinformatie), vergroting van het percentage dienstverlening via Internet. De uitvoering van deze werkzaamheden verzorgt Stadsbedrijven.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Zie de rapportages van onze opdrachtgevers.
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) We richten ons hier op het Servicebedrijf.
Doelrealisatie tot nu toe In het Servicebedrijf zijn het Servicecentrum, InformatieManagement en het AdministratieCentrum verenigd. Daaraan zijn door recente besluitvorming toegevoegd de activiteiten P&O-advies en ondersteuning en P&O-beheer, Interne en PublieksCommunicatie, betalingsverkeer treasury en Inkoop en Verzekeringen. Het Servicebedrijf biedt de afzonderlijke organisatieonderdelen van de gemeente Nijmegen een uniform dienstverleningspakket van goede kwaliteit tegen marktconforme tarieven. Op basis van jaarlijkse benchmarks toetst het Servicebedrijf zijn concurrentiekracht. Per 1 januari 2006 wordt de dienstverlening intern verrekend met het zogenaamde Nieuw Facilitair Tarief dat het huidige werkplektarief vervangt. Daarmee wordt sturing op kosten voor klanten beter mogelijk.
Stadsbegroting 2006-2009
207
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? Door uitvoering van het Projectplan Servicebedrijf is de reorganisatie per 1 januari 2006 doorgevoerd.
Verwijzingen Kaderstellende nota's die we gaan gebruiken, zijn - het - te actualiseren- Strategische Huisvestingsplan 2001 - het Informatieplan 2005-2010.
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) - Evaluatie verhuizing/kantoorconcept gemeentelijke organisatie (eindmeting)
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Toelichting Financiën De stijging van het budget van 2006 ten opzichte van 2005 wordt veroorzaakt door: de verwerking van de toegestane indexeringen, de verwerking van de Perspectiefnota 2006, de herverdeling van de kapitaallasten, de herverdeling van de organisatiekosten en de meerjarige effecten van begrotingswijzigingen.
Investeringen Deze investeringsmaatregelen hebben tot doel de geluidsoverlast van de wijkcentra terug te brengen. Overige investeringen bij dit programma zijn brandveiligheidsinvesteringen. Deze zijn nu in zijn geheel opgenomen bij het programma Panden omdat de verdeling tussen de gebouwen die onder Panden vallen en degene die onder Interne producten stadsbedrijven vallen, nog niet vast staat. Investering Geluidbep. maatr. jongerenvoorzieningen
208
2006
2007
2008
2009
113.050
113.050
113.050
50.000
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
27.069.513
26.703.148
26.459.374
26.267.876
26.010.133
1PG-8410-004 - Sportzalen
0
0
0
0
0
1PG-8410-005 - Gymlokalen
0
0
0
0
0
1PG-8410-007 - Stedelijke speeltuinen
0
0
0
0
0
1PG-8410-018 - SC Huisvesting
0
0
0
0
0
1PG-8410-028 - VG Architectuur
0
0
0
0
0
1PG-8410-029 - VG Advies & onderhoud
0
0
0
0
0
1PG-8410-030 - VG Projecten
0
0
0
0
0
1PG-8410-033 - VG Intern producten
0
0
0
0
0
1PG-8410-036 - Stadsbeheer uitvoering
0
0
0
0
0
27.069.513
26.703.148
26.459.374
26.267.876
26.010.133
Financiële lasten per Productgroep 1PG-8410-001 - Sportontwikkeling
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep 1PG-8410-001 - Sportontwikkeling
-27.290.154
-27.416.177
-27.524.002
-27.639.002
-27.639.002
1PG-8410-029 - VG Advies & onderhoud
0
0
0
0
0
1PG-8410-033 - VG Intern producten
0
0
0
0
0
1PG-8410-036 - Stadsbeheer uitvoering
0
0
0
0
0
-27.290.154
-27.416.177
-27.524.002
-27.639.002
-27.639.002
-220.641
-713.030
-1.064.628
-1.371.126
-1.628.870
Totaal baten Programma
Stadsbegroting 2006-2009
209
Archieven Code
8420
Omschrijving Het Regionaal Archief Nijmegen draagt zorg voor het inspecteren, acquireren, beheren, toegankelijk maken en ter beschikking stellen van archieven en collecties voor de gemeente Nijmegen, voor Nijmeegse organisaties waarvoor de gemeente de wettelijke verplichting heeft archiefwerkzaamheden te verrichten, alsmede voor gemeenten in de regio en de daar gevestigde instellingen met een publiekrechtelijke taak waarmee een dienstverleningsovereenkomst is aangegaan. We onderscheiden daarbij de volgende kernactiviteiten: - inspectie en acquisitie van nog niet overgebrachte archieven - depotexploitatie (bewaren en behouden) - inventarisatie (toegankelijk maken) - dienstverlening (ter beschikking stellen)
Recente ontwikkelingen Voor het langdurig beheer van digitaal gevormde archiefbescheiden dient op korte termijn een oplossing gevonden te worden, nu de gemeente Nijmegen gekozen heeft voor de geleidelijke gemeentebrede invoering van een Record Management Applicatie (RMA) per 1 januari 2006, een applicatie voor het beheer van digitale archieven. De inrichting van een digitaal depot is dan een noodzakelijke ontwikkeling, die ook voor het Regionaal Archief Nijmegen grote consequenties zal hebben. Er dient immers zowel beleidsmatig als kaderstellend werk verricht te worden. Daarnaast dienen werkzaamheden in de praktisch implementerende en uitvoerende zin verricht te worden. De gemeente Nijmegen is op dit terrein in de Nederlandse overheidswereld een koploper en wordt dan ook in nationale samenwerkingsverbanden betrokken en van daaruit ondersteund. Als gevolg van het organisatieontwikkelingstraject wordt een extra input geleverd op de inspectietaak. De effecten hiervan zullen vanaf 2006 zichtbaar worden. Mede als gevolg van de toenemende digitalisering wordt de omlooptijd van te archiveren documenten steeds korter. Het Regionaal Archief Nijmegen wordt daardoor steeds intensiever betrokken bij de voorzijde van het totale administratieve traject. De afgelopen jaren heeft het Regionaal Archief Nijmegen veelal achter de schermen een flinke steen bijgedragen aan de viering Nijmegen 200 jaar stad (bijvoorbeeld bij de totstandkoming van de driedelige Stadsgeschiedenis). Een van de effecten zal naar verwachting zijn dat het aantal onderzoeksvragen voor de archiefdienst zal toenemen. Het Regionaal Archief Nijmegen zal er voorts op inzetten dat de samenwerking met andere erfgoedinstellingen wordt gecontinueerd.
Maatschappelijk effect - Wat willen we bereiken? Naast de uitvoering van wettelijke taken (Archiefwet 1995: het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van overheidsarchieven, alsmede het waarborgen van de openbaarheid van die archieven) heeft het Regionaal Archief Nijmegen tot doel een actieve bijdrage te leveren aan de vergroting van de historische kennis van stad en streek onder een zo breed mogelijk hedendaags en toekomstig publiek en op die manier bij te dragen aan vergroting van de sociale cohesie.
210
Stadsbegroting 2006-2009
Hoofddoelstellingen - Wat willen we bereiken? (vervolg) 1. Op grond van onze wettelijke taken (Archiefwet 1995, Wet Gemeenschappelijke Regelingen en overige wettelijke regelingen) staan wij in voor optimale luciditeit, controleerbaarheid en duurzaamheid van de analoge en digitale informatie die de overheidsorganisaties gecreëerd hebben en behoren te creëren. 2. Wij willen een zo breed mogelijk hedendaags en toekomstig publiek bereiken en bijdragen aan de vergroting van de historische kennis van stad en streek, aan het bewustzijn van de mogelijkheden om de overheid te controleren en aan de fundamentele bescherming van ieders rechten om eventueel juridisch bewijs te vinden. Dit alles draagt bij aan een evenwichtige beleidsontwikkeling in historisch perspectief en een rechtmatige besluitvorming. 3. Wij verzorgen de inspectie, acquisitie en advisering met betrekking tot de informatievoorziening van de onderhavige overheden, omdat wij willen voorkomen dat informatie uit zijn verband raakt. Waar dit toch het geval is, brengen wij tegen vergoeding de informatie terug in goede, geordende en toegankelijke staat en dragen daarmee bij aan de optimale openbaarheid van de overheidsinformatie. Begroting 2003
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Beheerde archieven & collecties (in strekkende meters)
9.000
13.463
13.563
13.663
13.763
Nog niet ontsloten archieven & collecties (in strekkende meters)
2.473
6.823
6.423
6.023
5.623
Op te nemen archieven en collecties (in strekkende meters)
300
250
250
250
250
Te ontsluiten archieven en collecties (in strekkende meters)
200
598
598
598
598
19
45
45
45
45
6.250
158.310
158.310
158.310
158.310
30
55
55
55
55
Kaderstellende en beleidsmatige initiatieven
n.v.t.
6
6
6
6
Acquisities van particuliere en overheidsarchieven & -collecties
24
28
28
28
28
Aanwinsten losse documenten
40
140
140
140
140
Indicatoren
Manifestaties en publicaties Klantcontacten Inspecties
Doelrealisatie tot nu toe Zie onderstaande tabel. Indicatoren
Begroting 2004
Rekening 2004
Begroting 2005
Beheerde archieven & collecties (in strekkende meters)
9.200
9.295
12.400
Nog niet ontsloten archieven & collecties (in strekkende meters)
2.790
2.811
6.900
Op te nemen archieven & collecties (in strekkende meters)
4.000
210
4.400
Te ontsluiten archieven & collecties (in strekkende meters)
547
374
300
Stadsbegroting 2006-2009
211
Manifestaties en publicaties
43
77
46
27.800
91.077
157.800
25
13
23
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Acquisities van particuliere en overheidsarchieven & collecties
34
25
33
Aanwinsten losse documenten
40
145
40
Klantcontacten Inspecties Kaderstellende en beleidsmatige initiatieven
Activiteiten - Wat gaan we ervoor doen? De hieronder genoemde activiteiten dragen gezamenlijk bij aan realisering van de hierboven genoemde hoofddoelstellingen. De totale omvang van de te beheren archieven en collecties (bestaande uit de al ontsloten en dus toegankelijke archieven, de nog niet ontsloten statische archieven en de nog te bewerken semistatische archieven van de gemeente Nijmegen zelf) neemt in 2006 met 250 strekkende meter toe (een stijging van 150% t.o.v. de Begroting 2005). De omvang van de voorraad nog niet ontsloten statische archieven en collecties neemt in 2006 per saldo met 100 strekkende meter af. De nog te bewerken semi-statische archieven van de gemeente zelf (in 2005 wordt circa 4.000 meter overgebracht van Metterswane en het stadhuis naar de archiefbewaarplaats, waar in de begroting 2005 nog werd uitgegaan van 3100) nemen in 2006 met 200 strekkende meter af. Het aantal meters op te nemen semi-statische en particuliere archieven en collecties wordt geraamd op 250. In deze situatie wordt verandering gebracht indien nieuwe regiogemeenten besluiten om zich aan te sluiten (in 2005 is een offerte uitgebracht aan de gemeente Over-Betuwe). Het aantal manifestaties voor groepen geïnteresseerde burgers en publicaties die het Regionaal Archief Nijmegen verzorgt of waarbij het nauw betrokken is (in totaal 45, daling met 2% t.o.v. de Begroting 2005) zal ongeveer gelijk zijn aan de begrote aantallen in 2005, het jaar dat in het teken stond van "Nijmegen 2000 jaar". De aantallen actieve klantbezoeken (bezoeken aan de studiezaal, schriftelijke en telefonische contacten) zullen in 2006 enigszins toenemen in vergelijking met de aantallen in 2005 (8.310 tegenover 7.800, een stijging van 6,5%). Het aantal passieve klantcontacten (aantal hits op de website van het Regionaal Archief Nijmegen) zal, mede als gevolg van de uitbreiding van het aanbod, oplopen tot naar schatting 150.000 (gelijk aan het aantal dat in de Begroting 2005 is genoemd). Met ingang van 2005 is de systematiek van de inspecties gewijzigd. In plaats van vierjaarlijkse inspecties bij de directies is gekozen voor tweejaarlijkse inspecties. Op basis daarvan zullen de volgende activiteiten plaatsvinden. Het aantal integrale inspecties bedraagt in 2006: 12. De aantallen monitoring inspecties worden uitgebreid; in 2006 zullen er 36 plaatsvinden. Het aantal incidentinspecties wordt geraamd op 7 en het aantal kaderstellende en beleidsmatige initiatieven (waarbij de aandacht vooral zal uitgaan naar het langdurig beheer van digitaal gevormde archieven, zie Recente ontwikkelingen) op 6. Het aantal acquisities zal in 2006 bestaan uit 8 wettelijke overdrachten, 20 acquisities van particuliere archieven en collecties; daarnaast worden 140 aanwinsten van losse documenten verwerkt.
Verwijzingen - B&W-besluit meterprijs - B&W-besluit aanpassing meterprijs 2004 - Raadsbesluit bombardement mei 2004 - Archiefverordening 2003/Besluit informatiebeheer 2003
212
Stadsbegroting 2006-2009
Onderzoeken Uit concept Onderzoeksprogramma 2005-medio 2006 (Onderzoek en Statistiek) geen.
Budgetwijzigingen exploitatie Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2006 heeft uw Raad voor dit programma geen budgetwijzigingen vastgesteld.
Financiële gegevens Wat mag het kosten?
Begroting 2005
Begroting 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Financiële lasten per Productgroep 1PG-8420-001 - Archiefwerkzaamheden Nijmegen
2.355.107
2.432.406
2.423.948
2.416.438
2.409.105
1PG-8420-002 - Archiefwerkzaamheden derden
0
0
0
0
0
2.355.107
2.432.406
2.423.948
2.416.438
2.409.105
1PG-8420-001 - Archiefwerkzaamheden Nijmegen
-67.876
-67.876
-67.876
-67.876
-67.876
1PG-8420-002 - Archiefwerkzaamheden derden
-149.205
-149.205
-149.205
-149.205
-149.205
Totaal baten Programma
-217.081
-217.081
-217.081
-217.081
-217.081
2.138.026
2.215.325
2.206.867
2.199.357
2.192.024
Totaal lasten Programma
Financiële baten per Productgroep
Stadsbegroting 2006-2009
213
214
Stadsbegroting 2006-2009
2
Paragrafen
2.1
Investeringen
2.1.1 Investeringsbeleid Om de investeringen in de stad op peil te houden, houden we de kapitaallasten in de meerjarenbegroting op een constant niveau. Met het nieuwe financiële systeem zijn we beter in staat om dit te bewaken. We gaan nu de kapitaallasten van de nog niet gerealiseerde investeringen centraal vasthouden. Zodra een investering gereed is, boeken we de kapitaallasten op het juiste product. Op deze manier versterken we de centrale sturing.
2.1.2 Investeringen en NFIS Met het nieuwe financiële systeem hebben we meer mogelijkheden om investeringen te volgen en eenduidig te administreren. Alle investeringen die in het investeringsplan 2006 - 2009 staan, voeren we na vaststelling door uw Raad definitief in NIFS in. Met deze vaststelling voteert uw Raad deze investeringskredieten. De meeste investeringen in dit investeringsplan zijn zogenaamde bulkkredieten. Voor de invulling van deze bulkkredieten is een collegebesluit nodig en in sommige gevallen een raadsbesluit als, volgens artikel 212, het afgesproken bedrag van € 1,5 miljoen per investeringsproject overschrijdt. Pas dan kan officieel de uitvoering van de betreffende projecten beginnen. Een begrotingswijziging is onderdeel van dit besluit. Door de investeringen centraal in te voeren en pas bij de invulling van het bulkkrediet de betreffende budgethouder te autoriseren voor het investeringsgeld, hebben we een beter inzicht in de voortgang van investeringen. We weten of een project in uitvoering is of nog niet. Daarnaast kunnen we in NFIS op elk moment zien of er verplichtingen of uitgaven zijn bij investeringsprojecten. Dit verhoogt ook ons inzicht in de voortgang. Hiermee hebben we een volgsysteem in handen dat nauw aansluit bij de financiële administratie. De komende jaren willen we gebruiken om dit systeem te perfectioneren. Met het oude financiële systeem waren we niet goed in staat zicht te houden op de voortgang van de restantkredieten en te bewaken dat deze aan de juiste investeringskredieten zijn gekoppeld. Het nieuwe financiële systeem heeft deze mogelijkheden wel. Dit stelt ons in staat het stuwmeer aan restantkredieten versneld leeg te laten lopen. De vrijval van restantkredieten die dat tot gevolg heeft, kunnen we inzetten voor nieuwe beleidsinvesteringen.
2.1.3 DIBB In het nieuwe DIBB hebben we voor het eerst in de programmamal het kopje investeringen consequent gevuld in tegenstelling met voorgaande jaren. Dit komt omdat het nieuwe DIBB gebruikersvriendelijker is. Per programma staat een tabel met de bijbehorende investeringen voorzover van toepassing en een toelichting waarin we een verbinding leggen met de hoofddoelstelling van het programma. De rendabele investeringen hebben we hier nog niet aan toegevoegd.
2.1.4 Opschonen investeringen We willen in 2006 alle investeringen onderwerpen aan een kritische blik of het inderdaad investeringen zijn of dat we ze over moeten hevelen naar de exploitatie. Het gaat hier met name over investeringskredieten die ieder jaar gepland staan, de zogenaamde
Stadsbegroting 2006-2009
215
doorloopposten. We hebben dit nu al voor een aantal investeringen gedaan. Hoe we de rest gaan aanpakken, moeten we nog bepalen.
2.1.5 Lange termijn De investeringsbehoeften die we vorig jaar hebben geschetst, is dit jaar niet veranderd. Wat wel veranderd is, is ons inzicht in de kapitaallasten in de begroting. Dankzij het nieuwe financiële systeem kunnen we eigenlijk op elk moment de kapitaallasten eruit halen die horen bij de al gerealiseerde investeringen, de zogenaamde vaste activa. En zo de vrijvallende investeringsruimte bepalen. Daarnaast biedt het ons de mogelijkheid om de kapitaallasten van het nieuwe investeringsplan uit te rekenen zodat we snel kunnen zien of we de investeringsruimte zo voordelig mogelijk benutten. Ook is het goed mogelijk de kapitaallasten en dus het investeringsvolume over een langere periode uit te rekenen zodat we rare pieken en dalen van tevoren aan zien komen en met een evenwichtig investeringsplan eruit kunnen halen. Het resultaat is dat we de komende periode € 4 miljoen per jaar extra kunnen programmeren. In onderstaande tabel hebben we het investeringsvolume tot 2011 weergegeven. bedragen x € 1 miljoen
Investeringsvolume
2006 22,6
2007 24,3
2008 24
2009 25,7
2010 23
2011 23
In 2006 en 2007 hebben we zoals eerder voorspeld minder ruimte voor investeringen in vergelijking met de jaren erna. De piek in 2009 hebben we naar voren gehaald in 2007 zodat we een gelijkmatige verdeling hebben van het investeringsvolume door de jaren heen. In 2009 leidt dat tot een bescheiden verhoging van de kapitaallasten. Vanaf 2009 stellen we voor het kapitaallastenniveau structureel met € 4 ton te verhogen. Daarmee trekken we het investeringsvolume voor de jaren daarna naar € 23 miljoen in plaats van € 22 miljoen of lager. Ons streven naar meer ruimte om te investeren in onze stad krijgt daarmee verder gestalte.
2.1.6 Investeringsplan 2006- 2009 In het nieuwe investeringsplan 2006 - 2009 hebben we prioriteit gegeven aan investeringsprojecten op het gebied van schoon, heel en veilig, wijken en investeringen in de stad. Daarnaast blijft onderwijs een speerpunt van ons investeringsbeleid. Investeringsprojecten voor schoon, heel en veilig zijn de projecten om de achterstand van het onderhoud in te halen. Dit geldt onder ander voor de investeringen bij de programma’s Openbare ruimte en Sport. Veiligheid komt terug bij de brandveiliginvesteringen bij het programma Panden en de damwand Waalkade bij het programma Economische ontwikkeling en natuurlijk bij het programma Mobiliteit. Investeren in de wijken doen we bij de programma’s Ruimtelijke ontwikkeling en vormgeving en Wijkaanpak. Bij onder andere het programma Grondbeleid investeren we in de stad. Voor het gedetailleerde investeringsplan verwijzen we naar bijlage 1. Voor de doelstellingen van de investeringen verwijzen we naar de programmabegroting.
Brandveiligheid
216
Stadsbegroting 2006-2009
Volgens onze ramingen voor het aanpassen van de gemeentelijke gebouwen aan de brandveiligheidseisen hebben we in 2006 ongeveer € 5,6 miljoen nodig. In het investeringsprogramma hebben we ruimte voor € 4 miljoen. Als in de loop van 2006 blijkt dat we de € 4 miljoen gaan overschrijden, zullen we bekijken of we de restantkredieten hiervoor aanvullend kunnen inzetten. Zonodig zullen we uw Raad een voorstel voorleggen. Buitensportaccommodaties Ook voor het achterstallig onderhoud van buitensportaccommodaties schatten we in dat we hoger bedrag nodig hebben dan nu in het investeringsplan staat. Zodra we geld kunnen vrijmaken uit de restantkredieten, willen we dit inzetten voor dit achterstallig onderhoud. Doordat we meer grip krijgen op onze restantkredieten is dit een reële optie. Ook hier zullen we zonodig uw Raad een voorstel voorleggen. Bedrijfsinvesteringen Vorig jaar heeft uw Raad besloten om de bedrijfsinvesteringen op € 2,5 miljoen per jaar te stabiliseren. Vanwege minder investeringsruimte in de jaren 2005 en 2006 hebben we toen 2 keer € 5 ton overgeheveld naar 2007. We hebben begin 2005 alle bedrijfsinvesteringen kritisch bekeken waardoor nog een paar verschuivingen zijn opgetreden. Zo is het bedrijfsinvesteringsbedrag in 2006 verlaagd naar € 1,8 miljoen en in 2007 verhoogd naar € 3,95 miljoen. In de jaren er na blijft het stabiel op € 2,5 miljoen. Bedragen x € 1000
Investeringen per Programma Burger en Bestuur Economische Ontwikkeling Ruimtelijke inrichting en vormgeving Panden Grondbeleid Sport Wijkaanpak Openbare ruimte Recreatie en Spelen Mobiliteit Leefomgevingskwaliteit Groen en water Kunst en Cultuur Onderwijs Integraal Jeugdbeleid Interne Producten Stadsbedrijven Bedrijfsinvesteringen Totaal
progr. 2120 3220 4120 4230 4310 4410 5110 5210 5310 6110 6210 6240 6310 7110 7220 8410 -
2006 20 500 1.013 4.527 300 160 28 1.655 508 5.350 25 471 7 5.756 27 113 1.800 22.260
2007 0 1.500 1.000 2.347 3.500 160 28 1.655 40 1.275 75 471 2.632 5.570 27 113 3.950 24.343
2008 0 1.500 1.000 1.977 6.000 160 28 1.655 40 680 75 1.021 1.677 5.570 27 113 2.500 24.023
2009 0 2.500 1.000 877 3.500 7.460 28 1.700 40 725 75 645 7 4.570 27 50 2.500 25.704
2.1.7 Afwijkende afschrijvingstermijnen Voor een aantal investeringen stellen we een afwijkend afschrijvingstermijn voor dan eerder is vastgesteld. Het gaat om de volgende investeringen: Brandveiligheid gebouwen 20 jaar Vervanging draadglas i.v.m. brandveiligheid 10 jaar onderhouden sport- en jeugdaccommodaties 20 jaar onderhoud openbaar vervoer 5 jaar Culturele broedplaatsen 30 jaar
Stadsbegroting 2006-2009
217
De afschrijvingen van de eerste drie investeringen zijn naar beneden bijgesteld omdat het om onderhoud gaat. De afschrijvingstermijnen die er voor staan zijn gebaseerd op nieuwbouw. Onze inschatting bij culturele broedplaatsen is dat 40 jaar te lang is vanwege de tijdsgebonden invulling van het pand.
2.1.8 Rendabele investeringen We hebben de rendabele investeringen in een aparte lijst gezet. De afweging van deze investeringen hebben namelijk een ander karakter dan de programmainvesteringen. Het schema van de rendabele investering staat hieronder getotaliseerd per programma. In bijlage 1 staat gedetailleerde informatie. Volgend jaar zullen we deze lijst aanvullen met informatie over waar het geld vandaan komt. Dit jaar hebben we ons geconcentreerd op de programma-investeringen en hun doelstellingen. bedragen x € 1000 Programma Interne producten stadsbedrijven Interne producten stadsbedrijven Mobiliteit Mobiliteit Panden Panden Groen en water Groen en water
218
Productgroep Beheer woningen
2006 750
2007 750
2008 750
2009 750
Beheer woningen
-750
-750
-750
-750
9.335 -9.335 500 -500 4.125 -4.125
5.535 -5.535 500 -500 4.775 -4.775
0 0 500 -500 5.825 -5.825
0 0 500 -500 6.925 -6.925
Parkeren Parkeren Overige panden Overige panden Integraal Waterbeheer Integraal Waterbeheer
Stadsbegroting 2006-2009
2.2
Lokale heffingen Deze paragraaf bevat informatie en voorstellen over de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen en gaat in op de consequenties daarvan voor de lokale belastingplichtigen. Wij zijn er in deze Stadsbegroting van uit gegaan dat het wetsvoorstel met betrekking tot de OZB wordt ingevoerd. Dat heeft aanzienlijke veranderingen in de inkomstenstromen uit gemeentelijke belastingen tot gevolg. Ook voor de belastingbetalers in de stad zijn de gevolgen fors. Daarom zullen wij eerst ingaan op de gevolgen van dit voorstel voor Nijmegen. Vervolgens komen de overige heffingen aan bod, met een beschrijving van de ontwikkelingen van de woonlasten, bestaande uit de OZB, de Afvalstoffenheffing en het Rioolrecht. Tenslotte besteden wij aandacht aan kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
2.2.1 De woonlasten 2.2.1.1 Onroerende-zaakbelastingen Het wetsvoorstel van het Kabinet voorziet in afschaffing van de OZB voor gebruikers van woningen (OZB-G-W). Daarnaast worden maximum tarieven vastgesteld voor de OZB voor eigenaren van woningen (OZB-E-W) en voor niet-wonigen (OZB-NW). Ook de jaarlijkse stijging wordt gebonden aan een maximum. De gemeenten worden gecompenseerd door een verhoging van de Gemeentefondsuitkering. Voor gemeenten die veel nadeel ondervinden van de afschaffing van de OZB-G-W komt een tijdelijke suppletieregeling, die over een periode van meer dan 10 jaar wordt afgebouwd. De plannen van het Kabinet zijn al enkele jaren bekend, zij het dat veel details pas op het laatste moment duidelijk worden. In 2004 hebben wij uw Raad al geïnformeerd over de effecten voor Nijmegen, die vooral zo groot zijn, omdat wij reinigingsrecht en afvalstoffenheffing voor een groot deel in de OZB hebben opgenomen. Daarop heeft uw Raad in juli 2004 (raadsvoorstel 140/2004) onder meer besloten dat het afschaffen van de OZB-G-W budgettair neutraal zou moeten verlopen en dat bij teruglopende inkomsten eerst de opbrengst van het rioolrecht zou worden verhoogd en vervolgens de afvalstoffenheffing, om de gemeentelijke inkomsten op peil te houden. Om in beeld te kunnen brengen wat de financiële effecten van het wetsvoorstel over de OZB voor de gemeente Nijmegen zijn hebben wij eerst het niveau van de OZBopbrengst in 2006 zonder wetswijziging bepaald. bedragen * € 1000
Beoogd jaarresultaat aan opbrengsten OZB in 2005 a-structurele verhoging in 2005 ongedaan maken van de effecten uit herwaardering desintegratie rioolrecht uit de OZB correctie op kapitaallasten oude rioolinvesteringen areaaluitbreidingen in 2005 inflatiecorrectie 2,5% correctie minimabeleid Opbrengst OZB 2006 zonder wetswijziging
Stadsbegroting 2006-2009
61.642 1.500 565 + 3.900 700 + 1.655 + 1.461 + 210 + 60.833
219
Zoals gezegd grijpt de wetswijziging in op de verschillende soorten OZB. De OZB-G-W brengt in 2005 € 15,6 miljoen op. Als we niets zouden doen, zou de opbrengst van de OZB door de afschaffing € 15,6 miljoen dalen, waarbij € 7 ton opgeteld moet worden in verband met lagere kapitaallasten op rioolinvesteringen. Ons tarief voor niet-woningen ligt boven het wettelijke maximum. Daardoor daalt de opbrengt nog eens met € 3 miljoen. In totaal daalt daarmee de opbrengst met bijna € 20 miljoen. Voor de duidelijkheid: het rioolrecht blijft in deze becijfering verder geheel buiten beschouwing, omdat uw Raad inmiddels heeft besloten die volledig kostendekkend in te voeren. Ook de opbrengst van de groene zak blijft buiten de berekeningen, omdat die hierdoor niet verandert. Om te voorkomen dat met de OZB-G-W ook de afvalstoffenheffing voor gebruikers van woningen zou verdwijnen, hebben we geraamd welk deel van de kosten van de afvalverwerking in de OZB-G-W zit. We hebben dat deel op € 2,5 miljoen bepaald, dat we als opbrengst van de Afvalstoffenheffing voor woninggebruikers in de primitieve begroting hebben opgenomen. Vervolgens hebben we geconstateerd dat de verlaging van de OZB-NW, zoals gezegd, een lagere opbrengst van € 3 miljoen veroorzaakt en dat bedrag aardig in de buurt komt van het aandeel van de afvalverwerkingskosten in de OZB-NW. Omdat afvalstoffenheffing typisch gebonden is aan woningen, stellen wij in het dekkingsplan voor om die € 3 miljoen nu ook bij de woningen te gaan innen. Dat doen we voor de helft door de OZB-E-W te verhogen met € 1,5 miljoen, wat binnen het toegestane maximum mogelijk is. De andere helft, ook € 1,5 miljoen, realiseren we door een verhoging van de afvalstoffenheffing.
Opbrengst OZB 2006 na wetswijziging Afvalstoffenheffing uit OZB-G-W Verhoging afvalstoffenheffing OZB-G-W Verhoging OZB-E-W Opbrengst OZB 2006 en Afvalstoffenheffing
41.492 2.500 + 1.500 + 1.500 + 46.992
Met de voorgestelde opbrengsten afvalstoffenheffing en de maximering van de OZBE-W daalt de belastingopbrengst in vergelijking met de OZB zonder wetswijziging € 13,8 miljoen. 2.2.1.2 Rioolrecht Zoals uw Raad al op 8 juni 2005, bij de raadsbehandeling van het GRP 2005-2009 heeft besloten, stijgen de rioleringslasten van de gemeente in de komende periode sterk. Daarbij heeft u gekozen voor een kostendekkend verbreed rioolrecht c.q. waterheffing (zie 2.2.6.1) om de kosten die veroorzaakt worden door een versnelling van de vervanging van het rioolstelsel, te financieren. Ook de verschuiving van de lasten van de OZB naar het Rioolrecht leidt tot een forse stijging van de opbrengst uit het Rioolrecht. Alle wijzigingen ten opzichte van 2005 zetten we hieronder op een rij. bedragen * € 1000
Beoogd jaarresultaat aan opbrengsten Rioolrecht in 2005 areaaluitbreidingen in 2005 (1750 objecten)
220
5.800 130 +
Stadsbegroting 2006-2009
inflatiecorrectie 2,5% desintegratie rioolrecht uit de OZB correctie op doorgevoerde kapitaallasten oude rioolinvesteringen effect GRP 2005-2009 Opbrengst rioolrecht 2006
150 + 3.900 + 700 3.320 + 12.600
Het bovenstaande leidt tot een forse stijging van het tarief van het rioolrecht. Voor woningen betekent dit een verhoging van € 75 in 2005 naar € 170 in 2006. Uw Raad heeft ons College bij de vaststelling van het GRP 2005-2009 verzocht om te onderzoeken of deze lasten eerlijker kunnen worden verdeeld. Wij zullen hierover een voorstel indienen voor de Raad van 21 december 2005. 2.2.1.3 Afvalstoffenheffing Naar huidig inzicht zal de opbrengst uit de afvalstoffenheffing (groene zak, milieustraat en grofvuilophaaldienst) in 2006 gelijk blijven aan de € 2,7 miljoen van 2005. Het aandeel dat gebruikers van woningen betaalden voor ophalen en verwerken van afval in de OZB zal in 2006 als Afvalstoffenheffing ingevoerd worden voor een bedrag van € 2,5 miljoen. Dit bedrag is gelijk aan het aandeel in de OZB 2005. Bij de opstelling van de primitieve begroting hebben wij de opbrengst uit Afvalstoffenheffing met dit bedrag verhoogd. Hiervoor hebben we al aangegeven dat we voorstellen nog € 1,5 miljoen aan afvalstoffenheffing te innen, om het wegvallen van het aandeel uit niet-woningen op te vangen. In het raadsbesluit van 14 juli 2004 (140/2004) zijn de belangrijkste uitgangspunten voor deze Afvalstoffenheffing al vastgelegd. Wij zullen ons voorstel tot invoering van deze Afvalstoffenheffing hierop baseren. Daarbij kunnen wij ook informatie verstrekken over de lasten voor de afzonderlijke huishoudens. Op 2 februari 2005 heeft uw Raad besloten om met ingang van 1 maart 2005 een experiment uit te voeren, waarbij we in een beperkt gebied in plaats van een afvalstoffenheffing op de prijs van de groene huisvuilzak een vaste aanslag Afvalstoffenheffing opleggen aan de gebruikers van woningen in dit gebied. De hoogte van deze aanslag is afhankelijk van de huishoudensgrootte. Deze gebruikers gebruiken sindsdien rode huisvuilzakken, waarvoor ze geen afvalstoffenheffing per zak betalen. De proef eindigt op 31 december 2005, en daarna evalueren we.
2.2.2 De zakelijke lasten voor bedrijven Omdat wij de heffing naar waarde één van de eerlijkste en efficiëntste heffingsgrondslagen vinden, kent Nijmegen een hoog OZB-tarief voor niet-woningen. Hierdoor kan ten onrechte het beeld ontstaan dat Nijmeegse bedrijven en instellingen de hoogste lokale lastendruk kennen. Dit is niet juist: voor de effectieve lastendruk telt niet alleen de OZB, maar tellen ook de overige lokale heffingen. Andere gemeenten heffen belastingen, die in Nijmegen niet voorkomen (baatbelasting, precario op nutsleidingen, reclamebelasting, rioolafvoerrecht naar waterverbruik) of kennen voor bepaalde belastingen of heffingen (precario, toeristenbelasting, parkeerbelasting) soms hogere tarieven dan Nijmegen. De daadwerkelijke lasten voor de ondernemer zijn sterk afhankelijk van de zakelijke omstandigheden. Dit maakt het niet mogelijk een eenduidige indicatie over de hoogte van de zakelijke lasten in vergelijking tot andere gemeenten te geven. Door de daling
Stadsbegroting 2006-2009
221
van de OZB tarieven voor niet-woningen en in verband met maximering van het tarief kennen vrijwel alle bedrijven in 2006 een lagere lastendruk dan in 2005. 2.2.2.1 Overzicht lastenverschuivingen 2005 naar 2006 In de bijlage hebben wij een overzicht toegevoegd van de lastenverschuivingen, die het gevolg zijn van de voorgestelde veranderingen in OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing, voor verschillende huishoudenscategorieën. Hierin zijn ook de lasten voor zakelijke belastingbetalers weergegeven. Wat blijkt is dat voor alle gebruikers van woningen en voor alle eigenaren-gebruikers van woningen een daling van de woonlasten optreedt. We hebben de effecten, inclusief de verhoging van het rioolrecht, becijferd naar waarde van de woning en naar gezinssamenstelling. In absolute cijfers dalen de woonlasten met bedragen tussen € 80 en € 645 per jaar. In procenten gaat het om een verlaging tussen de 13% en de 83%. Voor niet-woningen dalen de lasten eveneens, met 18% voor gebruikers en tussen de 8% en 16% voor gebruikers-eigenaren.
2.2.3 Overige belastingen en heffingen 2.2.3.1 Parkeerbelastingen In de gemeente Nijmegen gebruiken we de parkeertarieven om de kosten voor de parkeervoorzieningen te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij maken we onderscheid tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woonwerk parkeren. Het streven is zo min mogelijk auto’s langs de openbare weg te laten parkeren en het gebruik van de auto voor woon-werkverkeer te ontmoedigen. We stellen voor de huidige parkeertarieven en vergunningen te verhogen met 2,5%. Het wettelijke tarief van de naheffingsaanslag stijgt in 2006 van € 46 naar € 47. 2.2.3.2 Precariobelasting Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond. Precariobelasting is een ongebonden belasting, zodat de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven. We stellen voor de tarieven voor de precariobelasting te verhogen met het percentage voor de inflatiecorrectie. 2.2.3.3 Reclamebelasting Wij voeren momenteel een onderzoek uit naar de mogelijkheden en effecten van invoering van reclamebelasting. Wij verwachten dat wij u hierover begin 2006 een voorstel kunnen voorleggen. 2.2.3.4 Hondenbelasting Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat er geen relatie tussen de kosten (van bijv. uitlaatplaatsen of perceptiekosten) en de opbrengst behoefte te zijn. Voor deze belasting verlenen wij kwijtschelding aan minima. 2.2.3.5 Marktgelden Voor 2006 willen wij de tarieven van de marktgelden, ter verhoging van de dekking van de opbrengst van deze rechten, met 10% verhogen. Dit voorstel tot tariefstijging is in overleg met en met instemming van de vertegenwoordigers van de marktkooplieden tot
222
Stadsbegroting 2006-2009
stand gekomen. Ons voorstel daartoe zullen wij bij ons advies tot wijziging van alle gemeentelijke belastingverordeningen, in december a.s., voorleggen. 2.2.3.6 Overige leges en rechten Gemeentelijke producten en diensten brengen we in beginsel kostendekkend in rekening bij de direct belanghebbende van dat product of die dienst. Om kosten en opbrengsten in evenwicht te houden, vergelijken we periodiek de kosten van de gemeentelijke dienstverlening met de opbrengst aan leges. In ons voorstel tot vaststelling van de belastingtarieven, in december van dit jaar, zullen wij voor diverse gemeentelijke diensten voorstellen indienen om de tarieven (opnieuw) op kostendekkend niveau te brengen. Voor 2006 verhogen we de verschillende leges en rechten met de inflatiecorrectie van 2,5%, omdat de gemeentelijke kosten om de betreffende diensten te verlenen ook met dit percentage stijgen. Bij de vaststelling van een aantal tarieven (bijv. reisdocumenten) houden we rekening met de van rijkswege gestelde (maximum-)tarieven.
2.2.4 Overzicht belastingopbrengsten 2006 t.o.v. 2005 Hieronder beschrijven wij, met inachtneming van de bovenstaande veranderingen, de ontwikkeling van de opbrengst per heffingsoort op basis van de primitieve begroting en de aanvullende voorstellen in deze Stadsbegroting. bedragen * € 1000
Onroerendezaakbelastingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Parkeergelden Leges bouwvergunningen Opbrengst groene zakken Leges burgerzaken Hondenbelasting Parkeerboetes Precariobelasting overig Reinigingsrecht bedrijven (aanslagen) Scheepvaartrechten Marktgelden Toeristenbelasting Brandweerleges Precariobelasting standplaatsen Baatbelasting Overige leges TOTAAL
2005
2006
61.642 2.700 5.800 10.723 4.112 2.700 1.145 695 691 389 352 305 230 204 140 113 12 254
42.992 6.700 13.332 10.991 4.215 2.700 1.232 713 706 393 361 312 255 209 144 115 12 260
92.207
85.642
2.2.5 Kwijtschelding Gemeenten kunnen onder bepaalde omstandigheden kwijtschelding van gemeentelijke lasten verlenen, als het inkomen van de belastingplichtige onder de genormeerde kosten
Stadsbegroting 2006-2009
223
van bestaan ligt. Deze kosten bedragen, aldus het rijk, 90% van de bijstandsuitkering, maar gemeenten kunnen dit percentage verhogen tot 100%. In dat geval wordt ervan uitgegaan dat van een bijstandsuitkering geen gemeentelijke belastingen betaald kunnen worden. In Nijmegen bedraagt dit percentage (net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland) 100%. Als de gebruikers van woningen geen OZB meer betalen, vervalt hierdoor ook de kwijtschelding voor deze belasting. Verder verlenen we in Nijmegen kwijtschelding voor: • de afvalstoffenheffing (voor de belastingcomponent uit de groene huisvuilzak, en voor de aanslag afvalstoffenheffing; De vraag welk budget nodig is voor kwijtschelding van Rioolrechten en/of Afvalstoffenheffing leggen we voor in ons voorstel over de wijziging van deze belastingverordeningen, in december van dit jaar • de hondenbelasting (uitsluitend kwijtschelding voor de zgn. ‘eerste’ hond); • de leges voor een gehandicaptenparkeerplaats of -kaart. De budgetten voor kwijtschelding van hondenbelasting (in 2005: € 110.000) en van de afvalstoffenheffing (€ 210.000) hebben we in de primitieve begroting 2006 ongewijzigd gelaten.
2.2.6 Wettelijke ontwikkelingen Ter informatie behandelen wij hier in het kort de belangrijkste wettelijke ontwikkelingen op het gebied van de lokale heffingen. 2.2.6.1 Verbreding rioolrecht Het huidige rioolrecht zou door de 'Wet gemeentelijke watertaken’ vervangen worden door een bestemmingsheffing. Gemeenten krijgen door deze wet naast de verantwoordelijkheid voor het beheer van afval- en regenwater ook de verantwoordelijkheid voor het verwerken van overtollig grondwater. Deze bestemmingsheffing mag hooguit kostendekkend zijn, en alleen de bij de wet genoemde kosten mogen worden verhaald. Het wetsvoorstel beoogt geen wijziging aan te brengen in het heffingssysteem dat gemeenten al gebruiken voor het rioolrecht: zij blijven vrij in de keuze van de belastingplichtige (eigenaar of gebruiker) en de heffingsmaatstaf. Naar het zich thans laat aanzien wordt de beoogde invoeringsdatum van deze wet per 01-01-2006 niet gehaald. 2.2.6.2 Planschadevergoeding De Hoge Raad heeft in 2004 bepaald dat op grond van de huidige wetgeving legesheffing niet mogelijk is bij het in behandeling nemen van een verzoek om planschadevergoeding. Om toch een drempel tegen ‘gelukzoekers’ op te werpen is de Wet op de Ruimtelijke ordening gewijzigd, zodat een recht kan worden geheven voor het in behandeling nemen van verzoeken om een vergoeding van planschade. Deze wijziging treedt al op 1 september 2005 in werking. Het recht bedraagt € 300, maar dit bedrag kan door de Raad naar keuze met € 200 worden verhoogd of verlaagd. Het bedrag moet worden teruggestort als het verzoek wordt gehonoreerd. 2.2.6.3 Archeologiebelasting Bij de behandeling van een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet is een amendement aanvaard dat het mogelijk moet maken Archeologiebelasting te heffen bij de indiening van een aanvraag om een bouwvergunning of een aanlegvergunning voor een ‘grondgebonden’ bouwwerk.
224
Stadsbegroting 2006-2009
De belasting bedraagt een door de Raad vast te stellen promillage van de geraamde bouwsom bij de vergunningaanvraag. De opbrengst van deze belasting vloeit in een in te stellen fonds waaruit de kosten van het doen van opgravingen in de desbetreffende gemeente worden gefinancierd. De staatssecretaris van OCW heeft zich in juli jl. tegen invoering van Archeologiebelasting uitgesproken. Gelet hierop is invoering nog onzeker. 2.2.6.4 Tolbelasting Kamerlid Duyvendak heeft een initiatiefwetsvoorstel ingediend tot invoering van een belasting ter regulering van het verkeer (Tolwet). Deze belasting kan worden ingevoerd door de Provincie, de gemeente of het waterschap. Voor gemeenten wordt hiervoor de Gemeentewet aangepast. Op dit moment is niet duidelijk wanneer dit wetsvoorstel op zijn vroegst kan worden ingevoerd.
Stadsbegroting 2006-2009
225
2.3
Bedrijfsvoering
2.3.1 Organisatieontwikkeling Ons College wenst meer te kunnen sturen op de uitvoering en wil de burger als verbindende schakel benutten. Dat vraagt om een passende ambtelijke organisatie die flexibel is en in ontwikkeling blijft. We hebben daarvoor in 2004 een visie op de organisatie gemaakt, vastgelegd in “Zo doen wij het in Nijmegen”, waar we de ontwikkelingen van de ambtelijke organisatie toetsen. Vanuit deze visie zijn de volgende doelen gesteld: • Het bestuur dient beter in staat te worden gesteld om te kunnen sturen; • De burger dient centraal te worden gesteld, zodat de resultaten (waarderingsmaatstaven) eveneens centraal komen te staan; • Het verhelderen en verduidelijken van de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de organisatie en het versterken van het strategisch vermogen; • Een omslag naar een zakelijkere houding, gericht op verbetering van het resultaat; • Het vergroten van de doelmatigheid van de organisatie. Het verwezenlijken van deze doelen heeft in 2005 geleid tot een werkprogramma gericht op de verbetering van resultaatgerichte sturing, de stroomlijning en herontwikkeling van basisprocessen, de ontwikkeling van mensen en de verbeterde bestuurlijke ondersteuning. De activiteiten zijn vastgelegd in het Actieprogramma Gemeentelijke Organisatieontwikkeling (AGO). In 2005 hebben we een groot aantal acties opgepakt. Eind 2005 zullen we bezien op welke onderdelen het programma aanscherping behoeft. In 2006 werken we verder aan het verwezenlijken van deze doelen. Daartoe zullen van de activiteiten in 2005 de volgende activiteiten doorlopen: 1. onderzoek burgervragen en product-markt-combinaties Het doel van deze actie is het in beeld brengen van de burgervragen en de relevante product-markt-combinaties (PMC’s), inclusief de producten en processen, zodat op basis daarvan de inrichting van het werk kan plaatsvinden vanuit het perspectief van de burger. De uitwerking van het dienstverleningsconcept zoals vermeld in het Programmam Burger en Bestuur is een belangrijke randvoorwaarde hiervoor. We willen als resultaat: - heldere analyses van de vraag van de burgers en de relevantie voor de interne werkprocessen - dat de relevante producten met de daarbijbehorende processen zijn beschreven - dat er een implementatieplan ligt - dat uiteindelijk de burger meer tevreden is. 2. inrichting concernstaf nieuwe stijl Doel: Bepalen van de taken van de concernstaf nieuwe stijl, inclusief de producten, processen, organisatie, functies en formatie en de wijze waarop dit gerealiseerd kan worden. Resultaat: - Een concernstaf nieuwe stijl als adviesorgaan voor het DT en Bestuur is in 2005 ingericht - In 2006 geven we implementatie en de nieuwe manier van werken verder vorm.
226
Stadsbegroting 2006-2009
3. inrichting control We hebben als doel gesteld dat we de centrale (Stadscontrol) en decentrale control wat betreft taken en de afstemming inregelen met als resultaat: - een geïmplementeerde centrale controlfunctie - De knip tussen control en bedrijfsvoering directies is gerealiseerd. In 2005 zijn de formele stappen hiervoor afgerond. 2006 zal in het teken staan van de inregeling van de werkprocessen en de uitvoering van de controlplannen. Voor 2006 stellen we de volgende prioriteiten centraal: - het op orde brengen van de basisadministratie - control op de uitvoering van plannen - het uitvoeren van een collegeonderzoeksprogramma ex. art 2.1.3.a: 5 indringende onderzoeken - afhandeling van de voorgenomen verbeteracties, opgenomen bij punt 9. 4. positionering middelenfuncties We werken, gegeven de algemene kaders, aan de herpositionering van de middelenfuncties binnen de gemeente Nijmegen, uitgaande van de scheiding strategisch, tactisch, operationeel enerzijds en de verantwoordelijkheden anderzijds Resultaat: - In 2005 heeft de reorganisatie zijn beslag gekregen via de oprichting van de Concernstaf, de Bestuursstaf en het Servicebedrijf. 5. herijking programmamanagement We streven naar het daadwerkelijk functioneren van de programmamanagers in hun sturing op de realisatie van de doelen in de programma’s en bijbehorende verantwoording, met als resultaat: - duidelijk gepositioneerde programmamanagers en mandatering - kwaliteitssysteem voor de programma’s - een programmamonitor - toegesneden opleidingsaanbod programmamanagers. 6. inrichting servicebedrijf Vanuit één gemeente, één werkgever en één organisatie is in 2005 een nieuw servicebedrijf ingericht. In 2006 zullen we: - de werkprocessen vereenvoudigen en stroomlijnen - dienstverleningsovereenkomsten opstellen, zodat duidelijk is welke dienstverlening beschikbaar is en er control op kan plaatsvinden. 7. uitwerking dienstverleningsconcept: Op basis van de visie op dienstverlening pakken we de verdere uitwerking en implementatie van de relevante dienstverleningsconcepten (DVC’s) voor de gemeente Nijmegen op, uitgaande van de verschillende rollen van de burger Resultaat: - een uitwerking van het dienstverleningsconcept naar de verschillende producten - dienstverleningsnormen voor de gemeente Nijmegen. 8. het realiseren van de bezuinigingstaakstelling, Nog meer dan in 2005 zal het accent liggen op de doelmatigheid van onze ambtelijke organisatie. We gaan ervan uit dat, daar waar (structurele) verliezen dreigen, compenserende maatregelen worden genomen. Het doel van deze actie is te bewaken dat we de voorgenomen bezuinigingen halen. Resultaat: - de realisatie van de bezuinigingstaakstelling voor 2006.
Stadsbegroting 2006-2009
227
9. de uitvoering van het “plan bedrijfsvoering”. We geven uitvoering aan het bedrijfsvoeringplan 2006, waarin een aantal algemene aspecten rond de verbetering van de bedrijfsvoering binnen de gemeente Nijmegen zijn opgenomen. Dit plan zal eind 2005 worden opgesteld. In ieder gevallen zullen de volgende onderdelen daar del van utmaken: - afronding implementatie financieel systeem - afsluiting proces schone begroting - afhandelen van alle opmerkingen en aanbevelingen van de accountant - rechtmatigheid, inclusief toepassing BBV. 10. het gemeentelijk ontwikkelingsprogramma 2006, Dit programma is een vervolg op het actieprogramma 2005 en bevat activiteiten die voorwaardenscheppend zijn voor de doorontwikkeling van de organisatie, gericht op werkwijze en opleiding/training. Dit actieprogramma dient “aan de voorkant” naadloos aan te sluiten op de uitwerking van de organisatieontwikkeling en dient “aan de achterkant” (bij de realisatie) naadloos te passen op de gekozen ontwerpen en uitwerkingen. Doel: Het faciliteren van de (nieuwe) werkwijze, zoals die voortvloeit uit de keu zes rond de organisatieontwikkeling. Resultaat: Een samenhangend flankerend beleid, gericht op werkwijze en cultuur, ten behoeve van de uitrol van de organisatieontwikkeling. 11. Een organisatieverordening. Er komt een Organisatieverordening in 2006 die uitgaat van besturing op basis van rechtmatigheid en doelmatigheid; een functionele indeling van de organisatie in uitvoerende en staf afdelingen kent en primaire processen en hun besturing centraal stelt. 12. Effectmeting De resultaten van de gehouden effectmetingsactiviteiten als medewerkersonderzoek; bestuursinterviews en INK-positiebepalingen zijn bekend en worden als actiepunten verwerkt in directie en afdelingsplannen en besproken in de diverse werkoverlegorganen (gesprek op de plek).
2.3.2 Personeel en organisatie 2.3.2.1 Ontwikkeling kwaliteit management In 2005 zijn we gestart met een aantal activiteiten onder de titel ‘ontwikkeling kwaliteit management’. Doelstelling hiervan is enerzijds versterking van de kwaliteit van het management, anderzijds ook het beter faciliteren van het management, juist om daardoor ruimte te creëren waarin versterking van de kwaliteit mogelijk is. Het betreft projecten op het gebied van: doorlichting en vernieuwing van het P&O-instrumentarium; training en opleiding bedrijfsvoering; verkleinen afstand tussen DT/MT en 3e echelon; vakmatige benadering van leidinggeven; werkdruk 3e echelon en betrekken van de mening van medewerkers over leidinggevenden via 360 graden feedback. In een aantal gevallen hebben we aansluiting gezocht bij reeds lopende projecten. De projecten lopen door in 2006. Daarnaast werken we aan de ontwikkeling van een gemeentebreed kader voor de manier waarop binnen de gemeente Nijmegen leiding wordt gegeven. Concreet resultaat zal zijn een kadernotitie, waarvan de inhoud breed gedeeld en onderschreven wordt binnen de organisatie. Ander verwacht resultaat is een bewustwor-
228
Stadsbegroting 2006-2009
dingsproces en het ontstaan van een gemeenschappelijke ‘taal’ ten aanzien van leidinggeven. Ook dit zal bijdragen aan versterking van de kwaliteit van het management. 2.3.2.2 Kaderstelling We ontwikkelen strategische kaders, inclusief de daaraan verbonden taken en inclusief de toetsing en advisering die gepaard gaat met het beheren van deze strategische kaderstelling. Met als doel eenduidige algemene richtlijnen en kaders; minder regels en een meer effectieve organisatie vanuit de gedachte één werkgever, één rechtspersoon en één organisatie We maken daarbij een koppeling met de bezuinigingen. We doen dit door: de ontwikkeling van integrale, heldere en uitvoerbare kaders en richtlijnen die toetsbaar zijn, voor de lange en middellange termijn op het gebied van P, O en I en JZ. programmering op de terreinen P (inclusief arbo-aspecten),O en I en JZ. integraal advies hierover aan College en DT. toetsing op realisatie en naleving van de kaders volgens de PCDA- & BBI-cyclus. 2.3.2.3 HRM-Beleid We ontwikkelen een samenhangend geheel van beleid, richtlijnen en instrumenten op P&O gebied die de strategische kaders ondersteunen en die de IRM-er in staat stellen zijn P&O taken uit te voeren en zich daarover te verantwoorden. We doen dit door: • beleidsontwikkeling, uitvoering en pilots in het kader van versterking van het functioneren van de medewerker. • een herijking en kwaliteitsverbetering van de werving- en selectiemethoden met hierbij specifieke aandacht voor diversiteit. • herijking van het beloningsbeleid, richtlijnen en instrumenten op basis van de evaluatie. • herijking beoordelingssystematiek en pilot voor 360 graden feedback voor leidinggevenden. Beleid en instrumentarium ondersteunen de strategische keuzes en leiden tot zichtbare, voelbare en meetbare resultaten in de organisatie. Over de resultaten, die vooraf zijn bepaald, kan verantwoording in kwantitatieve en kwalitatieve zin worden afgelegd. De IRM-er gebruikt het geboden instrumentarium bij de uitvoering van zijn P&O taken ondersteund door het uitgezette beleid. Uitvoering en advisering vindt plaats vanuit het facilitair bedrijf. Beleid en inzet instrumentarium zijn passend in de tijd van bezuiniging. Introductie nieuwe medewerkers Vanaf voorjaar 2006 willen we het algemene introductieprogramma voor nieuwe medewerkers beter laten aansluiten bij de introductie in de eigen directie. Enerzijds zal dit leiden tot aanpassingen in het centrale introductieprogramma, anderzijds zal worden aangestuurd op meer uniformering in de wijze waarop nieuwe medewerkers in de eigen directie worden ontvangen. Doel hiervan is waarborgen dat nieuwe medewerkers: • Zo snel mogelijk bekend worden met de gemeente Nijmegen en de manier van werken, waardoor ze zich snel en goed kunnen inwerken. • Zich welkom voelen bij de gemeente Nijmegen, wat tevens zal bijdragen aan een goed imago van de gemeente Nijmegen als werkgever.
Stadsbegroting 2006-2009
229
Plaatsingsbeleid Het plaatsingsbeleid toetsen en evalueren we op basis waarvan herijking kan plaatsvinden. De werkprocessen stroomlijnen we verder. Halfjaarlijks rapporteren we over resultaten en knelpunten in de uitvoering. We streven daarbij naar een aanvaardbaar percentage herschikkers/herplaatsers in de organisatie. Ook in 2006 zullen we het aantal bovenformatieven verminderen met 50%. (het aantal wordt vastgesteld op 1 januari 2006) We zetten nog meer in op instroom jongeren door aandacht voor uitstroom ouderen, goed werving en selectiebeleid, trainee-trajecten en werkgelegenheidpslannen voor herintredende vrouwen en parttimers. Taakstellingen hierop worden nog geformuleerd. Activiteiten Arbeidszaken Het bureau Arbeidszaken is in 2005 opgesplitst. We hebben een scheiding aangebracht tussen advies over rechtspositionele geschillen en het voeren van het secretariaat voor de bezwarencommissie dat het College adviseert over beslissingen op bezwaarschriften. De adviseurs van Arbeidszaken zijn in 2005 ondergebracht bij de afdeling P&O Advies en Ondersteuning (Directie Stadsbedrijven). Hierdoor verstevigen we in 2006 de nauwe samenwerking tussen de adviseurs arbeidszaken met de P&O-adviseurs én met de sectie HRM bij de nieuw te vormen Concernstaf. Een belangrijke speerpunt in 2006 voor arbeidszaken is de afronding van de organisatieverordening en het uitbesteden van de digitalisering van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Nijmegen (AGN) met daaraan gekoppeld een geautomatiseerd beschikkingensysteem. Daarnaast verwachten we een aantal grote veranderingen in de AGN in verband met ingrijpende gewijzigde wetgeving met name op het gebied van de sociale zekerheid: prepensioen, levensloopregeling, ziektekostenstelsel, werkloosheidsuitkeringen, WAO, en de totstandkoming van een sectorale CAO. We zorgen voor een adequate advisering vanuit de invalshoek van de werkgever op het terrein van (de toepassing van) arbeidsvoorwaarden, medezeggenschap en niet gemandateerde onderwerpen en vertalen wettelijke bepalingen, richtlijnen en CAO afspraken voor de organisatie in hanteerbare regels en implementeren ze in de organisatie. Arbo-Beleid Als gevolg van de veranderde wetgeving èn de professionalisering van de P&O-sector herijken we onze Arbo-zorg & richtlijnen in 2006. We zullen in goed overleg met de OR invulling geven aan onze nieuwe rol binnen de arbo-wetgeving. We gaan ons verder bezighouden met: • het actualiseren van de Risico-Inventarisatie en – Evaluatie binnen het stadhuis. Aan de hand van het risicoprofiel bepalen we welke preventietaken we als gemeente zullen vormgeven. • eind 2006 loopt het contract met onze huidige arbodienst ArboNed af. In 2006 vindt een weging plaats of en zo ja hoe wij een contract met een arbodienst willen verlengen. • vanaf januari 2006 is een wijziging van de ziektekostenverzekering van kracht. In verband hiermee moet worden bezien of en zo ja, hoe wij het IZA bedrijfszorgpakket kunnen continueren. • we voeren een actieve verzuimbegeleiding en houden het verzuim op 6%. Nijmegenschool (NS) De NijmegenSchool levert een bijdrage aan de (beoogde) ontwikkeling van de organisatie en ontwikkeling van de medewerkers in de gemeentelijke organisatie. Organisaties
230
Stadsbegroting 2006-2009
ontwikkelen als de mensen daarin ontwikkelen. De NijmegenSchool is in haar activiteiten gericht op verdere professionalisering door “leren en vooral het doen”. Dit doen wij door: • in dit tweede “levensjaar”van de NijmegenSchool te werken aan de nadere positiebepaling NijmegenSchool en het bepalen van de bandbreedte van activiteiten NijmegenSchool. Hierbij zullen wij een gerichte visie op leren uitdragen. 2005 was gekenmerkt door introductie en start van de activiteiten en het realiseren en interne organisatie. • het formuleren van een aanbod voor 2006 met strategische opleidingsthema's, voortvloeiend uit het gemeentebrede Actieprogramma Organisatieontwikkeling en de directieplannen/opleidingplannen. • trainingen voor alle medewerkers voor te breiden, uit te voeren en te evalueren, en te verbeteren. • specifieke aandacht voor de permanente ontwikkeling/training van managementen leiderschapkwaliteiten. • we blijven gericht op feitelijke resultaten, zakelijkheid, optimale communicatie, een goede invulling van opdrachtgever- en opdrachtnemerschap en aansprakelijkheid op afspraak en resultaat. Het resultaat wat wij voor ogen hebben is dat trainingen een wezenlijke bijdrage leveren aan de beoogde ontwikkelingen effecten en resultaten in de organisatie. Tevens beogen wij een bijdrage te leveren aan het bundelen van de verschillende ervaringen en initiatieven in de organisatie m.b.t. de trainingen die in huis gehaald worden. Waarbij sprake kan zijn van efficiënter en effectiever inkopen. Wij werken er hard aan dat medewerkers de NijmegenSchool weten te vinden.
2.3.3 Communicatie In 2006 geven we de twee nieuwe afdelingen communicatie verder vorm.: Bestuurscommunicatie (deel van de Bestuursstaf) en Communicatie Dienstverlening (DSB). Bestuurscommunicatie heeft als doel om het vertrouwen van de Nijmegenaren in het gemeentebestuur te helpen vergroten en Communicatie Dienstverlening streeft naar zo tevreden mogelijke klanten en wil het daarbij minstens zo goed doen als in de zakelijke dienstverlening gemiddeld is. Dit doen we door - via het nieuwe programma Communicatie en Representatie de communicatie méér op de politieke agenda te zetten. - onze website een steeds prominentere rol te gaan geven zowel voor communicatie; de dienstverlening, de beleidsontwikkeling als de stadspromotie. Ons streven is in de meest prominente website-ratings binnen de gemeenten in de top tien te blijven. - onze citymarketing zal in 2006 verder handen en voeten te geven.
2.3.4 Informatiebeleid & automatisering. De wet Puberr en het verdrag van Aarhus vraagt van ons om een hoger niveau van informatievoorziening en toegankelijkheid. Dit vraagt het snel kunnen digitaliseren van onze archieven én ict-systemen om onze werkprocessen nog beter te ondersteunen. Het actieprogramma O&I is in 2006 gericht op de implementatie van een aantal reeds in gang gezette zaken (zoals DIVA) en de ontwikkeling van een strategisch I-beleid om adequater te kunnen sturen op de (ontwikkeling) van de informatievoorziening binnen de gemeente Nijmegen. Dit doen we door o.a.:
Stadsbegroting 2006-2009
231
• • • •
kadernotitie strategisch I-beleid en een I-agenda 2005-2008 kadernotitie en richtlijnen Open Sources en overdrachtsdocument voor implementatie kaders voor managementinformatie en opdrachtverlening richting IM voor de technische verwezenlijking. de aanschaf en onderhoud van het benodigde documentair & informatievoorzieningensysteem (DIVA) en installatie daarvan in 2006.
2.3.5 Juridische zaken De afhandelingtermijnen van bezwaarschriften en formele klachten liggen na een actie die enkele jaren heeft aangehouden op een goed peil. Het is zaak dit hoge niveau te handhaven. De aandacht verlegt zich nu naar het terugdringen van het aantal gegronde bezwaren, beroepen en klachten. Voor 2006 dient dienen we een vermindering van 10% te realiseren. Minder gegronde bezwaren en klachten betekenen een betere kwaliteit van de beslissingen en handelingen in eerste instantie door de lijnafdelingen. Daarom zal mede afstemming plaatsvinden met acties die vanuit een andere invalshoek zijn gestart maar in dezelfde richting werken. Het gaat dan om projecten als kwaliteit vergunningverlening en handhaving en versnelde berichtafhandeling. Geredeneerd vanuit het cyclische en systematische karakter van de juridische kwaliteitszorg betekent dit dat in de plannen van alle directies en alle afdelingen de neerslag van hun inzet voor deze doelen moet worden opgenomen. In 2006 zal evenwel ook bezien moeten worden hoe de per 2008 voorgenomen bezuiniging op de juridische functie van € 100.000 gerealiseerd kan worden.
2.3.6 Toets, control en administratieve organisatie (AO). De toets en controlfunctie ondersteunt het management en bestuur bij het maken van heldere keuzen, het SMART opstellen van kaders en richtlijnen. Met als doel het verbeteren van onze interne organisatie en bedrijfsvoering; het betrachten van openheid en transparantie bij de verantwoording en het investeren in leren van fouten; heldere procesgang en kortere doorlooptijden. We hebben daarbij oog en oor voor onze klanten (intern- extern). Om dit te bereiken starten en/of continueren we de volgende activiteiten: • implementatie controlfunctie. • uitbrengen Sociaal Jaarverslag. • de tweejaarlijkse stads-en wijkmonitor, die weer in 2006 gehouden wordt. • een periodiek klantenonderzoek bij de Stadswinkel. • onze jaarlijkse peiling onder de burger met de bestuursmonitor. • rapportage INK positiebepaling, bestuursinterviews en effectmeting • monitoring, rapportering en (bij)sturing op ziekteverzuim. • monitoring, rapportering en (bij)sturing op uitstroom in het kader van de bezuinigingen. Ter verbetering van de administratieve organisatie en de interne controle zijn een viertal-activiteiten opgestart die in 2006 hun vervolg kennen: • verbetering van AO/IC . Plan van aanpak uitvoeren verbetering van AO voor de werkprocessen zoals WWB; loket inkomensondersteuning; Coda; belastingen; Ontwikkelbedrijf. DIVA voor dynamische archivering; Beheer op orde; mandaten op orde en Berichtenafhandeling in orde. (2e helft 2006)
232
Stadsbegroting 2006-2009
•
•
•
inrichten van control, een start is reeds gemaakt door binnen de ambtelijke organisatie de controlfunctie los te koppelen van de bedrijfsvoering. Informatievoorziening tussen verbonden partijen verbeteren. verbeteren BBI/begroting. Door een aantal opschoningsacties en invoering NFIS. Verbeteren procesbeschrijving van het begrotingsproces. De toepassing van de BBV verbeteren. start implementatie van de CNS met regie op de bbi-cyclus.
2.3.7 Bezuinigingen. Bezuinigingen staan ook in 2006 prominent op de agenda. In 2006 moet een bedrag van € 3,2 miljoen worden gerealiseerd. Bij de Zomernota 2005 bent u geïnformeerd over de stand van de bezuinigingen per 1 juli 2005. Van de totale opdracht van € 19,0 miljoen staat nog een bedrag van € 9,3 miljoen open, gefaseerd te realiseren als volgt: in 2005 nog € 3,9 miljoen, in het jaar 2006 € 3,2 miljoen, in 2007 € 1,5 miljoen en tot slot in 2008 nog € 0,7. In schema: Tussenstand 1 juli 2005 Opdracht (in €)
Gereed per 1-7-05
Nog te realiseren (cumulatief)
Nog te realiseren (additioneel)
jr2005
12.269.000
8.408.000
3.861.000
3.861.000
jr2006
16.426.000
9.370.000
7.056.000
3.195.000
jr2007
18.136.000
9.595.000
8.541.000
1.485.000
jr2008
18.961.000
9.715.000
9.246.000
705.000
127
45
82
Aantal FTE’s
Een uitgewerkt overzicht staat in de Zomernota, bijlage B. Een aantal moeilijke bezuinigingen moeten nog worden gerealiseerd. Bij de beoordeling of een bezuiniging daadwerkelijk gereed is, kijken we niet alleen naar de inhoud, maar ook naar een juiste financiële verwerking in de begroting, en een herkenbare vastlegging van de formatiereductie. Pas als al deze onderwerpen goed zijn afgeregeld, wordt een bezuiniging opgenomen in de kolom “gereed”. Voor het jaar 2006 staan de volgende taakstellingen op het programma:
Stadsbegroting 2006-2009
233
Nummer
Naam
4-17 4-29 4-33 4-34 4-35 6-02 6-04 6-08 6-23 6-29
Parkeren Budget zwerfjongeren sancta maria Mensec nv KBO en SWON Maatschappelijk werk Minder brandweerauto’s KAN-bijdrage Herschikkers bouwen en wonen Podiabeleid herzien Onderzoeksopdracht Staad, Unitas, Interlokaal en Solid NIM Ouderenbeleid Bijzondere bijstand minder overhead versnellen tijdpad inning heffingen samenwerking invordering bij soza,ac en belastingen nieuw financieel systeem bedrijfstijden centraliseren staffuncties p&o groter deel takenpakket op declaratiebasis vermindering inhuur/vacatureruimte inkoop doelmatigheid algemeen open source software (alternatief) restpost Totaal * aanvullende bedragen op een reeds voor 2005 opgenomen taakstelling ** administratief nog niet gereed
6-32 6-34 6-38 c 6-38 e 6-38 h 6-38 k 6-39 a 6-39 e 6-40 a 6-41 6-42 b 6-42 c 6-43 6-49
Bedrag 150.000 50.000 48.000 27.000 66.000 300.000 84.000 10.000 1.000.000 75.000 100.000 20.000 200.000 120.000 50.000 30.000 100.000 105.000 50.000 100.000 200.000 100.000 200.000 100.000 -90.000 3.195.000
* *
** ** *
*
*
De lopende bezuinigingen zijn nodig om de begroting sluitend te maken. De financiële situatie van de gemeente laat niet toe dat we (structurele) verliezen leiden. Het is dus van belang dat het gevoel voor urgentie volop aanwezig blijft. Ook in 2006 is veel bestuurlijke en ambtelijke daadkracht nodig om de opdrachten tot een goed einde te brengen. Er moeten lastige knopen worden doorgehakt. Nog meer dan in 2005 zal het accent liggen op de doelmatigheid van onze ambtelijke organisatie. We gaan ervan uit dat, daar waar (structurele) verliezen dreigen, compenserende maatregelen worden genomen. Overigens loopt het huidige bezuinigingsprogramma ook na 2006 nog twee jaar door.
234
Stadsbegroting 2006-2009
2.4
Verbonden partijen Deze paragraaf gaat in op de partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie onderhoudt en waarin zij tevens een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang verstaan we een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Hier geven we een overzicht van de verbonden partijen, met korte aanduiding van het doel, van de gemeentelijke beïnvloedingsmacht, van de financiële bijdrage en van de risico’s. We onderscheiden deelname in gemeenschappelijke regelingen en deelname in private rechtspersonen en Publiek Private Samenwerkingsverbanden.
2.4.1 Gemeenschappelijke Regelingen De aansturing van de gemeenschappelijke regelingen is in beweging. Reeds in 2002 verscheen het rapport “de kunst van het loslaten”, waarin een koers werd uitgezet naar een duidelijker scheiding van taken en bevoegdheden van gemeenten en gemeenschappelijke regeling. In dat kader komen gemeenschappelijke regelingen tot verbetering van de organisatie van de ambtelijke ondersteuning van de gemeenschappelijke regelingen Ook is inmiddels een regionaal toezichtorgaan bij de Nijmeegse Stadscontroller ingericht om het toezicht te verbeteren. De invoering van het duale stelsel heeft eveneens gevolgen voor de gemeenschappelijke regelingen. Het Besluit Begroten en Verantwoorden is van toepassing verklaard op deze regelingen. Andere, op de bestuurlijke organisatie gerichte artikelen van de duale gemeentewet, nog niet. De wetswijzigingen hebben gevolgen voor de aanstelling van de accountant, de vaststelling van nieuwe financiële en controle verordeningen en splitsing van de huidige begroting in een beleidsbegroting (programmaplan) en een financiële begroting. Op gemeenschappelijke regelingen waarbij geen sprake is van bestuurlijke beïnvloeding van betekenis, zoals IZA, gaan we hier niet nader in. Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met begroting Nijmegen De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
KAN Gemeenschappelijke regeling. (Kaderwet bestuur in verandering) Het KAN is een regionaal bestuursorgaan van 20 gemeenten, gericht op adequate aanpak grootstedelijke problematiek en bevordering van een evenwichtige ontwikkeling van de regio. Beleidsvelden: - Verkeer en vervoer - Economische ontwikkeling - Wonen - Ruimtelijke Ontwikkeling - Duurzame Ontwikkeling - Infrastructuur WGR Programma Externe betrekkingen. De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage per inwoner. Voor 2006 is de bijdrage vastgesteld op € 3.15 per inwoner De 20 deelnemende gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het financiële beleid.
Stadsbegroting 2006-2009
235
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden.
Looptijd: Onbepaalde tijd. De gemeenteraad kan beslissen tot uittreden. Opzegtermijn is twee volle kalenderjaren. De KAN-raad stelt de eventuele uittredingssom vast. Toestemming van GS is vereist.
Vertegenwoordiging van de gemeente
Nijmegen is lid van het DB (wethouder Werk en Inkomen) Nijmegen heeft 5 leden in het AB. In iedere commissie is Nijmegen vertegenwoordigd middels raadsleden.
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang Nijmegen Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden.
Vertegenwoordiging van de gemeente
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en het belang voor Nijmegen
236
Euregio Gemeenschappelijke regeling. Bevordering grensoverschrijdende samenwerking en uitvoering INTERREG 3a-programma Cf. Europees recht en afspraken Nederland / Duitsland / Vlaanderen / Wallonië / België Programma Externe betrekkingen
Gemeente betaalt jaarlijks een vast bedrag van € 500 per jaar en een bijdrage per inwoner, in 2006 is die bijdrage € 0,24 per inwoner De deelnemende gemeenten (60) aan beide zijden van de grens zijn gemeenschappelijk verantwoordelijk voor het financiële beleid. Uitgaven etc. worden in hoofdzaak gedaan in het kader van de uitvoering van het Interreg programma. Die uitgaven zijn onderworpen aan toezicht door het ministerie van EZ en de Bezirksregierung in Düsseldorf. Deelname is gekoppeld aan de looptijd van de Interregionale programma’s. Het belang voor Nijmegen: Behartiging van de gemeen- schappelijke belangen en versterken van de samenwerking in Euregio-verband. Burgemeester is tot en met 2008 voorzitter. Vanuit DWS en EZ nemen ambtenaren deel aan werkzaamheden in en ten behoeve van commissies en dagelijks bestuur van de Euregio. Breed Gemeenschappelijke regeling. Breed is uitvoerder van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), voor negen gemeenten in de GR. De kern van het strategische plan 2005 - 2008 is om een transformatieproces “van binnen naar buiten” te realiseren. Het transformatieproces is gerelateerd aan de uitgangspunten van de modernisering van de Wsw. - bevorderen begeleid werken - het recht op tijdige en passende plaatsing dient alleen voorbehouden te worden voor de Wsw-doelgroep.
Stadsbegroting 2006-2009
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen
De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie.
Doelstellingen tot en met 2008 1. 25% van de nieuwe instroom moeten plaatsingen in de Wsw zijn, te realiseren in het kader van Begeleid Werken. 2. 30% van de Wsw-geïndiceerden geplaatst in een Begeleid Werken situatie (BW) en/of individueel gedetacheerd. 3. 45% van de Wsw-geïndiceerden geplaatst in een groepsdetachering of externe dienstverlening. 4. 25% van de Wsw-geïndiceerden geplaatst in een interne beschutte werkomgeving. 5. Gemeentelijke vergoeding maximaal gelijk aan het landelijk gemiddelde per standaard eenheden (se) voor sw-bedrijven met een omvang van meer dan 1500 standaard eenheden (se). 6. Het bieden van werkervaringplekken. 7. Het verder professionaliseren van de interne organisatie. 8. Het bieden van reïntegratiemogelijkheden. 9. Kostenreductie. Wet Sociale Werkvoorziening, WGR. - portefeuille: Multiculturele samenleving, Werk en inkomen en portefeuille: Financiën, Organisatie en Stadsbedrijven - programma; Arbeidsmarktbeleid - productgroep; Arbeidsparticipatie - product: Wsw Basis voor de financieringssystematiek in de Wsw is de door gemeenten gerealiseerde Wsw-plaatsen. Voor elke gerealiseerde (voltijds) Wsw arbeidsplaats ontvangt de gemeente (lees: Breed) een rijkssubsidie van circa € 24.000. Voor personen met een ernstige arbeidshandicap wordt 1,25 keer dit bedrag verstrekt.
Gemeentelijke bijdrage exploitatietekort
Financiële risico’s Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden.
Verdeling van het exploitatietekort vindt plaats naar rato van de werknemers per gemeente op 31 december van het exploitatiejaar, gecorrigeerd voor de aan WNO gegunde omzet. Het procentuele aandeel van Nijmegen in het exploitatietekort over 2004 is vrijwel aan de bijdrage over 2003, ca. 54,5 procent . De verdeling van de gemeentelijke bijdrage in bestuurs- en beheerskosten en project Arbeidsachtige Opvang vindt plaats over de deelnemende gemeenten naar rato van het aantal inwoners. de door Nijmegen te dragen (eventuele) nadelen in de exploitatie; zie bovenstaande. Looptijd: Voor onbepaalde tijd in het kader van de gemeenschappelijke regeling WNO 2000. Aan het uittreden worden in verband met het belang van het financiële draagvlak zware procedurele eisen gesteld. Uiteraard heeft een uittredende gemeente de verplichting om een passend aanbod voor Wsw-arbeid te doen. Mogelijk kan hierin via een ander SW-bedrijf worden voorzien, maar ook
Stadsbegroting 2006-2009
237
Vertegenwoordiging van de gemeente
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen
De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie.
Financiële risico’s
238
daar zitten kosten voor de uittredende gemeente aan verbonden. - bestuurders: Wethouder Werk en Inkomen, voorzitter en Wethouder Financiën, bestuurslid; - 1 raadslid in het Algemeen Bestuur; - 2 raadsleden in het rapporteursoverleg regioraden) - ambtenaren: n.v.t.
Gemeenschappelijke Regeling Gezondheidszorg regio Nijmegen gemeenschappelijke regeling De GR behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openbare gezondheidszorg. Kern van het beleidsplan van de GGD is: Bevorderen en bewaken van een gezond bestaan van de inwoners van de regio Nijmegen binnen de algemene wettelijke kaders door uitvoering van collectieve preventie en het bijdragen aan sluitende zorg. De belangrijkste taken zijn: 1. inzicht geven in de gezondheidssituatie van de Nijmeegse bevolking; 2. preventieprogramma’s, incl. gezondheidsvoorlichting en opvoeding; 3. het uitvoeren van technische hygiënezorg 4. het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg; 5. uitvoering infectieziektebestrijding 6. uitvoering jeugdgezondheidszorg Wet collectieve preventie volksgezondheid, WGR portefeuille: onderwijs, zorg, grotestedenbeleid. programma: openbare gezondheidszorg (7310) productgroep: collectieve preventie (7310-001) producten: 1. forensische geneeskunde (60636) 2. jeugdgezondheidszorg (606367) 3. uitvoering verplicht takenpakket GR GGD (60641) 1. forensische geneeskunde (60636) budget: € 17.128, bijdrage op declaratiebasis 2. jeugdgezondheidszorg (606367) budget: € 1.647.590. opgebouwd uit: - bijdrage basistakenpakket: - de bijdrage aan het maatwerkdeel van de basistaken. - de bijdrage preventieve logopedie: een bijdrage per inwoner 3. uitvoering verplicht takenpakket GR GGD (60641) budget: € 2.318.404, gebaseerd op een bedrag per inwoner. Het Algemeen bestuur van de GR heeft besloten dat de gemeentelijke exploitatiebijdrage niet hoger mag zijn dan de
Stadsbegroting 2006-2009
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
bijdrage in de vastgestelde begroting. Dit betekent dat de GR eventuele tekorten in de toekomst moet inverdienen. Voor 2006 wordt het eigen vermogen geraamd op € 125.500 negatief. Looptijd is onbepaald. Uittreding is procedureel geregeld in de GR .Bij opheffing van de regeling worden rechten en verplichtingen van de GR over de deelnemers verdeeld. De wethouder van Onderwijs, Zorg, Grotestedenbeleid is voorzitter van het Algemeen Bestuur het Dagelijks Bestuur. De Wethouder Financiën, Organisatie en Bedrijven is penningmeester in de bestuurscommissie die is belast met het beheer van de dienst. Gemeenschappelijke Regeling Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid Gemeenschappelijke regeling Doelstelling De GR is opgericht om de samenwerking op het gebied van de hulpverleningsdiensten op de schaalgrootte van politieregio een meer eenduidige wijze te laten plaatsvinden. Taken 1. Organiseren en coördineren van uitvoering van werkzaamheden ter zake van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en wat daarmee verband houdt, beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen; 2. Het doelmatig organiseren, coördineren en (laten) uitvoeren van het vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen /zorginstellingen; 3. Het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij rampen; 4. Het inventariseren en analyseren ten behoeve van de deelnemende gemeenten van gemeentegrensoverschrijdende risico’s op het gebied van de fysieke veiligheid; 5. Het adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van hulpverlening en veiligheid; Speerpunten in 2006 Naast de reguliere, wettelijke kerntaken zijn de speerpunten in 2006 voor de GHOR en de regionale brandweer: o het uitvoeren van het regionale beheersplan 2005-2008, conform de Wet Kwaliteitsbevordering rampenbestrijding o het project Veiligheid op niveau, waarmee de ontwikkeling van de veiligheidsregio wordt vormgegeven.
Stadsbegroting 2006-2009
239
het uitwerken van het standpunt van het kabinet over de inrichting van de veiligheidsregio’s. Ambulancezorg: De spreiding en de paraatheid van ambulances verbeteren door onder meer regionale samenwerking. Brandweerwet, Wet rampen en zware ongevallen,Wet GHOR Portefeuille: Burgemeester Programma: Veiligheid (2210) en Brandweer en Rampenbestrijding (2220) De verhoging van de inwonerbijdrage voor de GHOR zijn opgenomen in de begroting 2006. RAV Brandweer € 5,33 per inwoner GHOR € 0,35 per inwoner Totaal € 5,68 per inwoner Door de uittreding van Mook en Middelaar per 1 januari 2006 verlaagt het ministerie de rijksbijdrage. Ook de inwonerbijdrage van Mook en Middelaar wordt afgebouwd in vier jaar (100 - 75 - 50 - 25). Dit effect wordt meegenomen in de totale bezuinigingen voor de regionale brandweer. De GR heeft de gemeenten op 2 februari 2005 geïnformeerd over nieuwe ontwikkelingen en activiteiten. Een financiële onderbouwing van nieuw beleid ontbreekt. De gemeenschappelijke regeling voldoet niet aan de inzendtermijnen voor de begroting en de jaarrekening die zijn vermeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. De provincie Gelderland beraadt zich op de consequenties die dit voor het toezicht op de GR kan hebben. De sanering van verliezen uit het verleden voor de meldkamer van de ambulancevoorziening, door het College sanering ziekenhuisvoorzieningen, is vooralsnog ongewis. De looptijd is in principe onbeperkt. Uittredingsregels zijn procedureel vastgelegd in de GR o
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen
De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
240
De burgemeester is voorzitter van het AB van de GR en het DB van de GR.
Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking en Afvalverwerking Nijmegen (GR MARN) Gemeenschappelijke regeling Doelstelling is de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten ter bescherming van het milieu. Taken: doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van afvalstoffen.(continuïteit van de afvalverwerking via ARN bv. milieuprojecten op verzoek en in opdracht van de deelnemende gemeenten.
Stadsbegroting 2006-2009
Wettelijk kader
Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen
Omvang van de financiële participatie in het vermogen
De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen
Begin 2005 is besloten de regionale handhavingsamenwerking onder de MARN te brengen. Wet milieubeheer, m.n. gemeentelijke zorgplicht voor inzameling huishoudelijke afvalstoffen, Wet gemeenschappelijke regelingen - portefeuille: Wijken, Milieu - programma: Openbare ruimte, leefomgevingskwaliteit - productgroep: inzameling huishoudelijk afval, afval(-beleid), milieubeheer bedrijven industrie De GR MARN is aandeelhouder in ARN bv voor 3750 aandelen, nominaal € 453 per stuk, volledig volgestort. In percentage van alle aandelen 51%; feitelijk voor wat de stemverhoudingen 62,5% omdat ARN B.V. een aantal aandelen zelf houdt waarover zij geen stemrecht mag uitoefenen. De GR MARN heeft, samen met de andere aandeelhouders leningen alsmede een garantstelling verstrekt aan ARN B.V. Op basis van de GR MARN staan de gemeenten garant voor deze leningen naar rato van het inwonertal, het Nijmeegs aandeel in MARN is 49% . Alle participerende gemeenten hebben een langjarige aanleveringverplichting van huishoudelijk afval. De kosten van de MARN worden gedekt uit verhuur van terreinen aan ARN. Bijdrage aan vereveningsfonds transportkosten worden betaald door de DAR en worden verrekend via de dienstverleningsovereenkomst van de gemeente met de DAR. zie hierboven bij financiële participatie in het vermogen De regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd. De uittreding van de gemeente is geregeld in de gemeenschappelijke regeling. Wethouder Milieu: voorzitter van het DB en het AB Een van de raadsleden is lid van het DB (portefeuille afval) - in het AB heeft Nijmegen 6 van de 24 zetels - De ambtelijke voorbereiding van v de besluitvorming vindt plaats in de zogenoemde “Commissie van Advies”. Hierin hebben alle gemeenten een vertegenwoordiging. Recreatieschap Nijmegen en Omstreken (RNO) Gemeenschappelijke Regeling Het instandhouden en optimaliseren van de recreatieplassen Wijlerbergmeer, Berendonck, Groene Heuvels en de Mookerplas en 35 km recreatieve fietspaden en het leveren van een bijdrage aan de uitwerking van de regionale visie op de open luchtrecreatie in Nijmegen en omstreken. - Wet Gemeenschappelijke Regelingen - Gemeentewet - Portefeuille: Wijken, recreatie en spelen - Programma : Recreatie en Spelen 5310 - Productgroep : Openluchtrecreatie 5310-001
Stadsbegroting 2006-2009
241
Omvang van de financiële participatie in het vermogen De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
Looptijd mogelijkheden om vervroegd uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s Looptijden mogelijkheden om vervroegd uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente
Naam Juridische vorm
242
- Product : Regionale Openluchtrecreatie 60459 Het RNO is voor 50% aandeelhouder in de RGV bv.
De jaarlijkse financiële bijdrage is bij de verzelfstandiging van het RNO en de fusie met de RGV bv in 2001 met een eenmalige bijdrage afgekocht. Deze bijdrage is ten laste ven de vermogenspositie afgeboekt. Bij faillissement gaan de eigendommen terug naar de gemeenten, er is dan geen geld beschikbaar voor onderhoud en beheer van de bestaande voorzieningen Bij de structuurwijziging is afgesproken na op termijn de nieuwe structuur te evalueren en is de intentie uitgesproken de beide Gemeenschappelijke Regelingen samen te voegen. - Wethouder Financiën is voorzitter van het Algemeen Bestuur - Gemeente Nijmegen heeft 3 zetels in het Algemeen Bestuur
Streek VVV De VVV is een Stichting Doel is het bevorderen van een voor de verschillende geledingen van de samenleving zo goed mogelijk gebruik van de toeristische en recreatieve mogelijkheden in het werkgebied van de stichting. Het voorlichten omtrent toeristische en recreatieve mogelijkheden en de mogelijkheden van dienstverlening in het algemeen. Het coördineren van de werkzaamheden en het bevorderen van de samenwerking van de VVV agentschappen. De Gemeenschappelijke Regeling De VVV is opgenomen in het Programma Economische Ontwikkeling, productgroep Toerisme. In 2006 bedraagt de bijdrage per inwoner naar verwachting € 1,05, in totaal een bedrag van ongeveer € 165.000,= Geen - De gemeente Nijmegen neemt voor onbepaalde tijd deel. - De gemeente Nijmegen heeft contractueel de mogelijkheden vastgelegd om vervroegd uit te treden. De gemeente Nijmegen is middels de wethouder EZ vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht van de Stichting Regio VVV Rijk van Nijmegen. Bergerden Gemeenschappelijke regeling met Gemeente Lingewaard
Stadsbegroting 2006-2009
Doelstelling, taken en belang Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden.
Doel: Ontwikkeling van het glastuinbouwgebied Bergerden, ten Zuiden van Huissen op het grondgebied van Lingewaard voor rekening en risico van de Gemeenten Nijmegen en Lingewaard. - De GR voert voor het bedrijfsterrein de grondexploitatie uit . - Nijmegen heeft belang tot participatie in de ontwikkeling van een tuinbouwgebied waar, in de Waalsprong uit te kopen, Nijmeegse tuinders een nieuw bedrijf kunnen realiseren. - De GR bevordert economische ontwikkeling en werkgelegenheid in de glastuinbouw en agro-business in de regio Nijmegen door het gezamenlijk ontwikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar glastuinbouwgebied De Gemeenschappelijke Regeling Bergerden en de jaarlijks door het AB vast te stellen Begroting en Jaarrekening - portefeuille: Ruimte, Wonen en Sport - programma: Grondbeleid 4310 - productgroep: Deelnemingen 691021- portefeuille; Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR draait een grondexploitatie met een neutraal financieel resultaat. De door Nijmegen te dragen (eventuele) nadelen in de exploitatie worden afgedekt binnen de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf waaraan ook eventuele positieve financiële resultaten worden toegevoegd. De planexploitatie gaat uit van een financieel neutraal resultaat. Er worden geen negatieve financiële risico’s voorzien. Na realisatie van het tuinbouwgebied kan de GR worden ontbonden. Er is geen aanleiding om daartoe tussentijds toe over te gaan.
Vertegenwoordiging van de gemeente
De Gemeente Nijmegen is door twee wethouders vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van de GR. Stemverhouding is 50:50 Lingewaard: Nijmegen Wethouder Grondbeleid is lid van DB. Hoofd Ontwikkelingsbedrijf participeert in de Projectdirectie die de aansturing van de ontwikkeling en grondexploitatie uitvoert.
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang Nijmegen
Bijsterhuizen Gemeenschappelijke regeling met Gemeente Wijchen Doel: Ontwikkeling van het bedrijfsterrein Bijsterhuizen dat deels op Wijchens en deels op Nijmeegs grondgebied is gelegen. De GR voert voor het bedrijfsterrein de grondexploitatie uit Bevorderen van de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in de regio Nijmegen door middel van het gezamenlijk ontwikkelen en exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig en uit financieel-economisch oogpunt aanvaardbaar intergemeen-
Stadsbegroting 2006-2009
243
Wettelijk kader
Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming
telijk bedrijventerrein op de locatie Bijsterhuizen. De vastgestelde Gemeenschappelijke Regeling Bijsterhuizen en de Begroting en Voortgangsrapportage Beleid GR Bijsterhuizen. - portefeuille: Ruimte, Wonen en Sport - programma: Grondbeleid 4310 - productgroep: Deelnemingen 691021- portefeuille; Gemeente levert geen financiële bijdrage aan de GR. De GR draait een grondexploitatie met een positief financieel resultaat. de door Nijmegen te dragen (eventuele) nadelen in de exploitatie worden afgedekt binnen de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf waaraan ook eventuele positieve financiële resultaten worden toegevoegd. Er worden geen financiële risico’s voorzien. Na realisatie van het bedrijventerrein kan de GR worden ontbonden. Er is geen aanleiding om tussentijds uit te treden. De Gemeente Nijmegen is door de wethouders van Economische Zaken en Grondbeleid vertegenwoordigd in het Bestuur. Stemverhouding is 50:50 Wijchen:Nijmegen Een ambtenaar van de Gemeente Nijmegen is secretaris van de GR.
2.4.2 Private rechtspersonen Deelnemingen in private rechtspersonen worden conform de wetgeving gewaardeerd tegen de prijs die betaald is op het moment dat de aandelen in bezit van de gemeente zijn gekomen. We beschrijven de ondernemingen waar, naast een financiële participatie, ook sprake is van een aanmerkelijke bestuurlijke invloed. De bedrijven waarin Nijmegen wel participeert, maar waarbij niet kan worden gesproken van een aanmerkelijke bestuurlijke invloed worden hier genoemd, maar niet verder uitgewerkt. Dat betreft Bank Nederlandse Gemeenten met een aandelen kapitaal van € 480.000 en Bouwfonds Nederlandse gemeenten met een preferent aandelenkapitaal van € 20.000. Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang Nijmegen
Triavium BV, aandelen voor 100% in bezit van de gemeente De BV exploiteert de ijsbaan in het Triavium. Door middel van een jaarlijkse subsidie worden de toegangsprijzen voor het gebruik van de ijsbaan aantrekkelijk gehouden
Wettelijk kader
Géén wettelijk kader, doch puur bestuurlijk en politieke gewenste afspraken. De subsidie valt onder het programma Sport. Wethouder Depla is politiek verantwoordelijk.
Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in
244
De aandelen van de BV Triavium zijn voor 100% in bezit van de gemeente. De gemeente wordt als aandeelhouder vertegen-
Stadsbegroting 2006-2009
het vermogen De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s Looptijd Vertegenwoordiging van de gemeente Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in het vermogen
De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
woordigd door wethouder Lucassen. De jaarlijkse bijdrage bedraagt € 959.569,-. In het najaar van 2005 zal met Triavium worden overlegd over actualisering van het subsidie contract plus de voorwaarden waaronder verder subsidiëring zal worden verzorgd. De participatie staat in de gemeentelijke boeken voor € 18.000,-. Zie hiervoor over de te maken afspraken in het najaar van 2005. Wethouder Financiën vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder. NV. Mensec /Keizer Karel Podia Naamloze Vennootschap In het licht van de reorganisatie bij de NV. Mensec is voor deze onderneming de belangrijkste culturele opdracht om die culturele voorstellingen te programmeren met een gering risicoprofiel. Van de NV. Mensec worden conform de huidige afspraken de volgende prestaties verlangd: - Er dienen maximaal 250 culturele voorstellingen per jaar te worden gerealiseerd met minimaal 125.000 bezoekers (500 per voorstelling); - Het totale aanbod dient voor 50% te vallen in het genre “muziek” en voor 50% over het genre “theater”. Kanttekening: Voor de periode 2006-2009 wordt er een nieuwe budgetovereenkomst afgesloten; waarbij bovenstaande afspraken onderwerp van gesprek zijn. niet van toepassing - portefeuille; van de wethouder Kunst en Cultuur - programma; 6310 Kunst en Cultuur - productgroep; Culturele infrastructuur (1PG-6310- 001) - product: Schouwburg/concertgebouw (product 60579) - maatschappelijk aandelenkapitaal; 100% - Lening 1: € 1.191.000,-; afgesloten in 1999 ter partiële dekking van investeringen in de Vereeniging; - Lening 2: € 418.000,-; afgesloten in 2000 ter financiering van de renovatie van de kleine Zaal (ING-zaal) in de Vereeniging. de jaarlijkse subsidie bedraagt € 2.028.000,-; programma 6310 Kunst en Cultuur; productgroep culturele Infrastructuur (1PG-6310- 001); product Schouwburg/ concertgebouw (60579) In het kader van de reorganisatie in 2002/2003 staat de gemeente garant voor een kredietfaciliteit met een maximum van € 1.360.000,-. Deze reorganisatiekosten zijn naar verwachting in 2008 geheel terug verdiend uit de winst. Eind 2004 is er een onderzoek gestart naar mogelijkheden om vanaf 2006 de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie terug
Stadsbegroting 2006-2009
245
Looptijd en mogelijkheden om uit te treden.
Vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming
te brengen met tenminste € 500.000,-. Dit te realiseren door de N.V. Mensec de ruimte te geven commerciële partners te zoeken in combinatie met mogelijke realisatie van een commercieel theaterhotel. Het is de vraag of de taakstelling in 2006 reeds kan worden gerealiseerd in verband met de doorlooptijd van de planontwikkeling rond Mensec. In het kader van bovengenoemd onderzoek wordt bekeken of het mogelijk is dat de gemeente zich volledig terugtrekt als aandeelhouder van de N.V. Mensec; waarbij onder nader te formuleren voorwaarden wordt bekeken of het mogelijk is het bedrijf in de markt te zetten. De wethouder Financiën vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA)
Naam Grondbank Midden Gelderland Juridische vorm Overheids BV: besloten Vennootschap Doelstelling, taken en Inhoud van de taak van de verbonden partij: belang Nijmegen 1. Maatschappelijke doelstelling: efficiënt en effectief licht verontreinigde grond te laten hergebruiken en daarover te adviseren. Ook wil De Grondbank een sterke en betrouwbare schakel zijn in de verwerkingsketen en door sturing van de grondstromen het inzicht hierin verbeteren. 2. kader voor de uitvoering: Bureau Bodem controleert de grondstromen in Nijmegen 3. Strategie en voortvloeiend beleid is erop gericht nieuwe productmarkt combinaties te creëren. De dochter organisatie “Duurzaam Bodembeheer BV” is opgericht met de taak: geheel of gedeeltelijke overname sanering of saneringsfase: sanering of saneringsfase: "nazorgorganisatie"). De verwerving van projecten is gestart. Wettelijk kader Milieuwetgeving Relatie met de begro- Relatie met Programma Duurzaamheid (Bodem) en Openbare ting van de gemeente Ruimte Nijmegen Omvang van de finan- Gemeente Nijmegen heeft 1200 aandelen van de 4742 uitgeciële participatie in geven aandelen In totaal zijn er 23 aandeelhouders. het vermogen Vermogenspositie: het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 453.780, verdeeld in 10.000 gewone aandelen ad € 45,38. geplaatst en volgestort. Door toetreding van Rivierenland is er een agioreserve ontstaan van € 449.621,98. De gemeentelijke Dividenduitkering conform aandelen verhouding. De winst in financiële bijdrage in 2004 bedroeg € 591.919. Daarvan wordt € 300.000 dividend de exploitatie. uitgekeerd (€ 76.000 voor Nijmegen). het restant is toegevoegd aan de reserves van de Grondbank. Financiële risico’s De vennootschap kan worden aangesproken op geleverde en verontreinigde grond, die de verontreinigingsnormen overschrijdt. De exploitatie-uitkomsten zijn afhankelijk van een
246
Stadsbegroting 2006-2009
beperkt aantal grote verwerkingslocaties. Er zijn geen afspraken gemaakt over de eindigheid van de regeling.
Looptijd en mogelijkheden om uit te treden. Vertegenwoordiging a. Functie van de bestuurder in het bestuur van de organisavan de gemeente in de tie. RvC: Wethouder Milieu onderneming b. Zeggenschap: Nijmegen heeft 25% van de geplaatste aandelen. c. De directeur DGG vervult de aandeelhoudersrol in de AvA. Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in het vermogen
Financiële risico’s
Vertegenwoordiging van de gemeente Naam Juridische vorm Doelstelling en taken Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in het vermogen De gemeentelijke financiële bijdrage in
Mercator Technology & Science Park Nijmegen B.V. Ingaande 2006 is Mercator geen verbonden partij meer. BV Doel: kennisintensieve bedrijven te vestigen op de campus van de RUN, ter versterking van de economische structuur en (hoogwaardige) werkgelegenheid in de regio, de RUN, het Academisch Ziekenhuis Nijmegen St. Radboud en instellingen voor wetenschappelijk onderzoek en hoger onderwijs. Het ontwikkelen van activiteiten samen met bedrijfsleven en kennisinstellingen die de economische structuur versterken is in de begroting opgenomen op Programma Economische Ontwikkeling, productgroep Stimulering bedrijvigheid. De gemeente bezat 9% (€ 45.500) van de aandelen. Deze participatie is verantwoord op programma Grondbeleid Ook is en een overbruggingskapitaal van € 20.000,=. verstrekt. In juli 2005 zijn de aandelen en de vordering op Mercator tegen om niet overdragen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het negatief eigen vermogen van MTSP was aanleiding voor de aandelenoverdracht. Met deze overdracht is de gemeente bevrijd van alle (eventuele) verplichtingen jegens MTSP en worden aandelen en vordering geacht voor rekening en risico te komen van de universiteit. Het verlies van het afboeken van de aandelen is ten laste van de ABR grondbedrijf gebracht. Wethouder Financiën vertegenwoordigde tot juli 2005 de gemeente in de Algemene vergadering van Aandeelhouders. DAR holding NV NV inzameling van afvalstoffen en straatreiniging geen Programma Openbare Ruimte, productgroepen inzameling huishoudelijk afval en straatreiniging aandelenparticipatie € 1,13 miljoen; leningen € 10 miljoen
Via een dienstverleningsovereenkomst verricht DAR voor circa € 17 miljoen aan werkzaamheden in opdracht van de gemeente
Stadsbegroting 2006-2009
247
de exploitatie.
Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming Naam Juridische vorm Doelstelling en taken Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang participatie in het vermogen Financiële risico’s Vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming Naam
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang van Nijmegen
Wettelijk kader Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in het vermogen
248
De DAR keert jaarlijks dividend uit. De eerste jaren wordt 1/3 van de winst binnen de DAR gelaten ten behoeve van de ontwikkeling van de onderneming. Tweederde van de winst wordt uitgekeerd aan de gemeente. De grootste opdrachtgever voor de DAR is de gemeente Nijmegen. Zolang DAR de inzamelingswerkzaamheden en reiniging voor de gemeente blijft verzorgen zijn de risico’s beperkt. Er zijn geen concrete plannen voor afstoting van de onderneming wethouder Financiën vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder
Novio NV Ingaande 2006 is Nijmegen mogelijk geen aandeelhouder meer NV, 100% eigendom gemeente Nijmegen Openbaar vervoer Wet personenvervoer 2000 Nijmegen is aandeelhouder, het opdrachtgeverschap voor het OV ligt bij het KAN De aandelen hebben een boekwaarde van € 159.000 Bedrijfscontinuïteit Wethouder Financiën vertegenwoordigt de gemeente in de AvA
Ontwikkelingsbedrijf MTC Vervallen. Ultimo 2005 ontbonden. Brabantse Poort Nijmegen BV BV In Publiek Private Samenwerking de ontwikkeling en realisatie van vastgoed in het gebied Brabantse Poort ter hand te nemen. Realisatie van het stedelijke ontwikkelingsgebied Brabantse Poort door aankoop van bouwlocaties in het gebied van De Brabantse Poort te Nijmegen en de ontwikkeling, realisatie en verkoop van onroerend goed (woningen, winkels en bedrijfsmatig onroerend goed) binnen dit gebied. Raadsbesluit Samenwerkingsovereenkomst met private partijen en Raadsbesluit tot toetreding van Nijmegen tot de BV - portefeuille: Ruimte, Wonen en Sport - programma: Grondbeleid 4310 - productgroep: Deelnemingen 691021 - aandeel Nijmegen in gestort aandelenkapitaal zowel absoluut als procentueel: € 34.033,- is 10%. - de door de gemeente verstrekte (al dan niet achtergestel-
Stadsbegroting 2006-2009
Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om uit te treden. Vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang Nijmegen
Wettelijk kader
Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in het vermogen Financiële risico’s Looptijd en mogelijkheden om uit te treden.
De vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming
Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en
de) leningen en omvang van de verstrekte garanties: n.v.t. Gestort aandelenkapitaal ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. (Uitgekeerde dividenden zijn ook in deze ABR gestort.) Is een winstgevende participatie. De BV zal worden opgeheven als het doel is gerealiseerd, naar verwachting over enkele jaren. Er is geen reden om tussentijds uit deze winstgevende onderneming te treden. De gemeente is vertegenwoordigd via de wethouder van Financiën in de Algemene vergadering van Aandeelhouders, de wethouder van Ruimte, Wonen en Sport is lid van de Raad van Commissarissen. Hoofd Ontwikkelingsbedrijf is één van de 3 directeuren van de BV.
Mariënburg BV BV Vennootschap opgericht om fiscaal transparant deel te nemen in de VOF Mariënburg. Het besturen van- het voeren van directie over-, het deelnemen in- en het financieren van andere ondernemingen op het gebied van projectontwikkeling en binnenstadsrenovatie. Het in samenwerking met ING Real Estate ontwikkelen en realiseren van het Mariënburgproject Door de Gemeenteraad vastgestelde Samenwerkingsovereenkomst met ING Real Estate voor de ontwikkeling van het Mariéënburgproject - portefeuille: Ruimte, Wonen en Sport - programma: Grondbeleid 4310 - productgroep: Deelnemingen 691021 Gestort aandelenkapitaal: € 18.151,- = 100% Nijmegen is enig aandeelhouder. - risico’s bij surséance en/of faillissement: het gestorte aandelenkapitaal. Looptijd is niet aangegeven, Nijmegen kan als enig aandeelhouder uiteraard haar eigen BV opheffen; wel zullen dan vervangende oplossingen moeten worden gezocht voor lopende participaties zoals de VOF Mariënburg. De gemeente Nijmegen is vertegenwoordigd via de wethouder van Financiën in de Algemene vergadering van Aandeelhouders, Hoofd Ontwikkelingsbedrijf van Directie Wijk en Stad is statutair directeur van de BV. GEM Waalsprong Beheer BV BV. Participatie in de Publiek Private Samenwerking die de ontwik-
Stadsbegroting 2006-2009
249
belang Nijmegen
Wettelijk kader
Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in het vermogen Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden.
Vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming Naam Juridische vorm Doelstelling, taken en belang voor Nijmegen
Wettelijk kader
Relatie met de begroting van de gemeente Nijmegen Omvang van de financiële participatie in het vermogen
250
keling van de Waalsprong tot doel heeft: Optreden als beherend vennoot in de commanditaire vennootschap: Grondexploitatiemaatschappij Waalsprong CV. Doel: Realisatie stadsdeel Waalsprong De oprichting van de organisatie is gebaseerd op en vastgelegd in de, bij Raadsbesluit van 4 juli 1997, vastgestelde Samenwerkingsovereenkomst voor de Waalsprong. Het door de gemeenteraad vastgestelde Structuurplan Waalsprong, het Voorkeursmodel 2003 en de bestemmingsplannen voor de deelgebieden vormen de inhoudelijke formele en juridische kaders waarbinnen de plannen worden gerealiseerd. - portefeuille: Ruimte, Wonen en Sport - programma: Grondbeleid 4310 - productgroep: Deelnemingen 691021 - gestort aandelenkapitaal: € 54.454,- aandeel Nijmegen in gestort aandelenkapitaal: € 27.272,=50% Geen nadelen in de exploitatie. Gestort aandelenkapitaal ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf in principe is de looptijd onbeperkt maar uiterlijk tot opheffing van de BV als het doel, de realisatie van woningen en voorzieningen, is bereikt. Vervroegd uittreden is alleen mogelijk als Gemeente haar aandeel aan de andere aandeelhouders kan overdragen. De wethouder van Financiën vertegenwoordigt de gemeente in de AvA, de wethouder van Ruimte, Wonen en Sport is lid van de Raad van Commissarissen. Land over de Waal BV BV Doel: fiscaal transparante deelname in de GEM Waalsprong CV. De BV kent geen uitvoerende taken. Verwezen wordt naar de deelneming in GEM Waalsprong Beheer BV die staat voor: Realisatie stadsdeel Waalsprong De organisatie is gebaseerd op de samenwerkingsovereenkomst voor de Waalsprong. Het door de gemeenteraad vastgestelde Structuurplan Waalsprong, het Voorkeursmodel 2003 en de bestemmingsplannen voor de deelgebieden vormen de inhoudelijke kaders waarbinnen de plannen worden gerealiseerd. - portefeuille: Ruimte, Wonen en Sport - programma: Grondbeleid 4310 - productgroep: Deelnemingen 691021 aandeel Nijmegen in gestort aandelenkapitaal is € 18.160,- = 100%, Gemeente is enig aandeelhouder in de BV De BV heeft een bankgarantie ten behoeve van de GEM Waalsprong CV gesteld van € 5.173.094,-
Stadsbegroting 2006-2009
De gemeentelijke financiële bijdrage in de exploitatie. Financiële risico’s
Looptijd en mogelijkheden om vervroegd uit te treden.
Vertegenwoordiging van de gemeente in de onderneming
de jaarlijkse kosten van de BV (m.n. rente op bankgarantie en aandelenkapitaal) wordt ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf gebracht. risico’s bij surseance en/of faillissement (van de GEM Waalsprong) bestaan uit inroepen van de bankgarantie ten laste van de ABR Ontwikkelingsbedrijf. Het bestaan van de BV is gekoppeld aan de deelneming in de CV. en de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst. Vooralsnog wordt 2015 als einddatum daarbij gehanteerd. Nijmegen kan als enig aandeelhouder zelf de BV opheffen. Dan zal wel een andere deelnamevorm in de CV moeten worden gekozen. De gemeente Nijmegen is vertegenwoordigd via de wethouder van Financiën in de Algemene vergadering van Aandeelhouders, Hoofd Ontwikkelingsbedrijf van Directie Wijk en Stad is statutair directeur van de BV.
Stadsbegroting 2006-2009
251
2.5
Onderhoud kapitaalgoederen
2.5.1 Openbare ruimte 2.5.1.1 Openbare ruimte algemeen Tot de kapitaalgoederen in de openbare ruimte rekenen we de wegen en civiele kunstwerken, de riolering, het water en het groen in de stad. Met het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte is een substantieel bedrag op onze begroting gemoeid. In Nijmegen gaat het om zo’n € 29 miljoen per jaar. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud, technische vervanging en renovatie. Achterstand Bezuinigen op groot onderhoud in de openbare ruimte leidt vaak niet direct tot zichtbare problemen. Maar vroeg of laat moet dit onderhoud altijd uitgevoerd worden. Deze kapitaalgoederen vervullen immers essentiële functies in de stad. Zoals in veel gemeenten is ook in Nijmegen te lang bezuinigd op onderhoud. Dit heeft geleid tot forse achterstanden, die nu ingehaald moeten worden. Het hoge aandeel kapitaallasten beperkt het feitelijk inzetbare budget voor beheer en onderhoud met zo’n 30% (van de € 29 miljoen is circa € 10 miljoen nodig voor kapitaallasten). Om dit te verbeteren willen wij onderhoud weer ten laste van de lopende begroting brengen, zodra er weer wat financiele ruimte in de begroting komt. Waar mogelijk nemen we achterstallig groot onderhoud mee in projecten van ‘nieuw beleid’ zoals duurzaam veilig (verkeersmaatregelen) of afkoppelen van regenwater. Deze werkwijze kan echter de omvangrijke achterstand niet wegnemen. Voor kapitaalgoederen in de openbare ruimte hanteren wij wel afschrijvingstermijnen, die zeggen wanneer ze technisch aan vervanging toe zijn. Onze begroting mist echter in veel gevallen budgetten voor vervangingsinvesteringen, omdat hier nooit reserveringen voor gedaan zijn. Ons College hecht, mede onder de noemer van schoon, heel en veilig, grote waarde aan het op peil brengen van het onderhoud aan de kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Daartoe hebben wij onder andere werk gemaakt van de wijkbeheerplannen en van budgetreservering voor areaaluitbreiding. En stellen we in 2006 en 2007 een ‘noodfonds onderhoud wegen’ in (zie hierna). Integraal Beheer Openbare Ruimte Het beleidskader voor onderhoud bezitten wij in de vorm van het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR, 2001). Dit beleidsplan geeft een soort technische norm voor het onderhoudsniveau, naast een systeem om zo’n niveau vast te leggen. Met ingang van 2003 zijn wij begonnen met de wijkgewijze uitwerking van dit beleid in de vorm van wijkbeheerplannen. Eind 2005 zijn er 24 wijken gereed. In 2006 zullen hier weer 8 wijken aan worden toegevoegd. In deze beheerplannen bevestigen we het algemene beeld uit 2001: er bestaan forse achterstanden op zowel dagelijks onderhoud als groot onderhoud en rehabilitatie. Gemiddeld gaat het om een tekort van zo’n € 1 ton per wijk, afgezet tegen de technische norm uit het IBOR. Per wijk bestaan grote verschillen. In deze begroting heeft uw Raad bij de perspectiefnota € 267.000 extra beschikbaar gesteld voor onderhoud openbare ruimte, waarmee wij zo’n 30% van de achterstand kunnen inlopen in de 8 wijken waar-
252
Stadsbegroting 2006-2009
voor wij in 2005 beheerplannen hebben opgesteld. Voor het overige zullen wij voorlopig in de wijkbeheerplannen een lager niveau voor het onderhoud opnemen, om binnen de financiële mogelijkheden te blijven. Ons streven blijft op termijn voldoende middelen in de begroting op te nemen om het IBOR-ambitieniveau waar te kunnen maken. Behalve op wijkniveau (de dagelijkse leefomgeving van bewoners) hebben we ook achterstanden in het onderhoud van stedelijke voorzieningen, zoals de hoofdwegen en de verkeersregelinstallaties. In deze begroting stellen wij voor € 1,6 miljoen te bestemmen in een noodfonds voor deze beide kapitaalgoederen: € 1,3 miljoen in 2006 en € 3 ton in 2007. Hiermee kunnen wij de meest schrijnende gevallen aanpakken en zo een flinke stap voorwaarts zetten. Verder dragen we € 3 ton bij in 2006 aan het aanleggen van ZOAB op de A73. Dit zijn de rentekosten voor Rijkswaterstaat omdat ze op ons verzoek het asfalteren een jaar naar voren halen. Areaaluitbreiding Om toekomstige achterstanden te voorkomen, hebben wij in deze begroting het onderhoudsbudget met € 200.000 uitgebreid voor de onderhoudskosten van nieuw areaal openbare ruimte, zoals uw Raad vorig jaar heeft besloten. Dit betreft zowel uitbreiding van de openbare ruimte als nieuw ingerichte openbare ruimte die een hoger onderhoudsniveau vraagt. Wij informeren u consequent over de latere beheer- en onderhoudskosten, als wij investeren in openbare voorzieningen. Eenmaal per jaar totaliseren wij de nieuwe onderhoudsopgaven voor de begroting van het volgende jaar. Waalsprong In 2004 heeft ons College het “Werkboek openbare ruimte voor de Waalsprong” vastgesteld. Daarin leggen we de hoofdlijnen voor de inrichting van de toekomstige openbare ruimte vast. De beschreven ambities vormen de basis voor uitwerking door ontwikkelaars in opdracht van GEM Waalsprong zoals die in 2006 en volgende jaren plaats zullen vinden. In 2005 heeft uw Raad de toekomstige beheerkosten voor de gehele Waalsprong vastgesteld, hiermee beschikken we over een actueel en valide instrument om de nieuwe openbare ruimte in de Waalsprong op een adequaat niveau te onderhouden. Ieder jaar wordt de begroting aangepast op basis van aantallen opgeleverde woningen en het daaraan gekoppeld areaal openbare ruimte. 2.5.1.2 Wegen en civiele kunstwerken
Beleidskader: Ons ambitieniveau hebben we vastgelegd in de nota Integraal Beheer
Openbare Ruimte 2001. Uw Raad heeft bij het vaststellen van deze nota kennis genomen van de achterstanden in het onderhoud ten opzichte van het IBOR-ambitieniveau en uitgesproken dat we deze achterstanden op wijkniveau nader moeten onderbouwen en wegen. Financiële consequenties: Op basis van kwaliteitsmetingen stellen wij jaarlijks prioriteiten voor vervanging en onderhoud. Een deel van de achterstand heeft te maken met schade aan verhardingen door opdruk van boomwortels. Onze projectmatige aanpak van de boomwortelproblematiek, gestart in 2004, zal daarom leiden tot verbetering van het kwaliteitsniveau van verharding. Hiervoor hebben we eenmalig € 3 miljoen uitgetrokken. In 2006 starten we met een inhaalslag van het onderhoud van asfaltverhardingen (totaal budget € 1,6 miljoen).
Stadsbegroting 2006-2009
253
Vertaling in de begroting: Het onderhoud van wegen en civiele kunstwerken is begroot in
het programma Openbare Ruimte. In 2006 geven wij circa € 4,6 miljoen exclusief kapitaallasten aan wegonderhoud uit (inclusief het astructurele ‘noodfonds onderhoud wegen’ ten bedrage van € 1,3 miljoen). Daarnaast besteden we € 1,5 miljoen aan openbare verlichting en € 1,5 miljoen aan verkeersregelinstallaties en verkeersvoorzieningen (beiden excl. kapitaallasten).
2.5.1.3 Riolering
Beleidskader: Gemeentelijk rioleringsplan 2005-2009. In 2005 heeft uw Raad het nieu-
we GRP vastgesteld. In dit plan ligt het accent op het op orde brengen van het planmatig onderhoud, opdat wij het calamiteitenonderhoud onder controle krijgen. Daarnaast verbeteren we ook de financieringsstructuur. Met ingang van het begrotingsjaar 2006 wordt gewerkt volgens het nieuwe GRP. Financiële consequenties: Verbetering van het planmatig onderhoud brengt een aanzienlijke stijging van het jaarlijks te vervangen aantal meters riool met zich mee. Het nieuwe GRP voorziet in het hiervoor benodigde budget. Dekking van de lasten vindt plaats via een rioolheffing. Vertaling in de begroting: Voor 1 januari 2006 stelt ons College een uitvoeringsprogramma 2006 vast. Het onderhoud van het riool is begroot in het programma Groen en Water. In 2006 geven wij circa € 5 miljoen excl. kapitaallasten uit aan beheer, onderhoud en vervangingen. 2.5.1.4 Water
Beleidskader: Waterplan 2002. Duurzaam omgaan met water en waterpartijen in de
stad: schoonhouden van het stadswater, verbeteren van de (grond)waterkwaliteit, water zichtbaar maken in de openbare ruimte en verminderen van het waterverbruik. Financiële consequenties: De watergangen zullen de komende jaren in beheer en onderhoud en vermoedelijk grotendeels ook in eigendom overgedragen worden aan het waterschap Rivierenland. Vertaling in de begroting: In 2006 realiseren we de herinrichting van een drietal watergangen in Dukenburg en Lindenholt. Het onderhoud van water en waterpartijen in de stad is begroot in het programma Groen en Water. In 2006 besteden wij circa € 2 miljoen excl. kapitaallasten aan onze watergangen en aan afkoppelmaatregelen. 2.5.1.5 Groen
Beleidskader: Groenstructuurplan 1996, Meerjarenplan groen, Bosbeheervisie 2000 Financiële consequenties: Begin 2006 zullen wij uw Raad een geactualiseerd groenstruc-
tuurplan voorleggen. Daarin zullen we duidelijk maken wat er moet gebeuren om de groenstructuur weer compleet te krijgen, inclusief de benodigde investeringen. Vertaling in de begroting: Het dagelijks onderhoud van het groen is begroot in het programma Openbare Ruimte. In 2006 besteden wij circa € 5,9 miljoen excl. kapitaallasten aan groenonderhoud. Voor vervangingsonderhoud ontbreekt op dit moment dekking. Vervanging van verouderd groen lift mee met andere verbeterprojecten in de stad, zoals afkoppelen, duurzaam veilig, woonmilieuverbetering en projectontwikkeling (via planexploitaties).
254
Stadsbegroting 2006-2009
2.5.2 Onderwijshuisvesting 2.5.2.1 Beleidskader Jaarlijks stelt uw Raad via een separaat raadsvoorstel het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) vast, meestal in december. In het IHP staat hoe wij het volgende jaar onze huisvestingsgelden onderwijs inzetten voor vervangende nieuwbouw, uitbreiding, huur en eerste inrichting voor onderwijsleerpakket en meubilair. In dit IHP staan normen die wij hanteren voor het op peil houden van een toereikend voorzieningenniveau voor het onderwijs in Nijmegen. Aan de hand van deze normen beoordelen wij de jaarlijkse aanvragen van de schoolbesturen. Voor de bereikbaarheid van de scholen is ons doel dat er in iedere wijk één basisschool is -met maximaal één dislocatie- en in ieder stadsdeel één school voor voortgezet onderwijs. Voor het primair onderwijs is dit, met uitzondering van de zeer dun bevolkte wijken, bereikt. Voor het buitenonderhoud van de gebouwen stelden wij tot 1 januari 2005 jaarlijks een totaalbedrag van bijna € 1,4 miljoen beschikbaar aan de schoolbesturen. Het Rijk heeft besloten om vanaf die datum de middelen voor buitenonderhoud voor het voortgezet onderwijs rechtstreeks aan de schoolbesturen uit te keren. 2.5.2.2 De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties Het IHP omvat ca. € 5,8 miljoen. Dit is inclusief het buitenonderhoud voor het primair (speciaal) onderwijs. 2.5.2.3 De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Ons College legt grote prioriteit bij het oplossen van het vraagstuk onderwijshuisvesting. Hoewel het beleidskader tot op heden gevormd wordt door het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs hebben wij in 2004 een Stuurgroep ingesteld met vertegenwoordigers vanuit de schoolbesturen en leden van ons College. Deze Stuurgroep heeft zich gebogen over onder andere de mogelijkheden om middelen voor onderwijshuisvesting te decentraliseren naar de scholen. In juni is de Eindrapportage van de door de Stuurgroep ingestelde werkgroep door ons College vastgesteld en vrijgegeven voor bespreking met de schoolbesturen. Beoogd wordt, om deze besprekingen in de loop van 2005 af te ronden en te komen tot besluitvorming in december 2005. Het IHP komt ten laste van het programma Onderwijs. De extra investeringsgelden van € 7,5 miljoen voor de periode 2005-2009 leiden tot extra kapitaallasten voor het programma Onderwijs van € 150.000,- in 2006 oplopend tot € 300.000,- in 2008.
2.5.3 Onderhoud gebouwen Een belangrijk deel van het “vermogen” van onze gemeente zit in de gemeentelijke panden. Een zorgvuldig beheer hiervan is dan ook van wezenlijk belang. De kwaliteit van deze panden beïnvloedt de leefbaarheid in de stad. Slecht onderhouden of moeilijk toegankelijke gemeentelijke voorzieningen raken immers de burgers direct. De panden zijn van belang voor het verwezenlijken van onze gemeentelijke programma’s. De informatie uit deze paragraaf biedt uw Raad een overzicht van de onderhoudskosten van deze panden en verbetert daarmee uw inzicht in de financiële positie van onze gemeente. Risico’s in de uitvoering van onze gemeentelijke programma’s worden zichtbaar.
Stadsbegroting 2006-2009
255
2.5.3.1 Beleidskader In 2006 leggen we onze visie ten aanzien van het onderhoud van gemeentelijke panden vast in een kadernota. In deze nota staan ook de uitgangspunten voor het uitbesteden van de regietaken van het klachtenonderhoud en het planmatig onderhoud. Het uitgangspunt voor het onderhoud is de technische instandhouding van de gebouwen. Dit onderhoud is vastgelegd in een meerjaren onderhoudsplan. Op basis van dit onderhoudsplan voeren we het onderhoud uit. Dat onderhoud vertoont in absolute zin, als gevolg van werkelijk uit te voeren onderhoud grote fluctuaties. Middels een egalisatievoorziening vertoont de feitelijke belasting van de begroting een stabiel beeld; het zogenaamde 20jaars gemiddelde. Het meerjaren onderhoudsplan wordt periodiek geactualiseerd. 2.5.3.2 De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties Categorie Woningen + woonwagens
Begroot 2006 Begroot 2007 Begroot 2008 Begroot 2009 (20-jrs gem.)
(20-jrs gem.)
€
€
220.433
Sport/wijk/ jeugdcentra € 1.463.564
220.433
€ 1.463.564
(20-jrs gem.) (20-jrs gem.) €
220.433
€ 1.463.564 €
1.191.481
€
220.433
€ 1.463.564
Facilitaire gebouwen
€
1.191.481
€
1.191.481
Overige panden
€ 2.115.872
€
2.115.872
€ 2.115.872
€ 2.115.872
€
1.191.481
Totaal
€ 4.991.350
€ 4.991.350
€ 4.991.350
€ 4.991.350
2.5.3.3 De vertaling van de financiële consequenties in de begroting Naast het reguliere technisch onderhoud zijn er een aantal ontwikkelingen die invloed hebben op het gebruik, het onderhoud en de uitstraling van de gemeentelijke panden. Hieronder lichten wij uw Raad de belangrijkste toe met de bijbehorende financiële consequenties. Taakafstoting en besparing De regietaken met betrekking tot het klachtenonderhoud worden in 2006 afgestoten. De regietaken met betrekking tot het planmatig onderhoud worden medio 2007 afgestoten. Tot en met 2007 maken wij extra kosten voor deze taakafstoting (frictiekosten). Vanaf 2006 is er een kostenbesparing omdat het onderhoud op een andere wijze wordt uitgevoerd. De bedragen worden hieronder weergeven. Uit prudentie is het voordeel nog niet verwerkt in het onderhoudsplan. 2005 frictiekosten
€
35.000
besparing onderhoud voordeel
2006 € €
€
35.000
€
300.000
2007 €
25.000- € 275.000
€
2008
2009
300.000 350.000- € 650.000- € 650.00050.000- € 650.000- € 650.000-
Brandveiligheidsvoorzieningen Een groot deel van onze panden passen we aan, aan de verscherpte regelgeving op het gebied van brandveiligheid. In 2004 hebben wij de tekortkomingen geïnventariseerd en zijn gestart met aanpassingen die we in 2006 voortzetten. Voor brandveiligheidsvoorzieningen is voor de periode 2004 tot en met 2005 een krediet van € 2.818.350,- toegekend door uw Raad. Inmiddels wordt deze regelgeving verder verscherpt. Na overleg met de brandweer stellen wij voor in de komende periode hiervoor € 6.100.000,- beschikbaar te stellen zoals ook in het investeringsplan staat. We maken hierbij de kanttekening dat de ramingen voor 2006 het beschikbare bedrag overschrijden. Zodra in het loop van het jaar blijkt dat we het geplande investeringsbedrag overschrijden, zullen we bekijken of we de restantkredieten aanvullend kunnen inzetten. Zonodig doen we een voorstel aan uw Raad.
256
Stadsbegroting 2006-2009
Legionellapreventie Drie jaar geleden hebben we de benodigde aanpassingen op het gebied van legionellapreventie geïnventariseerd en zijn toen gestart met de noodzakelijkste aanpassingen. Door een versoepeling van de wettelijke normen is ons oorspronkelijk plan bijgesteld. Voor éénmalige noodzakelijke aanpassingen heeft uw Raad voor de periode 2004 tot en met 2005 inmiddels € 1.495.000,- beschikbaar gesteld. Voor bouwkundige aanpassingen stellen wij voor in de komende periode € 200.000,- beschikbaar te stellen. Daarnaast verwachten we vanuit onze zorgplicht jaarlijks € 100.000,- structureel beschikbaar te moeten stellen. Middels een separaat voorstel komen wij terug op budgettaire consequenties van deze zorgplicht. Asbestsaneringen Bij renovaties worden wij regelmatig geconfronteerd met de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal. Uw Raad heeft voor onvermijdelijke asbestsaneringen in 2005 een bedrag van € 200.000,- toegekend. Er is op dit moment geen wettelijke plicht asbesthoudend materiaal proactief te verwijderen. Het is wel van belang inzicht te hebben in de (toekomstige) risico's. Daarom voeren wij in 2006 een risico-inventarisatie uit. Wij stellen voor éénmalig € 135.000,- hiervoor vrij te maken. Vooruitlopend op deze inventarisatie stellen wij voor, voor onvermijdelijke asbestsaneringen in de komende periode een bedrag van € 800.000,- beschikbaar te stellen. Arbovoorzieningen Een aantal gemeentelijke panden moeten we aanpassen aan de verscherpte ARBOregelgeving. Te denken valt aan voorzieningen om veilig te werken op hoogte, het warenwetbesluit inzake liften etc. Uw Raad heeft voor 2005 een bedrag van € 100.000,toegekend. Wij stellen voor in de komende periode € 650.000,- hiervoor beschikbaar te stellen. Daarnaast stellen wij voor om voor liftaanpassingen een investering van € 150.000,- te doen. Toegankelijkheid gebouwen Niet alle gemeentelijke panden voldoen aan het uitgangspunt dat de openbare gebouwen goed toegankelijk moeten zijn voor minder validen. Op basis van een inventarisatie en eerdere aanpassingen stellen wij voor in de komende periode hiervoor € 1.505.000,beschikbaar te stellen. Geluidsbeperkende maatregelen. Wij moeten onze wijk- en jongerencentra bouwkundig aanpassen naar aanleiding van nieuwe regelgeving op het gebied van geluidsoverlast. Wij zijn in 2005 gestart met deze aanpassingen. In 2005 heeft uw Raad hiervoor € 113.050,- beschikbaar gesteld. Wij stellen voor in de komende periode € 389.150,- voor diverse aanpassingen beschikbaar te stellen. Verkoop woningen In verband met de verkoop van een deel van de gemeentelijke woningen is het niveau van het geplande onderhoud teruggebracht tot € 220.433,- Nu resteren de kamerverhuurpanden waarvan uw Raad zal besluiten of die worden verkocht, de woonwagens, de winkelpanden en overige woningen zoals de May-Crete woningen en de Kanunnikenhuisjes. Sportaccommodaties De sportaccommodaties kunnen verdeeld worden in binnensport- en in buitensportaccommodaties. Het onderhoud van de buitensportaccommodaties is nog niet opgenomen in ons meerjaren onderhoudsplan. Voor het onderhoud van deze sportparken en gebouwen stellen wij jaarlijks € 125.000,- beschikbaar in de begroting. Daarnaast stellen wij voor
Stadsbegroting 2006-2009
257
in de komende periode jaarlijks € 160.000,- beschikbaar voor investeringen in de inrichting. Naar verwachting is dit bedrag niet voldoende. Net als bij brandveiligheid zullen we in het loop van het jaar de restantkredieten bekijken om deze aanvullend in te zetten. Zonodig doen wij uw Raad een voorstel. Scholen Schoolbesturen zijn als juridisch eigenaar zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van hun schoolgebouwen. Voor het onderhoud ontvangen de schoolbesturen rechtstreeks middelen van het ministerie van OW&C. Overige panden Aanschaf of bezit van een pand moet een relatie hebben met toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen of met de uitvoering van een gemeentelijk programma. Wij streven er naar in 2006 alle gemeentelijke panden te hebben ondergebracht bij de reguliere programma’s. Of dit uiteindelijk leidt tot opheffing van het programma panden is onderdeel van een bestuurlijke discussie die nog niet is afgerond. Het afstoten van panden die geen relatie hebben met onze gemeentelijke programma’s leidt tot een afname van de onderhoudskosten. Resumerend De financiële consequenties van ons huidig beleid en onze voornemens zijn hieronder samengevat:
Tenslotte maken wij de relatie tussen het gewenste en het huidige onderhoudsniveau hieronder per panden categorie zichtbaar.
Woningen
Sportcentra
258
Veiligheid Ambitieniveau: Conform wetgeving Huidig niveau: Conform wetgeving
Aanzien/uitstraling Ambitieniveau: Redelijk. Technisch instandhouden Huidig niveau: Redelijk. Technisch instandhouden.
Ambitieniveau: Conform wetgeving Huidig niveau: Tekortkomingen (brandveiligheid, legionella, asbest, arbo, toegankelijkheid)
Ambitieniveau: Redelijk. Technisch instandhouden Huidig niveau: Redelijk. Achterstalligheid bij buitensportaccommodaties.
Stadsbegroting 2006-2009
Wijk/jeugdcentra
Facilitaire gebouwen
Overige panden
Ambitieniveau: Conform wetgeving Huidig niveau: Tekortkomingen (brandveiligheid, legionella, asbest, arbo, milieu, toegankelijkheid) Ambitieniveau: Conform wetgeving Huidig niveau: Tekortkomingen (brandveiligheid, arbo)
Ambitieniveau: Redelijk. Technisch instandhouden Huidig niveau: Redelijk. Technisch instandhouden
Ambitieniveau: Conform wetgeving Huidig niveau: Tekortkomingen (brandveiligheid, legionella, asbest, arbo)
Ambitieniveau: Redelijk. Technisch instandhouden Huidig niveau: Redelijk. Technisch instandhouden
Stadsbegroting 2006-2009
Ambitieniveau: Redelijk. Technisch instandhouden Huidig niveau: Redelijk. Technisch instandhouden
259
2.6
Grondbeleid
2.6.1 Visie op grondbeleid Binnen het programma Grondbeleid nemen we vastgoedprojecten in ontwikkeling en voeren deze uit. Dat geschiedt ten behoeve van en gebaseerd op gemeentelijk sectoraal beleid met een ruimtelijke component, zoals dat in andere programma’s binnen de Stadsbegroting is geformuleerd. Het gaat daarbij om beleidsvelden als wonen, bedrijvigheid, herstructurering, cultuur, milieu, sport etc. De context en uitvoeringswijze van dit grondbeleid is uitgebreid omschreven in de Kadernota Grondbeleid die in februari 2005 door uw Raad werd vastgesteld. Hierin gaan we niet alleen uit van faciliterend grondbeleid, waarbij we gebruik maken van “publieke” instrumenten, maar kiezen we ook expliciet voor een actieve, ontwikkelende en daarmee risicodragende rol van de Gemeente, zelfstandig of via samenwerking met marktpartijen en deelnemingen in een PPS. In de actieve rol werven we gronden, ontwikkelen we (stedenbouwkundige) plannen en maken we terreinen bouwrijp en verkopen deze. De volgende doelstellingen zijn bij het Grondbeleid geformuleerd: - Het bevorderen van maatschappelijk gewenst grondgebruik waarbij de sectorale programma’s uit de begroting de functionele input vormen voor op te starten ontwikkeling van projecten. - Het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik en de zeggenschap voor de burger door het maken van afspraken met private ontwikkelaars en waar nodig het uitvoeren van actief grondbeleid. Geprobeerd wordt om, binnen het regime van een commerciële vastgoedmarkt, maximale regie te voeren op de ontwikkeling van projecten en zodoende dit doel te bereiken. - Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, exploitanten, eigenaren en overheid door het maximaal toepassen van de mogelijkheden tot kostenverhaal bij particuliere ontwikkelingen of door gemeentelijk zelf tot aankoop en ontwikkeling van terreinen over te gaan. - Het tijdig kunnen realiseren van nieuwe bouwlocaties die benodigd zijn voor de realisatie van de ruimtelijke componenten in de sectorale programma’s zoals wonen, sport en bedrijfsterreinen. Maatschappelijke effecten van dit Grondbeleid: - Een groter aanbod van woningen voor de doelgroepen die daar het meeste behoefte aan hebben door middel van de productie van bouwrijpe grond en de ontwikkeling van stedenbouwkundige plannen. - Scheppen van fysieke ruimte voor de realisatie van voorzieningen, scholen, kantoren, bedrijfshuisvesting en andere werkgelegenheidslocaties. - Realisatie van structuurbepalende, stedelijke ontwikkelingsprojecten zoals Waalsprong, Brabantse Poort en Koers West die initiërend zijn voor de lange termijn ontwikkeling van de stad.
2.6.2 de wijze van uitvoering Door het gemeentelijke Ontwikkelingsbedrijf, ondergebracht bij de Directie Wijk en Stad, worden projecten voorbereid, tot uitvoering gebracht en financieel afgewikkeld. De planexploitaties van deze projecten, die altijd meerdere jaren doorlooptijd kennen, leggen we als startdocument ter vaststelling aan uw Raad voor.
260
Stadsbegroting 2006-2009
Halfjaarlijks rapporteren we over de voortgang van de projecten, zowel inhoudelijk als financieel, in de Voortgangsrapportage Grote Projecten. Hierin signaleren we ook de ontwikkeling binnen de deelnemingen en de positie van de ABR. Als onderdeel van de voorliggende Stadsbegroting 2006 stellen we het VGP in oktober 2005 vast. Verdeeld over de, op sectoraal beleid gebaseerde, productgroepen Stedelijke Ontwikkelingsprojecten, Woningbouw, Herstructurering, Koers West, Bedrijvigheidsprojecten, Stadscentrum en Waalsprong zullen in 2006 minstens 50 planexploitaties (medio 2005 waren dat er 44) in uitvoering zijn. Een gelijk aantal zal binnen de productgroep PIO in ontwikkeling zijn. We zullen een actief grondbeleid uitvoeren teneinde de productie van de juiste woningen voor de doelgroepen op gang te houden. We starten in 2006 o.a. met de herstructurering in Hatert w.o. het project Nieuw Maldenborg, met de bouw van Verpleeghuis Margriet, de afronding van het Winkelcentrum Dukenburg in de Brabantse Poort, de Hessenberg en de Josephhof in het Stadscentrum. In de Waalsprong worden veel woningen opgeleverd nu de MER vertraging voorbij is. In het kader van de dijkteruglegging worden belangrijke stappen gezet. Nieuwe, aangepaste stedenbouwkundige plannen hiervoor komen in procedure. Het nieuwe Philipscomplex, 52 degrees, wordt in 2006 opgeleverd. Voor Koers West bereiken we in het najaar 2006 het zgn. Go-No Go moment. Over de uitgewerkte haalbaarheidsstudie met programma en fasering, de samenwerkingovereenkomst en de risicoanalyse zullen besluiten kunnen worden genomen. Vooruitlopend hierop zullen de technische voorbereidingen voor de Stadsbrug doorgaan en zal het bestemmingsplan in procedure zijn. De financiering van de Stadsbrug met het aansluitende tracee over de Energieweg is zeker gesteld. Voor de Waalsprong werken we de gevolgen verder uit. Voor verdere informatie over de projecten/planexploitaties verwijzen we naar het VGP september 2005. Binnen de projecten in het Programma Grondbeleid zijn nu totaal ca. 9500 woningen voorzien. Binnen vastgestelde exploitaties zijn dat er ca. 5200 (waarvan 2000 in het Waalfront), in planexploitaties in ontwikkeling (PIO’s) gaat het om ca. 4300 woningen. Naast deze gemeentelijke exploitaties heeft de GEM Waalsprong, de PPS onderneming waarin de gemeente Nijmegen voor 50% participeert, nog ca 11.000 woningen in haar planexploitatie. Ruim 1100 zijn daarvan inmiddels gerealiseerd. In 2005 zullen volgens prognose ca. 1450 woningen in Nijmegen worden gebouwd waarvan 775 binnen de Waalsprong. In 2006 zijn dat er resp. 1550 en 580. Bij de bedrijvigheidsprojecten die in dit programma in exploitatie zijn, gaat het o.a. om terreinen in Winkelsteeg, Noord Oost Kanaalhavens, Bijsterhuizen en Griftdijk, een bijzonder terrein is het glastuinbouwgebied Bergerden bij Huissen waar we in een GR met de gemeente Lingewaard 200 ha glastuinbouw gaan realiseren. Bijzondere functies zijn de Landschapszone in de Waalsprong, Park West en de sportparken op Driehuizen en de Vossenpels.
2.6.3 prognose van resultaten Medio 2005 waren 43 planexploitaties in uitvoering met een totaal volume van ca € 1,24 miljard. Daarvan is € 540 miljoen ondergebracht in Koers West en € 470 miljoen in de Waalsprong die een looptijd hebben tot 2015-2020. De overige gemeentelijke Stadsbegroting 2006-2009
261
planexploitaties kennen een volume van € 239 miljoen met een gemiddelde looptijd van 4-5 jaar. Een overzicht van de totale verwachte lasten en baten van de planexploitaties is opgenomen in bijlage 5. De activiteiten van de GEM blijven hier verder buiten beschouwing maar worden wel bij de deelnemingen en de risicobepaling meegenomen. Het gaat hierbij om een grondexploitatie met een volume van meer dan € 600 miljoen. Daarnaast zijn er thans ca. 50 planexploitaties in ontwikkeling (de PIO's), die bij gebleken haalbaarheid en uitvoerbaarheid ter vaststelling aan uw Raad worden aangeboden dan wel leiden tot, door ons College af te sluiten, exploitatie-overeenkomsten. Het gaat om een totale omvang van geschat € 240 miljoen. De gemaakte kosten van niet ontwikkelbare PIO’s worden jaarlijks afgeboekt ten laste van het PIO budget binnen dit programma. Om de risico’s van deze exploitaties af te dekken hebben we een Algemene Bedrijfsreserve voor het Ontwikkelingsbedrijf. De resultaten van onze planexploitaties worden met deze ABR verrekend. De voeding van de ABR geschiedt door het toevoegen van de resultaten van positief afgesloten planexploitaties. Als de ABR de benodigde hoogte heeft bereikt, komen de resultaten van het Ontwikkelingsbedrijf beschikbaar voor de algemene middelen. De berekende totale omvang van deze ABR zou rond de € 40 miljoen moeten zijn. Deze omvang wordt voor driekwart bepaald door de Waalsprong. Hierbij kan worden aangetekend dat, met een looptijd van zeker nog 10 jaar, verwacht mag worden dat het zich voordoen van de negatieve risico's (bijvoorbeeld niet ontvangen van subsidies), leidend tot het treffen van voorzieningen ten laste van de ABR, zich pas in de laatste fase van de exploitatie zullen voordoen. De huidige omvang van de ABR is € 13,5 miljoen per 31 december 2004. De geprognosticeerde omvang van de ABR eind 2008 was € 21 miljoen. Deze prognose was gebaseerd op de lopende planexploitaties en bestaande werkwijze. Teneinde extra voeding voor de ABR te genereren zullen we, conform de Kadernota, en ingaand op de wens van de Raad, meer nadruk leggen op het zgn. “verdienend vermogen” van het Ontwikkelingsbedrijf. Daartoe zullen een aantal maatregelen worden doorgevoerd: - In nieuwe planexploitaties zullen we 5-10% opslagpercentage invoeren voor de ontwikkelingskosten en risicoafdekking. - In ons gemeentelijk strategisch grondbezit zit een stille reserve. Deze reserve komt tot leven als terreinen uit deze voorraad in ontwikkeling worden genomen. Een terrein als de Wedren zal op deze manier een waardevolle aanvulling op de reservepositie opleveren. Deze projecten zullen te zijner tijd bijdragen aan de ABR. - We zullen voorrang geven aan winstgevende projecten, zodat de al ingecalculeerde winst eerder aan de ABR kan worden toegevoegd en zo rentewinst oplevert. Een project als de Josephhof is daarvan een goed voorbeeld. - We zullen meer nadruk leggen op het toerekenen van kosten aan particuliere ontwikkelingen en daarbij maximaal gebruik maken van de mogelijkheden die het Rijk ons door wijzigende wetgeving op dit gebied gaat bieden. Op deze manier zullen particuliere exploitaties een positievere bijdrage leveren aan het resultaat van het Ontwikkelingsbedrijf (en daarmee aan de voeding van de ABR) terwijl deze in de huidige omstandigheden veelal niet of nauwelijks budgettair neutraal verlopen.
262
Stadsbegroting 2006-2009
-
We onderzoeken de optie of door samenvoeging van de beide planexploitaties voor de Waalsprong (gemeente en GEM) optimalisatie en risicoverkleining mogelijk is. Op deze manier zou het noodzakelijke niveau van de ABR kunnen worden verlaagd.
De uitvoering van deze maatregelen, waarbij vanuit de planexploitaties zelf de ABR moet worden “verdiend”, zal pas na verloop van tijd tot in te boeken resultaten leiden. Gezien de gemiddelde looptijd van 4 jaar voor de planexploitaties is aannemelijk dat in de prognose voor het verloop van de ABR, zoals deze bij elk VGP wordt gemaakt, pas vanaf 2008 zichtbaar zal worden. De in de Perspectiefnota vastgestelde maatregel heeft wel onmiddellijke verhoging van de ABR tot resultaat: “Een eenmalige bijdrage van € 7,5 mln. zal worden toegevoegd die wordt gedekt uit de winst bij de verkoop van het Woningbedrijf”. Vanuit de beginsituatie eind 2004 met een saldo van € 13,5 miljoen zal op deze wijze de ABR eind 2008 zijn geklommen naar een niveau van ca. € 30 miljoen. Bewaking van de noodzaak en beschikbaarheid van de ABR gebeurt binnen het kader van het VGP. Ieder half jaar wordt hierover gerapporteerd aan de Raad bij de vaststelling van de herziening van de lopende planexploitaties.
2.6.4 winstneming en beleidsuitgangspunten reserves Gezien de huidige en geprognosticeerde stand van de ABR wordt geen winstneming in 2006 voorzien. Planexploitaties kenmerken zich door het feit dat in een vroeg stadium investeringen worden gedaan, waarbij inkomsten en dus dekking van de exploitatie, soms, veel later kunnen worden ingeboekt. In een dergelijk, vaak langdurig traject kunnen zich financiële risico's voordoen. Er wordt gewerkt binnen een door de Raad vastgestelde planexploitatiebegroting, die is gebaseerd op globale ramingen. In een aantal gevallen komt het ook voor dat ten aanzien van de dekking van de plannen een aantal onzekerheden is ingebouwd. Zo kan de ontwikkeling van een plan bijvoorbeeld ter hand worden genomen in de verwachting dat er een subsidie voor wordt verkregen. Verkoopopbrengsten worden geprogrammeerd in de verwachting dat de vraag zich ook daadwerkelijk voordoet. Een andere belangrijke factor is de doorlooptijd. Een procedure naar de Raad van State kan een project voor geruime tijd stilleggen, terwijl er al aanzienlijke investeringen zijn gedaan. De renteteller loopt door. Al deze factoren zijn er de oorzaak van dat het verwachte financiële resultaat van een planexploitatie aan beweging onderhevig is. De schommelingen in de resultaten van de planexploitaties worden opgevangen in de ABR. Hierbij passen we de volgende gedragslijn toe: Indien de betrokken planexploitatie een verwacht nadelig resultaat oplevert, treffen we hiervoor ten laste van de ABR een rentedragende voorziening (Voorziening verwachte verliezen planexploitaties). In feite reserveren we nu al het geld om dit verlies in de toekomst op te vangen. Een voorzichtig beleid conform de regels uit de Wet op de Jaarrekening. Verwachte financiële voordelen van een planexploitatie programmeren we in de meerjarenraming van de ABR in het jaar waarin we de planexploitatie afsluiten. Hierbij gaan we eveneens uit van de bedrijfseconomische basisregel dat voordelen pas worden genomen op het moment dat zij worden gerealiseerd ofwel: “Verkoop de huid niet voor de beer geschoten is”.
Stadsbegroting 2006-2009
263
Bij ieder VGP en bij herzieningen maken we per project opnieuw een risicobeoordeling. Per project bekijken we dan de negatieve risico’s zoals kostenstijgingen, hogere verwervingsprijzen, opbrengstverlaging (markt) en de bijsturingmogelijkheden. Wat dan overblijft, moet kunnen worden afgedekt in de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Ten aanzien van winst en verliesneming hanteren we het voorzichtigheidsbeginsel: bij te verwachten verliezen treffen we direct een voorziening, een verwachte winst nemen we pas aan het eind bij realisatie.
264
Stadsbegroting 2006-2009
2.7
Weerstandsvermogen De uitkomst van de begroting voor de jaren 2006 – 2009 geeft een beeld van de financiële situatie van de gemeente Nijmegen. Daarnaast is het echter voor een volledige beoordeling van de financiële positie van belang inzicht te verschaffen in het vermogen om het hoofd te bieden aan mogelijke nadelen die kunnen voortvloeien uit risico’s. Het vermogen om weerstand tegen deze risico's te bieden bestaat uit verschillende organisatorische en financiële elementen. Een deel van de financiële risico's die de gemeente loopt zijn afgedekt door verzekeringen, terwijl voor een aantal andere risico's specifieke financiële voorzieningen zijn gevormd. Dit hoofdstuk wil inzicht bieden in de risico’s die bestaan rond deze begroting en in de beschikbare middelen zoals de algemene reserves, de post onvoorzien en de onbenutte belastingcapaciteit die kunnen dienen als buffer voor mogelijke nadelen uit deze risico’s. Wij hanteren daarbij als algemene definitie van het begrip weerstandsvermogen de mate waarin gemeente Nijmegen in staat is om eventueel optredende tegenvallers voortvloeiend uit bestaande risico’s in de meerjarenperiode 2006 – 2009 op te vangen.
2.7.1 Weerstandscapaciteit in relatie tot de berekende risico’s De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten te dekken. Hierbij kunnen twee componenten worden onderscheiden, te weten een incidentele en een structurele component. Voor het bepalen van de incidentele component van de weerstandscapaciteit wordt gekeken naar de actuele stand per 1 januari 2005 en de verwachte ontwikkelingen van de algemene reserves en de stille reserves. De algemene reserves zijn de saldireserve en de algemene bedrijfsreserves. De structurele component omvat de post onvoorzien en de onbenutte belastingcapaciteit. De weerstandscapaciteit wordt berekend voor de gehele begrotingsperiode 2006-2009. De prognoses van de verschillende onderdelen van de weerstandscapaciteit zijn als volgt te specificeren: Weerstandscapaciteit 2006-2009 bedragen x € 1.000,stand saldireserve op 1 januari 2005 Raming voeding saldireserve (betreft rente 2005-2009) 1 Verkoop woningen woningbedrijf (gedeelte t.g.v. saldireserve) Onttrekking rekeningsresultaat 2004 Verkoop Novio Verwachte stand ABR ontwikkelingsbedrijf op 1 januari 2006 (inclusief toevoeging uit verkoop woningen ) Raming mutaties ABR (rente + overig 2006-2009) ABR woningbedrijf op 1 janauri 2006 Post onvoorzien 2006 t/m 2009 (€ 681.000,- per jaar) Onbenutte belastingcapaciteit Totaal weerstandscapaciteit
16.166 11.000 7.500 -/200 P.M. 22.200 6.815 200 2.724 P.M. 66.405
op basis van een geraamde gemiddelde stand van het totaal van de belegde de reserves van € 55 miljoen per jaar.
1
Stadsbegroting 2006-2009
265
De weergegeven weerstandscapaciteit, gecalculeerd voor de begrotingsperiode 20062009 betreft een optelling van de incidentele component en de structurele component voor de gehele begrotingscyclus. De theoretische stand van € 66,4 miljoen wordt volgens deze berekening eind 2009 bereikt. Voor een nadere beschrijving van de onderdelen van de gepresenteerde weerstandscapaciteit verwijzen we naar de toelichting in 2.7.4.
2.7.2 Risico’s In paragraaf 2.7.5 hebben wij de risico-inventarisatie uit de begroting 2005-2008 geactualiseerd. Daarbij hebben we als lijn gevolgd dat de kwantificering van de risico’s alleen is aangepast als er duidelijke aanwijzingen voor toename of afname van het risico bestaan. Het totaal van de gecalculeerde risico’s over de periode 2006-2009 komt uit op bedragen * € 1 miljoen risico’s rond grote projecten overige risico’s Totaal geschatte risico’s
min 38,4 16,5 54,9
max 38,4 70,4 108,8
Gemiddeld komt het totaal van de in beeld gebrachte risico’s uit op € 81,8 miljoen.
2.7.3 Weerstandsvermogen versus risico’s Tegenover de hierboven berekende weerstandscapaciteit van € 66,4 miljoen die eind 2009 bereikt kan worden, staan risico’s met een totale gemiddelde omvang van € 81,8 miljoen. Globaal wordt daarmee 80 % van de geschatte risico’s afgedekt. Daarnaast blijkt dat de totale berekende weerstandscapaciteit in 2009 hoger is dan de tot nu toe gewenste minimale hoogte van de saldireserve van € 20 miljoen en de minimaal gewenste hoogte van de ABR-Ontwikkelingsbedrijf van rond € 40 miljoen tezamen. Wij menen dat hiermee een weerstandspositie bereikt kan worden die, onder gelijkblijvende omstandigheden, in de komende meerjarenperiode geen verdere versterking behoeft. Voor de opstelling van de begroting 2007-2010 achten wij het gewenst een verdergaande actualisatie en herziening van de risico-inventarisatie uit te voeren. Mogelijke beleidswijzigingen bij realisering verkoop Novio Bij de berekening van de weerstandscapaciteit hebben we de opbrengst bij verkoop van NOVIO als pm geraamd. Indien de verkoop gerealiseerd wordt tegen de de tot nu toe in de onderhandelingen bereikte voorwaarden, zal een substantiële versterking van de reservepositie bereikt worden. De volgende bestemmingen van de boekwinst zouden we daarvoor bij voorrang in beeld willen brengen: • een deel naar de saldireserve voor directe versterking van de vermogenspositie en afdekking van actuele risico’s (b.v. Wwb) • een deel naar de reserve Strategische Investeringen als bijdrage in de realisatie van dringend gewenste investeringen (Koers West, maar ook andere) • het resterende deel afboeken op oude investeringen in de openbare ruimte, zodat begrotingsruimte ontstaat waaruit het onderhoud in de stad opgekrikt kan worden.
266
Stadsbegroting 2006-2009
Hierdoor zou een gewenste minimumpositie voor de reserves, en met name de saldireserve en de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf, veel eerder dan 2009 bereikt kunnen worden. Tegelijkertijd verminderen we zo een aantal exploitatierisico’s. Als gevolg daarvan zouden de jaarlijkse toevoegingen van rente over reserves aan de saldireserve kunnen vervallen. Uw Raad heeft eerder besloten tot deze toevoegingen, begroot op € 2,2 miljoen per jaar, ter versterking van de reservepositie. Die rente over reserves kunnen dan beschikbaar komen voor toevoeging aan de Reserve Strategische Investeringen (RSI). Deze RSI krijgt daarmee een structurele, redelijk constante voeding, waarop goed geprogrammeerd kan worden. Vervolgens zou de tot nu toe gepraktiseerde toevoeging aan RSI uit onderschrijding van kapitaallasten op rekeningsbasis kunnen vervallen. Deze onderschrijding hoort in het resultaat van de jaarrekening te vallen en daar beschikbaar te zijn voor eventuele tegenvallers. De onderschrijding op kapitaallasten door achterblijvende investeringen dient nadrukkelijk onderwerp te zijn van sturing op de uitvoering van de begroting. Enerzijds zal door betere beheersing van de investeringsplanning deze ruimte afnemen. Anderzijds zal de wens bestaan, als er vertraging op de ene investering optreedt, prioriteit te geven aan de realisatie van een andere gewenste investering, dus te schuiven in de programmering. Sturing op de begrotingsuitvoering zou op die wijze gericht zijn op een zo gering mogelijke onderschrijding van de kapitaallasten voor nieuwe investeringen. Logischerwijs zou dan met de tot nu toe gepraktiseerde toevoeging aan RSI de voeding ‘opdrogen’, wat een wijziging van de voeding uit renteopbrengst reserves des te wenselijker maakt. In de bovenstaande voorstellen is geen rekening gehouden met de renteopbrengsten over de voorzieningen. Deze zouden vooralsnog gereserveerd kunnen worden voor het afdekken van specifieke risico’s, waaronder de vorming van een reserve waaruit nadelen uit stijging van de rente over een periode van enkele jaren kunnen worden afgedekt. Zodra daar aanleiding toe is zullen wij hiervoor nieuwe voorstellen aan u voorleggen, maar uiterlijk bij de jaarrekening 2005.
2.7.4 Toelichting op de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit Saldireserve Per 1 januari 2006 bedraagt de stand van de saldireserve € 16,2 miljoen. Dit is exclusief de onttrekking wegens het tekort op de Stadsrekening 2004 na bestemming. Indien geen (noodgedwongen) onttrekkingen plaatsvinden in verband met negatieve rekeningsresultaten over 2005 of een van de volgende jaren, zal door de storting in de reserve van € 7,5 miljoen in verband met de verkoop woningen woningbedrijf het voor de saldireserve eerder vastgelegde gewenste (minimum) niveau van € 20 miljoen in 2006 ruimschoots gehaald worden. Uitgaande van een gelijkblijvende jaarlijkse rentetoevoeging van € 2,2 miljoen, nog conform de uitgangspunten in de begroting 2005, zal eind 2009 de stand ruim € 35 miljoen zijn. De Algemene Bedrijfsreserve Ontwikkelingsbedrijf (ABR) Bij de begroting 2004 heeft u besloten om vanaf dat jaar vijf jaar lang rente toe te voegen aan de ABR. De ABR heeft naar verwachting op 1 januari 2006 een stand van € 22,2 miljoen. In de jaren 2006-2009 is een groei voorzien door mutaties vanuit projecten en genoemde rentetoevoegingen van in totaal € 6,8 miljoen. Daarmee wordt een stand bereikt van € 29,0 miljoen. Daarmee blijven we onder het, bij de Stadsbegroting 2004 bepaalde, gewenste niveau van € 40 miljoen. Dat niveau van
Stadsbegroting 2006-2009
267
€ 40 miljoen zou overigens voldoende zijn voor volledige afdekking van de nu in beeld gebrachte risico’s op grote projecten. De Algemene Bedrijfsreserve Woningbedrijf ABR Door de opheffing van het woningbedrijf is de bedrijfsreserve betrokken in de voeding van de saldireserve en de ABR-Ontwikkelingsbedrijf met ieder € 7,5 miljoen en voor afboeking van boekwaardes met € 6,5 miljoen ter dekking van bezuinigingen woningbedrijf .(zie Perspectiefnota 2006) . Per 1 januari 2006 bedraagt de stand van de algemene bedrijfsreserve nog € 170.000,Post Onvoorzien In deze Stadsbegroting hebben wij op het programma 8230 Concernverrekeningen een structureel budget geraamd van € 681.000 voor onvoorziene uitgaven. Dit is conform het besluit in de Voorjaarsnota 2001. Indien nodig kan deze post geheel voor afdekking van risico’s of daaruit voortvloeiende tekorten worden ingezet. Onbenutte belastingcapaciteit Door het vervallen van de OZB-G-W met ingang van 1 januari 2006 en de invoering van maximumtarieven verandert de mogelijk te realiseren opbrengst uit de OZB ten opzichte van de bestaande situatie in sterke mate. De opbrengst OZB-niet-woningen is geraamd op het maximumtarief voor eigenaren en gebruikers. Daarnaast stellen wij in het dekkingsplan bij deze begroting voor om ook het tarief voor de OZB-eigenaar-woningen op het maximum te stellen. Hierdoor bestaat er uitsluitend nog belastingcapaciteit op de OZB door een aanvraag voor toestemming voor overschrijding van de maximumtarieven bij GS. Gezien de onzekerheden die verder nog rond de invoering bestaan ramen wij de onbenutte belastingcapaciteit op de OZB op nihil. Door de invoering van een kostendekkend rioolrecht is hierop geen onbenutte capaciteit meer aanwezig. Voor de afvalstoffenheffing is, bij de voorstellen in het dekkingsplan om de opbrengst (excl. groene zak) te brengen op € 4 miljoen, de onbenutte belastingcapaciteit rond € 8 miljoen. Deze ruimte zal in de toekomst wellicht nodig zijn voor het opvangen van de afbouw van de suppletie-uitkering op de nadelige effecten van de afschaffing van de OZB-G-W Vooralsnog waarderen we de resterende ruimte op de afvalstoffenheffing daarom als PM. Ten aanzien van de legesopbrengsten heeft uw Raad eind 2002 ingestemd met ons voorstel om de tarieven van de meeste gemeentelijke diensten (leges) op een kostendekkend niveau te brengen. Hierdoor wordt vrijwel de volledige belastingcapaciteit bij leges benut. Slechts voor een aantal specifiek genoemde diensten wordt (in verband met sociale of medische omstandigheden van de aanvrager) geen kostendekkend tarief gehanteerd. In zijn algemeenheid gaan wij er vanuit dat de onbenutte belastingcapaciteit geen substantiële risicodekking oplevert. Daarom hebben we de ruimte voor de weerstandscapaciteit geraamd op p.m. Wij willen tevens verwijzen naar de informatie opgenomen in het paragraaf Lokale heffingen in deze begroting.
268
Stadsbegroting 2006-2009
2.7.5 Toelichting op de risico-inventarisatie Wij sturen actief op het beheersen van risico’s. Dit krijgt gestalte in risicomanagement dat met ondersteuning van de controlfunctie wordt ingevuld door de integraal programmaverantwoordelijken. Concrete invulling vindt o.a. plaats door het uitvoeren van systematische inventarisatie van de risico’s, door het opnemen van concrete prestaties en kwantitatieve doelstellingen op de programma’s en door het maken en vastleggen van prestatiecontracten met het ambtelijke management. Op basis van een uitgevoerde inventarisatie brengen wij hierna de risico’s in beeld. Wij doen dat, waar mogelijk, met per risico een inschatting van de bandbreedte waarbinnen de omvang van het mogelijke financiële effect zich beweegt. Risico’s door rijksbeleid Rijksregelgeving algemeen Wijzigingen in de rijksregelgeving kunnen leiden tot financiële schade voor gemeenten. Voor een aantal gemeentelijke activiteiten wordt een specifieke uitkering ontvangen of vindt compensatie via de algemene uitkering plaats. Het is niet altijd haalbaar om beleidswijzigingen van het Rijk op deze onderdelen direct door te vertalen naar de gemeentelijke uitvoering of gesubsidieerde instelling. Deze risico's worden geschat op € 2 tot € 4 miljoen. Algemene uitkering Rond de algemene uitkering en het gemeentefonds bestaan standaard risico’s als gevolg van onder andere de volgende ontwikkelingen: • Financiële effecten voortvloeiend uit de ontwikkeling van de basisgegevens van Nijmegen in relatie tot de landelijke ontwikkeling. • onderuitputtingen op de rijksbegroting die via de normeringsmethodiek doorwerken in het gemeentefonds. • wijziging van de inhoud van de maatstaven als gevolg van bijgestelde inzichten; bijvoorbeeld maatstaf stadsvernieuwing • aanpassing van het verdeelstelsel i.v.m. het vervallen c.q. invoeren van nieuwe clusters, bij voorbeeld al bij de herziening van de cluster Bijstand en Zorg. Voor 2006 bestaat een risico rond de behoedzaamheidsreserve die in dat begrotingsjaar gedeeltelijk is ingezet. Mocht in 2006 een onderschrijding ontstaan op de Rijksbegroting dan bestaat de mogelijkheid dat de behoedzaamheidsreserve niet of niet geheel wordt uitgekeerd. Het totaal van bovenstaande risico’s is bijna niet in een jaar op te vangen. De omvang schatten we in op € 2 tot € 8 miljoen. BTW-compensatiefonds (BCF) Bij de invoering van de BTW-compenstatie voor gemeenten is vastgelegd dat na 3 jaar een evaluatie van de financiële effecten gemaakt zou worden. De btw-compensatie zou voor het Rijk in de afgelopen jaren mogelijk nadelen opgeleverd hebben in de orde van één tot enkele honderden miljoenen euro. Mogelijkerwijs zou een structurele korting (van € 85 miljoen) op de gemeentefondsuitkering worden uitgevoerd, om de BTWcompensatie voor het Rijk weer structureel in evenwicht te brengen. Voor Nijmegen zou het dan gaan om een structurele korting van € 1 miljoen. Ook zou een eenmalige terugvordering over de afgelopen jaren mogelijk kunnen zijn. Deze risico’s ramen wij op € 1 tot € 4 miljoen.
Stadsbegroting 2006-2009
269
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Het Rijk ontwikkelt voorstellen tot de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Tot dusver is deze overheidstaak neergelegd in verschillende wettelijke regelingen: de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Ziekenfondswet (Zfw). De landelijke kosten van de uitvoering van de nieuwe wet zijn door de Raad voor de Financiële Verhouding (RFV) berekend op € 5,6 miljard (macro). Het voornemen bestaat om deze middelenstroom te laten lopen via de algemene uitkering. Dit zal dan 40% van de totale omvang van het gemeentefonds uitmaken. De beoogde ingangsdatum is 1 juli 2006. De invoering van de WMO en de voorgenomen financiering via het gemeentefonds brengt voor gemeenten grote potentiële risico’s met zich mee. Gezien de actuele discussie over de onbeheersbare uitgaven voor de zorg en in het bijzonder de AWBZ, stellen gemeenten zich kritisch op tegenover de voorstellen van het Rijk. Tijdelijke financiering via een doeluitkering zou het risico kunnen beperken. Wij ramen dit risico vooralsnog op p.m. als vallend onder de boven al omschreven risico’s op de algemene uitkering. Wet Werk en Bijstand Voor het inkomensdeel bedraagt de stand van de reserve begin 2005, inclusief de toevoeging van het resterende ID-spaartegoed, € 8,7 miljoen. Voor 2005 verwachten wij inmiddels minder negatieve effecten dan eerder aangenomen op grond van de effecten van een aanpassing in het verdeelmodel en de in Nijmegen hoger ontwikkeling van de klantenaantallen dan landelijk. Hierdoor kunnen de onttrekkingen uit de reserve voor onder andere het afdekken van de bezuiniging op de bijzondere bijstand ongeveer in evenwicht blijven met de toevoeging uit het exploitatiesaldo op de uitvoering van de WWB. Vanaf 2006 worden door de nieuwe aanpassing van het verdeelmodel forse nadelen verwacht. In het raadsvoorstel Herijking Bijstandsbeleid zijn maatregelen aangekondigd om deze financiële risico’s te beperken. Met de verwachte positieve stand van de reserve begin 2006 ramen wij dit risico vooralsnog op pm. Voor het werkdeel bedraagt ultimo 2004 de stand van de voorziening WWB Werkdeel ca. € 10,8 miljoen. De verwachting is dat de stand ultimo 2005 nog hoger zal zijn. Als gevolg van een aanpassing van het verdeelmodel voor de middelen in het werkdeel is de verwachting dat het jaarlijkse budget in de komende jaren echter fors zal dalen (van ca. 38 miljoen in 2005 tot ca. 31 miljoen in 2011). Door de ruimte in de reserve is er tijd om nieuw beleid op de vermindering van de budgetten te ontwikkelen. Voorlopig wordt het risico daarom p.m. geraamd. Risico’s grote projecten etc. In de begroting is een apart hoofdstuk Grondbeleid opgenomen met (verwijzing naar) informatie over de stedelijke ontwikkelingsprojecten die zijn vastgelegd in planexploitaties, waarover wij u separaat rapporteren in de Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP). Waalsprong. De gemeentelijke planexploitatie Waalsprong is in maart 2005 vastgesteld door de Raad. Uit de risicoanalyse en -beoordeling die bij deze vastgestelde planexploitatie is gemaakt blijkt dat het totale geïnventariseerde risico € 50.1 mln. bedraagt. Het totale bedrag aan positieve risico’s en bijsturingsmogelijkheden bedraagt € 25.7 mln. Het netto risico en daarmee de potentiële risicoafdekking binnen de ABR voor de gemeente-
270
Stadsbegroting 2006-2009
lijke planexploitatie is bepaald op € 24.4 mln. zijnde het negatieve risico minus het positieve risico en de bijsturingsmogelijkheden. Koers West. De door de Raad in februari 2005 vastgestelde Voortgangsrapportage Koers West bevat een zogenaamd exit-scenario. Kort gezegd geeft dit scenario de gevolgen aan van een onverhoopte stop van de ontwikkeling in West als gevolg van het uitblijven van onvoldoende financiering. Het risico daarbij is bepaald op € 7.6 miljoen. LIMOS In het plangebied zijn onderzoeken verricht in het kader van bommen- en explosievenonderzoek. De dienst Domeinen is inmiddels juridisch aansprakelijk gesteld voor de kosten die hiermee gemoeid zijn. De uitkomst van deze juridische procedures in het kader van aansprakelijkheid is op voorhand niet aanwezig. Het totale risico is bepaald op € 1.4 miljoen. Bodemverontreiniging Van Swaayterrein. Reeds eerder gemeld dat de bodem- en grondwatersanering van het Swaay-terrein niet door de toekomstige planexploitatie van Nijmegen Centraal kan worden gedragen. De kosten gaan naar de huidige inzichten oplopen tot minimaal € 1,85 miljoen. Hiervoor is slechts plm. € 0,2 miljoen dekking. Verdere dekking is nog niet gevonden. Er resteert een risico van € 1,6 miljoen. Bommen en granaten Het opruimen van wapentuig uit de Tweede Wereldoorlog heeft inmiddels ruim € 20 miljoen gekost. Hierop is via voorlopige beschikkingen ruim € 11,7 miljoen aan subsidie terugontvangen over de jaren 2000 t/m 2003. Het Rijk verstrekt maximaal 90% subsidie per jaar. Afhankelijk van de hoeveelheid aanvragen en de grootte van het subsidiebudget levert dat een wisselend uitkeringpercentage op. Voor 2000, 2001 en 2002 was dit inderdaad 90%. Voor 2003 is het vastgesteld op 60% en voor 2004 betreft dit 48%. Het percentage wordt bekendgemaakt na afloop van het bestedingsjaar. Het verschil is het gemeentelijke aandeel, dat wordt verwerkt in de herziene planexploitaties van de Waalsprong, de Limos en andere projecten die het betreft. Voorzover het de Waalsprong betreft wordt naar rato een deel bij de GEM in rekening gebracht. Het risico wordt p.m. geraamd. Overige risico´s Voor de overige risico’s rekenen we met € 5 miljoen. Het gaat hier gedeeltelijk om potentiële tekorten als gevolg van onvoldoende bankgaranties bij particuliere ontwikkelingen, een potentieel tekort op de Geluidswal RW 73 en risico’s ten aanzien van de deelneming in de GEM. Risico’s door algemene externe factoren Macro-economische ontwikkelingen, o.a. renteontwikkeling In de begrotingsgrondslagen zijn aannames verwerkt ten aanzien van o.a. kostenontwikkeling en woningbouwproductie. Onder invloed van macro-economische ontwikkelingen als stijgende rente, toename inflatie of hogere werkloosheid kunnen nadelige effecten ontstaan voor de begroting die niet of niet volledig worden gecompenseerd. Daarnaast kunnen ook lokale ontwikkelingen leiden tot effecten. Het risico van stijgende rente is voor een deel in de begroting afgedekt door het hanteren van een rentetarief van 6,5% voor nieuwe investeringen. Indien deze stijging ech-
Stadsbegroting 2006-2009
271
ter optreedt zal op termijn een oplopend tekort op de productgroep Financiering ontstaan. De omvang van dit risico wordt geschat op € 1 tot € 5 miljoen. Juridificering van de samenleving De gemeentelijke overheid wordt, onder invloed van jurisprudentie, wetsinterpretatie etc., in toenemende mate geconfronteerd met financiële risico’s met een fiscale of juridische achtergrond. Voorbeelden van risico’s op dit terrein zijn: • Aansprakelijkheidsstellingen in verband met planschade • Fiscale claims op het gebied van directe en indirecte rijksbelastingen • Juridische claims inzake eigen heffingen Deze risico’s worden ingeschat op € 1 tot € 9 miljoen. Financiële risico’s gemeentelijke bedrijfsvoering Risico bezuinigingen Bij de Zomernota 2005 bent u geïnformeerd over de stand van de bezuinigingen per 1 juli 2005. Van de totale opdracht van € 19,0 miljoen staat nog een bedrag van € 9,3 miljoen open, te realiseren als volgt: in 2005 nog € 3,9 miljoen, in het jaar 2006 € 3,2 miljoen, in 2007 € 1,5 miljoen en tot slot in 2008 nog € 0,7miljoen. De relatief makkelijke bezuinigingen zijn het eerste gerealiseerd. De moeilijke dossiers dienen zich nog aan. De ambitie om alles conform opdracht uit te voeren is hoog. Desondanks kunnen we niet uitsluiten dat de feitelijke invulling op problemen stuit, waardoor de concrete invulling vertraging oploopt. Zoals bekend hebben we hiervoor een beperkte risicovoorzieningen van € 4 ton structureel. Het mogelijk (a-structurele) risico schatten we echter hoger in, gezien de aard en de omvang van de nog open staande bezuinigingen (negatief risico € 1,0 miljoen). Verzekeringen Er bestaat een permanent risico van stijgende kosten voor het verzekeren van gebouwen, met name onderwijspanden. Door het aanbrengen van extra voorzieningen kunnen premiestijgingen worden voorkomen of gematigd. Dit risico wordt ingeschat op € 0,3 tot € 1 miljoen. Simap-arrest Brandweer Een uitspraak van het Europese Hof kan gevolgen hebben voor de loonkosten van de brandweer in 24-uursdienst. In het nadeligste scenario dient de formatie met 58% te worden uitgebreid om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen. Hoewel we er van uitgaan dat dit risico zich niet op korte termijn zal voordoen, schatten wij dit risico in op een nadeel tussen € 0 en € 1 miljoen. Toerekening apparaatskosten / Leegstand dienstgebouwen Het verdwijnen van gemeentelijke taken en/of personeel of de overheveling daarvan naar organisaties buiten de gemeentelijke organisatie door externe besluiten leidt tot verminderende mogelijkheden tot dekking van organisatiekosten. Voorbeelden zijn het wegvallen van Klicq, de overheveling van GEM-medewerkers naar eigen huisvesting van de GEM en het vertrek van de regionale brandweer uit de Brandweerkazerne. Er bestaat een risico dat nadelen ontstaan door het vervallen van dekking door leegstand. Gerichte maatregelen op het gebied van vaste en flexibele kosten met betrekking tot
272
Stadsbegroting 2006-2009
werkplekkosten en huisvesting moeten leiden tot vermindering c.q. beheersing van dit risico. Wij ramen dit risico op € 0,5 tot € 1,5 miljoen. Gemeentelijke huisvesting Rond gemeentelijke gebouwen bestaan diverse risico’s o.a. • Arbo-normen trappenhuis bedrijfsverzamelgebouw Mariënbura; • problematiek vloerbelasting Mariënburggebouw door archieven; • klimaatbeheersing gebouw archief Deze risico’s ramen wij op € 0,5 tot € 2 miljoen. Overige risico’s Verbonden partijen In de begroting is een apart hoofdstuk opgenomen met informatie over de partijen waarmee de gemeente een relatie heeft en risico draagt. Het gaat daarbij om vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen etc. waar de gemeente in participeert. Door deze participatie treden voor de gemeente risico’s op. Een belangrijk actueel risico vormt de tijdige realisatie van de taakstelling Mensec. Deze hangt samen met de doorlooptijd van de plannen die hiervoor in ontwikkeling zijn. Het risico wordt ingeschat tussen de € 1,5 miljoen - € 4 miljoen. MOP III Een risico element binnen MOP III vormt de bestedingsvrijheid van middelen voor de volwasseneducatie. De rijksoverheid heeft op dit punt nog steeds niet de Wet Beroepsonderwijs en Educatie (WEB) aangepast. Deze situatie is per brief bij de Raad aangekondigd. Het financiële risico bedraagt € 0 tot € 4,2 miljoen. Verstrekte geldleningen De omvang van leningen die zijn verstrekt aan bedrijven, instellingen, verenigingen e.d. bedraagt momenteel bijna € 572 miljoen. Daarvan is ruim € 226 miljoen aan leningen verstrekt aan woningbouwcorporaties, maar de risico’s daarvan zijn vrijwel geheel ondergebracht bij het waarborgfonds sociale woningbouw. De garanties op geldleningen aan woningbouwverenigingen bedragen € 0,5 miljoen. De in het verleden gewaarborgde leningen zijn bijna volledig aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw overgedragen. De gemeente Nijmegen heeft hierin alleen nog een achtervangpositie. De garanties op geldleningen aan particulieren bedragen per 31 december 2004 € 208 miljoen. Dit bedrag bestaat nagenoeg volledig uit hypotheekgaranties voor aankoop van woningen. Doordat hypotheekgaranties sinds 1995 afgegeven worden door de Nationale Hypotheekgarantie, neemt de omvang van de oude nog ten laste van de gemeente komende garanties door aflossingen steeds verder af. Het risico op deze garanties wordt door de voortgaande aflossing op hypotheken en de waardestijging van woningen als laag ingeschat. De totale omvang van de risico’s op leningen aan derden en garanties wordt ingeschat op € 1 tot € 5 miljoen. Bodemverontreiniging De risico's van bodemverontreiniging zijn moeilijk te kwantificeren, omdat ze qua omvang en
Stadsbegroting 2006-2009
273
urgentie vrijwel niet te bepalen zijn. Milieurisico’s rond bouwgrondexploitaties die onder de regie van de directie Wijk en Stad worden uitgevoerd, worden meegenomen in het risicoprofiel van de betreffende projecten en drukken mede op de algemene bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf. Een voorbeeld in dit kader is de bodem- en grondwatersanering van het van Swaay-terrein die niet door de toekomstige planexploitatie van Nijmegen Centraal kan worden gedragen. De omvang van de risico’s in dit kader, o.a. van noodzakelijke bodemsanering, wordt geschat op € 1 tot € 3 miljoen. RBA Er bestaat een risico rond een claim van rond € 7 ton van het RBA inzake terugbetaling van subsidie CBB en teveel in rekening gebrachte huurvergoedingen over de jaren 1990 –1993. Subsidies op gemeentelijke investeringsobjecten Voor diverse investeringsobjecten (niet de planexploitaties) wordt gerekend op bijdragen van derden, provinciale subsidies, rijksbijdragen of Europese projectsubsidies. Op het moment van in uitvoering nemen van het project is niet altijd zeker of de subsidie ook (volledig) verkregen wordt. De omvang van dit risico handhaven wij op € 2 tot € 7 miljoen. Overige niet gekwantificeerde risico's Het opsporen en analyseren van risico's in de gemeentelijke organisatie, het gemeentelijk handelen en de omgeving vereist een continue doorlichting van de organisatie en een actieve waarneming en interpretatie van de omgevingsfactoren. Het uitvoeren van een risicoanalyse en het weergeven van de resultaten daarvan kent, gezien de dynamiek van het geheel, per definitie altijd beperkingen, omdat het een momentopname is. Hiervoor hebben wij inzicht geboden in de belangrijkste risico’s. Het is immers niet mogelijk of zinvol om alle risico’s te willen benoemen. Om toch te kunnen komen tot een zekere afbakening van het totale risicobeeld in relatie tot de vermogenspositie, doen wij een aanname voor de hoogte van deze groep risico's. In genoemde bedragen nemen wij ook een component mee voor de benoemde risico’s met p.m.-raming. Gezien de omvang van de Nijmeegse begroting ramen wij voor het totaal een risico-omvang van tussen de € 2 en € 10 miljoen. Samenvatting gekwantificeerde risico’s De hiervoor opgesomde risico’s kunnen als volgt worden samengevat: bedragen x € 1.000
Risico Rijksbeleid: • algemeen • algemene uitkering • BTW-compensatiefonds • Wet Maatschappelijke Ondersteuning • Wet Werk en Bijstand Grote projecten: • Planexploitatie Waalsprong • Koers West
274
Minimaal
Maximaal
2,0 2,0 1,0 p.m. p.m.
4,0 8,0 4.0 p.m. p.m.
24,4 7,6
24,4 7,6
Stadsbegroting 2006-2009
• Bommen en granaten • Limos • Overige risico’s ontwikkelingsbedrijf Algemene risico’s externe factoren: • Macro-economische ontwikkelingen o.a. rente • Juridificering samenleving • Uitvoering Wet Werk en Bijstand Risico’s gemeentelijke bedrijfsvoering: • Verliezen op bezuinigingstaakstellingen • Verzekeringen • Simap-arrest Brandweer • Apparaatskosten, leegstand panden • Gemeentelijke huisvesting Overige risico’s: • Verbonden partijen • MOP III • Verstrekte geldleningen • RBA terugbetaling subsidie • Bodemverontreiniging • Subsidies gemeentelijke investeringsobjecten • Overige risico’s Totaal geschatte risico’s Waarvan risico’s rond grote projecten Overige risico’s
Stadsbegroting 2006-2009
P.M. 1,4 5,0
P.M. 1,4 5,0
1,0 1,0 p.m.
5,0 9,0 p.m.
0,0 0,3 0,0 0,5 0,5
1,0 1,0 1,0 1,5 2,0
1,5 0,0 1,0 0,7 1,0 2,0 2,0 54,9
4,0 4,2 5,0 0,7 3,0 7,0 10,0 108,8
38,4 16,5
38,4 70,4
275
2.8
Financiering Het financieringsbeleid is gericht op : • Het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente op korte en lange termijn; • Het verzorgen van financiering voor instellingen waarvan de activiteiten worden gerekend tot de publieke taak van de gemeente; • Het beheersen van risico’s die met deze transacties verbonden zijn, met name renterisico’s en ‘tegenpartijrisico’s’. In dit hoofdstuk beschrijven wij de uitwerking van het financieringsbeleid voor met name 2006 en geven wij de gehanteerde uitgangspunten voor de financieringsramingen aan.
2.8.1 Financieringsbehoefte De toekomstige behoefte aan financieringsmiddelen wordt voor een belangrijk deel bepaald door verschillen in: • enerzijds te betalen aflossingen op door ons opgenomen leningen en • anderzijds de afschrijving op investeringen en te ontvangen aflossingen op verstrekte leningen. Daarnaast ontstaat nieuwe financieringsbehoefte door nieuwe investeringen, door de ontwikkeling in de bedrijfsmatige activiteiten op grondexploitaties en door eventuele nieuwe verstrekking van leningen aan derden. Bij een sluitende meerjarenbegroting treden verder uit de exploitatie geen effecten voor de financieringspositie op.
Samenstelling opgenomen en verstrekte leningen
Het huidige leningenpakket is in grote lijnen als volgt samengesteld:
Leningen ´O/G´ (‘Opgenomen Geldleningen’) die voor de dekking van uitstaande leningen
en de investeringen van de gemeente zijn opgenomen. De verwachte boekwaarde op 1 januari 2006 bedraagt € 741 miljoen.
Leningen ´U/G´ (‘Uitgezette Geldleningen’) met een boekwaarde van € 573 miljoen op
1 januari 2006, die zijn uitgeleend aan: - Woningcorporaties: Op 1-1-2006 bedraagt de verwachte boekwaarde hiervan: € 223 miljoen. Conform contractuele voorwaarden kan deze boekwaarde door aflossing afnemen tot € 191 miljoen per eind 2006. Gelet op de mogelijkheden die met name grote woningcorporaties hebben om zelf financiering aan te trekken, gaan wij ervan uit dat dit pakket in de toekomst verder afgebouwd zal worden. Slechts incidenteel zullen nog nieuwe leningen worden verstrekt of zal binnen de contractuele voorwaarden voortzetting van leningen bij renteherziening optreden. De aflossing van dit pakket is volledig geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). - Derden met activiteiten binnen de publieke taak van de gemeente: Hiervan bedraagt de verwachte boekwaarde op 1-1-2006: € 291 miljoen. Zonder verdere nieuwe verstrekking zal dit pakket eind 2006 afgelost zijn tot € 275 miljoen. Deze afname komt grotendeels voor rekening van de Gem Waalsprong, waarvan het leningenpakket begin 2006 een omvang heeft van € 163 miljoen. Te verwachten
276
Stadsbegroting 2006-2009
is overigens dat deze aflossingen voor een deel tot herfinancieringsbehoefte zullen leiden. Een deel van deze instellingen, waaronder de Gem Waalspong, zijn opgenomen in het hoofdstuk Verbonden Partijen. Naast de bovenstaande totaal aan uitgezette leningen van € 513 miljoen is uit de opbrengst van de aandelen van de ZGN een lening verstrekt met een boekwaarde op 1 januari 2006 van ruim € 57 miljoen.
Boekwaarde investeringen
Voor de dekking van boekwaarde gemeentelijke investeringen is per saldo op 1 januari 2006 € 225 miljoen beschikbaar. Daarnaast zijn reserves en voorzieningen met een aangenomen omvang van € 115 miljoen als financieringsmiddel beschikbaar. Voor de aanvullende financieringsbehoefte uit nieuwe investeringen gaan wij uit van de omvang van de geplande investeringen zoals met name opgenomen in het Investeringsplan (zie hoofdstuk 3). De financieringsbehoefte van het gemeentelijk Ontwikkelingsbedrijf en van derden -met name de GEM Waalspong- wordt te zijner tijd separaat meegenomen.
2.8.2 Financieringsbeleid Voor het financieringsbeleid hanteren we de volgende uitgangspunten: 2.8.2.1 Kasgeldlimiet Om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken, is in de wet FIDO de ‘kasgeldlimiet’ opgenomen voor de maximale omvang van de kortlopende financiering (looptijd korter dan 1 jaar). Voor 2006 berekenen wij deze limiet op € 51 miljoen (8,5 % van de totale begrotingsomvang van € 601 miljoen). 2.8.2.2 Renterisiconorm Op de in de toekomst noodzakelijke herfinanciering van afgeloste leningen en op leningen met een contractueel vastgelegde mogelijkheid van renteherziening bestaat onzekerheid over de hoogte van de daarna te betalen rente. Door de ‘renterisiconorm’ in de wet FIDO wordt de omvang van dit risico jaarlijks beperkt door per jaar de omvang van de toegestane herfinanciering te beperken tot maximaal 20 % van de totale vaste schuld. Voor onze gemeente komt dit percentage de komende jaren uit op minder dan 5 %, met name door de omvangrijke bestaande financiering ten behoeve van vooral woningcorporaties, en doordat het renterisico daarop grotendeels is geëlimineerd door gelijke aflossing en renteherziening op inleen en uitleen (zgn. ‘matching’). Doordat hierdoor ruimschoots aan de wettelijke norm wordt voldaan, heeft deze norm geen praktische betekenis voor ons financieringsbeleid. Als aanvulling op de wettelijke norm streven wij daarom conform het beleid in voorgaande jaren naar een gelijkmatige spreiding van de (her)financieringsbehoefte voor de gemeentelijke investeringen. Daarmee wordt het renterisico dat van invloed is op de kapitaallasten van bestaande investeringen geëgaliseerd. 2.8.2.3 Rentevisie In de pespectiefnota 2006 is voor de financieringsrente als uitgangspunt genomen dat in 2005 nieuwe (langlopende) financiering aangetrokken wordt tegen maximaal 4 % en in
Stadsbegroting 2006-2009
277
2006 tegen maximaal 5 % . Voor 2007 en volgende jaren wordt weer uitgegaan van de rente voor nieuwe investeringen van 6,5 % die wij de laatste jaren structureel in de begrotingsramingen hanteren. Deze uitgangspunten hebben wij gehanteerd voor het opstellen van de treasurybegroting. Sinds begin 2005 ligt de rente voor 10 jaars-leningen ruim onder de 4 %, en voor 5 jaars leningen onder de 3,5 % . We gaan ervan uit dat bij een gematigd positieve ontwikkeling van de economie weliswaar de rente niet op deze historisch zeer lage niveaus zal blijven en op zal lopen, maar wij gaan er vooralsnog vanuit dat in de komende meerjarenperiode de benodigde financiering duidelijk onder het niveau van de perspectiefnota kan worden aangetrokken. Verderop komen wij daar in het onderdeel treasurybegroting op terug 2.8.2.4 Financieringsplanning Het onderstaande diagram geeft de financieringsbehoefte voor de komende jaren weer. Deze volgt uit het bestaande leningenpakket, de ontwikkeling van de boekwaarde van de bestaande investeringen, de planning van investeringen in het Investeringsplan. Bij het opstellen van de begroting 2006 loopt de uitvoering van de investeringen in 2005 nog. In de grafiek start de financieringsbehoefte met de stand die op 31 dec 2005 bestaat als de investeringen 2005 volledig uitgevoerd worden.
financieringsbehoefte per jaar 60,0 50,0
milj €
40,0 nieuwe investeringen
30,0
herfinanciering
20,0 10,0 0,0 2005
2006
2007
2008
2009
In de grafiek is onderscheid gemaakt in o herfinanciering: de financieringsbehoefte die de komende jaren bestaat als gevolg van enerzijds de aflossingen op het bestaande leningenpakket en anderzijds de ontwikkeling van de boekwaarde van gereedgemelde investeringen en onderhanden werk op 31 december2004. o de financieringsbehoefte uit de realisatie van het FIP 2005 en de nieuwe investeringen die wij voor de periode 2006-2009 in deze begroting plannen. In het diagram is er vanuit gegaan dat de financieringsbehoefte per ultimo 2005, 2006 en 2007 een structureel karakter heeft en volledig langlopend wordt ingeleend. De weergegeven financieringsbehoefte in 2008 heeft voor het onderdeel ‘herfinanciering’ echter deels een tijdelijk karakter, die met kortlopende leningen afgedekt kan worden.
278
Stadsbegroting 2006-2009
Met de weergegeven behoefte in 2009 kan de structurele component in de behoefte voor zowel 2008 als 2009 met langlopende financiering afgedekt worden. 2.8.2.5 Planning overige financieringsbehoefte De financieringsplanning van het gemeentelijke ontwikkelingsbedrijf zullen wij met name baseren op de exploitatieplanningen die momenteel voor de Waalsprong en Koers/West worden uitgewerkt en zoveel als mogelijk specifiek hiervoor financiering aan te trekken . Voor de dekking van de financieringsbehoefte van derden (GEM Waalsprong, woningcorporaties, instellingen e.d.) zullen wij uit blijven gaan van matching van inleen en uitleen, zodat de gemeente in de toekomst op deze leningen geen renterisico loopt. Het zgn. tegenpartijrisico zal zoveel als mogelijk worden beperkt door passende zekerheden, zoals borgstellingen (Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Waarborgfonds Sport).
2.8.3 Treasurybegroting De ramingen voor de treasurybegroting zijn opgenomen als lasten en baten van de productgroep ‘Financiering’ in het programma ‘saldo concernverrekeningen’. Als belangrijkste uitgangspunten zijn daarbij gehanteerd: - De omvang van structureel voor de financiering inzetbare reserves is geraamd op € 115 miljoen - De financieringsbehoefte over 2005 kan worden ingeleend tegen maximaal 4 % en die van 2006tegen maximaal 5 %. Vanaf 2007 wordt gerekend met gebruikelijke rente nieuwe investeringen van 6,5%. Indien voor de berekening van de lasten wordt uitgegaan van het volledig invullen van de financieringsbehoefte met langlopende leningen tegen de bovenstaande percentages, ontstaat in de loop van de periode 2006-2009 een tekort op de productgroep financiering dat oploopt tot € 1,3 miljoen in 2009. De oorzaak hiervan is dat in de component ‘herfinanciering’ van de op 31 december 2004 gerealiseerde investeringen, afgeloste leningen moeten worden geherfinancierd die in het verleden tegen aanzienlijk lagere renteniveaus zijn ingeleend dan de in 2006 tot 2009 gehanteerde percentages. In totaliteit moet bij realisatie van alle geplande investeringen tot 2009 een financieringsbehoefte van rond € 135 miljoen worden afgedekt. Dit betekent dat het berekende tekort geheel opgevangen kan worden als deze behoefte gemiddeld tegen 1 % lagere rente kan worden ingeleend dan bij de uitgangspunten is gehanteerd. Bij de huidige renteniveaus en de verwachte marktontwikkeling is het reëel van deze lagere kosten uit te gaan, temeer daar een gedeelte van de behoefte op korte termijn tegen lagere percentages kan worden vastgelegd (b.v. door gebruik te maken van leningen met uitgestelde storting of passende rente-instrumenten). Op grond van deze overweging hebben wij in de treasuryramingen de te bereiken kostenverlaging ten opzichte van de gehanteerde uitgangspunten verwerkt, waardoor de ramingen van het saldo van de productgroep Financiering aansluiten op de begroting 2005-2008, inclusief begrotingswijzigingen.
Afdekking risico herfinanciering.
Stadsbegroting 2006-2009
279
De komende jaren zal het risico blijven bestaan dat door contractuele aflossing en daarna noodzakelijke herfinanciering van leningen een hogere rente betaald moet worden dan op de oorspronkelijke lening. In de komende jaren willen wij daarom een reserve vormen om gedurende enkele jaren dergelijk hogere renteniveaus te kunnen overbruggen. De reserve zou gevormd kunnen worden uit positieve rekeningsresultaten op de treasuryfunctie, en uit de rentevergoeding over voorzieningen die nog niet in de begroting zijn ingezet. Nadere voorstellen hiertoe zullen wij doen bij de jaarrekening 2006. Bij structureel hogere renteniveaus dan in het bestaande leningpakket ontstaat uiteraard een situatie die niet meer uit reserves is af te dekken. Dan zal het omgekeerde gebeuren van wat de afgelopen jaren gebruikelijk was: in plaats van structurele winsten op de treasuryfunctie, waaruit ruimte voor nieuw beleid en het afdekken van tekorten ontstond, zullen de hogere rentekosten uit andere inkomsten of kostenverlagingen afgedekt moeten worden. Risico afname reserves en voorzieningen Bij afname van de huidige omvang van reserves en voorzieningen door claims of andere bestedingen, ontstaat nieuwe financieringsbehoefte die naar verwachting ingeleend zal moeten tegen een hogere rente dan de huidige vergoeding over de reserves. Als dat het geval is, zullen die effecten in toekomstige meerjarenbegrotingen verwerkt worden. Vooralsnog blijven wij echter uitgaan van instandhouding van de huidige omvang van reserves en voorzieningen. Voor het overige wordt verwezen naar de paragraaf weerstandvermogen.
280
Stadsbegroting 2006-2009
FINANCIËLE BEGROTING
Stadsbegroting 2006-2009
281
3
Overzicht van baten en lasten 2004
Programma 2110 Bestuur
Baat
Last
2005 Saldo
Baat
Last
2006 Saldo
Baat
Last
2007 Saldo
Baat
Last
2008 Saldo
Baat
Last
2009 Saldo
Baat
Last
Saldo
0
6.098
6.098
0
6.306
6.306
0
6.394
6.394
0
6.368
6.368
0
6.360
6.360
0
6.360
6.360
2120 Burgerzaken
-2.232
4.949
2.717
-1.907
4.595
2.688
-1.907
4.636
2.729
-1.907
4.603
2.696
-1.907
4.581
2.674
-1.907
4.558
2.651
2210 Veiligheid 2220 Brandweer en rampenbestrijding
-3.254
5.177
1.923
-1.936
3.990
2.054
-1.898
4.260
2.362
-1.898
3.977
2.079
-1.298
3.132
1.834
-1.298
3.130
1.831
-989
10.150
9.161
0
10.112
10.112
0
10.088
10.088
0
10.247
10.247
0
10.243
10.243
0
10.220
10.220
-155
1.842
1.687
-208
611
403
-208
621
413
-208
621
413
-208
620
412
-208
620
412
-1.309
4.391
3.082
-914
3.987
3.073
-915
3.883
2.968
-915
3.867
2.952
-915
3.852
2.937
-915
3.843
2.928
2310 Stedelijke strategie 2320 Externe betrekkingen 3110 Multiculturele samenleving & emancipatie 3210 Arbeidsmarktbeleid 3220 Economische ontwikkeling 3230 Inkomen 4110 Ruimtelijke ontwikkeling 4120 Ruimtelijke inrichting en vormgeving
-1.739
3.569
1.830
-5.470
7.152
1.682
-2.511
4.031
1.520
-2.583
4.081
1.498
-2.429
3.934
1.505
-2.402
3.905
1.503
-39.397
42.817
3.420
-45.288
47.595
2.307
-42.274
44.905
2.631
-40.150
43.392
3.242
-40.076
43.290
3.215
-40.076
43.262
3.186
-2.405
4.356
1.951
-3.837
5.784
1.947
-1.866
3.902
2.037
-1.871
3.674
1.803
-1.546
3.281
1.735
-1.546
3.262
1.716
-189.387 211.780
22.393
23.612 -111.576 135.086
23.511
-102.757 124.525
21.768 -110.376 132.403
22.027 -111.576 135.330
23.755 -111.576 135.188
-12
390
378
0
338
338
0
345
345
0
345
345
0
345
345
0
345
345
-677
2.475
1.798
-420
2.413
1.993
-418
2.485
2.067
-418
2.484
2.066
-418
2.483
2.065
-418
2.483
2.065
-71
276
205
-66
199
133
-66
203
137
-16
152
136
-16
152
136
-16
152
136
4150 Cultuurhistorie
-1.988
2.496
508
-2.100
2.775
675
-1.175
1.865
690
-1.175
1.865
690
-1.175
1.865
690
-1.175
1.865
690
4210 Wonen
-6.531
7.391
860
-3.204
4.263
1.059
-1.985
3.021
1.035
-2.085
3.118
1.032
-1.285
2.311
1.026
-1.385
2.409
1.024
4220 Bouwen
-1.950
5.769
3.819
-4.301
6.380
2.079
-4.190
6.019
1.829
-4.140
5.948
1.808
-4.140
5.947
1.807
-4.140
5.947
1.807
4230 Panden
-9.391
11.175
1.784
-7.230
9.685
2.455
-7.200
9.126
1.926
-7.200
9.029
1.830
-7.200
9.087
1.887
-7.200
8.977
1.777
4310 Grondbeleid
-6.520
10.757
4.237
-514
4.544
4.030
-80.800
84.450
3.650
-79.860
83.436
4410 Sport
-3.588
14.605
11.017
-2.253
13.621
11.368
-2.163
13.887
11.724
-2.163
13.875
5110 Wijkaanpak
-3.409
9.579
6.170
-2.424
8.568
6.144
-2.425
8.553
6.128
-2.401
5210 Openbare ruimte
-3.511
28.804
25.293
-413
37.117
36.704
-413
36.986
36.573
-413
-240
1.694
1.454
-388
2.158
1.770
-388
1.476
1.088
-388
1.474
4140 Ruimtelijk beheer
5310 Recreatie en spelen
282
3.575 -107.175 110.674 11.712
-2.163
13.861
8.405
6.003
-2.401
36.882
36.469
-413
1.086
-388
1.473
3.498 -149.175 152.631 -2.163
8.400
5.998
-2.401
8.398
5.996
36.639
36.226
-413
36.279
35.866
1.085
-388
1.472
1.085
Stadsbegroting 2006-2009
13.855
3.456
11.699
11.692
2004
2005
Programma
Baat
Last
6110 Mobiliteit 6120 Bovengrondse infrastructuur 6210 Leefomgevingskwaliteit
-10.493
11.564
-679
6220 Duurzaamheid 6240 Groen en water 6310 Kunst en cultuur
Saldo
2006
Baat
Last
Saldo
1.071
-11.523
11.842
11.421
10.742
0
-657
4.849
4.192
-895
1.640
745
-2.726
10.714
7.988
-2.821
2007 Saldo
Baat
2008
Last
Saldo
Baat
Last
2009
Baat
Last
Saldo
Baat
Last
Saldo
319
-11.637
10.518
-1.119
-11.637
10.024
-1.613
-11.637
9.942
-1.695
-11.637
9.834
-1.803
121
121
0
34
34
0
0
0
0
-33
-33
0
-33
-33
-1.386
5.582
4.196
-1.115
5.197
4.082
-910
5.077
4.167
-895
4.977
4.082
-870
4.943
4.073
-1.558
2.452
894
-1.139
2.055
916
-1.139
2.055
916
-1.139
2.055
916
-1.139
2.055
916
10.734
7.913
-348
11.758
11.410
-348
14.208
13.860
-48
15.638
15.590
-48
17.512
17.464
-951
17.081
16.130
-727
17.376
16.649
-728
15.577
14.849
-314
15.142
14.829
-314
15.009
14.696
-314
14.989
14.675
7110 Onderwijs
-5.187
18.859
13.672
-4.217
21.567
17.350
-3.961
19.411
15.450
-3.405
18.665
15.260
-3.405
18.248
14.844
-3.405
18.063
14.659
7120 Volwasseneneducatie
-6.405
6.481
76
-3.639
3.727
88
-929
1.120
191
-394
746
353
-394
746
352
-394
746
352
7210 Samenlevingsopbouw 7220 Integraal jeugdbeleid
-243
5.305
5.062
0
4.677
4.677
0
4.407
4.406
0
4.401
4.401
0
4.393
4.392
0
4.392
4.391
-1.218
2.603
1.385
-687
2.361
1.674
-812
2.516
1.704
-612
2.290
1.678
-492
2.158
1.666
-492
2.137
1.645
7230 Kinderopvang 7310 Openbare gezondheidszorg 7320 Maatschappelijke zorg en dienstverlening 7330 Ouderen en mensen met functiebeperking
-2.528
5.613
3.085
-986
3.391
2.405
-987
3.266
2.280
-987
3.238
2.252
-987
3.229
2.242
-987
3.228
2.242
-1.705
4.725
3.020
-1.456
4.235
2.779
-1.456
4.270
2.814
-1.456
4.268
2.813
-1.456
4.267
2.811
-1.456
4.267
2.811
-7.504
12.474
4.970
-6.678
12.038
5.360
-6.254
11.284
5.030
-6.254
11.273
5.019
-5.710
10.720
5.010
-5.710
10.720
5.010
-710
15.550
14.840
-470
15.619
15.149
-471
13.981
13.510
-471
13.894
13.424
-471
13.864
13.393
-471
13.865
13.394
7410 Grotestedenbeleid
-33.879
35.191
1.312
-598
2.078
1.480
-488
1.346
858
-488
1.330
842
-488
1.314
826
-488
1.298
810
0
7.870
7.870
-23
9.214
9.191
-23
12.227
12.204
-23
11.086
11.063
-23
10.585
10.562
-23
10.278
10.255
-70.760
-58.902
3.545
-55.357
-62.274
3.509
-58.765
-65.162
3.487
-61.675
-67.945
3.468
-64.477
8110 Concernsturing 8210 Gemeentelijke heffingen 8220 Concerninkomsten 8230 Concernverrekeningen 8310 Onderzoek en statistiek 8410 Interne producten 8420 Archieven Eindtotaal
-68.057
4.177
-63.880
-74.263
3.503
-140.590
0
-140.590
-136.231
0
-81.358
67.484
-13.874
-58.559
48.782
-136.231 -157.706 -9.777
-59.636
1.535 -156.171 -156.608 63.220
3.585
-54.012
1.673 -154.935 -156.406 59.149
5.137
-49.738
1.823 -154.583 -156.615 57.717
7.979
-46.298
1.988 -154.627 57.089
10.791
-77
1.477
1.400
-29
1.467
1.438
-29
1.495
1.466
-29
1.495
1.466
-29
1.495
1.466
-29
1.495
1.466
-54.654
56.448
1.794
-26.783
28.134
1.351
-27.416
26.703
-713
-27.524
26.459
-1.065
-27.639
26.268
-1.371
-27.639
26.010
-1.629
-76
2.103
2.027
-217
2.355
2.138
-217
2.432
2.215
-217
2.424
2.207
-217
2.416
2.199
-217
2.409
2.192
-699.347 694.169
-5.178
4.660 -654.977 659.812
4.835
Stadsbegroting 2006-2009
-518.481 517.973
-508 -597.430 601.434
4.004 -590.466 595.579
5.112 -613.378 618.038
283
3.1
Overzicht algemene Dekkingsmiddelen Overzicht algemene dekkingsmiddelen (cijfers x € 1000; N = Nadeel) Rekening Begroting Raming Raming 2004 2005 2006 2007 OZB opbrengsten 61.749 62.821 42.992 43.509 Algemene uitkering 131.964 129.692 149.225 148.551 Dividenden 1.647 1.297 1.797 1.297 Rente-uitkering Nuon 6.979 5.242 5.149 5.087 Saldo financieringsfunctie 4.825 6.479 8.829 7.829 Totaal algemene dekkingsmiddelen 207.164 205.531 207.992 206.273 In paragraaf 1.7 hebben wij dit overzicht met toelichting opgenomen.
3.2
Raming 2008 44.418 148.283 1.297 5.003
Raming 2009 45.192 148.419 1.297 4.912
7.479
7.479
206.480
207.299
Onvoorzien In de begroting is op programma 8230 Concernverrekeningen € 681.000 geraamd voor onvoorziene uitgaven.
3.3
Toelichting overzicht baten en lasten De lasten en de baten van de jaren 2006 en 2009 lopen in omvang sterk op. Dit is geheel toe te schrijven aan de ontwikkeling van de grote grondexploitaties van het ontwikkelingsbedrijf (Koers West en Waalsprong). De grondexploitaties hebben we als activiteit in de begroting opgenomen. Het saldo van lasten en baten muteert de boekwaarde van de projecten op de balans, waardoor deze activiteiten tot ze afgesloten worden voor de begroting budgettair neutraal verlopen. Na afsluiting van het project valt het resultaat (positief dan wel negatief) wel in het saldo van de begroting. Na bestemming komt het resultaat ten gunste c.q. ten laste van de ABR. Doordat de grondbedrijfexploitaties in 2005 niet in de begroting waren opgenomen, treedt in 2006 een verhoging van lasten en baten op van rond € 80 miljoen. De omvang van lasten en baten in de rekening 2004 wijkt sterk af van die in 2005 en volgende jaren. De oorzaak hiervan is het optreden van dubbeltellingen door verrekeningen in met name de pr0gramma’s Intern producten stadsbedrijven, Grotestedenbeleid, Concernverrekeningen en Inkomen. In de gepresenteerde cijfers van de begrotingsjaren 2005-2009 zijn deze dubbeltellingen als gevolg van gewijzigde boekingstechniek in het nieuwe financiële systeem in belangrijke mate voorkomen. Het resultaat van de rekening 2004 is vóór bestemming van het voordelig saldo. Het begrotingssaldo 2005 is ontstaan na conversie van de begrotingsadministratie naar Coda. Het is het saldo dat inclusief begrotingswijzigingen opgenomen is als uitgangspunt voor de opstelling van de Zomernota 2005, € 168.000 positief, waarop conversieverschillen gemuteerd zijn voor een bedrag van € 340.000 Dit betrof voornamelijk de correctie op MOPII/III. Deze verschillen worden nog gemeld in de Najaarsbrief. In de jaren ná 2005 worden de verwerkte conversieverschillen negatief. Deze verschillen zijn opgenomen in de analyse van de uitkomst.
284
Stadsbegroting 2006-2009
Voor de toelichting op de saldi van de begrotingsjaren 2006-2009 verwijzen we naar het hoofdstuk Financiële Positie in deze begroting.
3.4
Grondslagen en uitgangspunten De onderstaande grondslagen en uitgangspunten zijn gehanteerd bij de opstelling van de begroting 2006-2009. Daar waar de grondslagen afwijken van de in de voorgaande begroting gehanteerde grondslagen wordt toegelicht waarom hiertoe is overgegaan. Kapitaallasten De kapitaallasten van de vaste activa zijn berekend op basis van de boekwaarden, de restantlooptijd en het rentepercentage zoals per ultimo 2004 in de jaarrekening 2004 bestonden, c.q. gehanteerd zijn. Door overgang op een ander softwarepakket is de kapitaallastenberekening ten opzichte van de begroting 2005-2009 gewijzigd. De eenmalige jaarlijkse afschrijving per ultimo van het boekjaar is vervangen door maandelijkse afschrijving. De (totale) afschrijvingslasten in het boekjaar veranderen hierdoor niet. De renteberekening wijzigt wel, doordat in plaats van over de constante boekwaarde gedurende het jaar, de rente nu berekend wordt over de (lagere) gemiddelde boekwaarde per jaar. Over de vaste activa (de gereedgemelde investeringen) komt hierdoor de renteberekening rond € 0,5 miljoen lager uit dan in de begroting 2005, waarmee ook de rentevergoeding op de productgroep financiering lager uitvalt. (Deze kapitaallasten zijn geraamd op de betreffende programma’s). Voor de kapitaallasten over het onderhanden werk (en restantkredieten) en de nieuwe investeringen uit de investeringsprogramma’s 2005 en 2006-2009 wordt uitgegaan van een rente van 6,5 % op jaarbasis (‘rente nieuwe investeringen’) waarbij in het eerste jaar van geplande uitvoering/voltooiing uitsluitend een half jaar rente is berekend. De afschrijving in de jaren daarna is bepaald door de voorgeschreven levensduur per investering. Deze kapitaallasten zijn in totaal geraamd op een stelpost op het programma concernverrekeningen, en worden nog via begrotingswijziging op de betreffende programma’s geboekt. Afschrijvingsnormen Afschrijving van activa vindt plaats volgens de vaste termijnen zoals door het College uitgewerkt bij de verordening ex artikel 212 van de gemeentewet. Rente De investeringen tot en met 2001 zijn belast met omslagrente van 5,75 %, afgezien van enkele uitzonderingen met specifieke objectrente. De investeringen na 2001 zijn belast met de sindsdien gehanteerde ‘rente nieuwe investeringen’. Het voordeel dat wordt behaald doordat de financieringskosten (door de al enkele jaren dalende marktrente) lager zijn dan de aan de gereedgemelde investeringen en het onderhanden werk toegerekende rente, komt tot uitdrukking in het saldo van de productgroep financiering in het programma concernverrekeningen (8230). Reserves Verrekeningen met reserves zijn op programmaniveau in de begroting geraamd. In het overzicht saldo voor en na bestemming wordt duidelijk welke mate de voorgenomen verrekeningen met reserves het saldo beïnvloeden. De prognose van de stand van de reserves is gebaseerd op de stand zoals bepaald in de jaarrekening per ultimo 2004, rekening houdend met de geprognosticeerde toevoegingen en onttrekkingen in de begroting 2005 en 2006/2009.
Stadsbegroting 2006-2009
285
Rente over reserves Over reserves die voor de financieringsfunctie beschikbaar zijn als financieringsmiddel wordt over 2006 3 % en over volgende jaren 4 % rente berekend. Op begrotingsbasis is deze rente aan de saldireserve toegevoegd. Voorzieningen Voorzieningen die gewaardeerd zijn tegen contante waarde worden jaarlijks met de vooraf vastgestelde rente op niveau gebracht. De als voorzieningen aangemerkte gelden van derden die verkregen zijn voor een specifiek doel worden geïndexeerd met de inflatiecorrectie (raming 2006: 2,5 %). Rente over voorzieningen Over voorzieningen die voor de financieringsfunctie beschikbaar zijn als financieringsmiddel wordt over 2006 3 % en over volgende jaren 4 % rente berekend. Op begrotingsbasis is deze rente aan de saldireserve reserve toegevoegd. Personele kosten De loonkostenramingen uit de begroting 205 zijn verhoogd met 3 %. In deze indexering zijn de volgende geraamde ontwikkelingen verwerkt: Autonome ontwikkeling 0,75 % Incidentele ontwikkeling, periodieken etc. 0,5 % Bijstelling werkgeverslasten 2005 1,0 % Prognose werkgeverslasten 2006 0,75 % TOTAAL 3,0 % Materiële kosten De materiële kosten zijn geïndexeerd met de index ”intermediair gebruik overheid” ontleend aan het CEP april 2005 van het CPB. Dit is de gemiddelde prijsontwikkeling van de aankopen van goederen en diensten door de overheid. Dit percentage is voor 2006 geraamd op 1,5 %. De indexatie is uitgevoerd op vooraf gedefinieerde kostensoorten. Het totale bedrag (over lasten en batencategorieën) is op stelpost op het programma concernverrekening apart gezet om met begrotingswijziging nog over programma’s te verdelen. Tarieven Voor de indexering van in rekening te brengen tarieven en interne verrekeningen is uitgegaan van aangenomen samenstelling van de kostencomponenten met de rekenregel: 2/3 loonkosten, 1/3 materiële kosten, wat bij de voor 2006 geraamde indexeringen uitkomt op totaal 2,5 %. Areaalontwikkeling Jaarlijks worden de aannames ten aanzien van de areaalontwikkeling in de begroting geactualiseerd. Uitgangspunt daarbij is het laatst vastgestelde woningaantal (cijfers van het CBS). Vanuit dit vertrekpunt worden de prognoses m.b.t. woningbouw en bevolkingsgroei gehanteerd , waarmee de ramingen van zowel gemeentefonds als belastingopbrengsten worden geactualiseerd.
286
Stadsbegroting 2006-2009
De volgende ontwikkeling is in de begrotingsopstelling verwerkt: Groeiprognose Woningen Inwoners Totaal aantal woonruimten 74.882 156.948 (vastgesteld CBS) stand ultimo 2003 toename 2004 505 1.010 stand 1/1/2005 75.387 157.958 toename 2005 1.707 3.414 stand 1/1/ 2006 77.094 161.372 toename 2006 796 1.594 stand 1/1/2007 77.891 162.966 toename 2007 1.439 2.878 stand 1/1/2008 79.330 165.844 toename 2008 1.365 2.730 stand 1/1/2009 80.695 168.574 Algemene uitkering De stand van de algemene uitkering is gebaseerd op de prognose voor de areaalontwikkelingen en de stand van de meicirculaire 2006. Belastingbaten De ontwikkeling van de OZB gaat eveneens uit van de bovengenoemde woningbouwprognose. Verder is rekening gehouden met de op het moment van samenstelling van de begroting bekende wetsvoorstellen met betrekking tot de afschaffing van de ozbgebruiker-woningen, en met de uitkomsten van de waardebepaling per 1 januari 2005. Nijmegen-Noord Ten behoeve van de dekking van de kosten Nijmegen-Noord zijn de belastingopbrengsten die samenhangen met de groeiprognoses in dat gebied afgezonderd ter dekking van de kosten die samenhangen met de ontwikkeling van voorzieningen in Nijmegen Noord, een en ander conform actualisatie in het raadsvoorstel/-besluit hierover van mei 2005 .
3.5
Incidentele baten en lasten Met name in het conversietraject van Eagle naar de Coda-adminstatie hebben wij de juistheid van subsidies, stelposten en incidentele afdekkingen uit reserve beoordeeld. Deze posten zijn in het meerjarenbeeld van deze begroting verwerkt, waardoor het eventuele incidentele karakter van specifieke onderdelen geen risico (meer) vormt. Voorbeelden hiervan zijn de onttrekkingen uit de saldireserve van € 350.000 in 2006 en 2007 voor de incidentele afdekking van kosten van minimabeleid en de onttrekking uit de reserve WWB-inkomensdeel van € 2,6 miljoen in 2006 voor de afdekking van tekorten op de bijzondere bijstand. Stelposten hebben in het algemeen vooral te maken met nog in te vullen bezuinigingen en correcties op ramingen. Beide zullen nog zoveel als mogelijk via begrotingswijzigingen afgeboekt worden. Bij subsidies zijn met name de onderdelen in het GSB een risico, waar MOP III in 2009 afloopt. Bij de opstelling van de begroting 2007-2010 zullen wij daarom de eventuele eindigheid van daar ingezette geldstromen opnieuw beoordelen en zonodig ook vertalen in vermindering van lasten.
Stadsbegroting 2006-2009
287
288
Stadsbegroting 2006-2009
4
Financiële positie
4.1
Financieel beeld
Zowel in de Perspectiefnota als in de Zomernota hebben wij uw Raad geïnformeerd over wijzigingen in de gemeentefondsverdeling met zeer nadelige gevolgen voor onze gemeente. Ook hebben we melding gemaakt van onzekerheden die, met name door het rijksbeleid, het beeld van begroting 2006-2009 kunnen beïnvloeden. Het gaat vooral om de afschaffing van de OZB voor gebruikers van woningen (OZB-G-W) en om de omvang van het Gemeentefonds onder invloed van de wijzigingen in rijksbegroting. Daarnaast is het begrotingsproces dit jaar gekenmerkt door de overgang naar de nieuwe financiële administratie, NFIS. De conversie van de begroting 2005-2008 naar deze administratie heeft geleid tot een sterk verbeterde begrotingsopzet en ramingsmethodiek voor de begroting 2006-2009. Daarbij is, zoals verwacht mocht worden, uit de lopende begroting een aantal financieel-technische problemen naar voren gekomen. De correcties daarvan hebben per saldo een negatief effect op het begrotingsbeeld. Maar daarmee hebben we in het proces ‘schone begroting’ wel weer een belangrijke stap vooruit gezet. Met de beschikbare informatie hebben wij het financiële beeld opgemaakt voor 2006 en voor de meerjarenperiode tot en met 2009. Wij zetten deze cijfers eerst voor u op een rij. Dan zetten we per onderdeel uiteen hoe die bedragen tot stand gekomen zijn. Nadat wij zo de uitkomst van onze begrotingsadministratie aan u hebben gepresenteerd, laten wij zien op welke manier wij uw Raad willen voorstellen te komen tot een sluitende begroting 2006 en een sluitend meerjarenbeeld. Daarna behandelen wij een aantal belangrijke, andere onderwerpen die voor een goed begrip van het begrotingsbeeld en van onze financiële positie van belang zijn..
Jr 2006 A saldo Perspectiefnota B
Gemeentefonds
C
Areaalontwikkelingen: Areaal Waalsprong GF Areaal Waalsprong OZB Stelpost reserve Waalsprong Areaal bestaande stad GF Areaal bestaande stad OZB Verhoging stelpost areaal
Jr 2007
Jr 2008
Jr 2009
92 V
48 V
912 V
1.120 V
2.931 N
3.710 N
3.935 N
4.569 N
500 V 650 V 1.150 N 500 V 120 N 300 N
200 V
105 N
405 N
D Indexering
100 N
50 N
0
0
E
Effect afschaffing OZB-G-W op te nemen in dekkingsplan
666 V 666 N
651 N 651 V
1.119 N 1.119 V
1.781 N 1.781 V
F
Schone begroting & overig
1.265 N
1.295 N
1.232 N
1.456 N
G
saldo primitieve begroting
4.004 N
5.112 N
4.660 N
4.825 N
Stadsbegroting 2006-2009
289
De septembercirculaire van het Gemeentefonds is nog niet beschikbaar op het moment dat wij deze Stadsbegroting afronden. Wij verwachten deze circulaire in de eerste helft van oktober te kunnen vertalen naar onze begroting. Zonodig leggen wij uw Raad daarover nog aanvullende voorstellen voor.
4.1.1 Toelichting op de onderdelen B Gemeentefonds 2.931 N 3.710 N 3.935 N 4.569 N In het kader van de herijking van de clusters Bijstand en Zorg heeft het Rijk het verdeelstelsel voor het Gemeentefonds met ingang van 2006 aangepast. Bij de Perspectiefnota 2006 maakten wij daar al melding van. Van een groot aantal maatstaven zijn de bedragen per eenheid ingrijpend gewijzigd en er is een aantal nieuwe maatstaven ingevoerd. Het totaal van deze wijzigingen leidt voor Nijmegen tot een teruggang in de uitkering t.o.v. de huidige meerjarenramingen van bijna € 3,0 miljoen in 2006, oplopend tot € 4,5 miljoen in 2009. De belangrijkste elementen zijn de korting op de clusters bijstand en zorg van € 4,4 miljoen per jaar, waartegenover voor Nijmegen een toevoeging van € 1,4 miljoen aan het cluster educatie in verband met onderwijshuisvesting staat. De gevolgen van de herijking worden in de eerste twee jaar wat verzacht door een suppletie-uitkering van € 2 miljoen in 2006 en € 1 miljoen in 2007. Mogelijk zal de suppletie-uitkering nog over een periode van drie in plaats van twee jaar uitgesmeerd worden. Wij hebben de effecten van deze wijziging hier verwerkt in het financiële beeld, omdat de algemene uitkering uit het Gemeentefonds onderdeel is van de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente. Wijzigingen in de berekening van die algemene uitkering vormen geen directe reden om de bepaalde uitgaven aan te passen. Wel kunnen ze aanleiding zijn om bepaalde beleidsterreinen nog eens nadrukkelijk tegen het licht te houden, om te zien of we erg afwijken van het gemiddelde en of dat gebaseerd is op bewuste beleidskeuzes. Bij deze wijzigingen hebben wij globaal gekeken of in de betreffende beleidsvelden aanleiding te vinden is om de herijking te vertalen naar die terreinen. Bij de stijging in verband met de onderwijshuisvesting hebben wij de ontwikkelingen in de Waalsprong betrokken. Het Voorzieningenhart Oosterhout wordt in 2006 zichtbaar in de lasten van het programma Onderwijs, waardoor die lasten met zo’n € 1 miljoen zullen toenemen. De bouw van het voorzieningenhart Visveld loopt ook en daarnaast zullen er de komende jaren nog meer (openwijk)scholen in de Waalsprong worden gebouwd. Wij verwachten daarmee een groei in de lasten voor onderwijshuisvesting in de orde van grootte van enkele miljoenen euro’s, die met het voortschrijden van de realisatie van de Waalsprong in de Stadsbegroting worden opgenomen. Dat is meer dan het effect in de herijking van het Gemeentefonds. Overigens moeten we daarbij opmerken dat het niet meer mogelijk is de vroegere redenatie van de fictieve budgetten te blijven volgen. Het ministerie verstrekt deze berekeningen al niet meer vanaf 2002 en met de recente, ingrijpende wijzigingen in het Gemeentefonds is het niet meer mogelijk terug te rekenen naar 2002. Wat betreft het effect voor de herijking voor de clusters zorg en bijstand hebben we ruimte gevonden in het WVG-budget, waarop we hierna nog terugkomen. Voor het overige zijn wij van mening dat deze sectoren op dit moment al zwaar onder druk staan door de wijzigingen in het Grotestedenbeleid en door de effecten van de WWB. Daarom stellen wij daar nu geen bezuinigingen of bezuinigingsonderzoeken voor.
290
Stadsbegroting 2006-2009
C
Areaalontwikkelingen: Areaal Waalsprong GF 500 V Areaal Waalsprong OZB 650 V Stelpost reserve Waalsprong 1.150 N Areaal bestaande stad GF 500 V Areaal bestaande stad OZB 200 V 105 N 405 N 120 N Verhoging stelpost areaal 300 N Bij de areaalontwikkeling maken we onderscheid tussen de Waalsprong en de bestaande stad, om aansluiting te houden bij de besluitvorming van uw Raad over de financiering van de Waalsprong in de opbouwfase. De voordelen die optreden door de areaaluitbreidingen in de Waalsprong zetten we weg in de stelpost reserve Waalsprong, overeenkomstig de berekeningen uit het raadsvoorstel van juni 2005, waarmee uw Raad heeft ingestemd.. Voor de bestaande stad hebben wij een stelpost areaaluitbreiding voor dekking van de toename van de onderhoudskosten. Bij de besluitvorming op de begroting 2005 is de ruimte op deze stelpost voor 2005 (€ 0,3 miljoen) ingezet voor de dekking van het tekort 2005 en is de ruimte van € 0,6 miljoen in 2006 oplopend naar € 1,2 miljoen in 2008 beschikbaar gehouden voor uitbreiding op de onderhoudsprogramma’s in de stad. Voor 2009 ramen wij een verdere verhoging van deze stelpost tot € 1,5 miljoen. Over de inzet ten behoeve van onderhoud besluit uw Raad. In de programmabegroting hebben we al aangegeven dat we daarnaast aanvullende maatregelen voorstellen om onderhoudsachterstanden te verminderen.
D Indexering 100 N 50 N 0 0 Bij de opstelling van de begroting hebben wij als uitgangspunten voor de indexering loonkosten met 3 % en van een aantal vooraf gedefinieerde (materiële) kostensoorten met 1,5 % verhoogd. Tarieven en verrekeningen worden met een rekenregel (2/3 loonkosten en 1/3 materiële kosten) aangepast. De materiële lastenstijging van netto € 1,3 miljoen houden wij vast op een stelpost. De verdeling over de programma’s bepalen wij op basis van de werkelijke noodzaak. De betreffende begrotingswijziging zullen wij te zijner tijd aan uw Raad voorleggen. Het totale effect op de kosten in de begroting bedraagt € 5,7 miljoen structureel per jaar. Dekking hiervoor is nagenoeg volledig beschikbaar uit de in het Gemeentefonds berekende accresruimte van € 4 miljoen en de prijsindexering van € 1,5 miljoen die op de oorspronkelijke OZB-tarieven en andere heffingen is toegepast. Daarnaast is een correctie op de eerdere indexeringen van subsidies van rond € 0,15 miljoen verwerkt. E
Effect afschaffing OZB-G-W 666 V 651 N 1.119 N 1.781 N Reeds verwerkt vanuit dekkingsplan 666 N 651 V 1.119 V 1.781 V In de gemeentefondsuitkering is een compensatie opgenomen voor het vervallen van de OZB voor gebruikers van woningen (OZB-G-W). Deze compensatie bedraagt € 9,3 miljoen per jaar. Door de integratie van afvalstoffen- en rioolheffing in onze OZB-tarieven is het nadeel van de afschaffing van de OZB-G-W in onze gemeente relatief groter dan in veel andere gemeenten. Nijmegen is daardoor nadeelgemeente. Ter compensatie daarvan krijgen we een extra suppletie-uitkering. De suppletie-uitkering bedraagt in 2006 € 8,2 miljoen. Op langere termijn komt die geheel te vervallen. In totaal ontvangen we daarmee in 2006 een compensatie van € 17,5 miljoen, die tot 2009 afneemt tot € 16,0 miljoen. In de paragraaf “Lokale heffingen” berekenen we de effecten voor onze begroting, door vanuit de opbrengst van 2005 de opbrengst voor 2006 te bepalen zonder wetswijziging. Stadsbegroting 2006-2009
291
We houden rekening met het netto-effect van de herwaardering, met invoering van het kostendekkend rioolrecht en met de algemene prijsindexatie. Uit de aldus berekende OZB-opbrengst 2006 vervalt als gevolg van de nieuwe wet een bedrag van € 15,6 miljoen OZB-G-W plus € 7 ton als correctie op de kapitaallasten op rioolinvesteringen. Daarnaast stelt de wet maxima voor de resterende OZB-heffingen, wat bij niet-woningen een verlies oplevert van € 3 miljoen, omdat onze huidige tarieven dat maximum overschrijden. In totaal komen we zo op een verlies van € 19,3 miljoen aan belastinginkomsten. Tussen de compensatie in het gemeentefonds en de verliezen aan belastinginkomsten treedt per saldo in 2006 een verlies op van € 1,9 miljoen, dat in latere jaren, met de geleidelijke afbouw van de suppletie-uitkering, sterk toe neemt. De afvalstoffenheffing is tot nu toe nagenoeg volledig in de OZB geïntegreerd. Afgezien van de kosten die door de groene zak worden verhaald, gaat het om een bedrag van rond € 12,1 miljoen per jaar. Met het vervallen van de OZB-G-W vervalt tevens het aandeel dat gebruikers van woningen middels deze integratie betaalden in de kosten van ophalen en verwijderen van huishoudelijk afval. Dit aandeel hebben we geraamd op € 2,5 miljoen per jaar. In de ramingen in deze primitieve begroting hebben we rekening gehouden met herinvoering van de Afvalstoffenheffing voor het bedrag van € 2,5 miljoen, dat al door gebruikers van woningen via de oude OZB-heffing werd betaald. Dit is in overeenstemming met de principebesluiten die uw Raad hierover in 2004 heeft genomen. De totale effecten van de OZB-veranderingen hebben wij via een stelpost opgevangen, om recht te doen aan uw uitspraak dat deze verandering voor de gemeente budgettair neutraal dien te verlopen. Deze stelpost komt hierna, in het dekkingsverhaal terug, omdat die natuurlijk nog wel gerealiseerd moet worden. F Schone begroting & overig 1.265 N 1.295 N 1.232 N 1.456 N Bij de conversie van de begroting 2005-2008, die nog in de Eagle-administratie is opgebouwd, naar de nieuwe administratie in Coda zijn een aantal consolidatieverschillen naar voren gekomen, die grotendeels budgettair neutraal opgelost zijn. Daarnaast zijn er een aantal aansluitingsverschillen tussen de directiebegroting en de administratie naar voren gekomen, die niet opgelost konden worden. Tezamen gaat het om een bedrag van rond € 0,8 miljoen per jaar. Correctie van een dubbel verwerkte bezuiniging leverde daarnaast een nadeel van € 0,3 miljoen op. Verder zijn er verschillen in de kapitaallastenberekening opgetreden, enerzijds omdat voor de opbouw van de nieuwe activa-administratie alle activa opnieuw zijn beoordeeld. Anderzijds verloopt de renteberekening in de nieuwe administratie anders, doordat maandelijks over de boekwaarden wordt afgeschreven en rente wordt berekend. Deze wijzigingen verlopen ongeveer budgettair neutraal in relatie tot de vermindering van het resultaat op de financieringsfunctie met € 0,5 miljoen, als gevolg van de verminderde rente-inkomsten. Verder is nog een aantal kleinere aanpassingen en correcties doorgevoerd, zoals een eenmalig nadeel uit het waterplan van € 1 ton en de oplopende kosten van functioneel leeftijdsontslag bij de Brandweer, € 1,4 ton vanaf 2009. G saldo primitieve begroting 4.004 N 5.112 N 4.660 N 4.825 N Het saldo van de primitieve begroting is tevens de uitkomst van de begrotingsadministratie in Coda. In deze uitkomst is de Zomernota niet verwerkt, omdat de betreffende
292
Stadsbegroting 2006-2009
begrotingswijziging bij het opmaken van dit financiële beeld nog niet door uw Raad was vastgesteld. Ook de besluitvorming van uw Raad ná 1 april 2005 is nog niet verwerkt.
4.2
Een sluitende begroting 2006-2009 Uit het primitieve begrotingssaldo, aangevuld met de zomernota en de stelpost OZB-GW volgt een financieel tekort van € 3,6 miljoen in 2006 tot € 5,9 miljoen in 2009. H saldo primitieve begroting effect zomernota stelpost afschaffing OZB-G-W Op te lossen probleem
4.004 N 324 N 666 V 3.662 N
5.112 N 401 V 651 N 5.362 N
4.660 N 701 V 1.119 N 5.078 N
4.825 N 701 V 1.781 N 5.905 N
Om de begroting sluitend te krijgen, presenteren wij u hier een aantal maatregelen, die wij uw Raad ter vaststelling voorleggen. Wij volgen dezelfde systematiek als hierboven: we schetsen het totaalbeeld en geven vervolgens een toelichting op de onderdelen. Om het beeld compleet te maken nemen we hier ook de voorstellen voor budgetuitbreiding in deze Stadsbegroting op die nog niet in de Perspectiefnota 2006 waren opgenomen.
I L M N O P Q R S
Op te lossen probleem reeds bekend septembercirculaire verwacht septembercirculaire verhoging afvalstoffenheffing max. OZB woningeigenaren begrotingscorrectie WAO-premie WVG project ex-ama’s personeelskosten griffie kapitaallasten structureel vanaf 2009 ZOAB A73 Noodfonds onderhoud wegen Saldo begroting 2006-2009
3.662 N 500 V 500 V 1.500 V 1.500 V 500 V 900 V 50 N 40 N 300 N 1.300 N 48 V
5.362 N 1.000 V 600 V 1.500 V 1.500 V 0 1.100 V
5.078 N 1.100 V 700 V 1.500 V 1.500 V 0 1.300 V
5.905 N 1.300 V 800 V 1.500 V 1.500 V 0 1.300 V
40 N
40 N
40 N 400 N
300 N 2 N
982 V
55 V
4.2.1 Toelichting op de onderdelen I
reeds bekend septembercirculaire 500 V 1.000 V 1.100 V 1.300 V verwacht septembercirculaire 500 V 600 V 700 V 800 V Uit wat we al weten van de septembercirculaire zullen in het Gemeentefonds voordelen optreden, door een extra toevoeging van macro € 85 miljoen ter compensatie van OZBeffecten. De effecten voor Nijmegen hebben we hier opgenomen. Verder wordt in de septembercirculaire de gemeentefondsuitkering aangepast aan de ontwikkeling van de rijksbegroting in de miljoenennota. De eerste meldingen van de accressen die verwerkt worden zijn positief. De circulaire komt, in afwijking van voorgaande jaren, niet tegelijk met de miljoenennota uit. Pas in oktober zal definitief worden hoe de uiteindelijke berekening van de uitkering uit zal vallen en hoe hard die effecten ingeschat kunnen worden. De accressen die al voorafgaand aan de circulaire zijn gemeld hangen samen met een belangrijk hoger voorziene prijsontwikkeling in 2006 en een hogere, reële ontwikkeling in het meerjarenbeeld dan in de meicirculaire. Omdat de realisatie van de reële ontwik-
Stadsbegroting 2006-2009
293
keling in latere jaren nog af te wachten is en een hogere prijsontwikkeling ook voor de gemeenten nadelig door kan werken, ramen wij de positieve effecten voorzichtig op ongeveer het niveau van het reële accres voor 2006. Voor latere jaren bestaat dan een buffer voor tegenvallende ontwikkeling en eventueel ook nog voor het opvangen van een structureel risico van rond € 1 miljoen op de verrekening van de BTW-compensatie. In de paragraaf Weerstandsvermogen hebben we dit risico benoemd. Als de definitieve septembercirculaire aanleiding geeft om het financiële beeld bij te stellen, zorgen wij dat uw Raad voor de begrotingsbehandeling in november de beschikking heeft over een aanvullend voorstel. L
verhoging afvalstoffenheffing max. OZB woningeigenaren
1.500 V 1.500 V
1.500 V 1.500 V
1.500 V 1.500 V
1.500 V 1.500 V
Zoals gezegd hebben we het aandeel afvalstoffenheffing van de woninggebruikers verwerkt in de cijfers, door € 2,5 miljoen uit de OZB-G-W om te zetten naar Afvalstoffenheffing. Doordat ook afvalstoffenheffing in de tarieven voor niet-woningen zit verdwijnt met de maximering die opbrengst, waardoor we min of meer gedwongen worden die heffing bij de woninggebruikers en woningeigenaren op te leggen. Voor woningeigenaren stellen we voor dat te doen door de opbrengst van de OZB met € 1,5 miljoen te verhogen. Voor de woninggebruikers stellen we voor de opbrengst van de Afvalstoffenheffing met € 1,5 miljoen te verhogen. Na 2009 valt in een langzaam tempo nog een bedrag van € 7 miljoen weg aan suppletie uit het Gemeentefonds. Tussen de kosten van het verwijderen van afval en de Afvalstoffenheffing zit nog een ruimte in diezelfde orde van grootte, waarvan dan afgewogen kan worden om die daarvoor in te zetten. M begrotingscorrectie WAO-premie 500 V 0 0 0 Omdat de gemeente zelf risico-drager is geworden voor de WAO, hebben we in de begroting een stelpost opgenomen ter grootte van de WAO-premie. Daaruit moeten dan nieuwe WAO-gevallen worden betaald. In 2006 kan die stelpost eenmalig lager worden vastgesteld: we weten nu al dat we de stelpost in 2006 niet geheel nodig zullen hebben, omdat het maximale aantal WAO-ers in 2006 al bekend is. N WVG 900 V 1.100 V 1.300 V 1.300 V Op basis van de actuele gegevens over de uitgaven in de WVG, en rekening houdend met de effecten van de Waalsprong op de WVG, verwachten wij dat het uitgavenniveau de komende jaren achterblijft bij het beschikbare budget. Wij stellen voor om het WVGbudget te verlagen met de hier aangegeven bedragen, die vrijwel overeenkomen met de negatieve effecten op de algemene uitkering van de herijking van de aan de WVG gerelateerde bedragen. Daarom stellen wij u voor de beschikbare middelen voor de WVG in de Stadsbegroting te verlagen. O project ex-ama’s 50 N In het programma Multiculturele Samenleving & Emancipatie stellen wij voor eenmalig € 50 mille in te zetten voor een terugkeerproject voor jonge moeders. P personeelskosten griffie 40 N 40 N 40 N 40 N In het programma Burger & Bestuur stellen wij voor structureel € 40 mille in te zetten voor de gestegen personeelskosten bij de Griffie.
294
Stadsbegroting 2006-2009
Q kapitaallasten structureel vanaf 2009 400 N In de paragraaf Investeringen hebben wij u laten zien dat wij de komende vier jaar een extra investeringsruimte van gemiddeld € 4 miljoen per jaar kunnen programmeren in het investeringsplan, omdat we nu veel preciezer kapitaallastenberekeningen in het NFIS kunnen maken. Vanaf 2009 hebben we een structureel bedrag van 4 ton voor kapitaallasten nodig, waarmee we ook in de jaren daarna een hoger investeringsniveau kunnen realiseren. R ZOAB A73 300 N In het programma Openbare ruimte stellen wij voor eenmalig € 3 ton extra in te zetten om het aanbrengen van ZOAB op de A73 te versnellen. S Noodfonds onderhoud wegen 1.300 N 300 N In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen geven wij aan dat wij in het programma Openbare ruimte astructureel extra geld willen inzetten om achterstallig onderhoud aan wegen te kunnen aanpakken. Saldo begroting 2006-2009 48 V 2 N 982 V 55 V Het totale pakket aan maatregelen leidt tot een sluitende begroting 2006 en een sluitend meerjarenbeeld. Daarmee voldoen we aan de opdracht in het college-akkoord.
4.3
Overige aspecten.
4.3.1 Herziening omslagrente Door de lage rente waartegen de afgelopen jaren investeringen zijn gefinancierd en oude leningen zijn geconverteerd, is een positief saldo op de productgroep financiering ontstaan dat in deze begroting geraamd wordt op rond € 7,5 miljoen structureel. Door verlaging van de omslagrente in kapitaallastenberekening zal dit saldo grotendeels weggewerkt worden, waardoor weer van een bedrijfseconomisch juiste toerekening van kapitaallasten sprake is. Deze herberekening verloopt grotendeels budgettair neutraal (lager batensaldo financiering is gelijk aan lagere rentekosten bestaande investeringen). Door de invoering van een kostendekkend rioolrecht zullen de lagere kapitaallasten leiden tot een naar verwachting € 0,7 miljoen lager rioolrecht dan nu geraamd. Deze wijziging zullen wij nog betrekken bij de definitieve voorstellen van de tarieven in december. Omdat de herberekening van de kapitaallasten in de kosten van de riolering tevens nog een correctie vormt op de eliminatie van gedeeltelijke dekking van de rioleringkosten in de OZB, is deze post meegeteld in de nadelen die door de afschaffing van de OZB-G-W ontstaan.
4.3.2 Ontwikkeling Reserve BTW-compensatiefonds In 2004 heeft een hogere onttrekking aan het BCF plaatsgevonden dan waarmee in de begroting 2005 rekening is gehouden. Daardoor is de beginstand van deze reserve per 1-1-2005 rond € 2,5 miljoen lager dan gepland. Met de in de begroting 2005-2008 ingevoerde afloop van de onttrekkingen tot en met 2012 zou daardoor de reserve voortijdig uitgeput zijn. Bij de invoering van het kostendekkend rioolrecht is rekening gehouden met de dekking van de kosten inclusief BTW. Door de groei van rioleringsuitgaven in de komende jaren treedt in de komende jaren ook een toename van de BTW-component op, die wij toevoe-
Stadsbegroting 2006-2009
295
gen aan het BCF. De voortijdige uitputting van de reserve wordt daarmee voorkomen. Waarschijnlijk komen rond 2010 extra dekkingsmiddelen uit de BTW-component in het rioolrecht beschikbaar voor toevoeging aan de algemene dekkingsmiddelen. Een en ander past in de oorspronkelijke opzet bij de invoering van de BTW-vrijstelling van gemeenten, waarin de financiële effecten deels over een langere periode geëgaliseerd moeten worden.
4.3.3 Behoedzaamheidreserve Middels de behoedzaamheidreserve raamt het Rijk een gedeelte van de gemeentefondsuitkering terug, om te voorkomen dat bij onderuitputting van de rijksbegroting gemeenten met een terugvordering op de geraamde algemene uitkering worden geconfronteerd. Afhankelijk van de mate van uitputting of eventueel zelfs overschrijding van de rijksbegroting komt de behoedzaamheidreserve dan alsnog tot uitkering. Voor Nijmegen bedraagt de behoedzaamheidreserve rond € 2,2 miljoen. Op de uitkering van de behoedzaamheidreserve hebben wij al sinds een aantal jaren een ‘voorschot’ van € 0,6 miljoen structureel in het begrotingsbeeld opgenomen. Conform de Perspectiefnota is van de resterende ruimte van € 1,5 miljoen in 2006 een bedrag van € 0,9 miljoen als dekking ingezet. Omdat voor latere jaren het risico dat de behoedzaamheidreserve niet of onvoldoende tot uitkering komt moeilijk in te schatten is, blijven we de inzet van jaar tot jaar opnieuw beoordelen en handhaven we vooralsnog vanaf 2007 de resterende ruimte van de behoedzaamheidreserve op structureel op € 1,5 miljoen.
4.3.4 Loonkosten gerelateerde verplichtingen Voorbeelden van loonkostengerelateerde verplichtingen zijn spaarverlof, vakantiegeld, opleidingskosten die in een volgend jaar vallen, etc. In de begroting zijn hiervoor geen ramingen opgenomen. In zijn algemeenheid worden deze kosten geacht gedekt te kunnen worden ten laste van reguliere budgetten. Verplichtingen ontstaan dan in de loop van het jaar en zullen eerst bij de jaarrekening leiden tot vorming van voorzieningen. In het geval van vakantiegelden wordt het uit te betalen bedrag (inclusief het over een vorig jaar opgebouwde vakantiegeld) geraamd in de loonsom van het jaar waarin het uitbetaald wordt. Hiervoor hoeven derhalve geen voorzieningen opgenomen te worden.
4.3.5 Saldi voor en na bestemming De administratieve verwerking van de toevoegingen aan en onttrekkingen uit reserves en voorzieningen hebben wij niet volledig af kunnen ronden. De invoering van de BBV heeft vele veranderingen in de reserves en voorzieningen teweeg gebracht. Nog onlangs, bij het vaststellen van de Stadsrekening 2004, besloot uw Raad op voorstellen daarover deels conform voorstel en deels afwijkend daarop. Wij zijn van mening dat wij eerst over een volledig correct beeld van de stand van de reserves en voorzieningen dienen te beschikken, alvorens wij Uw Raad de begrotingssaldi voor en na bestemming kunnen presenteren. Omdat het nu in deze Stadsbegroting gepresenteerde begrotingsbeeld na bestemming daardoor niet zal worden beïnvloed en ook de beoordeling van het weerstandsparagraaf daardoor niet geraakt wordt, hebben wij besloten de staat van reserves en voorzieningen en de saldi voor en na bestemming nu niet in deze Stadsbegroting op te nemen. Wij zorgen dat u tijdig voor de begrotingsbesprekingen over de aanvullende informatie kunt beschikken.
296
Stadsbegroting 2006-2009
in te voegen paragraaf 4.3.5. op pag 296 van de Stadsbegroting 2006-2009
4.3.5. Saldi voor en na bestemming De geraamde resultaten die voor de verschillende jaren opgenomen zijn in deze begroting, zoals onder andere in het overzicht van lasten en baten per programma op pag 282-283, zijn de resultaten ‘na bestemming’. Dat wil zeggen dat de mutaties in de reserves door toevoegingen of onttrekkingen hierin zijn verwerkt. Deze mutaties in de reserves zijn opgenomen in de bijlage 5. bij deze begroting. In onderstaande tabel wordt de relatie tussen de saldi voor en na bestemming aangegeven.
jr 2006 Resultaat voor bestemming Storting in reserve Onttrekkingen aan reserves
Resultaat na bestemming
6.000 N
jr 2007
3.080 N
jr 2008
1.631 N
jr 2009
1.334 N
11.411
12.645
13.092
13.728
-13.408
-10.613
-10.063
-10.227
4.004 N
5.112 N
4.660 N
4.835 N
In 2006 is het resultaat vóór bestemming rond € 2 miljoen nadeliger dan ná bestemming. De totale onttrekking uit de reserves is in dat jaar hoger dan de toevoegingen, met name door (de twee grootste) onttrekkingen aan de bestemmingsreserves: - WWB inkomensdeel, met een netto onttrekking van rond € 2,4 miljoen, die samenhangt met de a-structurele dekking van de bezuiniging door het rijk op bijzondere bijstand; - BTW-compensatiefonds, met een netto bijdrage aan de exploitatie van € 2,6 miljoen. Hiertegenover staan met name geraamde toevoegingen aan de algemene reserves van netto € 1,8 miljoen door rentetoevoeging aan de saldireserve en € 1,5 miljoen aan de ABR Ontwikkelingsbedrijf, voornamelijk uit voordelige afsluiting van complexen. Vanaf 2007 wordt het resultaat vóór bestemming ieder jaar steeds minder nadelig dan het resultaat ná bestemming. De stortingen in de reserves nemen dan toe door met name een toename van de storting van rente over reserves, toename van de storting van de reserve Waalsprong in verband met groei van het areaal gemeentefondsuitkering en belastingen en door toename van de storting in het BTW-compensatiefonds uit de hogere opbrengst rioolrecht.
4-3-5 saldi v en n onttrekking
in te voegen paragraaf 4.3.5. op pag 296 van de Stadsbegroting 2006-2009
Daartegenover nemen de onttrekkingen uit de reserves af, vooral door het wegvallen van de a-structurele onttrekking in 2006 in verband met de bezuiniging minimabeleid.
2
4.3.6 Investeringen economisch nut en maatschappelijk nut Volgens de BBV zijn we verplicht een onderscheid te maken tussen investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut. Investeringen met een economisch nut zijn alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar. Op deze investeringen moeten we afschrijven. Op investeringen met een maatschappelijk nut mogen we afschrijven. Onderstaand treft u een onderverdeling aan van de investeringen met economisch en maatschappelijk nut. De materiële vaste activa zijn de gerealiseerde investeringen, de restantkredieten zijn de investeringen in uitvoering en de investeringen uit het Investeringsplan 2006 - 2009 zijn de geplande investeringen. Bij dit laatste overzicht zijn ook de investeringen uit het investeringsplan 2005 opgenomen. Materiële vaste activa. Onderstaande investeringsvolumes sluiten aan bij de balans zoals is gepresenteerd in de jaarrekening 2004. Rubriek
Gronden en terreinen Woonruimte Bedrijfsgebouwen Grond-, weg en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, installaties en apparaten Overige materiële vaste activa Activa in ontwikkeling Totaal materiële vaste activa
Economisch nut
Maatschappelijk nut
Totaal
11.180 5.945 173.073 17.746 1.101 3.338 8.942 81.913 303.240
4.002 0 0 68.381 0 3.775 0 10.734 86.891
15.182 5.945 173.073 86.127 1.101 7.113 8.942 92.647 390.131
In onderstaande overzichten (restantkredieten ultimo 2004 en het investeringsprogramma 2006-2009) is gekozen voor een indeling per programma. Het voordeel hiervan is dat het aansluit bij de politieke taakvelden, beleidsuitgangspunten en speerpunten zoals zijn vastgesteld door uw Raad. Restantkredieten ultimo 2004. Programma Grotestedenbeleid Externe betrekkingen Economische ontwikkeling Integraal jeugdbeleid Integraal waterbeheer Kunst en Cultuur Leefomgevingkwaliteit Mobiliteit Bovengrondse infrastructuur Maatschappelijke zorg en dienstverlening Onderwijs Ouderen en mensen met een functiebep. Recreatie en spelen Sport Wijkaanpak
Stadsbegroting 2006-2009
Economisch nut 900 24 143 93 94 2.613 219 381 227 7.659 121 233 769 94
Maatschappelijk nut 482 511
1.820 985
Totaal 1.382 24 654 93 94 2.613 219 2.201 985 227 7.659 121 233 769 94
297
Openbare ruimte Bovengronds infrastructuur Burgerzaken Archief Panden Interne producten Stadsbedrijven Bedrijfsinvesteringen Totaal restant kredieten
2.524 140 296 262 750 11.818 2.369 29.065
2.524 140 296 262 750 11.818 2.369 35.527
6.462
Investeringsprogramma 2005-2009. Investeringen met economisch nut
Programma
2005
2006
2007
2008
2009
Leefomgevingkwaliteit Kunst en Cultuur Onderwijs Integraal jeugdbeleid Mobiliteit Recreatie en spelen Wijkaanpak Groen en water Sport Panden Burger en bestuur Interne producten Stadsbedrijven Bedrijfsinvesteringen Totaal economisch nut
0 847 6.300 91
25 7 5.756 27 2.100 508 28
25 2.631 5.570 27
25 1.677 5.570 27
25 7 4.570 27
40 28
40 28
40 28
Programma Economische ontwikkeling Grondbeleid Leefomgevingkwaliteit Groen en water Ruimtelijke inrichting en vormgeving Openbare ruimte Mobiliteit Totaal maatschappelijk nut Totaal investeringsprogramma
298
418 85 110 133 2.633
160 160 160 7.460 4.528 2.348 1.978 878 20 563 113 113 113 50 1.784 1.800 3.950 2.500 2.500 12.964 15.072 14.892 12.118 15.585 Investeringen met maatschappelijk nut
2005
2006
2007
2008
2009
300
500 300
221 978 2.455 6.405 10.359
471 1.013 1.655 3.250 7.189
1.500 3.500 50 471 1.000 1.655 1.275 9.451
1.500 6.000 50 1.021 1.000 1.655 680 11.906
2.500 3.500 50 645 1.000 1.700 725 10.120
23.323
22.261
24.343
24.024
25.705
Stadsbegroting 2006-2009
Bijlage 1 Programma
Investeringsplan 2006 - 2009 2006
2007
2008
20.000
0
0
0
500.000
1.500.000
1.500.000
2.500.000
Totaal Ruimtelijke inrichting en vormgeving
1.013.088
1.000.000
1.000.000
1.000.000
Totaal Panden
4.527.646
2.347.646
1.977.646
877.646
Totaal Grondbeleid
300.000
3.500.000
6.000.000
3.500.000
Totaal Sport
160.000
160.000
160.000
7.460.000
28.375
28.375
28.375
28.375
1.655.000
1.655.000
1.655.000
1.700.000
Totaal Burger en Bestuur Totaal Economische Ontwikkeling
Totaal Wijkaanpak Totaal Openbare ruimte Totaal Recreatie en Spelen Totaal Mobiliteit Totaal Leefomgevingskwaliteit Totaal Groen en water Totaal Kunst en Cultuur Totaal Onderwijs Totaal Integraal Jeugdbeleid Totaal Interne Producten Stadsbedrijven Totaal Bedrijfsinvesteringen Eindtotaal
Stadsbegroting 2006 - 2009
2009
508.190
40.039
40.039
40.039
5.350.000
1.275.000
680.000
725.000
25.000
75.000
75.000
75.000
471.000
471.000
1.021.000
645.000
6.674
2.631.557
1.676.674
6.674
5.756.000
5.570.000
5.570.000
4.570.000 26.693
26.693
26.693
26.693
113.050
113.050
113.050
50.000
1.800.000 22.260.716
3.950.000 24.343.360
2.500.000 24.023.477
2.500.000 25.704.427
Investeringsplan 2006 - 2009
Bijlage 1 Programma
Productgroep
Omschrijving investering
Burger en Bestuur
Verkiezingen/referenda
Stemmachine
Totaal Burger en Bestuur Economische Ontwikkeling
Havens en Kaden
Damwand Waalkade
bel. ruimte. inrichting & vormgeving
Woonomgevingsprojecten in wijken
Totaal Economische Ontwikkeling Ruimtelijke inrichting en vormgeving Totaal Ruimtelijke inrichting en vormgeving Panden
Beheer Cultureel erfgoed
restaureren Niet-verh. monumenten
Panden
Beheer overige panden
Div. wettelijke aanpassingen (legionella, asbest etc)
Panden
Beheer overige panden
Brandveiligheidsvoorzieningen
Totaal Panden Grondbeleid
Bijdrage gemeentelijk aandeel FIP
Koers West
Grondbeleid
Bijdrage gemeentelijk aandeel FIP
Masterplan oude stad
Grondbeleid
Bijdrage gemeentelijk aandeel FIP
Visie Koers West
Totaal Grondbeleid Sport
(Multifunctionele) Sportaccommodaties
Verbeteren sportvelden en parken
Sport
(Multifunctionele) Sportaccommodaties
nieuw Zwembad-oost
Flexibele wijkaanpak
Incidentele projecten
Totaal Sport Wijkaanpak Totaal Wijkaanpak Openbare ruimte
Openbare verlichting
verlichting op doorgaande wegen en wijken
Openbare ruimte
Wegen en kunstwerken
onderhoud wegen, straten, pleinen
Totaal Openbare ruimte Recreatie en Spelen
Speelvoorzieningen
nieuwe speelplekken
Recreatie en Spelen
Speelvoorzieningen
Skatevoorziening Neerbosch Oost
Totaal Recreatie en Spelen Mobiliteit
Openbaar vervoer
Busbaan Fruitlaan
Mobiliteit
Openbaar vervoer
shortlist OV
Mobiliteit
Parkeren en regulering
Div. vervangingen parkeerapparatuur en verbeteringen
Mobiliteit
Verkeer
2e fase BBKAN
Mobiliteit
Verkeer
Mobiliteit
2006
2007
2008
2009
20.000
0
0
0
20.000
0
0
0
500.000
1.500.000
1.500.000
2.500.000
500.000
1.500.000
1.500.000
2.500.000
1.013.088
1.000.000
1.000.000
1.000.000
1.013.088
1.000.000
1.000.000
1.000.000
47.646
47.646
47.646
47.646
480.000
1.200.000
930.000
830.000
4.000.000
1.100.000
1.000.000
0
4.527.646
2.347.646
1.977.646
877.646
0
2.500.000
5.000.000
3.500.000
300.000
0
0
0
0
1.000.000
1.000.000
0
300.000
3.500.000
6.000.000
3.500.000
160.000
160.000
160.000
160.000
0
0
0
7.300.000
160.000
160.000
160.000
7.460.000
28.375
28.375
28.375
28.375
28.375
28.375
28.375
28.375
85.000
85.000
85.000
100.000
1.570.000
1.570.000
1.570.000
1.600.000
1.655.000
1.655.000
1.655.000
1.700.000
418.190
40.039
40.039
40.039
90.000
0
0
0
508.190
40.039
40.039
40.039
300.000
0
0
0
75.000
75.000
75.000
75.000
2.100.000
0
0
0
150.000
0
0
0
30 km zones
130.000
0
0
0
Verkeer
Black spots
390.000
390.000
390.000
400.000
Mobiliteit
Verkeer
Fiets
1.990.000
595.000
0
0
Mobiliteit
Verkeer
leefbaarheid: geluid/oversteekbaarheid
215.000
215.000
215.000
250.000
5.350.000
1.275.000
680.000
725.000
Totaal Mobiliteit
Stadsbegroting 2006 - 2009
Investeringsplan 2006 - 2009
Bijlage 1 Programma
Productgroep
Omschrijving investering
Leefomgevingskwaliteit
Bodem
Bodemsanering Noordoostkanaalhavens
Leefomgevingskwaliteit
Bodem
Vangnetgevallen
Totaal Leefomgevingskwaliteit
2006
2007
2008
2009
0
50.000
50.000
50.000
25.000
25.000
25.000
25.000
25.000
75.000
75.000
75.000
41.000
41.000
41.000
45.000
0
0
800.000
400.000 200.000
Groen en water
Groen, natuur en landschap
omvormen plantvakken
Groen en water
Groen, natuur en landschap
Park west noordelijk deel
Groen en water
Groen, natuur en landschap
Stedelijk groenplan
180.000
180.000
180.000
Groen en water
Groen, natuur en landschap
Valkhofpark/Hunnerpark
250.000
250.000
0
0
471.000
471.000
1.021.000
645.000
0
1.784.547
1.670.000
0
6.674
6.674
6.674
6.674
Totaal Groen en water Kunst en Cultuur
Culturele infrastructuur
Nieuwbouw Doornroosje
Kunst en Cultuur
Verankering: naar een grotere spreiding
Ondersteuning en versterking van amateurkunst
Kunst en Cultuur
Verbreding: naar eeen krachtiger fundament
Culturele broedplaatsen
Totaal Kunst en Cultuur Onderwijs
Huisvesting Onderwijs
Onderwijs
Huisvesting Onderwijs
0
840.336
0
0
6.674
2.631.557
1.676.674
6.674
Aanpassen schoolgebouwen
5.025.000
4.839.000
4.839.000
3.839.000
Onderhoud schoolgebouwen
731.000
731.000
731.000
731.000
5.756.000
5.570.000
5.570.000
4.570.000
26.693
26.693
26.693
26.693
26.693
26.693
26.693
26.693
113.050
113.050
113.050
50.000
113.050
113.050
113.050
50.000
1.800.000 1.800.000 22.260.716
3.950.000 3.950.000 24.343.360
2.500.000 2.500.000 24.023.477
2.500.000 2.500.000 25.704.427
Totaal Onderwijs Integraal Jeugdbeleid
Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid
Onderhoud en aanpassingen van jeugdaccommodaties
Totaal Integraal Jeugdbeleid Interne Producten Stadsbedrijven
Wijkcentra
Geluidbep. Maatr. Jongerenvoorzieningen
Totaal Interne Producten Stadsbedrijven Bedrijfsinvesteringen Totaal Bedrijfsinvesteringen Eindtotaal
Stadsbegroting 2006 - 2009
Bedrijfsinvesteringen
totaal bedrijfsinvesteringen
Rendabele investeringen 2006 - 2009
Bijlage 1 Programma
Productgroep
Omschrijving
2006
2007
2008
2009
4230 Panden
Overige panden
Rendabele inv. In panden niet beh.tot het Won.bedrijf
500.000
500.000
500.000
500.000
4230 Panden
Overige panden
Rendabele inv. In panden niet beh.tot het Won.bedrijf
-500.000
-500.000
-500.000
-500.000
6110 Mobiliteit
Parkeren
Aanleg parkeergarages
9.335.000
5.535.000
0
0
6110 Mobiliteit
Parkeren
Aanleg parkeergarages bijdrage
-9.335.000
-5.535.000
0
0
6240 Groen en water
Integraal waterbeheer Groot- en vervangingsonderhoud
2.050.000
2.800.000
3.525.000
4.275.000
6240 Groen en water
Integraal waterbeheer Bijdrage Waterplan Groot- en vervangingsonderhoud
-2.050.000
-2.800.000
-3.525.000
-4.275.000
6240 Groen en water
Integraal waterbeheer Stelselverbetering
2.075.000
1.975.000
2.300.000
2.650.000
6240 Groen en water
Integraal waterbeheer Bijdrage Waterplan Stelselverbetering
-2.075.000
-1.975.000
-2.300.000
-2.650.000
8410 Interne prod. Stadsbedrijven
Beheer woningen
Rendabele niet voorz. Onderh.wrk. Aan won.Won.bedrijf
250.000
250.000
250.000
100.000
8410 Interne prod. Stadsbedrijven
Beheer woningen
Rendabele niet voorz. Onderh.wrk. Aan won.Won.bedrijf
-250.000
-250.000
-250.000
-100.000
8410 Interne prod. Stadsbedrijven
Beheer woningen
Rendabele invest. In woningen Woningbedrijf
500.000
500.000
500.000
200.000
8410 Interne prod. Stadsbedrijven
Beheer woningen
Rendabele invest. In woningen Woningbedrijf
-500.000
-500.000
-500.000
-200.000
Stadsbegroting 2006 - 2009
Bijlage 2 Ontwikkeling algemene uitkering aantal
gewichten
2006
aantal
2007
aantal
2008
aantal
2009
161.372 161.372 34.646 20.849 7.101 27.910 20.201 6.837 0 (0) 1 2.169 18.046 13.240 4.579
131,01 0,66 217,19 80,33 26,68 86,42 347,02 1.319,06 0,00 0,00 114.613,09 3.847,73 107,89 287,31 146,06
21.141.000 106.000 7.525.000 1.675.000 189.000 2.412.000 7.010.000 9.018.000 0 0 115.000 8.347.000 1.947.000 3.804.000 669.000
162.966 162.966 34.988 21.054 7.101 27.910 20.201 6.837 0 0 1 2.169 18.046 13.240 4.579
21.350.000 107.000 7.599.000 1.691.000 189.000 2.412.000 7.010.000 9.018.000 0 0 115.000 8.347.000 1.947.000 3.804.000 669.000
165.844 165.844 35.606 21.426 7.101 27.910 20.201 6.837 0 0 1 2.169 18.046 13.240 4.579
21.727.000 109.000 7.733.000 1.721.000 189.000 2.412.000 7.010.000 9.018.000 0 0 115.000 8.347.000 1.947.000 3.804.000 669.000
168.574 168.574 36.192 21.779 7.101 27.910 20.201 6.837 0 0 1 2.169 18.046 13.240 4.579
22.085.000 111.000 7.861.000 1.749.000 189.000 2.412.000 7.010.000 9.018.000 0 0 115.000 8.347.000 1.947.000 3.804.000 669.000
50,85 17,74 0,00 0,00 0,00 313,87 401,40 0,00 221,81 169,95
9.537.000 5.968.000 0 0 0 1.442.000 4.176.000 0 137.000 135.000
187.550 336.340 0 0 0 4.595 10.403 0 616 792
9.537.000 5.968.000 0 0 0 1.442.000 4.176.000 0 137.000 135.000
187.550 336.340 0 0 0 4.595 10.403 0 616 792
9.537.000 5.968.000 0 0 0 1.442.000 4.176.000 0 137.000 135.000
187.550 336.340 0 0 0 4.595 10.403 0 616 792
9.537.000 5.968.000 0 0 0 1.442.000 4.176.000 0 137.000 135.000
34,57 22,20 31,86 591,89 3.210,59 1.510,87 177,93 30,87 6.770,99 31,83 87,37 18.234.822,04 11.387.676,81 56,40 7,50 3,75 13.209,44 13.220,05 103,63
186.000 119.000 13.000 402.000 1.952.000 108.000 13.717.000 2.380.000 135.000 515.000 1.252.000 224.000 182.000 9.744.000 10.000 142.000 53.000 53.000 628.000
5.374 5.374 399 679 608 72 77.891 77.891 20 16.196 14.335 1,23% 1,60% 2.241 1.393 38.000 4 4 6.060
186.000 119.000 13.000 402.000 1.952.000 108.000 13.859.000 2.405.000 135.000 515.000 1.252.000 224.000 182.000 9.845.000 10.000 142.000 53.000 53.000 628.000
5.374 5.374 399 679 608 72 79.330 79.330 20 16.196 14.335 1,23% 1,60% 2.241 1.393 38.000 4 4 6.060
186.000 119.000 13.000 402.000 1.952.000 108.000 14.115.000 2.449.000 135.000 515.000 1.252.000 224.000 182.000 10.027.000 10.000 142.000 53.000 53.000 628.000
5.374 5.374 399 679 608 72 80.695 80.695 20 16.196 14.335 1,23% 1,60% 2.241 1.393 38.000 4 4 6.060
186.000 119.000 13.000 402.000 1.952.000 108.000 14.358.000 2.491.000 135.000 515.000 1.252.000 224.000 182.000 10.199.000 10.000 142.000 53.000 53.000 628.000
215.680,69
216.000 117.384.000 152.364.000 135.000 49.000 152.548.000 -10.099.000 0 -2.947.000 -2.375.000 137.127.000 30.000 535.000 -224.000 1.500.000 PM 8.227.194 2.029.663 149.224.857
215.681
216.000 117.952.000 159.235.000 75.000 32.000 159.342.000 -10.245.000 0 -2.977.000 -2.399.000 143.721.000 30.000 446.000 -4.224.000 600.000 PM 6.963.569 1.014.679 148.551.248
215.681
216.000 118.977.000 164.783.000 0 26.000 164.809.000 -10.501.000 0 -3.030.000 -2.442.000 148.836.000 29.000 357.000 -7.989.000 600.000 PM 6.450.037 0 148.283.037
215.681
216.000 119.950.000 169.849.000 0 21.000 169.870.000 -10.750.000 0 -3.065.000 -2.470.000 153.585.000 29.000 268.000 -12.000.000 600.000 PM 5.936.504 0 148.418.504
Sociaal 2 3 4 5
Inwoners Inwoners bfnk Jongeren < 20 jaar Ouderen 65+ Ouderen 75-85 jaar Lage inkomens 65Huishouden met laag inkomen (drempel) Bijstandsontvangers Uitvoeringskosten Sociale dienst Schaalfactor Sociale dienst ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel Uitkeringontvangers Minderheden Eenouderhuishouden
7 8 9 10
11 12
Centrum functie 13 14 15a 15b 15c
15d 15e 15f
Klanten potentieel lokaal Klanten potentieel regionaal Leerlingen S.O./ V.S.O. Leerlingen S.O./ V.S.O.duur Leerlingen V.O. Leerlingen (V)SO ( nieuwe maatstaf) Leerlingen VO (nieuwe maatstaf) Extra leerlingen streekscholen Extra groei leerlingen V.O. Extra groei jongeren
187.550 336.340 0 0 0 4.595 10.403 0 616 792
Infrastructuur 16 18 19 21 22 23 24 25 27 29 30 31a 31b 32 34 35 36 37 38
land Land bodemfactor gemeente binnenwater Oppervlakte bebouwing Opp bebouwing in woonkernen* bodemfactor Opp bebouwing buitengebied* bodemfactor Woonruimten Woonruimten* Bodemfactor Historische kern Bewoonde oorden 1930 Historische woningen in bewoonde oorden ISV (a) stadsvernieuwing ISV (b) herstructurering Omgevingsadressendichtheid Oeverlengte * Bodemfactor gemeente Oeverlengte * Bodemf. Gem.*dichtheid Kernen Kernen *Bodemfactor buitengebied Bedrijfsvestigingen
5.374 5.374 399 679 608 72 77.094 77.094 20 16.196 14.335 1,230% 1,602% 2.241 1.393 38.000 4 4 6.060
Algemeen 39
Vast bedrag
1
Totaal uitgaven 52 51
Punten utkerings factor Verfijning monumenten Verfijning Rioleringen
1,2980 134.608 49.008
Subtotaal uitgavenijkingen 1a 1b
O.Z.B. woning O.Z.B. niet-woning O.Z.B. niet woningen eigenaar O.Z.B., niet-woningen gebruiker
Subtotaal Algemene Uitkering. Integratieuitkering W.U.W Correctiebedrag VHROSV 36 Stelpost Accres Ramen vrijval behoedzaamheidsreserve Stelpost uitname BCF Suppletieregeling afschaffing OZB woningen gebruiker Suppletieregeling aanpassing verdeelstelsel (bijl. 5)
Totaal Algemene Uitkering.
12.998.941 3.462.454 3.462.454 3.462.454
1,3500 74.874 32.218 13.186.683 3.497.544 3.497.544 3.497.544
1,385 26.319 13.516.275 3.559.407 3.559.407 3.559.407
1,416 20.874 13.837.740 3.600.337 3.600.337 3.600.337
Bijlage 3 Overzicht woonlasten
2005
2006
Tarieven woningen per 2500 euro: OZB-E (eigenaar) 4,48 OZB-G (gebruiker) 3,58 Rioolrecht eigenaar 75,65 Afvalstoffenheffing: A Groene zakken 1pershh 19,25 B Groene zakken 2pershh 38,50 C Groene zakken >2pershh 57,75
Tarieven niet-woningen per 2500 euro: OZB-E (eigenaar) 10,17 OZB-G (gebruiker) 8,15 Rioolrecht eigenaar 151,30
WONINGEN WOZ-waarde 1pershh 125.000 200.000 2pershh 150.000 250.000 >2pershh 200.000 300.000 500.000
8,29 6,68 2,28
WONINGEN woonlasten in 2005 eig en gebr alleen gebr
OZB-E
OZB-G
RIO-E
AFV
223,77 358,02
179,12 286,60
75,65 75,65
19,25 19,25
497,79 739,52
198,37 305,85
268,52 447,53
214,95 358,25
75,65 75,65
38,50 38,50
597,62 919,93
253,45 396,75
358,02 537,04 895,06
286,60 429,89 716,49
75,65 75,65 75,65
57,75 57,75 57,75
778,02 1.100,33 1.744,95
344,35 487,64 774,24
NIET-WONINGEN
WOZ-waarde 300.000 750.000 5.000.000
Tarieven woningen per 2500 euro: Tarieven niet-woningen per 2500 euro: OZB-E (eigenaar) 4,56 OZB-E (eigenaar) OZB-G (gebruiker) 0 OZB-G (gebruiker) Rioolrecht eigenaar per 2500 euro 2,28 Rioolrecht eigenaar per 2500 euro Afvalstoffenheffing: 1pershh 19,25 (groene zakken) plus 54,89 (aanslag) 2pershh 38,50 (groene zakken) 61,75 (aanslag) >2pershh 57,75 (groene zakken) 68,61 (aanslag)
OZB-E 1pershh 228,00 364,80 2pershh 273,60 456,00 >2pershh 364,80 547,20 912,00
eig en gebr
woonlasten in 2006 in % alleen gebr
OZB-G
RIO-E
AFV
verschil
verschil
in %
0,00 0,00
114,00 182,40
74,14 74,14
416,14 621,34
-81,65 -118,18
-16,4% -16,0%
74,14 74,14
-124,23 -231,71
-62,6% -75,8%
0,00 0,00
136,80 228,00
100,25 100,25
510,65 784,25
-86,97 -135,68
-14,6% -14,7%
100,25 100,25
-153,20 -296,50
-60,4% -74,7%
0,00 0,00 0,00
182,40 273,60 456,00
126,36 126,36 126,36
673,56 947,16 1494,36
-104,46 -153,17 -250,59
-13,4% -13,9% -14,4%
126,36 126,36 126,36
-217,99 -361,28 -647,88
-63,3% -74,1% -83,7%
NIET-WONINGEN
OZB-E
OZB-G
RIO-E
1.220,90 3.052,25 20.348,32
977,51 2.443,78 16.291,89
151,30 151,30 151,30
zakelijke lasten in 2004 eig en gebr alleen gebr 2.349,71 5.647,33 36.791,51
977,51 2.443,78 16.291,89
OZB-E
OZB-G
RIO-E
eig en gebr
994,80 2.487,00 16.580,00
801,60 2.004,00 13.360,00
273,60 684,00 912,00
2.070,00 5.175,00 30.852,00
verschil
zakelijke lasten in 2005 in % alleen gebr
-279,71 -472,33 -5939,51
Uitgangspunten van deze berekening: Gehanteerde waarde-eenheid zowel in 2005 als in 2006 2500 euro Effect dekkingsplan is + 1,5 miljoen euro opbrengst OZB ivm verhoging OZBE van woningen naar wettelijk maximum, en + 1,5 miljoen euro Afvalstoffenheffing Tarief OZB woningeigenaren in 2006 is tarief 2005 plus 2%, en komt daarmee op wettelijk maximum Tarief OZB niet-woningen (e+g) in 2006 is tarief 2005 minus 18%, en komt daarmee op wettelijk maximum Opbrengst rioolrecht 2006 komt op kostendekkend niveau, opbrengst conform uitgangspunten GRP 2005-2005 Tarief Rioolrecht 2006 is gebaseerd op WOZ-waarde als heffingsgrondslag, met een aftopping bij een waarde van 1 miljoen euro. Opbrengst afvalstoffenheffing 2006 is 2,7 miljoen euro (opbrengst zakken) + 4 miljoen euro (aanslagen afvalstoffenheffing)
-11,9% -8,4% -16,1%
801,60 2.004,00 13.360,00
verschil -175,91 -439,78 -2931,89
in % -18,0% -18,0% -18,0%
Bijlage 4 Lasten en baten planexploitaties lasten
2005
2006
2007
2008
2009
Woningbouw
6.105.758
1.286.548
1.640.707
3.067.271
1.883.504
Stadscentrum
1.202.358
2.303.131
879.137
141.675
628.713
Waalsprong
29.482.178
39.546.047
39.238.825
40.179.252
36.142.231
Stedelijke ontwikkeling
20.220.784
7.359.350
5.237.972
1.148.220
419.813
Bedrijvigheid
2.432.555
2.590.404
808.835
1.423.069
4.891.673
Herstructurering
1.850.674
3.822.461
5.693.512
3.366.172
5.175.643
30.193.412
21.808.179
23.262.769
55.330.846
98.407.275
91.487.719
78.716.120
76.761.757
104.656.505
147.548.852
2005
2006
2007
2008
2009
3.554.554
449.630
108.400
11.547.169
4.432.878
Koers West Totaal lasten
baten Woningbouw Stadscentrum
0
5.382.645
1.619.210
0
344.000
Waalsprong
37.996.146
13.194.577
16.030.098
23.747.151
39.266.198
Stedelijke ontwikkeling
12.243.197
6.347.729
12.376.730
7.025.000
0
Bedrijvigheid
5.823.903
399.514
3.712.500
3.562.500
3.847.251
Herstructurering Koers West Totaal baten
mutatie onderhandenwerk
70.000
0
1.675.000
11.207.647
2.207.353
4.512.032
15.404.628
36.883.864
67.400.000
115.979.446
64.199.832
41.178.723
72.405.802
124.489.467
166.077.126
2005
2006
2007
2008
2009
Woningbouw
2.551.204
836.918
1.532.307
-8.479.898
-2.549.374
Stadscentrum
1.202.358
-3.079.514
-740.073
141.675
284.713
Waalsprong
-8.513.968
23.208.727
16.432.101
-3.123.967
Stedelijke ontwikkeling
7.977.587
-7.138.758
-5.876.780
419.813
Bedrijvigheid
-3.391.348
26.351.470
-2.903.665
-2.139.431
1.044.422
1.780.674
1.011.621
4.018.512
-7.841.475
2.968.290
25.681.380
6.403.551
-13.621.095
-12.069.154
-17.572.171
27.287.887
37.537.397
4.355.955
-19.832.962
-18.528.274
Herstructurering Koers West Totale mutatie
BIJLAGE 5
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN Bedragen * € 1.000,-
Naam reserve/voorziening
Dir.
Opm. Saldo 1-jan 2
ALGEMENE RESERVES 1. Saldireserve 2. Reserve NUON 3. Herbelegging reserve NUON
CON CON
16.166 58.154
-206
Verminderingen 4
9.403
Saldo ultimo 5 25.363 58.154
Balans mutaties
2006 Vermeer- Verminderingen deringen 6 7 2.152
350 1.535
1.535
Totaal algemene reserves BESTEMMINGSRESERVES 01. Algemene bedrijfsreserve woningen 02. ABR woonwagencentra 03. Algemene bedrijfsreserve ontwikkelbedrijf 04. Reserve Strategische Investeringen 05. Reserve Waalsprong 06. 1%-regeling Beeldende Kunst 07. Res.vijfjaarlijkse afr. GVO 84-88 09. Res. andere voorzieningen BAO 10. Res. Pr. onderh.bruikleengeb.BAO/SO 11. Reserve Onderwijshuisvesting 12. Reserve bijdrage aanp. won. gehandicap. 13. Reserve milieu up 14. Reserve herstructurering 15. Reserve bws egalisatiefonds 16. Reserve bomen 17. Reserve bedrijfsomgevingsbeleid 18. Reserve goffertpark 19. Reserve inzake Fidogelden 20. Reserve projectencentrum 21. Verbeter. toegank. openb. geb. en ruimte 22. Reserve bijzondere kosten noodwon. 23. Egalisatierekening BWS-subsidies 24. Egalisatierekening woonw.centra 25. Reserve WWB inkomensdeel 26. Reserve BTW Compensatiefonds 27. Reserve GSB 28. Reserve Raadscommissies 29. Reserve CAO gelden DSB 30. Reserve CAO gelden DGG 31. Reserve CAO gelden DBO 32. Reserve verkiezingen 33. Reserve ISV 34. Reserve ISV knelp.budget woonwagens 35. Reserve GSO 36. Reserve GOA 37. Reserve Brandveiligheidseisen 38. Reserve Stadsbrug 39. Reserve Afschrijvingen 40. Reserve Agenda voor de toekomst
2005 Resultaat- Vermeerbestem. deringen 2004 3
74.320
DSB DSB DWS CON CON DIW DIW DIW DIW DIW DGG DGG DGG DGG DGG DGG DGG DIW DGG DGG DSB DSB DSB DIW CON DWS DBO DSB DGG DBO DIW DWS DWS DWS DIW DSB DWS DSB DIW
Totaal bestemmingsreserves Totaal reserves
1. Voorstel om te laten vervallen bij jaarrekening 2005 2. Bestedingsvoorstel is in voorbereiding
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1
2 2
1 2
3.942 177 12.145 400 250 636 63 22 58 1.800 187 189 235 1.735 64 41 79 305 120 460 494 94 264 7.939 9.550 691 225 603 98 381 51 841 38 332 1.152 2.300 10.720 1.246
-206
9.403
229 27 10.056 1.016
1.947 140
43
726
3.825
1.177
500
94 27 4.764 3.000 603
92 48 40 40 73
332 190
1.310
Saldo ultimo 8
Vermeerderingen 9
27.165 56.619 1.535
2.869
2007 Verminderingen 10 350 1.673
1.673
Saldo ultimo 11
Vermeerderingen 12
29.684 54.946 3.208
2.869
2008 Verminderingen 13
1.823 1.823
Saldo ultimo 14
Vermeerderingen 15
32.553 53.123 5.031
2.869
2009 Verminderingen 16
Saldo ultimo 17
1.988
35.422 51.135 7.019
1.988
83.517
3.687
1.885
85.319
4.542
2.023
87.838
4.692
1.823
90.707
4.857
1.988
93.576
3.713 204 22.201 400 -766 636 63 22 58 3.747 187 286 235 1.735 64 41 79 305 120 460 494 0 237 7.726 6.550 1.766 225 603 98 289 3 801 78 0 1.036 2.300 10.720 1.246 1.310
-9
328
3.376 204 23.738 400 -166 636 63 22 58 3.747 187 382 235 1.735 64 41 79 305 120 460 494 0 211 5.352 3.878 2.160 225 603 98 289 -45 801 78 0 69 2.300 10.720 1.246 1.310
-110
328
2.937 204 26.256 400 565 636 63 22 58 3.747 187 478 235 1.735 64 41 79 305 120 460 494 0 184 4.556 1.861 1.657 225 603 98 289 -93 801 78 0 64 2.300 10.720 1.246 1.310
-223
328
2.386 204 28.162 400 2.106 636 63 22 58 3.747 187 575 235 1.735 64 41 79 305 120 460 494 0 157 3.760 407 1.155 225 603 98 289 -141 801 78 0 59 2.300 10.720 1.246 1.310
-223
328
1.835 204 29.174 400 4.798 636 63 22 58 3.747 187 671 235 1.735 64 41 79 305 120 460 494 0 131 2.964 -831 652 225 603 98 289 -189 801 78 0 54 2.300 10.720 1.246 1.310
1.536 899
298
140
43
3.825 395 897
27 6.200 3.067 503
48
43
1.009
2.519 1.029
298
140
43
3.825 701
27 4.621 2.717 503
48
5
1.905 1.840
298
140
43
3.825 913
27 4.621 2.367 503
48
5
1.012 2.990
298
140
43
3.825 1.128
27 4.621 2.367 503
48
5
59.926
5.160
14.661
10.478
69.269
7.725
11.523
65.471
8.103
8.590
64.984
8.400
8.240
65.144
8.872
8.240
65.776
134.246
4.954
24.064
10.478
152.786
11.411
13.408
150.790
12.645
10.613
152.822
13.092
10.063
155.850
13.728
10.227
159.351
BIJLAGE 5
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN Bedragen * € 1.000,-
Naam reserve/voorziening
Dir.
Opm. Saldo 1-jan 2
VOORZIENINGEN 01. Risico Voorziening Triavium 05. Voorziening Gobelins 06. Voorz. IZA verpl.voormalig slachth. 09. Voorziening Inburgering 10. Voorziening ouderenbeleid 11. Voorziening onderwijs en minderheden 13. Voorz. achterstallig onderhoud ACC 14. Sociaal voorzieningenfonds 15. Onderhoudsvoorziening woningen 16. Onderhoudsfonds woonwagencentra 17. Onderhoudsvoorziening panden 18. Voorz. ter dekk. tekort Draaiomterrein 20. Voorziening tekort Waalsprong 21. Voorziening tekort Brabantsepoort 22. Voorziening spoorzone 23. Voorziening tek.part.exploitatie 24. Voorz. Weurtseweg lok. v.d. Heyden 25. Voorziening MTC 27. Fonds Stadsbrug 29. Voorziening ISV 30. Voorziening herstruc. woonwagencentrum 31. Voorziening GSO 32. Voorziening WWB werkdeel 33. Voorziening inz.afkoopsom Gew. Limburg 34. Voorziening ID-spaartegoed 35. Pensioeninhouding wethouders 36. Voorziening riolering dienst stadsontw. 37. Fonds milieu-maatreg.riolering (GRP) 38. Risicofonds GKB 39. Voorziening spaarverlof 40. Voorziening Waterplan 41. Voorziening stedelijke vernieuwing 42. Voorziening schoolzwemmen 43. Voorziening stimuleringsregeling vangnet 44. Voorziening archief in Zicht 45. Voorziening GSB 46. Voorziening Agenda van de Toekomst 47. Vrz. bonusregeling kinderopvang en bso 48. Voorziening GRP oud 49. Voorziening GRP nieuw 50. Voorziening Margriet
DSB DSB DBO DIW DIW DIW DSB DSB DSB DSB DSB DWS DWS DWS DWS DWS DWS DWS DWS DWS DWS DWS DIW DIW DIW DBO DGG DGG DIW CON DGG DGG DIW DIW DIW DWS DIW DIW DGG DGG DWS
2
1
2 2
2 2
2 2
1 2 2
251 46 3 2.173 17 450 9 55 102 63 2.641 141 8.266 6.151 4.561
Verminderingen 4
91 16 1
40
8 455 366 275
877 1.057 87.815 5.631 1.007 754 10.791 25 80 39 491 9.158 191 403 736 3.284 107 60 20 560 3.753 814
1.909 1.409 824
70 1 2.561 150 224 4.836
1.057 12.489 5.860
3.166
613 2.127
351
723 1.554
496 17
111
Saldo ultimo 5
Balans mutaties
342 62 2 2.173 17 410 9 55 32 62 79 -2 8.721 6.293
877 0 77.235 1.180 1.832 754 7.624 25 80 39 382 9.731 191 403 591 3.266 107 60 20 671 3.753 814
52 152.579
Totaal Reserves en voorzieningen
286.825
4.954
2006 Vermeer- Verminderingen deringen 6 7 66 16 1
8 784
19
480 346
1.666
17.328
1.871
Saldo ultimo 8 408 78 1 2.173 17 410 9 55 40 62 844 -2 9.201 6.639
877 0 61.573 1.180 1.832 754 5.754 25 80 39
Vermeerderingen 9
2007 Verminderingen 10
66 16 1
27 12 223 506 365
834
7.005
23.577
886
Saldo ultimo 11 474 95 0 2.173 17 410 9 55 67 74 1.067 -2 9.707 0
877 0 38.829 1.180 1.832 754 6.640 25 80 39
Vermeerderingen 12
2008 Verminderingen 13
66 16 1
132 16 945 534
28
36.887
960
Saldo ultimo 14 541 111 -1 2.173 17 410 9 55 -65 90 2.012 -2 10.241 0
877 0 1.969 1.180 1.832 754 7.600 25 80 39
Vermeerderingen 15
2009 Verminderingen 16
66 16 1
30 32 689 563
2
1.221
960
Saldo ultimo 17 607 128 -2 2.173 17 410 9 55 -95 122 2.701 -2 10.804 0
877 0 750 1.180 1.832 754 8.560 25 80 39
-382 -9.731 191 403
191 403
191 403
191 403
-591 17
10.704
Totaal voorzieningen
1. Voorstel om te laten vervallen bij jaarrekening 2005 2. Bestedingsvoorstel is in voorbereiding
2005 Resultaat- Vermeerbestem. deringen 2004 3
52
2.994 3.669 3
3.700
3.249 107 60 20 671 3.753 814 9.998 3.669 55
17
2.994 6.125 3
3.900
3.232 107 60 20 671 3.753 814 9.092 9.794 58
17
2.987 7.877 3
4.000 61
3.215 107 60 20 671 3.753 814 8.079 17.671 0
17
2.987 9.640
4.010
3.197 107 60 20 671 3.753 814 7.056 27.311 0
8.608
33.247
127.940
0
10.033
22.937
115.037
12.058
34.500
92.595
13.432
41.099
64.928
14.956
5.279
74.605
32.672
43.725
280.726
0
21.445
36.344
265.827
24.703
45.113
245.416
26.524
51.162
220.778
28.685
15.507
233.956
TOELICHTING OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN Inleiding De gepresenteerde overzichten van reserves en voorzieningen en de geraamde mutaties erop in de periode 2005-2009 zijn gebaseerd op de indeling in de jaarrekening 2004. De daar opgenomen indeling is mede op grond van de BBV-voorschriften gebaseerd. Voor de belangrijkste reserves en voorzieningen en met name de mutaties erop is hieronder een toelichting opgenomen. In zijn algemeenheid wordt verder voor een nadere toelichting op de verschillende reserves en voorzieningen ook verwezen naar de jaarrekening 2004. In de overzichten is nog geen rekening gehouden met het raadsbesluit op het rapport van de rekenkamer over de jaarstukken 2004, dat een aantal reserves niet is ingesteld. De reserves en voorzieningen die opgenomen zijn in de jaarrekening zullen per ultimo 2005 opnieuw beoordeeld worden. Hiervoor zullen op basis van een nieuwe beleidsnota reserves en voorzieningen voorstellen gedaan worden. Daarbij zullen ook een aantal hier al geraamde wijzigingen meegenomen worden. De eventuele financiële consequenties van besluiten tot wijzigingen in de reserves en voorzieningen door de raad kunnen vervolgens door begrotingswijziging verwerkt worden. De opgenomen bedragen sluiten aan op de administratie die voor begroting 2006-2009 is opgezet. Een aantal voorziene mutaties op deze cijfers is of kon nog niet worden doorgevoerd. Deze zijn daarom in de onderstaande toelichtingen opgenomen, en zullen nog door middel van begrotingswijziging aan u voorgelegd worden. Op een aantal reserves wordt op rekeningsbasis inflatiecorrectie toegevoegd. Ook deze zijn nog niet verwerkt. Uitsluitend de rente-uitkering over reserves aan de saldireserve en de renteuitkering aan de ABR-Ontwikkelingsbedrijf zijn in de mutaties verwerkt. Toelichting Algemene Reserves 1. Saldireserve Vermeerderingen bestaan uit toevoeging rente over reserves (2005: 3 % en 2006 en verder: 4 %) en in 2005 de toevoeging van € 7,5 miljoen uit de opbrengst verkopen woningen. De onttrekkingen zijn conform de Perspectiefnota 2006 ten behoeve van dekking minimabeleid geraamd. 2 en 3. ‘NUON’ reserves Tegenover de reserve NUON staat een even grote lening aan NUON. Doordat NUON de lening vanaf 2005 in 18 jaar aflost neemt ook de reserve af. De aflossingen worden in een nieuwe reserve gestort waardoor in totaal de oorspronkelijke omvang van de reserve NUON als algemene reserve blijft bestaan. Toevoeging van de aflossing aan de saldireserve kan eveneens overwogen worden. Instelling van de ‘reserve herbelegging NUON’ of toevoeging aan de saldireserve zal uiterlijk bij de jaarrekening 2005 voorgesteld worden. Toelichting Bestemmingsreserves 1. ABR Woningen De verkoop/opheffing van het woningbedrijf is nog niet in de (exploitatie)begroting 2006 doorgevoerd. Eliminatie ervan door middel van begrotingswijziging zal budgettair neutraal verlopen. In samenhang daarmee is ook de voorziene vrijval van de ABR Woningen nog niet doorgevoerd. De geraamde mutaties in de reserve zullen dan eveneens vervallen. Van de reserve blijft € 0,2 miljoen staan ten behoeve van de resterende panden. Conform de Perspectiefnota 2006 is de vrijval van de ABR samen met de boekwinsten bestemd voor
toevoeging aan de Saldireserve en de ABR Ontwikkelbedrijf, en voor vervroegde afschrijving van activa waardoor kapitaallasten vrijvallen waarmee een ingeplande bezuiniging op het woningbedrijf wordt gerealiseerd. (Om aan te sluiten bij de cijfers in de weerstandsparagraaf zijn de beide toevoegingen van € 7,5 miljoen aan de Saldireserve en de ABR Ontwikkelingsbedrijf wél in het reserveoverzicht zijn verwerkt)
3. ABR Ontwikkelingsbedrijf De geraamde ontwikkeling van de reserve is conform de Voortgangsrapportage Grote Pojecten (VGP) bij de Stadsbegroting 2006-2009. In 2005 is in de toevoegingen € 7,5 miljoen uit de opbrengst van verkopen van woningen verwerkt. 4. Reserve Strategische investeringen Het saldo is bij de jaarrekening 2004 onvolledig overgeboekt naar de reserve Stadsbrug. Bij de jaarrekening 2005 (of eerder) kan in relatie tot het nieuwe beleid rond reserves een besluit over eventuele toevoeging aan een andere reserve worden genomen. 5. Reserve Waalsprong In de begroting is het raadsbesluit van april 2005 over de planning en financiering van de voorzieningen in de Waalsprong en de effecten ervan in de Perspectiefnota 2006 uitsluitend op stelpostniveau verwerkt. Structurele doorwerking in de directiebudgetten is in de begrotingswijziging bij de zomernota 2005 voorzien, en zal voor het saldo van de Stadsbegroting budgettair neutraal verlopen. Effecten van deze begrotingswijziging op deze reserve zullen als volgt zijn: - toevoeging 2005 van € 9 miljoen uit de schade-uitkering voor de aanpassing van de Waalsprong; - de geraamde toevoegingen vervallen en in plaats daavan vinden onttrekkingen plaats van 2006-2009 oplopend van rond € 0,7 tot € 2,3 miljoen, die zullen resulteren in een uiteindelijk saldo in 2009 van rond €3,5 miljoen. 7., 9. en 10. Reserves onderwijs Hierop zijn geen onttrekkingen meer geprogrammeerd. Toevoeging ervan aan de Reserve Onderwijshuisvesting of de saldireserve zal betrokken worden bij de opstelling van de nieuwe beleidsnota Reserves en Voorzieningen . 11. Reserve onderwijshuisvesting De onttrekkingen ten behoeve van het onderwijshuisvestingsplan (€2,5 miljoen) en de herbouw van twee scholen uit brandschade-uitkeringen zijn nog niet geprogrammeerd. Omdat de reserve voor deze onttrekkingen is gevormd, zal de reserve door deze onttrekkingen uiteindelijk weer op nul lopen. 25. Reserve WWB-inkomensdeel De mutaties zijn opgenomen op basis van exploitatieramingen die volgen uit het ‘Bestedingsvoorstel WWB 2005’. Daarnaast is in 2005 en 2006 nog rekening gehouden met onttrekking van resp. € 2,8 en € 2,6 miljoen ter afdekking van de niet overgenomen bezuiniging door het rijk op minimabeleid. In december 2005 zal een bestedingsvoorstel WWB 2006-2009 (op basis van nieuwe circulaires) met begrotingswijziging voorgelegd worden, waarmee de hier aangegeven mutaties herzien zullen worden. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat ook dan de reserve nog positief zal blijven (zie ook de Weerstandsparagraaf in de Stadsbegroting, pag. 270).
26. Reserve BTW-Compensatiefonds De toevoegingen betreffen het BTW-deel in het kostendekkende rioolrecht (zie hoofdstuk Financiële Positie, pag. 295/296 in de Stadsbegroting). De onttrekkingen zijn conform het voorstel en ramingen in de begroting 2005-2008, waarin de reserve middels een jaarlijks aflopende onttrekking geheel tot uitkering zou komen. Daarnaast zijn in de begroting 2006-2009 jaarlijkse onttrekkingen van rond € 420.000 geraamd als dekking voor tekorten op MOPIII. De dekking hiervan zal ontstaan uit investeringssubsidies die nog inclusief BTW worden ontvangen, maar waar de BTW op de investering wordt terugontvangen. Gerekend wordt met een op deze wijze te realiseren extra voeding van de reserve met € 2 miljoen. Deze is nog niet opgenomen in de mutaties op de reserve. Hiervoor zal voor het eerst bij de jaarrekening 2005 een nader te bepalen dotatie optreden. Bij realisatie van deze toevoeging zal de reserve niet negatief worden. 27. Reserve GSB Conform besluit op MOP-III wordt € 2,5 miljoen onderuitputting op MOP-II als dekking ingezet. Deze dekking ontstaat uit de hier geboekte resultaatbestemming van € 1,2 miljoen, toevoeging van € 0,3 miljoen reserve GSO (nr.35), € 0,9 miljoen reserve GOA (nr. 36) die eind 2006 vrij kan vallen en €0,2 aan overige onderuitputting. Voor 2005 tot en met 2009 staat jaarlijks rond € 0,5 miljoen aan uitgaven in MOP-III geprogrammeerd (totaal dus €2,5 miljoen). 28. Reserve raadscommissies Van het oorspronkelijke budget van € 400.000 om voorstellen te dekken waarvoor binnen de begroting geen ruimte is, resteert nog € 225.000. De reserve wordt gemuteerd op basis van besluiten gedurende het jaar. 29., 30. en 31. Reserves CAO-gelden Het betreft niet-bestede budgetten voor arbeidsvoorwaarden. In overeenstemming met afspraken met de bonden worden de niet-bestede gelden steeds weer meegenomen in nieuwe onderhandelingen. De reserve wordt gemuteerd op basis van besluiten gedurende het jaar. 32. Reserve Verkiezingen. Doordat de kosten van de onvoorziene verkiezingen na het 1-e kabinet Balkenende ten laste van de egalisatiereserve zijn gebracht, is de reserve nagenoeg uitgeput en heeft in deze omvang geen egalisatiefunctie meer. Zoals ook al gemeld in het onderzoek van de Rekenkamer op de jaarstukken 2004, is het de bedoeling de reserve op te heffen. Naar verwachting zal de geraamde onttrekking in 2005 niet plaats hoeven te vinden. Daardoor zou in 2006 nog voldoende ruimte zijn voor de geraamde onttrekking in verband met de gemeenteraadsraadsverkiezingen, die dan plaatsvinden. Vanaf 2007 ontstaat dan een budgettair probleem omdat de geraamde onttrekking uit de reserve in jaren dat er een verkiezing is, niet meer mogelijk is. Hiervoor zal uiterlijk bij de Perspectiefnota 2007 een voorstel worden gedaan. 33.Reserve ISV De vermindering van € 40.000 betreft een correctie als toevoeging aan de reserve herstructurering woonwagens (nr. 34). Het restant wordt confrom raadsbesluit september 2005 toegevoegd aan de planexploitatie Centrale zone Hatert. Deze wijziging is nog niet in de begrotingsadministratie doorgevoerd, waardoor de stand tot 2009 nog ongemuteerd is opgenomen.
35. Reserve GSO De reserve wordt toegevoegd aan de reserve GSB (nr. 27), en de reserve kan vervolgens vervallen bij de jaarrekening 2005. 36. Reserve GOA De GOA-regeling loopt eind 2006 af. Dat is nog niet in de begroting verwerkt. In de onttrekking in 2006 is verwerkt dat de uiteindelijk te verwachten onderuitputting van €897.000 toegevoegd wordt aan de GSB-reserve (zie ook onder nr. 27) conform raadsbesluit op MOP III. De mutaties na 2006 zullen dan vervallen. 37. Reserve Brandveiligheidseisen Uit deze reserve zullen kapitaallasten van een aantal investeringen in gebouwen afgedekt worden die conform BBV-voorschriften niet (zoals eerder bedoeld) ineens mogen worden afgeschreven. De kapitaallasten zijn in de begroting nog netto opgenomen, de verrekening met een bijdrage uit de reserve moet nog via begrotingswijziging verwerkt worden. 38. Reserve Stadsbrug In de begroting 2004 is voorgesteld de reserve Strategische Investeringen geheel in te zetten voor de nieuwe stadsbrug. De reserve is nu opgenomen als reserve van het Ontwikkelingsbedrijf, en zal t.z.t. ingezet worden ter afdekking van investeringen in relatie tot de stadsbrug. De concrete onttrekkingen liggen nog buiten het meerjarenperspectief.
39. Reserve Afschrijvingen Uit deze reserve zullen kapitaallasten van een aantal investeringen in gebouwen afgedekt worden die conform BBV-voorschriften niet (zoals eerder bedoeld) ineens mogen worden afgeschreven. De kapitaallasten zijn in de begroting nog netto opgenomen, de verrekening met een bijdrage uit de reserve moet nog via begrotingswijziging verwerkt worden. 40. Reserve agenda voor de toekomst De reserve is gevormd ter afdekking van een risico op al opgestarte trajecten. Concrete onttrekking is afhankelijk van het optreden van het risico.
Toelichting Voorzieningen 9. Voorziening Inburgering Het betreft bedragen met een bestedingsverplichting, waarvoor deels nog voorstellen gedaan zullen worden, en deels bedragen die mogelijk terugbetaald moeten worden. 15. Onderhoudsvoorziening woningen De voorziening is gebaseerd op een 10- jaars gemiddelde, en nog opgenomen op grond van de bestaande ramingen. De verkoop/opheffing van het woningbedrijf is nog niet in de (exploitatie)begroting 2006 doorgevoerd. Eliminatie ervan middels begrotingswijziging zal budgettair neutraal verlopen. Door verkopen van woningen en de eliminatie van het woningbedrijf uit de begroting zal op termijn de voorziening opgeheven kunnen worden en uiteindelijk ook niet negatief worden.
17. Onderhoudsvoorziening panden Doelstelling van de voorziening is egalisatie van de onderhoudslasten van gemeentelijke panden (niet-woningen). Op basis van een onderhoudsplanning wordt een gemiddeld benodigd budget voor onderhoud berekend (10-jaars gemiddelde). De jaarlijkse afwijking wordt gestort of onttrokken aan de voorziening. 18. tot 24. en 50. Voorzieningen tekorten exploitatieopzetten Ontwikkelingsbedrijf. Deze voorzieningen worden gewijzigd op basis van de planexploitaties ten laste van de ABR Ontwikkelingsbedrijf en zijn opgenomen op contante waarde. De vermeerderingen betreffen rentebijschrijving ten laste van de exploitatieopzet. Bij afsluiten van de complexen worden verliezen ten laste van de voorziening gebracht. De mutaties hebben dus geen effect op het saldo van de Stadsbegroting. 27. Fonds Stadsbrug Het fonds Stadsbrug heeft betrekking op de bijdrage van het rijk (€ 90 miljoen) die volgens de aangegeven planning tot 2009 geheel tot besteding zal komen. In de mutaties is de door het rijk geëiste rentebijschrijving over nog niet-bestede saldi verwerkt. 29. Voorziening ISV De opgenomen mutaties in 2005 zijn conform de programmering van ISV 1. Op basis van het raadsbesluit van september met betrekking tot de planexploitatie Centrale zone Hatert wordt €0,9 miljoen onttrokken. Deze onttrekking is nog niet middels begrotingswijziging verwerkt. Voor het dan resterende deel van de reserve van rond € 0,5 miljoen is een voorstel in voorbereiding. 30. Voorziening Herstructurering woonwagencentrum 31. Voorziening GSO Voor deze twee voorzieningen is een voorstel in voorbereiding om de beschikbare middelen in te zetten ten behoeve van het project herstructurering woonwagencentrum. De toevoeging in 2005 betreft een correctie op een abusievelijke toevoeging aan de Voorziening ISV. 32. Voorziening WWB werkdeel De geraamde uitgaven voor arbeidsmarktmaatregelen zijn in de Stadbegroting hoger dan de rijksbijdragen in 2005-2009. Hierdoor komen opgebouwde overschotten uit voorgaande jaren (waarop een bestedingsverplichting ligt) voor de aangegeven onttrekkingen tot besteding. 36. Voorziening riolering 37. Voorziening milieumaatregelen riolering 40. Waterplan Deze voorzieningen zijn gevormd op grond van het oude GRP (1994-2004). De bestedingen ten laste van deze voorzieningen zijn nu opgenomen in het nieuwe GRP. Bij de rekening 2005 zal voorgesteld worden deze voorzieningen samen te voegen tot de ‘Voorziening GRP oud’, die hieronder is geraamd onder nr. 48. 39. Voorziening spaarverlof Onttrekkingen zullen worden opgenomen op basis van gerealiseerde dan wel geplande opnames van spaarverlof, zodra deze bekend zijn, Uit de onttrekkingen kan a-structureel tijdelijke vervanging van personeel gedekt worden. 45. Voorziening GSB
De vermeerdering is conform de programmering van ISV 1. Voor het totaal is een voorstel in voorbereiding. De middelen komen uit de regeling ‘niet fysieke stadseconomie’ en moeten voor eind 2006 besteed zijn. 46. Voorziening Agenda voor de toekomst De voorziening heeft betrekking op vooruit ontvangen uitkeringen op nog op te starten trajecten, die bij onvoldoende prestatie terugbetaald moeten worden. 47. Bonusregeling kinderopvang De voorziening zal naar verwachting in 2005 tot afwikkeling komen, waarna het restant (in de orde van € 1 ton) bij de jaarrekening 2005 kan vrijvallen. (De afwikkeling in nog niet in het overzicht verwerkt en zal op basis van de najaarsmelding gebeuren.) 48. voorziening GRP oud De voorziening is bedoeld om de in de begroting geraamde kapitaallasten van investeringen uit het oude GRP af te dekken (zie onderdelen 36., 37. en 40). 49. Voorziening GRP nieuw Vervangingsinvesteringen rioleringen worden vanaf 2006 gedekt uit het kostendekkende rioolrecht. Omdat de BBV afschrijving ineens niet toestaat worden de investeringen geactiveerd en worden de kapitaallasten gedurende de levensduur gedekt uit voorzieningen die bij aanvang (dus op contante waarde) dezelfde boekwaarde hebben als de investeringen. De onttrekkingen zijn nog niet geraamd en worden ingebracht via begrotingswijziging bij een jaarlijks voor te leggen uitvoeringsplan. 50. Voorziening Margriet Zie hierboven onder 18. en verder: Voorzieningen tekorten exploitatieopzetten Ontwikkelingsbedrijf. De instelling van de voorziening volgt uit de vaststelling van het VGP bij de Stadsbegroting 2006-2009.