Stadsbegroting 2004-2007
oktober 2003
Inhoud Inleiding ..................................................................... 1 Besluit ....................................................................... 3 1
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
2
3
2.1 2.2 2.3 3.1 3.2 3.3 3.4
4
Bestuursprogramma 2004 ............................................. 5
Openbare Orde en Veiligheid, Algemene, Bestuurlijke en Juridische zaken, Externe betrekkingen, Evenementenbeleid...............................................................................5 Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen........................................................................13 Ruimte, Wonen, Sport.........................................................................................................................21 Wijken, Recreatie en Spelen .......................................................................................................... 29 Verkeer, Milieu, Cultuur.................................................................................................................... 33 Onderwijs, Zorg en Grotestedenbeleid ......................................................................................41 Financiën, Organisatie, Stadsbedrijven..................................................................................... 49
Financieel overzicht ..................................................53
Algemene begrotingsuitgangspunten........................................................................................... 53 Financiële uitwerking Stadsbegroting 2004-2007................................................................ 54 Financiële beeld.................................................................................................................................... 57
Investeringen .........................................................61
Investeringsbeleid ...............................................................................................................................61 Investeringen 2004 – 2007..............................................................................................................61 Koers West – stadsbrug.................................................................................................................... 62 Volgsysteem investeringen .............................................................................................................. 63
Lokale heffingen ......................................................65 4.1 4.2 4.3
Tarieven ................................................................................................................................................... 65 Beleidsmatige ontwikkelingen......................................................................................................... 66 Wettelijke ontwikkelingen............................................................................................................... 67
5
Bedrijfsvoering .......................................................69
6
Verbonden partijen ...................................................71
7
Onderhoud kapitaalgoederen .........................................73 7.1 7.2
8
9
8.1 8.2 8.3 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
Openbare Ruimte ................................................................................................................................. 73 Gebouwen ................................................................................................................................................ 74
Grondbeleid ...........................................................75
Uitgangspunten gemeentelijk grondbeleid................................................................................ 75 Ontwikkelingen...................................................................................................................................... 75 Voortgang, financiën en risico's .................................................................................................... 76
Weerstandsvermogen .................................................79
Onzekerheden in het financiële beeld........................................................................................ 79 Weerstandscapaciteit....................................................................................................................... 79 Beschikbare weerstandscapaciteit.............................................................................................. 80 Onbenutte belastingcapaciteit...................................................................................................... 80 Risico’s.......................................................................................................................................................81 Beschikbaar en gewenst weerstandsvermogen........................................................................81
9.7
10
Conclusie...................................................................................................................................................81
Financiering ........................................................... 83
10.1 10.2 10.3 10.4
Inleiding................................................................................................................................................... 83 Financieringsbehoefte....................................................................................................................... 83 Financieringsbeleid ............................................................................................................................. 83 Treasurybegroting............................................................................................................................... 85
Stadsbegroting primitief 2004-2007 Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Overzicht programma’s per portefeuille Investeringsplan 2004 Overzicht belastingopbrengsten 2004 Overzicht woonlasten per gemeente Staat van reserves en voorzieningen Ontwikkeling algemene uitkering Overzicht risico’s Overzicht formatie en loonsom 2004 Recapitulatiestaat per functie
Toegevoegde bijlagen (zie afzonderlijke bestanden) -
Voortgangsrapportage Grote projecten Uitvoeringsprogramma Stedelijke vernieuwing Belastingverordeningen Verdelingsvoorstel subsidies 2004
Inleiding In mei van dit jaar bracht ons College de Perspectiefnota 2004 uit met daarin de hoofdlijnen voor het beleid in 2004. In de voorliggende Stadsbegroting 2004-2007 werken we deze hoofdlijnen uit, benadrukken we nogmaals onze speerpunten en geven we het financieel meerjarenbeeld. Dit alles om u een goed beeld te geven van waar we mee bezig zijn en wat we willen gaan doen. Sterke wijken en een sociale stad. Met deze opdracht begonnen we 1,5 jaar geleden. We timmeren sindsdien flink aan de weg om de dagelijkse leefomgeving te verbeteren, de onderlinge banden in de stad te versterken en om een aantal grote projecten in de stad te realiseren zoals bijvoorbeeld Koers West, Plein 1944, Mercator en de revitalisering van de Noord- en Oostkanaalhavens en Westkanaaldijk/Sluis. We hebben inmiddels al veel burgers ontmoet en met ze gesproken over het wonen, werken en leven in onze stad. Per jaar maken we ruim 1000 afspraken in de wijken over verbeterpunten. Ons College werkt in 2004 met veel vertrouwen verder aan de actiepunten uit het collegeakkoord en het realiseren van reeds uitgezet beleid. We leggen de nadruk op het realiseren van plannen en het halen van concrete, meetbare resultaten. Hier gaan we in 2004 mee verder. We willen meer goede prestatieindicatoren benoemen en we willen behaalde resultaten meer zichtbaar maken voor de stad en de burgers. We willen dat mensen ook dichtbij huis merken dat wij als bestuur van de stad iets voor hen kunnen betekenen. Resultaten die we belangrijk vinden zijn bijvoorbeeld het project Buurt aan Zet, de wijkbezoeken, de openwijkscholen, het realiseren van jongerenaccommodaties, het vernieuwen van sportaccommodaties en de aanleg c.q. verbetering van speeltuinen. We gaan verder met het invoeren van verkeersveiligheidsmaatregelen en we zetten wijkvegers in voor het schoonhouden van de wijken. Hoe voortvarend we ook willen zijn, we hebben natuurlijk ook te maken met de financieel economische situatie in het land en, heel concreet, met de aangekondigde bezuinigingen van het Rijk. Hierdoor zullen we nog zorgvuldiger onze prioriteiten moeten bepalen; wat willen we zeker doen ín en vóór de stad en waar moeten we, als het niet anders kan, pijnlijke maatregelen nemen en onze ambities bijstellen. Voor ons staat voorop dat we willen blijven investeren op sociaal gebied, iedereen mee laten doen en dat we blijven investeren in het publieke domein om een kwalitatief goede woon-, werk- en leefomgeving te realiseren. Ook binnen onze gemeentelijke organisatie zullen zonodig heroverwegingen worden gemaakt. Het financieel meerjarenbeeld dat wij in deze begroting presenteren is weliswaar sluitend maar voor na 2004 ook onzeker, gezien de hierboven genoemde financiële risico’s. Zoals we in de Perspectiefnota al aankondigden, hebben we zeer beperkt ruimte vrij kunnen maken voor het financieren van een aantal knelpunten die wij ter besluitvorming aan uw Raad voorleggen. De taakstelling van € 3,5 miljoen 1 die uw Raad in september 2003 heeft vastgesteld, heeft mede bijgedragen aan het sluitend krijgen van de begroting 2004-2007.
1
€ 0,5 miljoen nog als stelpost
1
Zoals gezegd is het financieel meerjarenbeeld enigszins onzeker als we de Rijksbezuinigingen overzien. De miljoenennota en de septembercirculaire melden forse kortingen op het gemeentefonds en op verschillende andere gebieden. De bezuinigingen gaan, anders dan gebruikelijk, meteen het komende begrotingsjaar in. Ons College wil de financiële gevolgen niet afwachten maar zoveel mogelijk voorkómen. We gaan er dus actief mee aan de slag. We hebben inmiddels een ambtelijke taskforce ingesteld, bestaande uit vijf personen, die uitgaande van onze visie en speerpunten, bezuinigingsmogelijkheden aangeeft zowel in het eigen takenpakket als bij de aan de gemeente gelieerde instellingen. Wij nodigen uw Raad uit om hierover met ons mee te denken en de taskforce zal ook met uw Raad overleggen. De taskforce heeft als opdracht om voor € 10 miljoen mogelijke bezuinigingen te vinden. Met dit bedrag creëren we ook ruimte om nieuwe vraagstukken te kunnen aanpakken. Na deze inventarisatie volgt de bestuurlijke besluitvorming waarbij we ook de uiteindelijke omvang van de bezuinigingen vaststellen. Daar we al een doelmatigheidstaakstelling hebben, verwachten we dat we waarschijnlijk taken moeten afstoten en eventueel ook ambities uit het collegeakkoord moeten herijken. We kijken nogmaals naar onze efficiency. Onze visie en prioriteiten voor 2004 hebben we uitgewerkt in de voorliggende Stadsbegroting. Na het bestuursprogramma volgen het financieel overzicht, het investeringsplan en het hoofdstuk lokale heffingen. In het financieel overzicht blijkt uit het meerjarenbeeld onder andere de noodzaak voor de nieuwe bezuinigingsronde. In het Investeringsplan staat hoe wij de beschikbare gelden voor 2004 willen inzetten. Lokale heffingen vermeldt de algemene maatregelen die zijn uitgewerkt in belastingverordeningen die wij uw Raad bij deze begroting aanbieden. Daarna volgen een aantal nieuwe hoofdstukken: bedrijfsvoering, verbonden partijen, onderhoud kapitaalgoederen en grondbeleid. Deze hoofdstukken zijn vanaf dit jaar van Rijkswege voorgeschreven in het Besluit Besturing en Verantwoording (BBV) in het kader van het dualisme. De inhoud van deze nieuwe hoofdstukken is nog in ontwikkeling. Als laatste volgen de financiële hoofdstukken weerstandsvermogen en financiering.
2
GEWIJZIGD
Besluit De Raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van
12 en 13 november 2003 gelezen het voorstel van
Burgemeester & Wethouders d.d. 7 oktober 2003 gelet op
de Gemeentewet Besluit:
1. de Stadsbegroting 2004-2007 vast te stellen 2. Voor de portefeuille Openbare Orde en Veiligheid, Algemene, bestuurlijke en juridische zaken, Externe betrekkingen, Coördinatie evenementen 2.1. Aan het programma Bestuur € 70.000 structureel toe te voegen voor de strategische communicatieadvisering; 2.2. Aan het programma Bestuur € 100.000 structureel toe te voegen voor uitbreiding van de Griffie; 2.3. Het programma Veiligheid in 2004, 2005 en 2006 met € 250.000 te verhogen voor het aanpakken van hardnekkige veiligheidsproblematiek; 2.4. Voor het programma Brandweer in 2004 € 432.000, in 2005 € 565.000, in 2006 € 633.000 en in 2007 € 851.000 beschikbaar te stellen ter financiering van het stijgende kostenniveau. 3. Voor de portefeuille Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen 3.1. Aan het programma Arbeidsmarkt in 2004 éénmalig € 250.000 toe te voegen en in 2005 éénmalig € 125.000 voor compensatie inleenvergoeding ID-banen. 4. Voor de portefeuille Ruimte, Wonen en Sport 4.1. Voor het programma Grondbeleid vast te stellen dat de rente van de ABR in de periode 2004 t/m 2008 (5 jaar) wordt toegevoegd aan de ABR; 4.2. Voor het programma Grondbeleid de bij deze begroting gevoegde Voortgangsrapportage Grote Projecten (oktober 2003) vast te stellen; 4.3. Het bij deze begroting gevoegde uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2004 vast te stellen. 5. Voor de portefeuille Wijken, Recreatie en Spelen 5.1. In het programma Wijkaanpak € 110.000 uit ons budget voor extra opdrachten Tandem in te zetten voor het financieren van de 6de wijkmanager; 6. Voor de portefeuille Verkeer, Milieu, Cultuur 6.1. Het programma Leefomgevingskwaliteit structureel met € 75.000 te verhogen voor uitbreiding van de handhavingscapaciteit met 1,5 fte; 6.2. Aan het programma Kunst en Cultuur in 2004 éénmalig € 115.000 toe te kennen ter financiering van de exploitatiekosten van het gebouw van de voormalige bibliotheek De Lindenberg. 7. Voor de portefeuille Onderwijs, Zorg, Grotestedenbeleid 7.1. Het structureel budget voor het programma Integraal jeugdbeleid € 30.000 te verhogen voor het oplossen van een aantal knelpunten. 8. Voor de portefeuille Financiën, Organisatie, Stadsbedrijven 8.1. Voor het programma Gemeentelijke heffingen het bijgaande raadsvoorstel lokale heffingen met de betreffende belastingverordeningen vast te stellen; 8.2. Voor het programma Concernverrekeningen de beleidsuitgangspunten van het financieringsbeleid vast te stellen.
GEWIJZIGD 9. Ten aanzien van de investeringen 9.1. Het in hoofdstuk 3 opgenomen investeringsplan vast te stellen en de kredieten voor 2004 van totaal € 25,3 miljoen beschikbaar te stellen; 9.2. Het budget Strategische investeringen te bestemmen voor de stadsbrug, onderdeel van Koers West. 10. Het bij deze begroting gevoegde Verdelingsvoorstel Subsidies 2004 vast te stellen.
1
Bestuursprogramma 2004
1.1
Openbare Orde en Veiligheid, Algemene, Bestuurlijke en Juridische zaken, Externe betrekkingen, Evenementenbeleid 1.1.1 Beleid 2004 Programma Bestuur Dualisering In 2003 is een begin gemaakt met de dualisering op gemeentelijk niveau. Een heldere scheiding van bevoegdheden en posities van uw Raad en ons College komt de kwaliteit, doeltreffendheid en efficiëntie ten goede. In 2004 wordt de 2de fase van de wet dualisering ingevoerd; een nog verdere aanscherping van de scheiding van taken en bevoegdheden. Een aantal verordeningen moet daarom worden aangepast. Naast de uitvoering van de wettelijke taken met betrekking tot de invoering van de dualisering besteedt de Griffie in 2004 met name aandacht aan het ondersteunen van de kaderstellende rol van uw Raad. De Griffie streeft naar een goede afstemming tussen de beleidsagenda van ons College en die van uw Raad en raadscommissies, het verbeteren van de kwaliteit van de informatievoorziening en een betere advisering van de voorzitters van de raadscommissies. We stellen uw Raad voor om voor de taken van de Griffie structureel € 100.000 extra beschikbaar te stellen ter financiering van twee formatieplaatsen. In september 2004 volgt een evaluatie over de gemaakte werkafspraken. Communicatie Ons oogmerk is om onze relaties met de stad en haar bewoners zo goed mogelijk te maken. Dit doen we door ons beleid en onze dienstverlening optimaal af te stemmen op de vragen en wensen van de stad, de wijken en de individuele Nijmegenaren. Dàt we dat doen, moeten we onze inwoners echter ook duidelijk maken. Dat is belangrijk voor: § de legitimiteit van het democratisch proces; § het draagvlak voor ons beleid; § de relatie tussen het gemeentebestuur en de bevolking; § de tevredenheid van de Nijmegenaren met hun stad. We willen niet alleen duidelijk, helder voorlichten, maar ook open met de Nijmegenaren communiceren en overleggen. Ook daarvoor hebben we tot een versterking van de communicatiefunctie besloten. Als onderdeel van de vernieuwing van onze communicatie stellen we uw Raad voor € 70.000 beschikbaar te stellen om in 2004 op concernniveau een strategische communicatieadvisering in te kunnen voeren. Doel daarvan is om de effectiviteit van onze communicatie structureel te verhogen. Het bedrag is deels ook nodig om de communica tieadvisering van ons bestuur kwantitatief op een voldoende niveau brengen. Dit laatste denken we grotendeels te kunnen financieren door interne budgettaire verschuivingen binnen het werkveld communicatie. Andere onderdelen van de vernieuwing van de communicatie zijn: professionalisering van de interne communicatiediscipline, stroomlijnen van de communicatie met belangheb-
5
benden bij de planontwikkeling, versterken van de communicatiestrategie in grote projecten en vernieuwen en uitbreiden van onze website. Stadspromotie Een goed imago is voor de toekomst van onze stad belangrijk. Het moet ons populair maken en houden bij ondernemers die zich willen vestigen, aanstaande studenten, mensen die een huis zoeken, beleggers, toeristen, winkelend publiek etcetera. Daarom ontwikkelt ons College in 2004 als onderdeel van en vervolg op citymarketing een promotiestrategie. Ook realiseren we een promotiefunctie van onze website en bereiden we een optimaal promotioneel gebruik van Nijmegen 2000 voor. Programma Veiligheid Veiligheid en onveiligheid worden beleefd door mensen. Dit geldt zowel voor sociale als voor de fysieke veiligheid. Wij willen daarom het veiligheidsbeleid en het handhavingsbeleid dicht bij de mensen maken en uitvoeren. Het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2000-2004 zetten we onverkort voort. De gebiedsgebonden aanpak, een belangrijk uitgangspunt van het integraal veiligheidsbeleid en van het werken van de politie, past bij de wijkgerichte aanpak die wij voorstaan. Het programma bevat zeven prioriteiten: agressie, jongeren, veilig uitgaan, Marokkanen, verkeer, Antillianen en gebrek aan psychische opvang. Deze zeven prioriteiten houden blijvende aandacht. Met de vaststelling van het visiedocument van de politieregio Gelderland Zuid is een ontwikkeling in gang gezet, waarbij de inzet van de politie op het terrein van de bestrijding van criminaliteit en overtreding van wet- en regelgeving wordt vergroot. Dit betekent dat de inzet van de politie op het terrein van leefbaarheid wordt verminderd. Het regionaal college heeft aangegeven dat deze ontwikkeling niet mag leiden tot het in gebreke blijven van de overheid bij de aanpak van leefbaarheidsproblemen. Dit betekent dat de politie zorgvuldig te werk moet gaan bij het afstoten van taken. De politie inventariseert momenteel welke taken zij wil overdragen. In 2003 is een werkgroep uit uw Raad gestart met het ontwikkelen van beleidskaders voor het toekomstige veiligheidsbeleid. We verwachten dat het ministerie van BZK in de eerste helft van 2004 kaders stelt voor het Grotestedenbeleid (tot nu toe de financieringsbron voor het Nijmeegs veiligheidsbeleid). Ook verschijnt begin 2004 de Integrale Veiligheidsmonitor 2003. Deze drie ontwikkelingen zijn bepalend voor het in 2004 op te stellen programma Integrale Veiligheid voor de jaren 2005 en verder. Rampen en incidenten in het hele land blijven de vraag naar handhaving van de fysieke veiligheid versterken. De maatschappij vraagt om streng optreden, zeker daar waar de risico’s groot zijn. Voor een adequate handhaving van de fysieke veiligheid is extra aandacht nodig. In 2004 start ons College met de uitvoering van het integrale handhavingsprogramma 2004-2006. Dit programma vermeldt een aantal gemeentebrede handhavingsproblemen waaraan wij extra aandacht besteden. Hiervoor is naast “slimmer handhaven”, het verbeteren van de handhavingsactiviteiten, ook extra capaciteit nodig om een sluitende aanpak voor deze problemen te realiseren. Een voorbeeld daarvan is de brandonveiligheid van openbare inrichtingen. Hierbij moet de inzet van verschillende delen van de gemeentelijke organisatie gewaarborgd en op elkaar afgestemd zijn. De aanpak van de 6
grootste handhavingsproblemen wordt vastgelegd in het eerder genoemde Integrale Handhavingsprogramma dat we eind 2003 aan uw Raad voorleggen. De extra capaciteit financieren we uit het budget “kwaliteitszorg handhaving”. Ook besteden we een deel van het budget aan het verbeteren van de randvoorwaarden (informatiestructuur, ontwikkeling van monitorinstrumenten) en aan communicatiemiddelen. In het project handhaving werkt ons College in 2004 verder aan een aantal eerder gesignaleerde knelpunten en verbetervoorstellen zoals het ontwikkelen van protocollen en handhavingsarrangementen. Daarnaast evalueren we continu de uitvoering van het handhavingsprogramma en sturen we waar nodig bij. Evenals in voorgaande jaren besteedt ons College de nodige aandacht aan de veiligheid van de vierdaagse(feesten) en andere grootschalige evenementen. Ons doel is om een checklist veiligheid voor grootschalige evenementen te maken. Een deel van de beschikbare gelden om de inzet van het bureau Toezicht weer op peil te krijgen zet ons College in op het terrein van openbare orde en veiligheid. Het gaat om circa 8 fte. Ook in 2004 sturen we op het zo effectief mogelijk inzetten van deze capaciteit op problemen die zich in de verschillende wijken van Nijmegen voordoen. De aanpak zelf start ook reeds in 2004. In een aantal delen van de gemeente bestaat veel openbare orde-, veiligheids- en handhavingsproblematiek. Een extern bureau zal in 2004 de problematiek in kaart brengen en adviseren over de aanpak. Hiervoor wil ons College gedurende drie jaar € 250.000 extra inzetten. Sinds 2000 is een deel van Nieuwe Marktstraat aangewezen als gebied waar getippeld mag worden. Tevens is een loods ingericht waar het afwerken uitsluitend mag plaatsvinden. Door deze oplossing is de overlast in de omgeving verminderd. Door middel van ex tra maatregelen willen we de resterende overlast verder terugdringen. Programma Burgerzaken Met het programma Burgerzaken beogen we uitvoering te geven aan wettelijke taken van vaststelling (identificatie) en vastlegging (legitimatie) van persoonsgegevens van inwoners van Nijmegen. Wij sturen op de kwaliteit van het product en op het gemak voor de burger bij de dienstverlening. In 2004 kunnen burgers voor Burgerzaken terecht bij de nieuwe locatie aan de Mariënburg. Hier is de Stadswinkel Nijmegen sinds november 2003 gehuisvest en bieden we meerdere diensten aan. Met de concentratie op deze plek in de stad is het gemak voor onze klanten vergroot en de herkenbaarheid van de gemeente als dienstverlener prominent versterkt. Met de opening van de Stadswinkel is in ruimtelijke zin het dienstverlenerkwartier rondom de Mariënburgkapel volbracht. Ons College verwacht daarnaast in 2004 een steunpunt voor Burgerzaken in Dukenburg te kunnen openen. In 2004 zal op het gebied van elektronische dienstverlening meer mogelijk zijn. We breiden de informatievoorziening over onze producten uit evenals de mogelijkheden om op afstand zaken te doen. Om onnodig wachten te voorkomen kan er in 2004 voor meer diensten een afspraak worden gemaakt. In 2004 wordt het werkveld Burgerzaken opnieuw onderworpen aan de landelijke GBAaudit. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2003 reeds gestart. Het is onze ambitie de gestelde normen in één keer te halen.
7
In 2004 wil het Rijk enkele beleidsinhoudelijke wijzigingen doorvoeren. De bevoegdheid van de burgemeester inzake de afgifte van de verklaring van goed gedrag vervalt en gaat over naar Justitie. Daarnaast komen taken van de Vreemdelingendienst (Regiopolitie) inzake eerste inschrijving naar de gemeenten. De planning van het Rijk gaat uit van 1 april 2004. We overleggen of het mogelijk is om deze specialistische taken op één plaats binnen de regio uit te voeren en dat zal dan waarschijnlijk onze gemeente zijn. In 2004 zijn de Europese verkiezingen. De mogelijkheid bestaat dat er tegelijkertijd een referendum plaatsvindt over de Europese Grondwet. Programma Brandweer en rampenbestrijding Recente calamiteiten hebben de roep om een optredende overheid versterkt. De maatschappij heeft behoefte aan duidelijke regels die streng worden gehandhaafd. Een gedoogcultuur wordt niet meer geaccepteerd. Veiligheid staat in alles voorop. Een belangrijke rol daarbij is weggelegd voor de brandweer. Brandweer Nijmegen zit in 2004 weer stevig in het zadel. De organisatieperikelen zijn achter de rug, er is een nieuw managementteam geformeerd en de organisatie heeft aan professionaliteit gewonnen. Op dat fundament bouwen we verder. De veiligheidsketen versterken we door de onderlinge schakels sterker met elkaar te verbinden. Dit geldt voor de hele keten van brandweer, gemeentelijke organisatie en daarbuiten. Onze medewerkers zijn zich terdege bewust van hun positie in die totale keten en de bestuurlijk/publieke omgeving waarin zij opereren en handelen daar ook naar. In april 2004 wordt de nieuwe kazerne in het westelijk stadsdeel opgeleverd. Met de komst van deze derde kazerne kunnen we een verantwoord en gelijkwaardig niveau van brandweerzorg voor alle inwoners van Nijmegen garanderen. Verder werken we een substantieel deel van de achterstanden bij preventie en prepara tie weg. We hebben hierover een prestatie-afspraak (2004-2007) met de brandweer gemaakt. Wat betreft de gebruiksvergunningen is de doelstelling dat we per 1 juli 2004 aan alle kinderdagverblijven en gemeentelijke gebouwen een gebruiksvergunning hebben afgegeven, per 1 juli 2005 aan alle horeca-objecten, eind 2005 aan alle schoolgebouwen, zorgcentra en ziekenhuisgebouwen en tenslotte eind 2006 aan alle geregistreerde ka merverhuurbedrijven. In 2007 komen dan nog de overige objecten aan de beurt. Voor wat betreft het preparatiewerk is afgesproken dat we eind 2004 alle noodzakelijke ramp- en incidentsbestrijdingsplannen gereed hebben en voor alle schoolgebouwen aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten hebben opgesteld. Eind 2005 zijn die plannen en kaarten ook klaar voor alle zorgcentra, eind 2006 voor alle hotels en eind 2007 voor alle kinderdagverblijven. Als gevolg van de fusie van de regionale brandweren Nijmegen en Omstreken en Rivierenland in de regionale brandweer Gelderland Zuid en de ontwikkeling van de veiligheidsregio, moet in 2004 een nieuwe hoofdstructuur voor de rampenbestrijding geïmplementeerd worden. Dit heeft ook gevolgen voor de inrichting van de rampenorganisa tie in de gemeente Nijmegen. Daarnaast krijgt het rampenplan een nieuwe opzet waarbij we voor elk proces deelplannen opnemen. Verder worden de gemeentelijke actiepunten in het landelijke programma Slagen voor Veiligheid in 2004 opgepakt en streven we naar het opleiden en oefenen van alle sleutelfiguren in de rampenbestrijding.
8
Zoals in de Perspectiefnota 2004 beschreven, stijgt het kostenniveau van de Brandweer structureel. We stellen uw Raad voor om ter financiering van deze kostenstijging in 2004 € 432.000 extra beschikbaar te stellen. In 2005 € 565.000, in 2006 € 633.000 en in 2007 € 851.000 (zie ook tabel voorstellen budgetuitbreiding). Deze kostenstijgingen moeten als onontkoombaar worden aangemerkt. Programma Stedelijke Strategie Nijmegen is een stad met toekomstvisie. Overheid, bedrijfsleven, organisaties en burgers hebben beelden bij het Nijmegen van de toekomst. Het leggen en onderhouden van contacten met alle mogelijke partners in de stad, in de regio en in binnen- en buitenland is nodig om draagvlak te creëren en die visie om te zetten in concrete uitvoering. Dat vraagt om een strategische aanpak. Stedelijke strategie is in Nijmegen in sterke mate verbonden geweest met het maken van de Stadsvisie. De Stadsvisie was vooral een ontwikkelingsproces dat inmiddels is afgerond. Het heeft belangrijke aandachtspunten opgeleverd die ons College heeft opgenomen in de programma's van de Stadsbegroting. Het accent ligt nu op de realisering van de doelstellingen van deze programma's. Ook daarbij speelt strategie een belangrijke rol. Zowel ontwikkelingen in de stad als daarbuiten kunnen aanleiding geven om af te wijken van een ingeslagen weg. Of juist vast te houden aan een koers die evenwel door actuele ontwikkelingen extra inspanningen vraagt. Dat afwegingsproces is continue aan de orde en geeft het besturen van de stad zijn bijzondere dynamiek. Het vraagt van ons een bijzondere alertheid op externe ontwikkelingen, de mogelijkheden tot beïnvloeding daarvan en op de houdbaarheid van eerder geprogrammeerde doelen. Daarom participeert ons College actief in netwerken. Waar mogelijk doen wij dat samen met Arnhem. In vele opzichten lopen de belangen van beide steden gelijk op. Beide steden zijn bezig met de ontwikkeling en deels al realisering van grote stedelijke projecten. Daarvoor hebben we steun nodig van de regio, maar ook van Den Haag en Brussel. Op initiatief van beide steden werken we momenteel aan een geactualiseerde lijst met stedelijke, regionale en provinciale investeringsprojecten waar we als overheden voor kunnen en willen gaan. Koers-West inclusief de stadsbrug neemt op die lijst een prominente plaats in. Onze inhoudelijke en financiële belangen bij Koers West, maar ook bij andere grote stedelijke projecten zijn bijzonder groot. Het vraagt commitment van tal van partijen over een lengte van jaren. Om die reden stellen we uw Raad voor om een kwaliteitsslag te maken op het terrein van lobby en public affairs. We willen extra capaciteit inzetten om onze bestuurlijke en ambtelijke netwerkcontacten beter te organiseren. Wij verwachten dat deze inzet en met name ook die van onze subsidiemakelaars, zichzelf zal terugverdienen door een hogere opbrengst aan externe financieringsmogelijkheden via Europese, nationale en provinciale geldstromen. Effectieve lobby zal ook nodig zijn om bestaande geldstromen voor de toekomst voor Nijmegen veilig te stellen. De noodzaak om Nijmegen goed op de kaart te zetten wordt door de bezuinigingsplannen van het kabinet alleen maar groter. De financiering van de intensivering van onze lobby-inspanningen willen wij realiseren middels de inzet van door taakafstoting vrijgekomen capaciteit en middelen. Deze ruimte vinden wij voor een deel ook binnen dit programma.
9
Als onderdeel van de taakafstoting waarover Uw Raad in september 2003 heeft besloten, vervalt de produktgroep stadsplan in dit programma. Wel zullen wij het meerjarenontwikkelingsplan voor het Grotestedenbeleid actualiseren. Dit plan heeft een met de stadsvisie vergelijkbare stadsbrede oriëntatie maar het is meer op de korte termijn gericht en concreter. Hiervoor zetten we GSB-middelen in. Ook zal ons College binnen het programma Concernsturing een inhoudelijk kader creëren voor gemeentelijk beleid en strategie om de mogelijkheden te vergroten om tijdig programmatisch te kunnen anticiperen danwel reageren op nieuwe ontwikkelingen. Programma Externe betrekkingen In samenwerking met onze regionale partners hebben we een begin gemaakt met het aangaan van nieuwe, maar ook het hernieuwen van onze contacten met onze Oosterburen. Dit onder het motto: een goede buur is beter dan een verre vriend. Wij gaven dit ook al aan in de Perspectiefnota. Die regionale partners zijn ondermeer Arnhem, kleinere regiogemeenten en het KAN. Na een eerste ronde van gesprekken valt de enorme potentie van onze grensregio op. Zowel op economisch, wetenschappelijk, maar vooral op cultureel gebied. Ook valt het op dat wij ons nog altijd laten belemmeren door nationale regelgeving. Op ons initiatief worden die belemmeringen nu in beeld gebracht. Na veel voorbereidend werk door ons College heeft de stichting ‘Nijmegen 2000 jaar’ inmiddels de verdere voorbereiding overgenomen. De stichting heeft als taak: • de tot nu toe ingebrachte ideeën te ordenen en te sorteren; • mensen/organisaties rond gelijksoortige ideeën en thema’s bij elkaar te brengen om zo bondgenootschappen te laten ontstaan; • initiatiefnemers te enthousiasmeren en ondersteunen bij het verder uitwerken van ideeën en projecten; • projecten op stapel te zetten die het programma verder complementeren. De stichting presenteert in januari 2004 een conceptprogramma dat vervolgens in 2004 wordt uitgebouwd tot ‘de’ kalender voor de feesten en activiteiten in 2005. Het jaar 2004 wordt ook benut om projecten te realiseren. Evenementenbeleid Grootschalige evenementen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een positief imago van onze stad. Wij stimuleren evenementen waar Nijmeegse burgers en bezoekers plezier aan kunnen beleven. Daarnaast moet een evenement een stimulans zijn voor de sociale samenhang en economische dynamiek in de stad. Het evenementenbeleid richt zich op die evenementen waaraan ons College groot belang hecht, hetgeen zich uit in gemeentelijke bijdragen in de vorm van subsidiëring en facilitaire ondersteuning. Voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid is verder een goed vergunningen- en ontheffingenbeleid een belangrijk instrument. Daarom wordt een evenementennotitie opgesteld, die een oordeel vormt over de spreiding van evenementen, de kwaliteit, de gemeentelijke rol en eventuele risico's respectievelijk kansen voor samenwerking. Deze is begin 2004 gereed. Verder is in 2004 het evenementenbeleid gericht op de stijgende kosten voor "veiligheid" bij grootschalige evenementen. Ook werken we aan een transparante ambtelijke 10
organisatiestructuur die gebaseerd is op de publiekrechtelijke taken van de gemeente. Immers, voor organisatoren van evenementen is de scheiding van de gemeentelijke rollen van subsidiegever en vergunningverlener niet altijd vanzelfsprekend. Tenslotte besteden we aandacht aan het feit dat door stedenbouwkundige ontwikkelingen bij Plein 1944 en St. Jozefhof deze locaties op termijn minder geschikt of niet meer beschikbaar zijn voor evenementen. Dat betekent zoeken naar alternatieve locaties. De onderhandelingen hierover met onder andere de kermisbonden zijn reeds gestart.
1.1.2 Totaal programmaoverzicht financieel Bestaand beleid Bedragen x € 1.000
Programma Bestuur
Lasten 2004 Baten 2004 5.905
Programma Burgerzaken Programma Veiligheid Programma Brandweer en Rampenbestrijding Programma Stedelijke strategie Programma Externe betrekkingen Totaal portefeuille
ten laste van Algemene Dienst 0 5.905
4.335 3.445 11.905
1.788 1.928 3.054
2.547 1.517 8.851
2.211 3.722 31.523
23 881 7.674
2.188 2.841 23.849
Voorstellen budgetuitbreiding 2 Communicatie ondersteuning
Programma Bestuur
70
Uitbreiding Griffie project veiligheidsproblema tiek Stijging kostenniveau Totaal portefeuille
Programma Bestuur
100 250 432 852
Programma Veiligheid Programma Brandweer
Goedgekeurde taakafstoting in 2004 Dekking kosten subsidietrajecten Stadsplan Totaal portefeuille
2
Programma Stedelijke strategie Programma Stedelijke strategie
105 295 400
. Zie paragraaf 2.2.1 voor een meerjarenoverzicht budgetuitbreiding
11
12
1.2
Multiculturele samenleving, Werk en Inkomen 1.2.1 Beleid 2004 Programma Economische ontwikkeling Na jarenlange economische groei is deze in 2002 tot stilstand gekomen. In 2003 groeit als gevolg daarvan in Nijmegen de werkloosheid van 7,8% naar 10%. Ons College zet zich in voor het behoud en de groei van structurele werkgelegenheid voor de huidige en de toekomstige beroepsbevolking van Nijmegen. Het uiteindelijke doel is dat er voor iedereen die wil en kan werken ook passend werk is. In deze tijd van neergaande economie een lastige opgave. Dat vraagt korte termijn maatregelen en een langere termijn visie. Tot 2020 zijn jaarlijks 1000 extra arbeidsplaatsen nodig om de groei van de beroepsbevolking en de werkloosheid op te vangen. Deze banengroei wordt met name verwacht in de dienstverlening, in het centrum van de stad en op de werklocatie Heyendaal. Op de klassieke bedrijventerreinen waar met name industrie en handel geconcentreerd zijn, is de afname in werkgelegenheid het grootst op dit moment. Dat vraagt om extra inzet, immers op die locaties is 10% van de Nijmeegse bedrijven gevestigd, goed voor 30% van de werkgelegenheid. In 2004 beginnen we met de revitalisering van de Noord Oost kanaalhavens en van de West kanaaldijk Sluisweg. Nadat we in 2003 de concrete plannen hiervoor in samenwerking met de ondernemers hebben ontwikkeld, kan nu de schop de grond in. Daarnaast willen wij het profiel van de Nijmeegse industriële bedrijven verscherpen. Kennis is een concurrentiefactor van toenemend belang. Bovendien zit de groei van de Nijmeegse beroepsbevolking voor de komende 15 jaar vooral onder hoog opgeleiden, waar een groei van 44% verwacht wordt versus een groei van 6% onder laag opgeleiden. Daarom heeft ons College in het collegeakkoord kennisindustrie als één van de economische pijlers genoemd. Kennisinstellingen en bedrijfsleven maken nog onvoldoende gebruik van elkaar, wij kunnen daarin bemiddelen. Initiatieven zullen wij ondersteunen zoals recentelijk de technostarters, een goed voorbeeld van ondernemerschap op de campus. De komst van een bedrijf als Vos Logistics op Mercator en tegelijkertijd de start van een opleiding logistiek aan de HAN biedt goede perspektieven voor Nijmegen. Juist in dit veranderend economisch tij vinden we het belangrijk na te denken over de (nabije) toekomst. Daarom beginnen we in het eerste kwartaal van 2004 met een herijking van het Economisch Beleidsplan 2000-2005. Deze nota ‘Een andere Kijk op het Economisch Beleid’ brengen we op interactieve wijze tot stand. In deze nota brengen we ook de groeipotenties van het bestaande lokale bedrijfsleven in beeld. Bij de stimulering van bedrijvigheid zoeken we aansluiting bij het (toekomstig) profiel van de beroepsbevolking van Nijmegen. Economische stimulering kan alleen maar succes hebben als wij weten wat er in het bedrijfsleven leeft en speelt. Daarom willen wij in 2004 een ‘lokale SER’ oprichten. In deze adviesgroep moeten de Nijmeegse overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties, de Kamer van Koophandel en het onderwijs in ieder geval vertegenwoordigd zijn. Ook zijn klantgericht handelen (Bedrijvenloket) en bedrijfscontacten van essentieel belang. Om de hierboven beschreven doelstelling te bereiken zetten we in op:
13
Kennis en Innovatie Tijd en geld zetten we in om kennis in de vorm van toegepaste innovaties bij bedrijven te stimuleren. Nadrukkelijk zoeken we contact met de KUN, het UMC-Radboud, Merca tor Sciencepark en het Universiteits Bedrijven Centrum. Ook bedrijven die reeds hun sporen hebben verdiend op het gebied van Kennis en Innovatie betrekken we hierbij. Health Valley en Clustervorming Dit project beoogt de concurrentiekracht van de aanwezige bedrijven in de medische technologie door samenwerking en kennisoverdracht te versterken. Ons College maakt extra middelen vrij en onderzoekt de subsidiemogelijkheden teneinde het project maximale slaagkans te bieden. We zetten extra capaciteit in om het begrip te concreti seren en te implementeren en creëren voorwaarden voor startende ondernemers op het terrein van de biomedische technologie. Bedrijventerreinen De nota ‘Een andere Kijk op Bedrijventerreinen’ geeft een goed beeld van de bedrijventerreinenmogelijkheden in Nijmegen en omgeving. Met de uitvoering van de doelstellingen uit de nota willen we bereiken dat intensiever gebruik wordt gemaakt van de schaarse ruimte zodat meer bedrijven zich in Nijmegen kunnen vestigen. Specifiek voor het bedrijventerrein Winkelsteeg willen we in de eerste helft van 2004 het streefbeeld concretiseren middels een pilot. Ons doel om de bestemmingsplannen te actualiseren is noodzakelijk om daadwerkelijk een proces van intensief ruimtegebruik mogelijk te maken. Revitalisering Noord- en Oostkanaalhavens en Westkanaaldijk/Sluis Startnotie, masterplan en uitvoeringsprogramma Noord- en Oostkanaalhavens zijn gereed en de uitvoering van concrete projecten start in 2004. De revitaliseringsvisie WKS ronden we af en ook hier starten we met de uitvoering in 2004. Detailhandel met een Nijmeegs gezicht. De aanloopstraten naar het stadscentrum bieden goede mogelijkheden om een onderscheidend Nijmeegs gezicht te creëren De inzet van ons College is er op gericht om de lokale inkleuring van winkels gestalte te geven. In het derde kwartaal van 2003 zijn we begonnen met het onderzoek en het opstellen van de stedelijke detailhandelsstructuurvisie. In 2004 ronden we deze visie af en beginnen we met de uitvoering. Eveneens is in het derde kwartaal van 2003 een begin gemaakt met het horecaonderzoek stadscentrum. Dit onderzoek dient met name om het integraal horecabeleid uit 1995 op het onderdeel horeca-accentgebieden te actualiseren. Buurteconomie In 2004 intensiveren we de uitvoering van buurteconomische projecten. Nijmeegs Promotie- en Campagne Plan In 2003 is begonnen met het opstellen van een citymarketingstrategie en uitvoeringsplan. In 2004 maken we dit plan af en beginnen we met de uitvoering. Havens Veiligheid en bereikbaarheid van de Waal, kades en havens vindt ons College erg belangrijk. Voor de Waalhaven (slibproblematiek) en Waalkade (zeer slechte conditie damwan14
den) is hiervoor een extra inspanning nodig. Voor beide onderdelen komen wij met voorstellen. Programma Arbeidsmarktbeleid en programma Inkomen Alle tekenen wijzen erop dat de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WWB) per 1 januari 2004 ingaat. Met de nieuwe wet wordt de gemeentelijke beleidsvrijheid op het gebied van werk en inkomen verruimd en wordt de financiële verantwoordelijkheid voor het bijstandsbudget geheel bij de gemeente neergelegd. Gelijktijdig krijgen we te maken met een aanzienlijke bezuiniging. Ondanks de stijgende werkloosheid (van 7,8% naar 10%) is het aantal bijstandsgerechtigden slechts met 150 gestegen in de eerste helft van 2003. De arbeidsmarkt heeft de eerste golf ontslagen nog enigszins kunnen opvangen, met name in de techniek en dienstverlening. In Nijmegen is de arbeidsmarktkrapte sterk kwalitatief van aard. Enerzijds een groot aantal werkzoekenden en tegelijkertijd openstaande vacatures die niet vervuld kunnen worden. Technische en medische vacatures krijgen we niet ingevuld, voor laagopgeleide werklozen hebben we geen passende vacatures. Nijmegen heeft een grote groep niet bemiddelbaren in haar werklozenbestand. Lage opleiding, langdurige werkloosheid en een hogere leeftijd leiden in combinatie met elkaar tot een onoverbrugbare afstand tot werk. Gesubsidieerde arbeid is voor deze mensen wel een realistisch alternatief. Nu dit Kabinet hier het mes in heeft gezet, zal ons College in 2004 met een Nijmeegs alternatief komen. Op de korte termijn heeft het voorkomen van werkloosheid en het verbeteren van de opvang van werkloosheid prioriteit. Meer afstemming tussen economie en arbeidsmarkt is een must, daarom zetten wij in op een vraaggerichte aanpak met onze begeleidingsen reïntegratietrajecten. Ook de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt behoeft verbetering. Wij hopen met deelname van het onderwijsveld aan de op te richten lokale SER tot concrete afspraken te komen op dit aspect. In het kader van de WWB willen wij een streng werkgelegenheidsbeleid aan de poort voeren. We willen onnodige uitkeringsaanvragen voorkomen en actief proberen de uitkeringsduur van nieuwe instroom te beperken. De belangen van de klant en van ons lopen immers parallel. Betaalde arbeid wordt vaak gezien als middel tot individuele ontplooiing en zelfstandigheid. Wij willen daarom iedereen die nieuw instroomt de kans bieden om aan werk te komen. Ons College realiseert zich daarbij dat arbeidsdeelname sterk af hankelijk is van de individuele situatie. Het investeren in de nieuwe instroom is ook in het belang van het huidige bestand. Naarmate het klantenbestand aan volume toeneemt, lopen de kosten van het arbeidsmarktbeleid snel op. Daarbij zal met de komst van de WWB, de daarmee gepaard gaande risico’s en de afname van onze inkomsten een grote druk op ons worden gelegd. Het beperkte volume aan beschikbare middelen moeten we dan zo effectief en evenwichtig verdelen waarbij vooraf vaststaat dat wij niet iedereen aan werk, activering en zorg kunnen helpen. Naast het voorkomen van de instroom zetten wij om redenen van doelmatigheid de reïntegratievoorzieningen met name in voor klanten met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt. Het Rijk heeft een plan van aanpak jeugdwerkloosheid ontwikkeld. Wij werken deze aanpak op korte termijn nader uit. Het plan van aanpak ‘Werk boven Inkomen voor allochtonen’ (dat momenteel wordt uitgewerkt) biedt mogelijkheden om de afstand tot de arbeidsmarkt voor deze doelgroep te verkleinen. Ook zal naar de wijze van dienstverlening binnen de Mariënbeurs worden gekeken. In dit kader willen wij interculturalisatie bevorderen bij de afdeling SoZaWe, CWI en de overige partners binnen de Mariën-
15
beurs. ‘Inburgering oudkomers’ is een samenwerkingsproject tussen SoZaWe en NT2 instellingen. Het grote maatschappelijke belang mag blijken uit het feit dat 42% van de allochtonen in de bijstand gebrekkig tot slecht de Nederlandse taal beheerst. In 2003 heeft uw Raad de kaders vastgesteld voor de hervorming van de gesubsidieerde arbeid. Enerzijds zoveel mogelijk de sociale infrastructuur van de stad in stand houden, anderzijds de belangen van de betrokken werknemers zoveel mogelijk in het oog houden; we hebben geprobeerd de balans tussen beide uitgangspunten zo goed mogelijk te vinden. In 2003 konden we met de reserves uit het Melkertspaartegoed de klappen nog enigszins opvangen. In 2004 worden de gevolgen van de grootschalige rijksbezuiniging pas echt goed merkbaar. Als gevolg van de bezuinigingen uit het Strategisch Akkoord (520 miljoen in 2003, 600 miljoen in 2004 en 680 miljoen vanaf 2005) neemt het beschikbare budget voor reïntegratie waaronder gesubsidieerde arbeid in 2004 immers verder af. Voor Nijmegen betekent dit dat het reïntegratiebudget in 2004 circa € 2,5 miljoen lager zal zijn dan in 2003. Wij zullen de verruiming van onze mogelijkheden binnen de WWB benutten om gesubsidieerde arbeid als werkervaringsinstrument mogelijk te maken. Voor de zogenaamde A-categorielijst, dus de instellingen die gesubsidieerde werknemers in dienst hebben en die volledig worden vrijgelaten, willen wij in 2004 een tegemoetkoming in de inleen vergoeden. Ons College stelt uw Raad voor om hiervoor in 2004 € 250.000 beschikbaar te stellen en in 2005 € 125.000. De financiële problemen bij Breed hebben de afgelopen periode de boventoon gevoerd. De invoering van de plaatsingstop was dan ook noodzakelijk. We verwachten dat 2004 wederom een moeilijk jaar wordt. Zowel een regionale ambtelijke werkgroep (RAWB) als een externe controller hebben zich gebogen over de financiën en het functioneren van Breed. Nadere maatregelen in 2004 zijn noodzakelijk. Aangezien onze klanten voor een groot deel niet snel naar regulier werk uitstromen, ondersteunt ons College deze doelgroep zoveel mogelijk met producten die we inkopen via de aanbesteding activering en zorg. De ruimere mogelijkheden binnen de WWB bieden kansen om voor complexe doelgroepen passende voorzieningen in te zetten, zo nodig in samenwerking met zorg- en welzijnsinstellingen. Er zal een evaluatie plaatsvinden over de resultaten van de inkoop van activerings- en zorgtrajecten. We willen voorkomen dat grote groepen Abw-gerechtigden langdurig in de bijstand verdwijnen en daardoor de aansluiting met de arbeidsmarkt gaan missen. Voor een deel van de groep met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt is maatschappelijke activering het einddoel. Ondanks de drastische bezuinigingsmaatregelen 3 van het Rijk willen wij de voorzieningen uit het bestaande minimabeleid zoveel mogelijk in stand houden. Wij streven ernaar om het bestaande beleid zoveel mogelijk te continueren, ondanks de beperkingen die de WWB ons oplegt. We verbeteren de uitvoering van het minimabeleid op klantgerichte wijze. Ons College wil verder gaan met het realiseren van een transparante uitvoeringsorganisatie bij de afdeling Sociale Zaken en Werk. De afgelopen jaren heeft doelmatigheid 3
In 2004 neemt de uitkering voor het minimabeleid uit het gemeentefonds met € 3,1 miljoen af.
16
succesvol voorop gestaan, in een paar jaar tijd is het ingeschrevenenbestand bijna gehalveerd. De kansen die er lagen met de gunstige arbeidsmarkt zijn maximaal benut. De bedrijfsmatige aspecten zijn echter onderbelicht gebleven hetgeen resulteerde in een jarenlange reeks van herstelplannen en boetes van de rijksconsulent. We willen daar een einde aan maken door meer en beter te sturen op de bedrijfsvoering. Ook bij de implementatie van de WWB besteden we aandacht aan een efficiënte, doelmatige en klantvriendelijke uitvoering tegen zo laag mogelijke uitvoeringskosten. Belangrijk aandachtspunt is ook de rol van uw Raad; immers om te kunnen sturen heeft uw Raad goede sturingsinformatie nodig. Met de invoering van de maximale variant van de WWB zullen wij integraal de beleidsvoornemens en bedrijfsvoeringsaspecten meenemen. Programma Multiculturele samenleving en Emancipatie Op dit moment bestaat circa 15% van de Nijmeegse inwoners uit niet westerse allochtonen. In 2010 zal dat 20% zijn. Bovendien wordt de groep steeds diverser van samenstelling. De multiculturele samenleving in Nijmegen heeft z’n successen maar ook de nodige problemen. De integratie laat nog te wensen over. Mensen leven nog te veel naast elkaar en doen te weinig met elkaar. Ons College wil de vrijblijvendheid doorbreken. Aan de zelforganisaties vragen we een actievere rol voor het integratieproces. Aan de gesubsidieerde instellingen gaan we eisen stellen aan het bereik onder alle Nijmegenaren. In 2004 gaat het deltaplan voor integratie van start. Uw Raad heeft ons de opdracht tot dit deltaplan gegeven, vanuit een gevoel van sense of urgency ten aanzien van het multicultureel beleid. Belangrijke items daarin zullen zijn: inburgering voor oudkomers, onderwijsachterstanden onder de jeugd, werkloosheid en sociaal economische achte rstanden. Bij bepaalde groepen en in bepaalde wijken doet zich een cumulatie van maatschappelijke achterstand voor. Op zich waren deze problemen er altijd al, nieuw is dat ze een etnische en culturele component hebben. Met het deltaplan willen we die trend doorbreken door specifiek voor die groep te werken aan een beter toekomstperspectief We blijven ons inzetten om op integratiegebied concrete verbeterpunten te realiseren waaraan iedereen zich gebonden voelt. De multiculturele samenleving bestaat wat ons betreft uit 156.000 Nijmegenaren! De precieze beleidsagenda voor de komende jaren op basis van het Deltaplan is nog niet duidelijk. Wel hebben we voor 2004 alvast de volgende ambities. De uitvoering van de Verbeteragenda gaat in 2004 onverminderd door. In casu: • Meer maatwerk: combinaties van taal en arbeidstoeleiding of taal en opvoedingsondersteuning, en wijkgericht aanbod. Meer individueel gericht aanbod voor hogeropgeleide nieuwkomers laten we onderzoeken. • In 2004: 400 trajecten voor oudkomers, 300 voor nieuwkomers. We maken een begin met trajectbegeleiding bij instellingen voor informeel leren. • Invoering van een onafhankelijke intaketoets inburgering op leerbaarheid, niveau, motivatie en aandachtspunten van de inburgeraar. • De inleenvergoedingen voor medewerkers in organisaties die betrokken zijn bij de integratie van allochtonen nemen we op in hun subsidies en bekostigen we uit de inburgeringsmiddelen. We hebben hiervoor € 60.000 vrijgemaakt. Ons College beschouwt gesubsidieerde arbeid in deze sector als een belangrijk middel om allochtonen aan het werk te krijgen. Ook worden een aantal cruciale functies omgezet in reguliere banen. Hiermee is € 122.000 gemoeid. De situatie omtrent allochtone zelforganisaties is gewijzigd. Zo is er sprake van meer diversiteit in nationaliteit en een toenemend aantal organisaties in de afgelopen jaren
17
(in 1991 19 en in 2003 39 organisaties). Het systeem van subsidieverlening aan allochtone zelforganisaties behoeft dan ook aanpassing. Een deelverordening met zowel inhoudelijke als ook procedurele kaders moet ervoor zorgen dat met ingang van 2005 het subsidiebeleid is aangepast. In deze deelverordening wil ons College meer nadruk leggen op activiteiten ter bevordering van integratie in plaats van het (vaak volledig) subsidiëren van de organisatiekosten van de zelforganisa ties en activiteiten gericht op ontmoeting binnen de eigen groep. Het bestaande budget van € 125.000 handhaven we. Op het gebied van werk en inkomen besteden wij in 2004 extra aandacht aan de positie van allochtonen. Zie hiervoor het programma ‘werk en inkomen’. Het vraagstuk van de zorg rondom uitgeprocedeerden krijgt de gemeente door effec ten van rijksbeleid voor een belangrijk deel op haar bord, zonder dat we over middelen beschikken om de toestroom te beïnvloeden of om zelfs maar de omvang ervan te voorspellen. Ook in 2004 bekijkt ons College welke categorieën uitgeprocedeerden onder onze zorgtaak vallen. We laveren hierbij tussen enerzijds onze loyaliteit tegenover het rijksbeleid en anderzijds onze plicht om op een humane manier om te gaan met mensen die in ons land verblijven. Die plicht voelen we ook voor de alleenstaande minderjarige asielzoekers. De stichting Noodopvang Vluchtelingen (SNOV) heeft met ingang van 1 juli 2003 ook de uitgeprocedeerde AMA’s ouder dan 18 jaar tot haar doelgroep. Bij de vaststelling van het beleidsplan 2003 hebben we daarom al geconcludeerd dat er op korte termijn een evaluatie nodig is van de gemeentelijke zorgtaak voor uitgeprocedeerden/illegalen en van de ondersteuningscriteria in relatie tot het beschikbare budget. Hierboven benadrukten we al de noodzaak van betere monitoring van het rendement van inburgeringstrajecten. Die noodzaak geldt op meer terreinen binnen het multicultureel beleid. Vandaar dat we, mede geïnspireerd door de motie Deltaplan voor integratie, bezig zijn met het omvormen van de Checklist multicultureel beleid naar een Integratiemonitor. We streven er naar om uw Raad in 2004 een voorstel aan te bieden waarin wij de reikwijdte en opzet van de monitor schetsen. Homo-lesbisch beleid en emancipatie Voor homo-lesbisch beleid blijft de nadruk liggen op aandacht hiervoor in het voortgezet onderwijs. Ook blijven we initiatieven ondersteunen die betrekking hebben op homoseksualiteit en de multiculturele samenleving. Verder neemt ons College in 2004 een besluit over de gemeentelijke bijdrage aan een eventuele andere huisvesting van Villa Lila. We hebben diverse activiteiten voor vrouwen zoals aandacht voor vrouwen bij inburgering, een project huiselijk geweld en het project Jasmijn vanuit de subsidieregeling Dagindeling. In 2004 maken we een inventarisatie van de huidige activiteiten vrouwenemancipatie om te kunnen bepalen of nieuw beleid noodzakelijk is.
18
1.2.2 Totaal programmaoverzicht financieel Bestaand beleid Bedragen x € 1.000
Lasten 2004
Baten 2004
ten laste van Algemene Dienst
Programma Multiculturele samenleving en emancipatie
2.967
1.395
1.571
Programma Arbeidsmarktbeleid Programma Economische ontwikkeling
97.882 2.976
97.308 932
574 2.044
112.145 215.970
92.456 192.092
19.689 23.878
Programma Inkomen Totaal portefeuille Voorstellen budgetuitbreiding Compensatie inleenvergoeding ID Totaal portefeuille
Programma Arbeidsmarkt
250 250
Goedgekeurde taakafstoting in 2004 ROA Waalwerk Individuele huursubsidie Totaal portefeuille
Programma Multiculturele samenleving en emancipatie Programma Arbeidsmarktbeleid Programma Inkomen
211 209 90 510
19
20
1.3
Ruimte, Wonen, Sport 1.3.1 Beleid 2004 Beleid ruimte 2004 Ruimte is een schaars goed in Nijmegen en dat vraagt om zorgvuldige afwegingen. Het ruimtegebruik moet op efficiënte en duurzame, maar vooral ook rechtvaardige wijze worden ingevuld. Ons College ziet het als haar taak ervoor te zorgen dat in onze stad voor alle maatschappelijke functies een plaats is en blijft. De economisch zwakkere of sociaal gezien lastige functies mogen niet het onderspit delven. Bewoners en ondernemers krijgen de ruimte om op te komen voor hun eigen belangen, maar wij vragen ook begrip voor maatschappelijk urgente ontwikkelingen die niet altijd stroken met private belangen. Intensivering van ruimtegebruik in de bestaande stad is noodzakelijk, maar mag niet leiden tot aantasting van waardevol groen en van het leefklimaat in de wijken. Er is vooral een grote behoefte aan extra woningen. Naast de productie in de Waalsprong, die in 2004 weer op gang komt, moet in de bestaande stad gebouwd worden. We werken er hard aan om tot snelle resultaten te komen voor de Nijmeegse woningzoekende. Een actieve gemeentelijke grondpolitiek en inzet van ISV-middelen helpen daarbij. Verplaatsing van bedrijven vanuit het Waalfront en het stadsbrugtracé leidt ook tot extra behoefte aan ruimte. We willen die zoveel mogelijk opvangen door intensivering en meervoudig ruimtegebruik op bestaande bedrijventerreinen. In lijn met de Kadernota Beeldkwaliteit, grijpen we ruimtelijke ontwikkelingen aan om de ruimtelijke identiteit en kwaliteit van de stad te versterken. Het visualiseren van de rijke cultuurhistorie van Nijmegen speelt hierbij een belangrijke rol. De komende jaren geeft ons College voorrang aan het uitvoeren van voorgenomen beleid en niet aan het formuleren van nieuw beleid. Aangezien we uitvoerende werkzaamheden gedeeltelijk financieren uit exploitaties en projectbudgetten, kunnen we vanuit het programma ruimtelijke ontwikkeling voor € 250.000 bijdragen aan de door u vastgestelde bezuinigingstaakstelling. Programma Ruimtelijke ontwikkeling en Grondbeleid De ruimtelijke doelstellingen uit het Kansenboek werken we uit tot een draaiboek voor de stedelijke ontwikkeling. We leggen een nota over hoogbouw aan uw Raad voor waarin we aangeven in welke mate, op welke locaties en onder welke randvoorwaarden hoogbouw in de stad mogelijk is. In de Waalsprong worden gelukkig weer woningen opgeleverd en in 2004 presenteren we masterplannen als uitwerking van het Voorkeursmodel (VKM) om verdere productie voor te bereiden. In Koers West vertalen we het Koersdocument in concrete plannen. Verwervingen onder andere voor het stadsbrugtracé komen aan de orde. In het centrum werken we aan projecten als Hessenberg en Josephhof. Uit de ingediende plannen voor de prijsvraag Plein 1944 kiest de jury het plan dat we in 2004 uitwerken en dat vervolgens naar de volgende besluitvormingsronde gaat. Bij de knooppunten in de stad zal resultaat worden geboekt: uitwerking Masterplan Spoorzone en plan ROC, oplevering kantoor en start uitbreiding WC Dukenburg in de Brabantse Poort. Elders in de stad worden woningen opgeleverd in projecten als LIMOS en Marialaan. De Dobbelman komt toe
21
aan concretisering. De ontwikkeling van het terrein Winkelsteeg dient als pilot voor de intensivering van de bedrijventerreinen. Ons College wil flink vooruitgang boeken in de versterking van een aantal wijken. Voor de wijkvisie Willemskwartier start in 2004 de uitvoeringsfase. Na vaststelling van het masterplan voor Dukenburg maken we voorstellen op wijkniveau. Voor Hatert en Wolfskuil stellen we voortgangsrapportages op. Voor het Waterkwartier stellen we een wijkvisie op met als belangrijke thema's: ouderenhuisvesting, zorg en het voorzieningenhart. Voor de wijk Hengstdal maken we, op basis van het onderzoek ‘Wikken en Wegen in waardevolle wijken’ een plan van aanpak als voorloper op een wijkvisie. Het grondbeleid staat meer uitgebreid beschreven in hoofdstuk 8. In dit hoofdstuk geven wij ook een meerjarenraming voor de ABR. De ABR heeft nog niet de gewenste hoogte. Daarom stellen wij uw Raad voor om de komende vijf jaar de rente van de ABR niet af te dragen aan de Saldireserve. Ook stellen wij uw Raad voor de Voortgangsrapportage Grote Projecten oktober 2003 vast te stellen. In deze rapportage melden we de voortgang van de projecten uit het programma Grondbeleid en we vermelden hierin de meerjarenbegrotingen van de planexploita ties. Programma Ruimtelijke inrichting en vormgeving In het kader van het actualiseringproject brengen we twee bestemmingsplannen in procedure. Tenzij actuele overwegingen tot een andere prioriteit nopen, zijn dat Dukenburg en Nijmegen-West. Voor Nijmegen-Zuid/Hatert en Nijmegen-Midden wordt de procedure vervolgd. De benodigde aanvullende middelen financieren we uit een toename van legesgelden ten behoeve van ruimtelijke procedures. De actualisering betekent op termijn een teruggang in het aantal vrijstellingsprocedures ex artikel 19 WRO. Gelet op de gemiddelde doorlooptijd van viereneenhalf jaar (inclusief beroepsgang), is die teruggang echter vooralsnog beperkt. Het aantal verzoeken om vrijstelling is afhankelijk van marktontwikkelingen en de mate waarin bewoners hun leefsituatie wensen aan te passen, maar in alle gevallen blijft dit aanzienlijk. Daarnaast vergen de woningbouwprojecten in de stad veel van de beschikbare bestemmingsplancapaciteit. Noodzakelijke extra kosten voor externen financieren we uit planexploitaties. In de bestemmingsplannen nemen we standaard een cultuurhistorische paragraaf op. We reserveren hiervoor in het UPS een bedrag van € 110.000. In het eerste kwartaal van 2004 verschijnt de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit. Hierin presenteren we gebiedsgerichte beeldkwaliteitplannen en concrete criteria voor de beoordeling van bouwplannen. De nota voldoet als gemeentelijke welstandsnota conform de gewijzigde Woningwet. Door het welstandstoezicht anders te organiseren willen we de transparantie, de openbaarheid en rechtszekerheid vergroten. We evalueren de effecten van de Commissie Beeldkwaliteit die in 2004 haar eerste (verplichte) jaarverslag opstelt. Programma Ruimtelijk beheer Net als op andere terreinen neemt ons College de handhaving van bestemmingsplannen actiever ter hand. De daarvoor beschikbare capaciteit is nog beperkt. Afhankelijk van het gemeentebrede plan van aanpak voor handhaving breiden we deze in 2004 uit. Handhaving gebeurt vooral naar aanleiding van geconstateerde onrechtmatigheden. Dat gebeurt in principe onder het motto gelijke monniken gelijke kappen, maar we moeten prioriteiten stellen binnen de te handhaven situaties. Voor zover de beschikbare capaciteit het toelaat gaan we ook pro-actief optreden, bijvoorbeeld wijkgericht. 22
Uitvoeringsprogramma Stedelijke vernieuwing De projecten en activiteiten binnen het Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2004 (UPS 2004) ondersteunen drie centrale thema's: - Binnen het thema kwaliteit van de leefomgeving leggen we in het UPS 2004 accenten bij ‘Wonen boven winkels’ in het Centrum, beginnen we met de realisatie van de Centrale Zone in Hatert, worden gevelisolatie-projekten uitgevoerd in de St. Annastraat, Groenestraat en Bloemerstraat, en bereiden we in tal van wijken (Wolfskuil, Hatert, Heseveld, Lent etc.) woonomgevingprojecten voor en voeren deze uit. - Binnen het thema betaalbaar wonen trekken we weer een budget van € 4 miljoen uit voor het realiseren van betaalbare huurwoningen op binnenstedelijke herontwikkelingslocaties. - En tenslotte besteden we binnen het thema identiteit en diversiteit meer middelen aan visualisatie van cultuurhistorie, meer aandacht aan betere inbedding van cul tuurhistorie in de planvorming voor stedelijke projecten en werken we in meerdere wijken initiatieven uit op het terrein van buurteconomie en voeren deze – waar mogelijk – uit. We investeren extra in restauratie en onderhoud van monumenten (de Waag, de Stratemakerstoren en de Looimolen in de Wolfskuil). Het programmajaar 2004 is overigens het laatste uitvoeringsjaar van de ISV-1-periode (2000-2004). Eind 2003 weten we met welke budgetruimte het Rijk de ISV-2-periode (2005-2009) wil ingaan. Voortzetting van ISV is van groot belang voor de continuïteit van diverse projecten en programma’s. Ons College zal op het Kabinet een dringend beroep doen om het rijksbudget voor de stedelijke vernieuwingsactiviteiten op niveau te houden. Programma Cultuurhistorie Nijmegen 2000 stimuleert ons om onze bijzondere cultuurhistorische identiteit en kwaliteit actief te presenteren. Zo werken we actief aan een publicatie over de geschiedenis van de stad en aan een grote Romeinse overzichtstentoonstelling die in 2005 in Museum Het Valkhof wordt gehouden. We geven daarnaast prioriteit aan het meer zichtbaar en beleefbaar maken van cultuurhistorie. We visualiseren archeologische vondsten, zoals de ‘Loden Lady’ uit de Burchtstraat. In het UPS is € 100.000 gereserveerd voor de financiering van projecten in het programma Het Geheugen van de Stad. Voor kleinschalige visualisatieprojecten is in het UPS een bedrag beschikbaar van € 50.000. Het bouwhistorische onderzoek heeft een Bouwhistorische Waardenkaart opgeleverd. De interpretatie van de onderzoeksresultaten wordt in 2004 gepubliceerd. Op diverse bouwlocaties in de stad zal archeologisch onderzoek plaatsvinden, zoals op de Hessenberg-locatie, bij het Joris Ivensplein, Josephhof en in het Waalspronggebied. De kosten daarvan worden in de begroting van de betreffende projecten meegenomen. Het Verdrag van Malta vraagt om een herijking van de archeologische praktijk in Nijmegen en daarvoor zullen we in de loop van 2004 voorstellen doen. Het project Wederopbouw vordert gestaag. De inventariserende gebiedsgerichte en categorale studies zijn grotendeels afgerond. De totaalstudies voor Grootstal en Ha tertse Hei worden gecompleteerd. Daarmee breekt de fase aan van waardering en bescherming. We beschrijven in 2004 het bijzondere karakter van de voormalige kerkdorpen Hees en Neerbosch en zullen mogelijk een aantal objecten voordragen voor bescherming als gemeentelijk monument. Dat geldt naar verwachting ook voor objecten in overige stads-
23
delen, waaronder een aantal naoorlogse kerken en kapellen. Ook zullen we delen van een aantal vooroorlogse woonbuurten beschermen in het Waterkwartier, de Wolfskuil en het Willemskwartier. Een gericht communicatietraject hieromtrent wordt in de loop van 2004 opgezet. Ook de eerder aangekondigde aanwijzing van de 19e-eeuwse schil tot rijksbeschermd stadsgezicht pakken we in 2004 aan. We zullen de identiteitbepalende elementen van dit gebied nader preciseren. De benodigde middelen zijn begroot op € 30.000, te financieren uit het UPS. Beleid wonen 2004 Wonen is voor alle Nijmegenaren van belang. De kwaliteit van de stad wordt gedeeltelijk bepaald door de vraag of er voldoende goede woningen zijn. De laatste jaren neemt de spanning op de Nijmeegse woningmarkt almaar toe. Bouwen, bouwen, bouwen is ons credo. Naast de kwantiteit gaat het om kwaliteit. Nu en in de toekomst. Die kwaliteit wordt ook bepaald door de wijken. Goede woningen vereisen leefbare wijken. Woningen moeten aansluiten bij wensen en (financiële) mogelijkheden van mensen. Jong of oud. Arm of rijk. Alleenstaand of met een groot gezin. Zorgen voor voldoende varia tie is daarom van belang. Ook waar het gaat om uitstraling en architectuur. Tenslotte is het belangrijk dat het vergunningstelsel goed functioneert. Veiligheid, duidelijkheid en klantvriendelijkheid zijn hierbij de sleutelwoorden. Programma Wonen Ons College wil geen nieuwe abstracte visies formuleren. Het komt er nu op aan om concrete resultaten te boeken. We zijn primair gericht op een goede uitvoering om onze doelen op het gebied van wonen te realiseren. Het aanpakken van de schaarste op de woningmarkt is voor ons een belangrijke doelstelling. We willen een hogere woningproductie in aantallen, en variatie naar type, prijs en eigendomsvorm. We sturen in het locatiebeleid op het toevoegen van ontbrekende kwaliteit en we leggen dit ook vast in de afspraken met corporaties. In 2004 kunnen in de bestaande stad zo’n 970 nieuwbouwwoningen worden opgeleverd. Onder andere dankzij projecten als Kop Weurtseweg, Limos, Wolfkuilseweg, Mariënbosch en Kanunnik van Kekenstraat. Voor de Waalsprong zijn de procedures zover gevorderd dat in 2004 tu ssen 400 en 500 woningen kunnen worden opgeleverd. Daarnaast is nog extra inspanning noodzakelijk. Samen met marktpartijen moeten we een versnelling van de woningbouwproductie realiseren. We letten er scherp op dat procedures zo snel mogelijk worden doorlopen. In de bestaande stad zijn 400 woningen wel vergund, maar de bouw is nog niet gestart. Daarom stimuleren we de bouwers extra om, na afronding van de procedures, zo snel mogelijk met de bouw te starten. We inventariseren welke instrumenten we daarvoor kunnen gebruiken. In 2004 informeren wij uw Raad periodiek over de voortgang van het 5 puntenplan voor meer tempo in de woningproductie. Met een toegesneden differentiatie per wijk streven we naar een ongedeelde stad. In nieuwbouw en herontwikkeling streven we naar 40% goedkope woningbouw. We willen meer combinaties van wonen en zorg stimuleren. Met het oog op de zeer gespannen situatie op de woningmarkt zorgen we dat er ook aanbod wordt gerealiseerd voor doelgroepen waar de markt niet voor bouwt. We komen daarvoor met extra voorstellen. Daarbij hebben we aandacht voor de doelgroep studenten. Initiatieven om het aantal studentenwoningen te vergroten worden (planologisch) ondersteund. Daarnaast zoeken we naar nieuwe locaties en onorthodoxe oplossingen zoals het tijdelijk inrichten van terreinen en (kantoor)panden voor studentenhuisvesting. Een gerichte communicatiecampagne, samen met het SWON, moet de doorstroming van ouderen van grotere naar kleinere 24
woningen bevorderen. Hiervoor is door uw Raad € 100.000 beschikbaar gesteld. We ontwikkelen nieuwe initiatieven (bijv. Maatschappelijk Gebonden Eigendom) om de instroming van starters op de koopmarkt te stimuleren. We onderzoeken mogelijkheden om mensen die een goedkope huurwoning achterlaten voorrang te verlenen bij het to ewijzen van een woning in de duurdere huursector. Waar schaarste heerst, is het vraagstuk van verdeling actueel. We volgen de effecten van de regionale woonruimteverdeling kritisch. Indien voor bepaalde groepen de kansen op de woningmarkt dramatisch dalen, zullen we in overleg met corporaties met voorstellen komen om hun positie te versterken. We willen de voor- en nadelen van het optiemodel inventariseren. De positie van starters en urgenten is een extra aandachtspunt. Op basis van de evaluatie van de regionale urgentiecommissie bekijken we of en hoe het systeem voor urgentietoewijzing moet worden aangepast. Voorts willen we voorkomen dat het huidige verdelingssysteem leidt tot een cumulatie van problemen in bepaalde wijken in Nijmegen. De voornemens van het nieuwe kabinet om te bezuinigen op de huursubsidieregeling, in combinatie met de inkomensgevolgen van het totale bezuinigingspakket van het kabinet, stemmen tot grote zorg. Het betaalbaarheidprobleem komt daarmee weer op de agenda. In 2004 beraadt ons College zich op de gevolgen van het rijksbeleid en de mogelijkheden om daar iets aan te doen. De woningcorporaties zijn belangrijke partners voor ons bij het realiseren van onze doelstellingen in dit programma. In 2004 sluit ons College opnieuw bilaterale convenanten met hen. Uitgangspunten hierbij zijn: maatwerk per wijk, geen afname bereikbare voorraad, afstemming van investering in openbare ruimte en woningvoorraad en in beheer van woning en woonomgeving. We geven voorrang bij het beschikbaar stellen van grond en financiën (uit het ISV) aan die corporaties die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid pro-actief oppakken en lokaal verankerd zijn. In de particuliere woningvoorraad gaan we op basis van een evaluatie, die eind 2002 is uitgevoerd, verder met de uitvoering van het verbeteringsprogramma uit de nota Raad en Daad. In 2004 wordt budgettair het subsidietraject van de afgelopen twee decennia afgesloten. De feitelijke uitvoering ijlt nog een paar jaar na. De met de nota’s ‘Van Geld naar Goede Raad’ (1997) en ‘Raad en Daad’ (2000) ingeslagen weg zetten we voort, zij het met kleine aanpassingen en zonder budgettaire gevolgen. Om de leefbaarheid van bewoners in alle wijken op een aanvaardbaar peil te houden, schenken we het komend jaar extra aandacht aan mogelijkheden om bewoners aan te spreken die extra overlast veroorzaken voor hun buurt. Programma Bouwen Het komend jaar zetten we in op een kwaliteitsverbetering van de werkprocessen voor het verlenen van bouwvergunningen. We willen geen overschrijding van de termijnen en geen achterstanden bij de controle van de bouwvergunningen. We willen sterker inzetten op handhaving. Een gedoogcultuur wordt niet geaccepteerd. We hanteren heldere regels die we voor elke burger, onderneming of instelling in Nijmegen gelijkelijk toepassen. In een nota handhaving Bouwen en Wonen leggen we het handhavingskader vast. Door het inzetten van extra capaciteit intensiveren we de opsporing van illegale bouw. Ook besteden we meer aandacht aan het aanschrijven van eigenaren vanwege onveiligheid of ondeugdelijkheid van hun woningen of gebouwen. Bij
25
de uitvoering van de handhaving op het gebied van Bouwen en Wonen sluiten we aan bij de gemeentebrede aanpak van de handhaving. Programma Sport 55.000 Nijmegenaren doen aan sport. Omdat ze het leuk vinden en omdat het gezond is. Sport levert een belangrijke bijdrage aan de versterking van sociale verbanden. Ons College hecht hieraan en wil daarom de deelname aan sport vergroten. We richten ons daarbij op specifieke doelgroepen zoals jongeren, allochtonen en ouderen. Geen sport zonder goede accommodaties. Naast een verbetering van de accommodaties, streven we naar een versterking van de vele sportverenigingen die in Nijmegen actief zijn. Diverse sportverenigingen vervullen een belangrijke rol in de begeleiding van jeugd en allochtonen die verder gaat dan het sporten alleen. Ten slotte streven we naar een gezond topsportklimaat. Topsport is wervend voor de deelname aan breedtesport en levert een bijdrage aan de uitstraling van de stad. Topsport kan alleen gedijen als er sprake is van ondersteuning. Topsportactiviteiten, verenigingen en topsporters kunnen we betrekken bij het stimuleren van sportdeelneming op scholen en bij verenigingen. Een goed voorbeeld hiervan is de rol die basketbalclub Eiffel Towers speelt bij de openwijkscholen. Sportservice Nijmegen zorgt voor activiteiten die deelname aan sport stimuleren. Voorbeelden zijn het pleintjesbasketbal, Soccer4Action en Run4Action. De samenwerking in de ‘Sportieve Driehoek’ is gestart in de aandachts- en attentiewijken; via convenanten met scholen worden vakleerkrachten ingezet om gymlessen te geven, de groepsleerkrachten te ondersteunen en samenwerking te zoeken met sportverenigingen. In 2004 breidt de ‘Sportieve Driehoek’ zich uit naar andere wijken. Het sportaanbod voor jongeren door Tandem wordt vanaf 2004 door Sportservice op wijkniveau aangeboden. De activiteiten zijn gericht op doorstroming van jongeren naar sportverenigingen. In 2004 willen we de doorstroming van senioren, mensen met een functiebeperking en jeugdigen naar de sportverenigingen verbeteren. Sportverenigingen zijn er voor iedereen. Maatschappelijke veranderingen en nieuwe bevolkingsgroepen hebben hun weerslag op de verenigingsorganisatie. Sportverenigingen vervullen een belangrijke maatschappelijke functie maar zijn als sportorganisatie niet ingericht op deze veranderingen. Verenigingen worden ook nog geconfronteerd met nieuwe regels op het gebied van bijvoorbeeld milieu, gezondheid en veiligheid. Vanaf 2004 ontwikkelen we een themagericht ondersteuningsaanbod, als eerste met multiculturele onderwerpen. Om sportiviteit en teamgeest te bevorderen voeren we experimenteel het project ‘De Elf en Jijzelf’ uit. 50 sportverenigingen worden door Sportservice Nijmegen –individueel en/of geclusterd- ondersteund bij hulpvragen. Als experiment worden een aantal ‘plus’-ondersteuningstrajecten uitgevoerd, ondersteuning bij de implementatie van projecten. Om te komen tot sterke clubs bevorderen we de samenwerking en fusie van sportverenigingen, bijvoorbeeld tussen de voetbalverenigingen in Nijmegen West. Professionalisering stimuleren we. In 2003 is hiervoor een partnership aangegaan met de turnvereniging De Hazenkamp. Nieuwe partnerships gaan we aan met de Atletiek Vereniging Nijmegen en de taekwondo vereniging Yoo Sin. Via het digitaal sportloket is de informatie over het Nijmeegs sportaanbod en de sportverenigingen goed toegankelijk. We onderzoeken of we de dienstverlening kunnen uitbreiden met het digitaal reserveren van sportaccommodaties.
26
In het belang van de sportinfrastructuur juichen wij het toe dat ROC Nijmegen inmiddels ook sportopleidingen verzorgd. Begin 2004 stellen we beleidsuitgangspunten voor kwaliteit, spreiding en ingebruikgeving van sportaccommodaties vast. We streven naar een efficiënt gebruik in brede zin en we verwachten dat hierdoor de onrendabele top vermindert hetgeen leidt tot een besparing. We verwachten vanaf 2005 € 190.000 te kunnen besparen. Op basis van het accommodatiebeleid formuleren we het tarieven- en subsidiebeleid. Stimulering van sportdeelname staat hierbij voorop. Accommodatieprojecten in 2004 zijn de voetbalaccommodaties voor v.v. Orion en Trekvogels, multifunctionele accommodatie Hengstdal en de renovatie van de atletiekaccommodatie en aanleg van kunstgras op sportpark Brakkenstein. We maken plannen voor voorzieningenharten en een sporthal in De Waalsprong en voor de bouw van gymzalen in Hatert. Niet alleen ons College is actief op het gebied van sport. Goede voorbeelden van actuele versterking van het sportaccommodatieaanbod zijn het Gymnasion en de samenwerking bij de totstandkoming van de multifunctionele accommodatie De Goffert. In 2004 is het openluchtzwembad De Goffert verbeterd. We bereiden voorstellen voor over de toekomstige zwemvoorziening in Oost en De Waalsprong. Eiffel Towers behaalde het landskampioenschap, tijdens het NK turnen in Nijmegen werden de belangrijkste titels in de wacht gesleept door de turnsters van De Hazenkamp, hardlooptalent Susan Kuijken behaalde de gouden plak op de 3000 meter tijdens de EJOF in Parijs, NEC plaatste zich voor de UEFA-cup. Deze resulaten spelen ongetwijfeld een belangrijke rol bij de stimulering van breedtesport en promotie van de stad. Voor 2004 maken we een evenementenkalender waarbij we, op basis van het beleidskader Topsportevenementen, aansluiting zoeken bij die takken van sport waarin Nijmegen zowel in de top als in de breedte aantrekkingskracht heeft. Wij geven hierbij geen prioriteit aan het Nederlands Kampioenschap Dressuur. Zoals bij de taakstelling vastg esteld, is dit een besparing van € 20.000. Samen met het ROC en Eiffel Towers onderzoeken we de mogelijkheden voor uitbreiding van (top)sportmogelijkheden in de J. Massinkhal. Talentvolle topsporters kunnen in aanmerking komen voor ondersteuning door het Topsportersfonds.
27
1.3.2 Totaal programmaoverzicht financieel Bestaand beleid bedragen x € 1.000
Lasten 2004
ten laste van Algemene Dienst
Baten 2004
Programma Ruimtelijke ontwikkeling
666
0
666
Programma Ruimtelijke inrichting Programma Ruimtelijk beheer Programma Cultuurhistorie
2.018 146 2.711
355 16 2.263
1.663 130 448
Programma Wonen Programma Bouwen Programma Panden
7.547 6.273 8.046
6.274 3.052 5.118
1.273 3.221 2.928
20.793 13.191 61.391
16.738 2.118 35.934
4.055 11.073 25.457
Programma Grondbeleid Programma Sport Totaal portefeuille Goedgekeurde taakafstoting in 2004 Taakvermindering stadsontwikkeling Boekje open monumentendag Bureau Altrade Beleid bouwen en wonen
Programma Ruimtelijke ontwikkeling
Onderzoek woningmarkt NK dressuur Totaal portefeuille
Programma Wonen
28
Programma Cultuurhistorie Programma Wonen Programma Wonen/ Bouwen Programma Sport
250 30 98 35 10 20 443
1.4
Wijken, Recreatie en Spelen 1.4.1 Beleid 2004 Programma Wijkaanpak De wijkaanpak stuurt op een integrale aanpak van sociale, fysieke en economische problemen en kansen in wijken. De leefbaarheid in de wijken en korte lijnen tussen wijken en bestuur hebben voor ons College een hoge prioriteit. Om deze prioriteit te benadrukken is iedere wethouder ook wijkwethouder, de portefeuillehouder Wijken heeft de coördinerende verantwoordelijkheid. In de komende periode ondernemen wij samenhangende acties om het publiek domein in de wijken en de kwaliteit van de sociale relaties te verbeteren. Wij willen dichter bij de mensen staan door een open en actieve houding, door te beloven wat we kunnen en door na te komen wat we beloven. We richten ons op vragen en initiatieven van bewoners en ondernemers. Zoals in ons collegeakkoord vermeld, willen we in alle Nijmeegse wijken wijkmanagement inzetten die een actieve regiefunctie in de wijk gaat vervullen. De ambities voor het wijkgericht werken zijn hoog en dit vraagt extra capaciteit onder andere voor de wijkbezoeken, de wijkaanpakplannen en voor het netwerken in de wijk. Deze benodigde ex tra capaciteit hebben wij voor een deel kunnen financieren door interne verschuivingen. Voor de zesde wijkmanager hebben wij nog geen dekking. We stellen uw Raad voor om € 110.000 vrij te maken door dit bedrag te verminderen op ons budget voor extra opdrachten opbouwwerk aan Tandem. In het collegeakkoord ligt vast dat ons College voor 2006 alle wijken in de stad bezoekt. Inmiddels zijn 19 wijken bezocht. In 2004 bezoeken we 11 wijken. Het doel van deze bezoeken is het herstellen van vertrouwen tussen wijkbewoners en bestuur. Dat doen we door direct en persoonlijk contact tussen burgers en bestuurders. Dit contact moet leiden tot afspraken voor aanpak en verbeteringen. Een onderzoek (medio 2003) onder de burgers wijst uit dat men enthousiast is over de formule en graag ziet dat we met de wijkbezoeken doorgaan. Het aantal burgers dat daadwerkelijk merkt dat afspraken worden nagekomen en uitgevoerd, willen we graag verder verhogen. In 2004 willen we daarom de uitvoeringsplanning verbeteren. In het kader van de Stads- en wijkmonitor 2003 is op wijkniveau grondig onderzoek gedaan naar de staat van de wijken en de gevoelens van de wijkbewoners over de leefbaarheid van hun wijk. Analyse van de achterliggende problemen en het in beeld brengen van de te nemen maatregelen vindt plaats in nauwe samenspraak met de buurtbewoners en betrokken organisaties en maatschappelijke groeperingen. Een wijkaanpakplan (WAP) geeft de extra maatregelen aan die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de wijk in de gewenste richting. Dit plan is een soort “contract” tussen gemeente en wijk. Met behulp van de gegevens uit de wijkmonitor bepaalt ons College voor welke wijken we in 2004 een WAP opstellen. Dit zal dan volgens een nieuwe werkaanpak geschieden met meer ruimte voor de input vanuit de wijk. In 2004 stellen we in ieder geval een WAP op voor het Centrum (binnen- en benedenstad) en voor de
29
Wolfskuil. Daarnaast voeren we in de wijk, ook zonder of in afwachting van een wijkaanpakplan, vele werkzaamheden uit. Ons College wil zelfwerkzaamheid van bewoners waar mogelijk “belonen”. Daarbij past dat initiatieven vanuit bewoners en hun organisaties snel gehonoreerd moeten worden. In 2003 is het budget flexibele wijkaanpak geïntroduceerd. Dit is een uitstekend instrument gebleken om snel en flexibel in te spelen op dat wat er leeft. In het eerste kwartaal van 2004 ontwikkelen we nadere criteria voor de toedeling. Ons College wil ook de betrokkenheid van bewoners vergroten bij de planvorming en uitvoering. Projecten als Onze Buurt aan Zet geven ons mogelijkheden voor een onorthodoxe, vernieuwende aanpak waarbij de ABCD-methode een goed instrument is gebleken voor meer betrokkenheid en zeggenschap van burgers. De budgetten voor de bewonersorganisaties houden we tegen het licht. Enerzijds om te komen tot een rechtvaardige verdeling van het totaalbudget, anderzijds om procedures voor verantwoording en herverdeling te herijken. Voor kleine bewonersorganisaties wordt het mogelijk subsidie te verkrijgen zonder aanwezige rechtspersoon. Dienstverlening in de wijken De wijkpost is een laagdrempelige informatievoorziening in de wijk. Met name allochtone bewoners maken gebruik van de 5 wijkposten. Daarnaast voorziet het project in werkgelegenheid. Gesubsidieerde arbeidskrachten worden opgeleid en kunnen vervolgens door– dan wel uitstromen. In 2004 moet worden afgewogen of deze functies van wijkposten, in relatie met de nadelige invloed van gewijzigde regelgeving op het gebied van gesubsidieerde arbeid, voldoende zijn voor het voortbestaan ervan. In de loop van 2004 neemt ons College een besluit over het voorzetten van de wijkposten. Beleid Openbare ruimte Ons College wil werk maken van meer schone, hele en veilige wijken in Nijmegen. Dat doen we door het beheer en onderhoud van de openbare ruimte te verbeteren en afval en zwerfvuil snel te verwijderen. Ook zorgen we voor voldoende toezicht zodat mensen zich weer veilig voelen in hun buurt en de verloedering wordt tegengegaan. We willen als college direct van de mensen horen wat hun klachten zijn en daar ook zo snel mogelijk wat aan doen. Een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving is speerpunt van ons beleid. Het verder ontwikkelen van Nijmegen als groene stad is voor ons van wezenlijk belang. In samenspraak met bewoners en gebruikers bepalen we hoe wij de buitenruimte vormgegeven. Programma Openbare ruimte De inwoners van Nijmegen vinden dat de verloedering in de buurten is toegenomen. De waardering is in de periode 1996-2000 slechter geworden en het aantal klachten over zwerfvuil en hondenpoep is gestegen. Meer dan tweederde van de Nijmegenaren vindt dat ze voldoende groen in de buurt hebben, maar steeds minder mensen vinden dat het onderhoud op een goede manier gebeurt. Ons College heeft er de nadruk op gelegd om wijkgericht en direct de problemen op te lossen, naar onze stellige overtuiging de beste manier om binnen het beperkte budget de openbare ruimte zo goed mogelijk te beheren. Er is jaarlijks circa € 2 tot 3 miljoen extra nodig om de openbare ruimte (hoofdwegen en in de wijken) goed te kunnen onderhouden. Met de vaststelling van het IBOR30
beleidsplan in 2001 is een richting ingeslagen waarin ons College dit structureel op orde wil brengen. Jaarlijks stellen we op wijkniveau een aantal beheerplannen op in samenspraak met de bewoners en bedrijven om te bepalen hoe we in die wijken het onderhoud gaan vormgeven. In 2004 stellen we minimaal 5 beheerplannen op; met name voor de aanpakwijken. Vanaf 2003 hebben wij circa € 1 miljoen extra middelen vrijgemaakt voor het onderhoud van de openbare ruimte. Op basis van de ervaringen die wij opdoen bij deze plannen, wil ons College in de loop van 2004 met u van gedachten wisselen of we binnen het beschikbare budget in voldoende mate de streefbeelden voor de kwaliteit van de openbare ruimte realiseren. Bij de door uw Raad goedgekeurde taakstelling hebben we middelen kunnen vrijmaken uit de 1% doelmatigheidstaakstelling aan de DAR. De DAR voert jaarlijks voor € 20 miljoen aan opdrachten uit. Het bedrag voor de dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de DAR zal met ingang van 2004 jaarlijks 1% minder zijn zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening aan de burgers van Nijmegen. Ook letten we er scherper op of ongediertebestrijding echt nodig is voor de volksgezond heid, anders moeten burgers en bedrijven de kosten zelf betalen. In 2006 is voor alle wijken een beheerplan afgesproken. Ons College gaat het zwerfvuil in deze stad op een onorthodoxe wijze aanpakken. We starten in drie wijken met een pilot. Vervuilende GFT-cocons verwijderen we en de afvalinzameling passen we aan zonder dat dit ten koste gaat van de milieudoelstellingen. Ook verscherpen we het toezicht op het veroorzaken van overlast door zwerfvuil. Om het veiligheidsgevoel in de wijken te vergroten passen we op een aantal plekken de openbare verlichting aan. In het programma Veiligheid wordt hiervoor ruimte gemaakt. Van het vanaf 2003 verhoogde budget voor het onderhoud van de openbare ruimte zetten we circa € 3 ton in om in drie jaar tijd circa € 3 miljoen te kunnen investeren om de overlast van boomwortels op stoepen en pleinen tegen te gaan. De bomen moeten meer ruimte krijgen en waar bomen onvoldoende groeiplek hebben, zullen we ze overplanten naar betere plekken. Op basis van de ervaringen in 2003 stellen we een ‘programma voor Toezicht’ voor 2004 op. We zetten teams gericht in om preventief en zonodig ook streng op te treden. We gaan door met de wijkbezoeken om van de mensen te horen waar de knelpunten zitten. In de gemeentelijke organisatie breiden we het aantal stadsdeelbeheerders uit van 4 naar 6. Bewoners en bedrijven kunnen opmerkingen en klachten over het beheer en onderhoud van de openbare ruimte aan hen melden. Een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving is speerpunt van ons beleid. In het programma Openbare ruimte geeft ons College vorm aan de ontwikkeling van Nijmegen als groene stad. Uitgangspunt is het Meerjarenplan Groen. Dit Meerjarenplan Groen is de vertaling van het groenstructuurplan ‘Nijmegen rijk aan groen’ in concrete uitvoeringsprojecten. In samenspraak met bewoners en gebruikers bepalen we hoe wij de buitenruimte vormgegeven. Draagvlak is immers van essentieel belang om de kwaliteit van de directe leefomgeving van burgers te verbeteren.
31
Programma Recreatie en Spelen De infrastructuur voor spelen bestaat uit de stedelijke speeltuinen, de wijkspeeltuinen, kinderboerderijen, openbare speelplaatsen en recreatieve sportvoorzieningen. Ons beleid voor openbare speelplaatsen in de wijken voor kinderen tot 12 jaar is geformuleerd in de nota ‘kom je buiten spelen’. In 2004 volgen we het uitvoeringsprogramma voor het inrichten c.q. renoveren van speelplaatsen. Daarnaast wordt in 2004 onderzoek gedaan naar de kwaliteit en waardering van speelplaatsen; de resultaten hiervan verwachten we in de tweede helft van het jaar. Ook nemen we, in de eerste helft van 2004, de infrastructuur van stedelijke en wijkspeeltuinen onder de loep. De exploitatie van de stedelijke speeltuinen passen we aan als gevolg van de in 2003 genomen maatregelen Het speelbeleid voor jongeren vanaf 12 jaar legt ons College in februari 2004 aan uw Raad voor met hierin opgenomen de inrichting en het onderhoud van recreatieve sportvoorzieningen en verblijfsplekken in de openlucht. In 2004 stellen we ook, in overleg met deskundigen en bewoners, het plan voor openluchtrecreatie in De Waalsprong op.
1.4.2 Totaal programmaoverzicht financieel Bestaand beleid bedragen x € 1.000
Lasten 2004 Programma Wijkaanpak Programma Openbare ruimte Programma Recreatie en Spelen Totaal portefeuille
Baten 2004
9.013 30.247 2.314 41.574
2.550 4.417 667 7.634
ten laste van Algemene Dienst 6.463 25.830 1.647 33.940
Goedgekeurde taakafstoting in 2004 Contract met DAR Wijkonderhoudsploeg Totaal portefeuille
32
Programma Openbare ruimte Programma Openbare ruimte
30 80 110
1.5
Verkeer, Milieu, Cultuur 1.5.1 Beleid 2004 Beleid mobiliteit, infrastructuur en hoofdgroenstructuur Nijmegen moet bereikbaar blijven ondanks dat de stad steeds drukker wordt. Uitbreiden van het wegennet in de bestaande stad is niet reëel. Ons College wil daarom stevig inzetten op het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer en op het beter benutten van de infrastructuur (onder meer door de doorstroming op de hoofdwegen te verbeteren). Waar mogelijk willen wij deze accenten ondersteunen door prijsmaatregelen bijvoorbeeld voor de parkeer- en openbaar vervoertarieven. Om een zo veilig mogelijke leefomgeving tot stand te brengen is de aanpak van de verkeersonveiligheid voor ons van wezenlijk belang, zowel in de wijken als op het hoofdwegennet. Ons College wil door goed onderhoud en intensievere benutting van de voorzieningen uitbreiding en vervanging van infrastructuur zo lang mogelijk uitstellen. We zetten onderhoudsbudgetten optimaal in om de levensduur van kapitaalgoederen te verlengen en we gaan bij reconstructie en herinrichting uit van de gewenste kwaliteit zoals vastgesteld in de Beleidsnota IBOR en goed onderhoudbaar materiaal. Toch zijn de komende jaren nog forse investeringen nodig zoals op het gebied van openbaar vervoer, fiets, verkeersveiligheid en parkeren. De aanleg van de Stadsbrug vinden wij essentieel voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de stad en het realiseren van een aantrekkelijk woon- en leefmilieu zowel ten noorden als ten zuiden van de Waal. Een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving is speerpunt van ons beleid. Ons College wil de kwaliteiten van Nijmegen als groene stad instandhouden en waar mogelijk versterken. De intensivering van het gebruik van de ruimte benadrukt het belang van het waarborgen van de groene kwaliteiten van de stad en de omgeving. Programma Mobiliteit In 2004 wil ons College de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer vergroten. Dit doen we onder andere met prijsaanbiedingen. Om de bussen snel door het overige verkeer te loodsen, realiseren we doorstromingsprojecten zoals op de St. Annastraat, Van Schuylenburgweg en de Hatertseweg-Grootstalselaan. In 2004 is (als onderdeel van de uitvoering van de zogenaamde ‘Mix aan mogelijkheden’) de route over de Waalkade geschikt voor een OV-route met aantrekkelijke haltelocaties. Op basis van een gezamenlijke visie van KAN en OV-bedrijven zullen we ook andere routes realiseren; na het afronden van de planuitwerking start komend jaar de uitvoering van het doortrekken van de busbaan door de Spoorkuil naar Heyendaal. Veiligheid, voldoende stallingvoorzieningen en comfort bepalen het fietsgebruik in de stad. In 2004 gaan we verder met de uitvoering van de route Nijmegen–Wijchen en vervolgens komen de routes Nijmegen-Malden en Nijmegen-Berg en Dal aan de beurt. Het uitvoeringsprogramma van de fietsroutes actualiseren we met een prioriteit voor schoolroutes. De vrije, bewaakte stalling in de gerenoveerde Mariënburggarage is in 2004 in gebruik. Verder breiden we het aantal klemmen in het centrumgebied uit en
33
maken we een aanvang met de realisatie van een tweede laag bij de gratis stalling bij het station. In de meeste wijken zal eind 2005 het regime van 30 km/h zijn ingevoerd. Met de extra impuls zoals vastgesteld in het collegeakkoord verbeteren we de grootste knelpunten in het hoofdwegennet. In 2004 met name de kruising Grootstalselaan-Maldenburchtstraat en vervolgens de kruising Heyendaalseweg-Groenewoudseweg. Bij de uitvoering van Duurzaam Veilig fase II (na 2004) verbeteren we de overige knelpunten op het hoofdwegennet. Daarnaast besteedt ons College meer aandacht aan educatie en voorlichting om het aantal verkeersongevallen op termijn te laten dalen. In KAN-verband is het beleid voor een Beter Bereikbaar KAN uitgezet en zullen we ons inzetten voor een betere bereikbaarheid van ons regionale en stedelijke wegennet. In 2004 worden (regionale) plannen en uitvoeringsprogramma's voorbereid en ter besluitvorming voorgelegd. De plannen voor de bouw van de Stadsbrug werken we de komende jaren verder uit. In 2004 wordt de MER aangeboden. De bereikbaarheid van Nijmegen zal evenals het wegennet met de realisatie van de brug sterk veranderen. In 2004 werkt ons College verder aan de bouw van de parkeergarages aan de westkant van het centrum nabij het Joris Ivensplein en de Nassausingel. Per 1 januari 2004 verhogen wij de parkeertarieven enigszins. Hiermee financieren we de kosten van het herinvoeren van muntgeldparkeren alsmede tekorten in de parkeerexploitatie als gevolg van de vertraagde invoering van eerdere tariefsverhogingen. In 2004 ontwikkelt ons College een parkeervisie waarin we onder meer de efficiency van de parkeerexploitatie bezien. Voor de uitvoering van de beleidsdoelstellingen op het gebied van Verkeer zoals vermeld in de nota ‘Mobiliteit in Balans’ en voor het monitoren hiervan, hebben we in financieel en personeel opzicht te weinig middelen beschikbaar om alle activiteiten te verrichten. In de loop van 2004 wil ons College met uw Raad graag de voortgang bespreken en waar nodig prioriteiten herijken. Als gevolg van de taakafstoting besteden we minder aan experimenten maar we ondersteunen wel initiatieven uit de stad. Programma Bovengrondse Infrastructuur Met dit programma willen we grootschalige infrastructuur realiseren en instandhouden en willen we de kwaliteiten van Nijmegen als leefbare en groene stad verder ontwikkelen. Als er meer openbare ruimte te onderhouden is, passen we de financiering hiervan in en als er schade wordt aangebracht aan bovengrondse infrastructuur verhaalt ons College die consequenter dan voorheen op de dader. Ons College investeert in fietsvoorzieningen en openbaar vervoer om hun functie in de stad te versterken. Ook gaan we verder met het verbeteren van de verkeersveiligheid en het treffen van doorstromingsmaatregelen (dynamisch verkeersmanagement) op het hoofdwegennet (met name de Graafseweg). We liften waar mogelijk mee met ontwikkelingen vanuit overige stedelijke investeringen. Onderhoudsinvesteringen besteden we in 2004 voor een groot deel in de aanpakwijken, in samenhang met wijkaanpakplannen. Speciale aandacht verdient de binnenstad; de kwaliteit van de openbare ruimte in de nog niet verbeterde delen van het centrum schiet op onderdelen tekort, zowel wat betreft onderhoud als in het gebruik. Wij zijn voornemens de belangrijkste knelpunten de komende jaren aan te pakken, waarbij wij zo veel mogelijk zullen aansluiten op initiatie34
ven vanuit de samenleving (Plein 44, Hessenberg) en op bestaande uitvoeringsprogra mma’s (zoals bij de riolering Hertogstraat en de aanpak van het Joris Ivensplein). Een nadere uitwerking van het Groenstructuurplan is het vaststellen van de hoofdgroenstructuur, waarbij wij extra aandacht hebben voor de bestaande en potentiële natuurwaarden. Naast parken en groengebieden zijn bomen belangrijk in deze hoofdgroenstructuur. Wij voeren de projecten uit de Kadernota Bomen in 2004 verder uit. In 2004 gaan we verder met het in beeld brengen van de beschermde flora en fauna. Met het Biodiversiteitsplan hebben we een kader gesteld voor investeringen in de openbare ruimte zonder daarbij de ecologische kwaliteit te verstoren. Immers het vóórkomen van bedreigde soorten hoeft niet direct een belemmering te zijn maar kunnen we ook als een uitdaging zien. In 2004 lopen de investeringen in Park West en Kronenburgerpark door en we maken nieuwe plannen voor Park Brakkenstein. Onze aandacht gaat ook uit naar versterking van het groen in de stadsranden, het groen in de natuur- en recreatievoorzieningen om de stad en naar recreatieve routes vanuit de stad naar buiten. Hierbij zijn we echter afhankelijk van medewerking van buurgemeenten, KAN, Provincie en het Rijk. Samen met gemeente Lingewaard en het Ministerie LNV maken we onder andere plannen voor Park de Woerdt. Beleid Milieu Het uitgangspunt voor het milieubeleid is het vastgestelde milieubeleidsplan (2002) dat een duurzame ontwikkeling van Nijmegen beoogt. Onder het huidig economisch en poli tiek/maatschappelijk klimaat staat het investeren in milieu onder druk. Desondanks houdt ons College onverkort vast aan onze ambities zoals vastgelegd in het collegeakkoord. Wij werken aan een ervaarbare en meetbare verbetering van de leefomgevingskwaliteit van de stad en zetten stappen naar een duurzaam functionerende stad op termijn. De kwaliteit van de vergunningverlening en handhaving heeft onze volle aandacht. De handhaving zal aan landelijke kwaliteitscriteria moeten voldoen. De kwaliteit van de vergunningverlening zal verder toenemen door de kennis van maatschappelijke groeperingen te betrekken bij het opstellen van randvoorwaarden. De stedelijke luchtkwaliteit is ons grootste acute milieuprobleem. De grote automobili teit is hiervan de belangrijkste oorzaak. Het uitvoeringsprogramma stedelijke luchtkwaliteit richt zich daarom vooral op beperking van het autogebruik en stimulering van de fiets. Nijmegen West is speerpunt als het gaat om het toepassen van gebiedsgerichte inzet van middelen met als milieudoel de leefomgevingskwaliteit te verbeteren in combinatie met duurzame economische en ruimtelijke vernieuwing. Geluidsoverlast blijft een hardnekkig milieuprobleem in relatie tot verkeer (stadsbrug), bedrijven, evenementen en burenlawaai. Wij werken aan een klimaatplan waarmee we bereiken dat Nijmegen minder gebruik maakt van fossiele brandstoffen. Het overeind houden en zo mogelijk uitbreiden van ons milieueducatieprogramma op basis- en middelbare scholen bevordert het milieubewust denken en handelen van de jonge Nijmegenaar.
35
Programma Leefomgevingskwaliteit Dit programma is nauw verbonden met het programma Duurzaamheid; Leefomgevingskwaliteit richt zich vooral op het ‘hier en nu’ (beperking van hinder, veiligheid- en gezondheidsrisico’s). Ons doel is het behouden en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit in de stad. Nijmegenaren moeten het gevoel hebben te leven in een veilige en gezonde leefomgeving en moeten er van op aan kunnen dat inbreuken op deze leefomgeving worden voorkomen. Klachten van burgers over inbreuken op de leefomgeving nemen wij serieus en verhelpen wij zo veel als mogelijk. Specifieke aandacht schenken we aan de onderstaande ontwikkelingen en taakstellingen: - Wij stellen uw Raad voor het budget structureel met € 75.000 te verhogen voor de uitbreiding van 1,5 fte handhavingscapaciteit. Met deze extra capaciteit willen we de door uw Raad vastgestelde handhavingsfrequentie bij bedrijven uitvoeren. - Uit de gehouden zelfevaluatie volgt dat Nijmegen reeds voor 59% voldoet aan de landelijk gestelde kwaliteitscriteria voor milieuhandhaving. Ons College stelt een verbeterplan op zodat Nijmegen per 1-1-2005 volledig aan deze criteria voldoet. - In 2002 en 2003 is de formatie voor inspectie van risicobedrijven a-structureel gedekt uit het Milieustimuleringsfonds. Na twee zeer uitvoerige inspectieronden achten wij het verantwoord om de inzet van de afdeling Milieu bij deze controles te halveren. Voor de resterende formatiebehoefte willen wij de handhavingsfrequentie voor reguliere bedrijfscontroles beperkt verlagen. Ons College legt uw Raad in 2004 hierover een voorstel voor. - Door de invoering van het Besluit luchtkwaliteit is meer formatie nodig voor het thema lucht. Ruimtelijke en verkeersplannen moeten op luchtaspecten worden getoetst. Bovendien vraagt het monitoren van de luchtkwaliteit meer aandacht. Een belangrijk deel van de benodigde formatie kunnen we financieren uit het projectbudget voor de ruimtelijke plannen. - Nijmegen West blijft de komende jaren een belangrijke uitdaging. Via de stolpbenadering krijgen we inzicht in de huidige milieukwaliteit van het gebied. In sa menwerking met de provincie Gelderland stellen we de toekomstige milieukwaliteit voor dit gebied vast. Programma Duurzaamheid Duurzaamheid richt zich vooral op het ‘daar en straks’ (zuinig omgaan met energie, lucht, bodem etcetera). Ons doel is een duurzame ontwikkeling van Nijmegen met een goede balans tussen wonen, werken en leven en een schoon en gezond milieu: - In 2005 hebben we een compleet beeld van alle bodemverontreinigingen binnen de gemeentegrens. We zorgen er voor dat in 2023 alle gevallen van ernstige bodemverontreiniging zijn opgelost. - We stellen in 2004 een Klimaatplan op met een hoge maar haalbare CO2 reductie. - In 2004 maken wij in samenwerking met de Provincie en onze buurgemeenten een regionaal plan voor de plaatsing van windturbines. Onze inzet daarbij is om tenminste 10 megawatt te realiseren. - Er is een volwaardige inbreng van duurzaamheidsaspecten in milieugerelateerde beleidsvelden als ruimtelijke ordening, bouwen en wonen, mobiliteit, bedrijvigheid en bedrijfsinterne milieuzorg. 36
-
-
We streven er naar het succesvolle Nijmeegse model voor Natuur- en Milieueducatie verder uit te bouwen, zodat de NME organisaties 60% van de basisscholieren bereiken (nu 50%). Ook start er een pilot voor middelbare scholen met provinciale subsidie (project ‘leren voor duurzaamheid’). De financiering zal binnen bestaande budgetten gevonden moeten worden. Daartoe ontvangt uw Raad van ons een uitgewerkt voorstel. Voor het stadhuis breiden we de energievoorziening uit met een eigen zonneenergiecentrale.
Programma Integraal waterbeheer Water zorgt voor leven. We moeten er zuinig mee zijn, het schoonhouden, afvalwater moeten we veilig afvoeren en de overlast van te veel water moeten we tegengaan. In 2004 werkt ons College samen met andere partijen aan een nieuw gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het afkoppelen van verhard oppervlak in de stad om schoon regenwater niet onnodig in het riool te laten verdwijnen, verloopt trager dan gepland. Het extern overeengekomen doel om in 2010 ten opzichte van 2000 150 hectare afgekoppeld te hebben blijft echter gehandhaafd. Ons College wil in 2004 10 hectare verhard oppervlak afkoppelen. Dit doen we meer dan voorheen onafhankelijk van andere ingrepen in de openbare ruimte. We starten met de overdracht van de vijvers in de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt aan het Waterschap en we beginnen met het uitwerken van de plannen voor de herinrichting van 12% van de oppervlakte hiervan. De kwaliteit van een deel van het rioolstelsel blijft ons zorgen baren. De uitvoering van de milieumaatregelen en de stapsgewijze vernieuwing verlopen inmiddels volgens plan maar het dagelijkse technisch onderhoud wordt te veel beheerst door calamiteiten. In 2004 sluiten we alle panden aan die nog niet op de riolering zijn aangesloten maar waarvoor dit wel is vereist. Tot aan de vaststelling van het nieuwe GRP legt ons College de nadruk op het vervangen van de slechte delen van het rioolstelsel en maken we een aanvang, voor zover financieel mogelijk, met preventief onderhoud. Programma Kunst en Cultuur Cultuur en kunst bieden plezier én ontplooiingskansen. Ons beleid is er op gericht zoveel mogelijk inwoners te laten deelnemen. Cultuur heeft daarnaast ook een eigen rol om grenzen te verleggen, nieuwe inzichten te verwerven en nieuwe uitingen te ontdekken. Ons College richt zich enerzijds op de actieve en passieve participatie van inwoners aan cultuur middels het programma aanbod van de podia, de tentoonstellingen in musea, cultuureducatie, bibliotheek, amateurkunst, culturele evenementen en beeldende kunst. Anderzijds bieden we ruimte aan de eigenzinnige rol van cultuur. Naast de gevestigde instellingen zijn er in Nijmegen kleinschalige initiatieven mogelijk. In 2004 werken we vooral aan het organiseren van de basisinfrastructuur voor podia en beeldende kunst. Een voorbeeld voor kleinschalige initiatieven is de aanstaande invulling van de benedenverdieping van de voormalige dobbelmanfabriek. Ons beeldende kunst beleid heeft vier hoofdlijnen: kunstaankopen, kunst in openbare ruimte, de infrastructuur voor beeldende kunst en culturele activiteiten. Het voortbestaan van de huidige infrastructuur voor beeldende kunst staat onder druk onder ande-
37
re als gevolg van de bezuinigingen op de ID-WIW banen. Hiervoor moet een oplossing worden gevonden. Uit onderzoek blijkt dat cultuureducatie veel invloed heeft op blijvende cultuurparticipatie. Ons College wil voor een goed en betaalbaar aanbod van kunst- en cultuureducatie zorgdragen. Het centrum De Lindenberg willen we aanpassen aan de hedendaagse eisen en wensen. De bestaande locatie heeft beperkingen en we onderzoeken de alternatieven op de huidige lokatie of elders. Zoals in de Perspectiefnota aangekondigd, kunnen we de extra kosten van het gebouw De Lindenberg in 2004 nog niet onderbrengen in een planexploitatie. Ons College stelt uw Raad voor om voor deze exploitatiekosten, € 115.000, in 2004 extra middelen vrij te maken. De samenwerking met het Steigertheater juichen we toe omdat we hiermee het aanbod van activiteiten en faciliteiten voor educatie en amateurkunst kunnen verbeteren. Met het oog op de noodzakelijke bezuinigingen onderzoeken we of een tariefverhoging mogelijk is voor cursisten van De Lindenberg die van buiten Nijmegen komen. Nijmegen heeft een zeer rijk verenigingsleven voor amateurtheater, zang- en muziekgezelschappen. Het blijkt dat ons subsidiebeleid voor amateurkunst slechts een beperkt stimulerende rol vervult. In de komende periode wil ons College in overleg met het veld onderzoeken hoe wij kunnen bijdragen aan behoud en versterking van de verenigingen en het semi-professioneel aanbod. In 2003 is het Nijmeegse podiumprofiel onder de loep genomen. Naast het onderzoek naar cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de zes podia vormt de inventarisatie van programma-aanbod en ontwikkelingen een basis voor scenario’s voor de ontwikkeling van het gewenste Nijmeegse podiumprofiel. Op basis van de besluitvorming over het gewenste profiel stellen we in 2004 subsidieovereenkomsten op met Lux, het Steigertheater, Doornroosje en De Lindenberg (podiumaanbod) en geven we vorm aan de speerpunten film en muziek. In mei 2003 heeft uw Raad de kaders bepaald voor het toekomstige popmuziek aanbod door het poppodium Doornroosje. Ons College legt begin 2004 aan uw Raad een voorstel ter besluitvorming voor over programma-aanbod, organisatie en huisvesting van het poppodium. In 2004 bereiden we een advies voor over culturele evenementen in 2005 – 2008. Het beleid vertalen we jaarlijks in een evenementenprogramma. We betrekken hierbij ook de evaluatie van de Armada 2003. Samen met de KUN, Raad van Kerken en LUX bereiden we een voorstel voor over het gebruik van de Marienburgkapel als regionaal debatcentrum. Volgens planning wordt medio 2004 het Arsenaal in gebruik genomen. De culturele functie op de bovenverdieping zal zich conform het raadsbesluit richten op filmac tiviteiten en op de Vlaamse cultuur. De Wintertuin krijgt hier een uitvalsbasis voor zijn vernieuwende kijk op literatuur via gebruik beeld en geluid. In 2003 is de subsidieovereenkomst met de bibliotheek afgesloten. Op basis van het rijksbeleid krijgt de samenwerking tussen de bibliotheken in de regio vorm. In 2004 gaat de pilot met een wijkvoorziening in Neerbosch Oost van start en op basis van deze pilot volgt besluitvorming over het spreidingsbeleid.
38
1.5.2 Totaal programmaoverzicht financieel Bestaand beleid bedragen x € 1.000
Lasten 2004 Programma Programma structuur Programma Programma Programma
Mobiliteit Bovengrondse InfraLeefomgevingskwaliteit Duurzaamheid Integraal waterbeheer
Programma Kunst en Cultuur Totaal portefeuille
Baten 2004
ten laste van Algemene Dienst
10.081 12.356
10.838 275
-757 12.081
5.072 2.412 9.948
857 1.545 2.468
4.215 867 7.480
16.293 56.162
561 16.544
15.732 39.618
Voorstellen budgetuitbreiding Uitbreiding handhavingscapaciteit Exploitatie gebouw De Lindenberg Totaal portefeuille
Programma Leefomgevingskwaliteit Programma Kunst en Cultuur
75 115 190
Goedgekeurde taakafstoting in 2004 Experimenten vervoer
Programma Mobiliteit
Aanbestedingsbeleid aanscherpen Schadeverhaal openbare ruimte Milieu minder beleid Totaal portefeuille
Programma Bovengrondse infrastructuur Programma Bovengrondse infrastructuur Programma Leefomgevingskwaliteit
21 50 100 100 271
39
40
1.6
Onderwijs, Zorg en Grotestedenbeleid 1.6.1 Beleid 2004 Programma Onderwijs Wij willen dat zo veel mogelijk jongeren hun schoolloopbaan afsluiten met een startkwalifikatie. Als College vervullen wij hierbij vooral een faciliterende rol naar schoolbesturen en ouders toe: bekostiging van onderwijshuisvesting, schoolbegeleiding en leerlingvervoer zijn hierbij krachtige instrumenten. In beleid en interventies voor leerlingen met (dreigende) onderwijsachterstanden is onze rol meer sturend: het gemeentelijk onderwijsachterstandenplan, de ontwikkeling van openwijkscholen en de gemeentelijke leerplichthandhaving staan hierbij centraal. In 2001 bedroeg het percentage voortijdig schoolverlaters 5,1%, in 2002 5,0%. Om in 2006 het percentage voortijdig schoolverlaters teruggebracht te hebben tot 3,8% ondernemen wij samen met partners in en om het onderwijsveld de volgende acties: • meer inzet van leerplichtcapaciteit: het aantal afhandelingen is in het schooljaar 2002-2003 gestegen van 931 naar 1258; • eind 2003 presenteren wij een gezamenlijk plan van aanpak met de schoolbesturen voor voortgezet onderwijs om te komen tot één uitvoeringsorganisatie voor de opvang van zorg- en risicoleerlingen. De eerste stappen op weg naar deze uitvoeringsorganisatie worden per 1 augustus 2004 gezet. Een jaar later moet de nieuwe organisatie volledig operationeel zijn; • In 2002 is op alle basisscholen School en Hulp ingevoerd. In 2003 heeft het Nijmeegse voortgezet onderwijs deze stap gevolgd. In beginsel worden nu alle leerlingen met problemen gesignaleerd, interdisciplinair besproken en indien nodig adequaat verwezen; • In het najaar van 2003 sluiten de VMBO- en de MBO-scholen een convenant met elkaar af om te komen tot een betere aansluiting en samenwerking tussen beide vormen van onderwijs. Ons College zal dit samenwerkingsproces financieel faciliteren met de hiervoor geraamde middelen uit het Collegeakkoord. In april 2003 heeft uw Raad de “onderzoeksopdracht onderwijshuisvesting” vastgesteld. Dit onafhankelijk onderzoek naar de aard en omvang van de onderwijshuisvestingsproblematiek moet als resultaat opleveren: 1. Inzicht in de afgelopen inkomsten en uitgaven, door middel van een terugblik; 2. Inzicht in de toekomstige inkomsten en uitgaven, door middel van een vooruitblik; 3. Of, en zo ja hoe, taken, bevoegdheden en middelen ons College kan overhevelen naar de schoolbesturen. Het eindrapport verwachten we medio oktober 2003 waarna de besluitvormingsfase begint. We verwachten dat wij uw Raad in januari 2004 een voorstel kunnen doen. In 2004 gaan we verder met de ontwikkeling van openwijkscholen. Verdieping van de OWS-ontwikkeling op de bestaande locaties gaat hierbij voor verbreding. Om zo vraaggericht mogelijk te kunnen werken, hebben we in 2003 € 600.000 beschikbaar gesteld aan de openwijkscholen zodat zij zelf kunnen bepalen welke activiteiten voor de kinderen van de desbetreffende scholen worden georganiseerd en niet afhankelijk zijn van het aanbod van instellingen. Inmiddels zijn 12 openwijkscholen operationeel.
41
Programma Volwasseneneducatie Voor volwasseneneducatie is ons beleid dat wij vooral willen bevorderen dat Nijmegenaren die geen initiële opleiding hebben kunnen afronden, dit alsnog kunnen doen. Het gaat hierbij met name om nieuwkomers, oudkomers, moeilijk lerende volwassenen en een groep voortijdig schoolverlaters met uitzonderlijke maatschappelijke omstandigheden (tienermoeders e.d.). We verwachten in 2004 440 deelnemers te kunnen plaatsen op diverse trajecten voor sociale redzaamheid en 640 op NT2-trajecten. De ‘Hoofdlijnennotitie Volwasseneneducatie 2000-2003’ en de meerjarige raamovereenkomst met het ROC Nijmegen lopen dit jaar af. Vooralsnog maken we even een pas op de plaats daar we verwachten dat het Rijk eind 2003 een nieuwe koers Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (Koers BVE 2) zal uitzetten. Deze nieuwe koers zal gevolgen hebben voor de gemeentelijke rol in de aansturing van het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs en de nu nog geldende gedwongen winkelnering bij een ROC. Als de Koers BVE 2 bekend is, gaan we verder met de vaststelling van het beleid voor volwasseneneducatie in de komende jaren. Programma Samenlevingsopbouw In 2003 is besloten om het bestek ‘Tandem 2004-2007’ alleen voor 2004 te laten gelden. Tandem kan voorts meedingen naar opdrachten bijvoorbeeld voortkomend uit het bestek ‘Zorg en Sociale Activering’ of vanuit de directie Wijk en Stad. In 2004 maakt ons College nieuwe Convenantafspraken met de budgethoudende bewonersgroepen STOUW, SOLID en Opweg. Ook zullen wij in 2004 een nieuwe deelverordening voor bewonersactiviteiten, inclusief wijkbladen, ter besluitvorming aan uw Raad overleggen. Met de Vrijwilligerscentrale maken wij in 2004 afspraken over welke activi teiten zij nog kunnen uitvoeren nu hun budget als gevolg van de in september 2003 goedgekeurde bezuiniging wordt gehalveerd. Programma Integraal jeugdbeleid In ons jeugdbeleid willen we optimale ontwikkelingskansen creëren voor alle jeugdigen van 0-18 jaar zodat zij zelfstandig hun rol als volwassen burgers kunnen vervullen en voor jonge volwassenen (18-25 jaar) die extra steun daarbij nodig hebben. In 2004 treedt de laatste jaarschijf in werking van ons uitvoeringsprogramma Integraal Jeugdbeleid 2001-2004. In het voorjaar komen de gegevens beschikbaar van de 2e Nijmeegse jeugdmonitor. Wij stellen uw Raad voor om het structureel budget voor integraal jeugdbeleid met € 30.000 te verhogen. Met deze extra middelen wil ons College knelpunten in het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk oplossen. Op basis van de gemeentelijke jeugdnota en een tweetal raadsmoties over respectievelijk ‘jeugdopvang in wijkcentra’ en ‘bevordering van gebruik van wijkcentra door allochtonen en jeugdigen’, zetten we ons in om bestaande en nieuwe jeugdactiviteiten waar mogelijk in of bij de wijkcentra onder te brengen. In 2004 gebeurt dat in NeerboschOost en we bekijken de mogelijkheden in de Hatertse Hei, Willemskwartier, Dukenburg, Lindenholt en de Waalsprong. 42
Programma Kinderopvang Kinderopvang is een belangrijke randvoorwaarde voor economische participatie van burgers en economische ontwikkeling van de stad. Met het subsidiëren van kindplaatsen voor minder draagkrachtige ouders en een premieregeling voor ondernemers in de kinderopvang met uitbreidingsplannen droegen wij ook in 2003 bij aan het economisch kli maat in de stad. Het aantal gesubsidieerde kindplaatsen in 2003 en 2004 bedraagt ongeveer 750. Aan het eind van 2003 zal het totale aanbod van kindplaatsen in de stad naar verwachting gestegen zijn van 1784 naar iets boven de 2000 kindplaatsen. In 2005 wordt vermoedelijk de Wet Basisvoorziening Kinderopvang (WBK) van kracht. Invoering van de WBK leidt tot andere bekostigingsvormen voor ouders en een verminderde rol voor de gemeente. Ons College zal het jaar 2004 benutten om ouders goed voor te bereiden op de wijzigingen vanaf 2005. Omdat van peuterspeelzaalwerk een positieve stimulans uitgaat op de ontwikkeling van jonge kinderen, die positief kan doorwerken naar de basisschool, investeren wij jaarlijks fors in het peuterspeelzaalwerk. Ons streven is dat in 2004 61% van de 2- en 3-jarige peuters een peuterspeelzaal bezoeken. In 2003 heeft uw Raad ingestemd met het verhogen van de ouderbijdragen voor het peuterspeelzaalwerk voor de midden- en hogere inkomens. De gemeentelijke subsidie aan KION kan hierdoor vanaf 2004 met € 100.000 per jaar worden verminderd. Programma Openbare Gezondheidszorg De openbare gezondheidszorg omvat maatregelen met een overwegend collectief karakter gericht op de gezondheid van de bevolking. Het bevorderen van een gezond leven voor alle burgers is een belangrijk uitgangspunt bij de openbare gezondheidszorg. De GGD heeft dit vertaald in de volgende doelstellingen: - het verkleinen van gezondheidsverschillen a.g.v. sociaal-economische achterstand; - de gezondheid van 0 tot 19 jarigen screenen en waar nodig individuele maatregelen treffen om de ontwikkeling van het kind zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen; - het voorkomen en bestrijden van infectieziekten; - het bereiken van zorgmijders. Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van voorkomen en bestrijden van infec tieziekten. 65.000 kinderen (gehele GGD-regio) zijn preventief ingeënt tegen meningococcen. Daarnaast heeft legionellabesmetting tijd gevergd. Het aantal tbc-patiënten en cliënten met een seksueel overdraagbare aandoening (soa) stijgt. Op het terrein van de jeugdgezondheidszorg heeft zich een belangrijke ontwikkeling voorgedaan namelijk de overdracht van de zorg voor 0 tot 4 jarigen van de Thuiszorg naar de GGD. Daarmee heeft de GGD – als eerste in Nederland – de mogelijkheid gekregen om de gezondheidszorg van 0 tot 19 jarigen in zijn geheel te benaderen. Binnen de GGD is veel aandacht besteed aan de ombouw van een exploitatiebegroting naar een produktenbegroting en aan het versterken van de bedrijfsvoering. Met de nota lokaal gezondheidsbeleid die u binnenkort ontvangt, leggen we de basis voor een volksgezondheidsplan waarin we voor 2004 en verder de nodige inspanningen programmeren. Het verkleinen van gezondheidsverschillen naar sociaal-economische positie en naar de wijk brengen we in beeld. De openbare gezondheidszorg richt zich op het vroegtijdig ontdekken van gezondheidsproblemen, het tegengaan van spreiding van
43
infectieziekten, zorg voor de zorgmijders en de toegankelijkheid van de gezondheidsvoorzieningen op buurt/wijkniveau. Op dat niveau dreigen de nodige problemen te ontstaan. Het gaat dan om de vestiging van huisartsenpraktijken en eventuele overname daarvan. Naast preventie, vroegtijdige ontdekking van gezondheidsproblemen bij kinderen en het voorkomen van alcohol- en drugsverslaving moet ook de nodige aandacht besteed worden aan de zorgmijders. Het Meldpunt Bijzondere Zorg houdt zich bezig met zorgwekkende zorgmijders en via ketenmanagement ook met de begeleiding van ernstig verslaafden, dak- en thuislozen. Jeugdgezondheidszorg Opsporingsonderzoeken Vervolgonderzoeken Samenwerkingsoverleggen scholen en jgz
11.000 8.187 600
Vaccins RVP 4 - 19 jr Vaccins RVP 0 - 4 jr Meningokokken campagne incl. reeds gevaccineerden
6.800 4.300 65.000
Preventie Infectieziekten Tbc Aantal meldingen Thoraxfoto’s Mantouxtest laboratoriumonderzoeken
63 2.888 1.999 60
SOA Consulten en HIV-testen Prostitutiespreekuur Bron/contactonderzoek
800 125 80
De financiering van de regionale ambulancevoorziening en de geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen blijft ons zorgen baren. Zolang het Rijk dit niet kostendekkend financiert, blijven wij forse financiële risico’s lopen. Op basis van het initiatiefvoorstel van december 2002 is een traject uitgezet met inschakeling van een extern bureau. Programma Maatschappelijke zorg en dienstverl ening De afgelopen periode heeft sterk in het teken gestaan van de voorbereiding op de to tstandkoming van het Multifunctioneel Centrum Verslavingszorg, de kwestie van gebruikersruimte aan de Mr. Franckenstraat en de problematiek van de zwerfjongeren. In 2003 is de notitie verslavingszorg in uw Raad aan de orde geweest en zijn de voorbereidingen voor een Sociaal Pension gestart. De positie van het maatschappelijk werk in Nijmegen en de daarbij behorende financiering is in januari 2003 uitvoerig in uw Raad aan de orde geweest. Gezien het doel van dit programma namelijk: - bevorderen van preventie teneinde te voorkomen dat inwoners van Nijmegen verslaafd raken of een beroep moeten doen op de voorzieningen voor maatschappelijke zorg; - bieden van een vangnet voor inwoners die zich zelfstandig zonder dit vangnet niet meer staande kunnen houden; - waar mogelijk werken aan resocialisatie door inwoners aan te spreken op hun eigen (rest)capaciteiten; werken we in 2004 hard aan de realisering van een sluitende zorgketen ten behoeve van de doelgroep (verslaafde) dak- en thuislozen. Onderdelen van deze keten zijn: ketenmanagement bij de GGD, casemanagement bij de Grift en GGz-instellingen, de nachtopvang bij de Nunn, dagopvang voor (verslaafde) daklozen in het Kasteel, het multifunctioneel centrum (MFC) voor dakloze harddrugsverslaafden en het Sociaal Pension voor daklozen met een dubbele problematiek (AWBZ-geïndiceerd, zowel verslaafd als psychiatrisch). In 2004 moet blijken of het onderbrengen van de functies inloopcentrum, gebruikers44
ruimte en nachtopvang in het MFC voldoen aan de verwachtingen. De realisering van een Sociaal Pension is conform de procedure van de commissie Stedelijke Samenleving ter hand genomen. Op basis van de financiële taakstelling is onze bijdrage met € 45.000 verlaagd. Op het terrein van de maatschappelijke opvang blijft Arcuris na de opening van het MFC toch nog een aantal nachtopvangplaatsen op de locatie aan de Nieuwe Dukenburgseweg exploiteren. Arcuris heeft naast de nachtopvang op deze locatie een internaat, een sociaal pension, een verpleegafdeling en een project begeleid wonen. Tot 1-1-2004 financieren wij ook deels deze verpleegafdeling. Recent is bekend geworden dat de AWBZ de financiering vanaf genoemde datum geheel voor haar rekening neemt. Arcuris heeft ons verzocht mee te werken aan de modernisering van de brandveiligheidsvoorzieningen, de handhaving van 10 nachtopvangplaatsen en financiering van 26 gesubsidieerde arbeidsplaatsen. Wat ons betreft kan tot het vrijgevallen bedrag van € 160.000 medewerking worden verleend. De drie grote MO-instellingen: Hera, Passade en Arcuris zijn bezig met het omzetten van een exploitatiebegroting naar een productb egroting. De uitvoering van het project ‘bestrijding huiselijk geweld’ is inmiddels ter hand genomen. Uw Raad heeft a-structureel € 450.000 beschikbaar gesteld voor de komende drie jaar. Dit bedrag zetten we in om de werkwijzen van de drie pilotprojecten: relationeel geweld, preventieve crisisinterventie en zorgcircuit seksueel geweld een herkenbaar onderdeel te maken van het Meldpunt Bijzondere Zorg. Op basis van provinciaal onderzoek naar zwerfjongeren is in Nijmegen een project geformuleerd om tot een sluitende aanpak te komen. Onderdeel daarvan is de toekomstige financiering. Op basis van de taakstelling wordt vanaf 2005 € 50.000 bezuinigd. Kengetallen Schatting aantal verslaafden in Nijmegen (mei 2002) alcoholmisbruikers en alcoholisten problematische opiaatgebruikers recente cocaïne en crack gebruikers
10.000 450 400
recente cannabisgebruikers
5.500
Aantal cliënten van de Grift in Nijmegen in 2002 naar middel alcohol 366 45,5%
(hard)drugs cannabis gokken 319 66 39,6% 8,2%
Anders 50 6,2%
Totaal 4 0,5%
804
Aantal geregistreerde feitelijke daklozen in Nijmegen in februari 2003 problematiek
drugs
blowen 84
openbare orde
overlast
alcohol 16
overlast + crimineel feit 26 7
psychiatrisch 24
anders 21
totaal 15
160
33
45
Vervolg tabel mate van dakloosheid
bed
straat 87
58
145
Crisisopvang Passade in Nijmegen 2001 aantal aanmeldingen aantal intakes aantal opgenomen personen
2002 1.162 202 305 (= 26%)
1.111 174 236 (= 21 %)
Aantal hulpeenheden in begeleiding in Nijmegen in 2002 bij de NIM naar product algemeen maatschappelijk integrale werk schuldhulpverlening 2.634
R'75 (jeugdhulpverlening) 581
177
Programma Ouderen en mensen met een functiebeperking Dit programma richt zich met name op het realiseren van een infrastructuur voor wonen, welzijn en zorg toegesneden op genoemde doelgroepen. Het oogmerk daarbij is om mensen zolang mogelijk in staat te stellen zelfstandig te blijven wonen. We gaan uit van het concept ‘woonservicegebieden'. Samen met zorgaanbieders en woningcorporaties werken we in een twaalftal wijken in de stad (waaronder de Waalsprong) aan de uitvoering van dit concept. Daarmee willen we een antwoord geven op ontwikkelingen zoals: - een toenemend aantal ouderen met een zorgvraag en mensen met functiebeperkingen blijft zelfstandig in de wijk wonen; - steeds meer mensen met een handicap worden gewone wijkbewoners als gevolg van de extramuralisering van de zorginstellingen (vermaatschappelijking). Uw Raad wordt in 2004 geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. de ‘woonservicegebieden’ in de stad. De dubbele vergrijzing (meer ouderen en meer oude ouderen) in combinatie met het beleid om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten blijven wonen en de scheiding van wonen en zorg betekenen een toename van het beroep op allerlei voorzieningen, zoals de diensten van de ouderenadviseurs van de SWON, de Wvg, de Bijzondere Bijstand, de Maaltijdvoorziening en de Centrale Alarmering. Tevens moet ingespeeld worden op de nieuwe behoeftes van de thuiswonende ouderen. In het kader van de extramuralisering van zorginstellingen dreigen welzijnsdiensten tussen ‘wal en schip’ te vallen. Wij hopen in 2004 helderheid te hebben hoe deze landelijke problematiek wordt aangepakt. De modernisering van de ABWZ heeft ook gevolgen voor de indicering door het RIO. Waar vroeger aan de hand van het zorgaanbod werd geïndiceerd wordt nu geïndiceerd aan de hand van 7 functiegebieden. In het kader van kostenbesparing heeft het RIO opdracht gekregen 7.000 van de in totaal 22.000 indicaties (gehele regio) volgens de verkorte procedure af te handelen. Over de uitvoering van de Wet voorziening gehandicapten hebben wij uw Raad een pakket maatregelen voorgesteld om tot kostenbeheersing te komen. In 2004 zal duidelijk worden wat het effect van die maatregelen zal zijn. Om de maatschappelijke participatie te stimuleren van mensen die niet of slechts in beperkte mate aan het arbeidsproces deelnemen, blijven wij de activiteiten van de vier
46
gemeentelijke hobbywerkplaatsen ondersteunen. De budgetsubsidie wordt in 2004 onder dezelfde voorwaarden voortgezet als in de periode 2001-2003. Er is echter geen ruimte voor uitzetting van deze budgetten. Een uitzondering hierop vormt de subsidiering van de noodzakelijke verhuizing van de Hobbywerkplaats Nijmegen-Oost. Kengetallen Ouderen in Nijmegen Het aantal 75-plussers is van belang omdat bij deze groep het beroep op hulp en voorzieningen groot is. Ná 2015 zal het aantal ‘oudere ouderen’ nog meer stijgen omdat dan de na-oorlogse generatie pas de 65 jarige leeftijd nadert. 2001 Aantal 65-plussers Aantal 75-plussers
Prognose Prognose 2015 2040 20.333 25.000 40.000 9.197
10.400
19.000
Woonsituatie ouderen In 2002 woonde 7% van de 65-plussers in een zorginstelling. De rest woonde zelfstandig; 59 % in een laagbouwwoning, 10% in een ouderenwoning, 24% op een gelijkvloerse etage en 6% op een ongelijkvloerse etage. RIO en Wvg Indicatiestelling jaar 2001
AWBZ
2002
WVG 5.040
2.415
6.042
3.069
Hobbywerkplaatsen 2002 Ingeschreven Deelnemers deelnemers per dag Stadshobbywerkplaats Hobbywerkplaats Dukenburg
1.322 414
150 50
Hobbywerkplaats Oost Hobbywerkplaats West
94 85
17 15
Programma Grotestedenbeleid 2004 is het laatste uitvoeringsjaar van het huidige meerjarenontwikkelingsplan Grotestedenbeleid. Daar stedelijke vernieuwing een onderdeel hiervan is, is het Uitvoeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2004 ook het laatste programma van de lopende ISV-periode. Met de vastgestelde verbetermaatregelen naar aanleiding van de 5e Voortgangsrapportage GSB willen we in 2004 een eindsprint maken om onze doelen maximaal te realiseren. Maar ook na 2004 wil ons College doorgaan met het grotestedenbeleid. De integrale aanpak van grootstedelijke problemen is succesvol maar vergt nog een forse vervolginspanning.
47
Medio 2004 zal het nieuwe Meerjarenontwikkelingsplan GSB (incl. ISV) vastgesteld worden dat de basis vormt voor nieuwe convenanten met Rijk en Provincie. Een belangrijk uitgangspunt voor dit nieuwe plan is: méér resultaat, minder bureaucratie! In het gezamenlijk stedenverband willen wij het Rijk overtuigen van de noodzaak van een nieuwe langdurige concentratie van rijksmiddelen op de grote steden. De al in het vooruitzicht gestelde provinciale GSO-middelen willen we eveneens voor de dekking van het nieuwe meerjarenontwikkelingsplan inzetten. Digitale trapveldjes Niet alleen om financiële redenen zoeken we vanaf 2004 naar andere financieringsbronnen voor de digitale trapvelden. Ook inhoudelijk is het wenselijk om met onder meer openwijkscholen, ROC, bibliotheek en de budgethoudende bewonersgroepen te overleggen. Dit moet leiden tot een betere inbedding van de trapveldjes en het minder afhankelijk zijn van vrijwilligers. Ons College wil een meer samenhangend aanbod en we willen meer verschillende doelgroepen bereiken. Dit proces is arbeidsintensief omdat veel overleg nodig is om die samenhang te bewerkstellingen.
1.6.2 Totaal programmaoverzicht financieel Bestaand beleid Bedragen x € 1.000
Lasten 2004 Programma Programma Programma Programma
Onderwijs Volwasseneneducatie Samenlevingsopbouw Integraal jeugdbeleid
Programma Kinderopvang Programma Openbare Gezondheidszorg Programma Maatschappelijke zorg en dienstverlening Programma Ouderen en mensen met een functiebeperking Programma Grotestedenbeleid Totaal portefeuille
ten laste van Algemene Dienst
Baten 2004
18.195 3.490 4.791 2.082
5.144 3.302 896 1.119
13.051 188 3.895 963
5.956 2.779
1.498 90
4.458 2.689
12.564
6.711
5.853
13.623
502
13.121
75.857
65.288
10.569
139.337
84.550
54.787
Voorstellen budgetuitbreiding Oplossen knelpunten Totaal portefeuille
Programma Integraal jeugdbeleid
30 30
Goedgekeurde taakafstoting in 2004 Schoolbegeleiding Marant Cursusactiviteiten De Lijn Peuterspeelzaalwerk
Programma Onderwijs Programma Samenlevingsopbouw Programma Kinderopvang
SOA-AIDS preventie door Tandem Programma Openbare gezondheidszorg Programma Maatschappelijke zorg en Sociaal pension dienstverlening
Totaal portefeuille
48
50 4 100 9 45 208
1.7
Financiën, Organisatie, Stadsbedrijven 1.7.1 Beleid 2004 Programma Concernsturing Met de sturing van de gemeentelijke organisatie beogen we de organisatie zo te laten functioneren, dat we op een rechtmatige en efficiënte wijze uitvoering kunnen geven aan de door het bestuur vastgestelde taken. Leren en verbeteren is hierbij een continu proces. Vanaf 2004 wil ons College het verbeteringsproces intensiveren. De resultaten van de in 2003 gehouden effectmeting dienen in 2004 te leiden tot concrete veranderingen en intensiveringen in het organisatieontwikkelprogramma. In dit programma worden de te behalen prestaties concreet benoemd (bestuurlijke doelstellingen). In de loop van 2004 stellen we hierover een nieuwe voortgangsrapportage op. Hiervoor is in 2004 € 1,7 miljoen beschikbaar; dit bedrag loopt op tot € 2,4 miljoen in 2006. Tegenover deze investering in het personeel stellen we een taakstelling over wat de beoogde kwaliteitsverbetering moet opleveren. In het Collegeaccoord is hierover afgesproken een efficiencywinst van jaarlijks circa 1% van de loonkosten. Dit betekent een vermindering van de kosten voor het ambtelijk apparaat die oploopt tot € 3 miljoen in 2006. Deze taakstelling is weliswaar cumulatief, maar vormt in onze ogen een uitdaging om te realiseren. De subsidies die uit deze begroting volgen voor de directie Inwoners, staan in het bijgevoegde Verdelingsvoorstel subsidies 2004. Programma Gemeentelijke heffingen We hebben berekend dat de gemeentelijke kosten volgend jaar met 2,5% stijgen. Dit cijfer gebruiken we als uitgangspunt voor de berekening van de gemeentelijke tarieven. De exacte bedragen van de verschillende heffingen staan vermeld in de belastingsverordeningen die samen met deze begroting ter vaststelling aan uw Raad worden aangeboden. In hoofdstuk 4 ‘Lokale heffingen’ staat nadere informatie. In 2004 onderzoeken we de mogelijkheid om regionale tarieven te hanteren voor mensen buiten Nijmegen, bijvoorbeeld bij culturele instellingen. Programma Concerninkomsten De omvangrijke negatieve bijstellingen in de algemene uitkering, die ons College in de perspectiefnota 2004 heeft vermeld, zijn op grond van de junicirculaire Gemeentefonds 2003 verwerkt in de ramingen. We verwachten dat het einde van de ombuigingen op rijksniveau nog niet is bereikt. De kans is groot dat aanvullende bezuinigingen volgen. Wij zullen u zo mogelijk bij het aanbieden van de begroting (mondeling) nader informeren over de laatste stand van zaken. Ten aanzien van de Nuon-renteuitkering heeft ons College aan uw Raad in de zomernota voorgesteld de raming terug te brengen tot het niveau van de basis renteuitkering die we, indien er geen wijzigingen optreden, met ingang van 2005 ontvangen. Mocht NUON in 2005 of later kiezen voor aflossing van de lening - die keuzemogelijkheid bestaat
49
voor NUON contractueel - dan maken wij een voorstel voor de oplossing van de budgettaire problematiek op de langere termijn en leggen dit tijdig aan u voor. Voor de overige inhoudelijke punten inzake concerninkomsten verwijzen wij u naar hoofdstuk 2 “Financieel overzicht”. Programma Concernverrekeningen Dit is een meer technisch programma. Het belangrijkste inhoudelijke onderdeel van het programma Concernverrekeningen zijn de treasury-activiteiten. Een toelichting hierop staat in hoofdstuk 10, ‘Financiering’. De overige onderdelen van dit programma zijn concernposten, bijvoorbeeld stelposten, en het gemeentelijk saldo. Programma Onderzoek en statistiek Ons College wil monitoren hoe ontwikkelingen in de wijken en de stad verlopen en of het beleid doorwerkt. Voor dat doel verschijnt in 2004 de Stads- en Wijkmonitor 2003. We willen een opener bestuursstijl (bijvoorbeeld wijkbezoeken en interactief werken aan projecten). Om te toetsen of we dit doel bereiken, laten we jaarlijks een burgerpeiling uitvoeren naar herkenning en waardering van deze bestuursstijl. Met (onder andere) de Stadswinkel geven we een impuls aan de gemeentelijke dienstverlening. Door klantonderzoeken en burgerpeilingen volgen we of dit leidt tot een hogere waardering. We rapporteren hierover in het Burgerjaarverslag. We verbeteren de meetbaarheid van programma’s en onderzoeken regelmatig de actualiteit, doeltreffendheid en doelmatigheid. Voor informatievoorziening en effectanalyses reserveren we capaciteit in dit programma. Ons College wil dat de informatie en kennis die door onderzoek en statistiek is opgebouwd, permanent beschikbaar is voor bestuur, gemeentelijke organisatie en burgers. We doen dit via internet (Feiten en Cijfers, Stads- en Wijkgetallen). Het totaalbeeld van opdrachten presenteren we in het Onderzoeksprogramma 2004. Programma Interne producten Stadsbedrijven In dit programma hebben wij de uitvoerende activiteiten geconcentreerd, zowel de interne facilitaire dienstverlening als extern het beheer van de openbare ruimte, het beheer van ons vastgoed en de exploitatie van onze buurt- en wijkaccommodaties en sport- en recreatievoorzieningen. Alle lasten en baten van dit programma zijn toegerekend aan de andere programma's in de begroting. Omdat de beleidsinhoudelijke toelichting onder andere bij ‘openbare ruimte’, ‘recreatie en spelen’, ‘panden’ en ‘sport’ staat, noemen wij hier slechts enkele belangrijke projecten op facilitair gebied. De renovatie van het stadhuis is gestart. Ons College verwacht dat het gerenoveerde gebouw eind 2004 weer in gebruik kan worden genomen. Het ‘nieuwe’ stadhuis richten we in volgens de standaard huisvestingsnormen. In 2004 blijven alleen het historisch deel en een klein ander deel van het gebouw in gebruik. Voor de meeste medewerkers in het stadhuis dient het gebouw Metterswane als tijdelijke huisvesting. Medio 2003 is het project 'financieel systeem' gestart. Dit project is gericht op vervanging van het huidige financiële systeem. Nadat we het programma van eisen hebben vastgesteld, selecteren we begin 2004 het nieuwe financiële systeem. De beoogde implementiedatum is 1 januari 2005.
50
In 2004 implementeren we de resultaten van het project 'documentaire informatievoorziening en archivering' (DIVA). Dit project heeft ander andere als doel het vervangen van het postregistratiesysteem P&A door een modern documentbeheersysteem, het digitaliseren van de aanvragen in het kader van de drank- en horecawet en het digitaliseren van bestuurlijke voorstellen. Bij de tweede fase van het project I-net gaat het om het aanbieden van interactieve producten via Nijmegen.nl. Ons uitgangspunt is dat wij hierbij eerder volger dan voorloper zijn. Dat betekent dat het ontwikkelen van een goede en veelbezochte informatieve site onze prioriteit heeft. Programma Archieven De huidige capaciteit van de archiefbewaarplaats zal in 2004 volledig zijn benut. Om ruimte te creëren voor de jaarlijkse aanwas van statische archieven en collecties, alsmede voor de berging van de semi-statische archieven uit het Stadhuis, Metterswane en SoZaWe, vervangen we de huidige vaste stellingen (10 km) door verrijdbare (16 km). Het Archief levert in 2004 een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de in 2005 te verschijnen (omvangrijke) geschiedschrijving van Nijmegen. We verwachten dat deze geschiedschrijving na publicatie in 2005 het historisch onderzoek naar de geschiedenis van Nijmegen fors zal stimuleren. Voor Het Archief betekent dit onder andere dat onderzoekers een beroep blijven doen op onderzoeksondersteuning. Ook zal in de aanloop naar de viering 'Nijmegen 2000', eveneens in 2005, een extra beroep worden gedaan op de diensten van Het Archief. In 2003 heeft ons College de onderhandelingen gestart met de Katholieke Universiteit Nijmegen over mogelijke samenwerking inzake het Katholiek Documentatie Centrum (KDC). Het Archief neemt hierbij het beheer van circa 10 kilometer archieven en collecties over. Deze onderhandelingen en het daaropvolgende bestuurlijke goedkeuringstraject ronden we naar verwachting in de eerste helft van 2004 af.
51
1.7.2 Totaal programmaoverzicht financieel Bestaand beleid bedragen x € 1.000
Lasten 2004 Programma Concernsturing Programma Gemeentelijke heffingen Programma Concerninkomsten Programma Concernverrekeningen Programma Onderzoek en stati stiek Programma Interne producten Stadsbedrijven Programma Archieven Totaal portefeuille
Baten 2004
ten laste van Algemene Dienst
8.866 6.709
22 67.923
8.844 -61.214
0 65.729 1.475
143.195 77.387 29
-143.195 -11.658 1.446
61.332
60.397
935
3.319 147.430
6 348.959
3.313 -201.529
Goedgekeurde taakafstoting in 2004 Programma Concernverrekeningen Rentebeleid Treasury Archiefwerkzaamheden voor ande- Programma Archief re gemeenten Totaal portefeuille
52
100 30 130
2
Financieel overzicht In dit hoofdstuk geven wij achterliggende, financiële informatie bij deze begroting. Net als voorgaande jaren nemen we de lopende begroting 2003 – 2006 als startpunt voor het maken van de nieuwe Stadsbegroting. We laten zien welke uitgangspunten we hebben gehanteerd voor indexeringen en andere aanpassingen. Dat levert de begroting ongewijzigd beleid 2004-2006 op, die in het DIBB de primitieve begroting heet. Vervolgens schetsen we het effect van de voorstellen voor budgetuitbreiding uit deze Stadsbegroting en de tegenvallers, die we al in de Perspectiefnota aankondigden. Daarna laten we de negatieve effecten zien van het rijksbeleid op de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en de dekkingsmaatregelen die we daar tegenover kunnen zetten. We maken het beeld compleet door de besluiten uit de Zomernota toe te voegen. De besluiten van uw Raad daarover zullen we via begrotingswijzigingen in het DIBB verwerken, zodat de dynamische begroting in het DIBB het actuele beeld geeft van de door uw Raad vastgestelde Stadsbegroting. Aan het slot van dit hoofdstuk schetsen wij het totaalbeeld en komen we tot de conclusie dat een volgende bezuinigingsronde noodzakelijk is.
2.1
Algemene begrotingsuitgangspunten Zoals gezegd hebben we de ramingen van de begroting 2003 – 2006, met als peildatum 1 april 2003, als basis genomen voor het begrotingsproces 2004. Hierop zijn de loonkosten met 2,8 %, de materiële kosten met 1,5 % en de subsidies met gemiddeld 3,3 % geïndexeerd. Deze indexering van lonen en prijzen sluit aan op de prijsmutaties in de juni-circulaire (tabel 7.1) die zijn ontleend aan informatie van het Centraal Planbureau. In samenhang daarmee hebben we de belastingtarieven met 2,5 % verhoogd. De kostenstijgingen moeten verder worden opgevangen uit de autonome stijging van het Gemeentefonds, het zogenaamde accres. Om de verwerkte kostenontwikkelingen in evenwicht te brengen met de compensatie via de algemene uitkering, hebben we voor 2004 het benodigde accres berekend op € 3 miljoen. De raming van de algemene uitkering in de primitieve begroting is gebaseerd op de junicirculaire. De nadelen door de voorgenomen rijksbezuinigingen hebben we voor de begroting bestaand beleid echter via de concernstelposten geneutraliseerd, om deze effecten in de paragraaf ‘Financiële uitwerking Perspectiefnota’ in relatie te kunnen brengen met de dekkingsmaatregelen. De in de in de begroting geraamde, extra inkomsten in verband met uitbreiding van het areaal (toename aantal woonruimten en niet woningen) met name betreffende de Waalsprong hebben we afgezonderd om de daarmee samenhangende extra kosten af te dekken. Besluiten vanaf 1 april zijn nog niet verwerkt in de primitieve begroting. Dit geldt dus ook voor de effecten van de Zomernota, waarvan uitsluitend een meevaller in de indexering van subsidies en consolidatie-effecten, ten behoeve van de juistheid van de ramingen al wel in de begroting bestaand beleid zijn verwerkt. Hierna, in het overzicht van het financieel beeld, is dit uitgewerkt.
53
De effecten van de indexering van de inkomsten en uitgaven van de begroting bestaand beleid resulteren voor 2004 per saldo in een voordelig verschil van € 0,1 miljoen. Dit verschil is in grote lijnen opgebouwd uit de volgende componenten: Jr2004
x € 1 miljoen
Kostenstijgingen • Indexering lonen en prijzen • Indexering subsidies en regelingen Inkomstenstijgingen • Indexering belastingen (inflatiecorrectie) • Indexering overige inkomsten • Accres Algemene Uitkering Gemeentefonds Overige Per saldo
-3,4 -1,9 1,8 0,3 3,0 0,3 0,1
De afwijkingen in de latere jaren zijn gering. Het financieel beeld van de begroting 2004 – 2007 bij ongewijzigd beleid na indexering kan als volgt worden weergegeven: x € 1.000
2.2
N = nadelig V = voordelig
jr2004
jr2005
jr2006
Stand van de lopende begroting 2003 – 2006 per 1 april Effecten van de indexering op de begrotingssaldi Reeds verwerkte effecten Zomernota
N 243
N
80
N
V 117
N
21
V 104
V 132
V 383
V 433
V 427
V 427
Saldi begroting 2004 – 2007 ongewijzigd beleid
V
V
V
257 V
332
81
jr2007
450
N
81
478
Financiële uitwerking Stadsbegroting 2004-2007 In het voorgaande hebben we aangegeven dat de begroting ongewijzigd beleid nauwelijks afwijkt van de verwachtingen en het financieel beeld slechts marginaal beïnvloedt. Hieruit ontstaan dus geen belemmeringen om de financiële strategie zoals beschreven in de Perspectiefnota 2004 te volgen en de financiële effecten in te passen. Ook de uitkomsten van de Zomernota staan de uitwerking van de Perspectiefnota niet in de weg, hoewel we moeten vaststellen dat de risico’s zijn toegenomen. In het hoofdstuk weerstandvermogen gaan we hier nader op in. 2.2.1 Budgetuitbreiding In de Perspectiefnota becijferden we dat we ruimte konden maken voor een budgetuitbreiding van circa € 1,2 miljoen. In het vorige hoofdstuk hebben we per programma de voorstellen voor budgetuitbreiding geformuleerd. Het volgende overzicht geeft een totaalbeeld van de voorstellen.
54
Voorstellen budgetuitbreiding (bedragen x € 1.000)
Onderwerp
Programma
Communicatie-ondersteuning bestuur Griffie, budget rekenkamer Griffie, capaciteitsuitbreiding Project hardnekkige veiligheidsproblemen Harmonisatie inwonersbijdrage
Bestuur Bestuur Bestuur Veiligheid
Brandweer en rampenbestrijding Onderhoud brandkranen Brandweer en rampenbestrijding Flo brandweerpersoneel Brandweer en rampenbestrijding Dienstverleningsovereenkomst Brandweer en rampenbeHeumen strijding Bedrijfshulpverlening Brandweer en rampenbestrijding Capaciteit preventie en prepa- Brandweer en rampenberatie strijding Inleenvergoeding ID Arbeidsmarktbeleid 1,5 fte milieuhandhaving Leefomgevingskwaliteit Exploitatie Lindenberg Cultuur Vrijwillig jeugd en jongerenIntegraal jeugdbeleid werk Totaal budgetuitbreiding
jr2004
jr2005
jr2006
jr2007
70
70
70
70
25 75 250
25 75 250
25 75 250
25 75 0
62
80
93
143
150
150
150
150 152
59
59
59
59
25
25
25
25
136
251
306
322
250 75 115 30
125 75
0 75
0 75
30
30
30
1.322
1.215
1.158
1.126
2.2.2 Tegenvallers In de Perspectiefnota hebben we ook een drietal tegenvallers opgesomd, waarvan we in het vorige hoofdstuk bij de betreffende beleidsprogramma’s hebben aangegeven dat zij inderdaad optreden. Daarnaast hebben wij u hiervoor voorgesteld om in de begroting budgetruimte te reserveren voor het opvangen van mogelijke nieuwe tegenvallers: € 0,9 miljoen in 2004 en 2005 en € 0,4 miljoen in 2006 en volgende jaren. (bedragen x € 1.000)
Onderwerp
Programma
Waterplan Precario Huisvesting gemeente
Integraal waterbeheer Concernverrekeningen Interne producten stadsbedrijven Reservering voor nieuwe tegenval- Concernverrekeningen lers Telling tegenvallers
jr2004
jr2005
Jr2006
Jr2007
300 75 1.750
300 75 0
300 75 0
300 75 0
900
900
400
400
3.025
1.275
775
775
2.2.3 Effecten in de algemene uitkering De effecten in de algemene uitkering sporen in grote lijnen met onze eerdere aannames en met de informatie in de Perspectiefnota, waarin we veronderstelden dat de terug-
55
gang van de groei naar de nullijn een effect heeft van € 2,5 miljoen in 2004, oplopend naar € 5 miljoen vanaf 2006. Anders dan verwacht blijkt de ruimte van € 1,4 miljoen, die we beschikbaar wilden houden voor verdere daling van de algemene uitkering, in de berekeningen van het Rijk structureel weggevallen te zijn door de lagere netto gecorrigeerde rijksuitgaven vanaf 2003. De onderliggende mutaties in de algemene uitkering vloeien voort uit het zgn. Hoofdlijnenakkoord, dat bij het gereedkomen van de Perspectiefnota 2004 nog niet bekend was. Het Hoofdlijnenakkoord bevat verder een aantal nieuwe beleidsvoornemens die een doorwerking zullen krijgen in de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Het betreft o.a.: 1. de vereenvoudiging van de WOZ taxaties (taakstelling € 60 miljoen, te realiseren in 2006) 2. maximering van de stijging van de OZB bij andere onderdelen (eigenarenbelasting op woningen en OZB op niet-woningen) na overleg met gemeenten 3. het afschaffen van het onderdeel gebruiksbelasting van de OZB (volledig gecompenseerd via het Gemeentefonds in 2005) Over deze zaken dient op rijksniveau nog definitieve besluitvorming plaats te vinden. Uiteraard zijn deze zaken nog niet verwerkt en ze vormen dus een risico in de begroting. Bij bovenstaande informatie willen we verder aantekenen dat het slechts om een tussenstand gaat. We sluiten niet uit dat nieuwe tegenvallers het kabinet er toe zullen brengen opnieuw in te grijpen in de rijksbegroting van 2004 en volgende jaren, met negatieve budgettaire gevolgen voor de gemeenten. Bij de raming van de inkomsten uit het Gemeentefonds houden we rekening met mogelijke nadelige effecten op rekeningbasis die kunnen ontstaan als de rijksuitgaven achterblijven bij de rijksbegroting. Deze effecten worden opgevangen door de behoedzaamheidreserve In deze begroting zetten we, zoals we al aangaven in de Perspectiefnota, voor 2004 de beschikbare ruimte uit de behoedzaamheidreserve geheel in. Voor 2005 –2007 houden we de reserve nog beschikbaar voor € 1,6 miljoen per jaar. In het structurele beeld van de Gemeentefondsuitkering is vooralsnog voor 2005 een structurele accresruimte van € 5 miljoen berekend. Gezien de begrotingsuitgangspunten van het Rijk en de wellicht geringe stijging van lonen en prijzen in de komende jaren, zal deze accresruimte mogelijk nog naar beneden bijgesteld moeten worden of ingezet moeten worden voor het opvangen van verdere rijksbezuinigingen. 2.2.4 Dekkingsmaatregelen Tegenover de nadelen in de algemene uitkering, de hiervoor opgesomde tegenvallers en de voorgestelde budgetuitbreiding willen wij een pakket van dekkingsmaatregelen stellen. Bij de Perspectiefnota heeft u reeds ingestemd met een taakstelling voor taakafstoting die € 3,5 miljoen structurele dekking oplevert. In diezelfde nota kondigden we ook al een voordeel aan van € 6 ton door de lage rentestand. Daarnaast stemde uw Raad in de vorige Stadsbegroting al in met een reservering van structureel € 3 miljoen voor tegenvallers als gevolg van rijksbeleid, welk bedrag we nu willen gebruiken. 56
Tenslotte kunnen we in 2004 een drietal astructurele posten inzetten, namelijk - € 1,4 miljoen uit de herberekening van de algemene uitkering 2002; - de beschikbare ruimte van € 1,6 miljoen van de behoedzaamheidreserve 2004; - een verlaging van de geraamde storting in de reserve strategische investeringen met € 1,8 miljoen. In onderstaand overzicht zijn de diverse onderdelen samengevat: (bedragen x € 1.000)
Onderwerp
Programma
Rente Nullijn algemene uitkering Meevaller ontwikkeling 2002 Taakafstoting Reservering rijksbeleid Inzet behoedzaamheidreserve Verlaging afstorting BSI
Concernverrekeningen Concernverrekeningen Concerninkomsten Concernverrekeningen Concernverrekeningen Concerninkomsten
-600 2.500 -1.400 -1.500
Concernverrekeningen
-1.800
Totaal overige mutaties
jr2004
-1.600
-4.400
jr2005
Jr2006
Jr2007
-600 3.500 0 -2.000 -3.300 0
-600 5.000 0 -3.500 -3.000 0
-600 5.000 0 -3.500 -3.000 0
-2.400
-2.100
-2.100
Met de opgesomde maatregelen is een volledige structurele dekking gerealiseerd van nieuw beleid en tegenvallers, zoals blijkt uit onderstaande telling van het geheel: (bedragen x € 1.000)
Voorstellen budgetuitbreiding Tegenvallers Dekking (saldo overige mutatie) Totaaltelling voorstellen Stadsbegroting
2.3
jr2004
jr2005
Jr2006
Jr2007
1.322 3.025
1.215 1.275
1.158 775
1.126 775
-4.400 -53
-2.400 90
-2.100 -167
-2.100 -199
Financiële beeld Tot slot schetsen wij het financiële beeld, dat ontstaat als we de uitkomsten uit deze Stadsbegroting confronteren met ontwikkelingen die grote financiële invloed kunnen hebben. 2.3.1 Zomernota Voor de beoordeling van het begrotingsbeeld het van belang ook de uitkomst van de Zomernota in het financiële beeld te betrekken. Van de Zomernota hebben we, zoals gezegd, al twee onderdelen in de begroting verwerkt, zodat we hier alleen nog het per saldo beperkte, resterende effect moeten meenemen. Hierbij is het van belang de volgende punten te onderkennen: • In de raming van de algemene uitkering zijn kortingen verwerkt die samenhangen met de beperking van het gemeentelijk minimabeleid en de afschaffing van het categoriaal inkomensondersteuningsbeleid. In de Zomernota hebben wij u hierover geïnformeerd. Daarbij gaven we aan dat het rijksbeleid op deze punten zal moeten worden gevolgd. In het verlengde daarvan zijn we er in deze begroting van uitgegaan dat de kortingsbedragen van resp. € 2,1 miljoen en € 1,0 miljoen in 2004 (oplopend naar € 2,4 en 1,1 in 2007) budgettair gecompenseerd zullen worden door lagere bijstandsuitgaven. Mocht uw Raad op inhoudelijke gronden besluiten dat rijksbeleid niet te willen volgen, dan zullen we daarvoor binnen het programma dekking moeten
57
•
•
vinden. We ontwikkelen in dat geval een aantal scenario’s die wij ter discussie aan uw Raad voorleggen. Zoals bekend zijn in 1998 de NUON-aandelen verkocht en is een leningovereenkomst gesloten voor de koopsom. Volgens de overeenkomst valt de uitkering die de gemeente ontvangt in 2005 terug naar een eeuwigdurende rentevergoeding van € 5,2 miljoen over de hoofdsom van de lening. Bij de Zomernota hebben we voorgesteld om de raming van de uitkering te verlagen tot het niveau van deze rentevergoeding. Daarmee is voor de komende jaren het bestaande risico op dit punt geheel afgedekt. Vanaf 2005 heeft de NUON de contractuele mogelijkheid tot aflossing van de lening over een periode van 18 jaar. Mocht NUON in 2005 of later kiezen voor deze mogelijkheid dan zullen wij voorstellen ontwikkelen voor de oplossing van de budgettaire problematiek op de langere termijn en deze tijdig aan u voorleggen. Als aanvullende informatie kunnen we nog melden dat bij de detailuitwerking van de indexering van de subsidies binnen deze begroting een voordelig verschil is gebleken van € 1 ton structureel vanaf 2004. Dit voordeel houden wij beschikbaar voor het opvangen van tegenvallers.
2.3.2 Septembercirculaire Via de septembercirculaire zijn wij geïnformeerd over de genomen maatregelen die effect hebben op de hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het betreft voornamelijk twee grotere negatieve effecten: - een systeemwijziging in de normeringssystematiek door het inkomensdeel van het Fonds Werk en Inkomen (FWI) niet langer mee te nemen voor de accresberekening - het doorwerken van een aantal bezuinigingen en intensiveringen op de departementale begrotingen via de normeringssystematiek. Voor Nijmegen leiden deze maatregelen tot een structureel nadeel van ruim € 1 miljoen vanaf 2004, met uitzondering van het jaar 2005 waarin het nadeel eenmalig nog hoger ligt, namelijk € 2,4 miljoen. Bij de afschaffing van de OZB-gebruikers voor woningen, die gepland is voor 2005, merken wij op dat volgens het rijk deze maatregel volledig wordt gecompenseerd maar dat op dit punt nog veel onduidelijkheden bestaan. Helder is wel dat voor Nijmegen nadelen ontstaan, omdat een deel van het rioolrecht en de afvalstoffenheffing via de OZB wordt geïnd. In hoofdstuk 4 gaan wij hier nader op in. 2.3.3 Bezuinigingen Het begrotingsbeeld is mede bepaald door enkele bestaande, grote bezuinigingstaakstellingen. Om inzicht te bieden in de lopende taakstellingen en de omvang daarvan geven wij u een overzicht. Als eerste is er de doelmatigheidstaakstelling die vanuit het collegeakkoord door uw Raad is vastgesteld bij de Stadsbegroting 2003. In 2004 is de tweede tranche van deze taakstelling ingeboekt voor een bedrag van € 1,5 miljoen. In twee stappen loopt dit bedrag op naar een structurele omvang van € 3 miljoen in 2006 en volgende jaren. Als tweede vermelden wij de taakstelling voor taakafstoting van structureel € 3,5 miljoen ingaande 2006, waarmee uw Raad bij de Perspectiefnota heeft ingestemd. In de aanloopjaren 2004 en 2005 bedraagt deze taakstelling respectievelijk € 1,5 miljoen en € 2 miljoen. Als derde tenslotte loopt er nog een aantal oudere bezuinigingstaakstellingen met een totaalbedrag van rond € 1 miljoen. Het betreft onder andere € 0,2 miljoen via herplaat58
sing bovenformatieven, € 0,2 miljoen efficiëncy door samenvoegen gemeentelijke administraties en € 0,3 miljoen nog in te vullen taakstelling (alternatief voor Eurocitychip/de oorspronkelijke taakstellingen op 0-tarief BWA en Nijmegenpas). Samengevat: Bezuinigingstaakstelling (bedragen x € 1 miljoen)
Jr2004
Doelmatigheid Taakafstoting Overige taakstellingen Totaal
Jr2005
1,5 1,5 1.0 4,0
Jr2006
2,25 2,00 1,00 5,25
Jr2007
3,0 3,5 1,0 7,5
3,0 3,5 1,0 7,5
Van de doelmatigheidsopdracht is inmiddels de eerste tranche ingevuld, waarmee een bedrag van € 525.000 is vertaald in concrete bezuinigingen. In bijlage B van de zomernota hebben wij een overzicht gegeven van de concrete verdeling van de bezuinigingen over de portefeuilles en programma’s. Inmiddels werken we aan de verdere invulling van de taakstelling. Wij zullen u hierover via de raadscommissie Algemeen Bestuur informeren. Naar verwachting kan dit begin 2004 plaatsvinden. Op 17 september jl. heeft uw Raad een besluit genomen over de invulling van de taakstelling taakafstoting. U heeft toen ingestemd met de door ons voorgestelde, concrete bezuinigingen met uitzondering van een viertal onderdelen, waarmee een volume van rond de € 0,5 miljoen is gemoeid. Wij zullen voor deze onderdelen nadere voorstellen uitwerken en u, zo mogelijk bij de begrotingsbehandeling, informeren over de voortgang. Voor de overige taakstellingen gaan wij er van uit dat wij deze realiseren, hoewel altijd het risico bestaat van problemen bij concrete invulling. De taakstelling op de Eurocitychip is door uw Raad in januari 2003 afgewezen. Een voorstel voor een alternatieve invulling volgt. In verband met de onzekerheden die bezuinigingstrajecten in deze omvang met zich meebrengen hebben wij dit aspect opgenomen in de risico-inventarisatie die ten grondslag ligt aan het hoofdstuk ‘Weerstandsvermogen’. 2.3.4 Totaalbeeld en conclusie Het totaalbeeld na verwerking van alle voorstellen over budgetuitbreiding, mee- en tegenvallers, Zomernota en dekkingsmaatregelen is als volgt: x € 1.000
N = nadelig V = voordelig
Saldi begroting 2004 – 2007 bij ongewijzigd beleid
jr2004
jr2005
jr2006
Jr2007
V 257
V 332
V 450
V 478
Effecten voorstellen Stadsbegroting 2004-2007
V 53
N 90
V 167
V 199
Nog te verwerken effecten Zomernota
V 75
N 172
N 90
N 90
N 1.000
N 2.400
N 1.000
N 1.000
Saldi 2004 – 2007
N 615
N 2.330
N 473
N 413
Dekking uit ruimte voor tegenvallers (perspectiefnota)
V 615
V 900
V 400
V 400
N 73
N 13
Nadelen algemene uitkering (septembercirculaire)
Inzet behoedzaamheidsreserve 2005 (grotendeels) Saldi 2004 – 2007 na verwerking beschikbare dekking
V 1.430 0
0
59
Onze conclusie is dat het financieel beeld van de begroting uitkomt op een structureel nadelig saldo van rond € 0,5 miljoen met een negatieve uitschieter in 2005, maar dat deze nadelen kunnen worden afgedekt uit de nog beschikbare ruimte voor tegenvallers. Het extra nadeel in 2005 zouden we, zoals is aangegeven, kunnen opvangen uit de nog beschikbare behoedzaamheidsreserve in de algemene uitkering. In 2006 en 2007 resteren nog beperkte nadelen die uit de saldireserve kunnen worden afgedekt. Daarmee is de beschikbare structurele ruimte geheel verdwenen; alleen in 2004 resteert nog rond € 3 ton voor a-structurele tegenvallers. Daarmee is een uiterst risicovolle situatie ontstaan, waarbij elke nieuwe tegenvaller een gat slaat in deze (nagenoeg) sluitende begroting. Ons College acht het daarom noodzakelijk om een aanvullend bezuinigingstraject in te zetten. Ons doel is om in eerste instantie € 10 miljoen aan mogelijke bezuinigingen te vinden waarna we een keuze maken en de definitieve omvang vaststellen. Tegenvallers kunnen zijn rijksbezuinigingen die specifiek doorwerken in de programma’s (naast de algemene korting op het gemeentefonds), nieuwe rijksbezuinigingen in de komende jaren, financiële consequenties van de voorgenomen afschaffing van de OZBgebruikers voor woningen en enkele bestaande concrete risico’s (zoals genoemd in de risicobijlage) die vrijwel onvermijdelijk zullen leiden tot nadelen al is de omvang nog onzeker. Daarnaast achten wij het gewenst om voor nieuw beleid financiële ruimte beschikbaar te maken.
60
3
Investeringen
3.1
Investeringsbeleid Uw Raad heeft eerder besloten om de investeringen op niveau te houden. Dit kunnen we bereiken door het totale bedrag aan kapitaallasten in de Stadsbegroting constant te houden. Het beschikbare bedrag voor investeringen per jaar wordt dan bepaald door het verschil tussen die constante kapitaallasten en de kapitaallasten van de al gerealiseerde investeringen. De ontwikkeling van de beschikbare investeringsruimte is niet een constante, horizontale lijn maar schommelt in de loop van de jaren. Dit komt omdat gerealiseerde investeringen verschillende looptijden hebben en daardoor op verschillende momenten vrijvallen. Voor de komende jaren is deze vrijval van gerealiseerde investeringen niet erg hoog. De investeringsruimte daalt zelfs, in 2007 tot € 16,5 miljoen. We hebben dan ook moei te om onze investeringswensen in te passen in het beschikbare volume. Dit geldt tot 2007. Waarschijnlijk als gevolg van investeringspieken in de jaren 70 zien we dat de investeringsruimte vanaf 2008 weer oploopt.
30000000 25000000 20000000 15000000 10000000 5000000 0 2004
2005
2006
2007
2008 gepland
2009
2010
openstaand
2011
2012
2013
2014
2015
ruimte
In de figuur zien we als onderste gedeelte de geplande investeringen. Deze investeringen zijn vooral bedoeld zijn voor stedelijke instandhouding en keren om de zoveel jaar weer terug. Voorbeelden zijn brandweerauto’s, bedrijfsinvesteringen, groot onderhoud accommodaties. Daarboven op zien we tot 2006 het effect van de openstaande kredieten die we hebben uitgesmeerd over een aantal jaren. Ook de investeringen van het collegeakkoord zijn in de jaren tot 2006 verwerkt. Vanaf 2008 ontstaat er weer ruimte, die we willen inzetten voor stedelijke vernieuwingsprojecten zoals Koers West.
3.2
Investeringen 2004 – 2007 In 2004 hebben we € 25,3 miljoen beschikbaar voor investeringen. In 2003 hebben we al ruim € 50 miljoen uitgezet. Om tot een sluitend investeringsplan 2004 te komen hebben we geplande investeringen en nieuwe investeringswensen tegen elkaar af moeten wegen. Zoals we hierboven al zeiden, hebben we de komende jaren net voldoende ruimte om in stand te houden wat er is. Ruimte voor nieuwe investeringen kan alleen gevonden worden ten koste van al geplande investeringen.
61
De investeringsbedragen 2004 per programma staan in de onderstaande tabel. Deze zijn inclusief de aanzienlijk investeringen. We hebben deze namelijk onderbracht bij het programma waartoe ze behoren. Wij stellen u voor in te stemmen met de investeringsbedragen en de noodzakelijke kredieten daarvoor beschikbaar te stellen. Het volledige investeringsplan 2004 staat in bijlage 2. bedragen x € 1.000
Investeringen per programma Prog.nr.
2004
2005
2006
2007
Burgerzaken Brandweer en rampenbestrijding Externe betrekkingen Economische ontwikkeling Ruimtelijke inrichting en vormgeving Panden Grondbeleid
2120 2220
8 435
542
72
700
2320 3220 4120
5 254 1.103
8 1.290
8 858
200 1.000
4230 4310
48 1.300
34 1.300
34 1.300
35 1.000
Sport Wijkaanpak Openbare ruimte Recreatie en spelen
4410 5110 5210 5310
1.159 95 206 498
159 96 254 498
159 96 254 498
160 96 750 50
Mobiliteit Bovengrondse infrastructuur Leefomgevingskwaliteit Integraal waterbeheer
6110 6120 6210 6230
3.313 5.810 41 181
2.126 4.403
518 5.315
1.800 3.000
127
127
127
Kunst en cultuur Onderwijs Integraal jeugdbeleid Interne producten stadsbedrijven Archieven Bedrijfsinvesteringen
6310 7110 7220 8410
1.008 5.200 140 3.595
5.519 5.200 108 1.327
1.008 5.200 32 1.144
8 5.201 35 1.530
8 920
8 1.190
8 1.561
8 800
25.327
23.789
18.192
16.500
Totaal
8420 Bedrijf
Alle bedragen zijn bruto bedragen, dus inclusief BTW. Dit maakt het nog mogelijk om de bedragen met de vorige stadsbegroting te vergelijken. Volgend jaar vermelden we de netto bedragen. Voor de overige jaren tot en met 2007 ziet u de beschikbare bruto bedragen per programma. De invulling van de volgende jaarschijf 2005 leggen we in de Stadsbegroting 2005 aan u voor. De bedragen per programma voor 2007 moeten nog opnieuw gewogen worden.
3.3
Koers West – stadsbrug Een grootschalig project waarvan de financiering nu vorm begint te krijgen is Koers West. In de eerste becijferingen van de planexploitatie van Koers West is gerekend met een investeringsbijdrage van € 36 miljoen, verspreid over 7 jaren vanaf 2005. Inmiddels weten we dat pas vanaf 2008 weer ruimte beschikbaar komt voor nieuwe investeringen. In de betreffende planexploitaties zal dat worden verwerkt.
62
Voor de jaren ervoor gaan we kijken of we binnen geplande investeringen ruimte kunnen inzetten voor Koers West. Bijvoorbeeld bij het onderhoud van wegen, straten en pleinen kunnen de wegen die nodig zijn voor Koers West het eerst worden opgepakt. Het Budget Strategische Investeringen is in het verleden ingericht om vrijvallende kapitaallasten geen onderdeel te laten zijn van het rekeningsresultaat maar vast te houden voor toekomstige (strategische) investeringen in de stad. Per 31 december 2002 was het saldo ruim € 2,9 miljoen euro. Eind 2004 ramen we het saldo van het budget op € 4,1 miljoen. Door toevoeging van de onderuitputting van de kapitaallasten in 2003 en 2004 kan dit saldo nog verder oplopen. We stellen uw Raad voor om het Budget Strategische Investeringen alleen nog te gebruiken voor de stadsbrug, onderdeel van Koers West. De noodzaak van de Stadsbrug is zodanig, dat volgens ons het oormerken van het budget voor dit doel gerechtvaardigd is.
3.4
Volgsysteem investeringen De investeringen willen we gaan volgen door middel van mijlpalen. Bij de aanvraag van een nieuwe investering leveren we een mijlpaalplanning aan, waarin we de belangrijke mijlpalen benoemen en de tijd tussen de mijlpalen aangeven. Bij de voortgangsrapportage kunnen we dan inschatten of een investering op schema ligt of uitloopt aan de hand van het halen of niet halen de geplande mijlpaal. Wordt een mijlpaal niet gehaald, dan kunnen we op basis daarvan inschatten hoeveel de investering opschuift in de tijd. Welke mijlpalen we kunnen gebruiken, is nog een onderwerp van discussie. De verschillende soorten investeringen maken het niet gemakkelijk om deze mijlpalen eenvoudig te definiëren. Dit is een proces van vallen en opstaan, voordat we hanteerbare, algemene mijlpalen hebben gevonden. We willen uw Raad graag betrekken bij dit proces bijvoorbeeld door middel van een klankbordgroep zodat we ook mijlpalen bedenken waar uw Raad zich in kan vinden.
63
64
4
Lokale heffingen In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de lokale belastingen en heffingen, aan de ontwikkeling van de belastingdruk en aan de gevolgen daarvan voor de inwoners van Ni jmegen. Het belastingplan, zoals voorheen gepresenteerd, maakt voortaal deel uit van dit hoofdstuk.
4.1
Tarieven Voor de berekening van de prijsontwikkeling van de lokale belastingen en heffingen berekenen we jaarlijks het inflatiecijfer aan de hand van de ontwikkeling van de gemeentelijke kosten (personeel, goederen, diensten etcetera). Omdat andere parameters worden gebruikt, kan dit cijfer afwijken van de landelijke inflatiecijfers. We hebben berekend dat de gemeentelijke kosten volgend jaar met 2,5% stijgen. Dit cijfer gebruiken we als uitgangspunt voor de berekening van onze tarieven. Concreet stellen we voor om per 1 januari 2004: • de tarieven voor de OZB met 2,5% te verhogen; • het tarief voor de huisvuilzak te handhaven op het huidige niveau; • het tarief voor het Rioolrecht met 2,5% te verhogen; • het tarief voor Toeristenbelasting met € 0,50 per hotelovernachting te verhogen; • de parkeerboetes met circa 5% te verhogen; • alle overige belastingtarieven, heffingen en retributies in beginsel met 2,5% te verhogen, tenzij er redenen zijn om daar van af te wijken. De exacte bedragen van de verschillende heffingen staan in de belastingsverordeningen die samen met deze begroting ter vaststelling aan uw Raad worden aangeboden. 4.1.1 Lastendruk Door een trendmatige verhoging van 2,5 procent toe te passen wordt de gemeentelijke lastendruk beperkt verhoogd. In de onderstaande tabel is deze woonlastenontwikkeling in een meerjarig perspectief geplaatst. Ontwikkeling woonlasten in Nijmegen 2002-2004 Woonlasten* OZB-eigenaar OZB-gebruiker Riool-gebruiker Riool-eigenaar Afvalstoffenheffing aanslag kosten groene zakken** Belastingkorting Totale woonlasten percentuele verandering t.o.v. het jaar daarvoor
* **
2002 295,88 237,12 0,00 73,35 0,00 42,75 45,38 603,72
2003
310,96 249,09 0,00 77,02 0,00 50,25 45,38
641,94 +6,33%
2004
318,73 255,32 0,00 78,95 0,00 50,25 45,38
657,87 +2,48%
berekende woonlasten voor eigenaar/gebruiker van een woning met een gemiddelde waarde (120.000 Euro, prijspeil 1999) aanschafprijs van 75 groene huisvuilzakken (gemiddelde van Nijmeegse meerpersoonshuishouden)
65
Om een goed inzicht te krijgen hebben wij het niveau van de woonlasten in Nijmegen ook vergeleken met het niveau in diverse andere steden in het land. Jaarlijks wordt een belastingoverzicht voor alle grote gemeenten gemaakt (> 100.000 inwoners en de provinciehoofdsteden). Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) heeft over 2003 hiervan een overzicht gepresenteerd. Zie bijlage 4. 4.1.2 Opbrengst De totale geraamde belastingopbrengst stijgt van € 76,7 miljoen in het belastingjaar 2003 tot € 83,1 miljoen in het belastingjaar 2004. Dit betekent een stijging van 8,3%. De trendmatige verhoging van de tarieven is verantwoordelijk voor een stijging met € 1,7 miljoen, het overige deel (€ 4,7 miljoen) wordt verklaard door bestandsuitbreidingen en -mutaties, specifieke tariefbesluiten en door andere ontwikkelingen. Een exacte weergave van de ontwikkeling per belasting of heffing staat in bijlage 3.
4.2
Beleidsmatige ontwikkelingen 4.2.1 Kostendekkendheid In Nijmegen zijn de tarieven voor de Afvalstoffenheffing en het Rioolrecht niet kostendekkend. Vanuit inkomenspolitieke overwegingen is er in het verleden voor gekozen om de kosten voor een deel te financieren met de OZB. Het dekkingspercentage voor de Afvalstoffenheffing is in 2004 circa 14%. Het percentage van de opbrengst Rioolrecht ten opzichte van de netto-lasten van de productgroep Riolering (programma 6230) is circa 75%. Omdat niet alle lasten die door het Rioolrecht mogen worden verhaald hierin zijn opgenomen, is het feitelijke dekkingspercentage zelfs lager, rond de 55%. De ontbrekende middelen (€ 10 miljoen voor de Afvalstoffen en € 5 miljoen voor het Riool) financieren we zoals vermeld uit de opbrengsten OZB. Wij stellen voor deze bekostigingswijze vooralsnog te handhaven. Bij raadsbesluit van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002, bent u akkoord gegaan met ons voorstel om de tarieven van de meeste gemeentelijke diensten (leges) op een kostendekkend niveau te brengen. Hierdoor wordt vrijwel de volledige belastingcapaciteit bij leges benut. Slechts voor een zestal specifiek genoemde diensten wordt, in verband met sociale of medische omstandigheden van de aanvrager, geen kostendekkend tarief gehanteerd. De onbenutte belastingcapaciteit als gevolg van dat beleid bedraagt in 2003 circa € 125.000,-. Voor de volledigheid vermelden we hier, dat de beoordeling van de mate van kostendekkendheid geen eenmalige actie is: de mate van kostendekkendheid kan worden beïnvloed door wijzigingen in wet- of regelgeving, aanvullende toetsingscriteria of organisatorische wijzigingen. Wij zullen de vinger aan de pols houden en dáár, waar de wenselijkheid of noodzaak ontstaat de tarieven naar boven of naar beneden bij te stellen, u dit dienovereenkomstig voorstellen. 4.2.2 Precario Zomerfeesten In 2002 is uw Raad akkoord gegaan met een verhoging van de tarieven voor precario voor terrassen in de Binnenstad, ter gedeeltelijke dekking van de kosten voor de Vierdaagsefeesten. De meeropbrengst als gevolg van dit besluit bedroeg € 75.000. Ons College voert op dit moment constructief overleg met het ACBN over de financiering 66
van de Vierdaagsefeesten in 2004. De uitkomst verwachten wij nog in 2003 bekend te maken. 4.2.3 Minimabeleid en kwijtschelding Momenteel kunnen we, op basis van strikte normen en richtlijnen van het Rijk, kwijtschelding verlenen voor het OZB-gebruikersgedeelte van woningen en voor de hondenbelasting voor de eerste hond. Daarnaast kunnen minima restitutie krijgen van de Afvalstoffenheffing die via de tarieven van de groene huisvuilzak in rekening wordt gebracht. Concreet gaat het hierbij over het belastingjaar 2003 om de navolgende bedragen: Kwijtschelding OZBG: € 1.134.450 Afvalstoffenheffing: € 168.790 Hondenbelasting: € 110.000 Voor 2004 stellen we geen beleidsmatige wijziging van het minimabeleid voor. Bij gelijkblijvende aantallen stijgt het bedrag dat wordt kwijtgescholden met het inflatiepercentage. Het aantal ontvangers van kwijtschelding is afhankelijk van de economische situatie.
4.3
Wettelijke ontwikkelingen Er zijn van Rijkswege een aantal ontwikkelingen aangekondigd, die van invloed zullen zijn op de gemeentelijke belastingheffing. Onderstaand gaan wij op deze materie in. 4.3.1 Afschaffing OZB woningen Het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet bevat onder andere het volgende beleidsvoornemen: "Het bewonersdeel van de onroerendezaakbelasting (OZB) op woningen wordt afgeschaft. Via het Gemeentefonds worden gemeenten daarvoor gecompenseerd. De stijging van de OZB op bedrijfspanden en van het eigenaarsdeel van de OZB op woningen wordt na overleg met de gemeenten gemaximeerd." Voor een goed inzicht in de strekking van dit voornemen is het van belang te weten, dat er op dit moment in feite vier verschillende Onroerendezaakbelastingen bestaan: de OZB voor eigenaren van woningen, die voor de gebruikers van woningen, de OZB voor eigenaren van niet-woningen en die voor de gebruikers van niet-woningen. Deze vier belastingsoorten zijn qua tariefstelling aan elkaar gekoppeld, waarbij de OZB voor gebruikers van woningen als 'basistarief' wordt gehanteerd. Deze vier belastingen vormen zo een samenhangend geheel. Het vorige kabinet (Balkenende I) wilde zowel de OZB voor eigenaren als die voor de gebruikers van woningen afschaffen. Het huidige kabinet is teruggekomen op dit voornemen en heeft aangekondigd alleen de OZB voor de gebruikers van woningen met ingang van 2005 af te schaffen. Omdat in feite het basistarief wordt afgeschaft, vreest het kabinet dat gemeenten de drie overige tarieven onevenredig laten stijgen. Daarom is het van plan de stijgingen van de drie overige OZB-tarieven te maximeren. Nijmegen ontvangt over het belastingjaar 2003 aan OZB van de gebruikers van woningen circa € 16 miljoen (excl. Zalmsnip). Het Hoofdlijnenakkoord kondigt aan de gemeenten te compenseren voor het verlies aan inkomsten uit OZBG van woningen, maar op welke wijze dit gebeurt is niet duidelijk. Ook de gevolgen van de aangekondigde maxi-
67
malisatie van de drie overige belastingsoorten zijn onoverzichtelijk. Zolang deze methodiek niet bekend is zijn de financiële effecten hiervan moeilijk in te schatten. In het Nijmeegse belastingsysteem wordt via de OZB ook een gedeelte van het Rioolrecht en de Afvalstoffenheffing geïnd. De kans bestaat dat Nijmegen, in geval van afschaffing van de OZB voor de gebruikers van woningen en maximalisering van de drie overige OZB-tarieven, er toe wordt gedwongen op termijn de Afvalstoffenheffing opnieuw in te voeren en het tarief voor het Rioolrecht fors te verhogen tot een kostendekkend niveau. Of dit al in 2005 noodzakelijk is, kunnen we op dit moment niet inschatten: hiervoor hebben we meer inzicht nodig in de wijze, waarop het Rijk de gemeenten compenseert voor het verdwijnen van de OZBG op woningen, in de wijze van maximalisatie van de overige drie OZB-tarieven, in eventuele afbouwregelingen etc. 4.3.2 WOZ-taxaties In het Hoofdlijnenakkoord staat ook vermeld dat de regering met ingang van 2006 € 60 miljoen wil bezuinigen op het gebied van de WOZ-taxaties. Het voornemen is om niet langer periodiek te taxeren, maar de WOZ-waarde te baseren op aankoopprijzen, en deze vervolgens te indexeren. Voor alle duidelijkheid melden wij hier dat deze taxatiemethodiek in ieder geval niet geldt voor het derde WOZ-tijdvak, dat in 2005 begint. Als deze regeling daadwerkelijk wordt ingevoerd zal deze taxatiemethode worden gebruikt voor het vierde WOZ-tijdvak, vanaf 2009. Het taxatieproces voor het derde WOZ-tijdvak, dat momenteel in volle gang is, zal dan ook ongewijzigd worden doorgezet. 4.3.3 Zalmsnip In het Hoofdlijnenakkoord is eveneens aangegeven dat de Rijkskorting wordt afgeschaft. Dit zou betekenen dat de gemeentelijke belastingkorting (voorheen de Zalmsnip) eveneens zal worden beëindigd. Onduidelijk is echter wanneer deze wijziging ingaat. Wij gaan er op dit moment van uit dat de Rijkskorting in 2004 gehandhaafd blijft.
68
5
Bedrijfsvoering In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en beleidsvoornemens op het gebied van de bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie. Op bestuurlijk niveau is de invoering van het dualisme de belangrijkste ontwikkeling. De duale verhoudingen brengen, meer dan voorheen, een scheiding aan tussen kaderstelling en toezicht door de Raad en het dagelijks bestuur door het College. Mede ter ondersteuning van het dualisme gelden vanaf 2004 nieuwe comptabiliteitsvoorschriften. Op grond van de gewijzigde gemeentewet (7 maart 2002) stelt uw Raad een aantal verordeningen vast die aansluiten bij de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften. Een aantal artikelen zijn hierbij van belang: - Artikel 212 van de gemeentewet regelt dat de Raad de uitgangspunten vaststelt voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening dient te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. - De verordening op grond van artikel 213 regelt de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting wordt getoetst, en er door de Raad een accountant wordt aangewezen. - Op graond van artikel 213a stelt de Raad de regels vast voor het door het College te voeren onderzoek naar doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. Deze verordeningen vormen de kaders waarmee uitvoering kan worden gegeven aan de uitgesproken behoefte om het toezicht op de bedrijfsprocessen duidelijker dan tot op heden het geval was, te verankeren. Door dit toezicht moet de kwaliteit van de bedrijfsvoering in brede zin (bedrijfsresultaten en middeleninzet) en van de informatievoorziening daarover worden verzekerd. In 2003 heeft ons College een stadscontroller aangesteld die als taak heeft om de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie te bewaken en te bevorderen. De stadscontroller heeft een onafhankelijke positie en toetst de kaders, de uitvoering en de verantwoording, alsmede de informatievoorziening daarover, en de onderliggende processen. Vanaf 2004 werken we met een nieuwe controlorganisatie waar naast de stadscontroller en zijn bureau, ook de directiecontrollers deel van uit maken. De taak van de stadscontroller volgt ook uit het op te stellen controlprogramma, een meerjarig overzicht van in principe alle op verbetering van de bedrijfsvoering gerichte acties. In onze sturingsfilosofie hebben we vastgelegd dat we een organisatie willen zijn die heldere outputgerichte kaders stelt, die de uitvoering aan de uitvoerders laat, achteraf verantwoordt en toezicht houdt en uiteindelijk leert om zich te verbeteren. Uitgangspunten daarbij zijn: • Het bestuur stuurt; • Inhoud is leidend, de middelen volgen; • Control is een managementtaak; • Het toezicht wordt versterkt.
69
Om onze sturingsfilosofie te laten werken moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: § We dienen te beschikken over een minimum aan duidelijke kaders; § Verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen laag in de organisatie; § Een minimum aan rapportages verschijnt tijdig en is van goede kwaliteit; § We zijn in staat maximaal effectief te leren. In 2003 hebben we een plan van aanpak bedrijfsvoering opgesteld waarin we concreet aangeven wat we gaan doen. De opstelling van dit plan heeft voor een belangrijk deel plaatsgevonden aan de hand van de adviezen van rekenkamer en accountant. Het plan van aanpak richt zich voornamelijk op het verbeteren van het instrumentarium. Het jaar 2004 is vooral het jaar van uitwerking en implementatie hetgeen onder meer gestalte krijgt in de vervanging van het gemeentelijk financieel systeem per 1 januari 2005. Maar we kunnen dit alles niet los zien van ontwikkelingen in cultuur- en managementontwikkeling waarvoor verschillende trajecten in gang zijn gezet. Ons doel is om een aantal bestaande ontwikkelingen en inzichten met elkaar te verbinden.
70
6
Verbonden partijen De gemeente Nijmegen neemt deel aan een aantal publiek- en privaatrechtelijke constructies. In dit hoofdstuk noemen we de belangrijkste. Gemeenschappelijke regelingen Deze zijn per 1 januari 2004: GGD Hulpverlening & Veiligheid MARN Recreatieschap N&O IZA Breed Euregio KAN Bijsterhuizen Bergerden
-
gezondheidszorg brandweer, ambulance, hulpverlening afvalverwerking recreatie ziektekostenverzekering sociale werkvoorziening grensoverschrijdende samenwerking regionale samenwerking exploitatie bedrijventerrein ontwikkeling tuinbouwgebied
PPS-constructies PPS-constructies worden in het algemeen aangegaan voor omvangrijke ontwikkelingsprojecten. Betrokken organisaties zijn naast de gemeente Nijmegen veelal projectontwikkelaars, wooncorporaties en exploitatiemaatschappijen. Door de juridische construc ties worden de financiële risico’s voor de deelnemende partijen minder. De ontwikkelingsprojecten waarin de gemeente Nijmegen per 1 januari 2004 participeert zijn: de Waalsprong, de Brabantse Poort, Mariënburg in het stadscentrum en Ontwikkelingsbedrijf MTC. Naast de PPS-constructies zijn er ook nog een aantal rechtspersonen waarin de gemeente Nijmgen als enige partij deelneemt en dus alle aandelen in bezit heeft. Deze zijn: NOVIO NV (openbaar vervoer), NV MENSEC (schouwburg en concertzaal), MCIJN BV (ijsbaan en congrescentrum) en DAR Holding NV (o.a. milieudiensten). Daarnaast participeert de gemeente Nijmegen in een aantal stichtingen op maatschappelijk terrein. Hierbij loopt de gemeente weinig tot geen financieel risico.
71
72
7
Onderhoud kapitaalgoederen
7.1
Openbare Ruimte Ons College heeft met het beleidsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR, 2001) een kader voor het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Voor het openbaar groen is het Groenstructuurplan uit 1996 het beleidskader en voor het rioleringssysteem het Gemeentelijk rioleringsplan 1994-2004. In deze beleidsnota’s staat onder andere hoe we de kwaliteit van het te onderhouden areaal in stand houden en hoe we achterstallig onderhoud wegwerken. Het doel van IBOR is om een integrale visie voor het openbaar gebied van Nijmegen te beschrijven dus inclusief het openbaar groen, waterbeheersvoorzieningen en de rioleringen. Het onderhoud van het rioleringssysteem nemen we ook op in het nieuwe GRP. De herziening van het GRP is naar aanleiding van het nieuwe waterbeleid (Waterplan, 2002) in 2003 gestart en ronden we af voor 2005. De beheer- en onderhoudstrategie is daarmee op hoofdlijnen vastgesteld. We geven een indicatie van benodigde maatregelen per wijk voor herinrichting, rehabilitatie, groot onderhoud en regulering en toezicht. Ook geven we een indicatie van de benodigde onderhoudsbudgetten om de openbare ruimte op het gewenste kwaliteitsniveau te houden. Gewenst onderhoudsniveau In IBOR maken we voor het gewenste onderhoudsniveau onderscheid tussen centrumgebieden, woonwijken, industrie- en bedrijventerreinen en structuurelementen. Het centrumgebied vraagt de hoogste onderhoudsinspanning. Voor de woonwijken liggen de onderhoudsinspanningen over het algemeen op basisniveau. Afhankelijk van de sociaaleconomische structuur of een meer of minder gunstige aanleg van de openbare ruimte kan het onderhoudsniveau variëren. Voor de bedrijventerreinen geldt eveneens over het algemeen een basisniveau en soms een hoger niveau, met name voor de verhardingen. Ook de gebruiksintensiteit van de groen- en structuurelementen bepaalt of we van het basisniveau afwijken. In onderstaande tabel zijn de onderhoudsbudgetten weergegeven. Bedragen x € 1.000
Budget
Verharding
2.319
Groen en water Straatmeubilair
5.453 PM
Speelplekken
PM
Verlichting Riolering
1.606 1.005
Kunstwerken Straatreiniging
376 4.084
Totaal
14.844
Budgetten in de begroting Indien we de beheerstrategieën uit IBOR voor alle wijken toepassen, blijkt dat voor veel categorieën de budgetten ontoereikend zijn. Het grootste tekort in het beschikbare budget betreft de verhardingen. Dit komt grotendeels door de problematiek van opdrukkende boomwortels. Alleen voor openbaar groen en water is het budget toerei-
73
kend om het gewenste kwaliteitsniveau in stand te houden. In 2004 stellen we een voorstel op over hoe we voortaan areaaluitbreidingen willen opnemen in de onderhoudsb egroting. In 2002 is besloten om voor het centrumgebied het kwaliteitsniveau voor onderhoud van de openbare ruimte op peil te brengen. Daar heeft ons College circa € 0,5 miljoen extra voor beschikbaar gesteld. In 2003 hebben we nogmaals € 0,75 miljoen beschikbaar gesteld om in een aantal wijken het onderhoudsniveau te verhogen. Voor de problematiek van opdrukkende boomwortels voeren we de komende jaren een investeringsprogramma van circa € 3 miljoen uit. In de komende 4 jaar stellen we voor alle wijken wijkbeheerplannen op om het onderhoudsniveau te verhogen en meer af te stemmen op de behoefte. In samenspraak met bewoners, bedrijven en gebruikers werken we per wijk uit wat er precies nodig dan wel gewenst is voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. We berekenen wat de jaarlijkse kosten zijn en of de beschikbare budgetten toereikend zijn.
7.2
Gebouwen De lasten en baten van gebouwen zijn onderdeel van diverse programma's. Deze paragraaf geeft een totaaloverzicht van de financiële positie inzake gebouwen. Bedragen x € 1.000
Woningen Woonwagens Overige panden Wijkcentra/jeugdcentra Huisvesting bestuur/ ambtenaren Totaal
Boekwaarde 2004 6.676 680
Begroot onderhoud 482 33
24.716 7.826 16.885 57.812
1.099 1.211 953 3.778
Bij de gebouwen die wij exploiteren zijn de onderhoudskosten van zowel 'eigenaarsdeel' als 'huurdersdeel' meegenomen. Het onderhoudsniveau is op technische gronden bepaald op basis van de levensduur van bijvoorbeeld de dakbedekking en de technische installatie. Een algemeen beleidskader voor het gewenste onderhoudsniveau bijvoorbeeld aan de hand van maximale kwaliteit of op basis van landelijke gehanteerde normbedragen, is nog niet voorhanden. De boekwaarde van onze terreinen is € 1,03 miljoen.
74
8
Grondbeleid
8.1
Uitgangspunten gemeentelijk grondbeleid Met een actief grondbeleid wil ons College gestelde doelen uit het collegeakkoord en de daarmee samenhangende sectorale beleidsvisies (bijv. wonen, werken, mobiliteit, recreeren) realiseerbaar maken. Dit geschiedt door ontwikkeling en realisatie van vastgoedprojecten met veelal een bijbehorende aanpak van de openbare ruimte. Daarbij maken we niet alleen gebruik van passieve ‘publieke’ instrumenten zoals de Wet Ruimtelijke Ordening, de Woningwet en de Exploitatieverordening maar kiezen we ook vaak voor een meer actieve ontwikkelende rol, zelfstandig of in samenwerking met marktpartijen en deelnemingen in een PPS. Door het verwerven van gronden en panden, ontwikkeling van plannen, uitgifte van bouwrijpe terreinen en inrichting van de openbare ruimte heeft ons College een sterkere invloed op de gewenste inhoud en kwaliteit en kan daar ook financieel rendement in behalen. Ons College legt bij de start van een dergelijk project aan uw Raad een planexploitatie ter vaststelling voor. In deze planexploitatie staan de inhoudelijke en financiele randvoorwaarden voor het project. Bij deze aanpak opereren we actief op de vastgoedmarkt en zetten we zonodig de Wet Voorkeursrecht Gemeenten en de Onteigeningswet in. In de nota Grondbeleid (najaar 2003) staat de aanpak en werkwijze nader beschreven. In deze nota wordt ook ingegaan op gewenste ontwikkelingen die we voorstaan op dit beleidsgebied. Het grondbeleid heeft tot doel het bevorderen van een maatschappelijk gewenst grondgebruik. Door een actief grondbeleid kunnen we de eenmaal gekozen bestemmingen ook daadwerkelijk in de vorm van fysieke projecten realiseren. De markt richt zich met name op winstgevende projecten terwijl andere, maatschappelijk zeer gewenste maar financieel niet renderende, projecten blijven liggen zoals bijvoorbeeld integrale herstructureringsplannen. Ons College wil zich met een actief grondbeleid niet alleen richten op de verlieslatende maatschappelijke projecten maar zich ook bewust richten op winstgevende projecten. Hierdoor ontstaan door verevening van winsten en verliezen meer mogelijkheden voor het bereiken van een maatschappelijk gewenst grondgebruik.
8.2
Ontwikkelingen De vastgoedmarkt als speelveld voor het gemeentelijk Ontwikkelingsbedrijf is een lastig voorspelbaar en beheersbaar terrein. De prijsontwikkeling en afzetbaarheid, en daarmee de ontwikkelbaarheid van gemeentelijk gewenste plannen, wordt, gezien de directe link met de economische omstandigheden, regionaal, landelijk en soms zelfs mondiaal bepaald. De omstandigheden zijn momenteel vanuit landelijk perspectief niet erg florissant. De woningbouw staat erg onder druk door kwalitatieve onevenwichtigheid in vraag en aanbod, de kantorenmarkt kent een groot overaanbod en de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen is sterk teruggevallen. In Nijmegen hebben we een beperkte leegstand in nieuw gerealiseerde kantoren. Toch zal op de bestaande markt het aanbod toenemen. Ons College onderzoekt de mogelijkheid van omzetting naar een woonfunctie. Op bestaande bedrijventerreinen zetten wij in op intensivering. Verplaatsing van bedrijven vanuit het Waalfront en het stadsbrugtracé vraagt de komende jaren extra ruimte. De woningmarkt in Nijmegen wordt in 2004 sterk bepaald door het weer op gang
75
komen van de woningbouw in de Waalsprong. Ontwikkeling van nieuwe locaties in de bestaande stad heeft hoge prioriteit gekregen. De ontwikkeling van wet- en regelgeving door het Rijk is van groot belang voor het instrumentarium dat ons ter beschikking staat om het grondbeleid uit te voeren. Het verschijnen van de 5e Nota Ruimtelijke Ordening en de bijbehorende rijksnota Grondbeleid heeft nog niet geleid tot aanpassing van deze instrumenten. Wetgeving op dit gebied is nog niet verschenen. Weliswaar wordt van rijkszijde regelmatig verwezen naar de bewuste nota maar enige vooruitgang valt nog niet te melden als het gaat om het beschikbaar krijgen van mogelijkheden om te komen tot een betere verevening van kosten en opbrengsten bij de realisatie van projecten ruimtelijke ordening. Het tegendeel moet worden vastgesteld. Uit jurisprudentie is komen vast te staan dat risicoafdekking van planschade, in het kader van art. 49 WRO bij een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van een particulier project, niet is onder te brengen bij de particuliere ontwikkelaar. Dit houdt in dat in zo'n geval de waardevermeerdering van een terrein ten goede komt van de eigenaar/exploitant maar dat planschades ten laste van de gemeente komen. Het instrumentarium om te komen tot kostenverrekeningen moet dan ook echt wettelijk worden aangepast want private ontwikkelingen zullen altijd aan de orde zijn. Vooralsnog brengt alleen een actieve gemeentelijke planexploitatie deze elementen van kosten, risico's maar ook de opbrengsten in één hand.
8.3
Voortgang, financiën en risico's Tweemaal per jaar (bij de Stadsbegroting en bij de -rekening) informeert ons College uw Raad inhoudelijk en financieel over de voortgang en de risico’s van de planexploita ties van het Ontwikkelingsbedrijf. De informatie is vastgelegd in de Voortgangsrapportage Grote Projecten (VGP). Bij de vaststelling van de Stadsbegroting vragen wij uw Raad ook om de meerjarenbegrotingen van de planexploitaties specifiek vast te stellen. Dit is met name van belang omdat de betrokken planexploitatiebegrotingen in een aantal gevallen de huidige begrotingsperiode van vier jaar overschrijden en uw Raad dient in te stemmen met de totale planexploitatiebegroting. Het VGP bevat ook een risicoparagraaf en een meerjarenraming van de Algemene Bedrijfsreserve (ABR) van het Ontwikkelingsbedrijf. Voor de resultaatbepaling geldt de door uw Raad vastgestelde regel dat we voor verwachte nadelige resultaten direct een voorziening treffen ten laste van de ABR van het Ontwikkelingsbedrijf. Verwachte voordelige resultaten nemen we op in de meerjarenraming van de ABR. In principe worden winsten genomen bij het afsluiten van de planexploitatie. Tussentijdse winstneming past ons College alleen toe indien de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is en er een reservering is gedaan voor de nog te maken kosten. De bovenbeschreven werkwijze is conform de Nota Vermogenspositie van het Grondbedrijf die in 1996 door uw Raad is vastgesteld. Het VGP als rapportagevorm is later ingevoerd om uw Raad transparante voortgangsinformatie op projectniveau op tijd, inhoud en geld te bieden. Deze rapportage breiden we verder uit teneinde u voldoende inzicht in lopende ontwikkelingen te geven om sturing op hoofdlijnen beter mogelijk te maken. In de Nota Grondbeleid gaan we nader in op het spanningsveld tussen de beleidsbepaling op hoofdlijnen voor de langere termijn door uw Raad bij de vaststelling van een planexploitatie en de praktijk van ontwikkeling en uitvoering die zich afspeelt op een commer-
76
cieel georiënteerde vastgoedmarkt met grote zakelijke belangen, ook voor het gemeentelijk ontwikkelingsbedrijf, waar flexibiliteit en snel handelen noodzakelijk zijn. De totale omvang van alle lopende planexploitaties, met een gemiddelde doorlooptijd van 4 á 5 jaar, bedraagt circa € 190 miljoen. Dit is exclusief onze planexploitaties van de Waalsprong. De omvang hiervan bedraagt circa € 240 miljoen en de doorlooptijd is hier tot circa 2020. De activiteiten van de GEM staan hier verder buiten. Er zijn momenteel 40 planexploitaties in uitvoering waarvan 10 in de Waalsprong. Daarnaast zijn er circa 60 planexploitaties in ontwikkeling (de PIO's). Voor verdere informatie over de planexploitaties verwijzen wij u naar de bijgevoegde Voortgangsrapportage Grote Projecten van het Ontwikkelingsbedrijf. Naast de planexploitaties zoals vermeld in het VGP participeert ons College in zeven ondernemingen die tot doel hebben de ontwikkeling en realisatie van vastgoedprojecten met de daarbij behorende openbare ruimte. Deze staan vermeld in de productgroep Deelnemingen van het programma Grondbeleid. In de Nota Grondbeleid gaan we nader in op de verhouding tussen uw Raad en de verbonden partijen als het gaat om de zeggenschap door u en de beïnvloeding van het te bereiken resultaat binnen die onderneming. Het ontwikkelen en realiseren van vastgoedprojecten en de bijbehorende openbare ruimte vergt een goed risicomanagement. Naast het voortdurend monitoren van de risico’s is bijsturing belangrijk. De balans tussen beide elementen bepalen het risicoprofiel van het Ontwikkelingsbedrijf. Op basis van een uitgebreide risicoanalyse raamt ons College het te lopen risico op circa € 46,7 miljoen. Op hoofdlijnen is de verdeling: Bedragen x € 1 miljoen
Waalsprong Koers West OMTC Spoorzone Van Swaay terrein Prof. Bellefroidstraat eo Overige risico’s Totaal
Geraamd risico 33.0 7.6 2.3 1.6 1.0 1.2 46.7
Toelichting risico’s: Waalsprong Op dit moment worden op basis van het Voorkeursmodel zowel de planexploitatie Waalsprong van ons Ontwikkelingsbedrijf als van de GEM opnieuw doorgerekend. Dit geeft een totaalbeeld van het verwachte resultaat en de daaronder liggende risico’s. Ons College verwacht een positiever beeld dan in het verleden. De resultaten zijn waarschijnlijk eind 2003 beschikbaar. Deze risicoberekening gaat nog uit van de risico’s zoals gepresenteerd in de ‘oude’ planexploitaties van de Waalsprong. Er wordt rekening gehouden met de verwachte hoogte van de kosten van archeologisch onderzoek in relatie tot de begrote kosten en we rekenen met een ‘positief’ risico voor de mogelijke bedragen die ons College verwacht van de bij het Rijk ingediende schadeclaim voor de dijkverlegging. Becijferd risico € 33 miljoen.
77
Koers West Het door uw Raad in oktober 2003 besproken Koersdocument West bevat een exitscenario. Kort gezegd geeft dit scenario de gevolgen aan van een onverhoopte stop van de ontwikkeling in West bij het uitblijven van voldoende financiering. Het risico is bepaald op € 7,6 miljoen. OMTC Zoals bekend lopen de ontwikkelingen rond het MTC af. Ontbinding ligt in het verschiet. Het hiermee gepaard gaande verlies voor ons College – gestort aandelenkapitaal, risico op verworven onroerend goed en vorderingen - bedraagt circa € 2,3 miljoen. Bodemverontreiniging Van Swaayterrein Reeds in de Perspectiefnota 2004 is bij uw Raad aangekondigd dat de bodem- en grondwatersanering van het Swaay-terrein niet door de toekomstige planexploitatie van Nijmegen Centraal kan worden gedragen. De kosten lopen naar de huidige inzichten op tot minimaal € 1,85 miljoen. Hiervoor is slechts circa € 0,2 miljoen dekking. Resteert een risico van € 1.6 miljoen. Prof. Bellefroidstraat e.o. De oorspronkelijke plannen rond de Prof. Bellefroidstraat betroffen de ontwikkeling en realisering van de Unilokatie van het ROC, al dan niet in combinatie met een bouwplan voor de Waalboog (zorgwoningen) en het omliggende terrein. Nadat duidelijk is geworden dat deze plannen niet haalbaar zijn, heeft ons College de planvorming gestaakt. Inmiddels hebben we voor het gebied een nieuwe planontwikkeling gestart. Hierbij werken we op basis van een bankgarantie van de ontwikkelaar. Naar het zich laat aanzien kunnen de kosten van de oorspronkelijke afgebroken planvorming niet in de nieuwe planexploitatie worden goedgemaakt. Risico € 1 miljoen. Overige risico’s bedragen € 1.2 miljoen. Het gaat hier gedeeltelijk om potentiële tekorten als gevolg van onvoldoende bankgaranties bij particuliere ontwikkelingen en een potentieel tekort op de Geluidswal RW 73. De risicoanalyse sluit op een totaal risico van circa € 46,7 miljoen. De ABR dient conform het Raadsbesluit uit 1996 voor de afdekking van de risico’s van de planexploitaties van het Ontwikkelingsbedrijf en de daaraan gelieerde deelnemingen. Tevens worden kleine resultaatschommelingen gefinancierd uit de ABR. De meerjarenraming van de ABR geeft aan dat de reserve per 1 januari 2004 circa € 15 miljoen bedraagt en circa € 17 miljoen in 2007. Zoals aangekondigd in de Perspectiefnota stelt ons College uw Raad voor om de komende vijf jaar de rente van de ABR niet af te dragen aan de Saldireserve. Dit heeft een positief effect op de meerjarenraming. (zie ook hoofdstuk 1, programma Grondbeleid)
78
9
Weerstandsvermogen In deze begroting is een beeld gegeven van de financiële positie in de jaren 2004 – 2007. Van invloed op het financieel beeld is het vermogen om weerstand te bieden aan mogelijke nadelen die kunnen voortvloeien uit risico’s. Het vermogen om weerstand tegen deze risico's te bieden bestaat uit verschillende organisatorische en financiële elementen. Een belangrijk deel van de financiële risico's die de gemeente loopt zijn afgedekt door verzekeringen, terwijl voor een aantal andere risico's specifieke financiële voorzieningen zijn gevormd. De resterende risico's worden in relatie gebracht met de algemene reserves. Het weerstandsvermogen betreft enerzijds de beschikbare weerstandscapaciteit en anderzijds de aanwezige onzekerheden en risico's voor zover deze niet reeds in het financiële beeld zijn verwerkt. In voorgaande begrotingen hebben wij jaarlijks het risicoprofiel van de gemeente doorgelicht en bijgesteld. Daarbij zijn de ontwikkeling van de gemeentelijke algemene reserves en de geactualiseerde inschatting van de risico’s met elkaar in verband gebracht. Met ingang van deze begroting willen wij dit onderdeel samenvatten in het hoofdstuk weerstandsvermogen. Dit ter vervanging van de eerder opgenomen risicoparagraaf. In het collegeakkoord 2002 is de gewenste dekking voor algemene risico’s uit de saldireserve bepaald op 50%. In de stadsbegroting 2003 is de gewenste weerstandscapaciteit voor deze risico’s (exclusief grond- en woningexploitatie) op basis hiervan berekend op € 20 miljoen. De gewenste omvang van de algemene bedrijfsreserves van het ontwikkelingsbedrijf en van het woningenbedrijf zijn gesteld op resp. € 40 en € 2,5 miljoen. De gewenste totale omvang van de algemene reserves is daarmee vastgesteld op € 62,5 miljoen. Hierna zullen wij het resultaat weergeven van de geactualiseerde risicoinventarisatie en van de gewenste en de beschikbare weerstandscapaciteit. De focus is daarbij vooral gericht op het dynamische beeld: het meerjarenbeeld in de komende begrotingsperiode.
9.1
Onzekerheden in het financiële beeld De onzekerheden en daarmee de risico’s zijn sinds de voorgaande begroting zeker niet geringer geworden. In de perspectiefnota en in de zomernota is de op dat moment bekende informatie ten aanzien van o.a. het rijksbeleid incl. de bezuinigingen, de algemene uitkering en de economische ontwikkeling waar mogelijk vertaald naar het financiële beeld. De landelijke ontwikkelingen zijn zorgelijk. Er is nog geen positieve wending zichtbaar.
9.2
Weerstandscapaciteit Bij het bepalen van de weerstandscapaciteit zijn in voorgaande begrotingen in de berekening betrokken de algemene reserves, de saldireserve en de algemene bedrijfsreserves, en de stille reserve aanwezig in het Nijmeegse woningenbezit enerzijds en anderzijds de geïnventariseerde risico’s. Daarbij was het gebruikelijk om de algemene bedrijfsreserves af te zetten tegen de risico’s van de betreffende onderdelen, met name exploitatie van gronden en woningen. De saldireserve werd beschouwd als buffer voor alle overige risico’s.
79
Vanaf heden zal, mede ingegeven door de nieuwe voorschriften, een tweetal “nieuwe” elementen in de beschouwing worden betrokken, namelijk de post onvoorzien, inclusief eventuele concernstelposten voor tegenvallers, en de onbenutte belastingcapaciteit.
9.3
Beschikbare weerstandscapaciteit De verschillende onderdelen die de weerstandcapaciteit bieden zijn: Bedragen x € 1.000
2004
2004-2007
Weerstandscapaciteit exploitatie 1.
Onbenutte belastingcapaciteit: OZB, riool, afvalstoffenheffing Overige heffingen Leges Totaal 2. Post onvoorzien 3. Reservering tegenvallers zomernota (in 2006 terugval naar € 4 ton, daarnaast nog € 0,5 miljoen knelpuntenpost 2004) A. Weerstandscapaciteit exploitatie B. Voeding saldireserve (rente reserves)
p.m. p.m. 0 p.m. 681 900
2.724 3.125
1.581
5.849
2.200
8.800
Weerstandscapaciteit eigen vermogen Peildatum 1 januari 2003 Vrij aanwendbare deel: • Saldireserve • ABR ontwikkelingsbedrijf • ABR woningbedrijf Stille reserves woningen C. Totaal weerstandcapaciteit eigen vermogen
16.932 14.443 2.951 3.000 37.326
Totale weerstandcapaciteit A + B + C
51.975
Het Budget Strategisch Investeringen is een bestemmingsreserve en behoort niet tot het weerstandsvermogen
9.4
Onbenutte belastingcapaciteit In verband met de voorgenomen maatregelen rond de OZB en de onzekerheden op dit punt hebben wij de ombenutte belastingcapaciteit geraamd op P.M. In 2002 is onderzoek verricht naar de kostendekkendheid van de leges. Dit onderzoek is afgerond met besluitvorming door uw Raad over de verhoging van diverse legestarieven. Mogelijk is in de legesopbrengsten nog enige ruimte aanwezig; vooralsnog gaan wij er van uit dat dit onderdeel geen substantiële risicodekking biedt en hebben wij de ruimte geraamd op € 0. Overigens verwijzen wij u naar de informatie opgenomen in het belastinghoofdstuk in deze begroting.
80
9.5
Risico’s In het kader van het risicobeheer vindt periodiek, veelal gekoppeld aan de BBI-planning, een doorlichting en bijstelling van de risico’s plaats. Voor de begroting 2004 is een actualisatieslag uitgevoerd. Het onderwerp integraal risicomanagement in relatie met verwante onderwerpen zoals verzekeringen heeft de aandacht. De risico’s zijn als volgt te kwantificeren: • De risico’s rond de activiteiten van het ontwikkelingsbedrijf zijn in de bijgevoegde voortgangsrapportage geschat op € 46,7 miljoen; • De risico’s rond de woningexploitatie zijn geschat op € 2,5 miljoen; • Het gemiddelde van de algemene risico’s is berekend op € 40 miljoen; • Een aantal exploitatierisico’s voor 2004 e.v., zie ook de Zomernota, zijn (omvang indicatief) − doorvertaling bezuinigingen o.a. FWI, bijzondere bijstand en minimabeleid € 3,1 mln − WVG € 2,0 mln − Breed, structureel minimaal € 1,0 mln − RIO, mogelijk € 1,0 mln, structureel minimaal € 0,5 mln − parkeren € 0,5 mln − kosten FPU € 0,3 mln Bijlage 7 vermeldt het totaaloverzicht van de risico’s.
9.6
Beschikbaar en gewenst weerstandsvermogen Zoals in het begin van dit hoofdstuk vermeld, is de gewenste totale omvang van de algemene reserves vastgesteld op € 62,5 miljoen. De saldireserve zal over 1 á 2 jaar de gewenste stand van € 20 miljoen hebben bereikt. De algemene bedrijfsreserve van het ontwikkelingsbedrijf groeit in de meerjarenperiode naar € 17 miljoen en zal daarmee nog ver onder de gewenste stand blijven. In het Programma Grondbeleid stellen wij u voor om de rente van de ABR de komende vijf jaar toe te voegen aan de ABR. Zodra de saldireserve de gewenste omvang heeft bereikt kan overheveling van het meerdere naar de ABR van het ontwikkelingsbedrijf plaatsvinden. Wij stellen u voor in te stemmen met dit uitgangspunt. Overigens verwijzen wij u naar de overige hoofdstukken in deze begroting met name naar ‘grondbeleid’, ‘financiering’, ‘verbonden partijen’ en ‘onderhoud kapitaalgoederen’ die alle een beeld geven van het risicoprofiel op die terreinen.
9.7
Conclusie Geconcludeerd kan worden dat op basis van de bestaande normen, die uitmonden in een gewenste risicodekking in de algemene reserves van totaal € 62,5 miljoen, de risico’s op het totaal gezien nog onvoldoende zijn afgedekt. Indien rekening wordt gehouden met de ruimte in de exploitatie, zoals hiervoor is aangegeven, is een dekking van € 52 miljoen beschikbaar, ofwel 83%. De onderdekking is voornamelijk het gevolg van de risico’s in het ontwikkelingsbedrijf. Wij stellen u voor in te stemmen met de hiervoor aangegeven berekeningssystematiek en uitgangspunten.
81
82
10 Financiering 10.1 Inleiding Het financieringsbeleid wordt voornamelijk bepaald door: Het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente op korte en lange termijn; Het verzorgen van financiering voor instellingen waarvan de activiteiten worden gerekend tot de publieke taak van de gemeente; Het beheersen van risico’s die met deze transacties verbonden zijn, met name renterisico’s en ‘tegenpartijrisico’s’. In deze paragraaf vermelden we ons financieringsbeleid voor met name 2004 en de uitgangspunten voor de financieringsramingen.
10.2 Financieringsbehoefte De toekomstige behoefte aan financieringsmiddelen wordt voor een belangrijk deel bepaald door verschillen in enerzijds te betalen aflossingen op door ons opgenomen leningen en anderzijds in afschrijving op reeds gedane gemeentelijke investeringen en te ontvangen aflossingen op aan derden verstrekte leningen. Daarnaast ontstaat nieuwe financieringsbehoefte door nieuwe investeringen, door de ontwikkeling in de bedrijfsmatige activiteiten op grondexploitaties en door eventuele nieuwe verstrekking van leningen aan derden. Voor de financieringsbehoefte uit nieuwe investeringen gaan wij voor de periode 20042007 uit van de planning in het Investeringsplan (zie hoofdstuk 3), en voor de jaren vanaf 2008 van besteding van een jaarlijkse investeringsruimte van rond € 20 miljoen. Daarnaast zijn voor de Waalsprong investeringen voor gemeentelijke voorzieningen (openwijkscholen, sportparken e.d.) voorgenomen van rond € 140 miljoen tot 2015 die nog niet definitief zijn ingepland. Hiervoor wordt in het financieringsbeleid voor de komende jaren vooralsnog rekening gehouden met gemiddeld € 12,5 miljoen per jaar vanaf 2004. De financieringsbehoefte van ons ontwikkelingsbedrijf en van derden -zoals de GEM Waalspong, instellingen en woningcorporaties- nemen we te zijner tijd separaat mee.
10.3 Financieringsbeleid Binnen de randvoorwaarden van het door uw Raad vastgestelde treasurystatuut en de in de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) vastgelegde kasgeldlimiet en renterisiconorm hanteren wij voor het financieringsbeleid de volgende uitgangspunten: 10.3.1 Kasgeldlimiet Om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken, is voor de maximale omvang van de kortlopende financiering (looptijd korter dan 1 jaar) in de wet FIDO de kasgeldlimiet opgenomen. Voor 2004 berekenen wij deze limiet op € 56 miljoen (8,2 % van de totale begrotingsomvang van € 693 miljoen).
83
10.3.2 Renterisiconorm Op de in de toekomst noodzakelijke herfinanciering van afgeloste leningen en op leningen met een contractueel vastgelegde mogelijkheid van renteherziening bestaat onzekerheid over de hoogte van de daarna te betalen rente. Door de renterisiconorm in de wet FIDO wordt de omvang van de benodigde herfinanciering beperkt tot maximaal 20 % van de totale vaste schuld. Voor onze gemeente komt dit percentage de komende jaren uit op minder dan 5 %, met name door de omvangrijke bestaande financiering ten behoeve van vooral woningcorporaties (rond 2/3-e van globaal € 1 miljard aan financieringsmiddelen), en doordat het renterisico daarop grotendeels is geëlimineerd door de matching tussen inleen en uitleen. Doordat hierdoor ruimschoots aan de wettelijke norm wordt voldaan, heeft deze norm geen praktische betekenis voor ons financieringsbeleid. Als aanvulling op de wettelijke norm streven wij conform het beleid in voorgaande jaren naar een gelijkmatige spreiding van de (her)financieringsbehoefte voor de gemeentelijke investeringen, om daarmee het renterisico dat van invloed is op de kapitaallasten van bestaande investeringen te egaliseren. 10.3.3 Rentevisie In de treasuryparagraaf van de begroting 2003 is uiteengezet dat bij een stabiele rente en een normale rentestructuur voordelen behaald kunnen worden door – binnen de toegestane kasgeldlimiet- gebruik te maken van kortlopende leningen om investeringen (voor) te financieren. Op grond van visies in de financiële markten gaan wij er nu van uit dat, met het aantrekken van de (wereld)economie, de lange rente (voor 10-jaars leningen) in de tweede helft van 2003 en in 2004 zal stijgen tot een niveau van rond 5 % eind 2004. Deze stijging treedt op ten opzichte van een minimum van 3,6 % dat in de eerste helft van 2003 werd bereikt. Zolang deze trend die in het tweede kwartaal van 2003 ingezet lijkt te zijn ook doorzet, zullen wij terughoudend zijn in het benutten van de kasgeldlimiet voor de financiering van investeringen met kort geld. Op die wijze wordt voorkomen dat het voordeel uit de tijdelijke voorfinanciering met goedkope kortlopende leningen, meer dan teniet wordt gedaan door een stijging van de lange rente die later over een looptijd van meerdere jaren betaald moet worden. 10.3.4 Financieringsplanning Het onderstaande diagram geeft de financieringsbehoefte voor de komende jaren weer. Deze volgt uit het bestaande leningenpakket, de ontwikkeling van de boekwaarde van de bestaande investeringen, de planning van investeringen in het Investeringsplan en de gemiddelde behoefte aan investeringen in gemeentelijke voorzieningen in de Waalspong.
financieringsbehoefte per jaar incl. nieuwe investeringen
milj €
80 60 40 20
84
20 11
20 10
20 09
20 08
20 07
20 06
20 05
20 04
20 03
0
Bij een volledige realisatie van de geplande investeringen in 2003 (rond € 70 miljoen, waarvan ruim € 30 miljoen doorgeschoven investeringen uit voorgaande jaren) ontstaat er in 2003 nog een te dekken financieringstekort van rond € 55 miljoen. In de loop van 2004 ontstaat een aanvullende behoefte van rond € 35 miljoen die nagenoeg overeen komt met de omvang van de geplande investeringen (nieuwe investeringen € 25 miljoen en een aanname voor investeringen in voorzieningen in de Waalsprong van € 12,5 miljoen). Uit het diagram blijkt verder dat de financieringsbehoefte niet in alle jaren gelijk is. Om een gelijkmatigere ontwikkeling van de toekomstige behoefte en daarmee van het renterisico te krijgen ligt het voor de hand voor lange financiering nu eerst te kiezen voor leningen die vervallen in de loop van 2009 (looptijd vanaf 2003 dus 6 jaar). Indien op grond van renteontwikkelingen keuzes voor kortere of langere looptijden gewenst zijn, liggen in eerste instantie looptijden tot in 2007 of tot na 2010 voor de hand. Daarmee wordt dan voorkomen dat de nu ingeschatte hoge (her)financieringsbehoefte in 2008 en 2010 nog extra toenemen. In de huidige investeringsplanning wordt deels als inhaaleffect van het stuwmeer oude kredieten uitgegaan van relatief hoge investeringsniveaus in met name 2003 en 2004. Het aantrekken van nieuwe financieringsmiddelen ten behoeve van deze nieuwe investeringen zal grotendeels ‘volgend’ op de realisatie daarvan zijn, omdat anticiperen op een (te) hoog investeringsniveau leidt tot overschotten in financieringsmiddelen en te hoge financieringskosten, als de realisatie op de planning achterblijft. 10.3.5 Planning overige financieringsbehoefte De financieringsplanning van het gemeentelijke ontwikkelingsbedrijf zullen wij baseren op de exploitatieplanningen die momenteel samen met de GEM Waalsprong binnen het onlangs vastgestelde ‘voorkeursmodel’ worden uitgewerkt. Voor de dekking van de financieringsbehoefte van derden (GEM Waalsprong, woningcorporaties, instellingen e.d.) blijven wij uitgaan van matching van inleen en uitleen zodat we in de toekomst op deze leningen geen renterisico lopen. Het zgn. tegenpartijrisico zal zoveel als mogelijk worden beperkt door passende zekerheden, zoals borgstellingen (Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Waarborgfonds Sport). Doordat woningcorpara ties steeds meer zelf in hun nieuwe financieringsbehoefte voorzien, wordt de financiering door de gemeente steeds meer beperkt door herfinanciering in het kader van lopende contracten (met name bij renteherziening.
10.4 Treasurybegroting De ramingen voor de treasurybegroting zijn opgenomen als lasten en baten van de productgroep ‘Financiering’ in het programma ‘saldo concernverrekeningen’. Als belangrijkste uitgangspunten zijn daarbij gehanteerd: de rentevoordelen voor in totaal € 1,55 miljoen die in de perspectiefnota en de zomernota zijn gemeld, worden via begrotingswijziging op de ramingen voor 2004 en volgende jaren verwerkt. de financieringslasten van nieuwe investeringen uit het FIP en het stuwmeer aan oude kredieten zijn budgettair neutraal opgenomen ten opzichte van de kapitaallastenraming op de producten van de verschillende directies (rentelasten en –baten zijn beide berekend tegen 6,5 % rente nieuwe investeringen). de omvang van structureel voor de financiering inzetbare reserves is gesteld op € 75 miljoen.
85
De verwachting in de eerder onder 10.3.3 geformuleerde rentevisie, dat de rentekosten voor nieuwe financiering duidelijk onder de begrote rente van 6,5 % zullen blijven, is dus niet in de begrotingsramingen verwerkt. Door deze behoedzame ramingswijze is een buffer voor eventuele rentestijging in de begroting opgenomen. Daarnaast is de werkelijke beschikbaarheid van reserves momenteel rond € 15 miljoen hoger dan de aanname in de treasurybegroting. De raming is lager gesteld als een buffer voor een structurele afname van de reserve positie. Zolang de reservepositie hoger is dan de aangenomen € 75 miljoen zullen jaarlijks a-structurele voordelen optreden (en bij een onverhoopt tegenvallende ontwikkeling uiteraard nadelen). Eerst op basis van de werkelijke ontwikkeling zullen afwijkingen (positief dan wel negatief) in de verschillende rapportages gemeld worden en in de jaarrekening naar voren komen.
86
Stadsbegroting primitief 2004 - 2007
Stadsbegroting primitief 2004-2007 Inhoudsopgave Portefeuille's Algemene Zaken Multiculturele samenleving, werk en inkomen Ruimte, wonen, sport Wijken, recreatie en spelen Verkeer, milieu, cultuur Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Financiën, organisatie, Stadsbedrijven
Portefeuille Algemene Zaken Programma's 2110 2120 2210 2220 2310 2320
Bestuur Burgerzaken Veiligheid Brandweer en rampenbestrijding Stedelijke strategie Externe betrekkingen
Bestuur Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie
Nr 2110
Omschrijving Het bestuur van de stad bestaat uit de verschillende onderdelen: de Raad, het College en de Burgemeester. De Raad en zijn commissies worden bijgestaan door de Raadsgriffier. College en Burgemeester en door hen ingestelde commissies krijgen bijstand van de Gemeentesecretaris. De kosten van het bestuur zelf zijn in dit programma verzameld, evenals de directe kosten van ondersteuning en juridische kwaliteit van het bestuur. Doel Wij willen, dat het stadsbestuur goed functioneert als lokale, democratische overheid. We willen dat de Nijmeegse burger voldoende toegang heeft tot het stadsbestuur en dat openbaarheid en rechtszekerheid gewaarborgd zijn. We willen dat de besluiten van Raad, College en Burgemeester zorgvuldig en tijdig tot stand komen. Signalering Ontwikkelingen De invoering van het duale systeem leidt tot nieuwe verhoudingen tussen College en Raad. Die ontwikkeling zal de komende periode in dit programma veel aandacht vragen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 1
Bestuur Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie Financiën
Nr 2110
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Dagelijks Bestuur
660001 DBO
-
3.141
3.304
3.308
3.310
3.310
Raad
660051 DBO
-
2.416
2.085
2.084
2.085
2.082
Bestuurlijke- juridische zaken
660101 DBO Totaal lasten
-
493
516
517
517
517
0
6.050
5.905
5.909
5.912
5.909
Dagelijks Bestuur
660001 DBO
-
-
0
-
-
-
Raad
660051 DBO
-
-
0
-
-
-
Bestuurlijke- juridische zaken
660101 DBO Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
0
0
0
0
0
0
6.050
5.905
5.909
5.912
5.909
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting De opbouw van het budget van dit programma voor 2004 betreft toegestane indexeringen over de budgetten van 2003 en budgettair neutrale correcties binnen de begroting van de directie DBO. Per saldo is het budget voor 2004 lager ten opzichte van 2003 in verband met het a-structurele budget voor de raad in jaarschijf 2003. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 2
Burgerzaken Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 2120
Omschrijving Het programma Burgerzaken omvat de productgroepen reguliere producten, bijzondere producten, CRIB en Verkiezingen. De publiekscontacten (front-officetaken) worden uitgevoerd door de afdeling Publieksbalie van de Directie Inwoners. De ondersteunende taken (beleid, strategie en automatisering) worden uitgevoerd door de afdeling Burgerzaken en Belastingen van de Directie Inwoners. De burgerzakenproducten worden in 2004 verleend vanuit twee nieuwe huisvestingssituaties. In het centrum van Nijmegen worden de producten geleverd vanuit de Stadswinkel aan de Mariënburg 75. In de wijk Dukenburg is een steunpunt voor de reguliere burgerzakenproducten. Doel Op gebied van kwaliteit streeft het werkveld Burgerzaken naar het leveren van een kwalitatief goed product. Dat wil zeggen dat alle burgerzaken-producten tot stand komen volgens de geldende wet- en regelgeving en een goed serviceniveau. De kwaliteit van reisdocumenten (en het proces) wordt periodiek geaudit. Ook de kwaliteit van de GBA wordt periodiek geaudit. Binnen het werkveld Burgerzaken wordt gestreefd naar dienstverlening op een kwalitatief goede manier. Daarnaast ligt het accent op: - dienstverlening op afstand (zoveel mogelijk burger-zaken vanuit huis kunnen doen); - dienstverlening op maat (diensten meer op afspraak zodat wachttijden zoveel mogelijk voorkomen worden) en - meer regie op de dienstverlening (meer klantgestuurd werken; inroostering personeel versus afspraak maken klanten). Belangrijke begrippen bij de uitwerking van deze doelstellingen zijn de ontwikkelingen op het gebied van digitale dienstverlening en multi-channelmanagement. De kwaliteit van dienstverlening wordt gemeten aan de hand van klanttevredenheidsonderzoek. Signalering Gestuurd wordt op een ontwikkeling dat er steeds minder klanten aan de balie (hoeven te) komen. Vooral klanten die goed overweg kunnen met nieuwe media en goed geïnformeerd zijn (bijvoorbeeld jongeren en werkenden) zullen steeds meer gebruik maken van onze diensten op afstand. Dit betekent echter niet zondermeer dat de balie-inzet zal afnemen. De verwachting is dat de klant aan de balie, relatief gezien, meer tijd per product zal vergen. De verwachting is dat de klant aan de balie vaker een oudere klant zal zijn en een klant met een niet-Nederlandse achtergrond. Voor wat betreft de dienstverlening wordt er in 2004 naar gestreefd: - dat 80 procent van de klanten aan de balie binnen 15 minuten geholpen wordt; - dat het aantal klanten dat aan de balie met 2 procent zal afnemen als gevolg van het gebruik van nieuwe media. - dat 25 procent van de klanten die langskomen in het steunpunt Dukenburg wordt geholpen.
Ontwikkelingen In 2004 heeft Nijmegen weer twee locaties waar het mogelijk is Burger-zaken te doen. In de stad kan men terecht bij de nieuwe locatie aan de Mariënburg 75. Hier is de Stadswinkel sinds november 2003 gehuisvest en worden meerdere diensten onder één dak aangeboden. Met de concentratie op deze plek in de stad wordt het gemak voor onze klanten vergroot en de herkenbaarheid van de gemeente als dienstverlener prominent versterkt. Met de opening van de Stadswinkel is in ruimtelijke zin sprake van vervolmaking van het dienstverlenerkwartier rondom de Mariënburgkapel. Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 3
Burgerzaken Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 2120
De tweede locatie betreft het steunpunt in Dukenburg. Ook hier is het weer mogelijk Burger-zaken te doen. Met de opening van een steunpunt in Dukenburg komen we tegemoet aan de wens om in dit deel van Nijmegen onze diensten aan te bieden. Ervaringen uit het verleden leren dat, behalve Nijmeegse klanten ook bezoekers die elders wonen een voorkeur aan deze decentrale locatie geven. In 2004 zal op het gebied van elektronische dienstverlening meer mogelijk zijn. Met name de informatievoorziening over onze producten is dan toegenomen evenals de mogelijkheden om op afstand zaken te doen (meer formulieren, afspraken maken via internet). In 2004 zal het mogelijk worden voor meer diensten op afspraak te komen. Deze populaire manier van dienstverlening voorkomt onnodig wachten en maakt een efficiëntere inzet van onze medewerkers mogelijk. In 2004 wordt deze vorm van dienstverlening op telefonisch gebied verder uitgebreid: een ruimere openstelling van de afspraken telefoon (9.00 tot 16.00 uur). Tevens is het mogelijk voor meer producten een afspraak te maken (huwelijk, naturalisatie, vestiging vanuit het buitenland). Het is nog niet bekend of het in 2004 technisch en juridisch mogelijk wordt om via internet een afspraak te kunnen maken. In 2004 wordt het werkveld Burgerzaken opnieuw onderworpen aan de landelijke GBA-audit. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2003 reeds gestart. Het is onze ambitie de gestelde normen in één keer te halen. In 2004 worden enkele beleidsinhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Enerzijds vervalt de bevoegdheid van de burgemeester inzake de afgifte van de verklaring omtrent het gedrag. Deze bevoegdheid wordt neergelegd bij Justitie. Anderzijds worden taken inzake eerste inschrijving uitgebreid. Frontofficetaken die nu nog worden uitgevoerd door de Vreemdelingendienst van de Regiopolitie worden ondergebracht bij Burgerzaken. Er zal overleg gevoerd gaan worden of het mogelijk is deze specialistische taken op één plaats binnen de regio uit te voeren. Het is heel waarschijnlijk dat deze regiotaken bij de gemeente Nijmegen worden neergelegd. In 2004 worden de Europese verkiezingen gehouden. De mogelijkheid bestaat dat hieraan een referendum over de Europese Grondwet wordt gekoppeld. Het hoofdlijnenakkoord van Balkenende II uit gaat van identificatieplicht vanaf de leeftijd van 14 jaar. Het is nog niet bekend wat de consequenties zijn van de aangekondigde identificatieplicht vanaf 14 jaar. Het laatste klanttevredenheidsonderzoek Burgerzaken dateert van maart 2001. In 2004 wordt een nieuw klanttevredenheidsonderzoek gepland.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 4
Burgerzaken Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 2120
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Burgerzaken reguliere producten
630311 DIW
-
3.319
3.397
3.373
3.371
3.371
Burgerzaken bijzondere producten
630312 DIW
-
351
360
357
357
357
Verkiezingen/ referenda
630313 DIW
-
575
529
514
514
514
CRIB
630314 DIW Totaal lasten
-
48
49
49
49
49
0
4.293
4.335
4.293
4.291
4.291 1.667
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Burgerzaken reguliere producten
630311 DIW
-
1.626
1.667
1.667
1.667
Burgerzaken bijzondere producten
630312 DIW
-
45
47
47
47
47
Verkiezingen/ referenda
630313 DIW
-
76
74
64
64
64
CRIB
630314 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
1.747
1.788
1.778
1.778
1.778
0
2.546
2.547
2.515
2.513
2.513
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Voor een gedeelte van de burgerzaken taken/diensten worden leges geheven. Voor sommige producten geldt een wettelijk maximum tarief (zoals bijvoorbeeld paspoort). Voor sommige producten mogen geen leges geheven worden. Voor een aantal heeft de gemeente de vrijheid de tarieven van de leges te bepalen, tot een maximum van 100% kostendekkendheid. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 5
Veiligheid Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie
Nr 2210
Omschrijving Het ontwikkelen en (doen) uitvoeren van een integraal beleid met betrekking tot de orde en veiligheid in de stad. De gemeenteraad definieert voor Nijmegen via de APV de kaders van de invulling van het begrip openbare orde. Dit kan op positieve wijze door het gewenste ordeniveau aan te geven, of op negatieve wijze door aan te geven welke inbreuken op de orde niet getolereerd worden. De burgemeester is vervolgens belast met de handhaving van de openbare orde. Verder bepaalt de raad de keuzes in de veiligheidsprioriteiten en in het handhavingsbeleid. Ook stelt de raad het rampenplan vast. Doel Het algemene doel is een ordelijke Nijmeegse samenleving en het vergroten van de veiligheid in Nijmegen. Signalering 2004 is het laatste jaar van de uitvoering van het programma Integrale Veiligheid 2000-2004. In 2004 zal de ingezette koers ongewijzigd worden voortgezet. Dit wil zeggen dat op de zeven prioriteiten (jongeren, agressie, veilig uitgaan, verkeer, Antillianen, Marokkanen en overlast van psychisch hulpbehoevenden gewerkt wordt aan het behalen van de in 2000 door de raad geformuleerde doelstellingen. In 2004 zal het integrale handhavingsprogramma 2004-2006 worden uitgevoerd. In dit programma worden een aantal gemeentebrede handhavingsthema's benoemd waaraan extra aandacht wordt besteed. Hiervoor is naast "slimmer handhaven", het aanbrengen van verbeteringen van de activiteiten van de verschillende betrokken afdelingen, ook extra capaciteit nodig. Deze extra capaciteit wordt uit het door de raad beschikbaar gestelde budget "kwaliteitszorg handhaving" gefinancierd. Het handhavingsprogramma zal continue geëvalueerd worden en waar nodig worden bijgestuurd. Naast de vierdaagse(feesten) zullen in 2004 ook andere grootschalige evenementen meer vanuit de veiligheidsoptiek worden bekeken. Het doel is een checklist veiligheid bij grootschalige evenementen te maken. In een aantal delen van de gemeente bestaat veel openbare orde en veiligheidsproblematiek. Een extern bureau zal in 2004 de problematiek in kaart brengen en adviseren over de aanpak. Hiervoor wilen we extra middelen inzetten. Sinds 2000 is een deel van de Nieuwe Marktstraat aangewezen als gebied waar getippeld mag worden. Tevens is een loods ingericht waar het afwerken uitsluitend mag plaatsvinden. Het doel van de gekozen oplossing is de overlast in de omgeving te verminderen. Door middel van extra maatregelen zal de resterende overlast verder ingedamd dienen te worden. Ontwikkelingen Met de vaststelling van het visiedocument van de politieregio Gelderland Zuid is een ontwikkeling in gang gezet, waarbij de inzet van de politie op het terrein van leefbaarheid zal worden verminderd. Het regionaal college heeft aangegeven dat deze ontwikkeling niet mag leiden tot het in gebreke blijven van de overheid bij de aanpak van leefbaarheidsproblemen. Dit betekent dat de politie zorgvuldig te werk moet gaan met het afstoten van taken. De politie inventariseert momenteel welke taken zij wil overdragen. In 2004 vereist dit van de gemeente een actieve opstelling bij het zoeken naar terreinen waarop zij taken van de politie kan overnemen. In 2003 is een interfractionele werkgroep uit de raad gestart met het ontwikkelen van beleidskaders voor het toekomstige veiligheidsbeleid. Hiernaast wordt verwacht dat het ministerie van BZK in de eerste helft van 2004 komt met de inhoudelijke kaders waarbinnen het Grotestedenbeleid ( tot nu toe de bron waaruit het Nijmeegs veiligheidsbeleid gefinancierd wordt) vorm moet krijgen. Tenslotte is het vermelden waard dat begin 2004 de Integrale Veiligheidsmonitor 2003 verschijnt. Deze drie ontwikkelingen zullen van belang zijn voor het in 2004 op te stellen programma Integrale Veiligheid voor de jaren 2005 e.v.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 6
Veiligheid Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie Financiën
Nr 2210
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
OBAZ Centrum
692200 DWS
-
272
381
109
109
109
Bijzondere wetten/apv
640500 DGG
-
308
320
320
320
320
Kwaliteitszorg vergunningen
660451 DBO
-
17
18
18
18
18
Openbare Orde
660501 DBO
-
458
490
491
491
492
Kwaliteitszorg handhaving
660551 DBO
-
293
302
302
302
302
Rampenbestrijding
660601 DBO
-
181
192
192
192
192
Coordinatie Integratie Veiligheid
660651 DBO
-
157
170
170
170
170
Antidiscriminatiemaatregelen
630621 DIW
-
119
108
67
67
67
OBAZ Kolping
692201 DWS
-
269
334
65
65
65
Uitvoering prog. Integrale Veiligheid
692202 DWS Totaal lasten
-
1.130
1.130
1.065
1.130
1.130
0
3.204
3.445
2.799
2.864
2.865
OBAZ Centrum
692200 DWS
-
288
288
0
0
0
Bijzondere wetten/apv
640500 DGG
-
180
184
184
184
184
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Kwaliteitszorg vergunningen
660451 DBO
-
-
0
-
-
-
Openbare Orde
660501 DBO
-
-
0
-
-
-
Kwaliteitszorg handhaving
660551 DBO
-
-
0
-
-
-
Rampenbestrijding
660601 DBO
-
-
0
-
-
-
Coordinatie Integratie Veiligheid
660651 DBO
-
-
0
-
-
-
Antidiscriminatiemaatregelen
630621 DIW
-
55
41
0
0
0
OBAZ Kolping
692201 DWS
-
285
285
0
0
0
Uitvoering prog. Integrale Veiligheid
692202 DWS Totaal baten
-
1.130
1.130
1.065
1.130
1.130
0
1.938
1.928
1.249
1.314
1.314
0
1.266
1.517
1.550
1.550
1.551
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting De opbouw van het budget van dit programma voor 2004 betreft toegestane indexeringen over de budgetten van 2003 en budgettair neutrale correcties binnen de begroting van de directie DBO. Daarnaast zijn aan de projectbudgetten van OBAZ uren doorberekend van de afdeling wijkmanagement. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 7
Brandweer en rampenbestrijding Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie BRW: Brandweer
Nr 2220
Omschrijving Ontwikkeling en uitvoering van het beleid met betrekking tot de fysieke veiligheid, in termen van de zorg door brandweer en de bestrijding van rampen en zware ongevallen in de gemeente Nijmegen. In concreto betreft het: -Het redden van mens en dier, het voorkomen en bestrijden van brand en ongevallen bij brand, het beperken van brand en brandgevaar, het voorkomen en beperken van gevaar voor mens en dier bij ongevallen anders dan brand; -Het voorkomen, beperken en verzachten van rampen en zware ongevallen die de algemene veiligheid verstoren en de gezondheid en / of het leven van mensen bedreigen en / of grote materiele schade kunnen veroorzaken. Doel Voor het gehele grondgebied van Nijmegen bereiken en instandhouden van een verantwoord zorgniveau door brandweer en de bestrijding van rampen en zware ongevallen, en op die manier bijdragen aan een leefbare en veilige stad. Signalering Prestaties: Gebruikersvergunningen Adviezen (preventie) Controles Planvorming Bestrijdingsplannen Adviezen (Preparatie) Uitrukken brandbestrijding Uitrukken hulpverlening Loze alarmeringen
500 1.200 1.000 189 14 130 800 300 500
Ontwikkelingen Brandweer Nijmegen zit in 2004 weer stevig in het zadel. De organisatie-perikelen zijn achter de rug, er is een nieuw MT geformeerd, de organisatie heeft aan professionaliteit gewonnen. Op dat fundament wordt verder gebouwd: - de verschillende schakels in de veiligheidsketen worden sterker gekoppeld, - alle medewerkers zijn zich terdege bewust van hun positie in de totale keten en de politiek/publieke omgeving waarin zij opereren en gedragen zich daar ook naar, - alle medewerkers zijn qua competenties en vaardigheden op die taak voorbereid; het personeel dat uitrukt is adequaat en voortdurend geoefend, de met het gemeentebestuur gesloten prestatie-overeenkomst om de achterstand bij preventie en preparartie weg te werken wordt volledig nagekomen, - om een verantwoord en gelijkwaardig niveau van brandweerzorg voor alle inwoners van Nijmegen te garanderen wordt de nieuwe, derde, kazerne in het westelijk stadsdeel opgeleverd. - de ontvlechting met de regionale brandweer Gelderland-Zuid is volledig gerealiseerd.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 8
Brandweer en rampenbestrijding Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie BRW: Brandweer Financiën
Nr 2220
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Brandweer: basis brandweerzorg
670010 BRW
-
9.411
9.654
9.561
9.599
9.881
Brandweer: rampenbestrijding
670011 BRW
-
0
0
-
-
-
Brandweer: derden
670012 BRW Totaal lasten
-
2.500
2.251
2.254
2.294
2.331
0
11.911
11.905
11.815
11.893
12.212 1.118
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Brandweer: basis brandweerzorg
670010 BRW
-
1.411
1.285
1.149
1.120
Brandweer: rampenbestrijding
670011 BRW
-
0
0
-
-
-
Brandweer: derden
670012 BRW Totaal baten
-
1.678
1.769
1.773
1.804
1.840
0
3.089
3.054
2.922
2.924
2.958
0
8.822
8.851
8.893
8.969
9.254
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting LASTEN: De lagere lasten tussen jaarschijf 2003 en 2004 van per saldo € 6.000,00 worden met name veroorzaakt door: Toegestane prijscompensatie voor salarissen en materiële budgetten, hogere FLO-kosten en toename van het oefenbudget in het kader van het project versterking brandweer. De kapitaallasten zijn in 2004 neerwaarts bijgesteld als gevolg van het actualiseren van de kredieten. Verder verminderen de lasten omdat eind 2003 het contract voor het leveren van chauffeursdiensten aan het Mobiel MedischTeam is opgezegd. De bijdrage in 2004 aan de Regionale Brandweer is ten opzichte van 2003 aanzienlijk lager omdat in 2003 astructurele budgetten zijn opgenomen voor de samenvoeging van de meldkamers. BATEN: De lagere baten tussen jaarschijf 2003 en 2004 van per saldo € 35.000,00 wordt met name veroorzaakt door: Hogere doorberekende personele kosten aan de Regionale Brandweer Gelderland Zuid als gevolg van actualisering en indexering budgetten en hogere subsidie ID-banen. Door het opzeggen van het contract voor chauffeursdiensten voor het MMT dalen de baten in 2004. De bijdrage uit het fpu-fonds is in 2004 lager geworden als gevolg van overlijden en het bereiken van de pensioenleeftijd van voormalig peroneel. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 9
Stedelijke strategie Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad
Nr 2310
Omschrijving Voor de realisering van stedelijke beleidsdoelen en grote strategische projecten hebben wij de medewerking nodig van uiteenlopende externe partijen. Om die medewerking te verkrijgen moeten de belangen van Nijmegen goed voor het voetlicht worden gebracht. Daartoe worden activiteiten ondernomen op het vlak van externe orientatie, subsidieacquisitie en gerichte lobby en public affairs. Doel Het optimaliseren van de realiseringskansen van voor de strategische ontwikkeling van Nijmegen belangrijke doelen en projecten Signalering Het onderwerp stedelijke strategie is in Nijmegen in sterke mate verbonden geweest met het maken van de stadsvisie. Dat was vooral een ontwikkelingsproces dat inmiddels volledig is afgerond. Het heeft belangrijke aandachtspunten opgeleverd die zijn verwerkt in de verschillende programma's van de stadsbegroting. Daarmee is het bestaand beleid. Het accent ligt nu op de realisering van de inhoudelijke doelstellingen van deze programma's . Ook daarbij speelt strategie een belangrijke rol. Zowel ontwikkelingen in de stad als daarbuiten kunnen aanleiding geven om af te wijken van een ingeslagen weg. Of juist vast te houden aan een koers die evenwel door actuele ontwikkelingen extra inspanningen vraagt. Dat afwegingsproces is continue aan de orde en geeft het besturen van de stad zijn bijzondere dynamiek. Het vraagt van zowel bestuur als ambtelijke organisatie een bijzondere alertheid op externe ontwikkelingen, de mogelijkheden tot beinvloeding daarvan en op de houdbaarheid van eerder geprogrammeerde doelen. Aan de alertheid op externe ontwikkelingen en de beinvloeding daarvan geven we vorm door actief te participeren in netwerken. Ontwikkelingen Onze inhoudelijke en financiele belangen bij Koers West, maar ook bij andere grote stedelijke projecten zijn bijzonder groot. Het vraagt commitment van tal van partijen over een lengte van jaren. Dit vraagt verhoogde inspanningen op het vlak van lobby en public affairs. Daartoe gaan we onze bestuurlijke en ambtelijke netwerkkontakten strakker organiseren en coordineren. Wij verwachten dat deze inzet zichzelf zal terugverdienen door een hogere opbrengst aan externe financieringsmogelijkheden via Europese, nationale en provinciale geldstromen. Effectieve lobby zal ook nodig zijn om bestaande geldstromen voor de toekomst voor Nijmegen veilig te stellen. De noodzaak om Nijmegen goed op de kaart te zetten wordt door alle bezuinigingsplannen van het kabinet alleen nog maar groter. De spoeling wordt immers dunner. Ook op het Europese subsidiefront zijn er nieuwe ontwikkelingen. De politieke strijd rond de volgende ronde Structuuurfondsen is al in volle gang. De toetreding van de nieuwe lidstaten volgend jaar zorgt ervoor dat de spoeling aanmerkelijk dunner zal worden. Verwachting is dan ook dat de rijkere landen niet meer in aanmerking zullen komen voor bijdragen uit de Structuurfondsenruif. Een uitzondering zou daarbij wellicht gemaakt kunnen worden voor de stedelijke problematiek. Daarop is dan ook de lobby van Nijmegen, samen met de grotere Nederlands steden en VNG gericht. De lobbyactiviteiten die in dit kader plaatsvinden zijn dus gericht op de toedeling van Structuurfondsen voor de periode 2006/2012 . Complicerende factor hierbij is dat het Kabinetsstandpunt nog steeds is dat Nederland kiest voor de netto- bruto benadering: het betalen van een lagere bijdrage aan ‘Europa’ met inlevering van de subsidies. De al genoemde lobby is dan ook mede gericht op beïnvloeding van het standpunt van Nederland en de Permanente Vertegenwoordiging.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 10
Stedelijke strategie Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad Financiën
Nr 2310
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Stadsplan
691009 DWS
-
573
579
579
579
579
Strategische Orientatie
691010 DWS Totaal lasten
-
1.465
1.632
532
532
532
0
2.038
2.211
1.111
1.111
1.111
Stadsplan
691009 DWS
-
-
0
-
-
-
Strategische Orientatie
691010 DWS
-
23
23
23
23
23
0
23
23
23
23
23
0
2.015
2.188
1.088
1.088
1.088
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Totaal baten Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsvisie Gemeente Nijmegen 2015
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 11
Externe betrekkingen Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie
Nr 2320
Omschrijving Voor de realisering van onze gemeentelijke doelstellingen zijn wij in belangrijke mate afhankelijk van de inzet van bewoners, ondernemers, instellingen, maar ook hogere overheden. Goede relaties vinden wij om die reden essentieel. Daarbij draait het niet alleen om inhoud, maar ook om de wijze waarop we met elkaar omgaan en samenwerken. In dit programma maken wij onderscheid tussen onze 'klantcontacten' en de contacten die ontstaan in het kader van onze gemeentelijke beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering. Doel Het vergroten van de bekendheid met Nijmegen, met het bestuur van Nijmegen en met de daar levende politiek bestuurlijke doelstellingen. Doelgroep zijn relevante relaties en klanten van onze stad. Wij beogen een grotere klanttevredenheid en meer medewerking en commitment van externe partners aan de realisering van Nijmeegse beleidsdoelstellingen, zowel inhoudelijk als in financiële zin. Publieksvoorlichting en evenementen dragen bij aan het gevoel van verbondenheid met de stad Nijmegen. Evenementen hebben een sociale, culturele en economische functie via ontmoeting en verbroedering, uitdaging tot nieuwe initiatieven, historisch besef, bestedingen en werkgelegenheid. Zowel de publieksvoorlichting als evenementen kunnen eraan bijdragen dat Nijmegenaren trotse ambassadeurs van hun stad willen zijn. Signalering Ontwikkelingen Het Open Huis verhuist eind 2003 samen met andere gemeentelijke loketten naar de Stadswinkel aan de Marienburg. Het wordt daar onderdeel van een modern dienstverleningsconcept. De gemeentelijke website ontwikkelt zich in 2004 tot een evenwichtig hedendaags communicatie- maar ook dienstverleningsmiddel. De website geeft informatie, promoot onze stad en biedt mogelijkheden voor beinvloeding van gemeentelijke beleidsontwikkeling. Ze biedt echter ook steeds meer mogelijkheden om gemeentelijke producten digitaal te bestellen en waar mogelijk te ontvangen (E-gemeente). In 2004 willen we ook komen tot een geintegreerd gemeentelijk evenementenbeleid.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 12
Externe betrekkingen Programma Algemene Zaken Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie Financiën
Nr 2320
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Regionale samenwerking
691011 DWS
-
623
623
623
623
623
Coordinatie evenementen
640400 DGG
-
995
1.071
1.061
1.056
1.047
Stedenbanden
660151 DBO
-
210
221
222
222
222
Burgerjaarverslag
660201 DBO
-
20
20
20
20
20
Publieksvoorlichting
630211 DIW
-
1.520
1.594
1.594
1.593
1.593
Coordinatie evenementen
630571 DIW
-
5
5
5
5
5
E-gemeente
630572 DIW Totaal lasten
-
185
188
189
188
188
0
3.558
3.722
3.714
3.707
3.698
Regionale samenwerking
691011 DWS
-
-
0
-
-
-
Coordinatie evenementen
640400 DGG
-
737
756
756
756
756 -
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Stedenbanden
660151 DBO
-
-
0
-
-
Burgerjaarverslag
660201 DBO
-
-
0
-
-
-
Publieksvoorlichting
630211 DIW
-
122
125
125
125
125
Coordinatie evenementen
630571 DIW
-
-
0
-
-
-
E-gemeente
630572 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
859
881
881
881
881
0
2.699
2.841
2.833
2.826
2.817
Productgroepen saldo
Investeringen (bedragen x 1000 euro) Productgroepen investeringen Coordinatie evenementen
640400 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Coordinatie evenementen
640400 DGG
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Algemene Zaken / pagina 13
Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen Programma's 3110 3210 3220 3230
Multiculturele samenleving & emancipatie Arbeidsmarktbeleid Economische ontwikkeling Inkomen
Multiculturele samenleving & emancipatie Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 3110
Omschrijving De multiculturele samenleving zien wij als een gegeven én als een opdracht om eraan bij te dragen dat mensen op een goede manier en harmonieus met elkaar omgaan. Het waarderen van de culturele diversiteit gaat samen met het besef dat met name allochtone groepen in een relatieve achterstand verkeren daar waar het gaat om deelname aan en het succesvol afronden van opleiding en een achterstand ten aanzien van deelname aan de arbeidsmarkt maar ook aan het verenigingsleven, vrijwilligerswerk. Verbetering van het Nederlands taalonderwijs zien wij als een belangrijke motor voor het verhogen van de participatie van allochtonen in de Nijmeegse samenleving. Allochtonen en hun organisaties spelen met name ook zelf een belangrijke rol in het bereiken van de gegeven doelstellingen. Emancipatie richt zich niet uitsluitend op allochtone groepen, maar ook op vrouwen (met name de laagopgeleiden onder hen) en homoseksuele mannen en vrouwen. Doel 1. vermindering van het aantal personen dat in Nijmegen onvoldoende kennis heeft van de Nederlandse taal om hier op zijn/haar ambitieniveau te kunnen functioneren met 50% in 4 jaar. Bereik onder a. uitkeringsgerechtigden: 1.500; niet-uitkeringsgerechtigden: 700 allochtonen in 4 jaar. 2. Vermindering van het verschil tussen de werkloosheid onder allochtonen en die onder autochtonen van 10 naar 5% ( zie ook programma Arbeidsmarktbeleid). 3. Verhoogde participatie van allochtonen aan vrijwilligerswerk, sociaal-culturele activiteiten in de buurt, sportactiviteiten, de politiek e.a. Maat hiervoor: Concreet meetbaar doel met betrekking tot allochtonen: stijging van de maat voor sociale cohesie en participatie met 1,0 punt; 4. Verbetering van de situatie van de in Nijmegen verblijvende asielzoekers en mede voorwaarden scheppen voor deelname aan activiteiten in Nijmegen of ze nu zijn gericht op permanent verblijf in Nederland of op terugkeer. Signalering Ontwikkelingen De gemeentelijke inspanning ten aanzien van emancipatie richt zich met name op de in doelstelling 5 genoemde groepen.De totale allochtone bevolking(definitie VNG) bedraagt per 1-1-2001: 18.300 personen (exclusief mensen uit het voormalig Nederlands Indië) of wel 12 % van de bevolking(inclusief Indonesië: 15,2 %). De diversiteit aan herkomstlanden is sterk uitgebreid: we kennen gemeenschappen uit 31 landen die groter zijn dan 50 personen. Van de 9300 allochtonen in de leeftijd van 18-57 jaar heeft (op basis van onderzoek in vergelijkbare steden) 30% of wel 2800 personen een onvoldoende taalniveau om te kunnen functioneren binnen de Nijmeegse samenleving. Voeg daarbij nog eens 200 ouderen en we komen op 3000 potentiële NT2-klanten waarvan er 1800 personen in beeld zijn: zij volgen Nederlands als tweede taal(NT2) bij het ROC of bij een van de cursussen op wijkniveau, of staan op de wachtlijst(door het jaar heen variërend van 100 tot 250 personen). De ambitie voor de komende 4 jaar is dat in elk geval het NT2 en het informele taalonderwijs voor 2200 mensen sterk wordt verbeterd en dat mede daardoor van deze groep 80 procent (+ 1750 personen) een niveau bereikt waarmee ze in de domeinen waarin zij (willen) functioneren voldoende met de taal uit de voeten kunnen. De emancipatie van vrouwen is in juridische zin weliswaar voltooid, maar in praktische zin zijn er nog allerlei vormen van achterstand met name onder specifieke groepen. Ditzelfde geldt voor de acceptatie van homoseksualiteit. In 2004 zal een inventarisatie gemaakt worden van het huidige emancipatiebeleid. Afhankelijk van de uitkomst zal gekeken worden of er nog extra beleid dan wel uitvoering nodig is.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 1
Multiculturele samenleving & emancipatie Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 3110
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Ombudswerk etnische groepen
660251 DBO
-
238
244
244
244
244
Multicultureel beleid en emancipatie
630671 DIW
-
507
532
522
518
518
Nieuwkomers en asielzoekers
630672 DIW
-
2.405
2.191
2.221
2.220
2.220
Ombudswerk etnische groepen (BOEG)
630673 DIW Totaal lasten
-
0
0
-
-
-
0
3.150
2.967
2.987
2.982
2.982
Ombudswerk etnische groepen
660251 DBO
-
-
0
-
-
-
Multicultureel beleid en emancipatie
630671 DIW
-
65
65
65
65
65
Nieuwkomers en asielzoekers
630672 DIW
-
1.490
1.331
1.299
1.299
1.299
Ombudswerk etnische groepen (BOEG)
630673 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
1.555
1.396
1.364
1.364
1.364
0
1.595
1.571
1.623
1.618
1.618
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Het marginale verschil tussen 2004-2005 en 2005-2006 is grotendeels toe te schrijven aan de productgroep Nieuwkomers en asielzoekers. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 2
Arbeidsmarktbeleid Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 3210
Omschrijving Ons arbeidsmarktbeleid is gebaseerd op het "Integraal Beleid Werk en Inkomen" (2002). We streven hierbij naar werk boven inkomen. Ons klantenbestand is divers. Wij dragen een algemene zorg voor de reïntegratie van bijstandsgerechtigden, niet-bijstandsgerechtigden en personen met een ANW-uitkering. Wij beoordelen, mede met behulp van het advies van het CWI, of betrokkene in staat is om op eigen kracht werk te aanvaarden, of dat hij ondersteuning nodig heeft richting reïntegratie. In dit kader moet de ondersteuning optimaal afgestemd worden op andere beleidsterreinen, zoals zorg, onderwijs en lokale- en regionale arbeidsmarkt. Ons College vindt het belangrijk de afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verbeteren. Zowel extern, in een mogelijk constructie zoals dat van het RPA Nijmegen en Omstreken, zetten wij hier op in als intern tussen de verschillende afdelingen. Wij willen een zo optimaal mogelijk integraal arbeidsmarktbeleid bevorderen. De notitie “De Kanteling op de arbeidsmarkt” biedt derhalve mogelijkheden om een eerste stap te zetten in deze richting. Helaas zijn er complicerende factoren te noemen, die wij slechts marginaal kunnen beïnvloeden. Deze factoren zijn: de ongunstige arbeidsmarktsituatie die gepaard gaat met oplopende werkloosheid die het CWI en de afdeling SoZaWe treffen. De mogelijk invoeringsdatum van de Wet Werk en Bijstand met ingang van 1 januari 2004 en derhalve de 100% financiële verantwoordelijkheid voor gemeenten in combinatie met de door het ministerie opgelegde taakstellende bezuinigingen ten aanzien van reïntegratie en gesubsidieerde arbeid. Hier liggen bedreigingen voor de gemeente Nijmegen in het verschiet. Maar er zijn ook kansen voor de gemeente Nijmegen. Die zullen wij dan ook met beide handen moeten aangrijpen. Het maximaliseren van het eigen risico past in de lijn van Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI) om gemeenten verantwoordelijk te maken voor het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Op deze wijze is het mogelijk voor de gemeente om de sturende- en coördinerende rol op het terrein van het arbeidsmarktbeleid daadwerkelijk gestalte te geven. Daarbij is de gemeente vrij om te bepalen welke instrumenten zij in welke mate voor welke klant willen inzetten. Dit schept mogelijkheden voor reïntegratie op maat. Doel 1. In het kader van de Agenda voor de Toekomst 2001 – 2004, willlen wij in 2003, 1.534 trajecten voor bijstandsgerechtigden realiseren. Voor dat jaar willen wij 429 personen plaatsen op (gesubsidieerd) werk. Daarbij streven wij naar een positieve uitstroom uit de WIW-dienstverband voor volwassenen van de na 1 januari 1998 ingestroomde WIW-ers van 30%, waarbij het uitgangspunt is dat dit hoger is dan het landelijk gemiddelde in 2003. 2. Ons College zal zich inspannen om in 2003, 10% van het bestand aan mensen met een I/D baan uit te laten stromen naar regulier werk. 3. In het kader van het GSB, willen wij ons uiterst inspannen om het verschil in werkloosheid per ultimo 2004 tussen allochtonen en autochtonen te halveren. De halveringsdoelstelling bedraagt 5%. 4. In het kader van het convenant herintredende vrouwen (NUG-beleid) willen wij samen met de regiogemeenten per ultimo 2003, 250 niet-uitkeringsgerechtigde herintredende vrouwen werven en in een reïntegratietraject opnemen. Daarnaast zullen er in 2003, 200 moeilijk vervulbare vacatures in diverse sectoren door personen uit deze doelgroep worden vervuld. 5. De mogelijkheden voor persoonsgebonden budgetten voor reïntegratie zullen verruimd worden. Op basis van ervaringen stellen wij ons ten doel om in 2003, 15 persoonsgebonden budgetten voor reïntegratie toe te kennen. 6. In het kader van de Agenda voor de Toekomst, zijn bestuurlijke afspraken gemaakt tussen SZW en Nijmegen over het aantal uit te voeren trajecten en de uitstroom. Het aantal trajecten bedraagt voor de periode 2001 – 2004, 5.112. De uitstroom resulteert jaarlijks in een percentage van 10% ten opzichte van de gestarte trajecten. Signalering Ontwikkelingen Ondanks de positieve ontwikkelingen van de afgelopen jaren staat nog altijd een grote groep van mensen aan de zijlijn en het merendeel van hen heeft een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt. Werkgevers openen minder nieuwe vacatures en zijn geneigd om vrijvallende vacatures niet te vervullen. In een dergelijke situatie zijn werknemers ook minder snel geneigd om van baan te veranderen. Doordat de mobiliteit op de arbeidsmarkt afneemt, zijn er ook minder baanopeningen waar werklozen van kunnen profiteren. Gevolg: meer aansluitingsproblemen op de arbeidsmarkt en moeilijker plaatsbare werklozen. Verwacht wordt dat door de afnemende groei van de werkgelegenheid in de komende jaren de vacaturevervulling er anders uit komt te zien. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt zullen blijvende knelpunten in de vacaturevervulling het beeld bepalen, naast een oplopende werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid. Dit komt dan vooral omdat vraag en aanbod kwalitatief niet goed op elkaar aansluiten. Op de hogere opleidingsniveaus is vooral sprake van kwantitatieve tekorten. Hierdoor zullen de meeste moeilijk vervulbare vaca-tures zich blijven voordoen op en vanaf MBOStadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 3
Arbeidsmarktbeleid Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 3210
niveau. De mogelijkheden tot uitbreiding van de participatie zitten vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt, bij de ongeschoolden en laaggeschoolden. Op de hogere opleidingsniveaus is de participatie in de afgelopen jaren al zodanig toegenomen, dat de “rek” er uit begint te raken. Doordat de ontwikkeling van de vraag leidt tot geleidelijk hogere opleidingseisen, kan dit tot kwalitatieve aansluitingsproblemen leiden. Een verdere upgrading van het oplei-dingsniveau is daarom belangrijk. Het is van belang is dat er zoveel mogelijk mensen beschikken over een startkwalificatie.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 4
Arbeidsmarktbeleid Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 3210
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Reintegratie
630631 DIW
-
12.742
13.578
13.578
13.578
13.578
Werkervaring
630632 DIW
-
27.757
27.033
26.984
26.984
26.984
Faciliteiten
630633 DIW
-
4.684
4.602
4.609
4.617
4.617
Arbeidsparticipatie
630634 DIW
-
50.635
50.772
50.772
50.772
50.772 1.846
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Inburgering
630635 DIW
-
1.937
1.897
1.846
1.846
Regionale samenwerking
630636 DIW Totaal lasten
-
271
0
-
-
-
0
98.026
97.882
97.789
97.797
97.797
Reintegratie
630631 DIW
-
13.002
13.236
13.236
13.236
13.236
Werkervaring
630632 DIW
-
27.452
26.912
26.865
26.865
26.865
Faciliteiten
630633 DIW
-
4.682
4.865
4.872
4.879
4.879
Arbeidsparticipatie
630634 DIW
-
50.105
50.433
50.433
50.433
50.433 1.812
Productgroepen baten
Inburgering
630635 DIW
-
1.881
1.862
1.812
1.812
Regionale samenwerking
630636 DIW Totaal baten
-
271
0
-
-
-
0
97.393
97.308
97.218
97.225
97.225
0
633
574
571
572
572
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Er is géén noemenswaardige afwijking tussen de begrote jaren 2004-2007. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 5
Economische ontwikkeling Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 3220
Omschrijving Ontwikkeling en met name uitvoering van het Nijmeegs economisch beleid. De hoofdlijnen van dit beleid zijn vastgelegd in het op 31 januari 2001 door de Raad vastgestelde Economische Beleidsplan Nijmegen 2000-2005 en in het Collegeaccoord 2002-2006. Er wordt extra ingezet op het stimuleren en ondersteunen van de speerpunten kennisintensieve industrie en value added logistics, kennis en innovatie, gezondheidszorg gerelateerde bedrijvigheid en toerisme. Om het versterken van de speerpunten kracht bij te zetten is een negental beleidsvoornemens geformuleerd t.w. het stimuleren en ondersteunen van clustervorming, het stimuleren en ondersteunen van innovatie, het stimuleren en ondersteunen van ondernemers, impuls voor toerisme, voldoende en duurzame bedrijfslocaties, verbeteren van de bereikbaarheid van de bedrijfslocaties, verbeteren van de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening, vergroten van de werkgelegenheid voor laagopgeleide werknemers en verbeteren van de afstemming vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Als een rode draad loopt hierdoor heen de stimulering en ondersteuning van de buurt- en wijkeconomie. Er wordt voortdurend overleg gepleegd met de diverse partners op het economisch terrein, zowel op stedelijk als regionaal niveau. Daarbij wordt vooral een regisserende en voorwaardenscheppende rol nagestreefd. Doel a) Het behoud en de groei van structurele werkgelegenheid voor de huidige en de toekomstige beroepsbevolking van Nijmegen. Het uiteindelijke doel is dat er voor iedereen die wil en kan werken ook passend werk is. b) Accenten te leggen bij bedrijven en bedrijfstakken die de productie en de werkgelegenheidsstructuur van de stad verbeteren. c) Bij stimulering van de bedrijvigheid aansluiting te zoeken bij het toekomstig profiel van de beroepsbevolking van Nijmegen. d) Private investeringen en initiatieven te stimuleren, door facilitering, verbetering en vernieuwing van het productiemilieu waaronder werklocaties voor bedrijven en instellingen. Signalering 1) Het realiseren van betere communicatie en vraaggerichte dienstverlening voor ondernemers in Nijmegen door een operationeel Bedrijvenloket. Dit zal in 2004 resulteren in 2.500 klantcontacten. 2) Buiten het bedrijvenloket zullen 150 bedrijfsbezoeken worden afgelegd en 50 bijeenkomsten van het georganiseerde bedrijfsleven worden bezocht. 3) Tevens zullen op basis van ervaringscijfers 15 nieuwe bedrijfsvestigingen van buiten Nijmegen worden gerealiseerd. 4) Herijking van het economisch beleidsplan 2000 – 2005. Zal resulteren in een nota “Een andere Kijk op het Economisch Beleid. 5) Oprichting van een “Lokale SER” 6) Revitaliseringsvisie Westkanaaldijk/Sluis 7) Stedelijke detailhandelsstructuurvisie 8) Actualisering van het horecabeleid m.b.t. horeca-accentgebieden. 9) Citymarketingstrategie en uitvoeringsplan. Ontwikkelingen De realisering van de werkgelegenheidsdoelstellingen is in deze tijd van neergaande economie een zeer lastige opgave. De recente publicatie van het Centraal Plan Bureau wijst op een forse stijging van de werkloosheid in 2004 op landelijk niveau . Ook Nijmegen zal hieraan niet kunnen ontkomen. Om deze ontwikkeling zogoed mogelijk het hoofd te bieden is samenwerking met werkgevers- en werknemersorganisaties en andere intermediaire instellingen van wezenlijk belang.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 6
Economische ontwikkeling Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 3220
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Bedrijventerreinen
640401 DGG
-
777
233
233
233
233
Stimulering bedrijvigheid
640402 DGG
-
447
431
430
429
429
Vestings- en productieniveau
640403 DGG
-
1.701
996
988
981
961
Toerisme
640404 DGG
-
223
235
235
235
235
Havens en kaden
640501 DGG
-
781
784
775
766
753
Markt wezen
640502 DGG Totaal lasten
-
285
297
293
293
293
0
4.214
2.976
2.954
2.937
2.904
Bedrijventerreinen
640401 DGG
-
595
46
46
46
46
Stimulering bedrijvigheid
640402 DGG
-
159
163
163
163
163
Vestings- en productieniveau
640403 DGG
-
662
74
74
74
74
Toerisme
640404 DGG
-
79
81
81
81
81
Havens en kaden
640501 DGG
-
279
286
286
286
286
Markt wezen
640502 DGG Totaal baten
-
275
282
282
282
282
0
2.049
932
932
932
932
0
2.165
2.044
2.022
2.005
1.972
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen investeringen Stimulering bedrijvigheid
640402 DGG
0
0
0
0
Vestings- en productieniveau
640403 DGG
0
0
0
0
Havens en kaden
640501 DGG
0 0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Stimulering bedrijvigheid
640402 DGG
0
0
0
0
Vestings- en productieniveau
640403 DGG
0
0
0
0
Havens en kaden
640501 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 7
Inkomen Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 3230
Omschrijving De gemeente heeft een taak in het uitvoeren van een aantal inkomensvervangende regelingen voor burgers die op deze regelingen zijn aangewezen. Daarnaast hechten wij grote waarde aan het voeren van een inkomensondersteunend beleid voor alle Nijmeegse burgers met een laag inkomen (minimabeleid). De activiteiten op het terrein “inkomen” bestaan dan ook uit een combinatie van uitvoering van wettelijke regelingen en eigen regelingen en voorzieningen. Gezien het feit dat de gemeente ook een steeds zwaardere taak heeft gekregen in het reïntegreren, scholen en activeren van niet-werkenden, wordt, waar dit relevant is, een koppeling gelegd tussen Werk en Inkomen. Het zwaartepunt daarbinnen ligt bij “werk” waar dat tot de mogelijkheden behoort. Tot Inkomensondersteunend beleid rekenen wij ook een aantal taken op het terrein van schuldhulpverlening. Het bieden van schuldhulpverlening (preventief en curatief) aan burgers met dreigende of acute schuldproblemen is een activiteit die zich richt op de gehele Nijmeegse bevolking. Doel Waarborgen dat inwoners van Nijmegen die leven van een minimum inkomen door hun financiele positie niet worden uitgesloten van deelname aan het maatschappelijk verkeer. Prestaties die in dit kader van belang zijn, zijn: 1. Uitvoering volgens wet- en regelgeving, gemeentelijke richtlijnen en uitvoeringsvoorschriften 2. Terugdringen van het niet gebruik van de inkomensondersteunende voorzieningen Signalering De volgende indicatoren zijn van toepassing: - Geen boeten of sancties van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - De ontwikkeling van het klantenbestand mag niet boven de landelijke en/of regionale werkgelegenheidsontwikkelingen uitkomen - Percentage bereik bijzondere bijstand in verhouding tot het totaal van de overige minima Ontwikkelingen In 2004 wordt de nieuwe Wet werk en bijstand ingevoerd. Deze nieuwe wet heeft grote impact op de wijze waarop het beleidsterrein werk en inkomen kan worden vormgegeven. Enerzijds betekent de nieuwe wet een aanzienlijke verruiming van de beleidsvrijheid, anderzijds gaat de komst van de nieuwe wet gepaard met aanzienlijke bezuinigingen. Met name de bezuinigingen op de middelen voor bijzondere bijstand en de gesubsidieerde arbeid maken het noodzakelijk ingrijpende maatregelen te nemen. In de wet is een verplichting opgenomen om te komen tot een reïntegratieverordening, een maatregelenverordening (afstemmingsverordening) en een toeslagen en verlagingen verordening. Daarnaast moeten beleidsregels worden vastgesteld ten aanzien van terugvordering en verhaal. De mogelijkheden tot categoriale bijzondere bijstand worden afgeschaft. Dit betekent dat de jaarlijke eenmalige uitkering voor minima met schoolgaande kinderen heroverwogen moet worden. Wel komt er een wettelijke regeling voor een langdurigheidstoeslag voor langjarige minima zonder arbeidsmarktperspectief. Het beleid ten aanzien van "werk boven inkomen" en hoogwaardige handhaving wordt voortgezet. Hierdoor kan het oneigenlijk gebruik worden tegengegaan en kan de te verwachten toename van het klantenbestand (landelijk wordt een groei van 10% verwacht) worden beperkt. Het niet gebruik van inkomensondersteunende instrumenten in de vorm van Balans en het schuldhulpverleningsproject worden voortgezet. In de 2e helft van 2003 is er sprake van een toenemend beroep op de schuldhulpverlening. Zonodig zullen passende maatregelen worden genomen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 8
Inkomen Programma Multiculturele samenleving, werk en inkomen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 3230
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Dienstverlening derden door GKB
630646 DIW
-
241
231
231
231
231
Inkomensvoorziening Nijmegen
630641 DIW
-
98.009
98.042
98.064
98.094
98.094
Inkomensvoorziening Derden
630642 DIW
-
0
0
-
-
-
Inkomensaanvullende maatregelen
630643 DIW
-
12.566
11.214
11.214
11.214
11.214 2.654
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Schuldhulpverlening
630644 DIW
-
2.592
2.658
2.656
2.654
Dienstverlening derden door SoZaWe
630645 DIW Totaal lasten
-
0
0
-
-
-
0
113.408
112.145
112.165
112.193
112.193
Dienstverlening derden door GKB
630646 DIW
-
241
247
247
247
247
Inkomensvoorziening Nijmegen
630641 DIW
-
84.941
84.824
84.824
84.824
84.824
Inkomensvoorziening Derden
630642 DIW
-
-
0
-
-
-
Inkomensaanvullende maatregelen
630643 DIW
-
5.771
5.794
5.794
5.794
5.794
Schuldhulpverlening
630644 DIW
-
1.583
1.591
1.591
1.591
1.591
Dienstverlening derden door SoZaWe
630645 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
92.536
92.456
92.456
92.456
92.456
0
20.872
19.689
19.709
19.737
19.737
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Het marginale verschil tussen 2004-2005 en 2005-2006 is grotendeels toe te schrijven aan de productgroep Inkomensvoorziening Nijmegen. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Multiculturele samenleving, werk en inkomen / pagina 9
Portefeuille Ruimte, wonen, sport Programma's 4110 4120 4140 4150 4210 4220 4230 4310 4410
Ruimtelijke ontwikkeling Ruimtelijke inrichting en vormgeving Ruimtelijk beheer Cultuurhistorie Wonen Bouwen Panden Grondbeleid Sport
Ruimtelijke ontwikkeling Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4110
Omschrijving Op grond van onderzoek en debat formuleren we programmatische en ruimtelijke doelstellingen voor de stad als geheel en voor specifieke gebieden daarbinnen. Daarmee geven we aan welke mogelijkheden er zijn voor ruimtelijke (her)ontwikkeling in de stad en welke ruimtelijke condities daarbij aan de orde zijn. We doen dat zo dat burgers, bedrijven en andere marktpartijen geïnspireerd raken om de ruimtelijke kansen die er zijn te benutten en zo samen met ons te bouwen aan de ontwikkeling van een stad in balans. We zorgen voor een optimale afstemming met het ruimtelijk beleid op bovenstedelijke schaalniveaus en werken daartoe actief samen met buurgemeenten, KAN, provincie en Rijk. We willen optimaal inspelen op marktontwikkelingen en zien de GEM-Waalsprong en relevante marktpartijen als belangrijke sparring-partners. We stimuleren een grote betrokkenheid van bewoners en andere direct betrokkenen, maar zien er gelijktijdig op toe dat dit niet tot ongewenste stagnatie leidt. Doel Belangrijkste doelstellingen zijn: - handhaven van een optimale ruimtelijke balans door intensivering van het ruimtegebruik in de bestaande stad; - versterking en behoud van de ruimtelijke kwaliteit en identiteit van de stad als geheel en de verschillende wijken in het bijzonder; - meer variatie en differentiatie in vorm en functies. Signalering We nemen ons voor om in 2004: - de programmatische uitwerking van het Kansenboek af te ronden; - het Voorkeursmodel Waalsprong planologisch-stedenbouwkundig uit te werken in deelplannen voor het centrumgebied, Groot Oosterhout, de Landschapszone, de noordrand van het Stadseiland en Veur Lent/de Stelt; - het Koersdocument voor Koers West uit te werken in een aantal deelopgaven, te weten de Noord-Oostkanaalhavens en het Waalfront; - een notitie over hoogbouw in de stad voor te leggen aan de raad; - de nota bedrijventerreinen uit te werken in pilot-projecten, waaronder in ieder geval het Winkelsteegh-gebied; - het stedenbouwkundig masterplan voor Dukenburg af te ronden;- pannen aan de raad voor te leggen voor een aantal (her)ontwikkelingslocaties in het Centurm, te weten Plein 1944, Hessenberg, Joseph-hof en Hertogplein, alsmede studies naar mogelijke parkeergarages Joris Ivensplein en Nassausingel); - deeluitwerkingen te maken op basis van het masterplan voor de Spoorzone/Stationsomgeving (o.a. vm. Stationspostkantoor en vm. Arbeidsbureau);- plannen uit te werken voor de knoop Heijendaal/vm. Ijsbaan; - afhankelijk van “groen licht” van Philips) plannen uit te werken voor de knoop Winkelsteeg; - een plan van aanpak voor te stellen naar aanleiding van de aanbevelingen uit de studie “Wikken en wegen” in de wijk Hengstdal Ontwikkelingen De komende jaren staan in Nijmegen ingrijpende ruimtelijke projecten op stapel, die in 2004 in een bepaalde fase van voorbereiding of uitvoering verkeren. De verdere ontwikkeling van de Waalsprong, de dijkverlegging, de tweede Stadsbrug, (her)ontwikkeling van locaties in de bestaande stad, herstructurering van een aantal wijken zijn daarvan voorbeelden. Vanuit het Kansenboek signaleren we diverse ruimtelijke projecten die in de komende jaren op ons afkomen. Het gaat hierbij onder meer om de Kanaalzone en de Stadsring. Al deze ontwikkelingen vragen om een zorgvuldige afweging en bieden kansen voor versterking van de identiteit en de beeldkwaliteit van de stad. Wij willen marktpartijen ertoe verleiden om de mogelijkheden op te pakken en door middel van randvoorwaarden en richtlijnen bevorderen dat de stad ruimtelijk in balans blijft. We moeten er rekening mee houden dat de omstandigheden op de vastgoedmarkt inmiddels minder florissant zijn. Het woningmarktaanbod wordt sterk bepaald door het opnieuw op gang komen van de productie van woningen in de Waalsprong, na de vaststelling van het Voorkeursmodel. In de bestaande stad is ruimte om een groot aantal woningen te realiseren via verdichting. Op de kantorenmarkt is sprake van een zekere leegstand. Op basis van het onderzoek naar bedrijventerreinen is gebleken dat we de komende jaren nog over voldoende ruimte beschikken om bedrijven te faciliteren. Dit is van belang t.b.v de verplaatsing vanuit het Waalfront en het tracé van de nieuwe stadsbrug. We geven de komende jaren voorrang aan het uitvoeren van voorgenomen beleid en niet aan het formuleren van nieuw beleid. De beschikbare ambtelijke capaciteit zal dan ook met name worden ingezet voor Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 1
Ruimtelijke ontwikkeling Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4110
uitvoeringsprojecten. Dat maakt het mogelijk om een deel van de onrendabele stedenbouwkundige en planologische capaciteit bij de afdeling Stadsontwikkeling om te zetten in rendabele capaciteit en daarmee kan een bijdrage worden geleverd aan de bezuinigingstaakstelling. De formatieve sterkte van de afdeling Stadsontwikkeling is verminderd met één fte. Ons college heeft zich voorgenomen met deze maatregelen een bezuiniging te realiseren van € 250.000 per jaar binnen de programma’s Ruimtelijke ontwikkeling en Ruimtelijke inrichting en vormgeving.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 2
Ruimtelijke ontwikkeling Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 4110
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Beleidskaders ruimtelijke notwikkeling
640200 DGG
-
605
640
640
640
640
Ruimtelijke ontwikkelingsvisies
640201 DGG
-
0
0
-
-
-
Planologische studies
640202 DGG
-
0
0
-
-
-
Stadspromotie
640203 DGG Totaal lasten
-
22
26
26
26
26
0
627
666
666
666
666
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Beleidskaders ruimtelijke notwikkeling
640200 DGG
-
0
0
-
-
-
Ruimtelijke ontwikkelingsvisies
640201 DGG
-
0
0
-
-
-
Planologische studies
640202 DGG
-
0
0
-
-
-
Stadspromotie
640203 DGG Totaal baten
-
0
0
-
-
-
0
0
0
0
0
0
0
627
666
666
666
666
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 3
Ruimtelijke inrichting en vormgeving Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4120
Omschrijving Op basis van het vastgestelde ruimtelijke beleid stellen we bestemmingsplannen op en voeren we wettelijke procedures ter vaststelling daarvan. We formuleren randvoorwaarden en richtlijnen ten aanzien van de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit in het kader van de uitwerking van ruimtelijke plannen. We stellen criteria op voor het beoordelen van bouwplannen aan redelijke eisen van welstand, welke voor de Commissie Beeldkwaliteit uitgangspunt zijn bij de beoordeling van bouwplannen. Daar waar dat belangrijk is voor de beeldkwaliteit van de stad, zullen we actief passende instrumenten inzetten zoals beeldkwaliteitplannen en prijsvragen. De Kadernota Beeldkwaliteit is daarbij onze inspiratiebron. Daar waar we dat noodzakelijk achten zullen we ook actief deelnemen aan de stedenbouwkundige planontwikkeling. Doel Belangrijkste doelstellingen zijn: - een functioneel goed georganiseerde en qua inrichting en vormgeving aantrekkelijke woon, werk- en leefomgeving, waarin bewoners, ondernemers en bezoekers zich prettig en thuis voelen; - versterking van de kaderstellende, voorwaardenscheppende en ondersteunende rol van de gemeente door het stellen van inspirerende, heldere, realistische en toetsbare randvoorwaarden en richtlijnen; - optimale rechtszekerheid voor een ieder die betrokken is bij ruimtelijke initiatieven; - afronding van ruimtelijke prcedures binnen de daarvoor geldende termijnen; - een eigentijds ruimtelijk toetsingkader dat flexibel en duurzaam is en het aantal postzegelplannen en vrijstellingsprocedures op termijn fors te verminderen; - een transparant welstandstoezicht dat wordt gekenmerkt door zo concreet mogelijke, waar mogelijk gebiedsgerichte toetsingscriteria. Signalering We nemen ons voor om in 2004: - met geheel gestandaardiseerde bestemmingsplanvoorschriften te werken, waardoor de leesbaarheid, uniformiteit en rechtszekerheid worden vergroot; - de procedures te voeren voor de grote bestemmingsplannen Nijmegen-Zuid/Hatert en Nijmegen-Midden en starten we met de twee volgende bestemmingsplannen, te weten Dukenburg en Nijmegen-West. - nieuwe bestemmingsplannen in procedure te brengen voor het Waalspronggebied; - naar verwachting 25 postzegelplannen op te stellen en 30 art.19.2-procedures te voeren; - naar verwachting 15 uitwerkingsplannen ex artikel 11 WRO op te stellen; - procedures te voeren voor naar verwachting enkele vrijstellingen art.19.1-procedures, 75 vrijstellingen en Art. 15 WRO en 14 ex Art. 17 WRO. - de planontwikkeling af te ronden voor de openbare ruimte van het Limos-terrein; - diverse bestemmingsplannen af te ronden, onder meer voor het Dobbelmann-terrein en de Zwanenstraat; - diverse stedenbouwkundige plannen af te ronden, zoals voor de ontwikkelingen in de omgeving van het Triavium en het Winkelcentrum in de knoop Brabantse Poort; - de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit op te leveren, met daarin de per 1 juli 2004 toe te passen welstandscriteria; Ontwikkelingen We hebben prioriteit gegeven aan de actualisering van de verouderde bestemmingsplannen. Op termijn zal dat leiden tot minder wijzigings- en vrijstellingsverzoeken. Voor de Waalsprongontwikkeling is van belang om, nu het MER-traject doorlopen is, tot een snelle voortgang van de bouwproductie te komen. Als uitwerking van het Voorkeursmodel en van de masterplannen voor de deelgebieden zullen we, in nauw overleg met de GEM, heldere stedenbouwkundige randvoorwaarden en richtlijnen opstellen. Bestemmingsplanprocedures mogen niet langer duren dan strikt noodzakelijk. Dat geldt ook voor procedures die noodzakelijk zijn om in de bestaande stad tot bouwproductie te komen. Zo mogelijk wordt gebouwd met toepassing van vrijstellingen ex art. 19.2 WRO. Als uitvloeisel van de Kadernota Beeldkwaliteit wordt het instrumentarium voor het stimuleren en bewaken van de beeldkwaliteit vernieuwd. Dit krijgt vorm in de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit die vóór 1 juli 2004 ter vaststelling wordt aangeboden. In overeenstemming met de eisen van de Woningwet 2003 zullen we hierin zo concreet mogelijke gebiedsgerichte welstandscriteria opstellen die gaan fungeren als toetsingskader voor de Commissie Beeldkwaliteit. De expertise van de Commissie Beeldkwaliteit zal in een zo vroeg mogelijk stadium benut worden bij onder andere strategische en stedenbouwkundige ontwikkelingen. Voor ruimtelijke opgaven die naar onze mening vragen om een meer proactieve sturing op kwaliteit zullen we aanvullende instrumenten inzetten, zoals beeldkwaliteitsplannen, architectuurkwaliteitsgroepen en/of prijsvragen. Voor specifieke (her)ontwikkelingsopgaven zullen we (pro)actief participeren in de stedenbouwkundige Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 4
Ruimtelijke inrichting en vormgeving Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4120
planontwikkeling. Gelet op de keuzes in het Kansenboek en het college-akkoord betreft dat in ieder geval Waalfront-west, Kanaalzone, omgeving winkelcentrum Dukenburg/Triavium, locatie ROC, Spoorzone, Plein 1944 en omgeving, terrein Smit-Draad, Limos, Dobbelmann, Circusterrein Hatert, Hessenberg, Philips Citycenter, Heyendaal, alsmede een aantal wijken waarvoor een Wijkvisie wordt opgesteld.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 5
Ruimtelijke inrichting en vormgeving Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 4120
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Ruimtelijke plannen WRO/BRO
640204 DGG
-
935
1.107
1.123
1.163
1.163
Bel.ruimtelijke inrichting & vormgeving
640205 DGG
-
45
48
48
48
48
Stedenbouw
640206 DGG
-
0
0
-
-
-
Architectuur
640207 DGG
-
135
163
163
163
163
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Implementatie
640208 DGG
-
0
0
-
-
-
promotie
640209 DGG
-
41
42
42
42
42
Wijkvisies
692100 DWS Totaal lasten
-
714
658
658
658
658
0
1.870
2.018
2.034
2.074
2.074
Productgroepen baten Ruimtelijke plannen WRO/BRO
640204 DGG
-
30
36
36
36
36
Bel.ruimtelijke inrichting & vormgeving
640205 DGG
-
0
0
-
-
-
Stedenbouw
640206 DGG
-
0
0
-
-
-
Architectuur
640207 DGG
-
10
33
33
33
33
Implementatie
640208 DGG
-
0
0
-
-
-
promotie
640209 DGG
-
0
0
-
-
-
Wijkvisies
692100 DWS Totaal baten
-
286
286
286
286
286
0
326
355
355
355
355
0
1.544
1.663
1.679
1.719
1.719
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 6
Ruimtelijk beheer Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4140
Omschrijving We zien er op toe dat burgers, bedrijven en de gemeente zelf de ruimte in de stad bebouwen, verbouwen en gebruiken in overeenstemming met de daarvoor bindend vastgestelde bepalingen in de bestemmingsplannen. Dat doen we door actieve handhaving van de bestemmingsplannen, op eigen initiatief dan wel naar aanleiding van verzoeken om handhaving. Uitgangspunten hierbij zijn rechtszekerheid, veiligheid en gelijkheid in aanpak. Doel Belangrijkste doelstellingen zijn: - een stringente en eenduidige handhaving van bestemmingsplannen als onderdeel van het integrale gemeentelijke handhavingsbeleid; - tegengaan van ruimtelijk ongewenste ontwikkelingen; - versterking van repressieve handhaving van strijdige situaties, door juridische acties met aanschrijvingen; - implementeren van een meer pro-actieve aanpak, in het verlengde van het gemeentebrede plan van aanpak voor handhaving. Signalering We nemen ons voor om in 2004: - concrete voorstellen te doen voor pro-actieve handghavingsactiviteiten in het verlengde van het gemeentebrede plan van aanpak voor handhaving; - 200 à 300 controles te verrichten; - 40 aanschrijvingen te doen; - 6 à 10 feitelijke handhavingsacties uit te voeren; - 20 à 30 handhavingsoverleggen te voeren (intern en extern) - 100 à 150 adviezen uit te brengen aan B&W. Ontwikkelingen In 2003 is een handhavingscoördinator aangetrokken die een gemeentebreed plan van aanpak heeft opgesteld. Dit sluit aan bij de in 2002 aangenomen Nota Handhaving fysieke veiligheid waarin wordt ingezet op: - meer samenwerking tussen diverse disciplines die met handhaving belast zijn - benoemen handhavingscoördinator - opstellen jaarprogramma voor aanpak - komen tot jaarlijkse evaluatie. Naar verwachting zal het plan van aanpak aanleiding geven om de capaciteit ten behoeve van de handhaving van bestemmingsplannen te verruimen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 7
Ruimtelijk beheer Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 4140
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten Handhaving bestemmingsplannen
Directie 640215 DGG Totaal lasten
bgr.2005
bgr.2006
-
134
146
146
146
146
0
134
146
146
146
146
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten Handhaving bestemmingsplannen
640215 DGG Totaal baten
Productgroepen saldo
Investeringen
-
32
16
16
16
16
0
32
16
16
16
16
0
102
130
130
130
130
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 8
Cultuurhistorie Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4150
Omschrijving We voeren archeologisch, bouwhistorisch, stedenbouw- en architectuurhistorisch onderzoek uit om daarmee de kennis over de cultuurhistorie van Nijmegen, als oudste stad van Nederland, te vergroten. Op basis van die kennis treffen we gebiedsgerichte en objectgerichte beschermende en ondersteunende maatregelen om nog aanwezige belangrijke cultuurhistorische waarden te behouden. We zorgen ervoor dat de cultuurhistorische kennis actief wordt ingebracht als inspiratiebron bij ruimtelijke planontwikkeling om daarmee de specifieke Nijmeegse identiteit en historische continuïteit in het bebouwingsbeeld te bevorderen. We bevorderen en zijn actief betrokken bij initiatieven gericht op bewustwording, visualisatie en educatie op het terrein van de cultuurhistorie van Nijmegen. Doel Belangrijkste doelstellingen zijn: - waar nodig beschermen en waar mogelijk behouden van belangrijke cultuurhistorische waarden (monumenten, stadsgezichten, archeologische terreinen etcetera); - versterken en vasthouden van de specifieke Nijmeegse identiteit en eigenheid door een zorgvuldig beheer en waar nodig herontwikkeling van cultuurhistorische objecten en gebieden; - meer zichtbaar en beleefbaar maken (visualiseren) van de cultuurhistorie van Nijmegen; - stimuleren van eigentijdse ontwerpen die betekenis ontlenen aan de bestaande omgeving, zich stedenbouwkundig en architectonisch goed voegen in die omgeving en op deze wijze een interessante nieuwe paragraaf toevoegen aan de voortdurende geschiedschrijving van de stad; - tijdig programmeren van omvangrijk archeologisch onderzoek op (her)ontwikkelingslocaties, zoals in de Waalsprong, Joris Ivensplein, Joseph-hof en in Nijmegen-West, om te berieken dat opgravingen de ontwikkeling niet in een te laat stadium frustreren, maar deze juist inhoudelijk inspireren; - completeren van het onderzoek naar de betekenis van het erfgoed uit de Wederopbouwperiode teneinde gefundeerde keuzes te kunnen maken over bescherming en behoud van gebieden en objecten uit die periode. Signalering We nemen ons voor om in 2004: - het Belvedereproject Hessenberg af te ronden; - een actieve bijdrage te leveren aan de voorbereding en/of uitvoering van visualisatieprojecten (o.a. de Romeinse godenpijler en de zgn. Loden Lady in Burchtstraat); - actieve ondersteuning te bieden aan particuliere projecten die zijn opgenomen in het programma “Het Geheugen van de Stad’ en waarvoor we in 2004 een budget van € 100.000,- beschikbaar stellen in het UPS; - aan de raad een notitie aan te bieden gericht op een herijking van de Nijmeegse archeologiepraktijk naar aanleiding van veranderende landelijke wet- en regelgeving en kwaliteitsnormen; - actief te participeren in een publicatie over de stadsgeschiedenis van Nijmegen en de voorbereiding van een tentoonstelling over romeins Nijmegen; - de procedure te voeren voor aanwijzing van enkele vooroorlogse woonbuurten als beschermd stadsbeeld. Ontwikkelingen Cultuurhistorie wordt beschouwd als sociaal en ruimtelijk bindend aspect. In het collegeakkoord is daarom prioriteit toegekend aan het vergroten van de kennis over de geschiedenis van de stad en het behouden (en versterken) van cultuurhistorische waarden. Voor de komende jaren wordt voorrang gegeven aan het vastleggen hiervan d.m.v. het verrichten van categorale, gebiedsgerichte en archeologische studies. Verder wordt de nodige aandacht gegeven aan het visualiseren van cultuurhistorie in het algemeen, met archeologische en bouwhistorische vondsten in het bijzonder (project ‘Het Geheugen van de Stad’). Er wordt actief ingezet op het benutten van de cultuurhistorische kennis als inspiratiebron bij ruimtelijke (her)ontwikkelingsopgaven. Vanuit bezuinigingsoverwegingen verschijnt er vanaf 2004 geen gesubsidieerde themapublicatie meer ter gelegenheid van de Open Monumentendag (OMD). We zullen bezien hoe we op andere manieren kunnen tegemoet komen aan de nog altijd groeiende behoefte onder het publiek aan informatie over de cultuurhistorie van Nijmegen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 9
Cultuurhistorie Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 4150
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Uitvoeringsprogramma
640216 DGG
-
897
870
870
870
870
Inventarisaties en onderzoek
640217 DGG
-
952
957
957
957
957
Beleid cultureel erfgoed
640218 DGG
-
123
123
123
123
123
Procedures mon.wet/mon.verordening
640219 DGG
-
139
144
144
144
144
Promotie
640220 DGG Totaal lasten
-
226
617
617
617
617
0
2.337
2.711
2.711
2.711
2.711
Uitvoeringsprogramma
640216 DGG
-
742
713
713
713
713
Inventarisaties en onderzoek
640217 DGG
-
590
599
599
599
599
Beleid cultureel erfgoed
640218 DGG
-
398
398
398
398
398
Procedures mon.wet/mon.verordening
640219 DGG
-
0
0
-
-
-
Promotie
640220 DGG Totaal baten
-
176
553
553
553
553
0
1.906
2.263
2.263
2.263
2.263
0
431
448
448
448
448
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 10
Wonen Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4210
Omschrijving Ontwikkeling en uitvoering van Nijmeegs woonbeleid (hoofdlijnen zijn vastgelegd in Woonvisie Nijmegen 2005 en in collegeakkoord). Belangrijke aspecten zijn kwantiteit, kwaliteit en variatie. Strategische keuzes daarbij zijn een ongedeelde stad, bewoners binden en bouwen voor de buurt van morgen. Inbreng leveren van het woonbeleid bij andere beleidsvelden, zowel bij andere thema's als bij gebiedsgericht beleid (b.v. wijkvisies en wijkaanpakplannen). Daarbij wordt een regisserende en voorwaardescheppende rol nagestreefd, resulterend in afspraken. Centrale taakvelden zijn planning en programmering van het nieuwbouwbeleid, aanpak particulier woningbezit en ontwikkeling en monitoring van woonruimtebeleid. Dit alles in voortdurend overleg met de diverse partners in de volkshuisvesting, zowel op stedelijk als op regionaal niveau. Doel - de verschillende doelgroepen moeten goed en betaalbaar kunnen wonen in een duurzame en leefbare woonomgeving - de schaarse woonruimte in Nijmegen willen we (m.n. voor de doelgroepen) effectief en rechtvaardig toedelen Bovengenoemde doeltellingen willen we bereiken door het actief spelen van onze regisserende en voorwaardescheppende rol. Het is belangrijk om voldoende woningen per doelgroep te realiseren met een kwaliteit die aansluit bij het brede scala aan woonwensen in gevarieerde en aantrekkelijke wijken. Daarbij willen we: een sociaal-economische tweedeling tussen de bestaande stad en de Waalsprong en tussen stadsdelen en wijken voorkomen; rekening houden met financiële en individuele wensen van bewoners; variatie en identiteit van (de woningvoorraad in) wijken en buurten versterken en bouwen en verbouwen met het oog op de toekomst. . Voor het realiseren van de doelstellingen zijn we in sterke mate afhankelijk van de andere spelers op het veld. We moeten hierover met hen goede afspraken maken. Signalering Om de mate van realisatie van bovengenoemde doelstellingen te kunnen beoordelen benoemen we de volgende gewenste output in termen van streefcijfers en – percentages. meer variatie en een ongedeelde stad: - in 2006 meer menging in de verhouding tussen huur en koop op wijk- en stadsdeelniveau dan in 2002. - in de verhouding tussen huur en koop in het totale nieuwbouw en herontwikkelingsprogramma streven naar 6040. kwaliteit en kwantiteit, bewoners binden: - de verhouding tussen vestiging en vertrek (migratiebalans), op het niveau van wijk, stadsdeel en totale stad t.o.v. de regio is in 2006 niet ongunstiger dan in 2002. - de waardering van wonen en woonomgeving is in 2006 minimaal gelijk aan die in 2002. - het aantal gerealiseerde projecten via particulier opdrachtgeverschap incl. consumentgericht planontwikkeling heeft een omvang van minimaal 20% van het totale programma van nieuwbouw en herontwikkeling. - tussen 2002 en 2006 realiseren we een nieuwbouwprogramma van ca. 4.000 woningen bouwen voor de buurt van morgen: - het aantal gerealiseerde projecten in het totale programma van nieuwbouw en herontwikkeling heeft de volgende omvang: - - aanpasbaar gebouwd: 75% (nivo:”aanpasbare woning”, Nota Aanpasbaar Bouwen, Nijmegen juli 1997). - - duurzaam gebouwd: 75% ( nivo: KAN-convenant, juni 1997) - met combinaties van wonen en zorg: 15% - de jaarprogramma’s particuliere woningverbetering 2002 tm 2004 zijn uitgevoerd. Ontwikkelingen De kwantitatieve opgave betreft het aanpakken van de schaarste. Vanaf 2004 kunnen in Waalsprong en bestaande stad ca. 1400-1500 nieuwbouwwoningen worden opgeleverd. In het centrum intensiveren we het wonen-boven-winkels beleid. We inventariseren mogelijkheden om bouwers extra te stimuleren om, na afronding van procedures, zo snel mogelijk de bouw te starten. We komen voor voorstellen om ervoor te zorgen dat er ook aanbod wordt gerealiseerd voor doelgroepen waar de markt niet voor bouwt. Daarbij hebben we extra aandacht voor de doelgroep studenten. Initiatieven om het aantal studentenwoningen te vergroten worden (planologisch) ondersteund. Daarnaast zoeken we naar nieuwe locaties en onorthodoxe oplossingen zoals het tijdelijk inrichten van terreinen en panden voor studentenhuisvesting. We voeren samen met de SWON een communicatiecampagne uit om de doorstroming van ouderen van grotere naar kleinere woningen te bevorderen. Nieuwe initiatieven worden ontwikkeld (b.v. Maatschappelijk Gebonden Eigendom) om de instroming van starters op de koopmarkt te stimuleren. We onderzoeken mogelijkheden om mensen die een goedkope huurwoning achterlaten voorrang te verlenen bij het toewijzen van een woning in de duurdere huursector. Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 11
Wonen Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4210
Een rechtvaardige verdeling van de voorraad is actueel. We volgen de effecten van de regionale woonruimteverdeling kritisch. We komen, indien nodig, met voorstellen om het systeem aan te passen. We willen voor- en nadelen van het optiemodel inventariseren. De positie van starters en urgenten is een extra aandachtspunt. Op basis van de evaluatie van de regionale urgentiecommissie bekijken we of en hoe het systeem voor urgentietoewijzing moet worden aangepast. De kwalitatieve opgave speelt in de nieuwbouw en in de bestaande voorraad. In 2004 sluiten we nieuwe bilaterale convenanten met de corporaties. Uitgangspunten daarbij zijn: geen afname bereikbare voorraad, afstemming van investeringen in openbare ruimte en woningvoorraad en in beheer van woning en woonomgeving. We geven voorrang bij het beschikbaar stellen van grond en financiën (uit het ISV) aan die corporaties die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid pro-actief oppakken en lokaal verankerd zijn. In de particuliere woningvoorraad gaan we in 2004 verder met de uitvoering van het verbeteringsprogramma conform nota Raad en Daad, op basis van een evaluatie eind 2002. Een grotere inbreng en betrokkenheid van bewoners geven we inhoud door meer vormen van particulier opdrachtgeverschap en consumentgerichte planontwikkeling te initiëren. We realiseren een grotere variatie in het aanbod naar type, prijs en eigendomsvorm. We realiseren dit door in het locatiebeleid te sturen op het toevoegen van ontbrekende kwaliteit, en ook dit vast te leggen in afspraken met corporaties. Belangrijk onderdeel is het realiseren van meer combinaties van wonen en zorg. Daarvoor zijn ook afspraken met zorgaanbieders nodig. Om de leefbaarheid van bewoners in alle wijken op een aanvaardbaar peil te houden schenken we het komend jaar extra aandacht aan mogelijkheden om bewoners aan te spreken die extra overlast veroorzaken voor hun buurt.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 12
Wonen Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 4210
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Woningbouwbeleid
640303 DGG
-
4.510
4.561
556
552
549
Wonen en zorg
640304 DGG
-
51
53
53
53
53
Woonruimteverdeling
640305 DGG
-
25
37
37
37
37
Kwaliteit particuliere voorraad
640306 DGG
-
1.782
2.121
2.121
2.121
2.121
wonen algemeen
640307 DGG Totaal lasten
-
892
775
775
775
775
0
7.260
7.547
3.542
3.538
3.535 170
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Woningbouwbeleid
640303 DGG
-
4.170
4.170
170
170
Wonen en zorg
640304 DGG
-
0
0
-
-
-
Woonruimteverdeling
640305 DGG
-
126
61
61
61
61
Kwaliteit particuliere voorraad
640306 DGG
-
1.621
1.939
1.939
1.939
1.939
wonen algemeen
640307 DGG Totaal baten
-
875
104
104
104
104
0
6.792
6.274
2.274
2.274
2.274
0
468
1.273
1.268
1.264
1.261
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen investeringen Woningbouwbeleid
640303 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Woningbouwbeleid
640303 DGG
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 13
Bouwen Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 4220
Omschrijving Het programma Bouwen bevat de wettelijke taken die door de afdeling Bouwen & Wonen worden uitgevoerd, het gaat dan met name over de volgende onderdelen: - Vergunningverlening in het kader van de woningwet, zoals daar zijn bouwvergunningen, sloopvergunningen, monumentenvergunningen en ook reclamevergunningen; - Binnen de vergunningverlening toetst de afdeling de plannen aan wettelijke kaders zoals Bouwverordening, Bouwbesluit, Wet Ruimtelijke Ordening, Wet Milieubeheer. Dit alles binnen het kader van de Woningwet; - Inspectie en Handhaving. De afdeling controleert de vergunde (bouw)aanvragen buiten op de voorschriften zoals opgenomen in de beschikking. Verder wordt de technische kwaliteit van de uitvoering meegenomen in de controle; - Opsporing illegale (ver)bouw en reclame-uitingen; - Actieve aanschrijvingen; - Reageren op woningklachten van huurders. Doel - We willen voor alle bewoners en bezoekers van Nijmegen kwalitatief goede gebouwen en bouwwerken garanderen en zorgen daarom dat bouw- en sloopwerkzaamheden op een adequate wijze worden uitgevoerd. - We willen de dienstverlening op een zo hoog mogelijk peil brengen en voeren het eerste doel zo klantgericht en efficiënt mogelijk uit. De gemeente behartigt daarmee de belangen van de bewoners en bezoekers, met name op het gebied van veiligheid. Bewoners en bezoekers zijn gebaat bij een veilige leefomgeving waarin gebouwen en bouwwerken voldoen aan een pakket van eisen waarmee die veiligheid kan worden gewaarborgd. Doorlooptijden moeten zo laag mogelijk zijn maar bovenal is het voor de klant duidelijk waar ze op kunnen rekenen en waaraan men dient te voldoen. Signalering 1) Aantal actieve aanschrijvingen, geïnitieerd vanuit opsporing door Bouwen & Wonen: 50 2) Aantallen klachten en de afhandelingstermijn, de klachten zullen worden gevolgd op achtergrond en op de tijd die het kost de afhandeling in gang te zetten. 3) 100% halen van wettelijke termijnen voor alle beschikkingen 4) Doorlooptijden gemiddeld met 25% omlaag t.o.v. de maximale termijn in de nieuwe woningwet Ontwikkelingen Het komend jaar zetten we verder in op een kwaliteitsverbetering van de werkprocessen voor het verlenen van bouwvergunningen. We willen geen overschrijding van de termijnen en er zijn geen achterstanden bij de controle van de bouwvergunningen. Vanaf 2004 wordt een daadwerkelijke verkorting van doorlooptijden verwacht, waarbij een vermindering van 25% moet worden gehaald. In 2003 is dit om een aantal redenen niet gelukt: In juli 2004 dient een nota waarin de criteria voor de welstandsbeoordeling zijn vastgelegd te zijn vastgesteld door de Raad. Handhaving krijgt in 2004 veel aandacht. Een gedoogcultuur wordt niet geaccepteerd. We hanteren heldere regels die voor elke burger, onderneming of instelling in Nijmegen gelijkelijk worden toegepast. In een nota handhaving Bouwen en Wonen wordt het handhavingskader vastgelegd. Daarbij sluiten we aan bij de gemeentebrede aanpak van de handhaving. Met behulp van de extra fte die in 2003 zijn ingezet intensiveren we de opsporing van illegale bouw en hebben we de achterstanden in de inspectievoorraad weggewerkt. Het nieuwe softwarepakket vereist ook een strakkere wijze van rapporteren bij inspecties, iets wat gezien de landelijke ontwikkelingen (Maastricht) zeer gewenst is. Lopende projecten als de digitalisering van het bouwarchief en de begeleiding van de (woning)bouwplannen in de Waalsprong en de herstructurering van de bestaande stad blijven uiteraard aandacht vragen, zowel binnen het programma Wonen als in dit programma.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 14
Bouwen Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 4220
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Vergunningverlening
640300 DGG
-
2.763
2.940
2.940
2.940
2.940
Handhaving en inspectie
640301 DGG
-
2.942
3.089
3.089
3.089
3.089
Informatisering en automatisering
640302 DGG Totaal lasten
-
244
244
244
244
244
0
5.949
6.273
6.273
6.273
6.273
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten Vergunningverlening
640300 DGG
-
2.917
2.897
2.897
2.897
2.897
Handhaving en inspectie
640301 DGG
-
155
155
155
155
155
Informatisering en automatisering
640302 DGG Totaal baten
-
0
0
-
-
-
0
3.072
3.052
3.052
3.052
3.052
0
2.877
3.221
3.221
3.221
3.221
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 15
Panden Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DSB: Stadsbedrijven
Nr 4230
Omschrijving Werkzaamheden die verband houden met het beheren en exploiteren van panden en terreinen door de Gemeente Nijmegen. Deze zijn ondergebracht bij de afdeling Vastgoed van de directie Stadsbedrijven. Het gaat om zo’n 1150 objecten (exclusief de panden van Onderwijs). De lasten en baten van de panden staan in dit programma. Doel Het fungeren als gemeentelijk instrument ter optimalisering van exploitatie en beheer van panden voor de verschillende beleidsvelden. Dit kan worden onderverdeeld in: 1. Het kostendekkend verhuren van panden die in gemeentelijk eigendom zijn; 2. Het waken over het daarbij betrokken gemeentelijk vermogen; 3. Het voortdurend streven naar verbetering van de serviceverlening; 4. Het bundelen en versterken van de gemeentelijke kennis op het gebied van het vastgoed. Signalering Belangrijkste meetpunten zijn verhoging van de huuropbrengst, vermindering van huurachterstanden, optimalisering van het onderhoud en het tijdig, kwalitaitief hoogstaand en binnen de termijnen uitvoeren van projecten. Ontwikkelingen Vanuit de in 2003 ontwikkelde visie op gemeentepanden komt een aantal acties naar voren: 1. Het beter uitwerken en presenteren van de positie van de verschillende afdelingen. Dit vereist het vastleggen en uidragen van processen tussen de verschillende bij vastgoed betrokken organisatie-onderdelen. 2. Het uitbouwen van de gemeentelijke kennis, bijvoorbeeld bij de rol als projectmanager, maar ook op het gebied van financiële doorrekeningen en onderhoud. 3. Bij het beter exploiteren van gebouwen moet worden onderzocht of er bij het opbouwen van reserves in de sfeer van “nieuw voor oud” kan worden geparticipeerd in nieuwe ontwikkelingen. Daarbij moet worden uitgegaan van het verhelderen en beter uitwerken van de momenteel in de begroting gehanteerde producten. 4. Bij de beheerde gemeentepanden zal moeten worden gestreefd naar een helder volumebeleid, waarbij de beleidsdirectie de volumes aangeeft en de financiering regelt. DSB/Vastgoed geeft dan aan wat de mogelijkheden zijn om dit te realiseren en of ze zelf het areaal wil uitbreiden of hierbij alleen wil regisseren bij de uitvoering. 5. In het kader van beëindigen van de status van het Woningbedrijf zal een deel van de goedkope voorraad van de Gemeente Nijmegen aan de huurders worden verkocht. Het restant wordt ondergebracht in de administratie van het programma Panden. Overige aandachtspunten: 6. Het waar mogelijk verhogen van de opbrengst en de bezettingsgraad en het in goede staat houden van de beheerde terreinen. Er zal daarbij continu worden bezien in hoeverre terreinen nog in gemeentelijk eigendom dienen te blijven danwel het financieel interessant is ze te verkopen aan derden. 7. Afronding centralisatie van vastgoedbeheer Om het beheer van het vastgoed zo procesmatig mogelijk te laten verlopen en derhalve zó efficiënt mogelijk te laten zijn, is bestuurlijk besloten de vastgoedobjecten centraal te beheren. Het betreft de categorieën sportaccommodaties, parkeergarages, (overige) panden zoals Arsenaal, de Kapel, Cityschool, gebouwen van de sectie Beplantingen en het Openluchttheater. 8. vermogensbeheer: hoe kan het vermogen dat het vastgoed van de Gemeente Nijmegen vertegenwoordigt zo goed mogelijk worden beheerd. 9. nader uitwerken en versterken van de informatie-structuur en de automatisering van het vastgoed
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 16
Panden Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DSB: Stadsbedrijven Financiën
Nr 4230
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Beheer Parkeergarages
654003 DSB
-
29
29
29
28
28
Beheer Cultureel erfgoed
654005 DSB
-
380
332
331
331
330
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Beheer overige panden
654001 DSB
-
6.699
7.248
7.203
6.843
6.792
Beheer Onroerend goed Limos Kazerne
654002 DSB
-
357
370
369
369
369
Beheer Terreinen
654004 DSB Totaal lasten
-
0
67
67
67
67
0
7.465
8.046
7.999
7.638
7.586
Beheer Parkeergarages
654003 DSB
-
-
0
-
-
-
Beheer Cultureel erfgoed
654005 DSB
-
186
191
191
191
191
Productgroepen baten
Beheer overige panden
654001 DSB
-
4.491
4.616
4.616
4.616
4.616
Beheer Onroerend goed Limos Kazerne
654002 DSB
-
303
311
311
311
311
Beheer Terreinen
654004 DSB Totaal baten
-
0
0
-
-
-
0
4.980
5.118
5.118
5.118
5.118
0
2.485
2.928
2.881
2.520
2.468
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 17
Grondbeleid Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad
Nr 4310
Omschrijving Met een actief grondbeleid worden gestelde doelen uit het Collegeaccoord en de daarmee samenhangende sectorale beleidsvisies (bijv. wonen, werken, mobiliteit, recreëren) realiseerbaar gemaakt. Dit geschiedt door ontwikkeling en realisatie van vastgoedprojecten met veelal een bijbehorende aanpak van de openbare ruimte. Daarbij wordt niet alleen gebruik gemaakt van passieve “publieke” instrumenten zoals de Wet Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, de Exploitatieverordening en dergelijke maar wordt ook vaak gekozen voor een meer actieve ontwikkelende rol van de Gemeente, zelfstandig of via samenwerking met marktpartijen en deelnemingen in een PPS. Via het verwerven van gronden en panden, ontwikkeling van plannen, uitgifte van bouwrijpe terreinen en inrichting van de openbare ruimte heeft de gemeente een sterkere invloed op de gewenste inhoud en kwaliteit en kan daar ook financieel rendement in behalen. In deze gevallen wordt bij de start van een project aan de Raad een zogenaamde planexploitatie ter vaststelling voorgelegd waarbij zowel inhoudelijk als financieel de randvoorwaarden voor het project worden bepaald. Bij deze aanpak wordt actief op de vastgoedmarkt geopereerd en worden zonodig de Wet Voorkeursrecht Gemeenten en de Onteigeningswet ingezet. In de Nota Grondbeleid is nader ingegaan op de aanpak en werkwijze. Doel Het grondbeleid heeft tot doel het bevorderen van maatschappelijk gewenst grondgebruik. Via een actief grondbeleid kunnen de eenmaal gekozen bestemmingen ook daadwerkelijk in de vorm van fysieke projecten worden gerealiseerd. De markt richt zich met name op winstgevende projecten, terwijl andere, maatschappelijk zeer gewenste, maar financieel niet renderende projecten blijven liggen, zoals bijvoorbeeld integrale herstructureringsplannen. Middels een actief grondbeleid willen wij ons niet alleen richten op de verlieslatende maatschappelijke projecten maar ons ook bewust richten op winstgevende projecten. Hierdoor ontstaan door verevening van winsten en verliezen meer mogelijkheden voor het bereiken van een maatschappelijk gewenst grondgebruik. Signalering Middels het Volgsysteem Grote Projecten (VGP) van het Ontwikkelingsbedrijf informeren wij twee maal per jaar de Raad over de belangrijkste ontwikkelingen van de grote projecten, de bedrijfsrisico's en de ontwikkeling van de Algemene Bedrijfsreserve. Eenmaal gebeurt dit als onderdeel van de Stadsbegroting, hierbij ligt het accent op de geplande ontwikkelingen en het verwachte te behalen financieel resultaat. Tevens kunnen op deze wijze jaarlijks de meerjarenbegroting van de onderliggende planexploitaties worden vastgesteld. Verder wordt een VGP toegevoegd aan de Stadsrekening. Hier zal – naast het verstrekte inzicht in de ontwikkelingen en het verwachte resultaat – het accent liggen op de realisatie van het afgelopen jaar. Ontwikkelingen De vastgoedmarkt als speelveld voor het gemeentelijk Ontwikkelingsbedrijf is een lastig voorspelbaar en beheersbaar terrein. De prijsontwikkeling en afzetbaarheid, en daarmee de ontwikkelbaarheid van gemeentelijk gewenste plannen wordt, gezien de directe link met de economische omstandigheden, regionaal en landelijk en soms zelfs mondiaal bepaald. De omstandigheden zijn momenteel vanuit landelijk perspectief niet erg florissant. De woningbouw staat erg onder druk door kwalitatieve onevenwichtigheid in vraag en aanbod, de kantorenmarkt kent een groot overaanbod en de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen is sterk teruggevallen. In Nijmegen kennen we een beperkte leegstand in nieuw gerealiseerde kantoren. Toch zal op de bestaande markt het aanbod toenemen. Onderzocht wordt de mogelijkheid van omzetting naar een woonfunctie waar dat mogelijk is. Op bestaande bedrijventerreinen zetten wij in op intensivering. Verplaatsing van bedrijven vanuit het Waalfront en het stadsbrugtracé zal de komende jaren extra ruimte vragen. De woningmarkt in Nijmegen zal in 2004 sterk bepaald gaan worden door het weer op gang komen van de woningbouw in de Waalsprong. Ontwikkeling van nieuwe locaties in de bestaande stad heeft hoge prioriteit gekregen. De ontwikkeling van wet- en regelgeving door de Rijksoverheid is van groot belang voor het instrumentarium dat gemeentelijk ter beschikking staat om het grondbeleid uit te voeren. Het verschijnen van de 5e Nota Ruimtelijke Ordening en de bijbehorende rijksnota Grondbeleid heeft nog niet geleid tot aanpassing van deze instrumenten. Wetgeving op dit gebied is nog niet verschenen. Weliswaar wordt van rijkszijde regelmatig verwezen naar de bewuste nota maar enige vooruitgang valt nog niet te melden als het gaat om het beschikbaar krijgen van mogelijkheden om te komen van een betere verevening van kosten en opbrengsten bij de realisatie van projecten in de sfeer van de ruimtelijke ordening. Het tegendeel moet worden vastgesteld. Uit jurisprudentie is komen vast te staan dat risicoafdekking van planschade, in het kader van art. 49 WRO bij een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van een particulier project, niet is onder te brengen bij de particuliere ontwikkelaar. Dit houdt in dat in zo'n geval de waardevermeerdering van een terrein ten goede komt van de eigenaar/exploitant maar dat planschades ten laste van de gemeente komen. Het instrumentarium om te komen tot kostenverrekeningen zal dan ook echt wettelijk moeten worden aangepast want Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 18
Grondbeleid Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad
Nr 4310
private ontwikkelingen zullen altijd aan de orde zijn. Vooralsnog brengt alleen een actieve gemeentelijke planexploitatie deze elementen van kosten, risico's maar ook de opbrengsten in één hand.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 19
Grondbeleid Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad Financiën
Nr 4310
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Stedelijke ontwikkelingsprojecten
691001 DWS
-
18.431
13.717
5.567
3.520
0
Planexploitaties in ontwikkeling
691002 DWS
-
239
243
243
243
243
Stadscentrum
691004 DWS
-
427
453
435
435
435
Waalsprong
691005 DWS
-
62.786
532
532
532
532
Woningbouw
691006 DWS
-
1.150
976
4.035
47
0
Bedrijvigheidsprojecten
691007 DWS
-
4.196
938
3.090
3.090
0
Bestuursondersteuning
691015 DWS
-
44
106
106
106
106
Wet en regelgeving grondbeleid
691020 DWS
-
9
9
9
9
9
Deelnemingen
691021 DWS
-
2.399
0
-
-
-
Risicobeheer
691022 DWS
-
36
36
36
36
36
Planexploitaties Herstructurering
691023 DWS
-
711
55
0
0
0
Bijdrage gemeentelijk aandeel FIP
691024 DWS
-
1.536
1.833
1.990
2.140
2.240
Beleids- en visie ontwikkelingen
691025 DWS Totaal lasten
-
1.886
1.895
1.895
1.895
1.895
0
93.850
20.793
17.938
12.053
5.496
Stedelijke ontwikkelingsprojecten
691001 DWS
-
18.431
13.717
5.567
3.520
0
Planexploitaties in ontwikkeling
691002 DWS
-
41
41
41
41
41
Stadscentrum
691004 DWS
-
427
453
435
435
435
Waalsprong
691005 DWS
-
62.786
532
532
532
532
Woningbouw
691006 DWS
-
1.150
976
4.035
47
0
Bedrijvigheidsprojecten
691007 DWS
-
4.196
938
3.090
3.090
0
Bestuursondersteuning
691015 DWS
-
-
0
-
-
-
Wet en regelgeving grondbeleid
691020 DWS
-
6
6
6
6
6
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Deelnemingen
691021 DWS
-
2.399
0
-
-
-
Risicobeheer
691022 DWS
-
20
20
20
20
20
Planexploitaties Herstructurering
691023 DWS
-
711
55
0
0
0
Bijdrage gemeentelijk aandeel FIP
691024 DWS
-
-
0
-
-
-
Beleids- en visie ontwikkelingen
691025 DWS Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
90.167
16.738
13.726
7.691
1.034
0
3.683
4.055
4.212
4.362
4.462
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 20
Sport Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 4410
Omschrijving In het voorjaar 2002 is de nota sportbeleid 2002 – 2006 “breedtesport op topsportniveau’ vastgesteld door de gemeenteraad. Ons college wil dicht bij inwoners staan en samen met hen een prettige leefomgeving bevorderen. Sport is daarvoor een belangrijk middel. Sporten doe je voor de plezier. Meer dan de helft van alle inwoners van Nijmegen doet aan sport, daarnaast zijn er nog velen betrokken bij sport; actief in verenigingsverband of meer passief als toeschouwer. In het collegeaccoord hebben wij maatregelen aangekondigd om met name jongeren en allochtonen te stimuleren tot sportdeelname.. De samenwerking tussen sportverenigingen, wijkwerk en openwijkscholen wordt verstevigd. Kijkend naar de vergrijzing zal sport voor en door ouderen sterk worden gestimuleerd want sport levert een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijke participatie van ouderen. Topsport draagt bij aan het imago van de stad, heeft een voorbeeldfunctie en is wervend voor de deelname aan breedtesport. Topsportactiviteiten, verenigingen en topsporters worden daarom betrokken bij het stimuleren van sportdeelneming. Het sportbeleid loopt langs de volgende hoofdlijnen: 1. Sportstimulering: Via sportactiviteiten worden ouderen, jeugd, allochtonen en mensen met een functiebeperking gestimuleerd om te gaan sporten. Via zelf meedoen kunnen ze kennismaken met sportmogelijkheden. De activiteiten worden laagdrempeling en zo dicht mogelijk bij de deelnemers (via school en/of in de woonwijk) aangeboden. 2. Verenigingsondersteuning : Via het sportloket worden verenigingen ondersteund bij hun taak. Er wordt een samenwerking tussen verenigingen gerealiseerd waardoor kennisuitwisseling plaatsvindt en taken efficient kunnen worden opgepakt. 3. Sportaccommodatiebeleid: Belangrijke voorwaarde voor sportbeoefening zijn deugdelijke en toegankelijke accommodaties. Accommodatieplanning, criteria voor ingebruikgeving en tarieven moeten transparant zijn en bijdrage aan een zo groot mogelijke sportdeelname. 4. Topsport levert een belangrijke bijdrage aan groei van breedtesportdeelname. Doel 1. het aantal inwoners dat aan sport doet groeit van 53 % naar 58% in 2006 2. Het aantal sporters uit de doelgroepen senioren, jeugd, allochtonen, minima en mensen met een verstandelijke en/of fysieke handicap, groeit met 5% tot 2006 3. Het aantal verenigingen met een vrijwilligerstekort daalt van 70% naar 65% in 2006 4. Er is in 2006 een multifuntionele accommodatie per stadsdeel 5. Het aantal verenigingen dat tevreden is over zijn sportaccommodatie stijgt met 10% tot 2006 NB. Eind 2003 worden de resultaten van de stadspeiling bekend. De peiling dient tevens als 0-meting voor de doelstellingen met betrekking tot verhoging van sportdeelname zoals geformuleerd in de nota "Breedtesport op topsportniveau". Mogelijk dat deze 0-meting aanleiding is de streefcijfers aan te passen. Signalering Ontwikkelingen Autonome ontwkkelingen die van invloed zijn op de beleidsadviezen zijn onder meer: - Demografische ontwikkelingen. Er zal ook in Nijmegen (vooral Dukenburg, Zuidrand, Heyendaal en Nijmgegen Oost) sprake zijn van een vergrijzing van de bevolking. Er is een groei van allochtonen met andere sportbehoeften. - Sportpariciipatie: In Nijmegen is de sportparticipatie van jeugdigen lager dan in de regio.De sportdeelname is relatief laag in Oud-West, de Zuidrand en nieuw West. - Sociaal maatschappelijke ontwikkeling Er is een terugloop van het aantal vrijwilligers bij sportverenigingen. Individueel te beoefenen sporten zijn in Nijmegen populair Voorstellen nieuw beleid in 2004 : Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 21
Sport Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 4410
1. Sportactiviteiten Het activiteitenaanbod, dat vorig jaar nog uitsluitend gericht was op de aanpak en attentiewijken, zal dit jaar ook in andere wijken van Nijmegen worden aangeboden. In 2004 zal de doorstroming van de deelnemers aan sportkennismakingsprojecten naar de reguliere sportverenigingen worden verbeterd. De sportactiviteiten die voorheen door Tandem werden aangeboden, zullen worden ondergebracht bij sportservice. Aan de hand van een evaluatie zal beoordeeld worden hoe het project speelGOED hierin wordt ingepast. Sportverenigingen: Wat betreft de informatievoorziening over sportactiviteiten en sportverenigingen kan nu het hele jaar gebruik worden gemaakt van de website. De verenigingsondersteuning via het loket zal verder worden versterkt. ??????? 3. sportaccommodaties Mede op basis van het sportaccommodatiebeleid zal een advies worden voorbereid over de tarieven en subsidies. Dit jaar zal verder uitvoering worden gegeven aan de realisering van voetbalvelden voor v.v. Orion en de Vossenpels, de renovatie van de atletiekbaan en de multifunctionele accommodatie Hengstdal. Nieuwe plannen die worden opgepakt zijn de aanleg van kunstgras voor v.v. Brakkensteijn, nieuwbouw van gymzalen in Hatert, en onderzoek naar aanpassing van de J. Massinkhal voor topsport, een zwembad in Oost en de mogelijkheden tot optimalisering van zwembad De Goffert. 4. Topsport: De nieuwe evenementenkalender 2004 zal wederom aansluiten de top - en breedtesport van Nijmegen. Het topsportersfonds krijgt vorm.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 22
Sport Programma Ruimte, wonen, sport Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 4410
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Verhogen sportdeelname
630511 DIW
-
1.580
2.137
2.234
2.834
2.834
Verenigingsondersteuning op maat
630512 DIW
-
247
135
135
135
135
(Multifunctionele) sportaccomodaties
630513 DIW
-
10.721
10.892
11.000
10.989
10.981
Topsport
630514 DIW Totaal lasten
-
71
27
27
27
27
0
12.619
13.191
13.396
13.985
13.977
Verhogen sportdeelname
630511 DIW
-
594
633
638
638
638
Verenigingsondersteuning op maat
630512 DIW
-
-
0
-
-
-
(Multifunctionele) sportaccomodaties
630513 DIW
-
1.592
1.485
1.485
1.485
1.485
Topsport
630514 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
2.186
2.118
2.123
2.123
2.123
0
10.433
11.073
11.273
11.862
11.854
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting In de budgetten 2004 e.v. zijn de extra bedragen verwerkt voor stimulering sportdeelname en evenementen. (nieuw beleid SB 2003-2006) € 322.000 in 2003 tot € 1.435.000 in 2006. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Ruimte, wonen, sport / pagina 23
Portefeuille Wijken, recreatie en spelen Programma's 5110 5210 5310
Wijkaanpak Openbare ruimte Recreatie en spelen
Wijkaanpak Programma Wijken, recreatie en spelen Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad
Nr 5110
Omschrijving Het programma wijkaanpak stuurt op een integrale aanpak van sociale, fysieke en economische problemen en kansen in wijken. Gedacht moet worden aan aspecten als veiligheid, ervaren overlast, jeugdproblematiek, staat van de openbare ruimte etc. Belangrijkste indicatoren hierbij zijn de waardering van de buurt en de waardering van de sociale kwaliteit. Veel van deze metingen vloeien voort uit de Stads- en Wijkmonitor. Analyse van de achterliggende problemen en het in beeld brengen van de te nemen maatregelen vindt plaats in nauwe samenspraak met de buurtbewoners en de verschillende maatschappelijke groepering die in de betrokken buurt (bedrijfsmatig) actief zijn. E.e.a wordt vastgelegd in Wijkaanpakplannen die uiteindelijk door ons College worden vastgesteld. Deze Wijkaanpakplannen geven de extra maatregelen aan die noodzakelijk zijn voor ombuiging van de ontwikkeling en zijn onder andere sturend voor een aantal andere programma’s van de Stadsbegroting. Andere producten van dit programma zijn convenanten, wijkbezoeken, opbouwen en onderhouden van wijknetwerken. De wijkaanpak bestrijkt de hele stad ingedeeld in 9 stadsdelen. Het wijkwethouderschap sluit hierop aan. Daarnaast sluit deze indeling aan op de indeling van het programma Openbare Ruimte en die van externe partners, zoals de politie. Doel De verbetering van de waardering van de wijk en buurt en de waardering van de kwaliteit en leefbaarheid door de buurtbewoners en de partijen die in die buurten en wijken maatschappelijk en bedrijfsmatig opereren. Hierbij geldt als uitgangspunt de betrokkenheid van wijkbewoners vergroten en het stimuleren van het zelforganiserend vermogen van wijkbewoners. Het zijn de wijkbewoners, maatschappelijke organisaties in de wijk en de gemeente die samen inhoud moeten geven aan programma’s en processen. Ons vraaggericht opstellen in het wijkgerichte werken zowel op productniveau als op beleidsniveau. Signalering In januari 2004 verschijnt de nieuwe Stads- en Wijkmonitor 2004. Deze monitor geeft de ontwikkeling op diverse deelterreinen in de wijken weer. Om de effectiviteit van de wijkaanpak te monitoren zullen we indicatoren selecteren die een goed beeld geven van de leefbaarheid. Deze monitor dient tevens, naast de opgebouwde professionele kennis in de wijk, als input voor de opbouw van het programma met aanpakplannen 2004. In 2003 zijn 5 wijkaanpakplannen vastgesteld. In 2004 wordt een zelfde aantal geprogrammeerd. Echter de keuze voor de wijken volgt uit de resultaten van de stad- en wijkmonitor die begin 2004 wordt opgeleverd. Daarnaast zullen diverse convenanten worden opgesteld. Ontwikkelingen In 2004 vind herijking en evaluatie van het product wijkaanpak plaats. De nieuw te starten wijkaanpakplannen worden geschoeid op een vernieuwde leest. Een wijkaanpakplan is een integraal uitvoeringsprogramma waarvoor de input vanuit wijkbewoners meer centraal komt te staan. In 2003 heeft het college de wijkaanpakplannen Spoorbuurt, Waterkwartier, Lent , Willemskwartier en Kolping vastgesteld. In 2004 zal, naast de nog te programmeren plannen, gestart worden met wijkaanpakplan Wolfskuil (voortvloeiend uit de wijkvisie Wolfskuil) en wijkaanpakplan Centrum (benedenstad en binnenstad).
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Wijken, recreatie en spelen / pagina 1
Wijkaanpak Programma Wijken, recreatie en spelen Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad Financiën
Nr 5110
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Wijkaccomodaties
630611 DIW
-
5.815
6.135
6.140
6.129
6.128
Bewonersbudget wijkaanpak
630612 DIW
-
0
0
-
-
-
Flexibele wijkaanpak
692300 DWS
-
552
522
604
604
604
Dukenburg-wijkaanpak
692301 DWS
-
447
568
547
547
547
Lindenholt-wijkaanpak
692302 DWS
-
210
246
238
238
238
Midden-Zuid-wijkaanpak
692303 DWS
-
308
273
266
266
266
Nieuw-West-wijkaanpak
692304 DWS
-
180
196
188
188
188
Oud-Oost-wijkaanpak
692305 DWS
-
132
140
134
134
134
Oud-West-wijkaanpak
692306 DWS
-
232
274
265
265
265
Stadscentrum-wijkaanpak
692307 DWS
-
184
204
199
204
210
Waalsprong-wijkaanpak
692308 DWS
-
115
97
95
95
95
Zuidrand-wijkaanpak
692309 DWS
-
111
151
142
142
142
Wijkposten
692310 DWS Totaal lasten
-
257
207
160
160
160
0
8.543
9.013
8.978
8.972
8.977 1.935
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Wijkaccomodaties
630611 DIW
-
1.750
1.935
1.935
1.935
Bewonersbudget wijkaanpak
630612 DIW
-
-
0
-
-
-
Flexibele wijkaanpak
692300 DWS
-
18
18
18
18
18
Dukenburg-wijkaanpak
692301 DWS
-
57
57
57
57
57
Lindenholt-wijkaanpak
692302 DWS
-
57
57
57
57
57
Midden-Zuid-wijkaanpak
692303 DWS
-
113
113
113
113
113
Nieuw-West-wijkaanpak
692304 DWS
-
57
57
57
57
57
Oud-Oost-wijkaanpak
692305 DWS
-
45
45
45
45
45
Oud-West-wijkaanpak
692306 DWS
-
57
57
57
57
57
Stadscentrum-wijkaanpak
692307 DWS
-
45
45
45
45
45
Waalsprong-wijkaanpak
692308 DWS
-
66
66
66
66
66
Zuidrand-wijkaanpak
692309 DWS
-
-
0
-
-
-
Wijkposten
692310 DWS Totaal baten
-
147
100
52
52
52
0
2.412
2.550
2.502
2.502
2.502
0
6.131
6.463
6.476
6.470
6.475
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Wijken, recreatie en spelen / pagina 2
Openbare ruimte Programma Wijken, recreatie en spelen Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 5210
Omschrijving In het kader van “schoon, heel en veilig” het beheren en schoon houden van de openbare ruimte in Nijmegen en het houden van toezicht op de naleving van de regels. Het beheren, schoonhouden en onderhouden van de openbare ruimte gebeurt integraal (IBOR). Het inzamelen van huishoudelijk afval beoogt bij te dragen aan het schoonhouden van de stad en een maximaal milieurendement te bereiken tegen zo laag mogelijke kosten. Het toezicht in de openbare ruimte wordt zoveel mogelijk integraal gedaan, parkeertoezicht, APV-handhaving en algemeen toezicht worden door dezelfde toezichthouder uitgevoerd. Met dit programma geeft ons College ook vorm aan de ontwikkeling van Nijmegen als groene stad. Het gaat hierbij om programmering en uitvoering van investeringen op basis van het Meerjarenplan Groen. Doel Centrale doelstelling is dat de Nijmeegse wijken voor haar bewoners en bedrijven schoon, heel en veilig moeten zijn. De verloedering moet worden tegengegaan op plekken waar mensen zich onprettig en onveilig voelen. De waardering van de Nijmegenaren voor hun woonomgeving moet beter worden: - overlast van zwerfvuil en hondenpoep moet minder worden - prettige en leefbare wijken met voldoende en goed onderhouden groen - klachten over vernielingen en overlast in de openbare ruimte moeten afnemen - verwijderen en opruimen van (huishoudelijk) afval moet met een zo hoog mogelijk milieurendement tegen zo laag mogelijke kosten Voor de investeringen in het openbaar groen is het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving speerpunt van ons beleid. In samenspraak met bewoners en gebruikers wordt bepaald hoe de buitenruimte wordt vormgegeven. Signalering Het beleidsplan IBOR geeft de richting aan om te komen tot een hogere onderhoudskwaliteit van de openbare ruimte. Daarbij is het technische uitgangspunt dat de komende jaren het totale onderhoudsbudget voor de openbare ruimte bijna moet verdubbelen (een stijging van € 2 tot 3 mln ), vooralsnog is ca. € 1 mln. aan extra middelen per jaar beschikbaar. Op basis van de ervaringen in de eerste wijken komen wij hier in 2004 op terug. We onderscheiden hierbij de volgende indicatoren: 1. In 2004 willen wij voor minimaal 5 wijken beheersplannen vaststellen. In 2006 zullen voor alle wijken beheersplannen zijn vastgesteld. Technische onderhoudstoestand en beeldkwaliteit in relatie tot IBOR-streefbeeld: deze indicatoren zullen wij nader uitwerken. 2. Beleving vuilheid/schoonheid buurt door de Nijmegenaren/ wijkbewoners: deze zal op stadsniveau minimaal gelijk moeten blijven (bron: Stadspeiling; rapportcijfer 2000: 6,5, voor 2003 nog onbekend); in de slecht scorende stadsdelen zal een verbetering moeten worden gehaald. 3. Beleving onderhoud groen door Nijmegenaren/ wijkbewoners (bron Stadspeiling). In 2000 was 60% van de inwoners tevreden over de onderhoudstoestand van het groen. De beleving van de onderhoudstoestand van het groen mag gemiddeld zeker niet lager worden; de wijken die lager scoren dan het gemiddelde verdienen extra aandacht zodat de tevredenheid daar met minimaal 5% stijgt. 4. Beleving van de openbare ruimte door Nijmegenaren/ wijkbewoners moet verbeteren. De beleving en waardering van de Nijmegenaren voor de openbare ruimte is in de jaren 1996-2000 slechter geworden (bron Stadspeiling); gegevens van 2003 zijn binnenkort bekend. Nijmegen scoort landelijk gezien gemiddeld, hetzelfde als Zwolle en vergelijkbaar met Eindhoven en Den Bosch. Arnhem, Breda en Maastricht scoren beter dan Nijmegen. 5. De belangrijkste milieuproblemen in de openbare ruimte in de ogen van de Nijmegenaren/wijkbewoners (zwerfvuil (30%) en hondenpoep (16%)) gaan wij aanpakken; met name het percentage ontevredenen over zwerfvuil willen wij de komende drie jaar significant laten dalen. 6. Aantal geregistreerde klachten bij de Bel & Herstellijn; hoewel we een afname nastreven van het aantal geregistreerde klachten, zal dit altijd in relatie moeten worden gezien met de resultaten bij de andere indicatoren; de klachtenaantallen zijn vooral goede indicators om de accenten te bepalen bij de wijkgerichte aanpak en de prioriteitsstelling bij Toezicht. 7. Voor de kwaliteit van het groen zijn nog geen goede indicatoren ontwikkeld (gebruikskwaliteit, beeldkwaliteit, ecologische kwaliteit). Het komend jaar zullen wij die ontwikkelen. Ontwikkelingen Via de integrale beheerplannen, waarvan er dit jaar 5 opgesteld worden, maar ook door wijkbezoeken van het college en het zorgen voor aanspreekpunten in de gemeentelijke organisatie wordt geluisterd naar wat mensen Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Wijken, recreatie en spelen / pagina 3
Openbare ruimte Programma Wijken, recreatie en spelen Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 5210
vinden van het onderhoud van de openbare ruimte. Het aantal stadsdeelbeheerders zal van 4 naar 6 worden uitgebreid. Klachten over zwerfvuil nemen we serieus en in 3 wijken wordt een onorthodoxe werkwijze uitgeprobeerd en onderzocht of dat voor andere delen van de stad ook kan werken. Dit mag nooit ten koste gaan van de milieudoelstellingen voor het afval inzamelen. Vanaf 2003 is er al 1 miljoen euro structureel extra uitgetrokken voor meer en beter toezicht in de openbare ruimte. We zetten teams per wijk in om preventief en zonodig ook streng op te treden. We gaan ook investeren om overlast van opdrukkende boomwortels in stoepen weg te werken. De bomen moeten meer ruimte krijgen en waar bomen onvoldoende groeiplek hebben, zullen we ze weg moeten halen en op betere plekken terug laten komen. Bij het vaststellen van kosten voor het gewenste onderhoudsniveau zal bovendien nadrukkelijker rekening worden gehouden met areaaluitbreidingen, het veranderen van inzichten ten gevolge van verhoging van kwaliteitsniveaus en bijdragen die worden geleverd aan een optimaal leef- en woonmilieu. De kosten hiervan worden voor een belangrijk deel gevonden door de dienstverleningsovereenkomst (DVO) die met ingang van 2004 opnieuw wordt afgesloten, jaarlijks met 1% te verminderen, zonder dat dit ten koste gaat van de dienstverlening aan de burgers van Nijmegen. Het aantal malen dat straten geveegd worden zal sterker bepaald worden door de actuele noodzaak. Ook zal er scherper worden toegezien of ongediertebestrijding echt nodig is voor de volksgezondheid, anders zullen burgers en bedrijven de kosten hiervoor zelf moeten opbrengen. In het programma Veiligheid wordt ruimte gemaakt voor het verbeteren van de openbare verlichting om het veiligheidsgevoel op een aantal plekken te verbeteren. Van het vanaf 2003 verhoogde budget voor het onderhoud van de openbare ruimte wordt ca. 3 ton ingezet om in 3 jaar tijd een investering te kunnen doen van ca. 3 miljoen om de overlast van boomwortels op stoepen en pleinen tegen te gaan. In het programma Veiligheid wordt ruimte gemaakt voor het verbeteren van de openbare verlichting om het veiligheidsgevoel op een aantal plekken te verbeteren. Om het veiligheidsgevoel te verbeteren wordt ook extra toezicht ingezet zodat mensen zich meer veilig voelen in hun buurt en verloedering wordt tegengegaan.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Wijken, recreatie en spelen / pagina 4
Openbare ruimte Programma Wijken, recreatie en spelen Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 5210
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Stadsbeheer
640523 DGG
-
689
706
706
706
706
Bel en herstellijn
640509 DGG
-
213
219
219
219
219
Toezicht openbare ruimte
640503 DGG
-
2.651
2.708
2.708
2.708
2.708
Inzameling huishoudelijk afval
640504 DGG
-
14.855
15.126
15.126
15.126
15.126
Ongediertebestrijding
640505 DGG
-
143
145
145
145
145
Straatreining
640506 DGG
-
4.903
4.993
4.993
4.993
4.993
Beheer openbaar groen
640507 DGG
-
5.997
6.289
6.408
6.545
6.618
Beheer algemene begraafplaatsen
640508 DGG Totaal lasten
-
49
61
61
60
60
0
29.500
30.247
30.366
30.502
30.575
Stadsbeheer
640523 DGG
-
313
313
313
313
313
Bel en herstellijn
640509 DGG
-
-
0
-
-
-
Toezicht openbare ruimte
640503 DGG
-
986
986
986
986
986 3.050
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Inzameling huishoudelijk afval
640504 DGG
-
2.700
2.700
3.050
3.050
Ongediertebestrijding
640505 DGG
-
20
20
20
20
20
Straatreining
640506 DGG
-
166
170
170
170
170
Beheer openbaar groen
640507 DGG
-
228
228
228
228
228
Beheer algemene begraafplaatsen
640508 DGG Totaal baten
-
0
0
-
-
-
0
4.413
4.417
4.767
4.767
4.767
0
25.087
25.830
25.599
25.735
25.808
Productgroepen saldo
Investeringen (bedragen x 1000 euro) Productgroepen investeringen Beheer openbaar groen
640507 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Beheer openbaar groen
640507 DGG
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Wijken, recreatie en spelen / pagina 5
Recreatie en spelen Programma Wijken, recreatie en spelen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 5310
Omschrijving Recreatie: Het instandhouden van bestaande regionale voorzieningen voor openluchtrecreatie en het leveren van een bijdrage aan de regionale visie op de openluchtrecreatie in Nijmegen en omstreken. Spelen: Het plannen en inrichten van een goede speelinfrastructuur. Onder speelinfrastructuur verstaan we de formele en informele speelruimte. De formele infrastructuur bestaat uit de twee stedelijke speeltuinen, de wijkspeeltuinen en de ingerichte speelplaatsen in de wijken. Doel Het in de gelegenheid stellen tot lichamelijke ontplooiing en ontspanning in de openlucht in Nijmegen en omstreken. Signalering 220 openbare speelplekken (ook vanaf 200-2007 zal het aantal speelplekken op 220 gehandhaafd worden : in de 'oude' stad vindt er een reductie plaats, in de Waalsprong een vermeerdring van het aantal speelplekken) 5 wijkspeeltuinen 2 stedelijke speeltuinen 4 kinderboerderijen Registratie naar gebruik recreatieve- en speelvoorzieningen naar wijken/leeftijd moet plaatsvinden 4 recreatieplassen 35 km recreatieve fietspaden Ontwikkelingen Spelen: In juni 2002 is het gemeentelijk beleid over speelplekken vastgesteld via de nota ‘kom je buiten spelen’. Het uitvoeringsprogramma 2004 geeft concreet aan welke speelplekken in welke wijken in 2004/2005 worden aangelegd en/of worden opgeknapt. In 2003 zijn de stedelijke speeltuinen doorgelicht. Dit de de basis voor nieuw beleid ten aanzien van de stedelijke speeltuinen De wijkprofielen worden uitgebreid met de recreatieve sportvoorzieningen. Recreatie: In 2004 zullen de plannen voor nieuwe recreatieve voorzieningen in de Waalsprong verder worden uitgewerkt. In 2004 wordt de camping de Kwakkenberg ontmanteld. De speerpunten uit de regionale recreatieve visie, die in 2003 is ontwikkeld en waarbij wij nauw betrokken zijn geweest, worden in 2004 verder uitgewerkt.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Wijken, recreatie en spelen / pagina 6
Recreatie en spelen Programma Wijken, recreatie en spelen Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 5310
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Openluchtrecreatie
630515 DIW
-
945
910
910
910
910
Speelvoorzieningen
630516 DIW Totaal lasten
-
1.458
1.404
1.478
1.548
1.605
0
2.403
2.314
2.388
2.458
2.515
Openluchtrecreatie
630515 DIW
-
199
159
159
159
159
Speelvoorzieningen
630516 DIW
-
468
508
508
508
508
0
667
667
667
667
667
0
1.736
1.647
1.721
1.791
1.848
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Totaal baten Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting In het budget 2003 en verdere jaren is een bedrag ad € 220.000,- aan investeringen meegenomen dat bij de Stadsbegroting 2003-2006 is toegekend voor het onderhoud van de openbare speelplekken. Hierdoor nemen jaarlijks de kapitaallasten toe. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Wijken, recreatie en spelen / pagina 7
Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur Programma's 6110 6120 6210 6220 6230 6310
Mobiliteit Bovengrondse infrastructuur Leefomgevingskwaliteit Duurzaamheid Integraal waterbeheer Kunst en cultuur
Mobiliteit Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6110
Omschrijving Nijmegen heeft als gemeente de wettelijke taak te zorgen voor de bereikbaarheid van de stad, de verkeersveiligheid en leefbaarheid. Afstemming in KAN-verband maakt onderdeel uit van die taak. In het programma Mobiliteit wordt het verkeers- en vervoerbeleid opgesteld en uitgevoerd. Wij zullen de uitvoering van de studies/maatregelen zoals opgenomen in de nota ‘Mobiliteit in Balans’ voortzetten. De in 2003 in gang gezette activiteiten worden voortgezet; daarnaast zal onze aandacht in 2004 met name uitgaan naar het uitvoeringsprogramma voor het openbaar vervoer, de uitvoering van de fietsprojecten, de ontwikkeling van stedelijk en regionaal dynamisch verkeersmanagement en de ontwikkeling van de zogenaamde ketenmobiliteit en transferia. Ook het parkeerbeleid zullen wij op een aantal onderdelen herijken en uitwerken. Doel Het verkeers- en vervoerbeleid is gericht op handhaving van de bereikbaarheid van de stad en de stadsdelen onderling, zoals verwoord in de nota Mobiliteit in Balans. Het motto in deze nota luidt: Het vormgeven van een herkenbaar, op uitvoering gericht mobiliteitsbeleid, waarbij een blijvende lokale- en regionale bereikbaarheid van Nijmegen in balans met leefbaarheid (o.a. veiligheid) en duurzaamheid wordt gegarandeerd. Bovendien zal een verkeers- en vervoersysteem met toekomstwaarde aan iedere burger de mogelijkheid moeten bieden gewenste verplaatsingen te kunnen maken met de daarvoor meest doelmatige vervoerwijze (combinatie). Er zijn vijf doelen onderscheiden die invulling moeten geven aan dit motto, deze zijn: 1. Het aanbieden van specifieke infrastructuur en voorzieningen van goede kwaliteit voor duurzame vervoerwijzen, zoals fiets en openbaar vervoer; 2. Het strategisch aanbieden en stimuleren van mobiliteitsdiensten; 3. Het beter benutten van de bestaande infrastructuur voor het gemotoriseerde verkeer; 4. Het aanbieden van een Duurzaam Veilig verkeers- en vervoersysteem; 5. Het veiligstellen van de bereikbaarheid en leefbaarheid van Nijmegen en de regio, gelet op de ontwikkelingen in de toekomst. Signalering Het is vrijwel onmogelijk om “bereikbaarheid” uit te drukken in één enkele te volgen indicator. Van een structureel monitoringsprogramma op basis van de beleidsdoelstellingen is nog geen sprake. Zo geeft de stadsenquête alleen resultaten over het gedrag van Nijmegenaren, of alleen van centrumbezoekers, de verkeerstellingen alleen aantallen op een bepaald (doorsnede)punt. Alleen de ongevalgegevens worden jaarlijks op dezelfde wijze gepresenteerd. Een goed inzicht in het fietsgebruik in de stad, of het ov-gebruik ontbreekt daardoor. In 2004 stellen wij een monitoringsprogramma dat ons wel in staat stelt om beleid te evalueren. Vooralsnog wordt de signalering slechts gericht op de volgende onderdelen: - In 2004 zal door de uitvoering van de programma’s op het vlak van fietsverkeer, openbaar vervoer en verkeersveiligheid invulling gegeven worden aan de mobiliteitsdoelstellingen: concreet: 3 snelfietsroutes, een 6tal OV-projecten en aanpak van 3 verkeersveiligheidsknelpunten..Het aantal verkeersslachtoffers zal de komende jaren verder moeten afnemen: namelijk van 410 in 2000 tot ruim 220 in 2010. - In de periode 1995 t/m 2002 is het aantal black spots van 16 tot 2 gedaald. Wij willen voor 2006 dit aantal teruggebracht hebben tot 0. Daarnaast gaan wij door met de aanpak van verkeersonveilige situaties. - Alle woongebieden moeten eind 2005 als 30 km-gebied zijn ingericht. Ontwikkelingen In 2004 zal het rijk naar verwachting het Nationaal Verkeers- en Vervoer Plan (NVVP) vaststellen; hierin en in de rijksbegroting zullen de plannen ontvouwd worden voor de korte en lange termijn op het gebied van Verkeer en Vervoer. Voor de korte termijn zullen wij samen met de partners in de regio er voor moeten waken dat de projecten op het vlak van mobiliteit rond Nijmegen hier niet of zo min mogelijk onder lijden. Ook het KAN en de provincie zullen met hun nieuwe Verkeersplannen komen. Het belang van een goede onderlinge afstemming van deze plannen wordt door alle betrokkenen in de regio onderkend. Voor Nijmegen zijn daarbij vooral de Stadsbrug en de realisering van Regiorail essentieel. De mobiliteit zal naar verwachting de komende jaren geleidelijk blijven groeien, waarbij vooral de groei van het autoverkeer vanwege de effecten op leefbaarheid en bereikbaarheid ons zorgen baart. Met name voor de Waaloverschrijdende verbindingen verwachten wij de komende jaren een forse groei als gevolg van de ruimtelijke ontwikkelingen. Voor het openbaar vervoer vormt een verbetering van de doorstroming een randvoorwaarde om de snelheid en Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 1
Mobiliteit Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6110
de betrouwbaarheid te bevorderen. Geleidelijk zal de openbaar vervoerbediening van de Waalsprong geïntensiveerd worden (uitbreiding frequentie bussen, opening definitieve NS-halte Lent). In het uitvoeringsprogramma openbaar vervoer wordt een onderbouwing en prioritering van te starten projecten aangegeven (waaronder busbaan Spoorkuil). Met de regio wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van Regiorail. Wij zullen een langetermijnvisie ontwikkelen voor een hoogwaardig openbaar vervoersysteem. Omdat het KAN opdrachtgever is voor het openbaar vervoer en Novio de vrijheid heeft om binnen de concessievoorschriften een lijnennet te ontwikkelen, bestaat de rol van de gemeente vooral uit het creëren van goede randvoorwaarden en intensief overleg met de betrokken partijen. Wij zullen extra middelen inzetten om maatregelen in de tarieven te ondersteunen. Het stimuleren van het fietsgebruik krijgt de komende jaren een forse impuls. Routes van en naar het centrum worden opgeknapt en speciale aandacht zal uitgaan naar schoolroutes. Nijmegen - Malden, Nijmegen - Wychen en Nijmegen - Berg en Dal zullen in 2004 verbeterd worden. In 2004 wordt er ook een belangrijke stap gezet in het opstellen van de MER Stadsbrug. Er zal een heldere visie moeten liggen op het stedelijk netwerk van wegen om projecten voor de doorstroming en veiligheid te realiseren. Dat heeft zijn beslag gekregen in de categorisering van het wegennet in 2003. De aanpak van ‘black spots’ wordt voortgezet. Parkeren in Nijmegen moet gebruikersvriendelijker. Overal waar de bezoeker van de stad naar toe worden verwezen kan weer met munten worden betaald. De apparatuur moet goed functioneren en voor de gebruiker goed te bedienen zijn. Klachten over het functioneren van apparatuur zullen snel en adequaat worden opgepakt om het imago van Nijmegen te herstellen. Verdergaande invoering van betaald parkeerzones is nodig om de overlast van uitwijkende parkeerder te beperken. In de westflank van het centrum worden plannen voor twee nieuwe parkeergarages verder uitgewerkt. In het kader van de taakafstotingsoperatie is besloten minder geld bij te dragen aan experimenten op het gebied van verkeer en vervoer.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 2
Mobiliteit Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 6110
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Verkeersbeleid
640517 DGG
-
729
773
773
773
773
Verkeersvoorzieningen
640518 DGG
-
484
558
597
634
658
Openbaar vervoer
640519 DGG
-
936
674
795
821
810
Experimenten + subsidies
640520 DGG
-
87
89
89
89
89
Parkeren + regulering
640521 DGG
-
7.438
7.646
7.450
7.407
7.272
Fietsparkeren+ regulering
640522 DGG Totaal lasten
-
333
341
341
341
341
0
10.007
10.081
10.045
10.065
9.943
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Verkeersbeleid
640517 DGG
-
0
0
-
-
-
Verkeersvoorzieningen
640518 DGG
-
0
0
-
-
-
Openbaar vervoer
640519 DGG
-
67
67
67
67
67
Experimenten + subsidies
640520 DGG
-
0
0
-
-
-
Parkeren + regulering
640521 DGG
-
10.771
10.771
10.771
10.771
10.771
Fietsparkeren+ regulering
640522 DGG Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
10.838
10.838
10.838
10.838
10.838
0
-831
-757
-793
-773
-895
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen investeringen Verkeersvoorzieningen
640518 DGG
0
0
0
0
Openbaar vervoer
640519 DGG
0
0
0
0
Parkeren + regulering
640521 DGG
0 0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Verkeersvoorzieningen
640518 DGG
0
0
0
0
Openbaar vervoer
640519 DGG
0
0
0
0
Parkeren + regulering
640521 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 3
Bovengrondse infrastructuur Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6120
Omschrijving Het realiseren en in standhouden van grootschalige infrastructuur en het ontwikkelen van de kwaliteiten van Nijmegen als groene stad. Vanuit dit programma zijn er belangrijke dwarsverbanden met de programma’s Openbare ruimte vanwege het onderhoud en de groeninvesteringen en Mobiliteit vanwege de relatie van de investeringen met de daar genoemde beleidsdoelstellingen. Infrastructuurbeleid is met name afgeleid uit een visie op hoofdwegen en het gebruik er van door auto, fiets en openbaar vervoer. In het IBOR-beleidsplan is de lijn uitgezet met betrekking tot de instandhouding en reconstructie van de ‘kapitaalgoederen’ in de Nijmeegse openbare ruimte. Op basis hiervan is een traject gestart om de achterstand in het onderhoud in te lopen. Voor het groenbeleid is het groenstructuurplan “Nijmegen rijk aan groen” richtinggevend om Nijmegen als leefbare en groene stad te ontwikkelen. Het beleid ten aanzien van bossen en natuurterreinen is in de Bosbeheervisie 2000 vastgelegd. Doel Wegen, straten, pleinen In het kader van de wettelijke taken als wegbeheerder (verwoord in de Wegenwet en de Gemeentewet) het instandhouden en zo mogelijk verbeteren van de bovengrondse infrastructuur . - optimaal inzetten van de beschikbare middelen voor onderhoud en investeringen - het voorkomen van gevaarlijke en kritieke situaties - bij de programmering ‘werk met werk’ maken. Groen en natuur Versterken en duurzaam instandhouden en beheren van de gemeentelijke groengebieden, bossen en andere natuurterreinen is het primaire doel van het groen- en natuurbeleid, met speciale aandacht voor de bedreigde flora en fauna. - aansluiten op de nieuwe landelijke en Europese regelgeving. - het vastleggen van een hoofdgroenstructuur als groene contramal voor de stad - aandacht voor de bestaande en potentiële natuurwaarde van de stad - versterking van het groen in de stadsranden en de natuur- en recreatievoorzieningen om de stad Bij zowel de infrastructurele ingrepen als bij het beheren en ontwikkelen van het groen is het verkrijgen van zo veel mogelijk draagvlak bij bewoners en gebruikers voor ons een belangrijke doelstelling. Signalering Wegen, straten, pleinen De signalering voor wegen is af te leiden uit het aantal klachten, aansprakelijkheidstellingen e.d. Alvorens deze echter geschikt zijn om geobjectiveerd en gefundeerde conclusies daaraan te verbinden worden in 2004 de beschikbare gegevens zodanig be- en verwerkt dat vanuit vergelijking met voorgaande jaren en landelijke gegevens een objectief en meetbare resultaat en inzicht kan worden gegeven. - Vervangingsinvesteringen zo lang mogelijk uitstellen. Enerzijds door onderhoudsbudgetten optimaal in zetten om daarmee de levensduur van kapitaalgoederen te verlengen. Anderzijds door bij reconstructie en herinrichting uit te gaan van een sobere doelmatige inrichting en materiaalgebruik waardoor het toekomstig beheer en onderhoud daarvan zeker wordt gesteld. - Tot 2007 zullen wij voor zowel onderhoud als aanleg van bovengrondse infrastructuur meerjarenprogramma’s vaststellen en ook daadwerkelijk uitvoeren, tenzij hiervoor motiveerbare afwijkingen zijn. Groen en natuur Aandacht voor de bestaande en potentiële natuurwaarde van de stad kent zowel kwantitatieve als kwalitatieve elementen. - Kwantitatief zal de oppervlakte groen per inwoner voor slecht voorziene stadsdelen (Nijmegen-West) verbeterd moeten worden. De omvang van grootschalige waardevolle groenstructuren dient grosso modo niet te verminderen. - Kwaliteit is deels een subjectief begrip, deels is het te objectiveren door middel van kengetallen en metingen. Beide zijn daarbij belangrijk. Het doel van het groenbeleid is te komen tot zowel een ervaarbare als meetbare verbetering van groen leefomgevingkwaliteit. De indicatoren om de kwaliteit van het groen te meten worden in 2004 nader benoemd Ontwikkelingen Wegen, straten, pleinen Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 4
Bovengrondse infrastructuur Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6120
Voor 2004 zullen wij via het POR (Programmering Openbare Ruimte) een financiële impuls realiseren om de achterstalligheid van het onderhoud in de bovengrondse infrastructuur weg te werken. Vanuit het investeringsprogramma fietsinfrastructuur worden de fietsprojecten voor de komende jaren geprogrammeerd en uitgevoerd. De realisering van de fietsbrug over de Waal langs het spoor is gereed. Wij zullen de effecten van de ‘stille wegdekken’ evalueren, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de woon- en De DVM maatregelen op de Singels zullen wij verderop hun effect beoordelen en verder uitwerken. Ook voor de onderdelen die buiten de wijkgerichte aanpak vallen (zoals hoofdwegen) zullen wij met een voortel komen voor een programmering van onderhoud en vervanging. Bij areaaluitbreidingen zal uitdrukkelijk aandacht worden besteed aan de gevolgen voor onderhoud en exploitatie. Groen en natuur 1. Verder vormgegeven aan gedachtegoed van Groenstructuurplan Nijmegen Rijk aan Groen door: - vastleggen van de hoofdgroenstructuur als groene contramal van de stad, - de projecten uit de kadernota Bomen uit te voeren, - versterking van het groen in de stad. Investeringen in grootschalige projecten zoals Kronenburgerpark, Park West en Brakkenstein. In de wijken wordt via kleinschalige aanpassingen of reconstructies aan dit beleid vormgegeven, - versterking van het groen om de stad. De kans van slagen van projecten in de stadsrand (Ooijpolder en De Woerdt) is ons College afhankelijk van de bereidheid tot medewerking door buurgemeenten, KAN, provincie en Rijk. 2. De aanscherping van de natuurwetgeving bestaande uit de nieuwe Flora en Faunawet, de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn vragen om een zorgvuldige afweging t.a.v. beschermde en bedreigde plant- en diersoorten. Om adequaat te kunnen voldoen aan deze wetgeving is verspreiding van het gedachtegoed uit het Biodiversiteitplan noodzakelijk: - met behulp van een kaartbeeld is een kader geschapen waar stedelijke ontwikkeling mogelijk is zonder daarbij de aanwezige ecologische kwaliteit verloren te laten gaan, - bij het uitvoeren van beheer- en onderhoudswerkzaamheden rekening houden met de flora en fauna, - een goede inventarisatie van de aanwezige soorten is noodzakelijk. Binnen alle projecten en ontwikkelingen zal deze inventarisatie gestart worden. Daarnaast is het belangrijk om over de gegevens voor de gehele stad te beschikken. - Bij nieuwe ontwikkelingen en stedelijke plannen zullen wij in een vroeg stadium inspelen op het voorkomen van bedreigde soorten . - Het is nog onduidelijk wat de rijksvoornemens zijn met de 5de nota ruimtelijke Ordening en de daarin aangegeven rode en groene contouren. Ons beleid sluit op dit moment overigens goed aan op deze contouren.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 5
Bovengrondse infrastructuur Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 6120
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Nagekomen baten en lasten
640061 DGG
942
118
120
120
120
120
Inkoop
640060 DGG
72
0
0
-
-
-
Algemeen beleidsadvies
640510 DGG
-
183
189
189
189
189 9.597
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Wegen straten pleinen
640511 DGG
-
8.509
8.744
9.185
9.504
Bruggen tunnels viaducten
640512 DGG
-
572
539
534
528
513
Openbare verlichting/verkeersregelinst.
640513 DGG
-
2.856
2.720
2.715
2.712
2.698
Beleid openbaar groen
640514 DGG Totaal lasten
-
41
44
44
44
44
1.014
12.279
12.356
12.787
13.097
13.161
Nagekomen baten en lasten
640061 DGG
-19
0
0
-
-
-
Inkoop
640060 DGG
0
0
0
-
-
-
Algemeen beleidsadvies
640510 DGG
-
0
0
-
-
-
Wegen straten pleinen
640511 DGG
-
274
219
219
219
219
Productgroepen baten
Bruggen tunnels viaducten
640512 DGG
-
-
0
-
-
-
Openbare verlichting/verkeersregelinst.
640513 DGG
-
56
56
56
56
56
Beleid openbaar groen
640514 DGG Totaal baten
-
-
0
-
-
-
-19
330
275
275
275
275
1.033
11.949
12.081
12.512
12.822
12.886
Productgroepen saldo
Investeringen (bedragen x 1000 euro) Productgroepen investeringen Wegen straten pleinen
640511 DGG
0
0
0
0
Bruggen tunnels viaducten
640512 DGG
0
0
0
0
Openbare verlichting/verkeersregelinst.
640513 DGG
0 0
0
0
0
0
0
0 0
Productgroepen investeringsbijdragen Wegen straten pleinen
640511 DGG
0
0
0
Bruggen tunnels viaducten
640512 DGG
-
-
-
-
Openbare verlichting/verkeersregelinst.
640513 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 6
Leefomgevingskwaliteit Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6210
Omschrijving Het uitgangspunt voor ons beleid is het bestaande milieubeleidplan (2002) dat een veilige en gezonde leefomgeving voor de inwoners van Nijmegen beoogt. Dit programma kent een nauwe relatie met het programma ‘lduurzaamheid’. Daar waar ‘duurzaamheid’ zich voornamelijk richt op het “daar en straks” (zuinig omgaan met energie, lucht, bodem etc) , focussen we ons bij dit programma op het “hier en nu” (beperking van hinder, veiligheids- en gezondheidsrisico’s) . Inbreuken op deze leefomgeving ten gevolge van geluid-, stof- en stankhinder t.g.v. bedrijfsactiviteiten en verkeer, voorkomen wij zoveel mogelijk. Via vergunningverlening, handhaving en het uitvoering geven aan het afval-, geluid-, lucht- en veiligheidsbeleid, willen wij de leefomgevingskwaliteit behouden en waar mogelijk verbeteren. Wij maken daarbij gebruik van specifieke deskundigheid van derden en werken samen met andere overheden, milieugroeperingen, burgers en het bedrijfsleven. Klachten van burgers over inbreuken op de leefomgeving nemen we serieus en worden waar mogelijk verholpen. Via dit programma dragen wij bij aan de uitvoering en ontwikkeling van het Grote Steden Beleid. Het programma leefomgevingskwaliteit heeft verder belangrijke relaties met de programma’s “Mobiliteit” en “Openbare Ruimte”. Doel - Het behouden en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit in de stad. - Nijmegenaren moeten het gevoel hebben te leven in een veilige en gezonde leefomgeving en moeten er van op aan kunnen dat inbreuken op deze leefomgeving worden voorkomen. Wij communiceren doel(groep) gericht over de bereikte resultaten. - Klachten van burgers over inbreuken op de leefomgeving nemen wij serieus en worden waar mogelijk verholpen. Signalering - Per 1-1-2006 zijn alle milieuvergunningen actueel met inachtneming van de uitgangspunten van het plan van aanpak vergunningverlening. - In 2004 worden volgens de door de raad vastgestelde frequentie ca. 1275 bedrijven gecontroleerd. - Registratie en adequate behandeling en afhandeling van milieuklachten - Realisatie van de in het plan van aanpak Luchtkwaliteit opgenomen gefaseerde doelstellingen ten aanzien van bedrijven, huishoudens en verkeer. - Realisatie van de uit het Landelijke Afvalbeleidsplan voortvloeiende doelstellingen. - Realisatie Stolp en ontwikkelen gebiedsgericht milieubeleid Nijmegen West/Weurt. - Het inbrengen van milieuaspecten en -doelstellingen in het in 2004 te verschijnen meerjarig ontwikkelingsplan 2005-2009 voor het Grote Stedenbeleid. Ontwikkelingen 1. De aandacht voor het verlenen van adequate vergunningen en de handhaving daarvan blijft onverminderd groot. Per 1-1-2005 dienen wij te voldoen aan de landelijke vastgestelde kwaliteitscriteria voor de milieuhandhaving. In dit kader zal ook aandacht zijn voor de samenwerking met andere overheden. 2. Nijmegen West blijft de komende jaren een belangrijke uitdaging op het gebied van de leefomgevingskwaliteit. Via de stolp-benadering krijgen we inzicht in de huidige milieukwaliteit van het gebied. In samenwerking met de provincie Gelderland stellen we de toekomstige milieukwaliteit voor dit gebied vast. 3. De landelijke wet- en regelgeving m.b.t. tot externe veiligheid is momenteel fors in beweging. Voor bedrijven met specifieke veiligheidsrisico’s, zoals L.P.G. tankstations, is inmiddels een specifiek landelijk saneringbeleid in ontwikkeling. Tevens is aandacht voor de mogelijke veiligheidsrisico’s die het vervoer van gevaarlijke stoffen met zich meebrengt. Landelijk speelt daarbij de vraag in hoeverre het economisch belang nog opweegt tegen de risico’s. 4. De Wet geluidhinder zal in 2 fasen worden gewijzigd. Deze wijzigingen leiden tot meer flexibiliteit en bieden meer ruimte voor lokale afwegingen. De invoering van een Europese standaard geluidmaat vraagt om nieuwe technieken. Of en in hoeverre deze technieken invloed hebben op bestaande geluidscontouren/zones is op dit moment nog niet te overzien. 5. De in 2004 vast te stellen Nota Stedelijke Luchtkwaliteit zal richtinggevend zijn voor de terugdringing van luchtverontreiniging door bedrijven, huishoudens en verkeer binnen Nijmegen. 6. Het monitoren van milieugegevens zal een duidelijker plaats krijgen binnen de beleidscyclus als evaluatie- en bijsturingsinstrument. Het in het DIBB benoemen van indicatoren en het opnemen van meetbare doelstellingen zal hiertoe een impuls geven. 7. In het verlengde van de onlangs vastgestelde gemeentebrede communicatiestrategie verbeteren wij de communicatie over onze milieu-inspanningen. Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 7
Leefomgevingskwaliteit Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6210
8. Binnen dit programma zal €15.000,- bezuinigd worden in het kader van de taakafstotingsopdracht ‘milieu minder beleid’.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 8
Leefomgevingskwaliteit Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 6210
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Bestuursondersteuning
640045 DGG
87
59
59
59
59
59
Leefomgevingskwaliteit algemeen
640600 DGG
1.004
1.174
1.197
1.197
1.197
1.197
Mileubeheer bedrijven MKB
640601 DGG
1.216
1.159
1.206
1.206
1.206
1.206
Mileubeheer bedrijven industrie
640602 DGG
957
955
1.149
1.149
1.149
1.149
Bodem
640603 DGG
114
498
396
387
378
369
Geluid
640604 DGG
1.206
704
681
676
671
666
Afval
640605 DGG
33
104
107
107
107
107
Lucht
640606 DGG
106
116
140
140
140
140
Bossen
640516 DGG Totaal lasten
-
134
137
137
137
137
4.723
4.903
5.072
5.058
5.044
5.030
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten Bestuursondersteuning
640045 DGG
-
-
0
-
-
-
Leefomgevingskwaliteit algemeen
640600 DGG
356
551
564
564
564
564
Mileubeheer bedrijven MKB
640601 DGG
63
8
8
8
8
8
Mileubeheer bedrijven industrie
640602 DGG
42
0
0
-
-
-
Bodem
640603 DGG
0
0
0
-
-
-
Geluid
640604 DGG
355
186
188
188
188
188
Afval
640605 DGG
0
0
0
-
-
-
Lucht
640606 DGG
39
48
49
49
49
49
Bossen
640516 DGG Totaal baten
-
48
48
48
48
48
855
841
857
857
857
857
3.868
4.062
4.215
4.201
4.187
4.173
Productgroepen saldo
Investeringen (bedragen x 1000 euro) Productgroepen investeringen Bodem
640603 DGG
0
0
0
0
Geluid
640604 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Bodem
640603 DGG
0
0
0
0
Geluid
640604 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 9
Duurzaamheid Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6220
Omschrijving Het uitgangspunt voor het milieubeleid is het bestaande Milieubeleidsplan (2002) dat een duurzame ontwikkeling van Nijmegen beoogt. Het programma kent een nauwe relatie met het programma ‘leefomgevingskwaliteit’. Daar waar ‘leefomgevingskwaliteit’ zich voornamelijk richt op het “hier en nu” (beperking van hinder, veiligheids- en gezondheidsrisico’s), focussen we ons bij dit programma op het “daar en straks” (zuinig omgaan met energie, lucht, bodem etc) . We werken aan een goede balans tussen wonen, werken en leven en een schoon, gezond en veilig milieu voor nu en in de toekomst. We zijn zuinig op bodem, water en lucht. We beperken afvalstromen en energieverbruik en we zoeken naar milieuvriendelijke vormen van energieopwekking. Zuinig omgaan met ruimte is voor ons uitgangspunt. Het programma duurzaamheid kent verder belangrijke relaties met andere gemeentelijke programma’s op het gebied van het Grote Stedenbeleid, bouwen en wonen, integraal waterbeheer en ruimtelijke en economische ontwikkeling. Doel - In 2005 hebben we een compleet beeld van alle bodemverontreinigingen binnen de gemeentegrens. We zorgen dat in 2023 alle gevallen van ernstige bodemverontreiniging zijn opgelost. - We werken mee aan het landelijk Klimaatplan en kiezen daarbij voor een hoge maar haalbare CO2 reductie (categorie ‘voorloper’). - In 2006 hebben wij 10 megawatt milieuvriendelijke energieopwekking en kopen wij energie maximaal milieuvriendelijk in. - We realiseren de doelstellingen van het Nijmeegs Waterplan 2001 (binnen het programma Integraal waterbeheer). - Er is een volwaardige inbreng van duurzaamheidsaspecten in milieugerelateerde beleidsvelden als ruimtelijke ordening, bouwen en wonen, mobiliteit, economische bedrijvigheid en bedrijfsinterne milieuzorg. Signalering - In 2005 hebben we een inventarisatie van landsdekkend beeld van de bodemkwaliteit gereed. - In 2004 hebben wij in samenwerking met de provincie en de buurgemeenten een regionaal plan voor de plaatsing van windturbines. Onze inzet daarbij is tenminste 10 megawatt te realiseren. - In 2004 hebben we een eigen zonnecentrale voor de energievoorziening van het stadhuis. - Voor 2 tot 3% van de bestaande woningen wordt een EPA advies opgesteld en uitgevoerd. - We voeren het waterplan uit conform de daarin opgenomen planning. - Bij alle stedelijke ontwikkelingsplannen is een integraal milieuadvies opgenomen. - Bij de (her)ontwikkeling van industrieterreinen wordt een doelstelling voor hergebruik en beperking van reststoffen opgenomen. Speerpunt daarbij is Nijmegen west. - In 2004 starten wij met het uitvoeren van het in 2003 opgestelde plan voor Bedrijfsinterne milieuzorg. - We bereiken 60% van de basisscholieren met natuur- en milieueducatie (NME). Ontwikkelingen 1. De gemeente heeft ten aanzien van duurzame ontwikkeling steeds meer te maken met europese richtlijnen en eigen Nederlandse milieuregelgeving. Deze steeds verdergaande ontwikkeling van de milieu wet- en regelgeving hebben impact op ruimtelijke planprocessen. 2. Uitwerking van het NMP4 hoofdstuk leefomgevingskwaliteit door de provincie (Gelders Milieuplan 3) leidt tot wettelijke waarden voor de milieukwaliteit in de leefomgeving gebonden aan de gebiedstypologie (industriegebeid, woonwijk etc.). Nijmegen zal haar eigen instrumentarium (milieustreefbeelden) op aan moeten passen. 3. Samen met IPO en VNG wil VROM lokale milieueisen in de bouwvoorschriften saneren en onder brengen in het bouwbesluit. Hiermee kan lokale regelgeving op het gebied van duurzaam bouwen (DuBo convenant) op de helling komen te staan. 4. Mondiaal zullen binnen de huidige collegeperiode de onderhandelingen starten als vervolg op het Kyoto I verdrag. Verwacht wordt dat hierbij geregeld wordt dat gemeenten een verplichte taakstelling krijgen ten aanzien van CO2 reductie. 5. Natuur en Milieueducatie is in Nijmegen al jarenlang een succes. Momenteel wordt de helft van de basisscholieren bereikt. Door de NME organisaties is een uitgewerkt voorstel gedaan dit uit te breiden naar 60%. Daarnaast start er een pilot met milieueducatie op middelbare scholen gesubsidieerd in het kader van het programma leren voor duurzaamheid. Beide ontwikkelingen kunnen voor €75.000,- structureel worden gemaakt. Wij zullen uw raad hiertoe begin 2004 een voorstel doen. 6. Binnen dit programma zal €85.000 bezuinigd worden in het kader van de taakafstotingsopdracht ‘milieu Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 10
Duurzaamheid Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6220
minder beleid’.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 11
Duurzaamheid Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 6220
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Duurzaamheid algemeen
640607 DGG
337
375
388
388
388
388
Bodem
640608 DGG
993
1.659
1.804
1.804
1.804
1.804
Water
640609 DGG
43
61
63
63
63
63
Energie
640610 DGG Totaal lasten
136
152
157
157
157
157
1.509
2.247
2.412
2.412
2.412
2.412
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten Duurzaamheid algemeen
640607 DGG
30
75
77
77
77
77
Bodem
640608 DGG
237
1.337
1.427
1.427
1.427
1.427
Water
640609 DGG
3
8
8
8
8
8
Energie
640610 DGG Totaal baten
33
32
33
33
33
33
303
1.452
1.545
1.545
1.545
1.545
1.206
795
867
867
867
867
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 12
Integraal waterbeheer Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied
Nr 6230
Omschrijving Integraal waterbeheer is de zorg voor riolering en de waterhuishouding in de stad. Het gaat over hoe wij als samenleving omgaan met water en hoe wij de voorzieningen daarvoor aanleggen, beheren en onderhouden. Het is een wettelijke taak van de gemeente om de volksgezondheid op dit punt te beschermen. Doel Samen met de Nijmegenaren duurzaam omgaan met water en waterpartijen in de stad, het inzamelen en ter zuivering afvoeren van het afvalwater. Het afvoeren van overtollig water uit het openbaar gebied om overstroming en overlast tegen te gaan. - zuinig omgaan met water - het zo veel mogelijk afkoppelen van betrokken verharde oppervlak, in 2010 26% en in 2015 35% - een kwalitatief volwaardig afwateringsstelsel Signalering - Het watergebruik per huishouden is in 2001 gedaald ten opzichte van dat van 2000 van 140 naar 134 m3. Ons staat een verdere daling voor ogen; de kwantitatieve invulling van deze indicator werken wij in 2004 nader uit. - De afkoppelingsdoelstelling is in het Waterplan Nijmegen 2001 vertaald in concrete resultaatindicatoren per jaar. Het afkoppelen van verhard oppervlak is door vertraging in de uitvoering van een aantal werken trager verlopen dan gepland. De achterstand kan niet op korte termijn ingehaald worden; eind 2004 willen wij daarom 9,9% van het verharde oppervlak afgekoppeld hebben, eind 2005 12,5% . Het extern overeengekomen doel om in 2010 26 % afgekoppeld te hebben blijft gehandhaafd. - 50% van de oorspronkelijk totale vuiluitworp vanuit de riolering naar de Waal zal in 2005 niet meer voorkomen. - vernieuwen van slechte rioleringen en regelmatig inspecteren en reinigen van het riool. Op basis van de resultaten van een landelijke benchmark willen wij de komende jaren vooral de afhandeling van de klachten versnellen (nu nog 1 tot 5 dagen). Het vergroten van de actualiteit van de kennis over het kwaliteitsbeeld van de riolering (inspectiefrequentie is momenteel 1 x per 28 jaar) en de wijze waarop, komt aan de orde in het nieuwe GRP. In het kader daarvan leggen wij tevens de vertaling van een en ander in concrete resultaatindicatoren aan u voor. Ontwikkelingen Belangrijk voor de toekomst, niet in het minst voor wat betreft de financiële kant ervan, is het opstellen en aan de Raad voorleggen van het nieuwe gemeentelijke Rioleringsplan (GRP2005). Drinkwaterbesparing blijft een belangrijk item. In het kader van het waterplan zal in 2004 weer een waterweek worden georganiseerd waarbij dit bij burgers en bedrijven onder de aandacht wordt gebracht. Op basis van een in de winter 2003/2004 te ontwikkelen strijdplan krijgt het afkoppelen van verhard oppervlak in 2004 een nieuwe impuls. Ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater in de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt beginnen we met de planuitwerking voor de herinrichting van 12 % ervan. Van de noodzakelijke milieumaatregelen worden in 2004 alle panden die nog niet op de riolering waren aangesloten, en waarvoor aansluiting vereist is,alsnog aangesloten. De vernieuwingsinspanning voor riolering zich dit jaar vooral op Nijmegen-West en Lent. Het calamiteitenonderhoud zal een onevenredig groot beslag blijven leggen op het beschikbare budget.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 13
Integraal waterbeheer Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DGG: Grondgebied Financiën
Nr 6230
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Riolen, rioolgemalen en waterhuishuid.
640034 DGG
12.722
-
0
-
-
-
Rioleringen
640515 DGG Totaal lasten
-
9.611
9.948
9.999
9.970
9.904
12.722
9.611
9.948
9.999
9.970
9.904
Riolen, rioolgemalen en waterhuishuid.
640034 DGG
5.240
0
0
-
-
-
Rioleringen
640515 DGG
-
2.468
2.468
2.468
2.468
2.468
5.240
2.468
2.468
2.468
2.468
2.468
7.482
7.143
7.480
7.531
7.502
7.436
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Totaal baten Productgroepen saldo
Investeringen (bedragen x 1000 euro) Productgroepen investeringen Rioleringen
640515 DGG
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Rioleringen
640515 DGG
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 14
Kunst en cultuur Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 6310
Omschrijving Kunst en cultuur dragen bij aan het versterken van de identiteit van de stad Nijmegen, die zich kenmerkt door eigenzinnigheid, kleinschaligheid en tegendraadsheid. De gemeente ondersteunt een breed scala aan disciplines te weten: muziek, film, theater, kunst- en cultuureducatie, musea en beeldende kunst. Het programma kunst en cultuur stimuleert de deelname aan kunst en cultuur via een aanbod van actviteiten en voorzieningen. Vervolgens faciliteert de gemeente professionele kunst- en cultuurproductie (kunstnaars, kunstenaarsinitiatieven en broedplaatsen, jeugdtheater) en amateuristische kunstbeoefening ( muziek, theater, zang). Doel Het creeeren van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat waarin de inwoners zich kunnen ontspannen en ontplooien door kunst en cultuur te beleven en er actief mee bezig te zijn. Het zorgen voor een omgeving waarin kunstenaars en productiegezelschappen inspiratie vinden om bij te dragen aan vernieuwend aanbod en artistieke kwaliteit. Handhaven van het aantal inwoners dat deelneemt aan kunst en cultuu Signalering 80% van de inwoners (18 jaar en ouder) van de gemeente Nijmegen neemt deel aan enige vorm van kunst en cultuur. Er worden in de collegeperiode 2003 - 2006 vier culturele broedplaatsen gerealiseerd. Ontwikkelingen Beeldende kunst: Het evenwicht tussen de vier pijlers van de beeldende kunst ( kunstaankopen, opdrachten openbare ruimte, infrastructuur en activiteiten) staat onder druk als gevolg van bezuingingen. De bezuinigingen richten zich met name op de instellingen die de infrastructuur voor beeldende kunst vormen (st. Dak, kunstenaarsinitiatieven, centrum voor beeldende kunst.). Deze instellingen zien we als onmisbaar om kunstproductie te stimuleren en we zullen voorstellen voorbereiden om hun functie te behouden. Het deelnemen aan kunst- en cultuureducatie heeft grote invloed op blijvende cultuurparticipatie. Begin 2004 zal de nieuwe budgetovereenkomst met De Lindenberg aan de raad worden voorgelegd. Wij zullen de raad tevens een voorstel doen over een nieuwe huisvesting van De Lindenberg die past bij de hedendaagse vraag. Aan de hand van een onderzoek naar het gewenste Nijmeegse podiumprofiel zal u een kadernotitie voor de gemeentelijke subsidie aan de Nijmeegse podia worden voorgelegd. Hierbij zal een advies worden gegeven over de bijdrage van de podia aan de speerpunten film en muziek. Vervolgens zullen de budgetovereenkomsten met Lux, Doornroosje, Steigertheater en de Lindenberg worden voorbereid. De openbare bibliotheek exploiteert in 2004 een wijkvoorziening nieuwe stijl in de wijk Neerbosch Oost, deze dient als pilot ter voorbereiding van de besluitvorming over een nieuw spreidingsbeleid. Op basis hiervan zullen wij een voorstel aan de raad voorbereiden over de spreiding van het bibliotheekaanbod in de stad. In 2004 zal de vernieuwde arsenaal in gebruik worden genomen. De culturele functies worden ingevuld op basis van het raadsbesluit van medio 2003. . Samen met de partners KUN, Raad van Kerken en LUX wordt een besluit voorbereid over de invulling van de Marienburgkapel als debatcentrum. De huidige indeling van het dibb-programma in de productgroepen culturele infrastructuur, verbreding, verankering en verbinding ervaren we niet langer als geschikt voor besturing van een transparant cultuurbeleid. Wij bereiden een voorstel voor om te komen tot een andere indeling op produktgroepniveau. Vooruitlopende daarop onderscheiden we binnen de bestaande productgroepen de disciplines muziek, film, theater, beeldende kunst, musea, media, cultuureducatie, amateurkunst en de culturele evenementen en culturele activiteiten.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 15
Kunst en cultuur Programma Verkeer, milieu, cultuur Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 6310
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Verbinding:samenwerking,bundeling kracht 630554 DIW
-
15
15
15
15
15
Culturele infrastructuur
630551 DIW
-
11.239
10.914
11.040
11.038
11.021
Verbreding naar een krachtiger fundament
630552 DIW
-
661
992
1.099
1.201
1.269
Verankering naar een grotere spreiding
630553 DIW Totaal lasten
-
4.346
4.372
4.362
4.358
4.333
0
16.261
16.293
16.516
16.612
16.638
Verbinding:samenwerking,bundeling kracht 630554 DIW
-
-
0
-
-
-
Culturele infrastructuur
630551 DIW
-
114
115
115
115
115
Verbreding naar een krachtiger fundament
630552 DIW
-
162
154
154
154
154
Verankering naar een grotere spreiding
630553 DIW Totaal baten
-
383
292
292
292
292
0
659
561
561
561
561
0
15.602
15.732
15.955
16.051
16.077
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting De stijiging van de lasten worden voornamelijk veroorzaakt door de toename van de kapitaallasten, voortvloeiend uit de voorgenomen investeringen ( Accommodaties) o.g.v. het Investeringsplan 2004. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Verkeer, milieu, cultuur / pagina 16
Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Programma's 7110 7120 7210 7220 7230 7310 7320 7330 7410
Onderwijs Volwasseneducatie Samenlevingsopbouw Integraal jeugdbeleid Kinderopvang Openbare gezondheidszorg Maatschappelijke zorg en dienstverlening Ouderen en mensen met functiebeperking Grotestedenbeleid
Onderwijs Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7110
Omschrijving Waar wij in ons jeugdbeleid optimale ontwikkelingskansen willen creëren voor alle jeugdigen van 0-18 jaar en de groep van18-25-jarigen, die extra ondersteuning nodig heeft, kent ook ons onderwijsbeleid een driesporenbeleid: ontwikkelingsgericht, doelgroep-gericht en probleemgericht. Ons lokaal onderwijsbeleid krijgt gestalte binnen de kaders van het Rijksbeleid, waarbij we er naar streven om lokale prioriteiten zo veel mogelijk ruimte te geven. Hoofddoel van ons onderwijsbeleid is het bevorderen, dat zo veel mogelijk jongeren hun schoolloopbaan afsluiten met een startkwalifikatie. Bij deze ontwikkelingsgerichte doelstelling voor alle jeugdigen vervult de lokale overheid vooral een faciliterende rol naar schoolbesturen en ouders toe: bekostiging van onderwijshuisvesting, schoolbegeleiding en leerlingvervoer zijn hierbij krachtige instrumenten. In beleid en interventies ten behoeve van leerlingen met (dreigende) onderwijsachterstanden is de gemeentelijke rol meer sturend: het gemeentelijk onderwijsachterstandenplan, de ontwikkeling van Open Wijk Scholen en de gemeentelijke leerplichthandhaving staan hierbij centraal. Zowel voor de meer ontwikkelingsgerichte als de meer doelgroep- en probleemgerichte onderdelen van het gemeentelijk onderwijsbeleid geldt dat al ons beleid in nauw overleg met de schoolbesturen tot stand komt. Wij investeren derhalve fors in ondersteuning van de overlegstructuur met de schoolbesturen. Doel 1. alle (100%) leerplichtige leerlingen staan ingeschreven bij een school voor primair, voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs. 2. zo veel mogelijk jongeren sluiten hun schoolloopbaan af met een (deel)diploma op het niveau van minimaal een startkwalifikatie. Uitgedrukt in een percentage betekent dit dat jaarlijks niet meer dan 3.8% van de Nijmeegse scholieren van 12-23 jaar voortijdig het onderwijs mag verlaten. Dit streefcijfer moet uiterlijk in 2006 gerealiseerd zijn. Signalering aantal Nijmeegse leerlingen 16-17 jaar (partieel-leerplichtig) aantal Nijmeegse leerlingen 18-23 jaar (nietleerplichtig) totaal aantal Nijmeegse leerlingen 12-23 jaar aantal en percentage Nijmeegse voortijdig schoolverlaters aantal en percentage ingeschreven leerplichtige leerlingen Nijmeegse scholen aantal Nijmeegse leerlingen 12-16 jaar (volledig leerplichtig)
2002 1.856
2003 1.507
2004 1.550
12.028
12.552
13.000
21.570 1.090 (5.0%)
21.981 1.033 (4.7%)
22.690 998 (4.4%)
19.585 (100%) 7.686
--(100%) 7.922
--(100%) 8140
Ontwikkelingen 1. Gereedkoming eerste Nijmeegse Onderwijsmonitor in 2002 2. Onderzoek naar mogelijkheden doordecentralisatie middelen onderwijshuisvesting naar de schoolbesturen gereed najaar 2003. 3. Afschaffing Rijksbekostiging OALT-plan per 01-08-2004 4. Doordecentralisatie Rijksmiddelen schoolbegeleiding naar schoolbesturen vermoedelijk per 01-01-2005. 5. Nader onderzoek mogelijkheden regionalisering van de leerplichtfunctie. 6. Nieuwe wetgeving met betrekking tot leerlinggebonden financiering en huisvestingskosten scholen, die onder de Wet op de Expertise Centra (WEC) vallen m.i.v. 01-08-2003. 7. Implementatie School en Hulp in primair onderwijs per 01-08-2002 en voortgezet onderwijs per 01-08-2003 8. Gereedkoming plan van aanpak inrichting bovenschoolse voorziening risicoleerlingen ultimo 2003, gericht op implementatie vanaf 01-08-2004. 9. Verder werken aan ontwikkeling Open Wijk Scholen (accent op vraagsturing en resultaatverplichting).
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 1
Onderwijs Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7110
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Randvoorziening en onderwijs
630416 DIW
-
23
24
24
24
24
Open Wijk Scholen
692311 DWS
-
600
659
659
659
659
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Open Wijkschool
630418 DIW
-
0
0
-
-
-
Toezicht openbaar onderwijs
630411 DIW
-
0
0
-
-
1.120
Schoolbegeleiding
630412 DIW
-
1.097
1.120
1.120
1.120
OALT
630413 DIW
-
833
842
842
842
842
Onderwijsachterstandenbeleid
630414 DIW
-
4.788
4.424
4.299
4.299
4.299
Leerlingenvervoer
630415 DIW
-
1.052
1.058
1.058
1.058
1.058
Huisvesting onderwijs
630417 DIW Totaal lasten
-
11.280
10.068
10.537
10.532
11.212
0
19.673
18.195
18.539
18.534
19.214 -
Productgroepen baten Randvoorziening en onderwijs
630416 DIW
-
-
0
-
-
Open Wijk Scholen
692311 DWS
-
0
0
-
-
-
Open Wijkschool
630418 DIW
-
-
0
-
-
-
Toezicht openbaar onderwijs
630411 DIW
-
-
0
-
-
-
Schoolbegeleiding
630412 DIW
-
536
536
536
536
536
OALT
630413 DIW
-
815
807
807
807
807
Onderwijsachterstandenbeleid
630414 DIW
-
4.127
3.658
3.533
3.533
3.533
Leerlingenvervoer
630415 DIW
-
143
143
143
143
143
Huisvesting onderwijs
630417 DIW Totaal baten
-
0
0
-
-
-
0
5.621
5.144
5.019
5.019
5.019
0
14.052
13.051
13.520
13.515
14.195
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 2
Volwasseneducatie Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7120
Omschrijving Wij streven in ons beleid Volwasseneneducatie na, dat Nijmeegse volwassenen in maatschappelijk opzicht actiever kunnen participeren. Dat krijgt gestalte door het aanbieden van activiteiten die de maatschappelijke participatie, doorstroming naar vervolgonderwijs en/of doorstroming naar de arbeidsmarkt bevorderen. We streven na, dat mensen die educatie het hardst nodig hebben ook worden bereikt. Wij denken dan vooral aan mensen die geen initiele opleiding hebben kunnen afronden noodzakelijk voor maatschappelijke participatie, voortijdig schoolverlaters die onder de noemer van risico-jongeren kunnen worden geschaard zonder startkwalificatie, moeilijk lerende volwassenen en anderstaligen die onvoldoende ingeburgerd zijn in de Nederlandse samenleving. Educatieve activiteiten die gericht zijn op ontplooiing gerelateerd aan persoonlijke ontwikkeling en/of vrije tijdsbesteding en/of maatschappelijk relevante thema's krijgen bij de uitvoering van dit Programma geen prioriteit. Doel Het bevorderen dat zo veel mogelijk volwassenen die onvoldoende basisvaardigheden hebben noodzakelijk voor maatchappelijke participatie, deelnemen aan trajecten en deze afsluiten met certificaten en/of (start)kwalificaties relevant voor de maaschappelijke redzaamheid, doorstroming naar vervolgonderwijs en/of doorstroming naar de arbeidsmarkt. Het aantal te bereiken deelnemers wordt afgeleid van de jaarlijks in te schatten educatieve vraag en aan de hand van het beschikbaar budget gerelateerd aan de kostprijs van het educatief product. Signalering We verwachten dat er op jaarbasis 440 deelnemers met trajecten gericht op sociale redzaamheid. Daarnaast gaan wij er vanuit dat er circa 640 jaartrajecten (nieuwkomers, ex-nieuwkomers of oudkomers) aan NT2 worden gerealiseerd. We verwachten dat minimaal 215 deelnemers het NT2 traject gaan afronden. Wij gaan er vanuit dat 270 mensen worden bereikt met onderwijs dat gericht is op het behalen van een startkwalificatie en verwachten dat er circa 300 certificaten kunnen worden uitgereikt ten gunste van het behalen van een diploma op vmbo, havo of vwo niveau. Ontwikkelingen Verwacht wordt dat het rijk eind 2003 een nieuwe Landelijke Koers BVEheeft geformuleerd voor de erop volgende jaren. De besturingsrol van de gemeente vormt hierin een belangrijk onderwerp, meer in het bijzonder als het gaat om de rol van de gemeente in de aansturing van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en de aan de gemeente opgelegde verplichting educatie in te kopen bij een ROC. Het is de bestuurlijke wens, uitkomsten van de Landelijke Koers BVE te betrekken bij de uit te zetten gemeentelijke meerjarige hoofdlijnennotitie volwasseneneducatie op basis waarvan inkoop educatie plaats vindt. Nagestreefd wordt dat de landelijke koers in 2004 wordt verwerkt in een gemeentelijke Hoofdlijnennotitie Volwasseneneducatie die als leidraad kan dienen voor gemeentelijke inkoop van educatie met ingang van 2005. In 2002 heeft de gemeente Nijmegen een Verbeteragenda inburgering opgesteld. Komende jaren zal uitwerking van de Verbeteragenda inburgering en meer in het bijzonder optimalisering van de rol die educatie hierbij vervult bijzondere aandacht krijgen. Afstemming met het Programma Multiculturele samenleving en Emancipatie , productgroep Nieuwkomers en asielzoekers en het Programma Arbeidsmarktbeleid productgroep Inburgering is in dat verband zeer relevant. Primaat in dit Programma wordt gelegd bij uitvoering van activiteiten die de maatschappelijke participatie, doorstroming naar vervolgonderwijs en/of doorstroming naar de arbeidsmarkt bevorderen. Overwogen zal moeten worden in hoeverre bekostiging van de educatieve activiteiten binnen dit Programma die hier minder op gericht zijn, nog wel onder deze noemer dienen te worden bekostigd.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 3
Volwasseneducatie Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7120
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Reguliere educatie volwassenen
630651 DIW
-
2.099
2.166
2.166
2.166
2.166
Overige volwasseneneducatie
630652 DIW
-
67
68
68
68
68
Educatie inburgering niwuekomers
630653 DIW
-
768
785
785
785
785
Wegmarkeringen nt-2 wachtlijsten
630654 DIW Totaal lasten
-
1.375
471
295
295
295
0
4.309
3.490
3.314
3.314
3.314 2.093
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Reguliere educatie volwassenen
630651 DIW
-
2.093
2.093
2.093
2.093
Overige volwasseneneducatie
630652 DIW
-
-
0
-
-
-
Educatie inburgering niwuekomers
630653 DIW
-
768
768
768
768
768
Wegmarkeringen nt-2 wachtlijsten
630654 DIW Totaal baten
-
1.365
441
267
267
267
0
4.226
3.302
3.128
3.128
3.128
0
83
188
186
186
186
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Middelen reguliere educatie worden volledig ingezet voor de inkoop van educatieve trajecten bij het ROC Nijmegen. Tot en met 2003 wordt een jaarlijks bedrag van minimaal € 544.536,26 van de jaarlijkse rijksbijdrage educatieve component inburgering ingezet bij het ROC Nijmegen. Restant van de ontvangen rijksmiddelen wordt gereserveerd en wordt na besluitvorming ingezet voor inkoop van extra educatieve trajecten. Tot en met 2003 stelt het rijk via de Aanvullende regeling oudkomers extra geld beschikbaar welke worden ingezet voor de Verbeteragenda inburgering (zie ook Programma Multiculturele samenleving en emancipatie). Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 4
Samenlevingsopbouw Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7210
Omschrijving Wij hechten veel belang aan een goede sociale infrastructuur in onze stad. Daarvoor is het van belang dat burgers zich uitgenodigd en gestimuleerd voelen om te participeren in de samenleving. Vanuit dat oogpunt maken we het aanbod mogelijk van een groot aantal producten op het gebied van samenlevingsopbouw. Hieronder vallen activiteiten gericht op burgers in de leeftijd van 18 tot 65 jaar. Het gaat om bewonersondersteuning, participatie niet werkenden en vrijwilligersbeleid. Vanuit de gemeentelijke regierol geven wij inhoudelijk en financieel sturing, formuleren wij vooraf resultaten en prestaties en rekenen daarop achteraf af. Doel Bevorderen van sociale samenhang vormt het hoofddoel van dit programma. Het stimuleren van participatie voor iedereen en het bevorderen en in stand houden van sociale verbanden horen daar bij. Wij hebben een tiental kernindicatoren benoemd, die samen een maat vormen voor sociale cohesie en participatie in de stad. In 2002 wordt een nulmeting gehouden op deze indicatoren. Het centrale doel is dat deze maat voor sociale cohesie in 2006 minstens 0,5 punt gestegen moet zijn ten opzichte van 2002. Signalering Dit programma heeft een nauwe relatie met onderdelen van de wijkaanpak. Derhalve verwijzen wij voor onderdelen als bewonersacties en ondersteuning naar het programma wijkaanpak. Ontwikkelingen 2003 was het laatste jaar waarin de huidige budgetovereenkomst met Welzijnsorganisatie Tandem. Ook in dat jaar is voortvarend gewerkt aan een nieuw bestek voor Tandem 2004. Daarbij willen we het streven naar inhoudelijke flexibiliteit, dat bij de huidige overeenkomst is ingezet, uitbreiden met financiële flexibiliteit. Zo mogelijk eind 2003 iheeft uw Raad hierover beslist, inclusief de relatie met wijkgericht werken. In 2004 werken we hieraan verder plus de discussie over basisvoorzieningen in iedere wijk en de noodzaak om bewoners meer inbreng te geven bij de vraag naar voorzieningen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 5
Samenlevingsopbouw Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7210
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Bewonersondersteuning
630661 DIW
-
4.428
4.401
4.401
4.396
4.396
Participatie nietwerkenden
630662 DIW
-
195
213
213
213
213
Vrijwilligersbeleid
630663 DIW Totaal lasten
-
193
177
177
177
177
0
4.816
4.791
4.791
4.786
4.786
Bewonersondersteuning
630661 DIW
-
643
779
779
779
779
Participatie nietwerkenden
630662 DIW
-
324
117
117
117
117
Vrijwilligersbeleid
630663 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
967
896
896
896
896
0
3.849
3.895
3.895
3.890
3.890
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Het verschil in totaal budget is het gevolg van de besluitvorming rond een hernieuwd financieel kader voor Tandem en uw besluiten van 17-9-2003 inze ombuigingen opnieuw voor Tandem, maar ook Unitas, Atelier de Lijn, StAAD en de Vrijwilligerscentrale Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 6
Integraal jeugdbeleid Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7220
Omschrijving Wij willen optimale ontwikkelingskansen creëren voor alle Nijmeegse jeugd tot 18 jaar en voor die jonge volwassenen van 18-25 jaar, die nog extra steun nodig hebben. Dit programma betreft het bieden van aanbod, gericht op een brede ontwikkeling van Nijmeegse 0-25 jarigen. Hieronder vallen de productgroepen ontwikkelingsgericht jeugdbeleid en risico- en probleemgericht jeugdbeleid. Om deze beleidsambities te realiseren voert de gemeente een driesporenbeleid: 1) Ontwikkelingsgerichte benadering, gericht op positieve, brede ontwikkeling van alle jeugdigen tot 18 jaar (vrijetijdsvoorzieningen voor alle jeugd in elke wijk); 2) Risicogerichte benadering, gericht op het voorkomen van en vroegtijdig ingrijpen bij risico’s (School en Hulp); 3) Probleemgerichte benadering, gericht op het oplossen van problemen in de ontwikkelingsgang (afstemming met jeugdhulpverlening en veiligheidsbeleid). Dit beleid staat opgenomen in de Jeugdnota “Allemaal tellen ze mee”, vastgesteld in de Raad van 26 september 2001. Het risicogerichte en probleemgerichte jeugdbeleid correspondeert met het speerpunt 'De jeugd krijgt de toekomst' in ons Grotestedenbeleid (GSB). Ook delen van o.a. de programma's onderwijs, kinderopvang en Recreatie en Spelen behoren tot dit sturende programma GSB. Doel - Wij faciliteren een aanbod, dat erin voorziet dat 83% van de Nijmeegse jeugd in 2003 nog steeds probleemarm is via basis- en plusaanbod en bevordering jeugdparticipatie. Het percentage komt uit de Jeugdmonitor 1999 en moet blijken uit de Jeugdmonitor 2003. - Wij beogen dat jeugdigen en volwassenen in 2003 hun onderlinge omgang positiever gaan beoordelen. Bij 1011 jarigen gaat het om een stijging van 76 naar 78%; bij 12-17 jarigen gaat het om een stijging van 73% naar 75% (volgens Jeugdmonitor 2003). Bij volwassenen gaat het om een stijging van 88% naar 90% (volgens Stadspeiling 2003) Signalering 1999 83% van het totale aantal van 11.500 jeugdigen van 10 t/m 17 jaar is probleemarme jeugd en 17% zijn probleemrijke jeugdigen. 76% van de 10-11 jarigen beoordeelt de omgang met volwassenen positief. 73% van de 12-17 jarigen beoordeelt de omgang met volwassenen positief. 88% van de volwassenen beoordeelt de omgang met jeugdigen positief. Volgende meting vindt plaats met Nijmeegse Jeugdmonitor 2003, waarvan de resultaten begin 2004 bekend worden. Ontwikkelingen In absolute zin groeit het aantal jeugdigen in Nijmegen van ruim 28.000 in 2000 naar circa 33.500 in 2010. Percentueel stijgt hun aandeel licht in de totale bevolking van 18,5% tot 19,5%. Op basis van Stadsvisie 2015, Collegeakkoord 2002-2006, met een groot accent op wijkgerichte aanpak, en gemeentelijk integraal jeugdbeleid 2001-2004 zetten we in op uitbreiding van het ontwikkelingsgerichte aanbod en kwaliteitsverbetering binnen het bestaande volume van risico- en probleemgericht aanbod in de zin van meer effectiviteit, samenhang en duurzaamheid. In deze systematiek is ervoor gekozen om criminaliteitspreventie te beschrijven bij Integraal Veiligheidsbeleid. Er zijn aanzienlijke wijzigingen in de jeugdgezondheidszorg gaande, waarop in de regio Nijmegen op instellingsniveau al voortvarend is ingespeeld door integratie van dit pakket bij de GGD. Er staan verbeteringen in de registratie, uitvoering en aansturing op stapel. Voor de afstemming met de jeugdhulpverlening is de nieuwe Wet op de Jeugdzorg van belang. Vermoedelijk wordt de nieuwe wetgeving per 2004 ingevoerd. Dat zal leiden tot o.a. herschikking van taken lokale en bovenlokale instellingen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 7
Integraal jeugdbeleid Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7220
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid
630421 DIW
-
647
734
815
863
877
Risico- en probleemgericht jeugdbeleid
630422 DIW Totaal lasten
-
1.350
1.348
1.286
918
918
0
1.997
2.082
2.101
1.781
1.795
Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid
630421 DIW
-
41
36
36
36
36
Risico- en probleemgericht jeugdbeleid
630422 DIW
-
909
1.083
820
523
523
0
950
1.119
856
559
559
0
1.047
963
1.245
1.222
1.236
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Totaal baten Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsvisie Gemeente Nijmegen 2015
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 8
Kinderopvang Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7230
Omschrijving Wij spreken van kinderopvang wanneer kinderen van 0 jaar tot en met het einde van de basisschoolleeftijd op professionele wijze tegen betaling worden verzorgd en begeleid door anderen dan de eigen ouders, pleeg- of stiefouders op uren dat ouders/verzorgers hiervoor niet beschikbaar zijn. Hieronder vallen gesubsidieerde kinderopvang, particuliere kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Met het gemeentelijk kinderopvangbeleid willen wij bevorderen dat ouders die dat willen een opleiding kunnen volgen en/of deel kunnen nemen aan het arbeidsproces. Via onze gemeentelijke kwaliteitsverordening Kinderopvang en de inspecties door de GGD willen wij de veiligheid van de opgevangen kinderen in de meest ruime zin van het woord optimaal waarborgen. Tevens willen wij de ontwikkeling van alle Nijmeegse kinderen bevorderen door hen de mogelijkheid te bieden om op 2- en 3-jarige leeftijd een aantal dagdelen een peuterspeelzaal te bezoeken. Doel 1. het bieden van gesubsidieerde kinderopvang aan ouders die geen werkgever of een werkgever zonder kinderopvangregeling hebben, maar die wel een aantoonbare behoefte hebben aan kinderopvang door werk en/of studie en onder de inkomensgrens vallen 2. geen wachtlijst voor gesubsidieerde kinderopvang 3. Alle kindercentra in Nijmegen beschikken over een geldige vergunning 4. Het totaalbereik van het peuterspeelzaalwerk bedraagt 53 % (op peildatum 1 november) en 61 % over het hele kalenderjaar. 5. Het totaalbereik van peuterspeelzaalwerk en dagopvang onder 2- en 3- jarigen bedraagt 78% (peildatum 1 november) Signalering 1. het totaal aantal gesubsidieerde kindplaatsen per kalenderjaar uitgesplitst naar dagopvang, bso en gastouderopvang. 2. Aantal kinderen op de eventuele wachtlijst en ingangsdatum van de wachtlijst. 3. het aantal kindercentra in Nijmegen (per kalenderjaar) met een geldige vergunning plus het aantal kindplaatsen waar zij over beschikken 4.- het aantal Nijmeegse 2- en 3-jarigen dat een peuterspeelzaal bezoekt in relatie tot (absoluut en procentueel) het totaal aantal Nijmeegse 2- en 3-jarigen (gemeten op peildatum 1 november) 5. Het aantal 2- en 3- jarigen dat een voorschoolse voorziening bezoekt in relatie tot (absoluut en procentueel) het totaal aantal 2- 3- jarigen (gemeten op peildatum 1 november) Totaal aantal gesubsidieerde kindplaatsen Aantal gesubsidieerde kindplaatsen kinderdagverblijf Aantal gesubsideerde kindplaatsen buitenschoolse opvang Aantal gesubsidieerde kindplaatsen gastouderbureau Aantal kinderen op evt. wachtlijst en ingangsdatum wachtlijst Aantal kindercentra in Nijmegen met een geldige vergunning Totaal aantal kindplaatsen in Nijmegen Totaal aantal 2- en 3- jarigen dat een peuterspeelzaal bezoekt/ in relatie tot totaal Aantal 2- en 3- jarigen dat een voorschoolse voorziening (kdv en psz) bezoekt/ in relatie tot totaal)
2002 696 461
2003 750 490
2004 700 460
223
240
220
12
20
20
0
50 (1-11-03)
0
47
54
56
1768 1763/51%
2060 1770/51%
2100 1820/53%
2594/75%
2600/75%
2680/78%
Ontwikkelingen De gesubsidieerde kinderopvang is met ingang van 2001 uitbesteed aan bemiddelingsbureau CMK; dit contract loopt in 2004 nog door. Met ingang van 1 januari 2005 wordt de Wet Basisvoorziening Kinderopvang van kracht, waardoor een groot deel van de huidige gemeentelijke doelgroep voor gesubsidieerde kinderopvang via Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 9
Kinderopvang Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7230
de Belastingdienst de kosten voor kinderopvang kan gaan declareren. Het contract met CMK zal dan worden opgezegd. De gemeente is onder de WBK verantwoordelijk voor de financiering van het werkgeversdeel van specifieke doelgroepen (Nieuwkomers, alleenstaande ouders etc.), voor het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang en voor de registratie van kinderopvanginstellingen. Het beleid ten aanzien van het peuterspeelzaalwerk wordt in 2004 gecontinueerd. Het gaat met name om Zorg op Maat (Alert op Ontwikkeling) en de extra inzet in de Voor en Vroegschoolse Periode (VVP) in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid. Alert op Ontwikkeling wordt uitgebreid naar alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in de stad.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 10
Kinderopvang Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7230
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Gesubsidieerde kinderopvang
630431 DIW
-
3.484
3.389
3.389
3.389
3.389
Infrastructuur kinderopvang
630432 DIW
-
1.074
13
13
13
13
Peuterspeelzaalwerk
630433 DIW
-
2.549
2.554
2.169
2.169
2.169
Kwaliteitsbewaking
630434 DIW Totaal lasten
-
10
0
0
0
0
0
7.117
5.956
5.571
5.571
5.571
Gesubsidieerde kinderopvang
630431 DIW
-
254
65
65
65
65
Infrastructuur kinderopvang
630432 DIW
-
1.446
408
408
408
408
Peuterspeelzaalwerk
630433 DIW
-
1.025
1.025
640
640
640
Kwaliteitsbewaking
630434 DIW Totaal baten
-
10
0
-
-
-
0
2.735
1.498
1.113
1.113
1.113
0
4.382
4.458
4.458
4.458
4.458
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 11
Openbare gezondheidszorg Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7310
Omschrijving Openbare gezondheidszorg omvat maatregelen met een overwegend collectief karakter die de gezondheid van de bevolking van Nijmegen beïnvloeden. Voor de uitvoering daarvan worden een aantal voorzieningen in stand gehouden, waarvan de GGD de belangrijkste is. Ook het uitvoeren van een dierenwelzijnsbeleid draagt op onderdelen bij aan de bescherming van de gezondheid van de bevolking, onder andere door het verwijderen van dode dieren van de openbare weg en het opvangen van zwerfkatten en is derhalve historisch opgenomen in programma openbare gezondheidszorg. Doel De activiteiten onder Openbare Gezondheidszorg draagt bij aan zo gelijk mogelijke kansen op gezondheid voor alle burgers en aan het bevorderen van een gezond leven van alle burgers, waarbij het accent ligt bij het verkleinen van sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV) door onder meer de volgende maatregelen: - het vroegtijdig ontdekken van gezondheidsproblemen bij kinderen (0-19 jaar); - het tegengaan van het verspreiden van infectieziekten, maar ook het geven van voorlichting aan risicogroepen; - het toeleiden naar zorg van zorgmijders; - het daar waar nodig meewerken aan de toegankelijkheid en bereikbaarheid van gezondheidszorgvoorzieningen, met name op wijk- en buurtniveau. Signalering Om inzicht te krijgen in de gezondheidssituatie van de Nijmeegse bevolking zal er 1x in de 4 jaar een gezondheidsprofiel worden opgesteld. Hierin zullen onder andere gezondheidsverschillen naar sociaal economische positie en naar wijk in beeld wordengebracht. Het in 2004 uit te brengen profiel, mede op basis van gegevens verzameld door het UMC St. Radboud, hanteren wij als 0-meting. Na de fusie van de 0-4 jarige en de 4-19 jarige jeugdgezondheidszorg is de GGD eind 2002 gestart met het opzetten van een informatiesysteem dat voor de de gemeenten met ingang van de begroting 2005 relevante sturingsinformatie zal opleveren. Thans is aleen beperkte informatie over 0-4jarigen beschikbaar. Wij stellen als doel voor 2004 dat 99,01% van de 0-4jarigen wordt bereikt door de JGZ. Dit is gelijk aan het percentage dat in 2002 is bereikt. Op 1 januari 2003 bedroeg het aantal 0-4jarigen in Nijmegen 8.648. Op basis van een landelijke berekeningsmethode wordt het aantal zorgwekkende zorgmijders in de regio Nijmegen geschat op 250. Per jaar komen er 130 meldingen binnen, waarvan 95 uit Nijmegen. Van de 130 meldingen worden er jaarlijks 80 doorgeleid naar de reguliere zorg. Met de zorgverzekeraar, de huisartsenvereniging en zonodig andere beroepsverenigingen zullen afspraken gemaakt over het aanleveren van informatie knelpunten bij de huisvesting van praktijken en overname van praktijken voor 2004-2008. Op basis van deze informatie zal een gezamenlijk plan van aanpak worden opgesteld. Onze inbreng ligt voornamelijk op het terrein van ruimtelijke ordening en het bijeenbrengen van ketenpartners. Ontwikkelingen Met de nota lokaal gezondheidsbeleid geven wij een beleidskader voor een vierjaarlijks volksgezondheidsplan waarin voor 2004 en verder de nodige inspanningen worden geprogrammeerd. Preventie zal zich vooral richten op de risico’s van alcohol en druggebruik en zal met name uitgewerkt worden in het kader van de uitvoering van de nota verslavingsbeleid. Een belangrijk instrument om zorgmijders in zorg te krijgen is het meldpunt bijzondere zorg. In 2004 zijn belangrijke aandachtspunten de medefinanciering door derden, woningcorporaties en zorgkantoor, en het ontwikkelen van casemanagement voor complexe casussen. Uitgangspunt is dat dit budgettair neutraal wordt ingevoerd. De financiering van de Regionale Ambulance Voorziening en de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen Rampen blijft ons zorgen baren. Wij verwachten dat de gemeente financiële risico’s blijft lopen, tot dat het Kabinet het beleid heeft gewijzigd, waardoor de reguliere financiering kostendekkend wordt. In de eerstelijnszorg, met name in de huisartsenzorg in Nijmegen, hebben zich nog geen grote knelpunten voorgedaan, waardoor de patiëntenzorg ernstig in de knel komt. Door huisartsen wordt wel in toenemende mate een beroep gedaan op de gemeente om mee te werken aan de huisvesting van gezamenlijke praktijken. Knelpunten hierin zijn het beschikbaar hebben van locaties, waarbij ook de betaalbaarheid een belangrijke factor is. Daar waar mogelijk wordt het vormen van medische clusters, zoals in de Waalsprong, en aansluiting bij zorgkruispunten, bevorderd. Ook de ondersteuning van de meestal zelfstandig werkende huisarts bij de Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 12
Openbare gezondheidszorg Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7310
ontwikkeling van nieuwe huisvesting is een knelpunt. Ook in de Waalsprong is dit een knelpunt, waardoor de ontwikkeling van medische clusters moeizaam verloopt. Hierover voeren wij overleg met de verantwoordelijke partijen, de regionale- en districtshuisartsen vereniging en de zorgverzekeraars. In 2003 zijn de eerste contacten gelegd met de beroepsvereniging van fysiotherapeuten, waar dezelfde problemen dreigen als bij de huisartsen. In 2004 zal uitvoering gegeven worden aan het dierenwelzijnsbeleid, zoals dat is vastgesteld naar aanleiding van het initiatiefvoorstel van de gemeenteraad van december 2002.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 13
Openbare gezondheidszorg Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7310
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Collectieve preventie
630711 DIW
-
2.712
2.676
2.585
2.585
2.585
Bescherming volksgezondheid
630712 DIW
-
101
103
103
103
103
Regie en afstemming gezondheidsvoorz.
630713 DIW Totaal lasten
-
0
0
-
-
-
0
2.813
2.779
2.688
2.688
2.688 0
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Collectieve preventie
630711 DIW
-
227
90
0
0
Bescherming volksgezondheid
630712 DIW
-
-
0
-
-
-
Regie en afstemming gezondheidsvoorz.
630713 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
227
90
0
0
0
0
2.586
2.689
2.688
2.688
2.688
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting In het kader van de collectieve preventie wordt ingaande 2005 een deelproduct ondergebracht in een ander programma, zodat er een lichte verschuiving optreedt in lasten en baten Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 14
Maatschappelijke zorg en dienstverlening Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7320
Omschrijving Het faciliteren van een vangnet voor mensen die door omstandigheden zich (tijdelijk) niet meer op eigen kracht kunnen redden, geen dak meer boven hun hoofd hebben of dit dreigen te verliezen. Dit vangnet omvat een aanbod van (tijdelijke) ondersteuning en/ of dienstverlening aan sociaal en/of psychisch kwetsbaren in de samenleving. Wij richten onze inzet op verbetering van zelfredzaamheid van mensen, opdat zij beter maatschappelijk en zelfstandig functioneren. Onder dit programma vallen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, verslavingszorg, algemeen maatschappelijk werk en maatschappelijke en sociaal-juridische dienstverlening. Tot de doelgroepen behoren dak- en thuislozen, vrouwen in een (dreigende) geweldsituatie, personen in crisis, verslaafden, slachtoffers van verkeers- en geweldsdelicten en mensen met sociaal-maatschappelijke problemen. Doel Algemeen 1. Wij bieden zorg, opvang en hulp aan mensen die vanwege psychosociale problematiek zich (tijdelijk) niet kunnen redden, geen eigen thuis hebben of niet in hun eigen thuisomgeving kunnen verblijven. 2. Voorkomen dat mensen in probleemsituaties terecht komen en/of voorkomen dat bestaande problematiek verergert of escaleert. 3. Waar mogelijk werken aan maatschappelijk herstel van de doelgroepen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren. Specifiek Maatschappelijk werk - biedt psycho-sociale eerstelijnszorg om het probleemoplossend vermogen van de client in zijn sociale context te verhogen Slachtofferhulp - biedt kortdurende niet-therapeutische hulp en helpt materiele en immateriele schade van slachtoffers van delicten en verkeersongevallen te verhalen of te beperken Maatschappelijke opvang -een aanbod van opvangvoorzieningen, preventieactiviteiten en hersteltrajecten voor dak- en thuislozen en mensen in crisis, zodat zij worden opgevangen en waar mogelijk worden teruggeleid naar een aanvaardbaar maatschappelijk bestaan Vrouwenopvang -een aanbod van tijdelijke opvang, hulpverlening en begeleiding aan vrouwen (en hun kinderen) die in een dreigende geweldsituatie of mishandelingssituatie verkeren. Doelen die wij willen bereiken zijn: het uit de geweldsituatie halen van vrouwen en kinderen, het bieden van een veilige woonomgeving en terug leiden naar een zelfstandig bestaan. Verslavingszorg -biedt opvang, zorg, begeleiding en behandeling aan/van personen met verslavingsproblemen in de meest ruime zin. Geeft uitvoering aan werkzaamheden gericht op het voorkomen van verslavingsproblemen. Signalering - Jaarlijkse monitor aantallen dak-en thuislozen. Februari 2003: 145 feitelijke daklozen; mensen die voor hun overnachting zijn aangewezen op de straat, op een kortdurend verblijf in laagdrempelige opvangvoorzieningen of bij familie,vrienden, kennissen. - aantal opvangplaatsen in de dak- en thuislozenopvang in 2002 (157), nachtopvang (47), crisisopvang (54plaatsen/236 clienten ), vrouwenopvang (14 vrouwplaatsen, 28 kindplaatsen), zwerfjongerenopvang (2002: 12 en 2003: 20 plaatsen/26 tot 28 jongeren), ex-gedetineerde jongeren (14). -Algemeen maatschappelijk werk: 1785 af te sluiten dossiers. -Slachtofferhulp:810 af te sluiten zaken - omvang en ontwikkeling van wachtlijsten/wachttijden in algemeen maatschappelijk werk, dak- en thuislozenzorg, crisisopvang en vrouwenopvang. - omvang verslavingsproblematiek (o.m.alcohol, drugs en gokken) en omvang en ontwikkeling wachtlijsten/wachttijden in de verslavingszorg . Onderzoek 2002: geschatte omvang van de verslavingsproblematiek in Nijmegen: 10.000 alcoholmisbruikers/alcoholisten, 450 problematische opiaatgebruikers, recent: 400 cocaïne en crackgebruikers en 5.500 cannabisgebruikers. In 2004 dient het aantal mensen met een alcoholprobleem dat bereikt wordt door De Grift te stijgen met 5%. - ontwikkelingen in de aard en oorzaken van de diverse problemen. Ontwikkelingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 15
Maatschappelijke zorg en dienstverlening Programma Nr 7320 Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Ontwikkelingen Landelijk - Door vermaatschappelijking en extramuralisering in de zorg stijgt de vraag naar eerstelijnsvoorzieningen (huisarts, algemeen maatschappelijk werk) en naar hulpverlening en opvang in de maatschappelijke opvang en verslavingszorg. - Er is een toename van meervoudige problemen van sociaal-psychische aard. Deze ontwikkeling is onder andere het gevolg van het verscherpte opname- en ontslagbeleid in de GGZ, individualisering en groeiende complexiteit in de samenleving. - In toenemende mate worden de doelgroepen betrokken bij vormgeving van het zorgaanbod Nijmegen - Eind 2003 opent het MultiFunctioneel Centrum (MFC), een opvangvoorziening voor verslaafde dak- en thuislozen. Het MFC herbergt drie functies: dagopvang (capaciteit 70), nachtopvang (capaciteit 40) en gebruikersruimte (capaciteit 17). Het inloopcentrum van De Grift aan de mr. Franckenstraat wordt na de opening van het MFC gesloten en de nachtopvang bij Arcuris wordt teruggebracht van 24 naar 10 bedden. - De budgetafspraken met MO-instellingen (Arcuris, Hera, Passade) 2001 t/m 2003 worden verlengd met een jaar (2004). In 2004 worden nieuwe meerjarige afspraken voorbereid. Voor algemeen maatschappelijk werk wordt met de NIM vanaf 2004 een meerjarige budgetsubsidie geregeld. - De nota verslavingsbeleid Zuid-Gelderland is op 9 juli 2003 door de Raad vastgesteld. De belangrijkste beleidsvoornemens zijn meer aandacht voor preventie en voorrang voor alcoholproblematiek. - Met de Grift, Gelders Centrum voor verslavingszorg, worden voor 2004/2005 budgetafspraken gemaakt. - In 2004 wordt uitvoering gegeven aan de startnotitie 'modernisering vrouwenopvang' in Gelderland. Speerpunten zijn o.a.: daderhulpverlening, aanpak huiselijk geweld, opvang in de eigen regio, voorkomen opname. - In 2003/2004 wordt gestart met de sluitende aanpak rondom problematiek huiselijk geweld en zwerfjongeren.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 16
Maatschappelijke zorg en dienstverlening Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7320
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Maatschappelijke zorg
630721 DIW
-
12.496
11.919
11.716
11.716
11.714
Maatschappelijke dienstverlening
630722 DIW
-
39
40
40
40
40
Sociaal juridische dienstverlening
630723 DIW Totaal lasten
-
587
605
605
604
604
0
13.122
12.564
12.361
12.360
12.358 6.752
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Maatschappelijke zorg
630721 DIW
-
7.966
6.699
6.752
6.752
Maatschappelijke dienstverlening
630722 DIW
-
-
0
-
-
-
Sociaal juridische dienstverlening
630723 DIW Totaal baten
-
12
12
12
12
12
0
7.978
6.711
6.764
6.764
6.764
0
5.144
5.853
5.597
5.596
5.594
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting De wijzigingen in de budgetten over de periode 2004 -2007 zijn niet significant gewijzigd . Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 17
Ouderen en mensen met functiebeperking Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 7330
Omschrijving Ons college wil bijdragen aan een samenhangend aanbod op de terreinen wonen, zorg en dienstverlening/welzijn. Hierbij gaan wij uit van het concept woonservicegebieden. Uitgangspunt is de vraag van ouderen en mensen met een functiebeperking. Belangrijke elementen in dit verband zijn: Wet voorzieningen gehandicapten, indicatieorgaan, welzijnswerk ouderen, hobbywerkplaatsen, belangenbehartiging van de doelgroepen, toegankelijkheid van openbare ruimte en gebouwen en de ontwikkeling van woonservicegebieden. Zorg en dienstverlening worden beleidsmatig aangestuurd en financieel ondersteund vanuit de afdeling Gezondheid, Opvang en Zorg van de directie Inwoners, voor het ‘wonen’ is de directie Grondgebied verantwoordelijk. Doel Ouderen en mensen met functiebeperkingen stellen wij in staat: - zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in de eigen woning en woonomgeving, voor zover zij dat wensen; - zo veel mogelijk te participeren in de samenleving; gebruik makend van algemene voorzieningen waar mogelijk en van specifieke voorzieningen waar dat nodig of gewenst is. Signalering - rapportages RIO (kostenontwikkeling RIO; absolute en relatieve toename verkorte procedures, ontwikkeling wachtlijsten AWBZ-voorzieningen) - aantal verstrekkingen WVG (ontwikkeling aantal indicaties, absolute en relatieve toename vervoerskosten, toename aantallen woonvoorzieningen; doorlooptijd aanvragen WVG [% overschrijding doorlooptijd 5%]) - behoeftenpeilingen doelgroepen (rapportages welzijnsbezoeken, klanttevredenheids-onderzoeken SWON) - voortgang ontwikkeling woonservicegebieden - demografische ontwikkelingen (aantallen 75+ers) - gebruik specifieke voorzieningen (ouderenadviseurs, deelname recreatieve en educatieve activiteiten) - aantal deelnemers hobbywerkplaatsen Ontwikkelingen Toename van het aantal ouderen (vergrijzing). Toenemend aantal ouderen met een zorgvraag en mensen met functiebeperkingen blijft zelfstandig in de wijk wonen. Steeds meer mensen met een handicap worden gewone wijkbewoners als gevolg van de extramuralisering van de zorginstellingen (vermaatschappelijking). Instellingen zoals verzorgings- en verpleeghuizen richten zich ook op zorgverlening in de wijk. Ten aanzien van het zorgdragen voor infrastructuur voor ‘wonen – zorg – welzijn’ worden in de stad in een twaalftal wijken (waaronder de Waalsprong) woonservicegebieden ontwikkeld samen met zorgaanbieders en woningcorporaties. In het kader van de modernisering AWBZ indiceert het Regionaal Indicatieorgaan a.d.h.v. zeven ‘functiegebieden’. ‘Oude’ indicaties zoals ‘opname verzorgingshuis’ of ‘extramurale verpleeghuiszorg’ bestaan niet meer. Een en ander betekent zowel voor cliënt als zorgaanbieder een flinke omslag. Voorts speelt landelijk de discussie (commissie Buurmeijer) of de RIO’s onder bestuurlijke verantwoordelijkheid moeten blijven van de gemeenten. Met het oogmerkkostenbeheersing indicatiestelling is het RIO opgedragen om een groter percentage procedures ‘vereenvoudigd’ af te handelen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 18
Ouderen en mensen met functiebeperking Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 7330
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Integrale indicatiestelling
630741 DIW
-
1.912
1.945
1.945
1.945
1.945
Gehandicaptenbeleid
630742 DIW
-
10.454
9.932
9.930
9.922
9.919
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Regie en afstemming zorginfrastructuur
630743 DIW
-
0
0
-
-
-
Ouderenbeleid
630744 DIW Totaal lasten
-
1.733
1.746
1.640
1.640
1.640
0
14.099
13.623
13.515
13.507
13.504
Integrale indicatiestelling
630741 DIW
-
-
0
-
-
-
Gehandicaptenbeleid
630742 DIW
-
529
396
396
396
396
Regie en afstemming zorginfrastructuur
630743 DIW
-
-
0
-
-
-
Ouderenbeleid
630744 DIW Totaal baten
-
159
106
0
0
0
0
688
502
396
396
396
0
13.411
13.121
13.119
13.111
13.108
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting In de begroting 2005 is geen rekening gehouden met de te ontvangen GSB gelden, waardoor de subsidies voorzichtigheidshalve zijn verlaagd. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 19
Grotestedenbeleid Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad
Nr 7410
Omschrijving Het programma Grotestedenbeleid stuurt op realisatie van de met het rijk en de provincie gemaakte afspraken over de, door een integrale aanpak, te bereiken maatschappelijke effecten in onze stad. Deze afspraken liggen vast in het Meerjaren Ontwikkelingsprogramma (MOP) dat loopt tot en met 2004 (deels tot en met 2005). Doel Door een integrale aanpak versterken wij de sociale, fysieke en economische structuur van de stad. De mate waarin en de manier waarop wij dat doen zijn vastgelegd in afspraken met het Rijk (MOP). In het MOP zijn 6 speerpunten vastgelegd, waar mogelijk voorzien van meetbare doelstellingen. De speerpunten richten zich op ontwikkelingsproblemen van jeugdigen, kwetsbare groepen die extra zorg behoeven, langdurige werkloosheid, leefbaarheids- en veiligheidsproblemen in de wijken, interne mobiliteit. Plannen en projecten worden opgesteld en uitgevoerd samen met partners in de stad, waarvan wij met name de bewonersorganisaties noemen. In 2005 zijn de met het rijk gemaakte afspraken over te bereiken maatschappelijke effecten gerealiseerd. Signalering Ontwikkelingen Op basis van het ontwikkelingsplan GSB 1999- 2004 is op 23 december 1999 een convenant getekend tussen de gemeente Nijmegen en de rijksoverheid. Hiermee krijgt de gemeente de beschikking over de rijksmiddelen die voor de genoemde periode aangemerkt zijn voor de uitvoering van het plan. Medio 2001 is een convenant (stadscontract) met de provincie gesloten over samenwerking bij de aanpak van grootstedelijke problemen. Vanaf dat moment is de provincie inhoudelijk en financieel een partner bij de uitvoering van de gemeentelijke plannen. De provinciale middelen zijn toegevoegd als dekking voor het ontwikkelingsplan GSB. Andere dekkingsbronnen zijn gemeentelijke middelen (oude en nieuwe), middelen van andere overheden (o.a. Europese fondsen) en bijdragen van private partijen. Inmiddels is de uitvoering van de plannen in volle gang. Voor veel terreinen zijn globale voornemens geoperationaliseerd in concrete projecten en activiteiten, uit te voeren via programma’s van de beleidsdirecties DGG en DIW dan wel door middel van wijkaanpakplannen. Ieder halfjaar ontvangen college en raad een integrale voortgangsrapportage. De rapportage met als peildatum 31-12 is volledig (inhoudelijk en financieel alle interventies omvattend). De rapportage met 1-7 als peildatum is beknopt en bevat alleen opvallende ontwikelingen. De beleidsmatige verantwoording aan subsidiërende overheden (Rijk, provincie, Europa) verloopt voor een belangrijk deel via de landelijke monitor, de zelfanalyse en de visitaties. De functionele verantwoording verloopt nog versnipperd. Deels op specifieke subsidieregelingen, deels gebundeld (bijv. bijdrage regeling Sociale Integratie en Veiligheid). Het is nog steeds de bedoeling dat voor de eindverantwoording een volledige harmonisatie van regelingen heeft plaatsgevonden. Wij hebben het programma Grotestedenbeleid aangemerkt als “sturend programma”. In de komende periode willen wij, vanuit een collegiale bestuurlijke verantwoordelijkheid, het accent leggen op uitvoering van projecten om de met het rijk afgesproken maatschappelijke effecten te realiseren. Een van de maatregelen betreft het per speerpunt aanwijzen van een verantwoordelijke manager met mandaat om binnen zijn of haar directie alle noodzakelijke activiteiten te ondernemen om genoemde effecten te realiseren. Daarnaast zijn in 2002 alle indicatoren bepaald, die we gebruiken om de maatschappelijke effecten te kunnen meten.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 20
Grotestedenbeleid Programma Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad Financiën
Nr 7410
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
MOP
692000 DWS
-
64.870
4.857
4.353
4.433
4.518
Sturing Speerpunten
692001 DWS Totaal lasten
-
84.233
71.000
70.841
70.841
70.841
0
149.103
75.857
75.194
75.274
75.359
MOP
692000 DWS
-
64.196
5.151
4.788
4.788
4.788
Sturing Speerpunten
692001 DWS
-
73.636
60.137
59.826
59.826
59.826
0
137.832
65.288
64.614
64.614
64.614
0
11.271
10.569
10.580
10.660
10.745
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Totaal baten Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Onderwijs, zorg, grotestedenbeleid / pagina 21
Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Programma's 8110 8210 8220 8230 8310 8410 8420
Concernsturing Gemeentelijke heffingen Concerninkomsten Concernverrekeningen Onderzoek en statistiek Interne producten Stadsbedrijven Archieven
Concernsturing Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie
Nr 8110
Omschrijving De gemeenteraad heeft een sturingsfilosofie vastgesteld op basis waarvan de sturing van de gemeentelijke organisatie plaatsvindt: 1. Kadersstelling 2. Ruimte in de uitvoering 3. Verantwoording en leren. Om de gemeente als één geheel te laten functioneren stellen we op concernniveau kaders en houden we toezicht op de naleving daarvan. Daarnaast bieden we op een beperkt aantal terreinen op concernniveau ondersteuning aan de directies, om het totaal effectief en efficiënt te laten functioneren. Tot slot kennen we een verbijzonderde en nieuwe vorm van toezicht in de vorm van de Stadscontroller. De Stadscontroller stelt kaders op voor de toezichtsfunctie van de gemeente en houdt toezicht op de kwaliteit van de bestuurlijke informatievoorziening. Hij/zij stimuleert een adequate verantwoording en een optimale bedrijfsvoering. Doel Het leveren van een effectieve bijdrage aan de sturing van de gemeente Nijmegen, opdat de gemeentelijke organisatie op een rechtmatige en doelmatige wijze uitvoering kan geven aan de door het bestuur vastgestelde taken. Signalering Ontwikkelingen In 2002 heeft het college van B&W besloten een "onafhankelijke" Stadscontroller aan te stellen. Verwacht wordt dat begin 2004 een definitieve invulling plaats vindt.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 1
Concernsturing Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie Financiën
Nr 8110
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
Kaderstelling
660301 DBO
-
3.473
3.862
4.169
4.574
4.577
Concerntoezicht
660351 DBO
-
1.316
1.388
1.390
1.391
1.392
Ondersteuning
660401 DBO Totaal lasten
-
3.835
3.616
3.620
3.622
3.623
0
8.624
8.866
9.179
9.587
9.592
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten Kaderstelling
660301 DBO
-
2
0
-
-
-
Concerntoezicht
660351 DBO
-
22
22
22
22
22
Ondersteuning
660401 DBO Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
24
22
22
22
22
0
8.600
8.844
9.157
9.565
9.570
Productgroepen saldo
Investeringen (bedragen x 1000 euro) Productgroepen investeringen Kaderstelling
660301 DBO
0
0
60
119
0
0
60
119
0
0
0
0
0
0
0
0
Productgroepen investeringsbijdragen Kaderstelling
660301 DBO
Toelichting De opbouw van het budget van dit programma voor 2004 betreft toegestane indexeringen over de budgetten van 2003 en budgettair neutrale correcties binnen de begroting van de directie DBO. De oplopende budgetten voor 2005 en 2006 hebben betrekking op de intensivering van het verbeterproces van de gemeentelijke organisatie. Verwijzingen
Stadscontroller Collegevoorstel juli 2003
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 2
Gemeentelijke heffingen Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 8210
Omschrijving Wij genereren inkomsten via gemeentelijke belastingen. Het beleid van dit beleidsveld wordt jaarlijks neergelegd in de gemeentelijke belastingverordeningen. Bij het ontwerp van de huidige gemeentelijk heffingen zijn de volgende beleidsuitgangspunten leidend geweest: - er wordt bij de verdeling van de lasten rekening gehouden met het draagkrachtbeginsel, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen - het draagkrachtbeginsel gaat boven het beginsel van toerekening van kosten. Dit geldt in principe alleen voor de algemene belastingen die geheven worden van de inwoners van Nijmegen, en niet voor de retributies. Als gevolg van dit uitgangspunt wordt een deel van de kosten van het rioolstelsel en van de afvalinzameling en verwerking gedekt door de onroerendezaakbelasting (OZB), de zogenaamde integratie in de OZB Doel Het genereren van vrij besteedbare financiële middelen voor lokaal beleid door het heffen van belastingen. Wij stellen hiertoe jaarlijks een belastingplan vast waarbij voor de belastingmix het draagkrachtbeginsel uitgangspunt is. Voor 2004 zijn de begrote algemene belastingenbaten voor woningen en niet woningen op € 67,9 miljoen vastgesteld. Het uitvoeren van de wettelijke taak op het gebied van de waardering van onroerende zaken (Wet WOZ). Signalering
Ontwikkelingen Bij de vaststelling van de totale hoogte van de onroerendezaakbelastingen dient uw raad rekening te houden met de effecten van de totale WOZ waarde van de onroerende zaken op de gemeentefondsuitkering en met het rijksbeleid ten aanzien van de gemeentelijke belastingkorting (Zalmsnip) Het Hoofdlijnenakkoord van het Kabinet Balkenende II bevat o.a. de volgende beleidsvoornemens: - het bewonersdeel van de onroerendezaakbelasting (OZB) op woningen wordt (in 2005) afgeschaft. Via het Gemeentefonds worden gemeenten daarvoor gecompenseerd. De stijging van de OZB op bedrijfspanden en van het eigenaarsdeel van de OZB op woningen wordt na overleg met de gemeenten gemaximeerd. - de regering wil met ingang van 2006 € 60 miljoen bezuinigen op het gebied van de WOZ-taxaties. Het voornemen is om niet langer periodiek te taxeren, maar de WOZ-waarde te baseren op aankoopprijzen, en deze vervolgens te indexeren. Voor alle duidelijkheid melden wij dat deze taxatiemethodiek in ieder geval niet zal gelden voor het derde WOZ-tijdvak, dat in 2005 aanvangt. Als deze regeling daadwerkelijk wordt ingevoerd zal deze taxatiemethode worden gebruikt voor het vierde WOZ-tijdvak, dat in 2009 aanvangt. Het taxatieproces voor het derde WOZ-tijdvak, dat momenteel in volle gang is, zal dan ook ongewijzigd worden doorgezet. - naar alle waarschijnlijkheid vervalt de gemeentelijke belastingkorting (Zalmsnip) met ingang van 2005. Ook de ruimte voor eigen lokaal minimabeleid (kwijtschelding van belastingen en compensatie huisvuilzakken) staat onder druk. Bovenstaande betekent in Nijmegen dat de toepassing van het draagkrachtprincipe onder druk komt te staan.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 3
Gemeentelijke heffingen Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 8210
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
OZB woningen
630321 DIW
-
2.145
2.228
2.226
2.224
2.224
OZB niet-woningen
630322 DIW
-
1.221
1.260
1.260
1.260
1.260
Hondenbelasting
630323 DIW
-
80
83
83
83
83
Reinigingsheffingen
630324 DIW
-
85
88
88
88
88
Rioolrecht
630325 DIW
-
85
88
88
88
88
Precariobelasting
630326 DIW
-
45
46
46
46
46
Belastingkorting
630327 DIW Totaal lasten
-
2.909
2.916
2.983
3.075
3.075
0
6.570
6.709
6.774
6.864
6.864
OZB woningen
630321 DIW
-
33.838
33.585
34.958
36.630
38.461
OZB niet-woningen
630322 DIW
-
26.477
27.380
27.482
27.585
27.687
Hondenbelasting
630323 DIW
-
683
587
587
587
587
Reinigingsheffingen
630324 DIW
-
588
472
472
472
472
Rioolrecht
630325 DIW
-
5.519
5.668
5.793
5.944
6.111
Precariobelasting
630326 DIW
-
226
231
231
231
231
Belastingkorting
630327 DIW Totaal baten
-
-
0
-
-
-
0
67.331
67.923
69.523
71.449
73.549
0
-60.761
-61.214
-62.749
-64.585
-66.685
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting De verschillen tussen de begrotingsjaren vloeien voort uit de inflatiecorrectie van 2,5% en accres van het bestand. De cijfers vanaf 2005 zijn gebaseerd op de tarieven 2004, zonder inflatiecorrectie. De effecten genoemd bij ontwikkelingen zijn nog niet vertaald in de bovengenoemde cijfers.
Verwijzingen
woonlastenvergelijking grote gemeenten 2003 belastingparagraaf 2004 versie 29082003 overzicht belastingopbrengst per belasting versie 29082003
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 4
Concerninkomsten Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie
Nr 8220
Omschrijving Op dit programma zijn de volgende algemene inkomstenbronnen geraamd: 1) Algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het gaat hier om een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente. Het betreft een uitkering van het rijk met een algemeen karakter waarvan de besteding, binnen de gestelde wettelijke kaders voor gemeenten, vrij is. 2) Uitkering Nuon. Per 1 januari 1998 zijn de aandelen Nuon verkocht. De opbrengst hiervan is "teruggeleend" aan de Nuon Zuid Gelderland. Hieruit worden jaarlijks inkomsten genoten. De aard en de omvang van deze inkomsten zijn contractueel vastgelegd. 3) Opbrengst beleggingen. Deze categorie omvat door de verkopen van aandelenpakketten in de loop van een aantal jaren vrijwel uitsluitend nog de inkomsten van het pakket aandelen BNG. De gemeente bezit overigens nog diverse deelnemingen waarvan mogelijke opbrengsten niet hier worden geraamd, maar met functionele programma’s worden verrekend. Doel Het in beeld brengen en volgen van de inkomsten die de gemeente ontvangt in verband met: - algemene uitkering gemeentefonds - uitkering NUON - opbrengst beleggingen Signalering Ontwikkelingen 1) De juni circulaire 2003 van het gemeentefonds kondigt een aantal maatregelen aan die van invloed zijn op de algemene uitkering 2004-2007. Een bijzonderheid vormt het Hoofdlijnenakkoord. Dit akkoord bevat een aantal nieuwe beleidsvoornemens die voor de gemeenten relevant zijn en een doorwerking krijgen in de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het betreft o.a. - de vereenvoudiging van de WOZ taxaties (te realiseren in 2006; taakstelling € 60 miljoen) - het onderdeel gebruikersbelasting van de OZB wordt afgeschaft (volledige compensatie via het gemeentefonds in 2005) - maximering van de stijging van de OZB bij andere onderdelen (eigenaarsbelasting op woningen en OZB op niet-woningen; dit na overleg met gemeenten). Naar verwachting zullen bij de aanbieding van de miljoenennota aanvullende bezuinigingsmaatregelen volgen, die leiden tot een extra korting op de algemene uitkering via aanpassing van de normeringsmethodiek. Hierover bestaat bij het opstellen van deze begroting echter nog onvoldoende zekerheid. Een en ander zal worden verwerkt in de septembercirculaire 2003. Overigens is in hoofdstuk 2 "Financieel overzicht" een toelichting opgenomen op de ontwikkelingen rond de algemene uitkering. 2) In 2004 wordt de laatste extra aflossing op de Nuon-lening ontvangen tenzij Nuon gebruik maakt van de contractueel vastgelegde mogelijkheid om in 2005 (of later) te kiezen voor aflossing van de lening middels een 18 jarige annuïteit. Bij de zomernota 2003 is voorgesteld, ter beperking van het risico, de raming van de renteuitkering terug te brengen naar de laagste (eeuwigdurende) variant. Bij het opstellen van de begroting bestond er nog geen duidelijkheid over een eventuele keuze van de Nuon. Er zal middels nog te voeren gesprekken met de Nuon worden gestuurd op het verkrijgen van uitsluitsel hierover of over mogelijke andere opties. 3) Met ingang van 2004 dienen gemeenten, op grond van nieuwe begrotings- en verantwoordingsvoorschriften, in de begroting in een aparte paragraaf informatie te verschaffen over zgn. "verbonden partijen". Het betreft de gemeentelijke deelname in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, maatschappijen etc. Elders in de begroting is deze paragraaf opgenomen waarin inzicht wordt geboden in de deelnemingen en de participatie in gemeenschappelijke regelingen en de risico's die daarmee samenhangen.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 5
Concerninkomsten Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie Financiën
Nr 8220
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Algemene uitkering
681000 CON
-
-
0
-
-
-
Uitkering NUON
682000 CON
-
-
0
-
-
-
Opbrengst beleggingen
683000 CON Totaal lasten
-
0
0
-
-
-
0
0
0
0
0
0
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Algemene uitkering
681000 CON
-
146.612
135.919
132.708
131.837
132.626
Uitkering NUON
682000 CON
-
6.979
6.979
6.642
6.642
6.642
Opbrengst beleggingen
683000 CON Totaal baten
-
297
297
297
297
297
0
153.888
143.195
139.647
138.776
139.565
0
-153.888
-143.195
-139.647
-138.776
-139.565
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Ad 1) De gemeentefondsuitkering vanaf 2004 is substantieel lager dan in 2003. De oorzaak hiervan is met name de invoering van het BTW-compensatiefonds, hetgeen leidt tot een korting van € 11,25 miljoen. De gemeentefondsuitkering 2004 is gebaseerd op de juni circulaire 2003 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De effecten die optreden in de algemene uitkering in de meerjarenperiode zijn het gevolg van de teruggang van groei naar de nullijn. Deze teruggang heeft een effect van € 2,5 miljoen in 2004 oplopend naar € 5,0 miljoen in 2006. In de ramingen is een accres opgenomen van € 3 miljoen voor loon en prijsstijgingen en een verdere verlaging van de reservering in de behoedzaamheidsreserve met € 1,6 miljoen. Reeds eerder was hiervoor € 0,6 miljoen ingezet. Een en ander betekent dat voor het jaar 2004 de verwachte behoedzaamheidsreserve volledig is aangewend. Voor de jaren 2005 tot en met 2007 is de reserve nog voor € 1,6 miljoen beschikbaar. De overige mutaties in de meerjarenperiode hebben betrekking op de ontwikkelingen in de basisgegevens voor de berekening van de algemene uitkering. Ad 2) Bij de Zomernota 2003 is voorgsteld om de geraamde uitkering van de Nuon vanaf 2005 te baseren op de basisvariant, zijnde een eeuwigdurende renteuitkering van afgerond € 5,2 miljoen. De mogelijkheid bestaat dat de Nuon in 2005 (of later) er voor kiest de uitkering om te zetten in een 18 jarige annuïtaire uitkering van afgerond € 6,7 miljoen, waarbij de bestaande lening geheel zal worden afgelost. In dat geval loopt de uitkering af in het jaar 2022. Ad 3) De hier geraamde opbrengst beleggingen is ongewijzigd ten opzichte van eerdere ramingen. Het betreft de inkomsten van het pakket aandelen BNG. Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 6
Concernverrekeningen Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie
Nr 8230
Omschrijving Dit programma bestaat uit een viertal productgroepen die kunnen worden samengebracht onder de noemer 'verrekeningen'. Het betreft: 1) Financiering. Verrekeningen van renten die voortvloeien uit de treasury-activiteiten. Het gaat om verrekeningen intern en met derden. De verrekeningen vormen een aspect van het financieringsbeleid. Dit beleid is weergegeven in de treasuryparagraaf als onderdeel van de Stadsbegroting. 2) Concernposten. Bestaande uit stelposten en andere concernposten, die ófwel - na nadere invulling - via wijziging nog verrekend moeten worden met beleidsprogramma’s danwel, al dan niet blijvend, gemeentebrede ramingen betreffen. De post onvoorziene lasten is een voorbeeld van een blijvende stelpost. 3) Gemeentelijk saldo. Een 'technische' productgroep, waar is vermeld het totaal gemeentelijke saldo als resultaat van de de optelling van de lasten en baten van alle programma's van de stadsbegroting. Ook wordt inzicht gegegven in de saldi van ieder directie. 4) Saldi kostenplaatsen. Ook hier een 'technische' post ten behoeve van de interene kostenverdeling. Doel Dit programma kent de volgende doelstellingen: 1. Het vastleggen van treasury-activiteiten, die met name gericht zijn op het voorzien in de dagelijkse behoefte aan liquiditeit en de behoefte aan langlopende financieringsmiddelen voor de gemeente, binnen de kaders die daarvoor in het treasurystatuut zijn gesteld. Binnen die spelregels worden ook financieringen verstrekt aan woningcorporaties en instellingen die onderdeel uitmaken van de publieke taak van de gemeente. 2. Het opnemen van gemeentebrede ramingen die niet aan één of enkele andere programma’s zijn te koppelen. 3. Het opnemen van diverse verrekenposten gericht op begrotings-technische juistheid en volledigheid. Signalering Gemeentelijk saldo De lasten, baten en het saldo ontwikkelen zich vanaf het jaar 2000 als volgt: bedragen x € 1 miljoen Lasten Baten Saldo
Rekening Jr 2000 568,1 567,5 - 0,6
Rekening Jr2001 633,6 641,0 7,4
Rekening Jr2002 665,9 675,1 9,2
Begroting Jr2003 812,3 816,0 3,7
Begroting Jr2004 693,1 693,4 0,3
Ontwikkelingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 7
Concernverrekeningen Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DBO: Bestuur en Organisatie Financiën
Nr 8230
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Financiering
684000 CON
-
67.412
67.342
67.342
67.342
67.342
Concernposten
685000 CON
-
8.195
-1.613
-4.687
-5.207
-3.033
Gemeentelijke saldo
686000 CON
-
0
0
-
-
-
Bedrijfsresultaat DSB
659997 DSB
161
0
0
-
-
-
Bedrijfsresultaat
649998 DGG
0
0
0
-
-
-
Saldi kostenplaatsen
687000 CON Totaal lasten
-
0
0
-
-
-
161
75.607
65.729
62.655
62.135
64.309
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Financiering
684000 CON
-
71.021
71.021
71.021
71.021
71.021
Concernposten
685000 CON
-
1.786
6.623
6.229
5.878
6.262
Gemeentelijke saldo
686000 CON
-
164
-257
-332
-450
-478
Bedrijfsresultaat DSB
659997 DSB
-
-
0
-
-
-
Bedrijfsresultaat
649998 DGG
0
0
0
-
-
-
Saldi kostenplaatsen
687000 CON Totaal baten
-
0
0
-
-
-
0
72.971
77.387
76.918
76.449
76.805
161
2.636
-11.658
-14.263
-14.314
-12.496
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Financiering De ramingen voor lasten en baten en dus ook het resulterende saldo zijn opgenomen op basis van de begroting 2003. De ramingen voor 2004 en volgende jaren zullen via begrotingswijziging geactualiseerd worden voor de verwachting voor 2004, waardoor met name het geraamde voordeel tussen lasten en baten met € 1,55 miljoen zal toenemen, op basis van de meldingen in de perspectiefnota (€ 0,8 miljoen) en de zomernota (€ 0,75 miljoen). Concernposten De concernpost bestaan uit stelposten en overige concernposten. De stelposten zijn te verdelen in enkele categorieën. Een categorie betreft ramingen die nog naar door directies nog naar de juiste programma's moeten worden overgeheveld. Het gaat hierbij o.a. om mutaties in de algemene uitkering die doorvertaald moeten worden naar het betreffende beleidsveld, en om correcties die nog moeten worden doorgevoerd. De overige concernposten betreffen voornamelijk een aantal te ontvangen bijdragen en enkele mutaties in reserves en voorzieningen (o.a. BTW-compensatiefonds en reserve Waalsprong) Het gemeentelijk saldo kan als volgt worden gespecificeerd naar de gemeentelijke onderdelen: bedragen x € 1 miljoen Directie Inwoners Directie Grondgebied Directie Stadsbedrijven Directie Bestuur & Organisatie Brandweer Directie Wijk en Stad Concerninkomsten en -verrekeningen Totaal gemeentelijk saldo
Jr2004 44,1 59,2 3,9 16,4 8,9 22,3 -155,1 -0,3
Jr2005 43,6 59,5 3,8 16,7 8,9 21,4 -154,2 -0,3
Jr2006 42,0 59,8 3,4 17,1 9,0 21,7 -153,5 -0,5
Jr2007 40,6 59,7 3,4 17,1 9,3 21,9 -152,5 -0,5
Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 8
Onderzoek en statistiek Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad
Nr 8310
Omschrijving Het programma onderzoek en statistiek is gericht op objectieve en betrouwbare maatschappelijke informatie voor ontwikkeling, onderbouwing en evaluatie van andere programma’s in de Stadsbegroting. Ca driekwart van deze stadsbegrotingprogramma’s wordt voorzien van onderzoeksresultaten, kennis of/en statistische basisinformatie. Dit in de vorm van: 1. monitoring en onderzoek van maatschappelijke ontwikkelingen, behoeften en opinies in stad en wijken, 2. procesevaluaties en beleidseffectmetingen, 3. behoeften- en evaluatie-onderzoek van gemeentelijke dienstverlening, 4. informatie-/kennisoverdracht van cijfers, trends, achtergronden van maatschappelijke ontwikkeling in stad en wijken. Doel Het programma onderzoek en statistiek zorgt voor betrouwbare en bruikbare maatschappelijke informatie en kennis over stad, wijken en effecten van beleid, met als doel een betere en samenhangende beleidsprogrammering, beleidsuitvoering en gemeentelijke dienstverlening. Het programma onderzoek en statistiek vormt het kader voor een jaarlijks op te stellen Onderzoeksprogramma, met een specificatie van opdrachten, relaties met andere programma’s en verantwoording van de realisatie van het voorgaande jaar. Signalering Signalering doelbereik van het programma onderzoek en statistiek: 1. Een vastgesteld Onderzoeksprogramma 2004 begin 2004 gereed; uitvoering van dit programma voor 1-1 2005 voltooid. De programrealisatie 2004 wordt gespecificeerd verantwoord in het Onderzoeksprogramma 2005 (hoofdstuk 2 en bijlage 2). 2. Periodiek onderzoek bij opdrachtgevers en gebruikers naar de kwaliteit en bruikbaarheid van opgeleverde producten, geleverde diensten en informatievoorziening (b.v. Feiten en Cijfers, Stadsgetallen). De eerste meting vindt in 2004 plaats. De resultaten melden we in het Onderzoeksprogramma en de Signalering 2005. Ontwikkelingen Gemeentelijke prioriteiten voor de oplading van het Onderzoeksprogramma 2004 en volgende jaren: 1. Monitoring ontwikkelingen in de wijken en de stad en doorwerking beleid, met speciale aandacht voor schoonheel-veilig en sociale samenhangen. In 2004 verschijnt de Stads- en Wijkmonitor 2003. Begin 2006 de Stads- en Wijkmonitor 2005 2. Monitoring van herkenning en waardering door burgers van de bestuursstijl van het College van B. en W. door een jaarlijkse peiling. 3. Monitoring van de gemeentelijke dienstverlening (Stadswinkel en overige gemeentelijke dienstverlening) door klantenonderzoeken en burgerpeilingen (voor kwaliteitsverbetering van de dienstverlening en voor het Burgerjaarverslag). 4. Onderzoeks- en informatiebijdragen voor verbetering meetbaarheid, actualiteit, doeltreffendheid van het gevoerde bestuur (voor gemeentelijke programma's Stadsbegroting en in het kader van Verordening, artikel 213a gemeentewet). 5. Effectmetingen voor gemeentelijke organisatie-ontwikkeling (o.a. 2005 herhaling medewerkersonderzoek 2003). 6. Sterkere benutting internet voor informatievoorziening naar bestuur, gemeentelijke organisatie en burgers (Feiten en Cijfers, Stads- en Wijkgetallen) en voor diverse vormen van peilingen. Voor het totaalbeeld van opdrachten verwijzen we naar het Onderzoeksprogramma 2004 (eind 2003/begin 2004 beschikbaar).
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 9
Onderzoek en statistiek Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DWS: Wijk en Stad Financiën
Nr 8310
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten Onderzoek en Statistiek
Directie 691008 DWS Totaal lasten
bgr.2005
bgr.2006
-
1.427
1.475
1.475
1.475
1.475
0
1.427
1.475
1.475
1.475
1.475
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
bgr.2007
Productgroepen baten Onderzoek en Statistiek
691008 DWS Totaal baten
Productgroepen saldo
Investeringen
-
29
29
29
29
29
0
29
29
29
29
29
0
1.398
1.446
1.446
1.446
1.446
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
C:\WINNT\Profiles\petet0
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 10
Interne producten Stadsbedrijven Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DSB: Stadsbedrijven
Nr 8410
Omschrijving Onder dit programma vallen de producten en diensten die Stadsbedrijven aan andere directies levert. De directie Stadsbedrijven werkt vrijwel volledig op basis van opdrachten die zij van andere directies ontvangt. De opdrachtgevers nemen de lasten en de baten van de door Stadsbedrijven uit te voeren taken op in de begroting van hun programma's. Stadsbedrijven beheert en exploiteert accommodaties voor de directie Inwoners, onderhoudt de openbare ruimte voor de directie Grondgebied en coördineert de facilitaire diensten en producten voor de totale organisatie. De term 'facilitair' dient hier ruim te worden opgevat; het gaat ook om diensten op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (Informatiemanagement) en de financiële administratie (Administratiecentrum). Doel De organisatorische bundeling van uitvoerende taken in één directie heeft tot doel de effectiviteit en de efficiency te bevorderen. Deze organisatievorm maakt het ook makkelijker de prijs/kwaliteit van de diensten en producten te vergelijken met die van soortgelijke organisaties. Signalering Ontwikkelingen De fluctuaties in de meerjarenbegrotingscijfers ten opzichte van 2003 zijn in het algemeen het gevolg van autonome ontwikkelingen en van beleidsvoorstellen die door de opdrachtgevende directies zijn ontwikkeld.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 11
Interne producten Stadsbedrijven Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DSB: Stadsbedrijven Financiën
Nr 8410
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
Directie
rek.2002
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Vastgoed Intern producten
652505 DSB
-
bgr.2003 bgr.2004 160
160
160
160
160
Facilitair saldo werkplekken
652300 DSB
-
0
0
-
-
-
Vastgoed Architectuur
652500 DSB
-
516
0
-
-
-
Vastgoed Advies & onderhoud
652501 DSB
-
826
1.015
1.015
1.015
1.015
Vastgoed Projecten
652502 DSB
-
660
1.137
1.137
1.137
1.137
Bestuursondersteuning OG
650540 DSB
-
0
-
-
-
-
Vastgoed Servicedienst
652503 DSB
-
177
170
170
170
170
Vastgoed Planmatig onderhoud gebouwen
652504 DSB
-
50
46
251
202
194
Beheer woningen
652506 DSB
-
1.748
1.853
1.777
1.755
1.698
Beheer Woonwagens & Standplaatsen
652507 DSB
-
244
237
236
236
235
Saldo Directie en Staf
659998 DSB
21
0
0
-
-
-
Binnensportaccommodaties
652352 DSB
-
0
-
-
-
-
Sportzalen
651003 DSB
-
949
836
830
822
816
Gymlokalen
651004 DSB
-
792
805
801
800
796
Sportparken
651005 DSB
-
3.698
3.443
3.395
3.340
3.294
Stedelijke speeltuinen
651006 DSB
-
490
546
545
543
537
Wijkspeeltuinen
651007 DSB
-
194
199
199
199
199
Openbare speelgelegenh./straten/pleinen
651008 DSB
-
415
438
427
352
285
Kinderboerderij
651009 DSB
-
70
72
72
72
71
Camping de Kwakkenberg
651010 DSB
-
218
0
-
-
-
Jeugdcentra
651011 DSB
-
625
568
566
564
562
Service Centrum Verhuizingen
652203 DSB
-
17
18
18
18
18
Service Centrum Postverzorging
652204 DSB
-
806
821
821
821
820
Service Centrum Reprografie
652205 DSB
-
877
886
887
888
888
Service Centrum Inkoop middelen
652206 DSB
-
294
298
298
298
298
Service Centrum Vergaderfaciliteiten
652207 DSB
-
187
308
212
221
229
Service Centrum Notulen Raad
652208 DSB
-
16
16
16
16
16
Service Centrum Overige Services
652209 DSB
-
0
0
-
-
-
Verzekeringen
653000 DSB
-
0
0
-
-
1.281
Sportontwikkeling
651000 DSB
-
1.193
1.281
1.281
1.281
Jan Massinkhal
651001 DSB
-
686
636
632
628
615
Sporthallen
651002 DSB
-
1.306
1.360
1.349
1.339
1.330
Wijkcentra
651012 DSB
-
4.994
5.029
4.980
4.967
4.938
Open Wijkscholen (OWS)
651013 DSB
-
142
136
136
135
135
Overige Accommodaties
651014 DSB
-
41
10
10
10
10
Producten Administratie Centrum (AC)
652000 DSB
-
2.569
2.625
2.630
2.637
2.636
Producten Informatie Management (IM)
652100 DSB
-
11.207
11.481
11.457
11.222
11.404
Service Centrum Huisvesting
652200 DSB
-
11.426
12.392
12.369
12.253
12.077
Service Centrum Vervoer
130
652201 DSB
-
126
130
130
130
Service Centrum Telefooncentrale & S4000 652202 DSB
-
0
1
1
2
2
Bestuursondersteuning
-
66
68
68
68
68
659000 DSB
Stadsbeheer toezicht
653100 DSB
-
7.393
2.965
2.965
2.965
2.965
Stadsbeheer uitvoering
653200 DSB Totaal lasten
-
13.440
9.346
9.346
9.346
9.346
21
68.618
61.332
61.187
60.612
60.375
Vastgoed Intern producten
652505 DSB
-
-
0
-
-
-
Facilitair saldo werkplekken
652300 DSB
-
-228
-234
-228
-228
-228
Vastgoed Architectuur
652500 DSB
-
516
0
-
-
-
Vastgoed Advies & onderhoud
652501 DSB
-
826
1.015
1.015
1.015
1.015 1.137
Productgroepen baten
Vastgoed Projecten
652502 DSB
-
660
1.137
1.137
1.137
Bestuursondersteuning OG
650540 DSB
-
0
-
-
-
-
Vastgoed Servicedienst
652503 DSB
-
177
170
170
170
170
Vastgoed Planmatig onderhoud gebouwen
652504 DSB
-
50
46
251
202
194
Beheer woningen
652506 DSB
-
1.748
1.793
1.719
1.698
1.643
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 12
Interne producten Stadsbedrijven Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DSB: Stadsbedrijven
Nr 8410
Beheer Woonwagens & Standplaatsen
652507 DSB
-
172
176
176
176
176
Saldo Directie en Staf
659998 DSB
0
0
0
-
-
-
Binnensportaccommodaties
652352 DSB
-
0
-
-
-
-
Sportzalen
651003 DSB
-
949
836
830
822
816
Gymlokalen
651004 DSB
-
792
805
801
800
796
Sportparken
651005 DSB
-
3.698
3.443
3.395
3.340
3.294
Stedelijke speeltuinen
651006 DSB
-
490
551
549
547
542
Wijkspeeltuinen
651007 DSB
-
194
199
199
199
199
Openbare speelgelegenh./straten/pleinen
651008 DSB
-
415
438
427
352
285
Kinderboerderij
651009 DSB
-
70
72
72
72
71
Camping de Kwakkenberg
651010 DSB
-
218
0
0
0
0
Jeugdcentra
651011 DSB
-
662
568
566
564
562
Service Centrum Verhuizingen
652203 DSB
-
17
18
18
18
18
Service Centrum Postverzorging
652204 DSB
-
806
821
821
821
820
Service Centrum Reprografie
652205 DSB
-
877
886
887
888
888
Service Centrum Inkoop middelen
652206 DSB
-
294
298
298
298
298
Service Centrum Vergaderfaciliteiten
652207 DSB
-
187
308
212
221
229
Service Centrum Notulen Raad
652208 DSB
-
16
16
16
16
16
Service Centrum Overige Services
652209 DSB
-
-
0
-
-
-
Verzekeringen
653000 DSB
-
-
0
-
-
1.281
Sportontwikkeling
651000 DSB
-
1.193
1.281
1.281
1.281
Jan Massinkhal
651001 DSB
-
686
636
632
628
615
Sporthallen
651002 DSB
-
1.306
1.360
1.349
1.339
1.330
Wijkcentra
651012 DSB
-
4.587
4.672
4.623
4.611
4.582
Open Wijkscholen (OWS)
651013 DSB
-
165
136
136
135
135
Overige Accommodaties
651014 DSB
-
41
10
10
10
10
Producten Administratie Centrum (AC)
652000 DSB
-
2.569
2.625
2.630
2.637
2.636
Producten Informatie Management (IM)
652100 DSB
-
11.207
11.481
11.457
11.222
11.404
Service Centrum Huisvesting
652200 DSB
-
11.426
12.392
12.369
12.253
12.077
Service Centrum Vervoer
652201 DSB
-
126
130
130
130
130
Service Centrum Telefooncentrale & S4000 652202 DSB
-
0
1
1
2
2
Bestuursondersteuning
659000 DSB
-
0
0
-
-
-
Stadsbeheer toezicht
653100 DSB
-
7.393
2.965
2.965
2.965
2.965
Stadsbeheer uitvoering
653200 DSB Totaal baten
-
13.440
9.346
9.346
9.346
9.346
0
67.745
60.397
60.260
59.687
59.454
21
873
935
927
925
921
Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting Verwijzingen
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 13
Archieven Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 8420
Omschrijving Het Archief draagt zorg voor het auditen, beheren, toegankelijk maken en ter beschikking stellen van archieven en collecties voor de gemeente Nijmegen, voor Nijmeegse organisaties waarvoor de gemeente de wettelijke verplichting heeft archiefwerkzaamheden te verrichten, alsmede voor instellingen waarmee een dienstverleningsovereenkomst is aangegaan. We onderscheiden de volgende producten: - auditing (inspectie en acquisitie van nog niet overgebrachte archieven) - depotexploitatie (bewaren en behouden) - inventarisatie (toegankelijk maken) - dienstverlening (ter beschikking stellen) Doel Naast de uitvoering van wettelijke taken (Archiefwet 1995: het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van overheidsarchieven, alsmede het waarborgen van de openbaarheid van die archieven) heeft Het Archief tot doel een actieve bijdrage te leveren aan de vergroting van de historische kennis van stad en streek onder een zo breed mogelijk hedendaags en toekomstig publiek. Signalering Strekkende meters te beheren statische archieven en collecties: dit geeft de hoeveelheid bezette plankruimte weer. Het archief heeft overigens momenteel 10 km' plankruimte in vaste stellingen staan. Strekkende meters nog niet beschreven statische archieven en collecties: dit is in feite de niet toegankelijke werkvoorraad. Strekkende meters te acquireren archief, die bij de administratie in de semistaische fase liggen te wachten op overname of door particulieren worden aangeboden. Klantcontacten: hierbij zijn alle vormen van individuele contacten met klanten bij elkaar opgeteld, zowel dus de meer anonieme hits via de website als ook de intensieve contacten op de studiezaal en alles wat daar tussen zit. Manifestaties en publicaties, hierbij gaat het om een brede range aan activiteiten, waarbij groepen geïnteresseerde burgers bereikt worden. Daarbij moet gedacht worden aan de medewerking aan tentoonstellingen of het houden van rondleidingen, maar ook de ondersteuning aan historisch onderzoek zoals de stadsgeschiedenis totale omvang beheerde statische archieven en collecties nog niet beschreven statische archieven en collecties op te nemen semi-statische en particuliere archieven manifestaties en publicaties klantcontacten (studiezaal, schriftelijk, telefonisch, site)
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
2004 9.200
2005 9.300
2006 9.500
2.790
2.293
1.857
4.000
4.500
5.750
43 17.800
48 22.800
43 27.800
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 14
Archieven Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners
Nr 8420
Ontwikkelingen De dienstverlening op afstand (vraaggeoriënteerde benadering) voor de burger wordt verder ontwikkeld. Naar verwachting vanaf begin 2004 kan de klant via intranet & internet de aanwezige actuele archiefinformatie op de site van Het Archief bekijken (www.nijmegen.nl/hetarchief). Het nieuwe digitale programma Atlantis Archief & Inventarisatie (A&I) zal het naar verwachting vanaf 2004 in toenemende mate mogelijk maken exactere managementgegevens te leveren op basis waarvan de prestaties nauwkeuriger geformuleerd kunnen worden. Naar verwachting zullen deze en andere automatiseringstoepassingen langzamerhand leiden tot een versnelling van het invetarisatieproces, waardoor de jaarlijkse stijging van het aantal onbewerkte meters kan worden omgebogen in een daling. Wat inhoudt een reductie van de werkvoorraad op de traditionele dragers. Daar staat helaas tegenover, dat de digitale informatiedragers en hun behoudsvraagstuk op ons af zullen komen. Dit vraagstuk baart ons zorgen, maar krijgt onze aandacht in de komende jaren. De huidige capaciteit van de archiefbewaarplaats zal in 2004 volledig zijn benut. Om ruimte te creëeren voor de jaarlijkse aanwas van statische archieven en collecties, alsmede voor de berging van de semi-statische archieven uit de gemeentelijke gebouwen Stadhuis, Metterswane en SoZaWe, zullen de huidige vaste stellingen (10 km) moeten worden vervangen door verrijdbare (16 km). Zie bovenstaande grafiek 'capaciteitsberekening'. Het Archief levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de in 2005 te verschijnen (omvangrijke) geschiedschrijving van Nijmegen. Het valt te verwachten dat deze geschiedschrijving na publicatie in 2005 het historisch onderzoek naar de geschiedenis van Nijmegen fors zal stimuleren. Voor Het Archief betekent dit onder andere dat onderzoekers een beroep zullen blijven doen op onderzoeksondersteuning. Voorts zullen klanten in verband met de viering 'Nijmegen 2000', die eveneens in 2005 plaatsvindt, de komende jaren naar verwachting een extra beroep doen op de diensten van Het Archief. Het onderzoek kostendekkende tarieven archiefproducten is in juli 2003 afgerond met een collegeadvies voor de tarieven per 1 januari 2004 (zie verwijzingen: formulier taakafstoting archief). Aandacht vraagt ook de verdere ontwikkeling van de rol van Het Archief bij regionaal archiefbeheer tegen kostendekkende tarieven. In 2003 zijn onderhandelingen gestart tussen de gemeente Nijmegen en de Katholieke Universiteit Nijmegen over mogelijke samenwerking inzake het Katholiek Documentatie Centrum (KDC), waarbij Het Archief het beheer van ca. 10 kilometer archieven en collecties zou overnemen. Grote zorgen baren de ontwikkelingen met betrekking tot de gesubsidieerde arbeid. Bij Het Archief is een vijfde van de mensen via een dergelijke regeling werkzaam. Het spreekt voor zich, dat met het eventueel wegvallen van een deel of al deze medewerkers de in de begroting geprognotiseerde prestaties niet gehaald kunnen worden.
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 15
Archieven Programma Financiën, organisatie, Stadsbedrijven Portefeuille Contact directie DIW: Inwoners Financiën
Nr 8420
(bedragen x 1000 euro)
Productgroepen lasten
bgr.2005
bgr.2006
bgr.2007
Archiefwerkzaamheden Nijmegen
630811 DIW
-
2.669
3.319
3.285
2.779
2.779
Archiefwerkzaamheden derden
630812 DIW Totaal lasten
-
0
0
-
-
-
0
2.669
3.319
3.285
2.779
2.779 6
Directie
rek.2002
bgr.2003 bgr.2004
Productgroepen baten Archiefwerkzaamheden Nijmegen
630811 DIW
-
6
6
6
6
Archiefwerkzaamheden derden
630812 DIW
-
0
0
-
-
-
0
6
6
6
6
6
0
2.663
3.313
3.279
2.773
2.773
Totaal baten Productgroepen saldo
Investeringen
(bedragen x 1000 euro)
Toelichting In het kader van de taakafstoting zal Het Archief met ingang van 2004 de instellingen waarmee een dienstverleningsovereenkomst is aangegaan kostendekkende tarieven in rekening brengen (besluit B&W 12-0603, zie verwijzingen: formulier taakafstoting Het Archief). Verwijzingen
formulier taakafstoting het Archief1
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Portefeuille Financiën, organisatie, Stadsbedrijven / pagina 16
Investeringsplan 2004 Programma
Productgroep
Omschrijving
Archieven
Archiefwerkzaamheden Nijmegen Totaal Archiefwerkzaamheden Nijmegen
Vervanging inventaris arsenaal
Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Totaal Bedrijfsinvesteringen
Diverse vervangingen Werkplekconfiguratie Verv. Planologie & stedenbouw 2002-2006 Kantoorautomatisering 2002 - 2006 Diverse meetapparatuur 2002 - 2006 Div. vervangingen belastingen Div. vervangingen burgerzaken Voorzieningen algemeen beheer Arbo voorzieningen Pincodebetaalautomaat Vervanging meubiliair 2002 - 2006 ICT TIS FB Bedrijfsinvesteringen algemeen Vervanging en uitbr. Kantoorinventaris Herinvestering meubilair kantoor Voorzieningen m.b.t. Arbo wet FB Vervanging PC's ka investeringen + vervangen meubilair
Openbare verlichting/verkeersregelinstallaties Totaal Openbare verlichting/verkeersregelinstallaties Wegen, straten, pleinen Wegen, straten, pleinen Wegen, straten, pleinen Wegen, straten, pleinen Wegen, straten, pleinen Wegen, straten, pleinen
verlichting op doorgaande wegen en wijken
Wegen, straten, pleinen Wegen, straten, pleinen Totaal Wegen, straten, pleinen
Hertogstraat/Hertogplein Heijendaal, infra + gebouwen 2002
Totaal Archieven Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Bedrijfsinvesteringen Totaal Bedrijfsinvesteringen Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur Bovengrondse infrastructuur
Investeringsplan 2004
Fiets 30 km zones Onderh.wegen,straten,pleinen Weurtseweg, rijbaan en voorrangsmaatr. (MIS98) Invoering 30 km zones 2002 - 2004 Invoering 30 km zones, bijdrage 2002 - 2004
1/5
2004 bruto 7.942 7.942 7.942 35.700 54.454 6.800 9.100 4.500 20.185 20.185 20.185 11.345 5.046 45.378 322.000 31.765 44.471 25.526 158.823 11.345 45.378 47.500 919.684 919.684 100.000 100.000 2.025.000 590.000 1.815.000 326.890 800.000 -376.000 75.000 454.000 5.709.890
Stadsbegroting 2004 - 2007
Programma Totaal Bovengrondse infrastructuur Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding Brandweer en rampenbestrijding
Productgroep
Omschrijving
Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Brandweer: basis brandweerzorg Totaal Brandweer: basis brandweerzorg
verv. inrichting diverse werkplaatsen verv. meubilair / inventaris verv. aandrijving goederenlift vervaniging werkstations vervanging printers brandkranen verv. haakarmwagen 686 4x2 verv. RIV ademluchtcompressoren bluskleding adembescherming
Totaal Brandweer en rampenbestrijding Hondenbelasting Burgerzaken Totaal Hondenbelasting Totaal Burgerzaken Economische ontwikkeling Havens en kaden Economische ontwikkeling Havens en kaden Economische ontwikkeling Havens en kaden Economische ontwikkeling Havens en kaden Economische ontwikkeling Havens en kaden Totaal Havens en kaden Economische ontwikkeling Stimulering bedrijvigheid Economische ontwikkeling Stimulering bedrijvigheid Totaal Stimulering bedrijvigheid Economische ontwikkeling Vestigings- en productieniveau Economische ontwikkeling Vestigings- en productieniveau Economische ontwikkeling Vestigings- en productieniveau Economische ontwikkeling Vestigings- en productieniveau Economische ontwikkeling Vestigings- en productieniveau Economische ontwikkeling Vestigings- en productieniveau Economische ontwikkeling Vestigings- en productieniveau Totaal Vestigings- en productieniveau Totaal Economische ontwikkeling Publieksvoorlichting Externe betrekkingen Totaal Publieksvoorlichting
Investeringsplan 2004
Aanschaf hondenpenningen
Oostkanaalhavens baggeren Aanpak slibprobleem, bijdrage West Kanaaldijk schatting onderzoek + uitv 2002 - 2004 West Kanaaldijk schatting onderzoek + uitv, bijdrage 2002 - 2004 Onderzoek/advies kade Waalkade Regio Rijn/Waal interreg.proj.cofin. (94) Brochures Ontw.kantoor- en bedrijfslocaties 2001 Kleinsch.bedrijvigheid in wijken: locatie 2002 - 2004 Kleinsch.bedrijvigheid in wijken: locatie, bijdrage 2002 - 2004 Kleinsch.bedrijvigheid in wijken: gebouwen 2002 - 2004 Kleinsch.bedrijvigheid in wijken: gebouwen, bijdrage 2002 - 2004 Functiemengingszone hatert 2003 - 2004 Functiemengingszone hatert, bijdrage 2003 - 2004
Vervanging demontabele expostands
2/5
2004 bruto 5.709.890 22.688 22.688 3.630 2.270 4.537 9.076 136.134 56.723 40.840 45.379 90.757 434.722 434.722 7.942 7.942 7.942 403.473 -303.169 908.000 -908.000 74.350 174.654 13.613 11.345 24.958 54.454 227.000 -227.000 908.000 -908.000 227.000 -227.000 54.454 254.066 4.765 4.765
Stadsbegroting 2004 - 2007
Programma Totaal Externe betrekkingen Grondbeleid Grondbeleid Grondbeleid Totaal Grondbeleid Integraal jeugdbeleid Integraal jeugdbeleid Integraal jeugdbeleid Totaal Integraal jeugdbeleid Integraal waterbeheer Integraal waterbeheer Totaal Integraal waterbeheer Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven
Investeringsplan 2004
Productgroep
Omschrijving
Bijdrage gemeentelijke aandeel FIP Bijdrage gemeentelijke aandeel FIP Bijdrage gemeentelijke aandeel FIP Totaal Bijdrage gemeentelijke aandeel FIP
masterplan oude stad visie koers west Koers West (verschoven naar 2008)
Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid Totaal Ontwikkelingsgericht jeugdbeleid
Onderhoud aanpassingen jeugdacc Hangplek/Sportplekken Jongeren 2002 Binnensportaccomodaties
Riolering Riolering Totaal Riolering
TV-inspectie rioolstelsel 2002 - 2006 Kleinschalige rioolsanering alg. 2002 - 2006
Producten Administratie Centrum Producten Administratie Centrum Totaal Producten Administratie Centrum Producten Informatie Management Producten Informatie Management Producten Informatie Management Producten Informatie Management Producten Informatie Management Totaal Producten Informatie Management Servicecentrum-Huisvesting Servicecentrum-Huisvesting Totaal Servicecentrum-Huisvesting Servicecentrum-Vergaderfaciliteiten Totaal Servicecentrum-Vergaderfaciliteiten Sportparken Sportparken Totaal Sportparken Sportzalen Totaal Sportzalen Stadsbeheer toezicht Totaal Stadsbeheer toezicht Stadsbeheer uitvoering
Vervanging Eagle 2003 (verschuiven naar 2004!) Conversie onvoorzien en opleidingen 2002, 2004-5 Portofoons 2003 - 2005 Inv. Tbv Cyclomedia 2002 - 2006 Herinvesteringen telefooncentrale 2002 - 2006 Div.bedr.en onderh.inv.Consultancy 2002 - 2006 Verv.Centr.Comp.Capac 2002 - 2006 ICT netwerk Stadhuis (jpL2001) 2001 ICT netwerk stadhuis 2002 Stelpost verv. Vergadervoorzieningen 2002 - 2006 Diverse voorz. Sportvelden 2002 - 2006 Verv.beregeninstallaties per jaar 2002 - 2006 Legionellamaatregelen (verschoven van 2003) Portofoons 2004 Haspelleidingen sportvelden 2004
3/5
2004 bruto 4.765 300.000 1.000.000 1.300.000 1.300.000 31.765 76.235 31.765 139.765 139.765 136.000 45.000 181.000 181.000 222.352 31.765 254.117 2.723 68.075 34.034 113.445 567.225 785.502 226.890 226.890 453.780 97.479 97.479 23.800 5.740 29.540 1.045.000 1.045.000 86.218 86.218 11.300
Stadsbegroting 2004 - 2007
Programma
Productgroep
Omschrijving
Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven
Stadsbeheer uitvoering Stadsbeheer uitvoering Stadsbeheer uitvoering Stadsbeheer uitvoering Stadsbeheer uitvoering Stadsbeheer uitvoering Stadsbeheer uitvoering Totaal Stadsbeheer uitvoering Wijkcentra Wijkcentra Wijkcentra Totaal Wijkcentra
Veegmachine/verticuteerbak 2004 Handmachines 2002 - 2006 Aanhangwagens 2004 Verhogen mechanische graad 2002 -2006 Automatisering 2004 Ford Transits vervanging 2004 - 2006 Pick-up busje 2006
Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Interne prod. Stadsbedrijven Totaal Interne prod. Stadsbedrijven Kunst en cultuur Kunst en cultuur Totaal Kunst en cultuur Leefomgevingskwaliteit Leefomgevingskwaliteit Leefomgevingskwaliteit Totaal Leefomgevingskwaliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit
Investeringsplan 2004
Het aanbrengen van brandveiligheidsvoorzien. Vervangen inventaris alg. 50% rendabel 2002 - 2006 Energie besparende maatregelen alg. 2002 - 2006
Verankering: naar een grotere spreiding Totaal Verankering: naar een grotere spreiding Verbreding: naar een krachtiger fundament Totaal Verbreding: naar een krachtiger fundament
Doorlooppost aanpassingen amateurs
Bodem Bodem Bodem Totaal Bodem
Milieu,bodem- en saneringsonderz. 99 Bodemsanering, bijdragen obv NMP98, 5.3 MIS, 2003 - 2005 Bodemsanering, bijdragen obv NMP98, 5.3 MIS, 2003 - 2005
Openbaar vervoer Openbaar vervoer Totaal Openbaar vervoer Parkeren + regulering Parkeren + regulering Parkeren + regulering Parkeren + regulering Parkeren + regulering Parkeren + regulering Parkeren + regulering Parkeren + regulering Totaal Parkeren + regulering Verkeersbeleid Verkeersbeleid
Aanleg en verbeteren busbanen/ Stimuleren OV Aanleg en verbeteren busbanen/ Stimuleren OV(subsidie)
Culturele broedplaatsen
Parkeerregulering Brab.Prt 1999 (184/1995) Parkeerregulering Brab.Prt 1999 (184/1995), bijdrage Eiermarkt milieu aanp. NJN 2000 Eiermarkt milieu aanp. NJN 2001 Parkeerapp. Meters en automaten Parkeerapp. Meters en automaten, bijdrage Aanleg parkeergarages Aanleg parkeergarages bijdrage Blacks spots aanpak black spots 2002 - 2004
4/5
2004 bruto 27.200 13.600 36.300 11.300 46.286 34.000 66.000 245.986 518.350 73.080 6.370 597.800 3.595.422 7.942 7.942 1.000.000 1.000.000 1.007.942 40.840 1.815.000 -1.815.000 40.840 40.840 4.800.000 -2.400.000 2.400.000 292.663 -292.663 33.543 -33.543 195.200 -195.200 800.000 -800.000 0 450.000 473.200
Stadsbegroting 2004 - 2007
Programma
Productgroep
Omschrijving
Mobiliteit Mobiliteit Mobiliteit
Verkeersbeleid Verkeersbeleid Verkeersbeleid Totaal Verkeersbeleid
aanpak black spots, bijdrage 2002 - 2004 Leefbaarheid:geluid/oversteekbaarheid 2002 - 2004 Leefbaarheid:geluid/oversteekbaarheid, bijdrage 2002 - 2004
Huisvesting onderwijs Totaal Huisvesting onderwijs
Onderhoud/aanpassen schoolgebouwen 2004
Beheer openbaar groen Totaal Beheer openbaar groen
Stedelijk groenplan 2002 - 2006
Beheer Cultureel erfgoed Totaal Beheer Cultureel erfgoed
Bulkpst rest. Niet-verh. Monumenten 2003 - 2006
Speelvoorzieningen Speelvoorzieningen Totaal Speelvoorzieningen
Nieuwe speelplekken Nieuwe speelplekken
Totaal Mobiliteit Onderwijs Totaal Onderwijs Openbare ruimte Totaal Openbare ruimte Panden Totaal Panden Recreatie en spelen Recreatie en spelen Totaal Recreatie en spelen Ruimtelijke inrichting en vormgeving Ruimtelijke inrichting en vormgeving Ruimtelijke inrichting en vormgeving
Wijkvisies Wijkvisies Wijkvisies Totaal Wijkvisies Totaal Ruimtelijke inrichting en vormgeving Sport Sportaccommodaties Sport Sportaccommodaties Totaal Sportaccommodaties Totaal Sport Wijkaanpak Flexibele wijkaanpak Totaal Flexibele wijkaanpak Wijkaanpak Stadscentrum-wijkaanpak Totaal Stadscentrum-wijkaanpak Totaal Wijkaanpak Eindtotaal
Investeringsplan 2004
wijkgroen woonomgevingsverbetering voorzieningen voor jonge kinderen
Trekvogels/orion Verbeteren sportvelden en -parken
Incidentele projecten 2004-2007 Binnenstadsbeheer 2004-2007
5/5
2004 bruto -236.600 295.100 -68.100 913.600 3.313.600 5.200.322 5.200.322 5.200.322 206.500 206.500 206.500 47.600 47.600 47.600 47.647 450.000 497.647 497.647 442.500 620.136 40.800 1.103.436 1.103.436 1.000.000 158.823 1.158.823 1.158.823 31.780 31.780 63.560 63.560 95.340 25.327.247
Stadsbegroting 2004 - 2007
Overzicht belastingopbrengsten 1. Totaaloverzicht belastingopbrengst per belastingsoort in 2004 bedragen * € 1000
Belastingen algemeen Onroerendezaakbelastingen (incl. Zalmsnip) Hondenbelasting Precariobelasting overig Reinigingsheffing Opbrengst groene zakken Reinigingsrecht bedrijven (aanslagen) Rioolrecht Rioolrecht Overige heffingen Parkeergelden Leges bouwvergunningen Leges burgerzaken Parkeerboetes Scheepvaartrechten Marktgelden Brandweerleges Precariobelasting standplaatsen Leges bestemmingsplannen Toeristenbelasting Diverse leges APV Leges drank en horecawet Leges bodemgesteldheid Leges inritvergunning Baatbelasting Leges kinderopvang Leges bouwarchief Leges woonruimteonttrekking Leges raadsstukken Leges rooivergunning TOTAAL
2003
2004
53.452
56.946
595 226
587 232
2.350 339
2.700 347
5.437
5.667
8.998 2.821 1.066 519 293 279 46 108 16 89 33 13 5 13 12 6 8 5 4 1
10.765 2.993 1.128 531 300 286 138 111 94 91 70 23 21 16 12 10 8 5 4 1
76.734
83.086
2. Specificatie belastingopbrengst per belastingsoort in 2004 1.1 Onroerendezaakbelastingen exclusief belastingkorting x € 1000 Bruto OZB 2003 excl. belastingkorting najaarsnota 2002 effect maximale tariefdifferentiatie Areaaluitbreiding in 2003: woningen niet-woningen Basis 2004 incl. areaaluitbreiding Inflatiecorrectie 2,5% Opbrengstraming OZB voor het jaar 2004, exclusief belastingkorting
56.330 516 1.200 89 235 58.370 1.459 59.829
De opbrengst aan OZB neemt toe door bestandsuitbreiding in de loop van 2003, aangezien die panden op de peildatum (1 januari 2004) in de belasting zullen worden betrokken.
1
Voor burgers met een minimuminkomen is gehele of gedeeltelijke kwijtschelding mogelijk van het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelastingen (OZBG). In bovenstaande cijfers is hiermee al rekening gehouden. 1.2 Onroerendezaakbelastingen inclusief belastingkorting x € 1000 Opbrengstraming OZB voor het jaar 2004, inclusief belastingkorting Saldo belastingkorting volgens begroting 2003 Toename uitkering belastingkorting in 2004 door toename aantal woningen
59.829 2.878
5
Saldo toekenningen belastingkortingen in 2004 2.883 Totale opbrengstraming voor het jaar 2004, inclusief belastingkorting
56.946
De belastingkorting ad € 45,38 is een vast bedrag. Hierop wordt geen inflatiecorrectie toegepast. 2. Hondenbelasting Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 najaarsnota 2002 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 595 -22 14 587
Voor mensen met een minimuminkomen is gehele of gedeeltelijke kwijtschelding mogelijk van de hondenbelasting. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor één hond per huishouden. In de bovenstaande cijfers is rekening gehouden met kwijtschelding ad € 110.000,-. 3. Precariobelasting overig x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
226 75 8 309
Deze opbrengstraming heeft uitsluitend betrekking op de zgn. Precariobelasting Overig. Dit zijn bijv. terrassen, luifels, leidingen etc. Bij raadsbesluit van 18 december 2002, nr 168/2002, is de raad akkoord gegaan met een verhoging van de tarieven voor precario voor 2003 in de Binnenstad, ter gedeeltelijke dekking van de kosten voor de Vierdaagsefeesten. De meeropbrengst als gevolg van dit besluit bedroeg € 75.000,-. Het College is momenteel in constructief overleg met het ACBN over de financiering van de Vierdaagsefeesten in 2004. De uitkomst hiervan zal in de loop van 2003 worden bekendgemaakt. Als daar aanleiding toe bestaat zal de verordening Precariobelasting worden aangepast, en zullen gewijzigde afspraken over de financiering van de Vierdaagsefeesten in de begroting worden verwerkt.
2
4. Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht (opbrengst groene zakken) x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 2.350 Tariefsverhoging per 1/1/2003 350 Inflatiecorrectie (zie toelichting) p.m. Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
2.700
De Afvalstoffenheffing dient ter bestrijding van de kosten die verband houden met het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. In 1998 is besloten de heffing dmv aanslagen Afvalstoffenheffing te schrappen, en de kosten, die niet worden gedekt uit de Afvalstoffenheffing, te putten uit de OZB. Deze is daartoe verhoogd. Sindsdien bestaat de opbrengst van deze Afvalstoffenheffing voornamelijk uit de verkoop van groene huisvuilzakken aan burgers. Per 2003 is het tarief van de groene huisvuilzak verhoogd van € 0,57 naar € 0,67. In het College-akkoord is opgenomen dat dit tarief in 2004 ongewijzigd blijft. Ook de vergoeding voor het ophalen van afval bij burgers thuis (grofvuilophaaldienst) en uit inkomsten aan de poort van de milieustraat vallen onder deze post. De toepassing van de inflatiecorrectie op de tarieven van de grofvuilophaaldienst en van de Milieustraat leidt tot een zeer geringe meeropbrengst; deze is p.m. geraamd. De opbrengst uit het Reinigingsrecht bestaat, behalve uit de inkomsten uit de belastingaanslagen, tevens uit de opbrengst van de verkoop van de groene zakken aan bedrijven. 5. Reinigingsrecht bedrijven (aanslagen reinigingsrecht) x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 339 Inflatiecorrectie 2,5% 8 Totale opbrengstraming voor het jaar 2004 347 Reinigingsrecht wordt geheven ter bestrijding van de kosten die verband houden met het ophalen en verwerken van bedrijfsafval. Dit is geen wettelijk verplichte taak voor de gemeente. Omdat de opbrengst uit de verkoop van groene zakken de kosten voor het ophalen en verwerken van afval slechts voor een klein deel dekt, krijgen bedrijven die hun bedrijfsafval via de huisvuilophaaldienst van de DAR laten ophalen een aanslag Reinigingsrecht. Bedrijven die hun bedrijfsafval op een andere wijze laten verwijderen (bijv. door middel van een contract met een particulier bedrijf) krijgen geen aanslag Reinigingsrecht. 6. Rioolrecht Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Najaarsnota 2002 Bestandsuitbreidingen Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 5.437 82 7 138 5.667
Rioolrecht wordt geheven als vergoeding voor het genot van een aansluiting op de gemeentelijke riolering. De opbrengst dient als bijdrage in de aanleg, het onderhoud en de exploitatie van het rioleringsstelsel. Met de opbrengst uit het rioolrecht wordt slechts een deel van deze uitgaven gedekt. Het restant wordt gedekt uit de opbrengst OZB. De bestandsuitbreidingen betreffen de objecten, die in de loop van 2003 worden
3
opgeleverd. Deze worden met ingang van het belastingjaar 2004 aangeslagen voor Rioolrecht. 7. Parkeergelden Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Tariefsverhoging per 1/1/2003 Saldo ontwikkelingen - Uitbreiding betaald parkeren - Verhoging tarief parkeerontheffingen Inflatiecorrectie (zie toelichting) Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 8.998 1.500 205 62 p.m. 10.765
Onder parkeergelden wordt uitsluitend de opbrengst van parkeergarages, meters, -automaten en -vergunningen vermeld. Door uitbreiding van het gebied, waar slechts tegen betaling kan worden geparkeerd (Fransestraat e.o., Javastraat e.o., gedeelte St. Annastraat, winterparkeren Waalkade) of van de openingstijden (parkeergarage Eiermarkt en Hezelstraat) stijgen de inkomsten uit parkeergelden. Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om de meeste leges kostendekkend te maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan parkeerontheffingen voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 62.000,-. Op de parkeertarieven op straat en in garages wordt in beginsel geen inflatiecorrectie toegepast; tariefsaanpassingen gebeuren schoksgewijs. Wel worden de tarieven van de parkeervergunningen met 2,5% verhoogd. Het saldo hiervan is p.m. geraamd. Op de vraag of de tariefstijgingen van de parkeervergunningen voor zakelijke gebruikers en de bewonersvergunningen in de toekomst gekoppeld moeten blijven aan de inflatiecorrectie, of aan de stijging van de parkeertarieven op straat en in de garages zullen wij uitgebreid ingaan in de Parkeernota, een beleidsstuk dat wij u in de loop van 2003 zullen aanbieden. 8. Leges bouwvergunningen Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie (zie toelichting) Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 2.821 70 2.891
Zoals gebruikelijk wordt er geen inflatiepercentage toegepast op de bouwleges. Deze leges bestaan uit een vast percentage van de bouw/aanneemsom van het bouwwerk, waarvoor de vergunning wordt gevraagd. Omdat de bouw- en stichtingskosten jaarlijks stijgen, ‘lift’ de bouwleges mee met de bouwkosten. De stijging van de bouwkosten is hier geraamd op 2,5%. 9. Leges burgerzaken Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Saldo ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 1.066 34 28 1.128
4
Onder deze belastingsoort vallen zowel de leges burgerzaken (paspoorten, rijbewijzen, inlichtingen uit de GBA e.d.) als de leges voor de burgerlijke stand (huwelijken, uittreksels uit geboorte- en overlijdensregister, e.d.). Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om diverss leges kostendekkend te maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor burgerzaken voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 34.000,-. 10. Parkeerboetes Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie (zie toelichting) Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 519 12 531
De hoogte van de naheffingsaanslag Parkeerbelastingen bedraagt momenteel € 43,-, hetgeen overeenkomt met het toegestane maximum. Dit niveau wordt jaarlijks wettelijk vastgesteld. Naar verwachting stijgt dit tarief met ingang van 2004 tot € 44,-. Met deze verhoging is hierboven rekening gehouden. 11. Scheepvaartrechten Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 293 7 300
Onder scheepvaartrechten vallen zowel de havengelden (de vergoeding voor het gebruik van de haven) als de overslaggelden (de vergoeding voor het gebruik van de kade voor op- en overslag van goederen). 12. Marktgelden Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 279 7 286
13. Brandweerleges x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Saldo ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
46 89 3 138
Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om de meeste leges kostendekkend te maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor gebruiksvergunningen, verleend door de Brandweer voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 89.000,-. 14. Leges bestemmingsplannen Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 16 75 3 94
5
Tijdens de raadsvergadering van 29/1/2003, raadsvoorstel 4/2003 is de raad akkoord gegaan met het voorstel de leges voor planologische procedures te verhogen. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor deze producten fors verhoogd. Dit besluit is op 15 februari 2003 in werking getreden. Op dit moment kan de effectieve meeropbrengst op jaarbasis nog niet worden ingeschat. Vooralsnog is uitgegaan van een meeropbrengst op jaarbasis van € 75.000,-. 15. Precariobelasting standplaatsen Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 108 3 111
Deze opbrengst ontstaat door aanslagen precario voor standplaatsen (kiosken e.d.). 16. Toeristenbelasting Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 89 2 91
Bij de vaststelling van de bovenstaande raming is uitgegaan van bestaand beleid. Omdat aan u nog geen begrotingswijziging is voorgelegd over de effecten van de sluiting van camping ‘De Kwakkenberg’ per 2004 op de toeristenbelasting (-/- € 10.000,- per jaar) is dit effect nog niet meegenomen. 17. Diverse leges APV Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 33 35 2 70
Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om de meeste leges kostendekkend te maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor diverse vergunningen, voor zover die niet onderstaand staan vermeld als specifieke begrotingspost, voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 35.000,-. De inflatiecorrectie op de kleinste gemeentelijke heffingen, die hieronder worden weergegeven, heeft tot gevolg dat de opbrengst met minder dan € 1.000 stijgt. Daarom worden deze effecten in dit Belastingplan niet in beeld gebracht. De tarieven van deze producten zullen wel met 2,5% worden verhoogd. 18. Leges Drank- en horecawet x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
13 10 p.m. 23
6
Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om de meeste leges kostendekkend te maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor vergunningen en ontheffingen Drank- & Horecawet voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 10.000,-. 19. Leges bodemgesteldheid x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Saldo ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
5 16 p.m. 21
Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om de meeste leges kostendekkend te maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor geschiktheidsverklaringen ivm bodemgesteldheidsonderzoek voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 16.000,-. 20. Leges inritvergunningen x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
13 3 p.m. 16
Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om de meeste leges kostendekkend te maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor inritvergunningen voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 3.000,-. 21. Baatbelasting Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie (zie toelichting) Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 12 12
De gemeente Elst heeft in 1994 een baatbelasting ingevoerd om de kosten voor het doortrekken van twee wegen, het aanleggen van een riolering en de aansluiting op het elektriciteitsnet gedeeltelijk te verhalen op de gebate personen. In verband met de herindeling wordt deze belasting sedert 1998 door de gemeente Nijmegen geïnd. Deze belasting wordt geheven voor een periode van 30 jaar, tot en met 2023, dmv een jaarlijkse annuïteit. Hierop wordt geen inflatiecorrectie toegepast. 22. Leges kinderopvang Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Ontwikkelingen (zie toelichting) Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 6 4 p.m. 10
Tijdens de raadsvergadering van 14/11/2002, raadsvoorstel 163/2002 is de raad akkoord gegaan met het voorstel om de meeste leges kostendekkend te
7
maken. Als gevolg van dit besluit is de geraamde opbrengst aan leges voor vergunningen kinderopvang voor het belastingjaar 2003 gestegen met € 4.000,23. Leges bouwarchief Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 8 p.m. 8
Deze vergoeding wordt gevraagd voor het verkrijgen van inzage in bouwvergunningen, bouwtekeningen, etc., en voor het verstrekken van afschriften hiervan. 24. Leges woonruimte-onttrekking Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 5 p.m. 5
25. Leges raadsstukken Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
x € 1000 4 p.m. 4
26. Leges rooivergunning x € 1000 Totaal aanvaard beleid volgens begroting 2003 Inflatiecorrectie 2,5% Totale opbrengstraming voor het jaar 2004
1 p.m. 1
8
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN Naam reserve/voorziening
1
(bedragen x € 1.000)
Saldo Vermeer- Vermin01-01-2003 deringen deringen 2003 2003 (incl.rente) 2 3 4
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2003 deringen deringen 2004 2004 (incl.rente) 5 6 7
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2004 deringen deringen 2005 2005 (incl.rente) 8 9 10
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2005 deringen deringen 2006 2006 (incl.rente) 11 12 13
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2006 deringen deringen 2007 2007 (incl.rente) 14 15 16
Saldo Soort 31-12-2007
17
CONCERNPOSTEN 2. 3. 4. 5. 7. 8. 9. 10. 11.
Saldireserve Reserve NUON Reserve Strategische Investeringen Reserve Waalsprong Voorziening Triavium Reserve BTW Compensatiefonds * Voorziening interne uitbesteding administraties Voorziening debiteuren Treasury/Voorziening debiteuren Totaal Concernposten
15.292 61.206 2.920 1.187 219 1.562 55 238 30 82.709
7.612 0 3.800 27 91 6.964 0 0 8 18.502
3.817 1.471 0 0 0 0 0 0 38 5.326
19.087 59.735 6.720 1.214 310 8.526 55 238 0 95.885
2.200 0 400 0 91 0 0 0 0 2.691
45 1.581 0 275 0 4.250 0 0 0 6.151
21.242 58.154 7.120 939 401 4.276 55 238 0 92.425
2.200 0 0 164 91 0 0 0 0 2.455
45 0 0 0 0 4.150 0 0 0 4.195
23.397 58.154 7.120 1.103 492 126 55 238 0 90.685
2.200 0 0 891 91 0 0 0 0 3.182
45 0 0 0 0 4.000 0 0 0 4.045
5 5
0 0
1 1
4 4
0 0
1 1
4 4
0 0
1 1
3 3
0 0
1 1
1.151 17 281 60 55 90 1.571 0 51 328 108 3.712
223 0 0 0 0 0 21 485 0 0 0 729
0 0 0 0 0 0 124 0 60 0 0 184
223 0 0 0 0 0 73 492 0 0 0 788
0 0 0 0 0 0 223 0 58 0 0 281
223 0 0 0 0 0 73 492 0 0 0 788
0 0 0 0 0 0 223 0 48 0 0 271
1.820 17 281 60 55 90 1.168 1.469 (115) 328 108 5.281
223 0 0 0 0 0 73 492 0 0 0 788
0 0 0 0 0 0 223 0 48 0 0 271
3.972 1.706 5.268 10.946
1.748 8.577 1.365 11.690
3.408 9.900 2.107 15.415
2.312 383 4.526 7.221
0 8.577 508 9.085
1.824 8.600 0 10.424
488 360 5.034 5.882
0 8.577 508 9.085
1.767 8.600 0 10.367
(1.279) 337 5.542 4.600
0 8.577 508 9.085
129 31 1 0 16 0 3.571 337 0 22 0 4.107
0 0 0 94 17 0 3.571 337 0 0 26 4.045
2.711 240 41 188 32 71 2.933 (77) 19 118 290 6.566
129 31 0 0 16 0 3.624 342 0 23 0 4.165
0 0 0 94 17 0 3.624 342 0 0 26 4.103
2.840 271 41 94 31 71 2.933 (77) 19 141 264 6.628
129 25 0 0 16 0 3.624 342 0 23 0 4.159
0 0 0 94 17 0 3.624 342 0 0 26 4.103
2.969 296 41 0 30 71 2.933 (77) 19 164 238 6.684
0 25 0 0 16 0 3.624 342 0 23 0 4.030
25.552 58.154 7.120 1.994 583 (3.874) 55 238 0 89.822
2.200 0 0 2.620 91 0 0 0 0 4.911
45 0 0 0 0 4.000 0 0 0 4.045
27.707 58.154 7.120 4.614 674 (7.874) 55 238 0 90.688
AR BR BR BR V V V V ** V **
0 0
1 1
2.043 17 281 60 55 90 1.018 1.961 (163) 328 108 5.798
223 0 0 0 0 0 73 492 0 0 0 788
0 0 0 0 0 0 223 0 48 0 0 271
2.266 17 281 60 55 90 868 2.453 (211) 328 108 6.315
BR BR BR BR BR BR BR BR V V V
1.767 8.600 0 10.367
(3.046) 314 6.050 3.318
0 8.577 508 9.085
1.767 8.600 0 10.367
(4.813) 291 6.558 2.036
BR BR BR
0 0 0 0 17 0 3.624 342 0 0 26 4.009
2.969 321 41 0 29 71 2.933 (77) 19 187 212 6.705
0 26 0 0 16 0 3.624 342 0 23 0 4.031
0 0 0 0 17 0 3.624 342 0 0 26 4.009
2.969 347 41 0 28 71 2.933 (77) 19 210 186 6.727
AR AR BR BR V V V V V V BR
DIRECTIE BESTUUR & ORGANISATIE 1.
I.Z.A.-verpl. stadsgewest Nijmegen Totaal Directie Bestuur & Organisatie
2 2
1 1
V
DIRECTIE INWONERS 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Faciliteitenregeling vluchtelingen * Fonds flankerend ouderenbeleid Res. 1% regeling beeldende kunst * Vijfjaarlijkse afrekening G.V.O. 84-88 Preventief onderhoud bruikleen BAO/SO Andere voorzieningen Basisonderwijs Onderwijs en minderheden WVG Egalisatie kosten verkiezingen Risicovoorziening Triavium Risicovoorziening Ondern.Academie Totaal Directie Inwoners
1.374 17 281 60 55 90 1.468 485 (9) 328 108 4.257
1.597 17 281 60 55 90 1.318 977 (67) 328 108 4.764
SOCIALE ZAKEN 1. 2. 3.
Spaartegoed I/D FWI - werkdeel * FWI - inkomensdeel Totaal Sociale Zaken
DIRECTIE STADSBEDRIJVEN 1. 2. 3. 4. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Algemene bedrijfsreserve woningen Alg. bedrijfsreserve woonwagencentra Bijzondere kosten noodwoningen Egalisatierekening brutering bws-subs. Voorz. Gobelins Sociaal Voorzieningsfonds Onderhoudsfonds panden Onderhoudsfonds woningen Voorz. achterstallig onderhoud ACC Onderhoudsvoorziening woonwagencentra Egalisatierekening woonwagencentra Totaal Directie Stadsbedrijven
2.582 209 40 282 33 71 2.933 (77) 19 96 316 6.504
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN Naam reserve/voorziening
1
(bedragen x € 1.000)
Saldo Vermeer- Vermin01-01-2003 deringen deringen 2003 2003 (incl.rente) 2 3 4
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2003 deringen deringen 2004 2004 (incl.rente) 5 6 7
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2004 deringen deringen 2005 2005 (incl.rente) 8 9 10
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2005 deringen deringen 2006 2006 (incl.rente) 11 12 13
Saldo Vermeer- Vermin31-12-2006 deringen deringen 2007 2007 (incl.rente) 14 15 16
Saldo Soort 31-12-2007
17
DIRECTIE WIJK EN STAD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Algemene bedrijfsreserve Voorz. tekorten complexen Voorziening Stadsvernieuwingsgebieden Fonds Archeologie Voorz. Dubieuze debiteuren Stadsvernieuwingsfonds * GSB-reserve * ISV-reserve * ISV-reserve knelp.budget woonwagens GSO-reserve Totaal Directie Wijk en Stad
14.778 15.704 784 (1.184) 42 7.498 6.445 10.479 603 5.141 60.290
5.602 pm pm pm pm
5.937 pm pm pm pm
202 pm
7.700 pm
6.446 424 pm
3.379 0 pm
12.674
17.016
14.443 15.704 784 (1.184) 42 0 6.445 13.546 1.027 5.141 55.948
2.244 pm pm pm pm
722 pm pm pm pm
0 pm
0 pm
6.509 433 pm
20.408 0 pm
9.186
21.130
15.965 15.704 784 (1.184) 42 0 6.445 (353) 1.460 5.141 44.004
1.047
1.047
888
16.124 15.704 784 (1.184) 42 0 6.445 (353) 1.460 5.141 44.163
262 235 4.396 1.801 200 8.713 110 18 39 55 2.896 51 36 0 18.812
0 0 760 0 202 2.299 0 0 0 0 0 0 394 0 3.655
pm pm 723 pm 202 1.486 0 0 0 pm pm 0 394 0 2.805
pm pm pm pm
888 pm pm pm pm
0 pm pm pm pm
0 pm pm pm pm
1.660
1.660
896
16.888 15.704 784 (1.184) 42 0 6.445 (353) 1.460 5.141 44.927
262 235 4.433 1.801 200 9.526 110 18 39 55 2.896 51 36 0 19.662
0 0 761 0 202 2.315 0 0 0 0 0 0 443 0 3.721
pm pm 723 pm 202 1.486 0 0 0 pm pm 0 443 0 2.854
262 235 4.471 1.801 200 10.355 110 18 39 55 2.896 51 36 0 20.529
0 0 762 0 202 2.332 0 0 0 0 0 0 331 0 3.627
pm pm pm pm
896 pm pm pm pm
0 pm pm pm pm
0 pm pm pm pm
844 pm pm pm pm
934
AR V ** V ** V V BR BR BR BR BR
934
16.798 15.704 784 (1.184) 42 0 6.445 (353) 1.460 5.141 44.837
pm pm 723 pm 202 1.485 0 0 0 pm pm 0 331 0 2.741
262 235 4.510 1.801 200 11.202 110 18 39 55 2.896 51 36 0 21.415
BR BR BR BR BR BR BR BR BR V BR BR BR BR
pm pm pm pm 0
pm pm pm pm
0 pm pm pm pm
844
DIRECTIE GRONDGEBIED 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Fonds bijdr. aanp.won.gehandicapten Reserve woonruimteonttrekking Reserve vernieuwing riolering * Fonds BWS Egalisatiefonds Fonds Milieu UP * Reserve Milieumaatregelen riolering Bomenfonds Goffertparkfonds Fonds Bedrijfsomgevingsbeleid Voorz. risico gemeenteleningen WBV Fonds stedelijke vernieuwing Reserve Projectencentrum Fonds Waterplan Fonds Waterplan 2006 e.v. Totaal Directie Grondgebied
262 235 6.471 1.801 200 7.136 110 18 39 55 2.896 51 36 0 19.310
0 0 758 0 202 2.267 0 0 0 0 0 0 282 0 3.509
108 417 159 684
0 0 65 65
184.160
32.861 129.543 21.756
pm pm 2.869 pm 202 1.486 0 0 0 pm pm 0 282 0 4.839
262 235 4.360 1.801 200 7.917 110 18 39 55 2.896 51 36 0 17.980
0 0 759 0 202 2.282 0 0 0 0 0 0 346 0 3.589
pm pm 723 pm 202 1.486 0 0 0 pm pm 0 346 0 2.757
76 206 65 347
32 211 159 402
0 0 65 65
32 211 65 65
0 0 159 159
0 0 65 65
0 0 65 65
0 0 159 159
0 0 65 65
0 0 65 65
0 0 159 159
0 0 65 65
0 0 65 65
0 0 159 159
51.276
47.173
188.263
29.569
44.912
172.678
21.254
22.695
171.237
22.531
22.508
171.260
23.351
22.433
172.178
13.374 26.828 11.074
9.754 33.048 4.371
36.481 123.323 28.459
4.604 20.804 4.161
767 35.788 8.600
40.318 108.339 24.021
3.401 13.692 4.161
933 13.515 8.247
42.786 108.516 19.935
3.885 14.485 4.161
941 13.470 8.097
45.730 109.531 15.999
3.070 16.120 4.161
979 13.357 8.097
47.821 112.294 12.063
16.927 7.094 24.021
65 4.096 4.161
65 8.182 8.247
16.927 3.008 19.935
65 4.096 4.161
65 8.032 8.097
65 4.096 4.161
65 8.032 8.097
KREDIETBANK 1. 2. 3.
Voorziening afkoopsom gewest Limburg Voorziening inzake wet FIDO Risicofonds oninbare vorderingen Totaal Kredietbank
TOTAAL GENERAAL * TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN Algemene reserves Bestemmingsreserves Voorzieningen *
Het saldo van 01-01-2003 (€ 184,1 mln.) wijkt af t.o.v. het saldo van 31-12-2002 (€ 180,3 mln). Hier zijn er 2 verklaringen voor; 1. In de rekening 2002 is gebleken dat in de bestemmingsreserves een bedrag van € 1,7 mln. t.b.v. het fonds werk en inkomen en een bedrag van € 2,2 mln. in de reserve vernieuwing riolering opgenomen moest worden. Dit is dus als correctie op het saldo verwerkt. 2. I.v.m. het netto maken van de stand van 31-12-2002 zijn de btw bedragen (€ 1,361 mln.) geboekt op de reserve btw compensatiefonds.
**
In de balans zijn aangegeven voorzieningen in mindering gebracht op de corresponderende activaposten. Voorzieningen in mindering op activa Voorzieningen opgenomen onder passiva
AR = Algemene reserve BR = Bestemmingsreserve V = Voorziening
16.957 4.799 21.756
73 11.001 11.074
103 4.268 4.371
16.927 11.532 28.459
65 4.096 4.161
65 8.535 8.600
16.927 (928) 15.999
16.927 (4.864) 12.063
V V V **
Gemeentefonds 2004-2007 aantal
2004
aantal
2005
aantal
2006
aantal
2007
Sociaal 2 3 4 5 7 8 9 10 11 12
Inwoners Inwoners bfnk Jongeren < 20 jaar Ouderen 65+ Lage inkomens 65Bijstandsontvangers Uitvoeringskosten Sociale dienst Schaalfactor Sociale dienst Uitkeringontvangers Minderheden
155.623 156.474 32.870 20.779 27.910 6.819 11.962 1 18.046 13.215
137,82 0,66 186,02 47,33 336,41 330,54 1.083,05 217.593,22 143,30 273,69
21.448.000 103.000 6.115.000 983.000 9.389.000 2.254.000 12.956.000 211.000 2.586.000 3.617.000
157.473 158.335 33.261 21.026 27.910 6.819 11.962 1 18.046 13.215
21.676.000 104.000 6.231.000 995.000 9.390.000 2.254.000 12.959.000 211.000 2.586.000 3.618.000
159.729 160.603 33.738 21.327 27.910 6.819 11.962 1 18.046 13.215
21.987.000 106.000 6.364.000 1.009.000 9.392.000 2.254.000 12.959.000 211.000 2.586.000 3.619.000
162.198 163.086 34.259 21.657 27.910 6.819 11.962 1 18.046 13.215
22.327.000 107.000 6.462.000 1.025.000 9.392.000 2.254.000 12.959.000 211.000 2.586.000 3.619.000
184.260 336.060 1.931 2.821 8.818 1.457 137
62,65 25,54 242,19 242,19 242,19 80,73 144,01
11.544.000 8.584.000 468.000 683.000 2.136.000 118.000 20.000
184.260 336.060 1.931 2.821 8.818 1.457 137
11.557.000 8.587.000 468.000 683.000 2.136.000 118.000 20.000
184.260 336.060 1.931 2.821 8.818 1.457 137
11.570.000 8.591.000 468.000 683.000 2.136.000 118.000 20.000
184.260 336.060 1.931 2.821 8.818 1.457 137
11.570.000 8.591.000 468.000 683.000 2.136.000 118.000 20.000
5.377 33,55 5.377 19,72 395 28,36 673 585,36 609 3.210,59 72 1.510,87 75.018 191,66 75.123 30,87 20 6.700,22 16.196 31,76 14.335 87,37 0,000% 122.853.664,50 1,230% 22.207.381,03 1,602% 12.616.890,15 2.233 51,85 1.349 7,50 35.989 3,75 3 6.261,25 3 13.220,05 6.210 103,39
180.000 106.000 11.000 394.000 1.955.000 108.000 14.378.000 2.319.000 134.000 514.000 1.252.000 0 273.000 202.000 8.686.000 10.000 135.000 19.000 40.000 642.000
181.000 106.000 11.000 394.000 1.955.000 108.000 14.797.000 2.319.000 134.000 514.000 1.252.000 0 273.000 202.000 8.932.000 10.000 135.000 19.000 40.000 642.000
5.377 5.377 395 673 609 72 78.525 75.123 20 16.196 14.335 0 0 0 2.233 1.349 35.989 3 3 6.210
181.000 106.000 11.000 394.000 1.955.000 108.000 15.050.000 2.319.000 134.000 514.000 1.252.000 0 273.000 202.000 9.085.000 10.000 135.000 19.000 40.000 642.000
202.000
202.304
202.000
Centrum functie 13 14 15a 15b 15c 15d 15e
Klanten potentieel lokaal Klanten potentieel regionaal Leerlingen S.O.-minder duur Leerlingen S.O.-duur Leerlingen V.O. Extra leerlingen streekscholen Extra groei leerlingen V.O.
Infrastructuur 16 18 19 21 22 23 24 25 27 29 30 31 31a 31b 32 34 35 36 37 38
land Land bodemfactor totaal binnenwater Oppervlakte bebouwing Opp bebouwing in woonkernen* bodemfactor Opp bebouwing buitengebied* bodemfactor Woonruimten Woonruimten* Bodemfactor Historische kern Bewoonde oorden 1930 Historische woningen in bewoonde oorden Stadsvernieuwing ISV (a) stadsvernieuwing ISV (b) herstructurering Omgevingsadressendichtheid Oeverlengte * Bodemfactor gemeente Oeverlengte * Bodemf. Gem.*dichtheid Kernen Kernen *Bodemfactor buitengebied Bedrijfsvestigingen
5.377 5.377 395 673 609 72 76.005 75.123 20 16.196 14.335 0,000% 1,230% 1,602% 2.233 1.349 35.989 3 3 6.210
181.000 106.000 11.000 394.000 1.955.000 108.000 14.567.000 2.319.000 134.000 514.000 1.252.000 0 273.000 202.000 8.796.000 10.000 135.000 19.000 40.000 642.000
5.377 5.377 395 673 609 72 77.208 75.123 20 16.196 14.335 0,000% 1,230% 1,602% 2.233 1.349 35.989 3 3 6.210
Algemeen 39
Vast bedrag
1
201.681,27
Totaal uitgaven Punten utkerings factor 52 51
Verfijning monumenten Verfijning Rioleringen
O.Z.B. woning O.Z.B. niet-woning
Subtotaal Algemene Uitkering Integratieuitkering W.U.W Integratie uitkering ISV Stelpost Accres Zomernota 2003: Vrijval accres 2003 Effect invoering BCF Ramen vrijval behoedzaamheidsreserve Zomernota 2003: Vrijval Bres. t.b.v. afdekking tekort 2003 "O"lijn gemeentefonds Pers. Nota 2004
Totaal Algemene Uitkering
201.681
114.775.000 1,3228 1 1
Subtotaal uitgavenijkingen 1a 1b
202.000
7.979.685 3.169.237
151.824.000 199.341 53.092
199.000 53.000 152.076.000 -13.984.000 -4.879.000 133.213.000 39.000 713.000 -89.000 0 -157.000 2.200.000 0 0 135.919.000
202.000
202.304
115.453.000 1,3478 169.883 52.639
8.125.247 3.214.615
155.608.000 170.000 53.000 155.831.000 -14.230.000 -4.949.000 136.652.000 39.000 624.000 -5.050.000 0 -157.000 600.000 0 0 132.708.000
116.299.000 1,3708 134.608 49.008
8.302.663 3.259.993
117.160.000
159.423.000
1,4238
166.812.000
135.000 49.000
74.874 32.218
75.000 32.000
159.607.000 -14.544.000 -5.019.000 140.044.000 39.000 535.000 -9.224.000 0 -157.000 600.000 0 0 131.837.000
8.496.893 3.305.371
166.919.000 -14.886.000 -5.088.000 146.945.000 39.000 535.000 -15.336.000 0 -157.000 600.000 0 0 132.626.000
Overzicht risico’s De in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen informatie is o.a. gebaseerd op een doorlichting en bijstelling van het risicoprofiel. Sinds de vaststelling van de nota vermogenspositie in 1998 is jaarlijks via een vaste systematiek per risicogroep een onder- en bovengrens aangegeven van de geïnventariseerde risico’s. Hierna is een opsomming weergegeven van de geïnventariseerde risico’s met een kwantificering door het aangeven van een onderen een bovengrens. De risico’s dragen over het algemeen een dynamisch karakter dat wil zeggen dat ze meestal in meerdere jaren optreden en dat de oplossing zich ook uitstrekt over meerdere begrotingsjaren. Hierna is een lijst opgenomen van de risico’s per groep met een inschatting van de in euro’s uitgedrukte onder- en bovengrens. Voor de meerjarenperiode 2002 – 2005 betekent dat over het algemeen dat de bovengrens het viervoudige bedraagt van de ondergrens, er van uitgaande dat dit soort risico’s doorgaans niet in één begrotingsjaar optreedt of kan worden opgelost. Dat vormt de link naar - in de termen van de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften (BBV) – het dynamische weerstandsvermogen Ontwikkelingen algemene uitkering gemeentefonds Rond de algemene uitkering en het gemeentefonds bestaan standaard risico’s als gevolg van onder andere de volgende ontwikkelingen: • Financiële effecten voortvloeiend uit de ontwikkeling van de basisgegevens van Nijmegen in relatie tot de landelijke ontwikkeling. • Onderuitputtingen op de rijksbegroting die via de Normeringsmethodiek doorwerken in het gemeentefonds. • Wijziging van de inhoud van de maatstaven als gevolg van bijgestelde inzichten; bijvoorbeeld maatstaf stadsvernieuwing Dit soort risico's is bijna niet in een jaar op te vangen. De omvang schatten we op € 2 tot € 8 miljoen. BTW-compensatiefonds In verband met de invoering van het BTW-compensatiefonds in 2003 is de algemene uitk ering uit het gemeentefonds met € 11,25 miljoen verlaagd. De hoogte van de feitelijke BTWdeclaratie uit dit fonds is in enig jaar onder andere afhankelijk van de hoogte van het investeringsvolume in dat jaar. Mogelijk zijn er dus jaren waarin de uit het BTW-compensatiefonds geclaimde BTW de lagere gemeentefondsuitkering niet compenseert. Vooralsnog lijken eventuele nadelen in de eerste jaren opgevangen te kunnen worden uit de te vormen reserve, zodat het risico voor deze begrotingsperiode P.M. kan worden geraamd. Fonds Werk en Inkomen Het in 2001 ingevoerde FWI dekt een deel van de bijstandslasten van gemeenten af op basis van geobjectiveerde maatstaven, die niet direct de aantallen bijstandsontvangers betreffen. Er bestaat een reëel risico dat in de toekomst de uit dit fonds ontvangen middelen niet toereikend zijn om de bijstandslasten te dekken. De omvang van dit risico wordt geschat op € 1 tot € 4 miljoen. Wet Werk en Bijstand In aanvulling op de risicomelding hiervoor over het FWI dient verder te worden gemeld dat op rijksniveau al geruime tijd het voornemen bestaat om de uitvoering van de bijstand geheel voor rekening van de gemeenten uit te laten voeren (op dit moment 25 %). De nieuwe wet zal naar verwachting in 2004 - gefaseerd in een aantal jaren - in werking treden. Er is echter op 1
dit moment nog geen definitieve besluitvorming. Met de nieuwe wetsvoorstellen wordt o.a. een eigen risico voor gemeenten ingevoerd; 10 % van de rijksbijdrage is voor Nijmegen € 8 miljoen. Aanvullend risico geschat tussen € 0 en € 4 miljoen. Voorzieningenplan Waalsprong Door tegenslagen in de ontwikkeling van de Waalsprong, zoals de MER, de dijkverlegging en bestemmingsplanprocedures, loopt de gemeente het risico dat reeds gestarte processen ter realisatie van geplande voorzieningen in het Waalspronggebied moeten worden bijgesteld of afgebroken. De risicoanalyse van de Waalsprong is gebaseerd op een risicoanalyse van begin 2002. Hierin zijn de gevolgen van de dijkverlegging in ieder geval nog niet opgenomen. Eerst in de tweede helft 2003 kunnen de effecten van het door uw Raad vast te stellen voorkeursmodel, en de ontwikkelingen als gevolg van de dijkverlegging in een planexploitatie opgenomen worden. Daarna kan pas een nieuwe risicoanalyse gemaakt worden. Dan kan blijken dat het risicoprofiel duidelijk anders wordt. Ook economische ontwikkelingen kunnen hierbij een rol spelen. Het geheel van deze risico’s schatten we op € 1,5 tot € 6 miljoen. Rente Voor een deel is het risico van stijgende rente in de begroting afgedekt. Echter, onder invloed van internationale en nationale ontwikkelingen kan een opwaartse druk op de geld- en kapitaalmarkt ontstaan, waardoor de te betalen rente de huidige ramingen gaat overschri jden. De omvang van de renterisico’s wordt geschat op € 0,5 tot € 2 miljoen. Rijksregelgeving Wijzigingen in de rijksregelgeving kunnen leiden tot financiële schade voor gemeenten. Voor een groot aantal gemeentelijke activiteiten wordt een specifieke uitkering ontvangen of vindt compensatie via de algemene uitkering plaats. Het is niet altijd haalbaar om beleidswijzigingen van het Rijk op deze onderdelen direct door te vertalen naar de gemeentelijke uitvoering of gesubsidieerde instelling. In de regelgeving rond de Wet Sociale Werkvoorziening treden dergelijke risico’s bijvoorbeeld op. Deze risico's worden geschat op € 2 tot € 4 miljoen. Bodemverontreiniging De risico's van bodemverontreiniging zijn moeilijk te kwantificeren, omdat ze qua omvang en urgentie vrijwel niet te bepalen zijn. Milieurisico’s rond bouwgrondexploitaties die onder de regie van de directie Wijk en Stad worden uitgevoerd, worden meegenomen in het risicoprofiel van de betreffende projecten en drukken mede op de algemene bedrijfsreserve van het Ontwikkelingsbedrijf. De omvang van de risico’s in dit kader, o.a. van noodzakelijke bodemsanering, wordt geschat op € 0,5 tot € 2 miljoen. Verliezen op bezuinigingstaakstellingen In de begroting zijn taakstellingen ingeboekt inzake doelmatigheid en taakafstoting. Daarnaast staan er nog oude bezuinigingstaakstellingen open. Tezamen lopen de taakstellingen op tot een bedrag van € 7,5 miljoen in 2007. De mogelijkheid bestaat dat de bezuinigingstaakstellingen niet geheel of niet tijdig zijn te realiseren. Dit risico wordt ingeschat op € 0,75 tot € 3 miljoen.
2
Geldleningen De omvang van leningen die zijn verstrekt aan bedrijven, instellingen, verenigingen e.d. bedraagt momenteel bijna € 86 miljoen. Daarnaast is voor ruim € 590 miljoen aan leningen verstrekt aan woningbouwcorporaties, maar de risico’s daarvan zijn vrijwel geheel ondergebracht bij het waarborgfonds sociale woningbouw. De garanties op geldleningen aan woningbouwverenigingen bedragen € 273 miljoen, welk bedrag nagenoeg volledig bestaat uit hypotheekgaranties voor aankoop van woningen door particulieren. Doordat hypotheekgaranties sinds 1995 afgegeven worden door de Nationale Hypotheekgarantie, neemt de omvang van de oude nog ten laste van de gemeente komende ga ranties door aflossingen steeds verder af. Het risico op deze garanties wordt door de voortgaande aflossing op hypotheken en de waardestijging van woningen als laag ingeschat. De totale omvang van de risico’s op leningen aan derden en garanties wordt ingeschat op € 1 tot € 5 miljoen. Subsidies Voor een aantal investeringsobjecten wordt gerekend op bijdragen van derden, provinciale subsidies, rijksbijdragen of Europese projectsubsidies. Op het moment van in uitvoering nemen van het project is niet altijd zeker of de subsidie ook (volledig) verkregen wordt. De omvang van dit risico wordt ingeschat op € 2 tot € 7 miljoen. Verzekeringen De kosten van het verzekeren van gebouwen, met name onderwijspanden, dreigen zeer fors te stijgen. In de zomernota is aangegeven dat wordt gekeken naar mogelijkheden om door het aanbrengen van extra voorzieningen premiestijgingen te voorkomen. Dit risico wordt ingeschat op € 0,3 tot € 1 miljoen. Claims uit juridificering van de samenleving In zijn algemeenheid komt de overheid onder invloed van jurisprudentie, wetsinterpretatie en dergelijke steeds meer onder druk te staan op fiscaal en juridisch gebied. De hieruit voortvloeiende risico's betreffen o.a.: - aansprakelijkheidsstelling in verband met planschade - fiscale claims op het gebied van de directe en indirecte belastingen - gevolgen van juridische claims inzake eigen heffingen De omvang hiervan wordt geschat op € 1 tot € 9 miljoen. Grote Projecten De risico’s die voortvloeien uit planexploitaties en projecten worden afgedekt door de algemene bedrijfsreserve van het Grondbedrijf. In het voorjaar van 2003 is een voortgangsrapportage grote projecten aan uw raad toegezonden. Zie overigens voor een toelichting hierop de paragraaf grondbeleid in deze begroting. Verbonden partijen In de begroting is, conform de nieuwe voorschriften voor in de richting van begroting en rekening, een aparte paragraaf opgenomen waarin is aangegeven met welke partijen de gemeente een (financiële) relatie heeft. Het gaat daarbij om vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen etc. waar de gemeente in participeert. Door deze participatie treden voor de gemeente risico’s op. Dit risico wordt geschat op € 1 tot € 4 miljoen.
3
NUON reserve Bij de verkoop van de aandelen NUON Zuid Gelderland is de koopsom vertaald in een 9% lening. Nuon heeft vanaf 2005 de keuzemogelijkheid om de lening af te gaan lossen middels een 18-jarige annuïteit. Op langere termijn zal in dat geval de structureel in de begroting opgenomen renteuitkering van de NUON geheel wegvallen. Dit risico treedt niet op in de begrotingsperiode. Overige niet gekwantificeerde risico's Het opsporen en analyseren van risico's in de gemeentelijke organisatie, het gemeentelijk handelen en de omgeving vereist een continue doorlichting van de organisatie en een actieve waarneming en interpretatie van de omgevingsfactoren. Het uitvoeren van een risicoanalyse en het weergeven van de resultaten daarvan kent, gezien de dynamiek van het geheel, per definitie altijd beperkingen, omdat het een momentopname is. We willen hier o.a. wijzen op diverse risicoposten die in de zomernota zijn gemeld. Wij hebben de gemelde nadelen op deze onderdelen op de korte termijn (2003) afgedekt en maatr egelen getroffen om verdere nadelen te voorkomen. Het risico bestaat dat de gewenste effecten niet tijdig of niet volledig kunnen worden bereikt. Overigens achten wij het niet zinvol om de kleinere risico’s allemaal te benoemen. Om toch te kunnen komen tot een zekere afbakening van het totale risicobeeld in relatie tot de vermogenspositie, is het gangbaar een aanname te doen voor de hoogte van deze groep risico's. In een gemeente met de omvang van Nijmegen kunnen deze risico's op tussen de € 2 en € 8 miljoen worden gesteld. Samenvatting risico’s De hiervoor opgesomde risico’s kunnen als volgt worden samengevat:
x € 1 miljoen
Minimaal
Maximaal
Algemene uitkering Gemeentefonds Fonds voor Werk en Inkomen Wet Werk en Bijstand Voorzieningenplan Waalsprong Rente Rijksregelgeving Bodemverontreiniging Verliezen bezuinigingstaakstellingen Geldleningen Subsidies (te ontv) Verzekeringen Juridificering Verbonden partijen Overige, niet gekwantificeerde risico's Totaal geschatte risico's
2,0 1,0 0,0 1,5 0,5 2,0 0,5 0,7 1,0 2,0 0,3 1,0 1,0 2,0 15,5
8,0 4,0 4,0 6,0 2,0 4,0 2,0 3,0 5,0 7,0 1,0 9,0 4,0 8,0 67,0
Op basis van bovenstaande opsomming is in de weerstandsparagraaf een totaalbedrag aan risico’s vermeld van gemiddeld € 40 miljoen. 4
Overzicht formatie en loonsom 2004 formatie iafgerond op hele fte's
Directie
Personeelsformatie
Loonsom
Directie Bestuur & Organisatie
176
€
8.594.000
Directie Inwoners
232
€
12.693.000
Sociale Zaken
361
€
17.559.000
Gemeentelijke Kredietbank
29
€
1.364.000
Directie Grondgebied
341
€
19.217.000
Directie Stadsbedrijven
520
€
22.529.000
Brandweer
152
€
8.398.000
Directie Wijk & Stad
86
€
5.685.000
1.897
€
96.039.000
Totaal
Recapitulatiestaat per functie
Recapitulatiestaat per functie (bedragen x 1000)
jaarschijf 2004
HOOFDSTUK 0 Algemeen Bestuur
lasten
000 Te verdelen functiecode DIW
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
285.928
43.637
329.581
287.564
42.017
330.344
289.664
40.680
5.389
0
5.389
5.392
0
5.392
5.395
0
5.395
5.392
0
5.392
92.779
67.065
25.714
90.726
65.753
24.973
91.279
65.818
25.461
91.370
65.818
25.552
427.930
352.651
75.279
425.683
351.681
74.002
426.255
353.382
72.873
427.106
355.482
71.624
11.905
140 Overige beschermende maatregelen Totaal
211 Verkeersmaatregelen te land 212 Openbaar vervoer 214 Parkeren 221 Binnenhavens en waterwegen Totaal
320 Industrie Totaal
Totaal
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
8.851
lasten 11.815
baten
saldo
2.922
8.893
lasten 11.893
baten
saldo
2.924
8.969
lasten
baten
12.212
saldo
2.958
9.254
184
136
320
184
136
320
184
136
320
184
136
3.238
8.987
12.135
3.106
9.029
12.213
3.108
9.105
12.532
3.142
9.390
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
17.891
758
17.133
18.322
758
17.564
18.632
758
17.874
18.696
758
17.938
1.550
0
1.550
1.589
0
1.589
1.626
0
1.626
1.650
0
1.650
763
67
696
884
67
817
910
67
843
899
67
832
7.987
10.771
-2.784
7.791
10.771
-2.980
7.748
10.771
-3.023
7.613
10.771
-3.158
784
286
498
775
286
489
766
286
480
753
286
467
28.975
11.882
17.093
29.361
11.882
17.479
29.682
11.882
17.800
29.611
11.882
17.729
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
963
526
437
958
526
432
957
526
431
957
526
431
1.229
120
1.109
1.221
120
1.101
1.214
120
1.094
1.194
120
1.074
2.192
646
1.546
2.179
646
1.533
2.171
646
1.525
2.151
646
1.505
lasten
480 Gemeensch.baten/lasten van het onderwijs
saldo
3.054
320
lasten
310 Handel en ambacht
baten
12.225
lasten
210 Wegen, straten en pleinen
HOOFDSTUK 4 Onderwijs
saldo
329.565
lasten
HOOFDSTUK 3 Economische zaken
baten
44.176
120 Brandweer en rampenbestrijding
HOOFDSTUK 2 Verkeer, vervoer en waterstaat
lasten
jaarschijf 2007
285.586
002 Bestuursondersteuning
HOOFDSTUK 1 Openbare orde en veiligheid
saldo
jaarschijf 2006
329.762
001 Bestuursorganen Totaal
baten
jaarschijf 2005
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
659
0
659
659
0
659
659
0
659
659
0
659
659
0
659
659
0
659
659
0
659
659
0
659
Afdrukdatum: 09-10-2003 Pagina 2 van 4
Recapitulatiestaat per functie (bedragen x 1000)
jaarschijf 2004
HOOFDSTUK 5 Cultuur en recreatie
lasten
541 Oudheidkunde/musea 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen en openluchtrecreatie Totaal
HOOFDSTUK 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Totaal
HOOFDSTUK 7 Volksgezondheid en milieu
lasten
baten
saldo
lasten
baten
jaarschijf 2007
saldo
lasten
baten
saldo
2.263
448
2.711
2.263
448
2.711
2.263
448
2.711
2.263
448
137
48
89
137
48
89
137
48
89
137
48
89
7.404
984
6.420
7.513
984
6.529
7.645
984
6.661
7.709
984
6.725
10.252
3.295
6.957
10.361
3.295
7.066
10.493
3.295
7.198
10.557
3.295
7.262
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
2.878
615
2.263
2.838
567
2.271
2.843
567
2.276
2.849
567
2.282
2.878
615
2.263
2.838
567
2.271
2.843
567
2.276
2.849
567
2.282
lasten
721 Afvalverwijdering en -verwerking
saldo
jaarschijf 2006
2.711
lasten
630 Sociaal-cultureel werk
baten
jaarschijf 2005
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
15.126
2.700
12.426
15.126
3.050
12.076
15.126
3.050
12.076
15.126
3.050
12.076
722 Riolering en waterzuivering
9.948
2.468
7.480
9.999
2.468
7.531
9.970
2.468
7.502
9.904
2.468
7.436
723 Milieubeheer
7.433
2.374
5.059
7.419
2.374
5.045
7.405
2.374
5.031
7.391
2.374
5.017
61
0
61
61
0
61
60
0
60
60
0
60
32.568
7.542
25.026
32.605
7.892
24.713
32.561
7.892
24.669
32.481
7.892
24.589
724 Lijkbezorging Totaal
HOOFDSTUK 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
810 Ruimtelijke ordening
2.172
85
2.087
2.188
85
2.103
2.228
85
2.143
2.228
85
2.143
821 Stads- en dorps-vernieuwing
2.708
986
1.722
2.708
986
1.722
2.708
986
1.722
2.708
986
1.722
14.478
9.612
4.866
10.473
5.612
4.861
10.469
5.612
4.857
10.466
5.612
4.854
21.310
16.738
4.572
18.455
13.726
4.729
12.570
7.691
4.879
6.013
1.034
4.979
40.668
27.421
13.247
33.824
20.409
13.415
27.975
14.374
13.601
21.415
7.717
13.698
822 Overige volkshuisvesting 830 Bouwgrondexploitatie Totaal
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Pagina 3 van 4
Recapitulatiestaat per functie (bedragen x 1000)
jaarschijf 2004
HOOFDSTUK 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
lasten
911 Geldleningen 921 Algemene uitkeringen 922 Algemene baten en lasten 990 Saldo van kostenplaatsen Totaal
Eindtotaal
baten
jaarschijf 2005
saldo
lasten
baten
jaarschijf 2006
saldo
lasten
baten
jaarschijf 2007
saldo
lasten
baten
saldo
67.342
71.021
-3.679
67.342
71.021
-3.679
67.342
71.021
-3.679
67.342
71.021
-3.679
0
135.919
-135.919
0
132.708
-132.708
0
131.837
-131.837
0
132.626
-132.626
-1.613
13.899
-15.512
-4.687
13.168
-17.855
-5.207
12.817
-18.024
-3.033
13.201
-16.234
69.311
65.258
4.053
69.119
65.046
4.073
68.183
64.355
3.828
67.894
64.094
3.800
135.040
286.097
-151.057
131.774
281.943
-150.169
130.318
280.030
-149.712
132.203
280.942
-148.739
693.383
693.383
0
681.417
681.417
0
675.171
675.171
0
671.562
671.562
0
Stadsbegroting primitief Gemeente Nijmegen 2004 - 2007 Alle bedragen zijn in euro's
Afdrukdatum: 09-10-2003 Pagina 4 van 4