DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBULLETIN
COMITE TER VERDEDIGING VAN HET PERSONEEL VAN FINANCIEN VZW
België – Belgique P.P. 1050 BRUSSEL 5 OKTOBER – 1/6209 NOVEMBER DECEMBER 2005 Kantoor van afgifte: BRUSSEL X
Maatschappelijke zetel: Gaucheretstraat 76 1030 SCHAARBEEK Ondernemingsnummer: 438.435.248 http://www.cvpb-cdpc.be
LIDGELD 2006 Geachte collega, De overschakeling naar de nieuwe niveaus en de daarbij horende weddenschalen werd onlangs gerealiseerd. De achterstallen met de daaraan gekoppelde terugvorderingen voor de uitoefening van hogere functies volgden. Voor het ogenblik wordt u waarschijnlijk dagelijks overspoeld met een aantal ingrijpende wijzigingen die ons via managers uit de privé opgedrongen worden. Ook hier wil het CVPB dat u door het bos de bomen nog kunt onderscheiden. Er is blijkbaar geen tijd meer voor proefperiodes en wij houden ons hart vast als sommige politici zich in hun eigen gekende stijl willen profileren en het graag hebben over hun fata morgana’s. Wat ons opvalt, is dat top en basis verder uit elkaar groeien en dat we in een periode van administratieve vereenvoudiging naar een ongekende complexiteit van systemen aan het evolueren zijn. Meestal beperkt men zich tot het uitvinden van een excuus voor het slecht functioneren van dit alles. U begrijpt wat we bedoelen! Maar misschien maken we ons nodeloos ongerust, want volgens onze minister zijn de resultaten van de fiscale inkomsten er weer met 9% op vooruitgegaan. Hij vraagt zich echter niet af of het behalen van de cijfers op een rechtvaardige manier gebeurt. Wij verzetten ons tegen deze kortzichtige en louter op eigenbelang gerichte kijk. Als ambtenaren zijn we loontrekkenden en betalen dan ook hiervoor immers het gelag. Als reactie op het ongenoegen van enkele Inspecteurs op de controlediensten van taxatie werd door de heer Delporte meegedeeld dat de informaticaproblemen gekend zijn en dat 110 bijkomende analisten de kinderziekten zullen oplossen. Ondertussen weten we uit goede bron dat alles al lang aan de privé werd uitbesteed en dat deze smoes enkel dient om zich van antwoord te voorzien. Wij weten beter… Het CVPB heeft ook aandacht voor de jongeren die onze administratie komen versterken en wij ijveren er voor dat er voor eens en altijd een duidelijke transparantie in het systeem van aanwerving van contractuelen komt. Dit werd ooit met veel poeha aangekondigd. De nieuwe politieke cultuur is eens te meer op loze beloften gebaseerd. Het is de hoogste tijd om de malaise bij Financiën een halt toe te roepen. We zouden het dan ook ten zeerste op prijsstellen om bij het realiseren van deze doelstellingen op uw sympathie te mogen blijven rekenen. Zoals u weet zijn wij er voor u maar niet op zijn minst door u! Wij willen ook vooral het belang benadrukken van onze rechtsbijstandverzekering. Wij stellen vast dat dit nogal eens vergeten wordt. Wacht niet tot er iets gebeurt vooraleer u te verzekeren. Het kan u achteraf financieel zuur opbreken. Wilt u voor het komende kalenderjaar in orde zijn dan raden we u aan de premie reeds in de loop van december te betalen.
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
1
Voor verdere inlichtingen kan u zich verder vrijblijvend wenden tot onze regionale afgevaardigden of kunt u onze website die je kan vinden via Intranet > Portaalsite F.O.D. Financien > syndikale ruimte > C.V.P.B. , of rechtstreeks via http://www.cvpb-cdpc.be. raadplegen.
Gelieve uw lidgeld te betalen op het rekeningnummer van uw regio (zie laatste pagina) Uw rechtsbijstandsverzekering van 20,00 € te storten op het nationaal rekeningnummer. 000-0114575-18 t.a.v. de VZW CVPB p/a Gigi Lambrechts, A. Rodenbachstraat, 78 te 3010 Leuven. Uw zorg is onze zorg. Het CVPB dat bent u!!!!!!! Wij wensen u bij deze een voorspoedig en zorgeloos 2006!
Brief aan de heer Reynders, Minister van de FOD Financiën Brussel, 17 oktober 2005 Mijnheer de Minister, Betreft: Organisatie gecertificeerde opleidingen De oorspronkelijk geformuleerde doelstellingen van de gecertificeerde opleidingen en/of competentiemetingen zijn o.a. de volgende: ¾ De gecertificeerde opleidingen en/of competentiemetingen moeten aansluiten op de aard van de uitgeoefende functie. De gecertificeerde opleidingen en/of competentiemetingen worden afgesloten met een evaluatie waarbij naar het “kunnen” in plaats van het “kennen” wordt gepeild. ¾
De bedoeling van de gecertificeerde opleidingen en/of competentiemetingen is na te gaan of de persoon over de competenties beschikt die hem moeten toelaten met een zekere graad van succes zijn functie uit te oefenen. Vermits hiervoor zowel functietechnische competenties als meer generieke gedragsgerichte competenties nodig zijn, zullen de gecertificeerde opleidingen en/of competentiemetingen beide nagaan.
De medewerker die zijn competenties continu ontwikkelt en actueel gehouden heeft en zijn functie met een zekere graad van succes heeft uitgeoefend, kan zonder aanzienlijke bijkomende voorbereiding de gecertificeerde opleidingen en/of competentiemetingen met succes afleggen. In die zin onderscheiden de gecertificeerde opleidingen en/of competentiemetingen zich van voornamelijk kennisgerichte examens die momenteel zijn gekend. Als CVPB zullen wij erop toe zien dat ieder een opleiding naar zijn functie kan volgen en dat de nadruk wordt gelegd op het kunnen en niet op het kennen. Tevens merken wij op dat de door hogerhand vastgelegde termijn al herhaaldelijk werd overschreden. Wij zullen niet nalaten de nodige stappen te ondernemen opdat deze doelstellingen zullen worden nageleefd. Met de meeste hoogachting, Patrick GOSSEYE Nationaal voorzitter van het CVPB
Yves WILLAM Vice-voorzitter van het CVPB
Deze brief werd eveneens verstuurd aan de heer DUPONT, Minister van Ambtenarenzaken en aan Mevrouw DREESEN, Directeur van de FOD P&O. De heer DUPONT antwoordde op 8 november 2005. Hij deelt onze bezorgdheid en benadrukt dat de gecertificeerde opleidingen niet alleen het permanent op de hoogte blijven viseren, maar ook dient om nieuwe kennis te verwerven die rechtstreeks met de werksituatie van de ambtenaren te maken heeft. Dat deze opleidingen met een test afgesloten worden, bevestigt enkel dat ze een belangrijk middel zijn tot professionele ontwikkeling. Van onze Minister Reynders tot op heden geen antwoord. Zou hij toch niet geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling van het personeel van Financiën.
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
2
Vergadering Vorming en Examens 19 oktober 2005 1.
Wie reeds geslaagd is in een competentiemeting mag niet deelnemen aan de gecertificeerde opleidingen. Betrokkenen kunnen zich pas voor het eerst inschrijven in de loop van het jaar dat voorafgaat aan het verstrijken van de “geldigheidsduur” van de meting. Vraag: op welke datum gaat die geldigheidsduur in? Antwoord: De geldigheidsduur van de gecertificeerde opleidingen (G.O.) gaat in vanaf de eerste inschrijving; een voorbeeld: - ingeschaald in CF1 (financieel assistent) ingeschreven en geslaagd in 2003 competentievergoeding vanaf september 2004 inschrijven voor G.O. 1 jaar vóór het verstrijken van de 6 jaar, d.w.z. inschrijven in 2008 (ten vroegste op 1 september).
2.
Bestuurschefs (22 B – einde loopbaan) zijn opnieuw uitgesloten tot deelname aan een gecertificeerde opleiding (G.O.) net als voor de competentietesten. Vraag: - hebben zij geen recht op opleiding? - is het niet belangrijk dat zij hun werk zo goed mogelijk doen? - waarom vallen zij steeds uit de boot? Antwoord: De antwoorden zullen ons schriftelijk worden bezorgd door de heer Buts (verontschuldigd)
3.
Ambtenaren die geslaagd zijn in de competentiemetingen in maart 2005 moeten de vormingspremie terugbetalen van september 2003 tot september 2004. De inhouding (ong. 250,00 €) op de wedde gebeurde eind augustus 2005, daar waar de competentievergoeding slechts eind september 2005 werd uitbetaald. Vraag: waarom kan de regularisatie niet gebeuren door inhouding op de vergoeding i.p.v. vooraf teruggevorderd te worden (dit wordt trouwens uitdrukkelijk voorzien in de richtlijnen m.b.t. de integratie van de nieuwe loopbanen: “het bedrag van de toelage wordt verminderd met het nettobedrag van de vormingspremie…”), of is er kwade wil in het spel? Antwoord: De antwoorden zullen ons schriftelijk worden bezorgd door de heer Buts (verontschuldigd)
4.
Ambtenaren die vroeger geslaagd waren voor het examen van adjunct-verificateur maar tot nu toe niet benoemd werden, hebben in september een uitnodiging ontvangen voor een bijzondere selectieproef. Deze proef wordt slechts éénmalig georganiseerd en zou een ongeveer 20 minuten durend gesprek behelzen. Alleen na het slagen van deze proef zou het examen nog gedurende 3 jaren geldig blijven. Vraag: Kan het dat een examen dat voordien geen beperking van de geldigheidsduur had, nu plots een bijkomende proef vergt en bovendien nog beperkt geldig blijft? Antwoord: De bijzondere selectieproef werd niet opgelegd door onze administratie en gebeurt door Selor. Volgens de opleidingsdirecteur zou er een hoog slaagpercentage voorzien zijn; er “zou” worden gepolst naar de motivatie en in mindere mate naar de technische kennis.
5.
Wat te doen bij een “negatief advies” inzake vormingsverlof. Zijn er reeds nieuwe richtlijnen? Antwoord: In geval de dienstchef een negatief advies heeft gegeven “kan” de opleidingsdirecteur (in principe) toch een positief advies geven… In geval van een weigering door de directeur kan je hem een uitgebreide motivering schriftelijk laten kennen maar officieel kan je enkel terecht bij de Raad van State (wachttijd meer dan 5 jaar!!!!!). Schrijven naar de Ombudsman of naar de Minister haalt blijkbaar niets uit; de administratie werd tot nog toe steeds in het gelijk gesteld (dixit de directeur). Voor het vorig schooljaar werd 9% van de aanvragen geweigerd; voor dit jaar zijn de aanvragen nog niet volledig behandeld. Er is geen discriminatie tussen de taalcursussen! De vorig jaar door de opleidingsdirecteur beloofde circulaire ivm. de praktische toepassing van het opleidingsverlof is sedert 8 maanden in voorbereiding op de dienst van Mevr. Dreesen van P & O. De directeur merkt op dat er door een bepaalde school zelfs attesten worden afgeleverd waaruit blijkt dat sommige personeelsleden vanaf 16u tot 18 u aanwezig zijn (dit kan niet aangezien de stamtijd tot 16 u loopt). De opleidingsdirecteur is geen politieker, hij moet enkel uitvoeren wat de Overheid hem oplegt….
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
3
6. Sommige collega’s zijn niet tevreden over de kwaliteit van de cursussen “E-learning” Antwoord: Het E- E-learning project wordt niet door de Nationale School verzorgd maar door het OFO. Volgens een enquête is 2/3 tevreden over de cursus; de helft van deze mensen is bereid zich in te schrijven voor een volgende cursus. Voor wat de “cursussen” betreft die ingericht werden door de Nationale School heeft niemand een slechte beoordeling gegeven; anderzijds werden “de lesgevers” door 98 % van de leerlingen “goed” bevonden. Opmerking: de opleidingsdirecteur gaat blijkbaar voorbij aan het feit dat deze evaluatie gevraagd wordt een paar minuten vóór het beëindigen van de cursus zodat er geen tijd overblijft om een motivering te geven indien de lesgever of de cursus als “slecht of onvoldoende” wordt beoordeeld. De aan de “E-learning” bestede tijd wordt niet meegedeeld aan de dienstchefs maar wel of men onder of boven de gemiddelde bestede tijd zit van een bepaald pakket. Er zijn nog steeds technische problemen, maar natuurlijk zullen deze zo vlug mogelijk worden verholpen.
Vragen en antwoorden – vergadering van 18 oktober 2005 bij de heer J.C. LAES (voorzitter van het directiecomité) 1. Vraag: Hoe ver staat de uitvoering van de plannen tot reorganisatie van de personeelsdiensten: centralisatie personeel, één dienst waarnaar alle vergoedingsformulieren gestuurd moeten worden..... Antwoord: De Voorzitter antwoordt dat er vóór Coperfin een project werd uitgewerkt om de betaling van vergoedingen en toelagen te centraliseren (nieuw administratief personeelsbeheer). Dit idee werd overgenomen in Coperfin en op termijn zal deze opdracht worden uitgevoerd door de Stafdienst Personeel en Organisatie. Het is nu nog wachten op de operationalisering ervan. 2. Vraag: Hoe zit het nu (2005) met het personeelsbestand? Hoeveel mensen gaan er dit jaar weer met pensioen? Hoeveel mensen mogen er aangeworven worden? Belang: de diensten zijn chronisch onderbezet. Antwoord: De heer BUTS antwoordt dat inzake het PP 2005 er reeds een akkoord is van de Inspectie van Financiën en van de Minister van Ambtenarenzaken. Het is nu nog wachten op het akkoord van de Minister van Begroting. In 2005 zullen er 495 personeelsleden met rustpensioen gaan (493 statutaire personeelsleden en 2 contractuele). Volgens het actieplan binnen het PP 2005 zullen er 673 statutaire personeelsleden worden aangeworven, met inbegrip van de 162 specifieke wervingen, m.n. : - 120 personeelsleden voor de Stafdienst ICT (beslissing van de Ministerraad); - 25 personeelsleden voor de fiscale ruling; - 17 personeelsleden voor de geïntegreerde drukkerij Diamant Boart In het Personeelsplan 2005 zijn ook de automatische vervangingen opgenomen van de contractuele personeelsleden die het Departement hebben verlaten in 2005. Hieruit zullen genoeg laureaten voorspruiten om de actieplannen van het PP 2004 en het PP 2005 uit te voeren. Aan SELOR werden er reeds nieuwe wervingen gevraagd teneinde voldoende laureaten voor de toekomstige wervingsplannen te genereren. Als antwoord op een vraag antwoordt de Voorzitter dat bij de betrokken dienst zal worden nagegaan hoe ver men staat met de mondelinge proeven. Uit een onderzoek na de vergadering kan er worden meegedeeld dat 2511 (niveau A) en 3017 (niveau B) kandidaten zich bij SELOR hebben ingeschreven. Dit leidde na de eerste schriftelijke proef tot respectievelijk 1296 en 1241 laureaten. Deze laureaten worden nu per groep uitgenodigd voor de mondelinge proef. Eens alle proeven zijn beëindigd, zullen de laureaten volgens hun rangschikking worden opgeroepen om in dienst te treden. Bij toepassing van artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 betreffende de selectie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, wordt het niet-reageren van een laureaat die volgens de regels werd geraadpleegd, gelijkgesteld met een weigering. Een kandidaat wordt tot driemaal geraadpleegd om eventueel in dienst te treden. Zo hij geen gevolg geeft aan deze raadplegingen, dan wordt hij uit de betrokken reserve van geslaagden geschrapt en kan hij zijn slagen voor de selectie niet meer laten gelden bij een volgende indiensttreding. Deze bepalingen worden meegedeeld bij de oproep tot de kandidaten.
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
4
3. Vraag: Ambtenaren niveau B die een interim hogere functies uitoefenden voor de omvorming naar de nieuwe graden van niveau B in het kader van Copernicus hebben tot op heden bij ons weten nog geen herberekening van hun wedden naar fiscaal of adjunct-fiscaal deskundige ontvangen, evenmin hebben ze de achterstallen op hun wedde al ontvangen. Hoe ver staat de regularisatie voor die personen?" Antwoord: De heer BUTS antwoordt dat de betrokken personeelsleden aan het einde van de maand zullen worden betaald. Er volgt nog een informatieve brief. 4. Vraag: Wat is men nu juist van plan met de behaalde brevetten indien men er 1, 2, of 3 heeft? De nieuwe loopbaanstructuur voor A11 en A12 is interessant voor de jongeren, maar niet voor de "ouderen", vermits men minstens 2 x 6 jaar moet wachten vooraleer rang A22 te worden, tenzij men op één of andere manier de behaalde brevetten zou integreren in het systeem. Rang A12 komt er qua loonherwaardering bovendien zeer bekaaid af t.o.v. rangen 10S 1, 10S2 en 10S3. Concreet betekent dit dat in het nieuwe systeem in principe een ambtenaar niveau A na 18 jaar dienst rang A22 bekleedt. Voor de “ouderen” in dienst is dit nog 12 jaar wachten? Concreet zou ik mij zeer benadeeld voelen, dat ondanks al de gedane inspanningen, ik gelijkgeschakeld zou worden met nieuwelingen! Ik ben in bezit van 3 brevetten + het brevet boekhouden! Antwoord: De heer ROLAND antwoordt dat de definitieve voorstellen van 10 juni 2005, opgenomen in het protocol dat samen met de representatieve vakorganisaties werd ondertekend op 27 juli 2005, overgangsmaatregelen bepalen waarbij de personeelsleden tot een nog bij koninklijk besluit te bepalen datum de tijd krijgen om te slagen voor de vier technische brevetten zoals bedoeld in artikel 16quater van het Organiek Reglement en voor de mondelinge proef (de oorspronkelijke uiterste datum van 31 december 2007 is dus geschrapt). Diezelfde voorstellen bepalen eveneens dat de Overheid zich ertoe verbindt dat, bij de onderhandelingen over het bedoelde koninklijk besluit, de reeds behaalde brevetten zullen worden gevaloriseerd. Hij voegt er aan toe dat de Ministerraad op 14 oktober een ontwerp van koninklijk besluit heeft goedgekeurd tot opheffing van artikel 233 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 dat bepaalde dat enkel de personeelsleden die reeds ten minste een brevet hadden behaald de tijd hadden tot 31 december 2005 om de ontbrekende brevetten te behalen. Hij herinnert er nog aan dat de tweede fase van de uitvoering van de loopbaan A, die erin bestaat de typefuncties te bepalen, ze te wegen en het geheel van de functies te integreren in vakrichtingen en vakklassen, nog niet is beëindigd. De resultaten van deze onderneming zullen het mogelijk maken om de structuur van de loopbaan A binnen de FOD Financiën te bepalen. 5. Vraag: Hoe zit het nu eigenlijk met de hervormingen van niveau 1 tot niveau A. Ik ben inspecteur en ik begin zo stilaan de indruk te krijgen dat ik me beter had laten degraderen tot e.a. verificateur, dan had ik al lang geweten waar ik voor stond. Antwoord: De Voorzitter verwijst naar het antwoordt op de vraag nr. 4. Hij voegt er aan toe dat de toewijzing van de vakrichtingen aan de gang is en dat betalingen in de nieuwe weddeschalen A einde deze maand zullen gebeuren. De vakorganisaties zullen worden ingelicht over het verloop van dit dossier en meer bepaald over de vorderingen bij de weging en het in kaart brengen van de functies. 6. Vraag: Ik heb vernomen dat in de toekomst het kardexnummer niet meer zou meetellen voor eventuele postulaties. Men zou moeten solliciteren voor een bepaalde functie/job. Kan ik als inspecteur dan bijv. solliciteren voor de functie van e.a. inspecteur, zonder hiervoor mee te doen aan bepaalde selectieproeven / examens? Antwoord: Zie vraag 5 7. Vraag: Uit de berichtgeving die we inzake de gecertificeerde opleidingen ontvangen hebben blijkt dat het voor een aantal diensten niet mogelijk is om een opleiding te volgen die aansluit bij hun werk. Voor sommigen hebben de voorgestelde opleidingen zelfs totaal niks te zien met hun werk. Wordt hiermee voldoende rekening gehouden om die mensen gelijke slaagkansen te geven als de ambtenaren die wel op de concrete werkvloer in contact komen met de stof die in die opleidingen gegeven wordt. Antwoord: (Dit antwoord betreft zowel de vragen nrs 7 en 8) Op de vragen van in verband met de problemen bij het inschrijven via intranet, antwoordt de heer DEPESTELE dat het correct is dat er informaticaproblemen geweest zijn en dat de inschrijvingen tijdelijk opgeschort zijn geworden. Deze problemen zijn nu opgelost. De heer DEPESTELE deelt mee dat het in een eerste fase de bedoeling is geweest om voor de meerderheid van het personeel een gecertificeerde opleiding te organiseren. In een tweede fase worden de diensten geïdentificeerd waarvoor nog geen gecertificeerde opleidingen bestaan ging de aandacht naar de meest voor de hand liggende opleidingen. Als de catalogus volledig is, zal die worden meegedeeld samen met de uiterste inschrijvingsdatum. De termijnen zijn dus nog niet overschreden omdat de inschrijving terugwerkende kracht heeft.
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
5
Op de opmerking van het CVPB waarom alles zo lang duurt, antwoordt de Voorzitter dat de gecertificeerde opleidingen iets nieuw zijn en nog moeten worden ontwikkeld, omdat er hierover nog geen knowhow bestond binnen de FOD Financiën en dat alles moet gebeuren in overleg met de FOD P&O. De heer ROLAND stelt dat niet mag worden vergeten dat dit een enorme onderneming is (16.000 betrokkenen). De competentiemetingen bleken een struikelblok, (weinig geslaagden) daarom was het de moeite waard om die te vervangen en het idee van een gecertificeerde opleiding te ontwikkelen. De betrokken mensen willen een kwaliteitswerk afleveren, waarvoor we begrip moeten hebben en hen de tijd gunnen, want op het financiële voordeel achteraf zal de tijd geen invloed hebben De heer DEPESTELE voegt er nog aan toe dat de geest van het opzet vertrekt vanuit de vraag wat er in een bepaalde dienst kan worden verbeterd. Daarrond wordt er een opleiding gebouwd, rekening houdend met de voorkennis en het te bereiken doel. Het individu moet voor zichzelf uitmaken wat er voor haar of hem een meerwaarde kan betekenen. Hij vraagt om eerst het resultaat van het bijkomend onderzoek en de uitbreiding van de catalogus afwachten. De Voorzitter besluit met de bedenking dat niet uit het oog mag worden verloren dat er een premie aan verbonden is. De term is misschien verkeerd gekozen, maar het gevolg is belangrijk (ook voor het pensioen). 8. Vraag: Het inschrijven voor de gecertificeerde opleiding geeft blijkbaar nogal wat problemen. Het kan of mag alleen maar via elektronische weg, maar deze weg lijkt er niet gereed voor. Dat ondertussen de termijn binnen welke alles moest gebeuren ruimschoots overschreden is, is geen probleem…. Die wordt gewoon verlengd….Ondertussen een typisch voorbeeld van onze informatisering. Hals over kop willen we lopen, maar we kunnen nog niet stappen. Lijkt het onderhand geen tijd om ons daar eens vragen over te stellen….. Antwoord: zie vraag 7 9. Vraag: Een collega CF1 is geslaagd in zijn competentietest. Hij zal 8 jaar de toelage krijgen. Volgens de informatie op intranet zal hij na 6 jaar ingeschaald worden in CF2; Zijn vragen: blijft na 6 jaar en na ingeschaald te zijn in CF2 de toelage verder lopen of is er dan een bijkomende test? ‘ 6 jaar ‘ vanaf welke datum juist…? Antwoord: De heer BUTS antwoordt dat overeenkomstig artikel 213 van het koninklijk besluit van 3 maart 2005 betreffende de specifieke loopbaan van de personeelsleden van de FOD Financiën, de personeelsleden houder van een gemene graad en die geslaagd zijn voor een competentiemeting vóór het in werking treden van het genoemde besluit, er het voordeel van behouden tot hun benoeming van ambtswege in de graad van financieel assistent. De geldigheidsduur van de meting bedraagt 6 jaar, te rekenen vanaf de eerste van de maand volgend op de datum van inschrijving. 10. Vraag: Een collega oud verificateur-accountant kan niet meer volgen, al sinds 2000 heeft hij geen interims meer gedaan, staat al jaren aan zijn maximum, maar zijn wedde aanpassen lijkt zeer moeilijk… Dan is er weer een bericht dat hij een competentietest moet doen, dan weer niet… en hij gaat binnenkort op pensioen… gaat hij alles in achterstallen trekken en heeft deze wachttijd invloed op zijn pensioen ? Antwoord: De heer ROLAND antwoordt dat alle achterstallen tegen het einde van de maand zullen zijn betaald, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005. Het betrokken personeelslid moet geen gecertificeerde opleiding meer volgen. 11. Vraag: Hoe ver staan de plannen om de zogezegd ten onrechte uitbetaalde detacheringvergoedingen (AOIF - DB - sommige gewestelijke directies) terug te vorderen? Antwoord: De Voorzitter antwoordt dat er werd beslist dat de vergoedingen moeten worden terugbetaald. De afbetalingsplannen werden nog niet voorgesteld, maar er zal rekening worden gehouden met de individuele toestand. 12. Vraag: Al verschillende jaren wordt er ons voorgehouden dat onze informatisering er voor zal zorgen dat we sneller en efficiënter zullen kunnen werken zodat we mensen en tijd kunnen vrijmaken voor het controlerend werk. Men heeft er ons een beetje mee gesust dat alles wel zou beteren. Nu het zo ver is lijkt het inscannen en verwerken van aangiften PB een omslachtige en tijdrovende bezigheid te zijn. Het zou al vlugger op de traditionele manier gebeuren. Ook het verwerken van de gegevens van aangiften Venn.B. via Belconet-on-Web zou heel wat trager verlopen door een trager werkend systeem. Zouden we niet minstens van nieuwe systemen mogen verwachten dat ze ook getest werden op een betere en vluggere verwerking van gegevens zodat we er op vooruit in plaats van op achteruit gaan….??
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
6
Antwoord: De Voorzitter antwoordt dat van zodra er nieuwe toepassingen worden ingevoerd, er steeds kinderziektes kunnen opduiken. Niet alleen de toepassing moet er komen, ook de mensen moeten er leren mee werken. Aan dit fenomeen zal er in de toekomst meer aandacht worden besteed om de resultaten te optimaliseren. Andere vragen moeten via de helpdesk worden gesteld. 13. Vraag: In het kader van de wet op de arbeidstijd van 14 december 2000 is het voor de opsporingsagenten die casinodiensten verrichten niet meer toegestaan om binnen de elf uur na beëindiging van het toezicht in het casino hun dienst te hervatten. Dit komt er concreet op neer dat iemand die tot 5.00 's morgens in het casino moet werken tot 16.00 uur niet mag werken. Verder kunnen de opsporingsagenten over een periode van drie maand berekend maximaal nog 38.00 uur per week werken. Een praktijkvoorbeeld: iemand die vier nachten per maand casinotoezicht uitoefent in het casino van Knokke (dat het vroegst sluit van de casino's aan de kust) komt momenteel al (cijfers voor volledig 2004) aan een gemiddelde weekprestatie voor volledig 2004 aan 38.12 uur, dus 12' te veel. Momenteel werken de meeste mensen die toezicht in de casino's uitvoeren meer dan vier nachten per maand in het casino. Als ze zich aan de regels van de wet moeten houden betekent dit dat er praktisch geen tijd meer overblijft voor het gewone opsporingswerk. Hoe denkt men dit probleem op te lossen? Antwoord: De heer BUTS antwoordt dat er een inderdaad een probleem is met de toepassing van de wet op de arbeidstijd. Een dossier werd door de Minister van Financiën voorgelegd aan zijn collega van Ambtenarenzaken met het doel afwijkingen te verkrijgen van de wet op de arbeidstijd en meer bepaald voor wat betreft de rustperiodes en de arbeidstijd per week. In afwachting werd beslist om te blijven werken zoals men bezig was. Dit zal worden meegedeeld in een nota van Mevr. DREESSEN en de heer DELPORTE. Van zodra de Minister van Ambtenarenzaken akkoord is met de gevraagde afwijkingen, kan het dossier worden onderhandeld met de representatieve vakorganisaties. De Voorzitter voegt er nog aan toe dat er wordt aan de betrokken personeelsleden gevraagd om overuren te presteren. Die overuren moeten worden vergoed. Het protocol is zowel van toepassing voor AOIF als voor D&A. 14. Vraag: De geruchten worden bevestigd dat het Kabinet wil dat de taxatieambtenaar die aan de basis van het bericht van wijziging ligt, effectief zijn geschil voor de Rechtbank zal moeten gaan verdedigen. Deze maatregel moet nu blijkbaar zo snel mogelijk ingevoerd worden. Die ambtenaar moet zelf zijn conclusies schrijven en de correcte toepassing van de gerechtelijke procedure opvolgen. Zijn er ook al "begeleidende maatregelen" uitgewerkt? Antwoord: De heer DE VLEESCHAUWER antwoordt dat de wet van 10 december 2001 tot wijziging van verscheidene belastingwetboeken wat de voorziening in cassatie betreft en de vertegenwoordiging van de Staat voor de hoven, en rechtbanken, art 379 WIB 92 in de volgende lezing heeft hersteld: "Inzake de geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet kan de verschijning in persoon in naam van de Staat worden gedaan door elke ambtenaar van een belastingadministratie." De aanwijzing van de ambtenaren die de Staat in rechte zullen vertegenwoordigen is opgenomen in de circulaire AOIF Nr. 6/2002 van 21 maart 2002 Ci . RH. 863/547.570. (zie eveneens speciaal nr. 18 - G Bijstand - blz. 7) In principe gaat het dus bijna uitsluitend over eerstaanwezend inspecteurs 10S2. Het is niet zo dat deze maatregel (die van toepassing is op verificaties die vanaf 1 januari 2002 werden uitgevoerd - dus reeds meer dan 3 jaar geleden) nu blijkbaar zo snel mogelijk moet worden ingevoerd. Alleen wordt op dit ogenblik nagegaan in welke mate deze maatregel ook concreet in de praktijk wordt toegepast. De opgevraagde statistieken in verband met de vertegenwoordiging van de Staat door ambtenaren hebben enkel tot doel de toestand te evalueren. De "begeleidende maatregelen" bestaan erin dat iedere potentiële ambtenaar - vertegenwoordiger van de Staat - een tweedaagse initiatieopleiding "gerechtelijk recht" heeft genoten en dat door de dienst Geschillen van de centrale administratie onder meer typemodellen in verband met akkoordverklaringen, conclusietermijnen en regelingen in der minne ter beschikking werden gesteld. Zoals vermeld in de hiervoor vermelde circulaire kan iedere ambtenaar bijstand verkrijgen van andere inzake geschillen gespecialiseerde ambtenaren ( Nr 18 - G-Bijstand blz. 7 van de circ.). De heer JAMAR, Staatssecretaris, heeft in een rapport voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers verwezen naar deze circulaire en het principe van de bijstand bevestigd. Voor het overige is aan elke gewestelijke directie door de Task Force Geschillen de boodschap meegegeven dat zij, op het ogenblik van de behandeling van dossiers door de rechtbank, hun dienstchefs systematisch zouden uitnodigen om als toehoorder een zitting bij te wonen teneinde zich vertrouwd te maken met de gang van zaken. Tot slot kan nog worden meegedeeld dat sommige van onze ambtenaren zelfs afzien van deze bijstand omdat zij zelf in staat zijn de verdediging op zich te nemen.
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
7
AANSLUITINGSFORMULIER TERUG TE STUREN naar CVPB-vzw van Uw eigen regio (zie adressen hieronder) "Comité-ter-Verdediging-van-het-Personeel-van Financiën" CVPF NAAM (in drukletters): ....................................................................................(dienststempel) Voornaam :................................................................................................(administratief adres) graad of functie: ......................................................................................... Privé-adres: .............................................................................................................................. Telefoonnummer (privé): ........................................ (*) Ik verklaar mij aan te sluiten bij het CVPB: (*) Ik wil contactpersoon zijn te: .......................................voor regio: ......................... om er de gekregen informatie te verspreiden. Het lidgeld bedraagt 25 € over te schrijven op één van de onderstaande rekeningnummers met duidelijke vermelding (lidgeld-jaar: .....) voor: ............... (voornaam - NAAM én volledig ADRES)
Alléén via Uw CVPB-lidmaatschap kan U facultatief een rechtsbijstandsverzekering (bij ETHIAS) afsluiten. Dan betaalt U 20 € als jaarlijkse premie, op een afzonderlijk nationaal rekeningnummer = 000-0114575-18 van VZW CVPB – p/a Gigi Lambrechts, A.Rodenbachstraat 78, 3010 Leuven. (*) Ik onderschrijf de RECHTSBIJSTANDSVERZEKERING: Datum: ................. Handtekening: ..................
JA /
NEEN
* CVPB-ANTWERPEN rekeningnr.= 001-3258601-59 p/a Etienne Baeyens - Heidebloemstraat 10 bus 3 - 9100 Sint-Niklaas * CVPB-BRUSSEL (hoofdstedelijke regio) rekeningnr.= 001-3257552-77 p/a Noël Dierickx - Roetaertstraat 65 - 1180 Brussel. * CVPB-BRABANT (Leuven) rekeningnr.= 001-3257534-59 p/a Gigi Lambrechts – A.Rodenbachstraat 78 – 3010 LEUVEN. * CVPB-LIMBURG rekeningnr.= 001-3267233-58 p/a Roger Witters - Kloosterstraat 74, 3900 Overpelt * CVPB-OOST-VLAANDEREN rekeningnr.= 001-3257609-37 p/a Frieda Van Den Berge –Hoeksken 5, 9860 Oosterzele * CVPB-WEST-VLAANDEREN rekeningnr. = 001-3564179-87 p/a Frank Couffez – Torhoutsestraat 90 – 8020 Ruddervoorde -oOo(*) = schrappen wat niet van toepassing is, a.u.b.! Medewerkers aan dit nummer: J. CLAES, P. GOSSEYE, G. LAMBRECHTS, P. DE BECK Verantwoordelijke uitgever: Patrick GOSSEYE, De Brabanterstraat 29, 9470 DENDERLEEUW.
C.V.P.B. informatiebulletin – oktober – november – december 2005
8