STAAT VAN DE INSTELLING MBO Fairfield Life & Education
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Oirschot 30RV 278352 3 - 4 september 2014 14 november 2014
Pagina 2 van 22
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2.1 2.2 3
Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Vervolgtoezicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 TOELICHTING OP DE BEOORDELING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
3.2
Risico's op relevante indicatoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
3.3
Resultaat Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/medewerker vloeronderhoud) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
4
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding . . . . . . . . . . 21 Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/medewerker vloeronderhoud), 94541 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Pagina 3 van 22
Pagina 4 van 22
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde in september 2014 een onderzoek naar de Staat van de instelling uit bij Fairfield life & Education b.v.(hierna: Fairfield). Dit onderzoek heeft betrekking op het middelbaar beroepsonderwijs. Fairfield is een niet-bekostigde instelling met ongeveer 190 studenten in vier erkende middelbare beroepsopleidingen. De instelling heeft 17 onderwijslocaties. De opleiding wordt uitgevoerd op een locatie van het meewerkende bedrijf. Het onderzoek heeft tot doel om de stand van de kwaliteitsborging van de instelling te bepalen en om de risico's voor de onderwijskwaliteit in te schatten. De Staat van de instelling wordt elke drie jaar opgemaakt en bestaat uit een analyse van gegevens, een instellingsbreed onderzoek en een kwaliteitsonderzoek bij een of meer opleidingen. De informatie over de instelling die bij de inspectie aanwezig is, zoals het verslag van werkzaamheden, opbrengstgegevens, uitkomsten tevredenheidonderzoek en signalen is geanalyseerd en is aangevuld met onderzoeken op de instelling. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met studenten en docenten. Daarnaast hebben we documenten onderzocht en onderwijsactiviteiten geobserveerd. Ook maakte een gesprek met de directie deel uit van het onderzoek. De volgende opleiding is onderzocht: Gebied Opbrengsten
Gebied Onderwijsproces, Kwaliteitsborging en Wettelijke vereisten
Gebied Examinering en diplomering
Leerweg, niveau, locatie
94541
94541, Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/ medewerker vloeronderhoud)
94541, Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/ medewerker vloeronderhoud)
leerweg bbl niveau 3, locatie: Flevolaan 15 Weesp
De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging leiden, in combinatie met geconstateerde risico’s en de resultaten van het kwaliteitsonderzoek, tot een risicobepaling voor uw instelling. De omvang van de risico's bepaalt mede het vervolgtoezicht.
Pagina 5 van 22
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2012. Dit is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. De normering is als bijlage I toegevoegd aan dit rapport. In hoofdstuk 2 leest u de conclusie waaronder ook het vervolgtoezicht voor de instelling. De resultaten van het onderzoek naar kwaliteitsborging, de resultaten van de analyse en de resultaten van het kwaliteitsonderzoek van de onderzochte opleiding vindt u in hoofdstuk 3.
Pagina 6 van 22
2
CONCLUSIE EN VERVOLGTOEZICHT In dit hoofdstuk geven we aan welke conclusie we trekken uit het onderzoek naar de Staat van de instelling en wat het vervolgtoezicht voor u inhoudt. Het vervolgtoezicht is bepaald op basis van het onderzoek naar kwaliteitsborging, het kwaliteitsonderzoek en de analyse van risico’s. In het onderzoek naar de Staat van de instelling geven wij aan in welke mate er risico’s zijn geconstateerd. Daarbij gebruiken we een driedeling: geen risico’s, enkele risico’s of veel risico’s. Voorts geven we een oordeel over de kwaliteitsborging. We gebruiken daarbij een vierdeling: goed, voldoende, onvoldoende of slecht. In hoofdstuk 3 volgt een nadere onderbouwing van de oordelen.
2.1
Conclusie Op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de instelling komen wij tot de conclusie dat er enkele risico’s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit risico komt met name naar voren bij de kwaliteit van de examens. Daarnaast concluderen we dat de kwaliteitsborging bij Fairfield onvoldoende is. Wij gaan er op basis van deze conclusie van uit, dat de instelling de kwaliteitsborging verbetert waardoor ook in de toekomst het aantal risico’s verder beperkt wordt. Bovenstaande leidt er toe dat we geen aanvullend vervolgtoezicht uitvoeren. Ondanks enkele risico’s en een onvoldoende kwaliteitsborging, zou aanvullend vervolgtoezicht geen nieuwe informatie opleveren, omdat de instelling passende maatregelen neemt om de risico's te beheersen. Het vervolgtoezicht richt zich daarom uitsluitend op de tekortkomingen binnen de onderzochte opleiding en op de kwaliteitsborging. In paragraaf 2.2 wordt de aard van het vervolgtoezicht nader uitgewerkt.
2.2
Vervolgtoezicht Vervolgtoezicht naar aanleiding van onderzoek kwaliteitsborging instellingsbreed Het gebied kwaliteitsborging beoordelen we bij Fairfield als onvoldoende. Daarmee wordt niet voldaan aan de naleving van de wet (WEB, art. 1.3.6) en is sprake van vervolgtoezicht vanwege niet naleving van wettelijke vereisten. Fairfield krijgt de gelegenheid de kwaliteitsborging te verbeteren. Over een jaar zullen we de kwaliteitsborging opnieuw beoordelen.
Pagina 7 van 22
Vervolgtoezicht naar aanleiding van de onderzochte opleiding In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Het vervolgtoezicht geldt voor de opleiding die onderzocht is binnen het betreffende kwaliteitsgebied, zoals vermeld in de tabel in hoofdstuk 1. Het vervolgtoezicht voeren we bij voorkeur en voor zover mogelijk gelijktijdig uit. Hierbij is genoemde termijn in de waarschuwingsbrief van de minister leidend. In onderstaand schema is het vervolgtoezicht te lezen. Schoonmaak en glazenwassen(Allround schoonmaker/medewerker vloeronderhoud) , 94541 Beoordeling Toezichtvorm Vervolgtoezicht Kwaliteit examinering is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege onvoldoende
•
De inspectie meldt het oordeel aan de minister.
examenkwaliteit.
•
De instelling ontvangt een waarschuwing. Na de in de waarschuwingsbrief opgenomen termijn volgt een onderzoek naar kwaliteitsverbetering.
•
Kwaliteitsborging is onvoldoende.
Aangepast toezicht vanwege niet naleving van 1.3.6 van de WEB.
•
Circa een jaar na het definitieve rapport beoordelen wij de kwaliteitsborging opnieuw.
Pagina 8 van 22
3
TOELICHTING OP DE BEOORDELING In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de beoordeling. Tevens bespreken we op basis waarvan is bepaald in welke mate er risico’s zijn bij de instelling.
3.1
Oordeel kwaliteitsborging op instellingsniveau Het onderzoek naar kwaliteitsborging heeft geleid tot het volgende oordeel: 30RV - Fairfield Life & Education Kwaliteitsgebied 4
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
•
Kwaliteitsborging
Hieronder geven we het oordeel van de aspecten van het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging weer. Een detaillering van het oordeel vindt u in bijlage II. Daarin is de beoordeling van de onderliggende indicatoren per aspect opgenomen. Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Voldoende Onvoldoende
• • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Beschouwing Fairfield biedt sinds 2012 zelfstandig crebo-opleidingen aan. In die zin is Fairfield een startende onderwijsorganisatie. Voorheen werden in samenwerking met roc’s maatwerktrajecten verzorgd. Fairfield kenmerkt zich door flexibiliteit. Men werkt met een relatief klein vast team en een schil van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Deze laatsten worden voornamelijk als docent ingezet en afgestemd op de aard van de uit te voeren opleiding. Het is een organisatie waarbij de student zich veilig voelt en zijn of haar talenten kan ontwikkelen. Fairfield heeft zich gespecialiseerd in onderwijs voor medewerkers die uitvoerende werkzaamheden verrichten binnen een organisatie. De programma’s worden altijd in samenwerking met het bedrijfsleven op maat ontwikkeld. De instelling ziet het als haar missie om juist medewerkers die tot op heden weinig ontwikkeling hebben aangeboden gekregen in verhouding tot de behoefte die daaraan is, op te leiden tot een hoger niveau. Het niveau van de lessen is goed. Studenten zijn zeer tevreden. Op het gebied van de examinering valt via een kwaliteitsslag nog winst te behalen.
Pagina 9 van 22
De kwaliteitsborging is onvoldoende omdat er geen volledig werkend kwaliteitssysteem is om de kwaliteit van de opleidingen voldoende te borgen. Men is zich hiervan bewust. De verantwoordelijke functionarissen zijn druk bezig om een kwalitatief goed werkend systeem op te zetten. Wij kregen tijdens het onderzoek voldoende vertrouwen dat de activiteiten die men hiervoor onderneemt binnen de gestelde tijd zullen resulteren in een goed werkend kwaliteitszorgsysteem. Allereerst moeten de plannen en de doelen duidelijker geformuleerd worden. Nu is de informatie in de diverse documenten nog onvoldoende consistent en concreet, waardoor de plannen weinig sturend zijn. Er zijn onvoldoende expliciete normen vastgelegd, waardoor de uitkomsten van de monitoring, dit zijn nu de gegevens uit de diverse evaluaties, meer aantoonbaar gebruikt kunnen worden. Fairfield checkt regelmatig de tevredenheid van studenten, docenten en werknemers. Dit geeft echter onvoldoende informatie over de algehele voortgang en de realisatie van de gestelde doelen. Ook uitgewerkte verbeterplannen en verbeteracties ontbreken en de kwaliteitszorg is onvoldoende in de organisatie verankerd. Uit de gesprekken met de verantwoordelijken blijkt wel dat men bezig is om de kwaliteitsborging beter en transparanter te organiseren. De deskundigheid bij Fairfield is hoog. Er werken hoogopgeleide medewerkers. Tevens vindt deskundigheidsbevordering plaats op die gebieden waarbij men eventuele tekorten geconstateerd heeft. Zo is er onder andere bijscholing geweest op het gebied van het beoordelen van examens. Hoewel we hebben geconstateerd dat de communicatieve lijnen in deze organisatie erg kort en effectief zijn, zal de kwaliteit toenemen als besluiten en afspraken consequent zouden worden vastgelegd. De interne dialoog is prima ook door de frequente evaluaties bij student, docent en bedrijf. Tevens is men kritisch naar elkaar en is er binnen Fairfield een gezonde aanspreekcultuur. Ook de externe dialoog voldoet. Door de maatwerktrajecten is er veel overleg met de schoonmaakbranche. Tevens is er regelmatig contact met Savantis en met andere onderwijsinstellingen. 3.2
Risico's op relevante indicatoren Bij het bepalen van de risico’s in de zin van het toezichtkader hebben we gekeken naar de kwaliteit van onderwijs en examinering, de tevredenheid van studenten, medewerkers en werkgevers en de stabiliteit van organisatie en management.
Pagina 10 van 22
Het onderzoek heeft geleid tot de volgende risicobepaling: Geen Enkele Veel 0
Mate van risico's
•
Kwaliteit onderwijs Wij schatten het risico voor de kwaliteit van het onderwijs in als geen tot gering De kwaliteit van het onderwijs dat Fairfield verzorgt is goed. Op basis van de evaluaties, enquêtes en de gesprekken tussen de vaste medewerkers zijn de risico’s bij het onderwijs in beeld en worden zo nodig adequate maatregelen genomen. Bij de onderzochte opleiding hebben we veel aandacht opgemerkt ten aanzien van de studieloopbaanbegeleiding. Ook op het punt van maatwerk scoort de organisatie hoog. Fairfield blijkt in staat om in samenwerking met het betreffende bedrijf een adequaat traject op te zetten en uit te voeren. In de algemeen vormende vakken wordt op grond van een intaketoets bepaald wat het niveau is en op grond daarvan wordt een individueel traject gepland. Kwaliteit examinering Op basis van ons onderzoek bij de opleiding schatten wij de risico’s voor de examinering in als gering tot matig. Fairfield heeft examenproducten ontwikkeld die een uitstekende basis kunnen zijn voor een prima examinering. Toch hebben we tekortkomingen geconstateerd bij het exameninstrumentarium. Niet alle werkprocessen worden voldoende afgedekt door de ingezette instrumenten. Daarnaast is de examinering niet voldoende transparant. Enerzijds heeft dit te maken met het niet zorgvuldig en eenduidig formuleren van de exameneisen in de diverse documenten. Anderzijds is men onvoldoende doordrongen van het feit dat ondanks dat het maatwerktrajecten zijn alle kerntaken en werkprocessen voortkomend uit het kwalificatiedossier volledig moeten worden afgedekt. Hoewel de examencommissie is geïnstalleerd zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden nog onvoldoende uitgekristalliseerd. Hierdoor is onvoldoende duidelijk wie waar verantwoordelijk voor is en wie aan wie verantwoording aflegt. Opbrengsten Er zijn nog geen opbrengsten beschikbaar. Tevredenheid studenten/medewerkers/werkgevers We zien geen risico’s in de tevredenheid van de studenten, medewerkers en werkgevers.
Pagina 11 van 22
Fairfield checkt regelmatig of studenten tevreden zijn. De scores hierbij liggen hoog. Men is zeer tevreden over de opleiding. De tevredenheid van de medewerkers en de zzp-ers die bij de opleiding zijn betrokken is ook hoog. Ook deze wordt na elke sessie gemeten. Tenslotte geeft het werkveld ook een hoge waardering. Stabiliteit organisatie en management We zien geen tot gering risico voor de stabiliteit van de organisatie en het management. Fairfield is een kleine organisatie met een kern van vaste medewerkers. Momenteel is men bezig om de informatie en de communicatie beter vast te leggen, ten behoeve van de overdraagbaarheid van informatie en afspraken. Uitval van een van de vaste medewerkers kan dan beter opgevangen worden. Samenvattend We zien bij Fairfield enkele risico's voor de onderwijskwaliteit. Fairfield is een startende organisatie met de bijbehorende kenmerken. Er is echter een stevige basis en er is voldoende kennis in huis op onderwijskundig gebied. Men heeft de risico’s in beeld en het team is bezig de geconstateerde tekorten te verbeteren en deze verbeteringen te verankeren in de organisatie. De inspectie heeft voldoende vertrouwen dat ook op het gebied van de kwaliteitszorg voldoende knowhow aanwezig is. Dit blijkt ook uit de plannen en de huidige verbeteractiviteiten op dit gebied. Er is echter tijd nodig om dit goed vast te leggen en te verankeren. Ook op het gebied van de examinering hebben we tekortkomingen geconstateerd. De betrokken personen zijn zich ook hiervan bewust en hebben deze tekortkomingen in beeld. We gaan er daarom van uit dat het team in staat is de tekortkomingen tijdig en adequaat weg te werken.
3.3
Resultaat Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/ medewerker vloeronderhoud) Het kwaliteitsonderzoek bij Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/medewerker vloeronderhoud), 94541, niveau 3, locatie Zwolle heeft geleid tot de volgende oordelen: Kwaliteitsgebied 1
Onderwijsproces
2
Examinering en diplomering
4
Kwaliteitsborging
Goed Voldoende Onvoldoende Slecht
• • •
Pagina 12 van 22
Kwaliteitsgebied 5
Voldoet Voldoet niet
•
Naleving wettelijke vereisten
Oordeel per aspect Hieronder geven we het oordeel over de aspecten van de onderzochte kwaliteitsgebieden weer. In bijlage III is de beoordeling van de onderliggende indicatoren van de betreffende aspecten per kwaliteitsgebied opgenomen. Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.2
Maatwerk
• •
Leren in de onderwijsinstelling 1.3
Didactisch handelen*
1.4
Leertijd
1.5
Leeromgeving
• • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.8
Zorg
• • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.2
Afname en beoordeling*
2.3
Diplomering*
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.2
Beoordeling *
4.3
Verbetering en verankering *
4.4
Dialoog en verantwoording
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
• Voldoende Onvoldoende
• • • Voldoende Onvoldoende
• • • • Voldoet Voldoet niet
•
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 13 van 22
Beschouwing Algemeen Fairfield is een startende onderwijsinstelling. Sinds 2012 is men gestart om zelfstandig crebo opleidingen te verzorgen. De opleiding Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/medewerker vloeronderhoud) werd nu voor de tweede keer uitgevoerd. Dat gebeurde in samenwerking met twee verschillende bedrijven. We hebben het gebied onderwijs onderzocht op de locatie Weesp. Daar werd bovenstaande opleiding uitgevoerd met studenten, die allen werkten bij hetzelfde schoonmaakbedrijf. Ze werkten daar als regiomanager en hebben een grote staat van dienst in deze branche en hadden de vereiste branchediploma’s al behaald. Het gebied examinering hebben we onderzocht aan de hand van de instrumenten en documenten die Fairfield heeft gebruikt bij de examinering en diplomering van studenten die eveneens bij een bedrijf in de schoonmaakbranche werken, veelal als voorman; ook zij hadden de vereiste branchediploma’s hiervoor. De studenten die hun opleiding bij Fairfield volgen zijn ouder dan 23 jaar en hebben een baan. Onderwijsproces Het onderwijsproces is door ons als goed beoordeeld. Het didactisch handelen, de studieloopbaanbegeleiding en beroepspraktijkvorming, kernaspecten van het onderwijsproces worden goed uitgevoerd. Daarnaast zijn de samenhang, intake en plaatsing, maatwerk en zorg passend en door intensieve samenwerking met het bedrijfsleven optimaal afgestemd op de doelgroep. Fairfield heeft een maatwerkopleiding ontwikkeld waarbij de opleidingsbehoefte van de werknemers van het bedrijf de leidraad is. De studenten zijn dan ook in samenspraak met het bedrijf geselecteerd. Er is sprake van goed onderwijs vanwege de effectieve interactie tussen student en docent. Terugkoppeling van de opdrachten en de resultaten vindt met regelmaat plaats. De begeleiding op de voortgang is solide ingericht door tweewekelijkse gesprekken in het kader van studieloopbaanbegeleiding. Hier is ruimte voor zowel individuele- als groepsbegeleiding. Dit wordt door de studenten als waardevol ervaren. Docenten gebruiken verschillende didactische werkvormen om én de interesse van de studenten vast te houden, het niveau en de voorkennis van de studenten recht te doen én om de lesstof beter te laten beklijven. De studenten werken op hetzelfde bedrijf in dezelfde functie van regiomanager en bezitten de branchediploma's die voor hun werk nodig zijn. Er zit echter wel veel verschil in hun niveau in taal en rekenen. Studenten krijgen daarom aan het begin van de opleiding een intaketoets voor taal en rekenen en afhankelijk van het resultaat wordt de student individueel begeleid en krijgt hij
Pagina 14 van 22
naar behoefte extra ondersteuning. De werkdruk wordt door studenten ervaren als relatief hoog, maar niet onmogelijk. Opdrachten en activiteiten uit de opleiding zijn onderdeel van hun reguliere werk, er wordt daarnaast echter ook gevraagd naar verdieping, reflectie en verslagen. De beroepspraktijkvorming (bpv) gebeurt op de werkplek van de student. Hij wordt begeleid door de praktijkbegeleider uit het bedrijf. Opdrachten worden besproken en uitgewerkt en voorzien van feedback. De studieloopbaan begeleider (slb-er) heeft maandelijks contact met de praktijkopleider over inhoud en voortgang. Daardoor is het mogelijk om lesstof optimaal aan te laten sluiten bij de praktijk. Tevens is er op deze manier terugkoppeling mogelijk naar de vaste kern van Fairfield Examinering en diplomering Fairfield heeft examenproducten ontwikkeld die een uitstekende basis kunnen zijn voor een prima examinering. De examinering krijgt ook op goede wijze gestalte door de betrokkenheid van het werkveld bij de examinering. Toch hebben we tekortkomingen geconstateerd in het exameninstrumentarium. Niet alle werkprocessen worden voldoende afgedekt door het ingezette instrument. Tevens is de afname eenzijdig en beperkt. Als voorbeeld geldt het gemis van de werkprocessen periodiek onderhoud harde en zachte vloeren. Deze werkprocessen vinden niet plaats binnen het betreffende bedrijf en worden niet afgetoetst. Echter deze werkprocessen zijn onderdeel van het kwalificatiedossier. Het beroepenveld is breder; de opleiding leidt immers op tot Schoonmaak en Glazenwassen (Allround schoonmaker/(medewerker vloeronderhoud. Daarnaast is de examinering niet transparant. De informatie hierover in de documenten (OER en studiegids) is tegenstrijdig wanneer het gaat om de status van het examendossier. Daardoor is het voor de student niet voldoende duidelijk of zijn examendossier voorwaardelijk is of dat het een examenonderdeel is. Ook de betrouwbaarheid is onvoldoende geborgd. Met name het gesprek na de proeve, het criteriumgericht interview, wordt niet op eenzelfde wijze gehanteerd. Eén examinator spreekt de kandidaat al tijdens de proeve aan op een verantwoording, terwijl een andere examinator dit pas ná de proeve doet. Hierdoor zijn de omstandigheden voor de kandidaten niet gelijkwaardig en komt de vergelijkbaarheid in het geding. De examencommissie is geïnstalleerd en is verantwoordelijk voor de besluitvorming tot diplomering. Dit gebeurt op basis van de examenresultaten die zorgvuldig geregistreerd worden.
Pagina 15 van 22
Het exameninstrumentarium voor Nederlands en rekenen is ingekocht bij ICE en wordt ongewijzigd ingezet. Het exameninstrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. Opbrengsten Er is geen beoordeling van de opbrengsten mogelijk. Kwaliteitsborging Gezien de omvang van Fairfield is een onderscheid tussen kwaliteitsborging op instellingsniveau en opleidingsniveau niet aan de orde. De bevindingen en oordelen zijn daarom ook gelijk. In hoofdstuk 3 is een toelichting op de kwaliteit van de kwaliteitsborging opgenomen. Wettelijke vereisten De opleiding voldoet aan de onderzochte wettelijke eisen.
Pagina 16 van 22
4
BIJLAGEN Bijlage I Normeringen kwaliteitsgebieden De normen Op basis van het onderzoek spreekt de inspectie oordelen uit waarvoor zij gebruik maakt van een normering. Deze bestaat uit: 1.
Een normering per indicator: wanneer wordt voldaan aan de indicator? Hiervoor gebruikt de inspectie portretten: de aangetroffen situatie voldoet aan de indicator indien deze over het geheel genomen voldoet aan de beschrijving in het portret. Het gaat hier om een weging van het geheel met hantering van toleranties. Een normering per aspect. Een normering per kwaliteitsgebied.
2. 3.
Voor de normering van het gebied Onderwijsproces zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn: aspect 1.3 Didactisch handelen, aspect 1.7 Studieloopbaanbegeleiding en aspect 1.9 Beroepspraktijkvorming. Normering Onderwijsproces Goed
• • •
Voldoende
• • •
•
Aan acht van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan; daarbij is tevens aan alle indicatoren voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd. Aan zeven van de negen aspecten is voldaan. Aan alle kernaspecten is voldaan. Voor elk aspect aan alle indicatoren is voldaan, daarbij mag 1 indicator onvoldoende zijn als een aspect meer dan 2 indicatoren omvat. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan één of meer kernaspecten is niet voldaan. Aan drie, vier of vijf aspecten is niet voldaan.
Slecht
• •
Aan geen van de kernaspecten is voldaan. Aan zes of meer aspecten is niet voldaan.
Pagina 17 van 22
Voor de beoordeling van de rendementen is gebruik gemaakt van de volgende normen. Doelgroep
Norm
< 23 jaar
65
> 23 jaar
67
Bij het gebied Examinering en diplomering zijn alle aspecten als kernaspect aangegeven. Normering Examinering en diplomering Goed
• •
Aan alle standaarden is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle standaarden is voldaan. Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
•
Aan één standaard is niet voldaan.
Slecht
•
Aan twee of drie standaarden is niet voldaan.
Voor de normering van het gebied Kwaliteitsborging zijn drie kernaspecten benoemd. De kernaspecten zijn 4.1 Sturing, 4.2 Beoordeling en 4.3 Verbetering en verankering. Deze kernaspecten moeten alle drie voldoende zijn om een voldoende beoordeling te krijgen. Bij één of meer onvoldoende kernaspecten is de kwaliteitsborging onvoldoende. Normering Kwaliteitsborging Goed
• • •
Aan alle aspecten is voldaan. Aan alle indicatoren is voldaan. De elementen in het portret worden op een uitstekende wijze uitgevoerd.
Voldoende
• •
Aan alle kernaspecten is voldaan. Aan alle indicatoren van deze aspecten is voldaan.
•
Er wordt voor het grootste deel aan de omschrijving van de portretten van deze indicatoren voldaan, waaronder de essentiële onderdelen.
Onvoldoende
• •
Aan twee aspecten is niet voldaan. Aan één of twee kernaspecten is niet voldaan
Slecht
•
Aan drie of vier aspecten is niet voldaan.
Pagina 18 van 22
Normering van het gebied Naleving wettelijke vereisten: de instelling of opleiding voldoet niet aan de wettelijke bepalingen indien de inspectie vaststelt dat één van deze bepalingen niet wordt nageleefd. Bij sommige bepalingen vloeit de norm direct uit de wet voort. Voor enkele bepalingen zijn nadere operationaliseringen opgesteld (bv onderwijstijd).
Pagina 19 van 22
Bijlage II Beoordeling aspecten en indicatoren onderzochte instellingsbrede gebied
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • •
De aspecten met een * zijn kernaspecten, zie bijlage I voor normering per gebied.
Pagina 20 van 22
Bijlage III Beoordeling aspecten en indicatoren opleiding Schoonmaak en glazenwassen (Allround schoonmaker/medewerker vloeronderhoud), 94541 Gebied 1: Onderwijsproces
Voldoende Onvoldoende
Programma 1.1
Samenhang
1.1.1
Inhoud
1.1.2
Programmering
1.2
Maatwerk
1.2.1
Differentiatie
• • • • •
Leren in de onderwijsinstelling
• •
1.3
Didactisch handelen*
1.3.1
Interactie
1.3.2
Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten
•
1.3.3
Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten
•
1.4
Leertijd
1.4.1
Benutting
1.4.2
Werkdruk
1.5
Leeromgeving
1.5.1
Schoolklimaat
1.5.2
Materiële voorzieningen
• • • • • •
Begeleiding 1.6
Intake & plaatsing
1.6.1
Voorlichting
1.6.2
Intake en plaatsing
1.7
Studieloopbaanbegeleiding*
1.7.1
Informatievoorziening
1.7.2
Studieloopbaanbegeleiding
1.8
Zorg
1.8.1
Eerste- en tweedelijnszorg
1.8.2
Derdelijnszorg
• • • • • • • • •
Leren in de beroepspraktijk 1.9
Beroepspraktijkvorming*
1.9.1
Voorbereiding studenten en bedrijven
1.9.2
Plaatsing
1.9.3
Begeleiding door leerbedrijf
1.9.4
Begeleiding door de opleiding
• • • • •
Pagina 21 van 22
Gebied 2: Examinering en diplomering 2.1
Exameninstrumentarium*
2.1.1
Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering
2.1.2
Dekking van het kwalificatiedossier
2.1.3
Cesuur
2.1.4
Beoordelingswijze
2.1.5
Transparantie
2.2
Afname en beoordeling*
2.2.1
Authentieke afname
2.2.2
Betrouwbaarheid
2.3
Diplomering*
2.3.1
Besluitvorming diplomering
2.3.2
Verantwoordelijkheid examencommissie
Gebied 4: Kwaliteitsborging 4.1
Sturing *
4.1.1
Plannen
4.1.2
Informatie
4.1.3
Continuïteit
4.2
Beoordeling *
4.2.1
Monitoring
4.2.2
Evaluatie
4.3
Verbetering en verankering *
4.3.1
Verbeteraanpak
4.3.2
Deskundigheidsbevordering
4.3.3
Verankering
4.4
Dialoog en verantwoording
4.4.1
Intern
4.4.2
Extern
Gebied 5: Naleving wettelijke vereisten 5.1
Naleving wettelijke vereisten
5.1.1
Naleving wettelijke vereisten
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • •
Voldoende Onvoldoende
• • • • • • • • • • • • • • Voldoet Voldoet niet
• •
De aspecten met een * zijn kernaspecten
Pagina 22 van 22