1
Sportbeleidsplan Aarschot 2014 - 2019
Stedelijk sportcentrum Demervallei 8 3200 Aarschot
2
HET SPORTBELEIDSPLAN 1. Inleiding 2. Missie 3. Uitgangssituatie m.b.t. sport in de gemeente 4. Ondersteuning van de kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen via een doelgericht subsidiebeleid . 4.1. Knelpunten en behoeftenota 4.2. Doelstellingen en plan van aanpak - Beleidssubsidie + infrastructuursubsidie 5. Het stimuleren van de sportverenigingen tot professionalisering met een bijzonder accent op kwaliteitsvolle jeugdsportbegeleiding en eventueel tot onderlinge samenwerking . 5.1. Knelpunten en behoeftenota 5.2. Doelstellingen en plan van aanpak - Regiowerking + impulssubsidie 6. Het voeren van een activeringsbeleid met het oog op een levenslange sportparticipatie via een anders georganiseerd laagdrempelig beweeg- en sportaanbod . 6.1. Knelpunten en behoeftenota 6.2. Doelstellingen en plan van aanpak - eigen organisaties 7. Het voeren van een beweeg- en sportbeleid met aandacht voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen krijgen om actief te participeren in de sport . 7.1. Knelpunten en behoeftenota 7.2. Doelstellingen en plan van aanpak - kansengroepen. 8. Meerjarenplan inzake sportinfrastructuur. 8.1. Knelpunten en behoeftenota 8.2. Doelstellingen en plan van aanpak - Realisatie van de Laaksite 9. Informatie en communicatie
3
1. INLEIDING Het sportbeleidsplan 2014-2019 is tot stand gekomen uit noodzaak om doelgericht aan de sporttoekomst van de stad Aarschot te werken. Afstand nemen van waar men dag in dag uit mee bezig is en analyseren wat er in de omgeving en in de eigen organisatie gaande is, geeft een goed beeld van waar men aan moet werken. Bovendien kan men via een sportbeleidsplan anticiperen op evoluties die gewenst of ongewenst zijn. Dit plan is een instrument om het beleid voortdurend op te volgen, te evalueren en prioriteiten vast te leggen. De stad heeft een voorwaarde-scheppende rol m.a.w. ze heeft als taak het mogelijk te maken dat er aan sport gedaan kan worden. Een gestructureerde visie, waaraan alle entiteiten van het stedelijk sportgebeuren kunnen meebouwen, vergroot de doeltreffendheid van het sportbeleidsplan. Daarnaast streeft het sportbeleidsplan ook een grotere efficiëntie (betere besteding van de beschikbare middelen) en hogere kwaliteit na. Een kwalitatieve uitbouw van bestaande activiteiten kan namelijk op termijn beschouwd worden als één van de meest positieve sportbevorderende acties. Het opstellen van een sportbeleidsplan wordt opgelegd en ondersteund door de Vlaamse overheid. Om het sportbeleidsplan een zo breed mogelijke basis te geven, werd bij het opstellen beroep gedaan op verschillende betrokken groepen, namelijk de politieke overheid, de sportraad, vzw Spoa, de sportverenigingen en de jeugd. Hieruit werden 8 mensen uitgenodigd, die samen met de schepen van sport en de sportfunctionaris de stuurgroep “Sportbeleidsplan” vormen. De sportfunctionaris ordende de voorgestelde ideeën in een plan. De legislatuurperiode wordt bewust overschreden om de continuïteit van het sportbeleid onder een nieuw bestuur te verzekeren. De stuurgroep was van mening dat een sportbeleidsplan dat 6 jaar bestrijkt op degelijke en volledige informatie moet gebaseerd zijn. Eerst heeft de stuurgroep zich een visie gevormd die het gewenste toekomstbeeld van de stad weergeeft. Daaruit werd een missie geformuleerd die de rol aangeeft die het lokaal bestuur binnen de lopende beleidsperiode zal spelen. Om die missie te verwezenlijken werden strategische doelstellingen opgesteld. Een strategische doelstelling geeft de gewenste toestand weer en wordt bereikt via verschillende operationele doelstellingen, die een zo breed mogelijk beeld laten zien van wat het bestuur wil bereiken. Elk hoofdstuk is dus onderverdeeld in verschillende operationele doelstellingen, gerangschikt volgens hun prioriteit met bijhorende maatregelen en timing en eventueel financiële prognose . Het beleidsplan, meer bepaald de operationele doelstellingen, zijn opgesteld volgens het SMART-principe. SMART is een checklist waarmee de doelstellingen op hun haalbaarheid kunnen worden getest. Het is de afkorting van Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Resultaatsgericht en Tijdsgebonden. Bovendien wordt bij elke maatregel een timing en eventueel een financiële prognose vermeld . De verschillende hoofdstukken overlopend, merkt men dat infrastructuur het voornaamste onderdeel vormt van het sportbeleidsplan ten gevolge van de huidige toestand. Dit plan geeft een aantal belangrijke investeringen aan waarbij een degelijke sportinfrastructuur in een recreatieve zone, ingebed in de site Grote Laakweg, de hoogste prioriteit wegdraagt. Sportpromotie omvat het promoten van sport door zelf sportinitiatieven op de zetten en andere sportactoren ( o.a. sportclubs) te stimuleren om op een democratische en kwaliteitsvolle manier sport aan te bieden. Hierbij een klantgericht sportbeleid voeren is uitermate belangrijk. Andere thema’s die in dit hoofdstuk aan bod komen zijn doelgroepenbeleid, sportbeoefening in de deelgemeenten, sportclubs en schoolsport. Op het vlak van informatieverstrekking heeft de stad een zeer belangrijke taak. In het “Sportbehoefteonderzoek voor Sportend Vlaanderen” (Coopers & Lybrand, 1997) bleek dit één van de voornaamste tekortkomingen van de gemeenten op het sportbeleidsvlak te zijn. Ook in ons eigen behoeftenonderzoek vindt minder dan de helft van de ondervraagden dat ze voldoende geïnformeerd worden. Naast info over de sportmogelijkheden in de eigen gemeente is een informatieverspreiding tussen gemeenten onderling, alsook met de private sector, van essentieel belang.
4 Een essentiële manier om de missie te verwezenlijken is goed beheer en klantvriendelijke exploitatie. In navolging van het gemeentedecreet op sportdiensten heeft de gemeenteraad in 2006 beslist om het beheer van alle infrastructuur onder te brengen bij het AGB (Autonoom Gemeentebedrijf). De structuur en de werking van het AGB is aangepast om een vlotte en klantvriendelijke dienstverlening mogelijk te maken. Ook de verschillende bestuursorganen die zich over sport buigen moeten kwaliteitsvol werken. Met bestuursorganen wordt het stadsbestuur bedoeld, meer bepaald de uitvoerders : sportdienst en andere diensten, de sportraad, vzw Spoa, het AGB en de sportregio Winge-Demervallei. Via overleg moet gezamenlijk aan een kwaliteitsvol sportbeleid gewerkt worden. Met het opstellen van dit sportbeleidsplan is slechts een eerste stap gezet naar een degelijk sportbeleid. Het uitvoeren, evalueren en bijsturen zijn minstens even belangrijk, zoniet belangrijker. De stuurgroep heeft alvast besloten om jaarlijks dit sportbeleidsplan te evalueren en indien nodig bijsturingen te maken die voorgelegd zullen worden aan de gemeenteraad.
5
2. MISSIE In Aarschot moeten de inwoners sport kunnen beoefenen op een kwaliteitsvolle manier in kwalitatieve omstandigheden. De stad laat zoveel mogelijk inwoners van Aarschot zo regelmatig mogelijk sporten op recreatief en competitief niveau, in kwaliteitsvolle omstandigheden en dit met uitdrukkelijke vrijwaring van de integriteit van de sport. De stad vervult een voorwaarde-scheppende rol door een drempelverlagend sportbeleid te voeren, een basis aan sportinfrastructuur te voorzien en klantgerichte en kwaliteitsvolle sportactiviteiten tegen een minimale kostprijs aan te bieden. De stad informeert haar inwoners over de sportmogelijkheden binnen en buiten haar grenzen. De fitheid, gezondheid, sociale integratie, culturele bewustwording en de zelfontplooiing doen toenemen door het organiseren van sportactiviteiten en het exploiteren van sportaccommodaties. Deze activiteiten worden zo georganiseerd dat ze de deelnemers kunnen kanaliseren naar de lokale sportinitiatieven. Een op maat gesneden sportaanbod wordt gerealiseerd voor diegenen die ongedwongen en vrij wensen te sporten en voor hen die niet aan bod komen in de bestaande (competitie)clubs.
Volgende strategische doelstellingen worden vooropgesteld : Infrastructuur : Een kwaliteitsvolle sportomgeving aanbieden aan alle individuele sporters en verenigingen van Aarschot. Sportpromotie : Een diversiteit aan sportactiviteiten aanbieden waarin zoveel mogelijk inwoners van Aarschot hun gading vinden. Informatie en communicatie : Een goede, volledige en eigentijdse informatieverspreiding over sport verschaffen. Beheer en exploitatie : Een overzichtelijk en doorzichtig beheer en exploitatie van de sportinfrastructuur verzekeren waarbij kwaliteit wordt nagestreefd. Bestuurorganen : De verschillende entiteiten moeten beschikken over gekwalificeerde en gemotiveerde mensen en een doorzichtige structuur bezitten.
6
3. UITGANGSSITUATIE M.B.T. SPORT IN DE GEMEENTE A. Inventaris Globale identificatie van de gemeente ( zie bijlage gemeentebestuur en demografische gegevens ) 1. Beschrijving van de huidige structuren sport 1.1. Sportinfrastructuur De gemeente beschikt over volgende infrastructuur : (zie bijlage 1: sportinfrastructuur) - Sporthallen - Zwembad - Openluchtinfrastructuur 1.2. Sportdienst - Sportdienst : - samenstelling - organogram (zie bijlage 2 ) * vzw SPOA * AGB onderdeel sport *Bestaande financiële ondersteuningen voor sport - infrastructuursubsidies - beleidssubsidies - impulssubsidies - Sportaanbod via sportdienst en vzw Spoa ( zie bijlage 3 : sportaanbod ) * Start-to-run * Joggingcriterium * Sportkampen, bewegingsschool, seniorensport, schoolsport, … - Communicatie en informatieverstrekking met betrekking tot sport (zie bijlage 4 ) 2. Beschrijving van de externe sportactoren 2.1. Sportraad : - samenstelling ( zie bijlage 5 : samenstelling sportraad ) 2.2. Sportverenigingen : totaal aantal en sportaanbod van de verenigingen ( zie bijlage 6 ) - clubs en sportplus werkgroepen . 2.3. Sportaanbod commerciële instellingen (zie bijlage 7 ) - fitnesscentra (4) - dansscholen (2) - maneges (3) 2.4. Provinciale sportdienst - cursussen - bijscholingen 2.5. Regiowerking Winge-Demervallei (zie bijlage 8 ) - organisaties - samenstelling 2.6. Andere sportaanbieders - OCMW - Buurtwerkers - Dienstencentrum Het Anker 2.7. S.V.S. ( Stichting Vlaamse Schoolsport ) - organisaties 2.7. Onderwijsinstellingen ( zie bijlage 9 ) - gemeenschapsonderwijs - vrij onderwijs - stedelijk onderwijs
7
B. Situatieschets 1. Evaluatie huidig sportbeleid 1.1. Sportdienst Externe communicatie en infoverstrekking van de sportdienst is verbeterd . Een aparte website voor de sport is opgestart. 1.2. Sportaanbod Sportdienst en vzw SPOA organiseren initiatieven voor : jongeren, senioren, medioren, … Voor maatschappelijk kwetsbare jongeren is er nog te weinig aanbod. Allochtonen echter , zijn praktisch niet vertegenwoordigd in Aarschot.( totaal aantal 472 ) Uit het sportbehoefteonderzoek blijkt dat : 47 % lid wenst te worden van een sportclub. Daarenboven zijn sportclubs nog steeds een belangrijke instantie om op een georganiseerde, kwaliteitsvolle en sociale manier aan sport te doen. De stad speelt een belangrijke rol in de doorstroming van de clubinfo tot (potentiële) leden en ouders. In 2000 heeft de VUB samen met de KUL en UG, in opdracht van Bloso en de Vlaamse Regering, een onderzoek verricht naar de kwaliteitszorg in de sportclubs : jeugdwerking. Hieraan hebben 1657 sportclubs deelgenomen. Uit dit onderzoek blijkt dat 79,5 % hulp van hun gemeente wensen om hun clubwerking te optimaliseren. In orde van belangrijkheid werden volgende punten naar voor geschoven : 1. Voorzien in sportinfrastructuur (geschikte accommodatie en gepaste uren) 2. Subsidies 3. Logistieke ondersteuning 4. Promotie van de club 5. Documentatie/informatie 6. Onderhoud van sportinfrastructuur - Sportinfrastructuur De sportinfrastructuur van de sporthal Demervallei is in goede staat en ook het zwembad in de Demervallei mag gezien worden als attractief en veilig . - Sportraad De meeste sportverenigingen zijn vertegenwoordigd in de sportraad , alsook enkele privé-sportaanbieders van iedere deelgemeente. - Aanbod Sportverenigingen en sportplus werkgroepen Zie bijlage 6 - Aanbod van commerciële instellingen Zie bijlage 7 - Provinciale sportdienst Seniorensportdag , Vitamin , gordel voor scholen en jeugdsportival in Hofstade zijn een greep uit het sportaanbod van de provinciale sportdienst . - Andere aanbieders Sportaanbod door jeugddienst , voldoende samenwerking met sportdienst . O.C.M.W. heeft ook een beperkt sportaanbod .
2. Resultaten uit de bevraging
8 2.1. Bevragingsmethoden : de verschillende wijzen van bevraging en de doelgroepen : - 1) via internet werd een bevraging gedaan naar de sportparticipatie van de individuele burger - 2) via een invulformulier werden de nieuw verkozen gemeenteraadsleden bevraagd - 3) via een vergadering in de verschillende deelgemeenten werd gepolst naar de infrastructuurbehoeften van de sportverenigingen in het kader van de oprichting van de “ laaksite “(zie bijlage 12). - 4) via de” praat-cafe methode” werd gewerkt met bevoorrechte getuigen uit het Aarschotse sportlandschap . 2.2 Resultaten van de bevragingsmethoden . 2.2.1. Respons op de verschillende bevragingsmethoden : 1) In totaal werden er 120 enquêtes via internet en/of manueel binnengebracht . 2) Van de 29 gemeenteraadsleden hebben er 10 een ingevuld formulier binnengebracht . 3) In de verslagen van de sportraad kunnen de bevindingen betreffende de vier verschillende deelgemeenten teruggevonden worden (zie bijlage 10).. 4) De praatcafe methode met bevoorrechte getuigen leverde geen noemenswaardige nieuwigheden op . 2.2.2. Samenvatting belangrijkste resultaten : De resultaten uit de verschillende bevragingsmethoden worden opgesomd in de knelpunten en behoeftennota’s per hoofdstuk : 4.1.en 5.1. : knelpunten en behoeftennota in verband met sportverenigingen 6.1. : knelpunten en behoeftennota in verband met andersgeorganiseerde sport 7.1. : knelpunten en behoeftennota in verband met toegankelijkheid en diversiteit in de sport 8.1. : knelpunten en behoeftennota in verband met sportinfrastructuur 9.1. : knelpunten en behoeftennota in verband met communicatie Tevens wordt er melding gemaakt van de resultaten uit de bevraging : op pagina 7, punt 1.2. : sportaanbod op pagina 11, punt 5.1. : knelpunten op pagina 13, punt 6.2.1.1. : operationele doelstelling 1: motivatie op pagina 16, punt 7.2.1.1. : operationele doelstelling 1 : motivatie op pagina 19, punt 8.1 3. Maatschappelijke context Hieronder wordt een greep uit een aantal maatschappelijke ontwikkelingen geschetst met een impact op de sport waar bij het uittekenen van het gemeentelijk sportbeleid moet rekening worden gehouden : * het toenemende individualisme : de sporter zoekt kortdurende bewegingsmomenten en vlindert daarbij van club naar club (de sportzapper) of van organisatie naar organisatie; de persoonlijke benadering die tot maatpakketten en diversiteit van de sportproducten noopt. * het wijzigend vrijetijdsgedrag : vrije tijd is meer en meer onderhevig aan de regels van de flexibiliteit. * de toenemende ontgroening en vergrijzing van de Vlaamse bevolking : hierdoor zal expliciete aandacht moeten gaan naar sportieve vrijetijdsbesteding voor senioren en gezondheidsgerelateerde sportbeoefening. * de interculturele samenleving : een samenleving bestaande uit individuen met een verschillende culturele achtergrond. * het ecologische bewustzijn : de burger wil meer en meer ontsnappen aan het jachtige ritme en zoekt ontspanning en avontuur in symbiose met, maar vaak ook in confrontatie met de natuur; denk maar aan de problematiek van mountainbiken, motorcross, autosport, waterski, luchtsporten, kleischieten, enz. * het groeiend gezondheidsbewustzijn dat leidt tot campagnes tegen roken, beschavingsziekten, ongezond eten en te weinig beweging. Programma’s die fysieke fitheid testen en remediëren spreken vooral de middelbare en oudere leeftijd aan. * de commercialisering en mediatisering van de sport.
9 * de afnemende fysieke fitheid : opeenvolgende studies, wijzen ondubbelzinnig op een negatieve evolutie van onze fysieke fitheid; jongeren worden groter en zwaarder, het onderhuids-vetgehalte is over de jaren heen steeds blijven stijgen; jongeren hebben wel een betere uithouding, maar meisjes boeten in qua kracht en snelheid. * de stijgende sportparticipatie gedurende de laatste jaren is tot op zekere hoogte toe te schrijven aan ontwikkelingen buiten de clubgeorganiseerde sport. Clubparticipatie is nog steeds populair, maar zes op de tien is ook sportactief buiten de sportvereniging (samen met vrienden, ouders of alleen). De trend dat teamsporten aan populariteit inboeten ten nadele van individuele sporten wordt bevestigd. Misschien heeft dit te maken met een nieuwe trend : duursporten worden populairder, nieuwe programma’s worden aangeboden, zoals ‘start-to-swim’ en ‘start-to-run’. Meer mannen dan vrouwen doen aan sport, jongeren meer dan ouderen en hogeropgeleiden meer dan lageropgeleiden. Wel valt op dat de toename van het aantal sportbeoefenaars zich voornamelijk manifesteert bij eerder zwakke participatiegroepen, namelijk vrouwen, laagopgeleiden en ouderen (vooral de 55-plussers).
10
4. ONDERSTEUNING VAN DE KWALITATIEVE UITBOUW VAN DE SPORTVERENIGINGEN VIA EEN DOELGERICHT SUBSIDIEBELEID. 4.1. Knelpunten en behoeftennota - te weinig verenigingen voeren een degelijk beleid. - onvoldoende geschikte en veilige wegen voor ruiters en menners in de gemeente - er zijn nog sportvereniging die geen lid zijn van de sportraad - het aantal leden in sportclubs daalt nog steeds - er zijn nog steeds lesgevers zonder diploma die toch trainingen en lessen geven - provinciale cursussen en bijscholingen voor clubbestuurders worden onvoldoende bijgewoond - de meeste clubs werken bijna uitsluitend voor één doelgroep : namelijk jongeren in competitieverband. 4.2 Doelstellingen en plan van aanpak 4.2.1. Strategische doelstelling 1 : Een diversiteit aan sportactiviteiten ondersteunen waarin zoveel mogelijk inwoners van Aarschot hun gading vinden in een sportvereniging . 4.2.1.1. Operationele doelstelling 1 : Creëren van onthaal voor alle nieuwe Aarschotse sportclubs en alle bestaande sportclubs blijven ondersteunen, stimuleren en promoten via een doelgericht beleidssubsidiereglement . Maatregelen : 1. Een toewijzingsprocedure voor infrastructuur opstellen om startende clubs de kans te geven om op goede uren de accommodaties af te huren. Deze toewijzingsprocedure wordt gehandhaafd om alle aanvragen van bestaande en nieuwe clubs op gelijke basis te behandelen waarbij exclusiviteit wordt vermeden. 2. Startende clubs onthalen met een brochure en een site op internet : waar kan men terecht voor infrastructuur, subsidies, informatie, .. Informatieverstrekking die via de sportgids en de website van de stad verspreid wordt up to date houden. 3. Ondersteunen van activiteiten waarbij de clubs zichzelf kunnen promoten : Sportkampen, week van de sportclub,.. 4. Handhaven van de beleidssubsidies voor sportverenigingen . Een subsidiereglement waarbij kwaliteit extra betoelaagd wordt , zodat de clubs zicht krijgen op de sterke en zwakke punten omtrent de algemene clubwerking. 4.2.2. Strategische doelstelling 2 : Ondersteuning voor de infrastructuurwerken van de sportverenigingen uit de gemeente. 4.2.2.1. Operationele doelstelling 1 : De sportverenigingen krijgen voor hun infrastructuurwerken een financiële ondersteuning, gebaseerd op een reglement met kwaliteitscriteria. Maatregelen : 1. Specifiek onderzoek naar de behoeften van de clubs op financieel en infrastructureel vlak. 2. Behoud van subsidiereglement met kwaliteitscriteria. 3. Uitbetaling subsidies op basis van het subsidiereglement.
11
5. HET STIMULEREN VAN DE SPORTVERENIGINGEN TOT PROFESSIONALISERING MET EEN BIJZONDER ACCENT OP KWALITEITESVOLLE JEUGDSPORTBEGELEIDING EN EVENTUEEL TOT ONDERLINGE SAMENWERKING . 5.1. Knelpunten en behoeftennota S : - Tussen de verschillende verenigingen bestaat er weinig samenwerking. W : - Er is te weinig geweten over het niveau van de trainers, jeugdsportbegeleiders van de clubs. - Er zijn te weinig gekwalificeerde lesgevers in de sportclubs met jeugdwerking. O : - Bij het behouden van het subsidiereglement de nadruk leggen op kwalitatief geschoolde trainers en jeugdsportcoördinators. T : - Te dure opleidingen, die niet door iedereen betaalbaar zijn. 5.2. Doelstellingen en plan van aanpak De basis voor een kwaliteitsvolle werking van een sportclub begint bij de kwaliteit van de trainers en de lesgevers. De kwaliteit van de begeleiding speelt immers een belangrijke rol in de tevredenheid van de leden in de club. Zo is drop-out in vele gevallen een rechtstreeks gevolg van een teleurstellende ervaring in de sportclubs; men noemt het een “sportieve kater” en wijst de falende trainer aan als de belangrijkste oorzaak. Gekwalificeerde trainers beschikken verder over betere competenties om blessures te vermijden, spelbeleving te maximaliseren, leerprogressies te optimaliseren, enz. Uiteraard zijn hier nog andere factoren dan trainersdiploma’s belangrijk, maar de kans op een betere kwaliteit verhoogt wanneer trainers een diploma hebben. Ondanks alle gekende voordelen van te werken met gekwalificeerde lesgevers, blijkt uit bevragingen toch dat meer dan 35 % van de sportclubs geen onderscheid maakt tussen een gekwalificeerde en niet-gekwalificeerde trainer. Ook in Aarschot zien we dat slechts 2 op 5 trainers binnen de sportclubs met jeugdwerking een erkend diploma op zak hebben. Een verhouding die ten andere mijlenver afligt van de minimumgrens (60 %) die in IKSport wordt gesteld om een kwaliteitslabel te halen inzake trainersdiploma’s. 5.2.1. Strategische doelstelling 1 : Tegen eind 2019 is er een substantiële verhoging van het aantal gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders in de sportclubs aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. 5.2.1.1. Operationele doelstelling 1 : Tegen eind 2019 is er een stijging van 50 % van alle jeugdsportbegeleiders die in het bezit zijn van een sporttechnisch diploma. Indicator : het aantal gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders Maatregelen : 1. Clubs informeren over het vormingsaanbod via de regiowerking : vanaf 2014-2019 wordt in samenwerking met de regio een opleiding en bijscholingsprogramma aangeboden ten behoeve van de jeugdsportbegeleider. Financiële prognose : 0,1 euro per inwoner per jaar. 2. Organiseren van een opleidings- en bijscholingsprogramma via de regiowerking. Timing : 2014-2019 Financiële prognose : 3.000 euro 3. Financiële tussenkomst bij deelname aan vorming. Timing : 2014-2019 Financiële prognose : 3.000 euro
5.2.2. Strategische doelstelling 2 :
12 Tegen eind 2019 is er een substantiële verhoging van het aantal hoger gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders in de sportclubs aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. 5.2.2.1. Operationele doelstelling 1 : Tegen eind 2019 is er een stijging van 50 % van alle jeugdsportbegeleiders die in het bezit zijn van een hoger sporttechnisch diploma. Financiële prognose : 10.000 euro Indicator : het aantal hoger gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders Maatregelen : 1. Clubs informeren over het vormingsaanbod via de regiowerking : vanaf 2014 wordt in samenwerking met de regio een opleiding en bijscholingsprogramma aangeboden ten behoeve van de jeugdsportbegeleider. Financiële prognose : 0,1 euro per inwoner per jaar. 2. Organiseren van een opleidings- en bijscholingsprogramma via de regiowerking. Timing : 2014-2019 Financiële prognose : 3.000 euro. 3. Financiële tussenkomst bij deelname aan vorming. Timing : 2014-2019 Financiële prognose : 3.000 euro. 5.2.3. Strategische doelstelling 2 : Tegen eind 2019 is er een substantiële verhoging van het aantal gekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren in de verschillende sportclubs aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie. 5.2.3.1. Operationele doelstelling 2 : Tegen eind 2019 is er een stijging van 50 % van alle jeugdsportcoördinatoren die in het bezit zijn van het diploma jeugdsportcoördinator van de Vlaamse Trainersschool. Financiële prognose : 10.000 euro Indicator : het aantal jeugdsportcoördinatoren Maatregelen : 1. Clubs informeren over het vormingsaanbod via de Vlaamse Trainersschool, de regiowerking en Vlabus. Timing : 2014-2019 2. Organiseren van een opleidings- en bijscholingsprogramma. Timing : 2014-2019 Financiële prognose : 3.000 euro. 3. Financiële tussenkomst bij deelname aan vorming. Timing : 2014-2019 Financiële prognose : 3.000 euro. 5.2.4. Strategische doelstelling 3 : Tegen eind 2019 is er een behoud van de grootte van de subsidie die verdeeld wordt onder de sportclubs met jeugdwerking o.b.v. een impulssubsidiereglement. 5.2.4.1. Operationele doelstelling 3 : In het kader van de impulssubsidie zal vanaf 2014 het huidige subsidiereglement ter ondersteuning van sportclubs met jeugdwerking, aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie worden behouden zodat de kwalificatie van trainers/begeleiders zwaarder zal doorwegen in de subsidieverdeelsleutel. Indicator : - het aantal gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders - het aantal hoger gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders - het aantal gekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren
13 Maatregelen : 1. Handhaven van het impulssubsidiereglement door de sportdienst. 5.2.4.2. Operationele doelstelling 3 : Vanaf 2014 het subsidiereglement ter ondersteuning van de sportclubs met jeugdwerking, aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie, promoten zodat de kwalificatie van trainers/begeleiders zwaarder zal doorwegen in de subsidieverdeelsleutel. Indicator : - het aantal gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders - het aantal hoger gekwalificeerde jeugdsportbegeleiders - het aantal gekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren Maatregelen : 1. Infosessies en voorlichtingsmomenten organiseren voor de club met jeugdwerking. 2. Verschillende instanties (Vlabus, Sporta,…) uitnodigen om tijdens een presentatie zichzelf te komen voorstellen aan de clubs met jeugdwerking.
14
6. HET VOEREN VAN EEN ACTIVERINGSBELEID MET HET OOG OP EEN LEVENSLANGE SPORTPARTICIPATIE VIA EEN ANDERS GEORGANISEERD LAAGDREMPELIG BEWEEG- EN SPORTAANBOD . 6.1. Knelpunten- en behoeftenota 1. Daling van het ledenaantal van de sportverenigingen. 2. De verschillende deelgemeenten hebben geen sportinfrastructuur noch indoor noch outdoor. 3. De secundaire scholen zijn allen centraal gelegen doch beschikken niet over een degelijke outdoor sportinfrastructuur die bereikbaar is op loopafstand. 4. Het totale aantal allochtonen op 1.10.2011 bedraagt slechts 752 op een totaal van ongeveer 28.700 inwoners. 5. Er is vraag naar : activiteiten in samenwerking met recreatieve sportverenigingen . 6. activiteiten in samenwerking met maneges . 7. activiteiten in samenwerking met tennisclubs. 8. activiteiten in samenwerking met hengelclubs. 9. activiteiten in samenwerking met hondenclubs. 10. De mogelijkheid tot sporten in de deelgemeenten zelf is te beperkt . 11. De mogelijkheid tot sporten in de schoolinfrastructuur zelf is te beperkt . 12. Joggings dienen op elkaar afgestemd te zijn. 13. Start-to-run programma’s dienen verder gezet te worden . 14. Sportkampen in samenwerking met bestaande en nog op te richten clubs 15. Er is een grote vraag naar seniorengym, badminton , zwemmen en –netbal. 16. Er is een grote vraag naar senioren fietsen – wandelen. 17. De school is een plaats waar alle jongeren samenkomen. Het is dé plaats bij uitstek om àlle kinderen en jongeren te informeren en ook de minder sportieve aan sport te laten doen. Volgens de bevraging wenst bijna 22 % van de 6- tot 12-jarigen en 17 % van de 13- tot 18-jarigen via de school geïnformeerd te worden over sport. 6.2. Doelstellingen en plan van aanpak 6.2.1. Strategische doelstelling 1: Vanaf 2014 jaarlijks een diversiteit aan sportactiviteiten aanbieden waarin zoveel mogelijk inwoners van Aarschot hun gading vinden. 6.2.1.1. Operationele doelstelling 1 : Vanaf 2014 worden (ook in de drie deelgemeenten ) recreatieve sportactiviteiten aangeboden . Maatregelen : 1. Inventaris bijhouden van de bestaande éénmalige recreatieve sportactiviteiten . Timing : 1/1/2014 2. Deelnemen aan de werkgroep sociale cohesie waarin het recreatieve sportaanbod van de sportdienst wordt geintegreerd . Timing : 1/1/2014 3. Sportinitiatieven voorbereiden die in de deelgemeenten kunnen opgezet worden en die nadien door de vrijwilligers overgenomen kunnen worden. Timing : 1/1/2014 4. Projecten uitwerken, benoemen en promoten Timing : 1/1/2014 Financiële prognose : moet blijken uit de voorbereiding 5. Projecten van start laten gaan Timing : 1/4/2014
6.2.1.2. Operationele doelstelling 2 :
15 De schoolsport ondersteunen, stimuleren en promoten. Maatregelen : 1 .De sectie schoolsport behouden binnen de sportraad van Aarschot zodat ook zij advies kunnen geven en knelpunten kunnen aanduiden aangaande de sport in Aarschot. Timing : reeds gerealiseerd 2. Overleg plegen met de verschillende leerkrachten L.O. aangaande samenwerking tussen stadsbestuur, scholen en clubs. Timing :reeds gerealiseerd . 3. Afspraken maken met de scholen voor het verspreiden van informatie over sport in Aarschot. Timing : reeds gerealiseerd 4. Opzetten van activiteiten voor naschoolse sport in samenwerking met SVS gericht naar lager en secundair onderwijs . Timing : 01/01/2014 6.2.2. Strategische doelstelling 2 : Tegen eind 2016 is het laagdrempelig andersgeorganiseerde sport- en beweegaanbod gestegen ten opzichte van het huidige aanbod. 6.2.2.1. Operationele doelstelling 1 : Vanaf 2014 worden minimum vier laagdrempelige andersgeorganiseerde initiatieven voor de individuele sporter georganiseerd. Financiële prognose : 10.000 € Maatregelen : 1. Beginnende sporters aanzetten tot Start to Swim-, Start to Run-, Start to Walk- en Start to Bike-programma’s (jongeren en volwassenen). Timing : vanaf januari 2014 2. Organiseren en promoten van Start to Sport-sessies in samenwerking met het lokale sportverenigingen . Timing : vanaf juni 2014 3. Aanbieden van individuele loop-, zwem-, en fietsactiviteiten in samenwerking met de sportverenigingen . Timing : vanaf 2014
16
7. HET VOEREN VAN EEN BEWEEG- EN SPORTBELEID MET AANDACHT VOOR TRANSVERSALE SAMENWERKING ZODAT KANSENGROEPEN GELIJKE KANSEN KRIJGEN OM ACTIEF TE PARTICIPEREN IN DE SPORT . 7.1. Knelpunten- en behoeftennota 1. Maatschappelijk kwetsbare jongeren worden hoofdzakelijk bereikt via de scholen. Dit is een te beperkt aantal kanalen. 2. Maatschappelijk kwetsbare jongeren willen lid worden van een sportclub. 3. Lidmaatschap sportclub is te duur voor jongeren. (vb. paardrijden is te elitair) 4. Mindervaliden sportclubs gratis laten sporten in stadsinfrastructuur (vb. Huize Eigen Haard) 5. Senioren beschikken over voldoende petanquevelden maar er zou een overdekt petanqueveld, dat centraal gelegen is dienen te worden voorzien. 6. Joggers dienen te beschikken over een verlichte piste en de mogelijkheid tot douchen en iets te consumeren . 7. Een mobiel streetsoccerveld en beschikking stellen i.f.v. maatschappelijk kwetsbare jongeren . 7.2. Doelstellingen en plan van aanpak 7.2.1. Strategische doelstelling 1: Een diversiteit aan sportactiviteiten aanbieden waarin zoveel mogelijk kansengroepen van Aarschot hun gading vinden. 7.2.1.1. Operationele doelstelling 1 : Er wordt een doelgroepenbeleid gevoerd waarbij aan elke doelgroep diverse sportactiviteiten worden aangeboden. Motivatie : Uit het sportbehoefteonderzoek blijkt dat : - 85 % van de niet-sportende kinderen tussen 6 en 12 jaar willen in de toekomst aan sport doen. - 52 % van de personen die niet aan sport doen, willen in de toekomst aan sport doen - 47 % lid wenst te worden van een sportclub. Maatregelen : 1. Verschillende activiteiten aanbieden voor de diverse doelgroepen in eigen organisatie of in samenwerking met andere instanties. Jeugd : . Bewegingsschool voor kleuters op woensdagnamiddag . . Buitenspeeldag (5-12j.) : tijdens het schooljaar. (in samenwerking met jeugddienst) . SNS Pas (12-18j.) : tijdens het schooljaar in diverse (school)locaties. ( naschools ). . Sportsnack (06-12j.) : : tijdens het schooljaar in diverse (school)locaties ( naschools ). Senioren : Turnen, wandelen, netbal ,zwemmen ,badminton, fietsen en petanque zijn activiteiten die op regelmatige basis zullen worden aangeboden in samenwerking met de sportclubs en de seniorenverenigingen. Mindervaliden : Naast de ondersteuning van de regionale mindervalidensportdag die jaarlijks plaatsvindt, zal vooral aandacht gaan naar de toegankelijkheid van de sportaccommodatie. 2. Clubs stimuleren om sport voor welbepaalde doelgroepen aan te bieden en onderzoeken op welke manier dit best kan gebeuren.
17 7.2.2. Strategische doelstelling 2 : Tegen 2019 zijn er initiatieven om maatschappelijk achtergestelde inwoners van de gemeente te laten sporten. 7.2.2.1. Operationele doelstelling 1 : Vanaf 2014 driemaandelijks minstens 1 sportactiviteit organiseren voor maatschappelijk achtergestelde jeugd (10-16 jaar) in samenwerking met de werkgroep sociale cohesie . Financiële prognose : 1.000 euro Maatregelen : 1. Samenwerking opzetten met sportclubs. 2. Samenwerking opzetten met buurtwerk. 3. Samenwerking met OCMW om de doelgroep af te bakenen en te bereiken. 4. In samenwerking met sportclubs en buurtwerk organiseren van driemaandelijkse activiteiten. 5. Jeugdige ruiters die niet beschikken over een eigen rijdier, laten deelnemen aan één georganiseerde wedstrijd per jaar. 7.2.2.2. Operationele doelstelling 2 : Vanaf 2014 driemaandelijks minstens 1 sportactiviteit aanbieden voor maatschappelijk achtergestelde senioren in samenwerking met de werkgroep sociale cohesie . Financiële prognose : 1.000 euro Maatregelen : 1. Samenwerking opzetten met sportclubs. Timing : 2014 2. Samenwerking opzetten met buurtwerk. Timing : 2014 3. Samenwerking met OCMW om de doelgroep af te bakenen en te bereiken. Timing : 2014 4. In samenwerking met sportclubs en buurtwerk organiseren van driemaandelijkse activiteiten. Timing : driemaandelijks vanaf januari 2014.
18
8. MEERJARENPLAN INZAKE SPORTINFRASTRUCTUUR 8.1. Knelpunten- en behoeftennota 1. De verschillende scholen beschikken niet over geschikte buitensportaccommodaties. 2. Veel clubs en individuele sporters zijn vragende partij voor bijkomende sportinfrastructuur : o.a. atletiekpiste, kunstgrasvlakte, sportschuur ,… . 3. Een joggingparcours is een conditio sine que non.. 4. De meerderheid van de sportverenigingen maakt geen gebruik van de schoolsportinfrastructuur in de gemeente. 5. Sportcomplex renovatie sanitair en doucheruimten 8.2. Doelstellingen en plan van aanpak 8.2.1. Strategische doelstelling 1 : Een kwaliteitsvolle sportomgeving aanbieden aan alle individuele sporters en verenigingen van Aarschot. 8.2.1.1. Operationele doelstelling 1 : Elke sportaccommodatie in de stad wordt optimaal gebruikt. accommodaties (zowel stedelijke als niet-stedelijke) te behouden.
De stad engageert zich om de bestaande
Motivatie : Veel clubs en individuele sporters zijn vragende partij voor sportaccommodatie in de stad. Doordat ze in Aarschot niet terecht kunnen, moeten ze uitwijken naar andere gemeenten of in een onaangepaste omgeving sporten. In de diverse infrastructuren moeten zoveel mogelijk sporten aan bod kunnen komen. Maatregelen : 1. De inventarisatie van infrastructuur evalueren en de vrije uren promoten om een optimaal gebruik na te streven . Timing : 2014 2. Een jaarlijkse controle op veiligheid van alle binnen sportaccommodatie en ter beschikking gestelde toestellen. Timing : 2014 Financiële prognose : 1.250 euro/jaar 3. De toegankelijkheid en sociale veiligheid van alle sportaccommodatie nagaan en indien nodig verbeteren. Dit wordt jaarlijks gecontroleerd en onderhouden. Timing : 2014 Financiële prognose : afhankelijk van de te verwezenlijken aanpassingen. Per jaar minstens 1.250 euro voorzien. 4. Onderhouden in de mate dat de infrastructuur het vraagt : . De binnen sportaccommodatie reinigen naargelang de bezettingsintensiteit (10.000 euro/jaar) . De grasterreinen jaarlijks onderhouden (25.000 euro/jaar) . De sportspeelvelden controleren op toestellen/inrichting, jaarlijks onderhouden en indien nodig nieuwe investeringen doen (5.000 euro/jaar) Timing : 2014 Financiële prognose : 40.000 euro/jaar. 8.2.1.2. Operationele doelstelling 2 : Binnen 6 jaar realisatie van een sportsite aan de laakweg (KVO) met openluchtterreinen en indoorsportaccommodaties bruikbaar door de verschillende scholen gelegen rond deze site en diverse andere sportclubs en recreanten . Motivatie : Momenteel huizen er voetbalclubs die in een kwaliteitsarme omgeving sport beoefenen. Aangezien dit sportbeleidsplan juist kwaliteit nastreeft, clubs wil ondersteunen en de jeugdsport wil stimuleren, is het realiseren van een nieuwe sportinfrastructuur één van de voornaamste investeringen waartoe het stadsbestuur zich dient te verbinden. Dit moet bekeken worden in het kader van de algemene ontwikkeling van de site Grote Laakweg, in samenspraak met een studiebureau die rekening houdt met de noden van jeugd, onderwijs en andere zachte recreatie.
19 Maatregelen : 1. Realisatie van het RUP . Timing : 1/1/2014 Financiële prognose : afhankelijk van de PPS – samenwerking . 2. Voorstel bespreken met de clubs die er gehuisvest zullen worden . Timing : 1/1/2014 3. Ontwerp van het parkgebied, de recreatieve zone en de inplanting van de verschillende sportinfrastructuren . . Timing : 1/1/2013 4. Nieuw sportcomplex is gebruiksklaar . Timing : 1/1/2018 Financiële prognose : afhankelijk van de PPS – samenwerking . 8.2.2. Strategische doelstelling 2 : De gemeente wil tegen 2018 alle sportinfrastructuur veilig aanbieden aan alle gebruikers. 8.2.2.1. Operationele doelstelling 1 : Vanaf 2014 voldoet 50 % van de sportinfrastructuur aan de lijst van veiligheidscriteria. Financiële prognose : 1.000 euro Maatregelen : 1. Opstellen van een veiligheidsplan. Timing : 2014 2. Controle op veiligheid van alle accommodatie (binnen en buiten) en materiaal. Timing : jaarlijks vanaf 2014 8.2.3. Strategische doelstelling 3 : Tegen 2018 is de overdekte gemeentelijke sportinfrastructuur uitgebreid en is het gebruik van de sportinfrastructurele mogelijkheden van de gemeente verbeterd. 8.2.3.1. Operationele doelstelling 1 : Tegen eind 2018 is er een samenwerkingsverband tussen privéorganisaties( PPS) , de gemeentelijke scholen, de sportverenigingen en de sportdienst wat betreft het gebruik van de sportinfrastructuur. Financiële prognose : 50.000 euro Maatregelen : 1. Het opzetten van een samenwerking tussen de sportdienst en de scholen. Timing : september 2016 2. Sportinfrastructurele mogelijkheden bekendmaken bij de sportverenigingen. Timing : november 2016 3. Uitwerken van overeenkomsten tussen scholen – sportverenigingen – sportdienst – PPS. Timing : december 2017 – februari 2018 4. De sportdienst zorgt voor het beheer van het gebruik van de bijgekomen sportinfrastructuur. Timing : vanaf maart 2017 7.2.3.2. Operationele doelstelling 2 : Tegen 2018 is een nieuwbouw van een sportsite opgezet. Financiële prognose : zie samenwerking PPS Maatregelen : 1. Behoefteonderzoek. Timing : februari 2013 – oktober 2014 2. Samenwerkingsverbanden zoeken. Timing : eind 2014 3. Opname behoeftenota en haalbaarheidsstudie in beleidsplan als kandidaatstelling Vlaams sportinfrastructuurplan. Timing : december 2015
20
9. INFORMATIE EN COMMUNICATIE 9.1. Knelpunten- en behoeftenota 1. Eén contactpunt dat doelgerichte informatie kan geven over de mogelijkheden binnen en buiten de gemeente is heel belangrijk. Op die manier kunnen (potentiële) sporters ook geïnformeerd worden over andere mogelijkheden om te sporten wanneer in de gemeente niet aan hun wensen kan voldaan worden. Het eigen behoeftenonderzoek vertelt dat gebrek aan informatie over sportmogelijkheden in Aarschot bij 30 % van de respondenten een reden is om buiten Aarschot aan sport te doen. Eén duidelijk contactadres is één van de voorwaarden om dit cijfer naar omlaag te halen. 2. Uit het behoefteonderzoek blijkt dat 65, 6 % van de bevolking via Aarschot Info wenst geïnformeerd te worden. 3. Eénvormigheid, duidelijkheid en herkenbaarheid zijn voorwaarden voor een goede informatieverspreiding. Aan de interne opdeling van sportdienst en vzw Spoa heeft de inwoner geen boodschap en brengt enkel verwarring. De stedelijke sportinitiatieven onder een gezamenlijke naam onderbrengen zal de sportpromotie ten goede komen. 9.2. Doelstellingen en plan van aanpak 9.2.1. Strategische doelstelling 1 : Een goede, volledige en eigentijdse informatieverspreiding over sport verschaffen. 9.2.1.1. Operationele doelstelling 1 : Tegen 2014 is er een éénduidig aanspreekpunt waar geïnteresseerden terecht kunnen voor sportinformatie zowel voor indoorsportactiviteiten : sporthallen en zwembad als openluchtaccommodaties . Maatregelen : 1. Het aanspreekpunt dat werd geïnstalleerd (op de website, op de sportdienst, …) waar men terecht kan met vragen en opmerkingen zowel voor individuele sporters als voor verenigingen wordt up to date gehouden . Timing : begin 2014 . 2. Nieuwe inwoners en clubs kunnen een onthaalbrochure bekomen aan het loket van de sportdienst en worden wegwijs gemaakt op de website wat de sport in Aarschot inhoudt. Timing : reeds gerealiseerd . 3. Informatie over sport in Aarschot wordt specifiek aan de jongeren verspreid in samenwerking met andere diensten en de scholen (gebeurt reeds gedeeltelijk). Timing : reeds gerealiseerd . 9.2.1.2. Operationele doelstelling 2 : Tegen 2014 zal in “Uit in Aarschot” steeds een volledig overzicht gegeven worden van de sportactiviteiten. Maatregelen : 1. Maandelijks activiteiten doorgeven aan dienst communicatie . 2. Eénmaal per jaar een volledig overzicht van de sportkampen in Aarschot laten verschijnen via een waardevol infoboekje. 9.2.1.3. Operationele doelstelling 3 : Tegen 2014 zullen alle stedelijke sportinitiatieven worden verzameld onder de naam vzw SPOA. Maatregelen : 1. De nieuwe huisstijl wordt behouden (logo, briefwisseling, promotiemateriaal, kledij, …) in overleg met de dienst communicatie . Timing :reeds gerealiseerd . 2. Een aangepaste, eigen website wordt behouden waarin alles over sport in Aarschot te vinden is. Deze website wordt gelinkt aan de website van de stad Aarschot en aan ” Uit in Aarschot “ . Timing : reeds gerealiseerd .