Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Sport en Alcohol
Een half jaar convenant: hoe zetten Utrechtse sportverenigingen in www.gggd.utrecht.nl
op verantwoord alcoholgebruik?
Colofon
Uitgave Unit Epidemiologie en informatie Afdeling Gezondheidsbevordering en Epidemiologie GG&GD Utrecht, Gemeente Utrecht Postbus 2423 3500 GK Utrecht 030 286 3333
[email protected] In opdracht van Afdeling Maatschappelijke Gezondheidsbevordering en Zorg GG&GD Utrecht, Gemeente Utrecht Internet www.utrecht.nl/gggd www.utrecht.nl/alcohol Rapportage Eva van der Meer, Hanneke Schreurs Unit Epidemiologie en Informatie Informatie nformatie Eva van der Meer
[email protected] (030) 286 3369 Drukwerk Geprint door: Ricoh, Utrecht Bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding
September 2011
Inhoudsopgave Colofon
3
Inleiding
7
1
Wie hebben het convenant getekend?
9
2
Hoe komen verenigingen tot een verantwoord(er) alcoholgebruik?
11
Conclusies en discussie
17
Literatuur
21
Bijlage 1 In te zetten maatregelen met het aantal verenigingen dat hiervoor gekozen heeft 23
5
Inleiding Het project Sport en Alcohol is een project waarbij een verantwoord omgaan met alcohol binnen sportverenigingen centraal staat. De GG&GD Utrecht en Vereniging Sport Utrecht (VSU) hebben in 2010 samen met verschillende sportverenigingen de mogelijkheden verkend om met het thema 'verantwoord alcoholgebruik' aan de slag te gaan. Dit heeft geleid tot het opstellen van een convenant. Naast de GG&GD en de VSU zijn hierbij ook Centrum Maliebaan en de afdeling Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrecht betrokken. Met het ondertekenen van dit convenant geven sportverenigingen aan zich in te zetten voor een verantwoord alcoholgebruik binnen hun vereniging. Uitgangspunten daarbij zijn: geen alcohol onder de 16 jaar, geen sterke drank onder de 18 jaar en een nuchter en bewust omgaan met alcohol. De verschillende convenantpartners stemmen activiteiten met elkaar af en delen kennis en successen. Zestien Utrechtse sportverenigingen hebben in november 2010 het convenant getekend. In het half jaar daarna hebben zich nog drie verenigingen en een stichting met daarin vijf verenigingen hieraan toegevoegd. Onderzoek Het project Sport en Alcohol wordt door de unit Epidemiologie en Informatie van de GG&GD ondersteund met onderzoek. Doel hiervan is zicht krijgen op veranderingen in de tijd en het identificeren van succesvolle aanpakken op het gebied van verantwoord(er) alcoholgebruik. In de eerste fase van het project is het convenant ontwikkeld en is draagvlak onder de sportverenigingen voor het convenant gecreëerd. Aan de hand van een vragenlijst die door 90 sportverenigingen is ingevuld, is zicht gekregen op hoe met het thema alcohol werd omgegaan vóór de start van het project. Ook de vraag of de keuze voor de sector sport in het stimuleren van een verantwoord alcoholgebruik zinvol is, is onderzocht. Zo is globaal gekeken naar het alcoholgebruik, naar de maatregelen die verenigingen op dit vlak al hebben en naar de mogelijkheden die er nog meer zijn. De uitkomsten van dat onderzoek zijn te lezen in het rapport 'Sport en Alcohol - Onderzoek naar alcoholbeleid binnen sportverenigingen in Utrecht' (Van der Meer en Van Bergen, 2011). In de tweede fase van het project werd van de verenigingen verwacht dat zij ideeën zouden vormen over hoe ze aan de slag wilden gaan met het convenant. Hoe is de situatie in de vereniging en op welke manier willen zij daar inzetten op een verantwoord alcoholgebruik? Om hier een antwoord op te krijgen, zijn interviews gehouden met bijna alle verenigingen die het convenant hebben getekend. Onderstaande vragen stonden centraal in deze interviews:
Hoe wordt door de sportverenigingen die het convenant aangaan, invulling gegeven aan het convenant? Welke maatregelen en interventies worden ingezet in de verenigingen? Deze rapportage geeft zicht op de manier waarop verenigingen in het eerste half jaar aan de slag zijn gegaan met het convenant. Het geeft een overzicht van welke maatregelen worden ingezet en wat verenigingen willen bereiken met deze maatregelen.
7
8
1 Wie hebben het convenant getekend? Na een half jaar hebben 24 verenigingen het convenant getekend. Deze groep bestaat met name uit voetbal- en omniverenigingen (zie tabel 1.1). De omniverenigingen zijn, gezien het totale aantal in de stad Utrecht, zeer goed vertegenwoordigd. Daarbij zijn het vooral grote verenigingen; het gemiddelde aantal leden is bijna 900. Er zijn zes verenigingen met alleen maar volwassen leden. Alle verenigingen hebben de beschikking over een kantine. De resultaten die genoemd staan in deze rapportage, hebben (tenzij anders vermeld) betrekking op deze sportverenigingen. Stichting Klein Galgenwaard heeft het convenant ook getekend. Het is een organisatie die sportbeoefening voor achtergestelde groepen in de regio Utrecht toegankelijk maakt en hen door middel van sport weer betrekt bij het maatschappelijke proces (www.kleingalgenwaard.nl). In de nieuw op te zetten kantine wordt in principe geen alcohol geschonken. Slechts sporadisch zal daar bij bijzondere gelegenheden alcohol verkrijgbaar zijn. Klein Galgenwaard is niet geheel te vergelijken met de andere verenigingen die hebben getekend. Klein Galgenwaard gaat deze specifieke ideologie neerzetten in een nieuwe accommodatie. De overige verenigingen willen aanpassingen aanbrengen in de huidige situatie. Dit is over het algemeen lastiger te bewerkstelligen.
Naam vereniging Van Basten sportpark
Sport
Aantal leden
Leden Jeugd
Volwassenen
omni
900
X
X
Desto
omni
1500
X
X
Domstad Dodgers
honkbal
200
X
X
Domstad Majella
voetbal
180
DWSV
voetbal
180
X
X
Elinkwijk
voetbal
850
X
X
Eminent Boys
voetbal
67
HKC
korfbal
175
X
X
Kampong
omni
5000
X
X
ODIN
voetbal
111
Orca
roeien (studenten)
600
PVCV Vleuten
voetbal
niet bekend
Triton
roeien (studenten)
660
UVV
omni
1600
X
X
Viking
roeien
700
X
X
Voorwaarts
voetbal
340
VSC
voetbal
550
X
X
Watervlo
zwemmen
800
X
X
Zwaluwen
omni
1500
X
X
(Stichting Klein Galgenwaard)
Sportstimulering/voetbal
(5 verenigingen)
X
X
X X X
X X
X
Tabel 1 Deelnemers convenant
9
Intentie, barrières en vaardigheden In het project Sport en Alcohol staat gezondheidgerelateerd gedrag centraal. Om dit gedrag te verklaren kan gebruik worden gemaakt van de 'theory of planned behaviour' en het ASE-model (Fishbein en Ajzen, 1975, 1980). In het onderzoek dat gedaan is bij de start van het project (Van der Meer en Van Bergen, 2011) zijn verschillende aspecten uit dit model toegepast. Belangrijke begrippen waren: intentie, barrières en vaardigheden. Van alle verenigingen die nu het convenant getekend hebben, kan worden aangenomen dat zij de intentie hebben om verantwoord alcoholgebruik te stimuleren. Op drie verenigingen na, vinden zij allemaal dat sportverenigingen een rol hebben op dit vlak. Ruim de helft van de verenigingen heeft ook al regels aanvullend op de verplichtingen die er vanuit de Drank en Horecawet zijn. Een goed teken, aangezien bij meer dan de helft van de clubs altijd wordt gedronken en alcohol dus een grote rol speelt. Slechts twee verenigingen geven aan dat zelden gedronken wordt. Belangrijk is tevens te weten of besturen die aan de slag willen met het stimuleren van een verantwoord(er) alcoholgebruik, wel daadwerkelijk invloed hebben op de regels omtrent alcoholgebruik. Het blijkt dat, op één vereniging na, alle verenigingsbesturen volledig of voor een groot deel invloed hebben op de regels die gelden. Getwijfeld wordt of onder de leden voldoende draagvlak zal zijn voor extra maatregelen of voorlichting op dit gebied. Waarom hebben deze verenigingen het convenant getekend? De verenigingen hebben om verschillende redenen het convenant ondertekend. Er zijn verenigingen die aangeven dat je als vereniging hiermee een goed signaal afgeeft naar de wijk. Ook grijpen sommige clubs het convenant aan ter voorbereiding op de toekomst. Verenigingen waar bijvoorbeeld op dit moment geen leden van rond de vijftien, zestien jaar zijn, maar waar verwacht wordt dat deze er over een aantal jaren wel zijn. Door nu al duidelijke regels te stellen vanuit het convenant, willen verenigingen op deze nieuwe situatie voorbereid zijn. Het belang van gezondheid en de rol die sportverenigingen op dit vlak hebben, wordt eveneens regelmatig genoemd. 'Het is gewoon logisch om fatsoenlijk
met drank om te gaan'. Een kwart van de verenigingen hecht veel waarde aan het belang voorop te lopen en zo een voorbeeldfunctie te kunnen vervullen. 'Het is een maatschappelijk probleem en je
ontkomt er niet aan. Daarom lopen we liever vooraan mee'. Enkele geluiden laten ook horen dat er verenigingen zijn die bang zijn dat wanneer ze nu niet tekenen, er straks strenge(re) maatregelen, vergelijkbaar met het rookverbod, zullen volgen. De gedachte is in dat geval dat je maar beter kunt tekenen, zelfs al sta je niet geheel achter de inhoud van het convenant.
10
2 Hoe komen verenigingen tot een verantwoord(er) alcoholgebruik? Binnen het project Sport en Alcohol vinden veel verschillende activiteiten plaats. Activiteiten die vanuit het project worden georganiseerd en activiteiten en maatregelen die de sportverenigingen zelf inzetten. De sportverenigingen bepalen voor zichzelf waar ze zich precies op willen richten, welke doelen ze willen bereiken en op welke manier ze dat gaan doen. Na de ondertekening van het convenant was daarom belangrijk zicht te krijgen op plannen en voornemens van de verenigingen. Methode De inzet was met alle contactpersonen van de sportverenigingen die het convenant hebben getekend, apart een gesprek te voeren. Naast het inventariseren op welke manieren de verenigingen in zouden zetten op een bewust(er) alcoholgebruik (implementatie- en effectdoelen van maatregelen, randvoorwaarden), diende dit gesprek ook andere (wel en niet onderzoeksmatige) doelen. Het diende bijvoorbeeld als duidelijk startmoment voor de verenigingen. Het faciliteren van een mogelijkheid om plannen door te spreken was dan ook van belang. Daarnaast ging het om het inventariseren van de verwachtingen en behoeften van de verenigingen. Om zo het aanbod goed aan te laten sluiten. De gesprekken vonden plaats in de vorm van gestructureerde interviews. Hiervoor is gekozen omdat de gesprekken door verschillende personen gevoerd zouden worden. Op deze manier zou wel ieder gesprek zoveel mogelijk dezelfde informatie opleveren. Hoofdthema's in de gesprekken waren de algemene kenmerken van de vereniging, alcohol, de kantine, de regels die nu gelden en de maatregelen die ze in willen gaan voeren naar aanleiding van het convenant. Binnen deze vijf thema's kwamen onder andere de stand van zaken met betrekking tot de Drank en Horecawet aan bod, de geldende norm voor alcoholgebruik, de omzet, regelgeving en de omgang met de geldende regels. Resultaten Het doel was alle verenigingen te bezoeken; dit bleek echter niet realiseerbaar. Sommige contactpersonen gaven aan geen tijd te hebben of te willen maken voor een gesprek, anderen zijn vanwege omstandigheden niet benaderd. Uiteindelijk zijn veertien gesprekken gevoerd, verspreid over drie maanden. De gesprekken vonden plaats met één of twee bestuursleden. Ook is in twee gevallen de verenigingsmanager aangeschoven. Algemene kenmerken verenigingen Ieder interview is gestart met de vraag iets in algemene zin over de vereniging te vertellen. Zo werd een beeld verkregen over onder andere de grootte van de club, de historie en waarom mensen lid zijn. Wellicht vanwege met name de gezelligheid of bijvoorbeeld vanwege het hoge niveau van sport. Ook werd gevraagd naar de indeling van de teams en wie de rol van coach of leider van jeugdteams vervult. Deze kenmerken verschillen per vereniging. Grote overeenkomst is wel het belang van gezelligheid binnen een club. Alcohol Mogelijk samenhangend met de genoemde gezelligheid, geldt bijna overal de opvatting: 'in een bepaalde mate hoort alcohol er gewoon bij'. Alle verenigingen is gevraagd aan te geven wat in hun vere-
11
niging de geldende norm is wat betreft alcohol. Gekozen kon worden tussen 'alcohol drinken is de norm; is normaal; is acceptabel, mits met mate of alcohol drinken wordt ontmoedigd' (figuur 2.1). Dat het drinken van alcohol de norm is, of zelfs gestimuleerd wordt, geldt binnen de studentenverenigingen en geldt ook voor de jongeren van één grote omnivereniging. De enige die aangeeft alcoholgebruik bewust te ontmoedigen, is Stichting Klein Galgenwaard. Daar zal in de nieuw op te zetten kantine namelijk geen alcohol worden geschonken. 7% 20%
Alcohol drinken is de norm
Alcohol drinken is normaal
40%
Alcohol drinken is acceptabel, mits met mate
33%
Alcohol drinken wordt ontmoedigd
Figuur 2.1 Norm alcoholgebruik binnen de verenigingen die het convenant hebben getekend
Met name in het weekend, na de wedstrijd, blijven mensen hangen om een biertje te drinken. Het betreft overal de volwassen leden, en soms ook A1/B1 jeugd, die een aantal glazen drinken. Veel verenigingen kennen een paar ('bier')teams die fors drinken. Zolang er geen overlast is, is dit volgens de verenigingen een prima houdbare situatie. De sociale controle is vaak groot binnen de clubs. 'Leden
spreken elkaar wel aan: "zou je niet eens naar huis toe gaan?"' Bij excessen treedt men op en dit varieert van het geven van een waarschuwing tot schorsing. 'Bepaalde teams dronken stiekem bier op het
veld waar ook veel junioren voetballen, dit is aangepakt door het bestuur'. Echt overlast en problemen lijken met name veroorzaakt te worden door mensen van buiten de vereniging. Genoemd werden: 'Eén
keer een akkefietje met mensen van buitenaf die naar binnen waren gekomen. Zij zorgden voor overlast. Deze mensen horen echter niet bij de vereniging en kun je daarom ook makkelijker het pand uitzetten'. En: 'In een extreem geval ging de kantine dicht; na bezoek van FC Utrecht fans'. Op feesten en bij de studentenverenigingen komt overmatig alcoholgebruik, inclusief dronkenschap met regelmaat voor. Met name het 'indrinken' is een lastig probleem. Mensen komen al aangeschoten of zelfs dronken binnen en dan wordt het alleen maar erger. 'Jongeren drinken veel te veel. Ze spreken
af om voor het feest niet te eten, zodat ze snel dronken zijn'. Op geleide van voorvallen worden regels door het bestuur aangescherpt. Aansluitend op de vraag naar de norm die geldt, is gevraagd naar de ambitie op dit vlak. De ambities liggen niet zo zeer in het verminderen van de alcoholconsumptie, maar meer op het gebied van bewustzijn. 'Als men maar beter weet wat men doet'. Andere ambities hebben te maken met het ontwikkelen van een goed alcoholbeleid en het aan de wet voldoen. Ook het verbeteren van imago (in de wijk of naar ouders van leden) wordt genoemd.
12
In de kantine Door de week wordt in de kantine, behalve bij de studentenverenigingen, niet zoveel gedronken. De vrijdagavond, zaterdag en zondag zijn de dagen waarop het meest gedronken wordt. De barbezetting wordt over het algemeen op drie manieren geregeld: een vaste groep (variërend van tien tot tachtig) vrijwilligers, bardiensten die rouleren onder verschillende teams en de pachter die met zijn (betaalde) personeel achter de bar staat. Voor de inkomsten van de vereniging speelt alcohol vaak een belangrijke rol. De omzet vanuit de verkoop van alcohol blijkt al snel de helft van de totale baromzet. Regels nu Sportverenigingen met een kantine zijn gehouden aan de Drank en Horecawet (DHW). Hierin staat onder andere dat aan personen jonger dan 16 jaar geen alcohol mag worden verkocht. Ook doorschenken aan mensen die dronken zijn, is verboden. Om als vereniging een vergunning te krijgen voor een kantine, moet er onder meer een bestuursreglement zijn waarin de (huis)regels staan beschreven. De controle op de naleving van de DHW ligt bij de gemeente. In Utrecht is tegelijkertijd met het opstellen van het convenant deze controle door de afdeling Toezicht & Handhaving aangescherpt. Daarbij worden echter niet direct zwaarwegende consequenties verbonden aan de controle, maar krijgt de vereniging de tijd om de benodigde zaken in orde te maken. In drie clusters zijn alle sportverenigingen bezocht, waarbij de verenigingen die het convenant hebben getekend als eerste aan de beurt waren. Op de meeste plaatsen waren de zaken op orde. Vaak zat het in kleine dingen die ze gemakkelijk konden bijstellen. Bijvoorbeeld het (laten) volgen van de training Sociale Hygiëne of de Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA), de verplichting om een extra terrasvergunning aan te vragen, het aanleggen van mechanische ventilatie of het zichtbaar ophangen van de schenktijden. Dit was allemaal snel op te lossen. Bij twee clubs was er enkele weerstand. Dit had te maken met de strengheid van een controleur en het commentaar was ook dat alles nu 'ineens' op orde moet zijn. De laatste jaren is veel gedoogd en nu worden ineens regels ingesteld. Dit werd gezien als een starre benadering (H. de Bie, 16 mei 2011). Behalve bovenstaande verplichte maatregelen, gelden bij verschillende verenigingen al aanvullende regels. De meeste hiervan hebben betrekking op jongeren onder de zestien, zoals bijvoorbeeld het niet schenken tijdens jeugdactiviteiten. Of, met bijna dezelfde werking; niet schenken tot 14:00u, respectievelijk 16:00u, op zaterdag. Ook heeft de regel dat geen glaswerk mee naar buiten genomen mag worden als gevolg gehad dat niet meer direct na de wedstrijd in de kleedkamer gedronken wordt. Bij vijf verenigingen, waaronder de twee studentenverenigingen, is gesproken over feesten die georganiseerd worden. Bij verenigingen met jeugd wordt dan gewerkt met gastenlijsten en/of polsbandjes waarmee duidelijk wordt gemaakt wie boven de zestien is. Twee verenigingen zijn zo klein dat de organisatie en de mensen achter de bar precies weten wie, gezien de leeftijd, alcohol mogen. Ook het sober houden van het drankassortiment is iets dat veel verenigingen bewust doen. Eén vereniging hanteert de leeftijd van achttien jaar als grens om alcohol te mogen drinken. Opvallend is dat eigenlijk geen van de verenigingen moeilijkheden kent in de omgang met de regels.
'Er wordt niet expliciet over regels gesproken'. 'Het is gewoon zo'. Ook de sociale controle is bij veel verenigingen groot, waardoor leden elkaar aanspreken op hun gedrag.
13
Nieuwe maatregelen De verenigingen hebben op het convenant aan kunnen kruisen welke maatregelen ze in willen voeren. In tabel 2.1 is te zien om welke maatregelen het gaat en hoeveel verenigingen deze hebben ingevuld. De maatregelen zijn te verdelen in vijf categorieën: de kantine, sportfeesten, coaches/trainers, leden en communicatie. De meeste verenigingen richten zich op de kantine. Zij erkennen het belang en de verantwoordelijkheid van degenen die achter de bar staan. Daarnaast is communicatie een aspect waar veel verenigingen aandacht aan willen besteden.
Maatregel Maatregel
Aantal vereni verenigingen
De kantine Prijzen in de kantine aanpassen; frisdrank is goedkoper dan alcohol
4
Gele/rode kaarten (=waarschuwing/schorsing) bij overlast
6
Geen alcohol schenken tijdens jeugdactiviteiten
5
Sober assortiment in de kantine; geen sterke drank en per drank minder keuze
7
Extra IVA-trainingen aanbieden aan barvrijwilligers
9
Regelmatig overleg met barvrijwilligers over verantwoord alcohol schenken
8
Extra toegevoegd: geen alcohol onder de 18 jaar
1
Sportfeesten Aankondiging van een feest mailen naar winkeliers om indrinken te voorkomen
0
Organiseren van een alcoholvrij feest voor jongeren onder de 18 jaar
5
Stempelsysteem hanteren bij een feest
0
Aanleggen van een gastenlijst bij feesten, met daarop vermelding van leeftijden
1
Steekproefsgewijs blaastesten afnemen (o.a. bij entree feest)
4
Letten op alcoholvrij autorijden; evt. in samenwerking met wijkagent
4
Ouders van jeugdleden inlichten bij een feest en wijzen op regels
4
Extra toegevoegd: polsbandjes gebruiken om leeftijd aan te duiden
1
Coaches/trainers Ploegbeloning in de vorm van alcohol afschaffen
5
Coaches/trainers geven het goede voorbeeld aan jongeren
5
Themabijeenkomst organiseren over bijv. weerbaarheid, gezondheid, respect
3
Voorlichting over alcohol organiseren voor coaches/trainers
4
Leden Jongerenraad mee laten denken over alcoholmatiging
0
Leden voorlichting over alcohol aanbieden
2
Regels over alcohol en gedrag duidelijk aanbieden aan de leden
8
Communicatie Verspreiden van de ansichtkaart ‘Wat ben jij fris vandaag’ (GG&GD/VSU)
9
Aanschaffen van de Toolkit 'Drinken is geen sport’ (NOC-NSF)
6
Frisviltjes ‘Nuchter over alcohol’ (GG&GD) neerleggen
9
Tabel 2.1 In te zetten maatregelen met het aantal verenigingen dat hiervoor gekozen heeft
Tijdens de gesprekken bleek dat verenigingen vaak maatregelen op het convenant hebben ingevuld die al van toepassing zijn. Bijvoorbeeld het hanteren van een sober drankassortiment. Dit wordt bij de meeste clubs al gedaan. Het is dus niet goed zichtbaar of de ingevulde maatregelen echt nieuw zijn voor een vereniging of weergeven wat een vereniging al in beleid heeft opgenomen. Daarnaast prikkelt het convenant verenigingen om bepaalde maatregelen toch in beleid vast te gaan leggen, ook al zijn er op dit moment geen problemen mee. Een verbod op het belonen met bier na de wedstrijd is bijvoorbeeld iets waarvan men zegt het toch vast te willen leggen, los van het feit of het gebeurt. Zo is het bij voorbaat al niet toegestaan. De voorgestelde maatregelen zetten dus ook aan tot nadenken over de mogelijkheden.
14
Extra IVA-trainingen zijn veel ingevuld. Verenigingen kunnen nu kosteloos een IVA-training (Instructie Verantwoord Alcoholschenken) aanvragen. Deze training wordt op maat verzorgd door Centrum Maliebaan (CMB). Veel verenigingen willen gebruikmaken van deze mogelijkheid om de kennis van degenen die achter de bar staan te vergroten, dan wel op te frissen. Ook een voorlichtings- en/of discussieavond kan worden verzorgd door CMB. Hiervoor kunnen leden, maar ook ouders worden uitgenodigd. Een combinatie tussen een IVA-training voor de barvrijwilligers en extra voorlichting voor een breder publiek zien veel clubs wel zitten. Voor veel jonge leden is de coach of trainer iemand waar tegenop wordt gekeken. Hij of zij is een voorbeeld. Veel verenigingen geven aan dat zij coaches als een belangrijke spil zien in dit project. Het maken van duidelijke afspraken omtrent dit voorbeeldgedrag is dan wel van belang. Bijvoorbeeld dat een coach geen alcohol drinkt in bijzijn van de jongere leden. De exacte invulling hebben de verenigingen nog niet voor ogen, dus dit idee dient verder te worden uitgewerkt. Communicatie vinden veel verenigingen belangrijk. Maar welke middelen zet je in om je leden te bereiken en welke informatie geef je? Gaat het alleen om de regels die binnen de vereniging gelden of ook om algemene informatie over alcoholgebruik? Als eerste stap geven veel verenigingen aan hun leden maar eens op de hoogte te brengen van het feit dat zij het convenant hebben getekend. Slechts een enkele vereniging had dit direct gedaan. Eén vereniging heeft het tekenen van het convenant aangegrepen om de geldende regels omtrent alcohol duidelijk te maken. Een banner van het gemeentelijk alcoholbeleid op de website van de sportvereniging is direct gekoppeld aan de regels die gelden omtrent alcoholgebruik. Het aanbieden van de regels schuiven veel verenigingen door naar het nieuwe seizoen (2011-2012). Zij zien de start hiervan als een mooi moment om dingen kenbaar te maken. In ontwikkeling Binnen het project Sport en Alcohol wordt van de sportverenigingen verwacht dat zij zelf aangeven waarmee ze aan de slag gaan en waar zij steun bij zouden willen hebben. In de gesprekken was daarom ook aandacht voor hun ideeën. Zo is onder meer gesproken over het opzetten van een forum om deelnemers aan het convenant onderling ervaringen uit te laten wisselen. Of het forum van een vereniging te gebruiken om daar over bepaalde onderwerpen discussie onder de leden te krijgen. Ook is gesproken over het ontwikkelen van posters en bordjes waarop verenigingen hun schenktijden en regels kunnen invullen. Op deze manier worden is duidelijk wat de regels zijn, maar zijn de verenigingen ook herkenbaar als clubs die voor een verantwoord alcoholgebruik staan. Verder valt op dat in de gewenste benadering niet teveel nadruk moet liggen op de negatieve kanten (risico's) van alcoholgebruik. Geen zaken verbieden maar bijvoorbeeld tijdens evenementen, zoals toernooien, meer gezonde alternatieven aanbieden. Of eens op een avond via de GG&GD een aantal blaastesten ter beschikking stellen aan de leden, zodat zij hier op een ludieke manier kennis mee kunnen maken. Zo komt het onderwerp onder de aandacht, zonder dat het betuttelend wordt. Eén vereniging heeft aangegeven behoefte te hebben aan een barcode. Daarmee krijgt iedere vrijwilliger achter de bar dezelfde instructie. Dit zou uiteindelijk door meerdere verenigingen samen kunnen worden ontwikkeld en gebruikt. Knelpunten De meest genoemde knelpunten voor het invoeren van nieuwe maatregelen en het aan de kaak stellen van het onderwerp alcohol, gaan over het feit dat bijna alle verenigingen afhankelijk zijn van vrijwilligers. Wanneer je dus extra IVA-trainingen of informatieavonden aanbiedt, dan geeft dat geen garantie dat barvrijwilligers of andere leden, dan wel ouders van leden, hier ook gebruik van zullen maken. Er is angst om de mensen te overvragen, waardoor weerstand ontstaat. Voor een deel vragen dit soort
15
projecten echter ook gewoon tijd en geduld. 'Veranderingen moet je van onderaf; met nieuw bloed,
bewerkstelligen. Via nieuwe leden en nieuwe barvrijwilligers sijpelen de regels en opvattingen dan vanzelf de vereniging in'. Andere knelpunten die genoemd zijn, zijn bijvoorbeeld de angst voor omzetverlies en praktische bezwaren voor de maatregel geen alcohol te schenken tijdens jeugdactiviteiten. Wanneer op hetzelfde terrein, met één kantine, verschillende sporten worden beoefend, dan zijn de momenten waarop de jeugd speelt niet voor iedere sport gelijk. Het kan dan voorkomen dat er geen alcohol wordt geschonken omdat bij één van de verenigingen jeugdleden spelen, terwijl op datzelfde moment voor een andere sport alleen volwassenen aanwezig zijn. Deze volwassenen zouden dan dus geen alcohol kunnen krijgen. Tevens is een aantal keer gehoord dat op dit moment veel 'ongeschreven regels' van toepassing zijn. Er geldt een soort zelfregulering. Wanneer nu ineens heel strikt over regels en maatregelen gesproken gaat worden, zou dat averechts kunnen werken. Terwijl er eigenlijk niet zoveel aan de hand is. Met een aantal verenigingen is ook gesproken over zaken die het project in algemene zin betreffen. Eén vereniging geeft aan niet goed te overzien hoe het verloop van het project eruit gaat zien. Wat is precies het doel en hoe moet iedereen daar komen? Ook de rolverdeling tussen de convenantpartners is niet geheel duidelijk. Gezien verschillende aanvragen om mee te werken aan soortgelijke projecten, heerst de opvatting dat landelijk een wildgroei ontstaat in dit soort initiatieven. De vraag rijst wat het doel is en welke belangen allemaal meespelen. Bevorderende factoren Een aantal verenigingen is niet bang voor een beetje weerstand bij het invoeren van nieuwe maatregelen: 'Sommige dingen, zoals regels, moet je ook gewoon invoeren. Niet teveel nadenken hoe het zal
vallen, maar gewoon doen'. En 'maatregelen mogen best een beetje pijn doen, anders kun je net zo goed niets doen'. Dit vraagt wel om gedreven mensen, die het verschil willen en kunnen maken bij een vereniging. Aan de andere kant wordt regelmatig gehoord dat zoveel bezwaren eigenlijk niet verwacht worden. 'Misschien een keer een discussie of een opmerking, maar dat is prima'. Een andere bevorderende factor ligt op het gebied van samenwerking. Verenigingen zijn vaak een belangrijk onderdeel van een wijk. De boodschap over verantwoord alcoholgebruik is veel sterker wanneer het beleid van een sportvereniging aansluit bij dat van scholen of andere instellingen in diezelfde wijk. De sportvereniging moet niet als enige aan de slag gaan om iets op dit gebied bereiken.
16
Conclusies en discussie Project Sport en Alcohol Het project Sport en Alcohol is een project waarbij een verantwoord omgaan met alcohol binnen sportverenigingen centraal staat. De GG&GD Utrecht en Vereniging Sport Utrecht (VSU) hebben in 2010 samen met verschillende sportverenigingen een convenant opgesteld. Ook Centrum Maliebaan, de afdeling Toezicht en Handhaving van de gemeente Utrecht en AGIS Zorgverzekeringen zijn hierbij betrokken. Met het ondertekenen van dit convenant geven sportverenigingen aan zich in te zetten voor een verantwoord alcoholgebruik binnen hun vereniging: geen alcohol onder de 16 jaar, geen sterke drank onder de 18 jaar en een nuchter en bewust omgaan met alcohol. Onderzoek Het project wordt door de unit Epidemiologie en Informatie van de GG&GD ondersteund met onderzoek. Doel hiervan is zicht krijgen op veranderingen in de tijd en het identificeren van succesvolle aanpakken op het gebied van verantwoord(er) alcoholgebruik. In het huidige onderzoek, dat is uitgevoerd in de periode volgend op de ondertekening van het convenant, is het volgende onderzocht:
Hoe wordt door de sportverenigingen die het convenant aangaan, invulling gegeven aan het convenant? Welke maatregelen en interventies worden ingezet in de verenigingen? Aan de hand van gestructureerde interviews met de contactpersonen van de verenigingen die het convenant ondertekend hebben, zijn deze vragen beantwoord. In totaal zijn veertien gesprekken met bestuursleden en/of verenigingsmanagers gevoerd. In deze gesprekken kwamen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: algemene kenmerken van de vereniging, alcohol, de kantine, regels die nu gelden en de maatregelen die naar aanleiding van het convenant ingevoerd worden. Deelname aan convenant In het voorgaande onderzoek bleek dat het Utrechtse sportaanbod zeer divers is en dat verschillend met het thema alcohol wordt omgegaan (Van der Meer en Van Bergen, 2011). De 24 verenigingen die sinds november 2010 het convenant Sport en Alcohol hebben ondertekend, blijken echter belangrijke overeenkomsten te hebben. Zo hebben zij de intentie om verantwoord alcoholgebruik binnen de vereniging te stimuleren. Daarnaast wordt binnen al deze verenigingen, in meer of mindere mate, alcohol gedronken. De doelgroep voor het convenant is dus bereikt, maar regelgeving blijft op maat nodig. Maatregelen Maatregelen en interventies Tijdens de interviews bleek dat in de periode na de ondertekening nog steeds gewerkt moest worden aan het creëren van draagvlak voor het convenant. Activiteiten bevonden zich nog in de planfase. Vanuit het project ging het daarom om stimuleren en faciliteren, zodat verenigingen verder na zouden denken over hoe ze precies invulling aan het convenant zouden geven. Hieronder worden enkele maatregelen beschreven waarvan veel verenigingen aangeven ze in te willen zetten. Kantine De maatregelen die verenigingen in willen zetten, hebben in de meeste gevallen betrekking op de kantine en de mensen die daar, al of niet vrijwillig, werkzaamheden verrichten. Veel verenigingen willen hun barvrijwilligers bewuster maken van de rol die zij hebben. Om hen deze rol goed uit te
17
kunnen laten voeren, vragen zij bijvoorbeeld IVA-trainingen aan. Een training die gedurende de looptijd van het convenant gratis kan worden gevolgd. Daarnaast willen verenigingen meer overleg voeren met hun barvrijwilligers. Ook een beperking van de schenktijden wordt in diverse verenigingen ingevoerd. De schenktijden gaan samenhangen met de aan- en afwezigheid van jeugd. Het assortiment in de kantine is iets waar een aantal verenigingen zelf al kritisch in was. Het beperken van de keuze of stoppen met de verkoop van sterke drank zijn mogelijkheden op dit vlak. Veel verenigingen verkopen al enkel zwakalcoholische drank. Informatie en communicatie Een aantal verenigingen gaat meer aandacht besteden aan informatievoorziening en regelgeving specifiek bij feesten. Voorbeelden hiervan zijn het inlichten van ouders en duidelijk communiceren over geldende regels. Vier verenigingen gaan blaastesten inzetten bij de entree van een feest om zo onder andere bij de jongeren het 'indrinken' voor het feest tegen te gaan. Eén van de verenigingen gaf aan behoefte te hebben aan communicatiemiddelen met een algemene uitstraling, maar waar de vereniging zelf keuze heeft in de tekst die er precies op komt. Bijvoorbeeld een bordje voor op de bar waarop de regels en de schenktijden staan. Wanneer de verenigingen die het convenant hebben getekend deze middelen gebruiken, wordt het project (nog meer) zichtbaar in de stad en stralen zij dezelfde boodschap uit. Hiervoor worden nu door de GG&GD materialen ontwikkeld. Coaches Naast een centrale rol voor de barvrijwilligers op het gebied van alcoholmatiging, zien verenigingen ook een belangrijke rol weggelegd voor coaches en/of trainers. Deze verenigingen zijn hier echter (nog) niet concreet mee bezig. Barrières en vaardigheden Het inzetten op, en mogelijk ook aanpassen van, het alcoholbeleid wordt besloten door het bestuur van de verenigingen. De uitvoering van veel taken ligt echter ergens anders. In een setting als deze; de sportvereniging, is men daarin veelal afhankelijk van vrijwilligers. Zoals eerder genoemd worden barvrijwilligers en coaches gezien als belangrijke personen in het project. Zij krijgen een centrale rol en daarmee impliciet ook bepaalde verantwoordelijkheden. Het gegeven dat deze mensen zich vrijwillig inzetten voor de vereniging brengt beperkingen met zich mee. Er is angst om ze te overvragen en ze daardoor kwijt te raken. Ook kan de motivatie minder worden wanneer zaken anders moeten. Dit is een belangrijke factor in het project waar continu rekening mee gehouden moet worden. Aan de andere kant is de angst voor weerstand helemaal niet zo groot. Genoemd wordt dat maatregelen best een beetje pijn mogen doen en dat hooguit een keer een discussie of een opmerking verwacht kan worden. Dit hoeft men echter niet te weerhouden om veranderingen door te voeren. Vervolg project Na een half jaar convenant is duidelijk geworden waar sportverenigingen prioriteiten leggen en hoe ze het convenant invulling (gaan) geven. De daadwerkelijke start van activiteiten komt nu. Het organiseren van IVA-trainingen, het inzetten van blaastesten, informatie bij de start van het nieuwe sportseizoen; het zijn voorbeelden van activiteiten die uitgevoerd zullen worden. Daarbij is van belang dat het een project wordt van de sportverenigingen. Zij bepalen zelf wat nodig is en wat kan werken. De gemeente en de andere convenantpartners helpen hierbij. Samenwerking is daarom een belangrijk aspect in het gehele project.
18
Het traject zal verder gevolgd worden. Activiteiten worden geëvalueerd en een jaar na ondertekening van het convenant wordt gekeken hoe ver verenigingen zijn en hoe zij tegen het project Sport en Alcohol aankijken. Op deze manier kan, indien nodig, tijdig worden bijgestuurd.
19
20
Literatuur • Ajzen, I. en Fishbein, M. (1980). Understanding Attitudes and Predicting Social Behaviour. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall. • Meer E. van der en Bergen, A.P.L. van (2011). Sport en Alcohol – Onderzoek naar alcoholbeleid binnen
sportverenigingen in Utrecht. Utrecht: Gemeente Utrecht, GG&GD. • www.kleingalgenwaard.nl
21
22
Bijlage 1 In te zetten maatregelen met het aantal verenigingen dat hiervoor gekozen heeft
Maatregel
Aantal vereni verenigingen
De kantine Prijzen in kantine aanpassen; frisdrank is goedkoper dan alcohol
4
Gele/rode kaarten (=waarschuwing/schorsing) bij overlast
6
Geen alcohol schenken tijdens jeugdactiviteiten
5
Sober assortiment in de kantine; geen sterke drank en per drank minder keuze
7
Extra IVA-trainingen aanbieden aan barvrijwilligers
9
Regelmatig overleg met barvrijwilligers over verantwoord alcohol schenken
8
Extra toegevoegd: geen alcohol onder de 18 jaar
1
Sportfeesten Aankondiging van een feest mailen naar winkeliers om indrinken te voorkomen
0
Organiseren van een alcoholvrij feest voor jongeren onder de 18 jaar
5
Stempelsysteem hanteren bij een feest
0
Aanleggen van een gastenlijst bij feesten, met daarop vermelding van leeftijden
1
Steekproefsgewijs blaastesten afnemen (o.a. bij entree feest)
4
Letten op alcoholvrij autorijden; evt. in samenwerking met wijkagent
4
Ouders van jeugdleden inlichten bij een feest en wijzen op regels
4
Extra toegevoegd: polsbandjes gebruiken om leeftijd aan te duiden
1
Coaches/trainers Ploegbeloning in de vorm van alcohol afschaffen
5
Coaches/trainers geven het goede voorbeeld aan jongeren
5
Themabijeenkomst organiseren over bijv. weerbaarheid, gezondheid, respect
3
Voorlichting over alcohol organiseren voor coaches/trainers
4
Leden Jongerenraad mee laten denken over alcoholmatiging
0
Leden voorlichting over alcohol aanbieden
2
Regels over alcohol en gedrag duidelijk aanbieden aan de leden
8
Communicatie Verspreiden van de ansichtkaart ‘Wat ben jij fris vandaag’ (GG&GD/VSU)
9
Aanschaffen van de Toolkit 'Drinken is geen sport’ (NOC-NSF)
6
Frisviltjes ‘Nuchter over alcohol’ (GG&GD) neerleggen
9
23
GG&GD Utrecht Uitgave Gemeente Utrecht GG&GD, Unit Epidemiologie en Informatie September 2011 Adresgegevens Bezoekadres Jaarbeursplein 17, Utrecht Postadres Postbus 2423, 3500 GK Utrecht Telefoon (030) 286 33 33 Fax (030) 286 33 44 e-mail
[email protected] website www.gggd.utrecht.nl
24