Neurologie
Epilepsie en alcohol De relatie tussen epilepsie en alcoholgebruik
In onze maatschappij is (sociaal) alcoholgebruik zeer verbreid. Tijdens recepties, verjaardagen, feestdagen e.d. wordt door meer dan 90% van de Nederlandse bevolking boven de 20 jaar, alcohol gebruikt. Men kan hier positief of negatief over oordelen, maar het is een maatschappelijk gegeven. Ten opzichte van dit gegeven zijn twee houdingen mogelijk: 1. accepteren van dit (sociale) alcoholgebruik 2. tegengaan en zo veel mogelijk afremmen. Dit kan een persoonlijke stellingname of keuze zijn. In de begeleiding en behandeling van iemand met epilepsie komt vaak de vraag: wel of geen alcohol. Iemand met epilepsie moet op reële gronden uiteindelijk zelf deze keus kunnen maken. Het is duidelijk dat de persoonlijke keuze van behandelaar of omgeving hierbij geen rol mag spelen. In het begin van deze eeuw werd door velen de theorie aanvaard dat alcoholgebruik epilepsie-aanvallen zou provoceren. Voor deze theorie werden de volgende argumenten aangevoerd: 1. epilepsie-aanvallen traden vaak op na alcoholgebruik. 2. bij alcoholisten komt vaker epilepsie voor. Later, bij nauwkeurige observatie, bleek dat de aanvallen na alcoholgebruik bij epilepsiepatiënten eerder veroorzaakt werden door de omstandigheden tijdens het alcoholgebruik, zoals onregelmatig innemen van de medicatie en een (te) korte nachtrust, dan door het alcoholgebruik zelf. Ook was toen nog niet bekend, dat er aanvallen konden optreden als ontwenningsverschijnsel na alcoholmisbruik. Chronische alcoholisten hebben een relatief grote kans op het krijgen van een hersenletsel. Dit hersenletsel kan dan weer oorzaak zijn van het optreden van aanvallen en dus niet rechtstreeks het alcoholgebruik zelf, zoals men vroeger aannam. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat er geen invloed is van sociaal alcoholgebruik (niet meer dan 3 glazen alcohol per keer) op aanvallen van epilepsie. 1
Men kan wel enige globale richtlijnen geven, maar centraal moet toch staan, dat de patiënt overleg pleegt met de behandelend arts, in hoeverre het voor hem of haar verantwoord is om incidenteel of regelmatig alcohol te gebruiken. Globale richtlijnen zijn: 1. Een absoluut alcoholverbod is, voor veel mensen met epilepsie, niet nodig. 2. Het is raadzaam om op één avond niet meer dan 3 glazen alcohol te drinken. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten drank. De vorm van de diverse glazen is zodanig, dat de hoeveelheid alcohol in een glas bier overeenkomt met de hoeveelheid alcohol in een glas sherry, wijn of een borrel. 3. Indien men het alcoholgebruik niet kan beperken tot de afgesproken hoeveelheid is het beter om helemaal geen alcohol te gebruiken. 4. Sommige mensen kunnen overgevoelig zijn voor alcohol. Een geringe hoeveelheid alcohol zou dan misschien aanvallen kunnen provoceren. Wel moet men dan overwegen of er geen gebrek is geweest aan nachtrust en/of men op tijd de medicijnen ingenomen heeft. 5. Mensen die onzorgvuldig hun medicatie gebruiken, kunnen beter geen alcohol gebruiken. 6. Alcohol heeft op zich een sedatieve (versuffende) werking. Ook middelen tegen epilepsie kunnen dit in meer of mindere mate hebben. Deze effecten, zoals slaperigheid, duizeligheid, traagheid, dubbelzien en evenwichtsstoornissen, worden uiteraard bij elkaar opgeteld en versterken elkaar. In ieder geval is het onverstandig auto te rijden wanneer men zowel anti-epileptica heeft gebruikt als ook alcohol heeft gedronken.
2
NB.: Bij medicijnen van de volgende samenstelling kan de invloed groot zijn: fenytoine (de werking wordt versterkt en kan zelfs toxisch (giftig) zijn bij gebruik van alcohol) fenobarbital (versterkte werking bij gebruik van alcohol) primidon (versterkte werking, toxische verschijnselen) valproaat (kan vlugger tot dronkenschap leiden). Globaal kan gesteld worden, dat sociaal alcoholgebruik voor mensen met epilepsie niet bij voorbaat moet worden afgeraden. Het advies is: individueel beoordelen!
mei 2010
3