2014
Jaarverantwoording Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde
INHOUDSOPGAVE 1
Uitgangspunten voor de verslaggeving .............................................................................3
2
Bestuursverslag .................................................................................................................4
2.1 (statutaire) doelstelling .....................................................................................................4 2.2 Missie en visie ...................................................................................................................4 2.3 Organisatiestructuur, samenstelling bestuur en RVE-directie ...........................................5 2.4 Hoofdlijnen strategie ........................................................................................................6 2.5 Verslag Raad van Bestuur ..................................................................................................7 2.6 Governance en verslag van de Raad van Toezicht. ............................................................8 3
Beleid, inspanningen en prestaties ..................................................................................12
3.1 Klinische Zorg Noord- en Oost-Nederland en Midden- en West-Nederland .....................12 3.1.1
RVE Noord- en Oost-Nederland ...............................................................................13
3.1.2 RVE Klinische Zorg Midden- en West-Nederland ..........................................................15 3.2 RVE Lang Verblijf.............................................................................................................16 3.3 RVE School De Waterlelie .................................................................................................17 3.4 RVE Research ..................................................................................................................18 4
Verslag kwaliteit en veiligheid .........................................................................................20
5
Verslag klachtenregeling .................................................................................................24
6
Verslag medezeggenschap cliënten ................................................................................26
7
Verslag medezeggenschap medewerkers ........................................................................28
8
Personeelsbeleid .............................................................................................................33
9
Financieel beleid, risico’s en ratio ...................................................................................34
Bijlage Afkortingenlijst ...........................................................................................................39 10
Jaarrekening SEIN 2014 ...................................................................................................42
2
1
Uitgangspunten voor de verslaggeving
Inleiding Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN) beschrijft in deze jaarverantwoording haar activiteiten in het verslagjaar 2014. Bij de verslaglegging is gebruikgemaakt van de richtlijn die het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hiervoor jaarlijks uitgeeft. Hoewel het maatschappelijk verslag als verplicht onderdeel van de verantwoording is komen te vervallen, blijft het doel van SEIN transparant de resultaten van beleid en inspanningen weer te geven. Dit is in deze verkorte versie van het maatschappelijk verslag terug te lezen. De jaarverantwoording van SEIN is dankzij bijdragen van diverse medewerkers in de organisatie tot stand gekomen. Ik wil de medewerkers van SEIN bedanken voor de gedurende 2014 getoonde inzet en professionaliteit om de missie van SEIN, het verhogen van de kwaliteit van leven van mensen met epilepsie centraal, te realiseren. Dit document vormt een geheel met de digitale verslaglegging en de jaarrekening over 2014.
J. W. Barzilay voorzitter Raad van Bestuur
3
2
2.1
Bestuursverslag
(statutaire) doelstelling
SEIN is een expertisecentrum voor epilepsie en slaap-waakgeneeskunde met vestigingen in Noord- en Oost-Nederland en Midden- en West-Nederland. SEIN biedt diagnose, behandeling en ondersteuning aan mensen met (vermeende) epilepsie en/of slaap-waak problemen voor wie de faciliteiten in de eerste en tweede lijn en in academische ziekenhuizen niet toereikend zijn. Een groot deel van de zorgvragen die door de cliënt en diens verwijzer worden gesteld, vereisen een multidisciplinaire benadering. Binnen SEIN zijn daarom verschillende beroepsgroepen gebundeld, waarbij specifieke deskundigheid op het gebied van epilepsie en slaap de bindende factor is. Deze deskundigheid is ook aanwezig in de diverse soorten woonzorg en dagbesteding die SEIN biedt. SEIN beschikt daarnaast over een wetenschappelijk instituut waar grensverleggend, experimenteel en toegepast patiëntgebonden onderzoek plaatsvindt en over een school (De Waterlelie) waar speciaal basis- en voortgezet onderwijs wordt geboden. Alle factoren samen zorgen ervoor dat SEIN haar functie van epilepsie-expertisecentrum optimaal vervult. SEIN heeft toestemming voor het verlenen van (poli)klinische ziekenhuis- en lang verblijfzorg (AWBZAlgemene Wet Bijzondere Ziektekosten) en biedt dagbesteding in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De zorgactiviteiten van SEIN vallen onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Voor de dagbesteding heeft SEIN contracten afgesloten met gemeenten uit de regio. De school valt binnen cluster 3 van het Regionaal Expertise Centrum (REC) Noord-Holland en onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
2.2
Missie en visie
SEIN verhoogt de kwaliteit van leven van mensen met epilepsie. Deze missie van SEIN is geformuleerd in het Strategisch Meerjarenbeleidsplan SEIN 2013-2016. In de visie van SEIN zijn de onderstaande uitgangspunten beschreven
SEIN biedt gespecialiseerde epilepsiezorg die aansluit op de behoeften, wensen en verwachtingen van mensen met epilepsie en hun omgeving.
SEIN stelt de mens centraal en ziet mensen met epilepsie als partner in diagnostiek, behandeling en ondersteuning.
SEIN treedt op als partner naar zorgverzekeraars en andere belanghebbenden.
SEIN heeft een toonaangevende positie in de epilepsiezorgketen.
De zorg is effectief, efficiënt en vernieuwend waarbij bijzondere aandacht is voor kwaliteit en veiligheid.
SEIN participeert in de ontwikkeling van technologie met als doel de mens met epilepsie zo veilig en zelfstandig mogelijk te laten functioneren.
SEIN verricht in samenwerking met academische centra toonaangevend wetenschappelijk onderzoek en werkt continu aan verbetering en vernieuwing van de epilepsiezorg op zowel nationaal als internationaal niveau.
SEIN staat bekend als een uitstekende werkgever en opleider, waar medewerkers en toekomstige professionals graag werken en zich kunnen ontwikkelen in een uitdagende omgeving.
Samengevat leiden deze tot de volgende drie strategische pijlers:
4
SEIN is partner
De mens centraal
Expert in epilepsie
Om dit te realiseren zijn de volgende kernwaarden van groot belang:
We zijn aanspreekbaar op openheid en transparantie, eerlijkheid, het nakomen van afspraken en toegankelijkheid.
We zijn innovatief en investeren continu in onderzoek om de beste diagnose, behandeling en ondersteuning te bieden. We zetten onze kennis, ervaring en technologie graag in voor zorg op maat en delen die met anderen.
We zijn flexibel en halen inspiratie uit onze dynamische omgeving. We hebben een dienstverlenende opstelling en vinden in goede samenwerking creatieve antwoorden op complexe vragen.
2.3
Organisatiestructuur, samenstelling bestuur en RVE-directie
De Raad van Bestuur bestaat uit één persoon. De organisatieonderdelen zijn ingericht als Resultaat Verantwoordelijke Eenheid (RVE). De inhoudelijk medische portefeuille is geborgd in de RVE-structuur. De algemeen directeur (voorzitter Raad van Bestuur) stuurt alle RVE en ondersteunende diensten aan. Iedere RVE heeft een directeur. De voorzitter Raad van Bestuur is tevens ‘het bevoegd gezag’ van de school en eindverantwoordelijk voor de activiteiten van de school. Er zijn vijf RVE:
RVE school De Waterlelie,
RVE Lang Verblijf Midden- en West-Nederland,
RVE Klinische Zorg Midden- en West-Nederland (MWN),
RVE Noord- en Oost-Nederland (NON) (Klinische Zorg en Lang Verblijf)
RVE Research.
Uniek voor SEIN is dat ook de medische staf medeverantwoordelijkheid neemt binnen dit organisatiemodel. De medische staf vaardigt twee leden af als duaal manager voor de behandeling van inhoudelijke beleidsverantwoordelijke taken binnen de klinische Resultaat Verantwoordelijke Eenheden. De voorzitter Raad van Bestuur, de RVE directeuren, de duaal managers MWN en NON en de secretaris Raad van Bestuur vormen samen het Bestuurlijk Overleg van SEIN. Raad van Bestuur Naam
Bestuursfunctie
Nevenfuncties
Dhr. J.W. Barzilay
Voorzitter Raad van Bestuur
Lid Raad van Toezicht Fedra, Beverwijk Lid Raad van Toezicht van SOPOH Haarlemmermeer (per 01-09-2013) Auditor bij het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg, Utrecht
RVE-directie Naam
Directiefunctie
Dhr. P. Klein
Directeur RVE school De Waterlelie
Mevr. I. Wildenberg
Directeur RVE Lang Verblijf MWN
Mevr. E. Meily
Directeur RVE Klinische Zorg MWN
Dhr. J. de Boer
Directeur RVE NON
Dhr. Prof. dr. J.W. Sander
Directeur RVE SEIN Research
Dhr. C. Deckers
Duaal manager RVE NON
Dhr. GJ de Haan
Duaal manager RVE Klinische Zorg MWN
5
Organogram
2.4
Hoofdlijnen strategie
Om de missie en visie, zie paragraaf 2.2, waar te maken zijn de volgende elf strategische doelen geformuleerd. 1.
SEIN biedt een unieke woon-, diagnostiek/behandel- en leeromgeving die optimaal aansluiten op de behoefte van de mens met epilepsie.
2.
SEIN levert de zorg effectief en efficiënt waardoor de mens met epilepsie kwalitatief hoogwaardige zorg ontvangt.
3.
SEIN heeft een sterke positie binnen het netwerk van zorgaanbieders en belanghebbenden in de zorg voor mensen met epilepsie.
4.
SEIN benut de uitkomsten van effectmetingen om de diagnostiek, behandeling en ondersteuning aantoonbaar te verbeteren.
5.
SEIN toont ondernemerschap door in te spelen op de ontwikkelingen in de zorgmarkt.
6.
De medewerkers zijn de ambassadeurs voor SEIN.
7.
SEIN participeert en stimuleert toonaangevend wetenschappelijk onderzoek zowel nationaal als internationaal. SEIN publiceert hierover in wetenschappelijke tijdschriften.
8.
SEIN is een maatschappelijk verantwoorde onderneming gericht op duurzaamheid en ontwikkelingssamenwerking.
9.
SEIN is landelijk bekend als het epilepsie expertisecentrum.
10. SEIN heeft een passend strategisch personeelsbeleid om hoogwaardige kwaliteit, veiligheid en continuïteit van zorg te bieden. 11. SEIN beschikt over een informatiestrategie die de organisatie ondersteunt in haar zorg- en dienstverlening.
6
2.5
Verslag Raad van Bestuur
Normen voor goed bestuur Binnen SEIN is de Zorgbrede Governance Code van toepassing. SEIN voldoet over het algemeen aan de kaders en uitgangspunten van de geactualiseerde versie die in 2010 van kracht is geworden. SEIN hanteert daarbij het principe ‘Pas toe of leg uit’. Op basis van de code is het onderwerp kwaliteit en veiligheid, inclusief informatiebeveiliging een aantal malen per vergaderjaar geagendeerd in de vergadering van de Raad van Toezicht. Het overleg van de cliëntenraad en de ondernemingsraad met de Raad van Toezicht vindt twee maal per jaar plaats. Voor school De Waterlelie is de Code Goed Bestuur zoals opgesteld door de Besturenorganisaties in 2005 het uitgangspunt voor het handelen. De Raad van Bestuur wordt met advies van de Raad van Toezicht bijgestaan. De Raad van Toezicht heeft als belangrijkste taken het toezicht houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de gehele organisatie. SEIN legt (periodiek) verantwoording af aan de Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ) over de kwaliteit en veiligheid in de zorg en aan de Inspectie voor Onderwijs over de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast laat SEIN zich extern accrediteren door het Nederlands Instituut voor Accreditatie in Zorginstellingen (NIAZ) en toont daarmee aan te voldoen aan alle eisen op het gebied van kwaliteit en veiligheid in de zorg en heeft mede daardoor een continue cultuur van verbeteren in de organisatie gerealiseerd. Medezeggenschapsstructuur De medezeggenschap van patiënten en cliënten is georganiseerd volgens de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ). SEIN kent een cliëntenraad waarin de drie bewonerscommissies zijn vertegenwoordigd. Conform de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft SEIN de medezeggenschap van medewerkers georganiseerd in een ondernemingsraad. De verslaglegging van de medezeggenschapsorganen is opgenomen in dit document. De school heeft een medezeggenschapsraad die georganiseerd is conform de Wet medezeggenschap op scholen. Ontwikkelingen in verslagjaar In het verslagjaar is een aantal belangrijke ontwikkelingen de revue gepasseerd die hieronder beschreven worden. In januari is een spiegelgesprek georganiseerd met een aantal stakeholders met als thema de resultaten van de nieuwe Resultaat Verantwoordelijkheid (RVE) binnen de topstructuur van SEIN. Het spiegelgesprek leverde naast vele positieve bijdragen, ook een aantal ontwikkelpunten op. De ontwikkelrichting die vervolgens is ingezet richt zich op de definitieve vormgeving van de ondersteunende diensten binnen het RVE model. In de loop van 2015 krijgt dit verder inhoud. In het begin van het verslagjaar vond de formele opening van de nieuwe Koningin Emma Kliniek op de locatie Meer en Bosch te Heemstede plaats. Met trots biedt SEIN aan haar patiënten in Midden- en WestNederland nu een zeer moderne en goed toegeruste kliniek. Verder is gedurende het verslagjaar een aantal bijeenkomsten gehouden met de concernstaf en bijeenkomsten met alle leden van het Bestuurlijk Overleg. Doel was het bespreken van de komende wijzigingen binnen het zorgstelsel, plus de geplande doorontwikkeling van het RVE model. De ontwikkelingen in het kader van de Wet langdurige zorg, Jeugdwet en de WMO, hebben ook binnen SEIN 7
tot diverse aanpassingen binnen de zorgverlening geleid. Ook is een aantal organisatiewijzigingen op grond van de implicaties van de nieuwe regelgeving voorbereid. Gedurende 2015 zal onder de naam “De Wending” de organisatiewijziging binnen de langdurige zorg vorm krijgen. Het naar aanleiding van het plotseling overlijden van een kind bij SEIN in 2011, door het Openbaar Ministerie in 2013 en deels in 2014 gevoerde onderzoek, is in 2014 geseponeerd. In november opende de Raad van Bestuur, in het kader van de internationale samenwerking en de WHOerkenning, een epilepsie kliniek in Georgië. Voorts is gedurende het verslagjaar in hetzelfde samenwerkingskader bezoek gebracht aan onder meer Rusland en China. Eveneens in november verliep het algemene inspectiebezoek aan De Waterlelie positief. Daarnaast was De Waterlelie in positieve zin betrokken bij een pilot in het kader van een nieuw toezichtkader. SEIN is in de 2e helft van 2014 het overleg met de vakbonden gestart over het opstellen van een nieuw Sociaal Plan voor de organisatie. Voor het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) voor Klinische Zorg, startte in 2014 een verkenning om in samenwerking met andere (zorg)aanbieders het EPD voor SEIN af te nemen. In de loop van 2015 zal een definitieve keuze voor een EPD plaats hebben. In vervolg op de vorig jaar al genoemde herijking van de strategie van Informatie en communicatie technologie, is in 2014 gestart met een organisatiewijziging van de ICT afdeling. De ontwikkelingen binnen het totale ICT landschap kennen een steeds sneller tempo. Om dit alles goed te kunnen volgen is SEIN gestart met het bouwen van een nieuwe en nog meer toekomst bestendige ICT afdeling. De terreinontwikkeling voor de locatie Cruquiushoeve kende een aantal overleggen met de gemeente Haarlemmermeer over de samenwerking en de te zetten stappen om tot een nieuw bestemmingsplan te komen. Ondanks of wellicht zelfs dankzij de vele wijzigingen binnen het zorgstelstel, heeft SEIN ook in 2014 de vele ontwikkelingen met kracht ter hand genomen en kan de Raad van Bestuur vaststellen dat SEIN, met alle kansen die de externe omgeving biedt, financieel gezond is. Dit is mede het resultaat van de uitstekende inbreng, de getoonde flexibiliteit en grote mate van betrokkenheid van al onze medewerkers. Vanuit onze visie die gericht is op het bieden en inzetten van de best mogelijke epilepsiezorg voor al haar klanten richt SEIN zich bij de resultaatbestemming op het belang van het primaire zorgproces. De resultaten dienen immers bij te dragen aan het blijvend verbeteren van de zorg voor onze klanten. Dit sluit naadloos aan bij onze missie: “SEIN verhoogt de kwaliteit van leven van mensen met epilepsie”. Voor een toelichting op het gebruik financiële instrumenten, risicobeheer en afdekkingsbeleid en de met het houden van financiële instrumenten samenhangende prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s, wordt verwezen naar hoofdstuk 9, financieel beleid, risico’s en ratio en de toelichting op de jaarrekening 2014.
2.6
Governance en verslag van de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht (RvT) bestaat statutair uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. Twee leden van de Raad van Toezicht worden benoemd via een bindende voordracht vanuit respectievelijk de
8
ondernemingsraad en de cliëntenraad. De leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk: zij hebben geen binding of verbintenis met de organisatie. De bepalingen hieromtrent zijn statutair vastgelegd. De bezoldiging van de Raad van Toezicht is geregeld volgens de normen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen (NVTZ) en zijn marktconform. De Raad van Toezicht vergaderde in 2014 zes keer. Alle vergaderingen zijn bijgewoond door de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft geen commissies ingesteld. De leden van de Raad van Toezicht hebben zowel bezoldigde als onbezoldigde nevenfuncties. Deze worden omwille van transparantie hierna, voor zover van toepassing, beide vermeld.
Naam
Functie RvT
Bezoldigde nevenfunctie(s)
De heer B. B. Schneiders,
Voorzitter
Lid Raad van Toezicht Radio en Televisie Noord-
Burgemeester van de
sinds
Holland
gemeente Haarlem
14-03-2008
Vicevoorzitter Raad van Toezicht Omring Hoorn Onbezoldigde nevenfunctie(s) Voorzitter Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten Voorzitter bestuur Noord-Hollands Archief Voorzitter Raad van Toezicht City Marketing Haarlem Voorzitter Veiligheidsregio Kennemerland Voorzitter Nederlands Genootschap Burgemeesters
Naam
Functie RvT
Bezoldigde nevenfunctie(s)
De heer A.C. Monster,
Lid sinds
Geen
Ombudsman financiële
01-02-2004
Onbezoldigde nevenfunctie(s)
dienstverlening
Bestuurslid Christelijke Vereniging voor de Verpleging van Lijders aan Epilepsie Voorzitter Leiderdorpse Bridgevereniging Lid commissie van beroep Nederlandse Bridge Bond
Naam
Functie RvT
Bezoldigde nevenfunctie(s)
De heer R. A. Kip,
Lid
Lid Raad van Toezicht IJsselgroep
Algemeen directeur Land- en
(voordracht
Lid Begeleidingscommissie (als
Tuinbouw Organisatie Noord
OR) sinds
werkgeversvertegenwoordiger van de
01-04-2003
begeleidingscommissie van de vakvereniging) voor het Sociaal Plan van de vereniging FNV Voorzitter Comité van Toetsing Europees Fonds Regionale Ontwikkeling Gelderland, Managementautoriteit Oost Onbezoldigde nevenfunctie(s) Voorzitter Stichting Poëziecentrum Nederland Lid Raad van Advies A-Advies Lid Presidium Partij van de Arbeid
Naam
Functie RvT
Bezoldigde nevenfunctie(s)
De heer C. Wisse,
Lid sinds 10-
Geen
Oud-notaris in de gemeente
04-08
Haarlemmermeer
Onbezoldigde nevenfunctie(s) Bestuurslid Christelijke Vereniging voor de Verpleging van Lijders aan Epilepsie
9
Naam
Functie RvT
Bezoldigde nevenfunctie(s)
Mevrouw M.T.A. Tankink,
Lid
Hoofdredacteur van het tijdschrift Intervention; Journal
Zelfstandig Consultant in
(voordracht
of Mental Health and Psychosocial Support in Conflict
Anthropological Research &
CR) sinds 12-
Affected Areas
Training on Gender, Violence
02-2009
Onbezoldigde nevenfunctie(s)
and Health
Lid Sectie Transculturele Psychiatrie van de Vereniging van Psychiatrie
Taken en bevoegdheden De Raad van Toezicht staat de Raad van Bestuur met advies terzijde. Bij de vervulling van deze taak richt de Raad van Toezicht zich naar de doelstelling en het belang van SEIN. Naast de statutaire bepalingen van toepassing op de Raad van Toezicht, geldt voor zowel het functioneren van de Raad van Toezicht als dat van de Raad van Bestuur een reglement. Bovendien geldt voor de Raad van Bestuur een informatiestatuut. De Raad van Toezicht heeft als belangrijkste taken het toezicht houden op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de gehele organisatie. Om de Raad van Toezicht inzicht te geven in zijn beleid, stelt de Raad van Bestuur jaarlijks een beleidsplan op. Dit wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Elk jaar wordt er één vergadering aan dit beleidsplan en de daarmee samenhangende begroting gewijd. In deze vergadering wordt goedkeuring verleend voor de strategische hoofdlijnen voor het komende jaar. In navolging hiervan staat eenmaal per jaar de voortgang en de tot dusver geboekte resultaten van de belangrijkste strategische projecten en de algemene zaken op de agenda. De accountant woont de vergadering(en) bij waarin de jaarrekening en het jaarverslag, het accountantsverslag en de managementletter worden besproken. Informatie over de organisatie De Raad van Toezicht laat zich in elke vergadering niet alleen door de bestuurder informeren, maar ook door de concerncontroller waar het de financiële situatie betreft. Sinds 2013 is in de vergaderingen van de Raad van Toezicht ook steeds een RVE directeur al dan niet met de duaal manager van de RVE uitgenodigd om een korte presentatie te verzorgen over de actuele ontwikkelingen binnen de RVE. De directeur van De Waterlelie is tenminste twee maal per jaar aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Bij de vaststelling van het (eigen) jaarplan en begroting en bij de bespreking van de jaarverantwoording. In het kader van veiligheid wordt de voorzitter van de Centrale VIM-commissie uitgenodigd om een toelichting en/of presentatie te verzorgen over de meldingen die binnen SEIN gedaan zijn in de applicatie SMILE en hoe deze te duiden. Overleg met medezeggenschapsorganen Tweemaal per jaar wordt door de Raad van Toezicht overleg gepleegd met de ondernemingsraad over de strategische plannen en de hoofdlijnen van het beleid. De ene vergadering vindt plaats in aanwezigheid van de voltallige Raad van Toezicht; bij de andere vergadering is de Raad van Toezicht vertegenwoordigd door een delegatie. Dit betreft de voorzitter en het lid Raad van Toezicht dat op voordracht van de OR zitting heeft in de Raad. In 2014 vond het overleg met de OR in april en oktober plaats. Sinds 2012 vergadert de Raad van Toezicht tweemaal per jaar met de cliëntenraad over de algemene gang van zaken. In 2014 vond het overleg tussen de cliëntenraad en de Raad van Toezicht in de maarten decembervergadering plaats. Deskundigheidsbevordering De Raad van Toezicht heeft in 2014 heeft in het kader van zijn verantwoordelijkheden rondom 'good governance' voor zichzelf een evaluatie georganiseerd. Deze zelfevaluatie zou in het najaar van 2013 plaatsvinden, maar moest vanwege omstandigheden verplaatst worden naar het voorjaar van 2014. De 10
Raad van Toezicht evalueert om de twee jaar met een externe partij en het andere jaar organiseert hij dit zelf. Werving- en selectieprocedure vacature In april 2014 is gestart met de voorbereiding van de werving voor een vacature die per 1 april 2015 gaat ontstaan. De ondernemingsraad is hierbij nauw betrokken aangezien de vacante positie een nieuw lid betreft dat op voordracht van de ondernemingsraad zitting neemt in de Raad van Toezicht. Vanwege het gewenste profiel is eerst gezocht in het netwerk van de leden van de Raad van Toezicht met de afspraak dat bij geen resultaat een advertentie dan wel een zoekopdracht via een bureau uitgezet wordt. Voor de selectie waren drie kandidaten beschikbaar en na gesprekken met alle kandidaten in november en december is een kandidaat geselecteerd. Het toekomstige lid van de Raad van Toezicht treedt vanaf de aprilvergadering in 2015 toe tot de Raad. Actualisatie reglementen In mei 2014 zijn het reglement van de Raad van Toezicht, het reglement van de Raad van Bestuur en het Informatiestatuut geactualiseerd. Aanstelling en beloning bestuur De gehele Raad van Toezicht bespreekt het functioneren van de Raad van Bestuur. Dit overleg wordt gevolgd door een jaargesprek in een kleiner comité van twee leden van de Raad van Toezicht (de voorzitter en een lid) en het bestuur. Afhankelijk van het functioneren van het bestuur wordt de beloning aangepast. Uit principe beloont de Raad van Toezicht van SEIN niet via een bonusstructuur.
11
3
Beleid, inspanningen en prestaties
3.1 Klinische Zorg Noord- en Oost-Nederland en Midden- en West-Nederland De Klinische Zorg wordt verleend vanuit twee Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE), te weten Midden- en West-Nederland (MWN) en Noord- en Oost-Nederland (NON). De RVE KZ MWN en RVE NON leveren (poli)klinische epilepsiezorg. Het Slaap-Waakcentrum SEIN (locaties Zwolle, Heemstede en Groningen) biedt diagnose en behandeling voor slaap- en waakstoornissen. De RVE NON verleent ook Lang Verblijf (AWBZ) zorg en dagbesteding (op de locatie Fonteinkruid). Enkele belangrijke resultaten in 2014 binnen Klinische Zorg waren: Samenwerking SEIN en PsyQ op het gebied van ambulant zorgaanbod psychologie SEIN is in 2013 de samenwerking met PsyQ aangegaan omdat de patiënten doelgroepen Psychogene non epileptic seizures (Psychogene niet epileptische aanvallen-PNES) en zware comorbiditeit bij epilepsie niet meer geborgd zijn binnen de huidige DBC-financieringssystematiek epilepsie/neurologie. Medio 2014 is de samenwerking met PsyQ/Lentis geëffectueerd en worden patiënten voor behandeling van PNES naar PsyQ doorverwezen. De medische verantwoordelijkheid is geborgd doordat het hoofdbehandelaarschap van doorverwezen patiënten bij een psychiater van PsyQ ligt. Enkele professionals van SEIN zijn in deeltijd bij PsyQ gedetacheerd om zodoende de specifieke deskundigheid van het behandelaanbod binnen PsyQ te borgen. De samenwerking tussen de afdeling Psychologie in Heemstede en PsyQ in Haarlem verloopt naar tevredenheid. Van de zeventien patiënten die bij SEIN met PNES zijn gediagnosticeerd, zijn er tien bij PsyQ in behandeling gekomen. In 2015 zal de samenwerking naar alle waarschijnlijkheid verder groeien, om meer patiënten te kunnen behandelen. Eind 2014 is besloten dat PsyQ de ambulante zorg van haar vestiging in Zwolle in het gebouw Heemstaete van SEIN zal vestigen. Deze vestiging zal op 1 april 2015 zijn gerealiseerd en biedt plaats aan vijf behandelaren. PsyQ en SEIN zullen in 2015 onderzoeken op welke terreinen verdere inhoudelijke samenwerking mogelijk is. eHealth Binnen de Klinische Zorg van SEIN heeft een oriëntatie plaatsgevonden op de toepassingsmogelijkheden van eHealth. Naar aanleiding van de aanbevelingen van de projectgroep is besloten om eHealth toepassingen binnen SEIN te implementeren. In eerste instantie voor de bedrijfsonderdelen cure epilepsie en het Slaap-Waakcentrum SEIN. Op basis van een marktanalyse en een Programma van Eisen is in het derde kwartaal een leverancier geselecteerd en een tijdspad voor een gefaseerde implementatie geschreven. In het eerste kwartaal 2015 zal de functionaliteit van beeldconsulten worden gerealiseerd. Daarna de functionaliteit van onder meer digitale vragenlijsten, behandelmodules en patiëntenvoorlichting. Participatie in de cliëntenraad Bij SEIN is geconstateerd dat de vertegenwoordiging vanuit de Klinische Zorg door (vertegenwoordigers van) patiënten beperkt is. Door middel van kleinschalig onderzoek met vragenlijsten op poliklinieken, hebben patiënten laten weten wel belangstelling te hebben om mee te denken over (praktische) beleidsvraagstukken. Met de cliëntenraad is uitgezocht op welke wijze de verschillende onderdelen van SEIN kunnen participeren. Eind 2014 is op de poliklinieken en via social media een oproep gedaan om belangstellenden te werven met een aantal aanmeldingen tot gevolg. Het streven is in 2015 tot een evenwichtiger verdeling van vertegenwoordigers in de cliëntenraad te komen. 12
EPD Binnen SEIN is voor de (poli-) klinische patiëntenzorg al jaren een zelf ontwikkeld elektronisch patiëntendossier, IRIS, in gebruik. Gezien het toenemend aantal eisen voor externe verantwoording en de wijze van facturering, naast gewenste koppelingen met samenwerkingspartners als apotheken en laboratoria, is in 2013 besloten een nieuw marktconform EPD te selecteren. In dit nieuwe EPD worden de aanpassingen niet meer binnen SEIN zelf ontwikkeld. In 2014 heeft een uitgebreid selectietraject plaatsgevonden en zijn de mogelijkheden door EPD leveranciers duidelijk gemaakt. Er is nog geen leverancier uitgekomen die aansluit bij de wensen van SEIN en de (financiële) mogelijkheden. In 2015 wordt het selectietraject voortgezet om mogelijk in samenwerking met andere instellingen tot een nieuw EPD te komen. DBC ontwikkelingen In 2014 is de klinische productie achtergebleven bij de verwachting, poliklinisch zijn meer patiënten behandeld dan begroot. In 2015 gaan de DBC’s voor chronische zorg wederom sterk veranderen, van 365 dagen naar 120 dagen per DBC. De Klinische Zorg blijft zich op de inhoudelijke expertise richten, echter rekening houdend met de betaalbaarheid van de zorg. Door taakherschikking en doelmatigheid in werkprocessen worden de kosten verlaagd, waarbij het streven is door goede productie de inkomsten te kunnen garanderen. Strategisch opleidingsplan In 2014 heeft SEIN een subsidie toegekend gekregen voor een kwaliteitsimpuls van het zorgpersoneel. Deze subsidie wordt ingezet om door middel van scholing de verschillende disciplines toe te rusten op de ontwikkelingen in de gespecialiseerde zorg. Concreet onder andere door training in het gebruik van eHealth, aanpassing van werkwijzen en gedrag bij snellere diagnostiek en korte behandeling en voldoen aan accreditatie eisen in de verschillende beroepsgroepen. Daarnaast wordt in samenwerking met The Competence Group en medTzorg gewerkt aan een plan om klassikale epilepsiescholing om te zetten naar e-learning en/of blended learning.
3.1.1 RVE Noord- en Oost-Nederland Realisatie Slaap-Waakcentrum SEIN, locatie Heemstede Met de vestiging van het Slaap-Waakcentrum SEIN, locatie Heemstede in 2013, is het zorgaanbod van SEIN (epilepsie en slaap- en waakstoornissen) geborgd in het totale verzorgingsgebied. Eind 2014 is deze vestiging geëvalueerd. Op basis van de positieve evaluatie is besloten de vestiging te continueren en verder uit te bouwen. De aansturing zal plaatsvinden vanuit de RVE NON. Over twee jaar wordt dit geëvalueerd. Klantgestuurde organisatiestructuur Op 1 januari 2014 is het bedrijfsonderdeel ‘klinische zorg epilepsie’ volgens het klantgestuurde organisatiemodel ingericht. Alle disciplines die een directe relatie hebben met het primaire poliklinische en/of klinische zorgproces, van de betreffende patiëntendoelgroep, zijn in een drietal zorgeenheden ondergebracht. De ondersteunende afdelingen KNF, psychologie en facilitair leveren hun diensten aan de zorgeenheden. Begin 2015 zal de structuurwijziging worden geëvalueerd.
13
Project leerstoornissen In 2012 heeft de directie van RVE NON en school De Waterlelie een projectgroep de opdracht gegeven binnen twee jaar een diagnostiektraject voor Epilepsie en Leer- en gedragsproblemen te ontwikkelen en daaraan gerelateerde kostendekkende zorgprofielen. Doelstelling was om circa. 140 patiënten binnen dit traject te diagnosticeren. De doelgroep bestaat uit kinderen met leer- en/of gedragsproblemen waarbij het vermoeden bestaat dat die een neurologische/epileptologische oorsprong hebben of bij wie dit reeds is aangetoond. De kinderen zijn veelal in de tweede lijn gezien en geïndiceerd voor doorwijzing naar een gespecialiseerd centrum. Het diagnostiektraject resulteert in een behandeladvies aan de verwijzer. Eind december 2014 heeft de Raad van Bestuur, op basis van een zowel inhoudelijk als financieel positieve eindevaluatie, besloten de zorgmodule in het reguliere zorgaanbod van SEIN op te nemen. Project Noordoost 3 De RVE NON heeft, op basis van actuele in- en externe ontwikkelingen, drie speerpunten geformuleerd welke in 2014 en 2015 prioriteit behoeven. Het betreft: 1.
efficiënte zorg- en bedrijfsprocessen;
2.
verhogen van de kwaliteit van dienstverlening;
3.
leiderschap en cultuur.
Het project en de noodzaak hiervan is door de directeur RVE NON in diverse teammiddagen van alle bedrijfsonderdelen van de RVE toegelicht. In de loop van 2014 hebben binnen alle bedrijfsonderdelen zogenoemde brown-papersessies plaatsgevonden. Hierin zijn de ‘eigen’ bedrijfs- en zorgprocessen onder de loep genomen en zijn verbeteracties opgesteld. Voor het verhogen van kwaliteit van dienstverlening is daarnaast een gastvrijheidsscan (als nulmeting) gehouden. Op basis van de aanbevelingen van deze scan is voor de uitwerking een werkgroep opgericht. Tot slot zijn de leidinggevenden, naar aanleiding van een onderzoek naar hun eigen leiderschapsstijl en – cultuur en de daarin gedane aanbevelingen, bezig met een verbetertraject.
14
3.1.2 RVE Klinische Zorg Midden- en West-Nederland
Focus In lijn met de vernieuwde richtlijn voor epilepsie, opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, is de Klinische Zorg zich meer gaan richten op het eerder bieden van diagnostiek en adequate behandeling om de bijkomende problematiek zo veel als mogelijk te beperken. Onderdeel hiervan is, zodra de behandeling goed aanslaat, de patiënt terugverwijzen naar de 2e lijn. In 2014 zijn in lijn met dit beleid meer nieuwe patiënten gezien op de poliklinieken, bij een afnemend totaal aantal patiënten. Hiernaast is door taakherschikking een toenemend aantal poliklinische consulten geboden door verpleegkundig specialisten, waardoor de neurologen zich meer op de complexe zorg kunnen richten. De verpleegkundig specialisten werken nauw samen met de neurologen om de continuïteit van het behandelbeleid te verzorgen. Huisvesting nieuwe kliniek Om meer gespecialiseerde diagnostiek te kunnen bieden, is in maart 2014 de nieuwe Koningin Emma Kliniek geopend op de locatie Meer en Bosch. Alle klinische afdelingen zijn in het pand ondergebracht en de kliniek heeft nu 36 moderne patiëntenkamers, inclusief acht Epilepsy Monitoring Unit (EMU) kamers. 2014 stond in het teken van doelmatige samenwerking tussen de teams. Met de medewerkers zijn nieuwe werkprocessen ingericht. Door meer doelmatig te werken, is de opnameduur verkort en kunnen meer patiënten worden gezien. Door een toename aan korte opnames, is de intensiteit van verpleegkundige werkzaamheden toegenomen. De neurologen werken met Physician Assistants aan taakherschikking, waarbij de laatsten zich voornamelijk richten op geprotocolleerd handelen en continuïteit van behandeling. Op de observatieafdelingen nemen afdelingsassistenten de hotelmatige taken op zich, zodat de verpleegkundigen/begeleiders zich voornamelijk op de meer intensieve observatie van patiënten kunnen richten. Nieuwe video-observatie en EEG-registratie apparatuur In de nieuwe kliniek zijn op alle kamers videocamera’s en infraroodlampen ingebouwd voor een optimale aanvalsobservatie overdag en ’s nachts. De acht EMU kamers zijn tevens met EEG-video registratieapparatuur ingericht. Medewerkers van de verpleegafdelingen volgen de beelden per afdeling. Er is tevens de mogelijkheid deze beelden te zien op de centrale observatie post bij de EMU.. Dit maakt het mogelijk tussen afdelingen hulp te bieden bij aanvallen en/of extra zorgvragen. Helaas heeft de werking van het uitgebreide video-observatiesysteem veel aanloopproblemen gekend, waardoor het aantal opnames in de eerste helft van 2014 beperkt is gebleven. Dit had negatieve financiële gevolgen voor de RVE. Sinds eind 2014 zijn de werkprocessen zodanig ontwikkeld, dat meer patiënten kortdurend opgenomen kunnen worden voor een optimale diagnostiek en het instellen op een passende behandeling. Verwachtingsmanagement In april 2014 hebben de medewerkers van de Koningin Emma Kliniek het initiatief genomen om een pilot uit te voeren rond verwachtingsmanagement en hieraan gekoppeld patiëntenparticipatie. Bij in gebruik name van de nieuwe kliniek is gebleken dat de verwachting van veel (chronische) patiënten niet aansloot bij de werkelijkheid, mede vanwege de andere huisvesting. Onder begeleiding van de Hoofd Zorgeenheden en de staffunctionaris, is de kwaliteitsmedewerker Klinische Zorg gestart met het afnemen van interviews bij klinisch opgenomen patiënten. Eind 2014 heeft zij een rapport uitgebracht waarin de belangrijkste conclusies zijn verzameld. In overleg met betrokkenen zijn verschillende verbeterpunten geformuleerd. Deze verbeterpunten zullen in 2015 worden opgepakt en uitgevoerd.
15
3.2
RVE Lang Verblijf
De Resultaat Verantwoordelijke Eenheid (RVE) Lang Verblijf van SEIN biedt verblijf, behandeling, zorg en ondersteuning binnen de woon- en werksituatie aan mensen met epilepsie. Naast complexe epilepsie hebben de cliënten vaak te maken met bijkomende lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen. SEIN biedt plaats aan ongeveer 400 cliënten, verspreid over de locaties ‘Meer en Bosch’ te Heemstede, ‘De Cruquiushoeve’ te Cruquius en ‘Fonteinkruid’ te Zwolle (binnen de RVE NON). Daarnaast wordt binnen de RVE ook Kortdurend Verblijf of logeerzorg en dagbesteding aangeboden. De RVE Lang Verblijf heeft zich het afgelopen jaar moeten herbezinnen op haar zorgverlening ten gevolge van de stelselwijzigingen binnen de gezondheidszorg. Algemene tendens is dat burgers zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, eventueel met ondersteuning van de mantelzorg. Als de mantelzorg de ondersteuning niet meer kan leveren, wendt men zich in eerste instantie tot de gemeente om aanvullende ondersteuning te ontvangen. Dit kan ook zorg zijn die door vrijwilligers wordt geleverd. De gemeente kan binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet contracten afsluiten met zorgaanbieders die zo nodig aanvullende professionele zorg en ondersteuning aan burgers bieden. Resultaten zorgaanbod in 2014 De RVE heeft begin 2014 gesteld zorg aan te willen bieden binnen de Wmo en de Jeugdwet. Hier is gedurende het jaar veel aandacht en energie naar uitgegaan. Omdat de epilepsiezorg landelijk geen status aparte heeft binnen bijvoorbeeld VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) verband, heeft SEIN ervoor gekozen om alleen actief mee te doen in de zorgverkoop binnen de direct omliggende gemeenten. SEIN is in 2014 door deze gemeenten gecontracteerd voor verschillende ondersteuningsvormen, zoals Kort Verblijf, dagbesteding en individuele begeleiding. Als de zorg zo intensief van aard is dat er sprake is van benodigd permanent toezicht, dan kan er een recht ontstaan op zorg binnen de Wet langdurige zorg ( Wlz). Deze wet vervangt de huidige Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Ook bij de meest kwetsbaren die nog een beroep mogen doen op zorg binnen een instelling zal de mantelzorg actief betrokken blijven. Om de zorg betaalbaar te kunnen houden, wordt de toegang tot zorg echter minder laagdrempelig gemaakt. En is er, als die toegang er wel is, minder geld beschikbaar voor gemeenten, zorgkantoren en zorginstellingen om die zorg daadwerkelijk te leveren. Het is binnen de stelselwijzigingen duidelijk dat Lang Verblijf niet kan blijven doen wat zij altijd al deed. De cliënt met een zorgvraag zal zelf (veel) meer verantwoordelijkheid krijgen. In die context bezien, staat de langdurige zorg binnen SEIN voor een grote uitdaging om vorm en inhoud te bieden aan een vernieuwde zorgvorm op geleide van de stelselwijzigingen. Resultaten als gevolg van wijzigingen in het zorgstelsel In 2014 heeft Lang Verblijf na afstemming met medewerkers en medezeggenschapsorganen een aantal thema’s gedefinieerd die in het verlengde van de stelselwijziging zijn opgepakt: 1.
Het ondersteuningsproces, de daarbij horende overlegstructuur en ondersteuningsplan minder intensief maken en uniformeren daar waar hier nu veel diversiteit (maatwerk) bestaat;
2.
Realiseren van een nauwere samenwerking in dienstverlening woonzorg en dagbesteding en herbezinning op dienstenpatronen;
3.
Opnieuw inrichten organisatiestructuur / functiehuis Lang Verblijf op basis van 1 en 2;
4.
Bewegingsactiviteiten zoals zwemmen, bewegingsondersteuning in de recreatieve sfeer en paardrijden moeten kosten neutraal worden geleverd;
5.
Wat niet binnen de Wlz hoort (of Wmo/Jeugdwet) kan SEIN of een andere partner tegen een kostendekkend tarief leveren.
16
In 2014 heeft dit geleid tot een nieuw brochure en communicatielijn over de dienstverlening waar cliënten binnen SEIN op mogen rekenen. Daarnaast zijn uitgangspunten bepaald en is een projectstructuur opgezet om de andere thema’s uit te werken. Deze thema’s hebben een langere doorlooptijd dan het verslagjaar 2014. In 2014 is veel aandacht besteed aan het vaststellen van uitgangspunten, interne communicatie en daarmee draagvlak creëren voor de komende veranderingen. Resultaat communicatie De RVE Lang Verblijf heeft een campagne opgezet om haar dienstverlening transparanter te maken en haar mogelijkheden meer naar buiten te brengen. Diverse media zijn hierbij voor verschillende doelgroepen ingezet. Dit heeft in 2014 geresulteerd in een cultuur waarbij meer en beter wordt nagedacht over externe communicatie en profilering. In het verlengde daarvan heeft de RVE ook een aantal brochures gepubliceerd over actuele thema’s, zoals vrijheidsbeperking en seksualiteit. Resultaat kennisontwikkeling Lang Verblijf heeft kennis en het managen van kennis hoog in het vaandel staan. Naast interne klassikale scholingen is SEIN zich aan het oriënteren op E-learning concepten en blended learning concepten. Concreet is SEIN in 2014 in samenwerking met twee andere partijen aangevangen met het ontwikkelen van een E-learning voor (huis)artsen op gebied van epilepsie bij mensen met een verstandelijke beperking. Resultaat kwaliteit van werken In 2014 is SEIN voor de tweede keer geaccrediteerd door het NIAZ. De RVE Lang Verblijf heeft positieve resultaten bereikt. De processen waren dusdanig goed op orde, dat er voor de langdurige zorg geen verbeterplannen voor de vervolgaudit ingezet hoefden te worden. Een resultaat waar de RVE trots op is.
3.3
RVE School De Waterlelie
School De Waterlelie verzorgt als bovenregionaal expertisecentrum, onderdeel van SEIN, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs op maat aan 150 leerlingen van 4 tot 20 jaar in Midden- en NoordNederland. De doelgroep is langdurig zieke kinderen met epilepsie of medische/neurologische aandoeningen die samengaan met een onderwijsbeperking of sociaal-emotionele problematiek met een verbrede toelating voor zeer moeilijk lerende en lichamelijk gehandicapte leerlingen. Onder de paraplu van het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie. (LWOE) verzorgt De Waterlelie ambulante begeleiding Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten van De Waterlelie en de collega school De Berkenschutse verbonden aan Kempenhaeghe. Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs (primair-, voortgezet-, en middelbaarberoepsonderwijs) en leerlingen in het speciaal onderwijs. In het onderwijs is voor 2014 een aantal ontwikkelingen en resultaten te benoemen. De school a)
In 2014 vierde de school het 75-jarig bestaan. Naast diverse feestelijke activiteiten, waaronder een ballonenwedstrijd en reünie, hebben alle leerlingen meegewerkt aan het stripboek ‘De ideale Waterlelie’.
b)
De school is bezocht door de onderwijsinspectie in het kader van het vierjaarlijkse toezichtarrangement. De school komt in aanmerking voor het basisarrangement dat aantoont dat er geen tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs zijn geconstateerd. Het onderzoek vond plaats vanuit een nieuw waarderingskader waarmee de onderwijsinspectie door middel van pilots ervaring opdoet.
17
c)
Vanuit de behoefte om de externe communicatie te versterken, is onder begeleiding van een communicatieadviseur een basisverhaal over de school geschreven. Dit verhaal vormt de bron voor het vernieuwen van de website en allerlei andere vormen van externe communicatie. Doel is onder andere om de vindbaarheid en herkenbaarheid van de activiteiten van de school te vergroten.
d)
SEIN en De Waterlelie hebben samengewerkt in: het onderwijs – zorgarrangement met intensieve samenwerking tussen het Diensten- en activiteitencentrum (DAC) en de dienst 'Intensief te begeleiden leerlingen' (IBL); de uitwisseling van expertise op de kennismarkt van het DAC en De Waterlelie; SEIN als werkplaats door arbeidstoeleiding middels ‘Les op locatie DAC’ en horeca stageplek in de Koestal.
e)
De Waterlelie heeft gewerkt aan het versterken van de ouderbetrokkenheid door: ouderpanelgesprekken, afstemming visie educatief partnerschap, werken met een ouderklankbordgroep.
Ambulante Begeleiding De Ambulante Begeleiding (AB) heeft in 2014 een transformatie doorgemaakt. Met ingang van de wet Passend Onderwijs per 1 augustus 2015 is de AB dienst van De Waterlelie samen met de AB dienst van school De Berkenschutse opgegaan in het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Er is een einde gekomen aan de driejarige rugzak begeleiding en de daaraan gekoppelde leerlinggebonden financiering. Met de toegekende budgetfinanciering is vanaf augustus 2014 op maat gewerkt. Visie van het LWOE is:
Leerlingen met epilepsie beter laten functioneren.
Onderwijskundig begeleiders van LWOE zijn dé experts op gebied van onderwijs en epilepsie.
LWOE: het loket voor leerlingen met epilepsie en hun leerkrachten.
3.4
RVE Research
Research heeft in 2014 voortgebouwd op de in 2013 vastgestelde research prioriteiten en onderzoekslijnen. De research prioriteitsgebieden zijn: 1)
Bepaal de risico’s, de bepalende factoren, en de gevolgen van epilepsie, zowel in het individu als in de maatschappij. Twee belangrijke domeinen voor dit gebied zijn: a.
Epidemiologie (het begrijpen van de dynamiek van epilepsie in de maatschappij)
b.
Genetica (het begrijpen van de bepalende factoren en de predispositie op een individueel niveau)
2)
Ontwikkelen van behandeling en therapieën voor mensen met epilepsie. Belangrijke gebieden hiervoor zijn:
3)
a.
Klinische behandeling (medicijnen en paradigma’s van behandeling)
b.
Behandeling met neurochirurgie
De lasten verminderen voor mensen met epilepsie. Belangrijke domeinen op dit gebied zijn: a.
Behouden van een goede kwaliteit van leven
b.
Begrip van de co-morbiditeit
c.
Voorkomen van voortijdige dood (Sudden Unexpected Death in Epilepsy)
Al het wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd bij SEIN past nu binnen één of meer van deze research prioriteiten. Deze onderzoeksprioriteiten zijn de drijvende kracht voor het meerjaren research plan 2013-2016. Dit meerjaren plan dat in 2013 is vastgesteld kent heldere doelen, mijlpalen en prestatiemetingen. De onderzoeksprioriteiten en de daarbij behorende onderzoeksplannen zijn georganiseerd in zes onderzoeksprogramma’s, te weten: 18
Rekenkundig en analytische neurowetenschappen;
Voorkomen van voortijdige dood in epilepsie;
Slaapstoornissen en co-morbiditeit in epilepsie;
Corticale Exciteerbaarheid – klinische neurofysiologie;
Genetica van epilepsie;
Gevolgen van epilepsie op kinderen en hun ouders.
Essentiële criteria voor het overwegen van nieuwe onderzoeksprogramma’s zijn de beschikbare ondersteuning en het vermogen om onderzoek uit te voeren binnen één van de prioriteitsgebieden van SEIN. De onderzoeken zijn vastgelegd in het meerjaren research plan 2013-2016. Personele processen Daarnaast heeft Research heeft in 2014 het managen van de RVE versterkt en blijft de focus liggen op de control van met name personele en financiële processen. Het managen van de RVE is belegd bij de directeur wetenschap die een parttime dienstverband heeft bij SEIN. Hij is eindverantwoordelijk voor alle onderzoeksprogramma’s. Daarnaast ondersteunt een inhoudelijk coördinator de dagelijkse gang van zaken bij de onderzoeksprojecten. Tevens is er een coördinator voor de personele en financiële zaken van Research. Beide coördinatoren doen dit parttime. Belangrijk voor de versterking van het managen van de RVE is het invoeren van een overleg- en communicatiestructuur. Hier is mee gestart in 2014, maar deze zal vervolmaakt worden in 2015. De personele processen rond werving, selectie en aanstelling van onderzoekers zijn in overeenstemming gebracht met organisatie brede procedures. Op de financiële resultaten wordt strak gestuurd. Er wordt actief gewerkt aan het verwerven van externe fondsen voor het continueren van de lopende onderzoeken en nieuwe onderzoeken. Het geheel van de inzet heeft in 2014 geleid tot een positief (financieel) resultaat. Publicaties Het wetenschappelijk onderzoek binnen SEIN heeft geresulteerd in 75 publicaties waarvan vele met een hoog-impact factor in medische vakbladen en 7 hoofdstukken in boeken. Een ander resultaat van wetenschappelijk onderzoek is het promoveren van onderzoekers. In 2014 zijn er vier onderzoekers na een openbare verdediging gepromoveerd. Tevens zijn er twee proefschriften geschreven en openbare verdedigingen gehouden. Samenwerkingsverband Een andere belangrijke inspanning binnen de RVE Research is het onderhouden en handhaven van (inter)nationale samenwerking op wetenschappelijk gebied. Er zijn diverse samenwerkingsverbanden, maar van belang voor het verslag is dat in 2014 de samenwerkingsovereenkomst is geëffectueerd met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), te Leiden. De nadere uitwerking van de samenwerkingsovereenkomst krijgt vorm en inhoud door participatie van professionals uit beide organisaties, maar is nog niet afgerond. Deze uitwerking krijgt derhalve een vervolg in 2015. Vrienden van SEIN Research In het najaar van 2013 is gestart met Vrienden van SEIN Research (VvSR), dit initiatief moet leiden tot het werven van extra middelen voor het wetenschappelijk onderzoek. In 2014 is er een expositie georganiseerd in het Raadhuis van de gemeente Heemstede; de werken konden worden aangekocht. De expositie betrof een duo presentatie van vervaardigde kunstwerken. Cliënten van SEIN leverden een schilderij aan waar een kunstenaar zich door liet inspireren. Er is een aantal werken verkocht en de expositie werd na een feestelijke opening goed bezocht. In 2015 wordt gewerkt aan een plan om de activiteiten voor de VvSR zo doelgericht mogelijk in te zetten.
19
4
Verslag kwaliteit en veiligheid
SEIN wil goede zorg en behandeling bieden aan mensen met epilepsie en/of slaapproblemen. Het kwaliteitssysteem van SEIN is zo ingericht dat de kwaliteit en veiligheid van zorg en behandeling continu verbetert. Onder andere de interne audits, het Veilig Incident Melden (VIM), de klachtenmogelijkheden, visitaties en veiligheidsrondes leveren diverse verbeterpunten op. In 2014 heeft SEIN opnieuw kunnen aantonen dat de kwaliteit en veiligheid van de patiënten/ cliëntenzorg goed op orde is. Voor de tweede keer heeft het Nederlands Instituut voor Acreditatie in Zorginstelling (NIAZ) SEIN de accreditatiestatus toegekend. Hieronder worden enkele belangrijke ontwikkelingen van 2014 op het gebied van kwaliteit en veiligheid uitgelicht: Smile Smile (signaleren, melden, informeren, leren, evalueren) is het kwaliteitssysteem van SEIN waarin meldingen gedaan worden over incidenten, klachten, arbeidsomstandigheden, meldingen in het kader van vrijheidsbeperkende maatregelen en grensoverschrijdend gedrag. In 2014 is de complicatieregistratie hieraan toegevoegd. Tevens is het verbeterregister in Smile verder ontwikkeld. Naast de verbeterpunten uit bovengenoemde meldingen, kunnen ook verbeterpunten uit ander kwaliteitsinstrumenten worden opgenomen in het verbeterregister. Op deze wijze hebben de managers zicht op de verbeterpunten van de eigen afdeling. Het verbeterregister kan worden geëxporteerd naar de managementrapportages van de leidinggevenden. Op deze wijze is de plan, do, check, act cyclus rondgemaakt. Veilig Incident Melden (VIM) In 2014 was de 10.000ste melding een feit. Reden voor de Centrale VIM Commissie (CVC) om het VIM systeem te evalueren. Onder medewerkers is een enquête gehouden en de ervaringen van de leden van de VIM commissies zijn gehoord. Over het algemeen zijn de medewerkers erg tevreden over het VIMsysteem, het melden is eenvoudig en de opvolging is snel. De medewerkers kunnen de voortgang van de melding volgen en merken dat er ook verbeteringen worden gerealiseerd. Er zijn ook verbeterpunten aangegeven. Deze verbeterpunten richten zich met name op de afhandeling van de risicofactor 1 en 2 incidenten en het uitvoeren van de PRISMA-analyses (Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis) op risicofactor 3 en 4 incidenten. Daarnaast vraagt de analyse van de VIM meldingen en het herkennen van de trends nog om verbetering. De verbeterpunten worden opgenomen in het jaarplan 2015 van de CVC. Prospectieve Risico Inventarisatie Nadat in voorgaande jaren de focus vooral was gericht op retrospectieve risicoanalyses, door middel van het Veilig Incident Melden en de PRISMA-Methodiek, is in 2014 veel aandacht geweest voor Prospectieve Risico Inventarisaties (PRI). Een aantal medewerkers is geschoold in de SAFER-methodiek (Scenario Analyse van Faalwijzen, Effecten en Risico’s) en er zijn PRI’s uitgevoerd op de meest risicovolle processen. Verbeterpunten vanuit de PRI worden opgenomen in het verbeterregister en uitgevoerd. Integraal Risico Management (IRM) De stuurgroep Kwaliteit heeft onderzocht of de risico’s op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau voldoende in kaart zijn gebracht en op welke wijze het IRM kan worden ingebed in de Planning en Control cyclus. Het borgen van IRM in de Planning en Control Cyclus zal in 2015 worden geïmplementeerd.
20
ICMT In 2014 heeft ICMT een flink aantal in 2013 gestarte trajecten, voor verbetering van de organisatie, dienstverlening, kwaliteit- en continuïteitsborging, in uitvoering genomen en afgerond. Dit waren:
Nieuwbouw van het data center SEIN op terrein De Cruquiushoeve, voldoend aan wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen en continuïteitseisen. De nieuwbouw is gestart en afgerond en het nieuwe data center is volledig operationeel sinds oktober 2014;
Aanpassing en verbetering van de infrastructuur van en naar het data center van SEIN. Bij de inrichting en operationalisering van het nieuwe data center is een aantal single points of failure in de infrastructuur weggenomen door de implementatie van extra of redundante apparatuur;
Vervanging metrocluster (opslagsysteem/Storage Area Network) voor disaster-tolerante dataopslag. De selectie van een nieuwe oplossing (technologie, merk, leverancier) is in het eerste kwartaal van 2014 volledig uitgevoerd en afgerond.
Vergaande virtualisatie en daarmee continuïteitsborging van informatiesystemen. Gedurende 2014 zijn bestaande en nieuwe applicaties gemigreerd naar nieuwe virtuele serveromgevingen.
Introductie en vaststelling van de ICT-governance; het huis van principes. Het huis van principes is geaccordeerd door het Bestuurlijk Overleg en geldt als belangrijk uitgangsdocument voor elk ICMT of ICMT-gerelateerd project.
Een aantal trajecten gestart in 2014, zijn in 2015 nog lopende. Dit zijn:
Herpositionering ICMT-organisatie door. heroriëntatie op benodigde structuur (taken en verantwoordlijkheden centraal-decentraal), functies, competenties en formatie. De taskforce ICMT heeft in 2014 een tweetal rapporten aangeboden aan het Bestuurlijk Overleg. Beide rapporten werden niet als afdoende gezien voor een succesvolle herpositionering van de ICMT-organisatie. Eind 2014 heeft het Bestuurlijk Overleg besloten om een verander-manager in te huren om de opdracht tot herpositionering te realiseren.
Borging applicatie-integratie (koppelingen, gegevensuitwisseling) door introductie en vaststelling van de SEIN architectuur die bijdraagt aan de integratie van server gerelateerde ontwikkelingen (SEIN Integratie Architectuur Server Oriëntated Development - SIASOD) en uitvoering van het generiek koppelvlak (Enterprise Service Bus). Deze ontwikkelingen hebben als resultaat dat op basis van standaarden, koppelingen tussen de diverse informatiesystemen gerealiseerd en geborgd kunnen worden. In 2014 is een aantal koppelingsvraagstukken ter hand genomen, maar door omstandigheden (kosten, status informatiesystemen, wijziging aanpak projecten) niet in uitvoering genomen. Eind 2014 is wel gestart met de koppeling voor het nieuwe Intranet.
In samenwerking met RVE Klinische zorg MWN geparticipeerd in de besluitvorming en selectietraject nieuw, marktconform, EPD.
Besluitvorming en start selectietraject managed services partner voor borging van dienstverlening ICMT buiten kantoortijden (24x7 uur ondersteuning). Dit traject is niet gestart en wordt meegenomen in de opdracht aan de eerder genoemde verander-manager.
Informatiebeveiliging In 2014 is een aantal onderdelen van de NEN-norm of aspecten van informatiebeveiliging gestart. Dit zijn:
Integrale risicoanalyse op informatie en bedrijfsmiddelen. Door informatiegroepen per proces te classificeren op aspecten als beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid, kunnen waardes toegekend worden aan de bedrijfsmiddelen waarop deze informatiegroepen voorkomen of gebruikt worden. Deze waarden i.c.m. risico’s voor deze bedrijfsmiddelen dienen als input voor de te kiezen maatregelen ter beveiliging. De integrale risicoanalyse wordt toegepast op de dagelijkse en kritische bedrijfsprocessen.
Business Impact analyses.
21
Door het vaststellen van de maximale toelaatbaarheid van uitvalduur en gegevensverlies per kritisch proces of informatiesysteem, kunnen maatregelen of procedures ter opvang van calamiteiten ontwikkeld worden.
Het uitvoeren van Prospectieve Risicoanalyses (PRI’s) is ingevoerd voor ICMT-gerelateerde projecten. Ook dit is een eis van de NEN 7510. Er zijn inmiddels PRI’s uitgevoerd voor het nieuwe data center en het nieuwe EPD.
Vaststellen en inrichten van het ISMS (Information Security Management System). Het ISMS is een vertaling van alle voornemens en activiteiten ter beveiliging van de informatiehuishouding in een PDCA-cyclus. M.a.w. de inrichting van het bedrijfsproces Informatiebeveiliging.
Alle reeds eerder vastgestelde maatregelen (voortgekomen uit nulmeting) en nieuwe verbeterplannen (uit risicoanalyses) zijn opgenomen in het verbeterregister Informatiebeveiliging. Verbeterplannen zijn toegekend aan stakeholders en worden in 2015 uitgewerkt in plannen van aanpak.
Hoofd Informatiebeveiliging van SEIN heeft specifieke training ter auditing van informatiebeveiliging gevolgd en wordt opgenomen in een team van auditoren de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ). Dit team zal aangesloten organisaties intercollegiaal toetsen op status en voortgang informatiebeveiliging. SEIN dient zich daarvoor wel in te schrijven en laten toetsen. Dit zal naar verwachting in 2015 plaatsvinden.
Medische hulpmiddelen
In 2014 is verder vormgegeven aan de completering van de registratie van apparatuur- en hulpmiddelen en onderhoudscycli. Naast de medische apparatuur en hulpmiddelen is ook de testcycli voor de norm 3140 (test lekstroom op alle elektronische apparatuur) opgenomen en geregistreerd in het daarvoor beschikbare programma TopDesk.
Het convenant medische hulpmiddelen (apparatuur en hulpmiddelen is samengevoegd tot hulpmiddelen) is beoordeeld en vertaald naar acties voor procedures, instructies en beleid. Vanwege tijdgebrek zijn er nog geen concrete acties (ontwikkelen beleid en procedures) gevolgd.
Brandveiligheid Alle gebouwen die SEIN in 2014 in eigendom heeft of gebruikt (huurt) voor de bedrijfsvoering zijn in het bezit van een gebruiksvergunning voor de brandveiligheid. Daarnaast heeft SEIN voor alle desbetreffende locaties een BHV-organisatie die voldoet aan de wet- en regelgeving (Arbeidsomstandighedenwet). Aanvullend hierop hebben 660 medewerkers in 2014 een instructie brandveiligheid gehad en hebben op de verschillende locaties 21 brandoefeningen plaatsgevonden waar 244 personeelsleden aan hebben deelgenomen. Beveiligingsdienst De afdeling Beveiliging van SEIN werkt conform aan en voldoet aan de specifieke wet- en regelgeving van de P.B.O.R.B. (Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherche Bureaus). De afdeling Beveiliging wordt hierop door de plaatselijke korpschef van de politie alsmede bevoegde opsporingsambtenaren van bijzondere wetten op gehandhaafd. De controle hierop heeft in 2014 geen bijzonderheden opgeleverd. Voedselveiligheid SEIN heeft beleid en processen omschreven in het kader van de voedselveiligheid (HACCP) binnen de organisatie. Al het personeel dat bij de uitvoering van de voedselveiligheid is betrokken, is geïnformeerd en geïnstrueerd. Steekproefsgewijs (middels audits) onderzoekt en controleert SEIN jaarlijks of de uitvoering van de wet- en regelgeving op voedselveiligheid juist en volledig wordt uitgevoerd. Deze interne audits bestaan uit een afdelingsinspectie en microbiologisch onderzoek.
22
In 2014 zijn op 20 zorgafdelingen een audit uitgevoerd. Alle afdelingen hebben voor de audit een voldoende of hoger gescoord. De rapportages zijn verstrekt aan de verantwoordelijke afdelingsmanager met het verzoek het rapport te bespreken met het team. Legionellabeheer SEIN heeft een legionella beleidsplan. Voor zowel de locatie Meer en Bosch als de locatie De Cruquiushoeve is dit vertaald in een legionellabeheersplan. De drinkwaterinstallaties van Meer en Bosch en De Cruquiushoeve voldoen hiermee aan de huidige regelgeving. Dit is bevestigd door Waternet voor de locatie Meer en Bosch en door PWN voor de locatie De Cruquiushoeve. Voor Zwolle is dit bevestigd door WMO/Vitens. Waternet en PWN en Vitens zijn uitvoerende organen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM) voor onder andere legionellabeheer. Milieu SEIN beschikt over een milieuvergunning voor de locaties De Cruquiushoeve en Meer en Bosch. In 2014 is een milieubeleidsplan – als een van de thema’s van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - opgesteld en vastgesteld. Het milieubeleidsplan is ook besproken met de cliëntenraad. Duurzame inkoop In het inkoopbeleid van de afdeling Inkoop staat een aparte paragraaf ‘Duurzaam inkopen’. In 2014 heeft SEIN in het bijzonder stilgestaan bij twee grote projecten: de realisatie van het nieuwe datacentrum (MER: Main Equipment Room) en de aanbesteding van de nieuwbouw van het Gezondheidscentrum. Voor beide projecten heeft SEIN bij de aanbesteding eisen en wensen opgenomen met betrekking tot het energieverbruik van de gebouwen. Het datacentrum is gerealiseerd met een hoge energie effectiviteit onder andere op basis van een innovatieve manier van koeling. Hierdoor is sprake van een lager energieverbruik en daardoor beperktere CO2 uitstoot. Het project Gezondheidszorgcentrum is gecontracteerd op basis van een EPC 0 (EPC : Energie Prestatie Coëfficiënt) en de wet- en regelgeving 2014. Dit houdt in dat het gebouw zelf geen energie gebruikt, maar wordt aangesloten op het reeds bestaande WKO-systeem (WKO : Warmte Koude Opslag) en wordt voorzien van een groot aantal zonnepanelen. Het gebouw wordt in 2016 opgeleverd.
23
5
Verslag klachtenregeling
Klachtrecht Beknopte beschrijving van de Klachtenregeling SEIN heeft een klachtenregeling die in overeenstemming is met de Wet Klachtrecht Cliënten in de Zorgsector (WKCZ). Indien een cliënt een klacht heeft, wijst de brochure Klachtregeling de cliënt de weg en geeft aan welke procedure bij de behandeling van klachten wordt gevolgd. De brochure en het reglement van de Klachtencommissie geven inzicht in de wijze waarop de commissie omgaat met klachten van cliënten. De Klachtencommissie behandelt ook klachten over middelen en maatregelen in het kader van de wet Bijzondere Opnemingen en Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). De klachtenfunctionaris van SEIN is het aanspreekpunt voor cliënten. De klachtenfunctionaris geeft informatie over de wijze waarop een klacht kan worden behandeld en de procedures die daarbij gevolgd worden. De klachtenfunctionaris geeft zowel individueel als in groepsverband voorlichting over het klachtrecht aan medewerkers. Vanaf 1 januari 2014 kunnen patiënten en cliënten met een klacht of onvrede ook terecht bij de Clientvertrouwenspersoon (CVP) van SEIN. De cliëntvertrouwenspersoon ondersteunt de patiënt en cliënt in het verduidelijken van zijn/haar onvrede en het verwoorden van klachten. SEIN brengt de klachtenregeling onder de aandacht van cliënten via het internet, de brochure Clientvertrouwenspersoon en de algemene brochure van SEIN. Intern gebeurt dat via het intranet en in het kwaliteitssysteem Pro6. Samenstelling van de Klachtencommissie De commissie bestaat uit vier leden en wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.
De voorzitter, een jurist, die is benoemd op voordracht van de Raad van Bestuur;
Het tweede lid is benoemd op voordracht van de cliëntenraad van SEIN;
Het derde lid is benoemd op voordracht van de patiëntenvereniging, de Epilepsie Vereniging Nederland;
Het vierde lid is een medicus, benoemd door de Raad van Bestuur, na een positief advies van de cliëntenraad.
Werkzaamheden van de Klachtencommissie Cliënten SEIN 2014 In 2014 hebben de leden van de externe Klachtencommissie gesproken met de drie RVE directeuren, de Raad van Bestuur, de cliëntenraad en er is een werkbezoek gebracht aan het Logeerhuis van SEIN. De externe Klachtencommissie Cliënten SEIN heeft in 2014 een klacht afgerond die in december 2013 is ontvangen. Daarnaast is een klacht die in 2014 aan de commissie is voorgelegd in het verslagjaar afgehandeld. Deze klacht is deels gegrond verklaard. Gelet op de complexiteit van de klacht kon deze niet binnen de reguliere termijn worden afgehandeld. Casus 2 uit 2013: Maatregelen ten gevolge van grensoverschrijdend (agressie)gedrag Op basis van de bestudering van de stukken, de gesprekken met klager, behandelaren en managers is de commissie gebleken dat het handelen van de zorgverlener is bepaald door de wet- en regelgeving. Op advies van de Klachtencommissie heeft een toelichtend gesprek plaatsgevonden met klager, behandelaren en de manager. De voorzitter en ambtelijk secretaris van de commissie waren daarbij aanwezig.
24
Casus ontvangen in 2014: ontbreken van een behandelovereenkomst; facturatie van consulentschap Klager stelt de facturatie van een consult ter discussie omdat er geen face-to-face contact heeft plaatsgevonden en curator niet op de hoogte is gesteld van de behandelovereenkomst. Cliënt verblijft in een woonzorgcentrum dat een overeenkomst voor consulentschap met SEIN heeft gesloten. Klager is hiervan door het woonzorgcentrum niet op de hoogte gesteld. Strekking van de aanbevelingen van de klachtencommissie en de aard van de maatregelen 1.
De RVE directeur neemt maatregelen tegen een neuroloog die zich niet voldoende zorgvuldig heeft gehandeld in de administratieve weergave van de epilepsieproblematiek van patiënt. Face
to face contact met patiënt en wijze van controle vooraf voor verzending van gestandaardiseerde neurologenbrieven aan de Arts Verstandelijk Gehandicapten (AVG) staan daarbij centraal. 2.
SEIN past de consulentschap overeenkomst met Verstandelijk Gehandicapten (VG)-instellingen zodanig aan dat daarin helder wordt verwoord wat wederzijds van elkaar verwacht mag worden en aan welke voorwaarden van beide partijen het consulentschap dient te voldoen. Tevens wordt vastgelegd hoe dit organisatorisch en administratief wordt afgehandeld.
3.
In de consulentschap overeenkomst dient te worden vastgelegd, dat het personeel van de VG– instellingen voldoende deskundigheid heeft om epilepsie te observeren en hiervan aan de neuroloog verslag doet.
25
6
Verslag medezeggenschap cliënten
Samenstelling cliëntenraad in 2014 Mevrouw G. Bakker
Namens de Epilepsie Vereniging Nederland (EVN)
De heer M. De Bruin
cliënt
De Heer J. de Gier
cliënt
De Heer J. de Jong
cliënt
De Heer W. van Leeuwen
cliënt
De Heer C. Nederkoorn
(wettelijk) vertegenwoordiger en tevens voorzitter
De Heer H.J Rippen
cliënt
Mevrouw E. Smit – van Eck
(wettelijk) vertegenwoordiger (afscheid november 2014)
De heer K. van der Wansem
(wettelijk) vertegenwoordiger
Mevrouw J van Bekkum
cliënt (afscheid juni 2014)
De heer H. Switzer
cliënt (afscheid augustus 2014)
De Heer H. Stok
(wettelijk) vertegenwoordiger (lid per juni 2014)
Mevrouw Y. Brandenburg
Toegevoegd aan de cliëntenraad, LSR ondersteuner (afscheid september 2014)
De Heer J. Schuurman
Toegevoegd aan de cliëntenraad, LSR ondersteuner (per oktober 2014)
Commissies en werkgroepen binnen SEIN waar leden van de cliëntenraad deel van uit maken:
Werkgroep Ethiek
Werkgroep Voeding
Werkgroep Zomerfeest De Cruquiushoeve
Werkgroep Medezeggenschap
In het bestuur van de Stichting Budget Beheer en Bewindvoering zit namens de cliëntenraad de heer H. Stok. Adviesaanvragen In de wet medezeggenschap zorginstellingen is geregeld dat een zorginstelling een cliëntenraad moet hebben. De cliëntenraad behandeld jaarlijks een aantal adviesaanvragen van de bestuurder en kan op deze manier invloed uitoefenen op het beleid binnen SEIN. Adviesaanvragen worden eerst besproken in de vergadering van de cliëntenraad zelf en daarna in het tweemaandelijkse overleg tussen de cliëntenraad en de bestuurder. Hieronder ziet u een overzicht van de adviesaanvragen die de cliëntenraad in 2014 heeft behandeld. Advies aanvraag
Advies cliëntenraad
Herziening individueel ondersteuningsplan
Positief advies. Cliëntenraad heeft advies gegeven over de vragenformulieren. Deze adviezen zijn overgenomen in de definitieve vragenlijsten.
Medezeggenschapsstructuur
Onthouden van advies. Adviesaanvraag is door de bestuurder ingetrokken. Er wordt een werkgroep medezeggenschap samengesteld. Nieuwe adviesaanvraag volgt in het najaar van 2014.
Protocol verdovende en verslavende middelen
Positief advies. Na beantwoording van vragen.
26
Advies aanvraag
Advies cliëntenraad
Beleidsnotitie cameragebruik
Positief advies. Na beantwoording van vragen over opslag beelden en inzagerecht.
Cliëntfolder seksualiteit
Positief advies.
Structuur medezeggenschap,
Positief advies.
samenwerkingsovereenkomst en
De cliëntenraad heeft geparticipeerd in de
instellingsbesluit
werkgroep medezeggenschap. Aanbevelingen uit deze werkgroep zijn meegenomen in de advies aanvraag.
Het groene boekje: ‘Waar heeft u recht op?’
Positief advies. Door de cliëntenraad voorgestelde wijzigingen zijn zover dat mogelijk was, opgenomen in het groene boekje
Aanschaf elektronisch patiëntendossier
Onthouden van advies Aanvraag ingetrokken
Adviesaanvraag medezeggenschap De cliëntenraad heeft een advies aanvraag over de medezeggenschapstructuur ontvangen. Vanuit de WMCZ dienen ook (poli)klinische patiënten de mogelijkheid te krijgen zitting te nemen in de cliëntenraad. Daarvoor was het nodig het instellingsbesluit en de samenwerkingsovereenkomst aan te passen. Op basis van het dissertatieonderzoek van de bestuurssecretaris en input vanuit de werkgroep medezeggenschap is er een nieuw instellingsbesluit en samenwerkingsovereenkomst gemaakt. Eind 2014 heeft de cliëntenraad een hernieuwde adviesaanvraag gekregen waarop positief is geadviseerd. Eind 2014 is de werving van leden voor de (poli)klinische patiënten gestart. In 2014 heeft een aantal leden van de cliëntenraad helaas afscheid genomen en hun taken neer gelegd. De cliëntenraad heeft ervoor gekozen om voor de opengevallen plaatsen nog niet actief te werven. De samenstelling van de cliëntenraad verandert in 2015 als gevolg van de wijzigingen in het nieuwe instellingsbesluit en de samenwerkingsovereenkomst. Als deze zijn getekend en de patiëntencommissies (poli)klinische zorg geïnstalleerd zijn, zal er bepaald worden welke personen uit de commissies in de cliëntenraad zitting gaan nemen. Daarmee wordt de cliëntenraad weer op volledige sterkte worden gebracht. Adviesaanvraag over het boekje Waar heeft u recht op? In 2015 gaat er veel veranderen in de zorg voor cliënten. Een aantal voorzieningen die in 2014 door SEIN werden betaald moeten in 2015 door cliënten zelf betaald gaan worden. SEIN heeft daarvoor een boekje gemaakt ‘Waar heeft u recht op?’. Dit boekje is besproken in de cliëntenraad en hoewel de cliëntenraad het jammer vind dat er een aantal voorzieningen niet meer door SEIN betaald kunnen worden hebben de leden van de cliëntenraad wel een positief advies gegeven. Overige onderwerpen:
Milieubeleid
Verkeersveiligheid op de terreinen
Zorginkoop zorgkantoor
In september heeft de bewonerscommissie van Fonteinkruid een bezoek gebracht aan de cliëntenraad van SEIN en hebben zij samen een vergadering gehad. De cliëntenraad heeft in 2014 meerdere keren gesproken met leden van de Raad van Toezicht en er is tweemaal een gezamenlijk overleg tussen cliëntenraad en Raad van Toezicht geweest.
27
7
Verslag medezeggenschap medewerkers
Conform de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) heeft SEIN de medezeggenschap van medewerkers georganiseerd in een ondernemingsraad. De ondernemingsraad (OR) neemt zaken in behandeling die de Raad van Bestuur (RvB)daar neerlegt ter advies, instemming of informatie. Wettelijke regels uit bijvoorbeeld de Wet op de Ondernemingsraden, (art. 25, 27) en het arbeidsomstandighedenrecht en de CAO schrijven voor welk soort onderwerpen dat zijn. Ook kan de OR zelf initiatief nemen om de Raad van Bestuur voorstellen te doen voor het nemen van een bepaald besluit. De OR heeft adviesrecht over voorgenomen besluiten op financieel economisch en organisatorisch terrein, de OR heeft instemmingsrecht over voorgenomen besluiten m.b.t. de vaststelling, wijziging of intrekking van regelingen van algemene strekking op het terrein van het sociale beleid. Over primaire arbeidsvoorwaarden heeft de OR geen instemmingsrecht. De OR heeft bovendien initiatiefrecht en kan altijd initiatiefvoorstellen aan de bestuurder doen (art. 23 WOR). Samenstelling ondernemingsraad in 2014 Naam
Functie
Mevrouw S. Dansen-Slot
Verpleegkundige Stand-by team alle afd. Lang Verblijf (LV) Cruquiushoeve, Meer en Bosch; OR-lid v.a. 6-3-2012; lid commissie (cie). Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu (VGWM).
De heer M. Freriks
Persoonlijk begeleider gebouw.7, 1e etage, OR-lid v.a. 02-2009, lid cie. VGWM en cie. Financiën (Fin.), vicevoorzitter v.a. 03-2012, lid Dagelijks Bestuur (DB).
Mevrouw N. Parkema
Persoonlijk begeleider team 3 Terp/Schakel; OR-lid v.a. 06-03-2012, lid cie. LV Midden- en West-Nederland (MWN).
De heer N. Ruissen
Projectleider Klinische Zorg MWN; OR-lid v.a. 8-3-2011 tot 0603-2012 en v.a. 30-10-2012, lid cie. LV MWN.
Mevrouw M. Swinkels
Gezondheidszorgpsycholoog; OR-lid sinds 02-2009, lid cie. KZ MWN, secretaris OR, lid DB.
De heer F. Taks
Medisch maatschappelijk werker; OR-lid v.a. 30-10-2012, lid cie. KZ MWN, lid cie. Fin.
Mevrouw M. ten Velden-Aerts
Activiteitenbegeleider; Lid OR v.a. 02-2009, lid cie. VGWM, lid cie. Fin.
De heer D. Velis
Neuroloog KNF; OR-lid sinds 26-2-2013, lid cie. KZ MWN
Mevrouw A. de Vos-Pothof
Uitvoerend verpleegkundige jongerenafdeling A4; OR-lid v.a. 06-03-2012; lid cie. Noord- en Oost- Nederland (NON)
Mevrouw M. Vreeken
Verpleegkundige Kinderafdeling; OR-lid v.a. 06-03-2012, lid cie. NON.
Mevrouw L. Vrijmoed
Communicatiemedewerkster; OR-lid v.a. 30-10-2012, Lid OR en cie. VGWM.
Mevrouw S. Warmerdam
Verpleegkundige Observatie Volwassen 2 (OV2); OR-lid sinds 032006, lid cie. KZ MWN, Voorzitter, lid DB
Mevrouw W. Yntema
persoonlijk begeleider gebouw 2; OR-lid v.a. 2009, lid cie. LV MWN
Mevrouw M. Schouten
ambtelijk secretaris, toegevoegd lid DB vanaf 15-01-2011.
28
De huidige OR is geïnstalleerd op 6 maart 2012 en heeft een zittingstermijn van 3 jaar, tot uiterlijk 6 maart 2015. Van de 15 zetels worden 12 zetels bezet door OR-leden die gekozen worden door medewerkers MWN, en drie zetels door OR-leden die gekozen worden door medewerkers NON. Er zijn in 2014 twee vacatures, een in MWN en een in NON. De OR werkt met vier vaste commissies: -
Commissie Lang Verblijf Midden West Nederland (MWN)
-
Commissie Klinische Zorg Midden West Nederland (MWN)
-
Commissie Noord Oost Nederland (NON)
-
Commissie Veiligheid, Gezondheid, Welzijn, Milieu (VGWM)
en een ad hoc commissie: commissie Financiën. De OR heeft een dagelijks bestuur (DB) en een (ambtelijk) secretariaat. De commissies vergaderen elke eerste dinsdag van de maand, de OR vergadert de overige dinsdagen van de maand De OR vergadert de vierde dinsdag van de maand met de bestuurder (overlegvergadering). De OR vergadert twee maal per jaar met de Raad van Toezicht. De OR communiceert (over) zijn activiteiten in regelmatige intranetpublicaties, via achterbanbijeenkomsten en een eigen jaarverslag. De OR volgt jaarlijks een tweedaagse cursus. Nieuwe OR-leden volgen een cursus over de Wet op de Ondernemingsraden. Adviesaanvragen 2014
Advies OR/Reactie RvB
Evaluatiecriteria invoering Resultaat
Advies OR om nieuwe aanvullende evaluaties te
Verantwoordelijke Eenheden (RVE/
laten uitvoeren omdat opgestelde criteria niet bij
topstructuur
alle evaluatieonderdelen zijn gebruikt. RvB besluit dit niet te doen. De OR ontvangt een samenvattend verslag van alle evaluatieonderdelen.
Uitbreiding aandachtsgebieden Physician
OR wacht afstemmingsoverleg tussen RVE-
Assistant (PA)
directeuren en duaal managers af. OR wil dat er bij de medische staf draagvlak is voor taakherschikking d.m.v. inzet PA. OR adviseert onder andere zolang dit er niet is om aandachtgebieden PA niet uit te breiden.
Eindevaluatie project Physician Assistant NON.
Positief advies OR tot invoering functie PA binnen functiegebouw KZ NON op basis van eindevaluatie.
Investeringsbesluit Gezondheidscentrum
Positief advies OR over investeringsbesluit nadat definitieve Programma van Eisen (PvE) ter advisering is aangeboden en de RvB heeft toegezegd dat opname van door OR voorgestelde aanpassingen in PvE niet zullen leiden tot verruiming van de investeringssom.
Programma van Eisen Gezondheidscentrum
Voorstellen OR aanpassingen PvE na achterbanbijeenkomst worden overgenomen. Positief advies OR.
Verhuizing kliniek; nieuwe manier van werken
Positief advies OR na achterbanbijeenkomst.
29
Adviesaanvragen 2014
Advies OR/Reactie RvB
Concept samenwerkingsovereenkomst PsyQ
Op advies OR besluit de RvB tot meer overleg tussen RVE’s over detacheringsovereenkomsten, over herziene en gelijkluidende detacheringsovereenkomsten en tot informatie aan OR bij wijziging overeenkomsten.
Inrichting cliëntadministratie en zorgbemiddeling
Positief advies OR over inrichting. Advies om gesprek met medewerkers te blijven voeren.
Verhuizing Lorentz de Haas naar oude
Na overleg met achterban adviseert de OR de
Koningin Emma Kliniek (KEK)
verhuizing volgens plan uit te voeren. Aandacht behoeven de staat van de ruimtes in de oude KEK en overschrijding geraamde kosten
Interim Management ICMT
Vooruitlopend op advies OR laat RvB interim manager beginnen. OR schakelt advocaat in. Interim manager moet stoppen met werkzaamheden, totdat er sprake is van positief advies OR. 2015: verdere advisering OR.
Wijziging huisvesting buitenpolikliniek MWN
Huur buitenpolikliniek Den Haag wordt opgezegd voordat OR advies heeft uitgebracht. Medewerkers voelen zich niet goed betrokken bij besluit. OR onthoudt zich van advies over inhoud. Geeft wel advies over vervolgproces.
Interim Projectleider project herziening RVE Lang
Positief advies OR over verstrekken en formuleren
Verblijf
van adviesopdracht inzake realiseren van deelprojecten aan een aan te stellen projectleider. OR vult opdrachtomschrijving aan en maakt afspraken over kosten.
Eigen risicodragerschap SEIN over
Positief advies OR.
ziektewetuitkeringen aan ex-werknemers. Notitie samenhang uitgangspunten en plannen
Ongevraagd advies OR. OR zal achterban
voor een toekomstbestendige RVE Lang Verblijf.
informeren over rol en activiteiten OR in komende periode. OR ontvangt te zijner tijd adviesaanvragen voor deelprojecten en noemt criteria ter beoordeling van deelprojecten.
Aanvragen Verklaring omtrent Gedrag
Ongevraagd advies OR: SEIN betaalt aanvragen en
nieuwe medewerkers.
staat digitaal aanvragen toe. Negatieve reactie RvB.
Instemmingsaanvragen 2014
Instemming OR/Reactie RvB
AVR Beleidskader 2013-2016
Besluit RvB vaststellen beleid na instemming OR.
Agressiebeleid
Instemming OR voor duur van een jaar. Evaluatie na 1 jaar. Akkoord OR uitstel evaluatie tot 2e kwartaal 2015.
Definitieve versie Leer- en OntwikkelPlan (LOPS)
Instemming OR met advies: herziening regeling
2014
leer- en ontwikkelfaciliteiten wat betreft individuele vergoeding niet-verplichte scholing. RvB besluit hiertoe.
Herziene procedure faciliteitenregeling
OR neemt in behandeling.
studiekosten/studieverlof
30
Instemmingsaanvragen 2014
Instemming OR/Reactie RvB
Verruimde regeling fietsplan. Lening voor
Instemming OR.
medewerkers van 749 naar 1500 euro per fiets Aanpassing meerkeuzesysteem
Instemming OR. Advies: opname voetnoot in
arbeidsvoorwaarden (MKSA)-regelingen fietsplan
regeling over eventuele risico’s fiscale voordeel.
en bedrijfsfitness per 1-1-2015 Geactualiseerde instructie bedrijfskleding
De OR neemt instructie niet in behandeling, gaat uit van zorgvuldige actualisatie.
Aanpassen werktijden/invoeren pauze
OR stemt niet in. RvB besluit pauzeregeling in te voeren zonder instemming OR. OR roept nietigheid in van besluit RvB. RvB erkent nietigheid niet, want er is geen besluit RvB. Er komt een nieuwe instemmingsaanvraag (IA).
360 gr. feedback voor jaargesprekken met alle
Instemming OR.
leidinggevenden RVE NON. Invoering methodiek plus uitkomsten evaluatie eenmalige pilot. Beleidsnotitie cameragebruik SEIN.
Beleidsnotitie wordt aangepast op advies OR.
Regels cameragebruik en gebruik camerabeelden,
Instemming OR aangepaste beleidsnotitie.
vastleggen privacy gevoelige info binnen SEIN. Aangepaste procedure Werving, Selectie en
Instemming OR nadat verwijzing naar
Aanstelling
mobiliteitswijzer uit procedure is gehaald. Jaarlijkse evaluatie wordt afgesproken.
Het houden van een Risico Inventarisatie en
Instemming OR voor het houden RI&E. OR vraagt
Evaluatie(RIE) in kliniek Heemstaete NON.
om Plan van Aanpak. RvB akkoord.
Instructie toegangscontrole en cameratoezicht
Instemming OR na aanvulling op instructie
datacenter. Vastleggen camerabeelden.
inzake bekijken van camerabeelden.
Strategisch opleidingsplan Klinische Zorg,
Instemming OR na beantwoording vragen OR
opgesteld naar aanleiding van subsidieregeling
door RvB.
kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg. Aanpassen Procedure consignatiedienst
Na achterbanbijeenkomst instemming OR.
afdelingsmanagers RVE Lang Verblijf MWN. Verplicht stellen draaien consignatiedienst Aanpassing vakantieprocedure: recht op
Instemming OR.
uitbetaling niet genoten vakantie-/plb-uren aan nabestaanden overleden werknemers. Zwangerschapsinstructie
OR doet verbetersuggesties. Instemming OR aan aangepaste instructie.
Aanvragen Verklaring omtrent Gedrag bestaande
Instemming OR.
medewerkers, die in het kader van de nieuwe wet maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zorg leveren op kosten van SEIN. Aangepaste procedure proeftijden en
Instemming OR.
opzegtermijnen tijdelijke arbeidscontracten. Gedragscode SEIN.
OR neemt in behandeling.
31
Documenten die in 2014 Ter Informatie aan de OR zijn aangeboden en die de OR heeft bestudeerd en becommentarieerd.
Evaluatie Kinderepilepsiecentrum
Informatie inzake Beperking Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Vangnetters
Evaluatie klinisch werken Verpleegkundig Specialist (VS) Kinderen en Jongeren RVE NON
Verbeterplannen Lang Verblijf n.a.v. bezoek Arbeidsinspectie
Voortgangsrapportage Verbeterplannen Arbeidsinspectie
Overzicht Niet Reguliere Uitdiensttredingen plus gratificaties 2013
Protocol verdovende en verslavende middelen
Evaluatie inhuizing gebouw 9
Presentatie Lang Verblijf op weg naar 2015
Evaluatie teamcoördinator
Projectplan EPD
Evaluatie Slaap-Waakcentrum SEIN
Evaluatie Bereikbaarheidsdienst GDW Lang Verblijf
Kennisplatform/kennisstrategie
Vernieuwde opzet ICMT organisatie
Vacaturestop
Financiële stukken zoals: kaderbrief, vastgestelde begroting 2014, begroting 2015, Financiële rapportages, Managementletter 2013, Jaarrekening
Jaarplannen (RVE KZ MWN, RVE NON, Lang Verblijf)
32
8
Personeelsbeleid
Algemeen Het personeelsbeleid van SEIN is ook de komende jaren gericht op de zorg en aandacht voor de persoonlijke- en professionele ontwikkeling, medezeggenschap, veiligheid en welbevinden van (vak)mensen die bij de organisatie werkzaam zijn. Niet voor niets is de ondertitel van het meerjarig personeelsbeleid “(ver)binding van (vak)mensen”. Het beleid gaat uit van de erkenning dat de medewerkers een essentiële factor zijn voor de ontwikkeling, de realisering van de ambities en de toekomstperspectieven van SEIN. Breed in de organisatie wordt begrepen dat professionele, betrokken en unieke medewerkers het verschil maken in de zorgverlening, behandeling en de leefwereld van de mensen die bij SEIN verblijven en werken. De komende jaren biedt het beleid, gebaseerd op goed werkgeverschap, een houvast voor uitwerking en realisering van thema’s en aandachtspunten op personeelsgebied en daarmee hopelijk ruimte voor (vak)mensen voor creativiteit en zelf oplossend vermogen. In 2014 ging veel aandacht uit naar de wijzigingen in het zorgstelsel in Nederland. In 2014 zijn de plannen voor veranderingen in de (zorg)organisatie en een vernieuwde bedrijfsondersteuning van start gegaan. Naar voren kwam dat de veranderingen met ingrijpende bezuinigingen gepaard zullen gaan en dat dit niet zonder gevolgen kan zijn voor de personele bezetting de komende jaren. Deze veranderingen hadden een zekere rem op de ontwikkelingen van het personeelsbeleid tot gevolg. Verloop In 2014 was de instroom van medewerkers lager dan de uitstroom. 97 (58,9 fte) nieuwe medewerkers kwamen in dienst en 108 (70,6 fte) medewerkers verlieten de organisatie. De verwachting is dat in 2015 de instroom lager zal zijn, mede als gevolg van de onzekerheden die SEIN in 2015 te wachten staan door de vele – wettelijke - wijzigingen in het zorgstelsel in Nederland en de voorgenomen vacaturestop. Gelet op de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand van SEIN wordt later dan verwacht, mede door allerlei overheidsmaatregelen gericht op langer doorwerken, een behoorlijke uitstroom als gevolg van de pensionering van medewerkers voorzien. Verzuim Na een lichte stijging van het verzuim in 2011 (6,2%) was het ziekteverzuim in 2012 op concernniveau al teruggedrongen tot 5,5% en in 2013 nog verder gedaald tot 5,1%. In het verslagjaar 2014 was het verzuimpercentage precies 5%. Daarmee lijkt het verzuim zich te stabiliseren rond de 5%. Het is van belang om naast een procentuele daling ook een daling van de meldingsfrequentie te bewerkstelliggen. Elke ziekmelding is immers een verstoring van de dagelijkse personeelsbezetting op een afdeling en kan daardoor de kwaliteit van de zorgverlening en bedrijfsondersteuning nadelig beïnvloeden. Vacatures Het totale aantal vacatures in 2014 bedroeg slechts 38 waarvan er twee moeilijk vervulbaar bleken. Van dit totale aantal betroffen 31 vacatures voor patiënt/cliëntgebonden functies. De vacatures konden met nieuwe medewerkers of door de re-integratie van zieke medewerkers vervuld worden. Aan het eind van het jaar stonden twee vacatures open, waarvan er één moeilijk vervulbaar was.
33
9
Financieel beleid, risico’s en ratio
Algemeen SEIN is qua budgettering gefinancierd vanuit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ -Lang Verblijf) en vanuit de Zorgverzekeringswet (ZVW-Klinische Zorg). De school De Waterlelie is gefinancierd vanuit Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W). Research ontvangt gelden uit private geldstromen. Het financiële beleid van SEIN is erop gericht inkomende en uitgaande geldstromen maximaal efficiënt op elkaar af te stemmen. Om dit te kunnen monitoren heeft SEIN de beschikking over een uitgebreid model waarin de uitgangspunten voor de meerjarenbegroting, kasstromen, grote investeringen en alle posten uit de jaarrekening geïntegreerd zijn. Dit gebruikt SEIN zowel voor de monitoring van de relevante financiële kengetallen, de betaalbaarheid in de toekomst van voorgenomen (bouw)projecten, scenario’s als de verhouding tussen eigen vermogen en extern aan te trekken vermogen. In dit model is tevens de berekening van de bedrijfswaarde van alle materiële vaste activa opgenomen. Lang Verblijf (AWBZ) Lang Verblijf is gefinancierd conform de bekostigingsregels voor een instelling voor Verstandelijk Gehandicapten. Daarbinnen ontvangt SEIN een toeslag op de zorgzwaartepakketten vanwege haar specifieke epilepsiefunctie. De omzet van Lang Verblijf bestaat in 2014 voor het grootste deel uit Zorgzwaartepakket (ZZP)-budget plus toeslagen en daarnaast uit cliëntgebonden budget voor Extreme Zorg Behoefte (EZB)). Een beperkt deel van het budget bestaat uit vergoedingen voor extramurale prestaties die gefinancierd worden middels Zorg In Natura (ZIN) () of Persoons Gebonden Budget (PGB). In 2014 heeft SEIN 379 intramurale cliënten in zorg gehad (2013: 388). SEIN heeft zich in 2014 voorbereid op de overgang naar andere financieringsvormen in 2015, zijnde financiering binnen de Wet Langdurige Zorg (WLZ), de Jeugdwet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Risico’s De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zal de bekostigingssystematiek voor de WLZ herijken. Wat dat betekent voor de tarieven, specifieke gelden voor de epilepsie problematiek en budget voor cliënten met een extreme zorg behoefte is nog onduidelijk. Wel bekend is dat dit met de nodige bezuinigingen gepaard zal gaan. Mogelijke scenario’s voortvloeiend uit de WLZ, Jeugdwet en Wmo worden binnen SEIN doorgerekend in het geïntegreerde financiële model dat de basis vormt voor meerjaren besluiten. Cliënten waarbij in 2015 voor het eerst een zorgindicatie wordt vastgesteld waarbij duidelijk is dat het om een lage zorgindicatie gaat hebben op basis van hun indicatie vanaf 2015 geen recht meer op intramurale zorg behorend tot de WLZ. Mensen met een zorgbehoefte die hierbij past, zullen zich moeten wenden tot de gemeenten in het kader van de decentralisatie van zorg (Wmo of Jeugdwet). SEIN heeft maar heel weinig cliënten in zorg met zo’n lage indicatie (1,8% van de huidige populatie). De bestaande cliënten met deze indicaties maken in 2015 gebruik van hun overgangsrecht en houden daardoor recht op intramurale zorg bij SEIN in het kader van de WLZ. Hierdoor zal op korte termijn de extramuralisering van zorg SEIN niet tot nauwelijks beïnvloeden. Op de langere termijn zal het wel betekenen dat de gemiddelde instroom van cliënten maximaal ca. 2% zou kunnen gaan dalen (doordat cliënten met een lage ZZP indicatie geen recht meer hebben op intramurale zorg). Echter omdat deze cliënten met een lage ZZP indicatie wel complexe epilepsie hebben en daardoor 24uurs zorg in de nabije omgeving nodig hebben is SEIN nog in gesprek met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), Zorgverzekeraars Nederland(ZN) en Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) over mogelijke toegang tot de WLZ voor deze cliëntgroep. Indien deze 24uurs zorg in de nabije omgeving door betrokken partijen wordt erkend zullen de wijzigingen in de WLZ niet tot nauwelijks het bedrijfsproces van SEIN Lang Verblijf intramuraal beïnvloeden.
34
Klinische Zorg (ZVW) In het jaar 2014 is er bij Klinische Zorg sprake van volledige financiering via prestatiebekostiging met vrije tarieven. Daarbij maken alle verzekeraars plafondafspraken waardoor het zorgvolume gemaximeerd is en het risico op hogere productie zonder vergoeding bij SEIN ligt. In de jaren 2013 en 2014 geldt voor epilepsie instellingen een financiële overgangsregeling. Deze transitieregeling zorgt ervoor dat het effect van de snelle invoering van prestatiebekostiging gemitigeerd wordt, in 2013 voor 95% en in 2014 voor 70%. De toename van de omzet waarover SEIN via vrije tarieven afspraken maakt, is toegenomen van 8% in 2013 tot 100% in 2014. Het financiële beleid heeft zich in 2014 vooral gericht op de effecten van de prestatiebekostiging en het beschikbaar hebben van de benodigde stuurinformatie. Hierbij zijn belangrijke aspecten: - het berekenen van juiste kostprijzen om te komen tot tarieven in het vrije segment en het analyseren van de zorgprofielen om na te gaan wat de ontwikkeling is in de geleverde zorg. Daarnaast is veel energie gestoken in het analyseren van de interne kostprijzen bij de meest voorkomende activiteiten. Doel is om waar het mogelijk is dezelfde kwaliteit van zorg te blijven leveren tegen gelijke of lagere kosten. Daarnaast is het doel om richting zorgverzekeraars transparant te maken welke zorg SEIN aanvullend biedt ten opzichte van de reguliere epilepsie- en slaapwaakzorg in tweedelijns instellingen. Uit gesprekken met zorgverzekeraars is duidelijk geworden dat zij op het gebied van huisvesting verwachten dat SEIN kosten maakt die vergelijkbaar zijn met de tweede lijn, ondanks de bovenregionale functie. Hierop is gestuurd bij het vaststellen van (vernieuw)bouwplannen en renovaties én bij het ontwikkelen van beleid met betrekking tot buitenpolikliniek locaties in het adhaerentiegebied. De overgang van gereguleerde financiering naar marktwerking verloopt met horten en stoten. De onderhandelingen met zorgverzekeraars over contracten en tarieven zijn intensief en tijdrovend. Complicerende factoren zijn het feit dat:
SEIN DBC producten levert in een expertise-markt waardoor bij verzekeraars weinig (benchmark) informatie beschikbaar is over de specifieke patiënten doelgroep;
er voor de categorale centra geen koepelafspraak is gemaakt over het verwerken van de aantallen verzekerden mutaties in de marktaandelen;
in de periode 2011 tot en met 2015 sprake is van 3 systeemwijzigingen in de DBC systematiek (in 2012 van DBC naar DOT, in 2013 wederom een nieuwe DOT structuur en in 2015 de doorlooptijdverkorting van 365 naar 120 dagen);
een aantal verzekeraars generieke benchmark informatie gebruikt als motief om de prijzen te verlagen zonder naar de achterliggende zorgprofielen te kijken; problemen hierbij zijn: -
er is geen informatie over de zorgprofielen van de benchmark groep zodat niet duidelijk is of de prijzen van dezelfde soorten producten vergeleken worden;
-
er is niet bekend welke ziekenhuizen de benchmark groep vormen om na te gaan of deze naar verwachting vergelijkbare zorg zouden moeten leveren;
-
bij de prijsvergelijking speelt de problematiek van “feeders en bleeders1” waardoor de benchmark instelling mogelijk een te laag tarief voor het specifieke product vraagt; deze problematiek speelt met name in academische ziekenhuizen, waar zorg het meest vergelijkbaar is met de zorg die SEIN levert
verzekeraars veel energie steken in het opstellen van criteria voor zorgverlening voor de belangrijkste producten; de beschikbare capaciteit van medisch adviseurs voor de afspraken over de gespecialiseerde epilepsiezorg/ slaapwaakproblematiek is beperkt.
1
De gemiddelde tarieven zoals gepubliceerd vanuit DBC Informatie Systeem (DIS) data bevatten, zoals bekend bij ziekenhuizen en verzekeraars, niet altijd bruikbare informatie. Een aantal (academische) ziekenhuizen hebben geen representatieve tarieven afgesproken. Zij accepteren vanuit pragmatische overwegingen dat het ene product verliesgevend en het andere winstgevend is. Bij laag volume producten zoals de gespecialiseerde epilepsie DBC’s kan dit een zeer vertekend beeld geven.
35
Zowel voor zorgverzekeraars als voor SEIN leidt dit tot een situatie waarin gebrek is aan betrouwbare (benchmark)informatie. SEIN blijft energie steken in het transparant maken van de geleverde zorg en het bespreken van de noodzakelijke zorg voor patiënten met complexe epilepsie en slaap- en waakstoornissen vanuit de medici binnen SEIN met de medisch adviseurs van zorgverzekeraars. Binnen de gespecialiseerde epilepsiezorg is het zeer moeilijk voorspelbaar of patiënten zware of reguliere zorg nodig hebben. De zorg die SEIN aan epilepsiepatiënten biedt, kent een verzwarende tendens gezien het beleid om patiënten waar mogelijk terug te verwijzen naar de tweede lijn. Hierdoor neemt de groep nieuwe patiënten, die uitgebreide diagnostiek en behandeling nodig hebben, relatief toe en blijft het totaal aantal behandelde patiënten in 2014 stabiel. Daarnaast komt (complexe) epilepsie relatief veel vaker voor bij mensen met ernstige verstandelijke beperkingen. Dit maakt dat bij de behandeling van deze categorie kinderen en volwassenen een extra complicerende (tijds)factor speelt in vergelijking met de behandeling in algemene ziekenhuizen. Risico’s Afspraken omzetplafonds met zorgverzekeraars De verdeling tussen kalenderjaren van de gemiddelde DBC omzet per patiënt over zorgverzekeraars kan grillig zijn. Bij grote zorgverzekeraars met een marktaandeel > 20% middelt dit uit. Doordat alle afspraken met zorgverzekeraars omzetplafonds bevatten - die gebaseerd zijn op gemiddelden - loopt SEIN hierbij het risico op niet declarabele omzet. Gedurende 2014 en 2015 is gebleken dat dit een steeds terugkerend onderwerp van gesprek is tussen instelling en zorgverzekeraar. Met betrekking tot dit onderwerp betracht SEIN optimale transparantie richting zorgverzekeraars. SEIN wil het risico in de toekomst afdekken door meerjaren contractafspraken te maken met zorgverzekeraars. Door de vele wijzigingen in het DBC systeem (sluiting binnen maximaal 120 dagen) is het momenteel voor zowel SEIN als zorgverzekeraars risicovol om meerjaren contracten te sluiten. Ondanks dit gegeven zijn er met twee zorgverzekeraars meerjarenafspraken gemaakt waarbij de omzetplafonds worden “uitgeruild” tussen de jaren. Dialoog over kwaliteit en tarieven De dialoog bij de zorginkoop met de meeste zorgverzekeraars beperkt zich veelal tot een discussie over tarieven. Zonder de onderbouwing van de benchmark tarieven te kennen, betekent dit een “platte”, niet inhoudelijke discussie. SEIN wil graag een dialoog met alle zorgverzekeraars aan op basis van de rol en functie van een expertisecentrum waarbij de inhoud van de geleverde zorg en de coördinerende rol in de regio centraal staat. Research RVE Research wordt voornamelijk bekostigd door subsidie van de Christelijke Vereniging voor Lijders aan Epilepsie. Daarnaast worden onderzoekers gestimuleerd en ondersteund bij het werven van externe fondsen voor hun activiteiten. De resultaten van de externe fondsenwerving zijn de andere bron voor bekostiging van de onderzoeksactiviteiten. School de Waterlelie (OC&W) De financiering van De Waterlelie bestaat voornamelijk uit drie bekostigingsstromen. Enerzijds wordt vanuit OC&W een budget overgemaakt op basis van het aantal leerlingen op een teldatum. Anderzijds vindt bekostiging plaats voor de ambulante begeleiding van kinderen met epilepsie in het onderwijs elders. Daarnaast ontvangt de school jaarlijks Expertisebekostiging. Beide laatste geldstromen zijn gefixeerde bedragen en voor vier jaar vastgesteld. Het leerlingenaantal is op de teldatum gestabiliseerd. We zien een toename van het aantal leerlingen die opgenomen zijn bij de kinderobservatie van SEIN in Midden- en West- Nederland, de zogenaamde residentiële leerlingen. Door de vacaturestop en natuurlijk verloop is het begrote tekort ingelopen en beleidsruimte ontstaan. 36
De omvang(schaal) van de school heeft een kritische grens bereikt. Te verwachten valt dat het aantal leerlingen niet zal toenemen. Om, ook op langere termijn, kwaliteit en continuïteit van de specifieke vorm van speciaal onderwijs van De Waterlelie te kunnen waarborgen is samenwerking nodig. Onder de paraplu van de samenwerkingsverbanden primair- en voortgezet onderwijs Passend Onderwijs in de regio Haarlemmermeer, wordt samenwerking gezocht met de andere vormen van speciaal onderwijs in de regio. Balans In de jaarrekening is een uitgebreide toelichting opgenomen op alle (grondslagen van waardering van) balansposten. Met betrekking tot de materiële vaste activa heeft SEIN wederom, overeenkomstig RJ 121, getoetst of de boekwaarde nog kan worden gerealiseerd uit de toekomstige opbrengsten. Daarin zijn voor de RVE Lang Verblijf aannames gedaan met betrekking tot de financiële effecten die het gevolg zullen zijn van de invoering van de WLZ in 2015 en verder. SEIN heeft de contante waarde van de toekomstige kasstromen van het zorgvastgoed benaderd op instellingsniveau en vergeleken met de boekwaarde van dit vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2018. Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december 2014 en de contante waarde van de toekomstige kasstromen is positief. Aangezien dit saldo positief is, zijn geen aanpassingen gedaan aan de waardering van dit vastgoed. Een post die veel aandacht heeft gekregen, zowel vanuit belanghebbende, toezichthoudende partijen als ook vanuit SEIN, is de waardering van de omzet en het onderhanden werk. SEIN heeft in het jaar 2014 een afloopcontrole uitgevoerd op de onderhanden posten in de jaarrekening 2013 en op basis daarvan de schatting van uitval en bepaling van het resultaat op het onderhanden werk geverifieerd. Daarnaast heeft SEIN in 2014 externe software aangeschaft waardoor een beter zicht is op de schadelastprognose per jaar waarover afspraken met verzekeraars is gemaakt. Tevens is vanuit deze software actueel zicht op de zorgprofielen van DBC’s, Een financiële toelichting is in de jaarrekening opgenomen bij de balanspost onderhanden werk en in bijlage 1. Exploitatieresultaat SEIN heeft in het jaar 2014 een exploitatieresultaat van 3,3 miljoen euro behaald (2013: 3,6 miljoen). Lang Verblijf heeft een resultaat van 0,1 miljoen euro, Klinische Zorg een resultaat van 2,7 miljoen euro, Research een resultaat van 0,25 miljoen euro en school De Waterlelie een resultaat van 0,25 miljoen euro. Het positieve resultaat van SEIN zorg is hoofdzakelijk ontstaan door eenmalige transitie inkomsten bij klinische zorg van € 2,9 mln. een positieve invloed op het resultaat hebben de gegarandeerde inkomsten uit kapitaallasten. Het positieve resultaat van research houdt deels verband met nagekomen inkomsten uit voorgaande jaren en deels met niet in het begrotingsjaar gestarte projecten. Het positieve resultaat van school De Waterlelie heeft te maken met een hogere rijksbijdrage OC&W dan begroot. Ratio’s, vermogensontwikkeling en kengetallen In het jaar 2014 is wederom een stijging te zien van de ratio’s weerstandsvermogen en solvabiliteit. Aangezien beide ratio’s in verschillende documenten van NZa en Waarborgfonds voor de zorgsector (WfZ) gebruikt worden, presenteert SEIN beide ratio’s. Gezien de risico’s die SEIN – als gespecialiseerde instelling - loopt in verband met de landelijke ontwikkelingen en gezien de eisen die financiers stellen aan onze instelling, vindt SEIN het noodzakelijk om een solvabiliteit van 30% te hebben. De forse toename van de current ratio heeft te maken met de toename van de liquide middelen. Voor andere van belang zijnde ratio’s verwijzen wij naar pagina 26 van de jaarrekening van SEIN.
37
Weerstandvermogen
2014
2013
Totaal SEIN
42,8%
39,9%
Solvabiliteit
2014
2013
33,5%
32,4%
2014
2013
177,3%
153,6%
Eigen Vermogen / Omzet
Eigen Vermogen / Balanstotaal
Totaal SEIN current ratio Vlottende activa/vlottende passiva
Totaal SEIN
38
Bijlage Afkortingenlijst AIOS
Arts In Opleiding tot Specialist
AV&T
Actieplan Arbeids Voorbereiding en Training
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AZR
AWBZ-brede zorgregistratie
BBC
Beroepsbelangen Commissie
BHV
BedrijfsHulpVerlening
BIG
Beroepen in de individuele gezondheidszorg
BKZ
Budgettair Kader Zorg
BOPZ
(Wet) Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CCE
Centrum voor Consultatie en Expertise
CIBG
Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg
CQ
Consumer Quality (Index)
CVB
Commissie van Begeleiding
CVZ
College voor zorgverzekeringen
DAC
Diensten- en ActiviteitenCentrum
DOT
DBC Op weg naar Transparantie
DBC
Diagnose Behandel Combinatie
ECD
Elektronisch Cliënten Dossier
EEG
Elektro EncefaloGram
EMU
Electronic Monitoring Unit
EPC
Energie Prestatie Coëfficiënt
EPD
Elektronisch Patiënten Dossier
ESF
Europees Sociaal Fonds
EVS
Elektronisch Voorschrijf Systeem
EZB
Extreme Zorgbehoefte
FB
Functiegerichte Budgettering
GMR
Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad
GGZ
Geestelijke GezondheidsZorg
ICMT
Informatie-, Communicatie- en Medische Technologie
ICT
Informatie en Communicatie Technologie
IHP
Individueel Handelingsplan (=school)
IOP
Individueel OndersteuningsPlan
ITP
Individueel Traject Plan
IRIS
Integraal Registratie Informatie Systeem
ISMS
Information Security Management System
IVA
Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
KHB
Kwaliteitshandsboek
KNF
Klinische NeuroFysiologie
KPC
Katholiek Pedagogisch Centrum
LECSO Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs LIESA
Landelijk Informatie en Steunpunt Arbeidstoeleiding
LG
Lichamelijk Gehandicapt
LSR
Landelijk Steunpunt (mede)zeggenschap (cliënten)
LTOP
Lange Termijn OnderhoudsPlan
LWOE
Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie
LZK
Langdurig Zieke Kinderen
MBI
Macro Beheersing Instrument
MBO
Middelbaar beroepsonderwijs 39
MER
Main Equipment Room
MG
Meervoudig Gehandicapt
MMZ
Medewerker Maatschappelijke Zorg
MWN
Midden- en West Nederland
NAH
Niet Aangeboren Hersenletsel
NFU
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
NHC
Normatieve HuisvestingsComponent
NIAZ
Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg
NON
Noord- en Oost-Nederland
NVN
Nederlandse Vereniging voor Neurologie
NZa
Nederlandse Zorgautoriteit
OR
ondernemingsraad
OC&W Onderwijs, Cultuur en Wetenschap PA
Physician Assistant
PBORB Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherche Bureaus P&F
Personeel en Financiën
PGB
Persoons Gebonden Budget
PLB
Persoonlijk LevensfaseBudget
PO
Passend Onderwijs
PRI
Prospectieve Risicoanalyses
PRISMA Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis PRO
praktijkonderwijs
PTO
PatiëntTevredenheidsOnderzoek
PvE
Programma van Eisen
RAB
Reguliere ambulante begeleiding
REC
Regionale Expertise Centra
RI&E
Risico Inventarisatie & Evaluatie
RJ
Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving
RVE
Resultaat Verantwoordelijke Eenheden
SAFER Scenario Analyse van Faalwijzen, Effecten en Risico’s SDO
Stichting DBC Onderhoud
SIASOD SEIN Integratie Architectuur Server Oriëntated Development SMILE
Signaleren Melden Informeren Leren Evalueren
SO
Speciaal Onderwijs
sova
sociale vaardigheid
SUDEP Sudden Unexpected Death in Epilepsy SW
Sociaal Werkvoorziening
TLO
Theoretisch lijnonderwijs
UMCU Universitair Medisch Centrum van Utrecht UWV
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen
VG
Verstandelijk Gehandicapten
VGN
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
VIM
Veilig Incident Melden
VMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
VO
Voortgezet Onderwijs
VWO
Verpleegkundige Werk Organisatie
VSO
Voortgezet Speciaal Onderwijs
VUmc
Vrije Universiteit medisch centrum
VMBO
Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VSO
Voortgezet Speciaal Onderwijs 40
VWS
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WACC
Weighted Average Cost of Capital
Wfz
Waarborgfonds voor de zorgsector
WGA
Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten
WKO
Warmte Koude Opslag
Wlz
Wet langdurige zorg
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WTZI
Wet Toelating ZorgInstellingen
WV
Wetenschappelijke Vereniging
ZiNL
Zorginstituut Nederland
ZiZo
Zichtbare Zorg
ZZP
ZorgZwaartePakketten
ZVW
Zorgverzekeringswet
41
10 Jaarrekening SEIN 2014
42
Jaarrekening 2014 Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
INHOUDSOPGAVE
Pagina
5.1
Jaarrekening 2014
5.1.1
Balans per 31 december 2014
4
5.1.2
Resultatenrekening over 2014
5
5.1.3
Kasstroomoverzicht over 2014
6
5.1.4
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
7
5.1.5
Toelichting op de balans per 31 december 2014
11
5.1.6
Mutatieoverzicht materiële vaste activa
27
5.1.7
Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten
31
5.1.8
Overzicht langlopende schulden ultimo 2014
32
5.1.9
Toelichting op de resultatenrekening over 2014
33
5.1.10 Toelichting sectorale ontwikkelingen cure
46
5.2
Overige gegevens
5.2.1
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
50
5.2.2
Resultaatbestemming
50
5.2.3
Gebeurtenissen na balansdatum
50
5.2.4
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
50
5.2.5
Controleverklaring van de extern accountant
51
Bijlage 1 - Kerngegevens
53
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1 JAARREKENING
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1 JAARREKENING (na resultaatbestemming)
5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014 Ref.
31-dec-14 €
31-dec-13 €
1 2
77.594 1.154
74.601 1.591
78.748
76.192
63 1.106 7.448 1.833 22.367
74 1.322 6.502 7.000 14.419
32.817
29.317
111.565
105.509
31-dec-14 €
31-dec-13 €
1.421 31.259 964 3.718
1.421 28.062 1.092 3.486
37.362
34.061
9
2.782
1.290
Langlopende schulden
10
52.911
50.986
Kortlopende schulden Overige kortlopende schulden
11
18.510
19.172
111.565
105.509
in euro x1.000
ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van bekostiging Liquide middelen
3 4 5 6 7
Totaal vlottende activa Totaal activa
Ref.
in euro x1.000
PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Vermogen school "De Waterlelie"
8
Totaal eigen vermogen
Voorzieningen
Totaal Passiva
Pagina
4
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2014 Ref.
in euro x1.000
2014 €
2013 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Gebudgetteerde zorgprestaties Lang Verblijf
14
46.396
46.992
Gebudgetteerde zorgprestaties Klinische Zorg
14
421
1.089
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
15
1.002
713
DBC opbrengsten B-segment
16
26.481
12.320
DBC opbrengsten A-segment
17
Opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en honorariumplafonds
18
2.882
3.698
Subsidies
19
8.421
8.389
Overige bedrijfsopbrengsten
20
1.621
1.621
87.206
85.268
Som der bedrijfsopbrengsten
18-
10.446
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
21
63.976
61.025
Afschrijvingen op materiële en financiële vaste activa
22
5.527
5.345
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
23
-
-
Overige bedrijfskosten
24
12.650
13.602
82.153
79.972
5.053
5.296
1.752-
1.697-
3.301
3.599
Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
25
RESULTAAT BOEKJAAR RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld: Reserve aanvaardbare kosten Eigen vermogen school "De Waterlelie" Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves school "De Waterlelie"
Pagina
5
2014 €
2013 €
51 280 3.018 48-
2.898 450 291 40-
3.301
3.599
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Ref.
2014 €
€
€
2013 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor : - afschrijvingen - mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - onderhanden werk DBC's - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl.schulden aan kredietinstellingen)
5.053 1 9
2 3 4 5 11
5.542 1.492
7.034
11 216 946-
5.358 502-
5.167
3.132-
794-
3.654
1.918-
15.741 19 19
4.856
21 1.486 2.522
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
5.296
200 1.952-
1.752-
Kasstroom uit operationele activiteiten
1.0219.131
51 1.748-
13.989
1.6977.434
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa *) Investeringen financiële vaste activa
1 2
3.598-
7.4383.598-
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
7.438-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen *) Aflossing langlopende schulden
10
2.443-
18.000 3.377-
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie geldmiddelen (inclusief kortlopende schulden aan kredietinstellingen)
6
2.443-
14.623
7.948
14.619
Toelichting: *) In de jaarrekening is de aanschaf van grond geactiveerd voor EUR 4,3 mln onder gelijktijdige opneming van een langlopende schuld voor hetzelfde bedrag. Er is geen kasstroommutatie omdat het bedrag verschuldigd is aan de verkopende partij
Pagina
6
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen
Activiteiten
De Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN), gevestigd Achterweg 5 te Heemstede, omvat een drietal grote onderdelen. Dit zijn: klinieken en poliklinieken SEIN (cure), lang verblijf SEIN (care) en de school "De Waterlelie" ( speciaal onderwijs)
Continuïteitsveronderstelling
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaand van de continuïteitsveronderstelling.
Waardering en toerekening aan periodes
Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de instelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de instelling. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal.
Effecten invoering prestatiebekostiging Alle Nederlandse ziekenhuizen hebben ingaande 2012 te maken met de introductie van DOT en prestatiebekostiging, voor SEIN is deze systeemovergang in het jaar 2013 geweest. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de omzetbepaling van het ziekenhuis. Een toelichting op de achtergronden van de invoering van prestatie bekostiging is opgenomen in een separate bijlage in deze jaarrekening; in dit verband wordt verwezen naar Bijlage 1. Hierin wordt ingegaan op de algemene sectorproblematiek en de instellingsspecifieke gevolgen ervan op de omzetbepaling van SEIN.
Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW (met uitzondering van afdeling 1, 11 en 12), de Regeling verslaggeving WTZi, het OCW-Voorschrift Jaarverslaggeving en de relevante stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Daarnaast is er rekening gehouden met het controleprotocol 2014 en de aanvullingen modeljaarrekening zorg 2014.
Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte voorgaand jaar.
Pagina
7
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Financiële instrumenten In de jaarrekening van stichting SEIN zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: Financiële vaste activa, Vorderingen en overlopende activa, Liquide middelen, Langlopende schulden, Kortlopende schulden en overlopende passiva.
Initiële waardering Financiële instrumenten worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Financiële vaste activa, vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Liquide middelen Liquide middelen worden gewaard tegen de nominale waarde.
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.
Reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn. De reële waarde van een lening is gelijk aan de contante waarde van toekomstige kasstromen gebaseerd op een rente die per balansdatum zou gelden voor gelijksoortige leningen vermeerderd met een risicopremie voor iedere individuele lening.
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op onderhanden projecten en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: * Bedrijfsgebouwen: 2%-5% * Machines en installaties: 5% * Groot onderhoud 2% - 20% * (Medische) apparatuur 10%-20% * ICT investeringen: 20% Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze opgenomen onder de bestemmingsfondsen binnen het eigen vermogen. Vaste activa worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als sprake is van wijzigingen in omstandigheden waardoor de vraag ontstaat of de boekwaarde van een actief terugverdiend kan worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief per balansdatum te vergelijken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde kan bestaan uit de contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting bij voortgezet gebruik zal genereren, of de bij verkoop naar verwachting te realiseren directe opbrengstwaarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde.
Pagina
8
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva
Voorraden
Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
Het onderhanden werk DBC's wordt gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs van de uitgevoerde verrichtingen of tegen de opbrengstwaarde van de DBC indien deze lager is. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo boekjaar openstonden. Op de onderhanden DBC-trajecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. De DBC opbrengstwaarde is moeilijk te bepalen vanwege gebrek aan historische gegevens en het feit dat er nog zeer veel behandeling en diagnostiek plaats vindt in de openstaande DBC-trajecten zodat de waardering op indirecte opbrengstwaarde (welke de voorkeur geniet in de RJ) voor SEIN niet mogelijk is.
Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.
Voorziening groot onderhoud Voor verwachte kosten inzake onderhoud van panden, installaties ed. wordt een voorziening voor cyclisch groot onderhoud gevormd bij de Waterlelie en voor de dienstwoningen van SEIN.
Jubileumvoorziening Voor verwachte kosten in verband met uitkeringen voor personeel bij jubilea is op basis van toegezegde rechten een voorziening gevormd. De voorziening is een contante waarde berekening van de in de toekomst uit te keren jubileum verplichtingen. De berekening is gebaseerd op CAO bepalingen en blijfkans.
Voorziening persoonlijk levensfase budget (PLB-uren) Voor een specifiek overgangsrecht op grond van de verplichtingen uit de CAO voor het Persoonlijk Budget Levensfase (PBL) is een voorziening opgenomen. Deze voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren in het kader van het overgangsrecht voor medewerkers die op 31 december 2009 45 jaar, maar nog geen 50 jaar zijn. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, ingeschatte blijfkans, actuele salaris- en dienstverbandgegevens en het aantal jaren tot het bereiken van de specifieke leeftijd van 55 jaar waarin de medewerker eenmalig 200 uur in het PBL gestort krijgt.
Voorziening arbeidsvoorwaarden De dotatie aan de voorziening is gevormd op basis van de kosten van herplaatsing of bijbetaling van salaris tijdens detachering van de betrokken medewerkers danwel op basis van de kosten die nog betaald moeten worden aan medewerkers die in verband met reorganisatie uit dienst gegaan zijn.
Voorziening langdurig zieke medewerkers Voor medewerkers die per 31-12-2014 langdurig ziek waren, is ingeschat in hoeverre zij naar verwachting niet meer productief zullen zijn. De hiermee verband houdende kosten zijn in deze voorziening opgenomen.
Pagina
9
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling
Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Opbrengsten uit onderhanden projecten Aangezien het resultaat van een onderhanden project met betrekking tot de DBC’s in het jaar 2014 niet betrouwbaar kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten slechts verwerkt tot het bedrag van de gemaakte kosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. Verwachte verliezen op contracten worden onmiddellijk in de winst-enverliesrekening opgenomen.
Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de stichting zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de stichting gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de stichting voor de kosten van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief.
Pensioenen De aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn/ABP te betalen premie wordt als last in de winst- en verliesrekening verantwoord en, voor zover de aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn/ABP te betalen premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. SEIN heeft geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn/ABP, anders dan het voldoen van toekomstig hogere premiebijdragen. Om deze reden worden de op een periode betrekking hebbende premiebijdragen in die periode ten laste van het resultaat gebracht.
Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi) publieke sector (WNT) Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi) publieke sector (WNT) heeft SEIN zich gehouden aan de beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van de jaarrekening gehanteerd. 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt overeenkomstig de Richtlijn Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de volgende segmenten: school "De Waterlelie", Lang Verblijf (AWBZ), Klinische Zorg (Zorgverzekeringswet) en Research (privaat gefinancierd onderzoek naar epilepsie). Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden zorgsoorten geschiedt op basis van de werkelijke kosten volgens de verhouding uit het kostprijssysteem van het jaar 2013. Toerekening van indirecte kosten binnen het kostprijssysteem vindt plaats op basis van de mate van verbruik/gebruik door de verschillende segmenten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van diverse sleutels om kosten toe te rekenen, zoals bijv.aantallen verpleegdagen en gebruikte m2. 5.1.4.5 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
Pagina
10
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa
54.451 13.869 8.631 405 238
50.236 14.387 8.868 850 260
Totaal materiële vaste activa
77.594
74.601
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Bij: herwaarderingen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
74.601 8.098 5.105 -
72.029 7.438 4.866 -
Boekwaarde per 31 december
77.594
74.601
Aanschafwaarde Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
160.285 82.691
151.869 77.268
77.594
74.601
Boekwaarde per 31 december
Toelichting: In het kader van de terreinontwikkeling op de locatie Cruquius is begin 2014 grond aangekocht. Tevens is in deze periode een ontwikkelovereenkomst gesloten met projectontwikkelaars met als bedoeling een groot deel van de grond op dit terrein te vervreemden. Doel is omgekeerde integratie en ons alleen richten op de kernfuncties van een zorginstelling. Een nadere toelichting op de ontwikkelovereenkomst is te vinden op pagina 26 van de jaarrekening onder het kopje "Toekomstige opbrengsten uit terreinontwikkeling". SEIN beschikt voor de sector lang verblijf over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in 2012 de bekostigingsregels aangepast. Volledige nacalculatie van kapitaallasten van goedgekeurde investeringen is vervangen door prestatiebekostiging. Voor de sector klinische zorg is een gelijke wijziging van toepassing bij de invoering van prestatiebekostiging. Vanaf 2014 vindt financiering van onroerend goed volledig plaats uit vrije tarieven. Voor de sector AWBZ geldt een overgangstermijn van 6 jaar (tot en met 2017) waarin deze overgang gefaseerd wordt. Voor de Zorgverzekeringswet is tot en met 2016 sprake van een garantieregeling kapitaallasten, die feitelijk zorgt voor eenzelfde soort gefaseerde overgang als voor de sector AWBZ.
Pagina 11
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
1. Materiële vaste activa (vervolg) Toelichting (vervolg): Op grond van alle relevante ontwikkelingen heeft SEIN ultimo 2014 opnieuw overeenkomstig RJ 121 getoetst of de toekomstige afschrijvingskosten nog kunnen worden gerealiseerd uit de toekomstige opbrengsten. SEIN heeft de contante waarde van de de toekomstige kasstromen van dit zorgvastgoed benaderd op instellingsniveau voor de intramurale en extramurale prestatie en vergeleken met de boekwaarde van dit vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa.
Bij de bepaling van de toekomstige kasstromen is in verband met de onzekerheden over de definitieve uitwerking van de beleidsvoornemens, temporisering van de maatregelen en de gevolgen daarvan voor de cliëntpopulatie zijn de volgende belangrijke veronderstellingen gehanteerd:
Een disconteringsvoet van 5,25% , zijnde de WACC;
Uit de meerjarenbegroting afgeleide kasstromen voor de jaren 2015 tot en met 2020, en genormaliseerde trendmatige kasstromen vanaf 2021 tot aan einde levensduur. Bij de berekening hiervan is rekening gehouden met de effecten van de overgangsregeling kapitaallasten AWBZ en klinische zorg en de meest recente ontwikkelingen in de langdurige en klinische zorg;
Een bezettingsgraad op basis van gemiddeld 395 intramurale cliënten; Een gelijkblijvend aantal cliënten van een zwaardere samenstelling;
Vervangingsinvesteringen tot het niveau welke noodzakelijk worden geacht om het betreffende vastgoed tot aan einde van de levensduur in gebruik te houden.
Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december 2014 en de realiseerbare waarde van het intramurale vastgoed bedroeg ultimo 2014 ongeveer EUR 24 miljoen (ultimo 2013: EUR 10 miljoen).Er is geen aanleiding om een bijzondere waardevermindering op het intramurale vastgoed door te voeren. Voor het extramurale vastgoed is een lagere waarde vastgesteld. De afwaardering van het extramurale vastgoed heeft in 2011 plaatsgevonden.Een verhoging van de disconteringsvoet met 0,5% heeft tot gevolg dat verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde afneemt met EUR 8 miljoen tot ongeveer EUR 16 miljoen. De disconteringsvoet (WACC) is ten opzichte van de jaarrekening 2013verlaagd van 6,1% naar 5,25%.
Op alle panden van SEIN is hypotheek gevestigd ten behoeve van het aantrekken van langlopende leningen
Pagina 12
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
2. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Vordering uit hoofde van Compensatieregeling vaste activa AWBZ Vordering uit hoofde van nacalculatie buiten gebruik gestelde panden AWBZ/ZVW Vordering uit hoofde van nacalculatie buiten gebruik te stellen panden AWBZ/ZVW
1.065 2 87
1.421 8 162
Totaal financiële vaste activa
1.154
1.591
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:
€
Boekwaarde per 1 januari 2014
1.591
Af: Verwerking compensatieregeling vaste activa AWBZ in aanvaardbare kosten Af: Verwerking nacalculatie vaste activa AWBZ in aanvaardbare kosten
35582-
Boekwaarde per 31 december 2014
1.154
Toelichting: Een groot aantal gebouwen bij SEIN zijn in de jaren 2009 en 2010 buiten gebruik gesteld na ingebruikname van de nieuwbouw van 280 plaatsen voor cliënten lang verblijf op de locaties Cruquiushoeve en Meer & Bosch. Een deel van de boekwaarde van deze panden past binnen de Compensatieregeling Vaste Activa AWBZ, zoals opgesteld door de Nza. Het grootste deel van de betreffende panden is gebouwd in 1966/1967 vóór inwerkingtreding van de Wtzi. De Nza heeft goedgekeurd dat deze panden in aanmerking komen voor de betreffende regeling. Een ander deel van de betreffende panden is reeds gesloopt danwel buiten gebruik gesteld en komt niet in aanmerking voor de Compensatieregeling. Deze panden zijn gewaardeerd op het resterende te ontvangen nacalculatiebedrag tot en met 2017 op de regel vordering uit hoofde van nacalculatie buiten gebruik gestelde panden AWBZ/ZVW. Een beperkt aantal panden blijft in gebruik tot de realisatie van vervangende huisvesting in verband met voorgenomen afstoting van het resterende gedeelte van het terrein Cruquiushoeve. Deze panden zijn gewaardeerd op de resterende afschrijvingskosten 2015 + de in de jaren ‘16/’17 nog na te calculeren bedragen vanuit de afbouw nacalculatie cure en care. Deze bedragen zijn gepresenteerd onder vordering uit hoofde van nacalculatie buiten gebruik te stellen panden AWBZ/ZVW.
3. Voorraden
31-dec-14 €
Magazijnartikelen
Toelichting: De voorraden betreffen magazijnartikelen voor de sector langverblijf (AWBZ) Ultimo 2014 was er geen noodzaak tot het treffen van een voorziening voor incourante voorraden.
Pagina 13
31-dec-13 €
63
74
63
74
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's De specificatie is als volgt :
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Onderhanden werk DBC's B-segment Af: ontvangen voorschotten Bij: saldo ontvangen voorschotten hoger dan onderhanden werk
6.428 5.739417
5.883 4.796235
Totaal onderhanden werk
1.106
1.322
Toelichting: De onderhanden werkpositie bedraagt rond de 25% van de jaaromzet DBC's en is vergelijkbaar met de positie per 31-12-2013. SEIN heeft in het jaar 2014 een bedrag van in totaal EUR 0,4 miljoen in mindering gebracht op het onderhanden werk vanwege de verwachte overschrijding van de schadelastafspraken op de in 2014 geopende DBC's en vanwege geopende zorgtrajecten die naar verwachting niet tot een declarabele DBC zullen leiden. Vanwege de veelal chronische populatie patiënten is de doorlooptijd van DBC's in de systematiek zoals geldt tot en met 2014 lang (365 dagen) en wordt 65% van de epilepsie DBC´s die in 2014 geopend zijn, pas het volgende kalenderjaar gesloten.
5. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt :
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's Vordering op Christelijke Vereniging Disagio waarborgfonds Vooruitbetaalde bedragen:
1.622 4.340 114 322 303
503 4.362 134 385 189
Overige nog te ontvangen bedragen
747
929
7.448
6.502
Nog te ontvangen bedragen:
Totaal vorderingen en overlopende activa
Toelichting: Het vooruitbetaalde disagio valt in 10 jaar vrij. De resterende looptijd bedraagt respectievelijk 5 (EUR 152.000) en 8 jaar (EUR 170.000). Er is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen van EUR 72.000 per 31-12-2014.
Pagina 14
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
6. Vorderingen uit hoofde van bekostiging
Vorderingen uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van transitieregeling
CARE CURE CURE
Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging
31-dec-14
31-dec-13
€ 1.387 689 243-
€ 730 2.572 3.698
1.833
7.000
Specificatie Vorderingen uit hoofde van bekostiging CURE
t/m 2012 €
Saldo per 1 januari Financieringstekort Financieringsoverschot
1.871
2013 € -
2014 € -
Sub-totaal
totaal € 1.871 -
1.871
Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten
701 1.883-
Sub-totaal mutatie boekjaar Saldo per 31 december Financieringstekort Financieringsoverschot Totaal
Stadium van vaststelling (per erkenning):
-
1.182-
-
-
689 689
-
-
c
701 1.883-
689 689 689
c
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
2014 €
2013 €
Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: gefactureerde omzet DBC's A-segment Af: mutatie onderhanden werk DBC's A-segment
-
-
Totaal financieringsverschil
-
-
Toelichting: Ultimo 2014 zijn nog in de tarieven te verrekenen de bedragen uit hoofde van ten ontrechte opgeschoond budget AIOS. De Nza heeft aangegeven dat verrekening hiervan wacht op de definitieve vaststelling van de marktaandelen 2012 door ZiNL.
Pagina 15
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
6. Vorderingen uit hoofde van bekostiging Specificatie Vorderingen uit hoofde van bekostiging CARE
t/m 2012 €
Saldo per 1 januari Financieringstekort Financieringsoverschot
-
2013 € 730
2014 € 1.387
totaal € 2.117 -
Sub-totaal
2.117
Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten
-
Saldo per 31 december Financieringstekort Financieringsoverschot Totaal
-
Sub-totaal mutatie boekjaar
730-
-
Stadium van vaststelling (per erkenning):
730c
730-
-
-
1.387
1.387 1.387
1.387 1.387
c
a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa Specificatie financieringsverschil in het boekjaar Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten Af: inhaalindex in de tarieven 2013 verantwoord in 2012 Totaal financieringsverschil
2014 € 46.396 45.009 1.387
Pagina 16
2013 € 46.992 46.712 14 464730
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
6. Vorderingen uit hoofde van bekostiging Specificatie Vorderingen uit hoofde van transitieregeling CURE
De specificatie is als volgt:
2014 €
Schaduwbudget Af: A omzet (inclusief overloop) Af: B omzet nieuw (binnen transitiemodel = B-2013) honorariumomzet loondienst met vergoeding in schaduwbudget in B nieuw Af: Niet vergoed in schaduwbudget Transitiebedrag
2013 €
24.991 10.941 10.062
24.748 10.958 9.897
1.196 2.792
195 3.698
2014 € Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van transitieregeling - schulden uit hoofde van transitieregeling Het transitiebedrag wordt verwerkt in: 2013 95% 2014 correctie 2013 2014 70%
243 243
2013 € 3.698 3.698
3.698 91 1.954
Toelichting: Voor een toelichting op de achtergronden van de invoering van de prestatiebekostiging wordt verwezen naar Bijlage 1 van de jaarrekening. In 2014 heeft de NZa het schaduwbudget verhoogd met EUR 243.000 in verband met ten onrechte "opgeschoonde budgetten" in het kader van de subsidieregeling AIOS. Dit in verband met een zaak voor het CBB over de jaren 2008 tot en met 2012 die SEIN gewonnen heeft. De definitieve transitieberekening leidt tot een verlaging van het schaduwbudget met EUR 147.000 en daarmee tot een terugbetalingsverplichting over de jaren 2013 en 2014 van EUR 243.000.
Pagina 17
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
7. Liquide middelen De specificatie is als volgt :
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Bankrekeningen Kassen
22.330 37
14.376 43
Totaal liquide middelen
22.367
14.419
Toelichting: De saldi op de rekening-courantrekeningen bij banken vertonen een positief saldo. De reden van de toename van het saldo liquide middelen is : - eind 2014 zijn de vergoedingen uit hoofde van de transitieregeling 2013 en 2014 ontvangen (EUR 5,3 miljoen) - hogere ontvangsten uit DBC-facturatie dan begroot (EUR 1,3 miljoen) - minder crediteurenbetalingen dan begroot (EUR 0,7 miljoen) De liquide middelen staan ter vrije besteding van de Stichting.
Pagina 18
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA
8. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Vermogen school "De Waterlelie"
1.421 31.259 964 3.718
1.421 28.062 1.092 3.486
Totaal eigen vermogen
37.362
34.061
Kapitaal
Saldo per 31-dec-13 €
Het verloop is als volgt weer te geven: Kapitaal
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
1.421 1.421
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
Saldo per 31-dec-13 €
Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten: Bestemmingsreserves: Lang Verblijf Klinische Zorg Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen
Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Bestemmingsreserves: Arbohulpmiddelen Research Bestemmingsfonds: Giften
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
Vermogen School "De Waterlelie"
-
Resultaatbestemming €
-
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-14 € 25.727
1.302 1.084
329 2.817
1.631 3.901
28.062
3.197
Resultaatbestemming
-
Overige mutaties
31.259
Saldo per 31-dec-14
77 104
2146-
56 58
911
61-
850
1.092
128-
Resultaatbestemming
Algemene Reserve Bestemmingsreserves
2.623 863
280 48-
Totaal vermogen School "De Waterlelie"
3.486
232
-
Overige mutaties
Toelichting De inkomsten en uitgaven op de bestemmingsreserves zijn gesaldeerd onder resultaatsbestemming.
Pagina 19
1.421
51
Saldo per 31-dec-13
Het verloop is als volgt weer te geven:
1.421
25.676
Saldo per 31-dec-13
Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per 31-dec-14 €
964
Saldo per 31-dec-14 2.903 815
-
3.718
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA
9. Voorzieningen
Saldo per 31-dec-13 €
Het verloop is als volgt weer te geven: Voorziening groot onderhoud Jubileumvoorziening Voorziening arbeidsvoorwaarden Voorziening persoonlijk levensfasebudget Voorziening langdurig zieke medewerkers Voorziening onderhoud Waterlelie Overige voorzieningen Waterlelie Totaal voorzieningen
Dotatie
Onttrekking
€
€
Saldo per 31-dec-14 €
197 301 174 174 299 145
493 213 175 787 70 3
16 35 152 29 17
181 759 235 349 787 340 131
1.290
1.741
249
2.782
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
31-dec-14 1.396 1.386 645
Toelichting per categorie voorziening: Aan de voorziening groot onderhoud heeft een dotatie plaatsgevonden ten behoeve van onderhoud van de dienstwoningen (niet WTZi gefinancierde activa). In 2013 heeft groot onderhoud schilderwerk en vervanging cv-ketels plaatsgevonden. Voor verwachte kosten in verband met uitkeringen voor personeel bij jubilea is op basis van ingeschatte toekomstige rechten een voorziening gevormd rekening houdend met een disconteringsvoet van 1,2%. De voorziening arbeidsvoorwaarden heeft betrekking op verplichtingen tot salarisbijbetaling van personeel van SEIN dat gedetacheerd is, alsmede de verwachte kosten van afkoopsommen in 2014. De voorziening langdurig zieke medewerkers heeft betrekking op kosten na 2014 voor medewerkers die naar verwachting niet productief zullen zijn. De voorziening persoonlijk levensfasebudget heeft betrekking op de financiering van een specifiek overgangsrecht op grond van de verplichtingen uit de CAO. De voorziening is bepaald door middel van de contante waarde methode rekening houdend met een ingeschatte blijfkans, CAO bepalingen, actuele salaris- en dienstverbandgegevens en een disconteringsvoet van 1,2%. De voorziening onderhoud Waterlelie is gebaseerd op het lange termijn onderhoudsplan zoals opgesteld in juli 2012 De dotatie overige voorzieningen Waterlelie heeft met name betrekking op de jubileumvoorziening voor personeel.
Pagina 20
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA
10. Langlopende schulden De specificatie is als volgt :
31-dec-14 €
31-dec-13 €
Schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden
45.542 7.369
47.986 3.000
Totaal langlopende schulden
52.911
50.986
Het verloop is als volgt weer te geven:
2014 €
2013 €
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen Af: aflossingsverplichting < 1jaar
54.330 4.369 3.344 2.444
39.009 18.000 2.679 3.344
Stand per 31 december
52.911
50.986
2.444 52.911 44.335
3.344 50.986 42.046
Toelichting in welke mate (het totaal van) de schulden als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar) Toelichting Van het totale bedrag aan leningen is EUR 10,3 mln ongeborgd. Hiervan betreft EUR 3,0 mln een achtergestelde lening en een lening in verband met aankoop van grond in 2014. De indexatie en rente op deze lening zijn verdisconteerd in de overdrachtsprijs voor een periode van 10 jaar (tot 1-1-2024). Deze lening is opeisbaar zodra SEIN (delen van) de grond vervreemdt aan projectontwikkelaars in het kader van de terreinontwikkeling Cruquiushoeve. Indien de vervreemding een andere minimumwaarde kent dan waar partijen nu vanuit zijn gegaan, vindt herwaardering plaats. Een nadere toelichting op de leningovereenkomst is te vinden op pagina 23 van de jaarrekening onder 13. Financiële instrumenten (Algemeen). Voor de overige leningen is een garantie afgegeven door de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector. Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Pagina 21
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA
11. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt :
31-dec-14 €
Crediteuren Crediteuren school "De Waterlelie" Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Belastingen en sociale premies school "De Waterlelie" Schulden terzake pensioenen Schulden terzake pensioenen school "De Waterlelie" Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiegeld school "De Waterlelie" Vakantiedagen, MKSA en PLB Nog te betalen kosten Nog te betalen kosten school "De Waterlelie" Vooruitontvangen opbrengsten: - Overschot ontvangen voorschotten inzake onderhanden werk DBC's - Overige vooruitontvangen opbrengsten Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
31-dec-13 €
1.291 31 2.444 2.451 198 653 67 330 1.811 176 4.950 2.889 224
1.982 14 3.344 2.459 251 654 86 300 1.804 236 4.333 2.757 94
417 578
235 623
18.510
19.172
Toelichting: SEIN heeft diverse meerjaren verplichtingen n.a.v. het “Convenant Investeringen Langdurige Zorg 2012-2015”. Deze verplichtingen zijn voor EUR 0,3 mln onder de nog te betalen kosten opgenomen. Een deel van het onderhanden werk is opgenomen onder "Voorontvangen bedragen" omdat het voorschot hoger is dan het saldo onderhanden werk De reservering vakantiedagen, MKSA en PLB is gestegen door met name niet opgenomen PLB uren.
Pagina 22
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
12. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Garanties In totaal heeft SEIN voor EUR 57 duizend garanties aan hoofdzakelijk verhuurders afgegeven. Meerjarige financiële verplichtingen Er zijn langlopende onvoorwaardelijke verplichtingen aangegaan ter zake van huur en operationele leasing. De geleasede machines strekken tot zekerheid van de leaseverplichting. De operationele leasing wordt lineair over de leaseperiode in de resultatenrekening verwerkt. De resterende looptijd kan als volgt worden gespecificeerd: (in EUR x 1000) Huur Leasing Totaal Niet langer dan 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar 623 235 858 Langer dan 5 jaar De obligoverplichting ten aanzien van het Waarborgfonds voor de zorgsector bedraagt maximaal 3% van de boekwaarde van de door het Waarborgfonds geborgde leningen. Voor SEIN is dit een bedrag van EUR 1,35 mln. Overgangsregeling kapitaallasten Vanuit Beleidsregel BR/CU-2088 Garantieregeling kapitaallasten Epilepsiecentra en Longrevalidatie instellingen 2013 t/m 2016 kan SEIN mogelijk aanspraak maken op een bedrag van € 43.000. Dit effect is nog niet meegenomen in de jaarrekening. Macro beheersinstrument (MBI) Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg. Jaarlijks wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit ambtshalve een mbi-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks een omzetplafond per instelling vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi-omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijding van het mbi-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het opvolgend jaar is gecommuniceerd. VWS heeft meegedeeld over 2012 geen gebruik te maken van het MBI. Met betrekking tot de overschrijding 2013 heeft een afslag plaatsgevonden op de macro contracteerruimte voor 2016. Voor 2014 is het mbi-omzetplafond door de NZa vastgesteld op EUR 18,269 miljard (prijsniveau 2013). Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond over 2014. SEIN is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende
13. Financiële instrumenten Algemeen Stichting SEIN maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstelt aan marktrisico, kredietrisico, renterisico en kasstroomrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de Raad van Bestuur van de stichting een Treasury statuut vastgesteld waarin het financieringsbeleid is vastgelegd. SEIN maakt in de normale bedrijfsuitoefening enkel gebruik van traditionele financiële instrumenten. Wel is de rente herzieningsdatum gespreid en deels gekoppeld aan de verwachte datum van vervreemding van grond op het terrein Cruquiushoeve. Er is bewust de keuze gemaakt om geen financiële derivaten aan te schaffen om renterisico's af te dichten bij het aangaan van langlopende leningen/kredieten. In de in 2014 gesloten transactie in verband met de aankoop van grond op het terrein van de Cruquiushoeve zijn een tweetal opties opgenomen. Het betreft een optie tot teruglevering van de grond tegen dezelfde waarde (indien de terreinontwikkeling onverhoopt geen doorgang zou vinden) en een optie waarbij de verkopende partij een hogere vergoeding ontvangt (indien de opbrengst uit definitieve verkoop hoger is dan waarvan beide partijen zijn uitgegaan. Aangezien de waarde van deze opties niet op betrouwbare wijze in te schatten is, hebben de betreffende opties niet geleid tot een financiële waardering. Om dit soort instrumenten in te zetten is conform het treasury statuut altijd instemming van de RvT nodig. Daarnaast beschikt de stichting over meerjaren liquiditeits- en investeringsbegrotingen welke zijn goedgekeurd door de Raad van Bestuur.
Pagina
23
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
13. Financiële instrumenten (vervolg) Kredietrisico De stichting loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa, debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen. De hoogste individuele vordering die SEIN heeft uitstaan ultimo 2014 is EUR 2,5 mln. Dit betreft een vordering vanwege onderhanden werk op DBC’s bij een verzekeraar met een A rating. Deze vordering wordt gemitigeerd door een doorlopend voorschot. De kredietkwaliteit van de vorderingen kan als volgt worden weergegeven: 2014
2013
Vorderingen op verzekeraars
6.601
12.016
Vorderingen op de overheid
1.387
656
Vorderingen op overige partijen
2.399
1.850
Totaal
10.387
14.522
(in EUR 1.000)
Tegenpartijen
De blootstelling aan kredietrisico van de stichting wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke afnemers. Daarnaast houdt het management ook rekening met het risico op wanbetaling van verschillende soorten debiteuren.
Rente- en kasstroomrisico Het beleid van de stichting is om haar financieringen volledig aan te trekken met vastrentende leningen, derhalve loopt de stichting geen renterisico over deze financiering. De stichting loopt renterisico bij de herfinanciering van bestaande financieringen. Het renterisico kan worden weergegeven door de volgende rentetypische vervalkalender:
(in EUR 1.000)
Verstrekte vastrentende leningen Opgenomen vastrentende leningen Kasgeldlening Per saldo
Bedrag
< 1 jaar
≥ 1 en < 3 jaar
≥ 3 en <5 jaar
≥ 5 en <10 jaar
≥10 jaar
55.355
300
-
5.900
16.464
32.691
300
-
5.900
16.464
32.691
55.355
Indien in de jaren 2013 en 2014 de rente op de langlopende leningen 1% hoger zou zijn geweest dan in werkelijkheid het geval is geweest, waarbij alle andere variabelen constant blijven zou de rentelast met EUR 0,5 miljoen in 2014 (2013: EUR 0,4 miljoen) stijgen.
Hypotheek vestiging In het kader van langlopende leningen ter waarde van EUR 18 mln heeft SEIN in 2013 hypotheek gevestigd op haar panden ten behoeve van het Wfz (alle door hen geborgde leningen) en de ongeborgde lening bij de BNG.
Pagina
24
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
13. Financiële instrumenten (vervolg) Liquiditeitsrisico De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitbegrotingen. Het management ziet er op toe dat steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen van de stichting te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft zo dat de stichting steeds binnen de gestelde lening convenanten kan blijven voldoen. Per 31 december 2014 bedragen de contractuele betalingsverplichtingen:
(in EUR 1.000)
Korter dan 1 jaar
Tussen 1 en 2 jaren
Langer 5 jaren
-
171
64
-
18.510
-
-
-
Lease verplichtingen Handels en overige verplichtingen
Tussen 2 en 5 jaren
-
-
-
-
18.510
171
64
-
Handelsvorderingen
2.399
-
-
-
Vorderingen op overheid/verzekeraars (financieringsverschil)
7.988 63
63
189
7
22.367
-
-
-
Garanties Totaal
Disagio Waarborgfonds Liquide middelen Totaal Per saldo 31 december 2013 per saldo
32.817
63
189
7
14.307-
108
125-
7-
9.832-
78
11
70-
Mitigerende maatregelen De stichting ziet er op toe dat er voldoende opvraagbare tegoeden zijn om gedurende een periode van 4 weken de verwachte operationele kosten te dekken, inclusief het voldoen aan de financiële verplichtingen. Hierin is geen rekening gehouden met het eventuele effect van extreme omstandigheden die redelijkerwijs niet kunnen worden voorspeld, zoals natuurrampen. Tevens is geen rekening gehouden met de voortijdige afwikkeling van basisrenteleningen.
Toekomstige opbrengsten uit terreinontwikkeling SEIN heeft, ter dekking van de bouwkosten van het zorgvastgoed, het voornemen om delen van het terrein die niet nodig zijn voor de zorg over te dragen aan derden. In februari 2014 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de combinatie AM-groep en Eigen Haard met als doel om grond op de locatie Cruquiushoeve op termijn aan hen over te dragen. De ontwikkelingsovereenkomst kent een doorlooptijd van 2 jaar waarbinnen de gestelde doelen behaald moeten zijn. In 2014 is grond op het terrein Cruquiushoeve gekocht ten behoeve van het tezijnertijd verkopen van delen van het terrein aan de projectontwikkelaar. In de overeenkomst met de verkopende partij is opgenomen dat de vergoeding die SEIN voor de grond aan de verkopende partij betaalt, varieert met de werkelijke te behalen opbrengst bij definitieve verkoop aan de projectontwikkelaar. Dit is nader te bepalen op het moment dat de overdracht door SEIN aan een derde partij daadwerkelijk plaatsvindt. Daarnaast is een ontbindingsclausule aan de verkoop verbonden. Mocht de transactie met de projectontwikkelaar niet doorgaan, dan zal deze transactie ontbonden worden.
Toelichting van de reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de boekwaarde daarvan. Alle langlopende leningen ultimo 2014, op een achtergestelde lening en een in 2014 afgesloten lening na, zijn geborgd bij het WfZ. De reële marktwaarde van deze leningen kan gelijk gesteld worden aan de boekwaarde zijnde EUR 7.369.000, zij het dat deze leningen niet verhandelbaar zijn vanwege de voorwaarden vanuit de betreffende geldende reglementen van de kredietgevers.
Pagina
25
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
14. Ratio's
weerstandvermogen
2014
2013
42,8%
39,9%
33,5%
32,4%
177,3%
153,6%
3,8%
4,2%
2,9
3,1
2,5
2,1
68,2%
68,3%
Eigen vermogen / Omzet
solvabiliteit Eigen vermogen / Balanstotaal
current ratio Vlottende activa / Vlottende passiva
netto winstmarge Netto resultaat / Omzet
interest coverage ratio Bedrijfsresultaat / Rentelast
debt service coverage ratio EBITDA / rente- en aflossingsverplichtingen
Loan-to-value Langlopende schulden / Totale MVA
De vrije verkoopwaarde van de gebouwen is moeilijk vast te stellen, daarom is gekozen voor de boekwaarde van de MVA als verhoudingsgetal voor de Loan-to-value ratio. Deze definitie is conform de gebruikte berekening in het bedrijfswaardemodel. Op basis van bovenstaande ratio's voldoet SEIN aan de voorwaarden van financiers met betrekking tot het verstrekken van langlopende leningen (solvabiliteit minimaal 15% en debt service coverage ratio minimaal 1,2)
Pagina
26
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA 5.1.6.1 WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa
Grond €
Aanloopkosten €
Terreinenvoorzieningen €
Gebouwen €
Semi perm. Gebouwen €
Verbouwingen €
Installaties €
Onderhanden projecten €
Sub-totaal vergunning €
Totaal materiële vaste activa 5.1.6.1 t/m 5.1.6.4 €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
3.064 -
1.971 900
3.986 2.485
54.991 16.135
4.451 4.451
5.007 4.328
25.585 11.297
850 -
99.905 39.596
154.092 77.268
Boekwaarde per 1 januari 2014
3.064
1.071
1.501
38.856
-
679
14.288
850
60.309
76.824
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen
4.500 -
49
107
135 1.052
-
846 100
465 977
1.876
7.822 2.285
10.419 5.423
-
-
2.321
2.321
2.321
-
-
-
3.216
2.675
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen
- activering gereedgekomen projecten - desinvesteringen
aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
746
-
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
7.564 -
1.971 949
3.986 2.592
55.126 17.187
4.451 4.451
5.853 4.428
26.050 12.274
405 -
105.406 41.881
162.190 82.691
Boekwaarde per 31 december 2014
7.564
1.022
1.394
37.939
-
1.425
13.776
405
63.525
79.499
2,5%
5,0%
917-
-
4.500
0,0%
107-
-
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Afschrijvingspercentage
49-
-
2,0%
10,0%
5,0%
512-
445-
5,0%
Deze specificatie moet in 2014, conform geldende regelgeving, aansluiten bij de afschrijvingssystematiek volgens de Nza-regels met betrekking nacalculatie van kapitaallasten. Deze specificatie sluit derhalve niet aan bij de bedragen zoals opgenomen in de jaarrekening.
Pagina
27
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA 5.1.6.2 WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa
Trekkingsrechten € Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2014 Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen
Onderhanden projecten €
11.035 5.396
15.458 14.644
-
15.458 14.644
26.493 20.040
5.639
-
5.639
814
-
814
6.453
552
522 293
522 293
522 845
-
-
-
-
-
552
- desinvesteringen
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2014
Afschrijvingspercentage
Sub-totaal meldingen €
-
.aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Sub-totaal €
11.035 5.396
- terugname geheel afgeschreven activa
aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
Sub-totaal €
Onderhanden projecten €
Instandhoudingen €
552-
-
552-
-
-
-
229
-
229
323-
11.035 5.948
-
11.035 5.948
15.980 14.937
-
15.980 14.937
27.015 20.885
5.087
-
5.087
1.043
-
1.043
6.130
5,0%
10,0%
Deze specificatie moet in 2014, conform geldende regelgeving, aansluiten bij de afschrijvingssystematiek volgens de Nza-regels met betrekking nacalculatie van kapitaallasten. Deze specificatie sluit derhalve niet aan bij de bedragen zoals opgenomen in de jaarrekening.
Pagina
28
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA 5.1.6.3 WTG gefinancierde materiële vaste activa
Grond €
Terreinenvoorzieningen €
Gebouwen €
Semi perm. Gebouwen €
Verbouwingen €
Installaties €
Inventaris €
Vervoermiddelen €
Automatisering €
Onderhanden projecten €
Sub-totaal WTG €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
-
-
-
-
-
-
15.240 9.681
418 222
6.253 4.739
-
21.911 14.642
Boekwaarde per 1 januari 2014
-
-
-
-
-
-
5.559
196
1.514
-
7.269
903 1.048
26 58
752 727
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen
1.681 1.833
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve afschrijvingen
-
- desinvesteringen
aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
-
-
-
-
-
-
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-
-
-
-
-
-
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
-
-
-
-
-
-
16.143 10.729
Boekwaarde per 31 december 2014
-
-
-
-
-
-
5.414
Afschrijvingspercentage
145-
10,0%
-
-
-
25
-
444 280
7.005 5.466
-
23.592 16.475
164
1.539
-
7.117
32-
20,0%
Deze specificatie moet in 2014, conform geldende regelgeving, aansluiten bij de afschrijvingssystematiek volgens de Nza-regels met betrekking nacalculatie van kapitaallasten. Deze specificatie sluit derhalve niet aan bij de bedragen zoals opgenomen in de jaarrekening.
Pagina
29
-
20,0%
152-
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA 5.1.6.4 Niet WTZi/WTG gefinancierde materiële vaste activa
Gebouwen €
Terreinvoor zieningen €
Instandhouding / LTOP €
Verbouwingen €
Installaties €
Inventaris Leerm. en en ov.mat.vaste apparatuur activa Waterlelie Waterlelie € €
Inventaris €
Vervoermiddelen €
Onderhanden Sub-totaal projecten Niet WTZi/WTG € €
Stand per 1 januari 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
589 308
34 11
619 88
418 158
143 43
1.286 868
599 326
1.972 1.082
123 106
-
5.783 2.990
Boekwaarde per 1 januari 2014
281
23
531
260
100
418
273
890
17
-
2.793
11
1
127 69
12 34
6
27 90
19 41
209 196
12
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen
394 460
- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen
-
- desinvesteringen
aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-
-
11-
1-
58
-
-
-
-
22-
6-
63-
22-
13
-
-
-
12-
-
66-
Stand per 31 december 2014 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
589 319
34 12
746 157
430 192
143 49
1.313 958
618 367
2.181 1.278
123 118
-
6.177 3.450
Boekwaarde per 31 december 2014
270
22
589
238
94
355
251
903
5
-
2.727
Afschrijvingspercentage
2,0%
5,0%
divers
5,0%
5,0%
divers
divers
10%/ 20%
20,0%
De investeringen tot 1 januari 2014 in de categorie Instandhouding/LTOP en Verbouwingen zijn opnieuw geclassificeerd. De boekwaarde per 1 januari 2014 van de instandhouding/LTOP-investeringen is hierdoor met € 129.000 verlaagd en de boekwaarde van de verbouwingsinvesteringen met 129.000 verhoogd.
Pagina
30
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer
Brief-nummer
Datum
Omschrijving
Investeringen
WTZi-type t/m 2013 €
Nieuwbouw Gezondheidscentrum Renovatie Kliniek Heemstede Renovatie Kliniek Zwolle Masterplan terrein Cruquius Lange Termijn Onderhoudsplan Patiëntenbewakingsinstallatie Zwolle MER Renovatie Lorentz de Haes Tijdelijke huisvesting Poli Heemstede Diverse
Totaal
2014 €
40 338 24 187 163 48 50
48 494 28 14 653
850
1.876
Goedkeuringen
t/m 2014 ondergereed handen € €
551 5 64 19
50
88 38 191 5 64 19
2.321
405
832 28 649 163 599
Nominaal bedrag €
Projectgegevens Brief-nummer
Datum
Omschrijving
WTZi-type
Renovatie Kliniek Heemstede Renovatie Kliniek Zwolle Patiëntenbewakingsinstallatie Zwolle MER Lange Termijn Onderhoudsplan Diverse
Totaal
Activapost
-
Investeringen WTZi €
WTG €
Overige €
50
Totaal € 832 28 163 599 649 50
50
2.321
832 28 163 599 649
2.271
Pagina 31
-
Jaar van oplevering
2015 2014 2014 2015 2015/2016 2014 2014 2015 2015 2015
5.1.7.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREED GEKOMEN PROJECTEN Nummer
Index €
Aangepaste goedkeuring €
-
-
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014
Leninggever
Datum
Totale looptijd
Hoofdsom
Christelijke Vereniging *) Christelijke Vereniging
BNG BNG BNG
Totaal
14-jul-2008 14-jul-2008 14-jul-2008 01-feb-2008 02-jan-2008 14-jul-2006 20-okt-1980 20-okt-1983 01-mrt-2010 01-mrt-2010 01-apr-2010 01-apr-2010 31-dec-2012 13-feb-2014 01-nov-2013 01-nov-2013 01-nov-2013
3.610 1.390 700 1.696 2.431 9.000 615 499 10.000 10.000 6.296 1.339 3.000 4.369 3.000 8.000 7.000
Borging WbfZ Ja/Nee
%
€ ABN/AMRO ABN/AMRO ABN/AMRO NWB NWB BNG ABN/AMRO ABN/AMRO BNG BNG NWB NWB
Werkelijke rente
40 20 40 15 30 8,5 40 40 40 20 30 10 5 10 15 25 30
4,910% 5,010% 4,800% 4,445% 4,620% 4,186% 10,750% 10,750% 4,884% 4,967% 3,685% 3,165% 2,060% 1,200% 3,585% 2,300% 2,140%
Restschuld Nieuwe Restschuld Aflossing in 31 december leningen in 31 december 2014 2013 2014 2014 €
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja
72.945
3.136 1.025 700 1.189 1.965 1.500 123 125 9.063 8.125 5.509 870 3.000 3.000 8.000 7.000
54.330
€
4.369
4.369
Toelichting *) De lening van de Christelijke Vereniging d.d. 31-12-2012 betreft een achtergestelde lening
Pagina 32
Restschuld over 5 jaar
€
€
91 69 129 81 1.200 15 12 250 500 210 134 100 320 233
3.045 956 700 1.060 1.884 300 108 113 8.813 7.625 5.299 736 3.000 4.369 2.900 7.680 6.767
2.595 608 700 418 1.479 31 50 7.563 5.125 4.250 67 3.000 4.369 2.400 6.080 5.600
3.344
55.355
44.335
Resterende looptijd in jaren eind 2014
Aflossings wijze
Aflossing 2015 €
34 14 34 8 23 7 9 35 15 25 5 4 9 14 24 29
lineair lineair fixe lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair fixe per tranche lineair lineair lineair
91 69 129 81 300 15 12 250 500 210 134 100 320 233
2.444
Gestelde zekerheden
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 SEGMENT 1 Klinische Zorg
2014 €
2013 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie
421
1.090
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
228
48
26.463
22.766
2.882
3.698
Subsidies
148
49
Overige bedrijfsopbrengsten
487
541
30.629
28.192
21.465
19.395
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
1.935
1.484
Overige bedrijfskosten
4.243
4.961
Som der bedrijfslasten
27.643
25.840
2.986
2.352
DBC opbrengsten Opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en honorariumplafonds
Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
328-
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
342-
2.658
2.010
-
-
2.658
2.010
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2014 €
Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves
2013 €
1132.771
1.835 175
2.658
2.010
Toelichting De beschikbaarheidsbijdragen zijn in de jaarrekening 2013 onder Subsidies verantwoord in plaats van onde Wettelijk budget. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de cijfers 2013 aangepast.
Pagina 33
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 SEGMENT 2 Lang Verblijf (AWBZ)
2014 €
2013 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie
46.396
46.991
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
774
665
Subsidies
362
224
Overige bedrijfsopbrengsten
468
576
48.000
48.456
35.403
34.623
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
3.460
3.722
Overige bedrijfskosten
7.535
7.656
Som der bedrijfslasten
46.398
46.001
BEDRIJFSRESULTAAT
1.602
2.455
Financiële baten en lasten
1.467-
1.406-
135
1.049
-
-
135
1.049
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATSBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2014 €
2013 €
Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves
112247
826 223
135 Toelichting De resultaatverdeling in de gesegmenteerde resultatenrekening 2013 was niet conform de resultaatbestemming in het eigen vermogen. De vergelijkende cijfers 2013 zijn hierop aangepast.
Pagina 34
1.049
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 SEGMENT 3 Research
2014 €
2013 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie
-
-
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
-
-
1.143
1.231
424
223
1.567
1.454
1.119
1.090
1
-
Overige bedrijfskosten
171
234
Som der bedrijfslasten
1.291
1.324
276
130
-
-
276
130
-
-
276
130
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2014 €
2013 €
Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves
276 -
89 41
276
130
Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATSBESTEMMING
Pagina 35
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2014 SEGMENT 4 school "De Waterlelie"
2014 €
2013 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Subsidie Ministerie O.C. en W.
6.720
6.845
-
-
292
322
7.012
7.167
5.977
5.915
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
131
139
Overige bedrijfskosten
711
753
Som der bedrijfslasten
6.819
6.807
193
360
39
50
232
410
-
-
232
410
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2014 €
2013 €
Vermogen Bestemmingsreserves
280 48-
450 40-
232
410
Niet gebudgetteerde zorgprestaties Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR RESULTAATSBESTEMMING
Pagina 36
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 5.1.10.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN 2014 €
2013 €
Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen: SEGMENT SEGMENT SEGMENT SEGMENT
1 2 3 4
Klinische Zorg Lang Verblijf (AWBZ) Research school "De Waterlelie"
Resultaat volgens resultatenrekening
Pagina 37
2.658 135 276 232
2.010 1.049 130 410
3.301
3.599
3.301
3.599
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN
14. Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies) Beschikbaarheidsbijdragen
46.396 421
710 46.992 379
Totaal
46.817
48.081
Toelichting: De beschikbaarheidsbijdragen zijn in de jaarrekening 2013 onder 19. Subsidies verantwoord. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de cijfers aangepast.
15. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt :
2014 €
2013 €
Zorgprestaties tussen instellingen Persoonsgebonden- en volgende budgetten Eigen bijdragen cliënten Overige zorgprestaties
185 407 196 214
9 324 165 215
1.002
713
Totaal Toelichting
Eigen bijdragen van cliënten betreffen voornamelijk bijdragen in de niet AWBZ-gefinancierde activiteiten en diensten zoals waskosten en recreatieve activiteiten. Persoonsgebonden budgetten betreffen voornamelijk logeercliënten.
16. DBC opbrengsten B-segment De specificatie is als volgt :
2014 €
2013 €
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten B-segment Mutatie onderhanden werk
25.937 544
12.329 9-
Totaal
26.481
12.320
17. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten A-segment
18-
10.958 512-
Totaal
18-
10.446
Toelichting SEIN kent met ingang van de in 2013 geopende DBC's alleen nog omzet in het B-segment.
Pagina
38
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
18. Opbrengsten uit hoofde van transitieregelingen en honorariumplafonds De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Opbrengst uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag medisch specialistische zorg
2.882
3.698
Totaal
2.882
3.698
Toelichting: Dit betreft de berekende opbrengst uit de toepassing van de transitieregeling, die in 2013 en 2014 voor de epilepsie-instellingen geldt. Zie voor een nadere toelichting zie pagina 46 "Toelichting sectorale ontwikkelingen cure"
19. Subsidies De specificatie is als volgt:
2014 €
2013 €
Subsidies AWBZ/Zvw-zorg
190
117
O.C. en W. i.v.m. school "De Waterlelie" Overige Rijkssubsidies Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ)
6.769 252 -
6.884 136 -
Christelijke Vereniging (Research) Overige subsidies
1.143 67
1.231 21
Totaal
8.421
8.389
Overige Rijkssubsidies
Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies:
20. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt :
2014 €
2013 €
Overige dienstverlening:
1.621
1.621
Totaal
1.621
1.621
Toelichting Overige dienstverlening betreft o.a. contractresearch, opbrengsten Dagactiviteitencentrum, verhuur, doorberekende personeelskosten
Pagina
39
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
21. Personeelskosten De specificatie is als volgt : SEIN (excl. School "De Waterlelie")
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Overige personeelskosten Ontvangen ziekengeld en WAO-uitkeringen Sub-totaal Personeel niet in loondienst
Sub-totaal SEIN (excl. school "De Waterlelie")
2014 €
2013 €
43.458 6.602 3.899 3.406 72656.639 1.359
41.907 5.742 3.708 1.709 59352.473 2.637
4.156 976 619 188 337 298-
4.355 925 654 117 177 313-
57.998
School "De Waterlelie"
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Personeel niet in loondienst Overige personeelskosten Uitkeringen
Sub-totaal School "De Waterlelie"
5.978
Totaal personeelskosten
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Raad van Bestuur en Staf P.O. & O Financiën en Control Facilitaire zaken ICT Sein Zwolle Algemeen Sector Klinische Zorg Heemstede Sector Klinische Zorg Zwolle Lang Verblijf Heemstede Lang Verblijf Zwolle Research School "De Waterlelie"
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
55.110
5.915
63.976
61.025
14,8 9,2 15,7 44,8 18,1 15,5 124,9 135,6 552,0 49,0 12,5 88,9
16,0 9,3 14,3 45,0 18,7 16,6 121,2 124,8 558,2 48,3 10,5 94,0
1.081,0
1.076,8
Toelichting De pensioenregeling van de medewerkers is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en het ABP. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling Indexatie (aanpassing met prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds daartoe heeft besloten. Indien de omstandigheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven, kan het bestuur besluiten tot het korten van aanspraken. De pensioenregeling wordt volgens de Pensioenwet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst.De belangrijkste afspraken die zijn opgenomen in deze uitvoeringsovereenkomst zijn de volgende: • Indexatie geeft geen aanleiding tot premieaanpassingen. (PFZW/ABP) • Er vindt geen premiereductie of -terugstorting plaats.(PFZW/ABP) • Bij onderdekking kan een extra premieopslag van maximaal 2,5% worden toegepast door het fonds.(ABP) De dekkingsgraad van het PFZW per balansdatum was 102% (bron: www. pfzw.nl) en 101,1% voor het ABP (bron: www.abp.nl). De minimaal vereiste dekkingsgraad volgens DNB is 104,2%.
Pagina
40
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
22. Afschrijvingen materiële vaste activa De specificatie is als volgt :
2014 €
2013 €
Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa
1.540
1.931
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa - financiële vaste activa
3.550 437
2.922 492
Totaal afschrijvingen
5.527
5.345
2014 €
2013 €
23. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt: Bijzondere waardeverminderingen van: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa Totaal
Pagina
41
-
-
-
-
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN
24. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt :
2014 €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Kosten school "De Waterlelie" Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Afschrijving disagio Afschrijving dubieuze debiteuren Totaal bedrijfskosten
2013 €
3.118 4.445 2.048 693 1.946 337 63 -
3.353 4.407 2.368 754 2.281 378 51 10
12.650
13.602
2014 t.o.v. 2013
% -7,0% 0,9% -13,5% -8,1% -14,7% -10,8% 23,5% -100,0% -7,0%
25. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt :
2014 €
2013 €
Rentebaten
200
51
Sub-totaal financiële baten
200
51
Rentelasten Overige financiële lasten Sub-totaal financiële lasten
1.952-
1.748-
1.952-
1.748-
Totaal financiële baten en lasten
1.752-
1.697-
Pagina
42
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
26. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?
Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht Eenhoofdig
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt: Naam
J.W. Barzilay
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Zo nee, tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 4 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst?
1-mei-06 Ja
onbepaalde tijd
NVZD 100%
5 Welke salarisregeling is toegepast? 6 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 7 Beloning, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen
193.161 -
a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 8 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?
-
9 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
10 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 8.838 11 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.) 22.523 12 Winstdelingen en bonusbetalingen 13 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 14 Totaal bezoldiging (7 t/m 13, excl. 7a en b)
224.522
Toelichting De bezoldiging van de bestuurder is exclusief crisisheffing.
Pagina
43
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
26. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders (vervolg) De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:
Naam
1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor
B.B. Schneiders
R.A. Kip
A.C. Monster
M.T.A. Tankink
C. Wisse
13-03-2008
01-04-2003
01-01-2004
10-04-2008
10-02-2009
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
-
-
-
-
-
het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie?
2 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad van Toezicht geweest?
3 Nevenfunctie(s) 4 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld,
eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
5 Wat is de totale som van de eventuele
vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?
6 Vaste en variabele onkostenvergoedingen
12.500
4.625
6.250
6.250
6.250
-
-
-
-
-
4.000
2.000
2.000
2.000
2.000
7 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies
-
-
-
-
-
8 Voorzieningen ten behoeve van beloning
-
-
-
-
-
9 Winstdelingen en bonusbetalingen
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
16.500
6.625
8.250
8.250
8.250
betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
11 Totaal bezoldiging (4 t/m 10)
Toelichting De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht:. Indien de indeling als "categoraal ziekenhuis" wordt gehanteerd dan valt SEIN onder klassenindeling G. In de omschrijving van "categoraal ziekenhuis" is echter geen rekening gehouden met de geografische werkingssfeer van SEIN die overwegend landelijk is. Dit leidt er toe dat ook H als klassenindeling kan gelden. Bezoldigingsmaximum bij klasse H voor leden van de Raad van Toezicht zijn voor de voorzitter 7,5% (in 2015: 15%) en voor de leden 5% (in 2015: 10%) van het loon van de voorzitter van de Raad van Bestuur. Mevrouw Tankink en de heer Kip stellen een deel van hun bezoldiging als gift ter beschikking aan de cliënten van SEIN.
Pagina
44
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
27. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) De bezoldiging van de functionarissen die over 2014 in het kader van de WNT verantwoord worden is als volgt: 1 2 3 4
J.W. Barzilay In dienst vanaf In dienst tot Deeltijdfactor (percentage)
Bestuurder 18-jan-99 100%
5
193.161
6
Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) Winstdelingen en bonusbetalingen
7
Totaal beloning (5 en 6)
193.161
8 9
Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €)
10
Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)
-
22.523 -
Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm 10)
215.684
11
215.524
Beloning 2013
28. Honoraria accountant
2014 €
De honoraria van de accountant over 2014 zijn als volgt: 1 2 3 4
Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden Fiscale advisering Niet controle-diensten
Totaal honoraria accountant
2013 €
76.412 24.684 -
80.514 47.096 -
101.096
127.610
Toelichting De overige controlewerkzaamheden betreffen de werkzaamheden met betrekking tot nacalculaties, de productie en overige bijzondere verklaringen.
29. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 26.
Pagina
45
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
Toelichting sectorale ontwikkelingen cure In 2013 is SEIN overgegaan van het systeem van bekostiging via budgetten naar volledige prestatiebekostiging. De invoering van de prestatiebekostiging vindt plaats in de volgende stappen naar het gewenste eindmodel van volledige prestatiebekostiging: Het afschaffen van de ziekenhuisbudgetten zodat ook de prijsgereguleerde prestaties van het A.segment onder prestatiebekostiging vallen; Uitbreiding van het vrije segment; Integrale vergoeding van de kapitaallasten in de tarieven. Met de invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel DBC’s Op weg naar Transparantie (DOT) in 2012 zijn circa 30.000 diagnose behandeling combinaties (DBC’s) vervangen door circa 4.400 DBC.zorgproducten. De gelijktijdige overgang naar prestatiebekostiging in 2013 (met meer vrije prijzen en risicodragendheid) heeft veel inzet van alle betrokken partijen gevraagd en gekregen. Bij de algemene ziekenhuizen en UMCs is geconcludeerd dat in 2012 sprake was van een zeer complex systeem van ziekenhuisbekostiging, dat in de verschillende onderdelen niet voldoende op elkaar was afgestemd. Dit systeem is in 2013 ook van kracht geworden voor SEIN. Door de gelijktijdig doorgevoerde veranderingen in bekostiging, DOTproductstructuur en nieuwe wijze van contractering met zorgverzekeraars, ontstaan over 2013 een aantal onzekerheden. Deze onzekerheden waren in 2013 beperkt doordat 95% van het budget gegarandeerd was op basis van de oude systematiek (SEIN: lumpsum transitiebudget in februari 2013 afgestemd met de zorgverzekeraars). In het eindmodel geldt prestatiebekostiging, waarin zorgaanbieders per geleverde prestatie betaald worden, op basis van integrale tarieven. De prestaties van SEIN vallen vanaf 1 januari 2013 volledig in het vrije segment. Gedurende de transitiefase wordt het eindmodel al geïmplementeerd, met uitzondering van de integrale tarieven waarbij ook de honorariumcomponent in het integrale tarief zijn opgenomen, aangevuld met flankerend beleid. Het flankerend beleid omvat een drietal overgangsmodellen: • Transitiemodel prestatiebekostiging (2013 - .2014) • Garantieregeling kapitaallasten (2011 - 2016) • Beheersmodel voor de honoraria vrijgevestigd medisch specialisten (2012- 2014) Het beheersmodel voor de honoraria van vrijgevestigd medisch specialisten is niet van toepassing voor SEIN. Transitiemodel Per 2013 wordt de budgettering van de omzet Cure bij SEIN afgeschaft en geldt prestatiebekostiging ook voor prestaties van de DBC’s die tot en met 2012 onder het A-segment vielen. De overgang van gedeeltelijke budgetbekostiging naar prestatiebekostiging brengt voor gebudgetteerde instellingen systeemrisico’s (onbedoelde omzeteffecten) met zich mee. Met het transitiemodel zoals de NZa heeft gedefinieerd, worden de systeemrisico’s van de overgang van budgetbekostiging naar volledige prestatiebekostiging (voor alle ziekenhuizen via dezelfde systematiek) ondervangen.
Pagina 46
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
De systeemrisico’s worden opgevangen door eenmalig een transitiebedrag vast te stellen voor SEIN op basis van het verschil tussen het schaduwbudget (omzet op basis van de tot en met 2012 geldende lumpsum financiering) en de omzet uit prestatiebekostiging (DOT en overige zorgproducten) in 2013. Het transitiebedrag wordt in 2013 op 95% van dat verschil vastgesteld (2014: 70%). Het definitieve transitiebedrag is in de jaarrekening 2013 voorlopig bepaald en wordt in 2015 definitief vastgesteld. In essentie is de doelstelling van het transitiemodel een demping van de overgangseffecten van budgetbekostiging naar prestatiebekostiging. Belangrijk is dat het schaduw FB aangrijpt op het A-segment van 2012. Dit betekent concreet dat alleen het deel van het A-segment, dat in 2013 wordt overgeheveld naar het B-segment (in de jaarrekening nieuw B genoemd) meetelt in de berekening van het transitiebedrag. De zorg die vóór 2013 tot het Bsegment werd gerekend blijft buiten beschouwing bij de berekening van het transitiebedrag. Er is dus alleen een vangnet voor omzeteffecten vanwege wijzigingen in de productstructuur voor de DBC’s die tot en met 2012 behoorden tot het A-segment. De vergoeding vanuit de transitieregeling is voor SEIN relatief fors vanwege de te lage tarieven in het A-segment zoals tot en met 2012 zijn vastgesteld door de NZa. In het kader van het project "doorontwikkeling DBC-structuur epilepsie 2013" was de NZa hiervan op de hoogte. De cure-omzet van SEIN bestond in 2013 uit epilepsieomzet, ad EUR 21,0 miljoen en slaap-waakomzet, ad EUR 1,9 miljoen. Omdat de epilepsieomzet van SEIN in 2012 onderdeel was van het A-segment bestaat er voor dit deel van de omzet een 95% vangnet vanuit de transitieregeling. Hierdoor zijn de risico’s in de omzet Cure van SEIN beperkt tot maximaal 5% van de epilepsieomzet en de slaap-waak omzet. Gevolgen invoering prestatiebekostiging en transitiemodel Door de hierboven beschreven situatie is tussen partijen (VWS, NZA, NFU, NVZ, ZN en Coziek) periodiek overleg geweest ter invulling van generieke standpunten ten aanzien van sectorbrede onduidelijkheden. Hiertoe zijn definities en/of werkwijzen geïdentificeerd die de gevolgen van deze onzekerheden beperken of wegnemen Deze maatregelen zijn opgenomen in de Handreiking Omzetverantwoording 2012, de Handreiking Omzetverantwoording 2013 en het controleprotocol 2014. SEIN heeft haar omzet 2013 en 2014 in overeenstemming met deze beide handreikingen, de nadere duidingen van de NZa in het kader van de "verboden toegestaan lijst", bepaald en eventuele onjuistheden gecorrigeerd. Hierover is in 2014 een aparte rapportage opgesteld. De in 2014 geconstateerde fouten bedragen 0,5% van de omzet en zijn op op microniveau gecrediteerd. Garantieregeling kapitaallasten Vanuit Beleidsregel BR/CU-2088 Garantieregeling kapitaallasten Epilepsiecentra en Longrevalidatie instellingen 2013 t/m 2016 kan SEIN mogelijk aanspraak maken op een bedrag van € 43.000. Dit effect is nog niet meegenomen in de jaarrekening. Normonduidelijkheden De deels open normen voor registratie en facturatie zijn gedurende en na afloop van het boekjaar met terugwerkende kracht nader geduid door de regelgever. In 2014 is de interne controle op de DBC-declaraties volledig in lijn met deze nadere duidingen uitgevoerd. Één fout die significant bleek is met terugwerkende kracht gecorrigeerd over de omzet in het jaar 2013.
Pagina 47
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
Geïdentificeerde risico’s en onzekerheden (in het nieuwe B-segment) Vanuit bovenstaande veranderingen zijn in de praktijk diverse risico’s en onzekerheden geïdentificeerd. De belangrijkste voor onze bedrijfsvoering alsmede de wijze waarop met schattingen, onzekerheden en aannames in de jaarrekening 2014 is omgegaan betreffen de volgende: Bepaling onderhanden werk Ten aanzien van de producten opgenomen in het onderhanden werk, waarvan de uiteindelijke zorgproducten ultimo 2014 nog niet met zekerheid zijn vast te stellen, heeft SEIN de volgende lijn gehanteerd: er is gebruik gemaakt van de berekende kostprijzen (of tegen lagere marktwaarde) per verrichting en de geregistreerde verwachte zorgproducten. Onjuiste facturatie Gedurende 2014 hebben materiële controles plaatsgevonden bij SEIN. Daarnaast zijn interne controlewerkzaamheden op de productieregistratie uitgevoerd. Op basis van deze controles ligt de bandbreedte van fouten tussen nihil en EUR 0,3 miljoen Het effect van de interne controles en materiële controles door de zorgverzekeraars over de in het jaar 2014 geleverde zorg zijn meegenomen in de bepaling van de opbrengstverantwoording in de jaarrekening en het transitiebedrag.. Vanwege het beperkte aantal fouten uit de interne controles en de materiële controles van zorgverzekeraars tot op heden en de verwachte overschrijding van de contractafspraken is het niet nodig geweest om een correctie op de omzet door te voeren.
Pagina 48
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland
5.2 OVERIGE GEGEVENS
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland 5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van Stichting Epilepsie Instellingen Nederland heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 12 mei 2015. De raad van toezicht van de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland heeft de jaarrekening 2014 goedgekeurd in de vergadering van 21 mei 2015. 5.2.2 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 5.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben er geen gebeurtenissen plaatsgevonden die van invloed zijn op de jaarrekening 2014. 5.2.4 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
J.W. Barzilay
Voorzitter Raad van Bestuur
B.B. Schneiders
Voorzitter Raad van Toezicht
R.A. Kip
Lid Raad van Toezicht
A.C. Monster
Lid Raad van Toezicht
M.T.A. Tankink
Lid Raad van Toezicht
C. Wisse
Lid Raad van Toezicht 5.2.5 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina's. Pagina 50
Controleverklaring
Stichting Epilepsie Instellingen Nederland BIJLAGE 2 Kerngegevens 2014 2014
Verpleegdagen Kliniek (Zvw) Lang verblijf (AWBZ) Totaal verpleegdagen 1e Opname
2013
Aantal
Aantal
15.964
18.451
138.436
142.086
154.400
160.537
2.300
1.887
141
118
-
-
Neurochirurgie fase 1 fase 2/3 *) fase 4
47
18
188
136
*) Fase 2 en 3 onderzoeken vinden in samenwerking plaats tussen SEIN en academische neurochirurgische centra (UMCU en VUMC). Aangezien deze centra de desbetreffende DBC's openen, rapporteert SEIN niet over deze onderzoeken/operaties.
Polkliniekpatiënten
13.445
13.224
Nevenverrichtingen Wegings factor
E.E.G.'s:
Aantal ongewogen
Aandeel gewogen
Aantal ongewogen
Aandeel gewogen
39702 EEG korter dan 1 uur
0,5
212
5%
304
6%
39863 EEG registratie (1-2 uur)
1,0
305
6%
321
7%
39864 EEG registratie (2-6 uur)
1,0
46
0,5%
86
1%
39705 EEG registratie (6-24 uur)
2,0
1.773
51%
1.540
45%
39708 Ambulante 24 uurs EEG registratie
1,0
-
0%
184
10%
1,3
132
5%
129
39714 EEG registratie met bijz. prov. 39649 Videomonitoring Epilepsiechirurgie met subdurale elektrode 39655 Visueel gevoeligheidsonderzoek
39702,39863 en 39864 ipv 39704 in 2013
Pagina 53
14,0 4,0
3% 25%
545
32%
420
5
0%
18
3%
3.018
100%
3.002
100%