InZicht
Column
Wat is normaal? Als Steunpunt Seksueel geweld zijn wij natuurlijk blij met alle aandacht die er is voor seksueel geweld. Jarenlang waren we een roepende in de woestijn maar dat is nu echt verleden tijd. Door alle aandacht in de media voor seksueel misbruik in de katholieke kerk en in jeugdinternaten en gevoed door de Amsterdamse zedenzaak, voelen veel hulpverleners en leerkrachten zich geroepen om iedere situatie kritisch te bekijken op mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag. Kinderen die doktertje spelen worden wantrouwend geobserveerd en bij meisjes die een beetje flirterig naar een jongen kijken wordt vermoed dat ze ‘nare dingen’ hebben meegemaakt. Het Steunpunt organiseerde een tijdje geleden een themamiddag over het Vlaggensysteem. Sonja Bakker, psycholoog van het Expertisecentrum Seksespecifieke Hulpverlening van Spirit! en gecertificeerd trainer van het Vlaggensysteem gaf een heldere presentatie aan ongeveer 100 hulpverleners en leerkrachten. Het Vlaggensysteem is een prachtige methodiek waarmee je aan de hand van een aantal criteria kunt beoordelen of er in een bepaalde situatie sprake is van gezond seksueel gedrag door kinderen of jongeren, of dat het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Die criteria zijn in willekeurige volgorde: vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, (zelf)respect, leeftijdsadequaat, wederzijdse toestemming en contextadequaat. Aan de hand van deze criteria kun je een situatie beoordelen als: normaal of licht, ernstig of zwaar grensoverschrijdend en daar past een bepaalde kleur vlag bij respectievelijk groen, geel, rood en zwart. De kleur vlag geeft aan hoe je het beste kunt reageren op het gedrag. Dat kan variëren van bevestigen/
negeren tot begrenzen, ingrijpen, verbieden en straffen. Aan de hand van plaatjes met situatieschetsen moest de zaal oefenen met het beoordelen van de situatie. Nou dat is een onvergetelijke middag geworden zal ik u verklappen. Situatie: een jongetje van 6 probeert het slipje van een meisje van 4 naar beneden te trekken. Hij dreigt ermee haar pop kapot te maken als ze hem niet wil gehoorzamen. Om mij heen vlogen de zwarte vlaggen de lucht in. De gemoederen liepen hoog op ‘Hij chanteert haar’, ‘hij dwingt haar iets toe te laten’, ‘er is sprake van een leeftijdsverschil.’ ‘Deze jongen moet straf krijgen.’ Sonja legde uit dat het bij de normale ontwikkeling hoort dat kinderen van 4 en 6 nieuwsgierig zijn naar elkaars geslachtsdelen. Dat een jongetje in het broekje van een meisje wil kijken is volstrekt normaal gedrag. (Dat hij dreigt haar pop kapot te maken is niet lief en daarop dient hij aangesproken te worden.) Een andere situatie: een meisje van 12 zit op het schoolplein op de schoot van jongen van 17. Zij kijkt hem verleidelijk aan. De zaal reageerde meteen: ‘Verleidelijk? Een meisje van 12? Dat voelt niet-pluis.’ ‘Dat meisje moet dingen meegemaakt hebben’ riep een hulpverlener. Zo volgden nog een aantal plaatjes en de emoties liepen hoog op. Sonja moest hard werken om de zaal af en toe weer tot rust te brengen. Wat deze themamiddag heel duidelijk heeft gemaakt is dat het diverse professionals aan basale kennis ontbreekt wat eigenlijk normaal seksueel gedrag is van kinderen en jongeren. Misschien moeten de opleidingen daar eens wat meer aandacht aan besteden. Karin van Erning
Het Expertisepunt Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ESGOG) is dé plek voor kennis, training, agendering en advies op het gebied van Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag. U vindt hier specifieke kennis op het brede terrein
5
van SGOG. Van good practices tot beproefde trainingen. Het expertisepunt verzamelt informatie, verrijkt, verspreidt, verbindt kennis en agendeert blinde vlekken in de aanpak van SGOG. Lees er meer over in de folder. Deze publicatie is te downloaden via www.movisie.
Kinderen en internetrisico’s
Slachtoffers van een aanranding of verkrachting ontvangen niet altijd de zorg en begeleiding
• Ongeveer 60.000 Nederlandse kinderen van 9 tot en met 16 jaar worden herhaaldelijk gepest via het internet. • In 2010 hebben ongeveer 170.-180.000 van de 11-16-jarigen seksueel getinte berichten ontvangen. • Meer dan 90.000 jonge internetgebruikers spraken in 2010 persoonlijk af met iemand die ze online hadden leren kennen. Ongeveer 7500 kinderen hielden hier een negatieve ervaring aan over. • Online risico’s blijven bestaan, ook als de jongere veel internetvaardigheden heeft. • Voor ouders en docenten is het moeilijk om toezicht te houden op het internetgebruik van kinderen. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de SCPpublicatie Kinderen en internetrisico’s van dr. Nathalie Sonck en prof. dr. Jos de Haan. Het rapport geeft een beeld van de mate waarin Nederlandse 9-16-jarige internetgebruikers te maken hebben met online risico’s. Ook de invloed van internetvaardigheden en de rol van anderen in de omgeving is onderzocht.
steunpunt seksueel geweld
6
Wetenswaardigheden Expertisepunt Seksueel Grensoverschrijdend gedrag
die wenselijk is na een dergelijke traumatische ervaring. Om daarin verbetering te brengen start op 1 januari 2012 in Amsterdam de pilot Zorgcoördinatie Zedenzaken, een initiatief dat voortkomt uit een samenwerking tussen de GGD Amsterdam, Bureau Zedenpolitie Amsterdam en dienst Wonen, Zorg en Samenleven van de Gemeente Amsterdam. Gedurende de pilot zal zorgcoördinatie ingezet worden om de begeleiding van slachtoffers van seksueel geweld in het zorgtraject te verbeteren. De zorgcoördinatie zal zich richten op het lichamelijk herstel na het seksueel geweld, de psychosociale verwerking, het risico op een besmetting met een SOA/HIV en het risico op een ongewenste zwangerschap. De pilot wordt geëvalueerd door het Verwey-Jonker Instituut, onder andere op cliënttevredenheid. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marjolein Poels, Gemeente Amsterdam, Dienst Wonen, Zorg en Samenleven, T: 020 552 7314, E :
[email protected].
nl of te bestellen via Movisie E: kennislijn@ movisie.nl
Pilot Zorgcoördinatie Zedenzaken
Daarvoor zijn in Nederland in 2010 ongeveer 1000 jongeren en een van hun ouders geïnterviewd. Het onderzoek maakt deel uit van het Europese project EU Kids Online (www.eukidsonline.net) waaraan 25 landen deelnamen. De publicatie is te bestellen/downloaden via www.scp.nl.
vriend, vader en minnaar. Fragoso’s memoires geven een ongekende inkijk in het hart en de ziel van de pedofiele man die haar van haar jeugd beroofde.
Publicaties
Franck, Thierry, Erika Frans, Els van Decrean. Sensoa, 2011. Gratis te downloaden via www.sensoa.be. Deze online brochure laat ouders kennismaken met zes criteria voor gezond seksueel gedrag: toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkeling, context en zelfrespect. Ouders kunnen hun kinderen laten kennismaken met deze criteria, en ze zo wegwijs maken in het seksuele verkeer. De criteria zijn immers tegelijk spelregels die ze kunnen toepassen tijdens hun seksuele ontwikkeling. Ze laten kinderen en jongeren dus toe om zelf te oordelen welk seksueel gedrag wel en niet oké is.
Over leven na geweld - Slachtoffers vertellen hun verhaal. Opmeer, Kees. Van Gorcum, 2011. ISBN 97890-232-4802-61. Kosten € 19,95. Kees Opmeer schreef dit boek in opdracht van Tegen Haar Wil (Tegen Haar Wil Drenthe is een anonieme telefonische hulpdienst voor vrouwen en meisjes die te maken hebben (gehad) met geweld). In dit boek lees je de openhartige en schokkende verhalen van mensen die slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld, ritueel misbruik, stalking en andere vormen van agressie. De verhalen geven een indringend beeld van wat geweld met je doet en welke gevolgen dit heeft voor je leven. Het boek eindigt met een nabeschouwing en een overzicht van de beschikbare hulpvormen.
Tijger, tijger. Fragoso, Margaux. De Bezige Bij, 2011. ISBN 978-90-234-5962-0. Kosten € 19,90. In Tijger, tijger onderzoekt Margaux Fragoso de donkerste momenten van haar leven. ‘Mag ik met je spelen?’ Op een zomerdag in 1985 ontmoet Margaux Fragoso de veel oudere Peter Curran in het buurtzwembad en stelt hem precies die vraag. Zij is zeven, hij is eenenvijftig. Wanneer Peter haar en haar moeder uitnodigt om bij hem thuis langs te komen, treft het meisje er een waar kinderparadijs aan. Haar moeder is niet in staat om goed voor Margaux te zorgen en leeft in een constante angst voor haar agressieve echtgenoot. Ze is Peter dankbaar voor alle aandacht die hij aan haar dochter besteedt en binnen de kortste keren brengt Margaux al haar tijd met Peter door. Gaandeweg neemt hij de rol aan van Margaux’
Over de grens? Seksueel opvoeden met het Vlaggensysteem.
EEN UITGAVE VAN DE GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST AMSTERDAM
januari 2012 Thema:
Online behandeling
Colofon
‘De cliënt zit thuis, op zijn eigen kamer waar het veilig is, dat maakt de drempel lager. Dat maakt dat je dingen waar je je voor schaamt iets eerder kunt delen.’
InZicht januari 2012 verschijnt 2 maal per jaar oplage: 750 uitgave Steunpunt Seksueel Geweld Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam E:
[email protected] redactie Karin van Erning, Marianne van Staa, Marjolein Leguijt grafisch ontwerp DTP Yusuf Kho vormgever IA BNO verspreiding gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.gezond.amsterdam.nl
steunpunt seksueel geweld
Wij wensen u een goed 2012!
Interapy is zorgaanbieder èn ontwikkelaar van online therapie in de geestelijke gezondheidszorg en bestaat inmiddels 10 jaar. De bij de instelling gebruikte methodiek is ontwikkeld aan de Universiteit van Amsterdam. Daar werd geëxperimenteerd met nieuwe vormen van psychotherapie, zoals combinaties van gesprekstherapie en schrijfopdrachten. Gestructureerde schrijfopdrachten bleken een krachtige interventie voor de behandeling van traumatische ervaringen. Toen het internet zich aandiende werd een nieuwe stap in het onderzoek gezet: waren er ook goede resultaten met schrijfbehandeling te behalen zonder face to face contact tussen behandelaar en cliënt? Meerdere gecontroleerde onderzoeken werden uitgevoerd en tot verbazing van de onderzoekers, bleek dat 80% van de cliënten met uitsluitend online behandelcontacten schrijvend van hun traumaklachten afkwamen. Een opmerkelijk en revolutionair resultaat. We spreken met Janneke Broeksteeg, senior ontwikkelaar en behandelaar van Interapy.
steunpunt seksueel geweld
Wat voor cliënten hebben jullie? Onze cliënten komen uit het hele land. De leeftijd ligt tussen de 14 en 80 jaar. De meeste cliënten zijn rond de 40 jaar en de meeste zijn vrouw. Dat soort gegevens komen overeen met face to face behandelingen in de GGZ. Hebben jullie een minimum leeftijd? Ja, 14 jaar. We hebben jarenlang bij verschillende klachtgebieden ervaring opgedaan en onderzoek gedaan naar onlinebehandeling bij een doelgroep van 16 jaar en ouder. Toen we voldoende ervaring hadden, hebben we de leeftijdsgrens verlaagd naar 14. Dit had te maken met een project dat we samen met de Rutgers Nisso Groep hebben uitgevoerd. De ontwikkeling van een behandeling voor jongeren in de leeftijd van 14-25 jaar die een seksueel trauma meegemaakt hebben. Die groep bleek moeilijk hun weg te vinden naar hulpverlening. Internet biedt mogelijkheden om die weg te vergemakkelijken. Melden die jongeren zich zelf aan? Ja, die melden zichzelf via www.interapy. nl aan. Ze vinden ons via allerlei internetfora. Jongeren zijn actief op internet, de moeilijkheid zit ‘m in het daadwerkelijk in behandeling komen. Want jullie moeten toestemming hebben? Ja het is wettelijk zo geregeld dat er toestemming van beide ouders nodig is als cliënten jonger dan 16 jaar zijn. Dat is moeilijk, de problematiek gaat vaak gepaard met schaamte, jongeren willen vaak niet dat hun ouders op de hoogte zijn. Daarnaast zijn wij een tweedelijns instelling. De behandelingen worden vergoed met een verwijzing van een huisarts. Ook dat is vaak een drempel voor deze doelgroep. Ik hoop dat daar in de toekomst verandering in komt. Dat de hulp toegankelijker wordt. Dat huisartsen of scholen naar jullie verwijzen? Precies.
2
Want dat gebeurt nu helemaal niet? Scholen niet, huisartsen wel. Jullie hebben die toestemming nodig van ouders. Gebeurt het wel eens dat toestemming van ouders echt onmogelijk is en dat jullie dan een andere manier vinden? Nee, je kunt jongeren onder de 16 niet behandelen als je geen toestemming hebt. Het gebeurt, en dat vind ik heel erg, dat het daar op misloopt. Wij halen alles uit de kast om jongeren te helpen om toch met ouders te praten. Maar dat lukt niet altijd. Jullie werken landelijk? Of je nu op Texel zit of in Middelburg woont, wij kunnen vanaf hier behandelen. Jullie behandelen vanuit dit pand? Ja. We hebben zo’n 40 behandelaren in dienst. We hebben een behandelruimte en daar staan bij ons, in tegenstelling tot bij andere geestelijke gezondheidszorginstellingen allemaal computers. Er wordt door veel behandelaars ook vanuit huis gewerkt. Hoeveel cliënten heb je gemiddeld in je caseload? Dat verschilt, er zijn veel psychologen die parttime werken. Die vinden het fijn om de online hulpverlening te combineren met face to face contacten. Hoe werkt het? Ik lees hier ‘online maar niet real time (geen chat).’ Je zit niet met elkaar te praten? Nee. Dat vind ik zelf een voordeel. Wij hebben behandelprotocollen die je ook gebruikt in een face to face therapie “vertaald” naar het internet. Een protocol bestaat uit allerlei opdrachten, en cliënt en behandelaar werken samen stap voor stap alle opdrachten uit het protocol door. Een cliënt meldt zich online aan en vult de vragenlijsten in. Daarna voeren we een telefoongesprek om de klachten verder uit te vragen en om te kijken of het allemaal goed begrepen is. Dat is de intake. Daarna start de behandeling. Het eerste
‘het elkaar niet zien’ is een groot voordeel... Mensen durven zich daardoor aan te melden.’
wat ik doe als behandelaar is me voorstellen, ik vertel wat over mezelf en ik leg uit hoe het programma eruitziet, hoe lang de behandeling duurt en hoe vaak we contact hebben. Als er tussen die contactmomenten in iets is, dan kan de cliënt mij een mailtje sturen. Als ik dat uitgelegd heb, geef ik instructies voor de eerste opdracht. De cliënt leest dat op het moment dat hij of zij inlogt, op een tijd die hem of haar goed uitkomt. We vragen de cliënten om te plannen wanneer ze de opdracht willen gaan maken. Het is belangrijk dat je bijvoorbeeld niet alle opdrachten op dezelfde dag achter elkaar doet, en niet ’s avonds laat vlak voor je gaat slapen. Zo’n planning is ook handig voor mij als behandelaar, omdat ik dan kan zien: oh, die cliënt gaat dan een opdracht maken, dat betekent dat ik daarna in moet loggen om te kijken naar de opdracht en erop te reageren. De cliënt en de behandelaar hebben nooit “real time” contact. Er zit een vertraging in, en dat vind ik heel fijn. Het geeft mij tijd om na te denken over hoe ik iets wil zeggen en ook om nog eens een keer te lezen wat iemand schrijft. Maar je mist wel de gelaatsuitdrukkingen, de non verbale communicatie? Dat klopt en toch mis ik het als behandelaar niet. Die vraag krijg ik heel vaak. Non-verbale communicatie is belangrijk, maar hoe ik jouw non-verbale communicatie interpreteer, zegt ook weer veel over wat ik daar inleg, dat wordt nog wel eens vergeten. Daarnaast is mijn ervaring dat als je goed leest, en vervolgens goed doorvraagt dat voldoende informatie oplevert. Voor mij is bijvoorbeeld een regel dat als ik het verhaal niet meer begrijp, of bij wijze van spreken niet meer als een film voor me kan zien dan weet ik: “Hé er mist iets, er klopt iets niet”, en dat betekent: ik moet daar meer over vragen. Overigens, cliënten ervaren het contact, daar hebben we onderzoek naar gedaan, merendeels als prettig en persoonlijk. Juist als het gaat om problematiek waar veel schaamte bij
zit, kan het erg fijn zijn dat er niet drie kwartier is het klaar. We zijn heel duidelijk over wanneer je moet stoppen iemand tegenover je zit. en dat je na het schrijven iets leuks of Schaamte is zeker bij seksueel misbruik een ontspannends moet gaan doen. Deze therapie is zwaar voor cliënten. We willen het heel belangrijk stuk. Is dat dan het grote zo goed mogelijk doseren. voordeel? Ja ik denk dat ‘het elkaar niet zien’ een voordeel is. We merken dat bij alle pro- Maar de één typt veel sneller dan de ander… blematiek waar schaamte bij komt kijken. Dat klopt. Soms zijn teksten lang, soms We zien dat mensen zich via internet korter. Als iemand weinig op papier krijgt, eerder aan durven te melden. Ik heb is het de kunst als behandelaar om door ook het idee dat je in een behande- vragen te stellen en te steunen, iemand ling sneller tot de kern kunt komen, te helpen het toch op papier te krijgen. juist omdat je niet beïnvloed wordt Meestal betekent een korte tekst niet door hoe ik reageer. Soms zeggen dat iemand langzaam typt, maar dat de mensen: “Ik had het opgeschreven opdracht moeilijk was. en voordat ik het wist had ik het verzonden, en ik weet niet of ik De tweede module gaat helemaal over het ooit allemaal gezegd had”. het lichaam. Jongeren die een seksueel De cliënt zit thuis, op zijn eigen trauma meegemaakt hebben, hebben kamer waar het veilig is, dat maakt bijna altijd lichamelijke of seksuele klachde drempel lager. Dat maakt dat ten. Cliënten leggen vaak zelf de link niet je dingen waar je je voor schaamt met het trauma. Die zeggen: “Ik heb ook iets eerder kunt delen. In een face vaak buikpijn, of hoofdpijn.” Cliënten to face therapie lukt dat uiteindelijk zijn vaak erg opgelucht als ze begrijpen ook, mijn ervaring is dat het hier ver- dat de lichamelijke klachten passen bij het trauma dat ze meegemaakt hebben. sneld wordt. Cliënten schrijven in deze module ook over hoe het gaat met seksualiteit, en met Verloopt dat protocol volgens een vast relaties met vriendjes of vriendinnetjes. tijdspad? Ja, de gemiddelde duur van de behandeling is 12 weken. Een paar weken Daarna zijn er vier opdrachten cognitieve uitlooptijd is geen probleem, maar we herstructurering. Een traumabehandeling willen wel de vaart erin houden. Met is succesvol als het schuldgevoel en het regelmaat in de behandeling bereik je schaamtegevoel over wat er gebeurd is afneemt. In deze fase is het doel het grotere effecten. uitdagen van de ideeën die iemand heeft over het trauma. Wat zijn die opdrachten? We hebben de behandeling opgedeeld in vier fases. De eerste fase is exposure. Dat doen we door de techniek “perspecDaarin hebben we vier schrijfopdrachten tief wisseling”. We vragen de cliënt om zich waarin een cliënt zo precies en gedetail- voor stellen dat een denkbeeldige vrienleerd mogelijk, in de tegenwoordige tijd, din precies hetzelfde heeft meegemaakt in de ik-vorm, beschrijft wat er gebeurd als zij, met precies dezelfde gevoelens en is. Doordat je dat in vier opdrachten doet, precies dezelfde ervaring. De opdracht is kun je als behandelaar de cliënt begelei- om die vriendin een steunende adviesbrief den om stap voor stap bij het moeilijkste te schrijven. Door van een afstandje naar moment uit die gebeurtenis te komen en je eigen situatie te kijken, kun je je eigen dat op te schrijven. De schrijfopdrachten ideeën kritisch bekijken. De behandelaar duren drie kwartier. Daar zijn we streng helpt door vragen te stellen: “Is het echt in. Ook als het schrijven goed gaat; na zo dat je vriendin daar iets aan kon doen?
3
‘Het geeft mij tijd om na te denken over hoe ik iets wil zeggen’
Kon ze weten wat er ging gebeuren?” Je ziet dat cliënten dan in hun adviesbrief dingen schrijven als: “Je kon het helemaal niet weten, je fietste daar altijd…” Ik vind dit een prachtig onderdeel. Heel belangrijk ook. Daarna ben je al aan de afronding toe. In dat laatste deel schrijven mensen een afrondende brief. Ze kunnen zelf kiezen aan wie. Aan de dader, aan zichzelf of aan iemand in de omgeving die ze op de hoogte willen stellen. In de laatste brief schrijft de cliënt wat er gebeurd is, welke dingen uit de behandeling geholpen hebben, en hoe hij of zij daar nu en in de toekomst mee verder wil. De laatste opdracht is echt gericht op de toekomst Wat levert het een cliënt op om er over te schrijven? Wat is het idee daarachter? Eén van de belangrijkste werkzame onderdelen van een traumabehandeling, is de exposure: dat je heel gedetailleerd beschrijft of vertelt in een therapie wat je meegemaakt hebt. Mensen die getraumatiseerd zijn proberen juist niet meer te denken aan wat ze hebben meegemaakt. Ze proberen plaatsen, plekken en mensen die daar aan doen denken te vermijden. Juist daardoor krijg je er last van. Het heeft zin om die herinneringen weer boven te halen, om de confrontatie ermee aan te gaan. Dat is wat je doet door te schrijven over de traumatische gebeurtenis. In de behandeling leggen we het zo aan cliënten uit: “Wat je meegemaakt hebt is heel ingrijpend. Je had toen helemaal geen tijd had om de herinneringen goed op te bergen in je hoofd. Je kunt het je voorstellen alsof er een kist staat in je hoofd waar je die herinneringen allemaal hebt in gepropt, en toen heel snel het deksel erop hebt gedaan. Maar, die kist zit nu te vol en af en toe springt ie open. Dan denk je weer terug aan wat je meegemaakt hebt zonder dat je dat wilt. Wat wij samen gaan doen is heel voorzichtig die deksel van die kist openmaken, kijken wat er ligt, en dan gaan we dat samen opnieuw inrichten zodat die deksel goed dicht kan. Je zult
die periode het gevoel dat ze nog onder onze hoede zijn, als er iets is kunnen ze bellen. Dat voelt veilig . Vragen jullie altijd naar seksueel geweldservaringen ook voor andere behandelingen? Ja, we vragen altijd naar traumaklachten en naar seksueel geweld. Ook als mensen zich voor een andere behandeling aanmelden.
Evaluatie Interapybehandeling door client Cliënten zijn zeer positief over hun behandeling, zowel over de methode als over het contact met hun behandelaar. Aspect
Score
Tevredenheid met begeleiding (1-10) Contact was persoonlijk Online therapie is een effectieve methode Face to face niet gemist Zou behandeling aanbevelen
8,4 84% 82% 65% 84%
merken dat je daardoor over een tijdje gaat zien. We vertellen ook dat het eerste deel van de behandeling het moeilijkst is. minder last hebt van de herinneringen.” Dat iemand in het begin misschien wat Is het echt iets wat in je hersenen gebeurt? Is meer klachten krijgt, bijvoorbeeld meer nachtmerries kan krijgen of angstiger kan dat een vorm van herprogrammeren? Er zijn wel aanwijzingen dat er andere worden. We geven de ouders over tips hersengebieden actief worden na een over hoe je dan het beste kunt reageren trauma. Je ziet vaak bij mensen die trau- op je kind. ma’s meegemaakt hebben, dat ze heel waakzaam zijn, alsof er continue weer iets Dus die omgeving wordt er wel bij betrokken? kan gebeuren. Ja. Dat is natuurlijk een uitdaging als je werkt via internet, want je hebt alleen te Iemand moet opschrijven wat er gebeurd is maken met die cliënt. Maar we proberen en dat is het moeilijkst begrijp ik, maar dan op deze manier toch die betrokkenheid te zit je wel in je eentje achter de computer en creëren. jij weet niet of iemand steun heeft. Wij hebben in deze behandeling ook informatie voor de ouders. We hebben Vinden cliënten het moeilijk om af te sluiop onze site een kleine bibliotheek met ten? Ik kan me voorstellen dat het na zo’n informatie voor de cliënten. Informatie intensief contact… over wat een seksueel trauma is, infor- Ja, dat vinden cliënten moeilijk. We sluimatie over aangifte doen, etc. Daar staat ten ook niet in één keer af. We bouwen ook informatie bij voor de omgeving, of het contact langzaam af. In de loop der voor de ouders. We vragen aan cliënten tijd hebben we geleerd dat het niet slim om die informatie aan de ouders te geven is om opeens te zeggen: “Okay dat was en bij de jongste groep, de 14 tot 16 het.” Daarnaast is er na de behandeling jarigen geven we het zelf aan de ouders. een periode van één jaar waarin wij de We leggen uit hoe de behandeling eruit klachten monitoren. Cliënten hebben in
4
Hebben jullie veel mannen in behandeling? Nee mannen zijn in de minderheid. Met name bij behandelingen voor seksueel trauma en bij eetproblemen. Dat zie je in de hele GGZ. Is het lastig bij jongeren om bepaalde dingen te vragen? Nee, dat is niet anders dan bij volwassenen. Wat ik bij jongeren doe om contact te maken is met name in het begin veel dingen vragen, o.a. naar vriendjes en vriendinnetjes, hoe het op school gaat, wat iemands hobby’s zijn. Het werkt goed om het ook over andere dingen te hebben. Is online therapie geschikt voor alle klachten? Nee, online behandelingen zijn niet geschikt voor alle klachten. Als bijvoorbeeld uit de intake blijkt dat iemand psychotisch is geweest, dan vinden we dat iemand niet online maar face to face behandeld moet worden. Het gebeurt ook af en toe dat wij aanmeldingen krijgen van cliënten waarbij suïcidegevaar bestaat. Dan nemen we contact met de huisarts op, of doen we wat er verder nodig is. Daar zijn we heel zorgvuldig mee. Dat is weer zoiets met internet: mensen geven suïcidegedachten eerder aan via internet, dan in een intake met iemand tegenover zich.
steunpunt seksueel geweld
‘Jongeren die een seksueel trauma meegemaakt hebben, hebben bijna altijd lichamelijke of seksuele klachten. Cliënten leggen vaak zelf de link niet met het trauma.’
Wat voor cliënten hebben jullie? Onze cliënten komen uit het hele land. De leeftijd ligt tussen de 14 en 80 jaar. De meeste cliënten zijn rond de 40 jaar en de meeste zijn vrouw. Dat soort gegevens komen overeen met face to face behandelingen in de GGZ. Hebben jullie een minimum leeftijd? Ja, 14 jaar. We hebben jarenlang bij verschillende klachtgebieden ervaring opgedaan en onderzoek gedaan naar onlinebehandeling bij een doelgroep van 16 jaar en ouder. Toen we voldoende ervaring hadden, hebben we de leeftijdsgrens verlaagd naar 14. Dit had te maken met een project dat we samen met de Rutgers Nisso Groep hebben uitgevoerd. De ontwikkeling van een behandeling voor jongeren in de leeftijd van 14-25 jaar die een seksueel trauma meegemaakt hebben. Die groep bleek moeilijk hun weg te vinden naar hulpverlening. Internet biedt mogelijkheden om die weg te vergemakkelijken. Melden die jongeren zich zelf aan? Ja, die melden zichzelf via www.interapy. nl aan. Ze vinden ons via allerlei internetfora. Jongeren zijn actief op internet, de moeilijkheid zit ‘m in het daadwerkelijk in behandeling komen. Want jullie moeten toestemming hebben? Ja het is wettelijk zo geregeld dat er toestemming van beide ouders nodig is als cliënten jonger dan 16 jaar zijn. Dat is moeilijk, de problematiek gaat vaak gepaard met schaamte, jongeren willen vaak niet dat hun ouders op de hoogte zijn. Daarnaast zijn wij een tweedelijns instelling. De behandelingen worden vergoed met een verwijzing van een huisarts. Ook dat is vaak een drempel voor deze doelgroep. Ik hoop dat daar in de toekomst verandering in komt. Dat de hulp toegankelijker wordt. Dat huisartsen of scholen naar jullie verwijzen? Precies.
2
Want dat gebeurt nu helemaal niet? Scholen niet, huisartsen wel. Jullie hebben die toestemming nodig van ouders. Gebeurt het wel eens dat toestemming van ouders echt onmogelijk is en dat jullie dan een andere manier vinden? Nee, je kunt jongeren onder de 16 niet behandelen als je geen toestemming hebt. Het gebeurt, en dat vind ik heel erg, dat het daar op misloopt. Wij halen alles uit de kast om jongeren te helpen om toch met ouders te praten. Maar dat lukt niet altijd. Jullie werken landelijk? Of je nu op Texel zit of in Middelburg woont, wij kunnen vanaf hier behandelen. Jullie behandelen vanuit dit pand? Ja. We hebben zo’n 40 behandelaren in dienst. We hebben een behandelruimte en daar staan bij ons, in tegenstelling tot bij andere geestelijke gezondheidszorginstellingen allemaal computers. Er wordt door veel behandelaars ook vanuit huis gewerkt. Hoeveel cliënten heb je gemiddeld in je caseload? Dat verschilt, er zijn veel psychologen die parttime werken. Die vinden het fijn om de online hulpverlening te combineren met face to face contacten. Hoe werkt het? Ik lees hier ‘online maar niet real time (geen chat).’ Je zit niet met elkaar te praten? Nee. Dat vind ik zelf een voordeel. Wij hebben behandelprotocollen die je ook gebruikt in een face to face therapie “vertaald” naar het internet. Een protocol bestaat uit allerlei opdrachten, en cliënt en behandelaar werken samen stap voor stap alle opdrachten uit het protocol door. Een cliënt meldt zich online aan en vult de vragenlijsten in. Daarna voeren we een telefoongesprek om de klachten verder uit te vragen en om te kijken of het allemaal goed begrepen is. Dat is de intake. Daarna start de behandeling. Het eerste
‘het elkaar niet zien’ is een groot voordeel... Mensen durven zich daardoor aan te melden.’
wat ik doe als behandelaar is me voorstellen, ik vertel wat over mezelf en ik leg uit hoe het programma eruitziet, hoe lang de behandeling duurt en hoe vaak we contact hebben. Als er tussen die contactmomenten in iets is, dan kan de cliënt mij een mailtje sturen. Als ik dat uitgelegd heb, geef ik instructies voor de eerste opdracht. De cliënt leest dat op het moment dat hij of zij inlogt, op een tijd die hem of haar goed uitkomt. We vragen de cliënten om te plannen wanneer ze de opdracht willen gaan maken. Het is belangrijk dat je bijvoorbeeld niet alle opdrachten op dezelfde dag achter elkaar doet, en niet ’s avonds laat vlak voor je gaat slapen. Zo’n planning is ook handig voor mij als behandelaar, omdat ik dan kan zien: oh, die cliënt gaat dan een opdracht maken, dat betekent dat ik daarna in moet loggen om te kijken naar de opdracht en erop te reageren. De cliënt en de behandelaar hebben nooit “real time” contact. Er zit een vertraging in, en dat vind ik heel fijn. Het geeft mij tijd om na te denken over hoe ik iets wil zeggen en ook om nog eens een keer te lezen wat iemand schrijft. Maar je mist wel de gelaatsuitdrukkingen, de non verbale communicatie? Dat klopt en toch mis ik het als behandelaar niet. Die vraag krijg ik heel vaak. Non-verbale communicatie is belangrijk, maar hoe ik jouw non-verbale communicatie interpreteer, zegt ook weer veel over wat ik daar inleg, dat wordt nog wel eens vergeten. Daarnaast is mijn ervaring dat als je goed leest, en vervolgens goed doorvraagt dat voldoende informatie oplevert. Voor mij is bijvoorbeeld een regel dat als ik het verhaal niet meer begrijp, of bij wijze van spreken niet meer als een film voor me kan zien dan weet ik: “Hé er mist iets, er klopt iets niet”, en dat betekent: ik moet daar meer over vragen. Overigens, cliënten ervaren het contact, daar hebben we onderzoek naar gedaan, merendeels als prettig en persoonlijk. Juist als het gaat om problematiek waar veel schaamte bij
zit, kan het erg fijn zijn dat er niet drie kwartier is het klaar. We zijn heel duidelijk over wanneer je moet stoppen iemand tegenover je zit. en dat je na het schrijven iets leuks of Schaamte is zeker bij seksueel misbruik een ontspannends moet gaan doen. Deze therapie is zwaar voor cliënten. We willen het heel belangrijk stuk. Is dat dan het grote zo goed mogelijk doseren. voordeel? Ja ik denk dat ‘het elkaar niet zien’ een voordeel is. We merken dat bij alle pro- Maar de één typt veel sneller dan de ander… blematiek waar schaamte bij komt kijken. Dat klopt. Soms zijn teksten lang, soms We zien dat mensen zich via internet korter. Als iemand weinig op papier krijgt, eerder aan durven te melden. Ik heb is het de kunst als behandelaar om door ook het idee dat je in een behande- vragen te stellen en te steunen, iemand ling sneller tot de kern kunt komen, te helpen het toch op papier te krijgen. juist omdat je niet beïnvloed wordt Meestal betekent een korte tekst niet door hoe ik reageer. Soms zeggen dat iemand langzaam typt, maar dat de mensen: “Ik had het opgeschreven opdracht moeilijk was. en voordat ik het wist had ik het verzonden, en ik weet niet of ik De tweede module gaat helemaal over het ooit allemaal gezegd had”. het lichaam. Jongeren die een seksueel De cliënt zit thuis, op zijn eigen trauma meegemaakt hebben, hebben kamer waar het veilig is, dat maakt bijna altijd lichamelijke of seksuele klachde drempel lager. Dat maakt dat ten. Cliënten leggen vaak zelf de link niet je dingen waar je je voor schaamt met het trauma. Die zeggen: “Ik heb ook iets eerder kunt delen. In een face vaak buikpijn, of hoofdpijn.” Cliënten to face therapie lukt dat uiteindelijk zijn vaak erg opgelucht als ze begrijpen ook, mijn ervaring is dat het hier ver- dat de lichamelijke klachten passen bij het trauma dat ze meegemaakt hebben. sneld wordt. Cliënten schrijven in deze module ook over hoe het gaat met seksualiteit, en met Verloopt dat protocol volgens een vast relaties met vriendjes of vriendinnetjes. tijdspad? Ja, de gemiddelde duur van de behandeling is 12 weken. Een paar weken Daarna zijn er vier opdrachten cognitieve uitlooptijd is geen probleem, maar we herstructurering. Een traumabehandeling willen wel de vaart erin houden. Met is succesvol als het schuldgevoel en het regelmaat in de behandeling bereik je schaamtegevoel over wat er gebeurd is afneemt. In deze fase is het doel het grotere effecten. uitdagen van de ideeën die iemand heeft over het trauma. Wat zijn die opdrachten? We hebben de behandeling opgedeeld in vier fases. De eerste fase is exposure. Dat doen we door de techniek “perspecDaarin hebben we vier schrijfopdrachten tief wisseling”. We vragen de cliënt om zich waarin een cliënt zo precies en gedetail- voor stellen dat een denkbeeldige vrienleerd mogelijk, in de tegenwoordige tijd, din precies hetzelfde heeft meegemaakt in de ik-vorm, beschrijft wat er gebeurd als zij, met precies dezelfde gevoelens en is. Doordat je dat in vier opdrachten doet, precies dezelfde ervaring. De opdracht is kun je als behandelaar de cliënt begelei- om die vriendin een steunende adviesbrief den om stap voor stap bij het moeilijkste te schrijven. Door van een afstandje naar moment uit die gebeurtenis te komen en je eigen situatie te kijken, kun je je eigen dat op te schrijven. De schrijfopdrachten ideeën kritisch bekijken. De behandelaar duren drie kwartier. Daar zijn we streng helpt door vragen te stellen: “Is het echt in. Ook als het schrijven goed gaat; na zo dat je vriendin daar iets aan kon doen?
3
‘Het geeft mij tijd om na te denken over hoe ik iets wil zeggen’
Kon ze weten wat er ging gebeuren?” Je ziet dat cliënten dan in hun adviesbrief dingen schrijven als: “Je kon het helemaal niet weten, je fietste daar altijd…” Ik vind dit een prachtig onderdeel. Heel belangrijk ook. Daarna ben je al aan de afronding toe. In dat laatste deel schrijven mensen een afrondende brief. Ze kunnen zelf kiezen aan wie. Aan de dader, aan zichzelf of aan iemand in de omgeving die ze op de hoogte willen stellen. In de laatste brief schrijft de cliënt wat er gebeurd is, welke dingen uit de behandeling geholpen hebben, en hoe hij of zij daar nu en in de toekomst mee verder wil. De laatste opdracht is echt gericht op de toekomst Wat levert het een cliënt op om er over te schrijven? Wat is het idee daarachter? Eén van de belangrijkste werkzame onderdelen van een traumabehandeling, is de exposure: dat je heel gedetailleerd beschrijft of vertelt in een therapie wat je meegemaakt hebt. Mensen die getraumatiseerd zijn proberen juist niet meer te denken aan wat ze hebben meegemaakt. Ze proberen plaatsen, plekken en mensen die daar aan doen denken te vermijden. Juist daardoor krijg je er last van. Het heeft zin om die herinneringen weer boven te halen, om de confrontatie ermee aan te gaan. Dat is wat je doet door te schrijven over de traumatische gebeurtenis. In de behandeling leggen we het zo aan cliënten uit: “Wat je meegemaakt hebt is heel ingrijpend. Je had toen helemaal geen tijd had om de herinneringen goed op te bergen in je hoofd. Je kunt het je voorstellen alsof er een kist staat in je hoofd waar je die herinneringen allemaal hebt in gepropt, en toen heel snel het deksel erop hebt gedaan. Maar, die kist zit nu te vol en af en toe springt ie open. Dan denk je weer terug aan wat je meegemaakt hebt zonder dat je dat wilt. Wat wij samen gaan doen is heel voorzichtig die deksel van die kist openmaken, kijken wat er ligt, en dan gaan we dat samen opnieuw inrichten zodat die deksel goed dicht kan. Je zult
die periode het gevoel dat ze nog onder onze hoede zijn, als er iets is kunnen ze bellen. Dat voelt veilig . Vragen jullie altijd naar seksueel geweldservaringen ook voor andere behandelingen? Ja, we vragen altijd naar traumaklachten en naar seksueel geweld. Ook als mensen zich voor een andere behandeling aanmelden.
Evaluatie Interapybehandeling door client Cliënten zijn zeer positief over hun behandeling, zowel over de methode als over het contact met hun behandelaar. Aspect
Score
Tevredenheid met begeleiding (1-10) Contact was persoonlijk Online therapie is een effectieve methode Face to face niet gemist Zou behandeling aanbevelen
8,4 84% 82% 65% 84%
merken dat je daardoor over een tijdje gaat zien. We vertellen ook dat het eerste deel van de behandeling het moeilijkst is. minder last hebt van de herinneringen.” Dat iemand in het begin misschien wat Is het echt iets wat in je hersenen gebeurt? Is meer klachten krijgt, bijvoorbeeld meer nachtmerries kan krijgen of angstiger kan dat een vorm van herprogrammeren? Er zijn wel aanwijzingen dat er andere worden. We geven de ouders over tips hersengebieden actief worden na een over hoe je dan het beste kunt reageren trauma. Je ziet vaak bij mensen die trau- op je kind. ma’s meegemaakt hebben, dat ze heel waakzaam zijn, alsof er continue weer iets Dus die omgeving wordt er wel bij betrokken? kan gebeuren. Ja. Dat is natuurlijk een uitdaging als je werkt via internet, want je hebt alleen te Iemand moet opschrijven wat er gebeurd is maken met die cliënt. Maar we proberen en dat is het moeilijkst begrijp ik, maar dan op deze manier toch die betrokkenheid te zit je wel in je eentje achter de computer en creëren. jij weet niet of iemand steun heeft. Wij hebben in deze behandeling ook informatie voor de ouders. We hebben Vinden cliënten het moeilijk om af te sluiop onze site een kleine bibliotheek met ten? Ik kan me voorstellen dat het na zo’n informatie voor de cliënten. Informatie intensief contact… over wat een seksueel trauma is, infor- Ja, dat vinden cliënten moeilijk. We sluimatie over aangifte doen, etc. Daar staat ten ook niet in één keer af. We bouwen ook informatie bij voor de omgeving, of het contact langzaam af. In de loop der voor de ouders. We vragen aan cliënten tijd hebben we geleerd dat het niet slim om die informatie aan de ouders te geven is om opeens te zeggen: “Okay dat was en bij de jongste groep, de 14 tot 16 het.” Daarnaast is er na de behandeling jarigen geven we het zelf aan de ouders. een periode van één jaar waarin wij de We leggen uit hoe de behandeling eruit klachten monitoren. Cliënten hebben in
4
Hebben jullie veel mannen in behandeling? Nee mannen zijn in de minderheid. Met name bij behandelingen voor seksueel trauma en bij eetproblemen. Dat zie je in de hele GGZ. Is het lastig bij jongeren om bepaalde dingen te vragen? Nee, dat is niet anders dan bij volwassenen. Wat ik bij jongeren doe om contact te maken is met name in het begin veel dingen vragen, o.a. naar vriendjes en vriendinnetjes, hoe het op school gaat, wat iemands hobby’s zijn. Het werkt goed om het ook over andere dingen te hebben. Is online therapie geschikt voor alle klachten? Nee, online behandelingen zijn niet geschikt voor alle klachten. Als bijvoorbeeld uit de intake blijkt dat iemand psychotisch is geweest, dan vinden we dat iemand niet online maar face to face behandeld moet worden. Het gebeurt ook af en toe dat wij aanmeldingen krijgen van cliënten waarbij suïcidegevaar bestaat. Dan nemen we contact met de huisarts op, of doen we wat er verder nodig is. Daar zijn we heel zorgvuldig mee. Dat is weer zoiets met internet: mensen geven suïcidegedachten eerder aan via internet, dan in een intake met iemand tegenover zich.
steunpunt seksueel geweld
‘Jongeren die een seksueel trauma meegemaakt hebben, hebben bijna altijd lichamelijke of seksuele klachten. Cliënten leggen vaak zelf de link niet met het trauma.’
Wat voor cliënten hebben jullie? Onze cliënten komen uit het hele land. De leeftijd ligt tussen de 14 en 80 jaar. De meeste cliënten zijn rond de 40 jaar en de meeste zijn vrouw. Dat soort gegevens komen overeen met face to face behandelingen in de GGZ. Hebben jullie een minimum leeftijd? Ja, 14 jaar. We hebben jarenlang bij verschillende klachtgebieden ervaring opgedaan en onderzoek gedaan naar onlinebehandeling bij een doelgroep van 16 jaar en ouder. Toen we voldoende ervaring hadden, hebben we de leeftijdsgrens verlaagd naar 14. Dit had te maken met een project dat we samen met de Rutgers Nisso Groep hebben uitgevoerd. De ontwikkeling van een behandeling voor jongeren in de leeftijd van 14-25 jaar die een seksueel trauma meegemaakt hebben. Die groep bleek moeilijk hun weg te vinden naar hulpverlening. Internet biedt mogelijkheden om die weg te vergemakkelijken. Melden die jongeren zich zelf aan? Ja, die melden zichzelf via www.interapy. nl aan. Ze vinden ons via allerlei internetfora. Jongeren zijn actief op internet, de moeilijkheid zit ‘m in het daadwerkelijk in behandeling komen. Want jullie moeten toestemming hebben? Ja het is wettelijk zo geregeld dat er toestemming van beide ouders nodig is als cliënten jonger dan 16 jaar zijn. Dat is moeilijk, de problematiek gaat vaak gepaard met schaamte, jongeren willen vaak niet dat hun ouders op de hoogte zijn. Daarnaast zijn wij een tweedelijns instelling. De behandelingen worden vergoed met een verwijzing van een huisarts. Ook dat is vaak een drempel voor deze doelgroep. Ik hoop dat daar in de toekomst verandering in komt. Dat de hulp toegankelijker wordt. Dat huisartsen of scholen naar jullie verwijzen? Precies.
2
Want dat gebeurt nu helemaal niet? Scholen niet, huisartsen wel. Jullie hebben die toestemming nodig van ouders. Gebeurt het wel eens dat toestemming van ouders echt onmogelijk is en dat jullie dan een andere manier vinden? Nee, je kunt jongeren onder de 16 niet behandelen als je geen toestemming hebt. Het gebeurt, en dat vind ik heel erg, dat het daar op misloopt. Wij halen alles uit de kast om jongeren te helpen om toch met ouders te praten. Maar dat lukt niet altijd. Jullie werken landelijk? Of je nu op Texel zit of in Middelburg woont, wij kunnen vanaf hier behandelen. Jullie behandelen vanuit dit pand? Ja. We hebben zo’n 40 behandelaren in dienst. We hebben een behandelruimte en daar staan bij ons, in tegenstelling tot bij andere geestelijke gezondheidszorginstellingen allemaal computers. Er wordt door veel behandelaars ook vanuit huis gewerkt. Hoeveel cliënten heb je gemiddeld in je caseload? Dat verschilt, er zijn veel psychologen die parttime werken. Die vinden het fijn om de online hulpverlening te combineren met face to face contacten. Hoe werkt het? Ik lees hier ‘online maar niet real time (geen chat).’ Je zit niet met elkaar te praten? Nee. Dat vind ik zelf een voordeel. Wij hebben behandelprotocollen die je ook gebruikt in een face to face therapie “vertaald” naar het internet. Een protocol bestaat uit allerlei opdrachten, en cliënt en behandelaar werken samen stap voor stap alle opdrachten uit het protocol door. Een cliënt meldt zich online aan en vult de vragenlijsten in. Daarna voeren we een telefoongesprek om de klachten verder uit te vragen en om te kijken of het allemaal goed begrepen is. Dat is de intake. Daarna start de behandeling. Het eerste
‘het elkaar niet zien’ is een groot voordeel... Mensen durven zich daardoor aan te melden.’
wat ik doe als behandelaar is me voorstellen, ik vertel wat over mezelf en ik leg uit hoe het programma eruitziet, hoe lang de behandeling duurt en hoe vaak we contact hebben. Als er tussen die contactmomenten in iets is, dan kan de cliënt mij een mailtje sturen. Als ik dat uitgelegd heb, geef ik instructies voor de eerste opdracht. De cliënt leest dat op het moment dat hij of zij inlogt, op een tijd die hem of haar goed uitkomt. We vragen de cliënten om te plannen wanneer ze de opdracht willen gaan maken. Het is belangrijk dat je bijvoorbeeld niet alle opdrachten op dezelfde dag achter elkaar doet, en niet ’s avonds laat vlak voor je gaat slapen. Zo’n planning is ook handig voor mij als behandelaar, omdat ik dan kan zien: oh, die cliënt gaat dan een opdracht maken, dat betekent dat ik daarna in moet loggen om te kijken naar de opdracht en erop te reageren. De cliënt en de behandelaar hebben nooit “real time” contact. Er zit een vertraging in, en dat vind ik heel fijn. Het geeft mij tijd om na te denken over hoe ik iets wil zeggen en ook om nog eens een keer te lezen wat iemand schrijft. Maar je mist wel de gelaatsuitdrukkingen, de non verbale communicatie? Dat klopt en toch mis ik het als behandelaar niet. Die vraag krijg ik heel vaak. Non-verbale communicatie is belangrijk, maar hoe ik jouw non-verbale communicatie interpreteer, zegt ook weer veel over wat ik daar inleg, dat wordt nog wel eens vergeten. Daarnaast is mijn ervaring dat als je goed leest, en vervolgens goed doorvraagt dat voldoende informatie oplevert. Voor mij is bijvoorbeeld een regel dat als ik het verhaal niet meer begrijp, of bij wijze van spreken niet meer als een film voor me kan zien dan weet ik: “Hé er mist iets, er klopt iets niet”, en dat betekent: ik moet daar meer over vragen. Overigens, cliënten ervaren het contact, daar hebben we onderzoek naar gedaan, merendeels als prettig en persoonlijk. Juist als het gaat om problematiek waar veel schaamte bij
zit, kan het erg fijn zijn dat er niet drie kwartier is het klaar. We zijn heel duidelijk over wanneer je moet stoppen iemand tegenover je zit. en dat je na het schrijven iets leuks of Schaamte is zeker bij seksueel misbruik een ontspannends moet gaan doen. Deze therapie is zwaar voor cliënten. We willen het heel belangrijk stuk. Is dat dan het grote zo goed mogelijk doseren. voordeel? Ja ik denk dat ‘het elkaar niet zien’ een voordeel is. We merken dat bij alle pro- Maar de één typt veel sneller dan de ander… blematiek waar schaamte bij komt kijken. Dat klopt. Soms zijn teksten lang, soms We zien dat mensen zich via internet korter. Als iemand weinig op papier krijgt, eerder aan durven te melden. Ik heb is het de kunst als behandelaar om door ook het idee dat je in een behande- vragen te stellen en te steunen, iemand ling sneller tot de kern kunt komen, te helpen het toch op papier te krijgen. juist omdat je niet beïnvloed wordt Meestal betekent een korte tekst niet door hoe ik reageer. Soms zeggen dat iemand langzaam typt, maar dat de mensen: “Ik had het opgeschreven opdracht moeilijk was. en voordat ik het wist had ik het verzonden, en ik weet niet of ik De tweede module gaat helemaal over het ooit allemaal gezegd had”. het lichaam. Jongeren die een seksueel De cliënt zit thuis, op zijn eigen trauma meegemaakt hebben, hebben kamer waar het veilig is, dat maakt bijna altijd lichamelijke of seksuele klachde drempel lager. Dat maakt dat ten. Cliënten leggen vaak zelf de link niet je dingen waar je je voor schaamt met het trauma. Die zeggen: “Ik heb ook iets eerder kunt delen. In een face vaak buikpijn, of hoofdpijn.” Cliënten to face therapie lukt dat uiteindelijk zijn vaak erg opgelucht als ze begrijpen ook, mijn ervaring is dat het hier ver- dat de lichamelijke klachten passen bij het trauma dat ze meegemaakt hebben. sneld wordt. Cliënten schrijven in deze module ook over hoe het gaat met seksualiteit, en met Verloopt dat protocol volgens een vast relaties met vriendjes of vriendinnetjes. tijdspad? Ja, de gemiddelde duur van de behandeling is 12 weken. Een paar weken Daarna zijn er vier opdrachten cognitieve uitlooptijd is geen probleem, maar we herstructurering. Een traumabehandeling willen wel de vaart erin houden. Met is succesvol als het schuldgevoel en het regelmaat in de behandeling bereik je schaamtegevoel over wat er gebeurd is afneemt. In deze fase is het doel het grotere effecten. uitdagen van de ideeën die iemand heeft over het trauma. Wat zijn die opdrachten? We hebben de behandeling opgedeeld in vier fases. De eerste fase is exposure. Dat doen we door de techniek “perspecDaarin hebben we vier schrijfopdrachten tief wisseling”. We vragen de cliënt om zich waarin een cliënt zo precies en gedetail- voor stellen dat een denkbeeldige vrienleerd mogelijk, in de tegenwoordige tijd, din precies hetzelfde heeft meegemaakt in de ik-vorm, beschrijft wat er gebeurd als zij, met precies dezelfde gevoelens en is. Doordat je dat in vier opdrachten doet, precies dezelfde ervaring. De opdracht is kun je als behandelaar de cliënt begelei- om die vriendin een steunende adviesbrief den om stap voor stap bij het moeilijkste te schrijven. Door van een afstandje naar moment uit die gebeurtenis te komen en je eigen situatie te kijken, kun je je eigen dat op te schrijven. De schrijfopdrachten ideeën kritisch bekijken. De behandelaar duren drie kwartier. Daar zijn we streng helpt door vragen te stellen: “Is het echt in. Ook als het schrijven goed gaat; na zo dat je vriendin daar iets aan kon doen?
3
‘Het geeft mij tijd om na te denken over hoe ik iets wil zeggen’
Kon ze weten wat er ging gebeuren?” Je ziet dat cliënten dan in hun adviesbrief dingen schrijven als: “Je kon het helemaal niet weten, je fietste daar altijd…” Ik vind dit een prachtig onderdeel. Heel belangrijk ook. Daarna ben je al aan de afronding toe. In dat laatste deel schrijven mensen een afrondende brief. Ze kunnen zelf kiezen aan wie. Aan de dader, aan zichzelf of aan iemand in de omgeving die ze op de hoogte willen stellen. In de laatste brief schrijft de cliënt wat er gebeurd is, welke dingen uit de behandeling geholpen hebben, en hoe hij of zij daar nu en in de toekomst mee verder wil. De laatste opdracht is echt gericht op de toekomst Wat levert het een cliënt op om er over te schrijven? Wat is het idee daarachter? Eén van de belangrijkste werkzame onderdelen van een traumabehandeling, is de exposure: dat je heel gedetailleerd beschrijft of vertelt in een therapie wat je meegemaakt hebt. Mensen die getraumatiseerd zijn proberen juist niet meer te denken aan wat ze hebben meegemaakt. Ze proberen plaatsen, plekken en mensen die daar aan doen denken te vermijden. Juist daardoor krijg je er last van. Het heeft zin om die herinneringen weer boven te halen, om de confrontatie ermee aan te gaan. Dat is wat je doet door te schrijven over de traumatische gebeurtenis. In de behandeling leggen we het zo aan cliënten uit: “Wat je meegemaakt hebt is heel ingrijpend. Je had toen helemaal geen tijd had om de herinneringen goed op te bergen in je hoofd. Je kunt het je voorstellen alsof er een kist staat in je hoofd waar je die herinneringen allemaal hebt in gepropt, en toen heel snel het deksel erop hebt gedaan. Maar, die kist zit nu te vol en af en toe springt ie open. Dan denk je weer terug aan wat je meegemaakt hebt zonder dat je dat wilt. Wat wij samen gaan doen is heel voorzichtig die deksel van die kist openmaken, kijken wat er ligt, en dan gaan we dat samen opnieuw inrichten zodat die deksel goed dicht kan. Je zult
die periode het gevoel dat ze nog onder onze hoede zijn, als er iets is kunnen ze bellen. Dat voelt veilig . Vragen jullie altijd naar seksueel geweldservaringen ook voor andere behandelingen? Ja, we vragen altijd naar traumaklachten en naar seksueel geweld. Ook als mensen zich voor een andere behandeling aanmelden.
Evaluatie Interapybehandeling door client Cliënten zijn zeer positief over hun behandeling, zowel over de methode als over het contact met hun behandelaar. Aspect
Score
Tevredenheid met begeleiding (1-10) Contact was persoonlijk Online therapie is een effectieve methode Face to face niet gemist Zou behandeling aanbevelen
8,4 84% 82% 65% 84%
merken dat je daardoor over een tijdje gaat zien. We vertellen ook dat het eerste deel van de behandeling het moeilijkst is. minder last hebt van de herinneringen.” Dat iemand in het begin misschien wat Is het echt iets wat in je hersenen gebeurt? Is meer klachten krijgt, bijvoorbeeld meer nachtmerries kan krijgen of angstiger kan dat een vorm van herprogrammeren? Er zijn wel aanwijzingen dat er andere worden. We geven de ouders over tips hersengebieden actief worden na een over hoe je dan het beste kunt reageren trauma. Je ziet vaak bij mensen die trau- op je kind. ma’s meegemaakt hebben, dat ze heel waakzaam zijn, alsof er continue weer iets Dus die omgeving wordt er wel bij betrokken? kan gebeuren. Ja. Dat is natuurlijk een uitdaging als je werkt via internet, want je hebt alleen te Iemand moet opschrijven wat er gebeurd is maken met die cliënt. Maar we proberen en dat is het moeilijkst begrijp ik, maar dan op deze manier toch die betrokkenheid te zit je wel in je eentje achter de computer en creëren. jij weet niet of iemand steun heeft. Wij hebben in deze behandeling ook informatie voor de ouders. We hebben Vinden cliënten het moeilijk om af te sluiop onze site een kleine bibliotheek met ten? Ik kan me voorstellen dat het na zo’n informatie voor de cliënten. Informatie intensief contact… over wat een seksueel trauma is, infor- Ja, dat vinden cliënten moeilijk. We sluimatie over aangifte doen, etc. Daar staat ten ook niet in één keer af. We bouwen ook informatie bij voor de omgeving, of het contact langzaam af. In de loop der voor de ouders. We vragen aan cliënten tijd hebben we geleerd dat het niet slim om die informatie aan de ouders te geven is om opeens te zeggen: “Okay dat was en bij de jongste groep, de 14 tot 16 het.” Daarnaast is er na de behandeling jarigen geven we het zelf aan de ouders. een periode van één jaar waarin wij de We leggen uit hoe de behandeling eruit klachten monitoren. Cliënten hebben in
4
Hebben jullie veel mannen in behandeling? Nee mannen zijn in de minderheid. Met name bij behandelingen voor seksueel trauma en bij eetproblemen. Dat zie je in de hele GGZ. Is het lastig bij jongeren om bepaalde dingen te vragen? Nee, dat is niet anders dan bij volwassenen. Wat ik bij jongeren doe om contact te maken is met name in het begin veel dingen vragen, o.a. naar vriendjes en vriendinnetjes, hoe het op school gaat, wat iemands hobby’s zijn. Het werkt goed om het ook over andere dingen te hebben. Is online therapie geschikt voor alle klachten? Nee, online behandelingen zijn niet geschikt voor alle klachten. Als bijvoorbeeld uit de intake blijkt dat iemand psychotisch is geweest, dan vinden we dat iemand niet online maar face to face behandeld moet worden. Het gebeurt ook af en toe dat wij aanmeldingen krijgen van cliënten waarbij suïcidegevaar bestaat. Dan nemen we contact met de huisarts op, of doen we wat er verder nodig is. Daar zijn we heel zorgvuldig mee. Dat is weer zoiets met internet: mensen geven suïcidegedachten eerder aan via internet, dan in een intake met iemand tegenover zich.
steunpunt seksueel geweld
‘Jongeren die een seksueel trauma meegemaakt hebben, hebben bijna altijd lichamelijke of seksuele klachten. Cliënten leggen vaak zelf de link niet met het trauma.’
InZicht
Column
Wat is normaal? Als Steunpunt Seksueel geweld zijn wij natuurlijk blij met alle aandacht die er is voor seksueel geweld. Jarenlang waren we een roepende in de woestijn maar dat is nu echt verleden tijd. Door alle aandacht in de media voor seksueel misbruik in de katholieke kerk en in jeugdinternaten en gevoed door de Amsterdamse zedenzaak, voelen veel hulpverleners en leerkrachten zich geroepen om iedere situatie kritisch te bekijken op mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag. Kinderen die doktertje spelen worden wantrouwend geobserveerd en bij meisjes die een beetje flirterig naar een jongen kijken wordt vermoed dat ze ‘nare dingen’ hebben meegemaakt. Het Steunpunt organiseerde een tijdje geleden een themamiddag over het Vlaggensysteem. Sonja Bakker, psycholoog van het Expertisecentrum Seksespecifieke Hulpverlening van Spirit! en gecertificeerd trainer van het Vlaggensysteem gaf een heldere presentatie aan ongeveer 100 hulpverleners en leerkrachten. Het Vlaggensysteem is een prachtige methodiek waarmee je aan de hand van een aantal criteria kunt beoordelen of er in een bepaalde situatie sprake is van gezond seksueel gedrag door kinderen of jongeren, of dat het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Die criteria zijn in willekeurige volgorde: vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, (zelf)respect, leeftijdsadequaat, wederzijdse toestemming en contextadequaat. Aan de hand van deze criteria kun je een situatie beoordelen als: normaal of licht, ernstig of zwaar grensoverschrijdend en daar past een bepaalde kleur vlag bij respectievelijk groen, geel, rood en zwart. De kleur vlag geeft aan hoe je het beste kunt reageren op het gedrag. Dat kan variëren van bevestigen/
negeren tot begrenzen, ingrijpen, verbieden en straffen. Aan de hand van plaatjes met situatieschetsen moest de zaal oefenen met het beoordelen van de situatie. Nou dat is een onvergetelijke middag geworden zal ik u verklappen. Situatie: een jongetje van 6 probeert het slipje van een meisje van 4 naar beneden te trekken. Hij dreigt ermee haar pop kapot te maken als ze hem niet wil gehoorzamen. Om mij heen vlogen de zwarte vlaggen de lucht in. De gemoederen liepen hoog op ‘Hij chanteert haar’, ‘hij dwingt haar iets toe te laten’, ‘er is sprake van een leeftijdsverschil.’ ‘Deze jongen moet straf krijgen.’ Sonja legde uit dat het bij de normale ontwikkeling hoort dat kinderen van 4 en 6 nieuwsgierig zijn naar elkaars geslachtsdelen. Dat een jongetje in het broekje van een meisje wil kijken is volstrekt normaal gedrag. (Dat hij dreigt haar pop kapot te maken is niet lief en daarop dient hij aangesproken te worden.) Een andere situatie: een meisje van 12 zit op het schoolplein op de schoot van jongen van 17. Zij kijkt hem verleidelijk aan. De zaal reageerde meteen: ‘Verleidelijk? Een meisje van 12? Dat voelt niet-pluis.’ ‘Dat meisje moet dingen meegemaakt hebben’ riep een hulpverlener. Zo volgden nog een aantal plaatjes en de emoties liepen hoog op. Sonja moest hard werken om de zaal af en toe weer tot rust te brengen. Wat deze themamiddag heel duidelijk heeft gemaakt is dat het diverse professionals aan basale kennis ontbreekt wat eigenlijk normaal seksueel gedrag is van kinderen en jongeren. Misschien moeten de opleidingen daar eens wat meer aandacht aan besteden. Karin van Erning
Het Expertisepunt Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ESGOG) is dé plek voor kennis, training, agendering en advies op het gebied van Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag. U vindt hier specifieke kennis op het brede terrein
5
van SGOG. Van good practices tot beproefde trainingen. Het expertisepunt verzamelt informatie, verrijkt, verspreidt, verbindt kennis en agendeert blinde vlekken in de aanpak van SGOG. Lees er meer over in de folder. Deze publicatie is te downloaden via www.movisie.
Kinderen en internetrisico’s
Slachtoffers van een aanranding of verkrachting ontvangen niet altijd de zorg en begeleiding
• Ongeveer 60.000 Nederlandse kinderen van 9 tot en met 16 jaar worden herhaaldelijk gepest via het internet. • In 2010 hebben ongeveer 170.-180.000 van de 11-16-jarigen seksueel getinte berichten ontvangen. • Meer dan 90.000 jonge internetgebruikers spraken in 2010 persoonlijk af met iemand die ze online hadden leren kennen. Ongeveer 7500 kinderen hielden hier een negatieve ervaring aan over. • Online risico’s blijven bestaan, ook als de jongere veel internetvaardigheden heeft. • Voor ouders en docenten is het moeilijk om toezicht te houden op het internetgebruik van kinderen. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de SCPpublicatie Kinderen en internetrisico’s van dr. Nathalie Sonck en prof. dr. Jos de Haan. Het rapport geeft een beeld van de mate waarin Nederlandse 9-16-jarige internetgebruikers te maken hebben met online risico’s. Ook de invloed van internetvaardigheden en de rol van anderen in de omgeving is onderzocht.
steunpunt seksueel geweld
6
Wetenswaardigheden Expertisepunt Seksueel Grensoverschrijdend gedrag
die wenselijk is na een dergelijke traumatische ervaring. Om daarin verbetering te brengen start op 1 januari 2012 in Amsterdam de pilot Zorgcoördinatie Zedenzaken, een initiatief dat voortkomt uit een samenwerking tussen de GGD Amsterdam, Bureau Zedenpolitie Amsterdam en dienst Wonen, Zorg en Samenleven van de Gemeente Amsterdam. Gedurende de pilot zal zorgcoördinatie ingezet worden om de begeleiding van slachtoffers van seksueel geweld in het zorgtraject te verbeteren. De zorgcoördinatie zal zich richten op het lichamelijk herstel na het seksueel geweld, de psychosociale verwerking, het risico op een besmetting met een SOA/HIV en het risico op een ongewenste zwangerschap. De pilot wordt geëvalueerd door het Verwey-Jonker Instituut, onder andere op cliënttevredenheid. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marjolein Poels, Gemeente Amsterdam, Dienst Wonen, Zorg en Samenleven, T: 020 552 7314, E :
[email protected].
nl of te bestellen via Movisie E: kennislijn@ movisie.nl
Pilot Zorgcoördinatie Zedenzaken
Daarvoor zijn in Nederland in 2010 ongeveer 1000 jongeren en een van hun ouders geïnterviewd. Het onderzoek maakt deel uit van het Europese project EU Kids Online (www.eukidsonline.net) waaraan 25 landen deelnamen. De publicatie is te bestellen/downloaden via www.scp.nl.
vriend, vader en minnaar. Fragoso’s memoires geven een ongekende inkijk in het hart en de ziel van de pedofiele man die haar van haar jeugd beroofde.
Publicaties
Franck, Thierry, Erika Frans, Els van Decrean. Sensoa, 2011. Gratis te downloaden via www.sensoa.be. Deze online brochure laat ouders kennismaken met zes criteria voor gezond seksueel gedrag: toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkeling, context en zelfrespect. Ouders kunnen hun kinderen laten kennismaken met deze criteria, en ze zo wegwijs maken in het seksuele verkeer. De criteria zijn immers tegelijk spelregels die ze kunnen toepassen tijdens hun seksuele ontwikkeling. Ze laten kinderen en jongeren dus toe om zelf te oordelen welk seksueel gedrag wel en niet oké is.
Over leven na geweld - Slachtoffers vertellen hun verhaal. Opmeer, Kees. Van Gorcum, 2011. ISBN 97890-232-4802-61. Kosten € 19,95. Kees Opmeer schreef dit boek in opdracht van Tegen Haar Wil (Tegen Haar Wil Drenthe is een anonieme telefonische hulpdienst voor vrouwen en meisjes die te maken hebben (gehad) met geweld). In dit boek lees je de openhartige en schokkende verhalen van mensen die slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld, ritueel misbruik, stalking en andere vormen van agressie. De verhalen geven een indringend beeld van wat geweld met je doet en welke gevolgen dit heeft voor je leven. Het boek eindigt met een nabeschouwing en een overzicht van de beschikbare hulpvormen.
Tijger, tijger. Fragoso, Margaux. De Bezige Bij, 2011. ISBN 978-90-234-5962-0. Kosten € 19,90. In Tijger, tijger onderzoekt Margaux Fragoso de donkerste momenten van haar leven. ‘Mag ik met je spelen?’ Op een zomerdag in 1985 ontmoet Margaux Fragoso de veel oudere Peter Curran in het buurtzwembad en stelt hem precies die vraag. Zij is zeven, hij is eenenvijftig. Wanneer Peter haar en haar moeder uitnodigt om bij hem thuis langs te komen, treft het meisje er een waar kinderparadijs aan. Haar moeder is niet in staat om goed voor Margaux te zorgen en leeft in een constante angst voor haar agressieve echtgenoot. Ze is Peter dankbaar voor alle aandacht die hij aan haar dochter besteedt en binnen de kortste keren brengt Margaux al haar tijd met Peter door. Gaandeweg neemt hij de rol aan van Margaux’
Over de grens? Seksueel opvoeden met het Vlaggensysteem.
EEN UITGAVE VAN DE GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST AMSTERDAM
januari 2012 Thema:
Online behandeling
Colofon
‘De cliënt zit thuis, op zijn eigen kamer waar het veilig is, dat maakt de drempel lager. Dat maakt dat je dingen waar je je voor schaamt iets eerder kunt delen.’
InZicht januari 2012 verschijnt 2 maal per jaar oplage: 750 uitgave Steunpunt Seksueel Geweld Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam E:
[email protected] redactie Karin van Erning, Marianne van Staa, Marjolein Leguijt grafisch ontwerp DTP Yusuf Kho vormgever IA BNO verspreiding gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.gezond.amsterdam.nl
steunpunt seksueel geweld
Wij wensen u een goed 2012!
Interapy is zorgaanbieder èn ontwikkelaar van online therapie in de geestelijke gezondheidszorg en bestaat inmiddels 10 jaar. De bij de instelling gebruikte methodiek is ontwikkeld aan de Universiteit van Amsterdam. Daar werd geëxperimenteerd met nieuwe vormen van psychotherapie, zoals combinaties van gesprekstherapie en schrijfopdrachten. Gestructureerde schrijfopdrachten bleken een krachtige interventie voor de behandeling van traumatische ervaringen. Toen het internet zich aandiende werd een nieuwe stap in het onderzoek gezet: waren er ook goede resultaten met schrijfbehandeling te behalen zonder face to face contact tussen behandelaar en cliënt? Meerdere gecontroleerde onderzoeken werden uitgevoerd en tot verbazing van de onderzoekers, bleek dat 80% van de cliënten met uitsluitend online behandelcontacten schrijvend van hun traumaklachten afkwamen. Een opmerkelijk en revolutionair resultaat. We spreken met Janneke Broeksteeg, senior ontwikkelaar en behandelaar van Interapy.
steunpunt seksueel geweld
InZicht
Column
Wat is normaal? Als Steunpunt Seksueel geweld zijn wij natuurlijk blij met alle aandacht die er is voor seksueel geweld. Jarenlang waren we een roepende in de woestijn maar dat is nu echt verleden tijd. Door alle aandacht in de media voor seksueel misbruik in de katholieke kerk en in jeugdinternaten en gevoed door de Amsterdamse zedenzaak, voelen veel hulpverleners en leerkrachten zich geroepen om iedere situatie kritisch te bekijken op mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag. Kinderen die doktertje spelen worden wantrouwend geobserveerd en bij meisjes die een beetje flirterig naar een jongen kijken wordt vermoed dat ze ‘nare dingen’ hebben meegemaakt. Het Steunpunt organiseerde een tijdje geleden een themamiddag over het Vlaggensysteem. Sonja Bakker, psycholoog van het Expertisecentrum Seksespecifieke Hulpverlening van Spirit! en gecertificeerd trainer van het Vlaggensysteem gaf een heldere presentatie aan ongeveer 100 hulpverleners en leerkrachten. Het Vlaggensysteem is een prachtige methodiek waarmee je aan de hand van een aantal criteria kunt beoordelen of er in een bepaalde situatie sprake is van gezond seksueel gedrag door kinderen of jongeren, of dat het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Die criteria zijn in willekeurige volgorde: vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, (zelf)respect, leeftijdsadequaat, wederzijdse toestemming en contextadequaat. Aan de hand van deze criteria kun je een situatie beoordelen als: normaal of licht, ernstig of zwaar grensoverschrijdend en daar past een bepaalde kleur vlag bij respectievelijk groen, geel, rood en zwart. De kleur vlag geeft aan hoe je het beste kunt reageren op het gedrag. Dat kan variëren van bevestigen/
negeren tot begrenzen, ingrijpen, verbieden en straffen. Aan de hand van plaatjes met situatieschetsen moest de zaal oefenen met het beoordelen van de situatie. Nou dat is een onvergetelijke middag geworden zal ik u verklappen. Situatie: een jongetje van 6 probeert het slipje van een meisje van 4 naar beneden te trekken. Hij dreigt ermee haar pop kapot te maken als ze hem niet wil gehoorzamen. Om mij heen vlogen de zwarte vlaggen de lucht in. De gemoederen liepen hoog op ‘Hij chanteert haar’, ‘hij dwingt haar iets toe te laten’, ‘er is sprake van een leeftijdsverschil.’ ‘Deze jongen moet straf krijgen.’ Sonja legde uit dat het bij de normale ontwikkeling hoort dat kinderen van 4 en 6 nieuwsgierig zijn naar elkaars geslachtsdelen. Dat een jongetje in het broekje van een meisje wil kijken is volstrekt normaal gedrag. (Dat hij dreigt haar pop kapot te maken is niet lief en daarop dient hij aangesproken te worden.) Een andere situatie: een meisje van 12 zit op het schoolplein op de schoot van jongen van 17. Zij kijkt hem verleidelijk aan. De zaal reageerde meteen: ‘Verleidelijk? Een meisje van 12? Dat voelt niet-pluis.’ ‘Dat meisje moet dingen meegemaakt hebben’ riep een hulpverlener. Zo volgden nog een aantal plaatjes en de emoties liepen hoog op. Sonja moest hard werken om de zaal af en toe weer tot rust te brengen. Wat deze themamiddag heel duidelijk heeft gemaakt is dat het diverse professionals aan basale kennis ontbreekt wat eigenlijk normaal seksueel gedrag is van kinderen en jongeren. Misschien moeten de opleidingen daar eens wat meer aandacht aan besteden. Karin van Erning
Het Expertisepunt Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ESGOG) is dé plek voor kennis, training, agendering en advies op het gebied van Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag. U vindt hier specifieke kennis op het brede terrein
5
van SGOG. Van good practices tot beproefde trainingen. Het expertisepunt verzamelt informatie, verrijkt, verspreidt, verbindt kennis en agendeert blinde vlekken in de aanpak van SGOG. Lees er meer over in de folder. Deze publicatie is te downloaden via www.movisie.
Kinderen en internetrisico’s
Slachtoffers van een aanranding of verkrachting ontvangen niet altijd de zorg en begeleiding
• Ongeveer 60.000 Nederlandse kinderen van 9 tot en met 16 jaar worden herhaaldelijk gepest via het internet. • In 2010 hebben ongeveer 170.-180.000 van de 11-16-jarigen seksueel getinte berichten ontvangen. • Meer dan 90.000 jonge internetgebruikers spraken in 2010 persoonlijk af met iemand die ze online hadden leren kennen. Ongeveer 7500 kinderen hielden hier een negatieve ervaring aan over. • Online risico’s blijven bestaan, ook als de jongere veel internetvaardigheden heeft. • Voor ouders en docenten is het moeilijk om toezicht te houden op het internetgebruik van kinderen. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de SCPpublicatie Kinderen en internetrisico’s van dr. Nathalie Sonck en prof. dr. Jos de Haan. Het rapport geeft een beeld van de mate waarin Nederlandse 9-16-jarige internetgebruikers te maken hebben met online risico’s. Ook de invloed van internetvaardigheden en de rol van anderen in de omgeving is onderzocht.
steunpunt seksueel geweld
6
Wetenswaardigheden Expertisepunt Seksueel Grensoverschrijdend gedrag
die wenselijk is na een dergelijke traumatische ervaring. Om daarin verbetering te brengen start op 1 januari 2012 in Amsterdam de pilot Zorgcoördinatie Zedenzaken, een initiatief dat voortkomt uit een samenwerking tussen de GGD Amsterdam, Bureau Zedenpolitie Amsterdam en dienst Wonen, Zorg en Samenleven van de Gemeente Amsterdam. Gedurende de pilot zal zorgcoördinatie ingezet worden om de begeleiding van slachtoffers van seksueel geweld in het zorgtraject te verbeteren. De zorgcoördinatie zal zich richten op het lichamelijk herstel na het seksueel geweld, de psychosociale verwerking, het risico op een besmetting met een SOA/HIV en het risico op een ongewenste zwangerschap. De pilot wordt geëvalueerd door het Verwey-Jonker Instituut, onder andere op cliënttevredenheid. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Marjolein Poels, Gemeente Amsterdam, Dienst Wonen, Zorg en Samenleven, T: 020 552 7314, E :
[email protected].
nl of te bestellen via Movisie E: kennislijn@ movisie.nl
Pilot Zorgcoördinatie Zedenzaken
Daarvoor zijn in Nederland in 2010 ongeveer 1000 jongeren en een van hun ouders geïnterviewd. Het onderzoek maakt deel uit van het Europese project EU Kids Online (www.eukidsonline.net) waaraan 25 landen deelnamen. De publicatie is te bestellen/downloaden via www.scp.nl.
vriend, vader en minnaar. Fragoso’s memoires geven een ongekende inkijk in het hart en de ziel van de pedofiele man die haar van haar jeugd beroofde.
Publicaties
Franck, Thierry, Erika Frans, Els van Decrean. Sensoa, 2011. Gratis te downloaden via www.sensoa.be. Deze online brochure laat ouders kennismaken met zes criteria voor gezond seksueel gedrag: toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, ontwikkeling, context en zelfrespect. Ouders kunnen hun kinderen laten kennismaken met deze criteria, en ze zo wegwijs maken in het seksuele verkeer. De criteria zijn immers tegelijk spelregels die ze kunnen toepassen tijdens hun seksuele ontwikkeling. Ze laten kinderen en jongeren dus toe om zelf te oordelen welk seksueel gedrag wel en niet oké is.
Over leven na geweld - Slachtoffers vertellen hun verhaal. Opmeer, Kees. Van Gorcum, 2011. ISBN 97890-232-4802-61. Kosten € 19,95. Kees Opmeer schreef dit boek in opdracht van Tegen Haar Wil (Tegen Haar Wil Drenthe is een anonieme telefonische hulpdienst voor vrouwen en meisjes die te maken hebben (gehad) met geweld). In dit boek lees je de openhartige en schokkende verhalen van mensen die slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld, ritueel misbruik, stalking en andere vormen van agressie. De verhalen geven een indringend beeld van wat geweld met je doet en welke gevolgen dit heeft voor je leven. Het boek eindigt met een nabeschouwing en een overzicht van de beschikbare hulpvormen.
Tijger, tijger. Fragoso, Margaux. De Bezige Bij, 2011. ISBN 978-90-234-5962-0. Kosten € 19,90. In Tijger, tijger onderzoekt Margaux Fragoso de donkerste momenten van haar leven. ‘Mag ik met je spelen?’ Op een zomerdag in 1985 ontmoet Margaux Fragoso de veel oudere Peter Curran in het buurtzwembad en stelt hem precies die vraag. Zij is zeven, hij is eenenvijftig. Wanneer Peter haar en haar moeder uitnodigt om bij hem thuis langs te komen, treft het meisje er een waar kinderparadijs aan. Haar moeder is niet in staat om goed voor Margaux te zorgen en leeft in een constante angst voor haar agressieve echtgenoot. Ze is Peter dankbaar voor alle aandacht die hij aan haar dochter besteedt en binnen de kortste keren brengt Margaux al haar tijd met Peter door. Gaandeweg neemt hij de rol aan van Margaux’
Over de grens? Seksueel opvoeden met het Vlaggensysteem.
EEN UITGAVE VAN DE GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST AMSTERDAM
januari 2012 Thema:
Online behandeling
Colofon
‘De cliënt zit thuis, op zijn eigen kamer waar het veilig is, dat maakt de drempel lager. Dat maakt dat je dingen waar je je voor schaamt iets eerder kunt delen.’
InZicht januari 2012 verschijnt 2 maal per jaar oplage: 750 uitgave Steunpunt Seksueel Geweld Postbus 2200, 1000 CE Amsterdam E:
[email protected] redactie Karin van Erning, Marianne van Staa, Marjolein Leguijt grafisch ontwerp DTP Yusuf Kho vormgever IA BNO verspreiding gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.gezond.amsterdam.nl
steunpunt seksueel geweld
Wij wensen u een goed 2012!
Interapy is zorgaanbieder èn ontwikkelaar van online therapie in de geestelijke gezondheidszorg en bestaat inmiddels 10 jaar. De bij de instelling gebruikte methodiek is ontwikkeld aan de Universiteit van Amsterdam. Daar werd geëxperimenteerd met nieuwe vormen van psychotherapie, zoals combinaties van gesprekstherapie en schrijfopdrachten. Gestructureerde schrijfopdrachten bleken een krachtige interventie voor de behandeling van traumatische ervaringen. Toen het internet zich aandiende werd een nieuwe stap in het onderzoek gezet: waren er ook goede resultaten met schrijfbehandeling te behalen zonder face to face contact tussen behandelaar en cliënt? Meerdere gecontroleerde onderzoeken werden uitgevoerd en tot verbazing van de onderzoekers, bleek dat 80% van de cliënten met uitsluitend online behandelcontacten schrijvend van hun traumaklachten afkwamen. Een opmerkelijk en revolutionair resultaat. We spreken met Janneke Broeksteeg, senior ontwikkelaar en behandelaar van Interapy.
steunpunt seksueel geweld