Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
www.utrecht.nl
Een sterk verhaal
f
10 jaar hostelproject BinnenPlaats in Utrecht
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
f
Omslagfoto links:
Rinco Veenema in zijn nieuwe kamer in hostel Leidsche Maan, Leidsche Rijn Omslagfoto rechts: De 'kunstkas' bij hostel Wittevrouwen 2
Een sterk verhaal
f
10 jaar hostelproject BinnenPlaats in Utrecht
3
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
4
a a a Inhoud •
Samen verschil maken, voorwoord Hetty Linden, directeur GG&GD Utrecht
7
•
Er moest iets gebeuren. . !
8
•
Interview met Annie Brouwer voormalig burgemeester van Utrecht
12
•
Interview met Dorien de Wit extern communicatie-adviseur, vanuit De Beuk, bij de start van het BinnenPlaats-traject
14
•
De aanpak van de evaluatie
17
•
Interview met Jan Belt extern project-leider BinnenPlaats 2000-2003 en 2008-voorjaar 2010
18
•
Interview met Astrid van Belzen coördinator cliëntbelangen behartigende organisatie Stichting GOUD
20
•
Beoogde en gerealiseerde doelen
22
•
Interview met Annet van den Akker communicatie BinnenPlaats traject, vanaf ‘vooravond’ opening De Hoek
24
•
Interview met Jos van Doorn sectormanager MO/GGZ, Leger des Heils, CWZW Midden-Nederland
26
•
Effecten van het hostelprogramma op de doelgroepen
29
•
Interview met Marlies van Loon eerder: beleidsmedewerker GG&GD; nu: Raad van Bestuur SBWU
34
•
Interview met Paul van der Linden tot voor kort voorzitter Raad van Bestuur, Centrum Maliebaan, verslavingszorg
36
•
Over de kosten
38
•
Interview met Peter Gieling programma-manager/ districtschef politie Utrecht 2002-2009
40
•
Interview met Marry Mos lid van de Utrechtse gemeenteraad voor GroenLinks
42
•
Bepalende succesfactoren en de toekomst
44
•
Interview met George Hille voormalig directeur GG&GD Utrecht, eindverantwoordelijk BinnenPlaats-project
46
•
Conclusies, vooruitblik en eindoordeel
50
•
Interview met Betty nu nog bewoonster van hostel Wittevrouwen, straks zelfstandig met woonbegeleiding
52
•
De documentatie op een rij
55
5
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Hostel Habi Tante, Leger des Heils, Baden Powellweg/Tolsteeg tijdelijke locatie, vrouwenhostel (inmiddels opgeheven), opening 26 september 2002
6
a a a Samen verschil maken Als ik onderweg naar huis of naar mijn kantoor over Hoog Catharijne loop, dan merk ik wat er in de afgelopen tien jaar veranderd is in Utrecht. Tien jaar geleden liep ik in een omgeving die naar voelde. Ik zag opvallend veel verwaarloosde, verloederde, verslaafde en verwarde mensen. Wat me sterk bezig hield was dat deze inwoners van de stad aan de ene kant zo prominent aanwezig waren, terwijl tegelijkertijd uit alles bleek dat ze er als het ware niet meer bij hoorden, verstoten waren en afgeschreven. Een onverteerbare zaak. Hoe anders is het nu! Ik voel me veel beter op m'n gemak. En ik geniet ervan als ik dezelfde mensen tegenkom als tien jaar geleden, maar nu gezond van lijf en leden, aanspreekbaar voor anderen of aan het werk voor een schone stad in een hesje van Bureau Dagloon. Er is veel ten goede veranderd en de GG&GD Utrecht heeft daar flink aan bijgedragen, zo constateer ik met trots. Het hostelprogramma waarover dit boekje gaat, was een onmisbare schakel in de stadsbrede aanpak van de problematiek van verslaafde daklozen. Het is ons gelukt om een patstelling te doorbreken. Via een combinatie van huisvesting, schuldhulpverlening, zorg en activering heeft een volledig vastgelopen groep verslaafde daklozen zijn plek teruggekregen in de stad. Ze horen er weer bij en dat voelt goed. Dat leek tien jaar terug een onmogelijke opgave. Verslaafde daklozen werden beschouwd als te lastig en onhanteerbaar om te kunnen huisvesten, in de zorg te krijgen en te houden, of om mee samen te leven in een woonwijk. Project BinnenPlaats heeft bewezen dat je het tij altijd kunt keren, als je het maar wilt, er samen voor gaat staan, concrete doelen formuleert, doet wat je zegt en zegt wat je doet. Wat mij al lezend bijzonder aansprak is dat dit boekje niet alleen uitgebreid ingaat op wat er bereikt is, maar ook op hoe dit resultaat bereikt is: door gezamenlijk en slagvaardig optrekken van de gemeente, politie, zorgpartijen, directies en locatiemanagers van de Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht, het Leger des Heils en De Tussenvoorziening, wijkbureaus, bewoners in beheergroepen en Agis zorgkantoor. Met plezier, waardering en dank aan de partners kijk ik terug op tien jaar project BinnenPlaats. Ook de woningcorporaties Bo-Ex en Portaal wil ik bedanken voor de prettige samenwerking en hun investeringen in de bouw van enkele hostels. Tezamen vormden deze partijen een hecht netwerk dat pragmatisch, met daadkracht en op de menselijke maat gepresteerd heeft. Project BinnenPlaats is wat mij betreft een voorbeeld voor iedereen die het Samen Beter wil doen, om Samen Verschil te maken! Hetty Linden directeur GG&GD, Gemeente Utrecht
7
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
a a a Er moest iets gebeuren. . . u Een mensonterende
De Tunnel geplakt; ten hemel
u
schreiend was het. En als daar
Toen, als bij toverslag, vielen
Eind jaren negentig van de vorige
niets gebeurde, zou er alleen maar
opeens alle puzzelstukjes samen.
eeuw was de toestand in Utrecht –
meer overlast en onveiligheid bij
Er moest immers iets gebeuren!
rond de zorg en opvang van al dan
komen. Er moest dus iets gebeuren!
Betrokken zorginstellingen in de stad
niet dakloze harddrugsverslaafden –
Maar wat?
organiseerden, samen met de GG&GD,
toestand
onhoudbaar en ontoelaatbaar. Bij
een symposium waar de problematiek
iedereen die in die tijd ook maar ‘een
u De tijd zat nog niet erg mee
– van verslaving, overlast, ontbrekende
beetje’ met die doelgroep te maken
Het was de tijd waarin er nauwelijks
opvangvoorzieningen en zorg – aan
had, springt onmiddellijk het spook-
regelgeving vanuit Den Haag
de orde werd gesteld en van allerlei
beeld van De Tunnel op het netvlies.
kwam op het gebied van de Maat-
kanten werd belicht. Er werden ana-
schappelijke Opvang, dus moest
lyses gemaakt, er werden suggesties
De Tunnel was aanvankelijk bedoeld
de gemeente Utrecht zelf op zoek
voor oplossingen gedaan, er werden
als expeditiestraat voor de aanvoer
naar oplossingen én middelen.
nog net geen plannen gesmeed. Maar
van goederen voor het groot winkel-
8
Zorgplicht
de bij het symposium aanwezige,
centrum Hoog Catharijne. Maar in
Het was de tijd waarin er vanuit
verantwoordelijke wethouder – Jan
die late jaren negentig was het
Den Haag wel aan de vier grote
van Leijenhorst (GroenLinks) – wilde
steeds meer tot het domein van
steden, plus Groningen en Heerlen,
wel verder praten over een breed
thuisloze – al dan niet – harddrugs-
werd gevraagd mee te werken aan
gedragen aanpak voor de stad.
verslaafden en de daarbij horende
een wetenschappelijk experiment.
Waarna het College van B&W besloot
drugsscene geworden. Er werd
Daarbij was het de bedoeling dat
het probleem tot één van de speer-
gedeald, er werd gebruikt, er werd
er een kliniek kwam waar harddrugs-
punten van haar programma te
gevochten, er werd geslapen, er
verslaafden onder medisch toezicht
maken. Niet als ‘lastig dossier’ voor
werd misbruikt, er werd gewoond. . .
heroïne verstrekt zouden krijgen.
de wethouder, maar als gezamenlijke
Nee, prettig of zelfs maar gemakkelijk
Het was de tijd waarin de gemeente
verantwoordelijkheid van het voltallige
was het niet om in de buurt van De
Utrecht rond de vestiging van die
college. De gemeente heeft namelijk
Tunnel te komen, of er slechts ‘even
kliniek de eerste keiharde confrontatie
een wettelijke zorgplicht voor ‘allen
langs’ te moeten; bijvoorbeeld op
met ‘omwonenden’ uit de Lange
die zich binnen de grenzen van de
weg naar het station, de fietsen-
Smeestraat tot bij de rechter moest
stad bevinden’. Die plicht legde de
stalling of het winkelcentrum.
uitvechten. . . en verloor.
basis voor een ook politiek gedragen
Het etiket mensonterend werd op
Die kliniek kwam daar dus niet.
aanpak.
u Stadsbreed plan van aanpak
Hoog Catharijne – enkele ‘gebruiks-
project kreeg de naam BinnenPlaats.
Er kwam een voorzet tot een visio-
ruimten’ voor harddrugsverslaafden
Het wetenschappelijk experiment met
nair stadsbreed plan van aanpak,
komen, waar het gebruik van hard-
de kliniek voor de verstrekking van
onder het motto: ‘Hard én sociaal!’
drugs zou moeten worden getolereerd.
heroïne onder medisch toezicht vond
Hard, waar het de openbare orde
Dit project kreeg later de naam
rond diezelfde tijd onderdak op de
en veiligheid betrof. De publieke
Uitbreiding Dagopvang Verslaafden
Kaatstraat. Voor het gemak door
ruimte moest worden terugveroverd
(UDV).
iedereen maar het ‘heroïneproject’
op de ‘scene’ rond De Tunnel.
genoemd. De uitvoering daarvan
Sociaal, waar het de opvang en
Verspreid over de stad, gewoon in
werd verzorgd door Centrum
zorg voor de, al dan niet dakloze,
de woonwijken, zouden er woon-
Maliebaan, de regionale instelling
harddrugsverslaafden betrof.
voorzieningen met 24-uurs zorg
voor verslavingszorg. Dat project
moeten komen, waar per ‘hostel’ –
was welbeschouwd geen onderdeel
De doelgroep moest zeker niet
zoals die woonvoorzieningen al
van de stadsbrede aanpak, maar
aan zijn lot worden overgelaten.
gauw werden genoemd – zo’n 25
hoorde wel thuis in het pakket aan
In de binnenstad moesten – naast
mensen onderdak (bed, bad en
voorzieningen waar Utrecht opeens
het al bestaande Inloopcentrum
brood) zouden moeten vinden. Dat
mee te maken kreeg.
Gemeenschappelijk huiskamer in hostel Hogelanden
Woonkamer in tijdelijk hostel Overvecht
9
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
u De realisatie
Het Inloopcentrum en de drie
project BinnenPlaats. Het College van
De gemeenteraad gaf de GG&GD
gebruiksruimten in de binnenstad
B&W heeft die evaluatie toegezegd
Utrecht de opdracht om voor de reali-
zijn na een tijdje ‘zorgcentra’ gaan
en de uitvoering ervan neergelegd
satie te zorgen. De zorg, begeleiding
heten. Deze centra kwamen als
bij de GG&GD. Burgemeester Wolfsen
en exploitatie werden gaandeweg
zorgvoorpost namelijk in aanmerking
formuleerde het als volgt:
ondergebracht bij de betrokken
voor AWBZ-financiering (Algemene
"Eind 2009 komt er een evaluatie van
zorginstellingen. Centrum Maliebaan
Wet Bijzondere Ziektekosten).
de hostels – doelen, resultaten, effecten
voor de gebruiksruimten en het Leger
Inmiddels is alleen zorgcentrum De
(onder andere met betrekking tot
des Heils, De Tussenvoorziening en de
Singel (voorheen het Inloopcentrum
overlast op straat), de door- en uit-
Stichting Beschermende Woonvormen
Hoog Catharijne) nog in bedrijf. De
stroom, mogelijke scenario’s voor de
Utrecht/SBWU voor BinnenPlaats.
overige locaties werden afgestoten
toekomst van het hostelprogramma
De benodigde middelen moesten
– één kreeg een andere bestemming –
en aanvullende voorzieningen. Die
vooralsnog uit de eigen zak van de
wegens het afnemen van de behoefte.
evaluatie wordt uitgevoerd door de
gemeente komen. . . Maar onderdeel
De doelgroep werd kleiner in verband
GG&GD onder verantwoordelijkheid
van de opdracht was wel om extern
met de realisatie van de hostels.
van wethouder Van Eijk."
naar geld te zoeken, waarmee de
(NB: In de loop van 2009 overgenomen
hoge ambities van dit plan ook op
Het ‘heroïneproject’ viert in de zomer
door diens tussentijdse opvolger,
langere termijn konden worden
van 2010 het tienjarig bestaan en
wethouder Van der Sluijs.)
bekostigd. Politiek nam het College van
zal zo gauw niet verdwijnen.
B&W weliswaar de verantwoording
Het hostelproject ‘BinnenPlaats’ opende
u Dit boekje
op zich; de gemeenteraad bleef
in juni 2010 het laatste nieuwe
Naast een uitgebreid evaluatierapport
uiteraard eindverantwoordelijk.
hostel in de nieuwe vinex woonwijk:
aan de gemeenteraad, in het najaar
Dit plan werd voorgelegd aan de
Leidsche Rijn. Dan zijn alle hostels
van 2009, is er vervolgens een
Utrechtse gemeenteraad en die stemde
op één na – het tijdelijk hostel in
‘publieksversie’ gemaakt. Dat is
er uiteindelijk mee in. Hier was op
Overvecht moet nog definitieve
dit boekje geworden; met de titel
gewacht, dit moest de oplossing van
huisvesting krijgen – gerealiseerd.
Een sterk verhaal, want dat is het.
het probleem dichterbij brengen.
10
Speciaal geschreven voor iedereen
u Evaluatie
die een meer dan gemiddelde –
De raadscommissie Bestuur en
professionele – belangstelling
u Tien jaar later
Veiligheid (tegenwoordig Mens en
heeft voor de ontwikkeling én het
Inmiddels is het 2010. Tien jaar later.
Samenleving) heeft in 2008 aan-
succes van een hostelproject als
Er is van alles gebeurd in Utrecht.
gedrongen op een evaluatie van het
BinnenPlaats in Utrecht.
Dit moest gewoon gebeuren!
Hostel De Bolksbeek, De Tussenvoorziening, Croeselaan/Dichterswijk niet-verslaafde dak- en thuislozen, 20 bewoners, opening 10 september 2003
11
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“Ik was al wel benoemd als burgemeester, maar nog niet aan het werk, toen ik Jan van Leijenhorst op Radio 1 hoorde over de problemen rond het huisvesten van het project voor de heroïneverstrekking. Hoe kan dat nou? Eén wethouder in de problemen bij een kwestie van zulk groot stedelijk belang? Dat moet iemand niet in z’n eentje opknappen, daar moet je als college gezamenlijk voor staan én gaan! Ik woonde, als burgemeester van Amersfoort, in één van de muurhuizen schuin tegenover de inloop voor drugsverslaafden. Bij de laatste schermutselingen rond de Lange Smeestraat riep iemand ‘U woont straks in een elitebuurt, u heeft nergens last van!’ Ik kon toen zeggen ‘Ik woon nu tegenover een inloop voor drugsverslaafden en ik heb inderdaad nergens last van.’ Nou, die zat! Daarna was de Lange Smeestraat van de baan en kwam het project in de Kaatstraat. Ook niet eenvoudig, maar goed. Tegelijk speelde de verontwaardiging en schaamte over de toestand van De Tunnel onder Hoog Catharijne. Mensonterend en dikwijls letterlijk levensgevaarlijk voor wie daar ‘huisden’ en hoogst onaangenaam en soms ronduit bedreigend voor de omwonenden, bedrijven, winkels en passanten. Daaruit ontstond het hostelproject BinnenPlaats en de realisatie van
Annie Brouwer voormalig burgemeester
gebruiksruimten in het centrum. Belangrijke uitgangspunten voor het project BinnenPlaats waren: •
het tweesporenbeleid van de harde én sociale aanpak;
•
gezamenlijk optreden van het voltallige College van B&W (met portefeuille-
van Utrecht
houder Jan van Leijenhorst – en later Hans Spekman – als centrumspitsen); •
alle betrokken partijen slaan de handen ineen en vormen gezamenlijk een ‘keten van zorg’ (hetgeen later het ‘Utrechts Model’ zou gaan heten);
•
de boodschap dat verslaafden in de eerste plaats mensen zijn (en daarnaast problemen hebben én veroorzaken);
•
de hele bevolking van Utrecht betrokken is bij en dus medeverantwoordelijk is voor de zorg, opvang en bejegening van de doelgroep;
•
de gemeente legt de benodigde financiën op tafel. . . later voor het grootste deel bekostigd uit AWBZ-gelden, via Agis-zorgkantoor.
12
Gedurende een half jaar heb ik elke week alle partijen op dinsdagmorgen – vooraf aan de collegevergaderingen – om de tafel gehad op het stadhuis: wethouder Jan van Leijenhorst, politie, Corio (winkelcentrum HC), Jaarbeurs, NS en GG&GD. Eén partij ontbrak. Die liep ik bij toeval tegen het lijf tijdens de pauze van een avondje schouwburg in De Flint in Amersfoort: Eelke van der Veen, heel hoog bij ziektekostenverzekeringsmaatschappij Agis. Hij zorgde voor de ontbrekende schakel aan onze tafel. We vergaderden verder en iedereen moest wat doen (geld, middelen, acties). Iedereen. Het project BinnenPlaats was bijzonder innovatief én ambitieus. We besloten tot tien hostels, verspreid over de Utrechtse woonwijken. Daarmee gingen we informatie-avonden in en we lieten de wethouder daar niet in z’n eentje stuiteren. We verdeelden de avonden over het hele college; zelf heb ik er vijf gedaan. We hebben daar de meest vreselijke dingen naar ons hoofd gekregen, maar we verslapten niet en deden geen malle toezeggingen. De royale toezegging die we rond de Kaatstraat (heroïneverstrekking) hadden gedaan, liep ons regelmatig voor de voeten. Dat was dus leergeld. In de loop van de tijd heb ik enorme waardering en bewondering gekregen voor de mensen die het werk doen; zowel in de hulpverleningsinstellingen, als op ambtelijk niveau. Echte vaklui! Visionair, betrokken, stevig, doortastend en soms onorthodox; zulke mensen zijn nodig in dergelijke nieuwe, onvoorspelbare projecten! Ook het volgende college – met Hans Spekman als verantwoordelijk wethouder en Leefbaar Utrecht erbij – bleef solidair met de visie, de besluiten en de aanpak van het vorige college en werkte loyaal mee aan de verdere uitvoering. En BinnenPlaats bleek te werken en daar ben ik nu nog bijzonder trots op. De mensen zijn gezonder; leven aangenamer; er is minder criminaliteit; er is dagbesteding (zoals het Klienteam, bijvoorbeeld, van Bureau Dagloon). Ook de Utrechtse bevolking toonde vaak genoeg begrip voor onze aanpak. Wijkcomité Wittevrouwen kwam speciaal langs om te zeggen dat er geen probleem was met ‘hun’ hostel. Ik had afgesproken dat ik naar een informele bijeenkomst zou gaan om te informeren of alles volgens afspraak verliep. Dat hoefde niet: U kunt rustig wegblijven hoor, zeiden ze. Had ik zomaar een middag vrij, dankzij BinnenPlaats! En mag ik, tot slot, ook nog even de Hein Roethofprijs (voor een spraakmakend project op het gebied van openbare veiligheid) noemen? En een belangrijke Europese prijs (voor stedelijke vernieuwing op het gebied van orde en veiligheid) die in Londen werd uitgereikt en waarvoor iemand hals over kop nog diezelfde dag naar Engeland moest vliegen. Allebei tekenen van erkenning, die er niet om liegen. . .”
q q q q 13
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“De reden om ‘extern’ communicatie-expertise in te huren had te maken met het feit dat de communicatie rond het heroïneproject (in de Lange Smeestraat) op een geweldig fiasco was uitgelopen. Volkomen verkeerde insteek, omwonenden gepasseerd, juridische procedures, vernietigende pers. . . Strategie bij BinnenPlaats vanaf het begin: knalhelder over ‘dit is informatie’; ‘dit heeft het gemeentebestuur al besloten’; ‘hierover kunt u vragen stellen en krijgt u ook antwoord’ en ‘daar mag u iets van vinden, eventueel uw wensen uiten’. Ook de keus voor gezamenlijk optreden van B&W, ambtelijk apparaat (gemeentelijke diensten) én de betrokken zorginstellingen en organisaties als OM (Openbaar Ministerie) en politie. Steeds onder het duidelijke motto: uiteindelijk beslist de gemeenteraad. De informatie-avonden in de wijken werden gezamenlijk en stevig voorbereid. Ook werd er goed gekeken wie daarbij aanwezig waren, wie er – in welke volgorde – welke informatie zou verstrekken, wie het beantwoorden van welke vragen voor
Dorien de Wit extern communicatie-adviseur,
de rekening nam. Ja, daar zat veel regie op! Tijdens die avonden leerden we wel de Utrechtse wijken kennen. Het accent in de tegenargumenten werd daarbij nog wel eens anders gelegd; van ‘waardedaling van het huizenbezit’ tot ‘veiligheid van de kinderen’ en alles wat daartussen zit.
vanuit De Beuk, bij de start van het project BinnenPlaats
De eerste serie wijkgesprekken had tot doel het gemeentelijk ‘hostelbesluit’ (in elke wijk, behalve het centrum, een hostel) uit te leggen en mensen te vragen mee te denken over aandachtspunten en mogelijke locaties in hun wijk; zeg maar de start en aanpak van het project BinnenPlaats.
14
In de tweede serie werd de ‘locatiekeuze’ per wijk toegelicht en werden mensen opgeroepen zich te melden voor de beheergroep. Het gezamenlijk optreden van B&W leidde ook – zij het iets vertraagd – tot goede samenwerking tussen de gemeentelijke diensten. Allemaal hetzelfde zeggen én doen; omgaan met angst en weerstand; problemen niet ontkennen en de vraag om informatie niet ontwijken. Al lijkt de boodschap soms nóg zo ‘onverkoopbaar’. Dat zette zich door in het werken met de (latere) beheergroepen: gezamenlijk rond één tafel, korte lijnen, snel werken, elkaar bij de les houden. Communicatie op gang en op peil gehouden. Ik verzorgde een interne scholing voor betrokkenen bij het project BinnenPlaats. Ook was er, vanaf het begin, een gestage stroom informatienaar-buiten: website, nieuwsbrieven, persberichten, informatieavonden, boekjes (interviews met dak- en thuislozen, getiteld Van de straat en Ervaringen elders (over vergelijkbare voorzieningen elders in het land) en later – na mijn tijd – door middel van de Binnenk[r]ant (ook verspreid onder omwonenden van de hostels). Uiteindelijk werd de communicatie weer ‘intern’ opgepakt – door Annet van den Akker (GG&GD) – en die heeft zich verder stevig ontwikkeld én genesteld. Zolang er rond een, aan alle kanten weerbarstig en gevoelig, project als dit maar constante – dus blijvende – professionele communicatie wordt georganiseerd, dan komen alle betrokkenen daar wel verder mee.”
a 15
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Hostel Maliehof, SBWU (Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht), Maliebaan/Buiten Wittevrouwen harddrugsverlaafden + ouderen-unit, 28 bewoners, opening 17 december 2003
16
a a a De aanpak van de evaluatie u Hoe is de toezegging
gedacht worden aan veranderingen
van de burgemeester – om BinnenPlaats te evalueren – uitgewerkt? De discussie in de commissie
•
Het Onderzoekscentrum
in de opzet en inrichting van
Maatschappelijke Zorg van het
hostels, de door- en uitstroom
UMC St Radboud Nijmegen is
en de verschuivingen in de
gevraagd om vraag 2 te beant-
financiering.)
woorden. Hiervoor is een
6. Wat zijn bepalende succesfactoren
onderzoek uitgevoerd naar het
en de daarop volgende raads-
van het hostelprogramma
profiel en de woonwensen van de
toezegging zijn uitgewerkt in
gebleken?
bewoners van de hostels. De
zeven hoofdvragen:
7. Welke toekomstscenario's zijn
1. Heeft het hostelprogramma de
uitkomsten van dit onderzoek
er voor het project BinnenPlaats
zijn vervolgens afgezet tegen
oorspronkelijke doelen
denkbaar, wat is de ‘restopgave’
gegevens over de hostelbewoners
gerealiseerd; in termen van
en welke aanvullende voor-
die in eerdere onderzoeken zijn
aantallen hostels, aantallen
zieningen zijn nodig voor de
plaatsen, beoogde en gehuisveste
door- en uitstroom?
verzameld. •
doelgroepen? 2. Wat is bekend over de effecten
Mensink Onderzoek & Advies is gevraagd om een samenvattend
u Welke werkwijze is er
overzicht te maken van de metingen
vervolgens gehanteerd?
van het hostelprogramma op de
naar leefbaarheid en veiligheid
doelgroepen (gezondheid,
Gekozen is voor een evaluatie
rondom de hostels. Per hostel zijn
functioneren, door- en uitstroom)?
die zoveel mogelijk gebaseerd
namelijk steeds drie metingen
3. Welke effecten heeft het hostel-
gehouden voor het omgevingsbeheer.
kon worden op bestaande
programma gehad op de overlast
onderzoeken en rapportages:
op straat door (harddrugs-,
•
•
Fred Penninga, bureau ‘Tekst &
Door de stelselmatige verslag-
uitleg’, is gevraagd om via interviews
alcohol- en niet-verslaafde)
legging en de regelmatige
met sleutelfiguren materiaal te
daklozen?
rapportages – met name aan de
verzamelen voor de beantwoording
raadscommissie zelf – kon voor
van de vragen 6 en 7. (Interviews
‘de grote evaluatie’ rijkelijk uit die
integraal opgenomen in dit boekje).
4. Wat waren de kosten en waar kwam dat geld vandaan? 5. Welke ontwikkelingen hebben
bronnen worden geput.
•
Samen met de documenten voor de
plaatsgevonden in het hostel-
Maar daarmee kwam niet alles
vragen 1 tot en met 5 zijn de
concept – en de financiering
voldoende aan het licht. Dus is
uitkomsten van de interviews
van de hostels – in de loop van
er langs andere wegen naar extra
besproken tijdens een expert-
het programma? (Hier moet
informatie gezocht.
bijeenkomst op 30 november 2009.
17
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“Het inferno van De Tunnel (de expeditiestraat onder Hoog Catharijne) was dusdanig uit de hand gelopen – en werd daardoor zo unaniem als mensonterend ervaren – dat de voorstellen, de strategie, de aanpak en de uitvoering eigenlijk alleen maar op brede bijval en steun konden rekenen. Taalgrappend zou men kunnen zeggen dat deze ‘tunnelvisie’ nu eens wél tot een aanvaardbare oplossing leidde. Verschil tussen het begin en nu is natuurlijk: alles moest nog worden uitgevonden, versus het meeste is al een keer ‘gedaan’. Dus veel oplossingen voor te verwachten problemen zijn al beschikbaar. De samenwerking tussen de gemeentelijke diensten is hier een voorbeeld van. Waar het de ongerustheid van omwonenden betreft, is het werken met officieel ondertekende beheerplannen en breed samengestelde beheergroepen de vondst van de eeuw gebleken. Ook middelen als ‘schouwen’ en ‘herhaalde metingen’ in de omgeving van de hostels hebben hun effect
Jan Belt
op het creëren van draagvlak niet gemist. Alle te zetten stappen in dit verband zijn van A t/m Z vastgelegd in een soort naslagwerkje of draaiboek.
extern projectleider BinnenPlaats 200-2003 en
Het samenvallen van de ontwikkeling van het project
2008-voorjaar 2010
BinnenPlaats met de externe financiering uit de AWBZ, door Agis-zorgkantoor heeft enorm bijgedragen aan het welslagen van én de waarborg voor continuïteit in het project. Een aanpak waarbij vooral ook aandacht werd besteed aan ‘de basis’ heeft z’n vruchten afgeworpen: ingaan op vragen uit de bevolking (met Vraag-en-Antwoord informatie; reageren
18
op alle schriftelijke reacties van omwonenden; op mensen afstappen en op ‘huisbezoek’ gaan). Ook voor het selecteren van doelgroepers, die in aanmerking kwamen voor een plek in een hostel, gold: hier moest het wiel worden uitgevonden. Er waren wel criteria; echter, hoe ga je een nieuwe groep samenstellen en hoe kom je tot goede afwegingen? Er moesten formulieren worden opgesteld en ingevuld; er kwamen wachtlijsten; er moesten keuzes worden gemaakt. In het begin was alles nog niet zo inzichtelijk. . . laat staan controleerbaar. De instroom via de Brede Centrale Toegang (BCT) en de computerregistratie middels KRIS (Keten Registratie en Informatie Systeem) beogen één en ander te stroomlijnen en vast te leggen. Nieuwe aandacht moet nu naar: het synchroniseren van het schorsingsbeleid van de beherende instellingen; het zorgen voor de laatste en meest weerbarstige doelgroep (in hostel Overvecht); werken aan het vasthouden van de ‘flow’ (die lijkt wat weggeëbd). Iedereen kent elkaar nu, dat moet blijvend worden benut. . . daar moet blijvend in worden geïnvesteerd. . . dat is geen gesneden koek. Ook: aandacht voor herstel, preventie van uitval, (cliënt-) participatie en doorstroming; ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het woonwensenonderzoek van Judith Wolf (UMC St Radboud, Nijmegen).”
d 19
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“Ik ben blij dat die hostels er zijn! De positieve ontwikkeling in de stad van: sluiten tunnel, openen gebruiksruimten (inloopcentrum/zorgcentra) en realiseren hostels in de wijken, juich ik toe. Het is nogal een verschil of je op straat slaapt, in portieken en op verwarmingsroosters; of met een dak boven je hoofd in een bed en een kachel op je kamer. Voor de meesten was bed-bad-brood een geweldige vooruitgang. Voor velen is dat nog steeds ‘genoeg’; het gaat lichamelijk beter met hen, ze eten beter en regelmatiger, er is zorg binnen handbereik en ze kunnen hun verhaal kwijt. Maar: het hele 24-uurs opvangverhaal werd, voor het gevoel van de doelgroep, ernstig doorkruist middels een plotselinge registratie-en-aanmelding via nieuwe, uitgebreide invulformulieren (BCT). Oude aanmeldingen werden ongeldig; nieuwe mensen met nieuwe aanmeldingen kregen voorrang. Het vertrouwen van een deel van de doelgroep in de goede bedoelingen van ‘de gemeente’ is daar beslist door geschaad. Voor doelgroepers die in de hostels zijn gehuisvest, is er
Astrid van Belzen
veel veranderd in hun leven. In positieve zin, maar ook in ‘ingewikkelde’ zin: er zijn sleutels, er is toezicht, er zijn regels, er is een strengere manier van meer gezamenlijk leven (25 man in een beperkte, omsloten ruimte); er zijn
coördinator cliëntbelangen
problemen met geld, schulden, schuldsanering
behartigende organisatie
(Stadsgeldbeheer).
Stichting GOUD De medewerkers in de hostels hebben dikwijls al wel ervaring opgedaan met verslaafden, maar niet in een hostel-setting. Terwijl er juist zeer professionele mensen nodig zijn; de gemiddeld 40-50-jarige bewoners, kunnen niet altijd soepel overweg met ‘het jonge spul’ van het personeel.
20
De ingewikkeldheid van de doelgroep-problematiek(en) is misschien wat onderschat. Veel cliënten zullen – veel langer dan misschien gedacht – veel hulp, steun en begeleiding nodig blijven houden. De ‘oplossingsverwachting’ blijkt vaak te hoog gegrepen; het tempo moet omlaag, de doorstroming is voor veel mensen nog helemaal niet aan de orde. Zorg om preventie van terugval – ik zie lang niet bij iedereen een afname van middelengebruik in de hostels, hooguit een andere manier van gebruiken – is net zo hard nodig als aandacht voor doorstroming! Financieel zijn er nogal wat zaken uit te zoeken en op te lossen (rond: uitkering sociale dienst; bijdrage aan opvang; resterend zak- en kleedgeld; verplicht ziekenfonds; verplichte opname bij Stadsgeldbeheer; uitstaande boetes bij politie/OM; schuldsanering). Mijn prioriteitenlijst? Op één: diagnosticeren (wat is er met iemand aan de hand, wat is de beste zorg of behandeling, waar en door wie zou deze geboden moeten worden?). Mensen die al jaren in een hostel zitten, krijgen soms nu pas te maken met ernstige problemen. Ik ben sterk voor de KIB-opvangvoorziening (Klinische Intensieve Behandeling) bij de Van der Hoevenkliniek (maar daar is een enorme wachtlijst). En tot slot: er moet een eenduidig schorsingsbeleid komen. Daar bedoel ik mee: schorsen en dan wel in de opvang – zoals het zorgcentrum (gebruiksruimte) en/of Spinoza – nu dreigen er weer mensen uit de hostels op straat te belanden. . . en dat kan de bedoeling van de hostels niet zijn!”
f 21
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
a a a Beoogde en gerealiseerde doelen u Locatiebesluit
•
BinnenPlaats Waar moesten de hostels komen? Ja, verspreid over de Utrechtse
•
tijdelijk hostel Overvecht
In de uitwerking van het hostel-
(Overvecht) in 2008 en
concept is niet in alle opzichten
hostel Leidsche Maan
strikt de hand gehouden aan de
(Leidsche Rijn) in 2010.
combinatie harddrugsverslaving-
woonwijken. Maar op welke locaties
en-dakloosheid. Project BinnenPlaats
precies? Daarover nam de gemeente-
In november 2010 is het tijdelijk hostel
is ook benut voor extra capaciteit
raad op 28 september 2000 het
Overvecht gesloten. De redenen
voor niet-verslaafde daklozen (hostel
Locatiebesluit BinnenPlaats, waarin
hiervoor zijn de slechte staat van het
De Bolksbeek). Daarnaast hebben
al die vragen werden beantwoord
gebouw en het gegeven dat al veel
twee hostels zich speciaal gericht
en de locaties vastgesteld. In drie
bewoners doorgestroomd zijn naar
op subgroepen daklozen, te weten
gevallen ging het om tijdelijke hostels.
o.a. hostel Leidsche Maan; Het wachten
hostel Habi Tante (uitsluitend voor
Het uiteindelijke doel was zeven
is nog op het definitieve hostel Over-
vrouwen) en hostel Hogelanden
definitieve hostels voor in totaal
vecht. Dat hostel kan gerealiseerd
(alcoholverslaafden).
175 verslaafde dak- en thuislozen.
worden zodra Ziekenhuis Overvecht is verhuisd.
Dat ging stapsgewijs: •
tijdelijk hostel De Hoek (Voordorp) in 2001;
• •
• •
vrouwenhostel Habi Tante
hostels zijn te vinden op de site:
u Hoe ziet de stand van zaken er nóg iets preciezer uit?
•
22
www.utrecht.nl/binnenplaats
u Over de door- en uitstroom
(Tolsteeg) in 2002;
Het project BinnenPlaats heeft
hostel – niet verslaafden –
vrijwel voldaan aan de opdracht
Hoewel het bij het project
De Bolksbeek (Dichterswijk)
om 10 voorzieningen te realiseren,
BinnenPlaats in eerste instantie
in 2003;
in de tijd tussen 2000 en 2010,
ging om opvang – bed, bad en
hostel Maliehof (Buiten
met huisvesting voor al dan niet
brood! – is gaandeweg toch ook de
Wittevrouwen) in 2003;
aan harddrugs verslaafde dak- en
aandacht voor door- en uitstroom
hostel Wittevrouwen
thuislozen.
gegroeid. Soms omdat bewoners
(Wittevrouwen) in 2005; •
Kenmerken en foto’s van de
zelf aangaven wel toe te zijn aan
definitief hostel De Hoek
Vrouwenhostel Habi Tante was een
(Voordorp) in 2006;
tijdelijk hostel. De bewoners verhuisden
een volgende stap in het wonen.
hostel – voor alcohol-
in het voorjaar van 2010 naar hostel
Bewoners knapten namelijk sneller
verslaafden – Hogelanden
Leidsche Maan, in Leidsche Rijn, een
op dan verwacht én waren daardoor
(Ondiep) in 2007;
hostel voor doorstromers.
ook eerder bereikbaar voor zorg.
Daardoor soms ook omdat de
zijn voorgelegd aan de beherende
woonvoorziening via de persoonlijke
instellingen. Hun antwoorden hebben
treft vooral bewoners die nog
begeleiding – vrijwel elke bewoner
bij de GG&GD geleid tot de constate-
niet zo lang in een hostel
heeft inmiddels een ‘trajectmanager’
ring dat project BinnenPlaats leidt
verblijven. Het aantal dagen
– uitkwam op zo’n stap. En de laatste
tot een opmerkelijk bijproduct:
afwezigheid en de uitstroom
tijd is te zien dat het zeker geen
zichtbaarheid! Na een soms jarenlang
wegens detentie neemt af
taboe meer is om op ‘beweging’ bij
straatleven in de verborgenheid –
naarmate men langer in het
de doelgroep aan te sturen; hier en
veelal volgens een omgekeerd
hostel woont.
daar is het gewoon tot onderdeel
dag-nacht ritme – zijn hostelbewoners
van het beleid gemaakt.
ineens te vinden door politie en
•
•
Uitstroom wegens detentie
Er is een verschuiving in de
justitie. Dus ook voor oude, nog
contacten met politie en justitie.
openstaande, straffen.
Bij de straatpopulatie blijven het
In combinatie met de tijdens het
contacten over het brede scala
Het is al wel duidelijk dat door-
hostelprogramma gelanceerde
van delicten en overtredingen.
stroom naar een andere woon- of
programma's voor veelplegers,
Maar naarmate men langer in
zorgvoorziening in de MO/OGGZ de
zoals de Maatregel ISD (Instelling
het hostel woont, neemt het
belangrijkste reden voor doorstroom
Stelselmatige Daders) en de ver-
aandeel contacten vanwege
is. Ook is bekend dat bijna een kwart
scherping van het toezicht op en
overtredingen van de Opiumwet
van de instromers in de loop van het
de handhaving van de openbare
toe. Voor (problematische)
programma is doorgestroomd naar
orde en veiligheid, leidde dit aan-
harddrugsgebruikers zijn dit
zelfstandiger woonvormen, al dan
vankelijk tot een paradoxale situatie.
contacten met politie en justitie
niet met begeleiding. De conclusie
De eerste stap op de woonladder –
die rechtstreeks voortvloeien
over de eerste zes jaar luidde daarom
een plek in een hostel! – viel samen
uit hun verslaving.
dat de doorstroom voorzichtig op
met een vergrote kans op ‘afrekenen’
gang kwam.
met justitie voor nieuwe, maar
Dan is er nog de uitstroom wegens
ook nog openstaande, delicten en
ontoelaatbaar gedrag. Dat betreft
overtredingen. Uit meer recente
overwegend ontoelaatbaar gedrag
berichten valt af te leiden dat dit
('geweld') naar het personeel en
Vooral in de begintijd bleek langdurige
minpunt in het hostelproject is
medebewoners. Slechts in een enkel
detentie een belangrijke reden voor
verdwenen.
geval is overgegaan tot uitstroom
uitstroom te zijn. De cijfers over uit-
Voor het goede begrip is een tweetal
vanwege ontoelaatbaar gedrag in de
stroom wegens langdurige detentie
kanttekeningen hier op hun plaats:
omgeving van het hostel.
u Eerst meer informatie over de doorstroom. . .
u . . . dan een toelichting op de uitstroom
23
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“De politieke eenduidigheid en eensluidendheid (B&W én gemeenteraad), zie ik als de belangrijkste onderlegger bij de uitvoering van het hostelprogramma. Hier werd niet alleen het draagvlak mee vergroot en versterkt, maar ook de procedures rond de realisatie werden ‘vergemakkelijkt’ en soms versneld. Die politieke gezamenlijkheid lijkt verwaterd en weggezakt; er zijn ook veel nieuwe mensen gekomen, die de voorgeschiedenis niet hebben meegemaakt (of die niet kennen). In het hele verdere traject bleven draagvlak vormen en begrip kweken aandachtspunten. Elke buurt is weer anders, stelt andere vragen, wil nieuwe antwoorden. Serieus ingaan op reële angsten – niet hetzelfde als ‘reële gevaren’ – zoals: dealen, criminaliteit, gevaar voor spelende kinderen. Met omwonenden ‘schouwen’ organiseren in de directe omgeving. Steeds de communicatie blijven zoeken, eerlijk én duidelijk zijn. Geen ruimte voor ‘zogenaamde inspraak’ laten ontstaan; wél invloed en een-vinger-aan-de-pols organiseren in de
Annet van den Akker
beheergroepen. Mensen uitnodigen om daarin deel te nemen; samen met politie, wijkbureau, belangenbehartigers en de beherende instellingen (Leger des Heils, SBWU of De Tussenvoorziening). De beheergroepen ook faciliteren; snel en adekwaat reageren op overlast en klachten, ook terugkoppelen naar de wijk!
communicatie BinnenPlaats traject, vanaf ‘vooravond’
Er zijn bewust uiteenlopende communicatie-producten en –
opening De Hoek
kanalen benut. Naast aandacht voor de grotere verbanden in de stad, ook zorgen voor informatie naar de directe omgeving van de hostels. Dat leidde onder andere tot: ‘open dagen’ en feestelijke openingen van de hostels; brochures (bijvoorbeeld,
24
over de Utrechtse ‘keten-van-zorg’); film (twee series bij RTVUtrecht; binnenkort een derde); conferenties; persberichten (een werkbare verstandhouding met de lokale media zoeken
y
én onderhouden) én de Binnenk[r]ant – periodieke nieuwsbrief – als constante informatiebron en – stroom. Ook gingen én gaan we zoveel mogelijk in op verzoeken om extra tekst en uitleg; zowel binnen als buiten Utrecht. Het is mijn overtuiging dat ‘inhoud’ de communicatie moet bepalen. Wanneer er op dit moment meer aandacht en zorg gaat naar mogelijkheden van ‘doorstroming’, dan moet de communicatie het verhaal bij dat beleid vertellen: dat het om zorgvuldigheid gaat, om geduld, om maatwerk. Dat sommige mensen misschien wel meer zorg nodig hebben (psychiatrie;
dubbele diagnose) dan de hostels kunnen bieden. Dat anderen juist met minder toe kunnen en misschien zelfstandiger verder kunnen. Een verhaal dus, met aandacht voor verder herstel en dat houdt ook in: preventie van terugval. Het project BinnenPlaats heeft op het gebied van communicatie al veel ontwikkeld en opgeleverd: gezamenlijk politiek optreden als geslaagde strategie;
continuïteit en onderlinge afstemming – tussen alle partners – in beleidsontwikkeling en de keten van zorg; een klachtenregeling (als vast onderdeel van de beheerplannen); zorgvuldig en precies opereren (nakomen afspraken, goed op de hoogte zijn en houden; cijfers en feiten moeten kloppen), dat soort dingen, elke dag en overal, met iedereen.”
25
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“In 2000 is het eerste hostel De Hoek van start gegaan, in 2001 gevolgd door hostel Habi Tante. Ik ben in 2004 in Utrecht komen werken en kreeg aanvankelijk te maken met een zeer diepgaande ‘screening’ van ons hostelbeleid (visie, werkwijze, professionaliteit, financiën, alles). Het was de tijd waarin de financiering voor het grootste deel door Agis-zorgkantoor werd gedekt. Een zegen, want die AWBZgelden waren een garantie van structureel geld voor de langere termijn. De werving van medewerkers voor de eerste hostels was uitbesteed aan een bureau. Men wilde geen ‘te hoog opgeleide’ mensen, dat zou de drempel – voor contact en vertrouwen – voor de doelgroep mogelijk te veel ophogen. Dus liever: gewone, betrokken, hard werkende mensen die een beetje de taal van de doelgroep spraken. Daardoor had 75% van de medewerkers geen relevante sociaal-pedagogische opleiding. Na verloop van tijd ontdekten we dat er toch wel behoefte was aan de ontwikkeling van een nieuw type, goed opgeleide
Jos van Doorn
professional. Nieuwe voorzieningen vragen blijkbaar om een nieuwe methodiek en professionals met nieuwe taak- en functie-opvattingen.
sectormanager MO/GGZ, Leger des Heils, CWZW
We zijn snoeihard aan het werk gegaan en hebben de
Midden-Nederland
voorziening verder geprofessionaliseerd. Onder meer door in samenwerking met Hogeschool Utrecht een leergang ‘professionalisering binnen de Maatschappelijke Opvang’ te ontwikkelen (120 Europese studiepunten). Vandaag de dag heeft 100% van de medewerkers een relevante sociaalpedagogische opleiding gevolgd, aangevuld met interne trainingen en deskundigheidsbevordering.
26
Intern hebben we de boel flink opgeschroefd. We zijn HKZ-gecertificeerd (Harmonisatie Kwaliteits Zorg); we werken met het medisch-pharmaceutisch protocol; de hostels hebben elk een eigen ‘huisarts’; al sinds 2005 is er op inleen-basis een psychiater/verslavingsarts binnen onze hostels werkzaam. Er zijn inmiddels 17 opleidingsplekken (opleiding MBO4 Maatschappelijke Zorg), in samenwerking met het ROC. Ieder jaar begroeten we daardoor vijf tot zeven nieuwe, gediplomeerde medewerkers. Extern werken we samen met Centrum Maliebaan, Altrecht, Abrona. Belangenbehartiger Stichting GOUD is kind aan huis en ondersteunt cliënten bij hun participatie en zeggenschap binnen de instelling. Als eenmaal het middelengebruik is gestabiliseerd, komen de bewoners in een volgende fase. Dan werken we aan (interne) dagbesteding, zoals boodschappen doen, koken, klussen, schoonmaken en eigen primaire behoeften. Dat verschilt per bewoner en kan dus echt van alles zijn. Ook is er de stap naar maatschappelijke participatie en activiteiten. Het is een therapeutisch proces, waarbij we vanuit de cliënt vertrekken. Soms boeken we een succes (en dan zijn er vele eigenaren), vaker is het allemaal minder eclatant of zelfs ondergewaardeerd en dan moeten we gewoon hard aan het werk. Ik beschouw de hostelvoorziening als een kwestie van beschaving; inclusief het middelengebruik binnenshuis. Dat moet dan maar ingepast worden in de Leger des Heilsideologie. Ik noem dat ’actieve acceptatie’, immers ons credo?”
o 27
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Hostel De Hoek, Leger des Heils, Kögllaan/Voordorp harddrugsverslaafden (definitieve locatie/onder architectuur gebouwd, 25 bewoners, opening 16 november 2006
28
a a a Effecten van het hostelprogramma u Doorlopend met een
sanering van hun schulden; worden
persoonsgebonden trajectmanagers.
er weer voorzichtig contacten
Wat als een aanbod van ‘bed, bad
In juni 2005 is de raadscommissie
opgebouwd met familie en de
en brood’ begon, is gaandeweg
Maatschappelijke Ontwikkeling
lichamelijke gezondheid is sterk
uitgegroeid tot een breder patroon
geïnformeerd over het onderzoek
verbeterd. Hiermee voldoen de
van zorg, hulpverlening en
van de GG&GD naar de eerste drie
hostels aan de hoofddoelen die bij
begeleiding. Ook naar preventie van
jaar van het hostelprogramma: Beter
de start van het project BinnenPlaats
terugval, ook naar maatschappelijk
af met bed-bad-brood (Vermeulen
zijn gesteld: het structureel verbeteren
herstel, ook naar dagbesteding,
e.a., 2005). In dit door ZonMw
van de leefsituatie van verslaafde
ook naar mogelijke doorstroom
gefinancierde onderzoek lag het
dak- en thuislozen én het terugdringen
en uitstroom.
zwaartepunt op metingen onder
van de overlast die door deze groep
hostelbewoners van de eerste drie
in de stad werd veroorzaakt. Ook de
voorzieningen in het eerste jaar
bewoners zelf zijn in het algemeen
na de opening.
tevreden over het hostel waarin ze
vinger aan de pols
u Kenmerken van ‘toen’ vergeleken met kenmerken van ‘nu’
wonen. Geconcludeerd wordt dat hostels een
De volgende kenmerken van
belangrijke schakel zijn geworden
Tegelijkertijd wordt geconstateerd
de groep al dan niet dakloze
in de keten van voorzieningen voor
dat de bewoners moeten wennen
harddrugsverslaafden zijn
sociaal kwetsbaren. De hostels
aan het verblijf in een hostel.
opgetekend door onderzoeker
haalden de bewoners niet alleen
Voor velen is het een moeizaam
Ankie Lempens (e.a. 2001),
uit De Tunnel en van de straat; de
leerproces, dat gepaard gaat met
tijdens veldonderzoek in het jaar
hostels halen de bewoners ook uit
vallen en opstaan. Bewoners worden
2000. Dat gaf het volgende beeld:
een isolement en zorgen voor rust,
zich bewust van psychische en
•
overwegend man, dertiger (83%),
dagstructuur en veiligheid. Hierdoor
lichamelijke problemen die eerder
•
gebruiker van heroïne (87%)
krijgen harddrugsverslaafde daklozen
tijdens het straatleven onderdrukt
meer kans op een normaler leven.
of veronachtzaamd werden. Om
en cocaïne (98%), •
die redenen is de zorg in de hostels
drugs kopend op straat (100%), drugs gebruikend op straat
Het drugsgebruik (o.a. base-coke)
stapsgewijs uitgebreid met spreek-
vermindert en er is een grote afname
uren door verslavingsartsen,
(80%),
van criminele activiteiten. Ook maken
medicatie- en methadonverstrekking
omgeving (84%), dakloos (49%),
veel bewoners een start met de
en persoonlijk mentorschap door
buitenslaper (71%),
•
afkomstig uit Utrecht of directe
29
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
belangrijkste inkomstenbron:
(28%); 94% gebruikt één of meer
dagelijks harddrugsgebruik als reactie
een uitkering (40%), (assistentie
drugs; bijna dagelijks: 23% heroïne,
op het straatleven. Dit leidt vooral
bij) dealen (19%) of vermogens-
45% cocaïne en 74% methadon;
tot een afname van heroïnegebruik.
criminaliteit, zoals zakkenrollen,
gemiddelde schuldenlast € 8480,=
Bij de meting van de kwaliteit van
diefstal en oplichting (12%).
(was nog € 6.090,= in 2005).
leven zijn er verbeteringen gevonden
De resultaten van het onderzoek
op het gebied van financiën en de
In aanvullend onderzoek zijn
zijn besproken in een expert-
algemene leefsituatie. Bij dat laatste
van de straatgroep de psychische
bijeenkomst.
gaat het om zaken als ‘welbevinden’,
•
bezigheden hebben, aan activiteiten
problemen in kaart gebracht: •
32% heeft symptomen van een depressie,
u Veiligheid, gezondheid en kwaliteit van leven
een gewoon dag-nacht ritme.
•
15% heeft een schizofrene stoornis,
Het laatst gehouden onderzoek
•
27% van de verslaafden heeft
bevat vooral de resultaten over
u Voorzichtige conclusies
te kampen met een combinatie
veiligheid, gezondheid en kwaliteit
Ondanks beperkingen van de
van psychische problemen en
van leven. Op het gebied van
vergelijking mogen voorzichtige
harddrugsverslaving (Reinking
veiligheid is er weinig veranderd
conclusies worden getrokken over
e.a., 2001).
in het ‘zelf slachtoffer zijn’ van een
de effecten van project Binnen-
misdrijf. Wel is er een duidelijke
Plaats op de gezondheid en het
In 2009 zijn voor deze evaluatie
afname te zien van het percentage
functioneren van cliënten.
de kenmerken van hostelbewoners
bewoners dat in het jaar voorafgaand
opnieuw in kaart gebracht.
aan het interview is gearresteerd.
Het hostelprogramma leidt vooral
De resultaten daarvan zijn vervolgens
Dit is gedaald van 66% naar 33%.
tot stabilisering en verbetering
waar mogelijk afgezet tegen onder-
30
deelnemen, contact met familie en
van de basale levensvoorwaarden
zoek naar hostelbewoners uit 2005.
Het onderzoeksverlag suggereert
zoals huisvesting, inkomen en de
Daarbij zijn de cijfers voor bewoners
een duidelijke afname in gebruik van
lichamelijke conditie. Daarmee zijn
van de drie hostels die in 2005
harddrugs, al is dit door verschillen
bewoners beter af dan voorheen
operationeel waren apart vermeld:
in de meetperiode én de methode
en hebben ze een hogere levens-
Het percentage vrouwen is aanzienlijk
van de vraagstelling niet exact te
kwaliteit dan verslaafde daklozen
gestegen (naar 32%); de leeftijd ging
bepalen. De afname wordt overigens
uit de zorgcentra (lees: op straat).
omhoog, naar gemiddeld 45 jaar;
wel bevestigd door signalen uit de
Tegelijkertijd moet geconstateerd
symptomen van depressie (39%);
praktijk. Na huisvesting in het hostel
worden dat een hoge kwaliteit
symptomen van psychotische stoornis
vervalt geleidelijk de noodzaak van
van leven meer vereist dan alleen
bed-bad-brood. Bij veel hostel-
overschaduwen, maar zo is het nu
als de belangenbehartiging, dat
bewoners is sprake van ernstige
ook weer niet bedoeld. Een variant
de druk en het tempo – om
psychische, lichamelijk en sociale
op een tekst van Gerard Reve lijkt
doorstroming te bevorderen –
problemen. Deze problemen manifes-
hier nog het meest van toepassing:
te gemakkelijk worden
teren zich ten dele pas na instroom
Het gaat goed, maar verder gaat het
opgevoerd.
in het hostel. Voor deze meervoudige,
slecht.
vaak complexe, problematiek is intensieve en structurele samen-
u Stabilisering blijkt haalbaar. . . doorstromen blijft lastig
werking nodig. Om te beginnen tussen de beherende instellingen van de
u Problematiek complex en weerbarstig De aanwezigen bij de expertbijeenkomst benadrukten vooral
hostels en de externe specialistische
In de expertbijeenkomst, van
de complexiteit en weerbarstigheid
zorg. Deze specialistische zorg en
30 november 2009, rond de
van de individuele problemen van
de hulp bij lichamelijke problemen
evaluatie van project BinnenPlaats
de hostelbewoners. Het blijkt voor
moet laagdrempelig beschikbaar
is stilgestaan bij deze resultaten:
velen bijzonder moeilijk om aan te
zijn; zoals een huisartsspreekuur of een psychiater ‘in huis’. Dat
sluiten op het bestaande aanbod Alom werd geconstateerd dat
van dagbestedingsactiviteiten.
laatste is zeker nog niet overal
het hostelprogramma is ingezet
Men wil wel, maar kan het vaak
standaard.
op huisvesting en stabilisering
niet goed volhouden. In een aantal
•
op basale leefomstandigheden
gevallen – zo’n 30%! - is bijvoorbeeld
Hoewel er een opwaartse tendens
van een groep met bijzonder
de combinatie van concentratie-
is ‘gemeten’, is er daarnaast toch
complexe, weerbarstige problemen.
problemen en een verstandelijke
ook de constatering dat veel hostel-
Anders dan bij de start door
beperking al moeilijk genoeg.
bewoners nog steeds kampen met
sommigen gevreesd, bleek
Toch kan dat vaak niet voorkomen
grote schulden; in minderheid
stabilisering haalbaar.
dat ook hier de lat door buiten-
Tien jaar na de start doelgroep-
staanders al snel te hoog wordt
een klein, weinig steunend, sociaal
breed verwachtingen formuleren
gelegd.
netwerk hebben; vaak in een onveilige
over doorstroming legt de lat
situatie verkeren (wat zich uit in
extra hoog. In elk geval hoger
Andere factoren die behandeling
frequent slachtofferschap) en
dan bij de aanvang van project
lastig maken: de combinatie van
periodieke contacten met politie
BinnenPlaats maximaal haalbaar
verslaving en psychiatrie; de
en justitie hebben. Dit lijkt het
leek. Er is sprake van enige
aanwezigheid van ontwikkelings-
optimisme uit eerdere teksten te
huiver, bij zowel de hulpverlening
stoornissen; de combinatie van
beschikken over dagbesteding;
•
31
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
zal onvermijdelijk zijn voor hard-
met LVG-problematiek (licht verstan-
drugsverslaafde hostelbewoners.
delijk gehandicapt). Bij sommige
Dealen is nu eenmaal illegaal, kopen
verslaafden aangeboren en bij anderen
en te veel in bezit hebben mag ook
De opmerkingen over het hostelconcept
een gevolg van het middelengebruik.
niet, gebruiken in de openbare ruimte
van de Utrechtse zorgpartijen en
Er wordt sterk gepleit voor verplichte
is verboden en zo zijn er nog wel
belangenbehartigers betrokken bij
diagnostiek (voorafgaand aan plaat-
meer activiteiten – ruitje tik, gestolen
BinnenPlaats valt in tweeën uiteen:
sing) in het hostel.
waar te koop aanbieden, bedelen –
Project BinnenPlaats was een zegen
die contact met de politie tot gevolg
voor een groep die zonder enig uitzicht
kunnen hebben.
op straat verbleef. Voor een deel is er
Ook is er regelmatig sprake van door hostelbewoners niet gevraagde – en
32
u Verschil in optiek van
psychische problemen en verslaving
zorgpartijen en belangenbehartigers
misschien meer mogelijk, maar gewaakt
door hulpverleners niet opgedrongen
Uit recent hostelonderzoek blijkt
moet worden om dit doelgroepbreed
– zorg bij psychiatrische problematiek.
dat hostelbewoners ook vaak zelf
te verwachten. Daarvoor is de
Hierover wordt opgemerkt dat de
slachtoffer zijn van misdrijven.
problematiek van hostelbewoners te
hostelbewoners inderdaad niet zelf
Dit leidt in het onderzoeksrapport
omvattend, complex en weerbarstig.
om hulp vragen bij hun psychiatrische
van UMC St Radboud zelfs tot de
problemen. Maar dat ze - naarmate
volgende aanbeveling:
Een groot deel van de groep zit al
ze langer in het hostel verblijven -
"Wellicht is de veiligheid met
langdurig in het hostel. Toch worden
wel beter bereikbaar zijn voor
betrekking tot de woonruimte en -
ze nog steeds bestempeld als daklozen.
psychiatrische zorg. Het kost veel
omgeving een goed aanknopings-
Beter zou zijn om hen te benaderen als
tijd om het vertrouwen te winnen en
punt om (bij hostelbewoners) ook
inwoners van de stad, die langdurig
de bewoners te laten beseffen dat
aandacht te besteden aan het
zorgafhankelijk zijn en voor wie op
hulp iets is waar ze wat aan hebben.
vergroten van de eigen veiligheid in
dit moment nog geen ander adequaat
het algemeen. Hierbij kan gedacht
zorgprogramma voorhanden is.
u Het thema criminaliteit
worden aan trainingen/cursussen
Tijdens de expertbijeenkomst is ook
waarin mensen bewust worden van
De doelgroep staat te boek als zorg-
langdurig stilgestaan bij de resulaten
hun (on)veiligheid binnen en buiten
wekkende zorgmijders. De zorg-
rond het thema criminaliteit.
de voorziening. Daarnaast kan men
instellingen en belangenbehartigers
Opgemerkt werd dat de aard en ernst
concrete handvatten aangeboden
draaien het liever om. Het waren
van criminele activiteiten vermindert
krijgen, waarmee de eigen veiligheid
aanbieders en financiers van zorg
na instroom in het hostel. Een zeker
en die van anderen vergroot kan
die deze zorgbehoevende groep
niveau van contacten met de politie
worden."
langdurig hebben gemeden.
Hostel Wittevrouwen, SBWU, Wittevrouwensingel/Wittevrouwen harddrugsverslaafden, 26 bewoners, opening 16 december 2006
33
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“Het ging kortweg om het volgende: een mensonterend probleem menswaardig oplossen (voor alle betrokkenen; voor de burgers in de stad, maar zeker ook voor de dak- en thuisloze verslaafden). Dus niet alleen repressie en boetes en verplaatsen van het probleem, maar ook opvang en zorg. Dat bleek een goed model. Ik kwam in 1998 als beleidsmedewerker bij de GG&GD in dienst met de opdracht de politiek de keuze voor hostels te laten maken. Daarna moesten we in de wijken locaties zoeken en draagvlak in de stad realiseren voor het hostelproject. Mijn leidinggevende zei al dat ik niet gek moest opkijken als er na twee jaar nog niks van te zien was. Ik keek er dus niet gek van op, maar moest wel erg wennen aan de lange weg die nodig was. Weer twee jaar later, ik kwam terug van zwangerschapsverlof, was er ineens een stroomversnelling: voor juli 2002 moest er een convenant worden getekend door de gemeente Utrecht, de betrokken instellingen en ziektekostenverzekeraar Agis. Er waren nog vier maanden te gaan. . . en het lukte. Het beschikbaar komen van voldoende financiële middelen – deels van gemeentewege, maar vooral vanuit de AWBZ – heeft de omvang, de voortgang en de kwaliteit van het project BinnenPlaats in alle opzichten
Marlies van Loon
gesteund, gestimuleerd, mogelijk gemaakt én bepaald. Het heeft ons ook de voorsprong gegeven die Utrecht nu nog altijd heeft! Meteen in het begin was er een communicatietraject uitgezet door een extern bureau, De Beuk, ondersteund door de stedelijke projectgroep
eerder: beleidsmedewerker
BinnenPlaats. Daar zat ik in, vanuit de GG&GD; de gemeente was een
GG&GD; nu: Raad van
belangrijke speler vanwege haar regierol én de mede-financiering van
Bestuur SBWU
het project. De eerste groep is erg lang erg hecht van samenstelling geweest. We zaten daar niet ‘strikt ambtelijk’, maar meer als bevlogenen vanuit een soort persoonlijke betrokkenheid, leek het wel. We liepen extra hard en fungeerden als ‘liaison’ naar de andere gemeentelijke diensten. De voorzichtige start bij de andere gemeentelijke diensten heeft gelukkig
34
snel plaats gemaakt voor constructieve en voortvarende samenwerking, die onontbeerlijk bleek voor de realisatie van een – zowel in duur, als in ambitie – omvangrijk traject als dit. •
DSO (Dienst Stadsontwikkeling), was actief in de zoekfase naar de tien locaties en leverde alle mogelijke plekken en bijbehorende informatie aan; dacht mee over eisen, voor- en nadelen; gaf makelaars zoekopdrachten; zat aan de ‘gebouwelijke kant’ op het bestemmingsplan en de bouwprocedures.
•
DMO (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling), zat er vanuit de verantwoordelijkheid voor ‘welzijn’ en daarmee voor de Maatschappelijke Opvang.
•
Wijkbureaus, waren de sluis van de communicatie en informatie naar de wijkbewoners; hielpen de wijkinformatie-avonden organiseren; deden op de procedure wel mee, maar zaten vaak in een spagaat (inzet op het bewonersbelang versus loyaliteit aan het politiek-bestuurlijk beleid); kwamen uiteindelijk in een duidelijker positie toen ze onderdak en ondersteuning konden geven aan de beheergroepen rond de hostels.
Tot zover over mijn tijd bij de GG&GD Utrecht. De SBWU – met de hostels Maliehof, Wittevrouwen, Hogelanden en Overvecht – profiteert als instelling van de goede basis die destijds is gelegd voor het project BinnenPlaats. Met name de gereguleerde manier van omgaan met de buurt rondom een voorziening, maakt dat er vanaf het begin overleg met de omwonenden is. Na verloop van tijd blijkt nu dat een aantal voorzieningen voldoende vertrouwen heeft opgebouwd in de buurt, waardoor de beheergroep voor zichzelf geen rol meer ziet weggelegd in de klachtafhandeling. Als zorgketen in de stad constateren we nu dat vooral de kwantiteit op orde is: financiën, capaciteit, gebouwen. De volgende slag is het samen werken aan het verbeteren van de differentiatie in het aanbod en de kwaliteit van de keten. Naast het differentiëren in de behoefte van bewoners – verschillende voorzieningen op diverse manieren aanbieden en benutten – behoren ook doorstromen, hergroeperen en uitstromen tot de mogelijkheden. Misschien zou elk hostel zich meer kunnen richten op een bepaalde groep bewoners en een bepaalde fase van herstel waarin de mensen zich bevinden. Zodat de hostels in sommige gevallen elkaars schakel in één keten worden, maar in ieder geval meer van elkaar gaan verschillen. Denk aan: intensief beschermd wonen; beschermd wonen; ambulant begeleid wonen; kleinschalig wonen; wonen-met-dagbesteding-aan-huis. Ik noem maar wat. Het is daarbij wel nodig een heldere positie te kiezen én in te nemen bij de zorg voor de OGGZ-populatie (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg) die langdurig begeleiding en zorg nodig heeft. In de beginjaren dachten we aan ‘opvang alleen’; nu wordt er ook gekeken naar preventie (van terugval, bijvoorbeeld) en maatschappelijk herstel.”
r r r r r r 35
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“Misschien heb ik wel, als jonge vader, aan de wieg gestaan van het project BinnenPlaats. Ik ben op 1 september 1999 bij CMB begonnen en in november organiseerde ik, met Sjef Czyzewski (voorzitter Raad van Bestuur, verslavingszorg Rotterdam) en Frank Diepersloot (GG&GD Utrecht), een mini-conferentie over De Tunnel. Alle instellingen die we kenden of konden verzinnen werden uitgenodigd en we gingen op zoek naar een stedelijk draagvlak om ‘iets te doen’. Eén van de uitkomsten was dat ik een plan zou schrijven over de mogelijkheden en beperkingen die tijdens de conferentie boven kwamen drijven. De volgende dag belde wethouder Jan van Leijenhorst mij, nodigde mij uit voor een gesprek en vervolgens kreeg ik, samen met Wilma Kieft (GG&GD Utrecht, project Zorg op straat) de opdracht een plan uit te werken. Nu was het ‘serious business’, nu ging de politiek erachter staan en ‘iets doen’. Het idee van de hostels was van Frank Diepersloot en de ‘gebruiksruimten’ – als verdergaande voorziening dan inloopcentrum De Singel (ook Diepersloot) – in het stationsgebied werden een soort ‘voorlopers’ bij het realiseren van dergelijke voorzieningen in een tegenstribbelende omgeving.
Paul van der Linden
Alle partijen kwamen aan tafel – Corio, NS, Jaarbeurs incluis – en het zoeken naar locaties begon. Grappig om hier te vermelden dat twee van de huidige hostels – al dan niet drastisch gerenoveerd of nieuw gebouwd – zijn gehuisvest in voormalige CMB-locaties: Maliebaan en Hogelanden. Dat is, denk ik, geen toeval. Daar werd gewoon al gauw naar gekeken. De informatie-avonden staan mij nog scherp voor de geest. Ik was met
tot voorjaar 2010 voorzitter
burgemeester Annie Brouwer in Ondiep. Dat was geen al te verheffende
Raad van Bestuur, Centrum
gebeurtenis. Uiteindelijk zijn het hostelprojectbesluit en het locatie-
Maliebaan, verslavingszorg
besluit door de gemeenteraad genomen en zo lagen de plannen voor BinnenPlaats vast. Er is in Utrecht – vergeleken met tien jaar geleden – een goeie ‘keten van zorg’. Collega’s weten van elkaars bestaan, kennen elkaar allemaal,
36
weten elkaar gemakkelijk te vinden, kunnen dus snel met elkaar zaken doen. Toch zijn er bedreigingen waar aandacht naartoe moet. De urgentie om elkaar bewust op te zoeken en te blijven samenwerken, lijkt een beetje verdwenen; er dreigt verslapping. Als je vraagt hoe het gaat, dan zeg ik ‘goed’. Ook de moeilijkste harddrugsgebruikers zijn nu onderdak; als ik sommige mannen tegenkom zie ik dat ze van ‘gratenpakhuis’ zijn veranderd in ‘zware jongens’. Ook de moeilijkste alcoholisten zijn onderdak, maar vormen wel een groter probleem. Voor harddrugsgebruikers is het leven in een hostel juist gemakkelijker geworden; ze mogen ‘thuis’ legaal gebruiken. Logisch. Alcoholisten mochten toch al zo’n beetje overal legaal drank nuttigen. Het is bovendien vrij te verkrijgen, bijna iedereen drinkt wel ‘ns wat. . . er zit dus geen echte rem op. SBWU zoekt naar de juiste aanpak om ook deze doelgroep in een hostelstructuur te kunnen laten leven. Er moet een oplossing komen voor het ‘verantwoordingsprobleem’ van instellingen naar hun financiers; veel acties, maatregelen en ingevingen zijn dikwijls ‘grijs’, hebben meerdere kanten en lagen – en kunnen dus niet bij zwart of wit worden ondergebracht en kunnen daarom ook niet goed worden verantwoord. De ruimte voor ‘grijs’ moet blijven, anders zijn te veel cliënten te vaak de dupe. Er zou een ‘regelvrije’ zone moeten komen, waarin ‘zonder afspraken of beperkingen van buiten’ geëxperimenteerd kan worden met mogelijkheden en wensen van de cliënten / hostelbewoners. We zijn nu bezig verbindingen te maken met het uitvoerende wijkwelzijnswerk in de stad. Mensen in de hostels kunnen misschien best wat meer – ook buitenshuis; dus niet alleen door de hostelexploitant aangeboden bezigheden – actief zijn. Sommigen vervelen zich gewoon. Deelnemen aan (maatschappelijke) activiteiten of dagbesteding is dan een optie. We noemen dat ‘herstel’. Met eventueel doorstromen en uitstromen is een slag te maken. Net als met preventie (ook van terugval). Onlangs organiseerden we – vanuit de stedelijke stuurgroep OGGZ – een stadssafari: twee dagen op de fiets door de stad en alle wijkwelzijnsorganisaties, locaties van De Tussenvoorziening en CMB bezoeken. In de uitwerking van de activiteiten 2010-2014 voor het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang willen we verbindingen leggen met de bestaande instellingen in de ‘keten van zorg’ en wederzijds kennis maken met nieuwe partners – zoals het wijkwelzijnswerk – in de stad. We krijgen het dan ook over het tegengaan van dak- en thuisloosheid.”
u u u u 37
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
a a a Over de kosten u Voor niks gaat de zon op
de projectleiding, de producten en
voor de nieuwbouw van twee hostels
Voor de realisatie van het hostel-
de communicatie ingebed in de
op zich te nemen. Ten laste van de
programma is in de periode 1999 –
BinnenPlaats-organisatie en onder-
gemeente vallen daarmee kosten voor
2009 ruim € 12 miljoen aan kosten
gebracht bij de GG&GD.
de ontwikkeling, de communicatie,
gemaakt voor de exploitatie en iets meer dan € 14 miljoen voor investeringen. Dat is een aanzienlijke som geld. Voor een beoordeling daarvan is het volgende relevant.
het omgevingsbeheer en waar nodig
u AGIS Zorgkantoor en woningcorporaties BO-EX en Portaal Project BinnenPlaats maakte bij de start gebruik van een incidenteel
een rest-financiering aan afzonderlijke hostels.
u De gemeente als pionier en aanjager
Project BinnenPlaats was een
budget van € 11,4 miljoen voor
In samenhang bezien is sprake van
innovatief en gedurfd project, waar-
verslavingsbeleid. Naderhand is dat
een project waarbij de gemeente een
voor de gemeente het initiatief en de
vermeerderd met een structurele
gecombineerde pioniers- en aanjagers-
verantwoordelijkheid heeft genomen.
bijdrage voor dat beleid. Daarnaast
rol heeft gespeeld. In de loop van het
Hiervoor moesten bij de start geheel
zijn incidentele subsidies ontvangen
project is het gelukt om de benodigde
nieuwe concepten ontwikkeld worden
van de provincie (€ 226.000,-) en
financiering – voor de continuïteit
en moest de daartoe benodigde
van het Ministerie van VROM voor
van het hostelprogramma – via externe
deskundigheid extern worden
de verbouw van hostel Maliehof
bronnen te vinden. Met name de
ingehuurd. Dat legde de basis voor
(€ 110.000).
AWBZ-financiering was daarbij cruciaal.
vorming over de selectie van locaties;
De beschikbare middelen noodzaakten
Het is speculeren wat er gebeurd zou
de communicatie met omwonenden
vanaf de start tot het vinden van
zijn zonder gemeentelijke initiatieven
en media en de uiteindelijke realisatie
structurele dekking vooral voor de
bij het hostelprogramma. Al dringen
van de hostels. Voor de realisatie van
exploitatie. Door samenwerking met
denkbare gevolgen zich onmiddellijk
ieder hostel moest steeds een beroep
AGIS-zorgkantoor is dit gevonden.
op. Zoals ernstige vertraging in de
worden gedaan op het gemeentelijk
Inmiddels wordt via de AWBZ tot 80%
aanpak van de stedelijke problematiek
Project Management Bureau (PMB)
van de jaarlijkse exploitatie van de
rond verslaving, dakloosheid en
of op ‘externen’. Dat was nodig,
zorg door AGIS betaald, dat is uiter-
overlast. Of verminderde of ont-
omdat de gemeente de vereiste
aard afhankelijk van de zwaarte van
brekende geloofwaardigheid bij
deskundigheid eenvoudig niet zelf
de indicatie van bewoners. Ook zijn
samenwerkingspartners en inwoners.
in huis had en soms ook nu nog niet
de woningcorporaties Portaal en
Of, nu even streng, het ontbreken
heeft. Zodra dit mogelijk was, zijn
BO-EX bereid gevonden om de kosten
van resultaten die hout snijden.
zorgvuldige en transparante besluit-
38
Hostel Hogelanden, SBWU, Hogelanden-Rode Brug/Ondiep alcoholverslaafden (onder architectuur verbouwd), 23 bewoners, opening 12 januari 2007
39
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“De politie heeft voor zichzelf de verantwoordelijkheid genomen om haar taak – ten aanzien van orde, veiligheid én sociale cohesie – steeds in balans te houden en loyaal onderdeel te laten zijn van de ‘keten van zorg’ in de stad. Optreden waar nodig (bij overlast en wetsovertreding); meewerken waar mogelijk, met alle denkbare maatschappelijke partners: politiek, ambtelijk, Openbaar Ministerie, zorg- en hulpverlening, maatschappelijke opvang, belangenbehartigers én de doelgroep zelf. Onder het motto: Hard als het moet, zacht als het kan. De aanleiding was natuurlijk die vreselijke toestand in De Tunnel. De opdracht luidde: die mensen moeten daar uit! Ik kwam er vaak; met kijkers. Politici, omwonenden, winkeliers, lokale en landelijke media, politie-collega’s uit andere steden. Er ontstond op enig moment een soort patstelling. We konden die mensen er niet uit blijven sturen, zolang er geen deugdelijke opvangvoorzieningen waren. Dat opjagen, steeds weer ‘verplaatsen’ naar een andere plek, had niets opgeleverd. En zo werd er – naast BinnenPlaats – gewerkt aan het project UDV (Uitbreiding Dagopvang Verslaafden; gebruiksruimten) in het stationsgebied. Daar lag een enorme kans
Peter Gieling
om samen met alle betrokkenen een deel van de oplossing voor het overlastprobleem in het centrum én de onwaardige toestand van De Tunnel te vinden. De energie en dynamiek die uiteindelijk werd
programma-manager/
gemobiliseerd, staat mij nog helder voor de geest.
districtschef politie Utrecht
Ik ben erg onder de indruk geraakt van de complexiteit van het probleem
2002-2009
én de enorme inzet die zoveel mensen op zoveel plekken vanuit zoveel organisaties en instellingen – binnen één stad – op de mat wisten te leggen. Dat heeft mij, ons, de politie geweldig geïnspireerd om een bijdrage te leveren, vanuit onze unieke expertise en met oog voor het veel grotere geheel. Je kunt zeggen dat ik hierin – in deze strategie – nu ’les’ geef op de politie-academie (programma’s voor ‘politieleiderschap’ aan commissarissen en hoofdcomissarissen uit steden waar bijvoorbeeld ‘krachtwijken’ zijn). Op enig moment zei de man, die namens de NS in de overleggroep
40
participeerde: ‘Als ik naar jullie werk kijk, dan wil ik het volgende. Wanneer mijn moeder uit Amsterdam naar Utrecht komt om mij te zien, dan wil ik dat zij onbezorgd en veilig door HC kan lopen om uiteindelijk bij mij te komen. En ik wil mijn dochter, die ’s avonds naar muziekles gaat in de stad, niet hoeven brengen en halen.’ Zo simpel en zo vanzelfsprekend normaal eigenlijk. Ook als politieman werd ik ‘selectief gebruikt’ om regelmatig aanwezig te zijn bij informatie-avonden over de hostels. Sinds die tijd denk ik: je kunt wat bereiken, als je maar duidelijk bent in wat je wilt. Soms gold dat ook voor tegenstanders, de massiviteit van hun aanwezigheid, dat drammen, de soms schrikaanjagende taal. Daar heb ik me wel voor geschaamd, dat medemensen zo onheus dachten! Later ging er een prettiger wind waaien. De beheerplannen werden vastgelegd, afspraken werden gemaakt. . . én nagekomen. De leden van het HC-politieteam zagen de gebruikers als ‘hun kinderen’ en konden ze nu – naast veel arresteren – ook uit hun rotpositie halen en perspectief bieden. Alle partijen werkten mee aan een integrale aanpak, ook het Openbaar Ministerie, dat werd de zogeheten ‘ketenaanpak’. Toch hadden we nog veel aanhoudingen, hielden we dealer-acties en veeg-acties. Dat gebeurde soms nog redelijk agressief. Maar ja, binnen (in De Tunnel), waren de mensonterende toestanden verleden tijd. En de verwervingscriminaliteit zakte met 60%. Het is voor mij heel verhelderend geweest om ‘door elkaars bril’ te leren kijken. . . en daarbij zelf steeds uit te leggen hoe we als professionele ‘ordehandhavers’ zochten naar de balans tussen hard en sociaal optreden. Ik heb genoten van de prima contacten met en tussen alle partijen eromheen. Dat werkte, dat zag ik. Die heldere boodschap, die eenduidige richting, die menselijke maat onder strakke regie. Het werkte en dat vertel, vertaal,
g
ik nu weer verder. Als wijze les.” 41
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
“Nadat het huisvesten van het heroïneproject in de Lange Smeestraat op een mislukking was uitgelopen, is door de toenmalige wethouder – Jan van Leijenhorst (GroenLinks) – van de nood een deugd gemaakt. Het was ook mensonterend wat wij hier in Utrecht toestonden, als je zag wat er allemaal in ‘De Tunnel’ gebeurde. Van Leijenhorst introduceerde een nogal revolutionaire aanpak: •
elke Utrechtse wijk een woonvoorziening voor, al dan niet verslaafde, dak- en thuislozen (en dus niet ergens op een industrieterrein halfweg buiten de stad, maar gewoon binnen de samenleving);
•
daartoe een traject uitzetten waarin ook omwonenden actief betrokken kunnen worden (deugdelijk informeren, vragen mee te doen met locaties zoeken, gezamenlijk draagvlak in de buurt creëren);
•
de gemeente heeft een zorgplicht voor alle inwonenden (en moet dus ook zorgen voor opvang én voldoende veiligheid). . . en de overige inwoners van de stad mogen daar best bij helpen!
BinnenPlaats werd een gezamenlijk gedragen project van het college én de gemeenteraad! Natuurlijk waren er discussies over (de bejegening van) de doelgroep, de mogelijke bevoogding (die zo’n project met zich meebracht),
Marry Mos
het toestaan van middelengebruik (versus verplicht afkicken). Maar die hostels, die gingen er komen. . . en die kwamen er. Aanvankelijk werd het hele traject – met instemming vanuit de gemeenteraad
lid van de Utrechtse
– ‘incidenteel’ gefinancierd uit gemeentelijke middelen (lees: de opbrengst
gemeenteraad voor
uit de verkoop van het energiebedrijf; de zogenoemde UNA-gelden). De
GroenLinks
gemeente was hier, terecht, bijzonder trots op: wij hebben een probleem, we hebben een oplossing, we hebben een tekort én wij vullen dat gat van 25 miljoen op! Later kon dat worden omgezet naar ‘structurele’ financiering, toen AGIS-zorgkantoor de zorg voor haar rekening ging nemen (betaald uit de AWBZ, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). In 2001 – ik zat net in de raad – werd het eerste hostel geopend. BinnenPlaats werd doorgezet, want de nieuwe raad en het nieuwe college –
42
nu met Leefbaar Utrecht – hielden vast aan de oude afspraken en aanpak van de vorige raad en college. Raadsbeleid en collegebeleid op basis van volledige ‘commitment’; elkaar vasthouden en loyaal blijven. We zijn een sociale stad en staan ervoor dat dit probleem gezamenlijk wordt opgelost! Het is belangrijk dat die hostels er zijn én er is voor gezorgd dat ze beheersbaar zijn. Vooraf, aan het begin
c
en na enige tijd worden er ‘metingen’ – naar veiligheid, sociaal klimaat en wijkonderhoud – gehouden: de 0-, 1en 2-metingen. Het omgevingsbeheer is een permanent aandachtspunt. Omwonenden zijn vertegenwoordigd in zogeheten ‘beheergroepen’, met daarin ook afgevaardigden van gemeentelijke diensten, de politie, het betreffende wijkbureau en het hostel zelf (medewerkers en/of bewoners). Beheergroepen werken op basis van een vooraf opgesteld en ondertekend ‘beheerplan’. De bewoners van de hostels doen ook mee én de beherende zorginstellingen maken er werk van. Zo smeden hostels-en-samenleving een band. En is er een klacht – dat komt trouwens opmerkelijk weinig voor! – dan moet daar meteen iets aan worden gedaan. Dat gebeurt ook. Dat werkt! Het is een goed idee gebleken om de hostels te laten ‘runnen’ door verschillende zorginstellingen (Leger des Heils, SBWU (Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht) en De Tussenvoorziening). Dat zorgt voor
c c
diversiteit, differentiatie én voor onderlinge samenwerking in de stad. Ook is de uitstraling van de hostels een gewichtig punt. Het mochten geen krakkemikkige pandjes worden, maar het moest er picobello uitzien! Hostels De Hoek en Hogelanden zijn onder architectuur gebouwd en verbouwd. Hostel De Bolksbeek is prachtig gerenoveerd. Hostels Maliehof en Wittevrouwen zijn in monumentale – ook stevig verbouwde – panden gehuisvest. Habi Tante en Overvecht moesten het doen met porto-cabin
c
bouw, maar dat was dan ook als een tijdelijke oplossing bedoeld. Het hostelbeleid is altijd vernieuwend gebleven. Het gebouw aan de Kögllaan – hostel De Hoek – is in eigendom van woningcorporatie BO-EX. Mocht het hostel worden ‘afgestoten’, dan kunnen er, bijvoorbeeld, wooneenheden voor studenten in worden gerealiseerd. Dit hostel ziet er van binnen dan ook aantrekkelijk uit. Geen zorgvoorziening, maar gewone huisvesting, met bankjes en een bloembak voor je deur.
c
Op dit moment dient de discussie zich aan over welke volgende stap er gezet moet worden in het hosteltraject. Met name de ‘herstelbenadering’ krijgt daarin steeds meer aandacht. Denk daarbij aan: dagbesteding; budgetbeheer/stadsgeldbeheer/schuldsanering; zelfstandig(er) wonen, bijvoorbeeld ‘aanleunend’ in de buurt; wonen met ambulante begeleiding. Met als uitgangspunt dat bewoners zelf regie hebben over hun leven en de invulling daarvan. Maar, het moet wel maatwerk blijven; het gaat om intensieve problematiek(en), sommige
c
hostelbewoners zullen chronisch zorgbehoevend blijven.” 43
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
a a a Bepalende succesfactoren en de toekomst u Over het begrip ‘vitale coalitie’
wordt met een deels innovatieve
sociaal kwetsbare doelgroep. Dat
In een expertbijeenkomst zijn de vragen
en gedurfde aanpak.
lijkt in Utrecht haast vanzelfsprekend,
6 en 7 in samenhang besproken.
De volgende onderdelen van deze
maar dat is het doorgaans niet.
Vraag 6: Wat zijn de bepalende succes-
vernieuwende aanpak zijn bij het
Vooral niet als er ook gekeken
factoren van het hostelprogramma?
project BinnenPlaats aan te wijzen.
wordt naar problemen elders om
Vraag 7: Welke toekomstscenario’s
Het hostelconcept – het huisvesten
hostels of andere maatschappelijk
zijn er voor het project BinnenPlaats
van verslaafde daklozen – zelf,
omstreden voorzieningen te
denkbaar, wat is de restopgave en
de stadsbrede aanpak, de samen-
realiseren. Zorgvuldigheid in de
welke aanvullende voorzieningen zijn
werking tussen hulpverlening en
locatiekeuze en een grote inzet
nodig voor de door- en uitstroom?
politie-OM, de organisatie van het
op communicatie zijn daarbij
De belangrijkste conclusies uit de
omgevingsbeheer en de stevige
expertbijeenkomst volgen hierna.
investering en inzet in de
Maar eerst: een typering van ‘de
communicatie.
basaal: de doelgroep een mens-
Er is ruimte voor frontlijnwerkers
waardiger bestaan bieden en de
Prof. dr. P. Tops, hoogleraar Bestuurs-
bij de realisatie de hostels ‘van
overlast van druggebruikers op
kunde aan de Universiteit Tilburg,
onderop’, waar mogelijk interactief
straat verminderen en beheersbaar
typeerde toen de Utrechtse aanpak als
met omwonenden/belanghebbenden.
maken. Het hostelprogramma is
Er is sprake van daadkrachtig
boven deze verwachtingen uit-
Utrechtse aanpak’ uit 2006.
een illustratie van een ‘vitale coalitie’.
•
•
•
uiterst belangrijk. •
bestuur, dat de uitvoering steunt
gestegen, maar moet nu niet aan
Tijdens het symposium Niemand hoort
en niet terugschikt bij tegenslag
het eigen succes ten onder gaan
op straat, in februari 2006, schetste
en kritiek.
door te verslappen. De opgave is nu
hij daarvan het volgende profiel: •
Er is een ‘sense of urgency’; noem
om te consolideren, de aandacht niet
u Aanscherping vanuit de
•
te laten verslappen en de tot stand
expertbijeenkomst
het een gedeeld besef van urgentie,
44
De doelen in 2001 waren tamelijk
gekomen ketensamenwerking in
bij alle betrokken partijen (rond
In de expertbijeenkomst is stilgestaan
De Tunnel) zoals politiek, beleids-
bij deze succesfactoren, tegen de
makers, instellingen, belangen-
achtergrond van de interviews.
het in de beginperiode moeilijk was
behartigers, politie en justitie.
Daaruit vallen hier de volgende
om met de bewoners in de hostels te
Er is onconventioneel leiderschap
opmerkingen te noteren:
werken. Er is op veel plekken flink
(voltallig college, directies
•
Vanuit een sense of urgency is de
gemeentelijke diensten), waarbij
problematiek rondom De Tunnel
een heldere visie gecombineerd
omgezet in een beleid voor een
stand, alert én actief te houden. •
Vanuit de hostels wordt opgemerkt dat
geïnvesteerd in professionalisering.
Hostel Overvecht, SBWU, Pranadreef/Overvecht tijdelijke locatie (definitieve locatie op ziekenhuisterrein, zodra ziekenhuis is verhuisd) , harddrugsverslaafden, 25 bewoners, opening 15 februari 2008 (port-o-cabinbouw, eerder gebruikt als tijdelijk hostel De Hoek, Sartreweg/Voordorp). Gesloten: november 2010
45
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
Politiek •
In het begin was er het dispuut met burgemeester Opstelten. Die was meer van orde en repressie; het opjagen, oppakken en wegsturen van verslaafden. Hij had niks met opvangvoorzieningen, vond dat maar ‘soft’ gedoe. Later vond ik wel steun, bij de toenmalige wethouder Paulien van der Linden (PvdA) én haar opvolger Jan van Leijenhorst (GroenLinks).
•
Heel belangrijk was de inzet en betrokkenheid van burgemeester Annie Brouwer bij BinnenPlaats en ook Hans Spekman, wethouder Maatschappelijke Opvang, heeft het project met hart en ziel gesteund. Vanuit de gemeenteraad was er veel – doorgaans unaniem - support. Het gezamenlijk optreden van college én raad is van elementair belang geweest voor de opzet én het succes van het hele project.
Instellingen en organisaties •
Voor de totale aanpak van de verslaafdenproblematiek hadden we feitelijk twee, parallelle, trajecten. Hostelproject BinnenPlaats dat woonvoorzieningen in de Utrechtse woonwijken ging neerzetten. En het project Uitbreiding Dagopvang Verslaafden (UDV) dat vier gebruiksruimten in het stationsgebied realiseerde. Dat laatste project
George Hille
kreeg te maken met aanvankelijk dwarsliggende organisaties als NS en Corio (eigenaar winkelcentrum Hoog Catharijne), tot een rechtszaak
voormalig directeur GG&GD
met het Park Plaza Hotel aan toe. En het project BinnenPlaats moest
Utrecht, eindverantwoordelijk
op zoek naar instellingen die de ingewikkelde doelgroep een
BinnenPlaats-project
onderdak (bed, bad, brood) en minimale begeleiding konden bieden. •
Ik heb zelf de eerste contacten gelegd met het Leger des Heils en die had wel belangstelling. De projectgroep BinnenPlaats zag dat niet zitten, in verband met de opvatting die het Leger des Heils had bij verslaving (niet gebruiken, maar afkicken!). Omdat ik in Utrecht meer dan één beherende instelling wilde laten meedoen, heb ik vastgehouden aan het Leger des Heils en dat heeft tot effect gehad dat het ‘verbod op gebruik’ fundamenteel werd gewijzigd!
46
Gemeentelijke Diensten •
De DMO-directeur, Kate Kervezee, mocht op enig moment de 80 miljoen gulden verdelen die was binnengebracht door de verkoop van het Gemeentelijk Energie Bedrijf (GEB), de zogeheten UNA-gelden. We hoefden niet eens lang te praten of zij steunde het BinnenPlaats-project van harte met 25 miljoen ‘incidenteel’ geld. Dat was genoeg om de eerste tijd de eerste noden te kunnen opvangen. Later is dat allemaal structureel geworden dankzij AWBZ-geld via Agis-zorgkantoor.
De klanten / de doelgroep •
Samen met Centrum Maliebaan, Altrecht, De Tussenvoorziening en de politie is de GG&GD intensief betrokken geweest bij het toelaten van harddrugsverslaafden tot de voorzieningen (een pasje voor de gebruiksruimten, of een bed in een hostel). Er waren criteria (bekend zijn bij de hulpverlening, binding hebben met Utrecht) en er was een screening (beoordeling, karakterschetsen, strafdossiers, uitstaande boetes).
•
Ook de doelgroep was, voor zover we dat konden nagaan, dolblij met deze Utrechtse benadering. We hadden veel onderling contact. Informeel, op straat, door ons team ‘Zorg op Straat’ in Hoog Catharijne vooral. Maar ook formeel door gestructureerd overleg met belangenorganisaties als Stichting GOUD en HDGU (Harddrugsgebruikers Utrecht).
Media •
Naar mijn beleving heeft het journaille van met name het Utrechts Nieuwsblad nooit negatief, of cynisch, of achterdochtig over UDV of BinnenPlaats geschreven. Aan de ene kant mogen we daar blij om zijn, aan de andere kant ook trots. Want voor een belangrijk deel hebben we zelf het klimaat geschapen waarin we eerlijk én duidelijk met de Utrechtse bevolking en de media hebben gecommuniceerd. Niet in de laatste plaats door de ‘frekwente stroom’ eigen publiciteit (persberichten, persconferenties, nieuwsbrieven, aanspreekbare mensen in de organisatie, brochures, etcetera).
t t t 47
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Wijken •
Bij de eerste ronde wijkbijeenkomsten hebben we – lees: de gemeente; collegebreed en door de raad gedekt – het BinnenPlaats-programma duidelijk neergezet. We zijn hier en daar weggehoond en met pek en veren besmeurd, maar we hielden het verhaal overeind. Bij de tweede ronde hebben we op dezelfde manier – steeds met twee collegeleden erbij (geen knikkende knieën en geen toezeggingen; maar samen staan we sterk!) – de locatiekeuze naar de wijkbijeenkomsten gebracht en toegelicht.
•
Door de jaren hebben ook de wijken en de bewoners zich met de woonvoorzieningen mee-ontwikkeld. Op de Sartreweg ontstond zelfs het idee dat het hostel daar een ‘veiligheidsbevorderend effect’ op de omgeving had gehad. Enkele leden uit de beheergroep van dat hostel boden aan om mee te gaan naar wijkbijeenkomsten elders in de stad om uit te leggen dat zo’n hostel helemaal geen extra overlast bezorgde of bron van kwaad en criminaliteit was!
Geld •
Ooit waren de ministers Van Boxtel (Grote Steden Beleid) en Remkes (Binnenlandse Zaken) in Utrecht op werkbezoek. We hebben ze informatie gegeven over wat inmiddels ‘het Utrechts Model’ was gaan heten bij de aanpak van de verslavingsproblematiek. Met name minister Van Boxtel was zeer onder de indruk, liet doorschemeren wel wat te kunnen én willen doen en nodigde ons uit naar Den Haag te komen. Toen we daar zaten, bleek al na enkele zinnen dat er niks te halen viel. We hadden te maken met een minister – weliswaar met een portefeuille – zonder portemonnee!
•
Gelukkig is uiteindelijk de structurele financiering van de hostels gerealiseerd uit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) via AGIS-zorgkantoor. Daar bleek de maatschappelijke motivatie wél aanwezig en kon het huidige Tweede Kamerlid Eelke van der Veen – toen nog topman bij AGIS – ons helpen bij het zetten van de eerste stappen.
48
t t t
Hostel Leidsche Maan, Leger des heils, W.F. Hermansstraat/Leidsche Rijn doorstromers uit overige hostels voor harddrugsverslaafden, 25 bewoners, opening 15 juni 2010
49
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
a a a Conclusies, vooruitblik en eindoordeel u Waar ging het ook alweer om?
•
In de inleiding werden twee doelen –
alle partners en korte lijnen.
De aanname was dat laag-
Gezamenlijke regie en gedeelde
drempelige instroomcriteria
financiering.
mogelijkheden bood tot duurzame
eigenlijk drie – en vier vernieuwende
huisvesting. Dat bleek inderdaad
elementen (innovaties) genoemd in
Geconcludeerd kan worden dat de
mogelijk, zonder dat dit leidde
het hostelprogramma.
doelen gehaald zijn. Het hostelproject
tot ernstige overlast voor
heeft aan 203 (verslaafde) daklozen
omwonenden van de hostels.
huisvesting en begeleiding geboden.
Met de bewoners gaat het
Realisatie van zeven definitieve
Huisvesting in de wijken bleek daarbij
duidelijk beter dan voor hun
hostels – in woonwijken – voor
mogelijk zonder dat dit ten koste
instroom in het hostelprogramma,
175 verslaafde dak- en thuis-
ging van de leefbaarheid en veiligheid
al toont de kwaliteit van leven
lozen.
in de wijken. De hostelbewoners zijn
aan dat veel hostelbewoners
Structureel verbeteren van de
beter af dan op straat. Huisvesting in
nog in een kwetsbare positie
leefsituatie van deze doelgroep.
de hostels leidt tot stabilisering en
verkeren.
Terugdringen van de overlast
verhoging van de kwaliteit van leven.
die door deze groep in de stad
De bijdrage van het hostelprogramma
omgevingsbeheer
wordt veroorzaakt.
aan de veiligheid en leefbaarheid in
Zowel de communicatie als het
de stad laat zich niet één-op-één
concept van de beheergroepen
Omdat de laatste twee doelen meest-
vaststellen. Het is echter meer dan
zijn positief beoordeeld door
al in één adem worden genoemd,
‘aannemelijk’ dat het huisvesten van
bestuur en beleidsmakers,
lijkt het dan alsof het om één doel-
een straatpopulatie harddrugs-
samenwerkende partners én
stelling gaat. . . Wat welbeschouwd
verslaafden heeft bijgedragen aan
omwonenden.
natuurlijk niet zo is.
een verbetering van de leefbaarheid
De doelen: •
• •
en veiligheid in de stad als geheel.
• • 50
•
Communicatie en
Een hechte samenwerking tussen alle partners en korte lijnen In de voor deze evaluatie gehouden
De vernieuwende elementen: •
•
Wonen in een voorziening, met
Kwartet!
interviews wordt dit regelmatig
mogelijkheid van harddrugs-
Hierboven staan de vier vernieuwende
genoemd en geroemd. Het
gebruik in de eigen kamer en
elementen van het hostelprogramma
resultaat en de typering van de
begeleiding.
opgesomd:
Utrechtse aanpak – het Utrechts
Communicatie en omgevings-
•
Huisvesting met mogelijkheid
Model – als voorbeeld van een
beheer.
van harddrugsgebruik in de
‘vitale coalitie’ zijn duidelijke
Een hechte samenwerking tussen
eigen kamer
blijken van een effectieve aanpak.
•
Gezamenlijke regie en
is dat Utrecht trots mag zijn op het
zorgprogramma voor langdurig
gedeelde financiering
hostelprogramma en de gevolgde
zorgafhankelijken. Er is al veel
Tot slot heeft het hostelprogramma
aanpak. Dat neemt niet weg dat er
voorhanden aan methoden en
kenmerken van een katalysator
belangrijke opgaven zijn voor de
werkwijzen waarvan gebruik
gehad. Begonnen als gemeente-
toekomst. Uitgesplitst naar de doelen
initiatief en gefinancierd uit
op de verschillende niveaus – van de
incidentele middelen is anno
cliënten, de leefbaarheid en de veilig-
luidt het devies! Op het gebied
2009 sprake van gezamenlijke
heid – volgen nu de aanbevelingen
van de leefbaarheid en veiligheid
inhoudelijke én financiële regie
voor de toekomst vanuit de expert-
in de stad is er veel bereikt.
door de gemeente en AGIS
bijeenkomst.
Ziektekostenverzekeraars en
•
Besteed veel aandacht aan
gemaakt kan worden. •
Houd de geboekte winst vast,
Dat mag niet wegsijpelen. •
Blijf alert op het creëren en
AGIS-zorgkantoor. Met deze
dagbesteding, waarbinnen ook
bewaken van voldoende
gezamenlijke regie liep Utrecht
een aanbod dat aansluit op
veiligheid. Op het niveau van
voorop in Nederland.
behoeften, mogelijkheden en
cliënten is de aanbeveling om
In het eerste Plan van Aanpak
beperkingen van hostelbewoners.
eventueel slachtofferschap van
Maatschappelijke Opvang uit
Blijf aandacht houden voor
hostelbewoners aan te grijpen
2006 – van de vier grote steden
chronische schuldproblematiek
voor verbeteringen in de eigen
(G4) en het Rijk – onder de naam
en actieve schuldsanering.
‘Stedelijk Kompas’ vertaald naar
•
•
Houd rekening met langdurige
veiligheid van hostelbewoners. •
Dat geldt ook voor de veiligheid
het stedelijk niveau, werd dit pas
zorgafhankelijkheid. Voor een
van anderen waar hostelbewoners
gemeengoed. Later ook in de rest
deel van de doelgroep zal het
in en om het hostel mee te
van het land. Uitzonderlijk is ook
hostel een vorm van permanente
maken krijgen.
de bereidheid tot investeringen
huisvesting zijn. Via een woon-
in het hostelprogramma – bij het
wensenonderzoek probeerde de
Prof. Judith Wolf, UMC St Radboud,
realiseren van nieuwbouw – door
gemeente te achterhalen voor wie
vatte haar aanbeveling tijdens de
de Utrechtse woningcorporaties
– en met welke aanvullende zorg
expertbijeenkomst kort samen:
BO-EX en Portaal.
en ondersteuning – doorstroming
“Vier je succes en hou dit vast.
en uitstroom haalbaar is. De
Laat het niet wegzakken en kijk
u Belangrijke opgaven
uitkomsten van dit onderzoek
naar wat er nodig is om deze sociaal
voor de toekomst
geven ook aanknopingspunten
kwetsbare burgers deel te laten
voor de benodigde woonvoor-
uitmaken van de samenleving.
zieningen voor uitstromers.
Zorg voor draagvlak om deze groep
Ontwikkel en implementeer een
in de keten te houden!”
De geïnterviewde en geraadpleegde sleutelfiguren onderschrijven het bovenstaande. Het gedeelde oordeel
•
51
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Aan het woord
Over wie gaat het bij het project BinnenPlaats? Nou, over Betty (50) bijvoorbeeld – “Nee, niet m’n achternaam erbij hoor en ook geen foto met m’n gezicht erop, dat wil ik niet!’ – bewoonster van hostel Wittevrouwen. Ze staat op het punt om te verhuizen en zelfstandig te gaan wonen. Vlakbij, dat wel! Wat gebeurde er allemaal met jou, voordat je in aanmerking kwam voor een plek in een hostel? Betty Eerst niks. Ik woonde samen met een vriend en ik leidde een normaal leven. Ik werkte als ploegbaas in de opnamestudio van Sonotape in Lopik, muziekbandjes kopiëren. Toen liep mijn relatie op de klippen. Ik heb de deur achter me in het slot gegooid en ben vertrokken. Zo. Ik was 33. En toen ging het mis. Ik kwam op Hoog Catharijne, in de De Tunnel; ik raakte aan de drugs, was dakloos. Sliep van in de NOIZ (NachtOpvang In Zelfbeheer) of de Sleep Inn, maar had geen thuis. Hoe ik dat zag? Je denkt niet meer na. Het dringt niet tot je door, wat de mensen zeggen dat doe je. Je bent als een tonnetje dat ronddobbert op het water; je klotst met de golven mee.
Betty
Toch, in de verte, wist ik het wel. Ik kom uit de polder, onder de koeien vandaan. En ik voelde het: ik kom er niet tussen, ik hoor hier niet, het is ook de oplossing niet!
nu nog bewoonster van hostel Wittevrouwen, straks zelfstandig
En toen kwam er een plek in een hostel. . . en toen was je gered?
met woonbegeleiding
Betty Eerst kwamen de gebruiksruimten, daar kwam ik regelmatig en toen kwam er een plek vrij in het vrouwenhostel Habi Tante. Daar hebben ze al veel voor mij rechtgetrokken. Moet ik wat noemen? Nou, m’n dag- en nachtritme kwam weer terug; overdag wakker en ‘s nachts slapen, net als iedereen. Ik kwam in de methadonverstrekking, eerst ‘regelde’ je dat op straat. . . of niet. Ik was weer verzekerd, ik kwam in het
52
ziekenfonds. Rekeningen werden betaald en uitstaande boetes, met bijbehorende taakstraffen, werden vereffend. Dat was allemaal heel plezierig én nodig; ik kwam erdoor tot rust. Maar ik merkte ook dat ik niet opschoot, niet verder kwam; ik wilde wat anders. Toen kwam je in hostel Wittevrouwen. . . beviel dat, wat was het verschil? Betty Het beviel hier meteen keigoed! Dat is nu twee-en-half jaar geleden.
v
Ik voelde me prima. Ik ben nu van de methadon af en mijn drugsgebruik – bij het project heroïneverstrekking onder medisch toezicht op de Kaatstraat – is sterk verminderd. Ik leid een geregelder leven, heb het allemaal meer zelf in de hand en ik word gestimuleerd om dagbesteding te doen. Door bijvoorbeeld hier in het hostel te werken. Ik ben echt op zoek naar een vervolg; ik wil weer controle over m’n eigen leven. Dat is het! Dus dat wordt nu zelfstandig wonen? Kun je in geval van nood aankloppen bij het hostel? Betty Ja, afgelopen weekend is dat allemaal rond gekomen. Er is een pandje, hier vlakbij, en ik krijg straks de sleutel. Er moet nog wel worden behangen en stevig schoongemaakt, maar ik krijg nu al hulp van medebewoners aangeboden. Echt tof! Ik wilde niet in een groepswoning-met-begeleiding. Dan moet je weer een jaar 'wennen’ dat heb ik al vaak genoeg gedaan. Ik wil nu, hup, meteen zelfstandig. Een stekkie voor mezelf, natuurlijk met de begeleiding die ik nodig heb – vanuit het hostel – en het is vlakbij, dus als de nood hoog is, sta ik hier zo op de stoep voor hulp. Of ik in de toekomst nog iets met mijn ervaring ga doen? Nou, misschien; voorlichting geven op scholen. Ik ben daar toen ik in de gevangenis zat al eens voor gevraagd. Maar nu nog even niet; eerst ben ik zelf aan de beurt! (Bij de publicatie van dit boekje woonde Betty al in haar nieuwe pandje.)
53
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Architect Frank Stedehouder bij ‘zijn’ hostel De Hoek
Stadsdichter Ingmar Heytze ‘leugenaarsbankje’ (Hogelanden)
Invalidentoilet in hostel Hogelanden
Beheergroep hostel Overvecht in vergadering bijeen
Wethouder Spekman bij opening hostel Maliehof 54
Bewoner Rinco Veenema in tijdelijk hostel De Hoek
Keukenblokje in kamer hostel Wittevrouwen
Keukenblokje in hostel Maliehof
Wethouder Cees van Eijk, minister Gerrit Zal en Ine Voorham (luitenant-kolonel Leger des Heils)
a a a De documentatie op een rij Al met al lagen aan de evaluatie de volgende – op te vragen – onderzoeksdocumenten ten grondslag •
Hostelbewoners in Utrecht: onderzoek naar het functioneren en de woonwensen van cliënten van de hostels in de gemeente Utrecht (Altena e.a., Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Nijmegen, november 2009);
•
Notitie kenmerken van hostelbewoners in de periode 2002 – 2009 (Mensink & Wolf, Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Nijmegen, november 2009);
•
Omgeving: Leefbaarheid en veiligheid rondom de hostels op basis van uitgevoerd onderzoek (Mensink Onderzoek & Advies, november 2009);
•
De kosten voor project BinnenPlaats en de kosten per hostel, incl. de dekkingsbron (GG&GD Utrecht, november 2009);
•
Wakker Beheer; evaluatie-onderzoek beheergroepen hostels voor verslaafde dak- en thuislozen gemeente Utrecht (C. Post en J.W. de Zeeuw, Laagland Advies, Houten, 2008);
•
Leefbaarheid en veiligheid in de Binnenstad en Hoog Catharijne 2001 – 2008 (bron: politie Utrecht);
•
Verslag van de expertmeeting evaluatie BinnenPlaats van 30 november 2009.
•
Beter af met bed-bad-brood, Vermeulen e.a., 2005.
Website •
www.utrecht.nl/binnenplaats
55
Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst
Colofon Uitgave
Teksten, interviews, eindredactie
Drukwerk
GG&GD Utrecht, afdeling MGZ
en productie
•
(Maatschappelijke Gezondheids-
•
bevordering en Zorg), project
OBT Opmeer, Den Haag
Fred Penninga bureau ‘Tekst & uitleg’, Utrecht
BinnenPlaats
Oplage 800 exemplaren
Foto’s Opdrachtgevers
•
Annet van den Akker
Datum
Jan Belt
•
Eveline van Hagen
najaar 2010
voorheen projectleider
•
Joke Kanis
BinnenPlaats
•
Margot Kat
Postadres
Dick Reinking
•
Edwin Molenaar
GG&GD Utrecht
GG&GD, afdeling MGZ
•
Fred Penninga
Postbus 2423
•
Winand Stut
3500 GK Utrecht
•
•
Redactie-adviezen •
Telefoon 030 - 286 32 62
Annet van den Akker
Vormgeving
GG&GD, afdeling MGZ
•
Ellen Bakker
Website/e-mail
Ellendesign, Utrecht
www.utrecht.nl/binnenplaats
[email protected]
56