Pedagogisch werken met plezier
’s
Speel- & Leerbrief
MAART 2015
KINDEREN IMITEREN OM TE LEREN Op een bepaald moment krijg je opeens extra veel hulp van peuterhandjes als je de tafeltjes in de opvang schoonmaakt. En dan het liefst met hetzelfde doekje als het jouwe. Imiteren begint eigenlijk al vroeger. Een baby heeft vlug door dat een glimlach een nieuwe uitlokt ... Dat is maar goed ook, want door na te doen leren kinderen de wereld om hen heen stap voor stap beter kennen. Als pedagogisch medewerker ga je met hen mee. Midden in PIPPO, in PIPPO Plus, lees je op blz. 2 en 3 wat kinderen zoal leren door dat imiteren. Je herkent ongetwijfeld situaties uit je dagelijkse praktijk. Ik wens jullie veel pedagogisch lees- en speelplezier met deze Speel- & Leerbrief!
redactie PIPPO
Marja Baeten
LEESTIP
Spiegelverhaaltjes in PIPPO In PIPPO is bijna elk verhaaltje een spiegelverhaaltje. Dat betekent dat een dreumes en een peuter zich meestal herkennen in het avontuur van aapje Pippo, Beertje Bruin, peuter Max en nijntje. Die herkenning geeft zelfvertrouwen en biedt kinderen de kans over hun eigen ervaringen te vertellen.
Speel- & Leerbrief
Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar De Speel- en Leerbrief verwijst regelmatig naar het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Dit boek is een naslagwerk en inspiratiebron voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang.
MAART 2015
1
Aapje Pippo en! idee! e efntid e e e e e h
Bekijk samen de afbeeldingen van het verhaal van aapje Pippo. Je hoeft niet meteen de tekst voor te lezen. Kinderen zullen dan eerder bereid zijn om mee te kijken en te reageren op je vragen. 1. Richt de aandacht op de gezichtsuitdrukking van aapje Pippo. Hoe kijkt hij? Is dat boos? Blij? Verdrietig? 2. Waarom denk je dat aapje Pippo zo kijkt? Is hij speelgoed kwijt, heeft hij zich gestoten of vindt hij het vervelend dat het buiten regent? 3. Hoe kijkt aapje Pippo op de volgende bladzijde? Is dat blij? 4. Waarom denk je dat aapje Pippo nu anders kijkt?
Activiteit Een regenboog maken
Probeer op deze manier om samen met de kinderen, stap voor stap, het verhaaltje te vertellen zoals het in de tekst onder de twee foto’s staat. Door zo samen het verhaaltje op te bouwen, oefen je de woordenschat van elk kind en kom je er als pedagogisch medewerker achter wat het ene kind al wel kan en het andere nog niet.
Op de tweede foto van het verhaaltje van aapje Pippo staat een regenboog omdat je die vaak ziet bij de overgang van regenachtig naar zonnig weer. De regenboog ontstaat omdat de zon door vallende regendruppels heen schijnt. Het idee: de aandacht van de kinderen op de regenboog vestigen. Benoem de kleuren en zeg dat het altijd dezelfde kleuren zijn en dat ze ook altijd in dezelfde volgorde staan. Jullie gaan zelf een regenboog maken. Start: je kunt een regenboog verven, maar je kunt ook een regenboog plakken met stukjes gekleurd papier. Iets oudere kinderen die de kleuren al kennen, kun je stukjes papier uit tijdschriften laten scheuren. Pas als je per kleur voldoende voorraad hebt, plakken de kinderen per baan van de regenboog de papiertjes op. Slot: Hang de regenbogen op.
Speel- & Leerbrief
MAART 2015
2
Achtergrond
Beertje Bruin ruimt op Beertje Bruin speelt met zijn speelgoed Het is voor kinderen heel leuk om, net als Beertje Bruin in het verhaaltje, een kamer vol speelgoed voor zich te zien. Er zijn dan opeens zoveel speelmogelijkheden! Bovendien ontdekken kinderen speelgoed vaak opnieuw als ze het een poos niet hebben gezien. Natuurlijk moet het allemaal ook weer opgeruimd worden. Probeer ook daar een spel van te maken: sorteer eens op grootte of op kleur. Lees het verhaaltje voor en zorg dat de kinderen de illustraties goed kunnen zien. Wijs op de illustratie de voorwerpen aan die in de tekst worden genoemd, zodat ook de allerjongsten een verband leren leggen tussen beeld en woord. Praat naar aanleiding van dit verhaaltje met de kinderen over het opruimen van speelgoed. Ze zullen de situatie van Beertje Bruin waarschijnlijk herkennen. Vraag ook wie er bij hen thuis het speelgoed opruimt na het spelen.
Leren opruimen Wanneer je klusjes doet in de opvang, kun je de kinderen daar natuurlijk bij betrekken. Ook zij die daar niet zelf om vragen. Zelfs heel jonge kinderen kun je al mee laten helpen. Zorg er wel voor dat de taak overzichtelijk is. Geef dus een concrete opdracht. Tegen kinderen van anderhalf jaar moet je nooit zeggen dat ze alle knuffels moeten opruimen. Dat is nog te veel gevraagd. Je zegt bijvoorbeeld: ‘Zet de beer en de aap op de bank.’ Daarna zeg je: ‘Leg de poppen in de kist in de poppenhoek.’ Als alle knuffels zijn opgeruimd, heeft een kind het gevoel dat hij dat zelf heeft gedaan. Dat is goed voor het zelfvertrouwen. Voor iets oudere kinderen is overzicht ook belangrijk. Speelgoed dat een herkenbare, vaste plek heeft, ruimt veel makkelijker op.
Activiteit Zingen is vaak een positieve manier om de aandacht van kinderen te trekken. Bijvoorbeeld om te gaan opruimen. Zingen klinkt altijd vriendelijk, geeft direct sfeer en door het samen zingen creëer je een sfeer van solidariteit. Wanneer je steeds hetzelfde lied gebruikt bij alle opruimactiviteiten, gaan kinderen de melodie al snel herkennen. Wanneer ze de eerste tonen horen en jijzelf het goede (opruim)voorbeeld geeft, zullen de kinderen al snel mee gaan helpen. Het speelgoed in de doos, het speelgoed in de doos Heia victoria het speelgoed in de doos De boeken in de kast, de boeken in de kast Heia victoria de boeken in de kast De blokken in het krat, de blokken in het krat Heia victoria de blokken in het krat Tekst: Brigit Fiselier
Speel- & Leerbrief
Je vindt dit lied (het wordt zelfs voorgezongen) op de volgende si te: www.doomijn.nl/ 938Opruimlied.html
MAART 2015
3
De avonturen van Max Vlug naar huis Als het buiten regent en waait, is het des te fijner om binnen te zijn. Max, zijn mama en zijn vriendinnetje Lila maken dat ook mee in dit verhaaltje.
Lees de teksten letterlijk voor en wijs op de illustraties de situaties en de voorwerpen aan zoals die in de tekst genoemd worden. Praat met de kinderen over het verhaaltje na. Stel de dreumesen kijkvragen als: ● Zie je Max? Zoek hem maar op elk plaatje. ● Zie je Lila ook? Wijs haar maar aan op elke bladzijde. ● Wat voor een jas heeft Lila aan? Waar is de jas op elk plaatje? ● Zie jij de muts van Max? Stel peuters vragen als: ● Op welk plaatje is het mooi weer? ● Op welk plaatje waait het? En waar regent het? ● Waarom hebben mama, Max en Lila op het laatste plaatje een handdoek om hun hoofd? Waarom hangen de jassen aan de waslijn?
Activiteit
PIPPO’s schuimige chocolademelk Het gezellige binnen zijn kun je zelf ook eens vieren met heerlijke, schuimige chocolademelk en iets lekkers daarbij. Voor schuimige chocolademelk verwarm je melk en stukjes chocola. Doe er wat vanillesuiker doorheen, een beetje kaneel en schuim het op met een garde of een mixer.
Een taart voor Max De papa van Max heeft een taart gebakken. Als Max, Lila en mama binnen zijn, gaan ze die lekker opeten met z’n allen. De taart voor Max kunnen de kinderen zelf versieren. Op de volgende pagina staat een kleurplaat. Maak voor elk kind een kopie en laat ze de taart kleuren of beplakken met stukjes gekleurd papier.
Speel- & Leerbrief
MAART 2015
4
Deze taart is van ... Speel- & Leerbrief
MAART 2015
5
De kleine wereld van het grote huis Bekijk eerst samen de buitenkant van het grote huis. Niet alle kinderen weten wat een flat is, of zelfs maar dat diverse gezinnen samen in één groot gebouw kunnen wonen. Vertel dat dit soort heel grote huizen meestal in de stad staan en appartementsgebouwen worden genoemd. Mensen gaan met de trap naar de verdieping waar ze wonen. Als er meer dan drie verdiepingen zijn, is er meestal ook een lift. Vraag de kinderen wie weleens in zo’n huis is geweest. Laat de kinderen vanuit hun eigen ervaringen erover vertellen. Bekijk nu ook de binnenkant van de huizen. Wie woont er op de begane grond? Wie wonen er op de eerste, de tweede en de derde verdieping?
Huizen aan de muur
In de Speel- & Leerbrief van januari stond als activiteit het maken van een fotomuur. Hang in de opvang eventueel foto’s van de omgeving thuis: ze geven dreumesen en peuters vaak een veilig gevoel. Als onderdeel daarvan kun je ook de huizen van de kinderen verzamelen.Vraag de ouders om een foto van hun eigen huis mee te nemen of te mailen. Als je er voldoende hebt, plak je ze naast elkaar op een strook papier, alsof ze in een straat staan. Bij elk huis laat je het kind dat daar woont over het huis vertellen. Als je de huizen op een stuk behangpapier plakt, kunnen de kinderen er ook op tekenen: een straat maken met bomen, bloemen en een speeltuin.
kruipende baby gaat vanzelf op onderzoek uit. Een kleed over de tafel heen maakt natuurlijk een prachtig kamertje ónder die tafel! • Als je de baby naar de slaapkamer draagt, kun je eerst een rondje lopen en iedere ruimte benoemen. Misschien kom je langs een keuken, een andere groep, de gang, een raam naar buiten of een toiletruimte voordat je de slaapkamerdeur opendoet?
Tips voor baby’s
Kamers, ruimtes en lievelingsplekjes voor baby’s • Zelfs in de groep zijn voor de kleine baby veel verschillende ruimtes. De box is een heel andere ruimte dan een babyhoek, een schommel of een wipstoel op de grond. • Als je naast een baby op de grond op je rug gaat liggen, ziet de wereld er heel anders uit dan als je op je buik zou liggen. Je kunt je voorstellen dat het voor baby’s die tot ca. 50 cm boven de grond kijken, heel leuk is om op die hoogte ook plaatjes of foto’s te zien. Op de onderkant van de tafel, de stoelen, de zijkant van een kast… voor het kind wordt rondkruipen één groot feest. • De groepsruimte kun je in verschillende kleine ‘kamers’ indelen door met meubilair, matten, kussens en kleden diverse hoekjes en plekjes te maken. Een
Speel- & Leerbrief
Teksten: Marja Baeten. Adviezen voorlezen: Sardes. Adviezen activiteiten baby’s en dreumesen: Kjille Soeting.
MAART 2015
6