Specifiek werkplan Locatie Dromenland
Kinderdagverblijf Dromenland Simon Smitweg 3 2352 GZ Leiderdorp 071-5420373 LRK 159778955
Pagina 1 van 10
Inleiding Voor u ligt het specifieke werkplan van locatie Dromenland. Het werkplan bestaat uit 3 onderdelen: - Een omschrijving van de locatie - Een deel waarin pedagogische elementen uit het pedagogisch beleidsplan van FloreoKids locatiespecifiek worden uitgewerkt - Een deel waarin de jaardoelstellingen van de locatie staan omschreven. Omschrijving van de locatie Kinderdagverblijf Dromenland is een kleinschalig kinderdagverblijf voor kinderen van 0 – 4 jaar. We bieden opvang aan in drie groepen; iedere groep telt maximaal 12 kinderen. Omdat het een kleinschalig kinderdagverblijf betreft kunnen we erg betrokken zijn bij alle kinderen. Door onze kleinschaligheid komt het woord eenheid creëren tot stand. Eenheid creëren is het talentwoord van onze locatie. Kinderdagverblijf Dromenland staat op het terrein van het Alrijne ziekenhuis locatie Leiderdorp. Dromenland heeft 3 groepsruimten en een kleurrijke speelhal: twee groepen bevinden zich op de begane grond en hebben een gezamenlijke verschoonruimte. De derde groep bevindt zich op de eerste verdieping en grenst aan een ruimte waar de activiteiten gedaan worden met de 3+ kinderen (voor verdere uitleg zie onder activiteitenbeleid 6.3). Alle groepen beschikken over een keuken, airconditioning en twee slaapkamers. De buitenruimte ligt op de begane grond aan de voorzijde. De groepen Dromenland heeft drie groepen : De groene Tijger en de paarse Vlinder liggen op de begane grond, de gele Dolfijn op de eerste etage. Het zijn verticale groepen; dit betekent dat op iedere groep kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar spelen. De medewerkers Het team van Dromenland bestaat uit deskundige enthousiaste medewerkers, met hart voor uw kinderen. De pedagogisch medewerkers zijn werkzaam op vaste dagen. We streven ernaar dat uw kind altijd een vertrouwd gezicht ziet bij binnenkomst. Het team staat onder leiding van een locatiehoofd. Naast het locatiehoofd en de pedagogisch medewerkers bestaat ons team uit een huishoudelijk medewerker. Voor een overzicht van de medewerkers verwijzen wij u naar het ouderportaal. Openingstijden en dienstenaanbod Dromenland is geopend van 7.00-19.00 uur van maandag t/m vrijdag. Binnen deze tijden worden twee soorten contracten aangeboden. Een 11 uurscontract; dit houdt in opvang van 7.30 – 18.30 exclusief een avondmaaltijd. Een 12 uurscontract; dit houdt in opvang van 7 – 19 uur inclusief een warme avondmaaltijd.
Pagina 2 van 10
Pedagogische elementen op Dromenland In ons pedagogisch beleidsplan omschrijven wij onze visie op pedagogiek en hoe we deze visie vertalen naar handelen op de werkvloer. In het pedagogisch beleid staat vooral beschreven waarom we dit zo doen. In dit werkplan benoemen we hoe dit handen en voeten krijgt op Dromenland. De paragraafnummers komen overeen met die van het pedagogisch beleidsplan. 2. Het Kind 2.1 Wennen op Dromenland De pedagogisch medewerkers geven ouders en kinderen de tijd om te wennen aan de nieuwe omgeving. Tijdens het wenproces bouwt de pm-er met ieder kind een persoonlijke relatie op, waarin de basis wordt gelegd voor een gevoel van vertrouwen en veiligheid. Het team spreekt af wie de mentor (de vaste pm-er) wordt voor het kind. Het nieuwe kind heeft al een plekje op de groep: er is een mandje/laadje voor het kind op de groep. Kennismaken is een wederzijds proces. Niet alleen de nieuwkomer moet wennen aan de groep, maar de groep moet ook de nieuwkomer leren kennen. Dit doen we door bijvoorbeeld te praten met de kinderen over thuis, het vaak benoemen van de namen van de kinderen, het samenspel te stimuleren door het nieuwe kind te laten meespelen in een klein groepje. Zo creëren we verbondenheid, eenheid. Bij Dromenland is er sprake van een extern en intern wenbeleid. Extern wenbeleid gebruiken we bij nieuwe kinderen die instromen op een kindercentrum van Floreokids. Het wennen begint vanaf de startdatum van de opvang. Intern wenbeleid zetten we in wanneer een kind doorstroomt naar een andere groep of naar een andere locatie binnen Floreokids. Ouders en pm-ers maken afspraken over de manier waarop het wennen verloopt. We houden hierbij rekening met de maximale groepsbezetting. Hoe het wenproces verloopt (de lengte van de wendagen) hangt af van de individuele behoefte van het kind. 2.6 Dagprogramma De pedagogisch medewerkers van Dromenland bieden een dagprogramma aan waarin ruimte is voor individuele verschillen. Maar ze zorgen ook voor gezelligheid en gezamenlijkheid en voor een dagritme dat regelmaat en vastigheid geeft. De mate waarin kinderen een individueel dagritme moeten kunnen volgen of houvast vinden in het ritme van de groep, verschilt sterk per leeftijd. Bij baby’s sluiten we zoveel mogelijk aan op het ritme van thuis. Pm-ers maken een verbinding tussen wat de baby thuis gewend is en de mogelijkheden van de groep. Vanaf ongeveer 2 jaar zijn de meeste kinderen in staat zich aan te passen aan het dagritme van de groep. Pm-ers gaan soepel om met het dagritme. Ze spelen in op de behoefte van het kind: als het moe wordt bijvoorbeeld of de behoefte van het kind om zijn spel niet te onderbreken maar af te maken. Het programma voor met name 0-4 jarigen wordt gemarkeerd door vaste onderdelen, zoals brengen, spelen binnen en buiten, fruit eten en drinken, slapen, tussendoortje eten en drinken, s[pelen of een activiteit doen, ophalen. Vanwege de eigenheid van al onze opvangsoorten heeft iedere locatie een eigen programma.
Pagina 3 van 10
2.8 Kinderparticipatie Kinderparticipatie betekent dat kinderen een stem hebben in allerlei zaken die hen direct aangaan: het programma, de inrichting, de groepsregels, het eten. Kinderen tot 4 jaar stimuleren we om hun mening te uiten en hun voorkeuren te geven. De pm-ers luisteren naar wat de kinderen willen en stellen hier hun activiteiten en handelen op in. Zo mogen de kinderen bijvoorbeeld kiezen wat ze op het brood willen of geven ze aan of ze een loopfiets willen die dan uit de schuur gehaald wordt tijdens het buiten spelen. 2.9 Sensomotoriek Door met bewegen te reageren op gevoel, licht en geluid ontwikkelt een baby zich, verkent hij zijn omgeving en zijn eigen rol daarin. Dit proces noemen we de sensomotorische ontwikkeling. De zintuigen (senso) en de motoriek (motorisch) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alle prikkels die via de zintuigen binnenkomen, wekken een motorische reactie op. De sensomotorische ontwikkeling vormt de basis voor de algehele ontwikkeling. Hoe kinderen zich emotioneel ontwikkelen, op welke manier ze leren kennis op te doen, hoe hun sociale en mentale ontwikkeling verloopt. Vanuit onze kernwaarde groei bieden we kinderen alle ruimte om te groeien. Sensomotorische ontwikkeling speelt vooral bij kinderen tot 7 jaar een belangrijke, cruciale rol. 2.9.1. Indeling van de ruimte Onze locatie is sfeervol. Bij de aankleding van de ruimtes houden we rekening met de hoeveelheid prikkels voor de kinderen; we creëren dan ook hoekjes. We richten de ruimtes uitdagen in, rekening houdend met de verschillende leeftijden op onze verticale groepen. De kinderen hebben een eigen kapstok en la voor de persoonlijke spullen. Aan de groepen grenst een verschoonruimte met lage wc-tjes en een lage wasbak zodat de grotere kinderen zelfstandig naar de w.c. kunnen gaan en hun handen kunnen wassen. Op Dromenland hebben we een centrale hal; hier verwelkomen we de ouders en kinderen zodat zij zich welkom en thuis voelen. Jonge kinderen staan graag voor het raam te kijken; zo kunnen zij ouders uitzwaaien. Ook kunnen zij op een veilige afstand contact maken met de grote wereld. De buitenspeelruimte grenst dan ook direct aan onze binnenruimte op de begane grond. Ook deze ruimte is uitdagen ingericht voor alle leeftijden. Zowel buiten als binnen voldoen de ruimtes aan de veiligheidseisen. 2.9.2. Balans rust/ spel Kinderen tot 4 jaar die tussen de middag niet meer slapen, rusten wel. Er zijn kussens en dekens beschikbaar om even lekker stil te liggen en niks te doen en het is rustig op de groep. Door te rusten krijgen de kinderen de tijd prikkels te verwerken in de hersenen en zo hun kennis op te slaan. Het resultaat is duidelijk: kinderen zoeken actief deze rust op en zijn aanmerkelijk energieker en vrolijker in de middag dan voorheen. De pedagogisch medewerkers van Dromenland kijken naar de behoefte van ieder kind en sluiten hierop aan. 2.9.3 Bewegen Wij stimuleren de kinderen om zoveel mogelijk te bewegen, binnen en buiten. Hierbij stimuleren we de verschillende reacties (automatische bewegingen) bij een kind. Een kind krijgt zo de gelegenheid deze reacties steeds te verfijnen. Op deze wijze leert het kind op zijn lichaam te vertrouwen. Zo moet een kind leren zichzelf op te vangen met de handen wanneer het valt. Dit bevorderen we door bijvoorbeeld veel springspelletjes met de kinderen te doen. Ook is het belangrijk baby’s veel op de buik te laten spelen om het oprichten van het hoofd en het steunen op de armen te stimuleren. Pagina 4 van 10
Kinderen waarbij het steunen op de armen onvoldoende beoefend is, kunnen het kruipen overslaan of worden zogenaamde “billenschuivers”. Kruipen is belangrijk: het stimuleert het evenwicht, stimuleert de samenwerking tussen linker en rechterhersenhelft en is van belang voor het latere lopen. Het ontwikkelt de stabiliteit van de schoudergordel en van het bekken. Bij alle bewegingsactiviteiten die wij aanbieden zijn wij ons bewust van het stimuleren van de motorische ontwikkeling. Omdat langdurig gebruik van een wipstoeltje niet goed is voor de ontwikkeling van de wervelkolom en motoriek van de baby, beperken wij het gebruik tot een maximum: niet langer dan 15 minuten achter elkaar. Buitenspelen Kinderen moeten iedere dag buiten spelen. Daglicht maakt melatonine aan en bevordert de slaap. Het helpt kinderen ook te ontladen en geeft rust. Iedere dag gaan we twee keer naar buiten als het weer het toelaat. De tuin is natuurlijk aangelegd met in het midden een grote zandbak waar kinderen naar hartenlust kunnen spelen. We hebben loopauto’s, fietsen en loopfietsen. Voor ieder wat wils. Kinderen kunnen op het grote krijtbord tekenen. Voor de kleintjes is er een lage box waar ze veilig kunnen kruipen. In de zomer hebben we een jungledouche waar de kinderen onderdoor lopen zodat ze wat kunnen afkoelen. In de moestuin zaaien we zaadjes voor bloemen of tomaatjes. We hebben twee grote picknicktafels waar we aan kunnen spelen of eten. De buitenruimte is een ruimte voor vrij spel en gerichte activiteiten. 2.9.4. Activiteiten Sensomotoriek is de basis van alle activiteiten die we met de kinderen ondernemen. De activiteiten sluiten aan op de maandelijkse thema’s. Binnen de thema’s maken we knutsels, lezen we boekjes en doen we spelletjes. We zorgen voor afwisseling in de activiteiten. Naast creatieve activiteiten, bieden we ook activiteiten aan die zorgen voor beweging; buiten spelen en bezig zijn met muziek nemen een belangrijke plek in in ons aanbod. 2.9.5 Knutselen Natuurlijk is het voor ouders leuk om aan het eind van de dag een leuk “werkje “van hun kind te zien dat ze die dag gemaakt hebben. Toch proberen wij ons niet te focussen op het eindproduct, het proces zelf is waar het om gaat. Het plezier dat een kind beleeft aan het spelen met klei is belangrijker dan er aan het eind van de dag een olifant van te moeten hebben gemaakt. Het ontdekken en ervaren van materialen (klei, zand, water, verf, stof, papier ) zorgt voor het stimuleren van de zintuigen. Het is voor de kinderen een groot feest om verf en scheerschuim op tafel te mogen uitsmeren. We gebruiken zoveel mogelijk grote vellen papier, dikke potloden en kwasten, zodat jonge kinderen met grote bewegingen kunnen verven of tekenen ( kinderen tot 4 jaar bewegen voornamelijk uit hun schouder en arm met tekenen, nog niet vanuit de pols). 2.9.6 Voeding Eet- en drinkmomenten zijn en belangrijk onderdeel van de dag. We maken hier zoveel mogelijk een gezellig en sociaal moment van. We dwingen een kind nooit iets (op) te eten of drinken. Wij bieden het de kinderen aan en stimuleren, maar willen dat ze eten en drinken associëren met iets positiefs en gezelligs. Op tafel staan 2 soorten zoet en 2 soorten hartig beleg. Wát er op tafel staat varieert dagelijks. Jonge kinderen kunnen nog niet uit meer dan 2 dingen kiezen. ’s Morgen eten de kinderen fruit. De pm-er biedt een bord aan met daarop stukjes verschillend fruit. Fruit vanaf één bord vanwege het sociale aspect: samen fruit delen en het bord aan elkaar doorschuiven. Baby’s bieden we een fruithapje aan en als het daartoe in staat is, kleine stukjes (zacht) fruit. Uiteraard altijd na afstemming met de ouders.
Pagina 5 van 10
In de middag kring krijgen de kinderen een crackertje met beleg of een kinderkoekje. We bieden de kinderen voornamelijk water en thee aan en af en toe diksap of roosvicee. 5. Veiligheid 5.1. Vierogenprincipe Op kinderdagverblijf Dromenland borgen wij de veiligheid van de kinderen op vele manieren. Een manier is het handhaven van het vierogenprincipe. Dit prinicpe zegt dat iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren op de groep, wanneer een pm-er alleen op de groep staat. Iedere locatie heeft zijn eigen, op maat gemaakte invulling aan het vierogenprinicpe gegeven. Aan het begin en eind van de dag worden de stamgroepen samengevoegd. Aan de randen van de dag zijn er minder kinderen op de groepen , waardoor het mogelijk is alle kinderen op een groep op te vangen en zo te voorkomen dat pmers alleen staan. Op dagen waarop er een lage bezetting is worden groepen samengevoegd. De pm-ers kunnen elkaar dan ondersteunen en hoeven niet alleen op een groep te staan. Stagiaires worden indien aanwezig boventallig ingezet op de groepen en werken als extra paar ogen. Het locatiehoofd verdeelt haar uren over de locaties waar zij verantwoordelijk voor is. Ook zij is een extra paar ogen wanneer aanwezig. Om transparantie ook letterlijk te bevorderen beplakken wij glas in deuren en ramen niet Wij stimuleren een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. Het locatiehoofd stimuleert dit bij de teams tijdens overleggen en in de wandelgangen. 5.2 Drie uurs regeling Deze regeling maakt het mogelijk aan het begin en einde van de dag en tijdens de pauze , minder beroepskrachten in te zetten. Ook op Dromenland wordt er gewerkt volgens deze regeling. Aan het begin en einde van de dag zijn er minder kinderen aanwezig. Tussen de middagpauze van de pedagogisch medewerkers slapen veel kinderen, waardoor minder kinderen actieve pedagogische aandacht nodig hebben. Zo wordt voor een bepaalde flexibiliteit gezorgd. 5.4 Achterwacht De achterwachtregeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar is die binnen 15 minuten aanwezig kan zijn tijdens openingstijden. Per locatie is inzichtelijk gemaakt wie elkaars achterwacht is en hoe deze te bereiken is. Deze regeling hangt op iedere groep. Villa Picasso is de achterwacht voor Dromenland. 5.5. RIV en RIG Op kinderdagverblijf Dromenland voeren we in het eerste kwartaal een risico-inventarisatie uit op het gebied van veiligheid (RIV) en gezondheid (RIG). De risico-inventarisatie en evaluatie laat zien wat kinderen kan overkomen, welke risico’s er zijn op het gebied van gezondheid, hoeveel en welke ongevallen er met kinderen zijn geweest, wat wij hieraan doen of gedaan hebben en wat dat heeft opgeleverd. De gegevens zijn openbaar voor ouders en medewerkers en zijn aanwezig op het kinderdagverblijf.
Pagina 6 van 10
In het tweede, derde en vierde kwartaal bespreken de teams de risico-inventarisatie en monitoren we de openstaande actiepunten. 5.6 Veiligheidsregels op de groepen en buiten FloreoKids heeft regels op gebied van spelen, slapen en accommodatie om de veiligheid van uw kind zoveel mogelijk te borgen. Deze vindt u terug in ons pedagogisch beleidsplan, hoofdstuk 5. Op kinderdagverblijf Dromenland hanteren we daarnaast ook groepsregels, specifiek voor Dromenland. Deze regels hangen in de groepsruimtes: -
Niet rennen binnen. Kinderen niet zelf in/uit kinderstoel laten klimmen. Kinderen mogen niet alleen op de commode klimmen. Geen speelgoed in de slaapkamer om struikelen te voorkomen. Kinderen mogen het hek niet zelf open maken. Kinderen mogen niet op het buitenhek klimmen. Kinderen niet met/bij vuilnisemmer laten spelen. Handen wassen na ieder toilet bezoek. Geen speelgoed mee naar toilet. Tussen buitenbox en pand geen kinderen laten fietsen om vallen op het rooster te voorkomen.
6. Activiteitenbeleid 6.1 Thematisch werken We werken iedere maand met thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen, passend bij het seizoen of een feest. In de centrale hal wordt een thematafel gemaakt passend bij het thema. Op de groepen verbeelden we het thema door knutselwerkjes en betrekken we het bij andere spelactiviteiten door liedjes bijvoorbeeld. Op de informatieborden in de hal hangt een jaaroverzicht van de thema’s. 6.2 Uk en Puk Op Dromenland werken we met ‘Uk en Puk’. Uk en Puk is een taalprogramma. Hiermee stimuleren we heel bewust de taalontwikkeling van de kinderen. Uk en Puk heeft veel uitgewerkte thema’s die wij gebruiken. Iedere maand hebben we een nieuw thema. De thema’s sluiten nauw aan bij de belevingswereld van de kinderen. Er wordt gedurende het thema veel herhaald waardoor kinderen veel leren van het thema, daarnaast zorgt de herhaling voor herkenning en enthousiasme bij de kinderen! Puk is terug te vinden op elke groep d.m.v. kaarten en een thema hoek. Pop Puk is te vinden op de groepen en samen met de kinderen zingen wij het ‘goedemorgen lied’. 6.3 3+ activiteiten Op alle dagen van de week bieden we de oudere kinderen gerichte activiteiten aan. Net wat uitdagender voor deze leeftijd of bieden we speelgoed aan, aan deze groep waar door de allerkleinsten niet mee gespeeld kan worden. Dat betekent dat er op de groep, voor de allerjongsten,
Pagina 7 van 10
meer rust komt en er ook meer mogelijkheden zin om de allerjongsten gerichter aandacht te geven en activiteiten aan te bieden. 6.4 Voorbeelden van beweegspellen , knutselen, dans en muziek Iedere dag komen er verschillende activiteiten aan bod. De kinderen knutselen bijvoorbeeld met verf of lijm en spelen met klei. We doen spelletjes aan tafel zoals een verstopspelletje en kiekeboe met de kleintjes. Voorbeelden van onze beweegspellen: - Buiten spelen - Parcour in de hal - Met het grote circusnet de bal omhoog houden - Dansen Voorbeelden van onze knutselmaterialen: - Verf - Plakken met lijm - Klei - Zand - Water - Knippen - Prikken met een prikpen(3+) Voorbeeld van dans en muziek: - Muziekles - Liedjes zingen - Beweeg liedjes - Muziek instrumenten - Yoga
Pagina 8 van 10
Jaardoelstellingen van Dromenland Iedere locatie formuleert jaarlijks doelstellingen op basis van onze kernwaarden (veiligheid, openheid, persoonlijk, vertrouwen en groei) en onze pedagogische visie beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Dromenland formuleert op de volgende gebieden doelstellingen: 1. Veiligheid van de kinderen 2. Ontwikkeling van de kinderen (sociaal emotioneel, cognitief, talenten, motoriek, etc.) 3. Professionaliteit/talenten van de medewerkers 4. Pedagogiek Jaardoel 1 Boekstart Wat willen we bereiken (het doel) Door lezen als vast onderdeel in ons dagprogramma te beschouwen, stimuleren we een goede taalontwikkeling bij kinderen van heel jonge leeftijd. Waarom willen we dit bereiken (voor wie doen we het, wie/wat wordt er beter van, wat is de winst) Mensen leren het meeste wanneer ze nog heel jong zijn. Uit onderzoek is gebleken, wanneer jonge kinderen (baby’s) al vroeg in aanraking komen met lezen en taal, het later beter doen op school. Elke aanleiding om te praten en te vertellen is goed: zo komt de taalontwikkeling tot stand. Wie zijn er bij betrokken (actiehouders, uitvoerders, inschakelen van derden) De pedagogisch medewerkers van Dromenland, locatiehoofd en de ouders. Daarnaast kan de bibliotheek eventueel een aanvullende rol spelen. Hoe wil de Dromenland het komend jaar ouders betrekken bij leesbevordering? Informeren: - In de hal een 'boekenkast' maken die met onze thema's te maken hebben - Een ouderavond organiseren met als onderwerp ook voorlezen Activeren: Actieve rol bij (voor)lezen thuis: - Boekjes die wij ook voorlezen mee geven (leen-boeken) - Meedoen aan: De Nationale Voorleesdagen, De Kinderboekenweek en Boek Startactiviteiten Stimuleren: - Van het boekbezit thuis, geleend bij de (school)bibliotheek of gekocht: - Informatie geven over de bibliotheek bij een intake - Uitstapjes maken naar de bibliotheek Wanneer gaan we het doen? 1ste kwartaal (jan t/m mrt’16) In het eerste kwartaal kijken we met een kritische blik naar de manier hoe we de taalontwikkeling nu bij kinderen stimuleren. Kan dat meer of moet dat anders? Daarnaast kijken we naar welke materialen we missen en wat we willen aanschaffen. De voorlees coördinator van de locatie zal deze punten inventariseren en bespreken in het teamoverleg in maart 2016.
Pagina 9 van 10
2de kwartaal (apr t/m juni’16) In het tweede kwartaal gaan we de bevindingen omzetten in acties. Er worden waar nodig spullen aangeschaft en we gaan afspraken maken over ons aanbod op de groep. 3de kwartaal (juli t/m sept’16) Dit kwartaal zal de voorlees coördinator inventariseren of er nog punten zijn die missen of waar tegenaan gelopen wordt. Deze tussenevaluatie wordt besproken in het teamoverleg in augustus. 4de kwartaal (okt t/m dec’16) We bespreken de eindevaluatie in het locatieoverleg november. Jaardoel 2 Sensomotorische ontwikkeling Wat willen we bereiken (het doel) We willen het sensomotorische werken meer aandacht geven door het rusten op de groep te implementeren. Rust creëren in de groepsruimten door gericht te kijken naar wat we ophangen. De manier waarop we activiteiten aanbieden; meer groot werken, minder gericht op het eindproduct, meer op plezier. Speelhoeken creëren. Waarom willen we dit bereiken (voor wie doen we het, wie/wat wordt er beter van, wat is de winst) Deze manier van werken past meer bij de ontwikkeling van jonge kinderen. Rustmomenten en het weghalen van prikkels bevordert de ontwikkeling. Wie zijn er bij betrokken (actiehouders, uitvoerders, inschakelen van derden) De pedagogisch medewerkers van Dromenland en het locatiehoofd. Daarnaast kan Annemarie Ondei eventueel een aanvullende rol spelen om ons te helpen bij knelpunten. Wanneer gaan we het doen? 1ste kwartaal (jan t/m mrt’16) In het eerste kwartaal inventariseren we waar we tegenaan lopen op ieder onderdeel (rusten, aanbod activiteiten, prikkels op de groep, groepsindeling). Deze punten worden besproken in het locatieoverleg in maart 2016. 2de kwartaal (apr t/m juni’16) In het tweede kwartaal gaan we per onderdeel afspraken maken en uitvoeren op de groepen. 3de kwartaal (juli t/m sept’16) Dit kwartaal zal de tussenevaluatie plaatsvinden. Lopen de punten zoals we ze afgesproken hebben? Moeten we iets aanpassen? Is het nodig dat Annemarie ons komt ondersteunen? Deze tussenevaluatie wordt besproken in het teamoverleg in augustus. 4de kwartaal (okt t/m dec’16) We bespreken de eindevaluatie in het locatieoverleg van november.
Pagina 10 van 10