SOS SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
2008
Inhoud
Inleiding
2
Inleiding
In de nota Sociale Perspectieven Stedendriehoek (2005) is
4
Feiten en cijfers
de basis gelegd voor het SchoolverlatersOffensief
7
Interview Willem Geerken
Stedendriehoek. Naar aanleiding van het onderzoek
9
Jongerenloket Zutphen en Lochem:
Voortijdige Schoolverlaters Stedendriehoek, uitgevoerd
Succesvolle start
door Spectrum in 2005, zijn in 2006 samen met de
Leerlingzorgloket Oscar:
RMC-subregio’s de deelprojecten van het
Efficiënt en doelgericht
SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek (het SOS)
11
Interview Jeanet Pijfers
geformuleerd. Tevens is in 2006 een traject gestart om op
12
De Overstap: Naar een digitaal systeem
regionaal niveau tot bestuurlijke afspraken te komen.
13
Zorgstructuur: Mentormodel
Deze bestuurlijke basis was nodig omdat veel leerlingen
13
Beroepskolom Stedendriehoek:
buiten hun woongemeente onderwijs volgen. Bovendien
De Overstap
zijn de samenwerkingspartners, zoals jeugdzorg, niet op
14
Zorgstructuur: Kwaliteitsimpuls
gemeentelijk of subregionaal niveau georganiseerd.
15
Interview Anky Veldman
In april 2007 committeerden 23 organisaties in de regio
16
Jongerenloket Activerium:
zich aan het project door een convenant te tekenen.
Ketenpartners bij elkaar
Zij verklaarden zich hiermee bereid een actieve bijdrage te
Zorgstructuur:
leveren aan het SOS.
10
17
Een geïntegreerde aanpak 18
Toekomst SOS-Vliegwiel
De volgende personen hebben aan deze publicatie meegewerkt: Pieter Dekkers Adviseur Bureau Berenschot
Mária van Oorschot Projectleider SOS
Willem Geerken Voorzitter Stuurgroep SOS
Jeanet Pijfers Accountmanager voor de RMC-regio Stedendriehoek, Ministerie van OCW
Monique Hol Zorgcoördinator Staring College Lochem Aaldert van der Horst Directeur Oscar Apeldoorn Dominique Meijer Beleidsmedewerker gemeente Zutphen
Rienk van der Werff Coördinator ROC Aventus/ Beroepskolom-Stedendriehoek
Jaap van Riet Coördinator Samenwerkingsverband VO Zutphen
Sebastiaan Witteveen Leerplichtambtenaar Apeldoorn
Anky Veldman Lid College van Bestuur ROC Aventus en Lid Stuurgroep SOS
Else Wolthaar Teamleider Jongerenloket en Leerplicht Apeldoorn
Susanne Nijland Medewerker RMC gemeente Apeldoorn
2
Marianne Volp Voorzitter Centrale Directie Etty Hillesum Lyceum Deventer
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
Landelijk beleid Het kabinet heeft schooluitval tot topprioriteit gemaakt en streeft er naar om het aantal voortijdige schoolverlaters in 2012 terug te dringen tot maximaal 35.000. Dit is een halvering van het aantal in 2002. Het ministerie van OCW heeft met alle regio’s
convenanten afgesloten en de scholen krijgen extra geld om deze ambitie waar te maken. Ook het bedrijfsleven is gevraagd om een bijdrage te leveren. Het landelijk beleid is gericht op preventie van schooluitval op de korte en middellange termijn en omvat onder andere de volgende maatregelen:
• Zorgadviesteams (ZAT’s) in het MBO Door samenwerking met zorginstellingen moeten jongeren snel hulp krijgen. • Zorgstructuur MBO Zorgleerlingen uit niveau 1 en 2 moeten kunnen rekenen op intensieve begeleiding. • Meer stageplaatsen voor moeilijk plaatsbare jongeren Zorgen voor een betere match tussen onderwijs en bedrijfsleven en goede begeleiding. • Innovatie MBO Opzetten derde leerweg voor het behalen van competenties (EVC). • Volledige leerplicht tot 18 jaar Deze maatregel is inmiddels ingevoerd. • Goede overdracht van Vmbo naar MBO Zorgen voor een ‘warme’ overdracht van zorgleerlingen. De maatregelen van het SOS passen goed in het landelijk beleid.
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
3
Het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek is bedoeld om het voortijdig schoolverlaten in de regio tegen te gaan en jongeren te stimuleren met een startkwalificatie de arbeidsmarkt op te gaan. Binnen het SOS werken acht gemeenten samen: Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Olst-Wijhe, Voorst en Zutphen. Het SOS is een regionale samenwerking tussen gemeenten, scholen en instellingen werkzaam op het gebied van arbeidstoeleiding, onderwijs en jeugdzorg. Met financiële steun van de Provincie Gelderland en Overijssel heeft het SOS de afgelopen jaren fors geïnvesteerd om te voorkomen dat jongeren in de regio het onderwijs de rug toe keren en zonder de juiste papieren de arbeidsmarkt op gaan. Op 4 oktober 2007 gaf gedeputeerde Hans Esmeijer het startschot voor het SOS. Vijf pijlers Om resultaat te boeken was een intensieve samenwerking tussen gemeenten, RMC-subregio’s, het onderwijs, het CWI en zorginstellingen nodig. Zo kon er een samenhangende aanpak voor voortijdig schoolverlaten in de regio worden ontwikkeld. Dit heeft geleid tot tal van deelprojecten die op verschillende niveaus zijn uitgevoerd. Deze vallen onder één van de vijf SOS-pijlers: • Uniformiteit in melden en registreren • Vormgeving en (door)ontwikkeling jongerenloketten op subregionaal niveau
• Verbeteren overdracht Vmbo – MBO • Ontwikkeling nieuwe leerwerktrajecten en vergroten aantal stageplaatsen • Versterken van de lokale en (sub) regionale zorgstructuren Voor het ondersteunen en ‘aanjagen’ van de verschillende projecten is een projectleider aangesteld die de uitvoering een stevige impuls heeft gegeven. Om de voortgang en de ontwikkelingen zichtbaar te maken, is een communicatie-offensief opgesteld in de vorm van een nieuwsbrief, workshops en kennisbijeenkomsten. Verder is in de regio een onderzoek uitgevoerd naar de samenwerking tussen de afdelingen Leerplicht en RMC. Dit heeft geleid tot het verder uitwerken van een aantal samenwerkingsmogelijkheden. De kracht van het SOS-Vliegwiel De Stedendriehoek heeft Spectrum gevraagd om voor de vijf pijlers een eerste evaluatie uit voeren. In deze
uitgave laten we een aantal betrokkenen van de verschillende projecten uit de Stedendriehoek aan het woord. Zij vertellen over hun ervaringen met het SOS. Dit maakt duidelijk hoe de kracht van het SOS-vliegwiel er voor heeft gezorgd dat alle projecten in beweging zijn gekomen.
Mária van Oorschot, Projectleider SOS: “De kracht van het SOS ligt in de regionale aanpak van het voortijdig schoolverlaten. Uitval binnen het ROC kun je niet lokaal of subregionaal oplossen. Jongeren komen overal vandaan en houden zich niet aan (gemeente-) grenzen.”
Feiten en Cijfers Aantal leerlingen/deelnemers Uit de tabel blijkt dat het aantal leerlingen/deelnemers in het schooljaar 2006-2007 nauwelijks afwijkt ten
opzichte van het schooljaar 20052006. Ook de verdeling in leeftijdsgroepen verschilt in beide schooljaren niet veel.
Tabel 1: Aantal leerlingen/deelnemers in de regio Aantal leerlingen/ deelnemers Schooljaar
Totaal
Regio Stedendriehoek
2005/2006
Regio Stedendriehoek
2006/2007
4
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
t/m 15 jaar
16 + 17 jaar
18 t/m 22 jaar
34.269
13.479
9.668
10.878
34.313
13.500
9.683
10.821
Aantal voortijdig schoolverlaters Jongeren worden gezien als voortijdig schoolverlater als zij de school verlaten zonder een startkwalificatie. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal Havo-niveau of MBO-niveau 2. Sommige jongeren hebben geen startkwalificatie, maar hebben wel een
Vmbo-diploma of een diploma op MBO-niveau 1. Uit de tabel is af te lezen hoeveel jongeren dat in iedere gemeente zijn. In de meeste gemeenten is het totaal aantal voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) in 20062007 afgenomen ten opzichte van het schooljaar daarvoor. Brummen,
Lochem en Olst-Wijhe zagen het aantal voortijdig schoolverlaters iets stijgen. Kijkend naar het aantal voortijdig schoolverlaters ten opzichte van het aantal leerlingen heeft de gemeente Epe procentueel te maken met de grootste daling, namelijk 1,5%, gevolgd door Zutphen (1,2%) en Deventer (1%).
Tabel 2: Aantal en percentage vsv-ers Leerlingen
VSV met
VSV met
VSV zonder
Totaal
VSV als %
Schooljaar
op 1-okt
VMBO diploma
MBO1 diploma
diploma
VSV
van leerlingen
2005/2006
12.659
314
25
213
552
4,4
2006/2007
12.659
287
24
203
514
4,1
Brummen
2005/2006
1.779
26
2
19
47
2,6
2006/2007
1.780
28
6
18
52
2,9
Deventer
2005/2006
7233
164
29
176
369
5,1
2006/2007
7275
156
18
126
300
4,1
2005/2006
2.626
62
3
42
107
4,1
2006/2007
2.650
38
6
26
70
2,6
Gemeente: Apeldoorn
Epe
2005/2006
2.579
38
2
23
63
2,4
2006/2007
2.622
29
9
32
70
2,7
2005/2006
1.504
18
2
7
27
1,8
2006/2007
1.546
21
5
11
37
2,4
2005/2006
2.188
34
2
16
52
2,4
2006/2007
2.175
22
2
15
39
1,8
Zutphen
2005/2006
3.701
84
4
82
170
4,6
2006/2007
3.606
62
7
52
121
3,4
Regio Stedendriehoek
2005/2006
34.269
740
69
578
1.387
4,0
2006/2007
34.313
643
77
483
1.203
3,5
Lochem
Olst-Wijhe
Voorst
Bron: Basisregistratie Instellingen (Brin)
Figuur 1: Aantal en percentage vsv-ers Aantal voortijdig schoolverlaters 6%
600
5%
500
4%
400
3%
300
2%
200
1%
100
VSV Totaal: 2005/2006 2006/2007
VSV als % van leerlingen gemeente zonder diploma: 2 005/2006
tp
he
n
2 006/2007
Zu
st or
W t-
0
O
ls
Vo
e
ijh
em
ch Lo
e
te en
Ep
r
ev D
Br
um
m
or do el Ap
en
n
0%
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
5
Vsv-ers zonder diploma Het figuur geeft de uitvalspercentages weer waarbij nog geen enkel diploma (zelfs geen Vmbo of MBO-niveau 1) is behaald. Dit is afgemeten ten opzichte
van het totaal aantal voortijdig schoolverlaters in een gemeente. In de helft van de gemeenten is het aantal schoolverlaters zonder diploma in het schooljaar 2006-2007 gedaald. Bij de andere
helft van de gemeenten is het percentage juist gestegen. In drie gemeenten in de regio is dit in het schooljaar 2006-2007 zelfs meer dan 40%.
Figuur 2: Percentage vsv-ers zonder Vmbo- of MBO-niveau 1-diploma
50%
40%
30% 20% % VSV-ers 10%
zonder diploma: 2005/2006
ek
2006/2007
en
dr
Zu
ie
tp
ho
he
st or
W t-
R
eg
io
St
ed
O
ls
Vo
ijh
em
n
e
ch Lo
e Ep
r
ev
en
m um Br
te
n or do el Ap
en
D
0%
Vsv-ers naar etniciteit Van de 1203 voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2006-2007 is (afgerond) 75% autochtoon. De overige voortijdig schoolverlaters hebben een andere etniciteit. In de figuur is te zien welke etniciteit dat is.
Figuur 3: Vsv-ers naar etniciteit
Aantal autochtonen (907): Autochtoon (907) Aantal allochtonen (296) : Suriname (20) Aruba/ Ned. Antillen (16) Turkije (86) Marokko (12) Overige niet westerse allochtonen (79) Westerse allochtonen (81)
De gebruikte cijfers zijn door het ministerie van OCW vastgesteld voor 2006-2007. De cijfers voor 2007-2008 waren bij de productie van deze uitgave nog niet door het ministerie vastgesteld.
6
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
Onbekend (2)
Willem Geerken, Voorzitter Stuurgroep SOS Er waren verschillende redenen om in de Stedendriehoek het SOS te starten. Op lokaal niveau kwamen cijfers beschikbaar die een toename van het aantal voortijdige schoolverlaters lieten zien. Dit deed een aantal alarmbellen rinkelen. Ook bleek er lokaal een verschil in aanpak van schoolverzuim en de formatie leerplichtambtenaren in de regio bleek beneden de norm te zijn. Kortom, de noodzaak voor meer eenheid en afstemming werd alom gevoeld. Bovendien moest het onderwijs een prominentere rol krijgen in het terugdringen van de schooluitval. Tenslotte zijn zij een belangrijke speler als het gaat om het voorkomen van schooluitval en het aanbieden van trajecten om jongeren binnenboord te houden. Zij zitten in de voorste linie en alles wat je daarna doet is vaak te laat. Het Onderwijszorgcentrum in Zutphen, dat in samenwerking met de Provincie Gelderland, Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs en gemeenten tot stand is gekomen, is een goed voorbeeld van hoe onderwijs en zorg in een vroeg stadium schooluitval kunnen helpen voorkomen. Het besef om met enthousiasme en in nauwe samenwerking schooluitval aan te pakken, leefde nog niet in de regio. Hiervoor hadden we het SOS nodig. Bewustwording Een goed voorbeeld van samenwerking is de overstap van het Vmbo naar het MBO waar partijen met elkaar hebben afgesproken wie wat doet om er voor te zorgen dat een jongere bij een vervolgopleiding staat ingeschreven. Ook zijn er acties afgesproken voor het geval de jongere niet komt opdagen. Het gaat om bewustwording, elkaar aanspreken en streven naar een uniforme aanpak. Het SOS heeft daarbij gewerkt als een soort vliegwiel waardoor er steeds meer projecten in beweging kwamen.
“Het gaat om onze gezamenlijke ambitie; een stabiele plek voor jongeren op de arbeidsmarkt.” Taak Stuurgroep In de stuurgroep van het SOS zitten de wethouders van de gemeente Apeldoorn, Deventer en Zutphen, de regionale Bureaus Jeugdzorg Gelderland en Overijssel, het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs (van Apeldoorn, Deventer en Zutphen), het ROC Aventus, de Kamer van Koophandel en het UWV Werkbedrijf (voorheen het CWI). De taak van de stuurgroep is het opdelen van de vijf pijlers en het bepalen van de koers. Willem Geerken: “Bij de start was het belangrijk om een heldere ambitie te formuleren en partijen enthousiast te krijgen. Vervolgens kijk je naar de voortgang en probeer je verbindingen te leggen tussen partijen om zo een samenhangende aanpak tot stand te brengen. Om het thema goed onder de
aandacht te houden moet je als stuurgroep voortdurend naar buiten treden en het belang van het SOS benadrukken. De leden van de stuurgroep hebben als voordeel dat zij hun bestuurlijke kracht kunnen inzetten om projecten vooruit te helpen. Dit is soms nodig.“ Bijzonder aan het SOS is dat het bestuurlijk een kans biedt om de verschillende pijlers van onderop goed neer te zetten: “Dit betekent dat je je als bestuurder volledig moet inzetten en goed zichtbaar moet zijn. Op deze manier kun je vertrouwen winnen en partijen binden. Dit was nodig omdat je met een grote hoeveelheid instellingen te maken hebt die niet gewend zijn om op deze schaal met elkaar samen te werken. Vooral het binnenhalen van de jeugdzorg was redelijk nieuw. Je moet dan vast-
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
7
samenwerking tussen het Voortgezet Onderwijs en MBO laat een aantal successen zien waar de regio trots op kan zijn. Het is nog niet af, maar er ligt een goed fundament.” Ook partijen als Sociale zaken, het UWV Werkbedrijf, het RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt) en Leerplicht die zijn gaan inzien dat nauwe samenwerking nodig is om jongeren goed gekwalificeerd op de arbeidsmarkt te krijgen. Een goed voorbeeld hiervan is het jongerenloket in Apeldoorn en Zutphen.
Door het SOS is het aantal leerplichtambtenaren in de regio gegroeid van 8 naar ruim 20.
houdend optreden en waar nodig partijen nog meer aan elkaar binden. Het gaat om onze gezamenlijke ambitie; een stabiele plek voor jongeren op de arbeidsmarkt.” Effect SOS Het SOS heeft de samenwerking tussen jeugdzorg en onderwijs versterkt en laten zien dat dit effect heeft. Voor de regio is dit een belangrijk winstpunt. Als gevolg hiervan is ook het schoolmaatschappelijk werk meer een onderdeel geworden van het jeugdbeleid. Het is binnen het onderwijs een belangrijke preventieve voorziening waar leerlingen en docenten baat bij hebben. Volgens de voorzitter van de stuurgroep heeft het SOS veel thema’s
8
versneld naar voren gehaald en er voor gezorgd dat ze regionaal op de agenda terecht zijn gekomen: “Het is van belang om dit vast te houden en te borgen. Eveneens zijn door toedoen van het SOS de middelen voor het Onderwijszorgcentrum (Zutphen e.o) en de uitbreiding formatie Leerplicht in de regio structureel gemaakt. Ook de
De toekomst Alle partijen en ook gemeenten hebben de taak om datgene wat is bereikt goed te waarborgen. Er moet gezorgd worden dat het op de agenda blijft staan en dat partijen, zoals het onderwijs, betrokken blijven. Belangrijke toetsmomenten daarbij zijn de jaarlijkse cijfers van Leerplicht en het RMC. De regio wil graag een fulltime RMC-coördinator aanstellen waardoor de voortgang en afspraken beter bewaakt kunnen worden. Dit gebeurt aan de hand van een jaarlijkse rapportage. Ook het ministerie van OCW houdt naar aanleiding van de regionale convenanten de inspanningen van de regio Stedendriehoek in de gaten. Willem Geerken: “Hiermee verliezen we de voortgang niet uit het oog.”
“De samenwerking tussen het Voortgezet Onderwijs en MBO laat een aantal successen zien waar de regio trots op kan zijn. Het is nog niet af, maar er ligt een goed fundament.”
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
Jongerenloket Zutphen en Lochem: Succesvolle start Dominique Meijer, Beleidsmedewerker gemeente Zutphen Pieter Dekkers, Adviseur Bureau Berenschot Op 5 februari 2009 werd het nieuwe jongerenloket van de gemeenten Zutphen en Lochem geopend. Dominique Meijer en Pieter Dekkers waren nauw betrokken bij het project: “Bij de start bestond er nog geen eenduidig beeld over wat de taken van het jongerenloket concreet zouden moeten zijn.” Tegelijk met de start van het proces voor de oprichting van een jongerenloket onderzochten de gemeenten Lochem en Zutphen met de afdeling Sociale zaken, het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) en het CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) mogelijkheden voor een eventuele samenwerking binnen ‘Het Plein’. Dit is een samenwerkingsverband in Zutphen en dé plek waar werkzoekenden, werkgevers en mensen die ondersteuning nodig hebben terecht kunnen.
projecten en waar mogelijk samen op te trekken. Maar er zijn ook verbeterpunten te noemen. Zo was het vanuit communicatie-oogpunt efficiënt geweest als vooraf duidelijke afspraken waren gemaakt op dit gebied, bijvoorbeeld over het al dan niet voeren van een gezamenlijk logo voor alle jongerenloketten in de regio.
Dominique Meijer: “Het uiteindelijke doel is dat er geen jongeren meer tussen wal en schip vallen.” Toegankelijk loket Voorafgaand aan het traject is een werkgroep geformeerd waarbij alle partijen op het gebied van arbeid, inkomen en scholing zijn betrokken. Deze werkgroep was volgens
Dominique Meijer en Pieter Dekkers erg enthousiast. Ter kick-off werd een gespreksronde met wethouders van beide gemeenten, leerplichtambtenaren, het CWI en een aantal werkcoaches georganiseerd. Daarop volgde een sessie met partijen op het gebied van zorg, welzijn, onderwijs en financiën. Ook is een sessie met de jeugd zelf gehouden. Duidelijk werd dat er al een goed functionerend netwerk bestaat om jeugd te ondersteunen, maar dat er binnen de samenwerking nog steeds jongeren zijn die niet de benodigde zorg ontvangen. Jongeren gaven aan dat een jongerenloket vooral ‘toegankelijk’ moet zijn, zonder dat er direct een relatie wordt gelegd met ‘zorg’. De bevindingen zijn vastgelegd in een visie-document dat tevens bestuurlijk is vastgelegd. Daarna volgde een implementatieplan met daarin speerpunten als ‘het verknopen van netwerken’ en ‘de
‘Aanjaagfunctie’ Het SOS-project heeft bij de opzet van het nieuwe loket een duidelijke ‘aanjaagfunctie’ gehad. Meedoen aan een dergelijk project ‘pusht’ namelijk om binnen een bepaalde termijn met een duidelijk resultaat te komen. Het was een grote uitdaging om een gezamenlijk jongerenloket te ontwikkelen met twee gemeenten, voornamelijk op het gebied van verantwoordelijkheid en aansturing. Ook de besluitvorming vond steeds in twee gemeenten plaats. Beide gemeenten hebben dat volgens Dominique Meijer goed opgepakt. Zutphen en Lochem hebben ook gekeken naar de gemeente Apeldoorn waar al een jongerenloket bestond. Zo kon in positieve zin gebruik worden gemaakt van de ervaringen die bij de opzet van het jongerenloket in Apeldoorn al waren opgedaan. Juist in een groot project als het SOS is het goed om bekend te zijn met elkaars Jongerencoach aan het werk.
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
9
onafhankelijkheid van de jongerencoaches’. In de slotfase zijn twee parttime jongerencoaches aangesteld door het CWI. Zij worden gedetacheerd via de gemeente. In Zutphen konden zij aansluiten bij ‘Het Plein’. In Lochem hebben zij een spreekuur op het gemeentehuis. ‘Geen jongere tussen wal en schip’ De jongerencoaches hebben dus zowel in de gemeente Zutphen als in Lochem een spreekuur. Jongeren kunnen hier binnenlopen voor advies. Zo wordt op een laagdrempelige manier hulp aangeboden. En dat is nodig, want wanneer jongeren bij een jongeren-
coach komen, is er voor hen daadwerkelijk ‘iets belangrijks’ aan de hand. In het ideale plaatje gaan deze coaches ook steeds meer ‘outreachend’ te werk en zoeken ze jongeren steeds vaker op in hun eigen leefomgeving. De coaches helpen de jongeren weer op weg naar scholing of werk met als doel hen alsnog een startkwalificatie te laten halen. Als daar zorg bij nodig is, dan wordt die ingeschakeld. De coaches helpen de jongeren ook bij het maken van afspraken en monitoren of iemand daadwerkelijk op een afspraak is verschenen. Zodra een jongere bij een organisatie is ‘ondergebracht’ laten
de jongerencoaches hem of haar weer ‘even los’. Soms is dit zetje in de goede richting voldoende, in een ander geval komt de jongere na een traject weer bij de jongerencoach terug en begeleidt deze hem of haar naar de volgende stap. De toekomst Hoewel de jongerencoaches een grote aanwinst zijn, blijft het uiteindelijke doel dat zij op termijn niet meer nodig zijn. Dominique Meijer: “Dat wil zeggen dat de partijen zo goed samenwerken dat er geen jongere meer tussen wal en schip valt.” En dat is een doel om naar te blijven streven.
Leerlingzorgloket Oscar: Efficiënt en doelgericht Aaldert van der Horst, Directeur Oscar Apeldoorn Het leerlingzorgloket bestaat uit een leerplichtambtenaar, Bureau Jeugdzorg en de coördinator van het ZATkwadraat (het overkoepelend ZAT van alle Zorg Advies Teams). Het zorgloket benoemt een casemanager voor het ZAT-kwadraat (hulpactiviteiten voor jongeren en de thuissituatie) en het vervullen van de intermediaire functie tussen de ZAT-teams en ZAT-kwadraat. Een tweede rol van het loket is gericht op harmonisatie en integratie van indicatietrajecten onderwijs – jeugdzorg en de ontwikkeling van het ZAT-kwadraat. Tot slot houdt het loket zich bezig met vroegtijdige onderkenning en preventie op grond van monitoring ZAT-teams en het ZAT-kwadraat, Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL), het ondersteunen van docenten en het bieden van tijdige, licht-ambulante begeleiding om te voorkomen dat verwijzing noodzakelijk wordt. Ook is er een website (www.oscar-apeldoorn.nl).
10
Aaldert van der Horst: “Het is van groot belang dat alle ketenpartners de geboekte winst goed borgen zodat we hiervan kunnen profiteren.” Harmonisatie en integratie Voor de harmonisering en integratie onderwijs – jeugdzorg is er door de deelname van Bureau Jeugdzorg in de ZAT’s afgesproken dat de indicatie voor jeugdzorg onder de juiste condities ter plekke kan worden vastgesteld. Dit geldt ook voor de indicatie van trajecten binnen Oscar en het Voortgezet Onderwijs (maatwerkprogramma’s en trajectklassen). Dit proces is op verschillende scholen gestart en heeft als voordeel dat er snel actie ondernomen wordt en jongeren niet zo lang hoeven te wachten. Voor complexe begeleidingsmaatregelen en verwijzingen is het ZAT-kwadraat in het leven geroepen. Dit zorgt ervoor
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
Leerlingzorgloket (Oscar) In het leerlingzorgloket werken samen: Bureau Jeugdzorg, Regionale Expertisecentra voor cluster 3 en 4, het OrthoPedagogisch en Didactisch Centrum van Oscar, ROC Aventus, Leerplicht en Pactum (instelling voor jeugdzorg). Zij voeren de regie over de aanpak van alle potentiële voortijdige schoolverlaters. Het adagium voor alle ketenpartners is één jongere, één plan en één regie.
dat één van de aanwezigen zich ontfermt over het dossier en de regie op zich neemt. Hiermee wordt voorkomen dat juist de zwaardere gevallen tussen wal en schip raken. Vroegtijdige preventie ‘Vroegtijdige onderkenning en preventie’ is gericht op de concrete
Jeanet Pijfers, Accountmanager voor de RMC-regio Stedendriehoek, Ministerie van OCW Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in alle RMC-regio’s in Nederland convenanten afgesloten met het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroepsonderwijs. De inspanningen zijn erop gericht om in het schooljaar 2010-2011 40% minder nieuwe voortijdig schoolverlaters te realiseren ten opzichte van 2005-2006. In het schooljaar 2005-2006 waren er in de regio Stedendriehoek 1387 nieuwe voortijdig schoolverlaters.
In 2007-2008 waren dat, op basis van voorlopige cijfers, 1180 leerlingen; een afname van 207 leerlingen, ofwel een reductie van 14,9%. Een uitstekende prestatie gezien de streefnorm van 10%, al blijven enkele scholen wat achter in hun prestaties. Intensivering samenwerking De contactgemeente Apeldoorn heeft namens de RMC-regio Stedendriehoek een convenant over het terugdringen van schooluitval afgesloten met het ministerie van OCW. Jeanet Pijfers ziet
Op weg naar 40% minder voortijdige schoolverlaters Streefaantal minder Schooljaar
voortijdig schoolverlaters
Percentage
139
10%
2008/2009
277
20%
2009/2010
416
30%
2011/2012
555
40%
2007/2008
Cijfers gepubliceerd door ministerie van OCW. Via de VSV-verkenner van het ministerie kunt u ook de gegevens per gemeente of school vinden.
ondersteuning van docenten. Er is een preventieprogramma voor het voortgezet onderwijs opgesteld met daarin aandacht voor de consultatiefunctie voor leerkrachten en professionaliseringsactiviteiten, zoals het leren signaleren en het vergroten van het handelingsrepertoire van docenten met zorgleerlingen. Verder is er een mentorgids met praktische informatie, een interactiewijzer als signalerings- en diagnose-instrument en intervisie voor docenten om handelingsbekwaamheid
te vergroten. Docenten en ZAT-teams zijn hier blij mee. De toekomst Er is één zorgloket en een integrale afhandeling van het dossier. Daarnaast zijn er geen lange vergaderingen meer dankzij de pilot ‘Kwaliteitsdossier’. De bespreking vindt op één plek en in één ronde plaats. De integrale indicatiestelling maakt duidelijk wie wat gaat doen en met welke persoon het onderwijs te maken heeft.
dat de samenwerking in de regio door het SOS is geïntensiveerd: “Gemeenten en ROC werken goed samen. Ook de scholen voor Voortgezet Onderwijs sluiten aan bij het SOS. Daarnaast werken de scholen voor Vmbo en het MBO ook samen in de Beroepskolom Stedendriehoek. De regio Stedendriehoek is al behoorlijk ver in het structureren van de samenwerking.” De provincies Gelderland en Overijssel faciliteren het SOS. Jeanet Pijfers vindt het prettig dat de provincies zich betrokken voelen. In Gelderland is bijvoorbeeld het project ‘Gelderse Aanval op de Uitval’ gestart om alle provinciale regio’s waar nodig te faciliteren en te ondersteunen. De toekomst Landelijke aandachtspunten, die ook gelden voor de regio Stedendriehoek, betreffen het melden van verzuim en het handhaven van de Kwalificatieplicht. Jeanet Pijfers: “Maar als de regio doorgaat op de ingeslagen weg, dan gaat dat lukken.”
Dit schept helderheid. Als een bepaald hulpaanbod niet voorhanden is, wordt er gekeken naar ‘next-best’. Deze resultaten zijn mede te danken aan het SOS. Aaldert van der Horst: “Het is van groot belang dat alle ketenpartners de geboekte winst goed borgen zodat we hiervan kunnen profiteren.”
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
11
De Overstap: Naar een digitaal systeem Sebastiaan Witteveen, Leerplichtambtenaar Apeldoorn Susanne Nijland, Medewerker RMC gemeente Apeldoorn Om de overstap van Vmbo naar MBO in de regio Stedendriehoek beter te kunnen monitoren, is het project ‘De Overstap’ opgezet. Het is een voortzetting van al lopende initiatieven, maar het werken met een digitaal systeem is nieuw. Ook de samenwerking tussen gemeenten en scholen is door het project veel intensiever is geworden. Vervolgopleiding De scholen voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (Vmbo) registreren naar welke vervolgopleiding en welk ROC hun leerlingen gaan. Leerlingen die nog geen keuze hebben gemaakt, of leerlingen waar geen gegevens van bekend zijn, worden door hun scholen aangespoord om dit alsnog te doen. Als dat niet lukt, melden de scholen deze bij Leerplicht. Een controle volgt na de zomer, waarbij de digitale gegevens van leerlingen die
op het ROC zijn aangemeld en ingeschreven zijn, worden vergeleken met de gegevens van de scholen. Sebastiaan Witteveen geeft aan dat in de zomer van 2008 3253 Vmboleerlingen de overstap naar een vervolgopleiding moesten maken. Van 98 procent van hen was al voor de zomervakantie bekend wat zij na de zomer wilden gaan doen. De leerlingen die waren ‘verdwenen’, zijn thuis bezocht. Het merendeel bleek naar de Havo te zijn gegaan, of nog op het Vmbo te zitten. Resultaten Een belangrijk resultaat van het project voor Leerplicht is dat men eerder op de hoogte is van de keuze van leerlingen. Daardoor kan er eerder worden ingesprongen op problemen, zoals bij leerlingen die nog geen keus hebben gemaakt of leerlingen die niet verschijnen op de aangegeven vervolg-
Leerplichtambtenaren in overleg.
12
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
opleiding. Scholen denken ook mee, bijvoorbeeld over aanpassingen in de procedures en het systeem. Maar het biedt de scholen zelf ook veel informatie. Een ander voordeel van dit systeem is dat ouders op de hoogte worden gesteld. Dit vergroot de ouderbetrokkenheid. De toekomst Door het SOS is de samenwerking tussen de gemeentelijke leerplichtambtenaren veel intensiever geworden. Zij hanteren zo veel mogelijk een uniforme aanpak en gaan in de hele regio de leerplichtadministratie op dezelfde wijze uitvoeren. Andere lopende projecten waar Leerplicht mee te maken heeft, zijn het realiseren van een website voor ouders over de Kwalificatieplicht en de invoering van het Digitaal Verzuimloket.
Zorgstructuur: Mentormodel Monique Hol, Zorgcoördinator Staring College Lochem en Coördinator Zorg Advies Team Onder het samenwerkingsverband ‘Voortgezet Onderwijs Berkelland’ vallen vier scholen in de gemeenten Berkelland en Lochem. Het Staring College, met locaties in Lochem en Borculo, maakt hier deel van uit. Vanuit het samenwerkingsverband wordt het van belang geacht dat alle scholen die onder deze samenwerking vallen gebruik kunnen maken van een Zorg Advies Team (ZAT). In de gemeente Lochem heeft welzijnsorganisatie ‘Carion’ (voorheen ‘De Garve’) al in de jaren tachtig een pluspunt opgericht met een casusoverleg waar ook de locatie Lochem van het Staring College aan deelnam. In 2008 is dit casusoverleg, in het kader van het SOS en onder begeleiding van APS Onderwijsadviesbureau, omgevormd tot een ZAT. Op 18 december 2008 is het convenant getekend.
Zorg Advies Team Aan het ZAT nemen partijen zoals politie, maatschappelijk werk, jongerenwerk, een GGD-schoolarts, een leerplichtambtenaar, Bureau Jeugdzorg en de zorgcoördinatoren van het Staring College deel. Monique Hol: “De deelnemers waren blij met het omvormingstraject. Het zorgde voor een duidelijke kwaliteitsimpuls. Het is belangrijk om elkaar op dingen aan te kunnen spre-ken. De deelnemers doen dat ook en dat zorgt voor een prettige werksfeer.” Mentormodel In de zorgstructuur van het Staring College staat de mentor centraal. Monique Hol legt uit: “Deze staat dicht bij de leerling. Als een mentor er niet uitkomt, dan kan hij bij de zorgcoördinator aankloppen voor advies. Deze kan de mentor coachen, zelf een aantal
gesprekken met de leerling houden, een leerlingbegeleider inschakelen of een leerling inbrengen in het ZAT.” De Zorgcoördinator is tevreden met het mentormodel: “Het is heel laagdrempelig en de stap om naar een zorgcoördinator te gaan is een stuk kleiner geworden. Mentoren worden ook op allerlei vlakken getraind.” De toekomst Het Staring College heeft de afgelopen tijd veel geïnvesteerd in de begeleiding en zorg voor leerlingen via het mentormodel maar ook via de zorgcoördinatoren. Ook het ZAT heeft met het professionaliseringstraject een duidelijke kwaliteitsimpuls gekregen. Dit moet er samen voor zorgen dat leerlingen de juiste begeleiding krijgen op de momenten dat zij het nodig hebben.
Beroepskolom Stedendriehoek: De Overstap Rienk van der Werff, Coördinator ROC Aventus/Beroepskolom-Stedendriehoek In 2001 zijn de Vmbo-scholen in de regio Stedendriehoek en ROC Aventus nauw gaan samenwerken in twee samenwerkingsverbanden. Sinds drie jaar werken zij onder de naam ‘Beroepskolom-Stedendriehoek’. In 2008 hebben de andere MBO-scholen die in de Stedendriehoek aanwezig zijn, namelijk AOC-Oost, Helicon en het Hoornbeeck College, zich aangesloten bij het project. Het doel is om in de regio optimaal beroepsonderwijs aan te bieden en leerlijnen, zorglijnen, loopbaanoriëntatie, etc. op elkaar aan te laten sluiten. Voor de overdracht van Vmbo naar MBO zijn verschillende activiteiten in gang gezet.
De Overstap Eén van de projecten, ‘De Overstap’, is in gang gezet omdat de overstap van leerlingen met motivatie- en keuzeproblemen een risicovol moment is. Het proces van monitoren is door het SOS versneld en heeft ervoor gezorgd dat gemeenten hierin ook hun verantwoordelijkheid (Leerplicht) hebben opgepakt. De Overstap is begonnen met het checken van leerlingen die zich bij het MBO hadden aangemeld. Voor degenen die niet kwamen opdagen, is uitgezocht waar zij gebleven waren. De projectleiding van de BeroepskolomStedendriehoek en Leerplicht hebben hierin een actieve taak gehad.
De inspanningen hebben succes gehad en hebben ertoe geleid dat het onderwijs in de regio Stedendriehoek zich samen met Leerplicht verantwoordelijk voelt voor een goede overgang van Vmbo- naar vervolgonderwijs. Op grond hiervan is er in 2008 besloten een digitaal systeem (De OverstapStedendriehoek) in te voeren en een aantal acties met de VO- en MBO-partners af te spreken. Zo geven de decanen in het systeem de vervolgopleiding van de leerlingen aan. Voor veel decanen is het instrument een goede prikkel om gesprekken over de vervolgopleiding bijtijds te plannen en te melden in het systeem. Dit heeft er
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
13
in 2008 toe geleid dat men voor bijna alle leerlingen (98%) de overstap naar vervolgonderwijs in beeld heeft kunnen brengen. Rienk van der Werff: “Door het enthousiasme van de decanen en de administraties van de VO-scholen is ‘De Overstap-Stedendriehoek’ een succes in de regio.” De toekomst In het kader van het SOS is de Beroepskolom actief betrokken bij de invoering van het Digitaal Verzuimloket. Samen met Leerplicht zijn afspraken gemaakt voor het melden van verzuim bij de IB-groep. Hiertoe is een verzuimprotocol opgesteld. Verder zijn er in de Beroepskolom afspraken
gemaakt over de overdracht van zorgleerlingen en hoe hiermee om te gaan. Hiervoor is een protocol opgesteld. Via het zorgformulier komt de leerling centraal binnen bij de Beroepskolom en het Servicecentrum van Aventus registreert dit. Op basis hiervan krijgen de toeleverende scholen een terugmelding en volgt men de afhandeling van het zorgformulier. Aventus constateert een toename van het aantal zorgmeldingen, dat waarschijnlijk het gevolg is van een steeds betere werking van de zorgstructuren. Rienk van der Werff: “Door de toegenomen bewustwording rondom zorgleerlingen gebeurt er veel meer dan voorheen.” Het SOS heeft dit
proces op gang geholpen. Voor de toekomst is het van belang om deze ontwikkelingen vast te houden. Door de centrale aanmelding is er ook vanuit de Zorgcoordinatie beter zicht op de ontwikkelingen.
Rienk van der Werff: “Door de toegenomen bewustwording rondom zorgleerlingen gebeurt er veel meer dan voorheen.”
Zorgstructuur: Kwaliteitsimpuls Jaap van Riet, Coördinator Samenwerkingsverband VO Zutphen Onder het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zutphen en omstreken vallen negen scholen voor Voortgezet Onderwijs. In het kader van het SOS heeft het samenwerkingsverband ingezet op het versterken van de zorgstructuren in en om de scholen. Hiertoe zijn twee trajecten opgezet. Meer eenheid Het eerste traject, ‘Versterking van de interne zorgstructuur op scholen en ZAT’s’, richt zich op het doorontwikkelen van de interne zorgstructuur op de scholen. Het samenwerkingsverband heeft een 0-meting over de kwaliteit van de interne zorgstructuur uitgevoerd onder ouders, jongeren en de scholen zelf. Aan hen werd gevraagd wat goed gaat en welke verbeterpunten er zijn. Aan de hand van de 0-meting is een verbeterplan per school opgesteld. Aan de verbeteringen uit dit plan wordt nu gewerkt. De tweede stap richt zich op het door-
14
ontwikkelen van de ZAT’s. Het samenwerkingsverband inventariseert hoe de ZAT’s werken. Het doel is om meer eenheid te creëren. Verder worden de scholen ge-audit. Het tweede traject is getiteld ‘Financiële impuls leerwegondersteunend onderwijs’. Twee scholen in Zutphen hebben extra financiële middelen ontvangen om het aantal video-interactietrajecten te kunnen uitbreiden en één school heeft subsidie gekregen om Vmbo-leerlingen die van de onder- naar de bovenbouw gaan (op een andere locatie) nog een extra jaar te kunnen begeleiden. Kwaliteitsimpuls Het SOS biedt het samenwerkingsverband extra financiële middelen om projecten voor het verbeteren van de zorgstructuur op te zetten. Jaap van Riet weet dat dit veel vraagt van de scholen. Scholen moeten de meerwaarde zien, maar veel belangrijker nog is dat de scholen volgens hem ook
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
de mogelijkheid moeten hebben om het uit te voeren: “Het kost de scholen veel extra tijd en inspanning.” Het samenwerkingsverband moet ervoor waken dat scholen niet overbelast raken. Naast een daadwerkelijke kwaliteitsimpuls van de zorg op de scholen heeft het SOS volgens Jaap van Riet ook gezorgd voor een betere relatie tussen het samenwerkingsverband en de gemeente en tussen het samenwerkingsverband en de scholen onderling. De toekomst Het SOS heeft bijgedragen aan een verbetering van de zorgstructuur op de scholen, maar ook in de ZAT’s. Voor de toekomst geldt dat de samenwerking tussen de scholen onderling, maar ook tussen het samenwerkingsverband en de gemeente, behouden moet worden. Dit maakt het mogelijk dat alle partijen elkaar op termijn zullen blijven vinden.
Anky Veldman, Lid College van Bestuur ROC Aventus en Lid Stuurgroep SOS Bij de start van het SOS is vooral gekeken hoe aan te haken bij de bestaande projecten in de regio Stedendriehoek en hoe verbindingen te leggen tussen de verschillende activiteiten. De extra financiële middelen van de Provincie bood de regio een unieke kans om bestaande projecten een extra impuls te geven. Zo kreeg de bestaande samenwerking tussen Vmbo en MBO zowel bestuurlijk als inhoudelijk de gelegenheid om onderwijsontwikkelingen nog beter op elkaar af te stemmen. Met het SOS is hier een grote sprong mee gemaakt. Anky Veldman: “Er is ook een discussie gevoerd over de focus van het SOS. Ligt deze bij de individuele uitvaller of gaat het vooral om het creëren van een goede overstap van het Vmbo naar het MBO? Deze discussies zijn belangrijk, waar willen we heen? Doen we de juiste dingen?” Vergroten economisch perspectief ROC Aventus ziet dat zij met de deelname aan het SOS het economisch perspectief van de Stedendriehoek kan vergroten. Het onderwijs heeft als taak om jongeren goed toe te rusten zodat zij een eigen plek op de arbeidsmarkt kunnen verwerven. Daarbij moet je een onderscheid maken tussen risicoleerlingen en ‘multi-problem’- jongeren. Niet alle risicoleerlingen zijn potentiële uitvallers, maar zij dragen wel een aantal risico’s in zich die dit kunnen bevorderen. Hier moet je alert op zijn. De groep ‘multi-problem’- jongeren moet je voortdurend in de gaten houden omdat zij de neiging hebben het onderwijs definitief de rug toe te keren. Deze groep kan ongewenst maatschappelijk gedrag veroorzaken zoals werkloosheid, overlast en criminaliteit. Op deze groep kan het onderwijs vanuit een gezamenlijke
“Het SOS heeft het proces in versnelling gebracht en dit kunnen we straks niet meer stopzetten.” betrokkenheid en goede begeleiding een positieve invloed hebben. Versneld oppakken projecten Wat heeft het SOS opgeleverd? Volgens Anky Veldman bracht het SOS een ‘flow’ tot stand op meerdere fronten, waardoor projecten versneld opgepakt konden worden. Dit heeft veel energie gegeven. Ook de samenwerking tussen het MBO en de Leerplicht is verbeterd: “We kunnen ons nu niet meer verschuilen achter het feit dat Leerplicht niet adequaat optreedt. Ieder verzuim moet gemeld worden en dat betekent dat er zorg en aandacht voorhanden moet zijn voor studenten die dit nodig hebben.”
De toekomst Wat is de boodschap voor de toekomst? Ondanks het positieve resultaat van het SOS moet je bij een volgend omvangrijk project goed kijken hoe de verschillende activiteiten van de organisaties met elkaar verbonden kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld door onderwijsteams en het jongerenloket nog actiever ervaringen met elkaar te laten delen. Bijzonder aan het SOS is dat alle VO- en MBO-scholen in de Stedendriehoek meedoen. Aventus heeft mede hierdoor gekozen voor een drempelloze instroom. Kortom, door de financiële ruggesteun heeft de regio een aantal projecten stevig neer kunnen zetten. “Het SOS heeft het proces in versnelling gebracht en dit kunnen we straks niet meer stopzetten”, aldus Anky Veldman.
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
15
Jongerenloket Activerium: Ketenpartners bij elkaar Else Wolthaar, Teamleider Jongerenloket en Leerplicht Apeldoorn Bij een jongerenloket komen alle jongeren, met of zonder startkwalificatie, binnen. Ondanks het feit dat alle partijen (inclusief Kwalificatieplicht) bij elkaar zitten, is de aanpak van voortijdige schoolverlaters soms complex. Voor jongeren onder de 18 jaar die geen startkwalificatie hebben, is dit eenvoudiger omdat Leerplicht samen met hen kijkt wat de herplaatsingsmogelijkheden zijn. Voor jongeren boven de 18 jaar is dit moeilijker omdat zij na het verlaten van de school veelal uit beeld zijn. Hoe los je dit op? Dit kan door op het MBO de schooluitval centraal te regelen. Nu gebeurt dit per sector, waardoor het uitstroombeleid verschillend is. Else Wolthaar licht toe: “Iedere student zou door één en dezelfde deur het onderwijs moeten verlaten. Door dit bijvoorbeeld te koppelen aan het Servicecentrum kun je samen met de student kijken welke andere mogelijkheden er nog zijn.”
Else Wolthaar: “Het jongerenloket is een prachtige organisatie waarin de belangrijkste partners dicht bij elkaar zitten.” Nauwe samenwerking Bij het jongerenloket in Apeldoorn komen ongeveer 800 jongeren (tussen de 16 en 23 jaar) binnen. Daarnaast zijn veel jongeren zonder diploma aan het werk of zitten thuis. Om hen te bereiken is samenwerking en voorlichting nodig. Else Wolthaar:
16
“Het jongerenloket is een prachtige organisatie waarin de belangrijkste partners, zoals het CWI, het UWV, de Sociale dienst, het RMC en Leerplicht, nauw met elkaar samenwerken. Wanneer een jongere schulden heeft, kun je direct schuldhulpverlening inschakelen. Toch zijn er ondanks het succes ook veel jongeren niet in beeld. Dit zijn jongeren die zonder startkwalificatie zijn gaan werken of thuis zitten. De zeven medewerkers van het loket hebben nu niet de ruimte om outreachend te werken en jongeren te motiveren voor een opleiding.” Resultaat Ondanks de beperkte formatie levert de samenwerking winst op. Een mooi voorbeeld is dat de aanpak van iedere jongere in één centraal systeem geregistreerd wordt zodat alle teams (Leerplicht, stadsbank, leer-werkloket, preventiemedewerkers politie, dak-en thuislozen, inburgering, etc.) kunnen zien bij wie de jongere in behandeling is. Het is de bedoeling om de ROC’s ook een inkijkfunctie te geven. De toekomst Voor de toekomst is het volgens Else Wolthaar van belang dat ‘het jongerenloket als Talent Factory’ verder wordt uitgewerkt. Daarnaast moet het voor jongeren gewoon zijn om zich bij het jongerenloket te melden met vragen over onderwijs, werk en andere vragen. Er moet dus gewerkt worden aan de herkenbaarheid van het jongerenloket. Verder kan, vanwege wettelijke tegenstrijdigheden, de RMC-taak onvoldoende weggezet worden. De positie van het RMC binnen het loket moet dus verbeterd worden.
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
Voor een succesvol jongerenloket geldt dat: • Er binnen werk en participatie voldoende aandacht is voor scholing. Door voor ongekwalificeerde jongeren snel een werk- en/of scholingstraject uit te zetten, kun je voorkomen dat zij zich later toch weer bij het loket melden: Het gaat om opleiden voor duurzame arbeid. • De tegenstrijdigheden (‘werk voor scholing’) binnen het jongerenloket verdwijnen. • Hier ligt ook een taak voor de overheid. Het jongerenloket moet optreden als één team. • Er een goede en intensieve samenwerking met het MBO komt. Deze is al in gang gezet, maar kan nog beter. • Leerplicht/RMC actief participeert in de ZAT’s (Zorg Advies Teams) van alle MBO’s. Hier zijn al afspraken over gemaakt. • Vanuit het jongerenloket/ Leerplicht alle sectoren van de MBO’s voorlichting krijgen over verzuim.
Ook zou een nauwere samenwerking tussen het JIP (JongerenInformatiePunt) te Apeldoorn en het jongerenloket een verbetering vormen. Tenslotte is het van belang dat de resultaten van het SOS gewaarborgd worden en dat de visie van het SOS uitgedragen blijft worden, ook in de toekomst.
Zorgstructuur: Een geïntegreerde aanpak Marianne Volp, Voorzitter Centrale Directie Etty Hillesum Lyceum Deventer In 2006 is onderzoek gedaan naar het functioneren van de zorgnetwerken van het Etty Hillesum Lyceum te Deventer en de samenwerking met haar partners, met als doel te komen tot een goede zorgstructuur. Voor het Lyceum, bestaande uit zes scholen, was het versterken van de banden met de zorgpartners nodig. De school streeft naar een doorgaande lijn van onderwijs en begeleiding waarbij arrangementen met zorgpartners buiten het Etty Hillesum onontbeerlijk zijn. Geïntegreerde aanpak De SOS-subsidie is verstrekt om de zorgstructuur en adviesteams verder te ontwikkelen. Eén van de scholen waar men zeer actief is om dit doel te behalen is De Keurkamp. Deze school voor basisberoepsgericht onderwijs heeft veel zorgleerlingen in huis. De extra impuls van het SOS heeft ertoe bijgedragen dat de samenwerking met Rentray (Cluster 4) en Ambelt (cluster 3) is geïntensiveerd en dat met behulp van de SOS-subsidie ruimte is ontstaan voor het binnenhalen van ondersteuningsactiviteiten in de school. Marianne Volp: “Via een geïntegreerde aanpak krijgen jongeren snel een maattraject aangeboden om zo te voorkomen dat zij voortijdig afhaken.” Door externe kennis in huis te halen hoeven jongeren niet naar elders en kunnen zij in een rustig tempo hun diploma halen.
Versterken samenwerking Wat heeft het SOS nu voor het Etty Hillesum Lyceum opgeleverd? Het project heeft een sterke impuls gegeven aan het versterken van de samenwerking met de verschillende zorgpartners. Ook de zorgstructuur per locatie is, met de inzet van de Leerplicht, goed neergezet. In het kader van de doorgaande leer- en zorglijn is de samenwerking met het basisonderwijs en het MBO verbeterd. In de Beroepskolom werkt het VO samen
met het MBO aan het ontwikkelen van een kwalitatieve leerlijn. De toekomst Voor het Etty Hillesum Lyceum gaan de ontwikkelingen door en daarbij streeft men naar goede borging van de afspraken. Marianne Volp: “Er is een mentaliteitsverandering op gang gebracht die we niet meer mogen loslaten.”
“Via een geïntegreerde aanpak krijgen jongeren snel een maattraject aangeboden om zo te voorkomen dat zij voortijdig afhaken.”
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
17
Toekomst SOS-Vliegwiel Op basis van de evaluatie van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek geeft Spectrum een aantal adviezen om het SOS-vliegwiel ook in de toekomst in beweging te houden: • Verzuim en schooluitval is voor de regio Stedendriehoek een thema dat blijvend aandacht nodig heeft. • Voor alle ketenpartijen geldt dat zij de resultaten en opbrengsten van het SOS dienen te borgen om zo de continuïteit te waarborgen. Leg vast wat tot ieders handelen behoort zodat de samenwerking niet stagneert en partijen elkaar blijven opzoeken. • Voor ROC Aventus is het van belang om na te denken waar zij potentiële voortijdige schoolverlaters de juiste alternatieven kunnen aanbieden. Is
dit centraal of decentraal? • De maximale pakkans ligt in het MBO en niet in een loket daarna. • De Overstap is een concreet • voorbeeld van winst door samenwerking. Maak dit structureel. • De opzet van het jongerenloket kan aangescherpt worden. Het gaat vooral om de positie van de verschillende partijen (o.a. RMC) en de uitgangspunten die elkaar soms tegenspreken (werk boven scholing versus startkwalificatie boven werk). • In de Stedendriehoek is een kwetsbare groep niet goed in beeld. Dit zijn jongeren die zonder startkwalificatie werken of thuis zitten. Hier moet de regio meer aandacht aan besteden. • Het LeerlingZorgloket is een aansprekend preventief instrument, maar gezien de grote hoeveelheid samenwerkingspartners ook kwets-
baar als de afspraken niet goed geborgd worden. Het loket moet hier goed op toezien. • De regio moet het voorkomen van schooluitval als een blijvende verantwoordelijkheid zien. Steeds meer kwetsbare groepen komen op het gemeentelijke bord terecht waardoor er regionale bestuurskracht nodig zal blijven om dit thema op te pakken. Het gaat tenslotte om het economisch perspectief van de regio. Ook de nieuwe wet WIJ (Wet Investeren in Jongeren) zal haar invloed doen gelden. • De zorgstructuren in de regio hebben door het SOS een belangrijke kwaliteitsimpuls gekregen. Het is van belang om dit vast te houden en door te zetten. • Zorg voor een blijvende uitwisseling
Mária van Oorschot, Projectleider SOS: “Het is van belang om de verschillende activiteiten en resultaten op gemeentelijk niveau goed te borgen. Leg het vast en maak het onderdeel van iemands handelen, anders raak je het kwijt. Verder is het van belang dat de RMC-coördinator vanuit de regio een heldere en bestuurlijke opdracht krijgt, die ruimte biedt om processen aan te jagen en partijen aan te spreken op verantwoordelijkheden.”
18
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
“Samenwerken is niet vanzelfsprekend. Het sluiten van een convenant alleen is niet voldoende. Het SOS-vliegwiel komt pas in beweging als iedereen de noodzaak inziet van het gezamenlijk klaren van de klus.”
tussen de projecten zodat zij van elkaar blijven leren. • Meer structurele coördinatie/ afstemming op regionaal niveau ten behoeve van Leerplicht/RMC binnen gemeenten strekt tot aanbeveling. • Communiceer nog nadrukkelijker naar jongeren, ouders en professionals over het belang van een startkwalificatie en ondersteun de jongeren die niet de capaciteiten hebben om een startkwalificatie te behalen, gericht en met maatwerk.
wisselwerking en ‘interactie op elk niveau’ op het grote rangeerterrein van onderwijs, zorg en overheden. Op elkaar wachten leidt tot onnodige vertraging. Iedereen kan vanuit zijn eigen positie actie ondernemen, als je het maar wil en vervolgens ook doet!”
Op basis van de gegeven adviezen kan worden geconcludeerd dat er geïnvesteerd moet worden in het SOS, ook in de toekomst. Mária van Oorschot, Projectleider SOS: “Pas als de wederkerigheid doorleefd en ervaren wordt, ontstaat er samenwerking en komen processen op gang. Het gaat om de
De kracht van het SchoolverlatersOffensief Stedendriehoek
19
Colofon Tekst Jorike Smeitink, Jaap Terpstra, Wilmie van der Kuil Eindredactie Marcia Veenhuis Fotografie Fotoburo SEEN, Novy Print Ontwerp en lay-out van arendonk ontwerpers Druk Drukkerij Roos en Roos Mei 2009 Er is geen verband tussen de jongeren op de foto’s en de inhoud van deze uitgave. Het SOS is mede mogelijk gemaakt middels financiering door de provincie Gelderland en de provincie Overijssel.
Arnhemsestraatweg 19 Postbus 8007 6880 CA Velp www.spectrum-gelderland.nl T (026) 384 62 00 E
[email protected]