Werkgeversagenda Stedendriehoek Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
611810-WVM-04.indd 1
09-11-2007 10:01:10
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Partners Deze Werkgeversagenda Stedendriehoek is een uitgave van het Ondernemersplatform Stedendriehoek op initiatief van VNO-NCW Stedendriehoek en MKB Stedendriehoek.
Het Ondernemersplatform Stedendriehoek is een samenwerkingsverband van meerdere werkgeversorganisaties en bedrijvenkringen: VNO-NCW Stedendriehoek MKB Oost-Nederland Kamer van Koophandel Bedrijvenkring Apeldoorn Deventer Kring van Werkgevers Vereniging Werkgeverskontakt Zutphen Voorster Kring van Werkgevers IndustrieKern Eerbeek-Loenen IndustrieKring Lochem BedrijvenKring Epe
Deze werkgeversagenda wordt tevens ondersteund door onderstaande brancheorganisaties: TLN EVO Bouwend Nederland Recron Koninklijke Horeca Nederland Koninklijke Metaalunie UNETO-VNI
Pagina 2
611810-WVM-04.indd 2
November 2007
09-11-2007 10:01:18
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................. Pag. 4
Doel Werkgeversagenda............................................................................................... Pag. 5
Speerpunt 1
Verbeteren aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt ....................................... Pag. 6
Speerpunt 2
Bereikbaarheid van de regio ...................................................................................... Pag. 8
Speerpunt 3
Ruimte om te ondernemen ......................................................................................... Pag. 10
Speerpunt 4
Stimuleren en zichtbaar maken van innovatie ................................................ Pag. 12
Speerpunt 5
Regiomarketing.................................................................................................................. Pag. 14
Speerpunt 6
Regionaal-economische samenwerking ............................................................ Pag. 15
November 2007
611810-WVM-04.indd 3
Pagina 3
09-11-2007 10:01:19
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Inleiding De Stedendriehoek is een bijzondere regio met een bijzondere positie in de Nota ‘Ruimte’ en ‘Pieken in de Delta 1’. Die positie is te danken aan de vele bedrijven, de onderwijs- en zorginstellingen en de overheid, die gezamenlijk werk bieden aan zo’n 194.000 mensen. De Stedendriehoek kent zeven gemeenten (verenigd in de ‘regio Stedendriehoek’), waarin de steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen één van de grotere stedelijke concentraties buiten de Randstad vormen. De belangrijkste verbindende factoren in de regio zijn de twee transportaders A1 en A50, waardoor noord-zuid en oost-west elkaar ontmoeten. Maar ook historische elementen (de IJssel en de Veluwe als toeristisch trekpleisters) en moderne elementen (de aanwezigheid van rijksdiensten met haar kenniswerkers en de ‘monding’ van het Twentekanaal) zijn belangrijke regionale schakels. En wat maakt die Stedendriehoek dan zo bijzonder? De regio ligt te midden van de zogeheten valley’s rond de universiteitssteden. Maar ook aan de rand van gebieden die van oudsher een sterke binding en uitstraling hebben: de Veluwe, de Achterhoek en Salland. De karakteristieken van deze drie gebieden komen samen in de Stedendriehoek en zorgen voor een uniek woonen werkklimaat met een hoog voorzieningenniveau. De bedrijvigheid is al even divers. Vrijwel alle sectoren zijn goed vertegenwoordigd, zonder dat bepaalde bedrijven of branches een dominante positie innemen. Dit alles zou de kracht moeten zijn van de regio, maar dat is het nog niet. Hoofdreden: onbekend maakt onbemind, waardoor het gevoel ontstaat dat er niets te halen valt en kansen onbenut blijven. Het stedelijk netwerk Apeldoorn, Deventer en Zutphen fungeert als een transitregio, als toegangspoort. Vanuit het westen richting het Twentse en Duitse achterland en vice versa. Voor de noord-zuid verbinding via de A50 geldt de functie als toegangspoort in mindere mate. Deze functie levert de regio nog onvoldoende economische waarde op. De regio zou de functie als toegangspoort kunnen effectueren door actief het woon-, leef- en vestigingsklimaat te promoten. Effectueren betekent ook dat bedrijven uit het oosten en westen van het land de Stedendriehoek een aantrekkelijke locatie vinden voor hun verkoopkantoren en distributiecentra. VNO-NCW Stedendriehoek en MKB Stedendriehoek (voortaan VNO-NCW / MKB Stedendriehoek genoemd) willen zich de komende jaren hard maken om een aantrekkelijke regio voor ondernemers te (blijven) garanderen. En VNO-NCW / MKB Stedendriehoek zijn van mening dat er aan het vestigingsklimaat voor ondernemers nog best het een en ander te verbeteren valt. Economische ontwikkeling van de regio Stedendriehoek is geen kwestie van focus op één ontwikkelingsrichting, maar op meerdere die elkaar versterken. Dat vraagt om samenwerking. En sterke netwerken.
1
In ‘Pieken in de Delta’ worden economische regio’s benoemd op basis van onderscheidende marktontwikkelingen. Deze pieken zijn als zodanig erkend, vanwege de aanwezigheid van een universiteit. Voor de regio Stedendriehoek schiet deze benadering tekort. Niet alleen omdat een gerenommeerd wetenschappelijk instituut ontbreekt, maar ook omdat de regio verschillende kwaliteiten en culturen herbergt. Juist de aanwezigheid van mensen, historische en moderne culturen, (creatieve) kenniswerkers herbergt een economische potentie van formaat. Wanneer deze constatering gekoppeld wordt aan de valley-gedachte ontstaat mogelijk een uniek regionaal profiel.
Pagina 4
611810-WVM-04.indd 4
November 2007
09-11-2007 10:01:19
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Doel Werkgeversagenda Het doel van deze Werkgeversagenda is het geven van uitgangspunten, knelpunten, oplossingen en concrete acties die het ondernemersbelang, de regionale werkgelegenheid en de economische ontwikkeling in de Stedendriehoek bevorderen. VNO-NCW Stedendriehoek / MKB Stedendriehoek willen dit bereiken door constructieve en structurele samenwerking met ondernemingen, overheden, het georganiseerde bedrijfsleven, kennisorganisaties en gerichte belangenbehartiging. Deze Werkgeversagenda wordt breed gedragen door de werkgevers in de Stedendriehoek, die allen vertegenwoordigd zijn in het Ondernemersplatform Stedendriehoek (OPS). Het OPS fungeert als regionaal werkgeversklankbord richting onderwijs, onderzoek en regionaal bestuur. Met deze Agenda willen ondernemers input leveren voor het bestuurlijk Economisch Platform Stedendriehoek (bEPS) en het Activiteitenplan van de Kamer van Koophandel, dat jaarlijks een herijking zal krijgen. Het bEPS heeft tot doel gezamenlijk de economische positie van de regio Stedendriehoek verder te versterken, waardoor de brede economische structuur van de regio behouden blijft en waar mogelijk wordt uitgebouwd. Het realiseren van die economische positie vergt een krachtige, gezamenlijke strategie van de verschillende partijen in de Stedendriehoek. Een strategie die sturing geeft aan economisch ontwikkelingsbeleid van de verschillende overheden en andere betrokken organisaties in de regio. Maar het ambitieniveau hiervan moet omhoog. Het sturen van de regionale ontwikkeling vereist vaker een intensievere samenwerking tussen relevante partijen, ook op een groter schaalniveau dan alleen de regio Stedendriehoek. Door intensievere samenwerking van VNO-NCW / MKB Stedendriehoek met de lokale bedrijvenkringen, worden ondernemerscontacten niet alleen op regionaal, maar ook op lokaal niveau verstevigd. Ook de Kamer van Koophandel Oost-Nederland participeert actief in deze samenwerking en ondersteunt daarbij private partners. Door krachtenbundeling wordt een doeltreffende belangenbehartiging uitgeoefend.
Speerpunten VNO-NCW / MKB Stedendriehoek ondersteunt de gezamenlijke aanpak via het bEPS en heeft, in afstemming met de bedrijvenkringen en ondernemersverenigingen, kort en krachtig op een rij weten te zetten wat de werkgevers absoluut noodzakelijke maatregelen vinden voor een economisch sterke regio. Om dat te bereiken is een zestal speerpunten benoemd die er toe moeten leiden dat het economisch potentieel van de regio maximaal kan worden benut. Per speerpunt benoemen wij in deze Werkgeversagenda puntsgewijs de knelpunten, de oplossingen en de actiepunten. Deze speerpunten zijn: 1. Verbeteren aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt 2. Een goede fysieke bereikbaarheid 3. Ruimte om te ondernemen 4. Bevorderen en stimuleren van innovatie 5. Inzetten op regiomarketing 6. Verbeteren van regionaal economische samenwerking
November 2007
611810-WVM-04.indd 5
Pagina 5
09-11-2007 10:01:19
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Speerpunt 1
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Het gaat goed met de economie. Zo goed zelfs, dat in veel sectoren een tekort ontstaat aan goed gekwalificeerde werknemers. Ondernemers staan te popelen om te investeren en laten in sommige gevallen zelfs orders schieten omdat ze onvoldoende personeel hebben. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling, terwijl er nog altijd mensen langs de zijlijn staan. Oudere werknemers, die niet de weg meer weten om aan de slag te komen. Of jongeren, nog aan de start van hun werkzame leven. Bijvoorbeeld omdat hun vooropleiding niet aansluit op de arbeidsmarkt. Of omdat ze wel ervaring hebben, maar niet de juiste papieren.
Het blijkt voor ondernemers in de regio Stedendriehoek niet eenvoudig te zijn om aan goed gekwalificeerd personeel te komen. Eén van de oorzaken hiervan is dat veel jongeren geen arbeidsmarkt relevante opleiding volgen, of te laag gekwalificeerd blijven. Onderwijs- en kennisinstellingen moeten goed in beeld hebben voor wat en voor wie zij opleiden; zij moeten de vinger aan de pols kunnen houden om de behoeften vanuit het bedrijfsleven goed te kunnen vertalen naar de opleidingsprogramma’s. Arbeidsrelevant opleiden in kwaliteit en kwantiteit staat voorop. Voor docenten binnen de onderwijsinstellingen is het daarom belangrijk dicht bij het bedrijfsleven te staan om zo know-how uit te wisselen en ervaring op te doen met de nieuwste methodes en technieken. De huidige en toekomstige arbeidsmarkt is gespannen en niet alleen als gevolg van de klassieke mismatch tussen vraag en aanbod. In de Stedendriehoek is bovendien een andere ontwikkeling zichtbaar. De werkgelegenheid is groter dan de aanwezige beroepsbevolking. Het bedrijfsleven moet zich daarom op korte termijn voorbereiden op een veranderende samenstelling van de beroepsbevolking (meer vrouwen, ouderen en allochtonen) en meer diversiteit in het personeelsbeleid. Daarnaast zullen bedrijven moeten investeren in de permanente bijscholing van de belangrijkste productiefactor voor vernieuwing: hun personeelsbestand. Permanente educatie vergroot hun marktwaarde en daarmee de employability en re-integratiemogelijkheden. “Niemand heeft zin om mensen op te leiden voor een beroep waar geen perspectief in zit. Je ziet dus dat scholen heel inventief worden bij het ontwikkelen van nieuwe onderwijsvormen en lespakketten. Maar daarvoor hebben ze wel betrouwbare input vanuit het bedrijfsleven nodig.”
Pagina 6
611810-WVM-04.indd 6
November 2007
09-11-2007 10:01:19
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Knelpunten
Acties
• Tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten in diverse sectoren en op verschillende niveaus, onder andere door uitstroom van gekwalificeerde jongeren uit de regio. • Te weinig structureel inzicht in de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Er bestaan veel overleggen maar de eindverantwoording ontbreekt. • Problemen met de invulling van stageplaatsen; werving / afstemming is niet optimaal. • Versnipperde arbeidsmarktinformatie. Er ontbreekt een complete ‘foto’ van de Stedendriehoek als gebied en de pendelstromen hierin. Met name in Gelderland bestaat geen periodiek arbeidsmarktonderzoek waarin wordt ingezoomd op trends en ontwikkelingen. CBS, elke gemeente, UWV en CWI hanteren eigen cijfers. • Het regionale industrieaandeel in de werkgelegenheid is relatief groot, maar is vooral low- en medium-tech. Dit beperkt de economische ontwikkeling van de regio op korte en lange termijn.
Met onderstaande acties wil het regionale bedrijfsleven aansluiten bij de al bestaande goede, maar veelal lokale initiatieven in de regio. Veel van deze initiatieven en samenwerkingsverbanden hebben lokaal al bewezen van waarde te zijn, maar kunnen nog meer betekenen in regionaal verband. Een goed voorbeeld hiervan is het stimuleren van instroom in technische beroepsopleidingen door het Platform Techniek uit Deventer.
Oplossingen • Onderwijsinstellingen dienen hun onderwijsconcept(en) af te stemmen op de verschillende leerlingenpopulaties die zij bedienen en op de behoeften van de omgeving waarin ze werken. • Om docenten voor het onderwijs te behouden, moeten er ook binnen het lerarenberoep mogelijkheden zijn voor verdere ontwikkeling en scholing door integratie met het bedrijfsleven. • Er komen wel meer lectoren uit het bedrijfsleven, maar de kenniskringen eromheen vormen nog niet een goede afspiegeling van het bedrijfsleven. Elke kenniskring (MBO/HBO) dient minimaal voor de helft te bestaan uit afgevaardigden uit het bedrijfsleven. • Voorkom voortijdige uitstroom van gekwalificeerde jongeren, door het tegengaan van ‘groenpluk’ en het stimuleren van de startkwalificatie door het beschikbaar stellen van stages en leerwerkbanen. Vraag en aanbod dienen via één loket samen te komen. • Het bedrijfsleven dient actief te participeren in het onderwijs door deelname in raden van toezicht, adviescommissies, werkveldcommissies en door stageopdrachten. Het onderwijs heeft de mogelijkheid om 30% van haar beleidsruimte af te stemmen op de wensen/behoeften van het regionale bedrijfsleven. Scholen dienen daarom hun meerjarenbeleidplan af te stemmen met het regionale bedrijfsleven. • Bedrijfsleven moet investeren in scholing en werkervaring voor jongeren en ouderen en stageplaatsen / EVC-trajecten zien als een investering en niet als kostenpost (HRM-beleid combineren met slimmer werven en opleiden). • Ontwikkeling adequaat arbeidsmarktinformatiesysteem (zie knelpunten). • Bestuurlijke kracht ontwikkelen door samenwerking en niet blijven hangen in praatplatforms en benoem bij elk probleem een eindverantwoordelijke!
November 2007
611810-WVM-04.indd 7
• De werkgroep Onderwijs en Arbeidsmarkt van het regionale bedrijfsleven vormt een werkgeversklankbord richting het Regionaal Platform Arbeidsmarkt Stedendriehoek (RPA). Een andere taak van de werkgroep voor de komende jaren is om een rol te spelen bij het vaststellen en toetsen van de strategische beleidsplannen van het (beroeps)onderwijs. De input hiervoor dient per branche verzameld te worden. Ook dient via deze weg de instroom van arbeidskrachten in o.a. de technische sector te worden vergroot. • Het opzetten van een efficiënt arbeidsmarktplatform (RPA) dat resultaatgericht werkt door het jaarlijks opstellen en evalueren van een concrete werkagenda. • Het actief ondersteunen van de ‘Week van de techniek’ en het opstarten van lokale techniekdagen, waarbij jongeren actief kennis kunnen maken met de boeiende aspecten van de technische beroepen. • Regionaal organiseren van de ‘dag van de docentenstage’, waarbij docenten stage lopen in het bedrijfsleven en zo meer inzicht krijgen in de markt. • Oprichting van een werk-leer-loket voor een betere afstemming tussen partijen die werkgevers benaderen voor stages, leerbanen en vacatures. Hiermee wordt een centraal loket gecreëerd waar werkgevers met al hun vragen op deze terreinen terecht kunnen. • Het organiseren van een regionale banenmarkt. • Eén centraal betrouwbaar periodiek arbeidsmarktonderzoek starten.
Pagina 7
09-11-2007 10:01:19
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Speerpunt 2
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Bereikbaarheid van de regio Bereikbaarheid is voor het bedrijfsleven een essentiële vestigingsvoorwaarde. De regio Stedendriehoek omvat een verzorgingsgebied met ruim 400.000 inwoners. De economische betekenis van de regio groeit sterk en dat is terug te zien in de toename van verkeersbewegingen in en rondom de steden. Het aantal op de weg verreden kilometers zal tot 2020 op alle type wegen met gemiddeld 43% groeien (47% op de snelwegen), waarbij vooral in de ochtendspits een grote druk op het wegennet ontstaat.
Op dit moment is de situatie van de fysieke bereikbaarheid van de regio Stedendriehoek, buiten de spitsuren, nog redelijk te noemen. Maar het wordt op de A1 en de A50 steeds drukker en vooral tijdens de spitsuren komt het verkeer vaker vast te zitten. Tijdens de spits zijn naast de op- en afritten vooral de verbindingen bij de aansluitingen op de gemeentelijke, provinciale en rijkswegen “bottlenecks”. De ruimtelijke ontwikkelingen die (gaan) plaatsvinden in de Stedendriehoek hebben daarnaast een sterke mobiliteitsgroei tot gevolg. Hierdoor wordt de kwetsbaarheid van de regionale infrastructuur alsmaar groter, vooral bij incidenten. De verslechterde bereikbaarheid van de regio en de steden en de daarmee gepaard gaande toename van de leefbaarheidsproblemen, leiden tot een afname van de aantrekkelijkheid van het werk- en ondernemingsklimaat in de Stedendriehoek. Dit blokkeert de economische vitaliteit van de gehele regio. Bovendien komt hiermee uiteindelijk ook het landschap onder druk te staan. Een gunstig ondernemersklimaat kan dus niet zonder goede bereikbaarheid. Jaarlijks groeien de verkeersintensiteiten, terwijl investeringen in meer capaciteit op (rijks) wegen in de regio achterblijven. Deze groei is bij lange na niet op te vangen met beter openbaar vervoer. VNO-NCW / MKB Stedendriehoek hebben een aantal jaren terug – samen met de bedrijvenkringen, EVO en Transport en Logistiek Nederland – de knelpunten op het gebied van infrastructuur op de provinciale en gemeentelijke agenda’s gezet. De provincie onderkent nu het belang van goede bereikbaarheid door in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) de bereikbaarheid van de economische centra centraal te stellen. In de tussentijd zijn een aantal van die knelpunten opgelost. Helaas zijn nieuwe knelpunten in beeld gekomen. De overheid zal de komende tijd – samen met de markt – moeten kijken op welke wijze de maatregelen uit het PVVP zo snel mogelijk kunnen worden uitgevoerd en gefinancierd.
Pagina 8
611810-WVM-04.indd 8
November 2007
09-11-2007 10:01:19
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Knelpunten (mede op basis van de netwerkanalyse)
Acties
• Ondanks recente investeringen op de A1 in de regio zal de congestie op deze belangrijke verkeersader de komende decennia toenemen. Doordat veel verkeer de IJssel moet kruisen zijn de uitwijkmogelijkheden naar andere wegen beperkt. • De meeste verliesuren in het verkeer ontstaan op de toegangswegen van de drie steden. • Op de A50 ontstaan bij Epe (in de toekomst) nieuwe congestieproblemen. • Op de regionale wegen liggen de belangrijkste knelpunten in de bereikbaarheid op de N348 (Deventer-Zutphen-Dieren) en de N786 (Apeldoorn – Dieren) en die nemen nog verder toe. • Door de congestie is het marktpotentieel van het centrum van Deventer laag en blijft dat het ook (tenzij verdere maatregelen worden genomen). Van de centra van Zuthpen en Apeldoorn neemt het marktpotentieel door dezelfde oorzaak af. • De leefbaarheid in zowel steden als dorpen komt verder onder druk te staan. • Tot op heden zijn de opbrengsten van de ruimtelijke ontwikkelingen in de regio niet ingezet om infrastructurele knelpunten op te lossen.
• Gezamenlijke lobby voor het versneld uitvoeren van de benodigde kortetermijnmaatregelen om de verliesuren op de A1 te beperken en capaciteitsuitbreiding op de A1 te bewerkstelligen. • Opstellen van een gebiedsvisie A1/A50 door het regionale bedrijfsleven, met een overzicht van de knelpunten en oplossingen op het gebied van infrastructuur en bedrijventerreinen en een doorkijk naar de toekomst. Deze visie zal door het bedrijfsleven worden ingezet om deze economische agenda te ondersteunen. • VNO-NCW / MKB Stedendriehoek, bedrijvenkringen, regionale overheden en Kamers van Koophandel stellen een samenwerkingsverband in dat verantwoordelijkheid neemt voor de verdere ontwikkeling van mobiliteitsmanagement in de regio Stedendriehoek. Dit kan alleen succesvol worden als ondernemers (individueel en op basis van vrijwilligheid) onder begeleiding van een mobiliteitsmakelaar hun inzet kunnen bepalen. • Klankborden van regionale ontwikkelingen van en naar de bedrijvenkringen. • Streven naar een goede samenwerking met de wegbeheerders.
Oplossingen • Versnelde aanpak kortetermijnmaatregelen voor doorstroming op de A1. • Op de lange termijn is capaciteitsuitbreiding van de A1 tussen Apeldoorn-Zuid en Holten nodig om de bereikbaarheid en leefbaarheid van de Stedendriehoek ook na 2020 te garanderen. • Op basis van nog uit te voeren corridorstudies voor de provinciale wegen in de Stedendriehoek (N348, N345, N786, N346) dient inzichtelijk te worden gemaakt welke maatregelen moeten worden genomen en welke investeringen daarvoor nodig zijn. • Op basis van de netwerkanalyse dienen de gemeentelijke overheden samen met de provincie een meerjaren investeringsprogramma op te stellen dat voorziet in een verbeterde doorstroming en ontsluiting van de economische centra in de regio. • Dit betreft niet alleen de inzet van rijksmiddelen in de regio, maar ook de inzet van provinciale, regionale en gemeentelijke budgetten. De beschikbaarheid van investeringsbudgetten voor infrastructuur is nu beperkt omdat niet alle bronnen worden benut. Het bedrijfsleven pleit voor een regionaal mobiliteitsfonds voor de aanleg van infrastructuur in de regio, dat onder ander wordt gevoed vanuit de opbrengsten uit ontwikkelingen in de regio en bijdragen van Rijk en provincies. • Het bedrijfsleven kan bijdragen aan een minder kwetsbare infrastructuur door in te zetten op het verminderen van de regionale mobiliteitsbehoefte.
November 2007
611810-WVM-04.indd 9
Netwerkanalyse vormt het kader voor de juiste afweging Als uitwerking van de Nota ‘Mobiliteit’ is voor de regio Stedendriehoek een netwerkanalyse opgesteld. Deze analyse heeft de ruimtelijke ontwikkeling en de mobiliteitsontwikkeling van alle modaliteiten en daaruit voortvloeiende knelpunten tot 2020 in kaart gebracht. Uit de netwerkanalyse blijkt in welke mate individuele oplossingen kunnen bijdragen aan het verbeteren van de totale bereikbaarheid van de Stedendriehoek. Voor het bedrijfsleven is van belang dat daarbij de knelpunten met de grootste economische schade met voorrang worden aangepakt.
Pagina 9
09-11-2007 10:01:20
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Speerpunt 3
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Ruimte om te ondernemen Gaat het goed met de industrie, dan gaat het goed met de hele economie. Dat is een bewezen stelling. De regio Stedendriehoek is – anders dan in de beeldvorming – een gebied met relatief veel industrie. Binnen Oost-Nederland is de Stedendriehoek mede daarom één van de economische motoren. Ondernemers verwachten van de regionale en provinciale overheid dat zij de juiste voorwaarden scheppen voor een vitale industrie en economie en zo de traditionele vestigingsvoorwaarden verbeteren en stimuleren. Het gaat daarbij niet alleen om goede verbindingswegen en passende vestigingsruimte, maar ook om het stelsel van administratieve lasten – de regeldruk – en de mate waarin de overheid zelf ondernemend optreedt. Vermindering van de regeldruk en verruiming van de handelingsvrijheid bevordert de investeringsbereidheid van ondernemers.
In mei 2007 is de Regionale Structuurvisie voor het bundelingsgebied in de Stedendriehoek vastgelegd, waarin duidelijk is gemaakt waar in de regio ruimte is voor toekomstige bedrijvigheid. In de praktijk blijkt het realiseren en financieren van hoogwaardige bedrijventerreinen een lastige zaak door het grote spanningsveld tussen economie en ecologie. Dit betekent te weinig ruimte voor een gezonde bedrijvigheid. Ondernemers zijn van mening dat de Stedendriehoek zich moet onderscheiden door in te spelen op specifieke kwaliteiten. Door de strategische ligging langs twee transportcorridors goed te gebruiken kan de economische potentie van de regio volop worden benut. De ruimte langs de A1 kan gebruikt worden voor bedrijven die elders in de regio hun bedrijfsactiviteiten niet optimaal kunnen uitvoeren en voor clustering van industriële sectoren. Daartoe moeten door gemeenten, regio en provincies keuzes worden gemaakt: de keuze om de ruimte langs de A1 te benutten, om zo de dorps- en stadskernen en het buitengebied volop te kunnen ontwikkelen tot een aantrekkelijke woonomgeving. Een ander belangrijk thema is het verduurzamen van bedrijventerreinen door herstructurering en revitalisering. Dit moet de komende jaren volop aandacht krijgen, maar wel met de juiste insteek. Herstructureren van verouderde bedrijventerreinen is een kostbare zaak. Wanneer de mogelijkheid tot uitplaatsing van bedrijven bestaat, is het mogelijk binnen PPS-constructies tot een nieuw waardevol werklandschap te komen. Echte ruimtewinst zal beperkt blijven en een twee-sporen-beleid is daarom noodzakelijk. Herstructurering heeft pas zin als het bedoeld is om de bestaande bedrijvigheid beter te faciliteren. En alleen op bedrijventerreinen die goed ontsloten zijn en waar de milieugebruiksruimte toereikend is. Nieuwe terreinen zijn nodig om de clustering van bedrijven mogelijk te maken en de economische groei voor te zijn.
Pagina 10
611810-WVM-04.indd 10
November 2007
09-11-2007 10:01:20
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Knelpunten
Acties
• In een aantal gemeenten bestaan plannen voor transformatie van bestaande bedrijventerreinen naar andere functies, waardoor nieuwe bedrijfslocaties nodig blijven. De economische groei kan – behoudens in Apeldoorn – lokaal niet worden opgevangen. • Het tekort aan zichtbare (regionale) bedrijfslocaties langs de A1; zowel in Deventer als in Apeldoorn. Deze regionale bedrijventerreinen dienen zowel de lokale vraag op te vangen als de kansrijke herstructureringsprojecten te versnellen. • De milieugebruiksruimte op bestaande terreinen van het gevestigde bedrijfsleven is onvoldoende inzichtelijk. Het uitplaatsen van één belastend bedrijf kan uiteindelijk veel ruimte en ontwikkelingsmogelijkheden bieden. • Een belangrijke verklaring voor de problemen rondom de herstructureringsopgave is gelegen in de onvoldoende aandacht op gemeentelijk niveau voor kwaliteitshandhaving van bestaande locaties. • De lastendruk verschilt per gemeente in grootte, aanpak en effectieve behandelingstermijn. • Onvoldoende inzicht in bestaande en nieuwe wetgeving inzake milieu en veiligheid en de handhaving daarvan. Bedrijfsontwikkeling wordt zo beperkt.
• Ontwikkelen regionale bedrijventerreinenvisie met uitwerking naar verschillende segmenten. Hierin ook visueel inzichtelijk maken wat de bestaande milieugebruiksruimte is. • Toepassen van een Keurmerk Bedrijventerreinen. Dit keurmerk maakt niet alleen inzichtelijk wat de kwaliteit is van bestaande terreinen, maar kan ook het benodigde onderhoudsniveau bepalen. • Gefaseerde ontwikkeling van specifieke distributieterreinen (langs de transportassen) voor uitbreidende of te verplaatsen lokale bedrijven en hoogwaardige logistieke vestigingen van elders. • Instelling van een regionaal aanjaag- en begeleidingsteam voor herstructurering van bedrijventerreinenen en stimulering van parkmanagement. • Afspraken met gemeenten maken om in regionaal verband te komen tot vermindering van de regeldruk. Nadruk op ‘best practices’. • In samenwerking met de regio een vergunningenwijzer opstellen voor ondernemers. • Monitor Lokale Lasten jaarlijks uitvoeren en gebruiken om de (administratieve) lastendruk te verminderen. • Het regionale bedrijfsleven biedt handvatten en instrumenten aan overheden om te helpen bij vermindering van de lastendruk via de Ondernemersgerichte Algemene Plaatselijke Verordening. Doel is dat gemeenten in de regio Stedendriehoek op 1 juni 2008 een nieuwe APV hebben ingevoerd, die leidt tot een forse kostenreductie voor het bedrijfsleven.
Oplossingen • Iedere kern moet de ruimte voor bedrijventerreinen creëren die aansluit op de vraag van de gevestigde en startende bedrijven in die kern. Daarvoor is een transparant inzicht nodig in het huidige vraag en aanbod en de milieugebruiksruimte op bestaande bedrijventerreinen. • Scheppen van ruimtelijke randvoorwaarden voor nieuwe bedrijvigheid langs de A1/A50, gericht op transport en distributie, ruimte voor bedrijven uit binnensteden en kennis- en industrieclusters. • Creatie van broedplaatsen voor innovatie (uitbouw van kennisclusters) en creatieve economie langs de A1 (ter hoogte van Deventer). • Overleg en afstemming over segmentatie, fasering, randvoorwaarden (o.a. inrichting, duurzaamheid en parkmanagement) en grondprijzen van nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen en kantorenlocaties.
November 2007
611810-WVM-04.indd 11
Pagina 11
09-11-2007 10:01:21
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Speerpunt 4
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Stimuleren en zichtbaar maken van innovatie De concurrentiepositie van regio’s met daarbinnen het regionale bedrijfsleven wordt meer en meer afhankelijk van kennis en innovatie. Om de toenemende (inter)nationale concurrentie het hoofd te bieden, moeten bedrijven nieuwe producten en diensten op de markt brengen. Toepassing van nieuwe kennis of innovatie is daardoor noodzakelijk. Meer en meer tracht het regionale bedrijfsleven de krachten te bundelen door het organiseren van specialistische clusters en netwerken. In de ‘Atlas van kennis en innovatie’ van het Centraal Planbureau staan een aantal belangrijke aandachtspunten voor de regio Stedendriehoek: • economische-technologische vernieuwing blijkt niet primair verbonden te zijn met andere kennisinstituten en bedrijven in dezelfde regio, maar juist met een (inter)nationaal netwerk van bedrijven en universiteiten; • de werkgelegenheid in de kennisintensieve industrie in de Stedendriehoek is ondervertegenwoordigd; • de werkgelegenheid in de overheidsdienstverlening en ICT ligt in de Stedendriehoek boven het landelijke gemiddelde; • van de 7 indicatoren die het CPB hanteert voor een gezonde kenniseconomie, scoort de Stedendriehoek op 6 van de 7 boven het landelijk gemiddelde; echter het aandeel high-tech en medium-tech bedrijven blijft achter.
De regio Stedendriehoek ligt op een megacorridor naar het westen en het oosten. In het gebied liggen kansen voor de ontwikkeling van logistieke dienstverlening, innovatieve maakindustrie en specifieke kennisclusters. Oost-Nederland beschikt verder over publieke en private kennisconcentraties rond de universiteiten in Twente, Nijmegen en Wageningen en de hogescholen Saxion, HAN en Windesheim. Daarnaast hebben ook de diverse ROC’s een belangrijke rol bij stimuleren van innovatie in het MKB. Het zijn belangrijke aanknopingspunten voor kennisen productiviteitsontwikkeling, waar de Stedendriehoek op dit moment onvoldoende gebruik van maakt. De verhoging van arbeidsproductiviteit door innovatie moet centraal staan bij het stimuleren van innovatie.
Pagina 12
611810-WVM-04.indd 12
November 2007
09-11-2007 10:01:22
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Knelpunten
Acties
• Volgens VNO-NCW / MKB Stedendriehoek dient innovatie per definitie een onderwerp te zijn dat vanuit de ondernemers zelf wordt opgepakt. Nog te weinig worden netwerken van bedrijven laagdrempelig gekoppeld en hierdoor lukt het ‘stimuleren’ nog niet erg. • Omgevingsfactoren dragen onvoldoende bij aan het ontwikkelen van kennisintenstieve industrie (of diensten). Innovatie begint vaak ook bij startende creatieve ondernemers en de Stedendriehoek heeft weinig geschikte bedrijfsruimte voor deze doelgroep. • Onbekendheid met de mogelijkheden van kennisinstellingen zoals universiteiten en TNO en de praktische routes om subsidies te verzilveren. • Het ontbreken van concrete actielijnen van het gezamenlijke bedrijfsleven gericht op: ontwikkeling technologie – product – proces en marktinnovatie. • Onbekendheid met de regionale successen; het laten zien van geslaagde innovaties stimuleert anderen en is daarmee ook een vestigingsfactor van formaat.
• Een regionaal innovatienetwerk van ondernemers oprichten dat de verantwoordelijkheid heeft in alle breedte te communiceren over innovatie en het uitrollen van het project ‘Succesvol Innoveren in MKB Oost-Nederland (SIMON)’. • Om ervoor te zorgen dat de kennis die bedrijven in huis hebben waar ‘meer’ mee gedaan kan worden boven tafel komt is een innovatiemakelaar nodig; iemand met ervaring en een breed netwerk die ‘hands on’ ondernemers met elkaar en met organisaties kan verbinden. • Echt innoveren vindt plaats op de werkvloer en door samenwerking en uitvoering tussen partijen die zich committeren en verbinden aan elkaar. Het bedrijfsleven zal zich inzetten voor de realisatie van een toegankelijk kennispark langs de A1. • Ook personeel van bedrijven onderling kunnen aan innovatie doen. De op te zetten ondernemersacademie in Lochem is hiervoor één van de geschikte plaatsen. Het bedrijfsleven ondersteunt daarom de komst van deze academie. • VNO-NCW / MKB Stedendriehoek zal voorts faciliterend zijn ten behoeve van dit netwerk door in te spelen op vragen uit de markt. Bijeenkomsten over ‘Lean manufacturing’ zijn daarbij één van de instrumenten om de komende jaren in te zetten. • (Twee)jaarlijks organiseren van een innovatiebeurs om meer bekendheid te geven aan de innovatieve diensten en producten uit de Stedendriehoek.
Oplossingen • Innovatie is van toepassing op de gehele keten van een product of dienst. Maar met name binnen de maakindustrie lijkt innovatie een natuurlijk proces. Dat is het echter niet. Er zijn namelijk ontwikkelaars, maar ook toepassers en volgers. Opvallend is dan, dat alle landelijke actieprogramma’s de eerste groep – de ontwikkelaars - redelijk bereiken, maar de groepen ‘toepassers’ en ‘volgers’ niet of nauwelijks. Om deze groepen wel te bereiken, kan een regionaal innovatienetwerk van ondernemers uitkomst bieden. • VNO-NCW / MKB Stedendriehoek wil zich hard maken voor een regionaal ondernemersnetwerk met innovatie als gemeenschappelijke drager. • Innoveren betekent investeren. Om het regionale aandeel high-tech en medium-tech bedrijven te vergroten is naast een innovatienetwerk ook een fysieke infrastructuur nodig. De provincies en de gemeenten in de regio dienen daarom te investeren in een kennispark, waar alle faciliteiten onder één dak zitten en gemakkelijk toegankelijk zijn. • Om de toegang tot Europese en landelijke subsidies te vereenvoudigen kunnen regionale afdelingen van ontwikkelingsmaatschappijen als Oost NV en Syntens een rol spelen. Hiermee kan de deelname aan programma’s als EFRO, de WBSO en de gelden die bedoeld zijn voor de zogeheten ‘sleutelgebieden’ worden benut.
November 2007
611810-WVM-04.indd 13
Pagina 13
09-11-2007 10:01:23
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Speerpunt 5
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Regiomarketing Het is van groot belang regiomarketing in te zetten om de kwaliteiten van de regio Stedendriehoek als vestigingsplaats binnen Nederland en over de grens te onderstrepen. De kwaliteit van de omgeving met een goed vestigingsklimaat of met gunstige vestigingsvoorwaarden is een noodzakelijke voorwaarde voor een sterke (internationale) concurrentiepositie. Een goede naamsbekendheid waarbij de unieke kwaliteiten van de regio Stedendriehoek worden uitgedragen maakt dat ondernemers in de regio willen investeren. Regiomarketing heeft als doel de regio verder te ontwikkelen en aantrekkelijker te maken voor de verschillende doelgroepen (bedrijven, bewoners en bezoekers) door het gewenste imago optimaal uit te dragen. Om dit te bereiken is het nodig de concurrentiepositie van de regio te verbeteren door de kwaliteiten van de steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen expliciet te maken richting de doelgroepen. Het product is niet ‘de Stedendriehoek’ maar de afzonderlijke kwaliteiten ervan. En die mag, moet, je gezamenlijk presenteren. Citymarketing met een regionale ondertitel is dan het devies. De Stedendriehoek kent tal van voordelen zoals de centrale ligging tussen grote afzetmarkten, de aanwezigheid van een groot aantal kennisinstellingen en een aantrekkelijke woonomgeving. Een bekend spreekwoord zegt echter: onbekend maakt onbemind. Te veel nog worden de kwaliteiten van de regio versnipperd gecommuniceerd. Zo zijn Deventer en Zutphen Hanzesteden en kent men Apeldoorn van ‘Even Apeldoorn bellen’. Op zich geweldige assets die echter in kracht winnen indien ze verknoopt worden gepresenteerd op het niveau van de regio.
Knelpunten
Acties
• Te veel denken vanuit ‘lokale’ kwaliteiten. • Matige (inter)nationale bekendheid. • Onvoldoende bewustzijn van de unique selling points van de regio Stedendriehoek.
• Uitwerken van een marketingplan ten behoeve van profilering en positionering van de Stedendriehoek. • Realiseren van regionale voorzieningen voor bedrijvigheid met een (inter)nationale uitstraling (bijvoorbeeld innovatiecentra, containeruitwisselpunt, woonboulevard). • Opstellen en financieren van een ‘event’ kalender om de regio te positioneren. • Opstellen van een gedragen lijst van unique selling points van de regio. • Deventer nomineren voor Culturele Hoofdstad van Europa. • Met de afdelingen EZ van de regiogemeenten een communicatieprotocol opstellen ten behoeve van bestaande en nieuwe handelsrelaties.
Oplossingen • Het organiseren van ‘events’ op regionaal niveau. • Harmoniseren van de communicatie naar buiten toe, spreken met één mond. • Versterken van de samenwerking op het gebied van toerisme. Dat betekent onder meer gezamenlijke inspanningen ten aanzien van de voorzieningen in het gebied en afstemming van promotie van de aanwezige sterkten (Veluwe, IJssel, Bussloo e.o., Salland, Achterhoek), vooral gericht op jongeren en gezinnen. • Stimuleren van de ontwikkeling van een expertise-/kenniscentrum op het gebied van vrijetijdsbesteding/toerisme.
Pagina 14
611810-WVM-04.indd 14
November 2007
09-11-2007 10:01:23
Werkgeversagenda Stedendriehoek
Speerpunt 6
Maatregelen voor een economisch sterke Stedendriehoek
Regionaal-economische samenwerking De relatie tussen het bedrijfsleven en overheden is regelmatig punt van discussie. Met de deregulering worden door verschillende partijen verschillende initiatieven genomen om deze relatie te verbeteren. Goedbedoelde initiatieven blijven echter hangen binnen interne werkgroepen. De klant, de gebruikers (ondernemers), worden vergeten. Dit leidt dus niet tot echte oplossingen en structuren. Maar ook ondernemers kunnen meer eensgezind richting overheden communiceren. VNO-NCW / MKB Stedendriehoek stellen vast dat er niet echt opbouwend wordt gecommuniceerd tussen partijen. Eerder worden er op basis van vooroordelen meningen over elkaar gevormd. Voorbeelden hiervan zijn uitspraken als: “ambtenaren werken inefficiënt waardoor vergunningaanvragen veel te lang duren” of “ondernemers komen in een te laat stadium met hun plannen en zijn niet flexibel”. De relatie overheid-bedrijfsleven kan beter in de Stedendriehoek. In veel van deze gevallen is het bedrijfsleven de klant van de overheid. Verbeteren van de klantgerichtheid en het nemen van acties beginnen bij het verbeteren van de communicatie tussen het bedrijfsleven en de overheid. Hierdoor kunnen veel vooroordelen worden weggenomen en door de inbreng van ondernemers kunnen verbeteringsinitiatieven bij gemeenten en provincie worden geoptimaliseerd. VNO-NCW / MKB Stedendriehoek zal zich dan ook inzetten voor het oprichten van publiekprivate commissies, te beginnen in de grote gemeenten van de Stedendriehoek (netwerkstad Apeldoorn-Deventer-Zutphen). Het takenpakket van deze commissies wordt primair door de betreffende commissie zelf bepaald. Hierbij valt te denken aan de volgende onderwerpen. • Begeleiding bij het opzetten van servicepunten / bedrijvencontactpunten Een aantal gemeenten is momenteel bezig met een serviceloket voor het bedrijfsleven. De commissie kan als klankbord fungeren in dit proces. • Toegankelijkheid tot informatie • Schrappen van vergunningen of diensten Overheden hebben zich veelal zelf een taak gesteld met betrekking tot het schrappen / opschonen van vergunningen. De commissie kan hierbij een toetsende rol vervullen. • Begeleiding van de introductie van de omgevingsvergunning Op 1 januari 2008 wordt de nieuwe omgevingsvergunning van kracht. Een aantal gemeenten en provincies openen voor de omgevingsvergunning een digitaal loket. De verwachting is dat de nieuwe omgevingsvergunning grote impact zal hebben op het bedrijfsleven. Een goede communicatie hierover is dan ook van groot belang. De commissies kunnen hierin een faciliterende rol vervullen. • Bemiddeling bij conflicten tussen ondernemers • Stimuleren van lokale veiligheidsplannen voor bedrijventerreinen (KVO-ster) • Het gezamenlijk faciliteren van starters en doorstarters • Ontwikkelen regionale detailhandelsvisie In toenemende mate is er sprake van een decentralisatietendens binnen de overheid. Ook op het gebied van vestigingsbeleid is dit het geval. Dit vraagt om een duidelijk aanspreekpunt in de regio. De schaalvergroting en filiaalvorming binnen de detailhandel vraagt om een passende structuur. Zowel gemeentelijke als provinciale c.q. regionale detailhandelsnota’s dienen te worden vervaardigd in overleg met het bedrijfsleven en behoren voorts te zijn gebaseerd op onderzoek.
November 2007
611810-WVM-04.indd 15
Pagina 15
09-11-2007 10:01:26
Postbus 10475, 7301 GL Apeldoorn T (055) 5222606 F (055) 5214985
Deze Werkgeversagenda Stedendriehoek is mede mogelijk gemaakt door:
611810-WVM-04.indd 16
09-11-2007 10:01:27