Regiorapport Stedendriehoek
Regiorapport Stedendriehoek
Jan Dirk Gardenier Hans van Rijn
April 2013
CAB, Groningen
1
Inhoud Regiorapport Stedendriehoek
1
Inhoud
2
Inleiding
3
Samenvatting en analyse
4
Stedendriehoek in vogelvlucht Conclusies Aanbevelingen
4 9 10
Hoofdstuk 1
11
Een schets van de economische ontwikkelingen
11
Hoofdstuk 2
12
Schets economie en arbeidsmarkt in Stedendriehoek12 2.1 Demografische ontwikkeling 2.2 Beroepsbevolking en participatiegraad 2.3 Werkgelegenheid 2.4 Pendel 2.5 Spanningsindicator Arbeidsmarkt UWV 2.6 Vacatures bij het UWV 2.7 Niet werkende werkzoekenden 2.8 Uitkeringen 2.9 Afstand tot de arbeidsmarkt 2.10 Onderwijs
12 13 15 17 19 21 22 25 26 28
Hoofdstuk 3
31
Discrepantieanalyse
31
3.1 Stedendriehoek t/m middelbaar niveau 3.2 Gelderland 3.3 Kwalitatieve vertaling
31 32 34
Bijlage 1
41
Begrippenlijst
41
Bijlage 2
43
POA- en COROP-gebieden
43
2
Inleiding De website Arbeidsmarktgelderland.nl is een initiatief van SER Gelderland, mede mogelijk gemaakt door de provincie Gelderland en andere arbeidsmarkt en onderwijs partijen. De website is nu overgenomen door de provincie Gelderland. Het doel van deze site is het ontsluiten van kennis en informatie over arbeidsmarkt en arbeidsmarktbeleid in Gelderland in brede zin. Op de site is informatie te vinden over de thema’s Aansluiting onderwijsarbeidsmarkt, Regionale economische ontwikkeling, Werk en inkomen, Regionaal Beleid, Arbeidsmarkt analyse. Dit Regiorapport is een onderdeel van de informatievoorziening arbeidsmarkt Gelderland 2010-2013, in een samenwerkingsverband tussen het CAB, de Rijksuniversiteit Groningen en de provincie Gelderland, met als opdrachtgever de provincie Gelderland. In dit project worden de ontwikkelingen op de Gelderse arbeidsmarkt tot 2015 in beeld gebracht. Voor u ligt het regiorapport van de regio Stedendriehoek. Dit rapport bestaat uit twee delen:
De samenvatting: deze geeft in vogelvlucht een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en kenmerken van de regio Stedendriehoek, met een aantal conclusies en aanbevelingen voor de toekomst.
Het achtergrondrapport: in dit deel wordt nader ingegaan op de cijfers en ontwikkelingen die in de samenvatting worden aangestipt. Het achtergrond rapport bevat veel tabellen en grafieken. Veel van de gegevens zijn terug te vinden in de Arbeidsmarktmonitor Gelderland (www.ammelderland.databank.nl).
De onderzoeksresultaten zijn gepresenteerd in de regio en de feedback uit deze consultatie is verwerkt in dit rapport. Leeswijzer: In het hoofdstuk Samenvatting en Analyse worden zoals gezegd de belangrijkste ontwikkelingen en kenmerken van de regio Stedendriehoek op een rijtje gezet op basis van een analyse van de cijfers in het achtergrondrapport en geconstateerde zaken uit in andere bronnen zoals de UWV regio-informatie. Hierin wordt tevens een relatie met de activiteiten van het POA gelegd en worden de aandachtspunten voor de toekomst benoemd. In hoofdstuk 1 wordt een korte schets gegeven van de algemene economische ontwikkelingen. Daarna wordt in hoofdstuk 2 op basis van cijfers afkomstig van o.a. het Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland, het CBS en DUO een beeld geschetst van de economie en arbeidsmarkt in de regio. In hoofdstuk 3 wordt de discrepantieanalyse, die door CAB i.s.m. de RUG in het voorjaar van 2012 is opgesteld voor de periode 2011-2015, kort weergegeven, met nadruk op de situatie voor de regio Stedendriehoek. In 2012 is aanvullend onderzoek gedaan, waarbij de beroepen uit de discrepantieanalyse zijn vertaald naar MBO-opleidingen en clusters. Dit geeft op provinciaal niveau nader uitleg over wat de geconstateerde krapte in een bepaalde beroepsgroep betekent voor MBO-opleidingen en clusters.
CAB, Groningen
3
Samenvatting en analyse Stedendriehoek in vogelvlucht De aanbodskant De bevolking zal van 2012 naar 2015 met 0,8% stijgen tot 434.500 personen. In de provincie Gelderland in zijn geheel is er sprake van een iets hogere bevolkingsgroei, namelijk met 0,9%. Net als de ander regio’s is er sprake van ontgroening en vergrijzing. Het aantal 65+’ers stijgt, de groep tussen 25 en 44 daalt het snelst. De beroepsbevolking in de regio neemt naar verwachting nog toe, met een kleine 1% tot 2015 (iets meer dan in de hele provincie. Ontwikkeling (beroeps-)bevolking van 15-64 jaar in de periode 2000-2015 300.000
Steden3hoek
250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 beroepsbevolking 15-64 jaar
bevolking 15-64 jaar
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland (1998-2009 o.b.v. EBB, CBS)
De beroepsbevolking bestaat voor driekwart uit mensen met een lager of middelbaar opleidingsniveau. Dit is een stuk hoger dan in de provincie als geheel. Beroepsbevolking naar opleidingsniveau (2008-2010) 100% 23%
80%
31%
24%
31%
25%
34%
60% 45%
49%
45% 43%
45%
42%
40%
hoog midden laag
20%
28%
23%
31%
25%
30%
23%
0% Steden3hoek Steden3hoek Gelderland Gelderland 1997 2010 1997 2010
Nederland 1997
Nederland 2010
Bron: CBS
Uit onderzoek van het CPB blijkt dat de arbeidsmarktpositie van MBO’ers in Nederland onder druk komt te staan. Waar hoogopgeleid werk door de diensteneconomie stijgt, nemen de
CAB, Groningen
4
banen voor middelbaar opgeleiden steeds verder af. Dit wordt ondermeer veroorzaakt door outsourcing naar lagelonenlanden en het steeds grotere aanbod van hoger opgeleiden op de Nederlandse arbeidsmarkt dat de concurrentiepositie van MBO’ers verslechterd. Het aantal bij het UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (nww’ers) ligt in de hele regio, uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking,op hetzelfde niveau als in de provincie en heel Nederland. De trend in de regio, de provincie en Nederland lopen gelijk. Daarbij zien we in de aantallen vanaf halverwege 2012 een sterke toename. In februari 2013 laten de cijfers van de Stedendriehoek een dip zien. In de laatste update van de UWV landelijke arbeidsmarktprognose 2013 wordt voor de regio Stedendriehoek een iets minder grote stijging van het werkzoekendenpercentage verwacht tot 7,9% ultimo 2013 tegen 8,2% landelijk. Niet werkende werkzoekenden, indexcijfer, jan. 2007=100 120
110 100 90 80 70 60
Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
Bron: UWV
Niet werkende werkzoekenden als % beroepsbevolking 9,0%
8,0% 7,0%
6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0%
1,0% 0,0%
Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
Bron: UWV, CBS
De gegevens over nww’ers, als indicator voor werkloosheid worden steeds onvollediger. De definitie van nww’ers is gelijk gebleven (mensen ingeschreven bij UWV die geen werk hebben of werk voor minder dan 12 uur) maar het blijkt dat niet iedereen die aan deze definitie voldoet zich inschrijft bij het UWV. Jongeren schrijven zich lang niet altijd in omdat zij minder
CAB, Groningen
5
snel recht op een uitkering hebben en ook worden inschrijvingen van WWB- klanten die langer dan 1 jaar werkloos zijn
niet altijd verlengd. Er zijn zodoende mensen die wel
werkzoekend zijn maar nog niet staan ingeschreven bij UWV WERKbedrijf. Genoemde zaken kunnen per gemeente verschillen en er kunnen er schommelingen optreden in de NWWcijfers. Voor een beeld van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geeft de ontwikkeling van de WW-uitkeringen op dit moment een beter beeld. Informatie van Niet-werkende Werkzoekenden geeft wel inzicht in de structuur. De stijging van het aantal nww’ers lijkt vooral veroorzaakt te worden door de toename van het aantal WW-uitkeringen. Dit komt overeen met het provinciale en landelijke beeld. Op basis van landelijke cijfers is door de RUG een inschatting gemaakt van de afstand tot de arbeidsmarkt voor de doelgroepen voor de Participatiewet (WWB, WSW en Wajong). Voor de regio Stedendriehoek is op basis van dat onderzoek de inschatting dat ca. 13% van deze doelgroep direct beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en dat bij 45-60% de afstand tot de arbeidsmarkt overbrugbaar is. De nieuwe Participatiewet die aanstaande is zet in op maximaal meedoen naar vermogen. Voor de doelgroep blijkt dus dat dit in ruim de helft van de gevallen min of meer mogelijk is. Belangrijk aspect bij uitstroom naar werk voor uitkeringgerechtigden is de aanwezigheid van werk. Tot slot is er nog het toekomstige aanbod op de arbeidsmarkt. Het aantal deelnemers in het MBO is de afgelopen vier jaar met ruim 2% gestegen. Over de hele linie is de deelname gestegen, van 9% in de relatief kleine Agrarische sector tot rond de 2% in de overige sectoren Zorg (+1,8), Economie (+2,2%) en Techniek (+1,6%). De vraagzijde In de arbeidsmarkt van de regio Stedendriehoek zijn de sectoren Zorg (18% van de banen van 12 uur of meer per week), Industrie (13%), Zakelijke dienstverlening (11%) en Overheid (10%) en het sterkst vertegenwoordigd. Het aantal banen is de regio is in de afgelopen 5 jaar (2007-2012) met 0,6% toegenomen. Dit is minder dan de +2,4% in de hele provincie. In de Zorg is de trend de laatste jaren gelijk aan die in de provincie. In de Zakelijke dienstverlening is de toename in de regio Stedendriehoek wat minder geweest, maar we zien in de laatste twee jaren een sterkere toename. De krimp in de Industrie is een ontwikkeling die overal zichtbaar is. De ontwikkeling in de hele regio Stedendriehoek verliep de laatste jaren positiever dan die in de hele provincie.
CAB, Groningen
6
Werkgelegenheidsontwikkeling 2000-2012 in de grootste sectoren: Zorg, Zakelijke dvl en Industrie
Ontwikkeling banen Zorg (2000=100) 160 150
140 130
120 110
100 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Stedendriehoek Gelderland Nederland
Ontwikkeling banen Zakelijke Dienstverlening (2000=100) 145 135 125 115
105 95
85 75 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
Ontwikkeling banen Industrie (2000=100) 105 100
95 90
85 80
75 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
Bron: PWE, Provincie Gelderland, LISA
De verwachte krimp van de industriële sector en de negatieve vooruitzichten voor de bouw en landbouw die uit verschillende onderzoeken, en nieuwsberichten naar voren komt duiden op het (nog) ruimer worden van de arbeidsmarkt. De zorg groeit, maar dit is geen marktsector, maar een budgetgestuurde sector en daarmee sterk afhankelijk van het gevoerde overheidsbeleid. De aangekondigde bezuinigingen op onder meer de AWBZ en de kinderopvang zijn hierbij geen goede voortekenen en de kans is groot dat ook hier de werkgelegenheid stabiliseert, hetgeen wordt bevestigd door recente cijfers van het UWV. Wanneer we de werkgelegenheid per sector naast de eerdere genoemde deelname aan het MBO leggen dan valt op dat de deelname aan opleidingen in de sector Zorg stijgt, in lijn met
CAB, Groningen
7
de toename van het aantal banen in die sector. In de techniek neemt het aantal MBO´ers af, eigenlijk ook in lijn met de werkgelegenheid in die sector. In Gelderland zijn een viertal topsectoren gedefinieerd:
Energie en Milieutechnologie (EMT)
Maakindustrie
Agro & Food
Health (life sciences)
En een drietal aandachtssectoren:
Vrijetijdsindustrie
Creatieve Industrie
Logistiek en Transport
Naast de bovengenoemde Health-sector is ook nog gekeken naar de veel ruimere sector Health en Medische zorg, waarin ook worden meegenomen gezondheidszorg, medisch technologische bedrijven en gezondheidszorg ondersteunende bedrijven. Top- en aandachtssectoren, percentage in werkgelegenheid (2012)
EMT
5%
Maak
12%
Food
3% 0%
Health
HenM 13%
TenR Creatief
4% 6% 8%
TenL Overig
Bron: PWE 2012
In Stedendriehoek is Health en Medische zorg met bijna 18.00 banen en daarmee een aandeel van 13% in de werkgelegenheid, prominent aanwezig. Ook de Maakindustrie met ruim 13% van de werkgelegenheid en Logistiek en Transpoort met 9% hebben een groot aandeel in de werkgelegenheid. In de afbakening van de top- en aandachtssectoren kunnen overlappingen zitten. Banen in de regio Stedendriehoek worden voor 72% vervuld door mensen die in die regio wonen. De inkomende pendel (ca. 33.000 personen) komt vooral uit de rest van Overijssel (15.400), de Achterhoek (7.600), de regio Arnhem-Nijmegen (6.600) en de Noord-Veluwe (4.500). Van de mensen in de regio Stedendriehoek werkt ruim 80% ook in die regio. Ca. 25.000 personen werken buiten de regio, vooral Arnhem (5.400), de rest van Overijssel (4.300) en Utrecht (4.200).
CAB, Groningen
8
Op basis van gegevens van UWV WERKbedrijf blijkt dat het aantal vacatures sterk schommelt en relatief boven het niveau van de provincie ligt. Het laatste halfjaar van 2012 is het aantal openstaande vacatures dramatisch gedaald. In februari 2013 waren er bij UWV WERKbedrijf 2.388 openstaande vacatures geregistreerd op een totaal van 141.100 grote banen. Openstaande vacatures bij UWV WERKbedrijf, indexcijfer april 2011 = 100 centrale registratie Defensievacatures Apeldoorn
180
160 140 120 100 80 60 40 20 0 apr-11
jul-11
okt-11
Stedendriehoek
jan-12
apr-12
jul-12
Gelderland
okt-12
jan-13
Nederland
Bron: UWV
De mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt blijft de komende jaren actueel. Door de recessie zal het aanbod op de arbeidsmarkt alleen maar toenemen en is er volgens UWV-WERKbedrijf zelfs sprake van een zeer ruime arbeidsmarkt. Het ruime aanbod op de arbeidsmarkt zorgt vooral voor de onderkant van de arbeidsmarkt voor problemen. Zij krijgen een nog sterkere concurrentie, van mensen die goed opgeleid zijn, recente werkervaring hebben of jong en daarmee relatief goedkoop zijn. De ruime arbeidsmarkt in de regio zal in elk geval zo lang blijven bestaan als de huidige crisis doorgaat. Pas daarna zullen de effecten van de vergrijzing ook op de arbeidsmarkt te merken zijn.
Conclusies De regio is voor een deel conjunctuurgevoelig en voor deel budgetgevoelig. De sterke sectoren Zakelijke dienstverlening en Industrie zijn sectoren die beïnvloed worden door de conjunctuur. De sectoren Zorg en Overheid zijn daarentegen afhankelijk van het beschikbare budget.. Sterke sectoren groeien of zijn stabiel: Het aantal banen in de grote sectoren als Zakelijke dienstverlening en Zorg is de laatste jaren toegenomen, Industrie is min of meer stabiel.. Ook in een krimpende sector blijven er baanopeningen bestaan, er zullen ook daar mensen in- en uitstromen. Ook is het heel goed mogelijk dat er binnen bepaalde onderdelen van sector sprake is van een krappe arbeidsmarkt. Specialisten zijn altijd nodig. Groei zorgsector minder zeker: de sector die de afgelopen jaren het sterkst is gegroeid is de zorg. Echter wordt er op dit moment door de centrale overheid hard bezuinigd ondermeer op het vlak van de AWBZ, de WMO en kinderopvang. Daarmee komt bv. thuiszorg en de
CAB, Groningen
9
kinderopvang onder druk te staan. Juist hier is de groei de laatste tijd sterk geweest, De zorg is geen marktsector en de afhankelijk van het rijksbeleid. Een licht groeiende beroepsbevolking: Heel Nederland krijgt te maken met vergrijzing en ontgroening, Voor de regio Stedendriehoek geldt dat het aandeel jongeren gelijk blijft, het aandeel 25 tot 45 jarigen daalt en het aandeel vanaf 45 jaar sterker toeneemt. Een zesde van de beroepsbevolking werkt buiten Stedendriehoek De cijfers over de uitgaande pendel laten zien, dat 17% van de mensen die in de Stedendriehoek wonen buiten die regio werkt, vooral in Arnhem/De Liemers en de rest van Overijssel en in Utrecht. Ontwikkeling op de arbeidsmarkt en in het onderwijs parallel: Banen in de Zorg en de Zakelijke Dienstverlening nemen volgens prognoses nog toe en ook het aantal deelnemers in het MBO dat een zorgopleiding of een economische opleiding volgt stijgt. In de richting techniek zien we een beweging de andere kant op, zowel banen als studenten nemen af. In een krimpende economie en arbeidsmarkt wordt het steeds belangrijker om te zoeken naar de onderdelen waar succes te halen valt. Het richten op een hele sector is veel minder effectief. Juist specialistisch beleid en maatwerk per bedrijf of subsector kunnen kansen bieden. Uniform beleid is veel minder van belang.
Trends op de arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt maakt het moeilijker om weer aan het werk te komen
Kansen door vervangingsvraag en door onvoldoende aanbod in bepaalde beroepen
Gemiddeld gevraagde opleidingsniveau neemt toe
Strikte beroepseisen in de zorg maken instroom uit andere sectoren moeilijker
Verdringingseffect: deel vacatures wordt ingenomen door mensen met te hoge opleiding
Aanbevelingen
Werkgelegenheid is per sector bekeken. Daarbinnen zitten grote verschillen (bv. in de Zorg delen die groeien en delen waar de financiering onder druk staat). Het verdient aanbeveling om de sectoren verder uit te splitsen voor een beter beeld van kansrijke beroepen
Samenwerking is belangrijk voor een goed arbeidsmarktbeleid, niet alleen tussen partijen in de regio maar ook over de grenzen heen (gelet ook grote pendelstromen). In samenwerkingsverbanden kunnen werkzoekenden bredere kansen geboden worden, bv. in een andere sector, in een ander regio of in een ander soort dienstverband
CAB, Groningen
10
Hoofdstuk 1 Een schets van de economische ontwikkelingen De economische vooruitzichten blijven onverminderd somber. Volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van medio februari is de economie in het vierde kwartaal van 2012 met 0,9% gekrompen ten opzichte van het voorgaande kwartaal, nadat er in de eerste twee kwartalen van 2012 nog sprake was van lichte groei. Economische groei, in % t.o..v. voorgaande periode
Daarmee belandt Nederland voor de derde keer
1
in drie jaar in een recessie. Was er vorig jaar
0,5
nog sprake van een dubbele dip, nu bereikt ons land dus een “triple dip”.
0
Oorzaken van de Nederlandse malaise liggen -0,5
enerzijds in het feit dat Nederland minder -1
profiteerde van export. Anderzijds zien we ook
-1,5
binnen onze grenzen, dat bedrijven minder investeerden
-2
en
dat
consumenten
minder
uitgaven.
-2,5 2009
2010
2011
2012
Met uitzondering van de overheid en de zorg
was de productie in alle bedrijfstakken lager dan een jaar eerder. In de bouw is de daling met 8% het grootst. De werkloosheid is in december 2012 ook weer verder gestegen tot 7,2% van de beroepsbevolking. Ruim de helft van de mensen die hun baan verloren was ouder dan 45 jaar. De jeugdwerkloosheid is opgelopen tot 13,7%. Ook springt de bouw er uit met de grootste daling van het aantal banen (het aantal WW-uitkeringen in de bouw steeg landelijk in een jaar tijd met ruim 70%). Onder jongeren tot 25 jaar nam in Gelderland en Overijssel het aantal uitkeringen relatief sterk toe. De stijging van het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van december 2011 is in de provincie Gelderland met bijna 32%, na Overijssel met 37%, de op een na hoogste van Nederland. De gemiddelde toename was 26%. De laatste prognoses van het CPB uit december 2012 geven aan dat de Nederlandse economie ook in 2013 nog krimpt met ½%. Pas in de tweede helft van 2013 wordt enig herstel verwacht. UWV heeft op basis van die prognose haar arbeidsmarktprognose voor 2013 bijgesteld. UWV verwacht in 2013 in vrijwel alle sectoren afnemende of gelijkblijvende werkgelegenheid. UWV ziet de sterkste teruggang van het aantal banen in de industrie, de bouw en het openbaar bestuur. In het onderwijs, informatie en communicatie-, vervoer- en opslagsector blijft het aantal banen op peil. Alleen de sector zorg en welzijn laat met een plus van 15 duizend banen (+1 procent) enige groei van betekenis zien. Deze groei is beduidend lager dan in de periode 1995-2012 toen de werkgelegenheid in zorg en welzijn jaarlijks meer dan dubbel zoveel toenam. Het beleid gericht op terugdringen van de zorgkosten leidt tot lagere werkgelegenheidsgroei. Daarbij zijn de vooruitzichten in de welzijnssector ongunstiger dan in de zorg.
CAB, Groningen
11
Hoofdstuk 2 Schets economie en arbeidsmarkt in Stedendriehoek Dit hoofdstuk bevat een aantal kengetallen over de regio Stedendriehoek. Het betreft hier cijfers over de demografische ontwikkeling, de beroepsbevolking, de participatiegraad, de werkgelegenheid, de in- en uitgaande pendel, werkloosheid, uitkeringen, vacatures en onderwijs. Om de ontwikkeling van de regio in kaart te brengen, zijn daar waar mogelijk ook prognoses voor de ontwikkeling tot 2015 meegenomen. Voor een aantal onderwerpen waren deze gegevens niet voor handen. Om cijfers beter te kunnen plaatsen, is zoveel mogelijk een vergelijking gemaakt met de provincie Gelderland in zijn geheel.
2.1 Demografische ontwikkeling 1
De totale bevolking van de regio Stedendriehoek bedraagt in 2012 431.300 personen. Van 2012 op 2015 zal de bevolking volgens een prognose van het Bureau Economisch Onderzoek met 0,8% stijgen tot 434.500 personen. In de provincie Gelderland in zijn geheel is er sprake van een iets lagere bevolkingsgroei, namelijk met 0,9%. Ontwikkeling bevolking: aandeel leeftijdsgroepen in % van de totale bevolking 35 30
25 20 Stedendriehoek 2011
15
Stedendriehoek 2012
10
Stedendriehoek 2015
5
0 0-14
15-24 25-44 45-64 65-74 75-84
85+
85+ 75-84 65-74 Nederland
45-64
Gelderland
25-44
Stedendriehoek
15-24 0-14 -1,0%
-0,5%
0,0%
0,5%
1,0%
1,5%
Bron: CBS (2011) en prognose Provincie Gelderland /Primos Prognose ABF Research (2012-2015).
1
De cijfers voor Stedendriehoek betreffen de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Olst-Wijhe, Voorst en Zutphen
CAB, Groningen
12
De bevolking vergrijst en ontgroent. Dat is een trend die in de hele Westerse wereld plaatsvindt. Stedendriehoek heeft hier ook mee te maken. In de hele regio groeit vooral het aantal 65+’ers. De leeftijdsgroep tussen 25 en 44 daalt het sterkst.
2.2 Beroepsbevolking en participatiegraad In 2012 bedraagt de beroepsbevolking in Stedendriehoek 197.600 personen. De verwachting is dat dit aantal in 2015 iets gestegen zijn naar 198.800 personen (+0,6%). De beroepsbevolking in de provincie Gelderland zal iets meer stijgen, namelijk met 1,1%. Ontwikkeling beroepsbevolking 200.000 195.000 190.000 185.000 180.000 175.000 170.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
Belangrijk aandachtspunt voor de arbeidsmarkt is dat de beroepsbevolking snel vergrijst. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat het aantal mensen van de beroepsbevolking tussen 25 en 44 jaar daalt tot 2015 (met 3,7%), terwijl het aantal mensen van 45 tot 65 jaar sneller stijgt (met 5,0%). In de provincie zijn die ontwikkelingen nog iets sterker. Dat betekent, dat er in de komende jaren steeds meer mensen met pensioen zullen gaan, waar niet dezelfde aantallen jongeren tegenover staan die de vrijkomende banen kunnen invullen. Er gaat echter ook veel kennis en ervaring verloren met de vergrijzing. In kennisintensieve sectoren is dit net zo’n groot probleem als de kwantiteit. Beroepsbevolking naar leeftijd, 2011, 2012 en 2015
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
Zoals gezegd stijgt de beroepsbevolking de komende jaren nog iets, maar de potentiële beroepsbevolking (iedereen tussen 15 en 64 jaar) daalt juist iets (-1,1%). De participatiegraad
CAB, Groningen
13
neemt daardoor nog een weinig toe. Voor vrouwen die nog een achterstand hebben ten opzichte van mannen, neemt de deelname iets meer toe dan voor mannen (resp. +1,5 en 0,9 procentpunt). Daarmee wordt een deel van de krapte opgevangen die veroorzaakt wordt door de vergrijzing. Bruto participatiegraad 15-64 jaar naar geslacht, 2011, 2012 en 2015
Bron: Raming Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
De opleiding van de beroepsbevolking in Stedendriehoek is vergelijkbaar met de provincie Gelderland. Het aandeel “lager” is iets kleiner, het aandeel “midden” iets groter, het aandeel “hoog” is gelijk. Beroepsbevolking naar opleidingsniveau
2
100% 24% 80%
31%
23%
31%
60%
45%
49%
43%
45%
40%
hoog midden
20%
laag 31%
25%
28%
Gelderland 2010
Steden3hoek 1997
23%
0% Gelderland 1997
Steden3hoek 2010
Bron: CBS (driejaargemiddelde 1997-98, 2008-2010 resp 2009-2011)
2
Lager onderwijs: basisonderwijs, lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, eerste 3 leerjaren havo/vwo, laagste niveau van het beroepsonderwijs mbo kwalificatieniveau 1). Middelbaar onderwijs: bovenbouw havo/vwo en opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4. Hoger onderwijs: hbo- en wo opleidingen en beroepsopleidingen die daarmee vergelijkbaar zijn
CAB, Groningen
14
2.3 Werkgelegenheid Het aantal banen in Stedendriehoek is in de periode 2007-2012 met 2,3% toegenomen tot 218.000. Het aantal banen van 12 uur en meer per week is in die periode in Stedendriehoek met 0,6% toegenomen tot 182.900. Er was groei van 2007 naar 2008, daarna een afname naar 2010 en de laatste 2 jaren weer een kleine toename. In de provincie Gelderland als geheel stijgt het aantal banen van 12 uur en meer per week met 2,4%. Het aantal vestigingen steeg in de beschouwde periode met 23%, met de grootste stijging in de Zorg (59%) en Onderwijs (49%). Deze grote stijging hangt mede samen met de verplichting dat ook medisch specialisten en advocaten zich moeten inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Het aantal vestigingen daalde in de Financiële Instellingen (-12%) en bij de Overheid (-6%). Ontwikkeling van het aantal banen van 12 uur of meer per week, 2000-2012 (2000=100)
Bron: PWE 2012, Provincie Gelderland, LISA
Het aantal banen van minder dan 12 uur per week is in genoemde periode gestegen met 12,5% naar 35.100. In de hele provincie is die stijging 4,7%. Het aantal “kleine” banen in de regio stijgt sterker dan in de provincie en ook sterker dan de “grote” banen. Werkgelegenheidsstructuur (aandeel in de totale werkgelegenheid, banen >= 12 upw) Landbouw Industrie Bouwnijverheid Groothandel Detailhandel Transport
Horeca Financiële dienstverlening Zakelijke diensten Overheid Onderwijs Zorg
Overige dienstverlening 0%
2%
4%
Stedendriehoek 2007
6%
2010
8%
10%
2012
12%
14%
16%
18%
20%
Gelderland 2012
Bron:PWE 2012, Provincie Gelderland
CAB, Groningen
15
Zorg is met een aandeel van 18% de grootste sector in de regio Stedendriehoek en het aantal banen van 12 uur of meer per week in die sector is in de periode 2007-2012 met ruim12% toegenomen. Andere grote sectoren zijn Industrie met een aandeel van 14%, Zakelijke dienstverlening (13%) en Overheid (9%, veel militairen). De Landbouw is met een krimp van bijna 17% de sector die het meest is afgenomen sinds 2007. Topsectoren In het Gelderse coalitieakkoord (2011) is een aantal speerpuntsectoren benoemd. Het gaat daarbij om een viertal topsectoren:
Energie en Milieutechnologie (EMT)
Maakindustrie (Maak)
Food
Health (life sciences)
en een drietal aandachtssectoren:
Vrijetijdsindustrie
Creatieve Industrie
Logistiek en Transport
Naast de bovengenoemde Health-sector wordt ook nog gekeken naar de veel ruimere sector Health en Medische zorg, waarin ook worden meegenomen gezondheidszorg, medisch technologische bedrijven en gezondheidszorg ondersteunende bedrijven. Werkgelegenheid in de top- en aandachtssectoren in Stedendriehoek (banen >= 12 uur per week) Banen
Banen
Aandeel
2007
2012
2012
EMT
6.140
6.500
Maak
18.590
Food
Sector
Aandeel
Groei #
Groei %
4,6%
360
5,8%
5,6%
16.910
12,0%
-1.680
-9,1%
12,7%
4.530
4.800
3,4%
260
5,8%
5,1%
550
560
0,4%
10
0,9%
1,9%
Health/ Medische zorg
16.370
17.910
12,7%
1.510
9,4%
13,7%
Toerisme en Recreatie
5.920
6.190
4,4%
270
4,6%
4,2%
Creatief
7.730
7.850
5,6%
120
1,6%
6,3%
13.430
11.710
8,3%
-1.720
-12,8%
10,6%
141.870
141.110
-760
-0,5%
Health
Transport en Logistiek Totaal alle banen
provinciaal
Bron: PWE 2012
De sector Health/Medische Zorg is in de regio Stedendriehoek met bijna 18.000 grote banen en een aandeel van bijna 13% in de werkgelegenheid veruit het grootst voor wat betreft de top- en aandachtssectoren. Deze sector laat over de periode vanaf 2007 een groei zien van +12,7%. In de op een na grootste sector, de Maakindustrie, is het aantal banen met ruim 9% afgenomen. In onderstaande figuren, met enerzijds het aandeel in de werkgelegenheid en
CAB, Groningen
16
anderzijds een matrix waarin de omvang van de sector is afgezet tegen de ontwikkeling in de periode 2007-2012 is het beeld van de diverse sectoren weergegeven. Aandeel speerpuntsectoren in de werkgelegenheid in de regio Stedendriehoek,
EMT Maak Food Health HenM TenR Creatief TenL
bron: PWE
2.4 Pendel Eenmaal in de vier jaar wordt het PWE-werkgelegenheidsonderzoek uitgebreid met een vraag over de herkomst van de medewerkers bij het bedrijf. Dit levert inzicht in de pendelstromen naar Gelderse bedrijven. Het laatste pendelonderzoek dateert van 2010. Er zijn voor de inkomende pendel alleen cijfers bekend voor de stadsregio, d.w.z. de regio’s Arnhem en Nijmegen samen; voor de inkomende pendel zijn er wel cijfers voor de regio Arnhem apart. Van de banen in de regio Stedendriehoek wordt 72% bezet door mensen die in de regio wonen. De inkomende pendel (ca. 43.000 personen) is vooral afkomstig uit Overijssel (15.400), Achterhoek (7.600), Arnhem-Nijmegen (6.600), Utrecht (4.500) en Noord-Veluwe (4.500)..
CAB, Groningen
17
Woonregio inkomende pendel Stedendriehoek (bron: PWE 2011).
Vanuit de regio Stedendriehoek werken ca. 25.000 mensen buiten de regio, vooral in Arnhem/ De Liemers, Overijssel, Utrecht en de Noord-Veluwe. Er zijn geen cijfers van de eventuele uitgaande pendel naar Noord-Brabant. Regio waar mensen werken die in de regio Stedendriehoek wonen
bron: PWE 2011
De inkomende pendel is met ca. 43.000 dus veel groter dan de uitgaande pendel met ca. 25.000 personen.
CAB, Groningen
18
2.5 Spanningsindicator Arbeidsmarkt UWV Sinds kort werkt UWV met de term "Spanningsindicator Arbeidsmarkt". Die geeft de verhouding weer tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal korter dan een half jaar bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden. UWV heeft in samenwerking met Panteia daartoe een methodiek ontwikkeld voor de bepaling van het totaal aantal ontstane vacatures per sector, beroepsgroep en regio. De eerste resultaten zijn nu bekend. Per beroepsklasse levert dat voor de arbeidsmarktregio 3
Stedendriehoek onderstaand beeld van de beroepsklassen waarvoor een indicator berekend kon worden. Een krappe arbeidsmarkt wil zeggen dat de personeelsvraag van werkgevers groter is dan het aantal werkzoekenden, dus er zijn dan relatief weinig kandidaten per vacatures, bij een ruime arbeidsmarkt zijn er juist veel kandidaten per vacature. Spanningsindicator Arbeidsmarkt per beroepsklasse Stedendriehoek
e
Bron: UWV, 3 kwartaal 2012
Bij een indicator <0,5 wordt de arbeidsmarkt als zeer ruim getypeerd. Tussen 0,5 en 1,0 is dat ruim, van 1,0 tot 1,5 gemiddeld (geel), 1,5 tot 2,0 is krap (oranje) en vanaf 2,0 zeer krap (rood). Ook in een beroepsklasse waarvoor de arbeidsmarkt ruim is kunnen beroepsgroepen zitten waarvoor die wel krap is of omgekeerd. Volgens dit criterium is voor de volgende beroepsgroepen t/m middelbaar niveau de arbeidsmarkt (zeer) krap. Er wordt alleen naar beroepen t/m middelbaar niveau gekeken omdat lager en middelbaar opgeleiden in het algemeen in hun directe woonomgeving naar werk zoeken.
3
Dit zijn de gemeenten: Apeldoorn, Bronckhorst, Brummen, Deventer, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Lochem, Nunspeet, Olst-Wijhe, Putten, Voorst, Zeewolde en Zutphen
CAB, Groningen
19
Spanningsindicator Arbeidsmarkt Stedendriehoek Openstaande Vacatures
Kort Werkzoekend
lagere elektrotechnische beroepen
97
22
zeer krap
middelbare algemene (para)medische beroepen
91
43
zeer krap
middelbare administratieve beroepen (autom ed)
76
45
krap
middelbare commercieel-verzorgende beroepen ed
30
11
zeer krap
3.202
5.566
Totaal
Typering Arbeidsmarkt
ruim
e
Bron: UWV, ultimo 3 kwartaal 2012
De beroepen waarvoor de arbeidsmarkt in Stedendriehoek als (zeer) krap wordt gekenschetst op basis van deze spanningsindicator zijn gelijk aan die in de provincie. Belangrijkste conclusie is dat het wel gaat om grote krapte, maar in kleine aantallen (weinig beroepsgroepen, relatief weinig vacatures). Voor de volledigheid wordt onderstaand ook aangegeven welke beroepsgroepen op provinciaal niveau als (zeer) krap worden gekenschetst. Spanningsindicator voor de hele provincie Openstaande Vacatures
Kort Werkzoekend
Typering Arbeidsmarkt
lagere elektrotechnische beroepen
307
63
middelbare algemene (para)medische beroepen
270
140
krap
middelbare administratieve beroepen (automatisering ed) middelbare commercieel-verzorgende beroepen ed
227
129
krap
78
24
zeer krap
hogere elektrotechnische beroepen (automatisering ed) hogere transportberoepen (excl. technisch)
74
13
zeer krap
21
< 10
zeer krap
wetenschappelijke technische (ongeacht specialisatie), werktuigbouwkundige beroepen wetenschappelijke (weg- en water-)bouwkundige beroepen ed wetenschappelijke algemeen-economische, commerciële beroepen ed wetenschappelijke (technisch-) bedrijfskundige, wiskundig-economische beroepen wetenschappelijke administratieve beroepen (automatisering ed) Totaal
26
<10
zeer krap
38
16
zeer krap
76
14
zeer krap
38
<10
zeer krap
77
<10
zeer krap
9.462
19.133
Zeer ruim
zeer krap
e
Bron: UWV, 3 kwartaal 2012
CAB, Groningen
20
2.6 Vacatures bij het UWV Deze paragraaf bevat gegevens over vacatures die aan het einde van iedere maand bij het UWVwerkbedrijf openstaan. Vergelijking met de cijfers uit de vorige paragraaf laat zien, dat over het algemeen ca. een derde van het totale aantal openstaande vacatures daar bekend is. Het marktbereik van het UWVwerkbedrijf verschilt per sector en per beroepsgroep. Zo zijn vacatures binnen de sector zakelijke dienstverlening oververtegenwoordigd. Vacatures voor hoger opgeleiden zijn bij het UWVwerkbedrijf ondervertegenwoordigd. De vacatures die bij het UWVwerkbedrijf geregistreerd staan geven zodoende een indicatief beeld van alle vacatures in de regio. Het startmoment van de grafiek ligt in april 2011, omdat vanaf die datum het UWV WERKbedrijf ook de vacatures die rechtstreeks op werk.nl worden gepubliceerd, meetelt in de cijfers. Er waren op dat moment in Stedendriehoek 1.988 vacatures op een totaal van 101.000 banen van 12 uur of meer. In de provincie Gelderland waren er toen 8.811 vacatures op 806.800 banen. Het aantal vacatures in Stedendriehoek volgt de trend van de provincie, maar ligt op een hoger niveau. De stijging in de 2e helft van 2011 komt door het feit, dat vanaf augustus 2011 de defensievacatures centraal in Apeldoorn geregistreerd gingen worden. Het gaat in december 2012 om 2257 vacatures in Stedendriehoek, w.v. bijna 80% in Apeldoorn . De afname in de 2e helft van 2012 is sterk, maar 2013 laat een licht herstel zien. Openstaande vacatures bij UWV,als % beroepsbevolking 2,0% 1,8% 1,6% 1,4% 1,2% 1,0% 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0%
apr jun aug okt dec feb apr jun aug okt dec feb 2011 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2013 Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
Bron: UWV
CAB, Groningen
21
2.7 Niet werkende werkzoekenden Het aantal bij het UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (nww’ers) in Stedendriehoek
bedroeg in februari 2013 14.800 personen, dit is 7,5% van de
beroepsbevolking. In de hele provincie is dat percentage iets lager, nl. 7,4%. In onderstaande figuur zien we dat de trend voor Stedendriehoek en de provincie redelijk gelijk loopt. In de tweede helft van 2012 loopt het aantal nww’ers sterk op (min of meer als spiegelbeeld van het aantal vacatures in paragraaf 2.6). Niet werkende werkzoekenden, indexcijfer, jan. 2007=100 120 110 100 90
80 70 60
Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
120 115
110 105 100
95 90 85 80
Bron: UWV
De trend in de bovenste grafiek loopt parallel aan die voor de WW (zie 2.7), een piek begin 2010 en daarna een lichte daling, met weer een stijging in 2012. De gegevens over nww’ers, als indicator voor werkloosheid worden steeds onvollediger. De definitie van nww’ers is gelijk gebleven (mensen ingeschreven bij UWV die geen werk hebben of werk voor minder dan 12 uur) maar het blijkt dat niet iedereen die aan deze definitie voldoet zich inschrijft bij het UWV. Jongeren schrijven zich lang niet altijd in omdat zij minder snel recht op een uitkering hebben en ook worden inschrijvingen van WWB- klanten die langer dan 1 jaar werkloos zijn
niet altijd verlengd. Er zijn zodoende mensen die wel
werkzoekend zijn maar nog niet staan ingeschreven bij UWV WERKbedrijf. Genoemde zaken kunnen per gemeente verschillen en er kunnen er schommelingen optreden in de NWW-
CAB, Groningen
22
cijfers. Voor een beeld van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geeft de ontwikkeling van de WW-uitkeringen op dit moment een beter beeld. Informatie van Niet-werkende Werkzoekenden geeft wel inzicht in de structuur. Het aantal WW’ers in Stedendriehoek groeit ook sterk in 2012. De sterke toename van de werkloosheid in de afgelopen periode hangt voor een deel samen met het fenomeen, dat bedrijven in eerste instantie werknemers in dienst hielden vanwege de verwachtte schaarste en de inspanningen die het kost om goed personeel aan te trekken. Nu de crisis aan lijkt te houden worden de kosten van het aanhouden van “boventallig” personeel te hoog en volgt toch ontslag. Aantal mensen met een WW-uitkering aan het eind van het kwartaal (2007=100)
Bron: CBS
Om te laten zien of er ook regionale verschillen zijn in het aantal nww’ers is op gemeenteniveau het aantal nww’ers als percentage van de beroepsbevolking weergegeven: Aantal NWW’ers als % beroepsbevolking (januari 2013)
bron: UWV
In Stedendriehoek is met gemiddeld 6 tot 8% van de beroepsbevolking het percentage NWW’ers aan de hoge kant in de provincie, m.n. in het stedelijke gebied..
CAB, Groningen
23
Kenmerken niet werkende werkzoekenden Kenmerken NWW’ers (januari 2011 en januari 2013), Stedendriehoek
16.000 14.000
12.000 10.000
> 2 jaar
8.000
1-2 jaar
6.000
6-12 mnd < 6 mnd
4.000 2.000 0 2011 I
2013 I
16.000 14.000
12.000 55-65
10.000
45-55
8.000
35-45
6.000
25-35
4.000
15-25
2.000 0 2011 I
2013 I
16.000
14.000 12.000 HBO+
10.000
MBO
8.000
Havo/VWO
6.000
VMBO
4.000
BO
2.000 0 2011 I
2013 I
Bron: UWV
Kijkend naar de duur van de werkloosheid zien we in de hele regio dat alle groepen wat groter worden, maar de groep kortdurend werklozen groeit het hardst. Dit past in de trend van snel oplopende werkloosheid. Bij de verdeling naar leeftijd zien we dat alle groepen proportioneel toenemen, maar dat vooral de groep tussen 25 en 35 toeneemt. Bij het opleidingsniveau valt op, dat vooral de groep MBO’ers de afgelopen 2 jaar in omvang is toegenomen.
CAB, Groningen
24
2.8 Uitkeringen Het aantal uitkeringen als percentage van de bevolking geeft als beeld, dat Stedendriehoek in vergelijking met de hele provincie op alle uitkeringen relatief hoger scoort, m.n. bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen WAO/WIA en Wajong. In deze categorieën zit een groot deel van de arbeidsreserve. De WW’ers en WWB’ers zitten het dichts op de arbeidsmarkt, de WAO/WIA’ers en Wajong’ers vergen extra inspanning.
Uitkeringen als % van bevolking 15-64 jaar
6% 5% 4%
WW 2012 IV WWB 2012 IV
3%
WAO + WIA 2012 IV
2%
Wajong 2012 IV WSW 2011
1% 0% Stedendriehoek
Gelderland
Nederland
Bron: CBS
De ontwikkeling in WW- en WWB-uitkeringen loopt in Stedendriehoek ongeveer parallel aan die in de provincie Gelderland. De stijging van het aantal mensen in de bijstand is wat sterker dan in de hele provincie, in de WW juist iets minder sterk vanaf medio 2010. In de regio Stedendriehoek waren er aan het eind van 2012 8.640 personen met een WW-uitkering (3,1% van de potentiële beroepsbevolking). Voor de WWB zijn die cijfers 7.680 (2,7% van de potentiële beroepsbevolking). De stijging in het aantal WW’ers sinds medio 2011 is opmerkelijk. Het aantal WWB’ers is de laatste kwartalen geleidelijk doorgestegen. e
Ontwikkeling WWB en WW uitkeringen (indexcijfer 1 kwartaal 2007 = 100) 160
150 140
140
130 120
120 110 100
100
90
80
80
70 60 2007 I
2008 I
2009 I
Stedendriehoek WW
2010 I
2011 I
Gelderland WW
2012 I Nederland WW
60 2007 I
2008 I
2009 I
Stedendriehoek WWB
2010 I
2011 I
Gelderland WWB
2012 I Nederland WWB
Bron: CBS
Voor de Wajong en WAO+WIA-uitkeringen zien we dezelfde trend als in de provincie, een voortdurend stijgend resp. dalend niveau. De Wajong stijgt echter langzamer dan in de hele provincie Gelderland. Eind 2012 waren er in de regio Stedendriehoek 7.860 personen met een Wajong-uitkering (2,8% van de potentiële beroepsbevolking). Het aantal WAO’ers + WIA’ers bedroeg in de hele regio 14.950 (5,3% van de potentiële beroepsbevolking, het hoogste regionale percentage in Gelderland).
CAB, Groningen
25
e
Ontwikkeling WAO+WIA en Wajong uitkeringen (indexcijfer 1 kwartaal 2007 = 100) 150
150
140
140 130
130
120
120
110
110
100 90
100
80
90
70
80 2007 I
2008 I
2009 I
2010 I
Stedendriehoek Wajong
2011 I
60 2007 I
2012 I
2008 I
2009 I
2010 I
Stedendriehoek WAO + WIA
Gelderland Wajong
2011 I
2012 I
Gelderland WAO + WIA
Nederland WAO + WIA
Nederland Wajong
Bron: CBS
2.9 Afstand tot de arbeidsmarkt We maken voor de verschillende doelgroepen van de Participatiewet (WWB, WSW en Wajong) een inschatting van de afstand naar de arbeidsmarkt en de mate waarin deze afstand te overbruggen is op basis van onderzoek van de RUG. Het gaat om de afstand naar reguliere, reële en algemeen geaccepteerde arbeid. Op basis van landelijke cijfers, vertaald naar regionaal niveau, geven we een indicatie van de afstand naar de arbeidsmarkt voor de verschillende doelgroepen in Stedendriehoek . Wanneer er een afstand tot de arbeidsmarkt is, wordt onderscheid gemaakt tussen een overbrugbare en niet overbrugbare afstand. Bij een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt zijn mensen aangewezen op beschut werk of een uitkering. Een overbrugbare afstand wordt veroorzaakt door een gebrek aan vaardigheden, sociaalpsychologische problemen of onvoldoende productiviteit. Het is dan zaak om deze problemen weg te nemen of in het geval van een lage productiviteit, te compenseren door middel van loondispensatie. Afstand tot de arbeidsmarkt, regio Stedendriehoek Afstand tot de arbeidsmarkt? nee totaal
ja overbrugbaar
7.700
WSW
3.200
1.300
-
2.200
1.000
-
1.900
Wajong oud
7.000
4.200
-
6.000
1.000
-
2.800
Totaal
2.300
niet overbrugbaar
WWB
Wajong nieuw
2.300
Studie
900
200
350
18.800
2.500
8.150
3.100
100 -
10.850
5.200
250 -
7.900
In totaal zijn er circa 19.000 personen in de WWB, WSW of Wajong. Van deze groep hebben circa 2.800 personen (13%) geen afstand tot de arbeidsmarkt. Bij het wegnemen van belemmeringen en voldoende werkgelegenheid kunnen zij aan het werk bij een reguliere
CAB, Groningen
26
werkgever. In de verdeling van personen met een overbrugbare en niet overbrugbare afstand maken we onderscheid in een minimale en maximale variant. In de minimale variant (minimaal voor wat betreft het aantal mensen met een niet overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt) zijn er bijna 10.900 personen met een overbrugbare en ca. 5.200 personen met een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In de maximale variant zijn er ca. 8.200 personen met een overbrugbare en ca. 7.900 personen met een niet overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In beide varianten zien we dat een aanzienlijk deel van de doelgroep, gemiddeld ruim de helft, de mogelijkheden heeft om bij een reguliere werkgever te werken. Tussen doelgroepen bestaan hierin wel verschillen. In de Wajong zien we in vergelijking met de andere doelgroepen het grootste aandeel met een overbrugbare afstand naar de arbeidsmarkt. In de WWB is het aandeel met een overbrugbare afstand het kleinst. Daarentegen is de groep zonder afstand naar de arbeidsmarkt in de WWB het grootst in vergelijking met de WSW en Wajong. Er zijn dus veel baanopeningen nodig om de doelgroep te activeren en uit te laten stromen naar regulier werk.
CAB, Groningen
27
2.10 Onderwijs In onderstaande paragraaf worden cijfers over deelnemers aan het VMBO en het MBO in de regio Stedendriehoek weergegeven. MBO-opleidingen zijn zeer relevant voor de regionale arbeidsmarkt, omdat ongeveer 60% van de mensen die de arbeidsmarkt betreedt een opleiding op MBO-niveau heeft afgerond. Deelnemers VMBO Voor het VMBO zijn gegevens beschikbaar per vestigingsplaats van de VMBO-instelling voor de verschillende leerwegen (VMBO BL, de basisberoepsgerichte leerweg, VMBO GL, de gemengde leerweg, VMBO KL, de kaderberoepsgerichte leerweg en VMBO TL, de theoretische leerweg) en dat uitgesplitst naar de leerjaren 3 en 4. De cijfers zijn dus regionaal per schoolgemeente gerangschikt en niet naar woongemeente. Aantal deelnemers in het VMBO naar instellingsgemeente 2008/2009 – 2011/2012, Stedendriehoek 2011 - 2012
522
2010 - 2011
579
453
779
509
995
767
leerjaar 3
883 VMBO BL
2009 - 2010
600
517
737
VMBO GL
904
VMBO KL
VMBO TL 2008 - 2009
617
533
0
783
1.000
2011 - 2012
589
2010 - 2011
558 138
144
891
2.000
716
1.262
702
3.000
leerjaar 4
1.333 VMBO BL
2009 - 2010
609
175
785
VMBO GL
1.282
VMBO KL
VMBO TL 2008 - 2009
641
0
142
702
1.000
1.233
2.000
3.000
Bron: DUO, bewerking Bince/CAB
In het VMBO is het aantal leerlingen in leerjaar 3 met bijna 3 achteruitgegaan en in leerjaar 4 met 0,3%.
De piek lag 3 resp. 2 schooljaren geleden. Per leerweg is dat meer
gedifferentieerd. Het aantal leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg is relatief het meest gedaald (bijna 15% in leerjaar 3 en ruim 18% in leerjaar 4), in de kaderberoepsgerichte e
e
leerweg is de daling in het 3 leerjaar kleiner met -1% en in het 4 leerjaar is er zelfs een stijging met 2%, in de gemengde leerweg is het aantal scholieren in leerjaar 4 nog iets
CAB, Groningen
28
toegenomen en in de theoretische leerweg is het aantal scholieren in leerjaar 3 met bijna 12% gestegen en in leerjaar 4 met 2%. Deelnemers MBO In totaal volgen in het schooljaar 2011/’12 ca. 14.000 scholieren in de regio Stedendriehoek een MBO-opleiding, een toename van 2,5% t.o.v. 4 jaar geleden. Iets meer dan de bijna 2% in de hele provincie. Over de hele linie is de deelname gestegen, van 9% in de relatief kleine Agrarische sector tot rond de 2% in de overige sectoren Zorg (+1,8), Economie (+2,2%) en Techniek (+1,6%).
Stedendriehoek
Aantal deelnemers in het MBO naar woongemeente 2007/2008 – 2011/2012 2011 - 2012 892
4619
3784
4485
2010 - 2011 829
4723
3839
4322
2009 - 2010 834
4725
3814
4221
2008 - 2009 788
4539
3748
4271
2007 - 2008 818
4521
3723
4407
0
2.000
Agrarisch
4.000
Economie
6.000
Techniek
8.000
10.000 12.000 14.000
Zorg En Welzijn
Combinatie
Bron: DUO, bewerking Bince/CAB
De sector Economie is in Stedendriehoek relatief groter dan op provinciaal niveau (33 tegen 30%), de sector Zorg relatief iets kleiner (32% tegen 33%) en Techniek iets groter (27 tegen 26%). Relatief aantal deelnemers MBO naar woongemeente 2011/2012
Gelderland
8%
30%
Stedendriehoek
6%
33%
0%
Agrarisch
20%
Economie
26%
33%
27% 40%
Techniek
60%
Zorg En Welzijn
32% 80%
100%
Combinatie
Bron: Bince
CAB, Groningen
29
Qua niveau heeft techniek meer dan de helft van de leerlingen in niveau 1 en 2, in de andere sectoren zit meer dan driekwart op niveau 3 of 4. Verhouding naar sector en niveau, schooljaar 2011/12, Stedendriehoek zorg
15%
34% 30%
techniek
economie
landbouw
0%
49% 19%
25%
42%
26%
25%
48%
27%
20%
38%
40%
niveau 1
2
60%
3
80%
100%
4
Bron: CBS Het is overigens van groot belang om onderwijs en (MKB)bedrijven zo direct mogelijk te koppelen. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door stages en leerwerkplaatsen. Maar ook door docentstages of vakdocenten die les geven op het MBO. In de provincie Gelderland als geheel zijn er relatief iets meer MBO’ers in de richtingen Economie en minder in Zorg en in Techniek in vergelijking met Stedendriehoek . Voortijdige schoolverlaters als percentage van het aantal deelnemers 11% 10% 9% 8% 7% 6% 5% 2006/2007
2007/2008
Stedendriehoek
2008/2009
Gelderland
2009/2010
2010/2011
Nederland
Bron: VSV-verkenner, Ministerie van OCW
In het schooljaar 2006/07 was het percentage vroegtijdig schoolverlaters vanuit het MBO in de regio Stedendriehoek 8,0%. In de provincie Gelderland en Nederland lagen deze percentages in dat schooljaar hoger op respectievelijk 9,1% en 9,0%. In het schooljaar 2010/11 is het percentage vroegtijdig schoolverlaters in de regio weer op het niveau van 4 jaar eerder. Het percentage vroegtijdig schoolverlaters is in de provincie Gelderland is in het schooljaar 2010/11 met 1,2 procentpunt gedaald naar 7,8%. Het percentage vroegtijdig schoolverlaters in Nederland laat de grootste daling zien met 1,6 procentpunt naar 7,4% in 2010/11.
CAB, Groningen
30
Hoofdstuk 3 Discrepantieanalyse Vorig jaar is door CAB in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek uitgevoerd naar de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in Gelderland voor de jaren 2011-2015. Waar voor hogere en wetenschappelijke banen vaak een landelijke arbeidsmarkt geldt, is dat voor elementaire, lagere en middelbare beroepen juist een vrij lokale arbeidsmarkt direct rondom de woonplaats. Daarom is voor deze beroepsgroepen een discrepantieanalyse uitgevoerd op het niveau van de regio’s zoals die ook in de regiorapporten wordt gehanteerd.
3.1 Stedendriehoek t/m middelbaar niveau De resultaten voor Stedendriehoek voor de beroepen t/m middelbaar niveau in 2012 staan kort weergegeven in onderstaande tabel. Discrepantie tussen vraag en aanbod per beroepsgroep, regio Stedendriehoek Vraag Aanbod Index 2012 2012 2012 1
Totaal elementaire beroepen
Index 2015
1.200
2.740
--
--
24
Agrarisch
300
140
++
++
26
Technisch
820
690
0
0
28
Transport
530
550
--
--
29
(Para)medisch
50
50
++
++
31
Administratief, commercieel e.d.
1.350
1.260
0
0
33
Beveiliging
100
40
++
++
37
Verzorgend
470
740
-
0
2/3
3.620
3.470
0
0
44
Totaal lagere beroepen Agrarisch
390
100
++
++
46
Technisch
1.370
730
+
+
48
Transport e.d.
100
20
++
0
49
(Para)medisch
420
340
++
++
51
Administratief, commercieel e.d.
1.930
1.350
0
0
53
Juridisch, bestuurlijk, beveiliging
100
90
+
+
55
Taalkundig, cultureel
70
60
0
-
56
Gedrag en maatschappij
160
350
0
0
57
Verzorgende e.d.
460
1130
-
0
4/5
Totaal middelbare beroepen
5.030
4.210
+
+
1/5
Totaal elem., lagere, middelbare beroepen
9.850
10.420
0
0
Uitleg:
--: zeer ruime arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 0 en 0,4
- : ruime arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 0,4 en 0,8
0: ‘neutrale’ arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 0,8 en 1,2
+: krappe arbeidsmarkt;
krapte-index tussen 1,2 en 1,6
++: zeer krappe arbeidsmarkt
krapte-index hoger dan 1,6
Op een krappe arbeidsmarkt is de vraag naar arbeid dus hoger dan het aanbod.
CAB, Groningen
31
In totaal is de arbeidsmarkt in Stedendriehoek
voor elementaire, lagere en middelbare
beroepen neutraal te noemen, met enkele uitschieters. In aantallen gemeten is de arbeidsmarkt in Stedendriehoek vooral krap in de (para)medische en de agrarische beroepen, de lagere beveiligingsberoepen en de middelbare transport beroepen. In 2015 zien we voor de verzorgende beroepen een verschuiving van ruim naar neutraal, de middelbare transport beroepen van zeer krap naar neutraal en de middelbare taalberoepen van neutraal naar ruim. Verder is het beeld gelijk aan dat van 2012.
3.2 Gelderland Voor heel Gelderland zijn de cijfers voor 2012 uit de discrepantieanalyse als volgt: 1
Totaal elementaire beroepen
Vraag
Aanbod
Index 2012
Index 2015
-+ 0 -++ 0 ++ ++ + ++ ++ 0 + 0 + + + ++ ++ 0 0 0 + ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ 0
-+ 0 -++ 0 ++ ++ + ++ ++ 0 + 0 + + + ++ ++ 0 0 0 + ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ 0
8.810
25.740
24
Agrarisch
1.730
1.340
26
Technisch
5.960
6.970
28
Transport
2.820
6.520
29
(Para)medisch
31
Administratief, commercieel e.d.
33
Beveiliging
850
.480
37
Verzorgend
4.420
6.540
26.560
33.560
2/3
Totaal lagere beroepen
670
.370
10.110
11.340
44
Agrarisch
2.020
.780
46
Technisch
9.770
7.160
48
Transport e.d.
440
.230
49
(Para)medisch
4.970
2.580
51
Administratief, commercieel e.d.
15.070
13.030
53
Juridisch, bestuurlijk, beveiliging
1.140
810
55
Taalkundig, cultureel
460
620
56
Gedrag en maatschappij
1.910
2.580
57
Verzorgende e.d.
4.630
8.290
4/5
40.410
36.550
62
Pedagogisch
4.170
2.710
66
Technisch
1.800
1.310
69
(Para)medisch
2.710
1.170
71
Administratief, commercieel, economisch cultureel e.d. Taalkundig,
9.280
6.100
75
1.290
1.260
76
Gedrag en maatschappij e.d.
2.660
2.610
78
Managers e.d.
6/7
Totaal middelbare beroepen
Totaal hogere beroepen
480
500
22.390
15.660
1.630
830
82
Pedagogisch
86
Technisch
750
420
89
(Para)medisch e.d.
1.420
680
91
Economisch, administratief e.d.
2.570
960
93
Juridisch, bestuurlijk
1.320
520
96
Gedrag en maatschappij e.d.
1.090
630
98
Managers
1.110
750
8/9
Totaal wetenschappelijke beroepen Totaal
9.890
4.790
108.060
116.300
In bovenstaande tabel zijn ook de hogere en wetenschappelijke beroepen meegenomen.
CAB, Groningen
32
De confrontatie van vraag en aanbod, de discrepantieanalyse, laat zien dat de arbeidsmarkt nog vrij ruim is voor elementaire en lagere beroepen. Het gaat hierbij in 2012 om ca. 35.000 beschikbare banen en bijna 60.000 baanzoekers. Dus in grote lijnen een ruime arbeidsmarkt. Een uitzondering vormen lagere medische en lagere beveiligingsberoepen (leerlingverpleegkundigen, militairen). Voor de middelbare beroepen zijn vraag en aanbod qua aantallen goed op elkaar afgestemd. In 2012 is het aanbod zo’n 40.000 middelbare banen en de vraag ca. 37.000. In 2015 moeten ruim 45.000 middelbare banen worden vervuld maar zijn er nog steeds 37.000 middelbare baanzoekers. De arbeidsmarkt voor middelbare beroepen wordt dus steeds iets krapper. Er blijkt vooral krapte te bestaan voor middelbare agrarische en beveiligingsberoepen. De arbeidsmarkt is nog ruim voor middelbare beroepen voor taalkunde, gedrag en maatschappij en verzorging. Echt krap wordt de arbeidsmarkt voor hogere en vooral voor wetenschappelijke beroepen. De vraag naar hogere beroepen zal in 2012 uitkomen op 22.000 banen, het aanbod op bijna 16.000 baanzoekers. Voor 2015 is dat resp. een vraag bijna 25.000 en een aanbod van ruim 15.000. De vraag naar arbeid stijgt nog wel tussen 2012 en 2015, maar dat het aanbod daalt. Met andere woorden, de arbeidsmarkt voor hogere beroepen in Gelderland wordt krapper. Ditzelfde geldt in nog sterkere mate voor de wetenschappelijke beroepen. In 2012 komt de vraag naar wetenschappelijke banen uit op 10.000 en is het aanbod van dat niveau nog geen 5.000 baanzoekers. In 2015 is dit verschil nog verder opgelopen met een arbeidsvraag van 11.600 banen en een aanbod van ongeveer 4.500 baanzoekers. In de hogere beroepen zit de krapte vooral in medisch personeel en in mindere mate in docenten en administratief personeel. De krapte voor basisschooldocenten zal in de komende jaren zelfs behoorlijk afnemen door de verwachte daling in het aantal basisschoolleerlingen. De markt voor personeel met een hogere opleiding op het vlak van taalkunde en gedrag en maatschappij relatief ruim, net als voor hogere (hbo) managers. Voor vrijwel alle wetenschappelijke beroepen is de arbeidsmarkt in Gelderland zeer krap te noemen. Echter, wetenschappelijke baanzoekers van buiten de provincie komen ook in Gelderland zoeken naar werk, net als voor beschikbare wetenschappelijke banen ook buiten de provincie wordt geworven. Dus voor wetenschappelijke banen geldt eigenlijk een nationale arbeidsmarkt.
CAB, Groningen
33
3.3 Kwalitatieve vertaling In aanvulling op de discrepantieanalyse heeft het CAB in 2012 nog een kwalitatieve vertaling gemaakt, waarin de beroepen uit de discrepantieanalyse vertaald zijn naar MBO-opleidingen en naar clusters. Daarmee wordt een antwoord gegeven op de vraag; wat betekent de geconstateerde krapte in een bepaalde beroepsgroep in de discrepantieanalyse voor MBOopleidingen en clusters in de provincie Gelderland? Het resultaat van die kwalitatieve analyse gaf op provincieniveau een indicatie voor welke opleidingen en op welke niveaus een grote vraag ontstaat in de genoemde clusters en welk aanbod daar tegenover staat. Er is daarbij vooral naar het MBO-niveau gekeken, omdat mensen met een MBO-opleiding vaak in de buurt van hun woonplaats naar school gaan en ook in die buurt naar werk zoeken, terwijl studenten aan het HBO en de universiteit vaker bereid zijn verder te reizen en te verhuizen voor studie en werk. Hun mobiliteit is dus veel groter en dit maakt het voor deze groepen lastiger om vraag en aanbod op provinciaal niveau met elkaar te vergelijken. N.B. de in deze paragraaf vermelde werkgelegenheidscijfers zijn afkomstig van het PWE onderzoek 2011 en wijken dus af van de uitkomsten zoals weergegeven in hoofdstuk 2 die gebaseerd zijn op de uitkomsten van het PWE onderzoek 2012. De volgende clusters komen achtereenvolgend aan de orde:
CAB, Groningen
Energie en Milieutechnologie (EMT)
Maakindustrie
Logistiek en Transport
Food (=Pieken in de Delta Food+WUR)
Health (zorg en life sciences)
Zorg (het zorggedeelte van de medische sector, eigenlijk geen cluster)
34
Cluster EMT De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
Het cluster EMT beslaat 5,4% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee niet een hele grote speler wat betreft het aantal banen;
De werkgelegenheid in het cluster EMT valt onder de technische beroepsgroep van de discrepantieanalyse.
De opleidingen die gediplomeerden leveren voor het cluster EMT, zijn opleidingen die vallen onder de bedrijfstakken:
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’.
Er is nu en de toekomst sprake van grote krapte in de technische beroepsgroepen (middelbaar en hoger). Vertaald naar MBO geldt dit voor niveau 3 en 4 (deze sluiten aan bij de middelbare beroepen);
De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot;
De rol van schoolverlaters in het totale arbeidsaanbod op technisch, middelbaar niveau is relatief klein;
De relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod biedt kansen voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau;
De opleidingen die aansluiten bij het cluster EMT leverden in 2011 4.686 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’.
MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster EMT, 2011 Niveau
Totaal
1+2
1.571
3+4
3.115
Totaal
4.686
Bron: DUO, bewerking CAB Het merendeel van de gediplomeerden, dat geschikt is voor het cluster EMT komt uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’. Het gaat hier om ruim 89%.
CAB, Groningen
35
Cluster Maakindustrie De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
De maakindustrie beslaat 12% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee een grote speler wat betreft het aantal banen.
De werkgelegenheid in de maakindustrie valt vooral binnen de technische beroepsgroep van de discrepantieanalyse. Alle opleidingen uit de bedrijfstakken: o
‘carrosserie & autoschadeherstel’,
o
‘hout & interieur’,
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’,
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’ en
o
‘motorvoertuigen-, tweewielertechniek & autohandel’
vallen onder de maakindustrie plus een aantal opleidingen uit de bedrijfstakken ‘grafische beroepen’ en ‘voedsel & leefomgeving’.
Er is nu en in de toekomst sprake van grote krapte in de technische beroepsgroepen (middelbaar en hoger). Vertaald naar MBO geldt dit voor niveau 3 en 4 (deze sluiten aan bij de middelbare beroepen.
De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot.
De rol van schoolverlaters in het totale arbeidsaanbod op technisch, middelbaar niveau is relatief klein.
Ook hier geldt, dat de relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod kansen biedt voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau.
De opleidingen die aansluiten bij de maakindustrie leverden in 2011 9.988 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’. Dit geldt vooral voor niveau 3+4. MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster maakindustrie, 2011 Niveau
Totaal
1+2
4.135
3+4
5.853
Totaal
9.988
Bron: DUO, bewerking CAB In totaal komen veruit de meeste gediplomeerden (42%) die geschikt zijn voor de maakindustrie uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’ Verdeling gediplomeerden voor maakindustrie, 2011 11%
2% 0% 5%
3%
Niveau 1+2
35%
44%
CAB, Groningen
Carrosserie en autoschadeherstel
Grafische beroepen
Hout en interieur
Metaal, elektro- en installatietechniek
Motorvoertuigen- en tweewielertechniek en autohandel
Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica
Voedsel en leefomgeving
Combinatie bedrijf
36
Cluster Logistiek & Transport De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
Het cluster L&T beslaat 11% van de totale werkgelegenheid in de provincie en is daarmee relatief groot;
De werkgelegenheid in het cluster L&T valt zowel onder de beroepsgroep ‘transport e.d.’ als onder de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d.’ van de discrepantieanalyse;
De MBO-opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor het cluster L&T zijn te vinden in de bedrijfstakken
o
‘detailhandel, groothandel & internationale handel, mode & textiel’,
o
‘horeca, toerisme & voeding’,
o
‘transport & logistiek’ en
o
‘combinatiebedrijf’
Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de middelbare transportberoepen en in de hogere en wetenschappelijke administratieve, commerciële en economische beroepen;
De vraag naar arbeid in de middelbare transportberoepen is erg klein en in de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d. juist erg groot;
De
rol
van
schoolverlaters
in
het
totale
arbeidsaanbod
in
de
middelbare
transportberoepen is redelijk groot en in de beroepsgroep ‘administratief, commercieel, e.d. juist relatief klein;
Er liggen kansen voor opleidingen in de richting administratief, commercieel e.d.
De opleidingen die aansluiten bij het cluster L&T leverden in 2011 3.170 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘detailhandel, groothandel & internationale handel, mode & textiel’, dit geldt vooral voor niveau 3+4 van het MBO. MBO-gediplomeerden ten behoeve van cluster L&T, 2011 Niveau
Totaal
1+2
1.132
3+4
2.082
Totaal
3.170
Bron: DUO, bewerking CAB++ Verdeling gediplomeerden voor cluster L&T, 2011 2% 23%
Niveau 1+2
11%
1%
Niveau 3+4
0%
56%
32%
76%
CAB, Groningen
Detailhandel, groothandel en internationale handel, mode en textiel
Horeca, toerisme en voeding
Transport en logistiek
Combinatie bedrijf
37
Cluster Food De hoofdpunten uit de bevindingen voor dit cluster:
Het Food-cluster beslaat 4% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee relatief klein;
De werkgelegenheid in het Food-cluster valt zowel onder de technische beroepsgroep als onder de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d.’ van de discrepantieanalyse;
Er
is
sprake van
een
krappe arbeidsmarkt
in
de middelbare,
hogere en
wetenschappelijke technische beroepen en in de hogere en wetenschappelijke administratieve, commerciële en economische beroepen;
De gediplomeerden die geschikt zijn voor het Food-cluster zijn afkomstig uit de bedrijfstakken
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’
o
‘motorvoertuigen-, tweewielertechniek & autohandel’ en
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’
De vraag naar arbeid in zowel de middelbare technische beroepsgroep als de beroepsgroep ‘administratief, commercieel e.d’ is relatief groot;
De rol van schoolverlaters in beide beroepsgroepen is relatief klein;
Ook hier liggen kansen voor opleidingen op middelbaar niveau in de richtingen techniek en administratief, commercieel;
De opleidingen die aansluiten bij het cluster L&T leverden in 2011 6.978 gediplomeerden af. De meeste van hen komen uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’. MBO-gediplomeerden ten behoeve van Food-cluster, 2011 Niveau
Totaal
1+2
2.395
3+4
4.583
Totaal
6.978
Bron: DUO, bewerking CAB Verdeling gediplomeerden voor Food-cluster, 2011
CAB, Groningen
38
Cluster Health Een samenvatting van de bevindingen voor dit cluster:
Het Health-cluster beslaat 1,9% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee relatief klein;
De werkgelegenheid in het Health-cluster valt zowel onder de technische als de (para)medische beroepsgroep van de discrepantieanalyse;
De opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor het Health-cluster, bevinden zich in de bedrijfstakken
o
‘gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn & sport’ (alleen apothekersassistente),
o
‘metaal, electro- & installatietechniek’ en
o
‘proces-, milieu-, laboratoriumtechniek & fotonica’.
Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de middelbare, hogere en wetenschappelijke technische beroepen en op alle niveaus in de (para)medische beroepen;
De vraag naar arbeid in de middelbare technische beroepsgroep is relatief groot, in de (para)medische beroepsgroep is sprake van een gemiddelde vraag;
De rol van schoolverlaters in de middelbare technische beroepsgroep is relatief klein en in de (para)medische beroepsgroep juist relatief groot;
De relatief grote vraag tegenover het relatief kleine aandeel schoolverlaters in het aanbod biedt ook binnen dit cluster kansen voor aanbieders van opleidingen op middelbaar technisch niveau;
De opleidingen die aansluiten bij het Health-cluster leverden in 2011 3.167 gediplomeerden af. Het overgrote merendeel komt uit de bedrijfstak ‘metaal, electro- & installatietechniek’ MBO-gediplomeerden ten behoeve van Health-cluster, 2011 Niveau
Totaal
1+2
1.044
3+4
2.123
Totaal
3.167
Bron: DUO, bewerking CAB Verdeling gediplomeerden voor Health-cluster, 2011 1%
Niveau 1+2
99% Gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn en sport
Metaal, elektro- en installatietechniek Proces-, milieu-, laboratoriumtechniek en fotonica CAB, Groningen
39
Sector Zorg Een samenvatting van de bevindingen voor dit cluster:
De zorgsector beslaat 17% van de totale werkgelegenheid in de provincie Gelderland en is daarmee een grote sector;
De werkgelegenheid in de zorgsector valt grotendeels onder de (para)medische beroepsgroep van de discrepantieanalyse, een deel valt onder de beroepsgroep ‘verzorgende e.d.’;
De MBO-opleidingen die gediplomeerden leveren die geschikt zijn voor de zorg bevinden zich allemaal in de bedrijfstak ‘gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn en sport’.
Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt in de lagere, middelbare, hogere en wetenschappelijke (para)medische beroepen en van een ruime arbeidsmarkt in de verzorgende beroepen;
De vraag naar arbeid in zowel de (para)medische als de verzorgende beroepsgroep is gemiddeld te noemen;
De rol van schoolverlaters in zowel de middelbare (para)medische als verzorgende beroepsgroep is groot;
De gemiddelde vraag tegenover het relatief grote aandeel schoolverlaters in het totale aanbod maakt de krapte in de (para)medische beroepsgroepen vrij serieus. Opleidingen zouden hun rol in het aanbod verder kunnen vergroten, bijvoorbeeld door de omscholing van werklozen;
De opleidingen die aansluiten bij de zorgsector leverden in 2011 4.194 gediplomeerden af. MBO-gediplomeerden ten behoeve van zorgsector, 2011 Niveau
Totaal
1+2
2.117
3+4
2.077
Totaal
4.194
Bron: Duo, bewerking CAB
CAB, Groningen
40
Bijlage 1 Begrippenlijst Beroepsbevolking: de mensen die minstens 12 uur per week werken (de werkzame beroepsbevolking) plus de mensen die actief op zoek zijn naar een baan van minstens 12 uur per week (de werkloze beroepsbevolking). Bruto participatiegraad: het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. MBO niveau 1: eenjarige Assistentenopleiding MBO niveau 2, tweejarige basisberoepsopleiding (startkwalificatie) MBO niveau 3, driejarige vakopleiding MBO niveau 4, vierjarige middenkader- of specialistenopleiding Netto participatie graad: het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. Niet werkende werkzoekenden (NWW): alle werkzoekenden die ingeschreven staan bij het UWV WERKbedrijf én die niet werken of minder dan twaalf uur per week werken. Participatiewet (PW): In de Participatiewet (beoogde invoerdatum 1-1-2014) voegt het kabinet Rutte 2 de Wet werk en Bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samen. Pendel: Eenmaal in de vier jaar wordt het PWE-werkgelegenheidsonderzoek uitgebreid met een vraag over de herkomst (de woonplaats) van de medewerkers bij het bedrijf. Potentiële beroepsbevolking: de bevolking in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO): Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, in 2006 vervangen door de WIA. VMBO BL (Basisberoepsgerichte leerweg) De
basisberoepsgerichte
leerweg
bereidt
leerlingen
uitsluitend
voor
op
de
basisberoepsopleidingen in het mbo (niveau 2). Deze leerweg kunnen leerlingen kiezen als ze heel praktisch ingesteld zijn. Leerlingen kunnen in deze leerweg een leer-werktraject volgen (leren en werken). Een groot deel van het onderwijs volgen ze buiten school in een leerbedrijf.
CAB, Groningen
41
VMBO KL (Kaderberoepsgerichte leerweg) De kaderberoepsgerichte leerweg is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). VMBO GL (Gemengde leerweg) Leerlingen kunnen de gemengde leerweg kiezen als ze weinig moeite hebben met studeren en zich willen voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). VMBO TL (Theoretische leerweg) Leerlingen kunnen de theoretische leerweg kiezen als ze weinig moeite hebben met studeren en nog geen specifieke beroepsopleidingen wil kiezen. De theoretische leerweg bereidt de leerling voor op de vakopleidingen en de middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) in het mbo. Soms kan een leerling ook doorstromen naar de havo. Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong): wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd. Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn op de dag dat zij 17 jaar worden, of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen Werkloosheidswet (WW): de wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt Wet werk en bijstand (WWB): wettelijke sociale voorziening die op 1 januari 2004 in werking is getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (ABW), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen). Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA): de WAO is in 2006 vervangen door de WIA. De WAO had als doel om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan een jaar). Verandering is dat bij de WIA werken naar vermogen centraal staat en ook beloond wordt.
CAB, Groningen
42
Bijlage 2 POA- en COROP-gebieden
CAB, Groningen
43
CAB, Groningen
44
CAB Martinikerkhof 30, 9712 JH Groningen T (050) 311 51 13 E
[email protected] I www.cabgroningen.nl KvK 02060926 BTW NL806242139